2013 5

Page 1


Belangrijke namen, telefoonnummers en e-mail adressen Bestuur Voorzitter

Max Ossevoort, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx

Secretaris

Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep

Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Leeghwaterstraat 138, 2871 PL Schoonhoven Gerard van Slijpe, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl

Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR

Erik Kleyheeg, xxxxxxx@xxxxxxx.ccc Joke Colijn, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx

Penningmeester

xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx

Werkgroepen en andere belangrijke instanties Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com Foto’s t.b.v. de website Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Arie Dorsman, Ton de Groot Coördinatoren vlinders- en libellenSjani van Ophemert en Gabrielle Heuvelman, werkgroep xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Coördinator werkgroep landschapsonderhoud Coördinator trekvogeltellingen Coördinator wintervogeltellingen

Patrick Heuvelman Rob van Straaten xxxxxxx@xxxxx.xx Peter Berger, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Hans Kouwenberg, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Jaap Graveland, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx

Coördinator uilenwerkgroep Coördinator zwaluwenwerkgroep Coördinator jeugdwerkgroep Coördinator Knotgroep Krimpen Coördinator roofvogelwerkgroep Contact Vrienden van de Hennepakkers Dierenbescherming Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Melden van zwerfvuil Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel

Nico van Dam, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Mieke Verwaal, jeugd@nvwk.nl Jos de Nood, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Morrison Pot, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Sophia Dijkstra, xxxxxxxxxxxx@xxxx.xx Afdeling Krimpenerwaard Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Contact opnemen met de betreffende gemeente

xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxxxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx 0900 8844 010 4733333 010 4857847

Vogelklas Karel Schot

Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’ of wilt u de doelstellingen van deze vereniging steunen, word dan lid. Stuur daartoe het onderstaande formulier ingevuld naar de secretaris op bovenvermeld adres, of stuur de gevraagde gegevens naar hem via het e-mailadres info@nvwk.nl.

Ik geef mij hierbij op als lid / jeugdlid (*) van de Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’. Ik geef mij op voor een lidmaatschap / jeugdlidmaatschap / gezinslidmaatschap (zie colofon voor de contributie). Ik wacht met betalen tot ik een acceptgiro heb ontvangen. Naam:

Geslacht: m / v Initialen:

Straat + Huisnummer:

Voornaam:

_______ _______

Postcode:

Plaats:

_______

Geboortedatum:

Telefoon:

_______

E-mailadres: Datum:

__________________________________________________________________________________ Handtekening:

_______


Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 52 verschijnt 5 x per jaar, februari-april-juniseptember-december Kopij Inleveren voor de 1e van de maand van verschijning Oplage 820 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl VogelwerkgroepNVWK https://twitter.com/ DeNVWK Secretariaat & ledenadministratie Dirk-Jan van Roest Leeghwaterstraat 138 2871 PL Schoonhoven info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar: € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 15,- voor een eenpersoonslidmaatschap € 20,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 Lid worden U kunt lid worden door het invullen en opsturen van het inschrijfformulier op de binnenzijde van de voorkant of via info@nvwk.nl Op de voorpagina Carabus granulatus foto: Peter de Mooij Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Alle artikelen blijven voor de verantwoording van de auteurs Drukkerij GoudPrintCenter Alblasserdam Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal

Van de voorzitter Max Ossevoort Inmiddels heeft de herfst zich in al zijn hevigheid aan ons getoond en wanneer u dit leest, staan we aan de vooravond van de winter. Toch staan we er niet altijd bij stil hoe bijzonder het is dat we zoveel afwisseling door onze vier jaargetijden hebben. Stel je voor dat je ergens in een gebied woont met bijvoorbeeld een woestijnklimaat: overdag heet en ‘s nachts koud en twee weken per jaar een druppeltje regen waar je dan het hele jaar naar uit moet kijken. Erg saai! Nee, geef me dan het Nederlandse klimaat maar met al die afwisseling . Vorige keer heb ik helaas moeten melden dat Landschapsbeheer Zuid-Holland (LBZH) op 31 december aanstaande ophoudt te bestaan. Er wordt achter de schermen vreselijk hard gewerkt om invulling te geven aan het programma de Groene Motor, zodat ook na 1 januari alle activiteiten die door LBZH werden ingevuld, zoveel mogelijk worden gecontinueerd. Voor de medewerkers van LBZH was het niet alleen om persoonlijke redenen pijnlijk dat hun organisatie werd opgeheven, maar ook omdat ze zich samen met al die vrijwilligers zo betrokken voelden bij het wel en wee van de natuur in Zuid-Holland. Dat bleek ook op de afscheidsavond die zij op 27 november hadden georganiseerd. Maurice Kruk hield daar informeel een toespraak, waarbij menigeen een traantje moest wegpinken. Verder zijn we als bestuur hard aan het werk op diverse terreinen. Eén daarvan is het realiseren van een nieuwe website, die er niet alleen ‘gelikt’ uit moet gaan zien, maar vooral gebruikersvriendelijker moet zijn voor de bezoeker én voor de administrator, waardoor deze gemakkelijker aanpassingen en updates door kan voeren. Het is de bedoeling dat ergens in het eerste kwartaal van 2014 de nieuwe website in de lucht is. Tevens wordt er aan gewerkt om ons NVWK-logo een frisse, moderne uitstraling te geven. Arie Dorsman heeft het initiatief genomen om in 2014 weer een vogelcursus voor beginners te organiseren, zie pagina 3. Een aanrader voor de beginnende vogelaar! Nog meer goed nieuws: we hebben een nieuwe coördinator weidevogelbescherming gevonden in Klaas de Mik. Ook de in september aangekondigde werkgroep Ruimtelijke Ordening krijgt vorm, en gaat bestaan uit Arie Dorsman, Sandra Bouman en Ton de Groot. In het februarinummer zullen al deze enthousiaste mensen zich aan u voorstellen. Het bestuur is blij en best een beetje trots dat er zoveel betrokkenheid bij de natuur is onder onze leden! In deze Waardvogel treft u weer een grote diversiteit aan artikelen, variërend van interessante informatie tot verslagen van de diverse excursies, waarbij het fijn is om te constateren dat het aantal deelnemers steeds meer toeneemt. Rest mij om u en uw naasten hele fijne feestdagen te wensen, en dat we in 2014 in gezondheid weer uitbundig mogen genieten van de natuur in onze Krimpenerwaard.

In dit nummer Van de voorzitter pag. 01 Even Noteren pag. 02 Vogelcursus NVWK 2014 pag. 03 Op de voorpagina pag. 04 Betrapt en gesnapt pag. 06 Chanson triste pag. 08 Roofvogelwerkgroep in 2013 pag. 09 Roodborstkerstkaarten pag. 09 Vogelexcursie ‘Andere Wildernis’ pag. 10 Vogelexcursie Zeeuwse eilanden pag. 11 Teller Bergambacht gezocht pag. 11 Dwerggors bij Lageweg pag. 12 Nacht in de Hennepakkers pag. 14 Slechtvalk: sneller dan in vrije val pag. 15 Wespspin: een agressieve spin? pag. 18 Even Activeren pag. 20 Race 2013 pag. 20 Lezing waterbeestjes pag. 20 Excursie Donkse Laagten pag. 21 Vlinders van 2013 pag. 22 Libellen in september, oktober enz.pag. 23

Faunapassages in de Krimpenerwaard pag. 24 Raadplaatjes pag. 26 Pestbosjes: landschapselementen 1 pag. 28 De Lansing pag. 29 Wandelen in de Waard (5) pag. 30 Nieuwe plantenquiz pag. 30 Landelijke Natuurwerkdag pag. 32 Natuurwerkdag: Persbericht pag. 32 Terugblik op de Natuurwerkdag pag. 33 Oplossingen raadplaatjes pag. 34 Paddenstoelenexcursie pag. 35 Quaggamossel komt boven water pag. 36 Kerst pag. 39 Jeugdpagina pag. 41 Heimwee naar de huismus pag. 41 Speurtocht naar paddenstoelen: Persbericht pag. 41 Euro Birdwatch 2013 pag. 42 Natuur en vrijwilligers onder druk pag. 43 Visie NVWK in ganzenoverleg pag. 44

De Waardvogel – december 2013

1


Even noteren Zaterdag 11 januari 2014 om 09.00 uur De traditionele nieuwjaarsexcursie om de Reeuwijkse Surfplas met elk jaar weer duizenden eenden en ganzen. We vertrekken voor een excursie van ongeveer drie uur vanaf het Restaurant Paviljoen ‘t Reeuwijkse Hout. Max Ossevoort (xx xxxxxxxxx) zal u al het moois laten zien. Zaterdag 11 januari 2014 van 09.00 tot 15.00 uur Een particulier perceeltje aan de Opperduit 200 te Lekkerkerk wordt aangepakt door Knotgroep Krimpen. Meer inlichtingen: xxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 11 januari 2014 van 09.00 tot 13.00 uur Werken aan de natuur aan een zogenaamd pestbosje in het oostelijke deel van de Krimpenerwaard. Dit is in het kader van een Europees project om 25 in verval geraakte pestbosjes of geriefbosjes in Zuid-Holland te herstellen. Lees hier meer over in het artikel ‘Landschapselementen’ van Patrick Heuvelman op bladzijde 28 en 29. De locatie en meer informatie kunt u krijgen bij Edith Kuijper (xxxxxxxx@xxxx.xx, xx xxxxxxxxx). Donderdag 16 januari 2014 om 19.30 uur Cursus natuurwetgeving (Flora en Faunawet en de Natuurbeschermingswet) in het streeknatuurcentrum van onze collega-vereniging Natuur- en Vogelwacht ‘De Alblasserwaard’ te Papendrecht. De cursus duurt één avond en wordt geleid door een deskundige jurist. Voor meer informatie en aanmelden: Joke Colijn, xxxxxxxx@xxxx.xx of xx xxxxxxxxx. Het weekend van 18 en 19 januari 2014 De 11e nationale tuinvogeltelling waaraan iedereen kan meedoen. Kijk bij Even Activeren (pag. 20) voor details. Het weekend van 18 en 19 januari 2014 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xx xxxxxxxxx) of Peter Berger (xx xxxxxxxxx). Woensdag 22 januari 2014 om 20.00 uur De beroemde plantenquiz van onze Anton van Jaarsveld. Verrassende floristische vragen waarbij het soms een voordeel is om juist weinig van planten te weten. We zijn te gast in eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk. Meer info bij Hans Kouwenberg, xx xxxxxxxxx. Zaterdag 25 januari 2014 van 09.00 tot 15.00 uur Hoogstamfruitbomen snoeien aan de Molendijk in Krimpen aan de Lek. Oude fruitbomen en wilgen worden door Knotgroep Krimpen onderhouden. Meer inlichtingen: xxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 25 januari 2014 van 09.00 tot 13.00 uur Knotwilgen met driejarig hout moeten worden gesnoeid op de Zaag. U zult verbaasd staan hoeveel hout er groeit in drie jaar. Vele handen maken ook hier licht werk. Verzamelen bij de Autosloperij ‘De Zaag’. Meer info bij Edith Kuijper (xxxxxxxx@xxxx.xx, xx xxxxxxxxx). Zaterdag 1 februari 2014 om 08.30 uur Vogelexcursie naar de Oostvaardersplassen onder leiding van Ton de Groot. Verzamelen op de nieuwe P-plaats bij de

2

De Waardvogel - december 2013

pont van Schoonhoven. Voor meer info en zekerheid of het vanwege het weer doorgaat kunt u terecht bij Ton, xx xxxxxxxxx. Kijk ook in Even Activeren op pag. 20. Woensdag 5 februari 2014 om 20.00 uur Lezing van Gerard Tijsseling over onderwaterbeestjes. Een fantastische maar onbarmhartige wereld op kleine schaal wordt deskundig belicht. Onbekend maakt onbemind, maar Gerard heeft prachtig zelfgemaakt filmmateriaal waardoor u met andere ogen naar de sloot achter uw huis gaat kijken. Aanvang 20.00 uur in ‘De Zwaan’ in Berkenwoude, Kerkweg 2. Informatie: Joke Colijn, xxxxxxxx@xxxx.xx, xx xxxxxxxxx. Zaterdag 8 februari van 09.00 tot 15.00 uur Hoogstamfruitbomen snoeien aan de Molendijk in Krimpen a/d Lek. Oude fruitbomen en wilgen worden door Knotgroep Krimpen onderhouden. Meer inlichtingen zijn te krijgen bij: xxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 8 februari vanaf 13.30 uur De jeugd gaat bij boer Ton op bezoek. Wat we gaan doen heeft alles te maken met uilen, en natuurlijk kun je weer fijn spelen op de boerderij. Trek je laarzen aan en geef je vooraf op bij Mieke Verwaal (jeugd@nvwk.nl). Zaterdag 15 februari 2014 van 09.00 tot 13.00 uur Vervolg van deelname aan het Europese project om pestbosjes te herstellen in het oostelijke deel van de Krimpenerwaard. De locatie is op te vragen bij Edith Kuijper (xxxxxxxx@xxxx.xx, xx xxxxxxxxx). Het weekend van 15 en 16 februari 2014 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xx xxxxxxxxx) of Peter Berger (xx xxxxxxxxx). Zaterdag 22 februari van 09.00 tot 15.00 uur Knotgroep Krimpen sluit het seizoen af in de landschapstuin van de familie Rooyen bij Bergambacht. Inlichtingen Knotgroep Krimpen: xxxxxxxx@xxxx.xx. Zaterdag 1 maart 2014 van 09.00 tot 13.00 uur Werken aan een pestbosje in het oostelijke deel van de Krimpenerwaard in het kader van het Europese project. De exacte locatie en meer informatie kunt u verkrijgen bij Edith Kuijper (xxxxxxxx@xxxx.xx, xx xxxxxxxxx). Zaterdag 15 maart 2014 van 09.00 tot 13.00 uur Vandaag is de landelijke afsluiting van het knotseizoen. Het is nog onbekend of er een provinciale dag komt, maar anders gaan we gewoon lekker ergens knotten in de Krimpenerwaard. Meer info bij Edith Kuijper (xxxxxxxx@xxxx.xx, xx xxxxxxxxx). Het weekend van 15 en 16 maart 2014 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg (xx xxxxxxxxx) of Peter Berger (xx xxxxxxxxx). Woensdag 26 maart 2014 om 20.00 uur Jaarlijkse Algemene Ledenvergadering van de NVWK in ‘de Zwaan’ te Berkenwoude. Na het officiële gedeelte is er altijd een interessante lezing of presentatie. In de volgende Waardvogel leest u wat het onderwerp zal zijn.


Vogelcursus NVWK 2014 Arie Dorsman In 2014 gaat Natuur- en Vogelwerkgroep ‘de Krimpenerwaard’ weer een vogelherkenningscursus voor beginners organiseren. De vogelcursus is uitsluitend bedoeld voor beginnende vogelaars. Dit jaar wordt de cursus ook opengesteld voor niet-leden. De cursus wordt verzorgd door Arie Dorsman en kost 30 euro voor leden en 50 euro voor niet-leden. De groep mag bestaan uit ongeveer 25 personen. Alleen bij voldoende deelnemers kan de cursus plaatsvinden. U kunt zich per e-mail aanmelden bij Arie Dorsman: vogelcursusnvwk@gmail.com. In deze e-mail moet uw naam, adres en telefoonnummer staan. U kunt zich ook telefonisch aanmelden op xxxx-xxxxxxx, waarbij gevraagd wordt naar uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres. De opzet van de cursus is als volgt: vier theoriebijeenkomsten op de donderdagavond waarin thematisch een groep vogels wordt besproken met behulp van een cursusboekje, waarbij de belangrijke kenmerken aan bod komen. Bij elke bijeenkomst worden een aantal opdrachten door de deelnemers uitgevoerd en soms als huiswerk meegegeven. Er zullen veel vogels getoond en beluisterd worden om de herkenning in het veld makkelijker te maken. Op elke theoriebijeenkomst volgt natuurlijk een praktijkbijeenkomst. We bezoeken op zaterdagochtend een karakteristieke plek in de Krimpenerwaard om de vogels die we ‘geleerd’ hebben ook in het ‘wild’ te vinden en te herkennen. Een goede vogelgids en een deugdelijke verrekijker zijn dan onontbeerlijk. Er zal ook gebruik gemaakt worden van een telescoop. Bij de eerste theoriebijeenkomst kunnen de deelnemers het cursusgeld contant betalen aan de cursusleider. Datum 6 februari

Tijd 20.00 uur

8 februari

09.00 uur

13 maart

20.00 uur

15 maart

08.00 uur

10 april

20.00 uur

12 april

07.00 uur

15 mei

20.00 uur

17 mei

05.00 uur

Onderwerp en Plaats 1e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 1e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten Polder Den Hoek, verzamelen bij de Kwakels, langs de N210 2e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 2e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten Loetbos, verzamelen bij de Zuidbroekse molen, langs de N210 3e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 3e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten Krimpenerhout, verzamelen op de parkeerplaats bij de Surfplas, Krimpen a/d IJssel, langs de N210 4e theorieavond ‘Vogelcursus voor beginners’ In eendenkooi ‘De Bakkerswaal’ te Lekkerkerk 4e excursie van de Vogelcursus, alleen voor cursisten De Zaag, verzamelen op de parkeerplaats bij de Zaag, Krimpen a/d IJssel

Cursusleider Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman Arie Dorsman

(Psssst…zoekt u nog een passend cadeau voor uw natuurminnende lief/vader/zus of zoon onder de boom? Denk eens aan deze vogelcursus! Ideetje van de redactie…)

NATUURLIJK wensen wij u fijne feestdagen en een goed en gezond Nieuwjaar! De redactie van de Waardvogel De Waardvogel – december 2013

3


Op de voorpagina:

Carabus granulatus

Maria Spruit De gekorrelde veldloopkever of kettingschallebijter, die op de voorpagina staat, behoort tot de schallebijters. Schallebijters worden ook wel schalebijters of scharrebijters genoemd. Het komt van het Franse woord escalbot, wat mestkever betekent. De wetenschappelijke naam Carabus komt uit het Grieks en betekent gehoornde kever. Schallebijters vallen onder de loopkevers (Carabidae). Ze zijn een van de bekendste loopkevers. Het is een uitgebreid geslacht van kevers met ongeveer 850 soorten, die alleen op het noordelijk halfrond leven. In Nederland komen 15 soorten voor. De kettingschallebijter is net zoals alle schallebijters een snelle jager. Hij is 's nachts actief en kan overdag gevonden worden onder stenen en houtblokken. Op het menu staan vooral wormen en slakken, die al rennend gevangen worden en dan in stukjes worden geknipt met de grote kaken. Schallebijters zijn felle rovers, die op levende prooien jagen, maar ze eten ook plantendelen. De larven zijn eveneens roofzuchtig en leven van kleine ongewervelden. Schallebijters kunnen als nuttig worden ervaren, omdat ze plantenetende dieren, zoals insectenlarven en slakken opeten. Schallebijters hebben de kenmerkende bouw van loopkevers. De lichaamsbouw is er duidelijk op gericht om prooien te vangen. De meeste soorten hebben een goed gezichtsvermogen, waarmee ze prooien beter kunnen opsporen. De poten zijn lang, zodat ze zich snel kunnen voortbewegen om hun prooi te vangen. De kaken zijn groot en sterk waardoor die opvallen. Op de kop staan lange, beweeglijke en duidelijk gesegmenteerde antennes om in het donker prooien beter waar te kunnen nemen. Op de kop staan ook nog twee paar tasters die enigszins verdikt eindigen en die dienen om te proeven. Het lichaam is langwerpig, waarbij het halsschild smaller is dan de dekschilden. De meeste soorten worden een tot twee centimeter, maar er zijn soorten die langer worden dan vier centimeter. Kevers kunnen in principe vliegen. Sommige soorten scharrebijters hebben zich echter zo aan het grondleven aangepast dat dit vermogen verloren is gegaan. Soms hebben ze helemaal geen vleugels meer, maar bij de gekorrelde veldloopkever hebben sommige exemplaren vleugels en andere niet. Bij schallebijters zijn de dekschilden vaak voorzien van allerlei bobbels en richels. Scharrebijters hebben aan de achterzijde van het achterlijf klieren die een stinkende en onsmakelijke vloeistof, bloedvloeistof of hemolymfe genaamd, kunnen afscheiden. De functie hiervan is vijanden af te schrikken. Dit is een chemische verdediging. Men ziet het bij veel keverfamilies, onder andere bladhaantjes, lieveheersbeestjes en oliekevers. Bij de oliekevers ruikt de olieachtige afscheiding niet alleen heel vies, maar kan

ook blaren veroorzaken op de huid. De bombardeerkever (komt voor in Midden- en Zuid-Europa) spant de kroon met dit type verdediging. De vloeistof die hij wegspuit, heeft door verschillende chemische reacties een temperatuur gekregen van 100 graden Celsius! Kevers verdedigen zich ook op andere manieren tegen organismen die trek hebben in een eiwitrijk hapje. De eenvoudigste manier is camouflage: de kevers gaan zo op in hun omgeving dat ze niet gezien worden. Ze kunnen ook juist felle kleuren hebben om aan te geven dat ze niet aangenaam smaken. Een andere verdediging is zich doodhouden; de kever laat zich vallen en houdt zich dan doodstil. Meestal laat hij zich dan op zijn rug vallen, waardoor hij ook nog eens slecht terug te vinden is op de grond. Tenslotte maken verschillende keversoorten gebruik van mimicry: het imiteren van een insect wat steekt of giftig is, terwijl ze zelf die eigenschappen niet hebben. Kniptorren hebben een speciale manier van afweer: ze hebben een scharnierend deel tussen de kop en het borststuk, waarmee de kever zich met een klikkend geluidje lanceert en een eventuele vijand hiermee afschrikt. Kevers kunnen allemaal bijten, maar in Nederland heeft alleen de watertor kaken die door de mensenhuid heen kan dringen. Aan de achterzijde van het lichaam zitten ook de geslachtorganen. Kevers zijn eenslachtig, d.w.z. het is of een mannelijk of vrouwelijk exemplaar. Bij schallebijters zijn mannetjes van vrouwtjes te onderscheiden doordat de tarsen (Latijn: voeten) van de voorpoten duidelijk breder zijn, zodat de mannetjes hun vrouwtjes tijdens de paring beter kunnen vasthouden. Zulke aanpassingen komen wel meer voor bij kevers. Bij de geelgerande watertor hebben de mannetjes bijvoorbeeld zuignappen aan hun voorpoten. Het paringsritueel is bij kevers vaak erg ingewikkeld. Om een partner te lokaliseren wordt er tijdens het paringsproces gebruik gemaakt van signaalmoleculen ofwel feromonen. Glimwormen gebruiken gebiosynthetiseerd** licht om hun partner te vinden.

Een vrouwtje kan tijdens haar leven tientallen tot duizenden eitjes leggen. De eitjes worden soms in groepen bij elkaar De kleuren die kevers hebben, worden op drie manieren gevormd. De eerste manier is dat de kleurstoffen die door de kever aangemaakt worden, door de chitine worden gelegd of, zoals bij onze opgenomen. Zo ontstaan de kleuren zwart, bruin, geel, rood en mengsels hiervan. schallebijter, één voor één in de Kevers kunnen ook metaalkleurig zijn. Bij deze kevers is de chitine een beetje grond of in dood hout afgezet. De doorzichtig en de structuur van de chitine zorgt er voor dat het licht op een bepaalde eitjes worden meestal gelegd op de manier breekt. Zo ontstaat de metaalachtige glans. De derde manier is dat de kever plaats waar de larve zijn voedsel kleurstoffen maakt, die uit kleine gekleurde schubbetjes bestaan, die op de chitine kan vinden. De zorg voor de eitjes blijven zitten. Veel snuittorren maken gebruik van deze manier, waardoor ze een en de nakomelingen varieert natuurlijk ook weer per soort. Vaak poederachtig uiterlijk hebben.

4

De Waardvogel - december 2013


gaat de zorg niet verder dan het leggen van eitjes onder een blad. Sommige soorten bijten in het blad, waardoor het blad naar binnen rolt en de eitjes beschermd zijn. Maar bij andere soorten, zoals bepaalde mestkevers, maken de ouders zelfs een nest in de grond, wat volgepropt wordt met mest. De larven hebben dan voor jaren genoeg voedsel tot hun beschikking.

Kevers gebruiken allerlei verschillende rituelen om de juiste partner te vinden. Bij sommige soorten vechten mannetjes met elkaar totdat er eentje het strijdveld verlaat en het vrouwtje met de overwinnaar paart. Bij de oliekevers (Meloidae) klimt het mannetje op de rug van het vrouwtje en strijkt met zijn antennes liefdevol over haar hoofd en tasters. Veel mannelijke kevers zijn territoriaal en verdedigen hun kleine stukjes grondgebied fel. Bij deze soorten hebben de mannetjes vaak hoorns op het hoofd, waardoor hun lichaamslengte groter is dan van de vrouwtjes. Over het algemeen neemt de paring niet veel tijd in beslag, maar er zijn ook weer soorten waarbij het uren duurt.

de larve aanwezig. Tijdens het popstadium wordt er geen voedsel opgenomen en is de kever vrijwel immobiel. Bij sommige soorten kunnen de poppen zich nog wel over een heel kleine afstand verplaatsen. Meestal verpoppen kevers zich in de herfst en komen voor de winter uit de pop. De pop ligt in een schuilplaats, die popkamer of poppenwieg wordt genoemd. Omdat er in de winter weinig of geen voedsel is, blijven ze in de poppenwieg en komen in de lente of zomer tevoorschijn.

Levenscyclus van kevers, bron: http://nl.wikipedia.org

Met dit verhaal ben ik aan het einde gekomen van een reeks artikelen. Tijdens mijn zoektochten naar info ben ik deze interessante site tegengekomen; http://www.nev.nl /pages/publicaties/eb/nummers/2010/70-4/128-139.pdf. Hierop staat een lijst met Nederlandse namen voor loopkevers. Andere mooie sites waarop nog veel meer staat dan alleen kevers zijn: http://www.ahw.me en http://www.gardensafari.net. De opzet van mijn schrijfsels was specifieke informatie geven over de kevers op de voorpagina’s en achtergrondinformatie over kevers en torren. Ik hoop dat u nu iets anders naar dit soort priegelbeestjes bent gaan kijken. Ik in ieder geval wel. Wanneer er weer eens gaten vallen in bladeren van mijn tuinplanten denk ik: dit wordt niet veroorzaakt door een ziekte, dit is een organisme wat leeft in mijn tuin.

Kevers kennen een volledige gedaantewisseling. De metamorfose doorloopt vier fasen: het ei, de larve, de pop en het imago ofwel de volwassen kever. In deze cyclus is *Endemisch betekent dat ze nergens anders op de wereld een eindeloze variatie mogelijk van grootte en de voorkomen dan in een bepaald gebied. hoeveelheid van de eitjes, de plaats van het leggen van de **Biosynthese is de opbouw van stoffen in een organisme eitjes, de ontwikkeling van de larve, het tijdstip met verbruik van energie. enzovoort. Vaak zijn er ook meerdere larvestadia. Bronnen: http://www.gardensafari; http://nl.wikipedia.org; De De keverlarve vervelt meerdere keren totdat hij zich wondere wereld van de insekten, Martin van der Donk en Teo verpopt. De stadia tussen de vervellingen worden ook van Gerwen wel instar genoemd (enkelvoud is eveneens instar). De vervellingen zijn noodzakelijk, omdat er door het uitwendige skelet maar een beperkte groei mogelijk is. Bij veel soorten lijken de instar op elkaar, de volgende is alleen maar wat groter, maar in sommige gevallen treden er veel drastischere veranderingen op. Dit is vaak het geval bij kevers die een parasitaire Het larvestadium is het stadium waarin het meeste voedsel wordt levenswijze hebben. De eerste instar moet opgenomen. Zodra de eitjes uitgekomen zijn, gedragen de larven zich erg mobiel zijn om een gastheer te zoeken, de vraatzuchtig. De duur van het larvestadium varieert weer enorm tussen de volgende instar heeft bijvoorbeeld dan geen soorten: bij sommige duurt dat jaren. Ook de vorm is heel verschillend, pootjes en gezichtsvermogen meer nodig. maar altijd hebben ze goed ontwikkelde koppen. Vaak zijn er geen ogen of Wanneer de larve zijn hele ontwikkeling heel simpel aangelegde ogen. De larven hebben meestal drie paar poten, heeft doorgemaakt, vervelt hij voor de maar er zijn ook larven zonder poten. Vooral de soorten die in laatste keer en komt hij in het popstadium. voedselvoorraden leven, hebben geen poten. Dat is logisch, want wanneer De cellen van de larve worden in de pop je in een bedje van eten ligt, is het niet nodig om je te verplaatsen. De afgebroken en dienen als voedsel voor een larven van scharrebijters hebben zelfs vrij lange poten, zodat ze er goed groepje rustende of latente cellen die zich mee kunnen rennen. gaan ontwikkelen. Die cellen waren al bij De Waardvogel - december 2013

5


Visarend vissend in de Hollandsche IJssel; foto’s: Hans Stoel

6

De Waardvogel - december 2013


Betrapt en gesnapt Erik Kleyheeg Terwijl bijna al zijn soortgenoten inmiddels in zuidelijk Afrika zijn aangekomen, trof ik in half november nog een boerenzwaluw boven het strand bij Aberdeen in Schotland. Met een tocht van enkele duizenden kilometers voor de boeg zal het arme beestje de komende lente waarschijnlijk niet halen. De najaarstrek is nu voor de meeste soorten echt voorbij en de winter is duidelijk in aantocht. Dat betekent dat de zomervogels weer zijn afgelost door de wintervogels en die verschuiving van soortensamenstelling is in de Krimpenerwaard niet onopgemerkt gebleven. Hieronder volgt een opsomming van interessante waarnemingen met een aantal spannende uitschieters. De dodaars is een voorbeeld van zo’n soort die we in het najaar opnieuw tegenkomen. Broeden doen ze hier maar zelden. In november werden 7 waarnemingen gedaan, voornamelijk op of rond de Lek. Een roerdomp werd op 19 oktober knap gevonden en gefotografeerd door Hans Stoel op de Zaag. Bijzonder was ook een roepende kwak die door Jaap Graveland werd waargenomen op 5 oktober tijdens een grote zilverreigertelling in polder Achterbroek. Zou het dezelfde zijn als de jonge vogel die door de familie Mourik op 10 augustus was waargenomen in Ouderkerk aan den IJssel? De purperreigers zijn weer vertrokken naar Afrika en de laatste werd op 8 november gezien bij Berkenwoude. Nederland werd verrast door een invasie van zwarte ibissen dit najaar en Martijn Guichelaar pikte daarvan een graantje mee. Hij zag vrij zeker een exemplaar overvliegen in westelijke richting over Ouderkerk aan den IJssel op 3 oktober. Zoals gebruikelijk voor deze schaarse doortrekkers werden de afgelopen maanden een handjevol overvliegende lepelaars en toendrarietganzen gemeld, het merendeel op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ bij Bergambacht. Op 7 november zag Bastiaan van de Wetering een tweetal wilde zwanen over Lekkerkerk vliegen en twee groepjes kleine rietganzen werden opgemerkt: 4 exemplaren boven de telpost op 3 oktober en 17 exemplaren boven het huis van Harm Blom bij Ouderkerk aan den IJssel op 15 november. Een waarschijnlijk ontsnapte roodhalsgans hield begin oktober de gemoederen bezig langs de Hollandsche IJssel. Pijlstaarten werden met name in oktober op doortrek gezien met een maximum van 19 exemplaren op 21 oktober boven trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. Op de Hollandsche IJssel bij Hitland werd op 10 november weer eens een krooneend waargenomen, waarvan de herkomst nog steeds onduidelijk is. Wel waarschijnlijk uit gevangenschap ontsnapt zijn de 3 tamme nonnetjes in polder Middelblok die al op 15 oktober opdoken. Overige bijzondere eenden waren een mannetje middelste zaagbek en 7 grote zaagbekken die door Ton de Groot werden gezien op de telpost, respectievelijk op 20 en 18 november. De grote zaagbekken van polder Keulevaart zijn ook weer terug, getuige de waarneming van Erik Kleyheeg op 22 november van vier invallende exemplaren in de avondschemering. Een visarend werd op 2 september ontdekt door Jaap Graveland in polder Den Hoek. Na een paar dagen verhuisde de visarend naar polder Kromme, Geer en Zijde waar hij tot 23 september bleef en geregeld ging

vissen in de IJssel. Ook werden er diverse visarenden overtrekkend gezien, vooral op de trektelpost. Najaarswaarnemingen van zwarte wouwen zijn schaars in de Krimpenerwaard, maar toch wist Harm Blom een exemplaar te betrappen boven Ouderkerk aan den IJssel op 4 oktober. Rode wouwen volgden op 8 en 26 oktober, respectievelijk waargenomen door Max Ossevoort in polder Veerstalblok en door Sander van der Linde in polder Schuwagt. De laatste bruine kiekendief werd op 3 november gezien, terwijl de eerste jagende blauwe kiekendief op 20 oktober werd gemeld vanaf de telpost. Samuel Wilzing werd op 31 oktober verrast door een ontsnapte woestijnbuizerd in zijn tuin in Schoonhoven, die na 5 minuten weer vertrok. Smellekens werden op 5 data gezien en vervingen de vertrekkende boomvalken. Op 9 november werden er eindelijk weer eens patrijzen gezien, namelijk twee exemplaren bij de Graafkade West door Kees Luijkx. Helaas bleef het tot nu toe bij deze enkele waarneming in het Jaar van de Patrijs. Afzonderlijk van elkaar werden 2 kanoeten overvliegend waargenomen op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ op 9 november. De enige andere strandloper die de afgelopen periode werd waargenomen was de bonte strandloper, die op 1 en 3 oktober langs de telpost vloog. Ton de Groot stootte op 15 november een bokje op bij de Snakkert, het buitendijkse gebiedje tussen Bergstoep en Ammerstol. Houtsnippen werden iets vaker gezien met 5 waarnemingen op 4 dagen in november. De laatste oeverlopers verlieten de Krimpenerwaard op 5 en 7 oktober. Een late zwartkopmeeuw werd op 1 oktober boven Ouderkerk aan den IJssel opgemerkt door Harm Blom en een groepje van 5 dwergmeeuwen werd boven de Lek gezien vanaf telpost Kinderdijk op 19 oktober door Adri Clements. Geelpootmeeuwen waren goed vertegenwoordigd, vooral langs de Lek bij Bergambacht en de grote mantelmeeuwen zijn ook weer terug van weggeweest. Opvallend is het aantal ijsvogels dat de afgelopen maanden is gezien. Zouden ze een goed broedseizoen gehad hebben na de zware klappen die de populatie kreeg de afgelopen winters? Tweemaal werd een kleine bonte specht waargenomen. De eerste op 14 oktober bij Lageweg door Cora de Jong en de tweede op 18 oktober bij Vogelplas Middelblok door Ton de Groot. Veel algemener als doortrekker maar toch het noemen waard zijn de boomleeuweriken en waterpiepers die diverse malen werden waargenomen. De enige vrij zekere oeverpieper van dit jaar werd gezien op 7 oktober De Waardvogel – december 2013

7


door Rob van Straaten op de telpost. De vogel ging even op de blokken langs de Lek zitten maar vloog te snel weer door om 100% zeker te zijn van de determinatie. Als een donderslag bij heldere hemel zag Peter Berger op 24 november vanuit zijn huis een pestvogel bovenin een els zitten bij Lekkerkerk. Helaas was de vogel net zo snel weer weg als hij gekomen was. Paapjes en roodborsttapuiten trokken dit najaar in behoorlijke aantallen door en vooral uit begin oktober kwamen veel waarnemingen. Beflijsters zijn lastig te vinden in het najaar, maar werden op 12, 13 en 24 oktober en 5 november waargenomen op verschillende plekken door verschillende waarnemers. Grote lijsters werden niet veel vaker gemeld en blijven schaars in de Krimpenerwaard. Toch meldde Harm Blom een ‘tuinrecord’ van 5 exemplaren in Ouderkerk aan den IJssel op 23 november. Cetti’s Zangers blijven maar roepen langs de Lek, vooral bij Opperduit, en hebben definitief de Krimpenerwaard gekoloniseerd. Herman van den Brand liep tijdens het uitlaten van zijn hond tegen een roepende bladkoning aan in Krimpen aan de Lek op 1 oktober, maar helaas kon deze vogel door anderen niet meer worden teruggevonden. Van vuurgoudhaantjes werden wel vier verschillende exemplaren gemeld. Baardmannetjes werden regelmatig gezien en gehoord in de buitendijkse rietveldjes langs de Lek en onverwachts kwam er toch nog een kleine influx van zwarte mezen in de tweede helft van oktober. Een maximum van 116 exemplaren werd door Ton de Groot geteld op 31 oktober op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. Enkele grote en kleine barmsijzen en verrassende aantallen kruisbekken werden her en der gemeld. In het kader van een landelijke influx van grote kruisbekken werden twee mogelijke waarnemingen van deze soort gedaan in de Krimpenerwaard. Een mannetje werd overvliegend waargenomen door Erik Kleyheeg op 19

Chanson triste M. Bersma Hij zit geduldig op de rand van de wrakke dakgoot en wacht roerloos op de hand die voer strooit op het straatje. De scheve deur echter van het oude huisje onder de roodgekleurde klimop is voorgoed gesloten. De tortel roept tevergeefs.

8

De Waardvogel - december 2013

Paapje, foto: Peter Hoogendijk

oktober op de trektelpost en twee exemplaren werden gemeld door Rudi Terlouw vanuit polder De Nesse op 31 oktober. Het blijft echter een zeer moeilijk te determineren soort en deze waarnemingen kunnen niet ‘op zeker’ de boeken in. Appelvinken zijn makkelijker te herkennen en werden vier keer overvliegend gezien; twee keer op de telpost, één keer in Haastrecht en één keer in Bergambacht. Op 20 oktober werd een ijsgors gezien op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ en op 24 oktober vlogen er zelfs 3 exemplaren over. Dit blijft een bijzondere soort, maar de absolute klapper van de afgelopen periode was toch wel de dwerggors, die op 3 oktober werd ontdekt door Arie Ros en Harm Blom op het natuurontwikkelingsterrein bij Lageweg. De vogel bleef tot de volgende dag aanwezig en kon door vele vogelaars worden gezien. Elders in deze Waardvogel kunt u meer lezen over deze prachtige ontdekking. Veel vogelplezier en blijf invoeren op krimpen.waarneming.nl!


De roofvogelwerkgroep in 2013 hoe verder in 2014? Morrison Pot Sinds vorig voorjaar heb ik het initiatief genomen om de roofvogelwerkgroep binnen onze vereniging nieuw leven in te blazen. Een aantal jaren had Govert Vroegindeweij waarnemingen en nestlocaties van roofvogels binnen de Krimpenerwaard bijgehouden, maar sinds de opkomst van waarneming.nl werd dit eigenlijk overbodig. De afgelopen 1,5 jaar ben ik in Oost-Groningen actief geweest voor de Werkgroep Grauwe Kiekendief en ben daar veel bezig geweest met broedbiologie van roofvogels. Dit heeft ervoor gezorgd dat ik hier interesse in kreeg en het leek mij leuk en interessant om ook in de Krimpenerwaard wat meer aan broedbiologie van roofvogels te doen. Via een oproep in de Waardvogel heb ik leden van de NVWK gevraagd om nestlocaties van roofvogels aan mij door te geven. Dit leverde een flink aantal nestlocaties op. Sommige waarnemers waren bezig met het tellen van atlasblokken voor de nieuwe Atlas van de Nederlandse vogels van Sovon, en kwamen deze nesten dus vanzelf tegen. Dit heeft een mooi overzicht van nestlocaties opgeleverd van vooral buizerd, torenvalk en bruine kiekendief. Van tevoren had ik bedacht om zoveel mogelijk van deze nesten van vooral torenvalk en bruine kiekendief (en eventueel buizerd) te bezoeken en broedbiologisch onderzoek te doen. Dat wil zeggen: de jongen meten, wegen, ringen en het voedselaanbod bepalen door het verzamelen van braakballen en prooiresten. Zoals wel vaker met veldwerk pakte dit heel anders uit dan ik van tevoren had gehoopt. Veel nesten van buizerds waren onbereikbaar zonder klimijzers en het vinden van nesten van bruine kiekendieven bleek in onze laagveenmoerassen moeilijker en tijdrovender dan het vinden van nesten op de Groningse graanakkers. Al mijn hoop was gevestigd op de torenvalk. Enkele jaren geleden heb ik met Cor Oskam redelijk veel nesten van torenvalken geringd en het leek dus een kwestie van de bekende locaties afgaan. Helaas was 2013 een erg slecht jaar voor torenvalken (slecht muizenaanbod?). Bij de controle van oude nestlocaties bleek dat veel nestkasten verrot waren. Vaak was de bodem eruit gerot. Daar wil geen torenvalk meer in broeden natuurlijk! Afgelopen jaar was vooral een opstartjaar wat toch een mooi overzicht van een aantal roofvogelnesten in de Krimpenerwaard heeft opgeleverd. Er is helaas niet zoveel geringd; slechts één nest van een torenvalk en één nest van een bruine kiekendief. Hopelijk worden dat er in 2014 veel meer! Een van de activiteiten die ik begin 2014 wil ondernemen is het vervangen van nestkasten van torenvalken en het plaatsen van nieuwe nestkasten op kansrijke locaties. Hopelijk levert dat wat meer nestlocaties op. Ondertussen wil ik ieder vragen om ook in 2014 weer fanatiek nestlocaties te blijven doorgeven!

Vijf torenvalken uit een nest liggen in een emmer te wachten om geringd te worden, foto: Jan Pot

Roodborstkerstkaarten Mathilde Marijnissen Jaren geleden, na een lezing van Nico de Haan, ben ik begonnen met het verzamelen van roodborstkerstkaarten. De halve vereniging gaf mij toen, na een oproep in de Waardvogel, hun ontvangen roodborstkaarten. De laatste twee jaar was ik wat meer op afstand van de vereniging, maar kreeg ik nog steeds na kerst roodborstkaarten via via, per post, of na een telefoontje met de vraag: “Spaar je nog roodborstkerstkaarten?”. Ik vond dat heel lief, dus hierbij iedereen hartelijk dank voor de gekregen kaarten van afgelopen jaren. En voor de komende kerst, en beantwoording van eventuele vragen:….. ja, ik spaar ze nog steeds. Alle roodborstkerstkaarten zijn welkom. Je kunt ze meenemen naar een lezing in 2014 of de jaarvergadering, maar ook afgeven aan Carla bij de Bakkerswaal als je daar toevallig komt, of aan Maria Spruit. Je mag me ook even mailen: xxxxxxxx@xxxx.xx, of bellen: xxxx-xxxxxxx. Ik wens iedereen fijne dagen toe en een vogelrijk 2014 en ik wil alvast bedanken voor de te ontvangen roodborstkaarten.

De Waardvogel - december 2013

9


Vogelexcursie naar een andere ‘Nieuwe Wildernis’ op zaterdag 23 november Tekst en foto’s: Wim des Bouvrie Toen ik terug reed met Jaap Graveland, dacht ik aan een stukje voor de Waardvogel. Ik had de film over de Oostvaardersplassen gezien en ik maakte een vergelijking met de film. De volgende zaken gaven hiervoor aanleiding: de zeearend jagend op een grote meeuw, gezien bij Stellendam - deze kwam in de film niet uit de verf -; fokpaarden i.p.v. Konikspaarden in de wei; een reegeit met kalf in het Loetbos - weliswaar geen grote roedels edelherten -; en overal groepen rotganzen i.p.v. grauwe ganzen. Verder niet te vergeten het grote succes van Eric: 22 actieve i.p.v. 600.000 passieve toeschouwers. Het werd een onvergetelijke dag, het weer werd optimaal, prachtig helder, volop zon uit de goede hoek en weinig wind. Bij Stellendam werd meteen naar de gesignaleerde zeearend gezocht. Jaap en anderen hadden tijdens het rijden een grote vogel gezien. De zeearend werd snel gevonden, jagend achter een grote manteleeuw, die allerlei ontsnappingscapriolen deed. Ik heb niet gezien dat de arend een prooi sloeg. Verder tuurden we naar de andere vogels, zoals rosse grutto’s, wulpen, lepelaars, brand- en grauwe ganzen, zilverplevieren, bonte strandlopers, dodaarzen, meerkoeten, aalscholvers, berg-, krak- en wilde eenden, brilduikers, futen, kluten en pijlstaarten. Over de dijk vloog een sperwer. Bij de Brouwersdam spotten we steenlopers, roodkeelduikers en middelste zaagbekken. Verderop, bij de spuisluis, werd de lijst aangevuld met kuifduikers, geoorde- en roodhalsfuten, toppers, ijs- en zwarte zee-eenden en paarse strandlopers. De grijze zeehonden keken de fanatieke vogelaars verwonderd aan. We zijn even gestopt op de Neeltje Jans en daar heb ik mijn eerste zeekoet gezien, vlak bij het talud. Op naar de Prunjepolder die, net als de Oostvaarderplassen, wegens zout kwelwater ongeschikt is voor agrarische doeleinden en dus geschikt gemaakt is voor de natuur. De lijst werd langer met kleine zilverreiger, toren- en slechtvalk, smelleken?, tafelen slobeenden, wintertalingen, watersnippen, zwarte ruiters en grote vluchten rotganzen, kieviten en zilverplevieren. Als afsluiting in de inlagen hebben we genoteerd: zwarte-, knobbel- en wilde zwaan. Op de terugweg zagen we nog Nijl- en rietganzen en de buizerds langs de weg. Om af te sluiten met een door de medereizigers geuite brabbel Frans, ze spraken over “chien gris de mer”, neem ik niet mijn chapeau af - die had ik niet op pour Eric, mais un bonnet.

De achtergrondfoto is een brochure van Sigma Lenzen, co-sponsor van de film ‘De Nieuwe Wildernis’.

10

De Waardvogel - december 2013


Vogelexcursie Zeeuwse eilanden Sandra Bouman Het is zaterdagochtend 23 november: legging, spijkerbroek, hemd, thermoshirt, fleecetrui, winterjas, dikke sokken en wandelschoenen aan. Het is tenslotte winter in ons Nederland en voor een eerste keer weet je niet wat je te wachten staat. Om 8.00 uur was bijna iedereen aanwezig en de vroege vogels waren behoorlijk opgewekt. Een goed begin van de ochtend dus...op naar Zeeland. De eerste stop leverde een zeearend op. Geweldig mooi en spectaculair omdat hij een meeuw wilde vangen, maar die dook steeds het water in. Toen hij het opgaf en eens rustig ging zitten hebben we hem goed kunnen bekijken met de telescopen van de fanatieke vogelaars. Super! Te ver helaas voor een foto met mijn camera. Daarna maakten we nog diverse stops. De oogst (of hoe noem je dat in vogeltermen?): zeehonden, wulp, scholekster, steenloper en diverse andere strandlopertjes, krooneend, grutto, kanoet, brandganzen, rotganzen, aalscholver, smient, ijseend, bergeend, zeekoet, krakeend, slobeend, wintertaling, kleine zwaan, sperwer en nog wat die ik helaas alweer vergeten ben. Iedereen heeft me met veel geduld een hoop geleerd en laten zien. Ik heb al weer zin in een volgende keer. Bedankt iedereen! Als bewijs van goed opletten een foto van de zeekoet.

Zeekoet Foto: Sandra Bouman

Teller Bergambacht gezocht voor Atlasproject SOVON Adri Clements SOVON zoekt voor het landelijke project voor de nieuwe Vogelatlas nog een enthousiaste vogelaar die atlasblok 38-33 rondom Bergambacht wil tellen (het deel ten noorden van de Lek). Dit atlasblok van 5x5 km bevat enkele hele leuke gebiedjes voor vogels, waaronder het helofytenfilter in polder Den Hoek, de Kwakels, Kadijk (kleine zwanen!) en het natuurontwikkelingsgebiedje De Snakkert langs de Lek. Het blok omvat de gehele bebouwde kom van Bergambacht, dus misschien is er wel een Bergambachtse vogelaar die het leuk vindt om mee te doen aan dit project? Het Atlasproject heeft als doel om de verspreiding en populatieomvang van broedende en overwinterende vogels in kaart te brengen, zodat deze kunnen worden vergeleken met resultaten van voorgaande Atlasprojecten. SOVON schat in dat het project zo’n acht tot tien teldagen per jaar in beslag neemt, dus het is niet erg tijdsintensief. Meer informatie over de achtergrond en de methoden kunt u vinden op www.vogelatlas.nl. Daar kunt u ook zien welke atlasblokken u nog kunt claimen. Bezette en vacante atlasblokken in de regio. Met uitzondering van atlasblok 38-33 wordt vrijwel de gehele Krimpenerwaard dekkend geteld.

De Waardvogel – december 2013

11


Dwerggors bij de Lageweg Arie Ros Hoe het begon Op donderdag 3 oktober 2013 had ik een verplichte vrije dag. Ik werk in Leiden en daar wordt nog steeds gevierd dat na een beleg door de Spanjaarden de stad op die dag in 1574 werd bevrijd. Veel Leidse werkgevers, ook de mijne, geven hun personeel op deze dag vrij. Het was die dag mooi weer en ik besloot van de gelegenheid gebruik te maken en in de Krimpenerwaard te gaan vogelen. Ik begon bij de ‘Hoekse Sluis’ en ging om een uur of elf terug naar Krimpen aan den IJssel en van daar over de IJsseldijk noordwaarts. Om half twaalf kwam ik aan bij het buitendijkse terrein waar de Lageweg uitkomt op de IJsseldijk Noord, onder vogelaars ook wel bekend als het Kwartelkoningveld. Ik parkeerde daar mijn auto en ging het gebiedje in. Dat wordt niks… Terwijl ik door het terrein liep vlogen er tientallen graspiepers voor me op. In een boompje zag ik een paapje zitten. Allemaal trekvogels, dus wie weet wat er nog meer kan zitten! Toen ik aan de noordkant van het gebied was aangekomen, vlakbij de houthandel ’t Zwaantje, vloog er vlak voor me een zangvogel op. De bovenzijde was bruin met zwarte lengtestrepen, en de onderzijde licht met fijne donkere lengtestreepjes. Normaal gesproken is dat in dit gebied (en in de hele Krimpenerwaard) een rietgors. Deze vogel liet mijn hart echter een paar keer overslaan, want terwijl hij van me wegvloog liet hij enkele keren een tikkend geluid horen, ongeveer zoals een zanglijster dat doet. En een rietgors maakt niet zo’n geluid! Een geelgors, aardig zeldzaam in onze streken, ‘tikt’ ook wel eens, maar die heeft een gelige onderzijde. Wat was dit dan wel? Terwijl ik de opkomende paniek probeerde te beheersen kwam ik tot de conclusie dat er voor deze vogel maar twee mogelijkheden waren, namelijk dwerggors of bosgors. En deze soorten zijn allebei mega-zeldzaam in de waard! De vogel vloog naar een conifeer in de tuin van het huis naast de houthandel en natuurlijk dook hij in de dichte begroeiing. Ik bleef met een bovengemiddelde hartslag door mijn kijker de conifeer in de gaten houden, maar de vogel bleef minuten lang onzichtbaar. Plotseling zag ik een vogel uit de conifeer opvliegen, die opnieuw het tikkende geluid maakte. Daar was hij weer! Helaas vloog hij hoog van me weg en dook zo’n honderd meter verder aan de binnenzijde van de dijk naar beneden. Ik liep snel naar de plek waar ik hem had zien verdwijnen en bleef daar een half uurtje heen en weer lopen. Maar nee hoor, taal noch teken! Ik belde enkele vogelaars, omdat er nog een heel kleine kans was dat de vogel weer op de oude plek teruggevonden zou kunnen worden. Zelf geloofde ik daar eigenlijk al niet meer in. Ton de Groot zette een berichtje op de WhatsApp-groep, zodat een flink aantal vogelaars in elk geval op de hoogte was. Net toen ik van de plek des onheils wilde vertrekken belde Harm Blom. Hij wilde graag komen zoeken, maar moest wachten tot hij thuis afgelost werd door zijn vrouw. Dat zou om een uur of drie zijn. Ik ging zelf naar de Berkenwoudse Driehoek, omdat ik het daar aan de Lageweg wel gezien had, of beter gezegd: niet gezien had.

12

De Waardvogel - december 2013

Of toch wel? Om drie uur belde Harm: hij kwam eraan. Ik ging terug naar het gebied en toen Harm arriveerde gingen we het terrein in en werkten het al lopend systematisch af. Er vlogen voortdurend graspiepers op, maar daar bleef het aanvankelijk bij. Toen we in de buurt van het hek langs de houthandel waren aangekomen, vlogen er op een meter of tien van ons twee vogels op. De ene was een luid roepende graspieper, maar de andere was duidelijk kleiner, en maakte het inmiddels bekende tikkende geluid! Dat kon maar twee dingen betekenen: (1) de vogel was toch weer teruggekomen naar de oude plek en (2), veel belangrijker, als hij echt kleiner was dan een graspieper, kon het alleen maar een dwerggors zijn! Gek genoeg vloog de vogel deze keer niet van ons af, maar juist in onze richting. Op een meter of vijf van ons verwijderd landde hij en ging onderin een boompje zitten. Toen ik een stap opzij zette, kon ik hem even in mijn kijkerbeeld krijgen. Lang genoeg om de belangrijkste kenmerken te zien: kastanjebruine wangen met een zwarte omlijning die niet tot aan de snavel reikte, een duidelijke witte oogring, een lichtbruine middenkruin, en een fijn, grijs snaveltje. Het was er echt eentje! Na enkele seconden vloog de vogel weer op en landde in de rietstrook tegen het ijzeren hek langs de houthandel. Hier konden we hem af en toe van heel dichtbij over de grond zien lopen; soms leek het wel of hij kroop. Een geweldig gezicht! Van de redactie: De dwerggors is een broedvogel in de Euraziatische taiga van Finland tot in Siberië. Hij houdt van open plekken met verspreide bomen. Hij overwintert in het noorden van India, zuidoost China en in het noorden van Zuidoost-Azië op vlakke of heuvelachtige terreinen. Volgens soortenbank.nl is hij vrij schuw en blijft veel in dichte dekking. De dwerggors op de Lage weg was echter heel tam, tot op een paar meter benaderbaar. In de ANWBvogelgids staat dat hij veel tijd op de grond doorbrengt en dat zagen we bij ‘onze’ dwerggors ook. Bronnen: nl.wikipedia.org; www.soortenbank.nl; ANWBvogelgids


De twitch We beseften wel dat we snel andere vogelaars moesten waarschuwen. Zo’n buitenkans maak je immers maar zelden mee! Na enkele minuten van de vogel te hebben mogen genieten (en dan bedoel ik ook echt genieten!) begonnen we als een razende te bellen. Na ongeveer een half uur arriveerden de eerste vogelaars. De dwerggors vond het allemaal best. Hij bleef zijn ‘kruip-dichtbijdoor-de-begroeiing-show’ opvoeren, hetgeen de toegesnelde vogelaars kreten van diverse aard ontlokte. Het “OOOHH” en “AAAHH” was niet van de lucht. Inmiddels liet hij zich ook in de lage vegetatie iets verder weg van het hek zien en dat soms tot op een meter van de waarnemers! Sommige vogelaars hadden ons al gemeld dat ze van ver moesten komen, zoals Erik Kleyheeg, die in Utrecht zat, of dat ze op hun werk zaten, dan wel in een file verzeild waren geraakt, zoals Rob van Straaten. Rob had ook geen kijker of telescoop bij zich in de auto. Toen hij eindelijk arriveerde, rende hij het terrein in onder het uitroepen van de kreet: “Een kijker, een kijker!” Ja, je lacht wat af bij zo’n gebeurtenis! Inmiddels was ook het nationale netwerk gewaarschuwd. Zowel op Dutch Bird Alerts als op waarneming.nl was de waarneming geplaatst, zodat ook vogelaars van buiten onze regio op de hoogte waren. Ondanks dat het al naar het einde van de middag liep, zijn er toch nog heel wat vogelaars naar de Lageweg gekomen. Op waarneming.nl werden op 3 oktober 22 waarnemingen van de dwerggors geplaatst, maar er komen naar zo’n gelegenheid ook altijd mensen die hun waarneming niet melden (onder andere één deelnemer aan de RACE 2013!). Het werkelijke aantal waarnemers ligt dus (veel) hoger. Dat geldt ook voor de volgende dag. Toen bleek de dwerggors namelijk nog steeds aanwezig te zijn. Op 4 oktober werden er 34 waarnemingen ingevoerd, maar ook op die dag zullen er in werkelijkheid nog meer vogelaars zijn geweest. Op 5 oktober werd de vogel niet meer teruggevonden. Dat er veel vogelaars naar de dwerggors zijn komen kijken is leuk, maar zeker zo belangrijk vind ik het plezier dat van al die waarnemingen afspat. Dat kon ik zelf horen toen er steeds weer nieuwe waarnemers aankwamen, en het blijkt ook uit de opmerkingen die op waarneming.nl zijn gemaakt. Enkele voorbeelden: “Wat een geweldig beestje!”, “Tot op een meter!”, “Ge-wel-dig!!!”, “Eindelijk!”, “Ben ontzettend blij dat ik hem nu heb”.

vogelaars (waaronder ikzelf) in november voor naar Zwolle reden, want dat was ‘al’ de vierde voor ons land… De eerste waarneming van een dwerggors in onze waard betrof een vogel die op 6 april 1988 op De Zaag werd gezien door Cock van Dam en enkele andere waarnemers. Cock (oud-voorzitter van onze NVWK) mailde mij dat de waarnemers de vogel indertijd goed konden zien en de determinatie dus goed konden afronden. Tot slot Ik vond het een geweldige ervaring om deze schitterende dwerggors te ontdekken. Het mooiste was eigenlijk nog wel dat – mede dankzij de moderne communicatiemiddelen – zo veel andere vogelaars hiervan konden meegenieten. Het kan raar lopen: als Leiden op 3 oktober 1574 niet was ontzet, zou de waarneming van de dwerggors bij de Lageweg er waarschijnlijk nooit zijn gekomen…

Zeldzaam De dwerggors is in Nederland een zeldzame verschijning. Jaarlijks worden er slechts enkele tientallen exemplaren waargenomen. De meeste daarvan worden op de Waddeneilanden of in de duinstreek gezien. Waarnemingen in het binnenland zijn extreem zeldzaam. Dat blijkt wel uit de status van deze soort in de Krimpenerwaard. De dwerggors van de Lageweg was pas de tweede die ooit in onze waard is waargenomen. Ter vergelijking: twee waarnemingen ooit is op landelijk niveau nog zeldzamer dan de sperweruil waar vele honderden Dwerggors, foto boven: Gijsbert Mourik, foto onder: Erik Kleyheeg

De Waardvogel – december 2013

13


Spannende Nacht van de Nacht in de Hennepakkers Eén van de NVWK-vrijwilligers Het was druk, erg druk op 26 oktober in de Hennepakkers in Stolwijk. Dat was ook de bedoeling! De gemeente Vlist had samen met de scholen veel promotie gemaakt voor de activiteiten die door de NVWK werden georganiseerd in het kader van de ‘Nacht van de Nacht’. In heel Nederland wordt dan verlichting gedoofd om aandacht te vragen voor lichtvervuiling. Wij mensen produceren veel licht waardoor onze nachten niet echt donker meer zijn. Hier hebben de dieren last van en ze raken gedesoriënteerd. Maar wij mensen zelf ook! Niet alleen vraagt al dat licht onnodig veel energie, ook is er in grote delen van Nederland geen nachtelijk duister mee en dus zien we de fascinerende sterrenhemel niet meer zoals je hem ziet op werkelijk donkere plaatsen. De twee vrijwilligers Wim Sloof en Klaas de Mik stonden daarom op het donkerste stuk van het park met telescoop en sterrenkijker. De kinderen en hun ouders konden zo weer echt sterren kijken in plaats van de sterren die op TV te zien zijn! Toch werd er op een andere plek ook licht gemáákt. Juist het maken van licht is nodig om de wondere wereld van de nachtvlinders zichtbaar te maken. De nachtvlindergroep van Huig Bouter was aanwezig om de vlinders die zich lieten zien op naam te brengen en de kinderen de mooie tekeningen op de vleugels van deze bijzondere wezens te tonen. Ook veel aandacht van de kinderen ging uit naar de werking van de bat detector. Patrick Heuvelman demonstreerde dat een bat detector een apparaat is wat je laat horen waar vleermuizen vliegen, en welke soort er vliegt. Hierdoor hoorde ze je wel maar je zag ze niet. Er waren door het zachte weer, vooral rond de huizen en boven het weiland, nog veel dwergvleermuizen actief. Echt super spannend was de wandeling door het bos onder leiding van Mieke Verwaal en Mieke Veen. Heel stil zijn, in het donker vertrouwen op je zintuigen, wat hoor je en wat voel je met je handen en voeten, maar ook wat ruik je……. De activiteiten duurden tot middernacht; toen kregen de nachtdieren weer het rijk alleen in het donker van de Hennepakkers. Door het zachte en heldere weer en de grote opkomst was het een zeer geslaagde avond, waarin voor veel mensen hun ogen open gingen voor wat er in een donkere wereld allemaal gebeurt. Volgend jaar doe ik weer mee! Van boven naar beneden: herfst- Meer dan 60 deelnemers kwamen naar de Nacht van de Nacht in de Hennepakkers; foto: Gabrielle Heuvelman spanner, gepluimde spanner, jeneverbesspanner, variabele grasmot; foto’s: Huig Bouter

Van boven naar beneden: zwartstipvlinder, wachtervlinder, geelbruine herfstuil; foto’s: Huig Bouter


Sneller dan in vrije val:

de slechtvalk

Jaap Graveland ‘De snelste vogel ter wereld’, wat een cliché. Vier woorden en het is weer voorbij. De slechtvalk is in de Krimpenerwaard ook nog eens een normale wintervogel geworden, het wordt bijna vervelend. Maar we kennen de slechtvalk nauwelijks! Vervang cliché door kennis en verveling maakt plaats voor verwondering. Sneller dan in vrije val. Een beetje natuurkunde In de Waardvogel van december 2012 heeft Erik Kleyheeg de slechtvalk al geïntroduceerd. Maar die snelheid, is dat blijven hangen? Wat betekent dat eigenlijk voor een vogel, 350 km per uur? Geen bril, valhelm of airbag. Driehonderdenvijftig km per uur! Ik vroeg me af: hoe kan ik nu gevoel overbrengen voor deze snelheid? Daarvoor heb ik een beetje natuurkunde nodig, een simpele formule en een camera. Eerst die natuurkunde. Iedereen voelt wel aan dat er een verband is tussen de hoogte waarop je een steen loslaat en de snelheid waarmee hij de grond raakt. Dat verband blijkt te beschrijven te zijn met een eenvoudige formule: M x G x H – de wrijvingsenergie = ½ x M x V2. Ik hoor de protesten al: “Hoezo eenvoudig?” Even geduld, het valt echt reuze mee. Als je geïnteresseerd bent in de snelheid waarmee iets naar beneden komt, dan is het een hele leuke en praktische formule. De H staat voor hoogte. De G is de zwaartekrachtconstante, die aangeeft hoeveel een voorwerp door de zwaartekracht versnelt nadat je het hebt losgelaten. M staat voor massa (gewicht) en V voor snelheid. In feite zegt de formule dat de potentiële energie (M x G x H) van een voorwerp dat je vasthoudt op een willekeurige hoogte, verminderd met de wrijvingsenergie door de luchtweerstand (die energie gaat tijdens het vallen verloren als warmte), gelijk is aan de snelheidsenergie van dat voorwerp nadat het H meter is gevallen. Potentieel betekent ‘mogelijk’. Als je in een luchtballon zweeft met een baksteen in je hand ziet die steen er weinig energiek uit. Totdat je hem loslaat boven een stad en later hoort dat iemand de verzekering moest bellen vanwege een gat in zijn dak. Potentiële energie, omgezet in snelheidsenergie. We kunnen de formule vereenvoudigen. G is altijd 10 (eigenlijk 9,81 maar we ronden even af). Bij een compact, zwaar voorwerp als een lichaam of een steen is de luchtweerstand te verwaarlozen. De wrijvingsenergie kunnen we dus uit de formule mikken. De M als gelijke factor aan weerskanten van het =-teken kun je dan ook wegwerken.

De slechtvalk Als een duiker van de driemeterplank plat op het water valt is dat bijzonder pijnlijk. Met de formule kun je uitrekenen dat hij het water raakt met 28 km/uur. Hoe zit dat bij de slechtvalk? Bekend zijn duiken vanaf drie kilometer (!) hoogte, soms vanuit de wolken. Maar laten we niet overdrijven; voor onze berekening is 250 meter mooi genoeg. Dat betekent V2 = 20 x 250 = 5000. Dus V = 70,7 m/s, ofwel een mooie 255 km/uur. En het slechtvalkrecord staat momenteel op 389 km per uur… Nu de camera. Op YouTube zijn prachtige filmpjes te vinden van duikende slechtvalken (tik in ‘peregrine’ en ‘dive’). Je gelooft je ogen bijna niet. Op http://www.youtube.com/watch?v=lnT2joxnkqY zie je mensen uit een mand van een luchtballon springen en in vrije val naar beneden storten, met in hun hand een ‘loer’, een soort lokvogel van textiel of leer die wordt gebruikt

M x G x H - de wrijvingsenergie = ½ x M x V2 G x H = ½ x V2 10 x H = ½ x V2 2/1 x 10 x H = V2 2 x 10 x H = V2 20 x hoogte = snelheid2 M = massa (gewicht) G = versnelling door de zwaartekracht; 10 H = hoogte (gevallen afstand na loslaten van voorwerp) V = snelheid (nadat voorwerp de afstand H is gevallen)

De Waardvogel – december 2013

15



voor het africhten van roofvogels. Tien tellen later wordt de tamme slechtvalk uit de mand losgelaten. Als een steen stort hij omlaag, luttele seconden verder en twee kilometer lager heeft hij de mannen in hun vrije val ingehaald en de loer gepakt. Dat klinkt als Tom Cruise in ‘Mission Impossible’. Toch is het mogelijk, omdat die mannen ondanks hun compactheid en gewicht een kleine luchtweerstand ondervinden die niet helemaal verwaarloosbaar is. De slechtvalk echter is de lucht de baas, vormt zich tot een torpedo en ijlt zonder weerstand omlaag: sneller dan in vrije val. Zonder G-suit Denk aan de duiker bij 28 km/uur. Stel nu dat die slechtvalk plat op een duif duikt met 255 km/uur. Je mag één keer raden wat er dan gebeurt. Inderdaad: de duif is dood, maar de slechtvalk ook. Zo moet het dus niet, maar hoe doet hij het dan wel? Als hij in de buurt van zijn prooi komt zwenkt hij om af te remmen en een goede aanvlieghoek te krijgen. Beelden daarvan op internet zijn erg schaars omdat het zo snel gaat. Op filmpje http://www.youtube.com/watch?v=p_RHRAzUHM is er iets van te zien. Er is uitgerekend welke krachten de valk ondergaat bij het zwenken en afremmen op topsnelheid als hij zijn prooi nadert. Die lopen op tot 10-25 G, wat betekent dat het lichaam en de onderdelen dus tijdelijk als het ware 10-25 keer zo zwaar worden. Ter vergelijking: een coureur in een raceauto die in 8,6 seconden optrekt van 0 naar 160 km per uur krijgt ‘slechts’ 5,3 G voor zijn kiezen. Getrainde straaljagerpiloten kunnen 9 G verdragen, door bepaalde spieren aan te spannen en met gebruik van een speciaal drukpak (Gsuit). Als de valk met die G-krachten zijn vleugels verkeerd gebruikt kunnen de gevolgen fataal zijn: zijn spieren scheuren, slagpennen knikken, zijn botten breken. Als de slechtvalk zijn lange klauwen in de duif zet bij te veel snelheid, kan hij zijn poten of tenen breken of kneuzen. Botbreuken en kneuzingen zijn bij vogels helemaal niet ongewoon. Veel jonge vogels, met name van soorten die wat groter en zwaarder zijn, lopen averij op als ze verkeerd landen in de takken bij een simpele 50 km per uur. De slechtvalk heeft een aantal aanpassingen om met deze extreme krachten om te gaan. Hij heeft lamellen in zijn neusgaten zodat hij normaal kan ademhalen en zijn longen niet beschadigen. Hij gebruikt het derde ooglid dat vogels hebben om zijn ogen vochtig te houden en vuil snel te verwijderen. Ook schijnt het een hele sterke vogel te zijn met harde spieren en een stevig skelet, maar daar kon ik geen bevestiging van vinden. Hogere wiskunde Met dit alles voorkomt hij niet dat hij te pletter valt op de duif of zijn vleugels of poten breekt als hij fouten maakt. Daar zijn andere aanpassingen voor nodig: een supersnelle verbinding tussen oog en hersens, een snelle

In the end, we will protect only what we love. We will love only what we understand. We will understand only what we are taught.

‘rekenchip’ in de hersens en een feilloze lichaamscoördinatie na en tijdens het rekenwerk. De duik is al wonderbaarlijk, maar het echte wonder zit in die fractie van de tijd tussen beëindigen van de duik en het pakken van de prooi. Het is lastig om dat precisiewerk van een vogel beeldend over te brengen. Je zou als het ware tussen zijn schouders willen zitten en zien wat hij ziet. Welnu, dat kan sinds kort. YouTube biedt weer uitkomst. Er staan filmpjes op, gemaakt met een minicamera tussen de vleugels van een slechtvalk. Maar het mooiste filmpje is van een andere onstuimige rover: de havik. Op http://www.youtube.com/watch?v=p-_RHRAzUHM zit je op zijn rug en snel je door het bos. Je ziet wat hij ziet. Zo ervaar je bijna lijfelijk met welk een duizelingwekkende snelheid de havik tussen de stammen doorraast. Alsof je in een vluchtsimulator zit; zonder te crashen. De havik beschikt dus over een hele goede ruimtelijke oriëntatie en inschatting van zijn snelheid, een hele grote reactiesnelheid en een fantastisch vliegvermogen. Echter, de havik vliegt slechts 75 kilometer per uur... Vergelijk dat met een slechtvalk die zich met 300 km per uur op zijn prooi stort: dat is hogere wiskunde. Hoe gaat het precies? De berichten over hoe de slechtvalk precies aanvliegt op zijn prooi variëren nogal. Erik meldde dat de valk met zijn borstbeen de prooi beschadigt; de vraag is of dat veel voorkomt want het lijkt een riskante techniek. In andere gevallen plukt de slechtvalk de prooi van boven af uit de lucht, of gebruikt hij een aanval van achter en vervolgens van onder af, of een duik op de vleugel van de prooi zodat die uit balans raakt. Op internet is er weinig beeld van deze aanvallen. Verrassend is dat niet want reken maar uit: als de valk met 70 m per seconde naar beneden komt en op 100 m van zijn prooi de definitieve aanval inzet heb je ongeveer twee seconden om die aanval te zien. Het valt niet mee om dat te filmen. Kortom, het zou mooi zijn als we wat meer waarnemingen van deze aanvallen zouden krijgen. Dus hier ligt nog een schone taak…. en je hebt maar twee tellen! Tja. Volgens het Wereldnatuurfonds zijn de wonderen de wereld nog niet uit. Soms moet je op je tellen passen om een wonder te zien. Succes! Vragen of reacties naar: xxxxxxxx@xxxx.xx. Nb. een vriend vertelde dat hij een indrukwekkend boek over de slechtvalk had gelezen: The Peregrine, geschreven door J.A. Baker (2005, uitgeven New York Review Books 2005, ISBN 978-1-59017-133-2). Op het internet staan juichende referenties. Het schijnt prachtig geschreven te zijn, dus probeer dat te pakken te krijgen. En als je het uit hebt, wil ik het graag van je lenen . Bron illustratie: http://www.moonvalleypress.com Bron foto’s: http://flutuante.wordpress.com

Als het er op aankomt, beschermen we alleen waar we van houden. We zullen alleen houden van wat we begrijpen. We zullen alleen begrijpen wat ons geleerd wordt.

Aldus de Senegalese dichter en natuurvorser Baba Dioum in een toespraak bij de algemene vergadering van de International Union for Conservation of Nature in 1968 in New Delhi.

De Waardvogel – december 2013

17


De wespspin:

een agressieve spin?

Maria Spruit In september stond ik met Max en Wim op de telpost om de vogeltrek waar te nemen. Door de jaren heen is het me duidelijk geworden dat vogelaars hun waarnemingsvermogen ook gebruiken voor andere zaken dan vogels. Een voorbeeld hiervan is dat Max de waterkant ging fotograferen en hij een bijzondere spin zag hangen. De namen wespspin of tijgerspin kwamen bij me op. Thuisgekomen zochten Wim en Max meteen informatie over deze spin. Toen ik het blad van Natuurmonumenten opensloeg, vond ik daar een levensgroot artikel over deze spin. Hoog tijd om niet achter te blijven en zelf een artikeltje te schrijven. Wespspin, wespenspin of tijgerspin zijn de Nederlandse namen die worden gebruikt. Volgens het European Invertebrate Survey van Naturalis* heeft 'wespspin' de voorkeur. De Latijnse naam is Argiope bruennichi. Op www.natuurpunt.be las ik dat de spin met haar opvallende geel/wit/zwart gestreepte patroon wil schreeuwen: “Hier ben ik, zie je mij?” Dat is natuurlijk onzin (let op de herkomst van deze site). Deze kleuren zijn een typische vorm van mimicry: het nadoen van een gevaarlijke levensvorm, terwijl het dier of plant in kwestie niet gevaarlijk is. Het is duidelijk dat de spin geen tijger nadoet, dat is onze menselijke fantasie. Daarom noem ik hem in dit artikel wespspin. Het strepenpatroon van de wespspin is erg variabel van vorm. Ondanks zijn opvallende kleuren is de spin tussen het gras moeilijk te ontdekken. De kop is zilverkleurig behaard en de poten zijn eveneens gestreept. Ik had al meer gehoord van deze nieuwkomer, afkomstig uit het zuiden van Europa, maar ik had hem zelf nog nooit gezien. Het is een prachtige spin. Iets groter nog dan een grote kruisspin, 11 tot 20 mm zonder de poten, best groot dus. Wanneer het vrouwtje vol zit met eitjes, is zij helemaal indrukwekkend. De mannetjes zijn zoals bij de meeste spinnen een stuk kleiner, niet groter dan 5 mm. De noordelijke spinnen zijn kleiner dan hun soortgenoten in het zuiden van Europa, vermoedelijk omdat ze minder tijd hebben om te groeien. Het warme seizoen is hier korter waardoor in Nederland de volwassen spinnen alleen in de zomermaanden juli, augustus en september te zien zijn. Ik kan me ook voorstellen dat er hier een ander voedselaanbod is, waardoor ze minder calorieën binnen Over de functie van de zigzagbanen bestaan verschillende theorieën. De eerste is dat zij insecten zouden aantrekken door weerkaatsing van UV-licht. Een tweede theorie is dat het web door de witte banen meer opvalt, waardoor grotere dieren er minder snel doorheen lopen. Vanwege de voorkeur voor sprinkhanen wordt het web namelijk graag laag boven de grond tussen grashalmen en stengels gemaakt. Dat de spin zuinig is op haar web, blijkt wel uit het feit dat wanneer een te grote prooi in het web komt die het hele web dreigt te vernielen, de spin snel draden doorbijt. De prooi valt dan uit het web en verder schade wordt voorkomen. De spin is voorzichtig met haar web, omdat haar web veel energie kost om te maken. Wanneer een prooi in het web komt, snelt de spin erheen en wikkelt hem in een paar seconden in opvallend veel, wit spinsel. Dan injecteert ze hem met gif en enzymen, die het insect inwendig oplossen. Daarna zuigt ze het insect leeg. Het kan ook zijn dat ze het pakketje in haar web laat hangen als voorraad.

18

De Waardvogel - december 2013

krijgen en ze ook daardoor kleiner blijven. Wespspinnen eten het liefst grote prooien, zoals sprinkhanen en libellen en soms hommels en grote kevers. De wespspin rukt langzaam op naar Noord-Europa. In 1980 wordt hij voor het eerst in Nederland waargenomen. Van 1991 tot 2000 worden ze op waarneming.nl alleen vanuit Limburg gemeld en dan ook nog niet elk jaar. In 2001 zijn er 22 waargenomen in Noord-Brabant. In 2003 wordt er een cocon gevonden in Drenthe. Tot die tijd zijn er vooral meldingen van mensen die kennelijk gericht zoeken. Vanaf 2005 is er explosieve toename te zien van waarnemingen, met 1051exemplaren in 2005 tot meer dan 4000 in 2008 en 2013. In de Waardvogel van september 2005 besteedt de toenmalige coördinator van de Vlinders- en libellenwerkgroep, Paul Schrijvershof, aandacht aan de eerste twee waarnemingen in de Krimpenerwaard door Rudi Terlouw en Henk Bot. Wat mij opvalt is dat van 2005 tot 2008 de waarnemingen per jaar met ongeveer 1000 exemplaren stegen, maar dat die trend niet doorzette. De opmars over het land is wel duidelijk te zien. Vanaf 2005 worden ze in het hele land gezien, behalve (met uitzonderingen) in de noordelijke en westelijke provincies. Heden, in 2013, zijn alle provincies gekoloniseerd, maar in de noordelijke provincies zijn er nog wat minder waarnemingen dan in de rest van het land. Toen ik dit gegeven aan mijn zoon vertelde, vroeg hij: “Kunnen die spinnen auto rijden?” Ja, hoe kunnen die spinnen zich zo snel verspreiden, vroeg ik me toen af. Het is niet aannemelijk dat ze dat op hun acht poten doen. Het antwoord vond ik op de prachtige uitgebreide site van Ed Nieuwenhuys; http://ednieuw.home.xs4all.nl. Wanneer de spinnetjes uit hun cocon komen, spinnen ze een draad, die ze laten vieren en wachten ze tot ze meegenomen worden door de wind (ballooning). Zo is het ook mogelijk dat de wespspin op de wadden en in zelfs in Engeland (al in 1940) terechtgekomen is. De spin is te vinden in graslanden die weinig gemaaid worden, heidevelden en braakliggende terreinen en in veel mindere mate ook in tuinen en bermen. De wespspin hangt, net zoals de kruisspin waar hij familie van is, altijd ondersteboven in het web. Hij maakt een mooi, rond, verticaal hangend web, wat zich kenmerkt door twee zigzagbanen van witte zijde, die vanuit het midden naar buiten lopen. Tenslotte de paring. Die bevat interessante gegevens. Het vrouwtje lokt met een speciaal feromoon (lokstof) een mannetje. Het mannetje heeft twee genitaliën, waarvan er een bij de paring in het vrouwtje blijft zitten. Op deze manier voorkomt hij dat het vrouwtje ook met een ander mannetje paart. Dat is belangrijk, want ondanks het gegeven dat hij nog een tweede voortplantingsorgaan


bezit als reserveonderdeel, heeft hij meestal maar één kans om zich voort te planten. Het mannetje wordt na de paring vrijwel altijd gevangen door het vrouwtje, ingesponnen en opgegeten. Zo dient hij rechtstreeks als voeding voor zijn nageslacht. Alleen als het vrouwtje net verveld is, zijn haar kaken nog zacht en maakt hij kans om te ontsnappen. Het mannetje leeft maar een paar dagen nadat hij volwassen geworden is. Ongeveer een maand na de paring worden de eitjes afgezet in een papierachtige cocon, die wel wat weg heeft van een urntje. Hij is zo groot als een golfbal en wordt tussen halmen of takjes opgehangen. De cocon heeft een ‘dopje’ en haaks vanaf het dopje lopen vaak meer of minder duidelijke strepen. Op de site http://www.janvanduinen.nl staat een hele mooie fotoreportage van de wijze waarop het vrouwtje van de wespspin de eitjes legt en de cocon eromheen spint. Het vrouwtje bewaakt de cocon totdat ze in de winter sterft. Een maand nadat de eitjes gelegd zijn, komen de spinnetjes uit het ei, maar ze blijven tot na de winter in de cocon. * De European Invertebrate Survey is een Europees

initiatief om de registratie van de verspreiding van ongewervelde dieren te centraliseren.

De wespspin bij ’De Hoekse Sluis’, foto: Wim Sloof

Bronnen: http://nl.wikipedia.org; http://www.natuurpunt.be; http://www.janvanduinen.nl; www.waarnemingen.nl; http://www.vogeldagboek.nl; http://ednieuw.home.xs4all.nl; https://science.naturalis.nl

Een cocon van de wespspin, foto: http://www.janvanduinen.nl

Het strepenpatroon is erg variabel, foto's: http://www.janvanduinen.nl

Hier is het zigzagpatroon in het web te zien, foto: http://forum.belgiumdigital.com

De Waardvogel – december 2013

19


Even Activeren Erik Kleyheeg Nieuwjaarsexcursie Surfplas Reeuwijk op 11 januari Volgens traditie wensen we elkaar een voorspoedig en vogelrijk Nieuwjaar tijdens de Nieuwjaarsexcursie rondom de Surfplas Reeuwijk. In de winter zitten op deze bijzondere plas duizenden eenden en met wat geluk kunnen we ook een ijsvogel of roerdomp vinden. Bijzondere watervogels zijn er eigenlijk altijd wel! We verzamelen om 9.00 uur op de parkeerplaats bij de Surfplas Reeuwijk.

laten zich dan het beste zien! Op verzoek van Ton verzamelen we op een nieuwe plek, namelijk bij de pont in Schoonhoven op de nieuwe parkeerplaats, die naast de opstelstrook voor de pont ligt (tussen de weg en de begraafplaats). We vertrekken daar om 08.30 uur. De excursie duurt de gehele dag, dus zorg voor voldoende eten, drinken en warme kleren. Als er slecht weer wordt voorspeld, bel dan voor de zekerheid even naar Ton op xx xxxxxxxx om te checken of de excursie doorgaat.

Tuinvogeltelling in het weekend van 18/19 januari In het derde weekend van januari organiseert Vogelbescherming Nederland alweer voor de 11e keer een nationale tuinvogeltelling. En het mooie is: iedereen kan meedoen! Elke tuin telt en het is erg leuk om te doen. Deze tellingen geven een prachtig beeld van de avifauna van de Nederlandse tuinen en bovendien kun je leuk je eigen tuinlijst vergelijken met het landelijke gemiddelde. Lees op www.tuinvogeltelling.nl de spelregels en andere details.

Big Birding Day op 10 mei Voor de Big Birding Day van 2014 wachten we deze keer tot de spotvogel en bosrietzanger gearriveerd zijn. Op zaterdag 10 mei barst de strijd tussen de teams weer los. Het wordt tijd dat het winnende team van vorig jaar en het jaar daarvoor (en het jaar daarvoor) eens wordt verslagen, dus ik roep iedereen op een team te vormen en de uitdaging aan te gaan! Teams van 3 à 4 personen kunnen worden aangemeld via een mailtje naar xxxxxxxx@xxxx.xx. Individuele aanmeldingen zijn ook welkom, dan proberen we je in te delen in een ander team. De Big Birding Day duurt de hele dag, vanaf 5.00 uur ’s ochtends tot 17.00 uur ’s middags en we verzamelen zoals gebruikelijk bij Café Restaurant ‘De Loet’ in het Loetbos.

Vogelexcursie Oostvaardersplassen 1 februari Onder leiding van Ton de Groot gaan we op zaterdag 1 februari naar de Oostvaardersplassen. Hopelijk is het dan echt winter, want dat hoort er wel een beetje bij. Watervogels, raven, zeearenden en de ruigpootbuizerd

Race 2013 nadert ontknoping Erik Kleyheeg Nog een maand te gaan. Zal iemand Ton de Groot nog van zijn koppositie stoten? De Race 2013, die op 1 januari van dit jaar begon, zal eind december aflopen en dan kunnen we de eindstand opmaken. Voorlopig zullen we het nog moeten doen met een tussenstand. Daarin verandert de laatste paar maanden weinig. Ton staat stijf op kop en weet af en toe nog een soortje te scoren. Met 181 soorten op dit moment zal hij de magische grens van 190 waarschijnlijk niet halen. Zijn achtervolgers, Rob van Straaten (176), Rudi Terlouw (172) en Harm Blom (171), zullen erg hard hun best moeten doen om Ton nog in te halen. Hoe was de stand aan het einde van november tijdens de Race 2008? Toen stond Cor aan kop met 187 soorten en op de hiel gezeten door Arie Ros (186) en Gijsbert Mourik (185). De verschillen zijn nu dus een stuk groter, iets wat vooral is te verklaren door toegenomen tijdgebrek voor veel van de Race deelnemers dit jaar. De ranglijst veranderde in 2008 niet meer in de laatste maand van 2008, maar wel wisten sommige deelnemers nog 6 tot 7 nieuwe soorten te scoren in december. In theorie kan er deze maand dus nog van alles gebeuren! In de Waardvogel van februari zal de eindstand verschijnen met een uitgebreid verslag van de Race.

Lezing waterbeestjes en ander onderwaterleven, 5 februari 2014 Joke Colijn Wij wonen dan wel in een zeer waterrijk gebied, maar eigenlijk weten we over het algemeen veel minder van wat er in de sloten en vaarten leeft, dan van wat er op het land groeit, loopt en vliegt. Hoog tijd om eens aandacht te schenken aan dat water, de bron van al het leven. Gerard Tijsseling liep al als jongetje van vier naast zijn vader met een schepnetje langs de sloot, omdat hij geïntrigeerd was door alles onder het oppervlak – en die interesse is nooit over gegaan. Inmiddels is hij coördinator zoetwaterbiologie bij de KNNV afdeling Gouda, en hij wil ons graag deelgenoot maken van al zijn ontdekkingen en beeldmateriaal. Zijn boeiende presentatie omvat eigen foto’s en filmpjes van waterleven, variërend van eencelligen via insecten tot amfibieën. Wilt u ook meer weten van de grootste ondergewaardeerde biotoop dichtbij huis? Kom dan op woensdag 5 februari naar De Zwaan in Berkenwoude, en verbaas u over eten en gegeten worden, bruut geweld, vernuftige tactieken, slimme camouflage en onvermoed wapentuig op de schaal van een paar kubieke meter. Jean-Claude Van Damme is er niets bij. De aanvang is 20.00 uur, en toegang is gratis. Voor informatie: xxxxxxxx@xxxx.xx.

20

De Waardvogel - december 2013


Excursie naar de Donkse Laagten 30 november 2013 Joep Vermaat Bewoners van de Krimpenerwaard hoeven niet ver van huis om mooie natuur te vinden, zo bleek maar weer tijdens de excursie naar de Donkse Laagten op de laatste dag in november 2013. Harm Blom van Staatsbosbeheer heette onze groep van dertig geïnteresseerden welkom met koffie en een presentatie in het bezoekerscentrum op de donk. De Donkse Laagten is van oudsher een van de natste stukjes van de Alblasserwaard. Een plek waar al eeuwen het water zich ophoopte en vaak pas als laatste werd weggepompt. Dat is nu nog steeds goed te zien, want het land in de Laagten ligt meters hoger dan de landerijen eromheen die door bemaling flink zijn ingeklonken. Dit maakt de Laagten tot een drijfnatte oase in de Alblasserwaard, uniek in de provincie Zuid-Holland en Nederland. Het is zeer terecht opgenomen als Natura 2000-gebied. Tijdens de presentatie liet Harm ons zien dat de Donkse Laagten gedurende het hele jaar een grote soortenrijkdom biedt. In de winter komen er duizenden brandganzen en kolganzen en tientallen kleine zwanen slapen op de vogelplas. In de lente is het een van de belangrijkste en succesvolste gebieden voor alle soorten weidevogels, waaronder ook de kwartel en af en toe zelfs een kwartelkoning. Daarnaast komen er dankzij de schrale veeteelt planten voor die we vaak alleen nog maar in Schotland of Zweden aantreffen, zoals Spaanse ruiter, veenpluis, waterdrieblad en diverse orchideeën. Gedurende de wandeltocht werd nog duidelijker dat we hier op een unieke plek waren. Harm toonde ons het oude

boerderijtje dat tot in de jaren zestig nog bewoond was en op kosten van Staatsbosbeheer belangeloos is opgeknapt. Ook toonde hij ons de schrale afgeplagde landjes (blauwgraslanden) waarvan de toplaag in het verleden is gebruikt voor het aanleggen van de veendijken om het gebied. Helaas bleven veel bijzondere soorten ondanks het mooie weer voor ons verscholen. De verwachtte blauwe kiekendief en ruigbootbuizerd lieten zich niet zien, maar wel een buizerd, slechtvalk, havik, torenvalk en een groepje graspiepers. Bovendien werden we verrast door een zeer late purperreiger, die door enkelen van ons als suïcidaal werd bestempeld. De brand- en kolganzen waren niet in gigantische aantallen aanwezig. Toch heeft de excursie ons een goede introductie gegeven van dit unieke gebiedje aan de overkant van de rivier en hierdoor zullen velen onder ons nog wel eens terugkomen bij de Donkse Laagten en de vogelplas. In de winter schijnt het rond zonsop- en ondergang een komen en gaan te zijn van ganzen in ongekende aantallen, en in de lente een waar paradijs voor grutto, tureluur en andere steltlopers. Het beste zicht erop is vanaf de parkeerplaats. Hopelijk tot weerziens in de Donkse Laagten.

Harm praat ons bij over de geschiedenis van de Donkse Laagten. Op de achtergrond de ‘donk’, een zandduin in het veengebied waarop bewoning mogelijk was, getuige een paar prachtige oude boerderijen. Foto: Max Ossevoort

De Waardvogel - december 2013

21


Vlinders van 2013 Gabrielle Heuvelman Wat was 2013 een leuk jaar als start voor een eerste seizoen als coördinator van de vlinders- en libellenwerkgroep. Er zijn dit jaar meer soorten en ook grotere aantallen waargenomen dan 2012: 21 soorten dagvlinders, 182 soorten nachtvlinders en 28 soorten libellen. De lijst en gemaakte foto’s kunt u zien op www.krimpen.waarneming.nl. De top drie van de meest waargenomen dagvlinders van 2013 in de Krimpenerwaard: 1. kleine vos 2. klein geaderd witje 3. bont zandoogje Een leuke soort die dit jaar veel is gezien is de oranje luzernevlinder met 158 exemplaren. In de voorgaande jaren waren er maar een paar meldingen. Vanwege het mooie weer deze zomer kwamen ze nu ook naar de Krimpenerwaard. Na een leuke en drukbezochte lezing en een aantal leuke excursies die we georganiseerd hadden, was de laatste activiteit op de agenda een nachtvlinderexcursie. Deze werd gehouden tijdens de “Nationale Nachtvlindernacht” die landelijk op 6 september is georganiseerd door de Vlinderstichting. Wij stonden in het Loetbos. Door middel van een fel licht en smeersel werden de vlinders gelokt. Ondanks een wat vochtige nacht werden er tussen 21.00 uur en 1.00 uur toch 46 soorten geteld met dit mooie rood weeskind als slot. We hopen volgend jaar weer op een mooi vlinderjaar met leuke activiteiten.

Boven: oranje luzernevlinde; foto: Gabrielle Heuvelman Onder: rood weeskind; foto: Gabrielle Heuvelman Bron illustratie kleine vos: archief Waardvogel

22

De Waardvogel - december 2013


Libellen in september, oktober en zelfs in november in de Krimpenerwaard Sjani van Ophemert Na mooie resultaten in het voorjaar en de zomer werden er in de nazomer en de herfst nog steeds libellen waargenomen. Vooral steenrode en bruinrode heidelibellen werden veel gemeld in september en oktober en ook de bloedrode heidelibel zag men twee maal in september. De bloedrode heidelibel wordt maar enkele keren per jaar gezien. Het specifieke kenmerk van deze libel is dat hij geheel zwarte poten heeft in tegenstelling tot de bruinrode- en steenrode heidelibel, waar een gele streep te zien is. Leuk dat Jannie Monhemius nog een late bruinrode heidelibel in het Loetbos waarnam, op 15 november. Zwarte heidelibellen werden vooral gezien op de Lageweg. Er werden veel paardenbijters gemeld in september en oktober, de laatste door Rolf van Beek op 26 oktober. Houtpantserjuffers zag men vooral in september en begin oktober. De blauwe glazenmaker werd in september en oktober nog elf keer gezien. De bruine glazenmaker werd waargenomen door Paul Schrijvershof, Rolf van Beek en David Tempelman, in juli en in augustus tot de 16e. Op 4 september werd de laatste grote keizerlibel door Henk Gazan gemeld. Op 5 september verbleef een bruine winterjuffer een dag in mijn eigen tuin. Al met al een mooi resultaat wat betreft de libellen in onze mooie Krimpenerwaard.

Boven: bruinrode heidelibel op 15 november in het Loetbos; foto: Jannie Monhemius Onder: houtpantserjuffer in het EZH-bos; foto: Sjani van Ophemert Bron illustratie: http://www.schoolplaten.com

De Waardvogel - december 2013

23


Faunapassages

in de Krimpenerwaard

Arie Dorsman Bij de reconstructie van de Provincialeweg/Cornelis Gerardus Roosweg N210 tussen 2009 en 2011, zijn een aantal faunapassages aangelegd. Deze faunapassages zijn er gekomen om onderbrekingen in de ecologische verbindingszones die haaks op de N210 staan, zoveel mogelijk te voorkomen. Als natuurorganisatie is de NVWK nauw betrokken geweest bij de aanleg en inrichting van ecologische verbindingszones en de faunapassages. Na de realisering van de faunapassages heeft de NVWK aangeboden om een globale inventarisatie te maken van het gebruik van de passages. In overleg met de provincie Zuid-Holland is er een plan gemaakt en is de NVWK in de gelegenheid gesteld om een infrarood camera aan te schaffen voor de inventarisatie. Samen met onze vogelcoördinator, Erik Kleyheeg, ben ik in juni begonnen met de eerste inventarisatieronde. Voor het zover was hebben Erik en ik proefopstellingen thuis gemaakt om de instelling en bediening van de camera onder de knie te krijgen. Daarna heb ik met onze ‘huisaannemer’, Bert Neeleman, gekeken naar een goede bevestiging van de camera in de faunapassages. De juiste hoek moest bepaald worden om de passage zo duidelijk mogelijk in beeld te krijgen. Vervolgens is er een kast gemaakt om de camera zo goed mogelijk te beveiligen tegen diefstal of vernieling. Vanaf begin juni is in een van de faunapassages de inventarisatie van de NVWK begonnen. De camera is opgehangen en periodiek gecontroleerd. Midden september zijn de eerste data uit de camera gehaald om te determineren. Het onderzoek van de faunapassages zal in eerste instantie lopen van juni 2013 tot december 2014. Zo kan er een beeld ontstaan over het gebruik gedurende alle seizoenen van het jaar. Met de provincie kunnen vervolgafspraken gemaakt worden over verder onderzoek. Erik Kleyheeg heeft de bewerkingen van de data uitgevoerd. Daar komt al een aardig beeld uit over het gebruik gedurende dit deel van het onderzoek.

Bert aan het werk in de werkplaats

De camera met behuizing geïnstalleerd in de faunapassage

De voorlopige gegevens: Figuur 1. Welke dieren hebben de faunapassage gebruikt? Periode: 8 juni 2013 - 14 september 2013 Aantal waarnemingen 145, waarvan dieren geregistreerd 104

24

De Waardvogel - december 2013

Diersoort bosmuis veldmuis muis spec. bruine rat woelrat mol bunzing koolmees fitis/tjiftjaf winterkoning

Aantal waarnemingen 66 2 2 23 2 2 1 4 1 1


Figuur 2. Wanneer wordt de faunapassage gebruikt? Verdeling van het aantal waarnemingen door de tijd heen van begin juni tot halverwege september. Opvallend is de toename van het aantal waarnemingen in augustus, maar aangezien de waarnemingen worden gedomineerd door een mogelijk plaatstrouwe bosmuis of familie bosmuizen, geeft dit mogelijk niet een migratiegolf weer maar eerder een verhoogde lokale activiteit van muizen.

Figuur 3. Aantal waarnemingen per tijd van de dag. Uit deze figuur blijkt duidelijk dat de faunapassage voornamelijk ’s nachts wordt gebruikt. De dagwaarnemingen hebben voornamelijk betrekking op zangvogels die overdag in de faunapassage foerageren.

Een indruk van waarnemingen in de faunapassage: bunzing

bosmuis

De Waardvogel – december 2013

25


Raadplaatjes Tekst: Maria Spruit, foto’s: Peter de Mooij Met het winterseizoen in gedachten zijn er nu voor de laatste keer een aantal foto’s verzameld uit de fotocollectie van Peter de Mooij. Weet u welke levensvormen dit zijn? Heeft u wel eens van rammelende hazen gehoord? Of van eetbare sigaren? Lees dan ook even de oplossingen op pagina 34.

1

2

3

4

5

6

26

De Waardvogel – december 2013


‘d de Wielewaal’ NATUURMUSEUM

& KLOMPENWINKEL

“Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”

Het museum is geopend van dinsdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur, van maart t/m oktober. Groepen zijn op afspraak het hele jaar mogelijk. De klompenwinkel is het hele jaar open van dinsdag t/m zaterdag van 10:00 tot 17:00 uur.

Tiendweg 26 3411 NB Willige Langerak, Lopik Tel: 0182Ͳ384454

www.museumdewielewaal.nl

Mooi aanbod tweedehands natuurboeken. Ook ruime sortering andere boeken.

In- en verkoop. Wij staan op de boekenmarkt in Krimpen aan den IJssel. André en Annie Bloot a.bloot@planet.nl

Kijk voor ons actuele occasionaanbod op WWW.AUTOBEDRIJFDEWAAL.NL

Middelblok 202 - Gouderak - (0182) 37 26 23

Aannemersbedrijf

Maaijen & Zn BEIJERSCHEWEG 73 2821 NE STOLWIJK TEL 0182 514486

Verbouw, onderhoud, nieuwbouw, reparatie, restauratie. Ontwerp en tekenwerk.

Al meer dan 75 jaar een kleine aannemer van FORMAAT Ook zijn wij een erkend leerbedrijf. E-mail : abe@maaijen.nl

web: www.maaijen.nl

De Groenling Voor gezond en bewust leven

INEKE’S MODE

Workshops Aannemersbedrijf

Lezingen Voedingsadvies

BEIJERSCHEWEG 73 Arike Mijnlieff 2821Voedingstherapeut NE STOLWIJK 208 TEL IJsseldijk 0182 514486 2924 AX Krimpen a/d IJssel

erbouw, onderhoud, nieuwbouw, 06 - 25 524 787 reparatie, restauratie. info@degroenling.net Ontwerp enwww.degroenling.net tekenwerk.

Al meer dan 75 jaar een kleine aannemer van FORMAAT Ook zijn wij een erkend leerbedrijf.

Vo o r d e v r o u w m e t s t i j l Bermweg 55-57 - Capelle-Schenkel - tel. 010 - 451 05 05


Pestbosjes: Landschapselementen

(1)

Patrick Heuvelman In het mooie weidelandschap van de Krimpenerwaard is veel variatie. De vraag is of een ieder dat (nog) wel ziet en herkent. Het is immers zo gewoon; die bosjes midden in het weiland, die ene solitaire boom op de kop van het weiland en wat te denken van de knotbomen in hun vele gedaanten, vormen en soorten. Wat is of was hun nut en waarom bevinden ze zich juist daar. Onze polder is een cultuurlandschap, dus alles is beïnvloed door de menselijke hand. De komende vijf Waardvogels nemen we een aantal van deze karakteristieke elementen onder de loep en vertellen we het verhaal achter een specifiek ‘landschapselement’. Pestbosjes Het is de zomer van 1865. In de haven van Rotterdam komt een schip aan met daarop koeien uit Engeland. Later blijken ze besmet te zijn met de veepest, die in Engeland was uitgebroken. In augustus 1865 doen zich de eerste gevallen van veepest voor in Nederland. De veepest is een virusziekte. Dieren raken besmet door contact met zieke dieren of via vers vlees, verse huiden en verse mest. In de 18e en 19e eeuw heeft de veepest drie maal Nederland geteisterd. De enige middelen om de epidemie te bestrijden zijn inenten, of het afmaken van zieke of mogelijk besmette dieren. Bij de epidemie die in 1865 begint, sterft meer dan de helft van de runderen in Nederland. Eind 1867 is de veepest vrijwel over. Destijds was de inzameling en verwerking van dood vee niet of niet goed geregeld. De beste oplossing in die tijd was begraven. Het vee werd verzameld op een (slecht) stuk van een weiland en verbrand. Dit gebeurde meestal in een uithoek, die af te scheiden was van gebruik door vee en mens om besmettingen te voorkomen. Vaak werd er ook een sloot gegraven, geheel of gedeeltelijk om het bosje heen. De verbrande dieren werden afgedekt met grond die was vrijgekomen bij het graven van het graf of met grond uit de gegraven slootjes. Hierna werd het gebiedje beplant met bomen zoals elzen, wilgen, essen, berken en soms ook eiken. Zo ontstonden de pestbosjes, zoals wij ze her en der in de polder om ons heen nog kunnen zien. Flora en fauna In het landschap zijn ze een welkome aanwinst voor zowel flora als fauna. Vooral in de slootkanten groeien voor ons bekende soorten als zwanenbloem, egelskop, maar ook dotterbloem en veel andere typische polderflora. Doordat betreding en beheer minimaal waren, konden de bosjes verruigen en vormde zich een goede biotoop voor planten, vogels en zoogdieren. Toen eenmaal het verval

Pestbosjes van bovenaf gefotografeerd, foto: Google maps

28

De Waardvogel - december 2013

Gods slaandehand over Nederland door de pest-siekte onder het rundvee, Jan Smit 1745, bron: www.http://onzevoorouderen.blogspot.nl

begon van oude bomen ontstonden er zomerverblijven voor vleermuizen. Roofvogels als buizerds konden in de bosjes bomen vinden die sterk en hoog genoeg waren voor een nest. Beheer De eerste tientallen jaren werden de bosjes genegeerd. Men wist immers niet of en hoe besmettelijk het kon zijn om het gebied te betreden. Maar in perioden van schaarste werd het interessant om de bosjes te betreden om hout te oogsten voor gebruik in en om de boerderij. Het hout kon worden gebruikt voor palen en gereedschap, maar ook als brand- of haardhout. Zo werden de pestbosjes omgevormd naar geriefbosjes met een hergebruiksfunctie. De afmetingen van de bosjes zijn van 100 m2 tot wel 2500 m2. Daar kon dus veel hout uit worden geoogst. Doordat het eigen gebruik van hout is afgenomen raakten verschillende bosjes in verval en vergetelheid. Een aantal is mogelijk ook verdwenen omdat ze weer zijn omgevormd tot weiland. Tegenwoordig plegen een aantal agrariërs of landeigenaren regelmatig onderhoud aan de pestbosjes in hun gebied, al dan niet met behulp van beschikbare subsidies. Hier werkt de landschapsonderhoudgroep van de NVWK ook aan mee tijdens het knotseizoen. Maar niet alle bosjes worden onderhouden, met het gevaar dat zo een stuk geschiedenis, maar ook een stukje veelzijdigheid van het landschap en rust- en verblijfplaatsen van plant en dier verdwijnen. Dit knotseizoen werkt de knotgroep mee aan een Europees project, om 25 in verval geraakte pestbosjes of geriefbosjes in Zuid-Holland te herstellen. Via Landschapsbeheer Zuid-Holland, Veelzijdig Boerenland en Weidehof Krimpenerwaard hebben landeigenaren een pestbos in hun beheersgebied kunnen aanmelden. Zo kunnen ze aanspraak maken op een subsidie om een aannemer of vrijwilligers in te zetten voor rooi-, snoei- en


of slootwerk om de bosjes te behouden voor de toekomst. Van de 25 pestbosjes uit het project heeft de knotgroep vier bosjes geadopteerd. We gaan hier nog dit knotseizoen in samenwerking met de beheerder en de betrokken stichtingen aan het werk om te dunnen, bomen af te zetten en knotwilgen te knotten. Agrarische loonwerkers zullen worden ingezet voor het herstellen en opschonen van de omliggende sloten. Verder worden er lessen voor basisscholen voorbereid en zullen er informatiebordjes worden geplaatst in de buurt van pestbosjes die dicht aan de openbare weg liggen, zodat passanten ook geïnformeerd worden over de aanwezige karakteristieke bosjes en hun lugubere achtergrond. Heeft u of weet u een pestbos in de Krimpenerwaard, dan zouden we het leuk vinden als u dit aan ons kenbaar maakt, zodat we ze kunnen vermelden in een overzicht. Dit kan bij Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl. Medio maart 2014 zult u via de Waardvogel en de site van de NVWK nader worden geïnformeerd over het pestbosjes-project.

Pestbosje gezien vanaf de Beijerscheweg, foto: Abe Maaijen

De Lansing M. Bersma “Kom jongens”, zegt mijn vader tot z’n vier dochters, “het is prachtig weer, we gaan wandelen.” “Waarheen Pa, waar gaan we naar toe?”, vragen we nieuwsgierig. “Dat zul je wel zien”, zegt hij geheimzinnig. Hij roept Dinny, onze bruinwitte pointer, die eigenlijk Diana heet, naar de godin van de jacht. We lopen de straat uit en volgen een stukje Tiendweg tot we bij een hek komen, waar we overheen klimmen om in een weiland te belanden met grazende koeien. We lopen voorzichtig om de koeienplakken heen, terwijl de hond rent en blaft tegen de nieuwsgierige koebeesten, die langzaam op ons afkomen. Zo dichtbij zijn ze enorm groot. Gelukkig moeten we opnieuw over een hek klimmen; nu zijn we veilig. We lopen op een smal pad, omzoomd met hazelaars en wilgen, met aan beide zijden sloten. Het is hier zo stil, een weidevogel vliegt op; we turen in het donkere water van de sloot. Mijn vader waarschuwt: “Let goed op, soms zwemt hier wel eens een krokodil.” Angstig kijken we hem aan. “Echt?” Hij knipoogt. We lopen het onbekende pad uit tot het einde, daar kunnen we niet verder, het loopt dood in weilanden en sloten. We gaan dezelfde weg terug met de uitdagende hond en al die nieuwsgierige koeien. Gelukkig gaat alles goed. “Weten jullie hoe dit pad heet?” vraagt mijn vader ons. Wij schudden ontkennend ons hoofd. Hij zegt: “Dit pad heet de ‘Lansing’.” Nu, na zoveel jaar is dit vroeger zo eenzame weggetje ingesloten tussen huizenblokken en straten en knallen de brommers en zoeven de auto’s er langs. Ik ben blij met de herinnering die ik heb aan dat prachtige slingerende pad vol beloften op een stralende zondagmiddag.

De Waardvogel – december 2013

29


Wandelen in de Waard met Rinus en Anton (5) Ouderkerk en Loet Rinus Anker Deze wandeling voert over asfalt en schelpenpaden. Aan het einde van de tocht bevindt zich de enige horecagelegenheid, De Loet’, die op maandag en dinsdag gesloten is. Langs het eerste deel van de tocht zijn er weinig bankjes, verderop vrij veel. De route zelf staat weer dikgedrukt. De totale afstand is ongeveer 8,5 km. Wandelaars die gebruik maken van de lijndienst Rotterdam-Schoonhoven stappen uit bij halte ‘De Loet’ en pakken de wandeling op bij Café Restaurant ‘De Loet’. Na de horecagelegenheid te zijn gepasseerd, gaan deze wandelaars rechtsaf het fietspad op tot de overkapte picknickplaats bij de Hendrikshoeve. De instap voor de rondwandeling is dan te vervolgen na ‘Steek de kruising…Hendrikshoeve’ onderaan deze beschrijving. De wandeling start op de parkeerplaats (zie foto) aan het Westeinde in Berkenwoude op de grens met Ouderkerk bij ANWB-paddenstoel 22373. Er is daar vlakbij een streekbushalte bij de kruising met de Molenvliet. De route gaat noordwestwaarts, de LF 2b volgend langs de Molenvliet (ook wel Oude Wetering). In deze boezemsloot vinden we kuifeendjes, meerkoeten, futen en smienten en in de weilanden kieviten, blauwe en zilverreigers, alles afhankelijk van het seizoen. Bekende planten zijn hier dagkoekoeksbloem, grote ratelaar, gele plomp en zelfs is er in de rechterberm rietorchis gevonden. Rechts zijn er richting Gouda-GouderakMoordrecht fraaie vergezichten met o.a. eendenkooien en moerasbosjes. Na 1300 m linksaf de Tiendweg Oost op. Hier staat op de bordjes ‘Groene Hart Loetbosroute’ en ‘Overstap, Dworse route’. Volg deze weg 2,2 km. Links en rechts kijken we op oude boerderijen en nieuwe huizen in het slagenlandschap. ’s Winters zien we hier grauwe en kolgans, smient, wilde eend, knobbelzwaan en fuut, in de zomer grutto, kievit, tureluur, torenvalk, buizerd en bruine kiekendief. Een talrijke zomerplant in de sloten is de krabbenscheer. Net vóór een wit boerderijtje aan de linkerhand komt er een wandelpad. Volg dit nieuwe schelpenpad, steek de geasfalteerde Oudelandseweg over en vervolg het graspad rechtdoor. Het pad komt uit op het fietspad langs de Loet. Net vóór het fietspad ligt tussen de plank en het asfalt een berm die door de NVWK wordt onderhouden. Hier groeit o.a. de zeldzame kleine valeriaan.

Ga daar linksaf en houd een kleine twee kilometer het fietspad aan tot de kruising met een geasfalteerde weg, de Kerkweg. In het Loetbos kun je allerlei zangvogeltjes tegenkomen zoals vinken, mezen, winterkoninkjes en roodborstjes. In het winterseizoen moet je letten op kepen, sijsjes en lijsterachtigen als kramsvogels en koperwieken. Net vóór de eerste woning aan de linkerkant groeien op een iets lager gelegen veldje langs het fietspad in juni rietorchissen. Rechts van de kruising ligt paviljoen ‘De Loet’. Steek de kruising recht over en volg het fietspad tot de overkapte picknickplaats aan uw linkerhand bij de Hendrikshoeve. Ga daar linksaf, loop over het schelpenpad langs het gebouw met het bordje ‘Steunpunt Regio Rivieren’ en de toiletten. Ga op dit pad bij de driesprong en bij het volgende kruispunt rechtdoor. Ga op de Hillekade aangekomen rechtsaf. Vervolgens kom je weer op een fietspad. Ga daar linksaf en loop terug naar de parkeerplaats.

Nieuwe plantenquiz Een nieuwe plantenquiz van Anton! Dat betekent weer een gezellig avondje in het bezoekerscentrum van de Bakkerswaal, zoals dat vroeger heette ‘tot leringhe ende vermaeck’. Anton van Jaarsveld laat ons kennismaken met bekende en soms onbekende flora, waarbij de humor niet ontbreekt. Geen avond alleen voor specialisten op plantengebied, maar juist ook voor leden met slechts enige kennis. Geen schools overhoren, want hier mag je overleggen en zelfs spieken. Geen plaatjes van zeldzaamheden, maar van o.a. boterbloemen, brandnetels en pinksterbloemen. Kom en doe mee op 22 januari 2014 in eendenkooi ‘De Bakkerswaal’, Schuwacht 232 te Lekkerkerk. We starten om 20.00 uur. Bron illustratie: http://blog.seniorennet.be

30

De Waardvogel - december 2013


start

Koperwiek, knobbelzwaan, smienten, torenvalk; foto’s: Peter de Mooij

De Waardvogel – december 2013

31


Landelijke Natuurwerkdag Edith Kuijper Op zaterdag 3 november was de landelijke Natuurwerkdag. Dit jaar organiseerde de NVWK (Patrick Heuvelman) samen met Groenservice Zuid-Holland (Cees Kool) het werk op de locatie aan de Okkerse Kade bij het Loetbos. Qua inschrijving was het overboekt! Hartstikke mooi dat zoveel vrijwilligers uit de regio aan deze dag mee wilden doen: veel jongelui die deels meewerkten in het kader van een maatschappelijke stage, vrijwilligers die we eerder zagen op de natuurwerkdag, en natuurlijk de vaste kern van de knotgroep. Er was zaagwerk en je kon meehelpen aan het maken van een broedhoop. De broedhoop werd werkelijk enorm groot en hoog, daar is heel wat energie in gaan zitten. Het zaagwerk? Een hele dikke boom zorgde voor uitdagend gepuzzel toen beide motorzagen daarin vast kwamen te zitten. Voor koffie/thee met koek was gezorgd en tussen de middag was er zelfs keuze uit twee soorten heerlijke en warme soep (dames, bedankt!). Aan het eind van de middag konden de kachelbranders weer met een goed gevulde kofferbak vol hout naar huis. Het was een lekker begin van het knotseizoen!

Natuurwerkdag: handen uit de mouwen in Loetbos Nico Boerboom, dichtbij-meeschrijver, www.dichtbij.nl, 02 november 2013

PER S B ER IC H T

LEKKERKERK - De landelijke Natuurwerkdag lokte zaterdag een kleine dertig vrijwilligers naar het Loetbos. Een waardevolle aanvulling op het onderhoud van de mooie natuur in de Krimpenerwaard. Zaterdag, een beetje koud, maar gelukkig droog, verzamelden zich 27 vrijwilligers nabij de fietstunnel aan de Kwakels. Vol enthousiasme toog men met Patrick Heuvelman het Loetbos in om aldaar de handen uit de mouwen te steken. Broeihoop Coördinator Patrick Heuvelman: “We zijn dit jaar verrast. We hadden een project in de planning voor vijftien vrijwilligers. Nu hebben zich er 27 aangemeld en kunnen we vandaag heel veel werkzaamheden uitvoeren. We hebben bomen, die mede door de storm waren omgewaaid, gezaagd en gelijktijdig andere bomen geknot. Belangrijk was het begaanbaar maken van de paden voor de grote jongens die dat onderhoud met machines verrichten. Vandaag hebben we ook een broeihoop gecreëerd. Dit is een hoop bestaande uit maairesten en takken. Hier kunnen bepaalde diersoorten van een warm nestje in de winter genieten. We gaan steeds met vrijwilligers aan de slag om zo de natuur een handje te helpen, zodat het mooi en onderhouden blijft." Extra handjes Cees Kool, beheerder Loetbos, namens Groenservice Zuid-Holland: "Als verantwoordelijke voor het onderhoud in dit mooie natuurgebied ben ik blij met zoveel extra handjes van de vrijwilligers. Zij kunnen met handwerk de fijne klusjes opknappen, wat met machines niet gerealiseerd kan worden. Neem nou het zagen van takken, daar kan je alleen met de hand iets bereiken. Moeten we dit door een aannemer laten doen, nou vergeet het maar, daar is geen tijd en geld voor. Deze hobbyisten zijn gemotiveerd en dragen zo heel veel bij aan de mooie natuur. 27, het is te mooi om waar te zijn.” MBO-leerling Stef van Walsum: “Ik loop mijn maatschappelijke stage bij Groenservice Zuid-Holland. Ik ben zeventien jaar en volg de opleiding Bos- en Natuurbeheer. Vandaag ben ik eigenlijk vrijwilliger, maar begeleid de bouw van de broeihoop. Daarin kunnen ringslangen, padden en kikkers een warm nestje bouwen en zo broeden. Het is heel leuk om met zoveel vrijwilligers hier aan mee te werken.” Bron: http://www.dichtbij.nl/capelle-krimpen/regio/artikel/3148416/natuurwerkdag-handen-uit-de-mouwen-in-loetbos.aspx

Het was duidelijk een heel gezellige aangelegenheid, foto: Arie Dorsman

32

De Waardvogel - december 2013


Terugblik op de Natuurwerkdag van Knotgroep Krimpen Jos de Nood, coördinator van Knotgroep Krimpen Het is alweer bijna 2 november, de dag waarop Nederland in de natuur gaat werken: de landelijke Natuurwerkdag. Nou, eens even kijken; de zagen, tangen en kapmessen staan in de garage. Deze zomer zijn ze weer allemaal door mijn handen gegaan: slijpen, smeren en soms repareren. De uitnodigingen zijn de deur uit en ook artikeltjes naar de streekbladen. Als zij die nu maar willen plaatsen. Morgen ga ik met mijn buurman naar Ouderkerk, Schaapjeszijde. Daar in de schuur van het Zuid-Hollands Landschap staat de kar van de Knotploeg en liggen alle ladders, touwen enz. onder een groot zeil. Eerst gaan we het gereedschap uit de garage inladen en dan naar Schaapjeszijde, doen alles netjes in de kar en het zeil er over. Daarna rijden we naar Gouderak om bij Landschapsbeheer Zuid-Holland nog extra gereedschap op te halen, want we verwachten veel mensen. En dan is het 2 november. Een half uur van te voren kom ik aan bij het Roesteiland in Krimpen aan den IJssel. Collega Bert is al bezig de vlaggen op te hangen. De beheerder van het Roesteiland is er ook al. Ik ga de ladders afladen en bespreek de laatste dingetjes met beheerder Karel. Even later komen de eerste knotters aan, dit zijn de oudgedienden. Ze nemen haast automatisch wat mee naar het terrein, een ladder, een gereedschapskist of een tas met andere spullen. Op het terrein groept iedereen even bij elkaar, want de meesten hebben elkaar niet gezien sinds de laatste knotdag in februari. Dan bespreek ik kort wat er gedaan moet worden, waarna iedereen begint. Aan een paar mensen die hier nog niet eerder waren, geef ik meer uitleg. Daar komen de eerste gasten; ik zie drie nieuwe mensen aankomen. Dat is fijn, vooral voor hen is deze dag bedoeld, zo kunnen zij kennismaken met het vrijwilligerswerk in de natuur. Hopelijk worden ze zo enthousiast dat ze lid worden van onze club. Na de nieuwe mensen begroet te hebben begin ik mijn uitleg; we moeten hier ieder jaar alles knotten en snoeien omdat het observatieterrein van de plaatselijke Jeugdnatuurwacht voor een deel onder een hoogspanningsleiding ligt. Daar mag de begroeiing niet hoger worden dan vier meter. De takken moeten kort afgeknipt worden en op nette bossen gelegd. Voor de nieuwelingen doe ik het nog even voor, waarna we gereedschap gaan halen. Ik kijk eens om mij heen en zie dat er al weer een hoop gedaan is. Af en toe maak ik een ronde, probeer met de nieuwe mensen een praatje te maken en geef zo hier een

daar wat aanwijzingen. Tussendoor neem ik ook mijn boom onder handen. Het voordeel van deze locatie is dat de nieuwkomers niet deze eerste dag heel zwaar werk hoeven doen. Kijk, daar komen de kinderen van de Jeugdnatuurwacht. Zij gaan alle takken naar de takkenril slepen. Op de ladder staan zagen mogen ze nog niet. Maar na verloop van tijd zie ik er toch wel een paar op een ladder staan zagen; dat is ook spannender dan takken sjouwen. Bij navraag blijkt dat een collega van mij de kinderen in de gaten houdt. Een paar van de begeleiders zie ik verlangend naar de wilgen kijken en ik bied aan dat ze daarbij gaan helpen; wie weet weer nieuwe leden. Ik vind het wel teleurstellend dat het bij die eerste drie nieuwelingen gebleven is. Maar ‘s middags, als de kinderen weg zijn, komt een flinke groep scouts met begeleiders. Ze zijn aangekomen terwijl we zaten te eten in de nabij gelegen kerk. Als ik samen met beheerder Karel bij hen aankom zijn ze al begonnen en zie ik overal geknotte wilgen. Ik geef toch nog uitleg, want hier en daar kan het beter. Maar wat een leuke fanatieke groep. Zo zijn we bezig tot een uur of drie, dan is de klus geklaard en gaat iedereen voldaan naar huis. We hebben fijn gewerkt met prima weer en Karel is zichtbaar tevreden. Als ik samen met Jo de kar terugbreng naar Schaapjeszijde begint het te regenen; zo, hebben wij het even getroffen. O ja, mocht je na dit gelezen te hebben ook wel eens mee willen doen, neem contact met mij op en ik stuur je het programma: xxxxxxxx@xxxx.xx of xxxx-xxxxxx.

De Waardvogel – december 2013

33


Oplossingen raadplaatjes Maria Spruit 1) Het verschil tussen kleine zwanen (Cygnus bewickii) en knobbelzwanen is makkelijk te zien; volwassen knobbelzwanen hebben een grote zwarte knobbel op hun oranje snavel, terwijl de snavel van de kleine zwaan geel is met een zwarte punt. De kleine zwaan is ook wat kleiner dan de knobbelzwaan. Kleine zwanen zijn wintergasten en zitten vaak in vrij grote groepen in de polders. Maar we kennen ook de wilde zwaan. In een gering aantal zijn zij ook in de Krimpenerwaard waar te nemen. De wilde zwaan heeft meer geel op de snavel en zijn kop is wat driehoekig. Hij is even groot als de knobbelzwaan. Wilde zwanen en kleine zwanen vliegen geruisloos, terwijl de vleugels van knobbelzwanen een zingend geluid maken. Op deze foto staan dus kleine zwanen. Ze arriveren in oktober in Nederland. Vooral weides die speciaal ingezaaid zijn voor koeien zijn aantrekkelijk, omdat dit gras een hoge energiewaarde heeft. De wereldpopulatie wordt geschat op ongeveer 25.000 vogels, waarvan er circa 17.000 tot 19.000 in Nederland overwinteren. In maart vertrekken de kleine zwanen naar hun broedgebied op de Russische toendra’s. (Bronnen: Europese vogels http://www.vogelbescherming.nl)

van

Tirion

Natuur,

2) In oktober gaat de egel (Erinaceus europaeus) in winterslaap. Hij kan slecht tegen kou, omdat zijn stekelvacht niet isoleert. Ook is er in de winter weinig voedsel voor hem te vinden, want het is een echte insecteneter, die ook graag slakken eet. Daarom is het een slechte zaak voor een egel wanneer hij gewekt wordt uit zijn winterslaap. Dit kost hem zoveel energie dat hij bijna altijd overlijden zal. Wanneer u in de winter een egel per ongeluk wekt, neem dan contact op met de Nationale Egellijn: 035 646 86 69. Die is 24 uur per dag bereikbaar. Een egel zelf opvangen in de winter is geen goed idee. Het dier moet de hele winter binnen blijven en gevoerd worden. Dit wordt altijd een stinkende boel. Een (verzwakte) egel heeft ook veel last van luizen en teken, waar u ook vast niet op zit te wachten. Geef een egel nooit koeienmelk, een egel is hier overgevoelig voor. Hij zal ernstige diarree krijgen en door uitdroging sterven. Water of geitenmelk worden wel verdragen. U kunt een egel kattenvoer geven, eventueel gemengd met muesli. Let op als u een composthoop gaat opruimen. Een egel kan hier zijn winterslaap houden en in de zomer kan er een egel met jongen zitten. (Bronnen: http://www.egelopvang.nl/, http://nl.wikipedia.org/)

Uitwerpsel en pootafdrukken van een egel

3) De grote lisdodde (Typha latifolia) kennen we allemaal. Hij wordt ook vaak ‘sigaar’ of ‘rietsigaar’ genoemd. Het is een opvallende plant die veel in de Krimpenerwaard groeit. Hij heeft zeer voedselrijke omstandigheden nodig. Hij komt niet voor aan grote open

wateren. Ik dacht altijd dat het een beschermde plant was, maar hij komt niet voor op de rode lijst of in de lijst van wettelijk beschermde planten van Nederland. Het blijkt een zeer eetbare plant te zijn. De witte binnenkant van de jonge scheuten is eetbaar. Het stuifmeel van de bloem is bruikbaar als meel voor het bakken van koek. De wortelstokken zijn zeer zetmeelrijk. Ze kunnen geschild en gekookt worden. Ook kunnen de wortels in een open vuur gehouden worden, waarbij de bast beschermd tegen het vuur. Dus als u nu eens erge trek krijgt….. Makkelijker is de ‘sigaren’ te drogen en als decoratie in huis te gebruiken. (Bron: http://nl.wikipedia.org) 4) Hazen (Lepus europaeus) kunnen we veel zien in de Krimpenerwaard. Kijk de komende periode eens wat langer naar deze dieren, want de paartijd breekt voor de hazen aan. De paartijd wordt bij hazen rammeltijd genoemd. Die begint in januari en kent een piek tussen februari en april. 's Ochtends verzamelen meerdere mannetjes zich om een moerhaas. Hierna gaat het mannetje op de achterpoten staan en slaat met zijn voorpoten in de lucht. Als het vrouwtje bereid is om te paren zal zij het gedrag imiteren, zonder het mannetje aan te raken. Dit lijkt een beetje op een boksgevecht. Wanneer een ander mannetje zich in het ritueel mengt, breken er heftige gevechten uit tussen de mannetjes. Na een tijdje zal de moerhaas plotseling wegrennen, waarna ze wordt achtervolgd door de rammen. Tijdens de achtervolging schudt ze de meeste rammen van zich af, tot er nog één overblijft. Pas wanneer de overgebleven ram (waarschijnlijk die met de beste conditie) zijn vasthoudendheid heeft bewezen, zal zij stoppen met rennen en paren met het mannetje. (Bron: http://nl.wikipedia.org)

5) De berkenzwam (Piptoporus betulinus) groeit voornamelijk op dood berkenhout. Het vruchtlichaam is niet giftig, maar is taai en smaakt bitter. De vruchtlichamen van de schimmel groeien het hele jaar door en zijn gedroogd heel lang te bewaren. De droge zwam open snijden lukt nauwelijks. Het vlees wordt verkocht onder de naam polyporus o.a. voor medicinale doeleinden, en wordt door entomologen gebruikt om gedroogde insecten op te prikken voor verzamelingen. In de natuur worden de droge zwammen opgevreten, o.a. door larven van de zwamkever. Alleen het witte vlies is ook voor deze kevers onverteerbaar. De berkenzwam is in Nederland niet te verwarren met andere zwammen. (Bron: http://nl.wikipedia.org) 6) Ook de roerdomp (Botaurus stellaris) is een wintergast in de Krimpenerwaard. Vooral wanneer er sneeuwt ligt, komen roerdompen uit het noorden en oosten van Europa bij ons op bezoek. Roerdompen broeden in uitgestrekte moerassen met stevig oud riet. In Nederland is het een zeldzame broedvogel. De roerdomp is zelden te zien, door zijn verborgen levenswijze. In de winter is de kans om een roerdomp te zien iets groter, omdat er ’s winters meer roerdompen in Nederland zijn en omdat ze vaker het riet verlaten om voedsel te zoeken. Vissen, kikkers, muizen ('s winters) en grote insecten vormen de belangrijkste voedselbron. (Bronnen: http://waarneming.nl, http://www.vogelbescherming.nl/)

34

De Waardvogel - december 2013


Paddenstoelenexcursie Tekst en foto’s: Gerard van Slijpe Op 24 oktober om 9.30 uur verzamelden we ons in het Loetbos. We waren met twaalf liefhebbers, waaronder ook mycologe mevrouw Grietha Franssen. Ton was erg in zijn nopjes dat ze ook gekomen was. We hebben 30-40 soorten gezien, zoals parasolzwam, spekzwoerdzwam, rode stinkzwam, zwavelkopje, grote stinkzwam, ijsvingertje, amethistzwam (heel mooi) en vele andere, de één nog mooier dan de ander. We hadden veel ‘experts’ in onze groep, er bleef eigenlijk geen soort onbenoemd. Voor de joggers was het een vreemd gezicht om zo nu en dan enkele speurders in de bosjes te zien verdwijnen voor kortere of lange tijd om daarna weer tevoorschijn te komen. Gelukkig hebben we dat steeds uit kunnen leggen! Om ca. 12 uur was de excursie afgelopen, maar enkele diehards zijn nog een poosje verder gegaan. Ton en Jannie, bedankt voor het organiseren van deze ochtend, die mede door het schitterende weer geweldig was. En Ton, bedankt voor het voor ons speciale vervoer.

Van boven naar beneden: amethistzwam, een aantal deelnemers, parelstuifzwam, grote stinkzwam en roze stinkzwam

De Waardvogel – december 2013

35


Quaggamossel komt boven water Jaap Graveland De Krimpenerwaard is een van de meest waterrijke gebieden van Nederland. Toch kijken we maar weinig onder water. Jammer, want het is heel interessant wat daar gebeurt. Dat bleek maar weer bij de recente storm die op 28 oktober over ons land raasde. In de Krimpenerwaard bleef de schade beperkt. Wel vielen er bomen om, bijvoorbeeld langs de Kromme Kade. Toen ik daar begin november fietste, zag ik ze liggen langs het water. De platte wortelplateau’s staken vertikaal in de lucht. Op zich niks bijzonders, dus ik was er bijna voorbij gefietst. Maar wat waren die witte plekken aan de onderzijde? Schimmels konden het niet zijn want de wortels waren pas net boven water gekomen. Grint was ook onwaarschijnlijk op die plek. Ik fietste toch maar even terug om beter te kijken. De driehoeksmossel Het was al snel duidelijk dat het schelpen waren. Honderden schelpen. Aan de kust is dat een normaal verschijnsel, maar in een sloot in de Krimpenerwaard? Met de verrekijker erop werd duidelijk dat het om driehoeksmosselen (Dreissena polymorpha) of quaggamosselen (D. Bugensis) ging. De naam driehoeksmossel zegt het al: de soort is te herkennen aan zijn driehoekige vorm. Het is een exoot uit de Zwarte Zee die begin 19e eeuw via ballastwater en op de buitenkant van schepen ons land binnen kwam. Deze zoetwatermossel komt nu veel voor in de grotere wateren en kanalen. De driehoeksmossel leeft van algen die hij uit het water filtert. In het IJsselmeergebied is de soort zo talrijk dat hij al het water twee keer per maand filtert. Daar komt bij dat hij ook blauwalgen eet. Dat is bijzonder omdat veel schelpdieren niet bestand zijn tegen het gif dat blauwalgen produceren. Blauwalgen zijn tegenwoordig een groot probleem. Ze kwamen altijd al voor maar zijn sterk toegenomen door de toevoer van voedingsstoffen, vooral stikstof uit de landbouw. Ze zijn giftig en hun massale sterfte na de jaarlijkse zomerbloei zorgt voor rotting en zuurstofgebrek. Vissen sterven, het stinkt enorm en er kan niet meer gezwommen worden. Kortom, de ‘graas’ door de driehoeksmossel kan belangrijk zijn voor de waterkwaliteit. De driehoeksmossel is deels verantwoordelijk voor de verbetering van de waterkwaliteit in de Veluwerandmeren en andere wateren. Hij is dan ook her en der uitgezet om de waterkwaliteit te verbeteren, met wisselend succes. De quaggamossel Begin deze eeuw kwam er een tweede soort bij, eveneens uit Rusland. Deze kwam binnen via de door mensen gegraven Rijn-Donauverbinding. Het is de quaggamossel, Dreissena bugensis, zo genoemd omdat hij vaak een streeptekening heeft die lijkt op die van de quagga, een uitgestorven zebrasoort. Deze mosselsoort is groter dan de driehoeksmossel, hij filtert het water nog veel sterker en kan nog beter tegen blauwalgen. De waterkwaliteit is de laatste jaren op een aantal plekken onverwacht toegenomen. Voorbeelden zijn de Westeinder Plassen, de Braassemermeer, de Amsterdamse grachten en het Volkerak-Zoommeer. Het water is helderder geworden, blauwalgen zijn afgenomen en de overlast is veel minder geworden, maar de concentraties van voedingsstoffen zijn gelijk gebleven. Omdat de quaggamossel aan een opmars bezig is, is die verbetering van de waterkwaliteit daar dus mogelijk aan toe te schrijven. Dat wordt nu onderzocht.

36

De Waardvogel - december 2013

In de Krimpenerwaard Deze mosselen hechten zich met zogenaamde bysisdraden op een harde ondergrond, zoals stenen beschoeiingen, wortels en hout onder water. De slappe baggerbodems van de sloten en vaarten in de Krimpenerwaard lijken ongeschikt. Kortom, de grote aantallen bij de Kromme Kade leken me een bijzondere vondst. Ik zocht contact met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard met de vraag of zij meer wisten. Wim Twisk van het Hoogheemraadschap mailde al snel dat zij deze mosselen nauwelijks aantroffen in hun bemonsteringen. De laatste waarneming was van 2005. Op ons eigen krimpen.waarneming.nl vond ik ook geen meldingen. Gebrek aan waarnemingen wil echter niet zeggen dat de soort nauwelijks voorkomt. Het Hoogheemraadschap neemt haar monsters op de bodem en in het water. De mossels zitten waarschijnlijk alleen op een harde ondergrond: boomwortels, beschoeiingen en palen. En wat krimpen.waarneming.nl betreft: er wordt überhaupt maar weinig gekeken naar slakken en schelpen. Er staan alleen wat waarnemingen op van de bekende posthoornslak en zwanenmossel, en van de schildersmossel. Wim gaf ook aan dat, los van de ondergrond, het water zelf ook niet zo geschikt is voor de mossels: de voedingsstoffen in de Krimpenerwaard gaan vooral naar kroos en drijfalgen (‘flap’) en minder naar de in het water zwevende algensoorten waar de mossel het van moet hebben. In de vele smalle sloten van de Krimpenerwaard kunnen kroos en flap zich prima ontwikkelen. In meer open water met golfslag en wind hebben kroos en flap geen kans en grijpen de zwevende algen hun kans. Wellicht geldt dat ook her en der in de Krimpenerwaard. Want in elke polder vinden we wel brede vlieten en vaarten waar de wind vat op heeft en waar weinig kroos en flap is te vinden. De Kromme Kade: het is de quaggamossel Ik zocht verder. Over een afstand van 200 meter waren er drie bomen omgewaaid en op alle drie zaten mossels. Er was toevallig ook gebaggerd. In de bagger vond ik her en der losse mossels, ook op plekken zonder boom in de nabijheid. Dat wijst er op dat de mossels ook op andere plekken in de oeverzone voorkomen, mogelijk op dode takken, stronken van gele lis e.d., hoewel slechts met enkele exemplaren en niet in tientallen tot honderden zoals op de drie boomstronken. De sloot aan de noordzijde van de kade was ook gebaggerd, maar daarin zaten geen mossels.


Op internet is veel informatie over beide Dreissena soorten te vinden. Op basis van de beschrijvingen is de conclusie dat het om de quaggamossel gaat. De driehoeksmossel is wat kleiner en heeft een veel scherpere hoek in de schelp (vandaar de naam driehoeksmossel). De quaggamossel is ook bleker, met name bij het scharnierpunt. Dat is goed zichtbaar bij de mosselen van de Kromme Kade. Het is wel verrassend, want de driehoeksmossel is er al 200 jaar, de quagga is er net en is zich in Nederland nog sterk aan het uitbreiden, vaak ten koste van de driehoeksmossel. Kuifeenden Beide mosselsoorten zijn vaak het stapelvoedsel van duikeenden. Kuifeenden lusten er wel pap van. Duikeenden worden voornamelijk waargenomen op de Lek en de Hollandse IJssel. Maar we vinden ze ook verspreid door de Krimpenerwaard, vooral in de vlieten en vaarten. Die hebben meer doorstroming, worden waarschijnlijk beter gebaggerd en bevatten minder waterplanten dan andere sloten en zoals gezegd ook minder kroos en flap. Waarschijnlijk zitten op die plekken dus meer Dreissena mossels dan elders.

Waarschijnlijk, want we hebben geen waarnemingen en misschien eten de kuifeenden wat anders dan deze mossels. Er zijn echter weinig alternatieven voor de kuifeend. Slakken zitten tussen de planten, en andere zoetwatermossels (Sphaerium en Pisidium soorten) zijn klein, vaak ingegraven in de bodem en komen niet in groepen voor zoals de Dreissena soorten. Dus ik denk dat die kuifeenden op quaggamossels foerageren. Bagger geeft informatie prijs Hoe het nu precies zit is dus onduidelijk: de quaggamossel zal in de Krimpenerwaard niet zo talrijk zijn als in de grote wateren. De gemiddelde sloot en slootbodem lijken niet geschikt. Maar daarmee houdt onze kennis wel op. De waarneming bij de Kromme Kade geeft aan dat ze plaatselijk talrijk kunnen zijn en de waarnemingen van de kuifeenden wijzen er op dat de quaggamossels meer in onze waard kunnen voorkomen dan het geringe aantal mosselwaarnemingen doet vermoeden. De onstuimige toename die we in andere wateren zien, illustreert dat we in de Krimpenerwaard wel eens aan het begin van een opmars kunnen zitten. Kortom, daar moeten we meer van te weten komen. Dat hoeft niet zo ingewikkeld te zijn. Als je ook nieuwsgierig bent hoe het zit, kun je de komende maanden de wortelplateau’s inspecteren van de omgevallen bomen die je tegenkomt. Dat kost nauwelijks tijd. In gebieden waar je regelmatig komt kun je bij een aantal gebaggerde sloten honderd meter oever aflopen en het aantal quagga- of driehoeksmosselen tellen dat je ziet in de bagger op de kant. Met weinig moeite krijg je zo een beeld. Als we ze op meer plaatsen aantreffen kunnen we kijken of het ook daar om de quagga gaat of om de driehoeksmossel. Ik ben benieuwd naar het resultaat; of je nu mosselen ziet of niet. In die bagger zul je vaak ook roodachtige (resten van) rivierkreeften aantreffen. Dat zijn ook exoten. We weten er nog weinig van behalve dat ze toenemen, plaatselijk heel talrijk zijn (bijvoorbeeld bij Krimpen, mededeling Wim des Bouvrie) en dat ze waterplanten eten (waterpest, hoornblad etc). Onderzoek in gebieden met een goede waterkwaliteit, maar met veel kreeften, laat zien dat de kreeftenvraat er voor kan zorgen dat waterplanten zich niet ontwikkelen. Het Hoogheemraadschap wil graag een beeld krijgen van de verspreiding en dichtheid van deze kreeften. Wim gaf aan dat zij er mogelijk de oorzaak van zijn dat er bij Krimpen weinig waterplanten voorkomen.

Bovenste foto: de quaggamossels van de Kromme Kade; foto: Jaap Graveland Onderste foto: het verschil tussen de driehoeksmossel en de quaggamossel; bron: www.invasivespeciesinfo.gov

Zo zie je maar, er leven dieren onder de waterspiegel die we nauwelijks kennen, maar die wel belangrijk kunnen zijn om te begrijpen wat we onder en boven water zien. Ik hoop dat jullie meer gegevens boven water krijgen. Reacties kunnen naar: xxxxxxxx@xxxx.xx. Met dank aan Wim Twisk voor zijn informatie over de Dreissena mossels in de Krimpenerwaard.

De Waardvogel – december 2013

37


$'0,1,675$7,(.$17225 9(5:$$/ /,' 12$%

Uw kaas van Toos en Klaas, Ouderkerk a/d IJssel, 0180-682019

We staan op de weekmarkten: Dinsdag : Krimpen a/d IJssel Woensdag : Schoonhoven Donderdag : Capelle a/d IJssel Vrijdag : IJsselstein

SNACKBAR GRAAFLAND Uw adres voor Patat, div. snacks, belegde broodjes, ijs, sorbets, slushpuppies, milkshakes Ook verzorgen wij mooie vis- en huzarensalades!!! Weteringsingel 2, hoek Waalstraat Krimpen a/d IJssel tel. 0180 513466

9RRU DO XZ

‡ %RHNKRXG]DNHQ ‡ %HODVWLQJDGYLH]HQ ‡ %HODVWLQJDDQJLIWHQ ‡ /RRQDGPLQLVWUDWLH

‡ 9ULMEOLMYHQG YRRU DOOH LQOLFKWLQJHQ

‡ 2RN YRRU SULYp DDQJLIWHQ JHYHQ ZLM JUDDJ DGYLHV

2RVWHLQGH +RI WHU %HUJHQ H PDLO YHUZDDO#SODQHW QO

groepsre izen • crui ses • fotor eizen • indiv

iduele reize n

$+ %HUNHQZRXGH WHO '5 %HUJDPEDFKW WHO ID[

VRAAG NU DE REISGIDS 2013 AAN !

50 GROEP SREIZEN 21 CRUIS • 10 FOT ES • 6 BIN NENLAND OREIZEN Een greep uit ons aanbod t/m december 2013: SE WEEKENDE Vog el- en nat uur reiz

Reisgid

en naa r wer eld wij

s 2013

de bes tem min

gen

N

GROEPSREIZEN NEDERLAND Texel Schiermonnikoog

DAGEN PRIJS 3 315 3 315

VERTREK 30 aug 13 18 okt 13

GROEPSREIZEN BUITENLAND Costa Rica Kenia Zuid-Turkije en Bruine Visuil Brazilië Amerika, vogels in Arizona Georgië - roofvogelspektakel Batumi Galapagos en Ecuador Zuid-Spanje, Tarifa en Coto Donana Bulgarije Peru Lesbos Zweden, Falsterbo Oman Namibië Spanje, Pyreneeën Madagaskar India, vogels en Tijgers Gambia Kenia en Tanzania Colombia Zuid-Portugal

17 16 11 16 11 10 18 8 7 21 8 8 10 14 7 16 16 15 16 19 8

3545 3995 1650 4195 2595 1650 7295 1395 1295 4995 1395 1095 2745 3795 1395 4195 2895 2295 4395 5295 1295

21 juli 13 24 juli 13 31 juli 13 29 aug 13 29 aug 13 30 aug 13 4 sept 13 8 sept 13 9 sept 13 10 sept 13 13 sept 13 8 okt 13 28 okt 13 4 nov 13 6 nov 13 14 nov 13 22 nov 13 27 nov 13 2 dec 13 2 dec 13 13 dec 13

FOTOREIZEN Brazilië India

14 16

3695 2795

11 sept 13 3 dec 13

8 14 12

va 2750 va 5915 va 5625

5 data in juni/juli 21 juni 13 4 sept 13

23 19 8

va 8650 va 7750 va 1480

1 nov 13 14 nov 13 29 nov 13

CRUISES Spitsbergen Kamtsjatka, Commandeur eil. en Bering Zee Kamtsjatka, Commandeur eil. en Bering Zee Falklands, South Georgia, Antarctisch Schiereiland Birding Down Under Lofoten, Noorwegen - Noorderlicht

Meer informatie: www.birdingbreaks.nl T ( 020) 779 20 30 E info@birdingbreaks.nl groepsreizen • cruises • fotoreizen • individuele reizen

Boerderijwinkel voor: Fam. Van Drunen * Vlees (pakketten) Gouderakse Tiendweg 99 * Boerenkaas 2831 KA Gouderak * Ambachtelijke producten Tel.: 0182-521646 Email: Henk.van.Drunen@deveerstalhoeve.nl Openingstijden: op dinsdag / woensdag en vrijdag van 14.00 tot 18.00 uur en op zaterdag van 09.00 tot 15.00 uur. In onze boerderijwinkel verkopen we vlees van eigen gefokt vee. De kalfjes die bij ons komen hebben het 1e halve levensjaar bij hun moeder gelopen. Daarna lopen de dieren ‘s zomers in het weiland. Voor de weilanden zijn overeenkomsten gesloten met de landelijke overheid voor botanisch- en weidevogelbeheer. Door dit beheer ontstaat een gevarieerd grasland. ‘s Winters lopen de dieren los in de stal, waar ze alleen eigen gewonnen kuilgras krijgen. Zo groeien ze op een natuurlijke wijze tot ze groot genoeg zijn om te slachten.


Kerst Tekst en foto’s: Anton van Jaarsveld Waar denk je aan bij het woord Kerstmis: aan de geboorte van Jezus, de kerstboom, de cadeautjes of de gezelligheid om deze dagen heen? Ik breng Kerstmis in dit artikel in verband met planten die in hun naam een relatie hebben met het feest. Het zijn niet bepaald wilde planten, nee, maar er zijn wel wilde familieleden in ons land. Over de kerstboom is al zoveel geschreven en gezongen, die laat ik even met rust. Allereerst de kerstroos, die geen roos is. De kerstroos (Helleborus niger) wordt veel gekweekt als tuinplant en bloeit soms al met ……….., je raadt het, soms ook later, afhankelijk van de variëteit. Het blad blijft in de winter groen en de bloem kan boven de sneeuw uitsteken met witte kelkbladeren. Het is een lastig te kweken plant uit de ranonkelfamilie (denk aan boterbloemen). Toch zijn kwekers erin geslaagd om cultivars op de markt te brengen met grotere bloemen en rode kleuren. In de literatuur heet de plant giftig voor mens en dier. Dat gif zit niet alleen in de zwarte wortel, maar ook in de zaden. In de winter zullen de kinderen daar niet snel van snoepen, maar als dat wel gebeurt, dreigen er hartproblemen. Wat dat betreft is de plant te vergelijken met vingerhoedskruid met zijn gif digoxine. Over het gif van de kerstroos bestaat een verhaal uit de Griekse mythologie. De dochters van koning Argos waren gek gemaakt door Dionysos, de god van de wijn. Ze renden naakt en luid schreeuwend door de straten van de stad Pylos. Gelukkig kon een, wat wij zouden noemen, dokter de dames tot kalmte brengen door ze van de wortel te laten eten. Nog giftiger dan de kerstroos is het broertje wrangwortel, dat nog in het wild of verwilderd voorkomt, o.a. aan de Steinsedijk bij Haastrecht. Wrang

was een uierziekte bij koeien, die werd bestreden door een stuk wrangwortel in de wond te steken, opdat die zou uitzweren. Lijkt me een pijnlijke aangelegenheid. De tweede plant houden we binnen. De kerstster behoort tot een andere familie dan de kerstroos: die van de wolfsmelkachtigen. Hij komt oorspronkelijk uit MiddenAmerika en wordt bij ons gekweekt als kleurrijke potplant. In warmere streken kent de plant buitenshuis de struikvorm, zoals uit de foto hiernaast blijkt. In het Latijn heet hij Euphorbia pulcherrima, wat ‘de mooiste wolfsmelk’ betekent. Soms zie je bij de bloemist de naam ‘poinsettia’ staan. Daarin zit de naam van de Amerikaan die de plant uit Mexico haalde. Wij kennen de kerstster – ook lekker verwarrend wel kerstroos genoemd – voornamelijk als een plant met rode bloemen. Het zijn echter de bovenste bladen die zo intens gekleurd zijn; de bloemen zelf zijn vrij klein en gelig. Tegenwoordig verschijnen er ook gele kerststerren. In zijn boek ‘Gids Risicoplanten’ noemt Marcel de Cleene de kerstster giftig. Ik zou bij het weggeven van dit kerstcadeau dus maar even oppassen. Kerst staat toch voor ‘vrede’? Boven: kerstroos, links: kerstster

De Waardvogel – december 2013

39


outplacement – loopbaanbegeleiding – re-integratie 2e spoor Ook in de Krimpenerwaard Op zoek naar een nieuwe baan voor uzelf of voor uw medewerkers? De coaches van id Plein staan voor u klaar!

www.idpleinrotterdam.nl 010 – 851 31 30

Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee. Ramen, Deuren, Kozijnen ,Verbouwingen Gevelbekleding , Aanbouwen , Renovatie Inbraak preventie Tel. 0180 -517522 / 06-51809068

Rabobank Krimpenerwaard ondersteunt uw vereniging. Rabobank. Een bank met ideeën.

www.rabobankkrimpenerwaard.nl

Abelenlaan 4a - 2935 SB Ouderkerk a/d IJssel Postbus 3012 - 2935 ZG Ouderkerk a/d IJssel info@van-der-velden.nl - www.van-der-velden.nl


Uilenuitje bij boer Ton Mieke Veen Op zaterdag 8 februari willen we weer een kinderactiviteit houden voor kinderen van 8-12 jaar bij boer Ton op de Beijerscheweg 11 te Stolwijk. We gaan om 13.30 uur uilenballen pluizen, hopelijk echte uilen bekijken en we gaan een filmpje bekijken over uilen. Natuurlijk is er weer volop gelegenheid om ook buiten te spelen bij de boerderij. Je kan je opgeven bij Mieke Verwaal (jeugd@nvwk.nl of 0180-663350). Rond 16.00 uur is het weer afgelopen. Trek vooral je laarzen aan en zorg voor een warme jas.

Heimwee naar de huismus Huug H. Luigies Tsjilp Tsjilp Tsjilp! Uit de dakpanrand verdreven Door stenen stadstuinen En gebrek aan rommelig rurale veldjes Tot de rode lijst verheven: Tsjilp klinkt als Help Help Help!

Bron illustratie: http://www.kleurplatenenzo.nl

Speurtocht naar paddenstoelen Anneke Meinema, Nederlek Nieuws, 8 oktober 2013

PER S B ER I C H T

Laarzen aan, zoekkaarten mee en op zoek naar paddenstoelen in het Loetbos, dat deden de jeugdleden van de Natuur- en vogelwerkgroep De Krimpenerwaard afgelopen zaterdag. Een route was er ’s morgens uitgezet door paddenstoelen expert Robert Kist samen met de vrijwilligers Mieke Verwaal, Mieke Veen en Klaas de Mik. Heksenboter, knolparasolzwammen, Judasoren, stinkzwammen, heel veel bundelzwammen en natuurlijk ook een van de bekendste en tot de verbeelding sprekende paddenstoelen: de vliegenzwam met zijn mooie rode hoed met witte stippen, werden er gevonden. Van de paden af het bos in op zoek naar de paddenstoelen, oppassen dat je ze niet vertrapt, kijken wie er het eerst weer een vindt en luisteren naar Robert die er veel over wist te vertellen. Zoals over de vliegenzwammen die je meestal kan vinden bij berkenbomen, of de Judasoren, die bij voorkeur groeien op de vlierstruik. Of over heksenboter die zijn naam te danken heeft aan de fel gele kleur en het feit dat deze slijmzwam zich kan verplaatsen zodat mensen dachten dat hij behekst was. Tijdens de zoektocht naar paddenstoelen verzamelden de kinderen ook nog takjes en andere zaken die ze konden gebruiken om te gaan knutselen. Want een evenement voor de jeugd bestaat altijd uit twee delen, zoals deze keer een speurtocht naar paddenstoelen en daarna werd er nog geknutseld, dit keer in twee groepen, omdat veel kinderen zich aangemeld hadden. Er kon met de gevonden en al aanwezige materialen in de schuur van Graveland een uil of ander dier gemaakt worden. Meer informatie over de activiteiten van deze jeugdgroep kunt u vinden op www.nvwk. nl.

De Waardvogel – december 2013

41


Euro Birdwatch 2013 Tekst en foto’s: Max Ossevoort De weersvoorspelling geeft aan dat er voor zaterdag 5 oktober in de ochtend mist verwacht wordt. Ik besluit toch op de motor te gaan. Wanneer ik vertrek is het zicht slecht door de combinatie schemering en mist. Wat moet dat gaan worden? Op enige afstand van de Lekdijk bij Bergambacht is de mist plotseling verdwenen. Zou het dan toch goed komen? Op telpost ‘De Hoekse Sluis’ blijkt dat ik dit jaar niet de eerste ben, maar dat, hoe kan het ook bijna anders, onze coördinator trekvogeltellingen Rob van Straaten, zich al heeft geïnstalleerd. Het tellen kan beginnen! En terwijl nog meer ‘trektellers’ arriveren worden de eerste vogels al genoteerd. De voorspelde mist bevindt zich op dat moment ter hoogte van de Provincialeweg N210, dus het zicht is veel beter dan verwacht en dat blijkt voor eenieder een opluchting te zijn. De verhalen over hoe mistig het in hun woonplaats en onderweg naar de telpost wel niet was, zijn niet van de lucht. Hoewel er in het begin volop vogels konden worden genoteerd, blijkt dat maar van een korte duur te zijn, want daarna is het nog maar mondjesmaat. Natuurlijk wordt er gegist naar oorzaken: “Zou het meer naar het noordoosten zo mistig zijn dat er geen vogel vliegt?” of “Zouden ze soms om de mistgebieden heen vliegen?”, maar ja, wat de echte reden is weten we niet. Achteraf blijkt dat binnen het totaal van 780 vogels verdeeld over 40 soorten, de smient met 306 exemplaren het meest wordt geteld, gevolgd door graspieper (123), vink (43) en groenling (31), maar dat blijft toch dik achter bij de verwachtingen. Gelukkig is het ook erg gezellig, worden de meegebrachte koffie en koekjes ruiterlijk gedeeld en komen er af en toe belangstellenden (van binnen en buiten onze vereniging).

42

De Waardvogel - december 2013

Er worden ook nog wel enige leuke waarnemingen genoteerd: twee tapuiten, een slechtvalk, een oeverloper en een pijlstaart. Ofschoon het aantal tellers rond de middag, met name denk ik door het niet echt doorzetten van de trek, gestaag afneemt besluit ik om nog wat langer te blijven. Ik hoop op die ene bijzondere vogel die ik dan ook nog bij zou kunnen schrijven op mijn lijstje van de ‘Race 2013’. Nadat ik al ruim een uur geen (trek-)vogel gezien heb, besluit ik om half vier de pijp aan Maarten te geven. Ik geef het eindresultaat van trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ telefonisch door aan Vogelbescherming Nederland, pak mijn boeltje in en vertrek naar huis, terugkijkend op een toch wel bijzondere dag.

Euro Birdwatch 2013 De Euro Birdwatch werd dit jaar door Birdlife International voor het 20e achtereenvolgende jaar georganiseerd. Namens Birdlife International heeft dit jaar de Slovak Ornithological Society SOS/BirdLife, een zusterorganisatie van Vogelbescherming Nederland, de resultaten gecoördineerd van alle 41 deelnemende landen, verspreid over Europa en Centraal Azië. Hierbij zijn er door ruim 65.000 deelnemers in die 41 landen meer dan 4,1 miljoen vogels geteld verdeeld over 2218 gelegenheden/locaties. Topper dit jaar was Rusland, geleidt door de Russian Bird Conservation Union (RBCU). Daar hebben meer dan de helft van alle tellers, namelijk 35.000 deelnemers bijna 1,3 miljoen trekvogels geteld: hoezo trek! In Nederland werden er totaal ruim 378.000 vogels geteld door zo’n 1200 deelnemers, verdeeld over 196 soorten en dat zijn er toch ook best veel bij niet overal optimale weersomstandigheden.


Natuur en vrijwilligers onder druk Joke Colijn Op dit moment staan in Zuid-Holland de natuur en de vrijwilligers in het groen aan alle kanten onder druk. De opheffing van Landschapsbeheer Zuid-Holland per 31 december as. zorgt voor de nodige onrust. Hoe gaat het nu verder met de ondersteuning van vrijwilligers zoals LBZH die altijd bood? Denk aan weidevogelbescherming en de database, aan (herhalings)cursussen en aan gereedschapsuitleen, aan de Arbo-plannen en de verzekeringen waaronder het veilig werken was, aan de kennis en ervaring bij de ondersteuning in het veld en als vraagbaak, aan het jarenlang opgebouwde netwerk enz. De NVWK heeft hierover een brief geschreven aan LBZH, die in afschrift is gegaan aan alle groene organisaties in de provincie, aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland en aan staatssecretaris Dijksma. De brief, en de reactie van gedeputeerde Weber kunt u lezen op onze website www.nvwk.nl. De provinciale bestuurders hebben inmiddels gelukkig het probleem onderkend, en er zijn al een aantal bijeenkomsten in het Provinciehuis geweest speciaal voor dit doel. Een delegatie van het NVWK-bestuur was hierbij aanwezig om de belangen van onze vrijwilligers goed te vertegenwoordigen. Een groot aantal van de genoemde zaken wordt ondergebracht in de nieuw te vormen Groene Motor. Op de website www.startdegroenemotor.nl kunt u lezen wat er al is gebeurd en waar de Groene Motor, die vanaf 1 maart moet gaan draaien, voor staat. Tot dan zijn twee gepokte en gemazelde ‘kwartiermakers’ bezig om het gat te dichten vanaf het sluiten van de deuren van LBZH. Er komt ook een telefoonnummer beschikbaar voor al uw vrijwilligersvragen: 0152-1533450. Zoals bekend heeft het Rijk alle beleid t.a.v. natuurbeheer gedelegeerd naar de provincies, en het beschikbare budget enorm ingekrompen. Het vorige kabinet vulde de bezuiniging in door o.a. grote delen van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Groene Ruggengraat (ecologische verbindingszones) te schrappen. Het huidige kabinet is op een aantal zaken teruggekomen en heeft € 200 miljoen extra uitgetrokken voor realisatie van een kleinere, ‘herijkte’ EHS. Dat bedrag wordt onder de provincies verdeeld in de komende jaren. De meeste provincies zien nu kansen om toch essentiële delen met belangrijke natuur voor nu en voor het nageslacht vast te leggen. Helaas geeft het huidige provinciale bestuur van Zuid-Holland ‘natuur’ en bevordering van de biodiversiteit, zoals vastgelegd in internationale doelen, de laagste prioriteit. Dit wordt niet zo naar buiten gecommuniceerd (maar integendeel verpakt in mooie, holle woorden), al wordt het wèl duidelijk uit de voorstellen voor, achtereenvolgens, de Herijking, de Herziening Herijking en de Wijziging Herziening Herijking EHS. Het is iedereen duidelijk dat er geen geld is om zelfs die herijkte EHS nu te realiseren, en de optie waar zwaar voor is gepleit o.a. door de NVWK, alle groene organisaties en de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH), namelijk om strategisch te reserveren, stuit op veel politieke onwil. Met strategisch reserveren van gebieden zou de mogelijkheid geschapen worden om op termijn onder een andere politieke wind, toch deze delen te realiseren. Onderwijl kunnen ze in gebruik blijven zoals ze nu gebruikt worden. Het uit de EHS halen van een gebied, dus de status ervan veranderen, betekent dat dit definitief verloren is als natuurgebied. T.z.t. terugdraaien is niet echt een optie en kan dan alleen met enorme kosten, omdat er nu voor economisch gewin in deze gebieden geïnvesteerd gaat worden - wat een logisch gevolg is. Ondanks alle lobby van groene organisaties, wordt in de voordrachten uiteindelijk steeds meer van de EHS afgeknabbeld. Op 11 december zou de definitieve begrenzing van EHS-gebieden in Zuid-Holland door Provinciale Staten worden vastgesteld, maar wat schetst onze verbazing: in het ontwerpbesluit wat bekrachtigd is, worden de grenzen van de EHS in de Krimpenerwaard afhankelijk gesteld van het gebiedsproces aldaar. Het Veenweidepact heeft al een aantal jaren een zwaar traject gelopen, maar is er blijkbaar nog niet uit. Er ligt nog een voorstel van de gemeente Ouderkerk om een deel van de polder Achterbroek uit de EHS te halen. Dit betekent nog langer nog meer onzekerheid. Ook is er weer een stuk aan de zuidkant definitief uit de EHS gehaald.

In eerste instantie had de provincie Zuid-Holland ook de subsidie voor weidevogelbescherming helemaal geschrapt. Het onlangs onder deze druk opgerichte Weidevogelberaad, getrokken door de NMZH en waaraan ook de NVWK deel neemt, heeft o.a. kunnen bewerkstelligen dat er toch geld wordt vrijgemaakt voor weidevogelbescherming. De vorm waarin die bescherming gegoten wordt, zal anders zijn dan voorheen. Sinds in 1981 het weidevogel-beschermen vorm kreeg omdat de aantallen vogels steeds sneller afnamen, is € 500 miljoen (!) beschikbaar gesteld aan de agrarische natuurverenigingen, die dat geld als subsidies uitkeerden aan agrariërs die met hen contracten afsloten voor beschermende maatregelen. Dat geld heeft tot nu toe niets opgeleverd, want de populaties dalen nog steeds. Toch zijn er succesverhalen in reservaatgebieden waar men experimenteerde met waterstanden en vogelvriendelijke weilanden. We weten dus inmiddels hoe het niet moet, maar ook hoe het wèl kan! Voor sommige weidevogelsoorten is het echt vijf voor twaalf. Zo broedt het overgrote deel van de grutto’s in Nederland, maar de populatie wordt steeds kleiner én vergrijst. We stonden altijd klaar om met de vinger naar het buitenland te wijzen waar trekkende vogels worden afgeschoten, maar onderzoek toont aan dat de hoofdoorzaak echt ligt bij de oorsprong: er worden niet genoeg jongen groot. We staan nu als Weidevogelberaad in de provincie ZuidHolland voor de uitdaging om in het agrarische gebied een vorm te vinden om succesvol weidevogels te beschermen. Hiertoe wordt op verzoek van de provincie een plan geschreven. Er is gesproken over de oprichting van zogenaamde Gebiedscollectieven, waarin de deelnemende partners – liefst op basis van gelijkwaardigheid – vertegenwoordigd zijn. Een gebiedscollectief moet in een regio de weidevogelbescherming gaan coördineren en contracten met agrariërs afsluiten. Partners in een collectief worden o.a. de plaatselijke agrarische natuurvereniging (dat is Weidehof voor de Krimpenerwaard), de plaatselijke vrijwilligers die actief zijn in weidevogelbescherming (dus ook een vertegenwoordiging van onze NVWK-vrijwilligers), en grondeigenaren zoals het Zuid-Hollands Landschap. Er zullen weidevogelkerngebieden worden aangewezen, waar levensvatbare aantallen onder de juiste condities de populaties in stand moeten houden. Het actieplan moet werken om onze weidevogels te behouden – we hebben geen tijd meer voor alternatieven. Wij houden u op de hoogte van alle ontwikkelingen! De Waardvogel – december 2013

43


Visie NVWK in ganzenoverleg Erik Kleyheeg en Joke Colijn Recent heeft het Rijk de verantwoordelijkheid voor natuurbeheer naar de provincies gedelegeerd. Dat hield in dat de provincies beleid moeten schrijven, o.a. over hoe ze om willen gaan met de toenemende populaties van zowel trekganzen als van de broedpopulaties, de zogenaamde ‘overzomerende’ ganzen. Ganzen houden van onze natte natuur en de voedzame grassoorten die ook in ons veenweidegebied massaal worden ingezaaid. Volgens Sovon zullen de aantallen ganzen die hier ‘s winters komen foerageren om op te vetten voor een nieuw broedseizoen in hun noordelijke broedgebieden, of die zelfs niet meer de risicovolle trek naar het hoge noorden ondernemen maar hier ’s zomers blijven om te broeden, alleen maar toenemen. Wat zou je zelf doen als je een gans was, en hier wacht je een gedekte tafel? Honderdduizenden ganzen afschieten of vergassen helpt hier niets aan, ze zullen blijven komen. De enige afdoende oplossing bij overlast is om het landschap minder aantrekkelijk te maken voor ganzen. Dat is niet alleen voor de gans heel ingrijpend, en de belangen liggen dan ook ver uiteen. In het ganzenoverleg, dat is het overleg tussen provincies, natuurorganisaties en landbouworganisaties om een oplossing te vinden, was vorig jaar afgesproken dat broedganzen mochten worden afgeschoten, terwijl trekganzen met rust zouden worden gelaten. Onlangs is net voor de inwerkingtreding van deze afspraak per 1 januari 2014, dit Ganzenakkoord gesneuveld omdat met name de agrarische sector niet bereid was de winterrust voor trekganzen te respecteren. Die is noodzakelijk om energie op te doen voor de trek naar het noorden en voor het nieuwe broedseizoen. De populatie van de grauwe gans (Anser anser) die gedurende de zomer in de Krimpenerwaard verblijft, is in de afgelopen decennia dermate toegenomen dat overheden zich genoodzaakt zien maatregelen te treffen om deze populatie in te perken en zodoende met name schade aan gewassen te voorkomen of te verminderen. Om de ganzenpopulatie te beïnvloeden wordt onder meer overgegaan tot afschot van volgroeide ganzen, het leeghalen van nesten en het doorprikken van eieren. Buiten de grenzen van de Krimpenerwaard worden ook grote aantallen ruiende ganzen vergast. Deze methoden, en met name methoden die volgroeide ganzen betreffen, leiden tot publieke onrust. Zowel vanuit haar leden als vanuit de overheden wordt de Natuur- en Vogelwerkgroep ‘De Krimpenerwaard’ (NVWK) betrokken bij het beleid omtrent de grauwe gans. Om met een consistent verhaal naar buiten te kunnen treden binnen en buiten het ganzenoverleg, heeft het bestuur van de NVWK een zienswijze opgesteld over deze delicate kwestie. Het eerste uitgangspunt van de NVWK is gebaseerd op de statutaire doelstelling van de vereniging, die luidt als volgt: “De vereniging heeft tot doel het milieu, de natuur en het landschap, in het bijzonder in de Krimpenerwaard, te behouden en te beschermen, alles in de meest ruime zin.” In lijn met dit uitgangspunt is de NVWK in principe tegen de jacht op vogels en andere dieren, waaronder wij ook het afschot en de vergassing van ganzen verstaan. Echter, de kwestie van de grauwe gans is zeer gecompliceerd omdat er aanwijzingen zijn dat de grote dichtheid aan ganzen een bedreiging vormt voor andere vogels, planten en het landschap. Studies hebben onder meer uitgewezen dat intensieve begrazing van graslanden een negatief effect heeft op de dichtheid van weidevogels, dat de ontwikkeling van (riet)moeras wordt geremd en dat kolonies van zwarte sterns worden bedreigd door de aanwezigheid van grauwe ganzen. Deze effecten treden alleen op bij grote dichtheden van grauwe ganzen. Bij lage aantallen grauwe ganzen vinden deze verstoringen nauwelijks plaats en kan zelfs een positief effect optreden op bijvoorbeeld de vegetatiestructuur. Op basis van het bovenstaande onderkent de NVWK het belang van de populatiebeperking van de overzomerende grauwe ganzen. De NVWK staat daarom niet bij voorbaat negatief tegenover reproductiebeperking. Wij adviseren als methode voor de bestrijding van populatietoename het onvruchtbaar maken van de eieren in het nest waarbij een enkel ei per nest wordt gespaard. Door één ei te sparen zullen de broedende ganzen minder snel het nest verlaten om elders een tweede nest te maken. Dit vermindert de stress voor broedende ganzen en is het meest effectief. Dit is ons inziens de meest diervriendelijke en efficiënte wijze van populatiebeperking. De NVWK maakt overigens scherp onderscheid tussen de overzomerende (broedende) populatie grauwe ganzen en de ganzen die in de Krimpenerwaard komen overwinteren. Nederland vormt een zeer belangrijk onderdeel van het doortrek- en winterverspreidingsgebied voor internationaal beschermde West-Europese ganzenpopulaties. Een zeer groot deel van deze vogels heeft slechts een korte verblijfsduur in Nederland en broedt in andere delen van Europa. De overwinterende ganzen dragen in veel mindere mate bij aan de toenemende schade aan gewassen dan de broedpopulaties. De NVWK wijst daarom afschot van alle overwinterende ganzensoorten af.

44

Grauwe ganzenfamilie, foto: Hans Stoel

De Waardvogel - december 2013


Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel' ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾ ¾

gelegen in een landelijke en agrarische omgeving van 07.00 tot 19.00 uur opvang aan max. 12 kinderen verticale groep van 0 tot 4 jaar in voormalige koeienstal ervaren en gediplomeerde leiding optimale zorg en aandacht in unieke accommodatie sfeervolle inrichting en aankleding buitenspeelruimte in de openlucht en overdekt.

www.kinderopvangboerderij.nl kinderopvangboerderij@wanadoo.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht

Email: preparateurhofman@kpnplanet.nl

0182-353183

Openingstijden ma t/m vr: van 9 tot 18 uur dinsdagmiddag gesloten zaterdag: van 9 tot 16 uur Tiendweg west 28b Lekkerkerk 0180 - 663262

Scherp in printwerk

huisstijlen brochures flyers

0180-683804

strooifolders periodieken kopiëren en printen in zwart-wit en kleur

06-25040070 Goud PrintCenter Ohmweg 17 2952 BD Alblasserdam

T 078 691 24 74 E info@goudprintcenter.nl I www.goudprintcenter.nl

T. Rook • IJsseldijk Noord 358 2935 CS Ouderkerk


ZORGELOOS RIJDEN DANKZIJ VAN SMITS AUTO’S Wordt fan van ons klantvoordeel programma en profiteer ook mee!:

Kwaliteit

Voordelig

Betrouwbaar

Altijd dichtbij

s Gratis winter- & zomerkeuring met airco-check; s Spaarsysteem voor beurten, ieder jaar meer korting op de al scherpe vaste tarieven; s Aankoop van een door u geselecteerde occasion in geheel Nederland met ‘ZON’–garantie; s Waardecheques met tot 50% korting op onderdelen; s 1,2,3 service voor leaserijders; s Jaarlijks occasionshows, met kwaliteitsaanbod en directe voordelen! Kijk op smitsauto.nl of kom eens langs bij een van onze vestigingen, er is er altijd wel één bij u in de buurt!

smitsauto.nl

Provincialeweg 7a 2861 EB Bergambacht T. 0182 – 35 70 55 E. info@smitsauto.nl

Smits auto’s, uw dealer & garage. Al 30 jaar dichtbij! Vestigingen in Bergambacht, Haastrecht, Krimpen a/d Lek, Capelle a/d IJssel, Waddinxveen en Zoetermeer.

In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.

“De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. Keuken geopend van 17.00 tot 20.00 uur op woensdag, vrijdag en zaterdag. Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.

www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.