DatacenterWorks 05/2015

Page 1

trend

DC-containers veel belangrijker dan vaak gedacht duurzame energie

Redden de datacenters het met zuinig gedrag?

praktijk

SPIE-ICS bouwt voor KPN eerste CO2-negatief datacenter

dcw mei 2015 | in samenwerking met:

advancing information transport systems



DATAC E NTE RWO R KS is hét vakblad over de technische infrastruc­tuur van datacenters.

jaargang 8, mei 2015, nr. 5 datacenterworks verschijnt tienmaal per jaar. toezending geschiedt op abonne­ ment­basis en controlled circulation. H O O F D R E DACTE U R / U ITG EV E R

robbert hoeffnagel TE L E FO O N +31 (6) 51 28 20 40 E - M A I L robbert@fenceworks.nl T WIT TE R twitter.com/rhoeffnagel LINKEDIN

nl.linkedin.com/in/robberthoeffnagel FAC E B O O K

www.facebook.com/robbert.hoeffnagel E I N D R E DACTI E / TR A F F I C A B MU I LW I J K P O STA D R E S R E DACTI E

beatrixstraat 2, 2712 ck zoetermeer E - M A I L A DM I N I STRATI E @fenceworks.nl TE L E FO O N +31 (0)79 500 05 59 www.datacenterworks.nl A DV E RTE NTI E - E XP LO ITATI E

jos raaphorst Directeur

TE L E FO O N +31 (0) 6 34 73 54 24 E - M A I L jos@fenceworks.nl

eric van wijk

TE L E FO O N +31 (0) 6 43 05 30 25 E - M A I L eric@fenceworks.nl

VO R M G EV I N G laura willemsen

grafisch ontwerp

DRUK

grafia media groep datacenterworks werkt samen met kennis­ partners als bicsi, data centre alliance, dda, green it amsterdam, it room infra en nen kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van

artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van genoemde data en prijzen.

Collectief datacenter Al geruime tijd woedt in Nederland een discussie over commerciële datacenters. Het gaat dan met name over het onderscheid tussen al deze faciliteiten. Anders gezegd: wat leveren deze datacenters nu eigenlijk voor diensten en waarin verschillen zij dan van hun concurrenten? Dat zogeheten onderscheidend vermogen is lang niet altijd duidelijk. Dat heeft ook alles te maken met de vaak verwarrende benamingen die worden gehanteerd. Wat is nu precies een colo? Of een hosting-bedrijf? Of een aanbieder van managed services? Een cloud provider? Of wat wordt nu precies bedoeld als een aanbieder zegt een 'virtual data center' te zijn? Of dat soort diensten aan te bieden. Interessant genoeg zien we dat 'de grote jongens' - zeg Equinix, Telecity, LeaseWeb, Interxion en dergelijke - vaak dezelfde bewoordingen gebruiken om hun diensten te positioneren als veel kleinere en vooral lokaal actieve datacenters. Je zult maar ITmanager zijn en een keuze moeten maken. Of nog erger: een ondernemer zonder al te veel kennis van ICT-zaken. Wie ziet dan door de bomen het bos nog? Later dit jaar lanceren we samen met enkele partners een initiatief om meer duidelijkheid op dit gebied te geven. De komende maanden hoort u meer van ons hierover. Die kreet 'onderscheidend vermogen' kwam onlangs ook weer aan bod tijdens een event in Kasteel Woerden dat was georganiseerd door Arcadiz Networks. Een van de sprekers tijdens deze dag was Kees Rovers. Hij is eigenaar van Close the Gap, een naam die u waarschijnlijk niet veel zegt. Maar hij is de man achter een aantal glasvezelprojecten in kleinere plaatsen in Brabant. Daar heeft hij - en met succes - opgebokst tegen grote aanbieders van glasvezel en kabelinfrastructuren om tot een massale adoptie van internet in vaak flink vergrijsde dorpen te komen. Een belangrijk argument dat hij hierbij hanteerde was het - zeg maar - 'ons-gevoel'. Het zijn projecten waar de bewoners zelf de toon zetten. Er wordt bij aanleg en bij het samenstellen van het product nadrukkelijk geredeneerd vanuit de bewoners - zowel burgers als bedrijven. Dat zette mij aan het denken: we hebben natuurlijk al een aantal commerciële datacenters in ons land die zich nadrukkelijk regionaal opstellen. Maar een collectief datacenter dat is opgezet door een aantal ondernemers in een bepaalde regio kennen we eigenlijk niet. Een soort coöperatie die we kennen vanuit de landbouw en waarvan deze ondernemers zelf ook eigenaar zijn. Maar uiteraard wel professioneel gerund door specialisten. En waar het dienstenpakket is afgestemd op de lokale behoeften. Dus misschien wel colo- en hostingdiensten, maar bijvoorbeeld ook service en support rond kantoorautomatisering. Nieuwe combinaties van diensten en producten waar ze in Silicon Valley wellicht niet aan zouden denken, maar die prima passen bij de eisen en wensen van een lokale regio. In een bepaalde streek in Brabant. Of de regio Rotterdam. Of Twente. Zeer professioneel van opzet en bovendien heel nadrukkelijk afgestemd op de lokale behoeften. Interessant idee? ■

fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de

technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv

robbert hoeffnagel hoofdredacteur datacenterworks/uitgever

dcw mei | redactioneel

dcw colofon

3


8

14

12

18 26

28

22

42


Inhoud green it

security

12

meer kansen dan ooit om bestaande datacenters te verduurzamen

26

trend

dcim

14

28

dc-containers veel belangrijker dan vaak gedacht

Onderzoek van IHS Technology laat een verrassende top 4 zien als het gaat om de belangrijkste leveranciers van datacenters in de vorm van een container. Huawei blijkt met een marktaandeel van 11 procent de belangrijkste aanbieder, gevolgd door - opmerkelijk genoeg - IT-aanbieders als Dell en HP. Maar de invloed van DCcontainers gaat verder.

18

slimme verdelers

trend

open compute project ‘disruptive’ in het datacenter

Het Open Compute Project (OCP) kan op steeds meer aanhangers rekenen. Naast de bekende ‘Internet-scale’ datacenters van Facebook of Google, maakt ook de financiële sector op steeds grotere schaal gebruik van apparatuur die is ontworpen op basis van de ‘OCP-richtlijnen’. Dat bleek tijdens de Open Compute Project Summit die in maart van dit jaar plaatsvond in het Amerikaanse San José.

itsm en dcim: een perfecte combinatie

Binnen de meeste organisaties zijn IT Service Management (ITSM) en Data Center Infrastructure Management (DCIM) twee op zichzelf staande werelden. Een gemiste kans.

duurzame energie

Elke outlet is hetzelfde? Dat was ooit eens zo, maar nu bieden intelligente stroomverdelingssystemen - Power Distribution Units (PDU) - veel extra functies. Moderne modellen meten, schakelen en bewaken het afgegeven vermogen tot op elke afzonderlijke steekplaats. Het is van belang dat de PDU’s exact bij het eisenprofiel passen.

22

Vergelijkbaar met de wet van Moore moeten IT-managers eraan wennen dat cyberaanvallen op datacenters en bedrijfsnetwerken in omvang en complexiteit blijven toenemen. Daarom is het belangrijk om een langere termijn beveiligingsstrategie te ontwikkelen, waarin rekening wordt gehouden met een grote schaalbaarheid en alle lagen van het OSI-model.

32

pdu

beveiligingsstrategie voor toenemende cyberaanvallen

redden de datacenters het met zuinig gedrag?

Het energieverbruik van de 28 grootste commerciële datacenters in Nederland stijgt tussen 2015 en 2017 naar verwachting jaarlijks met minstens 50 %, een verontrustend gegeven. Een positieve ontwikkeling is dat steeds meer datacenters overschakelen op duurzame energie, terwijl ook energiebesparing bij veel bedrijven hoog op de agenda staat. Een overzicht van de stand van zaken.

en verder 30 nieuws 42 nieuws van dda 44 agenda 45 nieuws van it room infra 46 bicsi-nieuws coverfoto Modulair van opzet. CO2-negatief. Honderd procent groene stroom. Aansluiting op een bestaande warmtering. Hergebruik van alle restwarmte. En een pre-audit van het Uptime Institute dat uitzicht biedt op een Tier IV-certificering. Dat zijn een aantal van de opvallende kenmerken van een groot datacenter-project dat SPIEICS op de High Tech Campus in Eindhoven voor KPN uitvoert. Tussen start en oplevering van het datacenter zit bovendien minder dan zes maanden.

dcw mei | inhoud

Op 16 april organiseerde stichting Green IT Amsterdam en deelnemers een bijeenkomst rond energie oplossingen en de energie investeringsaftrek (EIA) voor datacenters. Green IT Amsterdam organiseert met regelmaat bijeenkomsten rondom innovatie en duurzaamheid, waar experts uit verschillende vakgebieden op af komen om kennis uit te wisselen.

5


Dutch Datacenter Index April 2015

DDI 57 / 62

Einde groei vermogen in zicht met het eerste kwartaal vers achter de rug, zien we in april het meest duidelijk de afvlakking van de groei die kenmerkend is voor het begin van het jaar. de vooruitzichten voor de komende drie maanden blijven echter positief en de

vooruitzichten voor de langere termijn maken zelfs een sprongetje. maar ook zien we duidelijk dat aan de groei van het aantal mw’s per vierkante meter een einde zit. In de driemaandelijkse terugblik is het positieve effect van het vierde kwartaal nu helemaal uitgewerkt. De groei op het vlak van vermogen en het investeringsniveau blijft ruim positief, maar op het vlak van het aantal vierkante meters weet de index maar net boven de 50 punten te blijven. Met andere woorden, er werden nauwelijks extra vierkante meters in gebruik genomen. Al met al daalt de index met de terugblik 6 punten in vergelijking met vorige maand. Voor de komende drie maanden verandert de index minimaal. Hij blijft op 62 staan, dankzij een kleine stijging van 1 punt op het vlak van investeringen en lichte afnames op het vlak van oppervlakte en vermogen (beide -1 punt). De jaarlijkse vooruitblik stijgt sterk.

dcw mei | monitor

vooruitblik

6

De index begint steeds sterker te bevestigen dat ook 2015 een topjaar wordt voor datacentergroei. Het optimisme in de 12-maandelijkse vooruitzichten spreekt boekdelen: een stijging van 4 punten naar maar liefst 68. Hoewel de groei sterk is op alle gebieden, wordt een interessante onderliggende trend zichtbaar. Het verschil in de score op het gebied van vierkante meters en vermogen wordt naar verwachting steeds kleiner en ontloopt elkaar over 12 maanden nog maar weinig. Waar de vraag naar vermogen per vierkante meters de afgelopen jaren alsmaar toenam, zien we nu dat de hardware leveranciers de energie efficiencyslagen dermate weten te versnellen, dat nieuwe racks ondanks een toenemende capaciteit, minder vermogen nodig hebben. Het duurt even voordat dat effect volledig doorsijpelt in het datacenter, maar het lijkt erop dat

het kantelpunt binnen anderhalf jaar bereikt kan worden. In de loop van 2016 zouden we dan kunnen zien dat het aantal vierkante meters harder gaat groeien dan de MWs. â– peter vermeulen directeur van pb7 research

Jan - Mar

April - Jun

+12 mnd

Vierkante meters in gebruik

52

55

63

Vermogen

59

63

66

Investeringen

57

64

73

Totaal

57

62

68

Dutch Datacenter Index, april 2015

Dutch Datacenter Index, Januari 2014 April 2015


StruxureWare for Data Centers software suite: voor diepgaand inzicht van gebouw tot server

APC™ by Schneider Electric -producten, -oplossingen, en -diensten zijn integraal onderdeel van het IT-portfolio van Schneider Electric.

How Data Centre Management Software Improves Planning and Cuts Operational Costs�

> Executive summary

Contents


Op koers voor Tier IV-certificering

SPIE-ICS bouwt voor KPN eerste CO2negatief datacenter modulair van opzet. co2 -negatief. honderd procent groene stroom. aansluiting op een bestaande warmtering. hergebruik van alle restwarmte. en een pre-audit van het uptime institute dat uitzicht biedt op een tier iv-certificering. dat zijn een aantal van de opvallende kenmerken van een groot datacenter-project dat spie-ics op de high tech campus in eindhoven voor kpn uitvoert. tussen start en oplevering van het datacenter zit bovendien minder dan

dcw mei | praktijk

zes maanden.

8

Wie de High Tech Campus in Eindhoven oprijdt, kan het gebouw-in-wording haast niet missen. Direct naast een aantal kantoren van ASML staat een pand met een opmerkelijke ‘hap eruit’. “Dat klopt inderdaad”, zegt Johan Bakker. Hij is datacenter consultant bij KPN. “De kavels op de High Tech Campus hebben inderdaad deze wat opmerkelijke vorm. Worden op deze kavels kantoorgebouwen neergezet, dan geeft dit een speels en verspringend effect. Voor ons betekent het dat er inderdaad een hapje uit het datacenter moest worden gehaald.”

tier iv-certificering

Op dit moment bouwt SPIE-ICS op de High Tech Campus een nieuw datacenter voor KPN. “Eind 2014 hebben we daar de eerste vier klanten voor opgetekend”, vertelt Bakker. “Dat zijn partijen die hier in de regio Eindho-

ven actief zijn. Zij stelden echter wel als eis dat zij vanaf 1 juli 2015 van het datacenter gebruik kunnen maken. In feite betekent zo’n deadline dat de datavloer al op 1 juni beschikbaar moet zijn. Met andere woorden: er was een periode beschikbaar van nog geen zes maanden van ontwerp tot oplevering. Dat stelt dus nogal wat eisen aan de partners met wie we dit traject doen waaronder SPIE die verantwoordelijk is voor alle technische installaties in het datacenter. Het datacenter in Eindhoven wordt het eerste officieel Tier IV gecertificeerde datacenter van Nederland. “Menigeen denkt dat Tier IV hier niet haalbaar is, omdat we in Nederland maar één energienet hebben. Dit klopt echter niet. Een datacenter kan zelfs Tier IV gecertificeerd worden zonder een aansluiting op een energienet.We hebben consultants van het Uptime

Institute on site gehad. Zij hebben een preaudit gedaan.We zitten goed op koers om Tier IV gecertificeerd te worden. Uiteraard hebben we een aansluiting op het Nederlandse energienet. Om de continuïteit te waarborgen is


cradle-to-cradle

Het Uptime Institute was sowieso erg te spreken over het ontwerp van het datacenter, vertelt Bakker. Juist vanwege de eenvoud van het Tier IV ontwerp waarvoor gekozen is. “Wat zij ook interessant vonden is dat we hier het eerste datacenter ter wereld bouwen volgens cradle-to-cradle bouwprincipes. Dit datacenter wordt dus zo gebouwd dat het ook andere gebruiksdoelen dan enkel en alleen een datacenter-faciliteit kan dienen. Cradle-to-cradle wil zeggen dat we als uitgangspunt nemen dat afval niet bestaat. Afval is simpelweg weer de grondstof voor een ander product. Anders ge-

zegd: we gaan voor een aanpak waarbij het uitgangspunt is dat alles recyclebaar moet zijn. Dat geldt ook voor het gebouw. Dat is bijvoorbeeld hoger dan voor een datacenter nodig is. Hierdoor kan het eventueel in de toekomst ook als logistiek gebouw of laboratorium met kantoorruimte worden benut. Ander voorbeeld: we passen cradle-to-cradle

‘EEN DATACENTER KAN ZELFS TIER IV GECERTIFICEERD WORDEN ZONDER EEN AANSLUITING OP EEN ENERGIENET’

tapijttegels van Desso toe waarin kalk is verwerkt dat een restproduct is uit de drinkwaterwinning hier in Brabant.” In de datacenter-wereld staat duurzaamheid vaak gelijk aan energie besparen. Dat vindt Bakker echter een te beperkte kijk op duurzaamheid. “Wij zijn daarnaast ook geen aanhangers van het fenomeen ‘PUE’. Weliswaar gebruiken we de PUE, die we bepalen volgens de definitie van the Green Grid, als belangrijke meetwaarde. Maar alleen per datacenter afzonderlijk, en niet om datacenters met elkaar te vergelijken. Daar is de PUE niet voor bedoeld, zoals the Green Grid zelf aangeeft. De PUE-waarde zegt namelijk helemaal niets over de vergelijkbaarheid van verschillende datacenters. Het is immers een verhoudingsgetal en dat kun je als

dcw mei | praktijk

het datacenter voorzien van no-break noodstroomsystemen die onbeperkt de energievoorziening kunnen overnemen. Deze noodstroomvoorzieningen worden zo ingericht dat ze voldoen aan de Tier IV-classificatie.”

9


dcw mei | praktijk

Johan Bakker is datacenter consultant bij KPN

10

datacenter manipuleren. Datacenters rollen over elkaar heen met een steeds lagere PUE om klanten te trekken. Binnen KPN zeggen we gekscherend niet voor niets vaak: ‘PUE weg ermee!’ Of de PUE steeds dichter bij de waarde 1 komt, is eigenlijk helemaal niet relevant. We willen vooral het totale energieverbruik van onze datacenters zo laag mogelijk maken. En we zoeken daarvoor naar een optimale balans tussen het energieverbruik van de opgestelde IT-apparatuur enerzijds en de facilitaire voorzieningen van het datacenter anderzijds. We maken in al onze datacenters gebruik van honderd procent groene energie, duurzaam geproduceerd in Nederland. Er is echter onvoldoende groene energie in Nederland beschikbaar. Dus hoe minder een datacenter als hier in Eindhoven aan groene energie verbruikt, hoe meer ruimte er is voor andere potentiële afnemers.”

co2 -negatief

“Wij horen de term ‘PUE’ eerlijk gezegd nauwelijks meer in gesprekken met (potentiële) klanten voor onze datacenters. Wel praten klanten met ons over het tarief per kWh (wat feitelijk een afgeleide is van de PUE die een datacenter heeft of verwacht) en het totale energieverbruik van het datacenter. Dat is zowel uit oogpunt van duurzaamheid als bedrijfseconomisch natuurlijk ook veel relevanter.” Bakker noemt het datacenter op de High Tech Campus bovendien het eerste daadwerkelijk operationele CO2-negatieve datacenter ter wereld. “Voor zover wij weten is dit inderdaad het geval. De locatie en het ontwerp van dit datacenter maken dit mogelijk. Allereerst gebruiken we honderd procent duurzaam opgewekte groene energie uit Nederland. Daar komt geen CO2 bij vrij. Voor de koeling ma-

ken we gebruik van de warmtering die hier op de campus al aanwezig is. Dat levert ook geen CO2 op. Dat gebeurt natuurlijk wel als de noodstroomvoorzieningen noodgedwongen inschakelen. Deze CO2-emissie compenseren we via de Gold Standard-regeling. Alle restwarmte van het datacenter leveren wij via de bestaande warmtering aan andere gebouwen op de campus. Dat levert dus geen CO2 op. Sterker nog: daarmee verlagen andere partijen op de High Tech Campus hun eigen CO2emissie. Per saldo dus een CO2-negatief datacenter.”

warmtering

Interessant uit oogpunt van duurzaamheid is bovendien, zo vertelt Bakker, dat het datacenter geen water gebruikt. “Andere datacenters passen bijvoorbeeld adiabatische koeling toe. Daar hebben zij vrij veel water voor nodig.


Wij maken echter gebruik van de warmtering en gebruiken dus geen water voor het koelen van het datacenter.”

modulair gebouwd

Zoals de laatste jaren gebruikelijk bij KPN is ook dit datacenter modulair opgebouwd. “Het

Stefan Rovers, Team Leader Datacenters & Specials SPIE-ICS

gebouw zelf is niet modulair. Maar de binnenkant wel. We maken nu een datavloer beschikbaar voor de eerste vier klanten plus de nodige voorraad. Daarna kunnen we groeien in stappen van 250 kW.” Het kiezen van de juiste granulariteit is één van de leerpunten die KPN de afgelopen jaren heeft opgedaan met modulair bouwen. “Het KPN datacenter in Almere is bijvoorbeeld ook modulair ontworpen, en bestaat in feite slechts uit twee modules. De operationele fase 1 is 13.000 vierkante meter groot. Fase 2, die later dit jaar operationeel wordt, bestaat uit nog eens 13.000 vierkante meter. Dat paste destijds

ook helemaal in de verwachting en de tijdgeest van 2007, toen we nog geen economische crisis hadden en we dus veel ambitieuzer naar de groei van de bezetting van een datacenter keken. Nu doen we het anders en hanteren we veel kleinere modules, die ook sneller operationeel te maken zijn.” ■

constructieve samenwerking

“Het van oorsprong Franse SPIE is met meer dan 37.000 medewerkers in 31 landen een grote Europese speler op het gebied van elektrotechnische en mechanische engineering en HVAC (heating, ventilation en air conditioning)-diensten”, vertelt Kees Verlaan, directeur Datacenters van SPIEICS in Nederland. “Ook in landen als Frankrijk, Duitsland, België en het Verenigd Koninkrijk hebben we de afgelopen jaren een stevige positie in de datacentermarkt opgebouwd.” “Eind 2014 raakten we in gesprek met KPN en heeft KPN besloten om met SPIE in zee te gaan voor de volledige inrichting van het datacenter in Eindhoven”, aldus Verlaan. “Hierbij is voor een aanpak gekozen waarbij alle betrokken partijen gezamenlijk de technische keuzes en oplossingen bepalen. Hierbij hoort veel transparantie en onderling vertrouwen, een aanpak die uiteraard onze voorkeur geniet.”

Kees Verlaan, directeur Datacenters van SPIE-ICS in Nederland.

robbert hoeffnagel hoofdredacteur

dcw mei | praktijk

Een technische uitdaging zat ‘m in de energieuitwisseling tussen datacenter en warmtering. “Onze restwarmte dient tijdelijk te worden opgeslagen zodat deze in de winterperiode weer kan worden benut. Dat gebeurt met warmte-/koudebronnen. Daar moet je toch even goed naar kijken. Is die koppeling technisch goed en betrouwbaar voor elkaar te krijgen? Dit is toch een fundamenteel andere aanpak dan we bij andere datacenters zien. Maar het moet natuurlijk wel om een robuuste oplossing gaan waar onze klanten ook vertrouwen in hebben. Wij zijn een commercieel bedrijf, geen proeftuin voor nieuwe technologie. Wij willen graag innoveren - dat mag met dit project wel duidelijk zijn - maar dan wel graag op basis van ‘proven technology’. Dat is bijvoorbeeld ook de reden dat we bij dit datacenter geen zonnecellen toepassen. Dat is nog te riskant, denken wij: te weinig capaciteit, te duur en nog niet betrouwbaar genoeg. Windenergie als groene stroom past wel bij dit project. Vandaar dat nu circa een kwart van de energie die wordt opgewekt op het windmolenpark Amalia voor ons bestemd is.”

11


Energie investeringsaftrek voor datacenters:

Meer kansen dan ooit om bestaande datacenters te verduurzamen op 16 april organiseerde stichting green it amsterdam en deelnemers een bijeenkomst rond energie oplossingen en de energie investeringsaftrek (eia) voor datacenters. green it amsterdam organiseert met regelmaat bijeenkomsten rondom innovatie en duurzaamheid, waar experts uit verschillende vakgebieden op af komen om kennis uit te wisselen.

dcw mei | green it

Tijdens deze bijeenkomst, deze keer in het gebouw van gastheer en ingenieursbureau Valstar Simonis in Amsterdam, was dat niet anders. Het publiek bestond uit leveranciers, IT-specialisten, installateurs en bouwers van datacenters en andere spelers binnen de datacenter branche. Onder leiding van moderator Niels Sijpheer, partner van EnergyGO, een bedrijf gespecialiseerd in het ontwikkelen van concepten,

12

Autarkis: koeloplossing op basis van Phase Change Material (PCM).

producten en diensten om de bebouwde omgeving te verduurzamen, kwamen er liefst vijf sprekers aan het woord. Eerder werkten Green IT Amsterdam en Niels Sijpheer samen bij de ontwikkeling van de publicatie over het energie efficiënt herinrichten van datacenters. Deze publicatie geeft inzicht in de mogelijk­ heden wat betreft de implementatie van oplossingen die datacenters in staat stelt energie efficiënter te opereren, inclusief businesscases en praktijkcases. De bijeenkomst ging deze keer niet alleen over innovatieve en bewezen technologie oplossingen. Ook een ondersteunend fonds van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), namelijk de energie investeringsaftrek (EIA) werd gepresenteerd. Karel Haverkorn van de RVO wees op de kansen die dit programma biedt en de vele oplossingen die al op de energielijst staan. Ook kan er samen met RVO gekeken worden naar oplossingen die nog geen eigen plek hebben op de energielijst,

maar die de energiehuishouding van een datacenter wel kunnen verbeteren. Volgens Haverkorn zijn de investeringsmomenten de kansen om grote stappen te zetten naar een meer energie efficiënt datacenter. Kleine stapjes zijn mooi, maar volgens Haverkorn verdienen deze grote kansen meer aandacht en het EIA programma op dat moment ook.

energieoplossingen

Na de stimulerende presentatie van Karel Haverkorn werd er ruimte gegeven aan vier deelnemende organisaties aan het Green IT Amsterdam consortium, die energieoplossingen bieden aan datacenters. De eerste spreker van de ‘Green IT Energy Solutions’ was Arthur Singendonk van Air@Work, leverancier van een zeer energie efficiënte koelmachines die gebruikmaken van indirecte adiabatische koeltechniek. De oplossingen van Air@Work worden momenteel gebruikt in een renovatieproject van een datacenter in Woerden. Singendonk wees op het begrip EER (Energie Efficiency


Ratio) van koelapparatuur en de kostenbesparingen (energie, service en onderhoud) die te behalen zijn als er gebruik wordt gemaakt van compressorloze apparatuur. Frank Dimmendaal van Reduses, een van de Installect bedrijven, ging in op de kansen voor

wordt er duurzame koude aan het datacenter geleverd. De twee case kwam uit Amsterdam, waar een datacenter van Equinix buurman Universiteit van Amsterdam (UvA) verwarmt met beschikbare restwarmte. Deze restwarmte wordt via de bodem uitgewisseld. Hierbij dient het grondwater als warmtebuffer. Dit warmte-

naast energie efficiënte koelapparatuur in veel gevallen winst te behalen is door de luchtcirculatie van datacenters te verbeteren. Door het vermijden van drukverschillen en het verlagen van de weerstand in datacenters kunnen mogelijk aanzienlijke hoeveelheden energie worden bespaard en hot spots vermeden.

Air@Work: energie efficiënte koelmachines die gebruikmaken van indirecte adiabatische koeltechniek.

Stichting Green IT Amsterdam is een consortium van datacenters, IT organisaties, energie en engineering specialisten en kennisinstellingen. Gezamenlijk werken zij onder andere aan het vergroenen van de IT-industrie, met een specifieke focus op datacenters. Het programmabureau van Green IT Amsterdam doet dit onder meer door nieuwe technologie te scouten, deze te ontwikkelen in test omgevingen en pilots, een platform te bieden om kennis te delen, duurzame oplossingen & best practices te tonen en kansen te ontwikkelen die bijdragen aan de duurzame ambities van de deelnemende organisaties.

uitwisselingsproject via de bodem is voor de eerste keer toegepast in Nederland. Later tijdens de discussie werd nog ingegaan op de kansen voor dit soort concepten, en werd ook duidelijk dat goede samenwerking en kennis van datacenters als mogelijke klanten uitermate belangrijk zijn. Belangen en behoeften van alle stakeholders moeten in kaart zijn gebracht om echte innovatie te kunnen implementeren. Wat dat betreft, de presentatie van Autarkis over de door hun ontwikkelde koeloplossing op basis van Phase Change Material (PCM) liet zien dat ook zij de tijd hebben genomen om de datacenter industrie beter te leren kennen om tot een goede propositie voor hun innovatieve concept te komen. Zij richten zich vooral op de koeling voor kleine datacenters of serverruimten. Tijdens een eerdere bijeenkomst van Green IT Amsterdam kwamen zij de firma Spijkerman tegen, fabrikant van prefab beton constructies. Gezamenlijk leveren zij binnenkort meerdere micro datacentra op in het zuiden van Nederland, waar hun oplossing in is geïntegreerd en waar naar eigen zeggen een PUE te behalen is van 1.02. Michiel de Jong van Low Speed Ventilation stipte in de afsluitende presentatie aan dat er

variatie aan oplossingen beschikbaar

Tijdens de korte afsluitende discussie werden managers van datacenters nog eens uitgedaagd om te kijken naar alle beschikbare oplossingen van vandaag en te leren van de cases die beschikbaar zijn. Er zijn zeker koplopers te vinden die hebben aangetoond datacenters energie efficiënt te kunnen opereren, onder meer te vinden in het Green IT Amsterdam consortium. Maar er is nog een gedeelte van de markt die de mogelijke stappen nog niet heeft gezet, waaronder de vele verborgen kleinere serverruimten bijvoorbeeld. Een mooier moment om dit te veranderen is bijna niet denkbaar: er is een variatie aan oplossingen beschikbaar, net als best practices en praktijk cases. Er is een industrie die volop ervaring heeft opgedaan met de ontwikkeling van energie efficiënte concepten die datacenters kunnen helpen, en voor de eigenaren van serverruimten en datacenters die het oppakken is er het EIA fonds. ■

maikel bouricius project manager bij green it amsterdam

dcw mei | green it

gebruik van WKO en gasmotor warmtepompen (GW) voor het duurzaam koelen van datacenters. Tijdens zijn presentatie kwamen ook twee mooie cases aan bod waar hergebruik van warmte geproduceerd door datacenters, is bewerkstelligd. De eerste case was van het Previder datacenter, waar het naastgelegen kantoor van de moederorganisatie wordt verwarmd met restwarmte vanuit het datacenter. De GW zorgt ervoor dat de restwarmte bruikbare warmte wordt voor het kantoor, gelijktijdig

13


Onderzoek laat hoofdrol voor IT-aanbieders zien

DC-containers veel belangrijker dan vaak gedacht dcw mei | trend

onderzoek van ihs technology laat een verrassende top 4 zien als het gaat om de belangrijkste

14

leveranciers van datacenters in de vorm van een container. huawei blijkt met een marktaandeel van 11 procent de belangrijkste aanbieder, gevolgd door - opmerkelijk genoeg - it-aanbieders als dell en hp. maar de invloed van dc-containers gaat verder. met name de huidige trend richting modulair opgebouwde datacenters kent zijn oorsprong in containers als computerruimte.


Figuur 2: De wereldwijd vier belangrijkste aanbieders van datacenters-in-een-container

(bron: IHS Technology)

hoogwaardige oplossingen.Vandaar dat de containers compleet met technische infrastructuur en IT-systemen op grote simulatoren werden geplaatst, zodat de oplossing onder andere aan tal van schok- en triltesten kon worden onderworpen.

hoge vlucht

Sinds die tijd hebben ‘containerized datacenters’ een hoge vlucht genomen. Enerzijds zien we meer en meer containers die als tijdelijke of permanente behuizing voor IT-systemen worden toegepast. Daarnaast valt op dat het - zeg maar - ‘denken in containers’ ook heeft geleid tot een stevige impuls voor de al langer bestaande trend richting modulair opgebouwde datacenters. Daarbij is een module lang niet altijd identiek aan een container, maar het ontwerpen in goed afgebakende bouwstenen die makkelijk bij te schakelen zijn, is misschien wel de belangrijkste trend die we momenteel ten aanzien van de datacenter-infrastructuur zien. Een modulaire structuur biedt - naast technische voordelen als schaalbaarheid en efficiënter beheer - ook duidelijke financiële pluspun-

ten. Doordat de investeringen in de technische infrastructuur van de faciliteit kunnen worden uitgesmeerd over een veel langere periode,behoeft in eerste instantie enkel en alleen geïnvesteerd te worden in een basisinfra­ structuur. Pas als er daadwerkelijke vraag vanuit de IT-afdeling of externe klanten is, wordt de infrastructuur verder opgebouwd. Dat gebeurt dan steeds in stapjes die passen bij de aanwezige vraag. Kapitaaluitgaven kunnen dus in belangrijke mate worden uitgesteld totdat er sprake is van reële inkomsten of een concrete vraag naar IT-capaciteit. Opmerkelijk genoeg zijn het vooral IT-aanbieders die stevig op deze trend hebben ingezet. Dat blijkt ook uit cijfers die onderzoeksbureau IHS Technology onlangs vrij gaf. Het gebruik van DC-containers groeit duidelijk, ook als we kijken naar de verhouding tussen IT-loads die in een traditioneel datacenter ‘draaien’ en workloads die geplaatst zijn in een containeromgeving (zie figuur 1). In figuur 2 is te zien dat het met name IT-aanbieders zijn die deze trend hebben opgepakt. Huawei is wereldwijd

dcw mei | trend

Het waren opmerkelijke video’s die Sun Microsystems in 2006 liet zien. Voor het eerst besloot een aanbieder van IT-systemen om zijn apparatuur in een container aan te bieden. Het toen nog zelfstandige Sun - het bedrijf is inmiddels overgenomen door Oracle waar de IThardware onder de naam Engineered Systems door het leven gaat - had echter een reputatie hoog te houden als het gaat om kwalitatief

15


de belangrijkste aanbieder, met een marktaandeel van 11 procent. HP en Dell zijn eveneens belangrijke aanbieders.

Figuur 1: Een snel groeiend percentage van de totale IT-workload zal de komende jaren in DC-containers worden gehuisvest

belangrijke keuze

Bij Huawei verklaart men de vraag naar dit soort oplossingen uit de belangrijke keuze die de CIO of IT-manager moet maken op het moment dat de capaciteit in een datacenter zijn grens bereikt.Wat is dan de beste oplossing: gaan we het bestaande datacenter op een traditionele manier uitbreiden, kiezen we voor colocatie of hosting, of breiden we de capaciteit uit met een kant-en-klare en direct te plaatsen oplossing? Dat is een vraagstuk met zowel strategische, financiële als technische aspecten. Waar investeren in een traditionele uitbreiding directe investeringen met zich meebrengt, kunnen een of meer containers ook worden gehuurd of via een leaseconstructie worden afgenomen. In figuur 3 is (in dollars) een voorbeeld gegeven waarin de jaarlijkse investeringen worden vergeleken van een hosting-oplossing versus een container. Dergelijke rekensommen geven een interessant beeld van de factoren die bij een dergelijke afweging meegenomen dienen te worden.

vergelijking

dcw mei | trend

Daarnaast kunnen we natuurlijk ook in meer algemene zin een vergelijking geven van een traditionele uitbreiding, een hosting- of coloaanpak en een container. In figuur 4 zijn deze argumenten weergegeven. Wat direct opvalt is de tijd die nodig is om een faciliteit opgeleverd te krijgen. De planning - wanneer dient de nieuwe IT-capaciteit beschikbaar te zijn? speelt dus een belangrijke rol bij deze keuze. Dat geldt uiteraard ook voor de verdeling tussen directe investeringen (CAPEX) en operati-

16

(bron: IHS Technology)

onele kosten (OPEX), zo blijkt uit dit overzicht van Huawei.

satie die wellicht zelfs zijn volledige IT-capaciteit op deze manier zou willen opzetten.

Waar we in Nederland over het algemeen gewend zijn aan relatief kleine toepassingen van containers, levert Huawei een veel bredere reeks oplossingen. Naast serverruimtes die in één container passen (bijvoorbeeld de IDS1000-A) zijn ook wat uitgebreidere configuraties beschikbaar. Denk aan de IDS1000-C, wat in feite een cluster van vier containers vormt met ieder een eigen functie: voor IT, voor koeling, voor stroomvoorziening en eentje voor de netwerkverbindingen.

Datacenter-containers zijn daarmee een zeer relevante optie geworden voor iedere IT-afdeling die krap in zijn jasje zit en op zoek is naar een snelle en betaalbare manier om extra capaciteit bij te schakelen. ■

reële optie

Datacenters in een container-format bieden daarmee interessante mogelijkheden voor ITafdelingen. Zij hebben lang niet altijd de mogelijkheid om tijd en energie te investeren in het op een traditionele wijze uitbreiden van hun capaciteit. In andere gevallen is uitbesteden aan een commercieel datacenter echter ook geen optie. Waar containers in het verleden vrij beperkt waren in hun configuratie-opties of de mogelijkheden op te schalen naar een forsere IT-capaciteit, zien we nu dat er eigenlijk geen technische hobbels meer zijn voor een organi-

Figuur 3: Kostenvergelijking van hosting en een DC-container (bron: Huawei)

Figuur 4: Een vergelijking van traditionele uitbreiding, hosting en containers (bron: Huawei)

hans vandam journalist


Datacentermanagers, rijdt uw DC ook 1 op 7? laatst heb ik het rapport van de gemeente over alle datacenters in groot amsterdam nog eens doorgenomen. zij rapporteerden in 2013 dat de gemiddelde pue van dc’s in haar gemeente 1,8 bedraagt. voorts vindt de gemeente dat een pue van 1,4 voor bestaande dc’s het ‘verbruik’ van dc’s ‘hoort’ te zijn.

energierekening -20%

De verlaging van PUE van 1,8 naar 1,4 betekent een daling van uw energierekening van afgerond 20% (0,4/1,8). Het rapport

vermeldde ook dat de besparing van alle DC’s gelijk is aan de energierekening van 20.000 huishoudens. Dit zegt mij eigenlijk niet zoveel, dus heb ik deze maar eens omgebouwd. Alle DC’s kunnen 20% besparen op haar energierekening, volgens de gemeente. Hoeveel huishoudens moeten ook 20% besparen om hetzelfde te bereiken? Juist ja : ……… 100.000 huishoudens. Amsterdam heeft 400.000 huishoudens. Begrijpt u nu waarom de gemeente wil dat u gaat besparen met uw DC? U ook? ■p mees lodder ceo wcoolit

dcw mei | blog dc mirror

1 op 7?

PUE 1,0 is het laagste wat je kunt bereiken, dat is namelijk het feitelijke stroomverbruik van de opgestelde IT-hardware zelf. De gemeente stelt dus dat uw ‘verbruik’ met 50% kan en hoort te dalen, namelijk van 0,8 (bovenop de 1,0 voor het IT-verbruik) naar 0,4 zoals het ‘hoort’. Om dat met autoverbruik te vergelijken: uw auto rijdt 1 op 7 maar kan en hoort 1 op 10 te rijden volgens het ‘boekje’. Als uw auto zo’n verbruik zou geven, zou u er wat aan doen?

17


Power Distribution Units van Rittal

Slimme verdelers

elke outlet is hetzelfde? dat was ooit eens zo, maar nu bieden intelligente stroomverdelingssystemen - power distribution units (pdu) - veel extra functies. moderne modellen meten, schakelen en bewaken het afgegeven vermogen tot op elke afzonderlijke steekplaats. het is van belang dat de pdu’s exact bij het eisenprofiel passen. Ook in het datacenter geldt: de stroom komt uit de outlets. Steeds vaker wordt stroom niet door een eenvoudige, puur mechanische verdeeldoos naar servers en infrastructuurapparaten geleid, maar door een Power Distribution Unit (PDU) gesluisd. Eenvoudig gezegd zijn PDU’s meervoudige contactdozen met intelligentie. Afhankelijk van de constructie kunnen zij meten, schakelen en alarmeren, deels tot op elke afzonderlijke outlet. PDU’s zijn steeds vaker als standaardonderdeel in datacenters te vinden. Dit komt door het streven van exploitanten en wetgever naar een zo hoog mogelijke mate van energie-efficiëntie. Naast de voordelen voor het milieu gaat het daarbij om veel geld.

dcw mei | pdu

intelligentie telt

18

Maar juist de ‘domme’ PDU zonder extra functies wordt steeds vaker vervangen door apparaten met ingebouwde intelligentie. Datacenterspecialist Rittal introduceerde recentelijk met de productserie IT Power een complete serie PDU’s, vanaf een eenvoudige uitvoering (Basic) tot aan het high-end model (Managed) met stroommeetfunctie voor elke afzonderlijke uitgang. Daarmee vult Rittal de al sinds lange tijd beschikbare PSM-serie aan met een voordelig instapmodel. Het aanbod in de markt is intussen natuurlijk al zeer omvangrijk. Er zijn PDU-systemen van tal van aanbieders met diverse doelgroepen en uitvoeringskenmerken. Om de juiste Power Distribution Unit te selecteren, is het van belang om de eigen eisen goed te kennen, en wel tot op elk afzonderlijk serverrack.

beslissingscriterium nummer 1: mechanisch aspect

De lijst met beslissingscriteria begint met de bouwvorm en het mechanische aspect. Passen de PDU’s in het gebruikte kastsysteem? En zo ja, passen zij ook in het kastsysteem als deze volledig is gevuld? Grotere PDU’s hebben voldoende ruimte voor zichzelf en de ingestoken stekers met kabels nodig. Als de ruimte in het rack beperkt is, kan dit tot problemen leiden. In het ideale geval passen de contactdoosstroken in de Zero-U Space, de ruimte tussen zijpaneel en draagframe. Daar nemen zij geen rackruimte in en zijn zij goed bereikbaar, ook als het rack volledig is gevuld. Bij een groter aantal PDU’s kan ook montage zonder gereedschap of een andere eenvoudige montagetechniek lonend zijn. Dit maakt het inbouwen sneller en voorkomt dat kabels per ongeluk worden uitgetrokken of beschadigd. De mechanische compatibiliteit, dat wil zeggen PDU’s van fabrikant A in kastsystemen van fabrikant B, wordt meestal geregeld met adapters voor de betreffende montagerail. Natuurlijk moeten ook de prestaties kloppen. Bevat het rack veel ingebouwde losse apparaten (pizzaboxen) of worden vier grote blade-servers gebruikt? Het aantal contactdozen en natuurlijk ook de maximale belasting is daarvan afhankelijk. Dit is in het bijzonder van belang wanneer de contactdozen via de PDU worden geschakeld. Producten van Rittal bieden per PDU een vermogen van iets meer dan 20 kW. Bij een redundante A/B-verbinding is een belasting van ruim 40 kW in het rack niet onwaarschijnlijk. Bij Rittal zijn belastingen tot 40 kW mogelijk.


‘OM DE JUISTE POWER DISTRIBUTION UNIT TE SELECTEREN, IS HET VAN BELANG OM DE EIGEN EISEN GOED TE KENNEN, EN WEL TOT OP ELK AFZONDERLIJK SERVERRACK’

beschikbaar voor het toekennen van toegangsrechten. Daarnaast is het van belang om de rechten van de thematisch verwante PDU’s en hun afzonderlijke poorten te kunnen groeperen. Zo heeft de admin-groep die verantwoordelijk is voor de mailservers geen toegang tot de SAP-servers nodig. Dit moet ook in de delegeringsfunctie van de PDU worden weerspiegeld. Het beste kunnen de rechten worden verdeeld in lees- en schrijfrechten. Een admin voor het opsporen van storingen kan dan de status van een voeding controleren, maar zelf geen wijzigingen uitvoeren. In omgevingen met een hogere behoefte aan veiligheid moet ook de communicatie tussen netwerkmanagement en PDU via SSL of een andere methode worden beveiligd. Om redenen van veiligheid mogen ook de ethernet-switches, die de PDU’s verbinden met het netwerkmanagementsysteem, niet via geschakelde outlets worden geleid om te voorkomen dat men zichzelf per ongeluk buitensluit van de managementinterface van de PDU. Wie er zeker van wil zijn dat altijd de juiste, en alleen de juiste outlet wordt geschakeld, moet in eerste instantie zijn huiswerk doen: de juiste documentatie, nuttige processen bij wijzigingen en nieuwe installaties en een goed onderhouden toegangsregeling voorkomen vergissingen en sabotage.

bistabiele relais besparen energie belissingscriterium nummer 2: bouwvorm

Het volgende punt: wat is het stekerformaat van de eindapparaten? In Europa wordt vaak de klassieke geaarde contactdoos gebruikt. Deze is degelijk en de hoge insteekkrachten voorkomen dat de steker per ongeluk wordt losgetrokken. C13/C19-contactdozen besparen echter veel ruimte en er kan meer op worden aangesloten. Als de fabrikant efficiënte uittrekbeveiligingen heeft ingebouwd, gaat dit ongewenst lostrekken tegen. Ook de vraag naar één- of driefase uitvoering is van belang. Hoewel in het datacenter vaak beide uitvoeringen worden gebruikt, moet de fabrikant één- en driefase productlijnen in het assortiment hebben.

De PDU’s schakelen op twee verschillende manieren. Aan de ene kant kunnen de lasten worden geschakeld met elektronische of mechanische relais. Deze tot nu meestal gebruikte methode heeft echter enkele nadelen. Bij een stroomstoring, die alleen de PDU raakt, verliezen de relais hun stuurstroom en schakelen uit. Hierdoor schakelt meestal ook de betreffende aansluiting en zijn verbruiker uit. Een continu aangetrokken relais verbruikt bovendien stroom. Bij een volledig bezette PDU tot maximaal 50 Watt. Dit verbruikt onnodig energie en beperkt natuurlijk ook de levensduur van de constant werkende relais. De andere manier

principiële beslissing: schakelvermogen

beslissingscriterium nummer 3: toegangsregeling

Het is in de eerste plaats belangrijk dat goed kan worden geregeld wie toegang heeft tot deze functie. Moderne PDU’s hebben geïntegreerde clients voor directoryservices, zij kunnen via LDAP op de active directory of een andere directoryservice worden aangesloten. Daardoor zijn de gebruikersgegevens van iedereen binnen de onderneming ook

dcw mei | pdu

Als we verder kijken dan alleen naar het verdelen van stroom, zien we nog meer verschillen in details. Meestal verdelen fabrikanten hun aanbod in meten en meten/schakelen. Dit komt omdat veel klanten een PDU met schakelvermogen afwijzen. De mogelijkheid om de voeding van een server op afstand aan te sturen, leidt bij veel beheerders om redenen van veiligheid tot buikpijn. Aan de andere kant, als op de betreffende locatie geen deskundig personeel aanwezig is, kan remote access de enige manier zijn om support te geven. En bij ernstige storingen moet onder omstandigheden ook de computer op de harde manier – via de contactdoos – opnieuw worden opgestart. Wanneer het veiligheidsmanagement van een onderneming functioneert, vormt zo’n functie geen onaanvaardbaar risico. Daartoe dienen de PDU’s echter aan een aantal voorwaarden te voldoen.

19


‘EEN DISPLAY KAN BELANGRIJKE INFORMATIE LEVEREN WANNEER BIJ STORINGEN ELKE MINUUT TELT’

maakt ook gebruik van mechanische relais, maar dan in een bistabiele uitvoering. Om te schakelen, worden de relais één keer kort gevoed met stuurstroom. Daarna wordt de schakeltoestand onafhankelijk van de voeding gehouden. Als de voeding van de PDU uitvalt, veranderen de schakeltoestanden van de aangesloten outlets niet.Verder verbruiken de spoelen van de relais geen onnodige energie, zij blijven passief. De voeding van de PDU’s zelf is een doorslaggevende factor in het redundantieconcept, vooral bij PDU’s die kunnen schakelen. De PDU’s worden meestal via een andere bron gevoed dan de geschakelde belasting. Als de servers redundante netdelen hebben, bevatten de racks bovendien een A/B-voeding. Dit kan leiden tot drie verschillende voedingslijnen per rack, wat resulteert in hoge kosten voor de exploitant van het datacenter. Het probleem is eleganter op te lossen door de PDU via de toch al aanwezige netwerkinterface te voeden via Power-over-Ethernet (PoE). Dit bespaart een voedingslijn en behoudt desondanks de volledige redundantie door de scheiding tussen last- en regelvoeding.

netwerkkoppeling via ethernet

dcw mei | pdu

De PDU’s zijn standaard gekoppeld via de Ethernet-poort. Draadloze technieken zijn amper beschikbaar, de klanten willen het datacenter grotendeels vrijhouden van WLAN-signalen. Voor bepaalde plaatsen zijn extra sensoren voor bijvoorbeeld vocht, temperatuur of rook in draadloze uitvoering beschikbaar. Hierdoor kunnen de sensoren nauwkeurig en zonder ingewikkelde bedrading worden geplaatst. Alle fabri-

20

kanten bieden de sensoren echter ook met een bekabelde interface. Om de PDU’s onderling te verbinden, maakt Rittal bovendien gebruik van een CAN-bus. Deze bus koppelt slave PDU’s aan een ‘intelligente’ master. De besturing loopt centraal via de master en door de uitbreiding kunnen aanzienlijk meer outlets per PDU worden beheerd. Een prettig neveneffect is dat de slave PDU’s veel voordeliger zijn dan de masterPDU omdat zij geen eigen display en intelligentie hebben. Het display, bij Rittal een helder en energiezuinig OLED-display, is geschikt om ter plaatse snel meetwaarden en schakeltoestanden op te vragen. Ook als het display gewoonlijk niet wordt gebruikt, adviseren wij bij de PDU te kiezen voor een display. Een display kan immers belangrijke informatie leveren wanneer bij storingen elke minuut telt.

gebruikersbeslissing: meetwaarden

Wat de PDU daadwerkelijk aan meetwaarden moet leveren, is een beslissing van de gebruiker zelf. Als het alleen om de energie-efficiëntie (Power Usage Effectiveness, PUE) gaat, zijn onder omstandigheden de vermogens en stromen in de afzonderlijke fasen, die naar het datacenter stromen, voldoende. Men mist dan echter wel de kans om ongebruikte potentialen te herkennen en veranderingen in de belastingsopname door nieuwe toepassingen te overzien.Voor een bruikbaar beeld van de energetische situatie in het datacenter is een meting van stroom en spanning tot op rackniveau eigenlijk het minimum.Vaak ontdekten klanten na een complete installatie van PDU’s met meetfunctie dat schijnbaar volledig belaste voedingen in de praktijk nog veel onbenutte mogelijkheden bevatten. Meestal kunnen voor het gebruik ook drempelwaarden worden ingesteld, zodat de admin automatisch wordt geïnformeerd als de belasting stijgt.

energie-efficiënter door actuele verbruiks­ waarden

Vooral bij het gebruik van drie fasen is het van essentieel belang om de belasting symmetrisch te verdelen. Daarbij kan een weergave van de fasebelasting veel plannings- en testtijd besparen, omdat die de verhouding van de belasting perfect weergeeft. Ook de vermogensfactor speelt een belangrijke rol, vooral in combinatie met onderbrekingsvrije voedingen (UPS). Omdat UPS-systemen meestal bestemd zijn voor inductieve belastingen, rekenen zij op hun uitgang met een vermogens-


factor van +0,8 (inductief). Een actuele blade-server heeft echter een vermogensfactor tussen -0,95 tot -0,90 capacitief. Hierdoor bereikt een standaard UPS-systeem zijn vermogensgrens veel sneller dan de planner tijdens de installatie voor ogen had. Wie de echte vermogenswaarden kent, kan de belasting beter berekenen en de UPS bij uitbreidingen optimaal dimensioneren. Conclusie: een datacenter bevat vaak hard- en software ter waarde van vele honderdduizenden euro’s. De exploitatiekosten – stroom en koeling – bedragen vaak meerdere tienduizenden euro’s per jaar. Het is eenvoudigweg economisch verstandig om deze waarden zo goed mogelijk te beschermen, en dat begint al met een optimaal berekende en bewaakte stroomvoorziening. PDU’s stellen gebruikers bovendien in staat om de energie-efficiëntie in een kritische en onoverzichtelijke omgeving te verbeteren. Alleen al om deze beide redenen zijn PDU’s in de toekomst in elk serverrack noodzakelijk. Dat het beheer en het opsporen van storingen ter plaatse daarmee ook wordt vereenvoudigd, is een prettig neveneffect. ■

andré hiddink product manager it-infrastructuur rittal

“Interxion staat voor hoogwaardige datacenterdienstverlening. Wij stellen de hoogste eisen aan onze datacenters en verwachten van onze leveranciers dezelfde kwaliteit. Vakmanschap, discipline en dezelfde gezichten zijn bij HSD vanzelfsprekend waardoor continuïteit en kwaliteit zijn gewaarborgd.”

dcw mei | pdu

Uw professionele partner voor:

19 Keurmerk


Belangrijke oplossingen maar ook nieuwe problemen

Open Compute Project ‘disruptive’ in het datacenter het open compute project (ocp) kan op steeds meer aanhangers rekenen. naast de bekende ‘internet-scale’ datacenters van facebook of google, maakt ook de financiële sector op steeds grotere schaal gebruik van apparatuur die is ontworpen op basis van de ‘ocp-richtlijnen’. dat bleek tijdens de open compute project summit die in maart van dit jaar plaatsvond in het amerikaanse san josé. organisaties die met ocp aan de slag gaan, zullen echter merken dat de ‘disruptieve technologieën’ die voortkomen uit het project ook weer nieuwe problemen introduceren in het datacenter.

dcw mei | trend

Na een ‘her-design’ van zijn datacenter in Prineville (Oregon) besloot Facebook in april 2011 om de ontwerpen van de hier toegepaste datacenter-producten openbaar te maken. Facebook hoopte dat dit net zo

22

‘HOE KAN BIJ HET GEBRUIK VAN OCP AMBIENT SERVERS DE ENERGIE-EFFICIËNTIE WORDEN GEOPTIMALISEERD?’

zou gaan werken als in de open-source softwarewereld gebruikelijk is: door het basisontwerp (de ‘source’) te delen, kunnen andere datacenter-ontwerpers het concept verder verbeteren. Een verdere aanscherping hiervan moet het uiteindelijk mogelijk maken om de meest efficiënte datacenter-infrastructuur met de grootste operationele kostenbesparingen te bouwen. Inmiddels is het Open Compute Project een initiatief geworden dat breed wordt gedragen. Initiatiefnemer Facebook heeft binnen het project de steun gekregen van bedrijven als Microsoft en Apple die hun eigen datacenter-ontwerpen hebben ingebracht. Hardware-fabrikanten zoals Juniper Networks en Cisco helpen het project vooruit met hardware-ontwerpen die zijn gebaseerd op de richtlijnen van het Open Compute Project (OCP). Daarnaast zien we dat met name Aziatische


‘HOE VERPLAATS IK ALLE STROOM- EN NETWERKAAN­SLUITINGEN VAN DE ACHTER- NAAR DE VOORZIJDE VAN HET RACK?’

hardware-fabrikanten inmiddels speciale OCP-apparatuur op de markt brengen.

financiële sector omarmt ocp

Ook aan de kant van de ‘afnemers’ kan OCP op grote bijval rekenen. Het Open Compute Project wordt bijvoorbeeld omarmd door enkele grote organisaties uit de financiële sector, zo bleek tijdens de laatste Open Compute Project Summit in San José. Een goed voorbeeld daarvan is Goldman Sachs: van alle servers die deze internationaal opererende investeringsbank vandaag de dag aanschaft, is tachtig procent gebaseerd op OCP-richtlijnen. Andere voorbeelden van organisaties binnen de financiële sector die OCP-technologieën toepassen binnen hun datacenters zijn JP Morgan, Bloomberg, Fidelity Investments en Capitol One.

Voordat gebruik wordt gemaakt van OCP-technologieën, is het dan ook goed om eerst in kaart te brengen welke problemen OCP in het datacenter kan introduceren. • Probleem 1: Wat moet ik doen met mijn huidige 19-inch racks die niet conform de OCP best practices zijn? Het Open Compute Project is een voorstander van 21-inch racks zoals die ook binnen telcoomgevingen worden toegepast. Om OCP-storage en -servers toch in een 19-inch rack geplaatst te krijgen, kan gebruik worden gemaakt van zogeheten Open Bridge Racks zoals Fidelity Investments in al zijn datacenters heeft toegepast. Maar wat als de 19-inch racks niet geschikt kunnen worden gemaakt voor de 21-inch OCP-apparatuur? Goldman Sachs heeft dit probleem opgelost door 19-inch versies van de OCP-servers te ontwikkelen, met als grote nadeel dat die aangepaste servers meer rack-ruimte in beslag nemen.

disruptieve technologieën

Deze financiële instellingen krijgen met de introductie van OCP in hun datacenters echter ook te maken met ‘disruptieve technologieën’ die we enkele jaren nog niet voor mogelijk hielden, maar die het ontwerp van het datacenter wel degelijk kunnen verstoren. Die ‘verstoring’ ondervind ik zelf ook aan den lijve tijdens mijn ontwerpwerkzaamheden voor enkele banken in Turkije.

dcw mei | trend

Na de Amerikaanse financiële instellingen zullen de financiële instanties uit het Verenigd Koninkrijk snel volgen met de adoptie van OCPtechnologieën, op de voet gevolgd door de rest van Europa en Azië. Dat is geen lukrake voorspelling, maar een inschatting gebaseerd op eerdere ervaringen. Vanaf het IBM-mainframe veertig jaar geleden hebben nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ICT zich altijd volgens dit vaste patroon meester gemaakt van de wereldwijde financiële sector.

23


‘DOOR HET BASISONTWERP TE DELEN, KUNNEN ANDERE DATACENTERONTWERPERS HET CONCEPT VERDER VERBETEREN’

dcw mei | trend

• Probleem 2: Hoe verplaats ik alle stroom- en netwerkaansluitingen van de achterzijde naar de voorzijde van het rack? Dit is ingewikkelder dan het in eerste instantie lijkt. Afhankelijk van hoe de communicatie- en voedingskabels lopen, kan dit mogelijk alleen door de verbindingen één voor één te verbreken, te her-routeren en opnieuw te verbinden en te testen.

24

• Probleem 3: Zal mijn gestructureerde bekabeling 10GBaseT ondersteunen? Als glasvezel breed is uitgerold binnen het datacenter, dan zou het kunnen zijn dat de beoogde OCP-servers niet kunnen worden ingepast binnen het enterprise datacenter. Wie nog gebruikmaakt van Cat5e zal nieuwe bekabeling moeten aanleggen. Dat is een kostbare aanpassing. Als gebruik wordt gemaakt van Cat6 Unshielded Twisted Pair-bekabeling is er hoop: het vervangen van de 26AWG stranded conductor patch door 23AWG solid conductor bonded pair cords kan al volstaan. • Probleem 4: Hoe kan bij het gebruik van zogeheten OCP Ambient Servers de energie-efficiëntie worden geoptimaliseerd? OCP Ambient Servers kunnen met een hoge temperatuur tot wel 40 graden Celsius worden gekoeld waardoor een flinke energiebesparing op de koeling kan worden gerealiseerd. Maar dan moet het binnen het

datacenter wel mogelijk zijn om de opgewarmde lucht die door de servers wordt uitgestoten goed af te voeren. Als die warme afvoerlucht niet afgesloten wordt afgevoerd, kan dat schade veroorzaken aan bedrijfskritische apparatuur zoals de UPS’en en de Static Transfer Switches. • Probleem 5: Hoe gaan we om met redundantie? Om downtime te voorkomen, worden servers traditioneel voorzien van twee voedingen, wat niet de meest energie-efficiënte oplossing is. Het is alsof je een auto uitrust met een benzine slurpende ‘stand-by motor’, puur voor het geval dat de primaire motor uitvalt. Bij OCP-designs worden voedingen dan ook binnen het rack gedeeld waardoor we voor veertig servers geen tachtig voedingen meer nodig hebben, maar bijvoorbeeld zes grote voedingen. Dan moet echter wel goed worden nagedacht over het ontwerp voor een N+1- of N+2-configuratie.

voorbereiden op ocp

Wie vandaag met OCP aan de slag wil gaan, doet er goed aan om zich eerst te verdiepen in de problemen die mogelijk in het datacenter worden geïntroduceerd. Dat zijn er meer dan de vijf die we hierboven hebben behandeld. Een goed startpunt voor de voorbereiding is mogelijk het bekijken van de video’s die zijn gemaakt van de presentaties en engineering workshops tijdens de Open Compute Project Summit in maart van dit jaar. Ook een bezoek aan www.opencompute.org kan geen kwaad. ■ john laban mission critical facilities consultant


Datacentermanagers, stap uit uw comfortzone veel datacenterbeheerders denken dat ze stevig in het zadel zitten. de dagelijkse operatie gaat gesmeerd en een mogelijk capaciteitstekort komen ze wel te boven met huidige groeimiddelen, zo is de gedachte. een gevaarlijke instelling: de spelregels gaan volledig om en grote veranderingen komen er aan. groeien met de huidige middelen is vragen om problemen. managers moeten dringend uit hun comfortzone stappen.

extended enterprises

Er is nog een andere ontwikkeling gaande die een traditionele groeistrategie onhoudbaar maakt: de opkomst van de 'extented enterprises'. Bedrijven werken steeds vaker in ketens samen en maken daarbij gebruik van gemeenschappelijke IT-infrastructuren op basis van IaaS, PaaS en SaaS. Die opzet vraagt een grote mate van flexibiliteit en om een radicaal andere benadering en opzet van het datacenter.

ongekend tempo

Die ontwikkelingen zijn nu al aan de gang. Groei is niet meer lineair, en strategie voor groei is dus ook geen kwestie van regelmatige uitbreidingen meer. Datacenters zullen flink moeten meegroeien, op een voorheen ongekend tempo. Conventionele groeimethoden zijn daarbij absoluut niet toerei-

kend meer. Zonder een goed overzicht op beschikbare resources is het maken van een groeiplan tasten in het duister. Het gevaar van gestrande capaciteit ligt bij ongecontroleerde groei al snel op de loer. En zaken als uptime en PUE-doelstellingen mogen niet het kind van de rekening worden.

nieuwe strategie

De recente en in de toekomst sterk toenemende datadruk en vraag naar flexibiliteit vereist een nieuwe beheerstrategie voor datacenters. Het vraagt om een zeer gedetailleerd en tegelijkertijd holistisch beeld van de beschikbare IT-assets. Want die assets zijn door alle ontwikkelingen continu in beweging, zeker bij groei. Servers worden verplaatst, toegevoegd, bijgeschakeld of uitgeschakeld. Ondertussen vereist het management een zo hoog mogelijke beschikbaarheid en zo laag mogelijke energierekening. Het is vrijwel ondoenlijk om zonder fatsoenlijke tools voor inzicht en management de infrastructuur en IT fijnmazig op elkaar af te stemmen en die ook tijdens een groeifase continu te optimaliseren. Laat staan dat een dergelijke situatie strategische groei mogelijk maakt. Het vraagt om een systeem dat antwoord geeft op het 'hoe, wanneer en waar' van de resources. Alleen dan kan het aansluiten bij de huidige en toekomstige ontwikkelingen en verantwoord meegroeien. DCIM maakt die benadering mogelijk. Hoewel voor sommige datacenterbeheer-

ders dit als een brug te ver of overbodige luxe wordt gezien, is dat absoluut niet het geval. DCIM maakt een fijnmazig capaciteitsbeheer mogelijk, dankzij een effectieve afstemming van factoren als koeling, connectiviteit, stroom en rackruimte.

conclusie

De conclusie is helder: voor een gecontroleerde groei die ongetwijfeld gaat plaatsvinden is DCIM onontbeerlijk. DCIM verschaft u een geavanceerde 'cockpit' van waaruit u processen veel beter overziet en beheert. Het voorkomt verloren capaciteit, verlaagt PUE en energiekosten en maakt efficiënter onderhoudsplanning mogelijk. Doormodderen met oude methoden is vragen om problemen. Wel is enige haast geboden: de data-explosie is geen kwestie van jaren meer. Nu handelen is noodzakelijk. ■p

rogier den boer dcim sales manager europe at commscope

dcw mei | blog commscope

De cijfers liegen niet: 87 procent van de datacenters kampt met een capaciteits­probleem. Dat is geen zaak die morgen is opgelost: trends als Internet of Things en cloud leggen een enorme druk op rekencentra. IDC becijferde dat in 2016 het aantal intelligente apparaten is verdubbeld. Die apparaten genereren data en dat zal ergens opgeslagen en verwerkt moeten worden. Die groeicijfers gelden ook voor de cloudinfrastructuur. In 2017 zal het aantal cloudapps vertienvoudigd zijn. 75 tot 80 procent van die apps is 'big data-intensief'. Dat zorgt voor een enorme datadruk.

25


Beveiligingsstrategie voor toenemende cyberaanvallen vergelijkbaar met de wet van moore moeten it-managers eraan wennen dat cyberaanvallen op datacenters en bedrijfsnetwerken in omvang en complexiteit blijven toenemen. daarom is het belangrijk om een langere termijn beveiligingsstrategie te ontwikkelen, waarin rekening

dcw mei | security

wordt gehouden met een grote schaalbaarheid en alle lagen van het osi-model.

26

Hoewel criminelen en hackers organisaties op meerdere manieren proberen aan te vallen, zijn de verschillende DDoS-vormen de meest bekende en risicovolle. Vanwege de ontwrichtende gevolgen daarvan en mogelijk afleidende functie voor een daaropvolgende subtielere inbraakpoging. Welke trends zijn op dat vlak zichtbaar: • Frequentie: 50% groei in aanvallen per jaar, blijkt uit Akamai’s State of the Internet 2014 • Omvang: een derde is groter dan 20 Gbps, terwijl 60 en 100 Gbps aanvallen geen uitzondering meer zijn, volgens Neustar Annual DDoS attacks & Impact Report • Hevigheid: de snelheden van DDoSaanvallen zijn tussen 2011 en 2013 met 1.850% gegroeid tot ruim 7,8 Mpps, staat in Verizon’s data breach report 2014 • Complexiteit: 81% zijn multi-vector aan-

vallen, terwijl de botnets slimmer worden, volgens het Incapsula 2013-2014 DDoS Threat Landscape Report

ddos-types

Hoewel genoemde wereldwijde trendcijfers slechts een momentopname zijn, vragen de toenemende aanvallen om een strategie die leidt tot een effectieve lange termijn securityoplossing. Om deze beide te kunnen bedenken is inzicht in de verschillende aanvallen nodig. Technisch gezien zijn alle DDoS-aanvallen onder te verdelen in de volgende drie categorieën: • Volumineuze aanvallen: zoals DNS- of NTP-aanvallen, die gericht zijn op het overbelasten van netwerkverbindingen (in februari bereikte de zwaarste een piekbelasting van ruim 400 Gbps). • Netwerkprotocolaanvallen, zoals SYNfloods, ping of death en IP-anomalies, die

de protocolstack proberen uit te putten. • Applicatieaanvallen, zoals low-and-slow technieken, HTTP GET flood en SSLgebaseerde aanvallen, die een applicatie proberen te overbelasten, of via een zwakheid in te breken. DDoS-aanvallen worden al decennia uitgevoerd, alleen had je daar tot voor kort veel expertise voor nodig. Inmiddels kan iedereen voor een klein bedrag een online tool kopen om zo’n aanval te initiëren.

risicoanalyse en verzekering

Net zoals hoge bomen meer wind vangen, zijn grote organisaties zichtbaarder in de markt en daarom eerder voor de hand liggende slachtoffers. Echter ook MKB-bedrijven moeten zich in toenemende mate bewust worden van zowel de kans van optreden als mogelijke gevolgen van cyberaanvallen. Zoals de omzet die men potentieel


misloopt, imagoschade en mogelijk zelfs de rekening voor het excessieve dataverkeer. Uiteraard afhankelijk van het feit of men een eigen netwerk en servers heeft, of volledig in de cloud werkt via een Internet Service Provider. Als eerste stap naar een lange termijn beveiligingsstrategie en effectieve oplossing is het raadzaam om zelf of door gespecialiseerde derden een risicoanalyse uit te (laten) voeren. Afhankelijk daarvan moet men vervolgens een keuze maken uit verschillende oplossingsrichtingen voor de meest effectieve bescherming. Er zijn ook verzekeringen tegen cyberaanvallen, maar zoals met alle verzekeringen heeft u dan al schade geleden.

Uit genoemde trends blijkt duidelijk dat een effectieve beveiligingsoplossing in ieder geval een grote verwerkingscapaciteit moet bezitten.Verder is inzage in al het netwerkverkeer en alle lagen van het OSI-model noodzakelijk. Dus ook encrypted SSL-verkeer, omdat daarin steeds vaker malware wordt verstopt. De beste verdedigingsstrategie is een gelaagde en flexibel schaalbare beveiligingsoplossing te implementeren. Oftewel een oplossing die met een combinatie van technieken het netwerkverkeer op verschillende lagen, monitort, filtert en beveiligt. Een goede basis daarvoor zijn Application Delivery Controllers (ADC). ADC’s zijn namelijk nieuwe generatie ‘load balancers’ die volledige inzage krijgen (laag 1 t/m 7) in alle datapakketten die een datacenter binnenkomen en weer uitgaan. Vanwege die vertrouwde positie worden ADC’s uitgebreid met steeds meer

‘DE TOENEMENDE AANVALLEN VRAGEN OM EEN STRATEGIE DIE LEIDT TOT EEN EFFECTIEVE LANGE TERMIJN SECURITYOPLOSSING’

functies die de performance en beveiliging verhogen. Zoals Web Application Firewall, SSL offload & SSL intercept en gerichte DDoS-bescherming. De geavanceerde modellen kunnen tevens Deep Packet Inspecties uitvoeren.

c4l implementeert thunder tps-oplossing

Een bedrijf dat proactief inspeelt op de toenemende cyberbedreigingen is C4L. Met in totaal zo’n 300 locaties, waaronder 8 in Amsterdam, zijn zij een grote Europese Internet en cloud service provider. C4L heeft in het hart van de netwerkinfrastructuur een A10 Thunder 6435 TPS-oplossing geïnstalleerd en gaat afhankelijk van de klantbehoeften extra units plaatsen. Genoemde Thunder TPS biedt hen uitgebreide en gelaagde functionaliteit om onregelmatigheden in het netwerkverkeer te ontdekken en te beschermen tegen meervoudige aanvallen. In eerste instantie met een capaciteit tot 310 Gbps en 446 miljoen pakketten per seconde. Alle A10 Thunder TPS-modellen bevatten speciale hardware om zware aanvallen te weerstaan. Zoals FTA-technologie (Flexible Traffic Accelerator), die real-time 50 veelgebruikte infrastructuuraanvallen kan detecteren en tegenhouden. C4L gaat met de oplossing van A10 Networks zowel de beveiliging en

schaalbaarheid van alle eigen services verhogen, als klanten DDoS-bescherming in servicevorm aanbieden.

samenwerken aan geïntegreerde oplossingen

Omdat er geen allesomvattende oplossing tegen de toenemende cyberdreiging en DDoS-aanvallen bestaat, werken netwerkleveranciers ook samen aan het beter integreren van elkaars oplossingen. Zo is eind 2014 de A10 Security Alliance opgericht, een ecosysteem dat onder andere wordt gesteund door Arista Networks, FireEye, FlowTraq, IBM Security, Ping Identity, Pulse, RSA, Secure, Symantec,Vectra,Venafi en Webroot. Door de interoperabiliteit van elkaars producten te valideren, kunnen alle A10 Security Alliance partners beter gespecialiseerde oplossingen ontwikkelen voor het beschermen van kritische ICT-infrastructuren. Een recent bekendgemaakt voorbeeld daarvan is het valideren van de SSL Insight Technologie van A10 Thunder ADC’s, op basis van het RSA Ready Technology Partner Program. Dit soort integraties biedt de gezamenlijke klanten als voordeel dat zij naar eigen behoefte ‘best-of-breed’ beveiligingscombinaties kunnen implementeren. Vaak tegen lagere operationele kosten dan ‘all-inone’ oplossingen van één fabrikant. ■

dcw mei | security

gelaagde schaalbare beveiligingsoplossing

27


binnen de meeste organisaties zijn it service management (itsm) en data center infrastructure management (dcim) twee op zichzelf staande werelden. een gemiste kans. wie de twee werelden combineert, zal zien dat de efficiëntie en betrouwbaarheid van zowel het datacenter als het it-beheer omhoog gaan.

Op weg naar integraal datacenter management

ITSM + DCIM = perfecte combinatie

dcw mei | dcim

Soms zit het tegen en kan het gebeuren dat het serverpark wordt getroffen door twee verschillende storingen. ‘Storing 1’ haalt de servers onderuit die intern worden gebruikt om files te uploaden naar een gedeelde schijf, terwijl ‘storing 2’ de server treft die wordt gebruikt voor de dienstverlening aan de belangrijkste klanten. En om de rampspoed compleet te maken, kan de door reorganisaties en een griepepidemie getroffen IT-afdeling maar één storing tegelijkertijd verhelpen. Het spreekt voor zich dat de dienstverlening als eerste weer in de lucht moet zijn, maar dan moet het voor de beheerder wel snel inzichtelijk zijn dat die cruciale dienst wordt getroffen door ‘storing 2’... Op dat fatale moment mag de getroffen organisatie van geluk spreken als er gebruik wordt gemaakt van een

28

gecombineerde ITSM/DCIM-oplossing, zo schetst DCIM-specialist Raritan in een recente whitepaper met als titel ‘DCIM Software and IT Service Management – Perfect Together’. “Met de informatie verkregen uit een gecombineerde ITSM/DCIM-oplossing kunnen datacenterprofessionals een betere inschatting maken van de impact die de storingen hebben en prioriteit geven aan het herstellen van de dienstverlening aan de belangrijkste klanten omdat dat de meest positieve invloed heeft op de business.”

dcim subset van itsm

Zoals het voorbeeld hiernaast al duidelijk maakt, gelooft Raritan in de ‘operationele efficiëntie’ die een organisatie kan realiseren als Data Center Infrastructure Management wordt geïnte-

greerd met IT Service Management. In de visie van Raritan is het ook niet meer dan logisch om DCIM- en ITSM-software gecombineerd te gebruiken, aangezien de twee disciplines grote overeenkomsten vertonen en uiteindelijk dezelfde ‘business’ dienen. ITSM door ervoor te zorgen dat IT-diensten de behoeften van de business optimaal invullen, en DCIM door te zorgen voor een optimale performance van het datacenter dat het hart vormt van de IT-dienstverlening. “Deze gemeenschappelijkheid geeft aan dat er voordelen zijn te behalen met integratie”, zo stelt de auteur van de white­paper. In zekere zin kan DCIM worden gezien als een ‘subset’ van ITSM. IT Service Managementsoftware van bijvoorbeeld BMC Software, HP of CA wordt al sinds jaar en dag gebruikt voor het ‘aansturen van het IT-beheer’ op basis van richtlijnen en standaarden zoals ITIL en ISO 20.000. Een belangrijke component binnen een ITSMoplossing is de Configuration Management Database (CMDB). In deze centrale ‘repository’ wordt alle informatie opgeslagen over de componenten binnen een netwerk die nodig zijn voor het aanbieden van een IT-dienst, met als doel om relaties tussen die componenten snel inzichtelijk te maken. Daarnaast biedt ITSM onder andere processen voor beheer, een ‘tickeScreenshot van Raritans DCIM-oplossing.


tingproces’ voor het aanvragen en implementeren van wijzigingen en een ‘workflow engine’ voor het controleren van wijzigingen. Bijna dezelfde componenten treffen we ook aan in een DCIM-pakket dat wordt gebruikt voor het ‘aansturen van het datacenter’ door middel van het verzamelen en beheren van de informatie over de datacenter-assets, het gebruik van resources en de operationele status. Zo treffen we bij DCIM eveneens processen voor beheer en monitoring aan, een ticketingproces van het aanvragen van fysieke wijzigingen in het datacenter en workflowmanagement om de status van een ‘move, add of change’ te kunnen volgen. En net zoals ITSM-software biedt ook DCIM en centrale database, in dit geval voor de opslag van de informatie over alle fysieke en virtuele ‘datacenterassets’. Sterker nog: een deel van de informatie die wordt opgeslagen in een CMDB treffen we ook aan in een DCIM-database.

De componenten waaruit een DCIM-oplossing is opgebouwd.

DCIM-database worden geraadpleegd. Maar het beheer van zowel de IT-omgeving als het datacenter is alleen te optimaliseren als alle informatie op één centrale plaats beschikbaar is zodat onderlinge afhankelijkheden ook sneller inzichtelijk zijn. Het aanbrengen van een koppeling tussen het

IT-data waardoor de informatie over de middelen die binnen de IT-omgeving en in het datacenter worden ingezet een stuk accurater wordt. Alle geautoriseerde gebruikers hebben immers dezelfde, identieke bron tot hun beschikking. ‘Moves, adds en changes’ in het datacenter komen via het DCIM-systeem automatisch te-

Raritans DCIM-software verbindt naadloos met IT Service Management-software.

Ondanks de grote overlap tussen DCIM en ITSM zijn het in de praktijk toch nog vaak strikt gescheiden disciplines. Deze scheiding gaat ten koste van de operationele efficiëntie van zowel het IT-beheer als van het datacenter in zijn geheel. Zonder een koppeling biedt de CMDB bijvoorbeeld alleen de documentatie over de huidige staat van alle IT-middelen zoals servers, software en licenties en de processen en tools die worden ingezet voor het beheer en het doorvoeren van wijzigingen. Voor real-time en historische informatie over bijvoorbeeld het gebruik van ruimte, power en koeling en over de fysieke verbindingen in het datacenter moet de

ITSM- en het DCIM-systeem levert dan ook aanzienlijke operationele voordelen op: – Het IT-personeel kan efficiënter zijn werk doen. ITSM wordt de primaire ‘engine’ voor zaken als het indienen van wijzigingsverzoeken en het afhandelen van tickets waar al het ITpersoneel – inclusief het datacenterpersoneel – gebruik van kan maken. Als een gebruiker een wijzigingsverzoek indient waarvoor ook een wijziging in het datacenter nodig is, komt er automatisch een ticket in DCIM terecht. Als wijzigingen in het datacenter zijn doorgevoerd, wordt er automatisch een update teruggekoppeld naar het ITSM-systeem. – De CMDB wordt de centrale bron voor alle

recht in de CMDB, die ook wordt verrijkt met real-time en historische informatie over bijvoorbeeld het gebruik van koeling, power en ruimte.

sneller reageren op calamiteiten

In het geval van Raritans DCIM-oplossing kan de tooling voor het beheer van de datacenterinfrastructuur via een application programming interface (API) worden geïntegreerd met een ITSM-systeem naar keuze. Dankzij een dergelijke koppeling kan de data uit het ITSMsysteem worden gecorreleerd met DCIM data waardoor direct inzichtelijk is wat de impact op de business is als een server in een van de datacenters onderuit gaat en kan er sneller actie meer weten over de kracht van dcim in combinatie met itsm? worden ondernomen door bijvoorbeeld een Dit artikel is gebaseerd op een whitepaper van Raritan met als titel ‘DCIM:The Physical Heart of IT-load te verplaatsen naar een ander ITSM. DCIM Software and IT Service Management - Perfect Together’. datacenter. ■p Deze whitepaper kan na registratie worden gedownload via www.raritan.com/landing/itsmferry waterkamp white-paper. freelance journalist

dcw mei | dcim

voordelen van integratie

29


Emerson Network Power lanceert

Liebert EFC 300 met indirecte vrij koeling door verdamping emerson network power, onderdeel van emerson, introduceert liebert efc 300. het nieuwe systeem levert indirecte vrije koeling door verdamping en levert een extra capaciteit en koelvermogen tot 350 kw in één enkele unit. Dankzij deze toegenomen capaciteit kunnen middelgrote tot grote datacenters hun bedrijfspand efficiënt koelen met behulp van een minimaal aantal units, wat leidt tot verdere besparingen in bedrijfskosten, ruimte en energieverbruik. De Liebert EFC is uitgerust met geavanceerde industriële technologie en omvat een koeltechnologie met indirecte lucht-lucht-warmtewisseling en verdampingskoeling. Door het waterverdampingsproces kan deze technologie een pPUE (partial Power Usage Effectiveness) van 1,03 bereiken. Dit staat gelijk aan een jaarlijkse besparing op de energiekosten van ongeveer € 280.000 in vergelijking met een pPUE-niveau van 1,3 voor een datacenter van 1 MW.

dcw mei | nieuws

onderhoud

30

Emerson kan het onderhoud van Liebert EFC 300 grotendeels uit handen nemen van klanten. De LIFE-service van Emerson Network Power maakt diagnose en preventieve bewaking op afstand mogelijk. Vanuit dedicated LIFE-centra analyseren experts van Emerson Network Power apparatuurgegevens en -trends voor proactief onderhoud en adviseren zij maatregelen om de beste operationele prestaties te garanderen. Het bedrijf beschikt over een testruimte voor verdampingskoeling, de Evaporative Cooling Validation Area, in het Thermal Management Customer Experience Center in Padua, Italië. Hier kunnen klanten met eigen ogen de prestaties van de unit aanschouwen onder uiteenlopende omstandigheden. Deze testinstallatie simuleert IT-belastingen tot 400 kW, met

luchtstroomwaarden tot 100.000 m3 per uur en bootst piekbelastingen na die gebruikelijk zijn in de EMEA-regio. Hierbij wordt een meetnauwkeurigheid van ongeveer vijf procent gerealiseerd.

voldoen aan luchtstroombehoeften

De Liebert EFC-units kunnen de interne luchtstroomvolumes en -temperaturen op basis van de specifieke serververeisten optimalise-

ren. Hierdoor wordt nauwkeurig voldaan aan de luchtstroombehoeften van de server, zonder energie te verspillen. Daarnaast analyseert de iCOM-besturing de meest efficiënte balans tussen water en elektriciteit, waardoor de kosten beter kunnen worden beheerst. De Liebert EFC-units zijn ontworpen om in verschillende omgevingsomstandigheden te werken en passen zich aan op zowel de omgeving buiten als de door het datacenter vereiste koeling. ■


Datacenter facility managers versus ICT’ers in de datacenters van vandaag de dag kennen we twee ‘bloedgroepen’, datacenter facility management (fm) en de datacenter ict-ers (ict-ers). de datacenter fm’ers zijn de mannen (en heel soms vrouwen) die alles weten over de ondersteunende installaties binnen een datacenter, zoals de koeling en stroomvoorziening. de ict-ers zijn de mannen (en iets vaker vrouwen) die alles weten van de ict-omgeving, zeg maar de hardware en software in een datacenter. van rekening altijd genoeg stroom en koeling in hun datacenter opgesteld wat per definitie teveel geld kost. Deze verschillen komen ook naar voren als ik, bijvoorbeeld, een TIER assessment uitvoer.Veel datacenters in Nederland worden op dit moment getoetst op hun TIER compliance, want continuïteit is vandaag de dag een ‘hot’ item. Als ik dan bijvoorbeeld uitleg dat een TIER III installatie conform het Uptime Institute nooit 100% continuïteit garandeert, maar ‘slechts’ 99,98%, dan begrijpen de ICT-ers dat niet. Hun omgeving moet per slot van rekening WEL 100% van de tijd ‘in de lucht’ zijn. Als ik dat vertaal naar concrete beschikbare uren en ook nog eens durf te zeggen dat, bijvoorbeeld, een TIER III installatie in een datacenter circa 1,6 uur per jaar mag uitvallen, dan wordt men al knap zenuwachtig. Maar als ik dan ook nog vertel dat het datacenter niet 1 x 1,6 uur per jaar mag uitvallen, maar ook 10 x 0,16 uur per jaar, dan word ik bijna uit het datacenter gegooid…. Het mag duidelijk zijn dat dit slecht één voorbeeld is van vele en dat een dergelijk voorbeeld ook andersom gesteld kan worden. FM’ers hebben ook zo hun eigen opvattingen over ICTvraagstukken. Samenvattend kun je stellen dat er in de basis weinig kennis van elkaars

werkgebied is en daardoor weinig begrip voor elkaars opvattingen, standpunten en problemen. Door tijd te investeren om elkaars werkgebied beter te leren kennen en hierdoor meer begrip voor elkaar te krijgen, wordt een eerste stap in de goede richting gezet. Tijd in elkaar investeren is de basis voor een betere samenwerking. Er gaat dan voor beide bloedgroepen een wereld open, wat per definitie de kwaliteit van de dienst ten goede komt. ■p

marco wenzkowski consultant mission critical facilities, buildings

dcw mei | blog datacenter organisation

Het bijzondere aan deze twee bloedgroepen is dat zij elkaar in de basis totaal niet begrijpen, terwijl ze wel inhoudelijk samenwerken. De FM mannen denken dat zij het voor het zeggen hebben, want zonder koeling en stroom is er geen operationeel datacenter, terwijl de ICT-ers vinden dat zij het voor het zeggen hebben, want zonder ICT-omgeving is er per slot van rekening geen datacenter. Zoals altijd ligt de waarheid waarschijnlijk ergens in het midden. Zonder stroom en koeling kan er geen ICT-apparatuur draaien en zonder hard- en software worden er geen diensten geleverd. Ik heb de laatste jaren vele audits en onderzoeken binnen datacenters uitgevoerd. Daarbij heb ik altijd te maken gehad met deze twee bloedgroepen. Ik ervaar dat er twee werelden zijn die compleet langs elkaar leven. Dat bedoel ik niet alleen figuurlijk, maar ook letterlijk. Dit wordt, naar mijn mening, hoofdzakelijk veroorzaakt doordat de twee werelden volstrekt verschillend zijn. Dat vind je terug in de persoonlijkheid van de mensen en vaak ook in hun achtergrond. Een ICT-er begrijpt vaak niet waarom het zo kostbaar moet zijn om aan hun KPI-eisen te voldoen, lees; de juiste gekoelde luchttemperatuur aanleveren en altijd voldoende stroom leveren. Er staat per slot

31


Onderzoek Hivos:

Redden de datacenters het met zuinig gedrag? het energieverbruik van de 28 grootste commerciële datacenters in nederland stijgt tussen 2015 en 2017 naar verwachting jaarlijks met minstens 50 %, een verontrustend gegeven. een positieve ontwikkeling is dat steeds meer datacenters overschakelen op duurzame energie, terwijl ook energiebesparing bij veel bedrijven hoog op de agenda staat. een overzicht van de

dcw mei | duurzame energie

stand van zaken.

32

Het gebruik van het wereldwijde dataverkeer neemt hand over hand toe.Volgens recente cijfers van de Engelse onafhankelijke consultant Ian Bitterlin groeit het mondiale dataverkeer maandelijks met 4 procent, vooral als gevolg van een stijgend gebruik van onder meer sociale media, video en online gamen en televisiekijken. Op jaarbasis betekent dit een groei van meer dan 50 procent! Dit blijkt uit de onlangs verschenen onderzoeksresultaten van de internationale organisatie Hivos. Niet alleen de groei van het wereldwijde dataverkeer en van het daartoe noodzakelijke elektriciteitsverbruik is in dit verband verontrustend, ook het feit dat hiermee de CO2-uitstoot van datacenters sterk toeneemt is zorgwekkend. “Alleen als datacenters maximaal inzet-

ten op energie-efficiëntie en overstappen op de juiste energieproducenten is de groei van de CO2-uitstoot tegen te gaan en is er een mogelijke daling te verwachten”, stelt Marieke Kragten van Hivos, projectleider van het onderzoek.

inzicht

Net als een jaar hiervoor benaderde Hivos de 28 grootste commerciële datacenters van Nederland met een vragenlijst over welk type stroom zij gebruiken. Het goede nieuws is hierbij dat de meeste bedrijven inmiddels een inkoopbeleid hebben dat gericht is op duurzame energie. Vier van de betreffende bedrijven draaien zelfs volledig op duurzame energie. Toch bleek dat tien van de ondervraagde

windpark gemini kan alle groene stroom leveren

In het Nederlandse deel van de Noordzee, 85 km boven de kustlijn van Groningen vindt momenteel de bouw van windpark Gemini plaats. Gemini bevindt zich op twee dicht bij elkaar liggende locaties Buitengaats en Zee-energie, met een totaal oppervlak van 68 km². Het offshore windpark, met een productiecapaciteit van 600 MW zal naar verwachting vanaf 2017 jaarlijks 2,6 TWh (terrawattuur) aan elektriciteit gaan opwekken. En wat blijkt? Dit is precies de hoeveelheid stroom die de Nederlandse datacenters naar verwachting in 2017 zullen gaan verbruiken. Met andere woorden: Gemini zou voldoende stroom kunnen opwekken om de hele sector CO2 neutraal te kunnen maken!

datacenters geen of weinig inzicht hebben over hun energieverbruik en de geleverde producten. Dit is overigens wel een stap vooruit ten opzichte van de situatie in 2014, toen bijna de helft van de datacenters onvoldoende kennis hadden over het type stroom dat zij gebruiken. “We hebben bewust gekozen voor duurzame energie uit Nederland. Zo gebruiken wij 35 procent van de stroom die het prinses Amalia windpark voor de kust van IJmuiden opwekt en daarnaast elektriciteit van de biomassacentrale in Delfzijl”, vertelt Marga Blom, energiemanager bij KPN, een van de vier bedrijven die volledig op duurzame energie draait. “We hebben speciaal voor elektriciteit uit deze specifieke biomassacentrale gekozen, omdat deze centrale oud hout verstookt. Zoals bekend is niet alle biomassa als duurzame brandstof te beschouwen.” Volgens Blom zal de verwachte groei aan dataverkeer de komende jaren geen consequentie hebben voor het energieverbruik bij KPN, de mogelijkheden om nog verder op het energieverbruik te besparen zouden naar verwachting voldoende zijn. “We hopen dat het in de toekomst niet nodig zal zijn om meer stroom te gaan afnemen,” aldus Blom. “Tot nu toe lukt het, om zowel bij de telecom- als bij de ICT-afdeling


software

“Maar ook op het gebied van software liggen heel veel kansen”, vertelt Funs Kessen van het op Schiphol-Rijk gevestigde IT-bedrijf Schuberg Philis. “Het gaat om een ander gebruik van de ondersteunende infrastructuur.Vroeger had je heel veel afzonderlijke hardware voor de zogeheten security scheiding, maar door slim gebruik te maken van software kan je het gebruik van de betreffende hardware beperken.” Schuberg Philis heeft de afgelopen vijf jaar hard ingezet op het verbeteren van de in-

frastructuur. “Onze initiële ingeving was het laag hangende fruit te pakken, door een eigen volledige cloud op te bouwen kunnen we optimalisatie van meer dan 80% realiseren ten opzichte van andere omgevingen.” De uitdaging verschuift zich daardoor naar de software. “Als je eenmaal de stap hebt gezet van fysieke infrastructuur naar logische infrastructuur door technologieën als SDN en SDS kan je de focus leggen op het optimaliseren van de software”. zegt Funs. De focus op koeling en energieverbruik is uiteraard belangrijk, maar het effectief kijken naar wat het verbruik veroorzaakt is minstens net zo belangrijk. Volgens Funs is het verbeteren van de software een sleutel tot het reduceren van het energieverbruik.

eigen communicatie

Het Hivos rapport blijkt niet op niet alle punten geheel volledig, als we The Datacenter Group Amsterdam, een datacenter met vestigingen in Amsterdam en Delft, mogen geloven. “We gebruiken 100 procent duurzame energie”, vertelt Daan Posthuma, operationeel teamleider van de vestiging in Delft. “Dit nemen we af via Powerhouse. De reden dat we voor duurzame energie kiezen is dat we het

MVO-principe hoog in het vaandel hebben staan.” Het koelen gebeurt bij The Datacenter Group op zuinige wijze adiabatisch met behulp van buitenlucht. De vestiging in Amsterdam zou volgens de eigen website zelfs het meest efficiënte datacenter van Nederland zijn. Dat er ondanks deze wapenfeiten niets over het prestaties in het Hivos rapport vermeld staat, zou wel eens kunnen komen doordat de bedrijf niet aan het onderzoek wilde meewerken. “Gezien het feit dat we al aangesloten zijn bij de Dutch Datacenter Association, hebben wij ervoor gekozen niet mee te werken met het betreffende Hivos onderzoek. Via deze brancheorganisatie vindt er namelijk al communicatie over onze werkwijze, missie en visie plaats”, aldus Posthuma.Volgens Kragten heeft The Datacenter Group hier een kans laten liggen. “The Datacenter Group heeft de lijst met de datacenters en hun energieproducten kunnen inzien alvorens wij het gepubliceerd hebben”, aldus Kragten. “We hebben we twee keer gevraagd om een reactie op de lijst dus ze hadden het kunnen aangeven als het niet klopte.” ■p rijkert knoppers journalist

dcw mei | duurzame energie

het energieverbruik sinds 2010 te verminderen. Dat gebeurt onder meer door het gebruik van energiezuinige koelapparatuur. De enorme stijging van het energieverbruik van de datacenters, die het Hivos-rapport noemt, zien wij bij ons niet gebeuren.” Blom benadrukt in dit verband, dat er op technologisch gebied nog veel positieve ontwikkelingen te verwachten staat, ze verwijst naar mobiele telefoons, die nog niet zo lang geleden na een halve dag al leeg waren, maar die nu moeiteloos een dag blijven werken. Ook het feit dat koelkasten steeds zuiniger werken wijst volgens haar op het feit dat er technisch gezien nog veel mogelijk is.

33


Inspirerende stellingen tijdens de Previder Datacenter Inspiration Lunch

Aanvullende diensten cruciaal voor een datacenter co-locatie is een commodity geworden, daarom zullen datacenters zich moeten onderscheiden door aanvullende diensten aan te bieden die aansluiten bij de wensen van specifieke marktsegmenten. te denken valt aan het leveren van iaas of paas, it-security oplossingen (firewall/anti-ddos) het leveren van advies en service of branche-specifieke certificeringen als nen7510 en isae 3402.

dcw mei | previder datacenter lunch

Dit was ĂŠĂŠn van de stellingen aan de hand waarvan de aanwezige datacenter-specialisten onder leiding van Eric Vredeveldt van Previder in het Miele Inspirience Center met elkaar in discussie gingen. Een discussie die goed op gang kwam nadat er gezamenlijk was gewerkt aan

34

een inspirerende lunch die vele culinaire hoogstandjes opleverde. Voor de lunch hadden Eric Vredeveldt en Stijn Grove van de Dutch Datacenter Association (DDA) al flink veel voeding gegeven aan de discussie, met een overview van de huidige stand van zaken in datacenterland. De aanwezige datacenterspecialisten werden verwelkomd door Eric Vredeveldt van Previder waarna Stijn Grove kon laten zien dat de DDA voortvarend uit de starblokken is gegaan. Dit leverde wel de nodige vragen vanuit de zaal op die varieerden van de contacten met buitenlandse equivalenten van de DDA tot en met de ballotage wie er tot de DDA toegelaten wordt. Want dat de DDA in een grote behoefte voorziet is wel duidelijk geworden. Vooral de rol van de DDA als spreekbuis richting de (inter)nationale overheid werd door de deelnemers met instemming begroet. Previders Eric Vredeveldt vervolgde daarna de discussie door zijn visie te geven op het datacenterlandschap aan de hand van een recent


van security en het niveau van de opleidingen. Vooral het investeren in opleidingen wordt als cruciaal beschouwd. Helemaal nu de rol van systeembeheerders - die nog steeds worden opgeleid! - meer en meer uit beeld raakt en er een steeds grotere behoefte bestaat naar goed opgeleide IT-specialisten die de steeds volwassener wordende Cloud in hun vingers hebben.

datacenteronderzoek van Deloitte naar de Nederlandse digitale infrastructuur. Daaruit bleek maar weer eens dat de Nederlandse digitale infrastructuur een belangrijke reden is voor buitenlandse bedrijven om zich hier te vestigen. Nederland heeft namelijk een grote aantrekkingskracht vanwege de digitale infrastructuur. Een infrastructuur die nog eens versterkt wordt door de Nederlandse betrouwbaarheid qua logistiek, het stabiele economische klimaat en het voor buitenlandse firma’s prettige Nederlandse belastingklimaat. Hierdoor host ons land de top van de internet technologie bedrijven zoals Twitter, Amazon, Facebook en Netflix. Hosting, zo vervolgde Vredeveldt, is de grootste groeimarkt voor commerciële datacenters. Er is veel vloeroppervlakte bij de datacenters in Nederland waardoor co-locatie langzaam maar heel zeker een commodity wordt. De sterke groei van de cloud in het datacenter zorgt er voor dat er een verschuiving in de supply chain gaat plaatsvinden. Zo zullen toeleveranciers zich voornamelijk gaan richten op de Managed Service Providers terwijl zij zich tot nu nog richtten op de IT-dienstverleners en de system integrators. Neem daarbij de (toekomstige) invloed van Big Data en the Internet of Things en de piketpaaltjes staan helemaal anders.

Wat de deelnemers toen nog niet wisten, was dat de discussie een culinaire wending zou krijgen op het moment dat de deelnemers onder leiding van een heuse chef kok een lunch gingen bereiden. De inwendige mens werd zo ook goed voorzien in die inspirerende omgeving. En daar was het Previder samen met DDA en DatacenterWorks natuurlijk om te doen: elkaar inspireren tot uitwisseling van ideeën en gedachten om zo verder te bouwen aan Nederland Datacenterland.

Buiten beginnen is binnen winnen HERAS ADVAT Afschrikken • Detecteren • VertrAgen • Actie onDernemen • toegAng VerschAffen

dcw mei | previder datacenter lunch

Volgens Eric Vredeveldt gaan regionale datacenters buiten Amsterdam een steeds grotere rol spelen omdat voor de locatiekeuze zowel voor connectiviteit als voor hosting de plaats van het datacenter er in feite niet meer toe doet. In veel gevallen levert een regionaal datacenter ook nog eens een beduidend lagere TCO op. Tel daar de grote concentratie van datacenters in sommige steden bij op en de keuze voor een datacenter in de regio ligt voor de hand, zo betoogde Vredeveldt. Met de aanwezigen in de zaal werd veder gediscussieerd over het belang

www.heras.nl

35


Datacenters op een groene fundering

‘Nederlandse onderzoekers hebben snellere supercomputer nodig’ De supercomputer in Amsterdam is eind volgend jaar te langzaam. Onderzoekers lopen hierdoor het risico verder te zakken op de internationale top 100 van rekenkracht, waardoor zij geen toegang meer krijgen tot nog sterkere supercomputers. Hiervoor waarschuwen wetenschappers tegenover de Volkskrant. Supercomputers zijn datacenters met een enorme hoeveelheid rekenkracht. De machines kunnen onder andere worden gebruikt om zeer complexe berekeningen uit te voeren, bijvoorbeeld om simulaties van het heelal te maken. Op dit moment staat de supercomputer van SURFsara in Amsterdam op de 45ste plek in de top 100 met snelste supercomputers.

toegang tot rekentijd

Eaton 3 fase UPS. Energiezuinige power quality oplossingen • Ongeëvenaarde prestaties • Toonaangevend op gebied van efficiency • Innovatieve energiebesparende technologieën • Compact in vloeroppervlak en gewicht

www.eaton.nl/datacenters

Onderzoekers en wetenschappers kunnen een aanvraag indienen om rekentijd te krijgen bij een supercomputer. Bij de beoordeling van deze aanvragen wordt onder andere gekeken of de onderzoekers gekwalificeerd en deskundig genoeg zijn. De onderzoekers zijn bang dat indien de Nederlandse supercomputer te langzaam wordt zij niet meer door deze aanvraagprocedure heen zullen komen. Het is volgens de onderzoekers dan ook van belang dat een nieuwere, snellere supercomputer wordt gebouwd om de toegang van Nederlandse onderzoekers tot rekentijd in de Verenigde Staten of Zwitserland te garanderen. Simon Portegies Zwart van de Universiteit Leiden waarschuwt tegenover de Volkskrant dat het verliezen van toegang tot deze rekentijd voor veel onderzoekers reden is uit Nederland te vertrekken. Deze migratie zou nu al plaatsvinden. Portegies Zwart heeft onlangs een petitie ingediend bij Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) met een verzoek voor een nieuwe nationale supercomputer. De kosten hiervan worden op 100 miljoen euro geraamd. Het ministerie van Economische Zaken heeft al laten weten dat het kabinet naar een oplossing zoekt.


Nieuwe tool vereenvoudigt roadmaps en strategieën voor datacentertransformatie

Het Data Centre Development Model is het eerste assessment dat zo’n breed spectrum van het datacenter afdekt. De ontwikkeling van de tool volgde naar aanleiding van een grote vraag vanuit klanten naar begeleiding en uitvoerbare plannen om hun datacenter meer responsive en agile te maken.

de business. Dat is geen makkelijke opgave.” Met de expansie van het datacenter voorbij de traditionele grenzen dienen ook cloud, networking en security te worden omvat en is het van belang om deze deelgebieden als één geheel te bekijken. Een verandering op één gebied kan een kostbare impact hebben op een ander gebied. De meeste IT-afdelingen hebben nog altijd afgezonderde functies. Zij hebben geen inzicht in welke gevolgen hun projecten hebben voor andere onderdelen van de infrastructuur, waaronder het datacenter. Bepalen waar je moet beginnen om het maximale eruit te halen, is evenmin eenvoudig.

Volgens Stephen Joubert, Group Executive van de datacenterbusinessunit van Dimension Data, hebben social, mobile, analytics en cloud een enorme impact gehad op datacenters. Die moesten veranderen om relevant te blijven. “Iedere klant die we spreken, zoekt naar manieren om zijn datacenter te veranderen om beter te kunnen inspelen op de behoeften van

Dimension Data ziet bijvoorbeeld dat bij virtualisatie- en converged infrastructure-projecten, waarbij geen strategie voor en review van het onderliggende netwerk zijn betrokken, de uiteindelijke kosten kunnen verdrievoudigen. “Met dit in het achterhoofd hebben we het Data Centre Development Model ontwikkeld. Doel is onze klanten te helpen de overstap te

ICT-dienstverlener Dimension Data introduceert een nieuwe maturitytool. Deze tool helpt organisaties met het in kaart brengen van hun capaciteiten en met het prioriteren van initiatieven voor het bouwen van een next-generation datacenter.

maken naar nieuwe, operationele modellen voor het gehele next-generation datacenter, terwijl wordt gefocust op de businessoutput met technologie als een enabler in plaats van een belemmering”, zegt Joubert. Het Data Centre Development Model van Dimension Data is ideaal voor organisaties die willen weten wat de vereisten zijn voor het bouwen van een toekomstvast datacenter. Het model onderzoekt de elf essentiële domeinen in het datacenter (‘as is’-status) en wat er nodig is voor de toekomst (‘to be’-status). De uitkomsten van dit workshopachtige onderzoek vormen een roadmap die praktische aanbevelingen biedt voor implementatie van de meest waardevolle initiatieven rondom hun datacenter.

Minkels optimaliseert ontwerp VariconPower® Busbar Systeem KLANTVOORDELEN Alle nieuwe ontwikkelingen zijn geschikt voor zowel 600mm als 800mm brede racks - wat exact aansluit bij veel gebruikte

Voor en achter tap-off boxes Integratie bovenkant rack

breedtematen van server racks in datacenters.

systeem houdt rekening met onvoorspelbare Gebruikers

kunnen

gaandeweg hun systeem voor stroomverdeling uitbreiden. Overzichtelijke installatie - de smart tapoff boxes kunnen gecentreerd op het rack geplaatst worden. Het risico op menselijke fouten - tijdens installatie en wijzigingen wordt hierdoor verkleint. Een kostenefficiëntie oplossing - payas-you-grow, dus gaandeweg hoeft er pas geïnvesteerd te worden.

www.minkels.com/busbar_NL

Configureerbare tap-off box Slimme meter intern of extern

Toekomstbestendig - het modulaire busbar toekomstscenario’s.

Redundante ringverbinding

Slimme meter voor complete metingen

Tap-off box gecentreerd boven het rack

Geschikt voor zowel 800mm als 600mm brede racks


Rackspace koelt 6MW datacenter zonder mechanische koeling rackspace heeft in crawley (engeland) een nieuw 6mw datacenter geopend. het datacenter wordt volledig gekoeld met vrije koeling en is niet voorzien van chillers. het ontwerp van deze koeling is voor rackspace via het open compute project openbaar gemaakt. Dit meldt DatacenterDynamics. Het gaat om het allereerste datacenter van deze schaal dat volledig wordt gekoeld met vrije koeling. Om ruimte te besparen zijn zowel de stroomvoorziening als koelsystemen van de locatie op het dak geplaatst.

excool

Het datacenter maakt gebruik van koelunits van Excool, die gebruik maken van indirecte koeling met buitenlucht of vrije koeling. De lucht wordt via een gesloten systeem gebaseerd op warmte gangen door het datacenter gevoerd. Zodra de lucht is opgewarmd schakelen

de units van Excool over op adiabatische koeling, met een systeem dat water sproeit. Deze aanpak maakt het mogelijk het volledige datacenter zonder mechanische chillers te koelen, waardoor fors op de energierekening wordt bespaard. Het water dat door het adiabatische systeem wordt gebruikt wordt verzameld op het dak van het gebouw, om de impact op het milieu te minimaliseren.

open compute project

Het ontwerp van de koelinstallatie in het nieuwe datacenter van Rackspace is door het bedrijf beschikbaar gesteld aan het Open Com-

pute Project. Dit is een internationaal samenwerkingsverband dat is gericht op het creĂŤren van open hardware. Rackspace en Digital Realty hebben bij het ontwerp van de locatie zich in belangrijke mate laten sturen door de principes het Open Compute Project. Desondanks is het datacenter geschikt voor zowel Open Compute racks als conventionele systemen. Op dit moment zijn twee van de vier datahallen van het datacenter geopend. Naar verwachting kunnen alle datahallen een totaal van 50.000 fysieke servers huisvesten. Het datacenter heeft op dit moment een capaciteit van 6MW, wat kan worden uitgebreid tot 12MW.

dcw mei | nieuws

INSTALLATIEVLOEREN

38

ESD Veilig

Stabiel

Betrouwbaar

Economisch

Meer installatievloeren op alteco.nl


Hoger onderwijs gaat voor duurzaamheid Op 29 mei vindt het grootste duurzaamheidsevenement in het hoger onderwijs plaats. Op die datum organiseert SURF met een aantal partnerorganisaties de lustrumeditie van symposium Groene ICT en Duurzaamheid (SGI 2015). Het symposium wordt gecombineerd met de SustainaBul Experience van landelijk studentennetwerk Morgen. Het evenement vindt van 9.30-17.00 uur plaats op Hogeschool Leiden.

symposium sgi 2015

SGI 2015 is hét podium voor de laatste ontwikkelingen op het gebied van groene ICT en duurzaamheid in hoger onderwijs en onderzoek in Nederland. Het symposium heeft als thema ‘Werken aan groene groei’ en beoogt samenwerking en cross-overs te stimuleren tussen het hoger onderwijs, de overheid en het bedrijfsleven.

sustainabul experience

Tijdens het middagprogramma van studentennetwerk Morgen treedt oud-premier Jan Peter Balkenende op als keynote-spreker. Hij vertelt over zijn ervaringen met duurzaamheid in de politiek en het bedrijfsleven. Presentator Harm Edens reikt de SustainaBul uit, de prijs voor de duurzaamste universiteit of hogeschool.

nationale duurzaamheidsdag

De unieke combinatie van deze twee events is voor de organisatoren de aanleiding om 29 mei 2015 uit te roepen tot de eerste nationale duurzaamheidsdag in het hoger onderwijs. De onderwijsinstellingen gaan verder dan de landelijke doelstellingen en willen voorop lopen bij het leveren van een actieve bijdrage aan duurzaamheid. SURF ondersteunt hen daarbij met duurzame ICT-innovaties: vergroenen van ICT, maar ook vergroenen met ICT.

organisatoren

Het evenement wordt georganiseerd door SURF, de ICT-samenwerkingsorganisatie van het Nederlandse hoger onderwijs en onderzoek en Morgen, het landelijke studentennetwerk voor een duurzame toekomst. SURF en Morgen werken nauw samen met partners waaronder Hogeschool Leiden, de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de special interest group Groene ICT en Duurzaamheid en Green IT Amsterdam.

PX® Intelligent Rack PDUs Power Distribution Units voor het Data Center Raritan’s PX® intelligente rack PDU’s bieden meer dan alleen stroomdistributie; het is eveneens een platform voor het real-time monitoren van stroom, klimaatsensoren en data center infrastructuur management.

Innovatieve Technologie Met Raritan PX PDUs bent u gegarandeerd van betrouwbare stroomdistributie, +/- 1% meetnauwkeurigheid van stroomconsumptie en 24/7/365 uptime. Alle Raritan PX PDUs bestaan uit hoogwaardige componenten, worden gefabriceerd volgens ISO 9000 kwaliteitsstandaard en geassembleerd door de meest capabele technici.

Family PX-5000

Outlet Switching

Outlet Metering

Inlet Metering

Breaker Metering

PX-4000 PX-2000

PX-1000

Breed Assortiment De PX serie is leverbaar in 100+ verschillende modellen met diverse functionaliteit waarmee alle denkbare data center applicaties mogelijk zijn.

Ga naar www.findmyPDU.com

Online Demo Aanvragen? Bel 010-2844040 voor een afspraak met een van onze product experts of bezoek Raritan.eu


Gratis audit geeft inzicht in gezondheid van datacenter het datacenter is voor nagenoeg ieder bedrijf van groot belang. eigenaren en beheerders hebben vaak echter nauwelijks inzicht in de gezondheid van hun infrastructuur en processen. datacenter united geeft daarom via een gratis audit inzicht in deze gezondheid. “Voor veel bedrijven is IT infrastructuur écht een zwarte doos. Iedereen weet zijn servers wel te staan, maar daar houdt het op. Is de stroom wel gegarandeerd? Wordt de ruimte voldoende afgekoeld? Kan er niet efficiënter of goedkoper gewerkt worden? Staat er wel een stevige digitale muur tussen de buitenwereld en de be-

schermde data? Kennen we de risico`s en worden die gemonitord? Dat is nochtans allemaal cruciaal!”, legt Friso Haringsma, zaakvoerder bij Datacenter United, uit. “We investeren met zijn allen heel veel in fysieke beveiliging en toegangscontrole, maar vergeten vaak dat als de IT infrastructuur het begeeft, meteen ook het

hele bedrijf stilvalt.” Datacenter United lanceert een online risk audit om datacentereigenaren en -beheerders inzicht te geven in de gezondheid van de infrastructuur en processen in hun datacenter. De audit is gratis beschikbaar op de website van Datacenter United. ■

BIT verwarmt bezoekerscentrum met restwarmte van datacenter BIT gaat het nieuwe bezoekerscentrum ‘BITMeetMe’, dat nog in aanbouw is, verwarmen met restwarmte uit haar datacenter. De warmte die wordt gegenereerd op één van de datacentervloeren wordt via vloerverwarming gebruikt om het pakweg 1.200 m2 grote gebouw te verwarmen. In de het bezoekerscentrum wordt gebruik gemaakt van vloerverwarming, waardoor

de benodigde temperatuur van het water lager ligt. Het water in het systeem hoeft hierdoor minder opgewarmd te worden dan bij een traditioneel verwarmingssysteem. BIT maakt voor de koeling van zijn datacenters gebruik van de buitenlucht in combinatie met cold corridors. In het nieuwe BIT-MeetMe gaat BIT seminars organiseren, kunnen klanten bijeenkomsten

houden en kunnen eindgebruikers kennismaken met het datacenters. Het hoofdkantoor van BIT en BIT-MeetMe worden via een luchtbrug met elkaar verbonden. BIT-MeetMe wordt op 8 januari 2016 geopend. ■

dcw mei | nieuws

Altijd de beste deal voor al uw hard- en software

40

WWW.IT-BIDZ.NL

Gebruik de code FW2015 voor 3% korting


Cegeka en ICTroom starten bouw van datacenter SittardGeleen Het Belgische ICT-bedrijf Cegeka en ICTroom zijn gestart met de bouw van een nieuw datacenter in het Nederlandse SittardGeleen, Zuid-Limburg. Het moet het meest energie-efficiënte datacenter van Nederland worden en een Tier III-label krijgen. Op vrijdag 10 april vond de eerste spadesteek plaats in aanwezigheid van alle betrokken partijen. Marco Witteveen en Luc Greefs waren aanwezig namens opdrachtgever Cegeka, Honoré du Puy en Norbert Engbers namens datacenterspecialist ICTroom en wethouder Meekels namens de gemeente Sittard-Geleen.

betrokkenheid ictroom

ICTroom investeert in het nieuwe datacenter. Deze partij draagt daarnaast zorg voor het ontwerp en de realisatie. Cegeka is exclusief huurder en vult deze aan met Managed IT Services voor haar klanten. ■

Efficiënter inventarisbeheer in datacenters Een nieuwe tool van Tumblr helpt datacentereigenaren en -beheerders datacenters efficiënter en strenger te beheren. De tool versnelt het ontdekken van nieuwe machines en toevoegen van hardwarematige details aan een oplossing voor inventarisbeheer. Genesis is oorspronkelijk ontworpen voor het beheer van fysieke servers, switches en racks in de datacenteromgevingen van Tumblr. De tool is na verloop van tijd echter doorontwikkeld voor het beheer van alle mogelijk hardware, IP-adressen en software binnen datacenters. De tool is intern door Tumblr, dat onderdeel is van Yahoo, ontwikkeld. Genesis, zoals de tool heet, is door Tumblr open source gemaakt en dus gratis beschikbaar voor andere datacenterbeheerders. Tumblr stelt dat de tool nog finetuning nodig heeft en vraagt beheerders hierbij te helpen. “Indien u een bug aantreft of een leuk idee hebt voor dit project, laat het ons dan weten. Ook kunt u betrokken raken bij het project door code voor de tool te schrijven, documentatie te ontwikkelen of deel te nemen aan vraag- en antwoordsessies”, legt Tumblr uit in een blogpost. ■

SPIE-ICS

Integrated Connectivity Solutions SPIE-ICS faciliteert uw connectiviteit door middel van een integrale aanpak en dienstverlening. Wij doen dit op het gebied van: • Datacenters en ICT-ruimtes • In-building Wireless (DAS) • IT en Facilitaire Infrastructuren • Enterprise Mobility Management • Smart Integrated Facility Management • Detachering Telecom Management Professionals

Voor meer informatie ga naar www.spie-nl.com/services/spie-ics of bel naar 076 - 544 54 44


organisatie

De Dutch Datacenter Association verbindt de marktleidende datacenters in Nederland met als missie het versterken van de economische groei en het profileren van datacenters in de samenleving.

dutch datacenter association

Beste lezer, Datacenters komen steeds meer in de aandacht. Nu de Dutch Datacenter Association (DDA) is opgericht en wij met onze oprichting volop in het nieuws zijn geweest, wordt de DDA steeds vaker benaderd. Zo spraken we tijdens de Cyber Security Week in Den Haag. Een wereldwijde conferentie over cyber veiligheid: de basis om als datacenter goed te kunnen functioneren. Zonder veiligheid is er geen vertrouwen en dus geen economie. Ook hebben we na vragen uit Den Haag een ronde gemaakt langs de ICT-specialisten in de Tweede Kamer. Het belang van onze sector voor Nederland is iets wat ook in Den Haag steeds meer wordt ingezien. Door contacten te leggen en input te geven kunnen we nog beter onze sector presenteren en onze visie voor de toekomst overbrengen. Ook Digitale Infrastructuur Nederland (DINL) groeit en wordt steeds vaker geconsulteerd. De koepelorganisatie waarin we als DDA deelnemen naast de DHPA, ISPConnect, AMS-IX, SIDN, NLNet en Surfnet, was nadrukkelijk aanwezig bij de security events in Den Haag en wordt meer en meer gevraagd feedback te geven op voorstellen en regelgeving. De komende tijd zal het niet rustiger worden met mooie acties en events in het vooruitzicht. Zo zullen we woensdag 17 juni, op de eerste nationale datacenterdag in Nederland, ons rapport presenteren over de Datacenters in Nederland. Met vriendelijke groeten, Stijn Grove Directeur Dutch Datacenter Association.

activiteiten dutch datacenter association:

• Het profileren van de sector naar overheid, media en samenleving. • Het helder en proactief verwoorden van de standpunten van de industrie met betrekking tot regelgeving en beleidskwesties. • Het bevorderen van het profiel en de rentabiliteit van de datacenter sector op de korte maar ook op de lange termijn. • Het tonen van leiderschap door leden te faciliteren en te stimuleren tot operationele verbetering in de vorm van ‘best practices’, bevorderen van onderwijs, meehelpen aan technische normen waarmee de datacenter sector zich in Nederland en daarbuiten verder kan onderscheiden.

nieuwe partners

In zeer korte tijd zijn we erg blij al 3 hoofdpartners en 9 partners te hebben mogen verwelkomen. Nieuw als hoofdpartner is Stultz en nieuwe partners zijn Emerson Network Power, Schneider Electric, NUON, Royal Haskoning DHV en CTSN. Het DDA partner programma is bestemd voor leidende leveranciers van technologieën en diensten die zich richten op de Nederlandse datacenter sector. Het partner programma van de DDA heeft als doel om die interactie tussen leveranciers en deelnemers actief te bevorderen. Met uiteindelijk de groei van de datacentermarkt als een gemeenschappelijk doel.

events en agenda

Afgelopen tijd was het een drukke periode van events. We bezochten de WHD in Duitsland en waren spreker bij Arcadiz Networks, Socomec, Previder, Vrienden van het Datacenter en de Cyber Security Week in Den Haag.


bezoek socomec

Donderdag 16 april hebben enkele deelnemers van de DDA de fabriek van hoofdpartner Socomec bezocht in Benfeld, Frankrijk. Daar was een live test met een UPS opstelling van 4 x 500kVA/kW [N+1] in het testcenter van Socomec. Een zeer geslaagde en leerzame trip.

dda evenement q2 - muiden Thema: Duurzaamheid Datum: Dinsdag 19 mei (week 21)

datacloud congress, monaco (f)

Datum: Dinsdag 2 t/m donderdag 4 juni

it room infra branche borrel, bloemendaal Datum: Vrijdag 5 juni, 14.30 - 19.00 uur

nederlandse datacenter dag

dda evenement q4 - intern

dda evenement q3 - intern

fhi dda it room infra borrel

Landelijke dag waarin datacenters centraal staan. Events per datacenter georganiseerd. Datum: Woensdag 17 juni 2015

Thema:Veiligheid & Continuïteit – Locatie n.n.b. Datum: Donderdag 17 september (week 38)

Thema: Toekomst & Cloud – Locatie n.n.b. Datum: Donderdag 5 november (week 45)

Datum: Dinsdag 17 november 2015


Evenementenkalender DatacenterWorks blijf op de hoogte van de evenementen op datacenter-gebied. kijk ook op de website www.datacenterworks.nl onder ‘agenda’. zelf een evenement aankondigen? stuur een mailtje

dcw mei | agenda

naar info@datacenterworks.nl.

44

evenement

datum

plaats

land

Gartner IT Infrastructure, Operations & Data Center Summit

18 - 19 mei 2015

Sydney

Australië

Symposium Uptime Institute

19 - 21 mei 2015

Santa Clara

Verenigde Staten

Symposium Groene ICT & Duurzaamheid in het HO

29 mei 2015

Leiden

Nederland

Datacloud Europe

3 - 4 juni 2015

Monaco

Monaco

BICSI United Kingdom Conference & Exhibition

10 juni 2015

Londen

Verenigd Koninkrijk

BICSI Fall Conference & Exhibition

20 - 24 september 2015

Las Vegas

Verenigde Staten

IT Room Infra

17 november 2015

Den Bosch

Nederland


it room infra: de vereniging voor de technische infrastructuur van computerruimtes en datacenters.

Brancheborrel op 5 juni in Bloemendaal Op 5 juni komt de datacenter / computerruimte branche bij elkaar in Bloemendaal. Ditmaal niet om te luisteren naar innovatieve ideeën of technologieën maar gewoon om bij te praten, iets te drinken, te BBQ’en en hopelijk te genieten van het weer. Dit waren in 2014 de ingrediënten voor een zeer geslaagde middag. In 2014 waren er ruim 100 aanwezigen, waarmee de borrel een ideaal moment is om op een informele manier nieuwe mensen te leren kennen en met bekenden bij te praten

over de ontwikkelingen in de datacenter/ computerruimte wereld. De brancheborrel wordt georganiseerd vanuit IT Room Infra maar ook Green IT Amsterdam en Dutch Datacenter Association nodigen hun leden uit. Vanaf 14.30 uur is iedereen welkom en na een korte presentatie over IT Room Infra 2015 om 15.00 uur start het officiële borrelgedeelte. Aanmelden: e-mail naar Eline Hazeleger (e.hazeleger@f hi.nl)

programma:

14.30 uur - Ontvangst 15.00 uur - Presentatie IT Room Infra 16.00 uur - Brancheborrel + BBQ: Voor eindgebruikers, exposanten en leden! 20.00 uur - Einde Locatie: Beachclub Vroeger, Zeeweg 83, Overveen Kosten: gratis voor gebruikers van computerruimtes / datacenters, exposanten en leden harm wijsman fhi it room infra

IT/Cloud Transitie nieuwe track op FHI IT Room Infra 2015

Gedurende het event worden in deze nieuwe track - door 6 ervaren sprekers - alle aspecten belicht die belangrijk zijn bij de overwegingen naar een (hybride) cloudoplossing.

De Cloud - Inside Out - Wat wordt uw IT-infra strategie: make or buy?

Tot ziens op dinsdag 17 november 2015 in Congrescentrum 1931 in Den Bosch. ■

Hoe gaat de transitie naar de cloud? - Wat zijn belangrijke juridische kaders t.a.v. veiligheid, aansprakelijkheid en faillissement van een cloud-leverancier?

elbert raben

Service Level Agreement (SLA) - Cloud access technologieën. Consequenties voor de infrastructuur - Een deel in de cloud en on-premise, wat betekent dat voor je infrastructuur? Performance management - Hoe monitor en bewaak je data? Praktijkcase - Wat zijn de ervaringen, waar loop je tegenaan?

rittal bv commissielid fhi it room infra

agenda

5 juni brancheborrel bij Beachclub Vroeger in Bloemendaal 17 november IT Room Infra event, Den Bosch

contactgegevens it room infra:

FHI, federatie van technologiebranches Eline Hazeleger (e.hazeleger@fhi.nl) Telefoon: (033) 465 75 07 Internet: www.itroominfra.nl

dcw mei | it room infra

Op 17 november 2015 vindt het jaarlijkse IT Room Infra Event plaats in Den Bosch. IT Room Infra is het event waar het bouwen van computerruimtes en datacenters centraal staat. De transitie naar cloudoplossingen neemt fors toe en is voor veel bedrijven en organisaties inmiddels geen taboe meer. Veel data verplaatst zich naar een cloud omgeving en bij de migratie gaat men niet over één nacht ijs, dit vergt een goede kennis van de eigen omgeving. Welke business overwegingen liggen hieraan ten grondslag? Wat zijn de voor- en nadelen van public, private en hybrid cloud omgevingen en wanneer kiest u voor welke oplossing?

45


Overzicht ICT Today artikelen Na een vorige editie van deze BICSI-pagina over alle Mainland Europe District ontwikkelingen, dit keer weer een overzicht van de diepgaande technische artikelen uit het tweemaandelijkse digitale ICT Today magazine. Gratis voor BICSI-leden, maar ook voor niet-leden via een abonnement toegankelijk. Standaarden voor PoE en PoH

In de ICT Today januari/februari editie staat een uitgebreid artikel over de standaardontwikkelingen van het al 16 jaar beschikbare Power over Ethernet (PoE) en de nieuwe Power over HDBaseT (PoH) standaard. HDBaseT is een standaard voor de distributie van ongecomprimeerde hoge kwaliteit multimedia content. Beide standaarden wijzen ICT-managers de richting naar het betrouwbaar en veilig installeren van allerlei IP-apparaten, die tot zo’n 95 W verbruiken. Ongeacht de benodigde voedingscapaciteit is het volgens de auteur verstandig om apparatuur te gebruiken die aan de PoE of PoH standaard voldoet, om problemen op het gebied van interoperabiliteit en bereik te voorkomen. Wanneer u een project op de planning heeft staan waarin PoE of PoH wordt toegepast, is het lezen van dit diepgaande technische artikel zeker een aanrader. Verder is er ook aan de leverancierszijde het nodige te winnen door kritisch naar de PoE of PoH-specificaties van hun apparatuur te kijken. Zoals voor hoge resolutie IP-camera’s bijvoorbeeld de oplossingen van Mobotix, die slechts 4 tot 5 W nodig hebben.

dcw mei | bicsi

Distributed Antenna Systems

46

Het coverartikel van de hiervoor genoemde ICT Today editie gaat over de mogelijke vermindering van het snel toenemende draadloze dataverkeer over de providersnetwerken, met behulp van Distributed Antenna Systems (DAS). Verder draagt zo’n oplossing ook bij aan een beter bereik en grotere verwerkingscapaciteit. In dit artikel wordt zowel de behoefte aan een DAS-oplossing in relatie tot ISP- en telecomproviders besproken als de verschillen tussen grote organisaties en MKB-ers. Samengevat biedt dit artikel een uitgebreid basisinzicht in het complexe landschap van DAS-netwerken in kantoren en openbare gebouwen.

Toenemende vraag naar RCDD’s

In de vorige BICSI-bijdrage pleitte de nieuwe Mainland Europe District Vice Chair, Joop Ierschot van Deerns voor de beschikbaarheid van meer RCDD’s, omdat hij ze moeilijk kan vinden voor het nieuwe vliegveld van Istanbul. Ook in andere Europese landen ziet Ierschot een toenemende vraag naar RCDD’s, alleen blijft het aanbod nog achter. Eind 2014 heeft BICSI President Michael Collins een rondreis door Azië gemaakt, waar ook hij de vraag en het aanbod van RCDD’s ziet groeien. In het voorwoord van de ICT Today januari/februari editie staat een column over zijn bezoek aan BICSI-events in de Filipijnen, Singapore, Japan en Zuid-Korea. Daar zag Collins zowel het aantal deelnemende RCDD’s als leden die daarvoor een opleiding volgen toenemen.

BICSI-conferenties en informatie

Wanneer u wilt kennismaken met een groot aantal internationale leden, een BICSI-opleiding wilt volgen, of gewoon uw kennis updaten, kan dat het komende halve jaar tijdens onderstaande BICSIconferenties: • 10 juni, BICSI United Kingdom Conference in Londen • 20-24 september, 2015 BICSI Fall Conference in Las Vegas

Wanneer u meer wilt weten over de toegevoegde waarde van het BICSI-lidmaatschap en certificeringen, kunt u RCDD Joop Ierschot van Deerns bereiken via j.ierschot@deerns.nl. Verder kunt u ook www.bicsi.org bezoeken.


SL

VIRTUALISATIE

APPS

SECURITY

STORAGE

SOLUTIONS

PAAS MIGRATIE

CLOUDSHOPPING

SOLUTIONS

STORAGE

CLOUDCOMPUTING

VIRTUALISATIE

MIGRATIE

DAT GREEN I

SECURITY LAAS

SAAS PRIVATE LAAS

GREEN IT

SECURITY

PUBLIC

IT MANAGEMENT

PAAS

MIGRATIE PRIVATE APPS CONVERSION HYBRIDE CLOUDCOMPUTING PRIVATE

LAAS CONVERSION

PUBLIC

HYBRIDE IT MANAGEMENT

GREEN IT

info@cloudworks.nu Feiten en fictie in kaart gebracht


DATA CENTERS ...where data is stored and processed

NETWORK INFRASTRUCTURE SOLUTIONS FROM TE CONNECTIVITY All businesses rely upon data and data applications to serve their customers effectively. The data center is at the heart of these applications and TE Connectivity is at the heart of the data center delivering fibre infrastructure solutions that support agile & efficient data center operations.

te.com/bns

TE Connectivity Nederland BV Rietveldenweg 32, 5222 AR ‘s-Hertogenbosch Tel: +31 73624 6211 Mail: BNL.netconnect@te.com

EVERY CONNECTION COUNTS


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.