Proefmateriaal Coördinator buurt, onderwijs en sport

Page 1

Coördinator buurt, onderwijs en sport

Angerenstein Sport en Bewegen Angerenstein Sport en Bewegen is een complete serie leermiddelen voor het uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof, digitale toetsen en docentenondersteuning. Ieder boek bestaat uit leereenheden die samen alle relevante informatie bevatten voor studenten die een opleiding Sport en Bewegen volgen.

Coördinator buurt, onderwijs en sport De coördinator buurt, onderwijs en sport werkt vanuit een organisatie in de driehoek Buurt-Onderwijs-Sport (BOS). Het komt voor dat hij voor twee van deze sectoren werkzaam is. De coördinator buurt, onderwijs en sport biedt SB-activiteiten en -programma’s aan om uiteenlopende sociaal-maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Je werkt meestal met meerdere partners samen om deze activiteiten en programma’s te ontwikkelen en uit te voeren. Deze partners zijn niet beperkt tot de BOS-driehoek, je werkt ook volop samen met zorginstellingen, welzijnsorganisaties en commerciële sportaanbieders. Tijdens de opleiding tot coördinator BOS leer je alles over de sociaal-maatschappelijke betekenis van sport.

Maak samen werk van onderwijs Boom beroepsonderwijs wil jongeren helpen zich te ontwikkelen tot echte vakmensen. Wij zijn er voor de doeners en de makers. Om samen werk te maken van onderwijs verbinden wij docenten, studenten en het bedrijfsleven met elkaar. Zo zorgen we ervoor dat jongeren het beste uit zichzelf halen. Met inspirerend lesmateriaal voor een wereld die continu verandert. Dat maakt ons trots! Let op: Dit boek is onderdeel van een combipakket en is niet afzonderlijk te bestellen. Het pakket bestaat uit dit boek en een licentie voor de digitale leeromgeving. Combipakket ISBN 9789037260731.

i.s.m.

9 789037 260595

Coördinator buurt, onderwijs en sport

kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein Sport en Bewegen bestaat

g

herzienin 2021

le P: a O git g T di in LE ief gev us m cl ro In lee

Angerenstein Sport en Bewegen

Profieldeel


COÖRDINATOR BUURT, ONDERWIJS EN SPORT


COLOFON Uitgeverij: Boom beroepsonderwijs 0522-235235 info@boomberoepsonderwijs.nl www.boomberoepsonderwijs.nl Auteur: Bert Geenen Inhoudelijke redactie: CIOS Nederland, Bert Geenen Titel: Coördinator buurt, onderwijs en sport ISBN: 978 90 3726 059 5 Eerste druk/Eerste oplage © Boom beroepsonderwijs 2021

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nlVoor het overnemen van (een) gedeelte(n) uit deze uitgave in bijvoorbeeld een (digitale) leeromgeving of een reader in het onderwijs (op grond van artikel 16, Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot Stichting Uitgeversorganisatie voor Onderwijslicenties (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.stichting-uvo.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.boomberoepsonderwijs.nl.


INHOUDSOPGAVE Voorwoord ......................................................................................................................... 8 Leereenheid 1

De coördinator buurt, onderwijs en sport ............................................................. 11 Casus .................................................................................................................................. 12 Theorie .............................................................................................................................. 14 1.1

De coördinator buurt, onderwijs en sport .................................................. 14

1.2

De BOS-driehoek ................................................................................................. 21

1.3

Kwaliteiten van de buurtsportcoach .......................................................... 22

Verwerkingsopdrachten ............................................................................................. 27 Leereenheid 2

De buurt ........................................................................................................................... 29 Casus ................................................................................................................................. 30 Theorie ............................................................................................................................... 31 2.1

De rol van sport en bewegen binnen de buurt ......................................... 31

2.2

Belangrijke pijlers van Sport en Bewegen in de Buurt .......................... 37

2.3

Voorbeelden van sport en bewegen in de buurt ..................................... 45

2.4

Belangrijke organisaties en beleidsmakers .............................................. 49

Verwerkingsopdrachten .............................................................................................. 57 Leereenheid 3

Het onderwijs .................................................................................................................. 61 Casus ................................................................................................................................. 63 Theorie ............................................................................................................................. 64 3.1

Het onderwijs in Nederland .......................................................................... 64

3.2

Schoolplan, groepsplan en individueel handelingsplan ...................... 74

3.3

Bewegingsonderwijs en sport ....................................................................... 77

3.4

De brede school .................................................................................................. 82

3.5

Sport en kinderopvang ..................................................................................... 91

3.6

De Gezonde School ............................................................................................ 93

Verwerkingsopdrachten ............................................................................................ 96 Leereenheid 4 De sport ........................................................................................................................... 103 Casus ............................................................................................................................... 104

3


Theorie ............................................................................................................................ 105 4.1

Commerciële sportaanbieders .................................................................... 105

4.2

De sportvereniging ........................................................................................... 112

4.3

De sportvereniging als organisatie ............................................................. 115

4.4

De veranderende rol van de sportvereniging ......................................... 117

4.5

De maatschappelijke functie van de sportvereniging ........................ 124

4.6

Organisaties en beleidsmakers binnen de sport ................................... 128

Verwerkingsopdrachten ............................................................................................ 134 Leereenheid 5

De BOS-coördinator en beleid ................................................................................. 139 Casus ............................................................................................................................... 140 Theorie ............................................................................................................................. 141 5.1

Missie, visie en beleid ..................................................................................... 141

5.2

Beleidsplan ......................................................................................................... 145

5.3

Beleidsinstrumenten ...................................................................................... 152

5.4

Gezondheidsbeleid .......................................................................................... 158

Verwerkingsopdrachten ............................................................................................. 171 Leereenheid 6 Sportbeleid ..................................................................................................................... 175 Casus ................................................................................................................................ 176 Theorie ............................................................................................................................. 177 6.1

Het verschijnsel sport ..................................................................................... 177

6.2

Sport als doel en middel ................................................................................. 178

6.3

Het sportbeleid in Nederland ....................................................................... 182

6.4

Landelijke sportnota's ..................................................................................... 184

6.5

Het Nationaal Sportakkoord ........................................................................ 194

6.6 Rapportage sport 2018 .................................................................................... 197 6.7

Belangrijke sportbeleidmakers en organisaties .................................... 203

Verwerkingsopdrachten ............................................................................................ 217 Leereenheid 7

Sport, bewegen en gezondheid .............................................................................. 223 Casus ................................................................................................................................ 225 Theorie ............................................................................................................................ 226

4

7.1

Bewegen en gezondheidseffecten ............................................................. 226

7.2

Beweegrichtlijnen ............................................................................................ 231

7.3

Algemene sportstimuleringsactiviteiten ................................................ 236

7.4

Interventies ........................................................................................................ 241


Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 250 Leereenheid 8 Leefstijlverandering ................................................................................................... 255 Casus ............................................................................................................................... 256 Theorie ............................................................................................................................ 258 8.1

Planmatige gezondheidsvoorlichting ...................................................... 258

8.2

Gedragsverandering ....................................................................................... 261

8.3

Overgewicht en diabetes .............................................................................. 267

8.4

Succesvolle leefstijlinterventies .................................................................. 271

Verwerkingsopdrachten .......................................................................................... 280 Leereenheid 9 Planmatig werken binnen de BOS-driehoek ...................................................... 285 Casus ............................................................................................................................... 286 Theorie ............................................................................................................................ 287 9.1

Projectmanagement ....................................................................................... 287

9.2

Voorbeelden van planmatig werken ........................................................ 291

9.3

Buurtscan en buurtactieplan ....................................................................... 297

Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 302 Leereenheid 10 Werken met vrijwilligers .......................................................................................... 305 Casus ............................................................................................................................... 306 Theorie ............................................................................................................................ 307 10.1 Vrijwilligersbeleid ........................................................................................... 307 10.2 Werven en plaatsen van vrijwilligers ....................................................... 312 10.3 Behoud van vrijwilligers ................................................................................ 317 10.4 Regelingen .......................................................................................................... 323 Verwerkingsopdrachten ............................................................................................ 331 Leereenheid 11 Leidinggeven en verbinden ...................................................................................... 335 Casus ............................................................................................................................... 336 Theorie ............................................................................................................................ 337 11.1

Begripsbepaling en opvattingen leiderschap ......................................... 337

11.2 Leiderschap en mensvisie ............................................................................. 338 11.3 Leiderschap en organisatiecultuur ............................................................ 341 11.4 Leiderschap en leiderschapsstijlen ............................................................ 346 11.5 Kenmerken van effectief leiderschap ....................................................... 351 11.6 De coördinator buurt, onderwijs en sport als verbinder .................... 356

5


Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 362 Leereenheid 12 Sport, bewegingscultuur en vakconcepten ........................................................ 367 Casus ............................................................................................................................... 368 Theorie ........................................................................................................................... 369 12.1 Sport- en bewegingscultuur ........................................................................ 369 12.2 Het vierveldenmodel ...................................................................................... 373 12.3 Veranderingen binnen de Nederlandse sport- en bewegingscultuur ................................................................................................................................ 379 12.4 Visies op bewegen ........................................................................................... 383 12.5 Vakconcepten .................................................................................................... 391 Verwerkingsopdrachten .......................................................................................... 402 Leereenheid 13 Visie op opvoeding en onderwijs ......................................................................... 409 Casus ............................................................................................................................... 410 Theorie ............................................................................................................................. 411 13.1 Pedagogische stromingen ............................................................................. 411 13.2 Stromingen in de ontwikkelingspsychologie ........................................ 418 13.3 Onderwijsconcepten ...................................................................................... 423 13.4 Methoden van gedragsbeïnvloeding ....................................................... 430 Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 438 Leereenheid 14 Planmatig werken binnen het bewegingsonderwijs ...................................... 443 Casus ............................................................................................................................... 445 Theorie ........................................................................................................................... 446 14.1 De BOS-coördinator binnen het bewegingsonderwijs ....................... 446 14.2 Planning binnen het onderwijs ................................................................. 449 14.3 Functies van planning en soorten planning .......................................... 452 14.4 Methoden binnen het bewegingsonderwijs ......................................... 460 Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 474 Leereenheid 15 Bewegingsdiagnostiek en passend bewegingsonderwijs ............................. 479 Casus .............................................................................................................................. 480

6


Theorie ............................................................................................................................ 481 15.1 Bewegingsdiagnostische methoden ......................................................... 481 15.2 Leerlingvolgsystemen ................................................................................... 495 15.3 Passend onderwijs, diversiteit en bewegingsonderwijs .................... 501 15.4 Motorische remedial teaching ................................................................... 506 Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 516 Leereenheid 16 Doelgroepen binnen het buurtsportwerk ........................................................... 523 Casus ................................................................................................................................ 525 Theorie ............................................................................................................................ 527 16.1 Kinderen en jeugdigen ................................................................................... 527 16.2 Ouderen ............................................................................................................... 537 16.3 Mensen met een beperking ......................................................................... 545 16.4 Mensen met een chronische aandoening ................................................ 551 16.5 Mensen met een lage sociaal-economische status ............................... 555 Verwerkingsopdrachten ........................................................................................... 561 Leereenheid 17 Mensen met een beperking ..................................................................................... 569 Casus ................................................................................................................................ 571 Theorie ............................................................................................................................ 572 17.1 Chronische aandoeningen ............................................................................ 572 17.2 Motorische beperkingen .............................................................................. 590 17.3 Zintuiglijke beperkingen .............................................................................. 595 17.4 Verstandelijke beperking ............................................................................ 600 Verwerkingsopdrachten .......................................................................................... 609 Leereenheid 18 Kinderen met gedrags- en leerproblemen .......................................................... 619 Casus ............................................................................................................................... 620 Theorie ............................................................................................................................ 622 18.1 Autismespectrumstoornis ........................................................................... 622 18.2 Gedragsproblemen ......................................................................................... 634 18.3 Leerproblemen ................................................................................................. 645 18.4 Coördinatieproblemen .................................................................................. 649 18.5 Hoogsensitieve kinderen .............................................................................. 653 Verwerkingsopdrachten .......................................................................................... 656

7


VOORWOORD Angerenstein SB (Sport en Bewegen) is een complete serie leermiddelen voor het kwalificatiedossier Sport en Bewegen. Angerenstein SB bestaat uit boeken met theorie en opdrachten, online verdiepingsstof en digitale toetsen. Dit boek is een van de vijf boeken voor de basiskerntaken van het kwalificatiedossier Sport en Bewegen op mbo-niveau 3 en 4. In het volgende schema staan de boeken van Angerenstein SB.

Niveau 4

Coördinator buurt, onderwijs en sport

Coördinator sport, bewegen en gezondheid

Sport, bewegen en gezondheid, deel 1

Sport, bewegen en gezondheid, deel 2

BOS-medewerker

Coördinator sport- en bewegingsagogie

Niveau 3

Bewegingsagoog, deel 1

Bewegingsagoog, deel 2

Coördinator sportinstructie, training en coaching

Sport- en bewegingsleider •

De sportleider als lesgever (kerntaak 1, deel A)

De sportleider als begeleider, deel 1 (kerntaak 1, deel B)

De sportleider als begeleider, deel 2 (kerntaak 1, deel B)

De sportleider als trainer-coach (kerntaak 1, deel C)

De sportleider als organisator en SB-functionaris (kerntaken 2 en 3)

De opbouw van de leereenheden Ieder boek bevat leereenheden die de sport- en bewegingsleider in opleiding gedurende zijn of haar opleiding veelvuldig zal raadplegen. Deze leereenheden bestaan uit: • theorie (+ online verdiepingsstof) • casuïstiek • verwerkingsopdrachten • digitale toetsen.

Theorie De leereenheden bevatten de informatie die relevant is voor de sport- en bewegingsleider in opleiding. De theorie wordt verlevendigd met voorbeelden uit het SB-werkveld. Aanvullende informatie vind je in de verdiepingsstof die beschikbaar is op www.angerenstein.nl/sb.

8


Casus De casus bestaat meestal een situatie waar een sport- en bewegingsleider tegenaan kan lopen in beroepspraktijk. Aan de hand van een aantal kennis- en vaardigheidsopdrachten probeer je te bedenken wat je het best in deze situatie zou kunnen doen.

Verwerkingsopdrachten Bij iedere paragraaf van een leereenheid hoort een aantal verwerkingsopdrachten. Deze opdrachten helpen je de informatie uit de theorie te verwerken. Doordat je actief met de informatie aan de slag gaat, onthoud je de informatie beter. Bij iedere opdracht staat welk theoriedeel je kunt gebruiken om de opdracht op te lossen. Je kunt zelf kiezen of je de opdrachten alleen maakt of met een groepje. Ook is het mogelijk om de opdrachten eerst alleen te maken en daarna met een groepje medestudenten. Bij sommige opdrachten, zoals de woordspin, werk je in een groepje. Je kunt zelf kiezen welke opdrachten je maakt. Soms zit er voor een deel overlap in de opdrachten. De opdrachten worden langzaam maar zeker moeilijker. Bij de eerste opdrachten ligt het accent op kennis, bij de laatste opdrachten gaat het meer om het begrijpen en toepassen.

Verwijzingen Bij sommige verwerkingsopdrachten of theorie staat een verwijzing naar de website van Angerenstein SB. Daar vind je dan de bron (bijvoorbeeld een filmpje, afbeelding of website) die je nodig hebt bij het maken van de opdracht.

Digitale toetsen Bij iedere leereenheid kun je een nulmeting doen waarmee je kunt laten zien wat je al kent en kunt. Je weet dan bijvoorbeeld aan welke onderwerpen je nog extra aandacht moet besteden. Zodra je een leereenheid hebt afgerond, kun je een eindtoets maken. Daarmee laat je zien wat je hebt geleerd. Beide toetsen bevatten vragen over alle leerdoelen van de leereenheid. Veel plezier en succes met het werken met Angerenstein SB!

9


10


L E E R E E N H E I D

01 DE COÖRDINATOR BUURT, ONDERWIJS EN SPORT Inleiding De coördinator buurt, onderwijs en sport werkt vanuit een organisatie in de driehoek Buurt-Onderwijs-Sport (BOS). Het komt voor dat hij voor twee van deze sectoren werkzaam is. De coördinator buurt, onderwijs en sport biedt SB-activiteiten en programma’s aan om uiteenlopende sociaal-maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Je werkt meestal met meerdere partners samen om deze activiteiten en programma’s te ontwikkelen en uit te voeren. Deze partners zijn niet meer beperkt tot de BOS-driehoek, er wordt ook volop samengewerkt met zorginstellingen, welzijnsorganisaties en commerciële sportaanbieders. Voor dit beroep worden in het werkveld verschillende benamingen gebruikt. Tot voor kort was dat vooral die van combinatiefunctionaris. Tegenwoordig wordt steeds meer gesproken over een buurtsportcoach. Tijdens de opleiding tot coördinator BOS leer je alles over de sociaal-maatschappelijke betekenis van sport. Je kunt er dus veel kanten mee uit. Je kunt met verschillende doelgroepen op diverse werkplekken aan de slag. De werkzaamheden van de BOS-medewerker zijn gericht op het stimuleren van mensen in de buurt om te gaan en blijven bewegen. Het gezondheidsperspectief neemt een steeds belangrijkere plaats in. Deze leereenheid besteedt aandacht aan de functie, de taken, het werkveld en de kwaliteiten van de coördinator buurt, onderwijs en sport.

De inhoud van deze leereenheid 1.1 De coördinator buurt, onderwijs en sport 1.2 De BOS-driehoek 1.3 Kwaliteiten van de buurtsportcoach

11


CASUS BUURTSPORTCOACH DIE ONS TEAM KOMT VERSTERKEN Sportservice Rhenen is hét loket voor de sport in de gemeente Rhenen. De taken van Sportservice Rhenen zijn sportservice, sportpromotie, en sportontwikkeling. Dit alles met als doel om meer inwoners van Rhenen te laten sporten. Sportservice Rhenen is per 1 augustus op zoek naar een buurtsportcoach die ons team komt versterken. Team Rhenen bestaat uit drie parttime buurtsportcoaches die allen werken binnen de combinatie buurt, onderwijs en sport (vereniging). Binnen dit team heeft elke buurtsportcoach zijn/haar eigen expertise en werkgebied. We zetten sport in als doel en als middel om zo een bijdrage te leveren aan verschillende maatschappelijke doelen in de gemeente zoals sportparticipatie, gezonde leefstijl en het verbeteren van de leefbaarheid in de wijk. Het werk is projectmatig en afwisselend, zonder dat je direct aan partners bent gekoppeld. • De doelgebieden van deze vacature liggen met name bij het inzetten van sport als doel en middel voor jeugd & jongeren in de wijk en 55+ers. • Je gaat wijkgericht werken waarbij je op het snijvlak sport, buurt, jeugd, jongeren en opbouwwerk werkzaam bent. Doel is hierbij om wijkbewoners die weinig bewegen of sporten in beweging te krijgen en elkaar te laten ontmoeten. • Vormgeven en onderhouden van een netwerk binnen het samenwerkingsverband school, vereniging, wijk/dorp. • Ontwikkelen en organiseren van activiteiten waarbij ouders/verzorgers op een actieve manier betrokken worden bij de sport en beweegactiviteiten. • Het (verder) opzetten van de Sportbieb Sam in Rhenen, Elst en Achterberg voor jeugd t/m 12 jaar. • Het organiseren van activiteiten om 55+ers in beweging te brengen en houden en door te verwijzen naar huidig sportaanbod bij de diverse sport en beweegaanbieders in de gemeente Rhenen. • Bevorderen en behouden van plezier in bewegen en een gezonde leefstijl bij diverse doelgroepen van 0 tot en met 100+ jaar. • Signaleren van kansen en ontwikkelingen in de sport, deze inzetten en overdragen aan andere buurtsportcoaches en netwerkpartners.

12


• • • • • • • • • • • • • •

mbo+ of hbo werk- en denkniveau in verschillende situaties in de wijk een sport/spelactiviteit kunnen opzetten, organiseren en begeleiden zelfstandig actie kunnen ondernemen en beslissingen kunnen nemen, maar ook goed kunnen samenwerken goede communicatieve en netwerkvaardigheden projectmatig kunnen werken en coördinerende capaciteiten werkervaring op het gebied van wijk- en/of 55+ sport is een pre bereid om wanneer nodig in avonduren en weekenden te werken in het bezit zijn van een rijbewijs B in het bezit zijn van een geldig EHBO-diploma (of bereid zijn dit te halen). een parttime functie (24 uur) in een jonge organisatie die volop in beweging en ontwikkeling is een afwisselende baan met volop mogelijkheden voor eigen inbreng en initiatief werken binnen een jong team van enthousiaste buurtsportcoaches tijdelijke functie, met bij goed functioneren uitzicht op vast salariëring en arbeidsvoorwaarden conform cao sport.

Is deze vacature jou op het lijf geschreven, maar heb je nog wat vragen? Neem dan contact op met onze teamleider buurtsportcoaches.

Kennisvragen a Wat versta jij onder een buurtsportcoach? b Waarom wordt er gesproken over een buurtsportcoach en niet over een sportbuurtcoach? c Wat is de functie van een loket voor de sport? Welke informatie kun je daar krijgen? d Wat wordt er bedoeld met maatschappelijke doelen? Geef een paar voorbeelden van dergelijke doelen. e Wat wordt er verstaan onder projectmatig werken?

f Op welke doelgroepen richt het werk van de buurtsportcoach zich vooral? g Op welke manier kun je wijkbewoners die weinig bewegen actiever krijgen? h Wat zijn netwerkvaardigheden? Waarom zijn die belangrijk voor een buurtsportcoach?

13


THEORIE 1.1

De coördinator buurt, onderwijs en sport

Versporting van de samenleving Sport en bewegen is een steeds belangrijker middel geworden binnen onze samenleving om allerlei doelstellingen te realiseren. Er wordt dan ook gesproken over de versporting van de samenleving. Niet alleen is de afgelopen jaren de belangstelling voor sport in relatie tot de gezondheid toegenomen, maar ook sociaal-maatschappelijke doelstellingen zijn steeds belangrijker geworden. Om deze doelstellingen te realiseren is er een belangrijke rol weggelegd voor de buurt en voor de buurtsportcoach. De overheid wil graag zo veel mogelijk mensen aan het sporten en bewegen krijgen. De buurt speelt hierbij een centrale rol. Om dit duidelijk te maken wordt gesproken over de buurtsportcoach en niet over de sportbuurtcoach. Op lokaal niveau, het niveau van de buurt, probeert men mensen enthousiast te maken voor sport en bewegen. Het gaat om de buurt en daarbij vormt sport een heel belangrijk middel, vandaar: buurtsportcoach.

Sport en bewegen in de buurt Sporten en bewegen zijn voor veel mensen een populaire vorm van vrijetijdsbesteding en het is vooral ook leuk om te doen. Wekelijks zijn miljoenen mensen direct of indirect betrokken bij sport- en beweegactiviteiten. Ze nemen zelf deel aan deze activiteiten, leveren hier als vrijwilliger een actieve bijdrage aan of ze leven mee met (top)sporters langs de lijn of via de media. Sport en beweging dragen bij aan sociale en educatieve doeleinden zoals de ontwikkeling en weerbaarheid van kinderen, het leren over sportiviteit en respect, maatschappelijke participatie, maar ook aan het verbeteren van de leefbaarheid in de buurt. Het kabinet hecht veel waarde aan sport en bewegen als basis voor een gezonde en actieve leefstijl, waarbij keuzevrijheid voor het individu voorop staat. De ambitie is dat voor iedere Nederlander die dat wil een passend sport- en beweegaanbod in de buurt aanwezig is, dat bovendien veilig en toegankelijk is. Samen met andere partijen zoals de sportsector, lokale overheden en het bedrijfsleven wil het kabinet voorwaarden scheppen om mensen (meer) te kunnen laten sporten en bewegen, zowel in de stad als op het platteland. Het kabinet omarmt daarbij het particuliere initiatief en de publiek-private samenwerking. Bron: Beleidsbrief sport ‘Sport en Bewegen in Olympisch perspectief’.

14


Om de doelstellingen van het programma Sport en Bewegen in de Buurt te realiseren, heeft de overheid flink ingezet op combinatiefunctionarissen en buurtsportcoaches. De regeling die de inzet van buurtsportcoaches mogelijk maakt (Brede impuls combinatiefuncties - Bic) is uitgebreid geëvalueerd. Hieruit blijkt dat bijna alle (95%) van de deelnemende gemeenten ervaren dat deze regeling als een goede impuls voor hun lokaal sportbeleid heeft gewerkt. De gemeenten willen dit dan ook graag voortzetten op de lange termijn. Vandaar dat in het Nationaal Sportakkoord is opgenomen dat het aantal fte aan buurtsportcoaches uitgebreid wordt van 2900 naar 3625.

Ruim 6.000 buurtsportcoaches en cultuurcoaches werkzaam in Nederland In totaal nemen 350 Nederlandse gemeenten (99%) deel aan de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC), van waaruit buurtsportcoaches en cultuurcoaches worden aangesteld. Op 1 september 2020 realiseerden zij in totaal 3.468 fte aan buurtsportcoaches, combinatiefunctionarissen en cultuurcoaches. Het gaat hierbij om 6.012 personen die vanuit de BRC werkzaam zijn. Zij hebben als doel om alle Nederlanders te motiveren een leven lang te sporten, bewegen en culturele activiteiten te beoefenen. Dit doen zij door middel van het tot stand brengen van lokale verbindingen tussen verschillende sectoren. Het gaat om taken als verenigingsondersteuning, ontwikkeling van sportaanbod in zorginstellingen, buurtbewoners samen aan het bewegen krijgen of lessen op scholen verzorgen. Dit blijkt uit de Monitor Brede Regeling Combinatiefuncties 2020 die door het Mulier Instituut is opgesteld in opdracht van het ministerie van VWS. Bron: Mulier Instituut, november 2020.

Het beroep van buurtsportcoach wordt in de praktijk verschillend ingevuld. De buurtsportcoach vervult verschillende rollen en functioneert op uiteenlopende niveaus (mbo, hbo). De buurtsportcoach werkt samen met tal van domeinen (onderwijs, sport, welzijn, zorg) en houdt zich met vrijwel alle doelgroepen bezig (‘van nul tot honderd’). Dit heeft geleid tot het onderscheiden van een aantal profielen: • Buurtsportcoach sport(vereniging) • Buurtsportcoach sport & buurt (veiligheid, leefbaarheid, participatie) • Buurtsportcoach gezondheid • Buurtsportcoach jeugdzorg • Buurtsportcoach welzijn (sociaal domein) • Buurtsportcoach senioren en ouderenzorg • Buurtsportcoach aangepaste sporten/gehandicaptenzorg • Buurtsportcoach bedrijfsleven.

15


Buurtsportcoaches kunnen dus heel verschillend werk doen, variërend van uitvoerend tot coördinerend en beleidsmatig. Dit biedt voor de coördinator BOS prima doorgroeimogelijkheden. De buurtsportcoaches hebben met elkaar gemeen dat ze allemaal actief zijn op het gebied van sportstimulering en het realiseren van sociaal-maatschappelijke doelstellingen. ▶ VERDIEPINGSSTOF VOORBEELDFUNCTIES BUURTSPORTCOACH ONDERWIJS

Verschillende benamingen Naast de term buurtsportcoach kom je ook nog steeds de naam van combinatiefunctionaris tegen. Benamingen die ook gebruikt worden zijn beweegcoach, beweegmakelaar, beweegconsulent en talentcoach. Soms wordt er onderscheid gemaakt tussen een combinatiefunctionaris en een buurtsportcoach. Een combinatiefunctionaris is werkzaam binnen minimaal twee sectoren, maar hoeft zich niet met sport bezig te houden. Het kan bijvoorbeeld ook om cultuur gaan. Een buurtsportcoach wordt dan gezien als een combinatiefunctionaris met een bijzondere opdracht, namelijk het organiseren van een sport- en beweegaanbod in de buurt en het maken van een verbinding tussen sport- en beweegaanbieders en andere sectoren (zorg, welzijn, kinderopvang, onderwijs).

De buurtsportcoach bestaat niet ... Hoe kunnen we hem beter maken? Wie zich begeeft in de wereld van de buurtsportcoaches komt er al snel achter dat de buurtsportcoach niet bestaat. In de ene gemeente heet hij of zij combinatiefunctionaris, in een andere beweegcoach. Weer ergens anders werkt de buurtsportcoach met jongeren en noemen ze hem liever talentcoach. Voor wie het niveau omhoog wil schroeven, is dat een lastig gegeven. Bron: www.kennisbanksportenbewegen.nl/.

Het profiel van de coördinator buurt, onderwijs en sport Het werkveld van sport en bewegen is heel breed en kent dan ook veel verschillende sportbegeleiders, sportleiders en sport- en bewegingscoördinatoren. Voor de toekomstige BOS-coördinator is het belangrijk om te weten wat nu de belangrijkste werkzaamheden van dit beroep zijn. Om hier een goed beeld van te geven, worden drie aspecten van het beroep besproken: 1 typering van het beroep 2 belangrijkste beroepssituaties 3 belangrijkste taken.

16


▶ FILMPJE - BEROEPENFILM | SPORTCOÖRDINATOR BOS MEDEWERKER

1. Typering van het beroep De coördinator buurt, onderwijs en sport werkt vanuit een organisatie in de driehoek Buurt-Onderwijs-Sport (BOS). Het kan ook zo zijn dat hij voor twee organisaties werkzaam is. De beroepscontext verschilt per sector en loopt uiteen van gemeentelijke instelling, welzijnscentrum, sportvereniging tot onderwijsinstelling. De laatste jaren is de BOS-driehoek uitgebreid en zijn ook welzijnsorganisaties, zorginstellingen en commerciële sportaanbieders aangesloten. De coördinator buurt, onderwijs en sport functioneert veelal in een omgeving waarin hij met anderen moet samenwerken om programma's te realiseren. Het creëren van draagvlak is hierbij belangrijk. De coördinator maakt gemakkelijk contact met deelnemers, collega‘s en bestuursleden, is flexibel en past zich gemakkelijk aan. Hij ontwikkelt in overleg of in opdracht van opdrachtgevers een aanbod van BOS-activiteiten en organiseert en coördineert dit. Hij zet zich in voor een goed beweegklimaat en zoekt daarin de samenwerking met andere BOS-partijen. De sport- en bewegingscoördinator volgt trends en ontwikkelingen binnen de branche en werkt ook op internationaal niveau. De sport- en bewegingscoördinator zorgt er ook voor dat uitvoerders hun werk verantwoord uitvoeren door hen de juiste informatie, instructie en coaching te geven. De organisatie kan erop vertrouwen dat het personeel op een juiste wijze wordt ingezet. Resultaat van het beroep is een verantwoord sport- en bewegingsaanbod dat aansluit op de lokaalspecifieke situatie en waarbij gewerkt wordt aan het realiseren van de volgende doelen: • het vergroten van de maatschappelijke betekenis van sport • het versterken van de kwaliteit van sportaanbieders • het onderhouden en stimuleren van sportparticipatie • een impuls geven aan het verantwoord bewegen van jeugd binnen en buiten schooltijd. ▶ FILMPJE - RO I BUURTSPORTCOACH AMERSFOORT FILMPJE - DE BUURTSPORTCOACH. HET SPORTIEVE SAMENSPEL FILMPJE - PETRA ONTDEKTE HAAR SPORT VIA DE BUURTSPORTCOACH VAN JIBB HELMOND WEBSITE - SPORT EN BEWEGEN IN DE BUURT

17


2. Belangrijkste beroepssituaties De coördinator buurt, onderwijs en sport biedt sport- en bewegingsactiviteiten aan in de driehoek van buurt, onderwijs en sport. Het doel is het realiseren van maatschappelijke doelstellingen, waarbij sport en bewegen het belangrijkste middel is. Met uiteenlopende partners zet hij projecten op binnen bijvoorbeeld het onderwijs of de buurt. Bij het onderwijs kan gedacht worden aan kennismakingsactiviteiten om met name kinderen uit achterstandswijken te stimuleren zich aan te sluiten bij een sportaanbieder. Met welzijnsen zorgorganisaties levert hij een bijdrage aan het zo lang mogelijk zelfstandig thuis laten wonen van ouderen door een gericht bewegingsaanbod. Binnen het uitoefenen van zijn beroep richt hij zich vooral op groepen die een achterstand hebben voor wat betreft de sportparticipatie. De coördinator buurt, onderwijs, sport voert de taken in het kader van de BOS-driehoek zelfstandig uit. Bij kleinschalige projecten kan hij een deel van de taken onder zijn verantwoordelijkheid laten uitvoeren door een collega of vrijwilliger. Bij grootschalige projecten werkt hij samen met collega's, vrijwilligers en/of externe professionals. Hij blijft daarbij verantwoordelijk voor zijn eigen bijdrage aan het geheel. Bij bijzonderheden kan hij terugvallen op zijn leidinggevende.

3. Belangrijkste taken •

• • •

aanbieden van SB-programma in samenwerking met buurt-onderwijs-sport - samen met partners komen tot gemeenschappelijke, sociaal-maatschappelijke doelen, waarbij sport en bewegen het belangrijkste middel vormen - opstellen van een programma voor de BOS-driehoek - uitvoeren van SB-activiteiten binnen de BOS-driehoek - toetsen van de voortgang van het SB-programma uitvoeren van coördinerende taken uitvoeren van beleidsondersteunende taken coördineren en uitvoeren van SB-projecten - opstellen van een projectplan voor een SB-project - voorbereiden van het projectplan - uitvoeren van een projectplan.

De eerste taak, het aanbieden van SB-programma in samenwerking met buurt-onderwijs-sport, komt nadrukkelijk in dit boek aan de orde. De tweede belangrijke taak van de BOS-medewerker, het coördineren en uitvoeren van SB-projecten, wordt besproken in het boek SB-projecten coördineren.

18


Advertentie buurtsportcoach De buurtsportcoach sport en bewegen is één van de buurtsportcoaches die Sport Fryslân in opdracht van de gemeente Ameland aanstelt. De buurtsportcoach gaat actief aan de slag met de uitvoering van taken voor zowel de gemeente als voor fysiotherapie Ameland en wordt aangestuurd door een beleidsmedewerker van de gemeente Ameland. De gemeente wil met de inzet van de buurtsportcoach bereiken dat meer mensen sporten en bewegen in de buurt, dat uitvoering gegeven wordt aan sport- en beweegprojecten en dat er verbindingen worden gelegd tussen sport en bewegen en andere sectoren zoals welzijn, zorg, toerisme en bedrijfsleven. Voor de uitvoering zoeken we een buurtsportcoach sport en bewegen.

Taken voor gemeente (50%): •

• • • •

Opzetten en uitvoeren van sportstimuleringsprojecten en -activiteiten aan groepen en individuele Amelanders met focus op jeugd en minder of niet-actieven, zoals bijv. ouderen of mensen met een handicap. Mede uitvoering geven aan project JOGG (jongeren Op Gezond Gewicht). Verbinden van sport en bewegen met sectoren als welzijn, zorg, toerisme en bedrijfsleven. Ondersteunen bij het ontwikkelen en opzetten van Sportservice Ameland. Dit is een coördinatiepunt sport en bewegen met loketfunctie voor informatieverstrekking. Bijdrage leveren aan Sportbundeling Ameland. Dit betekent het onderhouden van constructief overleg tussen gemeente en alle aan sport en bewegen gerelateerde organisaties en instellingen.

Taken voor Fysiotherapie Ameland (50%): • • • • •

Verbinding tussen gezondheidspreventie en sport en bewegen en gezondheidspreventie. Verbinding tussen sociaal-psychische problematiek en sport en bewegen. Productontwikkeling voor gezondheid en sport en bewegen in vakanties (relatie tot toerisme). Uitvoeren van activiteiten voor en begeleiden van sport- en/of beweeggroepen, zoals bijv. bewegen voor ouderen, fitkids, hydrotherapie, bewegen op muziek en obesetraining. Ondersteunen van curatieve en preventieve programma’s binnen de fysiopraktijk.

Functie-eisen Je hebt een MBO opleiding sport en bewegen met succes afgerond. Je bent een doener, je bent initiatiefrijk en hebt aantoonbare ervaring in de sport en met het in beweging brengen van (groepen) van mensen. Je bent communicatief en sociaal vaardig en bent in staat verbindingen te leg¬gen. Daarnaast weet je mensen te motiveren en kun je goed samenwerken. Je kunt goed plannen en organiseren alsmede een netwerk opbouwen én onderhouden. Je bent flexibel inzetbaar en bent bij voorkeur woonachtig op Ameland. Bron: www.ameland.nl/ameland-actueel.nl.

19


Een BOS-coördinator organiseert sportprojecten en -activiteiten om mensen aan het sporten te krijgen en te houden en geeft leiding tijdens de uitvoering van deze projecten en activiteiten. In een groot aantal gevallen is hij de schakel tussen de maker van de sportplannen én de sportleiders voor de groepen. Het kan echter ook voorkomen dat hij meer op de stoel van de beleidsmaker zit en vooral betrokken is bij het ontwikkelen van de plannen. Daarnaast gebeurt het ook dat de BOS-coördinator wat meer uitvoerend bezig is en zelf een deel van de SB-activiteiten aanbiedt. De SB-activiteiten en programma’s zijn heel divers. Het kan gaan om een koersbalactiviteit voor ouderen in het buurthuis, naschoolse sport in de gemeentelijke sporthal voor kinderen uit achterstandswijken of een leefstijlprogramma voor kinderen met obesitas. De overheid probeert steeds nieuwe effectieve strategieën te ontwikkelen om sport en bewegen te stimuleren. Voor de coördinator BOS is het belangrijk om goed op de hoogte te zijn van nieuwe strategieën, regelingen en speerpunten.

Sport en bewegen in de buurt Voor iedere Nederlander, jong of oud, is er passend sport en beweegaanbod in de eigen buurt, dat veilig en toegankelijk is. De regering zet in op: • meer multisportaanbod en sport en beweeg aanbod op locatie (school, sportveldjes in de buurt, werkgevers en zorg- en welzijnsinstellingen) • minder belemmeringen die de benutting van accommodaties en begeleiding in de weg staan • meer lokale menskracht (zoals buurtsportcoaches) waarmee sportverenigingen worden versterkt en verbindingen worden gelegd tussen sport en de buurt, school, naschoolse opvang, zorg en welzijn • meer publiek private samenwerking • opzetten van sportloketten bij revalidatiecentra en daarbij aandacht voor talentherkenning. Bron: Sport en bewegen in Olympisch perspectief.

Bij effectieve sportstimulering gaat het om samenwerking. De succeskansen zijn groter als sportstimulering op lokaal niveau gebeurt en als er binnen de BOS-driehoek met uiteenlopende organisaties wordt samengewerkt. Om die samenwerking van de grond te krijgen is de coördinator buurt, onderwijs en sport erg belangrijk. Deze kijkt verder dan één organisatie. Soms werkt hij ook voor meerdere organisaties, dan heeft hij een duale aanstelling. Werkt de BOS-coördinator vooral binnen een of meerdere grote sportverenigingen, dan is de rol vooral die van verenigingscoördinator. In deze rol zijn het ontwikkelen van bijvoorbeeld vrijwilligersbeleid en het organiseren van wervingsactiviteiten belangrijke taken.

20


Binnen het onderwijs probeert de BOS-coördinator met allerlei projecten de sportparticipatie van kinderen te vergroten. Het gaat erom dat zo veel mogelijk kinderen sport en bewegen ontdekken als een belangrijk onderdeel van een actieve, gezonde leefstijl. Daarnaast kan de BOS-coördinator ondersteuning bieden bij het bewegingsonderwijs. Meestal maakt hij hierbij onderdeel uit van een beweegteam.

1.2

De BOS-driehoek

Een coördinator BOS werkt veelal in of voor de BOS-driehoek. In de BOS-driehoek werken organisaties op lokaal niveau uit de sectoren buurt (B), onderwijs (O) en sport (S). Deze organisaties zijn bezig met sport aanbieden, met sportstimulering en/of met sport als middel om bepaalde zaken aan te pakken (bijvoorbeeld gezondheid, buurtverbetering). De buurtsportcoach beperkt zich niet tot de traditionele BOS-driehoek, maar werkt steeds vaker samen met zorginstellingen, welzijnsorganisaties, bedrijven en commerciële sportaanbieders. Op deze manier kunnen ze de doelgroepen makkelijker bereiken, kan het sportaanbod beter aansluiten bij de vraag of bij andere activiteiten en kunnen de sportactiviteiten makkelijker georganiseerd en gepromoot worden. Ook kunnen door samenwerken maatschappelijke aandachtspunten voor een bepaalde doelgroep, buurt of wijk beter aangepakt worden.

Sport en bewegen verbindt Sport en bewegen verbindt op diverse niveaus en op allerlei manieren mensen met elkaar. Dat geldt niet alleen voor de activiteiten zelf, maar ook voor de randvoorwaarden er omheen. Sport en bewegen nodigt als het ware gemeentelijke organisaties uit tot het maken van verbindingen op beleidsniveau, maar zeker ook op het niveau van de aanbieders van sport en bewegen. Samenwerking in beleid: lokale regie De BOS-driehoek veronderstelt dat op beleidsniveau binnen een gemeente ten minste drie sectoren betrokken zijn: de beleidssectoren van welzijn, onderwijs en sport. Ervaringen binnen het Grote Stedenbeleid en het Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) hebben duidelijk gemaakt dat onderlinge afstemming van beleid betere resultaten geeft. In de praktijk blijkt dat hoe beter de afstemming tussen de aanbieders is geregeld, hoe hoger de kwaliteit van de sporten beweegactiviteiten en daarmee het maatschappelijk rendement is. Die samenhang is in de praktijk dermate groot, dat samenwerking eigenlijk een ‘must’ is. Bron: Samenwerken in de BOS-driehoek.

21


In de BOS-driehoek zijn verschillende organisaties werkzaam, die met sport en bewegen te maken hebben. Zo zijn er: • buurtorganisaties (B), bijvoorbeeld welzijnsorganisaties en buurtraden • onderwijsorganisaties (O), basisscholen, brede scholen, scholen voor speciaal onderwijs, middelbare scholen en regionale opleidingscentra voor beroepsonderwijs (roc) • sportorganisaties (S), bijvoorbeeld sportverenigingen, maar ook allerlei andere sportaanbieders zoals fitnesscentra, zwembaden, beweeggroepen en trimclubs. Daarnaast zijn er nog allerlei andere organisaties die sport- en beweegactiviteiten aanbieden en die ook bij de BOS-driehoek horen. Denk bijvoorbeeld aan lokale sportstichtingen, (sportieve) kinderopvangcentra, zorginstellingen en activiteitencentra. Kenmerkend is dat al deze BOS-organisaties korte lijnen hebben met voor sportstimulering belangrijke doelgroepen. Gemeenten en lokale sportstichtingen hebben vaak ook een rol bij het uitzetten van beleid en plannen voor een BOS-driehoek en zorgen voor afstemming van activiteiten.

1.3

Kwaliteiten van de buurtsportcoach

Om als BOS-coördinator projecten en SB-programma’s goed te kunnen organiseren en coördineren zijn kennis, vaardigheden en bepaalde persoonlijkheidskenmerken belangrijk. De belangrijkste kwaliteiten van de coördinator buurt, onderwijs en sport zijn: • organiseren en coördineren • leidinggeven • samenwerken • netwerken en verbinden • communiceren • kennis van doelgroepen • kennis van SB-programma’s, interventies • kennis van visie beleid • persoonskenmerken.

Organiseren en coördineren Het organiseren en coördineren van projecten en SB-programma’s staat centraal binnen dit beroep. Een groot gedeelte van de werkzaamheden waar de coördinator BOS mee te maken krijgt, is projectmatig van aard. Zo kan hij een SB-programma ontwikkelen voor inactieve bewoners van een bepaalde buurt, een project vormgeven gericht op het voorkomen van eenzaamheid bij ouderen of een project doen op een school voor speciaal onderwijs gericht het vergroten van de sportparticipatie.

22


Leidinggeven De rol van de coördinator BOS in de voorbereiding en bij de uitvoering van activiteiten is die van coördinator. Een coördinator van een activiteit heeft de belangrijke taak om sportleiders, vrijwilligers en andere betrokkenen aan te sturen bij de uitvoering van de activiteit.

Samenwerken Als coördinator BOS moet je goed kunnen samenwerken, zowel met collega’s als met allerlei belangrijke organisaties in de regio. Je werkt meestal in een team van buurtsportcoaches, eventueel aangestuurd door een senior buurtsportcoach. Binnen zo’n team heeft elke buurtsportcoach zijn eigen aandachtsgebied en expertise. Dit moet wel met elkaar gedeeld worden. Afstemming en samenwerking is dan ook belangrijk. Daarnaast heb je binnen dit beroep te maken met allerlei relevante partners waarmee je constructief moet kunnen samenwerken.

Netwerken en verbinden Een BOS-coördinator werkt samen met allerlei organisaties om gezamenlijk sociaal-maatschappelijke doelstellingen te bereiken. Het is belangrijk dat je met veel organisaties contact opbouwt en onderhoudt. Een uitgebreid netwerk is van groot belang om goed te kunnen functioneren als BOS-coördinator. Je moet veel tijd steken in netwerken en in het verbinden. Bij het verbinden gaat het om het bij elkaar brengen van verschillende organisaties en het zoeken naar op welke punten ze elkaar kunnen versterken. Kennis van welke organisaties op lokaal niveau relevant zijn, is noodzakelijk.

Mogelijkheden om samen te werken De coördinator buurt, onderwijs en sport signaleert, inventariseert en analyseert mogelijkheden om samen te werken met gemeente, lokale sportinstellingen, onderwijs, welzijnsinstellingen en commerciële instellingen. Hij neemt deel aan overleggen, werkt samen met specialisten en deskundigen uit de branche en de verschillende organisaties. Hij wisselt kennis en informatie uit met andere bij de organisatie betrokken partijen en komt tot voorstellen en adviezen om SB-activiteiten aan te laten sluiten bij hun doelen. Hij levert een bijdrage aan het imago van de SB-organisatie of bepaalde sporters. Hij bespreekt de mogelijkheden met het team en/of zijn leidinggevende. Bron: Kwalificatiedossier mbo Sport en Bewegen.

23


Verbinden Onze buurtsportcoaches stralen allemaal sport en bewegen uit. Maar daarnaast vinden wij verbinden de belangrijkste competentie, evenals het kunnen motiveren en enthousiasmeren van zowel partners als deelnemers. Bron: https://www.allesoversport.nl.

Communiceren Communiceren met mensen is een belangrijk onderdeel van je werk. Je krijgt met allerlei mensen te maken als organisator, als coördinator en als leidinggevende. Bij communiceren kun je denken aan je mening geven, conclusies trekken, onderhandelen, een vergadering leiden, een verslag maken en brieven schrijven, maar zeker ook aan stimuleren en aansturen van mensen, feedback geven en krijgen en omgaan met conflicten. Als je goed kunt communiceren, maakt dat je werk als BOS-coördinator eenvoudiger en beter. Communiceren kun je leren. In de content ‘De sportleider als begeleider deel 1’ krijg je veel handvatten om bewust te leren communiceren en vind je informatie over verschillende gespreksvaardigheden.

Kennis van doelgroepen Als coördinator buurt, onderwijs en sport organiseer je SB-programma’s voor verschillende groepen. Meestal gaat het om groepen die minder dan gemiddeld deelnemen aan sport- en bewegingsactiviteiten. Ook kan het gaan om groepen waarbij gezondheidsbedreigende factoren een rol spelen, zoals overgewicht, eenzaamheid en armoede. Het gaan om verschillende leeftijdsgroepen gaan, zoals jeugd, volwassenen en ouderen, om mensen en groepen met een verschillende culturele en/of religieuze achtergrond en om mensen met een beperking. Een steeds belangrijkere aandachtgroep in de buurt zijn mensen met een zogenoemde lage sociaal-economische status (SES). Mensen die deelnemen aan SB-programma’s, maar ook toeschouwers, hebben verschillende achtergronden en verschillende sportmotieven. Kennis en inzicht in de achtergronden van de verschillende doelgroepen is dan ook erg belangrijk.

Kennis van SB-programma’s en interventies Om sociaal-maatschappelijke doelstellingen te realiseren, maak je gebruik van SB-programma’s of interventies. Je hoeft deze interventies meestal niet helemaal zelf te bedenken. De afgelopen jaren is er een enorm aanbod ontwikkeld. Verschillende organisaties, variërend van sportbond, sportvereniging, zorgverzekeraar, zorginstelling tot gemeente, proberen met allerlei programma´s mensen aan te zetten tot een actieve leefstijl en tot het realiseren van uiteenlopende doelstellingen. Op de website van het Loket Gezond Leven vind je een uitgebreid overzicht van bestaande interventies. Meestal is het wel maatwerk en moet je de bestaande interventie aanpassen aan de lokale situatie.

24


Preventie in de Buurt Als professionals uit de publieke gezondheid en de huisartsenpraktijk samenwerken, maakt dat werken aan een gezondere leefstijl makkelijker en efficiënter. Daarmee draagt samenwerking bij aan de gezondheid van inwoners. Waar GGD en huisarts met andere wijkprofessionals, zoals een wijkverpleegkundige, buurtsportcoach of welzijnsmedewerker, de handen ineen slaan creëren ze kansen voor succesvolle wijkgerichte preventie. Het project Preventie in de Buurt (2014-2018) van RIVM Centrum Gezond Leven (CGL) en het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) ondersteunt professionals bij deze samenwerking. Dat doen we op verschillende manieren: • Op veel plekken werken professionals uit de huisartsenpraktijk en publieke gezondheid succesvol samen. Leer van de ervaringen van uw collega’s en ontdek kansen voor uw eigen praktijk? Bekijk de inspirerende voorbeelden. • Wijkgericht samenwerken is steeds vaker de praktijk. Maar hoe borgt u een samenwerking in de bestaande structuren? Vanuit Preventie in de Buurt faciliteren we 20 werksessies waarin professionals samen een impuls geven aan hun samenwerking. • Er is al veel materiaal beschikbaar dat u kunt gebruiken om (samen) te werken aan een gezonde leefstijl van inwoners. Kijk op de materialenpagina samenwerking met de eerste lijn. • Voor professionals in de huisartsenpraktijk is het Overzicht van online interventies beschikbaar. Daarmee kunnen huisartsen en praktijkondersteuners patiënten die aan hun leefstijl willen werken verwijzen naar een app of een programma of cursus op internet. Bron: https://www.loketgezondleven.nl/gezonde-gemeente/dossier-preventie-zorg-en-welzijn.

Kennis van visie en beleid Het is belangrijk om goed op de hoogte te zijn van de visie en het beleid van de overheid op het gebied van sport en bewegen. De activiteiten die je gaat organiseren, hebben verschillende aanleidingen. Sportactiviteiten met als doel aandacht voor gezondheid en actieve leefstijl komen veel voor. Ook kan het zijn dat je activiteiten organiseert voor bepaalde thema’s die in een wijk of buurt spelen, zogenoemde sociale motieven. Achtergronden van gezondheid en actieve leefstijl en kennis van wat er in een buurt of wijk speelt, zijn nodig om zinvolle en succesvolle activiteiten te kunnen organiseren. Om het beleid te realiseren heeft de overheid programma’s ontwikkeld (onder andere het programma Sport en Bewegen in de Buurt) en worden er subsidies verstrekt om het beleid te realiseren. Door aan te sluiten bij het beleid komen de SB-programma’s waarschijnlijk in aanmerking voor subsidie.

25


Persoonskenmerken Kenmerkend voor een BOS-coördinator is dat hij veel initiatieven neemt, dat hij kan improviseren, dat hij makkelijk in de omgang met anderen is en contacten goed kan onderhouden. Positieve uitstraling en enthousiasme zijn belangrijke eigenschappen. Werken in de sportstimulering binnen de BOS-driehoek vraagt een flinke portie flexibiliteit en doorzettingsvermogen.

Onderzoek buurtsportcoaches Het Mulier instituut heeft onderzoek gedaan naar de werkzaamheden, kennis en vaardigheden van de buurtsportcoach. De buurtsportcoach besteedt de meeste tijd aan: 1 Organiseren en plannen van activiteiten (27%). 2 Verbinden (samenwerkingsverbanden leggen of verbeteren) (23%). 3 Uitvoeren (begeleiden, geven van lessen, activiteiten, clinics) (19%). 4 Coördineren (18%). 5 Communiceren (18%). 6 Ontwikkelen (18%). Voor wat betreft het kennisaspect gaat het met name om kennis met betrekking tot doelgroepen, beleid, samenwerken, gezondheid en communiceren. De belangrijkste vaardigheden van de buurtsportcoach zijn volgens het onderzoek: • communiceren • samenwerken • verbinden • activeren, enthousiasmeren, overtuigen. Bron: Het beroep van buurtsportcoach, factsheet 2018 (Mulier instituut).

26


VERWERKINGSOPDRACHTEN De coördinator buurt, onderwijs en sport OPDRACHT 1

Woordspin buurtsportcoach

a Bespreek de termen op het papier en kom tot een lijstje met onderwerpen die met het begrip buurtsportcoach te maken hebben. b Vergelijk dit lijstje met andere lijstjes uit de klas. OPDRACHT 2

Wat doet de buurtsportcoach

▶ FILMPJE - DE BUURTSPORTCOACH: HET SPORTIEVE SAMENSPEL

a Geef een samenvatting van de inhoud van het filmpje. b Geef een korte omschrijving van het werk van de buurtsportcoach. OPDRACHT 3

Doelgroepen van de buurtsportcoach

▶ FILMPJE - ANNEJET CRAMER, BUURTSPORTCOACH BIJ SPORTSERVICE ZWOLLE

a Met welke doelgroepen werkt deze buurtsportcoach? b Met welke organisaties werkt deze buurtsportcoach samen? OPDRACHT 4

Profiel BOS

Deze opdracht kun je het best in een groepje maken. ▶ FILMPJE - NOVA COLLEGE CIOS PROFIELDEEL BUURT, ONDERWIJS EN SPORT FILMPJE - COÖRDINATOR BUURT, ONDERWIJS & SPORT

a Bespreek met elkaar de inhoud van de filmpjes en geef jullie mening of je vindt dat het profiel BOS goed omschreven wordt.

b Er wordt in beide filmpjes benadrukt dat het vooral gaat om het werken met kinderen. Wat vinden jullie hiervan? ▶ FILMPJE - BEROEPENFILM | SPORTCOÖRDINATOR BOS MEDEWERKER

c Geef vervolgens jullie mening over dit filmpje. Wat zijn de verschillen met de vorige filmpjes? OPDRACHT 5

De belangrijkste taken

De belangrijkste taak en deeltaken van de coördinator BOS zijn: 1 aanbieden van SB-programma’s in samenwerking met buurt-onderwijs-sport 2 samen met partners komen tot gemeenschappelijke sociaal-maatschappelijk doelen, waarbij sport en bewegen het belangrijkste middel vormen

27


3 4 5 6 7

opstellen van een programma voor de BOS-driehoek uitvoeren van SB-activiteiten binnen de BOS-driehoek toetsen van de voortgang van het SB-programma uitvoeren van coördinerende taken uitvoeren van beleidsondersteunende taken.

Geef van elke deeltaak een voorbeeld uit de praktijk.

De BOS-driehoek OPDRACHT 6

Wat is de BOS-driehoek?

a Leg uit wat er bedoeld wordt met de BOS-driehoek. b Leg uit dat het momenteel niet alleen meer gaat om sportaanbieders uit deze driehoek. Kwaliteiten van de buurtsportcoach OPDRACHT 7

BOS-kwaliteiten

De belangrijkste kwaliteiten van de coördinator buurt, onderwijs en sport zijn: 1 organiseren en coördineren 2 leidinggeven 3 netwerken en verbinden 4 communiceren 5 kennis van doelgroepen 6 kennis van SB-programma’s, interventies 7 kennis van visie beleid 8 persoonskenmerken.

a Welke van de vorige kwaliteiten vind jij het belangrijkst? Noem de belangrijkste drie of vier kwaliteiten. b Beschrijf van de drie of vier belangrijkste kwaliteiten in welke mate jij deze kwaliteit al beheerst. c Formuleer voor deze drie of vier kwaliteiten een persoonlijk leerdoel.

28


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.