2 minute read
Tijdvakken B
Nog belangrijker was dat een rechter bij de Romeinen niet in zijn eentje rechtsprak. Er waren altijd twee partijen: een aanklager en een advocaat die opkwam voor de aangeklaagde. Nadat beide partijen hun verhaal gehouden hadden, besliste de rechter wie er gelijk had. Daarbij moest hij de wet toepassen. In democratische landen zoals Nederland gaan rechtszaken nog steeds zo. Dat hebben we van de Romeinen geleerd.
Een belangrijk verschil tussen Rome en de Griekse stadstaten was dat de Romeinen een groot rijk veroverden. Door de vele oorlogen konden generaals populair worden. Hun soldaten waren meer trouw aan hen dan aan de staat. Zo kwamen er burgeroorlogen in de Romeinse Republiek. De partij van de generaals stond daarbij tegenover de partij van de senatoren.
Julius Caesar (100–44 v. C.) was zo’n populaire generaal. Hij voerde jarenlang oorlogen waarin hij veel gebied veroverde. Zo voegde hij heel Frankrijk (dat heette toen Gallië) bij het Romeinse Rijk.
Daarna kon hij zijn leger ongeveer alles laten doen.
Zo veroverde hij de macht over alle Romeinen. Hij schafte de republiek af en werd alleenheerser. De senatoren waren daar natuurlijk kwaad over. Caesar leek wel een koning en dat wilden ze niet in hun republiek. Daarom werd Caesar vermoord. Daarna begon de burgeroorlog opnieuw.
In 27 v. C. maakte de geadopteerde zoon van Caesar een eind aan de jarenlange burgeroorlogen. Hij kreeg de erenaam Augustus (‘de verhevene’) omdat hij de vrede had hersteld. Tijdens zijn regering haalden de Romeinen opgelucht adem: eindelijk waren de burgeroorlogen afgelopen. Liever een alleenheerser dan steeds maar oorlog, moeten ze gedacht hebben.
Daarom werd Augustus (r. 27 v. C. – 14 n. C.) de eerste van een lange reeks alleenheersers: de eerste Romeinse keizer. Dat was een keerpunt: in plaats van de republiek kwam een monarchie. Na Augustus hebben bijna honderd keizers over het Romeinse Rijk geregeerd. In 476 n. C. werd de laatste keizer afgezet door Germanen die de gehele westelijke helft van de Romeinse Rijk hadden veroverd.
D — Geschiedenis nu v Griekse politiek is belangrijk voor nu, vooral de democratie. v Door het Romeinse Rijk werd de klassieke
Begrippen & woorden v staat* v regering* v stadstaat* v verdedigen* v onafhankelijkheid* v god* v vorst* v macht* v wet* v farao* v burger* v bestuur* v tiran v alleenheerser v monarchie v edele* v politiek* v aristocratie v democratie v burcht* v tempel* v volksvergadering v politicus v oorlog* v slaaf* v burgerrecht v provincie* v koning* v senator v republiek* v rechtspraak* v willekeur(ig)* v rechter v aanklager v advocaat v rijk* v oorlog* v populair v trouw v burgeroorlog* v keizer* cultuur in heel Europa verspreid. Dat heeft veel invloed op de wereld van nu. Een voorbeeld is het Romeinse recht dat nog steeds invloed heeft op de rechtspraak in (bijvoorbeeld) Nederland (afbeelding 10).
Namen v Harmodios & Aristogeiton v Kleisthenes v Perikles v Julius Caesar v Augustus Keerpunten v 241 v.C. * v 27 v.C. v 392 n.C. *
De Romeinen veroveren hun eerste provincie. Er komt een grote stroom slaven op gang.
Augustus maakt een eind aan de Romeinse Republiek. Er komt een Romeins keizerrijk.
Alle andere godsdiensten dan het christendom worden verboden. Europa wordt christelijk.