Waardvogel
fo
to
van de maand
Officiële uitgave van de NVWK
Sluipmoordenaars
26
De heggenmus
38
Algemene ledenvergadering op 28 maart
43
Venijn in een vingerhoed Het spannende leven van een overspelige erfvogel
Met presentatie ‘Natuurontwikkeling in De Hooge Boezem’ 54e JAARGANG | NUMMER 1 | FEBRUARI 2015
Belangrijke namen, telefoonnummers en e-mail adressen Bestuur Voorzitter Secretaris
Max Ossevoort, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx
Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep
Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Leeghwaterstraat 138, 2871 PL Schoonhoven Gerard van Slijpe, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl
Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Vacant Joke Colijn, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx
Penningmeester
Werkgroepen en andere belangrijke instanties Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com Foto’s t.b.v. de website Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Arie Dorsman, Ton de Groot Coördinatoren vlinders- en libellenSjani van Ophemert en Gabrielle Heuvelman, werkgroep xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Coördinator werkgroep landschapsonderhoud Coördinator trekvogeltellingen Coördinator wintervogeltellingen Coördinator uilenwerkgroep Coördinator zwaluwenwerkgroep Coördinator jeugdwerkgroep Coördinator Knotgroep Krimpen Coördinator roofvogelwerkgroep Dierenambulance Dierenbescherming Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Melden van zwerfvuil Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel
Patrick Heuvelman Vacant Peter Berger, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Hans Kouwenberg, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Jaap Graveland, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Nico van Dam, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Mieke Verwaal, jeugd@nvwk.nl Jos de Nood, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Morrison Pot, xxxxxx@xxxxxxxxxxxx Gouda e.o. Afdeling Krimpenerwaard Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Contact opnemen met de betreffende gemeente Vogelklas Karel Schot
xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx
xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx 0900 8844 010 4733333 010 4857847
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: xx xxxxxxxx. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
Foto van de maand: vuurgoudhaantje Maria Spruit Toen we de foto van dit vuurgoudhaantje zagen, waren Joke en ik meteen verkocht; wat een schattig vogeltje .en o zo moeilijk te fotograferen, omdat hij heel rusteloos van tak naar tak hipt en vliegt. Toch is het Hans Stoel gelukt om een mooie foto te maken. Onze complimenten! Een vuurgoudhaantje komt in onze streken veel minder voor dan het goudhaantje. Net als het goudhaantje heeft het vuurgoudhaantje een geel (het vrouwtje) of een oranje (het mannetje) streepje over haar/zijn kop lopen. Bij opwinding kan hij dit streepje als een hanenkam omhoog zetten en zelfs wat breder uitwaaieren. In eerste instantie lijkt het enige verschil tussen deze vogeltjes de zwarte oogstreep. Als je het geluk hebt om een vuurgoudhaantje goed in de kijker te krijgen, kan je zien dat hij ook okergeel op de schouders heeft en witte lijntjes boven en onder de ogen. In de Krimpenerwaard is hij een schaarse wintergast en doortrekker. Hij broedt in het oosten van het land. Zijn hoge zang is wat vloeiender dan van het goudhaantje.
2
Waardvogel – februari 2015
Van de voorzitter
Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 53 verschijnt 5 x per jaar, februari-april-juniseptember-december Kopij Inleveren vóór de 15e van de maand vóór de maand van verschijnen Oplage 860 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl Secretariaat & ledenadministratie Dirk-Jan van Roest Leeghwaterstraat 138 2871 PL Schoonhoven info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar: € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 15,- voor een basislidmaatschap € 20,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een email met uw gegevens te sturen naar info@nvwk.nl Op de voorpagina Grutto, foto: Erik Kleyheeg Foto van de maand: vuurgoudhaantje, foto: Hans Stoel Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Alle artikelen blijven voor de verantwoording van de auteurs Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
Max Ossevoort Vorige keer melde ik al dat de kleine zwanen weer gearriveerd waren en dat voor mij daarmee de echte winter begonnen was. Nou ja, winter? We hebben er nog maar weinig van gemerkt: een paar koudere dagen, wat sneeuw en hagel en dat was het dan wel zo ongeveer. Natuurlijk wordt er volop geschreven over de opwarming van de aarde en het smelten van het ijs op de poolkappen, en constateren we dat de flora en fauna op het noordelijke halfrond een noordelijke opmars aan het maken is, maar we zullen toch nog wel een beetje echte winter krijgen? We zullen zien. In ieder geval staat de aanvang van het weidevogelseizoen weer voor de deur met als begin de NVWK-startavond van het weidevogelseizoen op 5 maart. U bent daar overigens ook welkom als u (nog) geen weidevogelaar bent, maar interesse hebt in alle ontwikkelingen binnen het agrarisch natuurbeheer. De presentatie van Arjan van Duijvenboden is alvast veelbelovend! Het project erfvogels ligt op schema: er hebben zich al volop erfeigenaren gemeld. In februari worden deze erven bekeken met behulp van een speciaal ontwikkelde lijst met criteria, om te kunnen vaststellen wat op die erven voor vogels verbeterd kan worden. Vanaf maart gaan we dan vier erven inrichten; de rest komt later in het jaar aan de beurt. Ook gaan we zorgen dat er voldoende broedgelegenheid, o.a. in de vorm van nestkastjes, op die erven komt. Die kastjes gaan we op korte termijn zelf maken. Als u het leuk vindt nestkastjes te zagen, timmeren of beitsen, geef dat dan door aan xxxxxxxxxxx@xxxxx.xx, of bel na 20.00 uur xx-xxxxxxx, want ook voor die eenmalige actie zijn nog een aantal vrijwilligers nodig. Verder kijken we vooruit naar de Algemene Ledenvergadering op 25 maart, met ook weer een boeiende presentatie. In deze uitgave treft u daar onder andere de uitnodiging voor aan. We hebben op dit moment nog geen kandidaat voor de aanstaande vacature van vogelcoördinator. Mocht u spelen met de gedachte dat het misschien iets voor u is, weet dan dat u geen bioloog hoeft te zijn om die functie in te kunnen vullen. Een beetje organisatietalent en enthousiasme zijn genoeg. Mocht u toch nog aarzelen omdat u vragen heeft, bel me dan gerust vrijblijvend op. Uw bestuur is hard bezig met het opstellen van een Meerjarenbeleidsplan voor de periode 20152018, waarin we door het formuleren van speerpunten aangeven waar we de nadruk op willen leggen in die periode. Mijn doel is om dit beleidsplan omstreeks de ALV gereed te hebben. Inmiddels is er weer een vergadering geweest met de Vlinderstichting. Er is afgesproken dat we deze zomer en het najaar zullen gebruiken voor de voorbereiding en inrichting van de Idylle in het Loetbos, zodat we volgend jaar kunnen gaan genieten van een bloemenzee met veel vlinders en libellen, naast de nodige bijen, hommels en zweefvliegen. Ook deze keer is de redactie er weer in geslaagd, dank zij de vele bijdragen van onze leden, een veelzijdig blad samen te stellen. Veel leesplezier met deze Waardvogel, en misschien komen we elkaar wel ergens tegen in de Krimpenerwaard.
In dit nummer Belangrijke gegevens Foto van de maand Van de voorzitter Even Noteren Het kerkje Betrapt en gesnapt NVWK geeft erven vleugels! Foto’s gevraagd Samenwerking met Oasen Op de voorpagina: de grutto Vogelonderzoek in het Doove Gat Jaarverslag vogelwerkgroep Nieuwjaarswandeling Onderzoek naar kleine jagers 100.000 Nederlanders: Red de Rijke Weide Tuinvogeltelling Krimpenerwaard Jaarverslag van de secretaris Gezocht: nieuwe vogelcoördinator Eindejaars Plantenjacht Even Activeren Waterschapsverkiezingen Sluipmoordenaars
pag. 02 pag. 02 pag. 03 pag. 04 pag. 05 pag. 06 pag. 08 pag. 09 pag. 09 pag. 10 pag. 11 pag. 14 pag. 16 pag. 17 pag. 19 pag. 20 pag. 21 pag. 21 pag. 22 pag. 25 pag. 25 pag. 26
De NVWK en facebook Zienswijzen NVWK Jaarverslag werkgroep RO Zwanendrift Knotgroepnieuws Krimpen Rapport Verstoringsgevoeligheid van vogels Houd het Groene Hart groen Winterzwammen in beeld Wandelen in de Waard Workshop Polder lezen Natuurmanifest Jaarverslag van Knotgroep Oost De heggenmus, een gewone erfvogel? Nieuwe leden Knutselen voor kriebelbeestjes Een bijzondere ontmoeting Agenda Algemene Ledenvergadering De ijsvogel Jaarrekening 2014 Begroting 2015
pag. 27 pag. 27 pag. 28 pag. 29 pag. 30 pag. 30 pag. 30 pag. 31 pag. 32 pag. 35 pag. 35 pag. 36 pag. 38 pag. 41 pag. 42 pag. 42 pag. 43 pag. 44 pag. 45 pag. 46
Waardvogel – februari 2015
3
Even noteren Dinsdag 24 februari om 20.00 uur De Groene Motor, het vrijwilligersprogramma wat is ondergebracht bij Landschap & Erfgoed Zuid-Holland, nodigt u uit voor de Provinciale jaaravond vrijwillige weidevogelbescherming. De avond is bedoeld voor vrijwilligers, boeren en andere belanghebbenden die zich inzetten voor het weidevogelbeheer in Zuid-Holland. Op deze avond zal veel informatie gegeven worden over het 'nieuwe weidevogelen' en uitleg zijn over het veranderde beleid t.a.v. het agrarisch natuurbeheer. Het programma staat op onze site www.nvwk.nl in de agenda. Meld u aan via: www.landschaperfgoedzh/boerenlandvogels.
ook kort besproken, maar het gaat vooral om de vogels. Deze avond is in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2 in Berkenwoude.
Woensdag 25 februari 2015 om 20.00 uur Kris Joosten van RAVON komt een lezing geven over amfibieëntrek, padden overzetten en bescherming van amfibieën. We doen nog heel weinig aan deze leuke soortgroep; is deze avond het begin van iets meer? De paddentrek komt weer op gang, dus kom vooral naar de lezing in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2 in Berkenwoude.
Woensdag 25 maart 2015 om 20.00 uur Algemene ledenvergadering van onze vereniging in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2 te Berkenwoude. De avond wordt afgesloten met een presentatie van Arie Dorsman over de natuurontwikkelingen van polder De Hooge Boezem. De agenda staat op pag. 43. De jaarrekening van 2014 en de begroting van 2015 kunt u vinden op pagina’s 45 en 46.
Zaterdag 28 februari 2015 om 08.00 uur Gijsbert Mourik is onze gids op deze excursie naar de Oostvaardersplassen. In dit indrukwekkende gebied is de kans groot om zeearenden en ander moois te zien. We verzamelen bij de Stolp Inn in Stolwijk en vertrekken om 8.00 uur. De excursie duurt bij goede omstandigheden de hele dag. Meer informatie bij xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.
Zaterdag 28 maart 2015 om 08.00 uur We gaan op excursie naar Natuurontwikkelingsgebied Willeskop bij Oudewater onder leiding van Ton de Groot. Eind maart komt de vogeltrek weer op gang, dus wie weet wat we tegenkomen. We verzamelen om 08.00 uur bij de nieuwe parkeerplaats net ten oosten van de pont in Schoonhoven. Deelnemers kunnen ook direct naar het parkeerterrein bij Willeskop aan de Damweg gaan. De wandeling start daar om 08.30 uur. Voor meer info zie Even Activeren op pag. 25.
Donderdag 5 maart 2015 vanaf 20.00 uur Startavond voor het weidevogelseizoen 2015 met veel informatie over het nieuwe agrarisch natuurbeleid. Deze startavond is niet alleen voor de doorgewinterde weidevogelaars, maar voor iedereen die de weidevogels een warm hart toedraagt. Ook zal er een interessante presentatie gehouden worden door Arjan van Duijvenboden, een enthousiaste weidevogelaar met jaren ervaring. Zoals gewoonlijk zijn we te gast in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Zaterdag 7 maart 2015 van 09.00 tot 13.00 uur De afsluiting van het knotseizoen in de oostelijke Krimpenerwaard. Het prachtige Natuurrijk is een voormalig weiland omgevormd tot een polderbos met o.a. poelen en broedhopen voor ringslangen. Het ligt in Ouderkerk aan den IJssel tegenover Oudelandseweg 12. Meer info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, of xxxx-xxxxxx. Donderdag 12 maart 2015 om 20.00 uur Lezing over erfvogels door Jaap Graveland. In 2015 start de NVWK het project Erfvogels. Deze lezing geeft vooral info over de soorten en hun wensen op gebied van voedsel, nest- en schuilgelegenheid. Het project wordt
4
Waardvogel – februari 2015
Zaterdag 14 maart 2015 vanaf 09.00 uur Provinciale vrijwilligersdag van Landschap & Erfgoed Zuid-Holland, meer info op hun site www. landschaperfgoedzh.nl/aanmeldenvrijwilligersdag/. Het weekend van 14 en 15 maart 2015 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxx, of Peter Berger, xxxx-xxxxxx.
Zaterdag 11 april, tijd en plaats nader te bepalen Praktijkdagdeel ‘polder lezen’, georganiseerd door de Groene Motor o.l.v. Arjan van Duijvenboden, een zeer ervaren weidevogelkenner en -beschermer. Hij bezoekt zelf zo’n 100 boerenbedrijven, waar hij de vogels lokaliseert, en geeft ons allerlei tips, zie ook pag. 35. Deze workshop is bedoeld voor zowel doorgewinterde weidevogelaars als voor nieuw-geïnteresseerden. Aanmelden kan bij Joke Colijn, xxxxxxx@xxxxxxx.xx. Zaterdag 18 april 2015 van 13.30 tot 16.00 uur Heel veel van onze vogels eten vis, maar wat weten wij nou van die vissen? De jeugd gaat dat vanmiddag uitzoeken samen met Arie Anker. Na de uitleg gaan we zelf vissen maar wel zonder haakje! De plaats hoor je bij het vooraf opgeven aan Mieke Verwaal jeugd@nvwk.nl of xxxx-xxxxxx. Neem je wel waterdichte schoenen mee? Het weekend van 18 en 19 april 2015 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxx, of Peter Berger, xxxx-xxxxxx.
Zaterdag 25 april van 05.00 tot 17.00 uur De grootste jaarlijkse vogelwedstrijd in de Krimpenerwaard start ook vandaag weer vanuit het Loetbos. Twaalf uur lang vogelen en het team dat om 17.00 uur de meeste soorten heeft waargenomen, wint de wisselbeker en eeuwige roem. Iedereen kan zich met of zonder team aanmelden voor de BBD door een mail te sturen naar xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.
Zaterdag 16 mei, tijd en plaats nader te bepalen Praktijkdagdeel ‘polder lezen’, georganiseerd door de Groene Motor o.l.v. Arjan van Duijvenboden, een zeer ervaren weidevogelkenner en -beschermer. Hij bezoekt zelf zo’n 100 boerenbedrijven, waar hij de vogels lokaliseert, en geeft ons allerlei tips, zie ook pag. 35. Deze workshop is bedoeld voor zowel doorgewinterde weidevogelaars als voor nieuw-geïnteresseerden. Aanmelden kan bij Joke Colijn, xxxxxx@xxxxxxx.xx.
Het kerkje Tekst en illustratie: M. Bersma Er staat een kerkje in Krimpen aan de Lek, het “kerkje op de Noord”, wat niet meer als kerk gebruikt wordt. Vroeger fietsen mijn zus en ik daarheen op zondagmorgen vanuit Krimpen aan den IJssel, weer of geen weer. In de winter, als er ijs op de sloten lag, gingen we op de schaats. Het was avontuurlijk om tussen de berijpte weilanden door te rijden, langs plaatsen waar je lopend of fietsend nooit kwam. Op een zondagmorgen, eerste Pinksterdag, fietsten we in de stralende zon de bekende route. Toen we de kerk bereikten, werden we niet door het gebruikelijke orgelspel begroet. De organist had zonder bericht verstek laten gaan. Vóór in de kerk stond de jonge gastdominee die speurend rondkeek. Er stond een bejaarde boerin op, ze priemde met haar vinger in mijn richting en zei ijverig: “Kijk dominee, zij kan wel spelen.” Ik dook naar beneden, maar het was te laat. Het domineetje liep doelbewust op mij af, stelde zich voor en vroeg beleefd maar dringend of ik hem wilde volgen. Mijn tegenwerpingen wimpelde hij achteloos af. “Nooit op een kerkorgel gespeeld? Och, één keer moet de eerste zijn, het zal best lukken.” Ik liep gehoorzaam achter hem aan en voelde bendes ogen in m’n rug prikken. Mijn begeleider liep voor mij uit de trap op in de consistoriekamer. “Kijk,” zei hij, “als je nu de eerste twee maten speelt van het voorspel en aan het einde de laatste drie, ben ik tevreden.” Hij wenste me sterkte en verdween door het trapgat. Ik trok de benodigde knoppen uit en wachtte gelaten op het sein om te spelen, maar opeens kwam z’n hoof met een verschrikte blik weer boven het trapgat uit. Nerveus zei hij: “Ik ben m’n prekenboek kwijt.” Behulpzaam hielp ik zoeken en vond het boekje op een oud tafeltje, waar hij het achteloos had neergelegd. Dankbaar nam hij het in ontvangst en opnieuw zag ik z’n hoofd verdwijnen. In de kerkruimte was het roezemoezig, omdat het steeds later werd. Eindelijk werd het sein gegeven voor het eerste lied. Ik deed m’n best de gemeente zo goed mogelijk te begeleiden, maar de pedalen heb ik niet gebruikt, daar wist ik geen raad mee. Aan het eind van de dienst heeft het aardige domineetje me bedankt; ik ben echter geen organist geworden.
Waardvogel – februari 2015
5
Betrapt en gesnapt Erik Kleyheeg Hoewel het nog niet echt winter is geweest, laten de wintervogels ons niet in de steek. Aan de andere kant zijn er de afgelopen maanden ook nog soorten waargenomen die we in de Krimpenerwaard eerder in de zomer zouden verwachten. Zo is het een mooie mix van soorten geworden. Hieronder volgt een overzicht van de opvallende waarnemingen sinds 1 december 2014. Op 13 december vond Arie Dorsman langs de Bonrepas tussen Schoonhoven en Vlist een onvolwassen kwak. De vogel liet zich gemakkelijk bekijken en fotograferen. Ook de volgende dag was de kwak nog aanwezig en werd door veel vogelaars gezien. Een andere bijzondere reiger was de koereiger, die lange tijd in de Krimpenerwaard aanwezig was. Zeker tot 14 december zat de vogel achter de Kwakels in polder Den Hoek tussen de schapen, waar hij vooral op muizen joeg. Later, op 16 januari, werd mogelijk hetzelfde exemplaar waargenomen door Rinus Anker in polder Achterbroek. Vervolgens is de vogel waarschijnlijk de Hollandsche IJssel over gevlogen, want waarnemingen van een koereiger ten westen van Gouda volgden in de dagen daarna. In polder Zuidbroek bij het Loetbos werd begin december nog een purperreiger gemeld, die de najaarstrek had gemist. De reden liet zich niet moeilijk raden: de vogel had een gebroken vleugel. Na 7 december is de vogel niet meer gezien. Een waarneming van een zwarte ibis, gezien door Remy Sanders, kwam op 26 december uit polder Veerstalblok. Na de influx van deze soort in het afgelopen najaar zijn blijkbaar wat exemplaren achtergebleven in Nederland. Op 9 december zag Ton de Groot nog een late lepelaar vertrekken vanuit het Doove Gat bij Haastrecht. De vogel vloog in zuidelijke richting, dus in principe de goede kant op. Een echte wintergast is de wilde zwaan, waarvan een exemplaar door Paul Schrijvershof op 5 januari en door Jannie Monhemius op 7 januari werd gezien in polder Schuwacht. Met enige regelmaat werden toendrarietganzen opgemerkt tussen de kolganzen, vooral in polder Den Hoek. Max Ossevoort zag op 29 december bovendien drie kleine rietganzen in polder Bergambacht. Twee mannetjes pijlstaart zaten op 7 januari kortstondig op de plas van het Doove Gat. Op 20 december zag Joep Vermaat een mannetje brilduiker bij Lekkerkerk en op 29 december zag Max Ossevoort twee exemplaren over de Lek bij Opperduit vliegen. Grote zaagbekken werden weer gezien vanaf 20 december, vooral in polder Keulevaart bij Haastrecht, waar maximaal 6 exemplaren bij elkaar werden gezien. Daarnaast zaten twee exemplaren op 13 januari op de Hollandsche IJssel bij Gouderak. Op diverse plekken in december en begin januari werden blauwe kiekendieven waargenomen in de Krimpenerwaard, waaronder een exemplaar dat zich lange tijd ophield in de omgeving van Haastrecht. Nog een stukje zeldzamer is de ruigpootbuizerd, waarvan een exemplaar tussen 10 en 24 december rond Lekkerkerk en een exemplaar op 30 december in polder
6
Waardvogel – februari 2015
De Nesse werd waargenomen. Op 14 en 15 januari werd in polder Den Hoek een smelleken waargenomen door respectievelijk Peter Berger en Max Ossevoort. De vogel was op de 14e druk aan het jagen en gaf een mooie show weg. Voor bokjes kon je in december en januari het beste bij het natuurgebiedje bij Lageweg zijn, hoewel in begin januari ook tweemaal een exemplaar werd gezien in polder Schuwagt. Van de houtsnip kwam een zestal waarnemingen binnen, verspreid over de Krimpenerwaard. Op 21 december vond Cor Oskam een winterse zwarte ruiter in het Doove Gat. Geelpootmeeuwen en Pontische meeuwen werden traditioneel langs de grote rivieren gezien, hoewel het niet meer dan een handjevol enkelingen waren. Dat de ijsvogel uit het dal is geklommen blijkt wel uit de vele waarnemingen die werden gedaan in de afgelopen twee maanden. In totaal werd de soort 58 keer ingevoerd op krimpen.waarneming.nl. Waterpiepers werden ook zeer regelmatig gemeld uit alle hoeken van de Krimpenerwaard. Minimaal twee zwarte roodstaarten trotseren hier de winter, met een waarneming van Ton de Groot bij Lageweg op 30 december en een waarneming van Jannie Monhemius op 31 december bij Ouderkerk aan den IJssel. Een mannetje roodborsttapuit heeft het Doove Gat uitgekozen om te overwinteren en werd daar bijna dagelijks gezien. Cetti’s zangers langs de Lek lieten zich slechts een paar keer horen, maar dat zal wel veranderen zodra het beter weer wordt. Van de tien vuurgoudhaantjes die werden gemeld, zaten de meeste in de westelijke hoek van de Krimpenerwaard. Wordt daar beter opgelet of zitten ze daar meer? Baardmannetjes werden gezien en gehoord bij de Buitenlanden te Ammerstol op 2 december en langs de Hollandsche IJssel bij Ouderkerk aan den IJssel halverwege januari. Boomklevers lieten zich alleen zien in Schoonhoven, met een maximum van drie exemplaren waargenomen door Arie Dorsman op 16 januari. Rik Vinke merkte op 12 december een Noordse kauw op in Lekkerkerk en Morrison Pot zag op 11 januari een exemplaar in Haastrecht. Daaruit blijkt maar weer dat kauwen echte trekvogels zijn. Deze winter worden maar weinig kepen gezien. Er kwamen slechts vijf waarnemingen binnen, verspreid over de Krimpenerwaard. Ook barmsijzen zijn dun gezaaid, met een enkele waarneming van de grote barmsijs door Jannie Monhemius op 21 december in het EZH-bos en twee waarnemingen van de kleine barmsijs: drie exemplaren in de Stolwijkse Boezem op 18 januari
gemeld door Rudi en Terlouw en op dag een door Rudi Terlouw op dezelfde dagdezelfde een exemplaar in het exemplaar in het EZH-bos, waargenomen door Herman EZH-bos, waargenomen door Herman van den Brand. Harm van denvond Brand. Harm Blom een vonddrietal op 28goudvinken december een Blom op 28 december in het drietal goudvinken in het Loetbos en in januari Loetbos en in januari werden regelmatig éénwerden of twee regelmatig of in twee gezien exemplaren één gezien het exemplaren Krimpenerhout. De inlijsthetmet Voor de komende maanden zijn alle scenario’s bijzondere soorten wordt afgesloten met een nog mooie denkbaar. winter invalt waarnemingAlsvandeeen ijsgors, die kunnen roepend we overmeer polder wintervogels nonnetjes, roerdompen Benedenkerkverwachten, bij Stolwijkzoals vloog, waargenomen door Jan en misschien wel pestvogels. De eerste zomergasten Koreneef op 6 december. zullen echter ook snel weer terugkeren en vóór het
Krimpenerhout. De maanden lijst met bijzondere soorten wordt Voor de komende zijn alle scenario’s nog afgesloten met een mooie waarneming van denkbaar. Als de winter invalt kunnen een weijsgors, meer die roepend over polder Benedenkerk bij Stolwijk vloog, wintervogels verwachten, zoals nonnetjes, roerdompen waargenomen door Jan Koreneef op 6 december. en misschien wel pestvogels. De eerste zomergasten zullen echter ook snel weer terugkeren en vóór het verschijnen volgende Waardvogel Waardvogel heeft heeft uu vast vast al al verschijnen van van de de volgende grutto’s gezien. Mocht u iets bijzonders zien, voer het grutto’s gezien. Mocht u iets bijzonders zien, voer het dan in op op krimpen.waarneming.nl, krimpen.waarneming.nl, zodat zodat andere andere dan snel snel in leden van de werkgroep er ook van kunnen genieten! leden van de werkgroep er ook van kunnen genieten!
Boven: roodborsttapuit, onder: juveniele kwak; foto’s: Dirk-Jan van Roest
Waardvogel – februari 2015
7
‘NVWK geeft erven vleugels!’ Doe ook mee met dit project voor erfvogels Jaap Graveland In de vorige Waardvogel kon u lezen dat de NVWK met een project is gestart om erven geschikter te maken voor erfvogels en om erfvogels te tellen. Het was erg fijn dat de kranten het nieuws oppikten en ook bij lokale radiostations is er goede belangstelling voor het project. Binnen drie weken meldden zich al twintig erfeigenaren aan die hun erf geschikter willen maken voor erfvogels. Ook zijn al de eerste mensen bekend die mee willen helpen op de erven, de ‘erfverbeteraars’. Veel mensen reageren enthousiast, omdat ze graag wat willen doen aan de natuur in hun onmiddellijke omgeving. Daar zijn we ontzettend blij mee! Het project heet ‘NVWK geeft erven vleugels!’ De komende maanden proberen we via de media nog meer aandacht voor het project te vragen, zetten we een cursus op, bezoeken we de erven, proberen we het aantal erfverbeteraars uit te breiden en gaan we op eerste locaties aan de slag. Meld u aan, er zijn veel helpende handen nodig. Hier volgt praktische informatie over hoe u zich kunt aanmelden en hoe het vanaf dan verder gaat. Voor erfeigenaren - Als u als erfeigenaar interesse heeft om hier aan mee te doen, kunt u zich aanmelden via erfvogels@nvwk.nl of via een telefoontje naar de projectcoördinator Jaap Graveland (xx xxxxxxxx, na 20.00 uur). Ook als u vragen heeft of zich alleen wilt oriënteren. - Het gaat om alle soorten erven, agrarisch en nietagrarisch, maar niet om kleine tuinen in de bebouwde kom. Dit om het project voor de NVWK hanteerbaar en interessant te maken. - We nemen dan contact met u op en als u wilt brengen we een bezoek en bekijken met u de wensen en mogelijkheden. - De verbetermaatregelen kunnen zijn: het plaatsen van nestkasten, de aanplant van hoogstamfruitbomen, knotwilgen, het aanleggen van takkenrillen, houtstapels, het maken van ruige overhoekjes, de aanplant van planten die vlinders en andere insecten aantrekken, etc. - De voorstellen voor (her)inrichting van deze elementen komen van ter zake deskundigen en worden uiteraard met u doorgenomen op wenselijkheid. Afhankelijk van de geschiktheid van uw erf spreken we met u af welke maatregelen waar op uw erf kunnen worden uitgevoerd. - Als u het erf inderdaad wilt verbeteren en zelf de maatregelen wilt uitvoeren, dan kunnen we u daarbij adviseren. - Als u de inrichtingsmaatregelen niet zelf kunt of wilt uitvoeren, dan worden ze uitgevoerd met vrijwilligers. U blijft zelf verantwoordelijk voor het onderhoud, zoals het wilgenknotten. - Eventueel kan ook onderhoud door vrijwilligers worden gedaan. Daar zijn wel wat kosten aan verbonden; we sluiten daarover dan een aparte overeenkomst met u af. - Onderdeel van de overeenkomst binnen het project ‘NVWK geeft erven vleugels!’ is dat de vogels op uw erf ook worden geteld, zodat het resultaat van de verbetermaatregelen zichtbaar wordt. Dat tellen kunt u zelf doen, of wordt gedaan door andere vrijwilligers. De NVWK helpt daarbij, onder andere via een cursus (zie hierna). - De provincie stelt een subsidiebedrag beschikbaar waardoor 50% van de kosten van plantgoed, nestkasten e.d. kunnen worden vergoed. U bent zelf weer verantwoordelijk voor het onderhoud.
8
Waardvogel – februari 2015
- Overigens hoeft het onderhoud geen extra tijd te kosten: het aanleggen van een takkenwal kost vaak minder tijd dan de takken afvoeren, en een ruige overhoek hoeft u maar twee maal per jaar te maaien in plaats van wekelijks. - U kunt deelnemen aan een cursus die de NVWK in samenwerking met de Groene Motor in het voorjaar organiseert. Op de cursus leert u de erfvogels kennen en tellen, en leert u welke maatregelen u kunt nemen op uw erf, en hoe u dat doet. De cursus vindt plaats op vier avonden in april-juni. Ter afsluiting bezoeken we een erf om de praktijk te zien en wat ervaring op te doen met de vogels. Over opzet en data van de cursus ontvangt u nog bericht. De informatie verschijnt ook in de Waardvogel en op de website onder www.nvwk.nl/actueel/projecten. - De maatregelen worden uitgevoerd in het winterhalfjaar, te beginnen na de zomer van 2015. In de eerste maanden van 2015 richten we als pilot vier erven in van eigenaren met wie we al langer in contact zijn. Voor wie wil helpen met erfverbetering - U kunt zich nu al aanmelden; dat verplicht tot niets, maar het geeft ons een indruk van het aantal mensen dat mee zou willen helpen. Per email: erfvogels@nvwk.nl of per telefoon: xx xxxxxxxxx. - De data waarop, en erven waar we aan de slag gaan worden vermeld in de Waardvogel in de rubriek ‘Even Noteren’, op de site, via facebook en vaak ook in de media. Als u zich heeft aangemeld dan wordt u ook per e-mail geïnformeerd. - Soms zijn we een halve dag of dag op een erf aan de slag, soms langer. U bepaalt per dag of u beschikbaar bent. - Geef u op! Het is leuk, gezellig, leerzaam en u helpt de erfvogels. - Ook u kunt zich opgeven voor de cursus Erfvogels. Zie onder ‘Voor erfeigenaren’. Voor wie erfvogels wil tellen - Meld u aan. Iedereen kan zich opgeven, het gaat dus niet alleen om erfeigenaren. - Via de tellingen kunnen we kijken welke erfvogels in de Krimpenerwaard voorkomen, op wat voor erven en natuurlijk of onze maatregelen effect hebben!
- Voor registratie van uw telgegevens kunt u gebruik gaan maken van een eenvoudig ‘invoerportaal’. Uw tellingen worden dan automatisch vastgelegd en kunt u uw tellingen vergelijken met die op andere erven. - Het vogels tellen en vastleggen van de telresultaten leert u op de genoemde cursus, of kunt u leren via een handleiding die beschikbaar komt. - Mensen die niet met een computer of met internet werken kunnen ook meedoen. We sturen er op aan om met het project ‘NVWK geeft erven vleugels!’ geleidelijk een nieuwe werkgroep te
vormen, die zich bezighoudt met het inrichten van erven en het monitoren van de erfvogels.
-
Aanvullende informatie over de cursus Voor erfeigenaren geldt: ook zonder dat u deelneemt kunt u uiteraard maatregelen op uw erf (laten) uitvoeren. Deelname is gratis voor iedereen. We verwachten van de deelnemers dat ze meehelpen bij het uitvoeren van de verbetermaatregelen. Voor aanmelden, vragen of opmerkingen: mail naar erfvogels@nvwk.nl of bel Jaap Graveland, xx xxxxxxxx.
Foto’s gevraagd van erven en erfvogels Jaap Graveland Voor het project ‘NVWK geeft erven vleugels!’ ben ik op zoek naar mooie foto’s van erfvogels, van erven in de Krimpenerwaard of vergelijkbare gebieden, of van elementen op die erven: schuren, hoogstamfruitboomgaarden, mooi aangelegde takkenrillen en takkenstapels, etc. Het kunnen zowel traditionele als modern ingerichte erven en tuinen in het buitengebied zijn. Ik wil die foto’s vooral gebruiken voor een lezing over erfvogels op 12 maart (zie de rubriek ‘Even noteren’ op pag. 4). Over het mogelijke gebruik voor andere onderdelen binnen het project (voorlichtingsmateriaal, website etc.) kunnen we aparte afspraken maken. Uiteraard worden in deze lezing en op andere plaatsen waar we de foto’s zouden gebruiken altijd de namen van de fotografen genoemd. Jaap Graveland, e-mail: erfvogels@nvwk.nl, tel. xx xxxxxxxx.
Samenwerking NVWK met Oasen Jaap Graveland Het Waterleidingbedrijf Oasen hecht belang aan een natuurvriendelijk beheer van haar winlocaties en bedrijfsterreinen. Oasen wil ook aan de slag op de locatie in Ammerstol en heeft de NVWK gevraagd om advies. Oasen heeft in deze regio aan aantal winvelden en bedrijfslocaties. Vanwege de bedrijfsfilosofie en voor bescherming van de winvelden voert Oasen ecologisch beheer uit, binnen de eisen die de drinkwaterproductie stelt. Op de locaties in de Alblasserwaard heeft Oasen dat al eerder met succes gedaan (http://www.oasen.nl/drinkwatermaken/Paginas/ecologischbeheer-Artikel.aspx). Het bedrijf wil nu ook de winlocatie in Ammerstol natuurvriendelijker inrichten en heeft de NVWK gevraagd om haar hierin de adviseren. De NVWK wil dit natuurlijk graag doen en gaat er mee aan de slag, als onderdeel van het project ‘NVWK geeft erven vleugels!‘. Het gaat om meer dan alleen vogels en planten. Wellicht zijn er bijvoorbeeld ook mogelijkheden voor amfibieën, vlinders en vleermuizen. Komende maanden gaan we met Oasen kijken wat de wensen en mogelijkheden zijn. Als het voorstel van de NVWK voldoet aan de eisen van Oasen, zou het bedrijf de plannen dit jaar al willen realiseren. Het is natuurlijk leuk om vast te kunnen stellen wat de maatregelen opleveren voor de natuur. Daarom gaat de NVWK een ‘nulmeting’ uitvoeren in het voorjaar en de zomer om de ontwikkelingen vanaf het begin te kunnen volgen. NVWK-lid Arie Kooy is bereid gevonden deze startinventarisatie voor zijn rekening te nemen. Dank! Er hebben zich voor het project ‘NVWK geeft erven vleugels!’ al enige tientallen erfeigenaren opgegeven. Sommigen willen ook zelf vogels gaan tellen, maar we kunnen nog veel meer tellers gebruiken. Ook met het tellen van de vogels op één erf helpt u al mee. Het is vijf ochtenden een uurtje werk. Dus heeft u zin om mee te doen, laat het weten via erfvogels@nvwk.nl of bel xx xxxxxxxx.
Waardvogel – februari 2015
9
Op de voorpagina: de grutto
Joke Colijn Sinds mensenheugenis horen grutto’s in de Krimpenerwaard. Ik kan mij dan ook geen veenweidepolder in het voorjaar voorstellen, zonder het gejubel van deze schitterende weidevogels. Grutto’s zijn steltlopers die overwinteren in West-Afrika en voor het broedseizoen massaal neerstrijken in de Nederlandse veenweidegebieden, waaronder de Krimpenerwaard. Hun broedkleed kent rijke contrasten in roestrood, zwart, wit en bruin en tijdens baltsvluchten roepen ze aanhoudend hun naam. Een hongerige grutto lust behalve wormen ook graag emelten, en kan er wel 1200 per dag op! Dat maakt een boer echt blij. Grutto’s zijn heel gevoelig voor verstoring. Denk aan wandelaars en recreanten, aan hoge bomen die uitkijkpost of nestgelegenheid bieden aan predatoren, aan kunstlicht en bewerkingen van het land. Ze hebben open, rustig gebied nodig; versnippering is een groter gevaar dan predatoren in de Krimpenerwaard. Weidevogels zijn afhankelijk van ons cultuurlandschap, omdat ze nu eenmaal in hoofdzaak broeden op weilanden. Ook hun voedsel vinden ze overvloedig in die weilanden – tenminste, tot voorheen. De hoge grondwaterstand dreef het voedsel naar boven en maakte het goed bereikbaar, ook ’s zomers. Bloemrijke weiden zorgden voor voldoende insecten om de pullen groot te brengen, totdat die zelf met hun snavels in de bodem konden zoeken naar voedsel. De boer maaide pas in juli, als de jongen al lang konden vliegen. Tot zover ging het prima met de weidevogels! Op dit moment ligt het provinciale Natuurbeheerplan 2016 ter inzage. De provincie Zuid-Holland wil dat de gebiedspartners uit elk weidevogelgebied (de zogenaamde gebiedscoalitie) samen een zienswijze schrijven op dit plan. Dat vereist intensief overleg, en nog niet in elk gebied is er overleg op gang gekomen tussen onder andere de vrijwillige weidevogelbeschermers en de agrarische natuurvereniging als belangrijke gebiedspartners. Wij hebben in de Krimpenerwaard inmiddels een paar goede gesprekken achter de rug met een tweetal vertegenwoordigers van de ANV Weidehof, die ook vertegenwoordigers zijn van het collectief in de Krimpenerwaard, maar er is nog een flink traject te gaan. Ook het Zuid-Hollands Landschap, de Natuurcoöperatie, het Hoogheemraadschap en de nieuwe gemeente Krimpenerwaard zijn belangrijke partners in dit overleg, die echter nog niet zijn aangeschoven. De ANV Weidehof heeft bij de provincie een kansenkaart ingediend voor Weidevogelkerngebieden, die voor een groot deel overeenkomt met de kaart die de NVWK heeft samengesteld. Over de gebieden waarover geen overeenstemming bestaat, praten we nog. Gebieden die buiten de weidevogelkerngebieden zullen vallen, komen niet meer in aanmerking voor subsidies voor natuur- of weidevogelbeheer. Vanzelfsprekend kunnen vrijwilligers toch nog bij zulke agrariërs weidevogels blijven beschermen; er is alleen geen geld voor gederfd inkomen. Wil zo’n boer toch graag dat zijn vrijwilliger blijft komen, dan zou ik daar zeker gehoor aan geven: zo’n boer heeft hart voor vogels! Agrariërs die in een weidevogelkerngebied boeren en beheercontracten met het collectief afsluiten, krijgen te maken met nieuwe regelgeving die ervoor moet zorgen dat de daling van de weidevogelpopulatie gekeerd wordt. Daar hebben vrijwillige weidevogelbeschermers een wezenlijk aandeel in. De vrijwilliger verzamelt namelijk de informatie waaruit blijkt of de jonge vogels daadwerkelijk vliegvlug worden. Hij houdt ook in de gaten waar nog pullen lopen als er bewerkingen op stapel staan. Het wordt nog veel meer een samenspel tussen vrijwilliger en boer dan het al was, en de boer weet dat ook; hij is immers meer dan ooit
10
Waardvogel – februari 2015
afhankelijk van zijn vrijwilliger voor het ontvangen van de subsidie. De vrijwilliger loopt minder, maar kijkt meer. Hij interpreteert het gedrag van de vogels op afstand en noteert dat in codes. Veel weidevogelaars hebben al zoveel ervaring opgedaan, dat ze (soms onbewust) al heel goed het gedrag weten te interpreteren. Het is dan ook niet zozeer een vernieuwing, als wel anders omgaan met je waarnemingen, en deze gegevens registreren. De vogels worden niet verder verstoord door nesten te zoeken. Het doel is de weidevogels te laten overleven. De boer moet daar wat voor doen of voor laten, en de vrijwilliger helpt hem daarbij. De boer moet meer in overleg met de vrijwilliger want hij is afhankelijk van hem of haar, en omgekeerd moeten wij als vrijwilliger ons inzetten om de vogels groot te laten worden. Wij, de vrijwilligers, zullen moeten professionaliseren: de boer rekent op ons. De NVWK is samen met de Groene Motor bezig om ons bij te spijkeren het komende seizoen. Allereerst is daar op de startavond een enorm interessante lezing van Arjan van Duijvenboden, die zelf een zeer ervaren en enthousiaste weidevogelaar is. Hij brengt ons allerlei vaardigheden bij en vertelt rijp en groen over zijn inspirerende manier van werken. Want ook ‘nieuwe’ weidevogelaars en geïnteresseerden zijn meer dan welkom 5 maart! Vervolgens gaan we in twee workshops het gehoorde in praktijk zien en brengen in polder Den Hoek. Zie hiervoor pagina 35. Het beloven twee super-interessante dagdelen te worden in een zeer gevarieerde biotoop; laten we maar eens zien wat we kunnen ontdekken door de kijker! Detailinformatie volgt op de site. Oproepje aan (amateur)fotografen De redactie van de Waardvogel wil in 2015 de voorpagina’s wijden aan weidevogels. Het februarinummer zijn we begonnen met de koning der weidevogels: de grutto. Voor de resterende nummers doen we een beroep op uw creativiteit om de komende maanden fraaie portretten te schieten in de Krimpenerwaard. De vogels zijn hier immers maar kort! We willen indien mogelijk graag de minder voorde-hand-liggende vogels in beeld brengen, zoals een eendje, een zangvogel, een zwarte stern, misschien zelfs een kwartel! Maar een stoere wulp of toch de fotogenieke kievit is ook heel welkom. Tot de zogenaamde primaire weidevogels worden gerekend de steltlopers kievit, scholekster, grutto, tureluur, wulp, kemphaan en watersnip. Enkele eendensoorten die we meerekenen zijn slobeend, krakeend, bergeend, zomertaling, wintertaling en kuifeend, maar ook kleine zangvogels als veldleeuwerik, graspieper en gele kwikstaart. Ook de zwarte stern is een weidevogel, hoewel die slechts zelden op het land broedt.
Vogelonderzoek in het Doove Gat in Haastrecht Erik Kleyheeg en Cor Oskam Aanleiding onderzoek De herinrichting van polder De Hooge Boezem achter Haastrecht in 2011 was aanleiding voor Vogelringstation Nebularia om in samenwerking met het Zuid-Hollands Landschap de broedvogelmonitoring in het gebied te intensiveren en dit jaarlijks te koppelen aan ringonderzoek. Enkele doelstellingen hierbij waren inzicht te krijgen over: - Wat is het effect van de inrichting op de bestaande broedvogelpopulaties? - Liggen er mogelijkheden voor groei in populaties van bestaande soorten? - Zijn er nieuwe vogelsoorten te verwachten en verdwijnen er soorten? - Maken meer moeraszangers tijdens de najaarstrek gebruik van het gebied als stop-over als het moeras groter wordt? - Waar komen deze vogels vandaan en hoe lang blijven doortrekkers gemiddeld in het gebied om er op te vetten? Hieronder presenteren wij een verkorte versie van de rapportage van onze activiteiten in 2014. Broedvogelinventarisatie De tweede en laatste fase van de inrichting van polder De Hooge Boezem ging in december 2013 van start. Het duurde tot half april voordat alle werkzaamheden klaar waren en de aannemers het gebied verlieten. Er werden broedvogels geïnventariseerd volgens de SOVON BMP– A (Broedvogel Monitoring Project – Alle soorten) methode. Vanaf begin april werden er in totaal twaalf bezoeken afgelegd. Het merendeel van de bezoeken vonden plaats in de vroege ochtend. Drie keer werd er in de nacht met geluid geïnventariseerd op rallen. Het gebied wordt door de aanleg van specifiek moerasbiotoop steeds interessanter voor soorten als waterral, porseleinhoen en roerdomp. Een voorbeeld hiervan was een roepende roerdomp in het gebied. Ondanks spaarzame waarnemingen van deze mystieke
moerasvogel was een roepend exemplaar in het gebied alweer decennia geleden. Porseleinhoenen werden niet vastgesteld tijdens de geluidsrondjes. Te vermelden is echter een ringvangst op 31 juli van een volwassen exemplaar en van een jonge vogel op 17 september. Deze vangsten waren natuurlijk erg leuk, maar helaas geen harde onderbouwing voor een broedgeval. Er werden twee territoria van de waterral geteld. De toekomst ziet er voor alle drie de soorten goed uit. De kolonie visdiefjes groeide dit jaar explosief door naar 35 broedpaar. De moeraszangers deden het ook bijzonder goed; zie Tabel 1. De populatie blauwborsten groeide spectaculair tot maar liefst zes paar. De snor deed het geweldig met vier paar. In totaliteit kwamen in 2014 53 verschillende vogelsoorten tot broeden en dat is acht soorten meer dan in 2013.
Broedvogel inventarisatie Hooge Boezem / Doove Gat Haastrecht 2012 2013 2014 Fuut 3 4 3 Kleine Plevier Roerdomp 0 0 1 * Kievit Ooievaar 2 2 1 Grutto Knobbelzwaan 4 3 3 Wulp Grauwe Gans 5 11 10 Tureluur Canadese Gans 3 4 4 Kokmeeuw Nijlgans 1 1 1 Visdief Bergeend 0 0 1 Houtduif Krakeend 2 2 1 Koekoek Wintertaling 0 1 0 Veldleeuwerik Wilde Eend 20-25 12-20 18-22 Graspieper Zomertaling 3 1 2 Witte Kwikstaart Slobeend 1 2 3 Winterkoning Kuifeend 2 4 2 Heggenmus Bruine kiekendief 1 2 1 Blauwborst Fazant 1 2 2 Merel Waterral 0 0 2 Sprinkhaanzanger Waterhoen 1 1 1 Snor Meerkoet 18 16 17 Rietzanger Scholekster 2 3 4 Bosrietzanger
2012 2013 2014 2 1 4 Kleine Karekiet 11 6 5 Spotvogel 12 11 6 Tuinfluiter 0 0 0 Zwartkop 4 4 2 Tjiftjaf 0 0 3 Fitis 5 17 35 Pimpelmees 4 2 2 Koolmees 1 0 1 Ekster 0 0 0 Zwarte Kraai 1 0 0 Spreeuw 3 2 2 Ringmus 3 4 3 Vink 1 0 1 Groenling 3 3 6 Putter 4 3 2 Rietgors 1 1 1 Spotvogel 1 0 4 Tuinfluiter 12 16 22 Zwartkop 1 2 4
2012 22 1 2 2 4 4 1 1 1 1 2 7 2 1 2 8 1 2 2
2013 2014 18 16 2 2 2 2 0 1 2 3 8 4 0 1 4 1 1 1 1 1 1 1 5 4 3 2 1 1 0 0 13 17 2 2 2 2 0 1
Tabel 1. Aantallen over de afgelopen drie jaar. Roerdomp ( 1*) zeer waarschijnlijk niet gebroed.
Waardvogel – februari 2015
11
Ringonderzoek Doove Gat 2014 In 2014 is het vogelringstation van 3 juli tot en met 31 oktober actief geweest met in totaal 26 vangmomenten. Deze periode is langer dan in 2012 en 2013, maar de intensiteit van vangactiviteiten was in alle jaren het hoogst in dezelfde periode, namelijk in de zomer, wanneer de grootste aantallen rietvogels doortrekken (m.n. kleine karekiet en rietzanger). Als gecertificeerde ringers waren Erik Kleyheeg, Cor Oskam, Morrison Pot en Marcel Schildwacht in 2014 betrokken bij het onderzoek. Resultaten In 2014 werden in totaal 1082 ringvangsten gedaan, inclusief terugvangsten binnen de vangperiode. Het aantal individuele vogels dat in het Doove Gat nieuw werd geringd was 929; 18 vogels werden terug gevangen die in eerdere jaren geringd waren in het Doove Gat en er werden twee vogels met een Belgische ring gevangen. Gemiddeld werden in 2014 tijdens ochtendvangsten 51 vogels gevangen en tijdens de avondvangsten 38 vogels. De enige nachtvangst leverde 19 vogels op. Tijdens de ochtendvangst op 19 juli gingen we voor het eerst in het Doove Gat over de 100 vogels heen en vingen we in totaal 110 individuen. Het gemiddelde aantal vogels dat per dag werd gevangen was in juli veruit het hoogst (57) en bleef augustus en september gelijk (35), maar ook in oktober, toen de meeste rietvogels waren vertrokken, werden nog steeds rond de 30 vogels gevangen (dankzij rietgors en pimpelmees). Eind oktober werd voor het eerst een nachtvangst gedaan en lukte het eindelijk om een ransuil te vangen (die vaak ’s avonds bij de netten werd waargenomen), evenals enkele waterrallen en veldleeuweriken. Opvallend is dat het aantal terugvangsten per vangdag gedurende het vangseizoen vrij stabiel bleef. Dat suggereert dat veel vogels vrij snel doortrokken, wat ook wel aannemelijk is als we het aantal van bijna 1000 individuele vogels in de rietstrook willen verklaren. Na drie jaar ringvangsten in het Doove Gat begint het interessant te worden om te kijken naar mogelijke trends tussen de jaren. In Figuur 1 staat het aantal vangsten per dag weergegeven voor de drie vangjaren en daaruit blijkt dat de aantallen vogels per dag niet opvallend verschillen tussen de jaren. Het vroege seizoen levert over het algemeen de meeste vogels op, terwijl halverwege augustus een kleine dip te zien is. Mogelijk weerspiegelt dat het vertrek van de lokale broedvogels (m.n. rietzangers en kleine karekieten), terwijl de trek van andere soorten pas eind augustus op gang komt (m.n. tjiftjaf en rietgors, maar ook rietzangers en kleine karekieten van elders). Later in het seizoen nemen vooral de piekaantallen af. Dat patroon wordt bevestigd als we inzoomen op de drie algemeenste soorten in het Doove Gat: de rietzanger, kleine karekiet en rietgors (Figuur 2). De aantallen van de rietzanger en kleine karekiet, typische zomergasten en broedvogels in het Doove Gat, vertonen twee pieken. De eerste is vroeg in de zomer wanneer er veel lokale jonge vogels zijn, de tweede is in eind augustus / begin september. Het patroon van de rietgors is minder duidelijk en toenemende aantallen in september hebben waarschijnlijk betrekking op doortrekkende vogels. De toename van het aantal gevangen rietzangers en kleine
12
Waardvogel – februari 2015
karekieten in 2014 is zowel zichtbaar in de eerste als de tweede piek en heeft waarschijnlijk betrekking op zowel lokaal als regionaal broedsucces. Rietgorzen daarentegen werden in 2013 en 2014 aanzienlijk minder gevangen dan in 2012. Dat heeft vooral te maken met vangsten vroeg in het seizoen. In het najaar van 2014 liepen de aantallen op door een groot aantal trekvogels. In de broedvogelinventarisatie is geen verklaring te vinden voor het lage aantal rietgorzen dat werd gevangen in de zomer. Een mogelijke verklaring is dat de vogels zich direct na het uitvliegen van de jongen verplaatsen van de rietstrook naar het afgegraven moerasgebied, waar door de pioniersvegetatie veel zaden beschikbaar zijn. In totaal werden er 31 verschillende vogelsoorten gevangen in 2014. Dat is aanzienlijk meer dan in de voorgaande jaren. De nachtvangst is verantwoordelijk voor drie soorten die niet eerder werden gevangen (ransuil, veldleeuwerik en waterral), maar daarnaast werden ook in de rietstrook vijf ‘nieuwe’ vogelsoorten gevangen. Daaronder waren enkele bijzondere soorten, namelijk Cetti’s zanger, porseleinhoen (twee exemplaren) en waterrietzanger (twee exemplaren). Vooral de laatste is zeer uitzonderlijk in het binnenland en het was des te opvallender dat het twee verschillende exemplaren betrof op verschillende data. De andere nieuwe soorten waren een goudhaan en een zwartkop, soorten die normaal gesproken niet snel in het riet opduiken. Zoals eerder besproken werden er opvallend veel rietzangers en kleine karekieten gevangen, maar daarnaast sprongen ook bosrietzanger, snor, tjiftjaf en winterkoning er in positieve zin uit. Dit wordt deels weerspiegeld in de resultaten van de broedvogelmonitoring. De soort die het meest achterbleef ten opzichte van de vorige jaren was de gele kwikstaart. Er leek wat minder doortrek van de soort te zijn in eind augustus en er kwamen duidelijk minder vogels slapen in de rietstrook. Terugvangsten Dankzij het ringonderzoek zijn in de afgelopen jaren dermate grote aantallen vogels geringd dat het een behoorlijk aantal terugmeldingen heeft opgeleverd in 2014. Van de twintig geringde vogels die in 2014 in het Doove Gat werden terug gevangen, waren er 18 in de voorgaande jaren in de rietstrook geringd. Eén kleine karekiet en één rietgors waren in 2012 geringd en de overige in 2013 (6 kleine karekieten, 3 pimpelmezen, 3 rietgorzen en 4 rietzangers). Een kleine karekiet en een rietzanger droegen een Belgische ring, maar het is nog niet bekend wanneer ze geringd zijn. Er kwamen in 2014 ook ringmeldingen binnen van buiten het Doove Gat. Figuur 3 geeft een overzicht van deze meldingen van kleine karekiet (rood), rietzanger (groen) en ringmus (blauw). Uit deze meldingen blijkt dat de eerste rietzangers al in eind juli naar het zuiden vertrekken en de eerste kleine karekiet werd ook al op 1 augustus gemeld. De verste terugmelding was van een rietzanger en kwam uit Zuid-Frankrijk (ten zuiden van Bordeaux) op 28 september. De ringmus werd met behulp van foto’s van de ring afgelezen langs de West Vlisterdijk op een kilometer van de ringplek.
Gegevens uit het verslag kunnen gebruikt worden met bronvermelding.
120 2012
100
2013
Aantal
80
2014
60 40 20 0 1-jul
1-aug
1-sep
1-okt
1-nov
Figuur 1. Vergelijking tussen jaren van de aantalsontwikkeling van het totaal aantal gevangen vogels per dag. Deze grafiek geeft goed weer dat gemiddeld ruim 30 vogels per vangdag werden gevangen met de grootste aantallen vogels per dag in juli. Vooralsnog lijken de aantallen per dag tussen de jaren niet veel te verschillen.
Figuur 2. Vergelijking van aantalsontwikkeling van de drie meest algemene soorten in augustus en september.
Cetti’s zanger en porseleinhoen, langverwachte soorten die in 2014 werden gevangen, foto’s: Erik Kleyheeg
Figuur 3. Terugmeldingen in 2014.
Kleurafwijking bij eerste kalenderjaar rietzanger; foto: Cor Oskam
Waardvogel – februari 2015
13
Jaarverslag vogelwerkgroep 2014 Erik Kleyheeg Dankzij de inspanningen van vele vrijwilligers was de vogelwerkgroep in 2014 weer bijzonder actief en ik wil iedereen die zich hiervoor heeft ingezet van harte bedanken. Niet alleen werd er veel werk verzet, ook de vogels vielen allerminst tegen. Amerikaanse smient, grauwe klauwier, hop, vale gier, waterrietzanger en witwangstern waren maar een paar van de zeldzame soorten die dit jaar in de Krimpenerwaard werden waargenomen. Dit jaarverslag geeft een overzicht van activiteiten van de vogelwerkgroep in 2014. Excursies De eerste vogelactiviteit van het jaar bestond traditioneel uit de Nieuwjaarsexcursie naar de Surfplas Reeuwijk, die plaatsvond op 11 januari onder leiding van de voorzitter Max Ossevoort. Bijna net zo traditioneel is de excursie naar de Oostvaardersplassen, die in 2014 werd geleid door Ton de Groot op 1 februari. Op 29 maart was er een excursie rond het Doove Gat en door polder Keulevaart bij Haastrecht. Hier werden de eerste voorjaarsvogels gezien, zoals witgatjes en kleine plevieren. Een paar maanden later werd het Doove Gat nogmaals bezocht, tijdens een avondexcursie op 23 juli. Misschien wel getriggerd door de vele bijzondere waarnemingen in dit gebiedje was de opkomst groot. Een kleine strandloper stal die avond de show. Op 20 september was er een vogelexcursie in de duinen van Meijendel bij Wassenaar. Helaas was er minder vogeltrek dan gehoopt, maar het was een mooie ochtend en er werden gelukkig een paar leuke soorten gezien, waaronder krooneend en boomleeuwerik. De jaarlijkse Euro Birdwatch viel dit jaar op 4 oktober en de NVWK deed daaraan mee op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. Door het prachtige weer was het nu eens een keer een groot succes, zowel wat het aantal mensen als het aantal vogels betrof. Bijzondere soorten die op die dag overvlogen waren onder andere ijsgors, buidelmees en kruisbek. De laatste vogelexcursie van het jaar was op 25 oktober in Westenschouwen. Cor Oskam had NVWK leden uitgenodigd om een kijkje te nemen op de vinkenbaan van vogelringstation Nebularia in de boswachterij van Schouwen, maar helaas waren er slechts twee aanmeldingen. De excursie ging gelukkig wel door en beide excursiedeelnemers waren razend enthousiast. Hopelijk kunnen we deze excursie in 2015
Gezelligheid op de telpost tijdens de Euro Birdwatch, foto: Maria Spruit
14
Waardvogel – februari 2015
herhalen. Vogelexcursies zouden frequenter kunnen worden georganiseerd als er meer mensen bereid zijn om een excursie te leiden. Een oproep hiervoor in de Waardvogel van april leverde helaas geen aanmeldingen op. Daarom herhaal ik hierbij die oproep: als je graag in een leuk gebiedje gaat vogelen en je vindt het leuk om wat mensen op sleeptouw te nemen, waarom zou je die dan niet als excursie aankondigen in de Waardvogel? Het is geen cursus, dus uitgebreide vogelkennis is echt niet noodzakelijk! Big Birding Day Iets later dan gemiddeld werd de jaarlijkse Grote Vogeldag in 2014 op 10 mei gehouden. De latere datum leverde helaas geen beter weer op, want vrijwel de hele dag heeft het geregend. Toch gingen maar liefst vijf teams de strijd aan met elkaar en er werden in totaal toch nog 113 vogelsoorten waargenomen. In de Waardvogel van juni heeft u gelezen dat in 2014 met 99 soorten hetzelfde team heeft gewonnen als in 2013, namelijk ‘de Koekoekloerders’, dit jaar bestaande uit Arie Ros, Pieter van Dam, Gijsbert Mourik en Wouter van Pelt. Heren, nogmaals van harte gefeliciteerd! Hopend op beter weer is de Big Birding Day van 2015 wat vroeger gepland, namelijk op 25 april. Wil jij ook een poging wagen om de Koekoekloerders van hun troon te stoten? Aanmelden kan nog. Trektelpost 2014 was een ‘rampjaar’ voor trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. In tien jaar tijd is er niet eerder zo weinig geteld als dit jaar. Op slechts 16 dagen werd een totaal van 48 uur geteld. Echter, het feit dat dat maar liefst 33889 vogels opleverde, geeft wel aan dat er genoeg te beleven is op de telpost. Ook blijft de telpost garant staan voor bijzondere soorten die elders in de waard niet of nauwelijks gezien worden. Tot de hoogtepunten behoorden grote pieper en strandleeuwerik. Zoals zeer toepasselijk in het jaar van de spreeuw was deze soort het best vertegenwoordigd met een totaal van 11.380 getelde exemplaren. Rob van Straaten heeft aangegeven definitief het stokje van telpostcoördinator door te geven aan een nieuwe enthousiasteling, waar we momenteel nog steeds naar op zoek zijn. Zie je het als een leuke uitdaging om de telpost nieuw leven in de blazen en mensen enthousiast te maken om vaker te komen tellen? Je inzet wordt gegarandeerd beloond met bijzondere soorten! Weidevogelwerkgroep Voor de weidevogels was het weer een turbulent jaar. Door een warm voorjaar konden ze vroeg beginnen met
broeden, maar tegelijkertijd werd er ook vroeg en vaak gemaaid. Voor veel weidevogels dus weer een laag broedsucces, maar op sommige plekken klonken ook voorzichtig positieve geluiden. In het voorjaar werden we bovendien opgeschrikt door het overlijden van oudweidevogelcoördinator Jan Terlouw, die altijd veel voor de werkgroep heeft betekend. De huidige coördinator, Klaas de Mik, heeft weer een start- en afsluitavond georganiseerd voor de weidevogelaars en maakte tijdens de afsluitavond bekend dat hij vanaf dit jaar hulp krijgt van Joep Vermaat. Het enthousiast houden van de weidevogelaars en het aantrekken van nieuwe vrijwilligers is één van hun speerpunten en bovendien hoogst noodzakelijk in een tijd waarin veel verandert met betrekking tot weidevogelbeheer. In 2015 zullen concrete voorbereidingen worden getroffen voor het kerngebiedenbeleid dat in Zuid-Holland wordt ingesteld. Met name Joke Colijn is het afgelopen jaar zeer actief geweest bij het vertegenwoordigen van de belangen van de NVWK bij de beleidsvorming. De toekomst van de weidevogels blijft ook met het nieuwe beleid onzeker en we zullen alle inzet nodig hebben om soorten als de veldleeuwerik en grutto te behouden in onze regio. Zwaluwwerkgroep De zwaluwwerkgroep is bijzonder actief geweest dit jaar, onder leiding van Nico van Dam. Vooral de drie soorten ‘echte’ zwaluwen kregen veel aandacht. De laatste huiszwaluwtil werd in april geplaatst op het terrein van het Zuid-Hollands Landschap langs Schaapjeszijde. Daarmee is het project van de huiszwaluwtillen afgerond en nu is het wachten tot de eerste til bewoond gaat worden. We houden het nauwgezet in de gaten. Voor de oeverzwaluwen werd de nestwand langs de Hollandsche IJssel bij Lageweg stevig onder handen genomen en hopelijk wordt deze nu door de oeverzwaluwen geschikt bevonden. We kijken met spanning uit naar het broedseizoen. De meeste energie werd echter gestoken in het verschaffen van meer broedgelegenheid aan boerenzwaluwen in samenwerking met de agrarische
Erik hangt een nestkom op voor de boerenzwaluwen, foto: Max Ossevoort
natuurvereniging Weidehof en gesteund door het Streekfonds Krimpenerwaard. Op meer dan dertig locaties werden voor het broedseizoen van 2014 kommetjes en plankjes aangebracht om nestgelegenheid te creëren en op vijftien locaties werd dit jaar meteen al gebruik gemaakt van de maatregelen. Direct een succes dus! Aanvullend werd een Krimpenerwaard dekkende inventarisatie uitgevoerd om inzicht te krijgen in het aantal broedpaartjes van boerenzwaluwen in de regio. In totaal werden 185 broedlocaties in kaart gebracht met minimaal 763 broedende paartjes. Op één locatie in
Ouderkerk aan den IJssel werden maar liefst 35 nesten aangetroffen, een fantastisch bolwerk! Op meerdere plekken werden ook nesten aangetroffen onder bruggetjes, iets waar we in 2015 meer aandacht aan willen schenken. Uiteindelijk wil ik graag in het bijzonder Max Ossevoort bedanken voor zijn grote inzet voor de zwaluwprojecten dit jaar! Uilenwerkgroep Dat we een actieve vereniging zijn met veel potentie laat Jaap Graveland wel zien in zijn functie als uilencoördinator. Waar de focus normaal gesproken ligt op de steenuil, heeft Jaap dit jaar de rans-, bos- en kerkuil er ook bij genomen. Omdat voorheen vrij weinig bekend was over het aantal broedgevallen van de ransuil in de Krimpenerwaard, heeft Jaap in 2014 opgeroepen tot het melden van bedelende jongen, die gemakkelijk in de schemering te horen zijn. In de hele Krimpenerwaard kwamen we op minimaal twintig broedgevallen. Dat valt niet tegen en het is vooral leuk om te zien dat het vrij eenvoudig blijkt te zijn om een beter beeld te krijgen van de verspreiding van de ransuil als broedvogel. Ook voor de bosuil zijn we bezig om de kaart van bekende territoria te updaten. Het blijkt nog steeds de meest talrijke uilensoort in de Krimpenerwaard te zijn. Voor een compleet beeld van het aantal paartjes vragen we iedereen waarnemingen van de bosuil in te voeren op krimpen.waarneming.nl. Die gegevens gebruiken wij vervolgens voor het maken van de kaart. De kerkuil heeft een uitzonderlijk jaar achter de rug. Door de goede muizenstand en de warme winter zijn er vijf paartjes tot broeden gekomen voor zover bekend. Mogelijk zaten er wel een paar onervaren broedvogels tussen, want het broedsucces was niet erg hoog. Toch is het een teken dat het steeds beter gaat met de soort en dat biedt perspectief voor de toekomst. De steenuil blijft helaas een zorgenkindje, ondanks alle energie die wordt gestoken in de bescherming van de soort. In 2014 werden tien broedgevallen geconstateerd, net als in 2013. Om de populatie te versterken zijn er diverse plannen voor 2015 en later. Ten eerste heeft de werkgroep versterking gekregen van Anita Melenboer, die enthousiast mee wil helpen met onder meer braakballenonderzoek en PR rondom de steenuil. Het braakballenonderzoek wordt mogelijk aangevuld met cameravallen om beter inzicht te krijgen in het foerageergedrag van steenuilen. Als we weten wat de uilen eten, kunnen we mogelijk biotoopaanpassingen maken om de voedselvoorziening te verbeteren. Dat past goed in het project ‘NVWK geeft erven vleugels’ dat binnenkort van start gaat om erven in het buitengebied geschikter te maken voor vogels zoals de steenuil. Op bladzijde 8 kunt u lezen hoe u bij dit project kunt helpen. Bovenstaand overzicht van activiteiten binnen de vogelwerkgroep is uiteraard niet geheel compleet en elders in de Waardvogel zijn de verslagen van de fenologie en de activiteiten van vogelringstation Nebularia in de Krimpenerwaard te lezen. Ik hoop dat al deze activiteiten laten zien dat de NVWK een vereniging is die vol enthousiasme de avifauna van de Krimpenerwaard bestudeert en beschermt. Voor de meeste projecten zijn we altijd op zoek naar vrijwilligers die een bijdrage willen leveren. Ik hoop ook in 2015 weer op uw steun! Waardvogel – februari 2015
15
Nieuwjaarswandeling Wim des Bouvrie De organisator had goed naar het weerbericht geïnformeerd, het zou (zeer) goed weer worden, daarom een vroege reveille voor de wandelaars om om acht uur op het appel te verschijnen. Er waren ongeveer twintig vroege vogels, die hun tellingen in tuin of bij de telpost even over hadden geslagen. Zij trotseerden omleidingen en bevroren autoruiten om toch maar op tijd aanwezig te zijn. Max zei dat het voor een correctie van het tijdstip te laat was, omdat het blad al gedistribueerd werd bij de ontdekking. Hij achtte de kans groot op de aanwezigheid van de grote lijster en de witoogeend. De inzet voor de eerste waarneming van deze soorten was een zak krentenbollen. De zonsopgang was prachtig en we gingen op pad. De route is altijd met de klok mee. Het vroege uur bracht met zich mee dat de grote zilverreigers en de brandganzen net hun slaapplaatsen verlieten en de brand- en grauwe ganzen nog niet op de voederweiden waren. Het was te merken dat het een zeer zachte winter is. Er waren geen grote zwermen smienten en ganzen. Onderweg aan de oostkant zagen we een aantal meerkoeten, kokmeeuwen, dodaarzen, brilduikers, kuif-, kraken tafeleenden, nonnetjes en futen. De wintertalingen kwamen met een snelle vleugelslag over om plotseling in de sloot in te vallen. Fazanten en hazen zaten in de weilanden; zij hadden de feestdagen overleefd, maar er werd nog gejaagd. Een exoot, de zwarte zwaan, midden op de plas viel een ieder op. De witte knobbelzwaan was er nog niet bij, blijkbaar was de eerste acte van het Zwanenmeer van Tchaikovsky net begonnen. Kleine zwanen vulden het corps du ballet later aan. Aan de zuidkant was het echt zonnig met een prachtig licht op de plas. Daar zagen we sloben bergeenden, stormmeeuwen, aalscholvers, een derdejaars zilvermeeuw, blauwe reigers en nijl- en kolganzen. Op onze koffiestoplocatie zag Max de grote lijster. De Cetti’s zanger en de waterral werden gehoord. Een witoogeend, waarschijnlijk een hybride van een witoog- met een tafeleend, werd ook gezien. Max had zijn eigen krentenbollen gewonnen. Enkele roofvogels werden gespot, zoals torenvalk, buizerd en de slechtvalk, die dicht bij zijn prooi, de talrijke smienten, zat. De hout- en holenduif gaven acte de présence. Aan de westkant bij de villa’s verschenen de bekende tuinvogels, zoals heggen- en huismus, ekster, kauw, kraai, winterkoning, merel, kool-, pimpel- en staartmees, waterhoen, spreeuw en vink. Dicht bij de oever konden we mooi de geoorde fuut en kuifduiker waarnemen. Gabrielle en ik waren zo in gesprek, dat we de ijsvogel weer eens misten. We hebben erg mazzel met het weer gehad. De dag daarvoor en de dag erna waren erg slecht. Nogmaals hulde aan de organisator. Bovenste drie foto’s: Wim des Bouvrie Onder: witoogeend x tafeleend, foto: Hans Takke
16
Waardvogel – februari 2015
17 januari 2015
Onderzoek naar kleine jagers in Slettnes, Noorwegen Morrison Pot Jaren droomde ik ervan om af te reizen naar de Arctische toendra’s van Scandinavië om soorten die we in Nederland alleen als doortrekker of wintergast kennen in hun broedgebieden te kunnen zien. Verschillende soorten steltlopers, gorzen, eenden, duikers en jagers maken gebruik van de korte Arctische zomer waarin de condities optimaal zijn om hun broedsels groot te brengen. Toen de mogelijkheid zich voor deed om onderzoek te doen naar kleine jagers (Stercorarius parasiticus) in het meest noordelijke puntje van Noorwegen, heb ik dan ook geen moment getwijfeld. Rob van Bemmelen, PhD student bij IMARES (Institute for Marine Resources and Ecosystem Studies) Wageningen, was op zoek naar iemand om kleine jagers te vangen en uit te rusten met een geolocator om trekroutes en overwinteringsgebieden in kaart te brengen, en verder broedbiologisch onderzoek te doen in de grootste kleine jager kolonie van Noorwegen. Ik was de gelukkige die dat mocht gaan doen en dus stapte ik op 16 juni in het vliegtuig naar Mehamn. De grootste kleine jager kolonie van Noorwegen (ca. 120 paar) bevindt zich in Slettnes (71.086084, 28.217686). Slettnes is een twaalf vierkante kilometer groot natuurreservaat dat vernoemd is naar de meest noordelijke vuurtoren van het Europese vasteland, Slettnes Fyr, en ligt een paar kilometer ten noorden van het vissersdorpje Gamvik. Ik vloog vanaf Amsterdam via Oslo naar Alta waar ik overstapte op de Widerøe. Dit propellervliegtuig waar ongeveer veertig mensen in kunnen, stopt bij elk stadje ongeveer een kwartier zodat mensen kunnen in- en uitstappen. Zo vloog ik vanaf Alta via Lakselv, Kirkenes, Vardø, Båtsfjord en Berlevåg naar Mehamn. Hier werd ik opgehaald door Ingrid Tulp die een week eerder was gearriveerd en waarmee ik de eerste van mijn in totaal zeven weken zou doorbrengen. Tijdens mijn verblijf zou ik hulp krijgen van verschillende mensen en zou ik ook enige tijd alleen doorbrengen. In Slettnes verbleven we midden op de toendra in een hut die dienst heeft gedaan als radiostation om signalen van zeeschepen op de Barentszzee [met dubbele z is een goede spelling, red.] te versterken naar het vasteland en heeft ook kort dienstgedaan als luchthaven voor de inmiddels flink vervallen landingsbaan. Toen dit allemaal niet meer nodig was eind jaren ’70 heeft het een aantal jaren dienst gedaan als onderzoeksstation van het WWF en de Noorse Birdlife partner Norsk Ornitologisk Forening. Lokaal staat het hutje simpelweg bekend als ‘Bird Station’. Het hutje, dat met een kenmerkende oranje radiokoepel op het dak een opvallende verschijning is in het landschap, was uitgerust met alles wat we nodig hadden om te koken en slapen, en had zelfs elektriciteit en een composttoilet. Het doel van deze expeditie was om veertig adulte kleine jagers te vangen en uit te rusten met een geolocator, en om zoveel mogelijk nesten te lokaliseren en te monitoren. Daarnaast wilden we ook twintig grauwe franjepoten (Phalaropus lobatus) vangen en ook deze voorzien van een geolocator. Een geolocator is een datalogger die de hoeveelheid licht over tijd meet om zo de positie van een vogel op aarde te bepalen met een nauwkeurigheid van ongeveer 100 km. Kleine jagers in Slettnes broeden niet in dichte kolonies zoals bekend is van sterns en meeuwen. De kolonie is daarentegen heel open en de afstand tussen nesten is zo’n 150 meter. We vingen kleine jagers met een klapnet op
het nest, dat niet meer dan een klein kuiltje in de grond is met maximaal twee eieren. Om te voorkomen dat de eieren zouden beschadigen werden deze van te voren omgeruild voor houten nepeieren. Een draadje over de eieren diende als ‘trigger’ zodat de val afging zodra één van de adulte vogels weer terug op het nest kwam. Als het klapnet op scherp stond, verstopten we ons op zo’n 150 meter afstand en was het wachten op het moment dat een adulte vogel terug zou keren naar het nest. Gevangen kleine jagers werden ge(kleur)ringd, waaronder een ring waar de geolocator aan vast zat. De vleugel, kop, snavel en tarsus werden gemeten, het gewicht werd bepaald, er werden monsters van bepaalde veren genomen en we namen bloed af. Het was belangrijk dat we alle veertig jagers zouden vangen voordat de eieren uit zouden komen, omdat de pullen direct van het nest aflopen en we daardoor geen vogels meer op het nest zouden kunnen vangen. Dit zorgde voor enige tijdsdruk. Kleine jagers broeden in het hele natuurreservaat, waardoor we flinke afstanden te voet af moesten leggen. Gelukkig was er tijdens deze wandelingen genoeg om ons af te leiden, want niet alleen kleine jagers broeden in Slettnes. Bonte strandloper Calidris alpina was de meest algemeen voorkomende steltloper, maar ook regenwulp Numenius phaeopus, goudplevier Pluvialis apricaria, bontbekplevier Charadrius hiaticula, steenloper Arenaria interpres, grauwe franjepoot, watersnip Gallinago gallinago en kemphaan Philomachus pugnax broeden in het gebied. In juni hebben we ook een aantal kleine strandlopers Calidris minuta gezien, maar deze hebben hier niet gebroed en waren dus nog op doortrek. Op de verschillende meertjes waren roodkeelduikers Gavia stellata, parelduikers Gavia arctica, ijseenden Clangula hyemalis, pijlstaarten Anas acuta en eiders Somateria mollissima te zien. In Slettnes groeien geen bomen en het was dus gek om te zien dat koperwieken Turdus iliacus bijna op de grond broedden en een paar kramsvogels Turdus pilaris gebruik maakten van een visdroogrek om te nestelen. Sneeuwgors Plectrophenax nivalis, ijsgors Calcarius lapponicus, tapuit Oenanthe oenanthe en roodkeelpieper Anthus cervinus waren de meest algemeen voorkomende zangvogels. Ook broedden er in totaal 1500 paar noordse stern Sterna paradisaea in verschillende kolonies, minimaal twee paar grote jager Waardvogel – februari 2015
17
’Home away from home’ in Slettnes, Noorwegen
Een gevangen adulte kleine jager wordt geringd, gemeten en gewogen
Zojuist gevangen man grauwe franjepoot
18
Waardvogel – februari 2015
Kleine jager pullen worden geringd, gemeten en gewogen. Pullen bleven over het algemeen rustig op schoot liggen.
Stercorarius skua en kwamen er regelmatig zeearenden Haliaeetus albicilla foerageren. In de rotsige heuvelterreinen in het zuiden van het gebied zagen we enkele keren een alpensneeuwhoen Lagopus muta. Er was een grote roestplaats van zilvermeeuwen Larus argentatus en grote mantelmeeuwen Larus marinus op de heuvels en soms zagen we hier ook enkele grote burgemeesters Larus hyperboreus. Bij de vuurtoren was vaak een otter Lutra lutra te zien en op zee werden regelmatig dwergvinvissen Balaenoptera acutorostrata en bultruggen Megaptera novaeangliae waargenomen. Eind juli zagen we twee overvliegende grote sterns Thalasseus sandvicensis wat pas de tweede waarneming ooit voor de provincie Finmark bleek te zijn. Toen de nesten eenmaal waren uitgekomen, moesten we zo veel mogelijk pullen te pakken zien te krijgen om deze te (kleur)ringen; dit kan vanaf een leeftijd van ongeveer tien dagen. Omdat de pullen van het nest aflopen zodra ze uit het ei zijn gekomen, was het soms lastig deze te vinden. Gelukkig verraden de oudervogels van het nest de locatie van de pullen zonder het zelf te weten. Kleine jagers zijn behoorlijk agressief en bij benadering van het territorium door een predator zullen de oudervogels hun jongen verdedigen door met grote snelheid op de predator af te vliegen en deze met hun poten te slaan. Hierbij hebben ze geen enkel ontzag voor de mens en ook ik heb dus aardig wat rake klappen gekregen! Dit agressieve gedrag was heel handig bij het vinden van de pullen. De oudervogels werden agressiever naarmate we dichter in de buurt van één van de pullen kwamen. Door een soort warm/koud spelletje te spelen met de oudervogels lukte het ons om de pullen te vinden. Meestal verstopten de pullen zich achter een steen, struikje, graspol of zaten ze weggedoken in een holletje. Uiteindelijk hebben we 107 pullen van de kleine jager kunnen ringen. Omdat we ook
de groei van de jongen wilden meten, was het de bedoeling dat we deze pullen nog drie keer terug zouden vangen voor het uitvliegen. Hoewel ze binnen de grenzen van het territorium bleven, verstopten de pullen zich steeds op een andere plek en was het soms verassend moeilijk om ze terug te vinden. Het tweede doel van deze expeditie was het vangen van twintig grauwe franjepoten, om ook deze van een geolocator te voorzien. Grauwe franjepoten waren redelijk algemeen in Slettnes met ongeveer dertig broedparen. Ze broeden in droge tot natte zeggenvegetaties naast meertjes, plasjes en riviertjes. Het nest is opvallend klein en ze gebruiken zegge en vaak ook een dwergwilgje om een nest in elkaar te vlechten. Door de omgekeerde broedecologie zijn het de mannetjes die de eieren bebroeden en het waren dus ook de mannetjes die we vingen met een inloopkooi of klapnetje op het nest. De geolocator werd met een speciaal tuigje op de onderrug van de vogel geplaatst, zodat deze er vrijwel geen last van heeft. Uiteindelijk is het gelukt om tijdens onze expeditie veertig kleine jagers van een geolocator te voorzien, net als twintig grauwe franjepoten. Hierdoor was de expeditie een groot succes. Daarnaast konden ook 107 pullen worden geringd en hebben we van een behoorlijk aantal de groei voor het uitvliegen kunnen bepalen. Het was voor mij een fantastische ervaring waar ik veel van heb geleerd en waar ik met heel veel plezier op terug kijk. Om de geolocators uit te lezen moeten de vogels eerst terug worden gevangen. Volgende zomer weten we waar de kleine jagers de winter hebben doorgebracht. Mauritanië, Zuid-Afrika of misschien wel Argentinië…? Ik ben heel benieuwd.
100.000 Nederlanders vragen Dijksma en provincies: Red de Rijke Weide! http://www.redderijkeweide.nl/, Zeist, 5 februari 2015
NIEUWSBERICHT
Er moet nu echt wat gebeuren om de weidevogels en hun leefgebied te redden; daarbij kan de overheid niet aan de kant blijven staan”. Directeur Fred Wouters van Vogelbescherming Nederland overhandigde vandaag op de Natuurtop in Soesterberg namens 100.000 Nederlanders een petitie aan staatssecretaris Dijksma en de gedeputeerden, samen verantwoordelijk voor het natuurbeleid. De ondertekenaars willen dat er 200.000 hectare rijke weide komt in 2020. Samen de Rijke Weide redden Fred Wouters riep staatssecretaris Dijksma en de gedeputeerden van de twaalf provincies op om met boeren, zuivelcoöperaties en banken aan de slag te gaan om de Rijke Weide te redden. “Ik sta hier namens 100.000 Nederlanders die zich samen met Vogelbescherming grote zorgen maken: sinds 1960 is meer dan 60 procent van alle weidevogels zoals grutto en kievit uit Nederland verdwenen.” Dijksma gaf bij de overhandiging van de petitie het belang van ‘natuur inclusieve productie’ aan, waarbij rekening wordt gehouden met natuur in het agrarisch gebied. Eerlijke prijs voor zuivel nodig Vogelbescherming roept op om tot een duurzame financiering van de natuur van het platteland te komen. Dat geld kan uit de markt komen als er een eerlijke prijs voor de melk wordt betaald. Met dat geld kunnen boeren weer rekening houden met natuur op hun land, de bloemrijke weide in stand houden en weidevogels een kans geven. Vogelbescherming werkt samen in het Nationale Weideberaad met natuurorganisaties, bedrijfsleven en banken om tot deze financiering te komen. Afgelopen zondag zei staatssecretaris Dijksma in het radioprogramma Vroege Vogels te gaan willen samenwerken met het Weideberaad. De Red de Rijke Weidekaas die Vogelbescherming op de markt heeft gebracht is daar een voorbeeld van. Natuurtop De petitie werd overhandigd tijdens de Natuurtop op Vliegbasis Soesterberg, georganiseerd door de gezamenlijke provincies (IPO). Op de Natuurtop werd bij de presentatie van de ‘uitvoeringsagenda van de natuurvisie’ van staatssecretaris Dijksma Red de Rijke Weide genoemd als een van de veelbelovende initiatieven uit de samenleving.
Waardvogel – februari 2015
19
Tuinvogeltelling Krimpenerwaard Erik Kleyheeg Zoals in de vorige Waardvogel aangekondigd kon u in het weekend van 17 en 18 januari mee doen aan de landelijke Tuinvogeltelling. De website van de Nationale Tuinvogeltelling (www.tuinvogeltelling.nl) geeft een mooi overzicht van de resultaten en biedt ook de mogelijkheid om per postcode de Top 10 te bekijken. Hoog tijd dus voor een vergelijking tussen de landelijke resultaten en de tellingen in de Krimpenerwaard! In de Krimpenerwaard zijn elf woonkernen met een eigen postcode (of serie postcodes) en op elke postcode zijn gegevens ingevoerd. Helaas echter viel het aantal tellingen een beetje tegen. In sommige woonkernen werd maar één telling ingevoerd. Als we het aantal NVWK-leden delen door elf, zou je toch enkele tientallen tellingen per woonkern verwachten! Toch krijgen we ook bij dit lage aantal tellingen een beeld van de overeenkomsten en verschillen met de landelijke trend. Landelijke Top 10 Soort Huismus Koolmees Merel Pimpelmees Vink Kauw Turkse tortel Houtduif Roodborst Spreeuw
Top 10 Krimpenerwaard Aantal 177187 112902 87277 74095 74052 56047 49267 41212 35938 34882
Soort Huismus Merel Pimpelmees Koolmees Vink Kauw Turkse tortel Ekster Roodborst Spreeuw
Aantal 1192 429 326 624 458 423 326 169 149 156
Top 10 noteringen in de woonkernen 11/11 11/11 11/11 10/11 10/11 10/11 10/11 7/11 7/11 6/11
Zoals in de tabel te zien is, werd zowel landelijk als in de Krimpenerwaard de huismus het meest geteld. In de Krimpenerwaard stond hij in elke woonkern in de Top 10. Dat laatste gold ook voor de merel en de pimpelmees, die landelijk op plaats 3 en 4 terecht kwamen. Van de koolmees (landelijk nummer 2) werden wel meer individuen geteld dan de merel en de pimpelmees, maar de soort stond niet in de Top 10 van Gouderak, waardoor hij in de Krimpenerwaard op plaats 4 eindigt. Vink, kauw en Turkse tortel staan in de Krimpenerwaard op precies dezelfde plek als landelijk, evenals roodborst en spreeuw. De vreemde eend in de bijt is de ekster, die in de Krimpenerwaard een Top 10 positie behaalde, maar landelijk stuivertje heeft gewisseld met de houtduif. Meer weten? Surf dan naar: www.tuinvogeltelling.nl voor de uitgebreide landelijke resultaten!
20
Waardvogel – februari 2015
De ekster komt in de Krimpenerwaard relatief veel voor, foto: Peter Stam
Jaarverslag van de secretaris Dirk-Jan van Roest, secretaris Op het secretariaat gebeurt niet het meest spannende werk, maar we zijn wel hard bezig om meer en meer structuur te brengen in ledenbestand en digitalisering. Ik vind dit een mooie taak om een bijdrage aan te kunnen leveren. Ledenadministratie Soms zie je pas wat er gepasseerd is als je de tijd neemt om achterom te kijken. Het ledenbestand onder de loep nemend concludeer ik dat we in 2014 maar liefst 73 nieuwe leden hebben mogen toevoegen. Natuurlijk vertrekken er ook leden. De vereniging is ook op dat vlak in beweging; op 31 december 2014 noteerden we 779 leden. Dit is een groei van 38 leden. Groei gebeurt vaak dankzij bestaande leden, doordat die enthousiaste vrienden, familie, buren en kennissen informeren over het goede werk wat de vereniging doet. De vele activiteiten, het mooie blad en de lage lidmaatschapskosten(!) zijn vaak voldoende om ze over de streep te trekken. Laten we daar in 2015 en daarna vooral mee doorgaan. Verder wil ik hierbij nogmaals een oproepje doen om uw e-mailadres aan het secretariaat door te geven, of te checken of uw opgegeven adres nog klopt (info@nvwk.nl). We plannen een digitale Nieuwsbrief in de nabije toekomst, maar ook om u direct te kunnen informeren over zaken die uw interesse hebben is dat handig, of bij last-minute wijzigingen van excursies. Voor gebruik van uw gegevens is discretie verzekerd. Waardvogel De Waardvogel, gesierd met nachtvlinders, is in 2014
weer met veel energie keer op keer uitgebracht. De vijf edities staan boordevol info, evenementen en foto’s. De Waardvogel speelt een grote rol in de zichtbaarheid van de vereniging en draagt bij aan het aantal aanmeldingen van nieuwe leden! 2015 staat in het teken van de weidevogels. In verband met het weidevogelmanifest wat aan de provincie is aangeboden en het nieuwe stelsel agrarisch natuurbeheer wat uitgerold gaat worden, zal de voorzijde van elke uitgave van de Waardvogel dit jaar voorzien worden van een weidevogel. Online De website is inmiddels een jaar online en trekt dagelijks ruim dertig bezoekers. Goed om te zien dat er geregeld informatie binnen komt en de site op die manier mooi actueel gehouden kan worden. In het nieuwe jaar gaan we door met het ontwikkelen van de website. We gaan ook kijken naar het digitaliseren en bundelen van archiefdata van het bestuur, maar ook data van of verzameld door leden. Denk hierbij aan waardevolle inventarisaties, tellingen, dagboeken en andere relevante data, die we voor bezoekers van de site toegankelijk willen maken. Mocht u in bezit zijn van dergelijke data dan horen we dat graag!
Gezocht: nieuwe vogelcoördinator Erik Kleyheeg Dit is je kans: de leukste bestuursfunctie van de NVWK is weer beschikbaar! Vind je het leuk om je extra in te zetten voor de werkgroep en wil je helpen de activiteiten van de vogelwerkgroep in goede banen te leiden? Dan zijn we naar jou op zoek! Na vier jaar stop ik tijdens de komende Algemene Ledenvergadering in maart als vogelcoördinator van de NVWK. Dit heeft alles te maken met toekomstplannen, waardoor ik praktisch gezien deze bestuursfunctie niet langer kan vervullen. De vogelwerkgroep is een belangrijke poot van de NVWK en het is dus van groot belang dat iemand het stokje gaat overnemen. Wat komt er bij kijken en hoeveel tijd kost het? Dat is grotendeels afhankelijk van je eigen ambitie en enthousiasme. Er zijn enkele vaste taken, waaronder het bijwonen van bestuursvergaderingen en het verzorgen van de rubrieken ‘Even Activeren’ en ‘Betrapt en Gesnapt’ in de Waardvogel. Diverse subwerkgroepen (o.a. de uilenwerkgroep, zwaluwwerkgroep en weidevogelgroep) vallen ook onder de vogelwerkgroep, maar die hebben allen hun eigen coördinator en kunnen voor het grootste deel zelfstandig draaien. Zo houd je zelf tijd over om leuke en interessante projecten op te starten en te coördineren, zoals inventarisaties en monitoringsprojecten. Tijdens de opstartperiode zal je daarin uitgebreid gesteund worden door de overige
bestuursleden, dus je wordt niet meteen in het diepe gegooid. Uiteindelijk zal je gemiddeld een paar uur per week met de NVWK bezig zijn, met natuurlijk de meeste drukte voor de kopijsluitingsdatum van de Waardvogel. Waarom is het zo leuk om vogelcoördinator te zijn? Behalve dat het gezellig is om nauw contact te onderhouden met andere leden van de NVWK, ben je betrokken bij een diversiteit van projecten die vogels in de Krimpenerwaard helpen. De grote vrijheid die je hebt in het bedenken en uitvoeren van eigen initiatieven heb ik altijd erg leuk gevonden. Een prachtige kans om je eigen leefomgeving beter te leren kennen en een stukje mooier te maken! Heb ik je interesse gewekt? Neem dan graag contact op met mij (xx xxxxxxxxx) of met een van de andere bestuursleden (zie pagina 2 van de Waardvogel voor contactinformatie). Ook voor extra informatie kun je bij ons terecht, geheel vrijblijvend uiteraard. Na deze oproep is het vast nodig om erbij te vermelden: wees snel, want wie het eerst komt, die het eerst maalt! Waardvogel – februari 2015
21
FLORON’s Eindejaars Plantenjacht Hans Kouwenberg Hoe ik er achter kwam dat de Eindejaars Plantenjacht georganiseerd werd weet ik niet meer, waarschijnlijk via natuurbericht.nl of Vroege Vogels. Wel wist ik dat het mij heel leuk leek om mee te doen. Bij de Eindejaars Plantenjacht is het de bedoeling dat je tussen eerste kerstdag en 4 januari alle bloeiende wilde en verwilderde planten noteert tijdens een uurtje wandelen. Het idee van deze Plantenjacht komt van de Britse BSBI (Botanical Society of Britain & Ireland), waar de New Years Day Plant Hunt sinds 2012 een begrip is. FLORON organiseerde in 2014 voor de eerste keer de Eindejaars Plantenjacht, omdat niet goed bekend is welke planten nu wel of niet bloeien in de winter. Bepaalde planten kunnen heel lang doorbloeien en ook kunnen andere juist weer vroeg in bloei komen. Natuurlijk is deze burgerwetenschap (citizen science) ook gewoon leuk om te doen. De tuinvogeltelling is ook zoiets: wat ieder in zijn tuin telt is op zich niet zo bijzonder. Wetenschappelijk wordt het interessant als heel veel mensen tellen en dan het liefst ook nog een aantal jaren achter elkaar. De Plantenjacht was dan ook een goede reden om in de kerstvakantie lekker naar buiten te gaan.
is wel bijzonder. De steeg is vrij donker, maar waarschijnlijk wel relatief warm. Op eerste kerstdag fietste ik alle planten even langs om ze op deze dag in te mogen voeren. Op tweede kerstdag maakte ik een rondje door de polder. Paardenbloem, gewone berenklauw en koolzaad stonden op diverse plekken. Bij de paddenpoel zijn meer dan vijf jaar geleden de bermen ingezaaid met een kruidenmengsel. Het resultaat daarvan was nog te zien met duizendblad en knoopkruid. Ook zag ik een sileneachtige, waar ik niet uit kwam met boek en internet. Het blad toonde toch anders in het veld dan de plaatjes. Via waarneming.nl had ik binnen tien minuten een reactie: het was avondkoekoeksbloem. In het blad van een scherpe boterbloem zat ook nog een mijn met bladmineerder, leuk. Ik kwam uit op de mineervlieg Phytomyza ranunculi, een beest zonder Nederlandse naam. Op 27 december was het plan om de Krimpenerwaard in te gaan, maar het was juist die dag dat het sneeuwde. Klein spul zie je dan niet en het was buiten ook niet echt lekker, helaas. De dagen erna deed ik tijdens andere activiteiten nog een paar afzonderlijk waarnemingen, zoals hazelaar, witte dovenetel en Jakobskruiskruid.
Zelf ben ik niet zo'n goede florist. Dit leek mij een mooie kans om mijn kennis iets te vergroten. FLORON had een mooie zoekkaart erbij gemaakt, dus niets stond mij in de weg. Om iets beter voorbereid te zijn en omdat het gewoon leuk is, heb ik eerst even geoefend. Op weg terug van Gouda naar Moordrecht reed ik om via de Gouderakse Tiendweg en zocht ik naar bloeiende planten. Dit viel half december nog wel tegen; ik ontdekte in onze waard niets bloeiends. Wel zag ik bij de pont in Moordrecht een bloeiende muurplant. Na een uurtje studeren met behulp van boeken en internet kwam ik uit op de gele helmbloem, een vrij algemene plant in ZuidInmiddels heeft FLORON een rapport gemaakt. Er is door Holland. Deze zette ik snel op waarneming.nl en ze werd 318 deelnemers ‘gejaagd’, die 6418 waarnemingen deden gelukkig ook vrij snel goedgekeurd. van 383 soorten bloeiende planten. In het verslag staan Op 24 december liep ik eerst een rondje in Moordrecht. Ik ook een paar kenmerken van deze winterbloeiers; de helft had het idee om alles wat in het dorp bloeide op te is eenjarig en 97 procent is een (zeer) algemene soort. 48 schrijven en te fotograferen, maar dit was iets te hoog procent van de soorten begint normaal gesproken in het gegrepen. Net mijn wijk uit bij de Kanaaldijk vond ik de voorjaar te bloeien en bloeit dan drie tot zes maanden. eerste madeliefjes. Toen ik wat beter keek, zag ik dat Ongeveer een kwart bloeit het hele jaar en slechts twee overal madeliefjes tussen het gras stonden, naar schatting procent van de meldingen betreft typische twee à drie per vierkante meter. In voorjaarsbloeiers. [Het volledige een beschut hoekje stond een verslag is te vinden via bloeiende fluitenkruid. Lastiger http://www.floron.nl/plantenjacht, was een paars onkruidje. Vroeger, red.] bij mijn ouderlijk huis, haalde ik er emmers van weg. Nu stond het bij Ik vond de Plantenjacht leuk en mij in de straat te bloeien, al wist voor mij ook uitdagend; overdag ik niet de naam. Het was geen buiten zoeken en 's avonds muurleeuwenbek of hondsdraf en puzzelen op de soorten via de met hulp van een kennis kwam ik foto's. Voor determineren in het niet verder dan een klokje-soort veld is het in deze periode (Campanula spec.). Je loopt op natuurlijk wel te koud en soms is plantenjacht toch anders door het het regenachtig. De zoekkaart zag dorp met aandacht voor allerlei er leuk uit, maar met vijftien hoekjes en beschutte plekjes. In soorten was hij niet echt nuttig. een steeg kwam ik harig Volgend jaar doe ik zeker weer mee knopkruid tegen. Dat er in de en dan hoop ik ook de tijd te vinden steeg in de zomer iets bloeit kan om in de Krimpenerwaard te nog, maar dat er nu nog wat bloeit Hazelaar, bron illustratie: http://plantlife.ru/ zoeken, dat lukte deze keer niet.
22
Waardvogel – februari 2015
V.l.n.r. en van boven naar beneden: gewone berenklauw, avondkoekoeksbloem, paarse dovenetel, madeliefje, fluitenkruid, knoopkruid; foto’s: Hans Kouwenberg
Waardvogel – februari 2015
23
Even Activeren Erik Kleyheeg Slaapplaatstelling grote zilverreiger 21 februari De laatste simultaantelling van grote zilverreigers in Nederland voor deze winter is op 21 februari. Een oproep in de vorige Waardvogel leverde weer nieuwe enthousiaste tellers op en hopelijk volgen er meer vrijwilligers! De telling wordt ’s avonds rond zonsondergang uitgevoerd wanneer de vogels bij hun slaapplaats aankomen. Stuur voor meer informatie een mail naar: xxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx. Excursie Oostvaardersplassen 28 februari We gaan deze winter weer naar de Oostvaardersplassen! Onder leiding van Gijsbert Mourik vertrekken we op 28 februari naar Flevoland op zoek naar zeearenden, raven, leuke watervogels en ander moois. We verzamelen bij de Stolp Inn in Stolwijk en vertrekken daar om 08.00 uur. Houd er rekening mee dat de excursie bij goede omstandigheden de hele dag duurt. Lezing Erfvogels 12 maart Deze avond laat Jaap Graveland, projectleider van het nieuwe project ‘NVWK geeft erven vleugels!’, u kennismaken met de erfvogels van de Krimpenerwaard. Om welke soorten gaat het, wat is hun gedrag, wat hebben ze nodig? Elke soort heeft zijn eigen verhaal, een paar worden er op deze avond uitgelicht. Jaap gaat in op wat de vogels op hun ‘erf-verlanglijst’ hebben staan, voor voedsel, nest- en schuilgelegenheid. Voor ieder die meer wil weten over erfvogels en wat we voor deze vogels kunnen doen, is dit een goede introductie. U bent welkom in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2 in Berkenwoude om 20.00 uur. Excursie Willeskop 28 maart Op zaterdag 28 maart gaan we op excursie naar natuurontwikkelingsgebied Willeskop bij Oudewater onder leiding van Ton de Groot. Dit gebiedje, dat in feite vlakbij de Krimpenerwaard ligt, heeft al voor vele bijzondere waarnemingen gezorgd, waaronder Amerikaanse wintertaling, rosse franjepoot en ralreiger. Eind maart komt de vogeltrek weer op gang, dus wie weet wat we tegenkomen. We verzamelen om 08.00 uur bij de nieuwe parkeerplaats net ten oosten van de pont in Schoonhoven. Deelnemers kunnen ook direct naar het parkeerterrein bij Willeskop aan de Damweg gaan. De wandeling start daar om 08.30 uur. Big Birding Day 25 april De grootste jaarlijkse vogelwedstrijd in de Krimpenerwaard vindt in 2015 plaats op 25 april en zal als altijd starten in het Loetbos om 05.00 uur. De bedoeling is bekend: in teams van drie à vier mensen gaan we binnen de grenzen van de Krimpenerwaard op zoek naar zoveel mogelijk vogelsoorten. Het team dat om 17.00 uur de meeste soorten heeft waargenomen, wint de wisselbeker en eeuwige roem. Iedereen kan zich met of zonder team aanmelden voor de BBD door een mail te sturen naar xxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx.
Waterschapsverkiezingen
18 maart 2015
Joke Colijn Op 18 maart 2015 vinden bestuursverkiezingen plaats in 22 Nederlandse waterschappen, gelijktijdig met de Provinciale Statenverkiezingen. Iedereen krijgt voor beide een oproep in de brievenbus. John Steegh, Voorzitter Water Natuurlijk, legt op de site van deze organisatie uit waarom het belangrijk is om te stemmen op een kandidaat van Water Natuurlijk in de eigen regio. “Water Natuurlijk gaat op weg naar 18 maart 2015 geen campagne voeren voor onveiligheid. Wel om veiligheid beleefbaar te maken voor iedereen voor nu en voor later. Water Natuurlijk gaat geen campagne voeren tegen boeren. Wel voor een evenwichtiger verdeling van de lasten, zodat ‘driehoog-achter’ geen vervuilers meer subsidieert. Water Natuurlijk gaat geen campagne voeren tegen het buitengebied. Wel om ook stadsbewoners reden te geven aan de waterschapsverkiezingen mee te doen, omdat ze begrijpen dat ook hun leefwereld er door Water Natuurlijk veiliger, aantrekkelijker en toch betaalbaarder van wordt. Water Natuurlijk gaat geen campagne voeren tegen reguliere politieke partijen. Wel om duidelijk te maken dat een stem bij de Statenverkiezingen niet automatisch bij dezelfde partij terecht hoeft te komen bij de waterschapsverkiezingen. Omdat er groene en grijze dijken bestaan, maar geen liberale of christen-democratische. Omdat wij antwoorden hebben die het verschil maken en er toe doen voor de inwoners van de waterschappen. In alle waterschappen hebben we de beste Water Natuurlijk kandidaten geworven om zich in te zetten voor schoon en betaalbaar water. Het betreffen groene kandidaten met een hart voor blauw, met goede bestuurlijke capaciteiten en een brede kijk die voor Water Natuurlijk noodzakelijk is. Op 18 maart hebben zij uw stem nodig!” Op www.waternatuurlijk.nl/verkiezingen vindt u de kandidaten voor het waterschap van elke regio. Waardvogel – februari 2015
25
Sluipmoordenaars Anton van Jaarsveld Als je de plant zo ziet staan, zou je niet zeggen: “Dat is een sluipmoordenaar.” Hij oogt mooi: de bloeiwijze heeft flinke klokvormige, meestal lichtrode of purperen bloemen aan een redelijk hoge onvertakte stengel van één meter. Ook komen er gekweekte vormen met witte en gele bloemen voor. De bladeren zijn enigszins rond, vooral die op de grond. Mocht je nog niet op de foto gekeken hebben, dan zul je de naam toch wel uit de beschrijving hebben gevonden. Er zijn niet zoveel planten die er uitzien, zoals aangegeven. Het vingerhoedskruid heet in het Latijn Digitalis purpurea. Purpurea is voor ons niet zo moeilijk te bevatten; digitalis komt van digitus: vinger. De grote zestiende-eeuwse kruidkundige Dodoens roemde de vorm van de “schoone lange ronde hole bloemkens, eenen vingerhoet ghelijckende”. Het is logisch dat kwekers zich met de opvallende plant hebben beziggehouden. Daarmee zijn de varianten verklaard. Een heel bijzondere variant is de pelorische vorm (zie foto rechts). Daarbij is door een DNA-afwijking boven aan de bloeistengel een parapluvormige bloem ontstaan. Ik heb ‘m zelf bij toeval in de tuin gehad, maar het lukte mij niet om dit bijzondere verschijnsel door middel van zaad te behouden. Vroeger behoorde de plant tot de familie van de helmkruiden. Moderne onderzoekingen hebben ‘m laten overstappen naar de weegbreefamilie. Op het oog zou je dat niet een-twee-drie zeggen, want de bloemen van een weegbree verschillen nogal wat van die van vingerhoedskruid.
Bezitters van een niet al te gecultiveerde tuin zien soms ongevraagd vingerhoedskruid verschijnen. Hij houdt van een stenige bodem en kan goed tegen schaduw en die plaats vinden we terug in zijn oorsprong: bijna heel Europa, behalve in het noorden. In het oosten van ons land komt de ‘echte’ het meeste in het wild voor. Vingerhoedskruid is bekend uit de medicinale wereld. H. Kleijn vindt het in zijn boek ‘Planten en hun naam’ opmerkelijk, dat vingerhoedskruid in de oudheid niet voor de geneeskunst werd gebruikt. In de Middeleeuwen gebruikte de chirurgijn de plant uitwendig, o.a. bij zweren en slecht genezende wonden. In 1785 pas ontdekte de Engelse arts Withering in een opschrijfboekje van een kruidenvrouwtje de toepassing bij hartproblemen. Uit de bladeren en de zaden zijn giftige stoffen te halen, die de pompkracht van het hart vergroten en de hartslagfrequentie verlagen. Dat lijkt positiever dan het soms is, want een onjuiste dosering kan juist tot hartproblemen leiden. De polsslag kan dalen tot 30 per minuut met daarbij hoofdpijn en wazig zien. Daarna krijgt de patiënt het benauwd tot de dood erop volgt. In de tijd van de Romeinen en in de Middeleeuwen gebruikten gifmengers dan ook volop vingerhoedskruid, samen met gevlekte scheerling en blauwe monnikskap, sluipmoordenaars bij uitstek.
De NVWK en facebook: omgangsregels en afspraken Jaap Graveland De NVWK wil facebook gebruiken als extra mogelijkheid om de activiteiten onder de aandacht te brengen, ideeën uit te wisselen en de jeugd meer te betrekken. Het is een snel medium. Daarom wil de NVWK er meer gebruik van gaan maken, bijvoorbeeld voor de uilenwerkgroep en het project Erfvogels. Maar er zijn ook een paar ‘risico’s’. Door de openheid en snelheid kan er informatie op de pagina’s komen die niet strookt met de opvattingen en doelen van de NVWK. En als iets eenmaal op facebook staat, staat het ‘voor eeuwig’ op het world wide web. Daarom een paar omgangsregels en afspraken. Disclaimer Op de pagina’s komt een mededeling dat informatie die anderen dan de beheerders toevoegen niet automatisch de mening weergeeft van de NVWK. Don’ts - locatie-aanduidingen van kwetsbare soorten op facebook zetten - informatie herhalen die ook op de NVWK-website staat, hoogstens een samenvatting - notulen van besprekingen of andere interne informatie van de NVWK plaatsen - privé informatie plaatsen, bijvoorbeeld herkenbare foto’s van bewoners en hun erven Do’s - altijd een verwijzing opnemen naar de website - altijd een bronvermelding bij afbeeldingen of overgenomen teksten - geef bij discussies aan of het de persoonlijke mening is of de mening van de NVWK - we gebruiken onze eigen namen, geen schuilnamen, en ontmoedigen het gebruik van schuilnamen door anderen die informatie op de pagina achterlaten
Zienswijzen NVWK op KRW-beleidsplan HHSK Joke Colijn Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) heeft in drie planperiodes van 2010-2027 een beleidsplan opgesteld om de internationale doelen die in de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn vastgesteld, te behalen. Door middel van publicatie in het Waterschapsblad van 6 januari 2015 is het Ontwerp KRW-plan voor de tweede periode 2016-2021 bekend gemaakt. Dit Ontwerp KRW-plan 2016-2021 lag tot 17 februari 2015 ter inzage. De Kaderrichtlijn Water is in 2000 van kracht geworden en heeft als doel de kwaliteit van oppervlakte- en grondwater in Europa te waarborgen. Hiertoe zijn o.a. chemische normen vastgesteld, en ecologische doelen geformuleerd. Het water in Nederland en zeker ook in de Krimpenerwaard voldoet hieraan nog lang niet. De Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard heeft met belangstelling kennis genomen van het Ontwerp KRW-plan. Wij vonden de inzet van HHSK niet groot genoeg en wilden graag onze bijdrage leveren om het plan completer te maken en daarmee de KRW-doelen dichterbij te brengen. Ook vonden wij dat in dit verband niet eenzijdig van agrarische belangen mag worden uitgegaan, maar dat de belangen alle inwoners in de Krimpenerwaard gediend moeten worden. Wij betalen immers allemaal waterschapsbelasting. De doelstelling van de NVWK is het milieu, de natuur en het landschap, in het bijzonder in de Krimpenerwaard, te behouden en te beschermen, alles in de meest ruime zin. Hieronder vallen ook de waterlichamen, die een wezenlijk onderdeel vormen van de totale macrobiotoop in de Krimpenerwaard. Gezien onze doelstellingen zijn wij belanghebbende; dit is de reden waarom wij gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid schriftelijk onze zienswijzen in te dienen. U vindt zowel het KRW-plan van HHSK als de zienswijzen van de NVWK als downloadbare documenten op onze site onder www.nvwk.nl/actueel/nieuws. Waardvogel – februari 2015
27
Jaarverslag werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, Arie Dorsman en Ton de Groot Na de eerste kennismaking in de Waardvogel van april 2014 is hiermee het eerste jaarverslag van de werkgroep Ruimtelijke Ordening een feit. In 2014 hebben we ons zowel voor als achter de schermen bezig gehouden met diverse vraagstukken en onderwerpen. De werkgroep is pro-actief door ruimtelijke ontwikkelingen te volgen en te toetsen aan de doelstellingen van de NVWK, en is het aanspreekpunt voor meldingen m.b.t. veranderingen in de Ruimtelijke Ordening binnen de Krimpenerwaard die (mogelijk) schade kunnen brengen aan milieu, natuur en landschap Meldingen zijn onder andere binnen gekomen ten aanzien van werkzaamheden aan de kademuren in Schoonhoven waarbij tong- en steenbreekvarens verloren dreigden te gaan, het verlenen van een ontheffing inzake het verontrusten en doden van knobbelzwanen, het voornemen tot het verwijderen van bokpalen in het gebied welke gebruikt worden door boerenzwaluwen, peilbesluiten, plaatsen van jongeren hangplekken, veenweidepact en megastallen. Na het indienen van een melding aan de werkgroep RO is deze door de werkgroep afgewogen tegen de doelstelling van de NVWK. De resultaten hiervan zijn teruggekoppeld aan de melder. Indien wenselijk en mogelijk zijn maatregelen genomen welke bestonden uit het aangaan van gesprekken met instanties die verantwoordelijk zijn voor de veranderingen en het indienen van zienswijzen of bezwaarschriften tegen genomen besluiten. Tong- en steenbreekvarens Wegens het in tijd uitlopen van een renovatieproject aan de havenkade van de Oude Haven in Schoonhoven waarbij de kademuren geheel vernieuwd worden, werd gewerkt met een gedateerd ecologisch protocol. Op aanraden van de NVWK is er half juli 2014 een nieuw ecologisch onderzoek gestart waarbij niet alleen een uitbreiding van de tongvarens aan het licht kwam maar tevens ook een zeldzame steenbreekvaren werd gevonden. De werkzaamheden vinden plaats in twee fases waarbij de varens met muur en al uit de oude muur worden uitgeboord (ronde stukken van 15 cm in doorsnede). Dit noemt men pluggen. Eén brok muur van 90 bij 50 cm waar veel varens op voorkwamen is in zijn geheel uitgehaald en tijdelijk opgeslagen geweest in een depot. Half december 2014 is fase één afgerond en zijn de pluggen en brok kademuur teruggeplaatst in de nieuw gemetselde kademuur. Fase twee van de renovatie zal naar verwachting half januari 2015 starten en dat gaan wij weer kritisch volgen. Hopelijk hebben we een deel van de biodiversiteit binnen de Krimpenerwaard op deze manier weten te behouden. Knobbelzwanen Na de hoorzitting op 6 februari is op 24 februari een advies uitgebracht door de bezwarencommissie en uiteindelijk op is op 24 juni 2014 een besluit genomen door de Omgevingsdienst Haaglanden. In het besluit is aangegeven dat de alle bezwaren ongegrond worden verklaard, op één bezwaar van de NVWK na. Dit bezwaar had betrekking op het verruimen van de
28
Waardvogel – februari 2015
wettelijke termijn voor het doden van knobbelzwanen. Dit heeft ertoe geleid dat het verjagen en doden niet meer is toegestaan voor zonsopkomst en na zonsondergang. Tevens heeft de Faunabeheereenheid de mogelijkheid gekregen de knobbelzwanen te vervoeren naar een locatie waarvan de grondgebruiker toestemming heeft gegeven. De ontheffing is iets aangepast, maar helaas hebben we niet kunnen voorkomen dat het verjagen en doden van de knobbelzwanen plaats kan vinden tussen 1 oktober en 31 mei op percelen met ingezaaid gras, graszoden, graszaad en koolzaad en tussen 15 november en 31 mei op percelen met gras en granen. Veenweidepact In 2005 sloten dertien overheden en maatschappelijke organisaties een overeenkomst over de toekomst van de Krimpenerwaard: het Veenweidepact. Daarin spraken ze af samen te werken aan de ontwikkeling van het gebied. De NVWK is net als het ZHL een belangrijke maatschappelijke organisatie die voor de natuur in de Krimpenerwaard opkomt. Er ligt een opgave van het Rijk om nieuwe natuur aan te leggen in de Krimpenerwaard. Tegelijkertijd moet het probleem van bodemdaling aangepakt worden en moet worden voldaan aan de Europese Kaderrichtlijn Water. Bij deze ontwikkeling wil het pact kansen benutten die er liggen voor het agrarisch bedrijf, nieuw ondernemerschap, het waterbeheer en de recreatie. Het Rijk heeft sinds 2010 bezuinigd op de aanleg van nieuwe natuur. Ook voor de Krimpenerwaard is daardoor minder geld beschikbaar. Om toch de belangrijkste doelen te realiseren is het type nieuw aan te leggen natuur aangepast. Waar eerst aan natte natuur met ruimte voor de otter gedacht werd, wordt nu gekozen voor diverse typen grasland met natuurwaarden voor weidevogels en andere voor het gebied karakteristieke planten- en diersoorten, het zogeheten ‘Grutto en Dotter’ model. Daardoor blijft het mogelijk om het agrarisch bedrijf in een deel van het gebied voort te zetten. Ook kunnen agrariërs kiezen voor particulier of agrarisch natuurbeheer. In oktober 2013 hebben de gebiedspartijen een voorstel aangeboden aan het College van Gedeputeerde Staten. In dit voorstel staat aangegeven hoe volgens de partijen in de Krimpenerwaard de doelstellingen voor nieuwe natuur kunnen worden bereikt. De provincie heeft dit document ongewijzigd overgenomen voor het vaststellen van de kaders voor ruimtelijke ordening in de Krimpenerwaard in december 2013. In januari heeft de provincie ook
ingestemd de wijze waarophoe de EHS in het dit voorstelmetstaat aangegeven volgens de gebied De zogeheten herijking partijenwordt in degerealiseerd. Krimpenerwaard de doelstellingen is en alle energie kan De nu voorhiermee nieuwe afgerond natuur kunnen worden bereikt. worden gericht op de uitvoering, waarbij een provincie heeft dit document ongewijzigd regierol is weggelegd voor gemeenten in de overgenomen voor het vaststellen van de kaders Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van voor ruimtelijke ordening in de Krimpenerwaard Schieland en de Krimpenerwaard. in december 2013. In januari heeft de provincie ook ingestemd met de wijze waarop de EHS in Voor 2015 hebben we ook en waarop ogen weer het gebied ingestemd met uw de oren wijze de hard u voorgenomen EHS nodig. in hetDenkt gebied op plaatsenveranderingen waar vogels in de en Ruimtelijke binnen de broeden nog veel Ordening meer. Beter te veel Krimpenerwaard waar te nemen die (mogelijk) meldingen dan verloren natuur. schade kunnen brengen aan milieu, natuur en landschap mail ons dan via werkgroepro@nvwk.nl. Dit kan gaan om aanleg van wegen, uitvoeren van werkzaamheden op basis van oude en verlopen (=ouder dan vijf jaar) onderzoeken naar aanwezige plant- en diersoorten (denk aan dempen van sloten), bouwen van objecten en gebouwen op plaatsen waar vogels broeden en nog veel meer. Beter te veel meldingen dan verloren natuur.
In oktober 2013 hebben de gebiedspartijen een voorstel aangeboden aan het College van Gedeputeerde Staten. In
Links: opslag in het depot van het stuk kademuur en de pluggen
Linksonder: tongvaren; daarnaast: steenbreekvaren; bron: wilde-planten.nl
Zwanendrift Huug H. Luigies Toen hij het mij vroeg wist ik het niet. Ik wist niet wat ik hoorde toen ik hoorde wat ik niet wist. Nu ben ik sprakeloos stil en wil het niet zien.
Foto geleewiekte zwaan: Zwanenbeheer Houten
Waardvogel – februari 2015
29
Knotgroepnieuws van de Knotgroep Krimpen Wim van den Bremen De Knotgroep Krimpen heeft weer behoorlijk zijn best gedaan de afgelopen periode. Zo werd de beplanting langs de Ouderkerkse Landscheiding op een aantal plaatsen gesnoeid om het uitzicht te verbeteren. De knotgroep heeft afgelopen najaar het Zuid-Hollands Landschap ook geholpen met het snoeien van de elzenkade langs deze fraaie wandelroute boven Berkenwoude. Door de onderbrekingen hebben wandelaars nu een beter uitzicht op de bijzondere flora en fauna in dit gebied. Om de kade te behouden is het belangrijk dat de elzen regelmatig worden gekort. De knotgroep wil zoveel mogelijk van de karakteristieke beplanting van de Krimpenerwaard bewaren en het hiermee landschap in stand houden.
Lekker aan het werk op de Ouderkerkse Landscheiding
Het seizoen begon met een dag snoeien van de beplanting onder de hoogspanningsleiding in Krimpen aan den IJssel op het zogenaamde Roesteiland. Dat is een project waarbij de jeugd vertrouwd wordt gemaakt met de natuur. In december werden ook de wilgen gesnoeid bij architect Van der Laan in polder Zuidbroek, Bergambacht. Bij het periodieke broeken van de elzenkade van Heuvelman in Ouderkerk werden we door het weer lastig gevallen. Eerst waaiden we haast van de kade af, om vervolgens zo nat te regenen dat we het werk voortijdig moesten afbreken. Deze winter gaat de knotgroep aan het werk om een aantal particuliere hoogstamfruitboomgaarden in Lekkerkerk en Krimpen aan de Lek te snoeien. Zo hopen we dat de hoogstamfruitbomen behouden blijven. De fruitsnoeiers worden door een deskundige docent in de eigen groep opgeleid. Verder knot de groep nog een groot aantal wilgen en zwarte elzen in het gebied. Er is veel te doen, daarom kan de groep nog steeds versterking gebruiken. Informatie over programma en deelname geeft Jos de Nood denoodros@telfort.nl.
Rapport ‘Verstoringsgevoeligheid van vogels’ Joke Colijn Het kan voor veel mensen al lang bekend zijn, maar voor mij was het een eye-opener dat er zoiets bestaat als het rapport ‘Verstoringsgevoeligheid van vogels’. Het is verscheidene malen aangepast en de meest recente versie uit december 2008 (met update van januari 2009) is te downloaden via de website van Vogelbescherming (de opdrachtgever), maar ook op onze site www.nvwk.nl/actueel/nieuws. Gezien alle ontwikkelingen is deze informatie als bron nog steeds zeer actueel!
Houd het Groene Hart GROEN zonder nieuwe wegen!
NIEUWSBERICHT
Belangengroepen, organisaties, partijen en personen die het Groene Hart een warm hart toedragen, spreken zich uit vóór een duurzame visie op het Groene Hart en tegen de aanleg van nieuwe wegen in het Groene Hart. Zij vinden dat onze prachtige polders met hun unieke natuur- en cultuurlandschap behouden moeten blijven. Met het oog op bescherming van kwetsbare natuur en bijvoorbeeld het bijzondere copelandschap, maar ook met het oog op de oase van rust en ruimte die het Groene Hart biedt aan bewoners, recreanten en toeristen. Helaas worden er plannen gemaakt om steeds maar nieuwe wegen door het polderlandschap aan te leggen. Dit zou nodig zijn voor de verbetering van de bereikbaarheid. Het is tijd om ons te realiseren dat de denkwijze van het aanleggen van nieuwe wegen geen oplossing is. De groeivoorspellingen voor economie, demografie en mobiliteit zijn achterhaald en niet realistisch. Kijk voor meer informatie en teken de petitie op: www.petities24.com/houd_het_groene_hart_groen_zonder_nieuwe_wegen
30
Waardvogel – februari 2015
Fluweelpootje en roodgerande houtzwam Sjani van Ophemert Het fluweelpootje (Flammulina velutipes) is een echte winterzwam. Hij komt vooral voor in de late herfst tot het vroege voorjaar. Het is een mooie fel oranje bundelzwam. Doordat er ’s winters weinig kleur in de natuur te zien is, valt dit zwammetje snel op. Zelf zie ik ze vaak op dode wilgen, maar ze komen voor op allerlei dode loofbomen en ook op voedselrijke bodems. Fluweelpootjes verschijnen bijna altijd in groepen of bundels. Ze zijn te herkennen aan hun steel. De top is bleekgeel en daaronder donkerbruin tot zwartbruin. In de Krimpenerwaard kom je ze overal tegen. Deze foto maakte ik bij de Kwakels; daar lag een omgezaagde wilg met veel fluweelpootjes. De roodgerande houtzwam (Fomitopsis pinicola) is een forse houtzwam, die console- tot hoefvormig is. De bovenzijde is hard door de harsachtige toplaag en varieert van geel/oranjerood tot grijsroze en wordt in het midden grijs tot grijszwart. De onderzijde is crème tot okergeel. Als je de onderkant aanstipt met ammoniak dan kleurt deze stip felrood en dan ben je er zeker van dat dit de roodgerande houtzwam is. Deze houtzwam heeft meestal prachtige guttatiedruppels aan de onderkant. Guttatiedruppels ontstaan doordat een paddenstoel of plant veel water met voedingsstoffen opzuigt. Het overtollige water wordt uit de plant of paddenstoel geperst. Als de luchtvochtigheid te hoog is, verdampt dit niet en blijven de druppels aan de plant hangen. De roodgerande houtzwam komt voor op dode elzen en berken en is zomer en winter te bewonderen. In de Krimpenerwaard is deze zwam alleen waargenomen in het EZH-bos. Waardvogel – februari 2015
31
Wandelen in de Waard
met Rinus
Maria Spruit m.m.v. Wim Sloof We maken deze wandeling in de winter, nadat het afgelopen dagen flink geregend heeft. Het is een wandeling waarbij onze laarzen niet overbodig bleken. Door het riviertje de Vlist over te steken brengen we een bezoekje aan onze buren in de Lopikerwaard. De wandeling is 13 kilometer en voert vooral door polders met ongelooflijke vergezichten en heel veel vogels. De routebeschrijving is vetgedrukt. Op sommige trajecten is het niet toegestaan om een hond van de spreeuwen. Een paar schapen denken dat we eten mee te nemen. Het Kraamvrouwenpad is gesloten tussen 15 voor ze hebben of ze hebben gewoon trek in mijn rugzak. maart en 15 juni i.v.m. het broedseizoen. Om dezelfde Aan het eind van het weiland gaan we een bruggetje reden is het niet aan te raden om het Boerenlandpad te over en na het bruggetje rechtsaf. Dit is de lopen, dit zou o.i. dan ook verboden moeten zijn. Op de Schutterskade. Wanneer er behoefte is aan een bankje: even kruising West-Vlisterdijk/Franse Kade is een café; voor over de grotere brug lopen en dan kan je lekker zitten. Voor openingstijden zie http://www.cafedevlist.nl. ons is het te koud en we lopen door. We voelen ons nu echt Parkeren is mogelijk in Stolwijk op het Dorpsplein. Als u in ‘the middle of nowhere’, wat een uitgestrektheid! De in de verleiding komt om de wandeling vanaf het einde van wetering links van ons is ten tijde van een echte winter een de Bovenkerkseweg te maken, houd er dan rekening mee heerlijke schaatsbaan. De wetering vormt ook de grens dat daar geen parkeergelegenheid is. De wandeling is met tussen Zuid-Holland en Utrecht. In de verte zien we wat de bus te bereiken vanaf de Goudseweg, halte Stolwijk zilverreigers en weer veel spreeuwen. Het is leuk om te Dorp. Ook is het mogelijk om de bus te nemen naar de zien hoe de spreeuwenzwermen zich verplaatsen; het ene West-Vlisterdijk en uit te stappen bij de Vrouwenbrug of de moment lopen de spreeuwen driftig rond om te eten en het Vlisterstee. De wandeling wordt daarmee ongeveer vier andere moment vliegen ze op alsof ze afgesproken hebben kilometer korter. en landen een paar tiental meters weer als een uitwaaierend We starten op het Dorpsplein. We lopen in oostelijke deken op het weiland. De zon gaat warempel nog lekker richting en gaan de Bovenkerkseweg op. (Links of rechts schijnen en we zien het kerktorentje van Polsbroek steeds maakt niet uit, maar aan de linkerkant is wat minder dichterbij komen. Bij de weg aangekomen gaan we autoverkeer.) Halverwege deze weg kunnen we het eerste rechtsaf de Slangeweg op. Aan het eind van de vergezicht van deze wandeling bewonderen; we zien in de Slangeweg kunnen we kiezen of we links- of rechtsaf verte Haastrecht liggen met zijn lieflijke kerktoren en de gaan. Voor onze route maakt het niet uit. We kiezen door het Zuid-Hollands Landschap herstelde Zesde molen. voor links, want misschien is het café open. We lopen om Aan het eind van de Bovenkerkseweg gaan we het de Koeneschans heen. Dit is een eilandje met grote bruggetje over en we lopen naar links over de vlonder. historische waarde. Hierop staan een aantal knotwilgen De brug en de vlonders zijn onderdeel van het in 2014 in waaraan de leden van knotgroep van de NVWK onderhoud ere herstelde Kraamvrouwenpad. We gaan linksaf de plegen. Helaas is het café dicht. Met de molen de Bergvlietse Kade op en bij het informatiebord lopen we Bachtenaar aan onze linkerhand lopen we via het het weiland in. We lopen door polder Vlist Westzijde. Nu dorpje Vlist naar het Geerpad. Rechts van het Geerpad zien we vooral smienten, spreeuwen, knobbelzwanen en zitten talloze smienten. Tegenwoordig zijn smienten tien kleine zwanen, maar in het voorjaar zijn hier twee allerminst schuw in tegenstelling tot twintig jaar geleden. zwarte sternkolonies gelegen, waarvoor door de NVWK We vragen ons af waardoor dat komt. In het voorjaar zijn vlotjes worden neergelegd. In een boom zitten een aantal hier nog grutto’s en kieviten te spotten.. Aan het einde van aalscholvers die met hun uitwerpselen de boom het Geerpad is een picknicktafel en daar pauzeren we, gereduceerd hebben tot een partij dode takken. Bij de West terwijl een groene specht zich goed laat horen en zien. Vlak Vlisterdijk gaan we naar rechts. We merken op dat hier na dit bankje gaan we rechtsaf de Bergvlietse Kade op. nog een hooiberg staat. Nieuwe opslagtechnieken hebben Al snel komt er weer een picknicktafel en dit is eigenlijk ervoor gezorgd dat de hooiberg jammer genoeg vrijwel een nog mooiere plek om te pauzeren. De Bergvlietse Kade geheel verdwenen is uit het weidelandschap. We gaan is een prachtige kade. Er staan veel elzen, waarin vooral in linksaf de Vrouwenbrug over. Na de de winter veel putters, vinken, allerlei Vrouwenbrug meteen rechtsaf slaan. mezensoorten en sijsjes foerageren. In We hebben nu de Krimpenerwaard de zomer miegelt het van tjiftjaffen, verlaten en lopen in de Lopikerwaard. fitissen, zwartkoppen en ook weer Na ongeveer 250 meter komen we bij vinken en mezensoorten. Ook kunnen het Boerenlandpad; we gaan het we dan veel vlinders, zoals bonte trapje af en we volgen de blauwe zandoogjes en atalanta’s, en libellen pijlen op een oranje veld. We worden aantreffen. Kaden zijn belangrijke begroet door een grote groep rumoerige ecologische verbindingszones, meerkoeten. Meerkoeten staan bekend waarlangs organismen zich gemakkelijk om hun felheid als het gaat om het kunnen verplaatsen of verspreiden. Dan verdedigen van hun territorium. Vlak komen we weer bij de brug waar we bij dit pad ligt een zeer al eerder geweest zijn. Die gaan we verstoringsgevoelige zwarte sternover en we lopen via de Bovenkolonie in het voorjaar. Nu wemelt het kerkseweg weer terug naar Stolwijk. Knobbelzwaan: www.4to40.com 32
Waardvogel – februari 2015
Boven: hooiberg en Koeneschans, foto’s: Maria Spruit Onder: meerkoet in de aanval en aalscholver, foto’s: Peter Stam
Waardvogel – februari 2015
33
Workshop Polder lezen in polder Den Hoek Marleen van der Lee, De Groene Motor
NIE UWSBERICHT
Tijdens de Weidevogeldag op 13 december jl. in De Brug in Reeuwijk zijn in een aantal workshops een boel zaken aan bod gekomen. Zo is er onder andere aandacht besteed aan de ontwikkeling van graslanden, gegevensverwerking in de database, samenwerking met de agrarische sector en het polder lezen. Deze en andere onderdelen komt u vast ook tegen bij de bescherming van de weidevogels. Naast de actieve bescherming van de nesten krijgt het volgen van de pullen en/of ouderparen een groter aandeel in de bescherming. Zonder jonge aanwas is er immers geen duurzame populatie grutto’s en kieviten. De NVWK zal dit jaar samen met De Groene Motor in polder Den Hoek van start gaan met tellingen en workshops toespitst op verschillende aspecten van het weidevogelbeheer. De eerste workshop zal bestaan uit een tweetal dagdelen; een dagdeel gaat over Polder lezen en het gedrag van nestelende vogels. Dagdeel twee zal zich richten op het gedrag van ouderparen met jongen. De tellingen en workshops vinden plaats op 11 april en 16 mei onder leiding van Arjan van Duijvenboden, de ‘gruttofluisteraar’. Telt u mee? Na de workshop gaan we het veld in om het gebied te inventariseren. Deze workshop Polder lezen is onderdeel van het programma van De Groene Motor ter ondersteuning van de weidevogelvrijwilligers. Gedurende het seizoen worden er rondom polder Den Hoek meerdere workshops georganiseerd. Wilt u alles weten over de weidevogelbescherming of enkel een aantal workshops volgen? Met de Groene Strippenkaart kunt u zelf invullen welke workshops u interessant vindt. Binnen Polder Den Hoek ligt een reservaat van Het Zuid-Hollands Landschap. Samen met de omliggende agrarische percelen is het een gevarieerd en waardevol gebied waar de weidevogels dankbaar gebruik van maken. Bescherming en inventarisatie is wel nodig om het gebied nog beter op de eisen van de weidevogel af te stemmen. Uw hulp is daarmee van groot belang! Helpt u mee?
Illustratie: Jeroen Helmer
Leve(nd) Zuid-Holland met de 15 natuurtoppers van het Natuurmanifest Susanne Kuijpers, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland; Den Haag, 28 januari 2015
PERSBERICHT
Doe mee met het Natuurmanifest voor de provinciale verkiezingen Wie zou het nu niet leuk vinden om tijdens een wandel-, fiets-, of vaartocht in de natuur een glimp op te vangen van een otter, zeearend of zeehond? Natuurtoppers zoals deze soorten verfraaien de landschappen in Zuid-Holland en zijn een graadmeter voor een schoon milieu en een rijke natuur. De natuurorganisaties in Zuid-Holland hebben daarom samen een manifest opgesteld om in te zetten op een aantrekkelijk, natuurrijk Zuid-Holland. De provinciale verkiezingen zijn cruciaal om dit mooie toekomstbeeld te realiseren. Zuid-Hollandse inwoners en organisaties worden uitgenodigd het manifest te ondersteunen op www.natuurmanifest.nl. Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, het Zuid-Hollands Landschap en IVN maken zich zorgen over de achteruitgang van dier- en plantsoorten in Zuid-Holland. Hoewel deze achteruitgang in de natuurgebieden nu tot staan lijkt te zijn gebracht, gaat deze in het agrarisch gebied nog onverminderd door. Van de soorten die oorspronkelijk aanwezig waren is nog maar 15% overgebleven. Het kan echter ook anders. Vanwege de grote verscheidenheid aan landschappen kunnen veel soorten zich in Zuid-Holland vestigen als de omstandigheden goed zijn. In het manifest staan 15 ‘natuurtoppers’ centraal: soorten die symbool staan voor een soortenrijke provincie. Wie vindt het nu niet leuk om bevers te zien, het prachtige gezang van nachtegalen en het gejubel van grutto’s te horen of om te kanoën in het spoor van de otter? Om dit te behouden én op meer plaatsen te realiseren moet de provincie deze natuurtoppers hoog in het vaandel dragen. Met het manifest roepen de natuurorganisaties de lijsttrekkers voor de Provinciale Staten verkiezingen hiertoe op. Op www.groenekieskompas.nl kunt u in één oogopslag zien hoe groen de Zuid-Hollandse politieke partijen zijn. Er valt op 18 maart heel wat te kiezen: de verschillen tussen de partijen zijn aanzienlijk. Het manifest is te lezen op de website www.natuurmanifest.nl. Ook kunnen Zuid-Hollandse inwoners en organisaties op deze website het manifest ondersteunen. De 15 natuurtoppers zijn: otter, grutto, zeearend, bever, Atlantische zalm, nachtegaal, tapuit, zeehond, bosuil, bij, argusvlinder, boommarter, spindotter, slobeend en purperreiger. Het Natuurmanifest is een initiatief van: Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland, Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer, ZuidHollands Landschap en IVN.
Waardvogel – februari 2015
35
Jaarverslag van Knotgroep Oost Edith Kuijper In 2014 zijn er door de Knotgroep Oost acht werkdagen in het voorjaar gehouden en vier in het najaar. Van deze twaalf werkdagen stonden er vier in het teken van het wegwerken van achterstallig onderhoud aan pestbosjes en er zijn vier werkdagen gewijd aan het snoeien van fruit, bijvoorbeeld aan de boomgaard die de NVWK sinds enige jaren tegen een aantrekkelijke vergoeding onderhoudt. Met zo’n tien bomen per werkdag hebben we daarmee toch zo’n 120 bomen aangepakt, wat iedere keer weer een onvoorstelbare stapel hout levert. Ook goed voor de kachelbranders die graag een stammetje of wat mee naar huis nemen. De opkomst van deelnemers is het hele jaar goed, met een gemiddelde van rond de vijftien, van jong (onder de achttien) tot oud (over die leeftijden laten we ons verder niet uit); veel mannen en iets minder vrouwen. Op de landelijke Natuurwerkdag waren we prioriteits-project van de Groene Motor van Landschap en Erfgoed Zuid-Holland en is een artikel met foto over onze werklocatie op de Koeneschans in Vlist, in de lokale kranten gepubliceerd. Het was heel mooi dat we op deze zonnige warme eerste novemberdag (getuige de foto’s) aan het werk waren met een grote groep vrijwilligers, met ook een aantal nieuwe deelnemers. In het seizoen 2013-2014 zijn we begonnen met het vragen van een financiële bijdrage van de opdrachtgevers voor het snoeiwerk en eigenlijk hebben we dat geruisloos kunnen introduceren. Van de opbrengsten is in de zomerstop de gereedschapsvoorraad bijgevuld. Het jaar is gelukkig zonder incidenten verlopen. Nieuw is de korte werkinstructie voordat met het werk wordt aangevangen, waarin ook telkens weer aandacht voor de veiligheid wordt gevraagd. Het is fijn dat ook het afgelopen jaar weer een aantal knotters het zaagbewijs voor de motorzaag heeft gehaald. In 2014 hebben de eerste uitwisselingen tussen Knotgroep Krimpen en Knotgroep Oost plaatsgevonden, en we hopen dit te continueren.
Maurice Kruk heeft van de werkdag te Haastrecht op 24 januari jl. een prachtig time-lapse filmpje gemaakt: http://youtu.be/biWrBDD18A0
36
Waardvogel – februari 2015
De heggenmus, een heel gewone erfvogel…? Jaap Graveland We zijn gestart met het project ‘NVWK geeft erven vleugels!’. In de komende Waardvogels nemen we een kijkje in de leefwereld van een aantal soorten die wat minder bekend zijn. Elke soort heeft zijn eigen boeiende verhaal. Het leek me leuk om te beginnen met waarschijnlijk de minst opvallende soort, met misschien wel het spannendste gedrag van allemaal, de heggenmus. Bovendien begint de heggenmus in deze periode te zingen. Een beetje bruin, een beetje grijsblauw, scharrelend op de grond en in de struiken, met een ijle roep en een zang die wel wordt aangeduid als een ‘prevelend liedje’. Weinig spannend dus, die heggenmus. In 1856 publiceerde Morris ‘A history of British birds’. Hij was dominee en moedigde zijn gemeente aan om een voorbeeld te nemen aan de heggenmus. Hij schreef: “onopvallend en rustig, maar niet verlegen; sober gekleed, maar toch netjes en gracieus: een voorbeeld om na te volgen, tot voordeel van uzelf en anderen”. Als zijn gemeente de heggenmus werkelijk tot voorbeeld had genomen, dan zou ze in chaos zijn gestort. Gelukkig voor Morris duurde het nog een eeuw voordat werd ontdekt hoe de heggenmus zich echt gedraagt… De heggenmus is een standvogel, dus hij is het hele jaar op dezelfde plek te vinden. Hij leeft in het struikgewas en de ondergroei in bossen, parken en plantsoenen en is ook een van de meest voorkomende soorten in tuinen en op erven. Hij zoekt het grootste deel van zijn voedsel op de grond: insecten en spinnen, slakjes, wormen, en in de winter veel zaden. Allemaal klein spul. De heggenmus is een vroege zanger; op mooie dagen in februari laat het mannetje zich al volop horen. Zelf moet ik bij de heggenmus altijd het eerst denken aan de eieren: die zijn prachtig hemelsblauw, eigenlijk ongewoon mooi voor zo’n gewoon vogeltje. In mijn Atlasblok van vijf bij vijf km telde ik in 2013 2550 zingende mannetjes. Het grootste deel daarvan zit in het Loetbos, de rest in de bewoningslinten bij Berkenwoude en Zuidbroek. Net zag ik er nog eentje scharrelen onder de voedertafel buiten het keukenraam bij het afronden van dit artikel. Waarom? Kinderen stellen die vraag de hele tijd. Wetenschappers ook. Ik ben als bioloog opgeleid met de stelling dat alles in de natuur een functie heeft, dat niets er zomaar is. Daarom kun je altijd vragen: waarom? Waarom zingen vogels juist ’s ochtends vroeg, waarom zijn sommige rupsen groen en anderen juist fel gekleurd? Maar ook een beetje moeilijker: waarom zijn er bloemen? De varens en mossen kunnen immers al 300 miljoen jaar zonder. En waarom is er eigenlijk seks, met mannetjes en vrouwtjes? Waarom zo ingewikkeld doen? Bacteriën doen het bijna zonder seks. In je dikke darm zitten 1,5 biljoen geslachtloze bacteriën, bij elkaar wegen ze ruim een kilo. Succes hebben kan dus ook zonder seks. Het is echt een hele goede vraag. Es geht auch anders, aber so geht es auch Ik kreeg destijds les van een oude hoogleraar. Hij gaf het vak ‘geschiedenis van een biologie’. Hij was een beetje spiritueel ingesteld en vond het leuk om de draak te steken met dat zoeken naar de reden of oorzaak van iets. Hij gebruikte altijd de uitdrukking: “Es geht auch anders, aber so geht es auch.” Het is een bekend zinnetje uit de Driestuiversopera (Dreigrochenoper), een beroemd
38
Waardvogel – februari 2015
toneelstuk van de Duitse dichter Bertolt Brecht. De betekenis: mensen verschillen, de natuur is variabel, dat is nu eenmaal zo, je moet niet overal iets achter zoeken. Ik ben er nooit achter gekomen of hij het echt meende. Ik vond het maar een slap verhaal. En dat vind ik eigenlijk nog steeds. “Waarom?” is niet alleen een goede vraag, het is ook een leuke vraag. Verschillen vragen om een verklaring, je gaat nadenken, op onderzoek uit, en je doet ontdekkingen. Bijvoorbeeld bij de heggenmus. Voortplantingssystemen In de loop van de vorige eeuw begonnen amateurvogelaars te vermoeden dat de heggenmus er een bijzonder voortplantingssysteem op na houdt. Vaak waren drie of vier heggenmussen met elkaar in de weer, mannetjes pikten naar de cloaca van het vrouwtje (cloaca is de gemeenschappelijke opening van darmkanaal, urinebuis en eileider zoals die onder andere bij vogels voorkomt), en er waren eindeloze schermutselingen tussen de vogels onderling. Biologen begonnen een onderzoek met kleurringen waardoor de vogels individueel herkenbaar waren. Het vermoeden bleek te kloppen. De meeste vogelsoorten zijn monogaam: één mannetje en één vrouwtje zorgen samen voor nageslacht.
Cloaca pikken door de alfaman, met de bètaman op de achtergrond.
Maar de heggenmus doet het anders. Zeker, er zijn monogame vogels. Maar vijftig meter verderop in het bos kan een man zitten met twee vrouwen (polygynie), op een andere plek een vrouw met twee mannen (polyandrie) en weer ergens anders, inderdaad, twee vrouwen met twee of zelfs drie mannen. Waarom? En waarom juist bij de heggenmus als enige van de zangvogels in Engeland? Nick Davies in Cambridge Dat vroeg de wetenschapper Nick Davies zich ook af. Waarom? En hij liet het niet bij die vraag, hij wilde de vraag beantwoorden. Over het antwoord deed hij tien jaar. Zijn onderzoek is wereldberoemd geworden. Zijn studiegebied was de botanische tuin van de universiteit van Cambridge. Een gebied van zestien ha, met tachtig broedende vrouwtjes. Hij had een paar promovendi en tientallen studententen in de loop der jaren. Elke vogel werd gevangen en met kleurringen individueel herkenbaar gemaakt. Ze deden gedragswaarnemingen, slimme veldexperimenten zoals het tijdelijk wegvangen en daarna weer loslaten van specifieke vogels, onderzoek aan het broedsucces van elke oudervogel, en DNAonderzoek om de familierelaties te ontrafelen. Van elk jong in het nest was daardoor bekend wie de vader en wie de moeder was. Duizenden uren veldwerk en nog meer werk achter de pc en in het laboratorium. Dit is wat ze vonden. De vrouwtjes centraal Vrouwtjes en mannetjes hebben elk eigen territoria. De vrouwtjes verdedigen dat alleen tegen andere vrouwtjes, de mannen alleen tegen andere mannen: als een vrouwtje wegvalt, dan wordt de ruimte niet opgevuld door een mannetje, maar alleen door een vrouwtje en vice versa. In veel gevallen hebben twee mannen overlappend territoria, die ze dan samen tegen anderen mannetjes verdedigen. Meestal is dan één mannetje dominant, de alfaman. Het ondergeschikte mannetje, de bètaman, wordt wel geaccepteerd. Dat is bijzonder bij zangvogels, maar de alfaman heeft de bètaman nodig: samen staan ze sterker. Afhankelijk van de overlap tussen de territoria krijg je dan de beschreven variatie in voortplantingssystemen: monogamie, polygynie etc. De territoria van de vrouwtjes bepalen de structuur. Een vrouwtje verdedigt een territorium waarvan de grootte bepaald wordt door de kwaliteit (de hoeveelheid voedsel in het territorium) en haar vermogen dat territorium te verdedigen. Dat vermogen wordt bepaald door haar grootte, conditie en ‘slimheid’.
Twee mannetjes met imponeergedrag naar elkaar, op achtergrond het vrouwtje.
Partnerbewaking: man op paaltje bij voedselzoekend vrouwtje, ander mannetje op achtergrond. Daaronder een vrouwtje achtervolgd door twee mannetjes
Een mannetje probeert dan zoveel mogelijk vrouwtjes voor zich te winnen en te verdedigen tegen andere mannen. Soms kan hij dat alleen, soms alleen met een ander mannetje. Hoe groter het territorium van een vrouwtje is, hoe vaker meer dan één mannetje dit vrouwtje verdedigt. De bètamannetjes zijn vaak jongere vogels en hebben een lager broedsucces dan de alfamannen. De mannetjes: partnerbewaking Een mannetje houdt zijn vrouwtje(s) in de vruchtbare periode scherp in de gaten. In het Engels heet dat mate guarding, partnerbewaking. Het komt bij veel, misschien wel alle vogelsoorten voor. Bij de pimpelmees is uitgebreid onderzocht hoe dit werkt, wanneer en waarom het optreedt. Het mannetje probeert door partnerbewaking overspel door het vrouwtje te voorkomen. Voor het vrouwtje is overspel, of dreigen ermee, een manier om bevrucht te worden door een mannetje dat bij nader inzien betere kwaliteiten heeft dan haar eigen mannetje, en een manier om haar eigen mannetje zo goed mogelijk voor zich te laten zorgen. Bij flink wat soorten zoeken vrouwtjes daarom actief naar een gelegenheid voor overspel. Als het mannetje even niet oplet, of als het vrouwtje door begroeiing uit het zicht is, probeert ze bij de buurman te komen. De natuur is uitermate zakelijk. Bij de heggenmus is het niet anders: Davies stelde vast dat de mannetjes hun ‘bewaking’ scherp afstemmen op de vruchtbare periode van het vrouwtje. Die start vlak voor de leg en eindigt direct erna. Gedurende de legperiode is de kans op bevruchting van het ontwikkelende ei op sommige uren van de dag groter dan op andere momenten, bijvoorbeeld als de schaal rond het ei wordt gevormd. En zelfs daar houden de mannetjes rekening mee: ze wijken in die uren geen moment van de zijde van het vrouwtje. Tenzij er natuurlijk een gewillige buurvrouw in de buurt komt. Waardvogel – februari 2015
39
Maar het vrouwtje zit niet stil… Uit het onderzoek blijkt dat het vrouwtje het meest frequent paart met het dominante alfamannetje. Bètamannen proberen de hele tijd bij de vrouwtjes te komen. De alfamannen hebben het dus druk: ze moeten zowel de bètamannen in hun eigen territorium als mannetjes uit andere territoria van de vrouwtjes zien weg te houden. Maar ze hebben anderzijds voordeel van de bètamannen, om die buurmannen buiten de deur te houden. En om wat later de jongen van hun vrouwtje(s) te verzorgen; dat gaan we nog zien. De vrouwtjes proberen aan de alfamannetjes te ontsnappen en met de bètamannen te paren. Juist tijdens hun vruchtbare periode zoeken ze de bètamannen op. Ze blijken de zang van het alfa- en bètamannetje te kunnen onderscheiden en gaan als ze het bètamannetje horen actief naar hem op zoek. De alfaman past op zijn beurt zijn gedrag daar weer op aan: hoe vaker een vrouwtje paart met andere mannetjes, hoe frequenter hij zelf ook met het vrouwtje probeert te paren. Als ze langere tijd is weggeweest, paart hij zo gauw mogelijk met haar. Er ontstaat een soort ‘spermacompetitie’. Het mannetje van de heggenmus is daar op aangepast, want hij heeft veel grotere testes dan de mannen van de meeste andere zangvogelsoorten. De mannen baltsen uitgebreid voor de paring. Als ze het vrouwtje een tijd niet hebben gezien, of als ze haar hebben zien paren met een ander mannetje, pikken ze veelvuldig naar de cloaca van het vrouwtje. Dit stimuleert het vrouwtje om het zaad van vorige paringen (met andere mannetjes) er weer uit te gooien.
Boven: cloaca pikken door alfaman. Midden: vrouwtje gooit wat zaad van vorige paringen met andere mannen eruit. Onder: paring met het alfamannetje.
40
Waardvogel – februari 2015
Waarom? Davies en zijn team bepaalden heel nauwgezet wat de relatie was tussen het gedrag van een afzonderlijk mannetje of vrouwtje en het aantal eigen jongen dat hij of zij wist groot te brengen. Hij stelde vast dat het gewicht van een jong dat op het punt staat om uit te vliegen in hoge mate de kans bepaalt dat hij of zij zich als volwassen vogel in de populatie weet te vestigen. Dat is uiteindelijk wat telt: hoeveel van je genen geef je door in de populatie. Een ander belangrijk resultaat is dat het gewicht van een jong bij uitvliegen, en ook het aantal jongen dat van een legsel uitvliegt, wordt bepaald door hoeveel voedsel de jongen krijgen. Die hoeveelheid voedsel per jong wordt weer bepaald door hoeveel ouders betrokken zijn bij het voeren van de jongen. En daar komt de relatie met het gedrag om de hoek kijken. Het vrouwtje voert altijd alleen haar eigen jongen, dat is simpel. Maar bij de mannetjes ligt het gecompliceerder. Die moeten hun ouderzorg vaak over meerdere nesten verdelen (sommige mannetjes hebben immers meer vrouwtjes). In veel gevallen zitten er ook nog eens een of meer jongen in die nesten die niet van hen zijn… Davies en zijn team maakten een uitvoerige boekhouding van al die nestjongen, het aantal, het gewicht, het ouderschap (wie zijn de vader en de moeder van het jong) en het gedrag van de ouders: hoeveel paringen had vader, met hoeveel mannen paarde het vrouwtje, etc. Relatie tussen gedrag en het aantal eigen nakomelingen De heggenmusjongen blijken het meeste voedsel te krijgen in een voortplantingssysteem met twee mannen en een vrouw (polyandrie). In die gevallen van polyandrie krijgen de jongen het meeste voedsel als beide mannetjes met het vrouwtje hadden gepaard en er dus van op aankunnen dat in ieder geval sommige jongen van henzelf zijn. Als een vrouwtje in een polyandrie-situatie maar met één mannetje heeft gepaard, voert het ander mannetje wel maar niet zo vaak. Bij monogamie (één man met een vrouwtje) krijgen de jongen minder voedsel dan bij polyandrie. In een voortplantingssysteem van meer mannetjes met meer vrouwtjes (polygynandrie) krijgen de jongen nog weer minder voedsel. Het allerminste voedsel krijgen ze als een mannetje meer vrouwtjes heeft (polygynie), want dan moet het mannetje zijn inspanning verdelen over meer nesten. De vrouwtjes blijken ook in te spelen op de hoeveelheid zorg die ze van de mannetjes kunnen verwachten. Ze ‘weten’ dat een mannetje meehelpt om voor haar jongen te zorgen als hij met haar heeft kunnen paren. Dus met meer mannelijke hulp kan ze meer jongen groot brengen. En hoe kan je zorgen voor meer jongen? Door meer eieren te leggen. Dat is dan ook wat Davies ziet: vrouwtjes met twee mannen leggen meer eieren dan vrouwtjes met één man. En bij de vrouwtjes met twee mannen legt een vrouwtje dat met beide mannen heeft gepaard meer eieren dan een vrouwtje dat maar met één van de twee mannen heeft gepaard. Vrouwtjes krijgen dus het grootste aantal uitgevlogen jongen in de situatie dat beide mannen helpen bij het voeren van de jongen, minder jongen bij monogamie en het minst bij polygynie. Voor de mannetjes is het precies andersom, met het grootste aantal eigen jongen bij polygynie en het minst bij polyandrie.
Davies liet dus zien dat het ingewikkelde gedrag is te verklaren uit het feit dat zowel het vrouwtje als het mannetje elk voor zich proberen zoveel mogelijk eigen jongen groot te brengen, dat ze daarbij zowel tegengestelde als gemeenschappelijke belangen hebben en dat ze rekening houden met hun individuele mogelijkheden. Een jong mannetje heeft minder mogelijkheden dan een ouder mannetje, een vrouwtje met een groot territorium heeft meer kans om twee mannetjes aan zich te binden dan een vrouw met een klein territorium, sommige mannetjes hebben meer kans om vrouwtjes voor zich te winnen door samen te werken met een ander mannetje, andere mannetjes kunnen het alleen, enzovoort. Waarom juist bij de heggenmus? Er is natuurlijk nog veel meer over te vertellen. Bijvoorbeeld: wat bepaalt nu de verschillen in kwaliteit tussen individuele vogels? Waarom kan de ene man of vrouw een groter territorium verdedigen dan een ander? Davies heeft veel gepubliceerd in vooraanstaande tijdschriften zoals Nature en hij heeft er ook een boek over geschreven, waar ik voor dit artikel dankbaar gebruik van heb gemaakt – ook voor de illustraties. We hebben nu gezien waarom mannetjes en vrouwtjes van de heggenmus zich gedragen zoals ze zich gedragen. Maar waarom zien we dit ingewikkelde gedrag wel bij de heggenmus, maar niet bij andere vogels? De eerste verklaring is dat de heggenmus alleen klein spul eet en dat het daarom echt uitmaakt hoeveel ouders helpen bij het verzorgen van de jongen. Bij andere soorten met een laag voedselaanbod vinden we gedrag dat lijkt op dat van de heggenmus. In het tropisch regenwoud leggen de meeste zangvogels maar twee of drie eieren. Dat komt omdat de hoeveelheid insecten, uitgedrukt in kilo’s per ha, veel lager is dan bij ons. De jongen worden daar ook vaak gevoerd door drie of meer ouders. Die andere ouders zijn dan familieleden van de vader en de moeder. Door te helpen geven ze als het ware een deel van hun eigen genen door ook al hebben ze zelf geen jongen. Het beroemdste onderzoek van dit helpergedrag is waarschijnlijk het onderzoek van de
Nederlandse Jan Komdeur en collega’s aan de Seychelles warbler (Seychellenrietzanger). Een tweede oorzaak is dat de heggenmus in onoverzichtelijke vegetatie leeft, waardoor er volop kansen zijn voor het vrouwtje om aan de aandacht van haar partner te ontsnappen. Dat is geen speculatie, je kunt zien hoe het vrouwtje gebruik van maakt van zulke momenten. En overspel door het vrouwtje of het mannetje komt bij veel soorten voor. Altijd probeert de ‘bedrogen‘ partner dit overspel te voorkomen. Het feit dat het zo vaak voorkomt bij de heggenmus betekent dat het mannetje er kennelijk onvoldoende in slaagt overspel te voorkomen. Tot slot: Nick Davies aan het woord Een standaardadvies in een cursus ‘spreken in het openbaar’ is: schrijf je verhaal niet uit, beweeg over het podium, spreek uit het hoofd. Want dat is veel levendiger. In de jaren negentig, toen ik met mijn eigen onderzoek bezig was en af en toe op congressen kwam over gedragsecologie, stond Nick Davies bekend als een van de beste sprekers die er waren. De zaal zat altijd bomvol als hij een lezing hield. Hij bracht het heel levendig, in eenvoudige taal. De wetenschappers, nuchtere mensen doorgaans, hingen aan zijn lippen. Hij was hun voorbeeld: zo moet het. Alleen, hij schreef zijn lezing wel altijd uit, woord voor woord. Eigenlijk uit respect voor zijn publiek. Want op die manier kon hij precies bepalen hoe hij het wilde vertellen. Hij hoefde zich tijdens zijn voordracht alleen maar te concentreren op zijn presentatie, intonatie etc. Es geht auch anders, aber so geht es auch. N.B. De gelijkenis in gedrag tussen heggenmussen en mensen is louter toeval. Of niet soms?
Referenties N.B. Davies (1992). Dunnock behaviour and social evolution. Oxford Series in Ecology and Evolution; Seychellenrietzanger: http://nl.wikipedia.org/wiki/Seychellenrietzanger
Wij verwelkomen de nieuwe leden: Naam (* = jeugdlid) Adres Postcode Woonplaats In verband privacyoverwegingen zijn de begrip. Nathan vanmet Wijngaarden* Kadijk 13 gegevens op deze plaats verwijderd. 2861 CLWij vragen uw Bergambacht H. J. Krikke Bernhardlaan 37 2851 XC Haastrecht C. G. Vonk Raadhuisweg 77 2811 HV Reeuwijk G. Wegman Bernhardlaan 5 2851 XC Haastrecht H. Kolkman Roelat 24 2811 EC Reeuwijk B. F. Groos IJsseldijk West 57 2935 AR Ouderkerk aan den IJssel Jan van Dalen* Benedenberg 15 2861 LC Bergambacht
Waardvogel – februari 2015
41
Knutselen voor kriebelbeestjes Rudolf de Groot Zaterdag 31 januari zijn we met de jeugd bij boer Ton in Beijerse geweest. Dit keer was er zelfs een wachtlijst: het maximum aantal van twintig kinderen was er om te knutselen. We startten de middag met een presentatie over insecten verzorgd door Pieter van Dam. Van een meegebracht bloempotje werd met behulp van stro een oorwurmenpot gemaakt. Van pitriet en wol kon een insect geknutseld worden en er werd driftig getimmerd aan een insectenhotel. Tussendoor konden de kinderen lekker spelen in het hooi. Het was weer een leuke, gezellige en leerzame middag.
Meer foto’s zijn te bekijken op www.nvwk.nl
Klaas de Mik, donderdag 12 februari 2015 Ik had vandaag een bijzondere ontmoeting met een vogeltje. Ik zat een boterhammetje te eten onder de Brienenoordbrug, toen er een vogeltje op mijn spiegel ging zitten. Het zat de hele tijd te fladderen en in de spiegel te kijken. Ik kon er nog een aardig fotootje van maken ook, voordat het wegvloog. Ra, ra, wat is het?
22
Waardvogel – februari 2015
AGENDA VOOR DE JAARLIJKSE ALGEMENE LEDENVERGADERING 2015 Hierbij nodigt het bestuur van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard u uit voor de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering (ALV) op woensdag 25 maart 2015. Deze avond zal het bestuur haar beleid verantwoorden en in gesprek gaan met haar leden. U bent allen van harte welkom in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2, 2825 BS Berkenwoude. Aanvang van de vergadering 20.00 uur. De zaal is open vanaf 19.30 uur.
AGENDA 1.
20.00 uur. Opening door de voorzitter
(Max Ossevoort)
2.
Vaststellen van de notulen van de ALV 2014 zoals deze zijn gepubliceerd in de Waardvogel van juni 2014 *)
(Max Ossevoort)
3.
Jaarverslag van de secretaris
(Dirk-Jan van Roest)
4.
Verslag van de kascontrolecommissie
(Aad Hegge en Marc Timmermans)
5.
Jaarverslag van de penningmeester
(Gerard van Slijpe)
6.
Jaarverslag van de coördinator vogels
(Erik Kleyheeg)
7.
Jaarverslag van de coördinator planten
(Patrick Heuvelman)
8.
Bestuursverkiezing Aftredend en niet herkiesbaar: Voorgedragen door het bestuur:
Erik Kleyheeg (Nog) geen kandidaat
Op grond van artikel 8 van de statuten kunnen tien leden gezamenlijk eigen kandidaten voor bestuursfuncties voordragen. Eventuele voordrachten dienen voor aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur te worden ingediend. 9.
Benoeming leden van de kascontrolecommissie
10.
Rondvraag
11.
21.00 uur. Sluiting
(aftredend: Aad Hegge)
PAUZE: Gezellig drankje en een doorlopende PowerPoint presentatie met foto’s uit de Krimpenerwaard 12.
21.30 uur. Presentatie ‘Natuurontwikkeling in polder De Hooge Boezem’ door Arie Dorsman voorafgegaan door een kort filmpje over de inundatie van de polder in 2014 door Rob de Weger
Namens het bestuur, M.J.G.G. Ossevoort Voorzitter *) De notulen van de ALV 2014 zijn, voor met name de nieuwe leden, op te vragen via info@nvwk.nl.
De ijsvogel Maria Spruit Een blauwe flits, zo wordt de waarneming van een ijsvogel omschreven. Mijn eerste twee waarnemingen van een ijsvogel bevestigen dat. Wat was ik teleurgesteld toen ik speciaal voor de ijsvogel naar landgoed Hackfort, bij Zutphen, ging en niet meer dan een blauw vlekje in mijn ooghoeken zag wegschieten. Inmiddels hoef ik niet meer zo ver; in de Krimpenerwaard zijn er plaatsen waar je nagenoeg zeker een ijsvogel kan aantreffen. De Engels naam ‘kingfisher’ is een veel betere naam dan ‘ijsvogel’. Een ijsvogel houdt helemaal niet van ijs. Sterker nog, het wordt zijn dood. IJsvogels zijn echte standvogels en tijdens langdurige vorst kan hij zijn voedsel, kleine visjes, niet bereiken. De ijskoude winter van 2008-2009 had de waarnemingen van ijsvogels met 75 procent verminderd. 2012 was een dieptepunt met minder dan 50 waarnemingen in de Krimpenerwaard. Maar vanaf toen stegen de aantallen waarnemingen per jaar snel. 2014 evenaarde bijna het topjaar 2008. De ijsvogelstand kan zo snel herstellen, omdat ijsvogels meerdere keren per jaar broeden en zo heel wat kleintjes groot kunnen brengen. Ze broeden het liefst in een steile wand langs water, vaak verborgen onder wat struiken. Wanneer een geschikte oever ontbreekt, maakt de ijsvogel ook wel gebruik van de kluit van een omgewaaide boom. In 1999 waren in De Biesbosch vier van de negen aanwezige nesten gegraven in een boomkluit. Het nest ligt aan het einde van een gang die de ijsvogels zelf graven, waarbij ze elkaar om beurten aflossen. Tijdens het graven zit vaak de ene ijsvogel op een tak op de uitkijk, terwijl de andere graaft. De vogel die klaar is met graven, duikt meestal een paar keer in het water en gaat daarna zijn verenkleed ijverig poetsen. Wanneer de ijsvogels niet meer achterwaarts uit de opening komen, is de nestkamer zo ver gevorderd dat ze hierin kunnen draaien. Het duurt ongeveer twee weken voordat het nest klaar is. Dan gaan de vogels over tot de balts, waarbij vaak het mannetje een visje aan het vrouwtje geeft. Het vrouwtje en het mannetje broeden beide en zorgen samen voor hun kroost. Ondanks zijn felle kleuren is een ijsvogel niet makkelijk te ontdekken. Het is de schelle kreet die hem verraadt. Wanneer je die hoort en dan goed oplet, heb je kans om hem laag over het water te zien scheren. Bronnen: http://www.ijsvogels.nl; www.waarneming.nl; Elseviers broedvogelgids
Illustratie: Rob van den Hoek
44
Waardvogel – februari 2015
Jaarrekening 2014 INKOMSTEN
2012
2013
rekening rekening Contributies Advertenties Renten
2014
2014
begroting
rekening
UITGAVEN
12226 1800 264
800
0
0
0
300 150
300 0
300 0
300 0
2500 110
0 100
0 250
40 505
255 45 4000 0
2014
100 600 1852 100 100 400
70 732 1070 0 22 451
Weidevogelwerkgroep Website en PR(materiaal)
1398 111
1328 277
1350 300
977 0
0 430
Waardvogel Vrienden van de Hennepakkers
9221
9585 1918
10000 0
9812 122
0 0 0 0
0 111 2500 0
Projectkosten Pieternella Pols Fonds Project Zwaluwtillen Project Broedvogelhokjes Project Speelpolders
1286 0 0
182 0 1033
2000 0 0 0
2692 186 951
824
0 1000 795 1345 2040 1033 2064
0 0 1000 1960 0 0 0
0 0 1650 1233 0 0 0
0 0 387 662 521 142 540 179 70
0 575 682 1363 0 350 966 50 47
0 575 750 1500 0 350 1000 100 50
100 548 482 1060 0 0 828 128 35
Totaal
17990
25817
17210
20514
Saldo bankrekeningen ING betaalrekening Rabo betaalrekening ASN spaarrekening Knotploeg Krimpen (in Rabo rek.) Totaal
31.12.12 310 741 21487 1960 24498
31.12.13 0 5267 20130 1453 26850
15779 2211 17990
21761 4056 25817
21127 -3917 17210
20266 248 20514
Waardvogel - februari 2015
Zwaluwprojecten Groen & Doen Landschapsonderhoudsploeg Knotploeg Krimpen Vrienden van de Hennepakkers Speelpolderproject Kruispost
11500 1800 400
2014
0 1067 1852 0 69 417
Diverse giften van leden Verkoop jubileumkaarten Stichting Pieternella Pols Fonds Div. opbrengsten
11000 1493 347
2013
100 245 296 45 361 215
Opbrengst haringvaatje Weidehof; bijdrage tbv weidevogelgroep LBZH: bijdr. Weidevogelprogramma Vogelbescherming NL, bijdrage zwaluwen Vogelcursus, deelnemersbijdrage
10798 1401 487
2012
rekening rekening begroting rekening
75
0
31.12.14 0 5293 20395 1547 27235
Plantenwerkgroep Landschapsonderhoudsploeg Knotploeg Krimpen Vlinder- en Libellenwerkgroep Jeugdwerkgroep Vogelwerkgroepen
Vogelcursus Kettingzaagcursus Jaarvergadering Lezingen Stickers, beachvlaggen Nebularia Administratiekosten Representatiekosten Lidmaatschappen Subtotaal Resultaat Totaal Resultaat NVWK Resultaat Knotploeg Krimpen Totaal resultaat per 31.12.14
85 163 248
45
Begroting 2015 INKOMSTEN
2013 rekening
Contributies Advertenties Renten
2014
2015
rekening
begroting
UITGAVEN
11000 1493 347
12226 1800 264
12500 1800 300
Weidehof, bijdrage tbv weidevogelgroep Vogelcursus, deelnemersbijdrage Diverse giften van leden Verkoop jubileumkaarten Stichting Pieternella Pols Fonds
300 100 255 45 4000
300 430 0 111 2500
300 0 0 100 0
Groen & Doen Landschapsonderhoudsgroep
1000 795
0 1650
0 1650
Knotploeg Krimpen Vrienden van de Hennepakkers
1345 2040
1233 0
1233 0
Project Speelpolders Kruisposten
1033 2064
0 0
0 0
Waardvogel februari 2015
Totaal
46

25817
20514
17883
2013
2014
rekening rekening
2015 begroting
Plantenwerkgroep Landschapsonderhoudsgroep Knotploeg Krimpen Vlinder- en Libellenwerkgroep Jeugdwerkgroep
0 1067 1852 0 69
70 732 1070 0 22
100 700 1000 0 25
Vogelwerkgroepen Weidevogelwerkgroep Website & PR(materiaal) Waardvogel Vrienden van de Hennepakkers
417 1328 277 9585 1918
451 977 0 9812 122
400 250 0 10000 0
Projectkosten Stichting Pieternella Pols Fonds Project Zwaluwtillen Project Broedvogelhokjes, materiaal aanschaf Project Speelpolders
0 182
2692 186
3000 100
1033
951 0
0 0
Vogelcursus Motorkettingzaagcursus Jaarvergadering (ALV) Lezingen Stickers, Beachvlaggen Nebularia Administratiekosten Representatiekosten Lidmaatschappen
0 575 682 1363 0 350 966 50 47
100 548 482 1060 0 0 828 128 35
100 500 500 1000 500 300 800 130 35
21761 4056 25817
20266 248 20514
19440 -1557 17883
Subtotaal Resultaat Totaal