Waardvogel
fo
to
van de maand
OfficiĂŤle uitgave van de NVWK
Waarom zingen vogels?
10
De Idylle in het Loetbos
14
Een onnozele vogelaar
37
En waarom zingen ze zo vroeg?
Voortgang en de kick-off in september
Doet de Erfvogelcursus 54e JAARGANG | NUMMER 3 | JUNI 2015
Belangrijke namen, telefoonnummers en e-mail adressen Bestuur Voorzitter Secretaris
Max Ossevoort, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx
Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep
Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Leeghwaterstraat 138, 2871 PL Schoonhoven Gerard van Slijpe, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl
Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Vacant Joke Colijn, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx
Penningmeester
Werkgroepen en andere belangrijke instanties Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com Foto’s t.b.v. fotoalbums website Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Arie Dorsman, Ton de Groot Coördinator vlinder- en libellenGabrielle Heuvelman, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx werkgroep Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Coördinator werkgroep landschapsonderhoud Coördinator trekvogeltellingen Coördinator wintervogeltellingen Coördinator uilenwerkgroep Coördinator zwaluwenwerkgroep Coördinator jeugdwerkgroep Coördinator Knotgroep Krimpen Coördinator roofvogelwerkgroep Dierenambulance Dierenbescherming Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Melden van zwerfvuil Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel
Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl Vacant Peter Berger, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Jaap Graveland, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Nico van Damxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Mieke Verwaal, jeugd@nvwk.nl Jos de Nood, xxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Morrison Potxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx Gouda e.o. Afdeling Krimpenerwaard Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Gemeente Krimpenerwaard, info@krimpenerwaard.nl Vogelklas Karel Schot
xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx
xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xxxx xxxxxx xx xxxxxxxx 0182 529059 xxxx xxxxxx 0900 8844 140182 xxxx xxxxxx 010 4857847
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: xx xxxxxxxx. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
Foto van de maand: brede orchis Maria Spruit Orchideeën zijn een plantengroep die veel mensen fascineert. Over de reden kan men filosoferen, maar daarvoor is een natuurblad niet bedoeld. In de Krimpenerwaard kennen wij ook een paar soorten orchideeën, zoals welriekende nachtorchis, de rietorchis en de brede orchis. Voor de foto van de maand hebben we de brede orchis gekozen, gemaakt door Patrick Heuvelman. De brede orchis bloeit van eind mei tot begin juli, dus nu opletten op terreinen die voedselarm en vochtig zijn, want daar kunt u ze aantreffen. De plant is in Nederland wettelijk beschermd en staat op de Nederlandse Rode lijst van planten als vrij zeldzaam en sterk afgenomen. De voornaamste bedreigingen voor de brede orchis zijn de verdroging en vermesting van zijn biotopen. De grond kunstmatig schraal houden door na het maaien het gras af te voeren is een goede manier om deze orchidee te behouden. (Zie ook het artikel ‘Bloemrijke bermen’ op pag. 20.) De plant leeft in een symbiose met een bodemschimmel. Een symbiose is ‘het langdurig samenleven van twee organismen van verschillende soorten, waarbij de samenleving voor ten minste één van de organismen gunstig of zelfs noodzakelijk is’. In het geval van de brede orchis is het een mutualistische symbiose; dat wil zeggen dat béide levensvormen voordeel hebben van de samenleving. De schimmel voorziet de plant van voedingsstoffen (mineralen) terwijl de plant suikers geeft. Bron: http://nl.wikipedia.org/
2
Waardvogel – juni 2015
Van de voorzitter
Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 54 verschijnt 5 x per jaar, februari-april-juniseptember-december Kopij Inleveren vóór de 15e van de maand vóór de maand van verschijnen Oplage 860 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl Secretariaat & ledenadministratie Dirk-Jan van Roest Leeghwaterstraat 138 2871 PL Schoonhoven info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar: € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 15,- voor een basislidmaatschap € 20,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een email met uw gegevens te sturen naar info@nvwk.nl Op de voorpagina Zwarte stern foto: Han Bouwmeester Foto van de maand: brede orchis, foto: Patrick Heuvelman Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Alle artikelen blijven voor de verantwoording van de auteurs Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
Max Ossevoort In 2014 hebben we met uw hulp in de Krimpenerwaard een boerenzwaluw-onderzoek gehouden, op erven van een fiks aantal leden van de ANV Weidehof. Bij dit onderzoek hebben we geteld hoeveel bezette nesten tijdens de broedperiode werden aangetroffen en hoeveel nesten gebouwd waren op nestkommen en latjes die door vrijwilligers van de NVWK in het winterseizoen 2013/2014 waren aangebracht. Ook dit jaar, in de maand juni, houden we een dergelijk onderzoek om cijfers per jaar te kunnen vergelijken. U kunt ons en de boerenzwaluwen daarbij opnieuw helpen door informatie door te geven op tuintelling.nl (zie ook het nieuwsbericht op pag. 25 en op de site), maar ook aan mij. En omdat we toch bezig zijn, willen we nu ook het aantal nesten inventariseren van huiszwaluwen en gierzwaluwen. Ik ontvang graag alle informatie via mijn e-mail adres maxossevoort@gmail.com. Datum, naam, adres van de locatie en aantal nesten per soort is voldoende. Vele handen maken licht werk, toch? De cursus van het Erfvogelproject is op 6 juni afgesloten. Uit de reacties van de deelnemers mogen we opmaken dat de cursus een succes was. Intussen gaan Jaap Graveland en zijn mensen stug verder met het houden van erfscans, zodat we tegen de herfst een goede inventarisatie hebben van de benodigde verbetermaatregelen per erf. Die worden het komende winterseizoen en het vroege voorjaar aangebracht. U bent uiteraard van harte welkom om dan mee te helpen! De start van de werkzaamheden voor de Idylle is op 12 september tijdens het Rabo-evenement ‘Krimpenerwaard in Beweging’. Kom naar het Loetbos voor de aftrap van de Idylle, doe mee met ‘Krimpenerwaard in Beweging’ en verdien geld voor onze vereniging! De redactie is heel blij met alle foto’s die worden opgestuurd. Ze bepalen mede de kwaliteit van de Waardvogel en onze site. Een paar fotografen timmeren flink aan de weg (pag. 33); wij zijn trots dat wij ook hun foto’s mogen plaatsen! Maar de kwaliteit van alle inzendingen is hoog. Doe mee en ga nu op stap om de mooiste weidevogelfoto’s te maken voor de resterende omslagpagina’s van dit jaar. In deze Waardvogel staan verschillende persberichten met belangrijke mededelingen over de verslechterende situatie in de natuur. De Europese Commissie raadpleegt het publiek over het voornemen om natuurwetgeving te versoepelen; wij houden ons hart vast voor de gevolgen. Toon uw betrokkenheid en vul het formulier in - en teken ook de petitie voor Red de Rijke Weide. Nog in april kwamen er veel positieve berichten binnen over de aantallen gevonden weidevogelnesten, waardoor we allemaal hoopvol gestemd waren. De eerste twee weken van mei werd die hoop echter de grond ingeboord toen bleek dat er bijna overal rigoureus gemaaid werd: een kaalslag waarbij de Flora- en faunawet met voeten getreden werd. Gelukkig waren er nog een paar agrariërs die om gemarkeerde nesten heen maaiden, stroken grasland lieten staan of besloten op die percelen waarvan ze wisten dat er nesten waren of jonge vogels rondliepen, helemaal niet te maaien. Die jonge vogels hebben een kans gekregen om onder het wakend oog van hun ouders groot te worden. Ik word er tenminste erg triest van als ik in de Hooge Boezem bij Haastrecht eind mei meer dan 225 grutto’s bij elkaar zie staan: hun nesten uitgemaaid en niet in staat een tweede broedsel te produceren. Als gevolg daarvan zijn al weer grote groepen grutto’s aan de terugkeer naar de overwinteringsgebieden begonnen. Veel te vroeg. De vakantietijd is inmiddels al weer aangebroken en ik wil alle leden die op het punt staan eveneens te vertrekken een hele fijne vakantie wensen. Vergeet deze Waardvogel niet mee te nemen om op je gemakje te lezen ergens midden in de natuur, voor je tentje in de schaduw van een boom…
In dit nummer
Belangrijke gegevens Foto van de maand Van de voorzitter Even Noteren Een mee-eter Op de voorpagina: de zwarte stern Betrapt en gesnapt NVWK-Vrijwilligersdag Waarom zingen vogels? De koekoek en de griet Voortgang van de Idylle Starthandeling Idylle, Krimpenerwaard in beweging, lezing Kars Veling Big Birding Day Een alternatieve Big Birding Day Bloemrijke bermen Jeugdpagina: Vissen zonder haakje Zoogdieren in de Krimpenerwaard
pag. 02 pag. 02 pag. 03 pag. 04 pag. 05 pag. 06 pag. 07 pag. 09 pag. 10 pag. 13 pag. 14 pag. 16 pag. 17 pag. 18 pag. 20 pag. 22 pag. 23
WhatsApp-groep voor de jeugd Easac over neonicotinoïden Red de Rijke Weide Een mislukt broedseizoen De boerenzwaluwtelling is verhuisd Herinrichting van de Groote Zaag Vissen in het vizier Workshop ‘Polder lezen’ Laat jouw stem horen en stem Samen in de natuur aan het werk Libellen- en vlinderexcursie De rapen zijn gaar Fotografen in beeld Help mee zwanendriften bestrijden Zeventig procent Een onnozele vogelaar Wandeling door het Doove Gat
pag. 23 pag. 23 pag. 23 pag. 25 pag. 25 pag. 26 pag. 27 pag. 28 pag. 29 pag. 30 pag. 30 pag. 31 pag. 33 pag. 34 pag. 35 pag. 37 pag. 38
Waardvogel – juni 2015
3
Even noteren Zaterdag 20 juni 2015 van 09.00 tot 12.00 uur In deze periode groeit alles heel erg goed. Dit is dus de tijd om te maaien en te hooien om zo het land schraler te maken. Op het Zwaneneiland in Krimpen aan den IJssel gaan we vandaag hooien met de Knotgroep Krimpen. Meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx. Woensdagavond 1 juli 2015 van 18.45 tot 21.00 uur Excursie naar het particuliere natuurgebied Natuurrijk in Ouderkerk aan den IJssel. Natuurrijk is een 1,2 hectare groot gebied dat van weiland is omgevormd tot polderbos met allerlei poelen en broedhopen. Er kunnen maximaal 15 personen het gebied in. Vooraf opgeven bij cplanten@nvwk.nl. We verzamelen in het weiland tegenover Oudelandseweg 12. Neem goede wandelschoenen en eventueel koffie of thee mee. Meer info bij Patrick Heuvelman, xx-xxxxxxxx. Zaterdag 4 juli 2015 van 08.45 tot 13.00 uur Maaisel afruimen in het Loetbos. Door het afvoeren van maaisel en daardoor verarmen, worden de bermen bloemrijker en dus mooier. Ook hier maken vele handen licht werk. We verzamelen bij de Hendrikshoeve in het Loetbos. Trekt u stevige (werk)schoenen aan en neemt u handschoenen mee? Meer info bij Patrick Heuvelman, xx-xxxxxxxx. Zaterdag 4, vrijdag 10 of zaterdag 11 juli 2015 Nachtzwaluwexcursie naar de Leusderheide met Ton de Groot. Op een legale plek gaan we zoeken naar deze mystieke vogel. We hebben ook kans op baltsende houtsnippen. Deze excursie is erg afhankelijk van de weersomstandigheden. Bel op de desbetreffende dag tussen 15.00 en 16.00 uur Ton op xx-xxxxxxxx, of de excursie doorgaat. We vertrekken om 18.45 uur vanaf het eerste nieuwe parkeerterrein net voor de Schoonhovense pont. Rond middernacht zijn we weer terug. Neem zelf koffie of wat anders lekkers mee. Zaterdag 11 juli 2015 vanaf 08.30 uur Vlinder- en libellenexcursie naar de Amsterdamse Waterleiding Duinen. Met Bram Omon gaan we op zoek naar dikkopjes, kleine parelmoervlinder, heivlinder en hopelijk de keizersmantel. We gaan daarnaast natuurlijk genieten van de biodiversiteit in deze prachtige duinen. Deze excursie is weersafhankelijk, dus bij twijfel kunt u vrijdagavond Gabrielle Heuvelman bellen, xx-xxxxxxxx. We verzamelen om 08.30 uur bij de Stolp Inn in Stolwijk. De excursie duurt de hele dag. Er zijn wat kosten voor de toegang en parkeren. Zaterdag 11 juli 2015 van 10.00 tot 16.00 uur FLORON organiseert samen met de NVWK een excursie naar de blauwgraslanden in de Berkenwoudse Driehoek. In dit kwetsbare gebied groeien teer guichelheil en ronde zonnedauw. Deze excursie is voor ervaren floristen en
4
Waardvogel – juni 2015
kent een maximum van twintig deelnemers in verband met de kwetsbaarheid van het gebied. Opgeven of meer info bij xxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx. Vertrek vanaf de parkeerplaats aan Schaapjeszijde. Het weekend van 12 en 13 september 2015 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg xxxxxxxxxx of Peter Berger xxxx-xxxxxx. Zaterdag 12 september 2015 Samenvallend met de actie ‘Krimpenerwaard in beweging’ vindt de officiële kick-off van de Idylle plaats. Na het formele gedeelte waarin door diverse partijen een handtekening gezet wordt onder een samenwerkingsovereenkomst, zullen de eerste bloemen gezaaid worden. De locatie van de starthandeling is bij de Idylle, direct achter de ‘Hendrikshoeve’, Loet 4, 2941 LB, Lekkerkerk. Speciale aandacht is er voor de kinderen. Zij kunnen een vlinder knutselen, waarmee een mooi decor gemaakt wordt op de plek van de Idylle. Na afloop kunnen de kinderen hun werk mee naar huis nemen. Zie voor actuele informatie en aanvangstijden; https://www.nvwk.nl/actueel/projecten/een-idylle-in-hetloetbos. Zaterdag 12 september 2015 vanaf 09.00 uur Tegelijkertijd met de kick-off van de Idylle organiseert Rabobank Krimpenerwaard voor de vierde keer ‘Krimpenerwaard in beweging’, een uniek evenement voor verenigingen, scholen en inwoners van de Krimpenerwaard. Door mee te doen kunt u geld verdienen voor onze vereniging. Er zijn verschillende wandel- en/of fietsroutes uitgezet in de prachtige Krimpenerwaard, met als gezellig middelpunt het Loetbos (bij de Hendrikshoeve). Speciaal voor de kinderen is er een Kabouterroute en een Survivaltocht in het Loetbos. Voor elke deelnemer die de fietsroute uit fietst stort Rabobank Krimpenerwaard € 5,00 op de verenigingsrekening. De wandelroute, kabouterroute en survivaltocht leveren € 3,50 op. Start tussen 9.00 en 15.00 uur. Zie voor actuele informatie en routes: https://events.rabobank.com/krimpenerwaard/KIB15/ of www.nvwk.nl, vanaf ongeveer half juli. Een sportief en gezellig evenement voor iedereen; stap op de fiets, trek de wandelschoenen aan, volg de kabouterroute of ga de uitdaging van de survivaltocht aan en verdien geld voor de NVWK! Woensdag 16 september 2015 om 20.00 uur Lezing over de vissen van Zuid Holland. Martijn Schiphouwer van RAVON neemt met ons een duik onder water aan de hand van de nieuwe provinciale vissenatlas. Veel van onze vogels eten vis en soms eet een vis ook een kuiken. Vissen zijn dus ook belangrijk voor de biodiversiteit. De lezing is in De Zwaan, Kerkweg 2 te Berkenwoude Meer info bij Hans Kouwenberg, xxxx-
xxxxxx. Deze lezing en de excursie a.s. zaterdag zijn afzonderlijk te doen. Zaterdag 19 september 2015 van 09.00 tot 13.00 uur Vissen-excursie met Martijn Schiphouwer van RAVON. We gaan kijken welke vissen we hebben in de Lek en onze polder. RAVON zorgt voor netten en waadpakken. Er blijft een kans op natte kleding of schoenen, dus houd hiermee rekening bij uw kledingkeuze. De exacte locatie (ergens langs de Lek) maken we woensdagavond de 16e september bekend. Deze info komt ook op onze site en is bij Hans Kouwenberg verkrijgbaar, xxxx-xxxxxx. De lezing woensdag en excursie zijn afzonderlijk te doen; het is natuurlijk leuker om ze beide te doen. Zaterdag 19 september 2015 15.00 tot 20.00 uur De NVWK-Vrijwilligersdag wordt speciaal voor onze vrijwilligers georganiseerd als dank voor uw inzet. Wij verwelkomen u graag op Schaapjeszijde 4, 2935CK Ouderkerk aan den IJssel. Meer info bij Patrick Heuvelman cplanten@nvwk.nl, xx-xxxxxxxxx of op pagina 9. Wilt u zich van te voren opgeven via onze site: www.nvwk.nl/de-vereniging/ vrijwilligersdag. Zaterdag 26 september 2015 van 14.00 tot 16.00 uur Welke zoogdieren ken jij in de polder? Weet je het verschil tussen een hermelijn en een wezel? De jeugd van 8 tot 12 jaar gaat op ontdekkingstocht naar deze dieren. De start is bij de Tuinfluiter aan het Krilpad in Krimpen aan de Lek. Bij mooi weer gaan we naar de Speelpolder Polderrijk, bij slecht weer blijven we binnen. Vooraf graag opgeven bij Mieke Verwaal, jeugd@nvwk.nl, xxxx-xxxxxx.
Woensdag 30 september 2015 om 20.00 uur In het kader van het Idylleproject komt Kars Veling van de Vlinderstichting naar de Krimpenerwaard om een lezing te geven. Het belooft een boeiende lezing te worden, bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in vlinders en graag meer wil weten over de Idylle in het Loetbos. Kars Veling zal het project toelichten aan de hand van voorbeelden van andere Idylles in Nederland. Ook zal hij ingaan op het belang van vlinders in het algemeen. U bent van harte welkom in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Het weekend van 17 en 18 oktober 2015 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg xxxxxxxxxx of Peter Berger xxxx-xxxxxx. Woensdag 21 oktober 2015 om 20.00 uur Lezing van Leo Ballering over nestkasten voor vogels. Leo is een enthousiaste vrijwilliger van NESTKAST, een groep die voornamelijk zangvogels onderzoekt in nestkastjes. Ook het kastje bij u in de tuin kan meehelpen aan dit onderzoek. Bijna alles over nestkasten en hoe mee te doen aan dit project wordt u verteld in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Meer info bij Hans Kouwenberg, xxxx-xxxxxx. Het weekend van 14 en 15 november 2015 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg xxxxxxxxxx of Peter Berger xxxx-xxxxxx. Het weekend van 12 en 13 december 2015 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg xxxxxxxxxx of Peter Berger xxxx-xxxxxx.
Een mee-eter Tekst en illustratie: M. Bersma In de boom achter het huis hangt de voederbuis die elke dag gevuld aan een tak wordt opgehangen. De mussen maken er gretig gebruik van, vooral nu zij jongen hebben. Soms moet ik hem wel twee maal per dag vullen. Tussen de maaltijden door houden ze vaak pauze en voeren dan luidruchtige gesprekken met elkaar in de boom. Wanneer ik terugkom van het boodschappen doen en m’n huis nader, hoor ik hen tekeer gaan. Ze zijn eventjes stil als ik m’n fiets de schuur inrijd, om daarna weer los te barsten met hun oorverdovend gekwetter. Op een keer, als er geen mus te bekennen is, loop ik naar de bijna lege voederbuis om hem te vullen. Ik sta hoog op m’n tenen om hem te pakken en als ik hem vasthoud, kruipt er een klein grijs muisje uit, dat snel over m’n hand loopt en de boom in rent. Later die week zie ik hem van tijd tot tijd in de buis dineren, maar zodra hij mij met z’n zwarte waakzame oogjes ontdekt, vlucht hij de boom weer in. Ik vind het prima dat hij daar eet, zolang hij maar niet met z’n familie bij mij komt inwonen.
Waardvogel – juni 2015
5
Op de voorpagina: de zwarte stern Maria Spruit Het is niet verrassend dat zwarte sterns tot de weidevogels gerekend worden. De eisen die de zwarte stern aan zijn broedomgeving stelt zijn een vrij uitzicht, krabbenscheer of vlotjes om op te broeden, voedsel en rust; alle eigenschappen die in een oer-Hollandse polder te vinden zijn. Sloten met veel kleine visjes en libellen naast bloemrijke graslanden met distels en schermbloemigen die insecten aantrekken, vormen een juiste leefomgeving. De eerste zwarte sterns worden half april waargenomen. In mei beginnen ze met broeden. Het nestje bestaat meestal uit drie eieren, die na twintig dagen broeden uitkomen. Na drie weken zijn de jongen vliegvlug. De oudst bekende zwarte stern is twintig jaar! Het voedsel van de zwarte sterns bestaat in de broedperiode uit kleine visjes, insecten en regenwormen. Vanaf juli verzamelen de zwarte sterns zich in grote aantallen in het IJsselmeergebied om te foerageren en te slapen. Vooral het eilandje de Kreupel, een kunstmatig aangelegd eilandje in het IJsselmeer, is een belangrijke slaapplaats. De zwarte sterns die zich daar verzamelen zijn ook afkomstig uit andere gebieden in Europa. Het aantal vogels wat hier buiten de broedtijd komt is helaas enorm afgenomen; van 80.000 en soms wel 100.000 exemplaren in 1980 tot 20.000 vogels in 2010. De sterns slaan daar reserves op voor hun lange reis naar de wintergebieden voor de kusten van West-Afrika van Mauritanië tot Namibië. Ze leven daar op zee en hun verenkleed is dan helemaal wit geworden. Die verkleuring naar een wit verenkleed is in juni al te zien. Zwarte sterns broeden vooral in het oostelijke gedeelte van Zuid-Holland, in Friesland, het noordwesten van Gelderland en langs de Rijn rond Nijmegen. Rond 1900 was de zwarte stern een talrijke broedvogel in de laagveengebieden en langs de grote rivieren. Er waren 10.000 tot 20.000 broedparen. Vanaf die tijd ging het minder goed met de zwarte stern. In 1975 waren er 2.000 tot 3.000 nesten. Vanaf 1990 is het aantal broedende vogels gelijk gebleven met ongeveer 1.400 paar. De voorlopige cijfers uit 2013 wijzen op een toename van het aantal broedparen van de zwarte stern in ZuidHolland, vooral in de polders van de Krimpenerwaard. Dit is dankzij een groot aantal beschermende maatregelen genomen door het Zuid-Hollands Landschap en het werk van vele vrijwilligers. Zij leggen al jarenlang nestvlotjes uit op plaatsen die nauwkeurig beoordeeld zijn op geschiktheid. De zwarte sterns worden gedurende het broedseizoen vanaf een afstand nauwlettend gevolgd.
Zwarte stern voorzien van een geolocator
6
Waardvogel – juni 2015
Nestvlotjes Drijvende waterplanten zoals krabbenscheer dienen als nestgelegenheid voor de zwarte sterns. De nesten bestaan uit rottend materiaal en staan soms gedeeltelijk onder water. Omdat krabbenscheer door waterverontreiniging op veel plaatsen geheel is verdwenen worden er, voordat het broedseizoen begint, nestvlotjes uitgelegd. Deze worden eenvoudig gemaakt van piepschuim in een houten frame, met gaas eromheen om het geheel bij elkaar te houden. Over het vlotje wordt jute gelegd, wat een beetje in het water hangt. Hierdoor kunnen de kuikens gemakkelijk van en op het vlotje klimmen. Nestvlotjes worden door de zwarte sterns erg graag gebruikt. Het Zuid-Hollands Landschap geeft dit jaar de zwarte sterns extra aandacht. Een aantal zwarte sterns krijgt een geolocator ofwel logger om, zodat hun reis naar de Westkust van Afrika nauwkeurig in beeld komt. Een geolocater weegt maar één gram en wordt bevestigd aan een pootring. Nadat de zwarte stern aan de geolocator gewend is, hindert het hem niet. De loggers registreren de overgang van donker naar licht. Op die manier is te berekenen waar de stern ongeveer geweest is. Ook registreert hij de zoutconcentratie van het water, zodat te zien is wanneer de zwarte stern op zee was. Op 4 juni bracht Jan van der Winden, de grote onderzoeker van zwarte sterns, de eerste loggers aan. Een aantal beschermers van het eerste uur waren daarbij aanwezig, onder andere ons bestuurslid Joke Colijn. Zij mochten meehelpen met noteren van onderzoeksgegevens en de sterns weer loslaten. Als de zwarte sterns volgend jaar terugkeren en weer gevangen worden, komt de hele trekroute in beeld, een uniek kijkje in het leven van de zwarte stern. Dit project is te volgen via het logboek van Jan van der Winden: http://www.zuidhollandslandschap. nl/zwarte-stern/logboek/. Bronnen: http://www.zuidhollandslandschap.nl/, https:// www.sovon.nl
Joke laat een geloggerde zwarte stern los Foto’s: Sijmen Hendriks
Betrapt en gesnapt Erik Kleyheeg Terwijl voor sommige vogelsoorten het voorjaar nog maar net begonnen is, zijn de eerste grutto’s alweer vertrokken naar Spanje. Dit soort contrasten maken het lastig om te definiëren wat nou precies het voorjaar is en wanneer het ‘najaar’ begint. Het weer schiep de afgelopen maanden ook weinig duidelijkheid: soms was het mooi warm en zonnig, maar we hebben ook storm gehad en over het algemeen was het vrij koud. Het gebrek aan oostenwind zorgde voor weinig aanvoer van hele zeldzame vogels, maar er waren genoeg vogelaars in het veld om een aantal onverwachte soorten op te pikken in de Krimpenerwaard. Hieronder volgt een overzicht van de opvallende waarnemingen. Twee geoorde futen in prachtig zomerkleed doken op 6 mei op in polder de Hooge Boezem achter Haastrecht (kortweg het Doove Gat) en ondanks hoop dat het paartje tot broeden zou komen, werden ze op 8 mei voor het laatst gezien. Kort herleefde die hoop op 28 mei toen wederom twee exemplaren opdoken in het Doove Gat, maar ook die waren een dag later vertrokken. Minne Feenstra meldde op 5 mei een invallende roerdomp langs de Graafkade-West bij Berkenwoude. Kleine zilverreigers werden relatief veel waargenomen met vier waarnemingen in april in respectievelijk het Beijersche, het Doove Gat, polder Bonrepas en polder Krimpen aan de Lek. Normaal gesproken zien we deze soort vooral in de zomermaanden in de Krimpenerwaard. Purperreigers waren vanaf 7 april weer aanwezig in de polder en werden veelvuldig waargenomen. In variërende aantallen waren lepelaars bijna continu aanwezig in het Doove Gat in april en mei, hoewel ze ook op andere plekken opdoken. De grootste groep betrof acht overvliegende exemplaren in polder Berkenwoude, gezien door Patrick Heuvelman op 9 april. In polder Den Hoek waren in april met enige regelmaat pijlstaarten te vinden, maar die zijn nu vertrokken naar de broedgebieden. Zomertalingen broeden juist in onze streek en werden regelmatig gezien, hoewel vrij gelokaliseerd. Voornamelijk mannetjes werden gezien in het Doove Gat (maximaal zeven exemplaren) en het helofytenfilter in polder Den Hoek (maximaal zes). De enorme lappen gemaaide polder in mei doen vrezen voor de vrouwtjes en hun nesten. In Ouderkerk aan den IJssel en polder Den Hoek werden weer regelmatig krooneenden gezien maar die blijven toch van dubieuze herkomst. Hetzelfde geldt voor de kokardezaagbek die werd waargenomen in zowel polder Den Hoek als in het Doove Gat. Deze Amerikaanse eendensoort wordt net als de krooneend veel gehouden in watervogelcollecties. Er werd de afgelopen periode slechts één wespendief waargenomen, door Arie Dorsman op 26 mei boven het Doove Gat. Dat komt ongetwijfeld deels door het uitblijven van oostenwind in de doortrekperiode. Een overvliegende rode wouw werd op 9 april opgemerkt door Bram Omon boven polder Kattendijksblok en op 29 april door Herman van den Brand in polder Krimpen aan de Lek. Op de laatstgenoemde plek werd op 3 april door Henk Gazan een overvliegende zeearend gezien en een tweede exemplaar werd op 18 april overvliegend gezien boven polder Benedenkerk door Jannie Monhemius. Doortrekkende blauwe kiekendieven werden driemaal waargenomen, namelijk twee exemplaren op 5 april in respectievelijk Krimpen aan den IJssel en polder Den Hoek, en een exemplaar op 9 april boven trektelpost ‘De
Hoekse Sluis’. Zijn nog zeldzamere neef de grauwe kiekendief werd op 8 mei door Harm Blom waargenomen boven Ouderkerk aan den IJssel. De enige visarend die dit voorjaar werd ingevoerd op krimpen.waarneming.nl werd gezien door Rudi Terlouw en Diny Buisman op 10 mei in polder De Nesse. De smellekens hadden ook haast dit voorjaar en werden strak overvliegend richting het noordoosten gezien op 5 april in het Doove Gat en op 8 mei over telpost ‘De Hoekse Sluis’. Rudi Terlouw meldde op 11 mei een ’s nachts roepende kwartel in polder De Nesse en dat bleef de enige waarneming van dit voorjaar. Een paartje steltkluten was op 17 april aanwezig in het Doove Gat en een halve maand later, op 30 april, werd hier weer een paartje gezien. Later werd op 30 april door Stef van Walsum ook een paartje gezien in het helofytenfilter. Deze prachtige soort lijkt een jaarlijkse gast te worden, ook al kwam het dit jaar niet van een broedpoging in de Krimpenerwaard. Kluten zijn wel gaan broeden in polder Den Hoek, waar maximaal zeven exemplaren werden gezien in mei. Met name in april werden ook op andere plekken kortstondig kluten waargenomen. Spectaculaire aantallen kleine plevieren waren aanwezig in het Doove Gat met naar schatting maar liefst negen territoria. Hier doken ook regelmatig bontbekplevieren op met een maximum van twaalf exemplaren op 19 mei. Kleine strandlopers waren van 29 april tot en met 19 mei met enige regelmaat te zien in het Doove Gat en op 5 april, 1 mei en 20 mei werd de soort ook gezien in polder Den Hoek. Tussen 23 april en 16 mei waren Temmincks strandlopers bijna dagelijks te vinden in het Doove Gat met maximaal zeven exemplaren op 12 mei. De enige andere waarneming van deze schaarse soort kwam uit polder Den Hoek op 9 mei, toen Jaap Graveland daar vier exemplaren zag. Een krombekstrandloper trok veel bekijks op 2 mei in het Doove Gat, maar was een dag later al vertrokken. Op 27 mei werden nog eens drie exemplaren kortstondig gezien in het Doove Gat door Erik Kleyheeg. Bonte strandlopers, kemphanen, regenwulpen en zwarte ruiters trokken in redelijke aantallen door en werden het meest gezien in het Doove Gat. Patrick Heuvelman meldde op 12 april drie opvliegende houtsnippen in polder Zuidbroek. We werden verrast door twee gevallen van de zeldzame poelruiter in de Krimpenerwaard. Op 23 april ontdekte Arie Dorsman een exemplaar in het Doove Gat en deze bleef tot 26 april aanwezig. Op 2 mei werd een exemplaar gevonden door Gijsbert Mourik in het helofytenfilter in polder Den Hoek. Deze vogel werd daar op 4 april opnieuw waargenomen. De bosruiter was Waardvogel – juni 2015
7
1
2
3
4
5 Het Doove Gat werkt als een magneet op de vogels. Een selectie van de vogelsoorten die hier gezien zijn: 1) kleine plevier 2) lepelaar en grote zilverreiger 3) zwarte stern 4) zwartkopmeeuw, foto’s: Dirk Huizing 5) steltkluut, foto: Hans Stoel 6) poelruiter, foto: Ton de Groot
6
8
Waardvogel – juni 2015
jaren geleden geen makkelijke soort in de Krimpenerwaard, maar dankzij het helofytenfilter en het Doove Gat werden ze dit voorjaar bijna dagelijks gemeld met maximaal elf exemplaren in het Doove Gat op 8 mei. Op 7 mei ontdekte Arie Dorsman in het Doove Gat een prachtige steenloper in zomerkleed. Deze typische kustvogel werd een dag later niet meer teruggevonden. Zwartkopmeeuwen werden regelmatig gezien verspreid over de hele Krimpenerwaard, vooral overvliegend wanneer ze door hun kenmerkende roep werden opgemerkt. Erg leuk waren de dwergmeeuwen die in de laatste week van april het Doove Gat ontdekt hadden. Op 24 april werden hier 30 exemplaren waargenomen en op 27 april werd het laatste exemplaar gezien. Geelpootmeeuwen werden viermaal gemeld, waarvan driemaal langs de Lek en eenmaal in het Doove Gat. Pontische meeuwen werden iets vaker gezien, met een vergelijkbare ruimtelijke verdeling, namelijk de meeste vogels langs de Lek (vooral in de derde week van april) en een vogel in het Doove Gat op 7 mei. Een vroege reuzenstern werd door Harm Blom gezien boven Ouderkerk aan den IJssel op 8 april. Zwarte sterns vielen vooral op door hun aantal: op 3 mei werden maar liefst 228 exemplaren geteld in het Doove Gat, waar de vogels kwamen slapen. Op 6 mei werden tussen de zwarte sterns ook twee witvleugelsterns gevonden en op 8 mei zag Max Ossevoort hier nog een enkel exemplaar. Op 7 mei vond Mieke Verwaal een jagende velduil bij Bergambacht, maar het bleef bij een eenmalige waarneming. Enige opschudding ontstond op 31 mei toen Cor Oskam meldde dat hij zeer waarschijnlijk bijeneters had horen overvliegen over het Doove Gat. Het kenmerkende geluid van deze potentieel nieuwe soort voor de Krimpenerwaard werd goed gehoord, maar helaas volgde geen zichtwaarneming, waardoor de soort toch op ‘onzeker’ de boeken in gaat. Hans Stoel zag op 2 april een kleine bonte specht in het Loetbos. Ook van deze soort zijn geen aanwijzingen voor een broedgeval dit voorjaar (op basis van het aantal waarnemingen). Overvliegende boompiepers werden op 12 en 24 april opgemerkt door Harm Blom en op 13 april hoorde Max Ossevoort een exemplaar zingen nabij Stolwijk. Minne Feenstra meldde op 16 april een mannetje Engelse (gele) kwikstaart in polder De Nesse en op 29 april zag Arjan
Boele in het Doove Gat een Noordse kwikstaart. Rouwkwikstaarten werden nog mondjesmaat gezien nabij Ouderkerk aan den IJssel, in polder Den Hoek en in het Krimpenerhout. Een zingende nachtegaal werd door Minne Feenstra gehoord op 14 april in polder Achterbroek en op 4 en 10 mei werd een exemplaar gehoord in het Krimpenerhout. Blauwborsten werden vooral gezien en gehoord in het Doove Gat en de Lekuiterwaarden, met een maximum van zes exemplaren in het Doove Gat in begin april. Een vrouw gekraagde roodstaart werd door Hans Stoel gezien op 14 april nabij Berkenwoude en op 10 mei zag Erik Kleyheeg een zingende man in polder Beneden-Haastrecht. Paapjes werden maar weinig gezien dit voorjaar en uitsluitend in eind april/begin mei. Beflijsters waren ook niet dik gezaaid en enkelingen werden gezien tussen 18 april en 1 mei op vier verschillende locaties. Jannie Monhemius meldde op 3 april een zingende grote lijster in het Loetbos. De Cetti’s zangers hebben het goed naar hun zin langs de Lek en werden niet op andere opvallende plekken gezien of gehoord. Maximaal twee snorren werden gehoord in het Doove Gat, waar zeker één territorium is gevestigd. Andere exemplaren werden gehoord in de Berkenwoudse Hooge Boezem, de Stolwijkse Boezem en polder Den Hoek, maar onzeker is of deze vogels zijn gaan broeden. Bosrietzangers en spotvogels werden beide op 7 mei voor het eerst gehoord en zijn sindsdien op velerlei plekken te horen. Braamsluipers werden vooral gehoord op diverse plekken langs de Lek en nauwelijks in het noorden van de Krimpenerwaard. Op 3 en 9 april werden de laatste vuurgoudhanen waargenomen in respectievelijk Ouderkerk aan den IJssel en langs de Graafkade-West. De boomklever werd uitsluitend in Schoonhoven gehoord en op 17 mei hoorde Joep Vermaat in het Loetbos een wielewaal zingen. Op 1 april zag Maria Spruit op de voetbalvelden van Haastrecht een noordse kauw lopen en ter afsluiting noem ik nog een tweetal waarnemingen van appelvinken, namelijk op 11 mei in Krimpen aan den IJssel en op 20 mei bij Bergstoep. Ik roep nogmaals iedereen op om bijzondere waarnemingen te melden op krimpen.waarneming.nl, zodat ze goed gedocumenteerd en bewaard blijven.
De NVWK-Vrijwilligersdag Patrick Heuvelman namens het bestuur Een vereniging als de NVWK draait naast de ondersteunende leden, voornamelijk op leden die zich inzetten als vrijwilliger. Zij zijn het die activiteiten organiseren, onderzoek doen, beschermen of werkzaamheden verrichten in het landschap. Op deze manier zijn wij in staat bestaande natuur te beschermen, te onderhouden en te monitoren. Zo levert de NVWK een belangrijke bijdrage aan de natuur in de Krimpenerwaard en is van substantieel belang voor de gebiedspartners in hun taak om de gebieden in de polder te beheren. De meeste vrijwilligers steken hier veel vrije tijd in. Het bestuur wil de vrijwilligers bedanken voor hun tomeloze inzet en enthousiasme, en organiseert als blijk van waardering daarvoor een vrijwilligersdag. Op 19 september 2015 zijn deze vrijwilligers welkom op de Regioboerderij van het Zuid-Hollands Landschap, voor gezelligheid, een drankje, een hapje, het uitwisselen van ervaringen, een activiteit en uiteraard iets educatiefs . Heeft u zich de afgelopen jaren ingezet voor de vereniging, dan bent u een van onze vrijwilligers. Meld u dan aan via de website. Surf naar www.nvwk.nl/vrijwilligersdag. Daar treft u ook een kleine vragenlijst aan om in te vullen, want we zijn benieuwd hoeveel tijd onze vrijwilligers investeren in hun rol en waar zij nog ondersteuning kunnen gebruiken. Wij verwelkomen u graag op 19 september 2015, van 15.00 tot ongeveer 20.00 uur. Het adres is Schaapjeszijde 4, 2935 CK Ouderkerk aan den IJssel. Meer info bij Patrick Heuvelman cplanten@nvwk.nl of xx-xxxxxxxxx. Waardvogel – juni 2015
9
Waarom zingen vogels en waarom zo vroeg? Jaap Graveland Het is 16 mei, 7.00 uur ’s ochtends. Negentien deelnemers aan de excursie ‘erfvogels herkennen’ hebben zich verzameld bij Café de Vlist. Minstens zeven vogelsoorten zingen door elkaar heen. Het duizelt de excursie-gangers. Ik leg uit dat de excursie vooral gericht zal zijn op het leren van de zang van de soorten, en minder op het uiterlijk. De zang is wellicht moeilijker te leren kennen dat het uiterlijk; voor het inventariseren is het reuze handig als je de zang kent. Horen doe je de vogels bijna altijd, ze te zien krijgen is vaak een stuk lastiger. Aan het eind van de excursie staat de teller op twintig soorten, niet slecht. De grauwe vliegenvanger laat zich helaas niet horen. Het is een schaarse broedvogel, dus een ‘doelsoort’ van het project Erfvogels. Zijn zang bestaat uit een paar losse, zachte sie-klanken en daardoor is hij lastig te inventariseren. Waarom zingen vogels eigenlijk, waarom zo vroeg? En waarom zingt een zanglijster zo hard en afwisselend, maar zingt de grauwe vliegenvanger zo eenvoudig en zacht? Mannetjes zingen om andere mannetjes op afstand te houden en een vrouwtje te krijgen. Dat weten we al heel lang en we staan er nauwelijks bij stil. Maar waarom maken ze er zoveel werk van? Waarom al die variatie in zang, sommige met een vaste melodie (bijv. de ‘vinkenslag’), andere veel meer afwisselend (merel), waarom zo hard (zanglijster) en waarom zo intensief? Een merel kan heel mooi zingen - wij vinden het prachtig - maar wat heeft een vrouwtje nu aan een man die mooi kan zingen? Zang en partnerkeuze Darwin, wie anders, stelde dat de zang van een vogelman dezelfde functie had als de staart bij de pauw: hoe ‘beter’ de zang, des te sneller zou een man een vrouwtje krijgen. Maar hoe dat precies werkte wist hij niet en hij had er ook geen bewijs voor. Het duurde bijna een eeuw voordat er onderzoek werd gestart naar de ‘functie’ van zang. Het onderzoek naar vogelzang, en ‘zang’ bij apen en insecten, werd een belangrijk onderdeel van het opkomende vakgebied ‘behavioural ecology’, de studie van de betekenis van gedrag voor het voortplantingssucces en de overleving. De onderzoekers maten de kenmerken van de zang, zoals de variatie, het volume en de intensiteit en gingen na of dat gerelateerd was aan de partnerkeuze. Ze vonden dat mannetjes met de grootste variatie of de meest luide of intensieve zang het snelst een vrouwtje kregen en gemiddeld de meeste nakomelingen kregen. De vraag was natuurlijk: waarom kiezen de vrouwen die mannen? En waarom gaan dan niet alle mannen zo luid zingen? Al het onderzoek leverde het volgende beeld op. Zingen kost inspanning en tijd. Het leren van een variabele zang vergt veel van de vogel. Dus alleen mannen in goede conditie kunnen luid en lang zingen, en alleen slimme mannen kunnen een moeilijk liedje leren. Daarom zijn er verschillen tussen de mannen. Dat verklaart ook gelijk waarom de vrouwen die mannetjes kiezen. De zang is immers een eerlijke indicatie van de kwaliteit van het mannetje: een zingend mannetje kan niet liegen over zijn conditie en slimheid. Een vrouwtje kiest een hard zingende man, omdat die gemiddeld een Pag. 10 boven: grauwe vliegenvanger; foto: Ron van Holten Midden: grauwe vliegenvanger met prooi; foto: Hans Stoel Onder: grauwe vliegenvangerjongen in een bloempot; foto: www.nathalienatuurfotografie.com
goed territorium heeft, haar goed bij het verzorgen van de jongen kan helpen en ze kiest een mannetje met een variabele zang omdat die waarschijnlijk goed kan leren en bijvoorbeeld ook goed zal zijn in het vinden van nieuwe voedselbronnen. Vandaar de variatie in zang bij de spotvogel en de merel, de fabelachtige imitaties bij spreeuw en bosrietzanger, de kracht en intensiteit bij de kleine winterkoning, en de duur van de zang bij de sprinkhaanzanger, die zijn triller soms een minuut volhoudt. Ik schrijf dit nu in een paar regels op, maar we weten dit alleen door tienduizenden uren van waarnemen, meten en tellen door honderden onderzoekers over de hele wereld. Polygamie Een probleem bij dit soort onderzoek is altijd dat je kijkt naar correlaties. Misschien ziet een vrouwtje wel aan andere kenmerken dan de zang dat het mannetje in goede conditie is en hebben mannen in goede conditie een mooier liedje maar gebruikt het vrouwtje dat niet als selectiekenmerk. Als dat zo zou zijn, zou de volgende vraag rijzen: waarom doen die mannen dan zo hun best om mooi te zingen? Daarom leveren experimenten pas het echte bewijs. Met playbackexperimenten kon worden aangetoond dat de vrouwtjes op de zang zelf reageren en niet op een ander kenmerk. Een andere manier om te achterhalen welke rol zang precies speelt, is het vergelijken van soorten. Zo is de verwachting bijvoorbeeld dat als zang zo belangrijk is voor het aantrekken van vrouwtjes, de zang van polygame soorten - dat zijn soorten waar het mannetje vaak meer vrouwtjes heeft - extremer, veelzijdiger is dan bij monogame soorten. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Een mooi voorbeeld is de grote karekiet. De mannetjes daarvan hebben een zeer luide en complexe zang. Ze zijn uitgebreid onderzocht en daarbij bleek dat de vrouwtjes in het vroege voorjaar door de territoria van verschillende mannetjes sluipen en dan stil onder in het riet naar ze zitten te luisteren, voordat ze hun keuze maken. Jokkende mannen Dat de vrouwtjes zich niet laten zien is opzet. Want als ze worden opgemerkt, gaan de mannen zich natuurlijk een uurtje uitsloven en is de zang geen betrouwbaar kenmerk meer. Het mag dan zo zijn dat zang in principe een Waardvogel – juni 2015
11
goede, ‘eerlijke’ maat is voor de kwaliteit van de man; jokken is niet helemaal uit te sluiten. Een mooi voorbeeld is het gebruiken van galm. Een galmend geluid suggereert dat het geluid van ver komt en ondertussen tegen bomen of berghelling is weerkaatst. Bij sommige vogelsoorten bootsen mannen die galm na, zodat het lijkt alsof ze verder weg zijn en hun zang dus luider is dan in werkelijkheid het geval is. Zingende vrouwtjes Waarom gaat al dat onderzoek over zingende mannen en kiezende vrouwtjes? Mannen moeten toch ook een vrouw kiezen, hoe gaat dat dan? De biologische verklaring is dat het vrouwtje doorgaans veel kritischer is in de partnerkeuze dan de man, omdat ze veel meer investeert in de voortplanting en dus meer heeft te verliezen bij een verkeerde keus. Ik weet niet of het is onderzocht, maar ook kan een rol spelen dat het gedragsonderzoek aan vogels nogal wordt gedomineerd door mannen… Er is overigens wel degelijk onderzoek gedaan naar de keuze van vrouwtjes door het mannetje. In grote lijnen komt het er op neer dat mannetjes op dezelfde kenmerken letten als de vrouwtjes, bijvoorbeeld de kwaliteit van het verenkleed, als indicatie van de gezondheid van de vogel. Soms zijn de rollen van mannetjes en vrouwtjes in de paarvorming meer gelijk of zelfs omgedraaid. Bij franjepoten, kleine waadvogels die op de toendra broeden, is het vrouwtje veel kleuriger dan het mannetje, voert zij de balts uit en heeft ze (na elkaar) een aantal mannetjes als partner. Bij de Alpenheggenmus, een verwant van onze heggenmus die in de bergen leeft, is het vrouwtje het meest kleurig, zingt, en probeert via de zang zoveel mogelijk mannen aan te trekken. Daarmee paart ze en die mannetjes helpen dan bij het grootbrengen van de jongen. Hoog in de bergen zijn insecten schaars dus hoe meer oudervogels helpen, hoe beter. Bij roodborsten en heggenmussen verdedigen zowel mannetjes als vrouwtjes een eigen territorium, heggenmussen in het broedseizoen, roodborsten in de winter. Bij die soorten zingen beide seksen. Bij veel vogelsoorten in de tropen en vooral in woestijngebieden zingen zowel het mannetje als het vrouwtje. Daar worden verschillende verklaringen voor aangedragen: de vogels leven daar lang, partners blijven langer bij elkaar dus het helpt als beide partners ‘in de relatie investeren’. En het voedselaanbod is onvoorspelbaar en laag, dus beide partners zijn nodig voor de broedzorg. Waarom zingen vogels ‘s morgens vroeg? Mannetjes zingen niet alleen vroeg in de ochtend en niet alle vogelsoorten hebben zo’n zangpiek in de ochtend. Bij sommige vogelsoorten zingen de mannen vaak ’s nachts, zoals bij de nachtegaal, de nachtzwaluw en de sprinkhaanzanger. Maar de hoofdmoot zingt vooral ’s morgens. We hebben gezien dat mannetjes via hun zang kunnen laten zien hoe ‘goed’ ze zijn. Dat vormt ook een belangrijke verklaring voor het vroege zingen. Kleine vogels kunnen maar een halve dag zonder eten. Na een lange nacht moeten ze eten. Door juist dan te gaan zingen kunnen ze laten zien wat ze in hun mars hebben. In feite zeggen ze via de ochtendzang: ik ben in goede conditie, ik heb een goed territorium waar ik veel voedsel kan vinden, of ik ben slim genoeg om mijn honger snel te stillen.
12
Waardvogel – juni 2015
Er kunnen meer redenen zijn waarom de mannetjes ’s ochtends zingen. ’s Ochtends is het doorgaans rustiger weer dan overdag: er is minder wind en er is minder luchtturbulentie door opwarming. Metingen hebben uitgewezen dat er daardoor minder vervorming is van het geluid. Uit playbackexperimenten bleek dat vrouwtjes op vervormde zang minder reageren. Andere verklaringen zijn dat de vogels insecten ’s ochtend minder goed zien, omdat het nog donker is en dat insecten tijdens de koude ochtenden stil zitten en dus weinig opvallen. Er kunnen dus meer factoren een rol spelen, maar het adverteren met je kwaliteit is zeker een van de redenen voor het ’s morgens zingen. De grauwe vliegenvanger Een van de meest markante erfvogels in de Krimpenerwaard is de grauwe vliegenvanger. Hij komt als een van de laatste soorten terug uit Afrika en arriveert eind april, begin mei. Hij vangt vliegende insecten vanaf een vaste uitkijkpost. Zijn voorkeursbiotoop bestaat uit hoge bomen met open ruimte onder de kronen. Vanaf de onderste takken vangt hij dan insecten. Hij nestelt in nissen in muren, dichte klimop, op richels en… in aardenwerken bloempotten die wij als versiering of voor perkplantjes ophangen. De grauwe vliegenvanger heeft een voorkeur voor vochtige gebieden; waarschijnlijk vanwege het grote aantal insecten. Hij is dus volkomen op zijn plaats in de Krimpenerwaard. Maar het is een schaarse broedvogel, op basis van de tellingen voor het Atlasproject schat ik dat we er ongeveer vijftig hebben. Gebrek aan nestgelegenheid en geschikte plekken om op insecten te jagen vormen denk ik de verklaring. We kunnen ze helpen met speciale half open nestkasten of met die bloempotjes. Hang die aan en boom of op een muur naar het noorden of oosten gekeerd, op een rustige plek, twee tot drie meter hoog en bijvoorbeeld twintig centimeter onder een dakgoot. Het meest opvallende aan de grauwe vliegenvanger is eigenlijk zijn onopvallendheid. Er zijn meer bruingrijze vogels, maar naast onopvallende kleuren heeft de grauwe vliegenvanger ook nog eens een onopvallende zang: een vijftal losse en zachte sie-tonen, gezongen in een heellaag-tempo. Dat leidt tot allerlei vragen. Hoe kan een vrouwtje op basis daarvan nu kiezen? Gebruikt ze andere criteria, bijvoorbeeld de kwaliteit van het territorium? Maar waarom hebben andere vogels dan wel zo’n uitgebreide zang? Er zijn meer soorten met zo’n onopvallende zang, zoals de goudvink en de appelvink. De wetenschap is er heel stil over. Ik heb er uiteenlopende verklaringen voor gelezen, zoals ‘voorkomen dat vrouwtjes wennen aan de extreme zang en daardoor juist weer opvallen’. Maar dat klinkt weinig overtuigend en dat geven de onderzoekers ook toe: we weten het eigenlijk niet goed. Misschien is de verklaring heel simpel. Wij zien een grijze man, maar een vrouwtje ziet misschien iets heel anders. Vogels hebben andere, doorgaans veel scherpere ogen dan wij. Als je wat beter kijkt, is het eigenlijk best een mooie vogel met die subtiele grijstinten. Er is recent een boek uitgekomen over de relatie tussen de kleur grijs en de raadselachtige aantrekking tussen de seksen, Fifty Shades of Grey, vertaald als Vijftig tinten grijs. Misschien moet ik het toch maar eens lezen.
De koekoek en de griet
.
Huug H. Luigies Zij zijn er in mei niet bij met het leggen van hun ei. Waarom doen koekoek en de griet het in de meimaand niet?
O schone weidekoningin waarom heb jij in mei geen zin? Is dat omdat jij als griet er dan nog niet ten volle van geniet?
Onomatopee van de bovenste plank is zijn naam een nabootsing van de klank. Met welluidende zang is de koekoek in mei al naar de waardvogel op zoek.
Moet het gras eerst nog hoger groeien en moeten alle bloemen volop bloeien? Wie niet gezien wordt is weg en daarom volgens mij in mei al aan de leg!
En als zang niet bedriegt en moeder natuur niet liegt, legt de koekoek volgens mij in de bloeimaand al een ei!
Geloof niet langer wat ze zeggen dat deze vogels in mei niet leggen. Voor menigeen een hard gelag maar klimaat verandert ook gedrag!
[Griet is een oud-Hollands woord voor grutto, red.]
Wie niet gezien wordt is weg! Grutto, foto: Peter Stam
Waardvogel – juni 2015
13
De Idylle in het Loetbos Voortgang van de voorbereidingen Lisette van der Spek Op internet kwam ik deze uitspraak van Albert Einstein tegen: “Het is de plicht van ieder mens om minstens het equivalent van wat hij uit de wereld haalt er ook weer in terug te stoppen.” Het deed me gelijk denken aan de Idylle. Door dit najaar letterlijk zaadjes in de wereld te planten heb ik het gevoel iets goeds terug te kunnen doen, tenslotte is zaad een bron van nieuw leven. In deze Waardvogel wil ik u op de hoogte houden van de ontwikkelingen rondom de Idylle in het Loetbos. Voorbereidingen Inmiddels zijn we volop bezig met de voorbereidingen van de komst van de Idylle. Het zal u niet verwonderen dat er veel komt kijken bij een dergelijk project. In diverse afspraken met verschillende partijen zoals de grondeigenaar, de beheerder, De Vlinderstichting en uiteraard de NVWK worden ideeën bekeken en afspraken vastgelegd. We maken een gedegen plan waarin alle aspecten worden uitgewerkt. U moet hierbij denken aan het samenstellen van het juiste zaadmengsel, de inrichting van de percelen en het toekomstige beheer. Daarnaast vinden wij het erg belangrijk dat de Idylle bekendheid krijgt. Ook daar wordt door de PR-afdeling van de NVWK hard aan gewerkt. Alles moet kloppen als we een duurzame Idylle willen ontwikkelen. Projectbord en informatiebord Nog voor de zomer zal er een tijdelijk projectbord geplaatst worden. Het projectbord wordt aangeboden door de grondeigenaar van de percelen, namelijk de Groenalliantie. Op het projectbord zal te lezen zijn wanneer de grond bewerkt wordt en wanneer de Idylle ingezaaid wordt. Tijdens de officiële opening zal er een definitief informatiebord worden onthuld. Voor u wordt op de pagina hiernaast vast een tipje van de sluier opgelicht. Zaadmengsel Het zaadmengsel wordt met zorg uitgekozen. De bloemen moet passen in het landschap én moeten voor de vlinders en bijen een bron van voedsel vormen. Daarnaast willen we met de Idylle de belevingswaarde verhogen. Voor mensen is het vooral van belang dat de Idylle kleur- en bloemrijk is. In eerste instantie hebben we lijsten opgesteld van alle (nacht)vlinders en bijen die in deze omgeving voor (kunnen) komen. Van al deze soorten hebben we uitgezocht welke planten zij gebruiken als waard- en nectarplant. Er zijn soorten die meerdere soorten planten bezoeken en verschillende typen bloemen gebruiken voor het verzamelen van stuifmeel. Deze soorten worden polylectisch genoemd. Een voorbeeld hiervan is de gehoornde metselbij. Andere soorten zijn gespecialiseerd op maar één bloemsoort. Deze soorten worden oligolectisch genoemd. Voor de overleving van deze soorten is het van belang dat deze specifieke bloemsoorten in het landschap aanwezig zijn. Het is vrijwel onmogelijk om voor alle (nacht)vlinders en bijen het juiste zaad toe te voegen aan het mengsel. Er zal een afweging gemaakt moeten worden. In onze optiek is het goed om iets te kunnen betekenen voor soorten die (sterk) achteruit gaan en op de Rode Lijst staan. De verwachting is dat de ‘andere’ soorten zullen meeliften. Dagvlinders Bij de dagvlinders zijn we uitgegaan van waarnemingen uit 2013 en 2014, locatie Loetbos. In deze twee jaren zijn er 19 verschillende soorten waargenomen. Van deze 19 soorten staan op dit moment 16 soorten te boek als ‘thans niet bedreigd’. Het groot dikkopje staat op de Rode Lijst als ‘gevoelig’. Twee trekvlinders, namelijk de distelvlinder en de atalanta, staan niet op de Rode Lijst. Status niet op de Rode Lijst thans niet bedreigd gevoelig Totaal aantal soorten dagvlinders Loetbos 2013 / 2014
aantallen 2 16 1 19
procentueel 11% 84% 5% 100
Nachtvlinders Bij de nachtvlinders zijn we uitgegaan van inventarisatiegegevens uit 2013 en 2014, locatie Loetbos. In totaal zijn er in deze jaren 173 verschillende soorten waargenomen. Bijna de helft van deze soorten staat op dit moment te boek als ‘thans niet bedreigd’. 25 van deze soorten staan vermeld op de voorlopige Rode Lijst die De Vlinderstichting in samenwerking met Stichting EIS-Nederland heeft opgesteld [EIS staat voor European Invertebrate Survey, het kenniscentrum insecten en andere ongewervelden, red.]. Hierin wordt de bedreigingsstatus van alle Nederlandse macronachtvlinders weergegeven (EIS-Nederland, 2013). De trapeziumuil is een vrij zeldzame nachtvlindersoort die verspreid door Nederland voor kan komen. Op de Rode Lijst staat hij te boek als een bedreigde soort.
14
Waardvogel – juni 2015
Het definitieve informatiebord wat bij de officiĂŤle opening van de Idylle onthuld gaat worden.
Status Dagvlinders Rode Lijst, waarnemingen Loetbos 5%
11%
84%
niet beschouwd
De trapeziumuil, is een vrij zeldzame nachtvlinder, bron: http://www.lepiforum.de
thans niet bedreigd
gevoelig
Status nachtvlinders (voorlopige) Rode Lijst, waarnemingen Loetbos 2013 / 2014 1% 6%
8% 42% 43%
De weidebij is een Rode Lijst-soort, bron: http://nl.wikipedia.org/
niet beschouwd
thans niet bedreigd
kwetsbaar
bedreigd
gevoelig
Waardvogel – juni 2015
15
Status nachtvlinders niet beschouwd thans niet bedreigd gevoelig kwetsbaar bedreigd Totaal aantal soorten nachtvlinders Loetbos 2013 / 2014
aantallen 73 75 10 14 1 173
procentueel 42% 43% 6% 8% 1% 100 %
Bijen Bij de bijen zijn we uitgegaan van 36 soorten die mogelijk voorkomen in een veenweidegebied en dus mogelijk ook in het Loetbos. Een groot aantal daarvan (86 %) staat momenteel te boek als thans niet bedreigd. Op de Rode Lijst staan 5 soorten in de categorie kwetsbaar of bedreigd. Tot de laatste categorie behoort de zeldzame weidebij. De soort is met 62,5 % afgenomen sinds 1970. (T.J.M. Peeters & Reemer, 2003) Status bijen
aantallen
procentueel
niet op de Rode Lijst
0
0%
thans niet bedreigd
31
86%
kwetsbaar
4
11%
bedreigd
1
3%
Totaal aantal soorten die mogelijk voorkomen in het Loetbos
36
100%
Samenvattend wordt de keuze van het zaadmengsel gebaseerd op de waard- en nectarplanten van Rode Lijst-soorten die (mogelijk) voorkomen in de omgeving van het Loetbos. Daarnaast wordt er gericht op planten- en bloemsoorten die van nature voorkomen in deze streek. Deze planten kunnen zich het best aanpassen aan de lokale groeiomstandigheden en op natuurlijke wijze voortplanten. Vrijwilligers gezocht Vóór de aanleg van de Idylle, dus op dit moment wordt er een zogenaamde 0-meting uitgevoerd. De 0-meting dient als referentiepunt om trends en ontwikkeling van de (nacht-)vlindersoorten te kunnen monitoren. Per week wordt er drie keer gemonitord. In samenspraak met De Vlinderstichting is er een inventarisatieroute uitgestippeld. Vindt u het leuk om een aantal keer deze route af te lopen? Voor meer informatie of aanmelding kunt u zich richten tot Gabrielle Heuvelman, xxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxxxx@xxxxxxxx.xx.
Starthandeling Idylle, ‘Krimpenerwaard in Beweging’ en lezing Kars Veling Op zaterdag 12 september 2015 vindt de officiële kick-off van de Idylle plaats. Na het formele gedeelte waarin door diverse partijen een handtekening gezet wordt onder een samenwerkingsovereenkomst, zullen de eerste bloemen gezaaid worden. De locatie van de starthandeling is bij de Idylle, direct achter de ‘Hendrikshoeve’ (Loet 4, 2941 LB, Lekkerkerk). Speciale aandacht is er voor de kinderen. Komen jullie een vlinder knutselen? We maken een mooi decor van vlinders op de plek van de Idylle. Na de kick-off neem je je knutselwerk mee naar huis, misschien heb je nog een leuk plekje in je tuin of balkon! Zie voor actuele informatie en aanvangstijden: https://www.nvwk.nl/actueel/projecten/een-idylle-in-het-loetbos. Ook op deze dag, op dezelfde plaats, organiseert Rabobank Krimpenerwaard voor de vierde keer een uniek evenement voor verenigingen, scholen en inwoners van de Krimpenerwaard. Door mee te doen kunt u geld verdienen voor onze vereniging. Er zijn verschillende wandel- en/of fietsroutes uitgezet in de prachtige Krimpenerwaard, met als gezellig middelpunt de Hendrikshoeve. Speciaal voor de kinderen is er een Kabouterroute en een Survivaltocht in het Loetbos. Voor elke deelnemer die de fietsroute uit fietst stort Rabobank Krimpenerwaard € 5,00 op de verenigingsrekening. De wandelroute, kabouterroute en survivaltocht leveren € 3,50 op. Start tussen 9.00 en 15.00 uur. Routes en meer informatie zijn vanaf medio juli te vinden op https://events.rabobank.com/krimpenerwaard/KIB15/ of www.rabobankkrimpenerwaard.nl en natuurlijk op onze eigen site www.nvwk.nl. Een gezellig en sportief evenement voor iedereen; stap op de fiets, trek je wandelschoenen aan, volg de kabouterroute of ga de uitdaging van de survivaltocht aan en verdien geld voor de NVWK! Op woensdag 30 september geeft Kars Veling van De Vlinderstichting in het kader van het Idylleproject een lezing in De Zwaan. Het belooft een boeiende lezing te worden voor iedereen die van vlinders houdt en geïnteresseerd is in het Idylleproject. Ook het algemene belang van vlinders wordt toegelicht. Meer informatie in de ‘Even noteren’ op pagina 5.
16
Waardvogel – juni 2015
Big Birding Day 2015 Sytze Venema Om kwart over vier liep de wekker af voor mijn eerste de Big Birding Day van de NVWK. Mijn weidevogelmaatje Joep Vermaat haalde ik op in Lekkerkerk en precies om vijf uur meldden wij ons op een vrijwel leeg parkeerterrein in het Loetbos. We hadden ons toch niet in de datum vergist? Na wat zoeken op het duistere parkeerterrein vonden we slechts drie vroege vogels. Helaas bleef het bij ons vijven en dus besloten we maar als één team van start te gaan: de Nachtegalen Max, Mieke, Dirk-Jan, Joep en Sytze. De eerste vogels die we hoorden voor het ochtendgloren waren een groepje putters. Daarna gingen we gauw op uilenjacht via Berkenwoude en Stolwijk naar Haastrecht. De eerste verrassing van de dag was een overvliegende kerkuil die wij in de ochtendschemering een goed eind konden volgen. Het moet een apart gezicht zijn als je vijf volwassen om half zes midden op de weg ziet staan om elkaar te feliciteren met een mooie, zeldzame waarneming. De volgende bestemming was het parkje van Bisdom van Vliet in Haastrecht. Hier kwam het ochtendconcert van merels, lijster, zwartkop, boomkruiper en nog meer vogels volop in gang. Hierna reden we richting het Doove Gat. Alhoewel het gebied bijna geheel buiten de Krimpenerwaard valt, is er volgens de spelregels een smalle strook langs de Vlist, van de molen tot aan de inlaat uit de Vlist, toch onderdeel van de gemeente Krimpenerwaard. Vanaf deze strook is het mogelijk het hele terrein goed te bekijken. In de kille miezerende regen was het meteen raak, boven op de molen zat een slechtvalk. De lijst nam snel toe met prachtige soorten als kemphaan, bosruiter, grote zilverreiger, oeverloper, dwergmeeuw, kleine plevier, zwarte stern, blauwborst en diverse soorten eenden. Dit was ook het moment dat ons doel voor de dag duidelijk werd; ook al hadden we de wedstrijd dit jaar eigenlijk al gewonnen, we gingen voor de honderd! Via Stolwijk naar Schoonhoven, maar daar was tot onze teleurstelling de horeca nog gesloten. We besloten dan maar het kerkhof te bezoeken. Behalve veel stenen en zuilen waren er vrijwel geen vogels te zien. In het stadsparkje in Schoonhoven was het ook stil en het weer werd alweer druilerig. Hoogtepunt was een sperwer hoog in de bomen bij het kerkje en de groepjes gierzwaluwen boven de binnenstad. Jammer genoeg zag alleen Mieke een staartmees. Via de N210 gingen we naar De Hem en liepen een buitendijks gebiedje in. Grasmus, kneu en koperwiek konden wij op de lijst bijschrijven. Toen reden we langs het industriegebied bij Bergambacht om de zwarte roodstaart te scoren. Vanaf de dijk wierpen we een korte blik over de DZHbakken (met o.a. aalscholvers) en reden door naar de telpost ‘De Hoekse Sluis’. Hier was een prachtig uitzicht op een stukje moerasgebied met weer een paar nieuwe soorten als groene specht en huiszwaluw. Net toen het weer begon te regenen konden we gelukkig genieten van de gastvrijheid op de zorgboerderij met koffie en warm appelgebak.
Via polder Den Hoek toerden we langs de helofytenfilters en toen door naar het kijkscherm bij Bakkerswaal. Helaas konden wij bijna geen soorten meer op onze lijst bijschrijven. Op jacht naar nachtegaal en braamsluiper ging de route naar Krimpen aan de Lek. Na de wandeling naar de surfplas konden wij gelukkig een tapuit bijschrijven. Max ontdekte de vogel op een omgeploegd veld terwijl we eigenlijk op zoek waren naar een nachtegaal, een koekoek en een kleine karekiet. In Krimpen aan den IJssel hebben wij nog de nodige bramenstruiken en bosschages doorzocht en dat leverde tuinfluiter en zwartkop (maar die hadden we al). De teller stond al op achtennegentig; zouden we dan toch de honderd soorten gaan halen? Pas aan de IJsseldijk scoorden wij nummer negenennegentig, een paartje kluten. Omdat vanuit het Doove gat het bericht kwam van een goudplevier zijn wij in het laatste uur door de regen weer terug gereden. Zou de honderd echt gehaald worden? Exact om vijf uur 's middags waren wij weer op het startpunt in het Loetbos en het weer was eindelijk opgeklaard. Onder het genot van een mega portie bitterballen hebben we de lijst nagelopen. De Pontische meeuw bleek een tweedejaars grote mantelmeeuw te zijn (foto’s maken kan heel nuttig zijn) en omdat wij niet goed geteld hadden was de eindscore blijven steken op zevenennegentig soorten en een handvol exoten. Jammer dat een aantal makkelijke soorten als watersnip, nachtegaal, koekoek en ijsvogel zich niet hebben laten zien, anders hadden wij de honderd gehaald. Ondanks dat konden we concluderen dat wij als enige team glorieus hebben gewonnen. In 2016 is er ongetwijfeld weer een Big Birding Day. Dan zijn de Nachtegalen er weer bij en hopelijk onze tegenstanders ook. Waardvogel – juni 2015
17
Een alternatieve Big Birding Day aan de andere kant van de wereld Tekst en foto’s: Rick van der Weijde Sinds de publicatie in de Waardvogel van januari (of stond die er eind 2014 al in?), staat 25 april 2015 met dikke letters in de agenda: de jaarlijkse Big Birding Day! Als het ook maar even lukt, zorgen we dat we daar bij (kunnen) zijn. Niet zo gek veel later, komt 7 april met nog iets dikkere letters in de agenda. Het is de dag dat wij (Rick en José) naar Costa Rica vliegen, waar we van ruim drie weken vakantie zullen genieten - de laatste twee weken in het bijzonder goede gezelschap van Erik en Jonne Kleyheeg. Een prachtig land, met een relaxte cultuur en een onwaarschijnlijke hoeveelheid en variëteit aan vogels en ander wild. Maar voor de snelle rekenaar is het gevolg natuurlijk al lang duidelijk: op de dag van de BBD zijn wij niet in de Krimpenerwaard. Dan maar improviseren… Het is 25 april, 13.00 uur Nederlandse tijd, als in een klein hutje in de vallei San Gerardo de Dota (op ca. 2200 m. NAP) in Costa Rica de wekker gaat. De lokale tijd is 5.00 uur. We doen een snel ontbijt, erkennen het gebrek aan koffie en staan nog voor 6.00 uur op de veranda van onze hut. Het is een dusky nightjar die in de korte schemering als eerste soort op ons telformulier verschijnt. In iets gewijzigde samenstelling en iets gewijzigde regels (van 6.00 tot 6.00 uur vogelen in plaats van 5.00 tot 5.00 uur – en oh ja, we nemen het ook niet zo nauw met de grenzen van de waard) is hiermee ook voor Team Pino & Co de BBD gestart! Het eerste kwartier besteden we op de veranda, vooral in afwachting van de Costa Rican Pygmy-Owl, die zich hier gisteren prachtig liet zien. Hij blijft uit. Wel tikken we algemene soorten weg zoals blue-and-white swallow, mountain elaenia en alvast een yellow-bellied siskin. We zetten koers richting de Waterfall Trail van Savegre Mountain Lodge, waar we gisteren in de voorbereiding werden opgehouden ver voor we de eerste waterval hadden bereikt. Helaas blijkt het paartje resplendent quetzal vanochtend niet bij het gisteren gevonden nesthol te zitten. Wel veel andere oude bekenden van gisteren: torrent tyrannulet, spangle-cheeked en silver-throated tanager, ruddy treerunner, Wilson’s warbler, yellowish en tufted flycatcher en een nieuwe soort in de vorm van black-thighed grosbeak. Het is een leuke, afwisselende wandeling naar de watervallen, bij elkaar zeker een uur lopen. Veel tijd gaat verloren als we halverwege de wandeling tóch nog een paartje resplendent quetzal vinden. Die vogels zijn gewoon te mooi om de camera in de tas te laten zitten… Als het paartje uiteindelijk op de vleugels gaat (terug naar het nesthol?), lopen we verder richting watervallen. Hier is het vooral het eigen voetenwerk dat aandacht vraagt. Smalle paadjes, gladde stenen, uitstekende boomwortels, vervallen en doorgezakte hangbruggen en loopvlonders. Uiteindelijk wordt de inzet beloond met het uitzicht op een schitterende waterval. Goed, nu snel terug. We zijn immers toch met een BBD bezig. De terugreis is weinig enerverend, al zorgt een Blackburnian warbler voor wat afleiding, een nieuwe soort op het telformulier en een tik voor de reislijst. Rond 10.00 uur zijn we terug bij de auto, alwaar we besluiten eerst dat gebrek aan koffie aan te pakken. Met een koffie in de hand krikken we bij Savegre de hummer-
18
Waardvogel – juni 2015
lijst [hummingbirds zijn kolibries, red.] van de dag wat omhoog met soorten als magnificent hummingbird, stripe-tailed hummingbird, scintillant hummingbird en white-throated mountain-gem, de één nog mooier dan de ander. slaty flowerpiercer en sulphur-winged parakeet kunnen we eveneens vanaf het terras bijschrijven. De poging om de gisteren waargenomen spotted wood-quails op de BBD-lijst te krijgen, levert niet de bospatrijzen, maar wel flame-throated warbler, spot-crowned woodcreeper, gray-breasted wood-wren en een Costa Rican hairy woodpecker op. Het loopt inmiddels tegen 11.30 uur en we maken (zoals gewoonlijk halverwege de dag…) de balans op: 53 soorten. Dat kan beter. We stellen de plannen op voor de rest voor de middag, waarbij (helaas) de eerste prioriteit ligt bij het uitchecken van onze berghut. We tikken nog een paartje quetzals af langs de weg, maar besluiten (met pijn in het hart) toch door te rijden. Uitgecheckt schuiven we aan de eettafel van Restaurant Mirani, nog steeds in de San Gerardo de Dota vallei. Lunch in Costa Rican style. Dat betekent warm eten en volle borden. Desondanks komen we nauwelijks aan eten toe, door het gevogelte dat op de lokale fruit-feeders af komt: erg veel acorn woodpeckers (>7!), flame-colored tanager, large-footed en yellow-thighed finch, sooty, clay-colored en mountain thrush en de onvermijdelijke rufous-collared sparrows. De geheugenkaartjes worden volgeschoten, alvorens we onze reis voortzetten. Onderweg concluderen we dat we de winnende score niet gaan halen. Inmiddels is duidelijk dat hiervoor 97 soorten nodig zijn (de eindscore in de Krimpenerwaard) en met de krappe 60 op de huidige lijst betekent dat een hele opgave. In plaats van kwantiteit besluiten we voor kwaliteit te gaan. Een klein half uur na vertrek bij onze lunch-spot, rijden we het parkeerterrein van Paraiso de Quetzales op. Alhoewel het weer er nog niet beter op wordt, lopen we ook hier een trail richting wat watervallen. Veel vogels zien we niet, maar degene die we zien (of beter gezegd horen) zijn wel hele ‘harde’: silvery-fronted tapaculo en wrenthrush, waarbij die laatste zich uiteindelijk ook nog even kort maar schitterend laat bekijken. Alleen een vrouwtje resplendent quetzal (nóg een…) is daarnaast nog noemenswaardig te noemen. We wandelen terug richting auto, verwonderen ons over de in gebruik zijnde fotostudio voor kolibries en vertrekken iets voor 16.00 uur richting Orosi.
De GPS geeft een verwachte aankomsttijd van 17.45 uur. Dat is later dan gedacht (en gehoopt) en resulteert er bovendien in, dat de laatste soorten noodzakelijkerwijs vanuit de auto moeten worden gevonden. Het blijkt niet mee te vallen. Het is erg druk op straat (wat vraagt dat verkeer soms onnodig veel aandacht) en het weer werkt ook niet mee. Met enkele great-tailed grackles en een overvliegende black-bellied whistling-duck zijn onze laatste dagsoorten een feit. De teller is blijven steken op een acceptabele 74 soorten. Niet genoeg voor de winst, maar kwaliteit boven kwantiteit. En op dat vlak mogen we ons met soorten als resplendent quetzal, wrenthrush en silvery-fronted tapaculo gerust de winnaars noemen. Voor een langere soortenlijst had een iets lagere hoogteligging handiger geweest. Ik ben benieuwd waar de BBD ons volgend jaar brengt. Misschien wel in de Krimpenerwaard… Meer foto’s van onze reis zijn te vinden op: http://www.pbase.com/corotauria, http://www.pbase.com/kleyheeg Linksonder: rufous-collared sparrow; rechts: resplendent quetzal, geheel onder; acorn woodpecker
Waardvogel – juni 2015
19
Bloemrijke bermen Tekst: Patrick Heuvelman Een wegberm boordevol met fluitenkruid. Een mooi ouderwets beeld, maar het valt mij op dat dit je dit steeds minder vaak ziet. Wat is hiervan de oorzaak? De belangrijkste factor is het maaibeleid. Als de berm te vroeg wordt gemaaid verdwijnt het fluitenkruid (Anthriscus sylvestris). De plant moet zich namelijk elk jaar opnieuw zaaien. Maait men te vroeg dan zal er geen zaad vallen en zal de populatie afnemen. Wat blijft er dan over? Vaak enkel grassen. Waarom maait men dan zo vroeg? Tja, dat zijn vaak persoonlijke redenen. Veel particulieren hebben een berm in eigendom en steeds meer mensen besluiten om eigenhandig hun berm met grote regelmaat te maaien, op een moment dat het hun schikt of omdat zij de berm te ruig of de vegetatie te hoog vinden. Zo zie je steeds vaker een gazonnetje in plaats van een doorlopende grasberm. Nu is zo’n berm waar op een bepaald deel geen bloemen aanwezig zijn op zich geen ramp. Persoonlijk vind ik het saai, maar dat is mijn probleem. Voor de natuur is het ook geen ramp, want een dergelijk stukje groene woestijn is voor insecten wel te overbruggen. Het wordt pas een probleem als meer dan honderd meter berm helemaal bloemloos zou zijn. Dan is het lint waarlangs veel insecten zich verplaatsen verbroken. Ook een organisatie als het Hoogheemraadschap heeft veel dijken en bermen in onderhoud, die juist als ze in volle bloei staan – helaas! – worden gemaaid. Naast het wit van het fluitenkruid zien we steeds meer het geel van raapzaad (Brassica rapa). Raapzaad is verstoringskruid wat graag groeit op ruderale grond (ruderale grond is door de mens bewerkt of geraakt, wat de oorspronkelijke vegetatie verstoort). Bij het maaien en het gebruik van een klepelmaaier wordt vaak de ondergrond geraakt. Ook als niet opgeruimd slootvuil mee wordt vermalen, ontstaat kale grond. Het zaad van raapzaad is vethoudend en gaat daarom heel lang mee. Al het zaad wat zich aan de plant vormt, valt en kan op zulke plaatsen ontkiemen. Direct in het eerste voorjaar, maar ook nog vele jaren later. Raapzaad is een waardplant voor verschillende dag- en nachtvlinders, zoals gamma-uil (Autographa gamma), kooluil (Mamestra brassicae), huismoedertje (Noctua
pronuba), groot koolwitje (Pieris brassicae), klein geaderd witje (Pieris napi) en klein koolwitje (Pieris rapae). Maar zelf zie ik toch liever fluitenkruid. Het kan ook zonder die rijk bloeiende witte weelde. Bermen waar fluitenkruid van nature ontbreekt, zijn vaak droger of voedselarmer. En dan wordt het interessant. Want minder voedsel betekent vaak minder grassen en een meer open structuur, waardoor andere (kruiden)soorten kans krijgen om te groeien. Een aantal van deze vaak wat bredere bermen vinden we langs fietspaden, maar ook wel langs B-wegen. Een mooi voorbeeld is het bermnet voorbij het Loetbos. Rijdt u vanaf het restaurant ‘De Loet’ richting Berkenwoude, dan passeert u de parkeerplaatsen van het Loetbos. Rijd dan nog zo’n honderd meter door en aan uw linkerzijde ligt een berm van ongeveer vijf meter breed die al verscheidene jaren wordt gehooid, maar niet bemest. Er treedt dus verschraling op. De berm ligt laag en is daardoor vochtig. Hierdoor zie je verschillende boterbloemsoorten, echte koekoeksbloem, maar ook grote ratelaar. Hopelijk verschijnt binnen nu en een aantal jaar ook brede en/of rietorchis. De rietorchis is al te vinden langs het fietspad wat vanaf de Oudelandseweg langs de Berkenwoudse Boezem loopt. In de berm aan de linkerzijde vindt u alle bovengenoemde soorten in groten getale inclusief de rietorchis. Her en der zijn wel meer van dergelijke bermen te vinden, maar deze zijn dus sterk afhankelijk van passend beheer. Zo liggen langs het fietspad in het Loetbos nog een paar voedselarme en vochtige bermen. Ook deze bermen zijn soortenrijk. Al jaren worden ze door vrijwilligers van de NVWK afgeruimd, wat resulteert in bloemrijke bermen die een lust zijn voor het oog. Het voedsel is afgevoerd door handmatig ruimen van het hooi of maaisel. Komt u ook een keer helpen? Kijk voor de datums bij ‘Even noteren’. Vorige pagina: fluitenkruid met raapzaad en grassen; onder: arme berm met echte koekoeksbloem, scherpe boterbloem en zuring; foto’s: Patrick Heuvelman Rechtsboven: grote ratelaar; foto: Anton van Jaarsveld
Waardvogel – juni 2015
21
Vissen zonder haakje Rieneke Mudde en Aletta Quaak
18 april hadden wij weer een uitje met de NVWK. Dit keer gingen we vissen met Arie Anker. Eerst legde hij uit hoe hij vist (met fuiken) en hoe zijn voorgeslacht dat deed. Daarna gingen we met z'n allen naar de sloot waar Arie een fuik had gezet. Hij leegde die en vertelde ons de namen van de dieren die er in zaten. Toen gingen wij zelf vissen. We hadden een groot net dat de hele breedte van de sloot besloeg. We trokken aan beide kanten aan een touw, aan de ene kant de meiden en aan de andere kant de jongens. Uiteindelijk trokken we het net in een halve cirkel naar de kant. Er zat een snoek in, maar jammer genoeg wist die te ontsnappen. We probeerden het nog twee keer, maar we kregen hem niet meer te pakken. Daarna gingen we weer terug naar de boerderij en kregen we drinken en koek. We bekeken met z'n allen de dieren en mochten ook nog even in de hooiberg spelen. Het was weer een hele gezellige middag!
22
Waardvogel – juni 2015 Â
Zoogdieren in de Krimpenerwaard Mieke Veen Op zaterdag 26 september verzamelen we om 14.00 uur bij de Tuinfluiter aan het Krilpad in Krimpen aan de Lek. Afhankelijk van het weer gaan we een binnen- of buitenactiviteit doen. De buitenactiviteit zal o.a. bestaan uit spelletjes doen in de nabijgelegen Speelpolder. Het thema is zoogdieren in de Krimpenerwaard. De activiteit is voor kinderen van acht tot twaalf jaar en duurt tot ongeveer 16.00 uur. Opgeven kan bij Mieke Verwaal, jeugd@nvwk.nl, 0180-663350.
WhatsApp-groep Mieke Verwaal We willen een WhatsApp-groep maken voor de jeugd vanaf 12 jaar, waarin jullie met elkaar kunnen kletsen en plannen maken. Ook kunnen jullie op deze manier op de hoogte gehouden worden van activiteiten. Wie mee wil doen kan naam, telefoonnummer en leeftijd mailen naar jeugd@nvwl.nl. Dan word je aan de WhatsApp-groep toegevoegd.
Overzichtsrapport Easac over neonicotinoïden Bron: https://www.sovon.nl/nl/actueel
PERSBERICHT
Op 8 april jl. verscheen het lijvige rapport Ecosystem services, agriculture and neonicotinoids. Het is een samenvatting van honderden onderzoeken naar de relatie tussen een bepaald type gewasbeschermingsmiddelen (neonicotinoïden) en de biodiversiteit. Bekend zijn de onderzoeken die aannemelijk maken dat de middelen negatief uitpakken voor bijen. Maar ook vogels blijken indirect de dupe te zijn, zo toonden onderzoekers van SOVON en de Radboud Universiteit vorig jaar zomer aan. Het rapport van Easac, het hoogste wetenschappelijke adviesorgaan van de Europese Commissie, bundelt een enorme hoeveelheid wetenschappelijk onderzoek dat is gedaan naar de effecten van neonicotinoïden. De conclusies laten geen ruimte voor veel twijfel. Eén daarvan is: There is clear scientific evidence for sublethal effects of very low levels of neonicotinoids over extended periods on non-target beneficial organisms. [Er is duidelijk wetenschappelijk bewijs voor het dodelijke effect van zeer lage concentraties neonicotinoïden gedurende langere perioden op goede organismen waarvoor bestrijdingsmiddelen niet bedoeld zijn. Red.] Het gaat daarbij niet alleen om bijen, maar ook om andere belangrijke bestuivers en organismen die als natuurlijke bestrijders van plaaginsecten fungeren. Denk aan vlinders, hommels, wilde bijen en zweefvliegen. Verband met vogels Ook vogels hebben, zij het indirecter, last van de neonicotinoïden. Insectenetende vogels gaan in Nederland sterker achteruit in gebieden met hoge concentraties van de neonicotinoïde imidacloprid in het oppervlaktewater. SOVON en de Radboud Universiteit publiceerden vorig jaar juli in Nature een analyse van gedetailleerde gegevens over milieufactoren en BMPtrends van algemene, insectenetende vogels in het boerenland. Daaruit bleek dat waar de hoeveelheid imidacloprid in het oppervlaktewater boven de 20 nanogram per liter komt, de insectenetende vogels in aantal afnemen en naarmate de hoeveelheid hoger is, ook de populatie-afname groter is. Beleid Staatssecretaris Dijksma heeft naar aanleiding van het onderzoek het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) verzocht om de toelating van neonicotinoïden in Nederland te herbeoordelen en aan te geven of dit aanleiding geeft tot het intrekken van de toelating van deze middelen. [Via het nieuwsbericht op https://www.nvwk.nl/actueel/nieuws kunt linken naar complete rapport van Easac, red.]
Red de Rijke Weide https://www.redderijkeweide.nl
NATUURBERICHT
Ooit waren alle weides vol bloemen, insecten en vogels. Maar door de veel te intensieve landbouw en de race om steeds meer melk van een hectare te krijgen zijn de weilanden leeg, stil en kaal geworden. Dat is niet nodig, we kunnen de natuur terugkrijgen op het boerenland en het uitsterven van weidevogels voorkomen. Door de intensieve melkveehouderij is er voor de weidevogels minder voedsel en te weinig plek om jongen groot te brengen. Nodig zijn: wormen in het voorjaar, een ongestoorde broedtijd en bloemen met insecten voor de jongen. Tegenwoordig staat het water in het voorjaar zo laag dat de wormen te diep in de grond zitten voor de vogels. Bloemen en kruiden hebben plaats gemaakt voor snelgroeiend eiwitrijk gras, met veel te weinig insecten voor de jongen. En het gras wordt al gemaaid voor de kuikens kunnen vliegen. Veel kuikens overleven dat niet. Met 200.000 hectare is er genoeg ruimte voor enkele duizenden boeren om hun koeien te laten grazen op natuurlijke, bloemrijke weides. Genoeg ruimte voor weidevogels, vlinders en bijen om in gezonde aantallen te overleven en jongen groot te brengen. En meer dan genoeg ruimte om ons allemaal van gezonde, natuurlijke melk en kaas te voorzien. Doe mee en steun de boeren en natuurlijk de weidevogels, bijen en bloemen. Red de rijke weide en teken de petitie via https://www.redderijkeweide.nl.
Waardvogel – juni 2015
23
Grutto’s verzamelen zich na een mislukt broedseizoen Albert de Jong, Sovon Vogelonderzoek Nederland, 29 mei 2015
PERS BERIC HT
Eind mei. Terwijl veel soortgenoten hun kleine jongen nog bewaken, staan de eerste groepen grutto’s al op verzamelplaatsen. Voor deze vogels is het broedseizoen voorbij. Of het nu komt door predatie van hun jongen, een uitgemaaid nest of een mislukt legsel: ze hebben duizenden kilometers ‘voor niets’ gevlogen. In verschillende natte natuurgebieden in gruttorijke regio’s lopen de aantallen al op. De eerste gezenderde grutto vloog zelfs al weer terug naar Spanje. Voor een Nederlandse grutto is het vanaf half april broeden geblazen. Na ongeveer 25 dagen op het nest, meestal in grasland, komen de eieren uit. Mits het nest niet is bezocht door een roofdier, zoals een hermelijn of wezel, waar er dit jaar overigens veel van lijken te zijn. Vervolgens dribbelen de kleine kuikens door het gras, op zoek naar insecten, onder het wakende oog van de oudervogels. Met name in die periode blijkt het vaak mis te gaan: ze worden gegrepen door de maaimachine. Of door een roofdier omdat ze op een gemaaid perceel in het zicht lopen. Verder is de hoeveelheid voedsel in ongemaaid grasland vaak te laag en hebben kuikens moeite om door de hele dichte vegetatie van bemest grasland te lopen. Voor de oudervogels die hun nest of kuikens verliezen is het broedseizoen voorbij. Verzamelen Grutto’s verzamelen zich in plas-drasgebieden en uiterwaarden. Deze week verschenen de eerste groepjes al op deze pleisterplaatsen. Op verschillende plekken kwamen hun aantallen al boven de 200 exemplaren uit (Warmond, Reeuwijk, Haastrecht, Everdingen, Bleskensgraaf, Brabantse Biesbosch), zo blijkt uit slaapplaatstellingen van Sovon-vrijwilligers en waarnemingen op waarneming.nl. Al zo vroeg zoveel volwassen vogels die zich verzamelen is een veeg teken. Montevil, één van de Nederlandse vogels van het zenderprogramma Kening fan ‘e Greide, vloog deze week al terug naar Zuid-Spanje. Structureel te weinig jongen Vorig jaar bleek uit een analyse van Sovon dat er opnieuw veel te weinig jonge grutto’s werden grootgebracht. Als belangrijkste oorzaak voor het slechte seizoen van 2014 werd het vroege en massale maaien van grasland aangedragen (zie het rapport Broedseizoen 2014 op de website van Sovon). Hoewel de oorzaken van het mislukken van hun broedsel bij grutto’s wijd uiteenlopen, is het maaien ongetwijfeld ook dit voorjaar weer een factor van betekenis. Door het structurele tekort aan jongen neemt de populatie grutto’s tegenwoordig af met zo’n drie procent per jaar. En dat terwijl Nederland ongeveer de helft van de Europese broedpopulatie herbergt. Bron: http://natuurbericht.nl/?id=13976
De boerenzwaluwtelling is verhuisd
PERSBERICHT
Loes van den Bremer & Jouke Altenburg, namens tuintelling.nl & de Boerenzwaluw publiekstelling Het doorgeven van de bewoonde nesten gaat vanaf 2015 via een nieuwe, aantrekkelijke website: www.tuintelling.nl. Het grote voordeel is dat u nu ook eenvoudig via tablet of mobiele telefoon kunt invoeren. Ook kunt u andere soorten op uw erf doorgeven en daarmee uw eigen ‘erflijst’ bijhouden. Uiteraard is dat is niet verplicht, maar wel heel leuk! Al meer dan 3.000 deelnemers doen aan de tuintelling mee. Wat betekent dat voor u? Meld u aan op www.tuintelling.nl. Dit kost slechts enkele minuten. Tel tussen 20 mei - 15 juni (eerste telperiode) en zo mogelijk ook 5 - 25 juli (tweede telperiode) het aantal bezette nesten. Log in en kies voor evenementtelling. Geef de resultaten van de telling door. In de handleiding www.sovon.nl/nl/handleiding-publiekstelling-boerenzwaluw staat de telling stap voor stap uitgelegd. Wat doet Sovon? Nadat uw account is aangemaakt koppelen we eind juni uw oude telgegevens aan uw account (dat kan helaas niet vooraf). Uw eerdere tellingen worden dan zichtbaar! De resultaten van uw erf zijn altijd zichtbaar via www.tuintelling.nl. Vragen of opmerkingen? Laat het ons weten via boerenzwaluw@sovon.nl. Waarom tellen We willen graag inzicht krijgen in de verspreiding en de stand van de boerenzwaluw in ons land. Iedereen die toegang heeft/krijgt tot een erf kan het aantal bewoonde boerenzwaluwnesten tellen en online doorgeven. Als het niet uw eigen erf betreft, benader dan eerst de erfbewoner en vraag om toestemming om de nesten te tellen. Leg uit dat u alle gebouwen op de aanwezigheid van boerenzwaluwen wilt controleren. Mogelijk vindt de erfbewoner het leuk om daarbij te helpen. Geef aan dat u na uw eerste bezoek nog een keer wilt terug komen om ook de tweede legsels te tellen. Er zijn twee telperiodes, omdat we ook inzicht willen krijgen in het aandeel van de populatie dat een tweede legsel heeft. Eerste telling tussen 20 mei en 15 juni Tweede telling (facultatief) tussen 5 en 25 juli Doet u weer mee? De resultaten van 2014 vindt u in het verslag, www.sovon.nl/nl/publicaties/resultaten-publiekstelling-boerenzwaluw-2014. We hopen dat u weer mee gaat doen en wensen u een mooi telseizoen met uw boerenzwaluwen!
Waardvogel – juni 2015
25
Bron illustraties: Rijkswaterstaat
26
Waardvogel – juni 2015
Herinrichting van de Groote Zaag Max Ossevoort Op 27 mei vond een bijeenkomst plaats op de Groote Zaag bij de firma Vastgoed Bolnes B.V. voor het project Herinrichting en beheer natuurgebied de Groote Zaag. De projectleider van Rijkswaterstaat gaf een presentatie waarbij hij onder andere aangaf dat de aanleiding voor het project de Europese Kaderrichtlijn Water is. Deze maatregel moet er voor zorgen dat de kwaliteit van het Europese oppervlakte- en grondwater verbetert. Alle waterbeheerders, waaronder Rijkswaterstaat, moeten ervoor zorgen dat de kwaliteit van het water zowel chemisch (verontreinigende stoffen) als ecologisch (planten en dieren) voor de eerste tranche in 2015 op orde is. Door de herinrichting van de Groote Zaag, dat onderdeel is van de Ecologische Hoofdstructuur, wordt niet alleen de waterkwaliteit van het water van de Nieuwe Maas verbeterd, maar profiteert ook de flora en fauna in het gebied van de te nemen maatregelen. Om die verbetering te bereiken zullen er een natuurvriendelijke oever (totaal 3,8 km lang) en twee geulen worden aangelegd (zie afbeelding), waardoor de invloed van het getij in het gebied groter wordt en de waterkwaliteit voor plant en dier wordt verbeterd. Ook zullen recreatieve voorzieningen worden meegenomen in het project: de toegang tot de Zaag zal worden verbeterd in combinatie met een parkeerplaats, en het bestaande pad op de Groote Zaag zal straks in het geheel half verhard zijn. Door het bouwen van twee vogelkijkhutten en een uitkijktoren kan de natuurliefhebber straks uitkijken over een tien hectare groot intergetijdengebied. Al met al lijkt het er op dat de Groote Zaag een schitterend natuurgebied gaat worden, waar zich mogelijk zelfs de bever gaat vestigen. De werkzaamheden zullen in september 2015 beginnen en volgens de huidige planning is het gebied gereed in juli 2016. De kosten worden geraamd op 2,3 miljoen euro. Na de presentatie werd door de vijf deelnemende partijen, de Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, Rijkswaterstaat, de gemeente Krimpenerwaard, de provincie Zuid-Holland en Vastgoed Bolnes B.V op symbolische wijze een samenwerkingsovereenkomst getekend, waarna alle aanwezigen uitgenodigd werden voor een korte rondleiding over de Groote Zaag.
Vissen in het vizier
Het eiland de Zaag De naam de Zaag voert ons terug naar de plaat het 'Zaegje', een klein eiland dat reeds omstreeks 1600 vrijwel tegen de buitendijkse gronden van het huis Ten Donk heeft gelegen. Dit eilandje is later door de stroom verplaatst naar de noordelijke oever en is daar omstreeks 1800 met enkele andere toen ontstane platen samengegroeid tot één groot eiland, de Zaag. De ambachtsheer Groeninx van Zoelen, die recht had op alle opwassen in de rivier, was eigenaar van de Zaag. De Groote Zaag is bekaad in 1875 en de Kleine Zaag in 1894. De hoge Zaag, het noordelijke deel van de Groote Zaag, is op niet natuurlijke wijze gevormd. Dit deel is in het eind van de negentiende eeuw ontstaan door het opspuiten met overtollige baggerspecie van de in die tijd veelvuldig uitgevoerde rivierwerken.
Illustraties: http://www.schoolplaten.com
Hans Kouwenberg Vissen zijn een soortgroep waar we in de Krimpenerwaard niet veel naar kijken. Afgelopen jaar zijn er op waarneming.nl 43.800 waarnemingen gezet. Dit was verdeeld over ruim 36.000 vogels, 3.440 dagvlinders, 480 nachtvlinders en maar 13 vissen. Heel veel van onze vogels eten echter wel vis, denk aan aalscholver, fuut en blauwe reiger. RAVON, de onderzoeksen kennisorganisatie voor amfibieën, reptielen en vissen heeft net een provinciale vissenatlas uitgegeven. Martijn Schiphouwer van RAVON komt twee maal naar ons toe om de vissen onder de aandacht te brengen. Woensdag 16 september is er een lezing in de Zwaan over de vissen in Zuid-Holland en dan vooral over de zoetwatervissen. Zaterdagochtend 19 september gaan we met Martijn zelf vissen. Ergens langs de Lek gooien we de netten van RAVON uit en kijken we wat we vangen. Ook zullen we daar in de buurt gaan scheppen in wat polderslootjes. RAVON neemt wat waadpakken mee, al houd ik er zelf wel rekening mee dat we het niet helemaal droog houden. Bij de voorbereiding van de excursie kreeg ik van iemand de vraag of hij zijn hengel moest meenemen? Het antwoord van Martijn was: “Wij gaan niet met de hengel vissen; op zich is daar ook niets op tegen, maar daarmee vang je een beperkt soortenspectrum (wel vaak grotere exemplaren). Wij werken hoofdzakelijk met een schepnet en onder sommige omstandigheden, zoals in de Lek, met een zegen. Kans op natte voeten is bijna 100%, vandaar dat we altijd een waadpak aantrekken.” Korte broek, waterschoenen of Teva's en een handdoek zullen in mijn tas zitten. De exacte locatie van de excursie is nog niet bekend, wel dat het ergens langs de Lek is. Tijdens de lezing en op de website zullen we die bekendmaken. Waardvogel – juni 2015
27
Workshop ‘Polder lezen’;
een belevenis
Tekst en foto: Adriaan van Wijck. Na een levenslange interesse voor vogels kreeg ik enkele jaren geleden meer tijd om me in de weidevogels te verdiepen. Nu loop ik voor het derde jaar mee met een groepje o.l.v. Hugo Halleriet om deze vogels met hun nesten te beschermen. Dan blijkt dat er toch heel wat te leren valt wanneer je je alleen maar hebt toegelegd op de herkenning van vogels. Tijdens de tweede keer nestmarkering werd ik er fijntjes op geattendeerd dat ik een nest voorbijliep. Dat zal later nog wel eens gebeurd zijn, maar dat merkte niemand. Bij het ‘Polder lezen’ bleek dat over kennis van het terrein en het gedrag van de vogels veel meer te vertellen viel. Na alle goede praktijkinformatie van mijn mede-vogelaars kwam de kans om nog meer ervaring op te doen. Na de kennismaking met en boeiende uitleg van ‘gruttofluisteraar’ Arjan van Duijvenboden in Reeuwijk en later nogmaals in Berkenwoude, mocht eenieder kosteloos meegaan om meer te leren over de weidevogels en alles wat er mee te maken heeft. Met een selecte groep liefhebbers, ervaren en nieuwkomers, gingen we twee maal de polder in. Aan het begin van het seizoen en later toen de kuikens liepen. In de aankondigingen hebt u kunnen lezen wat de bedoeling was. Ondanks de regenachtige dagen kregen we meer te horen (en te zien) dan ik had verwacht. Het monitoren zoals Arjan dat in de praktijk liet zien is een andere, snelle manier van inventariseren van wat er in de weide gebeurt en geeft minder verstoring dan het reguliere nestzoeken. Soms is een beetje verstoring noodzakelijk om iets zinnigs over het aantal alarmerende oudervogels te kunnen zeggen. Bijna alle vragen werden door ervaren aanwezigen beantwoord. Het digitaal vastleggen van de verkregen informatie is een belangrijke, maar niet door iedereen geliefde bezigheid. Hiervoor bestaan verschillende invoerportalen waardoor de informatie teveel verspreid wordt en niet voor iedereen toegankelijk is, maar er komt toch mogelijk nog een aanpassing van de programma’s waardoor de informatie uitwisselbaar wordt. Dank aan de organisatoren die geregeld hadden dat we zelfs in verboden natuurgebied mochten leren, wat we, gezien de koude en natte weersomstandigheden, uiteindelijk niet gedaan hebben! Maar ook het feit dat je in een ander gebied mag ‘vogelen’ en in de praktijk n.a.v. voorkomende situaties ervaringen kunt uitwisselen gaf veel leerzaam plezier bij deze goed georganiseerde tweedaagse workshop. Onder de naam ‘Weidesafari’ zagen we, dankzij de NVWK met ondersteuning van ‘De Groene Motor’ beide keren voor de start al de bedreigde ‘Big Five’. Beide dagen zijn wat dat betreft dus volledig geslaagd!
28
Waardvogel – juni 2015
Laat jouw stem horen en stem voor de natuur! Bron: http://vroegevogels.vara.nl/
PERS BERIC HT
Natuurorganisaties in heel Europa roepen het publiek op een duidelijk signaal te geven aan de Europese Commissie om de regels voor natuurbescherming in stand te houden. Er zijn sterke aanwijzingen dat de Europese Commissie deze regels wil afbreken. Daardoor dreigt de natuurwinst van de afgelopen decennia verloren te gaan. Ruggengraat De Europese Commissie wil de aankomende evaluatie van de Vogel- en Habitatrichtlijnen mogelijk aangrijpen de regels voor natuurbehoud sterk te versoepelen. Deze natuurrichtlijnen vormen de ruggengraat voor bescherming van Europese natuur. Deze wetgeving is de afgelopen jaren effectief gebleken, zoals blijkt uit het recent gepubliceerde State of Nature report. Otter en kraanvogel Planten en dieren die menigeen allang had afgeschreven, komen langzaam terug. Denk aan de otter die na bijna 40 jaar terug is in de Nieuwkoopse Plassen, de kraanvogel die niet alleen broedt in het Fochteloërveen, maar sinds deze maand ook in het Korenburgerveen. Nederlandse topnatuur, zoals de Waddenzee, zou zonder de VHR een stuk slechter af zijn. Veel inspanningen om onze lucht en het water schoner te krijgen zijn direct en indirect ook het gevolg van deze Europese wetgeving. De regels voorkomen dat kwetsbare natuur wordt vernietigd, terwijl zij gelijktijdig ruimte laten voor duurzaam gebruik. Schade De Europese commissie houdt echter de komende tijd de wetgeving tegen het licht. Natuurorganisaties vrezen dat dit uitdraait op een afzwakking van de richtlijnen. Het State of Nature rapport geeft aan dat de Europese natuurbeschermingsregels niet alleen effectief zijn, maar ook hard nodig. Het netwerk van Europese beschermde gebieden – het grootste netwerk ter wereld- heeft aantoonbare positieve invloed op instandhouding van soorten en leefgebieden. Aan de andere kant gaat het nog steeds onverminderd slecht met soorten buiten deze gebieden, zoals de grutto. Als regelgeving op het gebied van natuur vanuit Europa wordt uitgehold, voorzien de Natuurorganisaties nog verdere teloorgang. Oproep Tot 24 juli organiseert de Europese Commissie een publieksconsultatie over de Europese regels voor natuurbescherming. Deze consultatie biedt de kans om de Commissie te laten weten dat Europeanen wel degelijk hechten aan een gezonde leefomgeving. De gezamenlijke natuurorganisaties roepen daarom iedereen op om te enquête in te vullen. Via www.stemvoornatuur.nl en de websites van Vogelbescherming Nederland, Het WereldNatuurFonds en Natuurmonumenten kan dat op een eenvoudige en snelle manier. [Ook op www.nvwk.nl staat deze link onder Nieuws, red.]
Te koop Stukje recreatiegrond/tuingrond met flinke schuur op kleinschalig terrein aan de Benedenkerkseweg in Stolwijk. Bestemming: dagrecreatie. Op loopafstand van het dorp. Gelegen aan brede sloot. Prima onderhouden, te midden van de polder, veel vogels. Oppervlakte 335 m². Geen water en elektra aanwezig. Prijs €12500,Tel. xx-xxxxxxxx
Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!
I: E: T:
www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88
Waardvogel – juni 2015
29
Samen in de natuur
heerlijk aan het werk
Tekst: Maarten Koudstaal Foto: Di Koster Wie graag actief in de natuur bezig is, kan zich goed aansluiten bij de Vrienden van het Zwaneneiland in Krimpen aan den IJssel. Zaterdag 20 juni van 9.00 tot 12.00 uur gaat de groep vrijwilligers weer met elkaar aan de slag om te hooien en ander onderhoudswerk te doen in het ‘stadsparkje’ aan de Vijverlaan/Zwanenkade. Sinds enige jaren is een groep buurtbewoners en andere sympathisanten bezig om het gebied van een stuk weiland te veranderen in een stadsparkje, waar het heerlijk toeven is. Er zijn wandelpaden met bankjes aangelegd, zodat de bezoeker boeiende wandelingen kan maken langs een zeer gevarieerde vegetatie. Door het hooien wordt de grond armer en dat levert een grotere verscheidenheid aan planten op. De Vrienden van het Zwaneneiland zijn zo langzamerhand uitgegroeid tot een sociaal middelpunt in de wijk Langeland van Krimpen aan den IJssel. Het samen ‘hooien’ levert ook veel gezelligheid op. Er is volop tijd om even tijdens koffiepauzes bij te kletsen en nieuwe plannen te maken. Zo zijn er door de tijd heen vruchtbomen en bollen geplant. Omgewaaide bomen wordt een zinvolle bestemming gegeven als broedplaats voor meerkoeten of klimbomen voor de jeugd. De groep is op zoek naar een schapenhouder die bereid is zijn schapen op het Zwaneneiland te laten grazen. Er is ook behoefte aan tuingereedschap. Vindt u het leuk om twee keer per jaar nestkastjes op te hangen en te onderhouden, dan bent u van harte welkom. Aanmelden kan gemakkelijk via een email naar xxxxxxxx@xxxxxx.xx of gewoon door zaterdag 20 juni langs te komen bij het bruggetje aan de Zwanenkade.
Libellen- en vlinderexcursie Gabrielle Heuvelman De weersvoorspellingen voor zaterdag 16 mei zagen er niet gunstig uit: regen. Desondanks belden drie mensen op of de excursie in het Loetbos doorging. Na wat wikken en wegen en uitstel richting de klok van drie uur konden we de excursie gelukkig toch door laten gaan. Alle geïnteresseerden werden gebeld, ondanks de kans dat we mogelijk niet veel zouden zien. We begonnen aan de wandeling en af en toe kwam de zon toch tevoorschijn. We bezochten eerst het slootje waar vaak de platbuiken zich ophouden. In eerste instantie was er niets te zien. Maar toen we goed keken vonden we een micronachtvlinder, de brandnetelbladroller, en diverse soorten kevertjes, zoals het elzenhaantje en het soldaatje. Ook leuk om te zien. De wandeling werd vervolgd. We zagen verschillende macronachtvlinders uit het gras opvliegen, zoals de lieveling, de gewone bandspanner en het gamma-uiltje. Daarnaast zagen we de kleine vuurvlinder even opvliegen. Op het volgende stuk land zagen we de eerste juffers. Dit waren allemaal variabele waterjuffers. Na opnieuw een stukje wandelen hadden we de keuze om het lange gras van het graspad op te gaan. De schoenen en broekspijpen waren toch al nat dus we kozen het graspad. Daar zagen Leen en Corry een oranjetipje en ook werd er een mooi klein geaderd witje op het fluitenkruid gezien. Aangekomen bij de Peterput gingen we op zoek naar libellen en juffers. Corry vond een rustende viervlek en daar bleef het helaas bij wat betreft de libellen. Maar er zaten wel ontzettend veel variabele waterjuffers en enkele lantaarntjes die erg lastig te vinden waren tussen al die variabele waterjuffers. Ondanks het matige weer konden we toch de zoektechnieken in de praktijk brengen en terloops hadden we ook gezellige korte gesprekken over de vlinders en libellen in een dergelijke biotoop.
30
Waardvogel – juni 2015
Paringswiel van het lantaarntje (Ischnura elegans), foto: Sjani van Ophemert
De rapen zijn gaar Tekst en foto’s: Anton van Jaarsveld Bij de naam ‘raap’ denk ik in eerste instantie aan een knolraap, zo’n lekker dikke bietachtige knol met een beetje gelige kleur. In de volkstaal staat ‘raap’ ook voor ‘hoofd’, bijvoorbeeld als er op wordt geslagen. In de plantkunde bestaat een bijzondere categorie rapen, de bremrapen. Bremrapen – in het Latijn Orobanches – zijn planten die ten koste van andere planten bestaan. Met hun wortels dringen ze door in het wortelsysteem van hun slachtoffer om daar het voedsel vandaan te halen. Ze hoeven daarom geen bladgroen te hebben om suikers te maken, al zijn er wel die aan de bloeistengel schubben vertonen. Heel vaak hebben bremrapen voorkeur voor een bepaalde slachtofferfamilie. Zo groeien bepaalde parasietplanten bijvoorbeeld op vlinderbloemen. De bremrapen maken deel uit van een familie waartoe ook de in onze streek bekende grote ratelaar en het moeraskartelblad behoren. Het is met de naamgeving een beetje raar gegaan. De eerste rapen zijn kennelijk gevonden op de brem, de bekende gele struik van de zandgronden en deze hebben tot de naam geleid. Daarna werden er andere bremrapen gevonden op andere gastheren. De naam bremraap bleef staan, omdat men de brem er niet meer in herkende en daardoor ontstonden er raapsoorten als klimopbremraap en bitterkruidbremraap. Omdat de bremraap op een vaste soort ‘partner’ voorkomt, is het herkennen van de parasietplant gemakkelijk als je de gastheer kent, zoals bij de bitterkruidbremraap van de foto boven. Die vinden we o.a. in de duinen bij Bergen. Een andere soort is de zeldzame klimopbremraap, die ik na een tip heb gefotografeerd in een plantsoentje in Rotterdam-zuid (zie foto onder). Bremrapen zijn in ons land niet algemeen. In het zuiden van Europa ligt dat anders. Daar heb ik blauwe en witte bremrapen zelfs volop in de bebouwde kommen gevonden. In de Krimpenerwaard moeten we het met de genoemde verwànte soorten doen. Mocht je op het moment van verschijnen van ons blad naar deze bijzondere soort gaan zoeken: de rapen zijn nu gaar !
Soorten in de Benelux • • • • • • • • • • •
Tijmbremraap Walstrobremraap Centauriebremraap Klimopbremraap Rode bremraap Klavervreter Bitterkruidbremraap Blauwe bremraap Hennepvreter Grote bremraap Distelbremraap
Bron: http://nl.wikipedia.org/
Waardvogel – juni 2015
31
Help mee zwanendriften te bestrijden Saskia van Rooy De kern van mijn betoog is dat het zwanendriften - anders dan wat staatssecretaris Dijksma stelt - geen legale vorm van veehouderij is en al jarenlang in strijd met Europese wetgeving is. Ik ontdekte dat eerder gewezen rechterlijke uitspraken over het zwanendriften op onjuiste feitelijke gronden waren gebaseerd. De rechters gingen namelijk uit van het feit dat de door de zwanendrifters in de vrije natuur gehouden koppels knobbelzwanen (broedparen) geleewiekt en gemerkt waren, waardoor de broedparen als "in gevangenschap geboren en getogen vogels" werden beschouwd (die zelfs zonder ontheffing in de vrije natuur gehouden kunnen worden) en de zwanendrifters daarvan als "eigenaar" konden werden aangemerkt. Maar de feiten en beelden uit mijn onderzoek bewijzen dat praktisch alle door de zwanendrifters in de vrije natuur gehouden broedparen NIET geleewiekt zijn, dat al deze knobbelzwanen op een eerder moment door de zwanendrifters illegaal van een tatoeage en/of een (al dan niet) gesloten pootring zijn voorzien en dus van origine wilde zwanen zijn waarvan zij de jongen illegaal leewieken en/of ringen en verhandelen. De zwanendrifters Piet Oostveen en Sjoerd Van der Stok en Herman Van Elten bevestigden mij ook zelf op camera dat praktisch alle door hen gehouden broedparen niet geleewiekt zijn. Anders dan Dijksma stelt zegt de aanwezigheid van een tatoeage bij broedzwanen dus helemaal niets over de zgn. legale herkomst van die dieren, omdat zwanendrifters Piet Oostveen en zijn zonen c.s. alsook zwanendrifters Sjoerd van der Stok en Herman Van Elten iedere wilde broedzwaan die zij te pakken kunnen krijgen op de snavel van een illegale tatoeage voorzien. Anders dan dat Dijksma stelt zegt de aanwezigheid van een gesloten pootring bij een volwassen of een jonge zwaan ook helemaal niets over de zgn. legale herkomst van die zwanen, omdat de zwanendrifters zelfs nog bij wilde volwassen knobbelzwanen gesloten pootringen met geweld aanbrengen (bewijzen op beeld!) alsook bij jongen van wilde broedparen (die al dan niet eerder met een illegale tatoeage zijn gemerkt) gesloten pootringen aanbrengen (bewijzen op beeld!). Zodra de wilde geringde jongen van hun wilde niet gemerkte ouders zijn gescheiden, is op geen enkele wijze meer de illegale herkomst daarvan aan te tonen. Ik heb vele beelden van wilde jongen die Piet Oostveen en zijn zonen illegaal geleewiekt hadden en/of van een gesloten pootring hadden voorzien, waarvan zij niet eens de moeite namen om die ouderzwanen illegaal te tatoeëren en/of te voorzien van een niet gesloten pootring. Deze wilde ouderzwanen en hun illegaal geleewiekte en/of geringde jongen bevonden zich veelal uit het directe zicht van de openbare weg, ver weg in de weilanden. Zodra Oostveen c.s. die geringde jongen bij hun wilde ouders weg haalde en in zijn wagen smeet, was voor een toezichthouder op geen enkele wijze de illegale herkomst daarvan nog te achterhalen. Omdat ik echter de historie van deze wilde ouderparen en jongen had gefilmd, wist enkel IK dat het jongen van een wild ouderpaar waren die illegaal door de zwanendrifters geleewiekt en/of geringd waren. De feiten uit mijn onderzoek tonen aan dat van geen enkele door de zwanendrifters (met een tatoeage of pootring) gemerkte knobbelzwaan onomstotelijk de legale herkomst aangetoond kan worden. Dit betekent dat er geen ‘verifieerbaar en objectief mechanisme’ (de eis die de Europese Commissie stelt!) is waarmee het onderscheid tussen (door de zwanendrifters) ‘gehouden’ knobbelzwanen en uit het wild gehaalde knobbelzwanen kan worden aangetoond en er dus nimmer (ook nu niet!) een legale basis voor het zwanendriften is geweest c.q. is. De Nederlandse regering handelt aldus met het toestaan van het zwanendriften al jarenlang flagrant in strijd met Europese wetgeving.
34
Waardvogel – juni 2015
Saskia van Rooij is dierenarts en strijdt al jaren tegen het zwanendriften. Deze strijd heeft dramatische gevolgen aangenomen in de vorm van mishandeling van Saskia door de zwanendrifters. Zijzelf is aangeklaagd en vervolgd voor stalking, terwijl haar aangiften van zware mishandeling van haarzelf niet leidde tot vervolging van de zwanendrifters. Op onze site is onder nieuws meer te vinden over de strijd die Saskia voert, d.m.v. diverse links. Het ministerie van EZ bevestigde mij dat zij met ingang van 8 mei 2015 - middels een brief aan de zwanendrifters Piet Oostveen en Sjoerd Van der Stok - de ring plicht ontheffing met onmiddellijke ingang heeft ingetrokken. Dat betekent dat zij geen broedzwanen zonder gesloten pootring en hun jongen meer mogen vangen en verhandelen. Praktisch alle door de zwanendrifters in de vrije natuur gehouden broedparen zijn niet geleewiekt en niet voorzien van een gesloten pootring (en op een eerder moment illegaal getatoeëerd), zodat in feite het driften van al die zwanen en hun jongen verboden is geworden. De zwanendrifters mochten al vanaf 1996 niet zelf de jongen leewieken, maar deden dat al die jaren toch. Er is daar nimmer op gehandhaafd. Het is zeer waarschijnlijk dat de zwanendrifters gewoon door zullen gaan met het illegaal tatoeëren van broedzwanen en het illegaal leewieken van hun jongen, zodat waakzaamheid en oplettendheid van burgers geboden is. Indien mogelijk, zou het fijn zijn als mensen in hun omgeving broedparen en jongen in de gaten zouden willen houden. Zodra zij bemerken dat de zwanendrifters broedzwanen vangen en en/of hun jongen vangen en illegaal leewieken, is het belangrijk om dat direct zelf op camera proberen vast te leggen (zodat er bewijzen zijn). En om direct de politie te bellen en tevens de NVWA (0900 - 03 88 en info@nvwa.nl) en te eisen dat die direct ter plaatse komen en handhavend optreden. Daarbij is het van belang om de reactie van de politie vast te leggen, omdat de feiten tot nu toe aantonen dat zij meldingen niet adequaat afhandelen en uitvluchten bedenken om zelf niet ter plaatse te hoeven komen. Daarnaast zou het fijn zijn als mensen in de gaten willen houden of de jongen illegaal door de zwanendrifters geleewiekt worden. In voorgaande jaren knipten de
zwanendrifters veertjes bovenop de kop van de ouderzwanen weg als zij hun jongen illegaal leewiekten, zodat zij vanuit de verte aan de ‘geschoren kop’ van de ouderzwanen konden zien van welke ouderdieren zij de jongen al geleewiekt hadden. Mogelijk dat de zwanendrifters dit jaar het niet aandurven om veertjes bovenop de kop van ouderzwanen weg te knippen, maar
dat zij wel hun jongen illegaal leewieken. Omdat het bloed dat bij het leewieken vrijkomt door het water weg gewassen wordt, is het voor ‘leken’ daarna vrij lastig om te zien of de jonge knobbelzwanen mogelijk al geleewiekt zijn. Als je de jongen filmt en wacht totdat ze even met hun vleugels klapperen, is bij geleewiekte jongen te zien dat de ene vleugel korter is dan de andere vleugel.
Boven: de getatoeëerde snavel van een zwaan, bron: https://selmasalo.wordpress.com Links: de wrede manier van handelen tijdens het zwanendriften, bron: http://zwanendrifter.blogspot.nl/ Linksonder: zo moet het zijn; ongeschonden zwanenkoppen, foto: Peter Stam Onder: een aan de rechtervleugel geleewiekte zwaan, deze kan dus niet vliegen, bron: http://voordierenblog ger.blogspot.nl/
Zeventig procent Gerard van Slijpe, penningmeester Zeventig procent is het aantal leden die de contributie voor dit jaar al betaald hebben, waarvoor dank. Dat is goed voor de verenigingskas. Het zou fijn zijn als diegenen die nog niet betaald hebben dit zo spoedig mogelijk willen doen. Er zijn een aantal leden die iets extra’s overgemaakt hebben, ook daarvoor hartelijk dank!
Waardvogel – juni 2015
35
Een onnozele vogelaar doet de Erfvogelcursus Arne Maas Acht jaar geleden zag ik een vogel voor het raam zitten. Geen idee wat het was. Niet zo vreemd, want ik wist echt helemaal niks van vogels. Maar het was een heel mooi vogeltje, ik was eigenlijk verbaasd dat zoiets in Nederland leeft. De koolmees was de meest exotische soort die ik kende, kleurrijker dan meeuwen, kraaien en kleine bruine vogeltjes. Het bleek een vink te zijn. Ik was verbaasd dat zo’n bekende naam zo’n mooi vogeltje was. Mensen die de Waardvogel al wat langer lezen, zullen mij redelijk onnozel vinden. Dat was ik ook: onnozel op vogelgebied. Een jaar later kocht ik een boerenwoning aan de rand van Stolwijk. Opeens bleken er heel veel vogeltjes te zijn. De ene nog mooier dan de andere. Ik werd bijna vijftig en zag voor het eerst van mijn leven een putter, een winterkoning en een pimpelmees. Ik leerde met een vogelgids in de hand. Mijn vreugde was groot toen ik een grote bonte specht zag. In mijn tuin! Vol trots stuurde ik een paar weken later een moeizaam gemaakte foto van de specht naar de Waardvogel, het verenigingsblad van de NVWK, waarvan ik inmiddels lid was geworden. Zoiets bijzonders, dat zouden ze wel leuk vinden! Ja, kreeg ik te horen, een grote bonte specht. Die komt hier heel veel voor, dat is niet zo speciaal, die foto plaatsen we niet. Hmm, nare vogelaars! Maar, en ik citeer uit de mail van 15 januari 2013 van NVWK, ik werd ook getroost: “Gewoon blijven kijken en melden als je denkt dat je wat bijzonders hebt! Als je zelf vaak kijkt, merk je uiteindelijk ook vanzelf wat meer of minder bijzonder is. Ben je wel eens mee geweest met een vogelexcursie van de vogelwerkgroep? Dat levert vaak ook hele mooie soorten op en het is erg leuk en leerzaam om ervaringen uit te wisselen met gelijkgestemden.” Weer een paar jaar later organiseerde de NVWK een cursus voor erfbewoners. Ik nam het advies uit 2013 ter harte. Ik deed mee, samen met mijn vriendin Sabine. En wat heb ik veel geleerd! Allereerst werd de cursus gegeven door een vogelfanaat: Jaap Graveland, bijgestaan door de voorzitter Max Ossevoort, nog een vogelaar. Zij werden geholpen door Maurice Kruk van Bureau Mens en Groen, die weer heel veel weet van landschapselementen en dus ook van erven. Er ging een wereld voor me open. In de afgelopen acht jaar had ik al, met veel zelfstudie, best het één en ander geleerd over vogeltjes. Maar Jaap en Max zijn zo gedreven en zo bedreven, zij kunnen zo goed uitleggen, en met zoveel enthousiasme, dat ik in een paar bijeenkomsten meer heb geleerd dan in de acht jaar ervoor.
Maurice legde de verbanden uit. We gingen onder zijn leiding naar erven van anderen kijken. “Wat zie je nu?” Vroeger zou ik hebben geantwoord: “Domme vraag, een boerderij en een paar stallen.” Maar nu zie ik, dankzij Maurice, dat er weinig bloemen in de voortuin staan, waardoor er niet zo veel insecten komen, waardoor insecteneters zoals huismus of koolmees in deze tuin niet veel te zoeken hebben. Ik bedoel: je gaat het begrijpen, je ziet de verbanden. Eén van de dingen die Cor Oskam van de NVWK uilenwerkgroep me ooit zei, zal ik nooit vergeten: “Vogels kijken doe je met je oren”. Haha! Geweldige uitspraak! Daarom deden we langs de Vlisterdijk een ochtendexcursie ‘Vogels herkennen’. Zeven uur, zaterdagochtend, beetje regenachtig, Dertig erfbewoners met regenjasjes; het zag er ongetwijfeld koddig uit. Onder de bezielende leiding van Jaap hoorden we spotvogels, vinken en zanglijsters. Niet dat ik ze nu herken, hoor. Ik gooi ze bijna allemaal vrolijk door elkaar. Maar toch. Ik liep vorige week de deur uit en hoorde iets. Vroeger zou ik hebben gezegd: “Ik hoor een duif.” Maar nu weet ik: dit is een Turkse tortel! Maakt dat nou uit? Eigenlijk niet, natuurlijk. Maar het is toch leuk. Als Jaap of Max op een plein staan, horen ze meteen vijf vogelsoorten, terwijl ik me afvraag of ik de auto op slot heb gedaan. Dankzij hen is er een andere wereld voor me opengegaan. Dank jullie wel, Jaap, Maurice en Max!
“Wat zien jullie nu?” Foto: Max Ossevoort
Waardvogel – juni 2015
37
Een wandeling door het Doove Gat Mieke Veen
Lepelaar, foto: Patrick Heuvelman
Op woensdag 13 mei 2015 om half acht ‘s avonds hadden we afgesproken bij de tuintjes in Haastrecht. Toen ik er aan kwam stond er al een hele groep om Erik heen. Er was volop belangstelling voor deze mooie avondwandeling. Minstens twintig mensen waren aanwezig en ik had voor deze gelegenheid mijn twee collega’s meegenomen, die ook in de Krimpenerwaard wonen. Zij kenden dit gebiedje wel, maar wilden ook eens weten welke vogels er zo al zitten. Nu, hun nieuwsgierigheid werd goed beloond. We startten met de roep van de kleine karekiet en daarna hoorden we de snor. Beide vogels lieten zich niet zien. Wel dook de rietgors af en toe op en met zijn zwarte kopje was hij goed te onderscheiden. Vlak na de rietkraag zagen we meteen een ringmus op het hekje zitten. Rechts in het weiland zat een grote Canadese gans. Aan de kant van de sloot streek een tureluur neer. Rechts, een beetje verscholen, zagen we een mannetje slobeend. Zijn groene kop was duidelijk zichtbaar. Iets verder op de weg richting plas, ging boven ons de eerste lepelaar. Even later zagen we er nog een uitgebreid slobberen in het water. De oranje vlekken op zijn schouders waren goed waarneembaar. Grutto’s en kieviten hoorden en zagen we overal. Ook zat de plas vol met knobbelzwanen. Links van de plas liepen volop grauwe ganzen met prachtige gele kuikens. Ondertussen had Erik een mooie kemphaan in de telescoop, gevolgd door een Temmincks strandloper! Dit was de eerste die ik tot nog toe gezien heb; een heel klein steltlopertje voor mijn gevoel. Ook de kleine plevier en de bontbekplevier lieten zich goed zien en tijdens deze avond is mij het verschil tussen die twee duidelijk geworden. De bontbekplevier is heel wat bonter dan de kleine plevier! Scholeksters, wilde eenden, meerkoeten en spreeuwen lieten zich in groten getale zien. Net na de plas toonde Erik ons een kapot nestje van de kleine plevier. Dit is iets wat je moet weten, want het is een heel klein nestje tussen het grind op het pad, waar je zo op trapt als je er niet op bedacht bent. Ik wist niet dat dat zo onzichtbaar kon zijn! Nadat we om de plas heen waren gelopen, werden we
38
Waardvogel – juni 2015
verblijd met een paar jonge pullen van de kievit. Wat een donzige schatjes! Al dribbelend langs de waterkant lieten ze zich goed fotograferen . Verderop zagen we bergeenden met kuikens, een krakeend, een oeverloper en een holenduif, die overvloog. Kuifeenden en smienten waren ook goed vertegenwoordigd op de plas. In de verte liep een grote zilverreiger, verscholen tussen het gras. We spotten nog een witte kwikstaart. Visdiefjes vlogen af en aan op de eilandjes in de plas en er tussen vlogen ook zwarte sternen. Voor mij de eerste die ik zag dit jaar, maar velen hadden ze al waargenomen. Af en toe zoefde nog een gierzwaluw in de lucht. Inmiddels was het half tien geworden en koersten we naar het beginpunt. Een prachtige ondergaande zon kleurde de lucht oranje. Ondanks het koude windje was het een mooie avond. Eén collega was inmiddels voorzien van een extra trui, die zijn zoon tussendoor was komen brengen. Net voor we aan de linkerkant de rietkragen achter ons lieten, hoorde Erik toch nog een blauwborst. Toen we een stukje terug liepen, kregen we hem goed in het vizier. Voor velen was het de eerste waarneming van dit mooie vogeltje! Vlak voordat we weer bij de auto waren, werden we verblijd met en uitgeleid door het gesnor van de snor! In korte tijd hebben we een heleboel soorten waargenomen. Zo’n avond hopen we vaker mee te maken en mijn collega’s willen best nog eens mee. Daarom heeft Leen hen op de valreep nog vlug een Waardvogel meegegeven!