mark rothko
uit de collectie van de national gallery of art, washington
mark rothko uit de collectie van de national gallery of art, washington
Rudy Burckhardt (1914-1999) Mark Rothko, New York, 1960 Gelatinezilverdruk 27,9 x 27,9 cm Albright-Knox Art Gallery, Buffalo – schenking Seymour H. Knox jr.
voor Marlien de Vries (1971-2014) persvoorlichter Gemeentemuseum Den Haag
Inhoud
6
Woord vooraf Benno Tempel Earl A. Powell iii
9
Biografie Franz-W. Kaiser
35
Ontmoeting met Rothko Een gesprek met Henk van Os
43
Het goddelijke in de kunst Franz-W. Kaiser
65
Rothko’s soep Harry Cooper
81
De stilte van licht. Leven en werk van Mark Rothko in poĂŤzie Joost Zwagerman
96
Noten
101
Catalogus
172
Essays in English
191
Fotoverantwoording
192
Colofon
1933-1934
12
In de zomer liften Rothkowitz en zijn vrouw naar zijn familie in Portland; het Portland Art Museum presenteert een tentoonstelling van zijn werken, gecombineerd met werk van zijn leerlingen aan de Center Academy. Van 21 november tot 9 december vindt bij Contemporary Arts Gallery in New York An Exhibition of Oils, Water Colors, Drawings by Marcus Rothkowitz plaats, waar vooral portretten en figuurstudies te zien zijn. Rothkowitz neemt deel aan de Exhibition of Paintings and Sculpture by Brooklyn and Long Island Artists in het Brooklyn Museum (29 januari tot 26 februari) en organiseert er van 8 tot 21 februari een tentoonstelling met 150 werken van zijn leerlingen, die op nog vier andere locaties te zien is. Zijn tekst New Training for Future Artists and Art Lovers wordt gepubli-
1935
ceerd in het februari/maartnummer van de Brooklyn Jewish Center Review. In februari is Rothkowitz in New York een van de oprichters van de Artists Union. Van mei tot oktober neemt hij deel aan vijf groepsexposities in Robert Godsoes Uptown Gallery in New York. Op 15 december opent Godsoe de Gallery Secession en toont hij in een groepsexpositie, die tot 15 januari 1935 duurt, werk van onder meer Rothkowitz, Gottlieb en Harris.
Van 15 januari tot 5 februari vindt in Gallery Secession de tweede groepsexpositie plaats. De expressionistische kunstenaars van Gallery Secession, die een afkeer van het conservatisme en de wens om te experimenteren delen, richten in het najaar de groep The Ten op. Deze bestaat uit Ilya Bolotowsky, Nahum Tschacbasov en de kunstenaars van de eerste Secession-expositie; de groep komt eenmaal per maand bijeen. Rothkowitz neemt de taak van secretaris op zich. Omdat de groep slechts uit negen kunstenaars bestaat, wordt deze al snel ‘The Ten Who Are Nine’ genoemd. Van 16 december 1935 tot 4 januari 1936 vindt bij Montross Gallery in New York de expositie The Ten: An Independent Group plaats. In deze tentoonstelling toont Rothko voor het eerst een subway-schilderij – een thema dat hem tot eind jaren 30 bezig
1940
circa 1940
1942
Mark Rothko
Voorzijde van het traktaat The Artist’s Reality:
Peggy Guggenheim in haar galerie Art of
Oedipus {Untitled}, 1940
Philosophies of Art (uitgegeven in 2004)
this Century, New York
Olieverf op linnen 91,4 x 61 cm Collectie Christopher Rothko
1936
zal houden (p. 106). Later merkt Rothko op dat de samenwerking met deze kunstenaars voor zijn ontwikkeling zeer belangrijk is geweest. De belangstelling van zijn vrouw Edith Sachar voor beeldhouwen verschuift medio jaren 30 meer en meer richting het maken van zilveren sieraden. Ze verkoopt die sieraden zelf en bouwt daarmee een succesvolle onderneming op. Haar financiële succes en het uitblijven daarvan bij Rothkowitz wordt een bron van conflict in hun huwelijk.
In de Municipal Art Galleries in New York is van 7 tot 18 januari Oil Paintings by The Ten te zien. In januari wordt Rothkowitz lid van het American Artists’ Congress, waarvan de eerste zitting op 14 februari plaatsvindt. In juni krijgt Edith Sachar een functie bij het Federal Art Project van de Works Progress Administration (wpa), die ze tot januari 1937 zal vervullen. De Works Progress Administration is een in het kader van de New Deal opgerichte overheidsinstelling ter bestrijding van werkloosheid door het scheppen van banen met overheidsgeld voor publieke werkzaamheden. Het Treasury Relief Art Project (trap) van de wpa houdt zich bezig met publieke kunstprojecten en Rothko wordt daar aangesteld. In 1937 wordt hij overgeplaatst naar de afdeling voor schilderkunst.
1943
1946
Mark Rothko
Van links naar rechts: Mark Rothko, kunste-
The Syrian Bull, 1943
naar Clyfford Still en kunsthistoricus Douglas
Olieverf en grafiet op doek, 100,3 x 70,9 cm
MacAgy, San Francisco
Allen Memorial Art Museum, Oberlin College, Ohio – schenking Annalee Newman ter nagedachtenis aan Ellen H. Johnson
Hoewel Barnett Newman al sinds eind jaren 20 tot de kennissenkring van de Averys behoort, leert Rothko hem en zijn vrouw Annalee pas nu kennen. Van 10 tot 24 november exposeren The Ten in Galerie Bonaparte in Parijs en van 14 december 1936 tot 2 januari 1937 is in de Montross Gallery hun tweede jaarlijkse tentoonstelling te zien. Van 2 december 1936 tot 17 januari 1937 organiseert het Museum of Modern Art in New York de tentoonstelling Fantastic Art: Dada and Surrealism met werk van onder meer Giorgio de Chirico, die voor de verdere ontwikkeling van Rothkowitz zeer belangrijk wordt.
1937-1938
14
Rothkowitz schrijft over de ontwikkeling van creativiteit bij kinderen en de relatie tussen de kunst van kinderen en moderne kunst. Dit leidt tot het Scribble Book (notitieboek). Meer nog dan een verzameling van ideeën voor een toespraak die hij in 1938 aan de Center Academy houdt, is dit een eerste aanzet tot een langer essay of een kort boek over plastische elementen, stijlen en processen die kindertekeningen en primitieve kunstvormen delen. De notities bereiken echter nooit het stadium van publicatie. Van 26 april tot 8 mei exposeren The Ten in Gallery Georgette Passedoit in New York en van 3 tot 5 december organiseren zij een veiling ten bate van kinderen die te lijden hebben onder de Spaanse Burgeroorlog. Rothkowitz draagt aan deze veiling vier werken bij.
1939-1940
Op 21 februari 1938 wordt Rothkowitz Amerikaans staatsburger. Op 5 november wordt in de Mercury Galleries de expositie The Ten: Whitney Dissenters geopend, die tot 26 november duurt en veel belangstelling trekt. Bernard Braddon en Rothkowitz schrijven de tekst van de catalogus, waarin ze scherpe kritiek uiten op de aanpak van de biënnale in het Whitney Museum of American Art. In november begint Rothkowitz te werken aan schetsen voor een muurschildering die bedoeld is voor een postkantoor in New Rochelle in de staat New York. Dit doet hij in het kader van een prijsvraag die hij echter niet zal winnen.
eind jaren 40
begin jaren 50
Consuelo Kanaga (1894-1978)
Mark Rothko in zijn atelier op
Zonder titel (Mark Rothko), z.d.
106 West 53rd Street, New York
Gelatinezilverdruk 25,4 x 20,3 cm Brooklyn Museum, New York – schenking Wallace B. Putnam, Estate of Consuelo Kanaga
Op 17 augustus 1939 wordt Rothkowitz door de wpa ontslagen. Na de expositie The Ten in Bonestell Gallery in New York van 23 oktober tot 4 november valt de groep – mogelijk om politieke redenen – uiteen. In januari 1940 kort de kunstenaar zijn naam in tot Mark Rothko, een naamswijziging die pas in 1959 wordt gelegaliseerd. De Neumann-Willard Gallery organiseert van 8 tot 27 januari de expositie New Work by Marcel Gromaire, Mark Rothko, Joseph Solman. Rothko, Avery, Bolotowsky, Gottlieb en Harris behoren tot de kunstenaars die op 17 april uit het (steeds communistischer getinte) American Artists’ Congress stappen. In juni richten ze in New York de Federation of Modern Painters and Sculptors op. In oktober doet Rothko mee aan een prijsvraag voor een muurschildering die bedoeld is
1941-1942
voor het Social Security Building in Washington d.c., maar zijn werk wordt niet uitgekozen. Rothko werkt nauw samen met Gottlieb en is intussen een werkgroep begonnen die zich bezighoudt met mythologische thema’s, met name vogelmotieven en primitieve vormen van sculptuur. De kunstenaar die ooit enthousiast was over Plato, richt zijn aandacht nu vooral op Aischylos; ook Die Geburt der Tragödie van Nietzsche blijft hem boeien. Hoewel niet eenduidig is vast te stellen, wanneer Rothko zijn traktaat The Artist’s Reality heeft geschreven, zijn er aanwijzingen dat het grootste gedeelte ervan in 1940 is ontstaan. Avery heeft al in 1936 in een brief gerefereerd aan een boek waar Rothko mee bezig was, maar hij bedoelde waarschijnlijk het Scribble Book. In een brief van 1941 schrijft hij dat Rothko wat relaxter
is geworden met zijn boek, wat suggereert dat Rothko net daarvoor intens met The Artist’s Reality bezig is geweest. Zijn biograaf, James Breslin, stelt dan ook dat Rothko in 1940 tijdelijk met schilderen stopte om boeken te lezen en om aan zijn traktaat te werken. Roberto Matta, die een belangrijke rol zal spelen bij het overbrengen van de ideeën van het surrealisme naar de kunstenaars van de New York School, vestigt zich in 1939 in New York en heeft in april 1940 een solotentoonstelling bij de Julien Levy Gallery. In september komt het eerste nummer van het surrealistische tijdschrift View uit. In oktober emigreert Mondriaan naar New York.
Of Rothko voor of na zijn tijdelijk stoppen met schilderen de overstap maakte van zijn naturalistische naar zijn surrealistische stijl van de vroege jaren 40, is niet eenduidig vast te stellen. In ieder geval is 1941 het jaar waarin André Masson, André Breton en Max Ernst naar New York emigreren, en in december toont het Museum of Modern Art schilderijen, tekeningen en prenten van Joan Miró en Salvador Dalí. Van 9 tot 23 maart 1941 toont Rothko in The First Annual Exhibition of the Federation of Modern Painters and Sculptors in het Riverside Museum in New York het schilderij Underground Fantasy (circa 1940, p. 106, a 174), een van zijn laatste subway-schilderijen. Samuel Kootz organiseert van 5 tot 26 januari 1942 een groepsexpositie in het R.H. Macy Department Store, waar voor het eerst Rothko’s mythologische
begin jaren 50
begin jaren 50
Mell en Mark Rothko
Mark Rothko en zijn dochter Kate
120
No. 18, 1946 Nr. 18 Olieverf op doek 155 x 109,8 cm National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. nga 1986.43.132
No. 2, 1947 Nr. 2 Olieverf op doek 145,4 x 122,2 cm National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. nga 1986.43.131
128
Untitled, 1949 Zonder titel Olieverf en gemengde techniek op doek 228,9 x 112 cm National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. nga 1986.43.158
Untitled, 1949 Zonder titel Olieverf op doek 206,7 x 168,6 cm National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. nga 1986.43.138
136
Orange and Tan, 1954 Oranje en geelbruin Olieverf op doek 206,4 x 160,6 cm National Gallery of Art, Washington – schenking Enid A. Haupt nga 1977.47.13
Untitled, 1955 Zonder titel Olieverf op doek 151 x 126,4 cm National Gallery of Art, Washington – collectie Mrs. Paul Mellon, ter ere van het 50-jarig bestaan van de National Gallery of Art nga 1992.51.13
164
Untitled, 1968 Zonder titel Acrylverf op papier 152,08 x 107 cm National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. nga 1986.43.252
Untitled, 1969 Zonder titel Acrylverf op papier 126,84 x 107,47 cm National Gallery of Art, Washington – schenking The Mark Rothko Foundation, Inc. nga 1986.43.269
Mark Rothko wordt beschouwd als een van de belangrijkste kunstenaars van de twintigste eeuw. Hij werd geboren in 1903 in het toen nog Russische Dvinsk (tegenwoordig Daugavpils, Letland) en overleed in 1970 in New York door zelfmoord. Zijn tentoonstellingen trekken massa’s mensen en schilderijen van zijn hand worden geveild voor tientallen miljoenen, wat uitzonderlijk is voor abstracte kunst. Maar wat maakt zijn werk zo bijzonder, zo waardevol? Vanuit verschillende invalshoeken probeert dit boek deze vraag te belichten. Het toont Rothko’s ontwikkeling van figuratie naar abstractie en besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de overgangsperiode van de jaren 40. De ontwikkeling van Rothko’s oeuvre wordt vergeleken met die van Piet Mondriaan, pionier van de abstracte kunst, waarbij beider spirituele en filosofische motivaties en inspiraties aan de orde komen. Ook worden Rothko’s obsessieve opvattingen over hoe zijn schilderijen moesten worden gepresenteerd, besproken. Het boek bevat bovendien een essay van Joost Zwagerman over de verbeelding van Rothko’s leven en werk in Amerikaanse poëzie en een interview met Henk van Os, voormalig directeur van het Rijksmuseum Amsterdam, die Rothko tijdens de laatste maanden van zijn leven meerdere malen in zijn atelier in New York heeft opgezocht.
www.uitgeverijhannibal.be