3 minute read
Kibbelende steden, wedijver en samenwerking
Alan van Rijn - New York en Chicago, Amsterdam en Rotterdam, grote steden hebben vaak een tegenhanger, een bittere rivaliteit in cultureel, economisch en sportief opzicht. Steden die zich uit de schaduw willen werken van hun ‘grote broer’. Rivaliteiten zorgen er vaak voor dat steden elkaar motiveren beter te zijn dan de ander, en zodoende tillen zij elkaar naar een hoger niveau. Deze concurrentie komt tot uiting in hoge torens, economische bedrijvigheid en sportieve excellentie. Soms leidt dit tot curieuze gevallen die wij historici maar al te graag bestuderen.
Sydney vs Melbourne
Advertisement
Toen de Engelsen in de achttiende eeuw hun criminelen naar strafkolonies in de uithoeken van de wereld stuurde ontstond er een samenleving van bannelingen en vrije migranten, die naast elkander leefden. Sydney gesticht in 1788 is de oudste stad van Australië, en was lang de grootste stad, maar werd snel ingehaald door het in 1835 gestichte Melbourne. Al vanaf de stichting van Melbourne zouden de twee een verschillende koers varen. Sydney was één van de ‘convict colonies’ terwijl Melbourne nooit bannelingen heeft gehuisvest. Een andere tegenstelling is hun economische politiek. De kolonie New South Wales, met hoofdstad Sydney, tegenover Victoria met Melbourne als hoofdstad, wilden dat de rest van Australië hun handelscultuur over zou nemen. New South Wales voerde een politiek van vrije handel, terwijl Victoria een protectionistisch beleid voerde. Een strijd waar de twee niet uitkwamen en die veel kwaad bloed zette. De rivaliteit zorgde bij de vereniging van Australië in 1901 voor een hoop ruzie. Beide wilden de hoofdstad van dit nieuwe land worden. Melbourne eiste die eer op omdat het de grootste stad was, terwijl Sydney dat deed omdat het de oudste stad was. De twee honden vochten om een been, en Canberra liep er mee heen.
Second city
In Amerika lijken alle steden zich in de schaduw te bevinden van New York. Deze metropool der metropolen heeft een centrale rol in recente stedelijke geschiedenis. Met zijn ruim 8,5 miljoen inwoners torent het hoog boven de van oudsher tweede stad van het land Chicago, met nog geen 3 miljoen inwoners. De titel Second city was er een die de Windy City zichzelf terecht en graag toedichtte. Deze stad was altijd al de grote Metropool van de Midwest, een doorgeefleuk van vlees, hout, graan en alle producten uit het binnenland van het continent. Het grootste deel wat de grote haven van New York verscheepte kwam via Chicago.
In de afgelopen decennia is Los Angeles Chicago voorbijgestreefd als tweede stad van Amerika, het is echter opmerkelijk dat Chicago zich nog nog altijd ziet als tweede stad van het land. Deze identiteit blijkt dus minder. Chicago’s architectuur is de enige die zich kan meten tegenover dat van New York, met een skyline die sommigen indrukwekkender vinden dan dat van The Big Apple. In de binnenstad van Chicago staan veel van de oudste wolkenkrabbers ter wereld die uit de jaren 1920 stammen, in New York zijn die bijna allemaal gesloopt vervangen door nieuwerwetse kantoorgebouwen. Chicago mocht tevens met zijn Sears Tower (tegenwoordig Willis Tower) de stad met het hoogste gebouw ter wereld noemen, totdat Kuala Lumpur deze eer overnam. De identiteit van de tweede stad zijn, wordt voor de Chicagoans (inwoners van Chicago) bevestigd door de naam van het bekende comedy theater Second City. Het laat zien dat stedelijke identiteit soms koppig tegen de realiteit in kan gaan. Chicago is niet de Second City, maar volgens de Chicagoans toch wel.
Heinekens bier, een klassieker
Ook wij hebben in ons kleine kikkerlandje rivaliserende steden; Amsterdam en Rotterdam zijn berucht vanwege hun vaak lastige verhouding. Dit wordt versterkt door de voetbalrivaliteit tussen Ajax en Feyenoord. Wat veel mensen vergeten zijn, is hoezeer de twee steden in voorbije tijden hebben samengewerkt . De RAI: het Rotterdams- Amsterdams Autoinitiatief, het AMRO gedeelte van ABN AMRO (wat staat voor… je raad het al) zijn enkele voorbeelden van deze samenwerking. Er bestaat wel degelijk een zekere broederschap tussen de twee kibbelaars, en die is misschien wel het beste terug te vinden in het meest verbroederende drankje op aarde: bier. Rotterdam en Amsterdam brouwden vroeger samen het bier voor Heineken. In 1863 tijdens de tweede gouden eeuw van Amsterdam werd door Gerard Adriaan Heineken een brouwerij geopend aan de Stadhouderskade in Amsterdam. Heden ten dagen is dit gebouw de ‘Heineken Experience’. In 1873 volgde een minder bekende brouwerij aan de Rotterdamse Crooswijksingel. Gerard Adriaan Heineken legde de fundamenten voor wat later het grote bierimperium zou worden.
Het bier dat werd gebrouwen door zowel Rotterdammers als Amsterdammers, veroverde Parijs toen het tweemaal de ‘Diplome de Grand Prix’ bij de wereldtentoonstelling won. Door zulke voorspoed kon Heineken tot een groot concern uitgroeien. Onder Alfred ‘Freddy’ Heineken werd het een merk met een fraaie marketing. Dit was de tijd dat Heineken de lachende E’tjes ging gebruiken. Intussen is het bedrijf uitgegroeid tot een van de grootste spelers op de wereldbiermarkt, met bijna overal grote marktaandelen. Twee grote vijanden kunnen dus ook samen werelden veroveren.