Ondernemen en de webshop by Boom beroepsonderwijs

Werkboek

Ondernemen en de webshop 1 Economie en Ondernemen

Naam: ................................................................. .................................................................

u' Ac tie f

Klas: .................................................................

Edu4all Economie en Ondernemen Met de werkboeken van Edu4all leer je alles wat je moet weten en kunnen voor het beroepsgerichte profiel- en keuzevak. Door veel te doen ontdek je wat je leuk vindt en wat bij je past. Zo kun je je goed oriënteren en voorbereiden op je verdere (studie)loopbaan.

rig

In dit werkboek staat het bedenken en opzetten van een webshop centraal. Je onderzoekt aan welke eisen een webshop moet voldoen en welke betaalmogelijkheden er zijn. Je gaat productfoto’s voor je webshop maken en je webshop vullen met producten. Als de webshop is gevuld met foto’s, prijzen en tekst ga je deze online zetten en je producten verkopen.

Edu’Actief maakt werk van onderwijs Edu’Actief wil jou helpen je te ontwikkelen tot een echte vakman of –vrouw. Om werk te maken van onderwijs, werken we samen met docenten, het bedrijfsleven en met jou. Dankzij dit netwerk kunnen we vernieuwende leermiddelen maken die aansluiten op jouw leerbehoefte en op de behoefte van de beroepspraktijk.

9 789037 224559

9789037224559_A3_def.indd 1

Keuzevak Webshop

19-05-16 10:30

tie f

Keuzevak Webshop

Ondernemen en de webshop 1

Licentie:

rig

Serienummer:

Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek. Te activeren tot:

Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Auteur(s): Inhoudelijke redactie: Illustraties: Foto’s:

Iwan Wilke Arie N. Reijn en Liesbeth van Schalkwijk Adobe Photoshop CC Omslag: Erik Karst Fotografie CBS Rose Carson Evan Lorne rvlsoft 1000 Words 360b tanuha2001 Zalando JPstock

Titel: ISBN:

Ondernemen en de webshop 1 978 90 3722 455 9

rig

Eerste druk/eerste oplage © Edu’Actief b.v. 2015 (Iwan Wilke 2015-2015)

Uitgeverij:

tie f

COLOFON

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.

Inhoud WERKEN MET EDU4ALL ............................................................................................................................ 5 Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen .................................................................................... 7 Oriënteren ................................................................................................................................................ 7 Taak 1 Kennismaken met de webshops van Am4rA ............................................................................... 7 Taak 2 De leerdoelen bij deel A ................................................................................................................ 8 Taak 3 Taken plannen .............................................................................................................................. 9

tie f

Evalueren & Reflecteren ...................................................................................................................... 45 Taak 11 Terugkijken en verder kijken .................................................................................................... 45 Taak 12 Voorbereiden op de toets ......................................................................................................... 47 Deel B Foto’s voor je webshop maken ............................................................................................... 48

rig

Oriënteren ............................................................................................................................................. 48 Taak 1 Kennismaken met productfotografie ........................................................................................ 48 Taak 2 De leerdoelen bij deel B .............................................................................................................. 49 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 50

Aan de slag ............................................................................................................................................. 51 Taak 4 Welke productfoto gebruiken? .................................................................................................. 51 Taak 5 Een fotostudio maken ................................................................................................................ 57 Taak 6 Productfoto's maken .................................................................................................................. 61 Evalueren en reflecteren ..................................................................................................................... 65 Taak 7 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 65 Taak 8 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 67 Deel C De webshop vullen .................................................................................................................... 68 Oriënteren ............................................................................................................................................. 68 Taak 1 Kennismaken met een webshop vullen ..................................................................................... 68 Taak 2 De leerdoelen bij deel C .............................................................................................................. 69 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 70

Ondernemen en de webshop 1

Aan de slag ............................................................................................................................................. 71 Taak 4 Een webshop vullen met afbeeldingen, prijzen en tekst .......................................................... 71 Taak 5 Algemene voorwaarden maken ................................................................................................. 76 Taak 6 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 79 Taak 7 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 82 Deel D De webshop online ................................................................................................................... 83 OriĂŤnteren ............................................................................................................................................. 83 Taak 1 Kennismaken met de webshop voorbereiden op publiceren en het assortiment bijhouden . 83 Taak 2 De leerdoelen bij deel D .............................................................................................................. 84 Taak 3 Taken plannen ............................................................................................................................ 85

tie f

rig

Evalueren en reflecteren ..................................................................................................................... 95 Taak 7 Terugkijken en verder kijken ...................................................................................................... 95 Taak 8 Voorbereiden op de toets ........................................................................................................... 97

Ondernemen en de webshop 1

Werken met Edu4all REGISTREREN, AANMELDEN EN LICENTIE ACTIVEREN Je gaat aan de slag met Edu4all. Volg volgend schema om te kijken wat je moet doen. Is dit het eerste werkboek van Edu4all waar je mee werkt?

Ga naar bronnen.edu4all.nl/bronnen/ handleiding en bekijk de film Licentie activeren.

Zoek in een werkboek dat je eerder hebt gedaan je gebruikersnaam en wachtwoord ord o rd op. Schrijf je gegevens op in n de vakken onderaan deze p pagina. pa ag giin na a..

Ga naar licentie.edu-actief.nl. Klik op Aanmelden.

Nee

Je kunt direct kku un ntt di dir reecctt aan aa a an n de slag. Ga Ga na naar naa arr www.edu4all.nl www ww w en log in in met mett je me je gebruikersnaam gee g en wachtwoord. wa w acch httw w

Kies voor Aanmelden via Eduâ&#x20AC;&#x2122;Actief.

Is dit het eerste te te w we werkboek errkkb bo oeekk vo vvoor oo orr dit profielvak o off ke kkeuzevak? eu uzzeevva akk??

Kies voor Een nieuwe gebruikersnaam aanmaken.

Nee

tie f

rig

Maak een gebruikersnaam en wachtwoord oorrd oo d aan. Gebruikersnaam = je schoole-mailadres* -mailadrreess** -mailad Wachtwoord = naam van an je school

*Heb je geen schoole-mailadres? maiilad ma ladrre res? Vr VVraag raag dan je docent om een geb gebruikersnaam. gebrui ruikkeerrs rs n naa aam m..

Schrijf je ggebrui gebruikersnaam ebruikkeerrsnaam snaam en wachtwoord op in de vvak vakken akkken en onder onde onderaan raan aan d deze pagina.

Ga naar licentie.edu-actief.nl.

Vul op de website ebsi de licentie in die op de eerste pagina van dit werkboek staat. Klik op Activeren.

Je hebt nu toegang tot de bronnen. Log in op www.edu4all.nl met je gebruikersnaam en wachtwoord. Gebruikersnaam:

Wachtwoord:

Ondernemen en de webshop 1

BRONNEN In dit werkboek staan opdrachten. Om deze opdrachten te maken, heb je soms bronnen nodig, zoals tekstbronnen, films, websites en de Theek-iT. Wanneer je een bron gaat gebruiken, staat er een pictogram in je werkboek: BRON Achter het pictogram staat in paarse, dikgedrukte tekst welke bron je nodig hebt. Bijvoorbeeld: BRON Lees Tekstbron 1.2 Persoonlijke verzorging. Maak daarna opdracht 13 tot en met 16. BRON Bekijk de Film Werken in de thuiszorg bij ouderen. Maak daarna opdracht 1.

tie f

Bij het eerste voorbeeld ga je een tekstbron lezen. Bij het tweede voorbeeld ga je een film bekijken. Deze bronnen vind je op www.edu4all.nl. Op bronnen.edu4all.nl/bronnen/handleiding wordt uitgelegd hoe je werkt met de bronnen op de website.

OVERLEG MET JE DOCENT Soms is het nodig om te overleggen met je docent. Je ziet dan dit pictogram in je werkboek:

Achter het pictogram staat waarover je met je docent gaat overleggen. Bijvoorbeeld:

61. In Taak 3 heb je een planning ingevuld. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 12 tot en met 14 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo nee, overleg met je docent welke taken je nog moet doen.

We wensen je veel succes en plezier met het maken van de opdrachten!

rig

Team Edu4all

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen

OriĂŤnteren

tie f

Taak 1 Kennismaken met de webshops van Am4rA

BRON Bekijk de website van Am4rA.. Maak daarna opdracht 1 tot en met 4.

1. Kijk op 'Over Am4rA' op de website van Am4rA. a. Wanneer is Am4rA gestart?

b. Wie zijn de oprichters van Am4rA?

rig

c. Waar is het bedrijf begonnen?

d. Wat voor bedrijf moest het worden?

e. Hoeveel vaste medewerkers heeft Am4rA tegenwoordig?

f. Wat voor soorten winkels heeft Am4rA?

g. Heeft Am4rA webshops? Zo ja, welke?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 2. Er worden steeds meer producten via webshops verkocht. Koop jij wel eens iets bij een webshop? Ja / Nee a. Zo ja, bij welke webshop heb je iets gekocht?

b. Zo nee, leg uit waarom niet.

tie f

3. Een eigen webshop! Zou je een eigen webshop willen waar je artikelen via internet kunt verkopen? Ja / Nee a. Zo ja, leg uit waarom.

b. Zo nee, leg uit waarom niet.

Taak 2 De leerdoelen bij deel A

4. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

rig

Als webshopeigenaar moet je: 1. de ontwikkelingen in de e-commerce kunnen herkennen 2. een webshop kunnen bedenken: • welk product • welke doelgroep • welke prijs • positionering. 3. de verzendkosten kunnen bepalen voor je webshop 4. een naam voor de webshop bedenken 5. een logo kunnen ontwerpen 6. een webshop kunnen ontwerpen en een prototype kunnen maken. 5. Je hebt gelezen wat je moet kunnen als je een webshop gaat beginnen. a. Welk leerdoel lijkt jou het leukst? Leg uit waarom.

b. Welk leerdoel lijkt jou het minst leuk om aan te werken? Leg uit waarom.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 6. Als webshopeigenaar heb je bepaalde eigenschappen en vaardigheden nodig. a. Geef aan welke eigenschappen of vaardigheden je moet bezitten als je een eigenaar van een webshop bent. rekenvaardig creatief ondeugend taalvaardig computervaardig grappig

samenwerken beginner communicatief egoïstisch gemakzuchtig commercieel

tie f

b. Bedenk nog twee eigenschappen of vaardigheden die je moet bezitten.

c. Wat is volgens jou de belangrijkste eigenschap die een webshopeigenaar moet bezitten? Leg uit.

7. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 3 Taken plannen

rig

In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen.

8. Bekijk Taak 4 tot en met 12. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. . b. Zoek in de taken naar de opdrachten met Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

c. Overleg met je docent: • op welke momenten jij de antwoorden van de gemaakte opdrachten gaat nakijken • op welke momenten je docent jouw werk zal beoordelen. d. Heb je een taak af? Zet een ✓ in kolom 5. Zet een − als je een taak niet kon doen. Als je Taak 1, 2 en 3 gedaan hebt, kun je deze nu afvinken. 1. Taak 2. Onderwerp

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

Kennismaken met de webshops van Am4rA

De leerdoelen bij deel A

Taken plannen

5. Af 6. Paraaf docent

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen

Een webshop bedenken

Onderzoeken welk product je gaat verkopen in je webshop

Een goede prijs voor je product bepalen en je product positioneren

Een passende naam bedenken voor je webshop

Een prototype van je webshop maken

Een online webshop maken

120

Terugkijken en verder kijken

Voorbereiden op de toets

Ontwikkelingen in de e-commerce

5. Af 6. Paraaf docent

tie f

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

1. Taak 2. Onderwerp

Aan de slag

rig

Taak 4 Ontwikkelingen in de e-commerce

Jij gaat helpen op de verkoopafdeling van het hoofdkantoor van Am4rA. Op de verkoopafdeling worden veel verschillende werkzaamheden gedaan. Directeur Gerrit Westenbroek wil dat er een Web4leT-webshop wordt gemaakt. Astrid is de webshopbouwer en werkt op de verkoopafdeling. Jij helpt haar bij het maken van die website. Zij geeft jou tips voor het maken van een webshop. Die gebruik je als je zelf aan de slag gaat met het maken van je eigen webshop.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen VOORBEREIDEN 9. Jij gaat helpen op een afdeling van het hoofdkantoor van Am4rA. a. Op welke afdeling ga je helpen?

b. Welke naam krijgt de webshop?

c. Wie geeft jou ondersteuning bij het maken van de webshop?

tie f

d. Wat is haar werk op de verkoopafdeling?

e. Wat zou jij ervan vinden als jij hetzelfde werk had als Astrid?

10. Op internet zijn veel webshops te vinden. a. Welke webshops ken jij? Noteer er drie in het schema. 1.

rig

b. Wat voor producten verkopen die webshops? Geef per webshop twee verschillende artikelen. Zet alles in het schema. Product 1

Product 2

Webshop

c. Bij welke webshops heb jij wel eens een product gekocht?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 11. Op internet heb je verschillende mogelijkheden om zelf iets te verkopen. a. Heb jij wel eens iets verkocht via internet, bijvoorbeeld via Marktplaats? ja, heel vaak ja, een paar keer ja, ĂŠĂŠn keer nee, nog nooit b. Wat lijkt jou leuk aan het hebben van een eigen webshop? Leg uit waarom.

tie f

c. Wat lijkt jou minder leuk aan het hebben van een eigen webshop? Leg uit waarom.

BRON Lees Tekstbron 6.1 Ontwikkelingen in de e-commerce.. Maak daarna opdracht 12 en 13.

12. Er wordt veel gebruikgemaakt van sociale media. a. Hoe kunnen sociale media voor een webshop gebruikt worden?

rig

b. Met welke apparaten hebben mensen overal verbinding met internet. Geef twee voorbeelden.

c. Geef vier voorbeelden van sociale media?

