![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119091857-3dd8d9bc75bf77a5bf99fe405e38637f/v1/5be6c0737d304221fae04929f525c451.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
20 minute read
Thema 18 Geweld,-mishandeling-en-misbruik
THEMA 18 GEWELD, MISHANDELING EN MISBRUIK Inhoud thema • Huiselijk geweld • Kindermishandeling • Signalen kindermishandeling • Meldcode en verantwoordelijkheden • Kritisiche beroepssituatie • Verdieping: In de praktijk CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)
Kindermishandeling en huiselijk geweld hebben veel impact op het leven van een kind. Als je dagelijks met kinderen werkt, ben je nauw bij ze betrokken. Je ziet ze immers vaak en merkt gedragsveranderingen dus snel op. Dat maakt jou de aangewezen persoon om kindermishandeling en huiselijk geweld te signaleren. Het is daarom van belang dat je weet welke vormen van geweld je kunt tegenkomen, zodat je signalen juist interpreteert. Als je een vermoeden hebt van huiselijk geweld of kindermishandeling, bestaat hiervoor een meldcode. Belangrijk om te weten: kindermishandeling kan uit meer bestaan dan alleen fysiek geweld. Ook het stelselmatig vernederen, verwaarlozen of uitschelden van een kind valt onder kindermishandeling. Daarbij kan het zo zijn dat ouders van het kind onmacht voelen en hulp nodig hebben om het kind op te voeden. Er zijn speciale organisaties die zowel ouders als het kind begeleiden. 18.1 Huiselijk geweld Huiselijk geweld is geweld binnen de huiselijke sfeer. Dit geweld is meestal niet zichtbaar voor de omgeving omdat het zich binnenshuis afspeelt. Huiselijk geweld kent vele vormen, zoals lichamelijke of psychische mishandeling en verwaarlozing, bedreiging, stalken, financiële uitbuiting, seksueel geweld of het schenden van de grondrechten. Bij huiselijk geweld is er altijd een machtsverschil tussen dader en slachtoffer. De man is bijvoorbeeld fysiek sterker dan de vrouw en maakt hiervan misbruik. Of een dochter die voor haar zieke moeder zorgt, plundert de spaarrekening van moeder. Je kunt de volgende soorten huiselijk geweld onderscheiden: • (ex-)partnergeweld • ouderenmishandeling • kind-oudermishandeling • cultuurgerelateerd geweld. (Ex-)partnergeweld (Ex-)partner geweld is geweld gericht tegen de huidige partner of de ex-partner, met als doel deze te domineren of te controleren. Het kan gaan om een man die zijn vrouw tot seks dwingt, fysiek mishandelt of haar dagelijks kleineert. Een man maakt zich vaker schuldig aan huiselijk geweld dan een vrouw. Toch komt het ook voor dat een vrouw haar man mishandelt of dat de CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) mishandeling wederkerig is.
Karin is getrouwd met Menno en heeft samen met hem twee kinderen. Vanwege Menno’s extreme alcoholmisbruik heeft Karin een scheiding aangevraagd. Menno en Karin wonen al gescheiden van elkaar en als het aan Karin ligt, begint zij zo snel mogelijk een nieuw leven. Menno werkt de scheiding op alle manieren tegen. Hij weigert de scheidingspapieren te onderteken, dreigt de kinderen iets aan te doen als ze de scheiding doorzet, belt Karins vrienden op om haar zwart te maken en achtervolgt haar zelfs naar haar werk. Ouderenmishandeling Bij ouderenmishandeling is iemand van 65 jaar of ouder slachtoffer van huiselijk geweld. Familieleden, vrienden of zorgverleners plegen dit geweld. De dader sluit het slachtoffer bijvoorbeeld op, stuurt bezoek weg, sluist geld weg of maakt gebruik van fysiek geweld. Het kan gaan om een zoon die de mantelzorg als een te grote belasting ervaart en hierdoor zijn vader verwaarloost. Of om een zorgverlener die een te hoge werkdruk ervaart binnen een zorginstelling en te hardhandig met de ouderen omgaat. Kind-oudermishandeling Als pubers of jongvolwassenen hun ouders mishandelen, is dat kind-oudermishandeling. Ouders vinden het soms moeilijk om gezag uit te oefenen over hun kinderen. Als de ouders proberen op te treden en het kind iets verbieden, wordt het kind agressief. Er ontstaat een ruzie waarbij geschreeuwd en gedreigd wordt en waarbij zelfs fysiek geweld gebruikt wordt door het kind. Moeders zijn vaker slachtoffer van kind-oudermishandeling dan vaders. Kinderen kunnen zich ook schuldig maken aan seksueel geweld, financiële uitbuiting of geestelijke mishandeling tegenover hun ouders. Cultuur gerelateerd geweld Doordat we leven in een multiculturele samenleving, krijg je te maken met verschillende culturen. Binnen deze culturen bestaan andere opvattingen over wat acceptabel is en wat niet. In sommige landen zijn eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, achterlating en vrouwenbesnijdenis (deels) geaccepteerd, maar in Nederland strafbaar. Bij eergerelateerd geweld gaat het om alle vormen van dwang, psychisch en lichamelijk geweld om te voorkomen dat CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) een familielid een misstap begaat om de eer van de familie te herstellen. Het slachtoffer wordt uitgestoten, bedreigd, mishandeld of zelfs vermoord. Bij huwelijksdwangwordt iemand verplicht te trouwen. Als iemand, om wat voor
reden dan ook, tegen zijn wil wordt achtergelaten in het land van herkomst, is dat achterlating. Bij vrouwenbesnijdenis worden de schaamlippen en clitoris voor een deel of helemaal weggesneden. Of de vagina wordt vernauwd door de schaamlippen af te snijden en aan elkaar vast te hechten.
Kindermishandeling is elke vorm van geweld of bedreiging richting een minderjarige. 18.2 Kindermishandeling Kindermishandeling is elke vorm van geweld of bedreiging op lichamelijk, psychisch en seksueel vlak richting een minderjarige, met als gevolg ernstig fysiek of psychisch letsel bij de minderjarige. De dader kan een ouder zijn, een familielid of een professionele opvoeder, maar ook een sporttrainer bijvoorbeeld. De minderjarige is altijd afhankelijk van de dader en daardoor kwetsbaar. Verwaarlozing, mishandeling en seksueel misbruik zijn verschillende vormen van kindermishandeling. Verwaarlozing en mishandeling CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) Er zijn verschillende vormen van verwaarlozing en mishandeling: • psychische verwaarlozing • lichamelijke verwaarlozing • psychische mishandeling
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119091857-3dd8d9bc75bf77a5bf99fe405e38637f/v1/cc8ba83d158d5379d528aaeac620e1e4.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
• lichamelijke mishandeling.
Psychische verwaarlozing
Als een ouder geen liefde en aandacht geeft aan een kind, is dat psychische verwaarlozing. Het kind wordt bijvoorbeeld niet getroost als het verdriet heeft of kan zijn zorgen niet delen. De ouder is nalatig in de emotionele opvoeding van het kind en geeft het geen aandacht, liefde en bescherming.
Lichamelijke verwaarlozing
Als een ouder de verzorging van het kind verwaarloost op het gebied van hygiëne, voeding en kleding, is er sprake van lichamelijke verwaarlozing. Bijvoorbeeld een kind in de vrieskou naar buiten sturen in zomerkleren. Of het kind elke dag patat met ijs voorschotelen als avondeten. Ook als een kind in een onveilige leefomgeving opgroeit, wordt het lichamelijk verwaarloosd. Bijvoorbeeld een peuter voor lange tijd alleen thuis laten, terwijl het niet voor zichzelf kan zorgen en zich kan bezeren. Lichamelijke verwaarlozing kan zelfs zo ver gaan dat ouders niet met hun kind naar een arts gaan, als dit toch echt noodzakelijk is.
Fay (7) woont bij Wendy, haar moeder. Wendy heeft sinds kort een nieuwe vriend, waarmee ze hele dagen doorbrengt, ze heeft geen tijd meer voor Fay. Als Fay honger heeft, moet ze zelf in de koelkast kijken en bedenken wat ze gaat eten. Pas had Fay wat geld van haar oma gekregen en is hiermee zelf naar de supermarkt gegaan om boodschappen te doen. Ook was er op school hoofdluis geconstateerd en wilde Wendy geen anti-luis shampoo kopen om de hoofdluis te behandelen. Dat zou vanzelf wel overgaan, zei ze tegen Fay.
Psychische mishandeling
Bij psychische mishandeling gebruikt de ouder stelselmatig verbaal geweld of maakt hij negatieve en kleinerende opmerkingen, waardoor het kind in angst en onzekerheid opgroeit. De ouder zegt bijvoorbeeld tegen het kind: ‘Jij bent echt de domste in de klas!’ of ‘Ik zou willen dat je nooit was geboren.’ Maar ook negatieve opmerkingen tegen anderen, terwijl het kind er bij is, maken het kind onzeker en angstig. Ook het bewust negeren van het kind valt onder psychische mishandeling.
Lichamelijke mishandeling
Er is sprake van lichamelijke mishandeling als de ouder lichamelijk geweld gebruikt tegen het kind. Zoals slaan, schoppen, knijpen, krabben en bijten. Ook als je het kind expres laat vallen of brandwonden toebrengt, valt dat onder lichamelijke mishandeling. Er zijn nog twee bijzondere vormen van lichamelijke mishandeling: het shakenbabysyndroom en Münchhausen-by-proxysyndroom. Bij het shakenbabysyndroom loopt een baby hersenbeschadiging op doordat de baby heen en weer wordt geschud. Bij hetMünchhausen-by-proxysyndroom doet een ouder net alsof zijn kind ziek is of maakt hij zijn kind ziek. De ouder wil zelf graag aandacht en bezoekt artsen om zogezegd te achterhalen wat er met het kind aan de hand is. Dit syndroom kan zelfs zo ver gaan dat een kind echt doodziek wordt door toedoen van de ouder. Door vergiftiging bijvoorbeeld. Lichamelijke mishandeling.
Seksueel misbruik
Bij seksueel misbruik gaat het om seksuele handelingen die iemand gedwongen uitvoert, moet ondergaan of waarvan iemand gedwongen getuige is. De minderjarige kan deze seksuele handelingen niet weigeren omdat hij op een bepaalde manier afhankelijk is van de dader. Meestal pleegt een bekende van het kind het seksueel misbruik. Als een volwassene een kind in de prostitutie laat werken of in een pornofilm laat spelen, is er ook sprake van seksueel misbruik.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119091857-3dd8d9bc75bf77a5bf99fe405e38637f/v1/e4814d74b8929e3f3d363e2a3cc9c50c.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Oorzaken kindermishandeling
Er zijn maar weinig ouders die bewust hun kinderen mishandelen. De meesten hebben namelijk het beste met hun kind voor. Als ze niet weten hoe ze moeten reageren op ongehoorzaamheid, kan dat leiden tot kindermishandeling. Dit is onkunde. Je denkt wellicht dat een kind beter luistert als je het een draai om zijn oren geeft. Onmacht betekent dat je, door omstandigheden, niet in staat bent adequaat te reageren op je kind. Je voelt je onmachtig en gebruikt geweld of sarcasme om het kind te laten luisteren. Ook persoonlijke problemen van ouders, zoals een verslaving of psychische problemen, kunnen een oorzaak zijn van kindermishandeling. Een ouder is dan te veel met zichzelf bezig of wordt onder invloed van drugs of alcohol agressief. Gevolgen kindermishandeling Kinderen die slachtoffer zijn van kindermishandeling, doen het over het algemeen slechter op school dan hun leeftijdsgenootjes. Zij kampen met leerproblemen en hebben een achterstand in hun cognitieve ontwikkeling en taalontwikkeling. Zij lopen ongeveer twee jaar achter in hun schoolprestaties, moeten vaker een klas overdoen of belanden zelfs in het speciaal onderwijs. Veel van deze kinderen zijn onveilig gehecht, ze kunnen immers niet bouwen en vertrouwen op hun ouders. Ook zijn deze kinderen vaker angstig, bedroefd en teruggetrokken. Ze hebben moeite om contacten aan te gaan en zijn niet assertief. In de pubertijd ontstaan gedragsproblemen, zoals agressie en ongehoorzaamheid. Of depressies en eetstoornissen. 18.3 Signalen kindermishandeling Het is niet altijd gemakkelijk om verwaarlozing of mishandeling te signaleren. Toch is er een aantal signalen dat aangeeft dat er sprake is van verwaarlozing of mishandeling. Houd altijd in je achterhoofd dat er ook een andere verklaring kan zijn voor deze signalen. Een signaal betekent niet dat er automatisch sprake is van verwaarlozing of mishandeling. De volgende signalen kun je tegenkomen bij kinderen en jong volwassenen van nul tot drieëntwintig jaar: CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)
• blauwe plekken, botbreuken • volgzaam of schrikachtig naar • brandwonden, snijwonden ouders • slecht onderhouden gebit • gedraagt zich anders in het bijzijn • ongewassen kleding van ouders • oververmoeid, vaak ziek • angst om uit te kleden • verstijft bij lichamelijk contact • overdreven aanhankelijk • vermijdt oogcontact • plotselinge gedragsveranderingen • gedraagt zich niet naar zijn leeftijd • taal- en spraakstoornissen. • hongerig • tragere motorische ontwikkeling • passief • wantrouwend • toont geen gevoelens of pijn • in zichzelf gekeerd • hyperactief en agressief • weinig zelfvertrouwen • speelt weinig met andere kinderen Bedenk altijd dat er een andere verklaring kan zijn voor wat je ziet. Signalen nul tot vier jaar Bij een kind van nul tot vier jaar kan er naast bovengenoemde signalen sprake CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) zijn van verwaarlozing of mishandeling als het kind een groeiachterstand of voedingsproblemen heeft. Ook ernstige luieruitslag kan een signaal van
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119091857-3dd8d9bc75bf77a5bf99fe405e38637f/v1/cb0d3dead2c7766d3162fe46f5a53ea9.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
kindermishandeling zijn, doordat ouders het kind te lang in een vieze luier laten lopen. Als een kind nog niet zindelijk is op een leeftijd waarop dat het wel hoort, kan er sprake zijn van kindermishandeling.
Signalen vier tot twaalf jaar
Bij een kind van vier tot twaalf jaar kan er naast bovengenoemde signalen sprake zijn van verwaarlozing of mishandeling als het kind een groeiachterstand heeft, te dik is of veel klaagt over hoofdpijn en buikpijn. Ook vaak flauwvallen, eetstoornissen, overmatige masturbatie en slechte leerprestaties kunnen een aanwijzing zijn voor verwaarlozing of mishandeling. Ook de volgende signalen komen bij deze leeftijdscategorie voor: niet zindelijk zijn, timide, depressief, vluchtige vriendschappen en rondhangen na schooltijd.
Signalen twaalf tot drieëntwintig jaar
Bij een kind of jong volwassene van twaalf tot drieëntwintig jaar kan er naast bovengenoemde signalen sprake zijn van verwaarlozing of mishandeling als het kind of de jong volwassene agressief is naar ouders, alcohol of drugs gebruikt, wegloopt van huis of crimineel gedrag vertoont. Naast deze leeftijdsspecifieke signalen, komen ook de signalen van de leeftijdscategorie vier tot twaalf jaar voor.
Signalen seksueel misbruik
Bij seksueel misbruik kun je de volgende lichamelijke signalen tegenkomen: verwondingen aan geslachtdelen, vaginale infecties en afscheiding, jeuk bij vagina of anus, pijn in de bovenbenen, pijn bij het lopen en zitten, problemen bij plassen, urineweginfecties en seksueel overdraagbare aandoeningen. Aan het gedrag van het kind kun je soms ook merken dat het seksueel wordt misbruikt. Misbruikte kinderen drukken hun benen tegen elkaar bij het lopen, hebben een afkeer van lichamelijk contact en laten extreem seksueel gekleurd gedrag en taalgebruik zien. Een ouder misbruikt kind heeft angst om zwanger te raken, zoekt seksuele toenadering tot volwassenen, belandt in de prostitutie of heeft veel wisselende seksuele contacten.
