8 minute read

Verslag van de Vier Bijtertjes

Afrikaanse textorwever, foto: Coen van Nieuwamerongen

meeuwen, visdiefjes en grauwe ganzen viel de opbrengst ook hier bitter tegen. De broodnodige wintertaling konden we nog bijschrijven, maar daar hield het ook mee op. Geen enkele interessante steltloper leek aanwezig te zijn. Dan maar van de andere kant bekijken. We liepen om het Doove Gat heen. De wei ernaast stond helemaal vol met koeien, dus de kans op koereiger was aanwezig. In eerste instantie leek dit niet zo te zijn, maar na wat beter te kijken zat er toch een in een slootkant te foerageren. Check in the box! De Haastrechtse koereiger scheelde weer een rondje door de Stolwijkse polders, maar we waren er nog lang niet. We misten nog de sperwer en staartmees. Met nog drie uur te gaan begon de tijd te dringen. Daarom togen we naar het Loetbos voor de staartmees. Rijdend door Stolwijk hoorden we nog een vreemde vogel. Na enig zoekwerk bleek het om een Afrikaanse textorwever te gaan. Maar ja, die telt niet mee helaas. Verder door naar het Loetbos. Na een paar boomvalken en de zoveelste spotvogel hoorden we dan toch eindelijk de staartmees.

Advertisement

De resterende tijd besloten we in polder Achterboek door te brengen, in de hoop op steltjes en rovers als havik en sperwer. Bij Wellepoort waren nog steeds veel bosruiters aanwezig, maar weinig nieuwe steltjes. Een prachtig gekleurd mannetje kemphaan bracht enige verlichting. De opluchting was echter nog groter toen er om 16.25 uur toch nog een sperwer voorbij schoot. Onze teller stond op 106, wat in het verleden niet genoeg zou zijn voor de winst. Dit jaar bleek het echter wél voldoende om de wisselbeker in ontvangst te kunnen nemen! D

Koereiger

Arie Ros overhandigt de wisselbeker aan Coen; foto: Erik Kleyheeg

Lijst van waargenomen soorten op de BBD door De Uilskuikens

Cor Oskam

Na drie jaar kon het weer om met elkaar een wedstrijd vogelen te houden. Dit terugkerende fenomeen hadden we toch wel gemist door alle COVID-perikelen. Vooraf aan de wedstrijddag maak je met het team al hele en halve afspraken over de route en te verwachten soorten. Dit alles op basis van voorwerken - natuurlijk het liefst zo kort mogelijk voor de dag zelf zodat de gegevens het meest actueel zijn. d

Dat voorwerk bestaat uit het zoeken op locaties waar broedvogels zitten. Trekvogels daarentegen zijn grillig en kunnen plots tevoorschijn komen, maar ook net zo snel weer vertrekken. Dat zijn geen zekerheden. Onze voorgenomen route kwam dus in grove lijnen op papier. Alles op basis van ervaringen uit het verleden, inventarisaties op bepaalde locaties, tijd van de dag, laag en hoog tij van de rivier, specifieke gebiedjes met een bepaald biotoop voor bijvoorbeeld steltlopers of juist moeraszangertjes. Zekerheid dat een bepaalde vogel aanwezig is in een gebied wordt afgewisseld met mogelijke aanwezigheid of juist afwezigheid. Op de lijst komen zeer algemene soorten naast zeldzame te staan. Bijvoorbeeld roodborst en roerdomp. Op locatie Doove Gat, in Haastrecht had een van onze teamgenoten zelfs de mogelijkheid ingeschat op drieteenstrandloper en zwarte ibis. Beide super zeldzaam in de Krimpenerwaard. We hebben er met een glimlach kennis van genomen. Maar goed, je gaat natuurlijk niet als een kip zonder kop van start. Daar scoor je niet mee. De concurrerende teams hebben veel ervaring en zijn door de wol geverfd. Het blijft tenslotte een serieuze wedstrijd. Een wedstrijd die ook een prachtig beeld geeft van de avifauna van de Krimpenerwaard op die specifiek dag. Ons team, bestaande uit Rob van Straaten, Johannes Luiten, Erik Kleyheeg en Cor Oskam was gretig, gemotiveerd en we zijn stuk voor stuk erg vasthoudend. Bijtertjes dus!! Drie jaar geleden waren we winnaar van de BBD met een fors aantal soorten. Er stond dus wel iets op het spel.

Om 5.00 uur gingen we van start. Vanuit de auto, met alle ramen wijd open kwamen al heel wat soorten via onze trommelvliezen naar binnen en daarna op papier. Down town Berkenwoude was

goed voor een bosuil. De vocale imitatie van Erik moest van ver komen, maar werkte uiteindelijk uitstekend. Die was alvast binnen! Op Graafkade West hadden we volgens het voorwerk kans op een roerdomp. Het is prachtig als een plan uitkomt. De roerdomp liet zich namelijk meerdere keren horen. Snel weer verder. Via Achterbroek stopten we even op een locatie van een kerkuil. Een bijna onmogelijke opgave, dus er maar niet al te veel tijd aan besteed. Uilen blijft altijd een dingetje op een BBD, omdat de periode voor zonsopgang bijzonder kort is en sommige uilensoorten wel heel specifiek een nachtelijke activiteit kennen.

Via het Beijersche naar de Provincialeweg richting Haastrecht. Een zingende snor bij Het Roosje kon vanuit de auto worden bijschreven. De vogel was daar al bijna twee weken zingend aanwezig. Het gaat met de steenuil uiterst belabberd in onze omgeving. Er zijn nog maar een paar locaties bekend. Een daarvan aan de Provincialeweg. Ondanks intensief speurwerk konden we het beest niet vinden. Een grauwe vliegenvanger liet zich ondertussen wel mooi horen. We hadden het al bijna opgegeven, maar er was nog een achterdeurtje. Zeer blij waren we toen Erik de steenuil uiteindelijk tegen de pui van een oude schuur in beeld kreeg. Een paar honderd meter van de verwachte plek.

Via de Overtuin Bisdom van Vliet (Haastrechtse Bos), waar sperwer en bosuil het lieten afweten, maar een boomkruiper toch nog iets compenseerde, kwamen we in het Doove Gat uit. In dit stukje nieuwe natuur, wat tegenwoordig een ganzenparadijs lijkt, liep een groepje van zes bontbekpleviertjes op de slikrand van de grote plas. Verder hadden we daar o.a. wintertaling, blauwborst, oeverloper, kleine plevier en toch nog een ransuil. De sprinkhaanzanger liet verstek gaan. Langs de Bilwijkerweg, nabij Stolwijk zat de ooievaar op zijn nest. We reden door naar het industrieterrein in Stolwijk. Daar was een zingende zwarte roodstaart gezien, maar hij gaf niet thuis. Er kwamen meer kansen.

De volgende stop was de Kwakels en de Nespolder. Johannes is heel scherp op gele kwikstaarten en zodoende konden we als team daar ons voordeel mee doen. Al snel zagen we bruine kiekendief en een redelijk aantal zwarte sterns foerageren. Gespitst op witvleugelstern scanden we alle sterns af. Helaas. Veldleeuweriken zijn hier nog goed te horen. Jammer dat het nog maar om enkele plaatsen gaat in de Krimpenerwaard. Zingende graspiepers lukte al helemaal niet. De nachtegaal liet zich pas aan het eind van de wandeling goed horen. Op het Helofytenfilter zagen we veel kluten met pullen. Verder twee overvliegende wulpen en een miauwende zwartkopmeeuw. De ringmus aldaar werd door drie van de vier teamleden gemist. Lastige soort tegenwoordig.

De route ging nu naar de Wellepoort, Berkenwoudse Driehoek. Het werd warm en de soorten kwamen vrij lastig. Een sperwer liet zich aanvankelijk zeer matig zien, maar maakte dat later helemaal goed. Iedereen kon hem afvinken. Het leverde verder meerdere bosruiters op en een invallend mannetje zomertaling. Maar weer verder via Schaapjeszijde naar het ZHL-terrein. De groene specht en de braamsluiper aldaar werden niet gehoord of gezien, maar wel ringmussen. Prima!! Rob en ik hadden een zekere zwarte roodstaart nabij de Lageweg. Daar eerst naar toe. Dat bleek later een uitstekende stop. Uitgestapt hoorde Erik een braamsluiper spetterend aan de overkant van de Hollandse IJssel en zagen we in een korte tijd drie verschillende meeuwen: Pontische- ,grote mantel- en stormmeeuw. Meerdere oeverzwaluwen lieten zich tussen de ‘Huisjes’ zien. Een groene specht liet zich horen en de zwarte roodstaart deed daarna ook lekker mee. Voor één vogel naar een spot en met zeven teruggekeerd. Dat is niet verkeerd!!

Op de IJsseldijk zijn we richting Gouderak gereden voor grote zilverreigers. Dat lukte niet. Als compensatie cirkelde er een havik boven de boezem van Kattendijksblok. Met roofvogels was en bleef het mager deze dag. Maar goed, dit was een mooie waarneming en er kon een vette vink achter de soort gezet worden. Gezien de tijd van de dag en het restant aan uren werd er kort een nieuwe route planning gemaakt. Eerst naar Bergambacht en dan via de Lekdijk richting de Stormpolder in Krimpen aan den IJssel. In Bergambacht werd de roek gescoord. Daarna een poosje op de

Hoekse Sluis gestaan en gewacht op een ijsvogel. Wachten duurt lang vooral als er niets te zien is. Toen het brood en ons geduld op waren, zijn we richting Bakkerswaal gereden. Hier kwamen een tiental net uitgevlogen staartmezen boven ons hoofd hangen. Onze eerste grote bonte specht konden we pas bij het Stormpoldervloedbos bijschrijven. Het industrieterrein Stormpolder bracht niets nieuws. Het werd langzamerhand een taaie middag. Vanaf 12.00 uur maar twee soorten erbij. We hadden nog bijna drie uur te gaan en nog steeds geen grote zilverreiger. Dat kon toch eigenlijk niet. Achter Gouderak moest de meest aannemelijke plek zijn om ze te zien. Daar dan maar heen. Kort na elkaar zagen we drie van die grote witte rakkers in het groene gras. Het was gelijk ook de laatste nieuwe soort op onze lijst en daarmee kwam het totaal op 102 soorten. Dat hadden we wel eens beter gedaan. Toch nog even naar het Doove Gat. Dit voor mogelijke nieuwe steltlopers, waaronder watersnip en verder de sprinkhaanzanger. Het werd allemaal niets. Was het aantal soorten genoeg? Wij dachten van niet. Maar goed, voor de andere teams was het waarschijnlijk ook niet echt een makkelijk dag. Op locatie in Haastrecht hebben we afscheid genomen van Johannes. Hij moest iets eerder weg om op tijd te zijn op zijn 12,5-jarige huwelijksfeest. Even na 17.00 uur bij De Loet werd duidelijk dat het team van Jaap, Coen en Dirk-Jan de winnaars waren. Daarvoor willen wij ze nogmaals van harte feliciteren. Een prima score! Onder het motto ‘buiten gebeurt het’ was het weer een geweldig leuke dag. Later die avond werden er maar liefst drie zwarte ibissen gezien in het Doove Gat. Echter, de wedstrijd was afgelopen en ik lag al op een oor! D

Een kemphaan in baltskleed werd ook nog door de bijtertjes gezien, foto: Erik Kleyheeg

This article is from: