4 minute read

Boze boeren vs. grimmige graven

De West-Friese strijd om onafhankelijkheid

Loes Knijn - Zo’n duizend jaar geleden was heel Holland bezet door het Hollandse gravenhuis. Héél Holland? Nee, een klein gebied bleef moedig weerstand bieden aan de overweldigers en maakte het leven van de Hollanders in de omringende plaatsen bepaald niet gemakkelijk. West-Friesland, niet te verwarren met Gallië, heeft eeuwenlang gevochten tegen de Hollandse overheersing. Tussen 1000 en 1300 hebben de West-Friese boeren en de Hollandse graven een reeks van oorlogen uitgevochten. De graven claimden West-Friesland als deel van het Hollandse graafschap, maar de West-Friese boeren behielden een zelfstandig bestuur. Hoe is het de boeren gelukt om zo lang onafhankelijk te blijven?

Advertisement

‘Oktober, 1169: De zon ging langzaam onder en de laatste zonnestralen schenen over de omgespitte akkers. De oogst was binnen gehaald en de mensen maakten zich op voor de winter. Ook Hubrecht was klaar voor de winter. De geruchten begonnen de dagelijkse gesprekken te beheersen: er was een aanval op handen, deze keer was de stad Alkmaar aan de buurt. De West-Friezen waren boos, woedend! Nog maar een jaar geleden was de stad Schagen geplunderd door de Hollanders, onder leiding van graaf Floris III van Holland. Het was tijd voor wraak en na het oogstseizoen hadden de boeren weer tijd. De geschiedenis werd verteld van vader op zoon: Wij, West-Friezen hebben nooit een heerser hoeven dienen, dus ook de Hollanders zullen wij niet toestaan! Het verhaal ging rond dat de Friezen Karel de Grote in 800 geholpen hadden om Rome in te nemen. Als dank werd hen een onafhankelijk bestaan gegund, zonder enige vorm van overheersing.’

Tegenwoordig schoorvoetend onderdeel van Noord-Holland

Boze boeren

Zoals Hubrecht waren er velen in West- Friesland: kleine of grote boeren, die zich in het nauw gedreven voelden door de macht van de Hollandse graven. De boeren wilden onafhankelijk blijven en geen deel worden van het Hollandse graafschap. Ze hadden, in tegenstelling tot de graven, niet de intentie om hun grondgebied te vergroten. De boeren vochten zich vrij om vervolgens hun dagelijkse bezigheden weer op te pakken. Het leven van de West-Friese boeren werd vooral bepaald door de oogsttijden en de veestapels. De boeren hadden alleen in de winter tijd voor oorlog, waardoor gevechten niet langer konden duren dan twee maanden. De oorlog tussen de West-Friezen en de Hollanders werd hierdoor een guerrillaoorlog. Dit betekende in de praktijk vooral plunderingen en hinderlagen. Deze manier van oorlog voeren was nieuw voor de Hollanders. De meeste oorlogenwerden gevoerd in legeropstelling met een gedegen cavalerie. Door deze guerrillatechniek behielden de West-Friezen eenverassingseffect en waren zij in staat om het ‘trage’ leger van de Hollanders te verslaan.

Na een avondje compazuipen op een West-Friese kermis was de graaf een makkelijke prooi

Naast hun snelle tactiek hadden de West-Friezen nog een voordeel op hun vijand. West-Friesland lag namelijk achter een natuurlijke barrière. De West-Friezen werden beschermd door het water; het land was zeer moerassig en werd afgesneden door meerdere riviertjes. De grote Hollandse legers moesten zich opsplitsen, wat de kracht van het leger versplinterde. De West-Friezen bleven ondertussen aanvallen. De Hollanders hadden niet de kracht om het gebied in één keer te overmeesteren, waardoor de gevechten aanhielden.

Grimmige graven

Toch is het de Hollanders na driehonderd jaar gelukt, om de West-Friese boeren (letterlijk) onder hun vlag te krijgen. Graaf Floris V van Holland wist uiteindelijk een einde te maken aan de West-Friese oorlogen. Floris groeide op met een gegronde afkeer van de West-Friezen. Zijn vader, Willem II van Holland, viel in 1256 in een West-Friese hinderlaag, nadat hij op West-Fries terrein door het ijs was gezakt. Op tweejarige leeftijd volgde Floris zijn vader op. Hij was uit op wraak en ondernam in 1272 een veldtocht richting West-Friesland. Tijdens de aanval trapte hij echter in exact dezelfde val als zijn voorgangers: het ‘trage’ Hollandse leger zag je al van verre aankomen. Tien jaar later probeerde hij het opnieuw en met succes. Floris V wist de boeren te verslaan met een verassingsaanval. Het Hollandse leger viel West- Friesland midden in de zomer aan. De boeren waren bezig op hun akkers en hadden zich niet voorbereid op een aanval. De Hollanders kwamen West- Friesland binnen over zee. Ze meerden aan in Wijdenes, een dorp in oostelijk West-Friesland, en vielen hun vijand dus aan in de rug. Het leger van Floris kon viadeze route het hele gebied bereiken.

Willem II zakte op West- Fries terrein door het ijs

Het succes van Floris was niet geheel te danken aan deze overweldigende aanval. Op de lange termijn bouwde Floris stevigedwangburchten door heel West- Friesland, om het omliggende gebied in de gaten te houden. De dwangburcht in Medemblik staat nog deels overeind en is open voor publiek. Op meerdere plekken in Holland kwam de boerenbevolking in opstand, maar Floris behield de vrede in zijn gebied door de boeren een aantal rechten te geven. Onder andere het recht op bescherming tegen adellijke belastingen. De Hollandse edellieden waren het helemaal niet eens met deze nieuwe regels en noemden Floris spottend ‘der keerlen god’, de god van de boeren. De nieuwe regels zorgden echter wel voor gebiedsuitbreiding aan Hollandse zijde. West-Friesland legde zich in 1289 neer bij een vredesverdrag met Holland. Vanaf dat moment is West-Friesland deel van het graafschap Holland en West-Friesland.

Voor Hubrecht en zijn tijdgenoten lijkt de strijd tevergeefs, maar niets is minder waar! De West-Friese strijd om onafhankelijkheid heeft er juist voor gezorgd dat de Hollandse boeren meer rechten kregen en een belangrijke positie behielden. Nog steeds prijkt op het wapen van Noord-Holland de trotse vlag van West-Friesland!

This article is from: