JA A RG A N G 12
NR. 6
J UN I 2013
I N D I T N U M M ER
C R O W D F U N D IN G
H O O FD V ERH A A L
A N TIB I OTI CA
Meer en meer consumenten investeren in landbouw
Aantal b캐producten in vleesveerantsoen in opmars
Met beter management nog minder antibioticagebruik
VV06_cover.indd 2
20-06-13 10:11
VV06_p02.indd 24
20-06-13 16:45
I NHOUD
RUBRIEKEN
3 4 9 16 28 31
Van de redactie Vleestelex Uit de dierenartspraktijk Fotopagina’s Voer voor vleesboer Carne culinair R E P O R TA G E S
10 Stierkeus betekent voor Antonie van Gelder eerst goed huiswerk maken 22 Computer bepaalt afkalfmoment bij Patrick Fonteyne GEZONDHEID
12 Laag antibioticagebruik in vleesveesector CONSUMENT
14 Bewust biefstuk van een holsteinkoe bij chef-kok Pieter Lonneville THEMADAGEN
21 Ruwvoerkwaliteit en derogatie 25 Roep om meer kengetallen tijdens Vleesvee Vakdag ECONOMIE
26 Crowdfunding creëert dialoog met consument
Antonie van Gelder: ‘Koeien met een slecht karakter selecteer ik consequent uit.’ 10
Guy Nantier Extra kwaliteit behoeft extra identiteit
H
et nieuwsfeit over het opdoeken van het extra kwaliteitslabel Meritus vanaf 30 juni sloeg in als een bom. Niet alleen vanwege de rijkelijk late datum (12 juni) waarop het nieuws is bekend geraakt. Maar in de eerste plaats en vooral omdat er momenteel geen alternatief voorhanden is voor onze vleesveehouders om zich te profileren in de vleesketen stroomafwaarts. Zelfs het binnen Belgisch-witblauwmiddens veelbesproken label voor beschermde geografische aanduiding (BGA) is vooralsnog geen uitweg. Het dossier moet nog vele administraties doorlopen en het duurt zeker nog een vijftal jaren vooraleer er vanuit Europa goedkeuring komt. Zeker, het Merituslabel werkte kostenverhogend voor de vleesproducenten, maar zal een BGA-certificering dat ook niet doen? Ik stel mij luidop de vraag. Mij lijkt het dat het verstandiger ware geweest om het Merituslabel zeker tot de
BGA-erkenning in de benen te houden. Met Meritus had de sector een sterk merk waarmee gedurende bijna twintig jaar de extra kwaliteit, de herkomst en de traceerbaarheid van ‘ons’ rundvlees in de verf werden gezet en dat zeker bij zestig procent van de consumenten gekend was. Oh jawel, de basiskwaliteit wordt sinds een aantal jaren gegarandeerd door het wettelijk geregeld lastenboek rund van de overheid. Goed is goed, denk je dan. Maar... extra kwaliteit verdient extra identiteit, toch? Niets is zo erg voor een product om als anoniem of gemiddeld in de winkelschappen te moeten liggen. Vraag het maar aan de marketeers. En niet te vergeten, Meritus gaf een zekere ‘corporate identity’ aan de betrokken 2664 rundveehouders. Een producentenorganisatie ‘avant la lettre’ waaraan de grootdistributie wellicht niet (meer) het daglicht gunde.
Voeding
Internationalisering
6
18
Hoe zien optimale vleesveerantsoenen eruit wanneer de krachtvoerprijzen hoog zijn?
De Nederlandse en Belgische agribusiness slaat steeds vaker de vleugels uit naar het buitenland.
V E E T E E LT V L E E S
VV06_editorial.indd 3
J U N I
2 0 1 3
3
20-06-13 12:59
V L E E S T E L E X
Certificaat voor objectief beoordelen
Witblauwvererver Adajio de Bray vertrekt mogelijk naar een privédierentuin in Dubai
Empirezoon Adajio de Bray verhuist wellicht naar Dubai De Belgisch witblauwe fokstier Adajio de Bray verhuist naar alle waarschijnlijkheid naar Dubai. Eigenaar BBG, waarvan CRV aandeelhouder is, bevestigt dat er afspraken zijn gemaakt met een oliesjeik uit Dubai om Adajio te verkopen, samen met een van zijn zonen, Nippon d’Izier, en twee Belgisch witblauwe koeien. De oliesjeik heeft zijn oog laten vallen op Adajio om hem toe te voegen aan zijn privédierentuin. Niet bekend is of hij er verder mee wil gaan fokken. BBG wil geen uitspraken doen over de
hoogte van de prijs en wil een slag om de arm houden: de verkoop is momenteel nog niet definitief rond. De transfer van de Empirezoon is opmerkelijk. Nazaten van Adajio beheersten afgelopen jaar de keuringsring en hij behoorde tot de meestgebruikte stieren van het witblauwras. In Wallonië werden vorig jaar nog ruim 16.000 rietjes verspoten, goed voor een tweede plaats achter Lotto van de Vloeikenshoeve. Van de Empirezoon staan inmiddels al wel diverse zonen bij kiorganisaties.
Veeverbeteringsorganisatie CRV heeft het ICAR-kwaliteitscertificaat ontvangen voor de objectieve vastlegging van exterieurgegevens van rundvee. Het International Committee of Animal Recording (ICAR) stelde vast dat CRV bij het keuren van dieren de objectiviteit waarborgt en dat alle inspecties onpartijdig geschieden. Zo weten inspecteurs bijvoorbeeld niet wat de afstamming is van de te keuren dieren. CRV hecht naar eigen zeggen grote waarde aan de betrouwbaarheid van de bedrijfsinspectie en de vastlegging van de exterieurgegevens. CRV heeft daarom zelf aan ICAR verzocht om de werkwijze te beoordelen voor kwaliteitscertificering. CRV is de eerste veeverbeteringsorganisatie die de ICAR-certificering heeft aangevraagd en ook heeft ontvangen, zo laat CRV zelf weten. Voor de beoordeling van de classificatie en evaluatie van exterieurgegevens keek ICAR naar de objectieve vastlegging van exterieurgegevens door de inspecteurs en de kwaliteit en de betrouwbaarheid van de database waarin exterieurgegevens worden opgeslagen. Ook nam het ICAR de training en onderlinge uniformering van de inspecteurs mee, evenals de aansluiting van CRV op internationale keuringsstandaarden. ICAR is een internationale organisatie die instaat voor het objectief vastleggen van dierinformatie en productiegegevens.
Hoornloosheid geïntroduceerd bij Franse salers In Frankrijk zijn recent de eerste hoornloze salersdieren aan het brede publiek voorgesteld. Het hoornloze vee is geboren naar aanleiding van een samenwerkingsverband tussen fokkers om het gen voor hoornloosheid in de Franse salersveestapel in te bouwen. Hoornloosheid bestond al wel onder de salers, maar nog niet in Frankrijk. Het project van de 28 Franse vleesveebedrijven startte in 2010 en begon met de aankoop van Joker, een homozygoot hoornloze salersstier die afkomstig is uit Groot-Brittannië. De eerste kalveren stemmen tot tevredenheid van de fokkers en komende maanden worden nog eens 150 kalveren van Joker geboren. Omdat de stier homo-
4
V E E T E E L T V lee s
VV06_vleestelex.indd 4
JUNI
zygoot drager is, zijn al zijn nakomelingen hoornloos. De fokkers investeerden ook in Canadese embryo’s. Het resultaat is vijf stieren van ongeveer vijftien maanden oud, die ook weer zullen dienen voor het fokken op hoornloosheid. Recent investeerden de fokkers ook in een homozygoot hoornloze salersstier uit Zwitserland. Het salersras is een belangrijk Frans vleesras. Voorlopig houden de 28 fokkers de deuren dicht. In eerste instantie is het doel om hoornloosheid binnen de eigen veestapels te fokken.
Eerste hoornloze Salersdieren gefokt op 28 Franse fokbedrijven
2013
20-06-13 10:19
Drie excellente blondes Tijdens de laatste inspectieronde hebben de keurmeesters van het Nederlandse blonde d’Aquitainestamboek drie dieren ingeschreven met de excellentstatus. Zo kreeg de stier Cauet Roz (v. Ublond) van de familie Neerincx uit Elst bij herkeuring 90 punten. Bij de koeien kregen Charlene JE (v. Orion) van Jan Eggerink uit Wierden en Pion Daisy (v. Orion) van Gerben Jouwsma uit Dedemsvaart de excellentstatus. De stier Orion is invloedrijk met tweemaal het vaderschap en eenmaal de rol van moedersvader.
Gemiddeld 4432 euro op RSC-stierenveiling Voor de witblauwe fokstieren van het Rundvee Selectie Centrum (RSC) in Ciney telden kopers op de veiling van 22 mei gemiddeld 4492 euro neer. Elk van de twaalf aangeboden stieren is verkocht. Voor Piment de Journal, geboren bij Jean-Marc Yasse uit Champlon, werd het hoogste bedrag neergeteld. Hij is een zoon van James de Journal uit een Germinalmoeder met een eindbeoordeling van 90 punten. Ook Accordzoon Packo de Landin, geboren bij Henri Masson-Laloi uit Saint-Marie sur Semois, scoorde hoog en gaat naar de ki-stallen van BBCI. De volgende veiling vindt uitzonderlijk plaats op zaterdag 22 juni 2013. De stieren zullen er zichtbaar zijn vanaf 17.00 uur en de veiling zal precies om 18.00 uur beginnen.
Omegablue onderzoekt invloed omega 3 in stierensperma witblauw
Onderzoek naar verklaring verlaagd bevruchtend vermogen bij witblauw
Achttien jaar terug stelden wetenschappers vast dat het sperma van witblauwen minder omega 3-vetzuren bevatte dan dat van holsteinstieren. Die vaststelling zou een mogelijke verklaring kunnen zijn voor het verminderde bevruchtend vermogen van witblauwsperma. Het Waalse onderzoeksproject Omegablue gaat dit gegeven uitdiepen. Spermacellen bevatten van nature hoge gehalten aan meervoudige onverzadigde vetzuren zoals omega 3. Spermacellen zijn daardoor gevoelig voor oxidatie of degeneratie. De verhouding van het omega-3-vetzuur tot de totale hoeveelheid vetzuren in een spermacel speelt ook een belangrijke rol in de biofysische
eigenschappen van spermacelmembranen. Zo produceert het acrosoom (het membraankapje op de kop van een spermacel) een enzym dat het eiwitomhulsel van een eicel afbreekt en zodoende de fusie (bevruchting) met een eicel mogelijk maakt. Het onderzoeksproject Omegablue gaat informatie verzamelen over de beweeglijkheid van het sperma van Belgischwitblauwstieren en over de fysiologische status van de spermacellen, zoals de leefbaarheid, de integriteit van het acrosoom, de potentie van de mitochondriën (energiestatus) en de oxydatiestatus van het sperma. Gelijktijdig zal de totale vetzuursamenstelling en in het bijzonder de verhouding met omega 3-vetzuren van het sperma in kaart worden gebracht. Via het inseminatorencircuit van veeverbeteringsorganisatie AWE zal de relatie ervan tot de vruchtbaarheidsresultaten in het veld worden vastgelegd. Naast dit kwalitatief onderzoek zullen de onderzoekers ook nagaan of de spermakwaliteit te beïnvloeden is via de voeding, meer bepaald door een aanvulling van omega 3 in het voeder van de stieren. Omegablue is een samenwerking van veeverbeteringsorganisatie AWE, het Waalse landbouwonderzoeksinstituut CRA-W en veevoederfirma Interagri.
Weldra fokwaarde voor gedrag bij Franse fokstieren In de loop van 2012 is van 66.000 dieren het gedrag vastgesteld door foktechnisch medewerkers van het Franse Bovins Croissance. Het ging in 36 procent van de gevallen om limousinkalveren, in 31 procent van de gevallen om charolaiskalveren, in 14 procent van de gevallen om blonde d’Aquitainekalveren en in 19 procent van de gevallen om andere vleesveerassen, zo staat te lezen op de Franse nieuwssite Web-Agri. Het gebruiksgemak van de dieren is door de foktechnisch medewerkers twee keer vastgesteld. Een eerste keer gebeurde de vaststelling tijdens het exterieurbeoordelen in de stal of op de weide. Een tweede keer is bij het wegen geïnventariseerd hoe handzaam de jonge dieren zijn. Het lijkt erop dat de gegevens van beide metingen in de praktijk sterk kunnen variëren. Bovins Croissance wil niet alleen gegevens verzamelen, maar ook bekijken of beide metingen nodig zijn om een index voor gedrag op te stellen. Het doel is om met behulp van de waarnemingen binnen twee tot drie jaar een Iboval-index voor gedrag te kunnen introduceren.
V E E T E E L T V lee s
VV06_vleestelex.indd 5
J U N I
2 0 1 3
5
20-06-13 10:19
H O O F D A RT I K E L
Vleesveehouders kunnen tot tien procent winst behalen doo
Bijproducten wi nn Door de hoge prijzen voor eiwitrijke krachtvoergrondstoffen zochten vleesveehouders de afgelopen jaren massaal naar alternatieven. In vijf jaar tijd hebben bijproducten zo dertig procent van het Vlaamse krachtvoeraandeel vervangen. tekst Annelies Debergh
M
et de hoge prijzen voor eiwit- en energiegrondstoffen op de agrarische wereldmarkt gaan de voerkosten de afgelopen jaren ook op vleesveebedrijven de hoogte in. Steeds meer bedrijven gaan daarom op zoek naar krachtvoervervangers in de vorm van bijproducten. ‘Zestig procent van de kostprijs op een vleesveebedrijf wordt bepaald door het voer.’ Als boekhoudkundig adviseur bij de studiedienst van Boerenbond kan Dirk Audenaert de impact van de kostprijsevolutie van voer op het totale bedrijfsrendement op vleesveebedrijven precies inschatten. ‘We zien dat de aandacht voor de bijproductenmarkt op vleesveehouderijen is toegenomen. Onder impuls van de hoge prijzen voor droog krachtvoer worden meer en meer bijproducten gebruikt.’
Dertig procent bijproducten Bijproducten kunnen een oplossing zijn om de kostprijs van het rantsoen in de hand te houden, stelt Dirk Audenaert. Maar die stelling is wel productafhankelijk, zo klinkt het ook. ‘De prijs van bijproducten lijkt gerelateerd aan de krachtvoederwaardeprijzen voor eiwit en energie. Veel bijproducten zitten tussen de 70 en 75 procent van de krachtvoederwaardeprijs. Voor sommige producten, zoals enkele uit de bio-ethanolindustrie, gaat de marktprijs tot 90 procent van de krachtvoederwaardeprijs.’ Recentelijk is door de studiedienst een aantal kengetallen in kaart gebracht. De prijsevolutie van droog krachtvoer zorgde voor een forse toename van het gebruik van bijproducten op vleesveebedrijven. ‘Het totale krachtvoerverbruik bleef constant en kwam niet onder druk’, begint Audenaert. Het totale krachtvoerverbruik op vleesveebedrijven is vandaag de dag identiek aan dat van vijf jaar geleden. ‘Wel is het aandeel droog en samengesteld krachtvoer fors gedaald. Dertig procent van het gebruik van samengesteld krachtvoer is vervangen door natte bijproducten.’ In Nederland is in mindere mate sprake van een ge-
6
V E E T E E L T V lee s JoUkNt I o 2b 0e 1r 3 2 0 0 9
VV06_hoofdverhaal.indd 6
20-06-13 13:18
alen door gebruik van bijproducten in vleesveerantsoenen
wi nnen aan belang In vijf jaar tijd hebben bijproducten dertig procent van het Vlaamse krachtvoeraandeel vervangen
stegen aandeel bijproducten. ‘We zien wel het aandeel van losse grondstoffen als geplette tarwe toenemen’, zegt Toon van der Heijden, vleesveespecialist bij Agrifirm. Het gebruik van bijproducten is in het algemeen hoog op Nederlandse vleesveebedrijven, schetst hij de Nederlandse situatie. ‘Maar het gebruik van natte bijproducten kan ook niet onbeperkt opgevoerd worden. De pens van een koe is geen droogtrommel. Voldoende structuur blijft belangrijk in vleesveerantsoenen.’
Flexibeler eiwit en energie bijsturen Dat natte bijproducten in trek zijn, ondervindt JeanPierre Pollyn, directeur bij de Belgische afdeling van bijproductenleverancier Beuker. Hij maakt daarbij een onderscheid tussen de rosévleeshouderij en de roodvleeshouderij. ‘In de Nederlandse rosévleeshouderij wordt erg veel gebruikgemaakt van vochtrijke diervoeders, zowel steekvaste producten als vloeibare bijproducten die in tank worden opgeslagen.’ De hoge grondstofprijzen voor energie- en eiwitrijke producten hebben het gebruik van de nevenstromen uit de bio-ethanolproductie de afgelopen twee jaar nog verhoogd in de roséhouderij. ‘Veel bedrijven hebben daarom geïnvesteerd in opslagmogelijkheden voor allerhande vochtrijke diervoeders. Het gebruik van volledig mengvoer is bij rosévleesbedrijven duidelijk afgenomen.’ Omdat de traditionele vleesveehouderij in hoofdzaak gebruikmaakt van zelfgeteeld ruwvoer, is het gebruik van bijproducten beperkt en deels afhankelijk van de omvang van bedrijven. Toch is er ook op de grotere bedrijven een trend naar meer gebruik van aangekocht nat voer, zowel energierijke als eiwitrijke bijproducten, ziet Jean-Pierre Pollyn. De opslag van bijproducten in slurf is daar een ideaal hulpmiddel. ‘Meer en meer vleesveehouders beschikken over een opslagtank om met vloeibare producten te werken. Dat zorgt voor meer flexibiliteit. Zo kunnen grotere bedrijven voortdurend sturen in het rantsoen op vlak van eiwit of energie, afhankelijk van de rantsoenbehoeften en de marktprijzen.’
Extra smakelijk rantsoen Het gebruik van bijproducten biedt mogelijkheden zowel voor de kostprijs als voor de samenstelling van het rantsoen. ‘Door gebruik van bijproducten drukken veehouders niet alleen de kostprijs van het rantsoen, maar krijgen ze ook een smakelijk rantsoen, een goede opname, een optimale darmflora en dieren die voer blijven opnemen en dus blijven produceren’, aldus Pollyn. De extra smakelijkheid van het rantsoen zorgt voor een lager gebruik van samengesteld krachtvoer. ‘Maar een lekker en vers bijproduct verstrekken is vaak een probleem op bedrijven’, zo geeft Dirk Audenaert aan. Hij wijst op de voersnelheid van bijproducten. ‘Als bij voch-
VE EV T E VE ELT T EE T VE Elee L ET L jTsaV n o lee u ka t so r ibJUNI e1 r/ 22 202 000 190 39
VV06_hoofdverhaal.indd 7
7
20-06-13 13:18
H O O F D A RT I K E L
tige aardappelproducten het verbruik onvoldoende hoog ligt door een niet optimale bewaring of onvoldoende voersnelheid, dan gaat het prijsvoordeel even snel weer weg. De meerwaarde van bijproducten in rantsoenen geldt alleen als ze voldoende vers verstrekt worden. Dan spreken we toch al snel van een voersnelheid van één tot anderhalve meter per week.’
Betrouwbare partners Het gebruik van bijproducten vergt een zekere omvang van het bedrijf. ‘Bovendien worden bijproducten bijna altijd in grote vrachten geleverd’, voegt Audenaert er nog aan toe. ‘Het is dus belangrijk om als veehouder de rekening te maken en te bekijken: hoeveel van het product kan ik op dagbasis geven? Dat is een belangrijke factor voor het behalen van meerwaarde met bijproducten.’ Tot slot wijst Audenaert nog op het drogestofgehalte van het rantsoen. ‘Bij de levering van natte bijproducten zien we af en toe variaties van twintig tot vijfentwintig procent droge stof. Die risicofactor moet je meenemen als je veel bijproducten gebruikt. Het is daarom belangrijk om op zoek te gaan naar betrouwbare partners.’ Als bijproducten goed worden toegepast, leveren ze al snel een prijsvoordeel op. ‘Zowel in de groei- als in de afmestfase kunnen bijproducten een prijsvoordeel in het rantsoen opleveren van tien procent.’ Perspulp noemt Audenaert als een van de interessantere producten door de verteerbaarheid en de smakelijkheid. ‘Perspulp kan bovendien gemakkelijk op de mais worden ingekuild, waardoor de voersnelheid ook in de zomer behouden blijft.’
Mineralenvoorziening Toon van der Heijden beaamt de mogelijkheden van perspulp. ‘Vorig jaar is er voor het eerst nogal wat perspulp aangekocht door vleesveehouders’, stelt hij vast. ‘De vleesveehouderij was zo voor het eerst concurrerend met voerproducten die vooral in de melkveehouderij worden gebruikt. Perspulp is ook makkelijk op te slaan en bevat vooral energie en weinig eiwit. Het product is wel arm aan fosfaat. Het is bij bijproducten belangrijk om ook de mineralenvoorziening in de gaten te houden.’ Ook bierbostel of draf en ccm komen ter sprake. Aardappelproducten en ccm staan bekend als producten die het dier in afmest goed laten rijpen richting de slacht. ‘Meestal is het wel belangrijk om de mineralenbalans goed in de gaten te
8
V E E T E E LT V L E E S
VV06_hoofdverhaal.indd 8
JUNI
houden’, geeft ook Dirk Audenaert aan. ‘Een veelheid aan mineralenarme producten moet weer gecompenseerd worden met mineralensupplementen en dat kan de winst enigszins beperken.’ Volgens Van der Heijden kan een veelheid aan producten de mineralenbalans helpen in evenwicht te houden. Al is dat vooral voor grotere bedrijven weggelegd. Veel Nederlandse bedrijven maken gebruik van proficorn, een reststroom uit de zetmeelverwerkende industrie. ‘Proficorn lijkt erg op corngold, maar wijkt net iets af in samenstelling’, legt hij uit. Het product bevat een goede combinatie van zetmeel en eiwit en zorgt voor een goede vertering. ‘Het maakt een ranstoen completer en proficorn past vaak beter dan bierbostel omdat bierbostel een rantsoen vaak wat trager maakt.’
Winst uit beter ruwvoer Terwijl de aandacht voor bijproducten groeit, is het belangrijk ook de ruwvoederteelten goed op orde te krijgen, zo gaat Audenaert verder. Met name voor dieren in de opfok. ‘De laatste tien jaar zien we dat de kostprijs van maisteelt met dertig procent is toegenomen. Ruwvoerwinning kost veel en daarom is het belangrijk om ook daar zorgvuldig mee om te springen.’ Ook het maaitijdstip van het gras enigszins vervroegen levert winst op. ‘Een jonge graskuil van twintig procent ruw eiwit versus een oudere graskuil van vijftien procent ruw eiwit betekent al snel een verschil van een halve kilo krachtvoer per dag. Goed gras tegenover minder goed gras kan een rantsoen ook tien tot vijftien procent goedkoper maken.’ Audenaert staaft de winst uit goed ruwvoer nog met cijfers. ‘Berekeningen toonden aan dat bij tien procent lager eiwit 150 gram soja per dier per dag nodig is om dat verlies weer te compenseren. Bij veertig vaarzen voeren over een periode van een jaar betekent dat een verschil van twee ton soja om gelijk te schakelen. Met de huidige sojaprijs is dat een fors verschil.’ Vooral bij de graskuilwinning blijft in de praktijk veel winst liggen, stelt Audenaert. De groeiomstandigheden kunnen daarin wel storend werken. ‘In 2012 haalde de gemiddelde graskuil 18 procent ruw eiwit, versus 20 procent in 2011. Dat verschil met extra eiwit compenseren kost extra geld.’ Met een goede graswinning zijn tonnen eiwit te besparen. ‘Vleesveehouders moeten voor de structuur iets later maaien maar toch moet het de bedoeling zijn om gras te winnen van perspulpkwaliteit.’ l
2013
20-06-13 13:19
U I T
D E
D I E R E N A RT S P R A K T I J K R E N É
B E M E R S
Aan de hand van voorbeelden uit hun dagelijkse praktijk schrijven drie dierenartsen over diergezondheid in de vleesveehouderij. Om en om beschrijven John Campe, Piet De Meuter en René Bemers maandelijks vastgestelde ziektebeelden, uitgevoerde behandelingen en/of mogelijke preventiemaatregelen.
Hygiëne en schone, droge hokken belangrijk voor kalveren
Acute colidiarree V
orige week kreeg ik een sms’je van de assistente of ik een veehouder nog even wilde terugbellen. Hij had elektrolytentubes op de praktijk gehaald, maar wilde toch graag nog even overleggen met een dierenarts. Ik belde hem op en na zijn uitleg bleek het om een blonde d’Aquitainekalf van drie dagen te gaan met ernstige diarree. Op de vragen of het kalfje zelf nog kon staan en drinken, waren de antwoorden negatief. Reden genoeg dus om de auto te keren en richting kalf te gaan. Bij aankomst lag het kalf al klaar op de voergang en de diepliggende ogen (foto) vielen onmiddellijk op. Nadat ik de bedrijfskleding had aangetrokken, heb ik het kalf vastgebonden om zo gemakkelijk een liter vocht en een pijnstiller te kunnen toedienen in de ader. Inmiddels had ik tijdens het temperaturen al wat mest opgevangen en een BoDia-sneltest voor het opsporen van de oorzaak uitgevoerd. Uit de test volgde een E. coli-uitslag. Het kalf kreeg een injectie met antibiotica in lijn met het bedrijfsbehandelplan. Voor de nabehandeling had de eigenaar al de elektrolytentubes in huis en verder heb ik hem nog een geneesmiddel (tmps) gegeven om de coli te bestrijden. Tijdens het wachten op het inlopen van het infuus kwam een mogelijke oorzaak van de coli-infectie aan het licht. De veehouder was twee dagen erg druk geweest om de koeien uit de uiterwaarden te halen, waardoor de hygiëne en het opstrooien van de afkalfhokken waren vergeten.
De encyclopedie E. coli E. coli is een bacterie die met name bij jonge dieren ernstige diarree kan veroorzaken. De bacterie produceert gifstoffen en hierdoor raakt de darmwand ontstoken. Zo is niet alleen de opname van vocht en voedingsstoffen uit de darm verstoord, er vindt zelfs ‘lekken’ van vocht van de bloedbaan naar de darm plaats. Kalveren kunnen dus ook erg snel verzwakken, met diepliggende ogen, een slechte of zelfs geen zuigreflex en niet meer kunnen staan. Deze kalveren zijn alleen
te redden met een infuus in de bloedader om de uitdroging te corrigeren en het elektrolytenverlies te compenseren. Daarnaast zorgt het infuus voor een ontzurend effect, zoals orale elektrolytentubes dat ook doen. Bij zo’n diarreegeval helpt een BoDia-sneltest om de oorzaak te achterhalen en om beter een prognose te geven. Een combinatie van coli met een virus (rota/corona) of crytosporidium is voor de levensverwachting van een kalf aanzienlijk slechter. Aan de hand van de uitslag kan de behandeling worden onderbouwd en kan eventueel het management worden bijgestuurd. Bij een tweede coligeval helpt een bacteriologische kweek van de mest om de coli op antibioticagevoeligheid te testen. Bij een bedrijfsprobleem zijn hygiëne en droge en schone hokken van belang. De kalveren kunnen in de eerste biest een flesje lactoserum (Locatim) krijgen. Ook vaccinatie van droge koeien werkt prima.
V E E T E E LT V L E E S
VV06_dap bemers.indd 9
J U N I
2 0 1 3
9
20-06-13 10:05
B E D R I J F S R E P O RTA G E
Piemontesefokker Antonie van Gelder heeft wel dertig stieren in het inseminatievat
Antonie van Gelder De Piemonteses van Antonie van Gelder zijn zeer succesvol op de keuringen. Van paringen maakt hij veel werk door nauwkeurig de juiste stier bij elke koe te zoeken. Ras: Aantal stuks: Aantal kalvingen: Hoeveelheid land:
Stierkeus is eerst huiswerk maken Vaarskalveren fokken die beter zijn dan hun moeder. Dat is de Hoge Hexel
piemontese 60 30 17 hectare
doelstelling van piemontesefokker Antonie van Gelder. Hij pluist continu de Italiaanse stierenlijsten na. ‘Eenjarige stieren moeten minstens 1,22 meter hoog zijn en minimaal 500 kilo wegen.’ tekst Alice Booij
N
iet één, maar zelfs twee stikstofvaten staan er bij Antonie van Gelder in de garage. ‘Al het sperma paste niet meer in één vat’, vertelt hij lachend. Jaarlijks heeft de piemontesefokker zo’n dertig kalvingen en daarvoor heeft hij van wel dertig stieren rietjes in voorraad. ‘Elke koe verdient de beste stier’, is zijn overtuiging. ‘Ik kijk goed naar de koe, welke punten ik wil compenseren en wat ze nodig heeft. Daar zoek ik heel nauwkeurig een stier bij.’ Het piemontesefokbedrijf van Van Gelder bestaat al bijna dertig jaar, waarvan zeven jaar op de locatie in Hoge Hexel. Het staat al jaren aan de top van de nationale keuringen. ‘Het kalf moet altijd beter zijn dan de moeder’, noemt Van Gelder als belangrijkste selectiecriterium. ‘Dat zijn dieren die meerwaarde voor mijn fokkerij leveren.’ Fokkerij is net als een dieselmotor, zegt hij. ‘Je moet een doel hebben en dan doorzetten; het is een kwestie van lange adem.’ Het staat in schril contrast met de hoofdtak op het bedrijf: zo’n 100.000 vleeskuikens. ‘Die zijn in zes weken 2,6 kilo zwaar en dan krijg je weer een volgende ronde. Dat is een heel andere tak van sport.’
Stierenlijsten uitpluizen Van Gelder maakt serieus huiswerk voor het maken van de beste paringen. Elke maand pluist hij de nieuwe lijst met jonge stieren van het fokprogramma van de Italiaanse ki-vereniging Anaborapi na. ‘Wanneer van de stier honderd nakomelingen zijn geboren, krijgen ze hun eer-
10
VVEEEETTEEEELLTTVVLLEEEESS J O U KN TI O2B0E1R3 2 0 0 9
VV06_bedrijfsrep van Gelder.indd 10
20-06-13 10:14
ste indexen. Van de beste probeer ik direct rietjes te kopen.’ Maar het zijn niet in eerste instantie die indexen waar Van Gelder naar kijkt. ‘Dat zijn nog maar verwachtingen. De eerste selectie maak ik op basis van de eigen prestatie van de stier. Ze moeten op één jaar minimaal 1,22 meter hoog zijn en minimaal 500 kilo zwaar. Zestig procent van de stieren haalt dat niet.’ Het voordeel van die eerste indexen is overigens wel dat er een duidelijk beeld is van het afkalfgemak van de stier. ‘Een vlotte kalving vind ik heel belangrijk. De afgelopen zes jaar hebben we maar één of twee keizersneden bij de piemonteses gehad.’ En natuurlijk is het karakter belangrijk. ‘Ik wil wel prettig met de dieren werken. Koeien met een slecht karakter selecteer ik consequent uit.’ Daarnaast zorgt de stiercatalogus ‘Buta Bin’ voor inspiratie. ‘Eigenlijk maak ik mijn eigen Buta Bin’, vertelt de veefok-
ker, terwijl hij uit de kast mappen haalt die hij jaarlijks met informatie vult. ‘Ik maak mijn eigen toplijst met de meest interessante stieren.’ Momenteel zijn het Quasimodo (‘een Natalezoon, die uitblinkt in de fokkerij’), Quarto (‘hij komt uit een moeder met 93 punten’) en Quadrato (‘meer dan 600 kilo op eenjarige leeftijd’) die kansen krijgen. ‘Ik informeer ook bij Italiaanse fokkers uit welke stal en bloedlijnen de stieren komen, om zo meer gegevens te krijgen. Je hebt nooit genoeg informatie.’
Ergo en Delano Maar in het spermavat zitten niet alleen jonge, getalenteerde stieren. Ook van Delano (‘die heeft goed werk in onze veestapel gedaan’) is nog sperma aanwezig. ‘Ik kom op het punt dat inteelt een probleem wordt met Delano, maar over een paar generaties kan ik zo’n stier wel weer gebruiken, alhoewel het oppassen
Norma 25 en Frida 43 zijn voorbeeldkoeien voor Van Gelder
blijft met het karakter.’ En zelfs van ‘good old’ Ergo heeft de veefokker nog rietjes. ‘Ja, die ga ik zeker nog eens gebruiken. Die stier heeft zoveel goeds gedaan in de piemontesefokkerij.’ In zijn eigen stal heeft hij goede voorbeelden: stammoeder en Ergodochter Norma 2 kreeg 89 punten, maar moest afgelopen maand het bedrijf verlaten. ‘Op ruim achttienjarige leeftijd. Ze had de knollen op’ , vertelt Van Gelder spijtig. ‘Ze werd stram in het lijf en de benen en zo’n koe verdient een waardig einde. Ik wilde niet wachten tot ze helemaal niet meer kon staan of lopen.’ Gelukkig heeft ze een goede nafok achtergelaten, alhoewel ze slechts drie vaarskalveren op de wereld zette. ‘Ze gaf meer stieren.’ De met 89 punten opgenomen Norma 21 (v. Supremo) en de excellente 91 punten Norma 22 (v. Delpiero) zijn fraaie voorbeelden van de nafok van Norma 2. En wat te denken van Norma 25, de nationaal kampioene en dochter van Lotus. ‘Lotus is een zoon van Umayor, een heel goede stier die te zware kalveren bracht en die ik nooit heb gebruikt, maar Lotus geeft geen kalveren die te zwaar zijn.’ Met een vleugje Ergobloed in de stier Lotus is Norma 25 wel ingeteeld. ‘Op basis van inteelt was deze paring afgekeurd, maar het heeft wel bijzonder goed uitgepakt.’ Ondanks dat Lotus met zijn 1,20 meter op eenjarige leeftijd niet aan de harde criteria voldoet. ‘Norma 25 is nu drie jaar en is 1,54 meter groot. Ze heeft tot nu toe op elke keuring gewonnen.’ Er loopt nog een nakomeling van Norma 2 op stal: de stier Janick (‘vernoemd naar mijn jongste zoon’). Met 1,55 meter hoogte en ruim duizend kilo is het een imposante verschijning. Maar verkopen doet Van Gelder de stier voorlopig niet. ‘Ik heb dat met meer dieren; er wordt mooi geld op geboden, maar ik wil ze voor mijn eigen fokkerij houden.’
Fridie voorbeeldkoe En dan zijn er ook nog de Fridies. Waar de Norma’s zijn ontstaan uit Italiaanse import, komen de Fridies voort uit een verdringingskruising. ‘Zo zijn we ooit in 1985 begonnen.’ Voor Van Gelder is Fridie 43 een voorbeeldkoe. ‘Zo hoort een piemontese te zijn’, zegt hij over de met 92 punten opgenomen nationaal kampioene. ‘Bij haar klopt het allemaal: maat, bespiering, fijnheid, een mooie kop en uitstraling.’ Als dochter van Jarno is ze zelfs honderd procent eigen fok. ‘Hij is een Divinozoon uit onze eigen stal. Een compleet eigen fokproduct dus, dat maakt Fridie 43 extra bijzonder.’ l
V E E T EVE EL ET TV Elee E L TsV o lee k tso JbUe N r I 2 20 00 19 3
VV06_bedrijfsrep van Gelder.indd 11
11
20-06-13 10:14
G E Z O N D H E I D
Met meer inzet op beter management kan antibioticagebruik vleesveehouderij nog minder
Gezond laag Met een dierdagdosering kleiner dan één is de (rood)vleesvee-
een laag gebruik van antibiotica kent, is veel te weinig bekend, geeft Bolk aan. ‘We moeten veel meer vertellen hoe goed we het doen’, reageert hij op krantenkoppen over een besmetting met de resistente ESBL in rundvlees enkele weken geleden. Dewulf geeft aan dat de relatie tussen de gevonden ESBL en de vleesveehouderij
houderij de sector met het laagste antibioticagebruik. ’Verder laten dalen richting nul is haast onmogelijk’, reageert Jos Bolk van de LTO vakgroep vleesvee. ‘Dat gaat ten koste van het dierenwelzijn.’ Toch blijven er schandalen rond resistente bacteriën in rundvlees. ’We moeten meer uitdragen hoe goed we het doen.’ tekst Alice Booij
H
et verminderen van antibioticagebruik is actueler dan ooit. Komende weken worden de landelijke cijfers in Nederland verwacht over de dierdagdosering per bedrijf. Ook het BelVetSacrapport zal in België duidelijkheid geven over het antibioticagebruik. ‘Het gebruik toont een duidelijke daling’, zegt Jeroen Dewulf, voorzitter van de AMCRA, Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals. ‘Over alle diersoorten verwachten we een daling van zeven procent.’ Dierdagdoseringen zijn in België nog niet systematisch verzameld, maar Dewulf geeft aan dat de vleesveehouderij laag scoort. ‘Het probleem zit veel meer bij pluimvee, varkens en kalveren.’
Vleesveehouderij scoort goed De vleesveehouderij scoort bijzonder goed, is de onderbouwde verwachting van het Nederlandse LTO. ‘Kleiner dan één dierdagdosering’, aldus Jos Bolk,
LTO-vakgroep vleesvee en vleesveehouder. ‘We hebben in het project “Zicht op gezonde dieren” al een goed beeld gekregen van het antibioticagebruik in de vleesveehouderij. Het varieert van bijna nul tot aan één en anderhalve dierdagdosering’, analyseert Bolk. ‘Bij melkveebedrijven ligt deze bandbreedte veel hoger tot gemiddeld zo’n zes.’ Ook het gebruik van de tweede- en derdegeneratiemiddelen — die bij resistentie meer problemen in de humane gezondheidszorg geven — is laag. ‘Er zijn genoeg alternatieven. Hooguit bij aandoeningen zoals difterie is het gemakkelijk wat tweedegeneratiemiddelen achter de hand te houden als tweede of derde keus.’ Daarvoor moet de farmaceutische industrie wel geprikkeld worden, waarschuwt Bolk. ‘Het moet niet zo gaan zoals bij gewasbeschermingsmiddelen. Die nemen producten uit de handel wanneer ze niet veel gebruikt worden.’ Het feit dat de vleesveehouderij
Pure Graze: honderd procent antibioticavrij ‘Consumenten vragen naar vlees dat honderd procent antibioticavrij is’, vertelt Ado Bloemendal, initiatiefnemer van Pure Graze. ‘Het is écht een item bij de aankoop van vlees. Van de hele discussie rondom antibioticaresistentie worden consumenten onrustig en dan zoeken ze naar vlees dat vertrouwd is.’ Pure Graze is een houderijsysteem op basis van jaarrond weidegang, zonder gebruik van kunstmest, krachtvoer en an-
12
V E E T E E LT V L E E S
VV06_antibioticagebruik.indd 12
JUNI
tibiotica. Zo’n vijftien vleesveehouders met zeven- tot achthonderd dieren zijn hierbij aangesloten. ‘Het is eigenlijk heel gemakkelijk om honderd procent antibioticavrij te blijven’, vertelt Bloemendal. ‘Het gaat wel om bedrijven met stieren en vaarzen voor de slacht, dus het gaat niet om kalvende dieren.’ Omdat het om een systeem gaat waarbij de dieren altijd buiten lopen, zijn de problemen en ziekten minimaal. ‘Poot- en
luchtwegproblemen zijn er eigenlijk niet. Het enige waar we mee te maken hebben, is dat dieren wat mank kunnen lopen nadat ze met elkaar aan het springen zijn geweest. Dat lost zich vaak vanzelf op.’ Mocht een dier echt een behandeling met antibiotica nodig hebben, dan krijgt het dat vanzelfsprekend, voegt Bloemendal toe. ‘Zo’n dier nemen we dan uit het Pure Graze-circuit, die gaat dan het reguliere slachtcircuit in.’
2013
20-06-13 09:29
Geen antibioticaregistratie, geen VKI: slachtvee afgekeurd Enkele honderden bedrijven in Nederland voldoen niet aan de eisen van de antibioticawetgeving. Hier zitten ook vleesveehouders bij die werken met een niet geborgde of een Belgische dierenarts. Vleesveehouders met vijf of meer
runderen moeten meedoen aan de verordening over antibiotica van het productschap voor Vee en Vlees (PVV). PVV stelt zichzelf het doel om registratie en een verantwoord antibioticagebruik in de rundersector te bevorderen. Voldoen
veehouders niet aan de eisen, dan mogen dieren niet worden afgevoerd, geslacht of geëxporteerd. Wanneer dieren naar het slachthuis gaan, komt er geen VKI (voedselketeninformatie) bij de dieren en wordt het slachtvee afgekeurd.
het antibioticagebruik in beeld hebben.’ Heijdra geeft aan dat het voor de kleine vleesveesector altijd ‘knokken’ is voor bedrijfsspecifieke normen. ‘We vallen wat antibioticagebruik betreft in de categorie met melkvee, maar er zijn voor vleesvee nog geen streef- of actiewaarden bekend.’ Ze verwacht overigens dat het antibioticagebruik niet veel naar beneden kan. ‘Ik zou niet weten hoe, we zitten al heel laag.’ Een mening die door de LTO-mensen gedeeld wordt. Voorzitter vakgroep vleesvee Leon Moonen denkt dat een vermindering van vijftig procent niet haalbaar is. ‘We zitten ten opzichte van de andere sectoren al zo laag, daar kan de helft niet meer af.’ Bolk vult hem aan. ‘We moeten volgens mij niet over reductie praten, maar over verantwoord gebruik.’ Hij denkt dat een vermindering bij elkaar ‘gesprokkeld’ moet worden. ‘Streven naar nul procent antibioticagebruik is niet haalbaar; dan komt het dierenwelzijn in het gedrang. Een ziek dier moet je wel behandelen.’
Leren over preventie
heel ‘dun’ is. ‘De prevalentie van ESBL’s bij rundvee is laag. Feit is wel dat ESBL een gevaar vormt voor de volksgezondheid en dat het negatieve publiciteit is.’ Via het AMCRA lopen verschillende initiatieven voor een meer verantwoord antibioticagebruik. ‘Niet iedere dierenarts en veehouder gaat er even zorgvuldig mee om. Er is nu bewustwording en voorlichting en dat is een stap in de goede richting.’
Cijfers nog overschat Alhoewel de cijfers van het antibioticagebruik heel goed zijn, denkt Anita Heijdra van vleesveebedrijf Heijdra dat ze nog te hoog zijn ingeschat. ‘De berekeningen gaan uit van gewichten van
melkvee. Een volwassen koe komt dan uit op 600 kilo levend gewicht, terwijl een beetje volwassen limousinstier al het dubbele weegt.’ Samen met een aantal andere vleesveehouders heeft Heijdra vorig jaar een praktijknetwerk opgericht, ‘Normen voor de Nederlandse Vleesveehouderij’, en heeft ze zich ook gebogen over een betere berekening van het antibioticagebruik op vleesveebedrijven. ‘Wanneer je het gebruik deelt op de werkelijke kilo’s van het vleesvee, kom je nog veel lager uit dan die één dierdagdosering’, aldus Heijdra, die aangeeft dat verschillende vleesveestudieclubs bezig zijn met deze antibioticawijzer. ‘We hopen als netwerk dit jaar nog de resultaten te hebben, zodat we rasspecifiek
De belangenbehartigers geven wel aan dat ze de discussie en de reductie rondom antibioticagebruik toejuichen. ‘Het is een kans om met elkaar te praten over houderij, huisvesting en verzorging’, noemt Heijdra. ‘We kunnen nog veel van elkaar leren.’ Als voorbeeld noemt ze het gebruik van antibiotica na een keizersnede. ‘Er zijn vleesveehouders die hierbij helemaal geen antibiotica toepassen, terwijl anderen antibiotica nog drie dagen na de keizersnede gebruiken. Het zou mooi zijn wanneer we hierover met elkaar in gesprek kunnen gaan.’ Bolk noemt het opzetten van diergezondheidsprogramma’s een idee. ‘En dan per specifiek onderdeel van de vleesveesector. Bij de stierenmesterij kijk je naar huisvesting en de planning rond het opzetten van dieren, bij kalveropfok naar luchtwegproblemen. Zo kunnen vleesveehouders de omstandigheden optimaliseren en verbeteren, met als resultaat nog minder antibioticagebruik.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV06_antibioticagebruik.indd 13
J U N I
2 0 1 3
13
20-06-13 09:29
C O N S U M E N T
Vlees van holsteinkoeien als culinair hoogtepunt bij Pieter Lonneville van Tête Pressée
Entrecote van een holsteinkoe Holsteinvlees als culinair hoogtepunt. Chef-kok Pieter Lonneville kwam tijdens een rondreis in Spanje toevallig op het idee. In SintMichiels-Brugge serveert hij inmiddels al vier jaar lang het vlees van zwartbonte koeien, gekweekt bij zijn broer Bart in Vivenkapelle.
Pieter Lonneville, chef van Tête-Pressée
tekst Annelies Debergh
Dagelijks ook holsteinvlees op het menu
E
en grote rundskop geeft het juiste adres aan. Hier aan de Koningin Astridlaan in Sint-Michiels-Brugge ligt Tête-Pressée van chef-kok Pieter Lonneville. Op het eerste gezicht lijkt het verhaal achter deze muren niet bijzonder, ware het niet dat er vooral met vlees van holsteinkoeien gewerkt wordt. Als een traditioneel restaurant is de locatie niet te betitelen. Wie de zaak binnenwandelt, komt eerst voorbij een grote koelvitrine waar talrijke kant-en-klaar gemaakte gerechten de klant toelachen. Wie verder loopt, komt na de eetwinkel bij de eettafel, waar tussen elf uur ’s ochtends en drie uur ’s middags klanten culinair verwend worden.
Afwijkende opzet De combinatie van eet- en winkelgelegenheid was een bewuste keuze, zo legt Pieter Lonneville (33) uit. Lonneville deed ervaring op in verschillende restaurants waaronder Oud Sluis in Sluis. ‘Elke dag paraat staan van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, vaak zes dagen op zeven, dat leek me te zwaar. Ik wilde een rendabele zaak opstarten met alleen dagopeningen. We ontvangen ’s avonds soms groepen op afspraak.’ In opzet is het restaurant afwijkend van andere zaken. Gasten tafelen gewoon aan één of twee grote tafels. ‘Zo willen we de mensen ook echt samenbrengen’, legt Lonneville uit. ‘In het dagelijks leven zitten mensen doorgaans achter hun computerscherm, elk in een kantoorruimte, vaak alleen via mail en telefoon met elkaar te communiceren. Ik
14
wilde een zaak waar mensen elkaar nog echt kunnen ontmoeten.’
Ruwe producten Toen de krijtlijnen eenmaal op papier stonden, startte de zoektocht naar producten. Omdat een middagrestaurant met een scherp budget werkt, besloot de chef-kok zich te richten op de inkoop van ruwe producten. ‘Ik koop bloem en suiker in grote hoeveelheden, maar ik koop ook een koe in zijn geheel, een varken in zijn geheel, een schaap in zijn geheel’, klinkt Lonneville gedreven. ‘Ik koop geen bereidingen en ik werk evenmin met een vaste menukaart. Wat er precies op tafel komt, dat varieert.’ Dat de zoektocht naar goede producten geld kost, steekt Pieter Lonneville niet onder stoelen of banken. ‘Om dat betaalbaar te houden is het noodzakelijk om ook echt alles te verwerken. Ik kan niet elke dag alleen maar runderfilet aan de man brengen, want er hangt aan een karkas hooguit enkele kilo’s runderfilet. Bovendien, de klant moet elk product leren appreciëren: alles wordt met liefde bereid, dus moet het ook met liefde worden opgegeten.’ Volgens Lonneville is het zijn taak om elk product de bereiding te geven die het verdient. ‘Natuurlijk is de nek niet zo mals als een entrecote, maar met de juiste bereiding komt elk product tot zijn recht.’ Het idee om met holsteinkoeien te werken haalde Lonneville uit Spanje. ‘Daar was ik enkele jaren geleden op een culinair congres toen enkele lokale chefs
Rundskop van Tête-Pressée boven de tafel
VV EE EE TT EE EE LL TT VV lee lee ss JoUkNtI o 2b 0e 1r 3 2 0 0 9
VV06_bedrijfsrep Lonne Ville.indd 14
20-06-13 13:19
ons in de richting van een van de bekendste grillrestaurants van Spanje leidden om er het beste rundvlees te proeven.’ Lonneville glimlacht als hij eraan terugdenkt. ‘Het vlees bleek inderdaad legendarisch lekker.’ Bij het napraten in het restaurant bleek het om rundvlees van Nederlandse origine te gaan. ‘Wie de landbouwsector een beetje kent, snapt dan al gauw dat het om vlees van holsteins moest gaan.’
Afmesten met lijnzaad
Holsteinvlees met opvallende vleesstructuur Lonneville snijdt een entrecote af
Eenmaal terug thuis ging Pieter Lonneville bij zijn broer Bart, melkveehouder in Vivenkapelle, te rade. Samen besloten ze om aan de slag te gaan met de afmest van een holsteinkoe. ‘We kozen een dier uit dat één keer had gekalfd en hebben het toen zelf geprobeerd.’ Na de slacht was hij er zeker van. ‘Het rendement was laag, maar het vlees was perfect donker, gemarmerd en het was ook enorm smaakvol. Dit was het vlees dat ik in Spanje had geproefd.’ Nog altijd klinkt een zeker ongeloof, als het verhaal te berde komt. ‘Ik herinner me dat mijn ouders de holsteinkoeien voor kleine bedragen lieten afvoeren. We hebben het idee dat holsteins als worstkoeien door het leven gaan, maar daar in Spanje eet je voor 40 euro wel de beste entrecote van zo’n dier.’ Inmiddels blijft Pieter Lonneville met holstein werken. ‘De korte band met de producent is eigenlijk de ideale manier van samenwerken.’ Het afmesttraject hebben de broers in onderling overleg wel nog aangepast. ‘Om het vetgehalte in het vlees op peil te houden, werken we in de afmestperiode met lijnzaad. Dat levert zachter vet op in het vlees dan wanneer een dier met behulp van soja is gevoederd.’ Het rendement is weliswaar kleiner door het aanzienlijk lagere slachtpercentage van holsteins. ‘Daarom zoeken mijn broer en ik toch de koeien uit die wat meer vleesrendement geven. Meer lengte in de rug betekent meer entrecote. Bij een kortere koe mis je al snel een kwart entrecote. Het is toch de volumineuzere koe die je moet hebben.’ In het afmesttraject zitten vooral koeien die één, maximaal twee keer gekalfd hebben. ‘Als een melkkoe geen melk meer hoeft te geven, dan steekt ze haar opname aan voer al snel in de productie van vlees’, besluit Lonneville nog. ‘Een holstein heeft bovendien altijd een periode in haar leven buiten in het gras gelopen. Dat die koe echt geleefd heeft, dat proef je ook in het vlees.’ l
V E E T EVE EL ET TV Elee E L Ts V o lee k tso Jb Ue N r I 2 20 00 19 3
VV06_bedrijfsrep Lonne Ville.indd 15
15
20-06-13 13:19
VV06_fotospread.indd 16
20-06-13 10:40
F O T O S P E C I A L
Fraaie limousinmoederdieren met hun kalveren – van Philippe Soete uit Schore – genieten van het smakelijke voorjaarsgras.
VV06_fotospread.indd 17
20-06-13 10:41
INTERNATIONALISERING
Agrarische sector levert voor tien procent bijdrage aan de Nederlandse economie
Geen crisis voor de landbouw Terwijl de hele economie in het slop zit, blijven de agro- en foodexport een heel stabiele factor, zowel in België als in Nederland. Internationaliseren levert rendement, creëert banen en stimuleert innovatie en de toekomst lijkt ook nog eens rooskleurig. tekst Alice Booij
D
e wereldeconomie zit in crisis, maar de agrarische handel floreert. De in juni bekend geworden Europese cijfers over de im- en export van agrarische producten laten zien dat Nederland met 24 miljard euro het grootste handelsoverschot van alle 27 EU-landen heeft. In de totale Europese export heeft Nederland een aandeel van 15 procent, staat op de tweede plaats achter Duitsland (16%) en wordt gevolgd door Frankrijk (13%) en België (8,2%). Meer dan de helft van de agrarische uitvoer door de EU-27 komt dus uit deze vier landen. Het afgelopen jaar steeg de brutoproductiewaarde van de land- en tuinbouw nog eens 4 procent ten opzichte van 2011. ‘Het hele agrocomplex levert 10 procent
toegevoegde waarde aan de Nederlandse economie én de werkgelegenheid’, analyseert Petra Berkhout van het Landbouw Economisch Instituut (LEI). Van alle Nederlandse uitvoer van 331 miljard euro levert de agrosector 76,2 miljard euro. ‘Vlees, zuivel en sierteelt vormen de top drie van onze beste exportproducten.’ Het zijn goede cijfers, die ook nog eens vergezeld worden door positieve toekomstverwachtingen. ‘De crisis vind je niet terug in deze cijfers. Er zit groei in, elk jaar weer’, licht Berkhout toe. ‘De Nederlandse landbouw is van oudsher sterk; we hebben boeren met vakmanschap, goede productieomstandigheden en samenwerking tussen onderzoek, onderwijs en voorlichting. Het zorgt ervoor dat
Tabel 1 – In- en uitvoerwaarden voor de dierlijke producten en hun aandeel per productcategorie (in miljoen euro) in België in 2012 (bron: Comext)
invoerwaarde (in milj. euro)
18
aandeel uitvoerwaarde (%) (in milj. euro)
aandeel saldo (%) (in milj. euro)
vers vlees fokdieren gedroogd en gerookt vlees vleesbereidingen slacht- en gebruiksdieren zuivelproducten, waarvan kaas volle en magere melk boter en melkvet eieren andere dierlijke producten bijenhoning niet eetbare dierlijke producten
1.228 48 109 551 483 2.863 995 311 372 138 162 43 272
20,8 0,8 1,8 9,3 8,2 48,5 16,9 5,3 6,3 2,3 2,7 0,7 4,6
3.154 51 97 683 295 3.050 473 349 403 153 94 43 277
39,9 0,6 1,2 8,6 3,7 38,6 6,0 4,4 5,1 1,9 1,2 0,5 3,5
+1.926 +3 –12 +132 –188 +187 –522 +38 +29 +15 –68 0 +5
totaal
5.897
100
7.898
100
+2.001
V E E T E E LT V L E E S
VV06_intern Agribusiness.indd 18
JUNI
2013
20-06-13 16:11
export
import
exportsaldo
300
x 1000 ton
200 100 0 –100 –200 –300 –400
2000
2005
2010 jaar
2011
2012
Figuur 1 – Export/import rundvlees (bron: PVV)
gewicht met been x 1000 ton
400 300 200 100 0
2000
2005
2010 jaar
2011
2012
Figuur 2 – Rundvlees uit slachtingen (bron: PVV)
innovatie zijn weg vindt. Dankzij de samenhang tussen de primaire bedrijven en het bedrijfsleven zijn producten van hoge kwaliteit, veilig en betrouwbaar en daarmee houden we een goede naam in het buitenland.’
Meer welvaart, meer rundvlees Voor rundvlees ziet de toekomstige markt er goed uit. Met het toenemen van de welvaart in de wereld stijgt ook de vraag naar rundvlees. De productie van rundvlees in Europa laat echter een dalende lijn zien. Voor 2012 lag de productie 2,1 procent lager, met als specificatie: kalveren –4,3 procent, koeien –3,7 procent en stieren –1,1 procent. De export van vlees vanuit de EU is het afgelopen jaar dan ook gedaald met 18 procent, terwijl de jaren ervoor nog een stijging van maar liefst 95 procent (2010) en 31 procent (in 2011) te noteren viel. Het belangrijkste exportland is Rusland met 16 procent. De import van rundvlees en levende dieren is in 2012 met 5 procent gedaald, terwijl die over 2011 en 2010 ook al een vermindering van 15 en 12 procent liet zien. De eerste maanden van 2013 laten overigens weer een stijging zien. Met 45 procent komt veruit het meeste importvlees uit Brazilië. Deze ontwikkelingen zorgen voor gunstige prijzen voor rundvlees. Dat is ook hard nodig gezien de stijgende kosten de laatste jaren, met name die van krachtvoer. Uiteindelijk vloeit er van de goede marktomstandigheden nog weinig terug naar de vleesveehouders.
Vlaanderen exportgericht De totale agrarische export vanuit België over 2012 steeg met 8 procent naar een totaal van
V E E T E E LT V L E E S
VV06_intern Agribusiness.indd 19
J U N I
2 0 1 3
19
20-06-13 16:11
INTERNATIONALISERING
Kennis naar ontwikkelingslanden Niet alles wat de grens over gaat wordt meteen in klinkende munt uitbetaald. Agriterra stimuleert de melkveehouderij in ontwikkelingslanden met vrijwilligers die hun kennis en ervaring delen. ‘De melkveehouderij is “booming”’, geeft directeur Kees Blokland van Agriterra aan. ‘Wij helpen de lokale bevolking om zijn eigen welvaart te verbeteren. Daar wil je als bedrijfsleven natuurlijk bij zijn.’ Agriterra verspreidt agrarische kennis
totaal financiële en zakelijke dienstverlening handel, vervoer en opslag zorg agro & food industrie overheid bouwnijverheid onderwijs informatie en communicatie delfstoffenwinning energievoorziening horeca overig
7,9% 7,5% 5,7% 5,1% 4,1% 3,0% 1,9% 1,6% 3,1% 0
Er is wereldwijd heel veel vraag naar melk en dan wordt er ook gekeken naar de productiecapaciteit in ontwikkelingslanden. ‘Wie melk met kwaliteit kan leveren, heeft een markt én goede prijzen. Er liggen wereldwijd enorme kansen’, vertelt Blokland over deze bijzondere vorm van internationalisering. Voor Agriterra is de vraag vanuit de lokale boerenbevolking en hun organisaties bepalend. ‘Het moeten geen hoogstandjes worden met businessparken of investeerders die hele lappen grond opkopen. Dat zijn alleen maar eilanden van vooruitgang’, geeft hij aan. ‘We willen aansluiten bij de lokale initiatieven van gewone boeren. Dat gaat over coöperaties, net zoals onze opa’s en oma’s die hier hebben opgezet door hun krachten te bundelen.’ En daar zit ook een belang bij voor het Nederlandse bedrijfsleven. ‘Je wilt geen goedkope concurrentie zonder richtlij-
9,5%
10,0%
519,1 23,8% 16,8%
V E E T E E L T V lee s
VV06_intern Agribusiness.indd 20
JUNI
tuinbouw 36%
akkerbouw 11%
melkveehouderij 18% vee, vlees en eieren 21%
500
Figuur 3 – Agro & food-bijdragen aan de Nederlandse economie in 2010 (bron: LEI)
20
overig 14%
brutoproductiewaarde 2011 € 25,3 miljard
100 200 300 400 toegevoegde waarde (in miljarden euro’s)
38,4 miljard euro. De agrarische producten nemen van de totale Belgische export zo’n 11 procent voor hun rekening. Het exportgerichte Vlaanderen zorgt voor 81,5 procent van de nationale uitvoer. De Vlaamse overheid geeft aan dat er nog groeipotentie is van producten naar derde landen, landen buiten de EU. Het goede jaar 2012 kreeg ook de wind in de rug door een daling van de wisselkoers van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond, zo geeft VILT-onderzoeker Vincent Samborski aan. ‘De groei was er wel, maar niet zo hoog en sterk als de cijfers doen vermoeden. Toch verwachten we dat het beeld in 2013, ondanks een lagere inflatie, hetzelfde is.’ België heeft binnen de 27 EU-landen een
nen, maar een verantwoorde groei.’ De Nederlandse ervaringsdeskundigen – die op vrijwillige basis worden uitgezonden – zijn bij uitstek geschikt om de lokale ontwikkeling te ondersteunen. ‘We weten hoe je op weinig grond, met weinig vervuiling en chemie gezonde producten kunt produceren; een duurzame vorm van landbouw waar de hele wereld zijn voordeel mee kan doen.’ Het bestrijden van de armoede, het verkleinen van de kloof tussen rijk en arm en het verhogen van welvaart en welzijn, zijn de belangrijkste doelen. ‘De organisaties van boeren leveren dat, het is een vorm van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Zo helpt het Nederlandse bedrijfsleven bij de ontwikkeling en in een later stadium komt daar vaak ook de vraag naar technologie en specifieke kennis. Dan valt er ook wat te verdienen.’
Figuur 4 – Brutoproductiewaarde van de Nederlandse landbouw in 2011 (bron: LEI)
aandeel van 8,2 procent in de totale uitvoer. Van alle agrarische export is zo’n 20 procent afkomstig van dierlijke producten, waarvan 41 procent zuivelproducten is en 38 procent vers vlees. Vooral dit verse vlees heeft een bijdrage geleverd aan het positieve handelssaldo. Hierbij komt 608 miljoen euro op het conto van rundvlees. Zuivelbereidingen, kaas, mageremelkpoeder, boter en melkvet zijn in deze volgorde de belangrijkste zuivelproducten die de grens overgaan. Overigens komt er meer kaas België binnen, voornamelijk uit Frankrijk en Nederland.
Oneindige Chinese markt Voor 68 procent wordt de handel in agrarische producten bedreven met buurlanden. In de handel met derde landen lig-
gen nog mogelijkheden tot groei, met name Rusland, China, India, Azië, Afrika en Zuid-Amerika, vooral de zogenaamde BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China), geeft Samborski aan. ‘China is een oneindige markt, met name voor verse producten’, meent Samborski. De export vanuit België nam sterker toe dan de import, waardoor het agrarische handelsoverschot is toegenomen tot 4,7 miljard euro. Vooral de dierlijke producten en agro-industriële producten dragen bij tot dit positieve saldo. Komende jaren wordt een verdere toename van de export verwacht. De belangrijkste Belgische exportproducten zijn chocolade (2 miljard euro), aardappelbereidingen, varkensvlees, diepvriesgroenten en bier. l
2013
20-06-13 16:11
T H E M A B I J E E N K O M S T
Studiedag kijkt naar effecten van derogatie op milieu en ruwvoerkwaliteit
Derogatie in evenwicht De afgelopen jaren maakten talloze veehouders gebruik van derogatie om een verhoogde mestafzet te kunnen genereren op de eigen grond. Of dat ook effecten had op de stikstofrest in de bodem, de waterkwaliteit in de omgeving of het ruwvoer, vormde het onderwerp van een studiedag. tekst Annelies Debergh
Davy Vandervelpen:
Mathias Abts:
‘Slechts dertig
‘Bij laat injecteren
procent haalt
blijft te veel
een juiste bodem- werkzame stikstof zuurtegraad’
M
et nieuwe onderhandelingen over het mestactieplan in het vooruitzicht, zag de Afdeling Duurzame Landbouwontwikkeling van de Vlaamse overheid aanleiding om de effecten van derogatie op de bodem en de voeropbrengst op een rijtje te zetten. De studiedag vond begin juni plaats op drie locaties. ‘Met de huidige mestwetgeving evolueren de meetresultaten voor nitraat in de goede richting’, illustreerde Ivan Ryckaert van het Departement Landbouw en Visserij aan de hand van een grafiek. Met derogatie krijgen Vlaamse veehouders een verhoogde bemestingsnorm op jaar-
onbenut’ rond beteelde oppervlakten. De uitzonderingsmaatregel levert zo onder meer voor graslanden en bij de combinatie gras-mais extra plaatsingsruimte voor mest op. ‘De hoeveelheid en de kwaliteit van ruwvoeders zijn de basis voor een kostenefficiente rundveehouderij’, klonk Ryckaert. ‘De vraag is dan ook in hoeverre ruwvoederwinning en derogatie verzoenbaar zijn op economisch en ecologisch vlak.’ Met een hele reeks tabellen en figuren gaf Davy Vandervelpen van de Bodemkundige Dienst aan dat er geen statistisch verschil was in nitraatresidu bij derogatie- en niet-
derogatiepercelen. ‘Er is dus geen negatief effect van derogatie op de waterkwaliteit.’ Wel zijn duidelijke verschillen te zien tussen de teelten, zo gaf Vandervelpen aan. ‘Bij grasland overschreed 11 procent van de derogatiestalen de norm in 2012, bij mais lag dat op 23 procent.’ Vandervelpen pleitte daarom voor een perceelsspecifieke bemesting. Hij gaf daarenboven aan dat alle bodemfactoren op peil moeten zijn. ‘Amper dertig procent van de percelen haalt een bodemzuurtegraad die in de streefzone ligt. Zonder een juiste zuurtegraad is ook de opname van voedingselementen door de plant onvoldoende.’
Werkzame stikstof Mathias Abts, werkzaam op het Departement Landbouw en Visserij, ging dieper in op de verzoenbaarheid van een laag nitraatresidu met een hoge ruwvoederkwaliteit. Hij hamerde er onder meer op om dierlijke mest vroeg toe te dienen. ‘Bij te laat injecteren van het grasland blijft veertig procent van de werkzame stikstof onbenut.’ Abts probeerde veehouders ervan te overtuigen om met het systeem van werkzame stikstof te werken in plaats van met absolute hoeveelheden stikstof. ‘Wat betreft het gebruik van dierlijke mest maakt het systeem van werkzame stikstof geen verschil, maar er is wel meer ruimte
voor bemesting met kunstmest. De behoefte van de teelt en het bemestingsadvies worden altijd in werkzame stikstof uitgedrukt. Dat zorgt voor een betere aansluiting van de bemesting op de praktijkbehoefte in het veld.’ Volgens Matthieu Frijlink, consulent bij Boerenbond, zorgen de strengere bemestingsnormen ervoor dat het eiwitgehalte in graskuilen onder druk staat. ‘In 2012 daalde het ruweiwitgehalte in graskuilen met tien procent. Dat compenseren met soja betekent meerkosten van 0,3 euro per honderd liter melk. Voldoende goed ruwvoer blijft belangrijk om het rantsoen en de kostprijs in balans te houden.’
Rendabele tussenteelt Frijlink ging op de studiedag onder meer de discussie aan of gras of snijrogge verbouwen als tussenteelt met mais wel daadwerkelijk rendabel is. Daartoe vergeleek de Boerenbond-consulent de kostprijs van de teelten en de uitgespaarde mestafzetkosten met de voederwaardeopbrengst. Het leverde een balanstotaal op van 220 euro per hectare. ‘Dat bedrag is mooi verdiend. Wanneer er als gevolg van de tussenteelt gras ook tot tien procent opbrengstverlies bij de volgteelt mais te zien is, dan wordt de meerwaarde van de tussenteelt bijna gecompenseerd.’ Meermaals benadrukte Frijlink dat voeropbrengst en mestafzet steeds nadrukkelijker bepalende factoren worden in de bedrijfsvoering. ‘Het is geen kunst om twintig koeien meer te houden. Veel werken kan iedereen, er ook wat aan verdienen is iets anders. Reken dus eerst voor je investeert in uitbreiding.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV06_themadag ruwvoer.indd 21
J U N I
2 0 1 3
21
20-06-13 15:11
B E D R I J F S R E P O RTA G E
Patrick Fonteyne en Nadine Coene Sinds twee afkalfseizoenen werkt de familie Fonteyne met continue temperatuurLo registratie voor afkalfdetectie bij de 120 kalvende witblauwen. Ras: Aantal kalvingen: Hoeveelheid gras: Hoeveelheid mais:
Belgisch witblauw 120 35 hectare 12 hectare
Nadine Coene en Patrick Fonteyne
Familie Fonteyne houdt vast aan zoogsysteem voor de opfok van de witblauwkalveren
Computer voorspelt kalving Sinds ze met afkalfdetectie werken, zijn nachtelijke sessies voor Patrick Fonteyne en Nadine Coene voltooid verleden tijd. Met de continue temperatuurregistratie kunnen ze het afkalfmoment van hoogdrachtige witblauwkoeien precies voorspellen. tekst Annelies Debergh
V
an de straat af is hun witblauwbedrijf amper te vinden. Weinig laat vermoeden dat achter het grote herenhuis, vrij centraal in het West-Vlaamse Lo gelegen, ook een boerderij schuilhoudt. Patrick Fonteyne en Nadine Coene baten er al sinds 1990 hun witblauwfokkerij uit. Omdat de uitbouw van het bedrijf op die plek in omvang beperkt is, combineren ze de activiteiten in Lo met een tweede locatie in Bulskamp.
Biest in reserve De focusgroepen bevinden zich allemaal in Lo. ‘Alles kalft hier af’, begint Nadine. Als de staldeur opengaat, volgt een aaneenschakeling van bindplekken waar de kalvingen plaatsvinden. ‘We laten alle kalveren ook nog zuigen bij de moeder. Zolang je alles goed opvolgt, lijkt ons dat nog altijd het beste opfoksysteem.’ Tot de leeftijd van ongeveer drie maanden blijven de kalveren bij de moeder. Alleen niet de eerste dag. Daarvoor is naast de koeien een kleine ruimte voor-
22
zien waar de kalveren de eerste levensdag doorbrengen. Het kalf kan nog niet zogen, maar de koe kan het kalf wel zien, ruiken en likken. ‘De eerste dag dienen we zelf de biestmelk toe’, vult Patrick aan. Door de koe de eerste drie keer ook echt zelf te melken, komt de melkproductie meteen goed op gang. ‘Het kalf krijgt zo zeker genoeg biest binnen maar ook niet te veel. Zo kunnen we van oudere koeien het overschot aan biest in de diepvries stoppen voor aanleg van een reserve.’ Voor het bewaren van die biest beschikt het bedrijf over een aparte diepvriezer. De biest wordt zorgvuldig gelabeld met naast het nummer van de koe ook nog eens de informatie of het om eerste, tweede of derde biest gaat en de datum van afkalven. ‘Zelfs als we maar een halve liter te veel hebben, dan wordt die biest nog weggestopt’, klinkt het resoluut. ‘Door genoeg bedrijfseigen biest te verzamelen kunnen we insleep van ziektekiemen door gebruik van andere biest vermijden.’
Zogen bij de moeder vanaf de tweede dag
Bij de familie Fonteyne ligt de focus op de periode voor en kort na het kalven. Zo tekende het bedrijf ook in om aan de slag te gaan als proefbedrijf voor het testen van het afkalfdetectiesysteem Cowsonweb. Het systeem werkt met continue temperatuurregistratie doorgeseind via internet. In de zomer kunnen drachtige dieren daardoor gewoon buiten, weliswaar in de nabijheid van de zender, blijven lopen.
Afkalfdetectie op afstand ‘Kijk’, illustreert Nadine achter de computer. Ze haalt op het scherm de temperatuurcurven van een dier naar voren. ‘Die koe heeft tot gisteren buiten gelopen en omdat gisterenavond de curve begon te dalen, hebben we haar naar binnen gehaald. We weten met zekerheid dat ze vandaag gaat kalven.’ ‘We komen nu nooit meer voor een verrassing te staan’, geeft Patrick de voordelen van afkalfdetectie aan. ‘Op voorwaarde dat koeien die kunnen kalven ook echt een zender dragen, kan de computer van elke koe het afkalfmoment bepalen. Zo hoef je ook ’s nachts niet standaard meer de stal in te gaan.’ In de wintermaanden gaat Patrick wel nog soms het bed uit wegens de veelheid aan kalvingen in die maanden. ‘Maar vooral in de rustiger zomermaanden ervaar ik het verschil. Vroeger gebeurde het soms dat ik gedurende meerdere weken ’s nachts opstond om een koe te controleren. Nu is dat bijna altijd beperkt tot één nacht.’ Omdat het bedrijf veel werkt met natuurlijke dekkingen en niet alle afkalfdata gekend zijn, is het belangrijk om de hoogdrachtige kudde goed op te volgen. Ook door de combinatie met het tweede bedrijf is de afkalfdetectie een goed hulpmiddel. ‘Toen we vroeger naar het andere bedrijf gingen, moesten we altijd iemand zoeken om thuis een oogje in het zeil te houden. Dat valt nu allemaal veel gemakkelijker te organiseren.’ Ook
VV EE EE TT EE EE LLTT VV LL EE EE SS JOU KNTI O2B0E 1R3 2 0 0 9
VV06_BWB afkalfdetectie.indd 22
20-06-13 11:11
Temperatuursensor is naast de staart bevestigd
De temperatuursdaling komt op de computer
als we op reis willen gaan. ‘Zelfs op afstand kunnen we de kudde in de gaten houden.’ Voor de natuurlijke dekkingen maken Patrick en Nadine gebruik van zes ingeschreven stieren. Zo lopen in de weide onder meer zonen van Jonas, Fascinant en Bambino. ‘Bij de vaarzen hebben we afgelopen winter vooral ki gebruikt om zo een stier uit te sparen’, vertelt Patrick. De keuze viel op Kubitus de Bray. ‘Hij is niet zo luxe bespierd als Adajio, maar weegt meer in de opfok. Zo past hij binnen ons fokdoel.’ Wat het streefdoel precies is in de fokkerij, kan deze witblauwfokker met één zin omschrijven. ‘Ik wil eindigen met een groot en zwaar dier, maar ook een dier
Gelabelde biestvoorraad voorkomt tekorten
dat aan het einde van de rit voldoende goed van model is.’ Kruisen kwam er tot nog toe nooit aan te pas, en dat zal ook niet snel gebeuren. ‘Volgens mij zijn er binnen het witblauwras voldoende mogelijkheden om zware en grote stieren te vinden om mee verder te gaan.’
Fitter met gras Naast de aanbouw van een nieuwe stal op het tweede bedrijf, is ook het rantsoen de afgelopen jaren enigszins bijgestuurd. Voor ruwvoerproductie verbouwen Patrick en Nadine 12 hectare mais en 35 hectare gras. Het bouwplan is voor de afwisseling nog aangevuld met aardappelen, wintertarwe en suikerbieten. ‘Vroeger gaven we in de winter dertig
procent gras en zeventig procent mais aan de koeien, maar het aandeel mais is teruggebracht naar vijftig procent.’ Patrick wijst op de zomer. ‘Op de weide zijn de dieren op hun best. Met een hoofdaandeel mais hadden we in de winter de indruk dat de dieren loom en lui werden. Met meer gras in het rantsoen krijg je een fitter dier.’ Groei van het bedrijf is geen doel voor de korte termijn. ‘We streven er elk jaar naar om minstens op 120 kalvingen uit te komen. Voor de rest willen we het bedrijf vooral goed laten draaien. Daar ligt volgens ons voorlopig de meeste winst. Kwantiteit en groei is één ding, kwaliteit en het in de praktijk goed doen is nog wat anders.’ l
Fokken op grote, zware en economische koeien met voldoende type
V E E T E VE EL ET TV EL EE LE TS V O L EK ET SO B J U E R N I 2 20 00 19 3
VV06_BWB afkalfdetectie.indd 23
23
20-06-13 11:11
EMBRYO’S BELGISCH- WITBLAUWRAS Eerstekwaliteitsembryo’s uit witblauwstamboekvee
Ook met weeginrichting mogelijk!
Embryoproductie EU-erkend.
Gratis catalogus beschikbaar op aanvraag: Marijke Cuelenaere, VRV-ET (CRV Holding BV)
Vang- en behandelbox type P-1 met weeginrichting
Tel.: +31 (0)418-592 341 www.klauwbekapboxen.nl
Voor Nederland: 0032 9 363 92 11 Voor België: VRV-klantendienst, 078/15 44 44 toets 1
Diverse modellen leverbaar Handbediend en elektrisch Naar wens samen te stellen Korfgraaf 8 • 4174 GM Hellouw (NL) Tel.: +31 (0)418-592 341 • fax: +31 (0)418-591 620 info@klauwbekapboxen.nl • www.klauwbekapboxen.nl
10 juli voorbeschouwing:
LIBRAMONT 2013 U kunt uw advertentieruimte reserveren t/m 1 juli Bel: +31 (0)26 38 98 820/823 of e-mail: advertenties@crv4all.com
24
V E E T E E LT V L E E S
VV06_p24.indd 24
JUNI
2013
20-06-13 13:21
T H E M A B I J E E N K O M S T
Sperma-onderzoek natuurlijk dekkende stier waardevol
Minder gevoel en meer berekenen Wie echt wil, kan het rendement op het vleesveebedrijf nog flink verbeteren, zo bleek op de eerste Boerderij Vleesvee Vakdag in Epe. Alert zijn op fiscale voordelen, strikt zijn op vruchtbaarheid en de durf om eens een hogere prijs voor een dier te vragen vergen wel een actieve inzet. tekst Jorieke van Cappellen
D
e eerste Boerderij Vleesvee Vakdag, georganiseerd door het vakblad Boerderij, mocht met ruim 150 vleesveehouders op veel belangstelling rekenen. Een hoger rendement uit vleesvee behalen was het centrale thema. ‘De Nederlandse roodvleessector is de sector met het laagste antibioticagebruik. Veel bedrijven zijn extensief en passen weidegang toe’, vertelde vleesveehoudster Anita Heijdra uit IJsselstein. Heijdra spant zich in om de vleesveesector bij overheid en onderzoeksinstanties een duidelijker gezicht te geven. Door versnippering en het hobbymatige karakter van de sector ontbreken vaak harde feiten en cijfers. ‘Als sector loop je het gevaar over één kam geschoren te worden met de melkveehouderij of de vleeskalverhouderij. Zo is de dierdagdosering bij antibiotica gebaseerd op het gewicht van een gemiddelde melkkoe van 600 kilogram.’ Pas sinds dit jaar kent de vleesveehouderij een eigen specifieke Maatlat Duurzame Veehouderij (MDV). ‘Door bijvoorbeeld staldakisolatie en een reductie van de ammoniakuitstoot, maar ook voor welzijnsaspecten als weidegang en een aparte behandelstraat, kunnen vleesveehou-
nieuwsgierig, door bijvoorbeeld terloops aan te geven dat je nog een paar fijne dieren hebt.’ Joost Huijbregts, vleesveespecialist bij ForFarmers/Hendrix ging in op de noodzaak om meer te berekenen. ‘In de vleesveehouderij gebeurt er nog te veel op gevoel’, vertelde Huijbregts, die het publiek vroeg of het de tussenkalftijd van zijn dieren kende. Twaalf van de tachtig aanwezigen staken hier de hand op. ‘Door te streven naar een tussenkalftijd van 385 dagen in plaats van 440 dagen, heb je bij vijftig dieren bijna zes kalveren meer’, gaf Huijbregts als voorbeeld. ‘Verkoop je de kalveren voor 850 euro, dan heb je ruim 5000 euro verborgen rendement.’ Huijbregts adviseert dieren bij verkoop altijd te wegen voor de juiste prijs. ‘Meten is ook hier weten.’
Vruchtbare dieren
Toon van Genugten:
Joost Huijbregts:
‘Durf ook eens
‘In de vleesvee-
twintig cent meer
sector gebeurt er
per kilo te vragen’ te veel op gevoel’ ders fiscaal voordeel behalen.’ Ook hier ondervindt de vleesveesector nog obstakels. Heijdra: ‘Er worden nu veel hellingstallen gebouwd, maar in hoeverre zij ammoniak reduceren moet nog wetenschappelijk onderzocht worden.’ Heijdra adviseert veehouders om uit te gaan van de eigen situatie en wensen bij nieuwbouw en vervolgens te kijken hoe de MDV kan worden ingepast op het bedrijf.
Hoe duurder verkopen? Toon van Genugten, eigenaar van meerdere varkensbedrij-
ven en horeca-ondernemingen, gaf de vleesveehouders tips mee om hun dieren duurder te verkopen. ‘De markt is anders dan vroeger. We kunnen niet meer vleesveehouden en produceren zoals onze ouders dat deden.’ Volgens Van Genugten moeten vleesveehouders produceren waar de markt naar vraagt. ‘Wees op de hoogte van actuele marktprijzen en wees overtuigd van de kwaliteit van je eigen product. Durf ook eens twintig cent meer voor een kilo te vragen. En maak de handelaar
Vleesveedierenarts van dierenartsenpraktijk Someren Brecht Scheirlinck ging in op het rendement van een goede vruchtbaarheid en het belang van vruchtbaarheidsbegeleiding bij vleesvee. ‘Door pinken en afgekalfde dieren op te voelen, weet je hoe het ervoor staat met de vruchtbaarheid en voorkom je teleurstellingen.’ Bij de aankoop van een natuurlijk dekkende stier kunnen veehouders al een inschatting maken van het bevruchtend vermogen van de stier. ‘Let op uiterlijke kenmerken als een zware spieraanzet in de nek en de kleur en omvang van het scrotum.’ Gezond beenwerk is belangrijk. ‘Een kreupele stier springt niet.’ Scheirlinck wijst op de waarde van sperma-onderzoek, dat dierenartspraktijken vaak zelf kunnen uitvoeren. ‘Een stier kan te weinig of slechte zaadcellen produceren. Een stier die ziek is of koorts heeft gehad, produceert tot acht weken erna nog minderwaardig sperma.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV06_themadag Vleesvee boerderij.indd 25
J U N I
2 0 1 3
25
20-06-13 11:58
M E L K V E E H O U D E R I J
3.0
Ondernemer Jacob Beeker schakelt consument in voor kalfsvleesproductie
Geld van de grote massa Na vette jaren houden banken steeds meer de hand op de knip. Hoe komt een veehouder in de toekomst aan voldoende financiering? Crowdfunding heeft de toekomst, maar investeerders blijvend aan je binden vergt wel inspanning. tekst Jorieke van Cappellen
Z
even miljoen euro. Dat bedrag werd vorig jaar door 5500 mensen gezamenlijk geïnvesteerd in twee Groningse windmolens. Sinds januari 2013 wekken ze daarmee hun eigen energie op, zonder tussenkomst van grote energiebedrijven. Het project ‘Winddelen’ is een voorbeeld van een succesverhaal door crowdfunding. Crowdfunding betekent letterlijk het laten financieren van een particulier initiatief door ‘het grote publiek’. Het fenomeen is hot. Crowdfunding-websites, waarop particulieren hun project én het benodigde eindbedrag ervoor plaatsen, schieten als paddenstoelen uit de grond.
26
VV06_crowdfunding.indd 26
@a
nne luch ies.n
Enige research laat zien dat de succesverhalen in de veehouderij nog niet dik gezaaid zijn, maar kleinschalige initiatieven zijn er wel degelijk. Zo zet ondernemer Jacob Beeker crowdfunding in voor zijn bedrijf dat jerseykalveren afmest. Beeker koopt de veelal als waardeloos beschouwde jerseystierkalveren van melkveebedrijven op, fokt ze op en verkoopt het kwaliteitsvlees. Mensen die zijn initiatief willen ondersteunen, vraagt Beeker een bedrag van 100 euro. ‘Het jaar erop krijgen ze een jerseyvleespakket ter waarde van 125 euro terug’, stelt Beeker als tegenprestatie. Inmiddels steunen onge-
veer 90 crowdfunders Beekers initiatief. Het ‘voorverkoopmodel’ van Beeker is momenteel een van de meestgebruikte manieren bij het werven van investeerders voor een project, weet Maarten de Jong, oprichter van crowdfunding-website Oneplanetcrowd.nl. Het bedrijf achter de website spitst zich toe op het begeleiden van particulieren of bedrijven die geld nodig hebben om een groen, duurzaam of sociaal maatschappelijk projecten op te zetten. ‘Crowdfunders kunnen een particulier ook een lening verstrekken. De rente op een dergelijke lening ligt tussen een spaarrente voor consumenten en een leenrente voor ondernemingen in en bedraagt zo’n 4 tot 7 procent. Een derde vorm is het onbaatzuchtig geven van geld, een echte donatie dus.’
Vooral kleinschalige projecten Het belangrijkste verschil tussen een ‘gewone’ lening van de bank en crowdfunding is dat er bij crowdfunding een gemeenschappelijk belang is tussen de ondernemer en degene die het geld in
l, 2013
20-06-13 10:07
NAJK: crowdfunding creëert dialoog met consument Door steeds stijgende kosten van grond en productiefactoren denken jonge agrarische ondernemers al steeds meer na over andere vormen van financiering. Dat ziet Ramon Klaassens, portefeuillehouder bedrijfsovername bij het Nederland Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK). In 2012 organiseerde het NAJK een discussie tussen leden over alternatieve financieringsvormen in de landbouw. Jonge agrariërs zien crowdfunding als kansrijk voor deelfinanciering, om kleinere projecten op het bedrijf zonder hulp van de bank te kunnen realiseren. ‘Voor het bouwen van een nieuwe stal is crowdfunding nog geen optie. Maar
crowdfunding werkt heel goed bij een deelproject als “Boer zoekt buur”, waar het Zeeuwse AJK volop mee bezig is. Hierbij investeren burgers in zonnepanelen op het dak bij een boer. De burger krijgt vervolgens energie tegen een goedkoper tarief.’ Klaassens ziet ook varianten op crowdfunding, zoals een abonnementensysteem. Een klant betaalt jaarlijks een vast bedrag aan een vleesveebedrijf en krijgt daar een aantal keer een vleespakket voor terug. ‘Je creëert als ondernemer een nieuwe financieringsbron en het zorgt voor een directe dialoog met je afnemer. Als de klant een goed gevoel
heeft bij je product, blijft hij zich aan je binden. De “crowd” geeft je een “license to produce”.’ Klaassens verwacht dat de komende jaren meer gebruikgemaakt gaat worden van nieuwe financieringsvormen. ‘Jongeren denken anders na over financiering. Grondgebruik bijvoorbeeld vinden zij soms belangrijker dan grondbezit. En ook accountants en adviseurs zien steeds meer de mogelijkheden van deze financieringsvormen. Bovendien merken we dat jonge ondernemers echt bereid zijn om de dialoog met de consument aan te gaan. Dat is het belangrijkst voor het succes van crowdfunding.’
zijn project investeert. ‘Een donateur investeert alleen in iets waar hij een goed gevoel bij heeft of iets waar hij zelf gebruik van wil maken’, vertelt Arthur van der Graaf, managing director bij Seeds. Seeds is onderdeel van Dialogues Incubator, de innovatiedochter van ABN Amro, en heeft zich gespecialiseerd in het onderzoeken van de kansen van crowdfunding. Van der Graaf: ‘Het bijzondere aan crowdfunding is dat het financieel rendement van een dergelijke investering in dit
geval vaak een ondergeschikte rol speelt. Een donateur kan bijvoorbeeld geld steken in een kaasmakerij waarvan hij straks zelf het eindproduct wil kopen, omdat hij het gevoel heeft dat hij dan een eerlijker, duurzamer of gezonder product koopt.’ In die zin acht Van der Graaf crowdfunding kansrijk voor de veehouderij. ‘Je ziet bij mensen meer behoefte aan regionaal geproduceerd voedsel.’ Van der Graaf ziet nu voornamelijk nog kleinschalige projecten gefinancierd wor-
den via crowdfunding. ‘Momenteel zijn projecten tot 150.000 euro haalbaar, maar inmiddels worden ook miljoenenprojecten met crowdfunding gerealiseerd.’
Goed verhaal bepaalt succes Door het succes van crowdfundingwebsites zijn ook banken steeds meer geïnteresseerd in crowdfunding. Van der Graaf: ‘Van oudsher is het altijd de bank geweest die geld aantrekt en weer uitzet. Maar ook in “de massa”, dus de consument, zit geld dat men bereid is om te investeren. Banken kunnen een grote rol spelen in het bij elkaar brengen van partijen.’ Wie verwacht dat het online plaatsen van een project voldoende is om het geld binnen te laten rollen, heeft het mis. Maarten de Jong: ‘De “crowd” moet in je geloven en dat betekent dat je je verhaal heel goed moet brengen.’ Dat geloof in de onderneming ondervond Jacob Beeker aan den lijve. ‘Zeker in het begin kost het moeite om mensen over de streep te halen’, vertelt hij. ‘Ik verstuur maandelijks een nieuwsbrief aan ongeveer 500 personen en via Facebook en Twitter laat ik het weten als ik er weer nieuwe crowdfunders bij heb. Je moet laten blijken dat je de investering van je crowdfunders waardeert.’ ‘De boer moet niet alleen de drijfveer hebben om het geld binnen te halen, maar daarna ook zijn best blijven doen om zijn ideaal te behouden. Anders haken investeerders snel af’, weet Van de Graaf. ‘Zijn ondernemers in staat om hun investeerders blijvend aan zich te binden, dan gaat crowdfunding voor fundamentele veranderingen zorgen in het financieren van projecten.’ l
V E E T E E LT V L E E S
VV06_crowdfunding.indd 27
J U N I
2 0 1 3
27
20-06-13 10:07
V O E R
V O O R
V L E E S B O E R
Krachtvoederwaardeprijzen mengvoeders (1000 vevi per kg)
4 juni 2013
vorige maand
26,30 27,05 28,00 28,75 29,65
26,75 27,55 28,55 29,35 30,25
stier 90 (90 g dve) stier 100 (100 g dve) rosé 110 (110 g dve) rosé 120 (120 g dve) rosé 130 (130 g dve)
Tabel 1 – Prijzen mengvoeders (euro’s per 100 kg, excl. btw) Bron: Wageningen UR Livestock Research
kvem kg dve-toeslag kvevi kg dve-toeslag
4 juni 2013
laatste 12 maanden
16,2 104,7 18,1 85,1
16,4 106,0 17,8 90,4
Tabel 2 – Energie- en eiwittoeslagprijzen (in eurocenten, excl. btw) Bron: Wageningen UR Livestock Research
Contracten in Frankrijk De Franse organisatie voor vleesproducenten Interbev heeft een akkoord afgesloten met de rundvleesketen. Het akkoord definieert de standaardbepalingen voor het verhandelen van vee en is toepasbaar voor bedrijven die elk jaar minstens twintig dieren afzetten. Er zijn afspraken gemaakt over het product, de methode van levering, de prijsbepaling en de betalingsmethode.
Bijproduct verlaagt eiwitvoerkosten Bij inmenging van ProtiWanze, een bijproduct uit de bio-ethanolindustrie, in het rantsoen kunnen de eiwitvoerkosten met 8 tot 10 cent per kilogram droge stof gedrukt worden bij zoogkoeien. Bij afmeststieren levert het een voordeel van 3 tot 4 cent per kilogram droge stof op. Dat blijkt uit een onderzoek van de veterinaire universiteit te Luik. Voeren van ProtiWanze heeft geen nadelen voor de vruchtbaarheid
Opnieuw tekort rundvlees in 2013? Europese experts verwachten dat het tekort aan rundvlees in 2012 in de Europese Unie ook in 2013 aanhoudt. In vijf jaar tijd is het aanbod aan rundvlees met acht procent gedaald en ook in 2013 zet de daling door, volgens tijdschrift Sillon Belge. De redenen voor het verminderde vleesaanbod zijn divers. Toename van de productiekosten zou de terugval veroorzaken. Toch zien economen kansen voor Europees rundvlees op de wereldmarkt.
De faculteit onderzocht gedurende twee jaar het inmengen van het product in het rantsoen op drie bedrijven met Belgisch-witblauwvee en op één bedrijf met blonde-d’Aquitainedieren. ProtiWanze is een vloeibaar product dat 282 gram ruw eiwit per kilo droge stof bevat met een energie-inhoud van 1222 vevi. Het financieel voordeel van de hoge energie-inbreng in het rantsoen door het bijproduct werd in het onderzoek niet in rekening gebracht. Het referentierantsoen in het onderzoek bevatte voor eenzelfde eiwitvoorziening een derde soja en twee derde koolzaadkoek. Behalve het financieel voordeel blijkt uit het onderzoek ook dat ProtiWanze geen nadelige invloed heeft op de vruchtbaarheid van de zoogkoeien en op de groei, de voederconversie of het slachtrendement bij de afmeststieren. Ook bij inmenging tot 16 procent van de totale hoeveelheid droge stof trad geen pensverzuring op. Door de lage pensvulling had het product geen verdringingseffect op andere voedermiddelen.
Aankoopprotocol wint terrein Vlaamse rundveehouders maken meer en meer gebruik van het diergezondheidsprotocol bij aankoop. Uit de jaarcijfers van DGZ blijkt dat er in 2012 ruim 27.000 aankoopprotocollen werden uitgevoerd. In 2011 waren dat er 18.500. Van de 226.021 verhandelde dieren in 2012 is iets meer dan 12 procent getest. Via het aankoopprotocol kunnen veehouders de insleep van dierziekten bij aankopen vermijden. Ongeveer 8,4 procent van de aangekochte runderen was in 2012 drager van het ibrwildvirus. Voor neospora, de belangrijkste oorzaak van besmettelijke verwerpingen,
28
VX06_vvb.indd 28
V E E T E E LT V L E E S
JUNI
scoorde ongeveer 9 procent van de onderzochte dieren positief, terwijl 0,7 procent positief was voor paratuberculose. Voor elk van deze ziekten is de trend licht dalend ten opzichte van 2011. Bijna 1 procent van de onderzochte dieren was drager van bvd. Bij vleesvee ligt het aantal positieve testen met 0,8 procent een fractie lager, terwijl exact evenveel paratuberculose is vastgesteld als bij dieren van het melktype. Neospora is duidelijk frequenter vastgesteld bij dieren van het vleestype. Ook in de vleesveehouderij is aandacht voor neospora dus belangrijk.
2013
20-06-13 15:46
V L E E S P R I J Z E N
Vaccin tegen Schmallenberg
Kwaliteitslabel Meritus verdwijnt vanaf 1 juli Eind juni neemt de Belgische rundvleessector afscheid van het kwaliteitslabel Meritus. Vanaf 1 juli garandeert het nieuwe generieke lastenboek rundvlees de kwaliteit van Belgisch rundvlees. Dat meldt Belbeef, de organisatie achter het Meritus-label, in een persbericht. Sinds 6 juni 2013 is Belbeef beheerder van het generiek lastenboek rundvlees. Onder de grootdistributeurs maakte enkel Delhaize nog gebruik van het Merituslabel. Grootdistributeurs zoals Carrefour of Colruyt werken boven op de wettelijke kwaliteitsnormen met eigen, bijkomende kwaliteitseisen of maken gebruik van het wettelijk geregeld basislastenboek Rund. Belbeef schakelt nu over naar één generiek lastenboek markttoegang voor rundvlees. De voorwaarden voor de veehouder zijn opgenomen in het lastenboek CodiplanPLUS Rund. Met één enkele controle en certificatie kan de veehouder voortaan runderen aanbieden aan de verschillende winkelketens.
5,0
euro/kg koud geslacht excl. btw
S 2012
S 5,07
4,5
E 4,29 E 2012
4,0 R 3,55 3,5
R 2012 U 2012
U 3,42 3,0 2,5 2,0
1
5
10
15
20
25 30 week
35
40
45
50
KOEIEN 5,0
S 4,67
4,5 euro/kg koud geslacht excl. btw
Naar verwachting komt voor Groot-Brittannië binnen enkele weken een vaccin tegen het Schmallenbergvirus beschikbaar. Het vaccin is ontwikkeld door MSD Animal Health en heeft de merknaam Bovilis SBV meegekregen. MSD hoopt het vaccin in juni beschikbaar te hebben voor Britse veehouders. Het Schmallenbergvirus werd eind 2011 voor het eerst ontdekt in Duitsland, waarna het zich snel verspreidde over grote delen van Europa. Met name Groot-Brittannië werd in 2012 hard getroffen. Tot in maart 2013 waren er 1753 gemelde gevallen. Groot-Brittannië is het eerste land dat de beschikking krijgt over het vaccin. ‘Binnen enkele maanden wordt bekend in welke andere landen het vaccin mogelijk ook beschikbaar komt’, laat William Veekens, directeur afdeling Herkauwers bij MSD Animal Health in Nederland, weten. Het Schmallenbergvirus wordt verspreid door knutten en veroorzaakt koorts en diarree. Bij dieren in een vroeg stadium van de dracht veroorzaakt het virus misvormingen aan de vrucht, waardoor kalveren misvormd ter wereld komen.
STIEREN
S 2012 E 4,13 E 2012 U 2012
4,0 U 3,87
3,5
R 3,00
3,0
R 2012
2,5 2,0
1
5
10
15
20
25 30 week
35
40
45
50
N U KA’S 800 700 dikbil 2012
euro/stuk excl. btw
600 dikbil 587,50
500 400 300
gewoon 215
gewoon 2012
200
melkvee 100
melkvee 2012
100 0
1
5
10
15
20
25 30 week
35
40
45
50
Voor de meest actuele vleesprijzen: ga naar www.veeteeltvlees.nl V E E T E E LT V L E E S
VX06_vvb.indd 29
J U N I
2 0 1 3
29
20-06-13 15:46
C O L O F O N
AGENDA Keuringen en prijskampen
De liefde van een kalf voor zijn moeder bij familie Fonteyne in Lo. Foto: Kristina Waterschoot
30 juni: 7 juli: 13 juli: 20 juli: 26 juli: 26 juli: 27 juli: 1 augustus: 3 augustus: 3 augustus: 29 augustus: 1 september: 2 september: 8 september: 26 oktober:
COLOFON
Veilingen
VeeteeltVlees is een uitgave van CRV BV en verschijnt maandelijks.
28 september:
CRV-fokveedag witblauw regio Oost-Vlaanderen te Sint-Lievens-Houtem CRV-fokveedag witblauw regio Limburg te Alden-Biesen Keuring witblauw regio Zuid-West te Sluis CRV-fokveedag witblauw regio West-Vlaanderen te Wulpen Belgische nationale blonde d’Aquitainekeuring te Libramont Belgische nationale limousinkeuring te Libramont Belgische nationale witblauwkeuring te Libramont Vleesveekeuring te Enter Vleesveekeuring te Stroe Vierde witblauwfokdag Keukens Redant te Erpe-Mere Franse nationale charolaiskeuring te Marault (Frankrijk) Regiokeuring witblauw regio centraal te Geffen CRV-fokveedag witblauw regio Vlaams-Brabant te Leuven Keuring witblauw regio Limburg te Mesch Nationale Vleesvee Manifestatie te Zwolle
COT-Veiling te Toldijk
redactie hoofdredacteur Guy Nantier redactie Jorieke van Cappellen, Annelies Debergh, Inge van Drie, Florus Pellikaan, Jaap van der Knaap, Ivonne Stienezen en Tijmen van Zessen fotografie Harrie van Leeuwen, Kristina Waterschoot bureauredactie Mirjam Braam (chef), Lieke van den Broek, Ingrid Sevenster, Rogier van der Weiden vormgeving André Fris, René Horsman, Esther Onida aan dit nummer werkten verder mee Alice Booij hoofd uitgeverij Rochus Kingmans
redactie-adres
Beurzen, studievergaderingen, demodagen 29 juni: Open dag Nederlands Aberdeen Angus Stamboek te Wierden 3-4 juli: Livestock Event te Birmingham (Groot-Brittannië) 26-29 juli: Landbouwbeurs te Libramont 10-13 september: Landbouwbeurs Space te Rennes (Frankrijk) 2-4 oktober: Sommet de l’Elevage te Clermont-Ferrand (Frankrijk) 29-31 oktober: Rundvee en Mechanisatie Vakdagen te Hardenberg
Nederland: postbus 454, 6800 AL Arnhem, telefoon 026 38 98 800 fax 026 38 98 839 Vlaanderen: Van Thorenburghlaan 14, 9860 Oosterzele, telefoon 09 363 92 11 fax 09 363 92 06 E-mail veeteelt@crv4all.com
abonnementsprijs/jaar Nederland en België € 45,70, overige landen € 88,80. In combinatie met abonnement op vakblad Veeteelt € 10 korting. Prijzen excl. 6% btw. Abonnementen zijn gebaseerd op kalenderjaar en worden jaarlijks in februari gefactureerd. Opzegging is mogelijk per kwartaal. Bel voor opgave van een abonnement: België: VRV-klantendienst (078 15 44 44) Nederland: CRV-klantendienst (088 00 24 440) E-mail klantenservice.nl@crv4all.com
advertentie-afdeling Jannet Fokkert, Willem Gemmink, Froukje Visser postbus 454, 6800 AL Arnhem telefoon (+31)(0)26 38 98 820 fax (+31)(0)26 38 98 824 E-mail advertenties@crv4all.com
illustraties/foto’s
VOORUITBLIK
K e u r in g en en p ar t h en ais Juli (10 juli) – Met de zomer in het vooruitzicht opent ook een nieuw seizoen van fokveeshows. In Sint-Lievens-Houtem wordt met de Oost-Vlaamse provinciale prijskamp de aftrap gegeven voor het nieuwe keuringsseizoen. In het julinummer maakt VeeteeltVlees een verslag van de prijskamp. Het augustusnummer volgt na een korte zomerstop met een opeenvolging van talrijke keuringsverslagen uit Nederland en Vlaanderen. Eveneens traditiegetrouw aan eerdere jaargangen publiceert VeeteeltVlees in juli een uitgebreide rasspecial. Dit keer volgt daarbij een overzicht van het Franse ras parthenais, een van de oudste runderrassen op Franse bodem.
De foto’s zijn van de eigen fotodienst van Veeteelt. Uitzonderingen zijn de foto’s van René Bemers (9). Overname van artikelen is alleen toegestaan na toestemming van de redactie. Hoewel aan de samenstelling van de inhoud de meeste zorg is besteed kan door de redactie geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor mogelijke onjuistheden of onvolledigheden. Druk: Senefelder Misset Doetinchem ISSN 1570-3312
30
V E E T E E LT V L E E S
VV06_agenda en vooruitblik.indd 30
JUNI
2013
20-06-13 13:00
C A R N E
Driebonensalade, avocado en tomatensalsa
Tortilla ‘onglet’
C U L I N A I R
VeeteeltVlees publiceert in samenwerking met het Vlaams Centrum voor Agro en Visserijmarketing een recept met als basis rundvlees en seizoensgroenten van eigen bodem. De moeilijkheidsgraad varieert van basisrecept (1 ster) tot gastronomisch recept (2 sterren) tot een recept ‘haute cuisine’ (3 sterren).
★ ★★ ★★★
basisrecept culinair recept haute cuisine
★
Ingrediënten • 350 g onglet (binnenspier) • 3 avocado’s • 5 tomaten • 2 sjalotten • 3 takjes koriander of platte peterselie
S
nijd de tomaten in vier stukken en verwijder de zaadlijsten. Snijd daarna het vruchtvlees in kleine blokjes. Meng vervolgens de tomatenblokjes met de fijngesnipperde sjalotten, het sap van een halve citroen, een eetlepel olijfolie en de fijngesnipperde koriander of platte peterselie. Schil de avocado’s en verwijder de pit. Prak het vruchtvlees van de avocado’s grof met een vork en besprenkel het met het sap van een halve citroen. Breng het geheel op smaak met peper van de molen en eventueel enkele druppels tabasco. Snijd het vlees in stukjes en bak het vlees kort aan in een weinig olijfolie. Voeg vervolgens de drie soorten bonen (uitgelekt uit blik) en de tomatenpuree
• 150 g witte bonen • 100 g rode bonen • 150 g flageoletbonen • 1 eetlepel tomatenpuree • 1 koffielepel sambal of enkele druppels tabasco
toe en roer alles goed om. Blus met magere vleesbouillon en voeg naar smaak nog wat sambal of tabasco toe. Laat alles even indikken en neem daarna de pan van het vuur. Gril de tortilla’s kort op een hete grillplaat of warm ze even op in de oven. Leg de tortilla’s op een bord en verdeel er wat avocadomengeling over. Schik er vervolgens de bonensalade met het vlees op. Serveer het bord aangevuld met de tomatensalsa en voorzie er tot slot ook wat extra citroen bij.
Recept: Vlam
• 1 dl magere vleesbouillon • 2 citroenen • peper van de molen • 4 volkoren tortilla’s • 2 eetlepels olijfolie
Wijnsuggestie Koyle Royale, 2009 Colchagua Valley,Chili De druiven van deze wijn komen van weinig vruchtbare gronden en plantages met hoge dichtheid, waar de wortels de mineraliteit en frisheid van de rotsen van de terroir kunnen opnemen. De handmatige oogst levert een kilo druiven per plant. Na de fermentatie rijpt de wijn gedurende achttien maanden op eikenhouten vaten. De diep kersenrode wijn kan tot tien jaar bewaard worden. Het aroma telt noties van bosbessen en kersen, met een smaak van rode en zwarte bessen. De wijn past bij grillades van wit en rood vlees.
V E E T E E LT V L E E S
VV06_carne culinair.indd 31
J UN I
2 0 1 3
31
20-06-13 09:00
ILOT VOOR EXTRA KILO’S Met een karkasindex van 125 wegen de stieren van Ilot gemiddeld 47 kilo meer dan leeftijdsgenoten. Ilot staat voor makkelijk op te fokken kalveren die uitgroeien met gestalte en gewicht. Deze actiestier is zeer geschikt voor de economische veehouder.
BETTER COWS | BETTER LIFE
165-13 VV-Ilot-APR.indd 1
CRV4ALL.BE, CRV4ALL.NL
18-04-13 14:01