Veeteeltvlees mei 2021

Page 1

M E I 2021

Inkuilverliezen halveren door

Is de korte keten een modegril

kuil direct af te dekken of toch een blijver?

Zoektocht van Hof de Eendragt

naar rendabel natuurbedrijf

VEETEELTVLEES IS EEN UITGAVE VAN CRV BV IN OPDRACHT VAN COÖPERATIE KONINKLIJKE CRV U.A.

VV05-Cover.indd 2

10-05-21 14:40


Jorgen Ealse 17 x Hendrik van de Valkenweide

Een stap vooruit Ki-code: 942429 ⊲ Nieuwe baggerbonte VRB stier ⊲ Uiterst correct en best ontwikkeld ⊲ Dikke lendenen en fraaie rondingen

Wilt u sperma van Jorgen of andere verbeterdroodbontstieren bestellen, bezoek dan onze webshop op CRV4all.nl/shop of CRV4all.be/shop

154-21 Ad VV-JAN-Jorgen.indd 2

03-03-21 09:13


INHOUD RUBRIEK E N

5 Van de redactie 6 Fokkerijnieuws 15 Uit de dierenartspraktijk: jonge stier met blaasstenen en gescheurde urinebuis 24 Alpha- en Z-generatie: Jasmien Lemaire 25 CRV-coöperatienieuws 29 CRV-bedrijfsnieuws 30 Managementnieuws 32 Marktinfo voer 33 Marktinfo vee 34 Agenda

hoofdartikel korte keten

HOOFDA RT IK E L

8 De korte keten is booming, maar is het een modegril of een blijvertje? REPORTAG E

12 Hof de Eendragt zoekt met hereford naar een rendabel natuurbedrijf FOKKERIJ

16 In het Bomange-project wordt de genetische gevoeligheid voor schurft onderzocht MANAGE M E N T

18 Infographic: gras niet groener, wél duurder bij de buren 20 Kuil direct afdekken halveert inkuilverliezen 26 Grasklaver is meststof voor de toekomst

8 fokkerij schurft

voeding inkuilverliezen

COMMISSA RIS IN B E E L D

18 Bestuurder Freek Rijna stuurt op cijfers en markt

16

MEI 2021

Inkuilverliezen halveren door

Is de korte keten een modegril

toch een blijver? kuil direct af te dekken of VEETEELTVLEES IS EEN UITGAVE

VAN CRV BV IN OPDRAC

20

Jeroen Meijering:

Freek Rijna:

‘De dieren hebben enkel natuurgras gevreten en dat heeft effect op de smaak’

‘Goed luisteren naar de klant is een voorwaarde voor succes’

Zoektocht van Hof de Eendragt

naar rendabel natuurbedrijf

HT VAN COÖPERATIE KONINKL

IJKE CRV U.A.

10-05-21 14:40 VV05-Cover.indd 2

BIJ DE COVER

De herefords van Hof de Eendragt stralen veel rust uit in het mooie Zeeuwse landschap (foto: Harrie van Leeuwen)

12

22 veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Inhoud.indd 3

3

10-05-21 15:10


SOMMET DE L’ÉLEVAGE

TOONAANGEVENDE EUROPESE SHOW VOOR VLEESVEEPROFESSIONALS

INTERNATIONALE BEZOEKERS > Boek je gratis entrée badge > Registreer je voor onze begeleide boerderij tour op www.sommet-elevage.fr

L'ensemble des éléments présents sur ce document sont la propriété de Sa au Carré

96,000 BEZOEKERS | 1,560 EXPOSANTEN | 2,000 DIEREN

Design Produits, Packaging & Graphisme BRETAUDEAU Mélissa • 9 Rue de la Poste, 44840 LES SORINIERES • 06 24 48 96 21 melissa.bretaudeau@gmail.com • www.sa-au-carre.com

Version initiale

1

LOGOTYPE • English version AGRILYS - juillet 2013

voyages d’étude agricoles

study tours in agriculture

www.agrilys-incoming.com

Organiseer je bezoek aan de SOMMET Accommodatie, vervoer, vooren nabeschouwing boerderij tour sommet@agrilys.fr Tel : +33 (0) 1 82 83 33 55 2

agriculture study tours

5 > 8 OKTOBER 2021

CLERMONT-FERRAND | FRANKRIJK www.sommet-elevage.fr 2

veeteeltvlees JANUARI 2021

VV05_p04.indd 2

Tel. +33 (0) 4 73 28 95 10 - info@sommet-elevage.fr

04-05-2021 11:25


VAN DE REDACTIE

Wie flexibel is, heeft de toekomst ‘Het zijn niet de sterkste soorten die overleven en ook niet de meest intelligente. Het zijn de soorten die het beste reageren op veranderingen.’ Charles Darwin wist het meer dan 150 jaar geleden al. De autodidactische bioloog die publiceerde over evolutie op basis van natuurlijke selectie, wist toen al dat flexibiliteit bijzonder belangrijk is. Vandaag is dat niet anders en bovenal is het mij de voorbije maanden steeds duidelijker geworden dat het een kracht is van de mens. Hoe wij ons met z’n allen hebben aangepast aan de nieuwe realiteit toont onze grote flexibiliteit en veerkracht. Dat geldt zeker ook voor de land- en tuinbouwsector. Ik moet daarbij gewoon even terugkijken in mijn studieboeken van circa 20 jaar geleden. De kracht en snelheid waarmee onze sector heeft geïnnoveerd, is enorm. Landbouwers zijn een toonbeeld van flexibiliteit, en die is steeds vaker nodig. Niet alleen het weer en het klimaat zijn grillig, de markt is dat ook, de politiek nog meer. Het stikstofdebat in Vlaanderen en eerder ook in Nederland maken dat steeds meer duidelijk. De regels veranderen snel. Verkiezingen brengen vaak nieuwe

politici naar voren, maar zorgen meteen ook vaak voor een andere visie en dus een ander beleid. De voorbije jaren heeft ook de vleesveehouderij daarin zijn kracht getoond. Dat is duidelijk te lezen in het hoofdverhaal van dit nummer. Het voorbije jaar zelfs in een nog hogere versnelling. Al langer was de grip op hun afzetprijs een grote verzuchting van veel vleesveehouders. En terecht, de prijzen stonden onder druk en verderop in de keten bewoog er weinig. Het is dan ook niet verwonderlijk dat veel vleesveehouders dan maar hun afzet, deels of geheel, in eigen handen nemen. En velen met succes, gesterkt door een grotere bewustwording van de consument over de waarde van lokale producten. Dat nu ook de grootdistributie op die kar springt, is op zich goed en ook een voorbeeld van flexibiliteit. Waar ze eerder graag internationale producten in de kijker plaatsten, is dat nu vaak even wat anders. Maar de sector mag hier niet stoppen en moet flexibel blijven zijn. Want als er één ding zeker is, is dat het morgen weer helemaal anders kan en zal zijn.

WIM VEULEMANS HOOFDREDACTEUR

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Edit.indd 5

5

10-05-21 16:40


FOKKERIJNIEUWS

Landbouwbeurs Libramont 2021 afgelast De editie 2021 van de landbouwbeurs te Libramont wordt afgeblazen. Dat hebben de organisatoren eind april bekendgemaakt. ‘Uit respect voor de exposanten en organisatiepartners enerzijds en uit coronaveiligheidsoverwegingen voor onze bezoekers anderzijds is er beslist om de editie 2021 te cancelen.’

De editie 2021 met de nationale keuringen voor het Belgisch-witblauwras en de Franse vleesrassen zou van 23 juli tot en met 26 juli plaatsvinden. De organisatoren kondigden meteen ook de data voor de editie in 2022 aan: 29 juli tot en met 1 augustus 2022.

COT organiseert voor het eerst een broutardveiling De eerste online veiling van Nederlandse jonge stiertjes (broutards) zal plaatsvinden op 29 mei vanaf 15.00 uur. Dat heeft het centraal opfokstation COT bekendgemaakt. Het COT wil hiermee een centraal platform zijn voor een eerlijke afzet van Nederlandse broutards voor stamboekaanbieders en afnemers in de Nederlandse markt. Het COT-

bestuur roept inbrengers op broutards aan te melden vóór 19 mei 2021 bij de secretaris van het COT: secretaris@stichting-cot.nl. De inbrenger van de stiertjes moet aangesloten zijn bij een van de negen deelnemende, Nederlandse vleesveestamboeken. De stiertjes moeten in Nederland zijn geboren, Nederlandse oormerken dragen en tussen 7 tot

15 maanden oud zijn. De stiertjes dienen ook minstens drie weken volledig te zijn gespeend van de moeder. De groepsgrootte van de aangeboden stiertjes dient minimaal drie stuks per inbrenger te bedragen. De fokker moet tot slot ook zelf zorgen voor een videobestand waarop de stiertjes duidelijk te bekijken en te beoordelen zijn.

Weinig animo op CSB-veiling witblauw De aprilveiling van het centrale opfokstation voor het Belgisch-witblauwras te Ciney verliep zeer rustig met weinig aanwezigen. De clearance rate bedroeg slechts 56 procent. ‘Nochtans was de kwaliteit goed,’ aldus Ruben Bonne, productmanager witblauw bij CRV. Negen van de zestien stieren in aanbieding werden verkocht voor een gemiddelde veilingprijs van 4300 euro. Het hoogste bod van 7800 euro werd neergeteld door de ki-groep BBG voor DVD du Plantis. DVD (Artisan du Ronchy x Muguet de Fooz) werd gefokt door Pascal Reyter uit

6

Hompré en woog op 13 maanden 578 kg bij een schofthoogtemaat van 122 cm (+3 cm). De stier liet in de controleperiode 8 tot 11 maanden een dagelijkse groei noteren van 1,3 kg bij een voerconversie van 4,12 kg per kg. DVD kreeg een score totaal exterieur van 86,3 punten met 80 punten voor hoogtemaat, 87,3 punten voor bespiering, 82,1 punten voor rastype, 84 punten voor beenwerk en 80 punten voor algemeen voorkomen.

Veilingtopper DVD du Plantis

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Fokkerijnieuws.indd 6

10-05-21 16:19


Wouter De Medts, vleesveehouder en akkerbouwer in Etikhove:

‘Wij vinden de natuur belangrijk en willen er zorg voor dragen. Onze winkel ligt buiten’ Uit: De Standaard, 17 april 2021

Nieuw runderras in de maak in Frankrijk De Franse vereniging Bovinext gaat het Engelse ras ‘stabiliser’ doorontwikkelen via een driewegkruising onder de naam ‘RedyBlack’. Na Inra95 wordt dit het tweede synthetische runderras dat in Frankrijk het levenslicht ziet. Het runderras stabiliser is een Engels runderras dat enorm aan populariteit wint in de An-

gelsaksische landen. Het ras is een kruising van angus, simmental, hereford en gelbvieh. Bovinext gaat het stabiliserras verder doorontwikkelen via een driewegkruising met stabiliser als basis en verder genetica uit de rassen angus en simmental. Het fokdoel is om hoornloze stieren te kun-

nen afleveren van 18 tot 24 maanden met een karkasgewicht van 350 kg en met een Seurop-classificatie R en vetbedekkingsgraad 4. Het vlees is sterk gemarmerd. De haarkleur is rood of zwart. Momenteel telt de stabiliserpopulatie in Frankrijk al ruim 300 moeders verdeeld over 35 fokbedrijven. Doel is om binnen 10 jaar een populatie van 2000 fokmoeders te hebben verdeeld over 50 fokbedrijven. Het stamboek RedyBlack werd door de Franse overheid erkend in november 2020, zodat natuurlijke dekdienst en kunstmatige inseminatie mogelijk is.

Nieuwe techniek controleert expressie van genen Iets aan het dna veranderen was tot voor kort onbegonnen werk. Sinds 2015 maakt de crispr-cas9-techniek het mogelijk om dna van cellen zeer gericht te veranderen. Bij die techniek wordt er geknipt in de dna-strengen en dat leidt tot blijvende veranderingen van het genetisch materiaal in de cel. Er is nu een nieuwe techniek ontwikkeld in de Verenigde Staten die het dna ongemoeid laat, maar de expressie van de genen aanof uitzet. De techniek wordt ‘crispr-off’ genoemd. ‘Het grote nieuws is dat we nu een eenvoudig

instrument hebben dat de grote meerderheid van de genen kan stilleggen,’ zegt Jonathan Weissman in het Belgische dagblad De Standaard. Weissman is biologieprofessor aan het Massachusetts Institute of Technology (MIT) en een van de auteurs van de studie over de nieuwe gentechnologie. ‘We kunnen dit doen voor meerdere genen tegelijkertijd, zonder enige schade aan het dna, met een grote mate van homogeniteit en op een manier die teruggedraaid kan worden. Het is een fantastisch instrument om de expressie van genen of epigenetische erfelijkheid te controleren.’

In de Verenigde Staten doet de overheid niet moeilijk over de crispr-cas9-techniek. Het knippen en plakken in het dna van cellen en organismen is in Europa wel wettelijk verboden. Het Europese Hof oordeelde dat moderne biotechnologische technieken zoals crispr-cas geen uitzondering op de huidige gmo-wetgeving vormen. Of crispr-off wel dan niet in Europa zal worden toegelaten, is voorlopig nog niet duidelijk.

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Fokkerijnieuws.indd 7

7

10-05-21 16:19


ECONOMIE DE KORTE KETEN

De korte keten: m

De verkoop via de korte keten is booming, hierin geholpen door de coronapandemie. Maar wat na corona? Bart Thoelen van het Steunpunt Korte Keten: ‘Ik denk dat het een blijver is. De potentie is enorm.’ Maar er zijn ook obstakels voor groei van de korte keten, vooral in het rundvlees. Prijsvorming als motivatie is onvoldoende en er is ook een logistiek probleem: de slachtinfrastructuur verbrokkelt. TEKST GUY NANTIER

8

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-hoofdartikel.indd 8

10-05-21 14:29


: modegril of blijver? E

en korte voedselketen is een keten met een directe binding tussen de boer en de consument. Vaak in de vorm van een boerderijwinkel, een vleespakket direct bij de boer vandaan, een boerenmarkt of een ander initiatief. Het vormt een tegenwicht tegen de lange keten, die via vele tussenschakels loopt en waarin veel ‘mee-eters’ zitten. De directe verkoop van voedsel leidt tot een betere prijs voor de producent én consument en niet onbelangrijk tot minder voedselkilometers (minder transport en dus minder CO2-uitstoot). Bijkomend voordeel is dat de consument opnieuw kennismaakt met het wel en wee op de boerderij en de boer alzo opnieuw een gezicht, een smoel krijgt bij de burgers.

Coronaboost Het begrip ‘korte keten’ kreeg het afgelopen jaar een enorme boost vanwege de coronapandemie. Zo is het aantal huishoudens dat inkopen doet bij boeren, telers of kwekers, sinds de coronacrisis verdubbeld in Nederland. Bijna één op de vijf huishoudens heeft vorig jaar wel eens rechtstreeks bij de producent gekocht. Dat blijkt uit gegevens van marktonderzoeksbureau GfK. Vorig jaar maart deed slechts één op de tien huishoudens wel eens inkopen op het boerenerf. Ouderen kopen het vaakst direct bij boer of tuinder, meldt GfK. ‘Zij maken 70 procent uit van de klantenkring van boeren. Jongeren weten boerderijwinkels wel steeds beter te vinden. Hun aandeel is bijna verdubbeld. Ook in Vlaanderen is een gelijkaardige trend merkbaar. Volgens VLAM kopen sinds de coronacrisis meer consumenten rechtstreeks op de hoeve. Tijdens de eerste helft van 2020 ging het over 40 procent meer gezinnen. Waar voorheen vooral oudere mensen de weg vonden naar de hoeve, kopen nu ook jongere groepen rechtstreeks bij de boer.

Uit een bevraging die VLAM organiseerde in mei 2020 bij producenten in de korte keten, blijkt dat 67 procent een hogere omzet draaide (40 procent spreekt over een omzetstijging van meer dan 20 procent), 31 procent zegt dat de meeste vaste klanten nu vaker kopen dan normaal, 83 procent zegt nu meer nieuwe klanten te hebben dan normaal. Vooral boeren die groenten, fruit, aardappelen of eieren verkopen, halen beduidend positievere cijfers, zo blijkt uit de bevraging. Maar opgelet: er zijn kapers op de kust. Het groeiende marktaandeel van korte ketens is ook de supermarkten niet ontgaan. Zo is bijvoorbeeld supermarktketen Plus in Nederland al enige tijd bezig met korte ketens en rolt dit voor steeds meer productcategorieën uit. Ook Belgische supermarktketens zoals Carrefour spelen in op de trend. Carrefour doet dit met het concept ‘Act for Food’. Delhaize speelt het anders en gaat bijvoorbeeld voor vlees een ‘rechtstreekse’ bevoorrading aan bij de Belgische vleesveehouders en biedt hun in ruil een extra premie.

Prijsvorming eerste trigger De aandacht bij veehouders om met een korte keten te starten is nauw gelinkt aan de prijsvorming in de lange keten. ‘Het zijn twee communicerende vaten’, geeft Bart Thoelen, consulent bij het Steunpunt Korte Keten, aan. ‘De interesse om op te starten met de korte keten stijgt bij een slechte prijsvorming in de lange keten en vice versa.’ Heel wat vleesveehouders voegen zelf waarde toe aan hun productie en volgen daartoe een opleiding tot beenhouwer. ‘België telt op vandaag zo’n 250 hoeveslagers’, vertelt Bart Thoelen. ‘Hoeveslagers zijn veehouders die na de slacht het vlees – rund, varken, schaap – verwerken op het eigen bedrijf.’ Maar niet iedere korteketen-ondernemer in de rund-

Startersbrochure ‘Slachten voor de korte keten’ Het Steunpunt Korte Keten ontwikkelde in samenwerking met VLAM, Boerenbond en Febev (de federatie van het Belgische vlees) de informatiebrochure ‘Slachten voor de korte keten’. Het steunpunt stimuleert hiermee het rechtstreeks contact tussen veehouders en slachthuizen en speelt in op de toegenomen interesse voor lokale producten en lokaal kopen. De brochure geeft een overzicht van de wettelijke kaders. Bart Thoelen, consulent Steun-

punt Korte Keten: ‘Wie vlees afkomstig van dieren op het eigen landbouwbedrijf wil commercialiseren, moet beroep doen op een erkende slachtinrichting of op een slager en zo zijn er nog heel wat wettelijke eisen. Zeker voor starters is zo’n overzichtelijke folder bijzonder waardevol.’ De slachtbrochure geeft onder andere een overzicht van de wettelijke kaders voor de starters met hoevevlees

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-hoofdartikel.indd 9

9

10-05-21 14:29


ECONOMIE DE KORTE KETEN

Exclusiviteit in producten geeft toegevoegde waarde aan hoevevlees

veesector is hoeveslager. Heel wat ondernemers doen beroep op een externe slager voor het versnijden van hun dieren. In totaal zijn er in Vlaanderen 220 rundveehouders gekend die vleesproducten zelf commercialiseren. Samenwerken met een externe slager is een prima manier van opstarten in de korte keten, omdat de investering – ook in opleiding en tijdsbesteding – beperkt blijft en je toch de detailhandelsmarkt in de buurt kan opzoeken. ’Vorig jaar kreeg het steunpunt infovragen van veertig bedrijven over deze formule. Het eerste trimester 2021

waren er dat al een tiental’, geeft Thoelen aan. De tarieven die slagers aanrekenen, variëren met hun dienstverlening en kunnen oplopen tot 3 euro per kilo. Het zijn vooral wettelijke of technische vragen die binnenlopen bij het Steunpunt Korte Keten. ‘Zo’n 60 procent van de infovragers kijkt vooral naar de prijsvorming in hun huidige markt. Slechts 40 procent vertrekt vanuit een nieuwe toegevoegde waarde voor de klant.’ Wat die toegevoegde waarde dan wel is? ‘Dat loopt nogal uiteen van beleving, over het contact met dier en boer,

Micro-slachthuis alternatief voor mobiel slachthuis? Zowel in Nederland als in Vlaanderen zijn er haalbaarheidsstudies gedaan rond het slachten in mobiele slachteenheden, zoals dat in de Scandinavische landen en in de Verenigde Staten reeds ingang heeft gevonden. Dierenarts Bert Driessen, onderzoeker bij RCC-Belgium, dat zich toelegt op wetenschappelijk onderzoek op gebied van diergedrag en dierenwelzijn: ‘De context is ginds natuurlijk anders, denk maar aan de grote afstand tussen het bedrijf en de slachteenheid, de grootte van de bedrijven en de subsidiëring.’ Uit de studies blijkt dat een mobiele slachteenheid voor rundvee hier niet rendabel is. ‘In een gangbaar slachthuis betaalt de veehouder 100 tot 200 euro per geslacht rund, in een mobiele slachteenheid wordt dit al gauw 500 tot 600 euro per rund’, zegt Driessen. De hoge kostprijs heeft voornamelijk te maken met de kleine aantallen rundvee die per bedrijf op een dag kunnen geslacht worden.

10

‘Om dit probleem te ondervangen zou je de mobiele eenheid op een centrale locatie kunnen neerzetten en runderen van verschillende bedrijven kunnen aanvoeren’, vertelt Bert Driessen. ‘Maar wat blijft er dan nog over van de initiële meerwaarde, het achterwege laten van het transport van dieren?’ Verder geeft de onderzoeker nog aan dat er ook problemen zijn op het gebied van wetgeving of bij verwijdering van de ‘slachtafvallen’. Voorlopig is mobiel slachten wettelijk niet toegestaan. Een alternatief dat misschien in de maak is, is het opzetten van micro-slachthuizen. Bert Driessen: ‘Microslachthuizen zijn slachteenheden die flexibel zijn in hun werking en kleine hoeveelheden slachten voor alle diersoorten. Zoals het slachten heel lang geleden geschiedde.’ RCC-Belgium start samen met Vlaamse SchapenHouderij (VSH) en Bioforum binnenkort een haalbaarheidsstudie op. Bert Driessen: ‘Het project “Nood aan microslachthuizen”

start op 1 juli 2021 en duurt twee jaar. Maar nu al blijkt er enorm veel interesse van de politiek, overheidsdiensten en van de sector zelf in de uitkomst van de studie.’ In Noord-Amerika en Scandinavië zijn mobiele slachthuizen al jaren in gebruik

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-hoofdartikel.indd 10

10-05-21 14:30


Wat motiveert burgers om de boer op te gaan? Bij de uitbouw van een bedrijfsstrategie is het belangrijk om te weten wat de consumenten motiveert tijdens hun aankoopproces. Redenen voor lokale aankoop kunnen bijvoorbeeld de bezorgdheid om het milieu zijn, de bezorgdheid om de lokale economie, de goede productkwaliteit of de voedselveiligheid. Het Europees project Reframe onderzocht de houding van Europese consumenten ten opzichte van lokaal voedsel en de intenties om lokaal voedsel te kopen in de vijf focusregio’s West-Vlaanderen in België, Västra Götaland in Zweden, Wesermarsch-district in Duitsland, Denemarken en Noord-Nederland. Uit het onderzoek blijkt dat de factor ‘bezorgdheid om de lokale economie’ en de

factor ‘waargenomen kwaliteit’ de belangrijkste parameters zijn om lokaal voedsel te kopen. Hoewel de bezorgdheid om de lokale economie in de meeste regio’s een belangrijke rol speelt, bleek het zowel in West-Vlaanderen als in het Wesermarsch-district in Duitsland de meest prominente factor te zijn. Dit geldt ook voor de waargenomen kwaliteit, die in drie van de Reframe-regio’s een belangrijke factor is. Enkele factoren kwamen in de ene regio sterk naar voren, terwijl ze in de andere nauwelijks werden vermeld. Zo is de zorg voor het milieu in West-Vlaanderen een belangrijk motief om lokaal te kopen en is het gezondheidsbewustzijn een belangrijke factor in Denemarken.

exclusiviteit in producten, maatwerk voor klanten tot een welgemikt antwoord op het klimaatvraagstuk’, vat Bart Thoelen samen. ‘Korte keten is werken met mensen in de buurt. Mijn ervaring is dat het succes eerder te zoeken is bij de persoon van de ondernemer dan in het concept op zich. Het gaat niet zozeer om de keuze voor hoeveslagerij of verkoop van vleespakketten, maar om hoe dat je dit in de markt zet.’

Bottleneck: de slachterij Een ‘kritiek’ punt voor de directe hoeveverkoop van rundvlees is de daling van het aantal slachtlocaties. Bart Thoelen: ‘De infrastructuur brokkelt geleidelijk af. In bepaalde regio’s en voor bepaalde diergroepen vormt dat een logistiek probleem.’ Veel heil in een mobiele slachteenheid voor de thuisverkoop ziet de consulent niet, althans niet voor rundvee. ‘Voor pluimvee of varkens is het een oplossing vanwege de grote aantallen die op één dag op één plaats kunnen geslacht worden. Voor rundvee ligt het moeilijker vanwege de kleine aantallen en de grootte van de dieren.’ Op rundveebedrijven in het buitenland zie je wel mobiele dodingseenheden, maar het uitsnijden gebeurt vaak alsnog in een erkend slachthuis. Bovendien is het marktaandeel van de korte keten voor rundvlees in verhouding nog te klein en ligt de kostprijs voor het verwerken hoog. ‘Bedrijfseconomisch is een mobiele slachterij voor rundvee daarom een heel grote uitdaging. Het enige alternatief dat ik zie, zijn kleine, mogelijk coöperatieve slachthuizen die geïnteresseerd zijn om ook kleine volumes te slachten.’

Risico spreiden altijd goed Landbouwers verkopen hun producten niet alleen via één bepaalde vorm van korte keten, maar via verschillende vormen: webwinkel, boerenmarkten, buurderijen, voedselteams, retail of horeca. Zo spreiden ze het risico. In 2017 haalde circa 11 procent van de Nederlandse landbouwbedrijven een deel van zijn omzet uit de korteketenverkoop, in 2020 was dit percentage gegroeid naar

De bezorgdheid om de lokale economie en de waargenomen kwaliteit zijn de belangrijkste parameters om lokaal voedsel te kopen

circa 14 procent. Voor deze bedrijven is korteketenverkoop een belangrijk onderdeel van hun verdienmodel geworden. Gemiddeld behalen deze bedrijven een derde van de totale omzet uit deze nevenactiviteit, aldus het onderzoeksbureau GfK. De grootste omzetmakers in de korte keten zijn volgens VLAM groenten en fruit (35%), gevolgd door vlees (22%), aardappelen (14%), zuivel (11%) en bloemen en planten (6%). Hoeveel runderkarkassen via de korte keten versneden en vermarkt worden, is koffiedik kijken. ‘Wij monitoren geen volumes’, zegt Thoelen. ‘Uit ervaring weet ik wel dat drie à vier runderkarkassen per maand bedrijfseconomisch heel interessant is voor de veehouder. Maar dat is slechts weinig bedrijven gegeven. Eén à twee karkassen per maand is een mooie bijverdienste, maar brengt onder aan de streep minder financieel soelaas als nieuw verdienmodel.’ Korteketenverkoop: een modegril of blijver? Bart Thoelen denkt dat het een blijver is. ‘De potentie is enorm. Een groep consumenten wil best wat extra betalen, maar dan moet het product ook écht onderscheidend zijn. In de korte keten stappen enkel en alleen als oplossing voor een slechte prijsvorming in de lange keten is een verkeerde motivatie.’ l

Samenvatting – De prijsvorming in de markt vormt een eerste trigger om als vleesveehouder aan de slag te gaan met korteketenverkoop. – Creëren van toegevoegde waarde, zoals exclusiviteit of maatwerk, zorgt voor het behoud van klanten. – De daling van het aantal slachtlocaties is een kritiek punt voor directe verkoop. Mobiele slachterijen zijn geen alternatief, omdat ze te duur zijn.

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-hoofdartikel.indd 11

11

10-05-21 14:31


BEDRIJFSREPORTAGE HOF DE EENDRAGT

Zoektocht naar een

rendabel natuurbedrijf

Het vleesveebedrijf van Jeroen en Cora Meijering past niet in de standaardplaatjes. Ze houden een 50-tal herefordrunderen en 30 vleesvarkens, maar hebben zelf maar 2 hectare grond. De veehouders werken intensief samen met Staatsbosbeheer. Maar het vraagt pionierswerk om natuurbeheer en vleesproductie te combineren in een verdienmodel. TEKST WICHERT KOOPMAN

V

oedertijd in de Margarethapolder, een natuurgebied tegen de stadsrand van Terneuzen in Zeeuws-Vlaanderen. Alsof ze het met elkaar hebben afgesproken, duiken tien kalfjes met witte koppen allemaal tegelijk onder de buik van hun moeder, op zoek naar een gevulde uier. Van een nieuwsgierige fotograaf en journalist trekken ze zich niets aan. De zonnige aprilochtend voelt door een stevige bries nog wat kil aan. Vogelgeluiden voeren de boventoon. De horizon is de kruin van de dijk langs de Westerschelde. Erbovenuit trekken de contouren van zeeschepen voorbij, op weg naar de haven van Antwerpen. ‘Als ik in alle rust van dit plaatje kan genieten, voel ik me een bevoorrecht mens’, vertelt Jeroen Meijering van vleesveebedrijf Hof de Eendragt. ‘We lopen in de ontwikkeling van ons bedrijf tegen heel wat hobbels aan. En dat kost best wat energie. Maar als ik hier tussen de

12

dieren loop, besef ik weer waar we het allemaal voor doen’, vult zijn vrouw Cora hem aan.

Van hobby naar honderd hectare Voor het echtpaar Meijering begon het avontuur in 2013 met de aankoop van een oude boerderij met 2 hectare grond in het dorpje Zaamslag. Hij – import-Zeeuw en brandweerman met boerenhart – en zij – geboren en getogen op een Zeeuws bedrijf met akkerbouw en vleesvee – schaften voor de hobby een paar herefordkoeien aan. Maar stiekem hadden ze al in het achterhoofd dat ze hier ook bedrijfsmatig wel iets mee wilden doen. Natuurgebieden in de omgeving zagen ze daarbij als een kans. ‘Het begon met een stukje van 7 hectare en daar kwam iedere keer wat bij’, vertelt Jeroen. ‘Natuurbeheerders leerden ons kennen en wisten dat we bereid waren met

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-BedrijfMeijering.indd 12

10-05-21 14:33


BEDRIJFSPROFIEL

Zaamslag

ondernemers Jeroen (53) en Cora (34) Meijering-van Dam plaats Zaamslag (Zeeuws-Vlaanderen) veestapel 50 stuks herefordrunderen (waaronder 15 zoogkoeien), 30 vleesvarkens grondgebruik 2 ha eigen grond, 110 ha natuurland van Staatsbosbeheer, 14 ha weiland van de gemeente Terneuzen en een kleine 25 ha maailand van het havenschap (tijdelijk) afzet vleespakketten en losse verkoop via eigen webwinkel, levering aan 3 winkels

hen mee te denken. Zo werd ons steeds nieuwe pachtgrond gegund als deze vrijkwam.’ In maart tekenden de Zeeuwse ondernemers een contract met Staatsbosbeheer voor een 12-jarige pacht van ruim 100 hectare in de Margarethapolder. Hiermee werden ze ook deelnemer aan het onderzoeksproject natuurinclusieve landbouw (zie kader pagina 14). Overigens houden de veehouders naast een kudde herefords een 30-tal vleesvarkens, die volledig buiten in weides met schuilhokken verblijven.

Stieren altijd buiten Voor de koeien hebben de veehouders de oude akkerbouwschuur omgebouwd tot potstal, die wordt ingestrooid met maaisel uit het natuurgebied. De dieren staan in de winter een maand of drie op stal. ‘Herefords kunnen prima jaarrond buiten blijven en we mogen ook bijvoeren. Maar als het te nat wordt, lopen ze alles ka-

pot. Bovendien willen we de koeien graag binnen laten afkalven, zodat we er zicht op hebben’, vertelt Cora. ‘Daarbij worden de kalveren op stal wat tammer. Herefords zijn van nature heel rustig, maar als ze aan mensen gewend zijn, wordt het nog gemakkelijker om met ze te werken.’ Zodra de draagkracht van de grond het toelaat, gaan de koeien met de kalveren het natuurgebied in. De stieren komen daarna niet meer binnen en lopen in de natuur tot ze op een leeftijd van tweeënhalf tot drie jaar slachtrijp zijn. ‘Gemiddeld hebben ze dan een geslacht gewicht van rond de 450 kilo, maar de betere dieren scoren rond de 500 kilo’, vertelt Jeroen. ‘Deze dieren hebben in hun leven enkel natuurgras gevreten en dat heeft effect op de smaak, vermarmering en structuur van het vlees. Dit wordt door fijnproevers erg gewaardeerd’, merkt hij. Overigens kiezen de vleesveehouders er bewust voor om

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-BedrijfMeijering.indd 13

13

10-05-21 14:34


BEDRIJFSREPORTAGE HOF DE EENDRAGT

Zodra de draagkracht het toelaat, gaan koeien en kalveren naar buiten

de stieren niet te ossen. ‘Herefordossen vervetten snel, ook al worden ze schraal gevoerd’, verklaart Cora.

Geen geld voor hip Slachtrijpe stieren – op dit moment ongeveer één in de maand – brengt Jeroen zelf naar een kleinschalig slachthuis, waar het karkas volledig wordt uitgebeend en geportioneerd. Het vlees komt vacuüm verpakt en diepgevroren terug naar de boerderij. Een deel zetten de veehouders af via enkele winkels in de buurt. Maar het grootste deel verkopen ze vanuit hun eigen schuur via een webwinkel. Hier kunnen klanten een bestelling plaatsen voor een pakket, maar bijvoorbeeld ook voor losse hamburgers of gehaktballen. De bestelling kan op afspraak worden opgehaald. Een rundvleespakket kost 12,50 euro per kilo, een gemengd pakket gaat voor 11,00 euro per kilo over de toonbank. ‘Dat is niet veel geld voor een exclusief product. Maar we moeten het hebben van de afzet aan consumenten in de directe omgeving. Een Zeeuw betaalt niet voor hip. Die wil gewoon goed vlees voor een redelijke prijs’, legt Cora uit. ‘Het vlees van onze dieren zou niet misstaan op de menukaart van een restaurant’, weet ze. ‘Levering aan de horeca is voor ons echter niet interessant. Die nemen alleen de luxere delen af en dat zou betekenen dat we met het stoof- en draaivlees blijven zitten.’

Verdienmodel zoektocht De ambitie om Hof de Eendragt te ontwikkelen tot een grootschalig bedrijf hebben Jeroen en Cora – die nu beiden buiten de deur werken – niet. ‘Maar we zullen nog

De koeien kalven binnen af

wel wat moeten groeien om uit de boerderij een basisinkomen te halen. Daarbij kan het verdienmodel niet alleen gebaseerd zijn op de productie van vlees’, geeft Cora aan. ‘We leveren een dienst aan Staatsbosbeheer. Het zou reëel zijn als wij een deel van de vergoeding zouden beuren die deze organisatie van de overheid krijgt voor natuurbeheer. Daarnaast leveren wij een bijdrage aan de opgave voor de agrarische sector om biodiversiteit te bevorderen. Maar omdat we nauwelijks eigen grond hebben, komen we voor vergoedingen niet in aanmerking’, legt ze uit. ‘Kortom, het realiseren van een redelijk verdienmodel voor onze vorm van natuurinclusieve landbouw is nog een zoektocht. We hopen dat het onderzoeksproject (zie kader, red.) ons hierbij gaat helpen. Uiteindelijk heeft ook Staatsbosbeheer er voor de continuïteit van natuurbeheer belang bij dat wij een redelijk inkomen uit het bedrijf halen. We hebben elkaar nodig.’ ‘Ons bedrijf past niet in de standaardplaatjes’, merkt Jeroen regelmatig. Vele uren spendeerde hij aan telefoongesprekken om uit te leggen tegen welke knelpunten in wet- en regelgeving hij aanloopt. ‘De meeste instanties zijn absoluut van goede wil en willen best met ons meedenken. Maar voordat iets bureaucratisch is geregeld, ben je zomaar een jaar verder’, spreekt hij uit ervaring. ‘Ja we voelen ons soms pioniers en dat vraagt energie’, vult Cora haar man aan. ‘Maar we zijn gedreven om er iets moois van te maken. Behalve dat we veel plezier beleven aan het werken met de dieren, willen we ook bewijzen dat het in Nederland nog steeds mogelijk is om vanuit het niets een boerenbedrijf op te bouwen.’ l

Onderzoeksproject natuurinclusieve landbouw Hof de Eendragt is een van de eerste deelnemers aan het onderzoeksproject natuur-inclusieve landbouw van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en Staatsbosbeheer. Het idee achter dit project is dat Staatsbosbeheer, eigenaar van 50.000 hectare natuurland met een grasachtige ve-

14

getatie, grond in langjarige pacht uitgeeft aan veehouders die willen omschakelen naar een natuurinclusieve bedrijfsvoering. Daarbij nemen deze boeren ook op hun eigen grond maatregelen die de biodiversiteit stimuleren. Op dit moment zijn er met een vijftiental veehouders contracten afgesloten. In het project

is ruimte voor 40 agrarische ondernemers. Het onderzoeksproject wordt gevolgd door onderzoekers van Wageningen Universiteit en Research. Zij monitoren de ontwikkeling van natuurwaarden in natuurgebieden en op boerenland. Maar ze kijken ook naar het verdienmodel voor de veehouder.

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-BedrijfMeijering.indd 14

10-05-21 14:34


UIT DE DIERENARTSPRAKTIJK HANS VAN LOO Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven vier dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven Anthony De Schryver, René Bemers, Piet De Meuter, en Hans Van Loo maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.

fot waar

Jonge stier met blaasstenen en gescheurde urinebuis

naam aandoening urineblaasstenen of urolithiasis verschijnselen frequent proberen te urineren, onderhuidse zwelling aan onderkant buik, uitgezette buik oorzaak oplosbaarheid van de urinaire molecules overschreden, te sterk geconcentreerde urine, ongunstige zuurtegraad van de urine behandeling drinkwater en goed ruwvoer beter beschikbaar en opneembaar maken, zorgen voor goede calcium-fosforbalans, aanzuren van urine via anionische zouten, chirurgische behandeling

Een veehouder meldt me dat een stiertje sinds deze ochtend regelmatig naar de buik trapt en de man denkt dat het dier koliek heeft. ‘De stier probeert mest te maken, maar het lukt hem blijkbaar niet’, geeft hij nog aan. Bij aankomst geeft de veehouder aan dat de kolieksymptomen blijkbaar voorbij zijn. ‘Het is misschien niet meer nodig om ernaar te kijken’, zegt hij. Toch stel ik vast dat onder de huid aan de onderkant van de buik een grote hoeveelheid vocht opgehoopt zit. Het dier ziet er wat suf uit en staat wankel op zijn poten. Als ik aan de haartjes voel die zich op het einde van de penisschacht bevinden, stel ik vast dat er fijne harde korreltjes aanwezig zijn. Dit steengruis is afkomstig uit de urineblaas en bevestigt de diagnose van blaassteentjes. De stier had vermoedelijk al langer last van blaassteentjes, maar nu is door een grotere steen die vastzit in de urinebuis een belemmering van de urine-afvoer ontstaan. De onderhuidse vochtopstapeling aan de onderkant van de buik wijst erop dat de urinebuis door de hoge druk is doorgescheurd. Hierdoor is urine vrijgekomen in de weefsels. We beslissen om de stier naar de faculteit Diergeneeskunde te brengen. Daar wordt de stier met de juiste medicatie gestabiliseerd, vervolgens wordt een chirurgische penistranspositie ge-

daan. Enkele dagen later kan de stier terug naar huis. Ondertussen overloop ik samen met de veehouder het rantsoen van zijn stiertjes. We stellen vast dat de balans tussen calcium en fosfor niet goed zit en dat er te weinig opname is van ruwvoeders. Dit corrigeren we door extra voederkrijt toe te voegen en door 50 gram gehakseld tarwestro per kilogram krachtvoeder te mengen. Via de voederfirma laten we daarnaast een krachtvoeder met anionische zouten samenstellen. Op deze manier willen we de urine zuurder maken, met minder kans op de vorming van blaassteentjes. Doordat er te weinig drinkplaatsen zijn en het waterdebiet in de stal te laag is, nemen de dieren niet genoeg water op. Hierdoor ontstaat een meer geconcentreerde urine, waardoor er zich vlugger kristallen en steentjes vormen. Aangezien het bovendien gekend is dat de wateropname daalt als de temperatuur van het drinkwater te koud is, zullen de koude winterdagen nog extra complicerend geweest zijn. Een tijdje later had de veehouder de drinkwatervoorziening – samen met de rantsoenaanpassingen – geoptimaliseerd. Sindsdien zijn er geen nieuwe gevallen van urolithiasis meer geweest op dit bedrijf.

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-DAP.indd 15

15

10-05-21 14:50


FOKKERIJ SCHURFTONDERZOEK

Bomange-project

onderzoekt genetische gevoeligheid voor schurft Dat witblauwen meer last van schurft hebben, ervoeren al meerdere vleesveehouders. In een wetenschappelijk onderzoek in het Bomangeproject wordt hiervan de genetische achtergrond bestudeerd. Bovendien wordt er momenteel bij twee dna-regio’s nauwkeurig onderzocht of deze gevoeligheid te verklaren is. TEKST ROEL MEYERMANS

H Gastauteur Roel Meyermans Roel Meyermans studeerde in 2017 af aan de KU Leuven als bio-ingenieur, specialisatie dierproductie. Na zijn studies startte hij daar een doctoraat bij de onderzoeksgroep huisdiergenetica onder supervisie van prof. Nadine Buys en dr. Steven Janssens. In zijn doctoraatsonderzoek staat de genetische achtergrond van de hoge schurftgevoeligheid van het Belgisch witblauw centraal. Ook werkt Meyermans aan diverse projecten rond genetische diversiteit en fokkerij van (zeldzame) lokale rassen.

16

et mogen dan wel kleine diertjes zijn, toch veroorzaken de Psoroptes ovis-mijten bij het Belgisch witblauw soms een heuse ravage. Deze mijten veroorzaken kale plekken en jeukende korsten op de huid van de dieren, ook wel schurft genoemd. Door de jeuk beginnen de dieren te schuren en ontstaat er nog meer irritatie en ontsteking. Het behandelen van deze aandoening is vaak tijdrovend en niet eenvoudig. Bovendien zijn er meer en meer signalen dat mijten resistent worden tegen verschillende acaricide-producten. Dit kan toekom-

stige behandelingen tegen schurft in gevaar brengen. Daarom heeft het Bomange-project als doel om de bestrijding van deze aandoening over een andere boeg te gooien. In dit project wordt er gekeken of het mogelijk is om dieren te fokken die minder gevoelig zijn voor schurftinfecties.

Genetisch onderzoek In het project werden bijna 1500 dieren bekeken, verdeeld over meer dan 60 bedrijven. In de kuddes van de bemonsterde bedrijven werd er in het bijzon-

Voor bestrijding van schurft is een adequate en gelijktijdige behandeling in het koppel essentieel

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Bomange.indd 16

10-05-21 14:45


der gekeken naar de meest extreme dieren, dus de dieren die of erg gevoelig zijn voor schurft of er (schijnbaar) ongevoelig voor zijn. In dezelfde kudde zijn vaak grote verschillen te vinden in de ernst van de symptomen van de dieren. Het onderzoeksteam vermoedt dan ook dat sommige dieren meer genetische aanleg hebben voor schurftgevoeligheid. Tijdens het bedrijfsbezoek werden de huidbeschadigingen van elk dier opgemeten en een afkrabsel van de huid genomen. Met dit afkrabsel is microscopisch vastgesteld om welke soort schurft het gaat, veroorzaakt door de schurftmijt (psoroptes) of door een andere parasiet. Daarnaast werd een bloedstaal van elk onderzocht dier verzameld voor dna-analyse. In dit dna is dan gezocht naar genetische varianten, mutaties genoemd, die in verband kunnen gebracht worden met meer of minder schurftgevoeligheid. Voorlopig werden er al twee dna-regio’s gevonden waar dergelijke mutaties zich mogelijk verscholen houden. Op dit moment onderzoekt het team over welke mutaties dit gaat en of deze mutaties later eventueel in een genetische test gebruikt kunnen worden. Op die manier zou het dan immers mogelijk zijn om genetisch schurftgevoelige dieren te identificeren en deze informatie te gebruiken in het fokprogramma.

Het Bomange-project Het Bomange-project is een project uitgevoerd door onderzoekers van de universiteiten van Leuven, Gent en Luik,

en de stamboeken Elevéo en CRV, gefinancierd door de Federale Overheidsdienst Gezondheid van 2017 tot 2020.

Witblauw aantoonbaar gevoeliger Naast deze twee interessante regio’s in het dna stelden de onderzoekers vast dat de mutatie in het myostatine-gen – ook wel dikbilgen genoemd en verantwoordelijk voor de dubbele bespiering bij het Belgisch witblauw – gekoppeld kan worden aan een verhoogde schurftgevoeligheid. De onderzoekers zoeken op dit moment verder naar de mogelijke onderliggende oorzaak van dit verband. Voorgaande zou echter wel deels kunnen verklaren waarom het Belgisch witblauw gevoeliger is voor schurft in vergelijking met andere rundveerassen. Overigens tonen de microscopische analyses van de huidafkrabsels aan dat er op vele bedrijven heel wat dieren zijn die weinig letsels vertonen, maar toch vol mijten zitten. Dieren die schijnbaar geen last hebben van schurft, kunnen zo wel drager zijn van mijten en op deze manier de kudde blijven aansteken. Dit demonstreert het belang van een gelijktijdige behandeling voor de gehele kudde, om zo alle aanwezige mijten te doden.

Er zijn steeds meer indicaties dat schurftgevoeligheid deels genetisch bepaald is

Tot slot stelde het onderzoeksteam ook vast dat er tussen de verschillende bedrijven heel wat verschillen zijn in het niveau van de schurftbesmetting. Deelnemende veebedrijven kregen daarbij advies om het schurftprobleem beter aan te pakken. Op dit moment worden nog de laatste analyses uitgevoerd op de verzamelde gegevens. Daarnaast wordt er gekeken hoe de resultaten eventueel kunnen gebruikt worden in het fokprogramma van het Belgisch witblauw. l

Schurft onder controle houden Om het schurftprobleem de baas te kunnen zijn, rust de behandeling op enkele belangrijke principes: – Behandel preventief bij het binnenbrengen van de dieren in de winter. – Behandel alle dieren, ook de dieren die geen symptomen hebben. Deze dieren kunnen immers ook dragers van de mijten zijn. – Behandel alle dieren tegelijk, ook het jong-

vee. Zo hebben de mijten geen kans om te overleven op bepaalde dieren. – Volg de voorgeschreven behandeling strikt op, de meeste producten doden enkel de levende mijten en werken dus niet in op de eitjes. Door het behandelschema strikt op te volgen geeft u de mijten en hun eitjes geen kans om te overleven en wordt de reproductiecyclus doorbroken. – Scheer de dieren bij het binnenkomen voor

de winter, maar bij voorkeur niet in de stal zelf. Verwijder al het haar en alle korsten van de grond en reinig de vloer grondig. Door het scheren geeft u de mijten minder kans om een geschikte omgeving te vinden en wordt al een deel van de mijten verwijderd. – Behandel de dieren onmiddellijk na het scheren om de mijten zo weinig mogelijk kans te geven.

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Bomange.indd 17

17

10-05-21 14:46


INFOGRAPHIC GRONDPRIJS EN PACHTPRIJS

Gras niet groener

wél duurder bij buur Grond is een gewild goed en voor boeren zeer belangrijk. De grondmarkt geraakt stilaan verhit door de vele gegadigden van buiten de landbouwsector. Slechts één derde tot de helft van de landbouwgrond is in eigendom. Voor de agrarische ondernemer bestaat er gelukkig het pachtstelsel. Nederlandse landbouwgrond en huurpacht zijn een stuk duurder dan in Vlaanderen. TEKST GUY NANTIER

G

rond en arbeid waren, zijn en zullen dé belangrijkste productiemiddelen in de landbouw blijven. Of het nu voor gangbare landbouw, dan wel biologische landbouw of agroforestry is. Het beslag op de landbouwruimte door de maatschappij als ontwikkelruimte voor industrie, wonen en natuur wordt evenwel steeds ingrijpender. Het bemoeilijkt onder andere het streven naar een grondgebonden veehouderij of bedrijfsovernames.

Grondprijzen swingen de pan uit Het is niet eenvoudig om een richtprijs te geven voor een stuk landbouwgrond. Net zoals de prijs van bouwgrond onder meer bepaald wordt door de ligging en de ondergrond, zijn er ook heel wat factoren die de prijs van landbouwgrond beïnvloeden: de ligging, de bodemstructuur en de kwaliteit, het feit of de grond vrij of verpacht is, et cetera. Niettemin, in Nederland steeg in het coronajaar 2020 de gemiddelde grondprijs tot 63.600 euro (zie figuur 1). Dat is 2,7 procent meer dan in 2019, toen gemiddeld 61.900 euro werd betaald. Voor agrarisch bouwland werd gemiddeld 71.800 euro neergeteld, voor grasland 56.500 euro. Dat blijkt uit cijfers van het Nederlands kadaster. De verschillen tussen de landbouwgebieden zijn evenwel groot: de hoogste prijs voor agrarische grond werd betaald in de noordoostelijke polder van Flevoland (110.201 euro/ha) en de laagste prijs op de Waddeneilanden van Friesland (35.538 euro/ha). Kijkende naar de gebruikstitels van landbouwgrond, was in Nederland in 2019 van de 1.806.626 hectare landbouwgrond zo’n 57 procent in eigendom (CBS).

Vlaamse grondprijzen swingen de pan uit Volgens de notarisbarometer van de Federatie van het Notariaat bedroeg de gemiddelde prijs voor een hectare landbouwgrond in België in 2019 zo’n 46.778 euro of 0,6 procent meer dan een jaar eerder. Het gaat om de vierde prijsstijging op rij: tussen 2015 en

18

2019 steeg de gemiddelde prijs van landbouwgrond met 28,7 procent. Rekening houdend met een inflatie van 7,7 procent ging het om een prijsstijging van 21 procent of gemiddeld 4,2 procent per jaar. Ook hier zijn de verschillen groot per landbouwgebied: landbouwgronden in de provincie West-Vlaanderen zijn het duurst met 64.561 euro per hectare, die in de provincie Luxemburg zijn het laagst met 24.744 euro. In België was volgens de landbouwtelling in 2016 slechts 37 procent van de landbouwgrond in eigendom.

Verschillen in pachtstelsels en -prijzen De verschillen in pachtstelsels in Nederland en Vlaanderen zijn groot. Zowel in Nederland als in Vlaanderen gelden er maximale pachtprijzen. Nederland is op basis van het Pachtprijzenbesluit ingedeeld in 14 pachtprijsgebieden. De maximale pachtprijzen worden jaarlijks herzien. In 2020 was de gemiddelde maximale pachtprijs 579 euro voor los land (agrarisch land zonder bedrijfsgebouwen). In 2019 was dit 625 euro. Zoals voor de grondprijs geldt ook hier een grote verscheidenheid per pachtprijsgebied. In Vlaanderen gelden eveneens maximaal toegestane pachtprijzen voor agrarische gronden. Deze zijn echter niet bekend. De maxima zijn gerelateerd aan het niet-geïndexeerd kadastraal inkomen (KI) van het landbouwperceel en de maximale pachtprijscoëfficient. De maximale pachtprijscoëfficiënten worden driejaarlijks herzien. Gronden met een hoger KI zullen een hogere pachtprijs opleveren bij een gelijke coëfficiënt. Wat wel geweten is, is dat de gemiddelde betaalde pachtprijs in België volgens Statbel voor beteeld land in 2019 zo’n 304 euro bedroeg (–0,4% tegenover 2018) en voor grasland 267 euro per hectare of –0,8 procent). Voor Vlaanderen was dat respectievelijk 380 euro per hectare (–0,3 %) en 267 euro per hectare (+0,6 %). l

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-InfographicGrondprijzen.indd 18

10-05-21 14:36


Gemiddelde prijs landbouwgrond en pachtprijs Friesland

grondprijzen per provincie (€/ha)

gemiddelde grondprijs/ maximale pachtprijs (€/ha)

48.334 Nederland 2020

63.600/579

Noord-Holland

Groningen

62.255 Drenthe

72.937

55.146

Flevoland

Overijssel

85.377

62.438

Utrecht

69.710

Gelderland

60.707

Zuid-Holland

67.772

Noord-Brabant

72.246 Zeeland

Limburg

74.551

69.544 België 2019

Antwerpen

46.778/285

55.978 Limburg

43.171

Luik

West-Vlaanderen

32.525

60.443

Oost-Vlaanderen

56.595

Henegouwen

Luxemburg

27.334

24.744

Vlaams-Brabant

42.600

Waals-Brabant

40.968

Namen

37.286

bronnen: Nederlands Kadaster, Federatie van het Notariaat, CBS, Statbel

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-InfographicGrondprijzen.indd 19

19

10-05-21 14:36


VOEDERWINNING AFDEKKEN KUIL

Kuil direct afdekken halveert inkuilverliezen

Het effect van luchtintreding na uitkuilen is bekend: broei kan de kuil behoorlijk verpesten. Veel minder kennis is er over het effect van luchtintreding vóór het afsluiten van de kuil. Adviesorganisatie Groeikracht bracht het met een praktijkonderzoek in kaart. TEKST TIJMEN VAN ZESSEN

20

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Inkuilverliezen.indd 20

10-05-21 16:14


controle

behandeld

8 6 4 2 0

behandeld

990 vem per kg droge stof

verlies aan droge stof (%)

onbehandeld 10

0

2,5 uren tot afdichten van de kuil

5

Figuur 1 – Effect van later afdichten op verlies aan droge stof

H

et is laat, pikdonker. De laatste vracht met gras staat te lossen op de kuilbult. Een shovel van de loonwerker rijdt het gras stevig vast en vertrekt dan naar huis. Gaat het plastic nog op de kuil of is dat het eerste werk bij daglicht? Het zal voor veel melkveehouders een herkenbare afweging zijn. De verleiding om de kuil pas de volgende ochtend af te dekken is groot. Maar de gevolgen voor de conservering zijn minstens zo groot, blijkt uit praktijkonderzoek door Groeikracht.

Vijftig procent meer gisten Het effect van luchtintreding bij uitkuilen is bekend: broei kan forse verliezen aan voederwaarde en droge stof veroorzaken. Maar of luchtintreding ook vóór het afdekken van de kuil nadelig uitpakt, is veel minder onderzocht. Gerard Abbink en Dennis Storkhorst namen de proef op de som in een praktijkproef. Door meerdere balen van eenzelfde partij (een gehakselde tweede snede met 39 procent droge stof) op verschillende momenten te wikkelen (van direct tot maximaal 5 uur later) werden de omstandigheden rondom het eerder of later dichtmaken van een rijkuil gesimuleerd. De resultaten zijn veelzeggend. De partij balen die onmiddellijk na persen werd gewikkeld, ontwikkelde 50 procent minder gisten dan het voer dat 2,5 uur later werd ingepakt. ‘Het verschil was bijna significant’, stelt Abbink. ‘Onze gedachte dat de zuurstof die vóór inkuilen kan intreden voor enorme groei van de gistpopulaties zorgt, werd hiermee bevestigd. Deze gisten verbruiken dus al in de dichte kuil veel energie en zorgen zo voor hogere inkuilverliezen. Nog voordat je de kuil opent.’ Gisten groeien in een zuurstofrijke omgeving vijftien keer sneller dan in een zuurstofarme omgeving. Deze gisten breken bij luchtintreding tijdens het uitkuilen melkzuur af, waardoor de pH stijgt. Vanaf dat moment ontstaat er broei.

Kuil direct dichtmaken De gevolgen van die gisten laten zich raden. In de partij balen die na 2,5 uur gewikkeld werd, was het verlies aan droge stof ruim 6 procent. Na vijf uur wachten met wikkelen liep dit zelfs op tot bijna 10 procent verlies (figuur 1). ‘Dat kan net het verschil zijn tussen voer kopen of verkopen’, duidt Abbink de gevolgen. Hij wil er maar mee aangeven dat luchtintreding vóór inkuilen een substantieel verschil maakt. Met een inkuilmiddel zijn dit soort verliezen sterk af te remmen. Gisten hebben namelijk een hekel aan azijnzuur. Maar cruciaal is het dus om de kuil direct na aanrijden dicht te maken. Ieder uur dat dit langer

980

970

960

0

2,5 uren tot afdichten van de kuil

5

Figuur 2 – Effect van later afdichten op voederwaarde (vem/kg ds)

duurt, zijn de drogestofverliezen 1,5 procent hoger. De resultaten zijn voor Abbink niet per se een pleidooi voor het maken van balen in plaats van een rijkuil. Wel is duidelijk aangetoond dat een inkuilmiddel in wikkelbalen voor de inkuilverliezen niet veel zin heeft. ‘Stel dat het inkuilmiddel 15 euro per hectare kost. Dat bedrag komt overeen met 100 kilo droge stof van een eerste snede. Dat betekent bij een opbrengst van 3000 kilogram droge stof per hectare dat je minimaal 3 procent moet besparen aan drogestofverlies.’ Figuur 1 laat zien dat er zonder inkuilmiddel na 2,5 uur al meer dan 6 procent verloren gaat. Bij een luchtintreding van enkele uren kan een inkuilmiddel dus al snel uit. Maar bij direct afsluiten van het gras is de toegevoegde waarde op inkuilverliezen aanzienlijk lager. Er is bij meteen afdekken geen significant verschil. De kleine verhoging in drogestofverlies is dan te verklaren door een versnelde omzetting in de kuil. Het praktijkonderzoek van Abbink en Storkhorst heeft betrekking op slechts één snede. Toch komen de conclusies dicht in de buurt van een vergelijkbare proef uit Denemarken, weet Wilfried van Straalen, onderzoeker bij onderzoeksinstituut De Schothorst in Lelystad: ‘De kuilen waren in dat onderzoek iets natter, maar ook daar kwamen de onderzoekers op een verlies van zo’n 10 procent van de droge stof.’ Volgens Van Straalen is het effect van luchtintrede voor inkuilen onderschat, maar is het een van de vele momenten waarop verliezen optreden. ‘In totaal kan 5 tot 25 procent van de droge stof verloren gaan. Dat begint al bij verademingsverliezen en bladverliezen op het veld, en later komt daar verlies door broei, perssap en vervoedering nog bij.’

Verlies aan vem De praktijkproef toont naast het verlies aan droge stof ook een inkuilverlies aan in voederwaarde. De balen die pas na vijf uur wachten werden gewikkeld, bleken 15 punten vem lager te scoren dan de direct ingepakte balen (figuur 2). ‘Nu zul je daar op het eerste oog misschien niet van wakker liggen. Maar op de totale drogestofinname tikt het wel aan’, legt Storkhorst uit. Daar voegt Van Straalen nog een belangrijk aspect aan toe. ‘Het is verraderlijk om je blind te staren op enkel die 15 vem die je kwijt bent, maar als de inkuilverliezen gepaard gaan met broei, neemt ook de drogestofopname af. De smakelijkheid van het voer heeft ernstig te verduren als broei zich voordoet. Dan kost het veel meer melk dan die halve liter van die paar punten vem.’ l

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Inkuilverliezen.indd 21

21

10-05-21 16:55


COMMISSARISSEN IN BEELD FREEK RIJNA

Het hoogste bestuurlijke orgaan van Coöperatie CRV is de ledenraad van 87 veehouders. Namens de ledenraad houdt de raad van commissarissen (RvC) toezicht op het beleid van de CRV Holding BV. In de RvC zitten zeven veehouders en drie commissarissen van buiten de sector. Wie zijn zij en wat is hun visie? In een serie in Veeteelt stellen ze zich voor.

deel 1 deel 2 deel 3 deel 4 deel 5

Peter Broeckx Gert-Jan Verploeg Johan Wouterse (extern) Fons Kersten Wietse Duursma

deel 6 deel 7 deel 8 deel 9 deel 10

Etienne Cosyns (extern) Peter Schrijver Kurt Faes Freek Rijna (extern) Sjoerd Schaap

Beroepsbestuurder

stuurt op cijfers en markt Van veeverbetering wist de geboren en getogen Amsterdammer Freek Rijna weinig voordat hij toetrad tot de raad van commissarissen van CRV. Ervaring in de aansturing van grote bedrijven heeft hij des te meer. Deze ervaring zet hij graag in om mee te denken over een doel- en marktgerichte koers voor de organisatie. TEKST WICHERT KOOPMAN

O

ver koeien ging het niet, vroeger aan de keukentafel in huize Rijna. Wel over damespantalons en regenjassen. En over ondernemerschap. ‘Mijn vader had een bedrijf in confectie’, vertelt de in Amsterdam geboren en getogen Freek Rijna. ‘Zo leerde ik al jong wat er komt kijken bij het runnen van een onderneming’. De gesprekken aan de keukentafel thuis inspireerden Rijna om een studie commerciële bedrijfseconomie te gaan volgen aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, waarna hij aan de slag ging bij de margarinedivisie van Unilever. Hij werkte er twaalf jaar in diverse marketingen salesfuncties, de laatste jaren vooral in het buitenland. De margarine werd échte boter toen zijn gezin zich weer wilde vestigen in Nederland en Rijna solliciteerde bij het toenmalige Friesland Frico Domo. ‘Ik was beslist niet van plan om daar de rest van mijn leven te blijven werken.’

Commissariaten en adviestaken Maar Friesland Frico Domo werd Friesland Dairy Foods en Friesland Dairy Foods werd Friesland Coberco Dairy Foods en nog weer later FrieslandCampina. Zo bleef de organisatie in beweging en het werk steeds boeiend’, vertelt hij. Van CRV wist Rijna – hij bekent het eerlijk – weinig toen hij bijna vier jaar geleden een telefoontje kreeg van de

22

naam Freek Rijna woonplaats Den Dolder leeftijd 65 jaar gezin: getrouwd met Marion (3 kinderen) opleiding MBA Erasmus Universiteit Rotterdam, diverse leergangen voor managers en bestuurders (o.a. Nijenrode) carrière diverse managementfuncties bij Unilever, diverse managementfuncties bij FrieslandCampina (en voorgangers), waaronder COO en lid raad van bestuur. bestuursfunctie lid raad van commissarissen CRV (op voordracht van de ondernemingsraad) overige bestuursfuncties lid raad van beheer Cosun, voorzitter raad van commissarissen Sligro Food Group, voorzitter raad van toezicht Holland Opera, lid van de adviesraad voor het programma strategisch marketing management van de Erasmus Universiteit Rotterdam

secretaris van de ondernemingsraad van het bedrijf. Of hij interesse had om voorgedragen te worden als commissaris. De nu 65-jarige Rijna had twee jaar daarvoor afscheid genomen van een veeleisende functie als lid van de raad van bestuur van FrieslandCampina, waar hij eindverantwoordelijk was voor de operationele bedrijfsvoering van de divisies voor consumentenproducten in Europa en Azië. ‘Ik wilde het rustiger aan doen en mijn ervaring inzetten om mee te denken over de strategische ontwikkeling van organisaties’, motiveert Rijna deze beslissing. ‘CRV leek me een interessant bedrijf.’ Inmiddels is de agenda van de beroepsbestuurder gevuld met commissariaats- en adviestaken. Zo is Rijna voorzitter van de raad van commissarissen bij horecagroothandel Sligro Food Group en lid van de raad van beheer van Cosun. En in opdracht van overheid en bedrijfsleven gaf hij leiding aan het project dat de invoering van statiegeld op kleine plastic flesjes voorbereidt. In de raad van commissarissen van CRV zit Rijna op voordracht van de ondernemingsraad.

Boeren houden directie scherp ‘Voordat ik CRV leerde kennen, had ik weinig idee van wat er allemaal speelt in de rundveefokkerij’, bekent de

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-commissaris in beeld.indd 22

10-05-21 14:35


commissaris. ‘Ik had me nooit gerealiseerd hoeveel meer de hedendaagse fokkerij is dan simpelweg een stier met een koe paren. Moderne veeverbetering is gebaseerd op grote hoeveelheden data en wat er in de fokkerij gebeurt, is ook zeer relevant. Niet alleen voor de bedrijfsvoering van veehouders, maar ook voor de duurzaamheid en kwaliteit van de voedselproductie en daarmee voor de hele wereldbevolking’, constateert hij. ‘Dat CRV in de rundveefokkerij internationaal een toonaangevende positie inneemt, maakt het werk extra boeiend.’ Werken met boeren in een coöperatieve onderneming was voor Rijna niet nieuw. ‘Als lid van de raad van bestuur van FrieslandCampina reisde ik al het hele land door om in zalen en zaaltjes met leden-melkveehouders over het beleid in gesprek te gaan’, vertelt hij. ‘Het mooie van een coöperatie is dat aandeelhouders niet anoniem zijn en heel direct hun mening geven over de koers van het bedrijf. Boeren kunnen soms het bloed onder de nagels van de directie vandaan halen’, stelt hij met een glimlach. ‘Als je in de directie zit, is dat niet altijd leuk, maar het is goed voor de organisatie. Het tekent de betrokkenheid bij de coöperatie en het houdt het management scherp.’

Open communicatie belangrijk

Freek Rijna: ‘Goed luisteren naar de klant is een voorwaarde voor succes, ook voor CRV’

Ruim dertig jaar ervaring in directiefuncties leerde Rijna veel over de factoren die nodig zijn om een organisatie succesvol te laten zijn. ‘Een directie kan mooie plannen maken, maar het succes van deze plannen wordt pas zichtbaar in de cijfers. Die spreken altijd voor zich. Alleen als er binnen een organisatie open en eerlijk wordt gecommuniceerd over de cijfers, kan er doelgericht worden gestuurd op resultaat’, stelt hij. ‘En als de cijfers tegenvallen, kunnen er twee dingen aan de hand zijn: de plannen waren niet goed óf ze worden niet goed uitgevoerd. In beide gevallen is verandering noodzakelijk.’ ‘Het bedrijf CRV staat er goed voor’, benadrukt Rijna. ‘Maar we moeten ook eerlijk zijn. De groeidoelstellingen in de meerjarenplannen zijn niet altijd gehaald. Terwijl de kansen om meer afzet te realiseren er wel lijken te zijn. Dit betekent dat we op een wat andere manier zullen moeten gaan werken’, constateert de commissaris. Met de invoering van een nieuwe organisatiestructuur, waarin meer verantwoordelijkheid wordt gelegd bij de medewerkers, verwacht Rijna dat de gewenste verandering zal worden gerealiseerd. Ook de aanstelling van een nieuwe directie kan hier volgens hem aan bijdragen.

Luisteren naar de klant Bij FrieslandCampina leerde Rijna ook hoe belangrijk het is om de organisatie aan te sturen vanuit de markt. Kaas en toetjes verkopen aan consumenten lijkt iets heel anders dan sperma verkopen aan veehouders. ‘Maar de overeenkomst is dat je in beide gevallen heel goed moet luisteren naar wat de klant wil om succesvol te kunnen zijn’, benadrukt hij. ‘Dat geldt dus ook voor CRV.’ Marketing, internationale ambities en groeidoelstellingen lijken misschien wat ver af te staan van het erf van de gewone boer in Nederland en Vlaanderen. Maar dat staat het volgens Rijna niet. ‘Alle melk- en vleesveehouders die klant zijn van CRV, hebben belang bij een organisatie die groeit en meer omzet realiseert. Het is de enige manier om een toonaangevend, maar kostbaar fokprogramma in de benen te kunnen houden. Wat dat oplevert, zien veehouders iedere dag in hun eigen stal.’ l

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-commissaris in beeld.indd 23

23

10-05-21 14:35


GENERATIE ALPHA EN Z JASMIEN LEMAIRE

‘Jongeren kunnen

veel van elkaar leren’

Elke generatie heeft zo zijn benaming(en). De generatie geboren tussen 1990 en 2000 wordt de (inter)netgeneratie of Z-generatie genoemd. De generatie geboren tussen 2000 en 2010 is de Google-generatie of alpha(α)generatie. Wie is onze alpha- en Z-generatie in de vleesveesector? Wat typeert hen, wat drijft hen, welke dromen hebben ze? Eén zaak staat als een paal boven water: ze (m/v) hebben een passie voor vleesvee. In dit nummer een portret van Jasmien Lemaire (22).

TEKST WIM VEULEMANS

24

Ze hecht veel belang aan de toekomst van jonge landbouwers en vindt het dan ook belangrijk om daar samen aan te werken. Jasmien Lemaire uit Lennik is lid van de CRV-jongerenraad en actief bij het nieuwe Young CRV. ‘Ik vind het interessant om mijn netwerk uit te breiden. In de jongerenraad geven ze jongeren een stem en Young CRV biedt jongeren de kans om hun passie te delen, samen interessante activiteiten te doen. We kunnen veel van elkaar leren. Door de gedachtegang van andere jongeren te horen leer je zelf ook eens op een andere manier nadenken over iets.’ Jasmien woont en helpt – samen met haar drie broers – op het gemengd bedrijf van haar ouders met 130 melkkoeien, 50 witblauwe zoogkoeien en 150 hectare land. Daarnaast werkt ze – na het afronden van haar bachelor in de agro- en biotechnologie – als adviseur kalveropfok bij Boone Denkavit. Ook daarin zoekt Jasmien naar verruiming van haar kennis. ‘Voor en na mijn werk en in het weekend help ik mee op het bedrijf. Kalveropfok doe ik eigenlijk al van mijn twaalfde’, vertelt ze. Dat heeft me altijd geïnteresseerd en nu kan ik mijn kennis en ervaring ook doorgeven aan collega-veehouders. Ik volg de fokkerij, vruchtbaarheid en kalvingen van het Belgisch witblauw op. Oog voor deze kengetallen in combinatie met gestalte, bespiering en gewicht in de fokkerij leidt tot optimalisatie van het bedrijfsresultaat.’ Jasmien is steevast overtuigd van witblauw. ‘Ik zal het bwb nooit verlaten’, lacht ze.

veeteeltvlees MAART 2017

VV05-GeneratieAZ.indd 24

10-05-21 15:03


CRVCOÖPERATIENIEUWS

Vlaamse stieren blinken uit met hun bwb-index Na publicatie van de Waalse fokwaarden voor Belgisch witblauw hebben Coöperatie CRV en CRV Vlaanderen vzw ook de nieuwe bwb-indexen gepubliceerd. Bij de jonge stieren zijn daarbij een aantal nieuwe Vlaamse toppers te noteren. In de publicatielijst met de jonge stieren – deze hebben nog geen nakomelingen en een beperkte betrouwbaarheid tot 35 procent – zijn opnieuw een aantal Vlaamse stieren in de top te ontdekken. Deze stieren zijn door de verschillende ki-organisaties recent ingezet. Zo krijgt Macron van Willecomme, een Wilmotszoon gefokt door Luc David uit Tielt, een bwb-index van 130. Dat geldt ook voor Amoureux Hof ter Goedtmoed. Deze zoon van Litige werd gefokt door Jeroen Wyseur en Celine Joye uit Reningelst. Van deze jonge fokkers verscheen in maart nog een bedrijfsreportage in VeeteeltVlees. Met een bwb-index van 127 doet Magloirezoon Oulare van den Hondelee, gefokt door Luc Van Ceulebroek uit Zwijnaarde, amper onder voor zijn Vlaamse collega’s. De koppositie in deze lijst is echter voor de jonge Futézoon Megawatt de Bierwa. Hij heeft een bwb-index van 136. Deze vier stieren scoren bovendien goed op fokwaarden eerste inseminatie en gewicht koe. Samen met een mooie conformatie toont dit hun waarde voor het Vlaamse fokdoel aan. In de lijst met wachtstieren (betrouwbaarheid 35-65%) is opnieuw een Vlaamse stier in de top te vinden. Attributzoon Kastaar van het Bareelhof, gefokt door Gilbert en Stijn Veulemans uit Glabbeek, pakt er plek twee met een bwb-index van 132. Hij wordt enkel voorafgegaan door een andere Attributzoon, Econome du Fond de Bois, met een bwbindex van 137. Plek drie en vier zijn voor

Kastaar van het Bareelhof scoort een bwb-index van 132

respectievelijk Litige en Futé, waarvan hierboven al enkele zonen werden vermeld. De lijst met fokstieren bevat stieren met de hoogste betrouwbaarheid (>  65% betrouwbaarheid). De top drie van deze lijst wordt bevolkt door Wilmots (bwb-index 138), Attribut (bwb-index 136) en Empire (bwb-index 136). De bwb-index is samengesteld uit de fokwaarden karkasgewicht koe, leeftijd bij eerste inseminatie, sterfte bij geboorte, sterfte op 14 maanden en de fokwaarden van de exterieurkenmerken bespiering, beenwerk en eindbeoordeling. Elk van deze kenmerken heeft een gewicht in de samenstelling van de index. Hoe hoger de betrouwbaarheid, hoe beter de fokwaarde de werkelijke

prestatie zal benaderen. Over fokstieren zijn immers meer data en prestaties van hun nakomelingen bekend dan van de jonge stieren. Voor een jonge stier wordt op basis van de prestaties van zijn afstamming een verwachtingswaarde berekend voor de fokwaarden waarvoor nog geen dochterinformatie beschikbaar is. Om in de lijst opgenomen te worden moet een stier in de fokwaardepublicatie van Elevéo genoteerd staan, jonger zijn dan 10 jaar of 10 geregistreerde nakomelingen hebben gehad in het voorgaande jaar (in Vlaanderen). De drie lijsten zijn terug te vinden op: www.cooperatie-crv.nl/fokwaarden/breeding-area

Young CRV organiseert webinar ‘witblauw wereldwijd’ Op donderdagavond 10 juni (aanvang 20.00 uur) organiseert Young CRV een webinar voor geïnteresseerden in het Belgisch-witblauwras. Tijdens deze webinar zal Simon Noppen, directeur van de Belgian Blue Group (BBG), vertellen over de internationale positie van het Belgisch witblauw als gewaardeerd vleesras. Uiteraard wordt zijn presentatie verlevendigd met beelden van Belgisch-witblauwdieren in verschillende landen in de wereld. Aanmelden voor deze interessante webinar kan via het scannen van bijgevoegde QR-code

of via de website: www.cooperatie-crv.nl/ aanmeldpagina-webinar-belgisch-witblauwde-wereld-rond/

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-CRVCoopNws.indd 25

25

10-05-21 15:11


STIKSTOFKRINGLOOP GRASKLAVER ALS MAAIMESTSTOF

Grasklaver is meststof voor de toekomst

Grasklaver en luzerne telen en gebruiken als meststof. Voor gangbare veehouders is het opnemen van dit soort maaimeststoffen in het bouwplan nu totaal niet aantrekkelijk. Daar kan de komende jaren verandering in komen als naar analogie van de biolandbouw veehouders en akkerbouwers in samenwerkingsverbanden mest- en voerstoffen uitwisselen om de stikstofkringloop te sluiten. TEKST JELLE FEENSTRA

M

aaimeststoffen zijn vlinderbloemige gewassen, zoals luzerne en grasklaver, die stikstof uit de lucht kunnen binden. Hierdoor hebben deze gewassen geen stikstofbemesting nodig, maar kunnen ze zelfs stikstof leveren. Wanneer deze gewassen worden gemaaid en vers of ingekuild worden uitgereden op gras- of bouwland, is dit een vorm van bemesting. In een ton maaimeststof zit ongeveer 13 kilogram stikstof, 5,5 kilogram fosfaat en 12,5 kilogram kali. Veebedrijven gebruiken veel liever dierlijke mest. Dat is een bewezen goede meststof, die ze bovendien in overvloed hebben en dus maximaal op eigen grond willen plaatsen. Dierlijke mest afvoeren en plantaardige meststof telen op dure ruwvoergrond is voor hen totaal niet aantrekkelijk.

Geen dierlijke mest meer Onder biologische akkerbouwers neemt de belangstelling voor gras als maaimeststof wél toe. Daarbij spelen argumenten als het sluiten van de stikstofkringloop, het vermijden van residuen uit gangbare landbouw en

26

minder afhankelijk worden van dierlijke mest een rol. Dat het mogelijk is om dierlijke mest in een akkerbouwbouwplan volledig te vervangen door plantaardige mest, blijkt uit een in 2012 gestart en in 2020 afgerond onderzoek op de zavelgrond van Proefboerderij Kollumerwaard in Munnekezijl. In een bouwplan van één op zes met de gewassen pompoen, aardappel, winterpeen, de mengteelt tarwe-veldboon, haver en de mengteelt grasklaver-luzerne diende de grasklaver-luzerne als meststof. De eindresultaten zijn veelbelovend. ‘Het project heeft bewezen dat een biologisch akkerbouwbouwplan zonder dierlijke mest goed uitvoerbaar en mogelijk is’, vertelt Geert-Jan van der Burgt, de Wageningse wetenschapper die de leiding had over het onderzoek. ‘Er zijn geen noemenswaardige problemen met ziektes en plagen. De opbrengsten liggen wel iets, maar niet heel veel lager dan in een biologisch akkerbouwsysteem op basis van dierlijke mest: gemiddeld over de jaren zo’n 10 procent’, zo geeft de onderzoeker aan. Van der Burgt stond in 2012 als onderzoeker van het Louis Bolk Instituut aan de wieg van het bijzondere project dat ‘Stikstof Telen’ heet. Tegenwoordig vervult hij meerdere

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-maaimeststoffen.indd 26

10-05-21 15:08


functies, waaronder die van projectleider bij Stichting Proefboerderij Noordelijke Akkerbouw (SPNA). Hij vertelt dat de hoofdlijn vane het onderzoek sinds 2012 ongewijzigd bleef: een volledig eigen stikstofvoorziening door stikstofbinding met klavers, luzerne en groenbemesters, in combinatie met de maaimeststof klaver-luzerne. Vier keer per jaar wordt het gewas gemaaid, in pakken geperst en opgeslagen in de schuur. Het jaar erop wordt het mengsel in het vroege voorjaar als meststof over het land gestrooid, meestal in een net gekorte groenbemester. Vijf tot maximaal 10 centimeter inwerken en vlot daarna gaan de gewassen erin. ‘Normaal stop je grasklaver in een koe, waarna je er melk, vlees en mest voor terugkrijgt. Nu sla je de koe over en brengt je het gewas terug over het land, met als winst dat de stikstofefficiency veel hoger ligt.’

Geen fosfaat en kali-aanvoer Acht jaar lang is er geen enkele aanvoer van dierlijke mest of compost geweest. In de winter stonden op alle percelen groenbemesters en er is uitsluitend gewerkt met niet-kerende grondbewerking. ‘We hebben aangetoond dat met eigen stikstof telen veel meer mogelijk is dan iedereen tot nu toe dacht’, zegt Van der Burgt. ‘De stikstof wordt uitsluitend via een natuurlijk proces ingewonnen en de verliezen door vervluchtiging, denitrificatie en uitspoeling liggen extreem laag, met een berekende belasting van het grondwater van 3 milligram nitraat per liter, waar de maximale norm 11 milligram per liter bedraagt. Verder is het energieverbruik laag, want de enige middelen van buitenaf zijn diesel en apparatuur.’ Opmerkelijk is ook dat de bodemkwaliteit acht jaar lang stabiel bleef, terwijl er nul compost en dus nul fosfaat en kali is aangevoerd. De onderzoeker had vooraf al wel vertrouwen dat de ‘supergrond’ in Munnekezijl het wel een tijdje kon uitzingen zonder compost. Maar zo lang? Hij geeft aan dat de bodemvruchtbaarheid nu overigens wel langzaam iets terugloopt. ‘Omdat de onderzoeksvraag beantwoord is, gaan we daarom vanaf dit jaar wel weer compost en bokashi aanvoeren.’ Ronduit bijzonder vindt Van der Burgt het dat het humusgehalte acht jaar lang keurig op peil bleef. ‘Dat mag je gerust spectaculair noemen. Je voert niks aan en toch blijft het organischestofgehalte op peil.’ In toekomstplaatjes van maatschappelijk gewenste land-

bouw duikt de term maaimeststof ook steeds vaker op. Een voorbeeld is de rijkspilot landschapsinclusieve landbouw De Marne. Hierin schetsen adviseurs, onderzoekers en landschapsarchitecten een beeld van hoe deze streek in Groningen in 2050 eruit zou kunnen zien. Ze zien samenwerkingen tussen akkerbouwers en melkveehouders voor zich, waarin de bedrijven elkaar aanvullen wat betreft mest en voer. Hierdoor is de stikstofkringloop geheel gesloten en kan er zonder stikstofkunstmest en zonder extern aangekocht krachtvoer worden geteeld.

De meststof grasklaver-luzerne wordt gehakseld en direct in de meststrooier gespoten om over het bouwland te verspreiden

Eén-op-zes-rotatie In plaats van een één-op-drie-rotatie, dat in het huidige systeem gangbaar is, kent het bouwplan in dit toekomstperspectief een één-op-zes-rotatie, waarbij er altijd één deel wordt ingevuld door grasklaver als maaimeststof. ‘Het gebruik hiervan geeft een positieve impuls aan de bodemkwaliteit, waardoor gewassen weerbaarder worden tegen ziekten, minder meststof nodig is en zoetwater beter wordt vastgehouden’, aldus het rapport. l

Vers grasklaverluzerne over het land brengen, om het meteen daarna met een frees 10 centimeter in te werken, als meststof voor de aardappelen

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-maaimeststoffen.indd 27

27

10-05-21 15:08


Door productie - uitbreiding zoekt Inovéo (awe) voor de KI-stallen van BBG :

Stierverzorger/ster voor de KI-stal in Waver

Functiebeschrijving : Dagelijkse stierverzorging Spermawinning van de stieren Regelmatig van wacht zijn, in overleg met de rest van de ploeg Onderhoud van de gebouwen Opmerking : In de privé-situatie kan men geen contact hebben, met andere twee-hoevigen (runderen, schapen, geiten, …) omwille van sanitaire redenen

→ → → → →

Vereiste vaardigheden : → Landbouwachtergrond → Correcte omgang met runderen → Kunnen detecteren van gezondheidsproblemen bij de stieren Beschikbaarheid : functie onmiddelijk beschikbaar

Contract : Bediende (voltijds of halftijds)

Geïnteresseerd ? Verstuur uw CV en uw motivatiebrief tav Mevr Catherine Lathour.

Meer info : www.awenet.be Inovéo Scrlfs| chemin du Tersoit 32|B-5590 Ciney Tél. : 083 68 70 70|Fax : 083 68 70 39 clatour@awegroupe.be Bouvier Wavre VEETEELVLES avril 2021.indd 1

15/04/2021 08:10:10

BETIMAX RDS VEILIG EN COMFORTABEL TRANSPORT!

Volledig openende achterdeur

Zijhekken naar keuze: • Draaibaar • Op rails • Telescopisch

G

I

N

GO

EU

ED

«Gelijk met de grond» systeem (14 cm)

SCAN ME

Gegalvaniseerde of geverfde laadbak

KEUR

136B

joskin.com

28

veeteeltvlees MEI 2021

VV05_p28.indd 28

06-05-2021 11:25


CRVNIEUWS

Bwb-proefstier Lubrique de lez Fontaine ki-code 945132 geboren: 24-05-2016

verkoper:

Kallen-Loroy-Degraux Ass., Jallet

schofthoogte: 145 cm (=) 54 mnd.

fokker:

L. G. M. Baudoin en B. Janot Saspj, Natoye

gewicht:

haarkleur: wit

Schofthoogte 75,00

1141 kg 54 mnd. 34 cm op 54 mnd.

Besp. Type Beenwerk 90,20 86,10 82,00

Alg. voorkomen 85,00

FIACRE D’IZIER

INDU DE FERMINE HYPOCRITE DE LEZ FONTAINE 80 / 87 / 81 / 88 / 75 / 86

Eindbeoordeling 88,20

Na z’n dekseizoenen bij het bedrijf van Kallen-Loroy-Degraux werd Lubrique aangekocht door BBG. In werkkostuum kon hij nog steeds een vlotte stap en mooie bespiering laten zien. De vele nakomelingen van Lubrique laten veel uniformiteit, lengte en correctheid zien. De stier kreeg 88 punten eindtotaal en zijn outcross bloedvoering laat een breed gebruik toe.

ILLEGALE DE FERMINE QUEBEC DE LEZ FONTAINE CHARMILLE DE LEZ FONTAINE

NACARAT DE FRANCESSE SALUT DE HODOUMONT

ICONE DE LEZ FONTAINE 90 / 85 / 85 / 92 / 75 / 87

FRANCO DE LA FERME DES CROIX

8811 DE LA FERME DES CROIX LIBELLE DE LA TOURNÉE

GUIMAUVE DE LEZ FONTAINE

CAVALIERE DE LEZ FONTAINE

Karkasindexen Réjoui en Têtu De Belgisch-witblauwstieren Réjoui d’Argenton en Têtu de la Coue hebben voor het eerst karkasindexen gekregen die zijn gebaseerd op Vlaamse nakomelingen. Op basis van 50 dieren scoort Réjoui 108 voor Têtu de la Coue

karkasgewicht, 108 voor bevleesdheid en 93 voor vetbedekking. Têtu komt op basis van 32 nakomelingen uit op 102 karkasgewicht, 93 bevleesdheid en 98 vetbedekking. Voor meer informatie over Rejoui en Têtu en bestellingen kunt u terecht in de webshop: https://shop.crv4all.be/shop/vl/catalog

Bwb-proefstier Oasis de Categnies ki-code 945121 geboren: 25-09-2018

verkoper:

Mathieu Sory, Pecq

schofthoogte: 138 cm (+5) 26 mnd.

fokker:

Myriam Liagre en Mathieu Sory Ass., Pecq

gewicht:

haarkleur:

blauw en wit

Schofthoogte 88,00

839 kg 26 mnd. 38 cm op 26 mnd.

Besp. Type Beenwerk 88,00 84,70 87,00

OISEAU DE LA COUE

Alg. voorkomen 80,00

Eindbeoordeling 88,10

Oasis is afkomstig van een bedrijf dat streeft naar gemakkelijk op te fokken kalveren, waarbij uniformiteit uitermate belangrijk is. Deze elegante stier behaalt maar liefst 88 punten eindtotaal en maakt sinds z’n aankomst in het centrum een goede evolutie door. Door de vele privéstieren in de bloedvoering is hij zeer makkelijk in gebruik op de meest courante bloedlijnen.

LAQUAIS DE LA COUE INCONNUE DE LA COUE MIKADO DE LA GRANDE ROSE

IDÉAL DE CATEGNIES 78 / 86 / 81 / 89 / 75 / 85 GACHETTE DE CATEGNIES

DANDINETTE DE CATEGNIES SAUVEUR DE MONIN CHAPELLE

GOVEUR V.H. VINKENHOF VOULETTE V.H. VINKENHOF

JAMBETTE DE CATEGNIES 75 / 88 / 84 / 92 / 80 / 87

MALINOIS DE L’ORGELOT FAIRE DE CATEGNIES

BERLINE DE CATEGNIES

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-CRVNws.indd 29

29

10-05-21 15:14


MANAGEMENTNIEUWS

Nieuwe stikstofinstructie streng voor landbouw, soepeler voor industrie POLITIEK – In afwachting van een definitieve stikstofregeling (PAS, Programmatische Aanpak Stikstof) later dit jaar, heeft de Vlaamse regering een akkoord gevonden voor een ministeriële instructie die de stikstofuitstoot vanuit de landbouw en de industrie op de natuur regelt. De nieuwe instructie was nodig nadat een arrest van de Raad voor Vergunningsbetwisting het voorlopige stikstofkader onderuitgehaald had en elke nieuwe milieuvergunning had geblokkeerd. Voor verlengingen of nieuwe vergunningen in de landbouwsector (veeteelt en mestverwerking) mag er nul procent impact zijn op de omliggende natuur, eventueel met bijkomende maatregelen om de ammoniakuitstoot te

verminderen. Voor de uitstoot van stikstofoxiden door de industrie bedraagt de drempel 1 procent. Projecten die de drempel van 1 procent overschrijden, moeten eveneens een ‘passende beoordeling’ ondergaan en eventueel maatregelen nemen om de emissies te beperken. Het Agrofront (Boerenbond en ABS ) reageert teleurgesteld. Voor Boerenbond moet daarbij in de eerste plaats worden ingezet op rechtszekerheid voor de bestaande bedrijven. ‘Adviserende ambtenaren krijgen nu vrij spel om al dan niet te laten vergunnen. Zo’n werkwijze bevordert de rechtszekerheid niet en leidt tot een vertraagde en willekeurige vergunningsverlening.’

Ook het Algemeen Boerensyndicaat (ABS) betreurt dat er een onderscheid wordt gemaakt tussen de uitstoot en neerslag van stikstof uit de industrie en uit de landbouw. ‘Onbegrijpelijk dat er met twee maten en gewichten wordt gewerkt,’ zegt ABS-voorzitter Hendrik Vandamme. ‘Dit neigt naar een zware bevoordeling van de industrie in Vlaanderen. Blijkbaar weegt een industriële stikstofbron minder zwaar op de balans van de Vlaamse regering dan die uit landbouw, waarvan akte.’ Vandamme vreest ook dat deze tijdelijke regeling de urgentie wegneemt om een definitief kader uit te werken.

Groeispurt gras aanstaande door neerslag en warmte VOEDING – Door het gure weer begin mei is de grassamenstelling in grote lijnen vergelijkbaar met die van eind april. ‘De meeste regio’s hebben wel wat neerslag gehad, wat we terugzien in de daling van het drogestofgehalte en het suiker in het weidegras’, verheldert Leon Enting van ForFarmers de grascijfers begin mei. Het ruw eiwit in het gras ziet veelal nog een dalende trend, terwijl dat normaal dit moment in het jaar niet zo is. ‘Door de koude nachten wordt suiker niet omgezet in eiwit. En door de regen kwam de weidegrasopname wel wat onder druk’, zag Enting afgelopen week. ‘Dat gaat nu snel verande-

ren. Door de hogere temperaturen in de nacht gaan we meer eiwit in het gras zien.’ Met groeizaam weer in de vooruitzichten, lijkt maaien ook dichterbij te komen. Maar wees geduldig, adviseert Enting. ‘Geef het gras wel de tijd voor het omzetten van eiwit. Het gras veroudert niet snel, dus die tijd is er.’ Bij het inkuilen vindt hij een inkuilmiddel het overwegen waard. ‘Onderweg zien we de ruwvoervoorraad al snel minderen, dus het kan zijn dat de eerste snede al snel gevoerd moet worden. Om toch een goede conservering van de kuil te hebben kan een inkuilmiddel een goede toevoeging zijn.’

Biestvervanger geen optie voor tekort aan biestmelk GEZONDHEID – Biestvervangers zijn geen goed alternatief voor echte biest. Dat meldt het rundveeloket.be van het ILVO. Vaak bevatten biestvervangers te weinig antistoffen en worden deze antistoffen minder efficiënt opgenomen. Echte biest bevat naast antistoffen nog andere belangrijke componenten, zoals witte bloedcellen, hormonen en groeifactoren. Deze zijn belangrijk voor de groei en gezondheid van de pasgeboren kalveren en worden vaak te weinig aangeleverd via biestvervangers. Biestvervangers kunnen wel gebruikt worden als ‘supplement’ bij biest van mindere kwaliteit. Om een goede passieve immuniteit te bekomen moet het kalf ongeveer 150 tot 200 gram IgG toegediend krijgen in de eerste zes uur

30

na geboorte. Hoewel het biestvolume soms ondermaats is bij sterk bevleesde dieren, is de kwaliteit vaak wel (ruim) voldoende. De biestkwaliteit meten is in deze omstandigheden absoluut een aanrader. Bij onvoldoende volume biestmelk is het aanleggen van een biestbank in de diepvries van koeien die wel voldoende biest produceren, een optie. Aankopen van biest bij naburige (melk)veehouders is eveneens een optie, maar houdt wel een risico in als de gezondheidsstatus van het (melk)veebedrijf niet op orde is. Het is aangeraden ook van aangekochte biest de kwaliteit te controleren. Sinds 2015 fungeert DGZ ook als verdeelpunt van biest (ingevroren en gevriesdroogd) voor ECI (European Colostrum Industry).

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Managementnieuws.indd 30

10-05-21 15:40


Eurofins lanceert rekentool voor inzet dierlijke mest ECONOMIE – Eurofins Agro heeft een online rekentool ontwikkeld die veehouders helpt om de inzet van dierlijke mest te optimaliseren. De app geeft inzicht in de bemestende waarde van organische mest. In een menu kan worden aangegeven welke mestsoort wordt toegepast op welk gewas, via welke manier van aanwenden en op welk moment. Vervolgens berekent de app de bruto-aanvoer van diverse mineralen, de nettolevering aan het gewas en het moment in het groeiseizoen dat mineralen beschikbaar komen. ‘De komende maanden zullen we de app uitbreiden met nieuwe functies’, vertelt Erikjan van Huet Lindeman, manager marketing en development bij Eurofins Agro. ‘Nu wordt nog gerekend met een gemiddelde mestsamenstelling, maar straks kunnen specifieke mestanalyses worden ingevoerd. Daarnaast ont-

ADVERTENTIE

wikkelen we een module die de bemestende waarde van dierlijke mest financieel waardeert en dit afzet tegen de kosten voor transport en aanwending. En er wordt een onderdeel toegevoegd dat het effect berekent van de inzet van dierlijke mest op de vastlegging van CO2 en uitstoot van lachgas. Een volgende stap in de ontwikkeling is een module die mestanalyses koppelt aan bodemanalyses. ‘Hiermee kunnen gebruikers de inzet van dierlijke mest nog verder optimaliseren’, aldus Van Huet Lindeman. ‘Daarmee maken we de meerwaarde van dierlijke mest voor boeren nog beter inzichtelijk’, verwacht hij. De online rekentool ‘mest is waardevol’ is voor iedereen gratis te gebruiken via de site van Eurofins Agro.

Energiebesparende investeringen ECONOMIE – Het Vlaams Landbouwinvesteringsfonds (VLIF) blijft een belangrijke hefboom voor de verdere verduurzaming van de land- en tuinbouw in Vlaanderen. Op nummer 1 staan energiebesparende investeringen. In 2020 ging 87 procent van de betaalde VLIF-steun naar particuliere land- en tuinbouwers in de vorm van investerings- en opstartsteun. De top 5 van investeringen ging naar energiebesparingen (24% van de totale steun), gevolgd door investeringen voor automatisering (13%), emissiereducerende technieken (12%) en investeringen in waterkwaliteit en -kwantiteit (8%) en dierenwelzijnsinvesteringen (goed voor 5%). Het grootste deel van de toegekende steun was bestemd voor melkveebedrijven (25,8%), gevolgd door steun voor intensieve veehouderij met 24,2 procent en steun voor glasgroenten of sierteelt onder glas met 9,8 procent. Ook 161 vleesveebedrijven kregen investeringssteun. Jonge landbouwers kunnen rekenen op financiële steun (opstartsteun) als ze een landbouwbedrijf willen overnemen. In 2020 werden 170 dossiers ingediend voor overnamesteun, waarvan er 166 geselecteerd werden. Er werden finaal 128 dossiers goedgekeurd, goed voor een steunbedrag van 6,62 miljoen euro. Het aantal instappers dat zich bij het VLIF voor een steunaanvraag aanmeldt, is de afgelopen 5 jaar permanent gestegen. ‘Dit toont aan dat het geloof en de bereidheid om te starten in de sector aanwezig zijn én blijven, ook bij jongeren’, aldus het commentaar van Vlaams landbouwminister Hilde Crevits.

Meer actueel nieuws?

veeteeltvlees.be veeteeltvlees.nl veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Managementnieuws.indd 31

31

10-05-21 15:40


MARKTINFO VOER

Weerberichten voeden de voermarkt

in eurocenten, excl. btw (bron: Wageningen Livestock Research)

mei 2021 m/m fokvee mestvee

gsv erl ies ma (%) (e/ rktp r ton ijs )

mengvoer

32

4 4 0 0 0 4 0 0 0 0 0 0 0 0 0 5 5 0 0 0 0 0

0,0 0,0 240,0 125,0 150,0 185,3 273,0 264,0 285,0 263,0 400,0 237,0 414,0 346,0 340,0 21,9 96,6 281,8 322,8 292,6 254,0 264,8

s 975 908 666 438 529 1.290 1.307 1.291 1.414 1.172 1.235 1.177 1.249 1.008 1.146 1.206 1.122 1.108 1.178 1.149 1.149 1.150

wa

rin

kg d i g/

g/k gd 52 67 75 2 21 79 113 115 117 103 161 102 251 158 202 119 96 118 161 132 97 124

vev

74 173 185 49 70 97 128 120 94 97 344 158 482 400 324 132 197 195 264 241 172 200

dve

s g/k gd

940 888 694 509 583 1.182 1.180 1.122 1.265 1.038 1.129 968 1.153 942 1.071 1.099 1.035 1.036 1.093 1.068 1.062 1.056

%)

Voederwaardeprijzen geven de verhouding weer van de voederwaarde van mengvoer, grondstoffen en bijproducten in relatie tot de marktprijs. Bij een voederwaardeprijs onder de 100 procent is het voedermiddel prijstechnisch interessant.

be

natte bijproducten

re

grondstoffen eiwit

s

s g/k gd grondstoffen energie

34 45 89 89 89 58 87 87 87 87 87 87 87 87 87 11,5 42 87 87 87 87 87

vem

%d

s structuur

maiskuil graskuil luzerne gerstestro graszaadstro ccm tarwe gerst maismeel droge bietenpulp lijnzaadschilfers palmpitschilfers sojaschroot 44/7 raapzaadschroot DDG tarwe aardappelstoomschillen bierbostel maisgluten fokvee standaard (15% re) fokvee eiwitrijk (20% re) afmest groeibrok afmest finish

20,40 87,40 19,90 87,10

Zoek, vervang en bespaar

(bron: Liba)

ruwvoer

y/y

m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand y/y = vergelijking t.o.v. dezelfde maand vorig jaar

VOEDERWAARDEPRIJZEN

mei 2021

kvem kg dve kvevi kg dve

vo (e/ erwa ton ard ) ve epr vi ijs ma voe rktp de rijs t rw .o. aar v. de pri js (

– De huidige voederwaardeprijzen zijn berekend door Wageningen Universiteit (WUR) op 4 mei 2021. De waarde van 1000 vem (kvem-prijs) stijgt naar 20,4 eurocent, de waarde van eiwit daalt naar 87,4 eurocent per kg dve. – In de onderstaande tabel met de voederwaardeprijzen staan verschillende producten opgesomd met bijhorende voederwaarde. De voederwaarde van het product wordt berekend aan de hand van de cijfers die WUR publiceert. Er wordt daarbij een vergelijking gemaakt tussen de marktwaarde en de voederwaarde. Belangrijk om te weten is dat men enkel producten mag vergelijken die vergelijkbaar zijn, vergelijk dus geen appelen met peren. Evalueer ook eerst welke producten in het rantsoen passen en kies binnen deze producten de goedkoopste optie. – De prijzen van de granen zijn volatiel; op het moment van schrijven zijn ze relatief ‘laag’ geprijsd. Maar de markt reageert zeer extreem op weerberichten in de teeltgebieden. De eindvoorraden zullen krap zijn, waardoor prijzen pas echt kunnen dalen als de nieuwe oogst beschikbaar is. – De sojaprijzen stijgen licht, met name onder invloed van de hoge maisprijzen. Verwacht wordt dat door de dure mais veel akkerbouwers meer mais zullen zaaien en minder sojabonen. Dit zorgt in deze eveneens volatiele markt voor krappere balansen. – Raap en DDGS volgen de sojaprijzen. Zolang er geen nieuwe oogst is, zullen de prijzen niet snel veranderen. – Prijzen van vulmiddelen blijven hoog en bieden weinig alternatief voor granen en soja. De sojahullen zijn het aantrekkelijkst geprijsd, palmpitschilfers zijn zeer duur op het moment. – In de markt van bijproducten lijkt wat ruimte te komen. De start van het weideseizoen zorgt er vaak voor dat er minder krachtvoerachtigen gevoerd worden. Dit is een jaarlijks terugkerend patroon en is ook dit jaar opnieuw zichtbaar, maar wel op een hoger prijsniveau door het dure krachtvoer. – Goede kwaliteit ruwvoer eerst aanspreken voor de laagste voerkosten is het advies voor nu. Zo kunt u op de korte termijn het minste krachtvoerachtigen voeren.

ENERGIE- EN EIWITPRIJZEN VOER

m/m

78,1 103,3 176,1 79,1 110,0 181,2 311,9 310,7 333,5 281,0 335,8 281,1 406,4 294,2 351,5 37,5 122,5 281,5 325,9 299,2 272,2 229,6

y/y

136 158 136 102 88 85 85 94 119 84 102 118 97 58 79 100 99 98 93 121

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-MarktinfoVoer.indd 32

10-05-21 14:28


MARKTINFO VEE

NUCHTERE KALVEREN

BROUTARDS LIMOUSIN

1000

€ 735

2020

700 600 € 585

500 400 300 200 100

Bron: BVK vzw

2020

0

1

5

10

15

€ 145

2020

€ 90

2020

20

25 30 week

35

40

45

50

Bron: veemarkt Les Hérolles (Fr.)

euro (max.) per stuk (excl. btw)

800

4,0

BROUTARDS BLONDE D’AQUITAINE

euro (gem.)/kg levend gewicht (excl. btw)

dikbilstier dikbilvaars dubbeldoel stier melkvee stier

900

2020

U-€3,24

2020

R -€2,32

2020 2020

R -€2,30

2,0

1

5

10

15

20

25 30 week

35

40

45

50

STIEREN BELGISCH WITBLAUW

350

dikbilstier gelijkgestelde goedgevormde 60% 55%

€ 354,00

2020

€ 315,00

250

€ 229,00

200

€ 189,00

2020

€ 162,50

2020

100

2020

2020

1

5

10

15

20

25 week

30

35

40

45

50

R-€ 2,82

2,5

1

5

10

15

300

20

25 30 week

35

40

45

50

dikbil gelijkgestelde goedgevormde 55% 50% verwerking

€ 302,50

250

€ 255,00

200

€ 160,00

100

€ 117,50

2020 2020

€ 180,00

150

2020 2020 2020

€ 85,00

50

1

5

10

15

20

2020 25

30

35

40

45

50

week

300

150

2020 2020 2020 2020

KARKASPRIJZEN WERELDWIJD

Bron: European Market Observatories

eoro/100 kg, levend gewicht (excl. btw)

400

Bron: veemarkten België

eoro/100 kg, levend gewicht (excl. btw)

U-€3,35

Bron: veemarkten België

euro (gem.)/kg levend gewicht (excl. btw)

Bron: veemarkt Agen (Fr.)

2,5

U-€ 2,97 R-€ 2,71

350

4,0

3,0

U-€ 3,04

3,0

KOEIEN BELGISCH WITBLAUW

U-stieren 250-300 kg R-stieren 250-300 kg U-stieren 300-350 kg R-stieren 300-350 kg

3,5

3,5

2,0

5,0 4,5

U-stieren 250-300 kg R-stieren 250-300 kg U-stieren 300-350 kg R-stieren 300-350 kg GN geen notering

land Groot-Brittannië Uruguay Europa Australië Verenigde Staten Nieuw-Zeeland Argentinië Brazilië

Waarde* april 2021

trend (m/m**)

– 317,97 372,27 410,42 362,07 271,10 309,44 296,21

*euro/100 kg geslacht gewicht stieren **m/m = vergelijking t.o.v. vorige maand

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-MarktinfoVee.indd 33

33

10-05-21 14:44


Ja H

AGENDA KEURINGEN EN PRIJSKAMPEN 5 augustus Vleesveekeuring, Enter 9-10 september Nationale charolaiskeuring, Magny-Cours (Frankrijk) 16-19 september Nationale blonde d’Aquitainekeuring, St. Gaudens (Frankrijk)

VEILINGEN 2 juni 22 april 17 juni 14 juli

CSB-veiling witblauw, Ciney COT-broutardveiling, online RJ-veiling limousin, Lanaud (Frankrijk) CSB-veiling witblauw, Ciney

De koeien van de familie Bijl uit Waarschoot laten zich het winterrantsoen goed smaken BEURZEN, STUDIEVERGADERINGEN, DEMODAGEN Foto: Kristina Waterschoot 14-17 september Landbouwbeurs Space, Rennes (Frankrijk) 5-8 oktober Sommet de l’Elevage, Cournon (Frankrijk) 7-12 december Landbouwbeurs Agribex, Brussel (België)

Alle data zijn onder voorbehoud vanwege de coronapandemie. C O L O F O N voor een Raadpleeg de website veeteeltvlees.nl of veeteeltvlees.be actuele stand van zaken. Veeteelt is een uitgave van CRV BV en verschijnt

VOORUITBLIK

tweemaal per maand, uitgezonderd januari, juni, juli en december.

redactie

hoofdredacteur Jaap van der Knaap adjunct-hoofdredacteur Inge van Drie redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Guy Nantier, Florus Pellikaan, Ivonne Stienezen en Tijmen van Zessen fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Jelle Feenstra, Wichert Koopman en Reimer Strikwerda hoofd uitgeverij Rochus Kingmans

JUNI VLIEGENBESTRIJDING redactie-adres

Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem,

026 38 98 800 De weideperiode voortelefoon runderen is onlosmakeVlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele, 09 363 92 11, lijk verbonden met vliegen. Het tel. ongedierte is fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com vaak irritant voor de dieren zelf, maar zorgt abonnementsprij soms ook voor overlast voor veehouders/jaar en Nederland en België € 70,30 omgeving. Zulke overlast vraagt om€ een geoverige landen 132,90 combinatie abonnement op vakblad richte actie. Maar hoeIn bestrijdt eenmet vleesveeVeeteeltVlees € 10 korting. houder het meest effectief op Prijzenvliegen, excl. 6% zowel btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks het bedrijf als op de dieren? in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk In dit juninummer verschijnt het eerste verhaal per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: omtrent vleesconcepten. Op welke manier Nederland: CRV-klantendienst (088 00 24 440) onderscheiden vleesveebedrijven zich in de (078 15 44 44) België: VRV-klantendienst e-mail klantenservice.nl@crv4all.com afzet van hun rundvlees? Tot slot reist VeeteeltVlees in de reeks CRV advertentie-afdeling Jannetnaar Fokkert, Internationaal verder door eenWillem nieuweGemmink, Froukje Visser afzetmarkt. Ditmaal is postbus Oceanië aan de beurt. 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 820 fax 026 38 98 824 e-mail advertenties@crv4all.com

illustraties/foto’s

De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Uitzonderingen (voor zover niet op de foto aangegeven) zijn de foto’s van Nico Bons (7), BASF (32), PPO (33), Altic (33), GD (58) Mark Pasveer (58), MS Schippers (68) en Agrifirm (68).

COLOFON VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV in opdracht van Coöperatie CRV ua. De leden van de Coöperatie CRV ontvangen VeeteeltVlees gratis, als onderdeel van het lidmaatschap. VeeteeltVlees verschijnt maandelijks. redactie hoofdredacteur Wim Veulemans redactie Guy Nantier, Inge van Drie, Jaap van der Knaap, Wichert Koopman, Florus Pellikaan en Grietje de Vries fotografie Harrie van Leeuwen foto- en beeldbewerking Rogier van der Weiden vormgeving René Horsman, Esther Onida eindredactie Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster hoofd eindredactie en vormgeving Mirjam Braam hoofd CRV-magazines Jaap van der Knaap aan dit nummer werkten mee Tijmen van Zessen, Roel Meyermans en Jelle Feenstra redactie-adres Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon 026 38 98 800 Vlaanderen: Buchtenstraat 7, 9051 Sint-Denijs-Westrem telefoon 078 15 44 44 fax 09 363 92 06 e-mail veeteelt@crv4all.com

34

abonnementsprijs/jaar Nederland en België € 77,00, overige landen € 135,00. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt bedraagt een abonnement € 138,00 per jaar, overige landen € 255,00 per jaar. Prijzen excl. 9% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: CRV Klantenservice (078 15 44 44) e-mail klantenservice.be@crv4all.com Nederland: CRV Klantenservice (088 00 24 440) e-mail klantenservice.nl@crv4all.com advertentie-afdeling Jannet Fokkert en Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)26 38 98 698 e-mail advertenties@crv4all.com

van artikelen is alleen toegestaan na Overname van artikelen isOvername alleen toegestaan na toestemtoestemming van de redactie. Hoewel aan de ming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de van de inhoud de meeste zorg is inhoud de meeste zorg is samenstelling besteed, kan door de redactie besteed, kan de redactie geen aansprakelijkheid geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke aanvaarden voor mogelijke onjuistheden of onjuistheden of onvolledigheden. onvolledigheden. Alle auteursrechten en overige intellectuele eigendomsAlle auteursrechten en overige intellectuele rechten ten aanzien van (de inhoud van) dezeten uitgave eigendomsrechten aanzien van (de inhoud worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten van) deze uitgave wordenberusten uitdrukkelijk bij CRV BV c.q. de betreffende auteur. Artikelen uit voorbehouden. Deze rechten berusten bij CRV VeeteeltVlees mogen uitsluitend verveelvoudigd en/of BV c.q. de betreffende auteur. Artikelen uit openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming Veeteelt mogen uitsluitend verveelvoudigd en/ van CRV. of openbaar gemaakt worden na schriftelijke toestemming van CRV.

Druk: Moderna Printing, Paal-Beringen ISSN 01.68-7565 Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 01.68-7565

illustraties/foto’s De foto’s zijn van de eigen fotodienst van VeeteeltVlees. Uitzonderingen zijn de foto’s van Elevéo (6), Bovinext (7), KULeuven (16-17), Mark Pasveer (21), MacGregor Photography (25, 29), Els Korsten (26-27), Joost van Strien (26-27) en BBG (29).

veeteeltvlees MEI 2021

VV05-Agenda.indd 34

VX01-editorial.indd 7

10-05-21 16:42

E

vo tu of lijk cir To fee du lijk Vl Aa ge nu m de 20 ga dr va tra ui

O P

Ar in sta Jas


DE MOOISTE BILLEN VAN HET LAND • FERTI VLEESVEE PRIMAIR MINERALENBOLUS •

VERHOOGDE VRUCHTBAARHEID

MAXIMALE GROEI

OPTIMALE WEERSTAND

Voor jongvee (vanaf 150 kg) en volwassen vee. SAMENSTELLING: koper, zink, mangaan, jodium, selenium, kobalt, vitamine A, vitamine D3 en vitamine E.

6 maanden werkzaam

2

Vruchtbaarheid

Weerstand

Groei

veeteeltvlees JANUARI 2021 VERKRIJGBAAR BIJ UW DIERENARTS OF BESTEL OP VETANIMALCARE.NL

VV04_p02.indd 2

12-04-2021 10:55


Dodou de SaintRemacle Baryton x Leonardo

Fokken van een homogene veestapel Ki-code: 780202 ⊲ Karkasindex mannelijk: 111 ⊲ Indexen op 14 maanden Bespiering: 115 Gewicht: 114 Gestalte: 106

Wilt u sperma van Dodou of andere stieren bestellen, bezoek dan onze webshop op CRV4all.nl/shop of CRV4all.be/shop

288-21 adv VeeteeltVlees Dodou.indd 2

06-05-21 13:40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.