Waardvogel
56e JAARGANG | NUMMER 5 | DECEMBER 2017 WWW.NVWK.NL
Onder de berken
foto v
De laatste column van Anton
an de
m
aa
Genieten van planten
22
Broedseizoen uilen
36
Varens in de winter
nd
8
Veel hoogte- en weinig dieptepunten in 2017
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Bestuurslid Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Max Ossevoort, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Gerard van Slijpe, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Jan van Exel, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Joke Colijn, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX
Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Sandra Bouwman, werkgroepro@nvwk.nl Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Marlou van Roy, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX
Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon, Bij verstoringen van de natuur
0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
2
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Colofon
Van de voorzitter
De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 56 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december
Max Ossevoort
Terwijl ik dit schrijf sneeuwt en hagelt het buiten en slechts af en toe komt een bleek zonnetje te voorschijn. De winter lijkt nu echt begonnen en het einde Kopij aanleveren van het jaar nadert. Tijd voor warme chocolademelk en gezelligheid in huiselijk Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, kring. Ook tijd om mijn medebestuursleden en de coördinatoren van onze 15 augustus en 15 november werkgroepen met hun vrijwilligers te bedanken voor hun inzet het afgelopen jaar. Natuurlijk is het zo dat de natuur zich niet voor 100% laat sturen, maar Oplage 900 exemplaren door de inspanningen van de werkgroepen zien we op verschillende gebieden vooruitgang. E-mail redactie Dit is ook het moment om stil te staan bij het gevoelige verlies dat onze landschapwerkgroep recent heeft Joke Colijn geleden: knotter Jaap Jager overleed op 57-jarige leeftijd. We herdenken de bijzondere persoonlijkheid Jaap Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com in een In memoriam en wensen zijn dierbaren heel veel sterkte. De Krimpenerwaard en de NVWK zullen hem missen. Website www.nvwk.nl Met het uitvoeren van projecten proberen we de natuur extra impulsen te geven. Het project Erfvogels, dat formeel www.facebook.com/denvwk/ op 1 augustus van dit jaar is afgerond, was daar een mooi voorbeeld van. Realisatie was mogelijk dankzij een https://twitter.com/denvwk grote subsidie van de provincie Zuid-Holland. Niet alleen heeft het bijgedragen aan een structurele verbetering voor vogels op meer dan 70 erven, maar zeker ook aan de bewustwording en kennis van de deelnemers. Secretariaat & ledenadministratie Ook in 2018 maken we ons ‘natuurlijk’ weer sterk voor de natuur in de Krimpenerwaard. Daarom gaat het Frans van der Storm Boschpolderstraat 14 erfvogelprojectteam in 2018 verder door vogelwerkgroepen buiten de Krimpenerwaard te helpen met opstarten 2807 LJ Gouda van hún erfvogelprojecten. Die olievlekwerking was ook een doel van het project. En binnen de Krimpenerwaard info@nvwk.nl gaat deze werkgroep zich nu richten op meer groen en betere omstandigheden voor vogels in de bebouwde kom: het project Stadsvogels, zie pag. 14. Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, In diverse media is de laatste tijd veel aandacht voor alarmerende berichten over het massaal verdwijnen van één kind t/m 16 jaar insecten. De oorzaken zijn bekend: gebruik gifstoffen en verdwijnen van geschikte biotopen. Bijna alle flora € 17,- voor een basislidmaatschap en fauna zijn ergens in hun keten afhankelijk van insecten, dus het heeft enorme inpact. Ook voor bestuiving € 22,- voor een gezinslidmaatschap van onze voedselgewassen zijn insecten nodig. Kunnen wij er wat aan doen? Jazeker, zie bijvoorbeeld pag. 28, Bankrekeningnummer maar we doen meer. In de Waardvogel van september meldde ik al dat een NVWK werkgroep bezig is om NL82 RABO 0127 2948 80 een Krimpenerwaard-breed projectplan te schrijven voor de graslandvlinders. Veel andere insecten liften op de maatregelen mee. Inmiddels is een deelplan gereed, de aanleg van drie Idylles. Dit project is afhankelijk van Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl deelname door verschillende partijen; de eerste toezeggingen zijn ontvangen. De uitvoering wacht op goedkeuring of door een e-mail met uw gegevens van de subsidieaanvraag bij het Streekfonds Krimpenerwaard. De benodigde financiën zijn bepalend voor het te sturen naar info@nvwk.nl doorgaan van het gehele project; het is nog even spannend. We willen in januari starten en vanzelfsprekend vragen we weer de hulp van onze leden bij de uitvoering! In het februarinummer informeren we u uitgebreid. Op de voorpagina In deze Waardvogel staat de laatste column van Anton van Jaarsveld. Jarenlang organiseerde Anton de Kerkuil, foto: Stefan van der Heijden plantenquiz die altijd voor een volle zaal zorgde door zijn grote mate van kennis maar zeker ook zijn humor. Foto van de maand: Zijn flora-inventarisaties waren inspiratie voor de kopij waarop de redactie altijd mocht rekenen. Anton heeft Buizerd, aangegeven dat hij het wat rustiger aan gaat doen en ik wil hem hierbij hartelijk danken voor zijn jarenlange inzet foto: Peter Stam voor de NVWK! Overname van artikelen Het sneeuwt weer, tijd om achterover te leunen met deze Waardvogel en de warme chocolademelk. In dit Overname van artikelen uit dit blad ‘uilennummer’ vindt u o.a. een aantal artikelen over deze roofvogels. Als laatste wil ik u namens het gehele bestuur is toegestaan met bronvermelding fijne feestdagen toewensen en een gezond en natuurrijk 2018. d Disclaimer Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron. Drukkerij Reprovinci Schoonhoven Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
In dit nummer
Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Kerst- en Nieuwjaarswens 5 Race 2018 5 Buizerd, foto van de maand 5 Kerkuil op de voorpagina 6 Onder de berken 8 Uitreiking Rabocheque 9 Wie wil onze activiteiten helpen promoten? 9 De natuur van Achterbroek 10 Rode Amerikaanse rivierkreeften 11 Jeugdpagina, Herfst 12 De ransuil en de havik 13 Stadsvogels, een nieuw project 14 Strategische Visie, vliegend van start 17 Afsluitavond weidevogelseizoen 18
Pilot kruidenrijk grasland 19 Ecologisch bermbeheer, kan het beter? 20 Genieten van planten, varens in de winter 22 Steltkluten, twaalf ‘prima ballerina’s’ 24 Eurobirdwatch 2017, een terugblik 26 Lezing over ganzen 27 Telling slaapplaatsen grote zilverreigers 27 Insectenaanbod 28 Stilte 29 Kansenboek Zwarte Stern 30 Verbeterplan Weidevogels, hoe nu verder? 32 Broedseizoen uilen 36 In memoriam: Jaap Jager 38 De 15e Nationale Tuinvogeltelling 38 BMP Roofvogels 39 Een waar gebeurd verhaal 41 Natuurherinneringen (4) 42 WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
3
Even noteren H
et weekend van 16 en 17 december 2017 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXX.
Z
aterdag 16 december 2017 van 09.00 tot 13.00 uur De oude boerderij van de familie van Zeben (Benedenkerkseweg 133, Stolwijk) past mooi in de omgeving door de vele landschapselementen rondom. Deze moeten wel worden onderhouden en dat gaan wij doen. Snoeien en zagen om de Krimpenerwaard nog mooier te maken. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx.xx, XXXX XXXXXXX.
Z
aterdag 23 december De tweede telling van de in totaal drie tellingen van de slaapplaats van de grote zilverreigers. Wil je dit seizoen meedoen? Geef je op bij Dirk-Jan van Roest, XXXX XXXXXX of vogelwerkgroep@nvwk.nl. Zie ook het artikel op pagina 27.
V
an 25 december 2017 tot 3 januari 2018 In het kader van de ‘eindejaars plantenjacht’ in de kerstvakantie op zoek naar bloeiende planten. Een uur lekker naar buiten en noteer dan alle bloeiers. Alle info is te vinden op http://www.floron.nl/plantenjacht.
J
anuari 2018 Voor de derde keer onderzoeken Sovon en waarneming.nl de verhouding man/vrouw bij een specifieke eend, dit jaar de smient. Ziet u een groep smienten en meldt u ze toch al op waarneming. nl? Bepaal dan ook eens de verhouding man/vrouw en voer dit in. Het gaat niet goed met de smient en mogelijk zit hierin een verklaring.
Z
aterdag 6 januari 2018 om 08.30 uur Eerste weekeinde van 2018, dus tijd voor de traditionele nieuwjaarsexcursie bij de surfplas in Reeuwijk. Vaak zien we heel veel smienten en andere eenden op de plas en de ijsvogel in het riet. Rondje is ongeveer acht kilometer dus we zijn rond twaalf uur terug bij de parkeerplaats van het Reeuwijkse Hout.
Z
aterdag 20 januari 2018 van 14.00 tot 16.00 uur Het is hartje winter en de vogels moeten moeite doen om eten te vinden. De kinderen van 8 tot 12 jaar gaan ze helpen door vogelvoer voor ze te maken. Ook gaan ze alvast oefenen met tuinvogels kijken voor de tuinvogeltelling volgende week zodat ze geen vogels missen! Wil je meedoen dan graag voor 6 januari opgeven bij jeugd@nvwk.nl of bel naar Marlou van Roy: XXXX XXXXXX en dan kom je ook de locatie te weten.
Z
aterdag 27 januari 2018 van 09.00 tot 13.00 uur Knotten aan de houtsingels van natuurcamping Zon & Leven. Hier staat heel veel hout waarvan een deel weer moet worden teruggezet; dus een heerlijke ochtend werken in de buitenlucht. U bent welkom op de Achterbroek 27a, 2825 ND Stolwijk. Meer info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx.xx, XXXX XXXXXXX..
H
et weekend van 27 en 28 januari 2018 Met een half uur vogels in de tuin tellen doet u ook mee aan de Nationale Tuinvogeltelling, lekker vanuit de warme woonkamer. Alle info is te vinden op www.tuinvogeltelling.nl of in de speciale app. Leuk met de (klein)kinderen! Zie ook pag. 38.
Z
aterdag 10 februari 2018 van 09.00 tot 13.00 uur Landschapsonderhoud bij de familie Groos. We komen hier nu een paar jaar en je ziet het opknappen. Vandaag knotbomen rond het huis. Familie Groos woont IJsseldijk West 57, 2935 AR Ouderkerk aan den IJssel, meer info via onze website of Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx.xx, XXXX XXXXXXX.
H
et weekend van 17 en 18 februari 2018 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXX.
Z
aterdag 24 februari 2018 van 09.00 tot 13.00 uur U gaat een ochtend lekker werken in de polder, de jeugd krijgt een mooie locatie voor een activiteit. Als dank voor het zagen is onze jeugd een keer welkom voor hun spel. Zorgboerderij Bogaard (Benedenheulse weg 52 in Stolwijk) is de plek waar we gaan zagen. Info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx.xx, XXXX XXXXXXX.
aterdag 13 januari 2018 van 09.00 tot 13.00 uur Knotten en ander landschapsonderhoud bij boer Ton, een hele bekende plek waar we al jaren komen. Familie Ton Vonk Noordergraaf woont op Beijerscheweg 11, 2821 NC Stolwijk. Meer info via onze website of bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx. xx, XXXX XXXXXXX.
Z
Z
Z
aterdag 13 januari 2018 van 09.00 tot 13.00 uur Vandaag gaat knotgroep Krimpen aan de slag bij het ZHL. Waar precies is nog niet bekend, meer info bij Jos de Nood, xxxxxxxxx@xxxxx.xx of via de site www.nvwk.nl.
H
et weekend van 13 en 14 januari 2018 Wintervogeltellingen. Dit weekeinde de grote midwintertelling. Heb je tijd en zin om eenmalig een keer een gebied te tellen? Neem dan contact op met Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXXX.
4
Z
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
aterdag 24 februari 2018 De laatste telling van de grote zilverreigers die hun slaapplaats opzoeken. Wil je nog meedoen? Geef je op bij DirkJan van Roest, XXXX XXXXXX of vogelwerkgroep@nvwk.nl. aterdag 4 maart 2018 van 09.00 tot 13.00 uur Reservedag voor de oostelijke knotgroep. Edith stuurt vóór elke knotdag een mail met de actuele info en een kaart, opgeven Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx.xx, XXXX XXXXXXX of onze site nvwk.nl. Info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxx@xxxxx.xx, XXXX XXXXXXX.
H
et weekend van 17 en 18 maart 2018 Wintervogeltellingen, info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXX.
W
oensdag 21 maart 2018 vanaf 20.00 uur De algemene ledenvergadering van onze vereniging in De Zwaan te Berkenwoude (Kerkweg 2, 2825 BS). De agenda wordt gepubliceerd in de Waardvogel van februari 2018. Reserveer vast de datum, we horen graag uw inbreng! Na de pauze is er een lezing door Wilfred Reinhold over invasieve exoten. Exoten komen we overal tegen maar wanneer zijn of worden ze een probleem? Wilfried gaat het uitleggen.
H
et weekend van 14 en 15 april 2018 Wintervogeltellingen, de laatste dit seizoen. Info bij Hans Kouwenberg, XXXX XXXXXX of Peter Berger XXXX XXXXXX.
V
rijdag 15 t/m zondag 24 juni 2018 Week van de invasieve exoten. Op de ALV hadden we er een lezing over en nu landelijke aandacht. Meer info over deze week is te vinden op http://www.weekvandeinvasieveexoten.nl. d
Prettige feestdagen en een natuurrijk 2018 gewenst Bestuur en redactie NVWK Foto: Peter Stam
Race 2018 Dirk-Jan van Roest
De jaren vliegen voorbij. We zijn alweer toe aan editie 4 van de race. Waar in de vorige editie in 2013 Ton de Groot er met de winst vandoor ging, liggen alle kansen nu weer open om de roem voor de komende jaren op te strijken. d
I
n die editie waren er 19 deelnemers, werden er in totaal 199 soorten gezien waarvan Ton er 181 op zijn naam had staan, Rob van Straaten de tweede plek innam met 176 en een gedeelde derde plek met 172 soorten kwam op naam van Rudi Terlouw en Harm Blom. Prachtige aantallen. Maar kom op, dat gaan we dit jaar minstens dunnetjes over doen. De regels zijn niet ingewikkeld. Alle vogelsoorten die waargenomen worden vanaf 01-01-2018 00.00 uur tot en met 31-12-2018 23.59 uur binnen de grenzen van de Krimpenerwaard en die ingevoerd worden op krimpen.waarneming.nl tellen mee. Een kwestie van opgeven door een e-mail te sturen naar vogelwerkgroep@nvwk.nl en uren maken buiten, en de winst is binnen handbereik. Hoewel het natuurlijk een race is, staat genieten voorop. En genieten is delen, zeker bij het vinden van bijzondere gevederde bezoekers in de Krimpenerwaard. Ook de minder gevorderde vogelaar moet zeker mee doen. Het spel is uiteindelijk belangrijker dan de knikkers. Voor mij is de race in ieder geval een reden om in 2018 de Krimpenerwaard meer in te gaan, omdat de soorten die ik zie vanuit mijn huis sinds een goed jaar niet meer binnen de Krimpenerwaard vallen. Heb ik voor 2018 vast een goed voornemen.... d
Buizerd foto van de maand Maria Spruit
De buizerd is ook in de Krimpenerwaard onze meest voorkomende roofvogel en heeft een slechte naam met betrekking tot de predatie van jonge weidevogels. Dit berust echter op een hardnekkig misverstand. Onderzoeken tonen aan dat muizen het stapelvoedsel van buizerds zijn. Peter Stam, van wie we zeer geregeld prachtige foto’s toegestuurd krijgen, heeft dit op geweldige wijze vast weten te leggen. Al sluiten we niet uit dat de buizerd af en toe een weidevogelpul meepikt...
E
r zijn heel lichte en flink donkere kleurvarianten, maar een buizerd op de uitkijk behoudt door zijn ‘burgemeestersketting’ altijd een voorname uitstraling. Er broeden rond de tienduizend paren in ons land. Hoeveel er dat in de Krimpenerwaard zijn hopen we dit jaar te achterhalen door middel van het broedvogelmonitoringsproject van onze roofvogelwerkgroep (zie pag. 39). Hier broedende buizerds hebben een vast territorium. Buizerds uit Noord-Duitsland, Denemarken en Zweden overwinteren vaak in ons land. d WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
5
Foto’s: Arian van Dam
6
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Kerkuil op de voorpagina Stefan van der Heijden
De kerkuil (Tyto alba) is een van de zeven uilensoorten die we in Nederland als broedvogel kennen. Naast de kerkuil komen de oehoe, bos-, steen-, veld-, rans- en dwergpootuil voor. Vier van deze soorten komen in de Krimpenerwaard tot broeden: kerk- bos-, rans- en steenuil. In met name het najaar en de winter wil een velduil soms de waard aan doen. z
U
iterlijk en voorkomen De kerkuil heeft een kenmerkend hartvormig gezicht dat licht, bijna wit van kleur is. De ogen zijn relatief groot en zwart van kleur. De basiskleuren van de veren zijn aan de bovenzijde grijs met bruin; aan de binnenzijde licht grijs tot wit. De poten zijn behaard en zijn voorzien van vier vlijmscherpe klauwen. Er zijn twee kleurvarianten: een lichte en donkere. Het kleurverschil komt met name terug op de borst ,maar ook in het gezicht. De donkere variant heeft een grijsbruine kleur, bij de lichte variant is dit (nagenoeg) wit. De literatuur is erover verdeeld of dit nu daadwerkelijk twee aparte ondersoorten zijn. Het betreft geen ‘hard kenmerk’ als verschil tussen mannetjes en vrouwtjes, zoals soms wel wordt gedacht. Over het algemeen zijn de lichte witte uilen mannetjes en de donkere vrouwtjes, maar er komen ook lichte vrouwen en donkere mannetjes voor. Hoewel het een vrij forse vogel is, met een spanwijdte van bijna een meter, is het gewicht relatief gering: zo’n 300-400 gram. Het aantal kerkuilen neemt sinds de jaren tachtig langzaam maar zeker toe in Nederland. Wel wisselen de aantallen broedparen van jaar tot jaar. Die schommelingen worden hoofdzakelijk veroorzaakt door voedselaanbod: in muizenrijke jaren is er een hoger broedsucces; het jaar daarna zijn er meestal meer broedparen. In strenge winters met langdurig vorst en/of sneeuw sterven veel vogels met een daling van het aantal broedpaar tot gevolg. In 1979 waren er nog ca. 100 paar, in 2014 schommelde het aantal tussen de 2500 en 2700. Momenteel ligt dit aantal rond de 3000. In de Krimpenerwaard is er een enkel broedgeval bekend vanuit de jaren 80. Daarna heeft het een lange tijd geduurd voordat de waard echt goed bezet is geworden. De laatste paar jaren gaat het, mede dankzij de inzet van vrijwilligers die veel kasten controleren en bijplaatsen, hard. In 2016 waren voor het eerst dubbele cijfers nodig voor het aantal broedparen: 10 in totaal. In 2017 staat de teller tot nu toe op 13.
G
edrag Van de uilen die in de Krimpenerwaard voorkomen is de kerkuil met afstand de geheimzinnigste. Waar de andere uilen overdag nog wel waarneembaar zijn (jagend, roepend of goed zichtbaar roestend) is de kerkuil echt een nachtdier dat teruggetrokken leeft. De kerkuil wordt pas actief als het volledig donker is. Daarbij roept een kerkuil aanzienlijk minder dan bijvoorbeeld een bosuil. Om in het donker te kunnen leven zijn er fascinerende bijzonderheden aan een kerkuil te zien. Zo is de stand van de oren bijvoorbeeld asymmetrisch; het ene oor zit hoger op de kop dan de andere. Hierdoor komt geluid een fractie van een seconde eerder aan in het ene oor dan het andere. Daardoor is bijvoorbeeld de locatie van een muis exact vast te stellen. Exact;
ook al doordat een deel van het gezichtsveld door beide ogen wordt gezien (het zogenaamde binoculair zien). Hierdoor kan de uil diepten en afstanden goed inschatten. Bij de oren zitten huidplooien die kunnen bewegen. Hierdoor kan de richting van geluid extra goed worden ingeschat; de plooien dienen daarbij als een microfoon. Verder zijn de veren zo aangepast dat een kerkuil geluidloos kan vliegen. De kerkuil is erg afhankelijk van mensen: hij roest en maakt zijn nest vrijwel uitsluitend ergens binnen. Dat kan een schuur van een boerderij zijn, een oude hooiberg, een fabrieksloods maar bijvoorbeeld ook een kerk; vandaar ook de naam. Vroeger broedden er veel kerkuilen in kerken, maar tegenwoordig zijn veel openingen in kerktorens afgesloten. Dit om uilen, maar ook andere vogels te weren; die zorgen nogal eens voor overlast (aanvoer nestmateriaal, uitwerpselen, braakballen enz.). Om te proberen deze cultuurhistorie te herstellen is in 2017 in Haastrecht een kerkuilkast in de kerktoren van de Hervormde kerk geplaatst. Er wordt bekeken of we dit bij meer kerktorens kunnen doen. Van de uilen heeft de kerkuil het langste broedseizoen. Het kan in mei/juni beginnen en doorlopen tot in december. In muizenrijke jaren (zoals bijvoorbeeld nu 2017) kunnen er twee of meer legsels worden grootgebracht. Ook is het aantal gelegde eieren dan hoger dan in muizenarme jaren.
V
oedselkeuze en bedreigingen De kerkuil is van de uilensoorten de muizeneter bij uitstek. Waar andere uilen regelmatig vogels, kikkers, salamanders, wormen, kevers, enz. eten, bestaat het menu van de kerkuil hoofdzakelijk uit veldmuizen en bos- of spitsmuizen. Spitsmuizen zijn als prooi opmerkelijk, aangezien deze door andere uilen worden gemeden vanwege de smaak en geur die deze muizen hebben. Muizen zijn dus absoluut noodzakelijk voor het voortbestaan van kerkuilen, maar daarin schuilt ook een gevaar. Er wordt nog steeds muizengif gebruikt wat, via het eten van die muizen, schadelijk is voor de uil zelf. Andere bedreigingen zijn: het slachtoffer worden van verkeer (uilen jagen vaak in wegbermen), verdrinking (met name jonge vogels in drinkbakken voor vee als er geen mogelijkheden zijn om eruit te klimmen), de toename van (snel-)wegen, spoorlijnen, industrieterreinen, enzovoorts, waardoor geschikt jachtgebied verloren gaat, en het verdwijnen van geschikte broedplaatsen (sloop of blokkade van oude toegankelijke schuren, kerktorens en gebouwen).
Bronnen: ‘De kerkuil, een handleiding voor beschermers’ door Johan de Jong; www.kerkuil.com; www.uilen.info; eigen waarnemingen gedurende broedseizoen 2014-2017 z
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
7
Onder de berken Anton van Jaarsveld
Onze Waardvogel verschijnt vijf keer per jaar. Soms vind ik het fijn, als er wat meer edities zouden verschijnen. Ik zie in gedachten de redactie al denken: nee toch? Nog meer werk? Nee, zo bedoel ik het niet. Waar het mij om gaat, is dat ik soms de actualiteit mis. Ter zake: ik wil een stukje schrijven over paddenstoelen in de Heemtuin in Krimpen aan den IJssel. Maar wanneer doe ik dat? Bij aflevering vier ben ik te vroeg: dan is de bulk aan zwammen nog niet aanwezig. Bij het verschijnen van dit laatste nummer is de winter echter al gearriveerd. Ik hoop, dat je mijn kleine problematiek begrijpt. d
V
oor degene die de Heemtuin niet kent: hij ligt midden in de gemeente. De ontwerper, dr. John Polder, onderhield tot voor een paar jaar de tuin voor het grootste deel zelf, af en toe geholpen door NVWK-leden; tegenwoordig zorgt het ZuidHollands Landschap voor het onderhoud, ook geholpen door vrijwilligers. De ontwerper heeft in zijn opzet het volledige landschap van de Krimpenerwaard in minivorm verwezenlijkt, compleet met dijken, moeras, veen- en kleigrond. Interessant voor de paddenstoelen zijn daarbij de berkenpaadjes. Er zijn nogal wat zwammen die samenwerken met bomen, waarbij de zwam mineralen levert aan de boom, die omgekeerd de zwam voorziet van suikers. Zo’n zwam is de bekende vliegenzwam (bovenste foto). Ik wist vanuit het verleden, dat deze paadjes prachtige groeiplekken waren voor de soort. Andere jaren telde ik op sommige plaatsen groepen van wel 40 exemplaren. Dit jaar zag ik er veel minder, waarschijnlijk omdat ik aan de late kant was, 13 oktober, net voor dat buitengewoon warme weekend.
D
an even kijken naar een andere berkenliefhebber, ook een zogenaamde mycorrhizazwam, de berkenboleet (middelste foto). Deze heeft, anders dan de vliegenzwam geen plaatjes aan de onderzijde van de hoed, maar buisjes. De berk onderhoudt een relatie met beide soorten, dat komt meer voor in de natuur(!). De berkenboleet is eetbaar, maar ik heb wel eens gelezen dat hij radioactiviteit opneemt. Dus na de maaltijd geef je licht.
N
ummer drie in dit gezelschap is de gele berkenrussula (onderste foto). Russula’s hebben soms fraaie kleuren als rood, oranje en bruin. Een kenmerk: ze hebben plaatjes die snel kapot gaan bij aanraken. Bij deze soort kun je de hoedhuid er voor twee derde van aftrekken. Als je weet, dat er in Nederland meer dan honderd soorten russula’s voorkomen, dan begrijp je wel dat het soms moeilijk is om precies te kunnen zeggen welke soort je vóór je hebt. Vooral bij de rode soorten is dat het geval. Bij de eerste nachtvorst is het met de paddenstoelen in het algemeen gedaan. Onder de berken is het rood, bruin en geel dan ook inmiddels verdwenen, het wordt winter.
Noot van de redactie: Anton heeft besloten dat dit zijn laatste bijdrage aan de Waardvogel is in deze frequentie en in deze vorm. Hij zegt: “Dit heeft te maken met mijn fysiek. Als je minder in de natuur komt, heb je minder te melden.” Gelukkig hoeven we zijn plantenwijsheid niet helemaal te missen, hij blijft beschikbaar voor incidentele bijdragen en als vraagbaak. Dank voor vijftien jaren trouwe kopij, Anton! Mede door jouw deskundige, maar wel humorvolle bijdragen zijn we het blad geworden wat zich inhoudelijk heeft kunnen verbreden tot steeds meer aspecten van de natuur in onze prachtige Krimpenerwaard, met als gevolg ook een steeds bredere lezerskring. d 8
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Uitreiking Rabocheque Anja Mastenbroek
Op zaterdagmorgen 7 oktober werd door de heer Van Wijck van het Rabobank Stimuleringsfonds en mevrouw Plukhooij van de Rabobank Krimpenerwaard een cheque ter waarde van 500 euro overhandigd. Het Stimuleringsfonds steunt lokale initiatieven met een maatschappelijk of sociaal-cultureel doel. d
D
e cheque werd in ontvangst genomen door Jos de Nood en Gerard Rietveld, van de werkgroep ‘Vrienden van het Zwaneneiland’ in Krimpen aan den IJssel. Deze groep vrijwilligers zet zich al bijna tien jaar in voor het stimuleren van meer biodiversiteit in dit mooie park in de driehoek Zwanenkade, Vijverlaan en Heemlaan. De leden van de groep komen niet alleen uit Krimpen aan den IJssel, maar ook uit de omliggende gemeenten. Ook helpen leerlingen van Krimpense scholen een aantal keren per jaar mee. De bijdrage stelt de vrijwilligers in staat om het gereedschap te onderhouden, waarmee gehooid, gesnoeid en gespit wordt. d
Wie wil onze activiteiten helpen promoten? Anja Mastenbroek De vrijwilligersgroep ‘De Vrienden van het Zwaneneiland’ houdt zich bezig met het natuurvriendelijk onderhoud van een groot deel van het gemeentepark Zwaneneiland in Krimpen aan den IJssel.
D
e groep is op zoek naar een persoon die het leuk vindt haar in de schijnwerpers te zetten. Concreet kan dat inhouden: * Het maken van foto’s van onze activiteiten en die met een begeleidend artikeltje plaatsen in streekbladen, De Klinker, de Waardvogel e.d. * Het maken van een wervende flyer * Het maken/bijhouden van een Facebookpagina. * Het maken van een Nieuwsbrief voor groepsleden en andere belangstellenden.
U
iteraard is er ruimte voor eigen inbreng en ideeën. Als u zich op deze manier voor de groep wil inzetten, neem dan contact op met Gerard Rietveld 0180-522169 of Anja Mastenbroek 06-43415599 d WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
9
De natuur van Achterbroek Schone sloten - vuile sloten...? Wim van den Bremen De provinciale overheden willen graag weten wat de kwaliteit is van het agrarisch landschap in de loop der tijd. Daarom wordt er landelijk in diverse proefgebieden eens in de vijf jaar een inventarisatie gehouden van alle landschapselementen in een proefgebied. Er is zelfs een term voor: landschap monitoren. Dat monitoren gebeurt hier door vrijwilligers van de provinciale organisatie De Groene Motor, met behulp van een in Wageningen ontwikkelde methode. d
V
oor dat doel bezochten een collega en ik in 2016 Achterbroek, een wonderschoon gebied midden in de Krimpenerwaard. Dit is een proefgebied. Perceel voor perceel stonden we stil om op onze tablet te zien wat er vijf jaar geleden was. En wat er sindsdien is veranderd. Achterbroek wekt de indruk alsof de mensen hier graag wonen, want er is veel aandacht besteed aan de tuinen en de erven. Er wordt veel gebouwd. Veel boerderijen zijn bewoond door immigranten uit de omliggende steden. Die hebben huizen verbouwd en mooie tuinen aangelegd. Maar ook de overgebleven boeren hebben vaak veel bomen bij geplant. Dat voeren we allemaal in het systeem in.
N
atuurlijk valt het op dat we meerdere dagen door de buurtschap lopen. En intensief kijken, soms met de verrekijker. Want we moeten ons werk doen vanaf de openbare weg. Veel bewoners zijn dan ook nieuwsgierig. Als ze bij ons komen staan, leggen we ze rustig uit wat we doen en waarom. Het stelt hen gerust dat we niet voor de gemeente of het Hoogheemraadschap komen. Dat we niet bezig zijn voor nog weer nieuwe plannen. Na een aantal van dat soort gesprekken merken we dat de komst van inwoners van buiten niet altijd op prijs wordt gesteld. Die importburen maken opmerkingen over de mestgeur en de modder op de weg. En ze zijn niet echt geĂŻnteresseerd in wat de autochtone bevolking bezighoudt. In de latere gesprekken praten we daar ook over. En dat levert boeiende zaken op. Een boerin vertelt ons spontaan dat ze niet blij is met de nieuwe bewoners. Een collega boer heeft een baan moeten zoeken. Dat betekent dat zijn vrouw elke dag alleen voor
A: voorjaar, een nieuwe plant groeit uit zaad in de beschutting van oevervegetatie en wortelt in de bodem. B: zomer, de plant heeft zich stevig gevestigd, bloeit en vormt zaad C: eind zomer, de plant sterft langzaam af D: herfst: de plant zakt naar de bodem E: winter, de plant ligt op de bodem en de zaden komen vrij Bron: L.W.G. Higler, 1977: Macrofauna-cenoses on Stratiotes plants in Dutch broads 10
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
die tientallen koeien moet zorgen. Ze zucht. Het kan kennelijk niet anders. Maar we raken ook in gesprek over fruitbomen en geven enkele adviezen over planten en snoeien.
D
e weg is smal, maar we kunnen de auto parkeren op een stuk weiland dat er nogal onverzorgd bij ligt. Een oude boer wijst ons hier op de dichtgegroeide sloten. Hij vertelt dat als zijn sloten niet schoon zijn, hij meteen een aanzegging krijgt en soms zelfs een boete. Maar van deze eigenaar zal het Hoogheemraadschap het adres en het telefoonnummer wel niet hebben, zegt hij sarcastisch. Want de sloten blijven vuil. Hij vertelt van de discussies in het gebied over het onttrekken van weidegrond om daar natuurgebied van te maken. En over het pact, een overeenkomst tussen boeren en natuurorganisaties. Maar dat betekent nog niet dat de boeren tevreden zijn. Een andere oudere boer wijst ons op het natuurgebied dat tegen de buurtschap aan in ontwikkeling is, daar waar geprobeerd wordt om krabbenscheer terug te krijgen in de sloten. De waterplant die favoriet is bij nestelende zwarte sterns maakt er een comeback. Krabbenscheer is een indicator van schoon water en was in het veenweidegebied een zeldzaamheid geworden. Nuchter stelt de boer vast dat de sloten aan de landbouwkant van de weg schoon zijn. En moet je toch eens kijken naar die sloten aan de andere kant van de weg, in het natuurgebied. Het is toch een schande, zo vuil als die zijn?!
H
et pact is kennelijk nog niet geland in de harten van alle bewoners. En het woord schoon heeft niet voor niets zoveel verschillende betekenissen in onze rijke Nederlandse taal. d
Voorkomen rode Amerikaanse rivierkreeften in de Krimpenerwaard Momenteel is veel aandacht voor de uitheemse rivierkreeften (ongeveer 7 verschillende soorten). Vooral in de Krimpenerwaard komt met name de rode Amerikaanse rivierkreeft relatief veel voor (zie kaartje). De inheemse rivierkreeft is door de komst van deze Aanwezigheid van rode Amerikaanse rivierkreeften in deziekten). Krimpenerwaard nieuwe kreeften inmiddels verdwenen (gestorven aan meegebrachte De kreeften hebben een negatief effect op de waterkwaliteit. Ze knippen waterplanten los en Marc van Bemmel, in opdracht van water het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard NIEUWSBERICHT graven veel Orvion, waardoor het troebel wordt. In 2015 is onderzocht hoeveel rivierkreeften voorkwamen in de surfplas Krimpenerhout. Daar werd 1 kreeft per 3 m 2 Momenteel is er veel aandacht voor de uitheemse rivierkreeften (ongeveer 7 verschillende soorten). Vooral in de Krimpenerwaard komt met name de rode water gevonden. In 2017 is met behulp van eDNA de verspreiding van de rode Amerikaanse rivierkreeft relatief veel voor (zie kaartje). De inheemse rivierkreeft is door de komst van deze nieuwe kreeften inmiddels verdwenen (dat wil Amerikaanse rivierkreeft (RAR) in de Krimpenerwaard onderzocht. Op dertien van de zeggen gestorven aan meegebrachte ziekten). drieĂŤntwintig locaties is de RAR aangetroffen. Het lijkt erop dat de soort vooral in het zuidelijk en oostelijk deelopvan de Krimpenerwaard voorkomt, de soort de wordt. In 2015 is De kreeften hebben een negatief effect de waterkwaliteit. Ze knippen waterplanten los en graventerwijl veel waardoor het waterin troebel noordwestelijk deel afwezig In deKrimpenerhout. meeste positieve monsters is veel eDNA onderzocht hoeveel rivierkreeften voorkwamenlijkt. in de surfplas Daar werd 1 kreeft per 3 m2 water gevonden. In 2017 is met behulp van aangetroffen aanwijzing is voor dichtheden rode Op Amerikaanse rivierkreeft. eDNA de verspreidingwat van deeen rode Amerikaanse rivierkreeft (RAR) hoge in de Krimpenerwaard onderzocht. dertien van de drieĂŤntwintig locaties is de RAR aangetroffen. Het lijktde eropverspreiding dat de soort vooral in zuidelijk en oostelijk deel van de Krimpenerwaard voorkomt, terwijlwe de soort in de noordwestelijk deel Kennis over inhethet gebied is wel van belang. Zo kunnen bijvoorbeeld afwezig lijkt. In de meeste positieve monsters is veel eDNA aangetroffen een aanwijzing voor hoge dichtheden Amerikaanse rivierkreeft. Kennis voorkomen dat bagger uit de gebieden waarwatdeze kreeftis voorkomt nietrode naar een gebied over de verspreiding in het gebied is wel van belang. Zo kunnen we bijvoorbeeld voorkomen dat bagger uit de gebieden waar deze kreeft voorkomt gebracht wordt waar de soort nog niet voorkomt. Zo helpen we de kreeft niet actief bij niet naar een gebied gebracht wordt waar de soort nog niet voorkomt. Zo helpen we de kreeft niet actief bij verdere verspreiding. verdere verspreiding. Uiteindelijk kunnen we verspreiding moeilijk tegengaan. De Uiteindelijk kunnen we natuurlijke verspreiding moeilijk tegengaan. kreeften koloniseren ook over land nieuw water. Graag doe ik hierbij een oproep aan kreeften koloniseren ook over land nieuwDewater. iedereen om waarnemingen van rivierkreeften in te voeren in www.waarneming.nl. En verder is het erg belangrijk om gebieden waar ze nog niet zitten schoon te houden. Ga dus nooit met kreeften slepen!
d
Resultaten eDNA analyses van de rode Amerikaanse rivierkreeft in de Krimpenerwaard. De witte stippen geven de locaties aan waarop eDNA van de rode
Resultaten eDNA analyses rode Amerikaanse rivierkreeft in demonsterpunten Krimpenerwaard. De rode sterretjes geven de locaties Amerikaanse rivierkreeft is aangetoond. De zwarte stippen geven de overige aan waarop geen eDNA van deze rivierkreeft is aangetoond. waarop eDNA van de rode zijn Amerikaanse rivierkreeft aangetoond. De blauwe stippen geven en deeroverige Rode Amerikaanse rivierkreeften exoten en veroorzaken veelisschade aan het milieu. Ze zijn bijzonder smakelijk mag naar hartenlust op worden monsterpunten waarop geen eDNA van de rode Amerikaanse rivierkreeft is aangetoond. gevist. Op http://www.fishinginfo.eu/NL/nieuws/rivierkreeft.html staan vangmethoden en recepten. d
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
11
f Jeugd gaug Herfst Tekst: Rikus (10 jaar) en Feikje (8 jaar), foto’s: Kees Janssen
W
e gingen naar het Loetbos in Lekkerkerk, daar was een activiteit van de NVWK. We gingen in het bos naar dingen uit de natuur zoeken, die verwerkten we later in ons kunstwerkje. Kees had een paar vragen bedacht over de natuur. Die wij moesten oplossen. Na een korte tocht door het Loetbos liepen we naar een zaaltje waar we ons werkje gingen maken. We gingen op een plankje een holle boom van klei maken. In die boom konden we alle spullen die we gevonden hadden neerzetten. Zelf konden we ook nog andere dingetjes van klei maken, om op de boom te plakken. De dingen in de klei vonden we leuk staan. Het was een goed bedacht idee. Het was een geslaagde middag. d
12
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
De ransuil en de havik Aantallen broedparen in samenhang verduidelijkt Jaap Graveland De uilen in de Krimpenerwaard zijn cultuurvolgers. De steenuil, kerkuil, bosuil en ransuil broeden dicht bij de mensen omdat ze daar muizen en nestgelegenheid vinden. En bescherming tegen de havik. Dat geldt het sterkst voor de ransuil. z
J
e leest het op de sites van Vogelbescherming en Sovon: de havik is een geduchte predator van uilen. Maar tot nu toe kende ik alleen gegevens over de bosuilen in Noord-Kennemerland (http://www. vwgmidden-kennemerland.nl/index_htm_files/Bosuilen_34jaar_ geteld.pdf). Toen de havik daar rond 1992 zijn intrede deed nam het aantal bosuilparen in tien jaar tijd met meer dan de helft af. Daarna bleef de populatie stabiel en de laatste jaren lijkt hij toe te nemen. De volwassen en jonge uilen roepen bij daglicht minder dan voorheen het geval was, zodat ze minder makkelijk door de havik zijn op te merken. De twee jonge bosuilen van het broedpaar bij mijn buren hadden dat nog niet geleerd: ze riepen een paar dagen in de lichte schemer, daarna werd het stil. De havik liet zich regelmatig zien rond ons huis. Er waren muizen genoeg, dus zeer waarschijnlijk zijn de bosuiljongen niet verhongerd, maar in de havikmaag verdwenen. Op de landelijke uilendag in Meppel presenteerde Bert Jan Bol gedetailleerde gegevens over zijn 25 jaar (!) lange onderzoek aan de ransuil rond Spaarnwoude, en het effect van de komst van de havik daar. Waardevolle gegevens voor de Krimpenerwaard.
L
ocatiekeuze en nestkeuze Bert Jan volgt de ransuilen sinds 1990, als bijvangst bij zijn onderzoek aan de torenvalk. In die periode vond hij 345 ransuilnesten. Van die nesten bevond 5-10% zich op begraafplaatsen, meer dan 30% in het uitgebreide recreatiegebied van Spaarnwoude, 5-10% in bomen en struiken vlak langs snelwegen, 25-30% bij boerderijen, ca. 15% in woonwijken en 5-10% in volkstuinen. Ransuilen maken zelf geen nest maar gebruiken oude nesten van andere soorten. Eksternesten bleken het meest gewild: ca. 85% van de ransuilen gebruikte eksternesten, nog geen 10% kraaiennesten en 5-10% kunstnesten. Die kunstnesten waren platte manden zoals die wel eens worden aangeboden voor locaties waar natuurlijke nesten schaars zijn. Bert Jan raadde het gebruik ervan af: de bodem rot er vaak uit, zodat de broedpoging kan mislukken, de uil zit in weer en wind en het overall resultaat is minder dan in natuurlijke nesten. Dat laatste kan ook liggen aan de uilen zelf, want misschien worden de nesten wel alleen gebruikt door minder ervaren of minder gezonde uilen die geen natuurlijk nest kunnen vinden. Maar voorzichtigheid is dus geboden. En doorgaans zijn er genoeg eksternesten beschikbaar. Sporadisch broedden ransuilen in nesten van andere soorten: sperwer, blauwe reiger, houtduif en buizerd (allemaal één maal). De afhankelijkheid van eksternesten is niet zo gek: eksters zijn talrijk en maken steviger nesten dan kraaien. Dus eksternesten overleven de elementen beter dan kraaiennesten. De afhankelijkheid van eksternesten verklaart ook de binding van ransuilen aan mensen: eksternesten bevinden zich meestal bij boerderijen, omdat daar veel voedsel beschikbaar is.
K
euze van bomen 30-35% van de ransuilnesten zat in meidoorn, 25% in grove
den en 15% in populieren. Dat hangt natuurlijk deels af van het aanbod aan bomen en struiken, maar het illustreert dat ransuilen graag broeden in bomen en struiken die bescherming bieden tegen predatoren. En het laat de waarde van meidoorns zien. We adviseren erfeigenaren vaak om meidoorns aan te planten en deze flink uit te laten groeien of in een groep aan te planten. Zo ontstaat een slecht doordringbare wirwar van gedoornde takken waarin vogels veilig kunnen nestelen. De populariteit van meidoorns bij ransuilen illustreert dit.
E
ffect van havik op locatiekeuze Het broedsucces van de ransuil was in het open gebied (recreatiegebied Spaarnwoude, begraafplaatsen en snelwegen) lager dan in bewoond gebied (boerderijen, woonwijken, volkstuinen). Volgens Bert Jan komt dat door de concurrentie om voedsel. Vóór 2000 bevonden bijna alle nesten zich in het recreatiegebied, in de periode 2000-2006 ca. 50% en na 2006 bevonden bijna alle nesten zich in bewoond gebied. Deze verandering viel samen met de komst en uitbreiding van de havik in het gebied. Door de vestiging van de havik in Spaarnwoude nam het aantal ransuilen daar met 77% af. De totale populatie nam maar met 24% af, door de verdubbeling van het aantal broedparen in de bewoonde omgeving. Bert Jan ging er niet op in, maar de afname van de ransuil kan op drie manieren door de havik worden beïnvloed: ransuilen worden gegeten door de havik, mijden plekken met haviken en hebben misschien minder eksternesten ter beschikking omdat de havik ook eksters eet. Zelf zag ik een keer een havik door de tuin van de buren ijlen met een luid schreeuwende ekster in zijn klauwen en zes scheldende eksters er achter aan. Al met al een boeiende presentatie. De resultaten van de onderliggende studie zijn ook relevant voor de Krimpenerwaard. z
Welkom in het Reestdal
Verblijf in een van de drie ‘heidehuisjes’ met een eigen vogelkijkhut ‘de Tuuregluur’ grenzend aan het natuurgebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten. Raven praten in de verte en in het voorjaar jodelt hier de wielewaal’. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
13
Stadsvogels Een nieuw project van de NVWK Jaap Graveland De erfvogelwerkgroep wil de kernen in. De meeste maatregelen voor erven in het buitengebied zijn ook prima in de kernen uit te voeren. Met simpele aanpassingen zijn tuinen, openbaar groen en gebouwen geschikt te maken voor tal van vogelsoorten. We werken samen met Operatie Steenbreek. Dat is een initiatief om de verstening van stad en dorp te beperken om wateroverlast na felle buien te voorkomen. Ons motto is: meer natuur dicht bij huis. d
E
r broeden tientallen vogelsoorten in onze kernen, waaronder een aantal bijzondere of schaarse soorten. In Krimpen aan den IJssel, het meest verstedelijkte deel van de Krimpenerwaard, broeden bijvoorbeeld de bosuil, de ransuil, de gierzwaluw en sinds 2016 de spectaculaire slechtvalk. Én er wonen veel mensen, veel meer dan in het buitengebied. Door aandacht te gaan geven aan stadsvogels kunnen we ook meer mensen bij de natuur om hen heen betrekken.
B
eplanting en gebouwen Werichtenonsopdebeplantingendegebouwen.Bijbeplanting gaat het uiteraard om de tuinen, maar ook om openbaar groen en beplanting op terreinen van volkstuinverenigingen, bedrijven enz. En bij gebouwen gaat het om woningen, kantoren en fabrieken. Het enige slechtvalkenbroedpaar in de Krimpenerwaard zit op een hoog fabriekspand en de schaarse zwarte roodstaart broedt voornamelijk op oude fabrieksterreinen. Deze voorbeelden illustreren dat ook ogenschijnlijk onaantrekkelijke bebouwing juist goed kan samengaan met bijzondere natuur. Maar daar moet je vaak wel wat voor doen.
A
ctueel Stadsvogels staan in de belangstelling. Vogelbescherming heeft al jaren een stadsvogelconsulent in dienst en vierde vorig jaar een tienjarig jubileum van zijn stadsvogelproject. Rond deze tijd gaat de film ‘De wilde stad’ in première. Deze film van de makers van ‘De nieuwe wildernis’ (de Oostvaardersplassenfilm) laat zien welke dieren ondertussen bezit genomen hebben van de stad, hoe ze zich aanpassen, en wat je voor deze soorten kunt doen. Bij de film is ook een lespakket ontwikkeld voor de basisschool. Veel steden waaronder Rotterdam, Delft en Zoetermeer hebben stadsecologen in dienst of huren deze in, en het fenomeen ‘voedselbos’ is in opkomst. Steeds meer mensen wonen in steden en een steeds groter deel van hen zich wil inzetten voor natuur in de stad. Tuintelling.nl werd in 2015 opgericht en de teller voor het aantal deelnemers staat al op 11.000. [NB: op Tuintelling. nl voer je naast vogels ook vlinders, libellen, andere insecten, zoogdieren, amfibieën, spinnen en wat je maar ziet in, red.] Als onderdeel van het klimaatbeleid moet de bebouwde omgeving in 2050 energieneutraal zijn. Het betekent dat de komende decennia miljoenen woningen (beter) moeten worden geïsoleerd. Daarom is zojuist de ‘Gedragscode Natuurinclusief Renoveren’ ontwikkeld. Als je werkt volgens de gedragscode mag je buiten het kwetsbare seizoen schuil- en nestplaatsen van vogels en vleermuizen verstoren of verwijderen. De gedragscode schrijft mitigerende of natuurversterkende maatregelen voor. De
14
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
NVWK wil hier voorlichting over gaan geven. Kortom, we zijn precies op tijd.
O
peratie Steenbreek Een andere aanleiding is de waterhuishouding. Dat lijkt vergezocht, maar is het niet. Het klimaat verandert, de aarde warmt op. Daardoor verdampt er meer water en worden de zomerbuien feller. Tegelijkertijd neemt het bebouwde oppervlak toe en kiezen veel bewoners voor tegels in plaats van planten omdat ze opzien tegen onderhoud of niet weten wat ze kunnen planten. Het resultaat is dat het regenwater na een flinke bui niet in de bodem wordt opgenomen maar bijna direct in het riool komt. Het riool kan dat niet aan, het water belandt in de overstort en het huishoudelijk afvalwater komt vanuit het riool in het oppervlaktewater terecht. Dat kan ernstige watervervuiling opleveren, met als gevolg stank, ongedierte en blauwalgen. Terwijl de waterschappen en gemeenten juist hun best doen het water schoner te krijgen. Dit is nu eens een milieuprobleem met een simpele oplossing: een deel van die tegels er uit, en planten er in. Onder de naam Operatie Steenbreek (http://www.operatiesteenbreek.nl/) proberen gemeenten en bewoners het tij te keren. Krimpen aan den IJssel neemt deel aan dit initiatief.
W
at zijn we van plan? We gaan voorlichtingsavonden en lezingen houden voor bewoners en geïnteresseerde organisaties zoals volkstuinverenigingen, groepen van bedrijven en groenvoorzieners. Daarin laten we zien welke diersoorten er leven in de kernen en laten we geschikte plantensoorten zien die vogels voedsel, nestgelegenheid en beschutting geven. Verder geven we tips over natuurinclusief renoveren, door aangepaste gevelstenen en dakpannen die vogels en vleermuizen nest- en schuilgelegenheid bieden. Het is allemaal niet zo ingewikkeld en elders in het land wordt dit al met succes toegepast. De presentaties zetten we op de site zodat iedereen het nog eens kan naslaan. Een appartementencomplex met bomen en struiken zoals op de foto is vooralsnog toekomstmuziek, maar met bescheiden middelen is ook al veel te bereiken: koolmezen nestelen soms in nestkasten op de twaalfde verdieping van een flatgebouw. We hebben contact gezocht met de bouwwereld en hen gevraagd of we een presentatie kunnen geven op een van hun netwerkbijeenkomsten. Als dit niet kan benaderen we een aantal van hen rechtstreeks. Daarnaast organiseren we in het voorjaar een aantal stadsvogelexcursies. Doel daarvan is te laten zien en horen
hoeveel vogelsoorten er voorkomen en te laten zien welke beplanting voor vogels geschikt is. Tot slot gaan we bij voldoende belangstelling een stadsvogelcursus opzetten, een variant van de erfvogelcursus die we al drie jaar geven. We gaan voorlopig alleen in Krimpen aan den IJssel aan de slag. Omdat daar de meeste mensen wonen en de Operatie Steenbreek daar al actief is. Als het hier eenmaal aanslaat kunnen we in andere kernen verder.
D
oe mee De lezingen en excursies worden aangekondigd in de Waardvogel, op de site, op facebook en we versturen een persbericht naar de kranten. We hopen natuurlijk op veel belangstelling! Verder willen we graag ons team van vier mensen uitbreiden, want dan kunnen we meer doen. Veel mensen denken: maar ik weet zo weinig. Het belangrijkst zijn: nieuwsgierigheid en enthousiasme; die twee zijn veel doorslaggevender dan kennis. Binnen de erfvogelwerkgroep hebben we al veel kennis, en we hebben een groot netwerk. Dus als we zelf iets niet weten zijn er genoeg anderen, zoals specialisten bij Vogelbescherming, stadsecologen en vleermuisdeskundigen. Zelf kunnen we een stadsvogelcursus geven; Vogelbescherming biedt een cursus tuinconsulent aan. Kortom, binnen een jaar kun je bewoners adviseren. Daarom: meld je aan als het je een leuke uitdaging lijkt.
J
e kunt zelf nu al aan de slag Ja, dat kan. Op de site van Vogelbescherming Nederland staan veel nuttige tips en links waarmee iedereen zo aan de slag kan. Zeker driekwart van alle plantensoorten die wij aanbevelen voor erven, zijn ook in tuinen toepasbaar. Kijk hiervoor eens rond op https://www.nvwk.nl/werkgroepen/erfvogelwerkgroep. Je vindt er onder andere een uitgebreide plantenlijst, met tips over toepassing en met een aanduiding voor overige waarden, want planten kunnen naast hun waarde voor vogels ook een sierwaarde hebben en onkruid onderdrukken. We horen graag van jullie! De initiatiefnemers: Jaap Graveland, Imelda Kloosterman, Ingrid Stiemsma, Jacqueline Veltman, Stef van Walsum. d
Links: verticaal tuin–appartementencomplex vol bomen en struiken in Milaan (een dergelijk ‘verticaal bos’ staat in Utrecht op stapel in het stationsgebied: ‘Wonderwoods’); Rechtsboven: bosuil op de torenklok in Berkenwoude, foto: Arian van Dam; Rechtsonder: pimpelmees in bont nestkastje, foto: Jaap Graveland
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
15
Tel. 06-30580440
Heeft u een PGB en bent u op zoek naar een zorgverlener? Mijn naam is Anneke de Bruin. Als Zelfstandig Zorg Professional bied ik met Care2manage zorg bij u thuis: verpleging, verzorging en begeleiding. Aandacht, kennis en inlevend vermogen kenmerken Care2manage. Werken met en voor mensen is wat ik het liefste doe!
I: E: T:
www.care2manage.nl info@care2manage.nl 06 43 46 85 88
Waardvogel – december 2015
13
Strategische Visie Vliegend van start Joke Colijn Op 11 april van dit jaar was de presentatie van de Strategische Visie Krimpenerwaard. Gedurende de afgelopen zomer en najaar hebben de raden van beide betrokken gemeenten en de provincie Zuid-Holland zich uitgesproken om van start te gaan met het uitvoeren van een aantal ideeën uit de Visie. De diverse instanties die betrokken zijn, zich betrokken voelen of betrokken moeten worden bij realisatie van plannen hebben de tijd gehad om zich te beraden. Zo ook de NVWK. Wij hebben zowel de gehele Visie als de uitgebreide reactie van de NVWK erop, op onze site gepubliceerd onder Nieuws. Op maandag 27 november was een bijeenkomst gepland uit naam van commissaris van de koning van Zuid-Holland, Jaap Smit, met alle deelnemers aan de drie groepen participanten (ondernemers, boeren en bewoners) die hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de Visie. Voor het eerst waren ook twee natuurorganisaties uitgenodigd: het Zuid-Hollands Landschap en de NVWK. De uitnodiging door Jaap Smit was gesteld namens de Waardcommissie Krimpenerwaard, die het hele proces heeft bewaakt en initiatiefnemer mevrouw Riek Bakker heeft begeleid in het proces. De Waardcommissie bestond uit Jaap Smit, Sybilla Dekker, Chris Kalden en Wim Kuijken. De bijeenkomst was in de Raadzaal van Krimpen aan den IJssel en burgemeester Martijn Vroom heette ons welkom. d
D
e bijeenkomst was bedoeld als kennismaking met de ‘Verkenner’ in het gebiedsproces Krimpenerwaard, mevrouw Sybilla Dekker. Mevrouw Dekker is een zeer welbespraakte, energieke dame die vooral bekendheid kreeg door haar positie als minister van VROM in de kabinetten Balkenende II en III. Zij heeft van de Waardcommissie de opdracht gekregen om een ‘Strategische Agenda Krimpenerwaard’ op te stellen, die medio 2018 gereed moet zijn. Alvorens een plan van aanpak op te stellen, wilde zij volgens de uitnodiging eerst van gedachten wisselen met de betrokken burgers, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en de landbouwsector die betrokken waren bij de ontwikkeling van de Strategische Visie Krimpenerwaard. En nu dus ook met de natuurorganisaties.
M
evrouw Dekker organiseerde daarom deze plenaire bijeenkomst. Tijdens de bijeenkomst stelde zij zich voor aan de deelnemers en gaf een eerste schets van de aanpak van de Verkenning, samen met de heer Peter van Rooy, die zal fungeren als projectleider/secretaris. Zij wilde ons als de maatschappelijke vertegenwoordigers vooral ook de gelegenheid bieden om aan te geven op welke wijze we in de totstandkoming van de ‘agenda’ betrokken willen worden. Mevrouw Dekker stelde zich eerst voor en gaf aan dat zij zich gekwalificeerd voelde om de komende uitdaging aan te gaan, ze noemde als voorbeelden diverse projecten waarbij zij eerder betrokken was. Peter van Rooy vulde aan en noemde ook diverse projecten waarbij hij een leidende rol speelde. Peter van Rooy was zo eerlijk om toe te geven dat niet elk project succesvol kan worden afgerond – soms blijft een plan na tien jaar alsnog in de bespreekfase steken; geheel afhankelijk van de inzet en doelstellingen van deelnemende en betrokken partijen. Mevrouw Dekker nam het voortouw door voor te stellen dat van elk van de betrokken leden van de drie groepen vertegenwoordigers, én van de natuurorganisaties, slechts één persoon de groep zou vertegenwoordigen in de bijeenkomsten van de zogenaamde Tafel van Verkenning. Dat was niet helemaal het idee zoals was genoemd in de uitnodiging, namelijk dat we zelf konden aangeven op welke wijze we betrokken willen worden. Aan de bijeenkomsten van die Tafel nemen behalve deze
vier personen voorts deel zijzelf als voorzitter, Peter van Rooy als secretaris en prof. Riek Bakker in een adviserende rol. De voeding door en terugkoppeling naar de achterban kan op diverse manieren worden ingevuld: bijvoorbeeld frequent met een klankbordgroep en regelmatig naar de hele groep.
V
ervolgens wilde mevrouw Dekker met een eerste conceptplan gereed zijn vóór de komende gemeenteraadsverkiezingen, zodat de plaatselijke politiek zich speerpunten kan toe-eigenen. Dat is heel wat eerder dan het ‘medio 2018’ uit de uitnodiging; het wordt hard werken vóór maart 2018! Er werd afgesloten met een vragenrondje en de opdracht om uit ieders midden één vertegenwoordiger te kiezen. Het zal zeker nog niet eenvoudig zijn om bijvoorbeeld uit onze zeer diverse bewonersgroep één representatieve persoon te kiezen, die de gehele inbreng van de bewoners kan en wil vertegenwoordigen. Misschien is dit zelfs wel onmogelijk – we zullen zien. Binnenkort volgen hierover de bijeenkomsten van de participanten-groepen.
H
et is onze missie als NVWK om zowel de zaken in de Visie waarover wij ons grote zorgen maken maar ook de onderwerpen die wij ondersteunen, goed en op tijd binnen te krijgen op de Tafel van Verkenning. Het zal naar verwachting een flinke dobber worden voor mevrouw Dekker om dit project tot een goed einde te brengen – maar ze begon in elk geval heel monter aan de klus. d
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
17
Afsluitavond weidevogelseizoen Bernard de Jong
Kievit en grutto waren natuurlijk al lang vertrokken, maar op donderdag 2 november vond in De Zwaan te Berkenwoude de jaarlijkse Afsluitavond van het Weidevogelseizoen plaats. Het tweede jaar van het beheer onder het nieuwe ANLb stelsel zit er op; hoe is het de weidevogels dit jaar vergaan? Onder het genot van een gebakje en een kop koffie opende coördinator Klaas de Mik de avond met een presentatie over de resultaten van het afgelopen seizoen. d
T
en opzichte van 2016 waren de resultaten toch wat tegenvallend, door niet altijd duidelijk aanwijsbare oorzaken. Daarom stelde Klaas aan de aanwezige Weidewachters de vraag wat er volgens hen anders was dan vorig jaar. Er blijken soms verschuivingen te zijn van broedlocaties door verandering in landgebruik, bijvoorbeeld als maïsland verdwijnt of juist wordt gecreëerd. De meningen over maïsland zijn verdeeld, maar vooral kievit en scholekster worden er toch sterk door aangetrokken. Ook het weer speelde waarschijnlijk een rol: half maart was het erg warm en begonnen de vogels met broeden, terwijl er half april juist een dip zat in de temperatuur. Waarschijnlijk hebben veel jonge kuikens het toen niet gered door kou en/of voedselgebrek. Ook lijken minder vogels daarna een tweede legsel te hebben gemaakt, wat ook een daling in het aantal gevonden nesten geeft. Binnen het ANLb is er samen met het collectief wel een verbeterslag gemaakt als het gaat om het aanpassen van beheer bij de deelnemende agrariërs. We weten beter van elkaar wat er mogelijk is en de lijntjes zijn korter. Daardoor kan er sneller geschakeld worden en kan beheer tijdens het seizoen worden aangepast, natuurlijk met als doel om meer kuikens groot te laten worden. Dit is een positieve ontwikkeling!
I
erbeterplan ‘Brede aanpak weidevogels’ Toch begint ook in de politiek steeds meer door te dringen dat er meer nodig is om de weidevogels te behouden. Daarom is er vanuit de Provincie Zuid-Holland een bedrag van 3,66 miljoen euro ter beschikking gesteld voor inrichtingsmaatregelen die het leefgebied van de weidevogels moeten verbeteren. Bernard de Jong
n de pauze vertoonde Joep Vermaat spectaculaire beelden van steltkluten met jongen, opgenomen met een zogenaamde ‘cameraval’. In de Krimpenerwaard broedden enkele paartjes steltkluut, zeer bijzonder (zie ook pag. 24)! Na de pauze was het tijd voor de uitreiking van de wisseltrofeeën voor de Weidevogelboer en de Weidewachter van het Jaar. Marinus Rooken reikte namens het ACK de trofee voor Weidewachter van het jaar uit aan Carla Zantinge en Hennie van Buren. Met hun jarenlange inzet en nauwkeurige invoer van gegevens leveren zij een belangrijke bijdrage aan de weidevogelbescherming. Bovendien ringt Hennie de jonge vogels; mede vanwege de spectaculaire stunts die ze uithalen om die te vangen verdienen ze deze trofee! Daarna was het de beurt aan Klaas de Mik om de trofee voor Weidevogelboer van het Jaar uit te reiken. Deze prijs ging naar Cees en Patrick Verhagen. Zij doen vrijwel alle bewerkingen op het land zelf en houden daarbij de weidevogels nauwlettend in de gaten. Er wordt veel gedaan voor de weidevogels en de afgelopen twee jaar mocht ook de Weidesafari weer bij het gastvrije bedrijf worden gehouden. Deze trofee is hen van harte gegund! De bijbehorende oorkondes krijgen de winnaars thuisgestuurd. d
Marinus Rooken reikt de trofee voor Weidewachter van het Jaar uit aan Hennie van Buren, foto: Maria Spruit
Klaas de Mik reikt de trofee voor Weidevogelboer van het Jaar uit aan Cees en Patrick Verhagen, foto: Jaap Graveland
V
18
vertelde hoe de verschillende partijen in de provincie de afgelopen maanden aan de slag zijn gegaan om een Verbeterplan te schrijven voor hun gebied. Voor de Krimpenerwaard zijn dit het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard, het Zuid-Hollands Landschap en natuurlijk de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard. Ook valt een stukje van de Lopikerwaard in de provincie Zuid-Holland, zodat het ANV Lopikerwaard ook aanschoof.
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Pilot kruidenrijk grasland
Joke Colijn
Al geruime tijd schrijven we over de voordelen van kruidenrijk grasland. Niet alleen voor weidevogels, maar ook voor de agrariër. We hebben al in 2015 een studie van Rob Geerts op de site gezet die de mineralengehaltes laat zien bij diverse vegetaties op diverse grondsoorten, in vergelijking met monoculturen als Engels raaigras (zie www.nvwk.nl/werkgroepen/vogelwerkgroepen/ weidevogelwerkgroep en dan de pdf ‘Kruidenrijk Grasland’ aan de rechterkant). Het eiwit gehalte in kruidenrijk gras viel in de studie lang niet zo laag uit als gedacht in vergelijking met Engels raaigras, terwijl de diergezondheid toenam door de mineralen- en vezelrijke mengsels. Deze studie wordt uitgevoerd op de grondsoorten klei en zandgrond, maar voor veen is het resultaat nog vrij onduidelijk. Wel duidelijk is inmiddels dat realiseren van kruidenrijk grasland op jarenlang zwaar bemest veen een enorme uitdaging is. Denk bijvoorbeeld aan de Idylle in het Loetbos; die is ingezaaid op percelen die al meer dan twintig jaar door Groenservice Zuid-Holland waren beheerd op de manier van maaien en afvoeren, om de bodem te verarmen. Iedere deelnemende partner aan het project was eind 2015 vol vertrouwen dat de kleurige kruiden nu toch zeker de gelegenheid kregen om te ontkiemen. Echter het tempo waarin dat gebeurt hebben we flink overschat: de zo gewenste bloemrijke weiden komen uiteindelijk wel, maar heel moeizaam tot stand. De capillaire werking in het veen blijft de schier oneindige hoeveelheid fosfaten (voedingsstoffen) omhoog stuwen, waardoor grassen sneller groeien dan de gewenste kruiden bij een zaadbodem van grassen en kruiden. Ook na lichte bodembewerking wint het gras. En als het gras eenmaal hoger staat, krijgen de zaden van kruiden niet meer het benodigde licht om te ontkiemen. Doorzaaien op (= zaad strooien over) een bestaande grasmat werkt om dezelfde reden ook niet goed.
D
ubbele doelstelling Gelijktijdig met de voorstellen in het Verbeterplan Weidevogels voor een pilot om vast te stellen hoe we toch in korte tijd (streeftijd drie jaar) kruidenrijk grasland kunnen realiseren, heeft de gemeente Krimpenerwaard in samenwerking met het Louis Bolk Instituut en PPP Agro Advies een project ‘Gezonde bodem, gezonde koeien’ opgestart. Zie voor een verslagje het Nieuwsbericht op onze site van 20 september jl. Totaal onwetend van dit feit stond in het Verbeterplan Weidevogels van ACK, ZHL en NVWK ook een pilot project voor kruidenrijk grasland genoemd. Op de valreep kwamen we erachter dat de inloopmiddag op 14 september was, bij Mart-Jan Verkaik in Ouderkerk. Er waren veel geïnteresseerde boeren aanwezig. Het regende dat het goot, dus het symbolisch inzaaien op die dag moest worden uitgesteld. Vijf boeren hadden een deel van hun land ter beschikking gesteld voor de pilot, die wordt begeleid door wetenschapper Nick van Eekeren van het Louis Bolk Instituut. Voor de NVWK waren Bernard de Jong en ikzelf aanwezig, van het ACK gaf Mariëlle Oudenes acte de présence. Bijzonder vond ik het feit dat hoewel een aantal van de boeren in het pilotproject ook bewust aandacht heeft voor weidevogelbescherming, niemand op het idee was gekomen dat deze doelstellingen weleens perfect te combineren konden zijn. Heel fijn is, dat nu de voordelen van een kruidenrijk perceel voor de agrariër, uit de agrarische hoek zelf komen. Mariëlle had een zesde gemotiveerde boer meegenomen die zich ter plekke aanmeldde voor het project; deze agrariër had juist wel als doelstelling het weidevogelbelang. Mariëlle en ik konden met Nick afspraken maken over het integreren van de doelstelling ‘weidevogels’ in de pilot.
G
ezonde bodem, gezonde koeien Waarom wil men in dit project kruiden toevoegen in het bestaande grasbestand? Daarover staat in de uitgereikte flyer veel zinnigs wat ik heb gebruikt in onderstaande tekst. In de bodem verbeteren kruiden de benutting van stikstof zodat er minder stikstof in de vorm van nitraat uitspoelt. Ook verbeteren kruiden de draagkracht door de wortelstructuur en verbeteren ze de eiwitopbrengst van het totale gewas. De mineralen, vezels, sporenelementen en anti-oxidanten in de kruiden zorgen voor een betere spijsvertering, waardoor de koe bij een gemiddelde bijmenging van 25-30% kruidenrijk gras door het Engels
raai-kuilgras nog dezelfde melkgift heeft, terwijl de diergezondheid aanmerkelijk hoger is. De geurige grassen en kruiden in het mengsel maken dat de koe graag eet. De al dan niet aanwezige soorten kruiden bepalen mede de diverse mineralengehaltes. Een melkveehouder kan zo kosten besparen (veearts, aankoop mineralenkoeken, luzerne) en heeft door gezondere koeien minder problemen en minder stress. Kruiden zoals smalle weegbree en diverse vlinderbloemigen blijken goed voor de gezondheid van de koe en bevorderen de weerstand. Verder spelen veel kruiden een rol in de droogtetolerantie van een gewas. Kortom, elke melkveehouder zou kruidenrijk grasland moeten hebben: 1.Hogere opname, meer melk 2.Ideaal voor droge koeien 3.Kruiden zijn gezond 4.Kruiden bieden structuur voor de herkauwer 5.Kruiden zijn goed voor de biodiversiteit, bieden weidevogelkuikens insecten en schuilmogelijkheden. Kruidenrijk grasland zorgt zo voor mens, dier en een fraai platteland.
V
ragen en praktijkervaringen Er zijn vanuit de agrarische sector nog veel vragen te beantwoorden over hoe de kruiden succesvol te integreren in het bestaande grasland op veen. Welke periode van het jaar kan men het best doorzaaien of juist herinzaaien? Welke kruidenmengsels doen het goed op veen? Is het beter om kruidenrijk land te maaien of om te beweiden? En kan men beter helemaal niet bemesten of juist wel maar dan weinig? Het zou erg mooi zijn als bij dit soort overwegingen het weidevogelbelang kan worden meegewogen. Melkveehouder: “Onze koeien eten 2 kilo droge stof per dier per dag extra.” Melkveehouder: “De structuur en natuurlijke mineralen komen ten goede aan de gezondheid van het vee. Een gezonde en duurzame melkveehouderij die in balans is geeft meer plezier in het werk en meer tijd voor het gezin.” Vleesveehouder: “De smaak van kruidenrijk grasland vind je terug in het vlees.” Er worden vijf proefvelden bij Mart-Jan Verkaik aangelegd met diverse kruidenmengsels. De gegevens hiervan worden door Nick van Eekeren bijgehouden en gepubliceerd. Wij vinden dit project een prachtige ontwikkeling en houden vinger aan de pols! d WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
19
Knotwilg beschadigd door klepelen, foto: Jaap Graveland
Knotwilg met zijtakken aan de stam, foto: Jaap Graveland
Ruige berm met ridderzuring, kruldistel, grote brandnetel en zwarte mosterd, foto: Maria Spruit 20
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Ecologisch bermbeheer Kan het beter, en hoe dan? Jaap Graveland De Krimpenerwaard heeft tientallen kilometers wegberm. Het Hoogheemraadschap (HHSK) beheert daarvan het grootste deel. De NVWK en HHSK kijken of de natuurwaarde van bermen kan worden verhoogd door aanpassing van het beheer.
D
e bermen vormen vaak waardevolle natuur. Voorbeelden daarvan zijn de bermen langs het fietspad langs de Berkenwoudse Boezem en langs het aansluitende fietspad door het Loetbos. HHSK heeft in 2000 bermen langs 11 wegen (voornamelijk fietspaden) als ecobermen aangewezen. De meeste worden tweemaal per jaar gemaaid en het maaisel wordt afgevoerd om de bodem te verschralen en zo de kruidenrijkdom te verhogen. HHSK doet dat alleen als het effectief is: dus bij brede bermen, waar geen bomen staan (bladval verrijkt de bodem), en die goed toegankelijk zijn voor machines. Een deel van deze bermen wordt gemaaid door agrariërs die het gras gebruiken voor hun vee.
K
lepelen Verreweg de meeste andere bermen worden twee keer per jaar geklepeld. Bij klepelen slaat een ketting het gewas kapot en blijft het liggen. Die werkwijze heeft een aantal nadelen: het kapotslaan en laten liggen van het gewas verrijkt de bodem, de bodem wordt soms beschadigd en de stammen van de knotwilgen in de berm worden nogal eens geraakt. Door het voortdurend verrijken van de bodem blijven de bermen hoofdzakelijk uit grassen en een paar hoge ruigtekruiden bestaan, zoals akkerdistel, harig wilgenroosje, brandnetel en fluitenkruid, Ze zijn weinig kruidenrijk en de waarde voor vlinders en andere insecten is daardoor beperkt. De ecobermen zijn veel kruidenrijker en bevatten soms schaarse of zeldzame soorten zoals ratelaar en rietorchis.
B
odemverstoring Bodemverstoring leidt tot kieming en uitbreiding van pioniersen storingsoorten zoals akkerdistel, brandnetels en heermoes. Dat was afgelopen jaar goed zichtbaar voor ons huis. De weg was op veel plekken opnieuw geasfalteerd en in de bermen was her en der klei toegevoegd voor versteviging en ophoging. Binnen een paar maanden trad op die plekken een explosie van kamille, heermoes, akkerdistel, brandnetel en ridderzuring op. Door constant maaibeheer zonder bodemverstoring verdwijnen deze soorten weer. Ook dat was bij ons goed zichtbaar. Heermoes is een vroege soort, maar heeft smal blad en wordt niet hoog. Grassen die de kans krijgen zich te ontwikkelen kunnen heermoes snel weg concurreren. Dat bleek toen in de loop van de zomer de grassen de heermoes begonnen te overgroeien. De heermoes verdween geleidelijk onder het gras.
M
aaien en afvoeren gunstig voor natuur en agrariërs: initiatief van Vlinderstichting en LTO Akkerdistels en brandnetels zijn vanuit natuuroogpunt waardevolle soorten. De bloemen en zaden van de distels zijn geliefd bij insecten en vogels, de brandnetel is de waardplant van vier van onze meest talrijke dagvlinders. Maar boeren zitten er niet op te wachten, en de natuurwaarde van een kruidenrijke berm
die wordt gemaaid is hoger dan die van een geklepelde berm. Daarom gaan de LTO, de Vlinderstichting en Floron in NoordNederland samen een pilot uitvoeren. Agrariërs, die net als in de Krimpenerwaard vaak het beheer namens een waterschap (of een gemeente) uitvoeren, gaan de bermen maaien in plaats van klepelen en het maaisel afvoeren.
E
n in de Krimpenerwaard? Er komt steeds meer aanbod van gras uit natuurgebieden dus het animo van boeren om de bermen te maaien neemt af. En de kosten van composteren nemen toe. HHSK wil het ecologisch beheer met maaien wel voortzetten en is vanuit zijn duurzaamheidsdoelstelling aan het onderzoeken of het gemaaide gras voor andere doeleinden kan worden gebruikt. Rijkswaterstaat heeft bijvoorbeeld afspraken gemaakt om karton te laten maken van het maaisel. Met een maaizuigcombinatie is het maaisel in principe goed af te voeren. Misschien kan het aantal ecobermen dan zelfs worden uitgebreid. Tot slot blijven het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard en de NVWK zoeken naar mogelijkheden om met de boeren naar een bedrijfsvoering toe te werken die meer rekening houdt met natuurwaarden. Mogelijk neemt de vraag naar gras uit de bermen dan toe.
B
etere zorg voor de knotwilgen, ook door bewoners Een verbetering die hopelijk snel kan worden doorgevoerd is om bij het klepelen meer afstand te houden tot de knotwilgen. De meeste uitvoerders zijn zich er niet van bewust dat ze de stammen en bodem beschadigen en kennen de gevolgen niet goed. Daarom heeft de NVWK met het HHSK afgesproken in het vroege voorjaar een presentatie te verzorgen over de betekenis van knotwilgen en kruidenrijke bermen voor de biodiversiteit in onze mooie waard. Ook de bewoners kunnen een bijdrage leveren. Want vaak zijn zij verantwoordelijk voor het onderhoud van de knotwilgen in de bermen. Het wilgenknotten gebeurt tegenwoordig vooral met een kettingzaag. Dat gebeurt vaak heel ruw en de takken worden vlak langs de stam afgezaagd. Daardoor raakt de knot beschadigd, kan daarop niet meer uitlopen en gaat inrotten. Het beste is om bij het zagen een stukje tak ter lengte van de takdikte op de knot te laten staan, dan krij je een mooie knot. Ook wordt vaak te lang gewacht met knotten. De takken worden dan te groot, breken af bij wind en scheuren de stam uit elkaar. Wilgen knotten is doorgaans eens in de drie à vier jaar nodig. En nog iets: een knotwilg vormt vaak zijtakken langs de stam. De groei daarvan gaat ten koste van de knotvorming en de boomvorm. Je ziet overal wilgen met zijtakken aan de stam. Dus ik sluit af met een oproep: pak twee keer per zomer een snoeischaar en haal die takken weg. Of nog beter: trek de jonge scheuten naar beneden weg, dan loopt de stam daar niet meer uit. Het is vijf minuten werk. De wilgen en hun bewoners zullen u dankbaar zijn. d WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
21
Genieten van planten Varens in de winter Foto’s en tekst: Stef van Walsum Dit jaar zijn er enorm veel plantensoorten waargenomen, waaronder maar liefst 35 nieuwe soorten voor de Krimpenerwaard! Maar aan elk plantenseizoen komt een eind. Toch kan je zelfs in de herfst en wintermaanden genieten van planten. d
P
lanten verliezen hun mooie kleurrijke uiterlijk en de meeste verdwijnen helemaal onder grond in de koude wintermaanden. Varens zijn daarbij een uitzondering, zelfs in de winter kan je deze planten nog tegenkomen. Deze prachtige sporenvormende planten groeien voornamelijk op beschaduwde bosondergronden, in rotsspleten, muurspleten en soms zelfs op bomen. Op oude wilgen, elzen en eiken in het Loetbos heb je kans om de eikvaren (3) tegen het lijf te lopen. In de duinen en op de oostelijke zandgronden groeit deze varen voornamelijk op de grond, maar hier in de Krimpenerwaard komt hij alleen maar voor op bomen. Planten die op andere levende planten groeien maar hier geen voedsel uit onttrekken noemen we ‘epifyten’.
en oude dorpstraatjes. Voer ze in op www.krimpen.waarneming. nl of geef de ze door via planten@nvwk.nl. 1. Tongvaren en muursla. 2. Schubvaren op een tuinmuurtje in Gouda. 3. Epifytische eikvaren op zomereik 4. Muurvaren 5. Steenbreekvaren in de Ouderkerkse Dorpsstraat 6. Dubbelloof 7. Smalle ijzervaren tussen basaltkeien van de IJsseldijk
1
R
otsachtige gebieden kennen wij hier niet; een heleboel varens die van nature in rotsspleten groeien, hebben in de oude stads- en dorpskernen een nieuwe geschikte biotoop gevonden waar zij zich thuis voelen. Bijzondere varens, zoals steenbreekvaren (5), tongvaren (1), naaldvaren en schubvaren (2) groeien bij ons tussen de voegen van oude kademuren, huizen en tuinmuurtjes. In de oude Flora en faunawet waren veel van deze zeldzame ‘muurplanten’ beschermd. Sinds de nieuwe Natuurbeschermingswet, die 1 januari 2017 is ingetreden, is van alle muurplanten alleen de schubvaren (2) nog beschermd. Deze zeer zeldzame varen is tot zo ver nog nooit in de Krimpenerwaard gesignaleerd, al wel bij onze buren in Gouda waar hij op een tuinmuurtje groeit.
D
at een zeer zeldzame soort nog nooit eerder is gevonden hoeft nog niet te zeggen dat hij er niet voorkomt. Zo fiets ik al minstens tien jaar door de Dorpsstraat van Ouderkerk aan den IJssel en afgelopen winter ontdekte ik pas dat alle oude huizen vol zitten met muurvarens (4). Tot mijn verrassing ook een steenbreekvaren (5) in een smal steegje, bijzonder! Andere opmerkelijke varens in de Krimpenerwaard zijn dubbelloof (6) en smalle ijzervaren (7). Dubbelloof is een varen die eigenlijk alleen maar op de zandgronden in het oosten van het land en plaatselijk in de duinen voorkomt. Dat de soort inmiddels op drie verschillende plekken in de Krimpenerwaard is gevonden is dus heel bijzonder. Hoe het komt dat dubbelloof de droge zandgrond heeft ingeruild voor een natte veenbodem is nog steeds onbekend. Een andere bijzondere vondst is een smalle ijzervaren tussen de basaltkeien van de IJsseldijk. In 1992 werd de eerste smalle ijzervaren van Nederland in Rotterdam gevonden. Inmiddels zijn er al meer dan 50 locaties in heel Nederland bekend en sinds dit jaar dus ook een plek in de Krimpenerwaard.
O
ok op zoek naar muurplanten? Hotspots zijn de kademuren van Schoonhoven, Gouda, de Hervormde Kerk in Haastrecht
22
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
3
5
6
2
4
7 WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
23
Steltkluten Twaalf ‘prima ballerina’s’ in de Krimpenerwaard Tekst: Maria Spruit, foto’s Menno Kuiper In 2017 zijn er een aantal opvallende broedgevallen geweest in de Krimpenerwaard. Er hebben drie paar lepelaars gebroed, waaraan we een artikel wijdden in de Waardvogel van september 2017. Verder is er voor het eerst een broedgeval geweest van purperreigers en van een paartje zilverreiger. Voor het derde jaar hebben nu steltkluten gebroed. In 2008 was het eerste broedgeval, vorig jaar het tweede en dit jaar waren er zelfs drie broedparen. Deze broedgevallen waren in een vroeg stadium al bekend bij de vogelwerkgroep van de NVWK, maar in verband met mogelijke verstoring hebben we ons genoodzaakt gezien deze broedgevallen stil te houden. We hopen dat u hier begrip voor heeft; bekendmaken leidt in het ergste geval tot diefstal van eieren of pullen; maar verstoring om bijvoorbeeld die ene succesfoto te kunnen maken kan ook al funest uitwerken. In dit artikel vertellen we wat meer over het broedgeval van de steltkluten. d
I
n de mediterrane gedeelten van Europa is de steltkluut een algemene verschijning. Steltkluten broeden in zoetwatermoerassen en andere plas-dras gebieden. Van plantenresten maken ze een verhoogd nest, waarin meestal vier eieren gelegd worden. Na 25 dagen komen de eieren uit, waarna de jongen meteen hun eigen voedsel bij elkaar gaan scharrelen, onder bewaking van hun ouders. De vogels overwinteren in Noord-Afrika, soms in Zuid-Europa.
N
iet broedende stelkluten worden in Nederland van april tot september gezien in plas-dras gebieden en gelden als zeldzame waarnemingen op waarneming.nl. Als broedvogel staat de steltkluut te boek als ‘bijzonder’. Sinds 1931 broeden steltkluten in Nederland, maar niet elk jaar. Er zijn jaren dat er geen broedgevallen zijn, afgewisseld met jaren waarin er tientallen broedparen zijn. Er is een verband te zien tussen zeer droge voorjaren in Zuid-Europa en het aantal broedende stelkluten in Nederland. Waarschijnlijk zoeken de steltkluten in die jaren hun heil verder naar het noorden. Broedgevallen in Nederland leveren helaas weinig vliegvlugge jongen op. Het broedgebied van de steltkluut schuift langzaam op naar het noorden, mogelijk door de klimaatverandering. Sinds de jaren negentig broeden er duidelijk meer stelkluten in Nederland dan voorheen.
V
oor zover bekend is de Krimpenerwaard vereerd met zes broedgevallen. Op waarnemingen.nl is te vinden dat er één in 2008 was, één vorig jaar en dit jaar dus zelfs drie paar. Ook in 2015 is er een broedgeval geweest. Dit is stilgehouden door de terreinbeheerder. Helaas heeft die maatregel geen resultaat opgeleverd, want het nest is met eieren en al geroofd. Wanneer u bedenkt dat er in 2016 in heel Nederland 26 paartjes gebroed hebben dan kan men wel concluderen hoe bijzonder drie broedgevallen in het beperkte gebied van de Krimpenerwaard zijn. Op 15 april werd de eerste steltkluut gezien, op 17 april werden 2 steltkluten waargenomen, op 27 april waren het er al 3 en er bleken op 6 mei zelfs 8 steltkluten aanwezig te zijn! Twee steltkluten zijn weer vertrokken en de verdere zomermaanden waren er 3 paar steltkluten aanwezig in twee dicht bij elkaar gelegen gebieden! De eerste jonge steltkluut gezien werd op 9 juni gezien door
24
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Menno Kuiper.
O
p 1 juli berichtte Menno ons het volgende: “29 juni heb ik met succes gezocht naar het koppel met drie pullen. Zoals ik vermoedde trof ik ze aan, met minstens twee pullen (foto 1). Ik herkende de man van dit stel aan de opvallende zwarte streep over kop en nek (foto 2). De vrouw zat regelmatig in het grasland op de uitkijk (foto 3, met een tureluur). Toen de vogels de lucht ingingen voor een overvliegende kleine mantelmeeuw, was er opeens een derde vogel. Zo kwam ik het tweede koppel vogels op het spoor (foto 4 en 5) met ook minstens twee iets grotere pullen (foto 6). De pullen zijn lastig te zien en te vinden vanwege de weelderige oevervegetatie. De vogels hebben dus na het broeden een rustige en beschutte plek opgezocht voor de jongen. Tezamen met het stel wat een paar honderd meter verderop zit, komt zo het aantal op zes adulten en in ieder geval zes pullen in dit gebied, dus minstens twaalf ‘prima ballerina’s. De opnameafstand varieert van 150 tot 300 meter. De foto’s zijn genomen vanaf de paden.”
V
erdere monitoring door de beheerder van het gebied heeft tot de conclusie geleid dat bij twee paar steltkluten 1 jong vliegvlug geworden is. Bij het derde paar zijn 2 jongen vliegvlug geworden. Zoals gezegd leiden weinig broedgevallen tot vliegvlugge jongen, dus dit is werkelijk een zeer bijzondere gebeurtenis. d
1
2
3
4
5
6
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
25
Euro Birdwatch 2017 een terugblik Max Ossevoort
De Euro Birdwatch vond dit jaar plaats op 30 september en ook de NVWK nam daar aan deel. Het doel van dit evenement is wereldwijd aandacht te schenken aan vogels en hun leefgebieden. Hierdoor ontstaat meer draagvlak voor beschermingsactiviteiten in de verschillende deelnemende landen, omdat de aantalstrends van vogels door bedreigingen in de voor hen noodzakelijke biotopen weer eens voor het voetlicht worden gebracht. Ook kan Euro Birdwatch ertoe bijdragen dat meer mensen geïnteresseerd raken in vogels. De Euro Birdwatch is daarnaast een uitstekende gelegenheid om het belang van Nederland voor trekvogels nog eens te benadrukken. Van de site van Vogelbescherming: “Elk najaar tellen vogelaars in heel Europa de trekvogels wanneer miljoenen vogels richting het zuiden vliegen, een spectaculair fenomeen. In Nederland coördineert Vogelbescherming de Euro Birdwatch al meer dan 20 jaar, samen met de mensen achter de uitstekende website www.trektellen.nl. De Euro Birdwatch is een initiatief van BirdLife International.” d
H
oe verliep het in de Krimpenerwaard? De NVWK heeft bij de Hoekse Sluis een telpost. De meeste vogelsoorten volgen in het najaar de Lek in zuidwestelijke richting en steken dan verder naar het westen de rivier over, dus dan is dat een prima plek om de vogels te kunnen tellen. Voor het aanbreken van de dag waren de NVWK-leden Dirk-Jan van Roest, Mieke Verwaal, Kees Janssen en ondergetekende druk met het opzetten van de telpost en werd er gesproken over de kansen die konden leiden tot een succesvolle dag. Spannend blijft namelijk altijd hoe het weer zich zal ontwikkelen. De zwakke tegenwind uit het westen zou er waarschijnlijk wel voor zorgen dat de vogels niet al te hoog vlogen, maar er was ook regen voorspeld. Dan stoppen de meeste vogelsoorten met hun zuidelijke reis en gaan over tot foerageren. Al snel na aanbreken van het daglicht , zo rond 07.00 uur, werden de eerste soorten gespot en in de periode tot ongeveer 11.30 uur waren het vooral grauwe ganzen, aalscholvers, wulpen en vinken die in getallen boven de 100 voorbij kwamen. En toch waren het weer de gele kwikstaarten, graspiepers, boerenzwaluwen en een enkele sijs die ons enthousiasme verder aanwakkerden. Tussendoor kwamen ook andere leden een tijdje meetellen en dat zorgde voor extra gezelligheid. Na 11.30 uur begon het helaas te regenen en werd het aantal vogels wat over trok snel minder, waardoor werd besloten om vroegtijdig te stoppen. Jammer, maar misschien volgend jaar beter. Uiteindelijk stopte de score (zie ook http://www.trektellen.org/count/ view/120/20170930) op precies 1400 exemplaren verdeeld over 26 soorten trekvogels en 22 soorten vogels die als ter plaatse werden gemeld, waaronder 8 goudplevieren, 1 ijsvogel en 2 koereigers, wat toch ook niet alledaagse soorten zijn.
vink (24.726) en 3 graspieper (19.436). Een aantal bijzondere waarnemingen verspreid over Nederland waren 5 bladkoningen, 1 velduil, 5 visarenden, 1 grauwe pijlstormvogel, 1 vale pijlstormvogel, 4 roodkeelpiepers, 1 porseleinhoen, 1 draaihals, 1 kuifaalscholver, 1 roerdomp, 1 roze spreeuw, 1 ortolaan en 1 bokje. Kijk, dat zijn soorten die wij hier in de Krimpenerwaard weinig of nooit zien. Daarnaast was er veel aandacht van de pers voor het evenement, en dat is óók waar het om gaat: aandacht voor de vogels, de jaarlijkse trek en de problemen die zij onderweg ontmoeten. In die opzet zijn we met zijn allen goed geslaagd.
E
n hoe verliep het in Europa? Uiteindelijk deden 41 landen mee, waarbij in totaal meer dan 23.000 mensen geteld hebben. De stand op 5 oktober, met nog niet de gegevens van alle landen binnen, resulteerde in 4.064.206 getelde vogels. Finland (1.285.000 vogels), Zweden (980.000) en Hongarije (479.054) namen daarvan (zoals bijna gebruikelijk) het leeuwendeel voor hun rekening. Nederland volgt op enige afstand, op de vierde plek (met dus het totaal aan trekkende en pleisterende vogels van 246.189). Enkele ornithologische hoogtepunten zijn o.a. een woestijntapuit in Finland, een blonde ruiter en een Radde’s boszanger in Zweden, een bruine boszanger in Italië en een Eleonora’s valk in Bulgarije. Het meedoen levert niet alleen nuttige cijfers op, maar is ook een leuke bezigheid en we kijken daarom al weer uit naar 2018, wanneer de Euro Birdwatch gehouden zal worden op 6 oktober. d
H
oe verliep het in Nederland? De regen was een echte spelbreker en met name in het zuiden van het land moest er vroeg gestopt worden. Dat zorgde er o.a. voor dat er ongeveer 100,000 vogels minder werden geteld dan in voorgaande jaren. Verdeeld over heel Nederland telde men op 144 posten en dat leverde een totaal van 246.189 vogels op, bestaande uit 199 soorten. De top drie: 1 spreeuw (77.687), 2
26
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
V.l.n.r.: Mieke Verwaal, Dirk-Jan van Roest en Kees Janssen, foto: Max Ossevoort
Lezing over ganzen Rinus Anker
Dinsdag 10 oktober waren een tiental leden van de NVWK bijeen in de Zwaan in Berkenwoude voor een lezing van Albert de Jong, werkzaam bij Sovon en actief als teller in de Alblasserwaard. Hij legde uit dat voor ganzen Nederland een geliefde pleisterplaats is, gelegen aan de Noord Atlantische trekbaan vanuit Siberië naar de kusten van Europa. d
E
iwitrijk voedsel, grote wateren en een mild klimaat hebben de populatie getelde ganzen in Nederland in de laatste 25 jaar van 500.000 ganzen vervijfvoudigd naar 2,5 miljoen ganzen in de winter. De meeste zijn grauwe ganzen, maar Canadese ganzen, brandganzen en kolganzen staan ook hoog in de lijst. Met wat geluk en geduld zijn ook toendrarietgans, taigarietgans, kleine rietgans en dwerggans te spotten. Op www.geese.org zijn ganzen individueel te volgen. Door het aflezen van de ring kun je zien waar de gans de vorige keren waargenomen is. Het is indrukwekkend dat dit via de huidige techniek mogelijk is. Verder kan de Birdseye app (www.birdseyebirding.com) voor vogelaars hierbij heel handig zijn. Ook voor knobbelzwaan, kleine zwaan en wilde zwaan is het in de winter een goed vertoeven in ons land. Wij kregen informatie over hoe ganzen en zwanen te determineren zijn en waar we specifiek op kunnen letten. Als we beter weten wat de kenmerken zijn kunnen we die kennis bij onze waarnemingen meenemen. De broedgebieden, vertrekdata en vervroeging van de seizoenen onder invloed van klimaatverandering kwamen aan de orde en ook de interessante discussie of het terugbrengen van de fosfaatlast door de agrariërs terug te vinden zal zijn in een afbuigende lijn van aantallen vogels welke hier overwinteren. Al met al een reden om nog meer te gaan tellen; het gebied rond Achterbroek is nog vrij, dus wie snel reageert kan dat gaan tellen. d
Grote zilverreigertelling Dirk-Jan van Roest
Zaterdagavond, 21 oktober, was voor dit seizoen alweer de eerste van de drie tellingen. Op negen plaatsen in de Krimpenerwaard werd fanatiek geteld. En met succes. Sovon kopte in haar nieuwsbericht op 3 november al ‘Topaantallen grote zilverreiger, wordt het een witte kerst?’. Dat laatste zou natuurlijk mooi zijn. Terwijl ik nu typ vallen de dikke sneeuwvlokken naar beneden. Wie weet! d
T
erug naar de Krimpenerwaard en 21 oktober. We telden in totaal 282 grote zilverreigers die daadwerkelijk hun slaapplaats invlogen. En een vermoedelijke 25 die we er aan zouden kunnen toevoegen. Alleen die 282 zijn voor ons in de Krimpenerwaard al een record (voor zover ik de historie terug kan vinden). Erg leuk, en een motivatie om te blijven tellen. Naast de negen plekken die we nu tellen zijn er ongetwijfeld nog andere plekken in de Krimpenerwaard waar mogelijk slaapplaatsen zijn van grote zilverreigers. Mocht u tegen de schemer grote(re) groepen grote zilverreigers zien, dan horen we graag waar u die gezien heeft zodat we mogelijk nieuwe slaapplaatsen aan de lijst kunnen toevoegen.
I
s uw interesse gewekt om een keertje mee te tellen? De twee volgende tellingen voor dit seizoen vinden plaats op 23 december 2017 en 24 februari 2018. Het tellen begint tegen de schemer en duurt totdat het te donker wordt om nog iets waar te nemen. Voor meer informatie of mogelijke slaapplaatsen kan er met mij contact opgenomen worden via vogelwerkgroep@ nvwk.nl. d
Grote zilverreiger, foto P eter Stam
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
27
Insectenaanbod Onderzoek naar broedsucces van de boerenzwaluw met Universiteit van Nijmegen Jaap Graveland De afname van de biodiversiteit (insecten!) in het landelijk gebied krijgt momenteel veel aandacht van de politiek en in de media. De Universiteit van Nijmegen doet hier onderzoek naar, Nick Hofland is de trekker van het onderzoek. In een landelijk project worden insecten geteld en het broedsucces van de boerenzwaluw bepaald. De onderzoekers zouden graag de Krimpenerwaard als onderzoekslocatie toevoegen. De NVWK wil deelnemen aan het onderzoek omdat het ons veel kan leren over de situatie in de Krimpenerwaard. Wie wil hier aan meedoen? Voorkennis is niet nodig, in het project krijg je de kneepjes van het vak geleerd. Grijp je kans en help de boerenzwaluw! d
A
fname insecten De meeste lezers zullen er wel van gehoord hebben: in Duitsland hebben vrijwilligers de afgelopen 25 jaar insectenvallen geplaatst in een groot aantal natuurgebiedjes in het landelijk gebied en jaarlijks gemeten hoeveel insecten daarin terecht kwamen. Recent heeft de universiteit van Nijmegen de gegevens geanalyseerd. Daaruit bleek dat de totale gewicht van insecten in die vallen met 75% was afgenomen. Er kon geen relatie worden gelegd met landgebruik en klimaatverandering. Maar het is al langer bekend dat het intensieve landgebruik tot een afname van insecten leidt in het landelijk gebied. Dat is echter lastig te bewijzen omdat Nederland geen ‘insectenmeetnet’ heeft. Er zijn bijna alleen goede langjarige gegevens Boerenzwaluwjongen in nest, foto: Nick Hofland van vlinders en libellen. Verder krijgen neonicotinoïden die planten tegen insectenvraat beschermen de laatste tijd veel aandacht. Het is een nieuwe groep bestrijdingsmiddelen met een zeer effectieve, systemische werking: zaden (bijv. mais) worden ermee behandeld, het gif komt in de plant en alle insecten die van de plant eten gaan dood. Een groot probleem is dat onlangs is ontdekt dat die middelen erg persistent zijn, makkelijk van de zaden afspoelen of via achterblijvende plantenresten in de bodem terecht komen. Hier worden ze maar zeer traag afgebroken. Vervolgens komen insecten en andere ongewervelde dieren hier op verschillende manieren mee in aanraking. Uit recent onderzoek blijkt dat al hele lage Boerenzwaluwjongen uitgevlogen, foto: Nick Hofland doses van deze pesticiden het gedrag van de insecten veranderen en hun gezondheid aantasten zodat ze hogere concentraties neonicotinoïden in het water. eerder dood gaan. Vooral de vergiftiging van bijen krijgt veel aandacht omdat die zo belangrijk zijn voor de bestuiving. Omdat nderzoek in de Krimpenerwaard insecten een belangrijke bron van voedsel zijn voor veel vogels Insecten kunnen afnemen door gif, door intensief kan dit ook voor de vogels grote problemen opleveren. In een landgebruik of door andere oorzaken. De belangen zowel voor eerdere studie toonde de Universiteit van Nijmegen al aan dat economie als voor natuur zijn groot dus er is goed onderzoek insectenetende vogelsoorten sneller afnemen in gebieden met nodig naar de vogels en de insecten. De universiteit van Nijmegen
O
28
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
is daarom gestart met een eigen onderzoek in Nederland. Daarvoor worden de vogels gebruikt waarvan de afname sterk gerelateerd leek aan de neonicotinoïdengehaltes én die talrijk genoeg zijn om goed te onderzoeken: de boerenzwaluw en de spreeuw. Het onderzoek loopt nu twee jaar en vindt plaats op tientallen locaties verspreid door het land, onder andere bij Reeuwijk. Maar de onderzoekers zoeken nog meer locaties in het veenweidegebied. De Krimpenerwaard lijkt heel geschikt: een intensief gebruikt graslandgebied met een grote populatie boerenzwaluwen. Bovendien lopen er nu een aantal initiatieven om bermen, dijken en graslanden kruidenrijker en insectenrijker te maken. We willen van de boerenzwaluw nestlocaties, legselgrootte, aantal uitgekomen en uitgevlogen jongen en conditie van de jongen bepalen. Het onderzoek gebruikt insectenvallen, die wekelijks worden geleegd. Van de gevangen insecten worden door de onderzoekers soortgroepen, aantallen en gewichten bepaald. De precieze opzet en de werkverdeling tussen vrijwilligers en onderzoekers bepalen we als duidelijk wordt dat dit project kans van slagen heeft. Bij een goede opzet en met voldoende deelname kun je met simpele middelen veel bereiken. Rudi Terlouw werkt al jaren met plakstrips om een beeld van het insectenaanbod te krijgen en bereikt daar goede resultaten mee. Het zou mooi zijn om dit uit te breiden, en vergelijkingen te kunnen maken tussen verschillende soorten erven en jaren.
E
r is al een goede basis Het sluit ook mooi aan bij Atlasproject van Sovon, waar NVWK-leden en anderen drie jaar lang vogeltellingen voor hebben uitgevoerd. De resultaten komen nu beschikbaar zodat we een goed beeld van de verspreiding en aantalsontwikkeling van de boerenzwaluw en andere soorten krijgen. Rudi Terlouw is bezig met een Avifauna van de Krimpenerwaard waar zeer veel aanvullende gegevens in komen. En de NVWK heeft de afgelopen jaren de meeste nestlocaties van de boerenzwaluw in
Insectenval foto: Nick Hofland
beeld gebracht (resultaten 2015 in Waardvogel februari 2016). Via het erfvogelproject en de samenwerking met boeren in het Agrarisch natuurbeheer zijn er veel contacten met erfeigenaren.
W
e hebben extra handen nodig Kortom, we zijn er helemaal klaar voor. Het is belangrijk onderzoek en een mooie kans voor de NVWK om te leren hoe je zo’n project opzet. En we zijn natuurlijk heel benieuwd wat het oplevert. Maar het is heel simpel: dit onderzoek kunnen we alleen doen als mensen bereid zijn om broedgegevens van de zwaluwen en insectengegevens te verzamelen. Vogelkennis is niet zo belangrijk. Het belangrijkst zijn enthousiasme en de bereidheid om hier een jaar aan mee te werken. Er komen voldoende instructiebijeenkomsten en minstens eenmaal per jaar is er een dag met presentaties van de resultaten overal uit het land. Dus pak deze kans, het is leerzaam, de boerenzwaluw is een prachtige, karakteristieke soort voor de Krimpenerwaard en verdient alle steun. Heb je interesse of vragen, stuur me dan even een mail: xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx of bel: XX XXXXXXXX. d
Stilte
Tekst en illustratie: M. Bersma Stilte is afwezigheid van geluid. Toch hoor ik vogels zingen en het geruis van de wind door de boomtoppen, het blaffen van een hond op een boerenerf, een snatende eend in de bekroosde sloot. Ik hoor de stilte, de weldadige stilte van de natuur die vol is van kleine geluiden, waar je je kunt ontspannen in een wereld van geur en kleur, waar de levenskracht van de wisselende seizoenen je inspiratie en energie geeft. d WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
29
30
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Kansenboek Zwarte Stern Nieuw leefgebied in de Krimpenerwaard Jan van der Winden, Rudi Terlouw en Jan de Jong De Krimpenerwaard is landelijk een topgebied voor de zwarte stern omdat maar liefst 5-10 % van de nationale populatie in het voorjaar in de polders van Lekkerkerk tot Vlist neerstrijkt. Deze fraaie vogelsoort staat symbool voor het karakteristieke landschap van Zuid-Holland met brede sloten, kruidenrijke graslanden afgewisseld met poelen. In feite het oer-Hollandse veengraslandschap met een hoge biodiversiteit. d
H
et Streekfonds Krimpenerwaard heeft met haar partners de zwarte stern gekozen als ‘beeldmerk’. Deze vogel symboliseert de grote mate van samenhang van de verschillende projecten die op initiatief van het Streekfonds door de Natuurcoöperatie Krimpenerwaard, de agrarische natuurvereniging Weidehof waaronder het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard ressorteert, en het Zuid-Hollands Landschap de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Denk aan natuurvriendelijk baggeren, uitleggen nestvlotjes door vrijwilligers van de NVWK en het ZHL, broedputten, herstel krabbenscheer en natuurlijk een goed afgestemd beheer van agrariërs en het Zuid-Hollands Landschap. De beloning is een langzaam herstellende populatie zwarte sterns in de Krimpenerwaard. Deze sierlijke vogel profiteert van het heldere, visrijke water, de rust om te broeden, nestvlotjes en krabbenscheervelden die broedgelegenheid bieden en tenslotte goed beheerde oever- , water- en graslandvegetaties met volop insecten. Het Streekfonds is er trots op dat de partners en vele ondernemers en vrijwilligers de afgelopen periode met zoveel energie samen aan de slag zijn gegaan voor deze bedreigde vogel van de Rode Lijst. Dit komt het draagvlak voor het investeren in het landschap van de Krimpenerwaard ten goede. Daarom heeft het Streekfonds in 2017 een volgende grote stap gezet, namelijk het laten opstellen van een meerjarenplan waarbij de populatie zwarte stern kan doorgroeien van ca. 150 naar 250 broedpaar in een periode van 10 jaar. Dit zogeheten Kansenboek Zwarte Stern is inmiddels gereed.
I
n de eerste fase van het Kansenboek zijn alle gebiedspartijen geïnterviewd om de kennis en betrokkenheid optimaal te benutten. In het plan is een tweedeling gemaakt voor een soortenrijk veenlandschap en voor een cultuur-natuur veenlandschap. Soortenrijk veenlandschap is een veenlandschap met een hoge biodiversiteit en bestaat uit polder met hoge, en bij voorkeur flexibele waterpeilen, natte laagtes, heldere, visrijke wateren, rust om te broeden krabbenscheer- of gele plompvelden. Het cultuur-natuur veenlandschap lijkt op het huidige landschap maar de sloten zijn helderder en dieper en in de omgeving liggen bloemrijke insectenrijke oever- , water- en graslandvegetaties. Voor een ordegrootte van 250 broedpaar zal in minimaal drie polders jaarlijks een aantal van minimaal 20-30 paar moeten broeden in soortenrijk veenlandschap en daaromheen zal het leefgebied verbeterd moeten worden op plekken waar cultuurlandschap verweven is met natuur.
I
n het Kansenboek staat achtergrondinformatie over de aantalsontwikkeling van de sterns, maar ook over hun voedsel en gedrag. In de belangrijkste hoofdstukken worden
knelpunten gepresenteerd die uiteraard gevolgd worden door concrete oplossingen. Voor verschillende gebiedspartijen en grondeigenaren zijn kansrijke deelprojecten uitgewerkt. Dat zijn oplossingen die variëren van structurele herinrichting en optimalisatie van polders die bijvoorbeeld voor de NNNuitwerking in aanmerking komen. Maar ook kleinschalige initiatieven om oevers af te vlakken of zwarte stern broedputten aan te leggen worden in voorbeelden en via beeldmateriaal gepresenteerd. Voor belangrijke zaken als de toegenomen predatie van legsels en kuikens worden oplossingen aangedragen.
V
rijwilligers die aan de slag willen kunnen ook aanbevelingen en suggesties vinden voor hun werk. Er staan concrete kansrijke plekken in waar nestvlotjes zeer welkom zijn in het gebied. Tevens wordt een voorzet gemaakt voor de toekomstige coördinatie van bescherming en monitoring van de aantallen. De projecten en ideeën zijn per deelgebied/polder uitgewerkt in panklare inrichtingsplannen met kostenraming. Het Kansenboek moet nadrukkelijk ook andere partijen inspireren om de komende jaren tot uitvoering over te gaan. Daarom heeft het Streekfonds het plan formeel aangeboden aan de betrokken partijen, waaronder naast de agrarische- en natuurbeheerders ook de provincie, het waterschap en de Stuurgroep Krimpenerwaard. Het goede nieuws is dat er gelijk in 2017 al extra zwartesternprojecten in polder Beijersche zijn uitgevoerd en dat het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard mede op basis van het Kansenboek subsidieaanvragen heeft ingediend voor nog meer projecten. Zo maakt het Kansenboek een vliegende start!
H
et Kansenboek met fraaie inrichtingsschetsen is te downloaden via de website van het StreekFonds Krimpenerwaard, maar staat ook als download op de NVWKwebsite: www.nvwk.nl/actueel/nieuws onder het nieuwsbericht van 30 september over de uitreiking van het Kansenboek. d
Bron illustratie: http://www.avibirds.comdereprijs
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
31
Verbeterplan Weidevogels, hoe nu verder? Joke Colijn In het vorige nummer van de Waardvogel stond een artikel over dit onderwerp. Het Plan is geschreven in samenwerking met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK; vooral gebiedscoördinator Mariëlle Oudenes heeft er ontzettend veel tijd in gestoken), het Zuid-Hollands Landschap (ZHL; Regiohoofd Veenweiden Ninouk Vermeer heeft bijgedragen) en de NVWK. Ons hele Weidevogelteam heeft zich ingezet voor een degelijk plan met goed uitvoerbare voorstellen. In het artikel werden achtergronden belicht van deze maatregelen voor weidevogels, waarvoor gedeputeerde Han Weber in ZuidHolland 3,6 miljoen uit het Plattelandsontwikkelingsprogramma ter beschikking heeft gesteld, POP3. Dit is “het derde Europese subsidieprogramma voor het ontwikkelen, verduurzamen en innoveren van de agrarische sector in Nederland” (www.rvo.nl). De in het artikel genoemde kennisbank bestaat uit vier ‘wijze mannen’ die kunnen praten en rekenen met boeren die natuurmaatregelen op hun land zouden willen implementeren. Deze heren hebben ook advies uitgebracht over de Verbeterplannen aan Gedeputeerde Staten en de betrokken ambtenaren. De plannen of delen van plannen met een positief advies zijn door een ter zake kundige mevrouw Kok in het juiste format gegoten voor de POP3-aanvraag. Nu is het wachten op een toezegging of afwijzing; dat kan wel maart 2018 worden. d
P
OP3 subsidievoorwaarden Maart?!? Dat is toch veel te laat om nog kruidenrijk in te zaaien, greppelplas-dras (langzaam!) op te zetten, voor andere inrichtingsmaatregelen? Inderdaad, en dat is reuze frustrerend, want daarmee zou weer een seizoen verloren zijn. Bovendien en dat is nog erger, heeft slechts een minimaal deel van de voorstellen een positief advies meegekregen; alleen die voorstellen zijn dus ingediend. Dat heeft verschillende oorzaken. Ten eerste staan in elk van de Zuid-Hollandse plannen voorstellen die niet voor financiering uit de POP3 in aanmerking komen. Ten tweede is de onderbouwing van sommige voorstellen niet goed geformuleerd om binnen de POP3 voorwaarden te kunnen worden gehonoreerd. Veel van zulke op zichzelf goede voorstellen staan ook in ons plan. Dit kon gebeuren omdat de randvoorwaarden voor POP3 niet goed waren gecommuniceerd door de provincie. Onder de enorme tijdsdruk waaronder de provincie toch dit seizoen van start wilde met het proces van verbeteringen, waren allerlei aspecten nog niet goed ingevuld. Fijn is wel dat alle betrokken organisaties (dus ook de vrijwilligers in de personen van Jaap Graveland en mijzelf) hebben kunnen meedenken en inbreng hadden tijdens de vorming van het proces; maar zoals bij elke haastklus, loop je dan gaandeweg tegen de zaken aan die nog niet of niet goed geregeld zijn. Zo kwam het Beoordelingskader Verbeterplannen door het kennisteam pas af op 16 oktober, dus bijna een maand nadat de Verbeterplannen al waren ingediend. Inmiddels is wel toegezegd dat er volgend jaar een vervolg op dit proces komt, zodat we in 2018 opnieuw en dan beter geformuleerd, een aanvraag kunnen indienen. Gelukkig zijn de voorstellen die nu niet voor POP3 in aanmerking kwamen, niet gelijk onder de mat geveegd. Er is dit jaar immers door het Rijk 40 miljoen gereserveerd voor weidevogels. Omdat weidevogels lang niet in alle provincies broeden, zal daar per weidevogel-provincie best een substantieel deel van overblijven. Hoe we daar op in kunnen spelen en op welke termijn is ons niet duidelijk, maar de nu geparkeerde goede voorstellen zullen daarin een rol spelen. Graag horen we op korte termijn hoe dat vorm krijgt. Bij de huidige uitingen van goede wil door de provinciale
32
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
overheid blijft overeind dat vrijwillige deelname door boeren en vrijwillige weidevogelbescherming te weinig garanties bieden voor structurele oplossingen. Ook de monitoring van de resultaten zal gestandaardiseerd moeten worden; nu hebben alle collectieven resultaten aangeleverd die verzameld zijn uit per gebied verschillende tel- en monitoringsmethoden. Dat maakt het wel heel ondoorzichtig om te kunnen vaststellen waar het slecht, beter of goed gaat en al helemaal onmogelijk om gebieden met elkaar te vergelijken. Een uniforme monitoring zal ons pas kunnen vertellen welke maatregelen in welke gebieden een positief effect hebben op de weidevogelstand, en dus ook waar het geld het best besteed kan worden. Jaap Graveland maakt zich bij de provincie heel sterk voor eenduidige monitoring.
W
at is er nu wel aangevraagd? Het moesten investeringen zijn die geen economisch voordeel voor agrariërs of wie dan ook opleveren (de zogenaamde ‘niet-productieve investeringen in weidevogels, biodiversiteit en landschap) om de besteding van dit geld zuiver te houden voor de doelstelling. Het gaat om -inrichting vlotlocaties en 130 vlotjes voor zwarte stern (met een duidelijke verwijzing naar het Kansenboek Zwarte Stern, zie pagina 30) -verwijdering van niet voor natuur of cultuur waardevolle houtopslag, om predatiekans te remmen -inrichting van negen plas-draslocaties en zonnepompen, met name greppelplas-drassen -inrichting kruidenrijk grasland voor weidevogelpullen (hierover is overigens ook vanuit economisch oogpunt een zeer interessante ontwikkeling gaande, zie pagina 19) -nestbeschermers, vooral effectief bij gebruik sleepslangen Vanuit het oogpunt van direct bedrijfsrendement zou niemand deze investeringen doen. Investeringen mét een economische doelstelling kunnen immers via banken of door een ondernemer zelf worden gefinancierd. Toch konden investeringen in duurzaamheid op termijn wel eens veel voordeliger uitpakken dan investeren in een eindige intensieve bedrijfstak, maar dat is een ander verhaal.
Die negen plas-draslocaties zijn verdeeld over ZHL-gebied en agrarisch natuurbeheer. Het ZHL gaat op vijf nieuwe plaatsen plas-dras opzetten. Er zijn vier mozaïeken waar binnen de boeren bereid zijn gevonden om plas-dras aan te leggen. Een factor die meehielp om bereidheid bij de boeren te genereren was dat de greppelplas-dras binnen zo’n mozaïek gaat rouleren. Dat berekent minder kans op verzuring per perceel en minder verlies aan grasopbrengst, omdat het risico over meer boeren wordt verdeeld. Vanzelfsprekend staat hier dan ook een bijbehorende vergoeding door het ACK tegenover. We zijn heel benieuwd naar de resultaten voor weidevogels van deze maatregel die tot nu niet door agrariërs werd omarmd. Dit is echt een enorm stuk omdenken van deze boeren, op wie we dan ook trots mogen zijn! Hopelijk krijgt deze ontwikkeling navolging in andere weidevogelgebieden in de Krimpenerwaard. De toekomst voor agrariërs, ook in de Krimpenerwaard, ligt nu eenmaal in een natuurinclusieve manier van boeren; die is maatschappelijk verantwoord en duurzaam.
D
e Weidevogeldrone Bernard de Jong schreef in het septembernummer een enthousiaste bijdrage over het onderzoek dat hij samen met Ber Verbeek heeft gedaan naar de inzetbaarheid en effectiviteit van een drone. Ze kwamen uit bij het exemplaar dat is ontwikkeld door Clear Flight Solutions, vooral omdat bij CFS
de ontwikkeling gericht was op efficiënter weidevogelbeheer en deze drone daarmee de vogels direct kan helpen. Helaas heeft de Weidevogeldrone die door bijna alle collectieven op de verlanglijst was gezet, het niet gehaald in de POP3. Het zijn dure apparaten die maar weinig tijd per dag effectief kunnen vliegen, omdat de infraroodcamera bij opwarming van de bodem de verschillen tussen warme vogellichamen of eieren en de omgeving slechts enkele uren in de ochtend kan waarnemen. Nu kun je best beargumenteren dat het zeker in april ook overdag nog vaak heel koud is, dus dat er genoeg dagen zijn waarop je veel langer effectief kunt vliegen. Maar goed, dat neemt niet weg dat het in aanschaf en cursussen dure apparaten zijn waarvan gewaarborgd moet worden dat het gebruik een positief effect sorteert. Wij hebben daar vertrouwen in; onze insteek was dat door meer en effectiever opsporen van nesten, vogels en pullen, er meer last-minute contracten kunnen worden afgesloten. Ook sommige nesten van eenden (slob-, kuif-, krak-, wilde eenden, talingen) en zangvogels (leeuweriken, graspiepers) die niet of nauwelijks te vinden zijn met mensenogen, spoor je zo op. Met een drone lokaliseer je alle vogels exact en voorkom je het door vrijwilligers uitzetten van sporen die predatie in de hand werken; tevens blijft met een last-minute contract de omringende biotoop die voor voedsel en schuilmogelijkheden zorgt, in stand. Ook kun je precies vaststellen wanneer de vogels vertrokken zijn en er dus
Grutto, foto: Arie Kooy
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
33
wél gemaaid kan worden. Het kennisteam redeneerde dat door het exact in kaart brengen van de nesten met GPS-coördinaten, er nog makkelijker strak omheen gemaaid kan worden. Tja, dat mag natuurlijk nooit de inzet worden, vandaar dat hieronder een handleiding wordt voorgesteld. Het kennisteam: “Op basis van de ervaringen in de pilots (waar meerdere leden van het kennisteam een adviserende en begeleidende rol bij hebben) is de gedeelde mening dat de weidevogeldrone lang niet is uit ontwikkeld en nog niet toe is aan breed gebruik. Daarnaast speelt het formeel niet passen van drones binnen deze POP3 subsidie. Door ons is geadviseerd een handleiding te (laten) schrijven voor drones en (lopende het aangekondigde vervolg van de landelijke pilot met drone inzet) twee drones aan te schaffen als provincie ZH en deze in een bruikleenconstructie uit te zetten bijvoorbeeld via boerennatuur, zodat ervaringen in het gebied kunnen worden opgedaan.” Het nut van de drone moet zich dus nog verder bewijzen alvorens hij voor subsidie in aanmerking kan komen, al erkent men hiermee wel dat het apparaat de potentie heeft om een heel handig hulpmiddel te worden. Want een drone kan vanzelfsprekend nooit de inzet van de vrijwilliger vervangen. Zo moeten de gegevens worden ingevoerd in het LBN-portaal waarop wij nu ook onze weidevogelnesten en –tellingen invoeren. Het contact met de boer blijft essentieel en kan zich verbreden aan de hand van de feitelijke bevindingen: de opties om op een juiste manier met de vogels om te gaan kunnen door de vrijwilliger worden voorgelegd aan de boer. De gebiedscoördinator van ACK kan dezelfde gegevens bekijken en vervolgens zelf met voorstellen contact opnemen met de boer. Het kost tijd en inzet om een Weidevogeldrone effectief te vliegen, maar hij kan wel weer enorm veel zoek- en monitortijd in het land besparen. Het grote voordeel is de effectiviteit: er is al voldoende vastgesteld uit proefvluchten van CFS dat de Weidevogeldrone meer nesten en kuikens vindt dan mensen, en bovendien zet een drone geen sporen uit die predatoren aan een maaltijd ‘helpen’. Lees er Bernards artikel nog eens op na – hij zet alle mogelijkheden gestructureerd op een rijtje.
I
nzet ACK in 2018 Wij prijzen ons gelukkig met de insteek voor 2018 van het ACK.
34
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Vanzelfsprekend was de weinig positieve beoordeling door het kennisteam een grote teleurstelling voor Mariëlle en voor ons na de gepleegde inzet, maar ook ACK ziet wel toekomst in het totale pakket van maatregelen. Zo is zeer recent besloten dat vooruitlopend op de toewijzing van de POP3-gelden al dit jaar wordt geïnvesteerd. Dat houdt wel enig financieel risico in; een positief advies is immers nog geen definitieve toewijzing – maar er is voldoende vertrouwen dat het goed komt. Het betekent voor de Krimpenerwaard dat tijdig begonnen kan worden met plas-dras aanleggen en langzaam opzetten, dat toch voor het einde van het knotseizoen ongewenste houtopslag kan worden aangepakt, dat met geschikt maken van de beoogde lokaties voor zwarte sterns een begin kan worden gemaakt. En het betekent zelfs, dat overwogen wordt om voor komend weidevogelseizoen toch een drone aan te schaffen. Daarvoor worden van de NVWK wel garanties gevraagd. Een paar mensen moeten de tweedaagse cursus volgen want de drone moet in het seizoen regelmatig vliegen. De software moet je daarna kunnen uitlezen en invoeren. We mikken hiervoor niet alleen op onze weidewachters, maar bijvoorbeeld ook op jongeren. Het is leuk als je iets met weidevogels hebt, maar we vinden het ook prima als je graag een drone wilt vliegen. Als meer personen zich aanmelden, kan de ‘vliegdruk’ uiteraard beter verdeeld worden. Wil je meedoen aan dit project? Mail dan naar weidevogels@nvwk.nl of bel Klaas of Mariëlle. Verder lanceer ik de volgende vraag vanuit het ACK maar vast: de BTS-telling die we in 2017 zo succesvol zijn opgestart moet in 2018 verder worden uitgerold; de monitoring moet nauwkeuriger en completer worden. Deze vraag om resultaatgegevens komt vanuit de provincie en is heel belangrijk om ons als weidevogelgebied op de kaart te houden. Ook al wordt monitoring met de drone een succes, we kunnen met één drone lang niet de hele Krimpenerwaard afdekken. Niet voor niets stonden er drie in het Verbeterplan! We rekenen daarom op de tellers van 2017, maar wil je voor het eerst meedoen in 2018? Het kost je twee dagdelen, een in april en een in mei. Iedere weidewachter of vogelaar die iets van weidevogelgedrag weet, kan BTS-tellen. Natuurlijk is er weer een cursusavond en praktijkochtend voor geïnteresseerden. Stuur ook hiervoor een mailtje naar weidevogels@nvwk.nl of bel Klaas of Joep. Voor hun contactgegevens zie pagina 2. d
Broedseizoen uilen Veel hoogte- en weinig dieptepunten in 2017 Stefan van der Heijden Hoe hebben de uilen het in 2017 gedaan? In de Krimpenerwaard broeden elk jaar vier uilensoorten: bos-, steen-, rans- en kerkuil. In Waardvogel 4-2017 (septembernummer) is een uitgebreid verslag terug te lezen over het broedseizoen van de ransuilen. Tijdens de inventarisatie van de broedgevallen zijn er 23 gevonden. Onlangs hoorden we nog van een 24ste geval, maar dit was te laat in het seizoen om hem nog op zekerheid te kunnen controleren. z
E
n de anderen uilensoorten? Daarbij moet worden opgemerkt dat de uilenwerkgroep zich niet actief inzet voor de bosuil. Er worden geen extra kasten geplaatst om voor meer broedplekken te zorgen (in tegenstelling tot voor bijvoorbeeld steen- en kerkuil). Dit heeft te maken met een natuurlijke opmars van de bosuil die al jaren gaande is. De bosuil is bijzonder makkelijke soort, die met weinig genoegen neemt. Een broedplek kan al volstaan met een pak hooi op een zolder, en als er geen muizen zijn dan eten ze vogels, kikkers, vleermuizen enz. Ze zijn goed in staat in te springen op veranderende situaties. Dit geldt bijvoorbeeld voor een steenuil allemaal veel minder. De aantallen broedgevallen en territoria van de andere uilen weten we behoorlijk exact; van de bosuilen volgen we dit dan ook minder nauwgezet. Maar, op basis van waarnemingen ingevoerd via waarneming.nl en eigen veldwaarnemingen schatten we in dat er momenteel ca. 50 paar bosuilen in de Krimpenerwaard aanwezig zijn. Er zijn dit jaar 2 nesten met bosuilen geringd (in Berkenwoude en in Vlist).
D
aantal broedgevallen door. Het record van 10 broedgevallen in 2016 werd verbroken; de teller staat eind november op 13. Een broedgeval werd half november nog ontdekt. Dit is voor kerkuilen niet ongebruikelijk; het broedseizoen kan lopen van mei tot december; zeker in muizenrijke jaren. 2017 is een bijzonder goed muizenjaar. 2 legsels zijn mislukt; van ĂŠĂŠn broedgeval betrof het mislukte legsel het tweede legsel na een eerste legsel dat wel succesvol was. Van het andere geval is het vermoeden dat het mislukt is doordat de onderlinge afstand tussen 2 broedlokaties te klein was (ca. 500 m). Door de onderlinge concurrentie zijn de ouders verjaagd. Er zijn 42 jongen geringd; 2 jongen zijn niet geringd uitgevlogen en er zijn 4 dode jongen aangetroffen. Het totaal van 50 jongen is ook een absoluut record voor de Krimpenerwaard. Verder doken er kerkuilen op nieuwe locaties op, zonder dat we een indicatie hebben dat ze daar gebroed hebben. De kolonisatie door kerkuilen van de waard gaat dus nog steeds door. Waar het een aantal jaren terug nog een uiterst zeldzame broedvogel was, begint hij nu een stuk algemener te worden. z
e steenuilen hadden in 2016 een uniek, tragisch dieptepunt behaald. Nog nooit waren er zo weinig broedgevallen geteld; 6 in totaal. In 2017 was het een stuk beter; er zijn 8 broedgevallen geteld. Helaas zijn er 2 broedsels mislukt. Over de oorzaak daarvan is geen duidelijkheid. Wel is er, om menselijke activiteiten uit sluiten, een kast verzegeld en is met een cameraval de kast in de gaten gehouden. Hieruit is gebleken dat het mislukken van dit broedgeval een natuurlijke oorzaak heeft gehad. Bij de andere 6 geslaagde broedgevallen zijn in totaal 22 jongen geringd. Deze zijn allemaal ook succesvol uitgevlogen. Later zijn er echter 2 jongen dood (door verdrinking) gevonden. Vanuit de uilenwerkgroep letten we sterk op of drinkbakken (voor vee) een voorziening hebben die vogels die in het water vallen in staat stelt er ook weer uit te klimmen. Verdrinking eist helaas elk jaar toch nog slachtoffers; zoals ook dit jaar weer is gebleken. Andere bijzonderheden waren 2 steenuilen die rondom Lekkerkerk opdoken, op plekken waar niet eerder steenuilen gezien zijn. Op het industrieterrein werd een verzwakt exemplaar in een loods aangetroffen; dit uiltje is helaas later overleden. In de polder tussen de Wetering en N210 werd een steenuil dood aangetroffen in een slootkant. Dit exemplaar was geringd in de omgeving van Arnhem en had er dus een forse tocht opzitten. Hoewel teleurstellend dat het om dode steenuilen ging, zijn deze voorbeelden hoopgevend. Plekken die (zeer) lang zonder steenuilen zitten kunnen opeens toch bezet raken.
D
e kerkuil kent de laatste jaren een (flinke) opmars in de Krimpenerwaard. Ook in 2017 zet de stijgende lijn in het
36
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
Jonge bosuil met prooi in een kast, foto: Jannie Monhemius
Jonge bosuil tijdens het ringen, foto: Jannie Monhemius
Jonge kerkuil wordt geringd, foto: Stefan van der Heijden
Jonge bosuil die bijna al zijn dons al kwijt is, foto: Stefan van der Heijden
Pas geringde jonge steenuilen, foto: Jannie Monhemius
Leeftijdsverschil bij pas geringde kerkuilen, foto: Jannie Monhemius
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
37
In memoriam: Jaap Jager Vanuit de Knotgroep Oost bereikte het bestuur het trieste nieuws dat Jaap Jager was overleden. Mede-coördinator Edith Kuijper schreef hierover het volgende. “Bij deze wil ik jullie informeren dat onze mede-knotter Jaap Jager afgelopen maandag 20 november is overleden. Hij is 57 jaar geworden. Jaap was al langere tijd ziek. Telkens dook hij aan het begin van het knotseizoen toch weer op en dan knotte hij wilgen met een kracht en enthousiasme alsof er niets met hem aan de hand was. Altijd met zijn rode mutsje op. En met zijn klompen aan. Onze groep is een markante knotter armer.” Later liet ze weten: “We zijn met een aantal knotters naar de crematieplechtigheid geweest. Iedere aanwezige kon een wilgentakje op de kist leggen. Dat vonden wij als zagers wel weer een mooi en passend gebaar.“ Edith wees ons op het artikel van Marianka Peters in de Goudse Post. Het gedenkt Jaap op alle manieren waarop hij naast het knotwerk actief was in de Krimpenerwaard. We drukken het daarom hier volledig af. Marianka Peters, Goudse Post, Gouda/Krimpenerwaard, woensdag 29 november 2017
PERSBERICHT
Op maandag 20 november is Jaap Jager uit ‘t Beijersche overleden. Jaap was al geruime tijd ziek en mocht slechts 57 jaar worden. Jaap was een markante persoonlijkheid, bescheiden maar ook met een uitgesproken mening. Vooral als het over het behoud van ‘zijn’ Krimpenerwaard ging. Jaap wist werkelijk alles van de Krimpenerwaard en was een vraagbaak voor velen. Zelf mocht ik meerdere malen dankbaar van zijn kennis gebruik maken. Zonder Jaap zou de Stolwijkerschutsluis waarschijnlijk nooit gerestaureerd zijn, werd tijdens de condoleance afgelopen vrijdagavond gememoreerd. Vanaf het moment dat de provincie Zuid-Holland in 2008 besloot om de monumentale sluis, die sinds 1988 was afgedamd, te slopen, wierp Jaap zich volop in de ‘strijd’ om dit te voorkomen. Het leek onbegonnen werk, maar mede door zijn inzet werd de provincie op andere gedachten gebracht, waarna de sluis in 2010 alsnog werd gerestaureerd. Voor Jaap was alleen het herstel van het Rijksmonument niet voldoende. Hij was ervan overtuigd dat de restauratie van de schutsluis volop kansen bood voor het toerisme. Jaap was jarenlang voorzitter van de Stichting Veenvaren Krimpenerwaard, die het veenvaren tussen de landerijen weer mogelijk wilde maken door de 25 km lange vaarroute in ere te herstellen. Met kleine schouwen wilde hij bezoekers deelgenoot maken van de schoonheid van zijn geliefde Krimpenerwaard. Tot het laatst bleef Jaap zich inzetten om het veenvaren te realiseren. Helaas is het veenvaren nog niet van de grond gekomen, omdat een aantal eigenaren niet wil meewerken. Jaap was één bonk energie en voor andere uitdagingen kon men altijd een beroep op hem doen. Of het nu in het openlucht theaterstuk ‘Het Mirakel van de Sluis’ of ‘Oer Boer’ was, Jaap speelde, bij voorkeur met zijn schouwtjes, altijd een belangrijke rol. Ondanks zijn afnemende gezondheid bracht Jaap in april met zijn schouw de eerste kazen uit de Krimpenerwaard naar Gouda voor de opening van het nieuwe kaasseizoen en ook voor de Goudse Havendagen was hij altijd een trouwe bondgenoot. Namens de Goudse Post wens ik zijn echtgenote Bea, kinderen en overige familieleden en dierbaren veel sterkte toe. De crematieplechtigheid heeft afgelopen maandag plaatsgevonden d
De 15e Nationale Tuinvogeltelling in het weekend van 27 en 28 januari 2018 www.tuinvogeltelling.nl PERSBERICHT Tel op zaterdag 27 of zondag 28 januari 2018 een half uur de vogels in uw tuin of op uw balkon (hieronder vindt u meer informatie over een ‘balkontelling’). Vliegen de vogels alleen maar over uw tuin? Die tellen niet mee. Noteer alle waarnemingen van een soort in uw tuin of op uw balkon. Maar tel deze waarnemingen niet bij elkaar op, want dan loopt u het risico dezelfde vogel dubbel te tellen. Geef alleen het hoogste aantal door van een soort die u tegelijk hebt gezien. Dus: ziet u in uw tel-halfuur 3 koolmezen tegelijk en even later 5 koolmezen? Dan geeft u door: 5 koolmezen.*Uw telling geeft u op zaterdag 27 of zondag 28 januari 2018 gemakkelijk door via de app Tuinvogels of via deze website. Op dat moment staat het telformulier voor u klaar. Het wijst zich vanzelf! De resultaten van de Tuinvogeltelling vindt u ook op deze site. Het hoeft niet, maar áls u zich daar tevoren aanmeldt krijgt u een bevestigingse-mail met een link naar de resultaten in uw eigen buurt. Én 15% feestkorting in de webshop van Vogelbescherming, voor leden van Vogelbescherming zelfs 25%! - ’s Morgens vroeg zijn vogels het meest actief en valt er dus het meest te tellen. - U hoeft geen onderscheid te maken tussen vrouwtjes- en mannetjesvogels. - Tellen vanaf uw balkon? Voor balkontellers gelden dezelfde regels wat betreft tijdsduur (30 minuten tellen), aantallen en overvliegers. Er zijn geen exacte regels tot waar u mag tellen vanaf uw balkon, omdat ieder balkon anders is. Maak zelf een realistische inschatting van uw ‘telgrens’ en overleg eventueel met uw buren om dubbeltellingen te voorkomen. - Heeft u hulp nodig bij het herkennen van uw tuinvogels? Op de pagina Tuinvogels vindt u een overzicht met de 25 meest voorkomende tuinvogels. Of download de app Tuinvogels van Vogelbescherming voor een uitgebreid overzicht. - Tip: zitten er veel vogels tegelijk op de voederplank of silo? Maak een foto met uw smartphone en u kunt na uw half uurtje tellen rustig controleren hoeveel vogels u zag d 38
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
BMP Roofvogels en wintertelling Jaap Jan Leeuwenburgh
Na een voorzichtige start in 2017 gaat de NVWK-roofvogelwerkgroep in 2018 opschakelen in activiteiten. De grootste klus voor het komende jaar zal een BMP-inventarisatie (Broedvogel Monitoring Project) Roofvogels zijn. In twee telgebieden (zg. BMP-plots) willen wij met behulp van deze methode de territoria van de diverse roofvogelsoorten in beeld krijgen. Als werkgroep zijn we zeer benieuwd welke resultaten en ervaringen deze telmethode ons gaat brengen. d
M
aar voor het zover is willen wij eerst een Wintertelling Roofvogels organiseren. Daarvoor is het weekend van 13 en 14 januari uitgekozen. Per atlasblok (5 x 5 km) zullen de aanwezige roofvogels worden geteld. De telresultaten hopen wij in de eerstvolgende Waardvogel te kunnen publiceren. Het is de bedoeling om deze telling jaarlijks te herhalen in het weekend dat het dichtst bij 15 januari ligt. Er zijn 12 atlasblokken die geheel of gedeeltelijk in de Krimpenerwaard liggen. Wanneer het u leuk lijkt om de roofvogelwerkgroep hiermee te helpen, stuur dan een mailtje naar roofvogelwerkgroep@nvwk.nl. De delen van de Krimpenerwaard die buiten de BMP-plots vallen, houden natuurlijk ook onze aandacht, maar deze zullen minder intensief onderzocht gaan worden. Waarnemingen uit deze gebieden blijven altijd welkom. Op die manier komen wij samen tot een beter beeld van de roofvogelstand in onze mooie Krimpenerwaard. d
Buizerd, foto: Peter Stam
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
39
Een waar gebeurd verhaal over een kerkuilenpaar Jaap Graveland en Stefan van der Heijden Begin 2016 kregen we een telefoontje van een boer die in zijn schuur een bezette kerkuilkast had; maar er werd nog niet gebroed. Hij wilde zijn schuur weghalen en een stukje verderop herbouwen. Konden we advies geven om te voorkomen dat de kast verlaten werd? z
J
aarrond beschermd Eigenlijk is het wettelijk verboden om een bezette nestplaats van een kerkuil te verstoren. Kerkuilen broeden meestal jarenlang op dezelfde plek dus de kerkuil is, in juridisch jargon, een soort met ‘jaarrond beschermde nesten’. Dat betekent dat je wel kunt verbouwen uiteraard, maar niet tijdens het broedseizoen, en dat je voor vervangende nestgelegenheid moet zorgen. Het plotseling moeten omgooien van bouwplannen kost geld en tijd. Dus we adviseren erfeigenaren altijd om dit soort situaties te voorkomen, door op tijd voor een nestkast op een andere plek te zorgen en in het winterhalfjaar te verbouwen. Dan is er geen probleem. Dit was ook nog eens een bijzondere plek. Het was een van de locaties waar al af en toe een kerkuil broedde toen er nog nauwelijks kerkuilen in de Krimpenerwaard waren. De boer had de kast zelf opgehangen. En hij ging de kast weer terugplaatsen in de verbouwde schuur. Dus we probeerden de kast te verplaatsen. We wachtten tot een uil in de kast zat, sloten het vlieggat af en brachten de kast met uil en al naar een andere schuur. Dat is natuurlijk een grote verstoring, maar minder ingrijpend dan de kast zonder uil te verplaatsen. Helaas ging het mis, de kast werd verlaten.
E
en bosuilkast Een paar weken later kregen we een sms van één van de deelnemende erfeigenaren in het erfvogelproject. Hij bezit een bosje op 500 m afstand van de boerderij met de kerkuil. Er hangen tal van nestkasten, waaronder een bosuilkast. En hij ziet er veel vogels, van grauwe vliegenvanger tot ijsvogel en van krakeend tot havik. Hij werkt veel met een wildcamera: een camera die dag en nacht een foto of korte video-opname kan maken als hij een beweging detecteert. Hij had bijvoorbeeld al wat mooie opnamen van een havik met prooi. Nu had hij de camera een paar dagen op de bosuilkast gericht om te kijken of daar wat gebeurde. Verrassing! Bij het bekijken van de opnamen bleek dat een kerkuilpaartje bezit had genomen van de kast. Het kon bijna niet anders dan dat dit de kerkuilen waren die de nestkast op de boerderij hadden verlaten. Er zat maar één kerkuil in de buurt en timing en afstand klopten. Iedereen was blij omdat het paar toch succesvol tot broeden kwam. In een bosuilkast nog wel, dat is vrij uitzonderlijk. Kerkuilen broeden van nature in holten in rotsen en de naam zegt het al, in WestEuropa vooral in stenen gebouwen. Meestal gaat het andersom: bosuilen zijn sterker dan kerkuilen en bezetten nogal
eens een kerkuilenkast. De erfeigenaar was blij, want hij doet heel veel voor de vogels en had nu een van tien kerkuilparen in de Krimpenerwaard op zijn land.
D
rama Een paar weken later kregen we weer een sms van de erfeigenaar. Nu met slecht nieuws. Het kerkuilmannetje lag dood vlak bij de kast, met flinke wonden aan zijn lijf, bijna zeker het werk van een havik. Haviken zijn sterke roofvogels die grote prooien aankunnen, zoals eksters en wilde eenden. En uilen; zie bijvoorbeeld het artikel over de ransuil. Maar ook bosuil en kerkuil zijn regelmatig de klos. Nu werd het spannend: zou het vrouwtje de vijf jongen in haar eentje blijven verzorgen of zou ze het opgeven? De volgende dag kregen we een droevig bericht: de jongen zaten meer dood dan levend in een hoek van de kast, het vrouwtje leek hen te hebben verlaten.
Z
e voert! De volgende dag weer een sms, in jubelstemming: het vrouwtje was kennelijk toch gaan voeren, de jongen waren al zienderogen opgeknapt. De eigenaar wilde dolgraag iets doen om het vrouwtje te helpen; hij heeft veel muizen gevangen en in de kast gelegd. Deze werden allemaal opgegeten. Uiteindelijk vlogen er drie jongen uit. Misschien dat ze alle vijf zouden zijn uitgevlogen als het mannetje in leven was gebleven, maar dit was toch een fantastisch resultaat.
I
n 2017 We waren natuurlijk nieuwsgierig wat er in 2017 zou gebeuren. Vond het vrouwtje een nieuwe man? Werd de bosuilkast weer verlaten en betrokken de uilen dan de oude kast in de vernieuwde schuur? Kwam er een nieuw paar bij, of veranderde er niets? Het eerste bleek het geval: de kerkuilkast raakte in de winter al weer bezet, en de bosuilkast bleef het hele seizoen leeg. Het kerkuilenpaar bracht vijf jongen groot. Ze begonnen zelfs nog aan een fors tweede legsel (negen eieren), maar dat werd verlaten. Dat komt vaker voor: kerkuilen zijn opportunistische uilen en reageren sterk op het aantal muizen. Ze kunnen wel drie legsels per seizoen hebben, maar als de muizenstand inzakt, laten ze het legsel in de steek of brengen ze maar weinig jongen groot. Al met al een mooi verhaal, met het nodige drama en gelukkig uiteindelijk een goede afloop. z WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
41
Natuurherinneringen uit mijn jeugd (4) Hans van Dam Het idee om mijn jeugdherinneringen op te schrijven sluimert al jaren. Eerst dacht ik het te doen in boekvorm, aangevuld met eerdere familie columns, maar het gedoe om dat te regelen en de juiste wegen te vinden, weerhielden mij ervan. Omdat de leeftijd vordert en het geheugen straks minder kan worden, acht ik de tijd nu rijp om er aan te beginnen. Het is jammer als deze mooie herinneringen verloren gaan. Daarom maak ik gebruik van de gelegenheid om ze in een serie columns te verwoorden. d
V
eldoefeningen In september 1962 werd ik opgeroepen voor militaire dienst. Vader en moeder waren trots. Ik dacht er anders over, ik was nogal pacifistisch ingesteld. We doorliepen de strengste winter, struinend door een halve meter sneeuw op de Veluwe. Ik had me liever overgegeven dan te moeten vechten. Gelukkig werd het lente. Ik zag andere natuur dan thuis, liep meestal in de achterhoede, dat viel minder op. Mijn pukkel (militaire rugzak) werd standaard ontmanteld zodat er ruimte was om plantendelen te verzamelen. ’s Avonds, als anderen zaten te klaverjassen, zat ik planten te determineren, uitgelegd op kranten op bed. De plantenbijbel van Heimans, Heinsius en Thijsse lag eerbiedig opengeslagen om het plantenrijk te verkennen. Is het de gewone of gekroesde melkdistel? Is het noords of glad walstro? Hennepnetel of dauwnetel? Een veldoefening was voor mij pas geslaagd als het vraagstuk was opgelost. Mijn mooiste herinnering aan militaire dienst is een vierweekse oefening op de Lüneburger Heide in Duitsland tijdens een herhalingsoefening. De commandant had net zoveel met de onverwachte alarmoefening als ik. Niets dus, maar hij had wel voorinformatie, wat strikt geheim was. Drie keer per dag was er appél, dus grote wandelingen kon je niet maken. Er werd gevoetbald, dat haatte ik. Ik vroeg om vrijstelling, de commandant zei, ga maar, vandaag niets aan de hand, morgen ook niet. Met veldkijker, veldfles en kompas heb ik de mooiste dingen gezien en beleefd, zoals herten, wilde zwijnen, reeën, vele vogelsoorten en heel veel paddenstoelen (het was september). En ik kreeg de overtuiging dat de vijand er niet was.
A
chtervolgd door wespen In de jaren ’70 werd de zomertijd ingevoerd. Voor die tijd kwam de zon nog vroeger op. Ik was een vroege vogel en maakte overuren liever vooraf. Dan was het rustig, met weinig verkeer en zongen vogels op zijn mooist. Heerlijk die rust, en dan is het nog koel op warme dagen. Op de vrije uren ’s middags ging ik vaak zwemmen in het Reeuwijkse Hout, of dichterbij in de Gouwe. Dat kon toen nog vond ik, de scheepvaart was nog niet zo druk. Maar toen ik een keer zwemmend een varken passeerde, zij dood, ik levend, dacht ik: dit is toch niet zo gezond. Een van mijn taken was het maaien van graskanten, met een Flymo, een maaimachine met luchtkussen. Als natuurmens ben
42
WAARDVOGEL | DECEMBER 2017
ik meestal alert op nesten. Eén keer helaas niet; ik ging dwars over een wespennest heen en de wespen wilden allemaal wraak nemen. De Flymo eindigde in de sloot en ik heb nog nooit zo hard gelopen. De beste ideeën borrelen op terwijl je aan het werk bent, dus ik had altijd balpen en notitieboekje op zak om ideeën verder uit te werken. Eens zat ik op een boomstam zó verdiept te schrijven, dat ik de baas niet zag. “Wat ben je aan het doen, Van Dam?” Er schoot me net een idee te binnen, wat een grote werkbesparing kan opleveren, was mijn antwoord. Dat had ik beter niet kunnen zeggen. Het verdere werk is mij bespaard gebleven….
O
og in oog met een bruine rat De mooiste tijd van mijn leven bracht ik door op het Wellant College in Boskoop. Als beheerder van de schooltuin (de tegenwoordige natuurtuin De Veenmol), hield ik ook het groen op het schoolterrein op orde. Hoe moet je de directeur tevreden stellen? Maak eerst het deel voor zijn kantoor schoon, dan de voorkant aan de weg op orde en als er tijd over is, de rest van voor naar achter. De school zat met een rattenprobleem. Zoals de schepper het wilde, vermenigvuldigde ook de rat zich. De haard bevond zich onder het gebouw bij de verwarmingsketels. Alles werd geprobeerd, maar de ratten werden niet weggevangen. Op een dag, aan het eind van mijn werktijd, stapte ik op de fiets op weg naar huis. Wat zag ik op mijn pad? Een bruine rat! Mijn eerste reactie was: dit is mijn kans! De rat zag me niet, ik zette het voorwiel van mijn fiets op zijn staart. Hebbes! Hij of zij kon geen kant meer op. Maar ik ook niet. Er was niemand in de buurt. Vijf minuten staarden we elkaar aan. In mijn hoofd speelde het lied ‘Twee reebruine ogen’. Ik dacht aan haar/zijn kinderen en hun toekomst. Het scheppingsverhaal ging door me heen en dat past bij de ideologie van een school op christelijke grondslag. Een rat leeft ook maar een keer. De rat won. Of de rat later alsnog gevangen is, is me ontgaan. De oude school is inmiddels afgebroken. Dat komt niet door de rattenplaag; het Wellant College Boskoop was zelf aan vernieuwing van het gebouw toe.
T
ot zover Tot zover herinneringen aan een jeugd vol natuur. Mijn huidige belevenissen passeren regelmatig in het Heempad Journaal, meer algemeen gericht dan op mijn persoon. Als mijn autobiografie met net zoveel plezier gelezen wordt als dat ik alles heb beleefd, dan heb ik deze rijkdom met voldoening opgetekend en met de lezer gedeeld. Ik ben een kind van de natuur. Natuur en muziek samen maken mijn leven mooi. Net als de vele fijne contacten. Wat is het leven toch mooi als je van de natuur houdt. En van muziek, Thank God, I’m a Country Boy. d
Waarom bij Rotronica uw kostbare camera laten repareren? -Lage kosten voor een prijsopgave -Degelijke garantie op de uitgevoerde reparatie -Snelle service indien er geen onderdeel hoeft te worden besteld -After repair check van de meest belangrijke functies
Rotronica Van Utrechtweg 120 2921 LN Krimpen aan den IJssel telefoon: 0180-786005 e-mail: info@rotronica.nl
Openingstijden: Ma t/m vrij van 9.00 tot 17.00 uur Elke eerste zaterdag van de maand geopend tussen 10.00 en 14.00 uur http://www.rotronica.nl.
reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! E in 01184 Reis in220
Reisgids 2016
jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi
Wij dragen graag een steentje bij. Dat is het idee.
is in 20 Rme779 www.birdingbreaks.nl • T ( 020) ee!!• E info sm 1630 eRetisoinn20 nss mmeee! e memtetoon
100+ groepsreizen 22 fotoreizen 83 groepsreizen 60 groepsreizen 20 fotoreizen 55 expeditiecruises 65 expeditiecruises 10 weekenden in Nederland 15 fotoreizen
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen
Vogelen VAN natuurreizen naar 2018: EEN ONZE REIZEN Vogel-SELECTIE en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen
6 weekenden in Nederland
wereldwijde bestemmingen
groepsreizen fotoreizen reizen • cruises • individuele Spanje - Kraanvogels en ONZE Zweden•in2016: het vroege40 expeditiecruises Polen, oerbossen en EEN SELECTIE VAN REIZEN meer in Extremadura voorjaar moerassen 5 weekenden in Nederland €Ethiopië 1350,€ 1495,€ 1495,-Fotoreis Canada Marokko i.s.m. China, Beidaihe 24 januari 13 en 19 april & Happy Island 10 mei € 3.590,€ 3.295,Vogelbescherming Lesbos: vogeleiland! € 2.875,-
Vertrek 17 febr. ‘16 Gambia € 2350,5Ghana februari
Vertrek 26Vlissingen aug. ‘16 Expeditiecruise Vanaf € 1.895,Vertrek 4 mei ‘16Spitsbergen € 1450,V.a. € 1950,IJsland – Faroer Vertrek 23 24 april mrt ‘16 18 mei – Fair Isle – Isle € 3.750,Roemenië Meerdere vertrekCanarische Eilanden Spanje: Grote Trapof May – Neder€ 1.495,Vertrek 24 febr. ‘16 data in 2016 € 1975,fotografie vanuit hutten Engeland, Farne Island land * en meer! Vertrek 18 mei ‘16 6 februari € 1795,Papegaaiduikers Nepal Spanje,25Exapril € 895,- Vanaf € 995,Spanje, mei, 2,21 6, sep. 10 en2016 € 3.495,-Extremadura. tremadura & China, Sichuan25 en 29Vertrek Easy Birding met ‘16 IJsland in het voorjaar Coto Doñana & Tibetaans 14 juni Vertrek 27 febr. Vogelbescherming! € 2750,Plateau € 1.850,-26 april € 1350,Noord-Spitsbergen Ecuador * € 3.595,3 apr. ‘16 18 en 25 februari, 4 maartVertrek en IJsberenspecial € 3.595,Vertrek 19 mei ‘16 14 april Texel v.a. € 3150,€ 360,29 mei, 4, 5, 12, 15, 19, 22 South West Vertrek 5 mrt. ‘16
woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt Fotoreis Finland e of feestelijke bijeenkomst. Fotoreis Noorwegen Rabobank Krimpenerwaard etverbinding zijn aanwezig. ondersteunt uw vereniging. t complete maaltijden ofmetbuffetten. Rabobank. Een bank ideeën. eid in eigen keuken. Bel ons voor:
Eilat: paradijs voor trekvogels april * IJsberen special en *29 juni Pacific27 Odyssey € 1675,Vanaf € 5.575,Vanaf € 2.900 17 maart Georgië, Batumi € 2.240,Vertrek Easy 6 apr.Birding ‘16 Vertrek 22 juni ‘16 Meerdere vertrekVertrekRica 15 mrt. Costa - ‘16 € 1850,Easy Birding 27 april 8e reisjaar Lesbos data in 2016 € 3995,€ 1.395,17 maart Hongarije - Easy Birding Borneo * Vertrek €21 april ‘16 1495,€ 1.845,€ 3.495,Meerdere Noord-Finland en Varanger 29 vertrekapril inVertrek het vroege voorjaar 21 mrt. ‘16 Vertrek 20 juli ‘16 data in 2016 € 1695,Kazachstan: bergen, 21 maart steenwoestijn en steppen Kazachstan r € 3595,10 jaa Ardennen in het voorjaar€ 3.495,-1 mei Vraag de gratis reisgids 2014 aan via Vertrek 1 mei ‘16 € 495,brochure@birdingbreaks.nl 22 maart Reisgids 2014 groepsreizen • cruises • fotoreizen
• individuele reizen
met ! reizen reaks.nl BirdingB
• individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen
12 jaar
naar wereldwijde bestemmingen
Vogel- en natuurreizen Marokko: Hoge Atlas, Sahara en kust € 2125,Reisgids 2016 2 april Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
bestemmingen
met reizen ks.nl! gBrea Birdin
* Prijs exclusief vlucht
Kijk op www.birdingbreaks.nl voor het reisprogramma 2014 en 2015! www.birdingbreaks.nl Vraag de gratis www.birdingbreaks.nl T ( 020) 779 20 30 Vraag de gratis aan! T ( 020) 779 20 30 reisgids E info@birdingbreaks.nl • individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen
Reisgids 2018
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
www.rabobankkrimpenerwaard.nl
bestemmingen
www.birdingbreaks.nl T ( 020) 779 20 30 • E info@birdingbreaks.nl reisgids • aan! E info@birdingbreaks.nl
In het mooie polderdorp Berkenwoude ligt in het hart van de Krimpenerwaard “De Zwaan”. De sfeervolle zalen zijn zeer geschikt voor het organiseren van uw zakelijke of feestelijke bijeenkomst. Geluidsversterking, beamer en internetverbinding zijn aanwezig. Wij bieden u maatwerk van koffie tot complete maaltijden of buffetten. Alles wordt met liefde voor detail bereid in eigen keuken. Bel ons voor: • vergaderarrangementen, • cursussen, • jubilea, recepties of verjaardagen, • huwelijks- of bedrijfsfeesten.
“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t “De Zwaan” biedt ook een petit restaurant, afhaalmaaltijden en een snackbar. woensdag, vrijdag zaterd Keuken geopend van 17.00 tot 20.00en uur op woensdag, vrijdag en zaterdag.
Snacks, koffietafels, lunches en borrels met hapjes behoren eveneens tot de mogelijkheden. Vraag vrijblijvend advies.
www.dezwaanberkenwoude.nl Beheerder Pieter Versteeg 0182 – 362546 / 06 - 53214225