22 minute read

Thema 17 Agressie 17.1 Agressief-gedrag ......................................................................... 303 17.2 Vormen-van-agressie ................................................................. 305 17.3 Oorzaken-van-agressie .............................................................. 307 17.4 Begeleiden-van-agressief-gedrag ............................................. 310 17.5 Gevolgen-van-agressie .............................................................. 313 17.6 Verdieping:-In-de-praktijk ......................................................... 314 17.7 Begrippen ................................................................................... 317 17.8 Bronnen ...................................................................................... 317

THEMA 17 AGRESSIE Inhoud thema • Agressief gedrag • Vormen van agressie • Oorzaken van agressie • Begeleiden van agressief gedrag • Gevolgen van agressie • Kritische beroepssituatie • Verdieping: In de praktijk CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

In je werk kun je met boze kinderen te maken krijgen. Soms loopt dit zo hoog op, dat je kunt spreken van agressief gedrag. Het is belangrijk om vormen en oorzaken van agressie te herkennen, zodat je je handelen op zo’n moment kunt afstemmen op de behoeften van het kind. Agressie staat niet op zichzelf, er is altijd een context. De omgeving speelt hierin een belangrijke rol. Het begeleiden van kinderen die agressief gedrag vertonen, is een essentieel onderdeel van je werk. Het is belangrijk dat je als pedagogisch professional zelf rustig blijft. Als je merkt dat je eigen emoties door het gedrag van een kind te hoog oplopen, is het verstandig om even weg te lopen. Vraag een collega om het kind of de groep van je over te nemen. Zo laat je ook voorbeeldgedrag zien: als je boos wordt, ga je niet terug slaan of schelden, maar neem je een time-out. 17.1 Agressief gedrag Elk kind heeft een gezonde vorm van agressief gedrag nodig om zijn leefwereld te ontdekken. Het agressieve gedrag is een vorm van opstandigheid. Het kind leert zijn grenzen kennen en zijn territorium af te bakenen. Ieder kind is wel eens boos of ergens niet mee eens, maar ieder kind kent ook gevoelens van onzekerheid en onveiligheid. Ieder kind reageert op zijn eigen manier. De een loopt weg, de ander wordt boos. Sommige kinderen weten niet hoe ze met hun emoties om moeten gaan en laten agressief gedrag zien. Agressief gedrag wordt bepaald door je karakter en door de omgeving waarin je opgroeit. Wanneer een kind agressie in zijn leefwereld ziet, neemt hij het gedrag over. Normoverschrijdend gedrag Normoverschrijdend gedrag is gedrag dat niet overeenkomt met leeftijdsgebonden gedragsnormen. Denk aan pesten, bang maken, uitschelden, onder druk zetten en vormen van handtastelijkheden. Dit gedrag kom overal in de samenleving voor. Normoverschrijdend gedrag kan bewust en onbewust zijn. Het is belangrijk te beseffen dat normoverschrijdend gedrag vaak niet te wijten is aan één persoon. Normoverschrijdend gedrag kan worden beïnvloed door de omgeving van het kind. Wanneer het kind opgroeit in een omgeving waar bijvoorbeeld schelden de norm is, neemt het kind dit over. Terwijl schelden niet de norm is in onze samenleving. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

Ferry (6) en Rashid (6) zijn vriendjes en zitten samen op de naschoolse opvang. De jongens willen altijd alleen maar gamen. Wanneer de computer bezet is, spugen en schoppen zij naar het kind dat achter de computer zit. Het kind gaat huilend naar de groepsleider, zodat zij samen kunnen spelen. Agressie De begrippen agressie en agressief gedrag worden vaak door elkaar gebruikt. Met dit gedrag wil iemand doelbewust een ander schade toebrengen. Het gedrag overschrijdt de grenzen van algemeen acceptabel gedrag en roept gevoelens van angst, pijn, verdriet en/of boosheid bij de ander op. Bij normoverschrijdend gedrag wordt een norm of een regel overschreden. Agressie gaat een stap verder. Daar wordt doelbewust schade aan de ander toegebracht. Al op zeer jonge leeftijd laten kinderen agressie zien. Bij baby’s van een half jaar oud kun je al wel gedrag zien dat op agressie lijkt, maar dit komt de eerste jaren voort uit frustratie en boosheid. Het kind wil iets en als het dat niet lukt, wordt het boos.CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) Een baby laat nog geen agressief gedrag zien, hij is boos.

Signalen van agressief gedrag

Veel voorkomende signalen van agressief gedrag zijn schelden, op negatieve wijze aandacht vragen, gemeen gedrag vertonen, spullen van andere vernielen, gebrek aan respect voor andere kinderen, ten koste van anderen de eigen zin doordrijven, driftbuien en veel vechten. Jij hebt de verantwoordelijkheid de kinderen te begeleiden als zij agressief gedrag vertonen. Jij moet dus alert zijn op signalen van agressief gedrag. Dus moet je de signalen van agressief gedrag kennen en herkennen. Agressief gedrag kan meerdere oorzaken hebben. Door signalen te herkennen, kun je inspelen op een eventueel dreigende situatie. Dit is in het belang van de veiligheid van het kind en de andere groepsgenoten. Bovendien moet je het kind dat agressief gedrag vertoont en het kind dat het slachtoffer is, begeleiden en positief beïnvloeden. Mariska (vier jaar) zit in groep 1. De laatste weken is haar gedrag veranderd. Als ze iets moet doen waarin ze geen zin heeft, gaat ze krijsen. Wanneer Mariska heel boos is, plast ze in haar broek. Ze kan dan ook andere kinderen slaan en bijten. De leerkracht heeft een gesprek gehad met de moeder van Mariska. Die vertelde dat er de laatste weken veel spanning in huis is tussen de ouders van Mariska.

17.2 Vormen van agressie

In de sociale omgeving van kinderen vinden dagelijks conflicten plaats. Die wordt gezonde agressie genoemd. Bij gezonde agressie richt het handelen zich tegen de bron waaruit de frustratie is ontstaan. Voorbeeld: twee kinderen krijgen ruzie, ze duwen elkaar over en weer. Bij gezonde agressie staat het voorval in verhouding tot wat er is gebeurd. Bij agressie worden verschillende typen onderscheiden: de meest voorkomende vorm van agressie die je bij kinderen ziet is frustratieagressie ; deze heeft als kenmerk: snel oplopende emoties, zoals boosheid, woede, onmacht of paniek. De frustratie wordt veroorzaakt door onverwachte tegenslag (iets lukt niet), teleurstelling (iets gaat niet door) of een moeilijke situatie (iets gaat kapot of iemand gaat weg). Ook wordt Vijandige agressie als vorm genoemd: deze is impulsief en een reactie op een situatie waarin een kind het gevoel heeft dat andere kinderen gemeen tegen hem zijn of hem buitensluiten.Instrumentele agressieis meestal juist doelgericht, daarom meer overwogen en minder emotioneel. Manipulerend en claimend gedrag vallen hier ook onder, als een kind zijn zin wil doordrijven.

CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

Uitdagend gedrag op het schoolplein is een voorbeeld van gezonde agressie. Externaliserend en internaliserend Vormen van agressief gedrag kunnen zich ontwikkelen tot gedragsproblemen, waarbij je onderscheid kunt maken tussen internaliserend en externaliserend gedrag. Externaliserend gedrag is een gedragsprobleem dat naar buiten of op de ander is gericht. De omgeving heeft er last van. Hierbij kun je denken aan fysieke en verbale agressie, intimideren, dreigen, discrimineren en manipuleren. Internaliserend gedrag is een gedragsprobleem dat op de eigen persoon is gericht. Het gedrag is vaak moeilijker zichtbaar. Denk aan angst en depressies, sociale teruggetrokkenheid en in extreme gevallen zelfverwonding. Internaliserend gedrag wordt bij jongens vaker over het hoofd gezien dan bij meisjes. Een van de verklaringen is dat jongens vaker de neiging hebben om angsten te overschreeuwen. Achter de grootste pestkop kan een onzeker, angstig of somber kind schuilgaan. Vaak is het externaliserende gedrag het beste zichtbaar, waardoor die vorm al snel de meeste aandacht krijgt. Fysieke agressie Fysieke agressie is een lichamelijke uitingsvorm van agressie, zoals slaan, CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) duwen, bijten, schoppen en krabben, maar ook verwonding en verkrachting. Jonge kinderen krijgen alternatieven voor fysieke agressie aangeleerd, waarmee ze succeservaringen opdoen in het bereiken van hun doelen. Je kunt het jonge kind ander gedrag aanleren in plaats van fysieke agressie. Het kind

kan de begeleider opzoeken en vragen om hulp en het kind kan de situatie leren negeren in plaats van fysieke agressie toe te passen. Belangrijk is om positief gedrag te belonen en ongewenst gedrag, af te keuren.

Verbaal en non-verbaal

Verbaal geweld is een vorm van agressie waarbij verbale uitingen worden geroepen om de ander bewust schade toe te brengen. Denk aan schreeuwen, razen en tieren. Dit zijn ook zeker vormen van verbaal geweld, maar ook het constant uiten van kleinerende, kwetsende en minachtende opmerkingen valt onder verbaal geweld. Andere voorbeelden: beledigen, uitschelden, verwensingen uiten en intimideren. Non-verbale agressie is een uitingsvorm van agressie, die vaak zorgt voor een onveilig en bedreigd gevoel. Het aannemen van een dreigende houding, intimideren of met spullen gooien zijn hiervan voorbeelden. Het lijkt op het eerste gezicht minder erg dan verbale agressie, maar in de praktijk blijkt dit niet zo te zijn.

Iwan (zeven jaar) zit in groep 4. Zijn klasgenoten zijn bang voor hem. Iwan is duidelijk aanwezig, is bepalend. Wanneer iets niet gaat zoals hij wil, kan hij intimiderend overkomen. Bij de gym is er een tikspel en Iwan wordt getikt door Roland. Iwan wordt boos en loopt dreigend op Roland af. Hij gaat vlak voor Roland staan, gezichten tegenover elkaar. Iwan steekt zijn middelvinger omhoog en loopt weg. Roland blijft verschrikt achter.

17.3 Oorzaken van agressie Agressie komt niet alleen voor bij mensen. Bij dieren wordt agressie beschouwd als een nuttig en zinvol instinct dat in dienst staat van het overleven. Dieren gebruiken agressie om het territorium te verdedigen, voedsel te bemachtigen en om het leiderschap van een groep of gebied te veroveren of te verdedigen. Onder mensen zijn oorzaken van agressie toe te schrijven aan onder meer persoonlijkheid, intelligentie, omgevingsfactoren, opvoedingsstijlen en vormen van imitatiegedrag. Persoonlijkheid CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) Persoonlijkheid kun je omschrijven als gevormde karakteristieken van een persoon, die bepalend zijn voor de manier waarop deze reageert op signalen uit de omgeving. De persoonlijkheid bepaalt dat het ene kind eerder agressief

gedrag laat zien dan het andere kind. Genetische factoren spelen hierbij een belangrijke rol. Ieder kind krijgt de genen van zijn ouders. Die genen zorgen voor een bepaald karakter en de persoonlijkheid van het kind.

Het ene kind vertoont eerder agressie dan een ander kind. Intelligentie Intelligentie gaat simpel gezegd over hoe slim mensen zijn. Intelligentie is van invloed op agressief gedrag, ondanks dat gevoel en verstand verschillende dingen zijn. Voor een kind met een lagere intelligentie kan het moeilijk zijn om emoties te reguleren. Dit kan zich uiten in agressief gedrag, omdat het kind niet over het verstandelijk vermogen beschikt emoties te reguleren. Een kind kan zich nog niet goed uitdrukken, of heeft nog niet genoeg vaardigheden om zich op een sociaal wenselijke manier te uiten, waardoor hij slaat, bijt of duwt. Het kind kan dus agressief reageren, zonder na te denken of tot tien te tellen, omdat het hiervoor (nog) de vaardigheden mist. Ook hierbij speelt intelligentie dus een belangrijke rol. Omgevingsfactoren CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) Omgevingsfactoren zijn naast de persoonlijkheid en intelligentie ook belangrijk in het ontstaan van agressief gedrag. Het gaat dan met name om het gezinsklimaat waarin het jonge kind opgroeit. Is de gezinssituatie onveilig voor het kind, dan bestaat de kans dat het kind dit gedrag als norm zal

overnemen. In een gezin waar veel ruzie wordt gemaakt, wordt gescholden of zelfs fysieke agressie plaatsvindt, staat een agressieve reactie in de communicatie centraal. Een dergelijk opvoedingspatroon lijkt agressief bij kinderen te versterken.

Argenshello woont bij zijn ouders, er zijn thuis veel problemen en spanningen. Zijn vader is werkloos en kijkt de hele dag televisie. Zijn moeder is een temperamentvolle vrouw en scheldt wanneer iets haar niet bevalt. Regelmatig sneuvelt er servies en er wordt veel geschreeuwd. Argenshello zoekt op school de confrontatie als hij boos is. Hij scheldt veel en lost zijn problemen op met slaan en schoppen. Hij volgt het voorbeeld van zijn ouders.

Opvoedingsstijl

Diverse studies tonen aan dat kinderen die in een autoritaire sfeer opgroeien vaker agressief gedrag laten zien. Dit lijkt vooral te gelden voor gezinssituaties waarin er, naast een ouderlijke autoritaire houding, ook een lage betrokkenheid is van de ouders bij de opvoeding. In deze situaties is er dus sprake van een verwaarloosd gezinspatroon waarin autoritair handelen centraal staat. In dergelijke gezinnen ontstaat een sfeer van inconsequent optreden en een gebrek aan belangstelling voor de kinderen vanuit de ouders. Onderzoek toont aan dat deze kinderen verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van agressief gedrag.

Imitatie

Het imiteren van agressief gedrag kan een indicator zijn in het aanleren van agressief gedrag. Dat kan in het echte leven plaats vinden, maar ook door het kijken naar bepaalde tv-programma’s en filmpjes op internet en bijvoorbeeld games. Agressief gedrag, zowel gezond als ongezond, onder leeftijdsgenoten speelt een belangrijke rol in sociale relaties. Jonge kinderen die agressief gedrag van andere kinderen constant toelaten, hebben grote kans vaker slachtoffer te zijn van deze situatie. Denk aan het afpakken van speelgoed. Laat een kind dat gebeuren, dan gebeurt het de volgende keer weer. Reageert het kind zelf ook agressief, door bijvoorbeeld het speelgoed snel terug te pakken, dan heeft de andere partij geen succeservaring. De kans dat die later weer een poging doet, neemt daarmee af.

CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

Laat je je de volgende keer je speelgoed weer afpakken? 17.4 Begeleiden van agressief gedrag Agressief gedrag kan jonge kinderen beperken in hun ontwikkeling. Als er een patroon is te ontdekken in het vertoonde gedrag, lopen zij hierin aanzienlijk risico op negatieve effecten. Op sociaal gebied kunnen deze kinderen te maken krijgen met afwijzing door klasgenootjes of leerkrachten, maar ook door familie. De frustratie die zo wordt opgebouwd, kan het agressieve gedrag juist weer versterken, waardoor het kind in een negatieve spiraal belandt. Dit gedrag kan leiden tot slechtere schoolprestaties, onderpresteren, schooluitval en zelfs tot doorverwijzing naar speciaal onderwijs. Onderzoek laat zien dat tijdig ingrijpen bij jonge kinderen met agressief gedrag veel problemen kan voorkomen. Agressief gedrag kent dus verschillende vormen en oorzaken, en de juiste begeleidingsvorm verschilt per kind. Sabine en Rita Sabine is agressief tegen Rita (beide meisjes zijn zeven jaar) op de naschoolse CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) opvang. Rita voelt zich niet veilig in de groep. Ze blijft altijd dicht in de buurt van Roxanne, die op de naschoolse opvang werkt. Roxanne besluit een gesprek

te houden met Sabine en Rita. Ze benoemt het agressief gedrag van Sabine en wat dit met Rita doet. Er worden afspraken gemaakt en daarna gaat Roxanne met Sabine en Rita een spelletje doen om de positieve sfeer te stimuleren.

Voorlichting

Door ouders voorlichting te geven over agressief gedrag, kan een partnerschap ontstaan in begeleiding van de jongeren. Ook bij ouders kan onwetendheid zorgen voor opvoedsituaties, waarbij onbewust verkeerde voorbeelden worden gegeven. Zo kan het zijn dat ouders het onderscheid tussen gezonde en ongezonde agressie niet wisten te maken, maar na voorlichting hierover toch meegaan met de lijn van het kinderdagverblijf en de school. Door verantwoordelijkheid met ouders te delen in bijvoorbeeld schoolafspraken over het niet accepteren van verbale- en fysieke agressie, ontstaat een duidelijke samenwerking in de opvoeding. Het gesprek met ouders, kinderen en de externe opvoeder (de leerkracht bijvoorbeeld) is een waardevol instrument om passende begeleiding af stemmen voor het individuele kind.

Regels stellen

Essentieel bij het begeleiden van agressief gedrag is het stellen van regels en grenzen. Jonge kinderen moeten op jonge leeftijd aangeleerd krijgen wat gewenst en ongewenst gedrag is binnen verschillende maatschappelijke contexten. Veel ouders, maar ook veelpedagogisch professionals en hulpverleners, willen tegenwoordig ten koste van alles bevriend zijn met kinderen. Er worden te weinig regels gesteld door volwassenen, terwijl het in de relatie tot het kind juist essentieel is om duidelijkheid en voorspelbaarheid te bieden. Door het stellen van regels leren kinderen hun individuele gedrag in een context van functioneren in een groep te plaatsen. Ontbreken regels en afspraken, ontstaat er een situatie waarin het kind geen duidelijke structuur heeft waarbinnen het kan leren en ontdekken.

Preventief handelen

Door voortdurend aandacht te schenken aan de ontwikkeling van sociale vaardigheden en het onderscheid tussen gezonde en ongezonde agressie te bespreken, werk je vanuit een preventieve denkwijze. Een preventieve denkwijze is een manier van denken die er op gericht is te voorkomen dat er iets gebeurt. Door het gezamenlijk opstellen van duidelijke regels en afspraken, creëer je rust en voorspelbaarheid. Vervolgens is het zaak dat kinderen vanuit

CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

een groeiend verantwoordelijkheidsbesef leren handelen in situaties waarin conflicten (kunnen) ontstaan. Het onderhouden van goede onderlinge communicatie en het ontwikkelen van zelf reflecterend vermogen zijn succesvolle voorbeelden van preventief handelen. Het is belangrijk te beseffen dat groepsdynamiek een proces is dat constant in beweging is. Wat vandaag werkt, kan over een paar weken ineens niet meer werken. Zolang je erover praat, kun je het preventieve handelen inhoudelijk en naar behoefte bijstellen. Essentieel bij het begeleiden van agressief gedrag is het stellen van regels en grenzen. Interventie Met name interventieprogramma’s – waarbij de school/hulpverlener en de ouders samenwerken als opvoeders van het jonge kind met agressief gedrag – blijken het meest effectief. Er zijn veel goede interventieprogramma’s. Een goed voorbeeld is De Eerste Stap. Dit programma is geschikt voor jonge kinderen met diverse soorten gedragsproblemen, die zowel internaliserend als externaliserend van aard kunnen zijn. De Eerste Stap begint met een uitgebreid screeningsprogramma. Vervolgens zijn er interventies, zowel voor CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) school/opvang als voor thuis, die op elkaar afgestemd zijn. Een groot voordeel van deze aanpak is dat het kind thuis én op de school/opvang wordt begeleid. Verder dragen school en ouders zo een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de aanpak van de gedragsproblemen.

In de praktijk

In de pauze ziet onderwijsassistent Ellen dat Asya en Nazat (groep 8) met elkaar vechten. Ellen haalt ze uit elkaar. Ze mogen die middag niet meedoen aan een gezellige activiteit, dat is een regel die de kinderen aan het begin van het schooljaar met elkaar hebben afgesproken. Ellen betrekt de hele klas in het nagesprek, omdat ze vindt dat de hele groep verantwoordelijkheid heeft in het oplossen hiervan. Ze besluit interventieprogramma Taakspel in te zetten, waarmee ze al eerder succes heeft geboekt. 17.5 Gevolgen van agressie Er zijn verschillende gevolgen van agressie voor zowel het slachtoffer als de agressor. Een agressor is de persoon die de agressie veroorzaakt. Het is ook mogelijk dat de rollen van slachtoffer en agressor wisselen, waarbij ieder individu anders reageert op de ontstane situatie. De mate waarin de gevolgen van agressie bepalend zijn voor het toekomstig handelen hangt samen met eerder besproken factoren, zoals gezinssituatie en intelligentieniveau. Vaak wordt de agressor gestraft en het slachtoffer geholpen, maar beide partijen hebben behoefte aan hulp en begeleiding. Gevolgen voor het slachtoffer De effecten van agressie voor het slachtoffer kun je globaal onderverdelen in emotionele effecten en gezondheidseffecten. Denk bij emotionele effecten aan demotivatie, laag gevoel van voldoening voor het schoolwerk en een gevoel minderwaardigheid te zijn. Stress en slaapproblemen zijn voorbeelden van mogelijke gezondheidseffecten. De effecten zijn niet volledig in te kaderen, vaak hebben ze met elkaar te maken of versterken ze elkaar. In het algemeen varieert de kwetsbaarheid van ieder kind, afhankelijk van de context en de persoonlijkheid. Gevolgen voor de agressor Het kind dat agressief gedrag vertoont, ontwikkelt op den duur vaak schuldgevoelens. Het kind wordt gestraft, vaak op school en mogelijk ook thuis. Dit kan variëren van vormen van strafwerk op school en niet mee mogen CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) op schoolreisje tot niet mogen buitenspelen na schooltijd of het ontnemen van privileges, zoals thuis gamen. De omgeving kan de agressor stigmatiseren en alleen nog maar reageren op het vertoonde agressieve gedrag. De motieven of hulpvragen van het kind worden daarbij vergeten. Het kind voelt zich

hierdoor vaak niet gehoord of begrepen. Deze ontwikkelingen zorgen ervoor dat het kind dat agressief gedrag vertoont op den duur zelf ook slachtoffer wordt van zijn eigen handelen.

17.6 Verdieping: In de praktijk Kinderen verschillen van elkaar in gedrag en temperament. Wetenschappers denken dat temperament biologisch is bepaald. Zulk gedrag kan al op zeer jonge leeftijd tot uiting komen. Temperamentvol gedrag gaat niet zozeer om wat een kind specifiek doet, maar meer om de algemene stijl van het gedrag. Zo kan het zijn dat een kind snel van slag raakt als iets niet gaat zoals het had gewild. Dit kan zich uiten in huilen, schreeuwen of het kapot maken van voorwerpen. Temperament is een kindkenmerk, ongeacht de relatie met de ander. Factoren die de mate van het temperament bepalen, kunnen het moeilijk maken om een manier te vinden op de juiste wijze met het kind om te gaan. Oorsprong van temperamentvol gedrag De oorsprong van temperamentvol gedrag is terug te vinden in de babytijd. Een onregelmatig biologisch ritme (slapen, eten) kan ervoor zorgen dat baby’s moeite hebben zich aan te passen aan nieuwe situaties, of ze krijgen huilbuien en ervaren frustratie. De kanttekening die moet worden gemaakt is dat alle baby’s huilen, momenten van frustratie kennen en niet altijd even goed eten of slapen. In het algemeen is het temperament in het eerste levensjaar van baby’s nog niet erg stabiel. Pas na het eerste jaar worden de kenmerken van temperament duidelijk zichtbaar en zijn ze toe te schrijven aan een specifiek kind. Specifieke kindkenmerken Uit onderzoek onder tweelingen blijkt dat temperament wordt bepaald door een combinatie van zowel genetische als omgevingsfactoren. Als er tussen de specifieke kindkenmerken enerzijds en de eisen en verwachtingen van ouders anderzijds een gat ontstaat, kunnen gedragsproblemen de kop opsteken. Voorspelbaar en gestructureerd gedrag zijn voor jonge kinderen belangrijk om aan verwachtingen te kunnen voldoen. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

Temperament en hechting

Temperament is dus een kenmerk van het kind, ongeacht de relatie met een ander. Hechting daarentegen zegt iets over de kwaliteit van de relatie met bepaalde volwassenen. Deze begrippen kunnen elkaar versterken en elkaar

tot gevolg hebben. Zo kan een bepaald temperament van een kind ertoe leiden dat de volwassene op den duur minder sensitief en responsief reageert naar het kind. Dit kan vervolgens weer gevolgen hebben voor de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie. Andersom kan het ook zo zijn dat een sterke gehechtheidsrelatie tussen kind en volwassene ertoe leidt dat het kind inzicht en controle ontwikkelt ten aanzien van bepaalde temperamentkenmerken. Interventie ernstige gedragsproblemen Ouders en opvoeders die te maken krijgen met kinderen met ernstige gedragsproblemen kunnen de wanhoop nabij zijn. Hoe moeten ze nu op het gedrag reageren? Wat is helpend en wat niet? Het werken aan opvoedingsvaardigheden is de eerste en belangrijke stap. Vanaf acht jaar zijn de hersenen van het kind zo ontwikkeld dat daarnaast ook Cognitieve Gedragstherapie (CGT) ingezet kan worden. Ouders die het lastig vinden om consequent te blijven, moeite hebben met hun geduld bewaren of ongewenst gedrag met name benadrukken krijgen door ouderinterventie hulp hoe ze anders kunnen reageren. Effect werken aan opvoedingsvaardigheden Het effect van werken aan opvoedingsvaardigheden is groot én blijvend. Therapie onder begeleiding van een therapeut heeft een groter effect dan een groepstherapie met andere ouders. Daarbij laten jeugdigen met de meest complexe gedragsproblemen ook de grootste vooruitgang zien. Een combinatie van groepssessies en individuele therapie helpt bij kinderen met complexe gedragsproblemen het beste. Het maakt daarbij niet uit welke achtergrond, cultuur, leeftijd of opleidingsniveau ouders hebben. Kinderen met complexe gedragsproblemen komen in alle lagen van de samenleving voor. Voorbeelden interventies jonge kind De volgende interventies kunnen ingezet worden bij kinderen in de leeftijd van twee tot zeven jaar: • Parent Management Training Oregon (PMTO). Het aanleren van effectieve opvoedstrategieën, waardoor complexe gedragsproblemen en hyperactiviteit bij kinderen verminderen. • Incredible Years: groepstraining voor kinderen met ODD of antisociale stoornis. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) • Basic Trustmethode: kortdurende interventie die gericht is op het hele gezin. Er wordt ook gebruik gemaakt van video opname en begeleiding door een therapeut. Geschikt voor gezinnen waarbij behalve hechtingsproblemantiek ook specifieke gedragsproblemen meespelen.

• STOP4-7: Dit is een aanpak, waarbij ouders, het kind en de leerkracht(en) samenwerken. Het doel is gewenst gedrag aanleren en ongewenst gedrag stoppen.

Interventies oudere kind

Oudere kinderen krijgen vaak een combinatie van CGT en groepstraining. Ook wordt de thuissituatie meegenomen. Oudere kinderen hebben vaak meer inzicht in hun eigen handelen en gedrag. Hierdoor kunnen de consequenties ook beter met ze besproken worden. Een paar interventies zijn: • Minder boos en opstandig.

Deze methode is gericht op het bevorderen van de opvoedingsvaardigheden van ouders en het aanleren van sociale vaardigheden van het kind zelf. • Samen Stevig Staan.

Interventie welke geschikt is voor kinderen met een licht beperkte verstandelijke beperking, in combinatie met gedragsproblemen. Het trainen van probleemoplossende vaardigheden en de sociale vaardigheden van het kind worden getraind. Ouders worden ondersteund in de opvoeding.

Bijvoorbeeld door vaardigheden aan te leren bij het opvoeden. • OUDERS van tegendraadse jeugd.

Jongeren die het risicolopen op strafbaar gedrag zijn de doelgroep. Ouders van deze jongeren krijgen behandelsessies hoe ze om kunnen gaan met lastig opvoedgedrag. Daarbij kunnen ze ook hun verhaal aan lotgenoten kwijt.

Triple P

Een bekende i. terventie die bij zowel jonge als oudere kinderen met gedragsproblemen wordt ingezet, is Triple P. Triple P staat voor positief opvoeden. Het programma gaat uit van vijf basisprincipes, die allemaal nodig zijn om positief en sociaal gewenst gedrag te bevorderen: 1. bied het kind een veilige omgeving waarin het kind gestimuleerd wordt om op onderzoek uit te gaan. Kinderen die op zowel fysiek als sociaal-emotioneel uitgedaagd worden, vervelen zich niet. De kans om gedragsproblemen te ontwikkelen is hierdoor kleiner. 2. geef op een positieve manier aandacht. Dit stimuleert een kind nieuwe vaardigheden aan te leren. 3. zorg voor disciplines en regels. Een duidelijke instructie en afgebakende regels zorgen voor veiligheid. 4. heb realistische verwachtingen. Ieder kind ontwikkelt zich op zijn eigen, unieke wijze. Een kind wat nooit iets doet wat niet mag, bestaat niet. Geef een kind een nieuwe kans en heb vertrouwen in het kind.

CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

5. zorg goed voor jezelf. Houd je eigen batterij opgeladen, zodat je ook goed kunt omgaan met heftige reacties van het kind of agressief gedrag.

17.7 Begrippen

<<Begrippen uit de theorie, inclusief definities>> 17.8 Bronnen Ambulante interventies tot twaalf jaar - Ernstige gedragsproblemen. (z.d.). Richtlijnen jeugdhulp en jeugdbescherming. Geraadpleegd op 27 december 2022, van https://richtlijnenjeugdhulp.nl/ernstige-gedragsproblemen/interventies/ambulante-interventies-voor-kinderen-tot-twaalf-jaar/. Erkende interventies bij gedragsproblemen | Nederlands Jeugdinstituut. (z.d.). Geraadpleegd op 27 december 2022, van https://www.nji.nl/gedragsproblemen/erkende-interventies. Huisman, J., Flapper, B., Kalverdijk, L. J., L’Hoir, M. P. & Weel, V. E. (2010). Het agressieve kind. SpringerLink. Geraadpleegd op 1 januari 2023, van https://link.springer.com/chapter/10.1007/978-90-313-8657-4_13?error=cookies_not_supported&code=e6cb36cd-33bd-4708-8dfa-f03a9d4cf044. Vakblad Vroeg (2018): Jonge kinderen met vijandige interpretatiestijl vaker agressief. Geraadpleegd op 01 januari-2023 van https://www.vakbladvroeg.nl/jonge-kinderen-vijandige-interpretatiestijl-vaker-agressief/ CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)

This article is from: