Netto Pensioengids
DE PENSIOENPLANNEN
VAN DE CROO & CO.
6 Volgens premier Alexander De Croo (Open Vld) heeft zijn regering nog een ferme ‘eindsprint’ in de benen rond pensioenen. Wat staat er op het spel?
UW WETTELIJK PENSIOEN
12 In 2021 bedroeg het gemiddelde pensioen van een ambtenaar 2.978 euro bruto. Hoe komen ze aan dat bedrag? En welke speciale regimes zijn er allemaal?
14 Een zelfstandige in België moet het met gemiddeld 891 euro brutopensioen stellen. Wie komt in aanmerking voor het minimumpensioen? En wat als u een gemengde loopbaan achter de rug hebt?
17 Een gepensioneerde werknemer krijgt gemiddeld 1.363 euro bruto op zijn rekening gestort. Hoe wordt dat pensioen berekend? En wat als u meer verdient dan het loonplafond?
19 Kunnen werknemers en zelfstandigen de pensioenkloof met ambtenaren dichten met hun aanvullend pensioen?
UW AANVULLEND
PENSIOEN
22 Met de transparantiewet krijgen werknemers eindelijk een beter beeld van hun aanvullend pensioen. Wat verandert er concreet?
27 Is het interessant om uw aanvullend pensioen in kleine stukjes te laten uitbetalen? Of toch liever in één keer?
VROEGER STOPPEN
MET WERKEN
30 Wie niet tot 65 of 67 jaar aan de slag wil blijven, heeft een stevige spaarpot nodig om de jaren tot de pensioenleeftijd financieel te kunnen overbruggen. Enkele simulaties.
BIJVERDIENEN NA
UW PENSIONERING
36 Wat als u niet toekomt met uw wettelijk pensioen? Of als u graag nog wat wilt bijklussen na uw pensionering om bezig te blijven? Dit zijn de spelregels.
41 Als u met pensioen gaat, krijgt u niet alleen veel minder op uw rekening gestort. Er zijn ook heel wat onkosten die u voor het eerst zelf moet betalen.
GETUIGENISSEN
20 Bijna twee jaar geleden trok journalist Patrick Luysterman de deur van De Tijd voor de laatste keer dicht. Maar het schrijven is hij nog niet verleerd.
34 Na een zware depressie werd Iwein Perdaens al op zijn 52ste met pensioen gestuurd. Een beslissing met ingrijpende gevolgen voor zijn gezin.
WEGGECIJFERD
42 Cijfers liegen niet, vooral als het over pensioenen gaat.
COLOFON
ADRES
REDACTIE NETTO
TOUR & TAXIS
HAVENLAAN 86C BUS 309
B-1000 BRUSSEL
REDACTIE@NETTO.BE
ALGEMEEN
HOOFDREDACTEUR
ISABEL ALBERS
HOOFDREDACTEUR
DE TIJD
PETER DE GROOTE
CHEF NETTO
SONJA VERSCHUEREN
EINDREDACTEUR
JAN LODEWYCKX
ARTDIRECTOR
ILSE JANSSENS
REDACTEUREN
PETRA DE ROUCK
DIETER DUJARDIN
JASMINE HEYVAERT
MICHEL MURIEL
DIRK SELLESLAGH
PETER VAN MALDEGEM
ILLUSTRATOR
KLAAS VERPLANCKE
INFOGRAFICUS
FRANK SCHULPÉ
FOTOGRAFEN
SASKIA VANDERSTICHELE
WOUTER VAN VOOREN
ABONNEMENTEN
TEL.: 0800/55.150
E-MAIL: ABO@TIJD.BE
ADVERTENTIES
TRUSTMEDIA
TOUR & TAXIS
HAVENLAAN 86C
BUS 309
B-1000 BRUSSEL
TEL.: 02/422.05.11 INFO@TRUSTMEDIA.BE
VERANTWOORDELIJKE
UITGEVER
PETER QUAGHEBEUR
Netto wordt gedrukt bij Roularta Printing.
VOLGENDE KEER IN NETTO
MAGAZINE
BELASTINGGIDS
20 MEI
Op één been naar een beter pensioen
Hoe wordt het pensioen van een ambtenaar berekend?
Om hun pensioen te kunnen inschatten, moeten ambtenaren het liefst een beetje kunnen delen en vermenigvuldigen. Leerkrachten hebben een loopbaanbreuk van 1/55, postbodes 1/50 en docenten aan de universiteit zelfs 1/30.
Tekst: Dirk Selleslagh
Om het ambtenarenpensioen te doorgronden is één begrip van belang: het tantième of de loopbaanbreuk. Ongeveer 4 op de 10 ambtenaren hebben de loopbaanbreuk 1/60. Die groep heeft, net als werknemers en zelfstandigen vandaag, 45 jaar nodig om recht te hebben op het maximale pensioenbedrag. En om vanaf 63 met pensioen te gaan, moeten ze minstens 42 loopbaanjaren op de teller hebben.
Ambtenaren met een lagere loopbaanbreuk bereiken sneller hun maximumpensioen. Elk jaar wordt namelijk vermenigvuldigd met het zogenaamde tantième of de loopbaanbreuk. Hoe lager de deler van die breuk, hoe zwaarder de gewerkte jaren doorwegen in de berekening.
Een leerkracht heeft bijvoorbeeld een loopbaanbreuk van 1/55, waardoor elk jaar doorweegt voor 1,09 (= 1 x 60/55). Daardoor wordt het maximale pensioenbedrag na 495 maanden of 41,25 jaar bereikt. Een postbode heeft een loopbaanbreuk van 1/50, wat maakt dat elk jaar goed is voor 1,20 (= 1 x 60/50).
Hoe lager de loopbaanbreuk van ambtenaren, hoe sneller ze hun maximumpensioen bereiken.
7.813,40€
Een ambtenarenpensioen bedraagt (geïndexeerd) maximaal 93.760,79 euro bruto per jaar of 7.813,40 euro bruto per maand.
Bovendien hebben ambtenaren met een voordelige loopbaanbreuk minder loopbaanjaren nodig om met vervroegd pensioen te kunnen gaan. Maar het gewicht dat voor de berekening van het vervroegd pensioen aan elk jaar wordt gegeven, is voor de loopbaanbreuken 1/55 en 1/50 ingeperkt tot 1,05.
Normaal moet je 42 jaar gewerkt hebben om met vervroegd pensioen te kunnen. Ambtenaren voor wie elk jaar voor 1,05 meetelt, kunnen dus al na 40 jaar (42/1,05) met vervroegd pensioen.
Hoeveel jaren zijn er nodig voor een maximumpensioen?
Wie een volledige loopbaan als ambtenaar met een loopbaanbreuk van 1/60 achter de rug heeft, bereikt het maximale pensioenbedrag na 540 maanden of 45 jaar. Hebt u een volledige loopbaan als ambtenaar gehad tegen de loopbaanbreuk 1/55, dan weegt elk jaar door voor 1,09 (= 1 x 60/55), waardoor het maximale pensioenbedrag na 495 maanden of 41,25 jaar wordt bereikt. Voor een loopbaan die uitsluitend bere-
kend wordt tegen de loopbaanbreuk 1/50 weegt elk jaar door voor 1,20 (= 1 x 60/50). In dat geval bereikt u het maximale pensioenbedrag na 450 maanden of 37,5 jaar.
Er bestaan nóg gunstiger tantièmes: zo geldt voor het rijdend personeel van de NMBS het tantième 1/48, voor onderwijzend personeel van de universiteit 1/30, en voor de eerste zeven jaar van provinciegouverneurs zelfs het tantième 1/12.
Sinds begin 2012 is er wel een inperking: loopbaanbreuken die voordeliger zijn dan 1/48 worden sindsdien vervangen door de loopbaanbreuk 1/48. Hiervoor geldt nog wel een uitzondering: als u geboren bent vóór 1 januari 1957 blijft u recht hebben op de meer voordelige loopbaanbreuk.
Wie krijgt het maximumpensioen?
Een ambtenaar die op zijn 23ste in dienst is getreden en altijd tegen de loopbaanbreuk 1/60 heeft gewerkt, zal op zijn 65ste slechts 42 jaar aan de slag zijn geweest. Aangezien hij een loopbaan van 45 jaar nodig heeft om tot het maximale pensioenbedrag te
komen, zal zijn feitelijke pensioen slechts 42/45 van dat maximum bedragen.
Een ambtenaar die op zijn 21ste aan de slag is gegaan en tegen de loopbaanbreuk
1/55 heeft gewerkt, zal het maximale pensioen ontvangen als hij op zijn 63ste met vervroegd pensioen gaat. Hij heeft immers 42 jaar gewerkt en er waren slechts 41 jaar en 3 maanden nodig om het maximale pensioenbedrag te bereiken.
Om het maximale pensioenbedrag te berekenen, wordt de referentiewedde vermenigvuldigd met het aantal te werken maanden (495), vermenigvuldigd met de loopbaanbreuk (1/55), en gedeeld door 12 om de gewerkte maanden in gewerkte jaren om te zetten. In principe bedraagt het pensioen dus 75 procent van het gemiddelde salaris.
Voor een salaris van 30.000 euro per jaar ziet dat er zo uit:
30.000 x 495/660 (= 55 x 12) = 22.500 euro.
Ook een ambtenaar die op zijn 23ste van start ging en tegen een loopbaanbreuk 1/55 heeft gewerkt, kan op zijn 63ste al met vervroegd pensioen gaan. In de regel moeten er 42 jaar op de teller staan, maar in het
systeem met loopbaanbreuk 1/55 telt elk gewerkt jaar voor 1,05. Dat betekent dat deze ambtenaar al na 40 jaar (42/1,05) met vervroegd pensioen kan.
Maar die ambtenaar zal niet zijn maximale pensioenbedrag ontvangen. Om daar recht op te hebben, moet hij in het systeem van de loopbaanbreuk 1/55 immers 41 jaar en 3 maanden gewerkt hebben. En deze ambtenaar was slechts 40 jaar effectief aan de slag.
Voor de ambtenaar die bij zijn vervroegd pensioen slechts 40 jaar (480 maanden) actief was, ligt het pensioenbedrag dus lager: 30.000 x 480/660 (= 55 x 12) = 21.818,18 euro.
Hoe wordt het pensioenbedrag berekend?
Het ambtenarenpensioen wordt berekend op basis van de zogenaamde referentiewedde. Dat is de gemiddelde wedde van de laatste tien loopbaanjaren (er gelden uitzonderingen voor de VRT en HR Rail). Is die loopbaan korter dan 10 jaar, dan wordt rekening gehouden met alle gepresteerde jaren. Bent u geboren voor 1 januari 1962,
dan tellen uw laatste vijf loopbaanjaren.
Het ambtenarenpensioen is begrensd door twee maxima. Enerzijds is er het relatieve maximum, waardoor het pensioen niet hoger mag zijn dan 3/4 van de referentiewedde. Anderzijds is er een absoluut maximum, waardoor het niet hoger mag zijn dan 46.882,74 euro per jaar tegen de spilindex van 138,01. Geïndexeerd komt dat neer op 93.760,79 euro bruto per jaar of 7.813,40 euro bruto per maand.
De Pensioendienst wijst erop dat zeker niet alle ambtenaren dat maximumpensioen betaald krijgen. Er komen steeds meer gemengde loopbanen voor, waardoor dat maximum vaak niet wordt bereikt. Van de 266.190 ambtenaren met een zuivere loopbaan bij de overheid kreeg volgens de betalingsgegevens van januari 2023 slechts 1 procent het maximumpensioen. Van de 243.400 ambtenaren met een gemengde loopbaan kreeg ook slechts 1 procent het maximumpensioen uitbetaald.
Volgen de pensioenen van ambtenaren de ambtenarensalarissen?
Het pensioen van een ambtenaar volgt de evolutie van de bezoldigingen van de actieve ambtenaren. De aanpassing van het pensioen, de zogenaamde perequatie, gebeurt op basis van korven. Elk rust of overlevingspensioen van het ambtenarenstelsel is verbonden aan een welbepaalde korf.
Momenteel zijn er 16 verschillende perequatiekorven. Zo zijn er bijvoorbeeld aparte aanpassingen voor de federale overheid, het onderwijs van de Vlaamse en Franse Gemeenschap, het leger en autonome overheidsbedrijven zoals Proximus en Bpost.
De pensioenen worden om de twee jaar, telkens in januari van elk onpaar jaar, met een bepaald percentage aangepast. Het is een verhoging die boven op de aanpassing voor inflatie komt.
Belangrijk nog: niet elke korf krijgt zo’n verhoging. Zo heeft de korf ‘federale overheid’ de vier afgelopen perequaties niets gekregen. ■
WIST U DAT?
Het ambtenarenpensioen wordt berekend op basis van de zogenaamde referentiewedde.
Dat is de gemiddelde wedde van de laatste tien loopbaanjaren.
Hoe wordt het pensioen van een zelfstandige berekend?
Het pensioen van een zelfstandige is gebaseerd op het inkomen waarop sociale bijdragen zijn betaald. Een inkomen dat zowel naar boven als naar onder is begrensd.
Tekst: Dirk Selleslagh
Voor elk kwartaal waarvoor sociale bijdragen in hoofdberoep zijn betaald, bouwt een zelfstandige pensioenrechten op. Voor de jaren vóór 1984 wordt het pensioen berekend op een forfaitair inkomen. Sinds 1984 wordt het pensioen berekend op hetzelfde inkomen als de sociale bijdragen – met andere woorden op het nettoberoepsinkomen. Dat inkomen wordt voor elk jaar eerst geïndexeerd en vervolgens vermenigvuldigd met 60 procent (voor een alleenstaande) of met 75 procent (voor een gezinshoofd).
Hoeveel bedraagt het minimumpensioen van een zelfstandige?
Voor de berekening van het pensioen worden minstens de minimuminkomsten voor een hoofdberoep in aanmerking genomen (= 16.409,20 euro bruto in 2023), ook al liggen uw nettoberoepsinkomsten in realiteit lager. Wie een loopbaan van minstens 30 jaar heeft, komt in aanmerking voor het minimumpensioen als zelfstandige, voor zover dat voordeliger is dan de pensioenberekening op basis van de inkomsten.
WIST U DAT?
Ook de brutopensioenbedragen van zelfstandigen worden aan de levensduurte aangepast. Zodra de spilindex overschreden wordt, gaat het pensioenbedrag met 2 procent omhoog.
Het minimumpensioen voor een alleenstaande zelfstandige bedraagt 1.636,99 euro bruto per maand. Voor een gezinspensioen is dat 2.045,60 euro bruto. Netto betekent dat respectievelijk 1.581 en 1.824 euro. Uw uiteindelijke minimumpensioen staat altijd in verhouding tot het aantal jaren dat u hebt gewerkt. Is dat bijvoorbeeld 31/45, dan bedraagt uw pensioen 31/45 van de bedragen hierboven.
Hoeveel bedraagt het maximumpensioen van een zelfstandige?
Het maximumpensioen wordt berekend op een inkomensplafond, dat voor 2023 gelijk is aan 65.899,36 euro. Om het maximumpensioen te krijgen, moet het inkomen ieder jaar dus minstens gelijk zijn aan die grens. Het maximumpensioen voor een alleenstaande zelfstandige met 45 loopbaanjaren bedraagt 1.936,86 euro bruto. Voor een gezinshoofd: 2.421,08 euro bruto.
Wat als u een gemengde loopbaan achter de rug hebt?
Onder welk statuut u ook werkt: telkens bouwt u pensioenrechten op. Als werknemer bouwt u rechten op in het stelsel van de werknemers, als zelfstandige in dat van de zelfstandigen, als ambtenaar in het ambtenarenstelsel. In elk stelsel wordt het pensioenbedrag berekend volgens eigen regels. De som van de afzonderlijke pensioenbedragen vormt het totale pensioen.
Om in aanmerking te komen voor een gewaarborgd minimumpensioen bij een gemengde loopbaan waarbij u voltijds aan de slag was, moet de optelsom van uw carrière als werknemer en die als zelfstandige minstens 2/3 bedragen van een volledige loopbaan. Dat komt voor alle zelfstandigen en bijna alle werknemers overeen met 30 jaar.
Uw loopbaan als zelfstandige telt dus mee om vast te stellen of u recht hebt op het gewaarborgde minimumpensioen als werknemer, terwijl de loopbaan als werknemer meetelt om te bepalen of u aanspraak kunt maken op het minimumpensioen als zelfstandige. Maar bij de berekening van het gewaarborgd minimumpensioen houdt ieder stelsel alleen rekening met de loopbaan vervuld in het eigen stelsel.
Let op!
Bij een gemengde loopbaan als werknemer en zelfstandige mag de som van het bedrag van het minimumpensioen
als zelfstandige en het pensioenbedrag als werknemer niet groter zijn dan het bedrag van het minimumpensioen voor een volledige loopbaan van 45 jaar (19.643,95 euro voor een alleenstaandenpensioen, 24.547,20 euro voor een gezinspensioen). Is dat toch het geval, dan wordt het minimumpensioen als zelfstandige met zoveel als nodig verminderd.
VOORBEELD:
Peter was als werknemer aan de slag van 1980 tot en met 2005. Elk jaar van zijn loopbaan telt 312 dagen. Hij bewijst dus 26 jaren als werknemer. Hij heeft als zelfstandige in hoofdberoep gewerkt van 2006 tot en met 2017, dat zijn 12 jaren.
In totaal heeft Peter 38 loopbaanjaren, waardoor hij in aanmerking komt voor het minimumpensioen. Voor de berekening van zijn minimumpensioen als werknemer tellen echter alleen de 26 jaren als werknemer mee. En voor de berekening van zijn minimumpensioen als zelfstandige tellen alleen de 12 jaren als zelfstandige mee.
Het minimumpensioen wordt dan berekend door het minimumbedrag
Het maximumpensioen voor een alleenstaande zelfstandige met 45 loopbaanjaren bedraagt 1.936,86 euro bruto.
1.636,99€/maand
Het minimumpensioen voor een alleenstaande zelfstandige bedraagt 1.636,99 euro bruto per maand. Voor een gezinspensioen is dat 2.045,60 euro bruto. Netto betekent dat respectievelijk 1.581 en 1.824 euro.
voor een volledige loopbaan te vermenigvuldigen met de loopbaanbreuken, 26/45 bij de werknemers en 12/45 bij de zelfstandigen.
Voor een volledige loopbaan bedraagt het minimumpensioen sinds januari 2.045,60 euro bruto per maand (gezinspensioen) en 1.636,99 euro bruto per maand (pensioen als alleenstaande). Die minimumbedragen zijn dezelfde voor beide stelsels.
In het geval van Peter levert dat het volgende op:
> als Peter een gezinspensioen geniet, krijgt hij een gewaarborgd minimumpensioen als werknemer van 1.181,9 euro bruto (2.045,6 x 26/45); is hij alleenstaande, dan krijgt hij 945,8 euro bruto (1.637 x 26/45).
> als Peter recht heeft op een gezinspensioen, krijgt hij een gewaarborgd minimumpensioen als zelfstandige van 545,4 euro bruto (2.045,6 x 12/45); is hij alleenstaande, dan ontvangt hij 436,5 euro bruto (1.637 x 12/45).
Als u statutair ambtenaar was, maar ook werknemer en/of zelfstandige, dan hebt u vaak géén recht op een minimumpensioen als werknemer en/of zelfstandige. Want daarvoor moet u minstens 30 jaar gewerkt hebben als werknemer of zelfstandige. Statutaire ambtenaren krijgen een minimumpensioen als ze minstens 20 jaar aan de slag waren. Maar de jaren als statutair ambtenaar tellen niet mee om aan de loopbaan van 30 jaar te komen.
VOORBEELD:
Stel dat u 25 jaar werknemer was en 17 jaar statutair ambtenaar. Ondanks die loopbaan van 42 jaar krijgt u geen minimumpensioen, omdat u niet minstens 30 jaar als werknemer aan de slag was en ook geen 20 jaar als ambtenaar.
Worden de pensioenbedragen van zelfstandigen geïndexeerd?
Jawel, de brutopensioenbedragen worden soms aan de levensduurte aangepast. Dat geldt net zo goed voor gepensioneerde zelfstandigen als voor gepensioneerde werknemers. Die aanpassing gebeurt op basis van de evolutie van de spilindex. Zodra die overschreden wordt, gaat het pensioenbedrag automatisch met 2 procent omhoog.