4 minute read

Thematisch-werken

c. Hoe ga je zorgen voor de veiligheid bij zo’n groot evenement?

Opdracht 14 Organiseer je eigen evenement

Je gaat nu aan de slag met het organiseren van een eigen evenement. a. Welk evenement wil jij organiseren? En waarom?

b. Wie is jouw doelgroep?

c. Hoe zorg je voor de benodigde financiën?

d. Hoe ga je de promotie aanpakken?

e. Maak een poster. Gebruik stappenplan Poster maken. f. Op welke locatie gaat dit evenement plaatsvinden?

g. Hoe ga je de plek of het terrein inrichten? Teken een plattegrond. h. Hoe zorg je voor de veiligheid?

Je kunt de uitwerking van deze opdracht in je portfolio opnemen. Maak hierover dan afspraken met je docent.

Thematisch werken

Bij het voorbereiden van grote activiteiten kun je werken met thema’s. Dit betekent dat je alle activiteiten van een dag of een week in het teken van hetzelfde onderwerp doet.

Werken met een thema kan helpen om op leuke ideeën te komen, maar kan ook helpen om het plezier van je gasten te vergroten. Soms staat het thema op voorhand vast, bijvoorbeeld omdat het thema aansluit bij de doelstelling.

Door met thema’s te werken wordt je recreatieprogramma nog leuker! Een themadag kun je niet zomaar in elkaar zetten, je moet hier goed over nadenken. Zo is het belangrijk dat je een thema kiest dat de meeste gasten kennen. Als gasten het thema kennen, worden ze eerder geprikkeld mee te doen. Herkenning roept vaak herinnering op en dit vergroot de deelname.

Een themasausje hoeft helemaal niet ingewikkeld te zijn. Van het spel trefbal kun je bijvoorbeeld kanonbal maken. Dit past bij het thema ‘piraten’. Alleen de naam van het spel verandert, de regels blijven gelijk. Om het thema nog duidelijker naar voren te laten komen, kun je kiezen voor een leuke aankleding. Ook zeg je in plaats van ‘bal’ bijvoorbeeld ‘kanonskogel’ . Voorbeelden van thematisch werken: • thema als rode draad • thema als kapstok • verhalend thema.

Een thema als rode draad

Bij een thema als rode draad keert een belangrijk onderdeel telkens terug in de activiteiten. Dit kan een persoon zijn, een idee, maar ook bijvoorbeeld een opdracht of een missie die de gasten meekrijgen. ‘Wie is de mol?’ is hier een mooi voorbeeld van.

Een thema als rode draad.

Een thema als kapstok

Bij een thema als kapstok is het thema het minst bepalend. De activiteiten hoeven niets met elkaar of het thema te maken hebben. Bijvoorbeeld het ophalen van geld voor onderzoek naar kinderkanker. Dan kan het thema ‘KiKa’ zijn, maar je hoeft geen activiteiten te doen die iets met ‘KiKa’ te maken hebben.

Verhalend thema

Bij een verhalend thema bedenk je activiteiten aan de hand van een verhaal. Van begin tot het eind lopen de gasten als het ware een verhaal in en maken er deel van uit. Het thema geeft de richting aan voor de activiteiten. Bijvoorbeeld de piraten die een schip veroveren en daarmee verschillende avonturen (activiteiten) beleven.

Met een themaverhaal krijg je je gasten nog beter mee. Als ze eenmaal het begin van het verhaal gehoord hebben, willen ze ook graag weten hoe het afloopt. De typetjes die het verhaal spelen, hebben vaak een probleem. Samen met de kinderen gaan ze dan op zoek naar een oplossing.

Daarmee verbind je het publiek actief aan het thema. Aan het eind blijkt of de oplossing wel of niet gevonden is. Omdat je wilt dat je gasten vrolijk naar huis gaan, heeft elk verhaal altijd een goed einde.

Het schrijven van een themaverhaal is niet gemakkelijk. Een duidelijk themaverhaal heeft een kop, romp en staart. Dit wil zeggen dat het verhaal een helder begin heeft waarin het probleem wordt uitgelegd. In de romp gaan de hoofdrolspelers op zoek naar een oplossing. Wat moet er gebeuren om het probleem op te lossen? Wat is daarvoor nodig? En waarom lost dat het probleem op? Tijdens de staart van het verhaal wordt bekend of het probleem is opgelost.

Opdracht 15 Thema voorbeelden

Er zijn verschillende manieren om met thema’s te werken. a. Welke manieren van thematisch werken ken je?

Thematisch werken Voorbeeld

b. Geef voor elk thema een voorbeeld. c. Onderbouw ieder voorbeeld met een foto, artikel, advertentie of iets dergelijks.

Opdracht 16 Thema’s bedenken

Bij deze opdracht werk je samen met een klasgenoot.

Als je gaat werken op een vakantiepark, kun je nooit genoeg thema’s voor themadagen in je hoofd hebben. Tijdens deze opdracht ga je thema’s bedenken. a. Bedenk samen minimaal vijf thema‘s die je kunt gebruiken.

Thema Voorbeelden

b. Geef bij elk thema minimaal twee voorbeelden van activiteiten die bij het thema passen.

Opdracht 17 Themaverhaal

Het toepassen van een thema wordt nog leuker als je er een verhaal bij bedenkt. Bedenk met een klasgenoot een verhaal dat past bij een door jullie gekozen thema en werk dit uit. Zorg ervoor dat het verhaal een duidelijk begin, midden en eind heeft (kop, romp, staart).

Opdracht 18 Wereldreis

Bekijk het volgende filmpje met een themaverhaal en beantwoord de volgende vragen.

Filmpje - Themadag Wereldreis

a. Bedenk drie knutselactiviteiten die passen bij het thema en de doelgroep.

b. Bedenk drie sport- en spelactiviteiten die passen bij het themaverhaal.

c. Hoe zou je de drie sport- en spelactiviteiten ‘verhalend’ aan de kinderen vertellen?

d. De themadag wordt afgesloten met een leuke ‘avondactiviteit’ voor deze doelgroep. Welke activiteit zou je als afsluiting organiseren?

e. Hoe zou je deze afsluitende activiteit ‘verhalend’ aan de kinderen vertellen?

This article is from: