2016 4

Page 1

Waardvogel 55e JAARGANG | NUMMER 4 | SEPTEMBER 2016 WWW.NVWK.NL

Weidevogelmelk nu te koop!

14

Waterwerkgroep opgericht

23

Samenwerking en afstemming

44

ma

and

Weide Weelde in supermarkten Krimpenerwaard

d

e

foto

n va

eDNA-onderzoek naar grote modderkruiper van start tussen de NVWK en het waterschap HHSK


Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur

Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR

Max Ossevoort, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX XXXX XXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Gerard van Slijpe, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XXXX XXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XXXX XXXXX Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl XX XXXXXXX XXXX XXXXX Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX6 Joke Colijn, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXX

Werkgroepen en andere belangrijke instanties

Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XXXX XXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Ton de Groot XX XXXXXXX Coördinator vlinders- en libellen werkgroep Gabrielle Heuvelman, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl onderhoud XX XXXXXXX XXXX XXXXX Coördinator trekvogeltellingen Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XXXX XXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XXXX XXXXXCoördinator uilenwerkgroep Jaap Graveland, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XXXX XXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx XXXX XXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Vacant Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXXX XXXXX Dierenambulance Gouda e.o. 0182 529059 Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard 0180 510894 Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team 0900 8844 Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard 140182 Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard XXXX XXXXX Vogelasiel Vogelklas Karel Schot 010 4857847 Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl 010 4537356

Lid worden?

Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk. nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.

Foto van de maand: slechtvalk Maria Spruit Ah, hij is weer, dacht ik toen ik de melding en de prachtige foto van Ton Bos van de slechtvalk in het Doove Gat op waarnemingen.nl zag. Sinds maart 2014 zijn de nieuwe wieken van de molen in het winterseizoen zijn domein. Almachtig lijkt hij uit te kijken over het gebied. Hij maakt daar het leven van de talrijke smientjes zuur, want dat is zijn hoofdvoedsel. In augustus en september arriveren de smienten en de slechtvalk komt mee. De slechtvalk is een vogel waarmee het nu eens niet slecht gaat; voorheen was de slechtvalk alleen doortrekker en wintergast, maar vanaf 1990 broedt hij ook in Nederland. Volgens Werkgroep Slechtvalk Nederland zijn er momenteel 150 broedparen. De slechtvalk heeft veel te lijden gehad van het gebruik van pesticiden. Vanaf 1960 nam het aantal slechtvalken dramatisch af. Nadat pesticiden verboden werden nam hun aantal weer langzaam toe, totdat slechtvalken dus ook gingen broeden in onze streken en omringende landen. Vanaf dat moment neemt hun aantal sneller toe. Wie weet vindt ook ‘onze’ slechtvalk een partner en blijft... Bronnen: www.sovon.nl, www.waarneming.nl, www.werkgroepslechtvalk.nl/ d 2

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016


Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 55 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december Kopij aanleveren Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november Oplage 900 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl www.facebook.com/denvwk/ https://twitter.com/denvwk Secretariaat & ledenadministratie Frans van der Storm Boschpolderstraat 14 2807 LJ Gouda info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 17,- voor een basislidmaatschap € 22,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens te sturen naar info@nvwk.nl Op de voorpagina Boerenwormkruid, foto: Huig Bouter Foto van de maand: Slechtvalk, foto: Ton Bos Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Disclaimer Artikelen of uitingen van ­derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron. Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal

Van de voorzitter Max Ossevoort De herfst is aangebroken op de kalender en de trekvogels zijn volop in beweging. Dat is de reden dat we de telpost tot eind oktober op dinsdag en zaterdag weer bezetten. Zie ook het nieuwsbericht op onze website. Ik zou zeggen: kom allemaal naar telpost ‘de Hoekse Sluis’ en beleef het mee! Het weidevogelseizoen is afgelopen en in deze Waardvogel staan veel bijdragen over de weidevogels. Zo is er een leuk artikel aangeleverd door het Agrarisch Collektief Krimpenerwaard (ACK, pag. 18). Ter ondersteuning van de weidevogels in Nederland heeft een aantal boeren de handen ineengeslagen en als boerengilde.nl weidevogelmelk op de markt gebracht onder de naam ‘Weide Weelde’. Die zuivel staat bij JUMBO en PLUS in het vak. Van elk verkocht pak gaat 2 cent naar deze boeren! Deze zuivel kopen is niet alleen de makkelijkste, maar ook de meest effectieve manier om weidevogels te helpen. Doen dus! (pag. 14) Op 3 november, de afsluitavond van het weidevogelseizoen, wordt onze ‘Weidevogelboer van het Jaar’ bekend gemaakt. Ik moedig alle weidewachters aan om ‘hun’ agrariër(s) voor deze avond uit te nodigen (pag. 19). De zwarte sterns deden het gelukkig beter dan vorig jaar toen er sprake was van erg veel verstoring door predatie. De door de NVWK en het ZHL uitgelegde nestvlotjes zijn nog steeds nodig, maar gelukkig komt er steeds meer krabbenscheer: belangrijk voor zwarte sterns als natuurlijke broedmogelijkheid én voor de groene glazenmaker. De NVWK is op regelmatige basis in gesprek met het HHSK, onder andere over het slootonderhoud. Het krabbenscheer is ook voor het HHSK een belangrijke indicator voor de waterkwaliteit en die beschermde plant breidt zich langzaam uit, maar wordt onterecht door het verplichte slootonderhoud nog vaak verstoord. Ook maaibeleid is een gesprekspunt. Een dichte grasmat moet dijktaluds extra bescherming in het winterseizoen bieden. Uit onderzoek van de Universiteit van Wageningen blijkt dat kruiden een sterkere mat vormen dan grassoorten! Dat kan een breekpunt zijn in de gesprekken. Bloeiende bermen en taluds zijn niet alleen mooi: ze leveren ook een enorme bijdrage aan de biodiversiteit. De aangekondigde waterwerkgroep is opgericht. Die gaat onderzoeken wat er in onze sloten aan leven voor komt. Een paar professionals vormen de basis en we zijn nog op zoek naar vrijwilligers die geinteresseerd zijn in waterleven, zie pag. 23. Informatie en aanmelden hiervoor kan bij Marc van Bemmel; zijn contactinformatie staat hiernaast. De Idylle in het Loetbos werd op 11 juni geopend; er staan fotoimpressies van in deze Waardvogel. Op onze website onder het kopje actueel staan de complete fotoalbums van de bouw van het insectenhotel en van de opening. Het gaat met de bloemen in de Idylle nog niet helemaal zoals gewenst; zie de bijdrage van Patrick Heuvelman op pag. 40, maar ik heb er alle vertrouwen in dat het goed komt! Het knotseizoen opent met de landelijke Natuurwerkdag op 5 november. Komt u ook helpen?? (pag. 42) Er wordt door de gemeente Krimpenerwaard beleid opgesteld ter bestrijding van zogenaamde ­plaagsoorten. Op pag. 8 doen we verslag van de levendige discussie die dit tot gevolg had binnen de vereniging, met weer onovertroffen cartoons van Gert Blom. Tenslotte wil ik u met klem vragen onze penningmeester te ondersteunen door het invullen van het incassoformulier voor de lidmaatschapsbijdrage, als u dat nog niet hebt gedaan; zie pag. 5. d

In dit nummer Belangrijke gegevens 2 Foto van de maand 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Incassoformulier insturen 5 Op de voorpagina 6 Zwarte sterns in de Krimpenerwaard 7 Wat zijn eigenlijk plaagsoorten? 8 Bouw van het insectenhotel 13 Weidevogelmelk nu te koop! 14 Wat staat ons te wachten... 18 Wie wordt Weidevogelboer van het Jaar? 19 Eigen gebieden aanmaken 19 Over de grens 20 Excursie naar de Kampina 22 Waterwerkgroep opgericht 23

Cursus nieuwe natuurwet 26 Broedende kluten 27 Boeren-Sloot-Telling 28 Gallenexcursie 28 Naar de Zouweboezem 30 Recordaantal purperreigers 33 Landelijke Dag 2016 Sovon 33 Vogelexcursie naar Zeeland 34 Opening van de Idylle 36 Het weidevogelseizoen 2016 37 Het ziekenbezoek 39 Waar bleven de bloemen? 40 NVWK, ANBI en uw belastingaangifte 41 Natuurwerkdag 42 Samenwerking met HHSK 44 Herstel soortenrijkdom dijkgraslanden 45 Bamboestokken uit eigen waard 46 Tijdelijk een droge berging gezocht 46 WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

3


Even noteren E

lke dinsdag- en zaterdagochtend vanaf 7.30 uur Dit najaar wordt op de dinsdag- en zaterdagochtend trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ bemand door o.a. Max Ossevoort, Mieke Verwaal, Paul Schrijvershof en Dirk-Jan van Roest. Op die ochtenden wordt de omgeving nauwlettend in de gaten gehouden en worden alle voorbij trekkende vogels genoteerd. Via www.trektellen.nl zijn de resultaten van de tellingen van deze ochtenden te bekijken. We verwachten tot eind oktober (afhankelijk of er dan nog trek is) de trektelpost te bemannen. Kom gerust eens langs en kijk een uurtje mee. Het is leerzaam, gezellig en er is altijd kans op een uitzonderlijke soort voor de Krimpenerwaard. Voor vragen kan er contact opgenomen worden met Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl of XX XXXXXX. De telpost vindt u aan de Lekdijk ter hoogte van het gemaal Krimpenerwaard, ongeveer halverwege Bergambacht en Lekkerkerk.

Z

aterdag 1 oktober 2016 vanaf 7.30 uur Vandaag vindt het jaarlijkse Euro Birdwatch event plaats en wij doen daar aan mee. Vanaf 7.30 tot 17.00 uur (afhankelijk van weer en trek) zal de trektelpost ‘De Hoekse Sluis’ bemand zijn. Je kunt er voor kiezen de hele dag mee te doen of slechts een paar uurtjes, dat bepaal je zelf.

Z

aterdag 15 oktober 2016 om 8.30 uur Vogelexcursie naar Willeskop. De trek is waarschijnlijk nog in gang en we hebben daar kans op allerlei steltlopers en andere doortrekkende vogels. We verzamelen om 8.30 uur op de parkeerplaats bij Willeskop (de parkeerplaats ligt precies tussen Oudewater en Polsbroekerdam) en de excursie zal zo’n 3 uur duren. Meer informatie via Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl. Vooraf opgeven is niet nodig.

H

et weekend van 15 en 16 oktober 2016 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXX.

Z

aterdag 22 oktober 2016 vanaf 17.30 uur We gaan weer de slaapplaatstelling organiseren van de grote zilverreigers. Uiteraard zoeken we hiervoor vrijwilligers die op enkele plekken binnen de Krimpenerwaard de telling willen uitvoeren. Genieten van de vallende avond midden in de polder is natuurlijk altijd mooi en als dat gecombineerd kan worden met het verzamelen van data voor Sovon bundelen we twee mooie zaken samen. De telling vindt plaats vanaf 17.30 uur totdat het donker is. Aanmelden of aanvullende informatie opvragen kan bij Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl.

D

onderdag 3 november 2016 van 20.00 tot 22.00 uur Afsluitavond van het weidevogelseizoen 2016. De eerste resultaten onder het nieuwe stelsel, terugblik op ervaringen met het nieuwe systeem, nieuws over het komend seizoen en natuurlijk de verkiezing van de Weidevogelboer van het Jaar 2016! Als gewoonlijk komen we bijeen in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Nieuw: nodig uw agrariër uit! - ook voor

4

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

hem en/of haar is de informatie belangrijk! Klaas de Mik kunt u bellen of mailen voor meer informatie, zie voorin de Waardvogel. Joep Vermaat kunt u mailen via weidevogels@nvwk.nl.

Z

aterdag 5 november 2016 van 9.00 tot 13.00 uur Vandaag de start van het knotseizoen met de landelijke Natuurwerkdag. Knotgroep Krimpen start op het Roesteiland in Krimpen aan den IJssel en knotgroep Oost gaat aan het werk bij de Kwakels in Lekkerkerk. Voor deze dag graag opgeven via www.natuurwerkdag.nl. Meer info over knotgroep Krimpen bij Jos de Nood xxxxxxxx@xxxxxx.xx, meer info over knotgroep Oost via onze website of bij Edith Kuijper xxxxxxxxxxxx@ xxxxxxx.xx, XX XXXXXX. Beide groepen geven ook regelmatig een nieuwsbrief uit.

H

et weekend van 12 en 13 november 2016 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXX.

Z

aterdag 19 november 2016 van 9.00 tot 13.00 uur Een ochtend lekker werken in de natuur in de oostelijke Krimpenerwaard bij de familie Vellema-Lauser. Het perceel ligt achter het huis op Benedenkerkseweg 98 2821 LE in Stolwijk. Het betreft zwaar hout waarbij we ook de motorzaag zullen gebruiken, voor de liefhebbers mag er na afloop een vrachtje hout mee naar huis. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, XX XXXXXX.

Z

aterdag 19 november 2016 van 9.00 tot ±15.30 uur Werken in de natuur aan een mooiere Krimpenerwaard. Knotgroep Krimpen gaat aan de slag bij de familie Van der Laan aan de Zuidbroek 138 in Bergambacht. Meer info over knotgroep Krimpen en deze dag bij Jos de Nood, xxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.

W

oensdag 23 november 2016 vanaf 20.00 uur Laurens Steijn van BirdingBreaks.nl neemt ons vanavond mee naar Peru. Dit land heeft veel verschillende biotopen: kust, woestijn, bergen en ook regenwoud. De condor is de bekendste vogel van de 1900 soorten die er voorkomen. In februari gaat Laurens op reis met een groep, wij kunnen alvast meegenieten in De Zwaan te Berkenwoude. Meer info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXX.

Z

aterdag 26 november 2016 vanaf 8.30 uur Vogelexcursie naar de Brabantse Biesbosch. We verzamelen om 8.30 uur in Schoonhoven op de bekende nieuwe parkeerplaats bij de pont en vertrekken dan richting Werkendam. Op zoek naar de zeearend, blauwe kiekendief en meer. De excursie zal tot in de middag duren. Vooraf aanmelden is niet nodig. Meer informatie via Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl.

Z

aterdag 3 december 2016 van 9.00 tot ±15.00 uur Het Zuid-Hollands Landschap heeft een prachtige boerderij aan de Schaapjeszijde 3. Knotgroep Krimpen gaat daar helpen bij het onderhoud van de landschapselementen. Hier broeken


we langs de Ouderkerkse landscheiding de elzen. Ook dit gebeurt in gedeelten in een meerjaren-cyclus. Daardoor blijft het gezicht van de elzenwal gehandhaafd en blijft er voor de vogels ’s winters altijd wat te eten. Deze kade is onderdeel van de Perkouwse Driehoek zodat er ’s winters voor de snoeiers ook altijd wat interessants te zien valt. Meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.

Z

aterdag 3 december 2016 van 9.00 tot 13.00 uur Knotgroep Oost gaat aan de slag in de hoogstamboomgaard aan de Boveneindselaan 100 in Krimpen die we al een aantal jaren onderhouden. Een deel is werk waar je wat ervaring mee moet hebben, bij het andere deel kan iedereen zijn steentje zeker bijdragen. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper,­ xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, XX XXXXXX.

Z

aterdag 17 december 2016 van 9.00 tot ± 15.30 uur De tweede werkdag van knotgroep Krimpen bij de boerderij van het ZHL aan de Schaapjeszijde 3. Knotten en snoeien, er is altijd genoeg werk op zo’n mooie grote boerderij. Meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx.

Z

aterdag 17 december 2016 van 9.00 tot 13.00 uur In de boomgaard van Jan Ooms knot- en fruitbomen snoeien en knotten. Een deel zullen we doen met hulp van de motorzaag. Opperduit 14, 2941 AK in Lekkerkerk is de plaats waar we lekker aan de slag gaan. Hier mag na afloop een vrachtje hout meegenomen worden om het nogmaals warm te krijgen. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, XX XXXXXX.

Z

aterdag 17 december 2016 Herhaling van de slaapplaatstelling grote zilverreiger. We tellen vanaf schemering. Voor het exacte tijdstip even contact opnemen met Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl.

H

et weekend van 17 en 18 december 2016 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXX.

Z

ondag 25 december 2016 t/m dinsdag 3 januari 2017 Wat is er fijner dan na het samenzijn met de familie even lekker naar buiten te gaan? Voor de derde keer organiseert FLORON de Eindejaars Plantenjacht, welke planten bloeien al of nog in de kerstvakantie? Meer info en voor het inleveren van de resultaten kijkt u op plantenjacht.nl.

Z

aterdag 14 januari 2017 van 9.00 tot 13.00 uur Bij zorgboerderij Both groeide alles weer voorspoedig en nu is het de tijd om daar wat onderhoud aan te plegen. Wat is nog niet precies bekend, waar wel, namelijk aan het Westeinde 29a, 2825 AJ in Berkenwoude. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, XX XXXXXX.

Z

aterdag 14 januari 2017 om 14.00 uur De jeugd van 8 tot 12 jaar gaat eveneens naar de zorgboerderij van boer Both, Westeinde 29a, Berkenwoude. Zij zullen met de geknotte materialen van de ochtend in de middag iets gaan knutselen. Tevens krijgen zij meer te horen over de wintervogels in de tuin. De middag duurt tot 16.00 uur. Opgeven kan bij Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl of XX XXXXXX na 18.00 uur.

H

et weekend van 14 en 15 januari 2017 Wintervogeltellingen. Dit weekeinde is de grote midwintertelling. Heb je tijd en zin om eenmalig een keer een gebied te tellen? Neem dan contact op met Hans Kouwenberg, XX XXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXX.

Z

aterdag 25 februari 2017 Derde slaappplaatstelling grote zilverreiger van het seizoen. We tellen vanaf de schemering. Voor het exacte tijdstip even contact opnemen met Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@ nvwk.nl.

H

et weekend van 28 en 29 januari 2017 Deze dagen de meest comfortabele manier van vogels tellen, de Nationale Tuinvogeltelling. Tel vanachter het glas van uw woonkamer gedurende een half uur de vogels in de tuin of op het balkon. Meer info en het inleveren van de gegevens kunt u vinden op www.tuinvogeltelling.nl.

Helaas heeft nog niet iedereen zijn of haar incassoformulier ingestuurd. Hiervoor is echt actie van u nodig. Graag zien we het ­eerder verstrekte incassoformulier per direct retour. Mocht u onverhoopt het formulier ­ kwijt zijn, dan kunt u dit downloaden via­­ nvwk.nl/contributie. Voor vragen kunt u contact opnemen met onze secretaris Frans van der Storm, info@nvwk.nl of xx xxxxxxxx. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

5


Op de voorpagina boerenwormkruid Maria Spruit Boerenwormkruid is een waardevolle drachtplant. Zijn bloemen bevatten veel nectar en stuifmeel. Voor de honingbijen heeft hij een code 3. Wanneer er een grote oppervlakte met boerenwormkruid begroeid is, is de code zelfs 5, de hoogste waarde voor de aanwezige nectar. d

Z

oals de foto op de voorpagina laat zien, bezoeken ook vele vlinders de bloemen. De vlinders die op het boerenwormkruid op de foto zitten, zijn icarusblauwtje en kleine vuurvlinder. Links onderaan zit ook nog een vlindertje, vermoedelijk een sintjansvlinder. Verder zijn er naast de honingbij acht wilde solitaire bijensoorten die de bloemen bevliegen. Boerenwormkruid is inheems in EuraziĂŤ, inclusief de Britse eilanden. Op de eilanden in de Middellandse zee ontbreekt hij. Hij is uitgevoerd naar andere gebieden van de wereld is, waaronder Noord-Amerika, waar hij soms invasieve vormen aanneemt. Ook in onze regionen kan boerenwormkruid overheersend groeien. Hij kan zich zonder beheer goed handhaven. In de parktijk zijn voor de verkeersveiligheid of om te verschralen twee maaibeurten per jaar soms noodzakelijk. Voor wilde bijen is het echter ongunstig als er tijdens de bloei gemaaid wordt; plotseling valt een grote bron van nectar en stuifmeel weg. Daarom is het beter om pas na de bloei, dus na september, te maaien.

B

oerenwormkruid is rijk aan etherische oliĂŤn en andere geurstoffen, wat merkbaar is bij aanraken van de plant. Klierharen verspreiden dan een zeer kruidige geur, die niet iedereen even aangenaam vindt. Terwijl de nectar en het stuifmeel juist heel aantrekkelijk zijn voor vlinders en bijen, bevat de plant ook allerlei chemische stoffen die giftig zijn voor de meeste diersoorten. Sommige insecten, met name het groot goudhaantje, een mooi kevertje met een metaalglans, zijn gespecialiseerd in het boerenwormkruid en hebben weerstand tegen de giftige stoffen in de bladeren die ze eten.

D

oor de vele chemische samenstellingen aanwezig in de plant is boerenwormkruid geneeskrachtig of juist giftig, insecten verdrijvend en nuttig in bepaalde gerechten. Het zou mieren afschrikken, daarom plantte men het kruid vroeger naast de keukendeur. In Noord-Amerika is het geplant naast aardappelplanten om de Coloradokever op afstand te houden. Volgens een studie verminderde het aantal kevers met 60 tot 100%!

E

euwenlang is boerenworm-kruid voorgeschreven als wormafdrijvend middel. Hoewel vele medicinale toepassingen zijn achterhaald is boerenwormkruid nog steeds onderdeel van sommige geneesmiddelen. Onderzoek heeft bewezen dat extracten van boerenwormkruid inderdaad muggen afweren, maar niet zo effectief als producten met DEET. Boerenwormkruid werd vroeger ook gebruikt om de smaak te verhogen in puddingen, koeken en omeletten. Dat lijkt mij toch een riskante zaak, want het kruid werd ook gebruikt om een abortus op te wekken en hoge doses geven schade aan lever en

6

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

en hersenen, waardoor er stuiptrekkingen op kunnen treden met mogelijk zelfs de dood als gevolg. Nog een bijzondere toepassing van boerenwormkruid in het verleden was het balsemen van doden. Doordat de planten zo geurig zijn werd het veelvuldig gebruikt op kerkhoven. Door deze associatie werd de plant minder populair.

B

oerenwormkruid is een sterke plant met decoratieve, langbloeiende bloemen; van juli tot en met september. Na de zomer verdroogt hij en zorgt voor mooie silhouetten in de wintertuin. En omdat hij giftig is, worden de bladeren nauwelijks aangevreten; van slakkenvraat hebben ze in ieder geval geen last. Je zou dan ook kunnen zeggen dat het een goede tuinplant is. Ondanks dat ik hem zelf in mijn tuin heb, zal ik hem toch niet aanbevelen; zijn snel groeiende wortelstokken trekken zich helaas niets aan van de plannen die de tuineigenaar heeft en het is een voortdurend gevecht om de plant in toom te houden. d Bronnen: https://en.wikipedia.org/wiki/Tansy, http://www.drachtplanten.nl/, bron illustratie: http://www.herbco.com/


Zwarte sterns in de Krimpenerwaard Max Ossevoort

De zwarte stern is een echte moerasvogel die in kolonieverband van nature vooral broedt op krabbenscheer. Omdat in de Krimpenerwaard krabbenscheer niet meer in de juiste dichtheid groeit, worden door zowel het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) als door de NVWK al vele jaren in sloten en putten speciale nestvlotjes op geschikte plaatsen uitgelegd. Dit zijn plaatsen waar in ieder geval veel gele plomp groeit. Hun aantal is teruggelopen van ongeveer 14.000 broedparen in 1950 tot de helft in de jaren zestig, en werd daarna steeds minder. Inmiddels is het aantal gedecimeerd tot ongeveer 1300 paren in 1990 en dat blijft nu min of meer stabiel volgens SOVON. De waterkwaliteit lijkt ook in de Krimpenerwaard langzaam beter te worden en de krabbenscheer neemt iets toe, dus misschien kunnen onze sterns in de toekomst wel weer op de krabbenscheer broeden! Maar hoe is het de zwarte stern dit jaar in de Krimpenerwaard eigenlijk vergaan?. d

I

eder jaar rond de 26e april komen de eerste zwarte sterns bij ons aan in de polder en rond die datum worden dan ook de vlotjes uitgelegd. Zwarte sterns zijn redelijk plaatsgetrouw en bij het uitleggen van de vlotjes verschijnen de eerste ‘verkenners’ al boven de lokatie. Leg je de vlotjes (veel) eerder dan wordt een deel dankbaar in gebruik genomen door een fuut of een meerkoet. Doe je het bijvoorbeeld pas in de eerste week van mei, dan ben je te laat en zijn de zwarte sterns elders op zoek naar goede nestgelegenheid. Het ZHL heeft in de Krimpenerwaard dit voorjaar 202 vlotjes uitgelegd, verdeeld over 22 koloniën. Door vrijwilligers van de NVWK of door sommige agrariërs zelf zijn in totaal 117 nestvlotjes verdeeld over 8 koloniën uitgelegd, waarvan er in de eerste helft van mei 88 in gebruik waren genomen. Door verstoring liep dat aantal helaas terug naar ruim 60 bezette nesten. Het blijft altijd moeilijk om dat laatste getal exact te bepalen, omdat door verstoring elders er ook sprake was van hervestiging in ‘onze’ koloniën, waardoor het aantal bezette nesten weer steeg.

B

eide ouders bebroeden de eieren gedurende 14-17 dagen. Het is altijd weer een bijzondere ervaring om de eerste jonge pullen van het jaar, klein en hulpeloos als ze zijn, op de nestvlotjes gevoerd te zien worden. Beide ouders voeren de jongen en zodra ze 17 tot 20 dagen oud zijn, - ze zijn dan ‘vliegvlug’ - verlaten ze het nest maar verblijven nog enige dagen in de omgeving van de kolonie, waar ze nog worden gevoerd. Met wat vlieguren in de vleugels gaan ze uiteindelijk met hun ouders naar het IJsselmeer waar ze overdag vissen om energie op te slaan (het ‘opvetten’) voor de lange reis naar Afrika. ’s Nachts wordt er geslapen op een opgespoten eiland in het IJsselmeer genaamd De Kreupel, samen met ongeveer 20.000 andere zwarte sterns uit Noordoost-Europa en centraal Azië. Ze blijven daar tot het moment dat massaal de lange reis begint naar WestAfrika en zuidelijker, tot aan de kust van Namibië, waar wordt overwinterd.

A

lle koloniën worden gemonitord om het verloop van het broedsucces en het uiteindelijke resultaat te kunnen vaststellen: het aantal vliegvlugge jongen. Deze informatie wordt o.a. door SOVON gebruikt om te kunnen bepalen of de populatie zwarte sterns landelijk af- of toeneemt. Dit jaar hebben we bij het monitoren in ieder geval 90 vliegvlugge jongen in de koloniën van de NVWK geteld en dat is een veel beter resultaat dan vorig jaar. Toen was er erg veel verstoring door grondpredatoren (bunzing, wezel en hermelijn), die erg waren toegenomen als gevolg van het muizenrijke jaar 2014. Maar ja, ook dat is natuur.

O

ver de reisroute van de zwarte stern van en naar het overwinteringsgebied is nog niet zo veel bekend. Om daar meer informatie over te krijgen heeft Jan van der Winden, dé zwarte stern specialist van Nederland, vorig jaar in de Krimpenerwaard twintig zwarte sterns voorzien van een logger. Die weegt ongeveer 1 gram en wordt bevestigd aan de poot van de vogel. De logger meet per dag de duur van licht en donker. Aan de hand daarvan kun je redelijk nauwkeurig vaststellen waar de vogel zich op een bepaalde dag bevond en zo de gevolgde route bepalen. Om de loggers te kunnen uitlezen moesten die vogels dit jaar wel teruggevangen worden en dat was erg spannend. Mede gezien de grote predatie die we in 2015 in de koloniën hebben gehad, was het maar de vraag of en waar de vogels zouden worden aangetroffen. Uiteindelijk zijn er in de Krimpenerwaard toch nog twaalf geloggerde vogels gevangen, zodat van die vogels de reisroute kon worden vastgesteld. d

Zwarte stern met twee pullen, foto: Dirk-Jan van Roest

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

7


Wat zijn eigenlijk plaagsoorten en wanneer is een soort een plaag? Joke Colijn Op woensdag 9 maart stuurde onze voorzitter Max Ossevoort een e-mail aan bestuursleden en coördinatoren van werkgroepen, met de volgende inhoud: “Hallo allemaal, Er is op zeer korte termijn een overlegvorm gestart onder leiding van de nieuwe gemeente Krimpenerwaard, met als onderwerp ‘Overleg (preventief) flora- en faunabeheer’ en ik heb vandaag samen met Joke die bijeenkomst bijgewoond. Dit overleg zal zich richten op het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen die ontstaan door zogenaamde plaagsoorten. Dat zijn dieren of planten die overlast veroorzaken waardoor doelen niet gehaald worden. Denk aan de sterke groei van de populatie grauwe ganzen, aan distels, beiden gerelateerd aan ons grasland in de Krimpenerwaard, maar ook bijvoorbeeld aan muskusratten en de waterveiligheid, en de Amerikaanse rivierkreeft gerelateerd aan het waterleven en vervolgens de waterkwaliteit. Voor vandaag waren diverse agrarische organisaties uitgenodigd als LTO, het collectief ACK, Weidehof en DWLK, verder het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), de Wildbeheereenheid Krimpenerwaard (WBE), het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK), de provincie Zuid-Holland en de lokale eenheid van Muskusrattenbeheer West- en Midden-Nederland, maar die samenstelling zal mogelijk in de toekomst veranderen of aangevuld worden. Daarnaast kunnen er deskundigen gerelateerd aan een te behandelen onderwerp worden uitgenodigd. Vandaag hebben we een en ander toegelicht gekregen aan de hand van een presentatie door Rudi Terlouw over knobbelzwanen, een erg actueel en ook interessant onderwerp. [In de Waardvogel van juni 2016 licht Rudi zijn presentatie toe met een uitgebreid artikel; red.] Er is afgesproken dat alle aanwezigen binnen veertien dagen een top 3 van plaagsoorten aanleveren. Op basis hiervan zal worden bepaald welke soorten worden besproken. Om er voor te zorgen dat de top 3 die de NVWK gaat aanleveren breed wordt gedragen binnen de vereniging wil ik aan jullie allen vragen om jullie eigen top 3 aan mij aan te leveren. Graag ook even onderbouwen waarom je die keuze hebt gemaakt. Ik zal van al jullie opgaven berekenen welke soorten het meest voorkomen en deze als top 3 aan de gemeente met onderbouwing aanleveren. Uiteraard zal ik jullie die uitkomst ook laten weten.” Tot zover het citaat uit de e-mail. d

D

eze e-mail zorgde onverwacht voor een storm aan interessante reacties, die we u niet willen onthouden. Wij mensen komen er niet zo goed vanaf! De eerste reactie kwam van onze vogelcoördinator die kraaien op nr. 1 zet vanwege de predatie van weidevogelseizoen, en bunzings op nr. 2 om dezelfde reden. Bij een gezonde weidevogelpopulatie is predatie door kraaien normaal gesproken geen substantieel probleem voor de aanwas, maar aangezien weidevogels nog steeds in aantal afnemen, wordt het dat wel. Hij nuanceert bij zijn nr. 2 dat aantallen gepredeerde weidevogeleieren niet hard zijn aangetoond, maar dat wel bekend is dat in 2015 grondpredatoren zoals bunzings en hermelijnen een groot deel van de pullen, eieren en zelfs volwassen vogels van de kwetsbare zwarte sternpopulatie

8

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

hebben opgegeten. Dus ook hier is extra bescherming voor kwetsbare soorten gerechtvaardigd. Over nr. 3 moet hij nog goed nadenken, schrijft hij met humor: “Wordt het de kauw? Omdat ze het vogelvoer van de mussen opeten. Of de aalscholver? Omdat ze mijn vissen opeten.” Hiermee is gelijk de ernst neergezet van sommige situaties die veroorzaakt worden door ‘plaagsoorten’, als ook de subjectiviteit die wordt ingegeven vanuit de verschillende belangen die meespelen bij de beoordeling van wat plaagsoorten zijn.

W

e gaan verder met de reactie van de erfvogelcoördinator, die zijn top drie inleidt met de volgende opmerking: “Plaagsoort vind ik een dubieuze term. Niet elke soort die hinder veroorzaakt is daarmee een plaag. De term werkt wel gelijk stigmatiserend.” Vervolgens is zijn top 3: 1. De kat, die eet erfvogels en uilenvoer [zijn muizen, red.]. Veel mensen laten hun katten zich ongelimiteerd vermenigvuldigen. Een groot aantal katten verwildert en hij schat in dat katten meer erfvogels doden dan wij met het erfvogelproject erbij krijgen. In de Krimpenerwaard is bijvoorbeeld een paar keer het zeldzame en bedreigde steenuiltje door een kat gegrepen. Dus: steriliseer of castreer je kat! 2. De hond. Hij noemt een voorbeeld van weer een baas die met onaangelijnde hond door een natuurgebied liep (die hond mag daar ook aangelijnd niet eens komen). Verder zijn de huidige lange lijnen voor fietsers een


gevaar bij uitlaten in het donker, noemt hij uit eigen ervaring. Op nummer 3 komen logischerwijze dan ook de baasjes van honden en katten, voor zover die hun huisdieren hun gang laten gaan.

D

an volgen nog twee reacties uit de werkgroepen: “Wanneer is iets een plaag en voor wie? Ik zie in de Krimpenerwaard voor de natuur maar 1 plaagsoort: degene die van het gevarieerde veenweidegebied een éénvormige groene vlakte maakt om meer melk, vet en eiwit te produceren voor eigen gewin, zonder rekening te houden met zoiets als biodiversiteit.” En een tweede:

“Max, je schrijft dat de vergadering voornamelijk gaat over het zoeken naar oplossingen voor de gevolgen die plaagsoorten met zich meebrengen. Beter zou de vergadering moeten gaan over hoe het komt dat deze plaagsoorten ontstaan en vervolgens daar naar handelen. Om een voorbeeld te noemen: door de sloten overmatig vol te stoppen met nutriënten (de mest die letterlijk het land afdruipt de sloten in) ontstaat er een plaagsoort genaamd kroos. Gaan we dan iets verzinnen om het kroos te lijf te gaan, of zou het andersom moeten zijn: voorkomen dat de plaagsoort zich kan vestigen? De enige plaagsoort die voor mij overblijft is de mens.”

op de capaciteit en de veerkracht van de natuurlijke waarden dat ze te ver dreigt te gaan door ook nog aan te sturen op bestrijding van plagen die geen plagen zijn. - Wees daarom nauwkeurig bij de formulering van de slachtoffers van een bepaalde plaag. - De stand van de weidevogels wordt geplaagd door koeien van veehouders die veel te veel vragen van de natuurlijke bronnen. Kunnen weidevogels een beroep doen op hulp tegen zo’n plaag? Nee. - Wees beducht voor het conformeren aan meerderheidsopvattingen, dat zou kunnen leiden tot ‘medeplichtigheid’ aan of bijbij maatregelen. - Wees alert tegen ontwikkelingen die de natuurlijke gang van zaken belemmeren!”

O

nze coördinator planten is ook heel duidelijk: bovenaan de plaagsoortenlijst staat bij hem de mens. De mens beïnvloedt nagenoeg alle processen in de natuur. Dus niks geen grauwe gans, bunzing, muis of roofvogel. Hij maakt voor de vuist weg een cynische top 10 van de verschijningsvormen van de mens als plaagsoort en schrijft: “De volgorde is willekeurig, want die is per gebied verschillend. 1. Politici; vanwege falend beleid, het dienen van eenzijdig belang, kortzichtigheid enz. 2. Hondenbezitters; niet allemaal, maar het deel dat zijn hond vrij laat in gebieden die er niet voor open staan. 3. Agrariërs; de goede niet te na gesproken, maar een groot deel heeft slechts een economische binding met de natuur: met name met die natuur die een bijdrage levert aan zijn inkomsten. 4. Natuurbeschermers; weer niet allemaal, maar een deel slaat door, gaat voor soortbescherming en verliest het verbindende element uit het oog. Ze snappen niet hoe belangrijk veelzijdigheid en balans in de natuur is.

D

aarop kwam een advies voor de beste insteek van de NVWK op de bijeenkomsten, zonder een top 3 van plaagsoorten te noemen: “De volgende punten wil ik naar voren brengen opdat Joke en Max goed voorbereid de volgende vergaderingen kunnen ingaan: - Neem deel aan die vergaderingen! Op die manier weet je wat er ter sprake wordt gebracht en wat er wordt besloten, en kun je waar nodig het noodzakelijke tegengas geven. - Het initiatief lijkt een beetje ingegeven te zijn door de jacht op de knobbelzwanen. Het is goed dat er wordt gepraat over een alternatief, mits vast komt te staan dat van overlast sprake is. Wel onder bepaalde voorwaarden! - Last, zelfs overlast is nog niet hetzelfde als een plaag. Van last of overlast – laat staan een plaag - m.b.t. knobbelzwanen lijkt geen sprake te zijn. Op de fondsen die daarvoor in het leven zijn geroepen, wordt nauwelijks een beroep gedaan. - Een plaag en/of plaagdieren moet(en) nauwkeurig en gewetensvol gedefinieerd worden. Vogeltrek is geen plaag!! - Hou de keten in de gaten: kroos wordt veroorzaakt door teveel fosfaten. Het eten van gras door smienten en ganzen wordt veroorzaakt door de kwaliteit van het gras. Als die ‘plagen’ voorkomen moeten worden, dan moeten oorzaken worden weggenomen. - Van echte plagen in de Krimpenerwaard is geen sprake! Er is nog nooit een sprinkhanenplaag geweest en dat is pas een echte plaag. - Bij bestrijding van ‘plagen’ moet in de gaten worden gehouden wie daar belang bij heeft. De veehouderij doet zo’n groot beroep

5. Recreanten; en wel degenen die oog hebben voor natuur en daarom ook vinden dat ze het recht hebben om daarvan te genieten. Van iedere vierkante centimeter natuurgebied, ongeacht de gevolgen voor die natuur. 6. Sporters; als bovenstaand moeten alle gebieden voor hen open staan, al hebben ze wat minder oog voor natuur. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

9


7. Jagers; een combi van agrariër en natuurbeschermer. Ze hebben oog voor de natuur via een vizier en dus met beperkt zicht. 8. Ontwikkelaars; ze bouwen het land vol, soorten komen in verdrukking, maar ach dat lost iemand anders wel op en wat maakt een paar meer of minder nou uit… 9. Ondernemers; bijna allemaal willen ze vooruitgang. Omzet, winst, marktaandeel. 90% van de ondernemers hebben enkel daar oog voor. Weinigen ondernemen duurzaam en hebben iets meer oog voor verbanden in de natuur. 10. Burgers; die kopen bij de winkel of ondernemer, die laten bouwen door een ontwikkelaar, die maken keuzes. We nemen soms een goede beslissing en soms een foute. Op deze wijze zijn wij een plaag of creëren er een. Moeten we daar de dieren of de planten de schuld van geven?? We moeten de balans herstellen, resultaten van foute keuzes of ingrepen herstellen. Laten we dan beginnen met het bestrijden van exoten. Hierbij mijn lijstje: 1. De mensen die zich in het linker plaatje thuis voelen. 2. Amerikaanse rivierkreeft 3. Nijlgans”

V

ervolgens een bespiegeling waarin wordt verdedigd dat de NVWK geen plaagsoorten hoeft aan te wijzen. “Als wij als NVWK bunzingen of grauwe ganzen onder plaagsoorten gaan zetten en er komt in de krant ‘Ook NVWK vindt grauwe ganzen een plaag’ dan zijn de rapen gaar. Want 1) vinden onze leden dat ook, 2) waarom zijn ze een ‘plaag’. Ganzen hebben voor boeren vervelende effecten, dat wel, maar om dat gelijk een plaag te noemen? Met de bunzing net zo. Bovendien geldt voor de bunzing dat het geen dominante factor is bij de achteruitgang van weidevogels, en als het zo is, komt dat dan omdat er zo weinig weidevogels over zijn of door het werkelijke grote effect dat bunzingen hebben? Uit onderzoek komen ze niet als dominante factor naar voren. En waarom zijn er veel kauwen en eksters? Omdat we het eten voor hen klaarzetten: drijfmest uitrijden, steeds vaker maaien, sloten schonen en baggeren, verkeersslachtoffers, brood voeren, pindanetjes, composthopen. Dus wie is nu de boosdoener. Er zijn genoeg andere groepen die ganzen, kauwen, eksters, bunzingen en muizen in de beklaagdenbank zetten. En de NVWK kan best maatregelen ondersteunen, zonder een soort een plaagsoort te noemen. Waarom niet beperken tot een paar groepen die goed vanuit de positie van de NVWK uit te leggen zijn: exoten, kat, hond (niet per definitie, maar omdat de baasjes er slordig mee omgaan), mens. Zie de blikjes, flesjes, touw, wikkels, plastic zakken, landbouwplastic en wat niet al wat er allemaal in de bermen wordt gegooid. Voor planten niet zó erg, maar dieren raken er soms in verstrikt. En al die troep is een plaag voor natuurbeleving. Verder is de vernieuwing en renovatie van woningen een plaag: verstoring van vleermuizen, afname broedgelegenheid, etc. Alweer de mens dus. Kortom, het is m.i. niet verkeerd om een ander geluid te laten horen dan de andere groepen in de vergadering.”

10

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

M

ax komt hierna met een reactie, waaruit ik het volgende citeer: “Los van het omstreden gebruik van het woord ‘plaagsoort’ is er wel te beargumenteren waarom de NVWK vertegenwoordigd zou moeten zijn in dit overleg. Onze aanwezigheid was en is m.i. belangrijk, mede gezien het gegeven dat onze gemeente op dit moment nog haar weg aan het zoeken is en daarbij allerlei gedachten heeft over natuurbeheer, maar ook omdat zo’n eerste bijeenkomst vormend is voor de wijze waarop er in het vervolg inhoud aan wordt gegeven. Beslissingen die genomen worden door de vergadering worden als een advies neergelegd en kunnen worden vastgelegd in een Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Om een APV te veranderen kan er een procedure worden ingezet, maar ik denk dat het beter is om die stap voor te zijn door het inbrengen van onze standpunten, onderbouwd door kennis of argumenten in de lijn van onze doelstellingen. Als we besluiten dat we geen zitting in dit overleg nemen voorzie ik dat we eenzelfde proces krijgen als het, weliswaar op provinciaal niveau, aanvragen van ontheffingen voor de Flora en faunawet, met als gevolg door ons niet gewenste afschotvergunningen voor de diverse soorten fauna – die ook geldig zijn voor de lokale faunabeheereenheid (WBE). Op het moment dat zo’n vergunning verleend wordt is het kwaad al geschied, los van de tijd die er overheen gaat, als gevolg van een bezwaarprocedure, voordat er ingegrepen kan worden. Dat hebben we weer overduidelijk kunnen zien aan de ontheffing van het verbod op het afschieten van de smient; een soort waarvan de aantallen duidelijk achteruit gaan, maar die onmiddellijk na het verlenen van de vergunning volop bejaagd werd. Daarnaast denk ik dat er ook soorten te noemen zijn waarvan wij als NVWK kunnen vinden dat die schadelijk zijn en bestreden zouden kunnen worden. Om dit te illustreren wil ik een voorbeeld geven: de Amerikaanse rode rivierkreeft. Een exoot die zich hier prima thuis voelt, sterk uitbreidt en funest is voor


het onderwaterleven doordat nagenoeg alles onder water op zijn menulijst staat. Ik denk dat een dergelijke invasieve soort bestreden zou moeten worden (nogmaals: dit is een voorbeeld en vertegenwoordigt mijn persoonlijke mening). Ik blijf open staan voor argumenten.”

D

an wil ik nog graag uit de volgende bijdrage citeren: “Het blijft zo dat als men wil dat wij serieus meedenken over manieren om overlast te voorkomen van soorten waar anderen zich druk over maken, dat er dan ook geluisterd wordt naar wat wij belangrijk vinden. Ik kom zelf tot volgende strategie. 1. De mens noemen als: - vervuiler (plastic, blikjes, chipszakken etc., voedingsstoffen) met schade voor natuur; - veroorzaker overlast door teveel katten en loslopende honden; - hoofd-voedselleverancier voor overlast gevende soorten: eksters, kraai, kauw, rat, kroos, algen;

met als voorstel dat de gemeente daar in een bewustwordingscampagne iets mee doet: - bijvoorbeeld absoluut geen vlees en visresten op de composthoop, toch maar wat minder brood aan de meeuwen en eenden voeren; - beter opletten op de weg, want zelfs zwanen worden doodgereden; - steriliseer of castreer je kat, en houd je aan de regels m.b.t. honden. De parasiet Neospora caninum die regelmatig voorkomt in hondenpoep, kan bij drachtige koeien die (kuil-)gras met eitjes van de parasiet eten, vruchtafdrijving veroorzaken. De koe wordt er niet ziek van, maar blijft gastheer van de parasiet met opnieuw risico van vroeggeboorte. Voor zover bekend wordt de parasiet niet van koe op koe overgedragen, maar wel van koe op kalf wanneer dat niet wordt afgestoten, of wanneer een kalf biest van een besmette koe drinkt. Ook kan Neospora ernstige hersenafwijkingen veroorzaken. Honden zijn noodzakelijk voor de voortplanting van de parasiet, dus laat een hond nooit in het weiland poepen. Zo denken we ook mee over soorten die boeren als plaagsoorten ervaren omdat zij er schade door leiden. 2. Bij ganzen en eenden: duidelijk onderscheid maken tussen overwinteraars en zomersoorten. Bij de voorganger van onderzoeksbureau Alterra vond grootschalig onderzoek plaats naar ganzenschade. De conclusie was: wintergraas op gras is niet schadelijk, want in het voorjaar is de achterstand in grasgroei snel

ingehaald. Wel is er economische schade door zomerganzen, en door wintergraas op wintergranen. Inmiddels zijn boeren steeds vroeger gaan maaien, en bepaalde ganzensoorten zijn op sommige plaatsen sindsdien sterk toegenomen. Maar is er recent onderzoek waaruit blijkt dat wintergraas op gras wél schadelijk is? Volgens mij niet. Het is me dan ook een raadsel waarom er gejaagd mag worden op smienten. Het is wel zo dat smienten al vroeg komen en laat weg gaan. Maar om nu in het voorjaar smienten en ganzen te gaan schieten, terwijl er weidevogels op de eieren zitten, lijkt me geen goed idee. Vergassen dan? Dat lijkt diervriendelijker, maar hoe vang je al die beesten? Lijkt me weinig realistisch. Eieren schudden is ook effectief. Voor Canadese ganzen is dit wel te doen, die zitten vrij geconcentreerd, maar grauwe ganzen zitten overal. Je zou je kunnen beperken tot de grote concentraties; ze broeden vroeg en met name in en onder bosjes, dus met schudden verstoor je relatief weinig weide- en zangvogels. Nijlganzen broeden doorgaans niet op de grond, dat wordt een hele toer. Ze zitten andere soorten behoorlijk in de weg met hun territoriumdrang, ze nemen horsten van roofvogels over en maken alle jonge eendjes en ganzen van andere soorten in hun omgeving dood zodra ze die zien. 3. Exoten. Bij dieren gaat het om soorten als de rode Amerikaanse rivierkreeft, de Nijlgans, de Canadese gans, de muskusrat: als ze er eenmaal zijn, krijg je ze nooit meer weg, is de ervaring in Nederland en daarbuiten. De rode Amerikaanse rivierkreeften in de Krimpenerwaard en de grondels in Lek en IJssel vallen niet te managen. Je kunt kreeften vangen, maar dat moet heel massaal gebeuren wil het enig effect hebben. Wie gaat dat op grote schaal doen? Ze zijn wel heel lekker – voor wie een maaltje wil vangen volgt hierna vast een recept! Romige pasta met rivierkreeftjes Meng beetgaar gekookte penne met mascarpone en een scheutje van het pastakookvocht. Schep er gepelde rivierkreeftjes met verse tomaatreepjes en bosui door. Serveer de pasta in diepe borden en strooi er rijkelijk verse basilicum en vers geraspte Parmezaanse kaas over. Gepelde rivierkreeftjes lijken qua uiterlijk op gepelde garnalen, maar zijn wat roder en vleziger. Heerlijk in salades en cocktails, en ze kunnen ongepeld ook prima op de barbecue! Daarna wel pellen natuurlijk. Zie voor koken, pellen en meer inspirerende recepten: http:// www.combinatievanberoepsvissers.nl/visrecep ten/ receptenmet-rivierkreeft.html. d WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

11


Bij planten is het iets minder ongunstig. Ik weet niet of er nog waterplanten worden verkocht die invasief zijn, zoals de grote waternavel. Anders zou de gemeente tuincentra kunnen aanspreken er mee te stoppen. Ik ken iemand die reuzenberenklauw wil planten omdat die zo mooi is. Ik vind dat een heel erg slecht idee. In de Flevopolder staan grote stukken zoomvegetatie en bermvegetatie vol met alleen maar deze berenklauw. De reuzenbalsemien is er ook zo één die zich heel makkelijk uitzaait. Het halve Loetbos staat er mee vol. Misschien kunnen we met de gemeente een voorlichtingsfoldertje over dit soort invasieve soorten maken. 4. Ratten en muizen. Die worden door veel agrariërs bestreden. Er zijn regels voor gekomen, maar tegelijkertijd is het beleid overgegaan naar de gemeenten en handhaven wordt lastig gevonden. Bij slordig gebruik of het niet (tijdig) verwijderen van de vergiftigde knaagdieren, kunnen veel andere dieren vergiftigd worden die ze eten, waaronder uilen, maar ook hun eigen kat. We kunnen uitzoeken hoe het precies zit en de gemeente daarover adviseren. 5. M’n belangrijkste punt: wanneer is een plaag een plaag? Goede aantalsgegevens zijn belangrijk. Hebben we die wel? De grauwe gans is sterk toegenomen maar dat weten we voor de hele Krimpenerwaard alleen door vrijwilligersinzet in de wintertellingen en het atlasproject. Misschien kunnen we dit initiatief van preventie aanvoeren om support bij de gemeente te krijgen voor onze werkzaamheden. Dat lijkt bij andere verenigingen bij te dragen aan groei van ledenaantal en vrijwilligersinzet. Zo maken we dit lastige onderwerp tot een kans voor de NVWK.”

I

k vond toen ook dat ik maar een duit in het zakje moest doen: “We zijn het volkomen met elkaar eens: de mens moet inzien dat zijn eigen handelen ellende veroorzaakt. Maar als we als NVWK niet bij dit overleg aanschuiven om deze reden en ons afkeren, dan worden er door de andere wel aanwezige organisaties acties afgesproken waarvan de natuur misschien de wrange vruchten plukt. We kunnen daarom veel beter vanaf het begin meedraaien om te proberen het brede plaatje te laten zien, namelijk dat we

12

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

de planten en dieren waarvan we de aanwezigheid ongewenst vinden en die we daarom als ‘plaagsoorten’ ervaren, zelf als mens hebben uitgenodigd (al dan niet bewust). Daarom vind ik dat woord ‘preventief’ wel een hele goeie in de titel van het overleg. Hoe voorkom je wat je ervaart als ‘ellende’, i.p.v. bepaalde soorten te moeten bestrijden. Vervolgens kunnen we als NVWK wel meedenken over hoe eventuele schade te beperken valt, met de minst kwalijke gevolgen voor de dieren. Sommige ‘plaagsoorten’ leven al heeeeeeel lang samen met soorten die in de Krimpenerwaard thuis horen, en krijgen sinds een aantal mensen vinden dat natuur ‘maakbaar’ is geworden of vinden dat ze de natuurlijke gang van zaken mogen ombuigen tot eigen gewin, opeens dit negatieve stempel. Trekganzen komen al heel lang in de Krimpenerwaard. Nu we ze een buffet in de vorm van eitwitrijk gras voorzetten, mogen ze hier niet meer overwinteren?? Op ze schieten lost niks op en veroorzaakt naast dodelijke slachtoffers veel dierenleed: verstoring en onrust waardoor ze niet altijd voldoende kunnen opvetten voor het broedseizoen elders, verwondingen, pijn, langzame dood, verlies van de partner. Ik vind dan ook dat we als NVWK juist in deze setting moeten meedraaien - op een verstandige manier, met handhaving van onze principes maar zonder te polariseren. De gemeente heeft ons niet voor niets hierbij uitgenodigd. Ik ben heel blij dat men ons inmiddels weet te vinden. Tot voor kort zou dit overleg een boeren- en jagersaangelegenheid zijn geweest. Als je het woord ‘plaagsoorten’ uitlegt als dat sommige soorten een plaag vormen, is dat inderdaad stigmatiserend. Zelf heb ik er ook een grappige associatie bij: deze soorten ‘plagen’ ons, kosten ons geld en ergernis en dwingen ons zo na te denken over ons eigen handelen en over de reden waarom ze überhaupt in ons leven verschenen zijn.”

M

ax’ eindconclusie en rapportage was als volgt: “De discussie is breed gevoerd en wordt eigenlijk steeds interessanter. Het is goed dat we als bestuur een gezamenlijk standpunt innemen. Ik stel het volgende voor: 1. We nemen deel aan het overleg en acteren daar binnen onze doelstelling, omdat ik denk dat onze inbreng waardevol is zowel bij onderwerpen die we kunnen onderschrijven als bij onderwerpen waar we het niet mee eens zijn. 2. We leveren de volgende top 3 aan: 1: de mens 2: kat en hond 3: invasieve exoten. We bewaren alle commentaren en geven onze argumenten - voor of tegen - en voorwaarden bij elk voorstel voor bestrijding van soorten. 3. We bekijken op welke punten we de gemeente kunnen adviseren.” En daar kon het bestuur zich goed in vinden. d De redactie van de Waardvogel neemt geen verantwoordelijkheid voor uitspraken van derden of voor bepaalde uitingen in bijdragen van derden.


Bouw van het insectenhotel

Foto’s: Max Ossevoort en Joke Colijn

Ter vergroting van de overlevingskansen van bijen en andere insecten die aangetrokken worden door de Idylle in het Loetbos maar ook vanwege de educatieve functie, is midden in die Idylle een aantrekkelijk en duurzaam insectenhotel geplaatst. Op 2 mei 2016 werd door vele vrijwilligers met de bouw gestart. Voor meer foto’s: www.nvwk.nl/actueel/fotoalbums. d

Omdat het insectenhotel op 11 juni af moest zijn, werd er iedere week gedurende twee dagen hard en enthousiast gewerkt.

Een boutje aandraaien? Daar draait Jannie haar hand niet voor om - of juist wel?

Een heel tevreden ogende Joke Colijn komt met ­vulling voor het insectenhotel.

Bamboe met zijn holle pijpen, is heel geschikt als nest- en schuilplaats voor veel nuttige insecten.

De vakken mooi vullen met de verschillende materialen is nog een heel karwei.

Kijk eens hoe handig Sietze en Ber een mooie aluminium strip om het sedumdak bevestigen!

De klus is geklaard! Op de foto poseert trots een (klein) gedeelte van de vrijwilligers die behulpzaam zijn geweest.

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

13


Weidevogelmelk nu te koop! Weide Weelde in supermarkten Krimpenerwaard Joke Colijn Eindelijk zijn er producten op de markt van boeren die met hun bedrijfsvoering rekening houden met weidevogels. Veel mensen vinden het belangrijk dat er weidevogels blijven, en nu kan iedereen daaraan bijdragen! Want hoewel niet iedereen in de gelegenheid is om zich actief in te zetten zoals onze weidewachters dat doen, wél iedereen kan de keuze maken voor weidevogel-vriendelijke producten als hij of zij voor het zuivelvak staat. De lancering van ‘Weide Weelde’ was op 7 juni 2016. De weidevogel-zuivel komt op de markt als vijf verschillende producten onder deze naam. Ze zijn te koop bij vier supermarktketens, te weten Jumbo, Plus, Deen en Poiesz. Deen is een keten die met name winkels rond en boven Amsterdam heeft, Poiesz zit met zijn winkels dik gezaaid in de noordoostelijke provincies. Maar Plus en Jumbo kennen wij hier ook en da’s mooi! Onderaan volgt een opsomming van de Weide Weeldeartikelen die in de Krimpenerwaard te koop zijn. d

D

e NVWK, met name Jaap Graveland, heeft zich verdiept in het product ‘weidevogelmelk’ en daarover o.a. gecommuniceerd met grote zuivelaars als FrieslandCampina. Zijn concept voor extra verdiensten naar weidevogelboeren steekt anders in elkaar dan dat van Weide Weelde, maar is zeker ook haalbaar (zie www. nvwk.nl, Actueel, Nieuws, 2 februari jl.). Jaap’s plan behelst geen aparte melkstroom (dat spaart o.a. transportkosten), maar wel een evenredige hoeveelheid ‘weidevogelmelk’ in de winkels als

14

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

dat er wordt aangeleverd door deelnemende weidevogelboeren. Die melk krijgt dan wel een eigen verpakking en van de verkoop gaat een reëel deel naar die boeren, die vanzelfsprekend binnen vastgestelde voorwaarden hun bedrijf moeten voeren.

H

oe is het de boeren achter Weide Weelde gelukt om weidevogelmelk op de markt te krijgen? Op de verpakking staat o.a. het volgende: “Samen voor een Rijke


Weide! Onze koeien en de weidevogels houden van kruidenrijke weides vol bloemen, bijen, vlinders en insecten. Weidevogels zoals de grutto, kievit en wulp broeden namelijk graag op vochtig en kruidenrijk grasland. Onze Gildeboeren zorgen voor bloemrijke en drassige weiden. Zo stimuleren ze biodiversiteit en helpen ze om de bedreigde weidevogels te redden. Samen met Vogelbescherming Nederland gaan we voor een Rijke Weide. Per pak gaat er 2 cent naar agrarisch natuurbeheer van onze Gildeboeren. Zo kunnen de weidevogels weer vrolijk scharrelen en fladderen in een weide vol weelde. Weide Weelde is lekkere pure Weidezuivel van de koeien van het Boerengilde uit Noord-Nederland. Onze Gildeboeren hebben niet alleen aandacht voor hun koeien, maar ook een hart voor de natuur! Zo leveren ze een actieve bijdrage aan de terugkeer van de weidevogels door te zorgen voor kruidenrijke weides. In het voorjaar maaien ze het gras later, om de broedende weidevogels niet te verstoren. De koeien grazen minimaal een half jaar in de wei. Het sappige en kruidenrijke weidegras zorgt voor de lekkerste melk. En dat proef je in onze Weide Weelde zuivel. Bezoek onze Gildeboeren. Kom kijken en ervaar de rijke weiden zelf, onze deuren staan altijd open!“

A

angezien deze Gildeboeren zich allemaal in NoordNederland bevinden, is een digitaal bezoekje sneller geregeld: www.boerengilde.nl. Onder ‘Weide Weelde’ staat o.a. de Weide Talk van Catharinus Wierda, mede-oprichter van het Boerengilde. Heel interessant! En kijk ook eens onder ‘Over Boerengilde’ naar de grijns op de gezichten en de uitgeschreven motivatie van elk van de twaalf deelnemende Gildeboeren. Prachtig! Twaalf boeren die een kleine revolutie ontketenen in zuivelland, ik word daar heel blij van. Natuurlijk hebben ze het geluk dat een gemotiveerde spreker als Catharinus Wierda de onderhandelingen met een kleine lokale zuiververwerker als NoorderlandMelk heeft gevoerd, maar alles begint bij de boeren. Zonder boeren met een hart voor natuur maken weidevogels immers geen kans. Het weidevogelbeheer van een Gildeboer wordt geborgd door een aantal eisen waaraan hij moet voldoen voordat hij gecertificeerd wordt. De voorwaarden om in te stappen zijn o.a.: minimaal 10% van zijn grond moet geschikt zijn als foerageergebied voor weidevogels (dus kruidenrijk zijn) en hetpercentage moet binnen vijf jaar doorgroeien naar 20%. Ook is 180 dagen weidegang een verplichting.

K

enmerkend is ook het gesprekje op de boerengildesite met Herman Wijffels, hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering aan de universiteit van Utrecht. Het feit dat hij ambassadeur van dit initiatief is zegt genoeg. Een korte schets van zijn inzichten uit een interview door AWVN. nl op YouTube: in zijn beleving leven wij aan het einde van deze industriële groeiperiode in een bijzondere tijd. Wij, de mensheid als geheel, zijn in een moeizame verhouding geraakt met de aarde als leefomgeving. We zijn in deze fase bezig om de basis van het leven aan te tasten, en zo is het leven niet bedoeld. De keuzes die wij nu maken hebben grote gevolgen. We moeten toe naar een nieuwe economie, waarin niet het opmaken van de hulpbronnen centraal staat, maar hergebruik. Voor de landbouw komt dat neer op natuurinclusief boeren – dat is de enige manier waarop we het leven in stand houden, inclusief onszelf.

H

et allermooist vind ik dan ook het credo van de Gildeboeren wat rechts onderaan elke pagina op hun site staat: Het

Boerengilde is een groep melkveehouders die met hun boer zijn, hun levenswijze, staan voor oude waarden in een nieuwe tijd. Niet alleen groter en meer, maar produceren met oog voor mens, dier en natuur. Ze willen laten zien dat hun vorm van veeteelt ook economisch aantrekkelijk is.

M

ijn droom is melk van Krimpenerwaardse weidevogelboeren in onze winkels. Het zou geweldig zijn als een aantal Krimpenerwaardse boeren de handen ineen slaat en een dergelijk initiatief van de grond weet te trekken. Persoonlijk denk ik dat de kans dat een kleine zuivelcoöperatie hier brood (melk) in ziet, groter is dan de kans dat een marktleider als FrieslandCampina hier energie, tijd en geld in stopt. Dat weidevogelmelk met goede promotie een marktaandeel weet te verwerven, staat voor mij als een paal boven water. Ik koop die melk! Het is het makkelijkste wat ik kan doen om mijn weidevogels te helpen. Dat is dus het probleem niet. Maar FrieslandCampina is een log apparaat, de winsten zijn prima, dus waarom zouden ze? Terwijl een kleinere Zuid-Hollandse zuivelfabriek als De Graafstroom uit Bleskensgraaf misschien wel in deze niche zou willen duiken… Tja, dromen staat vrij nietwaar. Ondertussen blijven we als NVWK wel keihard werken om de omstandigheden voor weidevogels in de Krimpenerwaard te verbeteren. Dat we daarin stappen maken, o.a. in de samenwerking met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK), is in elk geval geen droom!

W

eide Weelde gaat een flinke stap verder dan Weidemelk. Weidemelk komt van boerderijen waar de koeien van het voorjaar tot in het najaar tenminste 120 dagen per jaar, minimaal 6 uur per dag in de wei lopen. Weidegang kan in principe ook goed zijn voor weidevogels, maar een intensief boerenbedrijf wat 450 koeien tegelijk op één perceel laat weiden en alleen Engels raaigras kweekt wat als het even kan vijf keer per jaar gemaaid wordt, kan hier net zo goed onder vallen. Het predicaat Weidemelk biedt daarmee geen enkele garantie voor goed weidevogelbeheer. Biologische melk dan? Biologische bedrijfsvoering kan goed samengaan met weidevogelbeheer, maar het hoeft niet. Biologische landbouw is meer dan welke landbouw ook, grondgebonden. De bodem is de basis en het kost jaren om die in goede conditie te krijgen. Een gezonde bodem geeft gezond voer voor de koeien, die weer gezonde mest oplevert, die weer goed is voor de bodem. Als het grasaanbod en de weersomstandigheden het toelaten, gaan de koeien zoveel mogelijk naar buiten. Er moet een balans zijn tussen het vee, de aantallen en de aanwezige grond. Er mogen geen chemische bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, geen kunstmest en geen preventieve antibiotica. Ook aangekocht voer moet van biologische herkomst zijn. En de melkprijs is op dit moment gelukkig goed voor biologische boeren. Je kunt je voorstellen dat dit concept ideale omstandigheden voor weidevogels creëert, maar ook een biologische boer kan bijvoorbeeld maaien zonder rekening te houden met weidevogels. Het lot van de vogels hangt af van de persoonlijke insteek van de boer, en ligt niet vast in de regels voor biologisch boeren.

I

k heb uitgezocht welke winkels in de Krimpenerwaard de Weide Weelde producten verkopen. Er zijn vanzelfsprekend ook supermarkten van Jumbo en Plus in omringende plaatsen zoals Gouda en Capelle aan den IJssel. Als WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

15


een lezer daar boodschappen doet, kan hij of zij zelf informeren wat het Weide aanboddie daarkeiharde is. Laat het ons weten! Toch zijn er Weelde vogelsoorten zaden kunnen Jumbo heeft twee winkels Krimpen aan specht den IJssel: kraken, bijvoorbeeld de ingrote bonte en één de in winkelcentrum De Korf en ééngooien in De walnoten Olm. Daarvan worden appelvink. Kraaien en eksters grote de halfvolleopmelk, karnemelk endemagere in literpakken hoogte de stenen of laten zaden yoghurt kraken door auto’s die er overheen rijden. Planten op hun beurt hebben daar verkocht. weer opandere gevonden: diverse soortenin hebben hun zaden Er zijnwat geen Jumbo-vestigingen de Krimpenerwaard. giftig gemaakt. Giftig maken is niet nog De overkoepelende Plus organisatie biedtaltijd helaasgenoeg, niet de halfvolle beter is om ze daarnaast een vieze smaak te geven.DeDan melk aan; geen van de winkels kan die dus bestellen. lokale leren vogels beslist het nog sneller af die te eten. Want Pluseigenaar voor een deel zelf zaden welke producten hij of zij vogels kunnen dan Voor wel slecht ruiken en proeven, zemet in de winkel verkoopt. een ander deel hangt dit samen nemen wel degelijk smaak waar. Een mens heeft ca. het aantal artikelen wat een Plus - in dit geval - in het zuivelschap 10.000 smaakpapillen, vogel Net genoeg kan aanbieden. Een Pluseen met een 50-200. groot zuivelschap kanom meer zoete vruchten te selecteren en het bitter smakende zaad verschillende artikelen bestellen bij de centrale organisatie. Maar ongemoeid te laten. altijd geldt: als een artikel niet loopt, wordt het niet meer besteld. Vogels en bessen, het heeft iets van een wapenwedloop.

Het is dus zaak dat er omzet plaatsvindt, anders verdwijnt Weide Weelde uit de schappen! In de vestiging in Bergambacht Erfvogels heeft overigens een paar weken na de introductie een productVogels en bessen vormen een boeiende combinatie. We demonstratie plaatsgevonden, zo meldde een NVWK-lid. Ik ben hebben in het erfvogelproject veel erven bezocht en wel benieuwdtips of dit andereom leden opgevallen. heeft vier erfeigenaren gegeven huniserf geschikterPlus te maken vestigingen in de Krimpenerwaard: voor erfvogels. Het viel ons op dat de beplanting van de Plus Vergeer den IJssel: 1 l magere yoghurt, ½ meeste tuinenin Ouderkerk en erven isaan gericht op het zomerhalfjaar. lNiet magere yoghurt met 15% hele bosbessen. zo verwonderlijk, dan zijn de mensen vaak buiten en

Plus Van Holten in Stolwijk: 1 l karnemelk, 1 l magere yoghurt Plus Van derdeVlist in Bergambacht: 1 l karnemelk, 1 l magere bloeien meeste planten. Voor de vogels is de yoghurt, ½ l magere met 15%minstens hele bosbessen beplanting in deyoghurt winterperiode zo belangrijk. Plus Rechtuyt insoorten Schoonhoven: 1 leen karnemelk, l magere Besdragende spelen dan grote rol.1Op de site yoghurt, ½ l magere metwe 15%in helehet bosbessen. van de NVWKyoghurt hebben kader van het erfvogelprojectben eenik lijst plantensoorten die Vanzelfsprekend bevooroordeeld, wantopgenomen alles wat onze waarde hebben voor vogels in de tuin of opgekheid: het erf. weidevogels helpt smaakt naar meer. Maar zonder ik Daarbij staan een besdragende soorten. vind de karnemelk absolute topper. Fris enDe mildlijst staatbevat er op over deenwaarde voor daarnaast hetinformatie pak; dat is-ie ook, lekker dik. Opde de vogels magere en yoghurt staat tipsenvoor de smaakt wijze inderdaad van beplanting, etc.maar en ‘mild rijk’. Hij helemaalbloeitijd, niet mager, informatie over de sierwaarde, over andere nuttige zacht en romig. Ik ben heel benieuwd naar de hele-bosbesseneigenschappen over nadelen aanplant. yoghurt; nu ik weetof waar diemogelijke verkrijgbaar is, ga ikvan die snel halen Ook de site van Vogelbescherming bevat veel informatie in Bergambacht. En vervolgens ga ik de Plus in Stolwijk vragen geschikte planten voor een omover die ook ‘aan te vinken’ zodat ik ‘mvogels, hier kan waaronder kopen. Lezers in bessenkalender. Ouderkerk: doet u hetzelfde voor de karnemelk? Mocht u naar aanleiding van dit artikel zelf aan de slag We willen binnenkort natuurlijk het hele assortiment van vijf willen in uw tuin of op uw erf, dan kunt u op deze sites producten in de schappen zien. Zie http://www.weideweelde. veel informatie vinden. Bellen of mailen kan natuurlijk nl/assortiment/. Dat kan alleen als u allemaal overschakelt op ook: erfvogels@nvwk.nl of tel. 06 53579285 (na 20.00 Weide Weelde en daarmee de Plus-organisatie overtuigt. Ik uur). vraag me trouwens af wat NoorderlandMelk met de room doet https://www.nvwk.nl/actueel/projecten/project-erfvogels vanhttp://www.vogelbescherming.nl/tuinvogel/tuininrichting al die gezonde, minder vette producten. Waar blijft de Weide Weelde-boter? /bessenkalender DUS VANAF NU: ALLEMAAL WEIDE WEELDE KOPEN! d

Te koop Stukje recreatiegrond/tuingrond met flinke schuur op kleinschalig terrein aan de Benedenkerkseweg in Stolwijk. Bestemming: dagrecreatie. Op loopafstand van het dorp. Gelegen aan brede sloot. Prima onderhouden, te midden van de polder, veel vogels. Oppervlakte 335 m². Geen water en elektra aanwezig. Prijs €12500,Tel. 06-30580440

Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!

I: E: T: 16

www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

Waardvogel – december 2015

13



Wat staat ons te wachten... Het eerste jaar onder het nieuwe stelsel Mariëlle Oudenes-Graveland, gebiedscoördinator Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) Dat is een vraag die we ons stelden vóór het weidevogelseizoen 2016, waarbij voor het eerst het nieuwe stelsel voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer van kracht was. Een nieuw stelsel; meer gericht op het juiste beheer op de juiste locatie, meer flexibel… Mooie beloftes die zijn gedaan bij de start. Ik kan me voorstellen dat veel mensen gedacht hebben (en nog steeds wel denken): eerst maar eens zien, dan kijken we wel verder. Een gedachte die heel goed te begrijpen is! d

E

n inderdaad, natuurlijk ging het eerste jaar niet vlekkeloos. Zo flexibel waren we eigenlijk helemaal niet en ook niet al het beheer lag op de juiste plaats. Dit zijn zaken die we gesignaleerd hebben en waar we aan gaan werken. Die flexibiliteit biedt het nieuwe stelsel gelukkig wel - en dat is ook nieuw! Wat wel goed ging, was de samenwerking tussen de NVWK en het Agrarisch Collectief (ACK)! Doordat ik mee kon kijken via weidevogelbescherming.nl had ik goed zicht op de ingevoerde gegevens en kreeg ik een goed beeld van wat er in de Krimpenerwaard gaande was op het gebied van weidevogels. Regelmatig even bellen of mailen met de coördinatoren om na te gaan of het klopt dat er nesten zijn gevonden (‘Zoveel op één

perceel?’) of juist helemaal geen nesten zijn gevonden (‘Zijn nog niet ingevoerd’). Ook de telefoontjes met de weidewachters in het betreffende gebied gaven me weer extra informatie; prettig! In de hoogtijdagen hebben we ook veel contact gehad over het wel of niet af sluiten van zogenaamde ‘kuikenvelden’. Naast het contact met de NVWK had ik hierover natuurlijk ook intensief contact met de deelnemende agrariërs. Het meest bij staan me de telefoontjes van een deelnemer uit Stolwijk. Ik had met hem afgesproken dat het gras op het achterste deel van het perceel over de wetering zou blijven staan. Hier waren een heel aantal nesten gevonden en de eerste kuikens liepen al rond. Nadat we ons telefoongesprek beëindigd hadden, zou de deelnemer

“2016 is het Jaar van de Kievit! Geef ons een kans!” Foto: Peter Stam 18

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016


het voorste deel van het perceel gaan maaien, dan kon dat nog precies mee tijdens het inkuilen. Een half uurtje later werd ik weer teruggebeld: “Ik ben na twintig meter gestopt met maaien, het stikt er van de kuikens, ik blijf er voorlopig uit!” was het eerste wat hij zei. Hier doen we het voor, was meteen mijn gedachte. Een helder signaal om niet alleen het achterste deel van het perceel, maar het gehele perceel te voorzien van het pakket ‘Kuikenveld’. Door een langere periode van rust in het perceel kregen de kuikens hier dus de kans om vliegvlug te worden.

W

e kijken terug op een seizoen waarin we veel geleerd hebben, maar ons zeker realiseren dat we er nog niet zijn. Ik ben er wel van overtuigd dat de samenwerking tussen ACK, vrijwilligers en agrariërs het verschil zal maken en ga dan ook vol goede moed op naar het volgende weidevogelseizoen! Tot slot wil ik, ook namens het bestuur van het ACK, alle betrokken vrijwilligers hartelijk bedanken voor de prettige samenwerking en de enorme inzet van dit seizoen! d

Over het begrip ‘Kuikenvelden’ Kuikenveld is een last-minute pakket wat kan ­ worden ­afgesloten op het moment dat een agrariër ziet dat er ­kuikens zijn op een perceel wat hij wil maaien. Dat kan zelfs nog op het aller-laatste moment. Er moet al wel een ­contract op dat perceel liggen (legselbeheer, voorweiden, rustperiode, extensief beweiden). Kuikenvelden zijn (delen van) percelen die minimaal zes meter breed zijn en tenminste twee weken later gemaaid worden. De vergoeding voor het laten staan van het gras bedraagt 350,- euro per ha. Het woord ‘kuikenveld’ werkt verwarrend. Als ­aangeboden pakket zegt het ondanks het feit dat er kuikens foerageren in principe dus niet veel over de kruidenrijke kwaliteit van het grasland. In wetenschappelijke studies duidt men met ­‘kuikenveld’ vaak wel de geschiktheid als opgroeihabitat voor weidevogeljongen aan. d

Wie wordt Weidevogelboer van het Jaar? Het weidevogelteam

Op de afsluitavond van het weidevogelseizoen, donderdag 3 november, krijgen we zoals gebruikelijk de resultaten gepresenteerd over het afgelopen jaar, het eerste jaar onder het nieuwe stelsel Agrarisch Natuurbeheer. Ook horen we graag uw ervaringen en tips en blikken we vooruit naar 2017. Verder wordt die avond de Weidevogelboer van het Jaar 2016 bekend gemaakt. De weidewachters leverden hiervoor de informatie aan. Nieuw is dat voor deze avond via het ACK ook een uitnodiging aan de deelnemende agrariërs zal uitgaan namens de NVWK, maar het werkt natuurlijk nog veel beter als u bovendien zelf uw boer en boerin uitnodigt! Zij vinden het vast leuk om de resultaten van hun inspanningen in beeld te zien en te kunnen horen hoe andere agrariërs het aanpakken. Verdient uw boer de wisseltrofee - de Kristallen Kievit - en eeuwige roem en respect? We houden het nog even spannend... Tot 3 november as.! d

Eigen gebieden aanmaken op waarneming.nl Hans Kouwenberg

O

p waarneming.nl is Nederland in een groot aantal gebieden verdeeld. Soms is de indeling van die gebieden voor je doel nog steeds te grof. Zoeken we op waarneming.nl in ‘gebieden’ op Loetbos, dan zien we er drie. Het totale Loetbos, de Mudput en Loetbos Oost, het gebied tussen de Mudput en de ambulancepost bij de Zuidbroekse Opweg naar Berkenwoude.

W

at een aantal mensen niet weten, is dat je zelf ook gebieden kunt definiëren. Deze eigen gebieden kun je een naam geven en daarna kijken wat jij of anderen daar hebben gezien. Anderen kunnen niet jouw gebieden zien. Leuke gebieden kunnen zijn eigen tuin, werkplek, volkstuin, weidevogelgebied of de Idylle in het Loetbos.

H

et aanmaken van ‘door gebruiker gedefinieerde gebieden’ is vrij eenvoudig. Zorg dat je bent ingelogd. Ga onder ‘mijn waarneming.nl’ naar ‘mijn gebieden’ en klik bovenaan op ‘maak je eigen gebied aan’. Zoom in en sleep jezelf naar het gewenste gebied en klik dan op het polygoon(veelhoek)-icoon. Maak het gebied door met de muis in de veelhoek de gewenste begrenzing te tekenen waarbij je steeds punten aanklikt, zorg ervoor dat de lijnen elkaar niet kruisen en eindig weer op het eerste punt. Geef jouw gebied een naam en daarna ‘opslaan’. Een eigen gebied kan maximaal vijf km² groot zijn en je mag maximaal tien gebieden aanmaken. Ter vergelijking, het hele Loetbos is ongeveer 1,4 km² groot. Dat opent perspectieven! d

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

19


20

1

2

3

4

5

6

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016


Over de grens Op zoek naar orchideeën Tekst en foto’s: Anton van Jaarsveld Dit voorjaar bleek bij een diapresentatie in het bezoekerscentrum van de Bakkerswaal, dat er grote belangstelling bestaat voor orchideeën. Op de keper beschouwd is die belangstelling misschien wat overdreven. Immers: waarom zou een orchidee mooier zijn dan een paardenbloem? Vanwege die interesse schrijf ik er toch maar eens een artikeltje over. d

P

lanten storen zich net als de tegenwoordige mens niet aan grenzen. Soms komen bij ons planten voor, die net op de grens van het internationale verspreidingsgebied zitten, af en toe er net buiten, af en toe er net binnen. Limburg is een smalle, naar het zuiden uitstekende landtong en daardoor doen we daar op floragebied vondsten die afwijken van de rest van Nederland. Nog iets zuidelijker, in de natuurgebieden van de Eifel, vinden we veel Limburgse of in Limburg verdwenen planten. Aanleiding tot een bezoek. In mei jl. bracht ik met een klein gezelschap een paar dagen door in de Eifel. Het accent van ons bezoek lag op de kalkgraslanden, die een soort XL-uitvoering vormen van die van ZuidLimburg: veel uitgebreider en rijker aan flora. Zijn in Nederland natuurgebieden nogal eens gesloten voor het publiek, in de Eifel zijn de beschermde natuurgebieden vrij te betreden. Geen bordjes ‘Verboden toegang’ of prikkeldraad, nee, smalle paadjes verschaffen toegang tot prachtige hellingen. Wat in ons land door vermesting en verwaarloosd hakhoutbeheer is verloren gegaan, vind je daar nog volop aanwezig. Het is een aparte gewaarwording te zien, dat planten van onze Rode Lijst net over de grens massaal voorkomen. Een reden om niet krampachtig te doen, als het gaat om bescherming van deze flora. Bij de plantensoorten hebben we speciale aandacht besteed aan de orchideeën. De purperorchis (1) komt in Nederland nog maar op bescheiden schaal voor. Op de bekende helling van de orchideeëntuin van Staatbosbeheer in het Gerendal ziet de bezoeker bijvoorbeeld maar een enkel exemplaar. In de Eifel troffen we honderden exemplaren aan, o.a bij Mirbach en bij Bad Münstereifel. Dat is andere ‘Kuchen’. Een orchidee die erop lijkt, is de aangebrande orchis (2). De laatste heeft wel ongeveer de kleur van zijn soortgenoot, maar de top ervan heeft duidelijk een donkerder accent. Er waren ook

van deze soort weer diverse vindplaatsen. Soms moet je als florist een beetje geluk hebben: ben ik op de juiste tijd in mijn gebied? Voor de bergnachtorchis en het bleek bosvogeltje (3) waren we weliswaar aan de vroege kant, maar de hellingen verschillen in hun positie ten opzichte van de zon en dan komt er wel eens een vroeg exemplaar op je pad. Voor de vliegenorchis was het hoogseizoen: er stonden er honderden en omdat dit fragiele plantje snel over het hoofd wordt gezien, zullen het wel duizenden zijn geweest. Wat een weelde. Op de laatste dag vonden we nog een tiental exemplaren van het vogelnestje (4). De plant ziet er uit als een bremraap: bruinig van kleur en zonder blad. De naam vogelnest dankt de plant aan zijn kluwenvormige wortelstelsel. In Nederland groeit hij nog op kalkrijke grond in Zuid-Limburg, in de duinen bij Bergen en op een enkele plaats in de Achterhoek, bij voorkeur in bossen. Het vogelnestje staat bij ons op de Rode Lijst : het aantal schijnt sterk af te nemen. Dan de overige soorten. Ik noem de aapjesorchis, de grote keverorchis (5), de harlekijn, de mannetjesorchis, de poppenorchis en het soldaatje, alles in bloei. Waar vind je dat ? De enige niet-orchis die ik nog wil vermelden is de zwartblauwe rapunzel (6). Ik heb een zwak voor blauwe bloemen. Cichorei met zijn lichtblauwe bloemkroon langs de Lekdijk valt iedereen op, door kleur en door aantal. De zwartblauwe rapunzel echter is bezig uit Nederland te verdwijnen en daarom poogt men de nakomelingen van de laatste exemplaren in Brabant en Drenthe op beschermde plaatsen te vermeerderen. Bij het vinden van een soort als deze krijg ik hetzelfde gevoel als een vogelaar die een nieuwe soort scoort. Op zoek naar een leuk natuurgebied met orchideeën, maar je weet niet waarheen ? Bij twijfel, ga naar de Eifel ! d

Ochtendnevel in de Eifel, foto: Maria Spruit

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

21


Excursie naar de Kampina Niet alleen vlinders kijken op 27 augustus 2016 Gabrielle Heuvelman Het was een beetje laat in het seizoen voor een vlinder- c.q. libelles-excursie met als doel soorten waarnemen die bij ons in de omgeving niet voorkomen. Maar zoals er in de aankondiging stond, zouden we niet alleen naar vlinders en libelles kijken. Nou, dat is gebleken. d

H

et weer was die dag erg mooi, misschien zelfs wel iets te warm, maar wat een leuke opkomst was er evengoed! Met zijn negentienen gingen we op weg. Toen we aankwamen in het Brabantse natuurgebied met bossen, heidevelden, beekjes en vennen, dronken we eerst een kop koffie. Daarna zijn we op pad gegaan en al snel werden de eerste waarnemingen gedaan zoals een mooie gouden tor en een bosmestkever. Het oranje zandoogje werd daarna ook snel gezien. Dit is een vlinder die bij ons niet voorkomt. De levendbarende hagedis liet zich ook goed bekijken. Doordat de groep af en toe uit elkaar viel werden er door de verschillende groepjes andere dingen gezien, maar dat maakte de verhalen juist leuk tijdens de stops. Hier volgt een lijstje met een aantal leuke waarnemingen in verschillende soortgroepen, afkomstig van de diverse waarnemingsgroepjes.

Insecten: boomblauwtje, kleine vuurvlinder (1), eikenpage, icarusblauwtje, pop van een atalanta (2), houtpantserjuffer, koraaljuffer, gewone pantserjuffer, tengere pantserjuffer, venglazenmaker, bruine glazenmaker, weidebeekjuffer, watersnuffel, de verschillende heidelibelles, hoornaarroofvlieg, mierenleeuw, groene zandloopkever (3). Ook een paar zeldzame planten zoals: grondster, moerashertshooi, moeraswolfsklauw, kleine zonnedauw (4). En niet te vergeten de vogels: dodaars, waterral, ijsvogel, boomvalk, roodborsttapuit, kleine bonte specht, goudhaantje, kuifmees. Dit is nog maar een kleine greep van wat we die dag hebben gezien. Naar mijn mening was het een erg leuke en gezellige excursie!

1

2

3

4

5 Foto’s 1, 3 en 4: Gabrielle Heuvelman; foto’s 2 en 5: Jannie Monhemius 22

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016


Waterwerkgroep opgericht eDNA-onderzoek naar grote modderkruiper van start Jaap Graveland In juni berichtten we dat de NVWK een waterwerkgroep gaat oprichten en met hulp van eDNA zeldzame soorten gaat inventariseren. Ondertussen zijn we weer een paar stappen verder. De waterwerkgroep is opgericht en er hebben zich al aantal mensen voor opgegeven. Binnenkort gaat een onderzoek van start waarin we met eDNA de grote modderkruiper, rivierkreeften en de platte schijfhoren willen opsporen. Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard is hoofdopdrachtgever. RAVON en het dna-laboratorium Orvion voeren het onderzoek uit. Het Zuid-Hollands Landschap, Oasen, Orvion én de NVWK betalen mee. d

M

ooie herinneringen…. Ik ben opgegroeid in Alphen aan den Rijn. Hier werd in de jaren zestig en zeventig een enorme oppervlakte polder met zand opgespoten. Daarop verrees later de nieuwbouw van Ridderveld; wij gingen wonen in een van de wijken die het eerst werden gebouwd. Ik was toen ongeveer tien jaar oud en het was daar geweldig: kilometers lange zandvlakten met water, drijfzand, ruigtevelden, wilgenbos, de wildernis langs de Kromme Aar, diep uitgegraven putten in de polder met kristalhelder water, met smalle paadjes er tussendoor waar bijna niemand kwam. Achteraf jammer dat ik toen nog niet geïnteresseerd was in vogels, want het was een vogelwalhalla, met (hoorde ik achteraf) broedende plevieren, kiekendieven, krooneenden, allerlei soorten steltlopers, enz. Ik herinner me alleen nog dat we als jongens een keer naar een klutennest liepen over een stel planken die we telkens over het drijfzand verlegden. En een onkruidruigte waar het wemelde van de patrijzen. Ik zei al, het is lang geleden.

maar dat oplossen van mijn vlees leek aardig te lukken gezien de pijn die ik dagenlang had.

K

roeskarpertjes Favoriet jachtterrein waren de afwateringsslootjes van de opspuitterreinen, soms halve riviertjes. Want die zagen er elke keer weer anders uit en vegetatie en waterplanten ontwikkelden zich snel. Ik herinner me een keer dat ik met mijn emmer tussen de waterplanten een prachtig grijs voorntje ving van circa acht centimeter met een hoge rug en mooie duidelijke schubben. Pas achteraf begreep ik dat dit een bittervoorn is geweest. Er was één slootje, langs een waterzuiveringsinstallatie waar ik een soort aquariumvisjes ving, zo vond ik ze er tenminste uit zien. vier à acht centimeter, goudbruin, prachtige schubben, met

M

et emmer en schepnet Ik had toen vooral belangstelling voor het leven onder water. Met emmer en schepnet struinde ik alle slootjes en plassen in de buurt af. Reuze spannend, want er ontstonden door al dat grondverzet voor Ridderveld voortdurend nieuwe watertjes en je wist nooit wat je tegen kon komen. Het schepnet gebruikte ik voor het open water, de emmer om tussen de waterplanten te scheppen. Door de zuiging van het water dat in de emmer liep kwamen er ook allerlei beesten mee die zich tussen de waterplanten verscholen. Tiendoornige stekelbaarzen ving ik het meeste. Maar ook zeeltjes, palinkjes, veel kleine modderkruipers, en geelgerande en spinnende waterkevers. Ik had twee emmers bij me: een grote voor het vangen, en een kleine om de interessante vangst in te bewaren. Die belandde dan in de serie emmers die ik achter in de tuin had staan. De visjes hield ik in leven met watervlooien. Met die emmer ving ik ook snoekjes van 5 tot 15 cm. Dat was een leuke sport: die snelle rakkers te pakken krijgen. De kleine snoekjes aten ook watervlooien, de wat grotere kon ik prima houden op een dieet van kleine stekelbaarzen. Gewoon in een emmer met wat waterplanten. Ik wist nog niet zo veel van al die waterbeesten, maar leerde snel. Bijvoorbeeld toen ik de larve van een geelgerande waterkever met de hand van de ene in de andere emmer wilde stoppen. Hij beet, en ik herinner me dat dat vreselijk pijn deed. Jaren later las ik waarom: hun kaken zijn hol en daarmee spuiten ze verteringsenzymen in hun prooi. Die hoeven ze daarna alleen nog maar leeg te zuigen. Van dat zuigen kwam niet veel bij mij,

Kroeskarper, bron: Vissen en andere waterdieren van West- en Midden-Europa, Readers’s Digest

een hoge rug en mooie roodoranje vinnen. Dat bleken dus kleine kroeskarpertjes te zijn. Die tiendoornige stekelbaarzen maakten ook nestjes in mijn emmers en andere bakken. Daar kwam ik bij toeval achter toen ik gebiologeerd over mijn emmers hing en een stekelbaars zich opeens door een hoopje plantenmateriaal op de bodem heen worstelde. Ik heb lang gezocht naar de driedoornige stekelbaars. Die werd WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

23


De platte schijfhoren (Anisus vorticulus)

veel groter en het mannetje had zo’n spectaculaire oranje met blauwgroene tekening. Dat wilde ik wel eens zien! Uiteindelijk vond ik hem op een plek ver van mijn normale visgebied vandaan: in een sloot die de Molenvliet heette. Vanaf een brug eroverheen kon je op diverse plekken de territoriale mannetjes in hun mooie kleuren in het water zien ‘staan’, hun territorium verdedigend. Hier in de Krimpenerwaard is het een algemene soort, die je vooral vindt in open water, rond duikers en bruggen. De grote modderkruiper heb ik echter nooit gevangen. En in al die jaren ben ik geen enkele zoetwaterkreeft tegengekomen.

De platte schijfhoren kan worden verward met andere inheemse schijfhorens, zoals de draaikolkschijfhoren (Anisus vortex) en geronde schijfhoren (Anisus leucostomus). De vorm van het huisje is variabel en de diagnostische kenmerken in de literatuur zijn soms moeilijk te interpreteren. De dieren leven op plekken waar ook andere schijfhorens, zoals de draaikolkschijfhoren (soms algemeen) leven. De vindplaats/habitat alleen is derhalve niet indicatief.

P

lannen voor de Krimpenerwaard In oktober gaat RAVON watermonsters nemen. Orvion zal daar het DNA uit halen en analyseren; in november hebben we dan de eerste resultaten! We gaan naar vier soorten en groepen kijken: de grote modderkruiper, de platte schijfhoren (een slak), rivierkreeften en ‘alle soorten’. Er zijn een paar recente waarnemingen van de grote modderkruiper, uit 2012 en 2013. De ene is uit de Stolwijkse Boezem, precies op de plek van een al bekende historische waarneming. De soort zit daar misschien dus al tientallen jaren.

Grote modderkruiper, bron: Nijssen, H. 1987, De vissen van Nederland

De andere plek is een stuk naar het westen. De waarnemingen zijn gedaan door beroepsvissers. Die kennen de soort vooral van vroeger. Toen werd de grote modderkruiper regelmatig in een pot in de huiskamer gehouden als waarschuwer voor slecht weer. Bij naderend onweer of een zware depressie werden de beesten namelijk onrustig en gingen ze door de pot zwemmen. Vandaar de oude naam ‘weeraal’. Er zijn nu twintig voorlopige monsterlocaties uitgekozen. RAVON zal met een veldbezoek kijken of de locaties inderdaad geschikt zijn. Grote modderkruipers houden van modderrijke, verlande slootjes vol waterplanten. We gaan ook kijken naar de platte schijfhoren, omdat dit een zeldzame slak is die beschermd wordt vanuit de internationale

Platte schijfhoren, bron: Handleiding Slakken van de Habitatrichtlijn waarnemen, uitgave van Stichting ANEMOON 24

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

Bij het zoeken zijn meerdere criteria van belang: - Biotoop (schone sloten/wateren, die rijk zijn aan plantensoorten, o.a. krabbenscheer-vegetaties) - Vorm van huisje en de kiel Om de soort waar te nemen zijn schepnet-monsternamen noodzakelijk . Bron: Handleiding Slakken van de Habitat-richtlijn waarnemen, uitgave van Stichting ANEMOON

habitatrichtlijn. Maar dan moet je natuurlijk wel weten of hij er zit, en waar dan precies. Verder is het Hoogheemraadschap geïnteresseerd in de verspreiding van rivierkreeften. Deze exoten komen veel voor, maar over de precieze verspreiding weten we weinig. Ze richten plaatselijk veel schade aan aan de waterplanten en maken door hun gegraaf het water troebel. Waterplanten en helderheid van het water zijn belangrijke kenmerken van waterkwaliteit. Deze kreeften kunnen dan ook het halen van waterkwaliteitsdoelen moeilijker maken. Daarom is het belangrijk om te weten waar ze zitten en waar niet. In dat laatste geval is uitbreiding door maatregelen misschien te voorkomen. Als ze eenmaal ergens zitten, krijg je ze niet meer weg, dus preventie is belangrijk. Tot slot wil Orvion zelf ook een en ander uitproberen en zal Orvion op drie plaatsen álle aanwezige soorten met DNA inventariseren. Alle betekent alle, dus ook schimmels, bacteriën, protozoön, etc. Dat kan alleen voor soorten waarvan de DNAsamenstelling bekend is. Dat zijn er al veel, en het aantal neemt snel toe. Én ze moeten natuurlijk DNA in het water achterlaten. De monsterlocaties kiezen we uiteraard in de gebieden waar de opdrachtgevers beheer uitvoeren en belang hebben: water in beheer bij HHSK, ZHL en in de drinkwaterbeschermingsgebieden (belang Oasen).

N

iet alles kan De partners willen eerst eens kijken hoe het gaat. Ook is het al te laat om nog voor de grote kamsalamander te monsteren. Die heeft het water namelijk al verlaten. Als de proef goed verloopt, zullen de partners begin volgend jaar kijken of ze de inventarisatie met DNA uitbreiden naar de kamsalamander en mogelijk andere soorten. We willen van veel meer soorten de verspreiding in de Krimpenerwaard weten, bijvoorbeeld van de ringslang of van bepaalde zeldzame waterplanten. Maar daarvan komt geen of heel weinig DNA in het water terecht. Er is eerst meer onderzoek nodig voordat duidelijk is of en hoe je met DNA deze soorten kunt inventariseren.

I

nzet van waterwerkgroep De resultaten van het DNA-onderzoek worden in november bekend. Dan heeft de grote modderkruiper zich al teruggetrokken


in kleine gebieden met diep water. Daarom is het op dat moment niet zinvol meer om met de waterwerkgroep onderzoek te doen op de plekken waar DNA van de soort is aangetroffen. Dat doen we dus volgend voorjaar. Waarom is het zinvol om de grote modderkruiper met de waterwerkgroep te inventariseren als je door het DNAonderzoek al weet dat hij er ergens voorkomt? Simpel: met DNA kun je alleen aan- of afwezigheid in een vrij groot gebied bepalen. Je weet dan nog niet waar ze precies zitten, en ook niet hoeveel. Daarom gaan we met passend vangtuig in het voorjaar aan de slag. RAVON zal ons adviseren over de keuze van vangtuig. Als je op www.krimpen.waarneming.nl kijkt zie je heel veel waarnemingen van vogels, planten en ook nog wel van zoogdieren, vlinders en libellen, maar bijna helemaal niets Amerikaanse rivierkreeft met honderden jongen onder zijn lijf, foto: Jaap Graveland over soorten die in het water leven. Toch is er meer bekend dan hieruit blijkt. Het HHSK monitort en ook RAVON doet onderzoek. We hebben afgesproken dat de NVWK deze gegevens krijgt. Dat is natuurlijk motiverend voor de waterwerkgroep en je kunt gerichter gaan kijken. Ik had bijvoorbeeld voorgesteld om met DNA ook onderzoek te doen naar de zeldzame bittervoorn en naar de quaggamossel, die een positief effect heeft op de waterkwaliteit. Maar HHSK gaf aan dat die soorten niet zeldzaam zijn en dat we voldoende weten over hun verspreiding. De gegevens zijn opgeslagen in de NDFF, de Nationale Databank Flora en Fauna. RAVON stuurt ons daarvan het bestand.

W

aterwerkgroep – samenwerking met HHSK, ZHL. Oasen en anderen Het HHSK wil zijn waterbeheer meer gaan afstemmen op natuurwaarden. De NVWK heeft kennis over die natuurwaarden, en Vissenexcursie met RAVON, voorjaar 2015, foto: Jaap Graveland gaat dat uitbreiden door de waterwerkgroep. Daarom willen de partijen graag met elkaar samenwerken. zeker plaats voor meer, want dan kunnen we echt heel veel gaan Hetzelfde geldt voor het ZHL en Oasen. De NVWK zal ook doen. nagaan of de gemeenten en provincie zich willen aansluiten. Een groot deel van de wateren in de Krimpenerwaard is namelijk k hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat de wereld onder water niet in beheer bij HHSK, ZHL of Oasen, maar bij particulieren spannend is om te onderzoeken en belangrijk genoeg om of onder verantwoordelijkheid van gemeente en provincie. te beschermen. De waterwerkgroep kan daar heel veel voor Binnenkort komt de waterwerkgroep voor het eerst bij elkaar. betekenen. Meld je aan als lid. Bel of mail Marc daarvoor: XXXX Marc van Bemmel is coÜrdinator geworden van de werkgroep, XXXXXXX, XX XXXXXXX, of email: waterwerkgroep@nvwk. een paar mensen hebben zich al aangemeld als lid. Maar er is

I

Bittervoorns, bron: http://members.casema.nl/

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

25


Natuurbescherming In de regio: cursus over de nieuwe Wet Natuurbescherming 2017 Frans Kingma, voorzitter KNNV Gouda In onze regio vinden grote ingrepen plaats, die een negatieve invloed hebben op onze mooie natuur. Natuurlijk is natuurbelang niet het enige, maar in het geheel van belangenafwegingen mag de natuur niet steeds de dupe zijn, mede met het oog op de toekomst van onze kinderen. Met de invoering van de nieuwe Wet Natuurbescherming (2017) komen er nieuwe kansen. Het natuurbeleid wordt meer decentraal en de verwachting is dat natuurbeschermers meer geraadpleegd of om hulp worden gevraagd door lokale overheden e.d. Dit is daarom hét moment om onze kennis te vergroten. d

D

e natuur kan op vele manieren worden beschermd. -Door bijvoorbeeld zelf de handen uit de mouwen te steken zoals bij vrijwillig landschapsbeheer, of het maken, plaatsen en onderhouden van nestkasten -Door de ontwikkelingen in een bepaald natuurgebied of aangaande een bepaald ecosysteem of organisme te volgen en er over te rapporteren -Door onderzoek te doen -Door overlegpartner te zijn van overheden, zoals gemeente, provincie en waterschap -Door via media en acties zoals publieksactiviteiten, de natuur te promoten -Door via zienswijzen, bezwaarschriften, handhavingverzoeken en processen negatieve ontwikkelingen te voorkomen.

A

an al deze zaken wordt aandacht besteedt. Elke avond bestaat uit een visueel ondersteund inleidend deel en een interactief deel, waarin u zelf met anderen kunt discussiëren. Een keur van deskundigen, waar onder juristen, biologen, ecologen en mediaspecialisten heeft zijn medewerking toegezegd. Er wordt ruime aandacht besteedt aan de nieuwe Wet Natuurbescherming, die per 1 januari 2017 in werking treedt.

D

e nadruk ligt op het vormen van natuurnetwerken, zodat je bij acties altijd deskundigen kunt raadplegen en met anderen kunt optrekken. Hoewel het helpt als je zelf al wat meebrengt, bijvoorbeeld kennis van een bepaald gebied of soort, ecologische, juridische, planologische of journalistieke kennis of ervaring met overheden, gaat het vooral om een zich enthousiast willen inzetten in natuurnetwerken, ook al is dat maar voor een heel beperkt aantal uren, eventueel in de avond. Hoewel de cursus plaats vindt in de regio Gouda is de cursus ook geschikt voor andere regio’s. Daar kun je ook casussen of vragen voor aanleveren.

P

laats: Streekmuseum Reeuwijk, Oudeweg 3, 2811 NM Reeuwijk. 5 theorie avonden: op woensdag 2, 9, 16, 23 en 30 november 20.00 - 22.15 uur. 2 excursies: op zaterdag 5 (vaarexcursie Reeuwijkse Plassen) en 19 november (Goudse stadsrand en de probleemgebieden daar) van 13.30 - 16.30 uur. Uitwijkmogelijkheid bij slecht weer is op 26 november. Aanmelden: Lourien van der Hoek, secretaris KNNV Gouda, lhleeuwenhoek@gmail.com, XXXX XXXXX of XX XXXXXXXX. d

De NVWK ondersteunt dit initiatief Joke Colijn Omdat ook wij nog niet de gevolgen van de nieuwe natuurwetgeving voor onze omgeving kunnen overzien, bevelen wij deelname aan deze cursus van harte aan. Informatie en meer gedetailleerde invulling van de onderwerpen en de sprekers op de genoemde avonden kunt u bij mij opvragen (mijn gegevens staan voor in de Waardvogel), of bij Frans Kingma van de KNNV (frans.kingma@ planet.nl). De cursus wordt door de KNNV Gouda in samenwerking met IVN IJssel en Gouwe georganiseerd, en er is al in een vroeg stadium overleg geweest over dit initiatief met de NVWK. d

D

oor de opzet met een eerste deel waarin een ter zake deskundige spreker een onderwerp uitlicht, en een tweede deel met discussie, vragen en gesprekken onderling en met de deskundige, liggen de avonden niet ‘zwaar op de maag’ maar bevorderen juist inzicht in het gezamenlijke belang. Het doel is opkomen voor het natuurbelang, maar daarbij niet blind zijn

26

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

voor andere belangen. Vooral coördinatoren van werkgroepen kunnen profijt hebben van het volgen van deze cursus, maar hij staat ook open voor vrijwilligers en leden die anderszins werken in het belang van de natuur. De cursuskosten worden in dat geval vergoed door de NVWK. Laat u niet weerhouden om in te schrijven als u wellicht niet alle data kunt bijwonen! d


Broedende kluten en steltkluten Max Ossevoort

In de Krimpenerwaard worden steeds meer maatregelen genomen waardoor de natuur zich kan ontwikkelen. Iedereen kent inmiddels wel het Doove Gat waar de inrichting als waterbergingsgebied er voor heeft gezorgd dat het een trekpleister is geworden voor met name watervogels en steltlopers. d

O

nderdelen van het Natuur NNetwerk Nederland (NNN) worden op dit moment gerealiseerd. Rijkswaterstaat is de Groote Zaag aan het herinrichten en dit staat gepland om voor het einde van het jaar afgerond te worden. Door het Zuid-Hollands Landschap aangelegde stukken natuur komen letterlijk en figuurlijk tot bloei en zo zou ik nog meer voorbeelden kunnen noemen. Al die maatregelen trekken soorten aan zoals de kluut en de steltkluut die hier een voor hen geschikte biotoop aantreffen. Was er in het verleden al een keertje een broedende kluut en ook een broedende steltkluut aangetroffen, dit jaar hebben er in de Nespolder zes paar kluten en een paartje steltkluten gebroed, wat een duidelijke toename is. En er is met succes gebroed, want in juli werden er elf juveniele kluten en werd één juveniele steltkluut waargenomen. Ook heeft een paartje steltkluut gebroed in het helofytenfilter en op 18 juni werden daar drie juveniele vogels gemeld. Op zich is het al bijzonder dat we kluten en steltkluten waarnemen in de Krimpenerwaard. Dank zij het invoeren op

krimpen.waarneming.nl weten we dat het steeds vaker voor komt, maar dat ook het aantal broedende vogels van beide soorten toeneemt, maakt het wel heel bijzonder vind ik. Mogelijk neemt het aantal broedende kluten in de toekomst nog verder toe. Het Oostelijk Balkengat, gelegen aan de oostzijde van de Kleine Zaag, wordt op dit moment ingericht als biotoop voor kluten. De uitvoering gebeurt door Rijkswaterstaat en staat eveneens gepland om binnen een paar maanden afgerond te worden. Als bestuur van de NVWK hebben we er ons voor ingespannen om de verplichte natuurcompensatie, als gevolg van het verdwijnen van een stukje natuur door de aanleg van de overnachtingshaven voor binnenschepen bij Bergambacht, binnen de Krimpenerwaard te houden. En de inrichting van het Oostelijke Balkengat is daar het gevolg van. Ik ben er van overtuigd dat ook dit gebiedje, dat overigens niet opengesteld zal worden voor het publiek, een aanwinst zal zijn voor de natuur in de Krimpenerwaard. d

Boven: kluten in de vlucht en tijdens de handeling die vooraf gaat aan het eieren leggen; onder: steltkluut in het Doove Gat in 2015; foto’s: Hans Stoel

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

27


Boeren-Sloot-Telling NWVK helpt De Vlinderstichting Tekst en foto’s: Arie Kooy Sloten en watergangen vielen tot voor kort buiten het agrarisch natuurbeheer. In het nieuwe agrarisch natuurbeheer is het mogelijk om subsidie te krijgen voor natuurvriendelijk slootbeheer. De bedoeling daarvan is dat sloten gefaseerd worden geschoond, zodat niet alle vegetatie ineens wordt verwijderd met de nadelige gevolgen daarvan voor o.a. vissen en het insectenleven. d

E

en onderdeel van dat nieuwe stelsel is het pakket ‘Ecologisch Slootschonen Krabbenscheer’. Deze subsidiemogelijkheid was voor De Vlinderstichting de aanleiding om een zogenaamde BoerenSloot-Telling te gaan houden. De Vlinderstichting heeft voor medewerking daaraan de NVWK benaderd. Op 28 juni jl. werd daartoe een workshop ‘Boerensloten in de Krimpenerwaard’ gehouden, waarvoor een twaalftal NVWK-leden zich hadden aangemeld. De workshop stond onder leiding van Henk de Vries van De Vlinderstichting. De workshop begon met een verkenning van sloten in de Berkenwoudse Driehoek en sloten langs de Graafkade. Er werd gelet op de aanwezigheid van krabbenscheer en libellen. Henk de Vries gaf daarbij uitleg over soorten libellen en de groeiwijze van krabbenscheer. Krabbenscheer is de waardplant van de groene glazenmaker, een betrekkelijk zeldzame libel. Na afloop van de wandeling langs de sloten genoten de deelnemers van een heerlijke maaltijd bij ‘Theetje Tiendweg’ in Ouderkerk aan

den IJssel. Daarna volgde een uitleg over de planten en insecten, voornamelijk libellen, rond de boerensloot. De workshop werd besloten met een uitvoerige uitleg over de ‘Boeren-Sloot-Telling’.

H

et is de bedoeling dat vrijwilligers van onze vereniging die telling in de Krimpenerwaard houden ten behoeve van het onderzoek door De Vlinderstichting. Er moesten in de maand augustus drie tellingen langs vastgestelde trajecten worden gehouden. Daarbij werd vastgelegd: -het voorkomen van krabbenscheer, -het aantal groene glazenmakers dat wordt waargenomen, én -het aantal argusvlinders dat wordt aangetroffen langs het teltraject. Van de deelnemers aan de workshop hebben zich negen vrijwilligers bereid verklaard een bijdrage te willen leveren aan het onderzoek van De Vlinderstichting, dus actief de gevraagde tellingen te gaan houden. Van de resultaten houden wij u uiteraard op de hoogte. d

Gallenexcursie Tekst: Dory Beulink, foto’s: Hans Kouwenberg

Op woensdagavond 13 juli zijn we onder de leiding van Hans Kouwenberg op zoek gegaan naar gallen en aanverwante zaken. We verzamelen bij het kanocentrum in het Loetbos en we hoeven niet ver te lopen om de eerste gallen te ontdekken. Het is wel goed speuren en een geheel nieuwe manier om naar planten en bomen te kijken. d

O

p moerasspirea vinden we gallen van de moerasspireabladpokgalmug. Wat een naam! Op els zien we elzenwratmijt, elzennerfhoekmijt en elzenvlag (1). Vooral de laatste is mooi; aan de vrouwelijke katjes zit een tongvormig uitgroeisel. kennis van bomen en planten is bij het op naam brengen van gallen wel erg handig. In de boeken kun je dan via de gastheer vrij snel een lijst met bijbehorende gallen vinden en kijken of de gal op naam te brengen is. We lopen een stukje het Loetbos in en bekijken gallen op esdoorn, brandnetel en wilg. We staan ook even stil bij de heksenbezems op wilg. Is dit nu een gal of niet? In dit geval wordt de woekering veroorzaakt door een schimmel. De essen staan er niet goed bij en waarschijnlijk is er door de harde wind een tak van een es gewaaid. Dit geeft de kans om de bladeren van dichtbij te bekijken. Er zitten gallen van de essenbladnerfgalmug (2) op. Dit is voor Hans ook een leuke soort om te zien. Hans wil ons nog iets bijzonders laten zien bij de Idylle. Hij laat ons naast het mooie insectenhotel zoeken naar gallen. Het lukt ons

28

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

niet om iets te vinden en Hans wijst ons daarom op kropaar met moederkoren of ook wel moederkoorn (3). Daarna zien we nog veel meer aangetaste exemplaren van kropaar staan. Er steken een soort zwarte korrels uit het gras. Moederkoren is een schimmel en komt op aren van granen en grassen voor. De zwarte korrels vallen op de grond en overwinteren daar. In het voorjaar worden er sporen gevormd en door de wind verspreid. Vroeger gaf moederkoren nogal eens problemen als het brood door de schimmel was vergiftigd. Mensen kregen toevallen, buikkrampen, stuiptrekkingen, gangreen en hallucinaties. Gelukkig komt besmetting nauwelijks meer voor. Eiken staan er niet zoveel in het Loetbos en juist daar zitten veel verschillende soorten gallen op. We rijden daarom naar de ambulancepost waar een aantal goed bereikbare bomen staan. En het is zeker de moeite waard om daar te kijken. We vinden stuitergallen, lensgallen, een oestergal, knikkergallen, satijnenknoopjesgallen en heel mooie knoppergallen. Al met al is het zeer de moeite waard geweest en heeft het weer een nieuwe dimensie toegevoegd aan het kijken naar de natuur. Snel door de natuur lopen wordt nu nog lastiger! d


Links: het was nog te vroeg in het jaar voor de groene glazenmaker. Zijn neef de vroege glazenmaker werd veelvuldig gespot. Rechts: Henk de Vries vertelt iets over de groeiwijze van het krabbenscheer .

1

3

Aanvulling van Hans Kouwenberg

2

De waarneming van moederkoren werd op ­waarneming.nl door de moderator ­ gewijzigd in pijpenstrootjemoederkoren, Claviceps ­microcephala. Echt moederkoren, Claviceps ­purpurea, groeit op ­ granen als rogge en tarwe en is bewezen giftig voor de mens. Van pijpenstrootjemoederkoren kan hij dat niet vinden, ook niet op internet. De kans dat de mens grotere hoeveelheden moederkoren binnenkrijgt via graan is natuurlijk wel veel groter dan via een gras als kropaar. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

29


Naar de Zouweboezem op de avond van de langste dag Mieke Veen Het was nog even spannend of deze excursie door zou gaan, want het regende al de hele dag. Net na 19.00 uur stopte de regen en gingen we op pad. We verzamelden bij Schoonhoven en al snel waren we met zo’n zestien leden. d

M

eteen bij het begin van het gebied, de ingang aan de Lekdijk bij Sluis, zagen we huiszwaluwen in de lucht. Ze bleken te nestelen bij een nabij gelegen boerderij. Ook vloog er gelijk een koekoek langs. Veelal hoor je hem alleen maar aan zijn karakteristieke roep, maar in de broedtijd laat hij zichzelf vaker zien. We stonden stil aan het begin, waar je een goed overzicht hebt over het riviertje de Zouwe. In de eerste tien minuten zagen we twee bruine kiekendieven, veel grauwe ganzen, putters, een tjiftjaf, een grote bonte specht, een paar kieviten, zwarte kraaien, boerenzwaluwen, gierzwaluwen, een holenduif en krakeenden overvliegen. Dirk-Jan van Roest had een blauwborst in het vizier en die was goed zichtbaar door de telescoop. De blauwborst liet zich een poosje bekijken, alvorens hij weg vloog. Helaas hebben we daarna geen blauwborst meer gezien. Meestal kom je er nog wel eentje tegen op de rondwandeling, zingend in het riet. Natuurlijk waren daar ook nog een merel en een meerkoet. Hoogtepunt was natuurlijk de groep zwarte sternen met hun kuikens. Ieder jaar gaan Leo en ik kijken op dit punt om te zien hoe veel er nu weer zijn. In de gauwigheid heb ik zestien kuikens geteld. De vlotjes waren dit jaar voorzien van een soort hekjes als beschutting tegen ongedierte, begreep ik. De oudervogels vlogen af en aan om hun piepende jongen te voeren. Heel mooi was het om te zien dat er complete libellen in de bekjes van de kuikens verdwenen. Verder lopend naar het kijkscherm zagen we een houtduif in de lucht en weer een koekoek. Tussendoor zat in het riet heel mooi een snor. Hij liet zich erg goed zien en horen! In het riet ook volop rietzangers, rietgors mannetjes met de mooie zwarte kop en een kleine karekiet. Kenners hoorden de Cetti’s zanger. Deze vogel moet je echt opmerken op geluid want je krijgt hem nauwelijks te zien. Achter ons in de top van de boom zong een grasmus. Ook zaten daar een pimpelmees en een groenling. Bij het kijkscherm aangekomen viel het voor mij een beetje tegen: wat eendensoorten, zoals krakeend, bergeend, kuifeend en slobeend. Verder nog wat grauwe ganzen, meerkoeten en

30

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

wintertalingen. Soms zie je daar ook wel een lepelaar of een roofvogel. Maar gelukkig kwam er ook nog een ooievaar langs en natuurlijk moet ik ook de fuut niet vergeten!. Al lopend over het vlonderpad werden we begeleid door het geluid van de snor en de kleine karekiet. Toen we verder liepen kwam er nog van alles langs gevlogen zoals scholekster, fazant, kokmeeuw, kleine mantelmeeuw, buizerd, wulp, blauwe reiger, spreeuw, aalscholver, fitis, vink en grutto. Een verrassing halverwege waren twee grauwe vliegenvangers op een hekje. Ze hadden waarschijnlijk in de buurt een nestje. De streepjes op hun romp zijn karakteristiek voor deze soort. Het was voor het eerst dat ik deze vogel zo goed zag! We hebben echt een tijdje staan genieten van hoe ze af en aan vlogen. Daarna gingen we richting picknickbank waar ik mijn koffie kon nuttigen. Ook hier weer een vrouwtje bruine kiekendief en overal in de lucht zagen we purperreigers die naar hun nesten aan de overkant van de Zouweboezem vlogen. Ik hoorde vertellen dat er dit jaar een record aantal van 209 purperreigers nestelden! Aan de overkant in de boom vloog nog een grote zilverreiger, alsof ze wilde zeggen: “Ik ben er ook nog en ik laat me niet verdringen door al die bruinpaarse reigers”. Via een smal paadje liepen we door naar het weiland. Op het paadje broedt in het voorjaar altijd wel een wilde eend in een knotwilg, maar nu zaten die alleen maar aan de kant van de sloot. Leo en ik hebben daar ooit een prachtige bosuil gezien, maar nu bleef het bij een staartmees, ook een leuk vogeltje met zijn hoge geluidje. Een rondje weiland bracht ons nog een knobbelzwaan en wat eenden- en ganzensoorten. En er zat nog ergens op een takje een winterkoninkje met zijn alarmroep. Op het laatst, weer terug op de hoofdroute, scoorden we nog een prachtige kneu, die speciaal voor ons bleef zitten naast een heggenmus. Beide waren heel goed waar te nemen met het blote oog. De avond werd afgesloten met weer het geroep van de koekoek en als verrassing kwam er nog een egeltje over het pad aangelopen. Deze langste zomeravond was een heel mooi begin van het nieuwe seizoen. d


1

1

2

3

4 Foto links: de vegetatie in de Zouweboezem, foto: Jaap Graveland Foto’s boven: 1 vlotjes liggen veilig een flink eind van de oever, tussen plompenblad, foto: Jaap Graveland; 2 grauwe vliegenvanger; 3 purperreiger; 4 zwarte sternkuikens met prooi; foto’s: Dirk-Jan van Roest

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

31



Recordaantal purperreigers in de Zouweboezem Zuid-Hollands Landschap, 17 juni 2016

PERSBERICHT

In natuurgebied de Zouweboezem ten zuidoosten van Ameide, broedt dit jaar een record aantal purperreigers. De Zouweboezem is eigendom van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap. Voor het eerst zijn er meer dan 200 broedende paren geteld. 209 om precies te zijn, een nieuw record. ­Purperreigers broeden in kolonies en komen slechts in een klein aantal moerasgebieden in Nederland voor. Het purperen verenkleed en de slangachtige nek geven de purperreiger een herkenbaar uiterlijk. De Zouweboezem is een belangrijke broedlocatie voor deze trekvogels, die overwinteren in Afrika. Zouweboezem De Zouweboezem is zo geschikt voor de majesteitelijke, donkere reiger door de rietlanden in de Boezem en de weilanden en talloze sloten in de omgeving. Het Zuid-Hollands Landschap heeft zich het afgelopen decennium ingezet om het leefgebied voor de purperreigers zo aantrekkelijk mogelijk te maken en dát betaalt zich nu uit. De aanleg van natuurvriendelijke oevers, amfibieënpoelen en ondiep water met veel opgroeiende vis zorgen voor een aantrekkelijk leefgebied voor deze reiger. 209 paar purperreigers betekent meer dan 400 volwassen vogels en binnenkort ook nog vele uitgevlogen jongen. De kans om de purperreiger te spotten in de Zouweboezem is dan ook bijzonder groot! Purperreiger ‘We zorgen niet enkel in de Zouweboezem voor goede leefomstandigheden voor de purperreiger,’ vertelt boswachter Warner Reinink van het ­Zuid-Hollands Landschap, ‘ook in de omliggende terreinen moeten de omstandigheden uitmuntend zijn.’ Purperreigers leggen vele kilometers af om te foerageren. ­Wadend langs de oevers spiesen ze vis en kikkers aan hun snavel. Tot in de Krimpenerwaard kun je de purperreigers uit de Zouweboezem in de randen van de sloten tegenkomen. De Krimpenerwaard ligt centraal tussen de Zouweboezem en de kolonie van Kinderdijk, waardoor je ook hier veel purperreigers afkomstig uit Kinderdijk kunt tegenkomen. Om goed te kunnen volgen hoe het met de purperreigers gaat, wordt de kolonie jaarlijks geteld. Samen met een deskundig ecoloog telt de boswachter 1 keer in het broedseizoen de bezette nesten, zonder dat de purperreigers worden verstoord. Dit jaar met een nieuw record, een fantastisch resultaat voor het werk dat het Zuid-Hollands Landschap verzet! Op pad Wandelend of fietsend de purperreigers ontmoeten? Dat kan in het voorjaar en de zomer met de Sprinkhaanzanger wandelroute of de Vijfheerenlanden fietsroute. Kijk hiervoor op: www.zhl.nl. NB: Inmiddels zijn de purperreigers vertrokken naar hun overwinteringsgebieden in Afrika, red.

Foto jonge purperreigers: Warner Reinink

Landelijke Dag 2016 Sovon www.sovon.nl /ld

PERSBERICHT

Op zaterdag 26 november is het weer zo ver. Voor de 37ste maal organiseert Sovon Vogelonderzoek Nederland haar Landelijke Dag! Als vanouds wordt het een dag voor vogelaars en andere natuurliefhebbers, met boeiende lezingen en een uitgebreide informatiemarkt..De Reehorst is een uitstekend bereikbare locatie vrijwel naast station Ede-Wageningen met comfortabele lezingenzalen en een ­professionele uitstraling. Ruim 2500 bezoekers komen naar de Landelijke Dag die een platform biedt om elkaar te ontmoeten, kennis en ervaring uit te wisselen en nieuwe mensen te betrekken bij het onderzoek naar vogels. Kortom: de dag is bedoeld voor iedereen met een hart voor vogels en natuur. Het programma voor 2016 is op hoofdlijnen bekend: • Keuze uit 40 lezingen, waaronder twee keer een lange lezing van Nick Davies (45 minuten) over de listige spelletjes van de koekoek. • Bekijk de lijst met standhouders tot nu toe (aanmelding loopt nog). Vertegenwoordigd met meer dan 80 stands zijn alle optiekmerken, vogelreizen, vogelorganisaties uit het hele land, uitgeverij met de nieuwste boeken als ook collectoritems. • Jeugdprogramma • Loterij • Signeersessies, o.a. door Nick Davies • De Nederlandse Ornithologische Unie (NOU) heeft een lezingprogramma met als thema:(on)aangepast gedrag in nieuwe habitats. • Dit jaar wordt de vijfde zaal gevuld door een aantal terreinbeherende organisaties: LandschappenNL, Unie van Bosgroepen, Natuurmonumenten De organisatie van de Landelijke Dag is in handen van Sovon i.s.m. Vogelbescherming Nederland en de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU). Houd de Sovon-website www.sovon.nl/ld in de gaten voor het definitieve programma! Tot zaterdag 26 november! Locatie: De Reehorst, Ede. Vanaf 9.30 uur. Kosten: 10 euro. Leden en waarnemers 5 euro. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

33


Vogelexcursie naar Zeeland een ontspannen dag Dirk Jan van Roest Op zaterdagochtend 3 september vertrekken we met een groep van vijftien man richting de Zeeuwse delta. Een jaarlijks terugkerende trip, dit jaar iets vroeger in het seizoen, maar met voldoende kans op allerlei invallende steltlopers. d

M

et dreigende wolken om ons heen rijden we naar het zonnige zuiden. Onderweg zien we al de nodige soorten, maar bij de eerste stop begint pas het echte werk. Bij de haven van Stellendam stappen we uit en vliegt er een grote groep kneutjes langs de dijk. Traditioneel wordt hier altijd de eerste koffie gedronken, maar de groep is gretig en in een mum van tijd staat iedereen op de dijk over het wad uit te kijken. Veel vogels op het wad bieden veel kansen op toffe soorten. Behalve onder andere een zilverplevier op kleur, vele lepelaars, tureluur, wulp, visdief, scholekster, middelste zaagbek, kluut, grutto en rosse grutto zit er naast een slechtvalk ook tot ieders verrassing een reuzenstern op het wad. Ook de enige kleine zilverreiger zien we vanaf de dijk bij de ingang van de sluis. Dit is een topstart en de dag kan eigenlijk al niet meer stuk.

V

anaf Stellendam rijden we over de Brouwersdam richting Prunjepolder. De Brouwersdam levert niet veel op zoals verwacht, maar is voor de steenloper en zeehond toch leuk om mee te pakken. Na de schrale opbrengst op de Brouwersdam (waar je vooral in de winter leuke soorten kan aantreffen) wordt de hoop gevestigd op de Prunjepolder. Tussen de overvliegende graspiepers en gele kwikstaarten vinden we pijlstaarten, een zwarte ruiter, tapuiten, brandganzen en goudplevieren. Aan de andere kant van de dijkweg wordt ook de polder gescand en wordt weer eens bewezen dat goudplevieren een goede schutkleur hebben. Met het blote oog lijkt er niets te zitten, maar als eenmaal de kijker of telescoop op de akker is gericht blijkt deze vol te zitten met wel een paar honderd goudplevieren, een

schitterend gezicht!

V

anaf de plassen gaan we richting de Wevers- en Flauwers Inlaag. Tussen de schapen pikken we groenpootruiter, dodaars, geoorde fuut, watersnip, rotgans, kanoet en witgat op. Aangezien de dag nog lang niet om is, vertrekken we richting Stinkgat, vlakbij Tholen; een mooi gebied met dito soorten. Bij aankomst zit een roodborsttapuit mooi op z’n uitkijkpost. Via een pad komen we bij een kijkscherm uit dat zicht geeft op de plas. We zijn niet de enigen en gezien het geringe aantal kijkgaten is het dringen. Maar het dringen is de moeite waard. Naast kemphanen, watersnippen en bonte strandlopers zitten er ook enkele krombekstrandlopers.

O

mdat het richting eind van de middag loopt en een aantal deelnemers niet meer tijd heeft, splitst de groep. Een deel vertrekt verzadigd huiswaarts, de rest heeft zijn hoop gevestigd op een visarend of zeearend, dus vertrekken we richting Hellegatsplein met een prachtig uitzicht over het Haringvliet. Vlakbij en mooi in beeld is een ijsvogel, casarca’s zwemmen verderop op het Haringvliet, maar nog geen vis- of zeearend. Bij elke groep ganzen en eenden die de lucht invliegen, wordt de lucht geconcentreerd in de gaten gehouden, maar dat mag niet baten. Wel krijgen we een bruine kiekendief en een boomvalk in het vizier en als toetje vliegt er een juveniele havik vlak boven het water langs: een leuke afsluiter voor een heerlijk ontspannen dag die ons een mooie 77 soorten oplevert. d

Vanaf de dijk bij de haven van Stellendam zien we vele steltlopers en als verrassing een reuzenstern, foto: Max Ossevoort

34

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016


Uitzicht vanaf de Inlaagweg over Plan Tureluur. De rode kleur is afkomstig van zeekraal, foto: Max Ossevoort

Turen en nog eens turen, foto: Max Ossevoort

Dringen bij het kijkscherm, foto: Henk Gazan

Lepelaars en brandganzen, foto: Max Ossevoort

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

35


a

Opening van de Idylle o

e

Foto’s: Frans van der Storm

Op zaterdag 11 juni opende Dilia Blok, bestuurslid Groenalliantie Midden-Holland en wethouder gemeente Krimpenerwaard, geheel in stijl de Idylle in het Loetbos in Lekkerkerk door ‘onthullen’ van het insectenhotel. Zij werd geholpen door vrolijk rondfladderende roze en blauwe vlindertjes. Behalve een streekmarkt met ‘groene’ producten waren er die dag heel veel activiteiten voor jong en oud. Het werd een fleurige dag! Zie www.nvwk.nl/actueel/fotoalbum voor

Met het plakken van een sticker symboliseert Patrick dat de maaitrekker eigendom is van de NVWK, verkregen dankzij een toezegging van het StreekFonds Krimpenerwaard.

Wethouder Dilia Blok is erg gecharmeerd van de vlindermeisjes, die haar zullen assisteren bij de opening.

Demonstratie wilgentenen schillen en manden vlechten.

Heel toepasselijke klompjes!

De wethouder telt af naar het moment dat de vlindermeisjes de strik los mogen trekken als teken van opening van de Idylle.

k

Onder leiding van Marc Timmermans gaat de jeugd waterbeestjes vangen.

36

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

q


Het weidevogelseizoen 2016 Terugblik op het eerste seizoen onder het nieuwe stelsel Joke Colijn Op pagina 18 van deze Waardvogel vertelt Mariëlle Oudenes hoe het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) het eerste seizoen onder het nieuwe stelsel agrarisch natuurbeheer heeft ervaren. Mariëlle werkt pas sinds januari 2016 bij het ACK en ze heeft zich in snel tempo en onder grote druk ingewerkt in een periode waarin opstartproblemen op allerlei gebied de kop opstaken. Het lastigst was nog wel een computerprogramma wat niet klaar was terwijl het stelsel in werking trad en contracten moesten worden ingevoerd. Dat heeft veel extra tijd gekost die ze niet actief in weidevogelbescherming kon steken. Toch is het haar gelukt om al goede contacten te leggen met boeren en vrijwilligers. Chapeau! Ze steekt in haar bijdrage ook nog een hart onder de riem van onze weidewachters. Dat maakt me best een beetje trots op onze mensen! d

V

ogelbescherming Nederland bracht met een delegatie een bezoek aan de Krimpenerwaard op 11 mei. Voor de provincie Zuid-Holland zijn we op het gebied van weidevogelbescherming een pilot gebied. Cees Witkamp van Vogelbescherming is benieuwd hoe wij onze zaken hier klaren en tegen welke problemen we aan lopen. Er was ook een vertegenwoordiger van Economische Zaken met het gezelschap meegekomen, die heel goed begreep dat de eisen die RVO stelt aan de collectieven niet altijd tot de letter in te vullen zijn. RVO is de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die gegevens over subsidies en financieringen controleert. De vergoedingen voor contracten over agrarisch natuurbeheer vallen onder RVO. Marinus Rooken van het ACK noemde als voorbeeld de eis dat een lastminute contract veertien dagen tevoren aangemeld moet worden. Zo’n absurde tegenstelling in één regel valt niet na te leven als het om het sparen van kuikens en nesten gaat. Gelukkig is het ACK creatief in het bedenken van oplossingen – netjes binnen de regels! Na het bevragen van elkaar en uitwisselen van ervaringen, bezocht de groep een paar weidevogelrijke percelen. Tijdens de veldexcursie bleek dat zelfs goede en heel ervaren weidewachters nog niet goed op de hoogte waren van de mogelijkheden die het nieuwe stelsel biedt. Komende winter verzorgen we weer een aantal cursussen. Daarom hierbij vast een oproep aan alle weidewachters: kom ook en word wijzer!

O

mdat weidevogelbescherming een ‘hot item’ is en er veel werk achter de schermen moet gebeuren, bestaat het weidevogelteam van de NVWK inmiddels uit een aantal mensen. Coördinator is Klaas de Mik en dat is met zo’n grote werkgroep een hele klus. Joep Vermaat doet de uitvoerende PR en is zijn assistent. Bente Tielkemeijer verzorgt het jaarlijkse weidevogelverslag. Hierbij geef ik graag haar oproepje door aan onze weidewachters om voor het verslag van 2016 een stukje tekst te schrijven over hun ervaringen in het veld. De verslagen van afgelopen jaren staan inmiddels ook op de NVWK-site, onder Weidevogelwerkgroep. Lisette van der Spek is heel handig met computersystemen en maakt de benodigde kaarten voor het veldwerk, voor de gebiedsaanvraag en voor overleg met de provincie; een arbeidsintensieve bezigheid. De NVWK is heel blij met de rol die Arie Kooy speelt bij de door RVO vereiste controles.

Arie heeft hier veel uren in geïnvesteerd. De transparantie die nodig is om de gegevens van zowel ACK als NVWK naast elkaar te kunnen leggen en namens ACK het gesprek met de agrariërs te voeren, kon alleen ontstaan door het snel groeiende wederzijdse vertrouwen. Ikzelf kom inmiddels bij alle genoemde organisaties over de drempel. Het blijkt niet alleen belangrijk maar ook lonend om steeds weer aandacht te vragen voor probleemsituaties die het belang van de vogels schaden. Daarom bezoek ik veel relevante bijeenkomsten, leg verbanden, netwerk en stuur o.a. via het Weidevogelberaad en de Taskforce aan op het realiseren van effectieve oplossingen. De Krimpenerwaard als waardevol weidevogelgebied staat inmiddels wel op de kaart! Alle hier genoemde mensen zijn daarnaast ook bezig met het echte veldwerk – ze weten dus precies wat er speelt.

O

nze PR-weidewachter Joep heeft gedurende het seizoen per e-mail diverse nieuwsbrieven verzonden aan alle weidewachters. Met name tegen de kritieke data aan was het nodig om terugkoppeling uit het veld te krijgen. Moesten er contracten worden omgelegd? Dat moest vóór 15 mei gebeuren. Waren er last-minute contracten nodig? Dat hing af van maaidata of andere bewerkingen op percelen met nog nesten of kuikens. Het was erg spannend, maar de reacties kwamen los en de contacten tussen veldcoördinator Mariëlle, de boeren en de weidewachters kwamen op tijd tot stand. Pff… Nu er mogelijkheden zijn om meer kuikens te redden, grijpen we die natuurlijk met beide handen aan! De Nieuwsbrieven blijken het doel te dienen, dus dank aan Joep voor de tijd die hij er in stopt.

V

oor een eerste terugblik kwamen op 18 augustus jl. een aantal mensen bij elkaar die ook vertegenwoordigd zijn in de Taskforce. Voor een goed begrip: de werkgroep Taskforce Agrarische Natuur bestaat uit vertegenwoordigers van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH), De Groene Motor (DGM), Boerennatuur Zuid-Holland.nl (koepelorganisatie voor de acht Zuid-Hollandse collectieven en equivalent van het opgeheven Veelzijdig Boerenland, wat de koepel was van Agrarische Natuurverenigingen zoals Weidehof) WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

37


e

n het Landbouw Economisch Instituut (LEI), verbonden aan de Wageningen Universiteit en Researchcentrum (WUR). In de Taskforce zijn hiermee alle spelers vertegenwoordigd die invloed hebben op al dan niet succesvol agrarisch natuurbeheer. De Taskforce volgt de ontwikkelingen bij lokale natuurorganisaties als de NVWK, adviseert de collectieven over uitwerking van gebiedsaanvragen en verbeterpunten, onderhoudt contact met en lobbyt bij problemen bij de provincie. Op 18 augustus waren bijeen namens het ACK de voorzitter Marinus Rooken en Mariëlle Oudenes, namens de NVWK was ik aanwezig. Verder was er Wout van der Slikke, die namens de Groene Motor is afgevaardigd in de Taskforce Agrarische Natuur, en Dave Dirks van Steunpunt Agrarisch Natuurbeheer en onafhankelijk adviseur. Dave neemt vanuit Boerennatuur Zuid-Holland zitting in de werkgroep Taskforce. Hij heeft op dit gebied veel ervaring opgedaan de afgelopen jaren: eerder werkte hij voor het ontbonden Veelzijdig Boerenland, maar sinds april jl. is hij zelfstandig ondernemer. Onder andere de volgende punten kwamen ter sprake.

D

e gekozen insteek van het ACK voor intensieve samenwerking met de NVWK bevordert de goede verstandhouding en de eerste resultaten worden zichtbaar. Er zijn nog allerlei verbeterslagen te maken, maar voorop staat de goede intentie van beide partijen om het gezamenlijke doel te halen: behoud en waar mogelijk groei van de weidevogelpopulatie. In de door veel weidewachters ingevulde NVWK-enquête vroegen we onder andere naar hun persoonlijke beleving en naar suggesties voor de toekomst. Alle enquête-info wordt nu geëvalueerd. Heel erg bedankt voor het invullen, mensen! De antwoorden leveren zeer waardevolle informatie op. Zowel voor het ACK (in verband met nieuwe voorstellen voor het agrarisch natuurbeheer aan deelnemende agrariërs, maar ook om voor het komende seizoen vast een indicatie te hebben waar mogelijk extra aandacht nodig zal zijn), als voor de NVWK (bijvoorbeeld vanwege de verkiezing van de weidevogelboer van het jaar 2016). Op donderdagavond 3 november is de afsluitavond van het weidevogelseizoen waarop de winnaar van deze verkiezing bekend wordt gemaakt. Noteer vast de datum!

D

e NVWK-weidewachters verzorgden dit jaar al een deel van de monitoring. De cursus QBM-tellen wierp vrucht af. Het leverde aanpassingen van bestaande contracten en last-minute contracten op, waarmee veel kuikens zijn gespaard die voorheen geen kans maakten. Daar doen we het voor! De cursussen worden vanaf komende winter herhaald om meer weidewachters de kans te geven ze te volgen. Het doel is om de monitoring zoveel mogelijk gebiedsdekkend te krijgen. Het ACK noemt ons haar oren en ogen in het veld en de belangrijkste contactlijn met de agrariër. Een ingehuurde professional zal misschien net wat accurater tellen, maar rekent dure uren en heeft niet dat contact met de boer, investeert daar ook niet in, bouwt geen vertrouwensband op en kent het gebied niet zoals een weidewachter zijn/haar gebied kent. Dit zijn de argumenten waarom het ACK het belangrijker 38

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

vindt om in onze vrijwilligers te investeren dan professionals in te huren; het ACK draagt dan ook financieel bij aan cursussen waar nodig. De Groene Motor heeft een cursusaanbod op de plank waarvan we opnieuw graag gebruik zullen maken. Een aandachtspunt is dat er nog deelnemende boeren zijn waar geen vrijwilligers lopen. Ondanks dat er o.a. dankzij de zeer geslaagde Weidesafari op 23 april een aantal nieuwe weidewachters zijn bijgekomen, is er nog een tekort, mede omdat de weidewachters van het eerste uur een leeftijd bereiken waarop sommigen voor het veldwerk moeten afhaken. Werving van nieuwe mensen blijft dus nodig en zal in samenwerking met ACK en Groene Motor worden voortgezet. Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik weet niet altijd hoe hij de puzzel in elkaar moet schuiven om nieuwe mensen onder te brengen bij ‘oude rotten in het vak’ zodat ze ervaring op kunnen doen alvorens ze zelfstandig kunnen werken, maar tot nu lukt het hem!

E

en ander punt wat ter sprake kwam is dat er verschillende systemen zijn waar relevante gegevens moeten worden ingevoerd. Het is onhandig dat ACK en NVWK niet in hetzelfde systeem kunnen kijken om de meest recente gegevens in te zien. Bovendien zijn er nog andere systemen voor andere vormen van monitoring en tellen (BTS, BMP). De wens is één gezamenlijk systeem, maar voorlopig zou het al mooi zijn als de bestanden van SCAN (waar door ACK de contracten op ingevoerd worden) en van Landschapsbeheer Nederland (LBN, waarop weidewachters hun resultaten invoeren) beter op elkaar worden afgestemd.

O

p de startavond kregen de weidewachters kaarten mee waarop de contractpercelen van hun boeren staan afgebeeld, en een vel met de voorwaarden van de contracten. Die kaarten heeft Lisette van der Spek gemaakt in weer een ander systeem. Dit soort informatie kan niet uit de bestaande invoersystemen worden gehaald, terwijl de kaartjes zowel voor de vrijwilligers als voor Mariëlle in de praktijk van onschatbare waarde bleken. Het feit dat weidewachters nu de ins en outs van de contracten van hun boer onder ogen hebben, geeft ze behalve de benodigde duidelijkheid waar ze voorheen in het duister tastten, het vertrouwen voor gesprekken met de agrariër, ook over voorstellen t.a.v. beheer. Er valt voor de it-ers van SCAN en LBN dus nog een flinke inhaalslag te maken; maar laat ze om te beginnen maar eens gaan samenwerken om digitale bruggen te bouwen.

E

en puntje is verder dat informatie over de vegetatiekartering (hoe kruidenrijk is het grasland?) en de situatie van de vegetatie als de vrijwilliger bij ‘zijn’ percelen komt (Hé, er is op deze percelen net gemaaid, maar daar nog niet / De maïs staat boven de grond, wanneer zal mijn boer gaan spuiten?) niet ‘oproepbaar’ is uit het LBN-systeem. Dat is van groot belang voor het ACK bij het inschatten of een agrariër gebeld moet worden in verband met het beheer op het moment, maar ook voor de toekomst (zo is de historie van de vegetatie vooral belangrijk bij kruidenrijk land). Ook het terug kunnen zien welke bewerkingen waar en wanneer plaatsvonden is altijd prettig. Het verzamelen


van dit soort informatie kan gemakkelijk door weidewachters worden meegenomen in het land, maar het systeem kan er nu verder niks mee als het wordt ingevoerd.

D

an bleek ook uit de enquête dat een aantal vrijwilligers er toch voor voelt om het komende seizoen met een tablet het veld in te gaan, zodat ter plekke informatie kan worden ingevoerd en dat niet meer achteraf thuis hoeft te gebeuren – waar het vaak nog een poosje blijft liggen... Het kleine schermpje van een telefoon is in het veld ook niet altijd handig. Het ACK heeft al toegezegd te willen kijken hoe men deze vraag kan honoreren, omdat actuele informatie van onschatbare waarde bleek bij de benadering van agrariërs met voorstellen voor bijvoorbeeld een last-minute contract. Uiteraard zijn wij heel blij met deze insteek van het ACK!

H

et komend seizoen wordt contact gelegd door ACK met de dienst Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland. Het regiohoofd Ton Kraanen heeft gezegd dat als hij de benodigde contractinformatie krijgt, hij gaat bezien in hoeverre zijn medewerkers rekening kunnen houden met de voorwaarden van de contracten en de plekken waar weidevogels broeden. Iets dergelijks zou ook met de lokale Wildbeheereenheid (WBE) kunnen worden afgesproken. Het kan niet zo zijn dat een weidewachter een perceel niet in mag vanwege het contract, en

moet toekijken terwijl een jager daar doodleuk in loopt om met zijn hond een net geschoten gans op te halen, omdat die jager van niks weet. WBE Krimpenerwaard heeft inmiddels aangegeven best open te staan voor het gesprek hierover.

V

erder werd ook het probleem ‘loonwerkers’ benoemd. Er is geen inventarisatie van loonwerkers bekend. Ze worden nergens bij betrokken en zijn officieel niet op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van agrarisch natuurbeheer. Ze wonen geen enkele lezing, netwerkbijeenkomst, cursus of andere manier van kennisuitwisseling bij. Er zou een certificering voor ‘groen werken’ voor loonbedrijven bestaan, maar dat heb ik nog niet bevestigd gezien. Het wordt hoog tijd dat we deze groep meenemen in onze informatievoorziening omdat de meeste slachtoffers onder de weidevogels vallen bij bewerkingen door loonwerkers! En net zoals bij de dienst Muskusrattenbestrijding en de WBE zullen er zeker loonwerkers zijn die open staan voor suggesties. Wie komt met een idee hoe zo’n inventarisatie en vervolgens de informatievoorziening aan hen op te pakken?

A

lle genoemde punten kwamen ter sprake bij deze nuttige evaluatie. Ze worden meegenomen naar breder overleg binnen de Taskforce Agrarische Natuur om te kijken hoe er verbeterslagen gemaakt kunnen worden. Het is fijn dat problemen en suggesties uit het veld worden gehoord en erkend, maar nog beter is dat er blijvend aan verbetering wordt gewerkt. Het gaat immers om de beste kansen voor de weidevogels! Bronnen illustraties: www.joop.nl, www.dwars.be, www.home.zonet.nl

Het ziekenbezoek Tekst en illustratie: M. Bersma

Ze staan tegelijkertijd op de stoep voor de deur van ons huis, de dokter en de dominee. Eén van hen drukt op de bel, waarna een jonger zusje van mij hen binnenlaat en hen voorgaat naar boven, naar de slaapkamer van mijn moeder. Zij herstelt in haar bed van een langdurige ziekte. Het is een zware taak om met deze heren te ­converseren. Zij kennen elkaar niet en schijnen ook niet genegen daar verandering in te brengen. In de keuken zet mijn zusje thee voor het bezoek, dat de hand drukt van de patiënt en zwijgend plaats neemt op de stoelen bij het bed. Tot hun verbazing, zo niet ontsteltenis, verschijnen er opeens twee hondenkoppen ter weerszijden van mijn moeder, boven de dekens uit. De koppen zijn van Loki en Hoody. De eerste is een zwerfhond die door ons in huis genomen is, de tweede is een hond uit het asiel. Zij zijn aan elkaar gehecht en zíj zorgen ervoor dat het zwijgen doorbroken wordt. Of ze van honden houden? Geen van beide heren heeft een hond, maar het ijs is gebroken en er ontstaat een geanimeerd gesprek. De honden kruipen na de kennismaking tevreden terug onder de warme dekens. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

39


Waar bleven de bloemen? Stand van zaken over de vegetatie in de Idylle Patrick Heuvelman, coördinator planten Met deze bijdrage geef ik een update inzake de vegetatie en het gebrek aan bloei op de percelen van de Idylle. Een kort overzicht van de handelingen tot nu toe: eind september 2015 vonden voorbereidende grondwerkzaamheden plaats door Groenservice Zuid-Holland (GZH) en is er vervolgens begin oktober met behulp van NVWK-vrijwilligers en Stichting Landschapsonderhoud Rotterdam (SLR) ingezaaid. In het vroege voorjaar zagen we een mooie opkomst van een ingezaaide plant als paarse dovenetel naast de kiemplantjes van diverse kruiden, en wat later ook flink wat grote ratelaar, maar bij de opening van de Idylle op zaterdag 11 juni 2016 had met name de grassoort witbol de overhand gekregen en zagen we nauwelijks bloemen meer. Vóór de opening maaien was geen optie: we konden geen Idylle openen waar net een kaalslag had plaatsgevonden. Op 18 juni kregen we les in het maaien met onze nieuwe maaibalktrekker. In plaats van het voorgestelde sinusbeheer (zie Waardvogel van februari 2016, pagina 35-37) zijn toen op 25 juni alle ingezaaide percelen gemaaid en is het rijpe graszaadrijke maaisel afgevoerd; veel zaad was echter al gevallen. d

O

p de openingsdag werd door Peter de Groot van het bedrijf Biodivers, de zaadleverancier, aangegeven dat het bij een dergelijke vegetatie wellicht nog te vroeg was om sinusbeheer te introduceren, en dat we dat beter konden doen als sprake is van een successie in de ontwikkeling van de vegetatie naar kruidenrijkheid. Hij adviseerde dit jaar twee keer rigoureus te maaien en af te voeren om de gewenste vegetatie aan de gang te krijgen. Dit betekent veel hooiwerk per keer, waarvoor meer mensen nodig zijn. Volgend jaar verwacht ik wel vegetatieafhankelijk te kunnen gaan maaien, dus sinusbeheer te introduceren. Dat moet dan vaker, wellicht meer dan drie keer gebeuren. Bij kleine stukjes per maaibeurt zijn minder vrijwilligers nodig om het maaisel af te voeren.

O

p woensdag 31 augustus was er op locatie van de Idylle een samenkomst tussen Peter de Groot (Biodivers), Kees Kool (GZH) en mijzelf. Er was al enige kennis opgedaan door diverse bezoeken, onafhankelijk van elkaar. Op de agenda stond het bespreken van de huidige status en hoe deze situatie heeft kunnen ontstaan. En vooral ook om verder te kijken naar wat we er aan kunnen en moeten doen om meer bloei te krijgen dan het huidige, zeer magere resultaat, met als doel daadwerkelijk de beoogde positieve bijdrage te leveren aan de vlinder- en bijenstand. Zoekend tussen de grote hoeveelheid grasvegetatie en boterbloem, moest gemeld worden dat er op een paar uitzonderingen na geen kiemplanten te vinden zijn die volgend voorjaar voor uitbundige bloei zullen zorgen. Concreet gezien er is nu niet meer soortenrijkheid dan voor het inzaaien. Veel zaad is dus niet aangeslagen, dan wel heeft niet kunnen uitgroeien tot een krachtige plant als gevolg van verstikking door ongewenste vegetatie. Hoe kon dit gebeuren? De uitkomst van deze middag is dat er meerdere oorzaken zijn die gecombineerd een cumulatief effect hadden. De verklaring wordt voornamelijk gevonden in de grondbewerking, de reeds aanwezige vegetatie op de Idylle velden, het roteren van de grond, het tijdstip van het grondwerk en het moment van zaaien (het seizoen), en het weer voor, tijdens en na het inzaaien en het grondwerk. Deze zaken hebben elkaar op een ongunstige manier versterkt. Het roteren met vals zaaibed systeem is op zich een systeem wat

40

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

elders met goed resultaat wordt toegepast, echter wat opvalt is dat hier witbol, scherpe boterbloem en smalle weegbree er enorm op hebben gereageerd. Die bepalen voor 75% de huidige vegetatie.

B

ij de nulmeting van de vegetatie, vóór aanvang van het werk, maakte boterbloem hooguit 5% van de aanwezige planten uit. Vermoedelijk zijn door het roteren vooral de wortelstokken van de boterbloem gebroken, gedeeld of gescheurd en is de plant op die wijze vermeerderd. In combinatie met het weer, vochtig vóór het bewerken van de grond en vochtig ná het zaaien en onderwerken van het zaad, zijn de wortelstokken van de boterbloemen niet uitgedroogd en hebben die alle kans gehad zich in de rulle, vochtige grond te vestigen. Conclusie: vals zaaibed werkt dus niet voor kruiden die via wortelstok te vermeerderen zijn. En dan zeker niet in een koele of natte periode. De witbol is een andere lastige plant in de Idylle. Deze grassoort is ook niet onderdrukt door de grondbewerkingen maar is explosief toegenomen, mogelijk door vrijkomende voedingsstoffen en verspreiding van zaden. En ook weer door de vochtige omstandigheden zijn deze zaden niet negatief beïnvloed door het valse zaaibed systeem. Deze grassoort zullen we door tijdig maaien en afvoeren, en het volhouden hiervan, uiteindelijk onder de knie moeten krijgen. Met hulp van de plant grote ratelaar die parasiteert op grassen, kunnen we de groei en ontwikkeling van deze grassoort ook beïnvloeden. Conclusie: hoewel aanwezigheid van witbol altijd wel is te verwachten, is dit gras door genoemde factoren erg verstorend geworden in de ontwikkeling van een bloemenweide. Op het huidige resultaat hadden we niet gerekend, anders hadden we misschien met een aantal meespelende factoren meer rekening kunnen houden. Op zich zijn alle toegepaste werkwijzen al eerder uitgevoerd, maar dan niet op de bodem (vochthoudend, voedselrijk veen) waar wij een Idylle op bouwen. Volgens Peter ook de meest lastige bodem. Droge, zanderige gronden zijn in beginsel veel makkelijker om te vormen van gras naar kruidenvegetatie. Maar goed, dat hebben we niet.

H

oe nu verder? De kans dat veel gezaaide zaden het nog gaan doen, is zeer klein. Het blijven maaien en hooien is een optie


om uiteindelijk steeds meer te komen tot spontane bloemen. Het is mogelijk maar vraagt een heel lange adem, wel tot vele jaren. Om toch al op korte termijn te kunnen spreken over een bloemenweide moeten we gaan ingrijpen. Ik werk een plan uit zoals dit vandaag is gesmeed. Dit plan wordt getoetst door Peter en Kees. De impact op het gebied van inzet en mogelijke additionele kosten wordt ook in kaart gebracht, waarna er mogelijk fondsen aangesproken moeten gaan worden. Door al ons enthousiasme hebben we het verwachtingspatroon tot een hoogtepunt opgevoerd. Nu deze verwachtingen niet worden waargemaakt is er kritiek, verbazing en teleurstelling als men de Idylle heeft bezocht. Begrijpelijk. We zullen hier ook iets mee moeten doen. Daarom deel ik de uitkomst van deze bijeenkomst met onze lezers. Een duidelijk, helder en kloppend verhaal over wat er, naar nu blijkt, is mis gegaan is mogelijk een zure appel, maar zoals Peter het vanmiddag verwoordde: er is ook iets bereikt. Opnieuw is er kennis opgedaan op het gebied van omvormen van grasland naar natuur. Waardevol voor alle partijen in het land die met deze opgave bezig zijn, zeker als het een veenbodem betreft. Verder gaan we er als projectteam natuurlijk alles aan doen om dit project tot een succes te maken. In juni is al de eerste maal volledig gemaaid met onze nieuwe maaitrekker, die met subsidie van het Streekfonds kon worden aangeschaft. Met een deel van de cheque die we van de Gemeente Krimpenerwaard kregen, is een hooiband gekocht welke ook op de trekker past en waarmee het gras op wiersen is gelegd, waarna het kon worden afgevoerd door vrijwilligers in samenwerking met GZH. Als u dit leest is de tweede volledige maaibeurt in de Idylle uitgevoerd. Aansluitend wordt er extra grote ratelaar ingezaaid, om zoals gezegd te helpen de witbol onder controle te krijgen. Dit zaad is deels bij de eerste maaibeurt geoogst. Extra zaad wordt door Peter de Groot ter beschikking gesteld.

K

ees Kool van GZH nuanceert mijn verhaal graag door ook successen te benoemen. De ingezaaide oevervegetatie op de voorbewerkte natuurlijk aflopende brede slootkanten is wel goed opgekomen; dit was nu al goed zichtbaar door toename van de kattenstaart. Het vele gras midden op de percelen was wel gunstig als gastheer voor de grote ratelaar. Ook die is flink toegenomen in de Idylle en is een zeer welkome soort voor bijen. Het prachtige insectenhotel is al goed in gebruik genomen. De halfhoge beplanting op één van de percelen die voor reliëf en micro-klimaatjes moet zorgen, is heel goed aangeslagen. En hij roemt onze enthousiaste groep vrijwilligers (zaaiers, hooiers, tellers en monitors, timmermannen en overige betrokkenen). De nu opgedane ervaringen kunnen eventueel gebruikt worden om door de gehele Krimpenerwaard meer bloemenweides te realiseren. Ook Kars Veling (De Vlinderstichting) die alle Idylle-projecten in het land begeleidt, reageert positief: “Het is inderdaad jammer dat een en ander zich zo heeft ontwikkeld. Het Loetbos kreeg een van de ‘gegarandeerde’ succes-Idylles, dachten wij ook vooraf. Er waren goede randvoorwaarden: enthousiaste betrokkenen vanuit veel partijen en een mooie locatie. Ik ben benieuwd naar wat er nu als voorstel komt en denk graag mee, want voor dit jaar heeft De Vlinderstichting nog eventueel aanvullend geld om zaken bij te stellen of aan te passen. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat de Idylle in het Loetbos een bloeiende toekomst heeft!.”. d

NVWK, ANBI en uw belastingaangifte Frans van der Storm

De NVWK is een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). Giften aan onze vereniging zijn daarmee aftrekbaar voor de inkomstenbelasting en brengen zo een fiscaal voordeel voor u mee. d

A

D

H

W

ls giften worden beschouwd: - extra overboekingen naar de rekening van de vereniging; - kosten die u maakt, maar niet vergoed krijgt, zoals reiskosten ad 19 cent per kilometer (fiets of auto) of openbaar vervoer, in verband met het doen van vrijwilligerswerk of het transport van materialen voor de NVWK; het bijwonen van vergaderingen, expertmeetings en dergelijke van of namens de NVWK. et lidmaatschapsgeld van de vereniging is niet aftrekbaar ondanks de ANBI-status; extra giften die u tegelijk met het lidmaatschapsgeld of afzonderlijk overmaakt, wel.
 De NVWK valt belastingtechnisch onder ‘vrijetijdsverenigingen’ en verplichte contributies c.q. lidmaatschapsgelden daaraan zijn niet aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. Reiskosten voor het rijden tijdens of naar een excursie, naar een lezing of soortgelijke bijeenkomsten gelden als ‘vrijetijdsbesteding’ en zijn daarmee niet aftrekbaar.

eze informatie is ook terug te vinden op onze site, zoekterm: ANBI. U moet met het totaal van uw giften aan ANBI’s wel de drempel (het minimumbedrag) voor uw inkomen halen alvorens u mag aftrekken. Zie hiervoor de site van de Belastingdienst, www. belastingdienst.nl. Als zoekterm gebruikt u bijvoorbeeld ‘hoeveel aftrek’. U krijgt dan verschillende pagina’s met relevante informatie. ilt u het werk van de NVWK financieel steunen, dan kunt u gebruik maken van het bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 t.n.v. Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard. Neem gerust contact op wanneer u op zoek bent naar een specifiek project dat u wilt steunen, zodat uw gift ook daadwerkelijk binnen het juiste project besteed wordt. Alvast hartelijk dank! d WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

41


Tekst en foto’s onder: Patrick Heuvelman Op 5 november begint het knotseizoen en gaan we weer aan de slag in het landschap van de Krimpenerwaard. Ook dit jaar doen we mee met de landelijke Natuurwerkdag, en gaan we Zuid-Hollands Landschap helpen met het knotten van wilgen. d

W

e doen dit in de Nespolder. Deze polder ligt tussen de N210 en de Lek. Midden in het polderlandschap staan bijna honderd knotwilgen waarvan een paar hele oude en hele grote bomen. Doordat ze zo afgelegen staan, is er al een paar jaar geen snoeiwerk aan de bomen uitgevoerd. Aangezien er sprake is van achterstallig onderhoud gaat het hier om het afzagen van zware takken. Ook zal heel zwaar hout met een kettingzaag worden kort gezaagd. Dit gebeurt enkel door gecertificeerde zagers.

H

et werken aan bomen met zware takken betekent dat we dit jaar op de locatie van de Natuurwerkdag helaas geen kinderen toelaten in verband met de veiligheid. Gelukkig zijn er komend seizoen genoeg andere locaties in de Krimpenerwaard waar kinderen wel een handje kunnen helpen! Mede door de afgelegen ligging is hout meenemen deze keer helaas niet mogelijk. We werken van 9.00 uur tot 13.00 uur, waarna er lekkere soep wordt geserveerd.

Rechts de locatie in de Nespolder waar op de ­Natuurwerkdag 2016 gewerkt wordt.

42

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

Hierna is er ook nog de mogelijkheid om een paar uurtjes door te werken voor we de dag afsluiten.

I

nschrijven voor deze dag is nodig vanwege de catering en kan via www.natuurwerkdag.nl; zoek op Nespolder. Hier vind u meer informatie over het werk en het dagprogramma. Voor informatie kun ook contact opnemen met de dagleider Patrick Heuvelman, via cplanten@nvwk.nl. d



Samenwerking en afstemming tussen de NVWK en het waterschap HHSK Jaap Graveland Elk half jaar is er een afstemmingsoverleg tussen het HHSK (Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard) en de NVWK. Hoofdonderwerpen zijn het beheer van de watergangen en aangrenzende oevers, en het maaien van wegbermen en dijken. De NVWK zou graag zien dat er daarbij meer rekening wordt gehouden met de natuur. In de nieuwe beheervisie van het HHSK staan gebiedsgericht maatwerk en meer samenwerking met andere partijen en met burgers centraal. Daardoor ontstaat ook meer ruimte voor een natuurvriendelijk beheer. Onze plantencoรถrdinator Patrick Heuvelman heeft zijn inbreng gehad bij een nieuw beleidsplan hiervoor bij teamleider onderhoud Erno de Graaf. In juni spraken Arie Kooij en Joke Colijn met hoogheemraad Dorenda Gerts en Nancy Meijer, beleidsmedewerker watersystemen van HHSK, onder andere over het maaibeheer. Op 16 september spraken Joke Colijn en ondergetekende over het waterbeheer met Nancy en haar collega Alice Buijs. d

W

aterbeheer In de Krimpenerwaard beheert HHSK hoofdzakelijk de hoofdwatergangen. Daarin wil HHSK meer ruimte bieden voor ontwikkeling van oever- en waterplanten dan voorheen, zolang de afvoerfunctie intact blijft. Sinds 2015 wordt dat beleid ook in de praktijk gebracht. Een andere verandering die de bewoners zullen merken is dat het HHSK heeft besloten voortaan zelf de hoofdwatergangen in de bebouwingslinten en bij de dorpen te baggeren. Formeel is dat een taak van de bewoners, maar in de

praktijk leverde dat te veel discussie op. Het beheer van verreweg het grootste deel van de watergangen in de Krimpenerwaard valt echter onder verantwoordelijkheid van aanliggende grondeigenaren, dus bewoners, provincie of

Pijlkruid, foto: Algirdas

Zwanenbloem, bron: Flora Batava, deel 4, Jan Kops (1822) 44

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

Pijlkruid, foto: Teun Spaans


gemeenten. HHSK stelt eisen aan het op diepte en breedte houden van die watergangen en kan handhaving daarvan afdwingen. Om aan de eisen te voldoen, is het niet noodzakelijk om jaarlijks te baggeren. Voor de oever- en waterplantenvegetatie en de daarin levende dieren is het beter om minder frequent te baggeren en te maaien, en wat vegetatie te laten staan. Daar is ruimte voor. Maar Nancy en Alice legden uit dat het HHSK dat niet kan afdwingen. Als een agrariër of andere verantwoordelijke jaarlijks wil baggeren, dan kan dat. Een voorbeeld van de gevolgen: in 2015 stond het slootje langs de Kerkweg ten noorden van Berkenwoude vol met pijlkruid, een mooie en schaarse oeverplant. Na het baggeren in september was er geen plant meer over. Nu, september 2016 staat er nog altijd geen enkele plant in de sloot. In veel andere sloten gebeurt hetzelfde met de beschermde zwanenbloem. Het ‘schonen’ van de sloot mag, maar het hoeft dus niet zo rigoureus: het is mogelijk om wat te laten staan - zeker beschermde soorten - en toch te blijven voldoen aan de schouwplicht. De les voor NVWK én HHSK is dus om in gesprek te gaan met provincie, gemeente agrariërs en andere bewoners over het baggeren en maaibeheer langs ‘hun’ oevers.

M

aaien van bermen en dijken Twaalf bewoners met grasland op of langs de Lekdijk doen mee in het erfvogelproject. We adviseren hen om het gras

nog maar een of twee keer per jaar te maaien, dat gefaseerd te doen zodat er altijd plekken met hoog gras en bloemplanten aanwezig blijven, het maaisel af te voeren, en bij te zaaien met soorten van bloemrijk grasland. Die soorten trekken insecten aan en produceren zaden. Daar profiteren erfvogels weer van: insecteneters, zaadeters zoals de putter maar natuurlijk ook muizeneters zoals de kerkuil en de torenvalk. Door de goede ontwatering, het uitspoelen van voedingsstoffen en een ligging op een warme helling kunnen op dijken prachtige bloemrijke graslanden ontstaan. Bovendien bespaart het op onderhoud en is het goed voor de veiligheid: het gras groeit minder snel omdat de bodem armer wordt en de planten vormen op zoek naar voedingsstoffen meer en diepe wortels, zodat een vastere zode ontstaat. Tot voor kort was het beleid van HHSK om het grasland frequent te maaien. Er was weinig oog voor het stimuleren van de vorming van bloemrijke bermen en dijken. Maar HHSK wil dat veranderen. Langs de Lekdijk zijn er nu al stukken die men veel later en minder vaak laat maaien. We hebben afgesproken dat we binnenkort weer om de tafel gaan zitten om te kijken wat de mogelijkheden zijn. Bewoners en HHSK die samen voor een prachtige én veilige dijk zorgen: een mooi doel voor de toekomst. Wij krijgen er dan ook nog eens gratis een vlinderidylle bij. d

Herstel soortenrijkdom dijkgraslanden maakt dijken weerbaarder Prof. dr. F. (Frank) Berendse, Natuurbeheer en Plantenecologie, Wageningen University en Research, 1 juni 2015

PERSBERICHT

Afname van de soortenrijkdom van graslanden op dijktaluds leidt tot dramatische verhoging van erosie en dijkslijtage. Dit is het resultaat van meerjarig onderzoek van de leerstoelgroepen Natuurbeheer & plantenecologie en Bodemfysica & landbeheer van Wageningen Universiteit onder leiding van Frank Berendse. Deze resultaten zijn nu gepubliceerd in het internationale tijdschrift Ecosystems. Deltagebieden over de gehele wereld herbergen een zeer aanzienlijk deel van de wereldbevolking. Juist deze gebieden lopen grote risico’s als gevolg van zeespiegelstijging en een toename van de piekwaterafvoer van grote rivieren. In Nederland leven 9 miljoen mensen in gebieden die alleen door dijken en duinen tegen zee en rivieren wordt beschermd. Hier wordt 65% van het bruto nationaal product verdiend. De taluds zijn meestal begroeid met grasland. De stabiliteit van deze taluds is van groot belang bij zware regenval en onder omstandigheden waarbij golven over de dijk heen slaan. Veel van deze graslanden waren in het verleden zeer rijk aan plantensoorten, maar veranderingen in beheer hebben vaak tot een sterke verarming geleid. Het onderzoek van Wageningen Universiteit heeft nagegaan wat de consequenties zijn van afname of herstel van de botanische diversiteit.

“Bij een adequaat beheer van dijken ontstaat een win-win-situatie: mooie natuur en een ­grotere veiligheid. Bij twee keer per jaar ­maaien en afvoer van het hooi onstaan ­schitterende ­blo­emrijke begroeiingen met een grote ­diversiteit aan vlinders, bijen en zweefvliegen en wordt tegelijkertijd de erosie van het dijktalud sterk teruggebracht.” Frank Berendse

Op een kunstmatige dijk werden 100 proefvelden aangelegd met verschillende aantallen plantensoorten. In het derde jaar van het experiment werd iedere twee weken gemeten hoeveel bodem naar beneden was gespoeld. Bij een afname met 75% van het aantal soorten verdubbelde de erosie. De belangrijkste oorzaak was dat bij hogere soortenaantallen er een grotere kans is dat een soort die verdwijnt, vervangen kan worden door een plantensoort met een gelijkwaardig effect op de erosiebestendigheid. Ook was de bovengrondse en de ondergrondse biomassa groter bij een grotere diversiteit van soorten, waardoor de erosie eveneens beperkt werd. De veiligheid van dijken wordt door vele factoren bepaald, waarbij uiteraard afmetingen en gebruikte materialen zeer belangrijk zijn. Desondanks is het belangrijk de dijkslijtage door erosie zoveel mogelijk te beperken. Deze resultaten zijn dan ook van groot belang voor de bescherming tegen hoog water van de dichtst bevolkte gebieden op aarde, maar ook voor de handhaving van de bodemvruchtbaarheid van beweide hellinggraslanden die een belangrijke bijdrage leveren aan de wereldvoedselproductie.

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016

45


Bamboestokken uit eigen waard Joke Colijn Er groeit een gebiedsvreemd gewas in een natuurgebied van het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) in de Krimpenerwaard: bamboe. Sterker nog, het woekert. Dat is een situatie die Max Ossevoort niet langer kon aanzien en hij nam initiatief om daar iets aan te doen. Bamboe is oké in Zuidoost Azië vond hij, maar deze exoot mag niet net zoals de niet-inheemse reuzenbalsemien nu doet in het Loetbos, hele gebieden gaan opeisen. d

D

e bamboe groeit in het zogenaamde Bosje van Wageningen. Ooit stond daar een zomerhuisje waarvan de bewoners een grotere bamboesoort hebben aangeplant. Ze hebben de gevolgen daarvan duidelijk niet kunnen overzien, want de bamboe heeft inmiddels een ondoordringbaar bos gevormd van enkele tientallen vierkante meters met staken van wel vier meter hoog. Het ZHL heeft niet voldoende capaciteit om naast al het reguliere werk ook nog dit probleem te lijf te gaan en gaf Max toestemming voor de volgende actie. Met een aantal NVWK-leden die de uitdaging wel aardig vonden, heeft Max inmiddels éénderde deel van deze vegetatie gekortwiekt juist boven de grond. Verse bamboe valt redelijk makkelijk te knippen met een takkenschaar. Net als u waarschijnlijk dacht ik: dat is zinloos, want die bamboe loopt natuurlijk gewoon weer uit. Dat blijkt tot nog toe niet het geval te zijn; het groeiseizoen is voorbij. In de lente is het echter zaak om de jonge scheuten, die tot wel een halve meter per dag kunnen groeien, om te trappen. Dat is goed te doen volgens Max omdat ze dan nog heel zacht zijn. Daar kan ik me wel wat bij voorstellen omdat je de jonge scheuten van bepaalde soorten ook kunt eten. Je moet het omtikken alleen wel volhouden tot het groeiseizoen weer is gestopt! Met deze behandeling raken de worstelstelsels uitgeput en gaan dood. We zullen het zien!

H

et gevolg van deze actie is dat we met verse bamboestokken een aantal ‘kamers’ in ons insectenhotel in het Loetbos hebben kunnen vullen. De hoeveelheid bamboestokken die van het perceel afkomt, is echter véél er dan we daarvoor nodig hadden! Omdat het prachtig materiaal is, is zondermeer afvoeren en verbranden best jammer. Daarom bedacht Max het volgende waarbij het mes aan twee kanten snijdt: het Bosje van Wageningen raakt bamboevrij, en de NVWK wordt er beter van. De verse, nog groene bamboestokken worden bijeengebonden in bossen en te koop aangeboden aan iedereen die ze kan gebruiken: leden eerst natuurlijk! :-) Er zijn diverse formaten: de dikkere langste stokken zijn prachtig als bonenstok, de wat minder dikke als stok waarlangs tomaten, klimplanten of andere planten kunnen klimmen of steun vinden; gewoon handig-in-de-tuin-stokken. De dunne stokken gaan gratis natuurlijk – naar onze weidewachters. Ze zijn nu nog groen en dat staat prachtig, maar ze worden vanzelf geel naarmate ze verder drogen. Bonenstokken kosten E 0,70 per stuk, de tuinstokken E 0,50 per stuk. En wie komt meehelpen bij de kaalslag kan voor niks meenemen zoveel hij of zij wil. Neem contact op met de voorzitter als u belangstelling heeft voor stokken en/of helpen: XX XXXXXX. d

Tijdelijk een droge berging gezocht Joke Colijn De NVWK heeft inmiddels veel spullen die her en der bij bestuursleden, coördinatoren van werkgroepen, op de Hendrikshoeve en op Schaapjeszijde zijn ondergebracht. Denk aan materialen voor de werkgroepen, promotiemateriaal om een stand aan te kleden, (beach)vlaggen om een werklocatie herkenbaar aan te duiden, displayborden, dozen met folders, dozen met archiefmateriaal, beamer en laptop, de nieuwe maaitrekker, de knotkarren met het bijbehorende gereedschap, en ik vergeet vast nog van alles. d

W

e weten al enige tijd dat we een vaste opbergruimte krijgen op de beheerboerderij van het ZHL op Schaapjeszijde, maar de verbouwing die ons die ruimte moet bezorgen heeft vertraging opgelopen en zal nu pas in 2017 worden uitgevoerd. De maaitrekker mag in de schuur van de Hendrikshoeve staan en dat is handig omdat we die het meest vanuit die locatie zullen gebruiken, en de knotkarren hebben al een goede plek op Schaapjeszijde. Maar al die andere spullen staan bij ons en bij andere bestuursleden in huis!

D

aarom deze hartekreet: heeft iemand tijdelijk een droge en veilige plek, waartoe NVWK-bestuursleden zonder u te hoeven bellen of waarschuwen, toegang hebben? We zullen er regelmatig spullen ophalen en terugbrengen. Het gaat om een paar vierkante meter, want als alles op elkaar staat kunnen we er nog niet bij. We vinden het vooralsnog geen goed idee om geld van de vereniging uit te geven aan een commerciële verhuurder van berging, dus daarom proberen we het eerst op deze manier. Denkt u een ruimte te hebben die geschikt voor ons is en waar wij gebruik van mogen maken, neem dan a.u.b. contact op met mij: Joke Colijn, XX XXXXXX of XXXX XXXXXXX. d

46

WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2016



Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee.

ReisReisinin 22001614 ! nss mmeee! e memtetoon 83 groepsreizen

60 groepsreizen 20 fotoreizen 65 expeditiecruises Vogel- en natuurreizen naar 15 fotoreizen Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen 6 weekenden in Nederland wereldwijde bestemmingen 40 expeditiecruises groepsreizen fotoreizen • cruises • individuele reizen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN•2016: 5 weekenden Fotoreis in Nederland Ethiopië Marokko i.s.m. China, Beidaihe Canada Vogelbescherming

€ 3.295,Vertrek 17 febr. ‘16

Vanaf € 1.895,Vertrek 24 mrt ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

Ghana

€ 3.750,Vertrek 24 febr. ‘16

Nepal

Spanje, Extremadura & Coto Doñana

€ 3.495,Vertrek 27 febr. ‘16

€ 1.850,Vertrek 3 apr. ‘16

Ecuador *

€ 3.595,Vertrek 5 mrt. ‘16

South West Pacific Odyssey *

Fotoreis Finland

Vanaf € 5.575,Vertrek 6 apr. ‘16

€ 2.240,Vertrek 15 mrt. ‘16

Rabobank Krimpenerwaard ondersteunt uw vereniging.

Fotoreis Noorwegen groepsreizen • cruises

€ 1.845,Vertrek 21 mrt. ‘16 r

Rabobank. Een bank met ideeën.

8e reisjaar Lesbos

• fotoreizen • individuele reizen

10 jaa

met ! reizen reaks.nl BirdingB • individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen

Reisgids 2014

€ 1.395,Vertrek 21 april ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

& Happy Island € 2.875,Vertrek 4 mei ‘16

Roemenië

€ 1.495,Vertrek 18 mei ‘16

China, Sichuan & Tibetaans Plateau

€ 3.590,Vertrek 26 aug. ‘16

IJsland – Faroer – Fair Isle – Isle of May – Nederland *

Vanaf € 995,Vertrek 21 sep. 2016

€ 3.595,Vertrek 19 mei ‘16

IJsberen special * Vanaf € 2.900 Vertrek 22 juni ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

Borneo * € 3.495,Vertrek 20 juli ‘16

Kazachstan

€ 3.495,Vraag de gratis reisgids 2014 aan via Vertrek 1 mei ‘16

brochure@birdingbreaks.nl

bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

Reisgids 2016

Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

www.rabobankkrimpenerwaard.nl

bestemmingen

* Prijs exclusief vlucht

Kijk op www.birdingbreaks.nl voor het reisprogramma 2014 en 2015! www.birdingbreaks.nl Vraag de gratis T ( 020) 779 20 30 reisgids aan! E info@birdingbreaks.nl

www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info@birdingbreaks.nl

In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.

“De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. Keuken geopend van 17.00 tot 20.00 uur op woensdag, vrijdag en zaterdag. Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.

www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.