4 minute read
Het ongewone orkest van Edgar Degas
Waarom koos Degas voor een orkest als onderwerp in zijn werk Het orkest van de opera? emma van Benthem - De Franse schilder Edgar Degas (1834 - 1917) verbeelde vaker voorstellingen in het theater, maar doorgaans concentreerde hij zich op de ballerina’s op het toneel of de bezoekers. Tijdens zijn leven stond Degas al bekend als ‘de schilder van de danseressen’, maar in het schilderij Het orkest van de opera (ca. 1870) zijn hun gezichten niet eens te zien. Met dit schilderij lijkt Degas af te wijken van zijn normale werkwijze door de focus op het orkest te leggen. Maar is dat ook zo?
Edgar Degas, Het orkest van de opera, ca. 1870, olieverf op doek, 56 x 45 cm
Advertisement
Degas’ opleiding was in de eerste instantie classicistisch, gericht op het eeuwige en onveranderlijke. In 1854 kwam hij in de studio terecht van Louis Lamothe (1822 – 1869), een leerling van Jean-Auguste-Dominique Ingres (1780 – 1867). Een jaar later ging hij naar de École des Beaux-Arts in Parijs. De kunstenaar stopte echter snel met deze opleiding en vertrok in 1856 op een driejarige reis naar Italië. Hier liet Degas zich onderdompelen in de klassieke kunst van het Trecento en de Renaissance. Na terugkeer brak de kunstenaar voor het eerst met de klassieke traditie in zijn werk Paardenrennen, voor de start (1862), doordat hij hier een eigentijds, vluchtig en triviaal onderwerp verbeeldde.
Degas wordt vaak tot de Impressionisten gerekend maar hield zelf niet van die term en zag zichzelf als een realistische of naturalistische schilder. In 1862 leerde hij Edouard Manet (1832 - 1883) kennen. Via Manet kwam Degas omstreeks 1865 terecht bij Café Guérbois, waar Charles Baudelaire (1821 - 1867) en jonge Impressionisten zoals Pierre-Auguste Renoir (1841 - 1919), Camille Pissarro (1830 - 1903) en Claude Monet (1840 - 1926) elkaar ontmoetten. Degas deelde hun visie in het verbeelden van het moderne Parijs en scènes van stedelijke vrije tijd, zoals het theaterbezoek. Hierop kwam de nadruk in zijn werk te liggen. In zijn leven heeft Degas een breed oeuvre opgebouwd, van landschappen tot portretten, van paardenrennen tot het (vrouwelijk) naakt en zeer veel danseressen en ballerina’s (hij heeft meer dan zeshonderd ballerina’s gecreëerd, vandaar zijn bijnaam). Degas kon dit onderwerp zo vaak verbeelden doordat hij het voorrecht had verworven om in de Opéra
Garnier danslessen en repetities bij te wonen en de theatervleugels te bezoeken. Er zijn enkele werken van danseressen ten tijde van Het orkest van de opera bekend, maar later ontwikkelde hij een overheersende voorkeur voor dit thema. Het onderwerp ‘orkest’ komt in het oeuvre van de kunstenaars verschillende malen voor, maar uit deze periode zijn slechts twee werken bekend: Het Ballet “Robert de Duivel” (1871) en Musici in het orkest (1872). Degas werkte bij Het orkest van de opera het orkest en zijn leden gedetailleerd uit. Bij Het Ballet “Robert de Duivel” is het orkest, op de fagottist na, nauwelijks te zien. Bovendien trekt hier de man met de verrekijker, centraal in de compositie, alle aandacht. Het onderwerp van dit schilderij lijkt eerder het theater zelf te zijn. Bij Musici in het orkest lijkt het centrale thema zoals de titel suggereert wel het orkest te zijn. Toch krijgt hun ogenschijnlijke hoofdrol een terloopse karakter doordat de muzikanten met hun rug naar de toeschouwer zitten en de ballerina’s wél wel frontaal gevangen zijn. Bovendien zijn de ballerina’s in zeer contrasterend en helder licht afgebeeld ten opzichte van het orkest. Alhoewel in deze en latere schilderijen het orkest niet zo centraal staat als bij Het orkest van de opera, geven deze werken wel aan dat Degas niet onbekend was met het theater en het theaterorkest in het bijzonder als onderwerp.
Degas kon dit onderwerp zo vaak verbeelden doordat hij het voorrecht had verworven om in de Opéra Garnier danslessen en repetities bij te wonen en de theatervleugels te bezoeken.
De nadruk op het orkest in Het orkest van de opera kan nog om een andere reden verklaard worden. Of Degas het schilderij in opdracht maakte of uit eigen beweging kan niet worden achterhaald, maar het begon als een portret van Désiré Dihau (1833 - 1909) dat Degas uitbreidde tot de compositie zoals wij die nu kennen. Dihau was een vriend van Degas en een fagottist bij de Opéra Garnier. Dat het schilderij begon als een portret van hem zou kunnen verklaren waarom Dihau op de plaatst zit die normaal was bedoeld voor de eerste viool. Met de uitbreiding van de compositie voegde Degas andere vrienden en kennissen toe, al dan niet geassocieerd met het orkest: “Men herkent, van links naar rechts, [componist] Emmanuel Chabrier, Pagans, de cellist [Louis-Marie] Pillet, de regisseur Gard, de schilder Piot-Normand, de componist Souquet, Pillot, de fagottist Désiré Dihau, de fluitist Altès, de violist Lancien en de contra-bassist Gouffé”. Was het maken van een schilderij met een orkest als onderwerp een ongewone keuze voor Degas? Als er wordt gekeken naar de rest van zijn oeuvre misschien wel. Hij heeft in de loop van zijn leven meerdere werken gemaakt waarop een orkest te zien is, maar bij geen hiervan ligt de aandacht zo op het orkest zelf als bij dit schilderij. Toch blijkt de keuze niet zo ongewoon te zijn wanneer naar de context waarin Het orkest van de opera is gemaakt wordt gekeken: deze is het resultaat van tijdsgeest, de affiniteit voor het theater met al zijn figuranten en de vele vriendschappen die Degas hier heeft gesloten. d