Alles over innovatie in ICT
Jaargang 9, nr. 7 / 2018
Documentbeheer
Het gevaar van ‘gewone’documenten Regulering
Regulering vrij dataverkeer binnen EU komt eraan
Trend
Hoe maken we (rest)warmte winstgevend?
En verder Cloud vraagt nieuwe benadering van security | CIO’s vrezen verlies omzet door problemen met IoT-prestaties | Groei ICT-sector is stevige impuls voor Nederlandse economie | ‘MSP’s zijn goed bezig, maar blinken niet uit’ | ‘De EU moet het monopolie van de techreuzen doorbreken’ | www. cloudworks.nu In samenwerking met:
NU MET
GRATIS
FLES WIJN !
Snel EN gemakkelijk eEn persoonlijk KERSTgeschenk!
BIJ ELKE BES TEDIN VANAF 20 * G 0.-
SNELEENGESCHENK.NL SPECIAAL VOOR U, ALS ABONNEE VAN DIT VAKBLAD, EEN GRATIS WIJNGESCHENK BIJ UW BESTELLING MET ACTIECODE: 1CW7 ALLE WIJNEN GRATIS BEZORGD, GESCHENKEN BIJ BESTEDING VANAF € 200.-
Leverdatum naar wens
FLES EXIMUS CAVA-BRUT GRATIS BIJ BESTEDING VANAF 200.- TOT 500.- EURO
3 FLESSEN VINORGANIC
FLES CHAMPAGNE BOLLINGER SPECIAL CUVÉE
GRATIS BIJ BESTEDING VANAF 500.- TOT 1000.- EURO.
GRATIS BIJ BESTEDING VANAF 1000.EURO
T.W.V.
8.95 -
T.W.V.
T.W.V.
20.85
Al vanaf één pakket
E: BESTEL@SNELEENGESCHENK.NL - T: 038-4215196 - SHOWROOM: CURIEWEG 1, 8013 RA ZWOLLE
49.95 -
SNEL En gemakkelijk bestelD!
Cloud talk
Vergroening van IT niet alleen voor datacenters Ieder bedrijf en iedere overheidsorganisatie maakt gebruik van applicaties om de business-processen optimaal te laten functio neren. Dat het ‘draaien’ van softwareprogramma’s energie kost, is natuurlijk logisch. Maar ook u als gebruiker of eigenaar van die programmatuur kunt wel degelijk een bijdrage leveren aan het terugdringen van het energieverbruik dat IT-faciliteiten veroorzaken. We zijn in ons land vaak best wel trots op het feit dat Nederland in de absolute wereldtop zit als het gaat om internetverkeer, aantallen datacenters, de kwaliteit van deze datacenters en dergelijke. Niet voor niets weet vrijwel iedereen dat AMS-IX het grootste internetknooppunt ter wereld is. Maar we maken ons ook zorgen over de keerzijde van die medaille. Want die honderden datacenters die ons land rijk is, hebben natuurlijk ook energie nodig. We zien in ons land al een aantal jaren een beweging om dit energieverbruik terug te dringen. Dat gaat gepaard met vaak forse investeringen in innovatieve technologie, waarbij het terugdringen van het energieverbruik liefst gecombineerd wordt met een verdere verbetering in prestaties en beschikbaarheid. Maar ook de klanten van die datacenters kunnen hier natuurlijk hun steentje aan bijdragen. Net als de klanten van de klanten van datacenters. Want die datacenters hosten applicaties die door bedrijven en overheden worden gebruikt in hun dagelijkse activiteiten. Er is hier dus sprake van een keten van partijen die
samenwerken om deze applicaties te kunnen aanbieden of gebruiken. En dat is precies het woord waar het mij hier om gaat: samenwerken. In deze keten van afnemers en aanbieders is iedereen afhankelijk van de eisen en wensen van de andere schakels in de ketting. Een hosting-bedrijf zoekt zoveel mogelijk inzicht in de eisen en wensen van de organisaties die bij hem software onderbrengen. En de klant die deze software bijvoorbeeld als een cloud-applicatie of een SaaS-dienst afneemt, bepaalt natuurlijk in hoge mate hoe intensief deze software gebruikt wordt. Dat heeft op zijn beurt weer invloed op de hoeveelheid energie die nodig is voor de IT-systemen in een datacenter om deze SaaS-dienst of cloud-service te kunnen aanbieden. IT gebruikt nu eenmaal energie.Veel energie zelfs. Dat kost geld en belast het milieu. Terwijl we als maatschappij juist proberen het energieverbruik terug te dringen. Samen zijn we daar verantwoordelijk voor. En daar is vrijwel ieder bedrijf zich inmiddels ook bewust van. Nu doen we dit vaak nog individueel: datacenters, hosting-bedrijven, softwaregebruikers - ieder voor zich. Maar samen staan we sterker. Laten we dit onderwerp samen gaan aanpakken. Dan kunnen we gezamenlijk misschien wel veel grotere stappen zetten. Robbert Hoeffnagel, hoofdredacteur CloudWorks
Colofon In CloudWorks staat innovatie centraal. Met traditionele ICT-omgevingen is het steeds moeilijker om de business goed te ondersteunen. Innovatieve oplossingen op het gebied van bijvoorbeeld cloud computing, mobility, Big Data, software defined datacenters en open source kunnen echter helpen om de IT-omgeving ingrijpend te moderniseren en klaar te maken voor de toekomst. Uitgever Roeland Dobbelaer
Hoofdredacteur Robbert Hoeffnagel +31 (0)6 - 51 28 20 40 robbert@alibi.nl Advertentie-exploitatie Jos Raaphorst +31 (0)6 - 34 73 54 24 j.raaphorst@archermedia.nl Redactie-coördinatie Ab Muilwijk a.muilwijk@vakbladen.com
Vormgeving Content Innovators, Den Haag Abonnementen abonnementen@vakbladen.com +31 (0)88 -22 666 80 Druk Veldhuis Media B.V., Raalte Kennnispartners BTG, Cloud Community Europe, DHPA, IT Room Infra, FHI, Green IT Amsterdam, ISPConnect
CloudWorks – nr. 7 / 2018
3
inhoud
08 14
4
Regulering vrij dataverkeer binnen EU komt eraan Binnen de EU is vrij verkeer van personen en goederen al geregeld. Voor dataverkeer gold dit echter nog niet. Er zijn momenteel nog teveel beperkingen die het makkelijk maken voor bedrijven om over te stappen van de ene (cloud)dienstverlener naar de andere, waar dan ook binnen de EU. De Europese Commissie heeft dit probleem ook gezien en heeft besloten dit aan te pakken met het ontwerpen van een regulering voor de ‘Free flow of non-personal data’. Of in goed Nederlands: ‘Verordening inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie’.
Hoe maken we (rest)warmte winstgevend? Zijn datacenters onderdeel van ons stedelijk ecosysteem? Dit was het onderwerp van Martien Arts van Royal HaskoningDHV tijdens het Datacenter Restwarmte & Innovatiecongres georganiseerd door de Dutch Data Center Association op 10 oktober 2018. Hij liet aan de hand van cases zien hoe de warmte van datacenter-projecten een winstgevende energie-oplossing in stedelijke gebieden kan zijn. Met onder meer de ‘lessons learned’ van projecten die al in Scandinavië zijn gerealiseerd, toonde Arts aan hoe we op een praktische manier datacenters kunnen inzetten als een betrouwbare leverancier voor warmte in stedelijke gebieden.
Alles over innovatie in ICT
20
Groei ICT-sector is stevige impuls voor Nederlandse economie De toekomstverwachtingen voor de ICT-sector zijn onverminderd positief. Dat schrijft sectorspecialist Mark van Kampen van Rabobank in een onlangs verschenen publicatie. Ook DHPA merkt dat de investeringen van bedrijven en overheidsorganisaties in cloud- en hosting-diensten sterk toenemen, stelt Ruud Alaerds, directeur van DHPA, in dit artikel vast.
24
Het gevaar van ‘gewone’ documenten Medewerkers maken de hele dag door gebruik van informatie om hun werk goed te kunnen doen. Maar terwijl we allemaal proberen tijdens ons werk het beste uit onszelf te halen, zijn we zelf vaak de veroorzaker van een datalek: vaker nog dan hackers. Gelukkig is er goed nieuws: er zijn talloze manieren om ons tegen onszelf te beschermen.
En verder 6
Cloud Research: de strijd om de multicloud
7
Blog ISPConnect: maatschappelijk verantwoord ondernemen
11
ESB biedt Cordstrap eenduidige koppeling tussen IT-toepassingen
12
Cloud vraagt nieuwe benadering van security
17
Blog DHPA: schaal of specialisme?
18
CIO’s vrezen verlies omzet door problemen met IoT-prestaties
23
Rittal, Switch Datacenters en Circle B lanceren eerste Europese OCP Experience Center
26
‘MSP’s zijn goed bezig, maar blinken niet uit’
30
Oracle kiest voor autonomous features in nieuwe cloud-aanpak
32
‘De EU moet het monopolie van de techreuzen doorbreken’
34
Wereldwijd worden per minuut 17.460 records gestolen
36
Directe uitwisseling van data binnen 3 jaar groter dan internetverkeer
39
Brein inspiratie voor nieuwe generatie slimme computers
40
Wecycle optimaliseert logistieke keten met centraal platform
42
Blog BTG: Smart Cities hard op weg naar volwassenheid
www.cloudworks.nu CloudWorks – nr. 7 / 2018
5
Cloud Research
De strijd om de multicloud
We zien in de afgelopen jaren dat ook Nederlandse bedrijven het beste proberen te maken van de multicloud wereld, waarin we toch wel zijn binnen komen struikelen. Nu we er eenmaal binnen zijn, willen we er het beste van maken. Aan de ene kant kijken we of we leveranciers kunnen consolideren. En aan de andere kant willen we niet van een enkele leverancier afhankelijk worden en passen we het type cloud en de leverancier graag aan, indien een workload daar duidelijk om vraagt. Maar we willen wel graag de volledige controle! Deze ontwikkelingen hebben een stevige impact op het leverancierslandschap in de infrastructuur cloud. De meest zichtbare stap is de aankondiging van IBM open source marktleider Red Hat over te willen nemen voor maar liefst 34 miljard dollar. Daarmee claimt IBM een dominante positie in hybride cloudoplossingen voor grootzakelijke ondernemingen. De overname heeft voor IBM ook wat bijkomende voordelen: wat de aandeelhouders vooral zullen waarderen, is dat de overname een goede kans biedt om de komende jaren meer solide groeicijfers te presenteren. Als Red Hat onder IBM de huidige groei door kan zetten. Red Hat voegt momenteel per jaar ruim een half miljard dollar aan omzet toe. Dat zou zich vertalen in 6% (extra) groei voor IBM. Als Red Hat de groeiverwachtingen waar kan maken. Voor zowel IBM als Red Hat geldt dat de combinatie een enorme powerhouse oplevert ten aanzien van hybride cloudoplossingen. IBM is al enige tijd - behalve in woord afgehaakt in de strijd om de publieke cloudmarkt. AWS (Amazon) en Azure (Microsoft) hebben ervoor gezorgd dat elke andere infrastructuur cloudprovider in een nicherol wordt gedwongen. Zo ook IBM. IBM heeft overigens uitstekend begrepen dat ondanks de sterke groei van de public cloud markt, de meeste grote organisaties geen afscheid zullen nemen van een eigen IT-infrastructuur, waarbij deze wel steeds meer in private clouds verandert. Bovendien lopen organisaties steeds meer aan tegen de complexiteit van het beheer van hybride multicloud omgevingen. Zowel IBM als Red Hat zetten zich sterk in op het helpen van klanten bij het aangaan van deze uitdagingen. Red Hat voegt op technologisch vlak veel toe, terwijl IBM naast sterke technologie diepgaande relaties met (vooral) zeer grote
6
Alles over innovatie in ICT
klanten met zich meeneemt. IBM zet zich met deze overname misschien wel vooral neer als ‘het open source alternatief voor Azure’. Microsoft heeft zich de laatste tijd sterk gemaakt voor een naadloos beheer van private en publieke cloud workloads. Op die manier kan Microsoft beter aloude client/server klanten aan zich binden. IBM wil het graag naadloos maken, met enige hulp wellicht, maar met ruime keuzemogelijkheden voor de klant: IBM werkt met iedere grote public cloudaanbieder samen en zet zijn kaarten sterk op open source.Voor de korte termijn zal er voor klanten van Red Hat en IBM niet erg veel gaan veranderen.Voor de wat langere termijn zullen we moeten afwachten of het geheel groter weet te worden dan de delen en innovaties succesvol naar de markt weet te brengen. We kunnen in ieder geval stellen dat de rangen zich behoorlijk beginnen te sluiten in de hybride cloudmarkt. Terwijl IBM zich concentreert op de hybride, multicloud wereld in de grootzakelijke markt en hoopt daar een grote slag te slaan, zien we ook dat de leverancierswereld voor middelgrote organisaties, het mkb en de publieke sector volop in beweging is. Veel Nederlandse cloud hosters zijn zoekende naar de juiste combinatie van diensten. De laatste jaren zagen we dat steeds vaker onder een kop van bijvoorbeeld ‘managed private cloud’. Maar nu onderkent men ook dat ze geen alternatief kunnen bieden voor hyperscale aanbieders als AWS en Microsoft. En dus gaan ze zich steeds meer richten op het ontsluiten van die publieke clouds, liefst in combinatie van die ‘managed private cloud’ waar ze de laatste jaren aan hebben gebouwd. Zo heeft u als afnemer steeds meer te kiezen in een hybride, multicloud wereld. Als u een leverancier zoekt, vraag dan goed naar de roadmap. Hoe denkt uw aanbieder zich te gaan ontwikkelen? Dan kunt u bepalen of hij bij uw cloud roadmap past. Peter Vermeulen is Directeur bij Pb7 Research
Blog ISPConnect
Maatschappelijk verantwoord ondernemen Het is zo’n uitdrukking die je overal tegenkomt. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, afgekort tot MVO. Het is een buzzword. Het is mode. Het is modern. Betekent het ook iets? Ja. Het betekent absoluut iets. Het gaat ergens over. En het wordt steeds belangrijker. Een jonge sector als die van de hosting en cloud is doordrongen van het besef dat we deze wereld met zijn allen maken, en dat we niet alleen moeten nemen, maar dat we ook moeten teruggeven en ervoor moeten zorgen dat we onze wereld een beetje netjes houden voor de volgende generatie. Wij zijn een jonge sector. Wij zijn een industrie die met beide benen in de samenleving staat. Wij staan voor een veilig en schoon internet, voor een duurzame manier van ondernemen, voor een verantwoordelijke manier van met het milieu omgaan, voor actieve samenwerking met het onderwijs om jongere werknemers klaar te stomen voor de digitale wereld, en voor een positieve bijdrage aan het welzijn van de gehele samenleving. Dit zijn hele belangrijke thema’s. Wij gaan de komende maanden vanuit de brancheorganisatie - samen met onze achterban en met onze partners - het maatschappelijk verantwoord ondernemen benoemen en het de plek geven die het verdient. Voor ons zijn er vier pijlers aan MVO. Om te beginnen veiligheid. Een veilig en schoon internet is in het belang van de hele samenleving. En zeker in het belang van de bedrijven die erin actief zijn. Als sector weten we dat we in deze niet kunnen volstaan met volgers te zijn. Wij moeten het voortouw nemen. We gaan beginnen met de Code of Conduct voor hosting providers die deze maand geïntroduceerd wordt, een gedragscode om met abuse en privacy issues om te gaan. Er volgen toolboxes voor hosters om compliance met betere standaarden te bereiken, ook seminars en voorlichtingscampagnes tijdens 2019. Dit wordt een belangrijk thema. Een tweede thema is onderwijs en instroom van jonge mensen in de industrie. Ik heb vaker over dit thema geschreven op deze pagina. Wij constateren dat er nog steeds een kloof ligt tussen het onderwijs en de arbeidsmarkt en wij zijn als branche bereid om onze verantwoordelijkheid te nemen en de mouwen op te
stropen om dit gat te dichten. Wij geloven in duaal opleiden en werken actief mee met het onderwijs om gezamenlijk projecten op te zetten waarmee jonge mensen kansen krijgen op de mooie loopbanen die onze snelgroeiende sector te bieden heeft. Wij hebben al een aantal initiatieven gelanceerd, waaronder de Cloud IT Academy waar ik eerder dit jaar al over geschreven heb. En we gaan in 2019 verder bouwen op dit thema. Duurzaamheid is het derde grote thema van MVO. Wij zijn grootgebruikers van stroom en hardware. Beter omspringen met materialen, meer recyclen, groene stroom gebruiken, servers een tweede leven gunnen, ervoor zorgen dat je hardware op een verantwoordelijke manier gerecycled wordt. Ook het fantastische werk van de Dutch Data Center Association over het hergebruik van de restwarmte van datacenters past in dit onderdeel. Dit zijn de belangrijkste onderdelen van dit thema. Wij willen onze sector helpen met stappen in deze richting. Ook hier moeten wij niet meelopen maar het vaandel dragen. Tenslotte: teruggeven. We hebben het goed. Laten we iets doen voor de wereld. Onze partner Acronis bouwt scholen in ontwikkelingslanden, anderen houden zich bezig met lokale projecten, steunen goede doelen, proberen terug te geven aan de samenleving. Dit omarmen we van harte. Wij willen de sector aanmoedigen en helpen om volledig en volwaardig mee te doen in de maatschappij. De komende maanden zult u de uitingen van deze campagne vaker tegenkomen vanuit onze kanalen, op LinkedIn, in onze nieuwsbrieven, in persberichten, en ergens in het voorjaar willen we ook een dag organiseren waarin we alle thema’s samen gaan brengen om te laten zien waar we staan en waar we naartoe willen. Het is een grote ambitie. Maar de sector en de samenleving verdienen het! Wilt u op de hoogte blijven van onze plannen? Of wilt u bijdragen? Een project aanbrengen? U kunt zich op onze nieuwsbrief abonneren via https://www.ispconnect.nl/ of u kunt mij mailen: simon@ispconnect.nl Simon Besteman is directeur van ISPConnect
CloudWorks – nr. 7 / 2018
7
Regulering
SWIPO-werkgroepen richten zich op overstappen en portabiliteit
Regulering vrij dataverkeer binnen EU komt eraan
8
Alles over innovatie in ICT
Binnen de EU is vrij verkeer van personen en goederen al geregeld. Voor dataverkeer gold dit echter nog niet. Er zijn momenteel nog teveel beperkingen die het makkelijk maken voor bedrijven om over te stappen van de ene (cloud)dienstverlener naar de andere, waar dan ook binnen de EU. De Europese Commissie heeft dit probleem ook gezien en heeft besloten dit aan te pakken met het ontwerpen van een regulering voor de ‘Free flow of non-personal data’. Of in goed Nederlands: ‘Verordening inzake een kader voor het vrije verkeer van nietpersoonsgebonden gegevens in de Europese Unie’.
Waar gaat het hier nu precies over? Allereerst om het verbeteren van de grensoverschrijdende mobiliteit van niet-persoonsgebonden gegevens op de één-gemaakte Europese markt. Deze mobiliteit is momenteel in veel lidstaten aan beperkingen onderhevig. Er gelden nog vaak lokalisatierestricties, terwijl in een aantal gevallen ook sprake is van rechtsonzekerheid. Daarnaast is het belangrijk dat we er in de EU voor zorgen dat de daartoe aangestelde autoriteiten de bevoegdheid behouden om toegang tot gegevens te vragen of te krijgen voor wettelijke doeleinden. Denk aan inspecties of audits.
Wie is wie? De leiders van deze werkgroepen zijn: • SWIPO SaaS Maurice van der Woude (BPdelivery) Aniello Gentile (ENEL) Jorn Wittmann (SCOPE) Chris Francis (SAP) • SWIPO IaaS Freddy van den Wyngaert (CIO Europe) Alban Schmutz (OVH) • CSPCERT Helmut Fallmann (Fabasoft) Borja Larrumbide (BBVA)
Een derde punt dat speelt, is het feit dat professionele gebruikers van diensten voor gegevensopslag of andere vormen van gegevensverwerking gemakkelijker naar een andere dienstverlener kunnen overstappen. Waarbij zij hun gegevens gemakkelijker kunnen meenemen zonder al te veel ‘rompslomp’ voor de dienstverleners en zonder verstoring van de markt.
Artikel 6 Belangrijk in de verordening is met name artikel 6. Hierin is bepaald dat de Europese Commissie de dienstverleners en de professionele gebruikers moet stimuleren om gedragscodes op te stellen en in te CloudWorks – nr. 7 / 2018
9
Regulering voeren die voldoende gedetailleerde, duidelijke en transparante informatie bevatten over de voorwaarden waaronder gegevens kunnen worden meegenomen, inclusief de technische en operationele vereisten. De dienstverleners moeten die informatie vóór de sluiting van een contract aan hun professionele gebruikers verstrekken. Binnen twee jaar nadat de verordening van toepassing is geworden, zal de Commissie de ontwikkeling en daadwerkelijke toepassing van dergelijke codes aan een evaluatie onderwerpen. De ontwikkeling van deze codes wordt gedreven vanuit de industrie. De codes zijn immers een vorm van zelfregulering van de markt. Hoewel de commissie dus wel toezicht op de ontwikkeling houdt, is zij zelf geen actief deelnemer aan het ontwikkelproces.
Het belang Binnen de Europese Digital Single Market is deze verordening van belang om tot één enkele digitale markt binnen Europa te komen. Hierbij wordt het niet wenselijk geacht om nog langer met situaties op het gebied van vendor lock-in te moeten omgaan die een vrije digitale economie in de weg staan. Deze nieuwe regulering is in september 2017 aan het Europese Parlement aangeboden. Naar verwachting zal deze regulering eind dit jaar worden goed gekeurd, waarna deze nieuwe regulering een feit wordt. Eerder dit jaar - op 19 juni 2018 - werd al een principeakkoord bereikt met het parlement. Dit betekent dat er nog maar weinig obstakels voor de aangesloten lidstaten zijn om tot een succesvolle acceptatie over te kunnen gaan.
{
‘Binnen de Europese Digital Single Market is deze verordening van belang om tot één enkele digitale markt binnen Europa te komen’
SWIPO en CSPCERT Voor de uitvoering van artikel 6 heeft de Europese Commissie in maart 2018 een werkgroep ingesteld met vertegen woordigers van zowel aanbieders als afnemers uit de IT-sector. Deze werkgroep kreeg de naam ‘Working group for Switching providers and data-portability’. Het werd onderverdeeld in 2 subwerkgroepen. De eerste houdt zich bezig met Infrastructuur (IaaS), de tweede subgroep richt zich op software en data (SaaS). Later werd hier ook nog een werkgroep aan toegevoegd die zich bezighoudt met certificering (CSPCERT). De werkgroepen die zich bezighouden met het vrije verkeer van niet-persoonlijke data hebben zichzelf ‘SWIPO’ genoemd, een verwijzing naar de lange naam die gaat over ‘SWItching Providers en Porting Data’. In het kader ‘Wie is wie?’ is aangegeven wie leiding geven aan deze werkgroepen. De drie werkgroepen ontwikkelen momenteel een Code of Conduct op hun specifieke deelgebied. Daarmee willen zij richting geven aan de markt over de vraag hoe ‘switching’ van providers en het
Meer weten? Wilt u meer weten over deze regulering? Dan zijn de volgende bronnen beschikbaar: • https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/free-flow-non-personal-data • https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/cloud-stakeholder- working-groups-start-their-work-cloud-switching-and-cloud-security • https://ec.europa.eu/digital-single-market/en/news/free-flow-nonpersonal-data
10
Alles over innovatie in ICT
porteren van data zo eenvoudig en uniform mogelijk gemaakt kan worden. Op gedeelde gebieden werken deze groepen nauw samen. Deze gedeelde gebieden zijn: • Governance - hoe moet omgegaan worden met de code als deze er eenmaal is? • Wetgeving - wat zijn de juridische implicaties waarmee rekening gehouden moet worden voor, tijdens en na switching en porting? • Algemene voorzieningen - wat is de algemene doelstelling waarmee men een porteringsproces in moet gaan bij het switchen? • Gemeenschappelijke terminologie - de gebruikte afkortingen of woorden die bij het proces van switchen en porteren van toepassing zijn. SWIPO heeft inmiddels 3 face-to-face meetings gehouden in verschillende Europese steden (Brussel, Parijs en Rome). Op de kalender staan nog bijeenkomsten gepland voor Wenen (december 2018), Madrid (februari 2019) en Berlijn (april 2019). Deze bijeenkomsten zijn voor een deel openbaar voor geïnteresseerde partijen. Ook kunnen geïnteresseerde partijen zich nog steeds aanmelden om deel uit te maken van een van de SWIPO groepen. Naar verwachting zal na de bijeenkomst in Wenen in december 2018 de markt gevraagd worden om input en feedback te geven, de zogeheten ‘public consultation’. Maurice van der Woude is CEO van BPdelivery
Strategie
Transportspecialist stroomlijnt dataverkeer voor ’operational excellence’
ESB biedt Cordstrap eenduidige koppeling tussen IT-toepassingen Cordstrap uit Venray biedt wereldwijd klanten oplossingen om ladingen veilig op de plaats van bestemming aan te laten komen. Ten behoeve van de bedrijfsvoering wil het bedrijf de zekerheid dat gegevens tussen de verschillende IT-oplossingen zich ongehinderd laten uitwisselen. Een generieke softwarematige ‘stekkerdoos’ ofwel Enterprise Service Bus (ESB) gaat de basis vormen voor alle datakoppelingen. Met drie internationale productielocaties, ruim 450 medewerkers in 20 landen en verkoopactiviteiten in meer dan 50 landen is de bedrijfsvoering bij Cordstrap sterk afhankelijk van een goed functionerende informatievoorziening. De onderneming werkt met diverse systemen die deels in de cloud en deels on-premise zijn ondergebracht. In het kader van een operational excellenceprogramma streeft Cordstrap naar het verder stroomlijnen van het databeheer en het automatiseren van de verwerkingsprocessen. Reeds langer fungeert IT-dienstverlener Phact uit Venray als partner van Cordstrap bij de ontwikkeling en implementatie van de diverse IT-oplossingen.
Migratie naar de cloud Phact adviseerde Cordstrap om de verschillende een-op-een koppelingen tussen de uiteenlopende softwaretoepassingen voor de bedrijfsvoering te vervangen door een gemeenschappelijke Enterprise Service Bus (ESB). Die moet ervoor zorgen dat alle data binnen het bedrijf op een consistente, maar vooral ook efficiënte en veilige wijze hun weg vinden naar systemen en gebruikers.
Tien koppelingen Met behulp van IRIS gaat Phact gefaseerd tien koppelingen opleveren. Als sterke punten van de ESB noemen de software architecten de geïntegreerde workflow en de standaard aanwezige analyse-instrumenten. Die bieden vooral uitkomst bij het opsporen van fouten en het beheren van koppelingen.
Ook legacy Intersystems biedt een brede ondersteuning van protocollen en standaarden in zowel de nieuwe technologieën alsook voor legacy-systemen. Dit was voor Cordstrap een belangrijke overweging tijdens het selectietraject. IRIS omvat een reeks van geïntegreerde functies voor het maken van koppelingen voor het uitwisselen van data uit verschillende systemen evenals het orkestreren, bewaken en analyseren van de operationele processen. Zo zal Cordstrap met de ESB een verdergaande integratie gaan realiseren met klanten en leveranciers in de logistieke keten. Hiermee worden kosten verlaagd en fouten gereduceerd. Cordstrap heeft een duidelijke ambitie om te blijven innoveren, ook op IT-gebied. De introductie en het ontwikkelen van nieuwe applicaties en oplossingen moet daarom naadloos passen in de bestaande architectuur. Met het IRIS-platform verwacht Cordstrap die ambitie waar te kunnen maken. Van de redactie
Na een uitgebreid selectietraject viel de keuze op IRIS van Intersystems. Inmiddels is er een cloud gebaseerde ESB-koppeling onder Microsoft Azure gerealiseerd tussen het on-premise ERPsysteem en het op cloud gebaseerde facturatiesysteem. Cordstrap streeft ernaar om meer on-premise applicaties naar de cloud te migreren. De ondersteuning van IRIS is een belangrijke pijler onder die ambitie. CloudWorks – nr. 7 / 2018
11
Strategie
Cybersecurity moet vanaf dag 1 onderdeel zijn van cloud-strategie
Cloud vraagt nieuwe benadering van security Angst voor de cloud is bij de meeste organisaties inmiddels verdwenen. Het inzicht dat moderne datacenters werkelijk goed beveiligd zijn en dat cloud computing onmisbaar is voor een digitale bedrijfsstrategie, maakt dat de cloud inmiddels door steeds meer organisaties wordt omarmd. Daarbij worden specifieke security-uitdagingen van de cloud helaas nog te vaak over het hoofd gezien. Innovatie en transformatie maken IT steeds complexer. Het managen van die complexiteit is tegenwoordig zelfs een van de belangrijkste taken van de IT-afdeling. Die zit daar niet bepaald op te wachten: van IT wordt verwacht dat ze een digitale strategie ontvouwen en de business naar een nieuwe digitale toekomst leiden. Daarom probeert IT zo veel mogelijk onderhoudsen beheertaken af te stoten, door een beroep te doen op de specialistische kennis
12
Alles over innovatie in ICT
van derden, zoals de zeer specifieke expertise van cloud providers voor het hosten van data en applicaties.
Ideale omgeving Die cloud providers doen er uiteraard alles aan om hun datacenters te beschermen tegen hackers, aanslagen, spionnen en andere bedreigingen van buiten. Hun hele businessmodel draait om het aanbieden van een ideale omgeving waar klanten altijd snel
en veilig bij hun data kunnen. Dankzij hun specialisatie excelleren ze in uptime, high availability en maximale connectiviteit, en dan ook nog eens zo groen en goedkoop mogelijk.Vanuit die optiek is de overstap naar de cloud voor veel organisaties een enorme stap vooruit. Veel afnemers lijken er echter vanuit te gaan dat ze niet alleen een stuk complexiteit, maar ook verantwoordelijkheid hebben uitbesteed - maar zo gemakkelijk gaat dat niet. Cloud providers leveren een stuk infrastructuur, maar wat binnen die infrastructuur met (privacy)gevoelige gegevens gebeurt, blijft de verantwoorde lijkheid van de afnemer. Helaas vergeten veel afnemers vooraf na te gaan hoe ze die
{
‘Voor de detectie van onregelmatigheden hebben security-teams toegang nodig tot loggegevens maar lang niet iedere cloud provider is bereid die gegevens te verstrekken’ De meeste cloud providers zijn bijvoorbeeld niet berekend op cybercrime van binnenuit. Een medewerker die op legitieme wijze inlogt, of een inbreker die gebruikmaakt van legitieme inloggegevens, doet over het algemeen bij cloud providers geen alarmbel rinkelen. Als iemand toegang zoekt tot vertrouwelijke gegevens, of plots grote hoeveelheden data wegsluist naar het buitenland, is dat voor cloud providers niet zonder meer reden om alarm te slaan. De detectie van activiteiten die kunnen duiden op cybercrime hoort bij de meeste cloud providers niet tot het standaard arsenaal en moet dus worden opgepakt door het eigen security-team of externe securityspecialisten, die bijvoorbeeld vanuit een Security Operations Center (SOC) het dataverkeer controleren.
Onregelmatigheden
verantwoordelijkheid onder die nieuwe omstandigheden het best kunnen invullen.
Detectie in complexe omgeving Het businessmodel van cloudproviders draait om efficiëntie. Door de kosten voor bijvoorbeeld netwerkverbindingen, hardware, energie en koeling te spreiden over een groot aantal klanten kunnen, ondanks de kleine marges, standaard services van hoge kwaliteit tegen relatief lage prijzen worden aangeboden. Daar hoort een degelijke beveiliging bij, maar die security is vooral bedoeld om de verantwoordelijkheid van de providers af te dekken. De verant woordelijkheid die afnemers zelf hebben voor de data in hun organisatie, vraagt om andere, op maat gesneden maatregelen.
Voor de detectie van dit soort onregel matigheden hebben de security-teams toegang nodig tot bijvoorbeeld loggegevens. Maar lang niet alle cloud providers zijn bereid of in staat dergelijke loggegevens zomaar te verstrekken. In sommige gevallen van shared hosting is het zelfs technisch ondoenlijk unieke loggegevens van één enkele klant uit de shared servers te halen. In ieder geval zal daar dan een prijskaartje aan hangen - en er zijn maar weinig nieuwe cloud-gebruikers die dáár bij hun keuze voor de cloud rekening mee hebben gehouden.
Security en multicloud Daar komt nog bij dat organisaties steeds vaker gebruikmaken van ‘multicloud’, waarbij de data van organisaties verspreid wordt over soms tientallen verschillende cloud providers. Denk aan de vele verschillende SaaS-leveranciers waar
bedrijven tegenwoordig zaken mee doen (en de diverse andere ‘as-a-Services’ die inmiddels beschikbaar zijn), maar ook aan de wens om op elk gewenst moment flexibel te kunnen overstappen naar een andere cloud provider. Dat heeft allemaal duidelijk voordelen vanuit business-perspectief, maar elk van die providers gaat anders om met loggegevens en als die data niet zorgvuldig worden gekoppeld, valt de bodem uit het securitymodel. Ook over de organisatie van cybersecurity over al deze omgevingen heen wordt nog onvoldoende nagedacht. Het kàn vaak wel, maar als vooraf geen duidelijke afspraken zijn gemaakt met iedere cloud provider over hoe met dit soort securityvoorwaarden wordt omgegaan, kan het heel ingewikkeld worden om dat achteraf alsnog te regelen. Zo kan een voordeel omslaan in een serieus nadeel, als blijkt dat de beveiliging van bedrijfsgevoelige gegevens op al die verschillende locaties alleen effectief op te pakken is tegen een forse meerprijs.
Cloud-strategie Innovatie en digitale transformatie zijn tegenwoordig vrijwel ondenkbaar zonder cloud computing. Maar wie bij de stap naar de cloud onvoldoende rekening houdt met de security-implicaties, kan voor nare verrassingen komen te staan. Daarom is het belangrijk dat cybersecurity zo vroeg mogelijk wordt meegenomen in de cloud-strategie, zodat de oplossingen (en de partners) die gekozen worden klaar zijn voor een effectieve en efficiënte beveiliging van de bedrijfsgegevens. Fokke Dijksma, CyberSecurity Consultant Lead bij Thales Nederland
CloudWorks – nr. 7 / 2018
13
Trend Praktijkcases uit Scandinavië kennen veelbelovende resultaten
Hoe maken we (rest) warmte winstgevend?
Zijn datacenters onderdeel van ons stedelijk ecosysteem? Dit was het onderwerp van Martien Arts van Royal HaskoningDHV tijdens het Datacenter Restwarmte & Innovatie-congres georganiseerd door de Dutch Data Center Association op 10 oktober 2018. Hij liet aan de hand van cases zien hoe de warmte van datacenterprojecten een winstgevende energie-oplossing in stedelijke gebieden kan zijn. Met onder meer de ‘lessons learned’ van projecten die al in Scandinavië zijn gerealiseerd, toonde Arts aan hoe we op een praktische manier datacenters kunnen inzetten als een betrouwbare leverancier voor warmte in stedelijke gebieden.
14
Alles over innovatie in ICT
De datacenter-industrie bestaat nog niet lang vergeleken met andere industrieën. Datacenters zijn gewend zich aan te passen aan de snel veranderende IT. De afmeting van IT-apparatuur, de benodigde vermogens in een rack zijn enkele voorbeelden van de veranderingen in een datacenter. Aanpassing aan de technische installaties ten behoeve van de energietransitie, in dit geval het hergebruik van datacenter warmte hoeft dan ook geen ingewikkeld traject te zijn. De laatste jaren is deze industrie efficiënt geworden in het - zeg maar - ‘vernietigen van warmte’ door het toepassen van bestaande en nieuwe technieken. Hierbij wordt in veel situaties de vrijgekomen warmte opgenomen door de omgevingslucht. Nu is het tijd om de gegenereerde warmte door datacenters nuttig te gebruiken, bijvoorbeeld in stedelijke gebieden.
1.500 megawatt Arts stelt dat het elektriciteitsverbruik van de huidige datacenters samen met de datacenters die binnen niet al te lange tijd opgeleverd gaan worden al snel over 1.500 megawatt bedraagt. Met deze hoeveelheid energie kunnen gedurende de winter circa 500.000 woningen verwarmd worden. De Nederlandse datacenter-industrie heeft eerder al laten weten de warmte van datacenters nuttig te willen inzetten. Technisch is dit mogelijk en wanneer de temperaturen in het datacenter verhoogd zouden worden, wordt het alleen maar eenvoudiger. Dit kan door inzet van bestaande technieken, maar het is ook belangrijk om nieuwe mogelijkheden te blijven ontwikkelen. Belangrijk is verder dat we datacenters strategisch plaatsen in onze stedelijke gebieden. De distributie tussen de warmteleverancier en de warmte-afnemer moet zo kort mogelijk zijn voor optimale resultaten. Datacenters moeten geïntegreerd worden in onze samenleving. Digitaal doen we dat al, nu fysiek nog. In het voorbeeld in figuur 1 is een traditioneel datacenter weergegeven met daarin een koelmachine waarbij de warmte vernietigd wordt. Deze warmte wordt niet hergebruikt. In het voorbeeld daarnaast van het datacenter uit Finland is de koelmachine nog wel aanwezig maar alleen als back-up voorziening, hier is een warmtepomp toegepast die niet alleen warmte afgeeft maar ook koeling levert aan het datacenter. Alle beschikbare warmte uit het datacenter wordt door industriële warmtepompen direct aan het bestaande stadsverwarmingsnet beschikbaar gesteld, hierdoor is de installatie winstgevend geworden.
Onvoldoende Er is steeds meer vraag naar duurzaam opgewekte warmte. Er wordt veel gesproken over de mogelijkheden, maar toch zijn er nog onvoldoende succesvolle projecten afgerond. Er zijn verschillende redenen hiervoor te bedenken: • Is er echt daadkracht om gezamenlijk een goed resultaat te behalen? • Zijn de juiste vaktechnische mensen van de verschillende belanghebbenden met elkaar in gesprek? • Kennen de partners verschillende belangen? • Zijn we bereid om inzicht aan de andere partners te geven in het technische functioneren van de installatie? • Bestaat voldoende duidelijkheid over het warmtetransport? In veel situaties is er duidelijkheid bij de warmteleverancier en -afnemer. Helaas is er nog vaak onduidelijkheid over het transport van deze warmte, namelijk hoe deze warmte uitgewisseld kan worden. Denk hierbij aan eigenaarschap, beheer, onderhoud, verantwoordelijkheid en vergunningen. • Wordt kleinschalig begonnen om ervaring op te doen? Het is slim om eerst kleinschalig te beginnen en gefaseerd uit te breiden. Grote projecten aanpakken betekent een hogere complexiteit wat in de praktijk kan leiden tot vertraging. CloudWorks – nr. 7 / 2018
15
Trend
Traditioneel datacenter met koelmachine versus een datacenter met warmtepomp. Doelstelling: 100% Warmte-uitwisseling & Winstgevend
Voorbeeld van warmte uitwisseling tussen een datacenter en een stad
Winstgevend voor iedereen Een belangrijk uitgangspunt moet zijn dat hergebruik van rest warmte winstgevend is voor alle partijen. Zodat er lagere kosten zijn voor koeling en inkomsten door de distributie van warmtetransport. Ook is het van belang voor de eindgebruiker dat de warmte schoon, betrouwbaar en goedkoop is. Restwarmte moet gezien worden als nutsvoorziening. Daarbij moet onderzocht worden of er andere initiatieven in hetzelfde gebied zijn en of deze op elkaar afgestemd kunnen worden.
Zicht en begrip Kortom, om (rest)warmte uit datacenters succesvol te maken, is het van belang goed zicht en begrip te hebben voor de belangen van alle betrokken partijen. Energie-uitwisseling kan alleen gezamenlijk met alle stakeholders. Hiervoor moeten een aantal technische vraagstukken ingevuld worden: onderzoeken van de daadwerkelijke warmtevraag, het bepalen van de warmtebalans, vaststellen of het warmtenet zal functioneren met lage of hoge temperaturen, bepalen van de locatie voor opstelling van de warmtepomp. Naast de technische vraagstukken zijn er ook enkele financiële vraagstukken: wie gaat er investeren in het project, wie zal de installatie integraal beheren en wat is de prijs voor warmte? Verder zijn contractuele afspraken essentieel voor de bedrijfszekerheid van de warmte-uitwisseling.
16
Alles over innovatie in ICT
Resultaten tot nu toe Wat zijn tot nu toe de lessons learned? • Maak gebruik van lokale partijen die er direct profijt van hebben. • De rol van de overheid is het actief sturen van energieprijzen en het geven van subsidies om initiatieven te ondersteunen. We moeten nieuwe energieoplossingen blijven ontwikkelen. • Betrek de samenleving in projecten. De combinatie van datacenters en IT is een uitstekende warmteleverancier die als volwaardige warmtebron gezien mag worden. Datacenters moeten een onderdeel worden van ons stedelijke energie ecosysteem voor hergebruik van warmte. Alleen zo kan de warmte ook winstgevend gemaakt worden. Van de redactie
Blog
Schaal of specialisme? In de wereld van cloud service providers lijkt het momenteel een kwestie van ‘eten of gegeten worden’. Cloud service providers die ook op lange termijn relevant willen zijn, staan daarom voor ingrijpende keuzes. Allereerst is het niet vreemd dat in een relatief jonge sector nu verschuivingen plaatsvinden. Je zou het een fase kunnen noemen in het volwassen worden van een markt. Lokaal actieve bedrijven moeten keuzes maken onder invloed van internationale concurrentie (hyperscalers, grote SaaS bedrijven met een eigen ecosysteem en grote outsourcingspartijen), en hebben tegelijkertijd ook te maken met concurrentie in de eigen regio. Er zullen keuzes gemaakt moeten worden om relevant te blijven in deze markt. Die keuzes gaan niet alleen over producten en diensten, maar ook over de identiteit van het bedrijf. Er zijn dan twee paden om te bewandelen: schaal of specialisme. Schaalvoordeel is een beproefde manier om de concurrentie aan te gaan en juist die strategie verklaart ook deels de overnamegolf waar we nu mee te maken hebben. Anderzijds kiezen steeds meer providers een focus of specialisme en worden daar een absolute expert in. Het één sluit het ander overigens niet uit, maar het is vrijwel onmogelijk om tegelijkertijd schaalvoordeel en speciali satie te realiseren. Schaalvoordeel als strategie lijkt een logische keuze. Want het kan de kostenstructuur aanscherpen, investe ringen verantwoorder maken en dienovereenkomstig leiden tot tarieven met meer marge. Maar uiteindelijk staat daar een hyperscaler tegenover die vanuit een wereldwijde operatie nog betere rekensommen kan maken. De vraag is daar dus niet of maar wanneer de concurrentie te sterk wordt. Focus lijkt een onontkoombare consequentie in het licht van toenemende (internationale) concurrentie.
Wezenlijke vragen Veel Nederlandse cloud providers hebben zich inmiddels toegelegd op een specialisme of zitten in een transformatie naar specialist. Daar gaat een heel intensief traject aan vooraf dat begint bij de vraag: waar zijn we goed in? Die vraag is vaak nog niet zo makkelijk te beantwoorden want in de loop der jaren zijn allerlei activiteiten ontplooid. En zo zijn er meer van dat soort wezenlijke vragen: • Welke klanten of sectoren bedienen we graag en welke technologieën willen we daar voor gebruiken?
• Leveren we een volledige oplossing of een aantal zeer specialistische onderdelen daarvan? • Met wie willen we samenwerken? • En welke schaalgrootte moeten we hebben om onze nieuwe strategie zo goed mogelijk te kunnen realiseren? Vroeg of laat moeten deze vragen gesteld én beantwoord worden. En die antwoorden hebben een grote impact op het bedrijf in de jaren daarna. Cruciaal is daarbij om in staat te zijn het specialisme te herkennen.
Technologie-enthousiasme Veel service providers verkeren zoals ik het waarneem nog in de fase van het technologie-enthousiasme. Kenmerkend daarvoor is een instelling dat ‘invented here’ oplossingen per definitie beter zijn. De stap naar doelgroepsegmentatie of (h)erkenning van een typisch segment in de markt ligt dan nog niet in de lijn van ontwikkeling. Toch is deze cruciaal. Om uiteindelijk in de markt te groeien, is een herkenbare specialisatie belangrijk. Specialisatie
{
‘Veel service providers verkeren zoals ik het waarneem nog in de fase van het technologie-enthousiasme’
kan liggen in een vendor keuze, kan liggen in een technologie, applicatie of platform keuze of kan liggen op een functioneel gebied (bijvoorbeeld security). Specialisatie in een sector of branche of zelfs niche is een andere te verwachten stap. Vanuit een specialisatie is het dan mogelijk om dienstverlening breder (zo je wil veelzijdiger) te ontwikkelen. En dus vooral niet andersom! De komende jaren zal het dus nog wel een beetje onrustig blijven op de markt. De meest succesvolle providers zullen degenen zijn die zich een niche weten toe te eigenen, schalen waar nodig en tegelijkertijd de wortels in hun regio weten te behouden. Ruud Alaerds is directeur van DHPA
CloudWorks – nr. 7 / 2018
17
Onderzoek IoT grote uitdaging door toenemende complexiteit cloud-omgevingen
CIO’s vrezen verlies omzet door problemen met IoT-prestaties Uit onderzoek van Dynatrace blijkt dat bijna driekwart (74%) van alle respondenten bezorgd is dat performanceproblemen omzetverliezen kunnen veroorzaken. Het onderzoek is gehouden onder 800 CIO’s en had tot doel de uitdagingen rond Internet of Things (IoT) implementaties in kaart te brengen. 69% van de CIO’s verwacht dat IoT-performance management een grote uitdaging wordt vanwege de escalerende complexiteit van cloud-ecosystemen die bedrijven gebruiken. Maar liefst 73% van de ondervraagde CIO’s maakt zich zorgen over de vraag of alle bij IoT-supply chains betrokken externe en interne partijen en afdelingen in staat zullen zijn de juiste verantwoordelijken voor eventuele problemen te identificeren. Ook zegt 52% dat de impact die leveranciers van IoT-platformen maar ook netwerkoperators hebben op de prestaties een grote uitdaging is om inzichtelijk te maken en te begrijpen. 75% vreest dat problemen in het platform of de netwerklagen van providers die de applicatieprestaties beïnvloeden mogelijk verborgen worden gehouden door de betreffende leveranciers. En 84% denkt dat
18
Alles over innovatie in ICT
AI-functionaliteit en het vergaand automa tiseren van IoT-implementaties een cruciale rol gaan spelen in het succes van IoTstrategieën.
Voldoet niet aan verwachtingen 70% van de CIO’s maakt zich zorgen dat de verwachtingen van gebruikers met betrekking tot snellere en storingsvrije ‘experiences’ niet meer door IT-teams zijn in te vullen. 69% vreest de controle over de gebruikerservaringen te verliezen naarmate de IoT-supply chain complexer wordt. En 64% maakt zich zorgen dat het snel groeiende gebruik van ‘wearables’ het onmogelijk maakt de mobiele performance daarvan te managen.
Nieuwe uitdagingen Willen bedrijven grip houden op de gebruikerservaring, dan zullen zij waar borgen moeten vinden dat firmware- en security-updates voor IoT-apparatuur de performance niet negatief beïnvloeden. Liefst 62% van de ondervraagden ziet dit als een serieuze uitdaging. Een vergelijkbaar percentage (60%) vreest het ergste als het gaat om het monitoren van de impact van applicatiegedrag op IoT-apparatuur en de interacties met cloudservices monitoren. Ook het begrijpen van de impact van IoT-apparatuur op de performance en gebruikerservaring zal om veel aandacht vragen, meent 53% van de CIO’s. Bovendien hebben IoT-ecosystemen de neiging om zeer te groeien. Alleen al het in
kaart brengen en inzichtelijk maken van dit ecosysteem is voor 38% een uitdaging.
Cloud-complexiteit “Steeds meer bedrijven onderzoeken de voordelen van het IoT om nieuwe markten te ontwikkelen, extra omzet te creëren en zich van concurrenten te onderscheiden”, zegt Dave Anderson, digital performance expert van Dynatrace. “De ecosystemen en supply chains van IoT-toepassingen zijn echter complex en bijna onbegrensd, waardoor ze een grote impact hebben op de cloud-omgevingen waarop ze zijn gebaseerd. Bedrijven worstelen nu al met het managen van de cloud-complexiteit, terwijl die door IoT-toepassingen nog aanzienlijk gaat toenemen.”
“Als het IoT zijn potentie gaat waarmaken, kunnen organisaties het zich niet veroorloven verrast te worden door de bijbehorende complexiteit”, vervolgt Anderson. “Dat is echter wel het geval als ze traditionele monitoring-oplossingen blijven gebruiken. Die tools zijn namelijk niet ontworpen en ontwikkeld voor de dynamische schaalbaarheid en complexiteit van cloudomgevingen. Daarvoor is een geavanceerd platform nodig dat volledig inzicht geeft in alle cloudtoepassingen en een geautomatiseerde methode om die realtime te volgen en te begrijpen.”
Software intelligence-platform “Organisaties hebben behoefte aan een nieuwe methode die de complexiteit van IoT-toepassingen vereenvoudigt. Een ‘software intelligence platform’ dat gebruikmaakt van AI en het automatiseren van taken, om inzicht te hebben in het ecosysteem van IoT-sensoren, -apparaten, -gateways, -toepassingen en onderliggende infrastructuur. Pas als organisaties snel alle vragen kunnen beantwoorden, in plaats van alleen data te genereren, zijn ze klaar om te profiteren van de voordelen die het IoT te bieden heeft.” Van de redactie Het rapport ‘Overcoming the Complexity of Web-Scale IoT Applications: The Top 5 Challenges’, is gebaseerd op onderzoek door Vanson Bourne onder 800 CIO’s van bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers. Deze steekproef bevat 200 respondenten uit de USA, 300 uit Europa, 100 uit China en 50 uit respectievelijk Australië, Brazilië, Mexico en Singapore.
CloudWorks – nr. 7 / 2018
19
Marktontwikkeling Nieuwe sectorpublicatie van Rabobank geeft aan:
Groei ICT-sector is stevige impuls voor Nederlandse economie De toekomstverwachtingen voor de ICT-sector zijn onverminderd positief. Dat schrijft sectorspecialist Mark van Kampen van Rabobank in een onlangs verschenen publicatie. Ook DHPA merkt dat de investeringen van bedrijven en overheidsorganisaties in cloud- en hosting-diensten sterk toenemen, stelt Ruud Alaerds, directeur van DHPA, in dit artikel vast. Hij verwacht dat deze uitgaven de komende jaren nog verder zullen toenemen. Daarmee kunnen zij efficiënter werken, de kosten verlagen en veel flexibeler opereren.
20
Alles over innovatie in ICT
Na een sterk 2017 blijft de sector groeien in 2018, naar verwachting circa 4% (netto omzet), verwacht Mark van Kampen. “De IT-sector is de belangrijkste ‘enabler’ voor de digitale transformatie in overige sectoren en dit zorgt ervoor dat de groei van de IT-sector sneller gaat dan de gehele Nederlandse economie. De bomen lijken tot in de hemel te groeien.”
Terugblik 2017 Ook in 2017 is weer meer geïnvesteerd in ICT dan de jaren daarvoor (zie figuur 1). Een van de belangrijkste ontwikkelingen hierbij is de overgang naar de cloud. Net als wij bij DHPA stelt ook
Van Kampen vast dat gebruikersorganisaties meer vertrouwen krijgen in cloud-oplossingen. Eindgebruikers raken er meer en meer van overtuigd dat deze veilig zijn, meer schaalbaar en flexibeler. Daarbij is overigens weinig verschil te bespeuren tussen gebruikers van public cloud, private cloud of een hybride tussenvorm. De Rabo spreekt de verwachting uit dat voor de periode 2018 tot 2020 de investeringen in ICT verder zullen toenemen, met name als het gaat om cloud, software en services. Hierbij kunnen we volgens de Rabo uitgaan van een impuls vanuit de overheid. Het regeerakkoord van het huidige kabinet is - wat Van Kampen noemt - het ‘meest digitale akkoord’ ooit. Men wil duidelijk investeren in ICT. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een motie die oproept tot de opname van digitale geletterdheid in het onderwijsprogramma van zowel het basis- als het voortgezet onderwijs. “Daarnaast heeft het kabinet opgeroepen”, zo schrijft Van Kampen, “tot het opzetten van een Digital Trust Centre om cybersecurity binnen het midden- en kleinbedrijf te bevorderen.” Kabinet en regeringspartijen laten duidelijk merken dat zij het belang inzien van digitalisering. De uitdaging die Van Kampen nu ziet, is om dit snel om te zetten in concrete acties op het gebied van bijvoorbeeld opleidingen.Van Kampen ziet namelijk een duidelijk gevaar: dat we als Nederland ondanks een goede digitale infrastructuur onze concurrentiepositie zien verslechteren, doordat
{
‘Oppassen dat we als Nederland onze concurrentiepositie niet zien verslechteren door een gebrek aan ICT-talent’
er simpelweg te weinig IT-talent beschikbaar is voor zowel bedrijven als overheden.
Vooruitzichten Rabobank ziet een aantal trends die in belangrijke mate bepalend zullen zijn voor de toekomstige investeringen in ICT door overheidsorganisaties en ondernemingen. Dat is allereerst robotisering. Een land als China heeft inmiddels meer robots opgesteld dan alle landen van Europa bij elkaar. Men koopt buitenlandse robotfabrikanten, maar we zien ook talloze Chinese fabrikanten opstaan. Sinds 2014 zijn volgens Van Kampen in China al zo’n 3.000 (!) nieuwe robotfabrikanten ontstaan. Toch ziet men in China dat er aan robotisering ook risico’s zitten. In het verleden hebben veel Westerse bedrijven hun productieprocessen geheel of gedeeltelijk naar China verplaatst.
CloudWorks – nr. 7 / 2018
21
Marktontwikkeling Veelal uit oogpunt van kosten. Met de opkomst van robotisering maar bijvoorbeeld ook trends als 3D-printing is het echter ook heel gemakkelijk om deze productieprocessen weer uit China weg te halen en bijvoorbeeld dichter bij belangrijke doelmarkten te plaatsen. Hierdoor ontstaan voor IT-bedrijven die zich gespecialiseerd hebben in Industrie 4.0 belangrijke nieuwe kansen, meent Van Kampen. Kunstmatige intelligentie is uiteraard ook een zeer belangrijke ontwikkeling, meent Rabobank.Van Kampen verwacht op dit terrein voor de komende jaren dan ook een forse groei. Ronduit positief is dat circa 70% van de grote en middelgrote bedrijven in ons land aangeeft onderzoek te doen naar artificial intelligence. We zien dan ook op tal van plaatsen AI in ons private of zakelijke leven doordringen - of het nu gaat om Siri, suggesties van Netflix of het doen van aanbiedingen aan consumenten op basis van hun eerdere koopgedrag, stelt Van Kampen vast. We zijn inmiddels bijna op het punt aangeland waarin we kunnen stellen dat een bedrijf dat zijn klanten wil begrijpen feitelijk niet meer om AI heen kan.
As a Service-verdienmodellen Steeds meer ICT-aanbieders maar ook meer en meer IT-afdelingen maken gebruik van de mogelijkheden die As a Service-verdien modellen te bieden hebben. Hierbij blijft bij ICT-aanbieders enigszins onderbelicht wat de impact van een overstap van een klassiek business-model op dit ‘nieuwe’ verdienmodel is, meent Van Kampen. Als aanbieder migreren naar dit nieuwe model heeft belangrijke gevolgen voor de interne organisatie - denk aan de onderliggende techniek en de eisen die gesteld moeten worden aan de schaalbaarheid van het aangeboden platform. Het is bovendien nog maar de vraag of iedere klant zonder problemen snel op het nieuwe service-platform kan worden aangesloten. Om nog maar te
zwijgen van de invloed die een overstap naar een abonnements model heeft op de kasstroom van een ICT-aanbieder. Van Kampen gaat hier dieper op in als hij schrijft: “De investering wordt aan het begin gedaan en de terugverdientijd is op langere termijn. Ook de fase waarin een IT-onderneming zich bevindt, heeft impact op de manier van financieren van deze modellen. Is de onderneming in de opstartfase of heeft men al een werkend platform, klanten en een operationeel, recurring businessmodel? Zijn de aandeelhouders bereid hun aandelenbelang te verwateren of niet?”
{
‘Er is een toenemend aantal overnames te zien in de IT-sector’
Mergers & Acquisitions Er is een toenemend aantal overnames te zien in de IT-sector, schrijft Van Kampen verder. “Daarnaast interesseren steeds meer private equity-partijen zich in de IT-sector. Oorzaak van deze ontwikkelingen is dat verschillende deelsectoren, waaronder software en IT-services, nog vrij gefragmenteerd zijn en er hier ruimte is voor groei middels bijvoorbeeld een buy and buildstrategie. Nederland is daarnaast vaak te klein voor IT-bedrijven en dus zien we steeds vaker internationale (‘buy and build’) groeistrategieën.” Het brengt Van Kampen tot de voorspelling dat we in de resterende maanden van dit jaar nog veel overnames zullen zien. Daarbij spelen de partijen met name in op de behoefte aan schaalvergroting, terwijl men ook strategische overnames nastreeft. “We zien traditionele sectoren verder vervagen en bijvoorbeeld ook branchevreemde partijen, vanuit strategisch oogpunt, IT-ondernemingen overnemen. Deze ontwikkelingen zorgen voor een prijsopdrijvend effect van IT-ondernemingen. Met name voor IT-security en softwareonder nemingen wordt momenteel fors betaald”, aldus de Rabo-specialist. Met als gevolg dat de vraag naar financiering toeneemt. Zo is er momenteel een stijging van de zogenaamde debt/ebitda-ratio’s (verhouding tussen de schuld en de gerealiseerde ebitda) te zien in de sector (zie figuur 2). De verwachting is dat in deze situatie op korte termijn geen verandering komt. Ruud Alaerds is directeur van de stichting DHPA
22
Alles over innovatie in ICT
Technologie
Rittal, Switch Datacenters en Circle B lanceren eerste Europese OCP Experience Center Circle B, Rittal en Switch Datacenters hebben het eerste European Open Compute Project (OCP) Experience Center gelanceerd. Het gaat om een volledig functionele OCP-omgeving die zich bevindt in een van de drie faciliteiten die Switch Datacenters in de regio Amsterdam exploiteert. Het OCP Experience Center is beschikbaar als democentrum, maar kan ook worden gebruikt voor het testen van nieuwe OCP Accepted en OCP Inspired datacenteromgevingen en telco-oplossingen. Circle B is een van de eerste Europese channel partners die de status van OCP Solution Provider heeft verworven. Solution Providers zijn een speciale groep van bedrijven binnen het OCP ecosysteem. Zij ontwikkelen, testen, leveren en ondersteunen kant-en-klare systemen en omgevingen op basis van OCP-ontwerpen. Rittal is een bekende fabrikant van infrastructuuroplossingen voor datacenters. Als onderdeel van hun productportfolio ontwerpt, produceert en verkoopt Rittal rekken en koeloplossingen op basis van OCP-ontwerpen. Switch Datacenters is een van de grootste carrier-neutrale datacenter operators in Nederland. Op dit moment bouwt Switch Datacenters in Amsterdam een nieuw datacenter op basis van OCP-principes.
Grote schaal De drie bedrijven hebben vastgesteld dat binnen de technologiesector IT-managers bij grote bedrijven en overheden in de Europese regio de OCP-principes nog niet op grote schaal hebben overgenomen. Deze principes vormen de basis waarop veel hyperscalers opereren. Door het toepassen van OCP-ontwerpen in hun datacenters kunnen grote bedrijven en overheden profiteren van dezelfde voordelen als de hyperscalers: kostenreductie, lager energieverbruik en veel meer flexibiliteit. Het Europese OCP Experience Center dat Rittal, Circle B en Switch Datacenters nu hebben gelanceerd, heeft als doel IT-managers en datacenter managers te helpen de impact van OCP-ontwerpen op
hun datacenters volledig te begrijpen. Het centrum zal hen ook in staat stellen om specifieke OCP-gebaseerde oplossingen te testen die relevant zijn voor hun IT- omgevingen.
Aansturen “Het is goed om te zien hoe de Europese leden de adoptie van OCP in de regio blijven stimuleren door het eerste OCP Experience Center te openen. Circle B, Rittal en Switch Datacenters hebben een geweldige showcase voor open hardware ontwerpen samengesteld en het benadrukt de kracht van elk lid in het leveren van OCP oplossingen in heel Europa”, aldus Steve Helvie,VP Channel Development van de Open Compute Project Foundation. Het European OCP Experience Center ligt dicht bij Schiphol. De opening van het centrum viel samen met de eerste jaarlijkse OCP Regional Summit die op 1 en 2 oktober 2018 in Amsterdam plaatsvond in de RAI. Van de redactie
CloudWorks – nr. 7 / 2018
23
Documentbeheer Risico’s rond documenten worden zwaar onderschat
Het gevaar van ‘gewone’ documenten Medewerkers maken de hele dag door gebruik van informatie om hun werk goed te kunnen doen. Maar terwijl we allemaal proberen tijdens ons werk het beste uit onszelf te halen, zijn we zelf vaak de veroorzaker van een datalek: vaker nog dan hackers. Gelukkig is er goed nieuws: er zijn talloze manieren om ons tegen onszelf te beschermen We steken veel tijd en geld in cybersecurity. We scannen onze digitale omgevingen grondig om cyberaanvallen te voorkomen. We gebruiken ingewikkelde authenticatie- en encryptiemethoden om ervoor te zorgen dat gegevens niet in de verkeerde handen vallen. En dan leren we onze werknemers ook nog welke basismaatregelen ze moeten nemen om hun mailverkeer veilig te stellen.
Inadequaat documentbeheer Maar de cijfers liegen er niet om: het bedrijfsrisico door inadequaat documentbeheer is 50% hoger dan de kans op een datalek door een daadwerkelijke cyberaanval. Hoewel grote datalekken continu de voorpagina’s halen, wordt slechts 50% van de bedrijven getroffen door een cyberaanval die ze daadwerkelijk geld kost. Bovendien gaat het dan vaak om mkbbedrijven met een minimale cyberbeveiliging. Zet dat tegenover cijfers van IDC, die laten zien dat meer dan 75% van de grote bedrijven te maken heeft gehad met (financiële) schade door ontoereikend documentbeheer. Onder deze schade vallen onder meer PR-crises, klantverlies, vertrek van werknemers, compliance problemen en dure controles. Nog pijnlijker hieraan is dat het vaak makkelijker is om een aan documenten gerelateerd risico te voorkomen dan een cyberaanval. Bij een cyberaanval moet je voorbereid zijn op continu evoluerende aanvallen die soms nog niet eens bekend zijn, terwijl je document risico’s kunt beheersen door simpelweg interne processen te verbeteren.
Hoe content een risico vormt Bijna iedere stap binnen een bedrijf, of je nu een projectplan opstelt of de wensen van de klant in kaart brengt, resulteert in een document. En iedere keer dat we een document opstellen of herzien, of dat nu een Word-document, PDF, Powerpointpresentatie of spreadsheet is, vertrouwen we gegevens toe aan een digitaal of papieren formulier.
24
Alles over innovatie in ICT
Deze gegevens vormen meteen vanaf dat moment een risico. Dat risico doet zich in verschillende vormen voor: • Het delen van gevoelige, vertrouwelijke of gepatenteerde informatie (per ongeluk of doelbewust) met de buitenwereld. • Een document te laat op de juiste plek bij de juiste persoon krijgen, waardoor een order of projectdeadline gemist wordt. • Slordig omspringen met e-mails of printjes, waardoor informatie intern in de verkeerde handen valt. De meeste mensen die er al enkele werkzame jaren op hebben zitten, zullen deze nachtmerriesituaties herkennen of meegemaakt hebben. Maar omdat dit soort ‘fouten’ het nieuws niet halen (en andere datalekken wel), hebben we het gevoel dat ze ‘er gewoon bij horen’ en dat we er niet veel aan kunnen doen. Dat is een misvatting. Ook al is één foutje vaak niet genoeg om je bedrijf ten val te brengen (hoewel dat ook weleens gebeurt), kan de collectieve impact van al die kleine foutjes uiteindelijk enorm zijn. En dat terwijl je ze kunt voorkomen!
Risico’s wegnemen Zoals met ieder probleem, is het van belang eerst naar de aard en omvang van de eerder genoemde documentrisico’s te kijken. Pas dan vind je de oorzaken en de missende schakels die je nodig hebt om deze risico’s aan te pakken.
{
‘Het bedrijfsrisico door inadequaat documentbeheer is 50% hoger dan de kans op een datalek’
{
Vervolgens is het van belang om de juiste contentstrategie op te stellen. Bij document management ligt de nadruk van oudsher op één doel, bijvoorbeeld vindbaarheid van documenten, of voldoen aan wet- en regelgeving. Het is echter beter om te kiezen voor een bredere technische fundering op basis van metadata, die vervolgens kan worden ingezet voor geautomatiseerde workflows en controles die aansluiten op je bedrijfsdoelen, zoals: • Verminderd risico en verhoogde veiligheid • Betrouwbare en efficiënte processen • Voldoen aan wet- en regelgeving • Verbeterde klantbeleving • Digitale transformatie
‘Je moet beginnen bij de basis en aan de slag gaan’
project aan te kondigen. Een van de prettige dingen aan document management is dat je kunt beginnen bij het laaghangende fruit, bijvoorbeeld extra gevoelige documenten of bepaalde processen waarbij veel documenten komen kijken.Vervolgens kun je het plan vanaf daar verder uitrollen. De truc is vooral om de mouwen op te stropen en aan de slag te gaan. De meeste bedrijven verkeren nog in de ontkenningsfase waar het de dagelijkse kosten en risico’s van hun documentchaos betreft. Veel bedrijven geloven dat deze kosten en risico’s er ‘gewoon bij horen’. En dat klopt dus niet. Je kunt je bedrijf wel veiliger en efficiënter maken. Je moet alleen beginnen bij de basis en aan de slag gaan.
Doorpakken Wanneer deze basis gelegd is, kun je doorpakken met een helder plan voor de implementatie. En dat plan hoeft echt geen mega
Steven Steenhaut is Senior Director bij Nuance Communications
CloudWorks – nr. 7 / 2018
25
Managed service providers Onderzoek Pb7 Research in opdracht van Uniserver:
‘MSPs zijn goed bezig, maar blinken niet uit’ In september 2018 heeft Pb7 Research in opdracht van Uniserver 150 IT-beslissers ondervraagd bij bedrijven met 100 of meer medewerkers die van een of meerdere managed service providers gebruikmaken. De meeste Nederlandse organisaties zijn best tevreden over hun Managed Service Providers. Gemiddeld krijgt de MSP maar liefst een 7,5. Maar hoe tevreden klanten ook mogen zijn, er mist toch iets. MSP’s blijken zelden uit te blinken. Ze scoren prima op deskundigheid en betrouwbaarheid, maar schieten nogal eens tekort als het gaat om innovatief vermogen en om pro-activiteit. Laten we eerst wat dieper ingaan op het goede nieuws.Van de Nederlandse IT-beslissers geeft 98% zijn MSP een voldoende. 51% geeft zelfs een 8 of hoger. Dat komt omdat de meeste MSP’s prima scoren op de twee kenmerken die klanten het allerbelangrijkst vinden: betrouw baarheid en technische vaardigheden.
Op orde hebben Daarmee hebben we de hygiënefactoren te pakken voor managed service providers: kenmerken die je op orde moet hebben als je wilt meedoen in de markt. Maar als een MSP zich wil onderscheiden, is er meer nodig. Natuurlijk zijn er organisaties die gevoelig zijn voor lage tarieven, maar ook
26
Alles over innovatie in ICT
voor de meeste afnemers geldt dat deskun digheid en betrouwbaarheid op orde dient te zijn. Meer mogelijkheden zijn er door goed te kijken naar bijvoorbeeld het klantcontact en snel inspelen op nieuwe technologische trends en mogelijkheden. Als leverancier van technologische oplossingen lijkt het logisch om ook het klantcontact zo ver mogelijk te digitaliseren. Er zijn vandaag de dag ook veel mogelijk heden beschikbaar om het contact met de klant digitaal af te wikkelen.Volgens klanten is het meest voorkomende medium waarmee gecommuniceerd wordt met de MSP e-mail. Een service provider zou zwaar in kunnen zetten op een verdere
digitalisering door middel van apps, chat en klantportalen.
Telefoon en face-to-face Daarop zitten de meeste klanten echter helemaal niet te wachten. Het is volgens de klant geen goede vervanging voor de telefoon en face-to-face contact. Digitale middelen en kanalen kunnen prima een ondersteunende rol vervullen - zelfs een hele nuttige - maar moeten direct analoog contact niet proberen te vervangen. En dat geldt zeker ook voor e-mail. Er is geen situatie waarin e-mail de voorkeur heeft. Of het nu gaat om een korte vraag, een strategisch vraagstuk of een incident,
Figuur 1. Hygiënefactoren als het gaat om managed service providers.
Figuur 2. Persoonlijk contact tussen MSP en klant.
klanten geven of de voorkeur aan telefonisch of face-to-face contact. Bij incidenten (technische problemen en verstoringen) zien we wel dat afnemers meer openstaan voor meer digitale oplossingen zoals een klantportaal of een chatfunctie op de website. Maar ook dan hebben veruit de meeste respondenten een voorkeur voor analoog contact.
Vernieuwen en verrassen Klanten zijn vaak prima tevreden als de dienstverlening die ze afnemen bij een MSP naar behoren functioneert. Maar ze waarderen ook wel enig proactief advies. Van de respondenten zegt 52% dat ze willen dat hun MSP hen proactief over nieuwe diensten adviseert. 56% verwacht advies rond trends en ontwikkelingen en 51% over
hoe ze kosten kunnen besparen. In de praktijk blijken MSP’s wel eens een klant te verrassen met een relevante nieuwe dienst. Slechts 5% van de ondervraagde organisaties wordt hier geregeld mee verrast. Met wat voor vernieuwingen zouden MSP’s hun klanten dan kunnen verrassen? Het kan gaan om een uitbreiding die dicht ligt bij diensten die nu al worden afgenomen. Maar Nederlandse bedrijven verwachten van hun MSP best veel kennis op verschillende technische gebieden. Inhoudelijk verwacht twee derde van de Nederlandse bedrijven dat hun MSP veel kennis heeft van de Algemene Verordening Gegevens bescherming, digitale werkplekken en multicloud. Ook op andere ‘nieuwe’ gebieden als blockchain en edge computing verwachten veel organisaties dat hun MSP daar kennis van heeft.
Overstappen of blijven? Figuur 3. MSP’s en vernieuwing.
In verhouding tot die wensen, zien ze dat CloudWorks – nr. 7 / 2018
27
Managed service providers de eigen MSP nog wel eens achter blijft op vooral het gebied van multicloud, API’s, AVG en edge computing.Voor innovativiteit blijft het rapportcijfer van de Nederlandse MSP dan ook wat achter. Het gemiddelde blijft steken op een 6,9. Zeker niet slecht, maar er is vaak veel ruimte voor verbetering. Hoe tevreden klanten ook zijn over hun MSP, er komt altijd een moment dat de relatie opnieuw overwogen wordt. Dat kan zijn als een contract afloopt, als men nieuwe
activiteiten wil uitbesteden, als de diensten niet langer voldoende aansluiten bij de behoeften, of als de MSP niet in staat is om de hygiëne op orde te houden. Dan hebben we het over technische storingen die te vaak optreden of niet adequaat worden afgehandeld.
wegen. En hoewel hoge of lage kosten bij de tevredenheid geen grote rol lijken te spelen, geeft 30% aan wel eens het gevoel te hebben afgezet te worden door de MSP. Dat kunnen we ook vertalen als falen om waarde te leveren, een van de drie belangrijkste deal-breakers.
Meer dan hygiëne
Zoals gezegd, is ontevredenheid over een MSP maar een van de redenen om een andere leverancier te overwegen. Soms is het gewoon tijd om de relatie te evalueren en te vergelijken met wat er nog meer in de markt te koop is. Of misschien kan de MSP onvoldoende meegroeien met de veranderingen die bij de klant plaatsvinden. Als organisaties op zoek gaan naar een nieuwe MSP, zien we dat ze vooral kijken naar objectief waarneembare criteria zoals uptime, prijs en certificeringen. Uiteindelijk moeten deze criteria zich dan uiteindelijk vertalen in deskundigheid en betrouwbaarheid.
Het is zeker niet altijd voldoende om op hygiëne te sturen: ook het ontbreken van toegevoegde waarde is voor veel organisaties een reden om een andere MSP te over
Conclusies Figuur 4. Wie wil overstappen naar een andere MSP?
Figuur 5. Redenen om over te stappen naar een andere MSP.
Figuur 6. Nederlandse MSP’s doen het prima.
28
Alles over innovatie in ICT
Nederlandse MSP’s doen het prima. Ze zijn technisch goed onderlegd en tonen zich betrouwbaar. Maar klanten willen steeds meer. MSP’s moeten mee kunnen veranderen met de eisen en de wensen van de klant. De klanten zien hun IT-behoeften veranderen.Voor sommigen gaat dat geleidelijk, en voor steeds meer gaat dat snel. Er zijn nog maar weinig bedrijven die worstelen met de vraag of ze naar de cloud moeten. Ze hebben eerder te maken hoe ze hun cloudinitiatieven in een beheersbare vorm kunnen krijgen. De snelheid waarmee clouddiensten zich ontwikkelen, ligt ook nog eens veel hoger dan die waarmee de traditionele on-premises infrastructuur zich ontwikkelde. Een MSP die dan meedenkt met de klant en proactief met verbeter voorstellen komt, biedt dan een grote toegevoegde waarde. En het gaat niet alleen om de multicloud.Van de edge tot de werkplek zijn organisaties op zoek naar optimalisaties en nieuwe kansen. MSP’s die daar zorgvuldig een positie in weten te kiezen, lijken het meest klaar voor de toekomst. Zolang ze maar niet vergeten dat persoonlijk, analoog contact, de basis is van elke goede relatie. Peter Vermeulen, Chief Analyst bij Pb7 Research
The Leading evenT
for Digital trust technologies # trustech2018 REGISTER ONLINE www.trustech-event.com
27 29 Nov. Palais des Festivals Cannes France
2018
Conferentie Larry Ellison schetst koers voor toekomst van de cloud
Oracle kiest voor autonomous features in nieuwe cloud-aanpak In zijn openingsspeech tijdens Oracle OpenWorld gaf topman Larry Ellison zijn visie op een tweede-generatie cloud die speciaal is gebouwd voor grote ondernemingen. Deze is naar zijn mening vanuit technologisch oogpunt geavanceerder en veiliger dan andere cloudoplossingen op de markt. Terwijl eerste-generatie clouds zijn ontwikkeld op basis van tien jaar oude technologie, is Oracle’s Gen 2 Cloud volgens Ellison ontworpen met het oog op het veilig draaien van de meest veeleisende workloads. Bovendien is Oracle Gen 2 Cloud gebouwd om op de Oracle Autonomous Database te draaien. De basis voor Gen 2 Cloud is de Oracle Cloud Infrastructure. Deze is ontworpen om workloads veilig te ondersteunen. Het Oracle IaaS-platform biedt ingebouwde ondersteuning voor Oracle Autonomous Database en biedt nieuwe functionaliteit om bedrijfskritische gegevens te beschermen.
Cyberverdediging Ellison sprak in zijn keynote uitgebreid over de huidige stand van zaken met betrekking tot cyberverdediging. Hij omschreef deze als
30
Alles over innovatie in ICT
‘gewoon niet goed genoeg.’ Om dit probleem aan te pakken, lanceert Oracle nieuwe Cloud Infrastructure-beveiligings services, die sterk geautomatiseerd zijn. Ze voorzien in zowel detectie als voorspellingen om bedreigingen te helpen oplossen en voorkomen. Om de beveiliging van de Oracle Cloud te onderstrepen, liet Ellison zien hoe de Oracle Autonomous Database scans uitvoert op bedreigingen en tijdens het draaien beveiligingsupdates doorvoert die bescherming bieden tegen cyber aanvallen en diefstal van gegevens.
Hij belichtte ook de nog relatief nieuwe Oracle Autonomous Database. Deze moet gaan zorgen voor een revolutie in datamanagement doordat de Oracle Autonomous Database zichzelf beheert, ‘tunet’ en ‘patchet’. Hierdoor kunnen gebruikers hun aandacht meer richten op innovatie en minder op beheer en main tenance. Bovendien betaalt een gebruiker alleen voor wat men daadwerkelijk afneemt.
Ook in eigen datacenter Ellison liet verder uitbreidingen in autonomous databasemogelijkheden zien. Denk hierbij aan nieuwe implementatie opties voor een eigen Exadatacloudinfrastructuur en Cloud at Customer. Gebruikers kunnen ervoor kiezen om hun autonomous database in te zetten op een eigen Exadata-cloudinfrastructuur voor het isoleren van workloads. Dat vergroot de veiligheid en betrouwbaarheid voor bedrijfskritische workloads. Oracle Autonomous Database Cloud at Customer is met name bedoeld voor organisaties die ervoor kiezen om niet naar de public cloud te verhuizen vanwege wettelijke vereisten, maar in hun eigen datacenter wel willen
profiteren van de voordelen van een autonomous database.
Benchmark-resultaten Ellison deelde ook benchmark-resultaten tijdens korte demonstraties die de grote prestatiekloof tussen Oracle en Amazon benadrukten. De benchmarks vergeleken Oracle Autonomous Database met de belangrijkste oplossingen van Amazon: Oracle Database draaide op Amazon Relational Database Service (RDS), Amazon Aurora en Amazon Redshift. Met de vergelijkingen wilde Ellison aangeven dat de Oracle Autonomous Database de mogelijkheid heeft om zonder onderbreking te draaien tijdens database-updates, wat het
{
verschil benadrukt tussen de 99.95 procent betrouwbaarheid en SLA’s ten aanzien van beschikbaarheid zoals Amazon deze biedt en die de meeste bronnen van ongeplande en geplande downtime uitsluiten, en Oracle’s SLA-garanties van 99.995 procent. Ellison zei in zijn keynote verder: “Het ontwerpdoel van Oracle’s Gen 2 Cloud is een beveiligd platform waarop alles kan draaien. Het bouwen van een veilige cloud is makkelijker gezegd dan gedaan. Het
‘Oracle Autonomous Database beheert zichzelf, waardoor gebruikers hun aandacht meer kunnen richten op innovatie en minder op beheer en maintenance’
vereist een fundamenteel herontwerp van onze cloud. We hebben veel van de nieuwste mogelijkheden van kunstmatige intelligentie en machine learning gebruikt om bedreigingen te vinden. Je vecht niet langer met beide handen op je rug. Ons doel is altijd geweest om bij de overstap van de ene generatie van computing naar de andere generatie uw investeringen in data en applicaties te beschermen en het gemakkelijk te maken om deze over te brengen naar de volgende generatie. Dat hebben we met Gen 2 Cloud gedaan.” “Met Oracle Autonomous Database hoef je niets te leren en te doen”, besloot Ellison, “waardoor het heel gemakkelijk te gebrui ken is. Ontwikkelaars zijn productiever, ze bouwen nieuwe applicaties en kunnen gegevens beter analyseren. Het systeem is betrouwbaarder. Het gaat nooit down.” Van de redactie CloudWorks – nr. 7 / 2018
31
Strategie
Een datacenter van Facebook.
MIME-uitvinder Nathaniel Borenstein wil internet redden
‘De EU moet het monopolie van de techreuzen doorbreken’ Nathaniel Borenstein, Chief Scientist bij e-mailbeveiligingsspecialist Mimecast, stond aan de wieg van het internet. Dankzij het door hem ontwikkelde MIME-protocol kunnen we nu praktisch alles uitwisselen via e-mail. Borenstein maakt zich zorgen over de schaduwzijde van wat hij heeft helpen bouwen. Tegelijkertijd is hij hoopvol over de toekomst van het internet, mits we nú in actie komen. Borenstein deed zijn oproep tijdens een bezoek aan Nederland. De uitvinder ziet maar één oplossing: dwang door de overheid. “Er moeten meer regels komen om monopolies van techreuzen te reguleren. Ik heb mijn hoop gevestigd op de Europese Unie, die naar mijn mening de juiste koers hanteert.”
Bezorgd over toekomst internet Volgens Borenstein gaat de evolutie van het internet de verkeerde kant op. Toen het internet in 1994 nog in de kinderschoenen stond, was ieder protocol en iedere applicatie gebaseerd op open standaarden. Iedereen kon het gebruiken en het was interoperabel
32
Alles over innovatie in ICT
met alles. “Helaas is naarmate internet volwassener werd hier niets meer mee gedaan. Inmiddels hebben technologiebedrijven er vooral baat bij om hun dienstverlening af te schermen.”
Verplicht open standaarden Open standaarden stimuleren innovatie en geven de gebruiker meer keuze. Als Facebook gebaseerd was op een open standaard, konden andere bedrijven daarmee veel eenvoudiger een concurrerende dienst ontwikkelen. Op het moment dat een ander bedrijf dan een betere dienst levert, kun je als gebruiker snel en eenvoudig switchen. Open standaarden zijn hiervoor cruciaal. “Mark Zuckerberg is multimiljardair geworden door weinig opties te bieden aan consumenten. Was alles op open standaarden gericht, dan was hij slechts multimiljonair geworden”, aldus Borenstein. “Ik zie daarom maar één oplossing: dwang door de overheid. Er moeten meer regels komen om monopolies als deze te reguleren. Ik heb mijn hoop gevestigd op de Europese Unie, die naar mijn mening de juiste koers hanteert. Kijk bijvoorbeeld naar de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), de nieuwe Europese
privacywet die de privacyrechten van EU-burgers uitbreidt. Ook Amerikaanse bedrijven moeten aan de AVG voldoen. Zo heeft de EU-wetgeving een positieve impact op de rest van de wereld.”
Concrete EU-maatregelen Om te bepalen welke EU-maatregelen genomen moeten worden, maakt Borenstein een onderscheid tussen nieuwe en bestaande diensten. Bij nieuwe diensten is het veel makkelijker om het gebruik van open standaarden af te dwingen. Bij bestaande diensten ligt dat ingewikkelder. “Ik denk dat boetes hiervoor een belangrijk instrument zijn. Ieder bedrijf heeft zijn prijs. Een multinational als Facebook verdient miljarden en zal niet onder de indruk zijn van een boete van een paar miljoen. Maar als je er een paar nullen achter zet, verandert dat de zaak.” Borenstein: “Als ik de baas van de EU was, zou ik een onafhankelijk panel samenstellen met financiële en technische experts. Hoe diverser, hoe beter. Dit panel moet een traject uitstippelen voor de grote technologiebedrijven. Denk aan de verplichting om binnen twee jaar een alternatieve server aan te bieden die ze niet zelf beheren. Of de eis dat het over drie jaar technisch mogelijk moet zijn om software te ontwikkelen waarmee je bijvoorbeeld op Facebook kunt browsen. Dat kan alleen als Facebook zijn interface openstelt. Het panel van experts moet dan ook de boetes bepalen voor het niet nakomen van de verplichtingen.”
Op tijd Zijn we er nog op tijd bij? Volgens Borenstein is het zaak dat we nu in actie komen. “Ik ben ervan overtuigd dat we met open standaarden het maximale uit het internet kunnen halen. Het is niet mijn bedoeling om bedrijven als Facebook kapot te maken. Wel vind ik dat bedrijven die zoveel winst maken een maatschappelijke verantwoordelijkheid hebben om het internet open te houden, zelfs als dat ten koste gaat van hun eigen marktaandeel. Er moet een nieuw evenwicht ontstaan.” “Elke nieuwe technologie heeft ongewenste bijeffecten. Toen ik het MIME-protocol ontwikkelde, wist ik dat cybercriminelen manieren zouden bedenken om er misbruik van te maken. En dat gebeurde ook. Zo beginnen ransomwareinfecties vaak met een besmette bijlage. Maar onder de streep denk ik dat de e-mailbijlage de wereld meer goed dan kwaad heeft gedaan. De nadelen kunnen we voor een groot deel ondervangen met bijvoorbeeld e-mailbeveiligingssoftware en awarenesstrainingen. Zo kijk ik ook naar het internet. De kinderziektes moeten eruit. Open standaarden zijn het medicijn.” Hans Vandam is journalist
Nathaniel Borenstein wil meer regulering vanuit de EU.
CloudWorks – nr. 7 / 2018
33
Datalekken Onderzoek security-specialist Gemalto naar datalekken:
Wereldwijd worden per minuut 17.460 records gestolen
34
Alles over innovatie in ICT
Gemalto presenteerde onlangs de nieuwste bevindingen van de Breach Level Index, een wereldwijde database van inbreuken op openbare gegevens. Maar liefst 945 datalekken worden daarin onthuld, waardoor in de eerste helft van 2018 wereldwijd 4,5 miljard records werden aangetast.
Vergeleken met dezelfde periode in 2017 steeg het aantal verloren, gestolen of aangetaste records met 133 procent, terwijl het totale aantal inbreuken enigszins afnam in deze periode. Dit duidt op een toename van de ernst van elk incident. Een totaal van zes social media-lekken, waaronder het Cambridge Analytica-Facebook incident, is goed voor meer dan 56 procent van de totale aangetaste records.Van de 945 datainbreuken hadden 189 (20%) een onbekend of niet-geverifieerd aantal aangetaste datadocumenten.
Persoonlijk identificeerbare informatie De Breach Level Index (BLI) is een wereldwijde database met informatie over datalekken. De ernst van elk incident wordt berekend op basis van criteria, zoals het aantal gestolen records, het soort gegevens, de oorzaak van het datalek, hoe de gegevens zijn gebruikt en of de data al dan niet is versleuteld. In de eerste zes maanden van 2018 zijn er dagelijks meer dan 25 miljoen records aangetast of ontmaskerd, inclusief medische, creditcard- en financiële gegevens of persoonlijk identificeerbare informatie. Dit is met name zorgwekkend, omdat slechts een procent van de gestolen, verloren of gecompromitteerde gegevensrecords werd beschermd door encryptie om de informatie onbruikbaar te maken. Dit is een daling van 1,5 procent ten opzichte van de eerste zes maanden van 2017.
Datalekken social media Dirk Geeraerts, expert op het gebied van identity en data protection bij Gemalto: “Het is opvallend dat het aantal datalekken is afgenomen, maar het aantal aangetaste records is toegenomen. Dit duidt op steeds ernstiger wordende misdrijven waar we niet gerust onder kunnen blijven. Door de grote opkomst van social media-datalekken is het van belang dat gebruikers op de hoogte zijn van de gevolgen hiervan. Social media is dit jaar de topsector, binnen deze groep zijn de meeste persoonsgegevens buitgemaakt. Deze trend is volgens verwachting, omdat steeds meer sectoren gebruikmaken van deze platformen om hun doelgroep te bereiken. We verwachten ook dat meer gegevensinbreuken worden gemeld door
landen van de Europese Unie die gebonden zijn aan de nieuwe Algemene Verordening Gegevensbescherming. We moeten oppassen dit niet te interpreteren als een toename van algehele incidenten in deze gebieden. maar eerder als een meer accurate weergave van wat er feitelijk aan de hand is.”
Primaire oorzaken Malafide buitenstaanders veroorzaakten het grootste percentage datalekken (56%), een lichte daling van bijna zeven procent. Desondanks zijn zij verantwoordelijk voor meer dan 80 procent van alle gestolen, aangetaste of verloren records. Ook een veelvoorkomende oorzaak van datalekken zijn onopzettelijke incidenten. Zij zijn goed voor meer dan 879 miljoen (9%) van de verloren records en vertegenwoordigen meer dan een derde van de incidenten. Het aantal incidenten door kwaadwillende insiders daalde met 50 procent.
Identiteitsdiefstal Identiteitsdiefstal is nog steeds het meest voorkomende type datalek sinds Gemalto in 2013 is begonnen met het onderzoek. Ook laten toegangsincidenten binnen de financiële sector een verontrustende trend zien: het aantal records dat uitlekte nam toe met meer dan de helft, terwijl het totaal aantal incidenten met meer dan de helft is afgenomen. De meeste sectoren zagen een toename van het aantal incidenten in vergelijking met het laatste halfjaar van 2017. Uitzonderingen hierin waren de sectoren overheid, professionele dienstverlening, detailhandel en technologie, hoewel de overheid en detailhandel wel een toename zagen in het aantal records dat werd geschonden. In Nederland is er een datalek geweest bij de overheid waarbij 800 records zijn aangetast. In België was er ook een datalek in het eerste halfjaar van 2018 waarbij er 15.000 records zijn aangetast in de technologie sector. In de gezondheidszorg komen wereldwijd de meeste incidenten voor (27%). Van de redactie
CloudWorks – nr. 7 / 2018
35
Marktontwikkeling Direct dataverkeer tussen bedrijven in Europa neemt jaarlijks met 48 procent toe
Directe uitwisseling van data binnen 3 jaar groter dan internetverkeer Directe data-uitwisseling tussen bedrijven is binnen drie jaar tien keer zo groot als het internet. Dit blijkt uit de Global Interconnection Index 2.0 (GXI 2.0) van Equinix, een aanbieder van interconnectie en datacenters. Als gevolg van de wereldwijd versnellende digitale transformatie gebruiken consumenten en organisaties meer data dan ooit tevoren en neemt de behoefte aan interconnectiemogelijkheden toe. Hiermee kunnen organisaties data via directe verbindingen realtime uitwisselen met providers en partners en daardoor hun digitale diensten integreren.
36
Alles over innovatie in ICT
De GXI 2.0 voorspelt dat de interconnectiebandbreedte, de capaciteit voor het direct uitwisselen van data tussen bedrijven, tot 2021 zal toenemen tot meer dan 8.200 terabits per seconde (Tbps), oftewel 33 Zettabytes (ZB) per jaar. Dit is een forse stijging ten opzichte van de voorspelling van vorig jaar en maar liefst tien keer zoveel als de voorspelde capaciteit van het internetverkeer.Voor de komende vijf jaar voorspelt de GXI 2.0 bovendien een gemiddelde jaarlijkse groei van de interconnectiebandbreedte van 48 procent. In Amsterdam groeit dit percentage naar verwachting de komende drie jaar zelfs met 57 procent. “Nederland is voor veel bedrijven de digitale toegangspoort naar Europa. Bijna 20 procent van de buitenlandse investeringen wordt gedreven door digitale activiteiten”, zegt Michiel Eielts, Managing Director Equinix Benelux. “Maar liefst 169 internationale ICThoofdkantoren van buitenlandse bedrijven zijn hier gevestigd. Dit komt doordat Nederland een sterke en betrouwbare digitale infrastructuur heeft.”
Regelgeving “Door het samenkomen van belangrijke macro- en technologische trends en nieuwe regelgeving bevinden we ons nu in een complex en risicovol tijdperk, waarin de fysieke- en digitale wereld steeds meer met elkaar integreren”, zegt Sara Baack, verantwoordelijk voor marketing bij Equinix. ”Uit de GXI 2.0 blijkt dat bedrijven in toenemende mate hun toevlucht zoeken in interconnectie, omdat de traditionele vormen van data-uitwisseling via het publieke internet niet meer volstaan.” “In de huidige digitale economie, waar bedrijven steeds afhankelijker zijn van elkaar, is het direct uitwisselen van data essentieel”, vult Eielts aan. Dit blijkt ook uit een aanvullend onderzoek onder Nederlandse IT-professionals. Ruim 28 procent van hen geeft aan dat het vermijden van het publieke internet van cruciaal belang is voor het dagelijks functioneren van hun organisatie. “Directe verbindingen tussen applicaties, datacenters, clouds, netwerken en serviceproviders zorgen ervoor dat bedrijven de eindgebruikers beter en sneller kunnen bedienen.”
Oorzaken De drie belangrijkste oorzaken voor de groei van interconnectie zijn: • De digitale transformatie: ten minste 50 procent van het wereldwijde bruto binnenlands product zal in 2021 gedigitaliseerd zijn. Deze trend zet zich door in bijna alle sectoren. Steeds meer organisaties hebben behoefte aan realtime interacties tussen mensen, locaties, apparaten, clouds en data. CloudWorks – nr. 7 / 2018
37
Marktontwikkeling • Cybercriminaliteit: de digitalisering en de daarmee gepaard gaande kans op cybercriminaliteit dwingt bedrijven tot het veranderen van hun business en IT-infrastructuur zodat ze het traditionele internet omzeilen. Wereldwijd lopen de kosten als gevolg van datalekken op tot 6 biljoen dollar per jaar in 2021. “Via directe private verbindingen in netwerkneutrale datacenters beperk je de kans op cybercriminaliteit tot een minimum, omdat je het publieke internet vermijdt”, zegt Eielts. • Werken in ecosystemen: het wordt voor bedrijven steeds belangrijker om te kunnen verbinden met klanten, partners en werknemers. Dit vraagt om digitale ecosystemen en interconnectiemogelijkheden. Naar verwachting zullen organisaties in 2021 bijna drie keer zo vaak samenwerken met organisaties buiten hun eigen sector en twee keer zo vaak gebruikmaken van intermediairs. De GXI 2.0 beschrijft vier manieren waarop bedrijven gebruikmaken van interconnectie. Samen vormen zij een infrastructuurmodel voor het doen van zaken in de digitale economie. • Netwerkoptimalisatie om de afstand tussen gebruikers en servicetoepassingen te verkorten. • Hybride multicloud om data te verdelen en te verbinden met meerdere publieke clouds, gekoppeld aan private infrastructuur. • Gedistribueerde beveiliging om veiligheidscontroles in te bouwen op plekken dicht bij de eindgebruikers. • Gedistribueerde data om een data-analyse uit te voeren dichtbij de gebruikers. “Interconnectie verlicht de complexiteit die ontstaat door het integreren van meerdere digitale diensten. Bedrijven zien hierdoor verbeteringen in hun digitale beveiliging, prestaties en capaciteit. De Global Interconnection Index van Equinix geeft inzicht in de belangrijkste technologische trends en laat zien waarom bedrijven direct verbinding maken met strategische partners om hun digitale bedrijfsecosystemen neer te zetten”, zegt Eric Hanselman, analist bij 451 Research, in een toelichting.
Highligths De GXI 2.0 biedt inzicht in de manier waarop de groei van Interconnectiebandbreedte toeneemt in de verschillende regio’s van de wereld. • Verenigde Staten: dit land loopt voorop als het gaat om digitaal zakendoen. De meeste multinationale ondernemingen hebben hier hun hoofdkantoor gevestigd. Naar verwachting zal de Verenigde Staten een samengestelde jaarlijkse groei van 45 procent laten zien. De Verenigde Staten is goed voor meer dan 40 procent van de wereldwijde interconnectiebandbreedte. • Europa: de regelgeving rondom data compliance wordt strenger, waardoor de behoefte aan interconnectie in Europa groeit. De voorspelling is dat het directe dataverkeer tussen bedrijven met 48 procent per jaar toeneemt. Europa is hiermee goed voor 23 procent van de wereldwijde interconnectiebandbreedte. • Zuidoost-Azië: als thuisbasis van veel grote IT-leveranciers en dankzij de snelle verstedelijking wordt verwacht dat
38
Alles over innovatie in ICT
interconnectie in Zuidoost-Azië met 51 procent per jaar groeit. Wereldwijd gezien is Zuidoost-Azië goed voor meer dan 27 procent van de interconnectiebandbreedte. • Latijns-Amerika: door opkomende markten en een toename van het digitaal zaken doen, zal de interconnectie in LatijnsAmerika naar verwachting jaarlijks met 59 procent stijgen. Dit is 9 procent van de wereldwijde interconnectiebandbreedte. Uit de GXI 2.0 blijkt dat wereldwijd de interconnectie tussen bedrijven, clouds en IT-leveranciers jaarlijks met 98 procent per jaar groeit tot en met 2021. De directe data-uitwisseling helpt bedrijven met het bouwen van nieuwe digitale diensten en het migreren van workloads naar cloud-leveranciers.
Jaarlijks overzicht De jaarlijkse Global Interconnection Index van Equinix geeft inzicht in de voordelen die interconnectie voor organisaties biedt. Dit gebeurt door het volgen, meten en voorspellen van de interconnectiebandbreedte.Via deze bandbreedte kunnen organisaties data direct en realtime uitwisselen met providers en partners. Voor de Global Interconnection Index worden de profielen van duizenden ecosysteemdeelnemers geanalyseerd. Deze data wordt gecombineerd met lokale- en regionale marktdata (inclusief macro-economische trends, demografische gegevens van de markt en data van verschillende industrieën) en met de belangrijkste drijfveren van de digitale handel. Het doel van het rapport is om de impact van digitale bedrijfstransformatie inzichtelijk te maken. Van de redactie
Onderzoek Rijksuniversiteit Groningen:
Brein inspiratie voor nieuwe generatie slimme computers De huidige computertechnologie loopt tegen grenzen aan. Er zijn nieuwe technieken met andere materialen nodig voor een nieuwe generatie die minder energie verbruikt en sneller werkt bij het verwerken van veel data. Dankzij een gift aan het Ubbo Emmius Fonds kunnen materiaalwetenschappers, wiskundigen, computer wetenschappers en onderzoekers in kunstmatige intelligentie de komende zeven jaar aan de slag in het nieuwe onderzoekscentrum van de RUG; CogniGron. Eind oktober ging het centrum officieel open. Het doel van CogniGron is om nieuwe ‘slimme’ materialen te ontwikkelen, legt wetenschappelijk directeur professor dr. Beatriz Noheda uit. Die materialen zijn te gebruiken in computersystemen die op ons brein geïnspireerd zijn: “De huidige computers kunnen beter rekenen dan onze hersenen, maar ze zijn minder goed in het herkennen van patronen en inschatten van complexe situaties. Daarom heeft Google bijvoorbeeld energieverslindende super computers nodig om spraak naar tekst over te zetten, of plaatjes te herkennen.”
elektronica. In plaats daarvan kijken de onderzoekers naar de neuronen in ons brein. Deze rekenen met allerlei verschillende waarden die afhankelijk zijn van de input die zij krijgen van hun buren. De intercon nectiviteit van de elementen, het netwerk in die nieuwe materialen, is daarom heel belangrijk. De input kan ze gevoeliger of ongevoeliger maken, net als de zenuwcellen in het brein. Bij deze nieuwe computers verdwijnt de klassieke scheiding tussen geheugen en transistor - wat ze in principe sneller en zuiniger maakt.
Neuronen
Expertise samenbrengen
De nieuwe generatie computers waar CogniGron aan werkt, zal daarom niet puur digitaal zijn zoals de huidige micro-
Voor het bouwen van dit soort nieuwe elektronica zijn nieuwe materialen nodig, die bijvoorbeeld een ‘geheugen’ hebben die eerdere input onthoudt. Het Zernike Institute for Advanced Materials (ZIAM) van de RUG heeft al tientallen jaren ervaring met onderzoek naar nieuwe materialen. Maar er zijn ook modellen nodig om die materialen, en de netwerken daarin, optimaal in te zetten
in ‘neurale netwerken’, en algoritmes die er op kunnen draaien. Hiervoor is de expertise van de onderzoekers van een ander instituut van de RUG nodig, het Bernoulli Institute for Mathematics, Computer Science and Artificial Intelligence. Dit is het unieke aan CogniGron: op veel plaatsen vindt onder zoek naar deze op neuronen geïnspireerde computers plaats vanuit één discipline. Wat zal dit uiteindelijk opleveren? Professor dr. Noheda: “De komende jaren willen we bewijzen dat nieuwe materialen inderdaad een aantal van de gunstige eigenschappen van ons brein kunnen nabootsen. En dat we complexe systemen kunnen bouwen die de basis leggen van een nieuw type computer.”
Twaalf nieuwe professoren CogniGron gaat van start met zo’n dertig promovendi en maar liefst twaalf nieuw geworven hoogleraren. Daarnaast gaan ook onderzoekers die al aan de RUG werken (deels) binnen dit centrum aan de slag, in multidisciplinaire teams. Dit zijn vooral onderzoekers van het ZIAM en het Bernoulli Institute. De onderzoekers van CogniGron werken gewoon binnen deze onderzoeksinstituten. Hierdoor ontstaat synergie tussen de instituten en het onderzoekscentrum. Naast mensen draagt CogniGron ook ongeveer 5 miljoen euro bij aan de infrastructuur die nodig is voor het maken en bestuderen van nieuwe materialen. Van de redactie
CloudWorks – nr. 7 / 2018
39
Technologie
Cloud-platform moet leiden tot minder fouten
Wecycle optimaliseert logistieke keten met centraal platform Om het recyclen van kapotte lampen en kleine elektrische apparaten verder te verbeteren, heeft Wecycle een op Sitecore-technologie gebaseerd platform gelanceerd. Doel van dit cloud-project is het verminderen van het aantal fouten en het verder stroomlijnen van de logistieke keten rond de producten die voor recycling zijn aangeboden. Ongetwijfeld zijn veel mensen bekend met de bakken van Wecycle. Ze staan onder andere opgesteld in bouwmarkten, supermarkten en elektronicawinkels. Consumenten kunnen hier hun kapotte lampen en kleine elektrische apparaten in kwijt. Wecycle zorgt er vervolgens voor dat alles op een verantwoorde manier wordt afgevoerd en gerecycled.
hierbij samen met tal van partijen, waaronder gemeenten, winkels, installatiebedrijven, kringloopbedrijven en vervoerders en verwerkers van e-waste. In 2017 is maar liefst 107 miljoen kilo ingezameld en gerecycled met een nuttige toepassing van 97 procent. Hierdoor is een uitstoot van 345 miljoen kilo CO2 vermeden.
Betrokken partijen De organisatie kent circa 10.000 inzamelpunten in Nederland. Het werkt
40
Alles over innovatie in ICT
Bij het kernproces dat Wecycle ondersteunt zijn drie partijen betrokken: de producenten
en importeurs van elektrische producten, de inzamelaars en de serviceverleners. De producenten doen opgave aan Wecycle van alle elektrische apparaten die zij op de markt brengen. Zij zijn namelijk verplicht om een bepaald percentage van wat zij op de markt brengen ook weer in te zamelen. De inzamelaars vormen gezamenlijk een landelijk dekkend netwerk van inzamel punten waar de consument apparaten en lampen kan achterlaten. Alle e-waste wordt opgehaald en verwerkt door (gespecialiseerde) serviceverleners.
Hoge foutgevoeligheid Voorheen maakte Wecycle voor de aanmeldingen van producten en alle logistieke activiteiten gebruik van
{
‘Alle betrokkenen in de logistieke keten hebben toegang tot dezelfde omgeving en dus tot dezelfde eenduidige informatie’
verschillende applicaties. Hierbij was regelmatig sprake van maatwerk-applicaties. Omdat deze systemen onderling niet gekoppeld waren, was er sprake van een hoge foutgevoeligheid en veel noodzakelijk handmatig werk. Om het logistieke proces te vereenvoudigen, schakelde Wecycle Sitecore-partner Estate in om één centraal platform te bouwen waar de drie betrokken ketenpartijen toegang toe kunnen krijgen.
Flexibiliteit “Ons doel is om een gebruiksvriendelijk myWecycle-platform te ontwikkelen, dat geschikt is voor verschillende behoeften, doelgroepen en doeleinden”, zegt Thomas Neis, designer en developer bij Estate. “Wij hadden al eerder de corporate website en de opgave-portal voor producenten voor Wecycle ontwikkeld op basis van Sitecoretechnologie.” “We hebben voor myWecycle ook weer voor Sitecore gekozen. Het platform biedt verschillende voordelen, waaronder veel flexibiliteit voor de eindgebruikers die content zelf eenvoudig kunnen aanpassen en optimale multisite-ondersteuning. Daardoor was het eenvoudig om aparte sites - zoals www.watismijnapparaatwaard.nl en www. watismijnlampwaard.nl - binnen één centrale omgeving te ontwikkelen en aan te bieden. Ook myWecycle is volledig onderdeel van de centrale Sitecoreomgeving.”
Centrale omgeving “Verschillende disciplines hebben intensief samengewerkt in dit project en de complexiteit was hoog”, vertelt Hanneke Raaijmakers, Manager Producenten Services, IT & Data Analyse van Wecycle.
De nieuwe myWecycle-omgeving biedt de organisatie verschillende voordelen. Neis vertelt: “Om te beginnen is het logistieke proces een stuk efficiënter geworden. Alle betrokkenen in de logistieke keten hebben toegang tot dezelfde omgeving en dus tot dezelfde eenduidige informatie. Een inzamelaar geeft bijvoorbeeld aan dat een inzamelmiddel vol is, waarna de transporteur aangeeft wanneer hij langskomt om deze op te halen. Alle deelnemers kunnen het systeem gebruiken om feedback te geven, opmerkingen te plaatsen of vragen te stellen. In de aanloop naar de bouw van het systeem heeft Wecycle samen met ons naar elk proces gekeken om eerst te bepalen hoe het efficiënter kon. Dat is allemaal meegenomen bij de ontwikkeling van myWecycle.”
eenvoudig zelf door Wecycle uit te voeren. Neis: “Een voorbeeld is de zogeheten ‘impersonate’-functionaliteit, waarbij een supportmedewerker zich kan aanmelden als een externe partij en diep in het systeem kan kijken wat er mis is na een melding.” “Verder omvat het platform zogenoemde managementtabellen die alle informatie omvat over alle masterdata. Denk aan de kenmerken van alle inzamelbakken bij alle verzamelpunten. Zo is het mogelijk een goed overzicht te houden over alle logistieke stromen.Voor alle factuurstromen is een directe koppeling beschikbaar met de financiële software van AFAS. Daarnaast kunnen deelnemers zelf veel issues oplossen via de portal, waardoor de druk op de operationele afdeling van Wecycle sterk is afgenomen.”
Eenvoudig te beheren Verder is het beheer van de omgeving mede dankzij de inzet van Sitecore-technologie
Van de redactie
CloudWorks – nr. 7 / 2018
41
Blog BTG
Smart Cities hard op weg naar volwassenheid Een aantal jaren geleden werd het Smart City-thema door diverse toonaangevende trendwatchers waaronder Gartner geïntroduceerd. Inmiddels is er sprake van een enorme hausse in de volwassenheidsgroei van dit thema. Wellicht mede veroorzaakt door een hoger sociaal en economisch doel dat ermee wordt beoogd, namelijk een beter leven voor iedere inwoner.Versterkt door de verwachting dat 80% van de mensen in de toekomst in steden zal leven, moeten we dus aandachtig en zorgvuldig met onze steden omgaan. Steden dienen te evolueren tot menselijke verblijfplaatsen, die veilig, veerkrachtig en duurzaam zijn. De leef- en werkomgeving en organisatorische effectiviteit ervan zal verbeteren. Een nauwe samenwerking van de private en publieke sectoren en inzet van ICT/datamanagement en infrastructuur zijn hierbij belangrijke randvoorwaarden. Het wordt zo beter mogelijk om alles en iedereen met elkaar te verbinden, waardoor allerlei vormen van voorzieningen, communicatie en informatie altijd en plaatsonafhankelijk beschikbaar zijn. Zodoende zullen we wellicht uiteindelijk allemaal ook een beetje slimmer worden en dat belooft een mooiere toekomst. Vanuit de diverse internationale organisaties, zoals de VN, de International Telecommunication Union (ITU) en The Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) wordt deze strategische ambitie breed ondersteund. Ook in Nederland is de belangstelling voor het thema groot, wat onder andere heeft geleid tot een Nederlandse Smart City Strategie en een Digitale Stedenagenda. Grote steden, waaronder Eindhoven, Rotterdam en Utrecht geven hieraan al, door middel van pilots en een businesscase gerichte aanpak, actief invulling. Deze aanpak wordt gekenmerkt door een grote diversiteit in aandachtsgebieden, waarin ruimte is voor pragmatische zaken zoals het schoonhouden en verlichten van straten, maar ook voor artificial intelligence. Dat het Smart City-thema veel geld gaat kosten, is bekend en dit vormt dan ook een flinke uitdaging. De VN spreekt in dit verband al van 3,2 triljoen om alleen al de lokale infrastructuur op orde te krijgen. Er is een wereldwijd United Smart Cities-programma ontwikkeld, mede op basis van een hechte samenwerking van private en publieke sectoren.
42
Alles over innovatie in ICT
Ook brancheverenigingen die zakelijke afnemers vertegen woordigen zoals International User Group (INTUG) en Branchevereniging voor ICT en Telecom Grootgebruikers (BTG), omarmen het thema breed.Voor BTG betreft dit zelfs een onderdeel van haar strategisch programma, waaraan in 2018 een aantal events werd gewijd. Zo was er de druk bezochte Enterprise Mobility bijeenkomst van 30 oktober jl. op het ss Rotterdam en het BTG Business Event in Huis ter Duin op 13 juni jl.Verder heeft BTG - samen met Burgemeester Martijn Vroom van Krimpen aan den IJssel een rondetafelconferentie georganiseerd in het Gemeentehuis van Krimpen aan den IJssel met vele sprekers. Ook vanuit de overheid werd stevig mee gedebatteerd over de Smart City agenda van de BV Nederland. Bij deze BTG-bijeenkomsten werd ook de beoogde samenwerking geprofileerd van BTG met toonaangevende stakeholders zoals de Noorse Mrs. Kari Eik, Secretaris-Generaal bij VN-organisatie OiER (Organization for international Economic Relations). Ze is de topvrouw en mede-oprichter van het wereldwijde United Smart Cities-programma, dat in 2014 door de Europese Economische Commissie van de Verenigde Naties (UNECE) is opgezet. Het initiatief ‘United for Smart Sustainable Cities’ (U4SSC) maakt hier nu ook deel van uit. In dit verband is onder leiding van Petra Claessen, Managing Director & New Business van BTG, een BTGExpertgroep opgericht, waarin vanuit het zogeheten USC Join Smart City platform de BTG Leden, overheden en overige partners samenwerken aan een versnelling in de hele ontwikkeling. Middelgrote en kleinere Nederlandse steden worden nu ook betrokken, waarbij de gemeente Krimpen aan den IJssel samen met BTG het voortouw heeft genomen. Als branchevereniging van zakelijke afnemers én Kennisinstituut geeft BTG hiermee invulling aan haar ambitie om, ook op het terrein van Smart Cities, vraag en aanbod bij elkaar te brengen en haar zakelijke- en sociale verantwoordelijkheid in te zetten voor de borging van duurzame ontwikkelingen ten behoeve van onze inwoners. Jan van Alphen, BTG/INTUG
www.scos.cloud
Secure Managed File Transfer Hosted in West Europe – Middenmeer/The Netherlands. Ipswitch MOVEit Cloud is a SaaS version of MOVEit Transfer
Ipswitch MOVEit Cloud delivers the company’s industry-leading Managed File Transfer (MFT) system with all the benefits of cloud computing, including: • reliability • elasticity • and rapid deployment Hosted at a world-class data center facility (ISO/IEC 27001 ) compliant that is engineered to incorporate multiple levels of security and redundancy for optimal • reliability • availability • business continuity and it’s all managed by MOVEit experts.
In an era of high-visibility security violations, scos.cloud leads the industry in security and integrity. scos.cloud protects your most valuable asset – your data – by incorporating essential security measures for cloud services.
Start your Cloud MFTaaS now with one of our MFT experts.
Secure MFT • Secure Email • Ad Hoc Transfer • Automate File Transfer • MFTaaS
www. sc os . c l ou d
10 JAAR ALL IT ROOMS
ALLROUND DATACENTER SPECIALIST
ONTDEK DE KRACHT VAN ALL IT ROOMS WWW.ALLITROOMS.COM
ALL IT ROOMS REDUCEERT HET ENERGIEVERBRUIK VAN UW DATACENTER
Advies en audit
Realisatie & Optimalisatie
Service en onderhoud
DÉ ALLROUND DATACENTER SPECIALIST
Beheer en management