3 minute read

Gezondheid ................................................................................................................................. 9 Gezondheid

GEZONDHEID

Gezondheid

Gezondheid is het belangrijkste wat je hebt. Jonge mensen zijn over het algemeen gezond. Maar niet alle jongeren doen veel moeite om hun gezondheid op peil te houden of te verbeteren. Sommigen eten te vet of te eenzijdig en drinken te veel alcohol en te weinig water. Ze hebben overgewicht, roken of hebben een intensief nachtleven. Roken is de grootste bedreiging voor onze lichamelijke gezondheid. Op de tweede plaats staat te weinig lichaamsbeweging.

Een goede gezondheid houdt meer in dan niet ziek zijn. De World Health Organisation (WHO) omschrijft gezondheid als een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn. Gezondheid gaat verder dan het in orde zijn van je lichaam. Ook geestelijk en maatschappelijk moet je in orde zijn. Pas dan ben je gezond.

Lichamelijke gezondheid

Soms is lichamelijk ongezond zijn eenvoudig te constateren: een gebroken arm, griep, de ziekte van Pfeiffer of een verstuikte enkel. Deze voorbeelden van ongezondheid zijn meestal van tijdelijke aard. Soms is er ook blijvende ongezondheid. Denk aan suikerziekte of epilepsie. Sommige mensen worden zelfs geboren met een bepaalde ziekte; ze zijn erfelijk belast.

Lichamelijk ongezond zijn is soms eenvoudig te constateren.

De top tien van lichamelijke gezondheidsklachten: 1. nek- en rugklachten 2. gewrichtsslijtage 3. suikerziekte 4. eczeem 5. gezichtsstoornissen 6. hartaandoeningen 7. gehoorstoornissen 8. luchtweginfectie 9. astma 10. chronische longziekte (COPD)

Bron: www.volksgezondheidenzorg.info

Geestelijke gezondheid

Als je geestelijk gezond bent, ben je in staat om redelijk zelfstandig je problemen op te lossen. Of je je problemen op kunt lossen hangt af van de situatie waarin je je bevindt, je gemoedstoestand en je motivatie.

Sandra is na haar bevalling weer gaan sporten. Het verzorgen van haar zoontje kost haar een deel van haar nachtrust. Ze slaapt slecht en is de laatste tijd vaak chagrijnig en snel aangebrand. Ook kan Sandra zich moeilijker concentreren en is haar motivatie wisselend.

Haar fitnessbegeleider heeft dat in de gaten en gaat met Sandra in gesprek. Ze bespreken hoe belangrijk het is om regelmatig te bewegen. Sandra krijgt het advies om samen met een vriendin deel te nemen aan de groepslessen. Dat stimuleert om, ook als je even geen zin hebt, toch naar het fitnesscentrum te komen.

Sporten in een groep motiveert.

Het voorbeeld van Sandra maakt meteen duidelijk dat lichamelijke en geestelijke gezondheid veel met elkaar te maken hebben. Slaapgebrek (lichamelijk) kan bijvoorbeeld leiden tot een wisselende motivatie (geestelijk).

De belangrijkste aandoeningen zijn angststoornissen, stemmingsstoornissen, ADHD en overspannenheid (burn-out).

Sociaal-maatschappelijke gezondheid

Als je sociaal-maatschappelijk gezond bent, ben je in staat om met anderen samen te leven, samen te werken, samen te recreëren of samen te sporten. Maatschappelijke gezondheid heeft alles te maken met sociaal gedrag.

De meeste vriendinnen van Sandra komen nog steeds graag bij haar langs. Vooral met haar zoontje tutten vinden ze geweldig. Alleen Susan heeft er moeite mee dat alles bij Sandra om haar zoontje draait. Ze komt nauwelijks meer bij Sandra thuis, terwijl ze ooit elkaars beste vriendinnen waren. Ze deden vroeger alles samen. Vakanties op de camping in Zeeland, weekendjes naar een bungalowpark of dagtripjes naar een pretpark. Ook waren ze lid van dezelfde sportvereniging. Tijdens de zwangerschap van Sandra ontstonden regelmatig conflicten tussen Susan en Sandra. Susan vond dat Sandra alleen maar met haar zwangerschap bezig was en nu alleen maar met haar zoontje. Er is veel veranderd in hun relatie. Ooit beste vriendinnen en nu ... ?

Opdracht 1 Je eigen gezondheid

a. Geef jezelf een cijfer voor je lichamelijke gezondheid.

b. Geef jezelf een cijfer voor je geestelijke gezondheid.

c. Geef jezelf een cijfer voor je sociaal-maatschappelijke gezondheid.

d. Welke maatregelen kun je nemen om je gezondheid verder te verbeteren?

e. Ga je dat ook doen of niet? Waarom wel/niet?

f. Bespreek je antwoorden met een klasgenoot, vriend of familielid. Noteer welke tips je krijgt.

g. Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent.

This article is from: