4 minute read

SUCCESVOLLE MISLUKKINGEN OP DE OLYMPISCHE WINTERSPELEN

Next Article
VERLIEZERS

VERLIEZERS

door Emma van Benthem

In 1988 maakte 1,423 atleten uit 57 landen zich klaar voor de XVe Olympische Winterspelen in Calgary, Canada. Op vele vlakken waren deze Spelen bijzonder. Niet alleen deed een recordaantal aan landen mee, het was ook de eerste keer dat de Winterspelen net zo lang duurde als de Zomerspelen, namelijk vijftien dagen. Nog iets anders gaf veel bekijks op deze Spelen: de Britse schansspringer Eddie The Eagle Edwards en voor het eerst een bobsleeteam uit Jamaica.

Advertisement

Men zou kunnen zeggen dat het een kwestie van geluk is dat Michael David Edwards, later beter bekend als Eddie the Eagle, op de Olympische Winterspelen terecht is gekomen. Nadat hij op dertien jarige leeftijd tijdens een schoolreisje in aanraking kwam met skiën, ontwikkelde hij zijn vaardigheden op borstelpistes. Helaas kwalificeerde Edwards zich niet als alpineskiër. Vastberaden om toch mee te doen aan de Olympische Spelen schakelde Edwards over op schansspringen, een tak van de sport waar geen competitie was opdat er op dat moment geen andere Britse schansspringers waren. Verder zat Edwards het echter niet mee om zijn droom te bereiken: hij werd benadeeld door zijn gewicht - hij was meer dan negen kilogram zwaarder dan de eerstvolgende zwaarste deelnemer - en door zijn gebrek aan financiële steun moest hij zijn trainingen en materiaal zelf betalen. Nog een bijkomend probleem was dat hij erg verziend was en daarom onder zijn skibril een bril met dikke glazen moest dragen die bovendien besloeg op de hoge schansen. Toch kreeg hij het voor elkaar: Edwards vertegenwoordigde Groot-Brittannië voor het eerst op de wereldkampioenschappen van 1987 in Oberstdorf, Beieren, en behaalde de 55e plaats op de wereldranglijst. Met deze prestatie kon Edwards zich kwalificeren als enige Britse kandidaat voor de Olympische Winterspelen van 1988, waardoor hij de eerste deelnemer sinds 1928 werd die Groot-Brittannië ver- tegenwoordigde in het Olympisch schansspringen. Zoals verwacht presteerde Edwards slecht. Tijdens de Winterspelen eindigde Edwards als laatste op zowel de 70 meter als de 90 meter sprong. Zo scoorde Edwards bij de 90 meter, met een sprong van 71 meter en 67 meter, 57,5 punten, terwijl de schansspringer die uiteindelijk won, de Finse Matti Nykänen, 224 punten scoorde. Het was juist Edwards’ gebrek aan succes dat hem zo populair maakte bij mensen over heel de wereld. Edwards werd al snel een media bekendheid en kwam bij het publiek bekend te staan onder zijn bijnaam. Een opmerkelijke wending aan Edwards’ verhaal is dat zijn sprong van 71 meter in Calgary destijds een Brits record was. Edwards behield deze titel tot 2001 en hij staat met deze Olympische sprong nog steeds op de zesde plaats in de all-time lijst van Britse schansspringers. Niet alleen in de recordlijsten, maar ook op de Winterspelen heeft Edwards zijn stempel achter gelaten. Na de internationale aandacht die Edwards genoot vlak na afloop van de Spelen werden de toelatingseisen verstrengt. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) stelde de zogenaamde Eddie the Eagle-regel in: deze regel vereist dat Olympische kandidaten deelnemen aan internationale evenementen en zich in de top 30 procent of top 50 van de deelnemers plaatsen. Met deze regel wilde het IOC het bijna onmogelijk maken voor iemand om het voorbeeld van Edwards te volgen. Nog een underdog die de aandacht trok tijdens de Winterspelen was het Jamaicaanse bobsleeteam. Dit team vindt zijn oorsprong bij George B. Fitch, de commercieel attaché voor de Amerikaanse ambassade in Kingston van 1985-86. Fitch stelde voor dat Jamaica deel zou moeten nemen aan de Olympische Winterspelen met de woorden: "Jullie hebben geweldige atleten en een geweldige atleet moet elke sport kunnen doen." Nadat Fitch samen met de zakenman William Maloney een plaatselijke steekwagenwedstrijd had bijgewoond, kwamen ze op het idee van een bobsleeteam. De mannen dachten dat deze sport goed zou aansluiten op de sterke kanten van de Jamaicaanse sprinters. De toenmalige voorzitter van de Jamaica Olympic Association steunde dit idee en dus werden voorbereidingen getroffen om atleten te werven. Uiteindelijk werden drie kandidaten gevonden bij het Jamaica Defence Force: Dudley Stokes, Devon Harris en Michael White. Later sloot Caswell Allen zich aan als vierde teamgenoot. Met dit team kwalificeerde Jamaica zich voor de Winterspelen en vertrokken de vier mannen naar Calgary onder het toeziend oog van hun coach Howard Siler, een Olympische bobsleeër voor de Verenigde Staten in 1972 en 1980.

Vastberaden om Olympiër te worden schakelde Edwards over op schansspringen, een tak van de skisport waar geen competitie was opdat er op dat moment geen andere Britse schansspringers waren.

Eenmaal in de Canadese stad aangekomen, kwam de onervarenheid van het team al snel naar voren. De Jamaicanen deden oefenrondes op een bevroren meer in Calgary om te wennen aan de omstandigheden, maar Allen viel en raakte gewond. Chris Stokes, die in Canada was om zijn broer Dud- ley te steunen, werd drie dagen voor de eerste wedstrijd toegevoegd aan het team, ondanks dat hij nog nooit in een bobslee had gezeten. Hier hield de pech niet op: de vier mannen moesten aan andere teams vragen of ze basisuitrusting mochten lenen zodat ze mee konden doen aan de wedstrijd. Het idee van een tropisch land die een winter sport beoefent, maakte hen snel populair bij de Spelen. Helaas presteerde het bobsleeteam net zoals Edwards niet goed. Vlak voor de viermanswedstrijd blesseerde Stokes zijn schouder, maar hij besloot toch door te gaan met het evenement. In de derde van de vier runs, in de bocht die de Kreisel wordt genoemd, verloor het team de controle over de slee en crashte. De vier teamleden klommen uit de bobslee en de slee werd vervolgens door het ondersteunend personeel naar de finish geduwd terwijl het team ernaast liep. Door de crash kon het team niet mee doen aan de vierde run van het evenement waardoor ze als laatste werden geplaatst. Bij de tweemansbob eindigde Stokes en White op de dertigste van de 41 plaatsen. De populariteit van het Jamaicaanse bobsleeteam kwam vooral door de uitschakeling van het ijshockeyteam van de Verenigde Staten: Amerikaanse televisiestations hadden zendtijd nodig en besloten deze op te vullen met het Jamaicaanse bobsleeteam in de viermanswedstrijd. Dit evenement vormde de inspiratie voor de film Cool Runnings (1993). d

This article is from: