Waardvogel
58e JAARGANG | NUMMER 2 | APRIL 2019 WWW.NVWK.NL
Gebiedsbod, MIRT
20
Zes jaar voorzitterschap
26
Duurzaamheid
40
en Panorama Krimpenerwaard
foto v
Een terugblik van Max Ossevoort
an de
m
aa
en de eenzijdige interpretatie uit economisch belang
nd
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Bestuurslid Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Jaap Graveland, jaap.graveland@nvwk.nl XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Jan de Boer, penningmeester@nvwk.nl XX XXXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Vacant Thirza Bronner-Marsman, Thirza.bronner@nvwk.nl XX XXXXXXXX Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXXX Vacant Joke Colijn, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX
Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com of Dirk-Jan van Roest, vogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXXX Sandra Bouwman, werkgroepro@nvwk.nl Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXXX XX XXXXXXXX
Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon Bij verstoringen van de natuur Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie Onderzoek doodsoorzaak dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier Meldpunt invasieve plantensoorten In bermen N-wegen ter bestrijding en monitoring: zuidholland@pzh.nl
0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555 0900 8844
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: 06 55812250. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
2
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Colofon
Van de voorzitter
De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 58 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december
Jaap Graveland
Op 27 maart namen we in een goede bezochte ledenvergadering afscheid van onze voorzitter Max Ossevoort, onze vogelcoördinator Kopij aanleveren Dirk-Jan van Roest en algemeen bestuurslid Jan van Exel. Om heel Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november uiteenlopende redenen verloren we opeens drie bestuursleden. Vanaf deze plek bedank ik Max, Dirk-Jan en Jan voor hun inzet, en Oplage jullie als leden voor het vertrouwen om mij tot nieuwe voorzitter te 925 exemplaren benoemen. E-mail redactie We zijn druk bezig de lege plaatsen in te vullen. Het gaat de goede kant op. Thirza komt onze Joke Colijn gelederen versterken en stelt zich in deze Waardvogel kort voor. We verwachten binnen enkele Maria Spruit dagen een reactie van een tweede nieuw bestuurslid en zullen dan samen de taken gaan verdelen. nvwkredactie@gmail.com We zoeken nog steeds een vogelcoördinator. De aanhouder wint, dus dat gaat vast lukken. Website www.nvwk.nl Max geeft op pagina 26 in deze Waardvogel een mooie terugblik, dus ik kan vooruit kijken. De www.facebook.com/denvwk/ NVWK en de Krimpenerwaard gaan enerverende tijden beleven. Over enkele maanden weten we of er een tweede oeververbinding komt, en of er een meervoud van duizend (het aantal blijft https://twitter.com/denvwk nvwk.nl variëren in de gemeentelijke uitingen) extra woningen in de Krimpenerwaard zal worden gebouwd. In deze Waardvogel besteden we daar veel aandacht aan. Een andere belangrijke ontwikkeling Secretariaat & ledenadministratie is de energietransitie. De gemeente Krimpenerwaard wil in 2050 energieneutraal zijn, en 50% Frans van der Storm minder CO2 uitstoten dan in 1990. Kortom, het kabinetsbeleid volgen. Dat betekent dat in het Boschpolderstraat 14 2807 LJ Gouda landelijk gebied honderden ha aan zonnepanelen en een aantal stevige windmolens moeten worden info@nvwk.nl geplaatst, tenzij we andere manieren verzinnen om de doelen te halen. Het komende jaar wordt daar meer over bekend. Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, Er zijn gelukkig ook gunstige ontwikkelingen voor onze natuur. Provinciale Staten hebben het één kind t/m 16 jaar Actieplan Boerenlandvogels goedgekeurd, met een bestedingsvoorstel voor de eerste maatregelen € 17,- voor een basislidmaatschap zodat we met onze boeren meer voor de weidevogels kunnen doen. En binnenkort hoop ik namens € 22,- voor een gezinslidmaatschap de NVWK de intentieverklaring te ondertekenen voor de oprichting van het Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard, samen met de agrarische organisaties en het ZHL. Dit gaat over het beheer van Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 de gronden die vallen onder de 2250 ha van het Natuurnetwerk Nederland (NNN); het Actieplan gaat over de rest van het agrarisch gebied. Verder zijn we met beide gemeenten in gesprek over het Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl vergroten van de biodiversiteit in de kernen. of door een e-mail met uw gegevens En ondertussen blijven we doen wat we deden, wat we leuk vinden en waar we goed in zijn: tellen, te sturen naar info@nvwk.nl vertellen en herstellen. Je leest het in de artikelen in dit nummer en kunt het zien in Even Noteren. En je kunt meedoen. Kijk daarvoor in de Klussenbank. We zoeken onder andere iemand die de Op de voorpagina gemeenten, woningcorporaties en projectontwikkelaars wil gaan adviseren over behoud en herstel Grauwe gans, van nestgelegenheid voor vogels en vleermuizen bij renovaties en nieuwbouw. Kortom, een soort foto: Dirk-Jan van Roest Foto van de maand: ‘stadsvogelconsulent’. Je hoeft geen deskundige te zijn, er zijn genoeg mensen in de vereniging met Rosse metselbij op rozemarijn, kennis en een netwerk om je op weg te helpen. foto: Sjani van Ophemert Ik eindig met een bekend citaat van Baba Dioum, een Afrikaanse natuurbeschermer. Hij is mijn bron van inspiratie: we beschermen alleen waar we van houden, we houden alleen van wat we kennen, Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad en we kennen alleen wat ons wordt geleerd. Daarom: tellen, vertellen en herstellen/beschermen, is toegestaan met bronvermelding dat is waar we als NVWK voor staan. d Disclaimer Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron. Drukkerij Efficiënta Krimpen aan den IJssel Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,-
In dit nummer
Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Inventarisatie jonge ransuilen 5 Grauwe gans op de voorpagina 6 Klussenbank: wie helpt mee? 8 Rosse metselbij, foto van de maand 9 Gij leeuwrik en gij nachtegaal 9 Verslag ALV 29 maart 2019 10 Even voorstellen, nieuw bestuurslid 11 De Vogelatlas is uit, deel 2 12 Reuzenspringbalsemienen trekken 16 Oh! Wat een jaar! Race 2018 17 Zuid-Holland biedt boerenlandvogels de ruimte 19
Gebiedsbod, MIRT en Panorama 20 Essentaksterfte 22 Vlindertelseizoen is begonnen 24 Zoek de kleine marters 25 Zes jaar voorzitterschap 26 Historische Waardvogels deel 2 29 Planten inventariseren 30 Oranjetipje een voorjaarsbode 33 Weidevogelseizoen van start 34 Natuur versus woningbouw? 36 Zoeken naar de kamsalamander 39 Duurzaamheid 40 Boer en Natuur dag 41 Hoe schoon is jouw watertje? 42 d WAARDVOGEL | APRIL 2019
3
Even noteren B
ig Birding Day Zaterdag 4 mei 2019 van 05.00 tot 17.00 uur Deze jaarlijkse happening voor fanatiekelingen betekent ‘s morgens om 05.00 uur aanwezig zijn bij Café Restaurant De Loet voor het startsignaal, en in een groepje twaalf uur lang zoveel mogelijk vogelsoorten zien te scoren. Meer informatie en aanmelden: vogelwerkgroep@nvwk.nl.
B
oer en Natuur dag Zaterdag 4 mei 2019 van 11.00-16.00 uur Het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard en de NVWK werken samen aan de biodiversiteit en de weidevogelstand. Op een aantal bedrijven bent u welkom om dit met eigen ogen te zien langs een mooie (fiets)route. Ook organiseren we weer de Weidesafari. Zien we de Big Five? Rond deze tijd is er veel leven in de polder en de kans op mooi weer is groot. Verwonder je hoe fel weidevogels hun territorium verdedigen, bekijk hun gedrag en geniet van hun geluiden. Met wat geluk zien we kleine pullen. Neem een kijker mee als je die bezit. Op de hoofdlocatie is een mini-markt met streekproducten en informatiestands over onze projecten, er kunnen waterdiertjes gevangen worden, er is een springkussen, en uiteraard iets lekkers. Andere bedrijven zijn te herkennen aan de Weidehof vlag langs de Koolwijkseweg en de Benedenheulseweg. Denk aan stevige schoenen en een warme jas. Hoofdlocatie: Kees en Esther Verhagen, Koolwijkseweg 47, Stolwijk. Meer info op pag. 41. Contactinformatie: marielle@collectief krimpenerwaard. nl,xxxxxxxxxxx@xxxx.xx of zie pag. 2.
elweekend Argusvlinder Van 17 t/m 19 mei van 10 tot 17 uur kan er meegedaan worden met het tellen van de argusvlinder. De argusvlinder was lange tijd een algemene vlindersoort in Nederland. Maar sinds het midden van de jaren 1990 gaat het niet zo goed. De laatste 25 jaar is de stand van de argusvlinder in ons land met maar liefst 98% gekelderd, zo weten we uit het meetnet dagvlinders. Daarom houden De Vlinderstichting en Waarneming.nl voor de vierde keer het Telweekend Argusvlinder. Overal in het land brengen zij in kaart of de argusvlinder nog aanwezig is. De resultaten worden gebruikt voor de bescherming. Voor meer info en meedoen; zie www.vlinderstichting.nl/argusvlinder/.
O
vertuin Festival in de Overtuin, Haastrecht 18 mei 2019 van 15.00 tot 19.30 uur. De Overtuin Bisdom van Vliet in Haastrecht heeft de laatste jaren een metamorfose ondergaan. Vele vrijwilligers hebben hieraan meegewerkt. De NVWK heeft in het kader van het erfvogelproject medewerking verleent en sinds twee jaar wordt er een broedvogelmonitoring gedaan. Culturele Stichting ‘De Haastrechtse Kring’ organiseert ter van de fraaie resultaten een festival in de Overtuin. Er zijn stands van de organisatoren, er is muziek, een hapje en drankje en er worden diverse activiteiten georganiseerd zoals rondleidingen, kabouterwandeling en een lezing door dr. ir. Arnold van Vliet. De NVWK zal aanwezig zijn met een stand. Locatie van de Overtuin: Liezeweg 31, 2851 ED Haastrecht, tegenover het Museum Paulina Bisdom van Vliet (Hoogstraat 166, 2851 BE Haastrecht).
K
B
W
K B
ilometerhok inventarisatie planten Donderdagavonden 9 mei 2019 tot 12 september 2019 om 18.30 uur in oneven weken, dus ook op: 22 mei, 6 juni, 20 juni, 4 juli, 18 juli, 1 aug, 15 aug, 29 aug, 12 sep. We starten om 18.30 uur en gaan door tot het donker wordt. In één avond proberen we alle plantensoorten in het kilometerhok op naam te brengen. Bij deze inventarisaties zijn er altijd één of meerdere plantenkenners aanwezig. Voor beginnende plantenliefhebbers zijn deze inventarisaties een uitstekende gelegenheid om je plantenkennis bij te spijkeren. Wil je ook (een keer) mee op pad, mail Stef van Walsum, planten@nvwk.nl, dan ontvang je een paar dagen van te voren een bericht waar we verzamelen, of bel XX XXXXXXX. aterdiertjes inventariseren Zaterdag 11 mei 2019 van 10.00-12.00 uur De waterwerkgroep gaat onder het motto ‘Hoe schoon is jouw watertje?’ tijdens de Week van Ons Water op drie verschillende locaties waterdiertjes vangen. Gewapend met een schepnet en smartphone kan iedereen de biologische waterkwaliteit in kaart brengen. Iedereen die waterdiertjes vangt en deze invoert op www.waterdiertjes.nl krijgt onmiddellijk een kwaliteitsscore van 1 tot 10 op het scherm. Zoekkaarten, bakken en een aantal netjes zijn aanwezig, maar neem gerust eigen netjes mee en vergeet uw smartphone niet. Zie voor achterliggende info pag. 42. Kies een locatie en neem vooral uw (klein)kinderen mee! 1. Terrein Bilwijk van ZHL aan de Bilwijkerweg 2. Speelpolder Tiendweg in Ouderkerk aan den IJssel 3. Ambulancepost langs de N210 bij afslag Zuidbroekse Opweg
4
T
WAARDVOGEL | APRIL 2019
espreking Panorama Krimpenerwaard en gebiedsbod Dinsdag 21 mei om 20.00 uur, Inloop vanaf 19.30 uur. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. In deze Waardvogel besteden we veel aandacht aan het gebiedsbod, zie pag. 20 en 36. Het bestuur van de NVWK vindt dat een onzalig plan vertelt u graag waarom. Deze avond is bedoeld om belangstellenden te informeren en van gedachten te wisselen. We beginnen met een presentatie over Panorama, gebiedsbod en de oeververbinding. Na de pauze willen we er met onze leden over in gesprek, niet-leden ook welkom. Het is i.v.m. de te verwachten opkomst fijn als je je aanmeldt; dat kan op info@nvwk.nl ilometerhok inventarisatie planten Donderdagavond 22 mei 2019; zie 9 mei.
TS-gezinnentelling Vanaf zaterdag 25 mei 2019 of een week later. We rekenen op onze bekende tellers, maar nieuwe belangstellenden voor deze eenvoudige telling zijn van harte welkom! Bij slecht weer schuift de telling door, houd hiervoor de agenda op de site in de gaten. Meer informatie: pag. 35 of mail weidevogels@nvwk.nl.
D
agexcursie vlinders en libellen Zaterdag 25 mei gaan we naar het Leersumse Veld. Dit is het stilste plekje in Nederland. In de ijstijd is het gebied uitgesleten door smeltwater in de stuwwal die nu Utrechtse Heuvelrug heet.
Ontbossing en overbeweiding hebben in de loop van eeuwen de grond uitgeput. Het Leersumse Veld werd een gebied van stuifzand en heide, die op natte plaatsen ging vervenen. We hopen op een paar bijzondere libellen zoals de gevlekte witsnuitlibel, venwitsnuitlibel, smaragdlibel en nog veel meer soorten die rond die tijd vliegen. Voor de vlinders gaan we op zoek naar het groentje, het heideblauwtje en het groot dikkopje. We verzamelen om 9.00 uur op het parkeerterrein van de Lidl in Bergambacht. Bij slecht weervoorspelling vrijdagavond contact op nemen met Gabrielle Heuvelman, XX XXXXXXX.
K R
ilometerhok inventarisatie planten Donderdagavond 6 juni 2019; zie 9 mei.
euzenspringbalsemienen trekken Op donderdag 13 en zaterdag 15 juni van 09.3016.00 uur gaan we net als vorig jaar in samenwerking met Staatsbosbeheer reuzenspringbalsemienen trekken in het Loetbos. Reuzenspringbalsemien verdringt massaal inheemse planten waardoor de biodiversiteit in het bos daalt. Oudere kinderen kunnen prima meedoen met deze actie, lekker buiten bezig zijn! De planten trekken gemakkelijk uit, maar het is wel aan te raden om handschoenen aan te trekken omdat er ook bramen tussen kunnen staan. Stevig schoeisel is prettig op de oneffen bosbodem. Een aantal uren meehelpen kan ook. Voor meer info zie pag. 16. Verzamelen voor koffie en uitleg bij de Hendrikshoeve in het Loetbos.
K P
ilometerhok inventarisatie planten Donderdagavond 20 juni 2019; zie 9 mei.
lantenexcursie naar Oostvoorne Zaterdag 22 juni 2019. Onder leiding van Stef van Walsum gaan we de flora van de Oostvoornse duinen bekijken. De duinen van Oostvoorne zijn het plantenpareltje van Zuid-Holland. Het gebied is afwisselend met onder andere oude duinen, jonge duinen, vochtige duinvalleien en een stukje kwelder. We gaan een mooie wandeling maken langs alle biotopen en alle bijzondere plantensoorten bekijken. Met name de vochtige duinvalleien zijn in deze tijd van het jaar op zijn mooist. We hopen op een aantal orchideeën zoals de vleeskleurige orchis, bijenorchis en groenknolorchis. We verzamelen om 9.00 uur op het parkeerterrein naast het
gemeentehuis in Krimpen aan den IJssel, Raadhuisplein 116. Met de auto begeven we ons richting bezoekerscentrum Tenellaplas in Oostvoorne (Duinstraat 12, Rockanje). De excursie duurt ongeveer tot 16.00 uur.
K
ilometerhok inventarisatie planten Donderdagavond 4 juli, 18 juli, 1 aug, 15 aug, 29 aug, 12 sep 2019; zie 9 mei.
L
ezing over wilde planten en Floron Woensdag 30 oktober, 20.00 uur. Willemien Troelstra coördineert inventarisaties van wilde planten in Rotterdam en wijde omgeving, en elders in het land. Ze organiseert excursies, cursussen en kampen en is actief in Floron, de landelijke organisatie die het inventariseren van planten coördineert. Ze kan er boeiend over vertellen en laat met mooie foto’s zien welke soorten we in onze omgeving kunnen zien. Verder zal ze laten zien hoe je als beginner op weg geholpen kan worden, door deelname aan excursies, cursussen, etc. Kom luisteren en kijken op 30 oktober. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2, Berkenwoude. Zaal open om 19.30 uur.
L
ezing over slechtvalk en andere roofvogels Dinsdag 10 december, 20.00 uur. Een lezing door Martin Mollet. Martin is actief in de roofvogelwerkgroep van het Hoekschewaards Landschap en de landelijke Slechtvalkenwerkgroep. Hij inventariseert de roofvogels in de oostelijke Hoeksche Waard en de slechtvalken in de zuidelijke helft van Zuid-Holland en hij plaatst nestkasten. Zo heeft hij een nestkast aangebracht op een grote loods in Stormpolder, waarin het plaatselijke slechtvalkenpaartje (het eerste broedgeval in de Krimpenerwaard) in 2018 met succes vier jongen groot bracht. Martin neemt ons mee in de boeiende wereld van de roofvogels, en van de slechtvalk in het bijzonder. Een prachtige gelegenheid om nader kennis te maken met deze boeiende groep. En als je geïnspireerd raakt om zelf roofvogels te gaan inventariseren en meer wilt weten over voorkomen en gedrag in de Krimpenerwaard, dan kun je lid worden van onze roofvogelwerkgroep. De coördinatoren zijn op deze avond aanwezig. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2, Berkenwoude. Zaal open om 19.30 uur. d
Inventarisatie jonge ransuilen Stefan van der Heijden . indt u uilen ook zo fascinerend? Heeft u nog nooit een uil gehoord? Kom mee met een inventarisatie van jonge ransuilen! Jonge ransuilen roepen in de periode eind juni tot augustus zeer frequent. De roep draagt ver waardoor ze relatief goed te vinden zijn. Exacte datum is nog niet bekend maar zal in juni-juli zijn. Geef u op via uilenwerkgroep@nvwk.nl of via XX XXXXXXX. U wordt op de lijst gezet en krijgt t.z.t. een persoonlijke uitnodiging om aan de excursie deel te nemen. De route wordt afgelegd op de fiets en start vanuit het Loetbos bij het kanocentrum. Tijdstip: vanaf donker (ca. 22.30 uur, weers- en datum afhankelijk) tot 00.00 uur. Zorgt u voor een fiets met goed werkende verlichting? Tip: smeer de ketting, dat voorkomt een hoop valse meldingen van piepende uilen! Naast ransuilen is er ook kans op roepende kerk- of bosuilen. d
V
Jonge ransuilen, foto: Rob Kempers
WAARDVOGEL | APRIL 2019
5
Grauwe gans op de voorpagina Tekst en foto twee grauwe ganzen: Cor Oskam
Sommige mensen zeggen dat alleen de grauwe gans (Anser anser) in Nederland thuishoort. Dat klinkt een beetje eng. Het klopt wel dat de grauwe gans nog voor de introductie van grote Canadese gans en de nijlgans in Nederland aanwezig was. Hij valt op door zijn forse bruingrijze formaat, zijn grote roze snavel, roze poten en de lichtgrijze voorvleugel aan de bovenkant in contrast met de donker bruine toppen van arm en handpennen. Met zijn harde, rauwe gegak onderscheidt hij zich ook duidelijk in geluid van andere ganzen. d
H
et is in een relatieve korte tijd snel gegaan met de populatie grauwe ganzen in Nederland. De status van de vogel moest steeds worden herzien. Voor 1800 was de grauwe gans een broedvogel in moerasachtige gebieden met riet, bos en open water en met graslanden in de nabijheid. Omdat Nederland in die tijd steeds meer in cultuur werd gebracht, er habitat verdween en er bejaging plaats vond, daalde de populatie fors. Rond 1900 waren er nog slechts enkele broedgevallen bekend in de noordelijke provincies. In 1919 werd er nog een nest gevonden in Eernewoude. Later in de tijd waren nog enkele broedgevallen rond de Friese Leien. Na 1935 waren we de grauwe gans als broedvogel in Nederland kwijt. (Teixeira, R.M. 1979)
M
waren al snel grote groepen grauwe ganzen die er in de zomer verbleven. Vanuit deze situatie is de verspreiding van de grauwe gans naar het rivierengebied en naar andere natte gebieden snel gegaan.
O
verzomeraars, doortrekkers en wintergasten De grauwe gans is samen met de brandgans en de twee niet inheemse soorten nijlgans en grote Canadese gans broedvogel in Nederland. Het broedvogelmeetnet geeft vanaf 1990 voor de grauwe gans een populatiegroei van ongeveer 17 % aan. De huidige broedpopulatie wordt momenteel geschat op 67.000110.000 paar, met als aantekening dat het aantal eerder aan de bovengrens zit dan bij de ondergrens (SOVON, 2018). Hoeveel paar er momenteel in de Krimpenerwaard broeden weten we niet precies. De Avifauna van de Krimpenerwaard vermeldt een vrij talrijke broedvogel. In de Hooge Boezem achter Haastrecht stegen de aantallen van 3 paar in 2005 tot 60 paar in 2017. De grauwe gans heeft in Nederland flink geprofiteerd van het ruime voedselaanbod door de moderne landbouw, terwijl de jachtdruk verminderde. De trekstrategie en klimaatverandering zijn waarschijnlijk mede de oorzaak van populatiegroei. De toename van overwinterende ganzen in Nederland is gestegen van 500.000 in 1980 tot 2,1 miljoen in 2013. Terwijl de in Nederland broedende grauwe gans in het verleden overwinterde in zuidelijke gebieden zoals Spanje, blijft nu 95 % van de populatie hier. Dit komt ook door de relatief zachte winters, waardoor wegtrekken met alle gevaren van dien risicovoller wordt dan in Nederland blijven.
aar het duurde niet lang voordat hij terug was. Bij de drooglegging van de IJsselmeerpolders ontstonden grote moerassen. In 1948 werd een eerste broedgeval geconstateerd in de Noordoostpolder. Gevolgd door broedende vogels in het Zwarte Meer en in 1963 in Oostelijk Flevoland en weer later in Zuidelijk Flevoland. Men had blijkbaar niet de vooruitziende blik en het geduld om te wachten op ontwikkeling van de groei van de populatie. Er waren namelijk meerdere acties voor herintroductie door het uitzetten van geleewiekte vogels. Dat gebeurde o.a. in de Biesbosch, op Texel en nabij de Friese meren. In 1973 was er een herintroductie programma op de plaat van de Scheelhoek in Zuid-Holland waar 13 twee maanden oude ganzen uitgezet werden. Deze ganzen kwamen uit het Zwin en behoorden tot de ondersoort rubrirostris, een niet inheemse oostelijke ondersoort. (Stichting Natuurmonument De Beer, 1973. Randstad en Broedvogels, 1981) Menselijk ingrijpen in de natuur gaat niet altijd heel doordacht. In 1976 werd er, na wat omzwervingen van deze ganzen, voor het eerst weer succesvol gebroed op de Scheelhoek. Het ontstaan van de Oostvaardersplassen na de inpoldering van Flevoland in 1968 was echter de aanjager voor een forse populatiegroei van de soort tot wel 100, tot mogelijk 150 broedpaar in 1977. (Vera, F., 1988) De Oostvaardersplassen zijn eigenlijk per ongeluk ontstaan. De hoek nabij Lelystad lag over een lange periode nat en braak te wachten op verdere ontwikkeling naar akkerbouw of industrie. Maar de natuur deed er zijn werk en zo ontstond in die periode een prachtig en uniek moerasgebied dat uiteindelijk een beschermde Europese status verwierf. Er was geen weg meer terug. Onder andere de grauwe gans vond dit gebied als habitat. Ecologisch was het ook interessant omdat de grauwe gans het moerasgebied open hield door zijn eetpatroon. Er Bron illustratie: http://www.avibirds.com/
6
WAARDVOGEL | APRIL 2019
V
an succes naar overlast Het groeiend aantal ganzen roept in toenemende mate weerstand op. Het gaat onder meer over landbouwschade, schade aan bijzondere gewassen, veiligheid voor het vliegverkeer, negatieve effecten op andere broedvogels, etc, etc. Het ene rapport na het andere verschijnt. De emoties lopen soms hoog op tussen landbouworganisatie en WBE’s aan de ene kant en vogelbescherming, terreinbeheerders en dierenwelzijn organisaties aan de andere kant. In een consortium van diverse partijen onder de naam G7 en aangevuld met de twaalf provincies werden in 2012 afspraken gemaakt voor populatieregulatie. De grauwe gans mocht het hele jaar rond bejaagd worden. In de zomer als legitieme schadebestrijding en populatiebeheer en in de winter verjaging tegen vraatschade. Er werden maar liefst 130.000 grauwe ganzen geschoten. De kosten voor bestrijding lopen fors op en bedroegen 28,2 miljoen euro in 2014-2015 (Vogelbalans Sovon 2013). De grauwe gans houdt ons lekker bezig en dat is tegenwoordig ook duidelijk waarneembaar bij natuurliefhebbers en vogelaars. De meest recente en tevens wat vriendelijker manier van populatiebeheer is de inzet van varkens. Die zijn namelijk gek op ganzeneieren.
Grauwe gans met jongen, foto: Edwyn Anderton
G
rauwe ganzen zijn vroege broeders. In ongeveer 28 dagen broeden de ganzen hun eieren uit. In maart kun je al pullen zien. In de periode voordat ze gaan broeden en wanneer de jongen net uitgekomen zijn, zijn de vogels zeer waaks en luidruchtig. In het water maar ook op het land kan je soms mooi de hele familie voorbij zien komen. Een oudervogel voorop, de pullen er tussen en de andere oudervogel sluit de rij. Ik vind het altijd een leuk gezicht. Grauwe ganzen zijn uitsluitend planteneters. Ze eten ongeveer 500 gram plantaardig materiaal per dag. In de laatste jaren is het aantal jongen per legsel afgenomen. De jongen zijn in twee a drie jaar geslachtsrijp. d
Verspreidingsgebied van de grauwe gans incl. ondersoorten. Groen: broed- en overwinteringsgebied, oranje: geen broedgebied, rood: geĂŻntroduceerd. Bron: https://en.wikipedia.org.
WAARDVOGEL | APRIL 2019
7
Klussenbank: wie helpt mee?
De NVWK krijgt het steeds drukker. Dat is prachtig, want in de praktijk betekent het dat we als vrijwilligersvereniging meepraten bij de grote projecten die worden uitgevoerd in de Krimpenerwaard en daar het natuurbelang kunnen inbrengen, maar ook dat we uit eigen initiatief met projecten kunnen aankloppen bij de beide gemeenten, waterschap en provincie. Helaas schieten daardoor bepaalde klussen erbij in en hebben we voor de projecten extra handen nodig. Daarom hebben we een klussenbank opgericht; er staan ook klussen op de site onder Actueel. Vaak gaat het om kortlopende taken, soms komt een klus op herhaling. Wie helpt mee?
Neem ons mee op excursie
Wees de ogen en oren in je buurt
Bij verbouwingen, renovaties, groot tuinonderhoud of bij nieuwbouw gebeuren door onnadenkendheid soms kleine natuurrampjes die voorkomen hadden kun nen worden. Een boom met een duivennest die wordt omgehaald in het broedseizoen, een schuur die gesloopt wordt waarin vleermuizen overwinteren, renovatie van een huizenblok waar onder de dakpannen altijd gebroed wordt. Het is bij wet verplicht om rekening te houden met de fauna, onze werkgroep Ruimtelijke Ordening kent de regels. Er zijn bijna altijd eenvoudige oplossingen, daarbij helpt RO ook. Wandel je regelmatig een stukje (met de hond?) door Up-to-date houden van de NVWK-site je eigen kern of buurt, wees dan daar de oren en ogen van onze We krijgen gelukkig veel complimenten voor onze website! Na- onderbezette werkgroep RO. Ook kun je de plannen van omtuurlijk willen we dat die goed wordt bijgehouden, zoals de gevingsvergunningen checken – het gaat immers om het groen, Nieuwsberichten, de Agenda en met nieuwe content. Sabrina de vogels en de natuur in je eigen wijk! Bij acute problemen of van Roest vindt dit al een uitdaging. Wil jij met toekomstige plannen: neem contact op met de werkgroep RO. haar een team vormen zodat dit klusje niet stil ligt Iedereen kent zijn of haar directe leefomgeving het best, het kost als zij op vakantie gaat of ziek is? De content krijg nauwelijks extra moeite en je helpt de natuur, jezelf en iedereen je aangeleverd, het gaat om het plaatsen. Stuur in je wijk. Laat weten dat je meehelpt: de gegevens van de werkeen mailtje naar de NVWK redactie of bel, gegegroep RO staan op pagina 2. Zo bouwen we een netwerk van vens op pagina 2. natuurbewuste bewoners op in de Krimpenerwaard. Als je aardig thuis bent in een bepaald groen werkveld, of je kent een mooi natuurgebiedje, maak geïnteresseerden dan deelgenoot en neem ons een keer mee. Je hoeft echt geen specialist te zijn, samen komen we er wel uit, het gaat immers om de beleving! Maar ook als je wél ergens op gespecialiseerd bent is dit leuk. Neem contact op met Jaap Graveland, hij weet hoe je zoiets aanpakt en wij doen de PR. Hou je natuurgeheimen niet langer voor jezelf maar laat anderen meegenieten! Gegevens Jaap op pagina 2.
De NVWK op streekmarkten en braderieën Schrijf een artikel over de wulp Tot voor enkele jaren hadden wij regelmatig een standje op jaarmarkten e.d. waarop aan belangstellenden uitleg werd gegeven over onze doelstellingen en onze acties. Hier werden ook nieuwe leden geworven. Er komt helaas niets meer van en dat is een gemiste kans om ons te profileren. Vind je het leuk om een paar maal per jaar bij zo’n standje te staan en de doelstellingen van de NVWK uit te dragen? De spullen om je stand ‘groen’ aan te kleden zijn uiteraard beschikbaar. De frequentie bepaal je zelf. Inmiddels heeft zich iemand gemeld maar omdat het niet zo leuk is om in je eentje een kraampje te bemensen, zoeken we nog iemand! Informatie bij Joke Colijn, contactgegevens op pagina 2.
Logistiek regelaar van jeugdactiviteiten
Onze jeugd is een beetje klaar met knutselen, kids beleven liever avonturen en geef ze eens ongelijk. Nu hadden we bedacht dat ze best mee kunnen doen met activiteiten voor volwassenen, steeds met een andere NVWK-werkgroep. Dat is veel spannender en niet zo kinderachtig. De activiteiten bestaan dus al, maar dan moet er logistiek en vanuit het oogpunt van veiligheid nog wel het e.e.a. gebeuren voordat kids mee kunnen doen. Dat zal voor elke activiteit anders zijn, dus je moet soms wel een beetje creatief kunnen denken. Vanzelfsprekend sta je voor de uitvoering van je plan niet alleen. Wil je met ons sparren hoe dit vorm kan krijgen? Bel of mail Jaap Graveland, gegevens op pagina 2.
8
WAARDVOGEL | APRIL 2019
De wulp is tot ‘Vogel van het Jaar’ gekozen door Vogelbescherming Nederland. Tot onze schrik merkten we dat daar nog geen aandacht voor is geweest in de Waardvogel. Wie neemt de pen ter hand? De wulp is geen broedvogel meer in de Krimpenerwaard maar doet ons wel aan op een stop-over tijdens zijn jaarlijkse migratie naar broed- en overwinteringsgebied. We horen zijn mooie roep dan ook regelmatig en hij beleeft onderweg veel gevaarlijke avonturen. Stof genoeg dus! Laat even weten aan de redactie (zie pag. 2) als je dit een leuke uitdaging vindt.
Wie wordt ‘bebouwd gebied-consulent’?
Er gebeurt van alles bij renovaties en bouwprojecten dat de natuur schaadt. Niet altijd opzettelijk maar toch. We zoeken een adviseur/vraagbaak (m/v) die kan uitleggen hoe bij (ver)bouwprojecten met een beetje aandacht en zonder dat er veel extra kosten zijn, toch met vogels, vleermuizen e.d. rekening kan worden gehouden. Vertel instanties, bouwers, maar ook bewoners in het voortraject over het inventariseren wat er aan gevleugelde vrienden leeft in en rond het pand of in de wijk, geef advies over aanbrengen van vogelvides, vleermuiskasten e.d. bij sanering en nieuwbouw. Enige kennis van de Natuurwet is wel handig maar weet je vooral gesteund door een enorme vraagbaak aan allerlei specialisten in de vereniging. Met gezond verstand en een beetje tijd heb je al genoeg in huis om het verschil te maken, je kunt dit zo breed trekken als je wilt. Leuk! Info bij Jaap Graveland, pag. 2.
Rosse metselbij foto van de maand Maria Spruit
Van Sjani van Ophemert krijgen we geregeld prachtige foto’s toegestuurd, zoals nu van de rosse metselbij op rozemarijn. Omdat de meeste mensen wel weten wat rozemarijn is, kies ik ervoor om de metselbij uit te lichten. d
D
e metselbij is een solitaire bij. Hij dankt zijn naam aan het feit dat hij de gang waarin de eieren worden afgezet dichtmetselt. Metselbijen gebruiken daarvoor holten in bomen, oude kevergangen, bamboestokken of rietstengels, oude muren en kieren en gaatjes in huizen. Ze kunnen ook zelf holten knagen in zacht materiaal. Per holte worden ongeveer tien cellen gemaakt. In elke cel wordt een eitje gelegd plus een voorraadje voedsel meegegeven. Dan wordt er een muurtje gemetseld van modder en het volgende eitje met voedsel wordt neergelegd. Na ongeveer twee dagen komt het eitje uit. Na vijf weken is de voorraad voedsel op en de larve verpopt zich. Pas het volgende jaar knaagt de metselbij zich uit zijn nestplaats. Mannetjes wachten bij gebruikte nestplaatsen de vrouwtjes op. De eieren worden vaak afgezet in de nestholte waar het vrouwtje zelf geboren is. In een insectenhotel is dit proces mooi te volgen. Rosse metselbijen zijn algemeen voorkomend. Ze zijn te vinden langs bosranden, grindstroken, tuinen, en vaak rond menselijke bebouwing. De rosse metselbij bezoekt een brede variatie aan bloemen om stuifmeel te verzamelen, zoals gevlekt longkruid, witte dovenetel, hondsdraf, witte klaver, esdoorn, wilg, zomereik, ranonkel en braam, waardoor het een erg nuttig insect is. Deze bijen worden ook in de landbouw gebruikt als bestuiver van gewassen. De vliegtijd van de bijtjes is van april tot juni. Bronnen: http://www.wildebijen.nl/; Heiko Bellmann, Bienen Wespen Ameisen d
Gij leeuwrik en gij nachtegaal Tekst en illustratie: M. Bersma
Ik zit in de derde klas van de lagere school, het is nog vóór de o orlog. De onderwijzer, een kwekeling, leert ons een nieuw lied over een leeuwerik en een nachtegaal. Het heeft een rare wijs en het duurt heel lang voor we de melodie te pakken hebben. Na de zangles schrijven we een taallesje tot de meester zegt: ”Zo is het genoeg, morgen gaan we verder. Immer weiter.” Dan stelt hij de vraag: “Wie van jullie weet wat dat betekent?” Niemand geeft antwoord. De meester gaat verder: “Vragen jullie dat vanavond maar eens aan je vader.” De volgende dag komt de meester terug op z’n vraag. “Wie van jullie weet nu wat ‘immer weiter’ betekent?” Er gaat één vinger omhoog. Eens meisje antwoordt: “Mijn vader zegt: emmer water, meester.” “Dat is mooi gevonden”, zegt de meester, “maar dat is het niet, het betekent: altijd verder.” Wij zijn niet onder de indruk en nemen het voor kennisgeving aan. In de maand mei gaan we over naar de vierde klas. We hebben een nieuwe onderwijzer die begint met ons het moeilijke lied te laten zingen dat we in de vorige klas g eleerd hebben. ‘Gij leeuwrik en gij nachtegaal, al zingt gij heel verscheiden, toch houd ik van u beiden en hoor graag naar uw zoete taal wanneer ik dwaal door bos en veld en heide en naar uw zang en uw geklag, mocht ik wel luistren dag en nacht.’ De meester zingt de eerste regel mee, maar zwijgt dan en kijkt ons bevreemd aan. Het blijkt dat de vorige meester waarschijnlijk amuzikaal was. Hij heeft van de melodie een eigen onlogische wijs gemaakt, die bijna niet te zingen is. Geen wonder dat wij er zo’n moeite mee hadden. Gelukkig hoeven wij het lied nooit meer te zingen. Jaren later vond ik de melodie in een heel oud boek van: ‘Kun je nog zingen, zing dan mee’. Toen ik het op de piano speelde ontdekte ik hoe de eigenlijke wijs was: héél anders. d WAARDVOGEL | APRIL 2019
9
Verslag ALV 29 maart 2019 Tekst: Frans van der Storm, foto’s: Harry Verkerk
De voorbereiding van de algemene vergadering stelt ons ieder jaar weer voor de vraag hoeveel gebakjes we moeten bestellen voor de leden. En gelukkig, dit jaar hebben we er extra besteld: omdat Max Ossevoort afscheid nam na zes jaar voorzitter zijn, omdat de vereniging bruist en bloeit, omdat er veel speelt in de Krimpenerwaard, kortom omdat we een hoge opkomst verwachtten. d
V
oor 46 leden en acht bestuursleden opende Max Ossevoort stipt op tijd de vergadering met een kort woord van welkom en om het tempo er meteen goed in te zetten, werd in één moeite door het verslag van de vergadering van 28 maart 2018 ‘gearresteerd’. Meteen daarna lichtte secretaris Frans van der Storm het jaarverslag van de vereniging toe aan de hand van de samenwerkingen met de organisaties in de Krimpenerwaard en ver daarbuiten: Zuid-Hollands Landschap en Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap, gemeenten en provincie, de landelijke soortenorganisaties (Sovon, FLORON, RAVON, Vlinderstichting). Bij de behandeling van de financiën kwam penningmeester Jan de Boer terecht in een een-tweetje met één van de leden, die voor iedereen het verschil tussen balans, winsten verliesrekening en begroting wist te duiden. Bij volgende financiële stukken zal nóg duidelijker worden aangegeven hoe sommige inkomsten en uitgaven met elkaar in verband staan. De stelselwijziging in de financiële administratie verleidde Klaas Koopmans om op bijna cabareteske wijze afscheid te nemen van de kascontrolecommissie. De administratie is zó ver
gedigitaliseerd en geprofessionaliseerd, dat er voor de liefhebber van échte koffie en koeken bijna geen eer meer aan te behalen is: het leegstorten van de schoenendoos met bonnetjes is niet meer. Met die constatering én met complimenten dechargeert de vergadering het bestuur voor het gevoerde beleid en beheer. De vergadering keurt tevens de begroting goed: we mogen verder!
D
an volgt het uur van weemoed en vooruitzien. Het makkelijkste moment van de vergadering is het akkoord door de aanwezigen bij het verlengen van de bestuurstermijn van Frans van der Storm, in de functie van secretaris. Nog in zijn rol van voorzitter neemt Max afscheid van Jan van Exel. Max heeft Jan leren kennen via de vrijwilligersploeg van het ZHL als een aanpakker; zo een waarvan je denkt: die moeten we hebben. En zo is Jan twee jaar geleden benoemd en belast met de portefeuilles jeugd en ruimtelijke ordening. Veranderingen in zijn privésituatie hebben ertoe geleid dat Jan eerder dan gepland zijn functie neerlegt. Zo neemt Max ook afscheid van Dirk-Jan van Roest. Dirk-Jan kwam in 2013 in het bestuur als secretaris: in die jaren is een
3
Afscheid van Jan van Exel 10
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Afscheid van Dirk-Jan van Roest
enorme berg werk verzet in het oplijnen van de ledenadministratie en vooral in de professionalisering van de website en het blad de Waardvogel. Drie jaar later nam hij de functie van coördinator Vogelwerkgroepen over van Erik Kleyheeg. In het afgelopen bestuursjaar heeft ook Dirk-Jan ingrijpende wijzigingen ervaren: verandering van baan van IT naar natuur, en hij is gestart met een nieuwe vakgerichte opleiding op het gebied van ecologie en natuurbeheer. Met een passend cadeau (de nieuwe Vogelatlas van Sovon) in handen nemen Jan en Dirk-Jan plaats in de vergadering. Vervolgens stemt de vergadering eensgezind in met de voordracht van Thirza Bronner-Marsman die vanwege werk helaas niet persoonlijk aanwezig kon zijn, als nieuwe bestuurslid.
partijen in de Krimpenerwaard is versterkt. Dat betreft zowel op bestuurlijk en inhoudelijk vlak, als ook de manier waarop Max erin is geslaagd om bij diverse fondsen en stichtingen subsidies te verwerven voor onze projecten. Ook Max krijgt als stoffelijk blijk van dank de Vogelatlas overhandigd.
D
e vergadering wordt afgerond met drie korte inleidingen van respectievelijk Arie Kooy over het project Habitats voor vlinders en bijen, van Joke Colijn over het Actieplan Boerenlandvogels en van Jaap Graveland over de Waardtafel, oeververbinding en gebiedsbod. Arie en Joke roepen leden op om zelf en via hun kennissen en vriendenkring voor heel concrete activiteiten mensen te benaderen om mee te helpen. Jaap kondigt aan dat op afzienbare termijn een extra avond wordt georganiseerd om de actuele ontwikkelingen met betrekking tot het gebiedsbod en onze reactie daarop te bespreken. Ruim na negen uur wordt de vergadering afgesloten voor de pauze, gevolgd door de boeiende lezing van Chris Turnhout over de Sovon Vogelatlas. d
M
ax kijkt en treedt terug met een woord van grote dank aan alle leden en vooral vrijwilligers en medebestuursleden voor hun inzet voor de NVWK. Jaap Graveland neemt de voorzittershamer (en de originele versie van de statuten) over van Max en memoreert de vele activiteiten die Max heeft opgestart waarmee hij extra inspiratie heeft toegevoegd aan de vereniging, en hoe de relatie met andere
Voor de laatste maal bijeen: het bestuur in de oude formatie
Even voorstellen Nieuw bestuurslid: Thirza Bronner Thirza Bronner-Marsman Helaas kon ik niet op de ALV zijn omdat ik op dienstreis was en deze voor mij al eerder ingepland stond. Ik was in Berlijn, bij een vergadering georganiseerd door Deutsche Gesellschaft für Internationale Zusammenarbeit (GIZ) over het onderwerp private sector betrokkenheid bij oppervlakte- en grondwater management. Maar ik had graag persoonlijk kennis gemaakt en hoop dit dan alsnog snel te mogen doen. d
V
oor de mensen die mij niet kennen: ik ben werkzaam bij Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) binnen het team Mondiale Vraagstukken. Ik voer veel groene en duurzaam georienteerde opdrachten uit, met name voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
L
ang geleden ben ik afgestudeerd aan de UvA op bestuursrecht met specialisatie omgevingsrecht. In de afgelopen jaren heb ik verschillende bestuursfuncties bij vrijwilligersorganisaties bekleed, en ben ik ook raadslid in Amsterdam-Zuid geweest.
S
amen met mijn man en huisdier fret wonen wij nog maar anderhalf jaar in Gouda en dus ben ik nog volop bezig mijn nieuwe omgeving te leren kennen. Lid worden van en lekker meewandelen met de NVWK was één van de eerste dingen die ik deed toen ik hier kwam wonen. De vereniging spreekt mij met name aan door de combinatie van actieve leden met passie voor de natuur, en haar slagkracht richting de politiek en andere belanghebbenden. Juist op dat laatste gebied ligt een deel van mijn werkervaring en kennis. Dus ik hoop vanuit die expertise samen met jullie de belangen van groen te mogen gaan behartigen. Tot binnenkort! d WAARDVOGEL | APRIL 2019 11
De Vogelatlas is uit Deel 2: doortrekkende en overwinterende vogels Rudi Terlouw en Diny Buisman Tijdens de Landelijke Dag van Sovon op 24 november werd de Vogelatlas van de Nederlandse broed- en wintervogels gelanceerd. In de periode 2013-2015 is het gehele land op zowel broedvogels als wintervogels onderzocht. Ook de Krimpenerwaard werd geteld. Een aantal leden van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard leverde hieraan hun bijdrage. De nieuwe Vogelatlas maakt mooi inzichtelijk voor welke soorten de Krimpenerwaard bijzonder interessant is. Een mooie aanleiding dus om eens te kijken naar de broedvogelontwikkeling en de geschiedenis van vogelonderzoek in de Krimpenerwaard. d
I
n de Waardvogel van januari kon u een inleiding lezen met tal van wetenswaardigheden over vogelonderzoek en vogels in de Krimpenerwaard uit het verre en meer recente verleden. De nadruk lag daarbij op de broedvogels. In dit artikel zoomen we in op de doortrekkende vogels en de wintergasten, al wordt opgemerkt dat hier wat minder over bekend lijkt te zijn. Evenals bij broedvogels is er een duidelijk verschil op te merken tussen verleden en heden in de aantallen, verspreiding en soorten vogels die de Krimpenerwaard passeren of gebruiken als overwinteringshabitat. Voor sommige soorten is dit goed te herleiden aan de landelijke toeof afname van de soort. Goede voorbeelden hiervan zijn de bonte kraaien die we in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw elke winter in kleine aantallen konden aantreffen, terwijl toen ganzen aan de grond, ongeacht welke soort, tot de bijzondere waarnemingen mochten worden gerekend. Soorten en ontwikkelingen die geheel passen in het landelijke beeld. Onderzoek aan wintergasten en trekvogelonderzoek vond ook toen reeds plaats vanuit de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard.
tientallen leden bestaande Natuur- en Vogelwerkgroep maakte dit een te grote ambitie. Als we de resultaten vergelijken met de huidige trektelresultaten, dan werden er aanmerkelijk minder soorten geteld of opgemerkt. Trektellen is pas in de late jaren tachtig van de vorige eeuw aan zijn opmars in Nederland begonnen, waarbij veel meer informatie beschikbaar kwam over hoe te tellen, terwijl de digitale ontwikkeling kennis van vliegbeelden en trekroepjes aanmerkelijk toegankelijker heeft gemaakt. De meest getelde soorten in deze periode waren graspieper, veldleeuwerik, vinken, lijsterachtigen, zwaluwen, eenden (vooral smienten, maar soms werd een groepje pijlstaarten gezien), maar ook houtduiven en kauwen kwamen regelmatig langs, zo blijkt uit de verslagen. Ganzen werden wel overvliegend geteld tijdens de trektellingen, maar zoals gezegd het aan de grond komen kwam pas veel later in opmars. Wel lijken de telresultaten er op te wijzen dat er vaker rietganzen werden geteld dan tegenwoordig. Als we geluk hadden kwam een groep kleine zwanen over. Roofvogels waren destijds steeds spectaculair. We hadden als broedvogel maar twee soorten in de Krimpenerwaard, namelijk de boomvalk en de torenvalk. Sperwers werden wel jaarlijks gezien, maar hooguit een enkele. Hetzelfde geldt voor de buizerd, terwijl havik vrijwel nooit langs kwam en kiekendieven eveneens tot de zeldzaamheden werden gerekend. Als we naar de kijken van destijds dan bestaat de indruk dat in het bijzonder zwaluwen talrijker waren tijdens de tellingen. Ook graspieper en veldleeuwerik waren altijd wel tijdens de telling in grotere aantallen aanwezig, waar we nu meer de indruk krijgen van sterker gepiekte trekdagen
N
aast boven genoemde waarnemingen tijdens de trekvogeltellingen van de Natuur- en Vogelwerkgroep werden er uiteraard ook losse waarnemingen van doortrekkende en tijdelijk pleisterende
Bonte kraai, foto: Bart Vastenhouw
D
e trektelposten werden jaarlijks bemenst, maar lagen op een totaal andere locatie dan de nu al jaren bezette trektelpost De Hoekse Sluis. In de jaren zeventig en tachtig vorige eeuw werd er twee of drie keer op een zaterdag in het najaar geteld langs de Berkenwoudse Boezem. Dit gebeurde meestal met twee posten, namelijk één ter hoogte van de Tiendweg Oost te Ouderkerk aan den IJssel en één ter hoogte van de molenruïne in de fietspadbocht. Ik herinner me nog uit de ledenbijeenkomsten van die tijd dat het de ambitie was om over de gehele breedte van de Krimpenerwaard posten te bemensen. Er zouden dan ook posten nabij de IJsseldijk, het Loetbos, langs de Boezemweg in Lekkerkerk en op de Opperduit nabij het dorp van Lekkerkerk moeten worden bemenst. Dit is echter nooit gelukt. Gebrek aan menskracht bij de destijds uit enkele
12
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Bruine kiekendief, foto: Peter Stam
Grauwe klauwier, foto: Dirk-Jan van Roest
vogels gedaan. Hierin zijn incidentele soorten of piekjaren te onderscheiden, maar sommige soorten vertoonden een meer vast patroon. Hierbij kan gedacht worden aan de klapekster die een voorkeur leek te hebben voor de Lek uiterwaarden en meer in het bijzonder voor de Kleine Zaag, al kan dit laatste ook een waarnemersen bezoekfrequentie effect blijken te zijn. De klapekster werd in de jaren zestig, hoewel niet jaarlijks toch regelmatig in oktober op de Kleine Zaag waargenomen. Uiteraard was dit in de periode dat de soort nog in redelijke aantallen broedvogel was in ons land, waardoor er meer doortrek en migratie plaatsvond. Een vergelijkbare soort is de grauwe klauwier, waarvoor je destijds ook op de Kleine Zaag moest zijn. Opmerkelijk is in dit verband dat er uit die eerste decennia van een actieve Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard voor zover bij ons bekend nooit een draaihals is gemeld. Hoewel ook deze soorten veel minder talrijke broedvogels zijn geworden in ons land, worden juist in de afgelopen tien jaar van de laatste soort vrijwel jaarlijks meerdere waarnemingen gedaan, waarbij de draaihals mede door zijn karakteristieke gedrag best als een opvallende vogel kan worden aangemerkt. Een totaal verschillend beeld dus met de beide voorgaande soorten. Voor de Krimpenerwaard zijn de ons bekende eerste waarnemingen uit respectievelijk 1987 (wrn. T. Hoefnagel) en 1989 (wrn. H. Gazan) opmerkelijk genoeg beide met als waarneemdatum 30 april, waar de piek in de tegenwoordige waarnemingen juist in de nazomer lijkt te vallen. Ook doortrekkende roofvogels spreken steeds tot de verbeelding, waarbij de toename die deze soortgroep in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw heeft ondergaan ook in de Krimpenerwaard niet onopgemerkt bleef. Was in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw de waarneming van een visarend zeer spectaculair en leidde dit tot artikelen in de Waardvogel, we zien de soort nu jaarlijks doortrekken en kennen in polder Kromme Geer te Ouderkerk aan den IJssel zelfs een vaste pleisterplaats op de najaarsdoortrek. Een bijzondere situatie m.b.t. het pleisteren van een visarend in de jaren tachtig van de vorige eeuw, is beschreven door Gerrit IJsselstein in de Waardvogel. Het betreft een artikel van een gedurende meer dan een week verblijvende visarend bij de stadsgracht van Schoonhoven.
purperreiger zich ook over onze waard moest bevinden. De relatief korte doortrek periode van deze soort beperkt de registratie mogelijkheid nog verder. Ook de bezoek frequentie van specifieke gebieden kan hierbij een rol spelen. Zo bezochten Fontijne en De Waal in de jaren zestig en zeventig de Zaag en het Loetbos zeer frequent, mogelijk wel minimaal eenmaal per twee weken en was bij deze eerste leden van de Natuur- en Vogelwerkgroep in het voorjaar polder Den Hoek een wekelijkse locatie. Aan het eind van de jaren zestig bezocht Brand polder Zuidbroek eveneens zeer frequent, een locatie waar nu nauwelijks vogelaars actief lijken te zijn als we waarneming.nl analyseren. De Gouderakse polders werden in de jaren tachtig tot en met 2010 zelfs meerdere keren per week bezocht door Terlouw, waarbij heel frequent ook de Gouderakse boezemlanden werden aangedaan. Interessante gebieden waar naast broedvogels ook veel informatie over doortrekkende vogels en wintergasten kan worden verzameld. Met uitzondering van de Stolwijkse Boezem lijken waarnemingen uit de drie andere boezemlanden vrijwel geheel te ontbreken de laatste tien jaren. Een landelijk fenomeen waarbij ‘bezoekers’ of ‘tellers’ van vaste gebieden lijken af te nemen en vogelaars een meer ‘zwervend gedrag’ vertonen door veel grotere gebieden. Hierdoor verkrijgen we veel meer losse waarnemingen dan in het verleden, maar gestandaardiseerde en met een min of meer vaste regelmaat getelde gebieden verdwijnen. Om dit aspect op te vangen heeft SOVON het project “LiveAtlas” vanaf begin dit jaar geïntroduceerd. Een eenvoudig, maar zeer fraai project waar een ieder naar eigen tijd en locatie gestandaardiseerde tellingen aan kan toevoegen https://www.sovon.nl/nl/liveatlas. Door hier regelmatig een telling van liefst een vast gebied op in te voeren kunnen we informatie weer beter inzichtelijk maken wat ook bij gebiedsbescherming tot efficiëntere en beter gedocumenteerde inbreng vanuit natuurorganisaties kan leiden.
E
en ander aspect wat invloed kan hebben op de al dan niet vermeende toe- of afname van soorten betreft de trekintensiteit van soorten. Hoewel bijvoorbeeld weinig waarnemingen van trekkende blauwe reigers beschikbaar zijn, hebben wij uit onze eigen registraties de indruk dat de soort in een groter aantal overwintert en minder wegtrek vertoont. Op zich is dit jammer, want trekkende blauwe reigers in de avondschemering zijn een zeer fraai gezicht; wij kunnen dat gelukkig nog wel jaarlijks opmerken vanuit onze woning in polder De Nesse. De afname van het aantal trekkende vogels t.o.v. de jaren tachtig en negentig in de vorige eeuw die wij menen waar te nemen, terwijl we nu een veel frequenter beeld hebben op een goede treklocatie, is mogelijk een gevolg van het minder frequent optreden van strengere winters. De blauwe reiger is een kenmerkende soort die doet aan ‘risicospreiding’. Een deel van de populatie trekt naar het midden en zuiden van Europa in de winter. Dit deel van de populatie
U
iteraard moeten we bij de interpretatie van bovenstaande gegevens steeds in het oog houden dat de waarnemingen van doortrekkende vogels vooral berusten op losse waarnemingen. Waarnemingsintensiteit, periode van de dag waarin meer gestandaardiseerde tellingen plaatsvinden en meer of minder populaire locaties kunnen tot grote verschillen in resultaten en beoordeling leiden. Als voorbeeld kan worden genoemd het vrijwel ontbreken van trekwaarnemingen van reigerachtigen uit de Krimpenerwaard, terwijl uit tellingen van avondtrek in de Alblasserwaard en de Biesbosch een beeld naar voren komt dat de trekbaan van in het bijzonder de
Visarend, foto: Hans Stoel
WAARDVOGEL | APRIL 2019 13
heeft een kleiner risico op voedselgebrek en vorst omstandigheden, maar loopt wel de bekende risico’s van trekkende vogels op verliezen tijdens de reis. Daarnaast komen de vogels later terug op de broedplaatsen waardoor de minder gunstige locaties moeten worden bezet. De ‘blijvers’ onder de vogels lopen een bewust risico op voedselbeperking en vorst, maar hebben vervolgens wel de eerste keuze op de beste broedplaatsen in de kolonies. Er zijn aanwijzingen dat ‘blijver’ of ‘trekker’ bij blauwe reigers wordt bepaald. Dit zou aan kunnen sluiten bij bovenstaande afname van trekkende vogels, omdat de ‘blijvers’ gemiddeld in de afgelopen decennia positievere resultaten hebben gehad dan ‘trekkers’.
jaren relatief weinig verschillen t.o.v. de eerste teljaren. Hieruit volgt dat de watersnip als doortrekkende vogel niet de afname vertoont die hij als broedvogel wel heeft doorgemaakt. Iets wat geheel anders is voor soorten als wulp, goudplevier en kemphaan die in een duidelijk kleiner aantal en mogelijk ook gedurende een kleinere periode in het jaar, in ons gebied als doortrekkende vogel worden gesignaleerd. Daar waar de Krimpenerwaard in de provincie Zuid-Holland een belangrijke positie binnen grasland-natuurkwaliteiten wordt toegedacht, is het opvallend dat er zo weinig aandacht lijkt te zijn voor een goede registratie van doortrekkende steltlopers en wintergasten.
A
W
ls we aan doortrekkende vogels denken komt misschien de watersnip niet direct naar voren bij de meesten onder u. Deze soort benut de Krimpenerwaard echter in zeer grote aantallen, in het bijzonder tijdens de najaarstrek. De piek valt eind september begin oktober, maar vanaf de tweede helft van augustus worden de eerste doortrekkende vogels opgemerkt. Dat de Krimpenerwaard een zeer grote rol speelt mag blijken uit de vele honderden perceelregistraties die wij uit deze periode in onze veldboekjes hebben genoteerd. Sedert meer dan 25 jaren noteren we bij elk bezoek aan een volledig graslandperceel de datum, de oppervlakte en het aantal opvliegende watersnippen van het bezochte perceel. Hoewel we aan een integrale uitwerking (nog) niet zijn toegekomen is een gemiddelde vastgesteld van 1,78 exemplaar per hectare en een gemiddelde jaarpiek van 2,13 exemplaar per hectare. Er valt hierbij nauwelijks verschil op te merken tussen graslanden met een natuurbeheer en een agrarisch gebruik. Als we de gevonden gemiddelden beoordelen over het totaal areaal grasland in de Krimpenerwaard, dan kan een stelling worden ingenomen dat jaarlijks eind september – begin oktober vele tienduizenden watersnippen als doortrekkende vogel gebruik maken van de Krimpenerwaard! Wat ook opvalt, is dat de aantallen de laatste
intergasten zijn op verschillende manieren geregistreerd in ons gebied. De maandelijkse wintervogeltellingen, al vele jaren gecoördineerd door Hans Kouwenberg, zijn een hele belangrijke bron. Helaas lukt het al een aantal jaren niet meer om de Krimpenerwaard integraal te tellen, iets wat gedurende meer dan tien jaar in de jaren negentig wel mogelijk bleek. Wie helpt Hans van zijn open plots af? Wintervogeltellingen hebben een lange geschiedenis in onze waard. Het eerste door ons ingevulde telformulier in ons archief dateert van januari 1976 en was nog in het format van het toenmalige Rijks Instituut voor Natuurbeheer (RIN) dat destijds de tellingen coördineerde. We waren zeker niet de allereersten in de Krimpenerwaard, want Mayenburg en Den Breejen telden al vele jaren eerder en bestreken met enkele mensen de hele Krimpenerwaard in slechts enkele dagen. Zij hebben hierover destijds nog een mooie samenvatting geschreven met hun publicatie ‘Vogeltellingen in de wintermaanden 1974 t/m 1986’. Naast de wintervogeltellingen zijn er behalve de losse waarnemingen weinig gestructureerde tellingen beschikbaar. Zo is er maar een enkele Punt Transect Telling route (PTT) in de Krimpenerwaard gelegen. Ik ben daar ook zelf schuldig aan want de route die wij ooit startten hebben we door tijdgebrek na een aantal jaren moeten stoppen. Wel leuk is dat exact deze zelfde route met punten weer door Jaap Graveland is opgepakt enkele jaren terug, zodat kan worden doorgeborduurd op die hele oude tellingen uit de late jaren zeventig van vorige eeuw. Overigens: er liggen nog één of twee van die jarenlang getelde PTT routes op de plank bij SOVON, dus liefhebbers kunnen zich melden.
V
Pestvogel, foto: Huig Bouter
Notenkraker, foto: Fred Balduk 14
WAARDVOGEL | APRIL 2019
an de verblijvende wintergasten is misschien wel de meest spectaculaire waarneming voor ons gebied de notenkrakersinvasie uit de winter 1968/1969 die, zij het in beperkte mate ten opzichte van gebieden in het oosten van Nederland, ook in de Krimpenerwaard werd opgemerkt. Zowel in Krimpen aan den IJssel (wrn. Brand) als in Gouderak (wrn. Hofman) werden waarnemingen gedaan. De Gouderakse vogel is later dood aangetroffen en bevindt zich nog steeds in het Natuurhistorisch Museum Naturalis in Leiden. Andere meer invasieve soorten zijn pestvogels, die in verschillende jaren en in verschillende plaatsen van de Krimpenerwaard zijn gesignaleerd. Deze waarnemingen zijn steeds gekoppeld aan landelijke piekjaren. Van soorten die wat langer pleisterden in een ‘topjaar’ mag de velduil niet onvermeld blijven. Hoewel de laatste grote landelijke invasie nog maar enkele jaren terug heeft plaatsgevonden, waarbij ook in de Krimpenerwaard op verschillende plaatsen meerdere vogels konden worden gezien, is de meest spectaculaire velduilinvasie toch de winter van 1973-1974 geweest. Op verschillende plaatsen werden in dat jaar groepjes velduilen van meer dan10 exemplaren gezien in onze waard. Langs de Gouderakse Landscheiding verbleef in die periode een groep velduilen van afwisselend 20 tot maximaal 25 exemplaren (wrn. C. Havenaar & R. Terlouw) wat vooral bij het uitvliegen van de rustbomen tot spectaculaire beelden leidde. Bij onze zuiderburen in de Alblasserwaard waren de aantallen in dat jaar
nog groter. Hier waren locaties met 25 tot 30 velduilen in elkaars nabijheid aanwezig in dat jaar en werd over een totaalschatting van 260 tot 370 exemplaren gesproken voor alleen dit gebied (Bron:www.natuurlijkalblasserwaardenvijfheerenlanden.nl/laatstewaarnemingen/252-uilen.html), wat leidde tot excursies van vogelaars uit het hele land naar onze ‘buur waard’.
vaak mengen met de smienten. De toenemende aantallen krakeenden tekenden zich al af bij de wintervogeltellingen vanaf eind jaren negentig vorige eeuw. In de periode 2002-2004 was dit zodanig opvallend dat enkele jaren integrale tellingen op ruiconcentraties zijn uitgevoerd (Buisman en Terlouw, 2002 t/m 2004). In het bijzonder de Gouderakse Kattendijksblokboezem en Stolwijkse Boezem vielen in die periode op met soms meer dan 400 vogels. Ook veenput Spaansche Zee in polder Berkenwoude-West was in die periode een hotspot voor de soort (Buisman en Terlouw, 2002).
O
Smient, foto: Dirk-Jan van Roest
A
ls meest opmerkelijke wintergast kan mogelijk de smient worden genoemd. De vogel siert dan ook onzes inziens geheel terecht het logo van de Natuur- en Vogelwerkgroep. Hoewel de smient tijdens de maandelijkse wintervogeltellingen nog steeds de grootste aantallen laat zien is de soort zowel in ons gebied als landelijk in aantal afgenomen. Ook op de eendenkooiplassen is dit waarneembaar. Werden in de jaren negentig vorige eeuw nog smienten op de plas van Bakkerswaal gezien in aantallen van 8000 exemplaren (mond. med. H. Zantinge) en meer, is het tegenwoordig al spectaculair als er 4- à 5000 vogels zijn. Dit hoeft overigens niet uitsluitend te maken te hebben met de afname van de soort. Ook hier zijn weer andere aspecten die van invloed zijn. Voor de smient is bijvoorbeeld vastgesteld dat het stoppen van de jacht op de soort er toe heeft geleid dat de vogels langer en vaker op de polders blijven. De veiligheid en rust van de kooiplassen is blijkbaar minder belangrijk geworden voor deze soort. Dit kan ook van invloed zijn op de getelde aantallen. Waar op alle kooiplassen m.u.v. eendenkooi Kooilust al sedert de jaren tachtig van vorige eeuw maandelijks wordt geteld tijdens de wintervogeltellingen, worden niet alle poldergebieden geteld waardoor deze vogels worden gemist. Vaste wintervogeltellers zullen daarnaast weten hoe moeilijk het is om op brede weteringen in het midden van de polder de smienten (en krakeenden) geteld te krijgen. Juist op kooiplassen hebben de tellers, in alle gevallen de kooikers, veel ervaring met aantallen schatten en zijn de vogels redelijk overzichtelijk en eenvoudig te tellen. Een ander aspect wat regionale invloed kan hebben is de aanleg van de plas Broekvelden/Vettenbroek in Reeuwijk ten bate van zandwinning. Na het gereedkomen van deze plas is die in hoog tempo uitgegroeid tot de grootste pleisterplaats van watervogels in de wijde omgeving. De vraag kan worden gesteld welke invloed dit heeft op het gebiedsgebruik van in dit geval smienten ook uit onze regio. Er lijkt dus een aantalsafname van de smient zoals ook landelijk wordt geconstateerd, maar de vraag lijkt gerechtvaardigd in hoeverre door verplaatsing smienten in de tellingen worden gemist die eerder wel daarin werden meegenomen. Een andere eendachtige die een grote aantalsontwikkeling heeft ondergaan maar dan in opgaande lijn is de krakeend, wat overigens parallel verloopt met de vestiging van deze soort als broedvogel. Vooral rond oktober tijdens de rui zien we grote aantallen die zich
ok van een soort als de kleine zwaan zijn veel gegevens bekend. Naast dat het een soort is die bijna altijd wel op waarnemingen wordt gemeld door vogelliefhebbers, is de soort langjarig gevolgd in de Krimpenerwaard door diverse leden van de NVWK. De start van deze tellingen is destijds geïnitieerd van uit het “Kleine zwanenproject 1982-1984”, wat was opgezet vanuit het Rijks Instituut voor Natuurbeheer. In de Krimpenerwaard is men na afloop van het project door blijven tellen tot en met 1989. In ons archief hebben we nog de volledige map met meer dan honderd telformulieren uit die jaren. De polders waar de soort in die periode het meest werd waargenomen waren de polders Den Hoek en Schuwacht te Lekkerkerk, beide aan de uiterste noordzijde. De aantallen waren destijds ook aanmerkelijk hoger dan nu gebruikelijk in ons gebied en konden oplopen tot maxima van 500 exemplaren per jaar. In de late jaren negentig van vorige eeuw en het eerste decennium van deze eeuw zijn kortstondig de Gouderakse polders Middelblok en Kattendijksblok van belang geweest voor de kleine zwaan. In deze periode werden de vogels ook met enige regelmaat in polder Kromme Geer en Zijde te Ouderkerk aan den IJssel gezien. De aantallen waren toen al afgenomen en de groepsgrootte kwam zelden boven de 70 à 80 vogels uit. De laatste decennia is polder Kadijk-West de belangrijkste pleisterplaats voor kleine zwanen. Ook in het uiterste zuidwestelijk deel van polder Bergambacht en wederom in Den Hoek wordt de soort nog wel gezien, maar minder frequent. De aantallen lijken op zich weer groter met groepen soms ruim boven de honderd exemplaren. Anderzijds moeten we het veelal doen met slechts één of twee groepen waardoor het absolute aantal wederom lijkt te zijn verminderd, wat overigens volledig in lijn is met de landelijke trend.
Kleine zwanen, foto: Huig Bouter
A
lles overziende is er met uitzondering van de wintervogeltellingen slechts weinig bekend over onze wintervogels. Vooral voor de grasland gerelateerde soorten waaronder de meeste steltlopers is dit spijtig. Hoe gaan we de voorgenomen grasland natuurontwikkeling volgen? Krijgen we naast meer broedvogels ook een toename van wintersteltlopers als goudplevier, wulp en kievit? Vooral van die laatste soort blijft het verbazen dat we vrijwel niets weten over het wintergebruik van onze graslanden. Daar de genoemde WAARDVOGEL | APRIL 2019 15
steltlopersoorten voornamelijk gebruik maken van ‘oud grasland’ met een rijk bodemleven zijn het belangrijke indicatoren voor beheer en beleid. Recent hebben we getracht via het selecteren van de waarnemingen van de kievit uit waarneming.nl een beetje meer inzicht te krijgen. Helaas levert dit weinig bruikbare resultaten op. Er is een duidelijke gebiedsdominantie van de populaire locaties door vogelliefhebbers, terwijl daarnaast over het merendeel van de polders geen enkele waarneming is terug te vinden. In het bijzonder zijn de polders centraal in de Krimpenerwaard en iets mindere mate die in het oosten onderbelicht. Wat het ook lastig maakt is dat de ‘stip’ van relevant lijkende waarnemingen in circa 25% van de gevallen op de weg staat waar de waarnemer hem heeft ingevoerd, waardoor de waarneming onbruikbaar is voor gebruik of analyse.
U
iteraard is er nog veel meer beschikbaar om nader uit te werken. De doortrek en slaapplaatsen van kiekendieven. De resultaten van vogelringstation Nebularia bij het ringonderzoek in het Doove Gat, die onverwacht het belang van rietstroken in de doortrek
van zangvogels, en riet gerelateerde zangvogels in het bijzonder, aantonen. De opmars van de grote zilverreiger en de vestiging van minimaal vijf winterterritoria van de slechtvalk zijn nog maar enkele van de gesignaleerde ontwikkelingen.
O
ver het onderdeel doortrekkers en wintergasten in de Krimpenerwaard viel ondanks het gegeven dat er weinig gestandaardiseerd materiaal voorhanden leek, toch veel te vertellen. Het bovenstaande geeft een kleine inkijk op ontwikkelingen, historische activiteit van de leden van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard en komen en gaan van soorten. Wel blijkt hier weer dat zorgvuldig registreren en werken met gestandaardiseerde methoden bij tellingen, en het zorgvuldig en consequent invoeren van waarnemingen, van belang is om harde uitspraken te kunnen doen over de ontwikkeling van natuur en landschap. Nog waardevoller is het om een gebied te adopteren en dit langjarig en consequent te volgen. Misschien hebben we mensen kunnen stimuleren tot een initiatief, of de nieuwe vogelcoördinator een suggestie aan de hand gedaan d
Reuzenbalsemienen trekken Het vervolg op de actie van 2018 Joke Colijn
Net als in 2018 zijn er in samenwerking met Staatsbosbeheer weer twee data geprikt waarop we de exoot reuzenspringbalsemien te lijf willen gaan. Het doel is om te voorkomen dat de planten zaad zetten en hun rijpe zaden naar alle kanten wegschieten. Deze snelle groeier neemt al het licht weg op de bosbodem, zodat inheemse planten eronder verstikken en hun zaden niet kunnen ontkiemen. Vorig jaar hebben we op twee data een aantal percelen helemaal vrijgemaakt van deze woekeraar. Een goede bijkomstigheid is dat de zaden slechts twee jaar kiemkrachtig zijn, waardoor de kans dat na de activiteiten van dit jaar de planten op deze percelen terugkeren steeds kleiner wordt. d
U
iteraard willen we de planten verwijderen voordat ze zaad zetten. Omdat we ook met het broedseizoen rekening moeten houden, zijn in overleg met Staatsbosbeheer de volgende vrij late data geprikt: donderdag 13 en zaterdag 15 juni as. We beginnen om 09.30 uur en eindigen om 16.00 uur. De activiteiten zijn ook geschikt voor wat oudere kinderen. De planten wortelen oppervlakkig dus trekken makkelijk uit, en er zitten geen doorns of iets dergelijks aan. Toch wordt aangeraden om handschoenen te dragen omdat ze soms tussen de bramen staan. Stevige schoenen is op de ongelijke bosvloer ook een vereiste. We bewaren goede herinneringen aan de actie van vorig jaar waarin we gezamenlijk door de bospercelen trokken onder leiding van de boswachter. Staatsbosbeheer zorgt voor koffie en uitleg aan het begin van de dag, voor koffie/thee e.d. bij de door uzelf meegebrachte lunch en uiteraard aan het eind een afsluitend drankje. Vanzelfsprekend is het ook mogelijk om een aantal uren of een dagdeel te komen helpen! In 2020 gaan we opnieuw kijken of er nog een plantje is blijven staan of een sterk zaadje is ontkiemd, maar dan moeten we toch een mooi resultaat zien van de inspanningen op de percelen waar gewerkt is.
16
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Na alle werkzaamheden rondom het verwijderen van zieke essen in het Loetbos is het de vraag hoe e.e.a. er dan uit zal zien en waar we dan aan de slag kunnen, omdat naar verwachting de mogelijkheden om dan met machines tussen de nieuwe aanplant te maaien ruimer zullen zijn. Maar dat blijft tot volgend jaar een open vraag! d
Reuzenspringbalsemien, foto: Anton van Jaarsveld
Oh! Wat een jaar! Race 2018 Tekst en illustraties: Dirk-Jan van Roest Zo werd op 12 februari de slotavond afgetrapt in de Bakkerswaal met bijna alle deelnemers aan de Race van 2018. Want het was een bijzonder jaar, zonder twijfel. Met 23 man/vrouw is er 365 dagen lang gestruind door de Krimpenerwaard. Geraced mag je wel zeggen. Dat resulteerde in ontzettend veel waarnemingen die zorgden voor een totaal van 203 waargenomen soorten. Een record. d
E
r werden maar liefst drie nieuwe soorten voor de Krimpenerwaard ontdekt. Op 18 februari vloog een bastaardarend de grenzen van de Krimpenerwaard binnen die de volgende dag ontzettend veel bezoekers trok, maar de bastaardarend wilde zich niet laten zien. Dat kwam gelukkig 20 februari helemaal goed. Op 6 mei werd een melding gedaan van een klapekster in Ammerstol, wat bij controle een kleine klapekster bleek te zijn. Drie weken later werd er een gestreepte strandloper ontdekt in het Doove Gat.
I
k wil niet in herhaling vallen, maar wanneer je soorten zoals kleine geelpootruiter, bastaardarend, kleine klapekster, gestreepte strandloper, ralreiger, woudaap, draaihals, ortolaan, zwarte zee-eend, kraanvogel, ruigpootbuizerd, en nog veel meer, op de lijst ziet staan, dan hebben we veel moois bij elkaar weten te sprokkelen. We hadden dus voldoende voer op de slotavond voor een terugblik. Ik had een presentatie met jaaroverzicht in elkaar gezet die we voor de pauze bekeken, met daarbij de prijsuitreiking. Want het ging tenslotte om een race. Hoewel meedoen belangrijker was dan winnen, geeft de drang naar de overwinning altijd een extra stimulans om ‘s avond dat extra rondje te lopen, of dat uurtje eerder je bed uit te komen om die ene soort te score waarmee je de concurrentie achter je kan laten.
H
et is een nek-aan-nek race geweest met regelmatig stuivertje wisselen. Maar hoe spannend het ook was: het ging er om wie op 31-12-2018 om 23.59 uur het hoogste aantal soorten had. En volgens mij voor het eerst in de geschiedenis, stonden er twee mannen op nummer 1. Arie Ros en Jaap Oosterom hadden beiden 194 soorten, kort gevolgd door Coen van Nieuwamerongen die daardoor de derde plek bezette met 193 soorten. De vierde plek met 192 soorten was voor Gijsbert Mourik en Arie Dorsman sloot de top 5 af met 189 soorten.
H
arm Blom zorgde op de slotavond voor een hilarische vogelquiz, geheel in de stijl van 2018. Feiten, kennis en herinneringen werden getest. Hiervan wist Gijsbert de prijs op te strijken. Ook de uitslag van het voorspelspel werd bekend gemaakt. Aan het begin van het jaar hadden alle deelnemers doorgegeven hoeveel soorten ze dachten te gaan zien, met hoeveel soorten de winnaar zou winnen en welke drie luxe soorten je hoopte te zien. Erik Kleyheeg bleek de meester in het voorspellen te zijn en kreeg zijn medaille omgehangen door Harm.
D
e avond vloog om met het ophalen van herinneringen. Het was een mooi jaar. Intensief. En daarom is het goed om nu weer ontspannen te kunnen vogelen. ;-) Dank aan alle deelnemers voor de sportiviteit en het gezamenlijk genieten! d
Zomaar een paar voor de Racers veelzeggende slides uit de presentatie
WAARDVOGEL | APRIL 2019 17
Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten. Raven praten in de verte en in het voorjaar jodelt hier de wielewaal’. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089
WELKOM IN HET REESTDAL
Tuinontwerp en hoveniersbedrijf
'Projecten in het groen' ontwerp beplantingen onderhoud
www.projecteninhetgroen.nl
0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8
Zuid-Holland biedt boerenlandvogels de ruimte Provincie Zuid-Holland, 13 maart 2019; foto’s ondertekening Jort Verhulst
PERSBERICHT
De provincie Zuid-Holland gaat samen met agrariërs, natuurorganisaties en vrijwilligers zorgen voor extra leefruimte voor akker- en weidevogels zoals de grutto en de kievit. De laatste jaren daalden de aantallen weide- en akkervogels in heel Nederland sterk. Doel is om deze trend te keren. Hoe de partijen dit gaan doen staat in het Zuid-Hollandse Actieplan Boerenlandvogels 2019-2027. Het actieplan is op woensdag 13 maart 2019 ondertekend in het provinciehuis. Gedeputeerde Han Weber: “Ondanks inspanningen van velen gaat het al jaren niet goed met typisch Hollandse vogels zoals de grutto, de scholekster en de patrijs. Daarom moeten we nog meer investeren om het tij te keren. Want als het niet goed gaat met deze dieren, zegt dat iets over de staat van ons landschap – ons natuurlijk kapitaal. Daarom hebben we nu het Actieplan Boerenlandvogels opgesteld en steken we samen de handen uit de mouwen voor onze boerenlandvogels.” Concrete maatregelen Het Actieplan Boerenlandvogels is opgesteld in samenwerking met BoerenNatuur Zuid-Holland, de collectieven voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer, natuurbeheerders, vrijwilligers, de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland en het Zuid-Hollandse Kennisteam. Er staan concrete maatregelen in om akker- en weidevogels (samen ook wel ‘boerenlandvogels’ genoemd) meer ruimte te bieden: - Aanleg van drassige plekken in graslanden op boerenland. In Zuid-Holland zijn inmiddels meer dan 100 ‘plasdras’-gebiedjes aangelegd en er komen er nog net zoveel bij. Daarnaast creëert de provincie in een aantal polders ook op eigen graslanden plasdras-gebieden - Extra ruimte voor het verbeteren van de kwaliteit van de weide- en akkervogelgebieden. Op boerenland onder andere door aanleg van percelen met kruidenrijker grasland en beperking van de mestgift. In reservaten vooral door het verhogen van het waterpeil. - Inrichten van kerngebieden voor weidevogels op grond van de provincie. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de Zuidpolder van Delfgauw, in samenwerking met gemeenten en Staatsbosbeheer. - In 3 regio’s onderzoek naar mogelijkheden om het aantal insecten, het bodemleven en de oppervlakte aan kruidenrijk grasland te verhogen. - Extra cursussen voor vrijwillige weidevogelbeschermers. Zorg van ons allemaal Zuid-Holland investeert in een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving. Meer waterrijke en diverse natuur om ons heen draagt bij aan onze gezondheid, verhoogt de biodiversiteit en zorgt ervoor dat we tegen een klimaatstootje kunnen. Daarom werkt de provincie samen met inwoners, andere overheden, bedrijven en maatschappelijke organisaties aan een Zuid-Holland met ruimte voor natuur en mens. Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving Het aantal weide- en akkervogels is de afgelopen decennia sterk afgenomen: tussen 1990 en 2014 is het aantal grutto’s in Nederland met 58% afgenomen. Het aantal scholeksters is in dezelfde periode met 68% gedaald. De achteruitgang van deze karakteristieke soorten is niet alleen slecht nieuws op zichzelf, maar laat ons ook zien dat het niet goed gaat met onze leefomgeving. Weidevogels hebben bloem- en kruidenrijke graslanden nodig en de patrijs juist variatie in het landschap. Dat zorgt voor voldoende voedsel in de vorm van insecten, wormen en zaden, en voor schuilmogelijkheden tegen roofdieren. Als aan 1 of meer van die voorwaarden niet voldaan is, kunnen op termijn ook voor de mens belangrijke functies als bestuiving van gewassen, natuurlijke plaagbestrijding en wateropslag in het gedrang komen. [Zie voor het volledige plan, de samenvatting en de bijlage voor de Krimpenerwaard het Nieuwsbericht van 14 maart op de NVWK-site; red.]
Plas-drasgebied, foto: Adri de Groot, www.vogeldagboek.nl
WAARDVOGEL | APRIL 2019 19
Gebiedsbod, MIRT en Panorama Krimpenerwaard Jaap Graveland
Over een paar maanden besluiten Rijk en regio over oplossingen voor een betere bereikbaarheid van de regio Rotterdam, door ontlasting van de Van Brienenoordbrug. Een van de opties is de aanleg van een oeververbinding Krimpen aan de LekRidderkerk. De gemeente Krimpenerwaard wil deze oeververbinding ‘binnenhalen’ en is in 2018 een lobby daarvoor gestart, met een gebiedsbod: de bouw van maximaal 4.000 woningen (dat waren er in oktober nog 5.000-10.000), voor een groot deel voor bewoners van buiten de Krimpenerwaard. De NVWK is tegen dat bod en vindt dat het Panorama Krimpenerwaard wordt misbruikt. We leggen hier uit waarom, en welke acties we ondernemen. d 16
M
IRT – Van Brienenoordbrug Jaarlijks praten Rijk en regionale overheden over de urgentie van problemen op het gebied van infrastructuur, ruimtelijke ontwikkeling (bijv. woningbouw) en transport. Ze maken afspraken over prioritering en oplossingen. Die landen in het Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport (MIRT). Belangrijk aspect daarvan is dat het rijk tot 75% van de kosten voor zijn rekening neemt. De filevorming bij de Van Brienenoordbrug in combinatie met noodzakelijke woningbouw in Rotterdam is zo’n probleem. Vorige jaar hebben Rijk en regio besloten om dit aan te gaan pakken. Momenteel vindt daarvoor onderzoek plaats, een zogenaamde préverkenning. In zo’n préverkenning wordt gekeken of er andere knelpunten of ontwikkelingen zijn die in het oplossen van het fileprobleem kunnen worden meegenomen. Zoals andere verkeersproblemen, leefbaarheid en plannen voor woningbouw. In de loop van de zomer nemen het Rijk en de regionale overheden een zogenaamde MIRT startbeslissing. Daarin staat het ‘voorkeursalternatief’, ofwel welke van de mogelijke oplossingen wordt gekozen. Er zijn op dit moment nog twee hoofdoplossingen over: een extra oeververbinding bij Feijenoord of een van Ridderkerk naar de Krimpenerwaard. In de zomer valt dus de beslissing welke van de twee ‘het wordt’. Die wordt dan in 1-2 jaar verder verkend: uitwerken van varianten, onderzoek welke andere belangen kunnen worden meegenomen, welke andere maatregelen kunnen meeliften. De verkenning sluit af met een voorstel voor het uitwerken van een plan. Dan gaat het pakket de fase van planvorming in. Dat duurt opnieuw een paar jaar. Daarna volgt uitvoering.
G
ebiedsbod De oeververbinding naar Ridderkerk scoort momenteel het laagst op criteria van mobiliteit en leefbaarheid. Maar diverse partijen in de raden van de gemeenten, de ondernemers en een deel van de bewoners willen al heel lang een tweede oeververbinding, vanwege de door hen als te beperkt ervaren doorstroming over de Algerabrug. Dat geldt ook voor de coalitie van de gemeente Krimpenerwaard. Die startte daarom in 2018 een lobby voor de
20
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Ridderkerkoptie, door het uitbrengen van een ‘gebiedsbod’: 200 ha voor 5-10.000 woningen. Dat is inmiddels aangepast naar 130200 ha voor 3-4.000 woningen plus bedrijventerrein, verspreid over de Krimpenerwaard. Voor de periode na 2030 en bovenop de 3.000 woningen die de gemeente volgens de eigen Woonvisie tot 2030 wil bouwen. Het is een ‘bod’ vanwege twee aspecten: een groot deel van de woningen is bedoeld voor bewoners van buiten de Krimpenerwaard en helpt dus het rijk en Rotterdam bij het oplossen van het tekort aan woningen. Ten tweede kan de gemeente met de opbrengst uit de woningbouw bijdragen in de kosten van de oeververbinding.
M
ening bestuur NVWK Het bestuur vindt dit een hele slechte keuze. Voor details verwijzen we naar onze inspraakreacties op de NVWK-site, zie hiervoor de Nieuwsberichten van 19 oktober en 3 april jl. Hier staan ook de raadsvoorstellen en andere documenten. De hoofdzaken zijn de volgende. Volgens het plan gaat er bij elke kern gebouwd worden. Wegen zullen moeten worden verbreed, er zullen misschien wegen bij komen. Dit gaat ten koste van landschap en natuur. Het effect op het wegenstelsel, en de kosten daarvan zijn overigens niet onderzocht. Verder stonden de woningen uit het gebiedsbod in geen enkel verkiezingsprogramma, zijn bewoners ook later nauwelijks betrokken en werd het inbrengen van alternatieven beperkt. Bovendien kunnen bewoners nu niet kiezen voor alleen een oeververbinding. Het is altijd én oeververbinding én woningbouw. Voortdurend verandert de gemeente de redenatie. Eerst was alleen een brug nodig voor vitaliteit. Toen moesten woningen de kans op een brug vergroten. Toen waren woningen óók nodig voor de vitaliteit, zelfs zonder brug. En nu lezen we dat de brug een kans biedt om meer woningen te bouwen. Dit telkens veranderen van redenatie maakt het weinig geloofwaardig. De gemeenten zeggen dat de Krimpenerwaard alleen vitaal kan blijven als het aantal inwoners groeit. Vertaal die redenering naar onze hele planeet (kan de aarde alleen vitaal blijven als het aantal inwoners groeit??) en de vraag rijst wat hier vitaal aan is. Het bod is ook strijdig met het huidige provinciale beleid om in de Krimpenerwaard alleen bouwen voor de eigen bewoners toe te staan; het hiervoor benodigde aantal woningen is door de provincie becijferd op 1.800. Dit is precies de reden dat de provincie ook nog geen akkoord heeft gegeven op de 3.000 woning uit de Woonvisie van de gemeente. Let wel, de provincie bepaalt het aantal woningen in een regio, de gemeenten bepalen waar de woningen precies komen en hoe ze in het gebied worden ingepast.
Ook Provinciale Staten hebben zich nog niet uitgesproken (wel bestaat er veel waardering voor het burgerinitiatief van het Panorama), maar dat is vanwege de verkiezingen in maart wel te begrijpen.
V
Bron illustraties: https://mrdh.nl/project/mirt-verkenning- oeververbindingen-regio-rotterdam
R
elatie met Panorama Krimpenerwaard De NVWK heeft veel inzet gepleegd voor de Strategische Visie en het Panorama Krimpenerwaard. In het Panorama staan drie acties voor natuur: 1) toewerken naar natuurinclusieve landbouw, 2) natuurinclusief renoveren voor de energietransitie en 3) slimme stepping stones aanleggen voor vergroten van de biodiversiteit, ofwel uitbreiding van het graslandvlinderproject. Er staan uiteraard ook actiepunten in voor wonen, mobiliteit, landbouw etc. De hoofdlijn in het Panorama is om deze gelijktijdig aan te pakken: het verbeteren van mobiliteit/economie/wonen moet in grote lijn vergezeld gaan van gelijktijdig investeren in landschap, verduurzaming van de landbouw en biodiversiteit. Het Panorama is eind november opgeleverd. De gemeenten hebben alle tijd gehad om te debatteren over hoe ze met het Panorama willen omgaan. Dat hebben ze nagelaten. In plaats daarvan wordt nu dit gebiedsbod gedaan en wordt dat verkocht als invulling van het Panorama. Dat kan helemaal niet, want de gemeenteraden hebben nog geen inhoudelijke mening gevormd over het hele Panorama. In werkelijkheid gaat het pakket oeververbinding plus gebiedsbod totaal tegen het Panorama in, omdat het alleen maar gaat over mobiliteit, wonen en bedrijven. Geen woord over aanpak bodemdaling, verduurzaming landbouw en winst voor landschap en biodiversiteit. En dus ook geen euro’s voor deze thema’s. Tussen neus en lippen door horen we dan ook nog dat als we ons tegen dit bod blijven verzetten, wij de kans op het honoreren van ‘onze’ punten uit het Panorama verkleinen. Zo’n opvallende mededeling is echter een losse flodder, want zonder politiek besluit van de gemeenten over het Panorama weten we als NVWK überhaupt niet of daar wel iets van gaat worden uitgevoerd.
oorkeursalternatief NVWK De NVWK heeft zijn eigen voorkeursalternatief. Dat is een heel ander bod. We betrekken daarin ook de noodzaak om werk te gaan maken van onze vermindering van de CO2 uitstoot. Dat betekent meer inzetten op openbaar vervoer. -Versterk de relatie met Rotterdam, door verbetering van de ontsluiting via de Algerabrug -VoegeenlightrailtoeoverdeAlgera,OVensnelfietsverbindingen. Voor onze bewoners én voor de rustzoekende stedeling. -Voer een spitsheffing in, bewezen effectief, maar hou het gratis voor de werknemers van bedrijven hier. -Bouwen alleen voor eigen behoefte -Bewoners betrekken in ontwikkelen visie op alle thema’s na 2030. Dat is: uitvoering van Panorama Krimpenerwaard. -Ondertussen ontstaat meer duidelijkheid waar de 185.000 woningen in Zuid-Holland het beste kunnen komen. ALS dan de keuze o.a. op de Krimpenerwaard valt, gebruik dan de woningbouw om investeringen te bekostigen in natuurinclusieve landbouw en in ons unieke landschap. Net zoals in het gebiedsbod die opbrengsten nu gebruikt worden voor de brug. Dus: rood voor groen, zodat het groen er blijft voor rood.
V
ervolgacties, speciale avond voor leden Het gebiedsbod is besproken en goedgekeurd in de raden van de gemeente Krimpenerwaard (18 maart, 2 april) en Krimpen aan den IJssel (4 april). Ook bij al deze gelegenheden hebben de NVWK en op persoonlijke titel individuele leden ingesproken. Je kunt de videoverslagen – met de inspraakreacties - vinden op de gemeentesites onder ‘bestuur’. Al doorklikkend kom je bij de kalender/agenda van de raadsvergaderingen. Je vindt daar alle stukken, en dus ook het video-verslag. Kijk er eens rond en zie hoe lokale democratie werkt. Waarschijnlijk in juni zal het voorstel worden behandeld in de nieuw samengestelde Provinciale Staten. En in de loop van de zomer nemen het Rijk en de regionale overheden dan een zogenaamde MIRT startbeslissing met een ‘voorkeursalternatief’. De gemeenten stellen dat er de komende jaren nog volop gelegenheid is voor de bewoners om hun wensen naar voren te brengen. Dat klopt, maar dat gaat dan alleen nog over inpassing: waar komen de woningen precies, hoe ziet de groenvoorziening er uit, etc. Maar over het besluit zelf, dus de aard van de oeververbinding, en het bouwen van zoveel woningen, is dan geen inspraak meer mogelijk. Bestuur en individuele leden hebben daarom in dit stadium ingesproken in drie raadsvergaderingen. We zullen ook gaan inspreken in Provinciale Staten. We sturen met het ZuidHollands Landschap en de Milieufederatie een brief met onze kijk op de zaak naar Provinciale Staten en naar Gedeputeerde Staten. We hebben een persbericht uitgebracht en interviews gegeven aan diverse kranten. Tot slot zullen we op 21 mei een speciale ledenavond wijden aan het Panorama en het gebiedsbod, bedoeld voor voorlichting en discussie. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. Tijd: 20.00 uur. Voor informatie of opmerkingen: stuur een mail naar jaap. graveland@nvwk.nl d WAARDVOGEL | APRIL 2019 21
Essentaksterfte Grote delen van Loetbos en Krimpenerhout aangetast Joke Colijn, foto’s: beeldbank Staatsbosbeheer
In het september- en decembernummer 2018 van de Waardvogel schreef Anja Brands (Staatsbosbeheer) al in haar artikelen over de Kwaliteitsimpuls in resp. het Krimpenerhout en het Loetbos, dat de essentaksterfte flink huishield. In 2018 is al een zwaar aangetast bosvak in het EZH-bos geveld en circa 200 risicobomen verspreid door het hele gebied. Inmiddels is de volle omvang van de ziekte bekend waardoor het veiligheidsrisico voor recreanten toeneemt. Daarom wil Staatsbosbeheer, beheerder van o.a. beide genoemde gebieden namens Groenalliantie Midden-Holland, hierin een grote slag maken. Op 17 april heeft hierover een inloopavond plaatsgevonden. d
W
at is essentaksterfte? Essentaksterfte is een schimmelziekte die in steeds hoger tempo slachtoffers maakt onder de Nederlandse essen. De schimmel verplaatst zich door de lucht en er is (nog) geen kruid tegen gewassen. Deze agressieve schimmel heet ‘vals essenvlieskelkje’. Sporen op het blad van gezonde essen veroorzaken al snel dat het blad verwelkt. Via de bladsteel komt de schimmel in de twijg, die vervolgens ook wordt aangetast, te herkennen aan de donkere verkleuring van de bast. Daarna sterft de twijg af en de schimmel trekt zich terug in de oudere takken. Ook die sterven steeds verder af en uiteindelijk raakt de stam geïnfecteerd, wat ook weer zichtbaar is aan donkere vlekken in de bast. De schors is op die plek dood en doordat de sapstroom daar stopt en de schimmel zich steeds verder in de boom verplaatst, gaat uiteindelijk de hele boom dood. Dit proces kan een aantal jaren duren. Schimmels als honingzwammen helpen de verzwakte boom verder afbreken. Recent aangetaste bomen kun je gelijk herkennen aan kale takken die nadat het blad opnieuw is uitgelopen, boven de groene kruin uitsteken. Bij storm vormen dode takken die afbreken een zeer reëel risico. Totaal verzwakte bomen kunnen uiteindelijk omvallen. Om die reden houdt Staatsbosbeheer een veiligheidsmarge aan van 30 meter vanaf paden en vaarroutes en haalt risicobomen gelijk weg.
L
in lokale media, zodat gebruikers van de terreinen op de hoogte zijn en zich bewust zijn van de noodzaak van de operatie. Deze kap is met nadruk niet voor houtproductie bedoeld, zoals wel wordt beweerd. Zo’n massale kap was totaal niet voorzien. Het is ook voor de boswachters erg om bomen van 50-60 jaar weg te moeten laten halen. Zeker op sommige percelen met monocultuur essen zal dat ogen als een kaalslag. Normaal gesproken wordt een gevallen boom niet verwijderd, aangezien die huisvesting biedt aan allerlei insecten als larven en kevers, die weer voedsel zijn voor kleine zoogdieren en vogels. Dit is echter veel te veel hout om te laten liggen. In het Loetbos moet met materiaal gewerkt worden dat groot genoeg is om de bomen te verwijderen. Dit kan schade aan bodem en andere beplanting als gevolg hebben. Alle zieke bomen gaan er in één keer uit door een ‘groene’ aannemer die met niet al te grote machines opdracht heeft om bodem en gezonde vegetatie zoveel mogelijk te sparen. Op deze manier hoeft de veenbodem slechts éénmaal zwaar belast te worden.
oetbos Van de essen in het Loetbos is schrik niet, 95% aangetast. Er zijn maar heel weinig essen (nog) niet aangetast. Alle zieke bomen worden na de zomer in één grote operatie uit het Loetbos verwijderd. De risicobomen zijn al weggehaald, maar dit heeft vanzelfsprekend heel veel impact. Vandaar de inloopavond en persberichten Vooral bij de bomen links en rechts steken dode takken uit boven de groene kronen
22
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Langer wachten is geen optie. Er zullen dusdanig gevaarlijke situaties ontstaan dat hele stukken moeten worden afgesloten voor publiek. Daar zit niemand op te wachten. Er is nog wel gekeken waar een paar dode bomen kunnen blijven staan voor bijvoorbeeld holenbroeders als spechten. Vanwege de smalle percelen en de veiligheidszone van 30 meter zijn er maar weinig plaatsen waar dat mogelijk is. SBB-ecoloog Nico de Bruin loopt door elk perceel en bekijkt alle bomen op gezondheid en aanwezigheid van nesten. De hele operatie wordt zo zorgvuldig mogelijk voorbereid en uitgevoerd.
B
raak liggen Na de kap volgen nog een aantal werkzaamheden. De braam wordt stevig aangepakt, zodat die bij herplant niet gelijk de jonge aanplant overwoekert. De essenstobben worden weg gefreesd zodat na terugplanten de kleine maaimachines voor bijvoorbeeld onderhoud van bramen of terugdringen van reuzenspringbalsemien ruim tussen de bomen door kunnen manoeuvreren zonder op stobben te stuiten. De sloten worden gebaggerd, ook op nu lastig bereikbare plaatsen, aangezien dan alles beter toegankelijk is. Na al deze werkzaamheden volgt een jaar waarin de grond mag rusten. Bepaalde plaatsen waar de braam woekert kunnen dan nog een tweede keer worden aangepakt, en men is benieuwd wat uit zichzelf zal ontspruiten.
P
ilot Goudse Hout in 2018 In 2018 was het Goudse Hout pilotgebied voor een dergelijke aanpak van het verwijderen van de zieke essen. Die pilot is tot nu heel geslaagd te noemen. De lange, droge zomer heeft zeker bijgedragen aan het succes; men kan zich voorstellen dat de veenbodem onder zeer natte omstandigheden meer te lijden heeft van diepe spoorvorming e.d. Ondanks de grote ingreep is de essentie van het gebied daar overeind gebleven, en dat geeft goede moed voor het Loetbos. In het Loetbos staat op veel percelen gemengd bos, dus men blijft ook na verwijderen van de zieke essen, ‘bos’ ervaren. Zelfs als vanwege monocultuur sommige percelen helemaal leeggehaald zijn, zullen er op het volgende perceel nog steeds volwassen (andere) bomen staan. In 2020 zijn de essen in het Krimpenerhout aan de beurt.
R
eigerkolonie In het Gouwebos bij Waddinxveen zit een reigerkolonie in elzenbomen, waaromheen essen staan. Deze essen worden niet weggehaald, omdat reigers niet in een vrijstaande boom gaat zitten. Natuur blijft het hoofddoel. Omdat ook deze essen gevaar kunnen opleveren kan het nodig zijn om het perceel volledig voor recreatie af te sluiten; het is dan niet anders. Ook in het Loetbos bevindt zich een reigerkolonie. Hier zal op dezelfde manier omheen gewerkt worden. De vogels zelf hebben tegen die tijd de nesten al lang verlaten dus zullen niet worden verstoord, maar omdat ze zeer plaatstrouw zijn, zullen ze volgend jaar op dezelfde plaats willen terugkeren. Daarom wordt hun broedbiotoop gespaard.
H
erplant Uiteraard is dit een zeer ingrijpend project voor zowel de
Ernstig aangetaste en dode essen vormen een gevaar
natuurliefhebbers die hier vogels komen spotten, picknicken met hun kinderen, wandelen met hun hond of vlinders kijken in de Idylle, maar zeker ook voor de boswachters die hier met veel liefde en inzet jarenlang hun best hebben gedaan om het bos voor zoveel mogelijk mensen aantrekkelijk te maken en te houden. Gelukkig denken ook zij in kansen: de percelen worden na het rustjaar opnieuw beplant met een gevarieerd bos waarin een mooie gelaagdheid wordt aangebracht. Gevarieerd bos is minder kwetsbaar dan een perceel met monocultuur, dat zie je nu maar weer. Bovendien gaat met meer variatie in inheemse aanplant en veel gradiënten de biodiversiteit in het bos omhoog. Even het plaatje schetsen? Een lage zoom met ruigtekruiden voor vlinders en insecten, een middelhoge mantel met bloeiende en besdragende heesters voor vogels en met schuilmogelijkheden, daarachter de hogere bomen voor broedgelegenheid en zangposten. In het midden van de percelen waar zich nog bramen en andere woekeraars bevinden, wordt vooral gewerkt met lange staken van wilg en populier, krachtige groeiers die zich wel boven de bramen uit werken. Hoewel ik absoluut de noodzaak zie van deze operatie en me kan vinden in de aanpak die Staatsbosbeheer kiest, zie ik op tegen de periode waarin de actie plaatsvindt en het kale jaar erna met veel habitatverlies voor vogels en andere dieren. Maar het toekomstbeeld is heel mooi. Jammer dat we er zo lang op moeten wachten! d
WAARDVOGEL | APRIL 2019 23
Vlindertelseizoen is begonnen voor Idylle en Graslandvlinderproject Tekst: Gabrielle Heuvelman, foto’s: Huig Bouter Het vlindertelseizoen is weer begonnen. We tellen van 1 april tot eind september.
d
Z
aterdag 6 april hebben we de aftrap gemaakt, met een groep van twaalf vrijwilligers die ieder jaar de Idylle in het Loetbos telt. Volgens een vast schema wordt er op deze Idylle ieder week geteld. We moeten met verschillende factoren rekening houden wanneer we tellen, zoals bewolking, temperatuur en wind. Hieronder zie je een overzicht van wat er de afgelopen jaren is geteld. In 2015 was de zogeheten nul meting, toen was de Idylle nog niet aangelegd. Na drie jaar zie je nu toch een toename in vlinders, zoals de distelvlinder en de kleine vuurvlinder, maar er is ook een achteruitgang van bijvoorbeeld het klein geaderd witje. Dit is helaas een landelijke trend, maar we moeten er ook rekening mee houden dat de zomer vorig jaar zeer droog was en dat beĂŻnvloedt ook de telling. De grote veranderingen in het Loetbos door het verwijderen van de zieke essen hebben naar ik hoop niet veel invloed op de omstandigheden in de Idylle. We hopen er dit jaar dan ook weer een leuk aantal vlinders te zien!
1
2
B
6
7
ij het project Graslandvlinders zijn nu vijf gebiedjes opnieuw ingericht voor vlinders en bijen. We willen dit jaar starten om drie daarvan te gaan monitoren: Idylle Lekweide in Bergambacht, Idylle Weydeblick in Lekkerkerk en Idylle Bilwijk bij Haastrecht. Deze veldjes hoeven maar vier keer per jaar geteld worden verspreid over het telseizoen. Heeft u interesse om te helpen, neem dan contact op met Gabrielle Heuvelman via vlinderwerkgroep@nvwk.nl. d
3
8 soort
2015
2016
2017
2018
2
11
15
3
bont zandoogje 1)
6
8
2
boomblauwtje 2)
1
argusvlinder atalanta
4
citroenvlinder 3)
2
3
2
3
dagpauwoog
3
2
3
3
distelvlinder 4)
2
6
9
gehakkelde aurelia 5)
1
1
31
6
21
groot koolwitje
8
icarusblauwtje
1
klein geaderd witje 6)
4
176
75
20
klein koolwitje 7)
30
77
76
71
kleine vos 8)
9
11
5
kleine vuurvlinder
1
18
18
oranjetipje
WAARDVOGEL | APRIL 2019
9
5
landkaartje 9 en 10)
5
24
1
1 1
1
10
Zoek de kleine marters Meehelpen met onderzoek is eenvoudig Ilona van Dijk Hoe gaat het met de kleine marters wezel, hermelijn en bunzing in de Krimpenerwaard? In welke aantallen komen ze voor en hebben ze bescherming nodig? Helpt u mee om ze te vinden? De Zoogdiervereniging helpt ons op weg. d
S
inds de invoering van de Wet natuurbescherming, 1 januari 2017, bepalen de provincies voor hun gebied wat wel en niet mag in de natuur. In de Wet natuurbescherming hebben provincies de mogelijkheid om specifieke soorten al dan niet vrij te stellen van bepaalde activiteiten, zoals bij ruimtelijke ontwikkelingen. Dit kan er toe leiden dat er bij de ene provincie geen ontheffing nodig is voor een bepaalde soort, en binnen een andere provincie wel ontheffing nodig is voor dezelfde soort. Een van de diergroepen waarbij deze tweedeling duidelijk zichtbaar is, zijn de kleine marters wezel, hermelijn en bunzing. Hoewel er voor deze soorten binnen de provincie Zuid-Holland nog een vrijstelling van ontheffingsplicht bij ingrepen in de ruimte geldt, zijn er inmiddels al verschillende provincies die deze soorten weer ontheffingsplichtig hebben gemaakt. Het is echter nog onduidelijk hoe het daadwerkelijk met deze soorten gaat en of en zo ja, welke beschermingen ze dan nodig hebben. Er zijn sterke aanwijzingen dat alle drie de soorten in aantal achteruitgaan. Deze gegevens komen met name voort uit bijvangsten van muskusrattenvangers, tellingen van verkeersslachtoffers en losse waarnemingen. De wezel en de hermelijn staan inmiddels op de Rode Lijst van kwetsbare en bedreigde dieren. Hoewel het gevoelsmatig ook niet goed lijkt te gaan met de bunzing, is dit nog gebaseerd op onvoldoende gegevens. Indien blijkt dat het daadwerkelijk niet goed gaat
met deze soorten, zou dat zou sterk nadelig zijn voor de biodiversiteit. Ze staan namelijk vrij dicht aan de basis van de voedselketen en hebben een indicatieve waarde voor wat zich in onze landschappen of ecosystemen afspeelt. Om te kunnen vaststellen hoe het gaat met de kleine marters, is onderzoek naar deze diersoorten daarom hard nodig en is uw hulp daarbij zeer welkom!
W
at u kunt doen Onderzoek doen naar kleine marters kan relatief eenvoudig. Met wat loopplankjes en een paar uurtjes tijd zouden we al snel meer te weten kunnen komen over waar deze kleine marters zich in onze omgeving bevinden en hoe het met ze gaat. Het plaatsen van enkele loopplankjes in uw omgeving, of een omgeving waarvan u weet waar ze zitten en het op afgesproken moment nalopen van deze loopplankjes, kan al veel betekenen in dit onderzoek. De NVWK heeft hiervoor loopplankjes en ander materiaal aangeschaft en ik kan helpen met het identificeren van de dieren(sporen). Vindt u het leuk om meer te weten te komen over deze kleine zoogdieren? Aan u om er net als ik op uit te trekken en op zoek te gaan naar sporen van deze mooie dieren! Voor meer informatie over het onderzoek naar kleine marters, kunt u contact opnemen met Joke Colijn, zij legt de link naar mij (contactgegevens zie pagina 2 van de Waardvogel). d
Hermelijn, foto: Dirk-Jan van Roest
WAARDVOGEL | APRIL 2019 25
Zes jaar voorzitterschap Een terugblik van Max Ossevoort Tekst: Max Ossevoort, foto’s: Maria Spruit en archief NVWK Het blijft erg spijtig dat ik om gezondheidsredenen de functie van voorzitter van de NVWK op de ALV heb moeten overdragen. Jaap Graveland zal naar mijn volle overtuiging een zeer bekwame opvolger zijn. Dit geeft mij de rust en de gelegenheid om eens terug te blikken naar wat we in de zes jaren dat ik voorzitter was als vereniging hebben bereikt. De algemeen gestelde doelstelling van de NVWK is om de biodiversiteit in de Krimpenerwaard te ondersteunen en te verbeteren. Dat is ook de doelstelling waar ik me met veel overtuiging voor heb ingezet en ook voor zal blijven inzetten. d
A
ls ik kijk naar de vereniging zelf dan zie ik nogal wat positieve ontwikkelingen waarvan ik de belangrijkste de revue wil laten passeren. De werkgroepen zijn hét middel om daadwerkelijk te werken aan biodiversiteit. De oprichting van drie nieuwe werkgroepen betekende dat het werk in en voor de natuur kon worden uitgebreid. De eerste was Ruimtelijke Ordening (RO). Jammer genoeg zijn we er als bestuur niet in geslaagd om voldoende belangstelling voor dit onderwerp te krijgen, waardoor de groep, ondanks het enthousiasme van de twee vaste leden, te klein bleef om de doelstelling te kunnen halen. Dat is erg jammer want de manier waarop in veel gevallen met de ruimtelijke ordening binnen de Krimpenerwaard gedurende de afgelopen decennia is - en nog wordt - omgegaan, is een van de belangrijke factoren van het teloorgaan van biodiversiteit. Daarnaast hebben we een waterwerkgroep opgericht die niet alleen ‘bemenst’ werd met enthousiaste maar ook zeer deskundige leden. De oprichting van deze groep was broodnodig, omdat we geen idee hadden wat er zich onder water afspeelde voor wat betreft vissen, planten, amfibieën, insecten etc. In onze natte leefomgeving is toevoeging van het werkveld ‘water’ aan de NVWK natuurlijk een enorme aanwinst. Ook de daaropvolgende oprichting van de roofvogelwerkgroep was erg welkom. Hadden we medio 1968 de eerste buizerd die werd geringd in de Krimpenerwaard, heden ten dage is de buizerd een veel voorkomende roofvogel. Ook andere soorten als sperwer, havik, torenvalk, boomvalk, slechtvalk en de bruine kiekendief hebben zich inmiddels ge- of hervestigd in de Krimpenerwaard en het is goed om van de ontwikkeling van de aantallen een juist beeld te hebben.
Max zit de ALV voor 26
WAARDVOGEL | APRIL 2019
D
e digitale wereld neemt de laatste twintig jaar een enorme vlucht. Door van die ontwikkelingen gebruik te maken hebben we de communicatie binnen en buiten de vereniging nog meer kunnen verbeteren. Zo hebben we een nieuwe website gebouwd, waarmee we niet alleen gemakkelijker en ook sneller onze (aspirant-)leden kunnen bereiken en informeren, maar ook aan de ‘buitenwereld’ kunnen laten zien waar we staan en waar we mee bezig zijn. Ook op facebook, Twitter en recent Instagram heeft de NVWK steeds meer volgers. Onze Waardvogel is mede door de tomeloze inzet van de redactie, met gebruikmaking van een speciaal digitaal programma, maar ook omdat leden ons voorzien van een grote verscheidenheid aan artikelen, verder ontwikkeld tot het professionele blad dat het nu is: een blad om supertrots op te zijn. De inzet van een drone met camera en speciale software als middel om vollediger en sneller met minder verstoring nesten van weidevogels op te sporen, levert niet alleen een grote bijdrage aan het beschermen van de weidevogels, maar is eveneens een voorbeeld hoe je moderne middelen kunt inzetten om je doelstelling te bereiken. Onder de NVWK-leden was voldoende belangstelling om een opleiding tot drone-piloot te volgen, en het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK), waar onze weidewachters nauw mee samenwerken, heeft de drone aangeschaft. Het eerste vliegjaar 2018 heeft ons overtuigd dat de drone-techniek voor veel meer doeleinden toepasbaar is; deze ontwikkeling staat nog maar aan het begin van zijn potentie.
D
e samenwerking met externe partijen zoals o.a. de Provincie Zuid-Holland, Het Hoogheemraadschap voor Schieland en de Krimpenerwaard, het ACK, Stichting het Zuid-Hollands Landschap (ZHL), Staatsbosbeheer, KNNV Gouda, Oasen, Dunea, de beide gemeenten Krimpenerwaard en Krimpen aan den IJssel werd geïntensiveerd waardoor meer werd bijgedragen aan de invulling van onze doelstelling: verhogen van de biodiversiteit. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het nieuwe maaibeleid waarbij de dijken van de Lek en IJssel gefaseerd gemaaid worden en het instellen van ecologisch beheer van de bermen langs de N-wegen. Maar ook aan het aanbrengen van diverse voorzieningen en het financieel bijdragen door een aantal van deze organisaties. Ook de bijdragen in natura zoals het om niet leveren van diensten of materialen door diverse bedrijven en instanties, mogen hier niet onvermeld blijven. Daarnaast is er veel bereikt op het immateriële vlak door meer overleg en betere afstemming. Over financiële bijdragen gesproken. Wist u dat we in de afgelopen zes jaren, naast de jaarlijkse contributies en advertentieopbrengsten, ruim € 130.000,- hebben ontvangen van overheden (het grootste deel van de Provincie Zuid-Holland), en andere organisaties, variërend van landelijke stichtingen tot organisaties binnen de
Overhandiging van de voorzittershamer en de statuten
Krimpenerwaard? Al dit geld is aangevraagd en aangewend om daarmee de biodiversiteit te kunnen ondersteunen en verbeteren. Daarnaast wil ik niet vergeten om de extra donaties te noemen die we hebben mogen ontvangen van onze leden. Het grootste deel van het geld werd besteed aan het Erfvogelproject, het Idylleproject en het Graslandvlinderproject, die alle drie een extra boost geven aan planten, vogels en insecten.
O
ndertussen groeide het aantal leden naar ruim 800 (volgens de secretaris zitten we al bijna aan de 900!!). Natuurlijk kun je beargumenteren dat ‘natuur’ in deze tijd meer aandacht krijgt en dat dit de reden is van onze groei. Ik denk dat vooral de manier waarop we onszelf als NVWK presenteren en profileren zowel binnen als buiten de vereniging (Waardvogel, diversiteit aan werkgroepen, website, diverse media, samenwerking met externe partijen etc.) in een belangrijke mate heeft bijgedragen aan onze groei. Deze groei is belangrijk, want hoe meer leden hoe groter de stem is die we kunnen laten horen, maar uiteraard telt dat niet alleen. Door die groei krijgen we ook meer actieve vrijwilligers, waardoor we weer meer onderwerpen kunnen oppakken. Ook komen er voorstellen voor nieuwe initiatieven vanuit de leden, zoals nu bijvoorbeeld het onderzoek naar kleine marters. Dat zegt niet alleen iets over de mate van betrokkenheid, maar daarmee is de draagkracht van projecten hoger, het resultaat van de activiteiten in de werkgroepen groter en de continuïteit van de inspanningen ook een stuk beter gewaarborgd. Helemaal geweldig dus.
O
fschoon (nog) niet alle doelen zijn behaald (natuur laat zich nu eenmaal niet dwingen) realiseer ik me dat we in de afgelopen zes jaren door samen de schouders er onder te zetten bijzonder veel hebben bereikt. Ik wil alle leden, coörditoren, collegabestuursleden en donateurs uit de grond van mijn hart bedanken, want alleen door al jullie bijdragen is dit mogelijk gemaakt. Ik ben trots op onze vereniging. Als laatste toch ook een
Uit handen van de nieuwe voorzitter ontvangt Max een exemplaar van de Vogelatlas
kleine vooruitblik. Er blijven nog volop uitdagingen die om invulling vragen. Eén daarvan is bijdragen aan het zojuist opgerichte Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard, waar ook de NVWK deel van uitmaakt. Een collectief dat verantwoordelijk is voor de realisatie van de natuurdoelen in het 2250 hectare grote deel van het Natuurnetwerk Nederland (NNN) in de Krimpenerwaard. Wanneer die doelen zullen worden gerealiseerd, kunnen we een positieve ontwikkeling van de biodiversiteit verwachten. Het zal niet gemakkelijk gaan, maar door er gezamenlijk met de partners ACK, ZHL en Natuurcoöperatie Krimpenerwaard hard aan te werken kunnen we het NNN tot een succes maken.
I
k wens het bestuur en alle leden van onze NVWK veel mooie natuurbelevingen, plezier en voldoening bij de uitvoering van de diverse werkzaamheden, succes met alle uitdagingen en wijsheid voor de toekomst. Wat mijzelf betreft: graag tot ziens ergens in het veld. d
WAARDVOGEL | APRIL 2019 27
De Wielewaal
Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f. “Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel�
Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454 Al vanaf 1998 actief in natuureducatie Voor actuele openingstijden en overige informatie zie
www.museumdewielewaal.nl
Historische Waardvogels deel 2 Hans Kouwenberg
Bij het inscannen van de oude Waardvogels viel mij op hoe ons blad in de loop van de jaren enorm veranderde en ook verbeterd is. Voor dit artikel heb ik de jaargang 1981 gepakt; dit is het eerste jaar dat er zeker vijf Waardvogels uitkwamen. Mogelijk waren er eerder jaargangen met vijf nummers, alleen wellicht niet structureel. Komt u oud materiaal als notitieboekjes tegen over de natuur in onze waard, gooi dat dan niet in de papierbak. Neem contact op met een bestuurslid of mij en we halen het graag op. Als wij dit materiaal al hebben, dan gooien we het alsnog in de papiercontainer, tenzij u het graag terugontvangt. d
H
et eerste wat opvalt zijn de voorkanten. Nu hebben we een vrij consistent ontwerp in de huisstijl voor de voorkant, met natuurlijk een jaarthema. In 1981 was de voorzijde wat minder strak, wat natuurlijk ook verklaarbaar is door de stand van de techniek. Met de huidige computers is een voorpagina binnen een paar minuten aangepast naar een volgende versie. In 1981 was het maken van een voorpagina nog een echt ambacht, alle vijf de pagina’s zijn helemaal getekend. Zowel de illustratie als ook de letters zijn in zwart/wit getekend. Wat ook opvalt is de weinige informatie op de voorpagina, op alle vijf alleen de tekst ‘De Waardvogel’, ‘Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard’ en natuurlijk een illustratie. Op nummer 1 staan twee goudhaantjes, op nummer 2 een paar staartmeesjes, waarschijnlijk getekend door Wim of Jo Fontijne, mede-oprichters van de NVWK. Op nummer 3 een vrij gestileerde bosuil, op 4 een purperreiger met paling in de bek en op 5 een tureluur. De laatste 3 pagina’s zijn getekend door Arie de Jong. In nummer 3 staat een klein artikel over de tekenaar. “Een onzer jeugdige leden, nl. A. de Jong” vroeg aan de redacteur (J. Romeyn) “of hij ook een tekening mocht maken.” Wat ook opvalt is dat in 1981 de Waardvogel wat ‘activistischer’ was. Volgens de redactie: “Wat wij nu zo fijn vinden is dat een van de jongeren zich spontaan aanbiedt om ook eens wat werk te doen. Dit ondanks
alle negatiefs wat over de jeugd uitgekraamd wordt.” Sowieso was de Waardvogel in 1981 wat politieker of activistischer, regelmatig kom je kleine losse alinea’s tegen over het milieu in de grotere context. Zomaar wat titels van zo’n losse alinea uit het 2e nummer: “Bestrijdingsmiddelen e.t.c.”, “De muskusrat is onze volksvijand”, “Gifvis in de Rijn” en “Randstad-rivieren ernstig vervuild.” De alinea “Gif in Stormpolder” ging natuurlijk over onze waard en “Ganzen vreten voor miljoenen gras” kan je zo weer tegenkomen in de media, al zijn het nu natuurlijk euro’s.
H
et leukst zijn natuurlijk de artikelen over vogels en andere natuur in onze Waardvogel. In nummer 1 een stuk over de vogels op de Zaag, een kwak werd daar gezien en wel ‘5 aalscholvers op een dag’ was het vermelden waard. In nummer 2 de suggestie van Rudi Terlouw om vroeg in het voorjaar een tak van een boom in een vaas te zetten en te bewonderen hoe deze gaat uitbotten en bloeien. In nummer 3 een verslag over de nestkasten in het Loetbos met zelfs broedende ringmussen. In Waardvogel 4 een artikel over de, toen al, teruglopende weidevogelstand en het verslag van een zomerkamp in de Krimpenerwaard. In nummer 5 een artikel van Rudi Terlouw over door hem gevonden lensgallen in Haastrecht.
WAARDVOGEL | APRIL 2019 29
Planten inventariseren Hoe doen we dat? Tekst en foto’s: Stef van Walsum In Nederland komen meer dan 1600 wilde planten voor en daarnaast nog eens 1000 verwilderde uitheemse planten. FLORON coördineert het verspreidingsonderzoek van de wilde flora. Voor het onderzoek beschikt FLORON over vele honderden vrijwilligers die informatie over al deze planten verzamelen. De Plantenwerkgroep van de NVWK brengt de flora in de Krimpenerwaard in kaart en maakt daarbij gebruik van de kennis, methoden en technieken van FLORON. Vanaf mei organiseren we inventarisatieavonden waarop we gezamenlijk op pad gaan. Maar hoe kunnen we als werkgroep de gehele flora van de Krimpenerwaard in kaart brengen? Dat leest u hier! d
W
aarom inventariseren? Voor de meeste floristen is het inventariseren van planten een hobby en dus een leuke bezigheid in het veld. Het speuren naar soorten die je nog niet hebt aangestreept op je lijstje of het vinden van een bijzondere soort geeft een kick en maakt het inventariseren leuk en uitdagend. Het inventariseren wordt door vrijwilligers niet alleen gedaan voor de lol maar is ook heel waardevol. Door gebruik te maken van een landelijk netwerk belanden jouw waarnemingen niet alleen in je ladekastje tussen stapels andere papieren, maar komen alle waarnemingen terecht in de Nationale Databank voor Flora en Fauna (NDFF). Gegevens in deze databank worden gebruikt voor analyses, trendberekeningen, verder onderzoek en worden door beheerders en beleidsmakers gebruikt bij (natuur) ontwikkelingsprojecten. De flora is continu aan verandering onderhevig, zowel door natuurlijke processen als menselijk ingrijpen. Inventarisaties geven de waardevolle informatie over voor- en achteruitgang van soorten.
W
elke methoden gebruiken we? De methoden van FLORON zijn voornamelijk langdurige projecten. De methoden zijn efficiënt, gemakkelijk begrijpbaar en zijn zo georganiseerd dat herhaling in de toekomst mogelijk is. Een goede herhaalbare methode is essentieel om gegevens door de
jaren heen met elkaar te kunnen vergelijken. - Kilometerhokken inventariseren Het inventariseren van kilometerhokken is de meest gebruikte inventarisatiemethode voor het verspreidingsonderzoek van FLORON, het wordt ook wel ‘Het Strepen’ genoemd en al sinds 1900 uitgevoerd. In dit project kies je een kilometerhok (1 x 1 km) en noteert alle wilde en verwilderde plantensoorten. Ingezaaideen aangeplante soorten worden niet meegeteld. Het woord ‘strepen’ is afgeleid van de oude papieren streeplijst die tot vijf jaar terug werden gebruikt om de soorten aan te vinken; tegenwoordig is er een app beschikbaar waar alles ingevoerd kan worden. Deze app werkt zeer efficiënt en snel. Ook floristen gaan met de tijd mee! - Het Nieuwe Strepen Het Nieuwe Strepen is een bijzondere vorm van kilometerhokinventarisaties. Bij deze methode wordt een hok onafhankelijk door twee personen of groepen bezocht gedurende een halve of hele dag. Deze hokken worden door het Landelijk Bureau van FLORON opengesteld, vrijwilligers kunnen deze hokken reserveren en wanneer het hun uitkomt kunnen ze deze inventariseren. Deze methode geeft een beter beeld van de trefkans van een soort. Wanneer de soortenlijsten van de onafhankelijke bezoekers worden gecombineerd zijn ze completer dan wanneer
Gereserveerde hokken voor Het Nieuwe Strepen in 2019. Bron: www.verspreidingsatlas.nl 30
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Planten inventariseren in groepsverband: leuk en leerzaam!
één groep of persoon het hok zou hebben geïnventariseerd. Voor 2019 zijn er vijf kilometerhokken in de Krimpenerwaard gereserveerd voor Het Nieuwe Strepen, een aantal zullen tijdens de inventarisatieavonden gestreept worden. - Staat deze plant er nog? Bij dit project gaat men gericht zoeken naar ‘vergeten’ vindplaatsen van bijzondere soorten, om te kijken of de soort er nog staat. Afgelopen jaar zijn bijvoorbeeld een paar vergeten vindplaatsen van de gevlekte rietorchis bezocht. In de meeste gevallen bleek deze orchidee nog steeds aanwezig te zijn. - Mijn berm bloeit FLORON en de Vlinderstichting willen graag weten hoe het gesteld ismetdebermeninNederland,wantvoorplanteneninsectenvormen bermen een belangrijk leefgebied. Deze monitoringsmethode is opgesteld aangezien er verontrustende signalen zijn over de snelle achteruitgang van karakteristieke soorten van wegbermen. Bij deze methode tel je in een bermtraject van 100 meter om de 10 meter alle bloeiende plantensoorten (dus in totaal 10x). Ervaren floristen kunnen ook alle plantensoorten noteren, dus ook de planten die nog niet in bloei staan.
‘Het Nieuwe Strepen’ vergt meer kennis, maar je kan ook met een groep op stap gaan en elkaar helpen met het determineren van planten. Je kan helemaal zelf bepalen hoeveel tijd je in het inventariseren van planten steekt. Voor sommigen is dat een paar uurtjes per jaar, anderen zijn er soms wekelijks of zelfs dagelijks mee bezig. Dit hoeft trouwens niet altijd met één van de FLORON-methoden te zijn, ook losse waarnemingen ingevoerd via Waarneming.nl zijn heel waardevol. Nu is het ook wel prettig om te weten wat je allemaal mee moet nemen om in het veld aan de slag te kunnen. De checklist veldbenodigheden: - Heukels Flora of een andere handige veldgids, - loep met tien maal vergroting, - stevige schoenen of laarzen, - Android Smartphone met de app NOVA (te installeren via de Playstore), - passende kleding (lange broek tegen teken, regenkleding bij vochtig weer etc.), - voldoende voedsel en drinkwater, - fototoestel, - optioneel: een verrekijker, kan handig zijn op plekken waar je niet goed bij kunt zoals kademuren of moeras.
W
at gebeurt er met de inventarisatiegegevens? Nadat de waarnemingen zijn ingevoerd en zijn gecontroleerd door validatoren komen de gegevens terecht in de NDFF. Particulieren, onderzoeksinstituten, overheden en andere organisaties kunnen op verzoek gegevens inzien. Daarnaast geven de gegevens informatie of soorten toe- of afnemen en vormen zo een belangrijke controle of het huidige natuurbeleid een positieve of negatieve invloed heeft op de soortenontwikkeling, zowel landelijk als lokaal. Op lokale schaal worden bij bouwplannen de gegevens gebruikt om te kijken of ergens beschermde soorten voorkomen.
H
oe kan je meedoen? Iedere enthousiaste plantenliefhebber kan aan de slag met één van deze inventarisatiemethoden. Natuurlijk heeft het zijn voordeel als je al over enige plantenkennis beschikt, maar noodzakelijk is het zeker niet. De projecten ‘Staat deze plant er nog’ of ‘Mijn berm bloeit’ zijn voor een beginner goed te doen. Het inventariseren Het aantal geïnventariseerde plantensoorten per kilometerhok in de Krimpenerwaard (vanaf 1990). van kilometerhokken of Wit/lichtblauw = 0-100 soorten, koren-/donkerblauw = 200-300+ soorten. Bron: www.verspreidingsatlas.nl WAARDVOGEL | APRIL 2019 31
de Krimpenerwaard bevind zich op de Zaag (432 soorten) en het minst rijke hok bevindt zich tussen Stolwijk en Schoonhoven (6 soorten), hier is duidelijk nog nooit geïnventariseerd. Zelfs in de minst interessante kilometerhokken denken we dat het mogelijk is om minimaal 100 plantensoorten te vinden. Alle hokken met minder dan 100 soorten worden de komende jaren bezocht en geïnventariseerd om het verspreidingsbeeld te verbeteren.
H Benodigdheden in het veld: een veldgids, smartphone met de app ‘NOVA’ en een loep. Ook een verrekijker kan handig zijn.
Je kan je eigen inventarisaties terugvinden op www. verspreidingsatlas.nl. Op deze site zijn ook verspreidingskaarten en soortinformatie van alle plantensoorten die in Nederland voorkomen te vinden.
V
erspreidingsonderzoek in de Krimpenerwaard Hoever zijn we daarmee? Op de kaart op pag. 31 wordt het aantal plantensoorten per kilometerhok weergegeven in de Krimpenerwaard (sinds 1990). Hoe donkerder de kleur hoe meer soorten er in het kilometerhok zijn gevonden. Veel hokken zijn nog onvoldoende geïnventariseerd; hier willen we de komende jaren verandering in brengen. Het meest rijke hok van
oe kan ik mij aanmelden? Aanmelden bij FLORON-inventarisatieprojecten kan ook op de website www.verspreidingsatlas.nl. Als je niet meteen zelfstandig op pad wilt kan je ook deelnemen aan excursies of gezamenlijke inventarisaties georganiseerd door FLORON of lokale plantenwerkgroepen zoals die van de NVWK.
I
nventarisatieavonden in de Krimpenerwaard De plantenwerkgroep van de NVWK organiseert elke donderdagavond in de oneven weken tussen mei en september een kilometerhokinventarisatie. We starten om 18.30 uur en gaan door tot het donker wordt. In één avond proberen we alle plantensoorten in het kilometerhok op naam te brengen. Tijdens deze avonden zullen er altijd één of meerdere plantenkenners aanwezig zijn. Voor beginnende plantenliefhebbers zijn deze avonden een uitstekende gelegenheid om je plantenkennis bij te spijkeren. Wil je ook (een keer) mee op pad, mail Stef van Walsum (planten@nvwk.nl) dan ontvang je een paar dagen van te voren een bericht waar we verzamelen. d
Marjan Pols _ de Pee PRAKTIJK VOOR PSYCHO SOCIALE HULPVERLENING EN KRUIDENTHERAPIE
De Vroedschap 3 I 2922 VB Krimpen aan den IJssel 06 516 926 13 I www.marjanpolsdepee.nl I info@marjanpolsdepee.nl
32
WAARDVOGEL | APRIL 2019
Oranjetipje een voorjaarsbode Tekst: Maria Spruit, foto’s: Huig Bouter
Jaren geleden zag ik op vakantie in een lieflijk dal vol natuur in de Eifel een voor mij onbekend vlindertje, met witte vleugels en oranje vleugeleinden. Het was niet moeilijk om hem te identificeren als oranjetipje. Heel lang heb ik deze vlinder geassocieerd met vakantie in Duitsland. Toen ik de Krimpenerwaard wat beter leerde kennen doordat ik me aansloot bij de NVWK ontdekte ik dat deze vlinder ook in mijn eigen omgeving voorkomt. d
H
et oranjetipje is te vinden in het Loetbos, het EZH-bos en het Krimpenerhout. Iets ten noorden van de Krimpenerwaard kun je hem zien in het Goudse Hout. Het is echt een voorjaarsvlinder. Volgens De Vlinderstichting is het een makkelijk te herkennen vlinder, maar dat geldt voor de mannetjes, met zijn oranje vleugeluiteinden. Het vrouwtje, van bovenaf gezien, lijkt veel op een koolwitje.
V
linders hebben waardplanten; dit zijn planten waar de rups van eet. Meestal zet de vlinder ook zijn eitjes af op deze plant. Sommige vlinders hebben maar één waardplant. Wanneer deze plant verdwijnt, verdwijnt ook de vlinder. Het oranjetipje is gelukkig minder kieskeurig. De waardplanten van het oranjetipje zijn kruisbloemigen, zoals pinksterbloem, look zonder look, judaspenning, reseda, scheefkelk en damastbloem. De pinksterbloem is absoluut zijn favoriet. Hij eet niet de gehele pinksterbloem, maar alleen het zaad. De eitjes worden afgezet op planten die veel bloemen en bloemknoppen hebben, met het vooruitzicht op veel zaad dus. Een goede planner, dat oranjetipje. De rups wordt ongeveer drie centimeter lang en is onopvallend. De pop lijkt op een stekel en zo overwintert het oranjetipje. In april en mei komen de poppen uit. De vlinders drinken alleen nectar. Mannetjes komen iets eerder uit en gaan hard op zoek naar een vrouwtje. Verder wil ik niet zoveel vertellen over dit prachtige vlindertje. Huig Bouter heeft vele foto’s gemaakt van het oranjetipje. Bekijk deze, ga naar buiten en geniet! d
WAARDVOGEL | APRIL 2019 33
Weidevogelseizoen van start Joke Colijn
Op 6 maart heeft de werkgroep weidevogelbescherming het seizoen ingeluid met de jaarlijkse startavond in De Zwaan, Berkenwoude. Daarop waren alle weidewachters en hun boeren, de mensen van het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) en onze drone-piloten van harte welkom. Uiteraard stond de avond ook open voor wie graag eens wil horen waar weidevogelbescherming anno 2019 om draait. d
S
leepslangen en nestbeschermers Nieuw die avond was een item over sleepslangen door Mariëlle, de gebiedscoördinator van het ACK. Alleen met sleepslangen mag volgens de laatste inzichten van de overheid drijfmest op het land worden opgebracht. Die zijn loodzwaar, met menskracht niet te verplaatsen en ze betekenen voor nesten en kleine pullen op het betreffende perceel een wisse dood. Het ACK heeft een aantal metalen nestbeschermers laten maken die je stevig over het nest in de grond trapt, waardoor de zware slang zonder het te raken over het nest heen rolt. Het filmpje was heel overtuigend. Het is nu alleen nog zaak om op tijd als weidewachter in het land te zijn als er bemest gaat worden, en die zware nestbeschermers ter plekke te krijgen. Gelukkig heeft Mariëlle contact met een aantal loonwerkers die deze specifieke mestklus uitvoeren. Een paar rijdt al rond met zulke beschermers op de tractor en die mannen plaatsen ze zelf. Het is belangrijk om ze zo snel mogelijk na de klus weer weg te halen, zodat de vogel de eieren weer op kan warmen. Onze taak is het in zo’n geval om op die percelen tijdig te markeren waar de nesten liggen! Inmiddels zijn vooral in het meest westelijke gebied van de Krimpenerwaard al veel nesten gevonden, zie kaartje.
A
ctieplan Boerenlandvogels In de vorige Waardvogel berichtte ik al over het Actieplan Boerenlandvogels. Inmiddels is dat in de laatste vergadering
van Provinciale Staten geaccordeerd, samen met een bestedingsvoorstel voor plannen die niet vanuit de Europese subsidie kunnen worden gefinancierd. Daarvoor was nog 3,1 mln. provinciaal geld ter beschikking. De ingediende plannen zijn vele malen duurder dan hiermee gefinancierd kan worden, maar het is een begin waarmee we in Zuid-Holland van start kunnen. Europese subsidie laat meestal heel lang op zich wachten! Er is een periode van ongeveer tien jaar uitgetrokken voor realisatie van het Zuid-Hollandse Actieplan. In die tijd moeten de ontbrekende financiële middelen kunnen worden gevonden. Lees hiervoor het Nieuwsbericht van 14 maart op onze site over de ondertekening in het provinciehuis door alle partijen die het plan hebben opgesteld – ook de vrijwilligers. Ernaast staat als downloadbare pdf het Actieplan zelf, en ook de bijlage die speciaal gaat over wat er gaat gebeuren in de Krimpenerwaard/Lopikerwaard. We moeten nog maar afwachten welke politieke wind er gaat waaien in het provinciehuis na de verkiezingen van Provinciale Staten, maar onze verwachtingen zijn met het richten naar rechts niet heel hoog gespannen. U kunt de vogels en ons helpen door in het Nieuwsbericht van 5 maart de oproep aan de provincie te ondertekenen om het Actieplan ook daadwerkelijk te gaan uitvoeren!
C
ursussen Inmiddels zijn de weidevogelcursussen van dit seizoen achter
De praktijkochtend op 6 april begon flink koud. De grutto’s trokken zich daar weinig van aan, ze vertoonden veel territoriaal gedrag en lieten ook goed van zich horen. De drone-demonstratie leek nog even een nest op te leveren, maar hier kijken we toe hoe Klaas met twee cursisten het land in gaat en constateert dat de met de daglichtcamera gevonden veelbelovende onregelmatigheid een pol met drie bloemen blijkt te zijn - een zogenaamde ‘false positive’. Foto: Lisette van Soest 34
WAARDVOGEL | APRIL 2019
3
Op een aantal percelen in de westpunt van de Krimpenerwaard zijn al vroeg veel nesten gevonden! Kleuren geven diverse vormen van beheer aan die op de percelen liggen. Dit is wat de weidewachter ziet in het invoerportaal van Landschapsbeheer Nederland. Uiteraard kun je goed inzoomen als je een gevonden nest wilt invoeren.
de rug. De herkenningscursus voor beginnende weidewachters was op 21 maart en werd onder andere bijgewoond door een aantal drone-piloten om beter de ins en outs te begrijpen van weidevogelgedrag. Daaronder waren ook een paar collegapiloten uit de Lopikerwaard. Ook daar gaat men dit seizoen nesten opsporen met de boerenlandvogeldrone. Er was ook een cursus over digitaal invoeren op 2 april, niet alleen voor nieuwe weidewachters maar ook voor iedereen die vragen heeft of weleens tegen beperkingen aanloopt. De praktijkdag omvatte herkenning van de vogels, gedrag en roep. Dat is nog niet zo simpel als het leek op de presentatieavond, maar met een doorgewinterde weidewachter naast je wordt alles wat met weidevogels te maken heeft al snel vertrouwd. Nadat we vanaf het hek de vogels hadden geobserveerd liep Klaas met twee cursisten het veld in en vond een gruttonest. Vervolgens werd er nog een demo gegeven door Raymond de Vries van het vliegen met de boerenlandvogeldrone. Dat vonden de meeste mannen toch wel reuze interessante materie. Gelukkig voor Klaas vond de drone niet meer nesten dan hij al had gevonden, integendeel: het door hem reeds ingevoerde nest bleek volledig gepredeerd, waarschijnlijk door kraaien. Niet zo’n goed begin, helaas!
B
TS-tellingen vanaf 27 april en 25 mei of nog iets later Vanzelfsprekend gaan we dit seizoen ook weer op twee data een BTS-telling doen: een broedparentelling en een gezinnentelling. We hopen weer te kunnen rekenen op de vaste tellers en wellicht zijn er nog weidewachters of andere vogelaars die een gebied voor hun rekening willen nemen. Het gaat met name om de grutto’s, maar andere weidevogels nemen we ook mee in de telling. Neem voor alle vragen hieromtrent contact op met Joep Vermaat via weidevogels@nvwk.nl. Bij erg slechte weersomstandigheden schuiven de tellingen een week door (houd hiervoor de site in de gaten); volgens de allerlaatste
gegevens dit broedseizoen is het advies zelfs om bij voorkeur de tellingen nog een week later te doen dan de hier genoemde data. De BTS-tellingen zijn vooral belangrijk om over een langere periode te kunnen vaststellen of het in een gebied goed gaat met de aantallen weidevogels en dat we (boeren, natuurorganisaties, vrijwilligers, ACK) het daar dus goed doen, of dat er nog een schep maatregelen bovenop moet.
P
ilot greppelplas-drassen Er gaat dit seizoen in de Krimpenerwaard een pilot van start over monitoring van greppelplas-drassen. Raymond de Vries gebruikt deze pilot tevens om de software voor het vliegen met de drone te kunnen verbeteren en het fundament te leggen voor een databank van o.a. vegetatie die met de drone kan worden gefotografeerd. Bij toekomstige vluchten kan hiermee door vergelijking en herkenning al vanuit de lucht worden vastgesteld wat er groeit, hoe hoog de plant is enz. enz. Dit zijn belangrijke gegevens om bijvoorbeeld snel kruidenrijkdom te kunnen meten. Er is een nauwe samenwerking met het ACK en een weidewachter zal vanaf het startpunt van de drone ook de plasdrassen monitoren, om aan te tonen hoeveel meer een drone kan ontdekken dan mensenogen. Weidewachters kunnen alleen vanaf de kopse kant een plas-dras monitoren en kunnen over een grote afstand toch vaak niet goed zien hoeveel vogels er scharrelen en zeker bij de pullen, van welke soort. Benadering van de zijkant is niet mogelijk omdat de vogels dan wegduiken in de omringende vegetatie en je vervolgens niets meer ziet. Vogels trekken zich niets aan van een overvliegende drone dus met een speciale camera die eronder hangt, kunnen we veel meer gegevens verzamelen, die vervolgens ook waardevol zijn voor de databank om in de toekomst vogels en pullen te kunnen identificeren en tellen. We zijn heel benieuwd hoe snel dit realiteit wordt, technisch is al van alles mogelijk. Wij wensen iedereen een goed weidevogelseizoen! d WAARDVOGEL | APRIL 2019 35
Natuur versus woningbouw? 2250 ha natuur is geen compensatie voor 200 ha woningbouw Jaap Graveland Bij veel gemeenteraadsleden en bewoners leeft de gedachte: er wordt 2250 ha natuur gerealiseerd, waarom die weerstand tegen 200 ha voor woningbouw? Zonder zich te verdiepen in de achtergronden. Het is tijd voor een toelichting. d
E
cologische Hoofdstructuur 1990-2027 Sinds de jaren zeventig neemt de biodiversiteit in Nederland in rap tempo af. Niet overal, en sommige soorten doen het goed, maar het algemene beeld is een forse neergang. Verbazend is dat niet: er komen steeds meer mensen bij en we consumeren steeds meer. Dus de ruimte en omstandigheden voor natuur worden minder en slechter. Eind jaren tachtig besloot het toenmalige kabinet dat de neergang moest worden gestopt. Rond die tijd werden ook de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn van kracht, met hetzelfde doel voor heel Europa. Het kabinet bracht in 1990 het Natuurbeleidsplan uit. De kern ervan was om in dertig jaar een Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te realiseren: een netwerk van goed ingerichte en beheerde natuurgebieden, verbonden door natuurcorridors. Die corridors moesten ervoor zorgen dat soorten zich konden verspreiden, voor een veerkrachtiger netwerk. Het betekende uitbreiding van 465.000 ha natuur naar 730.000 ha. Dat getal was gebaseerd op berekeningen van het areaal dat nodig is om de afname van afzonderlijke soorten te stoppen. Onderweg liep het plan averij op: het eerste kabinet Rutte (de tijd van Bleeker) vond natuur minder belangrijk en schrapte 130.000 ha. Het tweede kabinet (niets zo wispelturig als de politiek) reduceerde dat tot 50.000. Dus 680.000 ha is nu de doelstelling. Men heeft er wel meer tijd voor genomen: in plaats van in 2018 moet die 680.000 ha pas in 2027 zijn bereikt. Met deze nieuwe doelen werd ook de naam aangepast: het heet nu Natuurnetwerk Nederland, NNN. Het NNN is al gedeeltelijk succesvol: moerasvogels, veel watervogels en sommige roofvogels en bosvogels nemen weer toe. Door verbetering van de waterkwaliteit, het verruimen van de rivieren voor de waterveiligheid waardoor ook ruimte voor natuur ontstond, de toename van het bosareaal en ouder worden van onze bossen. In de duinen, het landelijk gebied en de bebouwde omgeving is de trend nog neerwaarts.
N
atte as, Krimpenerwaard Een van de natuurcorridors van het NNN is de ‘natte as’: de verbinding tussen het Deltagebied en het IJsselmeergebied: Biesbosch, Kinderdijk, Krimpenerwaard, Reeuwijkse Plassen, Nieuwkoopse en Vechtplassen, etc. De 2250 ha in de Krimpenerwaard maakt daar deel van uit: realisatie van kruidenrijk grasland met een hoog waterpeil en weinig of geen bemesting, zodat zeldzame planten, weidevogels, vlinders, libellen en slootleven zich weer kunnen herstellen. Die 2250 ha is dus onderdeel van een landelijk plan. Bedoeld om het natuurverlies in het totale veenweidegebied in WestNederland te helpen verminderen. En dat dan gedurende de looptijd van het plan, dus tot 2027. Die 2250 ha is dus maar voor
36
WAARDVOGEL | APRIL 2019
een klein deel bedoeld voor het compenseren van het natuurverlies in de Krimpenerwaard zelf. Voor de boeren die in dat gebied vaak al generaties lang een familiebedrijf hebben, maakt dit natuurlijk weinig uit: wat de achtergrond ook is, zij staan voor de keuze: hun bedrijfsvoering sterk aanpassen om ook natuur te gaan produceren, of stoppen.
G
een plan voor natuurbehoud in de toekomst Maar voor de discussie rond het gebiedsbod en het Panorama maakt het heel veel uit. Er zijn geen plannen voor uitbreiding van het NNN. Die NNN is voor het stoppen van het natuurverlies in de periode 1990-2027. Voor de periode erna is er geen natuurplan, landelijk niet, en niet in de Krimpenerwaard. Er zijn wel volop plannen voor woningbouw, bedrijventerreinen, zonnepanelen en infrastructuur. In Nederland, en in de Krimpenerwaard, zie het gebiedsbod. De coalities in onze twee gemeenten doen nu net alsof ze die 2250 ha ook voor de periode na 2030 kunnen meetellen, de periode waarin de 4.000 woningen moeten worden gebouwd. Bovendien doen ze net alsof al die ha voor de Krimpenerwaard zijn, maar het is dus een natuurinvestering voor het hele westelijke veenweidengebied. Er is verder geen plan om het natuurverlies te stoppen voor de periode na 2030. Gelukkig zijn er goede aanzetten: het Actieplan Boerenlandvogels en het Deltaplan Agrarisch Waterbeheer waarin terreinbeheerders en steeds meer boeren zich inzetten voor weidevogels en verbetering van de waterkwaliteit. Maar de financiering ervan is nog erg onzeker en bijna alle inzet moet nu komen van de boeren; de zuivelketen en consument dragen nog nauwelijks financieel bij, dat maakt het kwetsbaar.
O
nze inzet in het Panorama Krimpenerwaard In het Panorama hebben we samen met het Zuid-Hollands Landschap vastgesteld dat we voor de periode na 2027 niet moeten inzetten op uitbreiding van natuurgebied, een aanvulling op de NNN. Maar dat we moeten inzetten op vergroting van de biodiversiteit in het agrarische gebied. Door als het ware een plus te zetten op bestaande plannen, zoals het Actieplan Boerenlandvogels. We hebben voorgesteld in 30 jaar, dus tot 2050 planmatig toe te werken naar een natuurinclusieve landbouw. Die lange periode uit de Strategische Visie en het Panorama is er niet voor niets: om natuurherstel te bereiken moet je ambitieuze doelen stellen, en dat heeft alleen maar zin als je voor realisatie ervan de tijd neemt. Door het realiseren van natuurinclusieve landbouw neemt de biodiversiteit in een groot deel van de Krimpenerwaard toe. En hierdoor kan een lokaal economisch verlies acceptabel worden doordat het kan worden opgevangen door bijvoorbeeld toename van woningbouw, bedrijfsterreinen en infrastructuur.
G
een luchtfietserij, elders doen we het al Het lijkt misschien vergezocht, natuurwinst realiseren om daarmee economische ontwikkeling en woningbouw te ondersteunen. Maar we doen het al in Nederland, omdat het werkt. Het voorkomt voortslepende discussies en juridische procedures. Ik noem drie voorbeelden. Nijmegen en sommige andere gemeenten in Gelderland zijn aan het experimenteren met het vergroten van de biodiversiteit in de bebouwde omgeving, ondanks de verstening van de tuinen en het verlies aan nestgelegenheid bij woningrenovaties. Het idee is dat als je via de groenvoorziening en het automatisch aanbrengen van nestgelegenheid bij renovaties de biodiversiteit vergroot, je niet meer bij elk afzonderlijk renovatieproject specifiek onderzoek hoeft te doen naar vogels en vleermuizen, en achteraf nestgelegenheid moet aanbrengen. Minder regels en irritatie, meer winst voor biodiversiteit. Verder bestaat er nog steeds de zogenaamde ‘rood voor groen’ regeling: een deel van de opbrengsten van woningbouw of ontwikkeling van een bedrijventerrein stort je in een groenfonds waarmee je investeringen doet voor het vergroten van de biodiversiteit. Dit wordt her en der toegepast, doorgaans voor kleine projecten. Maar het kan ook grootschalig. Het grootste voorbeeld dat ik ken voor het evenwichtig investeren in economie en natuur is het Programma Ecologie Grote Wateren. Tot 2050 investeert de Rijksoverheid een paar honderd miljoen om grootschalige ecologische verbetermaatregelen uit te voeren in de Rijkswateren. Met twee doelen: de doelstellingen halen voor Natura 2000 (kort gezegd: het strengst beschermde deel van het NNN) en voor de Kaderrichtlijn Water (KRW), én om economische ontwikkeling te vergemakkelijken. Een voorbeeld is het maken van een groot doorlaatmiddel in de Brouwersdam
om getij en zuurstofgehalte in de Grevelingen te herstellen. Een ander voorbeeld is het verbinden van het Markermeer met de Oostvaardersplassen, ofwel het aanleggen van een tweede Markerwadden. Men wil die projecten zodanig uitvoeren dat de natuurwinst groter wordt dan wat is afgesproken volgens Natura 2000 en de KRW. Het ‘overschot’ kan dan worden ingezet voor economische ontwikkeling. Met andere woorden: die economische ontwikkeling mag ten koste gaan van wat natuur, omdat we daarvan een ‘overschot’ hebben gecreëerd door die herstelmaatregelen.
G
ebiedsbod begint aan verkeerde kant, misbruikt Panorama Dus het kan, maar het werkt alleen met een planmatige aanpak en harde afspraken. En als je snel begint. Het Panorama is 28 november gepresenteerd. We wachten nog altijd op een inhoudelijke reactie van Provinciale Staten en de gemeenteraden. Ondertussen dendert het proces rond oeververbinding en gebiedsbod door. En daarin wordt juist het omgekeerde gedaan van wat we in het Panorama hebben opgeschreven en in de drie voorbeelden hierboven laten zien: grote investeringen in mobiliteit, wonen en economie, maar niet in landbouw, landschap en natuur. Het gevolg is verder verlies in plaats van behoud van biodiversiteit. Dit verkopen als ‘integrale aanpak’ en ‘gebaseerd op het Panorama’ is handig maar strooit bewoners zand in de ogen, is oude politiek, misbruikt het Panorama en is dus een klap in het gezicht van participatie en de Omgevingswet. d
O
nderstaande kaart en tientallen andere documenten over de 2250 ha NNN staan hier: https://www.krimpenerwaard. nl/inwoners/documenten-bestemmingsplan-natuurgebiedenveenweiden-krimpenerwaard_42218/
WAARDVOGEL | APRIL 2019 37
Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel'
opvang van 07.00 tot 19.00 uur verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16) optimale zorg en aandacht ervaren en gediplomeerde leiding in landelijke en agrarische omgeving unieke accommodatie in voormalige koeienstal buitenspeelruimte in openlucht en overdekt natuur-educatieve visie en uitgangspunten
www.kinderopvangboerderij.nl potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht
0182-353183
Landschap – Cultuurhistorie – Ecologie Advies – Realisatie – Educatie “Wij willen doorpakken, zeggen wat wij doen en doen wat wij zeggen”. Wij kunnen u helpen door middel van: • Advies, inrichting en beheer (boeren) erf, landgoederen en natuurterreinen. • Adviseren, maken van bestekken en directievoering bij (her)inrichting van grote en kleine (natuur)terreinen. • Aanplant en onderhoud (hoogstam)fruitbomen. • Monitoren van natuurwaarden. • Leveren van streekeigen plantmateriaal en oude rassen fruitbomen. • Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap. info@bureau-schildwacht.nl www.bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424
Uw duurzame drukker in de Krimpenerwaard FSC® gecertificeerd en premium partner
Zoeken naar de kamsalamander! Marc van Bemmel, coördinator waterwerkgroep
In een eerder artikel voor de Waardvogel schreef ik al over de vraag of er nog kamsalamanders aanwezig zijn in de Krimpenerwaard. Om meer duidelijkheid te krijgen over de situatie gaat de waterwerkgroep in samenwerking met RAVON dit jaar onderzoek doen! De meest urgente aanleiding voor het onderzoek is de ophanden zijnde IJsseldijkversterking tussen Krimpen en Gouderak. Als hier nog kamsalamanders zitten willen we dat graag weten, zodat we die kunnen beschermen tijdens de werkzaamheden. d
D
e eerste stap in het onderzoek is het flyeren. RAVON heeft een flyer gemaakt die we langs de dijktracé’s van de Hollandsche IJssel en de Lek verspreiden. We doen dat omdat veel mogelijke plekken voor kamsalamanders op privé terrein liggen. Oude waarnemingen zijn gedaan langs de dijk tussen Ouderkerk aan den IJssel en Lageweg, langs de IJsseldijk Noord. Enkele historische waarnemingen in dit gebied dateren uit de periode 1970 tot 1989. Vanwege deze oude waarnemingen is eigenlijk het hele dijktracé potentieel gebied voor kamsalamanders. Ook langs de Lekdijk, grofweg tussen Lekkerkerk en Schoonhoven zijn er oude waarnemingen. Door bewoners te vragen op te letten op salamanders en waarnemingen door te geven is de kans dat we ze gaan vinden veel groter. Het is gewoonweg niet mogelijk om overal onderzoek te doen.
N
aast het flyeren gaat Ravon kijken bij de twee plaatsen waarvan waarnemingen bekend zijn: in de woonwijk bij De Korf in Krimpen aan den IJssel. Deze kamsalamanders zijn door een oud-bewoner geïntroduceerd en handhaven zich al zeker tien jaar in omliggende tuinen. Overigens is in deze tuinen ook de alpenwatersalamander aanwezig (ook uitgezet). De tweede plek is een privaat natuurterrein aan de Oudelandseweg bij Ouderkerk. In hoeverre deze kamsalamanders wild zijn is niet helemaal duidelijk. Ook hier gaat RAVON een bezoek brengen. Verder gaat de waterwerkgroep op een aantal plekken veldonderzoek doen en eDNA monsters nemen: we hebben budget voor 25 monsters. Met de eDNA methode wordt gekeken in hoeverre DNA van de kamsalamander in het water voorkomt. Als dit zo is, moet de soort nog aanwezig zijn. We zullen op basis van landschapskenmerken en in samenwerking met de experts van RAVON de bemonsteringslocaties kiezen; de analyseresultaten moeten dan uitsluitsel geven. De eDNA analyses worden door Orvion in Stolwijk uitgevoerd.
Op dit moment vermoed ik dat de kans dat we nieuwe locaties met kamsalamanders vinden klein is. Àls we ze vinden verwacht ik ze langs de Lekdijk bij Bergambacht en tussen Ammerstol en Schoonhoven. Hier zijn oude tuinen met boomgaarden aanwezig; bovendien lijken er in dit gebied nog weinig Amerikaanse rivierkreeften te leven die immers alles opeten. Maar het blijft ook op andere plekken mogelijk: de Krimpenerwaard is groot en heeft veel kleinschalige landschapselementen. Als we nog kamsalamanders vinden, dan is het zaak om de populaties goed te beschermen. Daar zal de waterwerkgroep zich dan ook voor inzetten. Belangrijk is: groot, schoon en (vrijwel) vis- en kreeftvrij voortplantingswater zodat broed groot kan worden, met foerageer gebied (bosschages) en overwinteringsplaatsen (houtstapels, stenen, oude schuurtjes, rommelhoekjes) in de directe omgeving.
W
at kunt u doen? Vooral met ons meezoeken! Kijk eens ‘s avonds in het donker met een zaklamp in een vijver of poeltje in de tuin. Grote kans dat je salamanders ziet zwemmen, waaronder misschien zelfs de kamsalamander. Ook zitten ze graag onder losse boomstammetjes, tegels of rommelhoekjes die in de buurt van vijvers of sloten liggen. Dit zijn ideale verstopplekjes voor salamanders. Wie denkt een kamsalamander te hebben gevonden, doet er goed aan de buik te bekijken. Die is opvallend geel tot oranjerood met een onregelmatig patroon van grote zwarte vlekken. De kleine watersalamander, die overal redelijk algemeen voorkomt, kan gemakkelijk worden verward met de kamsalamander. Kijk voor de kenmerken ook op de NVWKsite onder ‘Nieuws’ van april ‘18. Als u een salamander ziet, maak dan een foto en stuur die dan door: waterwerkgroep@nvwk.nl. Meedoen in het onderzoek naar de kamsalamander? Geef je op voor de waterwerkgroep: waterwerkgroep@nvwk.nl. d
Kamsalamanders, links vrouw, rechts man met grote kam; foto: Jelger Herder
WAARDVOGEL | APRIL 2019 39
Duurzaamheid en de eenzijdige interpretatie uit economisch belang Joke Colijn, bronnen: www.pbl.nl; www.livescience.com, tab Planet Earth Het is opvallend hoe vaak het begrip duurzaamheid of een afgeleide daarvan wordt gebruikt om economische belangen te rechtvaardigen. Het zelfstandig naamwoord ‘duur’ in de zin van ‘periode, lengte, termijn, tijdsduur’ wordt uitgelegd als het bijvoeglijk naamwoord ‘duur’ in de zin van ‘kostbaar’, gerelateerd aan geld. Een duurzame investering (bijvoorbeeld in zonnepanelen) betekent dan alleen nog maar dat een investering ook financieel iets oplevert, met name op termijn. En daar gaat het fout. d
O
p de site van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) staat het volgende: “Duurzame ontwikkeling is een ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie, zonder de behoeften van toekomstige generaties, zowel hier als in andere delen van de wereld, in gevaar te brengen, aldus de definitie van de VN-commissie Brundtland uit 1987. In het Brundtland-rapport ‘Our common future’ wordt een verbinding gelegd tussen economische groei, milieuvraagstukken en armoede- en ontwikkelingsproblematiek. Het rapport stelt dat armoede een belemmering vormt voor duurzaam gebruik van de natuurlijke omgeving en dat integratie van natuurbehoud en economische ontwikkeling nodig is voor duurzame ontwikkeling. Bij duurzame ontwikkeling is dus sprake van een ideaal evenwicht tussen ecologische, economische en sociale belangen. Alle ontwikkelingen die op technologisch, economisch, ecologisch, politiek of sociaal vlak bijdragen aan een gezonde aarde met welvarende bewoners en goed functionerende ecosystemen, zijn duurzaam.” People, Planet, Profit, de bekende drie P’s.
wonen, worden nu en komende jaren gesloopt en de aannemers bouwen de mooie nieuwe huizen muis- en luchtdicht. Alle gaatjes en spleetjes onder de daklijst en tussen de pannen moeten dicht, dan kan er geen warmte ontsnappen. En ook geen gierzwaluw meer in. En geen mus of spreeuw meer onder de dakpannen broeden. En huiszwaluwen onder de dijklijst zijn ook niet meer welkom want die poepen. Hier zie ik geen evenwicht tussen sociaal belang, economie en ecologie; ik zie woonwijken die steeds stiller en natuurarmer worden, en ik zie alleen voordeel voor de projectontwikkelaar en de bouwer. Niet zozeer financieel, want vogelvides kosten slechts een paar euro per strekkende meter en dan is er wél ruimte voor bijvoorbeeld huismussen onder de pannen. En aan een paar gierzwaluwdakpannen gaat een ondernemer ook niet failliet. Nee, duurzaam denken is gewoon ‘lastig’! Van tekenaars wordt niet verwacht dat ze groene belangen meenemen in hun ontwerpen en de planner wil niet eens nádenken over een kleine aanpassing, zeker als het project al groen licht heeft gekregen. Tijd is geld is de maatstaf. En dat vind ik heel erg.
V
M
H
D
erderop staat: “Onder het begrip ‘duurzaamheid’ kan men veel verstaan.” Dat hadden we al begrepen. Maar nog verder staat: “Duurzaamheidskeurmerken richten zich op welzijn van mens en dier, eerlijke handel en natuur en milieu.” Zulke keurmerken zijn bijvoorbeeld Fairtrade, Rainforest Alliance, en Forest Stewardship Council (FSC) of PEFC (Programme for the Endorsement of Forest Certification) voor hout uit duurzaam beheerde bossen. Deze keurmerken helpen ons om verantwoorde producten te kiezen. Kort en goed: In een maatschappij die zich richt op duurzaamheid zijn ecologische, economische en sociale belangen in evenwicht. Duurzaamheid gaat over de maatschappelijke normen en waarden die achter de keuzes liggen die we maken. We zien in de praktijk dat de keuze voor Profit (economisch belang) nog steeds het zwaarst weegt en zelfs het jasje van bijvoorbeeld het belang van energietransitie draagt zonder dat de andere P’s evenredig meewegen in zo’n plan.
et klimaatakkoord van Parijs omvat wereldbrede afspraken over de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energiebronnen, over besparing, CO2-afvang en verbetering van luchtkwaliteit. Het betekent dat ook wij in onze maatschappij en in onze directe omgeving een opdracht hebben om de doelen van de zogenaamde energietransitie in 2030 te halen. In dit verband is het een logische stap om niet alleen in breed verband te kijken naar wat die schonere energie en energiebesparing ons financieel en in milieutermen opleveren, maar ook eens dichtbij naar onze eigen leefomgeving waarin die transitie moet worden doorgevoerd. Zo zijn er woningbouwverenigingen die in het kader van de energietransitie spouwmuren isoleren (dat is prima) waarin vleermuispopulaties overwinteren (dat is pech). Ze hangen tevoren wel een kastje aan de buitenmuur omdat dat moet volgens de regelgeving, met als doel dat de vleermuizen daarin kunnen gaan zitten. Maar er staat geen bordje bij in vleermuistaal wat er gebeurt als ze na het foerageren gewoon terugkruipen in de bekende comfortabele spouwmuur. Hele wijken waar behalve mensen ook vogels, bijen en vleermuizen 40
WAARDVOGEL | APRIL 2019
aar duurzaamheid is niet alleen de verantwoordelijkheid van bedrijven of overheden. Duurzaamheid betekent ook dat je nadenkt op je eigen vierkante meter over hoe je omgaat met klimaatverandering, milieu en sociale problematiek. Wil je toch die betontuin of creëer je wat groene ruimte om je huis om het water uit plensbuien beter op te vangen, minder hittestress te ervaren en je bij wat groen ook nog beter te voelen? Het betekent ook dat je nadenkt over de consequenties van gifgebruik: als je die buxusmotlarven allemaal dood spuit zijn er misschien koolmezen die ze opeten, of voeren aan hun jonkies in dat schattige broedhokje aan de schuur... En over de bananen die je koopt in de supermarkt, en de melk van boeren die wel hun best doen voor natuur en milieu en die de paar centen die dat pak extra kost, meer dan verdienen. En over afval scheiden, minder printen en korter douchen. Je kunt overal en altijd het verschil maken.
uurzaamheid heeft betrekking op de aarde die je achterlaat voor je kinderen. We bepalen zelf hoe die er uit ziet door hoe wij in het leven staan. Als als we zo doorgaan, trekt de aarde, de ‘Planet’, aan het kortste eind van de drie P’s en dat heeft al direct z’n weerslag op de kwaliteit van ons eigen leven. Duurzaam en bewust leven is het waard om je voor in te spannen, gewoon op je eigen kleine plekje op aarde. Want wie wordt er nou niet vrolijk van mussen in z’n tuin en onder z’n dak, of van gierzwaluwen die gierend van de pret hun avondrondje scheren door de straat, of van vleermuizen die in het schemerlicht jagen over de sloot terwijl je aan een glas wijn op je terras zit? Ik heb het hier nog maar niet over allesomvattende zaken als het verdwijnen van de grootste en oudste bossen op aarde, of het leegvissen van de zee, uit puur winstbejag. Een schokkende quote van Live Science: “Since humans appeared on earth 77% of all wilderness is lost. 10% occurred since 1990.” Dit is geen ver-van-ons-bed-show, maar een directe bedreiging ook voor ons welzijn hier. Denk niet gelijk dat je daar toch niks aan kunt doen. Maar daarover een volgende keer. d Bronnen: www.pbl.nl; www.livescience.com, Planet Earth
Boer en Natuur dag
Tekst en foto: MariĂŤlle Oudenes, gebiedscoĂśrdinator van het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard (ACK) Op 4 mei as. van 11.00-16.00 uur organiseert Agrarisch natuurbeheer vereniging Weidehof Krimpenerwaard in samenwerking met de NVWK de Boer en Natuur dag. Op deze dag zijn een aantal boerenbedrijven die zich bezighouden met natuurbeheer opengesteld. Deze bedrijven in Stolwijk zijn nauw betrokken bij weidevogelbeheer en werken aan het vergroten van de biodiversiteit in onze mooie Krimpenerwaard. U bent welkom om dit met eigen ogen te zien langs een mooie (fiets)route; de bedrijven zijn te herkennen aan een Weidehof vlag langs de Koolwijkseweg en de Benedenheulseweg.
D
e Boer en Natuur dag geeft u de kans hun bedrijf te bekijken en te ervaren welke verrassend mooie dingen onze polders te bieden hebben. Wat denkt u van een heuse weidevogelsafari om de Big Five van de Krimpenerwaard te spotten? Herkent u de verschillende geluiden van de weidevogels of vindt u hen met de verrekijker als ze tussen het gras op een vochtig stuk weiland lopen? Misschien spot u wel een gruttogezin met kuikens!
D
e Krimpenerwaard heeft een uniek veenweidelandschap met kilometers lange sloten. De diversiteit van planten in de slootkant is enorm, kom kijken en verwonder u over de grote aantallen verschillende soorten die er groeien en bloeien. Deze diversiteit is ook terug te vinden in het water. Ontelbaar veel waterdiertjes leven in een gezonde poldersloot. Nieuwsgierig geworden? De schepnetjes liggen voor u klaar!
D
e hoofdlocatie is bij Kees en Esther Verhagen, Koolwijkseweg 47, Stolwijk. Omdat wij streekproducten een warm hart toedragen zijn daar op de Boer en Natuur dag diverse producten uit onze waard te verkrijgen op een mini-markt, er zijn informatiestands over de activiteiten en projecten van Weidehof en de NVWK, u krijgt uitleg over weidevogelbescherming anno 2019, er is een springkussen en uiteraard denken we ook aan iets lekkers. d
WAARDVOGEL | APRIL 2019 41
Hoe schoon is jouw watertje? Waterdiertjes vangen voor de Nationale Waterdiertjestelling Marc van Bemmel en Joke Colijn De NVWK kreeg via contacten bij de waterschappen een uitnodiging om mee te doen aan de Nationale Waterdiertjes telling 2019, die plaatsvindt in de Week van Ons Water. Dit vinden wij zo’n leuk project dat de waterwerkgroep hier gelijk een activiteit aan heeft gekoppeld op zaterdag 11 mei. Dan gaat er op drie verschillende locaties gevist worden en iedereen kan meedoen. Zie hiervoor de Even Noteren op pagina 4. Gewapend met een schepnet en smartphone kan nu iedereen de biologische waterkwaliteit in kaart brengen. Iedereen die waterdiertjes vangt en deze invoert op www. waterdiertjes.nl krijgt onmiddellijk een kwaliteitsscore van 1 tot 10 op het scherm. Bovendien wordt de waarneming met een kleur op de kaart gepubliceerd waarmee de gegevens voor iedereen toegankelijk zijn. d
D
e Nationale Waterdiertjestelling De telling vond voor het eerst plaats in 2018. In de periode van mei tot en met oktober zijn op ruim 300 locaties, verspreid door heel Nederland, meer dan 350 bemonsteringen verricht. De resultaten zijn in februari 2019 gepubliceerd in een artikel op Nature Today. Wetenschapper Edwin Peeters van Wageningen University & Research (WUR) legt in dit artikel de meetgegevens van professionals naast de waarnemingen van vrijwilligers op www.waterdiertjes.nl. Hij concludeert dat de regionale waterbeheerders www.waterdiertjes.nl kunnen gebruiken als bron voor aanvullende informatie over de kwaliteit van hun gebied.
W
aarom zijn metingen van burgers belangrijk? De Waterdiertjestelling is een Citizen Science project. Dat wil zeggen dat burgers onderzoek doen en bijdragen aan kennis over de ecologische waterkwaliteit. Alle metingen die worden ingevoerd op www.waterdiertjes.nl zijn direct openbaar toegankelijk en iedereen kan de resultaten via de website op de kaart bekijken of als tabel downloaden. De campagne in 2018 heeft laten zien dat de kracht van Waterdiertjes.nl zit in zijn eenvoud. Die wordt gewaardeerd door vrijwilligers maar ook door waterschappen, van ecoloog tot bestuurder, en door andere professionals die zich bezig houden met waterkwaliteit. Zo wil het Planbureau voor de Leefomgeving de gegevens van Waterdiertjes. nl gebruiken voor de Ex-Ante evaluatie van de Kaderrichtlijn Water (KRW) in 2020.
W
at kan een waterschap dan met de gegevens? Hieronder enkele voorbeelden zoals die door ecologen van waterschappen worden genoemd. - Blinde vlekken invullen Waterbeheerders houden via monitoring de waterkwaliteit nauwgezet in de gaten. Toch is deze monitoring niet gebiedsdekkend en zijn er blinde vlekken in de informatievoorziening. Dit geldt met name voor oppervlaktewater in de bebouwde kom en voor de haarvaten van het watersysteem in het landelijke gebied. De campagne van 2018 laat zien dat Waterdiertjes.nl voor deze wateren welkome aanvullende informatie levert. - Waterpareltjes koesteren - Knelpunten oplossen Waterdiertjes.nl berekent de waterkwaliteit op een schaal van 0 tot 10. De uitkomsten van deze berekening hebben vooral een signalerende functie. Hoge waarden kunnen wijzen op ‘waterpareltjes’ om te koesteren. Lage waarden kunnen knelpunten voor nader onderzoek laten zien. - Trends volgen Door brede inzetbaarheid is Waterdiertjes.nl geschikt voor het
42
WAARDVOGEL | APRIL 2019
volgen van meerjarige trends in waterkwaliteit en ook, tot op zekere hoogte, de biodiversiteit. - Gerichte campagnes Door de laagdrempeligheid kunnen betrekkelijk eenvoudig veel landelijke of regionale gegevens worden opgehaald. De resultaten kunnen behalve gericht op de waterkwaliteit ook inspelen op actuele thema’s zoals bijvoorbeeld de achteruitgang van insecten, natuur in de stad (stadsrefugia), klimaat en verdroging of de verspreiding van exoten als de Amerikaanse rivierkreeften.
H
oe werkt het? Met een schep vang je (bij voorkeur minimaal 50) waterdiertjes en verzamel ze in een witte bak of teiltje. Wit, omdat je de diertjes dan goed kunt zien en ze tellen. Je voert ze in door op je smarthone of tablet de website www.waterdiertjes.nl te openen. Zie je op de plek waar je staat al een meetlocatie op de kaart? Dan klik je op ‘nieuwe meting’ om je meting toe te voegen. Zo niet, dan klik je op ‘nieuwe meetlocatie’. Zoek één van de diertjes in je bak op in de lijst en klik er op. Tel alle diertjes van die soort in je bak. Kies daarna een ander diertje om te tellen. Na invoeren krijg je gelijk een kwaliteitsscore van 1 tot 10 te zien van het water waarin je gevist hebt, op basis van soorten en aantallen diertjes die je hebt gevangen. In schoon water leven veel verschillende soorten diertjes. In vervuild water kunnen alleen bepaalde diertjes overleven en soms zitten er daar juist heel veel van in. Je waarnemingen zijn voor iedereen zichtbaar op de kaart, klaar om te gebruiken. Door mee te doen, help je de onderzoekers en waterschappen om te zien waar nog maatregelen nodig zijn om het water schoner te maken. Dat is belangrijk, want hoewel de waterkwaliteit sinds de jaren 60 sterk is verbeterd, voldoen de meeste wateren nog niet aan de eisen van de KRW. Het gaat op veel plekken niet goed met de biodiversiteit. Amfibieën en veel insecten zoals libellen, haften enz. zijn afhankelijk van water omdat hun larven daarin leven. En jonge vissen eten weer die larven en andere waterdiertjes om groot te kunnen worden.
A
an de slag op 11 mei tijdens de Week van Ons Water Uiteraard kun je de sloot achter je huis tellen voor deze meting - graag zelfs. Ook de waterwerkgroep gaat tijdens de Week van Ons Water op drie verschillende locaties met belangstellenden waterdiertjes vangen. Kies een locatie en neem vooral uw (klein) kinderen mee! Zie hiervoor pagina 4. Zoekkaarten, teiltjes en een aantal netjes zijn aanwezig, maar neem ook eigen netjes mee en tablet of smartphone. Bronnen: www.waterdiertjes.nl; Factsheet voor waterschappen; www.globenederland.nl d
Voor al uw boekhoudzaken, belastingadviezen, belastingaangiften en loonadministraties Ook over uw privĂŠ-aangiften geven wij u graag advies.
Hof ter Bergen 23-1 2861 DR BERGAMBACHT
Telefoon : 0182 - 351240 Fax : 0182 - 354494 E-mail : info@verwaaladministratie.nl
reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan!Reis met ons mee! E in
Reisgids 2016
jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi
www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 20 30 • E info 100+ groepsreizen 22 fotoreizen 55 expeditiecruises 20 weekenden in Nederland
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN IN 2019 EN 2020: Fotoreis Lesbos € 1395,25 april ‘19
Engeland - Farne Islands € 950,24 & 28 mei, 1, 5 en 9 juni
Borneo € 4795,6 november ‘19
Kazachstan € 3195,30 april ‘19
Fotoreis Spitsbergen € 1895,16 juni ‘19
Colombia € 5150,26 november ‘19
Georgië € 2245,6 mei ‘19
West-Papoea Paradijsvogels € 7250,15 juli ‘19
Bulgarije € 1550,9 mei ‘19
woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt e of feestelijke bijeenkomst. etverbinding zijn aanwezig. t complete maaltijden of buffetten. eid in eigen keuken. Bel ons voor:
Brazilië € 5295,22 augustus ‘19
Estland € 1595,12 mei ‘19
Expeditiecruise Oost Groenland Vanaf € 2950,17 september ’19 Nu met 20% korting!
Armenië € 1895,19 mei ‘19 Finland en Varangerfjord € 2495,20 mei ‘19 Mallorca € 1545,20 mei ‘19
Atlantic Odyssey 2020 29 maart 2020 / v.a. € 5850,-
Vraag naar onze speciale actie!
www.birdingbreaks.nl ( 020) 779 20 30 info@birdingbreaks.nl
“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t woensdag, vrijdag en zaterd