Waardvogel 58e JAARGANG | NUMMER 4 | SEPTEMBER 2019 WWW.NVWK.NL
Grote gele kwikstaart
8
Insecten in de Krimpenerwaard
12
Landbouw, natuur en stikstof
16
broedt voor het eerst in de Krimpenerwaard foto
Een introductie
va
n
de
maa nd
Een halve eeuw tobben, hoog tijd voor een echte oplossing
Namen, telefoonnummers en e-mailadressen Bestuur
Voorzitter Secretaris Penningmeester Algemeen adjunct Coördinator plantenwerkgroep Coördinator vogelwerkgroep Coördinator PR
Jaap Graveland, jaap.graveland@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX Frans van der Storm, info@nvwk.nl XX XXXXXXX Boschpolderstraat 14, 2807 LJ Gouda Jan de Boer, penningmeester@nvwk.nl XX XXXXXXX bankrekening NVWK: NL82 RABO 0127 2948 80 Vacant Stef van Walsum, planten@nvwk.nl XX XXXXXXX Vacant Joke Colijn, j.j.colijn@gmail.com XX XXXXXXX XX XXXXXXX
Werkgroepen Redactie Waardvogel voor kopij Maria Spruit en Joke Colijn, nvwkredactie@gmail.com XX XXXXXXX XX XXXXX Foto’s t.b.v. de website Redactie, nvwkredactie@gmail.com Werkgroep Ruimtelijke Ordening Ton de Groot, werkgroepro@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator vlinders- en libellen- werkgroep Gabrielle Heuvelman, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator weidevogelbescherming Klaas de Mik, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX XX XXXXXXX Assistent weidevogelbescherming Joep Vermaat, weidevogels@nvwk.nl Coördinator werkgroep landschaps- onderhoud Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator wintervogeltellingen Peter Berger, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Hans Kouwenberg, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator uilenwerkgroep Stefan van der Heijden, uilenwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator erfvogelwerkgroep Jaap Graveland, erfvogels@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX Coördinator zwaluwenwerkgroep Nico van Dam, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator jeugdwerkgroep Kees Janssen, jeugd@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator Knotgroep Krimpen Jos de Nood, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx XX XXXXXXX Coördinator roofvogelwerkgroep Henk Visser, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Jaap Jan Leeuwenburgh, roofvogelwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX Coördinator waterwerkgroep Marc van Bemmel, waterwerkgroep@nvwk.nl XX XXXXXXX XX XXXXXXX
Andere belangrijke instanties Dierenambulance Gouda e.o. Dierenbescherming Afdeling Krimpenerwaard Meldpunt m.b.t. milieu en de jacht Politie Hollands Midden, Regionaal Milieu Team Melden van zwerfvuil Contact opnemen met de gemeente Krimpenerwaard Meldpunt Laagvliegen Krimpenerwaard Vogelasiel Vogelklas Karel Schot Meldpunt klachten onderhoud sloten, Hoogheemraadschap van Schieland en de bermen of dijken Krimpenerwaard, info@hhsk.nl Milieutelefoon Bij verstoringen van de natuur Illegale (roof)vogelvervolging Melden via www.natuurverstoring.nl of bij de politie Onderzoek doodsoorzaak dieren Dutch Wildlife Health Centre www.dwhc.nl/meldingsformulier Meldpunt invasieve plantensoorten In bermen N-wegen ter bestrijding en monitoring: zuidholland@pzh.nl
0182 529059 0180 510984 0900 8844 140182 010 4733333 010 4857847 010 4537356 0888 333555 0900 8844
Lid worden? Wilt u actief deelnemen aan de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard of wilt u de doelstellingen van onze vereniging steunen, word dan lid. Op onze website kunt u alles over ons vinden, wat we doen en waar we voor staan. Meld u aan op www.nvwk.nl onder ‘de vereniging’, of stuur een e-mail naar info@nvwk.nl met uw gegevens. U kunt ook de secretaris bellen: 06 55812250. Zie de colofon voor de diverse lidmaatschappen.
2
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
Colofon
Van de voorzitter
De Waardvogel ISSN 1384-8240 Jaargang 58 verschijnt 5 x per jaar, februariapril-juni-september-december
Jaap Graveland
De meesten van ons zijn weer terug van vakantie. Het was zoals gebruikelijk een vrij rustige periode voor de vereniging en het bestuur. Met deze keer wel twee belangrijke positieve besluiten voor natuur en landschap in de Krimpenerwaard: op 16 juli het besluit van Oplage de regionale overheden om te kiezen voor een oeververbinding naar 975 exemplaren Feijenoord/De Esch, in plaats van eentje tussen de Krimpenerwaard E-mail redactie en Ridderkerk. En op 27 augustus kon ik namens de NVWK de Joke Colijn intentieverklaring ondertekenen voor de vorming van een beheercollectief voor het beheer van de Maria Spruit 2250 ha NNN-gebied in de Krimpenerwaard. Best een gedenkwaardig moment na bijna 25 jaar nvwkredactie@gmail.com plannenmakerij en discussie. Max Ossevoort heeft er veel werk voor verzet en daarvoor werkte Arie Website www.nvwk.nl Dorsman mee aan het toengeheten Veenweidepact. We zullen er nog vaak over gaan berichten. www.facebook.com/denvwk/ En we hebben er weer een nieuwe broedvogel bij. Toen ik er van hoorde dacht ik gelijk: je zou het https://twitter.com/denvwk nooit raden, maar als je het weet zeg je: “O ja, best wel logisch eigenlijk”. Erik Kleyheeg laat jullie nvwk.nl zijn ontdekking meebeleven op pagina 10. Een andere heel belangrijke ontwikkeling is het ongeldig verklaren van het Programma Aanpak Secretariaat & ledenadministratie Stikstof door de Raad van State. Hoewel onze boeren maar een betrekkelijk klein aandeel in de Frans van der Storm stikstofuitstoot leveren, hebben ze er wel last van. Voor beweiden en bemesten is nu een vergunning Boschpolderstraat 14 2807 LJ Gouda nodig en het creëert extra onzekerheid terwijl de boeren al veel over zich heen krijgen. Ik hoop dat info@nvwk.nl de politiek nu eindelijk eens een aanpak kiest die én de boeren én de natuur een goede toekomst geeft: ‘never waste a good crisis’. Contributie per kalenderjaar € 5,- voor een jeugdlidmaatschap, Onze inspanningen om nieuwe bestuursleden te zoeken hebben nog geen resultaat opgeleverd. één kind t/m 16 jaar Thirza Bronner die zich in de vorige Waardvogel al had voorgesteld moest zich onverwacht toch € 17,- voor een basislidmaatschap afmelden. Maar er zijn meer wegen naar Rome. Een aantal mensen is bereid de rol van coördinator € 22,- voor een gezinslidmaatschap op zich te nemen, zonder in het bestuur te gaan. Meer daarover in volgende Waardvogels. Jaap Oosterom, een van onze aanstormende talenten/topwaarnemers gaat zich inspannen om vier Bankrekeningnummer NL82 RABO 0127 2948 80 vogelexcursies per jaar te laten plaatsvinden. Een excursie is denk ik de beste manier om kennis te maken met de vereniging en de natuur dus we zijn erg blij dat Jaap dit op zich wil nemen. Lid worden U kunt lid worden via www.nvwk.nl Nog een valreepnieuwtje voor het ter perse gaan van deze Waardvogel: de Ouderkerkse visarend of door een e-mail met uw gegevens is weer ‘thuis’. Gijsbert Mourik was de eerste die hem zag in een hoogspanningsmast in de buurt te sturen naar info@nvwk.nl van de hoge boom die hij gebruikt als uitkijkpost. We gaan er tenminste van uit dat het dezelfde visarend is. Inmiddels zijn er meer gesignaleerd, dus 100% zeker is Op de voorpagina het niet. Kolgans, In deze Waardvogel staan veel enthousiaste verslagen van excursies foto: Anita Meelenboer Foto van de maand: en activiteiten, aangeleverd door leden. Dat betekent dat die acties Vlasbekje, gewaardeerd worden; wat ons betreft voeren we het aantal op, foto: Jan Willem de Jong zeker voor die waarbij kinderen mee kunnen. Dus wie initiatief neemt, krijgt een platform! We hopen jullie natuurlijk te zien bij de Overname van artikelen Overname van artikelen uit dit blad activiteiten die leden organiseren. En als je zelf een idee of vraag is toegestaan met bronvermelding hebt over hoe je kan bijdragen aan het verenigingswerk, neem dan contact op met mij of met een van de andere bestuursleden. d Disclaimer Kopij aanleveren Vóór 15 januari, 15 maart, 15 mei, 15 augustus en 15 november
Artikelen of uitingen van derden in de Waardvogel geven niet noodzakelijkerwijs de mening van de redactie of van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard weer, maar zijn voor rekening van de auteurs, de geciteerden of de bron Drukkerij Efficiënta Krimpen aan den IJssel Zie advertentie Voor advertenties nvwkredactie@gmail.com Jaartarief (= vijf edities): 1/8 pagina: € 50,1/4 pagina: € 90,1/2 pagina: € 150,-w
In dit nummer
Belangrijke gegevens 2 Van de voorzitter 3 Even Noteren 4 Kolgans op de voorpagina 6 Vlasbekje, foto van de maand 7 Klussenbank: wie helpt mee? 8 Bijenorchis grote populatie ontdekt! 9 Grote gele kwikstaart 10 Insecten in de Krimpenerwaard 12 MIRT-besluit oeververbindingen 15 Landbouw, natuur en stikstof 16 Wulpen spotten in het Jaar van de Wulp 19 Insectenexcursie, op stap met Marco 20 Costa Rica 24
Bijzondere planten van Oostvoorne 26 De Vogelatlas is uit, deel 4 28 Junimorgen 32 De Amazone brandt... nou en? 33 Uilenexcursies 2019 zeer geslaagd 36 Hulp gevraagd voor de roofvogels 37 Intentieverklaring getekend 38 Dagje twitchen 39 In het zonnetje gezet 41 Bijeenkomst voor uilenkasthouders 41 Zeegvissen op de Zaag 42 Historische Waardvogels deel 3 43 Weidevogelseizoen 2019 45 Gemini College 46 d WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
3
Even noteren E
urobirdwatch Zaterdag 5 oktober 2019, 07.30-17.00 uur vindt het jaarlijkse Euro Birdwatch event plaats en wij doen daar aan mee. In 2019 wordt het voor de 26e keer georganiseerd. Vanaf 7.30 - 17.00 uur (afhankelijk van weer en trek) zal de trektelpost bij De Hoekse Sluis bemand zijn. Je kunt er voor kiezen de hele dag mee te doen of slechts een paar uurtjes, dat bepaal je zelf. En om 09.00 uur houdt Jaap Graveland daar een praatje voor jeugdige vogelaars over waarom tellen zo belangrijk is.
I
K
W
K
S
C
nventarisatie-ochtend waterwerkgroep Zaterdag 12 oktober, 09.00-12.00 uur - vissen en waterdiertjes. Ook geschikt voor de jeugd! Locatie: we starten bij de parkeerplaats bij De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude. We gaan onder andere kijken of we de grote modderkruiper kunnen vangen. Die is waargenomen bij de Snippejagerskade. Opgeven bij de waterwerkgroep: waterwerkgroep@nvwk.nl. intervogeltellingen Het weekend van 12 oktober 2019. Info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXX. laapplaatstelling grote zilverreigers Zaterdag 19 oktober 2019: 1e telling van aantallen grote zilverreigers op de bij ons bekende slaapplaatsen. Telling vindt plaats vanaf zonsondergang (18.38 uur) totdat het donker is. Voor deelname of info: vogelwerkgroep@nvwk.nl.
N L
acht van de Nacht Zaterdag 26 oktober gaan de lichten weer uit.
ezing over wilde planten en FLORON Woensdag 30 oktober, 20.00 uur. Willemien Troelstra coördineert inventarisaties van wilde planten in Rotterdam en wijde omgeving, en elders in het land. Ze organiseert excursies, cursussen en kampen en is actief in FLORON, de landelijke organisatie die het inventariseren van planten coördineert. Ze kan er boeiend over vertellen en laat met mooie foto’s zien welke soorten we in onze omgeving kunnen zien. Verder zal ze laten zien hoe je als beginner op weg geholpen kan worden, door deelname aan excursies, cursussen, etc. Kom luisteren en kijken op 30 oktober. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2, Berkenwoude. Zaal open om 19.30 uur.
L
andelijke Natuurwerkdag Zaterdag 2 november 2019, 09.00-13.00 uur: Natuurwerkdag 2019 in het Loetbos. De NVWK organiseert samen met Staatsbosbeheer een werklocatie in het Loetbos. In het Loetbos ligt de Idylle voor vlinders en bijen. Rondom deze Idylle zijn verschillende kleine en grotere klussen te doen. Welke? Er zijn oevers gemaaid. Het vrijkomende materiaal (gras/ hooi) moet worden verzameld op een grote hoop. Verder willen we kleine boompjes (berken en wilgjes) verwijderen die in de natuurvriendelijke oevers groeien en de groei van bloemrijke kruiden belemmeren. Dat verwijderen kan door uittrekken, uitsteken of afzagen. Er is ook een bos waar weer in gesnoeid moet worden. De vrijkomende takken worden in een takkenril
4
verwerkt in het bos. We starten om 9.00 uur en gaan door tot ongeveer 14.00 uur. De organisatie zorgt voor gereedschap, koffie en thee. En rond 13.00 uur is er een lekkere kop soep voor de deelnemers. Wel zelf je boterham of i.d. meenemen. Ook zelf mee brengen: een goed humeur, stevig schoeisel of laarzen en werkhandschoenen. Voor meer informatie en inschrijven/aanmelden, kijk op www. natuurwerkdag.nl (zoek op Loetbos). Er is ruimte voor volwassenen en een klein aantal kinderen van 8-16 jaar. Kinderen onder 12 alleen onder begeleiding van ouder(s).
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
notten en snoeien Roesteiland en Streekmuseum Zaterdag 2 november, 09.00-15.00 uur. Knotgroep Krimpen gaat aan de slag: snoeien bij het Streekmuseum Krimpen en knotten op het Roesteiland in Krimpen aan den IJssel. Informatie bij Jos de Nood: xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx. notten bij het Zuid-Hollands Landschap Zaterdag 2 november, 9.00 -13.00 uur. Knotgroep Krimpenerwaard werkt op een terrein van het Zuid-Hollands Landschap. Info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx of Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl. oördinatorenavond Op 6 november kijken we terug op het afgelopen jaar en ontvouwen we de plannen voor komend jaar met begroting. Zie ook de e-mail van 15 september van de secretaris. Inloop is vanaf 19.30 uur en we starten om 20.00 uur in de Bakkerswaal. Catering by Carla!
A
fsluitavond weidevogelseizoen Donderdag 7 november houdt de weidevogelwerkgroep zijn jaarlijkse afsluitavond van het seizoen. Inloop met koffie is vanaf 19.30 uur en om 20.00 uur beginnen we met de opening. De resultaten van het afgelopen seizoen zullen besproken worden en het weidevogelverslag zal dan klaar zijn om mee te nemen en natuurlijk zijn er de verkiezingen - zie pag. 44. Verder is het goed om elkaar te ontmoeten en ervaringen te delen. Deelnemende agrariërs en andere NVWK-leden zijn hartelijk welkom. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2 in Berkenwoude.
W
intervogeltellingen Het weekend van 16 november 2019. Info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXX.
K
notten en snoeien in Krimpen aan den IJssel Zaterdag 16 november 09.00-15.00 uur. Knotten e.d. met knotgroep Krimpen. Locatie: Therapeutisch centrum Smara, IJsseldijk West 15, Krimpen aan den IJssel. Informatie bij Jos de Nood: xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx.
B
roeken op de Elzenkade Zaterdag 30 november van 09.00-15.00 uur. Knotgroep Krimpen gaat broeken bij Heuvelman, aan de Tiendweg in Ouderkerk aan den IJssel. Informatie bij Jos de Nood: xxxxxxxxxxxxxxxx@xxxx.xx.
K
notten en snoeien aan de Opperduit Zaterdag 30 november, 09.00-13.00 uur. De Knotgroep Krimpenerwaard gaat knotten en snoeien bij de fam. Ooms, Opperduit achter 22. Toegang via oprit nr. 14 t/m 18. Dit adres doen we jaarlijks aan. Voor ieder wat wils: een grote boomgaard met hoogstamfruitbomen omgeven door wilgen. Werkadres onder enig voorbehoud, want op dit moment is nog niet bekend wie de (nieuwe) beheerdervandeboomgaardis.InfobijEdithKuijper,xxxxxxxxxxxx@ xxxx.xx of Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl.
L
andelijke Dag van Sovon Zaterdag 30 november 2019: De Landelijke Dag is hét jaarlijkse evenement voor alle vogeltellers en andere actieve natuurliefhebbers in Nederland. Ook een aanrader voor beginnende vogelaars. Een dag vol lezingen met topsprekers uit de wereld van vogelonderzoek en meer dan 80 stands met boeken (ook antiquarisch), verrekijkers/ telescopen/camera’s, organisaties voor natuurreizen en vogel- en natuurorganisaties uit heel Nederland. Je kijkt je ogen uit. Er gaan altijd wel NVWK-leden naar toe. We carpoolen. Info bij jaap.graveland@ nvwk.nl of vogelwerkgroep@nvwk.nl. Locatie: Congrescentrum De Reehorst in Ede.
L
ezing over slechtvalk en andere roofvogels Dinsdag 10 december, 20.00 uur. Een lezing door Martin Mollet. Martin is actief in de roofvogelwerkgroep van het Hoekschewaards Landschap en de landelijke Slechtvalkenwerkgroep. Hij inventariseert de roofvogels in de oostelijke Hoeksche Waard en de slechtvalken in de zuidelijke helft van Zuid-Holland en hij plaatst nestkasten. Zo heeft hij een nestkast aangebracht op een grote loods in de Stormpolder, waarin het plaatselijke slechtvalkenpaartje in 2018 met succes vier jongen groot bracht: het eerste broedgeval in de Krimpenerwaard. Martin neemt ons mee in de boeiende wereld van de roofvogels, en van de slechtvalk in het bijzonder. Een prachtige gelegenheid om nader kennis te maken met deze boeiende groep. En als je geïnspireerd raakt om zelf roofvogels te gaan inventariseren en meer wilt weten over voorkomen en gedrag in de Krimpenerwaard, dan kun je lid worden van onze roofvogelwerkgroep. De coördinatoren zijn op deze avond aanwezig. Locatie: De Zwaan, Kerkweg 2, Berkenwoude. Zaal open om 19.30 uur.
W
intervogeltellingen Het weekend van 14 december 2019. Info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXX.
K
notten en snoeien in Berkenwoude Zaterdag 14 december 09.00-15.00 uur gaat knotgroep Krimpen knotten en snoeien bij de fam. Van der Laan-van Rooijen, Zuidbroek 138, in Berkenwoude. Informatie bij Jos de Nood: xxxxxxxxxxxx@ xxxx.xx.
K
notten in Stolwijk Zaterdag 14 december, 9.00-13.00 uur. De knotgroep Krimpenerwaard gaat knotten bij de fam. Van Zeben aan de Benedenkerkseweg, nr. 133 in Stolwijk. De oude boerderij wordt omgevormd naar een prachtige woning. Op het land achter de boerderij houdt de familie wat dieren en er worden diverse landschapselementen in stand gehouden. We gaan werken aan een landje achter de boerderij. Info bij Edith Kuijper, xxxxxxxxxxxx@ xxxx.xx of Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl.
T
weede slaapplaatstelling grote zilverreigers Zaterdag 21 december 2019: telling van aantallen grote zilverreigers op de bij ons bekende slaapplaatsen. Telling vindt
plaats vanaf zonsondergang (16.29 uur) totdat het donker is. Voor deelname of info: vogelwerkgroep@nvwk.nl.
E
indejaars Plantenjacht Eind december of begin januari, 10.00-11.00 uur. Exacte datum en locatie volgt, ook op de site. Ook dit jaar organiseert FLORON weer de traditionele Eindejaars Plantenjacht. Onder leiding van onze plantencoördinator maken we een wandeling van één uur en noteren daarbij alle planten die in bloei staan. Van jong tot oud, ervaren of onervaren, iedereen is welkom! De resultaten geven we door via plantenjacht.nl. Mochten we er geen genoeg van krijgen, dan plakken we er nog een uurtje aan vast. We verzamelen om 10.00 uur. Later bijspringen/eerder afhaken kan altijd. Uiteraard kun je ook individueel bloeiende planten gaan tellen en invoeren. Een zoekkaart is te downloaden op de site bij FLORON.
N
ieuwjaarswandeling Reeuwijkse Surfplas Zaterdag 4 januari 2020 van 08.30 - ong. 12.00 uur. Naar goed gebruik lopen we begin januari het rondje Surfplas, weer of geen weer. We hopen uiteraard op leuke vogels op en om de plas. Startpunt is weer de parkeerplaats bij de plas en uiteraard is na afloop weer gelegenheid voor koffie of een warme kop soep in het Restaurant Paviljoen Reeuwijkse Hout.
K
notten in Krimpen aan de Lek Zaterdag 11 januari 09.00-15.00 uur. Met de knotgroep Krimpen knotten en snoeien bij Den Uyl, Molendijk 170, Krimpen aan de Lek. Informatie bij Jos de Nood: xxxxxxxxxxxx@xxxx.xx.
K
notten en snoeien in Berkenwoude Zaterdag 11 januari 09.00-13.00 uur bij de fam. Blokland, Westeinde 45, in Berkenwoude. Achter het perceel staan ca. 30 knotwilgen van zo’n 15 jaar oud en op het erf staat ca. 10 knotwilgen. Naast het huis ligt een oude boomgaard met 10 redelijk bijgehouden fruitbomen. De focus zal liggen op de knotbomen. Geen zwaar hout, maar stikken, zodat een goede kroon kan groeien en ze over 2-3 jaar geknot kunnen worden. Info bij Edith Kuijper xxxxxxxxxxxx@xxxx.xx of Patrick Heuvelman landschapwerkgroep@nvwk.nl.
R
oofvogeltelling Van 11 t/m 19 januari 2020 wordt door de roofvogelwerkgroep het aantal roofvogels geteld in de Krimpenerwaard, waaronder de overwinteraars. Voor informatie kun je mail sturen naar roofvogelwerkgroep@nvwk.nl of de coördinatoren bellen: Henk Visser, XX XXXXXXX of Jaap Jan Leeuwenburgh, XX XXXXXXX.
W
intervogeltellingen Het weekend van 18 januari 2020: Info bij Hans Kouwenberg, XX XXXXXXX of Peter Berger, XX XXXXXXX.
N
ogmaals knotten en snoeien bij de fam. Den Uyl Zaterdag 25 januari 09.00-15.00 uur. Met de knotgroep Krimpen naar Den Uyl, Molendijk 170, Krimpen aan de Lek. Informatie bij Jos de Nood: xxxxxxxxxxxx@xxxx.xx.
K
notten en snoeien bij de fam. Groos Zaterdag 25 januari 09.00-13.00 uur met de knotgroep Krimpenerwaard. Adres: IJsseldijk West 57, Ouderkerk aan den IJssel. We waren hier twee jaar terug. Knotbomen langs en achter het huis. Info bij Edith Kuijper xxxxxxxxxxxx@xxxx.xx of Patrick Heuvelman, landschapwerkgroep@nvwk.nl. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
5
Kolgans op de voorpagina Cor Oskam
Kolganzen (Anser albifrons) blijven vooralsnog echte trekganzen. Het zien van een lang lint kolganzen op een heldere ochtend ergens half oktober geeft het ultieme gevoel dat er op wijst dat de seizoenen gaan wisselen. Lange slierten vogels, vaak in een klassieke V-vorm in een bonkige lucht over de polders. Het lint van vogels volgen met je kijker om de brandganzen of aalscholvers er tussen uit te pikken. Het is altijd weer het feest van herkenning waar je een beetje blij van wordt. D
M
aar goed, er zijn ook tegenwoordig ook redelijk wat overzomeraars en vanaf 1980 kennen we de kolgans ook als broedvogel in Nederland, in vergelijking met grauwe gans en brandgans in relatief kleine aantallen. We hadden aanvankelijk broedgevallen in Friesland, rond het Sneekermeer maar ook in Zuid-Holland, in het bijzonder de Donkse Laagten in de Alblasserwaard en polder Lakerveld. In de Krimpenerwaard is in 2017 nabij Stolwijk een broedgeval geconstateerd en verder in polder Stein bij Reeuwijk. De totale populatie broedende kolganzen in Nederland wordt in de nieuwe SOVON broedvogelatlas geschat op 450 tot 700 paar. In de laatste jaren stijgt het aantal ongeveer met vijf procent per jaar nadat het jaren stabiliseerde. Als oorzaak hiervan wordt het verbod op het gebruik van levende lokganzen in oktober 1988 en het loslaten van deze vogels door jagers aangevoerd.
Bron illustratie: https://avibirds.com/
D
e kolgans valt binnen de groep grijze ganzen. Ze vormen buik. Door sommige taxonomen wordt deze vogel als een aparte die samen met de taiga- en toendrarietgans,kleine rietgans, soort beschouwd. De andere ondersoorten van de kolgans zitten grauwe gans en dwerggans. De dwerggans komt, ondanks zijn ver weg, in het oosten van Siberië, in Canada en in Alaska en die naam, wat kleed en formaat betreft dicht in de buurt van de zal je hier niet snel tegenkomen. kolgans. Dwergganzen zijn inderdaad gemiddeld iets kleiner maar je hebt enige overlap voor wat betreft het formaat tussen nze’ kolgans broedt op de Siberische toendra tussen beide soorten. Typische kenmerken voor de kolgans zijn de witte o.a. smellekens, ruigpootbuizerds, sneeuwuilen en bles op de snavelbasis en kop, de roze/oranje poten en snavel en slechtvalken, in een gigantisch gebied vanaf Kanin schiereiland de zwarte bandering op de buik bij adulte vogels. De jonge vogels in het westen tot aan Kolyma, Jakoete in het oosten van Siberië. missen deze zwarte bandering en zijn daardoor gemakkelijk te Afhankelijk van de winterse omstandigheden in de gebieden herkennen. Observatie in het veld geeft dan al snel een globaal start de kolgans doorgaans in het begin van juni met broeden. beeld van het broedsucces van deze vogels. De overwinteraars in Nederland worden momenteel geschat op De roep van ganzen is altijd lastig te omschrijven maar die van kolganzen klinkt wat ‘beschaafder’, muzikaler, meer ingetogen en minder rauw en hard dan bijvoorbeeld de roep van de grauwe gans. De kolgans kent vijf ondersoorten waarvan er één met enige regelmaat in het winterseizoen in Nederland te zien is. Het is de Groenlandse kolgans (A.a. flavirostris). Deze vogel, in alles een kolgans maar met een opvallende forse lange snavel. Verder voor wat het waard is, wat bredere zwarte bandering op de Twee kolganzen met halsbanden in een grote groep, foto: Cor Oskam
‘O
6
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
880.000 en 970.000 exemplaren, waarvan de meeste wel in Friesland verblijven.
E
r is veel onderzoek naar het gedrag, verspreiding en populatiedynamiek van kolganzen. Het is vrij gemakkelijk en ook leuk als vogelliefhebber om grotere groepen ganzen af te zoeken. Iedereen in het veld komt wel ganzen tegen met gekleurde halsbanden met inscriptie. Veel kolganzen vallen onder een gezamenlijk project geleid door Helmut Kruckenberg en Gerard Müskens. Via de site www.geese.org kan je de nummers van de halsbanden invoeren en krijg je een overzicht van alle waarnemingen van de specifieke vogel. De halsbanden van de vogels op de foto zijn in het vroege voorjaar van dit jaar afgelezen en op deze manier kan je de verspreiding goed volgen. Op 8 januari werden ze gezien nabij Zoeterwoude,
Een overzicht van terugmeldingen van kolganzen; bron: www.geese.org
op 26 januari nabij Etten-Leur in Noord-Brabant, op 23 februari in polder Keulevaart, Haastrecht en op 5 maart in polder Stein bij Reeuwijk. In augustus 2016 zijn op het eiland Kolguyev in de Barentszee door het Duits-Nederlandse expeditieteam van Kruckenberg en Müskens 18 kolganzen uitgerust met witte zenderbanden. Een van deze gezenderde kolganzen werd in hetzelfde jaar op 6 oktober als eerste terugmelding langs de IJssel in de Kop van Overijssel gezien. Een dag later werden er twee ganzen met zender in Duitsland teruggemeld en op 8 oktober een exemplaar tussen Oldeboorn en Tijnje in Friesland. Dus als je een halsband afleest, voer de code dan in op de site en je krijgt er gratis een mooi verhaal voor terug. D
Vlasbekje foto van de maand Maria Spruit
Het vlasbekje valt me altijd op. Het is een heel charmant plantje, waarvan de oranje-gele bloemen op die van leeuwenbekjes lijken. Vroeger werd vlasbekje ook wel vlasleeuwenbekje genoemd. De bladeren lijken op die van de vlasplant en daarmee is de naam verklaard. Vlasbekje doet het goed op foto’s, zoals de foto van Jan Willem de Jong laat zien. D
V
lasbekjes komen in heel Europa voor. De plant is heel algemeen op zandgrond, onder meer op ruderale plaatsen (ruigten, puinhopen), duinen en in wegbermen. Vlasbekje is een echte hommelbloem. Deze insecten zijn krachtig genoeg om de bloem open te maken en boven- en onderlip van elkaar te drukken. In de spoor vinden ze nectar, maar en passant krijgen ze stuifmeel mee dat ze bij bezoek aan een volgende bloem afgeven aan de stempels. Hierdoor vindt kruisbestuiving plaats. De bloem is er helemaal op gebouwd dat alleen hommels met lange tongen op bezoek komen; maar hommels met korte tongen bijten vaak een gat in de spoor. Ze kunnen dan van buitenaf direct bij de nectar. De bloem wordt dan niet bestoven en in feite bestolen. We noemen dit ‘inbraak’. Als vlasbekje nog niet bloeit en dus niet aan de fraaie bloemen te herkennen is, lijkt de vegetatieve plant nogal op wolfsmelken. Een gemakkelijke controle is uit te voeren door van de plant een blaadje af te plukken. Als er witte melk uitkomt, is het een wolfsmelk. Het vlasbekje is eetbaar. Nu zou ik niet zo snel een hap vlasbekbloempjes nemen, maar planten die eetbaar zijn mag je als garnering gebruiken op gerechten en dat spreekt me meer aan. Bron: http://www.floravannederland.nl D WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
7
Klussenbank: wie helpt mee?
De NVWK krijgt het steeds drukker. Dat is prachtig, want in de praktijk betekent het dat we als vrijwilligersvereniging meepraten bij de grote projecten die worden uitgevoerd in de Krimpenerwaard en daar het natuurbelang kunnen inbrengen, maar ook dat we uit eigen initiatief met projecten kunnen aankloppen bij de beide gemeenten, waterschap en provincie. Helaas schieten daardoor bepaalde klussen erbij in en hebben we voor de projecten extra handen nodig. Daarom hebben we een klussenbank opgericht; er staan ook klussen op de site onder Actueel. Vaak gaat het om kortlopende taken, soms komt een klus op herhaling. Wie helpt mee? D
Neem ons mee op excursie
Als je aardig thuis bent in een bepaald groen werkveld, of je kent een mooi natuurgebiedje, maak geïnteresseerden dan deelgenoot en neem ons een keer mee. Je hoeft echt geen specialist te zijn, samen komen we er wel uit, het gaat immers om de beleving! Maar ook als je wél ergens op gespecialiseerd bent is dit leuk. Neem contact op met Jaap Graveland, hij weet hoe je zoiets aanpakt en wij doen de PR. Hou je natuurgeheimen niet langer voor jezelf maar laat anderen meegenieten! Gegevens Jaap op pagina 2.
Gegevens uit oude Waardvogels invoeren Hans Kouwenberg bedacht dat alle waarnemingen in oude Waardvogels waardevolle informatie zijn voor het samenstellen van populatietrends. Dus scant hij al een jaar lang oude Waardvogels in. Hij heeft al hulp, maar wie nog meer helpt hem met het invoeren van een oude jaargang? Zie pag. 43.
BTS-tellen
Voor het weidevogelseizoen 2020 zoeken we nieuwe vrijwilligers, vooral BTS-tellers. Het gaat om twee dagdelen in april en mei, waarin je een polder volgens een logische route telt. Als je geluiden en gedrag van weidevogels kunt interpreteren, ben je onze man/vrouw. Je komt op plaatsen waar je alleen - of met een maatje - bent met de vogels, het is een heerlijke klus maar wel superbelangrijk om te weten het met onze weidevogels staat. We helpen je op hoe weg! Informatie bij Joke Colijn, contactgegevens op pagina 2.
Help! Rudi Terlouw zoekt een onderwerp
Wie krijgt ooit de kans om Rudi te adviseren? Grijp je kans en denk mee over een onderwerp voor zijn laatste artikel over de SOVON Vogelatlas! Zie pag. 28.
Logistiek regelaar van jeugdactiviteiten
Onze jeugd is een beetje klaar met knutselen, kids beleven liever avonturen en geef ze eens ongelijk. Nu hadden we bedacht dat ze best mee kunnen doen met activiteiten voor volwassenen, steeds met een andere NVWK-werkgroep. Dat is veel spannender en niet zo kinderachtig. De activiteiten bestaan dus al, maar dan moet er logistiek en vanuit het oogpunt van veiligheid nog wel het e.e.a. gebeuren voordat kids mee kunnen doen. Dat zal voor elke activiteit anders zijn, dus je moet soms wel een beetje creatief kunnen denken. Vanzelfsprekend sta je voor de uitvoering van je plan niet alleen. Wil je met ons sparren hoe dit vorm kan krijgen? Bel of mail Jaap Graveland, gegevens op pagina 2. 8
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
Wees de ogen en oren in je buurt
Bij verbouwingen, renovaties, groot tuinonderhoud of bij nieuwbouw gebeuren door onnadenkendheid soms kleine natuurrampjes die voorkomen hadden kun nen worden. Een boom met een duivennest die wordt omgehaald in het broedseizoen, een schuur die gesloopt wordt waarin vleermuizen overwinteren, renovatie van een huizenblok waar onder de dakpannen altijd gebroed wordt. Het is bij wet verplicht om rekening te houden met de fauna, onze werkgroep Ruimtelijke Ordening kent de regels. Er zijn bijna altijd eenvoudige oplossingen, daarbij helpt RO ook. Wandel je regelmatig een stukje (met de hond?) door je eigen kern of buurt, wees dan daar de oren en ogen van onze onderbezette werkgroep RO. Ook kun je de plannen van omgevingsvergunningen checken – het gaat immers om het groen, de vogels en de natuur in je eigen wijk! Bij acute problemen of toekomstige plannen: neem contact op met de werkgroep RO. Iedereen kent zijn of haar directe leefomgeving het best, het kost nauwelijks extra moeite en je helpt de natuur, jezelf en iedereen in je wijk. Laat weten dat je meehelpt: de gegevens van de werkgroep RO staan op pagina 2. Zo bouwen we een netwerk van natuurbewuste bewoners op in de Krimpenerwaard.
Een artikel over de wulp - laatste kans!
De wulp is ‘Vogel van het Jaar’ in 2019. Tot onze schrik merkten we dat daar nog geen informatief artikel over is geschreven in de Waardvogel. Wie neemt de pen ter hand? Het decembernummer is je laatste kans! De wulp is geen broedvogel meer in de Krimpenerwaard maar doet ons wel aan op een stop-over tijdens zijn jaarlijkse migratie naar broed- en overwinteringsgebied. We horen zijn mooie roep dan ook regelmatig en hij beleeft onderweg veel gevaarlijke avonturen. Stof genoeg dus! Laat even weten aan de redactie (zie pag. 2) als je dit een leuke uitdaging vindt.
Wie wordt ‘bebouwd gebied-consulent’?
Er gebeurt van alles bij renovaties en bouwprojecten dat de natuur schaadt. Niet altijd opzettelijk maar toch. We zoeken een adviseur/vraagbaak (m/v) die kan uitleggen hoe bij (ver)bouwprojecten met een beetje aandacht en zonder dat er veel extra kosten zijn, toch met vogels, vleermuizen e.d. rekening kan worden gehouden. Vertel instanties, bouwers, maar ook bewoners in het voortraject over het inventariseren wat er aan gevleugelde vrienden leeft in en rond het pand of in de wijk, geef advies over aanbrengen van vogelvides, vleermuiskasten e.d. bij sanering en nieuwbouw. Enige kennis van de Natuurwet is wel handig maar weet je vooral gesteund door een enorme vraagbaak aan allerlei specialisten in de vereniging. Met gezond verstand en een beetje tijd heb je al genoeg in huis om het verschil te maken, je kunt dit zo breed trekken als je wilt. Leuk! Info bij Jaap Graveland, pag. 2.
Bijenorchis grote populatie ontdekt! Tekst en foto’s: Stef van Walsum
Vorig jaar plaatste ik een bericht in de Waardvogel met de melding dat er een bijenorchis (Ophrys apifera)was gevonden in de Krimpenerwaard. Begin dit jaar kreeg ik een verrassend mailtje van een bewoonster langs de Lekdijk ten westen van Ammerstol. Tientallen bijenorchissen, in haar tuin! Ze nodigde me uit om eens langs te komen en de planten te bewonderen. D
H
alf juni, de tijd in het jaar dat de meeste orchideeën op hun hoogtepunt zijn, ben ik afgereisd naar Ammerstol. Toen ik naar het huis van de bewoonster liep, werd de locatie mij al meteen duidelijk: een stukje van het dijktalud was afgezet met een bordje “niet maaien!”. Ik werd hartelijk ontvangen door de bewoonster die mij meteen enthousiast de orchideeën liet zien. Ze vertelde me 39 bloeiende exemplaren te hebben geteld. Ook waren er nog een aantal planten die niet tot bloei zijn gekomen. Door het warme weer waren een aantal planten al uitgebloeid en soms niet meer zichtbaar. Elk exemplaar was zorgvuldig gemarkeerd met een stokje waardoor ze goed te tellen waren. De bijenorchissen groeien hier op de onderzijde van de Lekdijk. Volgens de bewoonster zijn ze hier spontaan verschenen en al enkele jaren aanwezig. Ze zijn sterk in aantal toegenomen. Waarschijnlijk hebben ze geprofiteerd van de dijkverzwaring enkele jaren geleden. De vegetatie op de dijk is plaatselijk vrij open met een lage vegetatie waar rood zwenkgras (Festuca rubra) domineert. Deze lage, open vegetatie is ideaal voor de bijenorchis die niet zo’n sterke concurrentiekracht heeft. Wanneer de vegetatie wordt overgenomen door concurrentiekrachtige soorten zoals glanshaver of Engels raaigras dan delft hij het onderspit en verdwijnt hij snel.
I
n de buurt van deze populatie zijn eerder bijenorchissen gemeld. Rudi Terlouw melde in 2011 via waarneming.nl drie exemplaren op de Lekdijk ten oosten van Ammerstol. Vorig jaar vond ik zelf een vegetatief exemplaar op nog geen 50 meter van de bewoonster haar tuin. Andere waarnemingen in de Krimpenerwaard zijn afkomstig van de Lekdijk bij Schuwagt, ook hier gaat het slechts om enkele vegetatieve exemplaren. De populatie in Ammerstol van Bewerkte botanische illustratie van bijenorchis (Ophrys maar liefst 39 bloeiende exemplaren is dus meteen de grootste populatie van apifera). Het origineel is van A.G. Dietrich; Flora regni borussici, bijenorchissen in de Krimpenerwaard! D vol. 11: t. 724 (1843), bron: http://wildebloemen.info
Bijenorchis (Ophrys apifera):
Alle exemplaren zijn zorgvuldig gemarkeerd met een stokje.
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
9
Grote gele kwikstaart broedt voor het eerst in de Krimpenerwaard Tekst en foto’s: Erik Kleyheeg
1
In het voorjaar van 2019 werd in polder Beneden-Haastrecht een broedgeval vastgesteld van een grote gele kwikstaart. Het is zeer uitzonderlijk dat deze soort tot broeden komt in de westelijke helft van Nederland. Het betreft dan ook voor zover bekend een nieuwe broedvogel voor de Krimpenerwaard. In dit artikel wordt het broedgeval beschreven. D
D
2
e grote gele kwikstaart is in de Krimpenerwaard een vrij talrijke doortrekker en schaarse overwinteraar (Avifauna van de Krimpenerwaard, editie 2017). In de winter wordt de soort vaak aangetroffen op boerenerven, waar blijkbaar relatief veel ongewervelde prooidieren te vinden zijn. In polder Beneden-Haastrecht overwinteren jaarlijks één tot enkele grote gele kwikstaarten, die normaal gesproken worden waargenomen van eind september tot eind maart. Dit voorjaar werd echter tot in de tweede helft van april met enige regelmaat een zingend exemplaar gehoord. Op dat moment ontstond het vermoeden dat er mogelijk sprake was van vestiging van een territorium. Op 4 mei werd een mannetje in broedkleed gezien met een snavel vol insecten. Op dat moment werd duidelijk dat er waarschijnlijk in de buurt een nest met jongen moest zijn.
I 3
n de volgende dagen werd vrijwel dagelijks foerageeractiviteit waargenomen van zowel een man als vrouw grote gele kwikstaart op een stuk kale grond (foto 1). Op 10 mei werd op basis van de vliegrichting een inschatting gemaakt van de mogelijke nestlocatie. Bij een bezoek aan het bewuste adres, een boerenerf langs de Provincialeweg west te Haastrecht, werd direct gealarmeerd door de oudervogels met voer in de snavel (foto 2). Met toestemming van de bewoners werd op een strategische plek gepost en binnen enkele minuten vlogen zowel het mannetje als het vrouwtje een schuur in (foto 3). Kort daarna kon het nest worden gelokaliseerd.
H
et nest bleek zich te bevinden op het kozijn van een ondoorzichtig raam. Een uiterst ongebruikelijke plek voor een soort die normaal gesproken broedt in de buurt van stromend water. In het nestje van droog gras zat een zestal jonge grote gele kwikstaarten van 9-11 dagen oud (foto 4). De jongen werden zeer regelmatig gevoerd met tussenpozen van slechts enkele minuten. Daarbij viel op dat beide oudervogels vaak tegelijkertijd de schuur in gingen om te voeren. Ze betraden de schuur meestal lopend en gingen dan op het dak van één van de twee geparkeerde auto’s in de schuur zitten alvorens naar het nest te vliegen. Vanwege de gevorderde leeftijd van de jongen en het risico dat ze uit het nest zouden springen bij verstoring, werd besloten om de jonge vogels niet op het nest te ringen.
4
10
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
O
p 13 mei werd ’s avonds het eerste uitgevlogen jong waargenomen. Eén van de oudervogels, het mannetje, bleef dicht in de buurt van het jong en was actief aan het roe-
pen. Bij benadering alarmeerde het mannetje fanatiek en bleef hij op korte afstand in een knotwilg zitten roepen. De jonge vogel vloog in een treurwilg en bleef onzichtbaar in de takken. Op 15 mei werden minimaal twee uitgevlogen jongen waargenomen (foto 5), wederom in het gezelschap van het mannetje (foto 6). De beide jonge vogels waren tot op enkele meters benaderbaar; het mannetje verdween kortstondig uit beeld toen hij achter een langs vliegende buizerd aan ging. In de middag werd het mannetje ook kort zingend gehoord.
D
e volgende dagen werden enkele pogingen genomen om de oudervogels en de uitgevlogen jongen te vangen om ze alsnog te ringen. Daarmee kan bij eventuele toekomstige broedgevallen worden vastgesteld of het om dezelfde vogels gaat. Op 18 mei werd het mannetje gevangen, geringd, opgemeten en gewogen (foto 7) en op 25 mei één van de jongen (foto 8). Met het oog op een mogelijk vervolglegsel werd het broedgeval nog enige tijd niet breed bekend gemaakt. Vanaf juni werden de vogels echter niet meer gezien en inmiddels is duidelijk dat er geen vervolglegsel heeft plaatsgevonden.
5
L
andelijk gezien is de grote gele kwikstaart een schaarse broedvogel met naar schatting 220-360 broedparen verspreid over de provincies Overijssel, Gelderland, Limburg en Noord-Brabant (Sovon Vogelatlas 2013-2015). In de winter verblijven 500-1000 individuen in Nederland en die zijn dan het meest talrijk in Zuid-Holland. In deze provincie heeft de grote gele kwikstaart echter, voor zover bekend, slechts tweemaal eerder gebroed. Dit betrof mogelijk één paartje dat in zowel 2006 als in 2007 broedde in natuurontwikkelingsgebied De Wollebrand te Honselersdijk in de gemeente Westland. Ook werd in 2007 een territorium vastgesteld in de buurt van Katwijk, maar of daar daadwerkelijk werd gebroed is niet duidelijk geworden (Van der Spek et al. 2008 in Limosa 81). De zeldzaamheid van de grote gele kwikstaart als broedvogel in Zuid-Holland geeft wel aan hoe uniek het broedgeval in de Krimpenerwaard is.
6
T
ot slot wil ik de eigenaars van het erf waar het nest zich bevond bedanken voor hun gastvrijheid en hun enthousiaste reactie op het bijzondere broedgeval. Ook bedank ik Arjan Boele voor zijn hulp om de status van de grote gele kwikstaart als broedvogel in West-Nederland uit te zoeken.
1. Eind april en begin mei werd bijna dagelijks een foeragerende grote gele kwikstaart gezien op dit stuk kale grond in een tuin bij Haastrecht. (10-05-2019) 2. Vrouw grote gele kwikstaart met voer in de snavel op het dak van een nabijgelegen schuur. (10-05-2019) 3. Vrouw grote gele kwikstaart met voer vlakbij het nest terwijl man op het dak van een geparkeerde auto staat, eveneens met voer in de snavel. (10-05-2019) 4. Close-up van het nest van de grote gele kwikstaart in polder Beneden Haastrecht. (10-05-2019) 5. Een pas uitgevlogen grote gele kwikstaart in polder Beneden Haastrecht. Let op de korte staart. (15-05-2019) 6. Het mannetje hield in een treurwilg de wacht bij zijn uitgevlogen jongen. (15-05-2019) 7. Het net geringde mannetje grote gele kwikstaart. (18-05-2019) 8. Op 25 mei werd een jonge grote gele kwikstaart gevangen en geringd. (25-05-2019) D
7
8
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 11
Insecten in de Krimpenerwaard Een introductie Tekst en foto’s: Marco Tanis (23), master student Biologie aan de Universiteit Leiden met een speciale interesse voor bijen, zweefvliegen, dagvlinders en libellen. Bijna iedere natuurliefhebber valt wel eens een bijzonder, mooi en/of kleurrijk insect op. Misschien door het ijverige gedrag van hommelwerksters, vliegend van de ene naar de andere bloem; of de luchtcapriolen van een zweefvlieg, perfect stil hangend in de lucht. Maar de vraag welke soort het is, blijft vaak onbeantwoord. In tegenstelling tot dagvlinders en libellen hebben veel andere insectengroepen de reputatie, deels terecht, lastig te determineren te zijn. Maar de vraag: ‘Welk insect is dat nu?’ hoeft zeker niet altijd onbeantwoord te blijven. Zo zijn er voor bijen en zweefvliegen inmiddels vier uitstekende gidsen beschikbaar, en ook met de beeldherkenning van waarneming.nl kom je vaak een heel eind. Een goed moment dus om te beginnen met je te verdiepen in insecten. Maar waar te beginnen? Daartoe hier een introductie in de fascinerende levens van enkele bijen, zweefvliegen en wespen. D
D
e sociale bijen Halverwege maart – of dit jaar, al in februari - komen ze tevoorschijn, uit het holletje waar ze een winterslaap hebben gehouden: de hommelkoninginnen. Meteen gaan ze naar vroeg bloeiende planten, zoals de wilg, om bij te tanken na hun slaap, en al snel gaan ze op zoek naar een nestlocatie. Zo zie je ze laag vliegend over de grond, af en toe landend bij een verlaten muizenholletje om de boel eens te bekijken. Is de plek goedgekeurd, dan legt de koningin onbevruchte eitjes in het nest, waar werksters uitkomen. In deze periode, namelijk april, zie je dan ook minder hommels: de koninginnen zijn in het nest, en de werksters zijn nog niet uitgekomen. De werksters gaan vervolgens aan de slag: ze breiden het nest uit, halen voedsel, en verzorgen de nieuwe larfjes. Hierbij werken de werksters wel 15 uur per dag, door wind en regen. In tegenstelling tot veel insecten kunnen hommels namelijk hun eigen temperatuur reguleren. Door met de vleugelspieren te trillen verhogen ze de temperatuur van het borststuk naar een aangename 30 graden. Na een paar maanden legt de koningin een aantal bevruchte eitjes, waar nieuwe koninginnen en mannetjes uitkomen. De nieuwe koninginnen paren met andere mannetjes, foerageren tot ze genoeg voorraad hebben, en zoeken een plekje voor de winterslaap: de cyclus is voltooid. Maar deze sociale levenswijze heeft ook nadelen. Kolonies hebben veel voeding en dus veel bloemen nodig in de omgeving van het nest. In het agriculturele gebied zijn deze
Koningin van het aardhommel-complex
12
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
door intensivering weinig meer te vinden. Tot overmaat van ramp worden veel bermen en natuurgebieden in juni gemaaid, waardoor het landschap in juli zeer bloemenarm is. Dit is waarschijnlijk de doodsknel geweest voor veel soorten hommels, met name soorten die in de zomer vliegen en in graslanden leven. Zo zijn de voor 1970 algemene mos- gras en zandhommel nu beperkt tot gebieden zoals Tiengemeten, waar wel jaarrond veel planten bloeien.
D
e jagers Iedereen kent ze wel: wespen. Eind juli duiken ze plotseling op bij je tafel, irritant zoemend bij je broodje ham of limonade. Maar de bekende limonadewesp is zeker niet de enige wespensoort in Nederland: er zijn er wel 408. De meeste van die soorten zijn solitair, met een levenswijze vergelijkbaar met solitaire bijen (aan wie ze nauw verwant zijn). Ze bouwen namelijk nestjes voor hun larven, die ze bevoorraden met voedsel. Daar zit gelijk het grootste verschil met bijen: terwijl die hun nest met stuifmeel bevoorraden, zijn wespen killers: ze bevoorraden het nest met andere insecten. Welke insecten dat zijn is vaak al aan de naam te zien: zo zijn er spinnendoders, cicadendoders, vliegendoders, groefbijendoders en de bijenwolf, die uitsluitend op honingbijen jaagt. Wespen hebben ook net als bijen veel verschillende nestelwijzen. Zo zijn urntjeswespen echte bouwers: als nest bouwen ze een mini-urntje van klei. Met hun jachtgedrag spelen wespen een cruciale rol in het ecosysteem. Ze houden namelijk
Groefbijendoder, een wesp die zijn nest bevoorraadt met groefbijen
de aantallen van andere insecten binnen de perken. Overigens zijn mannetjeswespen volledig onschuldige beestjes: ze kunnen niet steken en jagen ook niet op andere insecten. In plaats daarvan hangen ze rond bij bloemen, nectar drinkend en wachtend op een vrouwtje. Een goed moment voor een foto, zeker ook omdat wespen anders nooit stilzitten.
D
e specialisten Zo rond eind juni, wanneer de grote wederik begint te bloeien, komt de slobkousbij tevoorschijn. Al snel kunnen ze rond elke plant wederik gezien worden. De mannetjes patrouilleren druk op zoek naar vrouwtjes. Rivalen worden gelijk aangepakt, inclusief de arme zweefvlieg die ongelukkig genoeg in de weg vliegt. De vrouwtjes ondertussen proberen de mannetjes vooral te vermijden, terwijl ze van bloem tot bloem vliegen. Ze verzamelen het stuifmeel van de wederik in hun ‘slobkous’, hun poten omhoog stekend op onmiskenbare wijze. Het stuifmeel wordt alleen verzameld op grote wederik; dit maakt de slobkousbij de meest specialistische bijensoort van Nederland. De grote wederik en de slobkousbij zijn daarmee wederzijds volledig van elkaar afhankelijk. Met het stuifmeel bevoorraadt het vrouwtje een nest met meerdere broedcellen, waarin bijenlarven opgroeien. Deze nestjes maakt de slobkousbij in slootkanten in de buurt van de wederik waarvan het zo afhankelijk is. Maar nestelen in slootkantjes kan natuurlijk wel leiden tot natte voeten, en dat is funest voor het nest. Gelukkig heeft de slobkousbij een oplossing: met de olie van de grote wederik maakt hij het nest waterdicht. Daarmee kan de slobkousbij zich op nattere plekken vestigen dan veel andere bijen, die vaak houden van droge en warme plekken. Het is dan ook niet gek dat de slobkousbij overal in de natte Krimpenerwaard te vinden is. Maar hij is niet de enige specialist meer hier. Ook de kattenstaartdikpoot, uit de zelfde bijenfamilie, en gespecialiseerd op kattenstaart heeft inmiddels na een spectaculaire opmars de Krimpenerwaard bereikt. En wie weet zit de klaverdikpoot en ogentroostdikpoot ook ergens, wachtend om ontdekt te worden.
D
e rietbewoners De slobkousbij mag dan in de grond nestelen, maar waar zitten eigenlijk de meeste andere bijen in de Krimpenerwaard? Het antwoord is misschien verrassend: namelijk in uw achtertuin. Grofweg de helft van de bijen nestelen in de grond, en houden van droogte en warmte. De andere helft nestelt in holtes. De polders zijn dan ook grotendeels ongeschikt voor de meeste bijen; te nat voor bijen die in de grond nestelen en te weinig bomen en struiken voor de holtenestelaars. Daarentegen kunnen vele algemene soorten, zoals het roodgatje, vosje, tweekleurige zandbij en rosse metselbij, prima uit de voeten in de bebouwing, inclusief uw (groene) achtertuin. Daar is immers nestelgelegenheid genoeg. Maar niet alle bijen mijden de polders. De zeldzame rietmaskerbij nestelt namelijk in verlaten rietgallen en omzeilt daarmee het gebrek aan nestelgelegenheid. Natuurlijk moet er dan wel oud riet overeind blijven staan, en de rietmaskerbij zit dan ook alleen op plekken met oud riet. Een beetje de grote karekiet onder de bijen dus.
De tweekleurige zandbij, vlak voor de ingang van zijn nest in de grond
de koekoeksbijen en wespen. Druk vliegen ze van nestopening naar nestopening, zoekend naar een goed bevoorraad nest zonder eigenaar om daarin hun eigen ei te leggen. Een risicovolle strategie; als de eigenaar aanwezig is, wordt de inbreker hardhandig de deur uitgewerkt. Maar als het lukt, dan schrokt de larve van de koekoeksbij of wesp de hele voorraad (en soms ook de larven van de gastheer) op, en is het harde werk van de gastheer voor niets. En de koekoeksbijen zijn niet de enige. Gewone wolzwevers (een vliegensoort) liggen op de loer om op een spectaculaire wijze zijn eigen eitjes in het nest van zandbijen te gooien (ja, letterlijk gooien). Niet gek dus dat een vrouwtjesbij of wesp probeert een nest zo snel mogelijk af te maken en het dan afsluit. Ook op bloemen zijn de bijen en wespen niet veilig: daar loeren de blaaskopvliegen. Deze apart uitziende vliegen wachten tot de goede soort bij of wesp voorbij komt. Razendsnel slaat de blaaskopvlieg toe en legt een eitje in de bij. Vervolgens eet de larve de bij van binnenuit op. Maar koekoeksbijen en parasieten zijn zelf ook kwetsbaar. Van nature zijn hun aantallen veel lager dan die van hun gastheer, dus als de populatie van de gastheer het moeilijk heeft, sterft de koekoeksbij en parasiet uit. De aanwezigheid van deze koekoeksbijen en parasieten zijn dan ook paradoxaal genoeg tekens van een gezonde bijenpopulatie.
D
e waterliefhebbers Veel insecten hebben aquatische larven. Met een schepnetje je slootje doorgaan levert al snel een hoop larven van eendagsvliegen en libellen op. Maar ook veel soorten zweefvliegen hebben aquatische larven. Hieronder een paar van de meest algemene, zoals de blinde bij en de doodskopzweefvlieg.
D
e parasieten Veel soorten bijen en wespen werken keihard om hun nest te bevoorraden voor hun larven. Druk vliegen ze heen en weer, van bloemen naar het nest en terug. Tussendoor moeten ze het nest echter onbewaakt achter laten… In dit gat springen
Moerasglimlijfje, zweefvlieg met aquatische larven
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 13
De larven hiervan worden rattenstaartlarven genoemd, naar de lange buis die hij gebruikt om te ademen. Beiden soorten zijn niet kritisch: hoe vervuilder en voedselrijker des te beter. Maar er zijn ook meer kritische soorten: soorten als het moerasglimlijfje, de kortsprietkorsetzweefvlieg, de bokserwaterzweefvlieg en de rechte waterzweefvlieg, die bij voorkeur in rijke oevervegetaties zitten in matig voedselrijk tot voedselarm water. Deze soorten, aanwezig in de Krimpenerwaard, zijn dan ook een goede indicator voor een goede waterkwaliteit. Een beetje de groene glazenmaker onder de zweefvliegen. Natuurlijk valt hier ook nog wat te winnen: echt kritische soorten ontbreken nog, zoals de veenglimmer en vroege glimmer, de donkere veenzweefvlieg, de zoetwaterzweefvlieg en de veenfluweelzweefvlieg. Of zijn ze nog niet gevonden? Na het schrijven van dit stukje bleek namelijk dat de vrij zeldzame veenglimmer al gespot is door Jaap Oosterom, zeker een mooie ontdekking.
van meer gevaarlijke dieren als wespen en bijen. Blinde bijen hebben zelfs een verdikte achterpoot, die ze in vlucht laten hangen om meer op honingbijen te lijken. Maar er zijn grote verschillen: zweefvliegen hebben grotere facetogen, kortere antennes, twee vleugels in plaats van vier vleugels en geen kaken of een angel. Voor het geoefende oog is het dus makkelijk om ze te onderscheiden. Maar sommige zweefvliegen verheffen de imitatie naar een hoger niveau. De hommelreus, een zweefvlieg die sterk lijkt op hommels, legt zijn eitjes namelijk in hommelnesten. Daarvoor onderneemt het vrouwtje een hachelijke tocht door het hommelnest. Eerst poetst ze zich langdurig schoon, totdat ze amper geur meer heeft. Vervolgens voegt ze achter een inkomende werkster in, zodat potentieel wantrouwende tegenliggers uit de weg worden geduwd. Eenmaal binnen legt ze haar eitjes, en verlaat ze het nest zo snel mogelijk weer; de perfecte imitatie heeft gewerkt.
D
e vakantiegangers Veel mensen weten dat distelvlinders en atalanta’s migreren. Dit jaar was er bijvoorbeeld een zeer grote invasie van distelvlinders. Maar tegelijkertijd kwam ook een kleiner insect massaal Nederland binnengevlogen: de terrasjeskommazweefvlieg. Inderdaad, een beestje niet groter dan één cm legt honderden kilometers af (met de wind mee, dat dan wel). En de terrasjeskommazweefvlieg is niet de enige: veel zweefvliegsoorten vertonen migratie. Snorzweefvliegen worden zelfs af en toe gezien op boorplatforms en windmolenparken midden in de Noordzee! Net als distelvlinders komen de meeste migrerende zweefvliegen vroeg in de zomer aan vanuit ZuidEuropa om zich voort te planten; en aan het begin van de herfst vliegt de nieuwe generatie weer terug. Eigenlijk doen ze dus de omgekeerde route du soleil. Dus als u de volgende keer op vakantie ben in Frankrijk, Spanje of Italië en een snorzweefvlieg of een kommazweefvlieg ziet, weet dan dat die zomaar uit Nederland gekomen zou kunnen zijn.
Hommelreus, geen hommel maar een zweefvlieg
S
Gele kommazweefvlieg, een migrerende zweefvlieg
D
e imitators Huh? Is dat géén hommel? Dat is meestal de reactie die ik krijg wanneer ik mensen een foto laat zien van een hommelreus. Zweefvliegen zijn dan ook meesters in mimicry, het imiteren
14
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
lot Hier eindigt dan deze kennismaking met enkele insecten en hun leventjes. Natuurlijk is dit slechts een zeer klein deel van interessante verhalen die er te vertellen zijn over insecten, maar toch hoop ik dat uw interesse gewekt is. Naast dat het namelijk heel erg leuk en interessant is om insecten te kijken, is het ook erg belangrijk. Door intensivering van de landbouw en gebruik van pesticiden gaat het niet goed met de meeste insecten. En dat terwijl insecten de zeer belangrijke rol spelen in het ecosysteem, bijvoorbeeld als voedsel voor vogels en bestuivers van wilde bloemen. Daarom is data over de verspreiding van insecten zo nuttig; je kunt niet iets beschermen waarvan je niet weet dat het aanwezig is. Hier kunnen natuurliefhebbers een belangrijke rol spelen, door regelmatig waarnemingen door te geven. Zo kon bijvoorbeeld de opmars van de kattenstaartdikpoot en de klimopbij – binnenkort in uw achtertuin, als u tenminste klimop heeft - in kaart gebracht worden. De Krimpenerwaard is rijk aan potentie voor vele soorten: ogentroostdikpoot, rietmaskerbij, moshommel, veenhommel, vroege glimmer, veenfluweelzweefvlieg en vast nog vele anderen. Nu ze alleen nog even vinden. D
MIRT-besluit oeververbindingen goed voor Krimpenerwaard én Rotterdam Jaap Graveland Het MIRT-besluit om de nieuwe oeververbinding vanuit Rotterdam-Noord naar de wijk Feijenoord aan te leggen en niet tussen Krimpen aan de Lek en Ridderkerk, was voor de Krimpenerwaardse natuurorganisaties Het Zuid-Hollands Landschap en de NVWK, aanleiding voor een gezamenlijk persbericht. Het is immers heugelijk nieuws: voor natuur en landschap in de Krimpenerwaard, voor het erfgoed Huys ten Donck bij Ridderkerk, én om meerdere redenen voor de stedeling in Rotterdam! Het besluit laat ook voor de mobiliteit in de Krimpenerwaard nog allerlei mogelijkheden open waarop wij positief willen inzetten. Hieronder volgt de tekst van het persbericht. D
N
atuurorganisaties: MIRT-besluit oeververbindingen Rotterdam goed voor Krimpenerwaard en Rotterdam De provincie, gemeente Rotterdam, de metropoolregio Rotterdam Den Haag en het Rijk hebben 16 juli besloten dat de nieuwe oeververbinding komt tussen Feijenoord en De Esch/Kralingen (variant ‘Oost’). Ook besloten ze 90 miljoen te investeren in het oplossen van het knelpunt van de Algeracorridor. Wij, de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard en het Zuid-Hollands Landschap zijn blij met dit besluit. Het spaart landschap, natuur en erfgoed en vergroot de bereikbaarheid van de groene Krimpenerwaard voor de Rotterdammers. We constateren dat de inzet van partijen voor een betere ontsluiting van de Krimpenerwaard effect heeft gehad: die 90 miljoen is aanzienlijk meer dan in de pre-verkenning voor een oeververbinding was voorzien. Wij zijn voor verbetering van de mobiliteit, maar hadden bezwaren tegen de combinatie van een brug naar Ridderkerk (variant Oost-oost) en de bouw van 4000 extra woningen in de Krimpenerwaard.
O
ntwikkelingsagenda 2030-2040 Met het besluit over de oeververbinding is voor de gemeente Krimpenerwaard nu ook hét argument vervallen om 4.000 extra woningen te bouwen. De huidige woonvisie loopt tot 2030 en gaat al uit van 3.000 woningen – 1.200 méér dan de provincie raamt voor de behoefte van de eigen bevolking. Wij dringen erop aan dat de gemeente met een nieuwe woonvisie komt en daarbij werkt volgens de normale procedures, dat wil zeggen met participatie en met een omgevingsvisie zoals voorgeschreven door de nieuwe Omgevingswet. De woonvisie dient volgens ons onderdeel te zijn van een integrale ontwikkelingsvisie en uitvoeringsagenda voor de periode na 2030. De gemeente kan hierin dankbaar gebruik maken van het Panorama Krimpenerwaard. Dit werd al in november 2018 aan de gemeenten en provincie aangeboden maar raakte door de politieke drukte rond het MIRT en gebiedsbod wat naar de achtergrond. Het vormt echter nog steeds een prima inhoudelijke basis voor de ontwikkelingsvisie en agenda, omdat het inzet op gelijkwaardige groei van economie en ecologie. Het Panorama is extra krachtig juist omdat het door participatie tot stand is gekomen.
B
etere oeververbinding over IJssel helpt ook de Rotterdammers In de volgende fase van het MIRT worden alternatieven verkend voor het oplossen van het Algeraknelpunt: vervanging of verbreding van de huidige brug, bouw van een tweede brug of een combinatie hiervan. We pleitten al eerder voor de bouw een tweede brug over de Hollandse IJssel en aanpassing van het Kralingse Plein. Dit zorgt niet alleen voor betere ontsluiting van de Krimpenerwaard maar ook van Capelle aan den IJssel. Doordat vanwege de staande-mast-route bij één open brug tijdig de alternatieve route over de tweede brug aangegeven kan worden, stagneert het verkeer over de IJssel niet. De bewoners van Capelle aan den IJssel en De Esch waren juist vóór een brug naar Ridderkerk, omdat ze vrezen dat door een brug naar De Esch de leefbaarheid voor hen verslechtert. Wij hopen daarom dat voor de oeververbinding naar De Esch voor een tunnel wordt gekozen en dat maximaal ingezet wordt op hoogwaardig OV, ook over water, en op gebruik van de fiets. Rotterdam investeert veel in klimaatadaptatie (bv. wateropvang, groene daken) en vergroening maar loopt op het gebied van OV en fiets nog achter op vergelijkbare steden. Uit onderzoek blijkt dat ca. 30% van het verkeer op de ringwegen lokaal verkeer is, de meeste autoritjes zijn korter dan 5 km. Kortom, hier liggen mogelijkheden.
T
weede brug over IJssel ondersteunt bescherming van natuur en landschap Overheden, agrariërs en onze organisaties nemen momenteel allerlei initiatieven voor het vergroten van de biodiversiteit in de Krimpenerwaard. Het draagvlak en de investeringen daarvoor zijn erbij gebaat als zoveel mogelijk bewoners ervan kunnen genieten. De investering in de oeververbinding over de Hollandse IJssel brengt de Krimpenerwaard dichterbij en is dus goed voor de natuur én de Rotterdammers. Maar er is meer nodig. De meeste Rotterdammers hebben nauwelijks weet van het groen en de rust aan de overzijde van de Hollandse IJssel. De huidige verbinding vormt niet alleen een fysieke maar ook een psychologische barrière. We adviseren de overheden dan ook om parallel aan de bouw van de brug sterk in te zetten op streekpromotie. Zet zo’n herkenbaar bruin landschapsbord met ‘welkom’ op de toerit. Met erachter een matrixbord waarop elke dag een kenmerkend bericht staat over gebeurtenissen in het bedrijfsleven, op de boerderijen en in de natuur van de Krimpenerwaard. Maak de brug over de IJssel dus ook tot een brug voor de Rotterdammers. D WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 15
Landbouw, natuur en stikstof Een halve eeuw tobben, hoog tijd voor een echte oplossing Tekst en foto’s: Jaap Graveland Het door de Raad van State (RvS) ongeldig verklaren van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) is dagelijks in het nieuws. Verkeer, industrie en landbouw produceren veel stikstof waardoor een deel van onze natuurgebieden verruigt en de bodem verzuurt. Dat heeft grote gevolgen voor de biodiversiteit en is in strijd met de behouds- en hersteldoelen in de Wet natuurbescherming en de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. De overheid wilde met het PAS én de natuur verbeteren én economische ontwikkeling mogelijk maken. Maar eerst het Europese Hof en nu de RvS hebben geoordeeld dat het PAS ernstig te kort schiet en strijdig is met de wet. Bouw- en wegenprojecten liggen stil en onze boeren moeten nu vergunning aanvragen voor beweiden en bemesten. Ze kunnen die vergunning volgens de regels niet krijgen. Terwijl we allemaal koeien in de wei willen en koeien op stal meer stikstof uitstoten dan in de wei. Hoe is het zover gekomen en hoe moet het verder? D
W
aar gaat het om? Landbouw, verkeer en industrie stoten stikstof uit. Landbouw vooral in de vorm van ammoniak (NH3), verkeer en industrie in de vorm van stikstofoxiden (NOx). Een groot deel komt als ‘droge depositie’ of via de regen op de grond terecht. Deze stikstof heeft twee effecten op natuur: het bemest als het ware onze natuurgebieden, en chemische omzettingen in de lucht en in de bodem leiden tot ‘zure regen’ en bodemverzuring. De stikstofbemesting leidt tot vergrassing van de hei, het versnelde dichtgroeien van het duin en tot woekering van bramen en andere soorten in de bossen. De verzuring treft vooral de natuur op onze arme zandgronden, want het water en de bodem daar bevatten te weinig calcium en andere stoffen om de verzuring tegen te houden. Het gaat om vennen, heiden, heischrale graslanden, zandverstuivingen, hoogvenen en een deel van onze bossen. En om onze duinen. De verzuring leidt tot daling van de pH (zuurgraad van de bodem), uitspoeling van calcium en andere belangrijke voedingsstoffen voor planten, en vrij komen van aluminium, wat giftig is voor planten. Het gevolg is een grote afname van de kwaliteit van habitats en van het aantal plant- en diersoorten die ervan afhankelijk zijn. Nederland heeft veel natuur die niet voldoet aan de kwaliteitsnormen die we in Europees verband hebben afgesproken. Een groot deel daarvan is dus stikstofgevoelig en de kwaliteit neemt door de stikstof nog altijd af. Terwijl Nederland al in de jaren negentig wettelijk heeft vastgelegd, op basis van Europese afspraken, om de kwaliteit te verbeteren.
V
ijftig jaar oud probleem In de jaren zestig werd in Zweden alarm geslagen over verzuring van de meren en de drastische verlaging van de visstand als gevolg daarvan. In de jaren zeventig kwam grootschalige boomsterfte in Midden-Europa aan het licht. ‘Das Waldsterben’ was een groot issue in die jaren, zeker in Duitsland. De oorzaak bleek ‘zure regen’. Die werd toen vooral veroorzaakt door zwaveluitstoot als gevolg van gebruik van kolen in de industrie en voor verwarming van huizen, en door het gebruik van zwavelhoudende olie en benzine. Daarnaast speelden NOx uit industrie en NH3 uit landbouw een rol. Er werden snel maatregelen genomen. Door de overgang van kolen naar gas, rookgasontzwaveling en de driewegkatalisator in auto’s halveerde de zwaveluitstoot tussen 1965 en 1980, en nam daarna tot 2007 nog eens met 90% af. (NB: De zeescheepvaart is al die tijd buiten schot gebleven: de 109.000 zeeschepen stootten rond 2015 bijna 40 (!)
16
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
keer zoveel zwavel uit als de 1 miljard auto’s op deze wereld. Pas volgend jaar worden de normen - aanzienlijk - aangescherpt.) De maatregelen hadden effect, de bossterfte breidde zich niet uit en aangetaste bossen hebben zich gedeeltelijk weer hersteld.
S
tikstofuitstoot hardnekkig De stikstofuitstoot bleek lastiger te beteugelen. De stikstofuitstoot per gehouden dier nam sterk af. Maar aan de andere kant namen de veestapel en de productie per dier tot drie jaar terug sterk toe. De landelijk gemiddelde depositie van verzurende stikstof is tussen 1990 en 2017 afgenomen van ruim 4.400 naar 2.200 mol per hectare. [Mol is de eenheid die het aantal deeltjes in een stof aangeeft, red.] Belangrijke oorzaken van de daling van de depositie zijn: verbeterde
voersamenstelling, het gebruik van emissiearme stallen, het afdekken van mestsilo’s en het direct onderwerken van mest bij de aanwending. De afname hierdoor is fors, en elke keer kwam er weer een regeltje bij om die reductie te realiseren. Dus de frustratie bij onze boeren is begrijpelijk: ‘Maar we doen al zoveel!’ En dat is waar. Maar het stikstofprobleem heeft vele waarheden. De reductie in stikstof was zeer veel minder dan de reductie in de uitstoot van zwavel. Het relatieve belang van de stikstofverbindingen in de verzuring nam daardoor toe van ca. 60% in 1990 naar bijna 75% in 2017. De Nederlandse landbouw draagt voor ca. 30% bij aan de verzurende depositie. Maar dat is een landelijk gemiddelde. Het ongelukkige is (weer een andere waarheid) dat de grootste stikstofemissies plaatsvinden naast de meest gevoelige gebieden en dat die emissies voor het overgrote deel uit de landbouw komen, nl. van bedrijven met intensieve veehouderij (bioindustrie). Dat is geen toeval. Het boerenleven op de arme zandgronden was geen vetpot en de grootschalige productie van vlees bood de boeren nieuwe kansen. Daar komt bij dat de stikstofuitstoot van landbouw zoals gezegd vooral ammoniak is. Door zijn samenstelling verzuurt dat de bodem veel meer dan een zelfde hoeveelheid stikstofoxiden uit verkeer en industrie. Het gevolg is dat de stikstofdepositie voor aanliggende vennen, stuifzanden en heischrale graslanden, de hotspots voor biodiversiteit, nog altijd twee tot drie maal te hoog is.
O
ok vogels Ook de vogels hebben er last van. Ik deed begin jaren negentig vier jaar onderzoek naar de oorzaak van de toename van eischaalproblemen bij mezen op de Veluwe. De vogels legden windeieren en eieren met een schaal die zo dun was dat de eieren tijdens het broeden uitdroogden. Het bleek een gevolg van een tekort aan calcium. Dat werd veroorzaakt door een tekort aan huisjesslakken: lege slakkenhuizen zijn voor veel zangvogels een onmisbare calciumbron voor de eischaalvorming. Slakken leven van dood en levend plantmateriaal. Verder onderzoek wees uit dat huisjesslakken op de arme zandgronden waren afgenomen, doordat als gevolg van de bodemverzuring de planten steeds minder calcium bevatten, en de slakken dus onvoldoende calcium opnamen voor de vorming van hun eieren en hun huisjes. En de laatste jaren nemen de sperwers op de Veluwe sterk af. De populatie had zich juist hersteld nadat het gebruik van DDT in de jaren zeventig werd verboden. De sperwers nemen af omdat veel eieren niet meer uitkomen. En dat lijkt het gevolg van een tekort aan bepaalde aminozuren. Die zitten in boombladeren. Sperwers krijgen die binnen in een keten blad - rups – zangvogel. Door de overmaat aan stikstof bevatten de bladeren te weinig van die aminozuren.
H
et Programma Aanpak Stikstof (PAS) Bodemverzuring werkt cumulatief. Dat wil zeggen: omdat de stikstofdepositie voortdurend te hoog blijft loogt de bodem steeds verder uit. Tegelijk bleven herstelmaatregelen uit. Kortom, ons land had wel afspraken gemaakt over Natura 2000-gebieden, maar kwam ze niet na. Natuurbeschermers en ‘Brussel’ werden steeds kritischer, en het werd ook steeds moeilijker projecten te realiseren die de uitstoot nog weer verder vergrootten: bouwprojecten, wegenaanleg, de bouw van grotere stallen kregen steeds vaker te maken met juridische procedures. De politiek kwam er niet uit: sommige partijen eisten dat nu eindelijk de stikstofuitstoot omlaag ging en herstelmaatregelen werden genomen, andere partijen stelden economische ontwikkeling boven natuurbelang, en namen daarmee overtreden van de wet natuurbescherming voor lief. Ambtenaren kwamen daarom in 2008 met de aanbeveling voor een programmatische benadering. Na het nodige voorbereidende werk trad in 2015 het PAS in werking. Die bevatte de volgende onderdelen: • Bronmaatregelen: maatregelen om de stikstofuitstoot te beperken bij de bron. Bijvoorbeeld emissiearme stallen. • Maatregelen om de natuurkwaliteit te verbeteren (die hadden dus al eerder moeten worden uitgevoerd). Voorbeelden: het plaggen van hei om de vergrassing tegen te gaan en het omzetten van naaldbos (geen beschermd habitattype) in heide of stuivend zand (habitattypen waarover afspraken zijn gemaakt om die te herstellen). • Extra maatregelen specifiek om de effecten van stikstof te beperken. Vaak waren dat dezelfde maatregelen als de vorige, maar dan sneller, frequenter of over een groter oppervlak. Denk aan maaien en plaggen. • Uitgebreide gebiedsanalyses, voor elk N2000-gebied, die moesten aantonen dat deze maatregelen in de toekomst inderdaad het beoogde effecten zouden hebben. • De helft van de ‘ruimte’ die ontstond door verbetering van de natuurkwaliteit en stikstofreductie werd beschikbaar gesteld voor economische ontwikkeling, zoals uitbreiding van stallen en extra spitsstroken in het verkeer. • Een boekhouding om deze ‘ontwikkelingsruimte’ te berekenen en toe te kunnen wijzen aan projecten. • Een model (Aerius) om op het niveau van een ha te berekenen waar en hoeveel maatregelen nodig waren en hoeveel ruimte voor stikstofuitstoot er was. • Agrariërs met activiteiten die stikstof uitstootten, die beneden een bepaald niveau bleven, zoals beweiden en bemesten, hoefden die alleen maar te melden, een vergunningaanvraag was niet nodig. WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 17
• •
Een uitgebreide monitoring om te kunnen bepalen of al deze maatregelen volgens afspraak werden uitgevoerd en of de natuurkwaliteit inderdaad verbeterde. Een juridische toetsing van de onderdelen.
E
r was twijfel, maar de politiek bood geen uitweg Ik heb zelf in 2013-2016 jaar intensief meegewerkt aan het PAS monitoringplan voor natuur. Het was bekend dat het juridisch kwetsbaar was. De stikstofdepositie zou ondanks het PAS tot 2030 voor veel habitats nog veel hoger blijven dan de kritische depositiewaarde. Dat is de stikstofdepositie zonder effect op de natuur. Er was onder ambtenaren voortdurend discussie over de effectiviteit van de maatregelen, over de noodzaak om goed te monitoren, of maatregelen wel tijdig en op de juiste wijze werden uitgevoerd. Met aan de ene kant ambtenaren die snelheid wilden maken zodat vergunningen voor staluitbreiding etc. konden worden gegeven, en aan de andere kant ambtenaren die zorgvuldiger wilden werken vanuit het oogpunt van natuur en juridische risico’s. Naarmate die risico’s in de loop van tijd duidelijker werden, werden analyses en bewijslast aangescherpt en werd het monitoringplan uitgebreid. De politieke onenigheid werkte dus ook door in de uitwerking van het PAS, niet zo verwonderlijk. Ook was er zorg over de bij-effecten van de PAS-maatregelen. Je kunt bijvoorbeeld wel vaker gaan maaien, maar daarmee voer je naast de stikstof ook voedingsstoffen af die je juist wilt behouden. En extra plaggen gaat ten koste van de zaadbank en dus van de kans dat de plantenpopulaties zich werkelijk herstellen. Grote natuurbeschermingsorganisaties als Natuurmonumenten hebben het verwijt gekregen dat ze destijds akkoord zijn gegaan. Maar dat is onterecht. Vanuit de geest van de natuurbeschermingswet had de overheid al in de jaren negentig moeten beginnen met het uitvoeren van herstelmaatregelen. Maar er werd nauwelijks geld voor uitgetrokken, natuur was geen prioriteit, en de periode Bleeker was het dieptepunt. Met het PAS kwam er eindelijk wel geld beschikbaar voor de natuurorganisaties om herstelmaatregelen in hun gebieden uit te voeren.
H
et PAS sneuvelt Drie kleine milieuorganisaties vochten samen wel het PAS aan: Mobilisation for the Environment, Vereniging Leefmilieu en Werkgroep Behoud de Peel. Ze beheren geen eigen terrein en waren daardoor minder met de handen gebonden. De Werkgroep Behoud de Peel voerde al jaren actie om de natuur van de Peel te beschermen
18
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
tegen verzuring, mest en ontwatering. Zij vochten tot aan de Raad van State (RvS) vergunningen aan waarbij stikstof werd uitgestoten. De RvS vroeg daarop advies aan het Europese hof, in de vorm van zogenaamde prejudiciële vragen. Kort gezegd: mag het PAS volgens de EU richtlijnen. In juli 2018 deed de Advocaat-Generaal (AG) uitspraak. Hij stelde dat een programmatische aanpak prima was, maar dat de effecten van de vergunningaanvragen (bijv staluitbreiding) nog steeds degelijk afzonderlijk moesten worden getoetst. Verder stelde de AG dat de Habitatrichtlijn (bescherming van bedreigde/belangrijke vegetaties, habitattypen en leefgebieden voor beschermde soorten) het niet toe staat dat een land een stikstofdepositie toelaat die tot minstens 2030 (fors) hoger is dan wat de natuur verdraagt. Verder gaf de AG aan dat het niet mogelijk is het resultaat van maatregelen (zoals extra plaggen of maaien om stikstof af te voeren) vooraf al in te boeken, en op basis daarvan economische ontwikkelingen toe te staan. Ook moest er waarschijnlijk rekening worden gehouden met het negatieve effect van stikstofbelasting tot het moment dat het PAS in werking trad. Anders gezegd, de stikstofbelasting zou daarvoor extra (snel) omlaag moeten. Belangrijke uitspraak voor onze boeren: “Mest uitrijden en beweiden zijn aan te merken als projecten in de zin van de Habitatrichtlijn en moeten dus aan passende beoordeling worden onderworpen”. Voordat het PAS in werking trad werden ze daarvan gevrijwaard, omdat ze als ‘bestaand gebruik’ werden gezien. En in het PAS was vergunningaanvraag niet nodig omdat de stikstofuitstoot per bedrijf gering was. Meestal volgt het Europese Hof de AG; de overheid was dus gewaarschuwd. Maar besloot toch uitspraak van het Hof af te wachten, en handhaafde de PAS. Het Hof deed uitspraak in november 2018. En volgde daarbij vrijwel geheel het oordeel van de AG. Het Hof stelde: het PAS mag, maar het effect van de maatregelen voor herstel, én van de maatregelen om ontwikkelingsruimte te creëren, moeten voldoende zeker zijn. Het Hof stelde ook dat het aan de nationale rechter was om te oordelen of dat het geval was. En opnieuw besloot onze overheid af te wachten. Ondanks het feit dat het nu wel heel erg voor de hand lag dat de Nederlandse rechter het PAS niet geldig zou verklaren. En dat gebeurde inderdaad. Het oordeel van de hoogste rechter was vernietigend. De minister van landbouw vatte de uitspraak in haar brief aan de Tweede Kamer als volgt samen: “De verwachte positieve gevolgen van de maatregelen en autonome ontwikkelingen die worden betrokken in de passende beoordeling,
moeten dus vaststaan ten tijde van die beoordeling. De Afdeling [JG: van de RvS] stelt dat de verwachte positieve effecten van de maatregelen de negatieve effecten van activiteiten niet kunnen verzachten. Een groot deel van de maatregelen van het programma is reeds noodzakelijk voor het voldoen aan de minimumvereisten van de Habitatrichtlijn voor het behoud en herstel van de natuurwaarden. Alleen als de gunstige staat van instandhouding al is gewaarborgd, kan een maatregel worden ingezet om nieuwe activiteiten mogelijk te maken. Bovendien is niet voldoende zeker dat de maatregelen tijdig op elke locatie in de betrokken Natura 2000- gebieden het gewenste positieve effect hebben.” En toen stond opeens heel Nederland op zijn kop. De RvS is de hoogste rechter, er is geen beroep mogelijk.
D
e natuur gijzelt de economie Nu liggen bouwprojecten, wegenuitbreidingen (A27) en uitbreiding van stallen stil. Want die waren toegestaan onder het PAS, en dat geldt niet meer. Nu geldt weer de situatie van vóór het PAS en kunnen projecten die stikstof uitstoten alleen doorgang vinden als ze de zogenaamde ADC toets doorstaan: er is geen Alternatief, het project dient een Dwingend openbaar belang, en er worden Compensatiemaatregelen uitgevoerd. De A27 doorstaat misschien wel de D. Maar is vliegveld Lelystad, waarvandaan vooral vakantievluchten zullen plaatsvinden, van dwingend openbaar belang? En als de A- en D-toets wel worden doorstaan, moet de stikstofuitstoot worden gecompenseerd. Vandaar dat bedrijven en sommige overheden kijken of ze boeren kunnen uitkopen. En de boeren zelf? De uitbreiding van het bedrijf van een individuele boer is geen dwingend openbaar belang. En een vergunning voor bemesten en beweiden, kortom voor de normale bedrijfsvoering, kan niet worden gegeven omdat de stikstofuitstoot niet zomaar tot nul gereduceerd, of gecompenseerd kan worden. Dus gedogen provincies de huidige bedrijfsvoering van de boeren. Logisch, het is buitengewoon onredelijk om hen failliet te laten gaan vanwege het onvermogen van de overheid om zaken goed te regelen. Nog afgezien van de gevolgen voor de voedselvoorziening Maar het noodgedwongen gedogen van duizenden overtredingen is natuurlijk een krankzinnige situatie. Sommige politici en bestuurders uit het bedrijfsleven en de landbouw schreeuwen nu moord en brand. LTO-voorzitter Calon schreef op 24 augustus een column voor Nieuwe Oogst. Met als titel ‘166 natuurgebieden gijzelen Nederland’. Hij vindt de hoeveelheid natuur te groot en dat we de natuur maar moeten concentreren in een kleiner aantal, grotere gebieden. Voor de goede orde: het N2000-areaal is
10% van ons landoppervlak (dus exclusief IJsselmeer, Deltawateren etc.). Hij gaat volstrekt voorbij aan het feit dat die gebieden zijn aangewezen voor hun specifieke waarde voor de biodiversiteit, en dat we al lang geleden afspraken hebben gemaakt om die te behouden en te herstellen. Alsof je een zandverstuiving of ven kunt verplaatsen. Alsof je kunt zeggen: ik wil geen beschermde Reeuwijkse Plassen, Nieuwkoopse Plassen en Vechtplassen meer. Ik wil één gebied. Waar dan, hoe dan? Hij heeft natuurlijk geen idee. Dus viel heel natuurbeschermend Nederland over hem heen. Met zo’n houding zijn noch de boeren, noch de natuur geholpen. Gelukkig zijn er tal van individuele boeren, en regionale LTO-afdelingen, die natuur wel een plaats in de bedrijfsvoering proberen te geven, ook hier in de Krimpenerwaard. Calon bewijst hen én de natuur een slechte dienst.
H
et Adviescollege Stikstof Hopelijk is het Adviescollege Stikstof wijzer. Minister Schouten stelde dit college in juli in. Het bestaat uit wetenschappers, juristen en bestuurders. Ex-minister Remkes is voorzitter. De opdracht is om oplossingen te bedenken voor de korte en lange termijn. Al in september of oktober moet het college voorstellen doen voor maatregelen op de korte termijn. In juli volgend jaar moet er een voorstel liggen voor structurele oplossingen voor de lange termijn. Ik hoop dat het college met voorstellen komt die én de boeren én de natuur helpen. Dat is mogelijk, maar het vergt wel een forse verandering in de landbouw, dus het kan alleen als daar voldoende tijd voor wordt uitgetrokken en er geld voor beschikbaar komt. Het is te hopen dat de politieke partijen niet opnieuw onzalige compromissen sluiten. 50 jaar tobben lijkt me wel voldoende. Eigenlijk zou elke partij, van de Partij van de Dieren (‘halveer de veestapel!’) tot de VVD (‘Minder natuur, want het remt onze economische ontwikkeling te veel!’) in de politieke debatten moeten aangeven hoe ze rekening denken te kunnen houden met de belangen van de andere partij. Daar zou iedereen mee geholpen zijn. Een mooie gedachte, maar zo zal het niet gaan. En de vraag is of het college stikstof er wel uit komt. Daarom ben ik zelf met wat meedenkers in het land bezig een plan uit te denken dat én onze boeren én natuur een betere toekomst kan geven. Parellel aan het werk van het adviescollege. Ambitieus? Zeker. Of het gaat werken? Geen idee, maar het is de moeite van het proberen waard. In de volgende Waardvogel meer erover.
Bronnen:https://www.nieuweoogst.nl/nieuws/2019/08/24/166natuurgebieden-gijzelen-nederland; https://www.bij12.nl/nieuws/brief-minister-schouten-aan-tweede-kamer/ D
Wulpen op trek spotten in het Jaar van de Wulp Rinus Anker ‘s Ochtends komen zij meestal langs de polder De Nesse, en vliegen schuin richting polder Stolwijk. Bij het bankje aan de Elserkade, in de polder Achterbroek, op de hoek Graafkade-Oost, daar kan je ze weer horen aankomen vanaf de polder Stolwijk, meestal rond het donker worden. Als je een mooi beeld wilt hebben, kijk dan halverwege de Wellepoort de Torenvliet langs met op het eind het beeld van de windmolen in Zoetermeer. Meestal gaan zij eerst richting IJssel, vliegen dan het Pestrak uit en gaan via Kortenoord, Nieuwerkerk en Zevenhuizen. Als je ‘s avonds geluk hebt en ze gaan daar al naar het noordwesten richting kust, dan kan je hun silhouetten volgen tot voorbij de windmolen bij Nutricia in Zoetermeer; ze gaan dan met de ondergaande zon erachter door je beeld heen, prachtig! Pas wel op voor oogbeschadiging als de zon nog staat te schijnen. D
Foto wulp: Adri de Groot, vogeldagboek.nl
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 19
Insectenexcursie op stap met Marco Harry Verkerk
Dit verhaal is meer dan een verslag van een leerzame en leuke excursie. Het is vooral een oproep om op zoek te gaan naar insecten en deze melden. Onze Krimpenerwaard blijkt rijker aan insecten dan we dachten! Het is belangrijk hiervan een goed beeld te hebben. Dit artikel is dan ook vooral bedoeld om interesse te wekken en tot actie over te gaan. Het geeft een meer algemeen beeld van deze interessante excursie en niet een opsomming van alles wat we hebben gezien. We hebben gewoon te veel gevonden om op te noemen! Informatie voor determinatie is tegenwoordig dicht bij de hand. Met slechts een paar muisklikken opent zich de wereld van kennis, voorzien van de mooiste foto’s. Ik zal me daarom vooral beperken tot de bijzonderheden van enkele insecten die zijn waargenomen. D
Wat ruist daar in het struikgewas? Foto: Harry Verkerk
I
n de Berkenwoudse Driehoek Het is zaterdagochtend 3 augustus 2019 en vijftien geĂŻnteresseerden hebben zich onder een bewolkte hemel verzameld bij de Wellepoort, Berkenwoude. Best veel voor een vakantieperiode. Er waait een wat frisse bries, maar die schrikt ons niet af. Op de parkeerplaats worden we al veelbelovend omringd door zoemende en fladderende insecten. De uitdaging is al begonnen! Jaap Graveland heet iedereen welkom en in het bijzonder Marco Tanis, die ons zal inwijden in de wereld van de zo belangrijke insecten. Jaap benadrukt het belang van een goed beeld van de biodiversiteit aan insecten, hun aantallen en grootte. De biodiversiteit in de Krimpenerwaard staat onder druk door intensieve landbouw, de wijze van bermbeheer en het waterbeheer. Door het vele voedselrijke water zijn er veel kleine waterinsecten, zoals muggen en haften. Daardoor ook veel kleine insectenetende zangvogels, zoals de spotvogel. Grote insecten, zoals de libellen, lijden onder het hoge gehalte aan voedingsstoffen uit de landbouw. In het larvestadium zijn het rovers in het water, die hun prooi bij verrassing verschalken. Ze hebben daarvoor waterplanten nodig, maar die ontwikkelen zich in meeste sloten slecht vanwege gebrek aan zonlicht door overmaat aan kroos en algen. Er is sprake van een toenemend begrip en samenwerking tussen de belanghebbende partijen in de Krimpenerwaard, en er kan nog veel verbeteren.
O
nze excursieleider Marco is student biologie aan de universiteit Leiden en heeft zich toegelegd op het bestuderen van bijen en
20
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
zweefvliegen. In 2018-2019 heeft hij op verzoek van Naturalis in elf natuurgebieden in het Groene Hart, waaronder twee van het Zuid-Hollands Landschap in de Krimpenerwaard, een onderzoek gedaan naar de effecten van graslandbeheer in natuurgebieden op bestuivers, namelijk bijen, vlinders, zweefvliegen en wapenvliegen. Hieruit bleek dat te massaal beheer en maaien in met name op weidevogels gerichte gebieden slecht uitpakt voor deze insecten, en dan vooral solitaire bijen. Ook was er vanuit Naturalis de vraag of enkele zeldzame soorten hommels, waaronder mos- en grashommel zouden voorkomen in het Groene Hart, waar over het algemeen weinig naar bijen gekeken wordt. Deze soorten werden echter niet gevonden. Gewapend met een vlindernet, een doorzichtig potje met deksel (heel handig!), lectuur en veel goede zin gaat hij ons voor, de
Marco met zijn insectenvangnet, foto: Harry Verkerk
Berkenwoudse Driehoek in. Wesprekenafteproberenonstebeperkentotbijenenzweefvliegen, en vooral op zoek te gaan naar de kattenstaartdikpoot en de slobkousbij. Al gauw zal blijken, dat dit voornemen niet lang stand zal houden… De liefhebbers van de natuur met onderzoekszin worden aan alle kanten verleid door wat groeit, bloeit en vliegt!
steeds vaker wordt toegepast. Op de foto van deze bij zijn goed de slobkousen vol stuifmeel te zien.
K
attenstaartdikpootbij Er staan veel kattenstaarten in bloei. Overal zie je de paarse gloed van deze in groten getale aanwezige plant. Op deze plant hopen we de kattenstaartdikpoot te ontdekken. Die staat niet op de Rode Lijst, maar is toch redelijk zeldzaam in Nederland. De kattenstaartdikpootbij dankt haar naam, zoals alle dikpootbijen, aan de plant waar ze nectar en stuifmeel verzamelt: de grote kattenstaart. De bij zelf (zowel man als vrouw) heeft witte achterlijfbanden. Bij de vrouw is de laatste tars van poot 1 en 2 oranje gekleurd. De mannetjes patrouilleren rond de bloemplanten of zitten er ‘op wacht’. Hoewel verspreiding van deze bij veelal beperkt is tot het rivierenen bekkengebied in het zuiden van Nederland, blijkt dat hij nu ook in de Krimpenerwaard te vinden is. In 2018 is hij voor het eerst waargenomen in de Krimpenerwaard. Waarschijnlijk komt hij hier veel meer voor. Wij hebben hem waargenomen! En ik daag de lezer graag uit om deze bij te leren determineren en dan vooral te melden op waarnemingen.nl! Het liefst met een foto van je vondst. Hierdoor kan een beter beeld van deze toch wel unieke bij in Nederland worden verkregen. De vliegtijd is van juni t/m september en de hoofdvliegtijd begin augustus. Bij het ter perse gaan is de kattenstaart al uitgebloeid en de bij niet meer zichtbaar actief. Het wordt dus volgend jaar. Genoeg tijd om je voor te bereiden!
Slobkousbij in het potje, foto: Dirk-Jan Saaltink
H
ommels In Nederland zijn 29 soorten hommels bekend. Herkenning van de soorten lijkt op het eerste gezicht makkelijk, omdat ze van die mooie kleurpatronen hebben. Er zijn inderdaad enkele soorten die makkelijk herkenbaar zijn en geen dubbelgangers hebben, zoals de boomhommel. Veel soorten lijken echter op elkaar en sommige hebben echte dubbelgangers die zelfs voor kenners nauwelijks uit elkaar te houden zijn. Een berucht voorbeeld zijn de aardhommels. Deze soortgroep omvat niet alleen de ‘echte’ aardhommel, maar ook de veldhommel, de wilgenhommel en de grote veldhommel en we noemen ze voor het gemak ‘aardhommel-complex’. Het veldhommel mannetje heeft een geel gezicht. Dat is het enige verschil t.o.v. het aardhommel mannetje! Daarnaast zijn de beestjes zelf al vrij klein, zodat je aandachtig naar de diverse details moet kijken. En ze moeten wel een beetje meewerken om een goede foto te kunnen maken. Nee, ze maken het ons niet makkelijk, maar uiteindelijk is het de moeite waard.
S Kattenstaartdikpootbij maakt zijn naam waar, foto: Marco Tanis
teenhommel We vinden een koningin steenhommel in het gras. Ze heeft door een foutje van de natuur veel te kleine vleugels. Ze zal dat niet overleven helaas. Verderop vinden we een mannetje steenhommel. Hommels en wespen zijn angeldragers, maar wist je dat mannetjes bijen en hommels niet kunnen steken? Alleen de vrouwtjes hebben een angel.
Gewone slobkousbij De gewone slobkousbij is de meest specialistische, of monolectische bij. De slobkousbij is namelijk voor het stuifmeel verzamelen geheel gespecialiseerd op de grote wederik, een typische plant van waterkanten. Omdat de grote wederik alleen stuifmeel en geen nectar levert, vliegt de bij voor de nectar op andere planten, bijvoorbeeld de grote kattenstaart en kale jonker. De soort staat niet op de Rode Lijst en komt algemeen voor in Nederland, vooral in vochtige terreinen langs greppelranden en oevers. De slobkousbij maakt zijn nest in de grond. Hij kan zijn nest waterdicht maken. Hij gebuikt daar de plantaardige olie van wederik voor. Dat is handig in natte gebieden. Het is dus van belang om bij bermonderhoud rekening te houden met de instandhouding van deze insecten. Gefaseerd maaien is een keuze, die gelukkig
Steenhommel foerageert op koninginnenkruid, foto: Dirk-Jan Saaltink
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 21
Verblijf in een ‘heidehuisje’ met een eigen vogelkijkhut grenzend aan een natuur- en stiltegebied. Nico de Haan ging u voor: ‘Als je niet aangestaard wordt door de Schotse Hooglanders dan word je wel begluurd vanaf de kale topjes van het struikgewas door de roodborsttapuiten. Raven praten in de verte en in het voorjaar jodelt hier de wielewaal’. Kijk op: www.heidehuisje.nl of bel 06-81525089
WELKOM IN HET REESTDAL
Tuinontwerp en hoveniersbedrijf
'Projecten in het groen' ontwerp beplantingen onderhoud
www.projecteninhetgroen.nl
0 6 . 5 4 2 1 3 9 8 8
G
ewone koekoekshommel Gewone? Ja, want er komen zeven soorten koekoekshommel voor in Nederland. Hommel? Ja, niet te verwarren met de koekoeksbijen! De meeste koekoeksbijen zijn overigens behoorlijk kaal. Dat is al een groot verschil. Deze hebben we niet waargenomen. De koekoekshommel wel. Hommel of bij? Het geslacht hommels maakt deel uit van de familie bijen. Wel wat verwarrend. Koekoekshommels zijn broedparasieten. Ze bouwen geen eigen nest, maar dringen de nesten van andere hommels binnen en doden de koningin van het volk dat oorspronkelijk het nest bewoonde. De vrouwtjes koekoekshommel legt daar dan vervolgens haar eieren. Koekoekshommels hebben hun favoriete gasthommel(s). Ze lijken ook uiterlijk op hun gasthommels. Dat maakt het makkelijker om de kolonie binnen te dringen. Een koekoekshommel is alleen succesvol als een jong nest zonder werksters wordt bezocht. Bij een hommelkolonie die al werksters bevat maakt de koekoekshommel waarschijnlijk geen kans. Als de koekoekshommel erin slaagt om eieren af te zetten in een jong nest waarvan de werksters nog in het larvestadium zijn - worden de eieren door de werksters van de geparasiteerde soort grootgebracht. Om te voorkomen dat de koekoekshommel als vijand wordt herkend, wrijft de hommel met het lichaam langs de nestwanden om zo de nestgeur aan te nemen en eventuele andere bewoners te misleiden.
Z
weefvliegen Zweefvliegen zijn er in alle soorten en maten. De meeste zijn onopvallend en blijven in lengte onder de twee centimeter. Een aantal opvallende zweefvliegen, zoals bijvliegen en fopwespen, bootsen vliesvleugeligen na zoals wespen, bijen, of hommels, door hun opvallend felle kleuren, overeenkomstige kleurpatronen of lichaamsbeharing op borststuk en achterlijf. Zweefvliegen die op hommels lijken, hebben een harig achterlijf, soorten die op wespen lijken meestal niet. Het lijken in kleur, vorm en/of geluid op andere, gevaarlijkere dieren heet mimicry en komt bij zeer veel diergroepen voor. Sommige zweefvliegen lijken door hun beharing sterk op bijen, maar verschillen hiervan doordat zij twee vleugels hebben. Bijen hebben vier vleugels. De voor- en achtervleugels van bijen liggen echter vaak over elkaar, zodat lijkt alsof ze maar twee vleugels hebben. In de praktijk is het makkelijker om naar de lengte van de voelsprieten op de kop te kijken: bijen hebben lange sprieten, zweefvliegen meestal korte. Ook hebben bijen kaken onderaan kun kop, vliegen hebben alleen een tong.
Hommelbijvlieg, geen hommel maar een zweefvlieg, foto: Dirk-Jan Saaltink
O
verig Tjonge, wat een informatie! Al schrijvende denk ik: het begint al een beetje op een studie te lijken… Dat is niet de bedoeling. Al het bovenstaande is geen kennis van mij, maar o.a. van Marco, mijn mede
excursiegenoten en mijn vriend Google. Daarom toch maar een kort lijstje van wat andere waarnemingen: Scheefvlekplatvoetje Akkerhommel, Hommelbijvlieg Aardhommel-complex Menuetzweefvlieg Blinde bij Knollenbladwesp Bosbijvlieg Gewone langsprietwapenvlieg, Puntbijvlieg die vooral in laagveen en Kegelbijvlieg moerasgebieden voorkomt. Kustbijvlieg En vast nog veel meer… Snuitwaterzweefvlieg
Parende knollenbladwespen, foto: Dirk-Jan Saaltink
N
ieuwsgierig geworden? Voor wie zich wil verdiepen in hommels: de Basisgids hommels van EIS Kenniscentrum Insecten is online gratis te downloaden, papieren versie voor € 5,-. Voor de bijen (inclusief hommels): de goede Basisgids Wilde bijen van Pieter van Breugel voor 22,95 en de uitgebreidere prima Veldgids Bijen voor Nederland en Vlaanderen van Steven Falk en Richard Lewington voor € 40,-. Voor de zweefvliegen: de eerste Nederlandstalige, gloednieuwe en uitgebreide Veldgids Zweefvliegen met foto’s van alle 382 zweefvliegsoorten in Nederland en België, van Sander Bot en Frank van de Meutter voor € 35,-. Ook zijn er voor veel opvallende groepen vliegen, waaronder wapenvliegen, roofvliegen, blaaskopvliegen en wolzwevers online gratis veldtabellen beschikbaar, als wel een fotogids voor zweefvliegen en een veldgids voor dazen. Deze veldgidsen zijn te verkrijgen via oudeversie.waarneming.nl onder ‘soorten’. De site waarneming.nl is enorm vernieuwd, maar daar is nog niet alles van de oude terug te vinden. Daarom is die nog beschikbaar voor dit soort documenten. De nieuwe techniek van automatische beeldherkenning door met je waarneming een foto mee te sturen, maakt determineren wel erg makkelijke en snel, en komt voor meer groepen insecten beschikbaar. I-tips: ahw.me van de Zeeuwse Albert de Wilde met 6.700 eigen foto’s en Nederlandstalige verklarende tekst; wildebijen.nl; een digitale gids die 278 soorten beschrijft, bestuivers.nl; bevat leuke tips voor herkenning en determinatie, Steven Falk Flickr Bees pagina, vol met goede foto’s en uitleg bij allerlei soorten insecten (in het Engels) van bekende entomoloog Steven Falk. We juichen het toe als meer leden zich met deze belangrijke groep dieren zouden bezig houden! Hetzij incidenteel, hetzij structureel.
T
ot slot Of het interessant was? De ochtend is voorbij gevlogen en we hebben veel langer over het geplande rondje gedaan dan we gedacht hadden. Dat spreekt voor zich. Aan het begin van de middag nemen we afscheid op de parkeerplaats, heel wat kennis en ervaring rijker. Het was een erg leuke ochtend! D WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 23
Costa Rica - indruk van een vogelparadijs Tekst en foto’s behalve foto 5: Max Ossevoort
In januari 2019 maakten Marijke en Paul Schrijvershof, Arie Ros en Max Ossevoort een drie weken durende vogelreis naar Costa Rica. Door de grote verscheidenheid aan biotopen (zie ook kader) leven er in Costa Rica duizenden soorten ongewervelde dieren, circa 215 soorten amfibieën, ongeveer 265 reptielensoorten, meer dan 240 zoogdiersoorten, tientallen dagvlinders en worden er meer dan 900 soorten vogels waargenomen (meer soorten dan in heel Noord-Amerika), waaronder 75 roofvogelsoorten en 50 soorten kolibries. Kortom: een vogelparadijs, en daarom een must om te bezoeken voor vogelliefhebbers. Hieronder een korte indruk van onze reis. D
K
ent u het gezegde ‘Er is geen betere pret dan voorpret’? Nou, dat was bij ons zeker van toepassing. Vanaf de start met de voorbereiding op de reis, het samenstellen van een top-drie wensenlijst van te scoren vogelsoorten, het uitzoeken welke parken we wilden bezoeken en waarom en waar dan overnachten: de fun liep steeds verder op. Op het moment dat je aankomt in San José word je begroet door nieuwe vogelgeluiden en voor je het weet ben je al aan het vogelen, nog voor je koffer ook maar is uitgepakt. Daarbij bleek al gauw dat Paul het beste zijn huiswerk had gedaan: hij wist alle vogels gelijk op naam te brengen. Maar het begon pas echt toen we de volgende dag de huurauto ophaalden en op stap gingen. De route bracht ons via het universiteitsterrein in San José met o.a. diverse zangertjes, een eekhoornkoekoek en onze eerste 1 Lessons motmot, via snel hoogte winnende wegen naar Nationaal Park Los Quetzales in de bergen. Daar zagen we tientallen vogels, waaronder een reeks kolibries en tanagers. Na een nachtje in een soort houten bungalowtjes gingen we vroeg uit de veren, want bij het eerste daglicht waren we al op zoek naar een van de mooiste vogels van Costa Rica: de Quetzal, waarvan we er dankzij onze gids Oscar vier zagen. Natuurlijk hebben we in het park onze eerste trails gelopen en lijsten vol vogels gescoord. Veel te veel om op te noemen!
V
2
3 24
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
ia de in de bergen sterk kronkelende nationale weg nummer 2, met onderweg de nodige stops voor o.a. geelflankzijdevliegenvangers, vulkaanjunco’s, een overstekende tapir en ’s avonds de roep van de zeldzame grijze reuzennachtzwaluw, zijn we vervolgens afgedaald van 3450 meter hoogte naar San Vito bijna aan de Panamese grens. Aan vogels ook daar geen gebrek. Het geluid afdraaien van de Costa Ricaanse pygmee-uil bleek overal te werken als een magneet voor vogels. Tientallen soorten konden we noteren, maar ook andere levende wezens kruisten ons pad. Fantastisch. Van San Vito gingen we naar het laagland van het schiereiland Osa in het zuidwesten van Costa Rica. Op Osa ontdekten we bij de Ricónbrug over de rivier onze eerste geelsnavelcotinga. Je vraagt je af hoe zo’n sneeuwwitte vogel kan overleven in een omgeving met zo veel roofvogels. Om op Osa de vanuit Nederland geboekte Bosque del Rio Tigre Lodge te bereiken moesten we met onze SUV een snel stromende rivier door en vervolgens zo’n 400 meter rivierbedding volgen:
De Republiek Costa Rica is een land in Centraal-Amerika dat in het noorden door Nicaragua en in het zuiden door Panama wordt begrensd. Ten westen en het oosten liggen respectievelijk de Grote of Stille Oceaan en de Caribische Zee. Costa Rica, dat letterlijk Rijke kust betekent omdat de Spaanse kolonisten onterecht dachten er goud te vinden, heeft sinds 1949 geen leger meer. Het land is iets groter dan Nederland, heeft ongeveer 5 miljoen inwoners en is overwegend vlak, maar in het midden loopt een bergketen die deel uitmaakt van de Centraal-Amerikaanse Cordilleras. In deze bergketen liggen tientallen vulkanen, waarvan de Arenal, Rincón de la Vieja en sinds januari 2010 ook de Turrialba actief zijn. Door deze bergscheiding heeft het westen een ander, droger, klimaat dan het oostelijke deel dat onder invloed staat van wind uit de Caribische Zee, die voor veel vochtaanvoer zorgt met op sommige plaatsen wel zes meter regen per jaar. Het hoogste punt is de Cerro Chirippó (3810 meter) in de Cordillera de Talamanca. In het land bevinden zich uitgestrekte nationale parken en reservaten: ruim 25% van het land is beschermd. Natuurtypen die voorkomen zijn tropische regenwouden, droogbossen, graslanden en mangrovebossen. In combinatie met rivieren en moerassen zijn tientallen biotopen ontstaan. D altijd weer spannend. Door de rivieroversteek kreeg je wel het gevoel dat je van de bewoonde wereld werd afgesloten. Dat bleek ook wel te kloppen, want ondanks alle luxe, inbegrepen de verrukkelijke maaltijden, werd alle stroom betrokken van één generator. Naast de lodge werd de zeldzame kleine tinamoe waargenomen en natuurlijk op de foto vereeuwigd. Ook Osa bracht ons, mede dankzij de gids, een lading aan nieuwe vogelsoorten. Van daaruit zijn we via de kustweg naar de rivier de Tarcoles gereden waar we onder andere ’s middags een bootreis voor ons vieren hebben geboekt. Zo hoefden we een keer niet te lopen. Naast vele (ook water-)vogels, waaronder de mangrovekolobrie en de Mexicaanse tijgerroerdomp was de plotseling naast de boot opduikende spitssnuitkrokodil een bijzondere verrassing. Tegen de avond waren we met de boot terug en werd met een gids een tour naar een viertal uilensoorten gemaakt, die we allemaal gezien hebben: zwart-witte bosuil, de briluil, de mangrove schreeuwuil en de Braziliaanse dwerguil.
D
e route werd vervolgd naar Puntarenas waar we de volgende ochtend per pont de baai zijn overgestoken naar het schiereiland Nicoya. De bedoeling was om tijdens de oversteek diverse zeevogels te kunnen zien, maar daar is niet zo 4 veel van terechtgekomen. Ze bleven allemaal op de oceaan die erg rustig was. Op Nicoya zelf hebben we een paar uur gevogeld en zijn daarna teruggekeerd om de reis te vervolgen via Chomez (zoutpannen, helaas stonden de meeste droog) naar Nationaal Park La Selva, dat we ook in Nederland voor de zekerheid geboekt hadden. Daar zijn we een paar dagen gebleven, wat een hele goede keus bleek te zijn. We zagen soorten als de buffons ara, breedsnavelmotmot, Goulds trogon, zwartkruintityara, naast vele soorten kolobries, toekans, spechten en tangaras. Bij Rancho Naturalista hebben we weer met een gids gevogeld. Daarbij zagen we een tayra, een prachtige boommarterachtige. ‘s Middags hadden we het geluk om daar de zeldzame haaksnavelkolibrie te zien. We zijn in de twee resterende dagen van onze reis al vogelend teruggekeerd naar San José. 5
W
e kijken terug op een schitterende reis, waarin we naast hele bijzondere zoogdieren zoals de margay (ocelot), veel vlinders en libellen, bijzondere planten en hagedissen, ook nog eens een 400!!! soorten vogels waaronder tientallen endemische en semiendemische, hebben gezien of gehoord. Onnodig om te vermelden dat dit land met z’n schitterende natuur en vriendelijke bevolking een diepe indruk heeft achtergelaten. Costa Rica - wat een belevenis! 1. Flame coloured tanager; 2. Quetzal, de nationale vogel van Costa Rica; 3. Nationaal vulkaanpark Tenorio; 4. Mexicaanse tijgerroerdomp; 5. tayra, foto: Paul Schrijvershof; 6. zwartsnaveltoekan; 7. links Rivol’s kolibrie en rechts Mexicaanse violetoorkolibrie:D
6
7 WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 25
Bijzondere planten van Oostvoorne Wim Revet
Op zaterdag 22 juni 2019 organiseerde de NVWK onder leiding van Stef van Walsum een excursie naar de duinen van Oostvoorne. Het gebied is het plantenpareltje van Zuid-Holland en is erg afwisselend met onder andere oude duinen, jonge duinen, vochtige duinvalleien en een stukje kwelder. Het was vanuit het verzamelpunt Krimpen aan den IJssel een klein uurtje rijden naar het bezoekerscentrum Tenellaplas in Rockanje. Hier startten we rond tien uur met een wandeling van circa zes kilometer. Geen hoog wandeltempo, maar elke vierkante meter afspeurend, op zoek naar (zeldzame) planten. D
Duinpoel nabij het Bakenpad
S
nel bleek dat Stef al op jonge leeftijd ernstig besmet is geraakt met het plantenvirus. In zeer korte tijd hadden we een indrukwekkende lijst van plantensoorten met onder andere geelhartje, gevlekte orchis, moerasgamander, teer guichelheil en welriekende agrimonie. Om toch nog enige voortgang in de wandeling te houden werd lang niet bij alle planten stilgestaan. Na een kleine pauze werden al snel op weg naar de Vliegveld vallei de bijenorchis, moeraswespenorchis, moerasweegbree en kruisdistel op de foto vastgelegd. EĂŠn van de mooiste waarnemingen was de groenknolorchis, een zeldzame orchidee. Via het Parnassiavlak en de Slikken van Voorne zijn we teruggelopen naar de Tenelleplas. Onderweg genietend van het zicht op aardbeiklaver, blauwe zeedistel, kwelderzegge, rode ogentroost, zeekweek, zeeweegbree en zeewolfsmelk.
T
och hebben we niet de hele tijd naar planten gezocht, in tegendeel: rondom ons waren vele vogels, libellen en vlinders actief. Zo konden we onder andere genieten van de graspieper,
1 26
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
kneu, kwartel en roodborsttapuit. Leuke waarnemingen van libellen waren tangpantserjuffer, grote keizerlibel, platbuik en vroege glazenmaker. Ook de vlinders maakten dankbaar gebruik van het mooie weer. Hierdoor werden meerdere exemplaren van bruin zangoogje, distelvlinder, hooibeestje, icarusblauwtje en koevinkje waargenomen.
N
a een wandeling van ruim vijf uur waren we terug bij het bezoekerscentrum Tenellaplas. Vlak achter dit bezoekerscentrum ligt een heemtuin, waarin alle kenmerkende biotopen uit de duinen van Voorne bij elkaar zijn gebracht. Vanzelfsprekend hebben we de rijke variatie aan orchideeĂŤn daar ook nog even bewonderd. De in de heemtuin waargenomen planten zijn overigens niet verwerkt in de nevenstaande plantenlijst. De plantenexcursie naar Oostvoorne was een dag om in te lijsten: veel bijzondere planten, heerlijk zonnig weer met een goede temperatuur en een aangenaam gezelschap van acht enthousiaste natuurliefhebbers.
2
3
W
aargenomen plantensoorten:
Aardbeiklaver Akkerdistel Bezemkruiskruid Bijenorchis Blauwe zeedistel 1) Damastbloem Dauwbraam Duinviooltje Echte valeriaan Geel nagelkruid Geel walstro Geelhartje 2) Gevlekte orchis 3) Gewimperd duinlangbaardgras Gewone braam Gewone ereprijs Gewone ossentong
Gewone vleugeltjesbloem Gewoon biggenkruid Glad parelzaad Groenknolorchis Grote ratelaar Grote wederik Grote zandkool Haagwinde Heelblaadjes Heggenrank Hop Hopklaver Jakobskruiskruid Kale jonker Keizerskaars Kruisdistel Kwelderzegge Lidsteng Liggende klaver Melkkruid Moerasgamander Moeraskartelblad Moeraswespenorchis 5) Penningkruid Platte bies Poelruit Reuzenberenklauw Reuzenzwenkgras Rode ogentroost Rood guichelheil Selderij Sint-Janskruid Slangenkruid Stalkaars 4) Stalkruid spec. Stekend loogkruid Stijve moerasweegbree Stijve ogentroost Strandduizendguldenkruid Teer guichelheil Tormentil
4 Veenwortel Vrouwenmantel spec. Waterpunge Welriekende agrimonie Welriekende salomonszegel Wilde akelei Zanddoddegras Zeegroene rus Zeekweek Zeepkruid Zeeraket Zeeweegbree Zeewolfsmelk Zilt torkruid Zilte zegge Zilverschoon Zomerfijnstraal Zompvergeet-mij-nietje Zwarte toorts D
5 WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 27
De Vogelatlas is uit Deel 4: exoten Rudi Terlouw en Diny Buisman Tijdens de Landelijke Dag van Sovon op 24 november 2018 werd de Vogelatlas van de Nederlandse broed- en wintervogels gelanceerd. In de periode 2013-2015 werd het gehele land op zowel broedvogels als wintervogels onderzocht. Ook de Krimpenerwaard werd geteld. Een aantal leden van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard leverde een bijdrage. De nieuwe Vogelatlas maakt inzichtelijk voor welke soorten de Krimpenerwaard bijzonder interessant is. Een mooie aanleiding dus om eens te kijken naar de ontwikkeling en de geschiedenis van vogels en vogelonderzoek in de Krimpenerwaard. D
N
adat in de eerste artikelen respectievelijk de broedvogels, en de doortrekkende vogels en wintervogels meer in het algemeen zijn besproken, is in het derde nummer van de Waardvogel het accent op roofvogels en uilen gelegd. Voor deze vierde en voorlaatste versie hebben we gekozen voor het thema ‘exoten’. De ontwikkeling in het veld van de tot deze categorie gerekende soorten gaat steeds sneller, er wordt echter relatief weinig over gepubliceerd. Laten we de situatie voor de Krimpenerwaard daarom eens proberen te reconstrueren, waarbij we ons beperken tot de soorten die tot broeden komen en alleen bij uitzondering kort ingaan op kort verblijvende en doortrekkende exemplaren. Dat brengt ons ook bij de gedachtenvorming over het vijfde en laatste artikel wat we in deze serie aan de redactie hebben toegezegd. In dit laatste artikel willen we graag dieper ingaan op enkele verzoek soorten/onderwerpen. Uiteraard mits er van deze soorten informatie voorhanden is. We nodigen u uit om soorten waarvan u de aantalsontwikkeling eens uitgewerkt zou willen zien aan te dragen bij de redactie voor 1 oktober as. De binnen gekomen verzoeken beoordelen we op aantal keer dat een soort is aangebracht en de haalbaarheid i.r.t. de beschikbare gegevens. De geselecteerde soorten zult u terug vinden in het decembernummer van de Waardvogel.
I
n de loop der jaren heeft zich een groot aantal niet inheemse soorten in ons land weten te vestigen, de zogenaamde exoten of escape vogels. Uiteraard is dit ook in de Krimpenerwaard niet onopgemerkt gebleven en behoort een fors aantal soorten tot deze categorie. Maar wat is nu eigenlijk een exoot? Eerst de definitie maar eens uitwerken te meer daar deze te pas en te onpas wordt geïnterpreteerd bij het vullen van soortenlijsten van gebieden. Onder exoten worden soorten verstaan die in ons land normaal gesproken niet voorkomen en uitsluitend dankzij de al dan niet bewuste hulp (ontsnapping, vrijlaten of onbewust transport) van de mens zich hebben kunnen vestigen. Exoten kunnen stabiele en langjarig standhoudende populaties vormen, maar ook tijdelijk aanwezig zijn met vestiging, piek en afname. Ook hier geldt weer al dan niet met behulp van de mens (Lensink R., 1996). In de Vogelatlas van Nederland (SOVON Vogelonderzoek Nederland, 2018) wordt eveneens de lijn van deze definitie gevolgd: “Exoten zijn van oorsprong uitheemse soorten die zich door toedoen van de mens in ons land vestigden”.
28
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
In deze vogelatlas kunnen we lezen dat van de tot exoten gerekende soorten er inmiddels 80 zijn vastgesteld in ons land, waarvan 34 soorten in de atlas telperiode (2015-2017) uit tenminste 10 atlasblokken zijn gemeld. Concentraties van exoten worden voornamelijk in verstedelijkte gebieden met open water aangetroffen. De Randstad vormt hierbij voor veel soorten de bakermat.
T
wee soorten die inmiddels geaccepteerd zijn als inheemse soort, zijn de fazant en de knobbelzwaan, maar beide zijn van nature geen inheemse soorten. Ze worden nu tot de inheemse avifauna gerekend, omdat ze voldoen aan het criterium van langjarig in ons land aanwezig, over het hele land verspreid voorkomend en waarbij voortplanting optreedt. De exacte criteria om tot de Nederlandse broedvogels te kunnen worden gerekend zijn niet helemaal transparant te noemen op dit moment. Wanneer treedt de Nijlgans tot deze categorie toe? Anderzijds de soms toegepaste methode voor soortenlijstjes om in het gebied geboren roodhalsganzen of sneeuwganzen (om maar eens een Krimpenerwaard discussie aan te snijden) als inheems op te nemen, voldoet zeker niet aan deze criteria.
T
och zijn er ook tussen de knobbelzwaan en de fazant verschillen op te merken. De fazant komt van oorsprong uit Azië en is daarnaast een slechte vlieger. Naast dat het onwaarschijnlijk is dat de soort op eigen kracht Nederland heeft bereikt, is bekend dat de fazant is ingevoerd in de Romeinse tijd.
Fazantenman, foto: Anita Meelenboer
Pas vanaf 1850 kreeg de soort meer vaste voet aan de grond in Nederland, toen hij vaker werd uitgezet ten behoeve van de jacht (ten Den, 1989). Wanneer de fazant zich in de Krimpenerwaard heeft gevestigd is onbekend. Sedert mijn vogelregistraties in december 1961 heb ik de soort regelmatig genoteerd in tellingen en inventarisaties. Wel is de fazant in de loop der jaren binnen de Krimpenerwaard talrijker geworden. De aanleg van recreatiegebieden als het Loetbos, heeft hier zeker aan bijgedragen. De laatste tien jaar lijkt de toename van deze soort in ons gebied te versnellen, voortkomend uit meer structuurrijke natuurgebieden en verruiging in graslanden. Landelijk gezien neemt de soort echter juist in aantal af. Uitzetten en beheren (bijvoeren) vanuit de jacht is deels niet langer toegestaan en afname van eiwitrijk, dierlijk voedsel als rupsen, wantsen, kevers, etc. speelt de soort in veel gebieden in de kuikenfase parten.
Z
oals gezegd wordt ook de knobbelzwaan door sommigen als van oorsprong niet inheems aangemerkt. Voor de knobbelzwaan geldt echter dat de soort zeker in staat is om op eigen kracht ons land te bereiken. De meest gehanteerde zienswijze is dat dit ook is gebeurd. Voor de Tweede Wereldoorlog broedde de knobbelzwaan vrijwel uitsluitend in gevangenschap in ons land. Later werd de soort door agrariërs in het westelijk veenweidengebied geëxploiteerd in een vrij levende, maar geleewiekte populatie rondom de boerenbedrijven. De jonge vogels werden jaarlijks gevangen en aangeboden aan een ‘drifter’ om te verhandelen als siervogel voor parken, landgoederen en waterwildcollecties en in mindere mate voor het dons en het vlees (Terlouw R.J.S., 2018). Toen de handel in zwanen en zwanendons afnam en parallel de agrarische sector zich van een gemengd bedrijf omvormde naar specialisatie in de melkveehouderij, werden de jonge zwanen in veel deelgebieden niet meer ‘geoogst’, de oude vogels niet meer geleewiekt en verspreidden de vogels zich over het omringende gebied. De hierdoor ontstane vrij vliegende zwanen vormden de basis voor de huidige ‘wilde’ populatie die zich geleidelijk mengde met vanuit de noordelijk van ons land levende wilde populaties die migreerden en zich vestigden. Naast in de gebieden met zwanenhouderij vertoonde de knobbelzwanenpopulatie ook in andere delen van het land een toename in de periode 1965-
1990 (SOVON, 1997). De huidige populatie van de soort is als gevolg van recent onderzoek goed bekend voor ons gebied. Het broedbestand bedraagt tussen de 350 en 400 broedparen, daarnaast zijn er jaarlijks nog circa 150 vogels die wel een paarband aangaan maar niet tot broeden komen. De winterpopulatie zal rond de 3000 vogels bedragen en bestaan uit de eigen broedvogels, hun onvolwassen jongen (1- tot 3-jarige vogels) en wintergasten (Terlouw, R.J.S.- BuiTeGewoon rapport 2018/41).
V
an de soorten die tot de exoten worden gerekend behoort een groot deel tot de watervogels. Voor ons gebied betreft dit wat broeden betreft o.a. de nijlgans, grote Canadese gans, roodhalsgans, sneeuwgans, casarca, Kaapse eend en mandarijneend. Daarnaast is er de bastaarding tussen verschillende soorten, waarvan de resultaten als bonte exemplaren worden samengevat onder naam ‘parkeend’ en ‘parkgans’.
D
e nijlgans is een interessante soort in die zin dat na het eerste broedgeval in 1967 in de omgeving van Delft reeds in 1968 een nestvondst werd gedaan in de Krimpenerwaard.
Nijlganzen, foto: Peter Stam
Knobbelzwaan, foto: Peter Stam
Hiermee behoorde de Krimpenerwaard tot één van de eerste vestigingsgebieden in ons land. Het betrof een nestvondst met vijf eieren in de Kattendijksblokboezem (waarn. Duijvendijk, Hogendoorn en Terlouw – natuurregistraties Terlouw, 1969). In 2009 is een schatting gemaakt door Bureau Waardenburg (t.b.v. het zomerganzenbeheerplan Krimpenerwaard i.o.v. de provincie Zuid-Holland) op basis van gegevens van de WBE en onze dagboekregistraties. Hierin komen zij tot een schatting in 2009 van 75 - 80 broedpaar (Lensink en De Fouw, 2009). In 2011 werd op basis van de gebiedsdekkende zomerganzentelling van de WBE Krimpenerwaard een schatting gemaakt die uitkomt op circa 100 broedpaar (Terlouw & Buisman, natuurdagboek, 2011). In 2015 is de soort gebiedsdekkend geïnventariseerd in atlasblok 38-22 (omgeving Gouderak) met een oppervlakte
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 29
van circa 2350 hectare. Hierbij werden 69 territoria vastgesteld (Natuurregistraties Buisman & Terlouw, 2015). Dit geeft een dichtheid van 2,9 paar per 100 hectare wat bij extrapolatie voor de hele Krimpenerwaard zou uitkomen op circa 230 tot 240 broedpaar. De laatste jaren bestaat de indruk dat de populatiegroei lijkt te af te nemen.
E
en andere zeer talrijke soort in ons gebied betreft de grote Canadese gans. Grote Canadese ganzen hebben zich meer dan twintig jaar later gevestigd dan nijlganzen. Pas vanaf de jaren negentig vorige eeuw worden incidentele waarnemingen vermeld (waaneming.nl). Deze soort neemt nog jaarlijks toe in onze waard, maar heeft ook nog steeds een onregelmatige verspreiding. De Berkenwoudse Driehoek is een hotspot voor de soort. Hier zijn regelmatig groepen van meer dan 100 tot soms ruim 200 exemplaren aanwezig en heeft zich een grote broedpopulatie ontwikkeld. De soort verspreidt zich nog steeds in het gebied en kan op zeer verschillende plaatsen tot broeden komen. Zo wordt de laatste jaren een toenemend aantal legsels vastgesteld in polder De Nesse, waar in het bijzonder de ruigere terreindelen worden benut, maar lokaal wordt ook op een open nest in perceelranden gebroed. Gegevens over aantalsontwikkeling en huidige populatie-omvang op gebiedsniveau voor de Krimpenerwaard zijn ons niet bekend.
van vele honderden exemplaren aanwezig. Daardoor kan ook de vestiging van ‘wilde’ paren niet worden uitgesloten. De recente waarneming van trek van 6 exemplaren bij telpunt De Hoekse Sluis (waarneming.nl - 20190820) zal waarschijnlijk in verband met deze ontwikkeling kunnen worden gebracht.
V
an de krooneend is in relatie tot mogelijk broeden éénmaal een onbevestigde waarneming gekomen van een paartje met 6 kuikens uit de polder Beneden Haastrecht (mond. med. Van Eijk, 1997). Vrijwel jaarlijks worden een enkel exemplaar of paar van deze soort in de Krimpenerwaard gesignaleerd. Gezien de ontwikkeling en meldingen van een mogelijke areaal uitbreiding kan spontane vestiging in ons land in de toekomst niet worden uitgesloten (Van der Winden et al, 1994). Toch zal het in het merendeel van de gevallen om ontsnapte/verwilderde vogels gaan al blijft er soms twijfel. Zie hiervoor o.a. de discussies van de door sommige als schuw en door andere als escape aangemerkte vogels die in de afgelopen twee jaren in polder de Nesse worden gezien (waanemingen.nl, 2018-2019).
V
anuit het landelijke aantal broedvogels (maximaal 2 tot 5 broedgevallen per jaar) bezien zijn de sneeuwgans (de laatste jaren vrijwel jaarlijks broedvogel in de Krimpenerwaard) en roodhalsgans (minimaal 4 succesvolle broedgevallen in de afgelopen 8 jaar) spectaculaire exoten in ons gebied. Weinig vogelaars in ons land zullen deze vogels met kuikens hebben kunnen waarnemen. Toch zijn ze met zekerheid afkomstig van verwildering uit een voormalige watervogelkwekerij in een bosje in polder Den Hoek (natuurregistraties Buisman & Terlouw, div. jaren) en dienen dus als exoot te worden gezien ook als ze hier zijn geboren. Er is immers geen sprake van langjarig en wijdverbreide zelfstandig levende populaties.
A
ndere soorten waar soms de discussie over oplaait zijn brandgans en kolgans, die beide ook jaarlijks in ons gebied tot broeden komen. De brandgans zelfs in toenemende mate. Voor de brandgans zijn er twee stromingen, waarvan één stelt dat de populatie duidelijk voortkomt uit ontsnapping (Meiniger & Van Swelm, 1994), maar er gaan ook stemmen op die stellen dat de soort uit overzomerende wintergasten op eigen kracht een populatie heeft opgebouwd in ons land. Van de kolgans is de definitie stelliger dat het gaat om ontsnapte lokvogels uit de jacht en ontsnappingen uit watervogelcollecties (Lensink, 1996).
N
aast ganzen zijn ook verschillende eendensoorten die tot de exoten worden gerekend, in ons gebied aanwezig. Wat geldt voor de sneeuwgans en de roodhalsgans geldt ook voor de casarca. De soort kan in de meeste jaren wel met kuikens worden aangetroffen in ons gebied. Bekende locaties zijn de IJsbaan en polder Kadijk-West in Bergambacht, omgeving Wellepoort in Berkenwoude en eendenkooi Bakkerswaal. Op deze laatste locatie betreft het een geleewiekt paartje ‘kooieenden’. Op beide andere locaties betreft het bekende ontsnappingen van vogels uit gevangenschap die zich in de omgeving hebben gevestigd. De soort neemt echter als wintergast toe in Nederland. Langs de kust van het Eemmeer zijn bijvoorbeeld in het najaar groepen
30
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
De betreffende krooneend in polder De Nesse, foto: Dirk-Jan Saaltink
I
n de bebouwde kom van Krimpen aan den IJssel is een kleine populatie muskuseenden aanwezig. Het is ons onbekend of deze vogels tot broeden komen. Andere exooteenden soorten die in het gebied zijn gezien betreffen o.a. rosse stekelstaart, blauwvleugeltaling, Chileense smient, mandarijneend, kokardezaagbek en nonnetje. Deze komen echter niet tot broeden. Rosse stekelstaarten en mandarijneenden worden steeds tot de exoten gerekend. Elders in de provincie Zuid-Holland weten deze vogels zich succesvol in het wild voort te planten, maar voor zover bij ons bekend heeft dit in de Krimpenerwaard nooit plaatsgevonden. Van het nonnetje en de kokardezaagbek, o.a. de laatste jaren in polder Middelblok aanwezig (Natuurdagboeken Buisman & Terlouw div. jaren), is bekend dat ze via ontsnapping/loslaten uit een waterwildcollectie afkomstig zijn. Uiteraard zijn de
nonnetjes die in de wintermaanden worden gezien wel wilde vogels. De blauwvleugeltaling zou een dwaalgast kunnen zijn die op eigen kracht het gebied heeft weten te bereiken, maar het kan ook op een ontsnapte vogel duiden. Het opmerkelijke aan deze waarneming was dat deze man blauwvleugeltaling een paarband leek aan te gaan met een vrouw zomertaling. Na een aanwezigheid van ruim twee weken met baltsgedrag werd de vogel echter niet meer waargenomen (natuurdagboek Terlouw, april 1993).
E
en hoenderachtige exoot die sluipend lijkt toe te nemen betreft de kip. Op steeds meer plaatsen in de Krimpenerwaard scharrelen groepjes bij kleine bosjes of struwelen. Daar vooral parkeerplaatsen populair lijken zal de herkomst aan het uitzetten van huis- of erfdieren ten grondslag liggen. Exacte aantallen voor de Krimpenerwaard zijn bij ons niet bekend, maar het zal naar verwachting inmiddels om meer dan 10 broedparen per jaar gaan in een populatie van meer dan 100 verwilderde vogels op basis van door ons geregistreerde losse waarnemingen.
H
alsbandparkieten zijn bekende exoten, waar meer aandacht voor is geweest in de afgelopen jaren. In verschillende stedelijke gebieden worden inmiddels jaarlijks slaapplaatstellingen georganiseerd. In ons gebied vertoont het aantal waarnemingen van de soort ook een duidelijke toename. De meeste waarnemingen komen nog uit het westen van ons gebied wat een logische gevolg is van toenemende populaties rond Rotterdam en Den Haag. Of de soort al in de Krimpenerwaard gebroed heeft is ons niet bekend, maar zou niet verwonderen. Het is echter geen vraag of de soort ooit broedvogel zal worden, dit is bijna een zekerheid.
Turkse tortels, foto: Huig Bouter
E
en soort die inmiddels zo langjarig aanwezig en wijd verbreid is dat hij veelal tot de inheemse soorten wordt gerekend betreft de Turkse tortel. Deze soort,die zich omstreeks 1947 in ons land vestigde, heeft zich daarna snel uitgebreid. Toch was de soort nog tamelijk schaars in de Krimpenerwaard rond de tellingen voor de Avifauna van West Nederland (Randstad en Broedvogels, 1981) aan het eind van de jaren zeventig in de vorige eeuw. Iets wat voor veel poldergebieden destijds werd vastgesteld. De soort is dan ook uitermate gebonden aan menselijke gebouwen met grote tuinen. In de Krimpenerwaard werd de soort vanaf midden jaren tachtig vorig eeuw een gewonere verschijning, maar ook hier ligt de nadruk van de
territoria in de bebouwde kom en de bebouwingslinten. Op plaatsen met veel voedselaanbod was (en is) de soort het meest talrijk. Bekende locaties met veel vogels in de laatste decennia van de 20e eeuw waren bijvoorbeeld de maalderij van Oskam langs de provinciale weg in Haastrecht, en de coöperatie in Bergstoep (natuurregistraties Buisman en Terlouw, 19692019). Turkse tortels staan dan ook bekend om het feit dat ze zich maar zeer beperkt verplaatsen om te foerageren. In de actuele situatie is de Turkse tortel een soort die in alle dorpen en veel bebouwingslinten aanwezig en zeker niet schaars is in de Krimpenerwaard. Aantalsmatige gegevens zijn echter niet voorhanden.
H
oewel waarnemingen van ontsnapte volièrevogels als kanarie, grasparkiet, etc. jaarlijks voorkomen in inmiddels een flink aantal soorten is de waarneming van een zebravink hier vermeldenswaard. In 1987 bracht een paartje minimaal twee nesten met jongen groot in de Stolwijkse boezem te Gouderak en kan hierdoor als eenmalige broedvogel voor de Krimpenerwaard worden benoemd. In de nazomer was steeds een groepje van 11 vogels in dit gebied te vinden. In opvolgende jaren werden de vogels overigens niet meer waargenomen, waarmee duidelijk is dat ze de winter niet goed zijn doorgekomen (Natuurdagboek Terlouw, 1987).
D
e tot dusverre door ons verzamelde lijst van waargenomen exoten in de Krimpenerwaard bevat 61 soorten. Hiervan komen er 15 jaarlijks voor waarmee ze tot de vaste vogelbevolking van de Krimpenerwaard kunnen worden gerekend. Van 9 soorten is minimaal eenmaal broeden in onze waard vastgesteld. De overige soorten worden gerekend tot de incidentele en/ of niet jaarlijks waargenomen soorten. Een totaal overzicht is opgenomen in de figuur op de volgende bladzijde. Gebruikte literatuur: Avifauna West-Nederland, 1981, Randstad en Broedvogels Buisman D. & R.J.S. Terlouw, 2002 – heden, Natuurdagboeken en veldregistraties (eigen archief). Den, ten, 1989, Achtergronden en oorzaken van recente aantalsontwikkeling van de fazant in Nederland, RIN-Arnhem Kleyheeg E., C.Oskam & H.Blom, 2017, Beknopte avifauna Krimpenerwaard, versie 2017, www.nvwk.nl Lensink, R., 1996, De opkomst van exoten in de Nederlandse avifauna, Limosa 1996, nr. 3. Meiniger,P.L. & Van Swelm N.D., 1994, Brandganzen als broedvogel in het Deltagebied, Limosa 1994. Nie, H. de, 1991, Exoten en faunavervalsing, Rapport Natuur en Milieu, Utrecht 1991. Pieters, S & W. Tamis, 2005, Exoten in de Nederlandse avifauna: integratie of concurrentie , Het vogeljaar 1-2005. SOVON, 1987, Atlas van de Nederlandse vogels, SOVON-Arnhem. Sovon Vogelonderzoek Nederland, 2018, Vogelatlas van Nederlandse broed- en wintervogels en 40 jaar verandering, SOVON-Nijmegen Terlouw R.J.S.,1969-2001, Natuurdagboeken en veldregistraties (eigen archief) Terlouw R.J.S, 2018, Knobbelzwanen in de Krimpenerwaard, BuiTegewoon rapportage 2018/41 Waarneming.nl , div. jaren, Raadplegingen website waarneming.nl Winden, J. van der, et al, 1994, Hoe vergaat het de krooneend in Nederland, Limosa, 1994 D
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 31
Junimorgen Tekst en illustratie: M. Bersma
De tuin baadt in de vroege zonnestralen op deze junimorgen. Er is al volop leven. Ik zie hoe bijen in de bloem van de smeerwortel kruipen en als ik langs de klimroos loop, wordt er een vloed van roze blaadjes over me uitgestort Ik verschuif een bloempot op de grond en meteen lopen de pissebedden (mijn moeder noemde ze ooit ‘keldermotten’ met een net woord), in paniek door elkaar. Een dikke zwarte spin kruipt snel weg in het onkruid onder de heg. In het najaar vind ik zo’n spin meestal binnen, waar hij door de kamer rent, op zoek naar een veilig hoekje. Soms vind ik hem in de meterkast. Daar laat ik hem rustig zitten, omdat ik niet de moed heb om hem weg te halen. Ik vind z’n kriebelpoten eng, maar ik weet dat het een nuttig dier is. Mijn lege ontbijtbordje staat nog op de tafel. Er ligt een waterdruppel op waar een vlieg naast zit, hij drinkt en loopt vervolgens naar een broodkruimel. Buiten vul ik de lege zaadbuis voor de mussen. De keukendeur staat open en een merel bedelt om eten. Twee jongen met nog korte staartjes staan achter hem of haar. Ik gooi een paar druiven waar zij meteen op afvliegt. Zij bijt ze in stukjes en duwt ze in de snavel van haar kroost. Ze laten het vallen, maar moeder is onvermoeibaar, ze blijft proberen tot ze het op hebben. Elke dag bedelt ze om druiven. Haar kinderen zijn vast heel gezond. Opeens is er paniek onder de vogels. De merels vliegen naar hun nest achter in de tuin en de mussen gaan tekeer. Ik zie de buurkat op z’n buik richting vogels schuiven. Hij draait zich schuldig om als ik op hem afstap. Ik begeleid hem naar z’n eigen tuin en zie er op toe dat hij daar blijft. Het gevaar is weer even afgewend. d 32
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
De Amazone brandt ...nou en? Waarom wij ons niet kunnen afwenden Joke Colijn In het aprilnummer van de Waardvogel schreef ik over duurzaamheid. Duurzaamheid is niet alleen de verantwoordelijkheid van bedrijven en overheden, maar het is de verantwoordelijkheid van iedereen om daar zelf, ook gewoon thuis, inhoud aan te geven. Toegegeven, het is best ontmoedigend om zelf braaf je afval te scheiden, als je leest dat afvalbedrijven alles weer op één hoop gooien en verbranden (CO2-uitstoot, andere gassen!) omdat ze nog niet zijn ingericht op gescheiden verwerken. Toch moeten we volhouden: als iedereen het goede doet, kunnen belangrijke besluitvormers en bedrijven immers niet achterblijven. Onderschat ook niet de kracht van de boodschap van jeugdige klimaatstakers en –activisten. Het filmpje dat het Wereldnatuurfonds uitzendt in reclameblokken laat niemand onberoerd. Kijk, en luister, niemand kan de boodschap beter brengen dan zijzelf: https://www.wwf.nl/kom-in-actie/be-one-with-nature. D
H
D
et moet nú anders e mensheid kan niet zonder natuur De hartenkreet van Lilly, Maxime, Pieter en Niels in het film“Since humans appeared on earth 77% of all wilderness is pje: “Zou ik even jullie aandacht mogen? Lieve volwassenen, ik lost. 10% occurred since 1990.” Sinds de eerste mensen op aarmaak me zorgen. Echt veel zorgen. Over hoe de aarde eraan toe de verschenen (zo’n 100 – 120.000 jaar geleden volgens weis, wanneer ik net zo oud ben als jullie. Het aantal wilde dieren op tenschappers) is 77% van alle natuurlijke natuur verdwenen. 10% aarde is de afgelopen 40 jaar ongeveer met de helft verminderd. daarvan vond plaats sinds 1990. Dus in 1/4000ste van de totale Er komt jaarlijks acht miljoen ton plastic in de oceaan. Dat is tien tijd die verstreken is sinds wij ons ermee gingen bemoeien, spelen wolkenkrabbers van plastic. Al bij 2 graden opwarming zal bij- wij (onze generatie!) het klaar om 1/10de van het totale potentivoorbeeld 99 procent van al het koraal verdwenen zijn. Er wor- eel aan natuur te vernietigen. Dat is wel een hele steile curve, iets den complete natuurgebieden verwoest omdat we te veel vlees om je flink voor te schamen. Uiteraard hebben we bestaansrecht, en zuivel willen blijven eten. Als het zo doorgaat, sterven nog maar dat hebben dieren en planten ook. Het is overigens niet almeer dieren uit. En weet je, jullie kunnen er ook niks aan doen. léén de explosieve toename van het aantal inwoners op aarde Het is zo gelopen. Het heeft geen zin om iedereen de schuld te waardoor de biotoop van planten en dieren verdwijnt; mensen gaan geven. moeten nu eenmaal wonen, werken en eten en dat vraagt ruimte. Maar we willen jullie één ding vragen. Maak je, naast de zor- Het is vooral onze grote honger naar meer welvaart waardoor gen van vandaag, ook zorgen om morgen. Over de tijd wanneer natuur het veld ruimt voor beton, asfalt en woestijnen waarvan ik volwassen ben. We kunnen niet meer langer wachten. Daar de vruchtbare aarde is weggespoeld. En waardoor de aarde nog is het te laat voor. We willen het nú anders doen. Hoe? Wan- sneller opwarmt. Wij zijn gewend geraakt aan luxe en willen neer? Wíj zijn allang begonnen. Wij gaan het ánders doen! Pie- almaar meer, meer, meer. We loven prijzen uit voor de snelst ter, 17 jaar: Ik zeg met trots dat ik een klimaatstaker ben. En ik groeiende bedrijven, we waarderen alles in euro’s, en intrinsieke ben niet de enige. Climate justice! When do we want it? Now! Niels, 11 jaar: Ik zamel met m’n escaperoom geld in voor de bedreigde zeeschildpad. Maxime, 18 jaar: Ik roep iedereen op om op maandag plantaardig te eten. Er bestaan veel lekkere recepten, dus eet smakelijk op Meatless Monday! Lilly, 10 jaar: Ik heb een actie opgezet, zodat restaurants geen plastic rietjes meer gebruiken. Maar zonder jullie hulp… gaan we het - echt - niet - redden. Het probleem is groot. Maar de oplossingen beginnen klein. Eet vaker plantaardig. Pak de fiets. En alsjeblieft, gebruik minder plastic. Dus kom vandaag, samen met ons, in actie. Dank u wel. Dank je wel. Help ons mee. Verband stiksofconcentratie en astma, bron: https://www.ad.nl/binnenland/nergens-in-europa-zo-veelHelp onze natuur.” kinderen-met-astma-door-uitlaatgassen~a43cff8b/155867139/ WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 33
zaken waar geen directe eurowaarde aan gehangen kan worden, zijn in ons maatschappelijk systeem blijkbaar waardeloos. Tevredenheid, natuur, geluk, rust, een mooi landschap, schone lucht – zaken die heel bepalend zijn voor onze kwaliteit van leven, maar ze staan allemaal niet met euro’s gewaardeerd op de Rijksbegroting. De naoorlogse groei-economie laat geen ruimte voor het belang van ecologie en leven in balans, terwijl dat belang óók voor mensen essentieel is! Wij kunnen niet leven zonder gezond groen, zonder natuur, zonder schone lucht en schoon water: dan worden we ziek. Eén op elke vijf kinderen in Nederland krijgt astma vanwege met uitlaatgassen (NO2, stikstofdioxide) en fijnstofdeeltjes vervuilde lucht. In de steden is dat zelfs één op twee! Nergens is dat aantal in Europa zo hoog als in Nederland. Longartsen noemen NO2 een sluipmoordenaar. Je ziet het niet, je merkt het niet, maar het veroorzaakt wel ontstekingen in de luchtwegen die kinderen enorm belemmeren in hun functioneren als kind, en die ze uiteindelijk fataal kunnen worden. * Als we zo doorgaan, maken we onszelf het leven onmogelijk met onze landhonger, ons gifgebruik, onze productiemethoden. De enige manier om gezond te overleven is manieren te vinden om in harmonie met onze omgeving te leren leven. Onderdeel te worden van het grote geheel. Mee te draaien in de ‘circle of life’. Dat vraagt aanpassingen en een beetje nederigheid. De erkenning dat de mens niet aan de top van de keten moet blijven staan, maar dat wij mensen onderdeel willen worden van een ecosysteem waaraan we onze bijdrage leveren. Dat wij goede rentmeesters van de aarde worden in plaats van exploitanten en grootverbruikers. Niet alleen meer nemen, maar ook teruggeven. Zoals Pieter, Maxime, Niels en Lilly zeggen: het probleem is groot, maar de oplossingen beginnen klein. Oftewel: verbeter de wereld, begin bij jezelf.
N
atuurrampen elders in de wereld raken ook ons Ook aan de grote problemen kunnen we als individu iets doen. Dat is minder onmogelijk dan het lijkt. Onafhankelijke internationale organisaties zonder economisch belang, zoals bijvoorbeeld SumOfUs.org, Avaaz.org en WeMove.eu, verdiepen zich in slinkse streken en omstreden deals van bedrijven en voor corruptie gevoelige politici. Ze sturen regelmatig petities naar miljoenen mensen die zich net als wij ook zorgen maken en digitaal hun naam via hun e-mailadres zetten onder zeer goed onderbouwde verzoekschriften aan bewindslieden of belangrijke CEO’s, die het verschil kunnen maken. Ze zorgen op integere wijze dat zaken die het daglicht niet kunnen velen en geheime onderhandelingen openbaar worden, waardoor de neiging om te buigen voor de macht van het (smeer)geld minder wordt. Regelmatig gaat hierdoor een zeer schadelijke deal voor de natuur of voor een kwetsbare groep niet door, of wordt in Brussel ondanks flinke lobby van bijvoorbeeld de farmaceutische industrie in Europa, toch een omstreden wet aangepast of niet aangenomen. Hoe kunnen wij dan helpen?
K
rill uit de Antarctische Oceaan We hoeven echt niet ons leven te wagen in een rubber bootje op de Antarctische Oceaan om de enorme trawlers die daar gigantische hoeveelheden krill wegvangen, het vissen te beletten. Krill zijn de minuscule kreeftjes die aan het begin staan van de voedselketen van heel veel zeeleven, zoals walvissen die elk jaar over de hele aardbol migreren om in de Antarctische Oceaan aan te sterken. Als dit soort basisvoedsel voor zeeleven massaal wordt weggevangen om daar bijvoorbeeld kattenvoer of krillolie (bron van de gezonde omega-3 vetzuren) van te maken, heeft
34
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
dat direct invloed op al het andere zeeleven, dus ook op de visstand van vis die wij mensen consumeren. Wat kunnen wij doen? We kunnen voor onze omega-3 opname in plaats van krillolie regelmatig een verantwoord visje bij de visboer kopen. En we kunnen onze naam digitaal plaatsen onder een petitie om van de Antarctische Oceaan een reusachtig reservaat te maken. Ook als dit niet (op korte termijn) gerealiseerd wordt, maken we hiermee duidelijk dat wij in Nederland op de hoogte zijn van wat daar ver weg bij de zuidpool gebeurt. Het gaat uiteindelijk ook om onze voedselvoorziening en om het welzijn van zeeleven dat zich niet stoort aan grenzen, het gaat ons daarom immers net zo goed aan!
B
rand in het Amazonebekken Ook hoeven we ons niet aan een woudreus in het Amazonegebied te ketenen om daar de illegale houtkap te stoppen. Niet dat ik iets wil afdoen aan de moed van de mensen die zulke dingen wel doen, maar niet iedereen is nu eenmaal een held. De Braziliaanse president Bolsonaro stelt economische ontwikkeling boven bescherming van het regenwoud en legitimeert illegale ontbossing door o.a. brandstichting. Het feit dat hij noodhulp van de G7-landen heeft afgeslagen zegt genoeg. Hij wil zo meer landbouwgrond vrijmaken om een ‘vurig gewenst’ handelsverdrag van de vier Mercosurlanden Brazilië, Argentinië, Uruguay en Venezuela met Europa, goedgekeurd te krijgen. Het verdrag gaat over export van industriegoederen en technologie uit de EU, en import van agrarische producten, vooral soja voor veevoer, naar de EU. Er wordt al tien jaar moeizaam over gesproken en er leek overeenstemming bereikt in juni 2019. Er speelt echter meer, want de Europese landbouwsector en milieuorganisaties zijn bang voor verlaging van de standaarden voor volksgezondheid en dierenwelzijn. Pesticiden die in Europa inmiddels zijn verboden, worden in Zuid-Amerika nog gewoon gebruikt en die krijgen we via het vlees van dieren die de geïmporteerde soja aten, toch binnen. En sinds 2005 namen Braziliaanse regeringen met succes maatregelen om illegale ontbossing tegen te gaan, maar met Bolsonaro zijn we op dat punt helaas terug bij af. Wat kunnen wij doen? We kunnen structureel een Meatless Monday (of andere dag) in ons menu opnemen waardoor er minder veevoer nodig is. En we kunnen laten merken hoe wij erover denken door een handtekening plaatsen onder een petitie aan de politici in Brussel om vooral NIET het handelsakkoord met de Mercosurlanden (Brazilië en de andere drie landen) te ratificeren.
N
iet alle branden zijn destructief Brand is overigens niet per definitie schadelijk; aangestoken is het traditioneel een middel om onkruid en ziektekiemen te doden en akkertjes te creëren in Azië en Afrika, en natuurlijke brand door bijvoorbeeld blikseminslag is noodzakelijk voor een aantal pijnboomsoorten om hun zaden te kunnen laten vallen waardoor bossen verjongen. Ook branden die sinds jaar en dag op savannes in Zuid-Amerika en sub-Sahara-Afrika woeden zijn juist goed voor de biodiversiteit, omdat dieren die van de grasvlakten afhankelijk zijn, anders door verruiging hun leefgebied verliezen. De CO2 die bij deze branden vrijkomt wordt gecompenseerd met de opname door de planten die het jaar erop gaan groeien.
N
iet natuurlijk of traditioneel Maar de enorme branden die nu woeden in natte gebieden zoals in het Amazonebekken zijn niet traditioneel of natuurlijk. Bosbranden komen daar van nature niet voor, en traditionele
het zwaar te verduren. Toch zagen we héél weinig jonge vogels… onafhankelijk van elkaar kwamen we tot de voorzichtige conclusie dat het voedselaanbod voor de kuikens wel eens ver onder de maat gebleven kon zijn. En laten we eerlijk zijn: als je ‘vroeger’ ’s avonds naar huis reed in de zomermaanden, dan spetterden de insecten toch op je voorruit als regen? En dan had je een speciale insectenverwijderaar (in een milieuonvriendelijke spuitbus) nodig om de voorkant van je auto weer schoon te krijgen! Op mijn witte auto tel ik nu hooguit een paar zwarte vlekjes. Na een paar stortbuien zijn ze er vanzelf af geweekt. Bosbranden in Brazilië en de rest van de wereld, bron: https://www.ad.nl/buitenland/drie-keer-meer Zolang wij mensen pesticiden gebruiken bij onze voedselproductie heeft dat niet -brand-in-congo-dan-in-brazilie-maar-het-is-niet-hetzelfde~a6ab2f03/ alleen gevolgen voor de natuur, maar ook stammen gebruiken bij hun leefwijze geen brand maar leven in voor onszelf. Als er geen insecten meer zijn, heeft dat direct weerharmonie met en van het woud en de rivier. De gigantische bo- slag op alle vogels, vleermuizen en elke vorm van ander leven die men van honderden jaren oud absorberen ook honderden malen van insecten afhankelijk is. Die soorten zullen in snel tempo uitmeer CO2 dan de soja die er moet groeien als veevoer voor onze sterven. En als er geen insecten meer zijn, wordt een groot deel vleesconsumptie. Deze branden betekenen tevens een enorme van ons plantaardige voedsel niet meer bestoven. Ook ons leven slag voor de rijke biodiversiteit in het gebied: plant- en dier- wordt onmogelijk. soorten zullen verdwijnen, waarvan er vele zelfs nog niet eens Wat kunnen wij doen? Regelmatig probeert Bayer/Monsanto op naam gebracht zijn. Complete ecosystemen worden weg- om bij de EU de termijn waarbinnen een aantal landbouwgiffen gevaagd en de enorme luchtvervuiling door deze branden is een en Roundup wettelijk nog gebruikt mogen worden, op te rekken. Dezelfde EU die Nederland verplicht om effectiever aan weidegroot probleem voor de volksgezondheid. Ook ecologisch waardevol tropisch regenwoud in Azië en Afrika vogelbescherming te doen en daar geld voor beschikbaar stelt, is wordt nu gekapt voor onze consumptiedoeleinden. En in Roe- niet ongevoelig voor deze lobby vóór kankerverwekkende stoffen menië vindt op dit moment eveneens met goedkeuring van de en insectendodende stoffen. Inconsequent beleid met ook ons regering een grote kaalslag voor houtproductie plaats, nota bene belastinggeld. Ook daartegen kunnen we tekenen. in Natura 2000 gebied met oerbos: de grootste, nog natuurlijke bosgebieden van Europa. aarom kijkt de NVWK niet weg Door opwarming van de aarde nemen overigens ook natuurlijDit klinkt allemaal alsof de wereld toch reddeloos verloren ke bosbranden toe. Zelfs in de noordelijke poolzones wordt het is, ondanks inspanningen binnen onze eigen invloedssfeer, maar door de klimaatveranderingen die wij voor een groot deel met - dat hóeft dus niet zo te zijn. Er zijn veel goede initiatieven en de groeiende CO2 uitstoot zelf veroorzaken, warmer en dro- veel goedwillende mensen. De jongeren uit het filmpje gaan ons ger, waardoor er meer blikseminslagen zijn en omdat het droge voor. Op kleine schaal kunnen we onze verantwoordelijkheid neseizoen langer duurt, branden de toendra’s langer. Daarbij komt men door na te denken bij wat we doen, wat we kopen en hoe we nog veel meer CO2 vrij die opgeslagen zit in de bevroren bo- stemmen. En we kunnen uit de anonimiteit treden door ons met dems. Stijgende asdeeltjes komen via hoge luchtlagen op de wit- miljoenen anderen solidair te verklaren en onze naam te plaatsen te poolkappen terecht waardoor die donkerder worden en het ijs onder petities die pleiten voor een betere wereld voor onszelf, en nog sneller smelt. voor onze kinderen. Ze hebben vaak effect door de grote aantallen Van ons menselijk handelen in economisch belang is uiteindelijk ondertekenaars van allerlei nationaliteiten die blijkbaar allemaal niets dat zonder nadelige gevolgen blijft, en geen van deze ge- meekijken; fijn als je daar bij hoorde. Je krijgt na ondertekenen volgen staat op zichzelf; alles heeft weer consequenties die we t.z.t. ook bericht van het resultaat op je e-mailadres. vaak niet kunnen overzien. De NVWK werkt aan een nieuwe website. Daarop willen wij ook ruimte maken voor dit soort initiatieven voor de groene zaak. Waarbij we uiteraard hopen dat NVWK-leden die zullen nsecten en grutto’s ondersteunen door te ondertekenen. Want: “We kunnen niet Iets waarvan wij dicht bij huis de gevolgen merken, maar dat wel degelijk voortkomt uit processen dichtbij alsook in de rest meer langer wachten. Daar is het te laat voor. We willen het nú van de wereld, is de massale insectensterfte. Wij doen hier ons anders doen. Hoe?” Zo: we kunnen niet blijven wegkijken alsof stinkende best om de gruttopopulatie overeind te houden, en het wereldproblemen op het gebied van natuur, milieu en klimaat ons afgelopen seizoen hebben we zelfs meer nesten in de Krimpe- niet aangaan. Want ze raken ons wél, én we kunnen er wel degenerwaard kunnen beschermen dan in onze hele geschiedenis van lijk ook thuis effectief iets aan doen. We kunnen onze stem laten agrarisch natuurbeheer. We hebben echter grote twijfels over het klinken door ook ónze naam onder zo’n verzoekschrift te zetten. aantal jongen dat groot geworden is. Jazeker, er was predatie, in * Onderzoek gepubliceerd in gerenommeerd medisch tijdschrift een aantal polders zijn de vogels zelfs compleet verkast naar een The Lancet https://www.sciencedirect.com/science/article/pii/ andere polder. Maar daardoor was op andere plaatsen de dicht- S2542519619300464 heid van de vogels hoger dan gemiddeld en kregen predatoren Overige bronnen: www.wwf.nl; www.ad.nl; www.wikipedia.nl D
D
I
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 35
Uilenexcursies 2019 zeer geslaagd Stefan van der Heijden
Op 24 juni en 8 juli heeft de uilenwerkgroep een excursie verzorgd over uilen. Na aankondigingen in de Waardvogel, op de site en Facebook hadden in totaal 33 personen zich aangemeld. Op 24 juni waren er 19 deelnemers aanwezig, op 8 juli 15 deelnemers. Leuk was dat er tijdens de tweede excursie ook weer deelnemers waren van de eerste excursie. z
H
ieronder zijn bijdragen van deelnemers over hoe zei de avond beleefd hebben. Vanuit de organisatie kunnen we melden dat het aantal aanmeldingen en de opkomst ons positief verrast hebben. We zijn blij dat op beide avonden de uilen goed meewerkten (en nee, dit was niet op afspraak en nergens is een geluid afgespeeld zoals gesuggereerd werd…). Alle vier de in de Krimpenerwaard broedende uilensoorten (kerk-, bos-, ransen steenuil) zijn tijdens de excursies waargenomen (gehoord,
gezien en soms gehoord en gezien). Met name ransuilen hebben we prachtig zien jagen. Helaas kon niet iedereen op de data van de gehouden excursies. Als uilenwerkgroep gaan we de excursie nog verder evalueren maar een punt is wel duidelijk: bij herhaling in 2020 gaan we tenminste één keer ook een excursie in het weekend plannen. Dan kunnen mensen die doordeweeks vroeg op moeten wellicht ook een keer deelnemen. z
Uilenexcursie 24 juni 2019 André Bloot Hoe krijg je op een gewone doordeweekse maandagavond om 22.00 uur 21 vogelliefhebbers op een parkeerplaats in de Loet? Organiseer een uilengeluidenexcursie! De UWG (uilenwerkgroep) kwam op het briljante idee om langs verschillende vaste woon- en verblijfplaatsen van uilen te fietsen op zoek naar hun geluid. Op een kaart van de Krimpenerwaard stonden alle plaatsen aangetekend. Leek een beetje overbodig, want de leden van de UWG bleken alle plaatsen uit het hoofd te kennen. Dat bleek handig, want de kaart raadplegen in de duisternis is weer niet zo handig. z
W
e kregen eerst een korte introductiecursus over uilen. Er broeden vier soorten in de Krimpenerwaard: rans-, steen, bos- en kerkuil. De laatste twee hebben zwarte ogen, dus zijn uitsluitend nachtjagers. De ransuil is een jager in de schemering: kenmerkend hiervoor zijn de oranje ogen. De steenuil is ook overdag actief, kenmerkend is de gele iris. Een volgend feit is dat de steenuil ook op het menu van de bosuil staat. Van collegialiteit is geen sprake: het vliegt, dus het smaakt.
W
uilskuiken), maar waar Stef (van de planten) drie kwartier eerder nog ransuilen had gehoord, vingen we bot. Ook in de buurt van de hooiberg bleef het stil. Dan maar terug naar de parkeerplaats, het was uiteindelijk al 0.00 uur. Ieder ging zijns/haars weegs.
S
tefan c.s.: hartelijk dank voor het organiseren van deze zeer interessante excursie! Met z’n vieren fietsten we terug naar Krimpen aan den IJssel. Twee leden van de UWG namen afscheid van elkaar met: “Tot donderdagavond, kwart voor elf, op de begraafplaats, hè.” Luguber groepje, uilenliefhebbers… z
e gingen in twee groepjes uiteen. Ik zat in het groepje van negen personen. We fietsten richting Tiendweg-Oost en hoorden jonge ransuilen en de ouders lieten zich jagend zien. Nou ja, zien, het was inmiddels zo donker dat we meer naar het jagen van silhouetten stonden te staren. En toch was het fascinerend! Op anderhalve meter hoogte boven het weiland op zoek naar een prooi en raak! Snel het jong voeren en weer terug. We fietsten verder en er werd voortdurend interessante informatie gegeven over uilen. Zo blijken oude boerderijen (met veel rommelige hoekjes, prachtig voor het steenuiltje) met de grond gelijk gemaakt te worden. Op de lege plek komt dan een groot landhuis met een aangeharkte tuin. Veel steen, weinig uiltjes. Al verder fietsend hoorden we een krachtig geluid, maar niet van een uil. Het was een veenmol, een mannetje, dat een vrouwtje lokt. Ongelooflijk dat vrouwtjes daar op afkomen, maar het schijnt te werken. De roep van een bosuil konden we Introductie om 22.00 uur door Stefan, foto: Paul de Groot noteren (ik miste ‘m en voelde me echt een
36
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
Ransuilentocht op 8 juli André Tukker Voor de tweede keer deze zomer organiseerde de uilenwerkgroep een fietstocht in de omgeving van Lekkerkerk om uilen te horen, en misschien ook wel te zien. Op een late zomeravond met weinig wind en goede omstandigheden om te fietsen waren circa 18 mensen gekomen om iets te leren over de uilen in de Krimpenerwaard. z
S
tefanvanderHeijdengafuitlegoverdeuilendieindeKrimpenerwaard voorkomen en over de diverse initiatieven van de uilenwerkgroep om het aantal uilen in onze polder verder te laten toenemen, zoals het plaatsen van nestkasten en het ringen van de vogels. Hij had ook verschillende nestkasten voor de bosuil en steenuil meegebracht en vertelde over de ongewenste bezoeken van de bunzing, die in staat is door de kleinste gaatjes binnen te dringen. Ransuilen hebben geen behoefte aan nestkasten, omdat die kiezen voor verlaten kraaiennesten. Het gaat vrij goed met de bosuil en de ransuil, al kan het altijd beter. Met de steenuil gaat het wat minder goed. Het lijkt erop dat de bosuil de steenuil verdringt waardoor de steun aan de ene soort ten koste dreigt te gaan van de andere soort. Een dilemma dat we vaker zien bij acties om de natuur een handje te helpen.
V
oordat we met de fiets vertrokken meldde zich een mannetje bosuil met een heldere roep en een vlucht tussen de bomen. Een fraai geluid, dat vaak in films wordt gebruikt om de spanning een beetje op te voeren. Op zich vreemd dat voor het mannetje wordt gekozen, omdat
een krijsend vrouwtje bosuil eigenlijk veel angtaanjagender klinkt. Het zou niet passen om de exacte locaties van uilennesten te beschrijven. Naast de onrust die een bezoek voor de uilen creëert, wordt ook de belangstelling door bewoners in de nabijheid van een uilennest niet altijd gewaardeerd. Daarom volstaan we met het beschrijven van de tocht als een rondje langs Berkenwoude, Ouderkerk en Krimpen. Op de meeste plaatsen die Stefan had gekozen, bleken de uilen goed hoorbaar. Jonge ransuilen en een mannetje bosuil lieten van zich horen. Op de laatste plaats die we bezochten zat een uil op een vlaggenmast ons op te wachten, goed zichtbaar tegen het schaarse licht. Sprookjesachtig! Om het beeld compleet te maken liet hij zien hoe hij op jacht ging.
H
et was een goed georganiseerde fietstocht, waar we veel van hebben opgestoken en het nodige hebben gezien en gehoord. Mijn waardering voor de uilenwerkgroep voor dit initiatief en het goede werk dat ze verrichten voor deze unieke vogelsoort, die in onze mooie polder wel wat hulp lijkt te kunnen gebruiken. z
Hulp gevraagd voor de roofvogels Harry Verkerk
Wellicht heb je al eens een buizerd op een paal zien zitten in de Krimpenerwaard. Of een torenvalk zien ‘bidden’. En je wilt eigenlijk wel meer weten? Of misschien zelfs bijdragen aan het behoud van deze en de andere prachtige roofvogels? Nou, dat kan en graag zelfs, want de roofvogels in de Krimpenerwaard hebben jouw hulp nodig om te floreren! a
W
e zoeken enthousiaste mensen met interesse. Ervaring is echt niet nodig. Wat je kunt doen? Nou, waar jij goed in bent of interesse in hebt. Bijvoorbeeld helpen tellen, nesten in kaart brengen, artikeltjes schrijven, bijdrage aan onderzoek, voorlichting geven, communicatie verzorgen, helpen bij het ringen van jongen. Kortom je kunt op allerlei wijzen een kleine of grote bijdrage aan de instandhouding van deze prachtige vogels leveren!
O
nze roofvogelwerkgroep is in 2017 gestart. We zijn begonnen met het in kaart brengen van de roofvogels, maar er is nog veel te doen. En de Krimpenerwaard is groot. We zijn nu bezig om een onderzoeksplan op te stellen. We kunnen jouw versterking goed gebruiken om onze ambities waar te maken! Wil je meer weten? Neem dan vrijblijvend contact met ons op. Dat kan door te mailen naar roofvogelwerkgroep@nvwk.nl. Of neem contact op met een van onze contactpersonen op pagina 2. Ga bijvoorbeeld eens een keer mee het veld in om te zien of het iets voor je is. Of ga mee op excursie. Meer informatie vind je ook op de site: https://www.nvwk.nl/ werkgroepen/vogelwerkgroepen/roofvogelwerkgroep. a
Boomvalk, foto: Peter Stam
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 37
Intentieverklaring getekend voor oprichting van een natuurbeheercollectief Tekst: Jaap Graveland, foto’s: Max Ossevoort Het was een gedenkwaardig moment, woensdagavond 27 augustus 2019. Na een woelige geschiedenis van ruim 25 jaar werd een belangrijke mijlpaal bereikt: de ondertekening van de intentieverklaring voor het vormen van een beheercollectief voor de gronden met een natuurfunctie in de Krimpenerwaard. Met als kern de 2250 ha NNN-gebied. Het is een samenwerking tussen agrariërs, vertegenwoordigd door de Natuurcoöperatie Krimpenerwaard en de Stichting Weidehof Krimpenerwaard, een terreinbeheerder - het Zuid-Hollands Landschap, en bewoners, vertegenwoordigd door met name de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard. Onze vorige voorzitter Max Ossevoort heeft meegewerkt aan de totstandkoming hiervan. Daarvoor was Arie Dorsman, onze toenmalige voorzitter, jarenlang betrokken. D
D
e komende maanden worden de wijze van aansturing en de uitvoeringsorganisatie uitgewerkt. Verschillende sprekers memoreerden dat we vast nog wel obstakels tegenkomen, maar dat de wil om er samen uit te komen overheerst. De NVWK vindt het belangrijk om bij te dragen aan het behalen van de natuurdoelen. Beheren van natuur en landschap is een van de drie pijlers in onze statuten, naast beschermen en bestuderen. Daarom raakt deelname in het te vormen natuurbeheercollectief fundamenteel aan ons bestaansrecht. Bovendien kunnen wij onze ruim 800 leden en de andere inwoners van de Krimpenerwaard goed over de ontwikkelingen informeren. We werken al jaren intensief samen met het ZHL, en met het Agrarisch Collectief Krimpenerwaard dat zich net als wij inzet voor de weidevogels. Ook is er in diverse fora goed en regelmatig contact met de andere organisaties die actief zijn op agrarisch gebied in de Krimpenerwaard.
NVWK wil in het nieuw te vormen natuurbeheercollectief door positief meedenken vanuit onze expertise, en in de communicatie, graag bijdragen aan het behalen van de doelen. Zoals gezegd, dat proces zal naar verwachting niet zonder slag of stoot verlopen, maar aan de zijlijn staan is onze doelstelling verloochenen en levert niets op. De samenwerkingsvorm die nu in de maak is, is redelijk uniek in Nederland. De NVWK feliciteert de agrariërs en
De ondertekenaars: v.l.n.r.: Michiel Houtzagers, ZHL; Jaap Graveland, NVWK; Jaap Schep, NCK; Piet Blanken, Weidehof
het ZHL dan ook met het nu behaalde resultaat. Caspar Janssen, de natuurschrijver van de Volkskrant, wandelde iets meer dan een jaar geleden door de Krimpenerwaard. Hij sloot zijn artikel daarover af met de woorden “…ik kan de ontwikkelingen opeens niet bijbenen… Hier gebeuren dingen.” Zo is het. D
Onze voorzitter op het moment van tekenen
H
et gaat in het op te richten natuurbeheercollectief, naast natuur, over land en geld. De belangen voor de agrariërs en het ZHL zijn groot. Een sluitende bedrijfsvoering is voor boeren die ook natuurdoelen willen of moeten halen soms lastig, en het ZHL als terreinbeherende natuurorganisatie moet beperkingen opleggen aan agrarisch gebruik van haar terreinen vanwege natuurbelangen. Dat onze agrariërs en het ZHL zover zijn gekomen verdient dan ook het respect van ons allemaal. De
38
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
Dagje twitchenbuiten de Krimpenerwaard Quinten van Erkel
Nadat Mieke Verwaal Jonathan en Quinten van Erkel en Wil Sluis had op gehaald gingen we naar de graszanger in Beugen. Het was een lang stuk rijden (1 uur en 30 minuten) maar het was zeker de moeite waard. D
W
e stapte net uit de auto bij de locatie van de graszanger en de eerste vogel die we hoorden wás de graszanger. We zagen hem heel even op de grond zitten, maar voor de rest alleen maar in de lucht. Er zat daar ook een roodborsttapuit en er zong een boomklever. Na ongeveer drie kwartier gingen we door naar Venlo voor de Europese kanarie. Toen we net onderweg waren zat er een prachtige man gekraagde roodstaart 1) op een paaltje. Nadat we foto’s hadden gemaakt, gingen we op naar Venlo. Eenmaal in Venlo aangekomen regende het, dus hadden we tijd voor wat eten en drinken. Toen het was gestopt met regenen stapten we snel uit op de plek waar hij gisteren gezien was, maar wij kregen hem helaas niet in beeld. Wel zaten er twee zwarte roodstaarten 2). Wil ontdekte opeens een hele rare witte vogel die uiteindelijk een afwijkende merel 3) bleek te zijn. Helaas vonden we geen Europese kanarie. Vervolgens gingen we naar de bijeneters 4) in de buurt van Sittard. Daar aangekomen zong er een geelgors 5). Na ongeveer tien minuten wachten kwam de eerste bijeneter in beeld, prachtig. Na een tijdje kwam de tweede bijeneter erbij, en even later kwam de derde bijeneter. Helaas was het best ver voor echt goede foto’s, maar we konden wel aardige bewijsplaten maken. Uiteindelijk gingen de bijeneters ook even in de boomtoppen zitten, zodat we ze heel mooi door de scoop konden zien. Toen de bijeneters even uit beeld waren zag ik een duif aan komen vliegen met een hele bleke buik, en dacht: dat kan wel eens een zomertortel zijn! Gelukkig landde hij en het was inderdaad een zomertortel 6). Toen iedereen foto’s had gemaakt van de bijeneters gingen we nog even naar de cirlgors in de buurt van Roermond. We moesten daar wel oppassen voor alle eikenprocessierupsen die er zaten. Helaas konden we geen cirlgors vinden, wel zaten er geelgorzen en roodborsttapuiten. Toen was het alweer 4 uur, dus besloten we om naar huis te gaan. Het was een zeer geslaagde dag; in totaal heeft het 47 verschillende soorten opgeleverd. Mieke, bedankt voor het rijden, en Mieke, Wil en Jonathan: bedankt voor de gezelligheid! D
5
1
2
3
4
6
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 39
Voor al uw boekhoudzaken, belastingadviezen, belastingaangiften en loonadministraties Ook over uw privĂŠ-aangiften geven wij u graag advies.
Hof ter Bergen 23-1 2861 DR BERGAMBACHT
Telefoon : 0182 - 351240 Fax : 0182 - 354494 E-mail : info@verwaaladministratie.nl
Benedenkerkse weg 41a 2821LA Stolwijk www.groenehart-tuinenparktechniek.nl
Uw Stiga dealer voor de krimpenerwaard
In het zonnetje gezet Jos de Nood Wim van den Bremen De gemeente Krimpen aan den IJssel heeft een vrijwilligersprijs, de Guldemont Oorkonde. Op 7 januari was deze oorkonde voor Jos de Nood, de bescheiden contactman van onze knotgroep Krimpen, en initiatiefnemer van de Vrienden van het Zwaneneiland. De oorkonde werd door de burgemeester met een mooie speech aan Jos uitgereikt. D
J
os is al heel veel jaren actief voor de knotgroep. Hij overlegt met grondeigenaren, zorgt voor materieel en verzorgt de communicatie binnen de knotgroep. Enkele jaren geleden nam hij het initiatief voor de Vrienden van het Zwaneneiland. Het eiland is een groene oase midden in Krimpen aan den IJssel bij Jos om de hoek. Eigenlijk is het een klein waard- landschap met water, grasland en bomen. De gemeente vond het onderhoud te arbeidsintensief en daarom te duur. Jos nodigde Krimpenaren uit om een vriendengroep te vormen die het onderhoud ecologisch verantwoord uit ging voeren. De vriendengroep ging gemaaid gras uitharken en bomen planten en knotten. Toen de gemeente zag dat het vriendenwerk serieus was gaven ze passende ondersteuning.
B
ij de oorkonde hoorde een geldbedrag, te besteden voor de groep van de geëerde vrijwilliger. Jos vindt dat hij zijn werk alleen kan doen in samenwerking met al die vrijwilligers. Daarom nodigde hij 22 juni al deze mensen uit voor een excursie naar de eendenkooi Bakkerswaal. Daar kregen ze uitgelegd wat er in die eendenkooi allemaal gebeurt. En ze maakten een rondgang door deze prachtige cultuurnatuur. Afgesloten werd er met een hapje en een drankje. Omdat het die dag mooi weer was zat iederéén in het zonnetje. Aan het einde kreeg Jos nog een toespraak. Dit keer van Bert Verveer als dank namens alle vrijwilligers. D
Bijeenkomst voor uilenkasthouders Stefan van der Heijden
D
e uilenwerkgroep organiseert dit najaar/winter een avond voor iedereen die een uilenkast op zijn/haar erf heeft hangen: de zogenaamde kasthouders. De uilenwerkgroep is blij met de gastvrijheid van deze kasthouders, voor zowel de kasten, de uilen als de werkgroepleden. Om die reden willen wij hen graag bedanken tijdens een avond in De Zwaan in Berkenwoude. Tijdens deze avond testen we allereerst de kennis van de aanwezigen over uilen, waarbij een mooie prijs in de wacht is te slepen! Verder geven we informatie over uilen, kasten, voedselkeuze en natuurlijk de activiteiten van de werkgroep. Er is tijd om uitgebreid met de medewerkers en andere kasthouders in gesprek te gaan. We vertellen wat wij lastig vinden in ons werk en wij houden een mini-enquête met wat vragen die wij hebben. Kortom, een gevarieerd programma. Alle kasthouders die bij ons bekend zijn ontvangen binnenkort een persoonlijke uitnodiging voor deze avond. We hopen op een grote opkomst! D
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 41
Zeegvissen op de Zaag Leuk en leerzaam voor jong en oud Tekst: Marc van Bemmel; foto’s: Henriët en Marc van Bemmel Op zaterdag 24 augustus organiseerde de waterwerkgroep in samenwerking met RAVON en het Zuid-Hollands Landschap het zeegvissen op De Zaag. Op de Zaag zijn enkele jaren geleden lange nieuwe stroomgeulen uitgegraven, waardoor de rivier meer invloed heeft gekregen op het gebied. Om in de gaten te houden welke vissen zich hier vestigen hebben we nu voor de tweede keer een inventarisatie uitgevoerd. D
L
euk is dat we deze activiteit samen met RAVON en het Zuid-Hollands Landschap hebben opgezet. RAVON levert de zegen (het net om de vissen mee te vangen), Zuid-Hollands Landschap regelt de toegang tot hun gebied en de heeft de gebiedskennis en de waterwerkgroep levert de mankracht om de vissen te vangen. Een mooie vorm van samenwerking die erg goed functioneert. Op deze prachtige dag waren ruim twintig deelnemers naar de Zaag gekomen, waaronder zes kinderen. Uit deze mooie opkomst blijkt wel dat het zeegvissen in een behoefte voorziet. Het is erg leuk om te doen en de geulen op De Zaag zijn bijzonder visrijk. De geul aan de westzijde van het gebied is het makkelijkst toegankelijk, daarom hebben we deze geul uitgekozen om met de netten te bevissen. We begonnen met enkele trekken aan de westzijde (zie foto).
D
e Chinese wolhandkrab is net als de Amerikaanse rivierkreeften een exoot. Deze krabben kunnen echter niet zoveel kwaad en zijn ook niet zo talrijk geworden als de kreeften. Overigens houden de kreeften blijkbaar meer van de sloot dan van de rivier, want bij het zeegvissen hebben we ze niet gevangen. Het zeegnet is een lang net van zeker 20 meter lengte. Als het water niet te diep is kan het net tot op de bodem reiken en de vissen naar de fuik in het midden leiden. Door het net helemaal tot het einde van een geul te slepen worden de vissen ingesloten en komen ze in de fuik terecht. Bij elke trek haalden we wel een aantal vissen naar boven. Veel kleine alvertjes en windes. Maar niet alleen kleine, ook grote vissen tot 40 cm: brasems en winde. Ook vingen we een klein zeldzaam visje: de Sneep (zie foto).
42
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
Het viel op dat de oeverbegroeiing zo kort na het graafwerk al heel mooi is: veel watermunt dat met hoog water onder water staat en met laag water droogvalt. We konden tijdens het vissen goed zien dat de vissen zich in grote aantallen schuilhouden tussen de waterplanten. Na een verdiende pauze met koffie, koek en pruimen zijn we aan de oostkant van de brug gaan vissen. Hier is het water slikkiger en was het soms heel zwaar om over de bodem te lopen. Ook was het water troebel, wat fijn is voor de vissen. Omdat we de geulen hier helemaal tot het einde konden afsluiten vingen we hier enorm veel vis! Vele honderden per trek. Tientallen grote brasems en windes, die we snel weer terugzetten. Ook vingen we hier roofblei (een prachtige sterke vis met een grote bek) en enkele snoekbaarzen. Bij de laatste trek ook vier zoetwatergarnalen en een klein botje. De vangsten zijn natuurlijk allemaal goed gedocumenteerd en zullen door het Zuid-Hollands Landschap in het telsysteem worden ingevoerd. We hadden een prachtige dag die we niet snel zullen vergeten! Veel dank aan Jöran Janse van Ravon voor de netten en de begeleiding! En aan de het Zuid-Hollands Landschap voor het openstellen van het gebied. Ook meedoen met de waterwerkgroep? Geef je op via waterwerkgroep@nvwk.nl. D
Historische Waardvogels deel 3 Hans Kouwenberg
De zomer is weer zo’n beetje voorbij al hoop ik natuurlijk op een mooie en droge nazomer en herfst. Dit is de periode dat we waarschijnlijk weer meer tijd binnen doorbrengen en dan ook wat sneller achter de computer kruipen. Vorige winter ben ik het project begonnen om oude Waardvogels in te scannen en de data/waarnemingen in te voeren op waarneming.nl. Dat invoeren is een tijdrovende klus en ik ben dan ook heel blij dat een paar mensen druk bezig zijn om dit werk te doen. Tijdens het scannen heb ik alle Waardvogels in mijn handen gehad en het viel mij op hoe de Waardvogel in de loop van de tijd is geëvolueerd. Eerder verschenen twee artikelen over Waardvogels uit 1971 en 1981; dit artikel gaat over de Waardvogels uit 2000. D
I
n 2000 verschenen vijf Waardvogels in de ‘standaardmaanden’ februari, april, juni, september en december. De Waardvogels waren nog helemaal in zwart/wit gedrukt. De voor- en achterzijde was van groen papier met een afbeelding in de ronde opmaak. In 2000 stonden er uilen op de voorzijde, kerk-, steen-, bos- en tweemaal de ransuil. De tekeningen waren van onze voormalige coördinator wintervoedering Arian van Dam. Tegenwoordig staat er in de Waardvogel vaak een artikel over de soort op de voorpagina. Voor dit artikel had ik er ook op gerekend om de status van deze soorten te kunnen vergelijken met het heden, helaas was dit niet het geval.
H
et eerste wat mij opviel in het februarinummer was het programma van de KNNV Gouda, dit was natuurlijk de tijd dat internet nog niet algemeen gemeengoed was. In 2000 waren er al zorgen over de huisvesting van gierzwaluwen. In een artikel ging het over de renovatie van de Wilhelminastraat in Lekkerkerk en onze (geslaagde) poging om de werkzaamheden anders te plannen. Ook werden er 25 gierzwaluwpannen gelegd. Iets verderop stond ook nog een artikel over het zelf plaatsten van zulke dakpannen op het eigen huis.
H
et april-nummer bevatte een artikel over het tellen van gierzwaluwen om de achteruitgang toen vast te leggen. Er zat dan ook een telformulier in de Waardvogel; nu is dat ondenkbaar want alles gaat via internet of een app. D. Vuik was toen een actieve schrijver met een artikel over de boerenzwaluw en het Loetbos dat toen werd omschreven als een ‘volwassen bos met grote vogelrijkdom’.
I
n juni verscheen een artikel van onze eerste webmaster Theo Groen over onze nieuwe domeinnaam nvwk.nl, in die tijd werd dat nog geschreven als ‘HTTP://www.NVWK.nl’. Er was een poging om een mailgroep op te richten om snel bijzonderheden uit te wisselen. In 2000 had elke Waardvogel twee of drie pagina’s achterin voor
de jeugd, in deze Waardvogel met o.a. een bouwplaat van een gierzwaluw.
B
etrapt en gesnapt was een veelgelezen rubriek in de Waardvogel; je was trots als je erin stond met iets leuks of baalde om wat je allemaal gemist had. In september werden op drie volle bladzijdes ruim 150 waarnemingen vermeld en nog 1,5 pagina met meer duiding of verdieping over de geziene vogels. Betrapt en gesnapt bestond bijna helemaal uit vogels, in deze editie alleen een steur in Moordrecht als andere soortgroep. Een bekende vogelaar uit Haastrecht zag op 3 september een grote zilverreiger als ‘nieuwe keukenraamsoort’. Ook werd er verslag gedaan over de laatste vier jaar trekvogeltellen op de Berkenwoudse Hoge Boezem. Wat vooral opviel waren de lage aantallen grauwe ganzen; 1103 tijdens 12 tellingen.
R
ond de eeuwwisseling was de fenologie een jaarlijkse wedstrijd tussen de bekende vogelaars, wie zag in het voorjaar de eerste van een lange rij van 41 soorten zomergasten. Cor Oskam was dit 16e jaar de winnaar met de meeste fenologische waarnemingen. Wie dit project heeft uitgewerkt kan ik niet uit de tekst halen, het was wel zijn/haar eerste keer. Op de voorkant van deze Waardvogel staat een bosuil, erin een artikel over het net gestarte steenuilen-project. In 2000 waren 20 territoria gevonden met daarin 9 nesten. Van de 6 succesvolle broedsels werden er 4 geringd, dat waren 12 pullen. Hoe het nu gaat met onze kleinste uil weet ik niet precies.
T
ot zover een korte terugblik op ons clubblad in 2000. Ook in deze edities stond weer heel veel informatie over de natuur in de Krimpenerwaard. Ik vind dat het heel nuttig zou zijn als alle info uit deze Waardvogels ingevoerd zou worden op waarneming.nl. Heb je tijd genoeg deze winter, laat het aan mij weten (zie de contactgegevens op pag. 2) en je krijgt een jaargang Waardvogels om in te voeren. D
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 43
Kinderopvangboerderij 'Achter 't Potdeksel'
opvang van 07.00 tot 19.00 uur verticale groep van 0 tot 4 jaar (max. 16) optimale zorg en aandacht ervaren en gediplomeerde leiding in landelijke en agrarische omgeving unieke accommodatie in voormalige koeienstal buitenspeelruimte in openlucht en overdekt natuur-educatieve visie en uitgangspunten
www.kinderopvangboerderij.nl potdeksel.kinderopvangboerderij@kpnmail.nl Aad van der Meijden & Netty Brussee Benedenberg 66 - 2861 LH Bergambacht
0182-353183
Landschap – Cultuurhistorie – Ecologie Advies – Realisatie – Educatie “Wij willen doorpakken, zeggen wat wij doen en doen wat wij zeggen”. Wij kunnen u helpen door middel van: • Advies, inrichting en beheer (boeren) erf, landgoederen en natuurterreinen. • Adviseren, maken van bestekken en directievoering bij (her)inrichting van grote en kleine (natuur)terreinen. • Aanplant en onderhoud (hoogstam)fruitbomen. • Monitoren van natuurwaarden. • Leveren van streekeigen plantmateriaal en oude rassen fruitbomen. • Lezingen, excursies en cursussen m.b.t. Natuur en Landschap. info@bureau-schildwacht.nl www.bureau-schildwacht.nl Beukendaal 3, 2831 VA Gouderak 06-22978424
Uw duurzame drukker in de Krimpenerwaard FSC® gecertificeerd en premium partner
Weidevogelseizoen 2019 Terugblik Joke Colijn
De meeste weidevogels zijn alweer aangekomen in hun winterverblijfplaatsen, terwijl veel kieviten die we nu zien genoegen nemen met de Krimpenerwaard voor hun winterkostje, totdat het echt koud wordt. Op de Afsluitavond is tijd voor evaluatie, uitwisseling van nieuws, bladeren in het nieuwe Weidevogelverslag voor jou en voor je boer, en natuurlijk zijn er de verkiezingen op de Afsluitavond van het weidevogelseizoen in De Zwaan, die dit jaar wordt gehouden op 7 november. Allereerst hopen we daar onze weidewachters en hun boeren te ontmoeten. Leden die zich interesseren voor het wel en wee van onze weidevogels, maar ook wie overweegt of weidevogelbescherming iets voor hem of haar is, al deze mensen zijn uiteraard eveneens van harte welkom. D
W
eidevogelcoördinator Klaas de Mik trapt af met cijfers over 2019. Geen seizoen is hetzelfde, ook 2019 kende weer uitschieters op diverse gebieden. Veel vogels hebben op andere plekken gebroed dan gebruikelijk; veronderstellingen dat dit met nieuwe predatoren in een voorheen ‘goede’ polder te maken kan hebben (vos, havik) zijn niet onrealistisch. Op sommige plaatsen waren de dichtheden broedparen voor de Krimpenerwaard hoog, maar ook daar zijn nauwelijks (grotere) pullen waargenomen. Verder hadden de weersinvloeden zeker op de vroege nesten een negatieve invloed, maar vooral de schaarste aan insecten op het moment dat de pullen die het hardst nodig hadden maakte ons ongerust over hun lot. En het vroegtijdig overlijden in mei, de mooiste weidevogelmaand, van een van onze trouwste weidewachters Hennie van Buren, drukte eveneens een triest stempel op dit seizoen.
G
oede ontwikkelingen zijn er ook te melden: een record aantal beschermde nesten op agrarisch gebied, terwijl het aantal last-minute contracten op percelen met meerdere nesten eveneens is toegenomen. Dat is best iets om trots op te zijn, want op deze laatste percelen wordt niet meer gezocht om verstoring tot een minimum te beperken, waardoor de nesten op deze percelen niet eens meetellen in het totaal! Een toename van beschermde nesten én van percelen met last-minute contracten is alleen mogelijk als meer boeren zich inspannen voor de weidevogels. Ook het overleg tussen weidewachter en boer verloopt steeds beter en soms kun je spreken van hecht teamwork voor de beste bescherming! Ook de niet aflatende inzet van gebiedscoördinator Mariëlle Oudenes moeten we noemen als enorm stimulerende factor, waardoor bijvoorbeeld het aantal plas-drassituaties dit jaar kon verdubbelen. Inmiddels heeft zij de nodige versterking gekregen op het ACK-kantoor van Marja de Jong-Boom; we zijn benieuwd wat deze dames het komende seizoen zullen weten te bewerkstelligen. Al met al is de inzet in de Krimpenerwaard van deelnemende boeren, weidewachters en ACK hoog en daar zijn we heel blij mee. Ook de zwarte sterns hebben na twee slechte jaren, in 2019 een meer dan minimaal benodigd broedsucces behaald voor instandhouding van de soort in de Krimpenerwaard. Na nog een paar zulke seizoenen zou de soort in aantal zelfs toenemen – dat wensen we uiteraard! Ook is weer de BTS-telling tweemaal uitgevoerd. Het ACK heeft Rudi Terlouw gevraagd om er een evaluatie van te maken; de tellers zijn daarvoor bij elkaar geweest. Het zou enorm aan het resultaat bijdragen als meer mensen tweemaal een dagdeel in het voorjaar zouden willen tellen! Wij genieten enorm van die dagen in het veld. Daarvoor hoef je niet eens weidewachter te zijn, als je maar kennis hebt van weidevogels en hun gedrag. Bel me op als je meer wilt weten (pag. 2)!
H
et Actieplan Boerenlandvogels is inmiddels in de uitvoeringsfase aangekomen. Diverse projecten in het plan op zowel natuurgebied als op agrarisch gebied die snel of duurzaam resultaat leveren krijgen
prioriteit. Slechts de helft van de plannen in Zuid-Holland kan gefinancierd worden met het geld dat in de laatste Provinciale Statenbijeenkomst dit voorjaar is toegezegd. Voor de andere voorstellen zullen bij de nieuwe Provinciale Staten fondsen moeten worden gevonden, maar eerst gaat de schop in de grond voor plannen die hopelijk nog vóór 2020 kunnen worden uitgevoerd. Later hierover meer. Raymond de Vries heeft nieuwe hardware voor op de tractor bedacht die samen met de doorontwikkeling van de software voor de drone, voor nog betere resultaten kan zorgen. Daarover meer op de Afsluitavond.
D
at brengt ons op het volgende. Maakt de efficiëntie van de drone het werk van de weidewachter overbodig? Daar kunnen wij heel duidelijk in zijn: absoluut niet! Het werk van de weidewachter kan wel worden verlicht omdat een drone sneller over een perceel vliegt en gemiddeld meer nesten vindt dan een persoon die ze lopend moet zoeken. Het is alleen maar fijn als je zeker weet dat alle nesten zijn gevonden en vervolgens zullen worden gespaard! Maar de nazorg (het monitoren, het volgen van de pullen (de drone zal de week erop immers ergens anders vliegen!), het invoeren in het NLB-systeem en vooral het overleg met de boer over al dan niet bewerken en wanneer – dat blijft superbelangrijk mensenwerk.
T
ot slot zijn er de verkiezingen op 7 november. Heb je jouw boer genomineerd? Het is weer spannend wie Weidevogelboer van het Jaar zal worden! Welke weidewachter mag zijn/haar boer de wisseltrofee, de Kristallen Kievit, uitreiken? Daarna volgt de verkiezing van de Weidewachter van het Jaar door ACK, ook met een prachtige wisseltrofee. Alvast een fijne avond gewenst! D
De Wielewaal
Natuurmuseum & klompenwinkel v.o.f. “Bewonder de natuur van Het Groene Hart in een schilderachtige omgeving tussen Lek en IJssel”
Fam. Rijneveld | Tiendweg 26 | 3411 NB Willige Langerak (Lopik) | 0182-384454 Al vanaf 1998 actief in natuureducatie Voor actuele openingstijden en overige informatie zie
www.museumdewielewaal.nl
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019 45
Gemini College aanwezig bij uilen ringen
Tekst en foto’s: Stefan van der Heijden
Op dinsdag 9 juli hebben negen leerlingen en twee begeleiders van het Gemini College Lekkerkerk het ringen van kerkuilen bijgewoond. In een schuur in Berkenwoude was een broedgeval met zes jonge kerkuilen aangetroffen door vrijwilligers van de uilenwerkgroep. De kleinste uil was tijdens het ringen dusdanig klein dat het niet mogelijk was deze te ringen. z
I
n de week voorafgaand aan het ringen hadden de kids een les over uilen gehad. Zaken als wat maakt een uil nu een uil en geen roofvogel, welke soorten broeden in de Krimpenerwaard, en de stand van deze broedende uilen zijn uitgebreid besproken. Ook was er aandacht voor het doel van het ringen en wat er mee bereikt is tot nu toe. Deze les wordt vooraf gegeven om te zorgen dat het ringen zo snel mogelijk kan gebeuren. Dit om de verstoring voor de jonge uilen zo klein mogelijk te houden. Het Gemini College had zichzelf bij de uilenwerkgroep gemeld met de vraag of zij dit konden bijwonen. De leerlingen volgen een plusprogramma waarin ze bij biologie ook veldwerk/excursie hebben. Het ringen van uilen past goed in dit plusprogramma. Zowel de docente en begeleider als ook de leerlingen vonden het erg geslaagd.
H
et ringen is uitgevoerd door Marcel Schildwacht van Vogelringstation Nebularia. Het is fijn dat Marcel hiervoor tijd en ruimte kon maken in zijn agenda. Het ringen gebeurt op een doordeweekse (werk)dag waardoor het lastig is om een beschikbare ringer te vinden. Dit was voor de uilenwerkgroep de tweede keer dat een schoolklas mee kon met ringen. Het is de bedoeling dat dit jaarlijks gaat gebeuren. Mocht u docent(e) zijn en interesse hebben of een school weten die ook aanwezig wil zijn bij het ringen van uilen dan kunt u contact opnemen met uilenwerkgroep@ nvwk.nl. z
46
WAARDVOGEL | SEPTEMBER 2019
Tel. 06-51809068 / www.hagendijkbouw.nl
reisprogramma ww Vraag de gratis reisgids aan! E in !
Reisgids 2016
jde bestemmingen Vogel- en natuurreizen naar wereldwi
s mee et on30 www.birdingbreaks.nl • T ( 020) 779 • E info Reis m20
woude ligt in het hart van de feervolle zalen zijn zeer geschikt e of feestelijke bijeenkomst. etverbinding zijn aanwezig. t complete maaltijden of buffetten. eid in eigen keuken. Bel ons voor:
100+ groepsreizen 22 fotoreizen 55 expeditiecruises 20 weekenden in Nederland
Vogel- en natuurreizen naar wereldwijde bestemmingen EEN SELECTIE VAN ONZE REIZEN IN 2019 EN 2020: Hongarije € 1.450,14 oktober ‘19
Noordoost-Brazilië € 5.295,2 december ‘19
Azoren € 1.995,14 oktober ‘19
Gambia € 2.295,6 december ‘19
Borneo € 4.795,6 november ‘19
Kerstreis Marokko € 2.050,23 december ‘19
Zuid-Oman € 2.195,14 november ‘19
Thailand € 4.095,22 januari ’20
Japan € 6.495,1 en 17 februari ’20
Colombia € 5.150,26 november ‘19
Filipijnen € 6.150,26 januari ’20
Noord-Peru € 5.095,6 februari ’20
Atlantic Odyssey 2020 29 maart 2020 / v.a. € 5850,-
Vraag naar onze speciale actie!
www.birdingbreaks.nl • (020) 779 20 30 • info@birdingbreaks.nl Kijk ook eens op onze facebookpagina voor actuele foto’s en nieuws over onze reizen!
“De Zwaan” biedt ook een p afhaalmaaltijden en een sna Keuken geopend van 17.00 t woensdag, vrijdag en zaterd