Ingrediënten: 1 kleine appel 1 eetlepel rozijnen 1 eetlepel krenten 2 plakjes bladerdeeg ½ eetlepel suiker kaneel paar druppels citroensap ½ losgeklopt ei suiker om te bestrooien
1. Week de krenten en rozijnen in kokend water. 2. Haal het bakblik uit de oven , leg op het gasstel en leg er bakpapier op. 3. Verwarm de oven voor op 200° C. 4. Laat de bladerdeegplakjes op je snijplank ontdooien. 5. Schil de appel en snijd hem in kleine stukjes. 6. Doe die stukjes even in een kom 7. Bestrooi de appel met suiker en kaneel en doe de uitgelekte rozijnen en
krenten erbij. Doe er een paar druppeltjes citroensap bij. 8. Verdeel je appelmengsel over 2 plakjes bladerdeeg. Leg het niet precies in het midden. 9. Maak de randjes van het plakje bladerdeeg nat met wat water. 10.Vouw de plakjes dubbel. (In een driehoek) 11.Druk de vouwrandjes aan met een vork. 12.Bestrijk de bovenkant met losgeklopt ei en bestrooi met wat suiker. 13.Leg de plakjes voorzichtig op het bakpapier. 14.Schuif de bakplaat in de oven. Ze moeten ± 20 minuten bakken. 15.Maak intussen je aanrecht schoon en doe eventueel vast de afwas. 16.Haal de bakplaat uit de oven als de appelflappen klaar zijn. Vergeet niet de pannenlappen, anders brand je je vingers. 17.Je kan ze warm of koud eten.