2016 1

Page 1

Waardvogel 55e JAARGANG | NUMMER 1 | FEBRUARI 2016 WWW.NVWK.NL

Rondje Noord-Engeland

12

Interview

38

Een nieuwe vogelaarwijk

28

op de fiets

foto

met biologische (kaas)boeren

va

n

de

maa nd

Huisjes voor vogelaars


Belangrijke namen, telefoonnummers en e-mail Bestuur

Voorzitter Secretaris Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR

Max Ossevoort, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX XXXX XXXXXX Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl XX XXXXXXXX Leeghwaterstraat 138, 2871 PL Schoonhoven Penningmeester Gerard van Slijpe, xxxxxx@xxxxx.xx XXXX XXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XXXX XXXXXX Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl XX XXXXXXXX XXXX XXXXXX Vacant Joke Colijn,xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX XXXX XXXXXX

Werkgroepen en andere belangrijke instanties

Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com Foto’s t.b.v. de website Dirk-Jan van Roest, info@nvwk.nl XX XXXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Arie Dorsman, XX XXXXXXXX Ton de Groot XX XXXXXXXX Coördinatoren vlinders- en libellen Gabrielle Heuvelman, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX XXXX XXXXXX werkgroep Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, kxxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX XXXX XXXXXX Coördinator werkgroep landschaps- Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl onderhoud XXXX XXXXXX Coördinator trekvogeltellingen Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XXXX XXXXXX Hans Kouwenberg, hanskouwenberg@ismijnnaam.nl XXXX XXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Jaap Graveland, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xxl XX XXXXXXXX XXXX XXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XXXX XXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XXXX XXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Morrison Pot, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx XX XXXXXXXX Dierenambulance Gouda e.o. 0182 529059 Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard 0180 510984 Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team 0900 8844 Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard 140182 Meldpunt Laagvliegen Krimpener- XXXX XXXXXX waard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot 010 4857847

Lid worden?

Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.

Foto van de maand: raapzaad Maria Spruit Op onze waarnemingensite troffen we een foto aan van bloeiend raapzaad genomen op 26 januari jl. Dat is bijzonder voor de tijd van het jaar. En het is tekenend voor deze winter; wanneer het slecht weer was waanden we ons in de herfst en bij mooi weer voelden we het voorjaar al. Raapzaad bloeit in maart en april. Raapzaad wordt vaak verward met koolzaad. Tijdens de bloei zijn de soorten makkelijk van elkaar te onderscheiden doordat bij raapzaad de bloemen hoger staan dan de knoppen en bij koolzaad is dit andersom. Raapzaad geurt heerlijk en koolzaad nauwelijks. Ook aan de bladeren is te zien welke soort u voor u heeft; bij raapzaad omvatten de bladeren de stengel voor drie vierde deel of meer en bij koolzaad omvatten de bladeren de stengel voor de helft of minder. Koolzaad is een landbouwgewas wat verwilderd wordt aangetroffen, maar raapzaad is een inheemse plant. Zowel uit koolzaad als uit raapzaad wordt olie gewonnen en beide plantensoorten worden als groenbemester in de landbouw gebruikt. Raapzaad is waardplant voor een paar soorten nachtvlinders en voor groot koolwitje, klein koolwitje en klein geaderd witje. Tijdens het voorjaar is raapzaad voor het overgrote deel verantwoordelijk voor de gele bloemenpracht in de bermen van de Krimpenerwaard. Sjani van Ophemert; bedankt voor het maken van deze foto. Bron: http://www.nmpijnacker.nl 2

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016


Van de voorzitter

Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 55 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december Kopij Inleveren vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november Oplage 860 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl www.facebook.com/denvwk/ https://twitter.com/denvwk Secretariaat & ledenadministratie Dirk-Jan van Roest Leeghwaterstraat 138 2871 PL Schoonhoven info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar: € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 15,- voor een basislidmaatschap € 20,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens te sturen naar info@nvwk.nl Op de voorpagina Wilgenkatje, foto: Melchior Spruit Foto van de maand: Raapzaad, foto: Sjani van Ophemert Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Alle artikelen blijven voor de verantwoording van de auteurs Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal

Max Ossevoort Beste lezers. Voor u ligt een (wederom) verbeterde Waardvogel, dit keer samengesteld met het programma InDesign. Dit is een ontwerpprogramma voor tijdschriften, en u zult dan ook wel enige kleine verschillen gaan opmerken. Tevens is nu het gebruikte lettertype gelijkgestemd met wat we gebruiken op onze website zodat onze huisstijl uniform wordt doorgevoerd. Het resultaat mag er zijn en ik wil dan ook de redactie, Maria Spruit en Joke Colijn, complimenteren. Het is geen sinecure, want we weten allemaal hoe ingewikkeld het kan zijn om voor het eerst met een nieuw programma aan de slag te gaan. De doelstelling van de overschakeling is besparing van vele tientallen uren en bij de volgende versies van de Waardvogel zal de redactie daar zeker de vruchten van plukken. In het kader van het erfvogelproect zijn er door een groep enthousiaste vrijwilligers o.a. meer dan 200 verschillende soorten nestkasten voor erfvogels gemaakt, die overhandigd gaan worden aan de deelnemende erfeigenaren. Dat zal gebeuren op 27 februari bij De Zwaan in Berkenwoude, waarbij we tevens gebruik zullen maken van de gelegenheid het Stimuleringsfonds van de Rabobank te bedanken voor de financiering van dit onderdeel van het project. Nadere bijzonderheden van deze gebeurtenis in deze Waardvogel en op onze website. Voor wat betreft het nieuwe agrarisch natuur beheer is het wachten op de cursus beheermonitoring voor onze ‘weidewachters’. In mijn ogen is deze cursus onmisbaar voor het kunnen slagen van het project en we hebben er bij de Groene Motor dan ook op aangedrongen om deze cursus op tijd te realiseren. We verwachten op zeer korte termijn meer te weten en hopen dat u inmiddels in de startblokken staat. De Startavond is al op 3 maart as. en ook daar hoort u meer! Zoals u ook op de website en op pagina 19 kunt lezen staat de Algemene Ledenvergadering gepland op 16 maart. Na de pauze wordt een lezing verzorgd over bodemdaling in de veenweidegebieden. Bodemdaling treft ons allemaal: of het nu gaat om het wonen in de Krimpenerwaard met afgebroken rioleringen of verzakkende gebouwen, of het werken met rijden over verzakkende wegen en bermen en een voortdurend dalend maaiveld waar ook de agrariers steeds meer last van hebben. Bodemdaling heeft ook een grote invloed op de natuur en daar raakt het ons en onze doelstellingen. We hebben prof. ir. Eric Luiten bereid gevonden deze lezing te geven en daar zijn we best wel trots op. Hij is specialist op het gebied van bodemdaling in de veenweidegebieden en als rijksadviseur adviseert hij de overheid hoe om te gaan met bodemdaling. Erik Luiten zal ons meenemen in alle facetten van bodemdaling in het verleden, het heden maar ook, heel belangrijk, een blik werpen in de toekomst. Het belooft een hele interessante lezing te worden waarbij u zeker in de gelegenheid bent uw vragen te stellen en waarna er ook gelegenheid zal worden geboden voor een brede discussie. Mede gezien het belang van dit actuele onderwerp heeft uw bestuur gemeend om ook partijen waarmee we samenwerken in de Krimpenerwaard uit te nodigen deze lezing bij te wonen. Ik hoop op een massale opkomst.

In dit nummer Belangrijke gegevens 2 Foto van de maand 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Op de voorpagina 5 Jaarverslag vogelwerkgroep 6 Verslag Nieuwjaarsexcursie 9 Boerenzwaluwonderzoek 2015 10 Rondje Noord-Engeland 12 Broedgeval van sneeuwgans 15 Uitnodiging Algemene Ledenvergadering 19 ‘Weidvogelmelk’ kopen 20 In de publiciteit 21 Op jacht 23 Interview met biologische kaasboeren 24 Erfvogelproject open 29 Jaarverslag van de secretaris 31

Ik stop ermee 31 Herinrichting van de Zaag en Balkengat 32 Overeenkomst met de gemeente 34 Natuurvraag 34 Uitvoering beheerplan van de Idylle 35 Uitnodiging weidesafari 38 Meedoen met beheer 39 Startavond weidevogelseizoen 39 Actief met vlinders 40 Uilenballen pluizen op school 41 Nieuwe jeugdleider gevraagd 41 Rechter verbiedt afschot smienten 41 Een nieuwe ‘vogelaarwijk’ 42 Feestelijke uitreiking nestkasten 43 Lijst met nuttige planten 43 Braakballen pluizen 44 Merel lief en leed 45 Excursie naar de Beningerslikken 46 WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

3


Even noteren Z

aterdag 20 februari 2016 van 09.00 tot 13.00 uur Onderhoud aan fruitbomen in de boomgaard aan de Boveneindselaan (2924 BA) in Krimpen aan den IJssel. Is fruitbomen snoeien uitsluitend werk voor specialisten? Ook zij zijn gewoon begonnen om het te leren. Maar iedereen kan zich hier nuttig maken want takken moeten ook verzameld worden, en wellicht bent u de volgende keer de specialist. Meer info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx, XXXX XXXXXX.

Z

aterdag 20 februari 2016 vanaf 09.00 uur Wilgen snoeien door Knotgroep Krimpen bij familie Van der Laan, Zuidbroek 138 te Bergambacht. Meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx.

D

onderdag 3 maart 2016 vanaf 20.00 uur Startavond van het weidevogelseizoen. Deze avond houden we vroeg in maart om helemaal klaar te zijn om onze weidevogels te beschermen. Er verandert veel in weidevogelland en het laatste nieuws hoort u hier. We zijn te gast in De Zwaan, Kerkweg 2, in Berkenwoude. Meer info bij Klaas de Mik, XXXX XXXXXX.

Z

aterdag 5 maart 2016 vanaf 09.00 uur Knotgroep Krimpen sluit het seizoen actief af met activiteit op twee plaatsten. De snoeiers gaan naar mw. Van Dam, Schuwacht 96, Lekkerkerk. De knotters gaan naar mw. Twigt, Oudelandseweg 3 in Ouderkerk aan den IJssel. Meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx.

Z

aterdag 5 maart 2016 van 09.00 tot 13.00 uur Op de Ouderkerkse Landscheiding groeit alles ook goed en dus hebben de bomen een knotbeurt nodig. We verzamelen op de parkeerplaats van de Berkenwoudse Driehoek, op de hoek Schaapjeszijde/Wellepoort. Vandaag kunt u een partijtje hout meenemen voor de kachel. Meer info xxxxxx@xxxxxxxxx.xx, XXXX XXXXXX.

W

oensdag 6 april om 19.30 tot 22.00 uur Theorie-avond van de bijencursus. Onderwerpen die aan bod komen zijn de levenswijze en ecologie van wilde bijen, hoe kun je bijen helpen, herkenning van de belangrijkste bijenfamilies en hoe kun je op een eenvoudige en betrouwbare manier bijen en andere bestuivers in Idylle tellen. De locatie is De Zwaan, Kerkweg 2 te Berkenwoude. Meer info en opgeven bij Lisette van der Spek: xxxxxxxxx@ xxxxxxxxx.xx, XX XXXXXXXX. Let op: er zijn een beperkt aantal plekken beschikbaar voor deze cursus, vol is vol.

Z

aterdag 23 april 2016 van 05.00 tot 17.00 uur Vroeger in het jaar dan we gewend zijn wordt de Grote Vogel Dag gehouden. Dit is het jaarlijkse evenement waarbij in groepsverband binnen de grenzen van de Krimpenerwaard de meeste vogelsoorten gescoord moeten worden. Daarvoor krijgt u twaalf uur de tijd. Het is een geweldige beleving om zo’n dag mee te maken; vanaf het krieken van de dag, terwijl de eerste vogels gaan zingen, wordt er fanatiek gevogeld. In het verleden zijn er geregeld 100 soorten of meer gezien! Gaat dat dit jaar ook lukken? U kunt zich als groep van 3 à 4 personen opgeven bij Max Ossevoort, xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx. Wanneer u wel mee wilt doen, maar geen groepje hebt, kan dat ook; u wordt dan ondergebracht een groep. We verzamelen ons centraal in de Krimpenerwaard op het Parkeerterrein van Café Restaurant ‘De Loet’, langs de N210. Het startsein wordt om 5.00 uur gegeven!

Z

aterdag 23 april 2016 Weidesafari. Ontvangst met koffie en koek in de hooiberg bij Kees en Esther Verhage. Houd de site in de gaten voor exacte tijden. Zie ook de uitnodiging op pagina 38.

H

H

W

Z

D

Z

et weekend van 12 en 13 maart 2016 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXX. oensdag 16 maart 2016 om 20.00 uur Algemene Ledenvergadering in De Zwaan, Kerkweg 2, 2825 BS Berkenwoude. Op bladzijde 19 staat de uitnodiging en agenda. Na het officiële gedeelte is een lezing over het inklinken van de laagveengebieden door prof. ir. Eric Luiten, Rijksadviseur Landschap en Water, College van Rijksadviseurs. insdag 29 maart 2016 om 20.00 uur De jaarlijkse plantenquiz van onze nestor Anton van Jaarsveld. Normaal is de quiz in de winter, maar nu aan het begin van de lente. Dat schept mogelijkheden voor een ander soort vragen. De quiz is ook bedoeld voor de mensen die

4

weinig van planten weten, soms is dat zelfs een voordeel. Voor een vermakelijke avond bent u welkom in de eendenkooi de Bakkerswaal. Meer info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX.

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

et weekend van 16 en 17 april 2016 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXX. aterdag 4 juni 2016 vanaf 13.30 uur We kijken de hele dag om ons heen en zien heel veel. Wat er onder water leeft zien we bijna nooit, behalve die ene vis aan je hengel. De jeugd gaat vandaag kijken wat er allemaal onder water leeft: vissen, kreeften, slakken maar hopelijk ook wantsen en kikkervisjes. We verzamelen bij de hooiberg van de Hendrikshoeve in het Loetbos. Graag vooraf opgeven bij de coördinator van de jeugdgroep via jeugd@nvwk.nl. aterdag 4 juni 2016 vanaf 13.00 uur Een excursie waarbij het handig is om een paraplu mee te nemen, terwijl we niet in de regen gaan lopen: een lieveheersbeestjesexcursie. Deze excursie vindt plaats in het


kader van het landelijke atlasproject lieveheersbeestjes (http:// waarneming.nl/lieveheersbeestjes/index.php). Vincent Kalkman van Naturalis in Leiden zal de excursie leiden. De paraplu wordt gebruikt om lieveheersbeestjes te vangen: paraplu omgekeerd onder takken houden en vervolgens de takken afkloppen met een stevige tak. Het maximumaantal deelnemers is 15 personen. Kinderen van 8 jaar en ouder zijn welkom als zij onder begeleiding zijn. De excursie is van 13.00 tot 16.00 uur. Verzamelen bij de Hendrikshoeve. Bel voor info met Gabrielle, XX XXXXXXXX of mail naar xxxxxxxxx@ xxxxxxxxx.xx.

Z

aterdag 11 juni 2016 11.00 uur Kom allemaal naar de Idylle in het Loetbos! Op 11 juni wordt de Idylle feestelijk geopend door wethouder Dilia Blok. Er worden voor jong en oud allerlei leuke activiteiten georganiseerd. U kunt deelnemen aan excursies, rondstruinen op de streekmarkt of een kano huren. Komt u ook het nieuwe insectenhotel bekijken? Meer info bij Lisette van der Spek: xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx.

D

insdag 21 juni 2016 vanaf 19.00 uur Op initiatief van een paar leden gaan we vogelen in de

Zouweboezem. Rond de langste dag hebben de zwarte sterns in de Zouweboezem jongen en zijn er ook zeker veel purperreigers in het gebied. We verzamelen om 19.00 uur bij de Schoonhovense pont en zijn rond 19.30 uur bij de boezem waar we een rondje gaan lopen.

Z

aterdag 2 juli van 10.00 tot 15.00 uur Praktijkdag van de bijencursus met een veldbezoek aan de Idylle in het Loetbos. We gaan oefenen met herkenning en determinatie van wilde bijen en het tellen van wilde bijen in de Idylle. Meer info en opgeven bij Lisette van der Spek: xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx, XX XXXXXXXX.

O

nverwachte vogelexcursies Soms wordt een vogelexcursie niet lang van te voren gepland, maar spontaan op korte termijn georganiseerd door enthousiaste leden. We maken die excursies dan bekend via www.nvwk.nl, facebook en twitter. Wanneer u zeker wilt zijn dat u het bericht van zo’n onverwachte excursie niet wilt mist, kunt u zich aanmelden via info@ nvwk.nl onder vermelding van ‘opgeven voor onverwachte excursies’.

Op de voorpagina: de wilg Maria Spruit

Bijen spelen een zeer belangrijke rol in de productie van ons voedsel. De laatste jaren is er een grote bijensterfte en één van de redenen, naast het gebruikt van neonicotinoiden, is het afnemen van drachtplanten. Om dit jaar aandacht te besteden aan de bijen en in het kader van de Idylle hebben we als item ‘drachtplanten’ voor de Waardvogel-covers van 2016 gekozen. Een drachtplant levert voedsel in de vorm van nectar en pollen, ofwel stuifmeel, aan bijen. Anders dan waardplanten profiteren drachtplanten van hun status, doordat de bijen bij het bezoeken van de planten meehelpen aan de bevruchting. Dit is een symbiotische relatie, een relatie waar beide soorten baat bij hebben. Nectar wordt geleverd door de vrouwelijke bloeiwijze, maar kan ook gevormd worden door de bladeren van sommige planten en door bladluizen: honingdauw. Nectar is suikerhoudend en levert energie voor de volwassen bijen. Stuifmeel is een bron van eiwit en wordt geproduceerd door meeldraden, dus de mannelijke bloeiwijze. Eiwit is nodig voor de ontwikkeling van ei tot bij. Sommige soorten wilde bijen zijn afhankelijk van het stuifmeel van slechts één plantensoort of van enkele nauwverwante plantensoorten. Zonder deze planten kunnen deze gespecialiseerde bijen zich niet voortplanten. Voor nectar bezoeken de gespecialiseerde bijen wel de meest uiteenlopende soortenplanten, zelfs exotische planten en cultivars. Op de cover van dit blad staat de bloeiwijze van de wilg. In Nederland zijn ongeveer twaalf soorten wilgen, waarvan ­sommige moeilijk van elkaar te onderscheiden zijn en onderling vruchtbaar zijn. Daarnaast zijn er ook nog diverse uitheemse soorten en cultivars. De meeste ­soorten zijn struiken. De wilgenfamilie is voor bijen van levensbelang. Zij vormen in het voorjaar de belangrijkste bron van stuifmeel en nectar, omdat zij uitbundig bloeien wanneer er nog weinig andere bloemen

zijn. Door de grote verscheidenheid aan soorten is er grote variatie van bloeitijden: van februari tot mei. Voor de bijen heeft dat als voordeel dat, als de bloei van de ene soort niet kan worden benut door slecht weer, er kan worden geprofiteerd van een later bloeiende soort. Dus als men de natuurwaarde van een gebied voor bijen wil verhogen, moeten er zoveel mogelijk verschillende soorten worden aangeplant en wel zowel mannelijke als vrouwelijke exemplaren. Bij het beheer moet erop worden gelet dat wilgen niet voor de bloei worden gesnoeid en gekapt.

Bronnen: http://www.drachtplanten.nl; http://nmfgroningen.nl; https://nl.wikipedia.org; illustratie: https://www.ivn.nl

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

5


De vogelwerkgroep in 2015 Jaarverslag Max Ossevoort Nog meer vrijwilligers dan in 2014 al het geval was hebben in 2015 veel inspanningen verricht om aan de doelstelling van de vogelwerkgroep invulling te geven en daar wil ik hen allemaal hartelijk voor danken. Niet alleen werd er veel werk verzet, ook doken er veel leuke vogelsoorten op in de Krimpenerwaard, zoals de kwartel en de reuzenstern. Dit jaarverslag geeft een overzicht van de vele activiteiten van de vogelwerkgroep in 2015.

K

rimpen.waarneming.nl Door vrijwilligers werden er in 2015 precies 33.700 waarnemingen ingevoerd met een totaal van 489.042 ­vogels. Voorwaar geen sinecure, maar ook een hele klus om het bestand zuiver te houden voor onze administrators, die ik hierbij wil bedanken voor de effort die ze daar in gestopt hebben. Een greep uit het aantal meer bijzondere waarnemingen: velduil, roodpootvalk, witvleugelstern, dwergmeeuw, bladkoning, waterrietzanger, grote pieper en voor het eerst ooit in de Krimpenerwaard: de bijeneter en wel negen stuks op 21 juni.

E

xcursies De eerste vogelactiviteit van het jaar bestond traditioneel uit de Nieuwjaarsexcursie naar de Surfplas Reeuwijk, die plaatsvond op 9 januari onder leiding van uw ­voorzitter. ­Bijna net zo traditioneel is de excursie naar de Oostvaardersplassen aan het worden, die op 28 ­februari werd ­geleid door Gijsbert Mourik. Op 28 maart volgde een excursie naar het natuurontwikkelingsgebied Willeskop bij ­Oudewater o.l.v. Ton de Groot en op 13 mei naar Het Doove Gat bij Haastrecht o.l.v. Erik Kleyheeg in de vorm van een avondexcursie. Ton de Groot voerde ons in juli met een ­nachtzwaluwexcursie naar de Leusderheide en op 12 ­december naar de Beningerslikken, een gebiedje van Staatsbosbeheer bij ­H­ellevoetsluis. Het is heel fijn dat leden van onze vereniging spontaan een excursie organiseren en 2015 heeft aangetoond dat deze methode werkt. Er waren ­goede opkomsten bij de ­meeste excursies naar die interessante gebieden. Laten we ook in 2016 op deze spontane wijze excursies organiseren. Wie neemt het voortouw? Wel even aanmelden bij een ­bestuurslid, zodat de excursie kan worden aangekondigd via de ­website en in de Waardvogel.

E

uro Birdwatch De jaarlijkse Euro Birdwatch, een dag vogeltrektellen waaraan door 41 landen werd deelgenomen, viel dit jaar op 3 oktober. De NVWK deed daaraan mee op trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ met in totaal 23 tellers, wat op zich al een ­succes is. Door het prachtige weer in combinatie met een matige rugwind vlogen de vogels best wel hoog, wat het waarnemen bemoeilijkte. Een totaal van 1.303 vogesl verdeeld over 34 soorten (2014: 4.990 vogels en 60 soorten) is dan ook niet echt veel te noemen, maar de natuur laat zich nu eenmaal niet dwingen. Leuke soorten die op die dag overvlogen waren onder andere buidelmees, zwarte mees en boompieper.

6

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

B

ig Birding Day De jaarlijkse Grote Vogeldag in 2015 werd op 25 april gehouden en zal als bijzonder de geschiedenis in gaan: er deed maar één (jawel: 1!) team aan mee. Het was ook nog eens een gelegenheidsteam bestaande uit vijf personen in twee ­auto’s, t.w. Mieke Verwaal, Sytze Venema, Dirk-Jan van Roest, Joep Vermaat, en ondergetekende. Een voorzichtige conclusie zou kunnen zijn dat de economie weer aan het aantrekken was, waardoor ­leden die zich anders fanatiek in de strijd wierpen nu op vogelvakanties in binnen- en buitenland waren. Misschien moeten we bij de planning van de datum rekening houden met de meivakantie in de regio en had dat er ook mee te ­maken. Het weer zat op die dag ook niet echt mee, maar gelukkig was het tussen de regenbuien af en toe droog. Het is wel een apart gevoel om te weten dat je als team niet kunt verliezen, maar toch werd er fanatiek gevogeld in een ­poging de 100 soorten te halen. Achteraf bleek de teller bij 97, ­exclusief de nodige exoten, gestopt te zijn, maar dat mocht de pret niet drukken. Onder het genot van een drankje en de nodige bitterballen passeerden alle ‘gemiste’ vogelsoorten nog een keer de revue. Nachtegalen, nogmaals van harte gefeliciteerd! Hopend op beter weer is de Big Birding Day van 2016 gepland op 23 april. Wil jij ook een poging wagen om de Nachtegalen van hun troon te stoten? Vorm een team en meld je aan.

T

rektelpost Was 2014 al een slecht jaar ten opzichte van de tien jaar daarvoor, 2015 was een dieptepunt voor trektelpost ‘De Hoekse Sluis’. Op slechts elf dagen (waarvan twee in het voorjaar, alleen bemand door Harm Blom) werd door een beperkt aantal tellers een totaal van bijna 36 uur geteld en dat is erg weinig. Niet verbazend is dan dat er slechts 5.440 vogels geteld werden tegenover maar liefst 33.889 vogels in 2014. Gelukkig waren er wel leuke soorten bij zoals kraanvogels, buidelmees, boompiepers en een smelleken, dat zijn dan toch weer de krenten in de pap. Helaas is het ontbreken van een trektelcoördinator een van de oorzaken van het matige bezoek op de telpost. Daarom zoeken we nog steeds naar een nieuwe enthousiasteling, die deze taak op zich wil nemen. Zie je het als een leuke uitdaging om de telpost weer leven in te blazen en mensen enthousiast te maken om vaker te komen tellen? Je inzet wordt gegarandeerd beloond met bijzondere soorten!

W

eidevogelwerkgroep Voor de weidevogels was het weer een turbulent


jaar. Vanwege een zacht voorjaar konden de weidevogels vroeg beginnen met broeden. Er was gemiddeld een toename van het aantal gevonden nesten t.o.v. 2014 en dat is verheugend te noemen. Hopelijk zet die trend, die in 2014 is begonnen, de komende jaren door. Aan de andere kant werd er nog eerder dan in 2014 een aanvang gemaakt met het maaien van het gras, waardoor dit midden in de periode viel dat er jongen waren. Hoewel het percentage uitgekomen eieren heel positief was, is met name door het vroege maaien het percentage vliegvlugge jongen ver onder peil gebleven. Klaas de Mik heeft ook in 2015 weer een startavond en een afsluitavond georganiseerd voor de weidevogelaars. Er is in 2014 hard gewerkt aan de voorbereiding voor het op 1 januari 2016 gestarte nieuwe stelsel agrarisch natuurbeheer. Dit stelsel zal zes jaar gelden en op basis van behaalde resultaten zal (mogelijk) worden beslist of er daarna door Brussel nog subsidies ter beschikking zullen worden gesteld voor weidevogelbeheer. Voor dit nieuwe stelsel zijn in samenwerking met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard gebieden vastgesteld die kansrijk zijn voor weidevogels en wordt samengewerkt bij de beheermonitoring. De samenwerking is op een bijzonder prettige wijze ingevuld mede door de positieve insteek en bijdragen van beide zijden. In dit nieuwe stelsel zullen de weidevogelvrijwilligers, in de toekomst weidewachters geheten, een hele belangrijke bijdrage gaan leveren. Er is een aanvang gemaakt met het samenstellen van diverse cursussen en workshops. Weidewachters zullen hierdoor in staat zijn om door middel van het monitoren van ‘hun’ gebieden vast te stellen of en zo ja waar de weidevogelgezinnen zich bevinden. Door dit snel te rapporteren, kunnen de agrariërs hun beheer op de contractpercelen aanpassen. Een rol die Kerkuil, foto: Anita Melenboer de weidewachters meer verantwoordelijkheid en een meer gelijkwaardige positie geeft in de gesprekken met de agrariërs en de contactpersoon van het collectief, maar vooral ook meer voldoening van hun inspanning zal brengen dan voorheen het geval was. Op dit moment staat de professionalisering van onze weidevogelwachters bovenaan de agenda. We verwachten snel nieuws over cursusavonden en praktijkdagen voordat het weidevogelseizoen begint. Het wordt een hele belangrijke periode, deze komende zes jaar, waarin weidevogelaars en agrariërs gaan samenwerken om onze weidevogels te redden. Samen moet het lukken!

R

oofvogelwerkgroep De roofvogelwerkgroep is in 2015 niet actief geweest In 2015 zijn er in de Krimpenerwaard en daarbuiten diverse velduilen waargenomen, foto: Peter Stam

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

7


Z

waluwwerkgroep De zwaluwwerkgroep heeft zich, onder leiding van Nico van Dam, gericht op en een drietal onderwerpen. Op de eerste plaats: het perfectioneren van de oeverzwaluwwand langs de IJssel bij Lageweg, door het vervangen van de soort zand, waardoor het mogelijk werd voor de oeverzwaluwen om er een nestgang en nestkamer in te graven. Helaas hebben de oeverzwaluwen in 2015 geen gebruik van de wand gemaakt. Overwogen wordt om in 2016 een geluidsinstallatie te plaatsen om de oeverzwaluwen te lokken. Op de tweede plaats is er tijdens het broedseizoen o.a. door Leen den Hartog en Nico van Dam een geluidsinstallatie aangebracht aan de huiszwaluwtil bij ‘De Hoekse Sluis’. Landelijk blijkt dat een dergelijke installatie het grote verschil kan maken. Afwachten of de huiszwaluwen in 2016 van deze til gebruik gaan maken. Als laatste is er door een groep vrijwilligers, te weten Joep Vermaat, Erik Kleyheeg, Nico van Dam en ondergetekende een inventarisatie gemaakt van de nesten van boerenzwaluwen (in vervolg op het onderzoek in 2014) en huiszwaluwen, met aanvullende informatie van o.a. Marcel Schildwacht. Ook de locaties van de gierzwaluwkolonies zijn geïnventariseerd. Op het moment van schrijven van dit jaarverslag waren nog niet alle cijfers van de bevindingen uitgewerkt. Voor de boerenzwaluwen zijn op 165 locaties 592 bezette nesten aangetroffen. Doordat er ongeveer zes tot acht weken later is gemonitord dan in 2014 zijn deze bevindingen niet te vergelijken met de uitkomsten van 2014. In deze Waardvogel zullen de resultaten van de boerenzwaluwinventarisatie uitvoerig worden beschreven.

U

ilenwerkgroep Een jaar met ups en downs. In 2014 waren er veel muizen en vlogen er veel steenuiljongen uit binnen en buiten de Krimpenerwaard. Het aantal steenuilen was in 2015 echter gelijk aan dat in 2014: slechts tien broedparen. Het broedresultaat was in 2015 ronduit slecht, omdat er nauwelijks muizen waren. Bij een paartje dichtbij Het Doove Gat werden resten van een visdief en van een kleine plevier aangetroffen (zie artikel in de vorige Waardvogel). Interessant, maar het is geen goed teken dat de steenuilen deze buitenissig grote prooien kozen. Verder verlieten drie zeer ervaren leden de uilenwerkgroep in 2015: Erik Kleyheeg, Govert Vroegindeweij en Harm Blom. Erik, Govert en Harm: nogmaals dank voor jullie inzet (sinds 2006!). Er zijn gelukkig ook ups. Uit een ‘scan’ van de hele Krimpenerwaard blijkt dat er prima plekken zijn voor steenuilen, waar toch geen steenuilen zitten. De broedresultaten van onze uilen zijn vergeleken met die van het topgebied Achterhoek. Daaruit blijkt dat onze uilen nauwelijks een lager broedsucces hebben (artikel volgt in een volgende Waardvogel). Dit versterkt ons vermoeden dat de bosuil (meer dan 52 broedparen) de steenuil in de weg zit. Daarom is een aanvang gemaakt met het verplaatsen van nestkasten voor steenuilen naar gebiedjes zonder bosuil en zullen er speciale schuilkastjes worden gebouwd. In de periode dat het vrouwtje in de nestkast verblijft, blijken de op wacht zittende mannetjes nogal eens op het menu van de bosuil te staan. In Duitsland zijn die kastjes een groot succes doordat het mannetje daar zijn intrek in blijkt te nemen. Een ander positief punt is dat het erfvogelproject ervoor zorgt dat tientallen erven geschikter worden voor erfvogels, inclusief

8

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

de steenuil. Tot slot: de andere leden van de uilenwerkgroep kunnen de inzet (maar helaas nog niet de ervaring) van Erik, Govert en Harm opvangen. In het landelijke blad ‘Uilen’ verscheen een artikel van Jaap Graveland over de in 2014 met hulp van bewoners uitgevoerde ransuiltelling in de Krimpenerwaard (‘meld piepende schommels’!). Veder zijn er drie keer braakballen uitgeplozen. Pieter van Dam: dank voor het organiseren! Kees Mostert en Ger Maatkamp, twee zeer ervaren pluizers elders uit Zuid-Holland, hebben bij het uitpluizen geholpen. De groep pluizers groeit: in januari 2016 zaten we met twintig mensen in de Bakkerswaal! Het resultaat van de pluizerij publiceren we in de Waardvogel. We eindigen positief: in 2015 broedden er meer kerkuilen dan ooit in de Krimpenerwaard: zes (misschien zelfs zeven) paren. Op twee andere plekken zat één kerkuil. Door het slechte muizenjaar vlogen er weinig jongen uit, maar we verwachten dat de kerkuil toeneemt, nu hij eenmaal vaste grond onder de voeten lijkt te hebben. We zijn daarom kasten aan het bijplaatsen. De meeste leden van de uilenwerkgroep zijn druk en hebben meer leuke plannen dan tijd. Met wat kennis zijn uilen heel goed te zien en te onderzoeken. Wie heeft zin om de gelederen van de uilenwerkgroep te versterken en bij te dragen aan de bescherming van deze prachtige en boeiende vogels?

E

rfvogelproject Het in 2014 begonnen erfvogelproject heeft prima vorm gekregen in 2014. U heeft daar al verschillende keren een update van kunnen lezen in de Waardvogel. Er zijn o.a. met medewerking van SOVON en Vogelbescherming Nederland, vogelcursussen gegeven aan erfeigenaren. Jaap Graveland en Imelda Kloosterman hebben in 2014 ruim 40 erfscans uitgevoerd en aan de hand daarvan erfeigenaren geadviseerd welke, deels gesubsidieerde, maatregelen ze kunnen nemen om hun erven vogelvriendelijker te maken. In het najaar heeft een groep van ongeveer 20 vrijwilligers onder leiding van Jaap van der Laan de benodigde nestkasten (ruim 200 voor verschillende vogelsoorten) gefabriceerd, waarvan de laatste in januari 2016. Een schitterend resultaat! Het erfvogelproject is gepland om te eindigen in mei 2016, maar als gevolg van nieuwe aanmeldingen wordt overwogen om het project te verlengen met een jaar.

O

verige activiteiten Naast de werkzaamheden uitgevoerd door werkgroepen zijn ook grote zilverreigerslaapplaatstellingen (in februari en december) en de wintervogeltellingen (gedurende acht weekenden) uitgevoerd. Bovenstaand overzicht van activiteiten binnen de vogelwerkgroep is uiteraard niet geheel compleet. Ik hoop wel dat al deze activiteiten laten zien dat de NVWK een vereniging is die vol enthousiasme de avifauna van de Krimpenerwaard bestudeert en beschermt. Ik wil als laatste nogmaals alle, ook de niet met name in dit verslag genoemde, vrijwilligers hartelijk bedanken voor hun enthousiasme en voor de vele uren die ze in 2014 gestopt hebben in al die activiteiten met betrekking tot de avifauna in de Krimpenerwaard, want zonder jullie zouden wij geen invulling kunnen geven aan dit belangrijke wwdeel van de doelstelling van de NVWK. Ik hoop ook in 2016 weer op jullie steun!


Nieuwjaarsexcursie Een vogelrijk begin van het jaar Wim des Bouvries Ik nam weer deel aan de traditionele nieuwsjaarwandeling rondom de Reeuwijkse surfplas. Voor mij een jaarlijkse weerzien met gelijkgestemden. De opkomst bestond uit ongeveer 25 volwassenen en twee kinderen. Op vroege leeftijd worden zij al vertrouwd gemaakt met de natuur, in navolging van de (groot)ouders.

M

ax had weer een prijs, een zak krentenbollen, uitgeloofd voor het zien van de grote lijster. Het weer was matig, er stond een matige wind en het was erg bewolkt, maar het bleef droog. Het traject kent verschillende biotopen. In het oosten grenst de plas aan ‘modern’ weiland, een glad biljartlaken. Meestal is dat het grote ganzengebied, maar dit jaar vielen de aantallen en soorten behoorlijk ­tegen. Dit beeld is voor velen dit jaar erg herkenbaar. De soorten, als Nijl-, grauwe-, brand- en kolgans werden daar gezien. In de plasjes kwamen wintertaling, grote groepen meerkoeten, smienten, wilde eenden, waterhoentjes, futen, reigers en knobbelzwanen voor. Kokmeeuwen, kieviten, spreeuwen, fazanten en hazen werden gezien. Ook buizerd en ­torenvalk kwamen voor, dit waren de enige ­gespotte roofvogelsoorten die dag. Het volgende stuk is een dijkweggetje tussen de plas en de boerderijen. Hier werden de pimpel-, staart- en koolmezen, puttertjes, roodborst, grote zilverreigers, holenduif, stormmeeuw, Cetti’s zanger, een kruising tussen tafel– en witoogeend en zanglijster gespot. Op de plas waren grote aantallen smienten verspreid over het water en daartussendoor zwommen dodaars, brilduiker, kuif-, berg-, slob- en tafeleend en aalscholver. Het laatste stuk gaat langs de plas en villa’s. Hier zagen we rietgors, winterkoning, goudhaan, vink en groenling. Bij het parkeerterrein werden halsbandparkiet, houtduif, ekster, kraai, boomkruiper, gaai en ­merel gezien. Deze keer was een ‘normale’ vogeldag omdat we geen spectaculaire soorten zagen, maar die moeten er ook Boven: turen over het water, foto: Wim des Bouvries zijn. Een roodhalsgans of andere exoten hebben we niet Midden: baltsende krakeenden, foto: Max Ossevoort waargenomen. Onder: duizenden watervogels op de surfplas, foto: Wim des Bouvries

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

9


Boerenzwaluwonderzoek De resultaten in 2015 Max Ossevoort In 2015 zijn door een aantal enthousiaste vrijwilligers, waaronder Nico van Dam, Joep Vermaat en Erik Kleyheeg, de bezette nesten van boerenzwaluwen in de Krimpenerwaard geïnventariseerd, voorwaar een hele klus. Lisette van der Spek heeft het kaartoverzicht van 2015 gemaakt. Ik wil hen dan ook hartelijke danken voor hun inspanningen en de tijd die ze er in gestopt hebben. Deze bijdrage beschrijft het onderzoek en de resultaten.

H

et onderzoek Het onderzoek heeft zich gericht op bezette nesten van de boerenzwaluw in de gehele Krimpenerwaard, zowel in gebouwen als onder bruggetjes. Het doel was om daarmee vergelijkingsmateriaal te hebben met het jaar 2014. Een groot deel van de boerenzwaluwen hebben een tweede legsel en in sommige gevallen zelfs een derde legsel. Omdat door diverse oorzaken, de inventarisatie in 2015 hoofdzakelijk in de periode van de tweede helft juni tot en met juli heeft plaatsgevonden (grotendeels tweede legsel), is de uitkomst hiervan niet één op één te vergelijken met de inventarisatie in 2014 die in de periode mei tot en met juni (eerste legselperiode) heeft plaats gevonden.

D

e methode Ieder vrijwilliger heeft een eigen deel toegewezen gekregen waarbij op adres het aantal nesten is geïnventariseerd. Ook is gekeken naar nesten die onder bruggetjes zaten. Die gegevens zijn gecentraliseerd waarna de coördinaten zijn toegevoegd. Vervolgens heeft Lisette van der Spek van het totaaloverzicht met behulp van ArcGIS er een overzichtskaartje van gemaakt.

H

et resultaat In 2014 werden 763 bezette nesten aangetroffen op 185 verschillende locaties. In 2015 waren dat 691 boerenzwaluwnesten op 203 locaties. Op de meeste locaties varieerde het aantal van 1 tot 10 met een aantal uitschieters naar boven. Daarbij werden op 5 locaties meer dan 20 nesten aangetroffen. Zeker vermeldenswaardig is dat twee locaties allebei zelfs 26 boerenzwaluwnesten bleken te herbergen, namelijk bij de families Borreman en Van de Bas in Ouderkerk aan den IJssel. Dat zijn mooie resultaten! Zoals al eerder gezegd zijn de onderzoeken in 2014 en 2015 vanuit wetenschappelijk oogpunt niet met elkaar te vergelijken, maar misschien is het wel interessant om dat toch even te doen. Kijkend naar de uitkomsten kunnen we vaststellen dat in 2015 op110% van de locaties ten opzichte van een jaar eerder 91% bezette nesten in vergelijking met 2014 zijn aangetroffen en dat lijkt geen slecht resultaat. Wel zijn op een aantal locaties van 2014 in 2015 geen boerenzwaluwen meer aangetroffen. De juiste oorzaak daarvan is helaas onbekend. Daartegenover zijn er ook een paar nieuwe locaties gevonden en dat geeft weer wat hoop. Wel wordt steeds duidelijker dat wanneer er geen vee (koeien, paarden of schapen) meer in de directe omgeving aanwezig zijn de boerenzwaluwen op die locatie verdwijnen.

H

oe verder Door gebrek aan capaciteit zal in 2016 geen Krimpenerwaard

10

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

breed onderzoek kunnen worden uitgevoerd. Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) is in het najaar van 2015 begonnen met het vervangen van dammen en oude bruggetjes door betonnen bruggetjes. Daaraan voorafgaand is door het ZHL aan de NVWK een advies gevraagd t.a.v. het te gebruiken type bruggetje, omdat dit geschikt is of geschikt te maken zou moeten zijn voor het nestelen van de boerenzwaluw en de witte kwikstaart. Door Eric Kleyheeg is daartoe uitgebreid advies gegeven. Gezien het voorgaande zijn we van plan om in 2016 een inventarisatie in de hele Krimpenerwaard van boerenzwaluw te gaan houden die onder bruggetjes nestelen. Mocht zo’n eenmalige inventarisatie u leuk lijken en u wilt daaraan meewerken, dan kunt u zich daarvoor opgeven bij Nico van Dam, onze zwaluwcoördinator. Op basis van voldoende vrijwilligers kunnen we dan besluiten om het onderzoek uit te voeren.

Z

oals al in een eerder artikel met betrekking tot nestgelegenheid van boerenzwaluwen is aangegeven, is het aantal donkere schuurtjes en stallen aan het verdwijnen omdat ze vaak worden vervangen door megastallen. Deze megastallen lijken door de boerenzwaluw niet erg aantrekkelijk gevonden te worden om te gaan nestelen. In Noord-Brabant is een aantal jaren geleden begonnen met het plaatsen van een speciaal ontwikkeld nestkastje voor de boerenzwaluw in megastallen. Op veel plaatsen blijkt het succesvol te zijn, mits wordt voldaan aan een aantal voorwaarden. Onder andere blijkt het veel uit te maken op welke plaats in de van laag naar hoog lopende h-balken de nestkastjes geplaatst worden. Ook blijkt de aanwezigheid van uilen in de directe omgeving van de betreffende megastal nadelig te zijn voor het gebruik van deze nestkastjes door de boerenzwaluw. Wij willen deze kastjes in de Krimpenerwaard als proef gaan gebruiken. De juiste locaties moeten nog wel worden vastgesteld. Inmiddels zijn er al wel een vijftiental van deze kastjes geproduceerd en we hopen deze vóór de terugkeer van de boerenzwaluw uit zijn winterverblijf te kunnen plaatsen. Dit plaatsen gebeurt met een telescoopstok met daaraan een speciale beugel. Hiermee wordt het mogelijk om vanaf de grond deze kastjes te plaatsen in plaats van te moeten balanceren op een hoge ladder. Mocht het u leuk lijken om te helpen bij het ophangen van deze kastjes, dan kunt u zich eveneens aanmelden bij Nico van Dam.

V

erder willen we op korte termijn ook twaalf kleibakken plaatsen. De ondiepe kleibakken hebben een afmeting van ongeveer twee bij één meter met een bodem van dik vijverfolie. Ze worden gevuld met natte klei en mest/stro. Klei hecht veel beter dan veen. In 2013 en 2014 hebben we geconstateerd dat


ongeveer 40% van de boerenzwaluwnesten die met behulp van veen gebouwd worden en die zonder extra houvast (spijkers, latjes of electriciteitleiding) aan de houten balken zijn bevestigd, tijdens de eier- en/of jongen fase loslaten en op de grond vallen, waardoor het nest verloren gaat. Om die reden hebben

we als oplossing ook al in de winter van 2013/2014 latjes en kunstkommen opgehangen Door het aanbieden van beter bouwmateriaal in de vorm van klei moet het percentage (veen-) nesten dat verloren gaat verder omlaag gebracht worden.

Overzicht 2014 (satellietfoto)

BOERENZWALUWONDERZOEK 2015 BOERENZWALUWONDERZOEK 2015

Overzicht 2015 (GIS-kaart)

¯¯ 00

1.250 1.250

2.500 2.500

5.000 5.000 Meters Meters

Boerenzwaluw bruggen Boerenzwaluw op erven Boerenzwaluw onderonder bruggen Boerenzwaluw op erven 1-2

1 -52 - 8

5-8

1

1

3-4

3 -94- 16

9 - 16

2

2

17 - 26

17 - 26

3-4

3-4

© 2016 Lisette van der Spek

© 2016 Lisette van der Spek

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 11


6

4

5

7

1

8 12

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016


Rondje Noord-Engeland op de fiets Wil en Abe Maaijen; foto’s Abe Maaijen 21 mei 2015, het is 9 uur, de fietsen staan gepakt. We stappen op en we vertrekken vanaf ’t Beijersche naar Hoek van Holland waar we vanavond om een uur of 7 aan boord gaan van de veerboot van P&O die ons overzet naar Hull. Wat we zoal bij ons hebben? Uiteraard de fietsen met in de tassen onze kleding en kampeeruitrusting. Een lekker ruime koepeltent en in een zwarte waterdichte zak onze slaapzakken. Eén tas is gevuld met gereedschap, onderdelen, reservebanden en een benzinebrander. Ja, wij koken op benzine. Dat is lichter en veel heter dan gas. Eén tas is gevuld met mijn foto apparatuur. Voor de navigatie gaat er behalve een wegenkaart een GPS mee. Onze fietsen zijn aangepaste mountainbikes. Die hebben ons de laatste jaren al op heel veel plaatsen gebracht, van IJsland tot Indonesië. Vrijdagochtend komen we uitgeslapen aan in de haven van Hull. Na de laatste inkopen gaat de tocht richting York, een mooie oude Engelse stad. De eerste 40 km zijn nagenoeg vlak en slingeren tussen velden met koolzaad en graan door. Bij Pocklington sluiten we aan op de lange-afstand fietsroute de ‘Way of the Roses’. Kort na York verandert het landschap, het wordt wat heuvelachtiger en er komen meer bosgebieden. Grofweg volgen we eerst de river Ouse die overgaat in de river Ure. Al snel komen we door een stuk bos met een volledige grondbedekking van daslook. Je kunt het van verre al ruiken. Twee mensen gelukkig: Wil begint direct een maaltje te plukken en ik word getrakteerd op een mooi fotomoment (1). Dit is het grote voordeel van fietsen. Onderweg ruik je, hoor je, zie je en voel je zoveel dingen en de meeste hiervan mis je als je reist per auto. Ja, in de auto zit je wel droog en warm, maar ach, in onze ogen is er geen slecht weer, alleen slechte kleding. In Rippon vinden we een prima kampeerplaats naast de laatste sluis voor het stadje. Het is n.l. de noordelijkste plaats in Engeland die via de kanalen per boot is te bereiken. In het verleden werden handelswaar en brandstof per zogenaamde ‘narrow boat’ door het land vervoerd. Deze kanalen zijn daarna in verval geraakt. De laatste tijd worden ze inclusief de sluizen weer opgeknapt en druk bevaren door de pleziervaart. Die op haar beurt de oude narrow boat weer heeft ontdekt. Je kunt ze nu gewoon huren en er een heerlijke vakantie mee door Engeland varen. Ik spot een tweetal waterspreeuwen bij de sluisdeuren.

2

Voorbij Rippon komen we bij de Saint Mary’s church, een neogotische kerk die tot het Unesco erfgoed behoort.

Dit gebouw staat in een parkachtig terrein met oude watertuinen (Studley Royal Park) waarin zich verderop ons hoofddoel van de dag bevindt, de ruïnes van Foutains Abbey (2). Dit was een Cisterciënzer klooster, dat in 1132 werd gesticht. Een heel groot complex dat schitterend ligt, diep in het dal van het riviertje de Skell. Absoluut een bezoek waard.

3

Het gebied rond ons kampeerplekje van die nacht is prachtig: een met blue bells bedekte bosbodem en schitterende luchten bij zonsondergang. Wel blijft het erg koud, we kruipen dus maar lekker in onze slaapzak. Hierna gaat het echt gebeuren: we hebben de Yorkshire Dales voor ons en het begint gelijk goed. Nog maar net vertrokken en we moeten gelijk 16% omhoog klimmen. Dat is voor ons te gek en we lopen omhoog. Dan doen we er maar een kwartiertje langer over. Het zal in de Dales wel meer zo gaan, maar gelukkig zijn de hoogte verschillen niet erg groot. Eenmaal boven krijgen we de mooie uitzichten die we van de Dales hebben verwacht. Kilometers stenen muurtjes die als erfscheiding dienen. Schitterend, maar koud met een harde westen wind. Wij moeten dus stevig aan de bak. Onderweg komen we een afgelegen boerderij tegen die er een koffiehuisje naast runt. Lekker een poosje binnen opwarmen met WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 13


een kop koffie. We kunnen er weer tegen. Nog twee uur tot het hoogste punt en daarna een lange afdaling naar ons doel voor vandaag, Settle (3). Moe maar voldaan kruipen we hier in ons tentje. Morgen een lekker luie dag. We gaan met de trein! Van uit Settle pakken we het boemeltje naar Carlisle. Een afstand van ruim 100 km. Die door de locals hier als erg lastig te fietsen werd bestempeld. Voor ons daarom een rail-away trip met prachtige vergezichten, én we hebben op deze manier twee dagen extra de tijd aan de oostkust. We fietsen nu de Hadrian Wall-route, die evenwijdig loopt aan de muur van keizer Hadrianus. Deze Romeinse keizer heeft de muur tussen 117 en 138 n.Chr. laten bouwen om het Romeinse rijk te beschermen tegen de ‘wilden’ (de Schotten) uit het noorden. Deze muur die deels uit turf en hout bestond, maar waarvan ook grote delen uit steen gebouwd zijn, kun je nog overal terug vinden in het landschap. Wij hebben hier moeite, niet met het vinden van de muur, maar het vinden van een kampeerplek. Uiteindelijk mogen we bij iemand op het grasveld staan naast zijn huis. Het nabij gelegen bos is ons toilet en de buitenkraan kunnen we gebruiken als wasgelegenheid. Maar de schitterende plek maakt alles ruimschoots goed. We rijden de volgende dag naar het oosten met de wind in de rug. Rond de middag komen we in Haltwisle, een plaatsje zo uit Midsummer Murders. Hier houden we de middagpauze in het dorpsparkje. Kort na Haltwisle begint het te regenen. Een prima excuus om het museum van Vindolanda, een gigantische opgraving, te bezoeken. Hier is een volledige vesting met een Romeinse dorp blootgelegd. Het is trouwens heel interessant om het verhaal achter deze plek te horen. Er zijn resten van verschillende bedrijfjes gevonden, zoals een bakker, een smid, een timmerwerkplaats en nog veel meer. We naderen Newcastle, een oude stad aan de river Tyne. Als we langs de oever de stad binnen komen fietsen zien we een panorama met zeven bruggen op rij. Het is de stad waar het wereldkampioenschap rugby wordt gehouden. Over de Coast en Castle-route vervolgen we onze weg langs de kust naar het noorden. Deze route is onderdeel van de Noordzee-route, een rit van 6000 km helemaal rondom de Noordzee. Bij Warkworth bezoeken we Warkworth Hall, een middeleeuws kasteel met een prachtig uitzicht. Wat een prachtige route is de C&C, zoals die wordt afgekort. We rijden over hele stukken autovrij schelpenpad en vlak langs de kust, heerlijk. Nog steeds hebben een flinke rugwind. Nu maar hopen dat die over een dag of drie, vier is gaan liggen! Morgen vroeg gaan we met de boot naar de Farne Islands. Om half negen staan we klaar, maar de tocht wordt geannuleerd. Er staat een windkracht 6 à 7 en een deining van 2,5 m. Daarmee is het niet mogelijk om aan land te gaan op de Farne Islands. We kunnen het om 12 uur weer komen proberen, en dan kunnen we wel inschepen. Het waait nog wel stevig! Onderweg naar de door veel vogels en grijze zeehonden (4) bewoonde eilandjes spot ik mijn eerste Jan-van-Gent (5). Op deze eilandjes broeden nu ongeveer 10.000 paar papegaaiduikers en 11.000 paar arctische sterns. Ook zitten er alken, zeekoeten, eiders, stormvogels, aalscholvers, diverse steltlopers en meeuwen. We kunnen op Inner Farn aan land komen; op de andere eilandjes niet - nog teveel deining. Het is hier genieten, wat een vogelparadijs. Elk konijnenhol is bezet door een paartje papegaaiduikers (6) en de 14

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

sterns zitten soms met hun nest midden op het smalle voetpad. De eerste pullen lopen al rond en het is zaak dat je een hoed of iets anders op je hoofd hebt want de sterns zetten massaal de aanval in. Niet alleen met hun snavel maar ook met een poep bombardement. Eén mikt precies in mijn camera lens. Maar dat heb ik er graag voor over. Rond onze camping is het ook een vogelparadijs. Ik heb het geluk tweemaal een Engelse kwikstaart te spotten, maar heb helaas geen foto. Verder zaten er vele kleine zangers waaronder een grasmus die wel op de plaat wilde. Ons volgende doel is de courseway naar Holy Island. Bij hoog water staat deze 1,5 meter onder water. Om 8 uur ’s morgens staan we aan de vloedlijn bij de weg die net droog gevallen is. Volgens de getijdentabel hebben we de tijd tot half twee. Heerlijk zo vroeg, nog geen toerist te zien op Holy Island. Ondanks de harde wind is het wel zonnig. We lopen langs het haventje en bezoeken het hooggelegen Lindisfarne Castle, dat nu als museum dienst doet. Achter het kasteeltje staan de oude kalkovens. Verder is het één grote bloemenzee hier op het eiland (7). We worden door de bewoners gewaarschuwd vroeger terug te gaan. De harde wind zal het water vroeg opstuwen. Als we hier niet willen overnachten, moeten we voor 12 uur terug. Inderdaad, we staan tegen 12 uur bij de weg over het wad. Het water staat al gelijk met het asfalt. We stampen maar gelijk door met windkracht 7 tegen, het zand suist langs ons heen. De volgende dag nemen we de trein in zuidelijke richting naar Newcastle, want we hebben er geen trek in om 220 km tegen harde wind in te trappen. Vanaf het station in Newcastle rijden we direct naar South Shields. Daar fietsen we een stukje langs de kust en genieten nu van het mooie weer. Op de kalkkliffen zien we honderden meeuwen op hun nest. De volgende ochtend ben ik om 4.00 uur uit de veren, ik wil de zonsopgang graag zien en fotograferen. Dus dat is aan deze kant van Engeland in het oosten. Mijn moeite wordt beloond. Ik mag getuige zijn van een schitterende zonsopkomst uit de zee (8). Het zit er op en we pakken de tent voor de laatste keer in deze reis. Hij is lekker droog. Die middag gaan we op de boot naar IJmuiden en slapen we in een hut. De volgende dag rijden we een één ruk van IJmuiden naar huis. Dat is best een flink eind maar het is prachtig weer met de wind in de rug. Met 960 km op de teller en 1300 foto’s op de SD-kaart komen we tegen de avond in ’t Beijersche aan. We hebben genoten. Verrassend dat er zoveel moois zo dichtbij huis te zien is. Meer foto’s op fotomap.abefoto.nl


Broedgeval van sneeuwgans in polder Den Hoek in 2015 Minne Feenstra Gedurende het voorjaar van 2015 verbleef ik voor langere tijd in de Krimpenerwaard, vanwege mijn werk als weidevogelkarteerder. Na het werk bezocht ik regelmatig het ‘helofytenfilter’ in polder Den Hoek, een gebied van het Zuid-Hollands Landschap tussen Lekkerkerk en Bergambacht. Vanaf de kleine observatieheuvel langs de N210 is het gebied goed te overzien. Het noordelijk deel bestaat uit een serie ondiepe wateren (afgegraven weilanden) met daartussen smalle landstroken. In het zuidelijk deel is het oude slotenpatroon gehandhaafd en zijn de weilanden ondieper vergraven, waardoor hier minder open water is. Het gebied bestaat uit vochtige graslanden, moeras- en pioniersvegetaties en ondiep water met slikranden. Afgezien van een enkele wilg is het een open gebied. Hier en daar springen grote pollen pitrus in het oog, die langs de waterkant dichte vegetaties vormen. Riet is schaars.

H

et gebied heeft een grote aantrekkingskracht op vogels. Er bevindt zich een kolonie kokmeeuwen en visdieven. Daarnaast barst het van de eenden, ganzen, weidevogels en pleisterende steltlopers. Van de ganzen broeden hier grauwe gans, brandgans, brote Canadese gans, Nijlgans en soepgans. Van de laatste bevindt zich hier een groep van enkele tientallen vogels. Mogelijk broedt ook de kolgans in het gebied. Zeer bijzonder is dat in polder Den Hoek ook sneeuwganzen hebben gebroed, in 2009 en 2013. De sneeuwgans is een ganzensoort van arctisch Noord-Amerika. Er worden twee kleurvariëteiten onderscheiden: de witte en de blauwe sneeuwgans. In polder Den Hoek betreft het vogels van de witte fase. Als broedvogel is de sneeuwgans in Nederland uiterst zeldzaam. Het aantal tot nu toe bekende zekere broedgevallen is vijf. Het gaat daarbij (hoogstwaarschijnlijk) om verwilderde vogels, waarvan er jaarlijks tientallen door ons land zwerven. In Neuss, Baden Würtemberg (Duitsland), bevindt zich al jaren een broedkolonie van verwilderde sneeuwganzen. Een paar jaar geleden ging dit om ca. 100 vogels. Vogels uit deze kolonie worden ook wel in Nederland gezien. Een deel van deze groep overwintert in het noorden van Friesland. Als liefhebber van broedvogels en broedgedrag lijkt het me een mooie uitdaging om te kijken of de sneeuwganzen ook in 2015 weer aanwezig zijn en of er misschien weer gebroed wordt. Ik breng dus de nodige vrije uurtjes door aan de randen van het ‘helofytenfilter’ en houd de boel met kijker en telescoop goed in de gaten.

D

e eerste waarneming van het jaar van sneeuwganzen in polder Den Hoek is op 30 maart 2015, door Ton de Groot en Jannie Monhemius (www.waarneming.nl). Op 10, 14 en 16 april krijg ik mijn eerste drie sneeuwganzen in het gebied voor de lens. Van territoriaal gedrag is dan geen sprake. Op 23 april doet zich een nieuwe situatie voor. Van de drie waargenomen sneeuwganzen loopt er één apart. Het is een mannetje, dat veel interesse toont in een vrouwtje grauwe gans. Hij wijkt niet van haar zijde en vertoont agressief gedrag naar andere ganzen in de buurt. Op 1 mei staat er midden in het gebied op één van de landstroken, een zeer alerte, wakende man sneeuwgans. Vermoedelijk hetzelfde mannetje. Hij staat rechtop, de kop schuin omhoog en houdt elke beweging scherp in de gaten. Dit betekent dat er een nest moet zijn. Honderden meters verderop loopt een

tweetal sneeuwganzen bij elkaar te foerageren. Deze twee zijn zeker niet aan dit mannetje gekoppeld. Zou hij een nest hebben met het vrouwtje grauwe gans? Na een uur intensief zoeken met de telescoop ontdek ik vanaf de Okkerse Kade een vierde sneeuwgans, diep verscholen in een pol pitrus, vlakbij de wakende man. Door de grote afstand en de sterk trillende lucht twijfel ik lange tijd of het geen soepgans is, maar uiteindelijk is even duidelijk te zien dat de snavel niet oranje is maar roze. Alleen haar kop is zichtbaar; ze komt af en toe even omhoog en kijkt alert om zich heen. Een nest! Op 3 mei is de situatie identiek. De man staat te waken op dezelfde plek. Elke keer als er andere ganzen te dicht in de buurt komen, komt hij in actie. Hij vliegt er als een razende op af, gaat er vol bovenop en achtervolgt de in paniek wegvliegende (grauwe en soep-)ganzen.

M

et toestemming van het Zuid-Hollands Landschap controleer ik op 4, 21 en 28 mei het nest. De bezoeken vinden plaats via de rand van het gebied en duren kort, zodat de verstoring beperkt blijft. Bij het naderen van het nest op 4 mei staat het vrouwtje op en vliegt eraf. Het mannetje loopt zenuwachtig heen en weer met gestrekte nek. Het paar vliegt zwijgzaam een rondje over me heen. Het nest zit in een pol pitrus, in enkeldiep water. Het is een omvangrijk, hoog bouwsel van pitrusstengels die direct rond het nest zijn afgebeten. Hierdoor is een grote, kale plek ontstaan in het pitrusmoeras. Het nest ligt direct aan het water: een brede sloot en deels afgegraven weiland. Het is gevoerd met spierwit dons. Overal rond het nest Zekere broedgevallen van sneeuwganzen in Nederland tot nu: -1999: Nuldernauw (Gld), paar met jongen. -2009: Hemertse Waard (Gld) twee paren met 1 resp. 2 jongen. -2009: Polder Den Hoek, ‘helofytenfilter’, nest met 6 eieren op 3 juni, later 2 vliegvlugge jongen. -2013: Polder Den Hoek, ‘helofytenfilter’, paar met 3 pullen op 31 mei en 15 juni. 1 adulte met 3 onvolwassen sneeuwganzen aanwezig op 4 juli. -2015: Polder Den Hoek, ‘helofytenfilter’, nest met 3 eieren. Broedsucces onbekend. Daarnaast is er in Nederland nog een zesde, tot nu toe ongedocumenteerd broedgeval bekend uit het Wormer- en Jisperveld (NH) (mond. mededeling R. Brouwer). WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 15


2

3

1

4 16

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

1. Het nest op de voorgrond met wakende mannetje op achtergrond. 2. Vliegende sneeuwganzen met hun zwarte vleugeluiteinden. Foto’s: Minne Feenstra 3 Sneeuwgans met grauwe gans, foto: Jeroen van der Giessen 4 Sneeuwgans tussen het pitrusgras; foto: Minne Feenstra


liggen donsjes op de vegetatie. Het nest bevat drie glanzend witte eieren. Bij de ‘waterproef’ zinkt het ei, maar met de stompe kant schuin omhoog. Dit betekent dat de eieren al licht bebroed Toch zijneen er straal vogelsoorten dietientallen keihardemeters zadenliggen kunnen zijn. Binnen van enkele verder kraken, bijvoorbeeld de grote bonte specht engans. de Er nog nesten van een (witte) soepgans en van een grauwe appelvink. Kraaien en eksters gooien walnoten van grote lopen ook nog drie andere sneeuwganzen in de buurt. In totaal hoogte op de stenen of laten de zaden kraken door auto’s zijn er op dat moment dus maar liefst vijf sneeuwganzen in het die er overheen rijden. Planten op hun beurt hebben daar gebied. gaatdiverse het vrouwtje direct opzaden het nest. weer Na watde opcontrole gevonden: soortenweer hebben hun

B

giftig gemaakt. Giftig maken is niet altijd genoeg, nog ij de is tweede op vieze 21 mei komt het vrouwtje weer beter om zenestcontrole daarnaast een smaak te geven. Dan van het nest.het Hetnog paar vliegt af nudie gakkend me heen. leren vogels sneller zadenover te eten. WantEen vogels zwaar kunnengeluid, dan dat weleen slecht en proeven, ze opvallend beetjeruiken doet denken aan het geluid nemen wel degelijk smaak waar. Een van grauwe gans. Er liggen nog slechts tweemens eierenheeft in hetca. nest. 10.000 een vogel 50-200. Net Deze zijn smaakpapillen, warm. Bij de ‘waterproef’ drijven ze alsgenoeg een tolom in het zoeteDit vruchten tedat selecteren het bitter smakende zaad water. betekent ze ofwelen zwaar bebroed zijn, of mogelijk ongemoeid te laten. verrot. Het is onduidelijk waar het derde ei is gebleven. Het kan Vogels en bessen, het heeft iets van een wapenwedloop. uit het nest in het water gerold zijn, of onder het nestmateriaal zijn weggezakt, maar daar is het niet te vinden. Ook kan er Erfvogels predatie bijvoorbeeld door kraaien. Vogelshebben en bessenplaatsgevonden, vormen een boeiende combinatie. We Mogelijk zou het ei ook al uitgekomen kunnen zijn, terwijl hebben in het erfvogelproject veel erven bezocht en de overige twee eieren dan op het uitkomen staan. Er van erfeigenaren tips gegeven ompunt hun van erf geschikter te maken uitgaand dat het mannetje is als vogel die op voor erfvogels. Het vieldezelfde ons op dat dede beplanting van23deapril meeste toonde tuinen en erven is gericht hethet zomerhalfjaar. interesse in een grauwe gans,op zou mannetje in dat Nietbinnen zo verwonderlijk, dan zijn vaak buiten eneen geval een week daarna, metde de mensen teruggekeerde partner met tenminste drie eieren moeten hebben geproduceerd. nest De broedtijd van sneeuwganzen duurt namelijk 22-25 dagen, het broeden zou dan uiterlijk op 30 april begonnen moeten dus zijn. Dit lijkt me snel, maar niet onmogelijk. Dat de eieren op 4 mei al licht bebroed leken, wijst wel in die richting. Pullen lijken overigens niet aanwezig. Al met al is niet geheel duidelijk in welk stadium het nest zich nu precies bevindt. Vijf meter van het sneeuwganzennest ligt een nieuw nest met 8 eieren van een (bruine) soepgans. Deze wordt nu door het mannetje sneeuwgans kennelijk wel getolereerd. Mogelijk speelt hierbij een rol dat concurrenten vooral verjaagd worden in het begin van het broedproces, wanneer de nestplaats wordt gekozen en de paringen tijdens de eileg plaatsvinden. Behalve het broedpaar lopen er (op 21 mei) ook weer twee andere Sneeuwganzen in het gebied. Sneeuwganzen komen overigens vanaf hun derde tot vierde levensjaar voor het eerst tot broeden. Het legsel bevat doorgaans 3-5 eieren (soms 2-10).

B

ij de laatste nestcontrole, op 28 mei, is het nest leeg. De pullen kunnen uitgekomen zijn. Vreemd is echter dat er geen eierdoppen op het nest liggen, wat wel gebruikelijk is bij bloeien deganzennesten. meeste planten. Voorechter de vogels de uitgekomen Dit zou kunnenis worden beplanting in de winterperiode minstens zo belangrijk. verklaard doordat de pitrusstengels waaruit het nest is Besdragende soorten spelen dan een grote rol. Op de site opgebouwd gemakkelijk eischilfers doorlaten. Maar ook dieper van de NVWK hebben we in het kader van het in het nest zijn geen eischilfers te vinden. Wel (heel diep) erfvogelproject een lijst plantensoorten opgenomen die dewaarde restanten van een ei, datinduidelijk is uitgekomen. hebben voorrotvogels de tuin niet of op het erf. Mogelijk is dit het derde, ontbrekende ei. Van de sneeuwganzen Daarbij staan besdragende soorten. De lijst bevat zelf ontbreektover ieder de de vaste ganzenpopulatie informatie despoor. waardeVan voor vogels en daarnaast van het ‘helofytenfilter’ is inmiddels een flink deel verhuisd tips voor de wijze van beplanting, bloeitijd, etc. naar en de informatieagrarische over de graslandpercelen, sierwaarde, overwaar andere nuttige omliggende op grote schaal eigenschappen of over mogelijke nadelen te van aanplant. gemaaid is. Kennelijk is daar nu veel voedsel vinden door de Ook devan sitehet van Vogelbescherming bevat veel informatie hergroei gras). over geschikte planten voor vogels, waaronder een bessenkalender. p 10 juni doe ik nog een laatste poging om te achterhalen Mocht u naar aanleiding van dit artikel zelf aan de slag of het paartje sneeuwganzen nu succesvol is geweest willen in uw tuin of op uw erf, dan kunt u op deze sites ofveel niet.informatie Met de telescoop zoek ikofinmailen de wijde vinden. Bellen kanomgeving natuurlijknaar deook: sneeuwganzen en hun eventuele jongen. Ze echter erfvogels@nvwk.nl of tel. 06 53579285 (nazijn 20.00 spoorloos. Dit zegt overigens niet alles, want door de groei uur). van de vegetatie zijn bepaalde delen van het gebied met zijn https://www.nvwk.nl/actueel/projecten/project-erfvogels vele sloten en laagten nogal onoverzichtelijk geworden. Latere http://www.vogelbescherming.nl/tuinvogel/tuininrichting /bessenkalender navraag bij het Zuid-Hollands Landschap leert dat in het gebied van het ‘helofytenfilter’ in 2015 ganzennesten bestreden zijn, door het schudden van eieren. Dit lot kan ook de sneeuwganzen getroffen hebben. De inmiddels verrotte eieren zouden dan na de laatste nestcontrole verlaten kunnen zijn en alsnog gepredeerd door bijvoorbeeld kraaien of meeuwen. Al met al Te koop blijft het broedsucces dus helaas onduidelijk. Voor reacties: xxxxxxxxx@xxxxxxxxx.xx. Stukje recreatiegrond/tuingrond

O

met flinke schuur op kleinschalig Literatuur: terrein aan de Benedenkerkseweg in Stolwijk. BijlsmaR.G.,HustingsF.&Camphuysen C.J.(2001). Algemeneenschaarse Bestemming: vogels van Nederland (Avifauna van Nederland 2).dagrecreatie. Boele A., van Bruggen J., Hustings F., Koffijberg K.,van Vergeer J.W.dorp. & van Op loopafstand het der Meij T. (2015). Broedvogels in Nederland in 2013. SOVON-rapport Gelegen aan brede sloot. Prima 2015/04. onderhouden, te midden van de Boele A., van Bruggen J., van Dijk A.J., Hustings, F., Vergeer, J.W. & Plate C.L. polder, veel vogels. (2011). Broedvogels in Nederland in 2009. SOVON-monitoringrapport Oppervlakte 335 m². 2011/01. Geen water en elektra aanwezig. https://en.wikipedia.org/wiki/Snow_goose Prijs €12500,Tel. 06-30580440

Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!

I: E: T:

www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88

Waardvogel – december 2015 13 WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 17



Uitnodiging voor de Algemene Ledenvergadering 2016 Aan alle leden, Hierbij nodigt het bestuur van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard u uit voor de jaarlijkse Algemene Ledenvergadering op woensdag 16 maart 2016. Deze avond zal het bestuur haar beleid verantwoorden en in gesprek gaan met haar leden. U bent allen van harte welkom in ‘De Zwaan’, Kerkweg 2, 2825 BS Berkenwoude. Aanvang van de vergadering is 20.00 uur. De zaal is open vanaf 19.30 uur. AGENDA 1. 20.00 uur. Opening door de voorzitter 2. Vaststellen van de notulen van de ALV 2015 zoals deze zijn gepubliceerd in de Waardvogel van juni 2015 3. Jaarverslag van de secretaris 4. Verslag van de kascontrolecommissie 5. Jaarverslag van de penningmeester 6. Jaarverslag van de coördinator vogels 7. Jaarverslag van de coördinator planten 8. Bestuursverkiezing

(Max Ossevoort) (Max Ossevoort) (Dirk-Jan van Roest) (Marc Timmermans en Jan Visser) (Gerard van Slijpe) (Max Ossevoort) (Patrick Heuvelman)

Volgens schema is aftredend en herkiesbaar: Volgens schema is aftredend en herkiesbaar:

Secretaris: Dirk-Jan van Roest Voorzitter: Max Ossevoort

Voorgedragen door het bestuur:

Vogelcoördinator: geen kandidaat

Op grond van artikel 8 van de statuten kunnen tien leden gezamenlijk eigen kandidaten voor bestuursfuncties voor dragen. Eventuele voordrachten dienen voor aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur te worden ­ ingediend. 9.

Benoeming leden van de kascontrolecommissie

10.

Rondvraag

11.

21.00 uur. Sluiting

(Aftredend: Marc Timmermans)

PAUZE: Gezellig drankje en een doorlopende PowerPoint presentatie met foto’s uit de Krimpenerwaard

21.30 uur. Presentatie ‘Bodemdaling in de veenweidegebieden’ door prof. ir. Eric Luiten, Rijksadviseur Landschap en Water, College van Rijksadviseurs. Het bestuur heeft gemeend vanwege het grote belang van het onderwerp een bredere doelgroep te moeten uitnodigen voor deze lezing.

Namens het bestuur, M.J.G.G. Ossevoort Voorzitter

Secretariaat

T 06 - 21 56 45 36

Bank 1272.94.880

BTW 8124.11.018

Zuidzijdseweg 134 3415 PS Polsbroek

E info@nvwk.nl I www.nvwk.nl

IBAN NL82 RABO 0127 2948 80 BIC RABONL2U

KvK

40464354

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 19


‘Weidevogelmelk’ kopen Wanneer rechtstreeks van de boer? Jaap Graveland Op 1 januari is het nieuwe Natuurbeheerplan van kracht waarmee ook een nieuw stelsel Agrarisch Natuurbeheer in werking is getreden. Ondanks dertig jaar weidevogelbeleid zijn weidevogels dramatisch afgenomen: grutto’s met tweederde, veldleeuweriken met 95% en kemphaan en watersnip zijn verdwenen. Het kabinet besloot daarom twee jaar geleden dat het roer om moest, er kwam nieuw beleid voor de 1 miljoen ha weidegrond en provincies werden verantwoordelijk voor de uitvoering. Dit beleid kan een succes worden als de consument, die nu nog buitenspel staat, extra wil gaan betalen voor melk van boeren die rekening houden met weidevogels. Die weidevogelmelk hoeft niet veel extra te kosten maar is nu nog niet te koop. We hebben een notitie geschreven waarin we laten zien waarom dat snel kan veranderen als de zuivelsector leert van recente ontwikkelingen in de markt voor groene stroom.

N

ieuw beleid goed doordacht Boeren ontvangen alleen nog vergoedingen voor aan weidevogels aangepast beheer als ze dit beheer inzetten in grote, bij voorkeur aaneengesloten, stukken gebied waar aantoonbaar al veel weidevogels zitten en als ze flexibel beheer toepassen, inspelend op de actuele situatie. Last but not least, er is nu een resultaat- in plaats van een inspanningsverplichting. Vrijwilligers tellen weidevogels en boeren krijgen alleen vergoedingen als er inderdaad meer weidevogels komen. Collectieven van agrariërs kregen het voortouw in het maken van plannen voor aangepast beheer en monitoring en moesten hierover afspraken maken met natuurbeschermingsorganisaties en andere gebiedspartners. Vanaf 1 januari moet er volgens die plannen gewerkt gaan worden.

I

nvoeren blijkt lastig Het idee is goed, maar we maken hier in de Krimpenerwaard van nabij mee dat het heel-hard-werken is om de handen er voor op elkaar te krijgen. Sommige boeren aarzelen omdat ze de vergoedingen mager vinden, anderen omdat ze geen zin hebben in administratie en overheidsbemoeienis en heel wat

20

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

boeren hebben ronduit geen vertrouwen meer in het agrarische natuurbeleid van de overheid. Het kost moeite om het beleid niet te laten verwateren, maar vast te houden aan bovenstaande regels en doelstellingen. Soms treedt die verwatering toch weer op, tot grote frustratie van agrariërs en vogelbeschermers die wel goede plannen indienen bij de provincie. Ondertussen overleggen de vrijwilligers (!) van de natuurorganisaties zich suf.

G

eef de consument invloed: weidevogelmelk In de Krimpenerwaard betekent het nieuwe beleid een langzame verandering ten goede. Maar je vraagt je af: waarom moet het met zoveel bloed, zweet en tranen, wordt het nieuwe beleid wel echt realiteit en kan het niet effectiever? Wij denken dat dit kan door de belangrijkste speler er bij te halen, die tot nu toe buitenspel staat: de consument. Hij moet ‘weidevogelmelk’ kunnen kopen en het extra dat hij daarvoor betaalt moet rechtstreeks naar de boer. Dat extra is niet eens zoveel. Wij hebben berekend dat melk afkomstig van percelen waar rekening wordt gehouden met weidevogels maar ca. 10 cent extra hoeft te kosten om de boer een dekkende vergoeding van 500 euro per ha te geven voor inkomstenderving door het


aangepaste beheer. We gaan dan uit van een normbedrijf met 120 koeien en 100 ha, waarvan op 20 ha met weidevogels wordt rekening gehouden. Vogelbescherming propageert immers ook met Red de Rijke Weide dat goed weidevogelbeheer op één vijfde deel van al het grasland in Nederland kan voorkomen dat de weidevogels in Nederland uitsterven. De basisgegevens voor mijn berekening heb ik gewoon op internet gevonden. De vergoeding van € 500 per ha is hoger dan nu gebruikelijk bij contracten voor agrarisch natuurbeheer. Veel boeren willen best weidevogelvriendelijke melk produceren als ze maar een passende vergoeding krijgen voor hun inkomstenderving. Consumenten willen die melk met een meerprijs graag kopen als ze er maar zeker van kunnen zijn dat de meerprijs bij de boer komt. Consumenten die op deze manier hun ‘marktmacht’ gaan gebruiken vormen een grote ondersteuning van boeren en natuurbeschermers die volgens het nieuwe stelsel willen gaan werken.

N

u is dat binnen handbereik De situatie voor ‘weidemelk’ die wel gewoon in de winkel staat, illustreert dat het nu niet goed gaat. Weidemelk is melk van bedrijven waar koeien minstens 120 dagen per jaar minstens 6 uur per dag in de wei lopen. Kijk maar eens naar de literpakken halfvolle melk in de schappen van Albert Heijn en Jumbo: de goedkoopste melk kost ca. 60 cent per liter. De melk van het huismerk is weidemelk (dat staat duidelijk op de verpakking) en kost 75-80 cent per liter, dus 25-30 cent meer. Maar FrieslandCampina, dat 80% van de Nederlandse melkmarkt heeft, geeft slechts 0,5-1 ct (!) per liter extra aan de boer als hij zijn koeien in de wei laat lopen. Dat is geen goede regeling. De

consument moet er van op aan kunnen dat wat hij extra betaalt voor melk met een toegevoegde waarde, zoveel mogelijk ten goede komt aan de producent van die melk. Ontwikkelingen in de markt voor groene stroom bewijzen dat dit nu kan. Groene stroom is natuurlijk exact gelijk aan grijze stroom, alleen de productiewijze verschilt. Het kan dus door het gewone stroomnet, dat is makkelijk en goedkoop. Sinds twee jaar is een bedrijf actief dat door inzet van moderne ict precies bijhoudt wat kleine producenten van groene stroom – bijvoorbeeld boeren met een windmolen op hun terrein of een gemeenschapsgebouw met zonnecollectoren op het dak – produceren. Consumenten die bij dat bedrijf groene stroom afnemen weten waar die groene stroom wordt geproduceerd, betalen daar wat extra voor en deze meerprijs wordt doorgesluisd naar de individuele groene energieproducent, uiteraard met aftrek van marge en transportkosten. Zoek op ‘groene stroom’, ‘rechtstreeks’ en ‘bron’ en je vindt er informatie over. Dat kan met melk ook. Weidevogelmelk is gelijk aan gewone melk, het verschil zit ‘m in de inzet van de boer voor zijn weidevogels, vóórdat de melk in de tank terechtkomt. Weidevogelmelk kan verder dus in dezelfde productiegang worden geproduceerd. Dat scheelt in kosten en maakt levering eenvoudig. Duidelijke etikettering en de garantie, zoals bij groene stroom nu realiteit, dat de meerprijs van die melk ook echt bij een producent van weidevogelmelk komt, zal het nieuwe beleid effectief maken. Wie stapt in deze markt, sluit de keten en redt daarmee de weidevogels? De berekening en bronvermeldingen staan onder Nieuws op www.nvwk.nl.

In de publiciteit: Reactie van FrieslandCampina en ons weerwoord Jaap Graveland We boden deze notitie aan aan het AD Groene Hart. De krant plaatste er op 25 januari een opiniestuk over. Het Friesch Dagblad (FD) volgde twee dagen later. In de artikelen reageert FrieslandCampina (FC) afwerend. In het AD zegt FC dat de consument niet zit te wachten op nog een andere soort melk, er zijn al zoveel soorten. In het FD vraagt FC hoe je in de winkel dan omgaat met het verschil tussen biologische bedrijven die wel en die niet rekening houden met weidevogels. Wij vinden dit weerwoord zwak. De consument bepaalt zelf wel wat hij wil. Consumenten kunnen ook merken auto’s of mobiele telefoons onderscheiden. Zouden ze niet een paar soorten melk uit elkaar kunnen houden? Consumentengedrag is slecht te voorspellen dus wij denken dat FC dat ook niet kan. Ter illustratie: de plotselinge massale ondersteuning voor een ongeschonden kust naar aanleiding van het besluit van minister Schulz voor het loslaten van bouwbeperkingen heeft veel mensen verrast, waaronder de minister. Ze heeft haar voorstel ingetrokken. Het is niet zo belangrijk wat een gemiddelde consument nu vindt. Wat hij vindt wordt sterk bepaald door de wijze waarop je hem een vraag stelt. Bovendien is de techniek om ‘groene’ consumenten aan ‘groene’ producenten te koppelen vrij eenvoudig. Je kunt dus klein beginnen en uitbreiden als de consument er naar vraagt. FrieslandCampina heeft duurzaamheid tot speerpunt verheven. We vragen ons af wat dat betekent als je niet een duurzaam concept wilt uitproberen dat zich bij Groene stroom bovendien al bewezen heeft.

FC voert verder aan dat er nu biologische melk in het schap ligt, waar de consument extra voor betaalt. Sommige biologische boeren houden rekening met weidevogels, andere niet. Hoe ga je dat doorrekenen? Moet je dan nog meer verschillende prijzen op de pakken zetten? Wij vinden dit een flauw argument. Je hoeft niet rekening te houden met alle verschillen in bedrijfsvoering. Dat gebeurt nu ook niet: boeren hebben met allerlei verschillende omstandigheden te maken maar daarmee wordt in de prijs die ze krijgen voor hun melk beperkt rekening gehouden. En als je toch als FC verschillende maatwerkprijzen aan de boeren geeft voor verschillende wijzen van bedrijfsvoering, hoef je dat niet allemaal door te rekenen aan de consument. Kortom, wij vinden dat FC hier reageert net als de grote bedrijven in de stroomsector: log en weinig innovatief. Echt innovatieve ondernemers hanteren vaak het volgende gezegde: ‘Tegen de tijd dat iedereen mijn idee een goed idee vindt, kan ik er geen geld meer mee verdienen.’ Dus: welk bedrijf neemt NU de handschoen op? WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 21



Op jacht

Toch nog enkele verrassingen Tekst en foto’s: Anton van Jaarsveld Ik heb geen geweer, zat nooit achter de vrouwen aan, ben niet zo jong meer en toch ging ik op jacht. Op tweede kerstdag nog wel! Waar? Op het Korte Zand, het stukje natuurgebied van het Zuid-Hollands Landschap aan de Lek tussen Lekkerkerk en Bergambacht. De jacht duurde maar een uur, maar toen had ik wel aardig wat geschoten. Plaatjes. Een geïnteresseerd natuurliefhebber zal mij direct hebben begrepen : ik deed mee aan de Eindejaars Plantenjacht 2015. Floron, de landelijke vereniging van floristen, wilde graag weten welke wilde planten er aan het einde van het jaar nog in bloei stonden. Met behulp van een kaart met de foto’s van de vondsten van het vorige jaar kon ook een minder ‘doorgewinterde’ zoeker op jacht. Het initiatief van Floron begon vorig jaar. In Engeland had men al eerder gemerkt, dat onze winters warmer waren geworden met het gevolg, dat er daar meer doorbloeiers vielen waar te nemen. De eerste inventarisatie in Nederland in de winter van 2014-2015 leverde zo’n schat aan vondsten op, dat een tweede ronde in de afgelopen winter niet kon ­uitblijven. Misschien vraag je je als lezer af, waarom ik voor het ­Korte Zand had gekozen. Een wandeling van een uur door de kom van mijn dorp zou toch ook resultaat hebben gehad. Dat

Mijn lijstje correspondeerde niet volledig met de Florontop-15 van vorig jaar. Natuurlijk had ik de overeenstemmende madelief, paardenbloem, scherpe boterbloem, klein kruiskruid, kropaar en gewone melkdistel. Mijn vondsten bloeiende rode en witte klaver stonden niet op die lijst. Bij de laatste soort was het even goed kijken, want ik weet, dat er ter plekke basterdklaver voorkomt, die er verdacht veel op lijkt. De kruipende boterbloem met zijn kenmerkende, ontbrekende steeltje aan het bladuiteinde bloeide in volle glorie en dat vond ik minder een verrassing. Dat de twee ­streepzaden die bij ons in de waard voorkomen - groot en klein - nog aanwezig waren, had ik niet gedacht. Klein streepzaad is een algemeen kruid en groot streepzaad groeit in de zomer volop langs de Lekdijk, maar toch: winter is winter. Niet voor deze soorten dus. Dan liep ik verder tegen de algemene gewone hoornbloem aan die nog al eens wordt verward met vogelmuur, een echte doorbloeier. De haren van de hoornbloem waren duidelijk te zien. Echt onverwacht vond ik de aanwezigheid van grote ereprijs, speerdistel en peen. Grote ereprijs met zijn lichtblauwe bloemen groeit normaal al niet zo hoog, maar deze hield zich echt dicht bij de grond, wachtend op het warme voorjaar. Ook de speerdistel en de peen vertoonden dwerggroei; bepaald florissant stonden ze er niet bij. Mijn gegevens zijn naar Floron gestuurd, waar alle data worden verzameld. Gezien de klimaatontwikkeling – december 2015 zonder één graad vorst! – komt er volgend jaar wel weer een telling, oftewel een jacht, want dat klinkt spannender.

Grote ereprijs

is waar, maar een mens wil toch ook wel eens wat anders. Geen madeliefjes, paardenbloemen en straatgrasjes. Ik wilde eens kijken of een buitengebied meer of misschien andere soorten herbergde. Nou, dat viel me eigenlijk tegen. Ik vond vijftien bloeiende soorten, maar ik had er eigenlijk een paar meer verwacht. Zoekende naar een verklaring bedacht ik, dat dit buitendijks terrein heel nat is en regelmatig overstroomt, en dat het niet bepaald een luw microklimaat heeft. Natuurlijk had ik met het aantal kunnen sjoemelen – dat gebeurt wel vaker in de maatschappij – maar daar werk ik niet aan mee. Alle soorten fotografeerde ik en een paar ervan heb ik bijgevoegd. Uiteindelijk vond ik aan de dijkvoet nog de meeste Groot streepzaad soorten. WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 23


Interview met biologische (kaas)boeren Willy en Chris Boogaerdt Joke Colijn Mijn eerste ontmoeting met deze sympathieke agrariërs was in het Streekmuseum Krimpenerwaard in Krimpen aan den IJssel, bij de voorvertoning van de film ‘Polder, Overleven in de Krimpenerwaard’ van Edwin Haighton. Willy zit in het bestuur van het Streekfonds Krimpenerwaard, de mede-organisator en initiatiefnemer van de avond. We raakten aan de praat en ze vertelden me dat ze de enige biologische zelfkazende boer zijn in de Krimpenerwaard, en dat hier totaal maar twee biologische boerenbedrijven zijn. Chris vertelde vol vuur over het belang van de bodem voor de kringloop van het biologisch boeren, Willy is degene die winnende kazen maakt. Gezien onze activiteiten met weidevogels, natuurinclusief boeren en het initiatief voor weidevogelmelk vroeg ik of ze openstonden voor een interview voor in de Waardvogel. Dat vonden ze best leuk, dus hebben we een afspraak gemaakt. De antwoorden zijn steeds samengesteld uit wat zowel Chris als Willy vertelde; dat ging heel gemoedelijk om en om. Ik heb de reacties dan ook niet uitgesplitst naar wie wat precies zei. Hoeveel koeien melkt u? 55 koeien. Ongeveer éénderde deel van de melkopbrengst daarvan wordt verkaasd. Verder hebben we tien schapen, één geit en jongvee. We verwerken de melk van onze eigen koeien en willen ons product zuiver houden, in die zin dat onze koeien gras eten van de eigen percelen. ’s Zomers vers gras en ’s winters kuilgras. We voeren geen mais of andere produkten. Een aantal keer per jaar maken we geitenkaas voor Mart-Jan de Jong, de andere biologische boer in de Krimpenerwaard. Dat is een aparte stroom. Zonder in details te treden, wat is nu de kern achter biologisch boeren? De gesloten kringloop. Zoveel mogelijk van je eigen bedrijf gebruiken. De dierlijke mest op je eigen bedrijf afzetten, geen bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest gebruiken. Er geldt voor biologisch boeren een lagere norm voor stikstof op het land: 170 kilo per ha. De gangbare bedrijven kunnen derogatie aanvragen, dan mag je naar 250 kilo stikstof uit dierlijke mest. Wij kunnen dus gewoon minder vee op ons land houden. Dit is dan ook een extensief boerenbedrijf. Wanneer besloot u om biologisch te gaan boeren? Vijf jaar geleden, in 2011 besloten we tot deze omschakeling. De uitdaging was om niet mee te gaan in de schaalvergroting en toch rendabel te blijven boeren. Het quotumtijdperk liep ten einde, dus het werd al duidelijk dat er meer prijsschommelingen zouden komen met gangbaar boeren. Dat zie je nu heel extreem. Misschien ook een stukje ideologie? Dat moet er achter zitten. Chris had al een biologische cursus gedaan en de gedachte erachter sprak ons erg aan. Als je dit niet uit overtuiging doet, moet je er niet aan beginnen. Je moet er 24

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

echt achter staan, want je moet er tegen kunnen dat je koeien minder melk gaan geven, dat je minder van je land gaat halen. De biologische melkprijs is momenteel goed, dat is nog een vraagmarkt. Juist vandaag zag ik ook dat in de winkel zowel een literpak halfvolle Bio+ melk net zo duur is als halfvolle weidemelk van Campina: beide € 1,05. Mooi is dat alles van de biologische productie in de Nederlandse consumptie gaat. Voor gangbare melk geldt een grote overproductie en daarvoor ben je afhankelijk van de wereldmarkt. Je kunt je afvragen of je nu als Nederland echt voor bijvoorbeeld de Chinese markt moet gaan produceren. Als je daarvoor kiest moet je al die extra koeien voeren en blijf je hier met een overschot aan mest zitten waar je geen kant mee op kunt. Ik heb u gepassioneerd horen vertellen over de bodem. De bodem is het belangrijkste, daar begin je mee en daar valt of staat de biologische bedrijfsvoering mee. Na een aantal jaren biologisch boeren zegt de mollenvanger dat onze grond meer doorlatend is dan de zijne. Er is een rijk bodemleven wat we in stand willen houden en wat de doorlaatbaarheid bevordert. De passie begint dus inderdaad bij hoe je met je bodem omgaat. U heeft een prijs gewonnen voor uw kaas. Is dat voor u een bevestiging dat u op de goede weg bent, of bent u een geweldig goede kaasboer die van elke soort melk de lekkerste kaas kan maken? Dat is Willy’s specialiteit. De melk, het rauwe product bepaalt hoe de kaas is. Er mag geen verkeerde bacterie in zitten. Omdat wij geen salpeter mogen toevoegen, is het risico iets groter. De kaas die de prijs won maakte ik in de omschakelperiode, en de kaas van nu zal best anders smaken. Omdat het geleidelijk is gegaan, merk ik dat zelf niet zo. Dus we wachten nu op het moment dat uw kaas van 2016 een prijs wint?


Deze kaas zal niet alleen anders smaken, maar ziet er op de keuring ook anders uit, is anders van kleur: geler. Onze koeien geven in plaats van gemiddeld 8.500 liter, nu 6.000 liter per jaar. De smaakstoffen zijn dus veel geconcentreerder per liter. De beste kaas maak ik in de zomer, als de koeien dag en nacht buiten zijn en alleen maar vers gras eten. Op veel bedrijven zijn de koeien die overdag buiten lopen, ’s nachts wel altijd binnen, waar ze kuilgras krijgen. Daarom smaakt onze kaas ook in de zomer al anders dan van zo’n bedrijf. Hoe kijkt u aan tegen het opvoeren van de melkproductie door dieren maar te blijven voeren en te melken? Ik denk dan aan melkrobots en voerrobots. Het is voor die koeien natuurlijk wel fijn dat ze vaker gemolken worden zodat de druk van de uier af gaat. Ja, maar dat opvoeren van de vraag door het constante aanbod van voedsel, reduceert dat de koe niet tot een machine? Over het algemeen is het zo dat die koeien niet zo lang leven, dat klopt. Maar wij kennen ook een boer die veel 100.000 literkoeien heeft. Wat daaraan zo bijzonder is, is dat het echt oude koeien zijn. Die boer zorgt goed voor zijn dieren. Het gaat dus niet overal op. ‘Gewone’ kaasboeren gebruiken stremsel uit de lebmaag van een kalfje. Wat gebruikt een biologische kaasmaker? Als je boerenkaas wilt maken, moet je stremsel gebruiken. Ook een biologische kaasboer gebruikt lebstremsel, anders mag je het geen boerenkaas noemen. Je kunt wel een soort gist gebruiken, maar dat geeft een bittere smaak aan de kaas. Dus echte boerenkaas moet van rauwe melk gemaakt zijn en met echt stremsel. Ja, en verder worden er eisen aan de behandeling gesteld. Je mag de melk niet boven 40ºC verhitten. Er zijn andere manieren om de melk te behandelen waardoor je hetzelfde bacteriedodende effect krijgt als bij pasteuriseren*, zoals bacto-centrifugeren, maar dat is niet toegestaan. De term ‘boerenkaas’ is Europees vastgelegd en daarmee is niet alleen de originele bereiding beschermd, dat gaat zelfs over de vorm. De hoogte moet éénderde van de doorsnee zijn, dus hartjes van kaas mag je officieel ook geen boerenkaas noemen. Daar mag je dan wel een stempel op zetten ‘gemaakt van rauwe melk’, maar het is geen ‘boerenkaas’. Als ik u goed begrijp, mag gewone Goudse kaas dus wel gepasteuriseerd zijn, maar Goudse boerenkaas niet. Ja. Hoe kijkt u tegen de gevolgen van het wegvallen van het quotum aan? De gangbare melkprijs is gezakt, terwijl de biologische melkprijs op peil is gebleven, dus voor ons maakt het niet uit. Ik denk dat sommige boeren die eerst blij waren dat ze vrij waren om te produceren, nu denken: was dat quotum er maar op gebleven! Sinds het produceren is vrij gegeven (1 april 2015 was ‘bevrijdingsdag’), is de melkprijs gezakt en nu is er het probleem van het fosfaatplafond. Als dit lang aanhoudt, vallen er misschien boeren om die veel geïnvesteerd hebben, maar de melkprijs was tot voor kort nog best goed hoor. Bovendien laat de bank de

boeren niet zomaar vallen, dat geloven we niet. Zeker de grote niet, want daar zit teveel kapitaal in! Wat zou u boeren adviseren die zich meer op biologische productie willen richten? Er was hier pas nog een boer die erover denkt en woensdag komt er weer een. Als je op een productie zit van 10.000 liter of minder per ha, dan zou biologische bedrijfsvoering heel goed passen. En ik zei het al: je moet er tegen kunnen dat je koeien minder gaan geven, en dat je wat later maait dan de buurman. Dan is het goed in te passen. Maar je moet het niet doen voor die twintig cent die je nu meer voor de melk krijgt. Want ook dat fluctueert; we hebben net na het omschakelen meegemaakt dat gangbare melk meer opleverde dan biologische. Daarom moet je achter de ideologie staan en daar lekker om kunnen slapen. Al is biologische melk wel een stabiele markt. Ik vind het hoopgevend dat er meer boeren over denken om over te schakelen op biologische bedrijfsvoering. Mooi als die dan ook de ideologie onderschrijven, zoals het niet meer willen uitputten van de grond, niet meer de productie van de dieren willen opjagen. Nu zie ik jonge knullen die van school komen en het bedrijf van de ouders willen overnemen. Het eerste wat ze doen is zich richten op ‘groter’ en vooral ‘meer-meer-meer’. De biologische markt is natuurlijk maar een paar procent van de hele landbouw. Dus wordt daar in het onderwijs niet op ingezet. Jammer dat in het landbouwonderwijs alles nog steeds is gericht op groei. Ook bijvoorbeeld bij LTO ligt de nadruk op ontwikkeling, wat groei betekent. Bedrijven willen een bouwvlak van twee ha of meer. Ons hele economische systeem is gericht op groei, niet alleen in de landbouw. Het is dus de kunst om je daardoor niet gek te laten maken, maar van die trein te springen en je eigen richting te kiezen? Er zijn toch ook aannemers die maar met twee man lopen, en die hebben ook een goede boterham. Daar gaat het toch om, om een goed bedrijfsresultaat, niet om een enorme omzet? Inderdaad; er zijn melkveebedrijven die er van de buitenkant prachtig uitzien, maar waar zoveel vreemd geld in zit, dat ze niet meer over te nemen zijn. Je wilt er als je stopt ook nog je oude-dags-voorziening uithalen en je moet afrekenen met de belasting. Overnemen gaat dan bijna niet meer, het is een groot probleem. Je wilt toch niet dat je kind moet beginnen met een enorme schuld. Voor weidemelk moeten koeien minimaal 120 dagen zes uur per dag naar buiten. Hoe is dat voor biologische bedrijven? Koeien moeten straks van half april tot half oktober (180 dagen) naar buiten, en dan acht uur per dag. Dat is een nieuwe eis. Met in het achterhoofd de inrichting van de Noordrand wil ik wel kwijt dat je niet alleen natuurland kunt hebben; je kunt er wel natuurland bij hebben. Je moet ook goed grasland hebben om te maaien en in de winter kuilgras van redelijke kwaliteit te voeren. Ook ‘s winters wil je melken. Niet iedereen kan alles pas in juni WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 25


26

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016


maaien. En de koeien moeten ook de wei in kunnen om te eten. Als in de Noordrand goede bedrijven ingericht zouden worden waarin al deze factoren verenigd zijn, en zo’n boerderij zou te pachten zijn, dan krijg je daar zeker weten veel liefhebbers voor. In kruidenrijk grasland zitten volgens studies veel meer mineralen. Dat heeft direct invloed op de gezondheid van de koe en in hun melk zitten dan ook die mineralen. Bovendien wordt biologische melk minder opgelengd zoals we al zeiden; het maakt veel uit of je 5.000 of 10.000 liter per koe per jaar produceert. Koeien die meer geven, hebben lagere mineralengehaltes in de melk. Als NVWK zijn wij heel druk met het redden van de afnemende weidevogelpopulaties. Een van de oorzaken is dat de kruiden uit het gras zijn verdwenen. Wat merkt u daarvan? Twee jaar geleden hadden wij heel veel kuikens hier gelijk achter de stal, die daar liepen te foerageren. Terwijl we eigenlijk nauwelijks nesten hebben! Ze komen dus van elders hier naar toe. Blijkbaar vinden ze hier voldoende te eten. De hond durfde amper naar buiten, zo fel waren de ouders! Houdt u met bewerkingen rekening met die kuikens? Nou, ze lopen gewoon tussen de koeien en dat gaat heel goed! Tot de wetering lopen de koeien, en op diezelfde percelen zaten de kuikens. Ook zwarte sterns komen hier volop foerageren. Heeft u ook een contract afgesloten bij het nieuwe Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK)? Ja, we hebben contracten afgesloten voor uitgesteld maaien, een weiderand, voorweiden en ook extensief beweiden. Als u zulk mooi gras heeft voor die weidevogels, zou u misschien ook een contract voor kruidenrijk grasland kunnen afsluiten. Dat levert wel meer op! Dat hing af van de voorwaarden. Het is lastig, omdat je niet weet hoe het voorjaar is. Dan wil je zo’n overwetering-perceel soms toch gebruiken om te beweiden. Extensief was met maximaal drie GVE** per ha en dat lukt wel. Onze dochter Margreet heeft de contracten in elkaar gepuzzeld. Bij de buurman Arie Bogaard zijn een paar bosjes, waarvan de coördinator van onze landschapswerkgroep nu gaat bespreken of wij die kort kunnen gaan houden. Met name achterin zouden bunzings zitten, tussen de bramen. O ja, ik zie ze lopen. Ze komen gewoon overdwars. Ik heb ze nog nooit zo vaak gezien als dit jaar. Dat is denk ik ook de reden dat we geen weidevogels meer hebben. Bunzings zijn in principe nachtdieren, maar ze liepen ook gewoon overdag te struinen op zoek naar eten. En dat is precies de reden dat wij graag die bosjes willen gaan bijhouden, zodat de schuilmogelijkheden voor bunzings minder worden. Want met name in het muizenjaar 2014 zijn deze predatoren flink in aantal toegenomen. Afgelopen jaar moesten al deze dieren ook eten, en

zijn ze overgeschakeld op wat ze maar te pakken konden krijgen. Dat is een reden dat 2015 voor weidevogels en ook voor zwarte sterns een rampjaar is geweest. Op dit moment zijn ze ook bij Mart-Jan de Jong allerlei hoge bomen aan het omzagen. Dat kunnen anders nestplekken worden voor predatoren. Zo’n buizerd is een prachtig beest, maar hij pakt natuurlijk ook wat-ie kan krijgen voor zijn jongen. Bij sterke weidevogelpopulaties zijn rovers als buizerds en kraaien niet zo’n ramp, die worden wel weggejaagd. Maar als ze het al slecht hebben zoals de afgelopen jaren, krijgen de weidevogels in zo’n jaar enorme klappen. Hoeveel extra regeldruk ervaart u bij het runnen van een biologisch bedrijf? Minder! We hoeven geen bemestingsplan te maken, geen bestrijdingsplan in te sturen en geen bestrijdingsmiddelenkast bij te houden want die mag je niet hebben. Er is dus juist minder druk! Je krijgt wel een keer controle, maar als je je aan de regels houdt, is het heel relaxt. Mensen zeggen we eens: je mág als biologische boer een heleboel dingen niet, maar wij hóeven ook een heleboel dingen niet. Je mag geen kunstmest meer strooien, maar ik hóef dat dus ook niet te doen. Je kunt het ook omkeren en positief benaderen! Ook administratief is biologisch boeren minder werk. Wat heerlijk! Dat is dan toch ook een enorme pré voor deze vorm van boeren. Er zijn nu boeren die geen contracten willen afsluiten voor agrarisch natuurbeheer, omdat ze al omkomen in de administratieve handelingen zoals de mestboekhouding, en dit er niet óók nog bij willen doen. Sommigen beschermen toch wel hun weidevogels, ook zonder vergoeding. Je moet het ook niet alleen willen doen voor het geld. Dat is mooi, maar niet de goede motivatie. Als u voldoende tijd en geld zou hebben, welke doelen zou u nog meer willen nastreven op uw erf en landerijen? Het erf aankleden, daar zitten we nu aan te denken! En ik wil een mooie moestuin! Een moestuin ja, en een boomgaard aan de andere kant. Heeft u geen interesse in ons erfvogelproject? Dan krijgt u een gratis advies om meer erfvogels op uw erf te krijgen waardoor de biodiversiteit op het erf toeneemt. Dit jaar lukt het niet, want we willen dit jaar gebruiken om op te ruimen. Dat is geen enkel probleem, want het project is verlengd met een jaar. Onze specialisten komen eerst een erfscan doen, en u heeft tot half volgend jaar de tijd om het een en ander uit te voeren. Intussen kunt u vast bedenken wat u wilt uitvoeren van de voorstellen die het team doet. Ze doen allerlei voorstellen voor streekeigen planten en bloemen, bomen en nestkasten. We hebben de coniferen omgezaagd, die horen hier niet. De knotwilgen hebben we laten staan, die horen in het landschap. Maar eerst die treurwilg snoeien voordat-ie omwaait.

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 27


Dat kan ook onderdeel zijn van het plan! Nee, want als-ie omwaait zijn we verder van huis. Daarom doen we dat dit jaar al. Maar laat de specialisten maar langs komen, het lijkt ons wel leuk om advies te krijgen. Eigenlijk vind ik een moestuin nog mooier dan een bloementuin. Het hoort een beetje door elkaar hè, want de bestuivers van je groenten lok je met bloemen, en met bepaalde kruiden houd je weer luis en andere beestjes weg. Hoe ziet u de toekomst van uw eigen bedrijf er uit? Is het zo dat als je duurzamer bezig bent, dat je het dan op de lange duur langer uithoudt? Hoe lang je het uithoudt hangt mede af van hoe zwaar je gefinancierd bent. Voor ons is het een beetje afwachten wat onze dochter Margreet wil. Haar vriend komt van de overkant van de Lek van een boerenbedrijf, dus op welke boerderij ze verder gaan…die beslissing zullen zij moeten nemen. Dat is afhankelijk van hoeveel land ze kunnen en willen gebruiken, en of ze die percelen hier of daar vinden. Aan gebouwen kun je wat doen, maar voor land ben je afhankelijk van wat beschikbaar is. Maar ze zullen wel biologisch doorgaan, want dat is iets waar ze allebei achter staan. Wat fijn als je kinderen je werk willen voorzetten. Want om een bodem zo goed te krijgen als hij nu is, dat is een levenswerk. Het zou heel jammer zijn als dat voor niets is geweest. Voor hen is het natuurlijk geweldig dat u ze dit kunt nalaten en dat ze niet - letterlijk - helemaal van de grond af hoeven te beginnen. We hebben twee dochters, en de andere dochter ziet het boerenbedrijf helemaal niet zitten. We hadden wel het idee dat Margreet het boerenbedrijf leuk vindt, maar toen ze te kennen gaf dat dit is wat ze wil, was dat voor ons wel een mooi moment. Ook al zou ze naar de overkant gaan, dan voelt dat toch een beetje als voortzetten van het bedrijf omdat ze koeien zou meenemen. Het is niet echt dat je ideaal dan stopt. Het is anders wanneer je helemaal geen opvolger hebt. Zeker omdat jullie het vanuit een overtuiging doen die niet alleen commercieel is, is het mooi dat ze dat oppakt en meeneemt! Hoe kijken andere, intensief boerende boeren aan tegen uw manier van werken? Tja, we krijgen wel eens commentaar over het ‘onkruid’. Maar wat is ‘onkruid’? We trekken ons er weinig van aan. Al die kruiden leveren de mineralen voor de lekkere melk en de goeie kaas. Distels worden door de broer van Chris uitgetrokken, die heeft zelf geen tuin en vindt dat leuk. Hij woont op een flat en komt op zijn fiets hierheen om een middagje distels te trekken. Lachend: En nu zijn intensieve boeren jaloers op de biologische melkprijs! Maar er is geen animositeit tussen u en andere boeren omdat u zo’n andere bedrijfsvoering heeft? Nee hoor. En er is niet zoveel verschil tussen een gewoon extensief boerenbedrijf en ons bedrijf. Wij zien dat als boeren die de stap net niet durven te nemen die wij hebben gezet, hoewel het wel bij hen zou passen. Er is natuurlijk wel een groot verschil tussen ons en de intensieve boeren. In gangbare bedrijven zie je nu echt een tweedeling ontstaan. De boeren die hebben deelgenomen aan de wedren naar groter 28

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

en intensiever en de boeren die niet zijn gegroeid. Die kleinere boeren hebben het zwaar want ze krijgen nu ook een lage melkprijs terwijl ze geen veroorzakers zijn van het overschot, dat is triest. Wat zou u veranderd willen zien in het hele stelsel van subsidies en efficiëntie van voedselproductie waardoor weidevogels en andere natuurwaarden meer kans krijgen? Dat heeft niks te maken met subsidies, dat is gewoon een kwestie van mentaliteit. Je ziet het ook aan het jarenlang falende agrarisch natuurbeheer, waarbij ingezet werd op legselbeheer en niet op vlieg-vlugge jongen. De opzet is dat de inzet en tijd die je stopt in het sparen van weidevogels, beloond wordt. Maar als je het alleen doet als je er geld voor krijgt, dan is dat de omgekeerde wereld. Dan ontbreekt de juiste motivatie en dat is één van de redenen waarom weidevogels verdwijnen. Maar als je de inzet wel hebt gepleegd, dan kost je dat tijd en inkomen; dan mag je toch die vergoeding daarvoor krijgen? De voorwaarde is natuurlijk wel dat er vogels groot worden. Je moet er wel wat voor doen, of juist laten. Toch zou je dat uit overtuiging moeten doen, want weidevogels sparen doe je met je hart, niet voor het geld. Kan de consument een rol in weidevogelbescherming spelen? Het is nu zo dat we maar blijven produceren zonder naar de consument te luisteren. Er wordt zo ontzettend veel voedsel geproduceerd, maar we luisteren niet wat de consument wil. De vraag op dit moment is naar biologische melk, maar we produceren veel meer traditioneel. Ondernemers kunnen wel allemaal mooie spullen in de winkel zetten, maar als niemand ze koopt, heb je een probleem. Er is pas melk naar Polen gebracht voor een dubbeltje. Daar kun je niet voor produceren, maar je kunt de Nederlandse consument niet de schuld geven, want consumptiemelk ligt hier wel voor een goede prijs in de winkel. En wat we nu doen is intensiveren en steeds meer produceren, terwijl er nog helemaal geen markt gecreëerd is. Juist, daarom. En er is ook nog teveel mest. Wie moet er dan minderen, dat is natuurlijk wel een punt. Die quotumjaren waren echt geen slechte jaren. Nu moet iedereen z’n eigen broek ophouden in de marktwerking. Sprekend over de consument moet bepalen: de NVWK is bezig om ‘weidevogelmelk’ in het schap te krijgen. Hierna ontstond een goede discussie over ‘weidevogelmelk’. Lees het hele interview op onze site. Hierna dankte ik Willy en Chris hartelijk voor de tijd die ze vrijmaakten voor dit openhartige gesprek. * bij pasteuriseren worden micro-organismen in voedingsmiddelen gedood door kort te verhitten tot 85ºC. ** GVE = grootvee eenheid, d.w.z. (de fosfaatproductie van) één melkkoe.


Erfvogelproject open voor nieuwe deelnemers Jaap Graveland en Imelda Kloosterman Vorig jaar is de NVWK gestart met het project: ‘NVWK geeft erven vleugels’. Hierbij helpt de NVWK erfeigenaren bij het geschikter maken van hun erf voor erfvogels, zoals de steenuil, boerenzwaluw en grauwe vliegenvanger. Deze vogels broeden alleen of voornamelijk op erven. We zien ze minder door modernisering en nieuwbouw op het platteland. Dit is behalve een verarming van de biodiversiteit, een gemis aan leuke soorten die je van dichtbij kunt bekijken. Het project is een groot succes. Vijftig erfeigenaren doen al mee. We hebben veertig van hen bezocht en adviezen gegeven over maatregelen die ze op eigen erf kunnen nemen. Zij zijn inmiddels aan de slag gegaan. We hebben dus weer ruimte voor nieuwe deelnemers. Hoe werkt het? We hebben er al veel over geschreven. Hier nog even de mogelijkheden op een rij: •Je krijgt advies op maat over het vogelvriendelijker inrichten van je eigen erf (een zogenaamde erfscan). •Er wordt een erfvogelcursus gegeven. Zo kun je leren welke vogelsoorten op erven voorkomen, hoe je die herkent, welke eisen ze stellen en uiteraard, hoe je het vogels naar de zin kunt maken op je eigen erf. Het gaat om praktische maatregelen zoals het planten van knot- en fruitbomen, het aanleggen van takkenrillen, houtstapels, het creëren van ruige overhoekjes en bloemrijk grasland en het plaatsen van nestkasten. Je leert welke planten geschikt zijn om in te schuilen, te broeden of als voedselbron.

•Je meet het resultaat van de verbeteringen door jouw erfvogels te tellen. Hoe je dat doet, leer je in de cursus. •Niet alleen erfeigenaren kunnen meedoen. Als je redelijke kennis hebt van vogels en planten, leiden we je in de cursus op tot adviseur en kun je zelf erfeigenaren gaan adviseren. In het begin loop je mee met ons bij de erfscans. Erfscans voeren we altijd uit met minstens één ervaren adviseur, dus werkenderwijs kun je het leren. •Als je alleen zin hebt en het leuk vindt om vogels te signaleren en te tellen, ben je ook van harte welkom. In overleg met en zoveel mogelijk samen met de erfeigenaren voer je dan een paar tellingen uit. Je voert de gegevens in op www.tuintelling.nl. Wil je ook weer vogels op je erf of wil je op een andere manier meehelpen? Laat het weten! Meer informatie is te vinden op de website en op de Facebookpagina van de NVWK. Voor aanmelding en vragen kun je contact opnemen met de projectcoördinator Jaap Graveland, e-mail erfvogels@nvwk.nl of telefoon 06 53579285 (na 20.00 u.).

Steenuilen, foto: Hans Stoel

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 29



Jaarverslag van de secretaris Dirk-Jan van Roest, secretaris

De eerste termijn van drie jaar zit er op. Ik ben aftredend, maar herkiesbaar. Het enthousiasme waarmee we met z’n allen bezig zijn in de Krimpenerwaard is aanstekelijk en geeft voldoening, ook in het werk als secretaris. We pakken hopelijk nog wat jaren door! We zetten elk jaar stappen voorwaarts. Of het nu het ledensysteem is of dat we vaker in gesprek zijn met allerlei belanghebbende organisaties, elk onderdeel afzonderlijk maakt dat de raderen draaien.

L

edenadministratie Ook dit jaar is er weer een lichte groei in het aantal leden. We hebben een toename van 37 leden. Er is tijd gestopt in een correcte analyse van de leden. Het genoemde aantal leden vorig jaar is bijvoorbeeld niet helemaal correct en moet naar beneden gesteld worden. We noemden toen 779 leden, maar na analyse zijn dat er 737. Om een beeld te hebben van het ledenverloop hebben we dit van de afgelopen jaren op een rij gezet. 2010 2011 2012 2013 2014 2015

549 564 = +15 641 = +77 667 = +26 737 = +70 774 = +37

O

nline Ook online is er weer veel activiteit geweest. De site wordt super actueel gehouden en nog steeds aangevuld. We zien het bezoekersaantal op de site gestaag stijgen. Sinds 2015 wordt met enige regelmaat een Nieuwsbrief gemaakt die u per e-mail kunt ontvangen. Ook op social media as Twitter en Facebook neemt de zichtbaarheid van de NVWK toe. Dat is allemaal erg mooi om te zien!

A

utomatische incasso’s De meeste energie is gaan zitten in de voorbereiding van de automatische incasso. Het ledenregistratie systeem moet er klaar voor zijn, de data op orde, het contract met de bank, de communicatie naar de leden, etc. Maar dan zijn we straks ook voorbereid op de toekomst! Iedereen die voor 14 januari 2016 het online formulier invulde maakte kans op het boek ‘Hollandse luchten & landschappen in de polder’. Er waren er drie beschikbaar. De stoftware heeft drie willekeurige namen geselecteerd, dus we hebben nu drie winnaars! Deze mensen hebben inmiddels bericht gekregen en tijdens de Algemene Ledenvergadering op 16 maart as. zullen de boeken overhandigd worden. Bij deze Waardvogel zit een incassoformulier met het verzoek dit ingevuld en ondertekend terug te sturen, ook wanneer u uw IBAN-nummer al heeft doorgegeven want de handtekening maakt het pas rechtsgeldig. Inscannen en mailen mag ook. Dat scheelt ons straks enorm veel administratief werk! We rekenen op uw steun en zien alle formulieren graag snel retour. Dan kunnen de data verwerkt worden.

Ik stop ermee Dirk-Jan van Roest, secretaris

Nou ja, niet echt. Maar ik hoop dat de titel toch prikkelt om deze paar alinea’s door te worstelen. Mijn termijn van drie jaar als secretaris zit erop en ik wil graag nog even blijven. De vraag is of ik dat ga doen als nieuwe vogelcoördinator of als secretaris. Het is namelijk nogal lastig om een vogelcoördinator te vinden. Mogelijk omdat er gedacht wordt dat je veel verstand moet hebben van vogels, of dat het heel veel werk zal zijn, ingewikkeld, of wat dan ook. Het lukt maar niet om die vacature in te vullen.

D

aarom mijn voorstel. Ik stel mijn functie als secretaris beschikbaar en spring in het lege gat van het vogelcoördinatorschap. Dan zijn we als bestuur weer op volle sterkte en kunnen we ons focussen op waar we voor staan; beheer, bestudering en bescherming van de wilde flora en fauna in de Krimpenerwaard. Mocht je wat tijd hebben en de functie als secretaris zien zitten in een enthousiast bestuur, dan kun je mailen naar info@nvwk.nl of mij bellen op XX XXXXXXX!

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 31


Herinrichting van de Groote Zaag en het Oostelijk Balkengat Max Ossevoort Zoals ook al beschreven in de Waardvogel van juni 2015 wordt de Groote Zaag anders ingericht met als belangrijkste reden het behalen van de doelen die gesteld zijn in de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW). Die doelen zijn de chemische en ecologische kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater te beschermen en duurzaam gebruik van water te bevorderen. In dezelfde periode wordt het Oostelijk Balkengat heringericht. Zowel de Groote Zaag als het Oostelijke Balkengat zijn eigendom van Rijkswaterstaat terwijl de Kleine Zaag eigendom is van het Zuid-Hollands Landschap (ZHL). Het ZHL voert zelf het onderhoud uit op de Kleine Zaag, maar heeft met Rijkswaterstaat ook een overeenkomst voor het uitvoeren van het onderhoud op de Groote Zaag. Bij dat onderhoud op de Groote Zaag levert met name de landschapswerkgroep van de NVWK jaarlijks steun.

W

aaruit bestaat herinrichting van de Groote Zaag? Begin april 2016 zal gestart worden met de daadwerkelijke inrichting en als alles volgens planning verloopt zal het project in het najaar worden afgerond. De maatregelen worden visueel weergegeven in de luchtfoto met animatie hiernaast. Er worden twee getijdekreken gegraven, aansluitend op de rivier, met aan weerszijden van de kreken een natuurvriendelijke oever. Het om de kreken liggende terrein wordt verlaagd zodat hier ook intergetijdengebied ontstaat. Aan de binnenzijde van de nieuwe en op te waarderen oeververdediging van de Nieuwe Maas wordt een beschermde oeverzone gecreĂŤerd en de al bestaande oeververdediging wordt lokaal verhoogd. Daarnaast wordt in het noordwestelijke deel van de Groote Zaag in de baai tussen de kribben intergetijdengebied gerealiseerd door verondieping (suppletie). In het verondiepte gedeelte worden enkele geulen gerealiseerd met natuurvriendelijke oevers. Om het gesuppleerd gebied te beschermen tegen hydraulische belasting wordt aan de zuidzijde een nieuwe vooroeververdediging gerealiseerd. De toegang tot de Groote Zaag zal ook worden verbeterd, waardoor mede door de uitbreiding van de paden in het gebied in combinatie met een tweetal uitkijktorens, het aantrekkelijker wordt om de Groote Zaag te bezoeken.

O

nderzoek naar aanwezigheid van noordse woelmuis In het gebied zijn in totaal 60 inloopvallen uitgezet van het type Longworth, op plaatsen waar de noordse woelmuis te verwachten is. Er is gewerkt volgens de zogenaamde IBN methode. Dat wil zeggen dat er 20 vallen in duplo met een onderlinge afstand van circa 10 meter in een raai (rij) geplaatst zijn. In totaal zijn er drie raaien uitgezet. Voordat de vallen op scherp gezet werden, hebben ze voorafgaand aan het daadwerkelijke vangen vier dagen vergrendeld met hooi en aas in het veld gestaan, zodat kleine zoogdieren vertrouwd raken met de vallen: het zogenaamde prebaiten. Daarna zijn de vallen voorzien van vers aas en hooi en is er twee dagen gevangen. De vallen zijn om de twaalf uur gecontroleerd, dus in totaal vier keer. Het aas bestond uit het standaardmengsel: pindakaas met havermout en spek, aangevuld met verse wortel, appel, aardappel, graan en meelwormen. In totaal zijn er 92 muizen gevangen: 9 rosse woelmuizen, 68 dwergmuizen en 15 bosmuizen, maar geen beschermde waterspitsmuizen of noordse woelmuizen.

32

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

W

at vooraf ging In 2011 en 2014 zijn ecologische onderzoeken uitgevoerd voor zowel de Groote zaag als het Oostelijk Balkengat in de vorm van bureaustudies en daadwerkelijk veldonderzoek, met name gericht op aanwezigheid van tabel 2 en 3 soorten en daarnaast de algemene soorten (tabel 1). Ook is onderzocht of er in het plangebied (het gebied waar de werkzaamheden worden uitgevoerd) jaarrond beschermde nesten zijn van soorten als bijvoorbeeld buizerd, boomvalk, sperwer, havik en ransuil. Het onderzoek naar de aanwezigheid van de noordse woelmuis is in november van 2014 uitgevoerd. In het najaar zijn de populatiedichtheden van kleine zoogdieren hoog en daardoor de vangkansen het grootst. Hoe dat in zijn werk gaat is best wel interessant, vandaar dat ik het apart heb beschreven (zie kader). Conclusie zoals beschreven in de natuurtoets is o.a. dat er geen onder de Flora- en faunawet voorkomende dier- en plantsoorten zijn aangetroffen zoals vermeld in tabel 2 of 3. Wel zijn er soorten aangetroffen die vallen onder tabel 1.

V

oorbereidende werkzaamheden In de laatste week van februari 2016 zullen in het plangebied het riet, het struweel en de bomen worden verwijderd, om daarmee te voorkomen dat in het voorjaar met name vogels in het plangebied tot broeden komen. Deze werkzaamheden worden begin maart afgerond. Overigens blijven de bomen en struiken buiten het plangebied staan, o.a. langs de buitenranden en langs de dijk waarover gewandeld kan worden. Uiteraard zullen wij al deze werkzaamheden op de voet volgen. Wanneer het gehele project is afgerond kan de natuur haar gang gaan zodat het gebied verder tot ontwikkeling kan komen. Mede door de verbeterde toegankelijkheid zal dit voor alle bezoekers een interessanter gebied worden en ik kijk er al naar uit om het volgend voorjaar te kunnen bezoeken.

W

aarom herinrichting van het Oostelijk Balkengat? In het Oostelijk Balkengat (ten zuidoosten van de Groote Zaag, nabij Krimpen aan de Lek) wordt natuurcompensatie voor het project Overnachtingsplaatsen Beneden-Lek (te Bergambacht) gerealiseerd. Deze compensatie heeft een vastgestelde oppervlakte van 3,61 ha en zou initieel gecompenseerd worden in de Lopikerwaard, maar mede door inbreng van de NVWK is besloten deze compensatie in het Oostelijk Balkengat, dus binnen de Krimpenerwaard, te verwezenlijken.


W

aaruit bestaat de herinrichting van het Balkengat? De natuurcompensatieopgave bestaat uit de volgende natuurbeheertypen: 2,4 ha rivierbegeleidend bos, 0,23 ha haagbeuken- en essenbos en 0,98 ha moeras . Met de inrichting dienen tevens groeiplaatsen voor de beschermde Flora- en faunawetsoort spindotter te worden gecreĂŤerd, die zich in de genoemde natuurbeheertypen kan gaan huisvesten.

D

e werkzaamheden De bestaande oeverbescherming met de bestaande begroeiing (wilgenvloedbos en rietmoeras) langs de Nieuwe Maas blijft behouden. Ten noorden hiervan wordt de oeverbescherming verlengd langs de Bakkerskil. Hier komt de opening van de kreek, waar water in en uit zal stromen. De geul is aan de noordzijde van het Balkengat aangetakt aan de

Nieuwe Maas (Bakkerskil), omdat hier de hydraulische belasting door wind- en scheepvaartgolven het kleinste is. Oostelijk van deze opening wordt parallel aan de Bakkerskil een nieuwe oeverbescherming gerealiseerd. Deze constructie dient ter bescherming van de aan te brengen suppletie in de vorm van vrijgekomen rietzoden uit het project KRW Groote Zaag zoals ook aangegeven in de legenda bij onderstaande luchtfoto met animatie. Ook achter de oude oeververdediging aan de zuidrand zal dezelfde suppletie plaatsvinden. Verder zal in het gebied weinig graafwerk plaatsvinden omdat de op de foto ingetekende geulen gepland zijn op reeds aanwezige geulen. Na voltooiing ontstaat er naar mijn mening een mooi natuurgebiedje, ook geschikt voor het broeden van steltvogels zoals kluten. Dit gebied zal overigens niet toegankelijk worden gemaakt voor wandelaars.

Groote Zaag

Waardvol gebied Aquatische zone Intertijdenzone Oeverzone Geoptimaliseerde oeververdediging Nieuwe oeververdediging Afwateringsgeul Beheerpad/wandelpad op de kade Struin/laarzenpad Uitkijkpunt

Oostelijk Balkengat

Rivier-Aquatische zone Moeras-Intertijdenzone Rivierbegeleidend bos hoge/natte oeverzone Rivierbegeleidend bos hoge/natte oeverzone. Hergebruik ­rietzoden

Nieuwe oeververdediging

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 33


Overeenkomst met gemeente over onderhoud boomgaard Tekst en foto: Frits Hemerik Ruim drie jaar geleden werd na een signaal van omwonenden het revitaliseren van de hoogstamfruitboomgaard aan de Boveneindselaan in Krimpen aan den IJssel een onderdeel van het programma van de werkgroep landschapsonderhoud. Naar het oordeel van de gemeente Krimpen aan den IJssel was het behaalde resultaat na drie jaar aanleiding de samenwerking met de NVWK voor de komende vijf jaar te continueren en vast te leggen in een formeel contract. De gemeente maakt hierbij gebruik van de expertise in de vereniging om dit culturele erfstuk dat herinnert aan een agrarisch verleden en nu midden in de kern van het dorp ligt, te behouden en uit te bouwen tot een stuk natuurbeleving. De vereniging ontvangt daarvoor een vergoeding en kan rekenen op steun van de gemeente voor investeringen in bijvoorbeeld nieuwe aanplant.

O

p 27 januari ondertekenden wethouder Marco Oosterwijk en voorzitter Max Ossevoort het contract en formaliseerden daarmee de samenwerking. De vijftig hoogstam peren- en appelbomen zijn de afgelopen jaren stevig onder handen genomen, geanalyseerd en opgenomen in een voorlopig beheerplan. Dit heeft weer geresulteerd in het planten van twee notenbomen, ter wille van de diversiteit. Ook zullen er dit seizoen vier zieke bomen gaan wijken voor nieuwe aanplant. De elzen die de boomgaard markeerden aan de slootzijde van de Tenge zijn dit najaar gesnoeid, zodat voldoende licht en lucht de fruitbomen kunnen bereiken. Ook het omliggende groen is gekort. Het snoeihout is gebruikt om twee takkenrillen aan te leggen. Er is nu een min of meer stabiele situatie bereikt, waardoor we de komende tijd kunnen gebruiken om deze prachtige, enigszins verborgen plek echt tot leven te brengen. Maurice Kruk maakt vanuit zijn professionaliteit in opdracht van de gemeente Krimpen aan den IJssel een plan, wat door de NVWK vervolgens ten uitvoer wordt gebracht.

D

e boomgaard is een onderdeel van een destijds vijf maal grotere boomgaard die zich uitstrekte tot aan de IJsseldijk. Deze boomgaard is gedeeltelijk opgeofferd aan woningbouw,

samen met de daarbij behorende boerderij van De Vries. Reeds voor de oorlog stonden er fruitbomen; die zijn in de oorlog als stookhout in rook opgegaan. De oudste bomen nu dateren van rond 1952. e zeer geanimeerde bijeenkomst op het gemeentehuis met Wethouder Oosterwijk, Jan Soetens (hoofd Afdeling Ruimte), Johan Dirven (Opzichter Groen), Max Ossevoort en Frits Hemerik (één van de initiatiefnemers van het project) leverde nieuwe impulsen op voor een bredere samenwerking waar de NVWK zich over gaat beraden. Helaas moest de andere initiator Ber Verbeek door vakantie verstek laten gaan, en ook Patrick Heuvelman (coördinator werkgroep landschapsonderhoud) kon helaas niet aanwezig zijn. De wethouder noemde als doel op korte termijn dat Krimpen aan den IJssel in 2016 meedoet aan de verkiezing tot ‘Groenste Gemeente van Nederland’, waarbij zij graag advies krijgt over hoe een aantal nu saaie groenstroken levendiger kunnen worden. Het andere ‘groenzwaartepunt’ in de gemeente Krimpen aan den IJssel waarbij de NVWK is betrokken is het Zwaneneiland, dat door de groep van Jos de Nood al jaren wordt onderhouden en waarbij ook de Krimpense jeugd meehelpt bij de activiteiten.

D

Natuurvraag Van de redactie Een lezeres mailde ons de volgende vraag; “Sinds vorig jaar heb ik last van één kraai of kauw. Het is begonnen in het voorjaar, waarschijnlijk had hij een nest in één van onze bomen, hij heeft toen bij twee van onze ramen veel bloed verloren door deze aan te vallen. Nu was dat allemaal niet erg, want dat konden we schoonmaken, maar sinds die tijd heeft hij alle kit uit al onze ramen en deuren gepikt. Hij heeft zelfs onze horren kapot gemaakt, zodat hij bij de kit kan. Sinds kort hebben we een nieuwe auto en daar is hij nu ook mee begonnen. Ik had gehoopt dat het uiteindelijk wel over zou gaan, maar helaas niet. Ik heb echt geen idee wat ik hieraan moet doen, daarom benader ik jullie in de hoop advies te krijgen wat te doen. Hopelijk hebben jullie hier ervaring mee en kunnen jullie mij advies geven”. Wie heeft hier een verklaring en/of een oplossing voor? Reacties kunnen naar nvwkredactie@gmail.com. 34

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016


De Idylle in het Loetbos Uitvoering beheerplan Patrick Heuvelman Fase één, de aanleg van de Idylle is voltooid. De tweede fase en de belangrijkste om een veelzijdige Idylle voor de toekomst te behouden, is goed beheer. Er zijn twee hoofdtypen vegetatie in de Idylle. Het grootste deel bestaat uit kruidachtige vegetatie, in de vorm van bloemrijke velden, inclusief de oevers en ruigten. Daarnaast is er houtachtige vegetatie in de vorm van struweel en een gedeelte bos. Het beheerplan is derhalve ook in twee delen opgemaakt, met de twee genoemde vegetatietypen als specifiek hoofdstuk. Het beheerplan is opgesteld vanuit de gedachte dat de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard het beheer uitvoert, maar wel in samenspraak met en met ondersteuning van Groenservice Zuid-Holland (GZH), de organisatie die het Loetbos beheert.De NVWK heeft de intentie om het beheer conform het onderstaande beheerplan jaarrond uit te voeren. Bij onvoorziene omstandigheden kan het nodig zijn om terug te vallen op de inzet van GZH, bij het uitvoeren van taken of werkzaamheden.

G

raspaden en grasranden Door de Idylle lopen gras-wandelpaden die in verband met de beloopbaarheid met regelmaat gemaaid moeten worden. Er zullen zes tot zeven maaibeurten in een jaar nodig zijn. Dergelijke maaiacties vinden ook plaats bij overige graspaden in het Loetbos. Het heeft de voorkeur om deze matig intensieve maaihandeling bij GZH te houden.

K

ruidenvegetatie De kruidenvegetatie bestaat weer uit drie specifieke vegetatie typen. De bloemrijke velden, de ruigten en de oevers. Het beheer van deze vegetatie typen wordt apart beschreven. Het specifieke maaibeleid wat voor deze zones nodig is, is een taak die prima past bij de NVWK.

B

loemrijke velden Het belangrijkste doel is dat de bloemrijke velden bloemrijk blijven en niet gaan vergrassen. Het merendeel van de bekende/ aanwezige grassoorten in de bloemrijke velden groeien uit tot een dichte zode. Dit kan worden voorkomen door de grond te verschralen. Minder voedsel betekent minder grasgroei, wat resulteert in een open structuur, waar gevallen zaden van uitgebloeide bloemen kunnen kiemen. Ook voor grondnestelende bijen is een open vegetatie structuur belangrijk. Het maaien en afvoeren wordt minimaal één en maximaal twee keer per jaar uitgevoerd over de gehele oppervlakte. De eerste ronde vindt plaats in juni en een tweede ronde in september. Echter in belang van behoud van voedsel voor de insecten is het van groot belang gefaseerd te maaien. In één slag alles maaien geeft een groot voedsel tekort en er ontbreekt schuilgelegenheid voor de fauna. Onderstaande afbeelding geeft een indicatie van hoe het beeld kan zijn na gefaseerd maaien. Een en ander zal afhankelijk zijn van de bloeiende planten en de ingezette machine. Nieuwe inzichten op deze manier van maaien komen terug in het zogenaamde ‘sinusbeheer’. Sinusbeheer is een specifieke maaimethode waarin bij iedere maaironde een wisselende vorm en oppervlakte wordt gemaaid. Het maaien wordt afgestemd aan de op dat moment nog in bloei staande vegetatie of vegetatie die nog gaat bloeien om een constant voedselaanbod voor insecten te garanderen. Belangrijk is dat er na een maaironde nog minimaal 40% van de vegetatie ongemaaid blijft. Het vooraf tekenen van

een maaipatroon is derhalve niet mogelijk. De machinist van de machine bepaalt wat wel of niet gemaaid wordt. Dit maairegiem geeft ook meer variatie in de ontwikkeling van de vegetatie wat de biodiversiteit ten goede komt. Zo ontstaat een maximum aan variatie met plekken die zelfs meerdere jaren overstaan tot delen die meermaals per jaar worden gemaaid. Het heeft de grote voorkeur sinusbeheer op de bloemrijke velden toe te passen.

W

erkwijze bloemrijke velden Om vastrijden (structuurbederf) van de grond te voorkomen is het van belang dat het maaiwerk met lichte machines wordt uitgevoerd. Het inzetten van een éénassige maaitrekker met een voorop gemonteerde vingerbalk is het beste gereedschap voor het gewenste resultaat. Het vrijkomende maaisel dient gedroogd te worden alvorens dit wordt afgeruimd. Afhankelijk van het weer in de periode na het maaien zal dit enkele dagen duren. Van belang is dat het maaisel niet te lang blijft liggen om verstikking van de onderliggende planten te voorkomen. Onder normale omstandigheden duurt dit een week. Het afruimen gebeurt bij voorkeur ook handmatig, door middel van rijven. Hierna kan het worden afgevoerd. Ook dit dient bij voorkeur handmatig plaats te vinden. Hoe dit gebeurt is echter afhankelijk van het hergebruik. Wanneer het maaisel gebruikt gaat worden als veevoer, en dus in balen zal worden verwerkt, kan het hooi het beste op een wandelpad of langs het hoofdpad in een ril worden verzameld. De trekker en balenpers kunnen het pad dan als rijbaan gebruiken en zo wordt er niet over de bloemrijke velden of de niet gemaaide stukken gereden. Het vrijkomende materiaal kan echter ook worden hergebruikt ten behoeve van de natuur. Het kruidenrijke hooi is namelijk een zaadbank. Tijdens het drogen en het verzamelen zullen veel zaden losraken en op de grond vallen waar een deel zal ontkiemen voor een nieuw bloeiseizoen. Maar er zullen ook zaden achterblijven. Door het uitspreiden van het maaisel op een soortenarm gebied kan ook hier meer variatie in kruiden ontstaan.

W

erkwijze oevers De oevers worden net als de bloemrijke velden één of twee keer gemaaid. Dit kan tegelijkertijd. Ook hier kan sinusbeheer worden toegepast. Echter vanwege de beperkte WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 35


breedte zal dit lastiger zijn, maar wel uitvoerbaar. Het maaien kan bij de brede oevers deels met een eenassigetrekker worden uitgevoerd. Veiligheid is van groot belang dus direct langs het water of bij te steile bermen kan het maaien het beste met een zeis of bosmaaier (motorzeis) worden uitgevoerd. Ook hier kan gehooid worden. Het maaisel/hooi kan wel het beste apart worden hergebruikt. Het hooien gebeurt bij voorkeur handmatig. Medio oktober dient er ook ‘gesloot’ te worden. Dit omvat het door middel van een sloothaak verwijderen van (te ver) in het water groeiende vegetatie. Deze planten worden op de kant getrokken en dienen spoedig afgevoerd te worden om verstikking van de onderlaag en verrijking van de bodem te voorkomen. Teveel nutriënten zorgen voor een afname van de diversiteit aan plantengroei, doordat bepaalde vegetatie dan de overhand krijgt.

W

erkwijze ruigten Een ruigte is een gebied waar juist in de winter insecten bescherming moeten kunnen vinden. Het beheer moet hierop worden afgestemd. De ruigten worden maar een keer per jaar gemaaid en wel in het voorjaar na de vorst. Dit kan dus per jaar verschillen. Het in te zetten gereedschap is gezien de oppervlakte en de plaats van de vegetatie een zeis of een bosmaaier. Het afruimen kan direct na het maaien worden uitgevoerd daar het zaad in de winterperiode reeds is afgevallen.

S

loten Niet alleen de oevers, maar de watergangen zelf hebben ook onderhoud nodig. Dergelijk werk is dusdanig zwaar dat dit bij voorkeur geheel machinaal plaatsvindt. Bij de inrichting van de Idylle is hier rekening mee gehouden. De watergangen kunnen machinaal benaderd worden zonder dat de gronden van de Idylle bereden hoeven te worden. Het uitvoeren van slootwerkzaamheden wordt uitgevoerd door GZH. Om verrijking van de oevers te voorkomen heeft het de voorkeur om het slootvuil na indrogen af te voeren.

H

outige vegetatie De houtige vegetatie bestaat uit twee verschillende onderdelen. Er zijn drie bij de aanleg van de Idylle aangeplante struwelen en er is een bosdeel waardoor een pad loopt wat als verbinding dient naar de verharde paden. Het bos is een onderdeel van het reguliere Loetbos en bestaat uit oude boomvormen en ondervegetatie. De struwelen dienen compact en jong te blijven. Dit gebeurt door het cyclisch snoeien eens in de drie jaar om daarmee het struweel uit te dunnen. Het bosdeel kan ook eens in de drie jaar gesnoeid worden. Het open houden van de oostzijde is belangrijk om zo voldoende licht op de bodem te krijgen zodat zich ook daar veel variëteit in soorten kan ontwikkelen. Het snoeiwerk dient buiten het broedseizoen (dus van half november tot medio maart) uitgevoerd te worden. Vrijkomende takken kunnen op de aanwezige takkenril worden verwerkt.

36

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

T

aakverdeling Onderstaand een taakverdeling die als basis geldt. In overleg kunnen de coördinatoren besluiten dat hier indien nodig vanaf wordt geweken.

Taken

actie

Maaien graspaden Maaien bloemrijke velden 1e en 2e ronde Afruimen hooi Afvoeren maaisel Maaien oevers Afruimen oevers Afvoeren maaisel Ruigten maaien Houtopstanden snoeien Afvoeren/versnipperen van takken indien nodig Sloten van watergangen Afvoeren slootafval

GZH NVWK NVWK NVWK NVWK NVWK GZH NVWK NVWK GZH GZH GZH

Afbeeldingen op de pagina hiernaast: 1. Sinusbeheer is een alternatieve manier van gefaseerd maaien in wisselende patronen, zó dat minimaal 40% van de (bloeiende) vegetatie blijft staan. Het doel is jaarrond een maximum aan nectarplanten. Foto: http://steenfabriekceres.nl/hooiweiden.php 2. Het maaisel wordt bij voorkeur handmatig opgeruimd door middel van rijven; bron: www.heemtuingoudsehout.nl 3. Een ruigte met overwinteringsplekken voor bijen en andere insecten; bron: www.bijenhelpdesk.nl 4. Het openen van de oostkant van het bosdeel tijdens de Nationale natuurwerkdag 2015; foto: Gabrielle Heuvelman

P

lanning Onderstaand grove schema dient om de werkzaamheden jaarrond inzichtelijk te maken en kan als leidraad worden aangehouden. Er is regelmatig contact tussen een aan te wijze coördinator namens de NVWK en de contactpersoon/coördinator namens GZH. Zij maken uiteindelijk definitieve afspraken over de uitvoering op niveau van momentum en werkwijze. Deze data zijn dus mede afhankelijk van de weersomstandigheden en kunnen om die reden pas in een laat stadium gecommuniceerd worden. De in de tabel gemarkeerde perioden worden wel vast meegenomen zowel in de agenda op de site als in de Even Noteren in de Waardvogel, zodat liefhebbers van maaien en hooien hier rekening mee kunnen houden!

Taak/actie 1e maaironde max. 60% 2e maaironde max. 40% Oevers maaien

maart juni juli sept.

okt.

nov.

Ruigten maaien

Sloten

Maaien graspad 6-7x per jaar, tussen april en oktober

Snoeien en dunnen struweel en bos 1x per 3 jaar in november tot maart


1

2

3

4

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 37


ter k h o ac w n? e ! e

we O id wo e rd Ga m e

Spot

se de Big Fi v e v a n d e Z u i d - H o l l an d nis weides, en maak ken van k r e r met het w hte

wac d e weide

De Groene Motor

#degroenemotor

hter worden c a ew d ien iets i h c e s i s v o or j o u ? m

w

Is

EIDEW *W

natuurliefhebber bui tenmens kan tegen een stootje gezellig samen met anderen

HTERSA

er dan (vogel -) Enthousiasme is belangrijk wordt, krijgt kennis. Wie Weidewachter -programma erk eerst een cursus of inw ie. dem aca ters via de Weidewach ONZE WEIDESAFARI

Op 23 april as. houden wij een informatiedag inclusief een weidesafari voor iedereen die interesse heeft om weidewachter te worden bij de NVWK. Adres: Koolwijkseweg 47 in Stolwijk. Tijden en details volgen via je mail!

Meld je aan via weidevogels@nvwk.nl

38

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

Namens alle weidevogels in Zuid- Holland nodig ik je uit voor onze Weidesafari . Ik hoop je te zien!

C

E M I E*

• • •

AC

Beste N a t u u r l i ef h eb b e r,

AD

te Hoe herken je een geschik Weidewachter (in spé)?

els vog e d en i e d i e w wachter We eb b help je de Als h e u i d - H o l l an d en. Z m Z r e h t e c s b e in s e h u l p n e t z o h ard n o d i g a l on z i g F i v e in Af ri k a ! de B

Groet van het NVWKweidevogelteam

Aan

Alle natuurliefhebbers met hart voor weidevogels in en om de Krimpenerwaard!!


Meedoen met beheer van de Idylle en van bermen Patrick Heuvelman Op de vorige bladzijden van deze Waardvogel kunt u lezen dat het beheer van de Idylle de nodige aandacht en inspanning vraagt. De werkwijze komt namelijk meer overeen met het maaibeheer uit vroeger tijden dan met de huidige wijze van weiland beheer. Uiteraard wijken we daarvan flink af om dat doelstellingen qua vegetatie nu eenmaal heel anders zijn dan voor agrarisch productiegras. In het beheerplan staat een schema in welke periode er ongeveer inzet wordt verwacht.

D

e werkwijze zoals we die willen gaan uitvoeren is ook arbeidsintensiever dan het reguliere beheer van de graslandpercelen in het Loetbos, en vraagt om specifieke inzet en vaardigheden. Het maatwerk zal gecoördineerd worden door de landschapswerkgroep. Om het werk uit te kunnen voeren, gaan we - mede door een genereuze bijdrage van het Streekfonds Krimpenerwaard - gereedschap aanschaffen zoals een éénassige maaitrekker met een maaibalk. Daarnaast zal er gebruik worden gemaakt van rijven en waar nodig ook van een zeis. Dit is gereedschap waar niet iedereen mee heeft gewerkt of kan werken. Om die reden gaan we cursussen organiseren waarin we ons het gebruik van dergelijke machines en/of gereedschap eigen

kunnen maken. Wanneer u denkt: Goed initiatief! en u zou zich een of meerdere keren willen inzetten voor het beheer van de Idylle en bloemrijke bermen in de omgeving, meld u zich dan aan dan en we kijken samen hoe we elkaar hierin kunnen vinden qua tijdsbesteding, begeleiding en cursussen/workshops op maat. Op deze wijze denken we een goede verbinding te maken met u om zich als vrijwilliger in te kunnen zetten voor behoud van specifieke vegetatie en natuur in de Krimpenerwaard. De eerste cursus die nu mede door een bijdrage van het Groene Motorfonds wordt georganiseerd medio mei 2016, is het veilig werken met een éénassige maaitrekker met een maaibalk. Een workshop werken met de zeis en de hooihark zit in de pijplijn. Doet u ook mee?

Startavond weidevogelseizoen 3 maart as. Joep Vermaat

Het is op de kalender weer bijna lente, hoewel je dat niet zou zeggen aan het weer. Onze favoriete steltlopers zijn onderweg uit het zuiden naar de sappige velden in de Krimpenerwaard. Hoog tijd voor de jaarlijkse startavond. Dit jaar vindt die plaats op donderdagavond 3 maart in ‘De Zwaan’ te Berkenwoude. Het is een belangrijk jaar, omdat het nieuwe subsidiestelsel in werking treed. Vanaf nu krijgen deelnemende boeren alleen vergoed als ze daadwerkelijk actieve maatregelen nemen om de weidevogelstand te verbeteren. Een strenger beleid, met duidelijkere afspraken wat er toe moet leiden dat onze nationale vogel, de grutto, maar ook tureluur, scholekster, kievit en slobeend meer kansen krijgen.

O

m dat voor elkaar te krijgen wordt er van onze vrijwilligers heel wat verwacht. Naast het traditionele nesten zoeken en markeren moeten ook gegevens worden bijgehouden over de aanwezigheid van vogels, het gedrag van de vogels en het resultaat van de maatregelen. Ook zal tot op zekere hoogte worden gekeken of deelnemende agrariërs zich aan de afspraken houden. Tijdens de startavond zetten we al deze werkzaamheden nogmaals op een rijtje en luiden we het nieuwe seizoen in.

O

ok zullen we tijdens de startavond cursussen aankondigen waarmee we onze vrijwilligers willen gaan ondersteunen. Eind vorig jaar was er al de cursus ‘Boerenverstand’. In het vat zit nog de cursus Quickscan Beheer monitoring (QBM); tijdens deze cursus wordt uitgelegd hoe de gedragingen worden vastgelegd. Hiermee kunnen we zien of de beheermaatregelen op de juiste plekken worden uitgevoerd. En tijdens de cursus Bruto Territoriaal Telling (BTS) ligt de nadruk op de aanwezigheid van

weidevogels in grotere gebieden en het broedsucces aan het einde van het seizoen. Voor de beginnende weidewachters is er een kietelcursus om kennis te maken met het weidewachter werk. Mocht je zelf nog geen vrijwilliger zijn of je kent mensen die de weidevogels een warm hart toedragen en een handje willen helpen, dan is deze cursus een aanbeveling. Hiernaast wordt de Weidesafari aangekondigd. Tijdens de Weidesafari komen zowel de vogels, als de problematiek en het vrijwilligerswerk aan bod. Deze speciale dag zal plaatsvinden op zaterdag 23 april.

Z

et donderdag 3 maart 2016 dus in je agenda. We starten om 20.00 uur en je bent van harte welkom vanaf 19.30 uur in ‘De Zwaan’. Op de tafel zullen weer de nodige materialen liggen, zoals de bamboestokken, stalkaarten, boekjes en vergunningen. We rekenen op je aanwezigheid!

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 39


Actief met vlinders klein overzicht van 2015 Gabrielle Heuvelman U hebt het vast gehoord of gezien in het nieuws of op internet: door de zachte winters zijn vlinders nog of alweer actief. Vanwege het warme najaar zijn er lang vlinders gezien en hopelijk hebben ze op tijd een rustplek gevonden om te overwinteren. Maar door de gematigde temperaturen zijn een groot aantal vlinders al weer te vroeg ontwaakt en verbranden ze kostbare energie. Laten we hopen dat ze nogmaals de kans krijgen om een gunstig verblijf te vinden voor de vorst die ongetwijfeld nog gaat komen deze periode. Eerst even een terugblik op het vorige seizoen. In totaal zijn er 21 soorten dagvlinders gezien waaronder een paar die ik graag apart wil vermelden. Jannie Monhemius zag op 1 juli een bruin zandoogje in de omgeving van de vogelplas Middelblok en Bram Omen zag er op 20 augustus ook nog een bij de Lageweg. Leuk was ook de waarneming van het hooibeestje op 13 augustus door Arie Kooy. We hopen dat deze soorten zich echt stabiel kunnen gaan vestigen in de Krimpenerwaard; er zijn de afgelopen jaren maar enkele van deze soorten gezien. De mooiste waarneming van 2015 was echt een zeldzame, namelijk een tijgerblauwtje. Hij werd als eerste gezien door Jannie van Herk op 18 juli in Lekkerkerk en op 29 augustus is de soort waargenomen in Krimpen aan de IJssel waar hij door minimaal 37 waarnemers is gezien. Dat toont maar aan dat dit een leuke en bijzondere waarneming was. Het is onduidelijk of het hetzelfde exemplaar was. Het tijgerblauwtje is een trekvlinder, dus kijk in 2016 goed, want wellicht duikt hij weer op in onze polder. 2015 was het tweede jaar van ons driejarig nachtvlinderonderzoek, maar nog niet alle gegevens zijn binnen. Nachtvlinderen vraagt soms nog wel wat tijd om de soorten op naam te brengen. De onderzoekers maken foto’s van de vlinders, voordat die vrijgelaten worden. Ze moeten dan nog een moment vinden om de foto’s te bekijken en de soorten op naam te brengen. Wat voor de resultaten ook nadelig uitpakte, was dat op de vastgestelde teldatums de weersomstandigheden slecht waren en niet alle vallen zijn ingezet. Desondanks zijn er in 2015 wel meer soorten waargenomen. Tot nu toe 316 soorten tegenover 176 soorten in 2014 en 185 soorten in 2013. Er is sprake van toename van interesse en in soorten! De grootste hoeveelheid soorten zijn waargenomen door Daniel Benders bij het nachtvlinderen in de omgeving van de Hooge Boezem in Haastrecht. Dit gebied is dus niet enkel voor vogels een interessant gebied! Laten we hopen dat de seizoenen in 2016 gunstiger zullen verlopen, dat we ook dit jaar mooie waarnemingen met elkaar kunnen delen en dat we een nog grotere soortenrijkheid mogen noteren.

Witvlakvlinder, foto: Gabrielle Heuvelman

Hooibeestje, foto: Arie Kooy

Tijgerblauwtje, foto: Jan Willem Griffioen

Bruin zandoogje, foto: Hanry Doorn 40

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016


Jeugd g Uilenballen pluizen op school Tekst: Suze Peters, foto: Natasja Verhoeve Na het carnavalsfeest in de ochtend mochten de ­kinderen van de St. Jozefschool in Moordrecht ­kiezen wat ze ’s middags wilden doen. Een van de activiteiten was uilenballen pluizen en veel kinderen hadden gekozen voor dit fascinerende onderwerp. Om de kennis een beetje te testen begon de groep met het ‘waar of niet waar’ spel waarbij ze ­antwoorden moesten geven op een paar vragen. Daarna kreeg elk tweetal een uilenbal om uit te pluizen. Een paar kinderen waren in het begin huiverig om met hun handen de braakballen uit elkaar te trekken en de skeletbotjes tussen het haarpluis vandaan te vissen, maar toen het niet lukte om het met satéprikkers te doen, keken ze naar hun pluizende klasgenootjes en volgden hun voorbeeld. Gelukkig waren de ballen vooraf 24 uur in de diepvries geweest, zodat de maden die erin zaten dood waren. Langzaam kwamen schedeltjes, onderkaken, bekkenbotjes en staartstukjes tevoorschijn. Elk botje werd aan de hand van een zoekkaart op naam gebracht.Het uilenballen pluizen werd mede begeleid door leden van de uilenwerkgroep van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard. Echt veel tijd om de muizen op naam te brengen was er niet, maar het verschil tussen de woelmuizen (vooral veldmuisjes) en de spitsmuizen met hun rode tandjes was duidelijk te zien.

Nieuwe jeugdleider gevraagd Mieke Veen Wie wil de jeugdgroep komen versterken? Pieter van Dam is gestopt met zijn activiteiten voor de jeugdgroep en Mieke Verwaal gaat ons ook verlaten. Dat betekent dat Mieke helemaal alleen over is. We zoeken enthousiaste mensen met wat kennis over de natuur, maar vooral mensen die iets willen organiseren. Liefst mensen met kinderen in de doelgroep (8-12 jaar). Enige ervaring met computer en PowerPoint zou fijn zijn.

Rechter verbiedt ook afschot smienten in Zuid-Holland Vogelgescherming Nederland, vrijdag 29 januari 2016

PERSBERICHT

Na de provincie Noord–Holland is ook Zuid-Holland door de rechtbank terug gefloten: de provincie mag niet ongelimiteerd smienten laten afschieten, een beschermde eendensoort. Vogelbescherming Nederland stapte naar de rechtbank om de ontheffing te schorsen en daarmee het afschot onmiddellijk te doen stoppen. De afgegeven ontheffing is door de rechter geschorst. De smienten zijn dus voorlopig veilig in Zuid-Holland. Smienten zijn eenden die in Noord-Scandinavië broeden. In de winter verblijven ze in Nederland, Noord- en Zuid-Holland in het bijzonder. De vogels grazen in de winter gras dat ook voor koeien bedoeld is. Boeren kunnen daardoor schade ondervinden, die gecompenseerd wordt uit het Faunafonds. De beide provincies kozen echter voor het schieten van smienten. Extra cru in Zuid-Holland is dat het gebruik van lokvogels is toegestaan. Een vreemde beslissing omdat de ontheffing aangeeft slechts de smienten te willen verjagen. De rechtbank in Den Haag gaf vandaag, in navolging van de rechtbank in Noord-Holland, Vogelbescherming Nederland gelijk en heeft het besluit met onmiddellijke ingang geschorst. De belangrijkste reden voor de schorsing is dat de provincie volgens de rechter in zijn besluitvorming een veel te rooskleurig beeld geeft van de trend van de smient in Zuid-Holland, terwijl uit gegevens van Sovon Vogelonderzoek Nederland duidelijk blijkt dat er sprake is van een afname van smienten in de provincie. De provincie had ook niet afdoende aangetoond dat er sprake is van een concrete dreiging van belangrijke schade in alle gebieden waar afschot werd toegestaan. De aantallen smienten nemen de laatste jaren af. Belangrijke reden voor deze afname is dat de smienten minder jongen grootbrengen, hun broedsucces neemt de laatste 10 jaar af. Vogelbescherming benadrukt dat het afschieten van smienten indruist tegen de ‘instandhouding’ van de vogelsoort: vogels waar het niet goed mee gaat moet je beschermen en schiet je zeker niet af. De provincie moet nu gaan besluiten over de bezwaren van Vogelbescherming tegen het afschot. De rechtbank heeft de ontheffing geschorst tot 6 weken nadat de provincie hierover besloten heeft. WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 41


Een nieuwe ‘vogelaarwijk’ Huisjes voor vogelaars Jaap van der Laan, coördinator bouwproject nestkasten

42

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016


Vele handen maken licht werk. Dat hebben we ervaren bij de bouw van 202 nestkasten en 14 kleibakken voor 11 verschillende vogels in het kader van het erfvogelproject. Op 22 januari voltooiden we de klus die we op 10 december waren begonnen.

W

ij, dat zijn de vrijwilligers die op uitnodiging van het bestuur en vervolgens op de datumprikker gereageerd hadden, die ik als coördinator van dit bouwproject had rondgestuurd. We zijn begonnen bij goed weer onder mijn carport op de Zuidbroek in Bergambacht in december, en vervolgens werkten we in januari bij slecht weer in de schuur bij Ab Bongers op de Bovenberg in Bergambacht. Het voorbereidend werk zoals hout bestellen en het paszagen van onderdelen is verricht door Bert Neeleman. Max Ossevoort zorgde voor de verf, de kwasten, de spijkers en de schroeven. Verschillende vrijwilligers brachten hun meetgereedschap, hamer, nijptang en boortol mee. Op beide werklokaties waren houtbewerkingsmachines beschikbaar, heel handig en onmisbaar bij zo’n klus. Tijdens de werkmiddagen werd de inwendige mens goed verzorgd door onze vrouwen. Vooral bij de koude dagen werd de warme kop soep dankbaar aanvaard. Als je alle nestkasten naast elkaar zet, dan krijg je een heus woonwijkje voor diverse vogels. Ik heb een ontwerp van de ‘vogelaarwijk’ gemaakt met een vette knipoog naar de probleemwijken van minister Ella Vogelaar; zie de tekening onder aan de rechter pagina. De nestkasten zijn voorlopig opgeslagen op de Hendrikshoeve en in de schuur bij Jaap Graveland. De opzet is dat de nestkasten worden geplaatst bij de deelnemers aan het erfvogelproject. De coördinatoren van het erfvogelproject beraden zich nu langs langs welke route de nestkasten tijdig op hun plaats kunnen hangen, opdat de vogels hun intrek kunnen nemen. Langs deze weg wil ik alle mensen bedanken die hun bijdrage aan het welslagen van dit project hebben geleverd.

Vrijwilligers die ­hebben ­getimmerd: Cor van der Blom Rinus van ­Meijeren Ab Bongers Henk Focke Jan van Exel Ber Verbeek Frits Hemerik Arie Kooy Victor Gertenbach Teus Potuijt Jannie Monhemius Leen den Hartog Max Ossevoort Jaap Graveland Bert Neeleman Jaap van der Laan

Feestelijke uitreiking van de nestkasten Jaap Graveland en Max Ossevoort

H

et is bijzonder wat Jaap van der Laan en de andere vrijwilligers hebben verricht. Maar liefst twintig mensen hadden zich aangemeld, de meesten hebben ook kunnen meehelpen, sommigen zelfs elke middag. Bijna alle kasten staan nu in mijn schuur (ex-kaaspakhuis), een stapel van drie meter hoog, enigszins argwanend bejegend door mijn lieve vrouw (‘Is dit het?’). Zie bijgaande foto’s, het is nauwelijks op één foto te krijgen. Jaap heeft een mooi plan bedacht om de nestkasten symbolisch en ook letterlijk namens de timmerlieden over te dragen aan de erfeigenaren. Een aantal van hen zal ook meehelpen bij het ophangen. Op zaterdag 27 februari worden de nestkasten uitgereikt aan de erfeigenaren waar een erfscan is uitgevoerd en waar is geadviseerd om nestkasten op te hangen. De feestelijke overdracht vindt plaats bij De Zwaan in Berkenwoude. We maken er ook een klein feestje van, om de nestkasttimmeraars even in het zonnetje te zetten (dat hebben ze wel verdiend) en het erfvogelproject te promoten. De wethouder Ruimtelijke Ordening van de gemeente Krimpenerwaard, Dilia Blok zal namens de gemeente aanwezig zijn. Dilia heeft het vrijwilligerswerk als wethouder altijd sterk ondersteund en gepromoot.

Plantenlijst met nuttige planten voor erfvogels Jaap Graveland

V

oor het erfvogelproject hebben Imelda Kloosterman en Jaap Graveland lijsten samengesteld van planten die nuttig zijn voor erfvogels: als voedselbron, om in te nestelen of om in te schuilen. Het gaat om bomen, struiken, vaste planten en eenjarigen. Ze hebben gebruik gemaakt van informatie op de sites van De Vlinderstichting en van Vogelbescherming Nederland over een vogelvriendelijke tuin. De site van Vogelbescherming bevat onder andere een handige bessenkalender en veel informatie over aanleg en onderhoud. De informatie per soort is beknopt. Daarom zijn de volgende gegevens toegevoegd: • Soorten die geschikt zijn voor erven en minder voor tuinen, zoals de knotwilg • De specifieke waarde voor erfvogels, en in welke periode de soort belangrijk is • Standplaatskenmerken (droog/nat, zon/schaduw) en beplantingsvormen (solitair, haag, bosje, etc.) • Aanduiding van soorten voor bloemenweiden, oevers en voor vroege of juist late bloei (verlenging bloeiseizoen) • De vogelsoorten waarvoor de plant van betekenis is • Andere waarden en kenmerken van de plant, bijvoorbeeld sierwaarde door herfstkleuren van het blad, de betekenis als bodembedekker of woekerend gedrag De plantenlijsten kunt vinden op https://www.nvwk.nl/actueel/projecten/project-erfvogels. Als u vragen of opmerkingen heeft over de inhoud of de opzet van de tabel, dan horen zij dat graag. Dat kan via: erfvogels@nvwk.nl of XX XXXXXXXX (na 20.00 uur). WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 43


Braakballen pluizen: leuk, leerzaam en belangrijk Pieter van Dam en Jaap Graveland In de vorige Waardvogel en in een column in de IJssel en Lekstreek deden we een oproep om mee te doe met het uitpluizen van braakballen. Dat werkte: op 14 januari zaten we met twintig mensen in de zaal van het Zuid-Hollands Landschap bij Bakkerswaal. Carla en Hans gaven ons letterlijk en figuurlijk weer een warm welkom. En de deelnemers vonden het een leuke en leerzame avond.

W

e kregen hele goede ondersteuning. Kees Mostert uit Leiden en Ger Maatkamp van Goeree hebben al duizenden braakballen geplozen voor onderzoek aan zoogdieren en aan het menu van uilen. Zij hoeven maar naar een muizenschedel te kijken en weten al wat het is, terwijl wij beginnelingen gebruik moeten maken van determinatietabellen. Maar als troost en wenkend perspectief: Ger en Kees hebben het ook met die tabellen geleerd. We verdeelden de braakballen van de kerkuilen onder de aanwezigen en gingen aan de slag. Kees en Ger liepen rond om uitleg en tips te geven. Hier de impressies van twee deelnemers: “Ik wilde altijd al eens uilenballen pluizen, maar het kwam er nooit van. Ik was erg benieuwd naar hoe het in zijn werk ging. Ik stelde me eigenlijk voor dat je elk botje bekeek; pootjes, ribjes, schedels, maar het bleek dus dat het alleen van belang is om de kaakjes te vinden. En wie had gedacht dat een muis één bovenkaak heeft, maar dat de onderkaak uit twee delen bestaat. Het was verrassend hoeveel schedeltjes er uit de uilenballen kwamen. Pluizen bleek een goed woord; de botjes zitten tussen een heleboel pluis. De groep werd heel enthousiast begeleid. Ik vind het enorm leuk als mensen ergens zo vol van zijn en er zo voor gaan. Ik wil echt graag nog eens pluizen.”

44

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

“Na de oproep in de Waardvogel ging ik op weg naar de Bakkerswaal om uilenballen te pluizen. Ik had het al een keer eerder gedaan en wat ik me herinner is dat het echt prutsen was om die bal überhaupt open te krijgen. Behalve de loep en tandenborstel ook maar een flinke stopnaald meegenomen. Na een korte uitleg van Pieter kreeg iedereen een zakje met een kerkuilenbal. Wat was uitgelegd klopte, de braakbal van de kerkuil is makkelijk uit elkaar te prutsen. Al snel lagen bij iedereen vele botjes op de tafel; pootjes, schouderbladen, ribben en natuurlijk ook schedels. De kleine zoogdieren worden gedetermineerd aan de hand van de schedel die bestaat uit een bovenkaak en twee onderkaken. Vorige keer had ik niet gedetermineerd, maar nu wilde ik wel graag een poging wagen. Daarvoor waren determinatietabellen beschikbaar. Na uitgebreid bekijken van de kiezen kwam ik uit op een veldmuis en een huismuis. Het verschil zien tussen twee of drie kauwvlakken was lastig, maar wel belangrijk. Helaas had ik er drie en het was dus de ‘gewone’ veldmuis. Gelukkig waren Kees en Ger aanwezig om de determinatie te bevestigen, of uit te leggen waarom het die andere was. Bij mij aan tafel had ik al bij iemand forse botten zien liggen en toen later de schedel vrij kwam was het duidelijk. De kerkuil had een woelrat te pakken gehad. Heel leuk was natuurlijk dat in de Bakkerswaal heel veel opgezette dieren staan van kooiker Hans en ook een woelrat. Dat was een goede maaltijd voor de kerkuil. Na een avond


geconcentreerd werken, maar ook tussendoor gezellig bijpraten ging ik tevreden naar huis. Een volgende keer doe ik graag weer mee al moet ik nog veel oefenen. Pieter en Jaap, bedankt voor de organisatie, en Hans, bedankt voor de gastvrijheid.”

D

e zoogdiervereniging en de landelijke werkgroepen voor de kerkuil en de steenuil gebruiken de resultaten om meer te weten te komen over de talrijkheid en de verspreiding van zoogdieren en het menu van de uilen. Dat kan ook met lifetraps (vallen waarin je de muizen levend vangt), maar dat is veel meer werk. Het lukt lang niet altijd en levert vaak geen betrouwbare gegevens op. De bruikbaarheid van de braakbalgegevens is nog vergroot doordat het Centraal Bureau van de Statistiek een methode heeft ontwikkeld om met de gegevens nog beter en betrouwbaarder veranderingen in aantallen en verspreiding van muizen en andere prooidieren te berekenen. Overal in Nederland, en sinds twee jaar ook in de Krimpenerwaard, worden nu regelmatig uilenbraakballen uitgeplozen. We weten al veel over uilen maar er zijn nog genoeg vragen. Een voorbeeld. 2014 was een top-muizenjaar, de kerkuilen in het hele land hadden grote legsels en er vlogen veel jongen uit. Maar in 2015 was de muizenstand op veel plaatsen ingestort. De broedresultaten van de kerkuilen liepen enorm uiteen: in sommige gebieden waren er meer broedparen dan in 2014,

in andere gebieden niet. Ook het aantal uitgevlogen jongen verschilde sterk van gebied tot gebied. Met de muizengegevens kunnen we straks veel van die verschillen verklaren. Dat helpt ons weer om te bepalen wat we moeten doen om de uilen te helpen. Dat is hard nodig, ook in de Krimpenerwaard. Met deze kennis zijn we hopelijk in staat de kerkuilen te helpen om zich voorgoed in de Krimpenerwaard te vestigen. Er zijn nu zes paren. Het helpt ons ook om gerichte maatregelen te kunnen voorstellen voor de steenuil (de populatie in de Krimpenerwaard bestaat nu uit tien paar, is langzaam afnemend en kent dus een onzekere toekomst) en de ransuil (de stand is sterk afgenomen en staat nu op ca. 25 paar).

K

ees en Ger hebben aangegeven nog wel eens een keer te willen helpen. Maar ze kunnen natuurlijk niet jarenlang drie avonden per jaar afreizen naar de Krimpenerwaard. We moeten op eigen benen gaan staan. We hebben nu een hele goede start. De schrijvers van dit artikel weten zelf ondertussen ook het nodige. Maar we zijn allebei al heel druk. Wie voelt ervoor om een vast werkgroepje op te zetten, zodat er ervaring in de groep ontstaat met het op naam brengen van de schedels en kaken in de braakballen? Pieter en ik kunnen je goed op weg helpen. En ‘gewone pluizers’ blijven natuurlijk zeer welkom. Houd de oproepen voor nieuwe pluisavonden in de Waardvogel in de gaten.

Merel lief en leed Tekst en illustratie: M. Bersma

De afgelopen zomer heb ik na twee saaie regendagen een tuinstoel gepakt en me daarin geïnstalleerd met een boek en een kopje thee. De lucht is stralend blauw en de zon schijnt op de ­ bloeiende planten en bloemen. Opzij van het gazon staat de hoge berk, van waaruit een merel nieuwsgierig rondkijkt. Hij fluit en vliegt vervolgens naar het grasveld waar hij naar wormen spit. Al hippend komt hij tot vlakbij m’n stoel, waar hij verder gaat met spitten. Wanneer ik even later opsta verwacht ik dat hij verschrikt weg zal vliegen, maar nee, hij gaat gewoon door en wanneer ik m’n plaats weer inneem, begroet hij mij met een riedel. De volgende morgen hang ik buiten de was aan de lijn. Zo gauw ik de deur opendoe, begroet hij mij met vrolijk gefluit. Het lijkt wel of hij blij is mij te zien. Zo gaan onze ontmoetingen nog dagen door. Wanneer ik in de tuinstoel zit, komt hij bij mij en graaft naar eten. Ik help mee. Ik buig me voorover en punnik een worm uit de grond die dankbaar aanvaard wordt. Uiteindelijk komt er een dag, waarop hij me niet meer begroet en z’n vrolijke gefluit achterwege blijft. Vanuit de berk vliegt hij naar me toe. Hij gaat vlak naast m’n stoel zitten, heel stil. Ik zie dat z’n glanzende zwarte veren een doffe glans hebben. Hij is niet tierig. Het lijkt of hij behoefte heeft aan gezelschap, daarom praat ik troostend tegen hem. Hij blijft een poosje heel stil zitten. Zou hij ziek zijn, vraag ik me af. Opeens valt hij opzij. Dood. Er schiet een brok in m’n keel; mijn vrolijke vriendje is niet meer.Ik begraaf hem met oprecht leedwezen tussen de bloeiende margrieten. Ik zal hem missen.

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016 45


Naar de Beningerslikken Vogelexcursie op 12 december 2015 Tekst en foto’s: Arie Kooy Hoewel de weersvooruitzichten de hele week aangaven dat de regenkans op zaterdag 12 december om en nabij de 70% was, werd dat vooruitzicht op vrijdag positief bijgesteld. Toch was organisator Ton de Groot sceptisch over het doorgaan van de excursie. Toen ik me vrijdag opgaf voor deelname hadden zich nog maar weinig deelnemers gemeld . Als het niet doorging, zou ik dat die avond nog horen. Dat bericht bleef gelukkig achterwege.

O

mstreeks half negen meldden zich op het vertrekpunt maar liefst twaalf deelnemers aan de excursie naar de Beningerslikken bij Zuidland op Voorne Putten. De Beningerslikken is een erg vogelrijk natuurgebied westelijk van de samenvloeiing van het Spui en het Haringvliet, aldus de eigenaar van het gebied, ­Natuurmonumenten. Daarmee is niets teveel gezegd. Om ongeveer half tien klommen we de Zeedijk op, die Voorne-Putten beschermt tegen hoge waterstanden in het Haringvliet. Tussen het Haringvliet en die dijk liggen de Beningerslikken. een intergetijdengebied van ca. 300 ha. De temperatuur was een graad of 6, ­acceptabel, maar er stond een frisse wind uit het zuidwesten, die ons duidelijk maakte dat het toch december was. Vanaf de dijk keken we uit over een grote watervlakte, dicht bevolkt met allerlei eenden en ganzen. Al gauw werden er pijlstaarten gesignaleerd en het geoefende oog van Arie Dorsman bespeurde een zeearend in een boom aan de zuidwestelijke rand van het gebied. Later tijdens de excursie werd een tweede exemplaar gesignaleerd.

O

p de slikken is een wandelroute uitgezet van ca. 6 km die we hebben gevolgd. Op het Spui aan de oostkant werden 6 dodaarzen gezien en 2 brilduikers waargenomen. Tijdens de verdere wandeling werden achtereenvolgens de volgende bijzondere soorten gesignaleerd: bruine en blauwe kiekendief, slechtvalk, meerdere g ­ rote zaagbekken, waterral, goudplevieren, graspiepers en veldleeuweriken. Ook werd een jonge, kennelijk achtergebleven, lepelaar in het vele riet waargenomen. Tijdens een koffiestop bij het vogelscherm halverwege de route kwam een blauwe kiekendief op een afstand van 30 meter overvliegen. Vanuit het vogelscherm hadden we ook een goed overzicht over de watervlaktes met tal van wintertalingen, grauwe ganzen, berg- en krakeenden. Verrassend was de oversteek van zo’n 6 meter over een vliet die we moesten maken met een ‘trekpontje’. ­­­Alle excursiedeelnemers bereikten veilig de overkant. Verderop zaten veel brandganzen, een Cetti’s zanger liet z’n geluid horen en er werden 2 grazende reeën gespot. Rond half één waren we weer terug op de parkeerplaats onder aan de Zeedijk. Volgens Ton de Groot werden er totaal 48

46

WAARDVOGEL | FEBRUARI 2016

v­ ogelsoorten waargenomen. Ton en Arie Dorsman waren de organisatoren van de boeiende excursie die zeker – ook in een ander jaargetijde – voor herhaling vatbaar is.

E

en aantal excursiedeelnemers had de smaak echt te pakken; zij reisden door naar Stellendam op Goeree Overflakkee omdat daar een noordse stern was waargenomen. Die tocht werd met de waarneming van die bijzondere soort bekroond. Namens de deelnemers: hartelijk dank aan Arie Dorsman en Ton de Groot!



Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee.

ReisReisinin 22001614 ! nss mmeee! e memtetoon 83 groepsreizen

60 groepsreizen 20 fotoreizen 65 expeditiecruises Vogelen natuurreizen naar 15 fotoreizen Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen 6 weekenden in Nederland wereldwijde bestemmingen 40 expeditiecruises groepsreizen fotoreizen • cruises • individuele reizen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN•2016: 5 weekenden Fotoreis in Nederland Ethiopië Marokko i.s.m. China, Beidaihe Canada Vogelbescherming

€ 3.295,Vertrek 17 febr. ‘16

Vanaf € 1.895,Vertrek 24 mrt ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

Ghana

€ 3.750,Vertrek 24 febr. ‘16

Nepal

Spanje, Extremadura & Coto Doñana

€ 3.495,Vertrek 27 febr. ‘16

€ 1.850,Vertrek 3 apr. ‘16

Ecuador *

€ 3.595,Vertrek 5 mrt. ‘16

South West Pacific Odyssey *

Fotoreis Finland

Vanaf € 5.575,Vertrek 6 apr. ‘16

€ 2.240,Vertrek 15 mrt. ‘16

Rabobank Krimpenerwaard ondersteunt uw vereniging.

Fotoreis Noorwegen

groepsreizen • cruises • fotoreizen

8e reisjaar Lesbos

• individuele reizen

€ 1.845,Vertrek 21 mrt. ‘16

bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

www.rabobankkrimpenerwaard.nl

€ 1.495,Vertrek 18 mei ‘16

China, Sichuan & Tibetaans Plateau

IJsland – Faroer – Fair Isle – Isle of May – Nederland *

Vanaf € 995,Vertrek 21 sep. 2016

€ 3.595,Vertrek 19 mei ‘16

IJsberen special * Vanaf € 2.900 Vertrek 22 juni ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

Borneo * € 3.495,Vertrek 20 juli ‘16

brochure@birdingbreaks.nl

Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

Reisgids 2016

Roemenië

€ 3.590,Vertrek 26 aug. ‘16

€ 3.495,Vraag de gratis reisgids 2014 aan via Vertrek 1 mei ‘16

10 jaa

met ! reizen reaks.nl BirdingB • individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen

Reisgids 2014

€ 2.875,Vertrek 4 mei ‘16

Kazachstan

r

Rabobank. Een bank met ideeën.

€ 1.395,Vertrek 21 april ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

& Happy Island

bestemmingen

* Prijs exclusief vlucht

Kijk op www.birdingbreaks.nl voor het reisprogramma 2014 en 2015! www.birdingbreaks.nl Vraag de gratis T ( 020) 779 20 30 reisgids aan! E info@birdingbreaks.nl

www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info@birdingbreaks.nl

In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.

“De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. Keuken geopend van 17.00 tot 20.00 uur op woensdag, vrijdag en zaterdag. Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.

www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.