Waardvogel
56e JAARGANG | NUMMER 3 | JUNI 2017 WWW.NVWK.NL
Big Birding Day 2017
9
Bloemrijke dijken en bermen
28
Inspirerend congres in Velp
43
foto v
Sportieve competitiestrijd tussen fanatieke teams
an de
m
aa
Monitoringsplan ‘Mijn berm bloeit!’ nd
over boerenlandvogels in agrarische bedrijfsvoering
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Bestuurslid Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Max Ossevoort, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Gerard van Slijpe, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Jan van Exel, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Joke Colijn, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX
Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Sandra Bouwman, werkgroepro@nvwk.nl Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator trekvogeltellingen Vacant Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX
Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon, Bij verstoringen van de natuur
0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
2
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Colofon
Van de voorzitter
De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 56 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december
Max Ossevoort
Er is weer veel gebeurd sinds u de laatste Waardvogel in de bus kreeg. Jan van Exel heeft inmiddels de werkgroep RO en de jeugdwerkgroep Kopij aanleveren onder zijn hoede genomen en is flink aan het werk gegaan om verbeterVóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november punten op te pakken. Voor RO zouden we graag zien dat we in iedere kern een aanspreekpunt als ‘ogen en oren op de grond’ krijgen om acOplage ties die volgens de Wet natuurbescherming niet door de beugel kunnen, 900 exemplaren door te geven aan Sandra en Ton. Jan gaat daarmee aan de slag; is dit E-mail redactie iets voor u of wilt u daar meer van weten? Neem dan contact op Jan. De jeugdwerkgroep is inmiddels Joke Colijn versterkt met Kees Janssen. Mieke en Kees gaan aan de slag om leuke en leerzame evenementen voor de Maria Spruit jeugd op te zetten. nvwkredactie@gmail.com In dat verband wil ik graag alle Rabobank-leden die gestemd hebben op de NVWK in het kader van de Website www.nvwk.nl Rabobank Clubkas Campagne hartelijk bedanken, want daardoor hebben we het onverwachte bedrag van www.facebook.com/denvwk/ € 701,24 mogen ontvangen voor de jeugdwerkgroep (zie pagina 50). Inmiddels zijn daarvan drie cuvetten https://twitter.com/denvwk en een paar professionele schepnetten gekocht via RAVON. Over de besteding van de rest van het geld wordt door Mieke en Kees nagedacht. Secretariaat & ledenadministratie De Big Birding Day was dit jaar een groot succes, zie ook de enthousiaste verslagen in deze Waardvogel. Frans van der Storm Wanneer u dit leest heeft op 22 juni de opening van 500 ha nieuwe natuur plaatsgevonden, het eerste Boschpolderstraat 14 onderdeel van de 2250 ha natuur die in het totaal van het Natuurnetwerk Nederland in de Krimpener2807 LJ Gouda info@nvwk.nl waard wordt gerealiseerd. De inrichting van de drie natuurgebieden De Nesse, de Berkenwoudse Driehoek en Oudeland Zuid is tot stand gekomen door een samenwerking van het ZHL, HHSK, de provincie Contributie per kalenderjaar Zuid-Holland en grondgebruikers, waardoor de kansen voor de weidevogels in de Krimpenerwaard zijn € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, toegenomen. De eerste ontwikkelingen op dat gebied zijn al waarneembaar. één kind t/m 16 jaar € 17,- voor een basislidmaatschap Op dit moment is er een project gaande van de NVWK om waterriet te planten in de grote waterput in € 22,- voor een gezinslidmaatschap de Berkenwoudse Driehoek, gelegen aan het graspad dat de verbinding vormt tussen de parkeerplaats Wellepoort en de Graafkade West. Om de nieuwe aanplant tegen karpervraat te kunnen beschermen is Bankrekeningnummer op 2 juni met een aantal vrijwilligers al een plantvak aangelegd van palen en gaas. Op 30 juni en 1 juli is de NL82 RABO 0127 2948 80 bedoeling dat het vak beplant gaan worden. Het doel van dit project en verdere bijzonderheden worden in Lid worden een artikel op bladzijde 34 verder toegelicht. U kunt lid worden via www.nvwk.nl of door een e-mail met uw gegevens Met de zwarte sterns gaat het op dit moment niet zo goed in de Krimpenerwaard. Een groot deel van de uitgelegde vlotjes van zowel het ZHL als van de NVWK zijn niet bezet geraakt of zijn al weer verlaten, te sturen naar info@nvwk.nl waardoor de resultaten dit jaar beduidend lager zullen uitkomen dan vorig jaar. Een enkele oorzaak is Op de voorpagina bekend, maar de rest wordt nog onderzocht. Huiszwaluw, Op 2 september is de NVWK-vrijwilligersdag, een dag georganiseerd door het bestuur om u als actieve foto: Adri de Groot, vrijwilliger te bedanken. Het programma wordt binnenkort rond gemaakt en u zult u op de hoogte gewww.vogeldagboek.nl Foto van de maand: bracht worden via uw coördinator, maar ook op de site. Zet de datum alvast in uw agenda! Icarusblauwtje, Heel bijzonder vind ik het gedicht van mevrouw Bersma op pagina 21 waarin zij op haar geheel eigen, foto: Arie Kooy creatieve wijze de Waardvogel prijst, waardoor hij bijna vleugels krijgt. Zowel de thuisblijvers als degenen die hun vakantie elders doorbrengen wens ik een mooie zomer, en veel Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad genoegen bij het lezen van de vele interessante artikelen die deze Waardvogel weer biedt. d is toegestaan met bronvermelding
Disclaimer Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron. Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
In dit nummer
Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Over dat koekoeksjong 5 Huiszwaluw op de voorpagina 6 Icarusblauwtje, foto van de maand 7 Big Birding Day 2017 9 Nieuwe roofvogelwerkgroep 20 Even voorstellen: nieuwe coördinatoren roofvogelwerkgroep 21 De Waardvogel, gedicht 21 Tussen hoop en vrees, overleven weidevogels? 22 Over de Overtuin 25 Rust in het Reestdal? 26 Bloemrijke dijken en bermen 28 Erfvogelnieuws 30 Warme excursie naar de Kampina 32
Waterriet aanplanten 34 Hooien in de Idylle 36 Incassoperikelen 37 Bijenidylle Blonksloot 38 Winderig weekend Texel 40 Inspirerend congres in Velp 43 Vindt u nummer 11? 47 Meld piepende schommels 47 Kamsalamander, zijn ze er nog? 48 Zomersnoei bij fruitbomen 49 Dank voor uw Rabo-stem 50 Nieuwe impuls voor werkgroep RO 51 Natuurherinneringen (2) 52 Wandelingen IVN/Heempad Boskoop 53 Ingesproken in Provinciale Staten 55 Landschapspijn tussen betongras en turbokoeien 56 Strategische visie? Wordt vervolgd 57 BTS-telling 2017 groot succes! 58 WAARDVOGEL | JUNI 2017
3
Even noteren
V
rijdag 30 juni en zaterdag 1 juli 2017 om 09.00 uur Waterriet planten in de Berkenwoudse Driehoek. Een natte klus om een bijzondere biotoop te realiseren. Locatie is Graafkade West. Voor meer info of aanmelden zie het artikel op pagina 34, of neem contact op met Max Ossevoort: maxossevoort@gmail.com, XX XXXXXXX.
Z
aterdag 15 juli 2017 om 09.00 uur Landschapswerk in de zomer en wel het zomersnoeien van fruitbomen. Knotgroep Krimpen gaat bij boomgaard Den Uijl (Molendijk 170, Krimpen aan de Lek) aan de slag. Ook zonder ervaring kunt je meehelpen om dit stuk cultuurhistorie te onderhouden.
Z
aterdag 26 augustus 2017 om 09.00 uur Zomersnoei in de hoogstamfruitboomgaard aan de Boveneindselaan in Krimpen aan den IJssel. Uiteraard een oproep voor iedereen die het leuk vindt om die dag te komen werken aan deze fraaie hoogstambomen. Wij zullen dan tussen heel veel rijpend fruit aan het werk zijn. Voor al het nodige gereedschap, ladders e.d., wordt uiteraard gezorgd. We werken tot ongeveer 13.00 uur. Nadere info via xxxxxxxx@xxxxxx.xx.
Z
aterdag 26 augustus 2017 om 8.00 uur Eind augustus/begin september gaan we meestal naar Zeeland, zo ook dit jaar. Het is altijd een leuke excursie die vorig jaar 77 soorten opleverde. De excursie kan vrij lang duren. Eerder teruggaan mag altijd, dat stemmen we aan het begin van de excursie met elkaar af. We verzamelen bij het busstation in Krimpen aan den IJssel. Voor info: Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl, XX XXXXXXX.
Z
aterdag 2 september 2017 vanaf 15.00 - 20.00 uur Dit is de dag waarop de NVWK haar vrijwilligers bedankt. Hier kun je ervaringen uitwisselen met andere vrijwilligers: gezelligheid, drankjes en een lekker hap zijn de ingrediënten. Verder gaan we op onze jaarlijkse vrijwilligersdag op een interactieve manier aan de slag met de uitkomsten van de ‘heidag’ van het bestuur. Vrijwilligers worden nog apart uitgenodigd door hun coördinator, maar om niemand te missen wordt hier vast iedereen uitgenodigd die afgelopen jaar een aantal uren actief is geweest als vrijwilliger voor de NVWK. Aanvang is vanaf 15.00 uur op Schaapjeszijde 4, Ouderkerk aan den IJssel.
Z
aterdag 2 september 2017 van 10.00 tot 13.00 uur Open ervendag. Erfeigenaren, NVWK-leden en niet leden zijn van harte welkom op de volgende adressen: o Adri en Ab Bongers, Bovenberg 118, Bergambacht, o Jaap Graveland, Westeinde 37, Berkenwoude, o Annelies en Herman Groothuis, Oost Vlisterdijk 42, Vlist, o Imelda Kloosterman, Lekdijk 32, Ammerstol, o Kea en Peter Koot, Lekdijk West 83, Bergambacht (Beeldentuin http://www.delekinbeeld.nl/). Je kunt hier ook koffie of thee drinken, o Jan en Anneke van Arkel, Koolwijkseweg 35, Stolwijk. Let op! Hier kunnen nog adressen bijkomen. Houd de site in de gaten. Er komt vóór 2 september geen Waardvogel meer uit.
4
WAARDVOGEL | JUNI 2017
D
onderdag 7 september 2017 om 20.00 uur Eerste cursusavond van de derde erfvogelcursus in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Voor meer info: pagina 30.
Z
aterdag 9 september 2017 om 10.00 uur Een hele mooie manier om het Loetbos te ontdekken is met de kano. Onze jeugd van 8 tot 12 jaar (met zwemdiploma!) gaat op expeditie. We vertrekken om 10.00 uur vanaf het kanocentrum bij de Hendrikshoeve en we zijn terug om een uur of twaalf. Wil je je wel voor 26 augustus opgeven bij Mieke Veen, XX XXXXXXX of jeugd@nvwk.nl?
D
onderdag 14 september 2017 om 20.00 uur Tweede cursusavond van de erfvogelcursus in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Voor meer info zie pagina 30.
Z
aterdag 16 september 2017 Excursiedag behorende bij de erfvogelcursus. Locatie en tijd worden aan de deelnemers van de cursus medegedeeld.
H
et weekend van 16 en 17 september 2017 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX of Peter Berger XX XXXXXXX.
Z
aterdag 23 september 2017 van 10.00 tot 20.00 uur In de hoogstamfruitboomgaard aan de Boveneindselaan in Krimpen aan den IJssel wordt een heus oogstfeest gehouden. Met het plukken van het fruit dat rijp is, het maken van appelmoes, het bakken van fruitpannenkoeken en nog veel meer, willen wij met zoveel mogelijk belangstellenden en omwonenden vieren dat het onderhoud van de boomgaard z’n vruchten begint af te werpen. Het resultaat van persoonlijk werk mag uiteraard ook persoonlijk genuttigd worden. Aanvullende informatie zal te lezen zijn op de website. Blijf dat volgen om te kunnen meebewegen met de actualiteit. Nadere info via xxxxxxx@xxxx.xx.
D
insdag 10 oktober 2017 om 20.00 uur Lezing van Albert de Jong van Sovon Vogelonderzoek over ganzen. Tijdens de wintervogeltellingen tellen we ook in de Krimpenerwaard de ganzen en de andere watervogels. Met deze gegevens en ander onderzoek is er veel te zeggen over de populatie-ontwikkeling van ganzen. Albert deelt zijn kennis over onze Zuid-Hollandse ganzen in De Zwaan in Berkenwoude, meer info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX.
H
et weekend van 14 en 15 oktober 2017 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX of Peter Berger XX XXXXXXX.
O
nverwachte vogelexcursies Soms wordt een vogelexcursie op korte termijn georganiseerd door enthousiaste leden. Wanneer u zeker wilt zijn dat u zo’n onverwachte excursie niet mist, kunt u zich aanmelden via vogelwerkgroep@nvwk.nl onder vermelding van ‘opgeven voor onverwachte excursies’. d
Over dat koekoeksjong, Kun je nog eens uitleggen hoe dat zit? Jaap Graveland De buurman sprak me aan: ‘Goh Jaap, hartstikke leuk verhaal over die koekoek, wat bijzonder, maar dat van dat koekoeksjong begrijp ik nog niet. Hoe kan het nu dat zo’n karekietvrouwtje ontzettend goed oplet of er geen koekoeksei in het nest ligt, dat ze trucs heeft ontwikkeld met de eipigmentatie om parasitering door de koekoek te voorkomen, maar dat ze wel een koekoeksjong accepteert, dat tien keer zo zwaar is als zijzelf en er totaal anders uitziet?.’ d
D
e verklaring is eenvoudiger dan het lijkt. We denken dat vogels over alles wat ze doen bewuste beslissingen nemen. Maar dat is niet zo, er is heel veel gedrag voorgeprogrammeerd, en daar kunnen ze bijna niet van afwijken. Een heel bekend voorbeeld is ‘imprinting’. Een ganzenjong heeft als levensregel dat het eerste levende wezen dat hij ziet als hij uit het ei kruipt zijn moeder is. De beroemde gedragsbioloog Lorenz liet dit voor het eerst duidelijk zien: ganzen liepen hun hele leven achter hem aan en gedroegen zich precies alsof hij een gans was, als hij zorgde dat alleen hij erbij was als de ganzen uit hun ei kropen. Een ander bekend voorbeeld is trekgedrag. De trekrichting is voor een groot deel erfelijk bepaald. Dat bleek uit onderzoek aan zwartkoppen in gevangenschap. Men kruiste zwartkoppen met een zuidelijke en westelijke trekrichting, en de jongen trokken naar het zuidwesten. Kortom, vogels kunnen lang niet altijd gedrag vertonen wat wij logisch vinden. En daar maakt de koekoek handig gebruik van. De karekiet is voorgeprogrammeerd om alles te voeren wat in zijn nest zit, zijn bek open doet en het juiste geluid geeft. Alleen als het nadeel van dit gedrag extreem groot is, zal het veranderen. Bijvoorbeeld als alle zwartkoppen die naar het zuidwesten trekken sterven in hun overwinteringsgebied.
Of als 90% van de karekieten wordt geparasiteerd door de koekoek en dus bijna geen jongen groot worden. Dan wordt herkenning van koekoeksjongen extreem voordelig. In dat geval zal de enkele karekiet die wel een koekoeksjong herkent veel meer nakomelingem krijgen dan al die andere en verspreidt het vermogen om koekoeksjongen te herkennen zich geleidelijk in de populatie. Maar in werkelijkheid wordt slechts één op de zes of zeven karekieten geparasiteerd, omdat de karekieten zo goed op de koekoek en de eipigmentatie letten. Dus de druk om jongen te herkennen is niet groot genoeg. Zo zit dat. Laten we trouwens niet net doen alsof mensen altijd de meest verstandige keuzes maken. Ook wij hebben soms onze koekoeksjongen die we groot laten worden door ze te steunen. Maar ik waag me er maar niet aan om dat toe te lichten ;-)
E
en gelukkig toeval: het is Vogelbescherming en Staatsbosbeheer in het jaar van de koekoek gelukt een webcam bij een nest te plaatsen van een kleine karekiet met een koekoeksjong. Een wereldprimeur. Het levert fascinerende beelden op: https://www.vogelbescherming.nl/beleefdelente/ koekoek of via het nieuwsbericht op www.nvwk.nl. d
Koekoeksjong gevoerd door kleine karekiet, foto: Richard Nicoll
WAARDVOGEL | JUNI 2017
5
Huiszwaluw op de voorpagina Max Ossevoort
De huiszwaluw is een trekvogel die broedt in Europa, Noord-Afrika en de gematigde streken in Azië, en die overwintert in SubSaharisch Afrika en de Aziatische tropen. Hij heeft dus een groot verspreidingsgebied. De huiszwaluw dankt zijn naam aan de gewoonte om, altijd in kolonieverband, te broeden aan (de buitenzijde van) menselijke bouwwerken. Oorspronkelijk bouwde de huiszwaluw zijn nest vooral tegen klifranden en in grotten. De huiszwaluw is te herkennen aan het blauwzwarte verenkleed inbegrepen de gevorkte staart en de verder witte onderzijde en stuit. Het mannetje en het vrouwtje hebben hetzelfde uiterlijk. d
V
oedsel Het voedsel van de huiszwaluw bestaat in het broedgebied voornamelijk uit vliegen en bladluizen die hij in de vlucht vangt, meestal binnen een straal van 450 meter rond zijn nest. Hij is daarbij geen voedselconcurrent van de boerenzwaluw en de oeverzwaluw, die respectievelijk grotere en kleinere insecten vangen. In het wintergebied jaagt de huiszwaluw vooral op vliegende mieren en andere vliesvleugeligen. Hij maakt bij het foerageren lange glijvluchten en spaart zo meer energie dan de meeste andere insectenetende vogels. Deze behendige vlieger is zelfs in staat om tijdens de vlucht water te drinken.
N
atuurlijke vijanden De boomvalk en andere valkensoorten zijn de voornaamste natuurlijke vijanden van de huiszwaluw. Valken vliegen overwegend sneller dan de huiszwaluw, maar ze zijn minder behendig en de meeste aanvallen mislukken. Een andere natuurlijke vijand is de huismus: tijdens de bouw van hun nest worden ze regelmatig door de huismus verjaagd, waarna deze hun nest over neemt.
Bron illustratie: http://www.avibirds.com/blogspot.nl
Een huismus in een veroverd huiszwaluwnest, bron: http://natuurcultuurenalleswatboeit.blogspot.nl
V
oortplanting en ontwikkeling Tussen april en mei keren de huiszwaluwen van hun overwinteringgebied naar het broedgebied in Eurazië terug. Als bouwmateriaal gebruiken ze modder die ze verzamelen in hun snavels en vervolgens vermengen met hun speeksel. Het nest wordt gebouwd in de vorm van een halve bol en van binnen bekleed met gras, haar of andere zachte materialen. De nestopening bevindt zich aan de bovenzijde en is zo klein
6
WAARDVOGEL | JUNI 2017
gemaakt dat huismussen het nest niet kunnen binnendringen. Gebleken is dat bij gebruik van veen als bouwmateriaal, menig nest tijdens het gebruik loslaat en omlaag valt. Met klei is dit niet het geval. Gewoonlijk blijven koppels huiszwaluwen voor de rest van hun leven bij elkaar, al wordt er ook met andere huiszwaluwen gepaard. Kruisingen van de huiszwaluw en de boerenzwaluw komen in heel Eurazië veel voor met als resultaat één van de meest voorkomende hybriden onder de zangvogels. Normaal gesproken worden er per jaar twee broedsels grootgebracht, waarbij de jongen van het eerste broedsel vaak hun ouders assisteren bij het tweede, toch wel heel bijzonder. Het nest wordt door een paartje voor beide broedsels gebruikt.
H
oe gaat het de huiszwaluw in de Krimpenerwaard? In 2015 heeft er een telling plaats gevonden van het aantal huiszwaluwen in de Krimpenerwaard door een groep vrijwilligers van de NVWK onder leiding van onze zwaluwcoÜrdinator, Nico van Dam. Die telling was bedoeld als een soort nulmeting. Bij die telling werden ook de resultaten betrokken van een aantal van onze leden die over een langere periode de huiszwaluw al jaarlijks op lokale schaal telden. In de bebouwde kom van Gouderak bijvoorbeeld wordt de huiszwaluw al jaarlijks geteld vanaf 1983(!), initieel door Rudy Terlouw en later overgenomen door Marcel Schildwacht (zie hiervoor ook het gedetailleerde pdf-overzicht op de NVWKsite onder Zwaluwenwerkgroep). Meten is weten en daarom zijn deze tellingen over zo’n langere periode van grote waarde. Ik weet van Marcel dat door het enthousiasmeren van bewoners er in Gouderak steeds meer kunstkommetjes zijn opgehangen
2015
2013
2011
2009
2007
2005
2003
2001
1999
1997
1995
1993
1991
1989
1987
1985
90 80 70 60 50 40 30 20 10 0
1983
aantal nesten
huiszwaluwen in Gouderak
Huiszwaluwnesten in de bebouwde kom van Gouderak. Bron statistiek: Marcel Schildwacht
die ook daadwerkelijk door de huiszwaluwen benut zijn. Mede hierdoor is het aantal bezette nesten t.o.v. 1983 inmiddels verdrievoudigd!! Een geweldige manier van aanpak dus, die goed blijkt te werken. Opvallend daarbij zijn de jaren 1993 en 1996 waarin een ware dip voor komt. Interessant zou zijn om er achter te komen waardoor dat veroorzaakt werd. Onder de streep hebben we nog niet helder of het totaal aantal broedende huiszwaluwen in onze waard toe- of afneemt. Als we die vraag beantwoord willen krijgen, zouden we - misschien volgend jaar - weer eens een Krimpenerwaard-brede telling kunnen organiseren t.a.v. huiszwaluwen. Met de resultaten van die telling kunnen we dan, afgezet tegen de resultaten van de telling in 2015, overwegen om indien gewenst en/of nodig, gerichte maatregelen te nemen om de toekomst van deze erfvogel in de Krimpenerwaard veilig te stellen. Bronnen: https://nl.wikipedia.org; Marcel Schildwacht
d
Icarusblauwtje foto van de maand Maria Spruit
W
ie wordt er niet blij van als hij een blauwtje ziet fladderen? De groep blauwtjes is genoemd naar de blauwe kleur op de bovenkant van de vleugels. Het zijn relatief kleine vlinders, die we overal in Europa kunnen vinden. Niet alle blauwtjes zijn overigens blauw: van de meeste soorten, zo ook het icarusblauwtje, heeft het vrouwtje een bruine bovenkant. Van sommige soorten is het mannetje ook bruin. Binnen deze groep is determinatie soms lastig omdat een aantal soorten, met name de bruine vrouwtjes, geregeld erg op elkaar lijken. Arie Kooy heeft een icarusblauwtje gefotografeerd. Dat is nog niet zo eenvoudig als het lijkt omdat deze snelle fladderaar meestal gelijk zijn vleugels dichtvouwt zodra hij gaat zitten. Dit blauwtje is een algemene standvlinder die verspreid over het hele land voorkomt. In Nederland is de verspreiding sinds het begin van de vorige eeuw nauwelijks veranderd. Wel zijn er vindplaatsen met name in verstedelijkt gebied bijgekomen. Dit komt vermoedelijk doordat tegenwoordig vaker waarnemingen van algemene vlindersoorten worden doorgegeven. Ongetwijfeld kwam deze soort vroeger ook veel voor in hetzelfde, onbebouwde, landelijke gebied. Waardplanten, de planten waar de eitjes op afgezet worden en waar de rupsen van eten, zijn diverse vlinderbloemigen: vooral kleine klaver, rolklaver en hopklaver. Van begin mei tot begin oktober vliegt het icarusblauwtje in twee, soms drie overlappende generaties. De vlinders voeden zich met nectar van verschillende klaversoorten, Jacobskruiskruid en boerenwormkruid, maar ook van heelblaadje en echte koekoeksbloem. Ze vliegen meestal laag boven de vegetatie. De vlinders brengen de nacht door in groepjes, waarbij ze met de kop naar beneden in de vegetatie hangen. Het icarusblauwtje staat niet op de Rode Lijst. Het is een goede pionier die zich ook in kleinere terreinen langdurig kan handhaven. Plaatselijke beheermaatregelen kunnen een positief effect hebben. Te denken valt aan een gefaseerd maaibeheer in het openbaar groen en in wegbermen. Daarnaast is het wenselijk kruidenrijke vegetaties te behouden. Daarin kunnen de vlinders van mei tot augustus voldoende voedsel vinden en hun eitjes afzetten. Bron: http://www.vlindernet.nl . d WAARDVOGEL | JUNI 2017
7
Big Birding Day 2017 Sportieve competitiestrijd tussen fanatieke teams Dirk-Jan van Roest, cartoons: Gert Blom In de vroege ochtend tegen vijf uur stonden achttien man en vrouw klaar bij Restaurant De Loet en 2 personen in Duitsland. We startten in totaal met zes teams in de Krimpenerwaard. Eén team in het zuiden van Duitsland, Erik en Jonne, streed daar mee om de bokaal! Met dit aantal deelnemers en teams beloofde het een mooie dag te worden. Het weer werkte mee, wat uiteraard voor extra genot zorgt. Hoogtepunt met stip was de orpheusspotvogel die werd gevonden door team Pieter, Gijsbert en Johannes. Verder waren wespendief, noordse kwikstaart, rouwkwikstaart, casarca, Temmincks- en krombekstrandloper, dwergmeeuw en zwartkopmeeuw de krenten in de pap. Bij elkaar werden er 120 soorten gezien. Een mooi aantal! De Grijze Gorzen, vorig jaar winnaar, moesten dit jaar genoegen nemen met een gedeelde derde plek, met de Nachtegalen en de Dwaalgasten (DE), met 97 soorten. De bokaal verhuisde naar de Gierzwaluwen. Johannes, Gijsbert en Pieter hadden met 103 soorten de eerste plaats in de wacht gesleept. De Uilskuikens, het team wat bijna geheel uit jeugdleden bestond, kwamen met 101 soorten gevaarlijk dichtbij. Team Pino & Co bezette plek vier met 91 soorten en hekkensluiters dit jaar waren de Spotvogels met 84 soorten. Dankzij alle deelnemers werd het een mooie dag die eenmaal terug op het punt van vertrek, gezellig onder het genot van frisdrank, een biertje en bitterballen werd afgesloten. En oh ja, zet 12 mei 2018 vast in de agenda: dan staat de volgende editie op het programma. Ik kijk er nu al naar uit! d
Grijze Gorzen streven naar prolongatie wisselbeker Paul Schrijvershof Paniek bij het team de Grijze Gorzen want hun stervogelaar Henk Gazan blijkt zaterdag 13 mei niet te kunnen aantreden vanwege verplichtingen op Ameland. Een enorme tegenslag natuurlijk voor die Grijze Gorzen, zo vlak voor de BBD. Wat nu? Na langdurig beraad besloten Arie Dorsman, Arie Ros en Ton de Groot een mailtje aan mij te wagen. Hoewel ik een broertje dood heb aan vroeg opstaan kon ik dit verzoek om deel uit te maken van het team de Grijze Gorzen natuurlijk niet met goed fatsoen afwijzen; dat was mijn eer te na en dus zegde ik toe om mee te doen. Arie Ros had zich gestort op waarneming.nl en een uitgebreide lijst geproduceerd van te bezoeken locaties met de te verwachten soorten. Deze zorgvuldige voorbereiding leek ons een prima basis om ook dit jaar kans te maken op de fel begeerde wisselbeker. d
Z
es teams kwamen om kwart voor vijf bijeen op de parkeerplaats van De Loet, klaar om de sportieve strijd met elkaar aan te gaan. Het weer was prima, bewolkt, droog en in het geheel niet koud. Na een welkomstwoord door Max en het uitreiken van de streeplijsten door Dirk-Jan, gingen we exact vijf uur van start. Allereerst richtten we ons natuurlijk op de nachtvogels. Van de ransuil waren ons geen recente locaties bekend, dus reden we naar de bekende broedplaatsen van bosuil en kerkuil. De kerkuil protesteerde met veel geblaas vanuit zijn schuur, de familie bosuil gaf helaas niet thuis. We vervolgden richting EZH-bos bij Krimpen aan den IJssel, waar enkele zangers en de altijd lastige staartmees konden worden bijgeschreven. Nachtegaal, anders ook een lastige klant, kon dit seizoen eenvoudig binnengekopt worden. De Surfplas leverde ons grasmus, smient en kuifeend op en een overvliegende boomvalk. Tweemaal trok er een V-formatie brandganzen noordwaarts. Ton ontdekte een mogelijke rouwkwikstaart, maar die verdween voordat de overige teamleden de vogel in het vizier kregen. De toendrarietgans, met hangvleugel, konden we niet terug vinden. Dood? Of verbleef deze misschien onzichtbaar te midden van de grauwe ganzen die foerageerden in het hoge gras? In het parkje iets westelijker zochten we zonder succes naar de matkop. Wel klonk luid en duidelijk de zang van de Cetti’s zanger aan de overzijde van de N210. Industrieterrein Stormpolder stond hierna op het programma. Hier konden we kneu, putter en zwarte roodstaart aanvinken
en zagen we een van de twee slechtvalken die ik hier al sinds half maart regelmatig op deze potentiële broedplaats had gezien. Van de gekraagde roodstaart helaas geen spoor. Bij het Krilpad parkeerden we de auto voor een rondje Krimpenerhout, want hier moesten we de sprinkhaanzanger scoren. Op weg naar de Koeienbult noteerden we koekoek en drie overvliegende kluten. De sprinkhaanzanger liet zich schitterend zien en horen, een hoogtepuntje als je het mij vraagt. Uiteindelijk vonden we de gemiste rouwkwikstaart terug op een kaal akkertje. Alle drie checkten we de stuit en onderrug die prachtig donker waren, zodat een hybride kwikstaart kon worden uitgesloten. Gezien de tijd van het jaar een onverwachte, bijzondere waarneming. Omstreeks 9.10 uur appte Pieter van Dam dat zij een mogelijke orpheusspotvogel hadden gevonden op het Korte Zand. Geen reden voor paniek, maar toch wel om in de gaten te houden.
V
ia het rietveld bij Eiland De Hoop (rietgors) en de Bakkerswaal (overvliegende purperreigers) vervolgden we onze reis richting polder Den Hoek. Dankzij de voortreffelijke ogen van Arie Dorsman konden we hier het steenuiltje toevoegen aan onze streeplijst. Op de locatie waar het team van Gijsbert deze morgen een mogelijke orpheusspotvogel had gezien en gehoord was omstreeks 11 uur niets verdachts te horen, dus gingen we na een kwartiertje toch maar weer door. Vanaf telpost De Hoekse Sluis noteerden we huiszwaluwen, een adulte kolgans, de eerste oeverlopers en een roepende WAARDVOGEL | JUNI 2017
9
groene specht. Hoewel we weinig hoop hadden iets leuks te vinden op het DWL-bassin [drinkwaterleiding, red.] bij Bergambacht, leverde dit toch onverwachts een Pontische meeuw op. Hierna naar het Helofytenfilter waar we zonder probleem vijf steltkluten in de kijker kregen. Zwartkopmeeuwen terugvinden, die hier onlangs nog waren gezien, kostte beduidend meer moeite. Nadat de kokmeeuwenkolonie vanaf de parallelbaan zonder succes nauwlettend was afgezocht, probeerden we het vanaf de uitkijkbult. Bingo! Vanaf hier konden we deze prachtige meeuw gelukkig wel tussen de grote zuringbladeren zien zitten. Wat een schoonheid! Vervolgens liepen we de Okkerse Kade af en ter hoogte van de Tiendweg wierpen we een blik op de plas aan de overzijde van de Hooge Boezem. Deze wandeling was goed voor drie lepelaars, een wijfje tapuit, een paartje wintertalingen en een drietal vrolijk zingende veldleeuweriken. Helaas was de graspieper, die ik hier eerder wel had gezien, onvindbaar.
D
e Kwakels was goed voor spotvogel en braamsluiper. Op weg naar de lunch schreven we in Schoonhoven de roek bij, maar lukte het alsmaar niet om grauwe vliegenvangers te vinden. Ook na de heerlijke linzensoep van Lineke Dorsman konden we langs de Vlist niet één vliegenvanger vinden. Het Doove Gat viel ook bar tegen. Hier hoopten we op de nodige steltlopers, maar die leken al doorgetrokken. Terwijl men teleurgesteld afdroop bleef ik nog even doorzoeken. Met succes, want langs een van de oeverrandjes ontdekte ik zowaar twee Temmincks strandlopers. Dat gaf de burger weer wat moed, dus zochten we verder. Helaas leverde dit niet veel meer op dan een mooie man zomertaling en het lokale broedpaartje kleine plevieren. Terwijl de tijd begon te dringen beraadden wij ons wat we nog konden ondernemen. Voor de Julianasluis, Stolwijkersluis en Lageweg was nog net genoeg tijd. De teller stond slechts op 95, drie soorten lager dan vorig jaar. Langs de Stolwijkse Vaart veerden Ton en Arie Dorsman plotseling op van hun zetel, een ijsvogel scheerde rakelings voor de auto langs, de weg over. Ze schreeuwden nog wel maar Arie Ros en ondergetekende op
de achterbank wisten niet waar we moesten kijken en misten zodoende de blauwe schicht. Wat een pech, maar ja, that’s all in the game. De oeverzwaluwen bij Lageweg werkten wel keurig mee, maar daarmee leek de koek wel op. Scheurend richting De Loet konden we tenslotte nog een grote zilverreiger bijschrijven. De teller bleef steken op 97 soorten. Een mooie score maar waarschijnlijk niet genoeg om ook dit jaar de wisselbeker te winnen. Hiervoor hadden we te veel soorten gemist.
O
nder het genot van een hapje en een drankje vond de prijsuitreiking plaats in Restaurant De Loet. Zoals we al vermoedden was onze score niet hoog genoeg maar toch goed voor een gedeelde derde plaats. Johannes, Pieter en Gijsbert gefeliciteerd met jullie overwinning en de ontdekking van de orpheusspotvogel, een nieuwe soort voor de Krimpenerwaard. Na afloop van de BBD zijn we terug gereden naar het Korte Zand en hebben we de orpheusspotvogel gelukkig nog duidelijk horen zingen. Tenslotte wil ik Arie Dorsman, Arie Ros en Ton de Groot bedanken voor een fijn dagje vogelen, Lineke voor de heerlijke lunch en het bestuur en de overige deelnemers aan de BBD 2017 voor de gezellige dagafsluiting in De Loet. d
Big Birding Day met Pino & Co. Rick van der Weijde Het was al weer even geleden dat we (Daan, José en Rick) hadden meegedaan aan de BBD; dat wil zeggen in de Krimpenerwaard, want diverse jaren hebben we alternatieve invullingen gevonden (Costa Rica in 2015, Zuidplaspolder e.o. in 2016). Het gevoel dat je krijgt als de wekker om 3.45 uur gaat kon ik me echter nog erg goed heugen. En de wekker ook… Toch lukt het ons (dit keer wél) om op tijd het besef te krijgen dat de wekker voor óns gaat en een kleine drie kwartier later stappen we in de auto richting De Loet, alwaar we ruim voor 5 uur aankomen. Net zo verrast als wijzelf, worden wij welkom geheten door ‘onze tegenstanders’ die er al waren en we doen hetzelfde met ‘de laatkomers’ (want zeg zelf: arriveren ná Pino & Co.…). d
N
a het welkomstwoord van Max en het uitreiken van de streeplijsten door Dirk-Jan, springen we iets over vijven de auto in op weg naar onze traditionele eerste locatie nabij Berkenwoude, waar we dit keer geen moeite hoeven te doen voor de bosuil. José ziet moeder de vrouw bij aankomst direct op een paal zitten en vlak voor we weer de auto in springen, horen we ook haar kenmerkende roep. We keren de auto en zetten koers richting Loetbos Oost. Onderweg gaan we nog eenmaal in de ankers voor wat een
10
WAARDVOGEL | JUNI 2017
purperreiger blijkt. Ook die is wel eens moeilijker geweest, dus we zijn erg blij met deze eerste, niet wetende dat we de rest van de dag nog handenvol purpers zouden tegenkomen. Het Loetbos is altijd leuk. Omdat het nagenoeg de eerste locatie is, stromen de soorten binnen. Uiteraard veel algemene soorten – letterlijk overal zingen de zwartkoppen, tuinfluiters en tjiftjaffen aan een stuk door, maar ook wat schaarsere soorten als spotvogel (de eerste van vele zo zou later blijken), lepelaars (dito) en Cetti’s zanger (kennelijk heeft die inmiddels ook het Loetbos
1
2
3
4
5
7 1 casarca; 2 steltkluut; 3 boomklever; 4 hermelijn, foto’s: Coen van Nieuwamerongen. 5 zwartkopmeeuw, foto: Paul Schrijvershof. 6 orpheusspotvogel, foto: Johannes Luiten. 7 De winnaars: v.l.n.r.: Pieter van Dam, Gijsbert Mourik, Johannes Luiten, foto: Max Ossevoort
WAARDVOGEL | JUNI 2017 11
gekoloniseerd). We lopen er iedere BBD weer langer rond dan eigenlijk nodig is – leerpuntje – en zijn rond 6.15 uur weer terug bij de auto, alwaar een veldleeuwerik zit te zingen. Via de parallelrijbaan rijden we richting Bergambacht (kluut overvliegend), waar we bij het Helofytenfilter de telescoop even op zetten. De tientallen kokmeeuwen worden systematisch afgezocht op bijvoorbeeld zwartkopmeeuw, maar die wordt niet gevonden. Als leuke soorten worden wel steltkluut (drie vogels), een overvliegende kolgans en een mannetje zomertaling gezien. Een eerste poging om bij het moerasgebied achter De Kwakels te komen (met de auto), faalt bij gebrek aan route. Dan maar eerst door richting Doove Gat, zo volgt het plan. Onderweg pikken we nog wat missende algemene soorten mee als ekster, huismus en bruine kiekendief.
O
ver het Doove Gat is ons uitgelegd dat we alleen op het fietspad mogen blijven. Voor ons outsiders is het even zoeken waar we in dat geval de auto moeten laten, maar er wordt bij een ruime inrit al snel een plek gevonden. Het Doove Gat zelf blijkt echter leger dan gewenst. Smienten, nog een paartje kolganzen, een mannetje kemphaan, wat oeverlopers en een paartje overvliegende zwarte sterns is wat het moerasgebied ons te bieden heeft. Vanaf de overkant zingt een snor ons tegemoet, soms slecht hoorbaar door de wind en daardoor duurt het even voor iedereen hem heeft, en langs wat pitrus scharrelt een vrouwtje blauwborst (dat zou onze enige blijven). We geven op en zetten via de Vlist koers richting Schoonhoven. Onderweg weten we tot tweemaal toe grauwe vliegenvangers te horen, die zich vervolgens ook schitterend lieten zien. In Schoonhoven zelf vinden de gewenste boomklever niet, maar vliegt wel een roek over. Ook goed. Een wandeling door het park levert behoudens tijdsverlies niets op. Helaas. Via de dijk gaan we weer richting het westen (huiszwaluw), waar we wederom een korte wandeling maken in het buitendijks natuurgebiedje ‘Buitenlanden Ammerstol’. Naast enkele Cetti’s, vinden we hier ook bosrietzanger (onze eerste dit jaar) en een overvliegende sperwer. We rijden door, maar de kilometers dijk tikken sneller weg dan de streeplijst. Een half uurtje op de telpost levert alleen koekoek op (en een goed met zwarte sterns gevulde polder, maar die soort stond al op het formulier) en op de plek waar team Gijsbert, Pieter en Johannes een mogelijke orpheusspotvogel meldden, zit alleen een groene specht. Via Lekkerkerk komen we weer in polder Den Hoek, waar we tapuit en een baltsende kleine plevier op de ijsbaan konden bijschrijven. Via de Tiendweg proberen we wederom bij het moerasgebied achter De Kwakels te komen, maar stranden bij een verbodsbord, vanwaar we weten dat het nog te ver lopen zal zijn. Het heen en weertje levert wel ringmus, gele kwikstaart (de enige) en wulp (dito) op.
als we het Krimpenerhout hadden ingeschat, al kunnen we nog net twee overvliegende holenduiven bijschrijven. Het is al sprokkelen geblazen. Door richting Stormpolder voor in ieder geval zwarte roodstaart. We vinden er al snel onze eerste ‘gezamenlijke’ kneutjes (iedereen had al kneu, maar dat was iedere keer ook ieder voor zich), groenling en een heel gaaf paartje slechtvalken op één van de kranen. Zwarte roodstaart blijkt echter moeilijk. Rick hoort hem een enkele keer zingen, maar aangezien de rest van de groep het niet te horen krijgt, blijft deze ontelbaar. Helaas. Niet getreurd, we rijden door naar De Zaag voor ijsvogel en grote mantelmeeuw. Die wordt niet gevonden, maar bijna euforisch wordt een zingende roodborst genoteerd. Vier van de vijf BBD’s van Pino & Co. is afgesloten zonder een kruisje voor deze soort. Yes! We klokken 14.00 uur en een teller op 91 soorten. Niet onaardig. We rijden vanaf De Zaag richting Lekkerkerk, hopen (tevergeefs) gekraagde roodstaart vanaf de Lekdijk te horen, stoppen even bij de Bakkerswaal (leuk is een zingende grauwe vliegenvanger, maar niets nieuws voor de lijst), voor we via de (lege) polder richting Ouderkerk aan den IJssel rijden. We pakken hier de tiendwegen op zoek naar leuke doortrekkers, vinden er geen, en dan de Hollandse IJsseldijk richting Gouda, waarbij we kennelijk een oeverzwaluwwand bij Lageweg over het hoofd zien. Oeverzwaluw of grote zilverreiger lukken ook niet bij Middelblok en zelfs het Doove Gat heeft niets nieuws te bieden.
W
e rijden richting De Kwakels, zien dat het inmiddels 16.15 uur is en moeten concluderen dat we het moerasgebied al wandelend niet meer op tijd gaan halen. Dan nog maar even bij het Helofytenfilter kijken. Dezelfde soorten als vanochtend worden gevonden (zelfs zeven steltkluten dit keer), maar wederom niets nieuws. Kwart voor vijf besluiten we de handdoek in de ring te gooien. Kennelijk hebben we de hand overspeelt door de roodborst als BBD-winst te vieren; het bleef de laatste soort op het formulier. Als we op voorhand hadden geweten dat we onze soorten in effectief negen uur bij elkaar zouden verzamelen, had de wekker netjes op kwart voor zeven gestaan. Een overweging voor een volgende keer wellicht.
B
on. Twaalf uur. Honger. Een frietkot is snel gevonden in Lekkerkerk; naast lunch een goede gelegenheid om even de balans op te maken. De teller staat op 83 soorten, valt niet eens tegen. Veel (ook algemene) soorten missen nog. Zowel bosals moerasvogels. Ergo, we moeten eigenlijk de hele waard nog door. En hebben nog maar vijf uur te gaan. We blijven dan ook niet te lang hangen bij de patatboer en scheuren met hernieuwde energie richting EZH-bos, waar we een snelle ronde lopen en staartmees, nachtegaal en pimpelmees kunnen bijschrijven. Omdat de meeste verwachte Krimpenerhout-soorten al op de lijst staan (behalve sprinkhaanzanger), besluiten we dat links te laten liggen en door te rijden naar de Surfplas. Net zo onproductief
12
WAARDVOGEL | JUNI 2017
D
e borrel in De Loet smaakte prima. Terwijl Johannes, Pieter en Gijsbert hun winnende dagverslag uitbrachten, werd onderwijl de door hen gevonden orpheusspotvogel over de app als zeker bevestigd. Een extra glans over de winst van de dag. Net als de rest van de deelnemers, zijn ook wij na de borrel nog even wezen kijken (en luisteren). Dit keer liet hij zich wél horen. Een mooi einde van een lange dag. d
De Uilskuikens Coen van Nieuwamerongen Mij werd gevraagd een verslag te maken over onze ervaringen tijdens de Big Birding Day. Ons team bestond uit Kees Janssen, Jaap Oosterom, Arjan de Heer en Coen van Nieuwamerongen. d
V
roeg opstaan vandaag, want om vijf uur start de Big Birding Day. Ons team haastte zich richting de Hendrikshoeve, voor het licht werd en de uilen zouden verdwijnen. Nadat het startschot gevallen was, liet alleen de bosuil liet zich zien. Dit was de enige uilensoort die wij die dag hebben gezien. Tegelijk hadden we wat vroege zangvogels, wilde eend en meerkoet. Op naar de kerkuil, die we helaas niet zagen. Ook de haviken waren niet thuis. Dan maar richting het EZH-bos, waar de nachtegalen ons al opwachtten, evenals de koekoek, blauwborst, kleine karekiet en tuinfluiter.
D
e volgende plek was de Lageweg, waar we de tapuit, oeverloper, kneu en zwarte roodstaart binnen tikten. Nu snel door om te kijken wat het Bisdom van Vlietpark ons te bieden had. Onderweg scoorden we soorten als: grote zilverreiger en smient. In het Bisdom van Vlietpark aangekomen, hoorden we de boomkruiper en zagen we de boomklever in het gezelschap van staartmezen.
N
u was het Doove Gat aan de beurt. Buiten verwachting van ons allen, liep daar op het pad een hermelijntje. Hij leek niet erg schuw, want liep ons tegemoet, direct gevolgd door een ijsvogeltje. Ook de tureluur, grutto, kievit, scholekster, wulp, bontbekplevier, zomertaling, spotvogel en snor konden op het lijstje worden genoteerd. We zaten op 84 soorten. Polder Den Hoek was aan de beurt. Kluten, steltkluten, paapje, lepelaar en wintertaling waren ook van de partij. Helaas liet het steenuiltje zich tot drie keer toe niet zien. Langs de Lekdijk zagen we twee sperwers, casarca’s en hoorden we verschillende Cetti’s zangers. Later zijn we nog een tweede rondje gereden door de Krimpenerwaard. We zagen:
boomvalk, ringmus, Temmincks strandloper en havik. Om vijf uur waren we weer terug bij het Loetbos. In totaal hadden we 101 soorten, waarmee we op de tweede plek belandden. d
De Gierzwaluwen Johannes Luiten Zonder voorbereidingen gedaan te hebben, behalve wat gesnuffel op waarneming.nl, beginnen we (Gijsbert Mourik, Pieter van Dam en Johannes Luiten) aan deze wedstrijd. d
D
irect na het startschot lopen we het Loetbos in, maar de uilen laten zich niet aan ons zien of horen. Het is dan ook al bijna licht, en omdat we geen nest- of roestplaatsen van bosen ransuil wisten, nemen we ons verlies en koersen we richting het Krimpenerhout over de N210. Een overvliegende sperwer pikt niet iedereen op (neem dan ook de parallelweg, daar mag je stoppen…). De nachtegaal onderweg langs de N210 zingt boven het verkeer uit. De doelsoorten van het Krimpenerhout (sprinkhaanzanger, blauwborst) werken niet mee. Naar het helofytenfilter dan maar. Onderweg ziet Pieter scherp regenwulpen op een akker foerageren; het blijken er drie te zijn. Bij het helofytenfilter druppelen de soorten eindelijk binnen: smient, slobeend, zomertaling, kluut, zwarte stern, stormmeeuw. We
genieten van de schoonheid van enkele paartjes steltkluten. Dan verschijnt de eerste goede soort voor een Big Day in de vorm van een eerste-zomer zwartkopmeeuw, die Johannes uit de kolonie kokmeeuwen ziet opvliegen. Het meeuwtje verdwijnt snel richting noordoost, vast een doortrekker dus. Twee van ons kunnen hem herkenbaar zien, dus mag hij meetellen. Op de exotenlijst noteren we de sneeuwgans.
W
e zetten vervolgens de auto bij de Kwakels en lopen het pad naar de plas achter de Kwakels, waar Gijsbert onlangs nog een pijlstaart had. Na de eerste spotvogel (waar we er heel wat van aan zouden treffen deze dag), een braamsluiper (onze enige) en een zingende veldleeuwerik treffen we bij de plas direct weer een harde Big Day-soort aan: een WAARDVOGEL | JUNI 2017 13
krombekstrandloper. Een volwassen vogel, met al behoorlijk wat rood, maar nog niet helemaal uitgekleurd naar vol zomerkleed. Mooi te zien door de telescoop. Hieruit scheppen we moed. Ook smient en wintertaling verwelkomen we op onze afstreeplijst. Maar geen vinkje achter sprinkhaanzanger, want alleen Gijsbert hoort hem. Tijd voor een steenuil, het is nu nog tamelijk vroeg. Op de eerste de beste plek waarvan we weten dat er vroeger in ieder geval eentje zat, stoppen we. En al snel: “Ja, daar zit-ie!” We worden vervolgens even opgehouden door een mogelijke gekraagde roodstaart en twee overvliegende boomvalken. Inmiddels krijgen we zin in een bakje koffie: “Doen we zo meteen op de telpost.” Een ochtendtelling op de telpost hoort er traditiegetrouw bij. Maar het zou even duren voor we daar arriveren.
N
a een zwarte roodstaart op het bedrijventerrein in Lekkerkerk (kost ons nog geen tien seconden), stappen we bij Opperduit uit de auto om steltlopers op het drooggevallen slik te scoren. Hier trekt onmiddellijk een zingende zangvogel de aandacht: we horen een zang met duidelijke spotvogelklank maar die de typische uithalen en snerpende tonen van een gewone spotvogel mist. “Dit moet een orpheusspotvogel zijn!”, zeggen we tegen elkaar. Een regelrechte zeldzaamheid. We missen echte ervaring met de zang van deze soort en dat maakt ons onzeker. We weten op welke kleedkenmerken we moeten letten, maar de vogel is zeer schuw en laat zich niet goed op de foto zetten. Hoe gaan we deze op 100% zeker zetten? Pieter maakt met zijn telefoon een aantal goede geluidsopnames en speelt deze door naar een aantal vogel-appgroepen, waaronder de BBD-groep: ‘mogelijke orpheusspotvogel’. Andere vogelaars en teams kunnen nu zelf beoordelen. We raken zelf steeds overtuigder. Maar we moeten door: een soort telt maar één keer op de Big Daylijst, hoe zeldzaam ook. Het uurtje rondlopen hier is trouwens geen verloren tijd: we scoren grote mantelmeeuw, ijsvogel, groene spechten (nestholte) en grauwe vliegenvanger. Met toch een onbevredigend gevoel spoeden we ons naar de telpost. De trek valt vies tegen. We noteren in het volgende half uurtje geen enkele trekvogel. Snel weg. Maar niet voordat we de soorten geteld hebben: “Wat!? Half elf en nu al 87 soorten!? Dit gaat goed, jongens!”
H
W
H
e besluiten richting de Berkenwoudse Driehoek te gaan. Onderweg: geen meeuwen in de DZH-bakken, geen zingende blauwborsten langs de dijk (“Wat een rotsoort, daar steken we geen tijd meer in.”), geen kwikstaarten bij Zuidbroek. Bij de Berkenwoudse Driehoek geen noordse kwikstaart, die een ander team zojuist hier meldde. Wel een graspieper (dankzij het scherpe oor van Pieter), staartmezen, een groepje van drie grote zilverreigers, drie tapuiten, weer twee boomvalken en vier overvliegende ooievaars. Maar niet de gehoopte paapjes of bosrietzangers.
N
u eindelijk naar het Doove Gat. Onderweg over de IJsseldijk scoren we toch nog een sperwer en trekken we een half uurtje uit voor de boomklever in het Bisdom van Vlietpark. Pas als de hoop hierop al vervlogen is, laat de soort zich betrappen. Op enkele schreden van de auto, ziet Johannes hem een boom in vliegen. Mazzel dus, want de vogel roept totaal niet. Na enig
14
WAARDVOGEL | JUNI 2017
wachten zien we de soort allemaal, mooi scharrelend op de grond, aan de voet van een boom. Het Doove Gat valt tegen: geen steltlopers, behalve een mannetje kemphaan in prachtkleed. De - naar later bleek - door andere teams waargenomen bontbekplevieren en Temmincks strandlopers zitten er niet. Wel een kolgans, een blauwborst (toch nog!) en smienten (hadden we al). Geen zingende snor. et is inmiddels 12.00 uur en we zitten op 98 soorten. We missen de oeverzwaluw nog. Gaan we daarvoor naar de Surfplas van Krimpen of eerst naar de oeverzwaluwwand bij Lageweg? Het wordt Lageweg (ligt toch op de route) en dat is een goede keuze: check, oeverzwaluw. De volgende nieuwe dient zich al snel aan, terwijl we over de dijk van de Berkenwoudsche Hoge Boezem richting de oude molen lopen. Gijsbert laat zich daar niet in de luren leggen door een dichtbij langsvliegende ‘kuifeend’: “Jongens, is dit geen…!” Inderdaad, tafeleend! De vogel landt verderop. Die hadden we hier niet verwacht! De lokale snor laat zich helaas alleen aan Pieter horen. Een half uur posten hier levert niet nog een keer het gesnor van deze soort op, maar wel een overvliegende slechtvalk en twee door een boomvalk opgejaagde wulpen. et is 14.00 uur en we tellen 102 soorten. Nog drie uur te gaan. Maar wat we ook zien (grote zilverreiger, grauwe vliegenvanger), geen nieuwe Big Day-soort. Rond Krimpen aan den IJssel geen rouwkwikstaart of gele kwikstaarten, geen bosrietzanger, geen matkop. Om 16.00 uur regenen we kletsnat terwijl we door het Loetbos lopen op zoek naar bosrietzanger. Ondertussen zit de rare spotvogel van Opperduit constant in ons hoofd en in onze gesprekken. We beluisteren afwisselend de opgenomen zang en via internet andere opnames. We redeneren als volgt: er is geen soort meer die we kunnen ophalen, we zitten al over de honderd soorten, we hopen dat we het hoogste aantal hebben en we moeten meer met die mogelijke Orpheusspotvogel. Dus: naar Opperduit toe. Daar treffen we direct de vogel weer aan en geven we door dat de vogel er nog zit en dat het er wel een móet zijn! Alles klinkt perfect. Ook de musachtige ratelroep horen we een aantal keren. Enkele seconden na 17.00 uur arriveren we bij De
Loet. Daar blijken we de winnaars te zijn! Met slechts één soort voorsprong op nummer twee. (Achteraf blijkt notulist Johannes de oeverzwaluw niet aangekruist te hebben: ons werkelijke aantal is dus 103. De volgende keer is iemand anders de man met de pen.)
E
n met de orpheusspotvogel is het helemaal goed gekomen. Vrijwel alle Big Day’ers hebben na afloop de vogel ook nog gezien en gehoord (overdag lukte het geen van de teams de vogel te vinden). Voor hen geen kruisje op de Big Day-lijst, wel een kruisje op de Krimpenerwaardlijst en voor de meesten zelfs een kruisje op de Nederlandse lijst. De vogel betreft de eerste ooit voor de Krimpenerwaard en de zesde waarneming
voor provincie Zuid-Holland. De vorige waarnemingen waren in 2012 en 2003. De orpheusspotvogel wordt elk jaar wel in Limburg met meerdere territoria gezien, maar in de andere provincies is en blijft de soort nog steeds een knaller.
B
ehalve twee uilensoorten zijn onze grootste missers op deze dag havik, sprinkhaanzanger en snor. Deze soorten zijn gewoon met meerdere exemplaren op vaste plekken in de Krimpenerwaard aanwezig, maar wij zagen ze niet. Maar niet getreurd en gezeurd: we hebben de beker gewonnen en daarbij ook nog eens een harde soort ontdekt! Het was een heerlijk dagje vogels kijken. Fanatiek en relaxed. En dat is bij ons drieën niet in strijd met elkaar. d
Big Birden met de Spotvogels Joep Vermaat Lang heb ik getwijfeld of ik dit jaar mee zou doen. Maar toen Jannie Monhemius en Wim Sloof op zoek waren naar een teamlid kon ik toch moeilijk nee zeggen. Vier uur op, warme koffie en boterhammen mee en op naar de Loet. Daar werd duidelijk dat we in tegenstelling tot de laatste keer dat ik meedeed aan BBD, bepaald niet het enige team waren. Zes ervaren teams gingen bij ochtendgloren op pad. d
Z
e zeggen dat wie in de eerste vier uur niet aan zestig soorten kan komen, de honderd nooit haalt en het zat ons niet echt mee. In het Loetbos lukte het wel de meest algemene zangvogels te scoren, maar de uilen bleven stil en verscholen. Ook voor een zingende blauwborst bleek het alweer te laat in het seizoen. In het EHZ-bos scoorden we wel twee overtuigende nachtegalen. Daarna liepen we een grote ronde door het Krimpenerhout, waarbij het aantal soorten eigenlijk een beetje tegenviel. Gelukkig wel een koekoek en de meeste algemene weidevogels ten zuiden van de Surfplas.
O
p naar het Stormpoldervloedbos voor zwarte roodstaart en een braamsluiper. Helaas zijn we de broedende
slechtvalk misgelopen. Op de Zaag hoorden we geen waterral, maar wel een uitbundig zingende Cetti’s zanger. Meer geluk hadden we op Opperduit waar we na enig zoeken een stel kneuen zagen zingen. Polder Den Hoek was door de strenge verkeersregels van de wedstrijdleiding alleen te voet bereikbaar. Hierdoor konden we met moeite de wilg bereiken waar we op een roestende ransuil hoopten, maar die was ook al gevlogen. Wel vonden we hier tapuit en veldleeuwerik. Aan de andere kant van polder Den Hoek zagen we zes stuks steltkluut en een broedende gewone kluut.
R
ichting het Doove Gat maakten we een tussenstop ten oosten van Stolwijk, hopende op een steenuil en grauwe vliegenvanger die zich niet lieten zien. Gelukkig wel een zingende spotvogel en een grote zilverreiger. Omdat we vrij laat waren bij het Doove Gat viel de vangst daar ook wat tegen. Toch vertoonden zich daar wel enkele paartjes zomertaling en een paar bontbekplevieren. De kleine plevier scoorden wij bij Lageweg, maar we liepen daar de oeverzwaluw mis.
D
oordat we al in een vroeg stadium achterop raakten en vanwege een groot aantal schaamsoorten op onze lijst zijn we dit jaar met maar 84 soorten helaas laatste geworden. Toch vogelden we vandaag weer met groot plezier en schamen we ons niet voor deze prestatie. Volgend jaar doen we waarschijnlijk gewoon weer mee aan de BBD. Nieuwe ronde, nieuwe kansen. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 15
De Nachtegalen in actie Max Ossevoort De Nachtegalen zouden op 13 mei maar op halve sterkte zijn (Dirk-Jan en Max) en daarom werd besloten een geheim wapen in te zetten in een poging om de Grijze Gorzen, het titelverdedigende team, te kunnen verslaan: Stef van Walsum!!!!!. Wat een aangename verrassing toen bij de start van de dag bleek dat er wel zes teams zouden deelnemen, waaronder een jeugdteam. Geduchte concurrentie dus. d
O
m 5.00 uur was het startsein en gelijk hoorden we onze eerste merel: we zouden er nog tientallen zien en horen. Daarna het Loetbos in op zoek naar de bosuil, maar alleen een roepende meerkoet, boerenzwaluw en grauwe gans konden worden genoteerd. Dan maar snel naar het EZH-bos waar rondwandelend o.a de nachtegaal werd gescoord: als groep moesten we die soort natuurlijk wel op ons lijstje hebben. Vervolgens te voet door het Krimpenerhout, waar Stef ons attent maakte op een voorbijvliegende bosuil. Ook zagen we daar de enige graspieper van die dag, maar op de bekende plek hoorden we helaas geen sprinkhaanzanger of waterral. Bij het Paddenpad op zoek naar de houtsnip joegen we een purperreiger op. Het Helofytenfilter leverde de bekende soorten op naast de steltkluut, kluut en ook een grote mantelmeeuw. Stef ontdekte tussen de rondvliegende kokmeeuwen en visdiefjes een juveniele dwergmeeuw die enige keren goed zichtbaar voor ons langs vloog; dat was wel een heel bijzondere soort. Helaas geen zomer- of wintertaling.
D
oor naar de Berkenwoudse Driehoek, waar een mannetje havik zich mooi liet zien. Vanuit de Wellepoort zijn we eerst naar de Graafkade West gelopen. Onderweg hoorden we een gele kwikstaart en die landde vlak voor ons: een noordse gele kwikstaart, bijna te mooi om waar te zijn. De locatie hebben we doorgestuurd naar de andere teams, wat we t.a.v. de dwergmeeuw waren vergeten. Op de Graafkade ontmoetten we Jan van der Winden, onze zwarte stern-specialist, die daar aan het werk was. Natuurlijk hebben we even uitgewisseld waar we mee bezig waren. Over de Graafkade richting Berkenwoudse Boezem op zoek naar de zomer- en wintertaling: helaas!! Zouden dat onze schaamsoortjes worden? Bij de plasjes
van de nieuwe vogelhut van het ZHL zag Dirk-Jan al snel een bosruiter. Ook liepen er acht bontbekplevieren te foerageren, naast tureluurs, kieviten en grutto’s. De plasjes waren dus al ontdekt. Op weg naar de Wellepoort kregen we een app van Jan van der Winden: “Mijn score: een kwartel roepend, twee boomvalken, drie zomertalingen en twee wintertalingen”. Hadden we dat allemaal gemist? Tja de natuur blijft onvoorspelbaar, maar dat kwam toch wel hard aan!! Allemaal soortjes die wij tijdens de BBD niet zouden zien.
V
ia Lageweg, met een zwarte roodstaart roepend, oeverzwaluwen, kleine plevieren en een paar overvliegende en roepende kneuen, en de IJsseldijk reden we naar Haastrecht. Onderweg moesten we stoppen voor een vrachtwagen die de weg blokkeerde en terwijl we stonden te wachten zagen we een volwassen vrouwtje bruine kiekendief over ons heen trekken. Dat was nog eens mazzel hebben. Een binnenkomende app meldde een orheusspotvogel ontdekt door het team de Gierzwaluwen, naar later bleek het winnende team, bij de Opperduit. Wat een schitterende vondst! Het Doove Gat staat altijd garant voor een aantal leuke soorten. Ook nu weer: slechtvalk, ringmus en die ene kolgans. Via de Hennepakkers in Stolwijk - een ijsvogel - togen we naar Schoonouwen. Hier zagen we misschien het steenuiltje - helaas, maar wel twee grauwe vliegenvangers. Naar Schoonhoven voor de boomklever die niet werd gescoord maar op de Algemene begraafplaats wel de boomkruiper en langs de provinciale weg de roeken. We reden verder via de Buitenlanden, maar ook daar lieten de blauwborst en de sprinkhaanzanger zich niet horen, en vervolgens sprokkelend langs de Lek richting Lekkerkerk. Op de telpost scoorden we als laatste in de Nespolder een wulp.
W
e waren mooi op tijd terug bij Restaurant De Loet en lieten ons het biertje goed smaken terwijl we de balans opmaakten: schitterend weer gehad, geen zomeren wintertaling, sperwer of groene specht, maar wel een wespendief, noordse gele kwikstaart, dwergmeeuw en een bosruiter, een totaal van 97 soorten. We waren supertevreden over de geslaagde dag, maar of we de volgende keer weer zoveel kilometers gaan lopen? d
16
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Soortenlijst BBD 2017 GG Aalscholver Bergeend Blauwborst Blauwe kiekendief Blauwe Reiger Boerenzwaluw Bosrietzanger Bontbekplevier Bonte Strandloper Bonte Vliegenvanger Boomklever Boomkruiper Boompieper Boomvalk Bosruiter Bosuil Braamsluiper Brandgans Bruine Kiekendief Buizerd Casarca Cetti's Zanger Dodaars Dwergmeeuw Ekster Engelse g. kwikstaart Fitis Fuut Gaai Geelpootmeeuw Gekraagde roodstaart Gele Kwikstaart Gierzwaluw Grasmus Graspieper Grauwe Gans Grauwe Vliegenvanger Groene Specht Groenling Groenpootruiter Grote Bonte Specht Grote Canadese Gans Grote Lijster Grote Mantelmeeuw Grote zilverreiger Grutto Havik Heggenmus Holenduif Houtduif Houtsnip Huismus Huiszwaluw IJsvogel Kauw Kemphaan Kerkuil Kievit Kleine Bonte Specht Kleine Karekiet Kleine Mantelmeeuw Kleine plevier Kleine zilverreiger Kluut Kneu Knobbelzwaan Koekoek Koereiger Kokmeeuw Kolgans Koolmees Krakeend Krombekstrandloper Kuifeend
Nac
P&C
Gie
Uil
Spo
Tot
X X X
X X
X X X
X X X
X X X
X X
X X X
X X
X X
X X X
X X
X X
X X
X
X
X X X X
X X
X X
X
X X
X
X
X
X X
X
X
X
X X X X X X X X X
X
X
X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X X
X X
X
X X X X
X X X X X X X
X X
X X
X X X X X X X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X
X X X
X X X X X X X
X
X X X
X X X
X X X
X X X X X X X
X X X X
X X
X X X X
X X X X
X X
X X
X X X X X
X
X
X
X
X
X X X X X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X X X
X X
X X X X
X
X
X X X X X X
X
X
X X X X X X
X
X
X X X X
X X X X X X
X
X
X
X X X
X X X X
X
X
X
X X X X X
X
X X
X
X
X X X
X X X
X X X
X X
X X X X X
X X X
X X X X X
X X X
X X X X
X
X X X X X
X X X X X X X
GG Lepelaar Matkop Meerkoet Merel Nachtegaal Noordse kwikstaart Oeverloper Oeverzwaluw Ooievaar Orpheusspotvogel Paapje Pijlstaart Pimpelmees Pontische Meeuw Purperreiger Putter Ransuil Regenwulp Rietgors Rietzanger Ringmus Roek Roerdomp Roodborst Roodborsttapuit Rosse grutto Rouwkwikstaart Scholekster Slechtvalk Slobeend Smelleken Smient Snor Sperwer Spotvogel Spreeuw Sprinkhaanzanger Staartmees Steenuil Steltkluut Stormmeeuw Tafeleend Tapuit Temminck's Strandloper Tjiftjaf Torenvalk Tuinfluiter Tureluur Turkse Tortel Veldleeuwerik Velduil Vink Visdief Waterhoen Waterral Watersnip Wespendief Wilde Eend Winterkoning Wintertaling Witgat Witte Kwikstaart Wulp Zanglijster Zilvermeeuw Zomertaling Zwarte Kraai Zwarte Roodstaart Zwarte ruiter Zwarte Stern Zwartkop Zwartkopmeeuw
Nac
P&C
Gie
X
X
X
X
X X X
X X X X X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X
X X X X
X X X
X
X X X
X X X X
X
Uil
Spo
Tot X
X
X
X X X X X X X X X
X
X
X
X
X
X X
X X
X X
X X
X X
X X X X
X X X X
X X X X X
X X X X
X X X X X
X X X X X
X X X X
X X X X X
X
X
X
X
X
X
X
X X X X
X X X
X X X
X X X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X X X X X
X
X X X X X X X
X X X X X
X
X
X
X
X X
X X
X X
X
X
X X X X X X
X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X X
X X X
X X X
X X X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X
X X X X X X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X X
X X
X X X
X X
X X X X X X
X X X X X X X
X X X X X X X X X X
X X X X X
X X X 103
X X
X X
101
84
X X X X X X X X X X
X X X X
X X X 97
X X
X X
97
91
X X
X
X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X 120
WAARDVOGEL | JUNI 2017 17
De Dwaalgasten Erik Kleyheeg Er is maar één nacht per jaar dat ik slecht slaap, en dat is de nacht voor de Big Birding Day. Het blijft spannend of de wekker wel goed staat ingesteld, of je wel de juiste route hebt uitgestippeld en of de vogels zich wel laten zien. De wekker bracht voor mij dus verlossing, hoewel mijn wederhelft en enige teamgenoot daar anders over dacht. Dit jaar deden Jonne en ik als tweekoppig team een parallelle BBD rondom onze nieuwe woonplaats in Zuid-Duitsland. Pas twee weken eerder waren we hierheen verhuisd, dus het leek ons een mooie manier om de streek beter te leren kennen. In de week voor de BBD had ik een gebied geselecteerd dat precies even groot is als de Krimpenerwaard (zie kaartje) en we zijn wat verkenningstochten gaan maken. Als de vogels en het weer mee zouden werken, beloofde het een spannende dag te worden!. d
O
p zaterdag 13 mei was het zo ver. Niet minder dan zes teams stonden klaar op de bekende parkeerplaats in het Loetbos, en wij stonden klaar op de parkeerplaats bij ons appartement in Möggingen. Tot onze verrassing – we hadden nog niet eerder een uil gezien of gehoord hier – begon om
Hier waren we niet eerder geweest, maar volgens de boeken heb je hier goed kans op waterral. Lopend van de parkeerplaats naar de toren werden we verrast door een roepende ransuil en meerdere zingende nachtegalen. Verder verschilde het weinig van de Krimpenerwaard: merels, zwartkoppen, tjiftjaffen
Ons BBD-gebied, precies even groot als de Krimpenerwaard, omvatte de landtong tussen Radolfzell (R) en Konstanz (K) aan de westkant van de Bodensee in Zuid-Duitsland. Rechts de observatietoren op het schiereiland Mettnau.
4.58 uur een bosuil te roepen. Deze werd natuurlijk stil vlak voordat het 5.00 uur werd, maar enkele minuten later konden we hem toch officieel tellen. Ondertussen was de kramsvogel als eerste soort van de dag genoteerd. Deze soort broedt hier. Nummer twee was de zwarte roodstaart, waar je bijna letterlijk over struikelt in deze regio. Met de uil op zak konden we direct op pad naar de observatietoren op het schiereiland Mettnau (1) bij Radolfzell. 18
WAARDVOGEL | JUNI 2017
en mezen vormden de hoofdmoot. Boven in de uitzonderlijk hoge observatietoren hadden we prachtig uitzicht over een deel van het meer en een rietmoeras, terwijl de zon van achter een heuvel tevoorschijn kwam. Krooneend, casarca en geelpootmeeuw waren net binnen toen plotseling een adulte vrouw roodpootvalk langs kwam vliegen en zich voegde bij een ander vrouwtje dat in de top van een boom zat. Deze soort is hier ook zeldzaam, dus waren we erg blij met deze mooie
waarneming! Dat de waterral zich niet liet zien of horen maakte ons eigenlijk weinig meer uit.
T
oen we rond 6.30 uur Mettnau verlieten hadden we 35 soorten op de lijst staan. Onze volgende bestemming was de monding van een klein riviertje bij het plaatsje Moos (2). Vanaf de steiger in het haventje heb je zicht op de oever, die bij laag water droogvalt. De afgelopen weken waren er regelmatig steltlopers gezien, maar helaas was de waterstand zodanig gestegen door het smelten van sneeuw in de Alpen, dat er geen slikrandje meer over was. Een stevige domper voor onze BBDaspiraties! Wel kregen we een zomertaling en vier geoorde futen in beeld en we hoorden baardmannetjes roepen in het riet. Toch licht gedesillusioneerd reden we even later terug naar Möggingen, waar volgens insiders een territorium van een draaihals moest zijn. We liepen al even rond op de aangewezen plek toen we zachtjes een draaihals hoorden roepen. Na voorzichtige benadering zagen we de bewuste vogel zijn kop uit de opening van een nestkast steken. Wat een koddig gezicht! Ondertussen begonnen de zwarte en rode wouwen te vliegen. Beide soorten zijn hier buitengewoon algemeen. Vervolgens stond een stevige wandeling rond de Mindelsee (3) op het programma. Dit meer ligt vlakbij ons appartement en we hadden hier al aardig veel leuke soorten gezien. De meeste daarvan lieten zich vandaag helaas niet zien en de prognose voor de eindstand werd steeds iets naar beneden bijgesteld. Gelukkig lieten de vrij talrijke wielewalen ons niet in de steek en zowel kleine bonte specht als havik waren een verrassing. De mooiste soort hier was een grijskopspecht die af en toe in de verte te horen was. Bosrietzanger en spotvogel waren beide juist gearriveerd en zorgen ervoor dat de lijst toch al op 78 soorten stond op het moment dat we naar het schiereiland Reichenau reden. Op de dam die Reichenau verbindt met het vasteland staat een observatietoren (4) die uitzicht biedt over het Wollmatinger Ried, een van de grootste natuurgebieden in de regio. Ook hier bleken minder soorten te zitten dan tijdens de voorbereidingsbezoekjes. Gelukkig was een deel van een grote groep dwergmeeuwen met daarbij een zwarte stern nog ter plaatse en ook de twee grote karekieten zongen nog
uitbundig. Verderop, op het oorspronkelijke eiland Reichenau, zochten we met succes naar kieviten met als bonus een zingende gele kwikstaart. Akkervogels zijn elders in de regio nauwelijks aanwezig tijdens de broedperiode. Omdat we bij de Mindelsee een aantal bosvogels gemist hadden, besloten we door de bossen (5) terug te rijden richting het westen. Te pas en te onpas zetten we de auto in de berm om te luisteren naar glanskop, kuifmees en appelvink. Deze doelsoorten bleven stil, maar het leverde verrassende andere soorten op. Eenmaal begon een raaf hard te roepen boven de auto toen we de motor afzetten en op een andere plek hoorden we plots een kortsnavelboomkruiper roepen (‘onze’ boomkruiper is hier de algemene soort). Bij een klein meertje stopten we om te horen of er een fitis zong, maar in plaats daarvan vonden we een purperreiger (zeldzaam hier). Verderop in een rietveldje vond Jonne een mooi mannetje grauwe klauwier. Met deze onverwachte soorten bleef het BBD-lijstje toch aardig groeien en met 91 soorten kwamen we aan bij de monding van de Stockacher Aach (6). Hier konden we alsnog fitis aan het lijstje toevoegen en ondanks de hoge waterstand liep er een tureluur langs de oever.
D
e laatste plek die we bezochten was een beekje vlakbij Möggingen waar een week geleden twee grote gele kwikstaarten gemeld waren. Die hadden wij eerder niet terug kunnen vinden, maar we besloten toch nog een gok te wagen. Inderdaad was er van de kwikstaarten geen spoor te bekennen, maar in de eerste boom die we tegenkwamen zat een langverwachte glanskop en even verderop zaten een paar appelvinken. Inmiddels was de eindstreep nabij en waren we aardig aan het einde van ons Latijn, dus we besloten netjes volgens de Krimpenerwaardse BBD-regels om klokslag 17.00 uur bij het startpunt terug te zijn. Door team Pino & co werden we gedurende de dag op de hoogte gehouden van wat er in de Krimpenerwaard gebeurde en kregen we uiteindelijk ook de eindscores door. Geen podiumplaats voor ons team, maar door deze parallelle BBD waren we er vandaag toch een beetje bij! De totale soortenlijst is te vinden op: observation.org/ user/lifelist/129?user=129%2F&g=1&from=2017-0513&to=2017-05-13. d
Team ‘de Dwaalgasten’ in actie bij de Stockacher Aachmündung tijdens de BBD.
WAARDVOGEL | JUNI 2017 19
Nieuwe roofvogelwerkgroep gaat zich richten op de torenvalk Jaap Graveland Een sperwer ijlt met 60 km per uur door een gat in de heg, de torenvalk ziet de uv-straling van muizenurine en spoort zo prooien op, een slechtvalk duikt met 300 km per uur naar zijn prooi: roofvogels spreken tot de verbeelding. Maar eigenlijk weten we weinig over de roofvogels in de Krimpenerwaard. De nieuwe roofvogelwerkgroep gaat daar verandering in brengen. d
D
oor vervolging en vergiftiging met pesticiden waren veel roofvogels sterk afgenomen en verdwenen havik en slechtvalk bijna uit ons land. Sinds de jaren zeventig nemen ze gelukkig weer toe. Tegenwoordig is de havik, van oorsprong een bosbewoner, zelfs in onze open polder geen ongewone verschijning meer. Hier volgen wat schattingen van het aantal broedparen in de Krimpenerwaard: buizerd 50, torenvalk 25, boomvalk 8, havik 8, sperwer 6, bruine kiekendief 10. De buizerd broedt in bosjes en bomenrijen verspreid door de polder, of in een houtsingel vlak bij een woning in het buitengebied. Torenvalken broeden bij ons vooral in nestkasten, soms gewoon aan de gevel van een huis. Kiekendieven broeden in stukjes rietland en ruige oevers van brede vaarten verspreid door de Krimpenerwaard. De andere soorten zijn lastiger op te sporen. Het gaat niet allemaal goed. De torenvalk is een muizenspecialist en is sinds 1990 landelijk met 60% afgenomen, waarschijnlijk doordat er vanwege de natte winters minder veldmuisplagen optreden dan vroeger. Misschien speelt de toename van de buizerd ook een rol. Die heeft een veel gevarieerder dieet dan de torenvalk, dus kan bij muizenschaarste overschakelen op andere prooien. Nesten van andere soorten gaan soms verloren door onoplettendheid of onverschilligheid en een enkele keer wordt een nest vernield. En gif dat wordt uitgelegd om kraaien of ratten te bestrijden vormt altijd een risico voor de buizerd.
D
oor inventarisatie van broedparen, plaatsen van nestkasten (torenvalk, slechtvalk) en voorlichting kunnen we de vogels helpen. De oude roofvogelwerkgroep kon door verhuizing van de meeste leden geen activiteiten meer ondernemen. Daarom heeft de NVWK een nieuwe roofvogelwerkgroep opgericht, met al meer dan tien leden, in een leuke mix van jeugd en volwassenen. Max heeft er in de vorige Waardvogel al iets over verteld. Vijf tweetallen nemen elk een deel van de Krimpenerwaard voor hun rekening. Dit jaar werkt de groep zich in en richt zich vooral op de torenvalk. Er zijn in de loop van tientallen jaren veel torenvalkkasten opgehangen, ook door bewoners. We weten die niet allemaal te hangen en een deel is in slechte conditie. Daarom wil de roofvogelwerkgroep de locaties en conditie van alle torenvalknestkasten in kaart brengen, en ook welke kasten zijn bezet. Volgend jaar begint de groep met het inventariseren van alle roofvogels. De komende jaren gaan jullie dus meer horen over de roofvogels in de Krimpenerwaard! Ik vond het leuk om samen met onze voorzitter Max Ossevoort en vogelcoรถrdinator Dirk-Jan van Roest de groep een goede start te geven. De sfeer zit er goed in, het is nu al een echte groep. Jaap Jan Leeuwenburg en Henk Visser gaan de activiteiten coรถrdineren en stellen zich op de pagina hiernaast voor. Een deel van dit artikel verscheen eerder als column in de IJssel en Lekstreek. d
20
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Torenvalk, foto: Peter Stam
Even voorstellen nieuwe coördinatoren roofvogelwerkgroep Jaap Jan Leeuwenburgh Een eerdere oproep voor het hernieuwd leven inblazen van de roofvogelwerkgroep leverde dit voorjaar behoorlijk wat respons op. Op het moment van schrijven staat de teller op dertien enthousiaste leden en is daarmee een start gemaakt voor roofvogelonderzoek in de Krimpenerwaard. d
N
atuurlijk moeten wij onze weg nog vinden en moeten we niet te hard van stapel lopen. Daarom is er voor gekozen om deze zomer te gebruiken voor het in kaart brengen van de nestlocaties van de torenvalk. Als basis daarvoor is een oude Atlaslijst gebruikt. De adressen op de lijst worden door de werkgroepleden gecontroleerd op bezetting en (zo mogelijk) broedsucces. Met de Atlaslijst wordt een basis gelegd, maar we zijn ons er meteen van bewust dat deze lijst mogelijk niet volledig is. Sommige kasten zijn niet zichtbaar vanaf de weg en we willen de lezers van de Waardvogel dan ook vragen om wanneer zij nestkastlokaties van de torenvalk weten, dit door te geven via het mailadres roofvogelwerkgroep@nvwk.nl . Kasten bij deelnemers aan het erfvogelproject zijn al ons al bekend.
H
enk Visser en Jaap Jan Leeuwenburgh gaan samen als coördinatoren van de werkgroep aan de slag. Henk heeft in de Hoekse Waard heel wat aan roofvogelonderzoek gedaan. Hij woont echter al jaren in Gouda en de oproep voor roofvogelwerkgroepleden leek hem een mooie aanleiding om zijn roofvogelwerkzaamheden te verplaatsen naar wat je ‘zijn achtertuin’ kunt noemen. Ook de vogelactiviteiten van Jaap Jan liggen in de Hoekse Waard.
Jaap Jan Leeuwenburgh (links) en Henk Visser (rechts)
Wat roofvogels betreft hield hij zich daar voornamelijk met de torenvalk bezig. Gewapend met laptop, een telescoopstok en een webcam werden de nestkasten in het oostelijk deel van de Hoekse Waard gecontroleerd. We gaan ervoor om van de roofvogelwerkgroep een succes te maken. Aan ons enthousiasme zal het niet liggen, maar extra ogen en handen blijven altijd welkom. Heeft u informatie over roofvogels in de Krimpenerwaard die nuttig kan zijn voor het roofvogelonderzoek, deel die dan met ons via ons maildadres. Ook het aanmelden van uzelf als nieuw werkgroeplid kan heel eenvoudig met een mailtje naar roofvogelwerkgroep@nvwk.nl. d
De Waardvogel Tekst en illustratie: M. Bersma
Er vliegt een vogel door de Waard, zonder veren, zonder staart. Je komt hem tegen op zijn vlucht naar een dorp of een gehucht. Hij is veelkleurig, interessant en rust graag even in je hand. Die vogel heeft je veel te zeggen, probeer hem dus niet neer te leggen. Hij laat je schelpen zien en slakken, vlinders, slangen, bullebakken, praat over plexit, BBD en stelt de vraag: “Help jij ook mee de argusvlinder te ontdekken op bermen, grasland, open plekken?” Die vogel geeft veel informatie, daarom breng ik hem een ovatie. Hoewel geen veren en geen staart, vind ik hem zeer de moeite waard. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 21
Tussen hoop en vrees: overleven weidevogels in agrarisch natuurbeheer? Jaap Graveland Er is het laatste half jaar veel gebeurd rond de weidevogels en het agrarisch natuurbeheer in Zuid-Holland. Joke Colijn beschreef dat al in de vorige Waardvogel. Het agrarisch natuurbeheer loopt nog niet goed genoeg in de provincie. Er komt een verbeterplan waar de NVWK in meedenkt. Ik heb namens een aantal natuurwerkgroepen, waaronder de NVWK, ingesproken in de Provinciale Staten, over het verbeterplan en het betrekken van de vrijwilligers. Een update. d
S
amenvatting - 2016 was het eerste jaar waarin volgens het nieuwe stelsel voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) werd gewerkt. - In de Krimpenerwaard coördineert het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) de uitvoering en werkt daarin heel constructief samen met de vrijwilligers van de NVWK. Het aantal boeren dat wil meedoen groeit. -Maar uit de evaluatie kwam dat provinciebreed de inzet en resultaten nog lang niet goed genoeg zijn. Ook in de Krimpenerwaard zijn de maatregelen nog lang niet voldoende. - Ondergetekende heeft daarover namens aantal natuurwerkgroepen, waaronder de NVWK, in januari een brandbrief naar de provincie gestuurd. -De brief veroorzaakte nogal wat commotie, ook bij het ACK. -Ik heb ingesproken in Provinciale Staten om de kennis en inzet van vrijwilligers beter bij de statenleden onder de aandacht te brengen en te pleiten voor samenwerking door alle betrokkenen. -Joke Colijn en ik hebben met Boerennatuur aantal goede gesprekken gevoerd, we willen allemaal hetzelfde, dat is wel duidelijk. -De brief heeft er met andere ontwikkelingen toe geleid dat alle betrokkenen zien dat er een forse extra inspanning nodig is om met het ANLb voldoende resultaat te halen, dat veel beter moet worden samengewerkt en dat de vrijwilligers meer gesprekspartner worden. -In Provinciale Staten zijn afspraken gemaakt over het verbeteren van de uitvoering en over het opstellen van een aanvullend verbeterplan, waarvoor de provincie 3,6 miljoen euro ter beschikking heeft gesteld. -De komende maanden werken collectieven, natuurterrein beherende organisaties zoals het ZHL en de natuurwerkgroepen met provincie hard aan het maken van die verbeterplannen.
I
k schrijf meestal vlot, maar dit artikel heeft me heel wat hoofdbrekens gekost. Ik heb geen idee of we de weidevogels in het boerenland gaan behouden met de huidige aanpak, inclusief het verbeterplan. We leven tussen hoop en vrees, terwijl er zeer veel energie, tijd en geld in wordt gestopt door alle betrokkenen: boeren, collectieven, vrijwilligers, natuurorganisaties, ambtenaren en experts. Het behouden van de weidevogels is zo lastig omdat gekozen wordt om het weidevogelbeheer door boeren uit te voeren op basis van vrijwilligheid, en omdat weidevogels worden ingepast in een intensieve agrarische bedrijfsvoering. Het vereist heel veel inzet van boeren en vrijwilligers, regels, controles, administratie en overleg. De uitvoeringskosten zijn daardoor hoog, terwijl er natuurlijk zoveel mogelijk geld direct ten goede moet komen aan de boeren die effectieve maatregelen nemen voor weidevogels. Maar laten we zien waar we staan.
22
WAARDVOGEL | JUNI 2017
H
et nieuwe agrarisch natuur- en landschapsbeheer Nog even hoe het ook al weer zit. Na twee jaar voorbereidingstijd is in 2016 voor het eerst volledig volgens de nieuwe opzet van het agrarisch natuurbeheer gewerkt. Er worden niet langer contracten afgesloten tussen overheid en individuele boeren. In plaats daarvan zijn er acht agrarische collectieven gevormd, bestaande uit een kleine centrale organisatie van vrijwilligers en betaalde krachten. Elk collectief probeert contracten met boeren af te sluiten waarin boeren tegen vergoeding maatregelen uitvoeren voor de weidevogels, zoals later maaien en het creëren van plasdras. De collectieven zijn verenigd in BoerenNatuur Zuid-Holland, dat weer deel uitmaakt van BoerenNatuur Nederland. Ook het beheer zelf moet anders worden opgezet dan voorheen. Geen versnippering meer, niet langer geld uitkeren aan boeren die geen vogels hebben of waar de nesten door nestbescherming wel uitkomen, maar de jongen vervolgens allemaal worden doodgemaaid, (dat gebeurde heel veel, lang niet altijd met opzet). In plaats daarvan werken met kerngebieden, 1) waar nog veel weidevogels zitten, 2) waar meerdere boeren aaneengesloten beheercontracten afsluiten, 3) waar mozaïkbeheer wordt uitgevoerd, 4) met een groot aandeel goed kuikenland (kruidenrijk, met veel insecten, en goed begaanbaar voor weidevogelkuikens), 5) waar belangrijke basis condities worden verbeterd: hoger peil of plasdras en minder en alleen ruige of vaste mest. Vrijwilligers van de natuurwerkgroepen markeren nesten zodat de boer die kan sparen, en tellen het aantal broedparen en aandeel paren met opgroeiende kuikens.
D
e weerbarstige praktijk Ik heb in januari namens de NVWK en acht andere natuurwerkgroepen vanuit vrijwilligersperspectief een brandbrief gestuurd naar provinciale staten en de voor het natuurbeheer verantwoordelijke gedeputeerde Han Weber. De brief, met een bijlage, staat op de. Hier de essentie: 1) de plannen van de collectieven voldoen veel te weinig aan de door de provincie oorspronkelijk gestelde eisen. 2) adviezen daarover van de natuurwerkgroepen werden niet gebruikt, 3) het afgesproken evalueren van resultaten van 2016 door collectieven en vrijwilligers samen, vond nauwelijks plaats 4) er is onvoldoende transparantie - geen handzaam en voor ieder in te zien overzicht van inzet en resultaat van de acht collectieven in Zuid-Holland, 5) de vrijwilligers zijn nauwelijks partij in het maken van plannen, terwijl ze veel inzet plegen en kennis hebben en 6) er zijn te veel tegenwerkende regels waardoor de collectieven
hun werk niet goed kunnen doen. Kortom: de provincie vulde zijn regierol onvoldoende in. Verder bepleitten we in de brief de realisatie van leefgebieden, gekoppeld aan maatregelen die bodemdaling tegengaan: grote aaneengesloten gebieden die geschikt zijn voor weidevogels, met kruidenrijk grasland en grote delen met verhoogd waterpeil, bij voorkeur in verbinding met terreinen van terreinbeheerders zoals het Zuid-Hollands Landschap. De brief was afgestemd met die van de Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) die vanuit zijn overkoepelende rol voor alle natuur- en milieuorganisaties een soortgelijke brief had geschreven. Verder verspreidden we een persbericht wat tot een paar artikelen leidde, onder andere in AD Groene Hart.
D
e wet De pijn bij de natuurorganisaties (dat geldt voor BoerenNatuur en veel boeren trouwens ook!) zit in het feit dat de overheid tot 2014 willens en wetens tientallen jaren geld voor agrarisch weidevogelbeheer heeft verspild. Er zijn tientallen miljoenen euro’s besteed, vrijwel zonder enig resultaat, zonder goede controles op effectieve inzet. En de overheid overtreedt de wet. Nederland is volgens de Europese Vogelrichtlijn verplicht de weidevogelstand op peil te houden. Nederland heeft die richtlijn als basis gebruikt voor zijn eigen natuurbeschermingsbeleid. In feite rijdt de overheid al jaren door een rood licht dat ze zelf heeft geplaatst. Arie Trouwborst van de vakgroep Milieurecht van de Universiteit van Tilburg, die bekend staat als een van de beste deskundigen op het gebied van natuur- en milieurecht heeft daarover een rapport geschreven: https://www.nvwk.nl/werkgroepen/vogelwerkgroepen/weide vogelwerkgroep. De brief van de natuurwerkgroepen en de brief
van de NMZH staan daar ook. Hij heeft trouwens ook een artikel geschreven waar je als natuurbeschermer makkelijk cynisch van wordt: de handigheden van overheden om onder regelgeving voor natuur uit te komen. Met stip op 1: doen of de wet niet bestaat. Dat is hier feitelijk aan de orde. Vogelbescherming heeft daarom ten langen leste bij het Europese gerechtshof een juridische procedure aangespannen tegen de Nederlandse staat. Ik zeg niet dat het makkelijk is om die Wet natuurbescherming uit te voeren. Maar voorbeelden in de energie- en gassector met concrete doelstellingen voor verduurzaming en uitfaseren van het gebruik van aardgas in huishoudens, bewijzen dat een overheid sturend kan optreden, als je het maar belangrijk genoeg vindt.
V
ervolg op de brieven, goede relatie met BoerenNatuur en ACK Beide brieven en de publiciteit er om heen veroorzaakten nogal wat commotie. Onze brief richtte zich op de provincie, maar viel ook bij de collectieven en veel boeren niet goed. Dat kwam deels omdat ik had verzuimd de collectieven van te voren in te lichten. Geen opzet, maar niet handig. Enige commotie was volgens mij onvermijdelijk. Als je doet wat je deed, krijg je wat je hebt. Er moest echt iets veranderen. Het is mijn overtuiging, en ook van vele anderen, dat we anders na afloop van de eerste zes jaar agrarisch natuurbeheer concluderen dat het niet werkt en dus na de tientallen jaren van mislukkingen ervoor, definitief een streep moeten zetten onder het agrarisch natuurbeheer. Zover mogen we het niet laten komen. Hoe het ook zij, onze brieven, maar ook de eigen evaluatie van collectieven en provincie, de berichten in de landelijke pers over
Vlaggende grutto op perceel met grauwe ganzen: wiens territorium is het nu eigenlijk? Foto: Max Ossevoort
WAARDVOGEL | JUNI 2017 23
de doorgaande afnamen van de weidevogels, een verbeterplan van Staatssecretaris van Dam naar aanleiding van kritische Kamervragen, dit alles leidde tot de conclusie bij alle partijen dat het agrarisch natuurbeheer zeer veel beter moet, wil het kans van slagen hebben. Joke Colijn en ik hebben in vervolg op de brief het initiatief genomen voor gesprekken met Marinus Rooken en Ed de Meijer, respectievelijk voorzitter en secretaris van BoerenNatuur ZuidHolland. Marinus is ook voorzitter van ons eigen collectief, ACK. Dat is prettig. Het waren goede gesprekken. Joke en ik zijn er wel van overtuigd dat BoerenNatuur de goede kant op wil. Ook zij worstelen met het gegeven dat het beheer gebaseerd is vrijwillige deelname door boeren, en dat veel boeren om allerlei redenen aarzelen of er niet voor voelen om agrarisch natuurbeheer uit te voeren. En de regelgeving eromheen is buitengewoon demotiverend.
A
fspraken over samenwerking voor verbeterplan, vrijwilligers meer betrokken De provincie heeft Joke en mij, als vertegenwoordigers namens de vrijwilligers in Zuid-Holland (formeel zijn we dat niet, maar praktisch werkte dit voorlopig wel) gevraagd deel te nemen aan overleg over het verbeterplan. De natuurorganisaties ZHL, NM, SBB en NMZH en BoerenNatuur met de collectieven, bereiden invulling van het verbeterplan voor. Om te zorgen dat alle partijen daarbij samenwerken organiseerde de provincie op 15 mei een overleg. Han Weber zat voor, en alle partijen namen deel: provincie met zijn ambtenaren, natuurorganisaties met hun directeuren of dossierhoudende medewerkers, BoerenNatuur, Groene Motor en Joke en ik namens de natuurwerkgroepen. Dat was een goed en belangrijk initiatief van de provincie. Eindelijk iedereen bij elkaar! Want samenwerking van alle partijen leidt tot het beste resultaat. De volgende afspraken zijn gemaakt. -Samenwerken! Vanaf nu trekken collectieven, terreinbeheerders en vrijwilligers samen op. BoerenNatuur en de collectieven betrekken de vrijwilligers bij verbeteringen van het ANLb en het verbeterplan moet door alle partijen gezamenlijk worden opgesteld. Als een van de gebiedspartijen (collectief, vrijwilligers of terreinbeheerders) in het gebied van een collectief niet akkoord is met het verbeterplan, kan het plan niet worden goedgekeurd en komen er geen extra middelen voor dat gebied. -De provincie stelt een ‘zware’ regisseur aan om vaart te zetten in het opstellen van de verbeterplannen. De regisseur moet het vertrouwen hebben van alle drie de partijen. -Hoog waterpeil en kruidenrijk grasland zullen belangrijke ingrediënten zijn van het verbeterplan, maar worden niet als voorwaarden vooraf vastgelegd. Omdat er uitzonderingen zijn. Wat telt is het veilig stellen van gebieden waar veel vogels zitten. Afgesproken is om als er verschil van mening of verschillende beelden zijn over nut en noodzaak van hoog peil en of kruidenrijk grasland, om dan samen het gebied in te gaan. Daarbij geldt: de tijd dringt dus er is op korte termijn overleg nodig om te kijken of dat speelt. -Een deel van de 3,6 miljoen zal ingezet worden om provinciale percelen die zouden worden verkocht, nu te behouden. Bijvoorbeeld die waardevolle kruidenrijke graslanden. -Ook het verbeterplan gaat uit van vrijwilligheid. Veel boeren zouden misschien best aan weidevogelbeheer willen doen, maar missen de kennis en of durf. Goede maatwerkvoorlichting met voorrekening van hun inkomen bij invoering van
24
WAARDVOGEL | JUNI 2017
natuurmaatregelen, door iemand die ze vertrouwen en met aantoonbare kennis van zaken is belangrijk. De provincie gaat als onderdeel van het verbeterplan zorgen dat die kennisoverdracht gaat plaatsvinden. De veelbezochte dag in maart over kruidenrijk grasland, en de conferentie in Velp (zie elders in dit nummer) zijn goede voorbeelden, maar één op één gesprekken met boeren zijn waarschijnlijk het meest effectief. -Er wordt per gebied een coördinator aangewezen door de drie partijen om het opstellen van het verbeterplan per gebied te coördineren -De provincie zal naar vermogen deelnemen aan het overleg binnen de acht gebieden. Dat hoeft niet bij elk overleg natuurlijk, dat kan ook niet. Maar de provincie wil zo laten zien de samenwerking serieus te nemen.
I
ngesproken in Provinciale Staten 17 mei, extra geld voor verbeterplan Op 17 mei was de vergadering van de Commissie Duurzame Ontwikkeling over de Voortgangsrapportage Agrarisch Natuurbeheer 2016 en het verbeterplan. Ik heb daar ingesproken, mede namens de ondertekenaars van de genoemde brief. Doel was niet de inhoud van de brief te herhalen, maar het perspectief en belang van de vrijwilligers aan de Provinciale Staten duidelijk te maken, het belang van samenwerking te benadrukken en aan te geven dat er juist bij geschilpunten overleg moet zijn. Dat gebeurde tot nu toe veel te weinig. Voor het eerst was het een gesprek met ons, in plaats van over of zonder ons. Er werden flink wat vragen gesteld, men sprak waardering uit voor de inzet van de vrijwilligers. Ik denk dat we nu beter in beeld zijn als belangrijke partij. Er komt overigens een verslag en je kunt de video zien van de hele vergadering: https://zuid-holland.notubiz.nl/ vergadering/291557/%2017-05-2017. Het is trouwens heel nuttig om zo’n vergadering mee te maken, het is toch de democratie aan het werk. De afspraken van maandag werden bekrachtigd door de Provinciale Staten. Meerdere partijen, o.a. het CDA, gaven aan dat transparantie belangrijk was, mede door mijn inspraakreactie, en vroegen de gedeputeerde te zorgen voor een overzicht van inzet en resultaat van het ANLb per collectief.
H
et overleg tussen collectieven en vrijwilligers wordt beter BoerenNatuur-voorzitter Marinus Rooken heeft aangegeven dat hij zich persoonlijk daarvoor wil inzetten mocht dat bij een collectief toch nog niet goed van de grond komen. Dick van Houwelingen meldde dat het collectief Hoeksche Waard de natuurwerkgroep heeft uitgenodigd om mee te gaan denken over hun verbeterplan. Dit als illustratie dat zaken ten goede aan het veranderen zijn. Ook in de Alblasserwaard-Vijfherenlanden is men weer in gesprek. Joke en ik hebben ook apart met NMZH gesproken over de samenwerking. We hebben afgesproken om het Weidevogelberaad, het overleg van de natuurwerkgroepen die werken met vrijwilligers in het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, weer nieuw leven in proberen te blazen. Tegelijk moet voor de langere termijn aan een opzet worden gewerkt waarin het afremmen van de bodemdaling en een veel betere melkprijs voor boeren die voldoende rekening houden met weidevogels, de kern zijn. Ikzelf, en velen met mij, denken dat dit op termijn de enige manier is om natuur en landbouw te combineren. In de volgende Waardvogel meer daarover. d
Over de Overtuin en stinsenplanten Tekst en foto’s: Anton van Jaarsveld c Haastrecht lijkt mij een gezellige (deel)gemeente. Begin april bracht ik een bezoek aan de Overtuin, gelegen tegenover het museum Bisdom van Vliet. De laatste naam is intrigerend, want je verwacht een RoomsKatholieke relatie, maar de bewoners waren ooit van protestantse adel. De tuin aan de overkant van de weg N228 behoort tot een zelfstandige stichting en wordt door vrijwilligers onderhouden. d
I
n tuinen van oude patriciërshuizen vind je vaak stinsenplanten, geïmporteerde planten die vroeger door de welvarende klasse ter verfraaiing van hun bezit werden aangeplant en daar ook aardden.
De vrij toegankelijke tuin bestaat globaal gesteld beginnend vanaf de weg uit drie delen: een cultuurparkachtig deel dat onlangs verjongd is, een deel met o.a. stinsenplanten en een stuk echt bos. Paden doorsnijden het geheel. In dat middelste deel komen behoorlijk wat stinsen voor. Ook al is er misschien in het verleden een tijdlang minder aandacht besteed aan onderhoud, stinsen houden het vaak lang vol.
B
Door hun afkomst behoren ze dus niet tot de echte wilde flora. Je zou kunnen zeggen, dat ze een tussenlaag vormen tussen de wilde flora en de cultuurplanten. Of zo’n plant nou een echte stinsenplant is of niet, blijft vaak een arbitraire zaak. In ieder geval past deze Overtuin prachtig in het gezelschap van tuinen bij kastelen, buitenhuizen en grote boerderijen in o.a. Groningen, Friesland en langs de Vecht.
ekende soorten als sneeuwroem (foto rechtsonder) en oosterse sterhyacint zijn in deze tuin vertegenwoordigd. Wat me vaak verrast is het vroege bloeien van de weegbreezonnebloem (foto midden). Bij zonnebloemen denk ik altijd aan de zomer, maar deze soort is er vroeger bij. Beide aronskelksoorten, de gevlekte en de Italiaanse staan er op diverse plaatsen. De algemene voorjaarshelmbloem raakte begin april al over de bloei heen. De bosanemonen (zie foto linksonder) hadden voor mij een verrassing in petto : het waren allemaal halskraaganemonen. Deze ondersoort heeft witte bloemen met een rozet van kleine kroonbladen in het midden. Die hebben de plaats van de meeldraden ingenomen, waardoor er geen zaad kan worden gevormd. De kruipende wortelstok moet nu voor de verspreiding zorgen. Ik noteerde verder nog knikkende vogelmelk, zomerklokje (foto rechtsboven), kleine maagdenpalm en een gekweekt soort smeerwortel met witgelige bloemen die tegenwoordig ook in menige tuin te vinden is, de symphytum grandiflorum.
S
amenvattend : we hebben in onze waard bij mijn weten niet een echte stinsentuin. Wil je toch dichtbij van dat plantaardig moois genieten – eventueel in combinatie met een bezoek aan het museum – dan wacht de Overtuin op je. Volgend jaar dan. d
WAARDVOGEL | JUNI 2017 25
Rust in het Reestdal? Tekst en foto’s: Adriaan van Wijck, weidevogelaar/wintervogelteller
In mei was ik op ‘vogelvakantie’ bij de man die in de Waardvogel adverteert. Dat komt doordat hij tijdens een vorig bezoek van mij het fraaie en imponerende exemplaar van de Waardvogel in mijn huisje zag liggen. Deze week kwam ik weer terug met heel veel foto’s, waaronder een gevecht tussen de buizerd en de wouw. Dit speelde zich af boven m’n hoofd op dit adres. d
M
et veel gekrijs komen drie grote vogels vanuit de verte mijn kant op, terwijl ik in de vogelkijkhut sta. Ik zie dat laag boven de heide een wulp de buizerd verjaagt. Beide vogels worden op hun beurt met veel kabaal gevolgd door een rode wouw. In dit anders zo stille Reestdal is dit een behoorlijke herrie. De wulp piept er tussenuit, waarna de beide roofvogels voor een spectaculair luchtgevecht zorgen door elkaar onophoudelijk te bestoken.
D
e Reest is een kronkelende beek die de grens vormt tussen Drenthe en Overijssel. De vogelavonturen zijn hier niet van de lucht te krijgen. Het is in de maand mei als ik hier te gast ben in één van de bijzondere vakantiehuisjes van Han en Lia van Hagen, kunstenaars/natuurliefhebbers die met hun etsen en keramiek laten zien dat ze hart voor de natuur hebben. Speciaal voor hun gasten timmerden zij een vogelhut aan de rand van hun erf, met uitzicht over een ven, een oeverzwaluwenwand en een heideveld. Ik heb er veel vogels gezien. Volgens voorgangers zijn er in de loop van de tijd 154 soorten in dit gebied gespot. Er waren gasten, die in een weekend 80 verschillende soorten telden. Je leeft hier echt in ‘een mooi hutje op de hei’: de eerste avond zat er een haas voor m’n deur, de volgende ochtend werd ik gewekt door een koor van zingende vogels en liep er een ree langs het raam van mijn ‘Hooghuis’. Vanuit mijn bed kon ik een prachtige zonsopkomst over Takkenhoogte/Meeuwenveen beleven. Informatie over deze unieke plek vindt je op de prachtige site, met veel natuurfoto’s: www.heidehuisje.nl.
26
WAARDVOGEL | JUNI 2017
D
e rode wouw is een graag geziene en zeldzame gast, maar dit jaar werd hij wel heel veel gezien. Het vermoeden bestaat dat de rode wouw zich in het Reestdal gaat vestigen. Hij is een concurrentieslag aangegaan met de trouwe bewoner, de buizerd. Hun gevecht werd een waar spektakel dat hoog boven mijn hoofd werd uitgevochten. Een passend afscheid van een prachtige week vol stilte, heel veel vogels en een uniek landschap met bijzondere flora en fauna. De kleinere buizerd leek uiteindelijk gewonnen te hebben van de grotere wouw. Maar misschien was het toch wel een ‘gelijk spel’. Later op de dag zag ik beide, op respectabele afstand van elkaar, weer hun rondjes draaien op de thermiek. d
Welkom in het Reestdal
Verblijf in een van de drie ‘heidehuisjes’ met een eigen vogelkijkhut ‘de Tuuregluur’ grenzend aan het natuurgebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten. Raven praten in de verte en in het voorjaar jodelt hier de wielewaal’. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089
WAARDVOGEL | JUNI 2017 27
Boven: Het streefbeeld: een dijkvak aan de IJsseldijk t.h.v. Lageweg met veel nectarplanten voor vlinders, bijen en andere insecten. Onder: Kleine pimpernel is een zeldzame soort, maar komt op de Lekdijk nog voor. Foto’s: Stef van Walsum 28
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Bloemrijke dijken en bermen Monitoringsplan ‘Mijn berm bloeit!’ Stef van Walsum Zoals in de vorige Waardvogel van april te lezen was, worden met ingang van dit jaar de primaire waterkeringen van de Krimpenerwaard, oftewel de IJssel- en Lekdijk gefaseerd gemaaid. Door het gefaseerd maaien krijgen planten, vlinders, bijen en andere insecten meer kans om zich te ontwikkelen en te handhaven. Om de ontwikkeling en het effect van gefaseerd maaien van de dijken te volgen, zal de plantenwerkgroep van de NVWK de dijken monitoren. d
H
oe is de kwaliteit van de vegetatie op dit moment? ‘Onze’ dijken zijn op het moment erg verschillend in de kwaliteit van de vegetatie. Dit heeft voornamelijk te maken met de ouderdom van de dijk. De Lekdijk heeft net een dijkverzwaring achter de rug waardoor kilometers berm zich pas in de beginfase van ontwikkeling bevinden. De ontwikkeling van de vegetatie is een traag proces, dit zal tijd nodig hebben om uit te groeien tot een gevarieerde vegetatie met nectar voor insecten. Gelukkig hebben we ook nog hele mooie dijkvakken in de Krimpenerwaard, zoals de Lekdijk tegenover de Bakkerswaal en de IJsseldijk tussen Ouderkerk aan den IJssel en de Lageweg. Zeldzame soorten zoals kleine pimpernel, grote centaurie, dubbelkelk en beemdkroon kan je hier nog terugvinden. Het is natuurlijk de bedoeling dat al onze dijken er zo uit komen te zien in de toekomst!
V
egetatieopnamen De monitoring zal bestaan uit een vegetatieopname. Het maken van een vegetatieopname is een manier van onderzoek waarbij gedurende een langere periode ontwikkelingen van de vegetatie worden gevolgd aan de hand van een permanent vastgesteld proefvlak. Een permanent proefvlak is een stuk dijk met een standaard afmeting waarvan de ligging nauwkeurig is ingemeten ten opzichte van hectometerpalen op de dijk. Met de opname wordt er gebruik gemaakt van de Braun-Blanquet methode, dit is een methode die al jarenlang wordt gebruikt onder de floristen. Met deze methode worden niet alleen alle soorten in een opname genoteerd maar ook de abundantie (bedekking) en de hoogte van de vegetatie. Door eens per drie jaar dezelfde proefvlakken te inventariseren kunnen ontwikkelingen in de vegetatie worden waargenomen. De proefvlakken hebben een afmeting van 5 bij 5 meter, dus een totaal oppervlak van 25 m². Door deze afmetingen te gebruiken zijn de meeste soorten wel aanwezig in het proefvlak. Door meerdere permanente proefvlakken verspreid over de gehele dijklengte toe te passen kan er een goed beeld van de soortenrijkdom gemaakt worden.
H
oe gaat ‘Mijn berm bloeit!’ in zijn werk? Iedereen kan hiermee aan de slag, ook de beginnende plantenliefhebber. Inventariseer 100 meter berm door om de tien meter stil te staan en de nectarplanten te noteren die binnen 1 meter van je af staan (in totaal 10 keer). Ook niet bloeiende planten doen mee. Op de site van FLORON en De Vlinderstichting kan je een duidelijke handleiding en een zoekkaart nectarplanten downloaden waarop alle belangrijke nectarplanten voor insecten staan afgebeeld. Ben je een ervaren florist? Dan mag je natuurlijk ook alle andere plantensoorten noteren. Uiteindelijk kan je de resultaten van jouw inventarisatie digitaal invoeren op floron.nl/ bermen.
A
lle hulp is welkom Alle bermen die ecologisch beheerd worden door HHSK worden opgenomen in het project van FLORON en De Vlinderstichting. De gegevens worden dus niet alleen door ons, maar ook landelijk gebruikt. Op de kaart met ecologisch beheerde bermen kan je zien om welke bermen het gaat (op pagina 53 in de Waardvogel van april 2017 en ook te vinden op de site van de NVWK, onder ‘plantenwerkgroep’). Ligt er een berm bij jou in de buurt en lijkt het je leuk om mee te helpen met het monitoren van de bermen of dijken aan de hand van deze methode? Meld je dan aan bij planten@nvwk.nl. Met meer dan tien ecologisch beheerde bermen, en vele kilometers dijk is alle hulp van harte welkom! d
M
ijn berm bloeit! Het nadeel van vegetatieopnames is dat ze veel tijd in beslag nemen en er veel kennis van planten nodig is om een goede opname te maken. Om tijd te besparen en het voor de beginnende plantenliefhebbers leuk en interessant te maken zullen er naast de vegetatieopnamen een aantal dijkvakken gemonitord worden aan de hand van een nieuw project genaamd ‘Mijn berm bloeit!’, een initiatief van FLORON in samenwerking met de Vlinderstichting. Met dit project vragen FLORON en De Vlinderstichting aandacht voor de achteruitgang van de bloemenpracht in de Nederlandse bermen en de boerenlandvlinders die hiervan afhankelijk zijn.
Dubbelkelk, bron: http://www.botanical.com
WAARDVOGEL | JUNI 2017 29
Erfvogelnieuws Jaap Graveland
Er is veel nieuws uit de hoek van de erfvogelwerkgroep. Het erfvogelproject breidt zich uit naar de Lopikerwaard en er komt weer een open-erven-dag. Er is erg goed nieuws met betrekking tot de kerkuilenkasten. Verder zijn er nog wat ‘huishoudelijke’ mededelingen over de erfvogelcursus en de site. d
E
rfvogels slaan vleugels uit in de Lopikerwaard Een doel van het erfvogelproject is om met lokale groepen ook buiten de Krimpenerwaard erfvogelprojecten te starten. Zondag 7 mei hadden we een inspirerende en levendige kennismakingsbijeenkomst met de Tuinclub Lopikerwaard. Leuke, enthousiaste mensen die veel van erven en beplanting weten en een erfvogelproject gaan starten. Leren door te doen werkt het beste, dus we voerden met de bijna twintig (!) aanwezige leden twee erfscans uit bij onze twee gastvrouwen, Celia Steegmann-Roodenburg en Anita van Leyden. We hebben ook contact met Vogelwerkgroep IJsselstein/Nieuwegein, die graag de vogelkennis gaan leveren. Dus de drie verenigingen gaan samenwerken, de eerste afspraak is al gemaakt. Een aantal leden van de tuinclub gaan de erfvogelcursus volgen die we in het najaar geven. Zo wordt het initiatief geleidelijk groter. Oh, en op het buurerf zong tijdens de erfscan een gekraagde roodstaart, een zeldzame en bijzonder mooie erfvogel in onze polders.
Kennismaking met Tuinclub Lopikerwaard: erfscan en ontvangst. Foto boven : Celia Steegmann; foto onder: Anita van Leyden 30
WAARDVOGEL | JUNI 2017
K
erkuilenkasten raken bezet, een kerkuilenkasten in een kerktoren Twee van de circa vijftien kerkuilenkasten die we samen met de uilenwerkgroep bij erfeigenaren hebben opgehangen zijn ondertussen bezet, eentje aan het Westeinde in Berkenwoude, en een aan de Benedenheulse weg in Stolwijk. Beide in open schuren met veel opgeslagen stro en veevoer, daar houden kerkuilen wel van ;-). 24 mei bezocht ik met José Dominguez Gomez van de gemeente Krimpenerwaard en Paul Koole van de Omgevingsdienst de toren van de prachtige Hervormde Kerk in Haastrecht. We vonden een hele mooie plek voor een kerkuilenkast in een van de openingen in de toren. Een mooi voorbeeld van het combineren van erfvogels met erfgoed. De gemeente vraagt van ons een ondertekende overeenkomst met daarin garanties over onderhoud en voorkomen van overlast. We stelden vast dat dit wel goed komt. Nu de uilen nog…
O
pen erven: zaterdag 2 september, voor iedereen toegankelijk Op 20 mei stelden zes erfeigenaren hun erven open voor bezoek voor andere erfeigenaren in het project. De belangstelling viel flink tegen; we zoeken nog uit waar dat aan ligt. Anderzijds hebben we al vaker ervaren dat de aanhouder wint. Op zaterdag 2 september is er dus een herkansing. Erfeigenaren, NVWKleden en niet leden zijn van harte welkom van 10 tot 13 uur. Iedereen dus! We zullen via dit artikel, een persbericht, onze website en facebook tijdig zoveel mogelijk mensen proberen te bereiken. Zegt het voort! De adressen zijn: o Adri en Ab Bongers, Bovenberg 118, Bergambacht, o Jaap Graveland, Westeinde 37, Berkenwoude, o Annelies en Herman Groothuis, Oost Vlisterdijk 42, Vlist, o Imelda Kloosterman, Lekdijk 32, Ammerstol, o Kea en Peter Koot, Lekdijk West 83, Bergambacht (Beeldentuin http://www.delekinbeeld.nl/). Je kunt hier ook koffie of thee drinken, o Jan en Anneke van Arkel, Koolwijkseweg 35, Stolwijk. Let op! Hier kunnen nog adressen bijkomen. Houd de site in de gaten. Er komt vóór 2 september geen Waardvogel meer uit. Begin september bloeien de tuinen nog volop, hebben veel soorten bessen en zaden gevormd zodat er ook voedsel is voor erfvogels in het winterhalfjaar. September en oktober zijn dé plantmaanden voor vaste planten en de winter is de plantperiode voor bomen en struiken. Kortom, een mooi moment om geïnspireerd te raken door anderen om je tuin en erf jaarrond geschikt te maken voor erfvogels. Als meer mensen hun erf open willen stellen, laat het weten, we zetten updates van deze open ervenochtend met de te bezoeken adressen op de site en op facebook.
E
rfscans Het is nog steeds mogelijk een erfscan uit te laten voeren van je erf in het buitengebied. We proberen ook nieuwe bewoners te bereiken, voordat die hun tuin of erf vol hebben geplant. Dus heb je nieuwe buren die belangstelling zouden kunnen hebben: laat hen weten dat ze contact met ons kunnen opnemen.
C
ursus voor alle erfeigenaren in en om de Krimpenerwaard In september geven we voor de derde keer de erfvogelcursus. Die bestaat uit twee instructieavonden en een excursie langs een aantal erven. De cursusavonden zijn op donderdag 7 september en donderdag 14 september van 20.00 tot 22.00 uur in De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. De excursie is op zaterdag 16 september. De locatie maken we nog bekend aan de deelnemers. De cursus richt zich op erfinrichting, beplanting, beheer en onderhoud. Het is geen vogelherkenningscursus, maar we laten de deelnemers zeker kennis maken met het grote aantal erfvogelsoorten dat hier voorkomt. Volgend voorjaar hopen we een vogelcursus te organiseren. Deelname staat open voor alle erfeigenaren in de Krimpenerwaard en omringende gebieden: Alblasserwaard, Rottegebied, Zuidplas, Lopikerwaard, GouweWiericke. Aan de cursus nemen ook leden van verenigingen buiten de Krimpenerwaard deel die zelf een erfvogelproject willen starten dus we maken er een levendige cursus van. Kosten: 10 euro voor leden, 20 euro voor niet-leden. Opgave kan via de mail en telefoon. Contactgegevens staan voor in de Waardvogel.
Nis van de toren waar de nestkast in komt, foto: Jaap Graveland
J
e kan meehelpen! We herhalen het nog maar eens: je kunt meedoen met het project, we kunnen best wat hulp gebruiken. We doen veel en willen nog meer. Maar ja, we moeten ook nog gewoon werken, je zou het bijna vergeten. Er is genoeg te doen: je kunt leren erfscans uit te voeren, helpen bij behouden van nestgelegenheid voor vogels en vleermuizen bij nieuwbouw en verbouw in onze kernen, en ‌tuineigenaren adviseren. Regelmatig nemen tuineigenaren in dorpen of steden contact op met de vraag wat zij kunnen doen in hun tuin voor vogels. Maar aan die adviezen komen we nog niet toe. We zoeken nu naar een vorm om die mensen toch te helpen, dat komt goed, maar we hebben daar wel extra mensen voor nodig. Heb je misschien belangstelling? Bel of mail even, het verplicht tot niets, en het is sowieso leuk en dankbaar werk.
S
Kerktoren van Haastrecht, foto: Rinus Manders
ite bijgewerkt Het formele erfvogelproject waarvoor we een startsubsidie van de provincie kregen eindigt op 1 juli. Maar we gaan gewoon door, alleen niet langer als project maar als erfvogelwerkgroep. We hebben de site daarom bijgewerkt. De link is nu: https://www.nvwk.nl/werkgroepen/erfvogelwerk groep De facebookpagina blijft ongewijzigd: Google op Facebook en erfvogels en je vindt ons direct. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 31
Warme excursie naar de Kampina op 27 mei 2017 Ewoud Benschop
Zwarte wouw, bron: http://www.avibirds.com
Het beloofde een erg warme dag te worden. Achteraf bleek dat voor Noord-Brabant de waarschuwingscode oranje was afgegeven. Toch hadden negen heren en één dame de moed om naar Bergambacht te komen voor de excursie. Op de plek van aankomst zouden nog twee leden van de knotgroep Krimpen zich bij ons aansluiten. We vormden een gezellige groep enthousiastelingen op zoek naar mooie en interessante vogels. Maar ook voor de vlinders en libellen waren de verwachtingen hoog gespannen. d
D
e eerste stop was ergens bij de Kleine Aa. Een klein riviertje waar direct al een zwartkop, winterkoning, grasmus en vink zich flink lieten horen. Maar natuurlijk waren ook de zwarte kraai, merel en tjiftjaf aanwezig. Boerenzwaluwen vlogen rond, alsook een paar gierzwaluwen. Langs de Kleine Aa was bij ons de weidebeekjuffer het meest favoriet. De mannetjes zijn schitterend blauw/zwart en de vrouwtjes prachtig koper/groen. Diverse blauwe breedscheenjuffers en azuurwaterjuffers vlogen er rond. En laten we ook de glassnijder niet vergeten. Om dit allemaal een beetje redelijk op naam te brengen hadden we de kennis van Jaap van Dam wel degelijk nodig. Tussen de struiken en bomen vlogen wat bonte zandoogjes, een landkaartje en een boomblauwtje. Over het veld een dagpauwoog en een kleine vuurvlinder. Hans droeg nog de gewone wilgenroosjes galmug aan; een bijzonder galletje waarmee onze kennis weer werd verrijkt. Erwasookeenpoeltjewaareentweetalkleinemantelmeeuwen en visdiefjes verbleven. In het midden zwommen nijlganzen met hun kroost. Langs het oevertje een houtduif, spreeuw, scholekster, kleine plevier en een meerkoet. Teruglopend naar de auto’s werden nog een heggenmus en een tuinfluiter gehoord. Verder een paar staartmezen in de bomen en een aalscholver die overvloog. Bij het omhoogkijken zagen we nog een valk, maar deze kon niet op naam gebracht worden. Er moet ook nog een blauwe reiger gezien zijn. Die zal in het riviertje gestaan hebben maar daar was ik zeker niet bij… Vlak voor het instappen om echt naar de Kampina te rijden riep Coen plotseling hard: “IJsvogel, ijsvogel, ijsvogel”. Alleen Max was vlug genoeg om het te kunnen bevestigen.
O
nder het mom van ‘altijd blijven waarnemen’ resulteerde het stukje rijden naar de parkeerplaats van de Kampina nog in een huismus, gierzwaluw en een huiszwaluw. Bij het monument fladderde nog een late citroenvlinder rond. In het bos waren o.a. kuifmees, boomkruiper en goudhaantje te horen. Voor ons, recht op het, pad werd een baby ree gezien. Hij stond op z’n gemak wat eten bij elkaar te snuffelen en sprong uiteindelijk toch maar het struikgewas in met nog een tweede kalfje in het kielzog. We kwamen het bos uit en daar lagen diverse vennetjes te verdampen. Het was dan ook erg warm. Bij de vennetjes werden viervleklibellen gespot. De vuurjuffers waren er en ook de bijzondere venwitsnuitlibel. Tussen het droge gras werden sint-jacobsvlinders gezien en weer kleine vuurvlinders. Hans kwam weer met wat gallen aan, waaronder de azaleaknoopvreter en de oestergal. En wat dacht je van de mijn van de hulstvlieg?
32
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Boompiepers waren er volop. Genoeg om ze eens heel goed te bestuderen en de kenmerken zien te onthouden. Een roodborsttapuit werd voor een bonte vliegenvanger aangezien, maar uiteindelijk werden beide soorten ook echt apart gezien.
H
et was tijd voor de lunch. In de schaduw van een grote boom streken we neer. Nagenoeg recht voor het nest van een gekraagde roodstaart. Een mooie gelegenheid om volop foto’s te nemen, mits de reactievermogens nog niet door de temperatuur waren aangetast en de juiste sluitertijd was ingesteld, want de beestjes waren vlug. Links van de lunchplaats was een gezinnetje van drie grote bonte spechten op zoek naar voedsel. Sommigen van ons hadden ze alle drie in één picture, en er vloog zowaar een kleine bonte specht langs. Het was heet. Omhoogkijkend naar de koperen ploert namen we opeens twee roofvogels waar. Twee heuse zwarte wouwen met licht gevorkte staarten, die vlak boven ons schitterend rondcirkelden. Even verderop was Coen weer de eerste voor de kneu. De volgende vennen boden ons onder andere diverse kuifeenden, twee dodaars in prachtig zomerkleed, een wintertaling en een lepelaar. Overvliegend en duidelijk aan hun geluid te horen, drie krakeenden. We moesten teruglopen over het warme zand en door een stukje koel bos naar het pad van de parkeerplaats. Rechts zat roepend een boomklever en even later een boomkruiper, daardoor zichzelf verradend. Hij was heel mooi zichtbaar in de boom. En als laatste scharrelde een zanglijster op het pad.
I
nmiddels was het half vier en tijd om nog even naar de laatste bestemming te gaan voor de laatste waarnemingen: een watertje, de Beerze op vijf minuten afstand van de parkeerplaats. Het is een idyllisch stukje landschap met mooie rechte zandoevers en een heerlijke biotoop voor nog wat vlinders en libellen. De beekrombout bijvoorbeeld, een niet alledaagse waarneming voor ons uit de Krimpenerwaard en zelfs voor Nederland. Langs het pad er naar toe hoorden we het geluid van een spotvogel en in een boom zaten op één blaadje twee meikevers. Stiekem tussen de boompjes van de kweker door scoorden we op het veld wel twintig icarusblauwtjes. Het was mooi geweest. Inmiddels was de temperatuur gestegen tot een graad of 32 en er werd gesproken over naar huis gaan. Bij de auto’s werd opeens nog een zacht maar duidelijk ‘dudeljoe’ gehoord. En ook een tweede keer. De wielewaal! We wisten dat ze hier zaten, maar zie er dan maar eens een tegen te
komen. Er werd nog geprobeerd het beestje te lokken met onze geluiden-apps, maar echt tevoorschijn kwam hij niet. Echter, z’n geluid was door vier mensen gehoord en de waarneming kon daardoor op zeker gezet worden. Het was nu heel mooi geweest. We reden naar huis met ieder voor zich zijn hoogtepunten in gedachten. Zwarte wouw, gekraagde roodstaart, witsnuit……., juffer…, gal…
O
verige soorten die nog werden gehoord en/of gezien waren groene specht, kievit, kokmeeuw, visdief, roodborst, pimpelmees, fitis, bruine kiekendief, matkop, witte kwikstaart, koolmees, grauwe vliegenvanger, boomleeuwerik, buizerd, boomvalk, wilde eend, ekster, grote Canadese gans, koekoek, rietgors, fuut, gaai, bruine zandloopkever, rups van donsvlinder of psi-uil. d
1 Koraaljuffer, foto: Hans Kouwenberg; 2 weidebeekjuffers vormen een paringswiel; 3 boompieper,foto’s: Max Ossevoort; 4 man en vrouw gekraagde roodstaart, foto: Coen van Nieuwamerongen; 5 venwitsnuitlibel; 6 bij de vennetjes wemelde het van de libellen, foto’s Max Ossevoort
WAARDVOGEL | JUNI 2017 33
Bijlage 1: Locatie waterput
Bijlage 2: waterput met plantvak 34
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Waterriet aanplanten Samenwerkingsproject in Berkenwoudse Driehoek Max Ossevoort Het project ‘Waterriet Berkenwoudse Driehoek’ is een samenwerkingsproject van het Zuid-Hollands Landschap (ZHL) en de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, geïnitieerd door de NVWK. Het doel van het project is om in de waterput (zie bijlage 1) gelegen in de Berkenwoudse Driehoek en in eigendom bij het ZHL, waterriet te planten en daardoor de natuur een versnelling te geven daar waar het de begroeiing betreft. De waterput is recent gegraven en heeft op dit moment een gemiddelde diepte van zo’n 35 cm, gemeten in het geplande plantvak. Het plantvak sluit aan een zijde aan het weiland aan, om een natuurlijke overgang naar de oever te creëren. Dit kan alleen aan deze zijde omdat de sloten 1 en 2 (cijfers 1 en 2 op bijlage 2) doorlopen in de waterput, waardoor daar het water te diep is om waterriet te kunnen planten. d
D
e keuze voor de locatie is gemaakt omdat na afronding van de inrichting in het geheel omdijkte gebied in de BD de waterstand gereguleerd zal gaan worden waarbij er verschillen van 60-70 cm in waterniveau zullen gaan voorkomen. Hierdoor wordt een unieke biotoop gecreëerd, afwijkend van de rest van de Krimpenerwaard. De keuze om waterriet te planten is ingegeven door de gedachte dat in de nabije toekomst er een biotoop ontstaat waar niet alleen rietvogels, zoals rietzanger, rietgors en kleine karekiet, gebruik van kunnen maken, maar dat ook andere soorten zoals het woudaapje en mogelijk op termijn de grote karekiet dat gaan doen. Met name voor de laatste twee soorten is in hun biotoop overjarig waterriet vereist, met een wisselende waterstand.
P
rojectbeschrijving Het project zal uitgevoerd gaan worden in drie fasen. Deze drie fasen zullen in principe op twee dagen worden uitgevoerd. Dag 1: fase 1; dag 2: fase 2 en 3. Fase 1: Bescherming van het waterriet tegen karpers Om het waterriet de eerste jaren te beschermen tegen vraat door karpers en grauwe ganzen zullen er beschermende maatregelen worden aangebracht. Er zal worden begonnen met het door middel van palen en gaas afzetten van het te beplanten gebied (zie plantvak op de bijlage 2). De (onbewerkte) houten palen van twee meter lengte zullen om de ongeveer vijf meter gezet worden met een handheitje. Het te gebruiken gaas heeft zeskantige openingen van 5 cm, een hoogte van 1.20 meter en wordt met krammen aan de palen bevestigd. De methodiek van aanbrengen is de volgende: a. Er wordt begonnen aan de zuidoostzijde van het plantvak, waarbij de lange zijde het eerst gezet zal worden(dus tegen de klok in). b. Het gaas wordt op 60 cm, gemeten vanaf de onderzijde van de paal, op de eerste paal bevestigd. c. Vervolgens wordt die paal in de grond geheid d. Vervolgens wordt er steeds een paal bevestigd aan het draad, staande in het water, en in de bodem geheid. Hierdoor zal het draad eveneens voor een deel in de bodem gedrukt worden waardoor vissen niet onder de draad door kunnen. d. Voorafgaande aan het dichtmaken van het laatste deel in het water zal eventueel aanwezige (grote) vis uit het vak gedreven moeten worden met een net. Hierna zal het laatste deel in het water gesloten worden. e. De draad aan een deel van de zuidoostzijde (het stuk dat staat getekend op de kopse kant van het weiland) zal wel worden
gesloten, maar niet worden bevestigd met krammen, om toegang te bieden voor fase 2. Fase 2: Het planten van het waterriet. Het waterriet kan pas geplant worden wanneer het minimaal 50 cm lang is, omdat in ieder geval een deel van de plant boven water uit moet komen wil het riet aanslaan. Door de leverancier is aangegeven dat door de lange koude periode in het voorjaar het gekweekte riet later is gaan groeien waardoor de planttijd rond eind juni/begin juli zal liggen. Er zal worden geplant met een dichtheid van tien planten per vierkante meter. Het waterriet zal worden aangevoerd met een boot, zodat de planten onder handbereik zijn van de planters. Bij het planten moet eerst een gat worden gemaakt. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een pin die een doorsnede heeft van twee tot drie cm. In dit gat wordt de plant gestoken en vervolgens wordt het gat met de voet (voorzichtig) dichtgedrukt. Ook zal de kopse kant van het weiland over een breedte van ongeveer één meter worden beplant, waardoor een natuurlijke overgang van het riet bereikt wordt, maar ook een grotere kans van slagen van het vestigen van het waterriet wordt verkregen. Fase 3: Bescherming tegen ganzen Na het planten zal de bovenzijde van het plantvak worden afgeschermd tegen mogelijk invliegende grauwe ganzen, waarvan bekend is dat die de wortels van het waterriet als een lekkernij zien. Op dit moment wordt nog bezien wat hiervoor de meest praktische en betaalbare oplossing is.
W
ie wil helpen bij fase 2 en 3? Fase 1 is inmiddels afgerond. De geplande plantdata zijn vrijdag 30 juni en zaterdag 1 juli. We beginnen om 09.00 uur en kunnen hierbij nog hulp gebruiken! Stuur hiervoor een mailtje naar xxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx of bel hem op XX XXXXXX. Het te gebruiken handgereedschap, een boot en een kruiwagen zijn al ter plekke: Graafkade West. Als u een aardappelpoter bezit, is het handig om die mee te nemen. Het waterriet wordt in trays van 104 stuks op locatie geleverd en moet uit potjes worden gehaald; deze kunnen op het land al verwijderd worden - een klus zonder laarzen. Het heeft de voorkeur om bij het planten gebruik te maken van een waadpak of lieslaarzen. Die zijn aanwezig, maar als je ze zelf hebt, neem ze dan mee! Gewone laarzen zijn onvoldoende om droge voeten te houden in de waterput, maar voldoen wel voor het beplanten van de oever. Afhankelijk van hoe lang u wilt komen kunt u lunch en koffie/thee meenemen. Voor iets lekkers bij de koffie en drinkwater wordt gezorgd. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 35
Links: de zeldzame kleine valeriaan in een van de hooiveldjes langs het fietspad in het Loetbos, foto: Stef van Walsum Onder: margrieten langs het net gemaaide sinuspad in de Idylle, foto: Patrick Heuvelman
36
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Hooien in de Idylle Onderhoud en verbeterplan Joke Colijn in samenwerking met Patrick Heuvelman In de eerste week van juni is door de coördinator van de landschapwerkgroep in de Idylle een eerste maaironde uitgevoerd. Patrick Heuvelman heeft met zoon Niels zogenaamde sinuspaden gemaaid in twee van de drie velden. Met sinusmaaien wordt vegetatie afwisselend in hoogte en breedte gemaaid en ook de maaiperiodes verschillen. Hierdoor ontstaat diversiteit in de ontwikkeling van begroeiing, hebben planten en bloemen meer kans om te bloeien en blijven er voldoende nectar- en waardplanten voor vlinders en bijen. Allereerst wordt een sinuspad gemaaid waarbinnen vlinders beschut kunnen opwarmen en hun eitjes afzetten. Later worden delen binnen de paden gemaaid, maar weer niet het pad. Er is geen vast recept; afhankelijk van diverse factoren in het terrein, zoals hoe de vegetatie er uit ziet en hoe veel maaibeurten nodig zijn, bepaalt de beheerder zelf hoe vaak en wat hij maait of laat staan. d
D
e ontwikkelaar van deze beheermethode speciaal voor vlinders is de Belg Jurgen Couckuyt. Vorig jaar werd hij hiervoor door De Vlinderstichting uitgeroepen tot Vlinderbeheerder van het Jaar. In 2016 zijn gelijk al pilots gestart met sinusmaaien op dijken en bermen door diverse waterschappen en provincies, die nu al vruchten lijken af te werpen. Patrick vond gelukkig best nog wel wat bloeiende planten, onder andere margrieten; dat was een vrolijk gezicht. Uiteraard hebben Patrick en Niels hier voor zover het ging omheen gemaaid! Die bloemen moeten namelijk eerst zaad zetten, net zoals de grote ratelaar en andere soorten die nog bloeien. De eerste ronde - het maaien van de paden - had eigenlijk eerder moeten gebeuren, in mei. Maar Patrick wilde eerst in beeld hebben waar wel of niet gewenste/gezaaide soorten stonden, zodat ze die niet pardoes zouden afmaaien. Er omheen maaien is vanzelfsprekend makkelijker als de planten bloeien!
T
och viel hem bij de eerder uitgevoerde inventarisatie het aantal soorten opnieuw wat tegen; het blijft vreemd dat een aantal uitgezaaide soorten totaal ontbreekt. Daar gaan we echter wat aan doen met het verbeterplan voor de Idylle. Aan het einde van de zomer na de laatste maaironde willen we opnieuw een aantal soorten uitzaaien. We mogen hiervoor financieel weer een beroep op De Vlinderstichting doen. Sommige gewenste soorten kunnen ook als ontkiemde planten hier en daar worden uitgezet, waarna ze zichzelf ter plekke kunnen uitzaaien. Witbol is dit jaar niet zo’n grote bedreiging meer, maar nu is de grote vossenstaart – ook een grassoort - overvloedig aanwezig. Hetzelfde gebeurde dit en vorig jaar trouwens ook op de agrarische
landerijen waar een uitgestelde maaidatum geldt. Blijkbaar kunnen dominante grassoorten per jaar wisselen! De grote ratelaar zal helpen deze grassen te onderdrukken.
E
r volgen nog minimaal twee maairondes. Nu is er aan de buitenzijde van de twee velden een buitenste rand (een sinuspad) gemaaid. Simpel gezegd wordt de tweede ronde het binnenveld gemaaid en blijft er aan de buitenzijde vegetatie staan. Hierdoor ontstaan verschillende gewaslengten ten gunste van vlinders. De tweede maaironde is zoals gezegd eind juni. Het weer en de bloeistadia bepalen uiteindelijk de hooidata – 75% van de bloemen moet uitgebloeid zijn en het maaisel moet in elk geval kunnen drogen. Landschapsvrijwilligers krijgen kort tevoren een mail. Wie het ook leuk vindt om bij mooi weer buiten bezig te zijn, kan zich hiervoor aanmelden bij Patrick: landschapwerkgroep@nvwk.nl. Een derde maaironde vindt plaats aan het einde van de zomer.
I
nmiddels is met de mooie bijdrage voor de Idylle die we via de gemeente van Sympany uit de opbrengst van de kledingcontainers hebben ontvangen, een aanhanger aangeschaft. Nu kan de nieuwe maaibalktrekker makkelijk worden vervoerd voor het maaien en wiersen van de bermen in het Loetbos eind juni. Dit werk wordt al ruim twintig jaar door de landschapwerkgroep verzorgd. Het is fijn dat het onderhoud wat al zulke rijke resultaten heeft opgeleverd, nu met behulp van deze middelen kan worden gecontinueerd. Maar ook hier kunnen we vooral bij het hooien extra handjes gebruiken. Meld je hiervoor aan via hetzelfde adres: landschapwerkgroep@ nvwk.nl. d
Incassoperikelen Gerard van Slijpe, penningmeester Op 25 mei is bij veel NVWK-leden de contributie via automatische incasso geïnd. Helaas is dit bij leden die de ING als bankrelatie hebben niet gelukt. De oorzaak zou een ‘fout’ zijn in het door ons aangeleverde bestand bij onze Rabobank. Het advies luidde om de geweigerde opdrachten nogmaals separaat aan te bieden. Dat deden we op 10 juni maar deze incasso mislukte opnieuw. De ING informeert vanzelfsprekend haar relaties hierover, daarom vertellen wij u de achtergronden in dit bericht. De diverse banken gebruiken verschillende beveiligingsprogramma’s en blijkbaar detecteert de ING een discrepantie in ons bestand. We zijn nu in de fase aangeland dat we het bestand zoals we dat ter incasso aanbieden aan onze bank, kunnen laten testen om de ‘fout’ te vinden. Ik vraag de leden die dit betreft, begrip voor de vertraging en het ongemak. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 37
V.l.n.r. de bloemenweide, kleine lisdodde, bilzekruid, bont kroonkruid, bosandoorn, galega, zevenblad 38
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Bijenidylle Blonksloot Excursie naar Boskoop met Hans van Dam Tekst: Maria Spruit, foto’s Max Ossevoort Vermoedelijk door het slechte weer van de voorgaande dagen waren er op woensdagavond 7 juni slechts vier gegadigden voor de excursie naar de Bijenidylle in Boskoop. Maar hoewel de termometer nog een lage temperatuur aangaf, was de lucht schoongewaaid en scheen er een opgewekt zonnetje. d
T
oen we de auto parkeerden, kwam onze gids van die avond, Hans van Dam, ons al tegemoet lopen. Ingeklemd tussen spoorlijn, kwekerijen en woonwijken liggen diverse schitterende percelen die door hem, samen met een groep vrijwilligers, beheerd worden. Als eerste bekeken we de bloemenweide. Deze weide heeft van De Vlinderstichting het predicaat Bijenidylle Blonksloot gekregen. Hans vond dat er vorig jaar meer bloemen in stonden. Wij kenden echter het verschil niet en bewonderden het fleurige aanzicht van de weide waarin valeriaan op dit moment overheersend was. Hans slingerde ons vele plantennamen rond de oren en we deden ons best om ze allemaal te onthouden. Opvallend mooi vonden we de bolderik, gele kamille en knoopkruid, een korenbloemsoort.
V
ervolgens liepen we langs het spoor naar het Heempad. Langs het spoor was er gemaaid, maar langs het hek groeide een plant met opvallend blad; Griekse alant. Hans vertelde over het ontstaan van het Heempad en zijn visies. En steeds weer liet hij zich zinnen ontvallen als: “Dan win ik het zaad.”, “Dit heb ik gezaaid.”, “Dat hebben we geplant.” Aan het begin van het pad stond kleine lisdodde. Deze lisdodde verschilt van grote lisdodde door smaller blad, de tweeledige aar is dunner en tussen de onderste en bovenste aar zit een stukje stengel, terwijl bij de grote lisdodde de twee aren aansluiten op elkaar. Dat was me nog nooit opgevallen. Verder zagen we de zeer giftige gevlekte scheerling, ossentong, heelblaadje, paarse en gele morgenster. Beide morgensterren waren al uitgebloeid, maar wel konden we het verschil zien tussen hun zaadpluis. Dat van de gele morgenster is wit en ragfijn, de structuur benaderend van paardenbloempluis, van de paarse morgenster is het pluis lichtbruin en stug als haar. Ik ontdekte een plant die vorig jaar in de berm voor mijn huis is opgedoken, maar waarvan ik niet wist wat het was. Hans gaf het antwoord; luzerne, gewoon een inheemse plant. Diverse wolfsmelkachtigen groeiden er: moeraswolfsmelk en cipreswolfsmelk; hele decoratieve planten. Het kraailook was ook al uitgebloeid, maar was nog steeds mooi. Kraailook is eetbaar, vooral wanneer de plant jong is; de smaak is vergelijkbaar met bieslook. Bont kroonkruid was nieuw voor mij; deze plant is afkomstig uit Zuid-Europa en is giftig voor paarden. Langs het Heempad is het oprukkende riet een probleem, maar dit wordt door de vrijwilligers steeds weer uitgestoken, een helse klus. Er groeiden twee soorten kaardebol; kleine kaardebol en grote kaardebol, altijd indrukwekkende planten. Ik herinnerde mij dat tijdens een excursie onze oud-plantencoordinator Patrick Heuvelman vertelde dat in de onderste tegenoverstaande bladoksels van de grote kaardebol water wordt opgevangen
én dat de daarin verdronken insecten de kaardebol van extra voedsel voorzien. Dat verhaal kwam niemand bekend voor, maar lang leve internet: er is inderdaad een onderzoek geweest waarin is aangetoond dat het toevoegen van dode larven van vliegen en muggen aan het water in de oksels een toename veroorzaakte van het gevormde zaad van 30%. *
H
et volgende doel waren de kruidentuin en het kraambed op het terrein van natuurtuin De Veenmol. Het kraambed wordt gevormd door rijen planten waarvan het de bedoeling is om zaad te winnen. Maar niets is strak, de natuur laat zich moeilijk dwingen en sturen, en wanneer een interessante plant zich vestigt tussen de ingezaaide rijen, zoals bijvoorbeeld de mooie Mariadistel, mag hij blijven staan. De kruidentuin bestaat uit perken omzoomd door graspaden aangelegd in een Keltische vorm. In de kruidentuin staan verfplanten, zoals stinkende gouwe, en kruiden waaronder scharlei. De kruidentuin gaf een schitterend aanzicht. We proefden van de dropplant en we vonden hem inderdaad verbazingwekkend veel naar drop smaken, maar ook naar anijs. Al met al was het heel leerzame avond, die we volgend jaar weer op het programma willen zetten - in de hoop op beter weer en meer deelnemers. * https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC3060873/. d
Griekse alant, bron: www.wikipedia.org
WAARDVOGEL | JUNI 2017 39
Winderig weekend Texel Geen steppekiekendief, wel een ortolaan! Tekst: Joke Colijn, foto’s Max Ossevoort Het lukte ons dan eindelijk om een gezamenlijk weekend weg te plannen: Maria, Wim, Max en ik zouden zelfs wel vier dagen op het heerlijke eiland Texel doorbrengen. Het strafte zich gelijk af dat ik mij niet goed had georiënteerd en alles op z’n beloop had gelaten, want het bewuste weekend was het ‘Dutch Birding voorjaarsweekend Texel 2017’! Er was zelfs een 24-uurs race op zaterdag om de meeste soorten te scoren. Die deelnemers aan de Big Day Texel zijn nog een graadje fanatieker dan onze BBD-ers. Daar ging mijn droom van een rustig weekendje vogelen, beetje wandelen, relaxen, terrasje pakken… Toen ik voorzichtig voorstelde om ons weekend te verplaatsen naar een periode waarin het eiland minder overlopen zou zijn om niet overal vogelaars tegen te komen, klonk het drie keer duidelijk: “Nee! Juist leuk, contact met al die vogelaars! Met zoveel gelijk gestemde zielen is de kans op waardevolle ‘alerts’ nog groter dan anders!” Daar kon ik niet tegenop. Max boekte een riant huisje bij De Cocksdorp, dichtbij waar ‘het’ volgens vogelaars allemaal plaatsvindt. Maria meldde zich aan voor de Bird AlertsTexel whatsapp-groep om goed op de hoogte te blijven van waarnemingen van bijzondere soorten. Wim had de meeste ervaring met vogelen op Texel en wist alle goede plekjes te vinden. d
V
rijdagochtend 5 mei vertrokken we om half negen, een ‘nette’ tijd. Maria reed. Er was nogal wat vertraging rond Amsterdam, we hadden kunnen bedenken dat het druk zou worden dit weekend in de meivakantie. Onderweg werden de kansen gewogen om de steppekiekendief te scoren. Er waren er meerdere gezien de afgelopen dagen en op diverse plaatsen in Nederland: in de Krimpenerwaard, in Het Weegje en nu ook op Texel, allemaal op weg naar noordelijke broedgebieden. Ogen open houden dus. Bij Julianadorp parkeerden we langs de Zanddijk. Daar was een paar dagen geleden een rode rotslijster gezien – dat is wel een héél bijzonder soortje in Nederland. We liepen door het duingebied van Strandslag De Zandloper naar Strandslag Falga. De vogelrijkdom viel daar een beetje tegen; ook geen rotslijster. Hoe verder we noordelijk kwamen, hoe duidelijker het werd dat iedereen op de boot naar Texel moest. Gelukkig werd nu om het half uur gevaren, normaal is de dienstregeling elk uur. Grote verkeersopstoppingen voor Den Helder zorgden ervoor dat we de beoogde boot van 1 uur misten. We hadden tevoren geen e-ticket gekocht en zagen onze hoop op de volgende boot al vervliegen, omdat de rij voor e-tickets naast ons maar bleef doorrijden, de boot op. Dat was een leermomentje. Als twee na laatste mochten we toch nog mee op de bomvolle boot van half twee. In 20 minuten ben je aan de overkant en op voorstel van Wim keken we eerst wat er bij de Mokbaai en De Horsmeertjes zat. In de Mokbaai zat een heel scala aan wadvogels, maar op de Horsmeertjes zagen we niet veel. Het typische hoge kerkje met de witte toren van Den Hoorn stak in het landschap overal bovenuit. De eilandkoorts kreeg ons al een beetje te pakken.
40
WAARDVOGEL | JUNI 2017
We hervatten de Pontweg naar het noorden, waar we bij de Muyweg afsloegen om de gemelde morinelplevieren te vinden. Ook deze mooie scharrelkipjes waren er niet. We reden door naar het bungalowpark, waar we inschreven en vast de spullen dumpten in het huisje. Om de dag af te sluiten besloten we om nog naar De Tuintjes te gaan, aangezien Wim’s ervaring was dat daar altijd wel wat interessants te zien viel. Daar scoorden we mooie soorten als kneuen, roodborsttapuiten, een pijlstaart en een grote groep eidereenden.
Z
aterdag 6 mei. Vandaag vond de 24-uurs race plaats en inderdaad stonden en reden overal groepjes vogelaars met telescopen en verrekijkers. We kwamen dezelfde mensen meermalen tegen. Wij gingen opnieuw naar De Tuintjes om te kijken of de steppekiekendief er nog zat. Bruine kiekendieven zagen we meermalen, maar nergens in gezelschap van hun steppen-neef. Op het Renvogelveld aan de andere kant van de weg zaten meerdere exemplaren van drie soorten gele kwikstaart: de noordse, de Engelse en de ‘gewone’ gele – en een witte kwikstaart. Ook troffen we een paapje – en een bekend echtpaar bij de kijkhut: Paul en Marijke Schrijvershof, die ook van een weekendje Texel genoten. Vanzelfsprekend wisselden we onze vogelnieuwtjes uit voordat we overstaken naar De Tuintjes. Daar zagen we een beflijster waar Max een omtrekkende beweging voor maakte om ‘m goed op de foto te krijgen, kneuen en een prachtig zwart/wit getekende bonte vliegenvanger. Die was goed te observeren terwijl hij vanaf een tak langs het pad steeds opvloog en insecten ving, waarna hij
V.l.n.r.: steenloper, grote sternkolonie, gele kwikstaart, zomertortel, fluiter, uitzicht over het natuurgebied bij Dijkmanshuizen, Engels gras tussen lamsoor in De Slufter, drieteenstrandlopers in de branding van de Noordzee, Joke en Wim in de verte
WAARDVOGEL | JUNI 2017 41
zijn uitkijkpost opnieuw betrok. We hebben een poosje van zijn jachttechniek genoten, tot tegemoetkomende wandelaars hem verjoegen. We troffen daar nóg een wandelaar, ditmaal één die we kenden: Gert Blom, een vaste bezoeker van het eiland. Vanzelfsprekend wilde Gert ook even een praatje maken met Paul en Marijke. Toen we met hem terugliepen naar de weg, stonden er inmiddels auto’s van vogelaars geparkeerd langs de Vuurtorenweg zo ver als we konden kijken! We staken even door naar de akkers langs de Muyweg en zagen ver weg nu wél de morinelplevieren – zelfs uit de verte viel daarvan het roodbruin waar te nemen. Meerdere vogelaars stonden ook hier langs de weg om de soort voor hun lijst te scoren. Terugrijdend naar de oostkust zagen we achter een boer aan die op zijn tractor bezig was met landbouwwerkzaamheden, enorm veel meeuwen tegen de wind in opvliegen en steeds weer landen: kok, storm-, heel veel kleine mantel- en één grote mantelmeeuw. Niet de zwartkopmeeuw die we ook zochten. Vanaf hier reden we langs de dijk aan de oostzijde. We scoorden regenwulpen en liepen bij een koude harde wind een eind naar De Schorren, wat weinig opleverde. Ik was blij met mijn muts en handschoenen! Het natte natuurgebied bij Dijkmanshuizen blijkt een enorme magneet voor watervogels. Wij noteerden onder ander een kanoet en aan aantal kemphanen in zeer uiteenlopend broedkleed: prachtig! Verder bonte- en twee Temmincks strandlopers. Bij Utopia telden we heel veel broedende grote sterns met hun kwajongenskuif. Hun roep bleef na een poosje ook bij mij beklijven: die klinkt herkenbaar als het aanbrengen van een vulling in een kies, zo hielp Maria. Verder liepen er diverse steenlopers rond; leuk om steenlopers nu eens niet in herfstig Zeeland maar in hun fleurige broedkleed te zien. We liepen en reden een paar keer heen en weer langs al dat gevleugelde moois; in de berm stonden veel bloeiende orchideeën. Verder noteerden we kluten in het natuurgebiedje, en Maria vond een paartje dwergsterns tussen de visdieven. Die vogeltjes zijn écht maar heel klein, zeker zo tussen de andere sterns en kokmeeuwen. Max ontdekte een witbuik tussen de vele rotganzen.
Z
ondag 7 mei. Gelijk buiten de poort van het park liep een zomertortel te foerageren. Maria had ‘m ’s nachts door haar open raam ondanks de harde wind al horen koeren en zag haar audio-waarneming bevestigd. Ook zagen we een graspieper met een bek vol insecten en kneuen – een mooie start van de zondag! We gingen eerst weer naar het Renvogelveld om de steeds gemelde sprinkhaanzanger te vinden en kregen hem nu eindelijk ook in beeld. Bij restaurant De Robbenjager vond de uitreiking plaats van de 24-uurs race, en bij de kijkhut werden foto’s gemaakt. De winnende groep had 149 soorten gescoord! De Tuintjes worden zo genoemd vanwege de daar ooit aangelegde moestuin van de voormalige vuurtorenwachter, en het gevarieerde duinlandschap biedt voor wie het wil zien steeds een nieuwe verrassing. Ik fotografeerde bloeiende viooltjes, we zagen een vrouwtje gekraagde roodstaart en de heggenmus zong uit volle borst. Aan ons liet een onbestemd kbv-tje zich slecht zien, alleen Max kon een fluiter noteren, mét foto! Vandaar gingen we de duinen in bij De Slufter. We zagen flinke groepen eiders. De zwart-witte tekening van de mannetjes maakt het makkelijk om ze al van verre te herkennen. Het water stond laag, het was een flink stuk door mul zand lopen naar zee en het bleek een behoorlijke klus om tegen de niet aflatende wind in te tornen. Maria en ik gingen na enige tijd terug
42
WAARDVOGEL | JUNI 2017
en genoten onder aan de zeewering in een restaurantje van warme, verse muntthee. Max en Wim liepen behoorlijk hard door en troffen heel veel bonte - en ook opvliegende drieteenstrandlopers bij de branding. Ze kwamen enthousiast terug en lieten met stijve koude vingers tijdens een drankje hun foto’s zien. Eenmaal terug in het huisje hadden de heren nog energie voor tien en knoopten er nog wat kilometers aan vast. Ze liepen via de golfbaan (hier o.a. oeverzwaluwen) en een bosgebied met orchideeën en daslook weer terug. Maria en ik vonden dat we deze dag wel genoeg hadden gelopen en knapten een uiltje. We hebben ’s avonds op het gemakje gegeten bij Paal 28 – de meeste weekendgasten hadden het eiland inmiddels verlaten.
M
aandag 8 mei. Nadat alles was ingepakt besloten we om de dag optimaal te gebruiken. Dit was onze laatste kans om de steppekiekendief te scoren, dus ogen open. We zouden langzaam op weg naar huis gaan, via de westkust. We wisten de steeds gemelde bonte kraai op de bijna verlaten camping bij De Koog op te sporen. Gelukkig is veel natuur op Texel zogenaamde ‘struinnatuur’ – want jagen op de kraai voor een waarneming is één ding, maar hem goed op de foto krijgen is echt een tweede! Maar het is Max uiteindelijk wel gelukt na beklimmen van het zoveelste duin. Wandelend door het bosgebiedje wat grenst aan de duinen, hoorden en zagen we een schitterend mannetje gekraagde roodstaart bij een holletje in een boom. Hij maakte de concurrentie flink duidelijk dat het echt zíjn boom was! We reden verder zuidelijk naar de locatie van de gemelde wielewaal. We namen er echt de tijd voor, maar hij liet zich niet horen. Wél scoorden we op aanwijzing van andere vogelaars en deze keer allemaal, iets verderop een zeer territoriaal ‘stuiterende’ fluiter. Ook mét foto, wel te verstaan. Hij vloog letterlijk rondjes om ons heen en verjoeg en passant een concurrent. Nog maar zo’n bijzonderheid proberen dan: iets verderop bij Prins Hendrik Polder werd een ortolaan gemeld. Dat vogeltje werd van twee kanten ‘belaagd’ door grote telelenzen en telescopen; sommige vogelaars stonden hier al ruim een uur te wachten. De ortolaan was niet heel bang uitgevallen en kwam al vrij snel tevoorschijn uit de vegetatie in de berm. Hij liet zich mooi zien op de doodlopende weg naar een boerderij, waar hij zijn kostje bij elkaar begon te pikken. Om hem niet te verjagen, liepen we langs de andere kant van een dijk terug naar de auto – zo konden anderen hem ook nog waarnemen. Vanwege een dijkafsluiting stootten we via de Schorrenweg op een vlucht regenwulpen. Dit heeft niets van doen met het boek, het was gewoon zo. Daar hoorden én zagen we ook meerdere veldleeuweriken, wat een weelde – ze lieten zich niet door de harde wind uit het veld of de lucht slaan. Er was voldoende tijd; nog eenmaal naar Dijkmanshuizen dan, om te kijken of we toch die grauwe franjepoot konden vinden. Weer vielen die prachtige kemphanen op en ja hoor, op enorme afstand werd de grauwe franjepoot tóch gescoord, met als bonus nog een zilverplevier in fraai broedkleed. De dag kon ook zonder steppekiekendief niet meer stuk. We zouden afsluitend vis gaan eten in het haventje van Oudeschild. Max ging op het parkeerterrein plat op z’n buik voor een steenlopertje. Het leverde wel een mooie foto op. De vis smaakte prima en met de boot van 19.00 uur voeren we terug naar het vasteland. We hadden nog een flink eindje rijden voor de boeg, maar Max had het stuur overgenomen en bracht ons veilig thuis. Het waren koude en winderige maar wel droge dagen, van echt ontspannen was nou niet direct sprake geweest, maar ook ik kijk terug op een prachtig en heel gezellig lang weekend, rijk gevuld met waarnemingen: in totaal 128 soorten. d
Inspirerend congres in Velp over boerenlandvogels in agrarische bedrijfsvoering Jaap Graveland, Joke Colijn en Bernard de Jong BoerenNatuur.nl is de landelijke vereniging van agrarische collectieven die verantwoordelijk zijn geworden voor de uitvoering van het agrarisch natuurbeheer. BoerenNatuur.nl organiseerde op 7 april met Vogelbescherming Nederland (VBN) een congres over agrarische bedrijfsvoering (melkveehouderij en akkerbouw) die rekening houdt met weide- en akkervogels. Boeren vertelden in boeiende workshops hoe ze dit in de praktijk brengen. Het enorm gevarieerde aanbod aan workshops maakte kiezen moeilijk. Jaap, Joke en Bernard verslaan hieronder een paar van de zeer interessante workshops die ze bezochten. De (26!) workshops, een paneldiscussie met onder andere directeuren en bestuursleden van de Rabobank en FrieslandCampina, en het netwerken met de 300 betrokken deelnemers maakten er een zeer inspirerende dag van. d
A
an het begin van de dag gaf Alex Datema, voorzitter van BoerenNatuur.nl, de stand van zaken aan: het agrarische natuurbeheer is niet voldoende om de boerenlandvogels te redden, er is meer nodig. De landbouw krijgt een steeds slechter imago, of dit nu terecht is of niet, en de melkveehouderij kampt met een gebrek aan opvolgers. Hij stelde dat agrariërs en natuurbeschermers samen de consumenten duidelijk moeten gaan maken dat zij de sleutel in handen hebben voor natuurinclusieve landbouw: landbouw die rekening houdt met natuur, veel minder maatschappelijke kosten oplevert (bodemdaling, watervervuiling, etc.) én een goed en zeker inkomen oplevert voor de agrariërs. Nu krijgen agrariërs die rekening houden met natuur subsidies, maar de regelingen veranderen nogal eens onder invloed van de politiek in Nederland of Europa. Bovendien hebben de agrariërs te maken met tijdrovende controles en wordt een groot deel van het beschikbare geld besteed aan administratie en toezicht. Datema pleitte voor gunstige fiscale regelingen voor agrariërs die natuurgerichte investeringen doen, voor minder regels en voor onderwijs in natuurinclusieve landbouw. In het huidige onderwijs draait alles om efficiëntie en een zo hoog mogelijke productie. De melkveehouders leren bijvoorbeeld niet meer hoe ze kruidenrijk gras op het eigen bedrijf kunnen produceren als vervanging duur ingekocht ruwvoer. Kruidenrijk grasland is zeer gunstig voor weidevogels.
370 bezoekers in de kapel van hogeschool Van Hall Larenstein
T
opboeren en specialisten leidden de workshops Jaap bezocht de workshop ‘Van gangbaar naar natuurinclusief en biologisch: het omschakelingsproces’. Herman Spans uit Zwartsluis vertelde dat hij voorheen een
‘plankgasboer’ was. Het melkveebedrijf ligt in NoordwestOverijssel ingeklemd tussen natuurgebieden. Dat gaf beperkingen aan zijn bedrijfsvoering. Toen hij ook nog te maken kreeg met een lage melkprijs besloot hij het roer om te gooien. Nu heeft hij al vijf jaar een biologisch bedrijf met 240 melkkoeien op 180 hectare waarop hij succesvol weidevogelbeheer toepast. Hiervan wordt 80 hectare gepacht van Natuurmonumenten. Herman zou graag zien dat er een netwerk ontstaat van boeren zoals hij, om kennis en ervaring uit te wisselen, want hij heeft veel zelf moeten leren. Verder pleitte hij net als Alex Datema voor betere opleidingen, een voor biologische bedrijven lagere rente van de bank bij investeringen en lagere lasten van het waterschap.
J
aap’s volgende workshop was ‘Weidevogelbeheer - van inspanning naar beloning’. Marcel Strijtveen uit Lierderholthuis had een soortgelijk verhaal. Achter zijn boerderij wilde de provincie een verbindingszone van bos maken om de uitwisseling van herten en andere zoogdieren tussen natuurgebieden te bevorderen. De streek kwam ertegen in opstand, omdat daarmee het open karakter verloren zou gaan. De boeren stelden voor het gebied zelf te gaan beheren. Marcel kon op 50 ha aan de slag en wist in enkele jaren het aantal weidevogels fors omhoog te krijgen. Dat inspireerde de terreinbeheerders eromheen ook hun beheer aan te passen, want hij was succesvoller dan zij. Dat kwam omdat zij twee jaar een te laag peil handhaafden en een gedeelte niet bemestten. Hij heeft onder andere een pomp geïnstalleerd die draait op zonne-energie en die plasdras-situaties creëert. Hij handhaaft verder een hoog waterpeil: 30 cm onder het maaiveld. Er was één probleem: voor de extra investeringen voor weidevogels kreeg hij niet betaald. Daarom richtte hij met elf geestverwanten het zuivelmerk Weideweelde op. Weideweelde levert zuivelproducten die bijdragen aan landschapskwaliteit en het behoud van boerenlandvogels. De consument betaalt wat meer dan de gangbare melkprijs, de boeren krijgen één cent per liter extra per liter gaat er twee cent in een apart fonds dat rechtstreeks ten goede komt aan agrarisch natuurbeheer. Vogelbescherming Nederland is een belangrijke partner omdat die voor aanzien bij de consument zorgt. Dat kan VBN beter dan een boer zelf. Marcel en zijn vrouw hebben ook een ontvangstruimte gemaakt waar geïnteresseerden kennis kunnen maken met het bedrijf. Daar viel het hem op hoe weinig mensen nog weten van het boerenbedrijf. Niet zo gek als je bedenkt dat er steeds minder boeren zijn en mensen dus steeds minder boeren in de familie hebben, en er ook veel meer mensen in ‘de stad’ wonen dan voorheen. WAARDVOGEL | JUNI 2017 43
J
aap en Joke bezochten de workshop ‘Boeren voelen nattigheid’. Verdroging als gevolg van diepe landbouwpeilen is een van de grote problemen voor weidevogels. Het gras groeit sneller waardoor er (te) vroeg gemaaid kan worden, bij uitgesteld maaien wordt het ondoordringbaar voor pullen en wormen gaan (te) diep in de bodem leven om bereikbaar te zijn voor lange snavels. De bodem klinkt sneller in doordat het veen ‘verbrandt; aan de lucht en er is dan ook een flink grotere CO2-uitstoot dan bij hoog peil. Hoge slootkanten zijn bovendien erg lastig voor migrerende kuikens. Boer Harmen van der Bij uit Aldeboarn gaf een lezing samen met Johan Zijlstra van Wetterskip Fryslan (Waterschap Friesland). Johan: “Maatwerk voor weidevogels brengt de boer in een spanningsveld met de landbouw. Het waterpeil is vastgelegd in het peilbesluit, te vergelijken met een bestemmingsplan. Het verschil tussen maaiveld en grondwaterstand heet drooglegging. Vernatting is een zeer effectieve maatregel waarop weidevogels snel reageren, zoals honderden boeren al hebben ontdekt via de aanleg van een plasdras. Daarom zet op verzoek het Waterschap Friesland tijdelijk in het voorjaar een hoger waterpeil op. Dit kan d.m.v. een aanvraag wijziging vastgesteld peilbesluit. Die leidt tot een vergunning waarin het onderpeil en het bovenpeil van dat tijdelijke peil worden vastgesteld. Zo’n vergunning kan met de individuele boer of met een collectief worden afgesloten. De benodigde stuwen zijn betaald door de provincie, in het kader van agrarisch natuurbeheer. Het water is al lang weer op het vaste lagere peil als de winter begint waarin een laag peil belangrijk is om de polder ook bij grote neerslag voldoende droog te houden.” Harmen: “Wie was er eerder, de vogel of ik? Wie mag dan aanspraak maken op het land? Burgers mogen in mijn optiek de bedrijfsvoering van de boer mee bepalen. Ik houd rekening met de wensen van de omgeving. Dat zijn wel de consumenten! Mijn melkveebedrijf run ik op 60 ha. in een open landschap. Daarvan is 7,5 ha 15 juni-land (late maaidatum). De bodem is veen en klei op veen. In ’t veengedeelte gaat het water omhoog, waardoor het langzamer verbrandt. Ik heb dan een tijdelijk hoog peil in het broedseizoen van 1 februari tot 15 juni. Die vergunning ging 6 jaar geleden in en wordt afgegeven voor 10 jaar. Die periode kan simpel met een e-mail verlengd worden. Het waterschap toetst of de buren of anderen geen nadelen of impact ondervinden van het hogere peil, en geeft dan de tijdelijke vergunning af. Het maaien wissel ik af, waardoor er percelen met kort en met langer gras zijn. De maaidatum 15 juni is te vroeg, want ik maai niet als ergens vogels zijn. Het wordt meestal twee weken later, maar ik heb ook wel pas op 4 juli gemaaid. Al 15 jaar geleden heb ik de Holsteiners losgelaten, nu heb ik de dieren die bij mijn bedrijfsvoering passen. Dat kan door kruisen met andere rassen. Een gezonde koe is belangrijk. Ik zeg altijd: je melkt ‘m via de bek. Ik zet niet in op de hoogste productie. Ik produceer wat nodig is: gemiddeld 2 koeien/ha. Een goede boterham is voldoende. In 2009 had ik 80 melkkoeien en 10 paar grutto’s, in 2016 had ik 117 melkkoeien en 25 paar grutto’s. Ik heb een BTS van 58%! Hoe ik dat doe? Anders beheren: hoekjes laten staan gefaseerd werken uitgestelde maaidata Anders inrichten: hoog waterpeil flauwe oever andere grassoort Anders verzorgen: ruwvoer (gezond) tussen kalftijd is 379 dagen
Hele flauwe kale oevers werken, al is het maar een stuk; daar maken de vogels echt gebruik van. En voor de winter maai ik het dan kort tot de waterlijn zodat het in het voorjaar met hoger peil weer een ideaal foerageergebied is. “ Harmen vertelde dat er in vijf jaar tijd steeds meer aandacht en sympathie bij zijn collega melkveehouders was ontstaan voor zijn aanpak. Een ambtenaar van het waterschap Stichtse Rijnlanden (Lopikerwaard behoort tot het beheergebied) vertelde dat de plasdras en hoge temperaturen in het voorjaar leiden tot het versneld vrijkomen van fosfaat uit de bodem. Het laten wegstromen van het water aan het einde van het broedseizoen zorgt dan voor te hoge concentraties fosfaat in het oppervlaktewater. Daarom is afgesproken om het water hier te laten uitzakken in plaats van het weg te pompen.
J
oke bezocht de workshop ‘Kruidenrijk grasland voor boer en natuur’. Sprekers waren Jan Vrolijk, biologisch melkveehouder in Oosthuizen (NH), en Rob Geerts, onderzoeker aan Wageningen University & Research (WUR). Een van de meest essentiële onderdelen van een goed weidevogelmozaïek is het zogenaamde kruidenrijke grasland. Wat is nu precies kruidenrijk grasland, hoe krijg of houd je het op je bedrijf en wat zijn de toepassingen binnen een modern landbouwbedrijf. Deze specialisten deelden heel veel praktische én wetenschappelijk onderbouwde informatie. Rob Geerts: “Kruidenrijk grasland heeft een meerwaarde voor vee, bedrijf en weidevogels. De zogenaamde kamgrasweiden zijn kruidenrijk, de glanshaverhooilanden zijn iets minder kruidenrijk. Hoe kun je het ontwikkelen: - Verschralen: de zaden komen spontaan op; dit geeft een beperkt resultaat. - Actief inzaaien op schrale grond is het meest succesvol. Dit kan door a. het maaisel van al verschraald land uitleggen of b. inheemse zaadmengsels inzaaien. - Doorzaaien in een bestaande zode is minder succesvol. De slechtste grond is de beste. De bodem ph moet op peil zijn: > ph 4.8 Zaai 20 kg/ha om langzame kiemers een kans te geven (dus niet te dik). Zaaien is succesvoller in het najaar: er moet koude overheen. Gebruik inheemse soorten Zorg voor goede zaadmenging Alleen op perceelsranden werkt ook. Natuurlijke graslanden zijn goed voor voederwaarde en diergezondheid, ook het ruwvoer is goed inpasbaar. De productie is goed inpasbaar in de bedrijfsvoering. Enige bemesting met stikstof van ca. 50 kg. N/ha. is goed (op een intensief bedrijf: 250 kg. N/ha). Productieniveau moet rond de 6 ton/ha. liggen; hoger is kansloos. Eerste jaar niet bemesten, anders krijgen de grassen de overhand. Dan strorijke vaste mest, max. 15 ton/ha in het vroege voorjaar, 1x per 2 jaar. Een alternatief is 15 m3/ha runderdrijfmest na de eerste snede. Kruidenrijk hooiland: 1e snede na half juni, daarna nog 1 à 2x. Kruidenrijke hooiweide: maaien na half juni, daarna nabeweiden. Kruidenrijk grasland beweiden: jaarrond extensief. Goede samenstelling kruidenrijk grasland: 50-70% grassen 10-30% vlinderbloemigen (zoals klaver) voor stikstofbinding + opname ruwvoer 10-20% voederkruiden voor mineralen, sporenelementen + gezondheidsaspecten Kruidenrijk gras bevordert een betere opname van monovoer; mede daarom blijft melkproductie op peil. WAARDVOGEL | JUNI 2017 45
Bij voederen met Engels raaigras: tot 20% kruidenrijk gras bijmengen, dan blijft de melkgift op peil. Pensverzuring door Engels raaigras (vgl. wittebrood): oplossing ruwvoer. Bij veel gebruik antibiotica en medicijnen, als en mineralen en sporenelementen bijgevoerd moeten worden: kruidenrijk gras biedt structuur en mineralen, tot soms zelfs een verdubbeling van wat anders moet worden bijgekocht. Zuurgraad (ph), fosfaat (P) en kali (K) zijn belangrijk voor de meeste vlinderbloemigen en kruiden. Juist de grotere insecten zitten meer in kruidenrijk grasland, zoals sprinkhanen. Daar worden kuikens snel groot van! Beter één krentenbol dan 1000 kruimels. Biodiversiteit in de zode is belangrijk voor àlle boerenlandvogels. Sturen van de groei door hoog waterpeil. Belangrijk is een niet te dichte structuur. Op kruidenrijk grasland met een hoge waterstand zijn de overlevingskansen van weidevogelkuikens 2,5 x groter! En last but not least: kruidenrijk grasland vangt beter extreme weersomstandigheden op.” Jan Vrolijk voert al 25 jaar een biologische bedrijf in Zeevang, Oosthuizen, NH. Hij is vleesveehouder, doet aan weidevogels, natuurbeheer, heeft een zorgboerderij en een boerderijwinkel. Hij heeft veel water en sloten, boert op een veenweidegebied met klei op veen door slibafzetting van de Zuiderzee. Zijn land is erg vruchtbaar, te vruchtbaar voor kruidenrijk grasland. Hij heeft 60 ha grasland, waarvan 28 ha in particulier natuurbeheer met als eis een groot aantal nesten, op de overige 32 ha liggen ANLb-contracten. Zijn veestapel bestaat uit18 zoogkoeien, 55 stuks jongvee < 1 jaar (veel stiertjes die ossenvlees worden), 70 stuks jongvee > 1 jaar en 2 fokstieren. Jan: “Mijn land is 60% afslibbaar [kleideeltjes, red.] en bestaat voor 30% uit organische stof. Ik hanteer een onderbemaling in de winter van ±60 cm, in de zomer van 20 cm. Ik kan hier zelf mee spelen om begroeiing te sturen en draagkracht te houden. Mijn bedrijf is zelfvoorzienend, ik heb genoeg ruwvoer. De ondervedeling van 28 ha part. natuurbeheer en 32 ha ANLb: 2 ha rustperiode 5 ha kruidenrijk 3 ha plasdras 14 ha extensief beweiden 3 ha. botanisch beheer (rietranden e.d. met schakelzone van div. vegetatie naar gras. Voorwaarde: 5 m niet mesten!) 2 ha legselbeheer 10 km duurzaam slootbeheer Door ‘ronde’ percelen heb ik ondiepe plasdrasranden. Bij een te zure ondergrond krijg ik witbol. De voedingswaarde van witbol is slecht. Kruidenrijk graslang realiseren of behouden is heel moeilijk in veenweidegebied. Oplossing door brede slootkanten, die tellen gewoon mee bij beheer. 2/3 van de Nederlandse weiden waren twee generaties terug nog kruidenrijk. Er is vrijwel niets van over.” Over de mestgift vertelde Rob nog het volgende: “Dikke fractie heeft veel minder stikstof (N) dan de dunne. Als je ‘m mengt met stro is dat nog beter door de langzame afgifte. Echte ruige mest heeft meer stikstof (N) maar is toch oké door de langzame afgifte vanwege het stro.”
B
ernard ging naar de workshop ‘Predatie bij boerenlandvogels: wat kunnen we doen?’
46
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Verliezen van eieren en kuikens door predatie leidt tot veel frustratie onder mensen die boerenlandvogels proberen te beschermen. Her en der zijn er dan ook initiatieven om te proberen de effecten van predatie te beperken. Dit blijkt lastiger dan het soms lijkt en kan zelfs tot averechtse effecten leiden. Waar moet je op letten, wat voor informatie heb je nodig om te besluiten iets te gaan ondernemen en wat zou dat dan kunnen zijn? Wolf Teunissen, senior onderzoeker bij SOVON Vogelonderzoek, gaf een presentatie over zijn onderzoek naar predatie. Vaak levert dit onderwerp verhitte, niet altijd even genuanceerde discussies op tussen voor- en tegenstanders van predatorenbeheer. Doel van het onderzoek naar predatie was om de discussie hierover een feitelijke basis te geven. Hieruit blijkt dat de praktijk minder zwart-wit is dan soms wordt gedacht. Predatie is normaal gesproken niet de hoofdoorzaak van de achteruitgang van een populatie, maar het effect ervan kan wel worden vergroot als ook andere factoren niet optimaal zijn en de populatie al is gedecimeerd. Het aanpakken van alleen één predator (bijv. de vos) of van de factor predatie in z’n geheel als verliesoorzaak, levert dan ook zelden een toename van de populatie op. Dit is een krachtig argument om in een gebied verschillende beperkende factoren (kijk daarbij naar de kwaliteit van het leefgebied) tegelijkertijd aan te pakken: het eindresultaat wordt dan groter dan de som der delen.
De prijsuitreiking van de Gouden Grutto
W
ijze lessen van ex-minister Veerman Ex-minister van landbouw Cees Veerman reikte aan het eind van de dag de Gouden Grutto’s uit aan de boeren die volgens een jury en het publiek het meest innovatief en ondernemend waren geweest voor weidevogels. Daarvóór hield hij een interessante inleiding. Zo hield hij het publiek voor dat het boereninkomen al 50 jaar ondermaats was omdat de hele bedrijfsvoering gericht is op zo laag mogelijke prijzen voor de consument. Hij voorzag dat agrarisch natuurbeheer een tijdelijke constructie was en dat er een verschuiving zou optreden van subsidies naar een hogere melkprijs voor de boer. Hij voorspelde dat dit wel even zal gaan duren, omdat het een ontwikkeling in Europees verband zal zijn. Verder gaf hij aan dat er in Nederland te snel wordt gedacht dat Brussel allerlei regels oplegt voor natuurgerichte landbouw. Zijn advies: praat met de ambtenaren daar en laat zien hoe je resultaat wilt boeken, dan staat men open voor minder intensief controleren. Verder was er volgens hem te veel angst ontstaan voor de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM heeft diverse keren initiatieven voor natuurvriendelijker produceren getorpedeerd, omdat die gepaard gingen met prijsafspraken. Veerman stelde dat er meer mogelijk is dan waar nu gebruik van wordt gemaakt, en noemde als voorbeeld Weide Weelde.
P
aneldiscussie Aansluitend volgde een interessante paneldiscussie. Bas Rüter nam deel, directeur Duurzaamheid van de Rabobank en daarvoor werkzaam bij Triodosbank. Verder Hans Hettinga, bestuurslid van FrieslandCampina, Peter Munsters, directeur Natuur en biodiversiteit bij Economische Zaken en Jan Jacob van Dijk, gedeputeerde van provincie Gelderland en sprekend namens het IPO. Bas Rüter houdt zich bezig met andere ‘verdienmodellen’ voor agrariërs, bijvoorbeeld door het zelf telen van ruwvoer in plaats van dit in te kopen. Een belangrijk discussieonderwerp was hoe de consument er toe gebracht kan worden een hogere prijs te gaan betalen voor zuivel- en akkerbouwproducten die op een natuur- en milieuvriendelijke manier geproduceerd worden. Van Dijk vond dit moeilijk; de consument betaalt nu feitelijk ook meer, namelijk via waterschapslasten om het water te zuiveren, kosten van reparatie van woningen en rioleringen door bodemdaling, etc. Maar veel consumenten beseffen dat niet, en zolang er ook goedkoop aanbod is, zullen consumenten niet makkelijk de duurdere producten gaan
kopen. Bas Rüter zag mogelijkheden om het voorbeeld van het Beter Leven Keurmerk te kopiëren. Dit keurmerk voor diervriendelijk produceren werd opgericht door Dierenbescherming en andere organisaties. Het is een groot succes geworden, onder andere door een simpel sterrensysteem. Rüter gaf aan de Rabobank met FrieslandCampina pilots uitvoert met de biodiversiteitsmonitor, waarmee boeren biodiversiteitsmaatregelen kunnen kiezen die passen bij hun regio en daarvoor betaald krijgen. FrieslandCampina en Rabobank monitoren het prestatieniveau om de boeren een passende beloning te kunnen geven. Hettinga gaf aan dat drie zaken nodig zijn: bewustwording, o.a. door onderwijs, monitoren en stimuleren, en door te laten zien dat met andere verdienmodellen een minstens zo goed inkomen is te verwerven.
A
l met al was het een bijzonder leerzame dag en zeer inspirerend om met zoveel geestverwanten samen te zijn. Op de site van Van Hall Larenstein staat meer informatie over de conferentie: https://www.hvhl.nl/nieuws/items/2017/grote-opkomst-vogelliefhebbers-op-vogelconferentie-in-velp.html
Vindt u nummer 11 ? Tekst en foto: Stefan van der Heijden Het broedseizoen van de kerkuilen in de Krimpenerwaard is in volle gang. Inmiddels hebben vrijwilligers van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard 10 broedgevallen gevonden. Dat zijn er tot nu toe net zoveel als in het recordjaar 2016. De vrijwilligers hopen het record echter te verbreken. Helpt u nummer 11 te vinden?
H
oort u sissende geluiden in uw schuur? Of ligt de schuur vol met plekken van grote witte uitwerpselen en zwarte, glanzende braakballen van circa 6 cm lang? Dan kan het zijn dat er kerkuilen in uw schuur broeden of jongen hebben. U kunt dat door geven via: uilenwerkgroep@nvwk.nl of via XX XXXXX. Inmiddels zijn de eerste jongen geringd. Op deze metalen ring, die om een poot wordt bevestigd, staat een uniek nummer. Met het ringen van de vogels wordt informatie verzameld over hun gedrag en waar ze heen trekken. Deze informatie wordt gebruikt om deze prachtige vogel nog beter te beschermen.
Een in 2017 geringd jong,wat al een beetje op een kerkuil gaat lijken
Meld piepende schommels Jaap Graveland, foto: Rob Kempers De uilenwerkgroep gaat naast kerkuil en steenuil ook de ransuilen inventariseren. De soort heeft het moeilijk door de komst van de havik en het verdwijnen of verstoren van de gemeenschappelijke winterslaapplaatsen, vaak onopzettelijk. De ransuil broedt veel in de bebouwingslinten en randen van de bebouwde kom.
D
e uitgevlogen jongen (takkelingen) roepen nu veel en de roep makkelijk is te herkennen: het lijkt sterk op een piepende schommel. Ze roepen vanaf ca. 22.30 uur en dan zijn bijna alle andere vogels stil. Kortom: lokaliseren is makkelijk. Een oproep in 2014 leverde veel nuttige reacties op. Je kunt ons nu weer enorm helpen door je waarneming door te geven. Op de site www.nvwk.nl bij het nieuwsbericht kun je het geluid horen en de uil zien. Stuur een berichtje met de datum, tijd en locatie naar: uilenwerkgroep@nvwk.nl of bel (na 20.00 uur) of sms naar XX XXXXXXXX. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 47
Kamsalamanders: zijn ze er nog? Tekst en foto’s: Marc van Bemmel
Dit is één van de vragen die de waterwerkgroep graag wil onderzoeken. Op zaterdag 13 mei hebben we op twee plekken in de Krimpenerwaard gezocht, maar geen spoor gevonden. In dit artikel beschrijf ik eerst wat we weten over de kamsalamander in de Krimpenerwaard. Vervolgens geef ik een kort verslag van het waterleven dat we wél hebben aangetroffen op 13 mei. d
O
ude waarnemingen Er zijn diverse oude waarnemingen van kamsalamanders in de Krimpenerwaard. Rond 1970 werden er door de heer H. van der Weijden diverse aangetroffen onder een stapel dakpannen in een tuin onderaan de IJsseldijk Noord te Ouderkerk aan den IJssel, net ten noorden van het dorp. Uit 1989 stamt nog een waarneming verder noordelijk langs de IJsseldijk Noord. Rudi Terlouw heeft er in de jaren tachtig verscheidene waargenomen. Bij paddenacties aan de Lekdijk tussen Schoonhoven en Bergambacht werden er (hoewel niet veel) jaarlijks enkele gezien. Opvallend is dat de oude waarnemingen allemaal langs de dijken gedaan zijn: zowel aan de IJsseldijk tussen Ouderkerk en Gouderak als aan de Lekdijk tussen Bergambacht en Schoonhoven. Na de jaren 80 houden de waarnemingen echter grotendeels op. Er zijn later (tot in 2014) kamsalamanders gevonden in een privaat natuurgebiedje aan de Oudelandseweg te Ouderkerk. Deze zijn hier (mogelijk) nog steeds aanwezig. Het is niet duidelijk of dit wilde of uitgezette dieren betreft. Verder zijn er in mei 2016 kamsalamanders aangetroffen in een tuin in Krimpen aan den IJssel, dichtbij winkelcentrum De Korf (zie Waardvogel febr 2017). Inmiddels ben ik gebeld door iemand die hier vroeger heeft gewoond en ze in de buurt heeft uitgezet. Het gaat hier dus niet om een wilde populatie. Toch is het mooi om te zien dat ze zich blijkbaar kunnen redden en stand weten te houden. Dat geeft hoop dat er ook nog wilde populaties zijn in de Krimpenerwaard.
W
aarnemen van kamsalamanders Kamsalamanders waarnemen is niet zo eenvoudig, omdat ze een verborgen leven leiden en zeldzaam zijn geworden. In het voorjaar zoekenzehetvoortplantingswaterop.Tijdensdevoortplantingsperiode hebben de mannetjes die prachtige kam op de rug, waaraan ze zo mooi herkend kunnen worden en waar de bijnaam ‘waterdraakje’ van afkomstig is. Maar de rest van het jaar zijn ze overwegend zwart (met witte spikkels). Tijdens de voorplantingsperiode (half maart tot eind juni) zijn ze in het water te vinden, daarna leven ze vooral op het land. Het is de grootste salamander van ons land en ze kunnen tot 20 cm groot worden. Als voorplantingswater hebben de salamander vijvers, poelen of ondiepe sloten met weinig roofvis en veel onderwatervegetatie nodig. Daaromheen hebben ze bos, heggen en struweel nodig. Kleinschalige landschappen dus, die in de Krimpenerwaard hier en daar nog voorkomen. Wellicht zijn oude, liefst een beetje rommelige tuinen en boerenerven langs de dijken nog het meest kansrijk om ze te vinden. Daarnaast zouden ook gebieden als het Loetbos, Krimpenerhout, Veerstalblokboezem, de Kwakels, oude eendenkooien etc geschikt kunnen zijn. De beste manier om de kamsalamanders op het spoor te komen is om in de periode april – juni te zoeken naar de eitjes op de oever- en onderwatervegetatie. De eitjes zijn te vinden door te letten op omgevouwen bladtoppen. In juni t/m augustus zijn de larven in het water te vinden. Deze zijn gemakkelijk te herkennen. Voor de kenmerken kunt u het beste op de website van Ravon kijken.
48
WAARDVOGEL | JUNI 2017
H
oe komen we erachter of ze er nog zijn en waar dan? Het is belangrijk om te weten of er nog kamsalamanders zijn in de Krimpenerwaard. Ook de kleine watersalamander en andere amfibieën hebben het steeds moeilijker. Het is heel waarschijnlijk dat de opmars van de rivierkreeften (bij ons vooral de rode Amerikaanse rivierkreeft) een negatief effect heeft op de stand van kikkers en salamanders. Daarnaast hebben salamanders bijzonder te lijden onder een nare schimmelziekte, die hele populaties uitroeit. Er is dus alle reden om deze fraaie dieren te beschermen. Voor wat betreft de kamsalamander is onderzoek niet zo gemakkelijk: de Krimpenerwaard is groot en veel kansrijke plekken zijn niet of moeilijk toegankelijk. In tuinen of boerenerven langs de dijken zouden kleine populaties kunnen voorkomen, maar tuinen zijn vaak niet toegankelijk. Daarom hebben we ook u als lezer nodig om heel goed op te letten en waarnemingen van salamanders (of van larven of eitjes), liefst met foto, altijd door te geven, via www.waarneming.nl of door een mailtje te sturen aan waterwerkgroep@nvwk.nl.
K
ort verslag zoekactie 13 mei Zoals al gezegd heeft de waterwerkgroep op 13 mei een zoekactie gedaan. We hebben eerst in het Loetbos, bij de Peterput en vervolgens langs de Lekdijk bij Schoonhoven met de netten gevist. Bij de Peterput viel direct op dat deze helemaal vol zit met kreeften… We vingen er in korte tijd meer dan dertig! Hier hebben salamanders en kikkers weinig kans meer. Iets verderop vonden we nog wel een kleine watersalamander in een ondiepe natuursloot met veel waterviolier. Ook hebben we enkele tuimelaars (een waterroofkever), een libellenlarve, stekelbaarsjes en enkele kikkervisjes gevangen. In het water van de Loet vingen we een andere exoot: de marmergrondel. Vervolgens zijn we naar boomgaard ‘de Lekbongerd’ gegaan, een prachtige oude hoogstamboomgaard aan de Lekdijk West vlakbij Schoonhoven, waar we gastvrij werden ontvangen. Door de tuin lopen enkele sloten met veel begroeiing, waarin we (gelukkig!) geen kreeften aantroffen. Wel vingen we hier veel kleine watersalamanders (meer dan twintig) waarvan een aantal prachtig uitgekleurde mannetjes (zie foto). Verder zagen we veel prachtig vuurrood gekleurde driedoornige stekelbaarsjes, een spinnende watertor, diverse tuimelaars en ook een mannetje en een vrouwtje van de geelgerande waterroofkever. Deze prachtige locatie maakte veel goed. De sloten lijken ook geschikt voor de kamsalamander, maar eitjes vonden we niet. Graag komen we hier nog een keer terug! In de zomerperiode zal de waterwerkgroep af en toe ’s avonds op pad gaan met de netten. Wilt u ook meedoen, geef u dan op bij ondergetekende. Heeft u een geschikte tuin met vijvers of slootjes, liefst langs de genoemde dijktracé’s , dan komen we graag eens bij u kijken of we sporen van (kam)salamanders kunnen vinden! Laat dat dan even weten via waterwerkgroep@nvwk.nl. Informatie over het herkennen van salamanders is te vinden op: www. ravon.nl/infotheek. d
Boven: kleine watersalamander gevonden in Schoonhoven, rechts: prachtige sloot met veel waterplanten in ‘de Lekbongerd’, hoogstamfruitboomgaard langs de Lekdijk in Schoonhoven.
Zomersnoei bij fruitbomen Wim van den Bremen
Voor mensen die met fruitbomen bezig zijn is het een belangrijk gebeuren. Zomersnoei kan In de maanden juni t/m augustus plaatsvinden. Daarbij zijn er een aantal overwegingen. d
F
ruitbomen die tot de prunusfamilie behoren, zoals kersen en pruimen, zijn ’s winters erg gevoelig voor loodglans. Dit is een ziekte die een boom kan ruïneren. Omdat deze fruitsoorten vaak een sterke groei kennen is snoei gewenst. De optimale snoeitijd is direct na de oogst, dus in de zomer. Dan is de sapstroom nog optimaal. De boom kan zelf de bedreigingen aan en snoeiwonden kunnen snel herstellen. Omdat de sapstroom in de periode hierna afneemt, zullen er niet zo snel en niet zo hevig nieuwe groeiloten ontstaan.
B
ij appel- en perenbomen is snoei het hele jaar mogelijk. We doen het meestal in de winter omdat we dan, door het ontbreken van blad, een goed zicht hebben op de vorm van de boom. Maar snoeien doet groeien. Na een wintersnoei kan een fruitboom soms veel reactie geven in de vorm van groeiloten. Als we die groeiloten ’s zomers weghalen, zien we hetzelfde als bij prunussoorten. Door de afnemende sapstroom naar de herfst zal de boom niet zoveel en niet zo heftig nieuwe loten produceren. Daarmee vereenvoudigen we de wintersnoei. En een eenvoudiger wintersnoei geeft een kleinere groeireactie in de boom.
V
eel van het fruitsnoeiwerk dat door onze beide snoeiploegen wordt uitgevoerd betreft oude hoogstamfruitbomen waarbij sprake is van achterstallig onderhoud. Daartoe worden vaak zware takken bovenin de boom weggezaagd om een mooiere en opener vorm van de boom te krijgen. Omdat de wortelomvang van de boom is afgestemd op de hele boom, met die takken er nog bij, geeft de boom een sterke reactie met groeiloten. Door zowel winter- als zomersnoei uit te voeren brengen we de groei van de boom beter in balans. Tegelijk halen we dan dood hout weg om te voorkomen dat zich daarin bedreigingen voor de boom kunnen ontwikkelen. Als zo’n boom wordt gerestaureerd, dan zien we meestal dat de boom zichzelf verjongd. Niet zelden neemt de vitaliteit van de bejaarde boom toe, waardoor we er langer van in het landschap kunnen genieten. Geregeld worden in boomgaarden die gerestaureerd worden, door de eigenaar nieuwe bomen geplant ter vervanging van dode exemplaren. Die eigenaren geloven weer in hun boomgaard. d
M
aar er zijn meer effecten. Vruchten hebben voeding nodig om te rijpen. In elke boom is er altijd een verdeling van toevoer van voeding naar blad of naar vruchten. Door ’s zomers groen weg te snoeien profiteren we wel van de bijdrage die het groen in het voorjaar levert aan het welzijn van de boom, maar in de eindfase manipuleren we de boombalans wat betreft voeding richting het fruit. Verder maakt zomersnoei het loofgedeelte meer open, waardoor de zon een betere bijdrage kan leveren aan het rijpen van het fruit. Bron illustratie: http://www.hoogstamboomgaard.be
WAARDVOGEL | JUNI 2017 49
Dank voor uw Rabo-stem op de NVWK! Joke Colijn Rabo-medewerker Else de Mik verraste de NVWK met een flinke cheque ter waarde van € 701,24! Wij ontvingen dit bedrag uit de Rabobank Clubkas Campagne. Dit plaatst de NVWK op nummer zeven in het rijtje van de meest gekozen clubs in de Krimpenerwaard. In het totaal van 150 meedingende verenigingen, zijn wij daar heel erg trots op! Het zegt ons dat veel Rabobank-leden belangrijk vinden wat wij doen en waar wij voor staan. In totaal stelde de Rabobank Krimpenerwaard € 50.000,- ter beschikking, wat breed verdeeld is terecht gekomen onder allerlei verenigingen. d
O
ns opgegeven doel van deze actie was de Jeugdwerkgroep. Vorig jaar ontving de jeugd een mooi bedrag van de wandelclub DES uit Gouda, waarvoor nieuwe netjes worden gekocht. Er stond nog een cuvet op de wensenlijst, dus die kon eventueel worden aangeschaft van het resultaat van de Rabo Clubkas Campagne. Een cuvet is een plat soort glazen aquarium, waarin de gevangen diertjes goed zijn te bekijken en fotograferen. Het mooie bedrag van € 701,24 overstijgt ruimschoots de prijs van een cuvet, dus nu mag de leiding nog eens goed gaan nadenken over verdere besteding ten bate van de jeugdwerkgroep! Leden van de Rabobank konden hun stem vijfmaal uitbrengen op clubs die in hun ogen een donatie verdienden uit deze eerste editie van de Rabobank Clubkas Campagne. In de Waardvogel van april deden wij een oproepje aan Rabo-leden om ook op de NVWK te stemmen. Veel Rabo-leden hebben onze club gevonden tussen de 150 andere namen. Ruim 2.000 leden hebben gestemd, dat leverde in totaal zo’n 10.000 stemmen op. Alle stemmers op de NVWK: heel hartelijk bedankt! d
50
WAARDVOGEL | JUNI 2017
Nieuwe impuls voor werkgroep RO Joke Colijn
Bij nieuwbouw en verbouw, kapvergunningen etc. moet rekening gehouden worden met aanwezige beschermde soorten. De regels daarvoor staan in de Flora en faunawet, die sinds 1 januari in de nieuwe Wet natuurbescherming is opgegaan. De werkgroep Ruimtelijke Ordening (RO) keek of dat voldoende gebeurt. De belangrijkste informatiebron voor vergunningaanvragen was de gemeentepagina in de weekkranten. Maar door deze manier van werken was de groep vaak te laat op de hoogte. Gevolg was dat vereiste aanpassingen, bijvoorbeeld om nestgelegenheid voor gierzwaluwen in stand te houden, de initiatiefnemer op kosten joegen of dat de groep een handhavingsverzoek moest indienen. Voor niemand prettig. Ons nieuwe bestuurslid Jan van Exel heeft aangegeven de schouders er onder te willen zetten om het werk anders op te zetten en de werkgroep te versterken. Hij heeft daartoe al een gesprek gevoerd met werkgroepleden Sandra Bouman en Ton de Groot. d
O
verleg wethouders Max en ik hadden zeer recent een gesprek met de wethouders Dilia Blok (Ruimtelijke ordening) en Pieter Neven (Duurzaamheid en milieu), waarin dit punt ter sprake kwam. Vanuit de gemeente wordt nu bekeken hoe de informatiestroom over vergunningaanvragen sneller en beter kan. In dit verband brachten we opnieuw het idee op om gezamenlijk een documentje op te stellen wat als bijlage kan meegaan met verbouwingsaanvragen, kapvergunningen e.d., waarin de aanvrager wordt gewezen op diens verantwoordelijkheden in verband met de nieuwe Wet natuurbescherming. Nog te vaak zijn mensen niet op de hoogte van de regels voor bescherming van flora en fauna, waardoor broedplaatsen, nesten en overwinteringsplaatsen worden vernield of verdwijnen. Dit document kan in een afzonderlijke actie ook worden verstrekt aan bouwbedrijven, aannemingsbedrijven, grondverzetbedrijven en loonwerkers. In andere gemeenten zijn hier positieve ervaringen mee. De meeste vergunningaanvragers willen best rekening houden met beschermde soorten en vinden het vaak leuk om te horen dat er een uil of vleermuizen in een gebouw voorkomen. Beschermende of vervangende maatregelen zijn doorgaans simpel en goedkoop en leiden zelden tot vertraging, als je maar op tijd weet dat er een beschermde soort zit. En daar kan de NVWK weer bij helpen. Preventief informatie verspreiden over hoe vergunningaanvragers rekening kunnen houden met de Wet Natuurbescherming voorkomt in veel gevallen problemen voor de ondernemer én voor de natuur. Veel verbouwingen en aanpassingen zijn tegenwoordig vergunningsvrij, dus zullen we op deze manier zeker niet alle verstoringen voorkomen. Deze informatie kan daarom tevens, bijvoorbeeld in de vorm van een flyer, op de gemeentekantoren verkrijgbaar zijn, en op de gemeentelijke site geplaatst worden waar mensen zich informeren over de al-dan-niet noodzakelijkheid van een vergunningaanvraag voor hun bouwplannen. De wethouders hebben aangegeven te kijken naar de mogelijkheden. Eenzelfde brief en voorstel sturen we nog naar de gemeente Krimpen aan den IJssel. Tot zover de zaken waarop nu de eerste actie vanuit de gemeente Krimpenerwaard wordt verwacht.
H
andige apps Wethouder Blok noemde een nieuwe app, waarop heel snel eventuele misstanden of problemen door bewoners gemeld kunnen worden. Dit gaat om álles waarvan men ziet of vermoedt dat actie nodig is: van slecht uitgevoerd onderhoud aan openbaar groen, illegaal bouwen, kapotte straatverlichting tot het omhalen van een haag waarin gebroed wordt. Via deze MijnGemeente-app krijgt
men sneller een reactie dan via een e-mail! Er is nog een handige app waarop de bekendmakingen voor activiteiten als het plaatsen van een dakkapel of het kappen van een boom, te zien zijn op een digitale kaart. Via deze Krimpenerwaardapp is iedereen snel op de hoogte van wat er gebeurt in zijn of haar buurt! Voor beide apps staat informatie en hoe ze te downloaden zijn, op de site van de gemeente Krimpenerwaard: https:// www.krimpenerwaard.nl/inwoners/krimpenerwaard-app-enmijngemeente-app_41106/.
W
at kan de NVWK doen? We willen de werkgroep RO versterken en vergunningaanvragers waar nodig adviseren over maatregelen die ze kunnen nemen om soorten te beschermen. Het volgende is het plan: uit iedere kern vragen we een betrokken bewoner zich aan te melden voor zijn of haar eigen woonplaats. Het is fijn als je wat kennis hebt van natuurwetgeving, van het aanbrengen van vervangende nestof schuilgelegenheid voor beschermde diersoorten etc. maar dat is zeker niet noodzakelijk. Interesse is het belangrijkst, want kennis is snel bij te spijkeren. In de werkgroep en elders in de vereniging is al veel kennis aanwezig en de NVWK heeft veel contacten met andere verenigingen die al jarenlange ervaring hebben. Ons idee is dat men zich vaak veel bewuster is van wat in de eigen kern gebeurt, de adressen zijn bekend, en het is veel makkelijker en tijdbesparender om ontwikkelingen in het eigen dorp te volgen. De inspanning is gering en het resultaat veel beter dan van iemand die de situatie ter plekke niet of nauwelijks kent en dus zaken mist. De Krimpenerwaard-app is hierbij een handig hulpmiddel, maar ook vergunningsvrije activiteiten worden zo minder snel gemist. Wie in principe hier wel voor voelt en het belang van vogels, vleermuizen e.d. in de bebouwde kom wil dienen, of wie meer vragen heeft, vragen wij om een mailtje te sturen naar Jan van Exel, xxxxxxxxxx@xxxx.xx of hem te bellen: XX XXXXXXX. Dit hoeft nog geen aanmelding te zijn, oriënteren op de inhoud is ook prima.
W
e willen tevens in het najaar een bijeenkomst plannen waarin een deskundige uit een andere gemeente, die succesvol werkt met vrijwilligers en de flora- en faunawetgeving, vertelt hoe zij dit aanpakt. Hiervoor wordt iedereen die interesse voor natuur dichtbij heeft en die een steentje wil bijdragen aan de biodiversiteit in zijn/haar eigen woonkern, van harte uitgenodigd. Meer informatie hierover volgt. Samen gaan voor een doel is veel leuker, en met plezier lukt alles beter! d WAARDVOGEL | JUNI 2017 51
Natuurherinneringen uit mijn jeugd (2) Hans van Dam Het idee om mijn jeugdherinneringen op te schrijven sluimert al jaren. Eerst dacht ik het te doen in boekvorm, aangevuld met eerdere familie columns, maar het gedoe om dat te regelen en de juiste wegen te vinden, weerhielden mij ervan. Omdat de leeftijd vordert en het geheugen straks minder kan worden, acht ik de tijd nu rijp om er aan te beginnen. Het is jammer als deze mooie herinneringen verloren gaan. Daarom maak ik gebruik van de gelegenheid om ze in een serie columns te verwoorden. d
S
chool met den Bijbel In de vlindergids stond dat je vlinders ook kon verzamelen en prepareren. Je deed dat met azijnether. Ik heb me daar enige tijd aan bezondigd, maar het was toch niet mijn ding. Ik zat op school, de School met den Bijbel; er zal vast wel les in biologie zijn gegeven, maar het scheppingsverhaal was belangrijker. En rijtjes opdreunen. De school was mijn favoriete plek niet. Ik zat eerst vlakbij het raam en keek vaak naar buiten, ook tijdens de les, dus kreeg ik al snel een plek zover mogelijk van het raam af (heb ik nooit begrepen…) en dat heb ik ze altijd kwalijk genomen. Na mijn schooltijd was de keuze (m)ulo, technische school, landbouw- of tuinbouw onderwijs. Ik koos het laatste, met de grootste kans op buitenleven. Mijn hype voor rupsen en vlinders duurde tot mijn diensttijd, ik was 18. Mijn vader was trots dat zijn oudste zoon in dienst van het leger het land ging beschermen, maar dat is een ander verhaal.
L
angs het tuinpad van mijn vader We gaan voor dit verhaal 60 jaar terug in de tijd. Naar het dorp waar ik geboren en opgegroeid ben, Stolwijk in de Krimpenerwaard. We woonden in een arbeidershuisje, te laag gebouwd en scheefgezakt. Bij overmatige regen liep het water de keuken in, zoveel dat palingen in de keuken hadden kunnen overleven. De tuin was een omgespit stukje weiland. Mijn vader spitte vóór de winter, dan kon de natte veengrond doorvriezen. Hij zaaide in de lente. De grond bleef doorlatend, altijd nat, schoffelen had geen zin. Op de knietjes dus, op een plankje om de knieën droog te houden of op iets zachts als er meer tijd nodig was. Ik herinner me niet of ik het met tegenzin deed. Naast rupsen ontdekte ik ook dat planten (onkruiden genoemd) vaak leuker waren. De Flora in kleur was het eerste plantenboek dat ik in handen kreeg. Elfde druk, 1957. Met voorwoord van Dr. J.D. Ruys uit Dedemsvaart. Het boek wakkerde de honger naar plantenkennis verder aan en dat resulteerde in de aanschaf van de Geïllustreerde Flora van Nederland, van Heimans, Heinsius en Thijsse (19e druk, 1956). Een vogelboek kon niet uitblijven: Wat Vliegt Daar? van Dr. W.H. van Dobben (Thieme 1957). Deze boeken koester ik nog steeds als een waardevolle herinnering. De tuin van mijn vader kreeg er langzaam een stukje heemtuin bij, zonder dat woord te kennen. Mijn vader vertelde over de dingen die hij zag tijdens zijn werk op het land. Hij heeft een van de laatste otters gezien in de Koolwijkse poldervaart. Af en toe kwam hij met een haas thuis, geraakt tijdens het maaien, we vonden dat zielig maar wel lekker.
52
WAARDVOGEL | JUNI 2017
V
issen en vissentranen Mijn moeder stond altijd voor verrassingen. Zaten er geen vlinders in de gordijnen, dan sprongen er wel kikkers door de kamer. Samen met vrienden gingen we de polder in. Een oude bonenstaak als hengel, voorzien van dobber en sim. We namen geen brood, daar ving je enkel voorntjes mee. Half gedroogde koeienplakken, daaronder vonden we larven en wormen als aas. De beste visplekken waren in open water met een randje kroos. We vingen voorns, zeelt, baars, snoek en soms paling. Het beste moment om te vissen was warm vochtig weer met dreigende onweerskansen. Soms kwamen we met een keukenemmer vol vis thuis. Niet bij mij thuis, dat was teveel gedoe. Een buurvrouw bood uitkomst. Die bakte de vissen met lekker veel bakmeel buiten op een petroleumstel. Deur open, radio hard aan, ogen rood van de tranen. Nee, niet van de rook. In die tijd zond Radio Luxemburg dagelijks een halfuurtje muziek uit met smartlappen van Johnny Hoes en de Zangeres Zonder Naam en dat wilde ze niet missen. En wij maar smullen. Of dat door de tranen of haar bakkunst kwam, dat maakte niet uit.
W
ormen bij de lunch Langs de wetering zaten ook vaak sportvissers. Je ziet ze nog wel; van die standbeelden, zittend op een krukje met emmer of visnet om de vangst te oogsten. Homp brood ernaast, deegvissers. Soms uren turend op hun dobber, zonder resultaat. Wij gingen er soms bewust naast zitten. Dat vonden ze niet leuk, want wij vingen (als wormvissers) menig maaltje naast hen weg. Wat een lol hadden we. Wormen zaten in een bakje of gewoon in het zakje van je blouse of overall. Ik was een keer op visite bij een oom en tante in Bergambacht. Daar was veel water, een diepe plas, het was er altijd raak. Tijdsbesef had ik niet, niet belangrijk, tante riep wel als het etenstijd was. Het gebeurde op een dag dat tijdens de warme lunch een vergeten worm parmantig met dikke vette kop uit het zakje kwam kruipen. Een hilarisch moment wat nog jarenlang een gespreksmoment was tijdens familiefeestjes.
L
atijnse namen in de kerk Tot mijn 16e was ik trouw kerkganger, dat wil zeggen, een andere keuze was er niet. Wat hadden we een pret zeg; een aantal jongeren op de achterste bank. Het was een gelijmde houten kerkbank die zo mooi kon buigen en kraken als je er de knieën tegen afzette. Op een kwade zondag werd de druk te krachtig en voor de bank te machtig. Met een luide knal liet het gelijmde rugdeel los. De hele gemeente (zo noem je kerkgangers samen) keek verschrikt achterom. God zelf moet het gehoord hebben. De rode gezichten staken mooi af bij de overwegend zwarte kleding. Na de kerkdienst kregen we een extra preek en de rekening. De achterste bank werd verboden gebied. De
vijfde rij, vond mijn vader, ik stemde in op voorwaarde dat ik aan de zijkant naast de pilaar mocht zitten. Het was in de tijd dat ik tuinbouwonderwijs volgde en plantennamen moest leren. Ik maakte lijstjes op pasklare briefjes in mijn kerkboek. Ik kende in die tijd 200 soorten, zocht daar de wetenschappelijke naam bij en leerde dat uit mijn hoofd. Schuin achter de pilaar kon ik met een oog de dominee in de gaten houden. Degenen die naast mij zaten moeten gedacht hebben, wat is die jongen veranderd. Elke zondag staarde ik intensief in de bijbel. Ik voelde me niet schuldig, want ik verdiepte mij in de schepping en kreeg hoge cijfers voor plantkunde op school. Mijn toekomst lag buiten het kerkgebouw.
Wandelingen IVN / Vrienden van het Heempad Boskoop Hans van Dam We hebben weer een mooi excursie-aanbod voor 2017. Noteer alvast de volgende activiteiten in uw agenda. Genieten op Bloemenweide Blonksloot Zaterdag 24 juni 10.00 uur: We starten op Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. We wandelen over het Heempad, gaan via Ringdijk richting Contactweide. Terug via Zwarte Pad bezoeken we Bloemenweide Blonksloot, die in dit jaargetijde op z’n mooist is. We beleven samen de natuur in het diepst van onze ziel met alle beschikbare zintuigen. Samen genieten is ons motto. Gidsen vertellen, interactie wordt op prijs gesteld. Vogelzang begeleidt ons tijdens de wandeling. En we letten ook op de insecten die de bloemenweide bezoeken. Bijen en honing Zaterdag 8 en zondag 9 juli 10.0016.00 uur: Imkerijweekend Maap Groenendijk, Zuidkade, Boskoop. De imker vertelt het verhaal over de bijen en de honing. IVN gidsen starten wandelingen over de plusminus 2 ha. grote voormalige kwekerij, die geheel aan de natuur is teruggegeven. We ruiken de zoete geur van liguster en moerasspirea. In deze opstand van heesters en kruiden is het genieten voor vogels en insecten. Op een naastgelegen perceel zien we een bloemenidylle aangelegd met zaden, gekocht bij Aldi, van verrassend goede kwaliteit. Proeven en kopen van honing is mogelijk. Ruime parkeergelegenheid op naastliggend perceel. Jaarlijks hoogtepunt voor IVN/Vrienden van het Heempad. Beleef mee hoe de natuur zich ontwikkelt als de mens slechts begeleidt. Ruiken, proeven en genieten van de natuur Zaterdag 29 juli 10.00 uur: Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. We brengen een bezoek aan het kraambed van Vrienden van het Heempad, waar honderden soorten planten ontkiemd zijn, die later, op geschikte plaatsen, een nieuwe plek krijgen. Via het Heempad gaan we richting
d
Contactweide. Via Natuurlijke Oevers Snijdelwijk lopen we langs Wijktuin de Fruitvliegjes en gaan via Bloemenweide Blonksloot terug naar het startpunt, waar we naar wens en beschikbare tijd kunnen genieten van al het moois wat Natuurtuin De Veenmol te bieden heeft. De Natuurapotheek (interactief) Zaterdag 26 aug. 10.00 uur: Natuurtuin De Veenmol, Zwarte Pad 1, 2771 KP Boskoop. Ons succesthema houden we erin. Wij noemen de planten, deelnemers lezen vanaf verstrekte informatie de werking. Genezen kunnen we niet, maar we geloven in de helende eigenschappen van de vele planten, die de basis vormden van de farmacie. We lopen de route die daarbij het best aansluit. Vleermuizen in het Gouwebos Vrijdag 8 september 20.00 uur: Start Parkeerplaats Contactweide/Plataan Boskoop. Met bat-detectors en lampen wandelen we door het Gouwebos (Boskoop/ Waddinxveen) op zoek naar vleermuizen. Dit is een spannende avondwandeling voor jong en oud. Herfstwandeling Zwarte Pad Zaterdag 30 september 10.00 uur: Natuurtuin de Veenmol, Boskoop. Net voordat de jaarlijkse maaibeurt plaatsvindt genieten we nog van de najaarsbloemen. We blikken terug op wat er op Natuurtuin De Veenmol is bereikt. Als er tijd is lopen we langs de natuurlijke oevers en brengen we een bezoek aan de volkstuinen waar nog volop wordt geoogst. Contact en informatie: Hans van Dam, XXXX XXXX, e-mail: xxxxxx@xxx.xx of via IVN: info@ivn.alphenaandenrijn.nl, tel. XX XXXX (Dick Warmerdam). IVN gidsen zijn Jenny Heemskerk en Hans van Dam; meer gidsen zijn mogelijk bij thema’s. Duur van de wandelingen is rond 2 à 2 ½ uur. De meeste excursies zijn geschikt voor (visueel) beperkten. Het hele programma vindt u op www.nvwk.nl naast het nieuwsbericht; Greenheart Country: natuur en muziek samen d
WAARDVOGEL | JUNI 2017 53
Waarom bij Rotronica uw kostbare camera laten repareren? -Lage kosten voor een prijsopgave -Degelijke garantie op de uitgevoerde reparatie -Snelle service indien er geen onderdeel hoeft te worden besteld -After repair check van de meest belangrijke functies
Rotronica Van Utrechtweg 120 2921 LN Krimpen aan den IJssel telefoon: 0180-786005 e-mail: info@rotronica.nl
Openingstijden: Ma t/m vrij van 9.00 tot 17.00 uur Elke eerste zaterdag van de maand geopend tussen 10.00 en 14.00 uur http://www.rotronica.nl.
Ingesproken in Provinciale Staten Jaap Graveland
17 mei heb ik ingesproken in de Commissie Duurzame Ontwikkeling in de Provinciale Staten (PS) namens een aantal natuurwerkgroepen die in januari een zeer kritische brief naar de provincie stuurden over de uitvoering van het nieuwe stelsel Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb). Onderwerpen in PS: de eerste voortgangsrapportage en een verbeterplan voor het agrarisch natuurbeheer in Zuid-Holland. Ik heb gepleit voor meer transparantie in inzet en resultaten van de collectieven, beter betrekken en informeren van de natuurwerkgroepen bij de overleggen over voortgang en verbeterplannen en natuurlijk gesproken over de noodzakelijke verbetering van de huidige uitvoering. Uit de reacties maakte ik op dat het een nuttige actie was. d
H
et agrarisch natuurbeheer is gebaseerd op vrijwillige deelname door boeren, en nog te vaak op inpassing in een intensieve bedrijfsvoering. Dat dat lastig is, is een understatement. Afgelopen maanden heb ik samen met Joke Colijn, dossierhouder weidevogels bij de NVWK, ook diverse malen gesproken met BoerenNatuur Zuid-Holland, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland, provincieambtenaren etc. over dezelfde onderwerpen. De wil is er wel bij alle partijen. Maar er zijn te veel redenen waarom het toch kan gaan mislukken. Ik vind het ANLb een tussenstation waarbij het afwegen hoeveel effort je er in stopt een balanceeract is. Vaak denk ik, laat dat ANLb maar zitten, kansloos, een gigantische hoop gedoe. Uiteindelijk, zo snel mogelijk, moeten we toe naar wat ik toch maar even natuurinclusieve melkveehouderij noem: melkveehouderij met véél minder maatschappelijke kosten zoals CO2-uitstoot, stikstof in water en lucht, gevolgen van bodemdaling voor funderingen, een slechte inkomenspositie boeren, hoge uitvoeringskosten huidige ANLb, etc. Waarbij de boer krijgt betaald voor de mate waarin hij dit realiseert. Waarom 60% van ons land, wat 1% van het BNP en van de werkgelegenheid levert, naar de ratsmodee helpen? Terwijl de boeren er tientallen jaren al nauwelijks beter van worden, alleen maar meer regels krijgen opgelegd en last hebben van een slecht imago? Terwijl de gemiddelde consument naar de goedkoopste melk in het schap grijpt? Waarbij de Rabobank en het Hoogheemraadschap berekenen dat de extra investeringen die hen gevraagd worden te doen, hoger zijn dan het extra rendement dat de boer er
door haalt? Waarbij je eenvoudig kunt uitrekenen dat een extra investering door de consument van 100 miljoen per jaar in de melkveehouderij, door een betere melkprijs, die op 20% van het areaal goede kansen voor weidevogels biedt, uiteindelijk neerkomt op extra kosten per gezin van ca 50 ct per week. Wat is dat doormodderen voor waanzin? Ik spreek heel veel mensen de laatste maanden over hoe het verder moet met de weidevogels (en andere natuur) en melkveehouderij. En bijna alle mensen die zich in de materie verdiepen stellen de zelfde vragen, hebben de dezelfde constateringen.
H
elaas laat de partij die hier het initiatief moet nemen, de overheid, het ontzettend afweten, al ja-ren-lang. Onderzoek toont aan: hoe minder inzet door de overheid voor het oplossen van een lastig probleem, hoe minder inzet door maatschappelijke partijen. Diverse politieke partijen ter rechterzijde beweren het tegenovergestelde, maar ze halen er geen onderzoek bij om dat te staven, ze kijken wel uit voor feiten. En de LTO? Waar is het eerste creatieve idee van hen? Ik hoor het graag. Gooi er nog maar een kilootje fosfaat bij, heren. Velen, ook ik, wijzen naar inspirerende voorbeelden, bijv. Groene Stroom uit windmolens en energieneutraal bouwen op Goeree. Maar dat initiatief is het gevolg van gelukkig toeval, een diep gevoel van rentmeesterschap gekoppeld aan ondernemerschap. Nu lopen overheden er mee weg. Super, ik probeer er van te leren. Naast de 15 uur vrijwilligerswerk per week kan ik vast nog wel een uurtje vinden. Maar daar kunnen we het niet van aflaten hangen. Zo’n proces moet je opstarten en blijven begeleiden. Het zou mooi zijn als de mensen die daarvoor betaald worden, eens ophouden met suffen en wegkijken. NU.
E
n die foto? Dat is het uitzicht uit mijn voorraam. Het landschap is er nog wel, en veel mensen kijken niet verder. En het landhek is kek geschilderd. Maar op dit perceel van 700 bij 65 m kan ik het aantal weidevogels exact aangeven: nul. Het wordt zwaar bemest en ca. vijf keer per jaar gemaaid. De weidevogels doen niet eens een poging. Gelukkig maar. d
WAARDVOGEL | JUNI 2017 55
Landschapspijn tussen het betongras en de turbokoeien Bron: Joop Bouma, Trouw, 20 maart 2017
PERSBERICHT
Heb je onderweg om je heen gekeken naar het landschap, vraagt ze. “Heb je de landerijen gezien? En wat vond je er van?” Het antwoord kent ze al: “Eh… mooi!” Wat kun je anders verwachten van een bluisterige randstedeling? Kijken we wel goed? Luisteren we wel? Of zijn we het vrolijke, tintelende getjilp van de leeuwerik al aan het vergeten? Betongras voor turbokoeien in een industrielandschap, zag Jantien de Boer. Ze dacht eerst, ik vergis me, het zal aan mij liggen, ik moet gewoon beter kijken. Ze keek beter en besloot toen maar de biodiversiteit in haar eigen tuin op te krikken, want je moet toch ergens beginnen. De Boer kocht een zakje tuinzaad, een bijenmengsel. “Dat werkte als een gek. Het stikte van de bijen in mijn tuin. Ik probeerde me daarmee te troosten. De eerste neiging is toch altijd wegkijken, hè?” Maar het knagende gevoel bleef: “Ik dacht: wat is er in godsnaam gebeurd met het Friesland van mijn jeugd?” Jantien de Boer wil haar pijn delen, ze probeert ‘het schrijnende gevoel’ dat het wegkwijnende Friese landschap bij haar oproept, over te brengen op anderen. “Ik wil mensen de pijn laten voelen, ze stimuleren om weer met hun zintuigen de natuur te beleven.” De Boer schreef een boek over haar landschapspijn. Slap turbogras Op de eerste pagina’s van haar boek beschrijft Jantien de Boer hoe ze op ‘een lichtblauwe, tintelende dag ergens in mei vorig jaar’ tot het besef kwam dat er iets fundamenteels was veranderd. Op een smal landweggetje zette ze haar auto aan de kant, liet het raampje zakken en luisterde ingespannen: ‘…Ik hoorde niets. Geen grutto, geen scholekster, geen kievit. Niets. Ik keek naar een egaal groen biljartlaken. Naar strakgetrokken land, zonder welvingen. Ik luisterde en hoorde alleen mijn ademhaling. Weg waren de zuring, de boterbloemen, de pinksterbloemen en de dotters waarvan ik als dreumes groentesoep maakte. Weg was het land waarin ik liggend in het gras ‘Kruistocht in spijkerbroek’ las, terwijl hoog boven mijn hoofd een leeuwerik zingend zijn territorium afbakende.’ Om haar heen zag De Boer ‘slap, groen turbo¬gras’, dat om de 33 dagen wordt gemaaid. ‘Terwijl de leeuwerik 45 dagen nodig heeft om zijn kuikens in dat gras groot te brengen. Alles voor de productie. Alles voor de koeien. Alles voor de wereldmarkt.’ Mijn land doet pijn, aldus De Boer. ‘Het boerenland leeft, maar het leeft ook niet. En ik sta er zo langzamerhand liever met de rug naar toe.’ Kort daarna las ze een boek van de landschapsarchitect Peter de Ruyter, ‘Vloeiend landschap’, over de toekomst van het Friese landschap. Het voorwoord was geschreven door de Friese trekvogelbioloog Theunis Piersma. Hij had het over zijn heimwee naar ‘de kleine grote wereld van weilanden en meren’ uit zijn jonge jaren. Piersma had 25 jaar gereisd en toen hij terugkwam in Friesland, zag hij dat de slootjes waren gedempt en de bloemrijke weilanden waren veranderd in eentonige, diepgroene landerijen met snelgroeiend raaigras, rijk aan voedingsstoffen voor het vee. Het gras wortelt zo snel, dat onkruid nauwelijks een kans krijgt. Een graswoestijn was het geworden. Zijn Friese geluksgevoel had plaats gemaakt voor pijn, schreef Piersma. ‘Normaal ga je daarmee naar de dokter, maar waar kun je heen met landschapspijn?’ Jantien de Boer (51), columnist en journalist bij de Leeuwarder Courant, bracht haar landschapspijn onder woorden in een artikel in de krant en dat verhaal raakte velen. Veel meer mensen voelden het gemis en lang niet alleen in Friesland. Haar artikel ging het hele land door. Landschapspijn deed zelfs nog even mee aan de verkiezing van het politieke woord van het jaar 2016. Ook boeren waren geraakt door het artikel, zo bleek. Ze voelden zich aangevallen. Voor haar boek en voor vervolg-artikelen sprak De Boer met veehouders, aardappelboeren, wetenschappers. “De uitgever noemt mijn boek een pamflet. Dat is het ook wel. Kijk, ik ben op sommige momenten heel strijdvaardig als het over het Friese platteland gaat. Maar je wint niks met oorlogvoering. Ik wil een dialoog op gang brengen. Ik wil mensen met landschapspijn besmetten, ze moeten meer hun zintuigen gebruiken. Het probleem moet van onderaf worden opgelost.” Rentmeesterschap Ze is uitgenodigd om een praatje te komen houden op een vergadering van de melkveehoudersvakbond in Joure, eind deze maand. Goed teken, vindt ze. “De discussie komt op gang.” Ze is van plan om voor de presentatie van haar boek een bus te huren om met journalisten uit heel Nederland door de provincie te rijden: kunnen ze zelf zien waar de pijn zit. Kwaad worden kan altijd nog, zegt ze. En dat lukt ook geregeld. Zoals over een recent interview van de landbouwwoordvoerder van het CDA, Jaco Geurts. “Dan zie je dat zo’n man geen woord zegt over het milieu, hij praat alleen over te strenge regels voor bestrijdingsmiddelen en over knellende fosfaatregels. Niet één keer wordt het woord natuur of biodiversiteit genoemd, maar zijn partij heeft wel de mond vol over goed rentmeesterschap.” Ze wil de boer niet aanvallen. “Het is te makkelijk om naar boeren te wijzen. We moeten naar ons eigen gedrag kijken, als consument. We willen in de winkel altijd het goedkoopste. Heel wat boeren zitten ook met de teruglopende biodiversiteit, hoor, geloof dat maar. Maar ze zitten met hun kop in de strop van de Rabobank én in de greep van FrieslandCampina. Ik las over Roelof Joosten, de baas van die zuivelreus die op een persconferentie vertelde dat er weer meer winst was gemaakt, een recordwinst. De boeren hadden in 2016 7 procent meer melk geleverd, de melkprijs was met een bijna even Jantien de Boer, met op de achtergrond één van de grootschalige boerderijen die in de plaats zijn hoog percentage gezakt. gekomen van de traditionele boerderijen. © Sjaak Verboom 56
WAARDVOGEL | JUNI 2017
“Maar, zei Joosten, in onze bedrijfsuitingen, onze advertenties, staat altijd een boer centraal: want dat is onze rockstar. Onze rockstar! Daar kun je toch alleen maar heel kwaad over worden. Melkveehouders zitten volledig klem in het systeem. Ze worden uitgemolken, zoals nu gelukkig ook Milieudefensie zegt. Er is in die sector zo veel ellende. Wij moeten naast de boeren gaan staan. We moeten niet meer die bulkmelk in de supermarkt kopen.” Maar er zijn ook boeren die vinden dat je trots moet zijn op de belangrijke exportpositie van de Nederlandse zuivelsector en dat het verlies aan biodiversiteit dan maar voor lief moet worden genomen. ‘Ik produceer geen landschap, ik produceer melk’, zei een boer. Grutto’s Jantien de Boer ging bij een boze boerin uit Garijp op bezoek die haar zei dat er nog natuur genoeg is, ook in Friesland. De ene soort verdwijnt, de andere komt ervoor in de plaats. De herinnering aan de weidevogels zal wegsterven, geloofde de vrouw. “Ik vind dat armoedig”, zegt De Boer. “Ik vroeg haar, kennen jouw kinderen het geluid van de leeuwerik nog? Maar zij zei: “Wat is het probleem?” Want voor de grutto’s, scholeksters en kieviten komen kwikstaarten, lepelaars, witte reigers en buizerds in de plaats. De Boer verdiepte zich in het verdwijnen van de worm en de zweefvlieg, voedsel voor menig weidevogel. “We maken ons vreselijk druk om de honingbij. Dat is heel goed. Maar is er een reddingsplan voor zoiets simpels als de zweefvlieg? Het griezelige is dat we de hele tijd worden ingehaald door weer nieuwe rampverhalen.’’ En ze sprak met twee jonge Groninger gruttoonderzoekers, die in een weiland bij Koudum proberen uit te vogelen hoe de omgeving het gedrag van deze weidevogel beïnvloedt. Ze
telden in 2016 220 nesten. Maar grutto’s hebben 75 tot 80 dagen nodig om kuikens voort te brengen. Het duurt wel 25 dagen voordat gruttokuikens redelijk kunnen vliegen. Die 80 dagen zijn er niet meer voor de grutto’s in Nederland. Het raaigras moet gemaaid. Om de 33 dagen. En toch proberen ze het ieder jaar opnieuw, die eigenwijze steltlopers. Van de 220 nesten, vorig jaar in Koudum, konden de grutto-onderzoekers met zekerheid zeggen dat er niet één gruttojong vliegvlug was geworden. “Dood. Dood. Dood. We bestuderen eigenlijk alleen nog dood, dood, dood”, zeiden de twee. Een van de wetenschappers zegt in het boek van Jantien de Boer: “Weet je wat ik echt beangstigend vind? Dat het zo weinig mensen iets kan schelen. Hoe ouder je bent, hoe meer landschapspijn je hebt. Dan weet je ten minste nog wat je mist.” Is dat zo, is landschapspijn nostalgie, een onredelijk verlangen naar vroeger? De Boer: “Ik ging als kind iedere vakantie zeilen met mijn ouders. Zij zaten allebei in het onderwijs, dus dat waren lange vakanties. Ik heb het andere Friesland beleefd. Maar inmiddels voel ik geen verbinding meer met het boerenland. De kernvraag voor mij is: van wie is het landschap? Is dat van ons allemaal, of is dat van de boer? Het is echt beroerd, er zijn maar weinig lichtpuntjes. Ook de politiek laat het er bij zitten. We moeten het verloren land samen terug veroveren.” Jantien de Boer: Landschapspijn, uitgeverij AtlasContact, 112 blz., 14,99 euro. d
Het Friese cultuurlandschap gaat kapot, zegt ook Schrijver Geert Mak, bron: http:// karindemik.nl/
Strategische visie? Wordt vervolgd Joke Colijn
In het april-nummer beloofden we uitgebreider terug te komen op de Strategische Visie die professor Riek Bakker heeft opgesteld voor de Krimpenerwaard. Dit burgerinitiatief werd met grote belangstelling gevolgd door beide gemeenten en de provincie. Inmiddels is de Visie positief ontvangen en beraad de politiek zich erover hoe hieraan een vervolg en invulling kan worden gegeven. In oktober komt men
D
e Visie is opgebouwd rond acht thema’s, t.w. Waterveiligheid, Bodemdaling, Economie en werk, Landbouw, Natuur, Mobiliteit, Wonen en voorzieningen, Energietransitie. Rond deze thema’s is aan de hand van zogenaamde bouwstenen nagedacht en worden allerlei voorstellen gedaan voor de komende dertig jaar. Hierin worden veel koppelingen tussen de thema’s gelegd om zo’n voorstel te versterken en realisatie te vergroten. Riek Bakker noemt dit ‘koppelkansen’. Na de presentatie in april jl. hebben vooral ‘Mobiliteit’ en ‘Wonen en voorzieningen’ in de pers de meeste aandacht gekregen. Er worden in de Visie ons inziens heel mooie en goede voorstellen gedaan met logische koppelkansen, maar met onvoldoende
respect voor de pijler ‘Natuur’ en andere waarden zoals ‘landschap’ en ‘cultuurhistorie’, die onze Krimpenerwaard uniek in de wereld maken. In professor Bakker’s drang naar vooruitgang raakt de essentie van de Krimpenerwaard op een aantal punten in de knel. Daarom heeft de NVWK besloten om in overeenstemming met onze statuten een officiële reactie te schrijven op de Visie, waarin de effecten op natuur, milieu en landschap van de voorstellen in relatie tot alle acht thema’s worden belicht. Die reactie willen we schrijven met de NVWK-leden die deelnamen aan de totstandkoming van de Visie en in september presenteren, zodat hij kan worden meegenomen in de komende processen. Onze leden houden wij vanzelfsprekend op de hoogte. d WAARDVOGEL | JUNI 2017 57
BTS-telling 2017 groot succes! Joke Colijn
Dit jaar wilden we er echt mee van start: de Bruto Territoriaal Succes- oftewel BTS-telling. Hierbij wordt een groter afgebakend gebied geteld waaraan we over een langere periode kunnen zien hoe het met de stand van onze weidevogels in de Krimpenerwaard gaat. De voorkeursdata waren de zaterdagen 22 april (broedparentelling) en 20 mei (gezinnentelling). Bij slecht weer konden we nog een week doorschuiven zonder dat de telling onzuiver werd. Hoewel het koud was op 22 april, zou het redelijk droog blijven. Toch viel er halverwege de dag een flinke bui met zelfs wat hagel. Op 20 mei was het gelukkig prachtig weer. De bedoeling is om op termijn de hele Krimpenerwaard te tellen op weidevogels. Omdat dit best een ambitieus plan is, durfden we deze eerste keer niet gelijk op substantiële tellingen te hopen. Joep heeft drie mappen met ‘gebieden’ aangemaakt, waarbij alle gebieden uit map 1 de voorkeur genieten, de gebieden uit map 2 zijn ook belangrijk, en de gebieden uit map 3 moeten geteld worden voor de volledigheid, maar er zitten naar ons nu bekend is weinig tot geen weidevogels. Wat blijkt: alle gebieden uit map 1 zijn dit eerste jaar geteld! Niet allemaal op de voorkeursdata, maar wel in de er op aansluitende week. d
S
chitterend resultaat, trots op onze tellers! Er zijn zelfs gebieden geteld door beginnende weidewachters; petje af voor hun lef en zelfvertrouwen. Dat betekent ook een pluim voor de cursusdocent Frank van Groen, die ons in een theorieavond en een praktijkochtend voldoende kennis wist mee te geven om dit telavontuur aan te kunnen gaan. Ook een aantal gebieden van het Zuid-Hollands Landschap zijn geteld, waarvan een aantal door boswachters van het ZHL, en een aantal door ervaren NVWKtellers en -weidewachters. Ook de gebiedscoördinator van het ACK, Mariëlle Oudenes, heeft een paar gebieden geteld. Het ACK heeft via alle boerenorganisaties de agrariërs geïnformeerd dat de Krimpenerwaard tweemaal door NVWK-leden geteld zou worden.
B
TS-tellen met doel op termijn Deze eerste telling zegt natuurlijk nog niks over het eigenlijke doel: Bruto Territoriaal Succes (BTS)! Oftewel: worden de kuikens in de Krimpenerwaard groot en levert dat gezien over een aantal jaren meer weidevogels op. Met BTS-tellen krijg je niet in alle polders een compleet beeld van de vogels die zich ophouden op de percelen. De telgebieden zijn groot dus je kunt niet steeds een halfuurtje staan wachten of je nog iets meer zult zien, zoals je wel kunt doen bij QBM. Het is verder erg afhankelijk van de (on)mogelijkheden om regelmatig insteken in percelen te maken, waardoor meer vogels op de vleugels gaan; dat lukt gewoon niet overal. Soms ‘helpt’ een kiekendief of een kraai die overvliegt een vleugeltje om een beter beeld te krijgen. Het mag dan ook duidelijk zijn dat BTS bijna altijd een ondertelling zal opleveren. Dit is geen ramp. Zolang je elk jaar dezelfde route loopt, zijn de resultaten over de jaren toch goed vergelijkbaar. Met de professionele BMP-telmethode van Sovon is dat zeker niet anders.
O
ok nu al profijt van de telling Toch konden we met de resultaten ook gelijk al goed uit de voeten. Mariëlle is er nu al enorm blij mee omdat ze daaraan kan aflezen waar beheer niet goed ligt, en ook waar vogels zitten op plekken waar geen beheer is afgesloten. Hierop kan zij actie ondernemen waardoor de weidevogels nog gerichter beschermd kunnen worden! Na de tweede ronde (de alarmtelling) konden we ook iets zeggen over eventuele migratie van de kuikens. Alarmerende ouders boven percelen vertelden ons dat er kuikens waren. Zaten ze nog op de percelen waar de broedparen geconstateerd waren? Of zoeken ze andere percelen op die wellicht meer voedsel opleveren? Zijn dat wellicht waardevolle kuikenlanden? Een nader onderzoekje kan ons later iets vertellen over de diversiteit in vegetatie en de insectenrijkdom. Tot nu verdwenen broedparen vaak van onze radar nadat was geconstateerd dat hun nest uit was. Zijn de kuikens opgegeten? Omgekomen bij bewerkingen?
58
WAARDVOGEL | JUNI 2017
We hadden geen idee. Met deze polderbrede tellingen krijgen we beter in beeld waar zich pullen ophouden. Dat kan best op een heel andere locatie zijn dan waar ze zijn uitgebroed. Want ook tussen agrarisch gebied en reservaatgebied kan gemigreerd worden; kuikens worden door hun ouders zonder pardon over een sloot heen gelokt – ze blijken verbazend goed te kunnen zwemmen!
V
olgend jaar hetzelfde gebied tellen We vergelijken ons (nog) niet met professionele tellers , maar gaan er van uit dat we door ervaring steeds beter leren kijken en tellen. Al met al zijn we heel erg enthousiast over de resultaten deze eerste telling, de kaartbeelden spreken voor zich. En volgend jaar doen we graag opnieuw een beroep op onze tellers, en het jaar er op… Mochten meer mensen willen tellen: we hebben nog interessante polders in de aanbieding. Aan alle tellers van 2017: uw tijd is heel waardevol besteed; namens de weidevogels hiervoor heel hartelijk bedankt!
€
1.000,- van De Groene Motor Ons weidevogelteam heeft een voucher aangevraagd én gekregen bij De Groene Motor, om verschillende aspecten van weidevogelbescherming te kunnen financieren. Zo kunnen hiervan voor de diverse cursussen dit jaar de kosten voor huur van locaties, koffie/thee enz. worden betaald. Ook kon hiermee nog een extra tablet worden gekocht, en zijn de aanschafkosten voor planken gedekt. Jawel, lange planken om over een sloot te leggen en zo de looproute van BTS-tellers te kunnen bekorten. Of om op een cruciale plek een insteek te kunnen maken. Heel erg bedankt, Groene Motor!
T
elegram en Helpdesk Een leuke manier om te communiceren met andere weidewachters in de Krimpenerwaard is via de app Telegram. Download ‘m gratis en deel je bijzondere ervaring of vertederende foto, stel een vraag over een situatie waar iemand misschien al ervaring mee heeft. Alleen voor weidewachters! Laat Joep wel even weten dat je toegevoegd wilt worden: weidevogels@nvwk.nl. Dit e-mailadres kun je ook gebruiken als je tegen digitale problemen aanloopt met invoeren in het veld of thuis. Joep weet raad!
K
ristallen Kievit Op de Afsluitavond vindt de uitreiking van de Kristallen Kievit plaats. Als je vindt dat jouw boer dit jaar deze trofee moet krijgen, houd dan bij waarom je dat vindt en meld het Joep op weidevogels@nvwk.nl of bel hem op. Ook voor het Weidevogelverslag 2017 zijn jouw ervaringen waardevol om bij te houden, dus ga er een half uurtje voor zitten en schrijf ze op! d
Tel. 06-30580440
Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!
I: E: T:
www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88
Waardvogel – december 2015
13
reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! 2014 E in
Reisgids 2016
jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi
Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee.
is isinin20 Re779 De schitterende www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 201630 !• E info Re nss mmeee! e tetoon e m m Atlantic Odyssey 83 groepsreizen
60 groepsreizen 20 fotoreizen 65 expeditiecruises 15 fotoreizen 6 weekenden in Nederland 40 expeditiecruises groepsreizen fotoreizen • cruises • individuele reizen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN•2016: 5 weekenden Fotoreis in Nederland Ethiopië Marokko i.s.m. China, Beidaihe Canada
vaart in 2018 voor het laatst!
Vogel- en natuurreizen naar Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen wereldwijde bestemmingen Vogelbescherming
€ 3.295,Vertrek 17 febr. ‘16
& Happy Island € 2.875,Vertrek 4 mei ‘16
Mis dit spektakel niet, Roemenië reserveer nu plaatsen! Vanaf € 1.895,Vertrek 24 mrt ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016
Ghana
€ 3.750,Vertrek 24 febr. ‘16
€ 1.495,Vertrek 18 mei ‘16
€ 3.590,Vertrek 26 aug. ‘16
IJsland – Faroer – Fair Isle – Isle of May – Nederland *
Vanaf € 995,Informeer naar de aanbieding! China, Sichuan Vertrek 21 sep. 2016
Nepal
Spanje, Extremadura & Coto Doñana
€ 3.495,Vertrek 27 febr. ‘16
€ 1.850,Vertrek 3 apr. ‘16
Ecuador *
& Tibetaans Plateau
€ 3.595,Vertrek 19 mei ‘16
woude ligt in het hart van de South West Pacific Odyssey * IJsberen special * Fotoreis Finland feervolle zalen zijn zeer geschikt Kijk op www.birdingbreaks.nl of neem contact op Lesbos e of feestelijke bijeenkomst. Fotoreis via info@birdingbreaks.nl of (020) 779 20 30 Noorwegen Borneo * Rabobank Krimpenerwaard etverbinding zijn aanwezig. ondersteunt uw vereniging. IN 2017 MET EEN GOED GEVOEL OP REIS? Kazachstan Boek bij BirdingBreaks.nl en wij compenseren vanaf nu uw CO2 uitstoot! t complete maaltijden ofmetbuffetten. Rabobank. Een bank ideeën. Vraag de gratis reisgids 2014 aan via brochure@birdingbreaks.nl eid in eigen keuken. Bel ons voor: Al 25 reizen met € 3.595,Vertrek 5 mrt. ‘16
Vanaf € 5.575,Vertrek 6 apr. ‘16
€ 2.240,Vertrek 15 mrt. ‘16
8e reisjaar
groepsreizen
reizen • cruises • fotoreizen • individuele
€ 1.845,Vertrek 21 mrt. ‘16 r
10 jaa
€ 1.395,Vertrek 21 april ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016
Vanaf € 2.900 Vertrek 22 juni ‘16 Meerdere vertrekdata in 2016 € 3.495,Vertrek 20 juli ‘16
€ 3.495,Vertrek 1 mei ‘16
met ! reizen reaks.nl BirdingB
• individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen
Reisgids 2014 r 11 jaa met
aks.nl!
reizen BirdingBre
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
• individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen
Reisgids 2016
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
Reisgids 2017
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
www.rabobankkrimpenerwaard.nl
bestemmingen
* Prijs exclusief vlucht gegarandeerdvertrek!! Kijk op www.birdingbreaks.nl voor het
bestemmingen
bestemmingen
Vraag de gratis reisprogramma 2014 en 2015! www.birdingbreaks.nl reisgidsVraag aan! de gratis T ( 020) 779 20 30 reisgids aan! E info@birdingbreaks.nl
naar wereldwijde bestemmingen www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779Vogel20 en 30natuurreizen • E info@birdingbreaks.nl
In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.
“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t “De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. woensdag, vrijdag zaterd Keuken geopend van 17.00 tot 20.00en uur op woensdag, vrijdag en zaterdag.
Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.
www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225