2017 2

Page 1

Waardvogel

56e JAARGANG | NUMMER 2 | APRIL 2017 WWW.NVWK.NL

Koekoek

6

Zwarte sterns op wereldreis

20

Bezoek van het koningspaar

36

foto v

Vogel van het jaar 2017

an de

m

aa

vanuit de Krimpenerwaard

nd

aan de Krimpenerwaard


Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur

Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Bestuurslid Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR

Max Ossevoort, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Gerard van Slijpe, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Jan van Exel, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Joke Colijn, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX

Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator trekvogeltellingen Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Vacant Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX

Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl

0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356

Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen. 2

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Colofon

Van de voorzitter

De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 56 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december

Max Ossevoort

We kijken terug op een geslaagde en ook gezellige Algemene Leden Vergadering. Uit het verslag van de secretaris bleek dat het aantal leden door diKopij aanleveren verse redenen vorig jaar licht is gedaald, een daling die al weer is gecompenVóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november seerd door een sterke groei in het eerste kwartaal van dit jaar. Ook financieel blijken we een gezonde club. Uit de recente oprichting van de WaterwerkOplage groep en de Roofvogelwerkgroep blijkt eveneens dat onze vereniging groeit 900 exemplaren en een belangrijke rol vervult in de Krimpenerwaard. Natuurlijk heeft dat E-mail redactie gevolgen voor de vulling van de functies in onze organisatie. Joke Colijn We verkeren in de gelukkige omstandigheid dat we er weer in geslaagd zijn om in ieder geval de bestuursMaria Spruit functies voor 100% te vullen. Joke Colijn heeft haar functie voor drie jaar verlengd en Jan van Exel en Stef van nvwkredactie@gmail.com Walsum zijn gekozen als respectievelijk Algemeen bestuurslid en Coördinator Plantenwerkgroep. Stef deterWebsite www.nvwk.nl mineerde vorig jaar al zo’n 400 soorten planten in de Krimpenerwaard waaronder zeven zeldzame! Ook voor www.facebook.com/denvwk/ de uilenwerkgroep is vervanging gevonden in Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli, nu Jaap Graveland als https://twitter.com/denvwk coördinator overstapt naar de nieuwe Erfvogelwerkgroep. Prachtig zoals leden zich inzetten! Er zijn ook werkgroepen die extra aandacht nodig hebben: onlangs heeft Sandra Bouwman aangegeven te Secretariaat & ledenadministratie stoppen met haar functie als coördinator van de Werkgroep Ruimtelijke Ordening. Deze werkgroep had al Frans van der Storm grote behoefte aan versterking en gaat juist een steeds belangrijkere positie innemen in het gesprek met geBoschpolderstraat 14 meenten en andere instanties. En Mieke Veen weet wel steeds hulp te regelen, maar staat er structureel nog 2807 LJ Gouda info@nvwk.nl steeds alleen voor om invulling te geven aan de in onze ogen zo belangrijke Jeugwerkgroep. Zijn er lezers die bij deze groepen willen assisteren? We hebben het vertrouwen dat er binnen de nieuwe Roofvogelwerkgroep Contributie per kalenderjaar wel een enthousiaste coördinator zal opstaan, maar voor de zwaluwsoorten zijn we juist aan het bekijken € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, hoe we een heuse werkgroep van de grond kunnen tillen. Nu gebeuren de acties voor zwaluwen ad hoc door één kind t/m 16 jaar € 17,- voor een basislidmaatschap daarvoor gevraagde vrijwilligers. € 22,- voor een gezinslidmaatschap 2017 is het Jaar van de koekoek en Jaap Graveland wijdt daar in deze Waardvogel een interessant artikel aan. De weidevogelproblematiek krijgt momenteel in de media volop aandacht en in deze Waardvogel zien we Bankrekeningnummer daar een afspiegeling van. Gelukkig zijn er hier en daar ook lichtpuntjes: door allerlei initiatieven lijkt eindelijk NL82 RABO 0127 2948 80 het inzicht bij de overheden door te breken dat er nu echt effectieve maatregelen dienen te komen. Ook onze Lid worden weidewachters leveren weer op alle fronten hun inspanningen. Dit jaar wordt zelfs een begin gemaakt met U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens waardbrede tellingen om te zien hoe het hier gaat met de weidevogels. Er worden door de NVWK al jaren gesprekken gevoerd met het waterschap HHSK over een groener beheer te sturen naar info@nvwk.nl van oppervlaktewater, slootkanten, bermen en dijken. In goed overleg wordt nu het maaibeleid van het HHSK Op de voorpagina aangepast waardoor de biodiversiteit kan toenemen en we van bloemrijke wegen en paden kunnen genieten. Putter, U heeft op het moment dat u dit leest een Waardvogel in handen die dikker is dan ooit, met weer een grote foto: Max Ossevoort verscheidenheid aan artikelen: ik wens u veel leesplezier! d Foto van de maand: Hermelijn, foto: G. Folkerts

In dit nummer

Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Putter op de voorpagina 5 Disclaimer Het Jaar van de koekoek 2017 6 Artikelen of uitingen van ­derden in Hermelijn, foto van de maand 10 de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de Eendenkuikens tellen 11 redactie of van de Natuur- en Weidevogels vaak in ‘t nieuws 12 Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de Muskusratten en weidevogels 14 auteurs, de geciteerden of de bron. Visie Krimpenerwaard 15 Oostvaardersplassen, excursie met toppers 16 Drukkerij Jaarverslag vogelwerkgroep 2016 17 Reprovinci Erfvogelnieuws 18 Schoonhoven Zoekt u mee naar de argusvlinder? 19 Zie advertentie Zwarte sterns op wereldreis 20 Voor advertenties Naamgeving Vlaamse gaai 22 nvwkredactie@gmail.com Grutto gaat, grauwe gans komt 24 Jaartarief (= vijf edities): Groenste Stad van Nederland, ingezonden 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,brief, vragen 26 1/2 pagina: € 150,Hoezo Groenste Stad? 27 Bijen in De Hennepakkers 30 Ereleden Vervolg inrichting NNN: vragen 32 W. Fontijne A. v.d. Waal De kat 33

Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding

Doe mee met de BBD! 33 Jaarverslag plantencoördinator 2016 34 Even voorstellen: nieuwe bestuursleden 34 Roofvogelwerkgroep 35 Bezoek van het koningspaar 36 Site wetenschappelijke namen vogels 37 Hoe gaat het bij ons? Weidevogelbescherming in de Krimpenerwaard 38 Even voorstellen: nieuwe coördinatoren uilenwerkgoep + oproep 40 Plexit, een terugblik 41 Natuurherinneringen 42 Wandelingen IVN/Heempad Boskoop 43 Notulen ALV 44 Knotgroep Oost Jaarverslag 2016-2017 46 Eerste actie waterwerkgroep 48 Bedankt vrijwilligers paddentrek! 48 Ringslangexcursie 49 Idylle, meer dan alleen bloemen, Oproep 50 Help mee Europees landbouwbeleid te veranderen 51 Bloemrijke dijken en bermen 52 Handhaving op ontheffingen HHSK 54 WAARDVOGEL | APRIL 2017

3


Even noteren Z

aterdag 22 april 2017 BTS-tellen weidevogels, broedparentelling. Zie pag. 38-39. Voorlopig zijn er meer gebieden dan tellers, daarom verzoeken we ervaren vogelaars die willen meehelpen om contact op te nemen met Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl of XX XXXXXXX. Bij slecht weer verstoren we niet en kan deze datum een week doorschuiven. Daarover krijg je bericht en het komt op de site.

Z

aterdag 6 mei 2017 vanaf 10.00 tot 14.00 uur Op 6 mei start de Nationale Vogelweek. De NVWK doet daar aan mee in de vorm van een Weidevogelsafari. De NVWK is nog altijd op zoek naar nieuwe weidewachters. Attendeer vrienden, kennissen en familie en laat ze kennismaken met de wondere wereld van de weidevogels en het nuttige beschermingswerk. Mail voor deelname naar weidevogels@nvwk.nl. Vanaf 10.00 uur kunnen belangstellenden terecht op de Koolwijkseweg 47 in Stolwijk, waar Esther en Kees Verhagen hen op hun bedrijf ontvangen met koffie en wat lekkers erbij. De NVWK is met verschillende vertegenwoordigers en informatiemateriaal aanwezig om aspirant-weidewachters een beetje wegwijs te maken in weidevogelland. Daarna gaan we het land in – als het weer het toelaat op een kar achter de tractor, een unieke gelegenheid om van dichtbij te genieten van grutto’s, kieviten en tureluurs. Denk aan stevig schoeisel en hou rekening met het weer i.v.m. kleding. Tip: neem een verrekijker mee! Na afloop is er nog een drankje en zijn NVWK-mensen tot ongeveer 14.00 uur beschikbaar voor vragen en om na te praten.

Z

aterdag 13 mei 2017 om 8.30 uur De waterwerkgroep wil gaan zoeken naar de kamsalamander. Deze kwetsbare soort wordt slechts op een paar plaatsen gezien in onze waard. Het is erg spannend of we hem vinden. We verzamelen in het Loetbos op de parkeerplaats bij de Hendrikshoeve. Voor meer info: Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl.

Z

aterdag 13 mei 2017 van 05.00 tot 17.00 uur Vroeg opstaan deze keer, want vandaag is het Big Birding Day: de jaarlijkse grote vogeldag van de NVWK. We gaan twaalf uur lang op zoek naar de meeste vogelsoorten binnen de grenzen van de Krimpenerwaard. Geef je team van drie of vier personen op bij de vogelcoördinator Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl. Heb je geen team, dan kun je je ook opgeven en dan wordt gekeken in welk team je ondergebracht kunt worden. We verzamelen om 4.45 uur op de parkeerplaats van Café Restaurant De Loet, Kerkweg 279, Lekkerkerk (langs de N210), waar we ook na de gestreden race met elkaar gezellig napraten. Zie ook pag. 33.

D

insdagavond 16 mei 2017 om 20.00 uur Kick-off cursus Weidewachter. Deze cursus brengt de deelnemers een aantal basisvaardigheden bij en leert hen over gedrag van de weidevogels. Ook geluiden die horen bij een bepaald gedrag komen aan de orde. Als je al actief bent in het veld, maar het fijn vindt om je kennis bij te spijkeren, ben je eveneens van harte welkom om 20.00 uur in De Zwaan, Berkenwoude. Op deze avond wordt in overleg een daturm voor de praktijkdag afgesproken. Graag aanmelden via weidevogels@nvwk.nl. Zie ook pag. 38-39.

4

WAARDVOGEL | APRIL 2017

Z

aterdag 20 mei 2017 Vandaag gaan we de gezinnentelling houden in het kader van de BTS-tellingen. Met de resultaten van BTS-tellingen krijgen we vanaf nu inzicht over een langere periode in hoe het met onze vogels gaat en dat is nieuw, maar wel nodig! Gaan de vogels steeds verder achteruit en doen we het nog steeds niet goed met z’n allen of gaan we resultaat zien? Gaan de vogels die op agrarisch gebied zijn geboren, naar ZHL-reservaatgebied om op te groeien, of andersom? Wie wil meehelpen met BTS-tellen kan zich aanmelden op weidevogels@ nvwk.nl. In overleg met Joep Vermaat wordt er dan een telgebied gekozen. Goede vogelaars, ervaren weidewachters en reguliere vogeltellers kunnen BTS-tellen zonder cursus te volgen. Kom ook helpen, doe en tel mee!

H

emelvaartsweekend van 25 t/m 28 mei 2017 Landelijke argusvlindertelling. Wil je meetellen, mail of bel dan met Gabrielle, vlinderwerkgroep@nvwk.nl of XX XXXXXXX. Zij weet welke kilometerhokken nog niet geteld worden en wat de juist plekken zijn om ze te zoeken. Zie ook pagina 19 voor meer informatie.

Z

aterdag 27 mei 2017 vanaf 08.00 tot 17.00 uur Vogelexcursie naar de Kampina in Noord-Brabant. Dit gebied van heide, vennen, dennenbossen en wat zand is in beheer bij Natuurmonumenten en heeft een typische vogelbevolking. We gaan op zoek naar boomleeuwerik en wielewaal. Vorig jaar zat er een roodpootvalk en Europese kanarie in deze periode. Ook kans op leuke vlinders en libellen. We verzamelen om 08.00 uur op parkeerterrein bij de Lidl (Hof Ter Bergen 20, 2861 DR) Bergambacht en rijden in ruim een uur naar de Kampina. Voor verdere informatie kunt u terecht bij Max Ossevoort, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx en XX XXXXXXX.

Z

aterdag 3 juni 2017 om 09.00 uur Libellenexcursie naar het natuurgebied Avelingen bij Gorinchem o.l.v. Paul Schrijvershof. Op zoek naar de plasrombout, bruine korenbout, glassnijders en de vroege glazenmaker. We verzamelen om 09.00 uur op het parkeerterrein bij de Lidl (Hof Ter Bergen 20, 2861 DR) Bergambacht. Bij twijfelachtig weer kan je vrijdagavond contact op nemen met Gabrielle Heuvelman, XX XXXXXXX.

W

oensdagavond 7 juni 2017 vanaf 19.00 uur Avondexcursie naar de Bijenidylle Blonksloot in Boskoop. Hans van Dam (zie pag. 42) leidt ons rond in dit gebied dat al langer insectvriendelijk wordt beheerd en sinds kort ook een officiële Bijenidylle is. Er is aandacht voor 500 soorten planten, het beheer en natuurlijk ook de bijen en vlinders. Om 19.00 uur verzamelen we op de kruising N207/Gouderakse Tiendweg. 19.30 uur vertrekken wij vanaf kinderboerderij Contactweide, Snijdelwijklaan 6, 2771 SX Boskoop, lopend naar de Blonksloot. Meer info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX.

Z

aterdag 17 juni 2017 om 14.00 uur Stekelbaarsjes, kreeften, een libellenlarve, waterwantsen met ontzettend lange poten en hopelijk zien we nog veel meer. De jeugd van 8 t/m 12 jaar gaat op zoek naar waterbeestjes in het Loetbos. Verzamelen bij de Hendrikshoeve en trek je


wel oudere kleren aan? Graag vooraf opgeven bij Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl of XX XXXXXXX, na 18.00 uur.

D

insdag 10 oktober 2017 om 20.00 uur Lezing van Albert de Jong van Sovon Vogelonderzoek over ganzen. Tijdens de wintervogeltellingen tellen we ook in de Krimpenerwaard de ganzen en de andere watervogels. Met deze gegevens en ander onderzoek is er veel te zeggen over de populatie-ontwikkeling van ganzen. Albert deelt zijn kennis over onze Zuid-Hollandse ganzen in De Zwaan, in Berkenwoude, meer info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX. d

O

nverwachte vogelexcursies Soms wordt een vogelexcursie niet lang van te voren gepland, maar spontaan op korte termijn georganiseerd door enthousiaste leden. We maken die excursies dan bekend via www.nvwk.nl, facebook en twitter. Wanneer u zeker wilt zijn dat u het bericht van zo’n onverwachte excursie niet wilt missen, kunt u zich aanmelden via vogelwerkgroep@ nvwk.nl onder vermelding van ‘opgeven voor onverwachte excursies’. d

Putter op de voorpagina Maria Spruit

Dit zangvogeltje is ongetwijfeld een van de mooiste in Nederland met zijn vuurrode gezicht, witte met zwarte kraag eromheen en fris geel in de vleugels, wat tijdens het vliegen nog duidelijker zichtbaar wordt. Het puttertje lijkt wel een ontsnapt volièrevogeltje. Toch is zijn voorkomen niet erg opvallend. Hij houdt zich meestal hoog in de bomen op. Men wordt vaak op zijn aanwezigheid attent gemaakt door zijn kenmerkende opgewekte contactgeluidjes en gezellig pruttelend gezang in toppen van bomen en hoge struiken. d

D

e putter heeft als bijnaam distelvink. Hij eet voornamelijk zaad van distels en paardenbloemen. In de winter vind je de putter vaak op elzen, waar hij de zaadjes uit de elzenpropjes peutert. Naast zaad eet de putter ook insecten. Vooral jonge vogels worden gevoerd met insecten, omdat die de noodzakelijke eiwitten bevatten.

puttertje vast met een kettinkje aan zijn poot. Toentertijd werden putters gehouden als huisdier, omdat ze konden leren met een miniatuuremmertje water uit een bakje te putten, vandaar zijn officiele Nederlandse naam: putter. d Bronnen: http://puttertje.mauritshuis.nl/nl/de-aard-van-het-beestje (ook de afbeelding); https://www.vogelbescherming.nl

W

e kunnen de putter aantreffen in halfopen landschappen, in dorpen en steden met groene wijken en parken. Het is gedeeltelijk een standvogel. Hij trekt over een korte afstand naar andere gebieden. Hij komt voor in heel Europa, Noord-Afrika en vrijwel geheel Azie. In Australie en Nieuw-Zeeland is hij ingevoerd. Putters zijn bij ons het meest algemeen in laag Nederland. Van hieruit hebben ze zich vanaf 1975 spectaculair in oostelijke richting uitgebreid, met name op kleiige gronden. De putter is een vogel waarmee het hier dus goed gaat.

H

et nest wordt gemaakt van gras, mos en veertjes, hoog in bomen of struiken. Vaak wordt materiaal gestolen uit nesten van in de buurt broedende putters. In de zomer zijn putters territoriaal, maar soms broeden er enkele paartjes bij elkaar. In de winter houden putters zich op in grote of kleinere groepen, geregeld in gezelschap van sijsjes. De zang van sijsjes en putters lijkt op elkaar.

A

ls erfvogel is de putter veel te zien op de erven. Hij is goed te helpen met aanplant van zaaddragende planten. Kogeldistel, zonnebloem, teunisbloem en kaardenbol zijn aanraders. Het is van belang om deze planten voor de winter niet af te knippen, zodat de putter in de winter hier ook van kan genieten en wij van de putter!

D

e putter is vereeuwigd in 1654 door Carel Fabritius, een Nederlandse schilder. Op dit kleine schilderijtje zit een WAARDVOGEL | APRIL 2017

5


Het Jaar van de koekoek 2017 Jaap Graveland

Vogelbescherming Nederland en Sovon hebben 2017 uitgeroepen tot het jaar van de koekoek. De koekoeken worden dit jaar extra goed geteld en er is media-aandacht voor deze mooie vogel. Het zou leuk zijn om dit jaar een goede aantalsschatting te maken voor de Krimpenerwaard. Iedereen kan daarbij helpen. Want de koekoek heeft misschien wel de mooiste, maar zeker de meest herkenbare roep van alle vogels. Zet je waarnemingen op krimpen.waarneming.nl. In dit artikel laat ik de resultaten zien van het fantastische onderzoek dat Nick Davies heeft gedaan aan deze fascinerende soort. d

T

hat First ribald Whoop, as a stolen kiss sets the diary trembling.” Met deze zin van de dichter Ted Hughes begon Davies zijn lezing op de landelijke dag van Sovon op 26 november 2016. De zaal was afgeladen, want Davies staat wereldwijd bekend als een zeer goede onderzoeker en een misschien nog wel betere verteller. Hij is beroemd geworden door zijn onderzoek aan het bijzondere paarsysteem van de heggenmus waarover ik eerder in de Waardvogel vertelde, én door zijn onderzoek naar de ‘evolutionaire wapenwedloop’ tussen de koekoek en zijn gastheren. Davies gaf de lezing eerder voor de Royal Society en die lezing kun je gelukkig terugzien op internet: https://royalsociety.org/ science-events-and-lectures/2015/05/cuckoos-and-theirvictims/. De lezing is in het Engels, maar is met dit artikel goed te volgen als je de taal niet machtig bent. De dichtregel betekent in het Nederlands: “Die eerste geniepige roep, als een gestolen kus, schopt de agenda in de war”. Hughes doelde op de roep van het mannetje, maar Davies liet horen dat een roep van het vrouwtje de agenda overhoop gooit: een koekoekvrouwtje laat een speciale roep horen, elke keer nadat ze haar ei in het nest van een gastheer heeft gelegd.

H

et koekoeksjong Eerst even wat feiten. De koekoek is een broedparasiet: het vrouwtje legt haar eieren in nesten van andere vogels en laat die vogels haar ei uitbroeden en het jong grootbrengen. Het koekoeksei komt al na 11 dagen uit, dat is extreem kort en het zorgt ervoor dat het koekoeksjong meestal eerder uit het ei kruipt dan de jongen van de gastheer. Direct nadat een koekoeksjong is geboren, begint hij de eieren en eventuele jongen van zijn gastheer over de nestrand te gooien. Het koekoeksjong heeft een opvallend brede en holle rug om die klus te klaren.

W

aarom bestaat broedparasitisme? Pas in 1788 werd dat gedrag voor het eerst beschreven. Velen geloofden het niet want het is ook wonderbaarlijk. Nog wonderbaarlijker is dat als de moeder van de gastheer op het nest aanwezig is, ze het koekoeksjong gewoon zijn gang laat gaan. Hoe is dat mogelijk? Waarom is de gastheer zo schijnbaar passief en weerloos tegenover de koekoek? Er werden in die tijd allerlei mogelijke verklaringen gezocht. Een van de meest vergezochte was dat de schepper dit had bedacht om een kleine vogel de eer te gunnen het jong van zo’n grote en voorname vogel groot te brengen… Charles Darwin gebruikte het juist als voorbeeld van evolutie. Hij stelde dat broedparasitisme voordelig is omdat het vrouwtje

6

WAARDVOGEL | APRIL 2017

met weinig inspanning haar jongen groot kan krijgen. Inderdaad kan de koekoek wel twintig eieren leggen en is ze vaak al op de terugweg naar Afrika als haar eieren uitkomen. Onze koekoek maakt deel uit van de koekoekfamilie. Die bestaat uit 141 soorten maar slechts 59 daarvan zijn broedparasieten. De rest brengt gewoon zelf zijn jongen groot. Sommige soorten in enkele andere vogelfamilies zijn ook broedparasiet. De blackheaded duck legt zijn eieren bijvoorbeeld in meeuwennesten. Wereldwijd totaal vertonen 101 vogelsoorten broedparasitisme, 1% van het aantal vogelsoorten. Waarom zo weinig, als broedparasitisme zo voordelig is? Darwin veronderstelde dat dit kwam omdat de gastheer parasitisme probeert te voorkomen. Er waren wat waarnemingen bekend van vrouwtjes die een koekoeksei verwijderden, en vogels die een koekoek ontdekken proberen die altijd te verjagen. Dus broedparasitisme is niet zonder meer succesvol.

D

e heimelijke strategie van het koekoeksvrouwtje Met die kennis als basis begon Davies zijn onderzoek. Zijn studiegebied werd Wicken Fen, vlakbij Cambridge. De kleine karekiet is daar de belangrijkste gastheer. Het verhaal begint bij het koekoeksvrouwtje. Zij blijkt 20-40 nesten van haar mogelijk toekomstige gastheren in de gaten te houden. Ze weet precies in welk stadium de nesten zijn. Dat is nodig want het liefst parasiteert ze nesten met 2 tot 3 eieren omdat haar parasitisme dan het minste opvalt. Als een legsel al compleet is (een karekiet legt bijna altijd vier eieren) en ze dus niet weet of het al wordt bebroed, haalt ze het nest leeg zodat de karekiet overnieuw begint. Op die manier voorkomt ze dat het koekoeksjong uit het ei kruipt als de gastheer al vrij grote jongen heeft. Bij dit alles gaat het koekoeksvrouwtje zo heimelijk mogelijk te werk om niet gezien te worden. Haar ei legt ze in tien seconden, dan is ze weer verdwenen.

D

e gastheer is niet weerloos De reden van dat heimelijke gedrag van de koekoek wordt snel duidelijk als we naar de gastheer gaan kijken. Die heeft allerlei aanpassingen ontwikkeld om het parasiteringsrisico zo klein mogelijk te maken. Een belangrijke aanpassing is dat als vrouwtjes denken dat een koekoeksvrouwtje een ei in hun nest heeft gelegd, ze dat ei proberen weg te halen of het hele legsel verlaten. In Wicken Fen werd 20% van de koekoekseieren weggehaald. Waarschijnlijk parasiteert het koekoekvrouwtje alleen nesten van gastheren als ze zeker weet dat die haar niet hebben gezien. Dus de gastheer is zeker niet weerloos. De vraag rijst hoe de karekieten die eieren ontdekken. Davies


1

4

6

3

2

5

7 1. Eieren prinia buitenste ring, cuckoo finch binnen, foto Claire Spottiswood. 2. Koekoeksei in nest kleine karekiet; 3. Eieren van vier gastheren links en koekoek rechts; 4. Kleine karekiet verwijdert koekoeksei; 5. Koekoek verwijdert ei kleine karekiet; 6. Koekoeksjong verwijdert ei kleine karekiet; 7. Koekoeksjong werkt jong van kleine karekiet het nest uit; bron: lezing Nick Davies

WAARDVOGEL | APRIL 2017

7


9

8

10

11

12 8. Koekoeksjong verwijdert een ei, terwijl gastouder (grote karekiet) toekijkt, bron: lezing Nick Davies; 9. Koekoeksjong gevoerd door kleine karekiet, foto: Richard Nicoll; 10. Blauwe vorm, foto: Mike McKenzie; 11. Bruine vorm, foto: Adrie de Groot, www.vogeldagboek.nl; 12. Kleine karekiet voert koekoeksjong, foto: Per Harald Olsen.

8

WAARDVOGEL | APRIL 2017


onderzocht dat met kunsteieren van plasticine. Dat is een elastische klei die je allerlei kleuren kunt geven zodat je ze op echte eieren kunt laten lijken. De vrouwtjes leken niet in de eerste plaats op het aantal eieren te letten. Meestal accepteerden ze het als een koekoek een ei toevoegde. Verreweg het belangrijkste criterium voor het verwerpen van het ei bleek de pigmentatie: kleine karekieten verwijderden 70% van de eieren met de zelfde grondkleur als karekieteieren, maar zonder pigmentvlekken, en maar 3% van de eieren met pigmentvlekken. Ook bleek dat vrouwtjes hun eieren door ervaring steeds beter leren herkennen: een jong vrouwtje verwijdert minder koekoekseieren dan een ouder vrouwtje, en een vrouwtje verwijdert een vierde ei in haar legsel veel vaker dan een eerste ei. Leren loont dus! Ze letten daarnaast ook op de grootte van het ei: een ei dat 25% breder en langer was dan een echt karekietenei, maar met het passende pigment, werd in 3% van gevallen verworpen, tegen 40% voor eieren die twee keer zo groot waren als een normaal ei.

H

oe is het imiteren van eieren ontstaan? Als het uiterlijk van het ei zo belangrijk is, en eieren van de gastheersoorten verschillen van elkaar, dan is het niet verrassend dat er verschillende koekoeksrassen zijn ontstaan met elk een eigen eipigmentatie die past bij de gastheren, zoals de graspieper, de kleine karekiet en de grote karekiet. De heggenmus is een opvallende uitzondering, die de regel bevestigt: in nesten van heggenmussen leggen ze eieren die sterk afwijken. Maar dat geeft niet, want de heggenmus accepteert die eieren zonder problemen. De vraag rees hoe die ei-imitatie is ontstaan. Is het echt een aanpassing aan het gedrag van de gastheer om afwijkende eieren te verwerpen? Dat onderzocht Davies door kunsteieren in nesten van vogels te leggen die niet worden geparasiteerd. Die soorten accepteerden de eieren zonder problemen. Dus het parasitisme moet zijn begonnen bij vogels die geen verdediging ertegen hebben, zoals de heggenmus. Vervolgens onderzocht Davies of er tussen vogelsoorten een relatie bestaat tussen de kwaliteit van de ei-imitatie door de koekoek, en de mate van verwerpen van het koekoeksei. Hij gebruikte daarvoor kneu, kleine en grote karekiet, graspieper, heggenmus, grauwe klauwier, tuinfluiter en witte kwikstaart. Uit de vergelijking bleek dat inderdaad minder eieren werden verwijderd door de gastheer naarmate de ei-imitatie door de koekoek beter was.

D

oor een slimme ‘handtekeningen’ is de gastheer de koekoek te slim af De aanpassing van de gastheren om parasitering te beperken blijkt nog verder te gaan. Als de pigmentatie van koekoekseieren zo goed moet lijken op die van de gastheer, is díe pigmentatie dan misschien ontstaan juist vanwege het broedparasitisme van de koekoek? Hebben vogels pigmentvlekken toegevoegd aan de grondkleur van het ei om het de koekoek extra lastig te maken? Onderzoekster Claire Spottiswoode (what’s in a name, ‘spot’ betekent vlek) onderzocht dit en deed een opvallende ontdekking. Het was haar opgevallen dat vogels die worden geparasiteerd en eieren hebben met een kenmerkend vlekkenpatroon, een individuele ‘handtekening’ hebben: de pigmentatie van eieren binnen een legsel lijkt sterk op elkaar, maar tussen legsels veel minder. Dat maakt het voor een koekoek natuurlijk per definitie

onmogelijk om een perfect passend ei te produceren voor al die karekieten. Maar hoe maak je aannemelijk dat die handtekening is ontstaan als aanpassing aan de koekoek? Daarvoor maakte Davies weer gebruik van dezelfde vogelsoorten als hierboven. Hij liet zien dat hoe meer het koekoeksei lijkt op dat van de gastheer, hoe duidelijker het individuele karakter van de ‘handtekening’ is. Met andere woorden: hoe hoger het parasiteringsrisico, hoe beter de extra afweer in de vorm van de handtekening is ontwikkeld.

D

e tawny flanked prinia heeft de beste verdediging De meest extreme handtekening vinden we bij de tawny flanked prinia, een soort die verwant is aan onze fitis en karekiet. De eieren in een legsel lijken sterk op elkaar, maar de verschillen tussen legsels zijn extreem. Ze verschillen in kleur, vlekvorm en de verdeling van de vlekken over het ei. Het lijkt alsof het eieren van verschillende vogelsoorten zijn. Het is dus heel moeilijk die eieren te kopiëren. Zeer moeilijk, zeker, maar de cuckoo finch komt een heel eind. Deze koekoeksoort legt op zijn beurt ook extreem verschillende eieren en weet die vaak ook nog in een prinia-legsel te deponerenen met de bijpassende eipigmentatie! Maar niet vaak genoeg: prinia’s verwerpen een groot deel van de eieren, veel meer dan die 20% bij de kleine karekiet. Hier zie je evolutie voor je ogen voltrekken. Want de prinia heeft recent een nieuwe eikleur toegevoegd aan het al rijke palet: een olijfkleurig ei. Die kleurvariant kan de Cuckoo Finch nog niet maken. De eikleur is erfelijk, dat is wel duidelijk geworden uit dit artikel toe nu toe: anders zou aanpassing onmogelijk zijn. Het is dus niet verwonderlijk dat het aandeel prinia’s dat eieren legt met een olijfkleurige schaal de laatste decennia sterk is toegenomen: de aanpassing aan het parasitisme van de koekoek gaat continu door.

V

erlies van de handtekening Als je dan nog niet overtuigd bent van het belang van aanpassing en de erfelijkheid ervan, is hier nog een voorbeeld van een omgekeerde geschiedenis. Als een gastheer een handtekening ontwikkelt als aanpassing aan een koekoek, dan verwachten we dat die weer verdwijnt als de koekoek verdwijnt. Maar is dat ook zo? Dat kon onderzocht worden aan de V village weaver bird. Deze soort broedt oorspronkelijk in Afrika maar belandde door de mens in Hispaniola, een eiland in de Caraïben. De koekoek (de Diederik cuckoo, zo heet die echt) verhuisde niet mee. Wat blijkt? In de loop van de jaren werd de handtekening inderdaad steeds minder goed: de pigmentatie is nog wel gebleven, maar de variatie in pigmentatie tussen de eieren in een legsel is veel groter geworden dan in de bronpopulatie in Afrika.

H

oe voorkomt de gastheer dat hij zijn eigen eieren verwijdert? Dus het loont om je eigen eieren en die van de koekoek te leren kennen zodat je de koekoekseieren uit je nest kunt gooien. Maar er zijn natuurlijk twijfelgevallen. Stel dat je twijfelt en je verwijdert per abuis je eigen ei zonder dat er een koekoeksei in het nest ligt? Of nog erger, als er wel een koekoeksei in het nest ligt? In Wicken Fen was maar 5-10% van de nesten geparasiteerd dus je kunt bij twijfel er op gokken dat je niet bent geparasiteerd. Heb je als potentiële gasthouder nog meer mogelijkheden om de kans op fouten te beperken? WAARDVOGEL | APRIL 2017

9


Dat blijkt inderdaad het geval. Als karekieten een koekoek in de buurt van hun nest hebben gezien verwijderen ze vaker een koekoeksei, dus zijn ze kritischer, dan wanneer dat niet het geval is. Daarom zijn de koekoeken zo geheimzinnig. Een andere strategie is om op elkaar te letten. Kleine karekieten maken veel lawaai bij het ‘mobben’, het gedrag waarbij een groep vogels een predator of broedparasiet belaagt en aanvalt. Het blijkt dat als je dat mobbing geluid afspeelt bij een karekietnest, de naburige karekieten vaker koekoekseieren verwijderen. Dus hoe groter de kans lijkt dat ze geparasiteerd zijn, des te kritischer zijn ze op afwijkende eieren. De functie van kleurvormen bij de koekoek Maar de koekoek bleek ook nog niet uitgespeeld. Hij heeft een tweede, bruin gestreepte kleurvorm ontwikkeld. Het blijkt dat de bruine koekoeken veel minder mobbing uitlokken dan de vertrouwde grijze koekoeken. De karekieten hebben dus nog geen goede aanpassing aan die bruine koekoeken. Want minder mobbing leidt tot een grotere tolerantie van afwijkende eieren en dus meer succes voor de bruine koekoek dan de grijze koekoek. Samenvattend: de ‘evolutionaire wapenwedloop’ We zijn getuige van een wapenwedloop: de kleine karekiet vormt een individuele handtekening met zijn eipigment en reageert op aanwezigheid van koekoeken met mobbing en het vaker verwijderen van afwijkende eieren. De koekoek stelt daar een steeds betere imitatie van de eieren, heimelijk gedrag en twee kleurvormen tegenover. Waarom wordt een koekoeksjong dan wél geaccepteerd? Die vraag heeft natuurlijk iedereen bezig gehouden die broedparasitisme bestudeert. Waarom moeten de eieren van de koekoek een bijna perfecte imitatie zijn van de eieren van de gastheer, maar kan het jong een totaal andere kleur hebben en vier keer zo groot zijn als de gastheer zelf? Er zijn diverse verklaringen naar voren gebracht. Bijvoorbeeld: vogels kúnnen afwijkende jongen nu eenmaal niet herkennen. Dat klinkt meer als een beschrijving dan als een verklaring en blijkt ook niet waar te zijn: in Oost-Azië leven drie soorten ‘bronze cuckoos’ die gele, blauwe of roze jongen produceren die lijken op die van de gastheer, om zo herkenning van afwijkende

jongen te voorkomen. Een andere verklaring is dat een koekoeksjong om een of andere reden aantrekkelijk is, of de gastheer manipuleert. Bijvoorbeeld hoe groter, hoe aantrekkelijker. Maar dat blijkt niet het geval te zijn: een mereljong wordt wel meer gevoerd dan een karekietenjong, maar niet veel meer. Er is echter wel iets anders aan de hand: het koekoeksjong heeft een heel bijzondere bedelroep, met allemaal aparte kleine piepjes, alsof het geluid afkomstig is van meer jonge vogels. Dat blijkt inderdaad te zijn hoe de gastheer het ervaart. Als je dat geluid afspeelt met een mereljong in het nest, dan wordt dat mereljong bijna twee keer zo veel gevoerd als zonder deze roep, en ongeveer evenveel als wanneer je geluid van een nest met echte jonge kleine karrekieten afspeelt. Hiermee rijst de vraag: waarom ontwikkelt de karekiet geen afweergedrag tegenover afwijkende jongen? Daarop zijn twee antwoorden mogelijk. Het eerste is: het is een wapenwedloop, met zet en tegenzet, en het is een kwestie van tijd voordat de karekiet afwijkende jongen wel gaat herkennen en verwerpen, net zoals het geval is bij de gastheren van die bronze cuckoos. De andere mogelijkheid is dat herkenning van de jongen niet genoeg oplevert. We zagen immers al dat maar 5-10% van de nesten wordt geparasiteerd. Zo groot is het parasiteringsrisico nu ook weer niet, waardoor het onvoldoende loont om naast de strategieën die je al hebt, ook nog eens een strategie te ontwikkelen om die afwijkende nestjongen te herkennen. Dat is ook niet zo gek: je kan broedparasitisme het beste in een zo vroeg mogelijk stadium voorkomen, want dan houdt je de schade het meest beperkt. Het kunnen herkennen van afwijkende jongen is simpelweg niet belangrijk genoeg. Maar wie weet ontwikkelen de karekiet en andere gastheren alsnog afweergedrag tegenover afwijkende jongen, de race gaat altijd door…. Literatuur Als je meer wilt weten moet je absoluut het boek ‘The Cuckoo’ van Nick Davies aanschaffen. Het kwam vorig jaar uit en bevat nog veel meer details over de strijd tussen de koekoek en zijn gastheren.

Hermelijn foto van de maand Maria Spruit

E

r staan niet veel foto’s van zoogdieren op waarneming.nl, maar dit keer werden we verrast door een prachtig hermelijntje in winterkleed. De foto is genomen door G. Folkerts. De hermelijn is een marterachtige, zoals bunzig, wezel, boom- en steenmarter en otter. Dit zijn felle rovers. De hermelijn is overdag en ‘s nachts actief. Hij eet voornamelijk woelmuizen, ratten en konijnen, maar soms ook vogels en eieren. De prooien kunnen groter zijn dan de hermelijn zelf. De prooi wordt gedood door een beet in de nek. De hermelijn lijkt veel op de wezel, maar de hermelijn is groter en heeft een lange staart met een zwarte pluim. Verder is de scheiding tussen de bruine kleur op de rug en de witte buikkleur strak en recht, terwijl die van de wezel kronkelig is. In de winter kleurt hij in de koudere gebieden van zijn verspreidingsareaal wit, maar het staartpuntje blijft altijd zwart. Nederland ligt op de grens hiervan, waardoor er in de de winter ook bruine hermelijnen worden gezien. Zijn leefgebied loopt globaal gezien over de gehele noordelijke helft van het Noordelijk halfrond, en van Canada tot Japan. In NieuwZeeland is de hermelijn door de mens ingevoerd om konijnen te bestrijden, maar hij doodt daar voornamelijk op de grond broedende vogels en wordt nu flink bestreden. (Bron: http://www.zoogdiervereniging.nl ) d

10

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Eendenkuikens tellen voor onderzoek naar achteruitgang van wilde eend Tekst en foto: Erik Kleyeeg Het gaat niet goed met de wilde eend. Sinds de jaren ’90 is de Nederlandse broedpopulatie met bijna een derde afgenomen. Uit recent onderzoek bleek dat de oorzaak daarvan mogelijk is te vinden in de kuikenfase: te weinig jonge eendjes zouden volwassen worden. Van de overleving van eendenkuikens zijn weinig gegevens voorhanden. Daarom roept eendenonderzoeker Erik Kleyheeg de hulp van het publiek in om eendenkuikens te melden. d

M

eest talrijke eendensoort De wilde eend is vooralsnog de meest talrijke eendensoort in Nederland. Ze zitten overal waar water is, zowel op het platteland als in stadsparken en woonwijken. Toch zijn er volgens tellingen van Sovon Vogelonderzoek Nederland zo’n 30% minder wilde eenden dan in 1990. Dat betekent dat er meer dan 100.000 broedpaartjes zijn verdwenen, terwijl daar geen duidelijke oorzaken voor aan te wijzen zijn. Volgens onderzoekers van Sovon en het Vogeltrekstation zijn jacht of minder succesvol broeden geen oorzaken, maar gaat het mogelijk mis bij het opgroeien van de kuikens.

C

itizen science Om meer gegevens te verzamelen over die eendenkuikens is Kleyheeg in samenwerking met Waarneming.nl een onderzoeksproject gestart. Daarbij roept hij de hulp van het publiek in en worden mensen gevraagd om eendenkuikens te tellen en waarnemingen via internet door te geven. De gegevens die via deze ‘citizen science’ (burgerwetenschap) tot nu toe binnenkwamen, zijn zo veelbelovend dat het project dit voorjaar verder gaat.

R

esultaten uit 2016 Uit de meldingen in het broedseizoen van 2016 bleek dat de sterfte van eendenkuikens het grootst is in de eerste weken nadat ze het nest hebben verlaten. De kuikens zijn in die fase het meest

kwetsbaar voor roofdieren en slechte weersomstandigheden. Drie op de vier eendenkuikens was verdwenen tegen de tijd dat ze drie weken oud waren. Met meer onderzoek wil Kleyheeg de oorzaken daarvan nog gerichter onderzoeken.

W

aarnemingen doorgeven Ziet u dit voorjaar een wilde eend met kuikens? Dan kunt u uw waarneming – het liefst met foto – invoeren op www. waarneming.nl of op www.erikkleyheeg.nl/eendenkuikens. Het enige dat u hoeft te registreren zijn de locatie, de datum, het aantal kuikens en de geschatte leeftijd van de kuikens. Deze waarnemingen helpen om meer te weten te komen over het wel en wee van de wilde eend. Gedurende het broedseizoen komen er regelmatig updates op de genoemde websites over de vorderingen van het project.

M

eer informatie Dr. Erik Kleyheeg is postdoctoraal onderzoeker, verbonden aan het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Het eendenkuikenproject is hij gestart vanuit persoonlijke interesse. Neem voor meer informatie contact op via e-mail: eendenkuikens@gmail.com, of telefoon: XX XXXXXXX. d [Wij ontvingen dit artikel in de vorm van een persbericht van Erik, omdat hij hoopt dat onze leden willen meehelpen bij zijn onderzoek. Uiteraard plaatsen wij zijn oproep! Red.]

WAARDVOGEL | APRIL 2017 11


Weidevogels vaak in ‘t nieuws Weidewachters verenigt u! Joke Colijn Er is op weidevogelgebied van alles gaande. Weidevogels zijn regelmatig in het nieuws en iedereen weet inmiddels dat het slecht met ze gaat. Het CBS kwam op 27 maart met een alarmerend bericht over steeds snellere achteruitgang van de weidevogelpopulaties in Nederland – in deze Waardvogel op pagina 24-25. De Natuur- en Milieufederatie schreef een brief aan de provincie Zuid-Holland met conclusies t.a.v. het deplorabele resultaat na één jaar in het nieuwe stelsel ANLb. Die brief bracht veel beroering teweeg, met name bij de Zuid-Hollandse collectieven. Omdat Jaap Graveland de rol van de vrijwilligers beter voor het voetlicht wilde brengen, schreef hij namens een aantal maatschappelijke organisaties waaronder de NVWK een brief aan Provinciale Staten en de Gedeputeerde van ZuidHolland en aan het ministerie van EZ, met een oproep om eindelijk de maatregelen te nemen waarvan we al zo lang weten dat ze wél helpen, en om te sturen op samenwerking tussen collectieven en vrijwilligers in gebieden waar dat niet van de grond komt (in de Krimpenerwaard gaat dat wel goed). Op alle fronten is nodig dat onze overheden de zeilen bijzetten om het tij te keren, anders is het afgelopen met onze weidevogels in het boerenland. Zelfs al kennen we in Zuid-Holland parels zoals de Voorofsche polder en doen we het in de Krimpenerwaard niet eens zo slecht, op het totaal maken deze plusjes de grote negatieve trend lang niet goed. Staatssecretaris Martijn van Dam kwam met drie voorstellen voor verbetering, gedeputeerde Han Weber stelt 3,6 miljoen ter beschikking voor verbeteringen in de provincie Zuid-Holland en er loopt nog steeds een proces van Vogelbescherming Nederland tegen de Nederlandse Staat die haar internationale verantwoordelijkheid niet invult. Op 7 april was er in Velp een congres wat georganiseerd werd door Boerennatuur.nl en Vogelbescherming Nederland (daarover volgt in de Waardvogel van juni een verslag), waarop boeren vertelden hoe hun weidevogels tot succesvol broeden komen en wetenschappers met ons deelden wat de geheimen erachter zijn – want een geslaagd boerenbedrijf combineren met weidevogels kan wél! Hier werden ook drie Gouden Grutto’s uitgereikt aan boeren die de meeste inzet tonen en advocaten voor weidevogels zijn, die hun kennis en ervaring delen met collega’s en uitdragen naar de buitenwereld, en die goede resultaten scoren met hun weidevogelbeheer. Alle negen genomineerden verdienden overigens die prijs.

H

et is een hectische tijd en we proberen als NVWK alle ontwikkelingen te volgen en waar nodig te beïnvloeden. De inzet van vrijwilligers (‘participatie’ is het nieuwste woord) wordt door overheden verlangd om de BV Nederland draaiend te houden. Dat zal zeker met een bevolking die demografisch gezien een waterhoofd krijgt naarmate de leeftijdsopbouw stijgt, ook nodig zijn. Er is steeds meer (ook onbetaalde) zorg nodig omdat we steeds langer zelfstandig blijven wonen, maar door verplichte bezuinigingen bij natuurorganisaties op ecologie en mankracht worden ook werkzaamheden in natuur en landschap steeds meer neergelegd bij vrijwilligers. Er zijn dan ook heel veel vrijwilligers actief binnen de projecten en werkgroepen van de NVWK. Dat is allemaal geen ramp, de meeste mensen die tijd krijgen na hun werkzame leven zijn nog fit en geven graag iets terug aan de maatschappij die al zo lang voor hen zorgt. Bovendien is het fijn om buiten bezig en nuttig te kunnen zijn. Maar waar ik mij zorgen om maak, is het feit dat er wel die inzet wordt gevraagd, maar dat vrijwilligers niet meetellen als het gaat

12

WAARDVOGEL | APRIL 2017

om overleg wat moet leiden tot oplossingen van bijvoorbeeld het weidevogelprobleem. Als er één groep is die weet wat er speelt in het veld, zijn het wel de mensen die met hun voeten in de klei staan. Het veen in dit geval. Die zien welke maatregelen effect hebben en wat echt niet werkt. Al járen niet werkt. Sommige weidewachters lopen al dertig jaar lang met een bos bamboe het veld in en weten inmiddels dat ze geursporen uitzetten, dat ze bakens neerzetten waarop predatoren nog makkelijker hun kostje bij elkaar kunnen scharrelen. Maar je kunt niets anders doen als een boer alleen bereid is om om nesten heen te maaien, dan biedt het alternatief van nesten zoeken voor zo’n broedsel nog net een paar procentjes meer kans dan nul – nul wil zeggen er overheen maaien. En ligt dat dan aan de boer? Soms wel, niet altijd. Hij heeft niet altijd een keus en soms moet die snee er echt af om aan het einde van het seizoen voldoende voer te hebben voor de winter. Schaalvergroting en investeren in een uitbreiding van de stal levert lang niet altijd een beter bedrijfsresultaat op. Ook dat is inmiddels


bodemdaling door voortgaande peilverlaging met torenhoge maatschappelijke kosten en regelingen met veel te hoge uitvoeringskosten door administratie en controle.

D bekend; zelfs de Boerderij, het blad voor boeren, schrijft erover.

H

et kan echt anders. Er kan bespaard worden op aankoop van ruwvoer en van mineralen, door het zelf te kweken. Gewoon allemaal één perceel het verst achterin het land, inzaaien met kruidenrijk gras. Opeens is er dan op het bedrijf ook nog een perceel met goede opgroeimogelijkheden voor de pullen van weidevogels. Maai dat na het broedseizoen en ze worden nog vliegvlug ook. De grond is vaak verzadigd van voedingsstoffen, dus voorlopig niet bemesten, dan komt het goed. Dit ruwvoer tot 20% mengen met het eiwitrijke Engels raaigras en de diergezondheid neemt toe terwijl de melkproductie niet afneemt vanwege een betere spijsvertering. De koe heeft geen last meer van pensverzuring en ook die bix met mineralen hoeft niet meer aangekocht te worden. De informatie over wat mogelijk is en wat e.e.a. kost en oplevert is al lang beschikbaar. Die moet juíst door overheden beter gecommuniceerd worden. Het is niet óf natuur óf een goedlopend boerenbedrijf, maar én natuur én dat mooie boerenbedrijf. Het voor bodem, vee, bedrijf en natuur destructieve intensieve landbouwsysteem moet radicaal om en agrarische regelgeving moet genormaliseerd worden, die is buiten alle proporties geraakt. Een boer hoort niet langer achter een computer dan een half uur per dag. Om te voldoen aan de Europese opdracht zullen meer natuurmaatregelen geïmplementeerd moeten worden in de bedrijfsvoering, de grondwaterstand moet weer omhoog waarmee ook het grote maatschappelijke vraagstuk van de bodemdaling en de CO2-uitstoot wordt aanpakt, en er zal een fatsoenlijke tegemoetkoming moeten zijn, via een subsidieregeling maar beter nog door een melkprijs die recht doet aan de inspanningen van een boer. Natuurinclusieve landbouw kan een prima boterham opleveren maar voor de invoering van de maatregelen heeft ons gebied een ‘kontje’ van de overheid nodig. Alternatieve inkomsten op boerenbedrijven zijn niet alleen mogelijk maar ook ‘hip’: (biologische) streekproducten veroveren een marktaandeel, dienstverlening, kleinschalig toerisme, boerderijwinkels en zorgboerderijen vervullen een functie. Ook bijverdienen in deze andere sectoren is een optie, maar het roer moet hoe dan ook om en dat kan alleen een overheid realiseren die regeert in plaats van ‘regisseert’. Een twijfelende overheid geeft het geld uit aan allerlei peperdure studies, geeft vervolgens veel te ruime kaders, decentraliseert naar provincies, waterschappen en gemeenten, en zegt: zie maar in jullie gebied hoe je er samen uit komt, als je het weet kom je het maar melden. En we zien het resultaat: weiden zonder weidevogels en kruiden, boeren die tot tien uur ’s avonds maaien en nóg een te laag inkomen hebben,

e kracht van de weidevogelvrijwilligers Er wordt op dit moment een oproep aan vrijwilligers in de natuur gedaan om zich te verenigen, om uit de anonimiteit te treden en zich te laten zien en horen. Samen staan we sterker! Het manifest heet ‘De kracht van de groene vrijwilliger’. Dat kan een platform worden waardoor we meer stem krijgen en gehoord en gezien worden. Graag zou ik dan ook alle vrijwilligers van de NVWK willen oproepen om zich aan te melden. Dat kan via onze site op www.nvwk.nl/actueel/nieuws/ of via www.degroenevrijwilliger.nl.

G

raag zie ik het enthousiasme van boeren die trots zijn op hun weidevogels. Boeren die een plasdras opzetten tot juli, ook al weten ze dat ze daarvan geen gras of hooguit de laatste snee oogsten dit jaar. Boeren die goed samenwerken met hun vrijwilligers en die bereid zijn om een perceel later te maaien als ze kuikens zien, boeren die van de tractor springen om dat ene kuiken wat achterbleef over de sloot te gooien.

Op de conferentie in Velp hoorden we allerlei inspirerende voorbeelden van hoe agrariërs invulling geven aan hun rentmeesterschap en gaven boeren inzicht in hun bedrijfsvoering om te laten zien dat het goed mogelijk is om de kool en de geit te sparen. En het waterschap Friesland geeft gewoon vergunning af als een boer een tijdelijke verhoging van zijn grondwaterstand wil terwijl de provincie Friesland helpt met de aanleg van de benodigde stuwtjes. Dit zijn gelukkig dingen die ook gebeuren, daar word ik blij van. Dit soort inzet en enthousiasme geeft energie om door te gaan met het gevecht voor de weidevogels, voor de prachtige grutto, onze nationale vogel.

T

enslotte: als wij vrijwilligers het vele werk niet meer zouden doen, wie doet het dan? Van overheden hoefden de vogels het de afgelopen decennia niet te hebben, dan zou de dalende trend immers al lang gekeerd zijn. Sommige soorten zijn bijna verdwenen: de grutto is aan een duizelingwekkende val bezig en de veldleeuwerik is in Nederland met 95% afgenomen. Maar ik hoor hem nog zingen, het kán nog goedkomen! Door betrokken boeren zijn er nog weidevogels in onze weilanden, maar dat kan alleen door de inzet van al die vrijwilligers. d

Bron illustraties slobeend, kemphaan, scholekster, kievit, tureluur, grutto en veldleeuwerik: https://www.birdguides.com

WAARDVOGEL | APRIL 2017 13


Muskusratten en weidevogels Waar beheerbelangen samenkomen Joke Colijn Wellicht herinnert u zich nog het interview in de Waardvogel vorig jaar, met Ton Kraanen en Robert Kist van de Dienst Muskusrattenbestrijding (MRB). Toen kwam ter sprake dat het een goed idee zou zijn als de MRB-ers op de hoogte zouden zijn van de ligging van de percelen met contracten tussen boeren en het ACK, en als ze konden zien waar nesten zijn ingevoerd. Dit gesprek heeft een vervolg gekregen in de vorm van contact tussen ACK en MRB, met de afspraak tot afstemming waar mogelijk. Maandagochtend 27 maart jl. waren Mariëlle Oudenes van het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard, en ikzelf namens de NVWK uitgenodigd op een bijeenkomst met de Dienst Muskusrattenbestrijding. Het initiatief hiervoor was genomen door Wout van der Slikke van De Groene Motor, en het Zuid-Hollands Landschap was aanwezig in de persoon van Sietse Kleinjan, die sinds 1 januari is aangetrokken voor met name weidevogelbescherming in de breedste zin, op ZHL-gebieden in de Krimpenerwaard. d

M

aurice Kruk verzorgde een uitgebreide presentatie over weidevogels en hun gedrag. Sietse verwoordde het belang van het ZHL. MRB-ers zijn buitenmensen; een aantal van hen hoorde niet veel nieuws, voor anderen was er waardevolle informatie. De gezamenlijke inzet voor behoud van weidevogels is wel nieuw; er waren ook aanwezigen van de dienst MRB uit andere rayons. De inbreng van ACK en NVWK was de volgende. Weidewachters en agrariërs hebben zich te houden aan de voorwaarden van de contracten die het ACK met de boeren afsluit. Bijvoorbeeld bij een contract met uitgesteld maaien mogen zij niet het perceel betreden tot de afgesproken datum (1 juni, of verlenging tot 8 of 15 juni). Het is voor veel weidewachters die monitoren aan de randen van zo’n perceel onbegrijpelijk als er dan wel een quad met een MRB-er door het land rijdt. Ton Kraanen vertelde hierover dat zijn mannen om hun opdracht te kunnen uitvoeren, ontheffing van de provincie Zuid-Holland hebben om overal te mogen komen. In principe hoeven zij zich niets aan te trekken van broedseizoen, contracten of wat dan ook. Het is echter niet hun bedoeling om bewust te verstoren, daarom is met het ZHL de afspraak gemaakt dat er indien mogelijk rekening wordt gehouden met broedende weidevogels e.d. door het werk in tijd zo te verdelen dat de MRB-ers in het broedseizoen zo weinig mogelijk op de ZHL-percelen met weidevogeldoelstelling komen.

Z

o’n principe-afspraak zou ook met het ACK gemaakt kunnen worden, als de informatie over contracten, contractvoorwaarden en gevonden legsels ter beschikking wordt gesteld aan de muskusrattenbeheerders. Dit zou dan bij

voorkeur in de vorm van digitale kaartlagen kunnen gebeuren, want de MRB-ers hebben een prachtig digitaal systeem waarop zij ook in het veld hun eigen informatie heel nauwkeurig kunnen uitlezen. Als de ACK- en NVWK-gegevens daar overheen gelegd kunnen worden, kan elke MRB-er in zijn eigen deelgebied precies zien waar nesten gevonden zijn en waar de contracten liggen. Dat maakt het mogelijk om binnen de opdracht van muskusrattenbeheer rekening te houden met weidevogelbeheer, bijvoorbeeld door ook percelen met vogels en contracten vóór het broedseizoen intensiever te bezoeken, waardoor de MRB-ers tijdens het seizoen niet of nauwelijks hoeven te verstoren. Ton zei dat men daar best toe bereid is, zolang er begrip voor is dat er situaties kunnen zijn (uitbraak of vermoeden van een uitbraak van een muskusrattenpopulatie) waarbij hun eerste opdracht hen noodzaakt toch een perceel te moeten betreden. Uiteraard is daar bij ons (ACK en NVWK) begrip voor. En uiteraard wil men bij MRB zorgvuldig omgaan met de contractgegevens van ACK of de ingevoerde nesten en tellingen in het Landschapsbeheer Nederland-systeem van NVWK.

M

RB-ers zijn echte natuurmensen, ze zijn altijd buiten en ze hebben vaak grote kennis van weidevogels en hun gedrag. Zij weten al waar nesten kunnen liggen op percelen, welke vogels bij voorkeur waar broeden (grutto’s in het midden bij greppels, tureluurs aan de slootkanten, kieviten op kort gras enz.). Als ze vogels vermoeden of weten aan de hand van de digitale info van ACK/NVWK en ze moeten toch het land in, dan kunnen ze hiermee al rekening houden door verleggen van hun quadspoor, of ze lopen.

P

raktisch gezien zijn er nog wat haken en ogen: contracten kunnen worden verlegd gedurende het seizoen, er komen last-minute contracten bij, uitgestelde maaidatacontracten kunnen worden verlengd. Weidewachters voeren dagelijks informatie in. Deze gegevens moeten ook beschikbaar zijn voor MRB, dus hoe we die in het seizoen actueel houden is wel een punt. Voorlopig is een flinke stap gezet in de richting van samenwerking door te verkennen hoe de digitale systemen met elkaar kunnen ‘praten’. De bereidheid hiertoe is uitgesproken en contactgegevens zijn uitgewisseld. Ook de Dienst Muskusrattenbestrijding wil waar mogelijk bijdragen aan het behoud van onze weidevogels! d

14

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Visie Krimpenerwaard ‘Strategische visie naar hernieuwd vertrouwen’ Joke Colijn Op 11 april werd voor degenen die er aan hebben bijgedragen, de grootste belanghebbenden en een aantal stakeholders de Strategische Visie Krimpenerwaard van professor Riek Bakker gepresenteerd. d

H

et is u ongetwijfeld niet ontgaan dat met grote belangstelling werd uitgekeken naar dit document, waarvoor bijdragen zijn geleverd door ondernemers, agrariërs en bewoners. Natuurorganisaties met belangen in dit gebied (het ZuidHollands Landschap, Staatsbosbeheer, de NVWK) zijn bij het proces niet betrokken geweest. Mevrouw Bakker heeft haar sporen ruimschoots verdiend als stedenbouwkundige in met name Rotterdam, maar zij woont in het landelijke Berkenwoude en kwam als inwoner van de Krimpenerwaard tot dit burgerinitiatief. Een paar leden van de NVWK hebben deelgenomen aan het proces van totstandkoming als bewoner, en in het juni-nummer

gaan we er inhoudelijk op in. Voor een uitgebreide verhandeling was de tijd tot uitkomen van deze Waardvogel te kort. Voor nu volstaan we met te constateren dat een aantal voorstellen de belangen van de natuur in de Krimpenerwaard kunnen dienen, terwijl andere ons grote zorgen baren. Zo wordt de problematiek van de bodemdaling goed gekoppeld met andere kansen voor de landbouw, terwijl nieuwe infrastructuren zonder terughoudendheid door uniek en onvervangbaar natuurgebied en cultuurlandschap worden voorgesteld.

D

ownload het lijvige rapport via www.nvwk.nl/actueel/nieuws en vorm u een idee. d

WAARDVOGEL | APRIL 2017 15


Oostvaardersplassen Excursie met diverse toppers Tekst: André Bloot, foto’s Max Ossevoort Op 18 februari vertrokken we met een groepje van zo’n dertig personen vanuit een mistig Bergambacht voor een excursie naar de Oostvaardersplassen. Om 8.00 uur precies, volgens sommigen te precies. Maar we gingen met Mieke Verwaal en dan geldt: afspraak is afspraak. d

A

angekomen bij bezoekerscentrum ‘De Trekvogel’ in Almere werden we allerhartelijkst ontvangen door Inge en René. We kregen een film te zien over het ontstaan van het gebied. Daarna gingen we op pad door een gebied dat niet vrij toegankelijk is. Waren laarzen nou alleen handig of toch vooral noodzakelijk? Noodzakelijk! Wie geen laarzen bij zich had, kon een paar van het bezoekerscentrum lenen. Of een paar vuilniszakken om over de schoenen te doen, maar of dat nou zo veel geholpen heeft… De groep werd gesplitst: de ervaren diehards (dit was uiteraard de grootste groep) en de achterblijvers. Ik heb bewust voor de laatste groep gekozen. Je moet per slot van rekening bescheiden blijven. Wilde eend, krakeend, grauwe gans, kolgans, aalscholver, je hoeft er niet voor naar de Oostvaardersplassen, maar ze werden vanzelfsprekend wel genoteerd. Onderweg werd er meer verteld dan gezien. Zo kwamen we te weten dat een houtduif een ‘drie keer d’ wordt genoemd, een ‘dikke domme duif’. En wie Mieke het verschil heeft zien nadoen tussen een meerkoet en een waterhoentje, vergeet dat nooit meer. Dat hebben de diehards toch maar mooi gemist. Interessant was een onbestemd balletje: een braakbal van een blauwe reiger of toch uitwerpselen van een bever? We kwamen er niet uit. Koolmees en pimpelmees waren van de partij (Mieke: “Pimpelmees, hoog in de boom; koolmees, midden in de boom”). We vonden diverse geplukte vogels, maar door welk dier waren ze verorberd? Het bleek een roofvogel te zijn geweest. Een vos of bunzing bijt de veren af, een roofvogel kan dat niet. Volg de logica. Dank, Inge. Het lopen door het gebied was een heerlijke ervaring. We voelden ons weer even kleine jongens en meisjes die door diepe plassen mochten lopen. Bij een waarnemingshut hadden we een prachtig uitzicht over een grote plas. Nonnetje, slobeend en kuifeend werden waargenomen en er werd een ijsvogel gehoord. Op de terugweg naar De Trekvogel stond nog een stormmeeuw en we zagen een vijftal goudvinken in een bosje.

Ook dit paartje goudvinken werd gespot

baardmannetje verscheen even in een flits. We gingen weer verder en kregen opeens het teken om te stoppen langs de kant van de weg. Daar vloog hij over, in rustige vlucht (het was immers voor hem ook weekend): de zeearend. Fantastisch! Toen zochten we ook nog maar naar de Europese kanarie en ook die werd gezien. De zon ging toen al langzaam onder. Het lijstje met bovengenoemde waarnemingen is mede tot stand gekomen met behulp van het bestandje van Max Ossevoort die als je twee keer hebt ademgehaald, al vier soorten vogels heeft waargenomen op geluid, met geslacht en aantal. Dank, Max. Op dat lijstje stond ook de topper. Die heeft niet iedereen gezien. Toch hadden wij de hele dag onze eigen topper: Mieke, dank voor de organisatie van deze prachtige excursie. d

H

ierna vertrokken we als één groep naar de Oostvaardersbosplaats. Daar werd een vos gespot en vele herten. Een grote groep opvliegende ganzen gaven het signaal dat er iets aan de hand was. Dat bleek: twee zeearenden vlogen tussen de honderden ganzen door. Helaas op grote afstand, maar toch waarneembaar. De slechtvalk liet zich zien en ook de raaf vertoonde zich, evenals roodborsttapuit, watersnip en wulp. Op de Praambult vielen de waarnemingen wat tegen, hoewel heel in de verte het nest van een zeearend te herkennen was. Dan maar op weg naar de klapekster. We vonden ‘m hoog in een boom zittend op de karakteristieke manier. Schitterend. Ook het

16

WAARDVOGEL | APRIL 2017

Broedkolonie van aalscholvers, de vogels zijn mooi in broedkleed


Jaarverslag Vogelwerkgroep 2016 Dirk-Jan van Roest

Inmiddels ben ik bijna een jaar rond actief als coördinator van de vogelwerkgroep en kan ik concluderen dat ik bijzonder blij ben met alle vrijwilligers. Mijn rol is bescheiden en wordt in het werkveld ondersteund met raad en daad en dat is bijzonder plezierig. Na drie jaar secretariaat vraagt het coördinatorschap van de vogelwerkgroep toch een andere werkwijze en is het zoeken naar en inventariseren van alle activiteiten die er plaatsvinden. Dat lukt aardig. Dankzij dus eigenlijk iedereen! d

W

aarnemingen We zijn net blijven steken op 199 soorten met bijna 50.000 waarnemingen die ingevoerd zijn. We zijn er druk mee geweest. In 2017 kunnen we nog een jaar ‘oefenen’, want in 2018 staat er weer een jaarrace op het programma. Dat u het maar alvast weet! Hoogtepunt van de waarnemingen was toch met stip op één de kleine geelpootruiter. Maar ook het porseleinhoen was een mooie waarneming, hoewel dat bijna een vaste bezoeker van het Doove Gat lijkt te zijn. Het toenemende aantal broedende kluten en steltkluten is een mooie ontwikkeling.

E

xcursies Er waren weer volop activiteiten met voor ieder wat wils. Zo werd er gestart met de nieuwjaarsexcursie op 9 januari door Max Ossevoort. Traditioneel maakten we een rondje langs de plassen bij Reeuwijk. Na een kleine winterdip werd de eerste excursie op 21 mei gehouden; een wandeling door het stadscentrum en het park in Schoonhoven en een stuk door het rietland langs de Lek. Tijdens de opening van de Idylle op 11 juni werden er miniexcursies gegeven. Op 21 juni, een dinsdagavond, zijn we onder leiding van Mieke Veen en Leo Markensteijn op pad geweest in de Zouweboezem. Een prachtig gebied waar we volop genoten hebben van snor, zwarte stern, purperreiger en vele andere vogels. In de herfst en winter hebben we als eerste op 3 september de Zeeuwse eilanden aangedaan, vervolgens zijn we onder leiding van Arie Dorsman in Willeskop op stap geweest en 26 november met een grote groep onder leiding van Ton de Groot de op die dag gure en mistige Biesbosch in geweest.

E

uro Birdwatch Op 1 oktober deden we als vereniging mee met de Euro Birdwatch. Ondanks de slechte weersvoorspellingen beleefden we een mooie ochtend. Dit jaar telden we 2830 vogels (meer dan een verdubbeling t.o.v. 2015) verdeeld over 38 soorten. Een mooi resultaat.

B

ig Birding Day Een vroege editie. We schreven 23 april 2016. Dit jaar waren er drie keer zoveel teams dan in 2015, drie dus in totaal. Dat maakte de strijd een stuk leuker en spannender. Doordat we redelijk vroeg in het seizoen op pad gingen, misten we wat gewone soortjes, maar met winst in de pocket voor Arie, Ton, Henk en Arie met 98 soorten hadden we toch een prachtige dag. Dit jaar staat de BBD gepland voor 13 mei. Opgeven kan als team, maar uiteraard ook individueel.

W

eidevogelwerkgroep Het is geen nieuws als we melden dat het water aan de lippen staat voor de weidevogels. Aan alle kanten wordt er

hard getrokken op allerlei niveaus om er voor te zorgen dat de weidevogel ruimte krijgt. Overleg met LTO, Hoogheemraadschap, provincie, ZHL enz. om te zorgen dat landschapsbeheer in het teken staat van de weidevogel. Afgelopen jaar zijn tbv QBM- en BTS-trainingen vijf tablets dankzij een gift aangeschaft. Inmiddels zijn dat er al 12. Hiermee wordt het veldwerk door digitalisering eenvoudiger, markeren we geen nesten meer voor kraai en ooievaar en hebben we accurate data voor o.a. last-minute-beheer. Aan het eind van het seizoen is door de NVWK aan de meest weidevogel-vriendelijke boer de Kristallen Kievit uitgereikt. Deze prijs ging naar de familie Mulder. Simon de Ligt en Roel ‘t Hart vielen in de prijzen als Weidewachter van het jaar, uitgereikt door het collectief ACK.

T

rektelpost Met name in het najaar is de trektelpost bezet geweest door Max Ossevoort, Mieke Verwaal, Paul Schrijvershof en Dirk-Jan van Roest en zijn in ruim 80 uur 33.876 vogels geteld waarbij vink, smient, aalscholver, kolgans en spreeuw met kop en schouders er bovenuit staken.

R

oofvogelwerkgroep De roofvogelwerkgroep is in 2016 niet actief geweest. Maar als u het nieuws gevolgd heeft gaat daar in 2017 verandering in komen. Een grote groep enthousiaste vrijwilligers gaan inventariseren in de Krimpenerwaard.

Z

waluwwerkgroep In 2016 is er weinig activiteit geweest in de zwaluwwerkgroep. Wel is er als proef een geluidsinstallatie bij de zwaluwtil bij de Hoekse Sluis opgehangen, maar dat heeft vooralsnog geen verbeterd resultaat opgeleverd.

U

ilenwerkgroep De kerkuilen beleefden in 2016 een topjaar: er zijn 10 broedgevallen geregistreerd, een record. In 2014 waren dit er 4, in 2015 6. In totaal zijn er 43 jongen geringd. Daarvan zijn er 41 stuks uitgevlogen en 2 in de kast dood aangetroffen. Er is van 3 jongen uit 2016 een terugmelding o.b.v. de ring: alledrie dood aangetroffen. Er is d.m.v. een cameraval beeldmateriaal verzameld waarvan de hoogtepunten gepubliceerd zijn op de Facebook pagina van de NVWK. Voor de steenuilen was 2016 een absoluut dieptepunt: er zijn 6 broedgevallen aangetroffen; het laagste aantal ooit. Helaas zijn daarvan 3 nesten mislukt; dat maakt de situatie extra teleurstellend en zorgelijk. Er zijn 10 jonge steenuilen geringd; waarvan er 2 in de kast dood aangetroffen zijn en er 8 uitgevlogen zijn. We hopen dat die 8 jonge vogels stand houden! WAARDVOGEL | APRIL 2017 17


Er zijn in 2016 geen gerichte acties geweest voor bos- en ransuil. De bosuil is een soort die het van nature (te?) goed doet; daar worden geen soort beschermende maatregelen voor uitgevoerd. Wel worden broedgevallen zover bekend vastgelegd. Voor de ransuil was er in 2016 geen capaciteit; in 2017 wordt er een poging gedaan om alle broedgevallen van ransuil in beeld te krijgen. In 2016 heeft Jaap Graveland te kennen gegeven te willen stoppen als coördinator van de uilenwerkgroep. Dit is jammer voor de uilenwerkgroep maar gezien alle overige activiteiten van Jaap meer dan begrijpelijk. Jaap bedankt!! Gelukkig is er vanuit deze werkgroep zelf opvolging gevonden; vanaf begin januari 2017 hebben Laura Pezzoli en Stefan van der Heijden de coördinatietaken van Jaap overgenomen. [Op pagina 40 stellen zij zich voor, red.].

W

intervogeltelling De winter/watervogeltellingen belopen het seizoen van september tot en met april. Het is dus lastig om dat in een kalenderjaar samen te vatten. In de winter van 2015/2016 hadden we een mooi seizoen voor de kolgans. In februari zaten er wel 12.511 kolletjes in de Krimpenerwaard. Ook in de laatste maanden van het jaar 2016 zagen we weer leuke aantallen, al waren het er niet zóveel. De grote zilverreiger lijkt een vaste gast te worden; in hartje winter zien we er tot wel 200. Minder goed gaat het met de vogel uit ons logo, de smient. Zagen we rond de eeuwwisseling nog met gemak rond de 40.000 stuks, dit jaar halen we de 20.000 per telling niet. Het probleem zit waarschijnlijk in de broedgebieden, maar hiernaar wordt nog onderzoek gedaan. Sovon beoordeelt de status van de smient als niet-broedvogel dan ook als ‘matig ongunstig’. Ook zin om acht maal per winter uw eigen gebied te tellen? Er zijn in de Krimpenerwaard nog vacante telgebieden.

E

rfvogelproject In 2016 is de teller op 70 erven uitgekomen. Daarmee

Welkom in het Reestdal

Verblijf in een van de drie ‘heidehuisjes’ met een eigen vogelkijkhut ‘de Tuuregluur’ grenzend aan het natuurgebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten. Raven praten in de verte en in het voorjaar jodelt hier de wielewaal’. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089

mogen we concluderen dat het erfvogelproject een groot succes geworden is. Eind juni 2017 eindigt het 2,5-jarige erfvogelproject, maar de NVWK zet het initiatief voort in de vorm van de erfvogelwerkgroep. De werkgroep gaat door met erfscans, cursus en excursies en is ook gestart om met andere natuurwerkgroepen buiten de Krimpenerwaard erfvogelprojecten van de grond te krijgen. Er is contact met zeven groepen en de buren van Natuuren vogelwerkgroep Rotta zijn al begonnen met hun eigen project! De opgedane kennis en ervaring, voor een groot deel beschikbaar op de website, komt daarbij goed van pas.

S

laapplaatstelling van de grote zilverreiger Uiteraard heeft eind 2016 en het begin van 2017 wederom een slaapplaatstelling plaatsgevonden. Inclusief een enkele nieuwe slaapplek lijkt het aantal, voor zover we dekkend tellen, redelijk stabiel.

A

l met al is het dus op vogelbebied een druk en mooi jaar geweest! d

Erfvogelnieuws Jaap Graveland

Het erfvogelinitiatief is overgegaan van een project naar een werkgroep. Maar voor belangstellenden verandert er niets. De informatie op de site staat nu op een andere plaats: je komt er door aanklikken van ‘Actueel’ en dan ‘Projecten’. We passen de website nog aan, de informatie komt te staan onder ‘Werkgroepen’, Vogelwerkgroep(en) en dan ‘Erfvogelwerkgroep’.

W

e hebben dit jaar ruimte om tien erfscans te doen. Dus als je zelf belangstelling hiervoor hebt, of iemand kent die interesse zou kunnen hebben: laat het weten en zegt het voort. De subsidieperiode eindigt op 1 juli! Nog even voor de goede orde: we richten ons op erven in het buitengebied, omdat daar de vogelsoorten voorkomen die onze hulp het meest nodig hebben. We onderzoeken de mogelijkheid tot samenwerking met de gemeenten in de bebouwde kom, voor advisering over groenvoorziening en over behoud van nestgelegenheid bij nieuw- en verbouw. We kunnen dit alleen doen als we de werkgroep kunnen uitbreiden, dus als je belangstelling hebt om mee te helpen, laat het weten! Je kunt ook meedoen aan de cursus erfinrichting voor erfvogels. Die houden we in september voor de derde keer en bestaat uit

18

WAARDVOGEL | APRIL 2017

twee avonden en een excursie. De kosten zijn 10 euro voor leden en 20 euro voor niet-leden.

T

erugkomdagen: veel deelnemers aan het erfvogelproject willen elkaar nog eens zien en er is belangstelling om planten uit te wisselen/weg te geven. Voor hen organiseren we een opentuinen-ochtend met plantenuitgifte/-ruil en een vogelexcursie. De mensen ontvangen daarover bericht per mail. Later in het jaar hopen we voor andere geïnteresseerden een tweede open-tuinen-ochtend te kunnen organiseren. Daarover berichten we in het juninummer van de Waardvogel. Voor vragen, of voor aanmelding voor erfscans en of cursus, stuur een mailtje naar erfvogels@nvwk.nl of bel XX XXXXXXX (na 20.00u) d


Zoekt u mee naar de argusvlinder? Gabrielle Heuvelman

Sinds 2014 is het een traditie in natuurminnend Nederland om in mei op pad te gaan om argusvlinders te tellen. Ook dit jaar is er weer een telweekend argusvlinder van De Vlinderstichting en Waarneming.nl, en wel van 25 t/m 28 mei. Doet u mee? a

Z

orgenkindje Nog steeds is de argusvlinder het zorgenkindje onder de Nederlandse dagvlinders. Met een afname van 98% sinds 1992 zijn veel vliegplaatsen van de soort op de zandgronden leeg geraakt. Interessant genoeg vormen de veenweide- en kleigebieden een uitzondering. Daar komt de argusvlinder nog wel degelijk voor, hoewel ook hier de aantallen langzaam teruglopen. De Krimpenerwaard is bijvoorbeeld nog steeds een bolwerk. Sinds het verschijnen van het beschermingsplan argusvlinder (Stip et. al. 2014) is er meer inzicht gekomen in wat de argusvlinder precies nodig heeft. Zo zijn er sterke aanwijzingen dat een gevarieerd en warm microklimaat belangrijk is voor de ontwikkeling van argusvlinderrupsen. Zulke warme locaties zijn in Nederlandse landschappen alsmaar minder te vinden. Niettemin gaat de zoektocht naar duiding van de oorzaken van de afname van de argusvlinder op brede schaal in West-Europa voort, ook in Nederland. Een van de zaken die De Vlinderstichting graag wil weten, is een actueel beeld van de verspreiding van de argusvlinder, ook in de Alblasserwaard. Het telweekend argusvlinder is het moment om in korte tijd uit het hele land te weten hoe het ervoor staat. In het Hemelvaartweekend van 25 t/m 28 mei is het weer zover. Krimpenerwaardse deelname aan het telweekend mag natuurlijk niet ontbreken. Als argusvlinderbolwerk hebben we immers een reputatie hoog te houden. Wil je meedoen met de telling, maar weet je niet waar je kunt tellen, stuur dan een mailtje naar vlinderwerkgroep@nvwk.nl.

M

eedoen aan het telweekend Hoe kun je meedoen met het telweekend? 1. Bezoek een kilometerhok, bijvoorbeeld bij jou in de buurt. 2. Tel een uur lang in dit kilometerhok, op geschikt ogende locaties voor argusvlinders 3. Bezoek alleen openbaar toegankelijk terrein 4. Tel alle mannetjes en vrouwtjes argusvlinder die je ziet 5. Geef je waarnemingen door (ook de nulwaarnemingen!) via het formulier op de website van De Vlinderstichting. Het tellen van meerdere kilometerhokken wordt van harte toegejuicht!

W

aar kun je ze vinden? De argusvlinder is verspreid over de hele Krimpenerwaard aan te treffen, al maak je wat minder kans in een open weiland met monotoon Engels raaigras. Goede plekken voor argusvlinders zijn de bloemrijke graslanden op dijken en kaden, schrale graslanden met beschutting en open plekken, maar ook bloemrijke wegbermen en stads- of dorpsparken. Zeker in het noordoostelijk deel van de Krimpenerwaard zijn nog veel witte gebieden, waarvan we niet weten of deze mooie vlindersoort er wel voorkomt. Help jij mee om in de hele

Krimpenerwaard argusogen te zoeken? Met deelname aan het telweekend argusvlinder op 25 t/m 28 mei draag je bij aan het gerichter beschermen van de argusvlinder in ons land. Voor meer informatie en een zoekkaart zie www.vlinderstichting. nl/argusvlinder. a

Vrouwtje argusvlinder, foto: Huig Bouter

Waardplanten argusvlinder Diverse overblijvende grassen, waaronder kropaar, ruwe smele, rood zwenkgras, kweek en beemdgras. Vliegtijd en gedrag Eind april-eind juni en begin juli-eind augustus in twee generaties; soms een derde generatie tot begin november. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende planten: in het voorjaar onder andere braam en rode klaver, ‘s zomers akkerdistel en vlinderstruik. De mannetjes verdedigen een territorium vanaf een open zonnige plek op de grond of maken patrouillevluchten vlak boven de grond. Man en vrouw argusvlinder zijn eenvoudig te onderscheiden in het veld. Het mannetje heeft een brede, donkerbruine geurstreep over de bovenkant van de voorvleugel. Bij het vrouwtje ontbreekt deze streep. Levenscyclus Rups: begin juni-eind juli en half augustus-begin mei. Jonge rupsen foerageren vooral ‘s nachts, grotere rupsen eten ook overdag. De soort overwintert als halfvolgroeide rups; tijdens zachte winterdagen eten de rupsen gewoon door. De verpopping vindt plaats aan de onderkant van een blad van de waardplant. Bron: http://www.vlindernet.nl WAARDVOGEL | APRIL 2017 19


Zwarte sterns op wereldreis vanuit de Krimpenerwaard Jan van der Winden, Warner Reinink en Max Ossevoort In 2015 werd gestart met het project ‘Beleef de zwarte stern’, waarvan in de Waardvogel van juni 2016 verslag werd gedaan. In dit artikel worden de eerste resultaten beschreven van de studie in 2015-2016 naar de trekwegen van de zwarte stern met geolocators. d

D

e reis van de zwarte stern De zwarte stern is een karakteristieke broedvogel van het veenweidegebied in de Krimpenerwaard. Brede sloten met veel waterplanten afgewisseld met graslanden vormen een ideaal leefgebied. Waar zwarte sterns leven is veel biodiversiteit en een goede waterkwaliteit. In de Krimpenerwaard komen de laatste jaren ongeveer 150-160 paar zwarte sterns tot broeden. Dit is meer dan 10 % van de Nederlandse populatie, waarmee de Krimpenerwaard dus een bijzondere positie heeft. Stichting Het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) en het Streekfonds werken aan een integraal programma om de biodiversiteit in de Krimpenerwaard te vergroten, de beleefbaarheid van landschap en natuur te verbeteren en de relatie met de omringende steden te versterken op zowel recreatief als economisch vlak. Het project ‘Beleef de zwarte stern’ is gestart om het unieke leefgebied van de zwarte stern in de Krimpenerwaard onder de aandacht te brengen en voor mensen uit de streek om de soort te volgen op haar reis over de wereld. 20 zwarte sterns in de Krimpenerwaard hebben daarom in 2015 een geolocator gekregen zodat we hun trekwegen in beeld zouden krijgen. In 2016 zijn er 12 terug gevangen dankzij de medewerking van vrijwilligers en particulieren. Een prachtig resultaat waardoor we voor het eerst de trekweg van de sterns uit de Krimpenerwaard naar Afrika ook echt kunnen zien.

D

e techniek Geolocators zijn gebruikt omdat het gewicht daarvan minder dan één gram is. Dat hindert de sterns nauwelijks omdat het minder dan 2 % van hun lichaamsgewicht is. Het voordeel is dat ze weinig wegen, het nadeel is dat je de vogel terug moet vangen om de gegevens uit de chip te halen. De loggers werden aan een pootring bevestigd. Deze dataloggers meten de lichtintensiteit en het tijdstip van de dag, zodat je kan bepalen wanneer de schemer invalt en het weer licht wordt. Daarmee is het mogelijk om de locatie op aarde te bepalen. De daglengte is immers niet overal hetzelfde en daarmee is de lengtegraad (noord-zuid positie) te bepalen. En ook het tijdstip van het middaguur verschuift over de aardbol waarmee de breedtegraad is te bepalen (oost-west positie). Door bewolking, de houding van de vogel of vuil op de sensor kan de meting beïnvloed worden en kunnen er enorme afwijkingen ontstaan. Daarnaast is rond 21 maart en 21 september een periode waarop de daglengte overal op aarde identiek is (equinox). Dan is de lengtegraad niet te bepalen.

Z

warte sterns vangen en weer terugvangen In 2015 zijn 20 volwassen zwarte sterns in de broedkolonies op het nest gevangen met een kooitje waar ze wel in kunnen, maar niet eenvoudig uit kunnen ontsnappen. Deze methode

20

WAARDVOGEL | APRIL 2017

werkt goed indien er voor gezorgd wordt dat de vogels laat in de eifase gevangen worden zodat de broeddrang groot is. De nesten worden dan niet verlaten (van der Winden 2004). Er zijn op vier kolonieplekken in polder Den Hoek en Berkenwoude zwarte sterns gevangen. Dit waren alle terreinen van het ZuidHollands Landschap. In totaal kregen 9 wijfjes en 11 mannetjes een logger aan hun pootring. In 2016 zijn vele mensen op zoek gegaan naar de sterns met pootloggers om ze te kunnen terugvangen. Omdat de sterns ook buiten de terreinen van het ZHL konden gaan broeden zijn ook alle andere aanwezige kolonies in de Krimpenerwaard goed gecontroleerd. Als er sterns met loggers werden ontdekt is vervolgens getracht te herleiden waar de vogel nestelde. Daarna kon een poging ondernomen worden de betreffende vogel te vangen. Begrijpelijkerwijs kan er zo veel mis gaan. Het kan zijn dat sterns met loggers buiten de Krimpenerwaard gingen broeden en niet ontdekt zijn, soms lukte het niet te herleiden of de vogel een nest had of het nest was al verdwenen voordat een vangpoging kon worden ondernomen. Omdat er op een aantal plekken nesten gepredeerd werden, verplaatsten de sterns zich geregeld naar nieuwe plekken. Door deze verplaatsingen en hervestigingen is het niet precies bekend hoeveel er in 2016 in de Krimpenerwaard teruggekeerd zijn. In ieder geval werden er 12 individuen met een logger teruggevangen (zes vrouwtjes en zes mannetjes), dat is 60% van sterns die een logger kregen. De meeste sterns werden op terrein van het ZHL gevangen, maar twee werden er op het land van agrariërs terug gevangen en één mannetje in de Boezem van Kinderdijk. Van de 12 geolocators hadden er 11 gegevens opgeslagen. Drie loggers verzamelden een hele route en de rest incomplete routes met periodes van 2 tot en met 10 maanden. Dat betekent dat er van vrijwel alle sterns heenroutes verzameld zijn van de meeste ook een winterplek en van enkele ook een voorjaarsroute bekend werd.

D

e trekwegen en overwinteringsplekken De variatie in routes en timing van de trek is zeer verschillend. Sommige vogels overwinterden voor de kusten van de omgeving van Guinea-Bissau, maar er vlogen ook sterns door om te overwinteren voor de kusten van Angola. Vaak verplaatsten ze zich nog in de loop van de winter. De sterns vertrokken uit Nederland tussen eind juni en begin september. Een ruime spreiding in tijd. Dat komt overeen met de lange periode waarin zwarte sterns na de broedtijd aanwezig zijn op het IJsselmeer. Sommige gaan vroeg weg en andere veel later. Ze gebruikten verschillende tussenstops op hun weg naar Afrika. Belangrijk waren het IJsselmeer of de Golf van Biskaje of de Middellandse Zee of de kusten voor de Westelijke Sahara.


Maar er waren ook sterns met een enorme prestatie die pas de eerste keer een stop maakten in de Banc d’ Arguin (Mauritanië) of nabij Dakar. Dat zijn non-stop vluchten van meer dan 5.000 km in minder dan een week! De vlucht van TP (Katrien) was ronduit spectaculair omdat ze al eind augustus in Angola was en dus ongeveer 13.000 km had gevlogen terwijl haar soortgenoten nog in Nederland waren. Het project heeft nieuwe informatie opgeleverd over tussenstops en overwinteringsgebieden. Het wordt steeds duidelijker dat er globaal vier belangrijke overwinteringsgebieden zijn voor de zwarte stern: de omgeving van Senegal-Guinea-Bissau, marinegebieden voor de kusten van Sierra Leone en Liberia, de Golf van

Guinee en de marinegebieden offshore van Angola-Namibië. We weten nog niet of elk individu in opvolgende jaren dezelfde gebieden bezoekt. De sterns maken in nazomer en voorjaar tussenstops in de Golf van Biskaje, de westelijke Middellandse Zee, de Canarische eilanden en met name de Banc d’ Arguin.

C

onclusies en toekomst Het is gelukt om de zwarte stern in de Krimpenerwaard op een positieve manier onder de aandacht te brengen bij zowel bewoners als bestuurders. Het project heeft meegewerkt aan het vergroten van het draagvlak voor de soorten en kan zo ook helpen om toekomstige plannen voor verbetering van het leefgebied te realiseren. Mede dankzij dit project is in 2016 door de provincie

Stern ‘Katrien’ genoemd naar Katrien Prak van het Streekfonds Krimpenerwaard, geringd bij de Spaansche Zee. Ze vloog helemaal naar Namibië! Foto: Sijmen Hendriks

Vrijwilligers en agrariërs die zich inzetten voor de zwarte stern in de Krimpenerwaard komen helpen bij het onderzoek; foto: Sijmen Hendriks

De route van TP (Katrien)

De routes voor zover bekend, gevlogen door de zwarte sterns

WAARDVOGEL | APRIL 2017 21


Zuid-Holland besloten om in 2017 budget ter beschikking te stellen voor maatregelen in het leefgebied van de zwarte stern en de ambitie uit te spreken om in de komende 10 jaar de populatie met zo’n 100 paar te laten groeien. Het is niet ondenkbaar dat er in 2017 zwarte sterns terugkeren uit Afrika met loggers die we in 2016 niet vonden. Dus ook in 2017 zullen we daar aandacht voor vragen. Vrijwilligers en terreinbeheerders zullen erop attent gemaakt worden zodat we wellicht nog extra vogels terug kunnen vangen.

D

ankwoord Vele mensen hielpen om dit project voor elkaar te krijgen. Katrien Prak van het Streekfonds en Quirijn de Ruijter worden bedankt voor hun inzet. Rolf van Beek en Gerard Dekker assisteerden diverse keren in het veld. Ninouk Vermeer en Loes Rommes hebben het project op professionele en enthousiaste wijze bij diverse media onder de aandacht gebracht.

Maar heel belangrijk voor het slagen van het vangen en teruggangen was de inzet van vrijwilligers en agrariërs die zwarte sterns beschermen in de Krimpenerwaard. Deze vrijwilligers hielpen met zoeken naar sterns met loggers, met de registraties van de aantallen in kolonies en waren vaak een goede hulp bij het vangen van de sterns. Speciale dank gaat daarbij uit naar Jan Heuvelman die op vele dagen in het veld actief was en steeds met bruikbare tips kwam over de sterns. Daarnaast hielpen de volgende personen met zoeken of vangen en loggers aanbrengen: Wim Sloof, Janny Monhemius, Joke Colijn, Peter van Horssen en Rudi Terlouw. Sijmen Hendriks wordt bedankt voor het maken van de mooie foto’s gedurende het gehele project. Peter van Horssen (Greenstat) zorgde voor de GIS en Flight R analyses van de gegevens en maakte de kaarten voor dit artikel. Literatuur: Van der Winden J. 2004. Ringonderzoek aan de Zwarte Stern Chlidonias niger in het Groene Hart. Het Vogeljaar 52 (4): 155-161 d

Naamgeving Vlaamse gaai Adri de Groot, www.vogeldagboek.nl, 13 januari 2017 N I E U W S B E R I C H T Vroeger noemde iedereen een gaai (Garrulus glandarius) een Vlaamse gaai, hoewel destijds ook al ‘gaai’ en ‘Vlaamse gaai’ door elkaar werden gebruikt. Zo komt het woord Vlaams bij gaai bijvoorbeeld helemaal niet voor in mijn uitgave van 1962 van de Vogelgids van Peterson (De Kist). In mijn Zien is Kennen! (1953) staat voluit Vlaamse gaai. In 1999 stelde de Commissie Systematiek Nederlandse Avifauna als officiële naam ‘gaai’ vast voor de soort Garrulus glandarius. Toen dacht iedereen, ik ook, dat ‘onze’ gaai zijn titel ‘Vlaams’ was kwijtgeraakt. Gewoon gaai bleef me kaal in de oren klinken en dus gebruik(te) ik weer Vlaamse gaai. Dat blijkt achteraf trouwens ook de ‘officiële’ Nederlandse naam te zijn voor de ondersoort die wij in onze bossen zien, maar daarover is destijds niet zo goed gecommuniceerd dat het voor iedereen duidelijk was. Gaaien behoren tot de familie van de kraaiachtigen en tot het geslacht Garrulus waarin de taxonomie drie soorten onderscheidt: Garrulus glandarius (gaai), Garrulus lanceolatus (strepengaai) en Garrulus lidthi (Lidths gaai). De soort Garrulus glandarius telt ruim dertig ondersoorten; ze komen alleen voor in Europa, Noord-Afrika en Azië, vandaar ook de Engelse naam Eurasian Jay. Nederlandse soortnaam: gaai. Alle 35 ondersoorten van de gaai zijn goed op uiterlijk van elkaar te onderscheiden en voor veel van die ondersoorten zijn (dus) Nederlandse namen beschikbaar. De naam voor de in Noord-West-Europa, bij ons dus, voorkomende ondersoort Garrulus glandarius glandarius is: Vlaamse gaai! Nog enkele voorbeelden. Turkse Gaai (G g atricapillus, Turkish Jay), Siberische Gaai (G g brandtii, Central Asian Jay), Tunesische Gaai (G g cervicalis, Tunisian Jay), Kaspische Gaai (G g hyrcanus, Caspian Jay), Marokkaanse Gaai (G g minor, Moroccan Jay), Cyprusgaai (G g glaszneri, Cyprus Jay). Deze namen zijn te vinden op Dutch Birding. Er zijn meer ondersoorten met aparte Nederlandse namen. Zoals de blauwborst. In Midden-Europa, ook bij ons, zie je de ondersoort witsterblauwborst (Luscinia svecica cyanecula), in Noord-Europa en de Alpen de roodsterblauwborst (L s svecica). Ik weet dat ik niet consequent ben, maar voor onze ondersoort witster gebruik ik de soortnaam blauwborst. Hoe de Vlaamse gaai aan zijn naam komt is onduidelijk. Hij zou ontleend zijn aan het Franse flambant = vlammend vanwege de roodbruine veren. Of, dat men in Nederland dacht dat de invasie van overwinterende gaaien uit Vlaanderen kwam. Of, dat het fraaie verenkleed leek op de kledij van gegoede burgers in het welvarende Vlaanderen. Nog een verklaring is dat de gaai voor het eerst in Wallonië is beschreven onder de naam gay en dat men dan zei ‘dat is in het Vlaams gaai’. De oorsprong van ‘Vlaamse gaai’ zullen we waarschijnlijk nooit te weten komen. Als verwoed verzamelaar van eikels zou, zoals in enkele andere talen, een naam als eikelgaai, of eikelkraai of eikelekster, zeker niet misstaan. Ook de Franse vogelnaam verwijst hiernaar, evenals de Duitse naam. d

Vlaamse gaai, Garrulus glandarius glandarius, European Jay, Geai des chênes, Eichelhäher Een nog niet eerder gepubliceerde archieffoto van een gaai, een Vlaamse gaai welteverstaan, foto Adri de Groot www.vogeldagboek.nl 22

WAARDVOGEL | APRIL 2017



Grutto gaat, grauwe gans komt Centraal Bureau voor de Statistiek, https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/13/grutto-gaat-grauwe-gans-komt, 27-3-2017

PERSBERICHT

Sinds 1960 is het aantal boerenlandvogels met 60 tot 70 procent teruggelopen. Dat komt neer op de verdwijning van meer dan tweeënhalf miljoen broedvogels in ruim vijftig jaar. Het aantal patrijzen, zomertortels, ringmussen is gedecimeerd en van de grutto’s is twee derde verdwenen. Het aantal ganzen is in dezelfde tijd meer dan vertienvoudigd. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe analyses, samen met Sovon Vogelonderzoek Nederland. De afname van het aantal boerenlandvogels is recent afgevlakt, maar van herstel is nog geen sprake, ondanks alles wat de laatste jaren is gedaan op het gebied van agrarisch natuurbeheer. Het zijn tegenwoordig grote groepen ganzen die het vogelbeeld in het agrarisch gebied bepalen. Het aantal ganzen dat hier in de winter overblijft, is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Daarnaast heeft zich een grote broedende populatie ontwikkeld. De boerenlandvogelindicator De 27 soorten boerenlandvogels voor Nederland zijn de boerenzwaluw, geelgors, gele kwikstaart, grasmus, graspieper, grauwe gors, grote lijster, grutto, kemphaan, kievit, kwartel, patrijs, putter, ringmus, roek, roodborsttapuit, scholekster, slobeend, spotvogel, spreeuw, steenuil, torenvalk, tureluur, veldleeuwerik, watersnip, wulp, zomertortel. Voor het volgen van de vogels die broeden in het agrarisch landschap heeft ieder Europees land een graadmeter ontwikkeld: de boerenlandvogelindicator. Voor Nederland wordt deze indicator gepubliceerd op het Compendium voor de Leefomgeving. Het betreft de trend van 27 karakteristieke soorten van 1990 tot heden. De reeks is gebaseerd op systematische tellingen door vrijwilligers en professionals onder de vlag van het Netwerk Ecologisch Monitoring, een samenwerkingsverband van het ministerie van Economische Zaken, provincies, RWS, CBS en PBL. Het zijn soorten van zowel open als gesloten gras- en akkerland met een variatie in ecologische niches en voedselgroepen. Door deze diversiteit van gekozen soorten is de broedvogelindicator een goede graadmeter voor de ecologische kwaliteit van het agrarisch landschap. Achteruitgang boerenlandvogels De boerenlandvogelindicator (te vinden op www.nvwk.nl/actueel/nieuws/grutto-gaat-grauwe-gans-komt) laat zien dat sinds 1960 60 tot 70 procent van de broedvogels uit het Nederlandse boerenland zijn verdwenen. Het gaat om een achteruitgang van naar schatting ruim 4 miljoen naar ruim 1,5 miljoen broedparen. Enkele soorten zijn in grote delen van ons land bijna niet meer te vinden. Sinds 1960 zijn naar schatting 750 duizend tot 1,1 miljoen broedparen van de veldleeuwerik verdwenen. Ook de patrijs (afname 93 procent), de zomertortel (afname 92 procent), de ringmus (afname 93 procent) en de grutto (afname 68 procent) zijn tegenwoordig schaarse verschijningen. Dit overzicht laat zien dat niet alleen typische weide- of akkervogels sterk achteruit zijn gegaan, maar dat ook van soorten van het kleinschalig cultuurlandschap meer dan twee derde van de populatie verdween. De afname van boerenlandvogels is zichtbaar in heel Europa. Volgens cijfers van de European Bird Census Council verdwenen sinds 1980 maar liefst 300 miljoen broedparen uit het Europese boerenland. Toename ganzen Het aantal kolganzen, brandganzen en grauwe ganzen, maar ook het aantal van nieuwkomers als Canadese ganzen en Nijlganzen is sterk gestegen. Al deze ganzen horen niet tot de boerenlandvogels, omdat ze worden beschouwd als watervogels of niet inheems zijn. Ze gebruiken het boerenland niet om te broeden maar vooral om te foerageren. In januari 2014 telde Nederland 2,4 miljoen ganzen. Dat zijn er tien keer zoveel als in 1975. Deze populaties zijn met name aanwezig op de graslanden. Enkele soorten broeden nu ook in Nederland, met name de grauwe gans. Zij blijven dan ook in de zomer. Tot 1960 waren deze soorten niet of nauwelijks als broedvogel aanwezig in ons land. Tegenwoordig komen ze op veel plaatsen voor, tot zelfs binnen de bebouwde kom. Herinrichting landschap en intensivering grondgebruik De laatste twintig jaar is meer dan 1200 vierkante kilometer landbouwgrond onttrokken voor onder andere woningbouw, bedrijventerrein en wegaanleg. Daarvoor, in de jaren vijftig, begon de ruilverkaveling en met het opschalen van de percelen veranderde het landschap. In sommige gebieden werd de slootlengte met meer dan 90 procent teruggebracht. Nadien werden nieuwe drainagetechnieken toegepast en is het waterpeil verder omlaag gebracht. Oneffenheden in het landschap werden geëgaliseerd. Sinds de jaren vijftig is de biodiversiteit in het agrarisch landschap veranderd. Daarnaast werden andere gewassen geteeld, zoals de ‘mesttolerante mais’. Hiermee veranderde het voedselaanbod voor broedvogels. Er verdwenen sloten als perceelafscheiding. Omdat ook heggen en bomensingels zijn weggehaald, was er voor boerenlandvogels minder plek om in struiken en bomen te broeden. Meer bemesting en hogere maaifrequentie In de jaren zeventig en tachtig is steeds meer mest op het land gebracht en is een zeer snelgroeiende grassoort geïntroduceerd en verdween de diversiteit aan kruiden. Tegelijkertijd verminderde het aantal – en de diversiteit – van insecten die als voedsel dienden voor veel vogelsoorten en opgroeiende weidevogelkuikens. De laatste tien jaar ontstonden zogenoemde ‘grasakkers’. In de jaren zestig werd het gras vaak maar één tot twee keer gemaaid, tegenwoordig zijn er percelen die in één seizoen vijf of meer keer worden gemaaid. Uit studies van onder andere de Universiteit Groningen blijkt dat bij intensiever maaien nesten en opgroeiende kuikens verdwijnen. De kuikens die dit overleven groeien vervolgens op in strak geschoren graslanden met weinig dekking en weinig voedsel. Ze zijn daardoor in slechte conditie en een gemakkelijke prooi voor predatoren. De invloed van de toename van predatoren in de laatste tientallen jaren kan niet los worden gezien van de intensivering in de landbouw. Verhoogde predatiedruk door een interactie van factoren Recente studies naar de broedecologie bij grutto’s hebben uitgewezen dat de uitkomstpercentages in de weinige, nu nog resterende kruidenrijke weilanden vergelijkbaar zijn met de uitkomstpercentages in het begin van de jaren tachtig, toen er minder predatoren in de weidegebieden voorkwamen. Deze voor 24

WAARDVOGEL | APRIL 2017


boerenlandvogels hoogwaardige weilanden waar weidevogels ook heden ten dage veilig kunnen opgroeien, zijn in de laatste tientallen jaren sterk in areaal afgenomen en vervangen door intensief bemaaide weilanden. De predatoren lijken vooral te profiteren van deze weilanden, waar ze in de eenvormige grasmat de nesten eenvoudiger kunnen vinden. Ook zijn door de schaalvergroting en betere ontwatering de gebieden veel beter toegankelijk geworden voor vossen, marterachtigen en anderen. Naast een lager percentage uitgekomen eieren is ook de kans dat een kuiken op intensief grasland opgroeit en overleeft een stuk kleiner, doordat zij daar minder goed groeien door voedselgebrek. Door de relatief slechte conditie lopen deze kuikens een groter risico om gepredeerd te worden. Er is dus een interactie tussen de effecten van de intensieve landbouw en de aanwezigheid van predatoren. Er kan daarom gesteld worden dat een verhoogde predatiedruk mede het resultaat is van de reeds bestaande negatieve effecten van de moderne landbouw, en deze verergert. Draagkracht Omdat de grasproductie is verhoogd en het groeiseizoen is verlengd, is er voor ganzen óók in de winter veel energierijk voedsel te vinden. Het is vooral deze draagkrachtverhoging die er voor zorgt dat er meer ganzen in Nederland verblijven. Voor de boerenlandvogels is juist draagkracht verloren gegaan omdat zij minder voedsel hebben en een verhoogde sterfte ondervinden. Dit is een artikel in een serie berichten waar de trends in de landbouw sinds 1950 op een rij zijn gezet. Eerder verschenen berichten over schaalvergroting, de landbouwproductie, de landbouwexport en de landschappelijke veranderingen in het agrarisch gebied. Zie ook www.sovon.nl. [Op de site in het nieuwsbericht staan de downloadbare pdf’s, red]. d

WAARDVOGEL | APRIL 2017 25


Groenste stad van Nederland Ingezonden brief Wim van den Bremen

I

n de laatste Waardvogel is een optimistisch verhaal van Joke Colijn geplaatst over Krimpen aan den IJssel als Groenste Stad. Ik wil daar als inwoner van de vorige Groenste Stad Capelle aan den IJssel, enige kanttekeningen bij zetten. Prijzen zijn er vaak om degene die de prijs uitreikt, aandacht te geven. Dat is hier ook zo. De bedoeling is om meer aandacht voor groen bij de gemeenten te wekken. In dat verband is het nuttig om te kijken hoeveel gemeenten er aan deze wedstrijd mee willen doen. (1) Dat valt nog tegen. Maar het streven is schoon. In Capelle verwacht de wethouder dat de stimulans van de prijs blijvend effect heeft. Voor wat het beleid betreft zal dat kunnen gelden. In ieder geval tot de volgende collegeonderhandelingen. (2) De groene belangstelling bij college en gemeenteraad is daar uitgesproken. Maar de implementatie in de uitvoering wordt het grote probleem. Het is al vaak vastgesteld dat beleidsmakers niet echt letten op de uitvoering. (3) Als coördinator van een groen buurtinitiatief heb ik in zestien jaar nog nooit direct contact kunnen hebben met de wijkchef. De contacten lopen via een andere ambtenaar die wel in staat is om met inwoners te communiceren. Dat is afgesproken nadat de gemeentelijke uitvoerders bij herhaling om maaiden wat daarvoor met moeite was gespaard of geplant. En dat de dienst dat contact met een andere ambtenaar accepteerde, kwam uitsluitend door jarenlang doordrammen bij het college. (4) Bij gemeentelijke diensten wordt terecht gekeken hoe onderhoud zo goedkoop mogelijk kan worden uitgevoerd. Misschien zegt het diensthoofd nog wel tegen de medewerker dat hij op een aantal dingen moet letten. Maar het diensthoofd zal na het werk ook vaak zeggen: ”Moest het echt zo lang duren?”. (5) Een ander organisatorisch probleem is dat groen vaak te maken heeft met verschillende projecten. De gemeentelijke organisatie is onderverdeeld in gespecialiseerde afdelingen die soms moeilijk met elkaar communiceren. Daarbij is ook sprake van een sociale rangorde. De civiele techniek vindt zichzelf het belangrijkste. Dan komen de economen en pas veel lager de groenen. In de functiewaardering bij gemeenten zijn beleidsambtenaren hoger ingeschaald dan uitvoerenden. En dat laten ze allemaal soms merken. (6) Om blijvend voldoende aandacht voor het groen in de stad te behouden, zal de groene elite dus permanent druk moeten uitoefenen op het uitvoerend apparaat. De kortste weg tussen groen beleid en groene uitvoering binnen de gemeentelijke organisatie zou weleens via groene inwoners kunnen lopen. En dat in een tijd dat in de politiek elites niet populair zijn. (7) In Capelle is het contact tussen groene organisaties en beleid inderdaad verbeterd. Maar voor de uitvoerenden is er nog veel te leren. (8) Daar zullen groene inwoners een duurzame stimulerende invloed op moeten uitoefenen. Ik wens de Krimpenaren toe dat het daar lukt. Het wordt hard werken.

Vragen n.a.v. deze brief voor de gemeente Krimpen Joke Colijn 1. Is bekend hoeveel steden zich aanmelden per jaar, is daar zicht op door de deelnemers? Dit om aan te geven in hoeverre er echte competitie is. 2. In hoeverre is groenbeleid ingebed voor de toekomst, om te voorkomen dat het wordt afgeserveerd of geminimaliseerd bij wisseling van de politieke wacht, of concessies bij onderhandelingen? 3. Hoe is de uitvoering van het groene groenbeleid verzekerd? Is er een vorm van controle op de uitvoering, is er een vorm van monitoring om ontwikkelingen te volgen? 4. Wordt rekening gehouden met inbreng bewoners? Is er terugkoppeling vanuit het veld via de dienstdoende gemeentewerker naar het gemeentekantoor? Worden bewoners geïnformeerd bij veranderingen in beheer van gemeentelijk groen, zodat ze begrijpen waarom bijvoorbeeld vegetatie langer blijft staan voor zaadzetting e.d.? 5. Is er ruimte in het groenbudget om voor natuurvriendelijk onderhoud meer tijd te reserveren indien nodig? 6. Sociale rangorde, slechte communicatie tussen verschillende afdelingen, groen is minder belangrijk dan economische belangen. Hoe is dit in Krimpen geregeld? 7. Blijvende druk door ‘groene elite’. Hoe wordt daarmee omgegaan: wordt dat gewaardeerd, geaccepteerd of gezien als bemoeienis? We informeren hiervoor ook bij bewoners! 8. In hoeverre worden uitvoerenden meegenomen in groene plannen en de doelen erachter? Wordt gesnapt waarom groen en groenbeleid zo belangrijk is voor inwoners? d 26

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Hoezo Groenste Stad? Krimpen aan den IJssel:

groene poort tussen stad en platteland Joke Colijn In de Waardvogel van december jl. schreef ik een verslag van de Nationale Groendag op 21 september 2016, waarop van alles gebeurde en onder meer Krimpen aan den IJssel tot Groenste Stad werd gekozen. De organisatie van de dag was in handen van en vond plaats in de vorige Groenste Stad, Capelle aan den IJssel, samen met Entente Florale, de organisatie die zich bezighoudt met groen in verstedelijkt gebied en die ook jureert. Dit laatste gebeurt op basis van de opgestelde beleidssamenvatting (*), waarna tijdens een jureringsdag in elk van de deelnemende gemeenten hun groenbeleid én de praktijk tegen het licht worden gehouden. De criteria in relatie tot groen zijn breed: men kijkt naar groen en cultuurhistorisch erfgoed, inrichting, natuur en landschap, recreatie en toerisme, milieu en duurzaamheid, en samenwerking met bewoners en bedrijven. Een van onze leden, de heer Wim van den Bremen die in Capelle aan den IJssel woont, heeft geen goede ervaringen met zijn gemeente als Groenste Stad van Nederland. Hij schreef ons daarover een brief, die wij hiernaast publiceren. Hij besluit de brief met de wens dat het de Krimpenaren lukt om vooral in de uitvoering van het groenbeleid veel te verbeteren. Ik werd hierdoor geprikkeld om persoonlijk na te gaan vragen bij de gemeente Krimpen aan den IJssel hoe men daar invulling geeft aan de titel, en maakte een afspraak met de heer Jan Soede, Adjunct-directeur Ruimte. De acht vragen die ik wilde stellen zijn gedistilleerd uit stukken brieftekst van Wim. Ter verduidelijking heb ik daarachter in zijn brief een nummertje tussen haakjes gezet. Tijdens het gesprek kwamen al deze elementen terug en in de tekst hieronder verwijs ik naar de vragen. Voordat er reacties losbarsten van inwoners uit Capelle: ik realiseer me dat het aardig zou zijn als ook de gemeente Capelle hierover bevraagd zou worden; dat komt wellicht een volgende keer. Dit jaar is het relevant om te weten wat Krimpen nu en in de toekomst met de titel doet. d

1

. Is bekend hoeveel steden zich aanmelden per jaar, is daar zicht op door de deelnemers? Dit om aan te geven in hoeverre er echte competitie is. Vanaf 15.000 inwoners valt een gemeente onder ‘stedelijk gebied’ en kun je meedoen als stad, daaronder ding je mee naar de titel Groenste Dorp. Het aantal deelnemers is wisselend per jaar, maar ik weet eigenlijk niet of er een voorselectie plaatsvindt. Sommige gemeenten worden gevraagd om mee te doen, wij hebben onszelf aangemeld en mochten meedingen. Dat heeft een reden, want zoals wethouder Marco Oosterwijk zegt in het boekje (*) op pagina 4: “Ik vind het belangrijk om deskundigen mee te laten kijken naar hoe wij omgaan met het mooie groen dat we hier hebben. Los van het competitie-element, hecht ik veel waarde aan de frisse blik van de jury. Door hun advies en aanbevelingen kunnen we ons groenbeleid nog verder verbeteren.” Wij hebben bij de verkiezing het themacertificaat ‘Groen en Participatie’ gehad. We bieden onze inwoners heel veel aan, maar een van de punten die we uit het advies meenemen is dat inwoners de juiste informatie nog niet altijd weten te vinden. Daar moeten we aan werken. Het is niet alleen de bedoeling om meer aandacht voor groen bij de gemeenten te wekken met de verkiezing, maar vooral ook IN de gemeenten, bij de inwoners dus. Het gaat daarbij niet om een sec opsomming van vierkante meters groen, maar veel meer om kwaliteit. Hoe kun je als stedelijke gemeente je groen borgen, hoe is de lijn bestuur-ambtenaren-inwoners. En je kunt allerlei mooie plannen hebben, maar het gaat erom

dat het buiten zichtbaar is. Dat zijn dingen waar de jury naar kijkt. Het groenbeleid is in 2010 door de gemeenteraad vastgesteld en nu wilden we kijken waar we staan. Dan kan met een extern bureau, of je kunt het zelf doen, maar voor ons was dit een hele mooie manier om te laten beoordelen door een deskundige jury die heel breed kijkt, hoe het groenbeleid staat in duurzaamheid, participatie, gezondheid, cultuurhistorie, r u i m t e l i j k e ontwikkeling enzovoorts. Wat gaat goed, wat kan beter, waar kunnen we aan werken. Het juryrapport was dan ook het eigenlijke doel om mee te doen, en als je dan wint is het natuurlijk een prachtige bonus dat je extra aandacht krijgt voor je beleid. Ook bij de inwoners merkten we dat er een stukje gezamenlijke trots ontstond; zo van ‘dit is Krimpen, en ik woon hier toch maar’. Dus jullie hebben echt het gevoel dat de inwoners het proces dragen? Ja, je hoort het ook terug van inwoners, en dat nieuwe inwoners kiezen voor Krimpen als groene gemeente. Maar ja, de druk op het groen wordt wel steeds groter, dus onze opdracht is om dat groen goed te borgen en te bewaken.

WAARDVOGEL | APRIL 2017 27


2

. Dat brengt ons bij de volgende vraag: In hoeverre is groenbeleid ingebed voor de toekomst, om te voorkomen dat het wordt afgeserveerd of geminimaliseerd bij wisseling van de politieke wacht, of bij concessies tijdens onderhandelingen? Zoals ik al zei, het groenbeleid is bij ons in 2010 door de raad vastgesteld beleid. De diverse groenstructuren (**) zijn vastgelegd in de bestemmingsplannen, daarmee ligt het groenbeleid in de basis vast. Hoe die vertaling wordt gemaakt in de praktijk, is afhankelijk van de tijdgeest. De laatste jaren is het verschijnsel

en de bewoners doen dan het onderhoud. Dat laatste is natuurlijk wel van belang! Als mensen iets planten en er vervolgens niet naar omkijken en het gaat woekeren, heb je eerder een probleem gecreëerd dan opgelost. Aan de andere kant is op plaatsen waar door jarenlang een beheer te voeren van maaien en afvoeren, nu waardevolle beplanting ontstaan zoals de orchideeën die in gemeentelijk perken groeien. Daarvan wil je ook niet dat de schop er in gaat! Nee, dus eerst melden, dan gaat het goed. We zouden wel graag zien dat bijvoorbeeld buurtbewoners gezamenlijk een initiatief indienen, maar dat komt nog niet echt van de grond. Wij zouden het heel leuk vinden en stimuleren als mensen hun eigen leefomgeving helpen creëren.

3 burgerparticipatie opgekomen, steeds meer samen doen. Een voorbeeld is wat jullie [de NVWK, red.] met de hoogstamfruitboomgaard aan de Boveneindselaan doen, jullie betrekken de omwonenden erbij. Dat was zo’n tien jaar geleden wellicht niet van de grond gekomen. Het Zwaneneiland waar Jos de Nood met vrijwilligers werkt is toch al een ouder initiatief? Dat klopt, de Vrienden van het Zwaneneiland en de Jeugdnatuurwacht waren initiële initiatieven, nu zie je dat het steeds meer een maatschappelijk verschijnsel is. Maar misschien dat niet alle inwoners weten wat er mogelijk is op ‘groen’ gebied. Dat is soms veel meer dan men denkt en daar staan we voor open. Dat gaan we nog beter communiceren.

D

it gaat over mijn vraag 4a: Wordt rekening gehouden met inbreng bewoners? Is er terugkoppeling vanuit het veld via de dienstdoende gemeentewerker naar het gemeentekantoor? Recent hebben we in dat kader alle initiatieven die er inmiddels zijn op de gemeentelijke website gezet, zodat de informatie toegankelijker wordt. Het zijn voorbeelden van participatie in het groen, maar ze dienen ook om bewoners over de streep te helpen. Een inwoner mag best iets doen met het bloembakje voor zijn huis, maar meld het wel aan de gemeente. Wij geven het dan weer door aan de aannemer die het groen verzorgt, want zo’n initiatief moeten we wel veilig stellen. Je kunt anders de situatie hebben dat iemand iets leuks plant, de aannemer weet er niet van en die haalt het er uit. Daarom: niets op eigen houtje doen, maar melden bij de gemeente, zodat het goed loopt. Samen is er best veel mogelijk, maar wij kijken wel naar welke soorten men wil planten i.v.m. bijvoorbeeld de hoogte en verkeersveiligheid,

28

WAARDVOGEL | APRIL 2017

a. Hoe is de uitvoering van het groene groenbeleid verzekerd? Want je vertelt dat de richting vast ligt in de bestemmingsplannen. Hoe je dat met wisselende politieke macht invulling geeft, zie je dan wel, maar het uitgangspunt is er. Een eventuele wijziging op het bestemmingsplan is wel mogelijk, maar dat is niet zo’n makkelijk proces. Ja. Dit is het maximale wat je kunt doen in een democratisch systeem, dit is de basis. Sprekend over basis: een aantal jaren geleden is in het Kwaliteitsplan vastgesteld dat we in de gemeente Krimpen aan de IJssel de hele buitenruimte op een basisniveau onderhouden, en de begraafplaatsen op hoog niveau. Dat kost een bepaald budget. Stel dat de economische situatie over een aantal jaren heel anders is en er bezuinigd moet worden, dan zou het zo kunnen zijn dat de gemeenteraad besluit dat we voor een aantal plekken met het onderhoud omlaag gaan van een basisniveau naar een laag niveau. Dat is niet wat je wilt, maar het is een optie. Daarmee wil ik maar zeggen dat het beleid voor onderhoud op basisniveau niet tot in lengte van jaren vaststaat.

3

b. Is er een vorm van controle op de uitvoering, is er een vorm van monitoring om ontwikkelingen te volgen? Het beleid en in ons geval basisonderhoud ligt vast in de contracten. Daar houden we zelf toezicht op. Bovendien laten we een onafhankelijk bureau twee keer per jaar schouwen. Dus ook dat borgen we. We zien zelfs dat het onderhoudsniveau iets boven ‘basis’ ligt. We doen dat volgens de CROWnormering, die werkt met beelden. Zo’n beeld zegt iets over het onderhoudsniveau, bijvoorbeeld ‘basis’. Dan mag er een bepaald percentage onkruid staan, en zoveel stuks zwerfafval per meter; er zijn richtlijnen voor zulke zaken. Het voordeel is dat er in het contract staat dat er het hele jaar door wordt gewerkt volgens het basisniveau, zodat je een uniform beeld hebt door het hele jaar heen. Voorheen gaf je bijvoorbeeld aan dat je wilde dat er 26 keer per jaar gemaaid werd, ongeacht wat de invloed van het weer dat jaar was. Nu mag het gras gewoon niet langer zijn dan X centimeter, zolang het maar voldoet aan het beeld. Een aannemer kan dan het ene jaar vaker moeten maaien dan het andere jaar. Het maakt een inwoner niet uit hoe vaak er gemaaid wordt, het gaat hem er om hoe het er uit ziet. Dat geldt ook voor schoffelen. Niet standaard vier keer per jaar, met na het schoffelen weer veel nieuwe onkruidgroei. Nu


accepteer je wát onkruid, en de aannemer kijkt naar de situatie en beoordeelt wat nú nodig is, wat nog even kan wachten, en gaat op die manier de wijk door. Dit is een heel andere benadering; het gaat er immers om hoe het er uit ziet. Veel meer resultaatgericht. Ook hiermee bouw je garanties in. Vooral omdat die controle van het externe bureau er ook nog is. Mooi hoor! Ja; we controleren zelf, maar laten het daarna nog door het externe bureau doen. Hoe lang de aannemer er over doet is aan hem, we rekenen af op resultaat.

D

it is gelijk het antwoord op mijn vraag 5: Is er ruimte in het groenbudget om voor natuurvriendelijk onderhoud meer tijd te reserveren indien nodig? Want deze contracten gaan niet uit van gewerkte uren of aantallen maaicycli per jaar, maar van beelden, waaraan het resultaat moet voldoen. Ik neem aan dat op het bestek meer aannemers hebben ingeschreven; dan telt natuurlijk de offerte, maar ik denk ook de motivatie erachter. Ja, er zijn meerdere dingen die we daarin hebben meegewogen; niet alleen de prijs was doorslaggevend. Er is een soort puntentelling voor, het ging zeker ook om kwaliteit. De aannemer waar jullie de contracten mee hebben, is dat Groenbedrijf Punt? Nee. Het waterschap HHSK werkt nu met Punt, dat moet een goede ‘groene’ contractor zijn. Ze hebben de Ondernemersprijs 2016 gewonnen voor groenonderhoud. Bij het waterschap zie je inderdaad ook wel verandering komen in het beleid. Voorheen moesten met de najaarsschouw alle sloten schoon, en nu mag er op sommige plaatsen riet blijven staan in de gemeente. Dat is ontzettend mooi! Niet alleen visueel mooi, maar ook mooi voor flora en fauna! Ja, de biodiversiteit is er mee gediend. Gefaseerd slootschonen en slootkantenbeheer mag nu, en dat wordt door HHSK ook gecommuniceerd naar de aanwonenden, zodat ze weten waarom iets blijft staan.

de Krimpense Groene Tafel, Boomfeestdag en andere groeninitiatieven. Een onderwerp waar we nu mee bezig zijn is Operatie Steenbreek: tegel er uit, plant er in. Dit gaat over de vergroening van (beton)tuinen in verband met het veranderende klimaat waarin we naast droge perioden steeds meer heftige buien krijgen. Het goed omgaan met regenwater is om meer redenen belangrijk: het tegengaan van verdroging, voorkomen van wateroverlast doordat het opgenomen kan worden door de aarde en niet gelijk wegspoelt de afvoeren in, én het aantrekkelijker maken van tuinen voor flora en fauna. De opzichter heeft contact met de aannemer, maar de aannemer spreekt ook zelf inwoners. Hij handelt zelf meldingen af. Hij belt soms ook bij een melder aan om een stukje uitleg te geven. Dus ja, kortere lijnen zijn er volgens mij niet! En als mensen begrijpen waarom iets blijft staan, waarderen ze het – hopelijk – ook! Al zijn soms de meningen daarover verdeeld. Ja, daar heb je altijd wel mee te maken.

6

. Sociale rangorde, slechte communicatie tussen verschillende afdelingen, groen is minder belangrijk dan economische belangen. Hoe is dit in Krimpen geregeld? We hebben zoals ik al zei, hele korte lijnen naar de inwoners. En wat ook anders is dan bij veel gemeenten: beleid en beheer zitten bij ons in één team. Elders zit bijvoorbeeld beleid op afdeling A, en beheer op afdeling B. Dan moet een onderwerp van de ene afdeling naar de andere, informatie gaat verloren, afstemmen wordt lastiger. Hier wordt gespard, gekeken wat de beste oplossing is, of iets ook uitvoerbaar is. Niet dat beleid wordt bedacht, en dat uitvoering er iets mee ‘moet’. Het werk wordt binnen het team opgepakt. Dit werkt goed op de Krimpense schaalgrootte, het kan best zijn dat het niet meer lukt in een grotere gemeente. Dan moeten jullie gewoon niet verder groeien, het werkt immers goed zo!

H

a, nu is het tijd voor mijn vraag 4b: Worden bewoners geïnformeerd bij veranderingen in beheer van gemeentelijk groen, zodat ze begrijpen waarom bijvoorbeeld vegetatie langer blijft staan voor zaadzetting en dergelijke? Mensen moeten weten wat het doel is, anders komen er geheid opmerkingen dat er stukken zijn overgeslagen, of ‘dat het een rommeltje wordt’. Het is dan ook een heel belangrijk punt, dat je bewoners daarin meeneemt. Hoe doen jullie dat? Via de website begrijp ik? Ja, en ook via het gemeentelijke kwartaalblad De Klinker, met onder andere een rubriek Groenste Gemeente voor onderwerpen op dit gebied. Rond de verkiezing tot Groenste Stad stond er daarover veel in, maar we schrijven ook over

7

. Blijvende druk door ‘groene elite’. Hoe wordt daarmee omgegaan: wordt dat gewaardeerd, geaccepteerd of gezien als bemoeienis? Dit herken ik niet. We betrekken juist inwoners erbij en we WAARDVOGEL | APRIL 2017 29


hebben goede contacten met een aantal zeer betrokken inwoners, waarmee we rondom de Krimpense Groene Tafel het gesprek aangaan. Dat doen we ongeveer twee keer per jaar. We staan open voor suggesties vanuit de gemeente. Dan is hier m.i. geen groene elite nodig zoals Wim beschrijft; tenzij die elite bij jullie aan de Groene Tafel zit, maar dan levert die al regelmatig input en dat vinden jullie prima! Mogen wij als NVWK mee aanzitten aan de Groene Tafel? Zeker, ik weet niet beter dan dat jullie al uitgenodigd zijn! Je was er toch al een keer bij? Ja, maar daarna heb ik niks meer gehoord. Misschien zitten we niet in het adresbestand? Dat is dan misgegaan, jullie zijn uiteraard uitgenodigd! Dat is fijn, want dan kunnen wij via onze contacten nog een extra informatieronde doen bij de Krimpense inwoners om te vragen wat men graag zou willen inbrengen als mensen zelf niet in de gelegenheid zijn.

D

at wordt dan gelijk de invulling van 7b: We (van de NVWK) informeren hiervoor ook bij bewoners! Als inwoners bij de Krimpense Groene Tafel willen meedenken, staat we daar uiteraard voor open. We zijn er nog niet zo lang geleden mee begonnen en nu doen we het via de betrokken partijen die we al kennen, maar we willen zeker ook andere inwoners de gelegenheid bieden.

8

In hoeverre worden uitvoerenden meegenomen in groene plannen en de doelen erachter? Wordt gesnapt waarom groen en groenbeleid zo belangrijk is voor inwoners? Bij de jurering door Entente Florale hebben niet alleen een aantal Krimpenaren hun betrokkenheid laten zien, maar heeft

ook de aannemer verteld over zijn aanpak. Dat laat al zien dat we het gezamenlijk doen, zijn mensen kennen het beleid en werken er aan mee. Ze bellen aan bij inwoners als ze daar werken, ze tonen een grote betrokkenheid, ze snappen best wat het belang is van een groene leefomgeving. Verder is er plek bij deze aannemer voor maatschappelijke stages, dat

schept ook een band met de inwoners. We kennen allemaal het beeld van de gemeentewerker die op een schoffel staat te leunen tot het vijf uur is. Zo iemand voelt zich niet betrokken, die staat daar omdat het ‘moet’. Ik zie dat het werk goed wordt gedaan, kennelijk zijn de mensen van deze aannemer dus wel gemotiveerd! Binnenkort zien we elkaar weer in verband met het oogstfeest wat we gezamenlijk gaan organiseren in de boomgaard aan de Boveneindselaan. Dat wordt waarschijnlijk in september gehouden. Dank je wel voor het verhelderende gesprek Jan! (*) Op de website van de gemeente Krimpen staat de beleidssamenvatting van 44 pagina’s van het groenbeleid n.a.v. de verkiezing: https://www.krimpenaandenijssel.nl/ public/documenten/gemeente/Entente_Florale.pdf Deze info is ook verkrijgbaar in een boekje, wat ik meekreeg. (**) Er zijn meerdere groenstructuren vastgesteld, daarover wordt verteld in het hoofdstukje Visuele en ruimtelijke kwaliteit op pagina 5 en 6 van het document. d

Q

uote van Martijn Vroom, trotse burgemeester: “Ik merk aan alles dat het meedoen aan deze competitie mensen enorm heeft gemotiveerd. Van de jongens met de schoffel tot de vrijwilligers in de Heemtuin, en iedereen daar tussen. En om dan ook nog te winnen...! Geweldige ervaring, die energie willen we zo lang mogelijk vasthouden.”

Bijen in De Hennepakkers Hennepakkersgroep, 12 april 2017

NIEUWSBERICHT

Vanaf gisteren woont er een bijenvolk in De Hennepakkers. De 30.000 bijen en een koningin kwamen na een lange autorit vanuit Warffum (Groningen) aan in Stolwijk. d Nadat het vliegluik opengezet was kwamen de eerste bijen voorzichtig naar buiten om de boel te verkennen. Blijkbaar werd de omgeving al gauw ‘veilig verklaard’ en vlogen er bijen uit om al spoedig terug te keren met stuifmeel! Een kwartier later zoemden ze flink enthousiast rond boven het Ooievaarseiland, blijkbaar hebben ze het erg naar hun zin. De bijenkast bestaat uit een honingkamer en een broedkamer en telt 10 ramen. Wij hopen in de toekomst onze eigen Hennepakkershoning te hebben. Vind je het leuk om de bijtjes te volgen, like dan de Facebookpagina Vrienden van de Hennepakkers. Mark Elkerbout is de imker, heb je vragen dan kan je hem benaderen (voorlopig even via dit emailadres: hennepakkersgroep@hotmail.com). d 30

WAARDVOGEL | APRIL 2017



Vervolg inrichting NNN: vragen Max Ossevoort

Naar aanleiding van het artikel in de Waardvogel van december 2016 heb ik een aantal vragen vanuit onze leden ontvangen die ik in dit artikel graag wil beantwoorden. d

V

raag: in welke deelgebieden van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in de Krimpenerwaard worden welke natuurmaatregelen als doel nagestreefd? Zoals de figuur hieronder aangeeft is door middel van kleurvakken in de deelgebieden, die samen het NNN deel in de Krimpenerwaard vormen, aangegeven welke maatregelen waar zijn gepland. De legenda geeft aan welke doelen het betreft. Voor een deel van de (deel-)gebieden is al overeenstemming bereikt.

ook het decemberartikel) gerelateerd aan welke natuurmaatregel van toepassing kan zijn. De agrariër zal zelf een afweging maken welke maatregelen het beste binnen zijn beoogde bedrijfsvoering passen. Hij maakt vervolgens zelf een basisplan met daarin de op elkaar afgestemde natuur- en bedrijfsdoelen. Hierna kan de MNL de overeenkomst met de agrariër uitwerken. De ondernemer blijft overigens zelf verantwoordelijk voor het opstellen/aanpassen van het ondernemersplan.

V

V

raag: Hoe komen de natuurmaatregelen in de gele gebieden tot stand? De gele gebieden zijn die percelen waar agrarisch gebruik blijft. In het december artikel schreef ik dat de ‘dealmaker’, die overigens nu officieel wordt aangeduid als de ‘makelaar natuurinclusieve landbouw’ (MNL), al gesprekken aan het voeren zou zijn met de betreffende agrariërs. Dat bleek onjuiste informatie te zijn, omdat de formele gesprekken waren uitgesteld. Inmiddels is de MNL , die in opdracht werkt van de Stuurgroep Veenweiden, begonnen om samen met de agrariër te kijken naar diens ondernemersplan en te adviseren op welke wijze natuurmaatregelen ingepast kunnen worden in dat ondernemersplan. Omdat elke natuurmaatregel nu eenmaal financiële consequenties heeft zal de MNL met de agrariër overleggen welk instrument uit de instrumentenkoffer (zie

raag: Hoe staat het met het gebied Bilwijk? Er is in 2016 een rapport ‘Verkenning Inrichting Natuur Netwerk Nederland Bilwijk’ opgesteld en op basis van dat rapport zijn er aanbevelingen uitgebracht aan de Stuurgroep Veenweiden. De aanbevelingen houden o.a. maatregelen in die de waterkwaliteit kunnen verbeteren, hoe om te gaan met de aanwezige infrastructuur in combinatie met het verbinden van de (deel-)gebiedjes, de mogelijk te ontwikkelen natuurbeheertypen, de relatie met de landbouw in het gebied en de mogelijke ontwikkeling van recreatie. Daarnaast zijn aanbevelingen gedaan om onderzoeken uit te voeren die mogelijk leiden tot het verder optimaliseren van doelen en beschikbare middelen en het oplossen van knelpunten. Dit alles binnen het gebied Bilwijk! d


De kat

Tekst en illustratie: M. Bersma Mijn kamerplant, die een hoge leeftijd heeft bereikt, is dood. Ik haal z’n resten uit de bloempot en gooi die weg in de afvalbak met het groene deksel. Het kuipje, waar de pot instond, blijft achter in de tuin. Ik vergeet het op te bergen, het vangt nu regen op en stof en afgevallen blaadjes, waardoor zich een soort drab op de bodem vormt. De tortels drinken ervan en negeren het vogelbadje op de standaard. Elke morgen stapt de weldoorvoede poes van mijn buurvrouw haar achterdeur uit en wandelt naar mijn tuin om van het smakelijke bruine water te komen drinken. Zij geniet zichtbaar. “Waarom toch”, vraagt mijn buurvrouw zich hoofdschuddend af. Zij heeft een bakje met helder fris water in haar goed geordende tuin gezet, maar de kat negeert het. Zij drinkt van het troebele water in mijn óngeordende tuin en knipoogt tevreden naar de zon, terwijl zij tussen het drinken door oplettend rondkijkt of er misschien een musje in de buurt is. Het lijkt soms of ze naar me knipoogt. Wil ze me gunstig stemmen? “Maar van de vogeltjes blijf je áf,” gebied ik streng. Het is menens, zie ik haar denken. Met een weerstrevende rug schommelt ze terug naar de buren. d

Doe mee met de BBD! Maria Spruit

V

oor dag en dauw opstaan klinkt niet zo aangenaam, maar wanneer je het doet op zaterdag 13 mei is de beloning groot: - Je beleeft het ontwaken van de natuur; in het donker gakken er al ganzen en roepen de meerkoeten, tureluurs en grutto’s. - Soms wordt je verrast door een mooie zonsopgang. - Je hebt kans op het zien of horen van uilen, of je doet een andere bijzondere vogelwaarneming. - De hele dag vogelen met gelijkgestemden is áltijd gezellig. - Gezonde competitie tussen de teams kan soms tot grappige toestanden leiden.

D

e regels van de BBD zijn simpel; zie en/of hoor zoveel mogelijk vogels tussen rivieren Lek, IJssel en Vlist. - De teams mogen bestaan uit drie of vier personen. Bij een team van drie personen moeten twee mensen de vogel waargenomen hebben om mee te tellen. Bij een team bestaande uit vier personen, zijn dat er drie. - Waarnemingen mogen alleen gedaan worden vanaf openbaar toegestane wegen en terreinen. - De wedstrijd duurt van 5.00 tot 17.00 uur. - Geef je als team op of als individu bij vogelcoordinator Dirk-Jan van Roest volgens de contactgegevens op pag. 2. Wanneer je alleen bent, of je team is te klein, dan word je ingedeeld bij andere teams.

Z

oals altijd verzamelen we een kwartiertje voor aanvangstijd op het parkeerterrein van Café Restaurant De Loet, Kerkweg 279, Lekkerkerk (langs de N210). Na afloop is het ook weer traditie om de verhalen van de dag te vertellen en wat te drinken in dit Café. Een spannend moment is de bekendmaking van de winnaars. Zij krijgen de wisseltrofee mee, die natuurlijk een jaar lang een prominente plek in huis krijgt. Je ziet: er zijn alleen maar goede redenen om ook mee te doen! d

Cartoon: Gert Blom

WAARDVOGEL | APRIL 2017 33


Jaarverslag plantenwerkgroep 2016 Patrick Heuvelman

Wat gebeurt er allemaal in een jaar. Om een overzicht te maken moet je terug kijken. Bepaalde activiteiten en gebeurtenissen blijven hangen, sommige daarentegen vergeet je vrij snel en daar moet je soms voor graven om ze in het verslag op te nemen. d

I

k moest dus ook even speuren om tot een volledig overzicht te komen. De Waardvogels blijken hiervoor een goed naslagwerk te zijn. Dan moet ik ook direct melden dat de jaarverslagen van de knotgroepen en de vlinderwerkgroep door hen zelf in de waardvogel worden gepubliceerd. De coördinator plantenwerkgroep heeft zich dit jaar ingezet voor het aansturen van de landschapswerkgroep, die zich uiteraard weer heeft beziggehouden met het beheer van knotwilgen en fruitboomgaarden. Ook is de plantenwerkgroep in de weer geweest voor het beheer van botanische bermen langs het fietspad in het Loetbos, die afgelopen jaar weer zijn gemaaid en afgeruimd. Met succes, daar de kleine valeriaan weer is aangetroffen in een van de vier veldjes. Dit jaar hebben we de bermen zelf gemaaid met de nieuwe maaitrekker. Het hooien van het gemaaide gras ging lichter dan voorheen door het inzetten van de bandhooier. Dat scheelt een hoop harken! De Idylle is dit jaar twee keer gemaaid en afgevoerd. Ook hier ging het hooien redelijk gemakkelijk door de inzet van de nieuwe

machine. Handwerk blijft wel altijd nodig, dus vrijwilligers blijven hier onmisbaar bij. De activiteiten op floristisch gebied waren dit jaar beperkt. Natuurlijk was er als vanouds de plantenquiz, door Anton van Jaarsveld. Ook ging hij ons voor bij een muurplanten- en stadsfloraexcursie door Gouda. Tevens zijn er door vrijwilligers twee kilometerhokken geïnventariseerd. Dat brengt ons op het overzicht van de waargenomen plantensoorten. In 2016 zijn er 495 plantensoorten geregistreerd in de Krimpenerwaard. Weer een mooi aantal; iets minder dan vorig jaar, maar toch veel meer dan waargenomen soorten uit andere soortgroepen.

D

it was het vijfde en laatste jaarverslag van deze plantencoördinator. Voor hem is het tijd om de taken over te dragen aan een nieuwe kracht die met veel enthousiasme zich gaat inzetten voor de activiteiten op plantengebied. Dank u voor de deelname aan de floristische activiteiten van de afgelopen vijf jaar. d

Even voorstellen: Nieuwe bestuursleden Stef van Walsum en Jan van Exel Het zal niet zo vaak voorgekomen zijn dat er tijdens een Algemene Ledenvergadering twéé nieuwe bestuursleden werden geïnstalleerd. Stef van Walsum volgt Patrick Heuvelman op als coördinator plantenwerkgroep. Vanwege de vele ontwikkelingen met betrekking tot de natuur in de Krimpenerwaard die er momenteel gaande zijn, neemt het aantal bestuurstaken toe. Hierdoor was er behoefte aan een achtste bestuurslid. Jan van Exel heeft zich hiervoor beschikbaar gesteld. Hieronder stellen zij zich voor: d

S

tef: Ik ben Stef van Walsum, 20 jaar en woon in Ouderkerk aan den IJssel. Ik ben een student, natuurliefhebber en daarnaast volleybal ik graag. Tijdens een natuurwerkdag in het Loetbos kwam ik voor het eerst in contact met de NVWK. Sindsdien ben ik lid, volg ik met veel plezier lezingen en excursies en draag ik sinds een jaar bij aan het erfvogelproject ‘NVWK geeft erven vleugels’. Mijn passie voor planten begon vier jaar geleden met de start van de MBO-opleiding Bos- en Natuurbeheer op het Wellant College in Gouda. De natuur kreeg door de interessante lesstof

34

WAARDVOGEL | APRIL 2017

en het enthousiasme van de docenten steeds meer mijn interesse. Fotograferen en determineren van planten, vogels, insecten, paddenstoelen etc. begon ik steeds leuker te vinden en deze bezigheden namen al snel een groot deel van mijn vrije tijd in beslag. Het herkennen van verschillende soorten flora en fauna is ook nog eens een belangrijk onderdeel van mijn HBO-studie Landscape & Environment Management aan de Hogeschool Inholland in Delft. Dit is een vervolgstudie op de MBO opleiding die ik inmiddels met succes heb afgerond. Het fijne aan planten is dat je niet met tassen vol attributen door het veld hoeft te sjouwen. Verrekijker, telescoop, grote camera, microscoop etc. zijn allemaal niet nodig. Met slechts een simpele camera en een veldgids kom je al een heel eind. Dit samen met het feit dat er meer dan 1500 wilde plantensoorten in Nederland voorkomen, maakt deze soortgroep voor mij zo interessant. Als coördinator van de plantenwerkgroep hoop ik mijn eigen vaardigheden en kennis uit te kunnen breiden en een steentje bij


te kunnen dragen aan het beschermen, beheren en bestuderen van de flora in de Krimpenerwaard.

J

an: Graag stel ik mij even voor. Mijn naam is Jan van Exel, ik ben getrouwd en heb twee kinderen. Ik woon sinds 1973 in Krimpen aan den IJssel, dus ik ben redelijk ingeburgerd. Ik ben met pensioen, waardoor ik iets meer tijd overhoud dan in het werkzame leven. 48 jaar heb ik gewerkt, voornamelijk in de transport- en logistieksector. Als kind ging ik al vaak met mijn vader tijdens het weekeinde wandelen in de natuur en ik kreeg

dan wel wat namen te horen van wat we tegenkwamen.Daar komt dus mijn voorliefde voor de natuur vandaan. Niet dat ik een goede planten- of dieren- kenner ben, maar ik weet er wel iets van en iets wat je interesse heeft laat zich altijd verder aanleren. Al langere tijd ben ik lid van de NVWK en ik vind het een leuke en ook professionele club. De Waardvogel is een uiterst prettig, fijn tijdschrift boordevol kennis en ook nog eens prachtig uitgevoerd. Wie wil er nou niet voor een vereniging actief zijn die zich zo presenteert? Dus toen de vraag om inzet er was in de ALV van 2016, heb ik me aangemeld. Ik hoop me voor de NVWK in te kunnen zetten, waarbij ik me voorstel dat de invulling allengs vorm zal krijgen in samenspraak met het bestuur. Mijn interesse is vrij breed dus we vinden vast wel taken! Ik kijk uit naar een interessante tijd bij de NVWK. d

Roofvogelwerkgroep wordt nieuw leven ingeblazen Max Ossevoort Op zaterdag 25 maart was het dan zo ver. De nieuwe roofvogelwerkgroep in wording kwam voor de eerste keer bijeen voor een instructietour door (een deel van) de Krimpenerwaard, onder leiding van Jaap Graveland. d

V

oor dag en dauw zaten we al op de fiets, want om acht uur zouden we verzamelen bij de Hendrikshoeve in het Loetbos. Het was heerlijk weer: fris maar zonnig en onderweg lieten diverse vogels hun territoriumzang al horen. Bij de Hendrikshoeve werd eerst een voorstelrondje gehouden zodat de elf(!) leden waaronder drie jeugdigen elkaar een beetje beter konden leren kennen. Jaap schilderde het verloop van de ochtend en hij gaf aan welke methoden er gebruikt zullen worden. Vervolgens stapten we op de fiets om daadwerkelijk te gaan kijken in het terrein en de verschillen te ontdekken tussen nesten van kraaien en buizerd, om torenvalkkasten te gaan lokaliseren en om uit te kijken naar andere roofvogels. Onderweg stopten we regelmatig om aan de hand van Jaap’s uitleg weer een paar leermomenten

te kunnen noteren. Via de Oudelandse weg, het fietspad langs de Berkenwoudse Boezem en de Tiendweg vervolgden we de weg om via de Achterbroek en Berkenwoude weer bij het Loetbos terug te keren. Onderweg werd het stijgende enthousiasme van de groep nog eens extra aangewakkerd door de havikman die een aantal keren over ons heen vloog.

A

l met al was het een heerlijke en zeer leerzame ochtend. Inmiddels is er door Jaap een WhatsApp-groep voor de roofvogelwerkgroep aangemaakt, zodat communicatie sneller kan verlopen. Een prachtige start dus door de roofvogelwerkgroep. d

WAARDVOGEL | APRIL 2017 35


36

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Bezoek van het koningspaar aan de Krimpenerwaard Arie Dorsman; foto’s: https://www.zuid-holland.nl/fotoalbums/krimpenerwaard/ Op 21 februari bracht het koninklijk paar een streekbezoek aan de Krimpenerwaard. Tijdens deze kennismaking met als thema ‘De Kracht van de Krimpenerwaard’ was er ook aandacht voor de ontwikkelingen van natuur en het agrarisch bedrijf. dw

H

alf januari werd ik door de Provincie Zuid-Holland benaderd of ik wilde deelnemen aan een debat met de Koning en de Koningin over natuur en landbouw in de Krimpenerwaard. Het debat zou worden gevoerd met vier agrariërs die een zeer uiteenlopende bedrijfsvoering hebben. Van een hoog intensief melkveebedrijf tot een melkveehouder die zijn zuivelproducten direct aan inwoners van Rotterdam levert, en met mijn inbreng voor natuur. Ter voorbereiding waren er twee gesprekken om met de gesprekspartners kennis te maken en om de onderwerpen te bespreken. Voor natuur vond ik het van belang om biodiversiteit en het waterpeil in de Krimpenerwaard te bespreken. Biodiversiteit (of soortenrijkdom) kun je als een maat zien voor de kwaliteit van de omgeving. Zodra de melkveehouderij gaat intensiveren, dus meer melk gaat produceren met meer en hoog productieve koeien, neemt de biodiversiteit in de directe omgeving af. De grasmat in de weilanden wordt homogener (hoog productief Engels raaigras) en dus eenvormiger. Voor kruiden is geen plaats meer. Het snel groeiende gras wordt intensiever gemaaid of beweid en de mestgift neemt enorm toe. Bovendien moet het waterpeil omlaag zodat het gras eerder gaat groeien en de zware machines het land kunnen berijden. De biodiversiteit neemt af. Zie hier de oorzaken van de afname, van met name, de weidevogels in een notendop.

H

et gesprek zou plaatsvinden op boerderij De Appelgaard aan de Gouderakse dijk. Bij aankomst van het koninklijk paar was er veel belangstellend publiek op de dijk. De koning en de koningin stapten boven aan de dijk uit om zo handenschuddend naar beneden te lopen met het koninklijk gevolg. En de koningin, ja die zag er prachtig uit met een mooie, flamboyante hoed en

een charmant mantelpak. Tijdens het debat toonde het koninklijk paar grote interesse en betrokkenheid bij alle gesprekspunten. De vier agrariërs hadden vanwege hun zeer verschillende bedrijven ook verschillende belangen. Het gesprek vond in een ontspannen sfeer plaats; er was ruimte voor humor en diepgang. Toen de koning mij vroeg wat nodig is voor de weidevogels, kreeg ik ruim de gelegenheid om daar mijn mening over te geven.

D

e kracht van de Krimpenerwaard zou mijns inziens juist daarin kunnen liggen dat de melkveehouderij veel meer rekening gaat houden met natuur, zodanig dat in de bedrijfsvoering maatregelen worden genomen om de biodiversiteit te laten toenemen. Natuurinclusief boeren wordt dan het motto. Niet alleen meer melk of kaas produceren en dus meer mest. Maar ook kruidenrijke weilanden ontwikkelen met veel insecten en een hoger waterpeil, waar de groei van de vegetatie later op gang komt zodat weidevogels als grutto en tureluur de kans krijgen om voldoende eten te vinden, en de kuikens de tijd krijgen om vliegvlug te worden voordat het maaiseizoen aanbreekt. Juist hierin moet de agrarische sector van de Krimpenerwaard voorgelicht en begeleid worden. Het melkveebedrijf met een ecologisch verantwoord bedrijfsplan en een gezonde economische basis heeft de toekomst in de Krimpenerwaard. Een bedrijf dat de natuurwaarden op en rond het erf, in de sloten en op het grasland in stand weet te houden of zelfs kan uitbreiden, past prima in het veenweidegebied van de Krimpenerwaard. Mogelijk moet er wetgeving aangepast worden en moeten gelden worden vrijgemaakt om deze ontwikkelingen op gang te brengen. Het zou prachtig zijn als het Koninklijk bezoek aan de ontwikkeling van natuurinclusief boeren in de Krimpenerwaard een extra stimulans gaat geven! d

Een site over de wetenschappelijke namen van de vogels van Europa Herman Wilms

PERSBERICHT

In de meeste vogelgidsen kom je naast de Nederlandse naam van een soort ook de Latijns aandoende wetenschappelijke naam tegen: Passer domesticus voor de huismus, Arenaria interpres voor de steenloper, Aquila chrysaetos voor de steenarend. Vogelaars die deze boeken gebruiken, vragen zich misschien wel eens af waar zo’n naam voor staat en wat hij betekent. d Dat vroeg ik me ook ooit af. Ik hield me al langer bezig met de volksnamen van de vogels, maar de wetenschappelijken begonnen hun wonderlijke wereldje steeds meer op mijn stoep te leggen. En toen kocht ik er boeken over. Maar de uitleg daarin was meestal erg kort, leidde vooral tot níeuwe vragen: waar kwam die naam dan precies vandáán? En was hij door iemand bedacht, of bestond hij al? En wat betekende hij dan? Enfin, om een lang verhaal kort te maken: ik ben zelf aan de slag gegaan, heb oude boeken bestudeerd en heb geprobeerd betekenis en herkomst van de namen te achterhalen. En nu is het een site: www.wnve.nl, waar de verhalen staan die ik toen had willen lezen. d WAARDVOGEL | APRIL 2017 37


Hoe gaat het bij ons? Weidevogelbescherming in de Krimpenerwaard Joke Colijn Het weidevogelseizoen is inmiddels van start gegaan en de eerste kievitskuikens zijn geboren! Tegelijk denk ik dan aan alle risico’s die ze lopen de komende weken… om nog maar niet te spreken van de praktijken van onverlaten in Noord-Brabant die de eieren stelen! Tot nu wisten we wel dat eieren van zeldzame broedvogels en roofvogels doelwit waren, maar als de kievit nu al doelwit wordt van gewetenloze geldwolven die ‘m in een volière willen stoppen of als exclusiviteit zijn eitjes willen eten omdat ze zo zeldzaam zijn geworden... daar staat mijn verstand bij stil. d

S

tartavond en tablets We zijn dit seizoen goed begonnen met een druk bezochte Startavond op donderdag 23 februari. Er was grote belangstelling voor de onderwerpen en we mochten ons voor het tweede jaar verheugen in de aanwezigheid van een aantal agrariërs die aan weidevogelbeheer doen. Klaas opende de avond en gaf een kort overzicht van het afgelopen jaar. Dat werd gevolgd door een bijdrage van Joep over digitaal invoeren, het liefst in het veld. Om dat voor ons makkelijker te maken heeft het ACK maar liefst zeven tablets aangeschaft, en voor een late aanmelder is er nog een bijgekocht. Joep had ze gebruiksklaar ingericht zodat de gelukkige weidewachters er gelijk mee aan de slag konden. Bij vragen of problemen is Helpdesk Joep bereikbaar op weidevogels@nvwk. nl of 06 29556302.

P

akketten Vervolgens kreeg gebiedscoördinator van het ACK Mariëlle Oudenes het woord en zij legde nogmaals de voorwaarden uit van de meest afgesloten pakketten in het stelsel Agrarisch Natuuren Landschapsbeheer (ANLb). Hiervoor was op 18 januari ook al een informatieavond belegd en dat bleek ook toen erg nuttig, daarom besprak zij voor dit nog grotere gezelschap nogmaals de meest gebruikelijke pakketten. Er was ook de aanmoediging om toch vooral contact op te nemen bij problemen, of als je veel vogels constateert op een perceel of als er contracten liggen op andere percelen dan waar de vogels zitten. Praat met je boer over de mogelijkheden binnen het ANLb en mail of bel ook met Mariëlle. In dit drukste seizoen van het jaar komt een agrariër er niet altijd toe om zelf op tijd iets belangrijks door te geven aan het ACK – als Mariëlle ervan weet houdt zij het in de gaten of belt hem zelf. We konden weer de zeer praktische kaarten die Lisette voor ons maakt meenemen, met daarop per bedrijf de pakketten en de voorwaarden. Een mailtje naar Mariëlle om een digitaal exemplaar te ontvangen wat je zelf uitprint is ook mogelijk. Meerdere personen in een groep willen misschien zo’n kaart gebruiken omdat ze wellicht niet elke keer samen op stap gaan, soms worden ze nat in het veld of in het beste geval zijn ze ‘vol’ getekend! Dan wil je bij een volgende ronde een nieuw exemplaar kunnen gebruiken. Het e-mailadres: info@collectiefkrimpenerwaard.nl of bel 06 29448962 of 0182 357400.

C

ursussen QBM- en BTS-tellen Daarna kreeg ik het woord om de aanwezigen te informeren

38

WAARDVOGEL | APRIL 2017

over de cursussen dit seizoen en de Weidesafari. Als je dit leest zijn zowel de theorieavond als de praktijkochtend al geweest van de QBM- en BTS-tellingen. De Quickscan Beheer Monitoring richt zich op tellen bij de eigen boer(en), zodat het weidevogelbeheer optimaal kan worden afgestemd op de aanwezigheid van weidevogels. Mariëlle maakt regelmatig gebruik van deze telgegevens om agrariërs te bellen en voorstellen te doen voor last-minute beheer, of voor een contractwissel op percelen. Deze telmethode heeft dus direct invloed op de kansen voor jonge vogels om groot te worden. Je kunt zo vaak tellen en invoeren als je wilt, hoe meer gegevens hoe beter. De Bruto Territoriaal Succes-telling vindt plaats in grotere afgebakende gebieden en dient om op termijn te kunnen zien of het beheer in de Krimpenerwaard succes heeft of niet. Je zet een logische route uit waarbij je zo min mogelijk dubbele afstanden loopt en maakt zeker op de tweede datum als het gras


hoger is, een aantal insteken, om aan de alarmerende ouders te kunnen afleiden hoeveel gezinnen er lopen. Er wordt een broedparentelling gedaan en een gezinnentelling, waarbij de focus ligt op grutto en tureluur. Andere weidevogels liften mee op goede omstandigheden voor deze vogels, dus we tellen wat we zien, maar zoals in het begin gezegd: veel kieviten hebben nu al jongen terwijl de broedparentelling pas is gepland op 22 april; dan weet je al dat je een aantal kieviten met pullen die naar andere foerageergebieden trekken gaat missen. Dat is niet erg, je telt wat je ziet maar ook dat gebeurt elk jaar, dus ook die gegevens zeggen iets over de diverse populaties. Ook de mannen van het Zuid-Hollands Landschap tellen mee in hun gebieden, want de grote vraag blijft natuurlijk of vogels die geboren worden op agrarisch gebied en daarna van de radar verdwijnen, misschien toch níet zijn opgegeten, maar opgroeien in natuurgebied. Andersom migreren kan natuurlijk ook: als de vegetatie in natuurgebied niet gemaaid kan worden omdat er nog vogels broeden en het gras te hoog wordt voor pullen, terwijl er een beweid, mooi pollerig agrarisch perceel naast ligt. BTS-tellen is niet echt te vergelijken met de BMP-tellingen van Sovon zoals Jaap elders in deze Waardvogel beschrijft, maar dat is voor veel weidewachters ook niet haalbaar. Als je tijd hebt steek je die immers in de bescherming van weidevogels bij jouw boer(en). Tweemaal tellen lukt nog wel – in principe worden de percelen van jouw boer(en) ook geteld die dag - maar vijfmaal in het broedseizoen is wel heel veel gevraagd.

B

TS-tellers gezocht op zaterdagen 22 april en 20 mei! Dit jaar willen we er echt mee van start. Mocht je de weidevogels een warm hart toedragen en geen problemen hebben met gedragsherkenning van weidevogels, dan vragen we je om mee te doen. Om dubbeltellingen te voorkomen aangezien de grenzen in de Krimpenerwaard nu eenmaal niet erg ‘hard’ zijn, hebben we met het oog op het beste resultaat twee data geprikt waarop we zoveel mogelijk tellers vragen mee te doen. De voorkeursdata zijn de zaterdagen 22 april (broedparentelling) en 20 mei (gezinnentelling). Bij slecht weer schuiven we een week door, omdat we kleumende pullen natuurlijk geen extra risico’s willen laten lopen. Kun je echt niet tellen op (een van) die dagen, kies dan een datum die er vlak tegenaan ligt. Joep en Bernard hebben de Krimpenerwaard in kleine delen opgesplitst en diverse gebieden uitgekozen die we met prioriteit willen tellen. Dit eerste jaar redden we het zeker niet om de Krimpenerwaard gebiedsdekkend te tellen. Veel tellers zijn nog niet ervaren en de gebieden moeten behapbaar blijven. Voorlopig zijn er dus meer gebieden dan tellers, daarom verzoeken we ervaren tellers die willen meehelpen om contact op te nemen met Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl of 0629556302. Het ACK brengt de boeren op de hoogte van het feit dat er op de genoemde data tellers door de landerijen kunnen lopen, en legt ook uit waarom.

C

ursus Boerenverstand Dit jaar organiseerden we ook weer de cursus Boerenverstand waarin we op een vrolijke wijze duidelijk willen maken hoe we het beste met de boeren kunnen samenwerken. De cursus werd gehouden op dinsdag 18 april in boerderij Levensvreugd in Bergambacht. Boeren die willen inzetten op

behoud van weidevogels, hebben onze hulp nodig. Deze avond geeft inzichten en handvatten om in het contact met de boer het belang van de vogels te kunnen vertegenwoordigen.

Z

aterdag 6 mei, Weidesafari De NVWK is nog altijd op zoek naar nieuwe weidewachters. Attendeer vrienden, kennissen en familie en laat ze kennismaken met de wondere wereld van de weidevogels en het nuttige beschermingswerk. Mail voor deelname naar weidevogels@ nvwk.nl. Vanaf 10.00 uur kunnen belangstellenden terecht op de Koolwijkseweg 47 in Stolwijk, waar Esther en Kees Verhagen hen op hun bedrijf ontvangen met koffie en wat lekkers erbij. De NVWK is met verschillende vertegenwoordigers en informatiemateriaal aanwezig om aspirant-weidewachters een beetje wegwijs te maken in weidevogelland. Daarna gaan we het land in – als het weer het toelaat op een kar achter de tractor, een unieke gelegenheid om van dichtbij te genieten van grutto’s, kieviten en tureluurs. Denk aan stevig schoeisel en hou rekening met het weer i.v.m. kleding. Tip: neem een verrekijker mee! Na afloop is er nog een drankje en zijn NVWK-mensen tot ongeveer 14.00 uur beschikbaar voor vragen en om na te praten.

D

insdagavond 16 mei Kick-off cursus Weidewachter Deze cursus brengt de deelnemers een aantal basisvaardigheden bij en leert hen over gedrag van de weidevogels. In de Krimpenerwaard hebben we het dan over de Big Five grutto, kievit, tureluur, scholekster en slobeend. Ook geluiden komen aan bod, zodat cursisten de diverse geluiden die horen bij baltsgedrag, territoriumgedrag en alarmgedrag leren onderscheiden. Met dit pakketje ‘op zak’ ben je al een heel eind op weg om een goede weidewachter te worden; de rest leer je in de praktijk als je op stap gaat met ervaren weidewachters. Als je al actief bent in het veld, maar het fijn vindt om je kennis bij te spijkeren, ben je eveneens van harte welkom om 20.00 uur in De Zwaan, Berkenwoude. In overleg met alle cursisten wordt op deze avond een praktijkdatum afgesproken. Het is voor ons handig als je je aanmeldt op weidevogels@nvwk. nl.

K

ristallen Kievit De Kristallen Kievit is een wisseltrofee, en zal na dit seizoen voor de tweede maal worden uitgereikt aan een boer die zich optimaal heeft ingezet voor zijn of haar weidevogels. Houd daarom bij waarom je vindt dat jouw boer die trofee moet krijgen dit jaar! Zijn extra inzet, of juist het nalaten van acties – noteer vast alles wat belangrijk is waardoor de weidevogels een betere kans hebben gekregen op een succesvol broedseizoen.

T

elegram Sinds kort communiceren onze weidewachters met elkaar via de app Telegram. Deze app is vrijwel identiek aan WhatsApp, maar eenvoudiger te gebruiken op een tablet. Via de app kunnen ervaringen, vragen, foto’s etc. uitgewisseld worden. Vind je het ook leuk om in deze weidevogel-app te communiceren met onze andere weidevogelaars in de Krimpenerwaard? Installeer de app Telegram op je tablet of telefoon, en laat Joep weten dat je toegevoegd wilt worden. d WAARDVOGEL | APRIL 2017 39


Even voorstellen: nieuwe coördinatoren uilenwerkgroep + oproep! Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli In 2016 heeft Jaap Graveland te kennen gegeven te willen stoppen als coördinator van de uilenwerkgroep. Voor de uilenwerkgroep een verlies maar gezien de overige activiteiten die Jaap voor de NVWK doet, heel begrijpelijk. Jaap: bedankt voor alle inzet. Er is binnen de uilenwerkgroep opvolging gevonden: twee leden willen het coördinatorschap van Jaap overnemen. Het gaat om Laura Pezzoli en Stefan van der Heijden. Hieronder stellen zij zich voor: z

S

tefan: Ik ben Stefan van der Heijden, ik woon in Krimpen aan den IJssel. Ik ben 33 jaar oud, getrouwd en heb twee kinderen: jongens van twee en bijna zes. Deze gaan regelmatig mee op stap voor werkzaamheden van de uilenwerkgroep. Ik ben werkzaam als boomtechnisch adviseur; ik ben daarin altijd met bomen bezig op gebied van onderzoek, inventarisaties en toezicht houden en daarbij het opstellen van advies. Inmiddels ben ik ca. vier jaar lid van de uilenwerkgroep. In eerste instantie voor de steenuil, later voor zowel steen- als kerkuil. Vogels vind ik leuk om te zien; maar uilen in het bijzonder. Waarom weet ik niet goed, maar dit was voor mij wel de reden om bij de uilenwerkgroep aan de slag te gaan. Aangezien de werkgroep niet zonder coördinator kan heb ik ingestemd met het verzoek van Jaap om hem op te volgen. Aangezien mijn agenda standaard al heel vol is was wel mijn tegenverzoek om dit niet alleen te doen, maar samen met iemand anders. Zo kunnen de taken verdeeld worden. Gelukkig heeft Laura zich ook beschikbaar gesteld!

L

aura: Ik ben Laura Pezzoli. Ik heb gemengde Italiaans-Nederlandse roots en ben in Italië opgegroeid, maar ben in 1991 naar Nederland verhuisd en sinds 2003 woon ik in Schoonhoven. Ik ben 49 jaar oud, ben getrouwd met Kasper en heb een kat. Ik werk als freelance vertaler en ben taaldocent. Interesse voor dieren en natuur heb ik altijd al gehad, maar met vogels houd ik mij nog niet zo lang bezig, nu een jaar of zes. Dat begon tijdens een sombere periode, omdat ik had gemerkt dat mijn tuinvogels een goede remedie waren tegen de blues. Sindsdien ben ik niet meer gestopt met kijken en voeren. Ik heb een hoop informatie en boeken verslonden, ben lid geworden van Vogelbescherming Nederland en van nog een paar landelijke ‘uilenclubs’ en tenslotte ben ik gaan zoeken welke club hier in de regio actief is. Zo ben ik in september 2011 bij

40

WAARDVOGEL | APRIL 2017

de NVWK terecht gekomen, maar tot voorjaar 2016 was ik slechts ‘papieren lid’. Niets mis mee, want de Waardvogel is een superleuk en uiterst informatief blad. Toen ik de oproep las voor meer vrijwilligers voor de uilenwerkgroep heb ik niet lang getwijfeld en heb ik contact opgenomen met Jaap. Sindsdien vorm ik een ‘tandem’ met Stefan, met wie ik inmiddels veel ben opgetrokken voor met name de nestkastcontroles voor de steenuilen. Omdat we een leuk team vormen en het heel goed met elkaar kunnen vinden leek het mij een prima idee om samen met hem het coördinatorschap op me te nemen. Op naar mooie uilenrijke jaren! Wij hebben er allebei veel zin in. Mocht iemand contact met ons op willen nemen dan kan dat via 06-13089120 of via uilenwerkgroep@nvwk.nl.

V

rijwilliger(s) gezocht.... Uilen zijn fascinerende dieren. Komt dit door hun nachtelijke levenswijze? Of omdat ze geruisloos kunnen vliegen? We weten het niet maar we horen het vaak dat mensen een zwak hebben voor uilen. Hopelijk geldt dat ook voor u of voor jou! Waarom? Omdat de uilenwerkgroep nieuwe vrijwilligers zoekt! Een aantal trouwe vrijwilligers hebben, na jarenlange inzet, aangegeven te willen stoppen of zijn gestopt. We kunnen om onze activiteiten voort te zetten extra helpende handen goed gebruiken. Wat is er te doen? Genoeg: plaatsen van nestkasten; nestkastcontroles, assisteren bij ringen van jongen uilen, inventariseren met geluid, erfeigenaren adviseren enz. Heb je interesse? Ben je op zoek naar meer informatie? Neem dan contact op met Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli, uilenwerkgroep@nvwk.nl of XX XXXXXXX. z

Steenuil tijdens een nestkastcontrole, foto: Stefan van der Heijden


Plexit, een terugblik Anton van Jaarsveld

Plexit? Na allerlei (mogelijke) uittredingen in de Europese politiek is mijn ‘Plexit’ van bescheidener formaat : ik ben gestopt met de jaarlijkse plantenquiz. Het leek me na zoveel jaren leuk een terugblik op mijn geploeter te geven. d

H

oe is het zo ver gekomen? De eerste presentatie dateert van 2005, toen ik bij een plantencursus vragen liet beantwoorden naar aanleiding van behandelde lesstof. Ik probeerde toen al wat humor in de droge materie aan te brengen. Omdat de cursisten – en niet in de laatste plaats ook ikzelf – aan de vragen plezier beleefden, ontstond vanzelf de gedachte om een jaarlijkse presentatie op te zetten. Bovendien vond ik een plantaardige aanvulling in de uitgebreide vogelwereld van de NVWK wel op zijn plaats.

D

e basis van een plantenquiz is fotomateriaal, kijken naar planten, fotograferen waar dan ook, en wel het hele jaar door. Als ik mettertijd voorover ga lopen, dan is de oorzaak daarvan bekend. Inventarisaties en excursies waren de hoofdleveranciers van materiaal. Maar ook tijdens vakanties en wandel- en fietstochten ging ik menigmaal letterlijk door de knieën. Mijn vrouw heeft bij elkaar heel wat uurtjes op mij gewacht. Want als de foto’s gemaakt zijn, wil je toch ook weten wat de kwaliteit is. Die is bij harde wind of onder een paraplu wel eens wat minder. Uit de fotoverzameling maakte ik jaarlijks direct een eerste selectie die ik in een aparte computermap stopte. In de loop van het jaar groeide het aantal items en in de herfst begon de opmaak van de power-point-presentatie. Het materiaal was dus altijd ‘vers’. Waar nodig vulde ik met internetplaatjes aan als er hulp geboden moest worden. Ik realiseer me, dat ik deze activiteiten kon ontplooien omdat ik niet meer werkte. Voor een werkend lid lijkt het me een zware klus. Bij de presentatie van de quizzen had ik vaak hetzelfde publiek. Zelfs vogelaars probeerden zich in de uitgebreide plantenwereld

te begeven. Omdat er geen prijzen te verdienen waren, bleef agressie uit en was onderling overleg en zelfs spieken een bekend verschijnsel. Plaats van handeling was steeds het bezoekerscentrum van de Bakkerswaal; een fijne locatie, niet in de laatste plaats door de medewerking van Hans en Carla als gastheer en -vrouw. Ik ga als gepensioneerde nu dus ook bij de plantenquizzen met pensioen. Dat houdt niet in, dat ik de flora vaarwel zeg. Integendeel, voor de natuur blijft in mijn hart – om met een woningopschrift te besluiten – nog steeds ‘plexat’. d

Bovenste foto: de orchisfotograaf, foto Marry van Jaarsveld. Foto links: Anton presenteert zijn laatst quiz; foto rechtsboven: Hans Kouwenberg overhandigt het gebruikelijke blijk van waardering; foto rechtsonder: Joke Colijn geeft Anton vanwege zijn afscheid een boek met tips om zijn nieuwe vrije tijd in te vullen. Foto’s: Maria Spruit.

WAARDVOGEL | APRIL 2017 41


Natuurherinneringen uit mijn jeugd (1) Hans van Dam Het idee om mijn jeugdherinneringen op te schrijven sluimert al jaren. Eerst dacht ik het te doen in boekvorm, aangevuld met eerdere familie columns, maar het gedoe om dat te regelen en de juiste wegen te vinden, weerhouden mij ervan. Omdat de leeftijd vordert en het geheugen straks minder kan worden, acht ik de tijd nu rijp om er aan te beginnen. Het is jammer als deze mooie herinneringen verloren gaan. Daarom maak ik gebruik van de gelegenheid om ze in een serie columns te verwoorden. Maar eerst een gedicht, dat ik schreef kort na het overlijden van mijn moeder. d Mijn mooiste speelgoed Liefde voor de natuur, uit nood geboren, met de paplepel ingegoten. Ik was een oorlogskind, speelgoed was duur, dus werd besloten. uitverkoren, welgeteld, het weiland werd mijn speelveld. Mijn eerste natuurbeleving, vissen vangen, vlinders jagen, rupsen zoeken, vogels pesten en kikkers belagen. Planten die ik vond deden pijn, brandnetels en bramen, echt niet fijn. Als kind had ik niets te klagen, de natuur was mijn speeldomein. Liefde voor de natuur, door mijn ouders ingegeven, door armoe gedreven. Het vormde mijn leven, het speelgoed van toen bleek goud zonder geld, welgesteld. Moeder, je was vol trots op het leven dat je ons hebt gegeven. Jammer dat Pa er zo kort bij kon zijn. Nog bedankt voor het mooiste speelgoed dat jullie mij hebben gegeven: de natuur als oneindig speelterrein. Mijn speelgoed was niet duur, ik was een kind van de natuur.

V

linders in de gordijnen Mijn wieg stond in de Krimpenerwaard, aan de Benedenkerkseweg 153 in Stolwijk. De natuur heb ik zelf ontdekt. Pa vertelde me dat andere planten niet in een rijtje peen thuishoorden. Zo leerde ik de verschillen, het boeide me. Al jong leerde ik gevoelsmatig dat je planten kon scheuren en verplanten. Zo kreeg ik de hemelsleutel in handen, zeg maar de hoofdsleutel naar het vlinderparadijs. Je had toen nog veel vlinders, door ons moeder schoenlappers genoemd. Ik zag de verschillen wel, maar had toen nog geen vlindergids. Dat scheuren leverde jonge sleuteltjes op die zich in een tuinvak konden ontwikkelen. Naast mijn obsessie voor de natuur en vooral nieuwsgierigheid, had ik ook kwajongensstreken. Vlinders vangen, niet met stroop, ook niet met een vlindernet, maar gewoon met de hand. Je naderde stilletjes de vlinder, stak de handen langzaam uit en in een flits sloeg je met opgebolde handen je slag. Dat was mijn speelgoed. Uit verhalen weet ik dat ik de vlinders, als moeder even niet oplette, losliet in de keuken. Dan zaten er tien schoenlappers en één moeder in de gordijnen. Dat was lol hebben.

R

upsenfarm Ik werd ouder en iets wijzer. In de moestuin van mijn vader zag ik rupsen in allerlei kleuren en maten. Weer anderen zaten in wilgen en elzen langs het tuinpad. Een vlinderboek had ik nog niet, en dus wel veel vragen. Waar komen de rupsen vandaan en

42

WAARDVOGEL | APRIL 2017

waarom zijn ze opeens weer weg? Vragen, daar zijn moeders toch voor? “O, daar komen vlinders van”. Zonder het proces uit te leggen ging ze verder met het opvoeden van mijn drie jongere broers (wat ook is gelukt). “Ga maar weer buiten spelen. Pas op de bullebak,” was de enige waarschuwing die ik meekreeg, “De bullebak kan je pakken als je te dicht bij de sloot komt.” Opeens kreeg ik een ingeving: ik ga het zelf ontdekken. Achter ons huis lag een afvalhoop (vuilnisscheiding en ophaaldienst bestonden nog niet). Ik vond volop lege potjes en daar deed ik rupsen in met bladeren van de plant waarop ik ze gevonden had. Ik sloot de potjes af met plastic en prikte er gaatjes in. Om de dag ging ik kijken naar mijn rupsenfarm. Soms een paar dagen te laat, dan was het blad op en soms zat er een heel ander ding in, dat bleek het popstadium. Toen herinnerde ik me de uitspraak van mijn moeder: “Er komen vlinders van.” Toen ik het proces door had, ontstond een soort administratie. Welke vlinder zou er uit welk soort pop komen? Ik deed stickertjes op de potten met datum en soort plant waarop de rupsen waren gevonden. Elke dag keek ik met belangstelling wat er van zou komen. Dat waren verrassende momenten, zeker als er vlinders uitkwamen, soms zo groot dat ze hun vleugels amper in het potje konden ontvouwen. Die werden snel losgelaten. Maar vlinders hebben ook een naam. Mijn nieuwsgierigheid was niet te bedwingen. Zakgeld had ik niet, maar met helpen in de hooibouw bij onze huisbaas kon ik wat verdienen. Voldoende om het eerste vlinderboek aan te schaffen: Vlinders en andere insecten in kleuren van dr. W.P. Postma. Ik was tien of elf jaar. Er ging een


nieuwe wereld voor mij open. Mijn speelgoed kreeg namen. Vele soorten volbrachten hun cyclus in potjes in het schuurtje achter ons huis: ik leerde dat schoenlappers (dagvlinders) elk een naam hadden. Vooral de grote pijlstaartrupsen boeiden me. Ik vond de avondpauwoog en de ligusterpijlstaart, het rood weeskind, de bonte bessenvlinder, huismoeder en de bruine beer. De mooiste rups uit mijn herinnering was die van de grote hermelijnvlinder,

een schitterende paarsgroene rups met zwaluwstaart en een angstaanjagende rode kop, die heftig bewoog als je hem/haar aanraakte.

V

olgende aflevering: langs het tuinpad van mijn vader; vissen en vissentranen; wormen bij de lunch; Latijnse namen in de kerk. d

Wandelingen IVN / Vrienden van het Heempad Boskoop Hans van Dam We hebben weer een mooi excursie-aanbod voor 2017. Noteer alvast de volgende activiteiten in uw agenda. d Vogelwandeling Zaterdag 6 mei 10.00 uur. In het kader van de Nationale Vogelweek deelname met een vogelwandeling. Keuze: starten op Imkerij (kwekerij) Maap Groenendijk, Zuidkade, Boskoop. Of start ingang Gouwebos (Veenweidegebied Voorofsche Polder) Boskoop/ Waddinxveen. Overleven in de natuur: kruiden en eetbare planten Zaterdag 20 mei 10.00 uur. Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. We verblijven deze dag om en nabij Natuurtuin De Veenmol en het Heempad. We plukken (knippen) eetbare plantendelen en verzamelen kruiden. Bij De Veenmol maken onze natuurkoks daar soep, hapjes en drankjes van. Deze eetbare plantensessie kan eventueel uitlopen tot in de middag. Wij zoeken voor deze dag nog geschikte koks (XX XXXXXXX). Alle voorzieningen zijn bij De Veenmol aanwezig. Polderflora in Riethoornse Polder Zaterdag 3 juni 10.00 uur. Startpunt onder voorbehoud *Polderflora, Rietveldsepad of Lena’s Hoeve, Compierekade, Alphen aan den Rijn, Rijnwoude. Tijdens een wandeling over het Bedelaarsbos, Spijkerboor, Compierekade en Rietveldse Pad leren we de schoonheid en historie van dit gebied kennen. We zien de wilde flora en genieten van het vogelleven in dit weidegebied en rond de woonerven. Nieuwe natuur is in ontwikkeling. * Keuze startpunt hangt af van eventuele nieuwe eigenaar van Minicamping Polderflora. Slootjesdag Zaterdag 10 juni (optie) 10.00 uur. Start: Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. Waterdiertjes zoeken in het Zwarte Pad gebied Boskoop. Materiaal (visnetjes) aanwezig. Een activiteit voor jong en oud. Genieten op Bloemenweide Blonksloot Zaterdag 24 juni 10.00 uur: We starten op Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. We wandelen over het Heempad, gaan via Ringdijk richting Contactweide. Terug via Zwarte Pad bezoeken we Bloemenweide Blonksloot, die in dit jaargetijde op z’n mooist is. We beleven samen de natuur in het diepst van onze ziel met alle beschikbare zintuigen. Samen genieten is ons motto. Gidsen vertellen, interactie wordt op prijs gesteld. Vogelzang begeleidt ons tijdens de wandeling. En we letten ook op de insecten die de bloemenweide bezoeken.

Bijen en honing Zaterdag 8 en zondag 9 juli 10.00-16.00 uur: Imkerijweekend Maap Groenendijk, Zuidkade, Boskoop. De imker vertelt het verhaal over de bijen en de honing. IVN gidsen starten wandelingen over de plusminus 2 ha. grote voormalige kwekerij, die geheel aan de natuur is teruggegeven. We ruiken de zoete geur van liguster en moerasspirea. In deze opstand van heesters en kruiden is het genieten voor vogels en insecten. Op een naastgelegen perceel zien we een bloemenidylle aangelegd met zaden, gekocht bij Aldi, met verrassend goede kwaliteit. Proeven en kopen van honing is mogelijk. Ruime parkeergelegenheid op naastliggend perceel. Jaarlijks hoogtepunt voor IVN/Vrienden van het Heempad. Beleef mee hoe de natuur zich ontwikkelt als de mens slechts begeleid. Ruiken, proeven en genieten van de natuur Zaterdag 29 juli 10.00 uur: Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. We brengen een bezoek aan het kraambed van Vrienden van het Heempad, waar honderden soorten planten ontkiemd zijn, die later, op geschikte plaatsen, een nieuwe plek krijgen. Via het heempad gaan we richting Contactweide. Via Natuurlijke Oevers Snijdelwijk lopen we langs Wijktuin de Fruitvliegjes en gaan via Bloemenweide Blonksloot terug naar het startpunt, waar we naar wens en beschikbare tijd kunnen genieten van al het moois wat Natuurtuin De Veenmol te bieden heeft. De Natuurapotheek (interactief) Zaterdag 26 aug. 10.00 uur: Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. Ons succesthema houden we erin. Wij noemen de planten, deelnemers lezen vanaf verstrekte informatie de werking. Genezen kunnen we niet, maar we geloven in de helende eigenschappen van de vele planten, die de basis vormden van de farmacie. We lopen de route die daarbij het best aansluit Contact en informatie: Hans van Dam, XX XXXXXXX, e-mail: xxxxxx@xxxxxx.xxof via IVN: info@ivn.alphenaandenrijn.nl, tel. XX XXXXXXX (Dick Warmerdam). IVN gidsen zijn Jenny Heemskerk en Hans van Dam; meer gidsen zijn mogelijk bij thema’s. Duur van de wandelingen is rond 2 à 2 ½ uur. De meeste excursies zijn geschikt voor (visueel) beperkten. Het hele programma vindt u op www.nvwk.nl naast het nieuwsbericht; Greenheart Country: natuur en muziek samen d

WAARDVOGEL | APRIL 2017 43


Notulen ALV

Frans van der Storm, secretaris; foto’s: Maria Spruit Verslag van de Algemene ledenvergadering van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, gehouden op 29 maart 2017 te Berkenwoude. Aanwezig zijn het voltallig bestuur en 37 leden. d

O

pening Voorzitter Max Ossevoort opent de vergadering kort na 20.00 uur met een woord van welkom aan de aanwezige leden. In een korte terugblik op 2016 kenmerkt hij dat jaar als turbulent en druk: zowel in onze omgeving – bijvoorbeeld met de invoering van het nieuwe stelsel Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer -, als binnen de vereniging met de start van twee nieuwe werkgroepen – voor water en voor roofvogels. Een en ander versterkte de al eerder gevoelde behoefte om als bestuur een dag ‘op de hei’ te gaan en ons te beraden op hoe we binnen de NVWK omgaan met ‘nodig en/of leuk’. Op 25 februari is het bestuur met die vraag aan de slag gegaan en later dit jaar mogen de resultaten daarvan worden verwacht in de vorm van concrete voorstellen.

V

aststellen verslag ALV 2016 Het verslag van de Algemene vergadering van 16 maart 2016, gepubliceerd in de Waardvogel van april van dat jaar, wordt vastgesteld met dankzegging aan de toenmalige secretaris.

J

aarverslag van de secretaris Secretaris Frans van der Storm geeft een korte mondelinge toelichting bij zijn verslag, zoals gepubliceerd in de Waardvogel van februari 2017. Vanuit de vergadering wordt gevraagd om nadere toelichting bij waarom leden hun lidmaatschap beëindigen. De secretaris antwoordt dat naast de onontkoombare reden van overlijden vooral zal hebben meegespeeld dat een aantal leden door het verzoek om machtiging tot automatische incasso zich nog eens hebben afgevraagd wat ze nog met de NVWK doen (bijv. als ze bijna niet meer buiten de deur komen). Verder hebben sommigen puur om financiële redenen opgezegd en een enkeling omdat hij/zij het oneens was met artikelen over de zwanen en

Zo’n Algemene Ledenvergadering is ook een sociaal gebeuren! 44

WAARDVOGEL | APRIL 2017

over muskusrattenbeheer. Aan de andere kant merkt de secretaris op dat vorm en inhoud van de Waardvogel nog steeds een belangrijke reden zijn voor nieuwe leden om zich bij de NVWK aan te sluiten. Daarvoor verdient de redactie van ons blad een groot compliment (welk compliment door de vergadering wordt gegeven met een klaterend applaus).

V

erslag van de Kascontrolecommissie Jan Visser doet namens de KCC verslag over haar bevindingen. De gepresenteerde getallen in de jaarrekening geven een getrouw beeld van de werkelijke uitgaven en inkomsten. De KCC beveelt aan om in de wijze van administreren enkele wijzigingen door te voeren waardoor toekomstige vorderingen en mogelijke betalingsverplichtingen beter zichtbaar worden gemaakt. Dat betreft zowel de administratie van projecten als de administratie van nog te innen contributies. Ook sprak Jan Visser zijn waardering uit voor de aanzienlijke bedragen die via fondsen bijeen worden gebracht voor de financiering van projecten.

J

aarverslag van de penningmeester Penningmeester Gerard van Slijpe geeft toelichting bij de realisatie van de begroting over 2016. Vooral het ontvangen bedrag aan contributies blijft vrij sterk achter bij de raming. Dat komt niet door het vertrek van veel leden, maar door gedoe met de inning van de automatische incasso en met de verwerving van machtigingen tot zulke incasso. Daardoor is de ‘normale’ contributie-inning wat op de achtergrond geraakt. Begin 2017 is richting ca. 150 leden waarvan de contributie over 2016 nog niet was ontvangen extra inspanning geleverd, met behoorlijk succes. Verder wijst de penningmeester er op dat we er rekening mee


moeten houden dat uit de toegekende subsidie voor het project Erfvogels een behoorlijk deel moet worden terugbetaald vanwege onderuitputting. De vergadering dechargeert de penningmeester voor het gevoerde financieel beheer.

J

aarverslag van de coördinator vogelwerkgroep(en) Coördinator Dirk-Jan van Roest bedankt de trekkers en leden van de verschillende werkgroepen voor hun inzet gedurende 2016. Mede dankzij hen zijn het afgelopen jaar redelijk wat excursies gerealiseerd, hebben we onze bijdrage geleverd aan Euro Birdwatch én hebben we de nodige inzet geleverd op het gebied van weidevogels. Vanuit de vergadering wordt verzocht om bij SOVON na te gaan welke organisaties en individuen de diverse plots in de Krimpenerwaard hebben geclaimd. Dirk-Jan zegt toe hiervoor SOVON te benaderen. Tevens wordt opgemerkt dat ook op de heidag van het bestuur is afgesproken specifiek aandacht te besteden aan uitwisseling van informatie over natuurdata en maatregelen binnen de vereniging en met andere organisaties extern.

J

aarverslag van de coördinator plantenwerkgroep Coördinator Patrick Heuvelman verwijst voor de verslagen van de diverse werkgroepen naar de Waardvogel. Hijzelf heeft zich afgelopen jaar vooral bezig gehouden met de landschapswerkgroep, die zorg draagt voor het knotten en bermbeheer, en met de Idylle in het Loetbos. Helaas heeft de Idylle nog niet gebracht wat werd gehoopt, maar het vertrouwen blijft groot, net als de inzet van vrijwilligers. Verder merkt Patrick op dat de plantenwerkgroep in 2016 met minder mensen méér soorten heeft waargenomen dan de vogelwerkgroepen: 495 soorten, tegenover 512 soorten in 2016. Dat aantal is voor een aanmerkelijk deel te danken aan de opvolgend coördinator, Stef van Walsum.

In het verlengde van de heidag van het bestuur zal binnenkort nadere invulling worden gegeven aan zijn takenpakket. Stef van Walsum wordt unaniem benoemd in de functie van bestuurslid; hij zal de functie van coördinator plantenwerkgroep op zich nemen. Patrick Heuvelman treedt af als bestuurslid. Hij is vijf jaar actief geweest als coördinator plantenwerkgroep. In zijn afscheidstoespraakje voor Patrick uit Max zijn bewondering en dankbaarheid voor wat Patrick in die periode heeft gedaan. Vooral zijn gedrevenheid leidde tot mooie resultaten, maar ook tot Patricks conclusie dat voortduren van zijn bestuursfunctie niet langer ging: zijn gezin, betaalde werk, eigen bedrijfje en andere hobby’s laten zich daarmee slecht combineren. Met een boek over de Krimpenerwaard en de Atlas zoogdieren ontving Patrick het stoffelijk blijk van dank.

B

enoeming leden Kascontrolecommissie Jan van Exel moet als nieuw bestuurslid de KKC na één jaar alweer verlaten; hij wordt opgevolgd door Klaas Koopmans. Jan Visser is bereid om met het oog op de continuïteit een derde jaar lid te zijn van de KKC.

R

ondvraag - Vanuit de vergadering wordt gevraagd naar activiteiten met betrekking tot de argusvlinder. De trekker van de vlinderwerkgroep, Gabrielle Heuvelman, meldt dat ZHL en de Natuurcoöperatie in samenwerking met de Vlinderstichting hekken hebben geplaatst voor ei-afzetting. Met Hemelvaart wordt landelijk geteld: voor tellers in de Krimpenerwaard is nog plaats. - Jaap Graveland attendeert de vergadering op ontwikkelingen rond de strategische gebiedsvisie voor de Krimpenerwaard, waar Riek Bakker mee bezig is. Hij beveelt aan om hierover op niet al te lange termijn een presentatie/lezing te organiseren.

N

iets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter om 21.00 uur de vergadering, nodigt de leden uit om op kosten van de vereniging een pauzedrankje te gebruiken en vanaf 21.30 uur de lezing van Jan van der Winden over de zwarte stern eer aan te doen. d

Aftredend plantencoördinator Patrick Heuvelman

Bestuursverkiezing Aftredend en herkiesbaar is Joke Colijn. Zij wordt bij acclamatie herbenoemd en blijft aldus actief als coördinator PR. Jan van Exel wordt unaniem benoemd in de functie van bestuurslid.

Jan van der Winden ontvangt een Krimpenerwaards bedankje voor zijn presentatie over de zwarte stern van Max Ossevoort

WAARDVOGEL | APRIL 2017 45


Knotgroep Oost Jaarverslag 2016- 2017 Edith Kuijper

Knotgroep Oost heeft ook dit knotseizoen – dat liep van november 2017 tot en met maart 2017 - weer heel wat werk verzet. Hierbij een overzicht van de werkzaamheden van de afgelopen winter. d

N

a de landelijke werkdag van november hebben er acht werkdagen plaatsgevonden. Onze ‘vaste’ adressen, met ook een paar nieuwe locaties. Tot de vaste adressen hoort bijvoorbeeld de boomgaard te Lekkerkerk. Nu we daar al zoveel jaren komen, hebben we zo’n beetje alle knotwilgen die rond de boomgaard staan al wel een keer onderhanden genomen. En dan sta je ineens weer op je laddertje voor een boom die je eerder ook al eens kort hebt gezet. Wat zo langzamerhand een ander vast adres is geworden, is de boomgaard Krimpen. Vorig jaar hebben we daar de elzenkade helemaal terug afgetopt. Dit jaar was er vooral werk aan het snoeien van de fruitbomen. Ook hier bereiken we bijna het punt dat we ‘rond’ zijn en weer vooraan kunnen beginnen. Enorm teleurstellend was dat de nieuwe aanplant die we daar

in december hebben gezet, in februari verdwenen bleek te zijn. De nieuwe adressen betreffen een tweetal zorgboerderijen die naast het normale boerenwerk, zorg aanbieden. De eerste is gericht op arbeidstraining en dagbesteding. De tweede zorgboerderij biedt opvang voor enkele kinderen met een leerachterstand, (lichte) verstandelijke en/of sociale beperking. Mooie, fijne werkplekken. In ruil voor de noeste arbeid van de knotters kan de jeugd van de NVWK deze zomer een keer op deze boerderijen een leuke activiteit komen bijwonen. Als groep draaiden we dit seizoen ook een beetje sociaal, want een van de jeugdige knotters vervulde zijn maatschappelijke stage! De planning voor het volgend seizoen zal binnenkort weer worden opgestart. Als je zin hebt om ook een keer mee te komen werken: je bent van harte welkom! d

V.l.n.r.: Leen op zijn zelfgemaakte ladder; lekker een kop koffie halverwege de werkdag; verschillende personen hebben een certificaat voor de motorkettingzaag; onze knotkar met al het gereedschap; foto’s door de diverse leden van de knotgroep. 46

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Tel. 06-30580440

Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!

I: E: T:

www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88

Waardvogel – december 2015

13


Eerst actie waterwerkgroep Op zoek naar de grote modderkruiper Tekst: Marc van Bemmel, foto Max Ossevoort Op 18 maart vond de eerste actie van de nieuwe NVWK waterwerkgroep plaats. Elf enthousiasteling gingen met onze nieuwe schepnetten onder de bezielende leiding van Jöran Janse van Ravon de polder in. d

W

e hebben geschept bij de oude volkstuinen van Krimpen aan de Lek en iets verderop bij het Paddenpad. Hoewel we de felbegeerde grote modderkruiper niet konden vangen hebben we mooie en leuke soorten zoals de bittervoorn, drie- en tiendoornige stekelbaars, kleine modderkruiper, marmergrondel, staafwants, tuimelaar (een waterroofkever van bijna 4 cm groot)

pos, zeelt, kroeskarper, meerkikker, bruine kikker, gewone pad en nog veel meer moois boven water gehaald. We konden ze prachtig bekijken en fotograferen in de glazen cuvetten. Het was een leuke en leerzame ochtend! Voor meer foto’s zie het fotoalbum op www.nvwk.nl.

d

Bedankt vrijwilligers paddentrek! Sandra Bouman

Na de oproep in de Waardvogel en op Facebook heeft een enthousiaste groep vrijwilligers de populatie padden en kleine watersalamanders een handje geholpen met de tocht naar en van de paarsloot in Stolwijk. De vrijwilligers lieten zich niet afschrikken door de soms regenachtige avonden en hebben een of meerdere malen per week de weg en wijk in Stolwijk uitgelopen om de overstekende amfibieën een veilig handje te helpen. d

H

et overzetten van padden en andere amfibieën vindt al tientallen jaren plaats, de laatste jaren ook door NVWKleden. De populatie ten opzichte van 2016 is min of meer gelijk igebleven. Opvallend dit jaar is de toename van kleine watersalamanders, zeker gelet op het beperkte aantal van vorig jaar (40). Er werden er nu 173 levend overgezet. Verder hebben we 252 gewone padden, 3 bruine kikkers en 13 groene kikkers overgezet. Voor de geïnteresseerden staan de volledige resultaten van de paddentrek 2017 op www.nvwk.nl onder Nieuws. Helaas worden ondanks de inzet van vrijwilligers nog steeds dieren doodgereden. Gedurende de trek naar de paarsloot is opletten en aanpassen van de snelheid waarmee wordt gereden dan ook zeer belangrijk.

48

WAARDVOGEL | APRIL 2017

Wij hopen volgend jaar nog meer aanmeldingen te krijgen om zo ook andere wegen in de Krimpenerwaard te kunnen onderzoeken en het aantal dood gereden dieren verder te beperken. Met dank aan Patricia Buckley van de dierenbescherming voor het bijhouden en de coördinatie. d


Ringslangexcursie Zullen we ze zien? Tekst: Marc van Bemmel, foto’s Maayke Tax Zouden we ze te zien krijgen? Dat was een vraag die alle zestien deelnemers bezighield afgelopen zaterdag 8 april. De allereerste ringslang excursie van de NVWK werd georganiseerd door de waterwerkgroep. Maar ja, ringslangen zijn schuw en ze zijn alleen met geschikt weer goed waar te nemen. Dat betekent: niet te koud, zonnig weer. Maar ook weer niet te warm, want dan zijn ze zo snel dat je niet de tijd krijgt om ze goed te zien. d

I

n de weken voorafgaand aan de excursie was ik al een paar keer op de betreffende plek in het noordoosten van de Krimpenerwaard gaan kijken. De eerste keer tijdens een lunchwandeling kreeg ik maar liefst vijf ringslangen te zien. Waaronder een hele grote die op een brug lag te zonnen. Dan denk je toch: dit moet wel lukken! Maar een tweede keer op zondagmiddag was het al veel lastiger. Het was warmer, en de beesten die ik te zien kreeg waren heel snel in het water of in het struikgewas verdwenen.

D

e zaterdag begon met een bijna volledig gesloten wolkendek en tien graden Celsius. De temperatuur was dus net hoog genoeg (ringslangen worden actief bij een temperatuur boven de negen graden), maar de zon liet het afweten. Ondanks het gebrek aan zon begonnen we vol goede moed in drie groepjes te zoeken. Elke boomstronk en struik werd afgespeurd, maar zonder succes…. Gelukkig is er genoeg moois te zien in de polder: roepende grutto’s, tureluurs, buizerds op het nest. En we genoten van een zingende blauwborst. Maar om half elf was er nog geen slang te bekennen. Na de koffie [die Marc meegenomen had, compleet met ontbijtkoek erbij, red.] prikte de zon steeds vaker door de wolken. De groepjes gingen weer uiteen en speurden de omgeving af. En toen was het toch zover: rond een poeltje dichtbij de broedhopen zagen we een grote en twee kleine ringslangen. Ze lieten zich goed bekijken! Hoewel ze zich af en toe terugtrokken kwamen ze steeds weer op dezelfde plek tevoorschijn en lukte het iedereen om de slangen goed te zien. Wat een mooie verrassing.

H

et blijft een bijzonder gezicht: zo’n grote slang in onze polder, zo dicht bij huis. Het is het enige reptiel in onze omgeving en daarom moeten we er erg zuinig op zijn! Dat de ringslang het goed doet in dit deel van de Krimpenerwaard is voor een belangrijk deel te danken aan vrijwilligerswerk van de Werkgroep Ringslangen Zuid-Holland (WRZH), die broeihopen maakt waar de slangen hun eieren in leggen. We hopen dat de ringslangen zich in de Krimpenerwaard verder zullen uitbreiden. Geschikte biotoop is er genoeg! Meer informatie over ringslangen en over de WRZH is te vinden op de website van Ravon. Verder hopen we dat de leden van de NVWK goed opletten en waarnemingen van ringslangen melden via waarneming.nl of telmee.nl. Zo verzamelen we gegevens waarmee we kunnen zien hoe het met de slangen gaat en wat we kunnen doen om ze te beschermen en verder te helpen. Met dank aan Maayke Tax voor het gebruik van de prachtige foto’s! d WAARDVOGEL | APRIL 2017 49


Idylle, meer dan alleen bloemen Tekst:en foto’s Patrick Heuvelman

Het projectteam heeft samen met beheerder van het Loetbos Cees Kool (Staatsbosbeheer) terug gekeken op het eerste jaar van de Idylle. Nog steeds worden betrokkenen aangesproken of het feit dat mensen meer bloemen hadden willen zien dan wel verwacht. Ook geven ze aan weinig verschil te zien met andere velden in het Loetbos. De vraag die gesteld kan worden is: “Wat maakt de Idylle dan een Idylle?” Hier kom ik later op terug. d

T

och zijn alle betrokkenen tevreden met het eerste jaar, gepast trots op wat is bereikt en hoe de samenwerking tussen partijen is verlopen. De opening was druk bezocht, vele leden maar vooral niet-NVWK leden hebben mee gedaan met georganiseerde activiteiten. De eerste en tweede maaironde zijn prima verlopen en er is veel groene massa afgevoerd. Deze samenwerking liep ook prima. Kortom we zijn klaar voor het volgende seizoen en nu kunnen we uitvoering gaan geven aan het beheerplan zoals dat in de Waardvogel van februari 2016 is gepubliceerd.

worden bij gezaaid. Dat zal in ieder geval grote ratelaar zijn, want die helpt met het terugdringen van de grasvegetatie, en mogelijk proberen we opnieuw margriet aan de gang te krijgen. Maar de focus ligt op het gefaseerd maaien, wat voor het seizoen 2017 een ander beeld zal geven ten opzichte van andere velden in het Loetbos.

Oproep!

.

V

oor het maaien, en dan vooral het afruimen van het gras/hooi, it jaar gaan we de Idylle vormen tot een Idylle. Een gebiedszône kunnen we altijd hulp gebruiken. Gezien de fasering is een waar voornamelijk vlinders voedsel en bescherming kunnen strakke planning niet mogelijk, waar willen we vrijwilligers één tot vinden. Maar ook hommels en bijen moeten kunnen profiteren anderhalve week voor het hooien via mail benaderen. Om op de van elementen die zij nodig hebben gedurende de seizoenen. maillijst te komen, graag een reactie op landschapwerkgroep@ Het beeld van een uitbundige bloemenweide zullen we van het nvwk.nl! Ook zetten we een berichtje in de agenda op de site. d netvlies van de bezoekers moeten krijgen. Maar wat is er dan anders ten opzichte van andere velden in het Loetbos? Dat zit hem toch in de vegetatie. Het wordt dus niet enkel bloemen, en er komt ook verschil in vegetatiehoogten. Dat gaan we realiseren door gefaseerd maaien in verschillende maaibeurten, oplopend tot vier maaibeurten op verschillende plaatsen, overeenkomstig met het in België ontwikkelde Sinusbeheer (zie ook Waardvogel feb. 2016). Dat geeft kleine microklimaten, die vlinders graag gebruiken om op te warmen, te schuilen of zich voort te planten. Het maaien zal worden afgestemd op de ontwikkeling van de vegetatie. Als bezoeker zult u hoeken met licht verruigde vegetatie gaan zien die minimaal anderhalf jaar niet gemaaid gaan worden. Hier kunnen popoverwinterende vlinders zich in eigen tempo ontwikkelen zonder het risico dat ze met De opgekomen zaden van pinksterbloem tussen vossenstaart, een grassoort maaisel worden afgevoerd. Andere delen worden één keer gemaaid in het seizoen, maar sommige plekken wel vier keer. Deze variatie/diversiteit geeft gedurende het jaar verschillende gebieden welke (grasland) vlinders kunnen gebruiken om zich in de Idylle te ontwikkelen.

D

O

p de vraag; “Komen er nog meer bloemen?’”antwoorden wij: “Ja, die komen er. Maar niet door het zaaien van zogenaamde carnavalsmengsels met daarin soorten die niet van nature thuishoren in dergelijke gebieden, zoals klaproos, korenbloem en gele ganzenbloem. Dit zijn akkerkruiden, en akkers hebben we niet.” Ja, zo’n mengsel kan snel bloemen geven, zoals vele mensen hadden verwacht, maar die zijn ook net zo snel weer verdwenen. We houden vast aan het originele plan: werken met gebiedseigen soorten. Dat zal voor dit jaar betekenen dat er hooguit twee tot drie soorten Ook witte dovenetel, glad walstro en smalle weegbree zijn alsnog opgekomen

50

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Help mee Europees Landbouwbeleid te veranderen Bron: nieuwsbrief@vogelbescherming.nl, 12 april 2017

NIEUWSBERICHT

De Europese Commissie bereidt een nieuw Gemeenschappelijk Europees Landbouwbeleid voor. Dat beleid bepaalt de toekomst van de landbouw en de voedselproductie, ook in Nederland. Veel Europese natuurorganisaties maken zich grote zorgen over de kaalslag op het platteland veroorzaakt door het huidige landbouwbeleid. Niet alleen vogels en natuur delven het onderspit, ook veel boeren komen in de problemen. Laat uw stem horen om dat te veranderen! De Europese Commissie heeft een publieksconsultatie opgezet waaraan iedereen kan meedoen. Hoe meer mensen laten weten dat het zo niet langer kan, hoe beter. Natuurorganisaties in heel Europa voeren daarvoor campagne onder de noemer Living Land. In Nederland wordt dat gecoördineerd door Natuurmonumenten, Wereld Natuur Fonds en Vogelbescherming. Vogelbescherming staat al jaren op de bres voor een ander type natuurinclusieve landbouw via Red de Rijke Weide. Om het u gemakkelijk te maken, hebben we antwoorden gegeven op de 5 meest relevante vragen die de EU aan het publiek stelt (van de 34). “Wat zijn de voornaamste problemen/obstakels die verhinderen dat de doelstellingen van het huidige landbouwbeleid worden verwezenlijkt? Wat zijn de oorzaken van die problemen?” Het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) bevordert duurzame landbouw niet. Het huidige beleid is voornamelijk ontwikkeld om een kleine groep van intensieve boeren te laten profiteren van het systeem. Het beleid faalt ook volledig wat betreft de uitvoering en handhaving van de Europese natuurwetgeving en wetgeving rond voedsel en landbouw, zoals dierenwelzijn en onze gezondheid te bevorderen. “Welke elementen van het huidige GLB zijn het meest belastend of ingewikkeld en waarom?” Het huidige beleid (voornamelijk eerste pijler subsidies) vormt een last voor zowel mensen als natuur. Ook al is er een enorm budget beschikbaar, het beleid levert geen concrete sociale en milieu voordelen op in belangrijke sectoren, zoals in het creëren van werkgelegenheid, economische ontwikkeling op het platteland, volksgezondheid, voedsel, klimaat en biodiversiteit. “Vindt u dat er doelstellingen voor een gemoderniseerd GLB moeten worden toegevoegd? Zo ja, welke?” Een gemoderniseerd GLB moet de transitie naar een duurzaam landbouw- en voedselsysteem vergemakkelijken en versnellen, het milieu beschermen en echte voordelen opleveren voor alle inwoners van de EU, met name voor de boeren. Het moet alle schadelijke subsidies stoppen en bijdragen aan de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de V.N. “Hebt u concrete ideeën om het GLB te vereenvoudigen en de administratieve lasten voor landbouwers, begunstigden (of overheidsinstanties) te verlichten? Welke? Gelieve de redenen voor uw suggesties toe te lichten.” De Pijler 1 subsidies van het GLB moet worden vervangen door een stimuleringsregeling die gekoppeld wordt aan sociale en milieu doelstellingen en die op deze doelstellingen wordt gevolgd. “Hebt u nog andere ideeën om het GLB te moderniseren?” Ik ga akkoord met de visie van Living Land (ww.living-land.org) Het nieuwe landbouw beleid van de EU moet eerlijk, duurzaam en gezond zijn en bijdragen aan het tegengaan van klimaatverandering. Het beleidsproces moet open en transparant zijn. Alle relevante autoriteiten en sectoren (in het bijzonder milieu, maar ook klimaat, ontwikkeling, gezondheid, etc.) moeten hierbij betrokken worden. Wilt u deze actie onderschrijven ga dan naar https://www.nvwk.nl/actueel/nieuws of https://www.vogelbescherming.nl/ . LAAT UW STEM HOREN EN ZEG JA TEGEN EEN ANDERE, LEEFBARE OMGEVING. d

Foto: ANP

WAARDVOGEL | APRIL 2017 51


Bloemrijke dijken en bermen Overleg met het waterschap HHSK over maaibeleid Joke Colijn i.s.m. Martijn Guichelaar, Adviseur beheer en onderhoud Waterkeringen en Wegen In vervolg op het overleg van 2 december jl. zaten we met een vertegenwoordiging van de NVWK, inclusief onze kersverse plantencoördinator Stef van Walsum, op vrijdag 31 maart weer aan tafel bij het hoogheemraadschap om te overleggen over de invulling van groener maaibeleid. De mannen van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) hadden een document voorbereid met een werkinstructie voor een pilot voor gefaseerd maaien van primaire waterkeringen (Lek- en IJsseldijken) in 2017. De aannemer die maait voor het waterschap is een innovatief bedrijf dat inmiddels een goede naam heeft opgebouwd ten aanzien van bijvoorbeeld onkruidbestrijding zonder gif, maar ook op het gebied van ecologisch maaiwerk. Het bedrijf beschikt over de benodigde kennis, de juiste machines, en heeft bewust een eigen ecoloog in dienst genomen. De NVWK is heel blij met de positieve instelling tijdens de gesprekken met en de bereidheid van het hoogheemraadschap om het maaibeleid anders, groener, in te steken. d

A

angepast maaibeleid primaire keringen Het hoogheemraadschap heeft het maaibeleid aangepast van de primaire keringen, de dijken langs de Lek en de Hollandsche IJssel. Belangrijkste uitgangspunt in het beleid is dat waterveiligheid voorop staat. Daarom streeft het hoogheemraadschap naar een gesloten, soortenrijke grasmat. Bij de uitvoering van het beleid weegt de omgevingsgerichtheid zwaar. De belangrijkste wijziging in de uitvoering is de eerste maaironde in twee fasen te laten uitvoeren. Hierdoor wordt de dijk niet in één keer kaal gemaaid, maar zijn er het hele groeiseizoen stukken hogere (bloeiende) vegetatie aanwezig. Daarmee worden de omstandigheden voor flora en fauna beter en komt het hoogheemraadschap tegemoet aan de wensen van de omgeving. Het aangepaste beleid wordt vanaf 2017 geïmplementeerd, waarbij het eerste seizoen als een proef geldt om na te gaan of gefaseerd maaien mogelijk is en de gekozen fasering praktisch uitvoerbaar is. Omdat er sprake is van een proef, is er na overleg en instemming van het hoogheemraadschap ruimte voor aanpassing. Het hoogheemraadschap zal bewoners informeren over het aangepaste maaibeleid, waarbij wordt aangegeven dat het een proef betreft.

P

raktische uitwerking 1e maaironde (voorjaar) - De eerste maaibeurt in het seizoen wordt in twee fasen uitgevoerd, fase 1 ca. half mei, fase 2 ca. half juni. - In de eerste fase wordt het bovenste gedeelte van het talud gemaaid. Ca. vier weken later in de tweede fase het restant. - Vlakke delen worden bij voorkeur in de 2e fase gemaaid, gezien de kans op voorkomen van broedende vogels, tenzij er regelmatig verstoring optreedt. 2e maaironde (najaar) - De gehele oppervlakte wordt in principe in één keer volledig gemaaid. Mocht na de eerste maaironde blijken dat fasering gewenst is, wordt dit tijdig afgestemd. Veiligheidsstroken (wegbermen) en zichthoeken - Voor de verkeersveiligheid worden zichthoeken en wegbermen (ook van fietspaden) drie à vier keer per seizoen gemaaid,

52

WAARDVOGEL | APRIL 2017

Voorbeeldfoto uit Oost-Nederland in meest optimale situatie, bron: www.zodenaandedijk.com

Veiligheidsstroken wegberm en zichthoek, foto’s: archief HHSK

afhankelijk van de groeisnelheid.

C

ommunicatie en afstemming - HHSK informeert bewoners langs de primaire waterkering over de invoering en het doel van het gefaseerd maaien, waarbij wordt aangegeven dat het een proef betreft. - Indien gewenst vindt er afstemming plaats tussen natuurorganisaties, aannemer en HHSK over de ruimtelijke fasering (welke locaties in fase 1 en welke in fase 2). - Klachten en meldingen worden verzameld door een medewerker van HHSK. Aan de aannemer wordt verzocht om meldingen die bij hen binnenkomen door te geven aan HHSK.

P

ilot in pilot Tot zover het uittreksel uit het proef-maaibestek voor dijken. Op verzoek van de NVWK komt er nog een aanpassing in voor de manier van maaien in de eerste maaironde, eerste fase. Op


Ecologisch te beheren bermen

Snippejagerskade

Franse Kade

Molenvliet

Fietspad langs de Loet

Breekade

Okkerse Kade

Hoekseweg Krilpad

Het Smalle Kampje

Niet ecoberm Eco berm

Kooiweg

een traject van het pilotgebied zouden we het maaien van het bovenste en onderste gedeelte van het talud willen omdraaien: eerst het onderste deel, en ca. vier weken later het bovenste deel. Dit omdat het bovenste deel altijd droger zal zijn dan het onderste, en dat vanzelfsprekend invloed heeft op de diversiteit in de vegetatie. Een pilot in de pilot: op welk gedeelte zal de kruidenrijkheid het snelst toenemen ten koste van de hoeveelheid grassen, terwijl toch een sterke dichte mat uit veiligheidsoogpunt het eerste doel moet blijven. Voor de volledigheid: het gaat hier dus niet om de veiligheidsstrook dicht langs de wegen, die maaifrequentie blijft overeind. Aan het einde van het maaiseizoen is er een evaluatie van de pilot met HHSK, de aannemer en de NVWK. Het lijkt ons wenselijk als is ook Peter de Groot van Biodivers hierbij inbreng levert. Hij heeft al aangegeven hier graag toe bereid te zijn. Peter was ooit betrokken bij de aankleding van de Lekdijk bij Schuwacht. Juist dat deel is tot nu het pareltje in de Krimpenerwaard voor wat betreft bloemrijkheid en biodiversiteit. We hoeven dan ook niet het wiel opnieuw uit te vinden; hij heeft immers al veel kennis en ervaring in huis. Voor Stef is het een uitdaging om te volgen wat deze proef oplevert. Hij zal nauw betrokken worden bij de acties binnen de pilot en ook zijn bevindingen terugkoppelen met HHSK.

A

rgusvlinder Voor de zwaar bedreigde argusvlinder is nog speciaal

Beheer bermen

aandacht gevraagd. Die zet bij voorkeur haar eitjes af in de microklimaatjes rond hekpalen, vangrailsteunen en rond bomen. Het is niet moeilijk om te bedenken hoe desastreus het voor deze populatie is om met de bosmaaier het plukje vegetatie dat met een maaibalk niet werd meegenomen, alsnog om te leggen. Afgesproken is dat de NVWK zal aanleveren wat het slechtste moment is om te maaien, en wat het beste moment kan zijn, zodat de rupsen en poppen zoveel mogelijk worden ontzien.

O

peratie KIJK De plannen voor de versterking van de IJsseldijk tussen Krimpen aan den IJssel en Gouda worden op dit moment gesmeed. Naar verwachting loopt deze verkenningsfase tot 2018. Daarna volgen drie jaren waarin de plannen definitief vorm krijgen, en pas vanaf 2021 zal met de uitvoering worden gestart. Dit project heet Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard, KIJK. Voor de uiteindelijke bedekking van de versterkte dijk wordt in principe de oorspronkelijke toplaag teruggebracht om zoveel mogelijk te voorkomen dat zaden die zich in gebiedsvreemd materiaal bevinden, gaan ontkiemen. Na een dijkversterking moet een grasmat zich altijd even ontwikkelen, maar door met de oorspronkelijke toplaag te werken ontstaat er na de dijkversterking sneller weer een bloemrijk resultaat. De NVWK zal regelmatig met het projectteam in gesprek blijven om de natuurbelangen in de Krimpenerwaard onder de aandacht te houden. Ons uitgangspunt is inzaaien met WAARDVOGEL | APRIL 2017 53


een gebiedseigen, kruidenrijk grasmengsel. Helaas moeten we nog jaren wachten tot we hiervan het bloemrijke resultaat zien!

B

ijzaaien met kruiden op Lekdijk HHSK is van plan om bijzaaien met kruiden op de onlangs versterkte dijk en met grassen ingezaaide dijk langs de Lek uit te gaan proberen. Om te zorgen dat de kruiden de ruimte hebben om zich te vestigen is zaaien in het najaar het meest effectief. Dit jaar wordt nagedacht gaan nadenken over hoe ingezaaid kan worden (verspreiden maaisel of zaadmengsel) zodat eind 2017 een pilot kan worden uitgevoerd. Geopperd wordt dat wellicht kruidenrijkheid kan worden bewerkstelligd door het deponeren van maaisel afkomstig van het ‘pareltje’, de dijkhelling bij Schuwacht.

B

ermen langs wegen, kaden en paden Op de op het kaartje aangegeven plaatsen worden bermen al jaren (sinds ca. 2000) verschralend beheerd, in die zin dat er 2 keer per jaar wordt gemaaid en afgevoerd. In de bermen van de Franse Kade en de Breekade is dit beheer gestopt uit praktische overwegingen. De NVWK heeft bij het hoogheemraadschap gevraagd het ecologisch beheer van de Franse Kade weer op te pakken en de berm van de Lekkerkerkse Kerkweg (vanaf de knik tot het Westeinde/Oudelandseweg) toe te voegen. Het hoogheemraadschap heeft hier positief op gereageerd. In de periode dat Anton van Jaarsveld de coördinator planten van de NVWK was, zijn een aantal plots langs die wegen en paden gedurende meerdere jaren door hem gemonitord, om de ontwikkeling van de vegetatie te kunnen bepalen. Stef wil de draad van Anton graag weer oppakken, zodat we ook het effect van dit consequent uitgevoerde beheer na al die jaren kunnen vaststellen. Voor wie al het bermbeheer van HHSK wil bekijken: de kaart van de vorige pagina staat in kleur op de site onder Plantenwerkgroep, als downloadbare pdf.

M

onitoring en PR Stef schrijft voor het tellen van de plots die Anton jarenlang

inventariseerde, voor het monitoren van het gefaseerd maaien van de dijktaluds in het pilotgebied, én voor het gedeelte wat kruidenrijk wordt bijgezaaid, een monitorplan. We zijn heel benieuwd wat dit gaat opleveren! Het is duidelijk dat hij hierbij hulp kan gebruiken, dus plantenliefhebbers: als u/je het leuk vindt om een plotje te tellen, zoek contact met Stef! Zijn plan zullen we in juni as. in de Waardvogel publiceren. Ook volgt nog een gezamenlijk PR-moment in juli/augustus waarop we het belang van gefaseerd maaien zullen benadrukken. Voor de NVWK dient dit meerdere doelen: ook de Idylle in het Loetbos en o.a. twaalf erven langs de dijktaluds die meedraaien in het Erfvogelproject kunnen een belangrijke schakel zijn in de stapstenen en linten die worden gecreëerd voor insecten en vogels.

V

erder praten met het hoogheemraadschap Aan het einde van het maaiseizoen gaat de NVWK opnieuw in gesprek met HHSK. Dit gesprek zal gaan over resultaten van gefaseerd maaien in tijd en ruimte, maar ook over de gevolgen van beschadigingen door grof maaiwerk aan de schors van bomen langs wegen, zoals essen en knotwilgen. Ziektekiemen kunnen op de wond binnendringen, waardoor de boom verzwakt en uiteindelijk doodgaat. Goed knotten is trouwens ook nog een hele kunst. Sinds we de beschikking over motorkettingzagen hebben zie je nogal eens dat er te kort op de knot wordt afgezet, waarna de boom niet meer kan uitlopen en doodgaat. Lange token laten staan is ook niet goed omdat daarop een te zware kruin groeit die bij storm kan afscheuren, terwijl uitlopers op de stam juist wel glad afgezaagd moeten worden, anders komt de hele stam vol met uitlopende takken te staan en dat is ook niet de bedoeling. Een mooie knot snoeien lukt best, maar je moet wel weten wat je doet.

A

l met al zijn we als NVWK heel positief over de ontwikkelingen in het maaibeleid bij HHSK; samen zijn we op de goede weg. Op de weg naar een rijkere biodiversiteit met bloemen, insecten, muizen en vogels in bermen en langs dijken! d

i Strengere handhaving op ontheffingenbeleid HHSK De NVWK vraagt een beperkt aantal ontheffingen aan om op tiendwegen en kades te mogen rijden die ontoegankelijk zijn voor gemotoriseerd verkeer. Die worden aangevraagd om bijvoorbeeld met knotmaterieel op anders onbereikbare plaatsen te kunnen komen, of inventarisaties te kunnen doen. Reguliere ontheffingen hebben een looptijd van drie jaar, want het is niet de bedoeling dat men tot in lengte van dagen legaal gemotoriseerd op deze wegen mag blijven rijden.

E

en welgemeend advies van HHSK aan de betreffende NVWK-leden is om de verleende ontheffingen alleen gebruiken voor activiteiten waarvoor de auto noodzakelijk is en niet voor het uitoefenen van meer hobby-achtige activiteiten die bijvoorbeeld ook per fiets kunnen. Na een recente rechterlijke uitspraak over misbruik is de handhaving verscherpt. Als blijkt dat ontheffingen door onze mensen misbruikt zouden worden, kan dat voor de NVWK erg nare gevolgen hebben. We vertrouwen er op dat de ontheffinghouders deze waarschuwing ter harte nemen.

E

r heerste o.a. bij ons de veronderstelling dat voor bijvoorbeeld bouwprojecten aan aannemers e.d. ontheffingen zonder einddatum worden verleend. Juist dit zware verkeer richt grote schade aan het kwetsbare stelsel van kaden en tiendwegen aan, eenvoudigweg omdat ze eeuwen geleden zijn aangelegd en dus niet berekend op dit soort vervoer. We weten uit ervaring en zien het dagelijks gebeuren, dat deze wegen ook na afronding van projecten dagelijks gebruikt blijven worden, veelal als sluiproute. Dit verkeer is te groot en te zwaar, zorgt voor onnodige verzakkingen en beschadigt aangrenzende bomen, bermen en slootkanten. We hebben het dan nog niet over de verstoring die dit zware verkeer teweeg brengt, bijvoorbeeld in het broedseizoen van zang- en weidevogels. De veronderstelling van oneindige ontheffingen blijkt bij navraag onterecht. Iedere ontheffing heeft een einddatum; projectontheffingen gelden tot de einddatum van het project. Dit sluipverkeer wacht dus een ontmoeting met de BOA.

54

WAARDVOGEL | APRIL 2017


Waarom bij Rotronica uw kostbare camera laten repareren? -Lage kosten voor een prijsopgave -Degelijke garantie op de uitgevoerde reparatie -Snelle service indien er geen onderdeel hoeft te worden besteld -After repair check van de meest belangrijke functies

Rotronica Van Utrechtweg 120 2921 LN Krimpen aan den IJssel telefoon: 0180-786005 e-mail: info@rotronica.nl

Openingstijden: Ma t/m vrij van 9.00 tot 17.00 uur Elke eerste zaterdag van de maand geopend tussen 10.00 en 14.00 uur http://www.rotronica.nl.


reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! 2014 E in

Reisgids 2016

jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi

Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee.

is isinin20 Re779 De schitterende www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 201630 !• E info Re nss mmeee! e tetoon e m m Atlantic Odyssey 83 groepsreizen

60 groepsreizen 20 fotoreizen 65 expeditiecruises 15 fotoreizen 6 weekenden in Nederland 40 expeditiecruises groepsreizen fotoreizen • cruises • individuele reizen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN•2016: 5 weekenden Fotoreis in Nederland Ethiopië Marokko i.s.m. China, Beidaihe Canada

vaart in 2018 voor het laatst!

Vogel- en natuurreizen naar Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen wereldwijde bestemmingen Vogelbescherming

€ 3.295,Vertrek 17 febr. ‘16

& Happy Island € 2.875,Vertrek 4 mei ‘16

Mis dit spektakel niet, Roemenië reserveer nu plaatsen! Vanaf € 1.895,Vertrek 24 mrt ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

Ghana

€ 3.750,Vertrek 24 febr. ‘16

€ 1.495,Vertrek 18 mei ‘16

€ 3.590,Vertrek 26 aug. ‘16

IJsland – Faroer – Fair Isle – Isle of May – Nederland *

Vanaf € 995,Informeer naar de aanbieding! China, Sichuan Vertrek 21 sep. 2016

Nepal

Spanje, Extremadura & Coto Doñana

€ 3.495,Vertrek 27 febr. ‘16

€ 1.850,Vertrek 3 apr. ‘16

Ecuador *

& Tibetaans Plateau

€ 3.595,Vertrek 19 mei ‘16

woude ligt in het hart van de South West Pacific Odyssey * IJsberen special * Fotoreis Finland feervolle zalen zijn zeer geschikt Kijk op www.birdingbreaks.nl of neem contact op Lesbos e of feestelijke bijeenkomst. Fotoreis via info@birdingbreaks.nl of (020) 779 20 30 Noorwegen Borneo * Rabobank Krimpenerwaard etverbinding zijn aanwezig. ondersteunt uw vereniging. IN 2017 MET EEN GOED GEVOEL OP REIS? Kazachstan Boek bij BirdingBreaks.nl en wij compenseren vanaf nu uw CO2 uitstoot! t complete maaltijden ofmetbuffetten. Rabobank. Een bank ideeën. Vraag de gratis reisgids 2014 aan via brochure@birdingbreaks.nl eid in eigen keuken. Bel ons voor: Al 25 reizen met € 3.595,Vertrek 5 mrt. ‘16

Vanaf € 5.575,Vertrek 6 apr. ‘16

€ 2.240,Vertrek 15 mrt. ‘16

8e reisjaar

groepsreizen

reizen • cruises • fotoreizen • individuele

€ 1.845,Vertrek 21 mrt. ‘16 r

10 jaa

€ 1.395,Vertrek 21 april ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016

Vanaf € 2.900 Vertrek 22 juni ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016 € 3.495,Vertrek 20 juli ‘16

€ 3.495,Vertrek 1 mei ‘16

met ! reizen reaks.nl BirdingB

• individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen

Reisgids 2014 r 11 jaa met

aks.nl!

reizen BirdingBre

Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

• individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen

Reisgids 2016

Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

Reisgids 2017

Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde

www.rabobankkrimpenerwaard.nl

bestemmingen

* Prijs exclusief vlucht gegarandeerdvertrek!! Kijk op www.birdingbreaks.nl voor het

bestemmingen

bestemmingen

Vraag de gratis reisprogramma 2014 en 2015! www.birdingbreaks.nl reisgidsVraag aan! de gratis T ( 020) 779 20 30 reisgids aan! E info@birdingbreaks.nl

naar wereldwijde bestemmingen www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779Vogel20 en 30natuurreizen • E info@birdingbreaks.nl

In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.

“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t “De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. woensdag, vrijdag zaterd Keuken geopend van 17.00 tot 20.00en uur op woensdag, vrijdag en zaterdag.

Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.

www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.