Waardvogel
57e JAARGANG | NUMMER 2 | APRIL 2018 WWW.NVWK.NL
foto v
Bastaardarend in de Krimpenerwaard
10
Meer kansen voor waterplanten
19
Weidevogeldrone
30
Alle gekheid op een rijtje
an de
m
aa
nd
door aangepast onderhoudsbeleid HHSK
De eerste vluchten
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Bestuurslid Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Max Ossevoort, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Jan de Boer, penningmeester@nvwk.nl XXX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Jaap Graveland, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Jan van Exel, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Joke Colijn, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX
Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Sandra Bouwman, werkgroepro@nvwk.nl Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden en Laura Pezzoli, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Mieke Veen, jeugd@nvwk.nl Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Marlou van Roy, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxx@xxxxxxxx.xx XXX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XXX XXXXXXX
Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon, Bij verstoringen van de natuur Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie Onderzoek doodsoorzaak dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier
0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555 0900 8844
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: XX XXXXXXX. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
2
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Van de voorzitter
Colofon
Max Ossevoort
De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 57 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december
Wat een bijzondere maand april. In het begin werd er nog winterse kou over de waard geblazen, gevolgd door zomerse temperaturen: met de hoogste ooit in april gemeten! Nu is het weer koeler, waardoor we langer kunnen genieten van de bloesempracht die het voorjaar biedt. Kopij aanleveren Binnen de vereniging bruist het van de activiteiten. De koplopers Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, van de Race zijn de 160(!) soorten al gepasseerd waaronder o.a. de 15 augustus en 15 november bastaardarend, een hele bijzondere waarneming voor Nederland en de Krimpenerwaard. De weidevogelaars zijn druk met het vinden, Oplage 900 exemplaren monitoren en beschermen van weidevogelnesten. De weidevogeldrone levert daarbij spectaculaire resultaten op: vele onontdekte nesten worden door de drone op de kaart gezet. De roofvogelwerkgroep E-mail redactie is druk doende met het inventariseren van roofvogels en ook de uilenwerkgroep en de waterwerkgroep Joke Colijn zijn flink in de weer. Daarnaast staan er tellingen en inventarisaties op stapel voor de diverse zwaluwen Maria Spruit nvwkredactie@gmail.com in dit Jaar van de Huiszwaluw en begint ook het seizoen voor het monitoren van vlinders en libellen. In het kader van het projectplan graslandvlinders (www.nvwk/actueel/projecten) zullen vele extra uren Website www.nvwk.nl worden ingevuld met het monitoren van gebieden die later in het jaar en volgend jaar eveneens zullen www.facebook.com/denvwk/ worden ingericht als vlinderhabitat. Op de Lekweide bij Bergambacht en op Weydeblick bij Lekkerkerk https://twitter.com/denvwk zijn inmiddels de eerste twee percelen ingezaaid voor de graslandvlinders en daar zullen op korte termijn Secretariaat & ledenadministratie eveneens voorzieningen voor wilde bijen worden aangebracht. Door de duidelijke toename van activiteiten is afstemmen en spreiden van data niet meer altijd mogelijk Frans van der Storm Boschpolderstraat 14 en op verschillende zaterdagen staat meer dan één evenement op de agenda. Met dat alles zijn vele 2807 LJ Gouda honderden uren gemoeid. We doen het toch maar met z’n allen en dat is iets om trots op te zijn! info@nvwk.nl Tijdens de ALV hebben we afscheid genomen van Gerard van Slijpe, onze penningmeester, die na zes jaar opgevolgd is door Jan de Boer. Jan is geen onbekende want hij inventariseert al jaren weide- en Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, watervogels in de Krimpenerwaard. Ook namen we afscheid van Hans Kouwenberg die na zestien(!) één kind t/m 16 jaar jaar wordt opgevolgd door Jaap Graveland, bij u allen vast bekend van o.a. het erfvogelproject, de vele € 17,- voor een basislidmaatschap € 22,- voor een gezinslidmaatschap artikelen in de Waardvogel en de column in de IJssel- en Lekstreek. Beide nieuwe bestuursleden stellen zich voor in deze Waardvogel. Uiteraard wil ik zowel Gerard als Hans ook langs deze weg nogmaals Bankrekeningnummer bedanken voor alle inspanningen die zij zich voor de vereniging en de natuur getroost hebben. Klasse! NL82 RABO 0127 2948 80 Er is een nieuwe Avifauna voor de Krimpenerwaard opgesteld waaruit verontrustende ontwikkelingen blijken: ondanks alle inspanningen gaat de biodiversiteit nog steeds hard achteruit. Het Deltaplan Herstel Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl Biodiversiteit waarover u in de Waardvogel van februari uitvoerig hebt kunnen lezen, komt geen moment of door een e-mail met uw gegevens te vroeg en we zullen ons als vereniging zeker inspannen om daar onze bijdrage aan te leveren. Ook de te sturen naar info@nvwk.nl inrichting van het Krimpenerwaardse deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN), en dan met name de Noordrand bij Gouderak, moet dit jaar zijn verdere invulling gaan krijgen. Eind van dit jaar wordt Op de voorpagina van de betreffende agrariërs verwacht, en dat is heel ingrijpend, dat ze een besluit hebben genomen Kleine vuurvlinder, foto: Arie Kooy of ze hun bedrijfsvoering wel of niet om te willen zetten naar een natuurinclusieve. Er zijn diverse Foto van de maand: mogelijkheden om natuur te realiseren, met daarbij horende financiële compensaties, maar welke kies je Haas, waardoor het bedrijf toch rendabel zal zijn? Natuurlijk hopen we allemaal dat het ze gaat lukken, want foto: Anita Meelenboer een natuurinclusieve bedrijfsvoering ondersteunt de biodiversiteit in het gebied. Zoals al eerder vermeld: Overname van artikelen de totale inrichting van het NNN moet eind 2021 zijn afgerond en de tijd vliegt voorbij. Overname van artikelen uit dit blad Deze Waardvogel is door diverse oorzaken flink verlaat, niettemin wens ik u een genoeglijk uurtje ermee op is toegestaan met bronvermelding de bank! d Disclaimer Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron. Drukkerij Efficiënta Krimpen aan den IJssel Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,Ereleden W. Fontijne A. v.d. Waal
In dit nummer
Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Even voorstellen, nieuwe penningmeester(s) 5 Haas, foto van de maand 5 Kleine vuurvlinder op de voorpagina 6 Grondwerk en inzaaien nieuwe Idylles 7 Invasieve exoten 8 Bastaardarend in de Krimpenerwaard 10 Bijenorchis terug in de Krimpenerwaard 13 Race 2018, stilte na de storm 14 Nieuwe uilensoort 15 13 juni lezing waarneming.nl 15 Verslag ALV 29 maart 2018 16 Nieuwe Avifauna van de Krimpenerwaard 17 Een bijzonder cadeau! 18
Meer kansen voor waterplanten 19 Waterdrieblad - leren van ervaringen 20 Landelijke dag 2018 WRN 22 Jaar van de Huiszwaluw 24 Dwaalgasten 25 Locaties gezocht voor onderzoek 26 Een wintermiddag 27 Nieuwe fruitbomen geplant 28 Weidevogeldrone, de eerste vluchten 30 Even voorstellen, nieuw bestuurslid 33 Excursie Landgoed Maurick 34 Genieten van groenlingen 37 Natuurfotografen opgelet! 38 Eendenkuikens gezien? 39 Vogelwerkgroepen, jaarverslag 2017 40 DWHC onderzoekt doodsoorzaak 42 WAARDVOGEL | APRIL 2018
3
Even noteren Z
aterdag 12 mei van 05.00 tot 17.00 uur De grote vogeldag ofwel de Big Birding Day. Dit is het jaarlijkse evenement waarbij in groepsverband binnen de grenzen van de Krimpenerwaard de meeste vogelsoorten gescoord moeten worden. Daarvoor krijgt u twaalf uur de tijd. Het is een geweldige beleving om zo’n dag mee te maken: vanaf het krieken van de dag, terwijl de eerste vogels gaan zingen, wordt er fanatiek gevogeld. In het verleden zijn er geregeld 100 soorten of meer gezien! Gaat dat dit jaar ook lukken? U kunt zich als groep van 3 à 4 personen opgeven bij Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl. Wanneer u wel mee wilt doen, maar geen groepje hebt, kan dat ook; u wordt dan ondergebracht bij een groep. We verzamelen ons centraal in de Krimpenerwaard op het parkeerterrein van Café Restaurant ‘De Loet’, langs de N210. Het startsein wordt om 5.00 uur gegeven!
Z
aterdag 12 mei van 09.00 tot 13.00 uur De dijk van de Hollandsche IJssel gaat de komende jaren op de schop; de waterwerkgroep richt zijn aandacht op dit stuk voor een nulmeting. Vandaag gaan we vissen met schepnetten. De datum is onder voorbehoud, meer info op onze site of bij Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl.
W
oensdag 16 mei om 19.00 uur Vogelbescherming Nederland organiseert weer in samenwerking met Sovon en vele andere de Nationale Vogelweek. Dé week om mensen kennis te laten maken met vogels kijken, tellen of onderzoeken. De Nationale Vogelweek vindt dit jaar plaats tussen 12 en 21 mei en in dit kader organiseert de NVWK een avondexcursie bij het Doove Gat. Het Doove Gat is een boeiend gebied geworden en we hopen op rietzangers, steltlopers en sternen. We verzamelen om 19.00 uuur bij de ingang van het gebied aan de kant van de volkstuinen (Zijdeweg). Meer info bij excursieleider Dirk-Jan van Roest,
vogelwerkgroep@nvwk.nl.
Z
aterdag 19 mei van 08.30 tot 16.00 uur Excursieleider Max Ossevoort neemt ons mee richting Zeeland. Hij wil met name naar Stellendam voor voorjaarszangers, zoals nachtegalen. Natuurlijk worden de bekende highlights op vogelgebied voor wadlopers en trekvogels ook aan gedaan. We vertrekken vanaf de P-plaats busstation Krimpen aan den IJssel en zijn uiterlijk om 16.00 uur terug.
Z
aterdag 19 mei van 09.00 uur Onder leiding van Paul Schrijvershof willen we vlinders en libellen gaan kijken in het natuurgebied Boxtel-De Geelders. Rond deze tijd vliegen het groentje en het bonte dikkopje er rond. Ook hebben we kans op diverse libellen waaronder zowel noordse als gevlekte witsnuitlibel, glassnijder en smaragdlibel. We verzamelen om 09.00 uur op de parkeerplaats van de Lidl in Bergambacht. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Gabrielle Heuvelman, XXX XXXXXXX.
H
et weekend van 25 tot en met 27 mei In het argusvlindertelweekend vragen wij weer aandacht
4
WAARDVOGEL | APRIL 2018
voor de meest bedreigde vlinder van ons boerenland. Samen met vrijwilligers in het hele land willen we zo goed mogelijk in kaart brengen waar de argusvlinder nog voorkomt. Meetellen in de Krimpenerwaard kost u slechts 1 à 2 uur tijd. Doet u (weer) mee? Opgeven kan bij Gabrielle Heuvelman, vlinderwerkgroep@ nvwk.nl. Voor informatie: XXX XXXXXXX.
D
insdagavond 5 juni Inventarisatie van het waterleven langs de Hollandsche IJssel; datum onder voorbehoud. Meer info op onze site of bij Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl.
Z
aterdag 9 juni van 14.00 tot 16.00 uur is er een leuke, zomerse activiteit gepland voor de kinderen van 8 tot 12 jaar. We gaan weidevogels kijken en Mieke, Kees en Marlou hebben ook wat leuke spelletjes in gedachten. Neem je verrekijker mee! De activiteit wordt gehouden op zorgboerderij Bogaard, Benedenheulseweg 52 in Stolwijk. Wil je meedoen, geef je dan uiterlijk 1 juni op via de mail: jeugd@nvwk.nl of bel/ sms via nummer XXX XXXXXXX.
W
oensdag 13 juni 2018 om 20.00 uur Lezing van en over waarneming.nl door Timo Roeke. We gebruiken deze site veel en Timo is er al heel lang bij betrokken. Waarneming.nl is veel groter dan we denken met heel veel data en diverse apps. De lezing is in De Zwaan te Berkenwoude. Meer info bij Hans Kouwenberg, XXX XXXXXXX.
Z
aterdag 16 juni van 10.00 tot 16.00 uur Midzomerplantenjacht op riviereneiland de Groote Zaag nabij Krimpen aan de Lek. In het kader van het dertigjarig bestaan van FLORON zijn er op 16 juni ‘overal’ plantenexcursies. Vanuit FLORON District 16 Zuid-Holland-Zuid hebben we ons oog laten vallen op De Zaag, een eiland in de Lek met flink wat getijdebeweging langs de oevers waar het zowel voor beginners als ervaren floristen leuk is om rond te kijken. Het is landschappelijk een prachtige plek langs de rivier en het terrein is vorig jaar opgeknapt. We verzamelen bij de ingang van de Groote Zaag en de excursie duurt tot ongeveer 16.00 uur. Voor info: Stef van Walsum, planten@nvwk.nl, XXX XXXXXXX.
V
rijdag 22 juni 2018 om 22.00 uur De Nachtvlindernacht. Bij dit jaarlijkse evenement wordt er in heel Nederland op diverse plaatsen gekeken naar nachtvlinders. Zo ook in het Loetbos bij de Hendrikshoeve. We lokken de nachtvlinders d.m.v licht en smeer.U bent van harte welkom; het licht gaat aan om 22.00 uur maar de meeste vlinders komen als het echt donker is. Bij twijfelachtig weer kunt u contact op nemen met Gabrielle Heuvelman XXX XXXXXXX of raadpleeg de site van de NVWK.
D
onderdag 21 en zaterdag 23 juni 2018 v.a. 09.30 uur Zin om mee te helpen in de Week van de Invasieve Exoten? Die is van vrijdag 15 t/m zondag 24 juni 2018. Op de ALV was er een lezing over en nu landelijke aandacht. We hebben samen met Staatsbosbeheer twee data in deze week gepland
om reuzenspringbalsemien te verwijderen uit het Loetbos. Reuzenbalsemienen zijn snel en heel makkelijk te herkennen, iedereen kan meedoen. Deze activiteit in de natuur is eveneens geschikt voor wat grotere kinderen. Een paar uur meehelpen kan ook. We verzamelen bij de Hendrikshoeve in het Loetbos om 09.30 uur. Daar worden we met koffie en thee ontvangen door een boswachter van Staatsbosbeheer, die zal vertellen waar we gaan werken en wat precies de bedoeling is. Zie ook pag. 8. Neem tuinhandschoenen, een lunchpakketje en voldoende drinken mee, zeker als het warm is. Zorg voor stevig schoeisel; juist in het bos is de bodem ongelijk. Er groeien op een aantal plekken bramen, blote benen zijn daarom geen goed idee. Om 16.00 uur sluiten we af met een gezamenlijk drankje. Voor vragen: Joke Colijn, contactgegevens op pag. 2. Meer info over andere activiteiten in deze week is te vinden op http://www.weekvandeinvasieveexoten.nl.
Z
aterdag 23 juni om 08.00 uur Reserveer deze dag alvast in uw agenda voor een vogelexcursie naar de Biesbosch. Details volgen nog.
D
insdagavonden 3 juli en 7 augustus Inventarisatie van het waterleven langs de Hollandsche IJssel; data onder voorbehoud. Meer info op onze site of bij Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl.
Z
aterdag 8 september 2018 vanaf ergens in de middag Onze jaarlijkse vrijwilligersdag; hoe, wat en waar is nog niet bekend. Wel dat deze middag/avond voor iedereen is die afgelopen jaar actief is geweest als vrijwilliger voor de NVWK.
Z
aterdag 13 oktober van 09.00 tot 13.00 uur Vissenexcursie in de Krimpenerwaard van de waterwerkgroep. Datum is onder voorbehoud. Meer info op onze site of bij Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl. d
Even voorstellen: nieuwe penningmeester(s) Jan de Boer
Enige tijd geleden ben ik door Max benaderd met de vraag of ik wellicht interesse had om de huidige penningmeester op te volgen. Het werd een weekje wikken en wegen. Daarna heb ik met mijn vrouw Alice de knoop doorgehakt. We gaan het samen doen. d
W
ij wonen al weer bijna 15 jaar in het hart van de Krimpenerwaard. In die tijd zijn wij al veel bezig geweest in het lokale verenigingsleven, op het gebied van school, sport en ook in de natuur. Weidevogelbescherming in het voorjaar en de jaarlijks terugkerende wintervogeltellingen voor SOVON zijn een vast ritueel en zijn kenmerkend voor het komen en gaan van de seizoenen. Nu de zoon des huizes meer en meer op eigen benen staat geeft het ons de tijd er op uit te gaan met de hond, meerdaagse wandeltochten te maken in Nederland en daarbuiten. En natuurlijk lopen of rijden we elke dag door onze polder bij het krieken van de dag. De afgelopen jaren hebben we veel zien veranderen in deze polder. Meestal ten goede, niet altijd. Wij ervaren het als een uniek stukje natuur zo dicht bij huis. Iets om te koesteren, om van te genieten en te ondersteunen daar waar mogelijk.
G
raag maak ik van deze gelegenheid gebruik om te melden dat de jaarlijkse inning van de contributies voor 2018 dit jaar later zal plaatsvinden dan normaal, namelijk tegen het einde van de maand mei. Dit gebeurt veelal door middel van automatische afschrijving. De leden bij wie dit (nog) niet is geregeld, zullen een nota ontvangen. d
Haas foto van de maand Maria Spruit
W
ie kent het niet: het beeld van hazen rennend achter elkaar in de weilanden. Soms ziet men hazen zelfs een heus boksgevecht aangaan. Deze hazen zijn aan het ‘rammelen’: vechten en indruk maken op een vrouwtje (moer). In de rammeltijd verzamelen de rammen of rammelaars zich om een moer, verder leeft de haas voornamelijk solitair. Soms leven ze tijdelijk in groepjes, waardoor roofdieren sneller kunnen worden opgemerkt. Opvallend aan een vluchtende haas is dat hij ineens 90 graden van richting verandert (het zogenaamde ‘haken slaan’) om te ontsnappen. Hazen halen 65 km/u en kunnen dit lang volhouden. Hazen zijn overwegend nachtdieren. Overdag ligt ‘het haas’ (jagersterm) in zijn leger; een ondiepe holte in het weiland. Hazen worden ook in onze regionen helaas flink bejaagd, terwijl hier van economische schade nauwelijks sprake is. Van 15 oktober tot en met 31 december is de jacht geopend. Hazen hebben een afwisselend menu van grassen en kruiden, elders ook van landbouwgewassen. Veel jonge haasjes worden slachtoffer van landbouwmachines. De hazenstand is door intensivering en habitatverlies sinds 1970 niet meer hersteld. d WAARDVOGEL | APRIL 2018
5
Kleine vuurvlinder op de voorpagina Maria Spruit
Eén van de doelsoorten in het project ‘Herintroductie van Graslandvlinders in de Krimpenerwaard’ is de kleine vuurvlinder. (zie pagina 35 in de Waardvogel van februari 2018, en de pagina hiernaast). Ondanks zijn geringe formaat zal het vuurvlindertje snel opvallen vanwege zijn felle kleuren als hij met opengeklapte vleugels foerageert, aan het zonnen is op een bloem of heel actief zijn territorium verdedigt. a
D
e kleine vuurvlinder is een algemene standvlinder. De voorvleugellengte van deze kleine vlinder is ca. 13 mm en hij is verwant aan blauwtjes en kleine pages. Het is een wijd voorkomend vlindertje dat in het gehele Palearctische (Europa, Azië tot Himalaya en Afrika tot Sahara) en Nearctische (Noord Amerika) gebied leeft. Deze aanduidingen worden gebruikt om het verspreidingsgebied zonder onoverbrugbare barrières van diersoorten aan te geven. De kleine vuurvlinder vliegt vooral bij schrale graslanden op zandgronden en laagveen. Hij is niet bedreigd en zijn aantal blijft stabiel. Het is een vlindertje dat geregeld ver van bestaande populaties wordt gezien en waarvan het meer de vrouwtjes dan de mannetjes zijn die aan het zwerven zijn geslagen. De mannetjes bezetten een territorium van ongeveer tien vierkante meter, centraal is een groepje bloemen of een steen in korte vegetatie of zelfs kaal terrein. Indringende mannetjes, maar ook andere vlindersoorten, worden fel verjaagd door er snel omheen te vliegen. Met vrouwtjes wordt gebaltst. De mannetjes zijn vrij vasthoudend als het gaat om paren. Het vrouwtje paart maar een keer en voorkomt een volgende paring door haar vleugels gesloten te houden. Nadat het vrouwtje is bevrucht gaat zij nectar zoeken om de eitjes te laten ontwikkelen.
D
e vlinder overwintert als halfvolgroeide rups in de strooisellaag, de laag van de bodem waarin blad- en
Rups kleine vuurvlinder, volgroeid slechts 15-18 mm 6
WAARDVOGEL | APRIL 2018
bloemrestanten nog herkenbaar aanwezig zijn. De rupsen overwinteren in verschillende stadia, waardoor ze op verschillende tijdstippen gaan verpoppen en uitkomen. Daardoor gaan de vlinders flink verspreid in tijd vliegen. Vanaf april vliegt de vlinder in twee of drie generaties tot eind oktober. Als in april de eerste generatie vlinders uit de poppen kruipt, gaan de vrouwtjes op zoek naar grotere planten in een vrij weelderige vegetatie om hun eitjes af te zetten. In het najaar is er een voorkeur om de eitjes af te zetten op kleine planten in een korte schrale vegetatie. De eitjes worden meestal aan de rand van de onderkant van het blad afgezet. Het afzetten van de eitjes wordt onderbroken als de zon achter de wolken verdwijnt en als de zon opnieuw doorkomt gaat het vrouwtje weer verder.
N
a ongeveer een week komen de eitjes uit. De rupsen eten een dun laagje van de onderkant van het blad weg. Vanaf de bovenzijde zijn de vraatsporen te zien als doorzichtige raampjes. Waardplanten, planten waarvan de rupsen eten, zijn vooral zuringsoorten en minder vaak duizendknoopsoorten. De rups van een kleine vuurvlinder is groen en rozerood met witte spikkeltjes en licht behaard.
Bronnen: www.vlinderstichting.nl Afbeeldingen: nl.wikipedia.org; www.soortenbank.nl. a
Palearctisch (groen, in de Oude Wereld) en Nearctisch (paars, in de Nieuwe Wereld) gebied
Grondwerk en inzaaien van nieuwe Idylles voor graslandvlinders voltooid Arie Kooy Dinsdag 3 april heeft loonbedrijf Houdijk den Boer de grondbewerking uitgevoerd van de twee nieuwe Idylles. De opdracht daartoe werd gegeven door hoveniersbedrijf A. Molenaar uit Bergambacht, dat deze werkzaamheden voor de NVWK sponsort. d
Frezen van de grond, foto: Arie Kooy
D
eze Idylles, onderdeel van het graslandvlinderproject van de NVWK, worden gerealiseerd in Lekweide, het recreatiegebied ten westen van Bergambacht en in het gebied Weydeblick ten noorden van Lekkerkerk, vlakbij de veldijsbaan.
HET IS KLEIN NAAR UW NIEUWE BIJ EEN UW HUIS PASTSTAPJE EEN MOOIE TUIN! TUIN,EenMET MOLENAAR HOVENIERSBEDRIJF! mooie tuin zorgt voor ontspanning. Op zoek naar een hovenier die u kan helpen met het ontwerpen, aanleggen of onderhouden van Wij ontwerpen zulke tuinen, leggen ze aan en uw tuin? Dan bent u bij Molenaar aan het goede adres! Graag adviseren wij u in een geheel onderhouden voor het vakwaar en met vrijblijvend gesprek. ze. VaakMet zienliefde wij mogelijkheden u zelf nog nooit aan hebt gedacht. dehouden creativiteit die u van hoogwaardig Daarbij wij rekening meteen uw wensen, zodat uw tuin het verlengstuk van uw woning wordt mag waarvan u veel extra wooncomfort zult ervaren! hoveniersbedrijf verwachten.
A. Molenaar Hoveniersbedrijf brengt elke tuinwens in praktijk, met respect voor de natuur en met gebruikmaking van de beste materialen. We gaan daarbij geen enkele uitdaging uit de weg, ontzorgen u totaal! Heeft u interesse? Neem| TUINAANLEG dan contact met ons op TUINONTWERP | TUINONDERHOUD via 06-54967545 of mail naar op marc@amolenaar.nl Bekijk diverse projecten onze website www.amolenaar.nl
een tiental vrijwilligers van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard een uitgebreide instructie over zaaien van de voorzitter van de NVWK, Max Ossevoort. De Idylles werden ingezaaid met een gebiedseigen kruiden- en bloemenzaadmengsel. Dit mengsel was samengesteld door het bedrijf Biodivers, een pionier op het gebied van zaadmengsels voor vlinders en insecten.
D
e eerste zaaihandelingen waren uitbesteed aan de heren Marc Molenaar en Eef Smits. Marc Molenaar is directeur van A. Molenaar Hoveniers, de sponsor van de grondbewerkingswerkzaamheden van de Idylles. Eef Smits is voorzitter van Leefbaar Bergstoep, de organisatie die de belangen van de inwoners van Bergstoep in de gaten houdt, en die er in het verleden voor heeft gezorgd dat het Lekweidewandelgebied op de huidige plaats is gerealiseerd. d
’t Hooge 5 | CD 2861Bergambacht EZ Bergambacht | T (0182)(0182) 35 18 35 61 18 61 Tussenlanen 20/b Zand | 2861 | Telefoon: Fax: (0182) 35 11 64 | | www.molenaarhovenier.nl E-mail: info@amolenaar.nl E marc@amolenaar.nl
Deze Idylles zullen in samenspraak met De Vlinderstichting worden aangevuld tot graslandvlinder- en bijenhabitat.
O
m ervaring op te doen voor de bewerking van de vlinderhabitats die in de loop van dit en volgende jaren op een aantal plaatsen in de Krimpenerwaard worden gerealiseerd, werd gekozen voor verschillende methodes van grondbewerking. In Bergambacht werd gespit nadat de bovenlaag was gefreesd en in Lekkerkerk werd uitsluitend gefreesd.
O
p woensdag 18 april waren de omstandigheden ideaal om de beide percelen in te zaaien. Rond 9.00 uur kregen
Kruiwagens en van alles moet mee naar de Idylle-locaties. Arme auto...
WAARDVOGEL | APRIL 2018
7
Boven: het zaaiteam. Onder: de eerste zaaihandelingen werden verricht door de heren Marc Molenaar en Eef Smits. Foto’s: Max Ossevoort.
Invasieve exoten Trek uit, die reuzenbalsemienen! Joke Colijn
Na de pauze op de Algemene Ledenvergadering hield Wilfred Reinhold een lezing over invasieve exoten. Het gaat dan om uitheemse soorten flora en fauna die na de tijd van Columbus (1492) zijn geïntroduceerd. Sommige soorten voegen zich netjes in ons ecosysteem, andere zijn of worden na verloop van tijd een probleem omdat ze inheemse soorten verdringen. Denk bijvoorbeeld aan de Amerikaanse rode rivierkreeft die zorgt voor kaalslag onder onze onderwaterflora en –fauna omdat hij alles opeet wat hij tegenkomt, aan de halsbandparkiet die vooral in parken bij steden elke broedholte overneemt en eieren en jongen van inheemse (spechten)soorten zondermeer uit het nest gooit, aan de reuzenberenklauw die bij aanraking ernstige brandblaren kan veroorzaken. Wilfred zoomde in op een aantal soorten die wij in de Krimpenerwaard ook tegenkomen. Kunnen we uitheemse soorten die overlast geven nog bestrijden, en in welk stadium van verspreiding is dat nog mogelijk? Dat is voor elke invasieve plaagsoort verschillend. d
W
at we gaan doen en waarom De Week van de Invasieve Exoten vindt dit jaar plaats van vrijdag 15 tot met met zondag 24 juni. De reuzen- of springbalsemien (Impatiens glandulifera) is onderwerp van
8
WAARDVOGEL | APRIL 2018
een activiteit die de NVWK deze week organiseert samen met Staatsbosbeheer, beheerder van het Loetbos. We gaan daar met NVWK-vrijwilligers en iedereen die wil meehelpen de balsemienen uittrekken. Dat gaat best gemakkelijk, ook kinderen
kunnen meehelpen. Normaal gesproken mag je planten niet verwijderen in de natuur, nu is het juist de bedoeling! De reuzenbalsemien is afkomstig uit het Himalayagebergte, als tuinsoort ingevoerd en vanaf begin vorige eeuw gaan verwilderen. In heel West-Europa is de soort inmiddels geregistreerd als ongewenst. De handel er in is verboden. Er is een wettelijke plicht om de plant te verwijderen waar mogelijk, en anders zodanig te beheren dat verdere verspreiding wordt voorkomen. De plant ontkiemt uit zaad in het voorjaar, wordt tot 2,5 meter hoog en verdringt alle inheemse vegetatie: door zijn snelle groei beneemt hij andere planten het licht waardoor die doodgaan en hun zaden niet kunnen ontkiemen. Het ecosysteem raakt verstoord: de vegetatie wordt heel eenzijdig wat weer een negatieve invloed heeft op insecten en ander leven.
W
aar de reuzenbalsemien groeit De balsemienplanten groeien zelfs in het bos; waarom kiemen hun zaden dan wel in vrij donkere omstandigheden? De reuzenbalsemienzaden hebben minder dan 5% licht nodig om te kiemen; daarom groeien ze ook als onderbegroeiing weelderig en krijgen andere schaduwminnende planten ook daar geen kans. De meeste reuzenbalsemienen groeien echter langs waterwegen en sloten, waar de zaden zich via het water makkelijk kunnen verspreiden. Langs oevers vangen de zaden en planten meer licht waardoor ze nog makkelijker kiemen en groeien. In het najaar sterft de plant volledig af en laat een kale bodem achter, die daardoor snel kan eroderen, wat met name een probleem is bij slootkanten en andere oevers, die daardoor sneller afkalven. De naam ‘springbalsemien’ heeft de plant gekregen omdat de zaden bij aanraking van de rijpe zaaddoos of door beweging van de wind wegspringen. De zaden zijn rijp vanaf augustus; het is heel onverstandig om dan nog planten te verwijderen omdat de zaden tijdens afvoeren overal heen schieten waardoor het verspreidingsgebied weer wordt vergroot. De geurende bloemen verschijnen in juli en variëren in kleur van donker- naar lichtroze tot lichtgeel en wit. Daarna ontwikkelen zich de zaaddozen; de zaadproductie is groot. De reuzenbalsemien is niet gevaarlijk voor mensen en dieren, maar dient ook niet als voedsel voor bijvoorbeeld grazers. Het enige ‘nut’ is de reden waarom hij onder andere in het Loetbos staat: de plant is ooit uitgezaaid door imkers omdat de bloemen veel honing produceren. Is de plant daarom dan niet aantrekkelijk? Jawel, maar de oorspronkelijke vegetatie was veelzijdiger en diende óók doelen voor insecten als hommels en andere bijen. Door de sterke geur van de bloemen lokt de plant de bestuivers weg van de inheemse vegetatie, zodat die nog sneller verdwijnt.
Aardhommel in reuzenspringbalsemien, foto Huig Bouter
B
estrijding Het is duidelijk dat ondanks het feit dat de plant best aantrekkelijke kanten heeft, de nadelen vele malen groter zijn. Bestrijding kan geschieden op diverse manieren. De kiemtijd is februari-maart. De kieming zou gehinderd kunnen worden door een hoge waterstand in het vroege voorjaar waarbij de oevers met in het najaar aangespoelde zaden onder water staan. Als dit een optie zou zijn in het Loetbos, is samenwerking met het waterschap een vereiste. Maaien voordat de plant zaad vormt, kan prima op plaatsen waar een maaimachine kan komen, zoals op de brede beheerstroken langs de sloten. In het bos is machinaal maaien niet mogelijk. Daar komt het betere handwerk om de hoek kijken. Het is geen zwaar werk, de planten laten zich makkelijk uit de grond trekken. Ook het nalopen van beheerstroken om met maaien gemiste planten te verwijderen, kan gebeuren door vrijwilligers. Kleine planten kunnen namelijk net zo goed bloeien en zaad zetten. Het zoeken naar de laatste exemplaren in juli is arbeidsintensief, maar lonend. Zaad van de reuzenbalsemien blijft twee jaar kiemkrachtig. Als we volgend jaar weer in deze week ‘uittrekdagen’ organiseren, moeten we de populatie toch een aardige slag kunnen toebrengen, zeker als bij controlerondes door Staatsbosbeheer de laatste planten worden verwijderd zodat geen nieuw zaad in de bodem valt.
M
eehelpen met uittrekken Zin om een dagje mee te helpen? Reuzenbalsemienen zijn snel en heel makkelijk te herkennen, iedereen kan meedoen. Deze activiteit in de natuur is eveneens geschikt voor wat grotere kinderen. Een paar uur meehelpen kan ook. We plannen samen met Staatsbosbeheer twee data in deze Week van de Invasieve Exoten: donderdag 21 en zaterdag 23 juni. Dat biedt volgens ons aan veel mensen de kans om een keer lekker buiten bezig te zijn. We verzamelen bij de Hendrikshoeve in het Loetbos om 09.30 uur. Daar worden we met koffie en thee ontvangen door een boswachter van Staatsbosbeheer, die zal vertellen waar we gaan werken en wat precies de bedoeling is. Neem tuinhandschoenen, een lunchpakketje en voldoende drinken mee, zeker als het warm is. Zorg voor stevig schoeisel; juist in het bos is de bodem ongelijk. Er groeien op een aantal plekken bramen, blote benen zijn daarom geen goed idee. Om 16.00 uur sluiten we af met een gezamenlijk drankje. d
Reuzenspringbalsemien bloeit in veel kleuren, foto Huig Bouter
WAARDVOGEL | APRIL 2018
9
Bastaardarend in de Krimpenerwaard Alle gekheid op een rijtje Harm Blom Op zondag 18 februari werd er een bastaardarend ontdekt in de Lopikerwaard, die later die dag herontdekt werd in de Krimpenerwaard. Op verschillende dagen daarna is deze vogel toen nog in de Krimpenerwaard gezien. In dit artikel worden de ontdekking, de herontdekking en het kleed van de vogel beschreven. Aangevuld met fotomateriaal vormt dit artikel gelijk een vastlegging van de waarneming in de Krimpenerwaard. a
K
ees de Leeuw over zijn ontdekking in de Lopikerwaard Zondag 18 februari 2017: na een paar tamme uurtjes op trektelpost De Horde hielden Arjan Boele en ik het voor gezien en besloot ik een tussenstop bij de Damweg/Willeskop (Lopikerwaard) te maken. Ten zuiden daarvan zat een grote groep ganzen in de polder. Ik wilde toch maar even checken op halsbanden en ja, er zaten er twee met halsbanden tussen. Plotseling was er paniek en vloog een groot deel van de ganzen op. Rondkijkend op zoek naar de veroorzaker zag ik vanuit het oosten op vrij lage hoogte een grote rover aan komen vliegen. In een split-second dacht ik aan een jonge zeearend. Niet vreemd, aangezien de afgelopen dagen meerdere waarnemingen in de regio zijn gemeld. Snel pakte ik mijn camera en stapte uit de auto omdat de vogel aan de bijrijderskant voorbij zou vliegen. Na wat geknoei met de instellingen (autofocus haperde), lukte het me toch om een aantal opnames te maken. terwijl de vogel met tegenlicht langsvloog en in zuidwestelijke richting en schuin van me af doorvloog. Daarna belde ik Arjan om de zeearend te melden. Direct daarna zag ik de vogel weer terugkomen en lastig gevallen worden door een buizerd en wat kraaien. Vanaf dat moment heb ik vrijwel continue foto’s gemaakt. Na enkele minuten vloog de vogel toch weer in zuidwestelijke richting weg. Vervolgens stapte ik in de auto om de foto’s te bekijken. Al bij de eerste paar opnames besefte ik dat het niet om een zeearend ging. De snavel was te klein, hij had geen wigvormige staart en had een erg egaal donker kleed. Sh... een andere arend!???. Daarop heb ik snel Arjan weer gebeld. Die kwam net met de auto thuis en is direct doorgereden naar Cabauw waar hij de vogel, zij het op afstand, nog langs zag vliegen. Vervolgens bekeek ik meer foto’s. Blijkbaar waren mijn brein en systeem niet ingesteld op zeldzame arenden. Maar de foto’s logen niet. Steeds meer spookten bij me de woorden ‘schreeuwof bastaardarend’ door het hoofd. Donkere onderdekveren, lichte velden op de grens van arm en hand. Lichte vlek bij de pols, grote witte vlekken op de bovenzijde vleugels, zeven vingers. Dit leek toch een tweede kalenderjaar bastaardarend. Later kwam Arjan nog langs om de foto’s te bekijken. Na nog een check bij Albert de Jong maakte Arjan de waarneming bekend in de appgroep Krimpenerwaard. Het resultaat daarvan is meer dan bekend.
H
arm Blom over zijn herontdekking in de Krimpenerwaard Het was tegen twaalf uur in de ochtend en ik was op een verjaardag in Bleiswijk, toen ik via de app-groep van de NVWK een bericht binnen zag komen van Arjan Boele. De tekst was duidelijk en mijn vrouw wist genoeg: ons bezoek zat erop. Verschillende mensen gingen zoeken en posten, maar bij thuiskomst was de vogel niet
10
WAARDVOGEL | APRIL 2018
meer gezien. En wat doe je dan? Ga je alsnog ergens staan of laat je het even rusten? Ik koos voor het laatste en besprak thuis de optie om in de namiddag rustig een rondje te gaan rijden. Rond 15.00 uur besloot ik om via de polders rondom Ouderkerk en via polder Den Hoek richting Bergambacht te rijden. Vanaf Krimpen scande ik toch wel meer alert en bewust dan normaal losstaande bomen en bosschages. Wat dan opvalt, is dat de Krimpenerwaard wel erg vol staat met losse bomen en bosjes. Maar goed, het zou wat zijn zeg…
N
a ruim een uur kwam ik aan bij de N210 en vanaf Krimpen aan de Lek ging ik parallel daarvan rijden. Op een gegeven moment stond ik nabij afslag Berkenwoude en keek ik de polder weer rond. Zo kwam ook het bosje (kraanvogelbosje voor oud gedienden) ten zuiden van het helofytenfilter in mijn kijker. De afstand was ruim een kilometer. Zo even snel zag ik een buizerd en wat kraaien in de bomen zitten. Normaal gezien zou ik vanwege de afstand doorrijden…maar ergens zei een alert stemmetje: kijk nog eens... Zag je daar nu niet een buizerd iets aanvallen in die boom? Weer richtte ik de kijker erop en dan gebeurt het. HET! Zo’n moment waarvan je weet dat het toch niet gaat komen, maar wat zo heerlijk is als het wel gebeurt. In de kijker zag ik gewoon een overduidelijke arend zitten, vrij op een dode tak en ook vanaf de zijkant. Zo’n moment wat alles in je doet schreeuwen: NEEE…allemachtig, dat is ‘m, dat is ‘m man, Harm dat is ‘m! Een tweede kalender bastaard!
I
k weet nog dat ik dacht: maar goed dat mijn kinderen niet in de auto zitten! Ik appte direct en trillend de appgroep Krimpenerwaard met “Ik heb ‘m!” en worstelde mij daarna vol van adrenaline uit de gordel terwijl ik eigenlijk alles tegelijk wilde pakken. Ik wilde eerst een foto maken en rende om de auto heen. Zette mijn telescoop neer, pakte mijn mobiel, en….de arend vloog weg! Nee! Heb ik dat weer… Ik pakte mijn fotocamera en uiteraard werkte ook bij mij de autofocus niet. Dus snel op handbediening en rammelen maar. De vogel vloog richting Lekkerkerk en ik gooide alles weer in de auto. Op de parallelweg lukte het mij om in één keer de auto te draaien, het was dus zeker goed dat mijn kinderen niet in de auto zaten, en ging erachteraan. Ik hoopte zo graag een betere foto te kunnen maken.
D
e vogel leek echter richting de Biesbosch te vliegen, maar kwam opeens strak terug in de richting van het Loetbos. Ondertussen reed ik best aardig door en verbaasde mij dat er opeens een auto vlak achter mij zat. Het was Herman die woest gebaren maakte van: waar vliegt-ie dan man!?
Eén van de eerste foto’s van de bastaardarend nabij Willeskop, Lopikerwaard, samen met buizerd en zwarte kraai; foto: Kees de Leeuw
20 februari 2018, bastaardarend tweede kalenderjaar nabij Loetbos in de Krimpenerwaard; foto: Johannes Luiten
19 februari 2018, Engelse toestanden op smalle polderweggetjes nabij het Loetbos, Krimpenerwaard; foto: Harm Blom
Figuur 1: Kenmerken juveniel verenkleed bastaardarend (Clanga clanga). a) Dit exemplaar heeft nog een sterk druppelvormig patroon van de middelste dekveren (1), evenals een goed zichtbare streep gevormd door de lichte toppen van de grote dekveren (2). Ook de lichte toppen van de armpennen zijn nog aanwezig (3). b) In vlucht zijn de lichte dekveren (1) en (2) als twee strepen zichtbaar. Foto 1a: Eric Jacobs, Lekkerkerk – polder Den Hoek (21-2-2018). Foto 1b: Oscar en Jolanda Balm, Lekkerkerk – polder Den Hoek. (20-2-2018).
Figuur 2: Vliegbeeld van de bastaardarend. Rond de vleugel links is de nummering van de handpennen (p1 – p10) en armpennen (s1 - s17) aangegeven. De rui volgorde verloopt via de oplopende nummervolgorde zoals met pijlen aangegeven. De armpennen zijn uniform van kleur en de meeste handpennen behoorlijk beschadigd, wat er op duidt dat deze vogel nog niet in de rui is geweest. Foto: Johannes Luiten, Berkenwoude – Loetbos (20-2-2018).
WAARDVOGEL | APRIL 2018 11
Toen de arend over het Loetbos vloog, konden wij hem beiden goed bekijken en overtuigend op de foto zetten. Man, hoe twee zwaargewichten zo blij kunnen zijn als kleine kinderen! De vogel verdween uit zicht en ondanks intensief zoeken, vonden wij hem niet terug. Richting schemering werd de vogel echter wel gelokaliseerd en is daarbij nog door een klein aantal vogelaars gezien en gefotografeerd. De adelaar was gaan slapen nabij de Mudput en de echte gekte kon beginnen.
M
aandag 19 februari Op zondagavond was er door Dutch Birding een bastaardarend app-groep aangemaakt. Men verwachtte toch wel ruim 150 auto’s met honderden vogelaars. Ik heb mijn werk (Staatsbosbeheer) maar ingelicht en de toezichthouder gevraagd om de politie en de gemeente te informeren. Dat kan altijd gedoe schelen. Er werden met Dutch Birding goede afspraken gemaakt en het was nu maar afwachten. Op maandagochtend stonden er inderdaad al honderden vogelaars in het donker te wachten. Helaas vloog de vogel snel het Loetbos uit en maar enkele vogelaars hebben hem daarbij overtuigend gezien. Ondanks intensief zoeken werd de arend die dag niet meer teruggevonden.
D
insdag 20 februari Wederom stonden er vanaf de vroege ochtend vele vogelaars nabij de Mudput met de hoop dat de bastaardarend toch nog in het Loetbos zou zitten. Maar in de ochtend werd de vogel niet gezien. Ik had met een collega afgesproken om enkele terreinen in de Krimpenerwaard te gaan bekijken en daarbij beheerwerkzaamheden te gaan bespreken. Mijn vrouw zei nog toen ik wegging; “Het zou toch wat zijn als je ‘m weer ziet, hè?”. Rond een uur of twaalf moest mijn collega naar een andere afspraak en besloot ik om via polder Den Hoek richting de Lekdijk te rijden. Vanaf de Wetering-Oost keek ik richting de Kwakels en
scande eerlijk gezegd de polder af voor een blauwe kiekendief. Ik zag in eerste instantie niets bijzonders en bij het neerleggen van mijn kijker dacht ik: daar zitten wel veel kraaien in de top van een knotwilg. Dus heb ik toch nog maar een keer gekeken. En direct zat daar in mijn beeld de bastaardarend! Hij zat op de grond van een prooi te eten. Ik appte de waarneming onmiddellijk door met de tekst “Ik heb ‘m weer!” De rest van de dag heb ik in een roes beleefd. Genieten! Meer dan 200 vogelaars konden de vogel prachtig bekijken en dat voelde heel goed. Ik zag veel bekenden, waaronder mijn vader die de vogel ook nog even mooi kon zien. Dit is toch wel het ultieme polder-vogelen.
W
oensdag 21 februari Vanaf de vroege ochtend tot een uur of tien is de bastaardarend weer door vele vogelaars gezien. Rond 10 uur vloog hij vanaf de Kwakels richting het Loetbos en is toen uit zicht geraakt. Daarna is de vogel ondanks intensief zoeken niet meer waargenomen.
N
awoord Het betreft de eerste waarneming van een bastaardarend in de Krimpenerwaard. De waarneming wordt ingediend bij het CDNA en het is de drieëndertigste keer, afhankelijk van aanvaarding andere waarnemingen, dat de bastaardarend in Nederland is gezien. Dat de vogel überhaupt ter plaatse was en zelfs op meerdere dagen, is uniek te noemen. Het heeft vele vogelaars de gelegenheid gegeven om deze soort te kunnen zien. Het merendeel van de eerdere aanvaarde waarnemingen betrof overvliegende vogels. Bij dezen wil ik Kees de Leeuw bedanken voor deze fantastische ontdekking en voor het feit dat hij samen met Arjan Boele ons tijdig heeft geïnformeerd dat de arend onze kant op was gevlogen. Het waren twee fantastische dagen! a
Kleedbeschrijving van de bastaardarend Dirk-Jan Saaltink Adulte bastaardarend en schreeuwarend zijn voor waarnemers zonder gedegen ervaring met deze soorten moeilijk van elkaar te onderscheiden, maar het juveniele kleed is wel duidelijk anders. a
I
n het geval van de tweede kalenderjaar bastaardarend in de Krimpenerwaard was het dan ook snel duidelijk dat het om deze soort ging. Dit is te zien aan de uniform donkere vleugels, dus geen kleurverschil tussen dekveren en armpennen, waar een schreeuwarend dat wel heeft. Daarnaast heeft deze vogel twee lichte vleugelstrepen boven op de vleugel en de witte toppen van de armpennen (zie pag. 11, figuur 1). Een juveniele schreeuwarend heeft doorgaans maar één streep. De lichte plekken verdwijnen in de loop van het eerste levensjaar door slijtage en rui, waardoor het verschil met een schreeuwarend kleiner wordt. Deze vogel heeft nog veel van deze druppelvormige vlekken wat er op duidt dat het nog een redelijk vers juveniel verenkleed is. Dit lijkt te worden bevestigd als we naar een uitgestrekte vleugel kijken (figuur 2). Een juveniele bastaardarend gaat na ongeveer een jaar zijn of haar eerste hand- en armpennen ruien. Dit gaat volgens een vast schema. De hand- en armpennen zijn vanuit de pols genummerd en de rui volgt grofweg deze volgorde (figuur 2). Roofvogels kunnen niet hun
12
WAARDVOGEL | APRIL 2018
hele kleed in één keer ruien aangezien ze dan niet meer kunnen jagen en zouden verhongeren; daarom doen ze dit trapsgewijs. Vanaf de herfst van het tweede kalenderjaar zal het eerste ruifront zichtbaar zijn. Daar komt in het derde kalenderjaar een tweede ruifront bij. De vogel die in januari de Krimpenerwaard bezocht, heeft een uniforme serie armpennen en behoorlijk aangetaste handpennen, wat er op duidt dat hij of zij de eerste rui nog niet heeft meegemaakt. Dit maakt het aannemelijk dat deze bastaardarend afgelopen zomer (2017) uit het ei is gekropen en op zijn eerste grote najaarstrek behoorlijk van het paadje is geraakt.
Literatuur: Dick Forsman, 1993. Roofvogels van Noordwest-Europa. GMB Uitgeverij Haarlem. Dick Forsman, 2017. Handboek determineren van vliegbeelden Roofvogels. KNNV Uitgeverij. a
Bijenorchis terug in de Krimpenerwaard Stef van Walsum
De bijenorchis (Ochis apifera) is één van de weinige orchideeën die overwintert als bladrozet. Dit maakt de soort relatief kwetsbaar voor een strenge winter. Afgelopen jaren zijn de winters vrij tam geweest en daarom doet de bijenorchis het erg goed in Nederland. Afgelopen winter werden er twee groeiplekken in de Krimpenerwaard ontdekt. d
V
oor 1990 was de bijenorchis enorm zeldzaam in ons land en kwam alleen maar op de kalkgraslanden in Zuid-Limburg en de zeedijken van Zeeland voor. We kennen deze soort ook oorspronkelijk uit het mediterraan klimaat. Inmiddels is zijn verspreiding flink toegenomen. De opmars tot in het noorden van ons land lijkt verband te houden met de klimaatverandering. In de Flora- en faunawet was de bijenorchis nog een beschermde soort. Met de komst van de nieuwe Natuurbeschermingwet (sinds 1 januari 2017 van kracht) is de bijenorchis samen met nog veel andere vaatplanten niet meer beschermd. Aangezien de bijenorchis graag verschijnt in wegbermen en braakliggende terreinen gaan er helaas regelmatig groeiplaatsen verloren. Desondanks gaat de bijenorchis nog steeds met aantallen vooruit. Juist in de winter zijn bijenorchissen het makkelijkst te vinden, dankzij het bladrozet dat de gehele winter zichtbaar blijft maar dus wel gevoelig is voor vorst. In juni en juli, de maanden dat deze prachtige orchideeën bloeien, zijn ze juist minder goed zichtbaar doordat andere plantensoorten maximaal zijn uitgegroeid en het zicht op de orchissen belemmeren.
I
n 2010 werd de eerste Krimpenerwaardse bijenorchis gevonden in de buurt van Ammerstol. Tot de winter van 2017-2018 bleef het stil en is de soort niet meer gemeld. Afgelopen winter zijn er echter twee Verspreiding van de bijenorchis na 1990 nieuwe groeiplaatsen ontdekt. We vermoeden dat we met gericht zoeken meer groeiplekken kunnen vinden. Bijenorchissen zijn pioniers onder de orchideeën, dit betekent dat ze na herinrichting van wegen en bermen al na een korte tijd kunnen verschijnen terwijl andere soorten daar jaren voor nodig hebben. We willen graag weten op welke plekken de bijenorchis nog meer voorkomt zodat we in samenwerking met de beheerders deze prachtige plant kunnen behouden. Geef vindplaatsen daarom door aan planten@nvwk.nl. Hopelijk kunnen we in juni voor het eerst sinds jaren weer genieten van de bijzondere bloeiwijze van de bijenorchis!
d
Links: bladrozet van een bijenorchis in de winter, rechts: bloeiende bijenorchis. Foto’s: Stef van Walsum
WAARDVOGEL | APRIL 2018 13
Race 2018 stilte na de storm Dirk Jan van Roest
We hebben een wilde maand februari achter de rug. Die begon met de kleine geelpootruiter die Stef van Walsum ontdekte en aan het eind van de maand werden we nog verrast met de bastaardarend. Hoe wild was dat! Hij werd opgepikt door Kees de Leeuw boven Willeskop en dankzij Arjan Boele snel doorgegeven via Whatsapp. Hij vloog richting de Krimpenerwaard! d
D
aar leek de arend van de radar verdwenen te zijn, maar hij werd door Harm Blom diezelfde zondagmiddag c.q. -avond weer opgepikt in het Loetbos. Na voor velen (lees honderden) een teleurstellende maandagochtend waarop hij er tussenuit geknepen leek te zijn, werd de bastaardarend wederom door Harm de ochtend daarop gespot vlakbij de Kwakels. Het werd genieten voor veel vogelaars! Twee appelvinken werden ook gezien .We sluiten februari af met een topper, die door sommigen begin maart werd waargenomen.
D
e mega trek van de kraanvogels zorgde met de straffe oostenwind in Nederland voor spectaculaire groepen, maar de Krimpenerwaard moest het met een enkeling doen. Maart bracht verder een brilduiker, boomleeuwerik. nonnetjes, grote
zaagbekken, velduilen bij Gouderak en vier geoorde futen in bijna zomerkleed op de Lek. Niet slecht voor de maand maart.
L
angzaam wordt het lente. De grutto’s, zwartkopmeeuwen, zwartkop, fitis en tjiftjaf, plevieren en noem maar op druppelen weer binnen.
D
e jongste deelnemers staan boven de oudere, zo lijkt de stand op dit moment. Maar de strijd is nog maar net begonnen! Tot en met eind maart hebben we alweer 145 soorten met elkaar gezien. Het is een nek aan nekrace: de nummer 1, Jaap Oosterom, staat op 130 soorten, gevolgd door Coen van Nieuwamerongen met 129 soorten. De derde plaats wordt opgeĂŤist door Ton de Groot met 128 soorten. d
Linksboven geelpootruiter, foto: Dirk-Jan van Roest; rechtsboven appelvink, foto: Gijsbert Mourik; linksonder vier geoorde futen, foto: Dirk-Jan van Roest; rechtsonder nonnetje, foto: Sven V. 14
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Nieuwe uilensoort Instant resultaat met betrekking tot samenwerking Hans Kouwenberg
Op 6 maart 2018, na een periode met matige vorst en zelfs schaatsen op de boerenslootjes voelde het heerlijk lenteachtig aan. Het is de coördinatorenavond van onze vereniging, het moment waarop de werkgroepcoördinatoren de resultaten en plannen voor het komende jaar bespreken met de andere coördinatoren en het bestuur. Het thema van deze avond was samenwerking tussen de werkgroepen om hierdoor meer en beter de natuur te dienen. Dat die samenwerking er al is zag ik vanavond. a
W
e zaten na de pauze heerlijk met een koffie, fris of biertje en een knabbeltje op tafel te luisteren naar een werkgroep. Opeens wees Patrick Heuvelman naar één van de ruiten van de Bakkerswaal; Gabrielle Heuvelman sprintte naar buiten en komt even later terug met de mededeling dat ze een motje heeft gevangen.
O
p de bar bij Carla onder een theeglas werd het motje bekeken, vrij klein en zoals vaak bruin. Ik had mijn camera niet meegenomen voor dit avondje praten en met mij verder niemand. Toch maakte ik een paar foto’s met de telefoon. Thuisgekomen zette ik de beelden op de PC en ging ook snel op zoek naar een bepaalde folder. Ooit heeft de Vlinderstichting een folder uitgegeven met voorjaarsuilen en dit was er zeker eentje. De foto was absoluut niet goed en ik kwam toch uit op een bosbesuil, al is dat wel een nachtvlinder van vooral de zandgronden. Ik voerde de uil daarom in op waarneming.nl als een onzekere bosbesuil. Gelukkig kreeg ik de volgende dag al een mail dat ik hem op zeker kon zetten.
D
eze bosbesuil (Conistra vaccinii) was de eerste op waarneming.nl voor de Krimpenerwaard. Het beestje komt in heel Nederland voor, behalve in het veenweidegebied, zeg maar de brede strook tussen Amsterdam en Dordrecht. Dankzij de goede samenwerking tussen de coördinatoren landschapsonderhoud en vlinders- en libellenwerkgroep, is er weer een nieuwe soort voor onze waard geconstateerd. a Foto bosbesuil: Kars Veling, De Vlinderstichting
13 juni lezing waarneming.nl Hans Kouwenberg
I
k heb het niet geteld en toch denk ik dat onze NVWK.nl en waarneming.nl om de eerste plek in de Waardvogel strijden van meeste vermeldingen. Zelf gebruik ik de site ook zeer geregeld; van de roodborst die elke winter in mijn tuin zit tot galletjes die ik onderweg tegenkom. Ook voor het snel nazien van foto’s zoals van bijvoorbeeld de bosbesuil hierboven, gebruik ik deze site. Timo Roeke is vanaf het begin bij waarneming.nl betrokken en geeft 13 juni een lezing in de Zwaan te Berkenwoude. Naast de site is waarneming.nl ook heel actief met de apps Obsmapp en iObs. Een nieuwe ontwikkeling is de app ObsIndentify die planten en kevers via een foto kan determineren. Kortom, het belooft een interessante avond te worden. d WAARDVOGEL | APRIL 2018 15
Verslag ALV 29 maart 2018 Frans van der Storm
Zacht zoemend en murmelend, met rinkelend serviesgoed in de hand en zoete verleiding op een schoteltje zochten ze een plekje. Zo’n 40 leden en het bestuur kwamen bijeen in De Zwaan in Berkenwoude voor het jaarlijkse hoogtepunt in het verenigingsjaar: de algemene ledenvergadering. Met een globale terugblik op het voorbije jaar heet Max Ossevoort de leden welkom en hij maakt ze alvast enthousiast voor de lezing ná de vergadering. d
H
et verslag van de ALV van 2017 en het jaarverslag van de secretaris worden goedgekeurd. De kascontrolecommissie (KCC) is lovend over de uitvoering van het financieel beheer en waardeert de extra inspanningen van de penningmeester om de problematiek met de automatische incasso’s op te lossen. De KCC (daarin gevolgd door de vergadering) is tevens zeer te spreken over de donaties van onder meer het Pieternella Pols Fonds, het StreekFonds Krimpenerwaard, de Van der Hucht de Beukelaar Stichting en uit de Clubkas Campagne van de Rabobank. Dat neemt niet weg dat kritische vragen worden gesteld bij de presentatie van de begroting 2018 en het daaruit blijkende tekort van ca. € 3400. Na wat rekenen en puzzelen blijkt de begroting tóch sluitend te zijn; het verschil/tekort komt voort uit de manier waarop ontvangsten in een eerder jaar en betalingen in een ander jaar in één begrotingsjaar zijn opgenomen. Nieuw is verder dat aan de werkgroepen is gevraagd om hun plannen voor 2018 te formuleren en financieel te maken. De ‘geclaimde’ bedragen zijn een op een overgenomen in de begroting… werkende weg zal het realiteitsgehalte blijken. Met de acceptatie van het financiële en beleidsverhaal is het tijd om afscheid te nemen van Gerard van Slijpe en Hans Kouwenberg. Gerard heeft zes jaar het penningmeesterschap vervuld en er aldus voor gezorgd dat de financiële relaties van de NVWK goed bleven. Heel veel werk heeft hij vooral het laatste jaar verzet als gevolg van de problemen met de automatische incasso (immers, pas in het najaar kwamen we erachter dat onze incassobestanden telkens een nieuw kenmerk dienden te hebben). Hans is met zestien jaar bestuurslidmaatschap de op één na
langstzittende bestuurder tot nu. Voor de leden waren zijn bijdragen wellicht wat minder zichtbaar, maar Hans was op de achtergrond altijd actief met lezingen, monitoring en ‘doe’-dingen. Hans is ook degene die erin slaagt met een simpele vraag een vastzittende situatie los te maken en verder te brengen. Hoewel (nog) geen bestuurslid wordt ook Jaap Graveland even naar voren gehaald in verband met zijn inbreng in het erfvogelproject. Dit project heeft een heel veel groter bereik gekregen dan oorspronkelijk verwacht, zowel binnen de Krimpenerwaard als ook daarbuiten, o.a. naar de Lopikerwaard en naar de gemeente Teylingen. Daardoor staat de NVWK ook bij de provincie nóg beter aangeschreven.
I
n de vacatures in het bestuur wordt bij acclamatie voorzien door de benoeming van Jan de Boer tot penningmeester en Jaap Graveland tot algemeen bestuurslid. Kees Rietvelt wordt benoemd in de KCC in de vacature van Jan Visser. Bij de rondvraag tot slot vraagt de redactie van de Waardvogel om versterking. Het schrijven en het maken van het blad, de site, de PR en al wat meer op ons bord ligt en komt, leveren ondertussen te veel werk op voor twee mensen. Tot slot wordt gevraagd naar het standpunt van de NVWK ten aanzien van gasboringen in de omgeving, en naar wat te doen bij het vinden van dode vogels. Over beide onderwerpen is (WV september 2014, zie het digitaal archief op de site) c.q. wordt (in deze WV) gepubliceerd. Na iets meer dan een uur sluit Max de vergadering en geeft het podium aan Wilfred Reinhold en de invasieve exoten. d
Links: Hans Kouwenberg, blij met zijn afscheidscadeau. Foto: Maria Spruit. Rechts ons nieuwe voltallige bestuur. V.l.n.r.: Jan de Boer, Jan van Exel, Frans van der Storm, Dirk-Jan van Roest, Joke Colijn, Stef van Walsum, Jaap Graveland en Max Ossevoort. Foto: Wim Sloof 16
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Nieuwe Avifauna van de Krimpenerwaard toont harde werkelijkheid Erik Kleyheeg
Met het verschijnen van deze Waardvogel wordt een nieuwe editie van de ‘Avifauna Krimpenerwaard’ gepresenteerd op de website van de NVWK (https://www.nvwk.nl/ werkgroepen/vogelwerkgroepen). Deze lijst geeft een overzicht van alle vogelsoorten die ooit zijn gezien in de Krimpenerwaard en is een update van de Avifauna die in 2004 werd samengesteld door toenmalig vogelcoördinator Cor Oskam. In de Avifauna wordt voor elke vogelsoort de status in de Krimpenerwaard beschreven (broedvogel, doortrekker, overwinteraar, enz.), evenals een indicatie van de zeldzaamheid van de soort. In de nieuwe editie van de Avifauna Krimpenerwaard wordt bovendien aangegeven of de soort ten opzichte van de Avifauna van 2004 is toegenomen of afgenomen. Dit legt de harde werkelijkheid van de vogelstand in de Krimpenerwaard bloot: het gaat niet goed met onze Illustratie wegvliegende zomerbroedvogels. d taling: Vogelbescherming.nl
L
aten we echter beginnen met het goede nieuws: op de nieuwe lijst konden maar liefst 16 nieuwe soorten worden bijgeschreven. Er werden spectaculaire nieuwe soorten gezien voor de Krimpenerwaard, waaronder dwaalgasten als kleine geelpootruiter en woestijntapuit. Daarnaast werden enkele soorten gezien waar eerder overheen werd gekeken en die onder andere door intensiever trektellen werden opgemerkt. Voorbeelden zijn reuzenstern, duinpieper en ijsgors. De meest indrukwekkende nieuwkomer is wel de Cetti’s zanger. Binnen een decennium heeft de soort zich gevestigd als broedvogel en is nu niet meer weg te denken uit de Lekuiterwaarden. Als we al die nieuwe soorten zien in de Krimpenerwaard, wat gaat er dan niet goed met de vogelstand? Het punt is dat vogels in principe niet kunnen verdwijnen van de lijst, maar wel uit de waard. Maar liefst zes soorten werden gedegradeerd tot ‘voormalig broedvogel’, waaronder de kwartelkoning en de wulp, maar met als meest schrijnende voorbeeld de patrijs. Van deze soort zijn al jaren geen bevestigde waarnemingen meer gedaan in de Krimpenerwaard en het is waarschijnlijk dat de soort in onze regio simpelweg is uitgestorven.
I
n totaal werd van 20 soorten de status naar beneden bijgesteld in de nieuwe Avifauna. Dat wil zegen dat deze soorten een duidelijke achteruitgang hebben laten zien, waardoor ze nu in een nieuwe categorie vallen. Voor geen van deze soorten is dat een grote verrassing, hoewel misschien een soort als de matkop niet bij iedereen direct op de radar staat. De soorten waar we ons echt zorgen over moeten maken zijn, zoals bekend, de ‘vogels van het boerenland’. Daaronder vallen de weidevogels. De broedpopulaties van kievit, grutto en veldleeuwerik zijn gekelderd en graspieper en gele kwikstaart zijn bijna niet meer te vinden in het broedseizoen. De populatie van de spreeuw, een soort die in het broedseizoen grotendeels afhankelijk is van prooidieren uit de graslanden, is ook gedecimeerd.
D
e oorzaken van de achteruitgang van deze soorten zijn complex en u heeft er ongetwijfeld al veel over gehoord of gelezen. De bedrijfsvoering van de melkveehouderij, de belangrijkste agrarische tak in de Krimpenerwaard, is over de recente decennia sterk veranderd en het is duidelijk dat het effect op veel vogels desastreus is. Meestal zitten er totaal
geen kwade bedoelingen achter deze veranderingen en zien agrariërs zich simpelweg genoodzaakt hun bedrijfsvoering aan te passen door veranderende regelgeving of vernieuwde technologieën. De negatieve gevolgen voor vogels zijn zowel direct (bijvoorbeeld sterfte of nestverlies door maaien) of indirect (voedselgebrek). Samen met agrariërs moet worden gezocht naar creatieve oplossingen voor deze problemen en hierin liggen volgens mij de beste kansen om het tij voor de boerenlandvogels te keren.
D
e NVWK is zich vanzelfsprekend bewust van de achteruitgang van de soorten die zo kenmerkend zijn voor een laagveengebied als de Krimpenerwaard. De vereniging zet zich daarom al jarenlang in om samen met agrarische organisaties en terreinbeheerders in de Krimpenerwaard afspraken te maken voor een natuurlijker beheer en het creëren van optimale leefomstandigheden voor vogels, maar ook flora en andere fauna. De conclusies uit de nieuwe Avifauna zijn een stimulans voor de vereniging om hier samen met haar leden, u en ik dus, een schepje bovenop te doen. De NVWK kan echter niet de hele Krimpenerwaard omtoveren tot een vogelparadijs, hoe mooi dat ook zou zijn. U als bewoner van de waard kunt zelf ook op eigen initiatief een steentje bijdragen. Zoals het Erfvogelproject laat zien, kan door simpele aanpassingen elke tuin nóg natuurvriendelijker worden gemaakt, zodat soorten als de spreeuw, de ringmus en de grauwe vliegenvanger meer voedsel kunnen vinden en meer jongen kunnen grootbrengen. Als u graag advies wilt over wat u in uw tuin kunt doen om deze natuurvriendelijker te maken, neem dan gerust contact op met de Erfvogelwerkgroep van de NVWK.
H
oewel de nieuwe Avifauna van de Krimpenerwaard bevestigt wat we al wisten, schudt het ons toch weer even wakker. Hopelijk kunnen wij als Krimpenerwaarders de vogelstand in onze eigen regio de goede weg op helpen. Op dit moment is de situatie echter dat soorten die voorheen talrijk waren, steeds zeldzamer worden. Opportunistische soorten, vooral vogels die profiteren van eiwitrijk grasland (ganzen), nemen toe terwijl karakteristieke soorten als zomertaling en steenuil verdwijnen. d WAARDVOGEL | APRIL 2018 17
Een bijzonder cadeau! Marterbestendige steenuilenkast Stefan van der Heijden In 2016 en 2017 zijn er twee broedgevallen steenuil in een steenuilkast in Ouderkerk en Lekkerkerk mislukt. Tijdens de controleronde werden eieren en/of jongen gezien. Toen er geringd zou gaan worden waren de kasten leeg; de jongen waren weg. Ongelofelijk balen natuurlijk, maar hoe kwam dit? Menselijke activiteiten zijn in 2017 op een locatie uitgesloten door de kast te verzegelen en door cameratoezicht. De meest voor de hand liggende oorzaak is predatie; door vogels of, en dat is waarschijnlijker, een zoogdier uit de marterfamilie. z
L
andelijk zijn er gevallen bekend dat marterachtigen (boom- of steenmarters) jonge steenuilen roven uit kasten. Maar voor zover bekend komen boom- en steenmarter in de Krimpenerwaard niet voor. Landelijk gaat het goed met deze roofdieren en breiden hun verspreidingsgebied uit. Het is vermoedelijk een kwestie van tijd voordat ook de Krimpenerwaard gekoloniseerd wordt. Afgelopen winter trof Jannie Monhemius een bunzing aan in een steenuilkast. Ze wist dit bijzondere voorval op foto vast te leggen. De bunzing (ook een marterachtige) is daarmee eveneens een roofdier dat jonge steenuilen kan roven uit een kast. Daar zijn we als uilenwerkgroep mee aan de slag gegaan. Van de ruim honderd kasten die we hebben zijn er enkele marterachtige-bestendig. Deze kasten hebben we op de locaties gehangen van de twee mislukte broedgevallen. Hopelijk zijn deze broedparen in 2018 wel succesvol.
B
egin maart 2018 ontving de uilenwerkgroep een bijzondere e-mail. Tup Näring bood een marterbestendige steenuilkast aan. In zo’n kast kunnen marterachtigen niet binnen komen. Tup heeft deze kast zelf en op eigen initiatief gebouwd naar de bouwtekeningen die STONE beschikbaar stelt (zie ook http://www.steenuil.nl/ nestkasten#De marterproof STONE-kast). Vele uren zijn erin gestopt en dat is te zien. Tup is woonachtig in Schiedam en wilde hem daar in de omgeving ophangen. Omdat hij een aantal steenuilpaartjes rondom Schiedam heeft zien verdwijnen wilde hij de kast elders, waar nog wel steenuilen zijn, een bestemming geven. Op excursies van de KNNV IJssel en Lek kreeg hij de inspiratie om hem aan de uilenwerkgroep van de NVWK te schenken. En daar is de uilenwerkgroep blij mee! Op zaterdag 31 maart heeft Stefan van der Heijden de kast opgehaald in Schiedam. We willen Tup nogmaals hartelijk danken voor dit bijzondere cadeau! We zullen hem op de hoogte houden van het plaatsen en eventuele toekomstige broedgevallen. Voor een broedgeval in de kast in broedseizoen 2018 is nu plaatsen te laat. Het streven is hem voor september 2018 op te hangen; dan zwerven de jongen van dit jaar uit op zoek naar een eigen stek. Hopelijk weten ze dit ‘steenuilpaleis’, zoals Tup de royale kast noemt, te vinden! z
1
2
Boven: bunzing springt uit steenuilenkast, foto: Jannie Monhemius. Links: het marterbestendige ‘steenuilpaleis’, foto: Stefan van der Heijden. Rechts: Tup overhandigt de kast aan Stefan, foto: mevrouw Näring. 18
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Meer kansen voor waterplanten door aangepast onderhoudsbeleid HHSK Nancy Meijer, beleidsadviseur watersystemen Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) In de Krimpenerwaard zijn de meeste eigenaren van percelen die grenzen aan water verantwoordelijk voor het onderhoud van het water. Veel eigenaren weten niet dat het sinds juni 2009 al is toegestaan watergangen breder dan zes meter minder intensief of gefaseerd te onderhouden. In dit artikel licht Nancy Meijer, beleidsadviseur watersystemen van het waterschap HHSK, toe wat het beleid precies inhoudt en hoe u als eigenaar kunt zien in welke onderhoudscategorie uw sloot valt. In het artikel op de volgende bladzijde laat Jaap Graveland aan de hand van eigen ervaringen zien welke rijkdom aan planten en dieren in uw sloot kan ontstaan door gefaseerd beheer toe te passen. d
M
aaien en baggeren graag, maar met beleid. De Krimpenerwaard is een groen en waterrijk gebied. De sloten voeren water aan en af, en ze vervullen een belangrijke ecologische en bergende functie. Met goed onderhoud blijven die functies in stand. Maar wat is goed onderhoud? Welke eisen stelt het hoogheemraadschap en welke ruimte is er om van die eisen af te wijken?
O
nderhoud van de slootbodem Zonder onderhoud zal een sloot langzaam maar zeker steeds ondieper worden door de aanwas van bagger. De waterdiepte is nodig om voldoende water aan- of af te kunnen voeren, en is daarnaast belangrijk voor een goede waterkwaliteit. Om de sloot weer op diepte te brengen moet de sloot gebaggerd worden. Volgens het beleid van het hoogheemraadschap moet de watergang altijd voldoen aan de minimale waterdiepte. Als richtlijn kunt u uitgaan van een minimale waterdiepte van 50 cm. Het verwijderen van de bagger grijpt behoorlijk in op het leven in de sloot. Het water vertroebelt, zuurstofgehaltes dalen en voedingsstoffen komen vrij. Daarnaast verdwijnen met de bagger ook visjes als de kleine modderkruiper en veel bodemdieren en planten (wortels, zaden, knoppen) uit de sloot. In hoeverre zo’n effect optreedt hangt af van de methode, de frequentie en de periode waarin gebaggerd wordt. Om de negatieve effecten op de natuurwaarde minimaal te houden zijn er verschillende mogelijkheden. Bagger bij een lagere watertemperatuur wanneer er meer zuurstof in het water is, dus aan het einde van het groeiseizoen. Ook kan werken met licht materiaal en een lage werksnelheid een goede maatregel zijn. Variëren van de werkzaamheden in ruimte en tijd kan tenslotte ook een belangrijke verbetering voor de natuur opleveren: sloten lokaal uitdiepen en het baggerwerk in een gebied verdelen over meerdere jaren. Het beleid van het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard biedt hier alle ruimte voor. Indien faseren in ruimte en Spaar een deel van de bagger in de oeverranden. 100% ‘baggerschoon’ is geen eis van HHSK. Zelf blijft HHSK bij het baggeren altijd 12,5% uit de oever. Dus 75% van de breedte van de watergang wordt gebaggerd. Zie ook de paragraaf hiernaast over de ‘ecokleurenkoers’.
Relevant nieuws Op 12 april ging het In het project Deltaplan Agrarisch Waterbeheer (DAW) Krimpenerwaard officieel van start met een voorlichtingsbijeenkomst voor belangstellenden. In dit project werken de agrariërs in de Krimpenerwaard en het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard samen om de kwaliteit van het
tijd ertoe leidt dat niet al uw sloten op diepte kunnen zijn, dan kunt u daar een maatwerkplan voor indienen. Neem hiervoor contact met ons op.
O
nderhoud van de water- en oeverplanten In de Krimpenerwaard vangt het open weideland het meeste regenwater op. Is de sloot voldoende diep dan is er volop ruimte voor planten in en langs het water. Planten in het water en op de oever zorgen voor helder water met een goede kwaliteit. Toch is het nodig planten in en langs het water te maaien. Groeien er teveel waterplanten dan kan dat niet alleen het doorstromen van water belemmeren, maar ook negatief zijn voor de natuurwaarde. Het advies voor ‘sloten’ komt grotendeels overeen met de maatregelen voor baggeren: niet teveel en niet te weinig en niet alles tegelijk. Biodiversiteit is ook hier gebaat bij gefaseerd verwijderen van een overmaat aan begroeiing.
B
elangrijk: ecokleurenkoers Als algemene richtlijn kunt u gebruik maken van de zogenaamde ecokleurenkoers, het maaibeleid van HHSK. Met de Ecokleurenkoers hebben alle watergangen in het gebied een kleur gekregen die samenhangt met de gewenste doorstroming. Bij elke kleur hoort een maximaal toegestane hoeveelheid begroeiing op het moment van schouw. Blauw staat voor intensief onderhoud en groen voor extensief onderhoud. Blauwe sloten zijn gemiddeld smaller dan zes meter en hebben de neiging snel dicht te groeien. Zonder goed onderhoud groeien oeverplanten steeds verder het water in. Het is daarom belangrijk dat de planten in het najaar gemaaid worden. Groene sloten zijn breder dan zes meter. In het najaar dient een strook van drie meter breed over de hele lengte van de watergang vrij te blijven van waterplanten, de overige begroeiing mag blijven staan.
O
ok voor de begroeiing met water- en oeverplanten geldt dat er ruimte is voor maatwerk. Kunt u door faseren in ruimte en tijd niet voldoen aan de eisen, maar wel aan het beeld van een goed functionerende sloot? Neem dan contact op met het waterschap om de mogelijkheden te bespreken. Bekijk de Ecokleurenkaart van uw gebied op www.hhsk.nl/ekk. d
oppervlaktewater te verbeteren. Het doel van dit project is dat zoveel mogelijk agrariërs aan de slag gaan met maatregelen die goed zijn voor de waterkwaliteit en daarnaast bijdragen aan een goed bedrijfsresultaat. De hoofdthema’s van dit project zijn kringlooplandbouw, erfafspoeling en baggeren en slootschonen. d WAARDVOGEL | APRIL 2018 19
Waterdrieblad - leren van ervaringen Jaap Graveland, tekst en foto’s
De sloten en vaarten in de Krimpenerwaard worden regelmatig gebaggerd. Dat garandeert een vlotte waterafvoer en houdt de waterkwaliteit op peil. Het gaat helaas ten koste van de oeverplanten en de dieren die daar in leven. Maar het hoogheemraadschap biedt al sinds 2009 ruimte voor meer ecologisch onderhoud. Veel bewoners weten dat nog niet. In dit artikel laat ik zien hoe mooi en waardevol oever- en waterplanten zijn en laat ik zien hoeveel ruimte het onderhoudsbeleid van het hoogheemraadschap u als bewoner biedt voor het behoud van biodiversiteit. d
P
rachtige soorten In het ondiepe water langs de oevers van onze sloten groeien hele mooie planten. De beschermde zwanenbloem is misschien wel de bekendste. Andere opvallende soorten zijn de dotterbloem, pijlkruid, slangenwortel en watermunt. Maar de lijst is veel langer: witte waterkers, gele waterkers, gele lis, de hemelsblauwe moerasvergeetmeniet, kalmoes, lisdodde… Ze houden het slib vast, zorgen voor helder water en dragen op hun beurt ook bij aan de waterkwaliteit.
E
ffect van baggeren Eigenlijk moeten we onderscheid maken tussen baggeren en ‘sloten’. Met baggeren wordt de slappe prut op de bodem verwijderd. Het belangrijkste doel is het handhaven van voldoende ‘watervoerend profiel’, dus voldoende diepte en breedte voor aanvoer en afvoer van water. Daarnaast verbetert baggeren de waterkwaliteit. De bagger bevat veel stikstof en fosfaat. Met baggeren worden die afgevoerd zodat de sloten minder snel dichtgroeien met algen (flap) en kroos, de kans op overlast door blauwalg en stank afneemt en waterplanten meer kans krijgen. Met ‘sloten’ worden alle planten in de oeverzone verwijderd. Maar ook als je 100% baggert, dus tot de slootrand, is het effect op de oeverplanten erg groot. Ik heb dat zelf kunnen zien bij de sloten rond Berkenwoude. In sloten langs de Kerkweg ten noorden van Berkenwoude en langs de Boezemweg naar Lekkerkerk stond jarenlang veel pijlkruid. Een van onze mooiste oeverplanten met karakteristieke pijlvormige bladen en grote witte bloemen. Beslist geen algemene plant. De sloten werden 3-4 jaar geleden geheel gebaggerd en sindsdien is er geen enkele plant meer te zien. In de poldersloten tegenover ons huis aan het Westeinde stond her en der zwanenbloem. Na het baggeren stond er nog een enkele plant. Het was wrang om te zien: in het nabijgelegen baggerdepot groeiden in de zomer na het baggeren allemaal zwanenbloem in de opdrogende bagger. Maar er is dus meer ruimte voor ecologisch onderhoud dan deze voorbeelden laten zien. U kunt bij het baggeren een zone van 12,5% van de slootbreedte langs de oever ontzien, en in de groene sloten van de ecokleurenkoers kunt u nog meer laten staan.
E
xplosie van waterdrieblad Ons perceel is omgeven door onbeschoeide sloten. Ik kweek inheemse soorten en wilde proberen of ik aantrekkelijke en beschermde oevers kon maken door oeverplanten te zaaien en in te planten. Ik ging experimenteren met waterdrieblad. In het najaar stak ik stengels in de bodem. Dat had weinig succes: de volgende winter vraten muskusratten of rivierkreeften de stengels door. Ik plantte ze opnieuw; geen pretje in het ijskoude water en de
20
WAARDVOGEL | APRIL 2018
dieren vraten ze weer af. Zo hielden we elkaar gezellig vier, vijf winters bezig. Maar elk jaar kwam er toch iets bij. Twee winters geleden was er opeens nauwelijks vraat en kwamen de stengels ongeschonden de winter door. In het voorjaar breidden ze zich spectaculair uit. Ook de afgelopen winter was er weinig schade. De plaatselijke meerkoeten en futen gingen er in broeden. Het resultaat de zomer erna, vorige zomer dus, was indrukwekkend: de stengels vertakten zich, groeiden zeven meter het water in, en bedekten tenslotte ongeveer 200 m2. De jonge meerkoeten bleven weken onzichtbaar, omdat ze kennelijk voldoende voedsel kregen en zelf konden vinden in de wildernis van waterdrieblad. De volwassen futen schuimden de randen af, een teken dat er aardig wat vis zat. In de beschutting van het waterdrieblad breidden andere soorten zich uit, vooral witte en gele waterkers, kalmoes en liesgras.
V
issenrijkdom Een mooi gezicht, maar het drieblad bedekte ondertussen een veel groter deel van de sloot dan is toegestaan, (zie de bijdrage van Nancy Meijer). Dus in oktober trok ik een dag uit om de planten drastisch in te korten zodat er minstens drie meter open water overbleef, een eis van HHSK. Ik knipte de stengels af en trok ze in m’n bootje. En ik ontdekte zo hoeveel dieren er in die velden leefden. Want bij het naar binnen trekken van de stengels tuimelden er allerlei dieren in m’n bootje: marmergrondels, jonge zeeltjes, een jong kroeskarpertje (die zijn werkelijk prachtig). En heel veel jonge rivierkreeften. De meeste dieren zaten in de witte waterkers. Die heeft een dicht wortelpakket, waaruit de dieren zich niet op tijd konden los worstelen. Waterdrieblad heeft heel grove wortels. Kortom, wat in mijn boot belandde was maar een fractie van wat er in die velden leefde. Geen wonder dat de koeten, futen maar ook de snoekvissers zoveel belangstelling hadden voor die velden van waterdrieblad. De marmergrondels en rivierkreeften waren verreweg het meest talrijk. Beide zijn exoten. De wereld onder water verandert.
L
eerzame lessen We kunnen een boel leren van deze ervaringen. 1. Baggeren en sloten hebben een heel groot effect op onze oeverplanten. Waterdrieblad is een inheemse plant, die in de Krimpenerwaard behoorlijk zeldzaam is. 2. Herstel van oeverplanten na baggeren kan jaren duren, afhankelijk van de winteromstandigheden. 3. Zonder baggeren kunnen waterdrieblad en andere planten zich sterk ontwikkelen. 4. Dus met ecologisch onderhoud kunt u én voldoen aan de eisen van onderhoud en schouw, én ruimte bieden voor oeverplanten. 5. Een veld waterdrieblad effent de weg voor andere soorten. Misschien profiteert waterdrieblad op zijn beurt wel van het
herstel van andere soorten. 6. In deze drijvende vegetaties leven veel dieren, ze zijn een bron van biodiversiteit. 7. Minder intensief baggeren en sloten kan tot sterk herstel van oeverplanten leiden. Maar houd u aan de regels van de Ecokleurenkoers!
O
nderzoek Hoe groot de velden van waterdrieblad ook waren, mijn waarnemingen komen maar van een heel klein stukje Krimpenerwaard. Misschien dat in andere oevervegetaties de soortsamenstelling van de planten en dieren wel heel anders is. Ik ben ook heel benieuwd wat voor insecten er in de velden leven. Het is daarom de moeite waard om ook op andere plekken te gaan kijken. Misschien een idee voor onze waterwerkgroep en jeugdwerkgroep? d
Foto’s boven: waterdrieblad. Illustratie onder: deelgebied Westeinde op de Ecokleurenkaart, www.hhsk.nl/ekk.
WAARDVOGEL | APRIL 2018 21
Landelijke dag 2018 WRN Een korte impressie Harry Verkerk De Werkgroep Roofvogels Nederland (WRN) is een landelijke werkgroep die in 1982 is opgericht om een einde te maken aan de vervolging van roofvogels. De hoofddoelstelling van de WRN is om deze wetsovertredingen te stoppen en uit te dragen dat roofvogels recht hebben op hun eigen plaats in de natuur. Op 17 februari 2018 vond de 23ste landelijke roofvogeldag van de WRN in Meppel plaats. Samen met Dirk-Jan Saaltink en Henk Visser bezocht ik deze bijeenkomst om meer kennis over deze bijzondere groep vogels op te doen en zo onze basis als leden van de NVWK roofvogelwerkgroep te verbreden. a
B
ij de entree werden we welkom geheten door enthousiaste vrijwilligers, die o.a. boeken, posters, folders en diverse shirts ter verkoop aanboden. Tevens stonden er een aantal opgezette roofvogels, waardoor je een levensecht beeld krijgt van de omvang en uiterlijk van bijvoorbeeld de havik, de buizerd, de torenvalk, het smelleken. De bijeenkomst was in de zaal van de stadschouwburg Ogterop te Meppel, waar naar mijn schatting 225-250 mannen en vrouwen aanwezig waren. Daaronder waren relatief veel jongeren, wat veelbelovend is voor de interesse in roofvogels! Ik zal niet alle presentaties beschrijven, maar mij beperken tot in mijn ogen enkele bijzondere onderwerpen.
D
e eerste presentatie was een zeer interessante lezing over de rode wouw. Deze vogel staat op de rode lijst. Februari– maart is de periode dat de rode wouw zich ergens vestigt, een nest bouwt en zich voortplant. De rode wouw leeft vooral in heuvelachtig gebied, omdat hij de opstijgende wind gebruikt om te vliegen. Hij komt daarom vooral in Oost-Nederland voor. Vanaf 2013/2014 is in België en Duitsland sprake van een verdubbeling van het aantal rode wouwen, waardoor de rode wouw uitwijkt naar Nederland voor een eigen territorium. Er is een reële kans op uitbreiding in Nederland. In ons land sterven deze vogels vooral door gif. In de Krimpenerwaard verbleef deze winter een tijdje een rode wouw. Je zou de indruk krijgen, dat hij interesse heeft zich hier te vestigen. Bij de broedvogelmonitoring roofvogels van de roofvogelwerkgroep van de NVWK zal deze prachtige en toch wel unieke verschijning zeker worden gevolgd!
E
en andere opvallende presentatie ging over de eerste broedende steppekiekendief in Nederland in juni 2017. Een prachtig verhaal gebracht door een boeiende verteller met veel
uniek filmmateriaal. Het is gelukt met hulp van de betreffende boer om het nest te behouden en zelfs de jongen te ringen. Uiteindelijk heeft het steppekiekendief paartje vier vrouwelijke exemplaren grootgebracht! Een unicum en hopelijk met een vervolg in Nederland. Op internet is genoeg terug te vinden over deze bijzondere gebeurtenis. Kijk onder andere eens naar: https://vroegevogels.bnnvara.nl/nieuws/eerste-broedgevalsteppekiekendief-in-nederland. Een smakelijke anekdote is dat op bijna dezelfde plaats en tijd een vale gier is gespot, waar een grote groep vogelaars op af kwam. Hoewel een steppekiekendief onder hun neus vloog, werd deze niet door de kenners en spotters opgemerkt!
E
r is ook een presentatie over de zeearend gegeven. Deze prachtige vogel is uit Duitsland naar Nederland gekomen. Inmiddels hebben diverse paren zich in Nederland gevestigd. Binnenkort wordt verwacht dat de in Nederland geboren zeearenden zich ook in Nederland zullen voortplanten. In 2017 waren er twaalf broedsels, waarvan acht succesvol! Deze imposante roofvogel zal dus vaker in Nederland waargenomen kunnen worden. Wie overigens het nieuws over de bastaardarend in de Krimpenerwaard op 18 en 19 februari heeft gevolgd, of hem misschien zelfs zelf heeft gezien, begrijpt wat een grote en prachtige vogel een arend is!
H
oewel ik de andere sprekers tekort doe door ze over te slaan, maar ook om het dicht bij huis te houden, nog één presentatie en wel die over de slechtvalk in Zoetermeer. In de afgelopen 10-15 jaar is een toename van slechtvalken in Nederland waarneembaar. In Zoetermeer huist een slechtvalkpaar op de toren van het stadhuis van Zoetermeer! Dit is vanaf het terras in het centrum van Zoetermeer zichtbaar! Inmiddels zijn twee kasten opgehangen waar de dieren kunnen verblijven. Een dagje winkelen is dus in Zoetermeer te combineren met een uurtje vogelen! Wist je trouwens dat slechtvalk niet een ‘slechte’ valk betekent, maar ‘zonder meer een’ valk, zeg maar een gewone valk. Dit in tegenstelling tot een bijzondere valk, zoals bijvoorbeeld de giervalk.
T
ot slot wijs ik graag nog op de live webcams op de site van de vogelbescherming, onder het motto ‘beleef de lente’, waar onder ander het wel en wee van diverse parende, broedende en opvoedende slechtvalk, zeearend en drie uilen kan worden gevolgd. Om niet heel lang op beweging te wachten, zijn onder de webcam diverse opgenomen filmpjes met actie beschikbaar. Zeer de moeite waard! a
22
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Boven: muizenjager bij uitstek, de buizerd, lust ook wel eens een ander boutje; foto: Anita Meelenboer. Midden: steppenkiekendief; bron: http://www.avibirds. com. Onder: ook in Delft broeden slechtvalken, hier parend op de toren van de Faculteit Bouwkunde van de TU; foto door Marco Latooij
WAARDVOGEL | APRIL 2018 23
Jaar van de Huiszwaluw ontwikkelingen, onderzoek en acties Tekst en foto: Dirk-Jan van Roest Zo langzaam aan druppelen ze de Krimpenerwaard weer in met hun vrolijk gekwetter als de Waardvogel op de mat valt. Vanuit hun overwinteringsplek, die helemaal in het zuiden van Afrika kan liggen, vliegen ze feilloos naar hun oude broedlocatie. En dat is waar ze een extra steuntje in de rug kunnen gebruiken. Sinds 1960 is het aantal huiszwaluwen in ons land met meer dan 70% afgenomen. Oorzaken voor die afname zijn niet helemaal duidelijk, maar lijken wel verband te hebben met het steeds schaarser worden van modder (toenemende bestrating) en het met een evenredig percentage verdwijnen van insecten (zie ook het artikel op pagina 26). De terugloop van de huiszwaluwstand is dan ook de reden voor Sovon en de Vogelbescherming om 2018 tot het Jaar van de Huiszwaluw uit te roepen. d
D
e huiszwaluw In april en mei komen de meeste huiszwaluwen weer terug vanuit hun overwinteringsgebied. Zowel ouders als jongen van het jaar ervoor vliegen weer naar hun oude(rlijk) nest. Dat nest wordt gemaakt van modder (klei en zand) of leem en wordt voornamelijk gemaakt onder (het liefst witte) dakgoten en overkappingen. Hun voorkeur lijkt te liggen bij bebouwing in landelijk gebied. Niet geheel toevallig. Vroeger was de huiszwaluw ook te vinden in stedelijk gebied, maar door ‘verstening’ en verdere bebouwing is de huiszwaluw daar meer en meer verdrongen en waren voedsel, nestmateriaal en broedlocatie praktisch niet meer voorhanden. De huiszwaluw is het best te herkennen aan de opvallende witte stuit. Hij is slechts 15 cm lang, heeft een spanwijdte van zo’n 28 cm en weegt nog geen 20 gram. Huiszwaluwen zijn sociale vogels en broeden vaak in kolonies. Op het menu staan insecten:
Huiszwaluw voert zijn jongen 24
WAARDVOGEL | APRIL 2018
hoofdzakelijk vliegen en bladluizen die hij in een straal van zo’n 450 meter vanaf het nest in de vlucht vangt.
O
ntwikkelingen De huiszwaluw komt bijna in heel Nederland voor. Waar in 1970 nog vermoedelijk zo’n 400.000 - 500.000 paren waren staakt de teller op dit moment ergens tussen de 65.000 92.000 paren. Een afname van meer dan 70%. Als we kijken naar de ontwikkelingen in het landschap (gebrek aan bloemen) en de afname van insecten dan past de afname van de huiszwaluw (en uiteraard vele andere soorten) in die lijn en wordt destemeer benadrukt wat het belang is van biodiversiteit en behoud (of terugbrengen) van het oude cultuurlandschap. Bij ons in de Krimpenerwaard kennen we twee echte broedkolonies. Daarnaast hebben we zes zwaluwtillen geplaatst
in de Krimpenerwaard, maar die zijn nog niet succesvol ondanks afspelen van huiszwaluwgeluiden. We bekijken wat we kunnen verbeteren aan de palen en locaties om de huisvesting interessant te maken en bij te dragen aan de populatie huiszwaluwen. We hebben in het verleden dus al actie ondernomen, maar vanuit Sovon in het kader van het Jaar van de Huiszwaluw liggen er nog drie acties te wachten, die eigenlijk door iedereen wel op te pakken zijn.
O
nderzoek en acties Om het Jaar van de Huiszwaluw inhoud te geven zijn er diverse acties op touw gezet. Op onze website via nvwk.nl/ huiszwaluw hebben we meer informatie over de acties, zijn downloads te vinden en verwijzingen naar relevante pagina’s op de websites van Sovon en Vogelbescherming. 1. Telling van kolonies Jaarlijks worden er al ruim 1.700 kolonies geteld, maar er zijn ook nog regio’s waar nauwelijks wordt geteld. En Sovon wil juist ook daar graag een goed beeld krijgen. In de Krimpenerwaard worden op dit moment de kolonies geteld in Krimpen aan den IJssel, Ouderkerk aan den IJssel, Lageweg, Gouderak, Berkenwoude, Lekkerkerk en Bergambacht. Mogelijk dat niet alle kolonies in een kern geteld worden of bekend zijn, dus we horen graag waar er kolonies bij u in de buurt zitten. 2. Nestonderzoek Naast telling van de kolonies start Sovon ook een nestonderzoek. Waar bij de telling van de kolonie slechts eenmaal geteld hoeft te worden, wordt bij nestonderzoek meer tijd gevraagd. Wekelijks een kijkje bij het nest (hoeft dus geen kolonie te zijn) of de nesten. Voor het nestonderzoek: -kies je een kolonie die je vanaf half april t/m de nazomer volgt.
-observeer je wekelijks enkele nesten (max. 10) vanaf een afstandje voor de duur van een kwartier tot uur. -noteer je telkens per nest het stadium. -verzamel je samen met anderen waardevolle gegevens over het broedsucces van een bedreigde soort. 3. Charme offensief Daarnaast heeft de huiszwaluw, hoe gezellig hij ook klinkt, een wat besmeurd karakter. Niet alle huiseigenaren zijn blij met het poepgedrag van de huiszwaluw. Omdat onbekend vaak onbemind maakt, is er een brochure op dezelfde pagina van de site te downloaden met achtergrondinformatie en tips over wat je aan eventuele overlast kan doen en dat het maar om een paar weken per jaar gaat. 4. Zelf aan de slag?! Al broedende huiszwaluwen aan uw huis? Geniet vooral van deze erfvogels en laat oude nesten zitten! Deze trekken weer andere huiszwaluwen aan.
W
oont u in het buitengebied, denk dan eens aan deze actiepunten die bij kunnen dragen aan het behoud van de huiszwaluw. Maak geschikte dakranden wit, zorg voor een modderplaats binnen 100 tot 200 meter van de nestplaats en hang meerdere kunstnesten op aan de oost- of noordoostzijde direct onder de dakgoot of het overstek. Meer informatie is te vinden op onze website via nvwk.nl/ huiszwaluw of neem contact op met de coördinator van de zwaluwwerkgroep Nico van Dam: xxxxxxxxxxx@xxxx.xx of XXX XXXXX. Ook als het je leuk lijkt om binnen de Krimpenerwaard structureel meer voor de zwaluwsoorten in het algemeen te kunnen betekenen. d
Dwaalgasten Tekst en foto: Adriaan van Wijck
Je kent ze wel, van die gasten in weerbestendige kleding, sjouwend met een zwaar statief en daarop een grote telescoopkijker. De ware vogelspotters! Op een frisse zaterdagochtend eind maart kwam ik er een paar tegen tijdens een rondje Doove Gat. d
I
k beproefde daar m’n vogelgeluk met de fotocamera. In de verte zag ik de vogelaars zitten op een bankje dat er speciaal voor gemaakt leek. De mannen hadden hun post in genomen met de koffiekan tussenin. Ze leken er al lang te zitten. Dichterbij gekomen raakten we aan de praat. “Hé, Arie, die pijlstaarten zijn naar rechts opgeschoven,” zegt de ene man tegen de andere. Terwijl beiden weer door hun kijkers kijken wijzen ze mij erop waar die eenden zich bevinden. Helaas te ver weg voor mijn camera om er een goede foto van te maken. Intussen zie ik dat ‘Arie’ in zijn rechterhand een smartphone heeft en daarmee volgt wat er aan de andere kant van het land te zien is. Elders is een Ross’ meeuw gezien. En kortgeleden gingen ze nog op pad voor een ringsnaveleend. Of ze er nu voor naar Vlissingen of Groningen moeten rijden, het maakt hen niet uit. Ze willen die schoonheid dan graag bewonderen. Maar nu blijven ze nog even zitten; de meldingen zijn niet interessant genoeg. Dan roept Arie ineens: “Van links komen er een paar bontbekken in!” Allebei turen ze weer via de telescoop over de plas. Inmiddels ben ik benieuwd of ze uit de buurt komen. Ik vraag ze of ze de Waardvogel kennen, dat veelzijdige blad met mooie foto’s. “Ja,” zegt Arie, “dat blad bezorgen wij al jaren!” Leuke verrassing. Omdat ik het blad in Ridderkerk per post ontvang, kende ik de mannen nog niet. U wel?? d WAARDVOGEL | APRIL 2018 25
Locaties gezocht voor onderzoek relatie boerenzwaluw en insecten Tekst en foto’s: Jaap Graveland De publicatie van de universiteit van Nijmegen n.a.v. de dramatische afname van insecten in Duitse natuurgebieden is in Nederland net zo relevant. In eerdere Waardvogels vroeg ik al aandacht voor het landelijke onderzoek van de Universiteit van Nijmegen. We zoeken erfeigenaren om deel te nemen. U hoeft daar eigenlijk niets voor te doen. Een locatie om insectenvallen op te zetten en broedende boerenzwaluwen op uw erf zijn voldoende. Onderzoeker Nick Hofland en een medewerker van Sovon komen in mei-juli in overleg met u wekelijks op bezoek voor het leegmaken van de vallen, het bepalen van het broedsucces en het dieet van de zwaluwjongen. U mag natuurlijk daarbij helpen, maar dat hoeft dus niet. d
D
oel van het onderzoek is om te bepalen of er een relatie is tussen voorkomen en broedsucces van de boerenzwaluw, en het aantal insecten in het landelijk gebied. Dit naar aanleiding van alarmerende berichten over insectenafname in Duitsland en de gevolgen daarvan voor insectenetende vogels, zoals de boerenzwaluw. Die relatie ligt voor de hand. Maar er zijn heel weinig goede gegevens over het voorkomen van insecten in ons land, met uitzondering van libellen en vlinders. Want wie telt er nu muggen en vliegen? Het is belangrijk onderzoek voor het onderbouwen van besluiten over de landbouw-van-de-toekomst. Ik hoop dat u daaraan wilt bijdragen. Voor vragen of deelname kunt u met mij contact opnemen, tel. XXX XXXXX, erfvogels@nvwk.nl. d
Een val met drijvers (petflessen). Die wordt in het water gezet, en muggen en andere insecten die uit het water kruipen komen daar in.
Bron figuur afname boerenzwaluw: Sovon 26
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Grappig is dat een winterkoning zo zijn eigen ideeĂŤn heeft over dit onderzoek. Hij heeft gewoon zijn nest gemaakt in een van de onderzoekslocaties.
Bron figuur insectenafname en locaties: Universiteit van Nijmegen
Een wintermiddag Tekst en illustratie: M. Bersma
Het is koud, al zou de dat niet zeggen als je naar buiten kijkt. Een strakke blauwe lucht en een stralende zon die op de ramen schijnt van huizen waar de zonwering is neergelaten, omdat men bang is dat het vloerkleed of de gordijnen zullen verschieten. Het ziet er buiten zo uitnodigend uit, dat ik me losmaak van de warmte in de kamer en de kou instap. Een schrale wind schuurt m’n huid, van de zonnewarmte merk ik weinig. Als ik de straat verlaat, sla ik af naar het kleine Tiendwegje. Het eerste wat ik zie is een grote reiger aan de overkant van de sloot. Hij zit in de luwte van een paar struiken en laat zich beschijnen door de zon. Hij geniet er zienderogen van. Ik loop hem voorbij, hij blijft rustig zitten en draait alleen z’n kop een stukje naar me toe. De sloot tussen ons is bevroren. Langs de berm staan groepjes kleumende narcissen. Hun heldergele kleur valt extra op tussen de kale knotwilgen. Ik loop verder over het door de zon ontdooide pad dat glibberig is geworden. Bij de vijver ontdek ik kleine beweeglijke bolletjes van jonge nijlgansjes waarvan de agressieve ouders alert om hun kroost staan. Ik loop er met een boogje langs, want ze zijn niet zo lief. Zou hun kroost deze kou kunnen overleven? Wanneer ik verder loop ontdek ik krokussen onder een hoge boom vol bloeiende katjes. Wat valt er eigenlijk veel te ontdekken op zo’n wintermiddag, vlakbij huis. Ik voel m’n vingers tintelen in m’n handschoenen. Ik heb gezien dat het voorjaar in aantocht is en ik loop terug met een tevreden gevoel.
Jonge nijlgansjes, foto: Peter Stam
WAARDVOGEL | APRIL 2018 27
Nieuwe fruitbomen geplant Tekst: Wim van den Bremen, foto’s: Jos de Nood
De knotgroep Krimpen heeft elf nieuwe hoogstamfruitbomen geplant. De groep snoeit al vele jaren de hoogstamboomgaard van Den Uyl aan de Molendijk. De bomen hier zijn al heel oud, vermoedelijk rond de 80 jaar. Het is dan ook geen wonder dat er af en toe bomen uitvallen. d
I
n overleg met de eigenaar is besloten om op de opengevallen plaatsen nieuwe hoogstamfruitbomen te plaatsen. Voor het graven van de plantgaten en het slaan van de palen was er hulp van een klein kraantje. In de plantgaten stuitte de kraan op ongerijpte klei. Dit is een grondsoort die al sinds de aanslibbing altijd onder water is gebleven. Daarin wil door zuurstof- en humusgebrek niets groeien. De wortels van de nieuwe bomen moesten er daarom boven blijven. In de kleibovengrond werden de wortels voorzien van bemeste tuinaarde. In de boomgaard grazen schapen en paarden. Daarom is ervoor gekozen om hoge afrasteringen rond de nieuwe bomen te plaatsen. d
Van boven naar beneden tegen de wijzers van de klok in: - eerst met het kraantje gaten graven tot de kleilaag, - dan overal de palen en een boompje klaarleggen, - nu nog de vierde paal erbij, - vierde paal m.b.v. de kraan recht in de grond drukken, - kijk, er is al een rijtje boompjes geplant, - alleen nog het gaas rondom aanbrengen. Klaar voor de toekomst!
28
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel'
opvang van 07.00 tot 19.00 uur verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16) optimale zorg en aandacht ervaren en gediplomeerde leiding in landelijke en agrarische omgeving unieke accommodatie in voormalige koeienstal buitenspeelruimte in openlucht en overdekt natuur-educatieve visie en uitgangspunten
www.kinderopvangboerderij.nl potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht
0182-353183
De Wielewaal
Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f. “Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”
Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454 Al vanaf 1998 actief in natuureducatie Voor actuele openingstijden en overige informatie zie
www.museumdewielewaal.nl
Linksboven: het was heel spannend om de drone voor het eerst de lucht in te zien gaan. Hoewel Marielle een schema opstelt van de Âroulerende vliegers, was elke vlieger die zich kon vrijmaken ondanks het extreem vroege uur toch bij de eerste vluchten! Rechtsboven: hier wordt de warmtebeeldcamera onder de drone gemonteerd. Linksmidden: ook de kids van MariĂŤlle vonden het allemaal heel interessant. Rechtsmidden: het wonder van techniek hangt indien gewenst stil in de lucht. Onderaan: de beelden zoals de camera die doorgeeft aan het schermpje tijdens het vliegen zijn op deze manier interpreteerbaar. Witte vlekken of bolletjes zijn warmer dan de omgeving. 30
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Weidevogeldrone de eerste vluchten Bernard de Jong
Op vrijdag 30 maart 2018 zijn in de Krimpenerwaard bij Bovenberg de eerste vluchten gemaakt met de Weidevogeldrone die door het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard is aangeschaft. Na een lange aanloopperiode kunnen we de drone eindelijk in gebruik gaan nemen! d
H
alf maart zijn de potentiële Weidevogeldrone-vliegers afgereisd naar Bentelo voor de praktijkcursus. Een spannend moment, want hoe moeilijk of makkelijk zal het vliegen met de drone zijn? Dat blijkt in de praktijk - met enige oefening eigenlijk best wel mee te vallen: de drone hangt heel stabiel in de lucht en ‘zonder handen’ behoudt de drone zelf zijn positie. De besturing reageert heel nauwkeurig en invloeden van buitenaf zoals wind(vlagen) worden door het apparaat zelf gecorrigeerd. Onze vijf vliegers zijn geslaagd voor de cursus en dus kunnen we de lucht in!
M
aar met alleen vliegen zijn we er nog niet, het uiteindelijke doel is het opsporen van nesten en kuikens in het veld met behulp van de warmtebeeldcamera. Daarvoor kunnen twee manier van vliegen worden ingezet: volautomatisch en manueel. Bij volautomatisch vliegen wordt van tevoren op een iPad het te vliegen gebied gemarkeerd op een kaart. Met behulp van een aantal parameters kan daarna het ideale vliegpad worden ingesteld. In het veld druk je vervolgens op ‘start’ en de drone doet alles zelf: opstijgen, het vliegpad vliegen en weer terugkeren. Zelfs landen zou automatisch kunnen, maar dat gebeurt toch manueel, omdat de drone niet zelf kan inschatten of het veilig is om te landen (bijvoorbeeld als er een fietser aan komt). Deze manier van vliegen zullen we vooral in het begin van het weidevogelseizoen toepassen, waarin we zoveel mogelijk hectares willen ‘scannen’: zitten er nesten of niet? En áls er nesten zitten, waar zitten ze en hoeveel zijn het er? De volautomatische manier van vliegen is daar erg geschikt voor. Je kunt al tijdens het vliegen het beeld van de warmtebeeldcamera zien en de door de drone opgenomen beelden (negen per seconde) worden achteraf ook in de analysesoftware verwerkt. Deze software gaat op basis van allerlei kenmerken (grootte, vorm etc.) bepalen of de gevonden ‘hotspots’ wel of geen nest kunnen zijn. Na een handmatige controle kunnen de gevonden nesten vervolgens doorgezet worden naar het portaal van LandschappenNL. Daar komen de resultaten in te staan als gevonden nest van een onbekende soort. De camera kan namelijk niet bepalen of de eieren van een kievit of van een grutto zijn, daar zal handmatige controle voor nodig zijn. Dat zou betekenen dat er iemand ter plekke in het veld moet kijken en die nestbezoeken willen we juist proberen te verminderen! Echter, voor de bescherming van nesten is het belangrijker dát er wat zit, dan dat je heel precies weet wát er zit. Bovendien kun je - als je weet dát er wat zit door observaties vanaf de kant ook aardig inschatten wát er zit. Of er dan precies vier of vijf kieviten broeden is minder relevant... In het beste geval wordt (een deel van) een perceel in z’n geheel met rust gelaten als er nesten zijn gevonden, maar in de praktijk zal dat niet in alle gevallen mogelijk zijn. In sommige gevallen zul je wel het veld in moeten om nesten te markeren, bijvoorbeeld als er werkzaamheden uitgevoerd moeten worden op het betreffende perceel. Omdat met de drone de exacte GPS
locaties al zijn vastgesteld, kunnen die veldbezoeken wel van kortere duur zijn.
W
at verder in het seizoen, als de kuikens in het veld lopen, zal er meer manueel gevlogen gaan worden. In die fase willen we kuikens opsporen die bijvoorbeeld op percelen lopen die gemaaid moeten worden. De inzet zal dan dus veel meer ad hoc zijn, daar waar het nodig is. Zo kunnen we de boeren of loonwerkers aanwijzingen geven om stukken te laten staan of kunnen we proberen kuikens over te zetten naar een naastgelegen perceel. Op die manier hopen we dat er meer kuikens gespaard blijven en dus ook vliegvlug worden. Deze variant hebben we vooralsnog alleen uitgedacht op papier (mede op basis van ervaringen van andere gebruikers), de praktijk zal uit moeten wijzen hoe succesvol we hierin zullen zijn.
Grutto, foto: Anita Meelenboer
H
et voorgaande geeft een beeld van hoe we als NVWK en ACK de drone in willen gaan zetten. De groep van vijf vliegers is met enorm veel enthousiasme en gezelligheid begonnen aan het traject en de eerste vluchten hebben we dan ook als groep gemaakt. Mariëlle van het ACK zorgde voor koffie en koek, tijdens het volautomatisch vliegen heb je daar dus tijd voor... Natuurlijk moeten we nog wel veel leren en zijn er kinderziektes. Zo zijn we gestart met maar twee van de zes accu’s in huis en was de vliegduur daarom beperkt. Ook waren er nog wat opstartproblemen met de software. Daarnaast zijn ook de logistiek en de planning een flinke uitdaging. We proberen steeds meer stukjes van de puzzel aan te leggen en hopen aan het einde van het seizoen terug te kunnen kijken op een succesvol eerste (leer)jaar met mooie resultaten! d WAARDVOGEL | APRIL 2018 31
Even voorstellen: nieuw bestuurslid Jaap Graveland
Ik ben 57 jaar, ben opgegroeid in Alphen aan den Rijn en ben na mijn middelbare school biologie gaan studeren. In Wageningen want daar was veel aandacht voor landbouw en natuurbeheer. Het heette toen dan ook Landbouwuniversiteit Wageningen, LUW. Lekker praktisch dus. M’n vader kwam van de boerderij (Petronellahoeve in Haastrecht) en jarenlang gingen we elke drie weken naar m’n oma die in het voorhuis van een boerderij aan de Steinse dijk woonde. De boerderij werd gerund door haar oudste dochter (mijn tante dus) en haar man. M’n tante maakte zelf kaas en boter. Spelen in het hooi in de stal tussen de koeien, de geur van op houten stellingen rijpende kaas in de zomer, in de kalvertijd met een grote emmer biest naar huis: het zijn mooie herinneringen. Mijn vrouw Jeanette werkt bij RijkZwaan, een groenteveredelingsbedrijf dat groenterassen ontwikkelt en zaden produceert in ondertussen 30 landen. Mijn oudste dochter Luca doet haar eerste jaar Toegepaste Biologie aan de Hogere Agrarische School in Den Bosch. Dochter Eva gaat dit jaar examen doen en wil gedragsbiologie gaan studeren in Utrecht. We zijn dus een behoorlijk groen gezin! d
O
pleiding, onderzoek Na Wageningen deed ik op het Nederlands Instituut voor Oecologisch Onderzoek (NIOO) onderzoek naar de oorzaak van eischaalproblemen bij mezen op de arme zandgronden. Die oorzaak bleek zure regen te zijn: stikstof uit voornamelijk de landbouw leidt tot bodemverzuring en uitspoeling van calcium, belangrijk bestanddeel van kalk. De afname van bodemcalcium leidde tot afname van calcium in blad en strooisel. Daardoor namen huisjesslakken af en die zijn de belangrijkste natuurlijke calciumbron van zangvogels op arme zandgronden. Op dat onderzoek ben ik in 1995 gepromoveerd. De verzuring gaat nog altijd door, zoals we regelmatig in de krant kunnen lezen. Eiken beginnen nu dood te gaan, eieren van sperwers en haviken komen niet meer uit door een verstoorde aminozuurbalans, het gaat maar door. Ellendig en beschamend dat we het als land al decennia lang kennelijk niet belangrijk genoeg vinden om de agrariërs in staat te stellen (of te dwingen, want dat is misschien de enige weg) landbouw te bedrijven met respect voor natuur en milieu. Na dit werk deed ik bij Alterra vier jaar onderzoek naar de oorzaak van de afname van rietzangvogels, met name de grote karekiet: deden wij iets verkeerd of lag de oorzaak in het overwinteringsgebied in Afrika? Bij de rietzanger bleek het probleem in Afrika te liggen: jarenlange droogte in de Sahel. De regens kwamen terug, en nu gaat het weer goed met de rietzanger. Maar niet met de grote karekiet. Vroeger hadden we duizenden paren, nu nog maar honderd. De belangrijkste oorzaken zijn het verdwijnen van brede kragen van stevig, in het water staand riet en de afname van grote insecten zoals larven van grote waterkevers en libellen. De afname van het riet is vooral het gevolg van een ongunstig waterpeilbeheer: hoog in zomer, laag in winter. Riet heeft een natuurlijk waterpeil nodig: hoog in de winter, geleidelijk dalend in de loop van voorjaar en zomer. De afname van grote insecten komt vooral door de overmaat aan voedingsstoffen in het water en het verdwijnen van waterplanten als gevolg daarvan. Sinds 1998 werk ik als senior adviseur ecologie bij Rijkswaterstaat, vier dagen in de week. De laatste jaren bepaal ik met een paar collega’s welke gegevens over waterkwaliteit en natuur Rijkswaterstaat nodig heeft voor het uitvoeren van grote projecten (wegaanleg, vaargeulverruiming, windmolenparken op zee, etc.) en voor het beheer van de rijkswateren. Ik heb daarvoor regelmatig contact met ‘soortenorganisaties’ zoals Sovon en de Vlinderstichting, omdat veel gegevens die Rijkswaterstaat nodig
heeft worden verzameld door vrijwilligers, door u en ik dus. Die contacten en het netwerk zijn natuurlijk handig voor mijn werk voor de NVWK.
I
nzet voor NVWK De meeste van u weten wel wat ik doe, dus dit kan kort. Voor de NVWK ben ik actief in de uilenwerkgroep, als coördinator van de erfvogelwerkgroep en als columnist in de IJssel- en Lekstreek. Ik vertegenwoordig met Joke Colijn de weidevogelvrijwilligers in het bestuurlijk overleg over het Agrarisch Natuurbeheer in ZuidHolland. En ik tel broedvogels en in de winter watervogels in polder De Nesse.
G
ebiedsvisie Krimpenerwaard Ik vertegenwoordig de NVWK en ZHL in de verkenning voor de Gebiedsvisie Krimpenerwaard, het burgerinitiatief van Riek Bakker. Ik doe dat in nauw overleg met Ninouk Vermeer, regiohoofd veenweiden van ZHL. Ik vind dit een heel belangrijk initiatief. We proberen met agrariërs oplossingen te vinden voor de bodemdaling, het grote verlies aan biodiversiteit in het buitengebied en de veel te lage prijzen die agrariërs voor hun melk krijgen. In de volgende Waardvogel vertel ik er meer over.
I
nzet in bestuur NVWK De belangrijkste redenen waarom natuur zo onder druk staat in Nederland zijn niet de landbouw, niet de hoge bevolkingsdichtheid, maar onwetendheid, onverschilligheid en ons slechte geheugen. Ik woon op het Westeinde en werk veel in de tuin. Er fietsen veel mensen langs die een dagje uit zijn. Heel vaak hoor ik ze zeggen hoe mooi het er is. Maar nooit hoor ik ze zeggen dat ze de weidevogels missen, de zwanenbloem, het pijlkruid, de pinksterbloem en de dotterbloem. Omdat ze niet weten hoe het was, en dus niet weten wat mogelijk is. “Je beschermt alleen waar je van houdt, je houdt alleen van wat je kent, je kent alleen wat je wordt geleerd”. Het is een beroemde zienswijze op natuurbescherming, en ik geloof er heilig in. Dus ik wil me in het bestuur inzetten om zoveel mogelijk medebewoners te laten zien wat er aan mooie natuur nog is, wat we moeten verbeteren en wat zij daar in kunnen betekenen. Ik zal dus vooral proberen nieuwe leden te werven, en leden actief lid te laten worden. De NVWK heeft bijna 800 leden, maar ik denk dat de meeste inwoners van de Krimpenerwaard niet of nauwelijks iets weten van de NVWK. Daar wil ik verandering in brengen. d WAARDVOGEL | APRIL 2018 33
Excursie landgoed Maurick Op zoek naar spechten en andere vogels Harry Verkerk
Vandaag 24 maart gaan we in eerste instantie op zoek naar diverse spechtsoorten. Op de grote bonte specht en de groene specht na, zijn dat vogels die we in de Krimpenerwaard gezien de structuur van het terrein normaal gesproken niet zo gauw tegenkomen. d
O
m 8.30 uur is het grijs, maar atmosferisch rustig weer. Maar de belofte van een zonnetje hangt in de lucht, als we in drie auto’s met twaalf mannen en vrouwen met de pont van Schoonhoven de Lek oversteken. Het is een uurtje rijden naar Vught, waar het kasteel Maurick verscholen ligt in de natuur op een eiland van 2,2 ha aan de rivier de Dommel. Een prachtige en romantische locatie! De ingangspartij tussen de twee slanke torens dateert uit 1400, de andere delen zijn later aangebouwd. Prins Maurits van Oranje heeft er gewoond en richtte hier zijn legerhoofdkwartier in. In 2015 is een brasserie en een à la carte restaurant in het kasteel gevestigd, waarmee het nieuw leven in geblazen werd. Het is zeer geschikt voor feesten en partijen! Maar genoeg geschiedenis. Naast het kasteel ligt het landgoed Maurick op het overgangsgebied van enigszins hogere gronden naar het Dommeldal. Er is iepen- en essenbos op de hogere delen en elzenbroekbos op de lagere delen te vinden. Het gebied kent een kolonie van blauwe reigers, die een van de grootste van Nederland is, en die duidelijk waarneembaar is langs de aanrijroute naar het kasteel. Het gebied is ook bekend om zijn diverse spechtensoorten. Op basis van eerdere contacten met de vogelwerkgroep van de Natuur- en Milieugroep Vught stappen we vol verwachting uit. We hopen in ieder geval de zwarte specht, de groene specht, de grote, middelste en kleine bonte specht te spotten. Doordat de bladeren nog niet aan de bomen zitten zou dat kunnen gaan lukken.
E
r staat weinig wind en het is goed weer om te vogelen. We worden welkom geheten door het geroffel van diverse spechten in het bos. De territoria worden al duidelijk opgeëist. Tja, het is voorjaar, dus de voorbereidingen voor voortplanting worden weer getroffen. Op basis van het geroffel is determinatie echter niet mogelijk. Een grote groep van circa 40 à 50 koperwieken, zangvogels uit de lijsterfamilie, verplaatst zich luid kwetterend door de bomen. Hoewel de koperwieken snel zijn, is de roestrode kleur van hun flanken af en toe waarneembaar. Ergens schiet een havik weg; verderop horen we de groenling. We zijn een gezellige groep met uiteenlopende kennis, ervaring en leeftijd en wijzen elkaar op de vele zichtbare en hoorbare vogels; vink, pimpelmees, heggenmus, koolmees, ekster..... Soms zie je door de bomen het bos niet meer.... De spechten laten zich in eerste instantie maar kort zien. Zodra ze ons zien, verstoppen ze zich aan de achterkant van de stam waar ze op zitten. Maar na enig speuren wordt de middelste bonte specht uiteindelijk gezien! De rode pet en de licht rode buik zijn zeer goed zichtbaar, zeker omdat inmiddels het zonnetje is
34
WAARDVOGEL | APRIL 2018
doorgebroken. Ook ontbreekt de zwarte snorstreep. Ja hoor, dit is hem! Volgens de eerder genoemde werkgroep verblijven er acht in dit gebied. Om dit heugelijke feit te vieren trakteert Jannie de groep tijdens een korte pauze op speculaasjes, mmm. Tijdens de pauze wijst Wim Sloof ons op een overtrekkende zwarte wouw, die tussen de bomen door hoog in de lucht te zien is: een zeldzaamheid en een unieke ervaring! De zwarte wouw overwintert in Afrika en is een doortrekker in zeer klein aantal. Slechts enkele paartjes broeden in Nederland. Deze roofvogel wordt in de vlucht vooral herkend aan de licht gevorkte staart. Dit in tegenstelling tot de rode wouw, die een diep gevorkte staart heeft. Even verderop is er een paartje middelste bonte spechten dat alsmaar heen en weer vliegt. Ook is er al een holletje in een boom waar ze belangstelling voor hebben. Gebiologeerd blijven we een poosje staan kijken. Het is een prachtig gezicht. Terwijl we staan te kijken worden we ook nog getrakteerd op het goudhaantje, de vuurgoudhaan, alsmede diverse boomklevers. Ze laten zich goed zien, hoewel het in een bos vol bomen soms lastig is aan de anderen aan te geven waar je hem nu precies ziet! Het stereotype geluid van de boomklever, een helder herhaald twiet-twiet-twiet, is overal in dit natuurgebied te horen. Uiteraard zijn ook het roodborstje en het winterkoninkje van de partij. Tevens worden enkele brandganzen en grauwe ganzen gezien in een nabij gelegen groenstrook. We weten soms niet waar we moeten kijken! Niet iedereen ziet daarom alles. Na het signaleren van een vogel moeten sommigen hun kijkers nog in stelling brengen, maar regelmatig blijkt de vogel dan al gevlogen. Uiteindelijk vinden we ook de kleine bonte specht. Hij is herkenbaar aan duidelijk minder wit op de vleugels, de kortere snavel en de lichtbruine wangvlek. Ook is de zwarte streep op de kop een stuk kleiner. Een mooi vogeltje en bijzonder om hem ‘echt’ te zien! De kleine bonte specht, die ongeveer zo groot is als een spreeuw, is eerder al eens als doortrekker in de Krimpenerwaard gesignaleerd. De geluiden die de spechten voortbrengen zijn vooral contacten territoriumgeluiden. De zwarte en de groene specht hebben zich niet laten zien, maar waren wel duidelijk hoorbaar aanwezig! Hun zang, een reeks van korte wiet-wiet-wiet klanken, is enigszins anders. De zang van de zwarte specht klinkt iets voller en langer, van langzaam naar sneller; de groene klinkt iets heser, meer bescheiden en meer gelijkmatig en staccato. Gelukkig beschikken we over moderne middelen, die ons binnen no time duidelijk maken welke geluid van welke vogel is, zodat alle twijfel verdwijnt. In de verte horen we een tjiftjaf; een gaai verbergt zich snel tussen de bomen. Een buizerd cirkelt in de lucht. Tenslotte
zien we nog een holenduif die op zijn gemak in een boomholte zit en zich goed laat vereeuwigen. Hij verblikt of verbloost niet van onze aanwezigheid, alsof hij wil zeggen: je kunt de boom in.
N
a drie uur beëindigen we deze leuke en leerzame excursie, weer een mooie ervaring rijker. We hebben wel 35 vogelsoorten waargenomen, waaronder alle vijf de spechtsoorten! Enkelen van ons gaan gelijk terug naar huis. Een aantal eindigt de excursie in stijl in het restaurant van het kasteel Maurick met een versnapering. De meest fanatieken onder ons gaan daarna zelfs nog even terug. Het weer en de rijkdom aan vogelsoorten trekt ze nogmaals het bos in. De excursie was zeer de moeite waard en vraagt om meer! Op de parkeerplaats worden we gedag gezegd door een groepje sijzen. Het was een mooie dag! d
Boven: middelste bonte specht; foto: Wim Sloof. Midden: een kleine heerlijkheid in het bos, boomklever; foto’s: Jannie Monhemius. Vuurgoudhaan; foto: Wim Sloof. Onder: groepsfoto, holenduif in zijn holletje; foto’s: Jannie Monhemius
WAARDVOGEL | APRIL 2018 35
Genieten van groenlingen Foto: Peter Stam
Groenlingen doen hun naam eer aan: ze laten zich herkennen aan allerlei tinten groen in hun verenkleed met heldergele accenten. De groenling is oorspronkelijk een bewoner van bosranden en halfopen zoomvegetatie. Nu dat natuurlijke habitat zeldzaam is, bewoont de groenling vooral cultuurlandschappen: als er maar genoeg dichte struiken zijn.
G
roenlingen eten veel soorten bessen en zaden. In hun stevige snavel trillen ze van zaden al ronddraaiend de vrucht uit de schil waarna die wordt opgegeten. In de nazomer zijn ze vaak te vinden op hondsroos, waarvan groenlingen de rozenbottels eten. De zang van groenlingen is een kanarie-achtig roepje en een nasaal ‘tsjwèèè’. De groenling broedt van eind maart tot in augustus en heeft meestal twee legsels, met over het algemeen vier of vijf eieren. De broedduur is 11-14 dagen. Hij maakt een mooi komvormig nest in dicht (stekel)struikgewas of dichte bomen zoals coniferen. Na het uitvliegen blijven de jongen nog 2-3 weken bijeen. Groenlingen zijn niet erg territoriaal en broeden soms in een los kolonieverband, waarbij ze wel hun nest verdedigen. En dat resulteert dan in het fel tegen elkaar op omhoog dansen, zoals prachtig vastgelegd op de foto. Dit gedrag valt ook waar te nemen rond een zaadsilo met bij voorkeur zonnepitten, als deze voedselvoorraad wordt verdedigd tegen concurrenten. Bron: www.vogelbescherming.nl d WAARDVOGEL | APRIL 2018 37
Fotografie weekeinde in Fontenoy-le-Château in Frankrijk.
Natuurfotografen opgelet! Fotografieweekeinde in Fontenoy-le-Château Donderdag 7 juni tot maandag 11 juni 2018 Een weekeinde waarin we met elkaar gaan fotograferen.
Leren van en met elkaar en genieten van de sfeer en omgeving.
Zowel de beginner als de wat gevorderde fotograaf kan hier zijn hobby naar een hoger niveau brengen.
Verblijf in een eenvoudig en heel gezellig B&B in het dorp Fontenoy Joke Colijn
le Chateau.
De groep bestaat uit ± 8 personen.
H
et valt op dat veel NVWK-leden niet alleen met verrekijkers en telescopen rond sjouwen, maar dat zij ook nog een camera hanteren, al dan niet met toeters van lenzen. De redactie is altijd blij als we foto’s ontvangen en voor de site of de Waardvogel gebruik mogen maken van hun artistieke resultaten. Volgens Abe Maaijen kun je ook met een simpel toestel of met je telefoon goede resultaten bereiken. Vooral dat laatste vind ik zelf vaak tegenvallen… Abe organiseert een lang fotografie-weekend in de Franse Vogezen van donderdag 7 juni tot maandag 11 juni 2018. Hij omschrijft het zelf als volgt: een weekeinde waarin we met
elkaar gaan fotograferen, leren van en met elkaar en genieten van de sfeer en de omgeving. Zowel de beginner als de wat Abe Maaijen Fotografie gevorderde fotograaf kan hier zijn hobby naar een hoger niveau brengen. Verblijf is in een eenvoudig en heel gezellig B&B in het Beijerscheweg 73 dorp Fontenoy-le-Château. De groep bestaat uit ongeveer acht 0653 366359 personen. Geïnteresseerd? Bel of2821NE mail Abe:Stolwijk 06-53366359 of info@abefoto.nl. www.abefoto.nl info@abefoto.nl Wij zijn benieuwd of we het resultaat van deze workshop gaan merken in de foto’s die we erna krijgen toegezonden – onze ervaring is dat veel fotografen te bescheiden zijn over de kwaliteit van hun foto’s. In elk geval: we wensen de groep veel plezier en mooi weer! d
Marjan Pols _ de Pee PRAKTIJK VOOR PSYCHO SOCIALE HULPVERLENING EN KRUIDENTHERAPIE
De Vroedschap 3 I 2922 VB Krimpen aan den IJssel 06 516 926 13 I www.marjanpolsdepee.nl I info@marjanpolsdepee.nl
38
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Eendenkuikens gezien? Meld ze weer voor onderzoek achteruitgang wilde eend! Erik Kleyheeg Mag je nou wel of niet eendjes voeren? De meningen daarover lopen nogal uiteen. Een hele andere vraag is: kúnnen we straks nog wel eendjes voeren? De laatste decennia is de populatie van de wilde eend - misschien wel de bekendste vogelsoort van Nederland - namelijk fors achteruit gegaan. Niet zo hard dat ze binnenkort helemaal verdwijnen, maar toch is de trend zorgwekkend. Een mogelijke oorzaak van de achteruitgang is dat er te weinig kuikens groot worden. Om erachter te komen hoeveel eendenkuikens hun eerste weken overleven, is twee jaar geleden een onderzoek gestart waar iedereen bij kon helpen. Ook dit jaar kunt u weer meedoen! d
D
ertig procent minder eenden Volgens jaarlijkse vogeltellingen is het aantal wilde eenden dat in Nederland broedt sinds 1990 met ongeveer 30% afgenomen. Die afname is bovendien in de laatste jaren versneld. Hoe kan het dat zo’n algemene soort, die zich goed aan de mens kan aanpassen, zo in aantal afneemt in Nederland? Het is een vraag die menig vogelliefhebber bezighoudt. De jachtintensiteit is niet groter geworden en met de overleving van volwassen vogels lijkt niets mis te zijn. Zou het kunnen dat er een probleem optreedt in de kuikenfase? Dat zou goed kunnen: er is een groot aantal roofdieren dat graag een eendenkuiken eet en de slootkanten worden steeds ‘netter’ waardoor er geen beschutting is voor de kuikens. Bovendien zijn er steeds minder insecten, het belangrijkste voedsel voor jonge eendenkuikens, waardoor het voedselaanbod mogelijk ontoereikend is. Er zijn echter nauwelijks gegevens voorhanden over de overleving van eendenkuikens.
C
itizen science project Om erachter te komen hoeveel eendenkuikens jaarlijks groot worden, en of dit voldoende is om de eendenpopulatie op peil te houden, is twee jaar geleden een zogenaamd citizen science
onderzoeksproject gestart. Het idee van citizen science is dat het algemene publiek meehelpt met een wetenschappelijk onderzoek. Voor dit project werden mensen gevraagd waarnemingen van eendenkuikens online te melden, met informatie over het aantal en de leeftijd van de kuikens. De afgelopen jaren bleek dit een groot succes en er kwamen duizenden waarnemingen binnen. De eerste analyses wijzen er inderdaad op dat er te weinig kuikens groot worden voor een stabiele populatie. Om trends in de kuikenoverleving te bepalen, is besloten het project nog een aantal jaren voort te zetten. Naar verwachting komen halverwege maart de eerste eendenkuikens weer tevoorschijn, dus dan kan iedereen weer een bijdrage leveren aan het onderzoek.
W
ebsite en mobiele app De onderzoekers vragen u om waarnemingen van kuikens van de wilde eend, net als de afgelopen jaren, te melden via een online webformulier op www.erikkleyheeg.nl/eendenkuikens of via de website www.waarneming.nl. Daarnaast is er sinds dit voorjaar de KuikenTeller, een speciale app voor op de smartphone zodat u ook waarnemingen direct in het veld kunt invoeren. Deze app is gratis te downloaden via Google Play en de AppStore. d
Een vrouwtje van de wilde eend met vijf piepkleine kuikens, foto: Erik Kleyheeg
WAARDVOGEL | APRIL 2018 39
Vogelwerkgroepen Jaarverslag 2017 Dirk-Jan van Roest
Dat de natuur volop in ontwikkeling is ook binnen de Krimpenerwaard is een feit. We hadden de eerste broedende lepelaars binnen onze grenzen, maar ook de kluut en steltkluut met succesvolle broedsels. Naast diverse gebiedsontwikkelingen zijn er initiatieven vanuit de NVWK in samenwerking met andere organisaties zoals aanplant waterriet, de Idylle en het grote project voor de graslandvlinders en wilde bijen, waarmee we hopen bij te dragen aan de biodiversiteit en versterking van de huidige populaties. Dat het niet met alle soorten goed gaat blijft helaas een feit. Het blijft strijden voor de weidevogels. Veel vrijwilligers zijn op allerlei vlakken bezig om zowel beleid als gebied geschikt te maken en te houden. Kleine stappen worden gezet, maar van een kanteling naar een groeiende populatie is helaas nog geen sprake. d
W
aarnemingen In de verzameling van de 199 waargenomen soorten in 2017 hebben dit jaar ook weer juweeltjes de Krimpenerwaard aangedaan. Als standvogel, rustend tijdens trek of slechts overvliegend. Een greep uit de toppers waren o.a. een sneeuwgors, Europese kanarie, bladkoning, bijeneter en ik denk wel als hoogtepunt de orpheusspotvogel die tijdens de BBD ontdekt werd.
E
xcursies In 2017 hebben er niet heel veel excursie op het programma gestaan. Dan ziet het er voor de vogelliefhebber in 2018 nu al beter uit. Uiteraard werd op de eerste zaterdag van het nieuwe jaar de nieuwjaarsexcursie gehouden langs de Reeuwijkse plassen. Verder is de Kwade Hoek aangedaan, hadden we een mooie excursie naar de Oostvaardersplassen en een succesvolle trip over de Zuid-Hollandse eilanden.
E
uro Birdwatch Op 30 september deden we als vereniging mee met de Euro Birdwatch vanaf telpost De Hoekse Sluis. We konden geen grote getallen of bijzondere waarnemingen schrijven die ochtend. Wellicht speelde het weer daarin een belangrijke rol. De landelijke top drie van trekkers bestond uit spreeuw, vink en graspieper.
B
ig Birding Day Omdat de vorige editie vroeg in het jaar viel en koud was, zijn we op 13 mei van start gegaan met 18 man en 6 teams. Het weer werkte mee wat uiteraard voor extra genot zorgt. Hoogtepunt met stip was de orpheusspotvogel, gevonden door team Pieter, Gijsbert en Johannes. Verder waren wespendief, noordse kwikstaart, rouwkwikstaart, casarca, temmincks- en krombekstrandloper, dwergmeeuw en zwartkopmeeuw de krenten in de pap. Bij elkaar werden er 120 soorten gezien.
W
eidevogelwerkgroep Naast de traditionele nestbescherming verschuift de aandacht van de weidewachters naar tellingen van weidevogels, met de bedoeling om beheer op maat toe te passen op plaatsen waar weidevogels broeden. Door nauwe samenwerking met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard kunnen dan pakketten aangeboden worden gericht op het opgroeien van kuikens. De resultaten van deze aanpak zijn moeilijk te meten, maar afgaand op landelijke deskundigen zal deze aanpak moeten leiden tot een grotere overlevingskans van de kuikens. De resultaten van de nestbescherming worden weergegeven in het
40
WAARDVOGEL | APRIL 2018
aantal gevonden nesten en het uitkomstpercentage. Hoewel deze getallen niet weergeven hoeveel kuikens daadwerkelijk vliegvlug zijn geworden geeft het wel een indicatie over het aantal weidevogels die hier broeden. Na twee jaren van sterke stijging van het aantal gevonden nesten is er in 2017 een daling van de aantallen. Dit hoeft niet te betekenen dat de aantallen weidevogels achteruitgaan. Op percelen met veel weidevogels worden zo mogelijk contracten afgesloten met late maaidatum en worden de nesten niet opgezocht. Door deze ontwikkeling is voor deze nesten minder risico op predatie. Het is wel duidelijk dat de weidevogelpopulatie onder druk staat, met name de grutto. Ook kievit, scholekster, veldleeuwerik en tureluur zitten in zwaar weer. In 2017 werden 534 nesten gevonden en beschermd en hiervan is 77% uitgekomen. De grootste oorzaak van het nestverlies komt door predatie. Een uitkomstpercentage van rond de 80% is voldoende om de populatie in stand te houden. De vraag is echter of de kuikens voldoende bescherming en voedsel kunnen vinden om vliegvlug te worden. Dit is dan ook de reden waarom de aandacht verschuift naar tellingen en beheerpakketten op maat. Het aantal vrijwilligers is gelijk gebleven met 75.
R
oofvogelwerkgroep In 2017 is de roofvogelwerkgroep gestart. De leden moesten de Krimpenerwaard en elkaar leren kennen en er is een start gemaakt om iets over de broedresultaten van de torenvalk te weten te komen. Een nestkastenlijst vanuit het erfvogelproject was daarvoor de basis. De inventarisatie heeft wel wat informatie opgeleverd, maar die is verre van volledig. Bepaalde delen van de Krimpenerwaard zijn daarvoor niet voldoende geĂŻnventariseerd. Naast de beperkte inventarisatie van torenvalken hebben we een paar excursies georganiseerd: een fietsexcursie in de Krimpenerwaard en een excursie naar de Biesbosch.
Z
waluwwerkgroep De oeverzwaluwwand in de Schanspolder is voor het eerste jaar bezet geweest met welgeteld 8 nesten van de oeverzwaluw. Heel mooi dat de oeverzwaluw weer broedt in de Krimpenerwaard, en heel fijn dat al het werk van de vrijwilligers van de NVWK zo beloond is geworden. De Schanspolder ligt langs de Hollandse IJssel ter hoogte van Lageweg. De boerenzwaluwen waren 2017 ook weer present in de waard. Gierzwaluwen hebben de brandweertoren in Krimpen aan den IJssel nog steeds niet ontdekt maar scheerden er afgelopen jaar wel vaak omheen. Het afspelen van hun roep heeft helaas nog niet tot bewoning van de nestkasten geleid.
De huiszwaluw was vorig jaar ook weer aanwezig in de Krimpenerwaard. De grootste aantallen werden geteld in Bergambacht: 83 bezette nesten, hiervan zaten er 17 in kunstnesten. Maar de huiszwaluwtillen die zijn neergezet door onze club kunnen helaas ook nog niet rekenen op bewoning. Het jaar 2018 is door vogelbescherming en SOVON uitgeroepen tot Jaar van de Huiszwaluw.
U
ilenwerkgroep 2016 was een historisch dieptepunt met 6 broedgevallen van steenuilen. In 2017 krabbelde het aantal broedgevallen wat op: 7 zekere en 1 waarschijnlijk broedgeval; 8 in totaal. Dus qua aantal broedgevallen een beter resultaat. Een aantal jongen zijn echter dood terug gevonden: twee zijn er verdronken in een metalen vat waarin regenwater was komen te staan. Een ander is doodgereden. De vader van dit jong werd vrij snel daarna doodgereden toen hij ging proberen het jong eten te geven. Deze vader had een bijzondere eigenschap: hij jaagde op slapende zwarte sterns in het Doove Gat. Een heel bijzondere steenuil is daarmee niet meer. Voor de kerkuil was 2016 een recordjaar met 10 broedgevallen; in 2017 werd dit record verbeterd met in totaal 13 broedgevallen. Twee nesten hadden een tweede broedsel; het laatste broedsel werd begin december geringd. De kerkuil zit al jaren (flink) in de lift in de Krimpenerwaard, deels door de inspanning die de werkgroep levert door steeds meer kasten op te hangen. Kerkuilen maken daar dankbaar gebruik van. In 2017 en (begin) 2018 zijn er twee kasten in een kerktoren opgehangen; uniek voor de Krimpenerwaard. We hopen hiermee een stukje cultuurhistorie te kunnen herstellen. We zijn erg benieuwd of er in de kasten gebroed gaan worden. Dit jaar zijn 31 territoria vastgesteld van ransuilen op basis van roepende jongen. Deze piepen hard en frequent waardoor ze makkelijk op te sporen zijn. Het aantal territoria in 2017 is hoger dan in 2014 (de vorige keer dat dit geĂŻnventariseerd was) toen er 25 territoria zijn vastgesteld. Mogelijk komt dit doordat de Krimpenerwaard nu beter doorzocht is.
Heel goed nieuws is er ook binnen de werkgroep: na diverse oproepen zijn er in ca 1,5 jaar tijd 10 (!) nieuwe vrijwilligers bij de groep gekomen! Voorlopig kunnen we daarmee goed uit de voeten.
W
intervogeltelling De winter-/watervogels zijn ook in 2017 weer acht maal geteld in de maanden september t/m april. Heel fijn dat zich een aantal nieuwe tellers hebben aangemeld voor een eigen telgebied. Sommigen lopen mee met een meer ervaren teller, anderen kunnen meteen hun eigen polder tellen. De grote zilverreiger lijkt een vaste wintergast te worden in de Krimpenerwaard, we tellen er per keer ruim 150 tot wel 207 stuks. De grote zilverreiger lijkt ook redelijk winterhard, bij vorst blijven ze in onze waard. Onze meest getelde vogel de smient doet het minder, van normaal rond de 50.000 stuks zien we er nu nog maar met moeite 30.000. Volgens de deskundigen ligt het probleem waarschijnlijk in de broedgebieden waar er minder jongen overleven.
S
laapplaatstelling grote zilverreiger Uiteraard heeft eind 2017 en het begin van 2018 de slaapplaatstelling van de grote zilverreiger plaatsgevonden. Deze telling vindt altijd plaats in oktober, december en februari. Dit seizoen mochten we direct starten met een recordaantal grote zilverreigers op de slaapplekken, maar liefst 307 stuks. De telling in december liet een normaal aantal van 195 zien, maar in de afsluitende telling in februari kwamen we op een totaal van meer dan 400 grote zilverreigers.
E
rfvogelwerkgroep In 2017 is het erfvogelproject afgerond en overgegaan in de erfvogelwerkgroep. De olievlekwerking naar de buurgebieden wordt steeds groter en dat is mooi nieuws. Na de grotere erven gaat de focus nu liggen op natuurvriendelijker en klimaatbestendiger inrichten van nieuwbouwtuinen in combinatie met Operatie Steenbreek. d
Grote zilverreiger, foto: Anita Meelenboer
WAARDVOGEL | APRIL 2018 41
DWHC onderzoekt doodsoorzaak gevonden dieren Stefan van der Heijden Op de ALV van 28 maart jl. gaf iemand aan twee dode watersnippen te hebben gevonden. Deze lagen bij sigarettenpeuken, het vermoeden was dat er een link was tussen de peuken en de dood van de snippen. De persoon die de case aandroeg vroeg zich af wat hij hier mee kon doen. d
D
it vooral deed mij denken aan hetgeen een aantal maanden geleden aan de uilenwerkgroep werd gemeld. Er was tussen Gouderak en Lageweg een dode kerkuil gevonden. De uil was puntgaaf, geen verkeers- of raamslachtoffer. De uil is voor onderzoek naar het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) overgebracht. Hier is de doodsoorzaak vastgesteld: de uil had een verkleving in maag/ darmen. Hierdoor is de uil verhongerd; hij at wel maar voedsel werd niet verteerd. Tijdens de ALV gaf ik dan ook de tip om in het geval er een dood dier gevonden wordt dit bij het DWHC te melden. Dit kan via https://www.dwhc.nl/meldingsformulier/. In principe kan elke diersoort gemeld worden, op walvisachtigen na. Overigens geldt er een uitzondering in het geval er meer dan drie dode watervogels bij elkaar (eenden, ganzen, zwanen) worden gevonden; dit moet bij de NVWA gemeld worden i.v.m. mogelijke kans op vogelgriep. Bij verdenking van botulisme moet de dode watervogel bij de terreinbeheerder gemeld worden (gemeente, provincie, hoogheemraadschap, provinciaal landschap enz). Of het dier wordt opgehaald hangt af van het soort, hoe vers het kadaver is, dag van de week enz. Na melding wordt dit met de melder afgestemd. Over het algemeen is het handigst om het dier z.s.m. te melden en in de vriezer te doen. Pak het dier met een plastic zak op (voorkom contact met de handen) en doe het daarna in een tweede plastic zak (dubbel verpakken). Er zijn voor de melder geen kosten aan verbonden; de kosten van het transport en onderzoek worden door DWHC gedragen. Degene die de melding doet ontvangt persoonlijk de uitslag van het onderzoek naar de doodsoorzaak. De uitslag wordt vanuit DWHC niet met derden (zoals vogelwerkgroepen) gedeeld. Het doorgeven van eventuele ontvangen uitslagen aan de relevante werkgroepen binnen de NVWK wordt daarom gewaardeerd! d
Meld bosuilen Hoeveel bosuilen zijn er? Stefan van der Heijden De uilenwerkgroep stopt veel energie in het monitoren van broedgevallen steen-, kerk- en ransuil. Voor steen- en kerkuil worden kasten geplaatst en gecontroleerd en waar nodig schoongemaakt en vervangen. Door deze activiteiten hebben we een aardig beeld van de stand van deze drie uilsoorten, hoewel we beseffen dat het beeld nooit 100% compleet is. Maar hoe zit het met die vierde uilsoort die ook in de Krimpenerwaard broedt, de bosuil? z
G
Jonge bosuil, foto: Jannie Monhemius;
lobaal hebben we wel een idee. Door de activiteiten gericht op de eerdergenoemde soorten hebben we regelmatig een ‘bijvangst’ in de vorm dat we bosuilen horen, zien of meldingen krijgen. Ook via krimpen.waarneming.nl weten we een aantal locaties. Al met al schatten we in dat er ca. 45-50 paar bosuilen in de Krimpenerwaard zijn. Graag krijgen we meer inzicht in de aantallen. Waarom? We vermoeden dat de bosuil op eigen kracht, zonder hulp van uilenwerkgroep, nog steeds in aantal toe neemt. Dat gevoel willen we graag onderbouwd zien. Daarnaast is het wenselijk om de locaties van de bosuil te kennen. Dit omdat de bosuilen steenuilen in de weg kunnen zitten. Deze twee uilensoorten liggen elkaar doorgaans niet goed, als er een bosuil verschijnt druipen de steenuilen vaak af. Of de steenuilen eindigen in de maag van een bosuil. De steenuil heeft het zwaar en om de steenuil gericht(er) te kunnen helpen, zijn we op zoek naar ‘bosuilvrije’ locaties. Veel waarnemingen van bosuilen zijn er niet beschikbaar. Mogelijk komt dit omdat de bosuil een redelijk algemene vogelsoort is. En veel algemene soorten worden weinig ingevoerd. Weet u een bosuil (een enkel exemplaar of broedgeval)? Voer dit dan in via krimpen.waarneming.nl! Als er kans bestaat op verstoring dan kan de waarneming vervaagd worden; zo is de waarneming alleen op kilometerhokniveau terug te zien. Bent u niet bekend met invoeren, of is dat teveel ‘gedoe’? Mail dan naar uilenwerkgroep@nvwk.nl of bel/whatsapp naar XXX XXXXX. De uilenwerkgroep gaat zorgvuldig om met de gegevens van locaties en zal deze niet met derden delen. Alvast bedankt voor het melden! We streven ernaar in het najaar in de Waardvogel een update te geven over de aantallen bosuilen in de Krimpenerwaard. z
42
WAARDVOGEL | APRIL 2018
Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten. Raven praten in de verte en in het voorjaar jodelt hier de wielewaal’. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089
WELKOM IN HET REESTDAL
Tuinontwerp en hoveniersbedrijf
'Projecten in het groen' ontwerp beplantingen onderhoud
www.projecteninhetgroen.nl
0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8
Reisgids 2016
jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi
reisprogramma ww Vraag de gratis Reis in 2018 reisgids aan! E in met ons mee!
www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info 100+ groepsreizen 22 fotoreizen 55 expeditiecruises 10 weekenden in Nederland
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen
EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN 2018: Spanje - Kraanvogels en meer in Extremadura € 1350,24 januari
Zweden in het vroege voorjaar € 1495,13 en 19 april
Polen, oerbossen en moerassen € 1495,10 mei
Gambia € 2350,5 februari
Lesbos: vogeleiland! € 1450,23 april
Canarische Eilanden € 1975,6 februari
Spanje: Grote Trapfotografie vanuit hutten € 1795,25 april
Expeditiecruise Vlissingen Spitsbergen V.a. € 1950,18 mei
Spanje, Extremadura. Easy Birding met Vogelbescherming! € 1350,18 en 25 februari, 4 maart en 14 april
woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt e of feestelijke bijeenkomst. etverbinding zijn aanwezig. t complete maaltijden of buffetten. eid in eigen keuken. Bel ons voor:
Eilat: paradijs voor trekvogels € 1675,17 maart Costa Rica Easy Birding € 3995,17 maart Noord-Finland en Varanger in het vroege voorjaar € 1695,21 maart Ardennen in het voorjaar € 495,22 maart
IJsland in het voorjaar € 2750,26 april Texel € 360,27 april
Engeland, Farne Island Papegaaiduikers en meer! € 895,25 en 29 mei, 2, 6, 10 en 14 juni Noord-Spitsbergen IJsberenspecial v.a. € 3150,29 mei, 4, 5, 12, 15, 19, 22 en 29 juni
Georgië, Batumi Easy Birding € 1850,27 april Hongarije - Easy Birding € 1495,29 april Kazachstan: bergen, steenwoestijn en steppen € 3595,1 mei
Marokko: Hoge Atlas, Sahara en kust € 2125,2 april
Vraag de gratis reisgids aan!
12 jaar
met reizen ks.nl! gBrea Birdin • individuele reizen groepsreizen • cruises • fotoreizen
Reisgids 2018
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde
bestemmingen
www.birdingbreaks.nl T ( 020) 779 20 30 E info@birdingbreaks.nl
“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t woensdag, vrijdag en zaterd