Waardvogel 55e JAARGANG | NUMMER 5 | DECEMBER 2016 WWW.NVWK.NL
Eindelijk aandacht!
foto v
Nederlandse overheid schiet hopeloos te kort in het beschermen van weidevogels
an de
m
aa
16
Kerkuilen 2016
23
Wat kan Ăk doen
38
Een uniek broedseizoen! nd
voor behoud van de natuur?
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Max Ossevoort, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Gerard van Slijpe, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XXXX XXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XXXX XXXXXX Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Joke Colijn, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXXX
Werkgroepen en andere belangrijke instanties
Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Sandra Bouman, werkgroepro@nvwk.nl Ton de Groot XX XXXXXXX Coördinator vlinders- en libellen werkgroep Gabrielle Heuvelman, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- Patrick Heuvelman, cplanten@nvwk.nl onderhoud XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Coördinator trekvogeltellingen Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XXXX XXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XXXX XXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Jaap Graveland, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XXXX XXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xx XXXX XXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Vacant Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXXX XXXXXX Dierenambulance Gouda e.o. 0182 529059 Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard XXXX XXXXXX Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team 0900 8844 Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard 140182 Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard XXXX XXXXXX Vogelasiel Vogelklas Karel Schot 010 4857847 Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl 010 4537356
Lid worden?
Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk. nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: xx xxxxxxx. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
Foto van de maand: gewoon vuurzwammetje Maria Spruit In oktober stuurde Sjani van Ophemert ons deze foto van het gewoon vuurzwammetje. In het kader van ‘wie het kleine niet eert....’ plaatsen we deze foto. Wij zijn Sjani dankbaar dat zij oog heeft voor zulke details in de natuur. Het is een heel klein zwammetje; de hoed heeft maximaal een doorsnede van 2,5 cm en hij wordt niet hoger dan 4,5 cm. Ondanks dat het zwammetje vuurrrood is, ziet men hem toch gemakkelijk over het hoofd, omdat hij vaak tussen mos en begroeiing verscholen groeit. Het is een algemeen voorkomend zwammetje en een echte kosmopoliet. Hij komt voor in de gematigde zones op zowel het noordelijk als het zuidelijk halfrond. De Latijnse naam is Hygrocybe miniata. Hygro betekent ‘vochtig’ , maar miniata betekent niet ‘heel klein’, zoals je zou vermoeden. Het betekent ‘geschilderd met menie’, uiteraard doelend op de kleur van de zwam. Het gewoon vuurzwammetje wordt vaak gezien in gezelschap van de plant muizenoor. Het mycelium (het netwerk van draden van een schimmel of paddenstoel onder de grond) gaat mogelijk een verbintenis aan met de wortels van muizenoor. d 2
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Colofon De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 55 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december Kopij aanleveren Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november Oplage 900 exemplaren E-mail redactie Joke Colijn Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com Website www.nvwk.nl www.facebook.com/denvwk/ https://twitter.com/denvwk Secretariaat & ledenadministratie Frans van der Storm Boschpolderstraat 14 2807 LJ Gouda info@nvwk.nl Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, één kind t/m 16 jaar € 17,- voor een basislidmaatschap € 22,- voor een gezinslidmaatschap Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens te sturen naar info@nvwk.nl Op de voorpagina Klimop, foto: Rozemarijn Spruit Foto van de maand: Gewoon vuurzwammetje, foto: Sjani van Ophemert Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding Disclaimer Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron. Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
Van de voorzitter Max Ossevoort Het einde van dit kalenderjaar is al weer in zicht: tijd om even op een rijtje te zette wat we dit jaar met z’n allen voor de natuur in de Krimpenerwaard bereikt hebben. De werkgroepen hebben zich maximaal ingespannen en we mogen trots zijn op de behaalde resultaten. Ons erfvogelproject heeft er aan bijgedragen dat tientallen erven vogelvriendelijker zijn ingericht. Ook zijn er honderden nestkasten voor diverse soorten vogels getimmerd en verdeeld over de betreffende erven, wat de broedgelegenheid ten goede komt. De verwachtingen ten aanzien van de Idylle waren net zo hoog als de inspanningen, maar de natuur bleek zich niet te laten sturen. De geplande bloemenzee bleef uit, maar die gaan we het komende jaar alsnog realiseren. Met de nieuwe maaibalktrekker is volop gemaaid en gewierst en dat scheelde vele vrijwilligersuren die we op een andere manier konden inzetten. In het voorjaar werd met man en macht een insectenhotel in de Idylle gebouwd en de eerste logés meldden zich al snel. We hebben het afgelopen jaar meer en ook betere resultaten behaald door steeds meer samenwerking met andere partijen, want samen sta je sterker en kun je doelen beter bereiken. Volgend jaar gaan we enthousiast verder op de ingeslagen weg; kunnen we ook weer op jullie rekenen? Twee zogenaamde monstertochten hebben een goed beeld opgeleverd van de aantallen en en soorten vleermuizen in de Krimpenerwaard (zie pagina 31), maar het (onder-)waterleven in de Krimpenerwaard was altijd een blinde vlek. Jaap Graveland heeft als aanjager er voor gezorgd dat er bottum-up een waterwerkgroep is ontstaan, met enthousiaste en ter zake kundige mensen. Complimenten! Inmiddels is door middel van DNA-onderzoek vastgesteld dat de grote modderkruiper nog voor komt in de Krimpenerwaard. De werkgroep gaat inventariseren waar de kernpopulaties zitten. Er zijn nogal wat actuele ontwikkelingen. Voor het jaar 2017 hebben de agrariërs in Nederland onder voorwaarden derogatie gekregen van de EU. Door uitbreiding van veel bedrijven was het aantal melkkoeien sinds 2014 sterk gestegen, onder andere door het loslaten van het melkquotum per april 2015. Hierdoor steeg uiteraard ook de hoeveelheid fosfaat uit mest. Een van de Europese voorwaarden is dat in 2017 8,2 miljoen kg fosfaat verminderd wordt door het aantal koeien in Nederland met 200.000 af te bouwen. Voorwaar een hele operatie. Ook in de Krimpenerwaard zullen hiervan de gevolgen merkbaar zijn. In dat verband hebben we een petitie geplaatst op onze website ‘Red de biokoe’, zie ook pagina 42. Boeren die niet hebben bijgedragen aan de toename van het mestprobleem, hoeven daar ons inziens ook niet voor te boeten, terwijl nu in de regeling is opgenomen dat alle boeren koeien moeten afvoeren! Wij zien graag dat u de petitie ondertekent als u dit standpunt ondersteunt. Verder weten we allemaal dat het nog steeds bergafwaarts gaat met de weidevogels. In de Krimpenerwaard is een lichte stijging van het aantal beschermde nesten een positieve ontwikkeling, maar het zegt niets over het aantal overlevende jonge vogels. Vogelbescherming Nederland heeft de Nederlandse overheid aangeklaagd voor het slechte weidevogelbeleid en het niet naleven van Europese afspraken. De Tweede Kamer wil nu een stevig national plan wat er voor zorgt dat de overlevingskansen voor weidevogels sterk verbeteren; wij hopen dat het wordt gekoppeld aan betere vergoedingsregelingen voor de agrariër die zijn weidevogels werkelijk beschermt. Een lichtpuntje in donkere dagen! Tenslotte wens ik u namens het bestuur hele fijne feestdagen en een gezond en vogelrijk 2017 toe. d
In dit nummer Belangrijke gegevens 2 Foto van de maand 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Op de voorpagina 6 Eurobirdwatch 2016 7 Roofvogel-activiteiten 8 Vogelgriep-uitbraken 9 Geanimeerde afsluitavond 10 Natte teelten 12 Het Rijk mag zeker niet ontbreken 13 Erfvogelproject 14 Eindelijk aandacht 16 Even voorstellen 19 Zomerherinnering 21
Grote modderkruiper 22 Stand van zaken NNN 24 Wie timmert mee? 25 Mannetjes en wijfjes 26 Kerkuilen 2016 28 Koning Winter 30 Monstertochten vleermuizen 31 De gezelligste vogel van Nederland 33 Natuur in de VS van Amerika 34 Actieplan EU gaat bescherming Europese natuur impuls geven 34 Groenste Stad van Nederland 36 Wat kan ík doen? 38 Teken de petitie ‘Red de biokoe’ 42 Nationale Tuinvogeltelling 2017 42 WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
3
Even noteren Z
aterdag 17 december 2016 van 09.00 tot ± 15.30 uur De tweede werkdag van knotgroep Krimpen bij de boerderij van het ZHL aan de Schaapjeszijde 3. Knotten en snoeien, er is altijd genoeg werk op zo’n mooie grote boerderij. Meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx. Zaterdag 17 december 2016 van 09.00 tot 13.00 uur In de boomgaard van Jan Ooms knot- en fruitbomen snoeien en knotten. Een deel zullen we doen met hulp van de motorzaag. Opperduit 14, 2941 AK in Lekkerkerk is de plaats waar we lekker aan de slag gaan. Hier mag na afloop een vrachtje hout meegenomen worden om het nogmaals warm te krijgen. Meer info via onze website of bij xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, xxxxx xxxxx.
Z
aterdag 14 januari 2017 om 9.00 uur Voor de tweede keer gaat Knotgroep Krimpen in twee ploegen aan de slag. De fruitsnoeiers gaan naar de familie Den Uyl, Molendijk 170 in Krimpen aan de Lek om de prachtige oude boomgaard te onderhouden. De knotters helpen dan het Zuid Hollands Landschap op de Zaag in Krimpen aan den IJssel met het herinrichten van dit natuurgebied dat een nieuwe functie heeft gekregen in het programma Ruimte voor de Rivier. Aanmelden kan bij de xxxxxxxxxxxx@xxxxx.xx of op het werk zelf.
Z
H
H
Z
aterdag 17 december 2016 Herhaling van de slaapplaatstelling grote zilverreiger. We tellen vanaf schemering. Voor het exacte tijdstip even contact opnemen met Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl. et weekend van 17 en 18 december 2016 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, xxxx xxxxxxx of Peter Berger, xxxx xxxxxxx.
Z
ondag 25 december 2016 t/m dinsdag 3 januari 2017 Wat is er fijner dan na het samenzijn met de familie even lekker naar buiten te gaan? Voor de derde keer organiseert FLORON de Eindejaars Plantenjacht, welke planten bloeien al of nog in de kerstvakantie? Meer info en voor het inleveren van de resultaten kijkt u op plantenjacht.nl.
Z
aterdag 7 januari 2017 van 8.30 tot 12.00 uur De traditionele nieuwjaarsexcursie rond de Surfplas van Reeuwijk onder leiding van onze voorzitter mag u niet missen. Altijd worden er veel vogelsoorten gezien en is er tijd voor een gezellig praatje met elkaar. Verzamelen op de parkeerplaats van Restaurant Paviljoen ‘t Reeuwijkse Hout. Voor info vogelwerkgroep@nvwk.nl. We streven er naar om 12.00 terug te zijn, maar de snelheid van verplaatsen is afhankelijk van wat er waargenomen wordt. Degenen die dat leuk vinden, kunnen na de excursie nog wat nuttigen in het Restaurant Paviljoen ‘t Reeuwijkse Hout.
Z
aterdag 14 januari 2017 van 9.00 tot 13.00 uur Bij de zorgboerderij van de familie Both, ‘Boerderij aan de Goene Weg, groeide alles weer voorspoedig en nu is het de tijd om daar wat onderhoud aan te plegen. Wat is nog niet precies bekend, waar wel, namelijk aan het Westeinde 29a, 2825 AJ in Berkenwoude. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, xxxxx xxxxx. Zaterdag 14 januari 2017 om 14.00 uur De jeugd van 8 tot 12 jaar gaat eveneens naar de ‘Boerderij aan de Groene Weg’ van de familie Both, Westeinde 29a, Berkenwoude. Zij zullen met de geknotte materialen van de ochtend in de middag iets gaan knutselen. Tevens krijgen zij
4
meer te horen over de wintervogels in de tuin. De middag duurt tot 16.00 uur. Opgeven kan bij Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl of xxxx-xxxxxxx na 18.00 uur.
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
et weekend van 14 en 15 januari 2017 Wintervogeltellingen. Dit weekeinde is de grote midwintertelling. Heb je tijd en zin om eenmalig een keer een gebied te tellen? Neem dan contact op met Hans Kouwenberg, xxxx xxxxxxx of Peter Berger, xxxx xxxxxxx. aterdag 25 februari 2017 Derde slaappplaatstelling grote zilverreiger van het seizoen. We tellen vanaf de schemering. Voor het exacte tijdstip even contact opnemen met Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@ nvwk.nl.
H
et weekend van 28 en 29 januari 2017 Deze dagen de meest comfortabele manier van vogels tellen, de Nationale Tuinvogeltelling. Tel vanachter het glas van uw woonkamer gedurende een half uur de vogels in de tuin of op het balkon. Meer info en het inleveren van de gegevens kunt u vinden op www.tuinvogeltelling.nl.
Z
aterdag 18 februari om 8.00 uur Een special dit jaar! We gaan op initiatief van Mieke Verwaal naar de Oostvaardersplassen. Onder bezielende leiding van Inge Hagens komen we op plekken waar opnames gemaakt zijn van de film ‘De nieuwe wildernis’ en die normaal gesproken afgesloten zijn voor publiek. Een intiem inkijken bij de lepelaarsplassen bij de Oostvaardersplassen, met kans op allerlei moois, bv. klapekster, ruigpootbuizerd, zeearend en natuurlijk wild op vier poten. Zorg deze dag wel voor hoge kaplaarzen én goede schoenen aangezien we door wetland gaan lopen en ook nog een wandeling gaan maken ten oosten van de Oostvaardersplassen. Ook voor degenen die minder te voet zijn is gedacht, met een wandeling die wel voor iedereen toegankelijk is, maar toch anders als normaal. Verzamelen op de Parkeerplaats bij de Lidl in Bergambacht. Voor informatie: xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, xxxxx xxxxx.
Z
aterdag 18 februari van 09.00 tot 13.00 uur Knotten en ander landschapsonderhoud bij Dierenhouderij Arie Bogaard aan de Benedenheulseweg 52 in Stolwijk. Wist je dat Edith als extra service een week voor een knotdag nog een mail stuurt met de laatste info? Opgeven voor deze mail en meer info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx, xxxxx xxxxx.
H
et weekend van 18 en 19 februari 2017 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, xxxx xxxxxxx of Peter Berger, xxxx xxxxxxx.
D
onderdag 23 februari 2017 om 20.00 uur De traditionele startavond van de weidevogelwerkgroep. Alle materialen liggen weer klaar zoals vergunningen, stalkaarten en bamboestokken. Ook is deze avond altijd een goede gelegenheid om bij te praten of afspraken te maken met andere beschermers. Er komt nog een uitnodiging van Klaas de Mik. Locatie is De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude.
Z
aterdag 25 februari 2017 Het is sprookjesachtig om de zilverreigers in de avondschemering te zien aankomen op hun slaapplaatsen. We verenigen het nuttige met het aangename met deze tellingen, want de gegevens zijn erg waardevol voor Sovon.We tellen vanaf de schemering. Voor het exacte tijdstip even contact opnemen met Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl.
Z
aterdag 18 maart 2017 om 8.30 uur De gloednieuwe waterwerkgroep gaat van start met een instructie van RAVON over de bemonsteringswijze etc. We verzamelen op de parkeerplaats bij de Hendrikshoeve in het Loetbos. Als u mee wilt doen met de waterwerkgroep, geef u dan op bij Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl.
W
oensdag 29 maart 2017 om 20.00 uur Algemene Ledenvergadering van onze vereniging in De Zwaan, Kerkweg 2, 2825 BS te Berkenwoude. De agenda wordt gepubliceerd in de Waardvogel van februari 2017.
Z
aterdag 8 april 2017 om 8.30 uur Op 8 april wordt er vanuit de waterwerkgroep een ringslangexcursie georganiseerd. Ringslangen zijn erg schuw, dus de hoeveelheid mensen die mee kunnen is beperkt. Daarom is het gewenst dat u zich opgeeft door middel van een mailtje naar waterwerkgroep@nvwk.nl. We verzamelen op het Dorpsplein in Stolwijk.
H
et weekend van 18 en 19 maart 2017 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, xxxx xxxxxxx of Peter Berger, xxxx xxxxxxx.
H
et weekend van 15 en 16 april 2017 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, xxxx xxxxxxx of Peter Berger, xxxx xxxxxxx. Zaterdag 13 mei 2017 om 8.30 uur De waterwerkgroep wil gaan zoeken naar de kamsalamander. We verzamelen Loetbos op de parkeerplaats bij de Hendrikshoeve. Voor meer info: Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl.
Helaas heeft nog niet iedereen zijn of haar incassoformulier ingestuurd. Hiervoor is echt actie van u nodig. Graag zien we het eerder verstrekte incassoformulier per direct retour. Mocht u onverhoopt het formulier kwijt zijn, dan kunt u dit downloaden via nvwk.nl/contributie. Voor vragen kunt u contact opnemen met onze secretaris Frans van der Storm, info@nvwk.nl of x x xxxxxxxxx .
Fijne kerstdagen
En een mooi 2017 Koolmees, foto: Peter Stam
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
5
Op de voorpagina klimop Maria Spruit Is het normaal gesproken zo dat struiken in de lente bloeien en in het najaar en winter bessen geven, de klimop (Hedera helix) doet het precies andersom. Van augustus tot december bloeit de klimop en in de lente zijn de bessen rijp. Dit geeft meteen aan hoe waardevol klimop is voor de natuur. Op de momenten dat er weinig nectar en weinig bessen zijn, levert de klimop deze wel. d
D
e bloemen zijn voor mensen onopvallend, maar geuren heerlijk. De bloemen worden bezocht door meer dan zeventig soorten nectaretende insecten; bijen, zweefvliegen en vlinders worden aangetrokken tot de bloemen. Wanneer in het najaar de atalanta’s terug vliegen naar hun overwinteringsgebieden in het zuiden van Europa, laven ze zich graag nog even aan de bloemen van de klimop. En schijn eens in het donker met een zaklamp op de bloemen van de klimop. Grote kans dat je nachtvlinders ziet foerageren, vooral uilen of de mooie agaatvlinder, die nog laat in het seizoen kan vliegen. Voor de mensen zijn de bessen en bladeren giftig, maar vogels eten de bessen wel. Er staat genoteerd dat zestien soorten vogels de bessen eten. Ze worden onder andere graag gegeten door merels, houtduiven en spreeuwen. In de lente zijn de bessen pas echt rijp. Ze zijn dan dof paarszwart. Per gram drooggewicht bevatten de bessen evenveel energie als een marsreep! Een heel belangrijke eigenschap van de klimop is dat hij erg dicht groeit en wintergroen is, waardoor er goede nest- en schuilgelegenheid ontstaat voor bijvoorbeeld huismussen, merels, winterkoninkjes, heggenmussen en grauwe vliegenvangers. Houtduiven broeden eveneens in klimop, en bij klimop in grote bomen zelfs bosuilen. Daarom is het wenselijk om klimop niet zomaar te gaan snoeien. In het voorjaar nestelen vogels er zich en van augustus tot en met december is het beter om niet te snoeien vanwege de bloei en besvorming. In de wintermaanden is klimop een belangrijke schuilplaats. In feite komt het er op neer dat er geen goede tijd is om te snoeien. Mogelijk kunt u iedere maand een beetje snoeien of in gedeeltes snoeien.
K
limop vertoont bladdimorfie: de bladeren aan de niet bloeiende takken zijn handvormig gelobd tot gespleten met een hartvormige voet, terwijl de bladeren aan de bloeiende zijtakken eirond zijn en niet gedeeld. Worden deze zijtakken gestekt dan ontstaat er een klimopplant die geen klimstengels meer kan vormen. Deze vorm wordt in siertuinen gebruikt voor de zogenaamde “bolvormige” klimop.
A
ls er één plant nuttig is voor vogels en insecten, dan is dat wel de klimop. Hij is winterhard en wintergroen. Wanneer u klimop om deze redenen wilt gaan aanplanten in de tuin, let er dan wel op dat u de juiste soort kiest. Sommige cultivars zijn minder winterhard. Klimop is een harde groeier. Hij maakt met gemak in één jaar uitlopers van twee meter. De plant kan meer dan tien meter hoog klimmen. De plant groeit langs muren en tegen bomen. Hij hecht zich met korte wortels vast. Dit houdt wel in dat klimop niet erg geschikt is voor een kleine tuin. Hij wordt vaak gebruikt als
6
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
erfafscheiding, maar dan wordt er erg kort gesnoeid, waardoor vogels minder schuilgelegenheid zullen vinden. De bloei kan hierdoor achterwege blijven. Wil u planten in uw tuin zetten waar vogels, vlinders en andere insecten op af komen, bekijk dan de plantensoortenlijsten voor erfvogels op https://www.nvwk.nl/ actueel/projecten/project-erfvogels. Ook voor kleinere tuinen kunt u op deze lijsten genoeg planten vinden. Verder is klimop is decoratief in bloemstukken; zowel de bloemen als de bessen vullen een stukje mooi op!
K
limop wordt gebruikt om lelijke gevels te bedekken of gevels te verfraaien. Als klimop goed beheerd wordt, beschermt de plant gebouwen tegen warmte in de zomer en koude in de winter, en voorkomt natte muren. Wanneer klimop verwijderd wordt van de muren, blijft er een vervelende footprint achter, dus de beslissing om klimop te gaan gebruiken op muren, moet weloverwogen genomen worden. d
Eurobirdwatch 2016 een terugblik Max Ossevoort
Het is nog donker op 1 oktober, op weg naar telpost De Hoekse Sluis. Achter op de motorfiets zitten vastgebonden de NVWK beachvlag met standaard en een stoel voor het gemak. Samen met Dirk-Jan van Roest, onze vogelcoรถrdinator, wordt de partytent opgezet. Gaat het niet regenen, dan zit in ieder geval de schrijver beschut tegen de koude wind. Het daglicht verschijnt. Er is geen mist, maar wel een zuidenwind. Zouden de vogels hoog vliegen vandaag? Gaan we bijzondere soorten zien? Het is altijd weer spannend. Gelukkig is er wel bewolking waardoor de vogels beter te zien zijn.
D
e eerste graspiepers trekken over. Andere tellers arriveren, telescopen worden opgesteld. Het blijft de hele dag droog. Duizenden spreeuwen vliegen op uit de rietvelden aan de overzijde van de Lek, altijd weer een bijzonder gezicht. Even later vliegen ze in een breedgewaaierd scherm over ons heen richting het westen. Honderden kokmeeuwen stijgen op van de strekdammen en vertrekken richting Rotterdam. De eerste vinken trekken over. Er komen nog meer tellers, en tijdens uitwisseling van gegevens ontstaan geanimeerde gesprekken. Koffie en koek worden gedeeld. Intussen zijn alle ogen gericht op het noordoosten. Diverse soorten vogels trekken voorbij. Tellers komen en gaan. Rond 14.00 uur zakt de trek in: 6 vinken in een half uur. Met nog twee tellers op de telpost wordt besloten de dag af te ronden en huiswaarts te gaan.
(901), huiszwaluwen (8) - zijn dit de laatsten die we zien dit jaar? -, holenduiven (46), vinken (692), rietgorzen (20) en nog veel meer soorten. Vorig jaar waren er 1303 getelde vogels verdeeld over 34 soorten. Dit jaar zijn het 2830 vogels (meer dan een verdubbeling t.o.v. 2015) verdeeld over 38 soorten: een mooi resultaat. Het totale telresultaat van 1 oktober is te zien in de afbeelding hieronder. Bijzondere vogels? Wij telden geen uitzonderlijke soorten, maar is niet elke vogel bijzonder?
A
an de Eurobirdwatch deden in Europa meer dan 35 landen mee. In Nederland werd op meer dan 150 lokaties geteld. De meest getelde vogel dit jaar was de graspieper met meer dan 100.000 stuks. Voor nadere informatie: https://www. vogelbescherming.nl/actueel/bericht/?&bericht=1988. d
M
ooie aantallen trekvogels zijn genoteerd, dat wel: lepelaars (7), de eerste kolganzen (31), graspiepers (460), smienten
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
7
Roofvogel-activiteiten Vrijwilligers gevraagd Dirk-Jan van Roest Altijd al meer willen weten over het leven van de roofvogels in de Krimpenerwaard? Dan is daar nu je kans! We zoeken enthousiastelingen, ervaren en onervaren, voor tal van activiteiten, zoals het inventariseren van de soorten roofvogels, in kaart brengen van broedgelegenheid en helpen bij het ringen van de jongen. Wilt u zich opgeven of meer info? Mail dan naar: vogelwerkgroep@nvwk.nl. d
Buizerd: Peter Stam 8
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Vogelgriep-uitbraken van het hoog pathogene H5N8-type in Nederland Erik Kleyheeg Begin november spoelden opvallend veel dode watervogels aan langs de oever van het Markermeer. De NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) werd ingelicht en drie kuifeenden en twee futen werden getest op infectie met vogelgriep. Het Centraal Veterinair Instituut in Lelystad oordeelde dat het inderdaad om gevallen van het hoog pathogene vogelgrieptype H5N8 ging. In de dagen die volgden werden steeds grotere aantallen dode watervogels gevonden en landelijk gingen de alarmbellen af om te voorkomen dat het virus in pluimveebedrijven terecht zou komen. Deze maatregelen ten spijt werd op 26 november bekend dat het virus toch is binnengedrongen in een eendenbedrijf in Biddinghuizen. In dit artikel geef ik beknopt wat meer achtergrond over vogelgriep en de huidige uitbraken. d
L
aag- versus hoog pathogeen Net als mensen zijn vogels soms verkouden of ziek. Eén groep virussen die vogels kunnen dragen is nauw verwant aan de griep die bij mensen voorkomt: vogelgriep. Deze virussen kunnen goed overleven in water en wordt daarom vooral aangetroffen in eenden, ganzen en zwanen. Vogelgriepvirussen die van nature in watervogels voorkomen zijn van het laag pathogene type, d.w.z. met een lager risico op veroorzaken van ziekte of besmetten. Dit type virussen maakt vogels niet zichtbaar ziek en kan altijd en overal voorkomen. Wel zijn er seizoensgebonden pieken, net als het geval is bij griep in mensen. Op plekken waar veel contact is tussen watervogels en pluimvee, kan vogelgriep in pluimvee terecht komen. In kippen of vleeseenden ontwikkelt het virus zich soms tot een hoog pathogeen virus, dus met een groot risico op besmetting en ziekte. Hier sterven kippen of kalkoenen massaal aan, zeker als ze opeengepakt leven in schuren. Soms vloeit het virus terug in wilde watervogels. Dit gebeurt vooral in Oost-Azië. Afhankelijk van het virus en de vogelsoort worden wilde vogels daar wel of niet ziek van. Als trekkende watervogels geen last ondervinden van het hoog pathogene virus, kunnen ze dit mogelijk over grote afstanden verspreiden. Daarnaast kan transport van pluimvee, pluimveeproducten en mest zorgen voor verspreiding van het virus. In de afgelopen vijftien jaar zijn diverse hoog pathogene vogelgriepvirussen in Europa terecht gekomen. De voorlaatste uitbraken in Nederland betroffen het H5N8-virus in november 2014. Alle H5 en H7-virussen hebben waarschijnlijk de ingebouwde mogelijkheid om te muteren tot een hoog pathogeen virus.
V
ogelgriep in Nederland In Nederland is de pluimveehouderij een belangrijke pilaar in de landbouwsector. Aangezien vogelgriep grote economische schade kan veroorzaken, worden pluimveebedrijven nauwlettend in de gaten gehouden. Wanneer in pluimvee een laag pathogeen virus wordt aangetroffen dat mogelijk kan muteren naar hoog pathogeen, dan wordt het bedrijf preventief geruimd om erger te voorkomen. Als hoog pathogene vogelgriep uitbreekt in pluimvee worden drastischer maatregelen genomen, waaronder preventieve ruiming van bedrijven in de directe omgeving en een vervoersverbod tussen bedrijven. Daarnaast wordt continu een vinger aan de pols gehouden bij wilde vogels, om op tijd te kunnen signaleren dat hoog pathogene virussen aanwezig zijn. Belangrijke partijen die zich in Nederland bezighouden met vogelgriep zijn het Ministerie van Economische Zaken (EZ), het Centraal Veterinair Instituut (CVI), het Erasmus Medisch Centrum (EMC), het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO) en SOVON. De rol van SOVON is het registreren van dode vogels en sinds de
uitbraken in 2014 ben ikzelf vanuit het NIOO betrokken bij de bemonstering van wilde watervogels.
H
et huidige vogelgriepvirus H5N8 In de zomer van 2016 werd een nieuwe vorm van H5N8 aangetroffen in Oost-Azië en kort daarna bij de grens tussen Rusland en Mongolië. Hoewel het dezelfde naam heeft als het virus dat in 2014 uitbrak, is de opbouw van het nieuwe virus heel anders en nu ook gevaarlijk voor wilde vogels. In oktober dook het virus op in Hongarije, waarna het snel verspreidde naar Oostenrijk, Duitsland, Denemarken en Zweden. Het was dus een kwestie van tijd voordat het virus in Nederland opdook. Sinds de eerste gevallen in Nederland, zijn vooral in het Markermeer en het Veluwemeer veel dode vogels gevonden. De overgrote meerderheid betrof kuifeenden, maar ook veel tafeleenden en grote mantelmeeuwen werden slachtoffer. Met het verstrijken van de tijd werden steeds meer soorten aangetroffen, waaronder topper, smient, bergeend, knobbelzwaan, toendrarietgans, kokmeeuw, stormmeeuw, ekster en buizerd. Een aantal van deze soorten pendelt regelmatig heen en weer tussen het Markermeer of de randmeren en de omliggende polders. Het is dus niet verrassend dat het virus op steeds meer plekken de kop opstak, zoals in de omgeving van Amsterdam en Rotterdam, en in de Brabantse Biesbosch. Sinds het bekend werd dat het virus in Nederland was aangetroffen, heeft EZ maatregelen opgelegd aan pluimveebedrijven om te voorkomen dat deze besmet zouden raken. Helaas bleek dat niet toereikend en raakte na enkele weken toch het eerste bedrijf besmet.
W
at nu? Nu het eerste commerciële bedrijf besmet is, zullen strengere maatregelen volgen om te voorkomen dat andere bedrijven ook besmet raken. De uitbraken van 2014 leren ons dat dit niet altijd succesvol is. Er is meer onderzoek nodig voordat we kunnen voorspellen hoe het virus zich verder zal verspreiden. Het enige dat zeker is, is dat agrariërs de grootst mogelijke moeite moeten doen om de ‘bio-security’ in acht te nemen. We weten nu dat het virus aanwezig is, dus het is cruciaal om te voorkomen dat het virus een dichte stal binnen kan komen. Vooralsnog zijn mensen niet besmet geraakt door dit H5N8 virus, dus er is geen reden om te vrezen voor de volksgezondheid. Toch is het verstandig om dode watervogels niet aan te raken en deze direct te melden bij SOVON via www.sovon.nl/ dodevogels. Als u meer dan drie dode watervogels bij elkaar aantreft, wordt u verzocht direct contact op te nemen met het DWHC (Dutch Wildlife Health Centre) via www.dwhc.nl/meldingsformulier. d WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
9
Geanimeerde afsluitavond weidevogelseizoen 2016 Arie Kooy Op 3 november vond in De Zwaan in Berkenwoude de afsluitavond van het weidevogelseizoen 2016 plaats. Naast een vijftigtal ‘weidewachters’ - zo worden de nestbeschermers tegenwoordig aangeduid - werd de avond bijgewoond door een aantal veehouders en door Marinus Rooken en Mariëlle Oudenes van het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK). In het verleden werd die afsluitavond opgeluisterd met een koud buffet. Sinds twee jaar is daarvoor een algemene vrijwilligersbijeenkomst in de plaats gekomen. Dus nu geen koud buffet, maar wel koffie met gebak, wat de aanwezigen zich goed lieten smaken. d
D
e avond werd geopend met een uiteenzetting van de coördinator Weidevogelbescherming Klaas de Mik. Klaas liet z’n licht schijnen over de resultaten van het weidevogelseizoen 2016. Die resultaten zien er goed uit. De hoofdactiviteit van de weidewachters bestaat uit het zoeken en markeren van nesten van weidevogels, zodat de veehouder bij maaiactiviteiten die nesten kan sparen. Het aantal gevonden, dus beschermde, nesten geeft sinds het seizoen 2014 een stijgende lijn te zien. In 2016 (646 gevonden nesten) was sprake van een belangrijke toename, die voor een groot gedeelte werd veroorzaakt doordat er nesten van twee succesvolle bedrijven werden meegeteld die voor het eerst in de totaaltelling werden opgenomen. Maar gelukkig was er, wanneer deze bedrijven buiten de telling waren gebleven, toch sprake van een stijging ten opzicht van 2015. Dat betekent dus twee jaren met een stijgend aantal gevonden nesten. Reden tot voorzichtig optimisme! Optimisme over resultaten? Hoewel het aantal gevonden nesten enig optimisme teweeg brengt, is het goed om daar toch kanttekeningen bij te maken. Het aantal gevonden en beschermde nesten is hooguit een indicatie dat het iets beter gaat met de weidevogels in de Krimpenerwaard. Het biedt geen zekerheid over een echte toename van het aantal weidevogels. Worden de kuikens ook daadwerkelijk vliegvlug en is er dus voldoende voedsel en bescherming om ze vliegvlug te laten worden? Voor beantwoording van deze vragen is veel inzet nodig in de vorm van telling van vogels na het broedseizoen. Het weidevogelbeschermingsteam buigt zich dit jaar en in 2017 over de mogelijkheden én inzet van vrijwilligers om daar, met tellingen, een goed beeld van te krijgen. d
V
ervolgens werd er nog een keer aandacht besteed aan de gewijzigde aanpak van de weidevogelbescherming, die in 2016 van start ging. De overheid legt sinds dit seizoen een grote verantwoordelijkheid voor weidevogelbescherming bij het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard ACK. Die onder andere wordt ingevuld door een gestructureerde samenwerking tussen dit collectief en de weidewachters van de NVWK, en niet onbelangrijk - een betere mogelijkheid om van contract te switchen, bijvoorbeeld van een nestbeschermingscontract naar een later-maaien-contract.
10
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
D
aarna was het woord aan Joep Vermaat, die inging op de resultaten van een door hem onder weidewachters gehouden enquête over de nieuwe aanpak. Deze enquête werd veelvuldig ingevuld met voor het merendeel, positieve reacties. Een gevolg van deze enquête is, dat de weidewachters uitleg en inzicht gaan krijgen in de contractsvormen van weidevogelbescherming die door veehouders kunnen worden afgesloten.
D
e vertegenwoordigers van het ACK, Marinus Rooken en Mariëlle Oudenes lieten vervolgens hun licht schijnen over de resultaten, werkwijzen en samenwerking met de NVWK. De toon van hun verhaal was positief.
V
oor het eerst werden er wisselprijzen uitgereikt in de categorieën ‘Weidevogelboer van het Jaar’ door de NVWK en ‘Weidewachters van het Jaar’ door het ACK. De prijs voor Weidevogelboer van het Jaar werd door Klaas de Mik uitgereikt aan Hans Mulder uit de Vlist. Hans zorgt samen met zijn vrouw Linda en zijn zoon Arjan voor een uitstekend beheer van de weidevogels. Hun aanpak leidt tot het vliegvlug worden van tal van grutto’s, kieviten en tureluurs. Daarnaast zorgen ze voor een goed beheer van de zwarte sternkolonie in één van de sloten bij hun bedrijf. De prijs voor Weidewachter(s) van het jaar werd door Marinus Rooken uitgereikt aan Simon de Ligt en Roel ’t Hart die zich in de afgelopen jaren enorm hebben ingezet voor weidevogelbescherming in de polder Krimpen met een uitstekend resultaat qua nestbescherming en vliegvlug worden van weidevogelkuikens. Op naar het nieuwe seizoen in 2017! d Voldoende voedsel voor kuikens? Het merendeel van de contracten die veehouders voor weidevogelbescherming afsluiten zijn contracten voor nestbescherming. Het weidevogelbeschermingsteam zou graag zien, en dat is ook onderwerp van gesprek met het ACK, dat er meer ‘zwaardere’ contracten tot stand komen, ten minste ‘later maaien’ maar beter nog contracten voor ‘kruidenrijk kuikenland’. Of er voldoende voedsel is in veel weilanden met uitsluitend nestbescherming wordt zwaar betwijfeld. d 1 Wisseltrofee Weidewachters; 2 v.l.n.r. Simon de Ligt, Roel ‘t Hart, Marinus Rooken; 3 Kristallen Kievit; 4 v.l.n.r. Hans Mulder, Arjan Mulder, Klaas de Mik; foto’s: Maria Spruit 5. Deze grutto krabbelt maar eens achter z’n oor; 6 tureluur; foto’s: Ton Bos
1 2
3
4
5
6
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 11
Natte teelten in het veenweidegebied Eerste veldcongres Max Ossevoort Op 30 september jl. vond het congres plaats op het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC) in Zegveld. Het werd georganiseerd door het VIC, STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer), de Radboud Universiteit en het Programmabureau Utrecht-West. Doelstelling was het delen van de nationale en internationale kennis over natte teelten oftewel paludicultuur. Deze teelten zoals lisdodde, cranberry, veenmos, olifantsgras, wilg, wilde rijst en azolla (kroosvaren) kunnen helpen om onder andere bodemdaling in het veenweidegebied te reduceren. Maar wat weten we er eigenlijk al van? Hoe ziet de teelt eruit? Hoe ziet de markt eruit? Hoe gieten we dat in een verdienmodel en wat betekent het voor de toekomst van het veenweidegebied? d
D
eze vragen stonden centraal tijdens tijdens dit eerste veldcongres uit een reeks van drie. Na een inleiding van emeritus hoogleraar Jos Verhoeven zijn een aantal natte teelten (proefaanplanten) bekeken en werden we door deskundigen geïnformeerd over de laatste stand van zaken in binnen- en buitenland. Ter ondersteuning werden factsheets over het gewas verstrekt met betrekking tot teelt en oogst, economie (wat kun je met het product, wat zijn de kosten) en ecosysteemdiensten (CO2-productie, waterkwaliteit en –berging, biodiversiteit.) Afsluitend was er een forumdiscussie met bestuurders om de stappen te bespreken die nodig zijn om natte teelten tot een succes te maken.
E
én ding is op deze dag wel duidelijk geworden: al de genoemde gewassen zijn in staat om te groeien bij natte of zure omstandigheden. Of deze gewassen daadwerkelijk geschikt zijn voor veenweidegebied wordt nu getest op proefboerderij KTC Zegveld (KTC=Kennis Transfer Centrum, een coöperatie van ondernemers die de proefboerderij runt), waar in 2016 een proef is gestart met cranberry, lisdodde, kroosvaren, olifantsgras, wilg en veenmos (spagnum). Deze proef moet inzicht geven of de producten van dergelijke gewassen bruikbaar zijn op een melkveebedrijf, als strooisel of voer voor melkvee of jongvee. Ook worden de landschappelijke en milieukundige aspecten die de teelt van deze gewassen met zich meebrengen meegenomen in het onderzoek, evenals de afzetmogelijkheden. In Nederland worden op dit moment al, meestal op andere grondsoorten, een aantal gewassen verbouwd en worden op economische basis producten geproduceerd (zie de factsheets). Zo worden er in de duinen cranberries commercieel verbouwd.
Het planten van lisdodde op de proefboerderij, bron: http://nos.nl/ 12
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
C
ombinatieteelt ofwel het verbouwen van meerdere gewassen kan de ondernemer voordelen bieden. Veenmos bijvoorbeeld blijkt erg gevoelig te zijn voor de kwaliteit van het gebruikte water. Toevoer van oppervlaktewater kan rampzalig zijn voor deze plant. Lisdodde heeft als echte helofyt de eigenschap dat het water zuivert (en zachter maakt), waardoor bij combinatieteelt de lisdodde er voor zorgt dat, bij behoefte, voor het spagnum geschikt water voorradig is om aan te vullen. Zo zijn er meerdere voordelen te noemen bij combinatie van gewassen, los van de economische aspecten.
B
ij de forumdiscussie bleek dat er een grote behoefte is om regelgeving af te stemmen voordat het mogelijk is om de natte teeltgewassen in de veenweiden te kunnen gaan verbouwen. Een voorbeeld: wanneer er (langlopende!) pakketten in het kader van agrarisch natuurbeheer zijn afgesloten is het volgens de huidige regelgeving niet mogelijk om op dezelfde percelen deze gewassen te gaan verbouwen . Al met al was het een dag waar waardevolle informatie is uitgewisseld over de verbouw en verrassende toepassingen van gewassen in de veenweidegebieden die niet alleen economische voordelen kunnen bieden voor de agrariër, maar die ook kunnen meehelpen aan het bestrijden van de doorzettende bodemdaling, het verminderen van de CO2-uitstoot, verbetering van de waterkwaliteit en niet te vergeten het vergroten van de biodiversiteit. Bekijk vooral ook de factsheets met toepassingen! In mijn ogen liggen hier kansen voor onze Krimpenerwaard.
[De genoemde factsheets zijn te bekijken op de site onder www. nvwk.nl/actueel/nieuws/eerste-veldcongres-natte-teelten-inhet-veenweidegebied, red.]. d
Olifantsgras, bron: http://www.bton.nl/
Het Rijk mag zeker niet ontbreken “De bodem daalt sneller dan dat de zeespiegel stijgt”
Platform Slappe Bodem, http://www.slappebodem.nl/Nieuws/, 24 november 2016
PERSBERICHT
De maatschappelijke kosten die we in Nederland hebben ten gevolge van bodemdaling lopen in de miljarden euro’s. Dat blijkt uit de beleidsstudie ‘Dalende bodems, stijgende kosten’ dat het Planbureau voor de Leefomgeving presenteerde tijdens de CoP XXL-bijeenkomst Samenwerking van het Platform Slappe Bodem en STOWA op 24 nov. 2016. De komende jaren zijn veel investeringen nodig zijn om grotere schade in de toekomst te voorkomen. Het Rijk mag zeker niet ontbreken vanuit haar verantwoordelijkheid op diverse gemeente- en provinciegrens overstijgende terreinen De PBL-studie laat zien dat er investeringen in onderzoek en innovatieve maatregelen op het gebied van ruimtelijke ordening wegen- en woningbouw en waterbeheer noodzakelijk zijn om de kosten van bodemdaling op lange termijn (2050) beheersbaar te houden. Daarbij liggen er ook kansen voor reductie van CO2-uitstoot. Provincies, waterschappen, gemeenten en bedrijven, maar ook particuliere huiseigenaren zijn daarbij aan zet. De extra kosten ten gevolge van bodemdaling zonder ingrijpen zijn tot 2050 geraamd op 16 miljard euro voor het verbeteren van funderingen, maximaal 3,7 miljard euro voor infra in stedelijk gebied, 1 miljard euro voor infra in landelijk gebied en 200 miljoen euro voor waterbeheer in landelijk gebied. Het Rijk mag zeker niet ontbreken in de aanpak van bodemdaling, gezien haar verantwoordelijkheid op diverse gemeente- en provinciegrens overstijgende terreinen, zoals natuur, klimaatadaptatie en waterveiligheid. Het Platform Slappe Bodem omarmt deze boodschap; zij pleit al jaren voor een breed gedragen nationale strategie bodemdaling, een pleidooi dat door steeds meer partijen wordt ondersteund, zoals de Stuurgroep Nationaal Landschap Groene Hart, Deltares, TU Delft, STOWA en andere grote kennisinstituten en universiteiten. Vanuit de Tweede Kamer is door een aantal partijen onlangs ook bij minister Schultz van Haegen, van Infrastructuur en Milieu, aangedrongen op het stimuleren van onderzoek om bodemdaling te kunnen aanpakken en toekomstige kosten te vermijden. Hilde Niezen, voorzitter Platform Slappe Bodem en wethouder gemeente Gouda zegt hierover: “De minister van IenM heeft tijdens het recente debat een opening geboden over financiering van onderzoek en ruimte voor experiment. Het Platform gaat graag met het ministerie in gesprek over de verdere invulling en uitwerking hiervan.” Handen ineen voor praktijkprojecten Met het kennisprogramma Klimaat, water en bodemdaling hebben de provincie Zuid-Holland, STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer), het Platform Slappe Bodem en Rijkswaterstaat de handen ineen geslagen om het eerste jaar van een meerjarig kennisprogramma te financieren. Betrokken decentrale overheden ontwikkelen kennis en wisselen kennis uit over dit onderwerp vanuit een groot aantal praktijkprojecten rondom bodemdaling in landelijk gebied, stedelijk gebied en kleine woonkernen. Het kennisprogramma heeft als doel de lokale en regionale projecten te verbinden en versterken. Dit programma werd ook op de bijeenkomst van het Platform Slappe Bodem gepresenteerd door betrokken partijen. Leefbaar, veilig en betaalbaar De organisaties willen met het kennisprogramma Klimaat, water en bodemdaling oplossingen bieden en een strategie voor de lange termijn ontwikkelen om de veengebieden van Nederland leefbaar, veilig en betaalbaar te houden. Daarmee krijgen overheden en stakeholders handvatten om de uitdagingen die bodemdaling met zich meebrengt beter te kunnen aanpakken. De komende jaren zal het kennisprogramma Klimaat, water en bodemdaling de kennis uit verschillende lopende lokale en regionale projecten ontsluiten, onderling verbinden en delen. Daarnaast verbindt het kennis en ervaring door samenwerking te stimuleren tussen overheden, kennisinstellingen, marktpartijen en burgers. Hiermee worden kennisvragen beantwoord en nieuwe behoeftes in beeld gebracht. Op palen In januari 2015 startte de slappebodemgemeente Krimpenerwaard met de reconstructie van de wijk Gouderak Oost. Er is besloten om de openbare ruimte te onderheien: onder de verharding wordt een complete betonnen fundering op palen aangebracht. Deze ingrijpende maatregel is noodzakelijk vanwege de grote verzakkingen in de wijk. Met de hoogwaardige en weinig toegepaste oplossing wil de gemeente onderhoudskosten in de toekomst onder controle houden. [De presentatie ‘Wijk op palen’ geeft een impressie van deze reconstructie in Gouderak en is te downloaden vanaf onze site onder Actueel, Nieuws, Nieuwsbericht van 4 december ‘Daling veenbodem gaat tot 2050 miljarden euro’s herstel kosten’, red.] d WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 13
Erfvogelprojectevaluatie en vooruitblik Jaap Graveland, Imelda Kloosterman en Stef van Walsum
In het najaar van 2014 begon de NVWK met het erfvogelproject. Het project loopt nu af maar we gaan natuurlijk gewoon door met erfeigenaren en andere partijen om de leefomstandigheden voor erfvogels te verbeteren. Tijd voor een terug- en vooruitblik: wat ging goed, wat heeft het project opgeleverd, wat is niet gelukt en hoe gaan we verder? d
W
at hebben we gedaan? Eerst even een opsomming. We hebben bij 68 bewoners een ‘erfscan’ op het erf uitgevoerd: we liepen met de bewoners over hun erf en deden aan de hand van een formulier met ‘erfelementen’ een meting van de huidige geschiktheid en stelden direct verbeteringen voor. De erfeigenaar ontving daarvan verslag en kon met de adviezen aan de slag. Door een subsidie van de provincie kunnen we 50% van de aanschafkosten van plantgoed vergoeden. Kunnen, want de regeling hebben we kunnen verlengen tot en met 30 juni 2017. We gaven twee keer een erfvogelcursus, met 20-25 deelnemers. De waardering was hoog, met name de excursies vielen in de smaak. Vrijwilligers maakten bijna 200 nestkasten die we begin 2016 op feestelijke wijze overdroegen aan de erfeigenaren. We maakten een lijst met toe te passen planten, met aanduiding van hun waarde voor de vogels maar ook van de overige gebruikswaarden van de planten: sierwaarde, nut als erfscheiding, woekerneigingen, etc. Deze lijst staat op de NVWK-site. Daar staat nog meer informatie: - Afbeeldingen en beschrijvingen om vogels te herkennen aan het uiterlijk. - Beschrijvingen van de kenmerken van zang en de roep van elke soort. De bijbehorende geluidsbestanden worden op verzoek toegestuurd via WeTransfer. - Een instructie voor het tellen van erfvogels met tuintelling.nl. - De presentaties van de cursus met links naar handige korte instructiefilmpjes over het wilgenknotten, aanplanten van fruitbomen etc. We hopen en denken dat ook de tuin- en erfeigenaren die niet aan het project deelnamen de tips die op de site staan kunnen gebruiken. Tot slot hebben we veel aan publiciteit gedaan: interviews met kranten, radio/tv, lezingen gegeven, artikelen geschreven voor de Waardvogel, korte berichtjes voor facebook gemaakt, etc. We hebben nu contact met Vogelbescherming, Sovon, HHSK, de stadsecologen van Rotterdam, de vrijwilligers van de Overtuin in Haastrecht, enz. En natuurlijk de hele leuke contacten met de erfeigenaren en nestkastenmakers. Misschien wel het allerbelangrijkste: we hebben veel mensen anders leren kijken naar hun erf en kennis bijgebracht over vogels, waar ze de rest van hun leven plezier van kunnen hebben: hoe meer je weet, hoe meer je ziet. Een paar cursusdeelnemers zeiden letterlijk ‘er gaat een wereld voor ons open’.
V
oortbouwen op de kennis van anderen Er was natuurlijk al veel bekend en opgeschreven over planten en beplantingsvormen die geschikt zijn voor vogels. Op de sites van onder andere De Vlinderstichting, Vogelbescherming Nederland en Landschapsbeheer Nederland vind je veel tips, er zijn filmpjes, tekeningen, etc. Daar hebben we uiteraard dankbaar
14
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
gebruik van gemaakt. Maar we hebben er als fanatieke tuiniersmet-vogelkennis ook praktische informatie aan toegevoegd. Op twee onderdelen: 1. Over toepassingsmogelijkheden, gebruikswaarde op het erf. Een mooi voorbeeld is de klimop: het is een superplant voor erf- en tuinvogels, maar je moet hem gebruiken op een plek waar hij zijn gang kan gaan, want hij kan woekeren en zich overal in wringen. En het is belangrijk dat hij omhoog kan groeien, volwassen kan worden en in de zon komt. Dan pas komen immers de bloemen en de bessen, waardoor de klimop niet alleen nest- en schuilgelegenheid gaat bieden, maar ook veel voedsel in perioden dat dit schaars is. 2. Onze lijst bevat namen van soorten en cultivars, de andere lijsten gaan vaak niet dieper dan geslacht of soort. Dat is belangrijk, want de ene soort of cultivar kan heel waardevol zijn voor een vogel, de andere helemaal niet en zie daar als leek maar eens uit te komen.
W
at hebben we geleerd? Als je zoveel erfscans uitvoert, ontdek je nieuwe dingen. Niet spectaculair, wel nuttig. Hier de belangrijkste zaken: 1. De beplanting op bijna alle erven is gericht op het zomerhalfjaar. Logisch, dan zijn de mensen buiten en de handel richt zich daar ook op. Er is weinig kennis over planten die bloeien in de periode oktober tot maart. De meeste tuinen in de Krimpenerwaard blijven dus bloemloos tot april. Maar vogels hebben in het winterhalfjaar vanwege de kou juist veel voedsel nodig dus ze hebben baat bij bloeiende planten, die de nog aanwezige insecten aanlokken. Vandaar dat we vaak adviseerden om bolgewassen en struiken aan te planten die in februari en maart al bloeien. 2. Insecten zijn sowieso schaars in de winter. Bessen en zaden vormen belangrijk alternatief voedsel. Maar we zagen dat de tuinen vaak nauwelijks soorten bevatten die grote zaden vormen, of planten die bessen vormen die tot ver in de winter voor voedsel zorgen. 3. We zagen veel kale, onbedekte grond. Kale veengrond oxideert sneller, wemelt in korte tijd van de onkruiden en resulteert in een slechte bodemstructuur omdat wormen en ander bodemleven ontbreken. Dus we deden suggesties voor bodembedekkende planten. 4. Het ontbreekt veel mensen aan praktische plantenkennis, dus het helpt om heel specifieke adviezen te geven. Daarom bevat onze plantenlijst precieze soortaanduidingen en informatie over toepassingsmogelijkheden op de erven, zoals sierwaarde en onkruidwerende werking.
W
at kan beter? Hartstikke mooi dus: veel bereikt, veel praktische informatie beschikbaar gesteld en een groot aantal mensen binnen en buiten de Krimpenerwaard kent het project. Maar zoals dat gaat, niet alles wat we wilden is gelukt. Het project is bedoeld als pilot, om elders in de provincie
vergelijkbare initiatieven van de grond te krijgen. Dat was een reden voor de provincie om het project te ondersteunen. Dat is nog niet gelukt, op een klein project na bij Leiden. Dat komt vooral omdat de combinatie van vogelkennis en tuin-/erfplantenkennis weinig voorkomt binnen de natuur- en vogelwerkgroepen en omdat de mensen die we benaderden er niet nog meer werk bij konden doen. Ook is het nog niet gelukt om tellingen van erfvogels uit te voeren. Mensen vinden het leren herkennen van de geluiden van vogels erg leuk, maar ook heel lastig. Tot slot bleek er bij hoveniers weinig interesse voor samenwerking. We zochten die samenwerking omdat we via hoveniers met nieuwe erfeigenaren in contact kunnen komen, en omgekeerd een hovenier misschien extra klandizie kan krijgen als wij mee adviseren. Deze onderdelen zijn dus niet gelukt. Beter gezegd, nog niet. Met de opgedane ervaringen kijken we of we het op een andere manier wel gaat lukken. Want wat is nu twee jaar?
H
oe gaan we verder, wat gaan we doen? We hebben veel kennis opgedaan en die op onze site gezet. Je hebt dus eigenlijk helemaal geen erfvogelproject nodig om als erfeigenaar aan de slag te gaan. We gaan het materiaal op de site nog beter presenteren en er via de diverse media bekendheid aan geven.
Buiten de Krimpenerwaard: plantenkennis ergens anders halen Maar we weten ook dat mensen vaak een zetje nodig hebben om echt actie te ondernemen. Daar kan een project wel degelijk in helpen. Daarvoor is niet zoveel nodig: iemand die genoeg weet van vogels, en iemand die goed thuis is in de tuin- en erfplanten en -beplanting. Dat soort plantenkennis is meestal niet aanwezig in andere natuurwerkgroepen; dat beseffen we nu. Maar wel in Groei & Bloei afdelingsgroepen, tuinclubs e.d. We kijken of we de vogelwerkgroepen en die plantengroepen met elkaar in contact kunnen brengen en kunnen stimuleren tot gezamenlijke actie. Samenwerken met organisaties in stedelijk groen, combinatie met cultureel erfgoed We hebben al wat contact met de gemeenten en willen kijken of we kunnen adviseren over voor vogels geschikte beplanting in stedelijk groen. Rotterdam neemt initiatieven om de ‘verstening’ te verminderen zodat regenwater minder snel afstroomt en het rioolstelsel minder snel overbelast raakt. Dat kan prima met stedelijk groen en wij kunnen adviseren over voor vogels geschikte beplanting. Dat is voor de bewoners ook aantrekkelijker.
Misschien kunnen we ook een samenwerking opzetten met sportverenigingen of andere organisaties met groen in beheer. Met Erfgoedhuis Zuid-Holland en de Groene Motor verkennen we de mogelijkheid om de advisering die wij doen voor erfvogels te combineren met advisering door historische verenigingen over herstel en behoud van het cultureel erfgoed op de erven.
Erven- en vogelexcursies De cursusdeelnemers vonden de ervenexcursies erg leuk en nuttig en het kost weinig tijd om ze te organiseren. Dat gaan we dus vaker doen, ook buiten cursusverband. Tijdens die excursies kunnen belangstellenden dan ook oefenen met het invoeren van vogelwaarnemingen in Tuintelling.nl, met hun mobiel. We combineren de erfexcursies met het ruilen of weggeven van plantmateriaal. Want meestal heb je binnen een paar jaar heel veel planten over. Zonde om weg te gooien en een ander kan er plezier van hebben. Erfscans We gaan door met de erfscans maar doen er in 2017 maximaal tien, om voldoende tijd voor de andere activiteiten te hebben. Tenzij we het erfscanteam kunnen uitbreiden. We denken trouwens dat tien al voldoende is, omdat het aantal nieuwe aanmeldingen na twee jaar uiteraard aan het teruglopen is. Vogelcursus We stoppen met het deel erfvogelherkenning in de cursus. De NVWK ontvangt veel verzoeken voor een algemene vogelcursus. We kijken of we een combinatie kunnen maken. Sovon organiseert veel cursussen en koppelt die aan het tellen van broedvogels. Sovon trekt daarmee veel nieuwe vogeltellers die daarna gaan meedoen aan broedvogelmonitoring. We gaan bekijken of ze samen met de NVWK een cursus in de Krimpenerwaard willen geven, waarvan de erfvogels dan deel uitmaken. Het wordt voor de erfvogels dan wel gekoppeld aan concrete telprojecten. Nestkasten maken We gaan net als in de vorige winter weer nestkasten maken. Laat weten als je mee wilt doen! Meedoen? Als je zin hebt om mee te doen met de erfscans, het organiseren van de erfexcursies, het maken van nestkasten, het tellen van erfvogels of een andere activiteit, stuur dan een mailtje naar erfvogels@nvwk.nl of neem contact op met Jaap, xx xxxxxxxxx na 20.00u) d
Dankbare erfvogels: pimpelmees, witte kwikstaart en koolmees; foto’s: Peter Stam
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 15
Eindelijk aandacht! Nederlandse overheid schiet hopeloos te kort in het beschermen van weidevogels Joke Colijn De afgelopen maand is het probleem van de achteruitgang van de weidevogels flink in het nieuws geweest. In de Krimpenerwaard doen we ongelooflijk onze best om de populatie overeind te houden, en er zijn gelukkig een aantal boeren die inzien dat het anders moet en ook anders kan. Zie bijvoorbeeld het verslag van de Afsluitavond van het Weidevogelseizoen op pagina 10. Samen met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard proberen onze weidewachters het maximale rendement voor boeren en weidevogels te slepen uit het nieuwe stelsel voor Agrarisch Natuurbeheer wat dit jaar is ingegaan. We hebben alleen geen idee of onze gezamenlijke inspanningen ook voldoende aanwas oplevert om zelfs maar de aantallen in de Krimpenerwaard op peil te houden, want er spelen zich nog steeds de drama’s af van vernielde nesten en pullen die niet overleven. Wij doen het misschien niet slecht, maar afgezet tegen de landelijke cijfers is het niet genoeg! d
H
et is bekend dat predatie ook hier slachtoffers eist. Een paar weidevogels op een perceel maken nu eenmaal geen kans tegen kraai of buizerd, terwijl een gezonde populatie hiervoor krachtig genoeg is en wel een stootje kan hebben. De toename van grondpredatoren als bunzing, hermelijn en recent ook vos als gevolg van het ‘muizenjaar’ 2014 eist eveneens een flinke tol. Toch geldt ook hier dat bij gezonde populaties zulke klappen kunnen worden opgevangen. De natuur regelt zelf een afname van deze predatoren als hun hoofdvoedsel – muizen – weer minder wordt. Maar als er al veel te weinig vogels zijn, kunnen een paar jaren met veel predatie de doodsteek zijn. De aanwezigheid van de vos kan wél enorme gevolgen krijgen, omdat grondbroeders tot zijn hoofdvoedsel behoren. Hiervoor zullen waarschijnlijk maatregelen nodig zijn. Omdat vossen niet van natte voeten houden, kan het opzetten van de grondwaterstand in de natuurgebieden in de noordrand van de Krimpenerwaard straks wel gunstig werken – we zullen zien.
D
e intensivering van de landbouw blijft echter hoofdoorzaak van het verdwijnen van onze weidevogels. We wijzen daarbij echter niet met een beschuldigende vinger naar de sector als geheel, want onze boeren hebben het niet makkelijk en juist op het melkveebedrijf kunnen de ideale omstandigheden worden gerealiseerd die nodig zijn voor een succesvol weidevogelseizoen. Rekening houden met weidevogels kost een agrariër wel extra inzet en tijd, en vaak ook inkomen. En daar schiet onze overheid schromelijk tekort. Want met de juiste maatregelen en financiële tegemoetkomingen is een gezonde bedrijfsvoering prima mogelijk, waarbij ook de weidevogels goed kunnen gedijen. Dat hoeft ons geen extra belastingheffing te kosten, want het geld wat jarenlang is aangewend voor halfslachtige maatregelen, had inmiddels ook het gewenste resultaat kunnen opleveren. Wij als consumenten moeten daarnaast bereid zijn een eerlijke prijs te betalen voor eerlijke zuivel – en voor het vlees als de koe ‘uitgemolken’ is. Dat garandeert ons gezonde melk en gezond vlees zonder vreemde toevoegingen, en de koe en de weidevogel weer een dierwaardige toekomst. Biologische melk, Weide Weelde zuivel: het is al op de markt
16
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
en kost niets of nauwelijks meer dan de A-merken.
V
ogelbescherming Nederland was het zat. Ja-renlang is geprobeerd om samen met de rijksoverheid de teloorgang van de weidevogels te stoppen door de juiste maatregelen voor te stellen. De zwakke aftreksels die uiteindelijk door de Kamer werden aangenomen, leverden geen soelaas. Ook andere (natuur)organisaties en boeren organisaties zagen het fout gaan. Bekende wetenschappers luidden de noodklok. Het mocht niet baten. De Europese en andere internationale verplichtingen ten aanzien van de instandhouding van het weidevogelbestand zijn jarenlang geschonden. Ook ten aanzien van onze eigen Nederlandse regelgeving blijft de overheid hopeloos in gebreke. Elk kuiken dat wordt doodgemaaid is een overtreding van de Flora- en faunawet. Elke verstoring van een broedende vogel is een overtreding van de Flora- en faunawet. Heeft iemand ooit een handhaver in het veld gezien als er een tractor doorheen raast met een wolk klagende en roepende weidevogels erboven? De meeuwen, kraaien, reigers en ooievaars die er achteraan lopen, maken duidelijk welke illegale slachtingen er op deze manier plaatsvinden.
D
aarom heeft Vogelbescherming opdracht gegeven aan mr.dr. Arie Trouwborst, universitair hoofddocent milieurecht aan de Universiteit Tilburg, om een juridische analyse op te maken ten aanzien van het functioneren van de Nederlandse staat ten aanzien van de bescherming van weidevogels. Op pagina 18 staat zijn samenvatting. Arie Trouwborst maakt gehakt van het functioneren van de Nederlandse overheid. Het volledige rapport is te downloaden vanaf onze site onder Actueel, Nieuws, nieuwsbericht van 9 november. Het rapport dateert van september 2016. Begin november diende Vogelbescherming een klacht in bij de Europese Commissie. Eind november heeft de Tweede Kamer gestemd vóór een stevig, nationaal plan voor de weidevogels. Decentralisatie van natuurbeleid naar lagere overheden als provincies en gemeenten heeft tot nu voor de natuur alleen maar verliezen opgeleverd, zeker in Zuid-Holland. Zouden onze bestuurders nu eindelijk wakker worden? d
Het mag toch duidelijk zijn dat jonge weidevogels geen kans maken als de maaibalk en vervolgens de oplaadwagen er overheen gaat. Foto: Bernard de Jong
Hoe kunnen we met de wet in de hand toestaan dat deze jonge vogels worden gedood vanwege werkzaamheden, of niet eens worden geboren? Foto: Ton Bos
Een wakende ouder op een paaltje haalt weinig uit tegen een tractor als je je verstopt in het gras. Foto’s: Bernard de Jong
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 17
Samenvatting uit het rapport van mr.dr. A. Trouwborst “Nederland heeft een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van weidevogels als de grutto, kievit en scholekster, met name omdat het (nog steeds) een belangrijk aandeel herbergt van de Europese broedpopulaties van deze soorten. De Nederlandse aantallen van veel soorten weidevogels laten al geruime tijd een zorgwekkende achteruitgang zien. Zo is de grutto met meer dan 60% achteruitgegaan in de afgelopen decennia en die achteruitgang is de laatste jaren alleen maar heviger geworden. De belangrijkste oorzaak van de achteruitgang van de weidevogels in Nederland is het gebrek aan broedsucces in de graslanden die als broedgebied fungeren. Graslanden zijn vanuit weidevogelperspectief zowel in omvang als in kwaliteit sterk achteruitgegaan door de intensivering van de landbouw, die grotendeels op maximale productie is gericht. Om het tij te keren zijn vergaande effectieve maatregelen nodig om de broedgebieden van weidevogels te beschermen. De centrale onderzoeksvraag van dit rapport is: in hoeverre voldoet Nederland ten aanzien van weidevogels aan zijn internationale en Europese verplichtingen, in het bijzonder onder de EU Vogelrichtlijn? Het onderzoek wijst uit dat Nederland ten aanzien van weidevogels inbreuk heeft gemaakt, en nog steeds maakt, op verschillende internationale en Europese verplichtingen. In vrijwel alle gevallen zijn de geconstateerde schendingen niet incidenteel, maar structureel van aard. Met een aan zekerheid grenzende mate van waarschijnlijkheid kan gesteld worden dat Nederland ten aanzien van weidevogels al geruime tijd niet voldoet aan drie cruciale verplichtingen uit de Vogelrichtlijn, betreffende populatieniveaus (artikel 2), leefgebieden (artikel 3) en generieke soortenbescherming (artikel 5): • _ Artikel 2 verplicht Nederland om alle nodige maatregelen te nemen om de populaties van alle soorten weidevogels op een niveau te houden of te brengen dat met name beantwoordt aan de ecologische, wetenschappelijke en culturele eisen. • _ Artikel 3 verplicht Nederland om alle nodige maatregelen te nemen om voor alle soorten weidevogels een voldoende gevarieerdheid van leefgebieden en een voldoende omvang ervan te beschermen, in stand te houden of te herstellen. • _ Artikel 5 verplicht Nederland tot het verbieden van het opzettelijk doden van weidevogels, het opzettelijk vernielen of beschadigen van nesten en eieren en het opzettelijk storen van vogels, met name gedurende de broedperiode. Mogelijk wordt daarnaast ten aanzien van weidevogels inbreuk gemaakt op: • _ Artikel 4, dat Nederland verplicht tot het treffen van speciale beschermingsmaatregelen, in het bijzonder door aanwijzing en bescherming van Natura 2000-gebieden voor weidevogels en het nemen van maatregelen buiten deze gebieden om vervuiling en verslechtering van de leefgebieden te voorkomen. • _ Artikel 13, dat Nederland verplicht om verslechtering te voorkomen van de populaties van weidevogels en de gevarieerdheid en omvang van hun leefgebied ten opzichte van de situatie in 1979/1981. Het onderzoek wijst verder uit dat het er alle schijn van heeft dat Nederland ten aanzien van weidevogels ook niet heeft voldaan aan zijn verplichtingen onder het Verdrag van Bern inzake Natuurbescherming in Europa en het Verdrag inzake Afrikaans-Euraziatische Watervogels (AEWA). De inbreuk op deze verplichtingen vloeit voort uit het feit dat de Nederlandse overheid de dringend benodigde, vergaande maatregelen voor de instandhouding van de diverse weidevogels en hun leefgebieden tot op heden achterwege heeft gelaten. Het rapport signaleert in dit verband onder meer het niet of nauwelijks aanwijzen van Natura 2000-gebieden voor broedende weidevogels onder de Natuurbeschermingswet; het niet of nauwelijks inzetten van andere instrumenten voor gebiedenbescherming, zoals de ‘beschermde leefomgeving’ onder de Flora- en faunawet; het niet daadwerkelijk voorkomen dat (jonge) weidevogels gedood en nesten en eieren vernield of beschadigd worden door agrarische activiteiten; de afwezigheid van soortenbeschermingsplannen voor weidevogels; de zeer gebrekkige toepassing van de leefgebiedenbenadering; de geringe dekking van weidevogelgebieden binnen het Natuurnetwerk Nederland; het verhoudingsgewijs geringe gewicht dat vaak aan het weidevogelbelang wordt toegekend in besluitvorming in het kader van de ruimtelijke ordening; en de ineffectiviteit van maatregelen ter bevordering van agrarisch natuurbeheer. In verband met deze laatste categorie wordt in herinnering geroepen dat ook bij het nieuwste maatregelenpakket voor agrarisch natuurbeheer van meet af aan grote twijfel bestaat aan de effectiviteit ervan.” d
Bronnen: A. Trouwborst. 2016. Weidevogels en de Europese en internationale verplichtingen van Nederland: een juridische analyse. Rapport in opdracht van Vogelbescherming Nederland. Tilburg University, https://www.vogelbescherming.nl, illustratie: Hans Tielkemeijer
18
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Even voorstellen Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel Omdat ik coördinator geworden ben van de nieuwe waterwerkgroep is mij gevraagd om mij even voor te stellen. Ik ben 42 jaar en getrouwd met Henriët. We zijn gezegend met vier jongens die ook veel van de natuur houden. We wonen nu drie jaar in Berkenwoude. Daarvoor hebben we vijftien jaar in de stad Groningen gewoond en gewerkt. Ik ben opgegroeid in Krimpen aan den IJssel en ik ken de Krimpenerwaard dan ook goed. Als jongen van een jaar of dertien trok ik er vaak op uit om vogels te kijken. d
F
avoriete plekken waren de Zaag, de Bakkerswaal en de polders ten oosten van Ouderkerk. Ik was toen al fanatiek lid van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard en ben dat gebleven tot ik in Wageningen milieuhygiëne ging studeren. Daarna kreeg ik een baan in Groningen, waar ik gewerkt heb als adviseur bodemsanering. In 2013 heb ik Orvion opgericht, gevestigd in Stolwijk. Orvion houdt zich bezig met onderzoek en advies op het gebied van water en milieu. Dat betekent dat we bijvoorbeeld biologische waterzuiverings- en bodemsaneringstechnieken bedenken en in de praktijk toepassen. We hebben een eigen DNA-laboratorium waar we analyses uitvoeren op allerlei micro-organismen, zoals bacteriën en schimmels. We voeren ook e-DNA analyses uit waarmee we zeldzame diersoorten kunnen aantonen. Recent hebben we daarmee kunnen aantonen dat de grote modderkruiper in de Krimpenerwaard voorkomt.
D
e waterwerkgroep is inmiddels van start gegaan. In 2017 gaan we inventarisaties uitvoeren van de grote modderkruiper, de kamsalamander en de ringslang. Andere dieren en planten die daarbij ‘boven water’ komen gaan we ook goed bekijken! We hopen op die manier veel te leren over het waterleven in de Krimpenerwaard. Op 18 maart beginnen we met een instructie van RAVON over bemonsteringswijze etc. Op 8 april (bij slecht weer: 29 april) houden we een ringslangexcursie. En op 13 mei willen we gaan zoeken naar de kamsalamander. [Zie voor exacte tijden en locaties Even Noteren en de agenda op de site, red.] In de zomer en het najaar zullen meer activiteiten volgen, maar daarvoor is nog geen datum bekend. Als u mee wilt doen met de waterwerkgroep geef u dan op via waterwerkgroep@nvwk.nl. Graag tot ziens! d
Boven: het laboratorium van Orvion. Een medewerker staat voor het apparaat waarmee de analyses worden uitgevoerd. Rechts: het apparaat voor de analyses; foto’s: Max Ossevoort. Onder: het ‘pipetteren’: vloeistof overbrengen met een pipet; bron: Orvion
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 19
Zomerherinnering
Toch zijn er vogelsoorten die keiharde zaden kunnen kraken, bijvoorbeeld de grote bonte specht en de appelvink. Kraaien en eksters gooien walnoten van grote hoogte op de stenen of laten de zaden kraken door auto’s die er overheen rijden. Planten op hun beurt hebben daar Tekst illustratie: M. Bersma weer waten op gevonden: diverse soorten hebben hun zaden giftig gemaakt. Giftig maken is niet altijd genoeg, nog Vakantiehuisje beter is om ze daarnaast een vieze smaak te geven. Dan waarvogels de haan mij wakker leren het nog sneller af die kraait zaden te eten. Want dag vol verwachting. vogels kunnen dan wel slecht ruiken en proeven, ze nemen wel degelijk smaak waar. Een mens heeft ca. Geit knabbelt aan50-200. de Net genoeg om 10.000 smaakpapillen, een vogel stofjas vante de groenteman zoete vruchten selecteren en het bitter smakende zaad “Laat los, jij snertbeest.” ongemoeid te laten. Vogels en bessen, het heeft iets van een wapenwedloop. De duinen blinken Erfvogels goud in de zonnestralen Vogels entrillende bessen vormen een boeiende combinatie. We verte. hebben in het erfvogelproject veel erven bezocht en erfeigenaren tips gegeven hun erf geschikter te maken Wijde blauweomlucht voor erfvogels. Het viel ons op dat de beplanting van de kinderen in de branding meeste tuinen en erven is gericht vrolijke kreten. op het zomerhalfjaar. Niet zo verwonderlijk, dan zijn de mensen vaak buiten en
bloeien de meeste planten. Voor de vogels is de beplanting in de winterperiode minstens zo belangrijk. Besdragende soorten spelen dan een grote rol. Op de site van de NVWK hebben we in het kader van het erfvogelproject een lijst plantensoorten opgenomen die waarde hebben voor vogels in de tuin of op het erf. Daarbij staan besdragende soorten. De lijst bevat informatie over de waarde voor de vogels en daarnaast tips voor de wijze van beplanting, bloeitijd, etc. en informatie over de sierwaarde, over andere nuttige eigenschappen of over mogelijke nadelen van aanplant. Ook de site van Vogelbescherming bevat veel informatie over geschikte planten voor vogels, waaronder een bessenkalender. Mocht u naar aanleiding van dit artikel zelf aan de slag willen in uw tuin of op uw erf, dan kunt u op deze sites veel informatie vinden. Bellen of mailen kan natuurlijk ook: erfvogels@nvwk.nl of tel. 06 53579285 (na 20.00 uur). https://www.nvwk.nl/actueel/projecten/project-erfvogels http://www.vogelbescherming.nl/tuinvogel/tuininrichting /bessenkalender
Grijsgroen is de zee wit de schuimende golven snelle surfers.
Te koop
Langzaam daalt de zon een roodgloeiende ballon zinkt in het water.
Stukje recreatiegrond/tuingrond met flinke schuur op kleinschalig terrein aan de Benedenkerkseweg in Stolwijk. Bestemming: dagrecreatie.
Het verlaten strand vol hongerige meeuwen de vuilopruimers.
Op loopafstand van het dorp. Gelegen aan brede sloot. Prima onderhouden, te midden van de polder, veel vogels.
Tegen de hemel schaduwen van aalscholvers avondschilderij.
Oppervlakte 335 m². Geen water en elektra aanwezig. Prijs €12500,Tel. 06-30580440
Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!
I: E: T:
www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88 WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 21
Waardvogel – december 2015
13
Grote modderkruiper aangetoond in de Krimpenerwaard Marc van Bemmel Een zeldzame vissoort, de grote modderkruiper, blijkt in de Krimpenerwaard voor te komen! Dat is de uitkomst van een samenwerkingsproject van het hoogheemraadschap, natuurorganisaties en bedrijven. Met gevoelige DNA technieken is het DNA van deze vissoort opgespoord. Op 23 plaatsen in de Krimpenerwaard zijn watermonsters genomen. In vier van deze monsters is het DNA van de grote modderkruiper aangetroffen. d
T
oen het project startte was niet bekend of de zeldzame vissoort nog in de Krimpenerwaard voorkomt. Er waren enkele vangsten van meer dan vijftig jaar geleden bekend. In aangrenzende gebieden zoals de Alblasserwaard zijn populaties bekend, bijvoorbeeld in het natuurgebied de Zouweboezem. Tijdens het project kwamen er via een beroepsvisser twee recentere waarnemingen uit 2013 boven water. Met e-DNA werden daar nog vier plaatsen aan toegevoegd. Nu weten we dat deze bijzondere vis op tenminste zes plaatsen in de Krimpenerwaard voorkomt. De vis houdt van ondiep water met een dikke laag modder en veel waterplanten. En dat is er genoeg in de Krimpenerwaard.
D
e Krimpenerwaard heeft circa 4500 km sloot. We weten eigenlijk relatief weinig van de dieren en planten die erin leven. Ook hebben we te maken met uitheemse diersoorten die zich vestigen en zich ongeremd voortplanten. Een voorbeeld is de rode Amerikaanse rivierkreeft die zich sterk vermenigvuldigt en op sommige plekken in groten getale voorkomt. In het samenwerkingsproject is ook naar het DNA van deze soort gezocht. In 13 van de 23 monsters is het DNA van deze kreeft
aangetroffen. Deze resultaten bieden aanknopingspunten om beter te begrijpen waarom deze kreeften op sommige plaatsen zo massaal voorkomen. Mogelijk is dit een eerste stap om de verspreiding van deze exoot in de hand te houden.
H
et samenwerkingsproject bestaat uit het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (waterkwaliteitsbeheerder), Oasen (drinkwaterbedrijf), Zuid-Hollands Landschap (natuurbeheer), Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (vrijwilligers), RAVON (soortkennis en monstername) en Orvion (DNA-analyses). d
Kleine modderkruiper: er zijn 6 korte bekdraden, waarvan 4 op de bovenlip en 2 in de hoeken van de bek. Op de flanken ligt een rij grote donkerbruine vlekken. Ook de kop, de rug en de rug- en staartvin zijn gevlekt. Onder het oog bevindt zich een gevorkt stekeltje. Hij kan tot ca. 13 cm lang worden. Bron: http://www.domeinrausenberger.be/
Grote modderkruiper: 10 bekdraden aanwezig, waarvan 4 op de onderlip, 2 in de hoeken van de bek en 4 op de bovenlip. Over het lichaam lopen donkere banden in lengterichting. Deze vis kan tot ca. 25 cm lang worden. Bron: http://www.domeinrausenberger.be/ 22
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Opvallend genoeg hebben we de twee vindplaatsen uit 2013 (waarnemingen beroepsvisser) niet kunnen bevestigen. Dit is niet helemaal onverwacht. Het betreffen diepere watergangen waar de vangsten waarschijnlijk uitgespoelde of migrerende dieren betroffen en geen standpopulatie (geen optimaal habitat). De vier plaatsen die we nu ontdekt hebben zijn dus allen nieuw, al liggen een aantal wel redelijk dicht bij de plekken van de beroepsvisser. In totaal zijn er dan nu zes vindplaatsen uit de Krimpenerwaard!
Het is duidelijk te zien dat in het noordelijk deel en uiterste zuidoostelijke deel van de Krimpenerwaard de soort afwezig is, maar dat deze exoten verder overal voorkwamen op de monsterlocaties.
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 23
Stand van zaken NNN in de Krimpenerwaard Max Ossevoort Door de overheid wordt in Nederland het Natuurnetwerk Nederland gerealiseerd. De provincies zijn verantwoordelijk voor de invulling hier van. Hoe staat het er mee in de Krimpenerwaard? d
A
lgemeen Waar we vroeger spraken van het in Nederland aanleggen van een Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is dit inmiddels door bezuinigingsmaatregelen (als gevolg van de crisis 2008) gekrompen tot een Natuurnetwerk Nederland (NNN). Omdat in een gebied als de Krimpenerwaard natuur, recreatie en landbouw met elkaar verbonden zijn hebben de betrokken overheden hun afspraken vastgelegd in een gebiedsovereenkomst. De regie voor de uitvoering van de gebiedsovereenkomst ligt bij de gemeente Krimpenerwaard en het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) die hiervoor de Stuurgroep Veenweiden Krimpenerwaard hebben ingesteld die verantwoordelijk is voor de uitwerking van drie opgaven. De provincie is opdrachtgever voor het deel natuur. De gemeente Krimpenerwaard is opdrachtgever voor de recreatie- en de landbouwopgave.
24
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
D
e natuuropgave In de Krimpenerwaard is 2250 hectare gepland, om door het nemen van maatregelen die de natuur moeten bevorderen, invulling te geven aan een deel van het NNN. Deze 2250 ha betreft gronden die eigendom zijn van de provincie, het ZuidHollands Landschap (ZHL), agrariĂŤrs en voor een heel klein deel van niet-agrariĂŤrs. Deze partijen zijn vertegenwoordigd in de Adviesraad voor Natuur en Landbouw (ANL) samen met een vertegenwoordiger van de gemeente, het HHSK, en de NVWK als belanghebbende. De ANL adviseert de Stuurgroep over te nemen maatregelen. Omdat er nogal wat verschillende belangen samen komen in de ANL laat de Stuurgroep zich ook adviseren door een onafhankelijke partij: het Deskundigen Advies Team, bestaande uit drie wetenschappers met kennis en ervaring op het gebied van bodem, water en natuur. Inmiddels zijn en worden binnen het NNN gebied al
overeengekomen maatregelen genomen zoals bijvoorbeeld in de Berkenwoudse Driehoek. Op dit moment ligt de focus van de ANL op de Noordrand: de polders Veerstalblok, Middelblok en Kattendijksblok, waarbij de insteek is dat ten zuiden van de Tiendweg de ‘zwaardere’ natuurmaatregelen gepland worden en ten noorden ervan de lichtere. Ten zuiden van de Tiendweg zijn de gronden bijna allemaal eigendom van hetzij de provincie, hetzij het ZHL. Deze gronden worden door de agrariërs gepacht als onderdeel van hun bedrijfsvoeringsplan. De gronden ten noorden van de Tiendweg zijn, op een enkele uitzondering na, eigendom van de agrariërs. Ook op die gronden is het de bedoeling dat er, als onderdeel van het NNN, natuurbevorderende maatregelen (bijvoorbeeld het inrichten van plas-dras, natuurvriendelijke oevers etc.) worden genomen. Omdat deze maatregelen direct van invloed kunnen zijn op de bedrijfsresultaten moet per bedrijf bekeken worden wat mogelijk en gewenst is. Om dit per bedrijf overeen te kunnen komen is door de stuurgroep een zogenaamde ‘dealmaker’ aangesteld. Deze persoon heeft een door de ANL voorgestelde en door de Stuurgroep goedgekeurde ‘instrumentenkoffer’ ter beschikking om met de agrariër detailafspraken te kunnen maken over welke natuurmaatregelen die op zijn bedrijf gaat treffen. De instrumentenkoffer biedt mogelijkheden zoals vergoedingen voor minder opbrengst (bijvoorbeeld minder opbrengst van gras bij plas-dras) compensatie in geld van landbouwgrond wanneer de bestemming van landbouw wordt omgezet in natuur, de mogelijkheid voor grondruil, de mogelijkheid voor pacht van
gronden ten zuiden van de Tiendweg voor een langere termijn (12 jaar) etc. De dealmaker is inmiddels hard aan het werk en de eerste gesprekken hebben plaats gevonden. De afronding van het project Noordrand staat gepland voor 2021. Inmiddels worden de eerste stappen genomen voor de inrichting van polder Bilwijk. Er is een rapport van de verkenning voor de inrichting van polder Bilwijk opgesteld en er is in augustus jl. voor de grondeigenaren een inloopavond georganiseerd. Voor meer informatie: http://www.veenweidenkrimpenerwaard. nl/.
I
k heb inmiddels verschillende vragen gekregen vanuit onze leden over wat er op dit moment precies gebeurt in polder Middelblok ten zuiden van de Tiendweg. In dat gebied, aangemerkt als NNN, wordt op een aantal percelen ter grootte van 20 hectare een cranberryplantage aangelegd die daadwerkelijk 10 ha groot zal zijn. De rest wordt vrijgehouden als schouwstrook en op de kopse kanten om te kunnen manoeuvreren met machines. Dit plan is gepresenteerd in de ANL vergadering van september jl. namens dhr. B. Crouwers als ondernemer. Bij de presentatie is aangegeven dat dit ook natuurdoelen zou dienen (schouwstroken als broedgelegenheid voor de kievit en ringslangen in de cranberryplantage zelf) en daardoor binnen NNN-gebied gelegen kan zijn. Het standpunt van de NVWK, ook tijdens de presentatie aangegeven, is dat een cranberryplantage niet aangemerkt kan worden als natuur en daarom niet in het NNN thuis hoort. d
Wie timmert mee? Kasten voor steenuilen en erfvogels nodig Jaap Graveland Voor het Erfvogelproject hebben we weer nestkasten nodig. Het zijn er wel veel minder dan de vorige keer, want we hebben er toen veel gemaakt en die zijn nog niet op. We gaan nu met name een nieuw type kast maken: schuilkasten voor steenuilen. z
H
et gaat erg slecht met de steenuil; dit jaar hadden we maar 6-7 paar, een plotselinge maar niet helemaal onverwachte afname. De afgelopen jaren varieerde de stand tussen de 1012 paren, maar dat er geen toename plaatsvond na het hele rijke muizenjaar 2014 was al een teken aan de wand. Elders namen de steenuilen vaak wel toe. Ook in de Lopikerwaard nemen de steenuilen af, nog rapper dan bij ons. Arjan Boele, een bekende vogelaar en Sovon-deskundige uit de Lopikerwaard, controleert daar in twee gebiedjes al jaren nestkasten. Hij stelde vast dat de stand in vijf jaar tijd met twee derde afnam. We spraken elkaar onlangs en hij vertelde dat de toename van de bosuil de belangrijkste oorzaak voor de afname lijkt te zijn. Bij ons is dat ook het geval. Steenuilen mijden plekken met bosuilen. Dit is niet zo gek want af en toe verdwijnt een steenuil in de maag van een bosuil. In Zuid-Duitsland is het effect van de aanwezigheid van de bosuil op de locatiekeuze van steenuilen uitgebreid onderzocht en is
geëxperimenteerd met schuilkasten: simpele kastjes waarin de steenuilen kunnen schuilen en ’s nachts slapen maar niet kunnen broeden. Deze kasten blijken het predatierisico te beperken. Op de erven in de Krimpenerwaard is schuilgelegenheid schaars, doordat hoogstamboomgaarden vrijwel zijn verdwenen, oude schuren verdwijnen en nieuwe geen openingen hebben waarin een steenuil kan schuilen. Schuilkasten kunnen hier misschien helpen.
H
et hout voor de kasten wordt voorgezaagd. In een aantal ochtenden of middagen worden er vlieggaten in gemaakt, worden fijn zaagwerk gedaan, gaten geboord en worden ze in elkaar geschroefd en gebeitst. Als je één of meer keren hieraan wilt meedoen, stuur dan een mailtje naar erfvogels@nvwk.nl. Deelnemers van vorig jaar aan deze activiteit hebben hierover een mail ontvangen. Zij die al hebben gereageerd, hoeven dat niet opnieuw te doen. z
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 25
Mannetjes en wijfjes Een ordinaire titel? Tekst en foto’s: Anton van Jaarsveld Een wijf is immers een minachtende term voor vrouw en een wijfje zou een kleine vrouw kunnen zijn. Nee, ik doe niet aan vrouwonvriendelijke terminologie. In de plantkunde ligt de naamgeving vanuit de historie een beetje anders. d
R
eeds eeuwen geleden hebben kruidkundigen, zoals de floristen van toen heetten, de geslachtsverschillen bij mens en dier overgehaald naar de plantenwereld. Zo schrijft Dodoens rond 1550 in zijn Cruydt-Boeck, dat “na de leeringhe van de oude schrijvers het Varencruydt tweederley van gheslachten is: te weeten Manneken ende Wijfken”. Dit onderscheid zal in die tijd al gemaakt zijn om gewone verschillen tussen mannetjesvaren en wijfjesvaren aan te geven, waarbij moet worden vermeld, dat het woord ‘wijf’ toen gewoon ‘vrouw’ betekende. Ook de grote systematicus en naamgever Linnaeus (1750) ging mee met deze indeling: Dryopteris filix-mas voor de mannen en Athyrium filix-femina voor de vrouwen. De mannetjesvaren (zie foto) is forser van bouw dan het wijfje; nou, zo’n verschil komt ons als mens bekend voor. Het langwerpig blad van de mannetjesvaren
bereikt namelijk wel een 1,5 m, dat van de wijfjesvaren een derde daarvan.
H
ebben we in de Nederlandse flora nog meer van dit soort sekseverschillen in de naam? Nee, we hebben nog wel wat losse mannetjes - geen mannen -, en een enkele vrouw. Om niet voor seksist te worden uitgemaakt, noem ik eerst de vrouwenmantel, bekend vanuit de tuinen. De naam kreeg hij of zeg ik hier zij ?- omdat hij een bladvorm heeft die met enige fantasie aan een mantel doet denken. Volgens H. Kleyn in zijn boek Planten en hun naam heette de plant vroeger Alchimilla, omdat de dauwdruppels op de bladeren door de alchimisten bij hun experimenten om goud te verkrijgen, gebruikt werden. De wilde vrouwenmantelsoorten staan allemaal op de Rode Lijst. Dan gaan we naar de mannetjes. Daarvan hebben we er in Nederland twee: mannetjesereprijs en –orchis. Ze hebben gemeen, dat ze vergeleken met soortgenoten, allebei fors van postuur zijn, vandaar de naam. De mannetjesorchis (zie foto) wordt tot ongeveer een halve meter hoog. Hij komt alleen in Zuid-Limburg voor, waar hij in aantal sterk is achteruitgegaan. Dat heeft te maken met het verwaarlozen van het hakhout, waardoor de plant te weinig licht kreeg. Het hakhout wordt de laatste jaren gelukkig beter beheerd. En dan de mannetjesereprijs. In de Krimpenerwaard vinden we de plant nauwelijks: hij houdt van zanderige grond. Als je de soort vergelijkt met de andere ereprijsjes, dan valt de hoogte op. Het blauw van de bloem is ook wat lichter dan dat van de gewone ereprijs. Opvallend zijn de donkere adertjes in de bloemkroon, zie foto. Merkwaardig is, dat de Nederlandse naam mannetjesereprijs enigszins in tegenspraak is met het Latijnse Veronica officinalis. Daarin heeft Linnaeus waarschijnlijk gedacht aan de heilige Veronica, de vrouw die Jezus een doek aanreikte toen hij het kruis droeg. De afdruk op die doek zou dan aan het gelaat van Jezus moeten doen denken. De fantasie van mensen gaat soms ver. Ook in een andere verklaring van ‘Veronica’ zit een vrouwelijk element. Zo zou de naam afgeleid kunnen zijn van het Latijn ‘una vera icon’, de enige echte afbeelding, van Jezus’ gelaat dus. In deze plant zit dan eigenlijk zowel een mannelijk als een wijfjeselement bijeen. d Boven: mannetjesvaren; links: mannetjesorchis; rechts: mannetjesereprijs
26
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Eerlijk is eerlijk, een schoonheidsprijs verdienen jonge kerkuilen niet; foto: Maria Spruit
Als ze beter in de veren komen te zitten, worden ze al een stuk aantrekkelijker; foto: kasthouder NN
Volwassen kerkuilen zijn prachtig om te zien, maar wel lastig en alleen ‘s nachts waarneembaar. Een kleine opening is al genoeg om kerkuilen in een schuur binnen te laten. Foto: Stefan van der Heijden 28
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Kerkuilen 2016 een uniek broedseizoen! Stefan van der Heijden 2016 gaat de boeken in als het succesvolste broedseizoen voor de kerkuilen ooit in de Krimpenerwaard. Nog niet eerder waren er zoveel bekende broedgevallen; 10 in totaal! In 2014 waren er 5 broedgevallen bekend; in 2015 6. Een mooie, forse stijging. De broedgevallen in 2016 zijn aangetroffen in Stolwijk (3 x), Berkenwoude (2x), Ouderkerk aan den IJssel (2 x) en in Lekkerkerk, Bergambacht en Haastrecht (alle 1 x). z
I
n totaal zijn 43 jongen geringd. Het grootste aantal jongen in een nest was 5 exemplaren (in 4 nesten het geval) en het kleinste nest bestond uit 3 jongen. Opvallend is dat 3 nesten relatief laat (eind september/begin oktober) in het broedseizoen gevonden zijn. Relatief laat; kerkuilen kennen als soort een lang broedseizoen, er zijn broedgevallen in december bekend. Het kan dus echt nog wel later. Van het ringen van enkele jongen zijn foto’s te zien op de site. Van de 43 geringde jongen zijn een aantal terugmeldingen ontvangen. 2 jongen zijn in of bij de nestkast dood aangetroffen. Een derde jong dook op in de buurt van Amsterdam; circa 60 km van de ringplaats vandaan. Helaas heeft dit jong het ook niet overleefd; het is slachtoffer van een roofvogel geworden. Deze voorbeelden staan niet op zichzelf; veel jongen kerkuilen overleven het eerste levensjaar niet. Dit komt, kort gezegd, door een gebrek aan levenservaring.
E
én van de broedgevallen viel op door de locatie. Alle andere broedgevallen waren in een speciaal voor kerkuilen opgehangen kerkuilkast. Deze kasten hangen in schuren met een permanente opening. Het opvallende broedgeval was in een bosuilenkast, deze hing in een boom. Helaas was er hier slecht nieuws; een van de ouders lag dood onder de kast, vermoedelijk het slachtoffer van een havik. De jongen zijn door één ouder groot gebracht, een hele prestatie. Overigens illustreert dit het nadeel van een kast die buiten hangt: de kans op predatie door roofvogels is daar groter dan bij een kast in een schuur.
I
n 2016 zijn acht nieuwe kerkuilkasten opgehangen. De vrijwilligers van de uilenwerkgroep hopen in een van
Kerkuilen worden geringd, foto: Maria Spruit Voor meer foto’s van het ringen zie: www.nvwk.nl/actueel/fotoalbums/kerkuilen-ringen-bij-haastrecht
deze nieuwe of in bestaande kasten in 2017 opnieuw een recordaantal broedgevallen aan te treffen! Daarbij is de hulp van de kasthouders onmisbaar. Zij signaleren doorgaans als eerste of er (broed)activiteit is en schakelen dan de vrijwilligers in. Op deze plaatst willen wij dan ook de kasthouders bedanken voor de hulp en gastvrijheid in 2016. z Waarom en hoe ringen? Dankzij ringen van de kerkuilen worden gegevens over de migratie verzameld. Waar gaan ze naar toe of blijven ze plaatstrouw? Ook kan er iets worden gezegd over leeftijdsopbouw, overleving en populatiegroottes. Daarnaast kunnen doodsoorzaken dankzij ringgegevens worden vastgelegd en wellicht kunnen er op knelpunten maatregelen worden genomen (bekend voorbeeld daarvan is het ongeschikt maken van hectometerpaaltjes om op te gaan zitten). De uilen krijgen een metalen ring met een diameter van 9 mm om hun poot met een uniek nummer. Alle ringgevens worden in een database ingevoerd en zo kan de herkomst, leeftijd, enz van elke geringde gevonden vogel worden herleid. Tijdens het ringen worden er vier gegevens van de uilen bepaald: vleugellengte, gewicht, kop-snavel lengte en of de krop gevuld is. Sommige ringers kijken naar het vetgehalte bij de stuit van de vogels. De vleugellengte is vooral bedoeld om de leeftijd van een jong te bepalen. Er is een tabel met standaardwaarden zodat snel bepaald kan worden hoe oud een jong is. De overige gegevens zeggen iets over de conditie van de vogel. Zeker als een nest niet volledig uitvliegt en er jongen sneuvelen, kan dit te koppelen zijn aan de conditie. Over het algemeen kan gezegd worden dat de vogels in 2016 een goede conditie hadden. Het merendeel van de nesten is volledig uitgevlogen. Overigens gebruiken wij vanuit de uilenwerkgroep deze gegevens nauwelijks, m.u.v. de vleugellengte om iets over leeftijd te zeggen. Om ontheffing te krijgen (via Sovon) om nestkasten te openen (wat in principe een verstoring is; Flora- en faunawet!, Ffw) is het noodzakelijk nestkaarten in te vullen. Op de nestkaarten worden alle verzamelde gegevens vastgelegd en verstrekt aan Sovon. Op basis daarvan kan dan onderzoek verricht worden. Het invullen van de kaarten is dus vooral een verplichting om nestkasten te mogen openen en jongen te kunnen ringen. Om te mogen ringen moet je ook in bezit zijn van een ringvergunning; wat feitelijk een ontheffing is op de Ffw. De vergunning wordt verstrekt door het Vogeltrekstation in Heteren. Dat is een onderdeel van het NIOO (Nederlands Instuut voor Ecologie). Je bent niet zo maar ringer; dit wordt door de jaren heen steeds moeilijker. Er gaat een gedegen opleiding aan vooraf, die wordt gevolgd bij iemand die al ringer is. z WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 29
Koning Winter Huug Luigies
Als Borias zijn bolle wangen leeg blaast en een ijzige storm over het land raast: Bloemen op de ramen, een blokje op het vuur, binnen behaaglijk, maar buiten de natuur! Aan de vooravond van de nacht oranje blauw in volle pracht verkleumd deinend op een besneeuwde tak speurend boven een gitzwart wak: IJsvogel op zoek naar zilveren visje. Bolletje bruin in de beschutting, beweeglijk opgewonden klein ding rusteloos zoekend op hoop van leven, het duurt maar heel even: Winterkoning ik mis je! d
30
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Monstertochten vleermuizen in de Krimpenerwaard Kees Mostert Op zowel 21 mei als op 10 september 2016 werden in de Krimpenerwaard monstertochten georganiseerd om zoveel mogelijk vleermuizen waar te nemen. De bedoeling van een monstertocht is om in een zo kort mogelijke tijdbestek via de bereikbare infrastructuur vanuit langzaam rijdende auto’s zo veel mogelijk vleermuizen te inventariseren. Dit vond plaats met inzet van een aantal vrijwilligers van de Zoogdierenwerkgroep Zuid-Holland en Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard. Deze inventarisatie is ’quick and dirty’ en niet compleet. Niet alle delen zijn tenslotte met de auto bereikbaar. Toch geeft deze methode in een heel kort tijdsbestek wel zicht op welke soorten in welke mate voorkomen in de Krimpenerwaard. d
W
erkwijze Om de inventarisatie niet te bemoeilijken zijn de dorpskernen en de recreatiegebieden buiten beschouwing gelaten, evenals moeilijk toegankelijke plekken, zoals eendenkooien. Uiteindelijk werden circa 150 kilometerhokken bezocht en werden in de meeste hokken foeragerende vleermuizen gevonden. De agrarische graslanden zelf zijn niet bezocht; hier zijn overigens ook maar weinig vleermuizen te verwachten. De meeste vleermuizen volgen lintvormige elementen zoals lintbebouwingen, tiendwegen, bomenrijen en watergangen. Deze plaatsen bieden zowel meer voedsel (insecten), als beschutting tegen wind, regen en predatie.
V
oorjaarsronde In de avond en nacht van zaterdag 21 mei 2016 werd de Krimpenerwaard in vijf verschillende deelgebieden gedeeld en werden de toegankelijke wegen en paden met een bat-detector bezocht. De weergoden werkten mee; ondanks de matige voorspelling trok het in de avond grotendeels open en was de zuidenwind geluwd tot een windkracht 3-4 beaufort en een temperatuur van 13 graden C. Enkele delen die niet konden worden onderzocht op 21 mei zijn later in juni alsnog aangevuld.
houtopstanden en in de omgeving van de dorpskernen. Van de ruige dwergvleermuis werden 17 individuen genoteerd, verspreid over 10 kilometerhokken. De meeste dieren trekken in het voorjaar weg naar het noordoosten van Europa. In het najaar komen ze weer terug naar het milde (zee)klimaat van Nederland om er te overwinteren. De laatvlieger is nog steeds opvallend talrijk in de Krimpenerwaard. Er werden maar liefst 80 exemplaren genoteerd, verspreid over 41 kilometerhokken. Hiermee is de dichtheid van de soort veel hoger dan in andere gebieden zoals Midden-Delfland of op de voormalige eilanden. Een verrassing was dat er ook dat er zeven foeragerende rosse Restultaten 2016 21 mei 10 sept. Watervleermuis 1 Meervleermuis 1 Gewone dwergvleermuis 360 491 Ruige dwergvleermuis 17 217 Laatvlieger 80 45 Rosse vleermuis 7 17 Totaal 466 770 vleermuizen werden waargenomen. Zes dieren daarvan werden gehoord boven plassen in het Krimpenerhout (kilometerhok 101-435). Een ander exemplaar werd gehoord in de omgeving van Oudeland, net ten noorden van het Loetbos in het veenweidegebied. Tot slot werden in de omgeving van Haastrecht een water- en een meervleermuis gehoord. Er zijn opnames gemaakt en de analyses bevestigen deze determinaties. Tijdens de inventarisatie werden ook waarnemingen van andere diersoorten gedaan, zoals bosuil, ransuil, haas, konijn, bruine rat en veenmol.
Tijdens deze inventarisatie werden 446 vleermuizen genoteerd. Er werden zes soorten vleermuizen aangetroffen, namelijk de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis, watervleermuis en meervleermuis. De meest talrijke soort was de gewone dwergvleermuis (360 exemplaren). Deze soort werd verspreid over de hele waard waargenomen, en is lokaal talrijk langs tiendwegen, polderwegen met veel
N
ajaarsronde Op 10 september werd een najaarsronde georganiseerd. Omdat er wat minder mensen waren werd de Krimpenerwaard in drie deelgebieden verdeeld. Op 24 september werden enkele ontbrekende delen alsnog aanvullend onderzocht. Ook nu waren de weersomstandigheden perfect voor een dergelijke inventarisatie. WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 31
Meervleermuis; aan de bovenzijde is de meervleermuis grijsbruin. De grijswitte buik is scherp begrensd. Jachtvlucht is kenmerkend: snel en recht. Lengte kopromp 57-67 mm , spanwijdte 270 mm. Laatvlieger; een grote vleermuis met krachtige kaken, een donker gezicht en donkere oren. Lengte kop-romp 62-82 mm, spanwijdte 360 mm. Hij bewoont holle bomen, maar vooral ook kerktorens en zolders. Zijn naam is niet terecht; hij gaat al vliegen kort nadat de schemering gevallen is en soms nog eerder. Vlucht is langzaam met roeiende vleugelslag met plotselinge duiken.
Watervleermuis; scheert vaak laag over het wateroppervlak, hij heeft korte oren en een korte brede rozebruine snuit. Hij is erg lichtschuw, jaagt tijdens maanverlichte nachten op donkere plaatsen. Lengte kop-romp 45-55 mm, spanwijdte 230 mm.
Gewone dwergvleermuis; de kleinste vleermuis van West- en Midden-Europa. Favoriete slaapplaatsen zijn te vinden in kerken en woningen. Deze vleermuizen vliegen rond zonsondergang uit. Lengte 33-51 mm, vleugelwijdte 210 mm. De ruige dwergvleermuis is iets groter dan de gewone, maar begint wel veel later in de nacht met jagen.
Rosse vleermuis; deze vleermuizen bewonen meestal oude holle bomen of spechtenholen. Lengte 60-82 mm, spanwijdte 360 mm. ‘s Zomers vliegt hij rond zonsondergang al, soms ziet men hem samen met zwaluwen insecten jagen. Bron illustraties: Readers Digest veldgids voor natuurliefhebbers zoogdieren van West- en Midden Europa
Dit resulteerde in een in totaal van 770 vleermuizen. Een groot deel van de waarnemingen had betrekking op de gewone dwergvleermuis. Bij 12 dieren werd de territoriale social call genoteerd. Ook de ruige dwergvleermuis was talrijk aanwezig in het najaar met in totaal 217 waarnemingen. Vooral in het oostelijke deel kwamen vrij veel dieren voor. De laatvlieger was met 45 dieren opvallend goed aanwezig in het najaar. Van de rosse vleermuis werden maar liefst 17 exemplaren waargenomen. Andere waargenomen diersoorten hadden betrekking op bosuil, 32
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
haas, konijn en bruine rat.
R
osse vleermuis en kerktoren Op 24 september 2016 deden wij een curieuze waarneming van rosse vleermuizen in een van de dorpen in de Krimpenerwaard. In de dorpskern van Ouderkerk aan den IJssel werd onze aandacht getrokken door een immense kakofonie van ultrasone geluiden. Het bleek om een groep rosse vleermuizen te gaan. Deze rosse vleermuizen waren op grotere hoogte aan het zwermen rond een spitse kerktoren. Het ging om tenminste 10 exemplaren. Dit was goed te zien omdat de kerktoren werd
verlicht. Dit verschijnsel bleef voortduren gedurende de tijd dat wij hier stonden (ruim 20 minuten) om ongeveer om 21.00 uur. Hierbij werden ook aanvliegpogingen gedaan naar een klein luikje boven in de kerktoren. We zagen echter geen dieren naar binnen gaan. Opvallend was overigens dat overdag tientallen boerenzwaluwen op vergelijkbare manier rond de torenspits vlogen. Mogelijk waren hier veel insecten aanwezig. Het gedrag van de rosse vleermuizen leek echter ook op een mogelijke verblijfplaats te wijzen. In het weekend van 12 november werd een bezoek aan de kerktoren gebracht in de hoop vleermuiskeutels aan te treffen of misschien zelfs wel een groep overwinterende vleermuizen. De kerktoren bleek helemaal vol te liggen met dode clustervliegen. Er werden geen sporen van bewoning van vleermuizen gevonden. Het is dus aannemelijk dat de rosse vleermuizen vooral op de concentraties vliegen waren afgekomen.
N
abeschouwing Er werden tijdens dit onderzoek zes soorten vleermuizen waargenomen in de Krimpenerwaard. Soorten als watervleermuis en meervleermuis (hoewel niet algemeen in de waard) zijn mogelijk wat onderteld. De grootoorvleermuis is wellicht gemist, omdat deze soort een hele zachte sonar heeft die wellicht vanuit een langzaam rijdende auto niet is op te merken. Het is geen verrassing dat het overgrote deel van de waargenomen vleermuizen uit de gewone dwergvleermuis bestaat en dat er in het najaar ook vrij veel ruige dwergvleermuizen aanwezig zijn. Een aardig gegeven is dat de laatvlieger nog steeds tamelijk veel aanwezig is in de Krimpenerwaard. Ook zijn er aanzienlijk meer rosse vleemruizen waargenomen dan voorheen. We willen hierbij tevens alle vrijwilligers bedanken die zich ingezet hebben om dit onderzoek mogelijk te maken. d
Huismus, foto’s: Peter Stam
De gezelligste vogel van Nederland https://www.vogelbescherming.nl, 25 november 2016
PERSBERICHT
Geen vogel zo gezellig als de huismus. Altijd samen met een boel andere stellen bij elkaar en altijd op dezelfde plek! Je kunt vijf dingen doen om jouw tuin een thuis te maken voor huismussen. Doen! Eerst maar een misverstand wegwerken. Wat wij 'gezellig' noemen, is voor een mus natuurlijk louter overleven. Huismussen leven, slapen, broeden, eten en doen eigenlijk alles wat ze doen in groepsverband. Enkel en alleen omdat ze elkaar dan kunnen waarschuwen voor mensen, katten, sperwers, ratten en alles wat in hun ogen riskant is. Kost-staat-klaar-kwettertje Het voer raakt de grond nog niet of het ziet zwart van de mussen. Hoe weten ze toch zo snel dat de kost klaar staat? Je voelt de bui al hangen: ze seinen elkaar niet alleen bij gevaar maar óók als er wat te halen is. Als je vaak voert, beginnen ze al te kwetteren als je naar buiten komt. Hebben ze een volle buik, dan is het mussenleven een luizenleven. Dan zie je ze gemoedelijk badderen of lekker lummelen in de zon (ogenschijnlijk, want ook dat heeft een functie: parasieten kwijt raken!). Wel weer met z’n allen natuurlijk; ze houden om de beurt een oogje in het zeil. Thuis voor de huismus Huismussen voelen zich overal thuis waar mensen wonen, dus ook in de stad. Wonen ze bij jou? Dan blijven ze daar, winter en zomer. Niet? Dan kun je vijf dingen doen om jouw tuin een thuis te maken voor huismussen. Ze staan hieronder. Let wel: de huismus blijft zijn hele leven op een plek, dus willen ze wel dat jouw tuin voldoet aan álle wensen! Ontbreekt één van deze vijf dingen? Snel werk van maken! Het is heel lang slecht gegaan met de huismus in Nederland, hij staat op de Rode lijst van de Nederlandse Broedvogels. Hun aantal is in de afgelopen dertig jaar tijd gehalveerd; vooral in oude binnensteden lijken ze het moeilijk te hebben. Ondertussen lijkt die afname gestopt. En een geluk is dat huismussen snel weer nieuwe plekken koloniseren. Vijf tips voor de perfecte huismussentuin - (Altijd groene) hagen, stekelige struiken en klimplanten. Denk aan conifeer, klimop, hulst en liguster. Huismussen houden van behaaglijke beschutting. - Een zanderig plekje (haal gewoon een stoeptegel weg). Een zandbad helpt bij het bestrijden van parasieten. - Een platte schaal met water of een vijver met een vlakke oever. Om te badderen en te drinken. - Wat extra voer: mengsels met zaden en pitten in een silo, op een voertafel of gewoon op de grond. - Voldoende nestgelegenheid: een Vogelvide of nestkasten. d WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 33
1
2
3
4
5
6
7
8
34
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Natuur in de VS van Amerika Wat een belevenis! Tekst en foto’s Max Ossevoort Van 2004 tot 2010 hebben Joke en ik in de staat Virginia gewoond en we voelden ons daar onmiddellijk thuis. Niet alleen door de vriendelijkheid van de mensen, maar met name door de uitbundige natuur. Om beide redenen gaan we ieder jaar terug, meestal in de oktober/november periode en het leek mij leuk om onze natuurbeleving een beetje met u te delen. d
M
isschien eerst wat feiten. In de VS komen verschillende klimaten voor, zoals landklimaat, zeeklimaat, subtropischen woestijnklimaat. Door de vele bergketens, canyons, grote en kleine meren, grote diepe inhammen van de omringende oceanen en zeeën, moerasgebieden, uitgestrekte bossen, prairies en woestijngebieden komen er ontzettend veel verschillende biotopen voor. Wist u dat er verspreid over de VS zo’n 850 soorten vogels voorkomen? Dat lijkt best veel, maar gezien het voorgaande valt dat best wel mee. Peru heeft ongeveer dezelfde oppervlakte als de Amerikaanse staat Colorado, maar er komen wel ruim 1600(!) vogelsoorten voor. Kolibries zijn mijn favoriete vogels, maar om ze te zien moet je wel in de zomer naar de VS: na de zomer zijn ze vertrokken naar Midden- en Zuid-Amerika. Toch is het vogelen in de staten Virginia en North Carolina waar we verblijven, iedere keer weer een bijzondere beleving: de vogels zijn nu eenmaal heel anders dan in Nederland. Nou ja, op een paar uitzonderingen na dan zoals onze spreeuw, de huismus en de blauwe kiekendief.
V
orige maand waren Joke en ik weer daar. Bijna alle overzomerende vogels waren al vertrokken en trekvogels uit het hoge noorden vlogen massaal over. De trek is daar dit jaar
later op gang gekomen dan in andere jaren. Normaal arriveren in North Carolina in de eerste helft van de maand november al de eerste grote groepen fluitzwanen; eind november waren er nog geen gesignaleerd. Klimaatverandering? Toch heb ik, tussen alle andere activiteiten door, weer ruim 160 vogelsoorten, inbegrepen voor mij 8 nieuwe soorten, op mijn lijstje te gekregen. Maar ook planten en zoogdieren, zoals witstaartherten, coyotes, grijze wolven, zwarte beren, reptielen zoals slangen, hagedissen en (boom-)kikkers, en vlinders hebben onze belangstelling. Ook de herfst met de prachtige kleurschakeringen van de bomen die daar ‘Indian Summer’ wordt genoemd, is elke keer weer bijzonder. Natuurlijk maken we volop foto’s van al dat natuurschoon, maar begrijpelijk te veel om te plaatsen. Alles bij elkaar was het weer volop genieten. En we kijken al uit naar volgend jaar. 1 Kalkoengier (Cathartes aura); 2 Amerikaanse slangenhalsvogel (Anhinga anhinga); 3 Amerikaanse zeearend (Haliaeetus leucocephalus); 4 Grijze boomkikker (Hyla versicolor); 5 Roodborstlijster (Turdus migratorius); 6 Gele zanger (Dendroica aestiva); 7 Rode kardinaal (Cardinalis cardinalis); 8 Witstaarthert (Odocoileus virginianus) d
Actieplan EU gaat bescherming Europese natuur impuls geven https://www.vogelbescherming.nl, 7 december 2016
PERSBERICHT
De Europese Commissie heeft vandaag unaniem besloten om de uitvoering van de Europese regels voor natuurbescherming te verbeteren. De zogeheten Vogel- en Habitatrichtlijnen blijven niet alleen ongewijzigd gehandhaafd, er komt bovendien een actieplan dat de verbetering van de uitvoering moet waarborgen. Dit is heel goed nieuws voor de Europese natuur. De beslissing van de Europese Commissie is van cruciaal belang voor de bescherming van Europa’s kwetsbare natuur. Maar liefst 1.400 bedreigde soorten en meer dan een miljoen vierkante kilometer natuur worden door de Vogel- en Habitatrichtlijnen beschermd. In Nederland hebben we dankzij de richtlijnen weer zeearenden, kraanvogels en otters en worden bijvoorbeeld natuurgebieden als de Biesbosch, Fochteloërveen, Lauwersmeer en Oostvaardersplassen goed beschermd. Meer dan half miljoen burgers gaven natuur een stem De Europese commissie heeft deze beslissing genomen na een intensieve evaluatie van de richtlijnen de afgelopen twee jaar; de zogeheten ‘fitness check’. Natuurorganisaties in heel Europa hebben gedurende die periode intensief campagne gevoerd voor het behoud van de regels. In 2015 spraken zich een half miljoen Europeanen hiervoor uit en ook het overgrote deel van het Europees Parlement. In Nederland werd deze campagne gecoördineerd door Vogelbescherming Nederland, Natuurmonumenten en het Wereld Natuur Fonds. Deze drie natuurorganisaties zijn dan ook erg blij met de beslissing van de Commissie en in het bijzonder ook met de positieve opstelling van Eurocommissaris Frans Timmermans. Hij heeft het afgelopen jaar meerdere malen het grote belang van Europese natuurbescherming benadrukt. De natuurorganisaties zullen zich er de komende tijd voor inzetten - samen met onder meer overheden en bedrijfsleven - dat de regels ook daadwerkelijk beter worden uitgevoerd, zodat niet alleen de achteruitgang van de natuur in Europa stopt, maar de natuur zich ook kan herstellen. WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 35
Groenste Stad van Nederland: Krimpen aan den IJssel Joke Colijn Op 21 september organiseerden de gemeente Capelle aan den IJssel en Entente Florale Nederland de Nationale Groendag 2016. Entente Florale is een organisatie die zich bezighoudt met het stimuleren van goede groenvoorzieningen in verstedelijkt gebied. De wedstrijd heet ‘Groenste Stad van Nederland’ en ‘Groenste Dorp van Nederland’, maar groen is slechts een onderdeel. Entente Florale kijkt ook naar cultuurhistorisch erfgoed, inrichting, natuur en landschap, recreatie en toerisme, milieu en duurzaamheid, en samenwerking met bewoners en bedrijven. De jury kijkt daarbij zowel naar het beleid als de praktijk. Capelle is de gemeente die in de Nationale Groencompetitie het afgelopen jaar was verkozen tot Groenste Stad van Nederland en had daarom dit jaar de eer gastgemeente te zijn. De Nationale Groendag krijgt een thema wat ingevuld wordt met allerlei workshops en lezingen. Dat thema was nu ‘Klimaatbestendige stad’. d
A
an het einde van de dag vond de prijsuitreiking plaats van de Nationale Groencompetitie door Sylvo Thijsen, directeur van Staatsbosbeheer. Het afgelopen jaar hebben vier grote gemeenten gestreden om de titel ‘Groenste Stad van Nederland’: Wassenaar, Zeewolde, Goes en Krimpen aan den IJssel. Daarvoor zijn ze het afgelopen jaar bezocht door een jury die sprak met betrokken burgers en instanties. Het is de buurgemeente van Capelle geworden: Krimpen aan den IJssel! De NVWK feliciteert de gemeente Krimpen aan den IJssel van harte met deze prachtige titel. De kracht van Krimpen aan den IJssel ligt volgens het juryrapport in de participatie van de burgers en maatschappelijke instanties aan het groenbeleid. De NVWK heeft hieraan op diverse fronten kunnen bijdragen, o.a. door de jury te vertellen over het herstel van de hoogstamfruitboomgaard aan de Boveneindselaan, het buurtproject wat door Krimpenaren Frits Hemerik en Ber Verbeek is opgepakt. Er zijn plannen om de snoei- en onderhoudsactiviteiten uit te breiden met een pluken oogstfeest. De bedoeling is om bewoners bij de organisatie hiervan te betrekken, zodanig dat het een terugkerend buurtfeest wordt en men zich mede verantwoordelijk voelt voor de toekomst van de boomgaard. De samenwerking tussen NVWK en de gemeente is in januari bekrachtigd met een overeenkomst tussen wethouder Marco Oosterwijk en NVWK-voorzitter Max Ossevoort (zie WV februari 2016). Ook Anja Mastenbroek die betrokken is bij de activiteiten op het Zwaneneiland door een actieve groep burgers onder leiding van Jos de Nood, was aanwezig. Regelmatig lezen we over het Zwaneneiland in de Waardvogel. Verder is er regelmatig contact tussen orchideeënliefhebber Hugo Halleriet en Johan Dirven, hoofd groen bij de gemeente Krimpen, over het maaibeleid in plantsoenen waar spontaan beschermde orchideeën zijn opgekomen.
D
e Nationale Groendag is de optimale gelegenheid om kennis te vergaren voor een ieder die de maatschappelijke en economische waarde van groen wil implementeren in het beleid voor de komende jaren. Allereerst werd dan ook in een lezing een flinke lans gebroken voor vroegtijdig inbedden van groen in de planvorming en beleid in onze steden en dorpen. Want hoewel de verschillende waardes van groen in onze steden breed erkend worden, zijn ze zelden een uitgangspunt. Groen draagt
36
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
bij aan het verbeteren van de luchtkwaliteit, aan de verkoeling van de stad en aan het welbevinden van de stedeling in een breed spectrum. Casus was de studie ‘Goed Groen is Goud Waard’ van De Urbanisten (Bureau voor stedelijk ontwerp én landschapsarchitectuur) naar Ecosysteemdiensten in de stad Zwolle. Vervolgens ging wethouder Jean Paul Meuldijk van Capelle aan den IJssel op interactieve wijze het gesprek aan met de deelnemers over de dagelijkse praktijk van groen in de stad. Daar kon ik namens de NVWK een steentje aan bijdragen door ook hier te vragen om aandacht voor soorten als gierzwaluw, vleermuis, huiszwaluw en mus in een vroeg bouwstadium. Inmiddels weten we wel dat ze in oudere panden vaak onderdak vinden, maar waarom niet mogelijkheden inplementeren bij nieuwbouwprojecten? Ook de nabijheid van deze diersoorten verhoogt het welbevinden van de stedeling. Hij maakte een opmerking die bij mij bleef hangen. Er werd hem gevraagd of hij het niet jammer vond dat de gemeente Capelle vanaf deze dag niet meer ‘Groenste Stad van Nederland’ was. Hij antwoordde: “Nee hoor! Je raakt dan misschien de titel wel kwijt, maar alles wat de verkiezing in werking heeft gezet om deze titel te kunnen bemachtigen, blijft! De manier van denken bij beleid maken, de implementatie in de uitvoering, de kennis die is opgedaan, de samenwerking met groene organisaties, dat alles raak je niet meer kwijt. De bal is gaan rollen, en blijft maar doorgaan. Ik draag de titel dan ook graag over, zodat de bal elders ook gaat rollen!”
D
e middag startte met een rondleiding. We kregen te zien waar grote groene verbeteringen op stapel staan; Capelle belooft een heel aantrekkelijk groen stadshart te krijgen. Daarna waren er vier workshops: - Operatie Steenbreek, over het ontstenen en vergroenen van tuinen en tuintjes - Meer doen met stedelijk groen, over meerwaarde creëren in openbaar groen d.m.v. invullen van maatschappelijke initiatieven - Vergroenen van bedrijventerreinen, Capelle Parkstad naast economische motor. Revitalisering van bedrijventerreinen door ondernemers te betrekken. Hiervoor ontving Capelle het Themacertificaat Groen en Economie 2015. - Dijkverzwaring en de inpassing daarvan in stedelijk gebied. Het implementeren van een ingrijpende dijkverzwaring op een manier die de kwaliteit van het groen en de openbare ruimte verbetert,
maar ook de historie weer zichtbaar maakt. Hiervoor werd door de gemeente nauw samengewerkt met het waterschap HHSK en landschapsarchitect Jos van de Lindeloof en heeft de inbreng van aanwonenden een grote steen bijgedragen.
D
e toespraak van Hans Oosters, dijkgraaf van HHSK en voorzitter van de Unie van Waterschappen, had als onderwerp ‘Groen als stedelijke hoosbui-spons’. De combinatie van groen met voldoende berging is een belangrijke stap in het tegengaan van wateroverlast in de stad. Een uitspraak naar aanleiding van een artikel in het NRC van 4 juni: Het zou pas in 2050 zó hard gaan regenen als het in juni 2016 heeft gedaan. Nederland is best goed voorbereid op de verwerking van regen.
klinkers en tegels is nuttig op veel plaatsen in stad en dorp, maar zo vaak en grootschalig als het nu wordt toegepast is absoluut niet nodig, en heel onverstandig met het oog op de toename van extreme hoosbuien die flinke schade veroorzaken in de vorm van overstromingen en aardverschuivingen. Die schade moeten we met z’n allen weer opbrengen in de vorm van belastingen en verzekeringspremies… Daarom moet door stedebouwkundigen en architecten met frisse, groene blik – een link naar de Urbanisten – gekeken worden hoe onze steden groener kunnen worden met meer ‘zachte’, absorberende bodem. Niet morgen, maar vandaag! Verder noemde hij afvoeren van – schoon – regenwater op de rioolsystemen een onnodige (piek)belasting van de waterzuiveringsinstallaties. Een aantal steden heeft al gescheiden systemen, maar dit wordt nog lang niet overal toegepast. Regenwater kan rechtstreeks worden geloosd op het oppervlakte water. Dat vraagt op korte termijn flinke investeringen, maar die worden op de lange termijn terugverdiend.
H Bron illustratie: NRC 4 juni 2016
Maar in de plannen waren de door klimaatverandering voorspelde extreme buien van nu pas voorzien voor 2050. We kunnen daarom niets meer voor ons uitschuiven, we moeten voorbereid zijn en zorgen dat we de opgedane achterstand inlopen. Groen, ook op de kleinste oppervlakken, helpt water absorberen in bebouwde gebieden. Operatie Steenbreek is daar een prachtig voorbeeld van. Harde oppervlaktebedekking met asfalt, beton,
ierna volgde de uitslag van de Nationale Groencompetitie. Allereerst kwamen de vier groenste dorpen van 2016 aan bod. Elk dorp presenteerde zich eerst met een kort filmpje en een promotiepraatje van één minuut. In elk van de vier zou ik best een vakantie kunnen doorbrengen, zo aantrekkelijk werden ze voorgesteld. Beek en Donk ging er met de hoofdprijs vandoor, Stevensweert kreeg zilver, Nieuwkoop brons en Beuningen werd vierde. Toen volgde de verkiezingsuitslag van de Groenste Stad, die door Krimpen aan den IJssel werd gewonnen. Groot was het enthousiasme in de zaal, en bij de feestelijke borrel die volgde was eenieder in de gelegenheid om burgemeester, wethouders en andere inwoners te feliciteren. De NVWK hoopt te kunnen bijdragen aan het invullen van deze eretitel voor de gemeente Krimpen aan den IJssel! d
NVWK-vrijwilligers werken in de hoogstamfruitboomgaard aan de Boveneindselaan. Vakkundig worden twee kwijnende perenbomen omgezaagd. Er zijn nieuwe pruimenbomen voor terug geplant. Jesse helpt bij het planten van fruitstruiken. Foto:’s Frits Hemerik
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 37
Wat kan ík doen voor behoud van de natuur? Jaap Graveland Veel mensen maken zich zorgen over de natuur in Nederland. De overheid heeft de laatste jaren sterk bezuinigd op natuur. De doelen voor de Ecologische Hoofd Structuur (EHS), een samenhangend netwerk van natuurgebieden, zijn naar beneden bijgesteld en het gaat slecht met de weidevogels en een aantal erfvogels. Wat me opvalt: er is veel goodwill voor natuur, maar veel mensen voelen zich machteloos. Dus die vragen: wat kan ík nu doen? Het antwoord is: ‘Dat is veel en veel meer dan je denkt.’ En recent onderzoek toont aan: je wordt er ook nog een stuk blijer van. d
N
iet klagen, maar meehelpen Dit wordt een verhaal van ‘niet klagen, maar meehelpen’. Laat ik beginnen om je moed in te spreken. De Living Planet Index Nederland die het Wereldnatuurfonds in 2015 uitbracht, liet zien dat de totale biodiversiteit sinds 1990 licht toeneemt. Ik weet het, vóór 1990 heeft een dramatische afname plaatsgevonden, en in het landelijk gebied neemt de biodiversiteit nog steeds rap af, dus die toename is betrekkelijk. Maar de boodschap is dat neerwaartse trends dus zijn om te keren, ondanks een toename van het aantal mensen en een toename van de consumptie. Nu het platteland nog: daar werken de NVWK, een deel van de agrariërs en bewoners hard aan. Zorg, inkomen, veiligheid en migratie domineren de maatschappelijke discussies. Toch vinden mensen natuur ook belangrijk. Het sneeuwt alleen onder bij de aandacht die de andere onderwerpen krijgen. Daardoor gebeurt er minder dan de mensen willen. Dus dit artikel gaat over wat jij kan doen om dat te veranderen. Dat kan op twee manieren. Je kan je natuurstem laten horen in het stemhokje en je kan meedoen aan lokale initiatieven van burgers of deze ondersteunen. Ik zal laten zien dat iedereen bij die initiatieven een rol kan spelen, als deelnemer, gewoon lid van de vereniging of zelfs zonder lid van een vereniging te zijn.
M
aar stemmen helpt niet! Een belangrijk middel is stemmen bij verkiezingen. Maar ‘groen’ stemmen valt niet altijd mee. In de eerste plaats: als je groen wilt stemmen maar sociaal-economisch ‘rechts’ bent, dan heb je pech, want er is eigenlijk geen ‘groen rechts’. Merkwaardig eigenlijk, maar het is niet anders. D66 komt, vind ik, nog het meest in de buurt. Ten tweede: áls je dan een groene partij stemt, komt die niet in de regering, of als de partij er wel in komt, sluit die een niet-groen compromis. En tot slot: zelfs als het beleid groen is, dan wil dat nog niet zeggen dat het ook wordt uitgevoerd. Nederland slaat een modderfiguur als het gaat om de handhaving van milieu- en natuurbeleid. De overheid geeft dat zelf ook toe. Kijk daarvoor maar eens op www.infomil.nl/onderwerpen/ integrale/handboek-eu/afval/verpakking/uitvoering-effecten/. We hebben beleid om de hoeveelheid verpakkingsmateriaal en zwerfafval te verminderen, maar de praktijk is anders. De boodschap: het aantal kilogram verpakkingsmateriaal per persoon neemt nog steeds toe, Nederland staat op plek 7 van 27 Europese landen voor wat betreft het aantal kilogram. Bedrijven houden zich niet aan de afspraken en er is weinig handhaving, want het heeft geen prioriteit en er is gebrek aan middelen (geld, mensen). Het resultaat zie je in de berm, rond vuilnisbakken op het station, op het strand, in zee, overal.
38
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Voor handhaving van de Flora- en faunawet geldt hetzelfde: formeel moet iedereen bijvoorbeeld bij een verbouwing rekening houden met nestelende vogels zoals uilen en zwaluwen. Maar deze regel wordt per ongeluk of expres massaal overtreden en de overheid (RVO, politie) doet daar bijna niets aan, want is onderbemand (zeggen ze ook zelf). Volgens het nieuwe weidevogelbeleid mag er alleen geld naar agrariërs als die aantoonbaar resultaat boeken voor de weidevogels. In de Krimpenerwaard proberen agrariërs en NVWK dat te bereiken en is met bloed, zweet en tranen een flinke stap vooruit gezet. In andere gebieden zijn plannen ingeleverd die aantoonbaar geen verbetering zijn en dus in strijd zijn met het nieuwe beleid, maar die toch zijn goedgekeurd door de provincie. Dat ontmoedigt. Immers, wat heeft het afspreken van nieuw beleid dan voor zin?
T
och helpt stemmen wel degelijk Toch kun je politieke besluiten beïnvloeden door te stemmen. Hoe meer mensen stemmen op partijen die natuur een warm hart toedragen, hoe groter de kans op een natuurvriendelijk beleid en uitvoering van dat beleid volgens de afspraken. En je kunt de partijprogramma’s beïnvloeden. Politieke partijen organiseren regelmatig avonden waarin ze de mening van jou als burger peilen. Of ze vragen om je mening via internet. Die meningen gebruiken ze voor hun verkiezingsprogramma’s; ze willen immers zoveel mogelijk stemmen trekken. Je kunt bij de landelijke verkiezingen kiezen voor een partij die sociaal-economisch het meest bij je past; veel sociaal-economisch beleid wordt immers landelijk bepaald. Bij verkiezingen voor bijvoorbeeld de Provincie of het Waterschap kun je dan kiezen voor een partij met aandacht voor natuur. Als je niet stemt, gaat je stem verloren en moet je ook niet klagen als er niet gebeurt wat je wilt. De VS is in rep en roep door de verkiezing van Trump. Veel jongeren vinden hem een rotzak en zijn uitspraken schandalig. Maar 43% van de mensen stemde niet, en daar zaten relatief veel jongeren bij. Beetje dom.
H
oe zit het met de opkomst bij verkiezingen in Nederland? Bij de landelijke verkiezingen is die hoog: in 2010 en 2012 was die telkens 75%. Maar bij de verkiezingen voor de Provinciale Staten is de opkomst veel lager: in 2007 46%, in 2011 56% en in 2015 48% (in Zuid-Holland was dat 55%). Veel mensen weten het niet, al heeft het herhaaldelijk in de kranten gestaan, maar in 2012 is besloten het natuurbeleid van het Rijk naar de provincies over te hevelen. 95% van het natuurbeleid is nu provinciebeleid! Zuid-Holland heeft niet bepaald een ambitieus natuurbeleid. Misschien zaten er onder die 45% niet-stemmers relatief veel natuurliefhebbers.
O
p 1 januari treedt de nieuwe Wet natuurbescherming in werking. Die gaat later op in de nieuwe Omgevingswet. Die wet gaat 26 (!) bestaande wetten en regelingen vervangen. In de volgende Waardvogel komt er een artikel over wat dit precies allemaal betekent. Hoofdlijn is dat de overheid met de Omgevingswet de regels voor ruimtelijke ontwikkeling wil vereenvoudigen en samenvoegen. Zodat het straks bijvoorbeeld makkelijker is om bouwprojecten te starten. De gemeente toetst en verleent de vergunningen voor de Omgevingswet. Het is natuurlijk belangrijk dat dit zorgvuldig gebeurt. Er verandert dus een heleboel tegelijk en op het zelfde moment krijgt een gemeente de hoofdverantwoordelijkheid. De vraag is of die voldoende is voorbereid en kennis heeft (zie het drama bij de zorg) en of het ‘zachte’ natuurbelang het niet aflegt tegen de economische en andere directe belangen van een vergunningaanvrager.
A
ls je ‘verkiezingsprogramma’ en ‘Krimpenerwaard’ of ‘Krimpen’ intikt, vindt je direct de verkiezingsprogramma’s van de politieke partijen in deze twee gemeenten. In een half uurtje heb je een grof idee van wat er in staat. Ik zeg het maar vast: het woord ‘natuur’ komt er nauwelijks in voor. En hoe zit het met opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen? Ik heb alleen naar de landelijke cijfers gekeken: in 2006 58%, in 2010 54% en in 2014 54%. Nauwelijks meer dan de helft neemt dus de moeite om te stemmen, terwijl de gemeente een grote rol krijgt in het halen van natuurdoelen, en natuur in het programma van de partijen in de Krimpenerwaard maar een heel bescheiden plaatsje krijgt. Het is maar dat je het weet. Dus laat de partijen horen wat je vindt als ze je uitnodigen voor een discussieavond. En stem.
T
ot slot de waterschapsverkiezingen. In onze natte polder met melkveehouderij als belangrijkste gebruiksvorm is het beleid van het Hoogheemraadschap heel belangrijk: waterkwaliteit en waterpeil zijn doorslaggevend voor natuurwaarden in het water en op het land. Wel, hier zijn de opkomstcijfers bij de waterschapsverkiezingen (landelijk): in 2008 23% (toen waren er voor het eerst verkiezingen), in 2015 nog steeds maar 44%. De opkomst bij de verkiezingen voor het bestuur van ons waterschap, het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard was: 23% in 2008 en 40% in 2015. Veel minder dan de helft! Terwijl er een partij meedeed met een uitgesproken ‘groen’ profiel. Beetje dom, inderdaad.
Ander voorbeeld: kustbebouwing. Bij de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) kwamen steeds meer berichten binnen van burgers over toename van bebouwing of plannen daarvoor in de kustzone (zo kan ook jij een bijdrage leveren, als de ogen en oren van een vereniging!). Vervolgens wilde de minister van Infrastructuur en Milieu meer kustbebouwing mogelijk maken. NMZH, Natuurmonumenten en andere organisaties sloegen toen de handen ineen, bewerkten besluitvormers en openden een petitie voor ondertekening. Die petitie werd massaal ondertekend. De minister trok vervolgens het voorstel voor het loslaten van bouwbeperkingen in!
E
rfvogelproject als voorbeeld Een voorbeeld dicht bij huis is ons erfvogelproject. Het begon klein: de uilenwerkgroep wilde met bewoners maatregelen op de erven nemen om deze geschikter te maken voor steenuilen. Daarvoor waren vrijwilligers nodig. We hoorden dat de provincie ook het aantal vrijwilligers wil vergroten. Daarvoor is de Groene Motor gevormd (www.groenemotor.nl). Dus zochten we contact met de Groene Motor voor samenwerking. De Groene Motor wilde best helpen, maar stelde voor het te verbreden naar alle erfvogels: want dan kon je veel meer bewoners betrekken, en meer voor de vogels doen. Goed idee! Vervolgens zag de Provincie wel wat in een pilot project: het erfvogelproject in de Krimpenerwaard zou kunnen dienen als basis en inspiratiebron om projecten elders in de Provincie van de grond te krijgen. Zo kregen we subsidie van de Provincie. Onderdeel van het project is ook het bieden van nestgelegenheid. We vroegen apart subsidie aan voor het aankopen of maken van nestkasten. Al snel bleek dat het zelf maken van kasten zeer veel goedkoper was en bleek er bij een oproep veel enthousiasme om die kasten te maken. Toen de nestkasten klaar waren wilde ik ze zo snel mogelijk aan de erfeigenaren overdragen. Maar de coördinator van de nestkastenactie had een beter idee, namelijk om van de nestkasten een soort Vogelaarwijk te maken, de wethouder Ruimtelijke Ordening de wijk te laten openen en vervolgens de kasten over te dragen. Het resultaat was een prachtige dag met veel publiciteit, waar het project ook weer van profiteerde. Zo is een klein initiatief van de NVWK uitgegroeid tot een heel
Z
elf in actie komen Misschien zeg je: “Jaap, ik heb weinig op met de politiek, ik wil me er niet in verdiepen.” Of: “Ik vind andere onderwerpen in een partijprogramma belangrijker.” Of: “Ik wil best wat doen voor natuur, maar niet via het kieshokje.” Ik vind dat een gemiste kans, maar gelukkig zijn er ook dan allerlei mogelijkheden.
H
et meest simpele is het ondertekenen van petities. Een paar voorbeelden. De provincie wilde alle bomen kappen die minder dan 4.5 meter van een provinciale weg stonden vanwege het gevaar voor bestuurders. De Bomenridders (www. debomenridders.nl) tekenden bezwaar aan en lieten zien dat ongelukken met name ontstaan omdat mensen niet opletten (mobiele telefoon) of te veel alcohol op hebben. Veel mensen ondertekenden hun petitie, gedeputeerden lieten zich overtuigen en het plan ging van tafel.
39
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Nestkasten timmeren, foto: Jaap Graveland
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016 39
mooi project, door het combineren van ideeën van mensen met verschillende achtergronden en doelen. En daar gaan we gewoon mee door. Er melden zich, nu het project twee jaar loopt, steeds minder nieuwe erfeigenaren voor deelname. Logisch, het project is nu wel overal bekend en de mensen die willen meedoen hebben zich al opgegeven. Maar er komen nieuwe bewoners en we bereiken met onze publiciteit lang niet iedereen. Jij kunt ons prima een handje helpen: als je een erfeigenaar ziet die zijn beplanting wil vernieuwen, als huidige eigenaar of als nieuwe bewoner, knoop een praatje aan en vertel hem dat hij advies kan krijgen over een vogelvriendelijke beplanting. Grote kans dat hij zich wil laten adviseren.
I
eders bijdrage is belangrijk Een succesvolle actie hangt dus af van het nemen van het initiatief, van goede ideeën en het zoeken van samenwerking. Het lijkt het alsof een klein clubje verantwoordelijk is voor het resultaat. Dat klopt op zich wel - daarom is de inzet van een paar individuen zo belangrijk - maar het is maar de helft van het verhaal. Neem weer het erfvogelproject, of de inspanningen van de NVWK voor de weidevogels. Een paar mensen met goede ideeën en een sterke drive trekken de kar. Maar die mensen kunnen niet zonder een werkgroep eromheen, als klankbord, voor aanvullende ideeën, om klussen uit te voeren die noodzakelijk zijn maar die nu eenmaal niet allemaal door dat kleine clubje kunnen worden gedaan, voor ondersteuning als het tegen zit, etc. En zo’n werkgroep heeft weer een vereniging nodig: voor communicatie (bij ons de site, de Waardvogel, Facebook, contacten met media), wat geld voor aanschaf van materialen, extra klussen, aanbrengen van nieuwe deelnemers, etc. Op die manier levert al snel iedereen een bijdrage: trekkers, werkgroep, gewone leden en ook niet-leden.
P
articipatie biedt kans ‘Participatie’, dus inzet van gewone mensen voor
40
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
natuurbescherming, is tegenwoordig een belangrijk politiek doel. Daar kun je cynisch op reageren met “Ja, dat is omdat ze er geen geld voor over hebben.” Maar aan zo’n houding hebben jijzelf en de natuur niets. Bovendien is het onterecht, de verminderde inzet voor natuur is nu eenmaal voor een heel groot deel (maar zie de uitzonderingen hierboven), het gevolg van verkiezingsuitslagen. Belangrijker: participatie biedt ook mogelijkheden om je mening te laten horen en om bij te dragen. Provincie, gemeenten en het Hoogheemraadschap zoeken steeds meer de samenwerking op met de NVWK. Ook hiervoor geldt weer: de NVWK kan met veel vertrouwen met de overheden praten, en wordt serieus genomen, omdat de NVWK een grote vereniging is. Ook op die manier draagt elk lid bij.
D
oor mee te doen, voel je je beter Doordat medische technieken en kennis toenemen, komen we steeds meer te weten over hoe onze hersenen werken. Onderzoeksonderwerpen die veel aandacht trekken zijn bijvoorbeeld ‘waardoor voelen mensen zich prettig’ en ‘waarin onderscheiden gelukkige mensen zich van andere mensen’. Bekende boeken daarover zijn De geluksformule van wetenschapsjournalist Stefan Klein en het recente The cure (Nederlandstalige uitgave: Gezond verstand) van Jo Marchant. Uit de vele studies komen een paar simpele boodschappen: wie in beweging komt, een goede daad doet, voelt zich daarna prettiger. En wie zich prettig voelt, wordt actiever, onderneemt meer dan iemand die minder vrolijk in het leven staat. Het klinkt zweverig, maar het is goed onderzocht. En eigenlijk weten we het ook wel. Wie denk je dat meer bereikt en zich prettiger voelt, de cynicus die klaagt maar niets doet of iemand die probeert de situatie te verbeteren? Kortom, je kunt heel veel bijdragen, als actieve vrijwilliger, als gewoon lid van een natuurvereniging en zelfs als niet-lid. En het voelt nog beter ook. Wie wil dat nu niet? Heb het er eens over met kennissen, vrienden en familie. Prettige feestdagen! d
Teken de petitie ‘Red de biokoe’ http://denatuurweide.nl/, 18 november 2016
PERSBERICHT
De biologische sector is een actie ‘Red de biokoe’ gestart, om de politiek op te roepen een uitzondering te maken voor de biologische koeien. Duizenden biologische koeien dreigen geslacht te moeten worden om het mestoverschot te verminderen en de derogatie te redden. Alle Nederlandse melkveehouders moeten daarvoor koeien inleveren, ook de biologische boeren die vanwege wettelijke biologische regels niet mogen meedoen aan die derogatie. Bij een derogatie mag een boer veel extra mest gebruiken. Bij een derogatie mag een gangbare boer veel extra mest gebruiken en op die manier kan de grote mestproductie in stand blijven. De gangbare sector zet momenteel alles op alles om die derogatie te behouden. Biologische boeren doen per definitie niet mee aan de derogatie. Zij gebruiken veel minder mest. Gerben Braakman, biologisch melkveehouder in Drenthe en bestuurslid van De Natuurweide: “ Onze koeien krijgen de ruimte, lopen veel in de wei, liggen in de stal op strooisel en krijgen biologisch voer. De koeien hebben een beter leven en mogen minder melk per koe geven. Op het biologische grasland komt veel minder mest. Kunstmest en chemische middelen zijn verboden. Moeten wij nu onze koeien laten slachten om de hoge mestproductie van onze gangbare collega’s in stand te houden? Dat is onvoorstelbaar en dieptriest.” De afgelopen jaren is de vraag naar biologische melk sterk gegroeid. Een deel van de biologische melk moest zelfs uit het buitenland komen. Als biologische boeren koeien moeten slachten, komt die situatie weer terug. Derogatie betekent dat een gangbaar melkveebedrijf 35 tot 47% meer mest op het land mag brengen dan normaal. Daardoor kan een gangbare boer veel meer koeien houden, zonder dat hij problemen krijgt met de overtollige mest. Zonder de derogatie kan deze mest niet meer allemaal op het land en ontstaat er een enorm probleem. Biologische bedrijven mogen geen derogatie gebruiken. Een boer die omschakelt naar biologisch, moet tenminste anderhalf jaar op de biologische manier hebben gewerkt. Dan mag de melk pas als biologische melk verkocht worden. Alle regels voor biologische boeren zijn wettelijk vastgelegd in Europese regels en elk bedrijf krijgt tenminste eenmaal per jaar een inspecteur op bezoek voor een uitgebreide controle. Door alle extra inspanningen en de lagere productie, is het duurder om een liter biologische melk te produceren. Maar steeds meer consumenten hebben dat er graag voor over. Er is daardoor regelmatig een tekort aan biologische melk. De biologische belangenorganisaties Bionext, Biohuis en de Natuurweide roepen boeren, burgers en buitenlui op om Van Dam en de Tweede Kamer op andere gedachten te brengen, via email, social media (gebruik op twitter #reddebiokoe) en een online petitie. Zie https://reddebiokoe.petities.nl/ of via het nieuwsbericht op onze site: www.nvwk.nl. Contactpersonen: Maria Buitenkamp, Biohuis bestuur, xx xxxxxxxx en Gerben Braakman, Natuurweide bestuur, xx xxxxxxxx d
Nationale Tuinvogeltelling 2017: doet u (weer) mee? https://www.tuinvogeltelling.nl/
PERSBERICHT
Zaterdag 28 en zondag 29 januari 2017 is het zover. Met maar een half uurtje tellen draagt u bij aan het grootste publieksonderzoek naar Nederlandse vogels. Hoe werkt de Tuinvogeltelling? Iedereen kan meedoen in 3 gemakkelijke stappen: 1. Tel op 28 of 29 januari 2017 een half uur de vogels in uw tuin of op uw balkon (hieronder meer info over een ‘balkontelling’). Vliegen de vogels alleen maar over uw tuin? Die tellen niet mee. Scholen, kinderboerderijen en andere groepen kunnen van tevoren tellen en hun telling insturen vanaf vrijdag 27 januari as. 2. Noteer alle waarnemingen van een soort in uw tuin of op uw balkon. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan loopt u het risico dezelfde vogel dubbel te tellen. Geef alleen het hoogste aantal door van een soort die u tegelijk hebt gezien. Dus: ziet u in uw tel-halfuur 3 koolmezen tegelijk en even later 5 koolmezen? Dan geeft u door: 5 koolmezen. 3. Geef uw telling door via de app Tuinvogels of via https://www.tuinvogeltelling.nl/. Tip: zitten er veel vogels tegelijk op de voederplank of silo? Maak een foto met uw smartphone en u kunt na uw half uurtje tellen rustig controleren hoeveel vogels u zag. - ’s Morgens vroeg zijn vogels het meest actief en valt er dus het meest te tellen. - U hoeft geen onderscheid te maken tussen vrouwtjes- en mannetjesvogels. - Tellen vanaf uw balkon? Voor balkontellers gelden dezelfde regels wat betreft tijdsduur (30 minuten tellen), aantallen en overvliegers. Er zijn geen exacte regels tot waar u mag tellen vanaf uw balkon, omdat ieder balkon anders is. Maak zelf een realistische inschatting van uw ‘telgrens’ en overleg eventueel met uw buren om dubbeltellingen te voorkomen. - Heeft u hulp nodig bij het herkennen van uw tuinvogels? Op de pagina Tuinvogels vindt u een overzicht met de 25 meest voorkomende tuinvogels. Of download de app Tuinvogels van Vogelbescherming voor een uitgebreid overzicht. d 42
WAARDVOGEL | DECEMBER 2016
Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee.
ReisReisinin 22001614 ! nss mmeee! e memtetoon 83 groepsreizen
60 groepsreizen 20 fotoreizen 65 expeditiecruises Vogel- en natuurreizen naar 15 fotoreizen Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen 6 weekenden in Nederland wereldwijde bestemmingen 40 expeditiecruises groepsreizen fotoreizen • cruises • individuele reizen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN•2016: 5 weekenden Fotoreis in Nederland Ethiopië Marokko i.s.m. China, Beidaihe Canada Vogelbescherming
€ 3.295,Vertrek 17 febr. ‘16
Vanaf € 1.895,Vertrek 24 mrt ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016
Ghana
€ 3.750,Vertrek 24 febr. ‘16
Nepal
Spanje, Extremadura & Coto Doñana
€ 3.495,Vertrek 27 febr. ‘16
€ 1.850,Vertrek 3 apr. ‘16
Ecuador *
€ 3.595,Vertrek 5 mrt. ‘16
South West Pacific Odyssey *
Fotoreis Finland
Vanaf € 5.575,Vertrek 6 apr. ‘16
€ 2.240,Vertrek 15 mrt. ‘16
Rabobank Krimpenerwaard ondersteunt uw vereniging.
Fotoreis Noorwegen groepsreizen • cruises
€ 1.845,Vertrek 21 mrt. ‘16 r
Rabobank. Een bank met ideeën.
8e reisjaar Lesbos
• fotoreizen • individuele reizen
10 jaa
met ! reizen reaks.nl BirdingB • individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen
Reisgids 2014
€ 1.395,Vertrek 21 april ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016
& Happy Island € 2.875,Vertrek 4 mei ‘16
Roemenië
€ 1.495,Vertrek 18 mei ‘16
China, Sichuan & Tibetaans Plateau
€ 3.590,Vertrek 26 aug. ‘16
IJsland – Faroer – Fair Isle – Isle of May – Nederland *
Vanaf € 995,Vertrek 21 sep. 2016
€ 3.595,Vertrek 19 mei ‘16
IJsberen special * Vanaf € 2.900 Vertrek 22 juni ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016
Borneo * € 3.495,Vertrek 20 juli ‘16
Kazachstan
€ 3.495,Vraag de gratis reisgids 2014 aan via Vertrek 1 mei ‘16
brochure@birdingbreaks.nl
bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
Reisgids 2016
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
www.rabobankkrimpenerwaard.nl
bestemmingen
* Prijs exclusief vlucht
Kijk op www.birdingbreaks.nl voor het reisprogramma 2014 en 2015! www.birdingbreaks.nl Vraag de gratis T ( 020) 779 20 30 reisgids aan! E info@birdingbreaks.nl
www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info@birdingbreaks.nl
In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.
“De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. Keuken geopend van 17.00 tot 20.00 uur op woensdag, vrijdag en zaterdag. Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.
www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225