2 minute read

Voedselveiligheid ..................................................................................................................... 53 Voedselveiligheid

Next Article
Snijtechnieken

Snijtechnieken

VOEDSELVEILIGHEID

Voedselveiligheid

Veel mensen beleven plezier aan het zelf bereiden en koken van eten, zeker als ze dat samen met anderen doen. Maar je loopt daarmee ook gevaar. Jaarlijks krijgt bijna een miljoen mensen een voedselinfectie en vaak gebeurt dit thuis.

Levensmiddelen bewaren

Nieuw gekochte levensmiddelen moet je opbergen. Het is belangrijk dat je levensmiddelen op de juiste manier bewaart. Als je dat niet doet, is de kans dat een levensmiddel bederft groter. Je kunt levensmiddelen bewaren bij de voorraad, in de koeling of in de diepvries.

In de voorraadkast bewaar je levensmiddelen die niet snel bederven. Bijvoorbeeld koffie, suiker, macaroni en rijst. Ook blikken en potten met bijvoorbeeld groente bewaar je in de voorraadkast. Zet de levensmiddelen die je net gekocht hebt achteraan. Als je dat doet, komen de ‘oudere’ levensmiddelen vooraan te staan. Je pakt die dan het eerst. Dat noem je fifo: first in, first out.

In de koeling of koelkast bewaar je levensmiddelen die snel bederven. Bijvoorbeeld vlees en vleeswaren, vis, melkproducten en groente. De temperatuur van een koelkast moet altijd tussen de 2 en 7 graden Celsius zijn.

Veel koelkasten hebben een vriesgedeelte. Kijk altijd hoeveel sterren hierop staan. Je kunt alleen zelf levensmiddelen invriezen als er vier sterren op staan. Als er minder sterren op staan, is het vriesvak alleen geschikt om levensmiddelen die al bevroren zijn te bewaren. Zet nooit warme voedingsmiddelen in de koeling, maar laat ze eerst goed afkoelen. Als je restjes in de koelkast bewaart, dek deze dan af. Plak er een sticker met een datum op, zodat je weet hoe oud ze zijn. Restjes kun je niet langer dan twee dagen bewaren, daarna gaan ze bederven.

Verse groenten kun je in de koeling een dag of vier bewaren, bladgroenten één dag. Vers vlees en verse vis kun je in de koelkast maar één dag bewaren. Ingevroren voedingsmiddelen kun je in de vriezer tot drie maanden bewaren. Behalve voedingsmiddelen waarin veel vet zit, bijvoorbeeld vette vis. Die kun je maar één maand bewaren.

Als een cliënt zelf de boodschappen opbergt, kun je als helpende soms adviseren over de juiste manier van opbergen. Zo stimuleer je de cliënt ook om dingen die hij zelf kan, zo veel mogelijk zelf te blijven doen.

Broodjes

Broodjes zijn alleen lekker op de dag dat je ze koopt, daarna zijn ze oud. Broodjes bewaar je in een afgesloten zak. Er zijn ook voorgebakken broodjes te koop, die je moet afbakken in de oven.

Eieren

Eieren kunnen snel de smaak overnemen van andere producten. Bewaar je ze in de koelkast, dan is de kans hierop groter. In een thuissituatie bewaar je eieren vaak wel in een koelkast. Ze zijn dan langer houdbaar: vier tot zes weken. Eieren die je buiten de koelkast bewaart, zijn twee tot drie weken houdbaar.

Kaas

Kaas bewaar je in de koelkast. Bewaar kaas altijd in kaaspapier of plasticfolie.

Vleeswaren

Vleeswaren zijn maar kort houdbaar, niet meer dan twee dagen in de koelkast. Verpak vleeswaren altijd in plasticfolie en leg ze direct in de koelkast als je ze niet gebruikt.

Melkproducten

Melkproducten bewaar je altijd in de koelkast. Kijk altijd goed naar de houdbaarheidsdatum. Als het product over de datum is, gooi het dan weg.

Opdracht 1 Producten bewaren

Waar bewaar je de producten? Kies uit: voorraadkast – koelkast – vriezer. Leg je keuze ook uit. Bedenk zelf nog vijf voorbeelden.

Product

Suikerstaafjes

Bewaren in Want

Koffiepads

Diepvrieskroketten

Pakken halfvolle melk

Plakken kaas

This article is from: