Leefstijl Sociaal-emotionele vaardigheden en actief burgerschap voor het primair onderwijs
Proefles voor groep 8
www.leefstijl.nl
Bedankt voor uw interesse in Leefstijl. Voor u liggen een aantal proeflessen aan uit de handleiding voor groep 8 van het primair onderwijs. Thema 1 – les 3 Wij zijn het eens! Thema 4 – les 1 Vertrouwen in jezelf In de handleiding wordt verwezen naar de werkboekjes voor de leerlingen. Ook wordt verwezen naar het leesboek Van binnen en van buiten. Het complete programma voor groep 8 bestaat uit: Een training De docentenhandleiding (inbegrepen in de training, niet los verkrijgbaar) Zes werkboekjes Het leesboek Van binnen en van buiten (voor meerjarig gebruik, één boek voor groep 5 tot en met 8) De cd Moet je horen. Voor vragen en informatie: Uitgeverij Edu’Actief b.v. Postbus 1056 7940 KB Meppel tel. 0522 – 235 235 fax 0522 – 235 222 www.leefstijl.nl info@leefstijl.nl De lessen van de methode kunt u naar eigen inzicht in uw klas gebruiken. U kunt de lessen aanpassen aan het niveau van de leerlingen, aan gebeurtenissen in uw klas of op school, en aan uw eigen wensen. Daarom gebruiken we de term ‘lessuggesties’ voor iedere les. Wij wensen u veel plezier met de leefstijllessen!
Met vriendelijke groet, Nathalie de Weerd Uitgever Leefstijl
PROEFLESSEN
GROEP 8
THEMA 1
Les 3 We zijn het eens! Over het belang van afspraken maken in de klas.
7
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Achtergrond voor leerkrachten Duidelijke regels en afspraken helpen om een sfeer van veiligheid, vertrouwen en wederzijds respect in een school en een groep te creëren. Iedereen weet zo waar hij aan toe is. Grenzen geven veiligheid. Er is een verschil tussen regels en afspraken. Regels zijn voorschriften die meestal van hogerhand worden opgelegd, waar je je aan moet houden. Je mag niet door het rode licht lopen, je moet ’s ochtends op tijd op school komen, op zaterdag en zondag ben je vrij, enzovoort. Op regels hebben kinderen zelf meestal weinig invloed. Licht waar mogelijk de achterliggende reden van regels toe (bescherming, aangeven van grenzen). Kinderen zullen regels eerder accepteren en meer geneigd zijn zich eraan te houden als ze begrijpen waar ze voor dienen. Afspraken worden niet van boven opgelegd, die maak je samen. Duidelijke afspraken maken is een goede start voor een nieuw schooljaar. Zorg er echter wel voor dat de gemaakte afspraken in de loop van het jaar ook worden nagekomen. Zowel de kinderen als de leerkrachten zijn verantwoordelijk voor de controle daarop, aangezien de afspraken samen zijn gemaakt. Goede, duidelijke afspraken: • worden gemaakt met inbreng van alle betrokkenen. • zijn bij iedereen bekend. • worden door iedereen begrepen. • dienen een duidelijk doel. • worden door iedereen geaccepteerd. • kennen een sanctie bij overtreding. • worden regelmatig geëvalueerd. • worden zo veel mogelijk in ‘plustaal’ geformuleerd. Een voorbeeld van ‘plustaal’ is: ‘Hang je jas aan de kapstok.’ Dezelfde boodschap in ‘mintaal’ luidt: ‘Gooi je jas niet op de grond.’ De betekenis van deze twee zinnen is hetzelfde. Maar het eerste voorbeeld geeft aan welk gedrag wordt gewenst, terwijl het tweede het ongewenste gedrag verbiedt. Plustaal vergroot de kans dat het gewenste gedrag wordt uitgevoerd, terwijl het risico van mintaal is, dat juist het tegendeel gebeurt. Want waar denkt u aan als u NIET aan een roze olifant mag denken? Tot slot: duidelijke regels en afspraken maken is niet hetzelfde als een goed onderling contact opbouwen. Kinderen voelen zich veilig in een groep als zij zich onderling verbonden voelen. Regels en afspraken vervullen daarbij een regulerende rol.
Lesdoel Kinderen: • bedenken en formuleren gezamenlijke afspraken. • zien in waarom het belangrijk is om met elkaar afspraken te maken. • zien in dat iedereen zich moet kunnen vinden in de afspraken. • ontdekken zelf de betekenis van het begrip democratie. 8
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Overzicht lessuggesties
씰 Activiteiten 1. Balspel voor de democratie Een spel. Kinderen passen zelf de spelregels aan. 2. Waar gaat deze les over? 3. De wetten van Fraortes en Dario Een verhaal. Waarom het belangrijk is dat iedereen het nut van gemaakte afspraken begrijpt. 4. Het Afspraken-Lagerhuis Een groepsdiscussie aan de hand van een aantal stellingen.
씰 Verwerking en afronding 5. Zijn we het eens? Een opdracht uit het werkboek. Kinderen maken afspraken over gedrag in de groep.
씰 Woordenmonster Materiaal Voor activiteit 1: • Een zachte bal. • Kopieerblad 1. Voor activiteit 3: • Leesboek. Voor activiteit 5: • Werkboek.
9
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Lessuggesties Activiteiten 1
Balspel voor de democratie Een spel. Kinderen passen zelf de spelregels aan. De kinderen zitten in een kring. Vertel dat ze een balspel gaan spelen met de volgende regels (deze spelregels staan op kopieerblad 1, bevestig dit blad eventueel op het bord): • Er wordt alleen met de bal gegooid. • Als de bal op de grond valt, is er iemand af. • De scheidsrechter is de jongste persoon uit de groep. • De scheidsrechter bepaalt wie af is: degene die slecht gooide of degene die slecht ving. • Kruis je benen als je af bent. • Als je de bal gooit naar iemand die al af is, ben je ook af. • Het doel is zo lang mogelijk mee te spelen. Mogelijke vragen na een eerste ronde • Hoe vond je het spel? • Welke (nieuwe) spelregels kunnen het spel beter maken? • Hoe zorgen we ervoor dat iedereen akkoord gaat met (een) nieuwe regel(s)? Schrijf de nieuwe spelregel(s) op het bord. Speel daarna een nieuwe ronde. Ook na deze ronde kan het spel worden aangepast met nieuwe regels. Mogelijke vragen na afloop van het spel • Waarom heet dit spel ‘Balspel voor de democratie’? Jullie maken zelf de regels en de meeste stemmen gelden. • Is er bij het bedenken van nieuwe regels rekening gehouden met iedereen? • Vind je het belangrijk om met iedereen rekening te houden? Leg uit dat in een democratie de meeste stemmen gelden, maar dat er meestal ook rekening wordt gehouden met de minderheid. Ook bij het maken van spelregels is het zo dat de meeste stemmen gelden. Maar er kan ook rekening worden gehouden met individuele kinderen. Als een kind bijvoorbeeld veel moeite heeft met vangen, kan het zo zijn dat er een spelregel wordt gemaakt voor dit ene kind. Hij of zij mag dan bijvoorbeeld de bal een keer laten stuiteren voor het vangen.
2
Waar gaat deze les over? ‘Deze les gaat over je prettig voelen in de klas. We gaan het hebben over regels en afspraken die kunnen helpen om ervoor te zorgen dat iedereen zich prettig voelt op school en in de klas.’
3
De wetten van Fraortes en Dario Een verhaal. Waarom het belangrijk is dat iedereen het nut van gemaakte afspraken begrijpt. Lees samen met de kinderen het verhaal De wetten van Fraortes en Dario in het leesboek. Dit verhaal gaat over twee koninkrijken. In het ene rijk wordt een regel opgelegd, in het andere land wordt een regel uitgelegd. Het belang van inspraak, overleg en uitleg komt in dit verhaal naar voren.
10
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Mogelijke vragen • Is een wet een regel of een afspraak? • Wat is het verschil tussen een regel en een afspraak? • Waarom is het belangrijk dat iedereen instemt met afspraken? • Over welke dingen zijn op school regels gemaakt? Bijvoorbeeld over het lesrooster; de schooltijden; het brandalarm. • Over welke dingen op school kunnen afspraken worden gemaakt? Bijvoorbeeld over hoe kinderen zich gedragen ten opzichte van anderen; over traktaties; over samenwerken; over computergebruik. • Zijn afspraken beter dan regels? Voor sommige zaken zijn afspraken beter dan regels en voor andere zaken is dit andersom.
4
Het Afspraken-Lagerhuis Een groepsdiscussie aan de hand van een aantal stellingen. Verdeel het klaslokaal in twee helften. Plak hiervoor eventueel in het midden van de klas een strook (schilders)tape op de grond. Vertel de kinderen dat in een democratie het debat heel belangrijk is. Je moet voor- en tegenargumenten tegen elkaar kunnen afwegen. Je mening kunnen verwoorden is dus ook belangrijk. Vertel dat ze over een aantal stellingen gaan debatteren. U kunt daarbij zelf als gespreksleider optreden of een kind die rol laten vervullen. De gespreksleider zorgt ervoor dat de kinderen niet door elkaar heen praten. Daarnaast is er een jury die bepaalt wie het debat heeft ‘gewonnen’. Laat ook één kind tijdwaarnemer zijn. Dit kind geeft met een signaal aan wanneer de tijd om is. Het gaat bij een debat niet om goede of foute antwoorden maar om de kracht van de argumenten. De jury bepaalt welke argumenten sterk waren. Mogelijke stellingen Stelling 1: Als je een afspraak of regel overtreedt, moet je altijd straf krijgen. De jury bestaat uit kinderen die jarig zijn in de zomer. Stelling 2: Als er iets wordt uitgelegd, is alleen de leerkracht aan het woord. De jury bestaat uit kinderen die jarig zijn in de winter. Stelling 3: Als iemand je pijn doet, mag je schelden. De jury bestaat uit kinderen die jarig zijn in de lente. Schrijf de eerste stelling op het bord. Kinderen die het eens zijn met de stelling gaan aan de linkerkant van het lokaal zitten, kinderen die het niet eens zijn met de stelling gaan aan de rechterkant zitten. Als je iets wilt zeggen, ga je staan. De gespreksleider geeft aan één kind het woord. De andere kinderen gaan weer zitten. Als dit kind zijn zegje heeft gedaan, mag een kind uit de andere hoek reageren. Ook dat kind moet gaan staan. Zo golft het debat over en weer. Laat de kinderen niet langer dan drie minuten over één stelling discussiëren. Vraag na iedere stelling aan de jury welke argumenten ze sterk vonden, en of de linker- of de rechterkant het debat heeft ‘gewonnen’. Schrijf nu de tweede stelling op het bord, of laat kinderen zelf stellingen verzinnen. Ga op dezelfde wijze te werk. Extra Nodig een debatclub uit op school. Laat deze club een presentatie houden over de kunst van het debatteren.
11
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Verwerking en afronding 5
Zijn we het eens? Een opdracht uit het werkboek. Kinderen maken afspraken over gedrag in de groep. Bekijk samen met de kinderen de opdracht Zijn we het eens? in het werkboek. Kinderen die naast elkaar zitten bedenken samen een afspraak die ze willen maken. Om de beurt noemen de tweetallen een afspraak die ze willen maken. Laat hen een korte toelichting geven. Vraag daarna of iedereen kan instemmen met deze afspraak. Als dat het geval is, noteert u deze afspraak op een groot vel papier. Kinderen zetten naderhand hun handtekening op dit blad en schrijven de afspraken in hun werkboek. Mogelijke vragen • Aan welke afspraken denk je dat je je gemakkelijk kunt houden? • Aan welke moeilijk(er)? • Wat doen we als de afspraken niet worden nagekomen?
Woordenmonster Mogelijke woorden: democratie, debat.
12
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Kopieerblad 1 Regels bij het spel: Balspel voor democratie
Er wordt alleen met de bal gegooid (dus niet rollen, stuiteren, enzovoort). Als de bal op de grond valt is er iemand af. De scheidsrechter bepaalt wie af is, degene die slecht gooide of degene die slecht ving. De scheidsrechter is de jongste persoon uit de groep. Kruis je benen als je af bent. Als je de bal gooit naar iemand die af is, ben je ook af. Het doel is zo lang mogelijk mee spelen. 13
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Uit het leesboek: groep
De wetten wettten van van Fraortes Frao ortes en Dario Darrio
8
Ver V e er hier vandaan, vandaan, op de uitgestrekte uitgestrrekte vlaktes aan de e voet voet van van de ber bergen gen n die tot de hemel reiken, reiiken, leefden eens twee tw wee koningen: koningen: Dario o en Fraortes. Fraortes. Hun rijken r grensden gr ensden aan aan elkaar en men beweerde beweerde dat ze verre verre familie van van elkaar waren. waren. twee vorsten niet méér van Maar dat geloofde gelloofde niemand, want want de tw ee v orsten hadden h van elkaar verschillen deden. kunnen v ersschillen dan ze dede en en. Fraortes, Medenland, F raortes, die koning was was van van Me edenland, was was klein, klein, dik en kaal, terwijll Dario van v an Persipië Persipië lang en mager mager was was en wratten wratten op zijn neus had. Fraortes Fraortes was was een vrolijke zwijgzaam vr olijke kerel kerel e die graag graag grapjes grapjes maakte. m maakte . Dario daarentegen daarente e gen was was zwijgza aam en nors. Hij lachte lachte h nooit. Nu wilde hett geval geval dat Dario en Fraortes Fraortes last hadden en van van hetzelfde probleem. prob o leem. hadde Al jarenlang jarenlang had het nauwelijks nauwelijkss geregend geregend op de uitgestrekte uittgestrekte vlaktes waar waar rijken zich bevonden. De over h hun ijk ziiich b bevonden. d D boeren bo boeren in i beide b id rijken ijk n klaagden kl gden klaa d over de d magere m gere ma oogsten, zilverblauwe he oo gsten, die ieder jaar verder verder terugliepen. terugliepen. Het zilv erblauwe meer in het et midden van die Medenland in deelde,, vielen viielen v an Persipië, Persipië,, en de machtige machtige rivier rivier v i tweeën tweeën deelde langzamerhand langzamerha and droog. droog. De beide e vorsten vorsten zagen zagen dit met m lede ogen ogen aan. Hoe H dit oplossen? konden ze d it probleem probleem oplosse en? dacht water ht bij Dario dac b zichzelf: zichzelf: ‘Mijn onderdanen on nderdanen moeten minder m water gaan gaan gebruiken. aan en zo valt g ebruiken. Dat D tast het grondwaterpeil grondwaterpeil a valt a het meer nog nog sneller sne eller droog.’ dr oog.’ af: Hij kondigde e een nieuwe nieuwe wet wet af f: alleen op woensdag woensda ag en vrijdag vrijdag mochten mochte en mensen nog En dan niet meer meer dan drie emmers nog water water uit hun put halen. h emmerrs per dag. dag. wachters Hij stuurde stuurde zijn z wachters het land lan nd in om te controleren controle eren of zijn nieuwe nieuwe wet wet werd werd nageleefd. na geleefd. De mensen werden werden nogal nogal overvallen overvallen door de nieuwe nieuw we maatregel maatregel en zagen zagen het nut van in. Maar iedereen n ut er niet v an in iedereen n die betrapt betrapt werd werd op o het putten van van water water op dinsdag wachters dinsda g of donderdag, donderdag, werd werd onmiddellijk onm middellijk door de koninklijke k wachterss uit zijn voor halfjaar kerkers. huis gesleurd gesleurd en v oor een halfja aar vastgezet vastgezet in de koninklijke k
67
14
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Uit het leesboek:
Op water water en brood. brood. Dat joeg joeg de d mensen schrik schrik aan. aa an. Maar het maakte e ze ook elkaar. boos. ‘Wat ‘W Wat at een rotmaatregel! rotmaatregel! Wat Wa at een rotkoning!’, rotkoning!’, zeiden ze tegen tegen el lkaar. ‘Hier gaan g aan we we ons o dus niet aan houden!’ hou uden!’ En als er geen geen n wachters wachters in de buurt bu uurt waren, waren, extra als ze dat helemaal putten ze snel even even een e xtra emmertje water. water. Zelfs Z helem maal niet hadden. Persipië nodig had dden Het peil in de rivier dden. rrivier in P ersipië daalde daalde en daalde. daalde. Net als de populariteit popularite eit van van Dario. Dario. Fraortes F raortes zat z met hetzelfde probleem. probleem. Hij riep riep de vertegenwoordigers vertegenwoordigerss van van de stedelingen stedeling e en de boeren en boeren bij zich zich en belegde belegde een n vergadering. vergadering. Hij wat het probleem hij dat de vertegenwoordigers H ij gaf gaf aan aan w at h et p robleem was was en en zei zei dat dat h ij wilde wilde d at d ev ertegenwoordigers samen een een oplossing zouden n bedenken. De koning koning gaf gaf ze daarvoor daarvoor een e week week tijd. Na bij de d tijd de Na zeven zeven dagen d gen kwamen da k am kw men de d afgevaardigden afg f evaardigd di d den weer weer terug t de koning. k i ‘En, hebben hebbe en jullie een oplossing oplossiing bedacht?’, bedacht?’, vroeg vroeg Fraortes. Fraortes. ‘Jawel ‘J awel Sire. Sire. De oplossing van van deze nijpende kwestie kwesstie ligt in de vermindering vermin ndering van van an de hoofdstad. v an het waterverbruik’, waterverbruik’, sprak sprak k de vertegenwoordiger vertegenwoordiiger v hoofdsta ad. Hij hield van van dure dure woorden. woorden. ‘Dat snap ik’, zei de koning. ‘Maar ‘M Maar hoe doen we we dat?’ d ‘We ‘W We hebben hebbe en een aantal plannen plann nen uitgewerkt, uitgewerkt, Sire, Sire, en zijn tot de conclusie concllusie ekomen dat we gekomen g we de watervoorraad watervoo orraad beperken zouden moeten m beperken tott zes emmers per p huisgezin huisgezin per week.’ week. e ’ ‘En hoe doen do oen we we dat?’ ‘Iedereen ‘Ieder een kan, met uitzondering uitzonderring van van de zondag, zonda g, voor voor o tien uur ’s ’s ochtends ochte ends een water emmer w ater uit de put halen. halen n De rest n. rest van v an de dag da ag is putten verboden.’ verboden.’ we ‘Maar hoe e controleren controleren w e dat?’ datt?’ ‘We ‘W We hebben hebbe en dit plan met iedereen iede ereen in het
68
15
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Uit het leesboek: groep
8
rijk besproken besproken en e iedereen iedereen wil vermijden verm mijden dat de rivier rivier verder verder droogvalt, droogvalt, Sire. Siire. We mocht W e denken dan n ook dat het verzet verzet minimaal zal zijn. Maar M mocht het zich zich voordoen, v oordoen, dan vragen v agen we vr we buren buren om m elkaar daarop daarop aan te spreken. spreken. En als dat d het gerapporteerd op.’ niet helpt, dan kan k gerapportee erd worden, worden, dan leggen legg g en we we een boete op p.’ Fraortes het een geweldig goed F raortes vond vond h geweldig goe ed plan en complimenteerde complim menteerde zijn vertegenwoordigers. v ertegenwoordiigers. Hij voerde voerde de nieuwe niieuwe maatregel maatregel onmiddellijk on nmiddellijk in. De omroepers om mroepers in zijn rijk k trokken dorrp naar dorp en stad trokken van van dorp d naar stad om de wet wet af te kondigen. kondigen. Ze legden legden ook nog n g eens uit waarom no waarom m het zo belangrijk was was dat iedereen iedereen zich zic ch zo aan deze wet wet zou ou houden. En wat wat de hoofdstedelijke hoofd dstedelijke vertegenwoordiger vertegen nwoordiger voorspeld voorspelld had, gebeurde. gebeurde. Het He et verzet een boete v erzett was was minimaal. i imaal. i l De D schout schout h t hoefde ho hoefde fd maar een paarr keer k b t uit it te t min delen. ‘We elkaar. ‘W We willen toch toch zeker onze rivier rivier behouden?’, behouden?’, zeiden de d mensen tegen tegen elk kaar. En het waterpeil waterpeiil in de rivier rivier hield inderdaad i inder daad op met dalen. da alen. Sterker nog: nog: het he et steeg! tevreden stee g! Fraortes Fraortes kon k tevreden zijn. En E dat was was hij ook.
69
16
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 1, LES 3
GROEP 8
WE ZIJN HET EENS!
Uit het werkboek:
Mft!4
[jko!xf!ifu!ffot@ Ipf!nbbl!kf!bgtqsblfo!jo!ef!lmbt@!
fo! Xjk!qsbuf! pn!e cfvsu
fo!mvjtufsfo! obbs!fmlbbs
Efol!ob!pwfs!xbu!kf!xjmu! Cjkwppscffme;!obbs!fmlbbs!mvjtufsfo!fo! ojfu!epps!fmlbbs!qsbufo/
Xfmlf!bgtqsbbl!qbtu!ebbscjk@! Cjkwppscffme;!xjk!qsbufo!pn!ef!cfvsu!fo!mvjtufsfo! obbs!fmlbbs/ Jl!wjoe!///
Xbbspn!wjoe! kf!ebu@
Tufnu!jfefsffo!ebbsnff!jo@ Po{f!bgtqsblfo!{jko;
? ? ? ! Ef!hspfq@!Ebu!{jko!xjk"!!!!!Mft!4!.!Xjk!{jko!ifu!ffot"!!!!!!MFFGTUJKM!!
17
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
:
PROEFLESSEN
THEMA 2
GROEP 8
CONCEPTBRIEF VOOR OUDERS
Geachte ouders en/of verzorgers, Zoals u weet werken wij op school met Leefstijl, een methode voor sociaal-emotionele vaardigheden. Wij informeerden u onlangs over het feit dat wij gestart zijn met het eerste thema waarin de sfeer in de groep centraal stond. Deze week gaat thema 2 van start: Praten en luisteren. Dit thema gaat over communicatie: over praten, luisteren en stil zijn. Allemaal actieve vaardigheden die kinderen gaandeweg leren. Volwassenen kunnen daarin het goede voorbeeld geven. Zo leert uw kind dat vragen stellen en luisteren net zo leuk kan zijn als zelf iets vertellen. Ook dit thema bestaat uit vier lessen. Alle groepen zijn hier ongeveer zes weken mee bezig. (Hier eventueel extra informatie over de ouderworkshops.) Wij houden u op hoogte van het verdere verloop van de leefstijllessen. Hebt u nog vragen, dan horen wij dat graag. Met vriendelijke groet,
18
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
GROEP 8
THEMA 4
Les 1 Vertrouwen in jezelf Over wat je allemaal al bereikt hebt en wat je nog wilt bereiken.
34
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
Achtergrond voor leerkrachten weten dat anderen je mogen
weten waar je Dit thema gaat over zelfvertrouwen. Dat is meer dan enkel het vertrouwen van kinderen en goed in bent volwassenen in hun eigen kunnen. Zelfvertrouwen heeft ook te maken met een realistische
verantwoordelijkheidsgevoel
Zelfvertrouwen: een kruk met drie poten
inschatting van de eigen mogelijkheden. Kinderen ontwikkelen zelfvertrouwen door te werken aan een positief én realistisch zelfbeeld. Een voorwaarde daarvoor is dat volwassenen hen verantwoordelijkheid geven om zelf dingen te (proberen te) doen. Om zelfvertrouwen te krijgen, is het belangrijk dat kinderen zich geborgen weten en waardering krijgen van mensen uit hun directe omgeving (ouders, familie en vrienden). Ouders (verzorgers) zijn hierbij onontbeerlijk maar leerkrachten kunnen een belangrijke, aanvullende rol spelen. Een leerkracht kan zijn rol zo goed mogelijk vervullen door: kinderen serieus te nemen en naar ze te luisteren. Kinderen moeten u kunnen vertrouwen en ervaren dat ze serieus genomen worden. Als dat niet gebeurt, gaan ze aan zichzelf twijfelen. positieve opmerkingen en complimenten te maken. Kinderen zijn goedgelovig. Ze gaan ervan uit dat mensen niet liegen. Ze zijn snel geneigd te geloven dat ze iets niet kunnen, nooit zullen leren of dom zijn, als dat (vaak) tegen ze gezegd wordt. Zodra een kind eenmaal denkt dat het dom is, raakt het die overtuiging bijna niet meer kwijt. Vertel daarom liever aan een kind wat het wél kan. Maak kinderen bewust van hun goede eigenschappen en kwaliteiten. Neem de prestaties van kinderen serieus en geef aan hoe ze zichzelf kunnen verbeteren. Als u zelf positieve feedback geeft, heeft dit bovendien een voorbeeldfunctie en zullen kinderen dit overnemen. Geef kinderen niet alleen complimenten voor de prestaties die ze leveren maar ook voor dingen die ze doen. Complimenteer een kind bijvoorbeeld voor de wijze waarop het een ander troost. Vaak vinden ze het vreemd om voor dit soort dingen een pluim te krijgen en worden ze daar verlegen van. Ze vinden het vanzelfsprekend, ze hebben er niets speciaals voor gedaan. Toch leren kinderen door dit soort complimenten hun uniciteit kennen en bouwen ze zelfvertrouwen op. kinderen verantwoordelijkheid te geven. Durf kinderen verantwoordelijkheid te geven. Geef ze het vertrouwen dat ze dingen zelf kunnen. Kinderen worden niet zelfstandig als er te veel voor ze wordt bepaald. Dat staat hun vermogen zelf beslissingen te nemen in de weg en belemmert hun zelfvertrouwen.
Lesdoel Kinderen: • constateren dat ze al veel bereikt en geleerd hebben in hun leven tot nu toe. • denken na over wat ze (nog) graag willen bereiken voor ze achttien jaar zijn.
35
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
Overzicht lessuggesties
씰 Activiteiten 1. De potloodketting Een spel. Kinderen voeren verschillende groepsopdrachten uit in oplopende moeilijkheidsgraad. 2. Waar gaat deze les over? 3. Leven is het meervoud van lef Een (kring)gesprek over zelfvertrouwen. 4. Van 0 tot 12 en van 12 tot 18 Een opdracht uit het werkboek. Wat heb je tot nu toe geleerd in je leven? En wat komt er nu?
씰 Verwerking en afronding 5. Hier was ik … Een gedicht. Kinderen lezen en maken een gedicht.
씰 Media-educatie 씰 Woordenmonster Materiaal Voor activiteit 1: • Net zoveel kleurpotloden als u kinderen in uw klas hebt, per groepje van zes een andere kleur. Voor activiteit 4: • Werkboek. Voor activiteit 5: • Werkboek.
36
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
Lessuggesties Activiteiten 1
De potloodketting Een spel. Kinderen voeren verschillende groepsopdrachten uit in oplopende moeilijkheidsgraad.
Deel kleurpotloden in verschillende kleuren uit. Van elke kleur zijn er (ongeveer) zes potloden. Kinderen met dezelfde kleur potlood vormen een groepje. Iedere groep gaat in een kringetje staan. Ze houden de potloden tussen zichzelf en hun buurman in door de potloden tussen hun wijsvingers te klemmen, dat wil zeggen elk kind duwt met zijn linkerwijsvinger tegen het potlood waar zijn linkerbuurman met diens rechterwijsvinger tegenaanduwt, en met zijn rechterwijsvinger tegen het potlood waar zijn rechterbuurman met diens linkerwijsvinger tegenaanduwt. Vraag de groep de volgende opdrachten te vervullen: Opdrachten • Loop rond. Zet hindernissen neer, bijvoorbeeld twee stoelen. • Loop rond en stap over de hindernissen heen. • Stap over de hindernissen heen en hinkel tussen de hindernissen. Bij een grote groep kunt u de klas in tweeën verdelen. De ene helft kijkt toe terwijl de andere helft het spel speelt. Daarna worden de rollen omgedraaid. Mogelijke vraag • Dit spel werd steeds een stapje moeilijker gemaakt. In het echte leven doe je ook steeds moeilijkere dingen. Zo lees je nu bijvoorbeeld hele boeken terwijl je begonnen bent met losse woordjes. Welke dingen heb je allemaal geleerd sinds je geboorte? Bijvoorbeeld: lopen; fietsen; praten; een sport; muziek maken.
2
Waar gaat deze les over? ‘In je leven heb je al veel geleerd en zul je steeds meer leren. Wat heb jij allemaal al geleerd en wat wil je nog meer leren, daarover gaat deze les.’
37
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
3
Leven is het meervoud van lef Een (kring)gesprek over zelfvertrouwen. Schrijf de volgende Loesje-uitspraak op het bord: Leven is het meervoud van lef. Laat kinderen reageren op deze uitspraak. Geef zelf eventueel de volgende aanvulling. Voor het leren van nieuwe dingen heb je soms lef nodig. Want vaak maak je in eerste instantie fouten. Dat moet je durven. Hoe meer je durft te doen, hoe meer je zult leren en daardoor krijg je vaak weer meer zelfvertrouwen en durf je weer meer. Schrijf dit als volgt op het bord: Zelfvertrouwen
▲
▲
Leren
Durven
▲
▲
Doen (= ook fouten maken) Daarnaast kunt u aandacht besteden aan het feit dat kinderen de vaardigheden of kennis die ze beheersen vaak als vanzelfsprekend accepteren. Vaak vergeten ze hoeveel moeite het (soms) heeft gekost om het te leren en hoe trots ze waren toen ze het nét geleerd hadden. Iets dat je nog niet kunt, lijkt vaak moeilijk en als je het geleerd hebt, lijkt het makkelijk. Dan zijn er weer andere dingen die moeilijk lijken. Benadruk dat ze trots op zichzelf mogen zijn.
4
Van 0 tot 12 en van 12 tot 18 Een opdracht uit het werkboek. Wat heb je tot nu toe geleerd in je leven? En wat komt er nu? De kinderen maken de opdracht Van 0 tot 12 en van 12 tot 18 in het werkboek. Ze noteren wat ze kunnen en op welke leeftijd ze dat geleerd hebben. Ook schrijven ze op wat ze voor hun achttiende verjaardag nog zouden willen leren. Na afloop wisselen ze deze informatie uit met hun buurman, vervolgens bespreekt u de opdracht met de hele groep. Mogelijke vragen • Wat kun je nu terwijl je vroeger dacht dat je het nooit zou leren? Bijvoorbeeld: zwemmen zonder bandjes; dikke boeken lezen; keersommen maken. • Wat heb je gedaan om het te leren? • Waar ben je het meest trots op? • Wat wil je graag nog leren voor je achttiende? • Welke dingen ben je nu aan het leren? • Zijn daar dingen bij waarover je nu denkt dat je dat nooit zult kunnen? Zo ja, wat? • Kun jij dingen die je ouders niet kunnen? Zo ja, wat? Bijvoorbeeld: dingen op de computer.