2. 3. 4.

d. Welke sociale media gebruik jij zelf?

e. Hoe zou jij sociale media voor je eigen webshop kunnen gebruiken?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 13. Maak kennis met verschillende begrippen binnen online-ontwikkelingen. Verbind de ontwikkelingen en begrippen met elkaar. Online verkopen

Smartphone

Internettoepassingen

Product, prijs, plaats, promotie

Marketinginstrumenten

E-commerce

Hulpmiddel voor internetgebruik

Sociale media

Bedrijf:

Te herkennen aan:

tie f

UITVOEREN 14. Om beter herkenbaar te zijn heeft een winkelbedrijf een logo. a. Geef bij de logo's aan welk bedrijf of merk het is. Geef ook aan waaraan je het logo herkent.

rig

Te herkennen aan:

Bedrijf:

Te herkennen aan:

Bedrijf: Te herkennen aan:

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen Bedrijf: Te herkennen aan:

Bedrijf: Te herkennen aan:

Bedrijf:

tie f

Te herkennen aan:

b. Welke van de logo's vind jij het mooiste. Leg uit waarom.

c. Zou jij een logo in dezelfde stijl voor jou webshop willen gebruiken? Ja / Nee Leg uit waarom.

rig

d. Webshops hebben ook een logo. Zoek op internet drie webshops, die alleen op internet hun producten verkopen. Zet de namen in het schema. e. Maak een afdruk van het logo van iedere webshop. Knip het logo uit en plak het achter de naam van het internetbedrijf. Naam webshop

Ondernemen en de webshop 1

Logo

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen TERUGKIJKEN 15. Je hebt opdrachten gemaakt over de ontwikkelingen in de e-commerce. Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. a. Welke overeenkomsten hebben jullie in je antwoorden?

c. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

tie f

b. Welke verschillen hebben jullie in je uitwerkingen?

d. Wat zou je aan de opdrachten kunnen verbeteren?

rig

16. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 5 Een webshop bedenken

Astrid laat je zien wat de mogelijkheden zijn van een webshop. Ze heeft een video voor je, waarin een webshopondernemer te zien is. Zij ziet in jou ook een aankomend webshopondernemer! VOORBEREIDEN BRON Bekijk de Film Jonge webshop-ondernemer. webshop-ondernemer Maak daarna opdracht 17. 17. De film laat een jongen met een eigen webshop zien. a. Waar is hij zijn eerste webshop begonnen?

b. Met welk oppervlakte in mÂ˛ (vierkante meter) is hij zijn webshop begonnen?

c. Wie werkten er mee in het bedrijf?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen d. Welke producten worden er in de webshops verkocht?

e. Wat gebeurt er met het geld dat verdiend wordt?

tie f

f. Waarom doet hij dat met het geld, denk je?

rig

Astrid vraagt je om mee te denken. Welke producten zou jij in de webshop Web4leT te koop aanbieden? Astrid geeft als tip om kleine, makkelijk te verkopen producten te bedenken.

BRON Lees de volgende tekstbronnen:

6.2 Een webshop bedenken 6.3 Product. Maak daarna opdracht 18 en 19.

18. Enthousiasme is een belangrijke factor voor het succes van een webshop. a. Wie moet er enthousiast zijn?

b. Een webshop bedenken begint met een idee. Waarover moet je al een idee hebben om een webshop te beginnen?

c. Sommige producten verkopen online goed. Waarom is het belangrijk dat te weten?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen d. Sommige producten verkopen online niet goed. Waarom is dat belangrijk om te weten?

e. Er zijn andere webshops die hetzelfde product verkopen. Hoe noem je die?

19. Veel mensen hebben een webshop. a. Ken jij iemand die een eigen webshop heeft? Zo ja, wie is dat?

tie f

Zo nee, ga verder met opdracht 20. b. Wat verkoopt deze persoon?

d. Hoe lang bestaat deze webshop al?

c. Wat is de website van deze webshop?

UITVOEREN 20. Producten die online verkocht worden, kunnen jou een idee geven. Zoek op internet naar de 'best verkochte online producten'. a. Welke tien producten zijn online het meest verkocht het afgelopen jaar.

3. 4.

rig

6. 7. 8. 9.

10.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen b. Online worden er veel kleine producten verkocht. Zoek op internet de 'meest verkochte minigadgets'. Welke vijf zijn dat? 1. 2. 3. 4. 5.

tie f

c. Als je levensmiddelen online aanbiedt, moet je rekening houden met de richtlijnen. Welke richtlijnen zijn dat?

21. Een webshop maken, begint met een goed idee. a. Welk product of welke producten zou jij in je webshop willen verkopen?

rig

b. Leg uit waarom je dit product of deze producten kiest?

23.

BRON Bekijk â&#x20AC;&#x2DC;welke welke producten je gaat verkopen' op de Website Shoppagina. Maak daarna opdracht 22 en

22. Op deze pagina staan een aantal tips. a. Welke vier tips zijn dat? 1. 2. 3. 4.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen b. Hoe kun je in jouw webshop producten laten onderscheiden van een concurrent?

c. Wat wordt bedoeld met een ‘goede marge’?

tie f

23. Dit product wil ik gaan verkopen omdat …! Werk in tweetallen. Maak samen een woordweb. Neem ieder een vel A4-papier. Trek een cirkel in het midden van het papier. Zet in de cirkel: DIT PRODUCT WIL IK GAAN VERKOPEN VIA MIJN WEBSHOP: [naam van het product dat jij wilt verkopen]. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 3 Een woordweb maken gebruiken. a. Trek lijntjes vanaf de cirkel en schrijf aan het eind van het lijntje een sterk punt van het product of een reden waarom jij juist dat product wilt verkopen. b. Vergelijk het product met dat van je medeleerling. c. Bedenk voor hem of haar nog twee sterke punten waarom hij dat product kan verkopen via de webshop.

rig

TERUGKIJKEN 24. Bekijk het resultaat van jullie mindmap voor het product dat je wilt gaan verkopen in je webshop. a. Ben je tevreden over de keuze voor het product? Leg je antwoord uit.

b. Vergelijk jouw mindmap met die van je medeleerling. Welke tip kun je jouw medeleerling geven?

c. Welke tip heb jij van je medeleerling gekregen?

25. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen

Taak 6 Onderzoeken welk product je gaat verkopen in je webshop

VOORBEREIDEN BRON Lees nogmaals Tekstbron 6.3 Product. Maak daarna opdracht 26.

tie f

Je hebt een product bedacht dat je gaat aanbieden in je webshop. Astrid wil dat je gaat uitzoeken hoe je de kenmerken van je product het beste kunt laten zien in je webshop. Hoe beter de klant in je webshop kan zien wat jij verkoopt hoe groter de kans dat hij het product zal kopen.

26. Producten verschillen van elkaar. Ze hebben verschillende kenmerken. In de tabel zijn enkele voorbeelden gegeven. a. Vul de tabel verder in. Bedenk zelf twee producten. Product kenmerk

Skisokken

Extra lang

Sleutelhangers

Lichtgevend

Van plastic

Kerstballen

Balpennen

Flexibele/soepele kunststof

Zonnebril

Extra geconcentreerd

rig

Vloeibaar wasmiddel

Product

Ondernemen en de webshop 1

Voordeel voor klant Geschikt voor hoge skischoenen Je hebt weinig wasmiddel nodig Breekt niet snel, gaat lang mee

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen Product

Product kenmerk

Voordeel voor klant

Flesopener

tie f

b. Welke productkenmerken heeft het product dat je wilt gaan verkopen in jouw webshop?

rig

c. Welke voordelen heeft dat voor een klant?

Je wilt weten of er voldoende vraag naar jouw producten is. Hoe kom je daarachter? Astrid geeft je de tip om een marktonderzoek te doen. Zoek op internet en verzamel zo veel mogelijk informatie over de doelgroep en de concurrentie. BRON Lees de volgende tekstbronnen:

6.4 Marktonderzoek 6.5 De juiste doelgroep bepalen en in beeld brengen. Maak daarna opdracht 27 en 28.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 27. Elke webshop richt zich op een bepaalde doelgroep. a. Wat is een doelgroep?

b. Wat is volgens jou de doelgroep die komt kopen bij de supermarkten van Am4rA?

tie f

28. Levensmiddelen worden zowel in fysieke winkels als in webshops verkocht. a. Geef de namen van vier fysieke winkels die levensmiddelen verkopen.

b. Geef de namen van drie webshops die levensmiddelen verkopen.

UITVOEREN 29. In een eerdere opdracht heb je bedacht welk product je zou willen verkopen. Welk product wil je gaan verkopen met jouw webshop?

rig

30. De volgende vragen gaan over jouw product en helpen je om jouw doelgroep te bepalen. a. Geef aan op welke klanten jij je richt. lokale klanten regionale klanten landelijke klanten internationale klanten b. Is je product voor mannen, vrouwen of voor beide?

c. Welke leeftijdscategorie past het meeste bij jouw product? (de ouders van) kinderen tieners twintigers dertigers veertigers vijftigers senioren d. Bij welke inkomensklasse past jouw product het meest? laag inkomen gemiddeld inkomen hoog inkomen

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen e. Wat denk je dat het hoogste opleidingsniveau is van de meeste van jouw klanten? laag opleidingsniveau (vmbo, mavo, mbo niveau 1) middelbaar opleidingsniveau (havo, vwo, mbo niveau 2-4) hoog opleidingsniveau (hbo, universiteit) f. Uit welke beroepsgroepen komen de meeste van jouw klanten? Je kunt hierbij denken aan de bouw, onderwijs, industrie, landbouw, dienstensector, handel of zorg.

tie f

31. Breng jouw doelgroep in beeld. Gebruik hiervoor een moodboard. Je kunt hierbij Stappenplan 7 Een collage of moodboard maken gebruiken. a. Wat is een moodboard?

b. Maak van jouw doelgroep een digitaal moodboard. Open een programma waarmee je een leeg A4-formaat kunt gebruiken. Zoek zo veel mogelijk geschikte afbeeldingen op internet. Plak de afbeeldingen op je moodboard.

rig

TERUGKIJKEN 32. Laat je moodboard aan een medeleerling zien. Wat vindt hij van de volgende punten? a. Kun je aan het moodboard zien uit welke regio de doelgroep komt? Ja / Nee Zo ja, geef aan waaraan dat te zien is.

b. Kun je aan het moodboard aflezen of de doelgroep bestaat uit mannen, vrouwen, jongens of meisjes? Ja / Nee c. Kun je aan het moodboard zien in welke leeftijdscategorie de doelgroep zich bevindt? Ja / Nee Zo ja, geef aan welke leeftijdscategorie te zien is.

BRON

d. Laat je moodboard aan je docent bekijken. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

e. Sla je document op je eigen domein op met de naam: moodboard_webshop_[eigen naam]. Dit heb ik wel / niet gedaan. 33. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen

Taak 7 Een goede prijs voor je product bepalen en je product positioneren

tie f

Het is soms moeilijk om een goede prijs te bepalen voor de artikelen die je verkoopt. Bij Am4rA is men daar dagelijks mee bezig. Astrid moet ervoor zorgen dat de artikelen op Web4leT aantrekkelijk geprijsd zijn. Ze geeft je de tip: je kunt pas winst maken als je inkoopprijs lager is dan je verkoopprijs!

VOORBEREIDEN BRON Lees de volgende tekstbronnen:

6.6 Prijs 6.7 Positioneren. Maak daarna opdracht 34 en 35.

34. Je gaat oefenen om de verkoopprijs te berekenen. Een paar kinderschoenen van Shoes4You heeft een verkoopprijs van € 24,00. De winstmarge is 40% van de verkoopprijs.

rig

Inkoopwaarde

Bedrag

60%

Procenten

Brutowinst

€ 24,00 40%

De brutowinst is hier: € 24,00 / 100 * 40 = € 9,60. De inkoopwaarde wordt dan: € 24,00 - € 9,60 = € 14,40. Vul de brutowinst en de inkoopwaarde in de tabel in. Je kunt ook ineens van de verkoopprijs de inkoopwaarde uitrekenen: € 24,00 / 100 * 60 = € 14,40.

Ondernemen en de webshop 1

Verkoopprijs

100%

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen a. Bereken de brutowinst en de inkoopprijs van deodorant. De winstmarge is 40% van de verkoopprijs. Vul het schema verder in. Product

Am4rA deodorant

Verkoopprijs

â&#x201A;Ź 1,99

Inkoopwaarde

tie f

Brutowinst b. Jouw product heeft een brutowinst met een marge van 40% van de verkoopprijs. Bepaal de verkoopprijs van jouw product. Vul het schema in. Naam van jouw product:

Product

Verkoopprijs Inkoopwaarde

rig

Brutowinst

35. Het is belangrijk om je producten goed te positioneren in je webshop. a. Wat is positioneren?

b. Wat is een fysieke winkel?

c. Is er verschil in het positioneren van artikelen in een fysieke winkel en een webshop?

Een product verkopen betekent voor de webshop dat de aankoop naar de klant gestuurd moet worden. De verzend- of transportkosten om het product bij de klant te bezorgen zijn hoog. Tip van Astrid: Laat de klant een deel van de transportkosten betalen.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen

BRON Lees Tekstbron 6.8 Verzendkosten. Maak daarna opdracht 36.

tie f

36. Voor het verzenden van een pakket worden er transportkosten gemaakt. Dit zijn materiaalkosten en de verzendkosten. a. Geef een voorbeeld van materiaalkosten.

b. Zoek op internet naar 'pakket versturen'. Noteer drie organisaties die pakketten versturen.

1. 2.

rig

c. Je wilt een pakketje versturen met een gewicht onder 2 kg. Wat is het standaard verzendtarief voor een pakket met een gewicht onder de 2 kg?

d. Wat is het maximum formaat van een pakket tot 10 kg?

e. Je wilt een pakket aangetekend versturen. Wat is het tarief voor een aangetekende verzending van 7 kg?

UITVOEREN 37. Welke verkoopprijs is voor jouw product het meest geschikt? Zoek op internet naar verschillende aanbieders van jouw product. Zet het product en prijs in het schema hieronder. Aanbieder

Ondernemen en de webshop 1

Product

Prijs

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen Aanbieder

Product

Prijs

tie f

38. Een etalage heeft een uitstraling, waarmee je de klant een goed beeld geeft van de producten die je verkoopt. Geef bij de afbeeldingen aan welke uitstraling de etalages hebben.

Duur / Goedkoop

rig

Normaal geprijsd / Afgeprijsd

BRON Bekijk de Website Shoppagina. Shoppagina. Ga naar ‘Webshop beginnen’ en vervolgens naar ‘Demo

kledingwebshop’.. Maak daarna opdracht 39.

39. Een webshop heeft een uitstraling. Wat is jouw mening over de demo van de kledingshop? a. Het is duidelijk te zien welke producten er verkocht worden. Waar / Niet waar b. De producten hebben een goedkope uitstraling. Waar / Niet waar c. De webshop ziet er professioneel uit. Waar / Niet waar d. De producten hebben actieprijzen. Waar / Niet waar e. De webshop is uitnodigend om te bezoeken. Waar / Niet waar

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 40. Geef je mening over de positionering van de producten in de demowebshop. a. Ik vind de positie van de producten in deze webshop wel / niet goed. b. Geef aan waarom je dat vindt.

TERUGKIJKEN 41. Vul de tabel in. Zet een X in de juiste kolom. Ja

Nee

Ik kan uitleggen wat de inkoopprijs, verkoopprijs en brutowinst is. Ik kan berekeningen maken met de inkoopprijs, verkoopprijs en brutowinst.

tie f

Ik vind het moeilijk om de verkoopprijs te berekenen. Ik kan de verzendkosten van een pakket berekenen.

Ik kan de uitstraling van een webshop benoemen.

Ik vind het leuk om de uitstraling van een webshop te bepalen.

42. Heb je alle opdrachten van Taak 7 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 8 Een passende naam bedenken voor je webshop

rig

Astrid vindt het tijd dat je een passende naam voor je webshop gaat bedenken. Natuurlijk moet deze naam nog wel beschikbaar zijn. Op internet kunnen niet twee webshops met dezelfde naam bestaan. En bij een naam voor een webshop hoort een extensie. Bij een webshop hoort ook een herkenbaar logo. Astrid vraagt je om zelf een logo voor je webshop te ontwerpen. Ook ga je de webshops van concurrenten verkennen en beoordelen.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen VOORBEREIDEN BRON Lees de volgende tekstbronnen: 6.9 Een naam voor je webshop 6.10 Een herkenbaar logo 6.11 Klanten werven door promotie. Maak daarna opdracht 43 tot en met 46. 43. Websites hebben een naam met een extensie. a. Wat is een extensie?

tie f

b. Bij welk land hoort de extensie .uk?

44. Voor je webshop heb je een logo nodig. a. Wat is een logo?

b. Wat is een beeldmerk?

rig

c. Geef twee namen van bedrijven die een beeldmerk als logo hebben.

1. 2.

d. Voor een herkenbaar logo zijn vier punten belangrijk, welke zijn dat?

e. Met welk programma kun je zelf een logo ontwerpen?

Het is goed om de webshops van je concurrenten te bekijken en beoordelen. Astrid geeft je de tip om dit samen met een medeleerling te doen. Twee zien meer dan ĂŠĂŠn en je kunt samen overleggen en brainstormen.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen

45. Werk in tweetallen. Je hebt een product dat in je webshop wordt aangeboden. Je gaat voor jouw product drie webshops zoeken die dat product ook verkopen. Beoordeel aan de hand van onderstaand schema de drie websites.

rig

tie f

Je doet hetzelfde voor het product van je medeleerling. Je gaat voor hem ook drie webshops zoeken die hetzelfde product verkopen. Beoordeel aan de hand van onderstaand schema de drie websites die je hebt gevonden. a. Zet de namen van zes webshops in het schema hieronder. Beoordeel daarna de webshops. Zet een O voor onvoldoende, een V voor voldoende of een G voor goed, in de tabel.

b. Laat je medeleerling jouw beoordeling van de webshops zien. Vertel waarom jij ze zo hebt beoordeeld. Als je klaar bent wissel je van rol. c. Welke overeenkomsten hebben jullie in je beoordeling?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen d. Welke verschillen hebben jullie in je uitwerkingen?

e. Wat is het belangrijkste dat je hiervan hebt geleerd?

tie f

f. Wat zou je in je eigen webshop anders doen?

46. Door promotie te maken moet de doelgroep jouw webshop vinden. a. Wat wordt bedoeld met promotie?

b. Welke verschillende manieren zijn er om jouw webshop onder aandacht te brengen? Geef er vier.

3. 4.

rig

c. Welke sociale media ga je gebruiken voor je webshop? Leg uit waarom.

UITVOEREN 47. Je gaat een naam voor je webshop bedenken. Werk in een tweetal en maak een woordweb. Zet in het midden: 'mijn bedrijfsnaam'. Bedenk een variant van de naam die je in gedachten hebt. Laat letters weg uit de naam, of zet er een cijfer bij. Zo spreek je de 2 of two in het Engels net zo uit als too. In het Nederlands betekent dit: â&#x20AC;&#x2DC;ookâ&#x20AC;&#x2122;. Of je spreekt in het Engels de bandnaam U2 uit als 'youtoo'. Dit betekent in het Nederlands 'jij ook'. Maak zelf varianten op je bedrijfsnaam. Zet je variant in de cirkels er omheen. Dan ga je doordraaien en je medeleerling een variant laten invullen. Ga door tot de cirkels met varianten ingevuld zijn. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 3 Een woordweb maken gebruiken.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 48. Maak een keuze voor de beste naam uit je woordweb. a. Welke naam vind jij het beste voor je webshop?

b. Controleer op internet of je naam nog beschikbaar is. De naam voor mijn webshop is wel / niet beschikbaar. c. Is de door jou gekozen naam nog beschikbaar? Ga dan door met de volgende vraag. Is de door jou gekozen naam niet meer beschikbaar? Kies een andere naam en check of deze wel beschikbaar is.

c. Laat je docent je naam bekijken. Wat vindt hij ervan?

b. Laat je naam aan een medeleerling zien. Wat vindt hij ervan?

tie f

49. Je hebt een naam voor je website gekozen. Daar hoort ook een extensie bij. a. Welke extensie ga je gebruiken? Leg je antwoord uit.

rig

50. Je gaat voor je webshop een logo ontwerpen. a. Zoek op internet naar voorbeeld logo's. Dit doe je door in een zoekmachine bijvoorbeeld de woorden 'logo voorbeelden' te gebruiken. b. Maak een print van de logo's die je als voorbeeld voor jouw webshop kunt gebruiken. c. Zoek op internet een geschikte video met de zoekwoorden 'logo ontwerpen met 'Paint' en bekijk de video. d. Start het Microsoft-Officeprogramma Paint en open een nieuw document. e. Sla direct je lege document op je eigen domein op met de naam: webshop_logo_[jouw naam]. Wel / Niet gedaan. f. Ontwerp een logo voor jouw webshop.

Tip! Houd bij het ontwerpen rekening met de volgende punten: 1. Eenvoudig 2. Tijdloos 3. Inzetbaarheid 4. Geschikt. g. Laat je logo zien aan een medeleerling. Wat vindt hij ervan?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen h. Laat je docent je logo beoordelen. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

i. Verbeter je logo met de tips die je gekregen hebt. j. Als je logo klaar is, sla je het document op. Dit doe je automatisch door de toetscombinatie 'Ctrl+s' in te drukken. Wel / Niet gedaan.

tie f

TERUGKIJKEN 51. Je hebt een naam met een extensie voor je webshop bedacht. a. Ben je tevreden met de naam die je hebt gekozen? Leg je antwoord uit.

b. Je hebt ook een logo voor je webshop ontworpen. Vergelijk jouw logo met het logo van een medeleerling. Welke tip kun jij je medeleerling geven?

c. Welke tip heb jij van je medeleerling gekregen?

rig

d. Voldoet jouw logo aan de vier punten die belangrijk zijn bij het ontwerpen van een logo? Leg je antwoord uit.

52. Je hebt in de afgelopen taken veel geleerd over het ontwerpen van een webshop. Veel woorden die je geleerd hebt, staan in de woordzoeker hierna. Zoek het woord dat bij de omschrijving hoort op in de woordzoeker. Weet je een woord niet? Kijk dan in de Theek-iT. a. De activiteiten gericht op de verkoop via internet heet

b. De opbouw van een webshop noem je de

c. Wat een product kost heet de

d. Een bepaalde groep mensen waar je webshop zich op richt heet de

e. De naam van dit keuzevak heet

f. Wat je verkoopt in je webshop is je

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen .

tie f

g. De behoefte van consumenten naar bepaalde goederen en diensten heet

53. Heb je alle opdrachten van Taak 8 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 9 Een prototype van je webshop maken

VOORBEREIDEN

rig

Astrid laat je zien hoe je een webshop maakt. Dit heeft ze ook gedaan voor Am4rA. Maar voordat je aan het echte werk begint, ga je eerst een prototype maken. Astrid geeft je de tip dat je moet beginnen met het maken van een lay-out en een eigen ontwerp.

BRON Lees de volgende tekstbronnen:

6.12 Ontwerp van een webshop 6.13 Een prototype maken. maken. Maak daarna opdracht 54 en 55.

54. Maak kennis met het ontwerpen van een webshop. a. Je kunt je eigen webshop ontwerpen, of een template gebruiken. Wat is een template?

b. Wat is een voordeel als je zelf je webshop ontwerpt?

c. Wat is een nadeel van het zelf ontwerpen?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen d. Wat is een voordeel als je voor je eigen webshop een template gebruikt.

e. Wat is een nadeel van het gebruiken van een template?

tie f

f. Waar gaat jouw voorkeur naar uit? Eigen ontwerp / Template g. Leg je keuze uit.

55. Verbind de woorden met elkaar.

Kant-en-klaar design

Homepage

Kort

Templates

rig

Betaalsystemen

Zelf bouwen

Eigen ontwerp

Gebruikersvriendelijk

Verzendtijd

Startpagina

UITVOEREN Het is nu aan jou om je webshop te ontwerpen. Je begint met het maken van de lay-out. Astrid geeft je de tip om hiervoor het programma PowerPoint te gebruiken. Je kunt per dia een pagina maken en bekijken hoe dat eruit ziet. 56. Start het programma PowerPoint en open een lege presentatie. a. Sla direct je lege presentatie op je eigen domein op met de naam: webshop_ontwerp_[jouw naam]. Wel / Niet gedaan. b. Klik met je rechtermuisknop in de kleine dia aan de linkerkant. Kies vervolgens 'Nieuwe dia'. Dit doe je nog drie keer, zodat je in totaal vijf lege dia's hebt.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 57. Een webshop heeft veel verschillende pagina's. Hieronder wordt in elk blokje een pagina genoemd die elke webshop moet hebben.

tie f

a. Klik op de eerste dia. Typ in de dia het woord 'Home'. Dit doe je door op 'Invoegen' te klikken en vervolgens op 'Tekstvak'. b. Zet in de tweede dia het woord 'Webshop'. Ga daarna verder met de andere drie dia's.

rig

58. Je gaat de pagina’s verder vullen. a. Ga weer naar de eerste dia. Zet in het scherm linksonder een tekstvakje met het woord 'Home'. Zet daarna de andere vier woorden erin: Webshop, Contact, Over ons, Voorwaarden. b. Herhaal dit bij de andere dia's. Als resultaat hebben alle vijf dia's dezelfde woorden onder in de dia staan. c. Ga in PowerPoint naar 'Bestand' en kies voor 'Opslaan als'. Geef je document een naam en sla deze op je eigen domein op. Sluit je document niet af.

59. Op een webshop kun je navigeren. a. Wat is de navigatie van een website?

b. Neem je eerste dia voor je. In het scherm selecteer je het woord 'Webshop' door hierop te dubbelklikken. Klik daarna op de rechtermuisknop en kies vervolgens 'Hyperlink'. Klik op 'Plaats in dit document'. Bij ‘Selecteer een plaats in dit document’ klik je op 'dia 2'. Klik vervolgens op ‘OK’. c. Ga naar de tweede dia met de naam: ‘Webshop’. In het scherm selecteer je het woord 'Home' door hierop te dubbelklikken. Klik daarna op de rechtermuisknop en je kiest weer 'Hyperlink'. Klik op 'Plaats in dit document'. Bij ‘selecteer een plaats in dit document’ klik je op 'dia 1'. Klik vervolgens weer op ‘OK’. d. Nu ga je controleren of de navigatie werkt. Klik op 'F5'. Klik onder in het scherm op het woord 'Webshop'. Als resultaat navigeer je nu naar de pagina waarboven staat 'Webshop'. Klik onderin op het woord 'Home' en je navigeert weer terug. e. Ga voor alle tekstblokjes onderin de pagina's de navigatie maken zoals bij a. en b.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 60. Je gaat je navigatie controleren. Werk in tweetallen. a. Laat je navigatie controleren door een medeleerling. Wat vindt hij ervan?

b. Controleer de navigatie van je medeleerling. Wat vind je van de navigatie?

tie f

c. Welke tips kun je geven aan je medeleerling om de navigatie te verbeteren?

d. Welke tips heb jij van je medeleerling gekregen?

rig

e. Werkt de navigatie goed? Ja? Goed gedaan. Sla je document op. Dit doe je automatisch door de toetscombinatie 'Ctrl+s' in te drukken. Nee? Dat is jammer. Pas je navigatie aan tot het goed werkt. Als het niet lukt vraag je docent om hulp. Sla je document op. Wel / Niet gedaan. Sluit je document niet af.

61. Je gaat je ontwerp aanvullen met afbeeldingen, teksten en een achtergrond. a. Pas de achtergrondkleur aan. Klik met je rechtermuisknop in het scherm en kies 'Achtergrond opmaken'. Kies een kleur en klik vervolgens op 'Overal toepassen'. b. Kies een afbeelding als achtergrond. Klik met je rechtermuisknop in het scherm en kies 'Achtergrond opmaken'. Ga naar 'Opvuleffecten' en klik op 'Afbeelding'. Selecteer een afbeelding en voeg deze toe. c. Je kunt ook afbeeldingen invoegen. Zoek op internet geschikte afbeeldingen van jouw product(en). Sla deze op je eigen domein op. Ga in PowerPoint naar 'Invoegen', ga naar 'Afbeelding' en klik op 'Uit bestand'. Zoek de juiste afbeelding en klik op 'Invoegen'. d. Verklein of vergroot de afbeelding naar een juist formaat. Verplaats in het scherm je afbeelding naar de juiste plaats. Plaats de volgende afbeelding in je ontwerp. e. Je gaat nu teksten bij de afbeeldingen zetten. Maak bij elke afbeelding een tekstblokje met de juiste informatie over het product. Zet bij iedere productafbeelding de prijs van het product. f. Maak je ontwerp zo aantrekkelijk mogelijk voor de doelgroep van je product. g. Sla het document op. Dit doe je door de toetscombinatie 'Ctrl+s' in te drukken.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen TERUGKIJKEN 62. Bekijk het resultaat van jouw ontwerp. a. Ben je tevreden over je eigen ontwerp? Leg je antwoord uit.

b. Ziet je ontwerp er netjes en verzorgd uit?

tie f

c. Vergelijk jouw ontwerp met dat van een medeleerling. Welke tip kun jij je medeleerling geven?

d. Welke tip heb jij van je medeleerling gekregen?

e. Laat je docent je ontwerp beoordelen. Noteer de tips die je krijgt.

rig

f. Waar ben je trots op bij je eigen ontwerp? Leg je antwoord uit.

63. Heb je alle opdrachten van Taak 9 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 10 Een online webshop maken Astrid vindt het tijd worden dat jij je eigen webshop gaat maken. Op de verkoopafdeling van Am4rA gebruiken ze hiervoor een speciaal programma. Daarmee wordt de webshop van Web4leT gebouwd. Astrid laat je zien dat je in een aantal stappen een webshop kunt bouwen. VOORBEREIDEN BRON Lees Stappenplan Een webshop maken. Maak daarna opdracht 64 tot en met en 66. 64. Maak een stappenplan voor jouw webshop. In zeven stappen kun je een webshop maken. Welke zeven stappen zijn dat? 1. 2. 3.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 4. 5. 6. 7. 65. Met een contentmanagementsysteem beheer je je eigen website. Wordpress is een goed contentmanagementsysteem. a. Zoek op internet nog twee contentmanagementsystemen. 1. 2.

tie f

b. Wat kun je zelf aanpassen in een contentmanagementsysteem?

66. Overleg met je docent welk contentmanagementsysteem je mag gebruiken. a. Welk contentmanagementsysteem ga jij gebruiken?

b. Zoek in het gekozen contentmanagementsysteem naar de mogelijkheden die dit programma biedt. c. Maak een account aan in het contentmanagementsysteem.

rig

Tip! Kies een domeinnaam die voldoet aan de punten die in bron tekstbron 6.8 Een naam voor je webshop zijn genoemd.

d. Registreer je account.

BRON Lees Tekstbron 6.14 De inhoud van je webshop webshop. Maak daarna opdracht 67 tot en met 71.

67. De inhoud van de webshop heeft een belangrijk doel. a. Wat voor doel heeft een webshop?

b. Een voorbeeld van een onderdeel om dat doel te bereiken is de paginatitel van de webshop. Geef er nog drie. 1. 2. 3. c. Wat wordt er met de 'content' van de website bedoeld?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen d. Waarop moet je letten als je een tekst in je webshop plaatst?

68. In de tabel staan productgegevens. Zet de kenmerken van een paar schoenen uit een Am4rA webshop Shoes4You bij de productgegevens. Kies uit: leer - 43- Am4rA Sneaker blue - heren 141.05 - sneakers - Am4rA - blauw. Productgegevens

tie f

Artikelnummer Doelgroep

Merk

Soort

Kleur

Materiaal

rig

Maat

69. De omschrijving van je product moet zo uitgebreid mogelijk zijn. a. Waarom is het belangrijk dat er de juiste productkenmerken bij de productengegevens staan?

b. Hoe voorkomt een uitgebreide omschrijving dat een klant een product retour zendt?

c. Hoe kan een zoekmachine een product met uitgebreide informatie beter vinden?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen Astrid heeft met de verkoopafdeling afgesproken dat de volgende artikelen in de webshop van Web4leT worden opgenomen: armbanden, kettingen, oorbellen en ringen.

70. Alle producten in een webshop worden in categorieën onderverdeeld:

tie f

Categorieën Armbanden Kettingen

Oorbellen

Ringen

a. Waarom is er een verdeling in categorieën in een webshop?

Kettingen

Oorbellen

Ringen

Armbanden

rig

b. Bedenk voor de Web4leT-webshop vijf artikelen per categorie. Je mag op internet naar voorbeelden zoeken.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen c. Verdeel de producten van jouw webshop in verschillende categorieën. Vul het onderstaande schema in.

tie f

Categorieën

Armband

Spijkerbroek

Portemonnee Horloge Rugzak Selfie stick Headset Drinkfles

Materiaal

rig

Merk

71. Binnen een categorie is er een onderverdeling te maken in subcategorieën. De categorie ‘kettingen’ kun je verdelen in de subcategorieën: heren-, dames- of kinderenkettingen. Een ketting kan nog meerdere subcategorieën hebben. Subcategorieën met een verdeling naar productkenmerken zoals: merk, materiaal, prijsklasse, meest populair. In de tabel zijn voor Web4leT artikelen subcategorieën ingevuld. Vul de tabel verder in. Je mag op internet naar voorbeelden zoeken.

Ondernemen en de webshop 1

Formaat

Kleur

Prijs

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen Merk

Materiaal

Formaat

Kleur

Prijs

Powerbank Parfum Vulpen Bluetooth speaker

tie f

Wandelschoenen Spijkerbroek

Zonnebril

Agenda

UITVOEREN Bij Am4rA worden alle productgegevens en kenmerken verzameld in een overzicht. Astrid geeft je de tip om hiervoor het programma Excel te gebruiken.

rig

72. Open in Excel een leeg werkblad/lege werkmap. a. Sla je lege werkblad op je eigen domein op met de naam: webshop_producten_[jouw naam]. Wel / Niet gedaan. b. Klik op de cel A1 en typ hierin het woord artikelnummer. c. Maak de kolom breed genoeg voor dit woord. d. Klik op de cel B1 en typ hierin het woord categorie. e. Klik op de cel C1 en typ hierin het woord product. f. Klik op de cel D1 en typ hierin het woord prijs. g. Maak eventueel extra kolommen voor de productkenmerken van je product zoals: merk, kleur, materiaal, maat. 73. Voordat je verder gaat met het bijwerken van het overzicht laat je dit controleren. Werk in tweetallen. a. Vergelijk jouw lege productoverzicht met dat van een medeleerling. Welke tip kun je jouw medeleerling geven?

b. Welke tip heb jij van je medeleerling gekregen?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen c. Sla het document op. Dit doe je automatisch door de toetscombinatie 'Ctrl+s' in te drukken. Wel / Niet gedaan. Sluit je document niet af. 74. Zet je producten in het overzicht. a. Zet in je productoverzicht alle producten die je in jouw webshop aanbiedt. b. Sla het document op als alle producten in het overzicht staan. c. Laat je docent je productoverzicht controleren. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips de je krijgt.

tie f

75. Je gaat nu de producten in je webshop zetten. Open je eigen geregistreerde webshop. a. Bekijk in de handleiding hoe je een categorie en een subcategorie toevoegt. Wel / Niet gedaan. b. Voeg de categorieën toe voor jouw producten in je webshop. Wel / Niet gedaan. c. Voeg de subcategorieën toe. Wel / niet gedaan.

rig

TERUGKIJKEN 76. Je hebt opdrachten gemaakt over categorieën en subcategorieën voor je webshop. Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. a. Welke overeenkomsten hebben jullie in je antwoorden?

b. Welke verschillen hebben jullie in je uitwerkingen?

c. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

d. Wat zou je aan de opdrachten kunnen verbeteren?

77. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 78. Heb je alle opdrachten van Taak 10 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Evalueren & Reflecteren Taak 11 Terugkijken en verder kijken Je hebt in dit deel kennisgemaakt met het bedenken en ontwerpen van een webshop. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken.

tie f

79. In Taak 3 heb je een planning gemaakt. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 11 en 12 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met 10 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken.

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Ik kan de ontwikkelingen in de e-commerce herkennen.

2. Leerdoel

1. Taak

rig

80. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij Moet ik nog aan werken’ werken een ✓ te zetten. elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet Moet ik nog aan werken’ werken een ✓ hebt gezet. Wat moet b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5. c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

Ik kan een webshop bedenken.

Ik kan onderzoek doen naar de producten voor mijn webshop.

Ik kan de verkoopprijs voor mijn producten berekenen. Ik kan mijn product positioneren voor de juiste doelgroep.

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen 1. Taak

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Ik kan de verzendkosten berekenen. Ik kan een passende naam voor mijn webshop bedenken.

Ik kan een prototype van een webshop maken.

Ik kan een online webshop maken.

tie f

BRON Bekijk â&#x20AC;&#x2DC;Domein Handel en ondernemerschapâ&#x20AC;&#x2122; op de Website Mbo.. Maak daarna opdracht 81.

81. Na het vmbo ga je een vervolgopleiding doen. a. Kies op de website voor het domein Handel en ondernemerschap. Welke opleidingen vind je? Kies de vier opleidingen die je het meeste aanspreken en zet ze in de tabel. Zet achter elke opleiding het niveau van de opleiding. Niveau

rig

Opleiding

b. Ben jij een ondernemend type? Ja / Nee. Leg je antwoord uit.

c. Vraag twee medeleerlingen of ze in jou een ondernemer zien. Wat is hun mening?

d. Vraag je ouders/verzorgers of ze in jou een ondernemer zien. Wat is hun mening?

Ondernemen en de webshop 1

Deel A Een webshop bedenken en ontwerpen BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 82.

82. Wanneer het je leuk lijkt om een eigen webshop te beginnen, is het handig dat je iemand kent die een eigen webshop heeft. Dan kun je aan die persoon vragen stellen of kun je misschien eens een dag op zijn werkplek meelopen. Bij Taak 5 heb je ingevuld of je iemand kent met een eigen webshop. Vul de gegevens van deze persoon in je netwerkoverzicht in. Heb je ingevuld dat je niemand kent met een eigen webshop, vraag dan bijvoorbeeld aan je familie, aan vrienden of op school of zij iemand kennen met een eigen webshop. Zoek anders op internet. Vul de gegevens van deze persoon in je netwerkoverzicht in.

Taak 12 Voorbereiden op de toets

tie f

In deze taak ga je je voorbereiden op de toets.

rig

83. In de tekstbronnen bij dit deel ben je woorden tegengekomen die je moet kennen voor een toets. In de tekstbronnen zijn deze woorden onderstreept. Misschien heb je zelf nog andere woorden gemarkeerd. a. Zoek alle dikgedrukte woorden op. Maak er een lijstje van op papier of digitaal. b. Zet de woorden in alfabetische volgorde. c. Bekijk je lijst met woorden. Zijn er woorden waarvan je niet weet wat ze betekenen? Zoek de betekenis van die woorden op in de Theek-iT. d. Zet de betekenis achter het woord in jouw lijst.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken

OriĂŤnteren Taak 1 Kennismaken met productfotografie BRON Bekijk de Film Productfotografie. Maak daarna opdracht 1.

tie f

1. In de film zie je hoe een product wordt gefotografeerd. a. Gaat deze film over een professionele fotograaf? Ja / Nee. Leg uit waarom.

b. Wat leer je over productfotografie van deze film?

rig

2. In de film wordt een digitale camera gebruikt. a. Wat is het merk van de digitale camera? Canon Nikon Pentax Samsung b. Welk type camera wordt er gebruikt? compactcamera spiegelreflexcamera c. Leg uit waarom de digitale camera overdwars wordt geplaatst?

d. Wat gebruikt de fotograaf om het product stofvrij te maken?

e. Wat heeft de fotograaf aan zijn handen?

f. Leg uit waarom hij dit heeft.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken

tie f

3. Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s kunnen bewerkt worden met een fotobewerkingsprogramma. a. Welk programma is in de film gebruikt? Gebruik hiervoor internet en zoek op afbeeldingen. Adobe Lightroom Adobe Photoshop Corel Draw Picasa b. Leg uit waaraan je dat ziet.

rig

c. Welke verschillen zie je in vergelijking met de andere fotobewerkingsprogramma's?

4. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 2 De leerdoelen bij deel B

Als webshopeigenaar moet je: 1. weten welke productfoto's je kunt gebruiken 2. een opstelling kunnen maken voor productfotografie 3. geschikte productfoto's kunnen maken. 5. Je leert productfotografie toe te passen voor je webshop. a. Van welke producten zou jij graag productfoto's willen maken?

b. Wat lijken je leuke werkzaamheden als productfotograaf? Leg uit waarom.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken c. Wat lijken je minder leuke werkzaamheden als productfotograaf? Leg uit waarom.

d. Heb jij wel eens foto's van een product gemaakt voor online verkoop? Zo ja, welk product? En hoe heb je dat gedaan? Zo nee, hoe had jij het dan gedaan?

de artikelen worden gefotografeerd

tie f

6. Bij productfotografie doorloop je een aantal stappen. Bekijk de stappen voor het maken van een productfoto. De stappen staan niet in de juiste volgorde. Aan jou de taak om de stappen in de juiste volgorde te zetten. Zet een 1 bij de stap die je als eerste neemt bij het maken van een productfoto. Eindig met nummer 8 bij de laatste stap die je neemt bij productfotografie.

de beelden worden in de webshop geplaatst

de artikelen worden klaargemaakt voor de foto, zoals sieraden gepoetst, kleding gladgestreken en tassen gevuld de beelden worden op de computer opgeslagen producten selecteren

de beelden krijgen een artikelnummer en artikelnaam fotostudio gereed maken

rig

de beelden worden bewerkt

7. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 3 Taken plannen

8. Bekijk Taak 4 tot en met 8. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. . b. Zoek in de taken naar de opdrachten met Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken 3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

Kennismaken met productfotografie

De leerdoelen bij deel B

Taken plannen

Welke productfoto gebruiken?

Een fotostudio maken

150

Productfoto's maken

300

Terugkijken en verder kijken

Voorbereiden op de toets

5. Af 6. Paraaf docent

tie f

1. Taak 2. Onderwerp

Taak 4 Welke productfoto gebruiken?

Aan de slag

Een belangrijk onderdeel bij de webshops van Am4rA is de productfotografie. Astrid geeft aan dat het tijd is om productfoto’ss te maken. Ze laat je zien waar je allemaal rekening mee moet houden bij productfotografie. VOORBEREIDEN

rig

BRON Lees Tekstbron 6.15 Foto’s s voor de webshop webshop. Maak daarna opdracht 9 tot en met 15.

9. Er zijn verschillen tussen een fysieke winkel en een webshop. a. Wat kan een klant niet in een webshop?

b. Waarmee laat een webshop de producten zien?

c. Wat moet een foto duidelijk maken?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken

b. Welke twee voordelen heeft het gebruik van een stockfoto?

tie f

10. In plaats van zelf productfoto's maken kun je stockfoto's gebruiken. a. Wat wordt er bedoeld met een stockfoto?

c. Welk nadeel heeft het gebruik van een stockfoto?

11. Welke drie manieren zijn er om aan een goede productfoto te komen? 2. 3.

rig

12. Welk nadeel heeft het als je een productfotograaf inschakelt?

13. Zoek op internet naar tarieven van een productfotograaf. Gebruik zoekwoorden als: 'product fotograaf kosten'. a. Wat kost het per foto als je minder dan 25 foto's laat maken?

b. Wat kost het per foto als je meer dan 25 foto's laat maken?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken c. Welke extra kosten komen hier nog bij?

15. Fotografie is belangrijk voor een webshop. a. Welke voordelen heeft het zelf maken van foto's?

c. Welk nadeel heeft de kwaliteit van een foto van internet?

tie f

14. Op het internet staan heel veel foto's. a. Mag je zomaar foto's van het internet gebruiken? Ja / Nee b. Wat wordt bedoeld met copyright?

rig

b. Noem twee belangrijke punten waar je rekening mee moet houden als je zelf foto's gaat maken? 1.

c. Verbind de woorden met elkaar. Vanuit een hoek

Duidelijker

Statief

Geen beweging

Dichtbij

Zijkant van het product

Digitale camera

Kwalitatief goede foto

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken

a. Om welk product in het midden van de foto gaat het hier?

tie f

UITVOEREN 16. Bekijk de productfoto en beantwoord de vragen.

b. Waar kun je dat aan zien?

rig

c. Heeft het product een schaduwkant? Ja / Nee d. Leg uit of het product overal goed belicht is.

e. Zie je spiegelingen op het product? Ja / Nee f. Hoe groot is het product op de foto?

g. Kun je aan de foto zien waar je het product voor kunt gebruiken? Ja / Nee. Leg uit.

h. Kun je aan de foto zien van wat voor materiaal het product gemaakt is? Ja / Nee. Zo ja, van welk materiaal? Zo nee, waarom is dit niet te zien?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken

1. 2.

rig

4. 5.

te veel belicht te weinig belicht niet scherp gefotografeerd andere producten dan het te verkopen product schaduwkant.

1. 2. 3. 4. 5.

tie f

17. Deze webshop verkoopt kopjes die bedrukt zijn. De productfoto is niet helemaal goed gelukt. Geef met nummertjes aan wat er scheelt aan de productfoto. Dit doe je door in de foto de cijfers te zetten bij het onderdeel wat niet goed is. Leg daarna uit wat er niet goed is.

18. Waarom is bij de foto geen gebruikgemaakt van een witte achtergrond?

19. Breng foto's van willekeurige producten in beeld. Gebruik hiervoor een moodboard. Overleg met je docent of je tijdschriften of folders kunt gebruiken, waarin producten staan. Of zoek op internet naar afbeeldingen van producten. Maak een moodboard met goede productafbeeldingen. Als je een moodboard op papier gaat maken met fotoâ&#x20AC;&#x2122;s uit tijdschriften en/of folders, gebruik je een vel A4-papier. Haal zo veel mogelijk afbeeldingen van producten uit een tijdschrift of folder en plak deze op het A4-papier. Als je een digitaal moodboard gaat maken met afbeeldingen van internet, open je een programma (Word of PowerPoint) waarin je een leeg A4-formaat kunt gebruiken. Zoek zo veel mogelijk geschikte afbeeldingen van producten op internet. Plak de afbeeldingen in je moodboard. BRON Je kunt hierbij Stappenplan 7 Een coalge of moodboard maken gebruiken.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken TERUGKIJKEN 20. Laat je moodboard aan een medeleerling zien. Wat vindt hij van de volgende punten? a. Kun je op het moodboard producten zien die goed gefotografeerd zijn? Ja / Nee Zo ja, geef aan waaraan dat te zien is.

b. Vergelijk jouw moodboard met het moodboard van een medeleerling. Welke tip kun jij je medeleerling geven?

tie f

c. Welke tip heb je van je medeleerling gekregen?

d. Sla je document op je eigen domein op. Wel / Niet gedaan.

rig

21. In deze taak heb je geleerd dat goede productfoto’ss belangrijk zijn voor je webshop. a. Geef aan welk soort foto's jij gaat gebruiken voor jouw webshop. stockfoto's productfoto's van je leverancier productfotograaf zelf foto's maken b. Leg uit waarom?

22. Stelling: ‘Het Het is beter een dure, goede productfoto te gebruiken dan een goedkopere, maar kwalitatief mindere productfoto.’ productfoto.’ a. Geef aan of je het eens of oneens bent met de stelling. Ik ben het eens / oneens met de stelling omdat:

b. Bespreek je mening over de stelling met je medeleerlingen. Doe dit klassikaal. Hoeveel zijn het er eens met de stelling?

c. Hoeveel zijn het er oneens met de stelling?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken 23. Je hebt opdrachten gemaakt over productfoto’s. Vergelijk jouw antwoorden met die van een medeleerling. a. Welke overeenkomsten hebben jullie in je antwoorden?

b. Welke verschillen hebben jullie in je uitwerkingen?

d. Wat zou je aan de opdrachten kunnen verbeteren?

tie f

c. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

Taak 5 Een fotostudio maken

24. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

rig

Am4rA maakt gebruik van een eigen fotostudio om productfoto productfoto’s te maken. Ze hebben een eigen fotograaf in dienst, Ben Vormer. Hij zorgt ervoor dat er goede foto foto’s op de sites staan. Ben maakt in zijn studio gebruik van lampen, witte doeken, reflectieschilden enzovoort. Het zijn allemaal hulpmiddelen om een goede foto te kunnen maken. Ben laat je zien hoe je zelf, eenvoudig, je eigen minifotostudio kunt maken.

VOORBEREIDEN BRON Lees Tekstbron 6.16 Een eigen fotostudio maken maken. Maak opdracht 25 tot en met 28. 25. Voor het maken van goede foto's werk je met een minifotostudio. Een minifotostudio kun je zelf maken. Voor een minifotostudio heb je een aantal materialen nodig. a. Geef aan welke materialen je nodig hebt voor een zelfgemaakte minifotostudio.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken b. Waar moet je op letten als je een product belicht?

c. Wat is kunstlicht?

d. Geef twee punten die belangrijk zijn bij het gebruik van een digitale camera.

tie f

26. Een minifotostudio heeft een witte achtergrond die uit één geheel bestaat. a. Waarom moet de achtergrond wit zijn?

b. Welk materiaal gebruik je in een zelfgemaakte fotostudio als witte achtergrond?

c. Een mooie ronding in de witte achtergrond is belangrijk. Leg uit waarom.

rig

27. Een goede belichting van je product is belangrijk. Niet Leg uit. a. Is een raam geschikt als belichting? Wel / Niet.

b. Leg uit waarom direct zonlicht op een product niet goed is.

c. Hoe kun je voorkomen dat er direct licht op je product schijnt?

d. Welk voordeel heeft het gebruik van een reflectiekarton?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Fotoâ&#x20AC;&#x2122;s voor je webshop maken

tie f

UITVOEREN 28. Hieronder zie twee verschillende minifotostudioâ&#x20AC;&#x2122;s. Geef bij elke studio aan welke materialen er zijn gebruikt. Denk aan witte doeken, lampen, plastic bak enzovoort.

rig

29. Werk in tweetallen. Je hebt voor het fotograferen een minifotostudio nodig. a. Overleg hoe je een minifotostudio met belichting kunt maken. Wel / Niet gedaan. b. Overleg met je docent hoe je een minifotostudio met belichting gaat maken. Wel / Niet gedaan. c. Verzamel het benodigde materiaal. Wel / Niet gedaan. d. Maak de minifotostudio. Wel / Niet gedaan. e. Controleer of de belichting goed werkt. Wel / Niet gedaan.

30. Je werkt in hetzelfde tweetal. Jullie gaan in de minifotostudio de belichting installeren. a. Installeer de minifotostudio. b. Plaats de belichting en zet deze aan. c. Laat de minifotostudio beoordelen door twee medeleerlingen. Wat vinden zij ervan?

d. Wat vinden jullie van de fotostudio van je medeleerlingen? Welke tips kunnen jullie je medeleerlingen geven?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken

Een ministudio met een rode achtergrond en meerdere lampen voor

de belichting.

tie f

e. Laat je docent jullie minifotostudio beoordelen. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die jullie krijgen.

31. Werk in tweetallen. Maak van twee kleine artikelen uit de schoolwinkel (of een artikel uit school) een aantal testfoto's. a. Maak op je computer een nieuwe map met de naam: afbeeldingen_producten_[jouw naam]. b. Maak foto's van beide producten. c. Sla de foto's op in de map: afbeeldingen_producten_[jouw naam]. d. Geef de opgeslagen foto's een naam.

rig

32. Werk in tweetallen. Experimenteer met materialen in je minifotostudio. a. Maak van dezelfde twee artikelen als bij de vorige opdracht, foto's met een andere achtergrondkleur. b. Maak foto's terwijl je maar één lamp voor de belichting gebruikt, c. Maak foto’ss met meerdere lampen om het product te belichten. d. Maak foto's terwijl je beide artikelen tegelijk in je minifotostudio zet. e. Sla de foto's op in de map: afbeeldingen_producten_[jouw naam]. f. Geef de opgeslagen foto's een naam. 33. Bespreek met leerlingen uit een ander groepje de testresultaten van je minifotostudio. foto die je gemaakt hebt op de computer. a. Bekijk samen de digitale foto’s foto te b. Noteer wat je kunt verbeteren of moet aanpassen aan je minifotostudio om betere foto’s krijgen. c. Pas de veranderingen toe aan je minifotostudio. d. Maak opnieuw een testfoto van een product waar je al een testfoto van gemaakt had. e. Vergelijk de twee testfoto’s op de computer. Is de tweede testfoto beter? f. Wat moet je nog doen om de tweede testfoto nog beter te krijgen? g. Laat je docent je ontwerp beoordelen. Noteer de tips die je krijgt.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken TERUGKIJKEN 34. Je hebt een mini-fotostudio ingericht en verschillende foto’s gemaakt. Vergelijk jullie mini-fotostudio met die van andere tweetallen. a. Welke overeenkomsten hebben jullie in de gebruikte materialen?

c. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

tie f

b. Welke verschillen zijn er in de materialen die jullie gebruikt hebben?

d. Wat zou je aan de fotostudio kunnen verbeteren?

rig

e. Vind je het leuk om foto’s foto s te maken? Ja / Nee productfoto Ja / Nee. Leg je antwoord uit. f. Ben je goed in het maken van productfoto’s?

Taak 6 Productfoto's maken Als Ben aan het werk is heeft hij vaak hulp van een stagiaire. Die moet het vak nog leren en daardoor zijn de foto’ss niet altijd even goed. Ben moet de foto foto’s dan ook altijd controleren. Soms moet hij de foto’s bijwerken. Hij doet dat met een fotobewerkingsprogramma. Jij gaat hem vandaag daarbij helpen. VOORBEREIDEN 35. Hierna zie je een aantal foto's van producten. Geef aan wat je mist aan de foto of wat niet goed is aan de foto. Meerdere antwoorden zijn mogelijk. Denk hierbij aan: • wel/geen schaduwen • wel/geen storende weerkaatsingen • wel/geen duidelijk contrast met de achtergrond • wel/niet van dichtbij gefotografeerd • wel/geen andere voorwerpen in beeld • wel/geen diepte door uit een hoek te fotograferen

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken wel/geen zichtbare details wel/geen kader vullend product.

rig

tie f

• •

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken BRON Lees nogmaals ‘foto bewerken’ van Tekstbron 6.15 Foto’s voor de webshop. Maak daarna

opdracht 36. 36. Een veel gebruikt fotobewerkingsprogramma is Adobe Photoshop. a. Geef de naam van een eenvoudig fotobewerkingsprogramma van Microsoft dat vrijwel iedereen heeft.

b. Geef de naam van een fotobewerkingsprogramma dat je gratis kunt downloaden.

d. Geef nog een naam van een fotobewerkingsprogramma.

tie f

c. Geef de naam van een website waarmee je online foto's kunt bewerken.

rig

BRON Bekijk de eerste vijf minuten van de Film Productfoto's bewerken. bewerken Maak daarna opdracht 37.

37. In de film zie je hoe een productfoto bewerkt wordt. a. Wat staat er op de foto die bewerkt wordt?

b. Welke achtergrond is er gebruikt?

c. Hoeveel productfoto’s productfoto worden er bewerkt?

d. Met welke toets wordt een object uitgeknipt?

e. Leg uit waarom een object wordt geknipt uit de achtergrond?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken f. Bekijk nu minuut 7 tot minuut 10 van de film. In welk bestandsformaat wordt de foto opgeslagen als je een witte achtergrond wilt behouden.

g. In welk bestandsformaat wordt de foto opgeslagen als je alleen het object wilt zonder achtergrond?

tie f

UITVOEREN 38. Werk in tweetallen. Je gaat zelf producten voor je webshop fotograferen. Overleg met je docent of je producten van school mag gebruiken, of dat je zelf producten van huis meeneemt. a. Kies twee producten voor je eigen webshop die je gaat fotograferen. Wel / Niet gedaan. b. Breng de minifotostudio met belichting in gereedheid. c. Fotografeer elk product meerdere keren. Gebruik daarbij de ervaring die je hebt opgedaan in Taak 5. d. Controleer op je camera of de foto's goed gelukt zijn. e. Herhaal de laatste twee stappen voor het andere producten en de twee producten van je medeleerling. f. Maak op de computer een nieuwe map aan met de naam: webshop_afbeeldingen_[jouw-naam]. g. Sla je foto's op in de nieuwe map. Wel / Niet gedaan.

rig

39. Je gaat de foto’ss optimaliseren. Dat betekent dat je ze gaat bewerken en mooi maken, zodat je ze in de webshop kunt zetten. a. Overleg met je docent welke foto's je gaat bewerken. Wel / Niet gedaan. b. Overleg met je docent met welk programma of website je dit gaat doen. Of dat je www.fotoaanpassen.nl gaat gebruiken. c. Bewerk en maak de gekozen foto’ss mooi. d. Sla je bewerkte foto's onder een nieuwe naam op in je map: webshop_afbeeldingen. foto’ss beoordelen. Wat vindt hij ervan? Welke tips krijg je? foto’ e. Laat een medeleerling jouw foto’s

f. Welke tips kun jij je medeleerling geven?

g. Laat je docent de bewerkte foto's beoordelen. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

40. Van alle producten in jouw webshop heb je geschikte foto's nodig. Hiervoor gebruik je de zelfgemaakte minifotostudio. a. Kies de producten waar je geen afbeeldingen van hebt. Maak hiervan geschikte foto’s voor je webshop. b. Sla op een overzichtelijke manier al je foto's op in de map: webshop_afbeeldingen.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken TERUGKIJKEN 41. Je hebt productfoto’s voor je webshop gemaakt. a. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

b. Waar ben je trots op?

d. Wat zou je aan de foto’s kunnen verbeteren?

tie f

c. Voor het maken van een goede foto moet je precies kunnen werken. Is dat iets waar jij goed in bent? Ja / Nee. Leg je antwoord uit.

42. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken.

43. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

rig

Evalueren en reflecteren

Taak 7 Terugkijken en verder kijken

Je hebt in dit deel kennisgemaakt met het productfotografie toepassen. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken. 44. In Taak 3 heb je een planning gemaakt. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 7 en 8 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met 6 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken. 45. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5.

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

1. Taak

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Ik weet welke productfoto ik moet gebruiken.

Ik kan productfoto’s maken.

Ik kan een fotostudio maken.

tie f

Ik kan de verschillen benoemen tussen zelf foto’s maken en stockfoto’s gebruiken.

Ik kan productfoto’s bewerken.

BRON Bekijk de Website Beroepen.. Maak daarna opdracht 46.

Niveau opleiding

Beroep

rig

46. Na het vmbo ga je een vervolgopleiding doen. a. Vul op de website bij ‘Wat Wat is jouw droomberoep?’ droomberoep? het woord ‘foto’ in. Welke beroepen vind je? Vul het schema hierna in en zet achter elk beroep het niveau van de opleiding.

b. In welk domein vallen de meeste van deze opleidingen?

Ondernemen en de webshop 1

Deel B Foto’s voor je webshop maken c. Ben jij zelf een creatief type? Ja / Nee d. Vind jij het leuk om foto’s te maken en deze te bewerken? Leg je antwoord uit.

BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht. Maak daarna opdracht 47.

tie f

47. Wanneer het je leuk lijkt om fotograaf te worden of te werken met foto’s, is het handig dat je iemand kent die dat werk doet. Dan kun je die persoon vragen stellen of kun je misschien eens een dag op zijn werkplek meelopen. Zoek in jouw omgeving iemand die werkt als fotograaf of op een AV (audiovisuele) afdeling. Vraag bijvoorbeeld aan je familie, aan vrienden of op school of zij iemand kennen met dit beroep. Zoek anders op internet. Vul de gegevens van deze persoon in je netwerkoverzicht in.

In deze taak ga je je voorbereiden op de toets.

Taak 8 Voorbereiden op de toets

48. In de tekstbronnen bij dit deel ben je woorden tegengekomen die je moet kennen voor een toets. In de tekstbronnen zijn deze woorden dikgedrukt. Misschien heb je zelf nog andere woorden gemarkeerd. a. Zoek alle dikgedrukte woorden op. Maak er een lijstje van, op papier of digitaal. b. Zet de woorden in alfabetische volgorde. c. Bekijk je lijst met woorden. Zijn er woorden waarvan je niet weet wat ze betekenen? Zoek de betekenis van die woorden op in de Theek-iT. d. Zet de betekenis achter het woord in jouw lijst.

rig

49. Werk in tweetallen. Jullie gaan een quiz doen. a. Maak eerst tien quizvragen voor de ander. De quizvragen gaan over de begrippen die je in dit deel bent tegengekomen. Gebruik hierbij de Theek-iT. Begin een quizvraag met 'Wat betekent...?' Vergeet niet het antwoord op de quizvraag erbij te zetten. En houd je vragen nog even geheim voor de ander. b. Speel de quiz. Leerling 1 is de quizmaster en stelt quizvragen die hij heeft gemaakt. Hij controleert of het antwoord goed is en houdt de score bij. Een goed antwoord is 1 punt. Leerling 2 is de kandidaat. Hij geeft antwoord op de vragen. Klaar? Wissel van rol.

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen

OriĂŤnteren Taak 1 Kennismaken met een webshop vullen BRON Bekijk de Film Een eigen webshop. Maak daarna opdracht 1.

c. Welke webshop is de docent zelf gestart?

b. Wat hebben de leerlingen gemaakt voor hun doelgroep?

tie f

1. In de film zie je hoe leerlingen op een roc een webshop gaan maken. a. Waar zijn de leerlingen als voorbereiding mee bezig geweest?

d. Wat spreekt volgens de docent heel veel leerlingen als eigen ondernemer aan?

rig

e. Welke producten willen de leerlingen verkopen?

f. Een leerling vertelt dat hij zelf een webshop gaat maken, omdat het laten maken een nadeel heeft. Welk nadeel geeft hij aan?

2. Met een eigen webshop ben je zelf ondernemer. Daar heb bepaalde eigenschappen en vaardigheden voor nodig. a. Passen de volgende eigenschappen bij jou of niet? Vul de tabel in en zet een X in de juiste kolom. b. Vul de tabel aan met twee eigenschappen die je zelf bedacht hebt. Eigenschappen van een Past bij me ondernemer Doorzettingsvermogen Lef

Ondernemen en de webshop 1

Past een beetje bij me

Past niet bij me

Deel C De webshop vullen Eigenschappen van een Past bij me ondernemer

Past een beetje bij me

Past niet bij me

Creatief Goed met mensen kunnen omgaan Overtuigen

tie f

Een goed idee hebben Hard willen werken

Goed kunnen rekenen

Flexibel

3. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 2 De leerdoelen bij deel C

rig

Als webshopeigenaar moet je: 1. Een webshop kunnen vullen met afbeeldingen, prijzen en tekst 2. Algemene voorwaarden kunnen maken.

4. Je gaat je eigen webshop vullen met producten. a. Lijkt jou het leuk om een webshop te vullen? Leg uit waarom.

b. Heb jij wel eens een webshop gemaakt? Zo ja, voor welk product? Zo, nee, voor welk product zou je dat willen doen?

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen 5. Voor het vullen van een webshop heb je bepaalde eigenschappen en vaardigheden nodig. a. Geef aan welke eigenschappen of vaardigheden je moet bezitten als je een webshop wilt vullen. rekenvaardig creatief ondeugend taalvaardig computervaardig grappig

samenwerken beginner communicatief egoïstisch gemakzuchtig commercieel

c. Lijkt het je leuk om een eigen webshop te maken? Leg uit.

tie f

b. Bedenk zelf nog twee eigenschappen of vaardigheden die je moet bezitten.

6. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 3 Taken plannen

In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen.

rig

7. Bekijk Taak 4 tot en met 7. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. . b. Zoek in de taken naar de opdrachten met Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

Kennismaken met een webshop vullen

De leerdoelen bij deel C

Taken plannen

Ondernemen en de webshop 1

5. Af 6. Paraaf docent

Deel C De webshop vullen 1. Taak 2. Onderwerp

3. Richttijd in 4. Datum en lesuur minuten

Een webshop vullen met afbeeldingen, prijzen en tekst

400

Algemene voorwaarden maken

100

Terugkijken en verder kijken

Voorbereiden op de toets

tie f

Aan de slag

5. Af 6. Paraaf docent

Taak 4 Een webshop vullen met afbeeldingen, prijzen en tekst

Alle voorbereiding zijn getroffen. Astrid vindt dat het tijd is om de webshop te vullen. In de handleiding van het webshopprogramma staat hoe je dat moet doen.

rig

VOORBEREIDEN 8. Gebruik de handleiding van je webshopprogramma. Bij shoppagina.nl vind je de handleiding op de website bij support. Als voorbeeld is gebruikgemaakt van de handleiding voor Shoppagina versie 2.0.

Ondernemen en de webshop 1

tie f

Deel C De webshop vullen

rig

a. Sla de handleiding op je eigen naam op met de naam: handleiding webshop_[jouw naam]. Wel / Niet gedaan. b. Zoek in de handeling op hoe je een afbeelding moet toevoegen.

c. Zoek op hoe je een prijs moet toevoegen. d. Zoek op hoe je een tekst moet toevoegen.

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen UITVOEREN Je wilt je webshop zo volledig mogelijk vullen. Hoe uitgebreider je webshop is, hoe makkelijker een klant je zal vinden. Astrid geeft je de tip dat buitenlandse klanten interessant zijn. Je maakt hiervoor bijvoorbeeld extra pagina's met alle tekst in het Engels.

tie f

9. Open je webshopprogramma a. Voeg alle producten met foto, tekst en prijs toe aan de juiste categorie in jouw eigen webshop. b. Ga naar 'bekijk je huidige website' en bekijk het resultaat van je werk. Maak aanpassingen als je dit nodig vindt. c. Laat je docent jouw webshop met producten beoordelen. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

d. Verbeter met de tips je webshop. Wel / Niet gedaan.

BRON Ga naar de Website Am4rA.. Maak daarna opdracht 10 en 11.

rig

10. Ga naar 'Over Am4rA' en bekijk de voorbeeldpagina.

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen

tie f

11. Ga naar ‘Contact’ en bekijk de voorbeeldpagina.

rig

12. Op jouw website ga je ook een pagina vullen met informatie ‘‘over over ons’ ons ons’.’.. a. Schrijf een tekst van tien zinnen over jouw webshop. Daarin vertel je wie voor de uitvoering gaan zorgen. Hoe je op het idee bent gekomen dit product te verkopen en wat er allemaal in de webshop te vinden is. b. Bekijk de tekst samen met een medeleerling. Welke tips kun jij aan je medeleerling geven om de tekst te verbeteren?

c. Welke tips heb jij van je medeleerling gekregen?

d. Verbeter je tekst met de tips die gekregen hebt. e. Vertaal je tekst in het Engels. f. Laat je tekst controleren door je docent. 13. Open je geregistreerde webshop. a. Bekijk in de handleiding hoe je de pagina 'Over ons' kunt aanpassen voor je eigen webshop. b. Vul deze pagina met tekst over jouw webshop. c. Doe hetzelfde, maar nu voor buitenlandse klanten als je deze wilt bereiken. Begin met 'About us' en vul je Engelse tekst in. d. Bekijk in de handleiding hoe je de pagina 'Contact' kunt aanpassen voor je eigen webshop. e. Vul deze pagina met contactgegevens over jouw webshop. f. Zoek op internet op. Wat is het internationale telefoonnummer van Nederland?

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen g. Vul bij je contactgegevens bij telefoonnummer het internationale nummer in. Tip! Zoek op internet naar voorbeelden hoe zo'n nummer wordt genoteerd. Gebruik in een zoekmachine hiervoor woorden als 'contactgegevens internationaal' of 'internationale contactgegevens'. 14. Je hebt de eerste twee pagina’s van je webshop ingevuld. Deze ga je samen met een medeleerling bekijken. Werk in hetzelfde tweetal als bij opdracht 8. a. Bekijk de pagina’s ‘Over ons’ en ‘Contact’ van je medeleerling. Welke tips kun je hem geven?

tie f

b. Welke tips heb jij van je medeleerling gekregen?

c. Laat je docent in je webshop de pagina's 'over ons' en 'contact' beoordelen. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

d. Verbeter met de tips je webshop. Wel / Niet gedaan.

rig

TERUGKIJKEN 15. Je hebt opdrachten gemaakt over een webshop vullen met afbeeldingen, prijzen en tekst. a. Ben je tevreden over de opmaak van je webshop? Ja / Nee b. Vond je het leuk om de webshop met deze informatie te vullen? Leg je antwoord uit.

c. Vond je het moeilijk om de tekst ‘over ons’ in het Engels te vertalen? Ja / Nee d. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

e. Wat zou je aan de opmaak van deze pagina’s kunnen verbeteren?

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen

Taak 5 Algemene voorwaarden maken VOORBEREIDEN Am4rA maakt bij alle webshops gebruik van algemene voorwaarden. Dat is nodig. Hierdoor weet de klant wat hij kan verwachten van het bedrijf. BRON Lees Tekstbron 6.17 Algemene voorwaarden. Maak daarna opdracht 16 en 17. 16. Vul de goede woorden in. Kies uit: betaalt - levert - algemene voorwaarden - plichten - rechten. en hoe

Een klant moet weten onder welke voorwaarden jij een klant

. De klant moet weten welke hij heeft. Dit staat

tie f

en in de

17. In de algemene voorwaarden staan enkele onderwerpen omschreven. a. Geef vier voorbeelden. 1.

3. 4.

b. Bij welke organisaties hebben ze kant-en-klare algemene voorwaarden? Geef de namen van twee organisaties. 2.

rig

BRON Ga naar de Website Thuiswinkel Waarborg Waarborg. Maak daarna opdracht 18.

18. a. Download gratis het voorbeeld van â&#x20AC;&#x2DC;de neutrale algemene voorwaarden webshopâ&#x20AC;&#x2122;. b. Sla direct je algemene voorwaarden webshop op je eigen domein op met de naam: voorbeeld algemene voorwaarden webshop_[jouw naam]. Wel / Niet gedaan. c. Lees in je opgeslagen document Artikel 11 -De prijs. d. Mag een prijs van een door een klant besteld artikel verhoogd worden? Ja / Nee e. Moet de prijs van je product inclusief of exclusief btw worden aangeboden?

f. Welke btw-tarieven worden er voor producten gebruikt?

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen 19. Ga in het opgeslagen document naar Artikel 14 - Duurtransacties: duur, opzegging en verlenging. a. Lees het artikel. b. In het artikel gaat het over de rechten van de consument. Wat is een ander woord voor consument?

c. Mag een consument een overeenkomst voor onbepaalde tijd opzeggen? Ja / Nee d. Hoe lang is de opzegtermijn op zijn langst?

tie f

20. Ga in het opgeslagen document naar Artikel 15 - Betaling. a. Lees dit artikel. b. Mag een consument verplicht worden de gehele prijs van een product vooraf te betalen? Ja / Nee c. Voor hoeveel procent mag de consument hooguit verplicht worden vooraf te betalen?

d. Binnen hoeveel dagen moet een consument betalen als er geen voorwaarden zijn gesteld.

rig

UITVOEREN 21. In jouw webshop moeten algemene voorwaarden staan. Open hiervoor je eerder opgeslagen document met de naam: voorbeeld algemene voorwaarden webshop_[jouw naam]. 'voorbeeld' a. Sla direct je document op zonder het woord 'voorbeeld'. b. Lees alle voorwaarden die je nog niet hebt doorgelezen. c. Bewerk het document met de juiste gegevens. Zet je naam, adres en andere gegevens van jouw webshop in het document. Wel / Niet gedaan. d. Bewerk het document zodat de alle voorwaarden passen bij jouw webshop. Wel / Niet gedaan. e. Sla je document op, maar sluit je document nog niet af.

22. Werk in tweetallen. Bekijk de algemene voorwaarden van een medeleerling. a. Welke tips kun jij je medeleerling geven?

b. Welke tips heb jij van je medeleerling gekregen?

c. Verbeter je algemene voorwaarden met de tips die gekregen hebt. d. Laat je docent jouw algemene voorwaarden beoordelen. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen e. Verbeter met de tips je document. f. Sla je document op. Dit doe je automatisch door de toetscombinatie 'Ctrl+s' in te drukken. Wel / Niet gedaan. Sluit je document af. 23. Open je geregistreerde webshop. a. Bekijk in de handleiding hoe je de pagina 'Voorwaarden' kunt aanpassen voor je eigen webshop. b. Open je document webshop_algemene_voorwaarden [jouw naam]. c. Kopieer de tekst uit dit document en plak dit in de pagina met 'Voorwaarden'. Wel / Niet gedaan.

tie f

TERUGKIJKEN 24. Je hebt opdrachten gedaan over het maken van algemene voorwaarden. a. Algemene voorwaarden zijn opgesteld in juridisch taalgebruik. Dat betekent dat de tekst is opgesteld door een jurist en daarmee maar op ĂŠĂŠn manier is uit te leggen. Vind je het moeilijk om juridische teksten te lezen? Ja / Nee. Leg je antwoord uit.

b. Welke aanpassingen heb jij gemaakt in de artikelen van de Algemene voorwaarden? Leg uit waarom je dat gedaan hebt.

rig

c. Wat is het belangrijkste wat je hebt geleerd?

d. Wat zou je aan de opdrachten kunnen verbeteren?

25. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken. 26. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen

Taak 6 Terugkijken en verder kijken Je hebt in dit deel kennisgemaakt met het vullen van een webshop. Je gaat nu kijken hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken. 27. In Taak 3 heb je een planning gemaakt. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 6 en 7 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met 5 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken.

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

Ik kan teksten voor de webshop schrijven met over ons’. ons’.. ons’ informatie ‘over

5. Dit ga ik verbeteren

2. Leerdoel

1. Taak

tie f

28. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5. c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

rig

Ik kan een webshop vullen met afbeeldingen, prijzen en tekst.

Ik kan teksten voor de webshop in het Engels vertalen.

Ik kan algemene voorwaarden maken/aanpassen voor mijn webshop. Ik kan algemene voorwaarden in de webshop zetten.

BRON Bekijk de Website Mbo wat is dat? Maak daarna opdracht 28.

29. Na je vmbo ga je een vervolgopleiding doen. a. Je kunt een vervolgopleiding doen bij een roc, aoc of vakinstelling. Waar ga jij je vervolgopleiding doen?

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen b. Wat is het dichtstbijzijnde roc, aoc en de dichtstbijzijnde vakinstelling van jouw woonplaats? Roc Aoc Vakinstelling

tie f

c. Welke twee soorten mbo-opleidingen kun je volgen? Schrijf bij elk soort opleiding de kenmerken van dit soort opleiding op.

Vooropleiding

rig

Niveau

d. Op welke vier niveaus kun je een mbo-opleiding volgen? Noteer die in de tabel.

BRON Bekijk de Website Mbo.. Ga naar het domein Handel en ondernemerschap. Maak daarna opdracht 29.

30. Er zijn veel opleidingen binnen het domein Handel en ondernemerschap. a. Zet achter elke opleiding in de tabel hierna het juiste niveau. Je kunt kiezen uit niveau 2, 3 en 4. b. Vul in de tabel per opleiding de benodigde vooropleiding in. Je kunt kiezen uit: BB = Basisberoepsgerichte leerweg KB = Kaderberoepsgerichte leerweg GL = Gemengde leerweg TL = Theoretische leerweg. c. Kleur de opleidingen die jij met je vooropleiding zou kunnen doen groen. Niveau Verkoop Verkoper

Ondernemen en de webshop 1

Vooropleiding

Deel C De webshop vullen Niveau

Vooropleiding

Eerste verkoper Verkoopadviseur Verkoopspecialist Management

tie f

Advies en leiding in de verkoop Assistent-manager internationale handel

Leidinggeven op basis van vakmanschap

Manager retail

Vestigingsmanager groothandel Mode

Allround medewerker mode/maatkleding

rig

Basismedewerker mode

Junior productmanager fashion

Mode/maatkleding

Specialist mode/maatkleding Interieur en styling Interieuradviseur Junior stylist Verkoopadviseur

Ondernemen en de webshop 1

Deel C De webshop vullen Niveau

Vooropleiding

Overig Parts-/baliemedewerker Ondernemer retail d. Over welke drie opleidingen zou jij meer willen weten? Zet deze in de tabel hierna. Wat leer je?

Waar kun je werken?

tie f

Opleiding?

e. Als je op de opleiding klikt krijg je meer informatie over de opleiding. Zet in de tabel hierna wat je op de opleiding leert en waar je kunt gaan werken.

Taak 7 Voorbereiden op de toets

rig

In deze taak ga je je voorbereiden op de toets.

31. In dit deel zijn verschillende onderwerpen behandeld. a. Maak in Word een schriftelijk verslag van minimaal 250 woorden over alle onderwerpen die in dit deel behandeld zijn. b. Laat je docent je verslag beoordelen. Welke tips heb je gekregen? c. Verbeter je verslag met de tips die je hebt gekregen. d. Sla je document op je eigen domein op onder de naam: webshop_verslag_[jouw naam].

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online

Oriënteren Alles is voorbereid. Ben heeft de foto’s gemaakt. Astrid heeft samen met de verkoopafdeling de teksten en prijzen bepaald. De webshop Web4leT kan langzaamaan een start maken. Het is nu ook tijd dat jouw webshop voorbereid moet worden om online te gaan. Je hebt een eigen webshop. In dit deel gaat jouw webshop online en ga je via je webshop producten verkopen.

Taak 1 Kennismaken met de webshop voorbereiden op publiceren en het assortiment bijhouden

b. Heb je een logo voor je webshop? Ja / Nee c. Hoe ben je te bereiken als de klant vragen heeft?

tie f

1. Heb je alles om je webshop online te zetten? a. Noteer de naam van je webshop.

d. Wat is je postadres?

rig

e. Kunnen buitenlandse klanten jou bereiken? Ja / Nee f. Kunnen buitenlandse klanten jouw webshop lezen? Bijvoorbeeld als je teksten in het Engels hebt. Ja / Nee g. Maak de onderdelen die je nog niet hebt of waar je nog niet tevreden over bent in orde.

2. Is het assortiment van producten wat je gaat aanbieden compleet? a. Welke producten biedt jij in je webshop aan?

b. In welke categorieën zijn je producten onderverdeeld?

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online

tie f

c. Heb je al nagedacht over de betalingsmogelijkheden voor een klant in jouw webshop? Ja / Nee. Zo ja, welke betalingsmogelijkheid biedt jij de klant?

3. Bezoek drie verschillende websites van sportwinkels. Geef van elke winkel aan welke categorieën ze hebben. Decathlon is hier als voorbeeld gegeven. 1. Decathlon: Sporten, Dames, Heren, Kinderen, Merken, Accessoires, Uitverkoop, Services

rig

4. Heb je alle opdrachten van Taak 1 gemaakt. Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 2 De leerdoelen bij deel D

Als je de webshop online gaat publiceren en het assortiment gaat bijhouden moet je: 1. een webshop kunnen voorbereiden voor publicatie: • de navigatie controleren • foto’ss en teksten controleren 2. betaalmogelijkheden kunnen toevoegen 3. een webshop online kunnen publiceren 4. regels kunnen benoemen waar een webshopeigenaar zich aan moet houden 5. een factuur maken 6. producten inpakken en verzenden 7. het assortiment kunnen onderhouden. 5. Je hebt gelezen wat je moet kunnen als je een webshop online gaat publiceren. a. Welk leerdoel lijkt jou het leukst? Leg uit waarom.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online b. Welk leerdoel lijkt jou het minst leuk om aan te werken? Leg uit waarom.

6. Heb je alle opdrachten van Taak 2 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken.

Taak 3 Taken plannen In deze taak ga je de taken van dit deel inplannen.

tie f

7. Bekijk Taak 4 tot en met 8. En bekijk het schema hierna. a. Maak een planning voor de taken die je gaat doen. Zet de datum en het lesuur in kolom 4. . b. Zoek in de taken naar de opdrachten met Bij welke opdrachten is overleg met je docent of controle door je docent nodig?

1. Taak 2. Onderwerp

De leerdoelen bij deel D

Taken plannen

De webshop voorbereiden voor publicatie

250

De webshop online

200

Het assortiment onderhouden

Terugkijken en verder kijken

Voorbereiden op de toets

rig

Kennismaken met de webshop voorbereiden op publiceren en het assortiment bijhouden

5. Af 6. Paraaf docent

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online

Aan de slag Taak 4 De webshop voorbereiden voor publicatie De aankoop van een product in jouw webshop wordt afgerond met de betaling. Astrid geeft aan dat dit een belangrijk moment is. Het komt voor dat de klant op het laatste moment de koop afbreekt. Dat gebeurt als de klant bij â&#x20AC;&#x2DC;betalenâ&#x20AC;&#x2122; komt. Astrid geeft je de tip om veel betaalmogelijkheden aan te bieden, zodat de klant keuze heeft.

Nadelen

Voordelen

rig

Betaalmogelijkheid

tie f

VOORBEREIDEN 8. Voor een bezoeker van je webshop die een artikel wil afrekenen zijn er verschillende betaalmogelijkheden. Zoek op internet naar de voor- en nadelen voor jou als webshopeigenaar. Gebruik bijvoorbeeld de zoekwoorden 'betaalmogelijkheden webshop'.

9. Verschillende betaalmogelijkheden aanbieden op je webshop kost geld. a. Zoek op internet welke kosten de webshopeigenaar maakt als een klant betaalt via iDEAL.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online b. Zoek op internet welke kosten de webshopeigenaar maakt als een klant betaalt via PayPal.

c. iDEAL als betaalmogelijkheid wordt aangeboden door meerdere banken. Noteer de namen van vier banken waar je met iDEAL kunt betalen. 1. 2.

tie f

3. 4.

UITVOEREN 10. Open de handleiding in je webshopprogramma, of ga naar je eerder opgeslagen handleiding webshop_[jouw naam]. a. Zoek op hoe je betaalmogelijkheden moet instellen. b. Welke betaalmogelijkheden kies jij voor je webshop?

c. Stel je betaalmogelijkheden in. d. Stel in ieder geval ĂŠĂŠn betaalmogelijkheid in om achteraf te betalen. e. Ga naar 'bekijk je huidige website' en bekijk het resultaat van je webshop. Maak aanpassingen als je dit nodig vindt.

rig

11. Laat je docent in je webshop de betaalmogelijkheden beoordelen. a. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je krijgt.

b. Verbeter met de tips je webshop. Wel / Niet gedaan.

Voordat je webshop online gaat, moet alles goed worden nagelopen. Werkt alle navigatie wel goed? Bij Am4rA wordt iedere webshop regelmatig gecontroleerd op de werking ervan. Astrid geeft je de tip je webshop en de werking ervan regelmatig te controleren. 12. Je gaat jouw webshop controleren. a. Waarom moet alle navigatie van je webshop gecontroleerd worden?

b. Controleer in je webshop of alle navigatie goed werkt.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online c. Werkt alle navigatie in je webshop? Wel / Niet. Zo niet, zorg er voor dat je navigatie het goed doet. d. Controleer of alle stappen werken die een klant moet doen om af te rekenen. e. Werken alle stappen die een klant moet doen om af te rekenen? Wel / Niet Zo niet, zorg er voor dat je navigatie het goed doet.

tie f

TERUGKIJKEN 13. Je hebt opdrachten gedaan over: betalingsmogelijkheden en je webshop voorbereiden voor publicatie. a. Kon je gemakkelijk informatie vinden op internet over verschillende betalingsmogelijkheden voor webshops? Leg je antwoord uit.

b. Vind je het gemakkelijk of moeilijk om informatie op internet op te zoeken? Leg je antwoord uit.

c. Je hebt je website gecontroleerd. Daarbij heb je gekeken naar de navigatie, alle producten en de betalingsmogelijkheden. Daarbij moet je nauwkeurig kunnen werken. Ben jij goed in nauwkeurig werken? Leg je antwoord uit.

rig

d. Wat zou je nog aan je webshop kunnen verbeteren?

e. Voer de verbeteringen door in je webshop.

14. Heb je alle opdrachten van Taak 4 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 5 De webshop online VOORBEREIDEN BRON Lees Tekstbron 6.18 De webshop online publiceren. Maak daarna de opdrachten 15 tot en met 18.

15. Nog een laatste controle en danâ&#x20AC;Ś online! a. Waarom is deze laatste controle belangrijk?

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online b. Een bezoeker die niet tevreden is over de webshop kan afhaken. Geef zes redenen waarom een bezoeker je webshop kan wegklikken. 1. 2. 3. 4. 5. 6. c. Een klant die een product besteld heeft kan later alsnog afhaken. Geef drie redenen waarom de verkoop niet door kan gaan.

tie f

1. 2.

16. Een webshop moet zich houden aan een aantal regels. a. Geef drie regels waar je je als webshopeigenaar aan moet houden.

rig

b. Waarom zijn deze regels opgesteld?

17. Webshops maken vaak gebruik van cookies. a. Wat zijn cookies?

b. Waarvoor worden cookies gebruikt?

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online 18. Als promotie voor de webshop wordt er vaak een e-mail gestuurd. a. Geef twee punten, waar je als webshopeigenaar rekening mee moet houden als je reclame e-mail stuurt.

b. Er zijn regels voor de bedenktijd van de klant. Wat is de minimale bedenktijd?

tie f

c. Welk bedrag krijgt een klant terug als hij zijn aankoop heeft teruggestuurd?

UITVOEREN Het wordt tijd dat je producten gaat verkopen met je webshop. Van Astrid krijg je de tip om eerst te checken of de producten op voorraad zijn. Dan kun je direct leveren.

19. Je gaat checken of alle producten op voorraad zijn en of er voldoende verzendmateriaal aanwezig is. a. Zorg ervoor dat je alle producten in je webshop, op voorraad hebt. De productvoorraad is wel / niet volledig. b. Zorg ervoor dat je verpakkingsmateriaal hebt om een product te verzenden. Ik heb wel / geen verzendmateriaal.

rig

20. Het is zover! Na alle controles ga je nu jouw webshop online zetten. a. Overleg met je docent of je jouw webshop online mag zetten. Zo ja, zet dan je webshop online. b. Zo nee, verwerk dan de tips van de docent in je webshop. Wel / Niet gedaan. c. Zet je webshop online. d. Controleer of je webshop online staat. Staat je webshop online? Ja / Nee

21. Werk in tweetallen. Je gaat een verkoopsimulatie doen. Dit doe je pas nadat je webshop online is. Je gaat bij elkaar in de webshop een product kopen. a. Laat een medeleerling jouw webshop bezoeken. b. Laat hem een product kopen. c. Laat hem zijn gegevens invullen om hiermee later het product te kunnen verzenden. d. Laat hem met de winkelwagen afrekenen. Kies bij betalen: â&#x20AC;&#x2DC;achteraf betalenâ&#x20AC;&#x2122;. e. Is de verkoop gelukt? Wel / Niet. Leg uit waarom wel of niet.

f. Is de verkoop niet gelukt? Los de problemen op. g. Start opnieuw bij a. en kijk of de aankoop nu wel lukt. h. Klaar? Wissel van rol. Koop een product in de webshop van je medeleerling.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online 22. Als de klant achteraf betaalt, moet je een factuur sturen. Open in je webshopprogramma de handleiding. a. Zoek op hoe je een factuur of rekening moet aanmaken. b. Maak de factuur voor de aankoop van je medeleerling in opdracht 21. c. Print de factuur tweemaal. d. Laat je docent de factuur beoordelen. e. Wat vindt je docent ervan? Welke tips heb je gekregen?

tie f

f. Verbeter je webshop met de tips die hebt gekregen. Wel / Niet gedaan.

rig

23. Je gaat de bestelde producten inpakken en verzenden. a. Maak het verkochte product verzendklaar. b. Verzamel het verzendmateriaal en verpak je product. c. Doe de geprinte factuur in de verpakking erbij of plak deze erop. d. Bewaar zelf de tweede geprinte factuur. e. Maak de verpakking dicht. f. Noteer het adres voor de ontvanger op de verpakking. Verzend’’ je product door deze aan je medeleerling te geven. Verzend g. ‘Verzend’ 24. Heb je een tevreden klant? a. Laat je medeleerling, die het product gekocht heeft, het product uitpakken. b. Wat vindt hij ervan? Noteer de tips die je hebt gekregen.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online TERUGKIJKEN 25. In deze taak heb je de webshop online gezet en producten verkocht en verzonden. a. Bij een webshop is het belangrijk dat de klant snel de juiste informatie kan vinden, anders haakt hij af. Welke aanpassingen heb je gedaan om je webshop te verbeteren?

tie f

b. De betaling is een belangrijk onderdeel op je webshop. Vond je het moeilijk om een factuur te maken? Leg je antwoord uit.

c. Een webshopeigenaar moet zich aan regels houden. Welke regel of regels kende je nog niet?

d. Hoe ging het inpakken van de bestelde producten? Goed / Niet goed. goed Leg je antwoord uit.

rig

e. Wat is het belangrijkste wat je in deze taak hebt geleerd?

f. Wat zou je aan de opdrachten kunnen verbeteren?

26. Overleg met je docent of je de Extra opdracht bij deze taak gaat maken. 27. Heb je alle opdrachten van Taak 5 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Taak 6 Het assortiment onderhouden VOORBEREIDEN BRON Lees Tekstbron 6.19 Assortiment onderhouden, producten toevoegen en verwijderen. Maak

daarna de opdrachten 28 en 29.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online 28. Je webshop staat online, het echte werk kan beginnen! a. Als je webshop online is ben je nog niet klaar met het werk. Wat moet je nu nog doen?

b. Als een klant een product besteld heeft, wat gebeurt er dan met je voorraad?

29. Een klant vindt het fijn als een webshop up-to-date is. a. Waarom vindt een klant dat fijn?

tie f

c. Wat moet je doen als je een product hebt wat uitverkocht is?

b. Wat is een review?

rig

c. Wat is mond-tot-mondreclame?

d. Waarom is een positieve beoordeling belangrijk voor jouw webshop?

UITVOEREN 30. Je gaat het assortiment onderhouden. Open de handleiding in je webshopprogramma of ga naar je eerder opgeslagen handleiding webshop_[jouw naam].

Ondernemen en de webshop 1

tie f

Deel D De webshop online

rig

a. Zoek op hoe je aanpassingen kunt maken in je assortiment.

Voorbeeld van een productoverzicht bij Shoppagina.nl

b. c. d. e. f.

Voeg een nieuw product toe. Voeg een prijs toe aan het product. Voeg informatieve tekst toe aan het product. Verwijder een product uit het assortiment, inclusief prijs en tekst. Ga naar 'bekijk je huidige website' en bekijk het resultaat van je werk. Maak aanpassingen als je dit nodig vindt.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online TERUGKIJKEN 31. Werk in tweetallen. Bekijk samen met een medeleerling het aangepaste assortiment van jullie webshops. a. Welke aanpassingen heeft je medeleerling aan de webshop gedaan?

b. Welke tips kun je aan je medeleerling geven over het aangepaste assortiment?

d. Pas je webshop aan met de tips die je gekregen hebt.

tie f

c. Welke tips heb jij van je medeleerling gekregen?

32. Heb je alle opdrachten van Taak 6 gemaakt? Kijk je antwoorden na als je dat met je docent hebt afgesproken. Vergeet niet deze taak af te vinken in je planning in Taak 3.

Evalueren en reflecteren

rig

Taak 7 Terugkijken en verder kijken

Je bent in dit deel bezig geweest met het online publiceren van je webshop. Je kijkt terug hoe dat gegaan is. Ook ga je verder kijken.

33. In Taak 3 heb je een planning gemaakt. Bekijk deze. a. Kijk in kolom 5. Taak 7 en 8 ga je nog maken. Zijn alle andere taken af? Zo niet, overleg met je docent welke taken je nog moet doen. b. Kijk in kolom 6. Staat bij Taak 1 tot en met 6 een paraaf van je docent? Zo niet, overleg met je docent hoe je dit in orde kunt maken. 34. In het schema hierna zie je de leerdoelen waaraan jij in dit deel hebt gewerkt. a. Geef van elk leerdoel aan of je het kunt of dat je er nog aan moet werken. Dit doe je door bij elk leerdoel in kolom 3 ‘Kan ik’ of in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ te zetten. b. Bekijk elk leerdoel waarbij je in kolom 4 ‘Moet ik nog aan werken’ een ✓ hebt gezet. Wat moet je volgens jou beter gaan doen? Geef dit aan in kolom 5. c. Hoe vond je het om aan deze leerdoelen te werken? Leg je antwoord uit.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online 1. Taak

2. Leerdoel

3. Kan ik 4. Moet ik nog aan werken

5. Dit ga ik verbeteren

Ik kan een webshop voorbereiden voor publicatie. Ik kan betalingsmogelijkheden toevoegen aan de webshop.

Ik kan een webshop online publiceren.

tie f

Ik kan een factuur voor de webshop maken.

Ik kan de regels waar een webshopeigenaar zich aan moet houden benoemen.

Ik kan het assortiment onderhouden.

Ik kan producten toevoegen en verwijderen in de webshop.

Ik kan bestelde producten inpakken en verzenden.

rig

BRON Bekijk de Website Wat is je vooropleiding? Maak daarna opdracht 35.

35. Als je een webdesigner wilt worden moet je bepaalde eigenschapen hebben. In het schema staan er enkele genoemd. a. Geef van elke eigenschap aan of je die bezit. Dit doe je door in kolom 2 'Ik' bij die eigenschappen een X te zetten. b. Vraag aan een medeleerling of hij in kolom 3 'Medeleerling' een X wil zetten bij de eigenschappen waarvan hij vindt dat jij die hebt. c. Vraag aan ĂŠĂŠn van je ouders of verzorgers of hij in kolom 4 'Ouder/verzorger' een X wil zetten bij de eigenschappen waarvan hij vindt dat jij die hebt. d. Hebben je medeleerlinge en je ouder/verzorger bij dezelfde eigenschappen als jij een X gezet? e. Kijk naar de X'en die jij, je medeleerling en je ouder/verzorger bij de eigenschappen hebben gezet. Vind jij dat je geschikt bent om als webbouwer aan de slag te gaan? Leg je antwoord uit.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online Eigenschap

Medeleerling

Ouder/verzorger

Commercieel Flexibel Zelfstandig Stressbestendig

tie f

Computervaardig Creatief

Communicatief

Samenwerken

Taalvaardig

BRON Open het Formulier Netwerkoverzicht.. Maak daarna opdracht 36.

rig

36. Misschien wil je graag als webdesigner werken. Het is dan handig dat je iemand kent die een webdesigner is. Dan kun je aan die persoon vragen stellen. Je kunt ook vragen of je een dag mee mag lopen. Zoek in jouw omgeving iemand die een webdesigner is. Vraag bijvoorbeeld aan je familie, aan vrienden of op school of zij iemand kennen met dit beroep. zoek anders op internet. Vul de gegevens van deze persoon in je netwerkoverzicht in. BRON Open je Loopbaanlogboek. Loopbaanlogboek. Maak daarna opdracht 37.

37. Vul je loopbaanlogboek in, als voorbereiding op je volgende LOB-gesprek.

Taak 8 Voorbereiden op de toets In deze taak ga je je voorbereiden op de toets. 38. In de tekstbronnen bij dit deel ben je woorden tegengekomen die je moet kennen. In de tekstbronnen zijn deze woorden in dikgedrukt. Misschien heb je zelf nog andere woorden gemarkeerd. zoek alle dikgedrukte woorden op. Vul de lijst aan die je al hebt gemaakt bij deel A. Tip! Er zijn verschillende manieren om moeilijke woorden te onthouden. Een handige manier is om alle woorden op kaartjes te schrijven en deze in een doos of pet te doen Haal de kaartjes er een voor een uit. ken je het woord, dan leg je het kaartje naast de doos of pet. Ken je het woord niet, dan zoek je de betekenis ervan op en leg je het kaartje terug in de doos of pet.

Ondernemen en de webshop 1

Deel D De webshop online BRON Open het Spel Ondernemen en de webshop.

rig

tie f

39. Speel het spel en haal een zo hoog mogelijke score. Wat was je score?

Ondernemen en de webshop 1