18.4 Meldcode en verantwoordelijkheden Jaarlijks zijn er veel kinderen en volwassenen slachtoffer van CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) kindermishandeling of huiselijk geweld. Professionele zorgverleners spelen een belangrijke rol in de signalering hiervan. Daarom is het sinds 2013 verplicht om als organisatie of zelfstandige beroepsbeoefenaar een meldcode te hanteren. Een meldcode is een stappenplan dat je volgt van het moment van
signaleren tot het maken van een melding bij Veilig Thuis, het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Door de inzet van deze meldcode kun je sneller en adequater ingrijpen bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld. Het doel van de meldcode is om beroepskrachten te ondersteunen. Zij weten zo beter hoe ze kunnen omgaan met de signalen. De meldcode geldt voor organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaars binnen de jeugdgezondheidszorg, het onderwijs, de kinderopvang en de maatschappelijke ondersteuning. Ook artsen, verpleegkundigen, psychologen en verloskundigen houden zich aan deze meldcode. https://www.shutterstock.com/nl/image-photo/business-project-team-working-together-meeting-739242352 De inzet van de meldcode maakt snel en adequaat ingrijpen bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld mogelijk. Basismodel meldcode Een organisatie of zelfstandige beroepsbeoefenaar gebruikt een basismodel meldcode als richtlijn om een eigen meldcode op te stellen. Hetbasismodel CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) meldcode is een algemeen stappenplan voor hoe je omgaat met de signalen van kindermishandeling en huiselijk geweld en leidt de beroepsbeoefenaar stap voor stap door het proces van signaleren tot en met het maken van een
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119091857-3dd8d9bc75bf77a5bf99fe405e38637f/v1/52ad52e481543f7735279577630a218e.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
beslissing. Tijdens de stappen die je volgt, is er altijd de mogelijkheid om contact op te nemen met Veilig Thuis. Zij kunnen je adviseren als je ergens over twijfelt. De meldcode wordt specifiek gericht op de cliëntendoelgroep waaraan de betreffende organisatie of zelfstandige beroepsbeoefenaar zorg verleent. Zo zal een onderwijsinstelling zich specifiek richten op leerlingen en een kinderdagverblijf op nul- tot twaalfjarigen. De volgende vijf stappen zijn opgenomen in het basismodel meldcode: • in kaart brengen signalen • overleg • gesprek met betrokkene(n) • risico, ernst, aard inschatten • beslissen. In kaart brengen signalen Stap 1 is het in kaart brengen van de signalen. Je legt de signalen vast en ook de gesprekken die je hierover voert. Ook gegevens die de signalen tegenspreken, noteer je. Je benoemt ook de bronnen, dus van wie je welke informatie kreeg. Dit doe je in het cliëntendossier of kinddossier. Het is belangrijk dat je je baseert op feiten en niet op interpretaties. Als je alleen met volwassenen werkt, onderzoek je altijd of er kinderen in het spel zijn. Het risico bestaat dat door gedrag van de cliënt of diens omgeving de kinderen bedreigd worden in hun veiligheid of ontwikkeling. In de praktijk Claudia is pedagogisch professional op een buitenschoolse opvang. Ze begeleidt Sofia (tien jaar oud) die er vaak onverzorgd uitziet en vaak brandplekken op haar arm heeft. Claudia besluit een dossier te openen en de signalen in kaart te brengen. Ze vraagt een collega en de juf van Sofia om aanvullende informatie. De collega vertelt: ‘Volgens mij drukt die moeder haar sigaretten uit op de arm van Sofia! En Sofia draagt bijna altijd dezelfde kleren, volgens mij wassen ze thuis niet.’ De juf van Sofia meldt: ‘Tijdens de gymles wil Sofia zich nooit omkleden. Waarschijnlijk omdat ze vaak onder de blauwe plekken zit.’ Claudia noteert alleen de feiten en van wie ze deze feiten heeft vernomen. In haar dossier benoemt ze dus dat Sofia vaak dezelfde kleren CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) draagt, geregeld onder de brandplekken zit en dat ze zich niet wil omkleden bij de gymles. Interpretaties laat ze weg.
Overleg
Als je de signalen in kaart hebt gebracht, komt stap 2: je overlegt met een deskundige collega. Dit kan bijvoorbeeld de intern begeleider, de pedagogisch coach of een orthopedagoog zijn. Als er geen deskundige collega is, neem je contact op met Veilig Thuis. Dit overleg heeft als doel de signalen te verklaren en op te helderen. Gesprek met de betrokken(n) Bij stap 3 ga je in gesprek met de betrokkene(n). Bijvoorbeeld met de ouders, als de signalen betrekking hebben op een kind. Indien mogelijk betrek je het kind bij het gesprek of spreek je hiermee apart. Soms ga je geen gesprek aan. Dat is als je vermoedt dat de veiligheid van de betrokkenen in het geding is. Bijvoorbeeld bij eerwraak of seksueel misbruik. De kans is dan aanwezig dat de dader zich gaat afreageren op het slachtoffer. Ook kunnen betrokkenen na het gesprek het contact verbreken en raakt de cliënt uit het zicht. In het gesprek leg je het doel van het gesprek uit, bespreek je de feitelijke signalen en vraag je de betrokkenen om een reactie. Pas na deze reactie benoem je je interpretaties. Na dit gesprek kan het zijn dat je vermoedens zijn weggenomen. De volgende stappen zijn dan niet meer nodig. Risico, ernst en aard inschatten Als je vermoedens na het gesprek met de betrokkenen blijven bestaan, ga je verder met stap 4: je schat het risico, de ernst en de aard van de kindermishandeling of het huiselijk geweld in. Je hebt nu veel informatie en kunt bepalen of er een risico op kindermishandeling of huiselijk geweld is. Je brengt in kaart om wat voor geweld het gaat en hoe ernstig het is. Beslissen Stap 5 is beslissen of je een melding doet bij Veilig Thuis of dat de organisatie zelf hulpverlening opzet. Als je besluit tot een melding, ga je wederom in gesprek met de betrokkenen. Omdat je als professional te maken hebt met zwijgrecht, mag je geen informatie aan anderen verstrekken over je cliënten. Daarom vraag je toestemming voor het doen van een melding. Als de betrokkenen bezwaar maken, weeg je de bezwaren af tegen de noodzaak om melding te doen. Bij acuut of ernstig geweld kun je direct een melding doen bij Veilig Thuis. De veiligheid van betrokkenen is belangrijker dan het CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie) beroepsgeheim. Na een melding neemt Veilig Thuis het van je over. Veilig Thuis houdt jou als beroepskracht op de hoogte en zet je, waar mogelijk, in bij de hulpverlening. Betrokkenen krijgen te horen wie de melding heeft gemaakt, tenzij het de vertrouwensrelatie of de zorgverlener schaadt.
18.5 Verdieping: In de praktijk
Tijdens de uitoefening van je werk, kun je zelf ook slachtoffer worden van geweld. De gevolgen van mishandeling op de werkvloer zijn groot. Zo kan het zijn dat je niet meer naar je werk durft en je vaker ziek meldt. Of je krijgt gezondheidsproblemen. Schaamte komt ook veel voor. Je voelt je zwak omdat je geen weerstand hebt kunnen bieden tegen pesterijen of geweld. Daarom is het belangrijk dat je kennis hebt over het soort geweld waarmee je te maken kunt krijgen. En dat je herkent wanneer je slachtoffer bent van geweld. Vervolgens is het noodzakelijk om actie te ondernemen. Geweld tijdens het werk Bij psychische agressie scheldt iemand je uit of schreeuwt naar je. Ook discriminerende opmerkingen, dreigende e-mails, vernederingen en chantage vallen onder psychische agressie. Of je komt in een zeer felle discussie terecht waarbij je je geïntimideerd voelt. Bijvoorbeeld een ontevreden ouder die ineens tegen je begint te schreeuwen, te dicht bij je komt staan en kleinerende opmerkingen maakt. Of een collega die jou vaak intimideert of pest. Pesten op de werkvloer komt veel voor. Ruim een kwart van de werkende beroepsbevolking heeft ooit te maken gehad met pesterijen. Bij fysieke agressie valt iemand je lichamelijk aan. Zoals schoppen, slaan en spugen. Ook als een ouder een voorwerp naar je gooit, is dat fysieke agressie. Actie Het is niet altijd gemakkelijk om mishandeling op de werkvloer te herkennen. Wat jij als intimiderend ervaart, hoeft een ander niet zo te ervaren. Het is daarom belangrijk om stil te staan bij de invloed die een situatie op jou persoonlijk heeft. Als je niet meer met een ouder in gesprek durft te gaan, omdat hij je bedreigd heeft of als je een collega vermijdt, omdat hij seksuele opmerkingen maakt, dan is het noodzakelijk hiermee iets te doen. Eerst leg je de feiten vast: je noteert exact wat er is gebeurd. Als een collega getuige was van de situatie, leg je ook zijn verhaal vast. Vervolgens bespreek je de feiten met een leidinggevende en denk je samen na over de te nemen maatregelen. Bijvoorbeeld een gesprek aangaan met de dader of de leidinggevende aangifte laten doen. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)
Wetenschappelijk onderzoek
Time-out is kindermishandeling
Bij een time-out, een veel toegepaste en aanbevolen opvoedtechniek, isoleer je een kind. Bijvoorbeeld als het na een waarschuwing alsnog geen gehoor geeft aan je verzoek of als het kind zich agressief en respectloos gedraagt. Je zet het kind apart, laat hem nadenken over zijn gedrag en excuus maken. Een kind zou op deze manier leren dat bepaald gedrag niet wordt geaccepteerd. De onderzoekers Siegel en Bryson vragen zich af of het uitoefenen van deze opvoedtechniek wel goed is voor de ontwikkeling van het kind. En is het eigenlijk wel effectief? Gevolgen time-out Volgens de onderzoekers geef je met een time-out de boodschap aan een kind dat je er alleen voor hem bent als hij zich gewenst gedraagt. Als een kind een fout maakt of het even moeilijk heeft, wijs je hem af. Ook al pas je de time-out zeer liefdevol en geduldig toe, het kind staat er uiteindelijk alleen voor en moet het zelf oplossen. Maar kinderen hebben juist veel behoefte aan de nabijheid van begripvolle opvoeders als ze het even moeilijk hebben. Ongewenst gedrag is juist een roep om hulp. Kinderen hebben sensitieve volwassenen nodig om weer rustig te worden, want zelf kunnen ze dit nog niet. Het doel van een time-out is gedragsverandering en vaardigheden leren. Zoals nadenken over het gedrag en kalmeren. Maar kinderen worden juist veel bozer en denken na over hoe gemeen het is als ze geisoleerd worden. Een time-out hoeft dus niet altijd het gewenste effect te hebben. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)
https://www.shutterstock.com/image-photo/woman-berates-crying-baby-home-169777073 Kinderen hebben juist veel behoefte aan jouw nabijheid als ze het even moeilijk hebben. Hersenonderzoek Uit hersenonderzoek blijkt zelfs dat een time-out nadelige effecten kan hebben op de ontwikkeling van een kind. Alternatief De onderzoekers vinden dat je discipline beter kunt bijbrengen als je kinderen iets leert en niet als je ze straft. Siegel en Bryson stellen daarom een alternatief voor, de time-in. In plaats van het kind te isoleren, zoek je juist de nabijheid van het kind op. Je gaat naast hem zitten, praat samen over het gedrag en troost hem. Zo voelt het kind zich niet afgewezen. Dit zou effectiever zijn, omdat je hem daadwerkelijk leert om te gaan met zijn emoties en gedrag. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230119091857-3dd8d9bc75bf77a5bf99fe405e38637f/v1/bdbae18eb969a075574f2a0309ca9259.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
18.6 Begrippen
<<Begrippen uit de theorie, inclusief definities>>
18.7 Bronnen
Siegel, D, J., & Bryson, T.P. (2014). ‘Time-outs’ are hurting your child. Geraadpleegd op 27 december 2022, van http://time.com/3404701/discipline-time-out-is-not-good/. CONCEPT COPYRIGHT BOOM BEROEPSONDERWIJS (Zonder beeld- en taalredactie)