DE WAARDVOGEL
52e jaargang nr. 4 september 2013
Officieel contactorgaan van Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’
Belangrijke namen, telefoonnummers en e-mail adressen Bestuur Voorzitter
Max Ossevoort, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx
Secretaris
Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep
Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Leeghwaterstraat 138, 2871 PL Schoonhoven Gerard van Slijpe, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl
Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Erik Kleyheeg, xxxxxxx@xxxxxxx.ccc Joke Colijn, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx
Penningmeester
xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx
Werkgroepen en andere belangrijke instanties Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com Foto’s t.b.v. de website Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Arie Dorsman, Ton de Groot Coördinatoren vlinders- en libellenSjani van Ophemert en Gabrielle Heuvelman, werkgroep xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Coördinator werkgroep landschapsonderhoud Coördinator trekvogeltellingen Coördinator wintervogeltellingen
Patrick Heuvelman Rob van Straaten xxxxxxx@xxxxx.xx Peter Berger, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Hans Kouwenberg, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Jaap Graveland, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx
Coördinator uilenwerkgroep Coördinator zwaluwenwerkgroep Coördinator jeugdwerkgroep Coördinator Knotgroep Krimpen Coördinator roofvogelwerkgroep Contact vrienden van de Hennepakkers Dierenambulance Dierenbescherming Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Melden van zwerfvuil Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel
Nico van Dam, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Mieke Verwaal, jeugd@nvwk.nl Jos de Nood, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Morrison Pot, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Sophia Dijkstra xxxxxxxxxx@xxx.xx Gouda e.o. Afdeling Krimpenerwaard Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Contact opnemen met de betreffende gemeente
xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx 0900 8844 010 4733333 010 4857847
Vogelklas Karel Schot
Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’ of wilt u de doelstellingen van deze vereniging steunen, word dan lid. Stuur daartoe het onderstaande formulier ingevuld naar de secretaris op bovenvermeld adres, of stuur de gevraagde gegevens naar hem via het e-mailadres info@nvwk.nl.
Ik geef mij hierbij op als lid / jeugdlid (*) van de Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’. Ik geef mij op voor een lidmaatschap / jeugdlidmaatschap / gezinslidmaatschap (zie colofon voor de contributie). Ik wacht met betalen tot ik een acceptgiro heb ontvangen. Naam:
Geslacht: m / v Initialen:
Straat + Huisnummer:
Voornaam:
_______ _______
Postcode:
Plaats:
_______
Geboortedatum:
Telefoon:
_______
E-mailadres: Datum:
__________________________________________________________________________________ Handtekening:
_______
Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 52 verschijnt 5 x per jaar, februari-april-juniseptember-december Kopij Inleveren voor de 1e van de maand van verschijning Oplage 820 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl VogelwerkgroepNVWK https://twitter.com/ DeNVWK Secretariaat & ledenadministratie Dirk-Jan van Roest Leeghwaterstraat 138 2871 PL Schoonhoven info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar: € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 15,- voor een eenpersoonslidmaatschap € 20,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer Rabobank: 1272.94.880 Lid worden U kunt lid worden door het invullen en opsturen van het inschrijfformulier op de binnenzijde van de voorkant of via www.nvwk.nl Op de voorpagina Agapantia villosoviridescens foto: Peter de Mooij Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Alle artikelen blijven voor de verantwoording van de auteurs Drukkerij GoudPrintCenter Alblasserdam Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
Van de voorzitter Max Ossevoort De zomervakantie is voorbij en de scholen zijn weer begonnen. Na een late start hebben we een paar mooie zomermaanden gehad waarin we hebben kunnen genieten van zon en natuur. De herfst heeft zijn eigen charmes qua natuurbeleving en brengt de uitdaging van het waarnemen van trekvogelsoorten voor de Race. Met zoveel goede vogelaars die dicht op elkaar zitten in de tussenstand, wordt die nu wel heel spannend! Het was een schok om zo onverwachts te moeten vernemen dat Landschapsbeheer Zuid-Holland zich met ingang van 1 januari 2014 opheft, nadat de organisatie net naar het Meisjeshuis in Delft is verhuisd. De intensievere samenwerking met het Zuid-Hollands Landschap en het Erfgoedhuis Zuid-Holland leek juist de mogelijkheid te bieden om de door de provincie opgelegde bezuinigingen te kunnen bewerkstelligen. De NVWK werkt op een aantal terreinen intensief samen met Landschapsbeheer en deze beslissing heeft dan ook flinke gevolgen voor ons functioneren. Hierover leest u meer in deze Waardvogel. We zijn als bestuur op zoek naar meer structuur in ons omgaan met de meldingen die we regelmatig ontvangen over mogelijke aantasting van natuur, landschap of milieu binnen de Krimpenerwaard. Ook daarover vindt u een apart artikel in deze Waardvogel. Verder kan ik hier vast te melden dat onze website binnenkort een facelift zal ondergaan. De programmatuur was behoorlijk verouderd en we zochten voor onze webmaster een gebruiksvriendelijker systeem. Dit leek een goede gelegenheid om de site in een moderner jasje te steken en nog aantrekkelijker en overzichtelijker te maken. De gemeente Vlist heeft dit jaar van de stichting KICI, de grootste onafhankelijke kledinginzamelaar van de Benelux, een cheque ontvangen van ruim € 1900,00. De gemeente Vlist mocht daar zelf een goede bestemming voor bepalen en zij heeft de cheque geschonken aan de Vrienden van de Hennepakkers. Die willen daarmee een aantal van hun mensen op VCAmotorkettingzaagcursus sturen en een kettingzaag en veiligheidskleding kopen. Daardoor kunnen ze in de toekomst zelfstandig onderhoud aan de Hennepakkers plegen. Ik wil graag de Vrienden van de Hennepakkers van harte met deze gift feliciteren! Ik ben er trots op dat de redactie er ook nu weer in geslaagd is een Waardvogel samen te stellen met een veelzijdigheid aan artikelen, dankzij al die leuke en interessante kopij die velen van u hebben aangeleverd. Ik wens u dan ook, met de kouder wordende dagen in gedachten, veel leesplezier met deze omvangrijke Waardvogel.
In dit nummer Van de voorzitter Even Noteren Nieuwe leden Inventarisatie spullen NVWK Op de voorpagina Betrapt en gesnapt Grote Karekiet Excursie vogelplas Starrevaart Vogels tellen in Bulgarije, verslag Opheffen LBZH Petitie Red de rijke Weide Tuintip Opening Speelpolder Ouderkerk Huiszwaluwtil vier plaatsen Onderzoek verspreiden van zaden Vogelcursus 2014 Jaar van de Patrijs Vlinders in de tuin Veel libellen in de Waard Excursie naar De Brand Meer natuur Fietstocht Werkgroep Ruimtelijke Ordening
pag. 01 pag. 02 pag. 03 pag. 03 pag. 04 pag. 06 pag. 08 pag. 11 pag. 12 pag. 15 pag. 15 pag. 15 pag. 16 pag. 17 pag. 18 pag. 19 pag. 21 pag. 22 pag. 22 pag. 23 pag. 24 pag. 25 pag. 27
De spin pag. 27 Even Activeren pag. 28 Geolocators ontketenen revolutie pag. 28 Raadplaatjes pag. 29 Mini-egeltjes pag. 30 Impressies in het Krimpenerhout pag. 31 Postduif gevonden? pag. 31 Stuur uw e-mailadres pag. 31 Vlindermiddag van de jeugd pag. 32 Verslagje jeugdlid pag. 33 Paddenstoelenspeurtocht pag. 33 Landelijke Natuurwerkdag Loetbospag. 33 Jeugd zet zich in, persbericht pag. 34 Race 2013 pag. 35 Landelijke Natuurwerkdag Roesteiland pag. 36 Nieuwe knotcoördinator pag. 37 Nacht van de Nacht pag. 37 Wandelen in de Waard (4) pag. 38 Elke dag vogels tellen pag. 40 Invoeren van nulwaarneming pag. 41 Oplossingen raadplaatjes pag. 43 Zweefvliegengids pag. 44
De Waardvogel – september 2013
1
Even noteren Zaterdag 5 oktober 2013 vanaf 08.00 uur Op zaterdag 5 oktober a.s. is het weer zover: BirdLife International organiseert de Euro Birdwatch 2013. De NVWK telt mee vanaf onze telpost ‘De Hoekse Sluis’. Telpost ‘De Hoekse Sluis’ ligt bij het gemaal tussen Lekkerkerk en Bergambacht bij hmp. 9.6. Op trektellen.nl staan onze resultaten. Zie ook Even Activeren op blz. 28. Meer informatie bij Erik Kleyheeg (xxxxxxxxxx@xxxx.xx). Zaterdag 5 oktober 2013 vanaf 09.00 uur Hooien op het Zwaneneiland in Krimpen aan den IJssel om de natuurwaarde te verhogen. Meer inlichtingen bij de Vrienden van het Zwaneneiland: xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
in Krimpen aan den IJssel. Meer inlichtingen bij Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 2 november 2013 van 09.00 tot 15.00 uur In samenwerking met het Natuur- en Recreatieschap Krimpenerwaard en Groenservice Zuid-Holland wordt er gewerkt aan een project in het Loetbos, nabij de Okkerse Kade. Er is werk voor volwassenen, maar kinderen vanaf zes jaar zijn ook welkom, mits begeleid door een ouder of verzorger. De werkzaamheden duren tot 15.00 uur, maar je mag ook een deel van de dag komen helpen. Kijk voor meer informatie op www.natuurwerkdag.nl en zoek op Loetbos. Meld je aan d.m.v. een mail naar cplanten@nvwk.nl of bel naar Patrick Heuvelman, tel. xxxx xxxxxx. Zie ook een artikeltje op blz. 33.
Zaterdag 5 oktober 2013 van 13.30 tot 16.00 uur De jeugdgroep wil een speurtocht houden in het Loetbos met een knutselactiviteit. Het geheel staat in het teken van de herfst met paddenstoelen. We zijn te gast bij het loonbedrijf ’t Hart van de Krimpenerwaard’. We verzamelen daar om 13.30 uur, het adres is Loet 6, 2941 LB Lekkerkerk. De kinderen kunnen om ongeveer 16.00 uur opgehaald worden. Zie ook de Jeugdpagina, blz. 33.
Zaterdag 16 november 2013 om 09.00 uur Lekker werken in de natuur met elzen zagen op de Ouderkerkse Landscheiding. Meer inlichtingen bij Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Het weekend van 12 en 13 oktober 2013 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx) of Peter Berger (xxxx xxxxxx).
Zaterdag 23 november 2013 van 09.00 tot 13.00 uur De knotgroep Oost knot op het adres Opperduit 22 te Lekkerkerk, te bereiken via de oprit van nummer 14 t/m 18. Voor inlichtingen kunt u terecht bij Edith Kuijper: xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Dinsdag 15 oktober 2013 om 20.00 uur Lezing van Raymond Klaassen over geolocators. Raymond van het Vogeltrekstation laat ons alles zien over geolocators: een nieuwe manier om informatie te vergaren over trekgedrag. In 2011 had Bennie van den Brink het over destijds zojuist gezenderde boerenzwaluwen, Raymond komt met de eerste resultaten. U bent van harte welkom in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Zie ook artikel op blz. 28. Meer info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx). Zaterdag 26 oktober 2013 van schemering tot middernacht (19.30 tot 24.00 uur) De NVWK doet mee aan de negende Nacht van de Nacht met nachtelijke activiteiten (die het daglicht kunnen verdragen) in de Hennepakkers in Stolwijk. Een programma voor jong en oud met een spannende nachtwandeling, nachtvlinderen, vleermuizen ontdekken met de batdetector, door een telescoop kijken naar de hemellichamen en sterrenbeelden met uitleg. Voorwaarde is dat het droog is. Informatie bij Joke Colijn (xxxx xxxxxx, xxxxxxxxxx@xxxx.xx) en op blz. 37. Zaterdag 2 november 2013 van 09.00 tot 15.00 uur De landelijke Natuurwerkdag met de start van het knotseizoen. Knotgroep Krimpen knot op het Roesteiland
2
De Waardvogel – september 2013
Het weekend van 16 en 17 november 2013 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx) of Peter Berger (xxxx xxxxxx).
Zaterdag 23 november 2013 om 08.00 uur Vogelexcursie onder leiding van Erik Kleyheeg naar de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. We verzamelen bij de Stolp Inn in Stolwijk. De excursie duurt de hele dag. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Erik Kleyheeg (xxxxxxxxxx@xxxx.xx). Zie ook op blz. 28. Zaterdag 30 november 2013 om 09.30 uur Vogelexcursie naar de Donkse Laagten onder leiding van Harm Blom van Staatsbosbeheer. Dit is een gebied met veel ganzen en kans op blauwe kiekendief en ruigpootbuizerd. De excursie start om 09.30 uur vanaf het kantoor van SBB, Donkseweg 2a in Brandwijk en eindigt rond de lunch. Meer informatie bij Erik Kleyheeg (xxxxxxxxxx@xxxx.xx). Zie ook op blz. 28. Zaterdag 30 november 2013 om 09.00 uur Lekker werken in de natuur met elzen zagen op de Ouderkerkse Landscheiding. Meer inlichtingen bij Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 14 december 2013 De knotgroep Oost knot op een nog nader te bepalen locatie. Meer inlichtingen kunt u krijgen bij Edith Kuijper: xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Het weekend van 14 en 15 december 2013 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx) of Peter Berger (xxxx xxxxxx).
Lek. Oude fruitbomen en wilgen worden door knotgroep Krimpen onderhouden. Meer inlichtingen Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Zaterdag 11 januari 2014 van 09.00 tot 15.00 uur Een particulier perceeltje aan de Opperduit 200 te Lekkerkerk wordt aangepakt door knotgroep Krimpen. Meer inlichtingen Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Zaterdag 25 januari 2014 Knotten met Edith, inlichtingen kunt u krijgen bij xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Zaterdag 11 januari 2014 De knotgroep Oost knot op een nog nader te bepalen locatie. Meer inlichtingen kunt u krijgen bij Edith Kuijper: xxxxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 11 januari 2014 om 09.00 uur Start van de traditionele Nieuwjaarswandeling om de Reeuwijkse Surfplas is bij de parkeerplaats van de plas. De wandeling duurt ongeveer drie uur en is goed voor duizenden watervogels. Informatie bij Erik Kleyheeg (xxxxxxxxxx@xxxx.xx). Het weekend van 18 en 19 januari 2014 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx) of Peter Berger (xxxx xxxxxx). Het weekend van 18 en 19 januari 2014 De elfde nationale tuinvogeltelling wordt weer gehouden dit weekend. Iedereen kan meedoen! Voor de spelregels: www.tuinvogeltelling.nl. Zaterdag 25 januari 2014 van 09.00 tot 15.00 uur Hoogstam snoeien aan de Molendijk in Krimpen aan de
Zaterdag 8 februari van 09.00 tot 15.00 uur Vandaag gaan dezelfde werkzaamheden doen op dezelfde als op 25 januari met de knotgroep Krimpen. Meer inlichtingen Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 15 februari 2014 Knotten met Edith, inlichtingen kunt u krijgen bij xxxxxxxxxx@xxxx.xx. Het weekend van 15 en 16 februari 2014 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx) of Peter Berger (xxxx xxxxxx). Zaterdag 22 februari van 09:00 tot 15:00 uur Knotgroep Krimpen sluit het seizoen af in de landschapstuin van de familie Rooyen bij Bergambacht. Inlichtingen Knotgroep Krimpen: xxxxxxxxxx@xxxx.xx. Het weekend van 15 en 16 maart 2014 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xxxx xxxxxx) of Peter Berger (xxxx xxxxxx). Zaterdag 15 maart 2014 Knotten met Edith, inlichtingen kunt u krijgen bij xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
Wij verwelkomen de nieuwe leden: In verband met privacyoverwegingen zijn de gegevens op deze plaats verwijderd. Wij vragen uw begrip.
Waar zijn de spullen
van de NVWK?
Max Ossevoort Het bestuur is bezig met een aanwezigheidscontrole van de eigendommen van de NVWK aan de hand van de inventarislijst. Om een compleet beeld te krijgen willen we u vragen om wanneer u materiaal van de vereniging in uw bezit heeft, ook al is dat sinds kort pas het geval, dat even te melden (soort en aantal). Dat kan via xxxxxxxxx@xxxxx.x of telefoonnummer xxxx xxxxxx. Alvast bedankt voor de moeite!
De Waardvogel – september 2013
3
Op de voorpagina:
Agapantia villosoviridescens
Maria Spruit De prachtige kever op de voorpagina van deze Waardvogel is de gewone distelboktor, ook wel distelbok genoemd. De Engelse naam vond ik wel grappig; golden-bloomed grey longhorn beetle; wat een verschil met onze korte Nederlandse benaming. Boktorren (Cerambycidae) zijn goed herkenbare kevers: ze hebben een tamelijk lang lichaam en meestal zijn ze heel mooi gekleurd. Een nog opvallender kenmerk is de lengte van hun voelsprieten. Het zijn extreem lange tasters, meestal langer dan het lichaam. Dit onderscheidt hen van andere langwerpige kevers zoals kniptorren en soldaatjes. De lichaamslengte varieert van 0,3 tot 15 centimeter. Er zijn meer dan 20.000 soorten boktorren. Sommige soorten imiteren wespen en mieren (mimicry), zoals de kleine wespenbok. De meeste boktorren eten als kever alleen boomsappen, nectar en stuifmeel. Geen enkele soort jaagt actief op andere prooien. Sommige soorten eten zelfs helemaal niets meer en richten zich volledig op de voortplanting. Boktorren hebben een berucht imago, omdat ze grote schade kunnen aanrichten. De larven van vrijwel alle soorten leven in stengels van planten en in levend of dood hout. Soms worden plantenziektes verspreid door aan levend hout te knagen. Ook kan de vraatzucht van grote aantallen larven grote schade aanrichten aan meubelen, oude gebouwen, houten constructies en bomen. In 2012 moesten in Winterswijk 300 bomen binnen een straal van honderd meter gerooid worden. De meeste soorten zijn echter voor de menselijke omgeving niet hinderlijk. De familie van de boktorren bevat de grootste kever. Dit is de zeldzame titankever uit ZuidAmerika. Hij wordt beschouwd als de grootste (maar niet de zwaarste) kever met een maximale lichaamslengte van iets meer dan 16,7 centimeter. Twee keversoorten zijn nog langer, maar dat is wanneer men diverse aangroeisels meerekent. De gewone distelboktor leeft als larve in de stengels van een groot aantal kruidachtige gewassen, zoals verschillende distelsoorten, brandnetel, monnikskap, leverkruid, engelwortel, kruiskruid en berenklauw. Zijn leefgebieden zijn bermen, akkerranden, slootkanten, dijken en verwaarloosde plekken met afval en puin. Wel moeten deze plekken niet regelmatig verstoord worden. Hij wordt ongeveer 12 tot 15 mm lang. De antennes zijn bij de aanzet zwart en daarna afwisselend grijs en zwart. De schilden en de onderkant van het lichaam zijn bezet met okerkleurige haren, zodat de kever fluweelachtig aandoet. Over de kop en het halsschild lopen drie wat lichtere banen. Het vrouwtje bijt een stukje uit de stengel van de waardplant en legt een eitje in het wondje. De larve vreet zich een weg naar het midden van de stengel en al etend daalt hij naar beneden. Soms worden ook de wortels aangetast. De larven verpoppen zich in een speciaal uitgeknaagd kamertje dicht bij de grond. De distelboktorren vliegen van mei tot augustus met een piek in mei en juni. In de vorige Waardvogels heb ik verteld over de kop met zijn onderdelen en de thorax, waaraan de voortbewegingsorganen bevestigd zijn. Nu wil ik het over het achterlijf hebben. Andere namen voor achterlijf zijn abdomen en buik. Het achterlijf van een insect, dus
4
De Waardvogel – september 2013
ook van een kever, bestaat in principe uit elf segmenten, die vaak niet allemaal meer als zodanig herkenbaar zijn. De laatste segmenten zijn meestal veranderd in uitwendige geslachtsorganen, zoals een legboor. Aan het achterlijf zit een aanhangsel, de gonapofyse, die verschillende functies ontwikkeld heeft. In het abdomen bevinden zich belangrijke organen, zoals de grootste gedeelten van de systemen voor ademhaling, spijsvertering en bloedvoorziening. Verder liggen in de buik de buizen van Malpighi, zenuwknopen en de geslachtsklieren (gonaden). Afb. 1.
Afb. 1. Bij de stofwisseling ontstaan afvalstoffen. Deze worden verwijderd door de orgaantjes met de magische benaming: buizen of vaten van Malpighi, vernoemd naar de ontdekker Marcello Malpighi. Deze bevinden zich vlak achter de middendarm en staan daarmee in verbinding. De afvalstoffen in het bloed stromen erlangs en worden opgenomen door de cellen in de buizen. De stoffen worden afgevoerd naar de einddarm en met de ontlasting uitgescheiden. Afb. 2.
Afb. 2. Het zenuwstelsel maakt contact met de buitenwereld en samen met de hormoonhuishouding regelt het de interne communicatie. Het zenuwstelsel is eenvoudig aangelegd. Het bestaat uit een aantal zenuwknopen die met elkaar verbonden zijn. Twee vrij grote centra liggen in de kop; zij zijn aan elkaar geschakeld. Het hormoonstelsel wordt geregeld door een groepje cellen in de hersenen. Daar liggen ook de klieren die het juveniele hormoon produceren, dit onderhoudt de jeugdtoestand. Dit hormoon verdwijnt als het volwassen stadium wordt bereikt. Kort daarna worden de klieren actief die de voortplanting regelen.
Afb. 3. De ademhaling is niet gekoppeld aan de monddelen. Aan weerszijden van het borststuk en het achterlijf bevinden zich openingen (stigmata), die in verbinding staan met lange buizen (tracheeën of trachea), die door het lichaam lopen. De buizen worden opengehouden door spiralen van chitine. Via nog kleinere kanaaltjes wordt de zuurstof rechtstreeks aan de cellen afgegeven. In de stigmata zitten haarfiltertjes om het stof tegen te houden. Kleine spiertjes sluiten de opening bij het aanspannen en openen bij het ontspannen. In water levende insecten of hun larven hebben speciale mechanismen om zuurstof direct uit het water te halen die meestal veervormig zijn en op kieuwen lijken. Veel soorten kevers en wantsen hebben een adembuis om boven het wateroppervlak zuurstof op te kunnen nemen. De lucht wordt dan vastgehouden door een fluweelachtige lichaamsbeharing en is zichtbaar als een zilverglanzende luchtbel. Afb. 4. Bij geleedpotige dieren is het bloedvatensysteem een vrij eenvoudig stelsel. Het is een open bloedvaatstelsel dat meestal uit één bloedvat bestaat, wat aan de rugzijde ligt. Het achterste gedeelte is het hart en het voorste gedeelte is de aorta. Spieren zorgen ervoor dat het bloed van achteren naar voren, via de aorta, in het lichaam wordt geperst. Het bloed vloeit rond de cellen, geeft voedingsstoffen af en neemt afvalstoffen op en keert dan via de zijopeningen in het hart terug. Het bloed transporteert geen zuurstof, zoals bij zoogdieren en reptielen. Het bloed bevat ook geen hemoglobine en is kleurloos. Afb. 5. De indeling van het spijsverteringsstelsel lijkt veel op dat van een ons. Met de mondwerktuigen neemt een insect voedsel op. Via de slokdarm gaat het naar de krop, waar het voedsel voorverteerd wordt. Vervolgens komt het in de voordarm, waar het voedsel fijngemaakt wordt en in de middendarm wordt het met behulp van enzymen verteerd. Dan wordt het voedsel opgenomen in het bloed. De onverteerbare delen verlaten het lichaam via de einddarm.
Afb. 3.
Afb. 4.
Afb. 5.
Afb. 6.
Afb. 6. In de meeste gevallen vindt geslachtelijke voortplanting plaats. De voortplantingsorganen bevinden zich grotendeels in het achterlijf. In de volgende Waardvogel wil ik het wat uitgebreider over de voortplanting hebben. Tot slot nog even wat over het uitwendig skelet. Insecten, dus ook torren, hebben geen geraamte in hun lichaam, zoals wij. Hun geraamte zit aan de buitenkant van het lichaam: een uitwendig skelet of exoskelet. Het is een hard schild, maar dieren moeten zich ook kunnen bewegen en daarom zijn lichaam en ledematen opgedeeld in stukjes (geledingen) met daartussen soepele vliezen. Een uitwendig skelet hebben ook krabben en kreeften, duizendpoten en spinnen. Deze hele groep wordt geleedpotigen genoemd. Gezien de soortenrijkdom van deze groepen is het een succesvolle formule. Ongeveer vier van de vijf diersoorten op aarde is een geleedpotige! Aan de binnenkant van het uitwendige skelet zijn de spieren vastgehecht. Doordat de het pantser zo hard is, is er maar een beperkte groei mogelijk. Om dat probleem te omzeilen, vervellen de dieren tijdens het groeistadium een aantal keren. Dit fenomeen kennen we vast veel; de
achtergelaten huidjes van libellenlarven zijn daar een voorbeeld van. Uitwendig geraamte is een misleidende benaming. Het doet vermoeden dat de botten aan de buitenkant van het lichaam zitten, maar in werkelijkheid is het een verharde huid. Deze huid (cuticula) bestaat uit twee lagen: een wasachtig laagje zonder chitine aan de buitenkant, wat waterbestendig is, en de procuticle. De procuticle bevat chitine en eiwitten en bestaat ook weer uit twee lagen: de exocuticle en de endocuticle. De endocuticle is taai en soepel. De exocuticle is stijf en verhard door verschillende chemische processen. Bij larven is de exocuticle in een veel mindere mate aanwezig. Bronnen: De wonderwereld van de Insekten door Martin van der Donk en Teo van Gerwen; http://www.gardensafari.net/nl; http://nl.wikipedia.org; http://www.nederlandsesoorten.nl
De Waardvogel – september 2013
5
Betrapt en gesnapt Erik Kleyheeg De zomerperiode staat bij vogelaars bekend als komkommertijd, omdat er vaak weinig bijzonders te vinden is. Alle spannende doortrekkers zijn vertrokken, de zangactiviteit neemt af en de meeste vogels proberen zo onopvallend mogelijk hun kroost op te voeden. Dit jaar werd de saaie komkommertijd gelukkig regelmatig doorbroken door leuke waarnemingen. De natuur blijft verrassen! Juni is een keerpunt in het vogeljaar. Vliegen de vogels in mei nog naar het noorden, in juli komen de eerste vogels alweer naar het zuiden vliegen. In de traditionele eerste komkommermaand werden echter ook opvallende soorten waargenomen. Op 6 juni zag Henk Gazan een mannetje grote zaagbek op de Lek bij de Bakkerswaal, een rare tijd van het jaar voor deze soort! Op diverse plekken werden gelukkig nog zomertalingen gezien, onder andere in het helofytenfilter, waar ook enkele lepelaars rondstapten. Er werden weer volop purperreigers en boomvalken waargenomen, typische zomersoorten. Wespendieven werden in begin juni tweemaal in polder Den Hoek gezien en in begin augustus nog enkele keren bij Ouderkerk aan den IJssel en Berkenwoude. Deze soort blijft een schaarse doortrekker. Bontbekplevieren werden alleen langs de Lek gezien, één op 2 juni bij de Bochtafsnijding en één op 14 juli bij Opperduit, beide keren waargenomen door Ton de Groot. Verder kwam een heel scala aan steltlopers voorbij, waaronder kleine plevieren, witgatjes, oeverlopers en kemphanen. Nog eenmaal werd een adulte zwartkopmeeuw gezien in polder Den Hoek door Herman van de Brand. Een leuke waarneming van een hele vroege onvolwassen dwergmeeuw werd gedaan op 1 juni tijdens een zwarte stern-excursie in polder Vlist Westzijde. De foto’s waren zeer overtuigend en zijn op krimpen.waarneming.nl te bewonderen. Pontische meeuwen werden diverse keren gezien deze zomer, zonder uitzondering allemaal aan de Lekzijde van de Krimpenerwaard. Geelpootmeeuwen werden iets vaker gezien, ook langs de Hollandsche IJssel bij Gouda. Johannes Luiten telde hier een maximum van 4 exemplaren op 27 juli. Er werden nog steeds op diverse plaatsen Cetti’s zangers gehoord en aangezien dit standvogels zijn, lijkt de soort zich definitief te hebben gevestigd. Het is een kwestie van tijd voordat hij niet meer als bijzonder genoeg wordt beschouwd om op te nemen in ‘Betrapt en gesnapt’. Spotvogels doen het ook bijzonder goed in de Krimpenerwaard vergeleken met de rest van Nederland. Daar kunnen we blij mee zijn! De klapper van de maand juni kwam op 20 juni, toen Cor Oskam een zingende grote karekiet ontdekte in een kleine rietkraag langs de Bonrepas bij Schoonhoven. De vogel bleef tot zeker 13 juli zingen en velen hebben hem kunnen zien en horen. De vraag blijft of het een solitair mannetje was, en zo ja, wat hem dan bezielde om op zo’n gekke plek te blijven zitten? (Jaap Graveland probeert op deze vraag verderop in deze Waardvogel antwoord te geven, red.) In juni en juli werden maximaal twee sprinkhaanzangers gehoord in het Krimpenerhout en in augustus werden twee doortrekkende exemplaren
6
De Waardvogel – september 2013
opgemerkt, één in het Doove Gat bij Haastrecht en één bij de Bochtafsnijding. De zang van de nachtegaal verstomde in de tweede helft van juni, maar op 9 augustus betrapte Stefan van der Heijden een exemplaar in zijn tuin met een cameraval. Die werd dus leuk vastgelegd, maar door niemand feitelijk gezien. Op 7 juni ontdekte Arie Ros een Engelse gele kwikstaart in polder Krimpen aan de Lek. Dit neefje van de gele kwikstaart wordt maar zelden gezien in de Krimpenerwaard. Uiteindelijk werd op 24 juni nog een paartje goudvinken gezien door Jaap Kodde in het EZH-bos. Deze soort wordt normaal gesproken alleen in de winter gezien in de Krimpenerwaard. In de maand juli wordt het meestal weer iets spannender in de vogelwereld, hoewel niemand dit jaar in juni stil heeft hoeven zitten. Anders dan de reeds genoemde soorten werd op 27 juli een overvliegende kleine zilverreiger waargenomen en gefotografeerd door Gijsbert Mourik bij polder Veerstalblok. Normaal gesproken worden er in de zomerperiode enkele exemplaren gezien van deze soort. Twee mannetjes van de blauwe kiekendief werden gezien, één bij de Kwakels en één in polder Laag-Bilwijk. Een bijzondere waarneming betrof het porseleinhoen dat op 2 juli door Rudi Terlouw werd gehoord achter de Kwakels in polder Den Hoek. Snel toegestroomde vogelaars konden deze vogel niet meer terugvinden, maar Gijsbert Mourik vond hier wel een adult mannetje grauwe klauwier! De vogel bleef maar één nacht ter plaatse en het betreft pas de derde waarneming voor de Krimpenerwaard. Dit jaar werden in juli en augustus opvallend veel bosruiters gezien, vooral in het baggerdepot in de Bonrepas bij Schoonhoven. Hier zaten ook onder andere witgatjes en watersnippen. Een bonte strandloper verbleef op 20 en 21 juli in het helofytenfilter in polder Den Hoek. Op 8 juli werden ‘s avonds door Max Ossevoort drie dwergsterns gemeld bij de Bochtafsnijding, een juveniele en twee adulte vogels. Het betreft een zeer zeldzame soort voor de Krimpenerwaard en helaas konden anderen de vogels de volgende ochtend niet meer vinden. Een juveniele bonte vliegenvanger werd op 27 juli gevonden door Ton de Groot in polder Vlist Oostzijde en een dag later werd misschien hetzelfde exemplaar prachtig gefotografeerd door Johannes Luiten in het Doove Gat bij Haastrecht. Op 27 augustus zag Arie Ros er ook eentje in Krimpen aan den IJssel. De influx kruisbekken in Nederland resulteerde in drie waarnemingen van overvliegende groepjes bij Ouderkerk aan den IJssel en op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. Een appelvink was eind juli regelmatig te bewonderen vanuit de achtertuin van Harm Blom te Ouderkerk aan den
IJssel. In augustus is de start van de zuidwaartse trek niet meer te ontkennen. Op 10 augustus ontdekte de moeder van racer Gijsbert Mourik een juveniele kwak. De kwak zat een paar minuten op een nestvlotje wat achter hun huis op de ijsbaan van Ouderkerk ligt. Helaas was Gijsbert zelf met vakantie. Arie Ros zag vanaf trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ een overvliegende casarca op 16 augustus, terwijl een dag later op een steenworp afstand, in polder Den Hoek, een indrukwekkende groep van 4 zeearenden werd gezien en gefotografeerd door Arjan Ponsen. Het betrof twee adulte en twee juveniele vogels die misschien vanuit de Biesbosch een tour maakten. Een prachtwaarneming! Minstens zo mooi was de waarneming van een waarschijnlijke arendbuizerd door Arie Ros op 23 augustus boven Krimpen aan den IJssel. Hoewel er geen foto’s zijn gemaakt, zal de goede beschrijving worden ingediend bij de Nederlandse dwaalgastencommissie (CDNA). Op diverse plekken werden op 23 en 25 augustus overvliegende visarenden waargenomen. Op 19 augustus zag Max Ossevoort een
Paapje, foto: Adri de Groot
overvliegende roerdomp boven het baggerdepot bij Schoonhoven. Op 27 augustus zagen Rudi Terlouw en Diny Buisman een jagende kerkuil in polder Kattendijksblok. Een overvliegende zilverplevier werd door Jan Koreneef gehoord boven polder Benedenkerk op 4 augustus. Erg bijzonder is ook de waarneming van drie overvliegende rosse grutto’s die door Mieke Verwaal werden opgemerkt op 15 augustus vanaf trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. Dat geldt ook voor het groepje van 7 buidelmezen dat Mieke over de telpost zag vliegen op 27 augustus. Cor Oskam en Rob van Straaten hoorden en zagen op 26 augustus een duinpieper over trektelpost ‘De Hoekse Sluis’’ vliegen. Ook werden de eerste paapjes en tapuiten weer waargenomen in de polder. Met andere woorden, het najaar komt er weer aan! Voor de een is het jammer dat de zomer ten einde loopt, maar voor de ander betekent dat weer meer vogelplezier. Ik zie uw waarnemingen tegemoet! Dit overzicht van bijzondere waarnemingen wordt opgesteld vanuit het waarnemingenarchief op krimpen. waarneming.nl.
Bonte vliegenvanger bij het Doove Gat, foto: Johannes Luiten
Tapuit, foto: Adri de Groot
De Waardvogel – september 2013
7
Herinneringen aan de grote karekiet Jaap Graveland 29 juni 2013, 20.15 uur, Bonrepas, Vlist Een zingende grote karekiet. Bij ‘Boenderpas’ zoals mijn vader de plek noemt. Hij zit hier al een paar dagen, in een klein rietveldje vlak langs de weg. Nu zingt hij in het dichte riet, twee meter van het asfalt, ik zie hem niet. De zang is al leuk genoeg, maar ik wil hem het liefst ook zien. Na een kwartiertje wordt m’n geduld beloond. Hij gaat wat hoger in het riet zitten en is nu op een meter of tien prima te zien: prachtig bruin, oranje keel, en wat een stem! Even later gaat hij nog in een elsje zitten. Daarna duikt hij weer weg. Ik heb een beetje met ‘m te doen. Een enkel mannetje, laat in het seizoen, in een klein rietveldje op vele kilometers afstand van de dichtstbijzijnde soortgenoten, de kleine restpopulatie in de Reeuwijkse Plassen. Hij zal misschien weken zingen, maar de kans op een vrouwtje is klein. Die vrouwtjes zijn niet gek, ze beoordelen de kwaliteit van het mannetje aan de hand van zijn zang en kijken ook goed naar de kwaliteit van zijn territorium. Die kwaliteit stelt hier niet veel voor: mooi hoog riet, overjarig, dat wel. Maar het is slechts een heel klein veldje, en het riet staat bijna droog. Dus een grote kans dat haar nest zal worden gepredeerd en de voedselsituatie lijkt ook ongunstig. Waterriet heeft ze nodig, en liefst een flink veld. En meer mannen om uit te kiezen. Ook bij vogels is de partnerkeuze belangrijk. Hoe weten we dat? In de negentiger jaren deed ik onderzoek naar de grote karekiet in ons land. Het onderzoek richtte zich op de oorzaken van de afname van de populatie en op mogelijke herstelmaatregelen. Maar daarover een andere keer. De eenzame man bij Bonrepas brengt veel herinneringen aan die tijd naar boven, onder andere aan wat we zelf te zien kregen over de bijzondere relatie tussen de mannetjes en de vrouwtjes. 17 april 1995, 19.00 uur, het bruggetje bij Nederland Het is zeven uur ’s avonds, helder weer, de zon gaat onder in het westen en ik heb de typische geur van het veen in m’n neus. Voor me liggen De Weerribben. Een prachtplek. En belangrijk: de wind is west. Vanaf dit bruggetje, vlakbij het gehuchtje Nederland, heb ik een perfect zicht op Ramspolder, het meest zuidelijke puntje van De Weerribben, met nog een tiental zingende mannetjes van de grote karekiet. De grote karekiet is maar een kleine vogel, ter grootte van een spreeuw. Maar terwijl de zang van een spreeuw misschien tot op 100 m is te horen, draagt de zang van de grote karekiet wel een kilometer ver. Op de wind nog verder. Het is de zogenaamde ‘long song’, bedoeld om vrouwtjes te lokken en andere mannen weg te houden. Met name het schelle “ie-ie-ie” draagt heel ver. De grote karekiet heeft nog een andere zang, de ‘short song’. Die bevat grofweg dezelfde strofen (kenmerkende zangfragmenten), maar juist niet dat verdragende ie-ie-ie, en is veel korter. Die zang is alleen bedoeld om naburige mannen uit zijn territorium te houden.
8
De Waardvogel – september 2013
Bron illustratie: Alex en Marie Beauquenn, www.oiseaux.net
Die zeventiende april sta ik al voor de derde keer op dat bruggetje. Voor het onderzoek is het immers handig om te weten wanneer de eerste mannen gearriveerd zijn, want dan begint het veldwerk pas echt. De vrouwen komen een tot twee weken later. Voor het horen van die eerste mannen is het bruggetje een perfecte plek. Deze keer hoor ik ver weg, gedragen op de wind, de eerste zingende man van het seizoen. Polygamie In het onderzoek keken we ook naar de overleving en het verspreidingsgedrag van de vogels. Waren de grote afstanden tussen de populaties, nog los van de kwaliteit van het habitat, een probleem voor grote karekiet? We voorzagen daarom honderden jongen en tientallen oudervogels van kleurringen waardoor ze met een telescoop individueel herkenbaar werden. Als leuk cadeautje kregen we daardoor ook inzicht in het interessante huwelijksleven van de grote karekiet. De
grote karekiet is namelijk polygaam. Dat betekent dat het mannetje meer dan één vrouwtje kan hebben, tot wel vier aan toe. De meeste vogelsoorten zijn serieel monogaam: ze hebben maar één partner tegelijk, maar veranderen regelmatig van partner in de loop van hun leven. Een interessante vraag is natuurlijk: waarom is de ene soort polygaam en de andere niet? Die verschillen bestaan ook tussen nauw verwante soorten. De grote karekiet is polygaam, maar de kleine karekiet niet. Er is veel onderzoek gedaan naar de oorzaken van deze verschillen. Ik wil echter geen boek schrijven, maar gewoon een artikeltje. Daarom noem ik hier alleen een paar hoofdzaken, zodat jullie wat gevoel krijgen voor de achtergrond van het gedrag van de grote karekiet. De ene relatievorm is niet per se ‘gunstiger’ voor een soort dan de andere. Maar er zijn wel factoren die polygamie in de hand werken. Een hele belangrijke is voedselrijkdom. Voor een man is het hebben van meer dan één vrouw een voordeel, omdat hij dan meer jongen kan produceren. Voorwaarde is dan wel dat zijn vrouwtjes de jongen kunnen grootbrengen zonder al te veel zorg van de man. De man moet zijn inspanning immers verdelen over meer legsels. Bij de grote karekiet verzorgt het mannetje bijvoorbeeld alleen de jongen van zijn eerste vrouwtje. Dat betekent dat het voor een vrouwtje alleen aantrekkelijk is om te paren met een reeds gepaarde man, als ze in staat is zelf de jongen groot te brengen. Kortom, er moet voldoende voedsel zijn. Polygamie treedt dan ook vooral op bij soorten die voldoende voedsel tot hun beschikking hebben en in situaties met veel voedsel. Bij de grote karekiet vonden we de hoogste percentages polygame mannen in gebieden met de hoogste dichtheid aan vogels, dus de beste gebieden.
Waarom kiest een vrouwtje voor een al gepaarde man? Het gevolg van het optrekken met een reeds gepaarde man is vaak dat het vrouwtje wat minder jongen weet groot te brengen dan wanneer ze het mannetje alleen voor zichzelf had. Waarom zoekt ze dan geen ongepaard mannetje? De meest aannemelijke verklaring, bevestigd door uitgebreid onderzoek naar de grote karekiet in Zweden, is dat vrouwtjes die paren met een reeds gepaarde man dat doen om op die manier ‘goede genen’ te verkrijgen. Door in zee te gaan met zo’n ‘superman’ krijgen ze misschien wat minder jongen, maar het zijn wel jongen met zijn goede genen, jongen die na het uitvliegen een hoge overlevingskans kans hebben en die op hun beurt ook meer kans hebben op meerdere vrouwtjes en een groot aantal jongen. De eerlijke zang van de grote karekiet Okay, het is dus een voordeel om een goede man te kiezen. Maar hoe doet ze dat dan? Antwoord: door het beoordelen van de kwaliteit van zijn zang en van zijn territorium. Een goed territorium bevat zwaar, in het water staand meerjarig riet, hoe meer hoe beter, en voldoende grote insecten (met name libellen, waterkevers en hun larven), dus een goede waterkwaliteit. Maar hoe ‘meet’ een vrouw de kwaliteit van de man? Bij vogels zijn er grote verschillen in de vorm waarop mannetjes hun kwaliteit laten zien. Het bekendst zijn de gekleurde veren (paradijsvogels, de pauw), de duur en moeilijkheid van hun dans (de rotshaan, de korhaan) of de intensiteit van hun zang. Bij de onopvallend gekleurde rietzangerachtigen komt de liefde door de stem, de zang. Maar ja, als je even doordenkt komt gelijk een vraag op: een mannetje kan misschien wel leuk zingen, maar hoe weet een vrouwtje dan dat hij echt ‘goede genen’ heeft?
Bron illustratie: Nicolay Staykov, www.all4mypics.com
De Waardvogel – september 2013
9
Ook daar is bij vogels weer veel onderzoek naar gedaan en er zijn boeken over vol geschreven. Wat we hebben ontdekt is dat vrouwtjes mannen kiezen op basis van zangkenmerken waarmee mannetjes niet kunnen ‘liegen’. Ze kiezen kenmerken die iets zeggen over de conditie, kracht of het leervermogen van het mannetje. En dat zijn juist dus ook de kenmerken die de mannen zoveel mogelijk in hun zang proberen op te nemen. Vandaar de grote variatie in zangstrofes bij de rietzanger en vooral de bosrietzanger (leervermogen), de constante en langdurige trillers van de sprinkhaanzanger en snor, en de luide zang van de grote karekiet. En denk nu niet: die Graveland zuigt dat allemaal uit zijn duim. Dit soort zaken zijn betrekkelijk eenvoudig te onderzoeken, door bijvoorbeeld de reacties te testen van vrouwtjes op geplaybackte zang van verschillende mannetjes. Ik herinner me de keer dat ik bij een vlucht uit ZuidEuropa over noordwest Overijssel vloog. Vanaf ca. twee kilometer hoogte zag ik in één blik het hele broedgebied liggen, van De Weerribben in het noorden tot het Vossemeer in het zuiden. Omdat ik er al een paar jaar lang drie maanden per jaar zat kende ik de rietvelden op mijn duimpje en zag ik de verschillen tussen de gebieden. Ik stelde me voor dat zo ook de vrouwtjes in de vroege ochtend aan het eind van hun nachtelijke trek hun eerste oordeel vormen: de kleur van het riet, de mate waarin het bewoog met de wind, de hoeveelheid overjarig riet. En natuurlijk de harde zang van de mannen vanuit het riet ver beneden. De dames oordelen Ik merkte zelf aan een aantal zaken dat de vrouwtjes waren gearriveerd: een niet-zingende en wat verscholen zittende grote karekiet in het riet (een vrouwtje), plotselinge uitbarstingen van zang – zowel long song als short song, onrustig gefladder van een man boven het riet en achtervolgingen in het riet. Later hoorde ik van de Zweedse collega’s dat vrouwtjes zich de eerste dagen heel onopvallend gedragen en zich soms nog kilometers verplaatsen en zo flink wat territoria bezoeken. Ze beoordelen zo de zang van de mannen en de grootte en kwaliteit van de territoria. Door dit stilletjes te doen vermijden ze vertekenend ‘uitslovergedrag’ van de mannen. Jokkende mannen Maar het onopvallende gedrag van de vrouwtjes heeft misschien nog een reden. Daar kwam ik pas later achter. Ik bezocht de gebieden eenmaal per week en gebruikte de long song en short song om te achterhalen of een mannetje gepaard was of niet. Op een gegeven moment trof ik een man met long song, net als bij de vorige controle, Toen ik terug liep zag ik opeens een vrouwtje, en even later een nest met twee eieren? Hoe zat dat? Ik had wel wat over die polygamie gelezen en over short en long song, maar waarom long song als hij al een vrouw had? De Zweedse collega’s wisten weer raad. Ze hadden ontdekt dat een man inderdaad op short song overgaat zodra hij een vrouw heeft. Maar zodra dat vrouwtje haar een eerste ei heeft gelegd, en hij door die investering er redelijk zeker van kan zijn dat ze bij hem blijft, gaat hij weer over op long song, om een tweede
10
De Waardvogel – september 2013
vrouw te lokken. En vaak kiest hij dan een zangpost die zover mogelijk verwijderd is van het nest van zijn eerste vrouwtje. Toekomstige vrouwen mogen immers niet weten dat hij al gepaard is, want wie weet ziet ze er dan vanaf. Soms zingt een man dan maar een dag of vier short song, en bij een wekelijks bezoek kun je die periode eenvoudig missen. Dat was mij dus overkomen. Maar voor de vrouwtjes zonder man was deze misleiding door de mannen dus een tweede reden om onopvallend eerst eens goed in dat territorium rond te kijken. Vrouwennijd Af en toe kwam ik nesten tegen waaruit een deel van de eieren was verdwenen, of waarin kapotte eieren lagen, terwijl het nest nog intact was. Het leek op predatie, maar bij predatie waren doorgaans alle eieren verdwenen en waren vaak het nest en de stengels eronder kapot door het geweld van de predator. Ik had er geen verklaring voor totdat ik las dat de vrouwtjes van hetzelfde mannetje vaak agressief tegen elkaar zijn: de tweede en volgende vrouwtjes maken als ze de kans krijgen het legsel van het eerste vrouwtje onklaar. Zo proberen ze er voor te zorgen dat het mannetje dan hun eigen legsel gaat verzorgen. We verzamelden ook bewijs voor deze kwade streken. Om wat inzicht te krijgen in predatie (welke predatoren zijn er en is er een relatie tussen rietkenmerken en de kans op predatie?) hadden we kunstnesten in het riet geplaatst met kunsteieren van plasticine, een zacht blijvende klei. Door de afdrukken in de eieren kregen we een indruk van de predatoren. Vaak bleken het muizen of ratten, maar een paar keer stond er heel duidelijk de snavelafdruk van een grote karekiet in de eieren. Dat wisten we, omdat we beschikten over een paar schedels van op het nest gepredeerde grote karekieten. De andere kant van de medaille Je hoeft geen wiskundig genie te zijn om te bedenken dat als een aantal mannetjes meer dan één vrouwtje heeft, er ook mannen zijn die geen vrouwtje krijgen. Zo waren er ook in ons onderzoeksgebied mannen die tot een week of zes zaten te zingen, zonder dat ze een vrouwtje kregen. Ik weet niet meer precies de cijfers, maar het staat me bij dat in De Weerribben (ca. 12 territoria) 15-20% en in het Ketelmeer en Zwarte Meer (ca. 100 territoria) 20-30% van de mannen polygaam was. Ca. een kwart van de mannen bleef zonder vrouw. Vaak verdwenen die mannen in de loop van juni uit hun territorium. Een aantal vonden we dan elders terug, meestal een paar honderd meter tot enkele kilometers van hun eerste territorium. Maar soms trokken ze half Nederland door en kregen we in juni of juli meldingen van gekleurringde grote karekieten uit de Loosdrechtse plassen of een plas bij Zoetermeer. In een enkel geval kregen die late mannen nog een vrouwtje. Maar dat waren uitzonderingen. En bij ‘Boenderpas’? Arie Dorsman mailde dat onze man weken lang luid heeft zitten zingen. Bijna elke dag stond hij wel op waarneming.nl. Hij zong de long song. Geen vrouw dus die erop af kwam. Alle moeite was voor niets, want hij was de laatste man van het seizoen. Jammer.
Excursie vogelplas Starrevaart Rinus en Corrie van Meijeren Op zaterdag 17 augustus om half acht werden we opgehaald door Mieke Verwaal, waarna we Jannie Monhemius op gingen halen. We verzamelden bij de Stolp Inn in Stolwijk. Met een groep van acht mensen vertrokken we. Het weer was goed, zoals beloofd door de weerstations. Het was nog een aardig eindje rijden. We zouden achter Erik aanrijden, want voor ons was de route onbekend. Voor geval van nood hadden we nog een routebeschrijving bij de hand. We kwamen aan bij de vogelplas. Hij ligt pal naast de A4, hoe kunnen ze het zo maken. We gingen eerst kijken bij een nabij gelegen vijvertje. Volgens Erik moest daar een ijsvogel te zien zijn. Ik dacht: zo, dat is mooi, want die heb ik nog nooit gezien. Ik ben er toch al een paar keer vlakbij geweest, maar we zagen hem nu ook niet. Toen gingen we naar de kijkhut. Daar aangekomen deden we eerst alle luiken open en de kijkers werden in stelling gebracht. En ja hoor, er was veel te zien. De aalscholvers hadden alle palen in beslag genomen. Ik hoorde ineens zoveel namen van eenden: krakeend, kuifeend, taling. Kijk, ik ben geen kenner, dus mij zeggen die namen allemaal niets, maar dat komt misschien nog wel. Ook liepen er een heleboel lepelaars, een mooi gezicht zoals ze zich bewogen door het water. Wadend, happend en snappend, het was een leuk gezicht. Na goed kijken bleek er tussen die lepelaars een heilige ibis te lopen volgens de kenners. Hij werd voor mij in de kijker gezet, zo kon ik hem ook goed zien: zwarte nek en zwarte staart, deze vogel had ik nog nooit gezien. De kluut was voor mij ook nieuw. Misschien let ik niet zo goed op, maar volgens mij zitten ze niet zo veel in onze polder. Ik ben vrijwilliger bij het Zuid-Hollands Landschap, dus ik ben tegenwoordig veel in de polder. Verder waren er veel visdiefjes te zien, die zich telkens weer op hun prooien stortten. Dat vind ik steeds weer een mooie gebeurtenis, niet voor het visje natuurlijk. De kenners voerden alles in wat ze hadden gezien. Na de luiken weer gesloten te hebben, gingen we verder. We maakten nog een mooie wandeling om de plas. We zagen vlinders, waaronder een oranje luzernevlinder en diverse libellen. Voordat we weer bij de auto waren gingen we toch nog even kijken of we het ijsvogeltje konden waarnemen, maar helaas hadden we geen geluk. Na Erik bedankt te hebben voor de rondleiding gingen we huiswaarts. Ik vond het leerzaam, zeker i.v.m. de nieuwe vogels die ik gezien heb. Het was een geslaagde excursie.
Rechtsboven: oranje luzernevlinder Linksonder: bont zandoogje
Rechtsonder: foeragerende lepelaars Foto’s: Max Ossevoort
De Waardvogel – september 2013
11
Vogels tellen in Bulgarije Mieke Verwaal Na een oproep van de Habitat Foundation over vogels tellen in Bulgarije, besloot ik om rond te vragen wie er met mij zou willen gaan. Max, Joke en Wim voelden er net als ik wel wat voor. De Habitat Foundation steunt natuurbeschermers in het buitenland. Na twee bijeenkomsten van de Habitat Foundation (die hiervoor onderdak kreeg van Sovon in Nijmegen) werd het enthousiasme alleen maar groter. Joke zorgde voor de overnachtingen, een huurauto en vliegtickets, met dank aan de Habitat Foundation die ons veel informatie heeft gegeven. Op 9 mei vertrokken we naar Bulgarije. De vlucht ging van Schiphol naar Burgas met een tussenstop van zes uur in Sophia. Dus we bestelden een taxi en we gingen even Sophia bekijken. Terwijl we op de taxi stonden te wachten zagen we de eerste Bulgaarse vogels. “Een klapekster!!”, werd er geroepen, waarop ik zei: “Hier zijn geen klapeksters, wel de kleine klapeksters”. Toen werd direct het vogelboek te voorschijn gehaald en we kwamen uit op een grauwe klauwier. Prachtig, en wel drie stuks; later bleek het een van de meest algemene soorten te zijn. In Sophia bezochten we een marktje en een kerk. We keerden terug naar het vliegveld voor de vlucht naar Burgas, een grote plaats aan de Zwarte Zee. ’s Nachts om 0.45 uur landden we op het vliegveld. We moesten een klein stukje lopen naar ons eerste hotel waar we maar een nacht zouden verblijven. De volgende morgen konden we op een klein balkonnetje genieten van de zon en de vogels: een kauw, torenvalk, mussen en wel honderden zwaluwen. Beneden bij het ontbijt zagen we de eerste vlinder, een prachtige koningspage. Na de gehuurde auto opgehaald te hebben, reden we naar onze eerste echte bestemming, het huis van Mister Russi, een Bulgaarse vogelaar. Aangezien wij het huis niet konden vinden, besloten we het te vragen. Enkele dames waarvan sommigen Engels spraken vertelden ons waar wij heen moesten, anderen gingen telefoneren. Toen wij de juiste straat in reden, begrepen we waar de dames naar toe gebeld hadden, want Mister Russi stond op de hoek van de straat al te zwaaien. Een fijne man, die altijd vrachtwagenchauffeur was geweest. Wij hebben hem twee dagen ingehuurd. Hierdoor hebben we veel van het landschap rond Burgas gezien en veel goede vogelplekken: een rivier met woudaapjes, grote karekieten, Cetti’s zangers, kwakken, blauwe reigers en kleine zilverreigers, een waterplasje met wel 50 kemphanen, zwarte ibissen, steltkluten en zomertalingen. Later op de dag zijn we nog naar een groot meer gegaan waarvan de kanten bezaaid waren met steltlopers: bonte strandlopers, krombekstrandlopers, kleine plevieren en aan de overkant waren eilandjes gemaakt voor visdiefjes en sterns. Dit was tevens een mooi punt om tien minuten vogels te tellen die we later zouden opsturen. Een voordeel van tien minuten tellen is dat je heel alert wordt op alle vogels om je heen. Over ons heen jaagde de bruine kiekendief. Rond 20.00 uur waren we weer terug bij het bed & breakfast van het gezin van Mister Russi. Zijn vrouw had voor ons een traditionele Bulgaarse maaltijd gemaakt, die wij gezamenlijk nuttigden met het gezin van Mister Russi. De volgende dag gingen we weer met hem op pad, maar niet voordat hij onze band gemaakt had, want die
12
De Waardvogel – september 2013
stond ‘s morgens leeg. Alle mannen bij de auto en de vrouwen in de keuken aan de klets. Toen de band gemaakt was, stonden de heuvels op het programma. “Migratie’”, zei Mister Russi. De trek kwam niet goed op gang. Wel zagen we een jakhals die een ooievaar probeerde te vangen. Een van de vogels was een Balkankwikstaart, die zich mooi liet fotograferen. Verder zagen we Turkse tortels, zomertortels, gierzwaluwen, boerenzwaluwen, huiszwaluwen, grauwe klauwieren, veldleeuweriken, een grasmus, en grauwe gorzen. Aangezien er weinig trek was, bracht Mister Russi ons naar een verlaten vliegveld. Hier waren wel 200 ooievaars en duizenden krekels, een lekkernij voor allerlei vogels. Ook stonden er gebouwen op het terrein die illegaal gesloopt werden door zigeuners (Roma). Toen wij langs kwamen spanden zij snel paard en wagen in en reden weg. Na de lunch zijn we nog bij een Bulgaars trektelpunt geweest waar twee Bulgaren aan het tellen waren. In de tijd dat wij er waren kwamen er 2 wespendieven, 1 Balkansperwer, en 1 torenvalk over en op een struikje zat een kleine klapekster, ook hoorden we de eerste bijeters en scharrelaars. Mister Russi kon niet genoeg van het vogelen krijgen, dus bracht hij ons nog naar een van de zoutmeren. Hier zaten ook weer volop steltlopers en in een hoek zagen we nog een grauwe franjepoot. Zondag stond het plaatsje Sozopol op het programma, een plaatsje met veel oude kerkjes. Mister Russi stond ook klaar met zijn fiets. Vreemd vonden wij, hij zou niet met ons mee gaan. Toen we weg wilden rijden, begrepen we waarom hij zat te wachten: niet ver van zijn huis zat een groep van wel 200 oeverzwaluwen (migratie) en dit wilde hij beslist laten zien. Na de oeverzwaluwen gingen we door naar Sozapol, onderweg al vogelend. Dit gaf mij een nieuwe levenssoort: een kolonie dwergaalscholvers, wouw!! Tijdens een tussenstop vonden we bij een binnenwater een kolonie zwartkopmeeuwen met daartussen dwergmeeuwen, witwangsterns en dwergsterns. Deze vlogen af en aan met voedsel. De volgende dag reden we naar de het zuiden, naar de oostelijke Rodopen. Hier hadden we kamers in het gierencentrum gehuurd. Onderweg zagen we het landschap langzaam veranderen: eerst meren met akkers, later bossen en lichte heuvels met als laatste de bergen. Wat mij onderweg opviel was de grote hoeveelheid klaprozen en de vele vlinders, vooral het geaderd witje vloog uitmuntend. Onderweg was er nog een stop bij een waterbassin waar we de eerste hop en wielewaal tegenkwamen, en een smaragdhagedis. Op de terugweg hebben we hier zelfs nog een telling gedaan.
V.l.n.r.: vrouwtje grauwe klauwier, drie bekende vogelaars, oeverzwaluwen, morgenster, parelmoervlinder, Balkankwikstaart, nachtpauwoog, grote geaderde witjes Foto’s: Max Ossevoort, Mieke Verwaal, Joke Colijn, Wim Sloof
De Waardvogel – september 2013
13
Bij aankomst bij het gierencentrum in Madzharovo begon het net een beetje te regenen (de enige regen van heel de vakantie) maar hierdoor vloog er even niets. Dus verdeelden we de kamers en gingen we eten. ‘s Avonds werden, net als elke avond, alle vogels die we die dag gezien hadden genoteerd. De volgende dag werd er al vroeg gevogeld. Op een hutje zat een arendbuizerd. Hij was goed te herkennen aan zijn lichte kop en mooie V op zijn rug. Ook spotten we een kleine zwartkop met zijn rode ogen. Voor ons vloog een steenuiltje naar zijn broedplek in een oude schuur, super! Na het ontbijt speurden we de gierenklif helemaal af, met als resultaat: vale gieren, aasgier, slechtvalk, zwarte ooievaars, een arendbuizerd bij een nest, blauwe rotslijster, specht en nog een zingende ortolaan. De tweede dag was het weer een cultuurdag. Dit maal gingen we naar een tombe vlak bij de Griekse grens. Ik moet zeggen dat de Bulgaren een erg vriendelijk volk zijn, want wij konden de tombe niet vinden, dus we moeten weer vragen. Een man (wij noemden hem de burgemeester) zei/gebaarde: “Rij maar achter mij aan,” en zo kwamen wij bij de tombe. Hier moesten we tien minuten wachten. Toen kwam er een taxi aan met de beheerder. We betaalden vijf euro voor ons vieren en mochten net zo lang kijken als we nodig hadden. Na afloop sloot de heer de tombe en vertrok weer per taxi. Ook zijn we in hetzelfde dorpje naar een wijnproeverij gegaan. Terug reden we langs een kronkelige rivier, met aan het begin een mooi orchideeënveld. Zo reden we twee uur door, met bijeneters overal om ons heen. Aan het einde was het even schrikken, want de weg hield plotseling op. Dus moesten we het hele eind terug. Bij terugkomst in het gierencentrum stond het voltallige personeel ons al lichtelijk in paniek op te wachten. Wij beloofden de volgende keer te bellen als we later aan zouden komen. De volgende dag reden we langs een stuwdam en langs mooie vergezichten. We vonden een bijenorchidee; nooit geweten dat die bestaan, maar het was wel een hele mooie orchidee. We liepen naar een uitzichtpunt en onderweg zagen we weer veel vlinders, waar onder kardinaalsmantel, distelvlinder, parelmoervlinder, blauwtjes en natuurlijk ons groot koolwitje. Ook waren hier bijzondere kevers te vinden. Op de top hadden we een mooi uitzicht, langs ons vlogen de vale gieren en af en toe een buizerd, met als mooiste vogel van de dag een blonde tapuit. Later die dag kwamen we langs wat bossen waar zwarte, groene en Syrische bonte spechten te zien waren. ‘s Avonds ben ik met Wim nog een stukje gaan lopen, om de roep van een dwergooruil te horen. Nu, dat is gelukt en wat ik tijdens deze wandeling zo leuk vond was dat er overal vuurvliegjes te zien waren. Onze laatste dag hebben we besteed aan tellingen op vijf verschillende plaatsen. Op de meeste dagen hebben we wel één maal geteld. Vaker lukte niet, want het land was zo indrukwekkend dat het niet in ons opkwam dat we nog moesten tellen. Dennis van de Habitat Foundation had gelukkig gezegd dat een keer per dag tellen al voldoende was. Op onze laatste telplek die dag was het wel erg mooi. Het was in een oud verlaten dorpje, waar verschillende vervallen huisjes stonden. Op de begane grond was de stal en op de eerste verdieping konden
14
De Waardvogel – september 2013
mensen wonen. De mensen waren vertrokken, maar het vee was er nog. Er was een koe met allemaal kalfjes om haar heen en een merrie met een pasgeboren veulen. Door ons toedoen kwam de merrie met haar veulen uit de stal. Het veulen van vorig jaar en een jonge hengst kwamen er ook aan. De jonge hengst wilde wel wat proberen, maar hij bakte er niets van. Na een paar mooie dagen in het gastvrije gierencentrum vertrokken we weer naar de Zwarte Zee, maar nu het uiterste zuidoostelijke puntje, vlak bij de Turkse grens. Het gebied heet Strandja en is een onbedorven natuurpark met oeroude bossen. De reis er doorheen ging niet zo snel als we gehoopt hadden. Er stond een provinciale weg op de kaart, maar dit bleek een gatenkaas te zijn. Max, die ons heel de vakantie gereden heeft, moest slalommen om de gaten mis te houden. Het tempo was dus ook maar alsof we tien km per uur reden. Het was wel een mooie gelegenheid om weer te vogelen en van het landschap te genieten. Boven ons vlogen nog wat grote rovers die we niet op naam konden brengen. Her en der zagen we herders met hun vee. Tegen de schemer kwamen we aan in ons laatste verblijf, echt zo’n vakantieresort. Niet mijn smaak, maar Wim werd helemaal blij, want er was een zwembad bij. Wat er wel leuk was, was dat ‘s morgens de boerenzwaluwen door onze kamer vlogen en je kon een grote groep bijeneters zien. Ook hoorde je ’s nachts de dwergooruil en de steenuil goed. De volgende dag moesten we wat papieren ophalen in een nabij gelegen dorpje, midden in het Natuurreservaat, wat wel 40 km rijden was, maar dat was het zeker waard. Tegenover het huis waar we moesten zijn, zat een zwarte roodstaart en op vijf km lopen stond een kapelletje met rondom oude bomen. Hier was de klapper een baardgrasmus en een stel appelvinken. Ook stond er een lange wandeling langs de kliffen op het programma. Deze wandeling begon met een klauterpartij, maar eenmaal boven was het uitzicht over de Zwarte Zee adembenemend. Boven de zee vlogen ineens veel geelpootmeeuwen. Toen we goed keken, zagen we ook dolfijnen zwemmen. Verderop kwamen we reuzenpaardenbloempluizen tegen (die hebben vast een andere naam, maar dat laat ik aan de plantenexperts over). Ook waren er weer volop vlinders waaronder het zwart dikkopje en de grote schaduwzandoog. Die boffer van een Max vond nog een nestje van een kleine plevier en alsof dat nog niet genoeg was liepen we op de terugweg tegen een duinpieper aan. Moe van de wandeling was thuis het zwembad wel een welkome afwisseling. Op de laatste dag hebben we het rustig aan gedaan met twee boottochten over het riviertje de Ropotamo. De eerste met ons vieren en het tweede tochtje samen met Oostenrijkse ouderen. Overal langs de kanten zaten waterschildpadden en er vloog een ijsvogeltje. Weer aan land hing er aan een tak een nachtpauwoog met een spanwijdte van wel 20 cm groot. Op 22 mei reden we na een mooie geslaagde vakantie vol met nieuwe indrukken terug naar het vliegveld. Ik moet zeggen dat Bulgarije een fantastisch natuurland is. Voor iedereen die er heen gaat: ga ook eens tien minuten vogels tellen en geef het resultaat door aan de Habitat Foundation op www.pctrektellen.nl.
Opheffing Landschapsbeheer Z-H Ongetwijfeld heeft u inmiddels vernomen via de media dat in de laatste week van augustus door het bestuur van Landschapsbeheer Zuid-Holland is besloten dat de stichting met ingang van 31 december 2013 zal worden opgeheven. De aanleiding voor de beslissing is het aanzienlijk verlagen van de vaste financiële ondersteuning door de provincie ZuidHolland met ingang van 1 januari 2014 in combinatie met teruglopende inkomsten uit projecten van rijks- en andere overheden. Wij betreuren uitermate dat LBZH zich genoodzaakt ziet om deze beslissing te nemen; Zuid-Holland is hiermee de enige provincie zonder een organisatie Landschapsbeheer geworden. De beslissing komt vrij onverwacht, maar heeft veel consequenties, ook voor de NVWK. Ik denk hierbij onder andere aan ons ARBO plan, dat wij aanleveren aan LBZH, waardoor onze vrijwilligers onder de verzekering van LBZH vallen; de coördinatie van het weidevogelbeheer met alles wat daar bij hoort; het Zwarte Stern project en de cursussen die zij verzorgen op diverse gebieden en waarvan wij zeer regelmatig gebruik maken. Uiteraard worden inmiddels de consequenties t.a.v. deze onderwerpen door ons onderzocht en zullen wij u daar zo snel mogelijk van op de hoogte brengen. Hoe gaat het nu verder in onze provincie? De provincie Zuid-Holland heeft de ambitie om de komende jaren de ondersteuning van vrijwilligers in landschap en natuur te versterken en wil in 3 jaar tijd een groei van 50% in het aantal vrijwilligers bewerkstellen. De provincie wil dit bereiken in samenwerking met een provinciaal netwerk genaamd ‘De Groene Motor’. ‘De Groene Motor’ heeft als doelen om het aantal en de ondersteuning van
vrijwilligers een impuls te geven; regionale programma's tot stand te brengen, zodat de vraag naar en het aanbod van vrijwilligerswerk op elkaar aansluiten; de realisatie van projecten met vrijwilligers binnen het reguliere beleid van de provincie te bevorderen en de inzet van vrijwilligers binnen projecten te bevorderen. Wij hopen dat bestaande netwerken en kennis kunnen worden overgenomen in en door ‘De Groene Motor’, en dat de mensen die dat bij LBZH jarenlang hadden opgebouwd hier een rol in kunnen spelen. De gedachte is duidelijk: we zullen met meer vrijwilligers nog meer tijd en energie moeten besteden aan het in stand houden van de natuur in de Krimpenerwaard. Maar dat is het zeker waard, toch? We zullen onze verantwoordelijkheid moeten nemen om te onderhouden wat we hebben en het belang voor mens en dier te verdedigen van een groene omgeving. Ongetwijfeld gaat er ooit weer een andere politieke wind waaien, waarin meer plaats is voor natuur.
Teken de petitie ‘Red de rijke Weide’ Overgenomen van de site van Vogelbescherming.nl: “De intensieve melkveehouderij heeft ervoor gezorgd dat de bloemrijke weides steeds zeldzamer geworden zijn. Daardoor is sinds 1960 meer dan 60 procent van alle weidevogels verdwenen en dreigen ze uit te sterven in Nederland. Vogelbescherming voert daarom een campagne om de weidevogels hun broedgebied weer teruggeven. We willen weer 200.000 hectare bloemrijke weide in 2020. Dat is een vijfde van het grasland, genoeg om het tij te keren en ruim voldoende voor alle kaas en melk die we samen eten. Met 200.000 hectare is er genoeg ruimte voor enkele duizenden boeren om hun koeien te laten grazen op natuurlijke, bloemrijke weides. Genoeg ruimte voor weidevogels, vlinders en bijen om in gezonde aantallen te overleven en jongen groot te brengen. En meer dan genoeg ruimte om ons allemaal van gezonde, natuurlijke melk en kaas te voorzien. Boeren houden rekening met weidevogels en natuur en produceren wat minder melk - maar veel meer natuur. Zuivelfabrieken en supermarkten kopen de melk en kaas van de bloemrijke weides voor een eerlijke prijs van de boer. Consumenten betalen een paar cent meer per liter melk. De overheid zorgt met aangepast beleid dat deze ontwikkeling echt plaats gaat vinden. Een gedurfd plan, maar het kan! Doe mee en steun ons, de boeren en natuurlijk de weidevogels, bijen en bloemen.” Red de rijke weide en teken de petitie: www.redderijkeweide.nl.”
Tuintip: worteldoek onder voerplek Hans Kouwenberg Er staan niet zo vaak tuintips in de Waardvogel, maar deze wil ik u niet onthouden. Al jaren voer ik de vogels in mijn tuin met een zaadsilo. In de loop van de tijd ontstaat er dan onder de silo een dikke plak met schilletjes en gemorst zaad. In de loop van het voorjaar begint het zelfs te groeien. Huismussen zijn zeer slordige eters en laten veel vallen. Gelukkig zijn er ook vogels zoals vink, Turkse tortel en kauw die liever op de grond fourageren. Afgelopen jaar heb ik een stuk worteldoek onder de silo gelegd met het idee het doek eens in de zoveel tijd op te pakken en in de groene container te legen. Tot mijn verbazing is dat nog niet nodig geweest, de vogels eten elke keer het doek bijna leeg. Wat precies het verschil is weet ik niet, mogelijk blijft het zaad wat droger en schimmelt daardoor minder of er is gewoonweg minder voedsel in de omgeving aanwezig. Ik ben heel benieuwd of dit bij meer mensen zo werkt. Worteldoek is voor een paar euro te koop in tuincentra.
De Waardvogel – september 2013
15
Opening Speelpolder Ouderkerk op 12 juli De vierde speelpolder die door Groenservice Zuid-Holland in de Krimpenerwaard in samenwerking met diverse instanties is gerealiseerd, werd geopend door wethouder Theo Segers. Er waren extra veel activiteiten georganiseerd en De Tiendtuin werd dan ook door de Ouderkerkse kinderen met veel plezier en gespetter in gebruik genomen. De NVWK was met een aantal leden aanwezig om met de kinderen vogelhuisjes in elkaar te timmeren en vlindertafels te beschilderen. Gelukkig konden de wasmachines na afloop lekker draaien – een teken dat kinderen wel begrijpen waarom het gaat als je in de polder speelt!
16
De Waardvogel – september 2013
Til nummer vier! Plaatsing van onze huiszwaluwtillen (5)
1. De huiszwaluwtil voor HHSK wordt opgeladen
2. Voorzichtig van de ‘rol’ af Joke Colijn
3. De steiger opbouwen bij gemaal Krimpenerwaard
5. Het hoogste punt is bereikt!
6.Plankjes tussen de potjes zorgen voor wat beschutting
Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard had wat moeite met het vinden van een geschikte plek voor onze 50-jarige verjaardagsgift. De locaties die Nico van Dam tot nu toe aandroeg werden o.a. afgewezen omdat men vreesde voor verzwakking van het dijklichaam. Gelukkig kon deze plek de goedkeuring wegdragen; de til staat nu langs de Lekdijk bij het gemaal Krimpenerwaard, binnendijks tegenover de telpost ‘De Hoekse Sluis’. Hoewel de laatst bijgestelde streefdatum (vóór het broedseizoen 2013) bij lange na niet gehaald is, hebben onze mannen met veel plezier op donderdag 29 augustus de huiszwaluwtil opgericht. Bert Neeleman had de fundering weer perfect voorbereid. Terwijl ze bezig waren vlogen de zwaluwen er al omheen…die hebben de til in elk geval nog goed kunnen zien voor ze op reis gaan naar Afrika. Misschien dat ze deze prachtige nieuwe woongelegenheid wel opslaan in hun lange termijn geheugen! Van de laatste huiszwaluwtil, die voor het Zuid-Hollands Landschap, valt te melden dat ook daar beweging komt in de procedures.
4. De paal staat waterpas – toch, Nico?
7. Trots op het resultaat. Met dank aan v.l.n.r.: Bert Neeleman van Neeleman Bouw, Leen den Hartog, Arie Dorsman, Max Ossevoort en Nico van Dam (coördinator zwaluwwerkgroep).
De Waardvogel – september 2013
17
Onderzoek naar de verspreiding van plantenzaden door eenden Erik Kleyheeg Heeft u zich wel eens afgevraagd hoe het komt dat er zo snel planten groeien en waterbeestjes rondzwemmen in nieuw gegraven poeltjes en plassen? En hoe kunnen planten zich eigenlijk naar het noorden verspreiden als het daar steeds warmer wordt? Toen Charles Darwin tijdens zijn reis met de Beagle op de meest afgelegen eilanden allerlei soorten planten tegenkwam, vroeg hij zich ook al af hoe die daar terecht konden komen. Hij bedacht dat het misschien wel vogels waren die zaden meenamen als ze vanaf het vasteland naar de eilanden toe vlogen, bijvoorbeeld tussen hun veren. Inmiddels weten we dat zaden niet alleen aan de buitenkant van vogels, maar vooral in het maagdarmkanaal worden meegenomen. Bij ‘landvogels’ is er al veel onderzoek gedaan naar hoe deze manier van zaadverspreiding werkt. In gebieden met een gematigd klimaat zijn het bijvoorbeeld lijsterachtige en pestvogels die veel zaden verspreiden, maar vooral in de tropen is het een veel voorkomend fenomeen: toekans en andere fruitetende vogels verspreiden een breed scala aan plantenzaden. Maar hoe zit het nou eigenlijk in het water? Plassen, meren en hele moerasgebieden zijn vaak gescheiden van andere waterlichamen, dus drijvende zaden komen niet van de ene naar de andere plek zonder hulp. Hoe belangrijk zijn watervogels voor de uitwisseling van genetisch materiaal (zaden) tussen populaties die ver uit elkaar liggen? En bij de kolonisatie van nieuwe habitats? Kunnen alle planten door vogels verspreid worden of niet? Zijn er planten die gespecialiseerd zijn op verspreiding door watervogels? Om dit soort vragen te beantwoorden over de rol van watervogels (met name eenden) bij de verspreiding van plantenzaden, doe ik momenteel een promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht. Door de redactie van de Waardvogel ben ik gevraagd of ik hierover een stukje wilde schrijven. Voor de verspreiding van planten via het maagdarmkanaal van vogels (met een mooi woord heet dat ‘endozoochorie’) zijn eigenlijk drie dingen van cruciaal belang: 1) opname: de zaden moeten worden opgegeten door watervogels 2) darmpassage: de zaden moeten de weg door het maagdarmkanaal van watervogels zien te overleven 3) transport: de vogels die de zaden opeten, moeten ergens heen vliegen (en daar de zaden uitpoepen) Zaden kunnen dus alleen verspreid worden via endozoochorie als ze worden opgegeten. Dat betekent dat ze onderdeel moeten zijn van het dieet van een watervogel en vanzelfsprekend hebben verschillende soorten vogels een verschillend dieet. Ik focus me even op eenden. Al heel lang wordt het dieet van eenden onderzocht, omdat ze makkelijk verkrijgbaar zijn; ze worden immers volop geschoten. Van wintertalingen, slobeenden, pijlstaarten, krakeenden en natuurlijk wilde eenden zijn al vele slokdarmen bekeken om te zien wat ze gegeten hadden voordat ze werden geschoten. Alle soorten bleken veel zaden te vinden, vooral in de winter. In de zomer worden er ook veel ongewervelde waterbeestjes gegeten, maar die zijn niet meer
18
De Waardvogel – september 2013
Wilde eend, bron illustratie: http://www.avibirds.com
beschikbaar als het water kouder wordt in de winter. Ik was niet alleen geïnteresseerd in wat er in de slokdarmen zat, maar ook in wat er voorbij de maag nog te vinden was. In de maag wordt namelijk het voedsel vermalen en als je als zaad ongeschonden voorbij de maag komt, dan overleef je de rest waarschijnlijk ook wel. Daarom besloot ik naar het hele maagdarmkanaal te kijken. Uit alle verteringsorganen van in totaal 100 wilde eenden heb ik zaden gehaald. Bij elkaar vond ik zaden van meer dan 80 verschillende plantensoorten! Wilde eenden zijn dus niet erg kieskeurig. Opvallend was dat er bijna geen grote zaden voorbij de maag zaten. Het lijkt er dus op dat kleine zaadjes makkelijker via watervogels worden verspreid dan grote zaden. Dat zou kunnen duiden op een aanpassing van planten om door vogels verspreid te worden, maar daarvoor blijkt nog een veel beter voorbeeld te zijn. De grote egelskop, een algemene waterplant, wordt ook veel gegeten door eenden. Omdat het grote zaden zijn, overleven niet veel zaden de vermaling in de maag, maar de zaden die het wel overleven, kiemen vele malen beter dan zaden die niet door een eendenmaag geweest zijn. Blijkbaar heeft die soort een beschadiging van de zaadhuid nodig om goed te kunnen kiemen, iets waar de eendenmaag moeiteloos voor zorgt. Niet alleen kenmerken van het zaad bepalen of de zaden de weg door het maagdarmkanaal overleven, ook andere omstandigheden spelen een rol. Een grotere maag bijvoorbeeld, vermaalt meer zaden en ook als er meer kiezels (‘maalsteentjes’) in de maag zitten, zijn er minder zaden die het overleven. Daarnaast is aangetoond dat
eenden die actief bewegen (bijvoorbeeld als ze vliegen) een minder efficiënte spijsvertering hebben dan wanneer ze stil zitten. Er worden dus meer zaden intact uitgepoept als een eend actief is, en dat is goed nieuws voor de planten, want voor succesvolle verspreiding moet de eend wel actief ergens heen vliegen. Twee vliegen in één klap. Om te kunnen inschatten hoe ver zaden worden verspreid door een eend, moet je goed weten hoe een eend zich voortbeweegt door het landschap. Hoeveel afstand legt een eend af in hoeveel tijd, en wat heeft dat voor consequenties voor de verspreidingsafstand van zaden? Een zaad blijft normaal gesproken maar heel kort in een eend: na zo’n vijf uur is 95% van de opgegeten zaden alweer uitgepoept. Verplaatst een eend zich in vijf uur wel ver genoeg om een zaad te verspreiden? In de afgelopen winter heb ik een aantal wilde eenden uitgerust met een GPS ontvangertje om hun bewegingen nauwkeurig in beeld te brengen. Menig vogelaar vindt wilde eenden maar saaie beesten. Nou, dat kan ik bevestigen. Eenden zijn liever lui dan moe, want ze vliegen zo weinig mogelijk. Ook gebruiken ze het liefst
elke nacht dezelfde foerageerplek en slapen ze overdag ook standaard op dezelfde plek. Natuurlijk zijn er uitzonderingen, maar dit is het algemene beeld. De afstanden die worden afgelegd tussen de foerageer- en slaapplek zijn doorgaans kort: tussen de 500 meter en twee kilometer. Op zich is dat ruim genoeg om zaden van de ene plas naar de andere te verplaatsen, maar om over grotere afstanden te worden verspreid moeten zaden echt geluk hebben. Tijdens de trekperiode leggen eenden wel vaak hele grote afstanden af in korte tijd. Stel nu dat een eend 80 km/uur vliegt, dan ben je als zaad na vijf uur toch 400 kilometer verspreid. Dit soort gebeurtenissen zijn zeldzaam, maar kunnen wel een hele grote rol spelen in het vergroten van het verspreidingsareaal van een plantensoort. Vaak zijn het de uitzonderingen die het verschil maken, ook in de plantenwereld. Dit was zomaar een inkijkje in de wereld van zaadverspreiding door watervogels. Is uw interesse gewekt en wilt u wel eens wat meer weten? Schroom dan niet om contact op te nemen via xxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx.
Vogelcursus NVWK
2014
Arie Dorsman In 2014 gaat Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’ weer een vogelherkenningscursus voor beginners organiseren. De vogelcursus is uitsluitend bedoeld voor beginnende vogelaars. Dit jaar wordt de cursus ook opengesteld voor niet-leden. De cursus wordt verzorgd door Arie Dorsman en kost 30 euro voor leden en 50 euro voor niet-leden. De groep mag bestaan uit ongeveer 25 personen. Alleen bij voldoende deelnemers kan de cursus plaatsvinden. U kunt zich per e-mail aanmelden bij Arie Dorsman: vogelcursusnvwk@gmail.com. In deze e-mail moet uw naam, adres en telefoonnummer staan. U kunt zich ook telefonisch aanmelden op xxxx xxxxxx, waarbij gevraagd wordt naar uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres. De opzet van de cursus is als volgt: vier theoriebijeenkomsten op de donderdagavond waarin thematisch een groep vogels wordt besproken met behulp van een cursusboekje, waarbij de belangrijke kenmerken aan bod komen. Bij elke bijeenkomst worden een aantal opdrachten door de deelnemers uitgevoerd en soms als huiswerk meegegeven. Er zullen veel vogels getoond en beluisterd worden om de herkenning in het veld makkelijker te maken. Op elke theoriebijeenkomst volgt natuurlijk een praktijkbijeenkomst. We bezoeken op zaterdagochtend een karakteristieke plek in de Krimpenerwaard om de vogels die we ‘geleerd’ hebben ook in het ‘wild’ te vinden en te herkennen. Een goede vogelgids en een deugdelijke verrekijker zijn dan onontbeerlijk. Er zal ook gebruik gemaakt worden van een telescoop. Bij de eerste theoriebijeenkomst kunnen de deelnemers het cursusgeld contant betalen aan de cursusleider. Datum 6 februari
Tijd 20.00 uur
8 februari
09.00 uur
13 maart
20.00 uur
15 maart
08.00 uur
10 april
20.00 uur
12 april
07.00 uur
15 mei
20.00 uur
17 mei
05.00 uur
Onderwerp en Plaats 1e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 1e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten Polder Den Hoek, verzamelen bij de Kwakels, langs de N210 2e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 2e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten Loetbos, verzamelen bij de Zuidbroekse molen, langs de N210 3e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 3e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten Krimpenerhout, verzamelen op de parkeerplaats bij de Surfplas, Krimpen a/d IJssel, langs de N210 4e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 4e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten De Zaag, verzamelen op de parkeerplaats bij de Zaag, Krimpen a/d IJssel
Cursusleider Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman
De Waardvogel – september 2013
19
‘d de Wielewaal’ NATUURMUSEUM
& KLOMPENWINKEL
“Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”
Het museum is geopend van dinsdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur, van maart t/m oktober. Groepen zijn op afspraak het hele jaar mogelijk. De klompenwinkel is het hele jaar open van dinsdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur.
Tiendweg 26 3411 NB Willige Langerak, Lopik Tel: 0182Ͳ384454
www.museumdewielewaal.nl
Mooi aanbod tweedehands natuurboeken. Ook ruime sortering andere boeken.
In- en verkoop. Wij staan op de boekenmarkt in Krimpen aan den IJssel. André en Annie Bloot a.bloot@planet.nl
Kijk voor ons actuele occasionaanbod op WWW.AUTOBEDRIJFDEWAAL.NL
Middelblok 202 - Gouderak - (0182) 37 26 23
Aannemersbedrijf
Maaijen & Zn BEIJERSCHEWEG 73 2821 NE STOLWIJK TEL 0182 514486
Verbouw, onderhoud, nieuwbouw, reparatie, restauratie. Ontwerp en tekenwerk.
Al meer dan 75 jaar een kleine aannemer van FORMAAT Ook zijn wij een erkend leerbedrijf. E-mail : abe@maaijen.nl
web: www.maaijen.nl
De Groenling Voor gezond en bewust leven
INEKE’S MODE
Workshops Aannemersbedrijf
Lezingen Voedingsadvies
BEIJERSCHEWEG 73 Arike Mijnlieff 2821Voedingstherapeut NE STOLWIJK 208 TEL IJsseldijk 0182 514486 2924 AX Krimpen a/d IJssel
erbouw, onderhoud, nieuwbouw, 06 - 25 524 787 reparatie, restauratie. info@degroenling.net Ontwerp enwww.degroenling.net tekenwerk.
Al meer dan 75 jaar een kleine aannemer van FORMAAT Ook zijn wij een erkend leerbedrijf.
Vo o r d e v r o u w m e t s t i j l Bermweg 55-57 - Capelle-Schenkel - tel. 010 - 451 05 05
2013 Jaar van de Patrijs Erik Kleyheeg Elk jaar kiezen SOVON en Vogelbescherming Nederland een vogelsoort of soortgroep uit die dat jaar extra aandacht krijgt. Vaak zijn dat soorten die zeldzaam zijn of in aantal achteruit gaan. Dit jaar is de keuze gevallen op de patrijs. De patrijs was 40 jaar geleden nog een kenmerkende soort van het platteland, maar sinds de jaren ’70 is de soort met ruim 95% afgenomen, net als veel andere plattelandsvogels. Om de patrijs niet uit Nederland te laten verdwijnen, worden dit jaar extra tellingen en inventarisaties gedaan om een vinger te krijgen achter de oorzaken van de achteruitgang. Eerder dit jaar is in de Waardvogel al opgeroepen om eens extra op de patrijs te letten, want de Krimpenerwaard is één van de gebieden waar de soort al zo goed als verdwenen is. Patrijzen hebben een dieet van insecten en delen van kruidachtige planten. Een gevarieerde vegetatie levert het meeste voedsel op voor zowel de kuikens, die alleen nog insecten eten, als voor de volwassen vogels. Bovendien bieden kruidige akkerranden en graslanden goede beschutting voor de vogels. Twee van de belangrijkste oorzaken van de achteruitgang hebben hiermee sterk te maken. Ten eerste zorgt schaalvergroting van de landbouw voor grote oppervlakten aan kale grond (akkers) of een monocultuur van snelgroeiende grassen (weilanden). Ook verdwijnen door schaalvergroting steeds meer heggen en ruige perceelranden. Hierdoor nemen de beschikbaarheid van voedsel en schuilplaatsen af. Ten tweede worden er steeds meer pesticiden gebruikt, waardoor er weinig insecten en kruiden beschikbaar zijn. In dit soort landbouwgebieden is voor de patrijs weinig meer te zoeken. Een derde oorzaak van de achteruitgang is toegenomen predatie, mede doordat er weinig schuilplaatsen meer zijn. Al deze achterliggende processen leiden tot lage kuikenoverleving, predatie van nesten en broedende hennen, en lage winteroverleving. Vooral vroeg in de jaren ’70 maakte de populatie een vrije val, maar nog steeds is er een gestage afname te zien van het aantal patrijzen in Nederland en Europa.
De kans om een patrijs te zien in de Krimpenerwaard is echter heel klein. Vooral jonge fazanten lopen het risico om uitgemaakt te worden voor patrijs, maar let altijd goed op de roodbruine kop en de grote bruine vlek op de borst. Na 2000 zijn er maar een handjevol waarnemingen gedaan van de soort in de Krimpenerwaard. De laatste waarneming van patrijzen dateert uit juni 2011 bij de Berkenwoudse Driehoek. Uw waarnemingen van de patrijs kunt u kwijt op krimpen.waarneming.nl. Voor meer informatie over het ‘Jaar van de Patrijs’ kunt u terecht op www.sovon.nl en www.vogelbescherming.nl.
Door de kennis van de levenscyclus van patrijzen te vergroten en aandacht te vragen voor de bescherming van deze prachtige soort, hopen SOVON en de Vogelbescherming het tij te kunnen keren voor de patrijs. Als dat niet lukt, zullen we binnen enkele jaren de patrijs verliezen als broedvogel in Nederland. Aangezien patrijzen voornamelijk standvogels zijn, zal het dan moeilijk zijn om de soort weer terug te krijgen. Het is dus zaak om nu actie te ondernemen. Door uw waarnemingen van patrijzen goed te documenteren en digitaal te melden, kunt u helpen met de bescherming van de soort. Bron illustratie: http://www.pendleton.co.uk
De Waardvogel – september 2013
21
Vlinders in de tuin Gabrielle Heuvelman
Distelvlinder; foto: Gabrielle Heuvelman
Veel libellen
Na zo’n mooie zomer heeft iedereen wel kunnen genieten van de vele en mooie vlinders. Ik heb dit jaar een stukje tuin speciaal voor de vlinders ingericht. En het heeft gewerkt, elf van de twintig soorten die dit jaar in de Krimpenerwaard zijn waargenomen, zijn op het nieuwe stukje tuin afgekomen. Met kleine aanpassingen en de juiste planten moet het u ook lukken. Een warme dus zonnige plek, planten met veel nectar en wat hoogteverschil in de planten. De warmte gebruiken ze o.a. om op te warmen. Vlinders oriënteren zich met behulp van planten in een tuin waar ze zijn, daarom is het belangrijk om hoogteverschillen in planten aan te brengen. Een aantal planten die erg geschikt zijn: vlinderstruik, marjolein, herfstaster, ijzerhard (verbena), koninginnekruid, sedum, phlox maar ook (bloeiende) klimop. Let er goed opdat er spreiding in de bloeitijden zit, dit zorgt voor continuïteit in het aanbod van nectar. In het najaar kunt u ook met rottend fruit werken, dit vinden sommige vlinders erg lekker. Veel succes ermee. Mocht u vragen hebben, dan kunt u mailen naar xxxxxxxxxx@xxxx.xx.
in juli en augustus in de
Krimpenerwaard Sjani van Ophemert Na een late start door de langdurige kou in het voorjaar, zijn er toch erg veel waarnemingen met leuke foto’s op waarneming.nl gezet. Begin juli meldde Jannie Monhomius de zwarte heidelibel in het Loetbos en de zwervende heidelibel bij Lageweg. Paul Schrijvershof zag de weidebeekjuffer op de Kleine Zaag. Later werd de weidebeekjuffer ook nog gezien op de Lageweg. Dit zijn drie gebieden waar je veel libellen tegenkomt. In juli werden verder de volgende libellen waargenomen: de steenrode heidelibel, bruinrode heidelibel, houtpantserjuffer, kleine roodoogjuffer, grote keizerslibel en een watersnuffel. Jannie Monhemius meldde de tot nu toe enige blauwe glazenmaker. In augustus werden naast de diverse meldingen van de groene glazenmaker ook weer paardenbijters gezien (vaak gewoon in de tuin) en toch nog een vuurjuffer door Arie Ros, op de Kromme Kade (Bergambacht). Een bruine winterjuffer werd gezien bij de Lageweg. In mijn eigen tuin vloog tot mijn grote verbazing een zuidelijke heidelibel, een zeldzame gast en een nieuwe soort in de Krimpenerwaard. Al met al een mooi resultaat. Heidelibellen worden nog tot half november waargenomen; het is misschien leuk om tot die tijd door te gaan met het vermelden op http://krimpen.waarneming.nl/ waarnemingen.
Zuidelijke heidelibel, vrouw, foto: Sjani van Ophemert
22
De Waardvogel – september 2013
Steenrode heidelibel, man, foto: Sjani van Ophemert
Libellen excursie
naar
De Brand
op 12 juli
Wim de Bouvrie De traditie is weer in ere hersteld. Ik heb deze excursie ook in het verleden gedaan met Paul Schrijvershof, onze voormalige vlindercoördinator. Daar keek ik altijd naar uit. Vogelexcursies zijn er meer, maar ik heb ook belangstelling voor ander fauna en flora. De keuze tussen vlinders kijken of maaisel opruimen was daarom niet moeilijk voor mij. Het weer bij vertrek was zwaar bewolkt, maar de vooruitzichten waren zeer goed dus we gingen vol goede moed op weg. De Brand is een natuurgebied van het Brabants Landschap en bekend om zijn libellen en vlinders. Het is onderdeel van het veel bekendere Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. In de Brand zagen wij veel koevinkjes. Het klein geaderd witje was ook daar alom aanwezig. Lantaarntje, houtpantser- en azuurwaterjuffer waren veel voorkomende libellensoorten. Het begin was veelbelovend en we stoorden daarbij een vogelfotograaf, die in een schuiltent zat met een paar stokken ervoor om de ijsvogel te lokken. Wij hadden dergelijke middelen niet nodig om de kleine ijsvogelvlinder te spotten. Bij de kamperfoelie was de vlinder zeer talrijk. Voor een paar van ons was de blauwe breedscheenjuffer de eerste waarneming. De weidebeekjuffer werd wel gevangen (zie foto) maar ik heb ze daarna nauwelijks meer gezien. De rupsen van de atalanta, landkaartje, dagpauwoog en gehakkelde aurelia werden ons getoond. We staken een bruggetje over en kwamen op ‘het bospad’; dit was de plek van de grote weerschijnvlinder. Lokale vlindervorsers vertelden ons dat hij onlangs hoog in de boomtoppen was gesignaleerd. Bij het speuren viel onze groep uiteen. Aan het eind van het pad zagen Frans en ik de vlinder aan een boomtak, op een twintig meter afstand. Toevallige voorbijgangers werden erbij geroepen en daarna zagen we ze nog twee maal. De andere groepsleden, die achtergebleven waren, vermoedden daar de weerschijnvlinder. Toen Frans en ik daar aangekomen waren, konden we de waarneming ook bevestigen. Een mannetje grote weerschijnvlinder kwam op een tak op vier meter van ons een show geven. Hij bleef daar zeker een kwartier zitten en liet zijn vleugels in alle standen bewonderen. Een verbluffend moment. We spotten nog andere vlinders, zoals dikkopje, boomblauwtje, gehakkelde aurelia, atalanta, oranje zandoogje, kleine vos, groot koolwitje, citroenvlinder en de eikenpage. We zagen andere libellen, zoals metaalglans-, grote keizer- en gewone oeverlibel. Enkele planten als wilde bertram, kleine egelskop, breedbladige wespenorchis en brunel werden ook opgemerkt. De vogelliefhebbers hoorden de spotvogel en met hulp van een app. werd zelfs de kleine bonte specht gelokt. Het was een prachtige dag en we sloten af met een koele dronk op het terras van De Rustende Jager.
Kleine bonte specht, bron illustratie: www.arkwildlife.co.uk
Van boven naar beneden: weidebeekjuffer, foto: Wim des Bouvrie; een aantal deelnemers, foto: Sjani van Ophemert en de grote weerschijnvlinder, foto: Paul Schrijvershof
De Waardvogel – september 2013
23
Meer natuur in de Krimpenerwaard Arie Dorsman Gebiedsontwikkeling in de Krimpenerwaard is een proces van de lange adem. Begin jaren tachtig werd er een verkenning uitgevoerd door de Provincie Zuid-Holland om het animo van de agrarische sector in de Krimpenerwaard te peilen voor een landinrichting. Schoorvoetend ging de sector uiteindelijk akkoord. Landinrichting had van oudsher een belangrijke functie om de effectiviteit van het boerenbedrijf sterk te verbeteren door het creëren van grotere huiskavels, een betere ontsluiting en een gunstiger peilbeheer. Bij de landinrichting voor de Krimpenerwaard werd natuurontwikkeling ook een belangrijk uitgangspunt in verband met de ontwikkeling van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). In de loop van het proces zijn er ook andere doelen aan toegevoegd (zie werkwijze). Al vroeg in dit proces werd de NVWK gevraagd zitting te nemen in de Landinrichtingscommissie om het natuurbelang te behartigen. Nut en noodzaak EHS Het nut van de EHS is om er landelijk voor te zorgen dat planten- en diersoorten meer mogelijkheden krijgen om de populatie in stand te houden of te laten groeien. De bescherming van biodiversiteit staat voorop. De EHS vraagt om natuurdoelen en natuurinrichting. De Krimpenerwaard is met het typische veenweidelandschap een belangrijke schakel in de EHS. Het verwerven van gronden om de EHS te kunnen uitvoeren, is voor een groot deel voltooid. De noodzaak van een robuuste EHS is gelegen in het feit dat door intensivering van de agrarische sector, uitbreiding van steden, dorpen, industriegebieden en de aanleg van nieuwe infrastructuur, natuur steeds verder achteruit gaat. De soortenrijkdom (biodiversiteit) neemt drastisch af, ook in de Krimpenerwaard. In dat licht is de EHS in de Krimpenerwaard nodig als compensatie voor de verdere intensivering van de veehouderij in de Krimpenerwaard.
stellingen. De NVWK ziet realisatie van natuur graag in samenhang met alle gebiedspartners tot stand komen en ijvert daarom voor een breed draagvlak voor de gebiedsinrichting van de Krimpenerwaard en dus realisatie van de EHS. Vanaf 2011 is gewerkt aan een nieuw voorstel aan de provincie genaamd Grutto en Dotter. Het grote verschil met het oude plan ‘Grutto en Otter’ zit in de mindere mate van vernatting en moerasvorming in dit nieuwe plan, waardoor de inrichting van natuur goedkoper kan. Het nieuwe conceptplan ‘Grutto en Dotter’ geeft voldoende mogelijkheden om binnen de afgesproken 2450 ha. natuur optimale omstandigheden voor weidevogels en de meer kwetsbare veenweideflora te realiseren, dus om te zorgen voor een hogere en betere biodiversiteit (Nut en Noodzaak). De natuurdoelstellingen kunnen nog steeds behaald worden. Snelle uitvoering is gewenst. (Zie ook www.veenweide pactkrimpenerwaard.nl)
Geschiedenis In de afgelopen jaren is er veel overleg geweest met alle partijen in de Krimpenerwaard. Tot drie keer toe is er een goed plan aangeboden aan de provincie dat telkens net voor de uitvoering werd afgewezen, doordat de overheid besloot om minder geld ter beschikking te stellen. Tot twee maal toe werd er een som geld toegezegd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland die uiteindelijk weer werd teruggetrokken. Er moest telkens meer bezuinigd worden in het gebiedsproces van de Krimpenerwaard. Wel werd daar waar mogelijk, en als het ging om een ‘geen spijt maatregel’, natuur ingericht en onderhouden door o.a. het Zuid-Hollands Landschap. Hierdoor is in de afgelopen jaren toch een start gemaakt met het deels inrichten van de EHS. De Landinrichtingscommissie Krimpenerwaard werd begin 2000 opgeheven en daarvoor in de plaats kwam het Veenweidepact Krimpenerwaard. De laatste streep door de rekening was het desastreuze beleid van de staatssecretaris van Landbouw in 2010. Alle gebiedsprocessen werden stilgelegd en het plan ‘Grutto en Otter’ voor de Krimpenerwaard dat na veel overleg op voldoende draagvlak kon rekenen, viel daar ook onder.
Werkwijze Met het Veenweidepact Krimpenerwaard maakten dertien overheden en maatschappelijke organisaties in 2005 een start met de toekomst van de Krimpenerwaard. Met respect voor het landschappelijk en cultuurhistorisch landschap zijn er vijf doelen bepaald: Het aanleggen van nieuwe natuur Duurzaam waterbeheer en tegengaan van bodemdaling Versterken van de landbouwstructuur Extra kansen voor toerisme en recreatie Stimuleren van vernieuwend ondernemerschap Sindsdien zijn de nodige stappen gezet, maar is door bezuinigingen van het Rijk minder geld beschikbaar voor de realisatie van de doelen. Daarom ligt nu de vraag voor bij de betrokken partijen in de Krimpenerwaard hoe met minder geld toch zoveel mogelijk van de oorspronkelijke doelen kan worden behaald.
Toekomst Ook in het Veenweidepact-overleg speelt de NVWK een belangrijke rol bij het behartigen van de natuurdoel-
24
De Waardvogel – september 2013
Samenwerking De betrokken partijen zijn het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) en de gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist. Zij worden bijgestaan door de Land- en Tuinbouw Organisatie-Noord, afdeling Krimpenerwaard (LTO), Stichting voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer ‘Weidehof Krimperwaard’,
Agrarisch Jongeren Kontakt (AJK) Krimpenerwaard, Vereniging Duurzame Waterbeheersing Landbouw Krimpenerwaard (DWLK), Stichting het Zuid-Hollands Landschap, Natuuren Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard (NVWK), Stichting Bodembeheer Krimpenerwaard en het Natuur- en Recreatieschap Krimpenerwaard. Planning Deze partijen willen voor 1 september aanstaande met een (concept) advies op hoofdlijn komen. Die datum is belangrijk omdat de voorstellen dan nog kunnen worden verwerkt in de ruimtelijke ordeningsplannen van de provincie, de Provinciale Structuurvisie (PSV). Dit is een soort bestemmingsplan, maar minder gedetailleerd en voor de hele provincie dat in december door Provinciale Staten wordt vastgesteld. Na 1 september zal het advies nog definitief worden vastgesteld in de diverse gemeenteraden of besturen van de maatschappelijke organisaties.
Van 2013 tot 2016 is er 20 miljoen beschikbaar voor de uitvoering van de EHS. Van 2016 tot 2021 is er 34,6 miljoen toegezegd. Documenten Het proces is ondertussen in volle gang. Na een bijeenkomst waarin bestuurders van de betrokken organisaties zijn bijgepraat, is ook een vijftal gebiedsbijeenkomsten georganiseerd voor bewoners en agrariërs met een verhelderende presentatie. Op dit moment ligt er een Concept Gebiedsvoorstel EHS Krimpenerwaard waarop alle partijen hun zienswijze kunnen geven. De NVWK zal dit concept kritisch beoordelen en van commentaar voorzien. Kortom, het gebiedsproces in de Krimpenerwaard is nog lang niet ten einde en vraagt nog een stevige en langdurige inspanning van de NVWK. De zorg voor mooie, rijke natuur in de Krimpenerwaard is voor ons een grote verantwoordelijkheid. (De reactie van de NVWK op het Concept Gebiedsvoorstel EHS Krimpenerwaard is inmiddels te vinden op onze website www.NVWK.nl, red.)
Fietstocht M. Bersma Het is een zonnige zomerdag met een enkele witte wolk in een helderblauwe hemel; daarom pak ik snel m’n fiets om uitgebreid te genieten van de vogels om mij heen en de trots voortglijdende zwanen in de sloot met hun jongen en de loom herkauwende bonte koeien van boer Bas in de wei. Ik rijd de Tiendweg op tot aan de splitsing Breekade, Krimpenerbos. Straks wil ik vanaf een bankje rustig de natuur beschouwen. Maar het loopt anders. Juist voor ik afsla gaat m’n achterwiel van boenk, boenk, boenk. “O nee,” denk ik verschrikt, “geen lekke band asjeblieft.” Helaas is hij zo plat als een dubbeltje. Wat nu, ik heb geen plakspullen bij me, ik heb trouwens van m’n leven nooit een band geplakt, er was altijd wel iemand die dat voor me deed. Moet ik nu dat hele eind naar huis lopen? Daar zie ik echt niet overheen, dus ik probeer toch te rijden en stap voorzichtig op. Langzaam fiets ik het pad uit, langs de volkstuinen en zo verder naar huis. Het is gelukt. Een overbuurman die fietsen herstelt, legt een nieuwe binnenband om m’n achterwiel. De oude is aan gort natuurlijk. Hoera, ik kan weer rijden en het eerste wat ik doe, is een lekker stuk belegen kaas halen bij boer Bas.
De Waardvogel – september 2013
25
Oprichting werkgroep
‘Ruimtelijke Ordening’
Max Ossevoort Regelmatig worden leden of het bestuur van de NVWK geconfronteerd met meldingen over het (mogelijk) aantasten c.q. vernietigen van milieu, landschap, natuur of natuurwaarden. De frequentie is niet hoog: soms horen we weken niets, soms komen er twee meldingen per week binnen. In de statuten van de NVWK staat dat we ons tot doel hebben gesteld het behouden en beschermen van milieu, natuur en landschap in de meest ruime zin, dus willen we op deze meldingen actie nemen. Dit gebeurt tot op heden op een ad hoc basis, waardoor dit ook consequenties heeft voor de wijze waarop deze informatie behandeld wordt. Om hier structuur in aan te brengen heeft het bestuur besloten te onderzoeken of een werkgroep ‘Ruimtelijke Ordening’ (RO) hiervoor een oplossing zou kunnen zijn. Voordat we een dergelijke werkgroep oprichten willen we eerst onderzoeken wat de haalbaarheid van een dergelijke werkgroep is, door te kijken naar de taakomschrijving; welke faciliteiten er ter beschikking zouden moeten staan en, nog belangrijker, of er vrijwilligers zijn onder u die zitting willen nemen in de werkgroep. Taakomschrijving: de werkgroep is het aanspreekpunt voor meldingen m.b.t. veranderingen in de RO binnen de Krimpenerwaard die (mogelijk) schade kunnen aanbrengen aan milieu, natuur en landschap. Meldingen kunnen komen van: 1. Leden van de NVWK; 2. Bewoners van de Krimpenerwaard en mogelijk van instanties of bedrijven. Ook kan proactief informatie worden verkregen van gemeenten in de Krimpenerwaard, waar inzicht bestaat welke veranderingen (mogelijk) gaan plaats vinden (o.a. via de aanvragen voor omgevingsvergunningen). Meldingen worden onderzocht en indien nodig worden maatregelen genomen om de bedreiging weg te nemen. Indien dit niet binnen de eigen mogelijkheden ligt, wordt bezien welke instantie dan aangesproken kan worden en wordt de melding daar neergelegd. Zodra maatregelen genomen gaan worden, wordt het dagelijks bestuur van de NVWK hiervan op de hoogte gesteld, evenals de melder. Faciliteiten: de leden van de werkgroep moeten in ieder
geval beschikken over mobiele telefoon en een computer, maar mogelijk ook over een GPS, om waar nodig de juiste lokatie te kunnen bepalen. Indien nodig kan de vereniging zorg dragen voor een GPS. Vrijwilligers: de mensen die de werkgroep zouden gaan bemannen, voelen zich betrokken bij de groene leefomgeving, zijn redelijk communicatief vaardig en kunnen, zo mogelijk, bepalen of de verkregen informatie inderdaad noodzaakt tot het nemen van een actie. De werkgroep zou kunnen bestaan uit drie tot vier mensen om hiermee voldoende capaciteit te hebben om snel te kunnen reageren, waardoor meldingen voortvarend kunnen worden verwerkt. Aan u als lezer de vraag: wie is er bereid om lid te worden van deze werkgroep? Mocht u twijfelen of nog vragen hebben, bel mij dan gerust. Mijn bereikbaarheid staat voorin deze Waardvogel. N.b.: Bij het ter perse gaan van deze Waardvogel heeft het eerste lid zich al aangemeld voor deze werkgroep!!!
De spin M. Bersma De kruisspin heeft haar web geweven tussen boom en dakgoot in zij hangt er prima naar haar zin en vangt hier vliegen bij het leven wanneer de wind haar web doet beven de draden aan elkander kleven weeft zij door haar instinct gedreven onaangedaan een nieuw begin.
De Waardvogel – september 2013
27
Even Activeren Erik Kleyheeg Euro Birdwatch op 5 oktober Zoals elk jaar wordt in het eerste weekend van oktober de Euro Birdwatch georganiseerd. Duizenden vogelliefhebbers gaan op die dag verspreid over Europa vogels tellen. In Nederland gebeurt dat vooral op trektelposten, omdat in begin oktober de vogeltrek piekt. Dit jaar zullen we weer aanwezig zijn op trektelpost 'De Hoekse Sluis' bij het gemaal op de Lekdijk tussen Lekkerkerk en Bergambacht. Op deze plek worden heel vaak bijzondere vogels gezien, dus laat de Euro Birdwatch voor u een duwtje in de rug zijn om ook eens de telpost te bezoeken! De post wordt bezet vanaf zonsopkomst. Wintervogeltellingen Van oktober tot en met maart wordt in het middelste weekend van de maand de Krimpenerwaard weer grotendeels geteld om inzicht te krijgen in hoeveel (water)vogels er in onze regio voorkomen. Omdat we er nog steeds naar streven om de Krimpenerwaard gebiedsdekkend te tellen, zijn we op zoek naar vrijwilligers! Geniet u ervan om eens in de maand een wandeling te maken in uw favoriete polder en gelijkertijd alle vogels te tellen? Dan is dit echt iets voor u! Aanmelden kan bij Hans Kouwenberg en de gebiedskeuze is onderhandelbaar. Excursie Zeeland op 23 november Eind november gaan we weer op naar de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden, die altijd bomvol zitten met vogels. Via de dammen werken we onze weg naar het zuiden richting de Prunjepolder en misschien zelfs Neeltje Jans. Ondertussen maken we kans op bijzondere soorten zeevogels, talloze ganzen en steltlopers. We verzamelen om 8.00 uur bij de Stop Inn in Stolwijk en de excursie duurt de hele dag. Donkse Laagten op 30 november Komt u ook mee naar de Alblasserwaard voor het ‘Ganzenspektakel in de Donkse Laagten’? Harm Blom verzorgt namens Staatsbosbeheer een ochtendvullend
programma vanaf 09.30 uur bij het Staatsbosbeheer kantoor te Donkseweg 2a in Brandwijk. Na ontvangst krijgt u in een kleine lezing alles te horen over de Donkse Laagten, waarna u wordt rondgeleid door het gebied, wat bekend staat om zijn enorme aantallen ganzen. We kunnen er ook bijzonderheden verwachten zoals blauwe kiekendief en ruigpootbuizerd. Terug bij het kantoor wordt de ochtend afgesloten met een kopje koffie. Nieuwjaarsexcursie Surfplas Reeuwijk op 11 januari Volgens traditie wensen we elkaar een voorspoedig en vogelrijk Nieuwjaar tijdens de Nieuwjaarsexcursie rondom de Surfplas Reeuwijk. In de winter zitten op deze bijzondere plas duizenden eenden en met wat geluk kunnen we ook een ijsvogel of roerdomp vinden. Bijzondere watervogels zijn er eigenlijk altijd wel! We verzamelen om 9.00 uur op de parkeerplaats bij de Surfplas Reeuwijk. Tuinvogeltelling in het weekend van 18 en 19 januari In het derde weekend van januari organiseert de Vogelbescherming alweer voor de elfde keer een nationale tuinvogeltelling. En het mooie is: iedereen kan meedoen! Elke tuin telt en het is bovendien erg leuk om te doen. Deze tellingen geven een prachtig beeld van de avifauna van de Nederlandse tuinen en bovendien kun je leuk je eigen tuinlijst vergelijken met het landelijke gemiddelde. Lees op www.tuinvogeltelling.nl de spelregels en andere details. Vogelcursus voorjaar 2014 In 2014 is hij er weer, de vogelcursus! Arie Dorsman neemt de leiding in deze beginnerscursus om vogelsoorten te leren herkennen. Arie is inmiddels zeer ervaren in het geven van deze cursus en kan dus op het juiste tempo alle trucjes bespreken om de vogels te herkennen die in onze regio voorkomen. De theoretische cursusavonden worden afgewisseld met veldexcursies, zodat de deelnemers direct kunnen oefenen met de behandelde soorten. Op blz. 19 in deze Waardvogel vindt u de details.
Geolocators ontketenen revolutie in trekvogelonderzoek Hans Kouwenberg Trekvogelonderzoek heeft altijd veel baat gehad bij het kunnen volgen van individuele vogels met behulp van zenders en loggers. Een belangrijk nadeel was dat zenders en loggers relatief zwaar zijn, waardoor ze alleen door grotere soorten als roofvogels en ooievaars konden worden meegedragen. Hierdoor weten we relatief weinig over de grootste groep trekvogels, de zangvogels. Recentelijk zijn er echter minuscule loggers ontwikkeld die nog geen gram wegen. Met behulp van deze zogenaamde geolocators is het tegenwoordig mogelijk om ook de kleinere zangvogels te volgen op hun lange reizen naar Afrika. Trekvogelonderzoeker Raymond Klaassen heeft de revolutie die het gebruik van geolocators teweeg heeft gebracht van dichtbij meegemaakt. Hij zal vertellen hoe we met behulp van geolocators trekwegen in kaart kunnen brengen, en tot welke nieuwe verrassende inzichten over trekvogels dat heeft geleid. Onder andere de trek van de grauwe klauwier en boerenzwaluw (het onderwerp van de lezing van Bennie van den Brink in 2011) zullen zeker aan bod komen. U bent van harte welkom op dinsdag 15 oktober in ‘De Zwaan’ in Berkenwoude om 20.00 uur.
28
De Waardvogel – september 2013
Raadplaatjes Tekst: Maria Spruit; foto’s: Peter de Mooij Er zijn weer een aantal foto’s bij elkaar gezocht die alle gemaakt zijn in de Krimpenerwaard. Het zijn mooie foto’s van boeiende organismen. Weet u welke dit zijn? Wanneer men zich er in verdiept, kan alleen maar de conclusie getrokken worden dat de natuur zeer vernuftig in elkaar steekt. De oplossingen kunt u vinden op pagina 43.
De Waardvogel – september 2013
29
Mini-egeltjes Tekst en foto’s: Peter de Mooij Begin augustus belde schoonmama dat ze heel jonge egels op het pad naast de voordeur gezien had, die blind waren. Ik reed erheen en op de hoek bij de deur lagen drie jonge egels tegen elkaar aan. Een vierde zat ingeklemd tussen te stenen trap en de muur en deed verwoede pogingen om los te komen. Dit leverde een lastig probleem op, want mensengeur is niet bevorderlijk voor jonge egels. Even oppakken is daarom niet handig. Maar heeft u wel eens een poging ondernomen om een jong en nog blind egeltje te bevrijden met handschoenen aan? Latex handschoenen waren niet op voorraad, alleen lang gebruikte wollen exemplaren. Na lang beraad heb ik ze toch maar heel snel gepakt en, hup, in het nest gezet. Wel snel even een foto gemaakt, dat spreekt voor zich. De volgende dag lagen de egeltjes opnieuw verspreid op het pad. Ze waren onderkoeld en volkomen bewegingloos. Ze zijn daarom voorzichtig in een doosje gedaan en op een warm plekje gezet in de huiskamer. Na overleg werd besloten de dierenambulance te benaderen. Die kwam en de medewerkers meenden dat de moeder wellicht dood (gereden) was. Ze hebben de jonge egeltjes meegenomen en zullen zich verder ontfermen over deze stekelige wezen. Complimenten voor de mensen van de dierenambulance, die goed werk verrichten. We hadden het toch wel goed aangevoeld dat er iets mis was. De reden dat de jonge egels plotseling zo vroeg het nest uit kwamen kruipen bleek hun hongerige maagje. Best wel een beetje zielig eigenlijk. Hoe gaan we eigenlijk met gevonden jonge egels om? Het beste is om ze nooit aan te raken, want de kans op afstoting is altijd aanwezig. Een jonge egel die al kijkt, kan men beter met rust laten. De kans is groot dat moeder in de buurt is en haar jong snel komt halen. Maar soms breekt nood wet en in dit geval zag ik geen andere oplossing dan ingrijpen. Jonge egels worden naakt geboren, anders zou moeder bij het baren pijn hebben. De stekels liggen bij de geboorte onder de huid en komen later pas voorzichtig als witte puntjes tevoorschijn. Na een aantal dagen hebben de jongen al een paar duizend stekels. Zes weken later wegen ze ongeveer driehonderd gram. Een jong moet zo snel mogelijk zijn buikje rond eten voor de winterslaap. Helaas overleven veel jonge egels de winterslaap niet. Maar ongeveer zestig procent blijft in leven. Om egels te helpen is het goed de tuin, bij het winterklaar maken, niet geheel en al te ontdoen van bladeren en andere plantenresten. Her en der een bergje materiaal vormt voor de egel een welkome gelegenheid om in de winter enige beschutting te vinden.
30
De Waardvogel – september 2013
Impressies van een nieuwkomer Avondwandeling 26 juni in het Krimpenerhout Henk Oldenhof ‘Wat mooi toch dat mensen zo’n aandacht voor hun omgeving hebben’ denk ik halverwege de avondwandeling op woensdag 26 juni. Op dat moment luisteren alle wandelaars naar het verschil in zang tussen een zwartkop en een tuinfluiter, een vergelijking op een presenteerblaadje. Te zien zijn deze vogels niet. Dat gold eerder ook voor de tjiftjaf en de fitis. Te horen zijn ze des te beter. Een vogel die wél in een boomtop waarneembaar is - eindelijk beet - blijkt van zangtalent te zijn verstoken: het is een kraai. De wandeling duurt een kleine twee uur en de opkomst is groot. Een nieuw deelnemersrecord, hoor ik zeggen. Een mooie mix van leeftijden trouwens. Dicht bij het punt van uitgang, de parkeerplaats bij de Surfplas Krimpenerhout, komen de verrekijkers al goed van pas. Niet voor de plas zelf, op dat moment is het meer een sufplas, wel voor een pas gemaaid weiland waarop heel jonge kieviten te zien zijn. Volwassen kieviten hebben het druk met het verjagen van een bruine kiekendief. Dat lukt. De kiekendief (of een soortgenoot) zullen we later nog een keer zien. Boven de sloot bidt een visdiefje. Gierzwaluwen scheren door de lucht. In een bosachtig deel van het Krimpenerhout legt Erik Kleyheeg uit dat na de voorjaarsdrukte en het uitvliegen van de jongen nu met name de mannetjes nog te horen zijn. Het levert naast de genoemde soorten ook een
kleine karekiet, een groenling, zanglijsters en merels op. Plus de vogel die ik vast over het hoofd zie. De verschillen tussen deelnemers in vogelkennis zijn goed te merken, maar de toelichtingen worden steeds op elk niveau afgestemd. Dank voor de organisatie en de rondleiding! In de loop van de wandeling komen we door het gedeelte waar koeien lopen. Kennelijk hebben die afleiding nodig, want al grazend lopen ze eindje met ons op. Het is daar dat we de kiekendief weer zien, mooi afgetekend tegen een donkere achtergrond, de kleuren goed zichtbaar. Met een buizerd tot slot en de regen die ons alleen de laatste twee minuten parten speelt, is een mooie wandeling op ‘zomaar een zomeravond’ ten einde. Het lijstje vogels overziend, ben ik meer dan tevreden. De nachtegaal houden we dan nog maar even tegoed.
Postduif gevonden? Max Ossevoort Wanneer u een postduif aantreft (dood of levend), kunt u met behulp van de ring de eigenaar opsporen en op de hoogte brengen. Hiervoor gaat u naar de website http://www.npoveenendaal.nl/duif-gevonden van de Nederlandse Postduivenhouders Organistatie (NPO), waar u na het invullen van de ringgegevens het telefoonnummer krijgt van de eigenaar. Het wordt altijd op prijs gesteld door de eigenaren om iets van hun vermiste duif te horen. Deze zomer heb ik tweemaal een geslagen postduif gevonden, die ver uit de koers was geraakt. Een eigenaar vertelde dat haviken (en ook sperwers) er om bekend staan dat ze het met name voorzien hebben op jonge postduiven. Het lukt duiven regelmatig om aan de belager te ontsnappen vanwege hun goede vliegtechniek en snelheid, maar zeker een jonge duif raakt vaak compleet gedesoriënteerd en vindt het hok niet meer terug. Een vermoeide, hongerige duif is voor een volgende havik dan een makkelijk slachtoffer.
Stuur ons uw e-mailadressen Joke Colijn Voor bepaalde activiteiten is het erg handig om over uw e-mailadres te kunnen beschikken. Soms gaat iets niet door vanwege slechte weersomstandigheden en wij kunnen onze leden dan rechtstreeks berichten, met een eventuele alternatieve datum en tijd. Ook zijn we van plan om binnen afzienbare tijd te starten met een kleine digitale nieuwsbrief waarin wij u op de hoogte kunnen houden van nieuwe ontwikkelingen, maar vooral ook om een ‘reminder’ te kunnen sturen van op handen zijnde NVWK-activiteiten. Voor de meeste mensen is het leven drukker dan ooit, en het komt meer dan eens voor dat iemand verzucht dat hij best graag naar die lezing had gewild, maar dat het even door zijn hoofd is geschoten… Voor deze en alle gevallen in onze digitale toekomst waarin het handig is om over uw e-mailadres te mogen beschikken, vragen wij u om een e-mailtje te sturen naar het adres info@nvwk.nl. Vermeld daarin ook uw naam en adresgegevens, zodat we weten welk e-mailadres bij wie hoort. Ook als uw adres al in ons bestand zit, is het toch handig om te kunnen controleren of dat nog actueel is omdat sommige mensen sneller van provider wisselen dan van ondergoed . En àls u een ander e-mailadres krijgt, vergeet dan niet om ons een berichtje te sturen! Vanzelfsprekend bent u niets verplicht, het is een extra service van ons aan u waarvoor u zelf kunt kiezen en we beloven uw e-mailadres niet te misbruiken of aan derden af te staan. De Waardvogel – september 2013
31
Vlindermiddag op de Zaag Tekst en foto’s: Klaas de Mik Het was gelukkig lekker weer toen we met de kinderen op zoek gingen naar vlinders. Het zonnetje scheen en het was bijna 20 graden. Tijdens het lopen zagen we al veel lieveheersbeestjes en bij de waterzuivering gingen we op zoek naar het ijsvogeltje. We konden hem niet zien, maar vlak bij ons was een man die net foto’s had gemaakt van het ijsvogeltje. Hij liet ze aan ons zien op zijn fotocamera. Wel jammer dat wij hem niet echt gezien hebben. Wel zagen we al gauw de eerste vlinders. Er zat een huismoeder op een blaadje en er vloog een atalanta. Ook waren er poppen van rupsen die allemaal webben gemaakt hadden. Dit zijn spinselmotten waar verschillende soorten van zijn. Aan het eind van het pad kwamen we bij het weiland waar de koeien liepen, maar we vonden de vlinders belangrijker. Er zat een koperuil te slapen, dus die konden we makkelijk vangen en bekijken. Het bont zandoogje en de argusvlinder lijken erg op elkaar, maar als ze stil zitten kun je het verschil goed zien. De kinderen hebben nog een paar kleine vossen gevangen en toen gingen we snel terug om te knutselen. We vonden een mooi plekje uit de wind en in de zon, waar we heerlijk konden schilderen en in de bomen klimmen. Iedereen mocht een uitgezaagde vlinder uitzoeken en beschilderen. Die kun je dan op een stokje in de tuin zetten om vlinders te lokken, vooral als je wat rijp fruit op je vlindertafeltje legt. Een paar kinderen gingen weer vlinders zoeken en zo zagen we ook nog een sint-jacobsvlinder, een vedermot en een icarusblauwtje. Het was een heerlijke dag en we hebben veel soorten vlinders gezien.
Boven: bont zandoogje, onder: argusvlinder; bron: archief
32
De Waardvogel – september 2013
Avondwandeling, vlindermiddag en grasmaaisel afruimen Martijn Lindeman (12 jaar) Op woensdagavond 26 juni mocht ik met mijn opa en oma mee naar de avondwandeling in het Krimpenerhout. Dit vond Groot koolwitje, illustratie: www.biology-resources.com ik erg leuk. We hebben lepelaars gezien. Bij deze avondwandeling was ook Mieke Verwaal. Zij vroeg of ik zin had om die zaterdag mee te gaan naar de Zaag. Op de Zaag kregen we een rondleiding en werd er verteld over vlinders en planten. Daarna mochten we een uitgezaagde vlinder verven. Deze werd op een stok gemaakt, zodat je deze met wat lekkers voor de vlinders in je tuin kan zetten. Ik vond het heel leuk en heb me aangemeld als lid. Op 13 juli moesten we om 9.00 uur verzamelen bij de Hendrikshoeve te Lekkerkerk. We waren met een stuk of tien kinderen en ook ouders. We gingen het gemaaide gras weghalen. Dit moet omdat er wel bijzondere planten moeten blijven groeien. Als het gras blijft liggen, dan gaan deze planten dood en komen er alleen brandnetels. Ook werd verteld over de verschillende planten die er op het weiland groeien. Ik vond het heel leuk en leerzaam.
Paddenstoelenspeurtocht voor de jeugd Klaas de Mik De zomervakantie is al weer voorbij en de herfst komt er weer aan. Dat gaan we ook aan de natuur merken, zoals aan de bomen waarvan de bladeren gaan verkleuren, paddenstoelen die verschijnen en nog veel meer. We gaan in het Loetbos, samen met een deskundige, op zoek naar de paddenstoelen. Daarna gaan we in de schuur knutselen met hout en takjes. Hou je van de natuur en hou je van knutselen? En ben je tussen 8 en 12 jaar? Ga dan mee op zaterdag 5 oktober. We verzamelen bij het loonbedrijf ’t Hart van de Krimpenerwaard’, Loet 6, 2941 LB Lekkerkerk. We beginnen daar om 13.30 uur en ongeveer om 16.00 uur kun je weer opgehaald worden. Neem je laarzen mee voor de paddenstoelenzoektocht.
Landelijke Natuurwerkdag
Loetbos
Patrick Heuvelman Ook de NVWK doet dit jaar op 2 november weer mee met de landelijke Natuurwerkdag. In samenwerking met Natuur- en Recreatieschap Krimpenerwaard en Groenservice Zuid-Holland wordt er gewerkt op project in het Loetbos, nabij de Okkerse Kade. Op de Natuurwerkdag wordt er gewerkt aan een broedhoop, een paddenpoel wordt opgeschoond, er zijn snoeiwerkzaamheden en vele andere klussen. Er is werk voor volwassenen, maar kinderen vanaf 6 jaar zijn ook welkom, mits begeleid door een ouder of verzorger. Opa of oma mag natuurlijk ook. Voor de deelnemers zal er drinken en een kop soep zijn. Trek wel stevige schoenen of laarzen aan! De werkzaamheden starten om 9:00uur en duren tot 15:00 uur. Maar je mag ook een deel van de dag komen helpen. Kijk voor meer info op www.natuurwerkdag.nl/meedoen en zoek op Loetbos. Meld je aan d.m.v. een mail naar cplanten@nvwk.nl of bel naar 06-49139022. Opgeven kan bij Mieke Verwaal: jeugd@nvwk.nl. Je mag gerust een vriend of vriendin meenemen die geen lid is.
Kijk ook op nvwk.nl en op blz. 37 naar de spannende dingen die we gaan doen op 26 oktober, de Nacht van de Nacht!
Vliegenzwam, bron illustratie: http://olddesignshop.com/2013/07/free-vintageimage-mushrooms-page-and-clip-art/
De Waardvogel – september 2013
33
Jeugd zet zich in voor behoud van bijzondere plantensoorten Nico Boerboom, www.dichtbij.nl, 14 juli 2013 PERSBERICHT
LEKKERKERK - De jeugd van Natuur- en Vogelwerkgroep 'De Krimpenerwaard' werkte zich zaterdag in het zweet op de door hen geadopteerde kavels met bijzondere plantensoorten in De Loet. Patrick Heuvelman, coördinator: ”Vandaag is het best wel zweten. We hebben vier geadopteerde kavels met de hand gehooid en dit gebeurt hoofdzakelijk door de jeugd. Deze kavels, in beheer van het Hoogheemraadschap, worden niet mechanisch gemaaid, maar met de hand bewerkt. Het doel is om zo bijzondere plantensoorten, waaronder orchideeën, te behouden. Bij mechanisch maaien gaan ze gewoon kapot. De jeugd wordt op deze bijzondere wijze zeer betrokken bij het behoud van de natuur.” De vijftienjarige Martijn Bongiovanni, uit Ouderkerk: ”Vandaag hebben we weer heel wat hooi geraapt. We leggen het keurig langs de weg, zodat het makkelijk te laden is. Ik doe dit al zeker een jaar of vier en je ziet heel veel resultaat. Het is ecologisch gezien zeer mooi werk en daar kan je zoveel van leren. We zien nieuwe plantensoorten en ook vogels in ons gebied. Je leert er zoveel van en dan ga je steeds meer van de natuur houden.” Moeder Linda Timmerman: ”Ik ben hier samen met mijn man en twee kinderen in de leeftijd van dertien en zestien jaar. Het doel is de kinderen betrokken te laten zijn bij de natuur. Dit is een werkgroep die daar heel veel in betekent. Onze kinderen genieten en leren ook wat de natuur kan brengen. Ik roep ouders op om hun kinderen op deze manier nog veel van de natuur te laten genieten.”
Mieke Verwaal, coördinator jeugd: ”Ik coördineer de jeugdafdeling tussen de acht en twaalf jaar. Daar organiseren we vier keer per jaar speciale dagen voor om ze kennis te laten maken met de natuur. Ze leren daar ook even los te zijn van de bezorgde moeders. Kennismaken met de natuur is ravotten en spelen, met aandacht voor wat behouden moet blijven. Als ze bij ons na een leuke dag niet vuil of nat zijn, is het niet geslaagd. Vandaag steun ik de groep van elf tot zestien jaar. Zij zijn alweer een stap verder en gaan werkzaamheden uitvoeren met ouderen. We stomen ze daar klaar om zelfstandig de projecten die we hebben te ondersteunen. Het is echt een beleving hoeveel de jeugd kan en wil leren in en van de natuur.” Foto’s: Patrick Heuvelman en Mieke Verwaal
34
De Waardvogel – september 2013
Race 2013:
al gelopen of op naar massasprint?
Erik Kleyheeg Na de voorjaarstrek, waarbij altijd veel nieuwe jaarsoorten worden gezien, is het in de zomerperiode ‘sprokkelen’ voor de deelnemers aan de Race 2013. Een perfecte tijd dus om de balans op te maken, voordat de najaarstrek losbarst en er weer flink gescoord kan worden. Op het moment van schrijven hebben 14 deelnemers een jaarlijst van minimaal 150 soorten en dat betekent dat in theorie bijna iedereen nog kan proberen als eerste de eindstreep te halen. De koploper op dit moment, Ton de Groot, staat namelijk op 171 soorten. In de praktijk valt het echter niet mee om een gat van 20 soorten te dichten. Maar er staan 5 deelnemers op 10 of minder soorten achterstand, dus Ton zal in het najaar scherp moeten blijven om niet alsnog het onderspit te delven. Dat betekent uurtjes maken op de telpost en strategische keuzes maken op basis van weersverwachtingen en waarnemingen van anderen. Rob van Straaten, Rudi Terlouw en Ton de Groot liggen dit jaar goed op schema om een nieuw jaarrecord neer te zetten, omdat ze in augustus al boven de 164 soorten zaten. De winnaar van de vorige editie van de Race in 2008, Cor Oskam, tevens de huidige recordhouder van het hoogste aantal waargenomen soorten in een jaar, stond in augustus 2008 namelijk op 164 soorten. Echt makkelijk wordt het echter niet om een nieuw record neer te zetten, want Cor moest dat najaar nog soorten als geelpootmeeuw, boomleeuwerik, brilduiker, blauwe kiekendief en kleine rietgans scoren. Dat zijn soorten die de meeste Race 2013-deelnemers al hebben. Het verschil moet worden gemaakt met echte zeldzaamheden. In 2008 waren dat soorten als krekelzanger en slangenarend. Zulke landelijke zeldzaamheden hebben we dit jaar nog niet gehad! In het voorspelspel van de Race, opgezet door Harm Blom, hebben de deelnemers aan het begin van het jaar
een voorspelling kunnen doen van de eindstand van de winnaar. Deze wordt ingeschat tussen de 181 en 195, netjes rondom de eindstand van 188 soorten in 2008. Het is nog maar de vraag of deze grote ambities waargemaakt zullen worden! Ook konden de deelnemers voorspellen welke bijzondere soorten er gezien zouden worden. Of de alpengierzwaluw, Humes bladkoning en grijze wouw echt worden gezien is een groot vraagteken, maar daarvoor zullen de deelnemers ongetwijfeld hun best gaan doen het komende najaar. Voorspelde soorten als grauwe klauwier en grote karekiet zijn wél al genoteerd. Een snelle blik door de jaarlijsten van de deelnemers leert dat de laatst toegevoegde soorten over het algemeen tot de zeldzaamheden behoren. Wespendief, grauwe klauwier en grote karekiet hebben de overhand, maar ook soorten als kerkuil en duinpieper werden gezien. De eerstvolgende nieuwe toevoegingen zijn moeilijk te raden, maar ongetwijfeld komen er nog wat waarnemingen bij van kruisbekken en misschien een paar leuke strandlopers of andere steltlopers. Een zwervende zwarte ooievaar, kwak of koereiger behoort ook zeker tot de mogelijkheden. Schroom niet deze vogels te melden als u ze ziet! Tot slot een overzicht van de top 5 van het klassement per eind augustus: 1. Ton de Groot 171 2. Rudi Terlouw 169 3. Rob van Straaten 168 4. Erik Kleyheeg 162 4. Arie Ros 162
Illustratie: Gert Blom
De Waardvogel – september 2013
35
Landelijke Natuurwerkdag
Roesteiland
Jos de Nood, coördinator Knotgroep Krimpen Op zaterdag 2 november werkt Nederland weer in de natuur. Het is dan de landelijke Natuurwerkdag. De vrijwilligersgroepen, zoals ook de Knotgroep Krimpen, ontvangen dan graag geïnteresseerden op één van hun werklocaties. De locatie van de Knotgroep Krimpen is het Roesteiland in Krimpen aan den IJssel. Roest, vraagt u zich misschien af, heeft dat nog met de scheepsbouw langs de Lek en de IJssel te maken? Nee, de naam komt van de roofvogels die daar hun roestplaats hebben. Dat moet de ware vogelaar toch aanspreken. Het Roesteiland is het werkterrein van de Jeugdnatuurwacht Krimpen aan den IJssel. Het is een mooi gebied aan de rand van Krimpen, bestaande uit bosschages en weilandjes met knotwilgen. Er hangen veel nestkasten en één van de leiders heeft er zijn bijenkasten staan. Helaas loopt er een hoogspanningsleiding over het Roesteiland. De eigenaar daarvan eist dat de beplanting lager blijft dan drie meter, zodat de wilgen elk jaar geknot moeten worden. Het voordeel hiervan is dat het knotten hier geen zwaar werk is. Dus als je hart sneller begint te kloppen om daar eens te kunnen kijken, noteer dan in je agenda: 2 november 2013, 9.00 uur, Populierenlaan te Krimpen aan den IJssel. Routebeschrijving: als je Krimpen binnenkomt via de Krimpenerbosweg rijd je deze tot het eind. Sla rechtsaf de Vijverlaan op en direct weer rechtsaf de Populierenlaan in. Tegenover het kerkgebouw De Wingerd sla je rechtsaf naar de volkstuinen. Even voor de slagboom is er links een plank over de sloot. Daar moet je overheen. We werken ongeveer tot 15.00 uur, maar afwijkende tijden mogen ook. Wij zorgen voor koffie, koek, soep en melk. Neem wel regenkleding en degelijk schoeisel mee. Voor het gereedschap zorgen wij eveneens. Je kunt er gemakkelijk parkeren en we schaften in een nabijgelegen kerk. Je kunt je aanmelden via Jos de Nood: xxxxxx@xxxxxx.xx. Hieronder vind je alle werkdata voor seizoen 2013-2014: 2 november 25 januari 16 november 8 februari 30 november 22 februari 14 december Zie ook de rubriek Even 11 januari Noteren.
Knotten op het Roesteiland is geen zware klus, foto: Jos de Nood
Bij de Vrienden van het Zwaneneiland is het ook nog mogelijk om met het hooien te helpen. Dat vindt plaats op zaterdag 5 oktober. Opgeven kan via het zelfde adres, waarna je meer informatie krijgt. Voor het Zwaneneiland ben ik nog steeds op zoek naar iemand die het leuk vindt daar een paar schapen te houden. Neem eens contact met mij op voor inlichtingen. Wie weet word je wel enthousiast.
Bron illustratie: http://nicolevanas.blogspot.nl
36
De Waardvogel – september 2013
Even voorstellen: Nieuwe knotcoördinator Edith Kuijper Voor de meeste knotters zal ik geen onbekende zijn, want ik draai al een flink aantal jaren mee in de knotgroep Krimpenerwaard. Lekker werken in de buitenlucht en dat zo'n veldje bomen er na een werkdag weer keurig bijstaat, maakt dat ik iedere keer veel plezier aan het knotten beleef. Ik woon iets meer dan 20 jaar in Gouda, samen met mijn man Felix en onze twee zoons van 13 en 15. Na onze studies zijn we in Gouda terecht gekomen omdat het een centraal gelegen locatie is om onze werkgevers te bereiken. In mijn geval: Rijkswaterstaat in Rijswijk, waar ik projectleider ben voor een bijzonder stukje Nederland, de Cariben. Het knotten is een leuke manier om mijn woonomgeving te leren kennen, je komt op de mooie en onverwachte locaties, meestal in alle rust ... totdat we zelf de motorzaag ter hand nemen, natuurlijk! De locatie voor de landelijke werkdag wordt voorbereid door Patrick Heuvelman, lees hierover elders in deze Waardvogel. Ik zal spoedig invulling geven aan het programma voor de rest van het seizoen. De knotdata kun je alvast noteren, de locaties volgen nog. Ik zal me vooral richten op de afstemming met onze 'opdrachtgevers' vooraf en tijdens de knotdag. Medeknotters dragen zorg voor aan- en afvoer van de materialenkar, waarvoor dank! Rest mij Marc Timmermans te bedanken voor zijn jarenlange inzet als knotcoördinator. Tot slot ik nodig een ieder uit een passende naam voor onze groep te bedenken, om verwarring met de andere knotgroep binnen onze vereniging te voorkomen: wie durft?!
De Nacht van de Nacht in de Hennepakkers Joke Colijn Uit het persbericht van de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland: “Op zaterdag 26 oktober 2013 organiseren Natuur en Milieufederaties de negende Nacht van de Nacht. Tijdens de Nacht van de Nacht worden overal in het land lichten gedoofd én vinden publieksactiviteiten plaats om de duisternis te beleven. Nederland is een van de meest verlichte landen ter wereld en wordt elk jaar drie tot zes procent lichter. Echte duisternis is, zeker in Zuid-Holland, bijna niet meer te vinden. Hierdoor wordt het zien van een volle sterrenhemel steeds zeldzamer, raken nachtdieren in de war en kunnen mensen minder goed slapen. De NMZH maakt zich daar zorgen over. Zeker omdat veel van de verlichting onnodig is. Waarom worden steeds meer gebouwen, kerken, monumenten aangestraald met felle lampen die soms de hele nacht blijven branden? Het op een bepaalde tijd uitzetten van de lampen bespaart niet alleen veel energie maar ook veel geld. Met de organisatie van de Nacht van de Nacht willen de Natuur en Milieufederaties duisternis in Nederland terugkrijgen en onnodige lichthinder en energieverspilling tegengaan. Natuurlijk is licht ook belangrijk. Dat neemt niet weg dat er veel slimmer en zuiniger verlicht kan worden zonder de veiligheid of de sfeer uit het oog te verliezen.” Vervolgens kwam het verzoek aan de gemeenten of ze mee wilden doen om voor één nachtje het donker donker te laten. De Gemeente Vlist vroeg vervolgens aan de NVWK of wij niet met iets interessants deze nacht onder de aandacht konden brengen, zodat mensen zich bewuster worden van het belang van duisternis. We hebben daarop een programma bedacht in de Hennepakkers in Stolwijk, voor alle leeftijden. * Wij gaan zodra het donker is met de Jeugdwerkgroep een spannende nachtgeluidentocht in de Hennepakkers houden. Kinderen uit het dorp zijn natuurlijk welkom. Heel stil zijn, sluipen en luisteren: overvliegende ganzen, hoor ik nu een late uil roepen?, ritselende egels - of zijn het muizen?, een eend die ineens met luid gekwaak opvliegt of een meerkoet die zelfs 's nachts nog even ruzie moet maken. Spannend, maar leuk! * Een plaatselijke nachtvlindergroep is aanwezig. Het is een beetje een contradictie, omdat je nachtvlinders lokt met een sterke lamp, maar het geeft wel een goed beeld van wat er rondvliegt zonder dat je het normaal gesproken merkt. Je ziet het niet, maar ook de nacht leeft. Er is veel meer nachtleven, zelfs om ons heen in de bebouwde kom, dan we ons realiseren. De nachtvlinders worden gevangen, op naam gebracht, geteld en na afloop weer losgelaten. De resultaten worden doorgegeven aan de vlinderstichting, waar ze in de database gaan. We willen dit maximaal een paar uur doen afhankelijk van de resultaten: als je leuke vlinders ziet, ga je langer door. Bepaalde vlindersoorten als nachtuilen zijn rond deze tijd
van het jaar nog best actief, maar het aantal soorten en de aantallen lopen natuurlijk wel terug vergeleken met een warme zomerse nacht. * Er foerageren vleermuizen in de Hennepakkers, maar we weten niet precies wanneer die aan hun winterslaap beginnen. De temperatuur zal zeker een grote rol spelen. We hopen ze met batdetectoren te kunnen ontdekken! Zeker heel leuk voor wat oudere jeugd, maar eigenlijk voor iedereen die zich voor de natuur interesseert. * Ook gaan we met een telescoop naar de nachtelijke sterrenhemel kijken. Er is iemand aanwezig die wat kan vertellen over de hemellichamen en de sterrenbeelden. Hiervoor moet het vanzelfsprekend onbewolkt zijn. Alle plannen zijn sterk afhankelijk van het weer. Een niet-koude, heldere nacht geeft de mooiste resultaten. Het heeft echter totaal geen zin om er in de regen te gaan staan, dan hoor en zie je niets. Onze menselijke zintuigen zijn daar veel te gebrekkig voor, en een aantal dieren komt dan helemaal niet tevoorschijn. Maar voorlopig zetten we alles op de rol, en nu maar duimen voor goed weer! Voor meer info zie: www.nachtvandenacht.nl. De Waardvogel – september 2013
37
38
Kievit, bron: www.rspb.org.uk Ingang Kijfhoeksekade, foto: Anton van Jaarsveld Bergeend, bron: www.mullbirds.com Canadese gans, bron: ucsantacruz.ucnrs.org
De Waardvogel – september 2013
Wandelen in de Waard met Rinus en Anton (4) Lek, Wetering, Reekade en Loet Rinus Anker In het kort: goed schoeisel is nodig i.v.m. graspaden. Restaurant De Loet is op maandag en dinsdag gesloten; andere horeca is onderweg niet aanwezig. De afstand is ongeveer 16 km voor de korte en 20 km voor de langere route. Zoals bij de vorige wandelingen: de route staat dikgedrukt, de variant schuin. Bankjes vind je onderweg voldoende. Het eerste deel van de wandeling geldt voor beide routes, bij de Kijfhoeksekade wordt gesplitst. De wandeling start bij het Fletcher hotel ‘De Witte Brug’ in Lekkerkerk (zie foto). Kom je met de bus, dan stap je daar bij de halte uit. Wanneer je met eigen vervoer komt, sla je vóór de bebouwde kom van Lekkerkerk na het Esso benzinestation direct rechtsaf; parkeer op de doodlopende parallelweg en loop het kleine stukje naar het hotel, dat je aan je linkerkant ziet staan. We gaan de Tiendweg Oost op langs het terras van het hotel; bij kruisingen deze Tiendweg blijven volgen. Na 500 m de Randweg oversteken. Na 200 m slaan we rechtsaf, via de begraafplaats naar de Lekdijk. Daar links afslaan. De ongemaaide dijk herbergt ’s zomers o.a. spoorbloem, cichorei, teunisbloem, wilde peen en knoopkruid. Aan de dijkvoet groeit moeraskruiskruid en kattenstaart. Op de dijk (Opperduit) doorlopen tot de Hoekseweg. Daar naar beneden gaan. De bermen staan hier bijna het hele jaar door vol fluitenkruid en raapzaad. Bij de eerste kruising rechtdoor lopen en aan het eind van de weg rechts (Wetering Oost). Onderweg bevindt zich links een rustpunt van het Zuid-Hollands Landschap. Hier en bij de helofytenfilters (moerasjes) iets verder aan de linkerkant kun je een heel scala aan vogels waarnemen, al naar gelang het seizoen: krakeend, slobeend, bergeend, aalscholver, zwarte stern, lepelaar, fuut, grutto, kievit, tureluur, veldleeuwerik, grauwe gans, Canadese gans en nijlgans. Aan het eind van de Wetering, op de hoek bij het bruggetje, staat ’s zomers grote kaardenbol. Bij dit bruggetje buigt de weg (die hier Okkerse Kade heet) naar links, naar het noorden. Deze weg vervolgen tot net vóór de provinciale weg. Daar, bij paal 65541-002, gaan we rechtsaf (Oostkade), de provinciale weg onderdoor en direct na het hek van het tunneltje rechts, een graspad op. Deze kade volgen we 500 m en dan gaan we na een verplichte bocht naar links verder in nieuw aangelegde natuur tot aan het fietspad (dit is weer de Okkerse Kade). Kortere route: (blauw) Hier het fietspad oversteken en ruim 2 km rechtdoor lopen over de Kijfhoeksekade. In het naseizoen is de kade door plantengroei deels moeilijker begaanbaar. Neem dan het naastliggende fietspad dat praktisch op hetzelfde punt bij de Zuidbroekse molen (een zogenaamde Amerikaanse windmotor uit 1922) uitkomt. Steek bij deze molen de verharde weg (Zuidbroekse Opweg) vanaf de rotonde naar Berkenwoude over en vervolg het fietspad langs het veenriviertje de Loet. Het (langere) alternatief voor het fietspad langs de Loet is het wandelpad door het Loetbos (geel). Houd zoveel mogelijk de zuidkant aan bij splitsingen, dat is de kant
van de provinciale weg. Uiteindelijk kom je dan bij het scheve boenhok weer op het fietspad. Ga na het scheve boenhok links, loop vóór restaurant ‘De Loet’ langs naar de provinciale weg, steek over en loop rechtdoor 2,5 km naar Lekkerkerk en het startpunt. Bij ‘De Loet’ kan men ook de buurtbus of ander openbaar vervoer richting Lekkerkerk inschakelen. De langere route vanaf de Kijfhoekse kade: (groen) Wie de natuur van de Krimpenerwaard in haar ruimte werkelijk wil beleven, slaat bij de Kijfhoeksekade (het bordje staat enigszins verstopt) rechtsaf het fietspad (Okkerse Kade) op. Bij paal 73219-001 verder het Reevlietpad volgen. In de berm vind je o.a. zwanenbloem en basterdklaver en in de sloot kikkerbeet en gele plomp. Loop in de bocht rechtdoor het eerstvolgende weiland in, direct rechts naast het ijzeren hek Het weiland gaat over in een kade die naar links buigt. Je loopt dan over een afstand van 3 km door de weilanden van de polders Zuidbroek en Benedenheul, de zogenaamde Commissarislanden, naar de Zuidbroekse Opweg. Daar links en weer links langs de bungalows, langs het Steunpunt Zuidbroek van het Hoogheemraadschap tot de Amerikaanse windmolen. Een alternatief is bij de Zuidbroekse Opweg rechts tot de bocht, waar zich een halte bevindt voor de buurtbus richting Lekkerkerk of Stolwijk. Net vóór de windmolen rechts het fietspad van de Loet volgen tot de kruising bij restaurant De Loet.(blauw) Eventueel kun je ook het (langere) wandelpad door het bos nemen. Zie daarover ook bij de kortere route (geel). Ga na het scheve boenhok links, vóór restaurant ‘De Loet’ langs, naar de provinciale weg N210, steek over en loop rechtdoor 2,5 km naar Lekkerkerk en het startpunt. Bij ‘De Loet’ kan men ook de buurtbus of ander openbaar vervoer richting Lekkerkerk inschakelen. De Waardvogel – september 2013
39
Elke dag vogels tellen:
het gewone wordt
bijzonder Jaap Graveland Ik fiets voor mijn werk vier dagen per week van Berkenwoude naar Gouda of Rotterdam. We wilden niet twee auto’s, ik heb een kantoorbaan en ben graag buiten, dus fietsen is ideaal. Naar Gouda via de Achterbroek en de Gouderakse Tiendweg; naar Rotterdam door de polder langs Ouderkerk, door Krimpen en via de Lekdijk naar de Maasboulevard. Je ziet onderweg een hoop vogels. Ik telde al voor de nieuwe vogelatlas van SOVON. Dat vond ik erg leuk omdat ik door het systematische tellen mijn eigen omgeving en de vogelbevolking beter leerde kennen. Zou ik al fietsend ook iets kunnen doen? Dan kon ik tenminste iets doen met de waarnemingen onderweg. Zo ontstond het idee om fietsend te gaan tellen. Niet de aantallen van elke soort, maar alleen het aantal soorten. Zo was stoppen onderweg niet nodig. Het blijkt goed te doen om uit je hoofd bij te houden welke soorten je hebt waargenomen. Ongetwijfeld tel je een soort soms dubbel of vergeet je er een, maar mijn ervaring is dat bijna niet voorkomt als je je een beetje concentreert. Het is bovendien geen ramp, want je telt voor de gein en door het elke dag te doen worden patronen zichtbaar, ook al maak je soms een fout. Ik heb een klein kijkertje om m’n nek en sta me zelf toe één keer onderweg af te stappen, als ik een zeldzaam beest zie of niet zeker ben van de soort. Een leuke variant is nog om als je driekwart van de soorten hebt gezien te bedenken wat de eerstvolgende nieuwe soort zal zijn, en waarom. Op de plaats van bestemming schrijf ik op hoeveel soorten ik heb gezien, wat me opviel en welke bijzondere soorten ik eventueel zag. Verslavend en leerzaam De sport is natuurlijk om niet te stoppen, dus je leert echt scherp kijken en luisteren. Ik doe het nu (begin september) drie maanden en merk dat ik ook bij andere trips beter ga opletten. Daardoor zie ik weer meer en wordt het steeds leuker. Je wordt vanzelf nieuwsgieriger. Wanneer verschijnt de eerste gele kwikstaart of tapuit op doortrek, wanneer komen na het broedseizoen de eerste grote zilverreigers weer onze polders in, waar het eerst (en waarom juist daar?). Wat is de kans om een steenuil te zien als je zeker weet dat hij er zit? Interessant omdat je zo een idee krijgt van de trefkans en dat kun je een andere keer weer gebruiken als je steenuilen inventariseert. Er zijn natuurlijk altijd de onverwachte waarnemingen: de groene specht als regelmatige bezoeker van de grasvelden bij de rwzi bij de Brienenoordbrug, de broedende visdieven op de daken van bedrijfsgebouwen langs de Lekdijk (zeker vijf paar), een doortrekkende rode wouw en… een slechtvalk boven op ‘De Hef’ in hartje Rotterdam (daar bleek een nestkast te hangen, twee jongen zijn er geringd). Kortom, leerzaam, je gaat scherper waarnemen en een anders misschien saaie trip wordt spannend. Resultaten Ik kan het dus iedereen aanraden. Maar levert het ook wat op? Hier een paar impressies. Voor mij onverwacht: de grote aantallen kleine mantelmeeuwen in mei en de eerste helft van juni. En de hele kleine aantallen zilvermeeuwen. Twintig jaar terug was dat volkomen omgekeerd. Wat navraag bij een aantal vogeltellers die
40
De Waardvogel – september 2013
Steenuil door Phil Mumby; bron; http://www.birdingart.com
Winterkoning door Rob Law; bron; http://www.birdingart.com
beroepsmatig vogels tellen, bijvoorbeeld voor Rijkswaterstaat, leerde dat die kleine mantelmeeuwen broeden in het Rotterdamse havengebied. Ze zijn enorm toegenomen doordat ze profiteren van de bijvangst die de zeevissers overboord kieperen én ze hebben geleerd wormen te eten. Daarvoor vliegen ze dus tientallen kilometers om het ’s avonds aan hun jongen te voeren. De zilvermeeuw is in aantal juist afgenomen, omdat we onze vuilnisbelten afdekken en het vuil verbranden. Half juni waren de kleine mantelmeeuwen vrij plots verdwenen. Geen idee waarom. Omdat er meer voedsel op zee beschikbaar kwam, omdat hun jongen waren uitgevlogen? Ik zal het eens navragen. Nog zo’n soort die stilletjes uit de polder verdween, was de krakeend. Dertig jaar terug een zeldzame eend, nu telde ik er vaak meer dan wilde eenden. Bijna altijd gepaard. Rond half mei zag ik de eerste moeders met jongen, maar rond 5 juni waren ze helemaal verdwenen. Nu ik dit stukje tik zie je ze weer een beetje op waarneming.nl verschijnen, in de plassen van het Loetbos, nog nauwelijks in de sloten. Toen ze weg waren hebben ze in ieder geval geruid. Maar waar waren ze in juli en augustus? En waarom zag ik zo weinig vrouwtjes met jongen? Was dat alleen dit jaar, door het koude voorjaar? Of trekken ze zich met hun kleine jongen terug in de dekking? Sommigen van jullie weten er vast meer over, maar intrigerend is het wel.
Zingen tjiftjaffen meer? Wat ook opviel was dat sommige soorten veel meer zingen dan anderen. Welke vogels denken jullie dat het meest waren te horen? Het waren er vijf, in willekeurige volgorde: winterkoning, vink, zwartkop, tjiftjaf en merel. Met de spotvogel en de koolmees daar achter aan. Zijn die vijf soorten het meest talrijk? Hoe zit het met de fitis? Waarom hoor je de tjiftjaf niet alleen vaker, maar zingt hij ook veel langer door dan de fitis, terwijl hij vroeger arriveert? En waarom hoorde ik zo weinig roodborsten op mijn routes? Nul namelijk. Zijn ze er echt niet, en waar ligt dat dan aan? De meest gehoorde soort in Krimpen was trouwens de halsbandparkiet. Dat zegt iets over zijn luidruchtigheid, maar het is ook gewoon een talrijke vogel geworden in Krimpen. Ik ben benieuwd wanneer die de polder in trekt. Het lijkt me leuk straks deze waarnemingen eens te vergelijken met de resultaten van het atlasproject: zitten er misschien toch minder fitissen dan tjiftjaffen in de bosjes en bij de boerderijen, of zitten er evenveel en zingt de fitis veel minder frequent? En waarom dan? Nog een opvallende waarneming: in mei en juni was de scholekster een gewone verschijning in de polder. Nu zit er vrijwel geen een. De kievit zit er nog wel, de grutto niet, maar die trekt ook weg. De meeste scholeksters blijven meen ik in ons land, maar trekken naar de kust. Wat maakt de kust nu aantrekkelijker dan de weilanden, die in het voorjaar kennelijk wel de voorkeur hadden? Krimpen.waarneming.nl Het leuke van deze site is dat je je eigen waarnemingen kunt leggen naast die van je collega’s. Zo zag ik in mei en juni elke dag gierzwaluwen boven Krimpen. Maar in de week van 29 juli fietste ik drie keer door Krimpen, heen en terug, zonder er één te zien. Dat was nogal opvallend dus ik voerde dat maar eens in op de site. Een nulwaarneming. Dat kunnen hele waardevolle waarnemingen zijn, maar een kleine tekortkoming van de site is dat het niet zo duidelijk is hoe je die invoert. (Hieronder staat een korte uitleg, red.) Maar waar waren we gebleven? Ik snuffelde een beetje rond in de
waarnemingen. En kwam toen het bericht tegen van Harm Blom op 2 augustus: “BIZAR, groep van 550 vogels!!! Eerst een groepje van 30, toen een mooi rond groepje van 50-60, nog een groep van 40-50 en toen opeens een 'zwarte' stroom giertjes over naar zuid”. “685 in totaal”. Nederland stroomde leeg. Kijk, dat maakt het leuk. Er zijn trouwens altijd weer individuele vogels die het anders doen. Zoals dat paartje luid alarmerende grutto’s dat ik zag langs de Tiendweg naar Ouderkerk, begin juli. Een week eerder telde Erik Kleyheeg minimaal 1192 grutto’s bij het Doove Gat. Heel de polder stroomde leeg. Heel de polder? Nee, één paartje had nog jongen in het gras zitten. Benieuwd naar het najaar Al het telwerk werd twee weken onderbroken voor vakantie in Zuidwest-Frankrijk in de eerste weken van augustus. Het gebied daar was behoorlijk groen. Desondanks telde ik in die twee weken minder vogelsoorten dan op één fietstrip een week eerder door de Krimpenerwaard. Ik denk niet dat het lag aan de vogelvangende Fransen. Het zal meer te maken hebben gehad met de tijd van het jaar. Maar het zegt vooral ook iets over de vogelrijkdom in onze Krimpenerwaard. Ik denk dat veel vogelaars dit beeld wel herkennen. De beschikbaarheid van water, de afwisseling en de voedselrijke grond spelen denk ik een rol. Om er echt achter te komen zou je stelselmatig aantallen wormen en insecten moeten gaan tellen. Maar dat is lastig op de fiets. Op dit moment klinkt overal de klagende roep van jonge buizerds, vult de polder zich weer met grote zilverreigers, zijn de eerste troepjes smienten alweer gesignaleerd, is de watersnip even een gewone verschijning en geniet ik van de doortrekkende paapjes. In het voorjaar zat ik op gemiddeld zo’n 45 soorten per trip, nu op 25-30. Maar het blijft leuk, want soorten komen en gaan. Ik ben benieuwd wat de komende weken gaan brengen: de eerste slechtvalken, de ganzen natuurlijk… Wordt vervolgd.
Invoeren van een nulwaarneming Jaap Graveland Een nulwaarneming is een waarneming waarbij je aangeeft dat je wel hebt gekeken, maar dat je een soort niet hebt aangetroffen. Het probleem bij de landelijke invoersite waarneming.nl en ook bij onze eigen dochtersite krimpen.waarneming.nl is dat als je op die site een soort niet tegenkomt, je niet weet waar dat aan ligt. Is er gewoon niet geteld in het gebied of is er wel geteld, maar is hij niet aangetroffen? Zo´n nulwaarneming kan dus heel waardevol zijn, bijvoorbeeld omdat ze duidelijk kunnen markeren wanneer een soort echt voor het eerst of voor het laatst werd gezien. Zo’n nulwaarneming voer je als volgt in: - kies gewoon de optie ‘invoeren’ zoals je altijd doet - kies vervolgens in het veld protocol niet voor de optie ‘waarneming’ maar klik het pijltje rechts aan. Dan zie je dat de optie ‘Totaal aantal voor het gebied’ verschijnt - je kiest dan voor die optie - vervolgens kun je gewoon weer het gebied kiezen etc. - en bij het veld aantal voer je ‘0’ in. (bij invoeren van een gewone waarneming lukt dat niet. Probeer het maar) - klaar is Kees. Minpuntje is wel dat die nulwaarneming niet zichtbaar is in het gewone waarnemingenoverzicht of in het waarnemingenoverzicht per gebied; ze zijn wel zichtbaar op ‘mijn waarneming’ dus de waarneming wordt wel vastgelegd. Ik zal nagaan of en hoe je die nulwaarnemingen toch zichtbaar kan maken. De Waardvogel – september 2013
41
outplacement – loopbaanbegeleiding – re-integratie 2e spoor Ook in de Krimpenerwaard Op zoek naar een nieuwe baan voor uzelf of voor uw medewerkers? De coaches van id Plein staan voor u klaar!
www.idpleinrotterdam.nl 010 – 851 31 30
Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee. Ramen, Deuren, Kozijnen ,Verbouwingen Gevelbekleding , Aanbouwen , Renovatie Inbraak preventie Tel. 0180 -517522 / 06-51809068
Rabobank Krimpenerwaard ondersteunt uw vereniging. Rabobank. Een bank met ideeën.
www.rabobankkrimpenerwaard.nl
Abelenlaan 4a - 2935 SB Ouderkerk a/d IJssel Postbus 3012 - 2935 ZG Ouderkerk a/d IJssel info@van-der-velden.nl - www.van-der-velden.nl
Oplossingen raadplaatjes Maria Spruit 1) De kop van de larve van de grote spinnende watertor of spinnende waterkever (Hydrophilus piceus), die behoort tot de familie waterkevers (Hydrophilidae). De kever wordt 4 tot bijna 5 centimeter lang. Het gestroomlijnde ovale lichaam is glanzend zwart met een groene gloed. De poten zijn zwart, maar doen bruin aan doordat ze oranjebruin behaard zijn. De beharing zorgt voor een sterke verbreding van de poot die hierdoor een roeispaanachtige vorm krijgt, zodat de kever efficiĂŤnter kan zwemmen. De schommelende gang van de kever tijdens het zwemmen wordt veroorzaakt doordat de Spinnende waterkever, bron illustratie: http://commons.wikimedia.org/wiki achterpoten afwisselend bewogen worden. De grote spinnende watertor komt in geheel Europa voor 100 centimeter lang. De groene stengel is het in stilstaand water, wat permanent plantenrijk is. De belangrijkste deel van de plant voor de fotosynthese. De eieren worden afgezet in een waterdicht nestkamertje, dat bloeiperiode loopt van juni tot augustus. De bloemen zijn door het vrouwtje onder water gesponnen wordt. Hieraan bruin en vormen met elkaar een losse bloeiwijze. De heeft de spinnende watertor zijn naam te danken. plant vormt een doosvrucht, die veel zaadjes bevat. De Bijzonder is het menu van de soort; de larve voedt zich zaden zijn kleverig. waardoor ze aan vogels blijven met alle diertjes die hij in zijn bek kan krijgen, kleven. voornamelijk slakken en zelfs kleine salamanders en Bleke ruskokermot behoort tot de familie van kikkers, maar de volwassen kever is een planteneter. De kokermotten (Coleophoridae). Dit is een familie van wijze van ademhaling van de kever is eveneens nachtvlinders met ongeveer 1500 soorten. De familie bijzonder: de antennes dienen als 'snorkel', zodat het dier komt op alle werelddelen voor, maar de meerderheid kan ademen terwijl het lichaam onder water blijft. De komt voor in de gematigde streken van het noordelijk larve lijkt op een kruising tussen een worm en een rups. halfrond. Coleophoridenlarven beginnen hun leven als Het lichaam draagt drie paar gelede poten aan de mineerder, maar maken later een buisvormig huisje, dat voorzijde van het lichaam. De kaakdelen, waarmee de in het Nederlands om onduidelijke reden een 'zak' heet. larve een mens ook inderdaad kan bijten, zien er De rups van de bleke ruskokormot leeft van september gevaarlijk uit. De larve bereikt een lengte van zes tot tot mei in een zijden kokertje van 5 tot 6 cm, wat zeven centimeter. De verpopping vindt plaats op het land bevestigd is op een zaadje van de waardplant, waar en alleen dan is de larve buiten het water aan te treffen. vanuit ze het zaadje opsmikkelen. Ze overwinteren op de (Bron: http://nl.wikipedia.org) zaden of aan de stengel tegen de grond. De waardplanten zijn vele soorten rus, zoals pitrus, veldrus en 2) Pitrus (Juncus effusus) met bleke ruskokermot biezenknoppen. In mei zijn de larven volgroeid en (Coleophora glaucicolella). De pitrus is een wilde vaste transformeren ze zich tot een nachtvlindertje van 10 tot plant uit de russenfamilie (Juncaceae). De plant groeit op 13 mm. De vliegtijd is van eind mei tot begin augustus vochtige plekken, zoals langs de waterkant, in het (een oplettende lezer kan opmerken dat dit weiland en in moerassen. Via het parenchym (belangrijk correspondeert met de bloeitijd van de pitrus), waarbij ze plantweefsel met holtes) kan de plant zuurstof naar de hun eitjes op de bloemen van de pitrus leggen. Wanneer wortels transporteren, waardoor deze ook in zuurstofloze de pitrus is uitgebloeid, verhuizen de rupsjes naar de gronden nog kan groeien. De glanzende groene stengels zaden waar ze hun kokertje spinnen. (Bronnen: zijn ongeveer 3 millimeter dik en kunnen een hoogte http://nl.wikipedia.org; http://www.bladmineerders.be/nl) bereiken van 1,5 meter, maar zijn meestal tussen de 20 en 3) Rode erwtengal. Gallen zijn abnormale uitgroeiingen op planten die onder invloed van een ander organisme ontstaan. In Nederland komen de galvormen van de galwesp Cynips divisa alleen voor op zomereik en wintereik. De rode erwtengal zit aan de onderkant van het blad, meestal op de zijnerven en soms op de hoofdnerf. Ze zijn 4 tot 6 mm in doorsnee en de boven en onderkant zijn afgeplat. Als de gallen jong zijn, kleuren ze helderrood en glanzen. Bleke ruskokermot, bron illustratie: http://britishlepidoptera.weebly.com
De Waardvogel – september 2013
43
Wanneer ze ouder worden, verkleuren de gallen naar bruin. De rode erwtengallen vallen in het najaar met de bladeren af. De larven overwinteren in de gallen. Uit de larve ontstaat een bigame, sexuele generatie galwesp; mannetjes en vrouwtjes gaan met elkaar paren. De vrouwtjes van deze bigame generatie leggen eitjes op de meeldraden van de zomer- en wintereik. De larven van deze generatie vormen ook gallen. Deze gallen zien er heel anders uit; ze hebben een haltervorm en zijn groen tot roodachtig gekleurd met dikke afgeronde, korte haren, zodat de gallen er korrelig uit zien. Uit de larven van deze meeldraadgallen komt de agame galwespgeneratie. Deze generatie bestaat uit alleen vrouwelijke galwespen, die niet paren. Deze vrouwelijke galwespen leggen eitjes waaruit de vuurrode erwtengal ontstaat. Het galwespje zelf is een onooglijk klein wespje van een paar millimeter. (Bronnen: Gallenboek door W.M. Docters van Leeuwen; http://werthof.home.xs4all.nl/plantengallen.html)
4) Rietkevers (Donacia) komen algemeen voor en kunnen in grote groepen worden gezien. Ze kunnen schade aan waterplanten veroorzaken, maar staan niet bekend als echte plaaginsecten, waarschijnlijk omdat hun vraat niet de menselijke consumptie treft . De meeste soorten worden ongeveer één centimeter lang. Rietkevers zijn opvallende kevers door hun mooie metaalachtige groene glans, die naar goudkleurig kan neigen. Rietkevers lijken op boktorren, maar zijn daar niet aan verwant. Ze behoren tot de bladhaantjes (Chrysomelidae). Rietkevers zijn van boktorren te onderscheiden doordat hun antennes niet zo lang zijn als van boktorren en ze vaak stekels aan de achterpoten hebben. Rietkevers leven zonder uitzondering van planten, vooral waterplanten. De verschillende soorten rietkevers zijn soms gebonden een aan bepaalde plant, zoals grote en kleine egelskop, pijlkruid, waterlelies, zwanenbloem, gele lis, kikkerbeet en riet. De volwassen kevers eten de boven water gelegen delen, terwijl de larven zich tegoed doen aan de ondergedoken delen van planten. De larven hebben als bijzonderheid dat ze geen kieuwen of een adembuis hebben, zoals andere in het water levende insectenlarven, maar ze onttrekken zuurstof aan de vaatstelsels van de waterplanten. (Bron: http://nl.wikipedia.org)
5) Bessenglasvlinder (Synanthedon tipuliformis). Peter de Mooij schreef: “Ik loer al vier jaar op de bessenglasvlinder en vandaag was het eindelijk zover dat er een op de aalbesstruik zat”. Peter was terecht blij met deze vlinder, want ondanks dat het volgens vlindernet.nl een vrij gewone soort is, wordt hij niet vaak waargenomen. Op waarneming.nl is te zien dat er per jaar
maar enkele tientallen gemeld worden, tegenover bijvoorbeeld tienduizenden atalanta’s. De bessenglasvlinder is een wespvlinder (Sesiidae) met een spanwijdte van 17 tot 20 mm, die aalbes, zwarte bes, kruisbes en wilde kardinaalsmuts als waardplanten heeft. De rupsen boren gaatjes in oudere takken, met als gevolg dat de bladeren in de zomer verwelken, waardoor hij in de fruitteelt als een schadelijk insect wordt beschouwd. De vliegtijd is van half mei tot eind juli in één generatie. De vlinders vliegen bij zonnig weer rond de waardplant en gaan vaak op de bladeren zitten. Ze leggen de eitjes op de stammen en takken van de waardplanten. Ze bezoeken ook schermbloemen. De rups overwintert in een tak van de waardplant. Er zijn meerdere soorten Synanthedon die sterk op elkaar lijken. Op vlindernet.nl staat een mooi schema om ze van elkaar te onderscheiden. Vlinders hebben microscopische schubben op hun vleugels. De vlinders van de Sesiidae hebben op de vleugels niet overal schubben. Als gevolg hiervan zijn grote delen van de vleugels vrijwel doorzichtig (als glas). Ze vertonen veel overeenkomsten met bijen en wespen. Sommige doen zelfs alsof ze willen steken. Alle glasvleugelvlinders kunnen geparasiteerd worden door de mooie sluipvlieg Leskia aurea. Deze legt haar eitjes op de rupsen van de vlinders en de larven van de vlieg vreten de onfortuinlijke rupsen op. (Bronnen: http://waarneming.nl; http://hoogstam-boomgaard.be; http://nl.wikipedia.org)
http://www.vlindernet.nl/;
6) Dit monsterachtig aandoend beest is echter een lieflijke donsvlinder (Euproctis similis). Het is een algemeen voorkomend nachtvlindertje, met een spanwijdte van 28 tot 35 millimeter. De vlinder is wit en heeft aan het achterlijf een grappig goudgeel plukje haren, wat de vlinder bij verstoring opricht. Mannetjes hebben ook een bruinige vlek aan de vleugel. De rupsen zijn in tegenstelling tot de sneeuwwitte vlinders zeer kleurig; de basis is zwart met aan de zijkanten witte regelmatige vlekken en bovenop de rug een onderbroken, feloranje dubbele streep. De rups heeft lange haren, die sterk kunnen irriteren en daarom beter niet aangeraakt kunnen worden. Waarschijnlijk kunnen ze zich daarom veroorloven om open en bloot op de bladeren van hun waardplanten te zitten. De waardplanten zijn onder andere sleedoorn, meidoorn en berk. Tijdens de vliegtijd van de eerste generatie vanaf begin juli tot eind september eet de vlinder niets. Soms is er een tweede generatie in oktober, waarvan de exemplaren opvallend klein zijn. De vlinder overwintert als rups in een los spinsel tussen los boomschors en of tussen dode bladeren. (Bronnen: http://www.vlindernet.nl/; http://nl.wikipedia.org)
Zweefvliegengids Hans Kouwenberg Helaas loopt de zomer weer ten einde. Hebt u afgelopen tijd in uw tuin of in de polder ook van die prachtige zweefvliegen gezien? Sinds kort staat er een mooie tabel op internet om die vliegen ook een naam te geven. Op waarneming.nl onder “Soorten” staat de “Zweefvliegengids”: 114 pagina's informatie over deze vliegen. Veel gepuzzel en plezier met het op naam brengen.
44
De Waardvogel – september 2013
Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel' ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾
gelegen in een landelijke en agrarische omgeving van 07.00 tot 19.00 uur opvang aan max. 12 kinderen verticale groep van 0 tot 4 jaar in voormalige koeienstal ervaren en gediplomeerde leiding optimale zorg en aandacht in unieke accommodatie sfeervolle inrichting en aankleding buitenspeelruimte in de openlucht en overdekt.
www.kinderopvangboerderij.nl kinderopvangboerderij@wanadoo.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht
Email: preparateurhofman@kpnplanet.nl
0182-353183
Openingstijden ma t/m vr: van 9 tot 18 uur dinsdagmiddag gesloten zaterdag: van 9 tot 16 uur Tiendweg west 28b Lekkerkerk 0180 - 663262
Scherp in printwerk
huisstijlen brochures flyers
0180-683804
strooifolders periodieken kopiëren en printen in zwart-wit en kleur
06-25040070 Goud PrintCenter Ohmweg 17 2952 BD Alblasserdam
T 078 691 24 74 E info@goudprintcenter.nl I www.goudprintcenter.nl
T. Rook • IJsseldijk Noord 358 2935 CS Ouderkerk
ZORGELOOS RIJDEN DANKZIJ VAN SMITS AUTO’S Wordt fan van ons klantvoordeel programma en profiteer ook mee!:
Kwaliteit
Voordelig
Betrouwbaar
Altijd dichtbij
s Gratis winter- & zomerkeuring met airco-check; s Spaarsysteem voor beurten, ieder jaar meer korting op de al scherpe vaste tarieven; s Aankoop van een door u geselecteerde occasion in geheel Nederland met ‘ZON’–garantie; s Waardecheques met tot 50% korting op onderdelen; s 1,2,3 service voor leaserijders; s Jaarlijks occasionshows, met kwaliteitsaanbod en directe voordelen! Kijk op smitsauto.nl of kom eens langs bij een van onze vestigingen, er is er altijd wel één bij u in de buurt!
smitsauto.nl
Provincialeweg 7a 2861 EB Bergambacht T. 0182 – 35 70 55 E. info@smitsauto.nl
Smits auto’s, uw dealer & garage. Al 30 jaar dichtbij! Vestigingen in Bergambacht, Haastrecht, Krimpen a/d Lek, Capelle a/d IJssel, Waddinxveen en Zoetermeer.
In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.
“De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. Keuken geopend van 17.00 tot 20.00 uur op woensdag, vrijdag en zaterdag. Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.
www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225