38
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
Verwerking en afronding 5
Hier was ik ... Een gedicht. Kinderen lezen en maken een gedicht. De kinderen lezen het gedicht van Willem Wilmink in het werkboek. De kinderen maken een soortgelijk gedichtje van vier regels bij een bepaalde leeftijd uit hun eigen leven. Misschien herinneren ze zich nog een foto of een gebeurtenis, waarbij ze een gedichtje kunnen maken. Ze kunnen ook gebruik maken van wat ze ingevuld hebben bij activiteit 4 Van 0 tot 12 in hun werkboek. Als houvast kunt u de suggesties hieronder op het bord schrijven. Kinderen kunnen hieruit een keuze maken. Hier was ik … • Ik kon ... • Ik was bang voor … • Ik droomde van … • Ik was blij als … • Ik wist zeker dat … • Ik was trots op … • Ik hield van … • Ik lustte geen … •…
Media-educatie De verlegen smiley Vraag kinderen of er dingen zijn die ze wél durven achter een computer en niet in het gewone leven. Achter een computer kun je blijven oefenen tot je het goed doet, op msn durf je soms meer dingen te zeggen dan in het echt. Zijn er ook dingen die ze juist wel in het echt durven maar nooit zouden doen achter een computer? Sommige dingen zeg je misschien juist niet op msn maar wel in het echt.
Woordenmonster Indien gewenst.
39
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
Uit het werkboek:
Mft!2
Wbo!1!upu!23!fo!wbo!23!upu!29 {fmgwfsuspvxfo mfsfo
evswfo
epfo!)evt!ppl!gpvufo!nblfoÊ*
Jo!ef!upflpntu!{vm!kf!ojfvxf! ejohfo!mfsfo/!Nbbs!kf!ifcu!ppl! bm!wffm!hfmffse/! Xbu!lvo!kf!bm@!Xbu!xjm!kf!oph! mfsfo@!Cfhjo!cjk!wsbbh!2/
6/!Xbu!xjm!kf!lvoofo!bmt!kf!bdiuujfo!cfou@
5/!Xbu!ifc!kf!eju!kbbs!hfmffse@!
4/!Xbu!ifc!kf!hfmffse!upfo!kf!ofhfo!xbt@
3/!Xbu!ifc!kf!hfmffse!upfo!kf!{fwfo!xbt@
2/!Xbu!ifc!kf!hfmffse!upfo!kf!wjfs!xbt@
5
MFFGTUJKM!!!!!Mft!2!.!Wfsuspvxfo!jo!kf{fmg!!!!? ? ? ! Jl!wfsuspvx!pq!njk"!!
40
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
PROEFLESSEN
THEMA 4, LES 1
GROEP 8
VERTROUWEN IN JEZELF
Uit het werkboek:
Mft!2
Ijfs!xbt!jl!Ê GpupÖt!ljklfo Ijfs!xbt!jl!wjkg; lpo!jl!ofu!cjk!ef!cfm/ ÕXjmu!v!wpps!nf!cfmmfo@Ö Ebu!xjmefo!{f!xfm/ Ijfs!xbt!jl!wjfs fo!jo!cfe!xbt!jl!cboh wpps!hfllf!ßhvsfo pq!ifu!cfiboh/ Ijfs!xbt!jl!esjf/ Off!jl!xbt!oph!nbbs!uxffnjko!cspnupm!lpo!{{pfnfoebbs!{{pfnef!jl!nff/ Ijfs!xbt!jl! oqbqqjf!mffl!pq!ffo!sfvt/ Upfo!wspfhfo!njko!ubouft; ÕXbbs!{ju!kf!ofvt@Ö Ijfs!xbt!jl!ovm fo!jl!wpfmef!nf!qvjlxbou!jl!ibe!ffo!lbnfs jo!nbnnjf!ibbs!cvjl/ Ijfs!jt!ifu!vjujt!ifu!vju!nfu!njko!mjfe; pq!ejf!xjuuf!cmbe{jk cftupoe!jl!oph!ojfu/ Xjmmfn!Xjmnjol
? ? ? ! Jl!wfsuspvx!pq!njk"!!!!!Mft!2!.!Wfsuspvxfo!jo!kf{fmg!!!!!MFFGTUJKM!!
41
LEEFSTIJL VOOR HET PRIMAIR ONDERWIJS – WWW.LEEFSTIJL.NL
6