FF77nl

Page 1

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

an id v erijen e h ilig batt e v are nd n g e oek Bra laadb n i d r erz rei he rsp t ond e v ok he n Ro rag: ie e t d n e g ve pre is d n l Bra ndpo bra

FIREFORUM Magazine n° 77

1

PB- PP B-02111 BELGIE(N) - BELGIQUE

© AdobeStock

nr. 77 - april/mei 2021


Naturally Performing Environments

DAGLICHTOPLOSSINGEN

ROOK-EN WARMTEAF VOER

NATUURLIJKE VENTIL ATIE

BEVEILIGINGSSYSTEMEN

SERVICE EN ONDERHOUD

KINGSPAN LIGHT+AIR BELGIUM • INFO@KINGSPANLIGHTANDAIR.BE • WWW.KINGSPANLIGHTANDAIR.BE ANTHONIS DE JONGHESTR A AT 50 - 9100 SINT-NIKL AAS • +32 (0)3 780 55 20


inhoud COLOFON Tweemaandelijks tijdschrift Fireforum Magazine Your Focus on Fire Safety ISSN: 1783-0672

Editoriaal

5

De op afstand bestuurbare blustrein

7

Rookverspreiding en gedrag

12

Creatief hoge wanden ontwerpen en toch brandveilig compartimenteren

20

Fireforum VZW A. Reyerslaan 80 1030 Brussel

FiSQ – kwaliteit in veiligheid

24

Hoofdredacteur:

Brandpreventie en de brandpolis: two of a pair?

28

Kernredactie:

Detectie van “thermal runaway” bij Li-ion batterijen in energie-opslag systemen

32

Accubranden, een gevaar in opkomst

38

Twee nieuwe brandweerrichtlijnen moeten zorgen voor kwalitatief en uniform advies

44

Fireforum heeft haar website grondig vernieuwd

46

Fireforum Awards – oproep tot kandidaturen

48

Column - Is Nearly Zero-Energy Building fire safe? Just prove it!

50

Redactieadres:

Ludo Vanroy Tel.: +32 (0)2 706 78 28 E-mail: ludo.vanroy@fireforum.be Dominique Du Tré, Guy Van de gaer, Hugo Van Keymeulen, Bart Vanbever, Cathy Deschrijver, Olivier Schittecatte, Dieter Brants, Thierry Pfleiderer, François Pigeolet, Roy Weghorst

Werkten mee aan deze editie: Niels Sekeris Christian Bredewoud Lieuwe de Witte Margo Karemaker Hugo Keulers Wim Kwakkenbos

Vertalingen: Virtual Words

Abonnementen en secretariaat: Fireforum VZW A. Reyerslaan 80 1030 Brussel info@fireforum.be

Advertentiewerving:

Elma Multimedia - Sven Destercke Tel: +32 (0)15 55 88 88 E-mail: s.destercke@elma.be

Verantwoordelijke uitgever: Dominique Du Tré

Grafische vormgeving + druk: Drukkerij Van der Poorten

Het volledige creatieproces van dit tijdschrift (prepress, druk, afwerking en levering) verloopt 100% klimaatneutraal, gecertificeerd door de CO2logic-Vinçotte label, de garantie voor echte klimaatinspanningen. Meer info vindt u op www.vanderpoorten.be/ klimaatneutraal-drukwerk Niets uit dit magazine mag overgenomen worden zonder de uitdrukkelijke en voorafgaande toestemming van de redactie. De teksten opgenomen in Fireforum Magazine verschijnen onder de verantwoordelijkheid van de auteur. Hetzelfde geldt voor de publicitaire inlassingen voor dewelke de adverteerder verantwoordelijk blijft. Nous publions également une édition française.


OPLOSSINGEN DIE LEVENS REDDEN EN BEZIT BESCHERMEN

Elk jaar zijn er zo’n

20.000

woningbranden in België, waarvan heel wat met dodelijke afloop.

In slechts 3,5 minuten kan de hitte van een woningbrand oplopen tot meer dan

590°C

Sika’s brandwerende producten bieden

2-4 uren

voor inwonenden om te ontsnappen.

Ontdek ons hoogwaardige gamma passieve brandsystemen, een essentiële meerwaarde voor bewoners en eigenaars

www.sika.be


editoriaal beste lezer, Voor nieuwe uitdagingen zoals de energietransitie, de klimaatcrisis of de Green Deal investeren Europa en de lidstaten gigantisch veel middelen. Mag daarvan ook een stuiver naar begeleidend onderzoek over de brandveiligheid van energiezuinige gebouwen gaan, vraagt Mister Yman zich in zijn column af? Wie nieuwe “risico’s” wil bouwen, moet mee aan tafel met diegenen die ze moeten voorkomen of bestrijden. Commerciële Li-ion batterijen bestaan ruim 30 jaar, en ze worden massaal toegepast, maar hoe je een “thermal runaway” in een buurtbatterij kan voorkomen, detecteren of blussen begint nu pas bekend te worden. Een Fireforum werkgroep werkt aan richtlijnen voor een brandveilige energietransitie: een eerste Regel van Goed Vakmanschap over de brandveiligheid van elektrische voertuigen in parkeergebouwen staat in de steigers. Met twee nieuwe richtlijnen over bluswateropvang en de opslag van gevaarlijke stoffen heeft de Vlaamse brandweer “éénheid van commando” gebracht voor een kwalitatief en uniform advies. De vraag van architecten naar nog hogere lichte scheidingswanden met compartimenteringsfunctie, heeft geleid tot een Europese norm met extrapolatieregels. Zulke hoge wanden kunnen niet altijd in een labo getest worden. Waar ontwerpers, fabrikanten, testlabo’s en plaatsingsbedrijven mee moeten rekening houden, leest u in deze editie. Hugo Keulers - keynote speaker op het jongste Fireforum Congres probeert een praktisch antwoord te geven op de vraag of een brandverzekeraar zover kan gaan om dekking te weigeren indien hij na een schadegeval vaststelt dat de verzekerde de brandpreventiemaatregelen niet (volledig) heeft nageleefd. De resultaten van het praktijkonderzoek naar rookverspreiding en het gedrag van ouderen door de Nederlandse Brandweeracademie, werden gepresenteerd op het Fireforum Congres 2020. En er zijn nog meer beschouwingen vanuit Nederland: over de uitdagingen van brandbestrijding op rangeerstations en op afstand bestuurbare blustreinen. Ludo Vanroy

FIREFORUM Magazine n° 77

5


Promat Selector Vind gemakkelijk de meest geschikte fire stopping producten om uw project te voorzien van passieve brandbescherming.

Download gratis de Selector App

• Ontdek in zes stappen welk Fire Stopping product u nodig heeft. • Geteste en gecertificeerde oplossingen • Stapsgewijze installatie

WWW.PROMAT.COM


INTERVENTIE

Brandbestrijding op vormingsstations, inzet zonder risico’s voor hulpverleners Rangeerterrein Kijfhoek, Nederland. Foto Bettina Samren

De op afstand bestuurbare blustrein

De ultieme veiligheid voor brandweermensen: inzet op afstand van de bron. Vormingsstations (ook wel: rangeerterreinen of spoorwegemplacementen genoemd) zijn speciale en unieke inrichtingen. Op een vormingsstation worden treinen gesplitst, opnieuw samengesteld of geparkeerd, in afwachting van een nieuwe bestemming. Het grote aantal treinen, wagens en locomotieven dat wordt gerangeerd op het vormingsstation brengt specifieke risico’s met zich mee, zeker wanneer er gevaarlijke stoffen bij betrokken zijn. Treinen kunnen onverwachts met elkaar in botsing komen of ontsporen, waardoor grote branden en spills met gevaarlijke stoffen kunnen ontstaan. Bestrijding van dergelijke incidenten kan niet worden vergeleken met reguliere brandbestrijding.

De uitdagende omgeving vraagt om specialistische expertise, uitrusting en veiligheidsmaatregelen. Daarnaast zijn er specifieke risico’s voor de brandweermannen tijdens een inzet. Zijn er innovatieve ontwikkelingen in het brandveiligheidsveld die een veiligere inzet faciliteren? En kunnen

FIREFORUM Magazine n° 77

we de ultieme veiligheid voor brandweermannen bereiken: een solide, maar mensloze inzet? Hoe kan een blustrein hierin bijdragen? Grotere vormingsstations kunnen kilometers lang zijn en tot wel 50 of 60 sporen breed. Dagelijks worden

7

honderden tot enkele duizenden goederenwagens gesorteerd en gerangeerd. Rangeren vindt plaats met locomotieven of via heuvels, op basis van zwaartekracht. Vormingsstations bevinden zich doorgaans bij grote spoorwegknooppunten,


industriegebieden of zeehavens en vormen een belangrijke link met het achterland. De vele wagens dicht op elkaar vormen een bijzonder risico, zeker wanneer de wagens gevaarlijke stoffen bevatten. Vanwege het risico op een mogelijk incident met gevaarlijke stoffen en de grote effecten die dit kan veroorzaken voor de omgeving, kan een vormingsstation worden vergeleken met een Seveso-inrichting. Dit betekent dat een vormingsstation bijzondere maatregelen moet nemen om ongevallen met gevaarlijke stoffen te voorkomen.

Geloofwaardige scenario’s op vormingsstations Optreden op zo’n unieke plaats en omgaan met de bijkomende dilemma’s zit niet automatisch in het competentieprofiel van de reguliere brandweer. In de afgelopen jaren hebben op Maschen (D), Kijfhoek (NL) en Bailey (VS) grote calamiteiten plaatsgevonden. Op 22 november 1988 werd de vrijwillige brandweer in het Duitse stadje Seevetal gealarmeerd voor een incident op het grootste vormingsstation in Europa, in Maschen (nabij Hamburg). Een wagen lekte natriumcyanide, dat het toxische waterstofcyanide vormt wanneer het in contact komt met water. Lokale vrijwillige incidentbestrijders begonnen met het bestrijden van het incident, maar alarmeerde Seevetal na tien uur. De hulpverleners uit Seevetal hadden om de klus te klaren hulp nodig van de brandweer uit Hamburg. Op 14 januari 2011 ging het verkeerd op Kijfhoek, het grootste vormingsstation in Nederland. De lokale brandweer van de gemeente Zwijndrecht werd opgeroepen voor een brandende wagen met ethanol. De brandweer had lange tijd moeite om vast te stellen welke stof er in de brandende wagen zat en welke stoffen er in de omliggende wagens zaten. Hierdoor duurde het lang om te bepalen wat de juiste inzetstrategie was. Op 5 oktober 2012 werd de

Blusvoertuig op rangeerterrein Waalhaven. Foto ProRail / Stefan Verkerk

‘North Platte Fire Department (Nebraska, USA)’ opgeroepen op het grootste vormingsstation ter wereld, het Bailey vormingsstation. Dit keer was er geen lekkage of brand in een wagen, maar een full-surface tankbrand in een grote opslagtank gevuld met diesel, brandstof voor de locomotieven op het vormingsstation.

Brandbestrijding op vormingsstations: uitdagingen Alle hierboven beschreven incidenten behoorden tot het vooraf bepaalde risicobeeld van de locaties. Tegelijk waren de calamiteitendiensten in geen van de gevallen adequaat voorbereid op het specifieke scenario. De ongevallen laten zien dat vormingsstations enkele uitdagingen delen in het bestrijden van brand of ongevallen met gevaarlijke stoffen in en nabij wagens. Voorbeelden hiervan zijn, onder anderen: // De enorme omvang van vormingsstations en het grote aantal sporen naast elkaar. // Gedeeltelijke elektrificatie door bovenleidingen op het vormingsstation. // De beperkte beschikbaarheid van grote hoeveelheden bluswater (en schuimvormend middel) voor incidentbestrijding. // Moeilijke toegankelijkheid van

8

spoorverbindingen voor brandweervoertuigen. // Beperkte bereikbaarheid en slechte zichtlijnen voor brandweerlieden. // Moeilijk te verkrijgen informatie over de inhoud van de wagens, zeker wanneer er gevaarlijke stoffen betrokken zijn. // Beperkte ruimte tussen de wagens en de hoogte van de wagens (meer dan vier meter). Alle uitdagingen komen samen in een omgeving waar de brandweer wordt ingezet. Wanneer bij een incident het verwijderen en isoleren van de incident-wagen geen optie is, is de inzettactiek op vormingsstations gebaseerd op brandweermannen die slangen en monitoren meenemen tussen de spoorbanen en wagens. Dit is echter een arbeidsintensieve inzetstrategie met grote risico’s voor brandweermannen als gevolg van slechte zichtlijnen en bijkomende risico’s als rollend materieel, elektrische bovenleidingen en struikelgevaar over de spoorbanen. Wanneer een incident escaleert is het moeilijk voor de brandweermannen om van het vormingsstation af te komen en bestaat het risico dat zij vast komen te zitten tussen (brandende) wagens. Daarnaast kost een dergelijke inzet veel tijd. Na het incident op Kijfhoek is uitgerekend dat het een brandweerman bepakt met slangen en volledige uitrusting twee minuten kost om één enkel bezet spoor over te steken. Dit betekent dat wanneer een brand plaatsvindt in een

FIREFORUM Magazine n° 77


INTERVENTIE

wagen op het midden van een vormingsstation, het mogelijk tientallen minuten duurt om de incidentlocatie te bereiken. In de tussentijd kan de brand escaleren en overslaan naar de vele andere wagens op het vormingsstation.

Inzet vanaf afstand De vraag komt naar voren of het mogelijk is een inzet te realiseren die sneller en veiliger is. Dit zou bijvoorbeeld kunnen worden georganiseerd door de afstand van hulpverleners tot de brand of lekkage te vergroten. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. Een van de mogelijkheden is het aanstellen van een bedrijfsbrandweer die, om de grote afstanden te kunnen overbruggen, beschikt over krachtige brandweervoertuigen met een extra grote monitorcapaciteit en een grote hoeveelheid blusschuim. Een andere optie is het aanleggen van calamiteitenwegen tussen de sporen. Dit zijn speciale wegen tussen sporen waarop de brandweer zich veilig kan opstellen. Hiermee kan de behoefte aan grote worplengtes worden beperkt en een betere bereikbaarheid van de incidentlocatie worden georganiseerd. Langs een

calamiteitenweg kan een bluswaternet of een bluswatervoorziening aan worden gelegd, met hydranten langs de weg. Daarnaast schuilt er een mogelijkheid in het werken met hybride voertuigen (Rail-Road vehicles). Dit zijn in de basis brandweervoertuigen met banden, met een onderstel van ijzeren spoorwielen voor het spoor. Het is van belang om regelmatig met dergelijke voertuigen te oefenen, zodat een inzet in de praktijk vlot verloopt. Het voertuig wordt gebruikt door Brandweerzone VlaamsBrabant West om in te zetten in de Diabolotunnel. De Diabolotunnel zorgt voor ontsluiting van de nationale luchthaven Brussels Airport. Tot slot liggen er mogelijkheden in diverse innovatieve ontwikkelingen, zoals het werken met een blustrein (al dan niet op afstand bestuurd) met het gebruik van beelden via drones en werken met blusrobots.

Nieuw inzetconcept: de blustrein In Nederland wordt gewerkt aan nieuwe inzetconcepten voor de vormingsstations van de

Brandbeveiliging Inbraakdetectie Camerabewaking Toegangscontrole Omgevingsdetectie Slagbomen Toegangszuilen

20-1639-08

Nachtelijke foto van de Ethanol-brand in 2011 op Kijfhoek. Foto Sven van Beek/Flashfoto

FIREFORUM Magazine n° 77

9

Kaarderslaan 11A B - 9160 Lokeren info@jadec.be www.jadec.be


havenspoorlijn van Rotterdam en het vormingsstation van Kijfhoek in Zwijndrecht. Hierin wordt de stap gemaakt van blusvoertuigen aan de rand van een emplacement met brandweerlieden die slangen en blusmonitoren een emplacement inbrengen, naar een groot industrieel schuimblusvoertuig dat (deels via een calamiteitenweg) met een dakmonitor een snelle knock-down kan bewerkstelligen. Dit model is voor vormingsstation Kijfhoek een tussenstap naar een inzetconcept dat op termijn nog meer veiligheid moet kunnen bieden aan de brandweerlieden: een inzet waarbij de benodigde bluscapaciteit op afstand wordt bestuurd en ingezet. Dit kan worden gefaciliteerd met een blustrein.

Capaciteiten blustrein Daar waar bij een vormingsstation langs de sporenbundel geen calamiteitenwegen liggen (of mogelijk zijn) en geen bluswatervoorziening aanwezig is (of mogelijk is), wordt de ontwikkeling ingezet om gebruik te gaan maken van een blustrein. Een blustrein kan bestaan uit een locomotief, meerdere tankwagens met eigen watervoorraad, blusmonitoren op de kopse kanten van de trein en een voorraad SVM. Met circa 150 m3 water en 5 m3 schuimvormend middel kan al een half uur met 4.000 liter per minuut worden opgetreden, meer dan voldoende volgens de vigerende normen. De worplengtes van moderne monitoren bedragen minstens 50 tot wel 80 meter, ook bij ongunstigere windomstandigheden. Daarnaast kan een blustrein worden uitgerust met aanvullende losse slanglengtes en een mobiele monitor, zodat de bedrijfsbrandweer deze kan gebruiken waar nodig. De blustrein dient geschikt te zijn om de geloofwaardige scenario’s op een vormingsstation te kunnen bestrijden en/of beheersen. Het gaat hierbij om een plasbrand van 100 tot 200 m2, een (zeer) toxische plas en een (vrije) fakkelbrand. Deze scenario’s worden

in overleg tussen railexploitant, brandweer en toezichthouders bepaald. Een brandweerinzet moet binnen 20 minuten tot stand komen. Dit is bepaald in de bedrijfsbrandweeraanwijzing die de veiligheidsregio afgeeft.

De op afstand bestuurbare blustrein Ter bevordering van de veiligheid van de brandweerlieden dient de blustrein voorzien te zijn van dubbele afstandsbesturing: één voor het ter plaatse brengen van de trein en één voor de bediening van de pomp en monitoren. De machinist/rangeerder ontvangt bij een incident aanwijzingen van de bevelvoerder van de brandweer waar de blustrein moet worden geplaatst. Via een radiografische afstandsbediening kan de machinist vanaf afstand de blustrein op de juiste locatie positioneren. In de tussentijd dient de treindienstleider ervoor te zorgen dat de sporen leeg zijn en de wissels goed staan conform het rijplan van de blustrein. Wanneer de trein op de goede locatie staat, zorgt de machinist/rangeerder ervoor dat de trein wordt geparkeerd, vaststaat en niet kan gaan rollen. De chauffeur/

pompbediener van de brandweerploeg kan vervolgens met de afstandsbediening vanaf een afstand de monitor bedienen. Binnen 20 minuten na alarmering is de blustrein ter plaatse en de blusmonitor operationeel. Momenteel werken veel (bedrijfs-)brandweren nog met verkenning en beeldvorming door manschappen. Door te gaan werken met beeldvorming door bijvoorbeeld drones of vast opgestelde camera’s kan nog meer veiligheidswinst worden bereikt. Inzet van een blustrein dient gepaard te gaan met een goed doordacht plan. Om een robuust inzetconcept uit te rollen moet aan diverse voorwaarden worden voldaan. Voorwaarden die onder meer betrekking hebben op de wijze waarop de blustrein dient te worden ingezet en de wijze waarop het beheer van de treinonderdelen dient te worden vormgegeven. Belangrijke thema’s waar aan gedacht kan worden zijn de opstelplaats (stalling/parkeerplaats) van de blustrein, de bedieningsmogelijkheden en inzetwijze, de prestatie-eisen en het beheer en opleiden/oefenen (van personeel). Enkele concrete voorbeelden die hier onder vallen zijn het zoeken van een opstellocatie voor de blustrein die altijd bereikbaar en toegankelijk is, het dusdanig

Brandweermannen oefenen en moeten de wagens dicht benaderen. Foto Rob Jastrzebski

10

FIREFORUM Magazine n° 77


INTERVENTIE

Rail-Road vehicle in de Diabolo-tunnel, Brussel

uitvoeren van de blustrein dat deze bestand is tegen invloed van zowel vorst als hoge temperaturen, de blustrein voorzien van voldoende water en SVM, opstellen van een plan voor Inspectie/Testen/ Onderhoud en het maken van een oefenplan.

Conclusie Een brandweerinzet bij een groot brand- of spillscenario op een vormingsstation verloopt niet zonder risico en kent bijzondere dilemma’s. Dilemma’s ten aanzien van het incidentverloop en dilemma’s ten aanzien van de spoorse omgeving. Het gebruik maken van andere inzettechnieken en materiaal kan de veiligheid en inzetsnelheid bevorderen. Het inzetten van een autonome voertuig zoals een blustrein heeft een groot voordeel: brandweermannen kunnen afstand bewaren van het incident en hoeven enkel in de buurt te komen van het

FIREFORUM Magazine n° 77

incident wanneer zij alle informatie hebben om dit goed voorbereid te doen, met een acceptabel risiconiveau. Met deze ontwikkeling zou het niet langer nodig hoeven zijn om brandweermannen in de eerste fase van de bestrijding in te zetten tussen de sporen. Een inzet kan zodoende sneller en veiliger plaatsvinden in vergelijking met de

huidige inzetstrategieën op vormingsstations. En belangrijk winstpunt voor de brandweer. Uiteindelijk hebben de noodhulporganisaties dezelfde verantwoordelijkheid: het creëren van maximale veiligheid voor de mensen die het moeilijkste werk doen. Niels Sekeris, Christian Bredewoud (KSS)

Bio Niels Sekeris en Christian Bredewoud zijn beide adviseur bij Kappetijn Safety Specialists. Het bureau ondersteunt organisaties bij vraagstukken op het gebied van (bedrijfs)brandweerzorg, risicosystemen en crisis- & continuiteitsmanagement (www.kappetijn.eu). Brandveiligheid op havenemplacementen is een langjarige opdracht voor de Nederlandse railautoriteiten.

11


© AdobeStock

Rookverspreiding en gedrag

Rookverspreiding in woongebouwen is een groeiend probleem. Relatief kleine branden zorgen voor een relatief grote hoeveelheid rook en rookverspreiding door een deel van het gebouw. De gevolgen zijn dat bewoners letterlijk vast zitten in het gebouw en de brandweer genoodzaakt is om het volledige gebouw te ontruimen. In situaties met kwetsbare bewoners is er sprake van een verhoogd risico om slachtoffer te worden van brand (en rook).

Tijdens praktijkonderzoek (experimenten) onderzocht de Nederlandse Brandweeracademie, onderdeel van het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), wat het effect van rookverspreiding is op de vlucht- en overlevingsmogelijkheden en hoe de verspreiding kan worden beperkt. Daarnaast doet de Brandweeracademie onderzoek naar gedragsbeïnvloeding bij ouderen. In dit artikel worden de resultaten van beide onderzoeken met betrekking tot ouderen samengevoegd.

Andere branden De Brandweeracademie deed al eerder praktijkonderzoek naar brandontwikkeling en overleefbaarheid in woningen in Nederland1. Hierbij werd gezien dat branden zich in het voorwerp snel ontwikkelen, maar ook snel gesmoord worden door een gebrek aan zuurstof. Ook Underwriter Laboratories komt vanuit praktijkonderzoek naar de invloed van moderne inrichting in woningen tot die conclusie2. Daarnaast concluderen ze dat deze

branden ook meer rook produceren. Moderne inrichting (synthetisch materiaal) produceert in zuurstofrijke omgeving twee tot acht keer meer CO en negen tot vijftien keer meer roet per gram verbrande brandstof dan traditionele inrichting (natuurlijke materialen). In zuurstofarme omgeving wordt dit effect versterkt. Deze andere branden en de toename van rookproductie leidt ook tot een toename van rookverspreiding in woongebouwen zo blijkt uit

1 Brandweeracademie, 2015c 2 Kerber, 2010

12

FIREFORUM Magazine n° 77


ONDERZOEK

onderzoek naar reddingen bij brand3, fatale woningbranden4 en trends om van te leren5. Veelal blijft de brand beperkt tot het voorwerp van ontstaan of de ruimte van ontstaan. De rook daarentegen verspreidt zich over meerdere verdiepingen nog voordat de brandweer ter plaatse is. Rookverspreiding buiten de brandruimte naar andere delen van een gebouw is daardoor een belangrijke oorzaak van slachtoffers (doden en gewonden) bij brand in woongebouwen.

Ouderen Het risico om slachtoffer te worden van een woningbrand verschilt per leeftijdsgroep of risicogroep. Ouderen vormen een duidelijke risicogroep6. Hoewel ouderen een relatief kleine kans hebben op een brand in hun woning, hebben zij wel een relatief grote kans om als gevolg van een woningbrand te overlijden. Uit verschillende studies blijkt dat ouderen (65 jaar en ouder) vaker overlijden ten gevolge van brand ten opzichte van jongere personen (2,7 keer vaker dan de gemiddelde inwoner van Nederland). Onderzoek van de Brandweeracademie laat zien dat bijna de helft7 van de slachtoffers van fatale woningbranden 61 jaar of ouder is. En binnen deze groep is een op de drie slachtoffers 80 jaar of ouder. Verder blijken senioren zes keer zo vaak gewond te raken door brand dan de gemiddelde inwoner van Nederland, en deze verwondingen zijn ernstiger én huidverbrandingen helen minder goed doordat de senioren een dunnere huid hebben. Stoken en koken zijn de belangrijkste brandoorzaken bij ouderen tussen de 60 en 80 jaar. Bij ouderen boven de 80 jaar is koken de belangrijkste oorzaak8. De meest voorkomende brandoorzaak bij fatale

woningbranden is roken. In veel gevallen (ongeveer de helft) is sprake van brand in matrassen of gestoffeerd meubilair, met een snelle brandontwikkeling en hevige rookontwikkeling tot gevolg. Roken als brandoorzaak van een woningbrand komt in slechts vijf procent van de gevallen voor9, maar leidt in combinatie met brand in een matras of gestoffeerd meubilair wel vaak tot ernstig letsel10. Ouderen blijken ook vaker moeite te hebben met het ontdekken van een brand en het vluchten in geval van brand. Deze kwetsbaarheid voor brand komt door de beperkte zelfredzaamheid (fysieke en mentale beperkingen) bij brand. Het lijkt er dus op dat de mate van zelfredzaamheid – en niet zozeer de leeftijd – van personen een belangrijke rol speelt in de vlucht- en overlevingsmogelijkheden. Voorspeld wordt dat de groep 65 plussers binnen de bevolking de komende jaren zal toenemen. In het bijzonder is er een sterke toename van het aandeel 80-plussers onder de groep 65 plussers (dubbele vergrijzing). Daarnaast zorgen wetsveranderingen er voor dat senioren steeds langer zelfstandig blijven wonen, ook als er sprake is van verminderde zelfredzaamheid. Volgens prognoses van de

Brandweeracademie zou het aantal dodelijke slachtoffers als gevolg van woningbrand bij de doelgroep senioren die zelfstandig wonen in 2030 dan ook met ongeveer 65% gaan toenemen ten opzichte van het gemiddeld aantal dodelijke slachtoffers over de periode 2008 t/m 2013 (een stijging van gemiddeld 9 senioren-slachtoffers per jaar).

Onderzoek naar rookverspreiding De benodigde tijd voor vluchten is door de verminderde zelfredzaamheid van bewoners (ouderen) in woongebouwen toegenomen. Terwijl de trend van andere branden en meer rookverspreiding er toe leidt dat de beschikbare tijd om te vluchten en overleven bij brand in woongebouwen is afgenomen. Er is sprake van een onwenselijke tegengestelde beweging. In brandsituatie is het noodzakelijk dat de beschikbare tijd voor vluchten en overleven groter is dan de benodigde tijd voor vluchten en overleven. Om de rookverspreiding en daarbij de mogelijkheid tot vluchten en overleven (beschikbare tijd) in woongebouwen in kaart te brengen, heeft de Brandweeracademie 19 praktijkexperimenten uitgevoerd in een leegstaand woongebouw. In deze

3 Brandweeracademie, 2020b 4 Brandweeracademie, 2018a 5 Brandweeracademie & Brandweer Nederland, 2017, 2019 6 Brandweeracademie, 2019a; Instituut Fysieke Veiligheid & Nederlandse Brandwonden Stichting, 2016 7 In 2020 zelf meer dan 50% procent 8 Brandweer Rotterdam-Rijnmond, 2019 9 Brandweer Rotterdam-Rijnmond, 2019 10 Brandweeracademie, 2018a

FIREFORUM Magazine n° 77

13


BRANDWEREND AFDICHTEN (NIET) VOOR IEDEREEN WEGGELEGD

ACTUEEL

Elektriciteit- en sanitaire leidingen, die door een brand compartimentswand of vloer toegepast worden, dienen correct afgedicht te worden. Toch is het niet altijd even duidelijk welke wet of regelgeving er van toepassing is en hoe u deze correct dient uit te voeren. Het is bijgevolg een must om u goed te laten informeren voor aanvang van uw werkzaamheden. Voor een persoonlijke en op maat geleverde oplossing is het daarom aangewezen contact op te nemen bij een erkend fabrikant (leden PFPA).

14

FIREFORUM Magazine n° 77

000568-ADVERT

Soudal, lid van PFPA, is één van deze fabrikanten waar u terecht kan voor een persoonlijke oplossing met bijhorend advies voor het correct brandwerend afdichten. Door een uitbreiding van haar brandwerend assortiment is Soudal meer dan ooit in staat u bij te staan in het brandwerend afdichten van elektriciteit- en sanitaire leidingen.


ONDERZOEK

Beelden praktijkexperimenten: rookverspreiding naar de gang vlak voor en na het openen van de deur van de brandruimte.

experimenten is naast het in kaart brengen van de beschikbare tijd ook gekeken naar het hoe rookverspreiding kan worden beperkt. (on)zichtbare rookverspreiding Uit de experimenten blijkt dat een brand in slechts een deel van één bank in één ruimte al tot risicovolle situaties kan leiden in een fors deel van een woongebouw. Zowel horizontale als verticale rookverspreiding via diverse routes treedt op. Daarnaast blijkt dat zichtbare rook (met name roet) en onzichtbare rook (rookgassen) zich soms verschillend verspreiden. Hierdoor kan er sprake zijn van rookverspreiding over een groot gebied, maar is dit niet altijd zichtbaar.

dezelfde gang zitten ‘vast’ in hun woning. Doordat rook via de gang de andere woningen binnendringt door bijvoorbeeld kieren en naden kan er voor ouderen na verloop van tijd zelfs een fatale situatie in deze andere woningen ontstaan. Maatregelen Om de rookverspreiding te beperken en de vlucht- en overlevingsmogelijkheden te vergroten zijn er een aantal experimenten met maatregelen uitgevoerd. Een inventaris van organisch materiaal in plaats van synthetisch materiaal, het sluiten van de deur van de woning, een mobiel watermistsysteem en rookwerende scheidingen zijn getest. In vergelijking tot het basisscenario

Vlucht- en overlevingsmogelijkheden Dezelfde bank zorgt als binnen 4 tot 7 minuten voor een fatale situatie op een paar meter van de brandhaard in de brandruimte. Vrijwel direct na het openen van de deur van de woning naar de gang vult de gang zich binnen enkele seconden met rook en is vluchten (minimaal zicht) niet of nauwelijks meer mogelijk. Voor ouderen (kwetsbare groep) is er in de gang door de hoge concentratie verstikkende gassen in zeer korte tijd zelfs sprake van een levensbedreigende en fatale situatie. Personen in andere woningen aan

FIREFORUM Magazine n° 77

15

zonder deze maatregelen levert het toepassen van organisch materiaal de grootste verbetering op. Echter wat opvalt is dat deze maatregelen individueel vooral een verbetering opleveren voor algemene groepen en maar weinig tot niets voor ouderen (kwetsbare en zeer kwetsbare groepen). De experimenten tonen aan dat er grote verschillen zijn in vluchtmogelijkheden en overleefbaarheid tussen groepen met een verhoogde kwetsbaarheid (ouderen) en groepen zonder een verhoogde kwetsbaarheid (de gemiddelde populatie). Bij kwetsbare groepen, zoals ouderen, kunnen de vluchtmogelijkheden en overleefbaarheid alleen verhoogd worden door een combinatie van bron- en effectmaatregelen.


De bronmaatregel organisch materiaal, of mobiele watermist in combinatie met het sluiten van de deur als effectmaatregel zijn effectief. Dit laat vooral zien hoe snel rook voor ouderen een probleem is, oftewel hoeveel schadelijke rook de bron (in dit geval een bank) produceert. Omdat de bron al zo snel en zoveel schadelijke rook produceert zijn effectmaatregelen zoals het tegen­ houden van de rook onvoldoende.

(niet) vluchten De experimenten van de Brandweeracademie hebben aangetoond hoe snel rook zich kan verspreiden door een woongebouw en wat voor effect dit kan hebben op de ontvluchting van bewoners van dat woongebouw. Uit de experimenten is gebleken dat het opengaan van de toegangsdeur van de brandende woning leidt tot veel rookverspreiding naar de gang, met aansluitend zichtbare en niet-zichtbare rookverspreiding naar de andere

woningen. Als ouderen in overige woningen aan dezelfde gang de deur open maken, kan er een fatale situatie ontstaan door de rook die de woning via de gang binnenkomt. Aan de andere kant is het blijven zitten in een woning geen garantie dat op een later tijdstip veilig vluchten nog mogelijk is. De experimenten geven dan ook geen sluitend advies over de omstandigheden voor het in de woning blijven gedurende het incident. Wat bewoners het beste kunnen doen in geval van brand is zeer situatieafhankelijk. Bij brand in de eigen woning is het advies om de woning zo snel mogelijk te verlaten, indien dit veilig kan. Wanneer dit niet het geval is, is het advies om op het balkon te gaan staan of, wanneer er geen balkon is, om zo ver mogelijk bij de bron van de brand weg te blijven en binnendeuren gesloten te houden. Wanneer de brand in een andere woning is, is het advies om wel of niet te vluchten afhankelijk van de situatie op de gang. Belangrijk

16

is dat bewoners, zodra zij besloten hebben om in de woning te blijven en niet te vluchten, de deur zoveel mogelijk gesloten houden (bij elke keer dat de deur geopend wordt kan er meer rook de woning binnenkomen). Op die manier blijft de rook zoveel mogelijk buiten de betreffende woning en kan zo lang mogelijk een veilige situatie behouden worden.

Onderzoek naar brandveilig gedrag bij ouderen Het onderzoek naar rookverspreiding was vrij technisch van opzet en richtte zich niet specifiek op het gedrag van mensen bij brand. Uit het voorgaande blijkt het belang van (gewenst) gedrag bij brand, niet alleen voor de eigen veiligheid maar ook voor de effectiviteit van maatregelen en daarmee de veiligheid van andere bewoners.

FIREFORUM Magazine n° 77


ONDERZOEK

Dé referentie inzake passieve brandbeveiliging

Beelden praktijkexperimenten: rookverspreiding naar omliggende woningen waarbij de ene deur dicht is (W1.24) en de ander geopend (W1.25).

Huidige situatie

Kennis van brandoorzaken

Alhoewel ouderen een belangrijke risicogroep voor woningbranden vormen, is brandveiligheid bij ouderen een relatief nieuw aandachtspunt in de brandpreventieeducatie. Interventies vinden wel plaats maar zijn niet altijd gebaseerd op uitgebreid onderzoek naar de onderliggende factoren die risicogedrag veroorzaken; een uitgebreide behoefteanalyse ontbreekt. Die behoefteanalyse is echter nodig om gepersonaliseerde en op maat gemaakte interventies te kunnen ontwikkelen en zo brandveilig gedrag bij ouderen te bevorderen. De afgelopen twee jaar heeft de Brandweeracademie, als onderdeel van een promotieonderzoek naar gedragsbeïnvloeding bij ouderen, deze behoefteanalyse uitgevoerd door middel van zowel kwalitatief als kwantitatief onderzoek onder ouderen.

In samenwerking met de Algemene Nederlands Bond voor Ouderen (ANBO) is onderzoek uitgevoerd om perspectieven van zelfstandig wonende ouderen ten opzichte van brandveiligheid vast te stellen. Ruim 4000 zelfstandig wonende ouderen zijn bevraagd (via interviews of een enquête) over hun kennis over brandveiligheid, hun huidige brand(on)veilige gedrag en onderwerpen als verantwoordelijkheid voor brandveiligheid en vertrouwen in partijen die informatie over brandveiligheid delen.

FIREFORUM Magazine n° 77

Uit dit onderzoek is gebleken dat ouderen beperkte kennis hebben van brandoorzaken. De resultaten laten zien dat deelnemers geen gedetailleerde kennis hebben over gedrag dat een brand zou kunnen veroorzaken. Hun kennis is vaak beperkt tot bronnen waar een brand kan ontstaan (het fornuis of de meterkast) of momenten waarop

17

Brandwerende en brandvertragende schilderwerken Brandwerende compartimentering Brandwerend afdichten van doorvoeren Brandwerende bescherming van structuren

REI Projects is dé referentie inzake passieve brandbeveiliging. REI Projects werkt zowel voor openbare besturen, kmo’s als particulieren en dit zowel bij nieuwbouw- als renovatieprojecten.


ONDERZOEK

ervaren kwetsbaarheid en het contraintuïtieve karakter hiervan te benoemen in voorlichtingen. Daarnaast is het belangrijk om aan mensen uit te leggen waarom het in sommige gevallen juist wél veilig is om in de woning te blijven wachten totdat er hulp komt. brand kan ontstaan (tijdens het koken). Kennis van vluchtroutes Uit het onderzoek van de Brandweeracademie is gebleken dat ouderen een lage risicoperceptie hebben ten opzichte van brand in de eigen woning. Ook voelen zij zichzelf goed in staat om te kunnen handelen en/of vluchten in geval van brand. Bij dit laatste onderwerp is het echter wel de vraag hoe realistisch de gedachten van de bevraagde ouderen zijn. Zo gaven meerdere mensen aan dat zij via het balkon, of zelfs de regenpijp, zouden vluchten in geval van brand. Het gevoel dat zij uitten was dat je, in geval van brand, zo snel mogelijk het gebouw waarin je je bevindt moet verlaten. Uit het onderzoek naar rookverspreiding weten we inmiddels dat dit niet altijd verstandig is. De vraag is nu hoe je bewoners hiervan kunt overtuigen. Houd er rekening mee dat, wanneer in voorlichtingen gesproken wordt over situaties waarin het beter is om in de woning te blijven en niet te vluchten, het van belang is om te realiseren hoe kwetsbaar en onnatuurlijk mensen zich kunnen voelen bij dit principe. In theorie kan het blijven zitten in de woning waar geen brand is, een betere optie zijn dan vluchten via een met rook gevulde gang. In de praktijk blijkt echter dat een kleine hoeveelheid rook in de woning al kan leiden tot de dringende wens om te vluchten – ook al kunnen de overlevingsmogelijkheden ondanks deze kleine hoeveelheid rook alsnog goed zijn. In dergelijke situaties kan een bewoner besluiten om bijvoorbeeld de toegangsdeur van de woning te openen, waarna de omstandigheden snel verslechteren. Het is dan ook verstandig om deze

Voorspellers van gedrag Om mensen te kunnen overtuigen van hoe je de kans op brand kunt verkleinen en/of hoe te handelen in geval van brand, is het belangrijk om inzicht te krijgen in factoren (psychologische gedragsdeterminanten) die het gedrag van mensen voorspellen. De Brandweeracademie heeft deze factoren in kaart gebracht door, bij de reeds eerder genoemde groep van ruim 4000 ouderen, te onderzoeken welke factoren van invloed zijn op het vertonen van brandveilig gedrag. In een vragenlijst zijn vijf veelvoorkomende oorzaken van brand dusdanig bevraagd dat, per gedraging, inzicht verkregen kan worden in waarom ouderen dit gedrag wel of niet vertonen. Wat blijkt is dat er bij ouderen drie belangrijke voorspellers van gedrag naar voren komen: attitude, zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen. Bij attitude gaat het om het belangrijk en/of nuttig vinden van het voorgeschreven gedrag; iemand zal pas maatregelen gaan treffen om de brandveiligheid in de woning te verhogen als diegene daar zelf het belang en het nut van inziet. Zelfeffectiviteit gaat over het in staat voelen om te kunnen handelen zoals voorgeschreven. Een voorbeeld: als iemand geadviseerd wordt om een rookmelder maandelijks te testen, maar diegene heeft het gevoel niet bij de rookmelder te kunnen, dan zal diegene dat gedrag waarschijnlijk niet gaan vertonen. Bij uitkomstverwachtingen gaat het erom dat mensen geloven dat het preventieve gedrag een effectieve manier is om het risico op woningbranden te verminderen. Een voorbeeld: wanneer het gewenste gedrag is dat mensen geen stekkerdozen aan elkaar koppelen,

18

moeten mensen het gevoel hebben dat het niet koppelen van stekkerdozen kan bijdragen aan het voorkomen van brand. Van kennisdelen naar gedrag beïnvloeden Op dit moment wordt op verschillende manieren ingezet op het promoten van brandveilig gedrag. Zo worden er presentaties gegeven, folders verspreid of activiteiten georganiseerd waar de brandweer bij aansluit om informatie te geven over brandveiligheid (bijvoorbeeld een bingo). Wat opvalt is dat in deze voorlichtingen het delen van kennis centraal staat. Door middel van statistieken over het aantal woningbranden, filmpjes over brandontwikkeling of het delen van kennis over brandoorzaken wordt ingezet op het aanmoedigen van brandveilig gedrag. Door middel van argumenten proberen we de doelgroep te overtuigen van het feit dat bepaalde handelingen brandveilig zijn en hopen we dat mensen dit thuis zullen toepassen. Vanuit de gedragswetenschappen is bekend dat het delen van kennis kan leiden tot bewustwording, maar dat we ons voor gedragsverandering vaak ook op andere voorspellers van gedrag moeten richten. Deze voorspellers van gedrag dienen gebruikt te worden als middel voor kennisoverdracht. Het advies voor voorlichting aan ouderen is dan ook om de focus te leggen op attitude, zelfeffectiviteit en uitkomstverwachtingen en vanuit daar kennis over te dragen. Voor de toekomst zou het dan ook zeer waardevol zijn om voorlichtingen breder in te steken dan het delen van kennis. Neem de tijd om te achterhalen welke factoren van invloed zijn op het gedrag van de doelgroep en neem dat mee in de voorlichting die je geeft. Lieuwe de Witte en Margo Karemaker

(Beiden zijn werkzaam bij de Brandweeracademie in Nederland)

FIREFORUM Magazine n° 77


Integrale kijk op brandveiligheid Al meer dan dertig jaar is ENGIE Solutions gespecialiseerd in de brandveiligheid van grote en kleinere gebouwen en infrastructuren. Onze nieuwe, gecertifieerde branddetectiecentrale is compatibel met diverse typen detectoren en kan zowel kleine als grote installaties aan, tot tienduizenden detectoren. In onze filosofie is brandveiligheid een onderdeel dat naadloos moet ingepast worden in uw volledige risicobeheersing. Dankzij onze integrale aanpak, is het mogelijk om uw control room aan te sluiten op ons open gebouwbeheersysteem ICAROS+, waarmee u al uw gebouwtechnieken vanuit één omgeving kan beheren.

ENGIE Solutions Departement Fire Safety, Security & Audiovisual +32 3 871 15 00 Secr.security@engie.com

www.engie-solutions.be FIREFORUM Magazine n° 77

19


ACTUEEL

Creatief hoge wanden ontwerpen en toch brandveilig compartimenteren Architecten, ontwerpers van constructies, worden niet graag beknot in hun creativiteit door wetten en regels. Zij laten graag hun inspiratie de vrije loop om op de meest vrije en creatieve wijze tot een ‘kunstwerk’ te komen. Hierbij wordt deze creativiteit reeds de kop ingedrukt door fysische wetmatigheden: een balk met vastgelegde afmetingen is nodig om bepaalde afstanden te overbruggen en deze balk moet dan nog ondersteund of ergens opgehangen worden. Hij blijft nu eenmaal niet zomaar in de lucht zweven. Gelukkig zijn er voor een aantal gebouwen niet meer wetten en regels dan deze en kan een ontwerper haar of zijn gedachtengoed in de meest vrije vorm tot uiting laten komen. Helaas is dit niet het geval voor een aantal gebouwen die o.a. voor de veiligheid een hele resem plichten en wetten moeten volgen die maken dat de ongebreidelde creativiteit aan banden wordt gelegd. Dit is het geval voor o.a. kantoren, schoolgebouwen, ziekenhuizen, winkelcentra, verzorgingstehuizen, collectieve

woongelegenheden en zo zijn er nog enkele types gebouwen op te noemen. Om je gebouw als dusdanig opgetrokken zien te worden – het ultieme summum van elke ontwerper-, hou je als ontwerper van dit gebouw van in het begin best rekening met deze eisen. Zo niet zal je kunstwerk geen bouwvergunning krijgen en zal het publiek nooit kunnen kennis maken met je bouwkundige creativiteit.

20

Een eis waar menig architect het vaak lastig mee heeft, is deze rond de brandveiligheid van een gebouw. De wetgever heeft in eerste instantie de veiligheid van de gebruikers of bewoners op het oog, in tweede lijn de veilige evacuatie van deze personen door hulpverleners die dit op een veilige manier moeten kunnen doen en pas dan de vrijwaring van goederen en gebouwen. Je moet dus als architect een gebouw ontwerpen dat in eerste instantie voldoet aan de eisen voor de veiligheid van de

FIREFORUM Magazine n° 77


ONTWERP bewoners, gebruikers en interventiediensten en niet om het gebouw, het kunstwerk te beschermen. Binnen de brandveiligheid is de compartimentering van een gebouw één van de belangrijkste items waar een ontwerper mee rekening dient te houden. Compartimentering is het opdelen van het volume van een gebouw in voor de hulpdiensten beheersbare stukken met horizontale en verticale constructies, al dan niet dragend, die een brandweerstand van 30, 60 of 120 minuten hebben ((R)EI). De omvang van dergelijke compartimenten is gereglementeerd maar kan verschillen naar gelang het gebruik (kantoor, ziekenhuis, …) of de ligging van het gebouw (Vlaanderen, Wallonië, Brussel). Horizontale compartimenteringen zijn het gemakkelijkst op te lossen via plafonds met een EI of vloeren met een REI. Vaak zijn compartimenten horizontaal beperkt tot 1 verdiep: dus elke verdieping vormt een compartiment, uitzonderingen niet te na gesproken zoals o.a. traphallen en atria. Verticaal zijn er o.a. scheidingen tussen vluchtwegen en andere lokalen, technische ruimtes, schachten, … Over deze verticale compartimenteringen met lichte scheidingswanden willen we het hier even hebben en meer bepaald over systemen, opgebouwd op de werf met metalen profielen die aan beide zijden bekleed worden met plaat­materiaal, vaak op basis van gips of calcium­ silicaat. De spouw wordt al dan niet gevuld, meestal met minerale wol op basis van steen of glas. De brandweerstand van dergelijke constructies moet worden aangetoond met een Europees Proefrapport volgens NBN EN 13641, gevolgd door een Classificatie Rapport volgens NBN EN 13501-2. Het is dit Classificatie Rapport of een Technisch Advies van een erkend bureau dat 1 of meerdere Classificatie Rapporten over gelijk(w) aardige constructies groepeert dat op de markt gebruikt wordt om de brandweerstand van dergelijke constructies aan te tonen.

Basis is dus een test in een erkend labo op een proefelement. In de NBN EN 1364-1 staat o.a. vermeld dat de minimumafmetingen van dit proefelement 3,00 m bij 3,00 m moet zijn. De meeste Labo’s bieden dit dan ook als standaard aan omdat dit het merendeel van de constructies op de markt omvat. De norm voorziet een proef met ‘los’ uiteinde. Dit wil zeggen dat tijdens de proef één zijde van de wand niet aan het ovenkader is vast gemaakt. Op die manier wil men een oneindige wand simuleren. Wanneer je proef slaagt, mag je dus op de werf een wand van maximaal 3,00 m hoogte maar met een onbeperkte lengte opbouwen met een brandweerstand die gelijk is zoals getest in het labo en aldus genoteerd in het Classificatie Rapport. Wanneer tijdens een geslaagde proef de doorbuiging van de geteste constructie niet meer dan 100 mm bedraagt, mag je volgens het Direct Toepassingsgebied (DIAP)1 de hoogte van de wand met 1 meter laten toenemen boven de geteste hoogte, dus in dit geval tot 4,00 m.

Testen van hogere wanden Labo’s bieden ondertussen testhoogtes van 4,00 m, 5,00 m en hoger aan (de norm verbiedt dit niet) om dan via het Direct Toepassingsgebied een wand in realiteit te kunnen bouwen van 5,00 m, 6,00 m en hoger. Dit zijn al serieuze hoogtes voor een licht wandsysteem maar voldoet nog niet helemaal aan ongebreidelde

creativiteit van onze ontwerpers. Vraag naar nog hogere lichte scheidingswanden met een compartimenteringsfunctie zijn dus een realiteit. Omdat dergelijke hoge constructies niet altijd in een labo kunnen getest worden en om de veiligheid van de gebruikers van een gebouw, de veiligheid van de diensten, belast met de veilige evacuatie van deze gebruikers te garanderen, heeft Europa enkele regels voor de dimensionering van dergelijke hoge constructies opgesteld in een document: NBN EN 15254-32, het Uitgebreide Toepassingsgebied (EXAP)3. Dit document geeft richtlijnen en definieert, waar van toepassing, procedures voor variaties van bepaalde parameters en factoren in verband met het ontwerp van lichte scheidingswanden, die zijn getest volgens NBN EN 1364-1 en geclassificeerd volgens NBN EN 13501-2. Dit document is alleen van toepassing op niet-dragende lichte scheidingswanden met een enkelvoudig stalen raamwerk, voorzien van een bekleding aan beide zijden van het stalen raamwerk. De lichte scheidingswand kan worden geïsoleerd met een minerale wol isolatie in de spouw van de scheidingswand of kan niet worden geïsoleerd. Dit document is niet van toepassing op andere types nietdragende lichte scheidingswanden die in NBN EN 1364-1 worden behandeld. M.a.w., dit document laat toe hogere wanden te dimensioneren met behoud van brandweerstand op basis van een test volgens NBN EN 1364-1. Fabrikanten van dergelijke systemen kunnen dus op basis van

1 DIAP: direct field of application 2 NBN EN 15254-3: 2019 - Extended application of results from fire resistance tests - Non-loadbearing walls - Part 3: Lightweight partitions 3 EXAP: extended field of application

FIREFORUM Magazine n° 77

21


hun testen in erkende labo’s en mits de gevraagde parameters te meten tijdens deze testen een Technisch Advies bij een erkend bureau aanvragen om hogere wanden op de markt te zetten zonder bijkomende testen te moeten uitvoeren. Eind 2013 is de Passive Fire Protection Association, PFPA, gevraagd hieraan mee te werken. De PFPA is een Belgische platform waarin de fabrikanten van producten en systemen voor de passieve brandbescherming van structuur- en bouwelementen zich verenigen.

//

Al dan niet vulling van de spouw

//

Als de spouw gevuld is: met glaswol of steenwol

Hogere wanden zonder bijkomende testen Onder welke voorwaarden kan je nu hogere wanden (dan de geteste hoogte) attesteren? We overlopen de belangrijkste regels die je moet respecteren bij extrapolaties en toepassing van het document NBN EN 15254-3

//

De werkelijk behaalde minuten voor het falen of het stopzetten van de proef

De vertrekbasis is dus een testrapport van een erkend labo. Belangrijke criteria hierin zijn: //

De geteste hoogte

1.2.1 Samenstelling van het proefelement zoals getest Het proefelement is een onbelaste schedingswand die opgebouwd is uit een metalen raamwerk dat aan beide zijden voorzien is van een dubbele laag gipskartonplaten. Het proefelement is symmetrisch opgebouwd. Buitenafmetingen van het proefelement: - hoogte: 4000 mm; - breedte: 4000 mm; - dikte: 125 mm. //

//

De plaatsing van thermokoppels in de wand op halve hoogte en in het midden (deze worden niet opgelegd door de norm, maar wel door het EXAP-document)

De meting van de doorbuiging van de constructie tijdens de proef

22

FIREFORUM Magazine n° 77


ONTWERP In het EXAP-document worden met betrekking tot de hoogte van de wanden in tabel 3 onder punt 6.4.1 volgende belangrijke eisen gesteld: “Een toename in hoogte is enkel toegestaan als de hoogte van de lichte scheidingswand minstens 3m bedraagt. De hoogte van de geteste lichte scheidingswand kan met maximaal 3m verhoogd worden boven de geteste hoogte met inachtname van de volgende eisen:

De thermokoppels zijn geplaatst op de twee metalen profielen die zich het dichtst bij het geometrisch midden bevinden van de lichte wandconstructie; // Elk thermokoppel wordt op halve hoogte op het profiel geplaatst; // Elk thermokoppel wordt bevestigd aan de binnenkant van het profiel; // Elk thermokoppel wordt bevestigd in het midden van de flens van de blootgestelde zijde van het profiel. //

Deze laatste eis is geen standaardmeting, voorzien in de testprocedure van NBN EN 1364-1. Dit wil zeggen dat fabrikanten, willen ze hun wanden laten attesteren voor dergelijke hoogtes, een aantal testen moeten hernemen. Ook de zogenaamde ‘overrun time’ is een relatief nieuw gegeven in het bepalen van de brandweerstand van een systeem. De aandachtige lezer zal al opgemerkt hebben dat het voor de ontwerper niet eenvoudiger wordt om in dit woud van mogelijke combinaties de juiste oplossing te vinden. Fabrikanten streven er nu eenmaal naar om met zo weinig mogelijk proefopstellingen zo veel als mogelijk toepassingen te kunnen dekken. Begrijpelijk als je weet dat 1 proef zo’n € 25.000,00 kost. Extrapolatie volgens het EXAP-document, laat dus het hoger bouwen toe tot + 3,00 m boven de geteste hoogte van deze wanden wanneer aan diverse eisen is voldaan. Zoals hierboven reeds aangehaald zijn de de criteria die in aanmerking moeten genomen worden: //

//

//

Een maximale doorbuiging ≤ h/30 en een pro rata uitzettingsmogelijkheid. Een ‘overrun time’

Een toename van de dikte van de beplating langs elke zijde met 50 %

Plaatsing van thermokoppels Om nog hoger te kunnen bouwen (tot maximaal 12,00 m) moet je als fabrikant, buiten de criteria die hierboven reeds zijn aangehaald, aantonen dat de temperatuur in het midden en op halve hoogte van de geteste wand (op de metalen profielen), niet boven de 180 °C stijgt. De locatie van deze thermokoppels is in het EXAP-document opgenomen.

Daarnaast maakt deze EXAP norm een duidelijk onderscheid tussen het gebruik van glas- of steenwol. Deze zijn niet inwisselbaar (behalve dat je de geteste glaswol mag vervangen door steenwol – punt 6.3.4.). Voor wanden tot 3,00 à 4,00 m hoog liggen de oplossingen bij de diverse fabrikanten op een bijna gelijke lijn. Wanneer je als ontwerper hogere wanden in je project voorziet, zal je reeds van in het begin er mee rekening dienen te houden dat de oplossingen zeer uiteenlopend kunnen zijn, afhankelijk van fabrikant tot fabrikant. Dit omdat bij hogere wanden criteria in aanmerking worden genomen die voor minder hoge wanden niet belangrijk zijn en per fabrikant uiterst verschillend kunnen zijn. De boodschap hierbij is: laat je goed informeren en mix geen merken door elkaar. Dit vraagt alleen maar om problemen. Voor de plaatsingsbedrijven wordt het ook niet eenvoudiger omdat ook voor hen het aantal oplossingen exponentieel de hoogte in gaat maar eveneens omdat deze regels gevolgen hebben op de prijszetting. Voor hen is belangrijk zich bij de fabrikanten te informeren en eventueel bijscholingen te volgen op dit vlak zodat zij na de werken de nodige attesten kunnen afleveren. Hugo Van Keymeulen

Project Advisor Gypsum and Insulation Building Activities Belux for Saint-Gobain Construction Products Belgium NV/SA, Gyproc®, member of PFPA. PFPA Management Board, Voorzitter Werkgroep Compartimentering

De temperatuurstoename wordt gemeten door twee thermokoppels die geplaatst worden zoals hieronder beschreven:

FIREFORUM Magazine n° 77

23


FiSQ, Fire Safety Quality certificaat voor bedrijven in de sector van brandbeveiliging

for um Fire

Geaccrediteerd extern auditbureau doet de audit bij de gespecialiseerde onderneming

Het ona�hankelijke FiSQ kwaliteitscertificaat, toegekend aan bedrijven gespecialiseerd in brandveiligheid, biedt heel wat voordelen, zowel voor de gespecialiseerde onderneming als voor de klant, en ook voor de maatschappij in het algemeen. Kwaliteitsvolle brandbeveiliging gedurende de volledige levensduur van de installatie

u

1 jaar

a ure

itb

d Au

Gespecialiseerde onderneming vraagt certificatie aan bij Fireforum vzw, ona�hankelijk beheerder van het merk FiSQ

vzw

Het Fire Safety Quality certificaat (FiSQ) is een kwaliteitslabel voor installateurs van brandbeveiligings­systemen. Dit certificaat wordt door Fireforum verstrekt op basis van een jaarlijkse audit door een geaccrediteerd controleorganisme. Bedrijven die kwaliteits­garanties bieden doorheen alle project­fases van de installatie van zowel passieve als actieve brandbeveiligings­systemen komen hiervoor in aanmerking.

Gekende en bevestigde waarde voor uw geld

Installateur Gespecialiseerde onderneming

ST

Financieel stabiele partner

DI T N A VE

ONTWERP

ENS Gespecialiseerde onderneming informeert klant regelmatig over evoluties binnen domein

RK

OP

O

Maatschappelijke relevantie van het �FiSQ kwaliteitscertificaat:

Societal relevance

Continue training medewerkers van gespecialiseerde onderneming

Snelle & kwalitatieve 24/7 dienstverlening

Verhoogde veiligheid Gereduceerde ecologische voetafdruk Economische welvaart Duurzame toekomst

Fireforum vzw beheert als neutrale organisatie het FiSQ certificaat.

Oplossingen op maat

IE & UD

ontvangt het FiSQ certificaat na positieve audit en na positieve evaluatie door zijn klanten

ISO 9001 & VCA gecertificeerd

I AT S I L REA

E

Up-to-date met recentste standaarden & trends

Internationale kwaliteitslabels

Installaties conform regelgeving en normen

Brede gebruikerstraining en overdracht van documentatie bij oplevering

www.fisq.be

Meer informatie over Fireforum vzw en het FiSQ certificaat kan u ook terugvinden op onze websites:

24

FIREFORUM Magazine n° 77


KWALITEIT

Bezoek onze nieuwe website www.fisq.be FIREFORUM Magazine n° 77

25


Een nummer gemist ?

FIREFORUM Magazine n° 69

Nr. 68 juni/juli 2019 Automatische blussystemen

1

FIREFORUM Magazine n° 70

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost

nd bra oud beh reventie ctie p Fun es bij tie n rven ro heid D inte ilige gevels veilig en e nd ndve erd bra Bra ntile eit in s atie geve kwalit situ , FiSQ arlijke R V va Ge ren in a erv

FIREFORUM Magazine n° 71

FIREFORUM Magazine n° 73

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost

©AdobeStock

in heid ilig s ndve ken Bra otkeu he ties gro en tisc teg ma nstalla strijd Autonkleri de I in spri nA ta e Da nd ra b

1

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost

nr. 75 - december 2020/januari 2021

BELGIE(N) - BELGIQUE

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost

1

Nr. 74 oktober/november 2020

FIREFORUM Magazine n° 75

Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

PB- PP B-02111

nr. 76 - februari/maart 2021

BELGIE(N) - BELGIQUE

in heid ilig e ndve aritim e Bra eori re M sth r Ga ap e sch ndwe ten ten We e bra d pun ren bij cue achts va d n te Vlo en aa tips

0

BELGIE(N) - BELGIQUE

Nr. 73 juni/juli 2020

Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

PB- PP B-02111

PB- PP B-02111

ng evi gelg n re ers ne nkl rme spri No s­ tiële ing den herm Resi sc e ren ndb n K Bra oge deu nde verm ere w nd Bra

0

Nr. 72 april/mei 2020

Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

FIREFORUM Magazine n° 74

nr. 73 - juni/juli 2020

BELGIE(N) - BELGIQUE

1

FIREFORUM Magazine n° 72

Nr. 71 februari/maart 2020

0

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

PB- PP B-02111

r voo en ing ken n ere e r bij stb ouw seu ndla eb dvi pen Bra strieg ntiea nap u ind reve er onts en ndp we ats vaar Bra rand b e lid pla de bouw ndg rum k bra Firefo Oo aan w u t nie nie BWTC

0

1

nr. 74 - oktober/november 2020

1

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost

nr. 72 - april/mei 2020

BELGIE(N) - BELGIQUE

BELGIE(N) - BELGIQUE

Nr. 70 december 2019/januari 2020

Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

PB- PP B-02111

PB- PP B-02111

rs 9, naa 201 win bels rds n en wa e e ka m A ineerd risch kt foru Fire enom g ele g ra e d d e e ndg R AREI Bra e CP wde Rogg ngen d ieu oeri ent en vern Vinc oorv Het rview nde d ere inte ren ndw deu Bra rand b en

0

Nr. 69 oktober/november 2019

Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

0

nr. 70 - december/januari 2020

BELGIE(N) - BELGIQUE

n Ae RW van tie ina g mb tion Co nklers tec glazin ing De ri e b re sp erm Fi nde sch eo Vid dwere de be ties n or c n ere nstru 40 vo Bra o ndw 78 Bra staalc ISO 1 n e va uw igen nie u De voert g we

0

1

nr. 71 - februari/maart 2020

Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

PB- PP B-02111

©AdobeStock

nr. 69 - oktober/november 2019

BELGIE(N) - BELGIQUE

n me yste luss : h b emen tisc hap Syst ma ansc Auto Alarm en e rm Vakm Voic we no ed g rds o u wa or G ichtin nie nA ye el vo verl em Reg nood r cad A ve o m foru Fire

FIREFORUM Magazine n° 68

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

PB- PP B-02111

el entie ess en herm ksc isen Roo WA idse R e ij h b ilig len en ndve na em Bra okka ro syst bij larm aka Spra

© Filip Dujardin

nr. 68 - juni/juli 2019

1

Nr. 75 december 2020/januari 2021

FIREFORUM Magazine n° 76

PB- PP B-02111 BELGIE(N) - BELGIQUE

© AdobeStock

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

1

Nr. 76 februari/maart 2021

Nabestellen kan via info@fireforum.be of vraag uw login aan voor toegang tot het digitaal archief !


Magazine jaarabonnement

Nederlands OF Frans

Nederlands EN Frans

Fireforum Magazine (gedrukt)

5 ex NL of FR

5 ex NL en 5 ex FR

€ 100,00 (excl. 6% BTW)

€ 175,00 (excl. 6 % BTW)

Fireforum Magazine (digitaal) Toegang tot het digitale archief van Fireforum Magazine artikels Jaarlijkse bijdrage (excl. BTW)

afgiftekantoor 3000 Leuven Masspost Tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in augustus/september) V.U.: Dominique Du Tré, A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel - P608361 Afzender: Fireforum VZW, A.Reyerslaan 80, 1030 Brussel

nr. 62 - april/mei 2018

PB- PP B-02111

AWARD

BELGIE(N) - BELGIQUE

cten chite o Ar neered nen defro Engi on Goe Fire hent w um en ns G Firefor ijs. tio de iekspr Solu 2015 Publ in ard Aw

2015

Stadion Zulte Waregem met stip op 1 Het architectenbureau goedefroo + goedefroo werkte samen met Fire Engineered Solutions Ghent om een modern, innovatief en multifunctioneel Stadion te bouwen, dat beschikt over permanent verluchte evacuatiewegen waardoor het in overeenstemming is met de nieuwe wetgeving voor multifunctionele stadia. De goede werking van de brandstrategie werd onderbouwd door middel van rooksimulaties en door FESG uitgevoerde windmetingen.

Brandveiligheid in de industrie www.fireforum.be

FIREFORUM Magazine n° 62

de id in ng lighe strie opva dvei du de Bran vriesin van diep kening ter overbels wa Bere blus rstudie meu ve van dwee heid oactie lig radi Bran dvei en bran tie en Prev nen bron

FIREFORUM Magazine n° 55

2150003119_ADV_6487.indd 1

De ultieme voetbalbeleving naar Engels model De opdracht was een modern, innovatief en multifunctioneel stadion te bouwen voor de club en dit op te laden met functies die het gebouw levendig zouden maken in een leesbaar volume dat uitdrukking geeft aan de dynamiek van de club. Uitgangspunt voor de bouw van het nieuwe stadion is voetbalbeleving sublimeren, volgens het Engels model van stadions. Spelers en bezoekers in zeer nauw contact met elkaar, geen verhoogde tribunes, korte afstand tot het veld, optimale zichtlijnen, voldoende sanitair, snelle en voldoende catering, korte looplijnen

19

25-11-16 14:26

1

Magazine

Nieuwsbrief

Kies uw formule: Uw gegevens:

Fireforum Digitaal

ent Mag azi ne jaarabon nem Nederl an ds OF Frans + 5 ged rukte nummers + Inclusief dig itale versie archief + Toegang tot het dig itale ikels art ine van Firefor um Magaz 100,00 € (excl. BTW )

Jaarlijkse bijd rage

Databases regelgeving + normen - www.fireforum.be

Mag azine jaar abo nnemen t Nederlands EN Frans + 5 gedr ukte nummers NL + 5 gedr ukte nummers FR + Inclusief digitale versie + Toegang tot het digitale arch ief van Fireforum Magazine artikels 175,00 € (excl. BTW ) Jaarlijkse bijdrage

Voornaam........................................................... Achternaam..................................................................................... Gebruikersnaam................................................. E-mail.............................................................................................. Bedrijf................................................................. Activiteit.......................................................................................... Straat en huisnummer ........................................................................................................................... (leveringsadres) Postcode (leveringsadres).................. Woonplaats (leveringsadres)............................................ Land........................... Telefoonnummer................................................ BTW Nummer................................................................................ Handtekening

Stuur naar : Fireforum VZW - info@fireforum.be A. Reyerslaan 80, 1030 Brussel

Tarieven gelding voor België in 2021. Voor buitenlandse abonnementen, voor leden van Fireforum gelieve contact op te nemen.


Brandpreventie en de brandpolis: two of a pair?

©AdobeStock

Brandverzekeraars hebben een evident belang bij een goede en afdoende brandpreventie door hun verzekerden. Het kan schadegevallen voorkomen of de omvang van de schade verkleinen. Zij besteden hieraan dan ook belangrijke middelen, bijvoorbeeld onder de vorm van inspecties en audits door gespecialiseerde brandexperten en eigen ingenieurs die resulteren in brandpreventiemaatregelen in inspectierapporten.

Deze brandpreventiemaatregelen kunnen de vorm aannemen van aanbevelingen of verplichtingen. De gekozen terminologie is niet onbelangrijk in het beoordelen van de juridische draagwijdte. De vraag is of de brandverzekeraar ook zo ver kan/mag gaan om dekking te weigeren indien hij na het schadegeval vaststelt dat de verzekerde de brandpreventiemaatregelen niet (volledig) heeft nageleefd? De neiging hiertoe zal zeker bestaan bij de brandverzekeraar, maar het is niet altijd zeker of de juridische voorwaarden hiertoe ook vervuld zijn. Deze bijdrage probeert hierop een praktisch antwoord te geven. Bij de beantwoording van deze vraag is het goed voor ogen te houden dat alle brandverzekeringen (ongeacht of zij de vorm aannemen van een Alle Risico dekking of een Flexa

brandverzekeringspolis) onder het toepassingsgebied vallen van de Belgische verzekeringswet van 4 april 2014 (hierna “de Verzekeringswet”). Een groot aantal van de bepalingen van deze wet zijn van dwingend recht en primeren bijgevolg op andersluidende polisclausules. De praktijk op de Belgische verzekeringsmarkt toont trouwens aan dat de polisclausules in lijn zijn met de dwingende bepalingen van de Verzekeringswet. Makelaars zullen bij opstelling en ondertekening van de polis hierop ook extra toezien. Kan de brandverzekeraar verval van dekking inroepen wegens niet-naleving van brandpreventiemaatregelen? Verval van dekking betekent kort samengevat dat een schadegeval in principe onder de waarborg van de brandverzekering valt, maar omdat de verzekerde een bepaalde verplichting vermeld in de polis niet heeft nageleefd en deze niet-naleving

28

in oorzakelijk verband staat met het schadegeval zal er toch geen dekking zijn. De rechtspraak in België legt de bewijslast terzake bij de brandverzekeraar. Heel vaak zal deze bewijslast maar kunnen vervuld worden na een tegensprekelijk deskundigenonderzoek naar de oorzaak en de omstandigheden van het schadegeval. Een tegensprekelijk deskundige kan hetzij minnelijk door verzekeraar en verzekerde samen worden aangesteld, hetzij door de rechtbank. Om geldig te zijn als een vervalclausule moet een brandpreventiemaatregel volgens Artikel 65 Verzekeringswet voldoen aan de volgende cumulatieve voorwaarden: a) De brandpreventiemaatregel moet geformuleerd zijn als een verplichting voor de verzekerde en niet als een aanbeveling;

FIREFORUM Magazine n° 77


VERZEKERING

Ook in geval van een uitsluiting van dekking rust de bewijslast op de brandverzekeraar. Dekking / Uitsluiting voor bedrog en/of grove schuld wordt beheerst door Artikel 62 van de Verzekeringswet.

Hugo Keulers was Keynote speaker op het zesde Fireforum Congres in 2020. Hij leidt de praktijk Commercial and Dispute Resolution, evenals de praktijk Insurance and Reinsurance bij Lydian en is er beherende vennoot van 2019 tot 2022. Hugo is lid van het Insurance Committee van de International Bar Association (IBA), van de Belgian Risk Management Association (BELRIM), en van de Belgische Vereniging van de Verzekeringsjuristen (VVJ). Hugo is lid aan de balie van Brussel.

b) Deze verplichting moet onderdeel zijn van de verzekeringspolis (bijzondere voorwaarden of avenant. Het is ongebruikelijk dat een concrete brandpreventieverplichting is opgenomen in de algemene voorwaarden van een brandpolis). Een brandpreventiemaatregel die enkel geformuleerd wordt in een inspectierapport, dat zelf geen onderdeel is van de verzekeringsovereenkomst, kan dus niet ingeroepen worden door een verzekeraar als een grond om verval van dekking in te roepen. Het is daarbij onduidelijk of een verwijzing naar een inspectierapport in bijzondere voorwaarden of een avenant voldoende is; c) De brandpreventiemaatregel moet voldoende specifiek zijn geformuleerd. Preventiemaatregelen van het type “Er moeten voldoende sprinklers

FIREFORUM Magazine n° 77

worden geplaatst in het verzekerde risico” zonder daarbij het type sprinkler, het exacte aantal en de locatie van de sprinklers te bepalen, zal wellicht niet volstaan; d) De verzekeraar moet tenslotte bewijzen dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de afwezigheid van de brandpreventiemaatregel en het ontstaan van het schadegeval. Derhalve gelden vrij strenge voorwaarden die het brandverzekeraars zeker niet makkelijk maken zich te beroepen op de niet-naleving van een concrete brandpreventiemaatregel om verval van dekking te kunnen inroepen. Kan de brandverzekeraar zich beroepen op uitsluiting van dekking omdat de verzekerde bedrog of een grove fout heeft begaan door brandpreventiemaatregelen niet uit te voeren?

29

De niet-naleving van een brandpreventiemaatregel an sich is gelet op de strenge rechtspraak terzake alleszins geen bedrog of opzet. De verzekeraar zal niet (of slechts heel moeilijk) kunnen bewijzen dat zijn verzekerde door het niet naleven van een opgelegde brandpreventiemaatregel een schadegeval heeft willen veroorzaken. Doorgaans zijn er immers andere redenen voor niet-uitvoering van brandpreventiemaatregelen, zoals bijvb gebrek aan (financiële) middelen of vertraging in de oplevering ervan. Alleszins zullen volgens de regels van het nieuwe bewijsrecht in het Burgerlijk Wetboek verzekeraar en verzekerde samen het bewijs moeten leveren van de redenen waarom op datum van een schadegeval opgelegde brandpreventiemaatregelen nog niet werden uitgevoerd. De verzekerde kan daarin niet passief aan de zijlijn blijven staan. Niet-naleving van brandpreventiemaatregelen kan onder bepaalde omstandigheden wel aanzien worden als een geval van grove schuld van de verzekerde. Dit zal zeker het geval zijn indien de concrete brandpreventiemaatregelen zwaarwichtig zijn of ook wettelijk verplicht zijn. Echter, Artikel 62, alinea 2 Verzekeringswet verplicht verzekeraars in de regel ook de grove schuld van hun verzekerden te dekken, behalve deze gevallen van grove schuld die op uitdrukkelijke en beperkende wijze in de polis zijn uitgesloten. Door de strenge rechtspraak omtrent de naleving van deze formele vereisten, betekent dit dat er in de brandpolis minstens een concrete clausule zal moeten staan die voorziet dat de niet-uitvoering door de


verzekerde van in een inspectie­ rapport opgelegde brandpreventie­ maatregelen die het ontstaan en/of de omvang van de schade mee hebben veroorzaakt en/of vergroot, aanzien zal worden als een geval van uitgesloten grove schuld van de verzekerde. Indien dergelijke clausule ontbreekt, zal de brandverzekeraar toch dekking moeten verlenen. De ervaring van bijna 40 jaar na invoering van deze wettelijke bepalingen in de oorspronkelijk Wet Landverzekeringsovereenkomsten van 25 juni 1992 toont aan dat de meeste verzekeraars grote moeilijk­ heden blijven hebben in het formuleren van geldige uitsluitings­ clausules voor gevallen van grove schuld van hun verzekerden. Kan een brandverzekeraar inroepen dat hij de polis mag opzeggen of zijn dekking moeten verminderen als gevolg van het niet nemen van brandpreventiemaatregelen door zijn verzekerde? Anders geformuleerd betekent dit of de brandverzekeraar de niet-naleving van brandpreventiemaatregelen door zijn verzekerde mag aanzien als risicoverzwaring tijdens de duur van de polis? Risicoverzwaring is zeer omstandig en uitvoerig geregeld in Artikel 81 Verzekeringswet en hangt af van een heel aantal voorwaarden die de verzekeraar zal moeten bewijzen alvorens hij zich hierop kan beroepen. De juridische en verzekeringstechnische definitie en voorwaarden van risicoverzwaring verschilt aanzienlijk van wat in de volksmond hieronder verstaan wordt. Een van deze voorwaarden is dat er sprake moet zijn van “nieuwe omstandigheden of wijziging van omstandigheden die van aard zijn om een aanmerkelijke en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerd voorval zich voordoet, te bewerkstelligen”.

a) De vereiste dat een risicoverzwaring maar kan ingeroepen worden als er zich een nieuwe omstandigheid of een wijziging van omstandigheid voordoet: de niet-uitvoering of naleving van een brandpreventiemaatregel door de verzekerde na de inwerking­ treding van de polis, beantwoordt hieraan niet vermits zij juist een status-quo van de bestaande toestand tot gevolg heeft; b) De vereiste dat deze nieuwe of gewijzigde omstandigheid een impact heeft op het kunnen ontstaan van een brand of ander schadegeval gedekt in de polis: in de praktijk zijn vele brandpreventiemaatregelen er in feite op gericht niet het ontstaan van een brand an sich te voorkomen, doch wel de omvang van de schade bij brand te beperken. Denk bijvoorbeeld aan de vereiste van het plaatsen van brandwerende muren of deuren en installatie van sprinklers. Deze impacteren weinig of niet op het an sich kunnen ontstaan van een brand of ander schadegeval. Zo ziet het ernaar uit dat ook de piste van risicoverzwaring door het nietnaleven van opgelegde brandpreventiemaatregelen geen soelaas zal bieden voor de brandverzekeraar om dekking te weigeren of te verminderen na een schadegeval. De opzegging van de polis of de aanpassing van de polisvoorwaarden als meest efficiënte sanctie. Brandverzekeraars hebben dus weinig middelen om in concrete gevallen hun tussenkomst voor een schadegeval te weigeren of te verminderen. Ofwel zijn formele voorwaarden opgelegd in de Verzekeringswet niet vervuld, ofwel zullen zij moeilijk of niet slagen in de op hen rustende bewijslast.

hij de polis opzeggen binnen een termijn van één maand na uitbetaling van de schadevergoeding (Artikel 86 § 1 Verzekeringswet). Eenzelfde recht bestaat er in dat geval ook voor de verzekeringsnemer, maar het is onduidelijk waarom hij zou opzeggen na een schadegeval waarin hij betaald werd door zijn verzekeraar? Echter, gelet op het feit dat (i) brandpolissen doorgaans voor een duur van 1 jaar worden afgesloten en (ii) de uitbetaling van de definitieve schadevergoeding over maanden kan gespreid zijn omwille van de noodzaak van expertise en onderzoek, zal de opzegging na schadegeval in de praktijk weinig nuttig zijn. Het is dan ook meer te verwachten dat brandverzekeraars de polis na het verstrijken van het lopende jaar niet meer zullen willen hernieuwen en dus 3 maanden voor einddatum tot opzegging zullen overgaan (Artikel 85 § 1 Verzekeringswet). Vaak wordt dergelijke opzegging ook proforma gedaan of worden er overeenkomsten gesloten tot inkorting van de opzeggingstermijn, waarvan de juridische geldigheid evenwel betwistbaar zijn. Bedoeling hiervan is verzekeraar en verzekeringsnemer toe te laten de polisvoorwaarden eventueel aan te passen. Zeker nadat er een schadegeval heeft plaatsgevonden bestaat deze aanpassing vaak uit (i) verhoging van de premie, (ii) verhoging van de vrijstelling, (iii) verlaging van bepaalde sublimieten en (iv) overschakeling naar of andere samenstelling van de mede­verzeke­ ring. Het is ook mogelijk dat een verzekeraar een combinatie van deze maatregelen voorstelt als voorwaarde om het risico verder te verzekeren. Pas nadat hierover overeenstemming zal zijn bereikt, kan een nieuwe polis voor het nieuwe verzekeringsjaar worden opgemaakt en inwerking treden.

Elk woord heeft hierin zijn belang.

Daarom zal de enige uitweg voor deze verzekeraars vaak bestaan in het opzeggen van de polis.

Conclusie

Problematisch voor brand­ verzekeraars zijn daarbij vooral:

Indien de verzekeraar zich dit recht heeft voorbehouden in de polis, kan

De positie van verzekeraars in het kader van de niet-naleving door hun

30

FIREFORUM Magazine n° 77


VERZEKERING

verzekerde van brandpreventie­ maatregelen is juridisch verre van ideaal wegens verregaande bescherming van verzekerden in de Verzekeringswet, in het bijzonder na schadegevallen. Men kan zich daarbij de vraag stellen of dergelijke verregaande juridische bescherming, zeker in een context van industriële risico’s, wel maatschappelijk wenselijk en verantwoord is? Dit is des te meer prangend omdat het verzekeraars de facto verplicht de strategie van de opzegging of de aanpassing van de polisvoorwaarden te bewandelen, hetgeen in een hard insurance market na de coronacrisis zeker ook niet in het belang van de verzekerde ondernemingen is. Het is aan de wetgever om deze vraag te beantwoorden. Verzekeraars hebben wel als troost dat zij alleszins de kosten van brandpreventiemaatregelen genomen door een verzekerde nooit zullen moeten vergoeden als zogenaamde reddingskosten op grond van Artikel 104 Verzekeringswet. Artikel 75 Verzekeringswet beperkt de reddingsmaatregelen die voor vergoeding als reddingskosten in aanmerking komen immers tot maatregelen die door de verzekerde genomen werden om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen en te beperken. Met andere woorden: er moet sprake zijn van een (eerder) schadegeval en louter preventieve brandpreventiemaatregelen genomen buiten de context van een concreet schadegeval zullen dus nooit moeten vergoed worden door een brandverzekeraar, ongeacht of deze brandpreventiemaatregelen contractueel werden opgelegd aan de verzekerde. Hugo Keulers

Vennoot Lydian

Perfecte omgevingen zijn brandveilige omgevingen We brengen het grootste deel van onze levens door in gebouwen : thuis, op school, op het werk. Zelfs op vakantie : in hotels of in openbare gebouwen zoals musea. Waar we ook onze levens doorbrengen, veiligheid is altijd de hoogste prioriteit. Met meer dan 160 jaar ervaring in brandveiligheid voor alle types en groottes van gebouwen, creëert Siemens perfecte omgevingen met een uniek, betrouwbaar en omvattend aanbod van brandveiligheids­ oplossingen. Onze producten en systemen zijn ontworpen om brand zo snel mogelijk te detecteren, te melden en te blussen. Onze innoverende productlijnen Sinteso, Sinorix en Desigo CC beschermen levens, goederen en gebouwen, en dragen bij tot het verzekeren van bedrijfscontinuïteit.

#CreatingPerfectPlaces

FIREFORUM Magazine n° 77

31


Detectie van “thermal runaway” bij Li-ion batterijen in energie-opslag systemen Enkele minuten kunnen het verschil maken!

Achtergrond Herlaadbare Li-ion batterijen bestaan reeds lang. Sinds de techniek in 1980 werd uitgevonden door fysicus John Goodenough, worden ze wereldwijd toegepast in draagbare elektronische en elektrische producten, zoals mobiele telefoons, laptops, camera’s. Tegenwoordig worden ze ook in draagbare gereedschappen en uitrustingen

toegepast, en in toenemende mate in elektrische voertuigen en thuis- en buurtbatterijen. Men verwacht de komende decennia een exponentiële toename van de behoefte aan energieopslag. De grote voordelen van deze batterijen zijn hun hoge energiedensiteit, relatief laag gewicht en snelle oplaadtijden. Er zijn echter

ook nadelen: de gebruikte chemische stoffen in de accucellen kunnen bij verkeerd gebruik of defecten reageren, waarbij zeer hoge temperaturen en druk binnenin de accucel ontstaan. Deze ontledingsreactie noemt men “thermal runaway” – als de ontledingsreactie eenmaal gestart is, dan kan deze moeilijk gestopt worden en kan de gehele inhoud van de cel verbranden 1.

1 Zie ook artikel “Accubranden een gevaar in opkomst”, Wim Kwakkenbos

32

FIREFORUM Magazine n° 77


Energy Storage on the Rise

TECHNIEK

Global Energy Storage to Hit 158 Gigawatt-Hours by 2024, Led by US and China:

• First Tier: US & China

In dit artikel bekijken we de will account for 54% of mogelijkheden growth om deze “thermal runaway” vroegtijdig te detecteren en om vervolgens een alarmen • Second Tier: Japan, blussysteem te activeren. Fireforum Australia, South Korea sprak hierover met Edward Heitlager & Germany en Erwin Poulussen van Honeywell Fire Solutions.• Third Tier: Canada, India and UK.

De binnenkant van • Forth Tier: All others Figuur 1: Exponentiële toename van energie-opslag systemen. een Lithium-ion batterij Inside the Lithium Ion Battery 1

ontbinding. Als de passiveringslaag Lithium is het lichtste (alkali)metaal. verdwijnt, heeft dit een negatief effect Een Li-ion batterij bestaat op de prestaties van de batterij, zoals Lithium Batteries hoofdzakelijk uit vier componenten: deIon capaciteit en de can totale levensduur. be a safety hazard since // de anode // de kathode they contain a flammable // het electrolyt electrolyte, and if // de seperator of het damaged or incorrectly scheidingsmembraan De elektrolyt in de Li-ion batterij is charged can leadWanneer to ontvlambaar. de batterij explosions and fires. Tijdens het ontladingsproces verliest beschadigd of niet correct opgeladen het lithium een elektron en bewegen wordt, kan er een veiligheidsrisico Li-ionen (Li+) van de anode ontstaan. (negatieve elektrode) naar de kathode (positieve elektrode). De elektronen Denk bijvoorbeeld aan het laten verlaten de anode naar de belasting vallen van een telefoon of een en vervolgens naar de kathode. De fietsbatterij, het neergooien of eigenschappen van het materiaal omvallen van een elektrische step of waaruit de anode en kathode zijn fiets, een aanrijding met een opgebouwd, bepalen de mate waarin elektrische auto waarbij een batterij ze elektronen kunnen accepteren of vervormd of beschadigd raakt. Laat doneren. Dit heet de daarom altijd bij beschadigde elektrodepotentiaal. Het verschil toestellen ook controleren of de tussen anode- en kathodepotentiaal batterij nog intact is en correct werkt. bepaalt de spanning van de cel. Degelijke producten zijn uitgerust De elektrolyt is het medium dat het met een batterijlader met een ionentransport bewerkstelligt. 2 Dit “managementsysteem”, dat kunnen zowel vloeibare als vaste stof beschermt tegen overladen en te diep elektrolyten zijn. Tussen de anode en ontladen. kathode wordt een separator aangebracht, in de vorm van polyethyleen of polypropyleen. De separator zorgt ervoor dat de anode en kathode van elkaar geïsoleerd zijn, Wanneer een batterij defect raakt, terwijl de ionen er nog doorheen door bijvoorbeeld overladen, diep kunnen bewegen. Om de vaste ontladen of beschadiging (vallen/ elektrolyt fase te beschermen tegen stoten) kan een chemische reactie ontbinding bij het opladen, wordt er ontstaan tussen de electrode en de gebruik gemaakt van een vaste elektrolyt, waarbij de elektrolyt elektrolytinterfase. Dit is een omgezet wordt in gas. Ook een passiveringslaag die zich op de oververhitting kan de omzetting negatieve elektrode zet en de veroorzaken van vloeibaar naar elektrolyt beschermt tegen gasvormig elektrolyt. Exotherme © 2018 by Honeywell International Inc. All rights reserved.

Veiligheidsrisico’s

Figuur 2: Opbouw van een Li-ion batterij 4

© 2018 by Honeywell International Inc. All rights reserved.

Thermal runaway

2 Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lithium-ion-accu 3 https://elmelin.com/what-is-thermal-runaway-and-how-can-it-be-addressed/

FIREFORUM Magazine n° 77

33

reacties veroorzaken een degradatie van de separator en wanneer deze doorslaat, ontstaat er een kortsluiting, met als gevolg de “thermal runaway”. Wanneer de intern geproduceerde warmte niet meer voldoende kan afgevoerd worden, zal ze snel getransfereerd worden naar naburige batterijcellen in een moeilijk te stoppen kettingreactie, met mogelijk zelfs explosiegevaar. Bovendien kunnen er bij brand zeer giftige pyrolyseproducten ontstaan. Het risico op het ontstaan van “thermal runaway” kan al optreden bij temperaturen van 60°C en wordt extreem kritisch vanaf 100°C. 3 Ook bij te lage temperaturen (< - 20° C) kunnen er problemen ontstaan. Het is dus belangrijk “thermal runaway” te voorkomen en vroegtijdig te detecteren.


www.volgelaatsmasker.be

Gecertificeerd voor de jaarlijkse herkeuring en technisch onderhoud van volgelaatsmaskers, longautomaten, ontspanners, gaspakken, chemiepakken, laskappen, Jupiter en Versaflow Powered Airsystems. Service Partner van Dräger, MSA, 3M, ESAP en Moldex.

www.safetyrental.be

Verhuur van veiligheidsmateriaal, zoals valbeveiliging, ademlucht en gasdetectie.

contacteer ons

Boombekelaan 7C, 2660 Hoboken I t. +32 3 324 23 3034 I m. sales@s-sos.eu

FIREFORUM Magazine n° 77


TECHNIEK

Figuur 3: Batterij falen en oververhitting.

Off-gas detectie Klassieke rook-of temperatuurdetectie bij een beginnende batterijbrand kan wenselijk zijn om een alarm te geven en te interveniëren en te evacueren, maar komt eigenlijk te laat, want de kettingreactie is dan al gestart. “Wat we nodig hebben is een vroegtijdige detectie van ‘off-gas’ “, stelt Edward Heitlager van Honeywell Fire Solutions. De zogenaamde afvoergassen die ontstaan bij een storingsproces van lithium-ionbatterijen, vinden vroeg plaats. Detectie van deze gebeurtenissen maakt het mogelijk om de juiste maatregelen te nemen om een catastrofale thermische uitval te voorkomen” Tussen de “off-gas” detectie (het afblazen van het gas) en de “thermal runaway” fase zit een x-aantal minuten (o.a. afhankelijk van het merk en type batterij). Deze zijn cruciaal om een aangepaste actie in gang te zetten. Bij Honeywell wordt de Li-Ion Tamer technologie gebruikt om het “off-gas” event te detecteren en te signaleren. Ook andere fabrikanten maken gebruik van gelijkaardige principes gebaseerd op aanzuigdetectie van electrolyt gassen.

Figuur 4: Voorbeeld van een off-gas sensorelement en detectie

“De fabrikanten van Li-ion batterijen verbeteren de samenstelling van hun producten. Er komen voortdurend nieuwe en verbeterde chemische combinaties op de markt.” verduidelijkt Edward Heitlager. “Bij zo’n snelle evolutie is het moeilijk te beoordelen hoe goed de nieuwe batterijen presteren en welke specifieke gassen er zullen vrijkomen bij “thermal runaway”. We moeten daarom in staat zijn een mix van afvoergassen te detecteren”

Interventie

Afvoergassen van accu’s zijn hoofdzakelijk oplosmiddelen voor de elektrolyt die typisch tot de familie van ethyleencarbonaten (EC) behoren. Deze vluchtige organische

De aard van interventie is mede afhankelijk van het project waar het product wordt gebruikt. Als dit in een omgeving is waar er continu spanning op de batterijen staat, is het

stoffen kunnen worden gedetecteerd met een chemiresistieve sensor die in weerstand afneemt bij aanwezigheid van deze stoffen. Een daling van de weerstand van het sensorelement is een aanwijzing voor de detectie van ethyleencarbonaat (en verwante) stoffen. In figuur 4 is te zien dat de sensor niet alleen gevoelig is voor EC, maar ook voor DEC en MEC.4

4 Sensor Enhanced and Model Validated Life Extension of Li-Ion Batteries for Energ y Storage. Hill, Davion & Gully, Benjamin & Agarwal, Arun & Nourai, Ali & Thrun, Lora & Swartz, Scott & Koslowske, Mark & Cummings, Steve & Butkowski, John & Moore, Brad. (2013). Detection of off gassing from Li-ion batteries. 1-7. 10.1109/Energ yTech.2013.6645307.

FIREFORUM Magazine n° 77

35


TECHNIEK

Grafiek 5: Thermal runaway wordt vermeden door stopzetting laadproces

zaak deze na alarmering af te schakelen. Door het wegnemen van de spanning, zal de temperatuur van de batterij niet verder oplopen en de “thermal runaway” fase worden voorkomen. In grafiek 5 zien we dat een vroege “off-gas” detectie het laadproces bij batterijoverladen stopzet waardoor “thermal runaway” wordt vermeden. In omgevingen waar batterijen alleen zijn opgeslagen zoals in brandveilige kasten, kan een vroegtijdige alarmering worden gebruikt om bijvoorbeeld een aangepast sprinklerof blussysteem te activeren.

Toepassingen Thermal runaway detectiesystemen worden momenteel veelvuldig toegepast op zogenaamde BESS (Battery Energy Storage Systems), oftewel locaties die gebruik maken van batterijen om elektrische energie op te slaan. Dit soort locaties zijn flink in opmars om piekvermogen op

korte termijn te leveren en de kans op stroomuitval te minimaliseren. De kosten van elektriciteit uit batterijopslag zijn in de afgelopen twee jaar gehalveerd en momenteel aantrekkelijker dan gasturbinestroom. Aangezien het systeem voor Europa nog vrij nieuw is, zijn er nog niet veel referenties, maar in de VS en met name ZuidKorea zijn er al honderden locaties van deze vorm van detectie uitgerust. Het detectiesysteem kan op kleine tot grote locaties worden ingezet omdat de opbouw van het systeem in de basis eenvoudig van opzet is. Er is wel altijd een centrale controller benodigd, waar tot 12 sensoren op kunnen worden aangesloten en tot 3 referentiesensoren. De referentiesensoren worden gebruikt om het aantal onechte alarmen in de te bewaken ruimtes tot een minimum te beperken door de omgeving continu te monitoren. “Het Li-Ion Tamer detectiesysteem is niet alleen geschikt voor BESS locaties. Overal waar gebruik wordt

36

gemaakt van energie opslag met lithium-ion batterijen, is een risico op thermal runaway. Om dit in een vroeg stadium te detecteren, zal dit systeem uitermate geschikt zijn.” vertelt Edward Heitlager. “De inzet beperkt zich dus niet tot BESS locaties, maar loopt uiteen van brandveiligheidsopslagkasten die gebruikt worden om meerdere kleine (b.v. fietsaccu’s) batterijen op te slaan tot zonne-energieparken. Naast deze toepassingen, zijn wij momenteel bezig met locaties waar lithium batterijen worden opgeslagen. Dus naast de plaatsen waar de batterijen actief gebruikt worden, kan het systeem ook gebruikt worden op plaatsen waar deze niet onder spanning staan maar waar door schade van buitenaf wel degelijk risico is op thermal runaway.” Ludo Vanroy

Bronvermelding illustraties en beeldmateriaal: Honeywell

FIREFORUM Magazine n° 77


1

2

BRANDED CONTENT

Jaarlijkse controle van uw ademlucht apparatuur Wie we zijn en wat we doen Volgemaatsmasker.be biedt sinds 2001 een gecertificeerde onderhouds- en keuringsservice voor gelaatsmaskers, longautomaten, rugplaten, ontspanners, gaspakken, luchtkappen, laskappen etc… Kortom, alle PBM’s rond ademlucht. De codex welzijn op het werk bepaalt dat ademlucht-PBM’s minstens om het jaar een grondige onderhoudsbeurt moeten krijgen om na te gaan of ze nog voldoen aan de kwaliteits- en onderhoudseisen van de fabrikant. We zijn gespecialiseerd in deze branche en bieden deze service aan tal van Belgische en Nederlandse bedrijven actief in de chemische, petrochemische, ferro en farmaceutische sector. Recent zijn daar ook de Vlaamse opleidingscentra voor brandweerlieden bij gekomen. We zijn de geprefereerde servicepartner van fabrikanten als MSA, North & Honeywell, 3M, Dräger, Speedglas, ESAB lashelmen en Moldex. We produceren en verkopen zelf geen PBM’s waardoor we onafhankelijk zijn en zo goed geplaatst zijn om klanten te adviseren. Hoe ziet een service/reinigings/onderhouds/cyclus eruit? Wanneer een ademlucht-PBM aankomt doorloopt die een cyclus in vier fasen. 1. Reiniging (foto 1) De PBM’s worden, afhankelijk van het type, manueel of machinaal grondig gereinigd. 2. Droging Dit gebeurt in onze droogkasten of in een droogkamer. 3. Testen (foto 2) Onze techniekers testen de PBM’s en herstellen ze als dat nodig is. Wanneer de PBM opnieuw klaar is voor gebruik, wordt dit gedocumenteerd met een getekend rapport. 4. Verpakking Elke geteste en gekeurde PBM wordt verzegeld verpakt. Op de verpakking komt een sticker die de datum van de volgende keuring aangeeft.

Elke PBM die we behandelen voorzien we van een barcode. Deze bevat: 1. de identiteit van de eigenaar 2. de technische specificaties van de PBM 3. de vervaldata van de onderdelen 4. de onderhouds- en testhistoriek 5. wie het onderhoud van de PBM deed Alles rond de veiligheid van de PBM is op die manier traceerbaar. Meer weten? www.volgelaatsmasker.be Integrale veiligheid met Safety Rental – Safety solutions on site Heeft u voor bepaalde werkzaamheden tijdelijk veiligheidsmateriaal nodig? Bij Safety Rental kan u terecht om dit te huren. We bieden veiligheidsmateriaal aan in volgende categorieën: 1. Covid 19 bescherming en preventie 2. Ademluchtbescherming 3. Valbescherming 4. Communicatie 5. Gasdetectie 6. Persoonsbewaking en mandown-systemen 7. Overige zoals: werffietsen, fietskarren of EHBO-tassen Mocht u er nood aan hebben dan komen we bij u on-site een safetyshop installeren. Dat is een modulaire container waar medewerkers veiligheidsmateriaal kunnen komen lenen. Welke materialen dat zijn bepaalt u, in functie van de werkzaamheden die u wil uitvoeren. Wij zorgen voor de shop, de bemanning en de bevoorrading ervan. De uitleenbewegingen monitoren we via de barcode die op elk veiligheidsitem is aangebracht. Meer weten? www.safetyrental.be

37

Marco Herder - Operational Manager - m +32 (0)499 51 03 52 - e marco.herder@ancco.be

FIREFORUM Magazine n° 77


©AdobeStock

Accubranden, een gevaar in opkomst Draagbare energie Het gebruik van oplaadbare batterijen (accu’s) is de laatste 20 jaar explosief gestegen. Hiervoor zijn twee oorzaken aan te geven: // de sterke opkomst van “personal electronics” zoals smartphones, laptops en tablets; // de vraag naar schone en comfortabele vervoermiddelen zoals de e-bike en de hybride of volledig elektrische auto.

opslaan in een zo klein en licht mogelijke accu, en bovendien willen we die accu in zo kort mogelijke tijd weer opladen na gebruik. Deze wensen hebben geleid tot de ontwikkeling van nieuwe accutechnologie, op basis van Lithium. Deze technologie levert accu’s op die aan de genoemde wensen voldoen: licht in gewicht, hoge energie-inhoud en veelvuldig op te laden zonder groot kwaliteitsverlies. Een verzamelnaam

voor deze accu’s is Li-Ion. Maar deze nieuwe technologie heeft ook een nadeel: de gebruikte chemische stoffen in de accucellen kunnen spontaan ontleden waarbij zeer hoge temperaturen en drukken in de accucel ontstaan. Deze ontledingsreactie noemt men “thermal runaway” – als de ontledingsreactie eenmaal gestart is dan kan deze niet meer gestopt worden en zal de gehele inhoud van de cel verbranden.

Al deze toepassingen hebben één technisch aspect gemeen: we willen graag zoveel mogelijk elektriciteit

38

FIREFORUM Magazine n° 77


TECHNIEK

De Li-Ion accucellen zijn er in twee vormen: een ronde staaf (vergelijkbaar met een klassieke batterij) of een plat pakketje dat ook wel “pouch” genoemd wordt. De pouch vorm is gebruikelijk in smartphones, tablets en laptops. Grote accu’s bestaan uit tientallen, honderden of soms duizenden cellen die met elkaar verbonden zijn. Een

fietsaccu kan bijvoorbeeld 48 ronde cellen bevatten. Let op: in een Li-Ion cel zit geen Lithium in metaalvorm, en een brandende Li-Ion cel is dan ook geen metaalbrand! Klassieke blusmiddelen voor metaalbranden, zoals D-bluspoeder, zijn niet geschikt voor het blussen van Li-Ion accucellen.

Voorbeelden van li-ion accu’s

Uw partner voor alle brandwerende afdichtingen

Teams van ervaren monteurs Brandwerend en rookdicht Beantwoordend aan de recentste Europese normen

In kwalitatief goede accu’s op basis van Lithium-Ion technologie wordt door fabrikanten standaard een beveiliging tegen te hoge laadstroom en te grote ontlading ingebouwd. Dit wordt het battery management system genoemd. Belangrijke kanttekening: deze elektronische beveiliging kan uiteraard niets doen tegen mechanische beschadigingen of oververhitting door brand van buitenaf. In losse Li-Ion cellen zit deze beveiliging niet. Daarom een

FIREFORUM Magazine n° 77

Speel niet met vuur! Contacteer belangrijke opmerking: ga niet knutselen en experimenteren met Li-Ion cellen zonder beveiliging! Veel branden van Lithium accu’s vinden plaats in de hobby sfeer zoals modelauto’s en speelgoed.

39

KBS Systems: Neerlandweg 26 2610 Wilrijk T: 03 820 60 44 info@kbs-systems.be www.kbs-systems.be


Thermal runaway: oorzaak en gevolg

Nikkel/cadmium en nikkel/ metaalhydride accu’s

Er zijn verschillende oorzaken voor thermal runaway: // een te hoge laadstroom; // een te grote ontlading van de accu; // een mechanische beschadiging van de accu; // hitte van buitenaf.

Nikkel/cadmium accu’s (NiCd) worden toegepast in allerlei oplaadbare apparatuur zoals zaklantaarns, meetapparatuur en noodverlichting. NiCd accu’s zijn goedkoop, compact en betrouwbaar. NiCd accucellen zijn hermetisch gesloten; bij normaal gebruik komen er geen vloeistoffen of gassen vrij. Nadeel van NiCd is dat de kwaliteit na een aantal oplaadcycli terugloopt waardoor de energieopbrengst al snel vermindert.

Bij een thermal runaway komt veel energie vrij waardoor de temperatuur en de druk in de accucel snel oploopt. Hierdoor kan de cel openbarsten en wordt brandend materiaal weggeslingerd. Een accu bestaat altijd uit meerdere cellen. Door de thermal runaway in de eerste cel ontstaat een dermate hoge temperatuur dat ook naastliggende cellen worden aangetast en ook in die cellen een thermal runaway ontstaat. Het resultaat is een onbeheersbare kettingreactie die zal voortgaan totdat alle chemicaliën in de accu zijn opgebrand.

Welke accu’s vormen een risico, en welke niet?

Nikkel/metaalhydride accu’s (NiMH) zijn minder gevoelig voor veroudering en bevatten bovendien geen cadmium. NiMH accu’s hebben vergelijkbare toepassingsgebieden als NiCd accu’s. Nikkel/cadmium en nikkel/ metaalhydride accu’s zijn niet brandgevaarlijk. Bij een te grote laadstroom of een te grote ontlading kan de accu beschadigd raken, maar thermal runaway is niet mogelijk bij dit type accu. De materialen in de accu zijn onbrandbaar, hooguit de kunststof onderdelen kunnen branden.

Lithium Ion accu’s Met de verzamelnaam Lithium Ion accu’s worden een aantal verschillende accutechnieken aangeduid. Deze accu’s bevatten geen lithium in de vorm van het metaal lithium, maar chemicaliën (zouten of polymeren) die lithium bevatten. Deze chemicaliën hebben met elkaar gemeen dat ze instabiel zijn en gemakkelijk ontleden. Lithium Ion accu’s kunnen brandgevaarlijk zijn. De toegepaste chemicaliën in deze accu’s kunnen ontleden door te hoge laadstroom, door te grote ontlading, door mechanische beschadigingen of door hitte van buitenaf. Een brand in een lithium ion accucel is geen metaalbrand, maar een chemische ontledingsreactie waarbij veel energie vrijkomt. De vrijkomende hitte zorgt ervoor dat een steeds groter deel van de celinhoud gaat ontleden en kan zelfs in naastliggende cellen een ontledingsreactie veroorzaken. Dit verschijnsel wordt thermal runaway genoemd. Bij een thermal runaway lopen de druk en de temperatuur in de accucel hoog op waardoor de cel openbarst

Lood/zwavelzuur accu’s Lood/zwavelzuur accu’s worden toegepast in auto’s als startaccu, in vorkheftrucks als accu voor de aandrijving (zgn. Tractieaccu’s), in brand- en inbraakbeveiligings­ systemen en in grote noodstroom­ systemen. Overal waar afmetingen en gewicht niet kritisch zijn worden lood/zwavel accu’s nog altijd veelvuldig gebruikt.

©AdobeStock

Lood/zwavel accu’s zijn niet brandgevaarlijk. Bij een te grote laadstroom of een te grote ontlading kan de accu beschadigd raken, maar thermal runaway is niet mogelijk bij dit type accu. De materialen in de accu zijn onbrandbaar, hooguit de kunststof behuizing kan branden. Bij het opladen van dit type accu komen geringe hoeveelheden waterstofgas vrij die bij voldoende ventilatie van de ruimte geen enkel risico vormen.

40

FIREFORUM Magazine n° 77


TECHNIEK

Industrialaan 35 1702 Groot Bijgaarden Tel: 02/467 72 11 Fax: 02/466 44 56 PRODUCTEN en brandende delen weggeslingerd kunnen worden. Hierdoor kan gemakkelijk brand ontstaan in gordijnen, meubilair en andere brandbare voorwerpen in de omgeving van de accu.

Pas als de behuizing is opengebarsten zijn de cellen bereikbaar voor het blusmiddel.

Blussen van lithium-ion accu’s

Een kleine lithium accu zoals die in een smartphone, laptop, tablet, speelgoed of oplaadbaar gereedschap, kan goed geblust worden met een draagbaar blustoestel met water+additief of schuim.

Er zijn op dit moment geen blusstoffen bekend die de ontledingsreactie in een Lithium Ion cel (de thermal runaway) kunnen stoppen. Blussen van de brandende cel is daarom niet mogelijk. Maar wat kun je dan wel doen om de schade te beperken? Het allerbelangrijkste is het koelen van de beschadigde cel, zodat de thermal runaway beperkt blijft tot die ene cel. Daarnaast moeten andere brandende materialen, zoals de plastic omhulling van de accu, snel en blijvend gedoofd worden zodat de brand zich niet verder uitbreidt. Effectieve blusmiddelen hebben dus een groot koelend vermogen én een hoge effectiviteit op vaste stof branden. Alleen blusstoffen op waterbasis bieden beide effecten; bluspoeder en CO2 kunnen niet gebruikt worden om brandende Lithium Ion accu’s onder controle te krijgen. Om brand door mechanische beschadiging te voorkomen, zijn Li Ion accu’s meestal stevig ingepakt in een metalen of slagvast kunststof behuizing. Dit maakt het blussen van brandende Li Ion accu’s extra lastig.

FIREFORUM Magazine n° 77

Blussen van kleine li-ion accu’s

Selectie van het juiste blustoestel Zoals hierboven is aangegeven, is een groot koelend vermogen van de blusstof van belang om de omvang van de brand te beperken en uitbreiding naar andere cellen te voorkomen. Blustoestellen met een hoog blusvermogen op de brandklasse A (A-rating) hebben in het algemeen een zeer goed koelend vermogen en bevatten daarnaast additieven die ervoor zorgen dat brandende kunststoffen en andere materialen rondom de accucellen snel gedoofd worden en niet herontsteken. Uit een brandende lithium accu komen giftige en irriterende stoffen vrij. Het blustoestel moet een worplengte van 3 meter of meer hebben om de accu van veilige afstand te kunnen blussen. Blustechniek Bij het gebruik van een draagbaar blustoestel om een brandende lithium accu onder controle te krijgen moet de blusstof direct op de brandende cel

41

Blussers Haspels Noodverlichting Brandweermateriaal Branddetectie Pictogrammen Automatische Externe Defibrillator

DIENSTEN Levering Plaatsing Verhuur Audit Evacuatieplannen Opleiding

BLUSSYSTEMEN Keuken Server CV CNC Machine Op Maat www.ansul.be - mail@ansul.be


©AdobeStock

TECHNIEK

gespoten worden. Koel de brandende cel af door ca. 2/3 van de inhoud van het blustoestel direct op de brandende cel te spuiten. Dit komt overeen met ca. 15-20 seconden. Houd de resterende 1/3 van de inhoud van het blustoestel beschikbaar om restvlammen of een herontbranding te doven. Na gebruik van het blustoestel de accu – indien nodig inclusief het apparaat waarin de accu zit – langdurig afkoelen door onderdompeling in water. Fietsaccu’s Een brandende fietsaccu is zeer moeilijk te blussen omdat de Li-Ion cellen verpakt zitten in een stevige kunststof of aluminium behuizing. Met een brandblussers met een hoge A-rating kunnen vlammen aan de buitenkant doeltreffend gedoofd worden, maar het is moeilijk om de aangetaste Li-Ion cellen in de accu te bereiken. Daarom is preventie belangrijk: // laad fietsaccu’s bij voorkeur niet in de woning op; // als de accu binnenshuis opgeladen moet worden, zorg dan voor een werkende rookmelder. Als het toch misgaat: // breng de accu bij de eerste tekenen van brand (rookvorming) naar buiten, dompel deze geheel onder en laat minimaal 24 uur afkoelen totdat er geen warmte- en rookontwikkeling meer waarneembaar is. Blussen van grote li-ion accupakketten Het blussen van grote lithium accu’s zoals die o.a. in elektrische auto’s

worden toegepast, is zeer lasting. Niet alleen is de inhoud van de cellen zeer groot, ook zijn deze accupakketten vaak volledig ingebouwd in een voertuig of ander apparaat. Daardoor is het het vrijwel onmogelijk om de brandende cellen te bereiken met de blusstof en zo doeltreffend te koelen. De vrijkomende giftige en irriterende stoffen maken het bovendien zeer risicovol om de brandende cellen te benaderen. Dit geldt eveneens voor grotere hoeveelheden bij elkaar opgeslagen accu’s. Ook in die situatie is het vrijwel onmogelijk om de brandende cel(len) te bereiken en zo de brand onder controle te krijgen. Op dit moment is het enige effectieve en veilige manuele blustechniek voor grote accupakketten en grote hoeveelheden Lithium Ion accu’s: volledige en langdurige onderdompeling in water.

Automatische blussystemen voor lithium-ion accu’s Ook automatische blussystemen moeten een hoog koelend vermogen bezitten om een brandende lithium accu onder controle te houden. Voor een vast geïnstalleerd systeem is het nog lastiger om de brandende cel(len) gericht te bereiken, daarom moet een brandblussysteem voor Lithium-Ion accu’s de gehele omvang van de accu of accu’s afkoelen. Geavanceerde sprinklersystemen kunnen een brand in een Li-Ion accupakket onder controle houden en zo de schade beperken. Een recente, veelbelovende ontwikkeling voor dit

42

brandrisico is hogedruk watermist; deze systemen kunnen - bij juist ontwerp - de hitte-overdracht zeer sterk en langdurig beperken bij een relatief laag waterverbruik. De fijnverdeelde druppels uit een hogedruk watermist systeem zijn bovendien in staat om de giftige en corrosieve gassen die vrijkomen af te vangen. Blusgassystemen doven wel de zichtbare vlammen maar bieden volstrekt onvoldoende koelend vermogen om branduitbreiding in de accu’s te verhinderen. Bij het ontwerp van een opslagruimte voor Li-Ion accu’s is compartimentering van het grootste belang. Een brandend Li-Ion pakket moet als verloren beschouwd worden, maar een goed ontworpen sprinklerof watermistsysteem kan er dan voor zorgen dat de omringende goederen en het gebouw zelf met met beperkte schade gered kunnen worden. Vroegtijdige detectie op basis van rook, en automatische aansturing van het blussysteem is uiteraard essentieel.

Voorkomen is beter dan blussen! Li-Ion accu’s vormen bij brand een groot risico voor de gebruiker en de omgeving. Bovendien zijn brandende Li-Ion accu’s moeilijk te blussen. Daarom is het belangrijk om deze accu’s veilig te gebruiken. Met een paar simpele maatregelen kunnen de risico’s sterk verminderd worden – niet alleen op het werk, maar ook thuis!

Ben je thuis veilig? Vermijdt het opladen van je smartphone in de slaapkamer; // ’s nachts opladen: doe het in een ruimte met een rookmelder; // ’s nachts opladen: doe dit op een onbrandbaar oppervlak; // speelgoed alleen opladen onder toezicht; // nooit hobby-en met Lithium-Ion accu’s! //

Wim Kwakkenbos

Manager productontwikkeling SAVAL

FIREFORUM Magazine n° 77


Aluprof specialist in brandwerende aluminium deuren en wanden brandwerendheid: EI130 – EI160 aluminium kader- en vleugelprofielen met thermische brug met een dikte van 78 mm composiet opvulling montage door persing en verlijming glaslatten in aluminium, aangepast aan de dikte van het glas standaard - of anti panieksluiting kan uitgerust worden met toegangscontrole gepoedercoat, Inox Design of geanodiseerd productgamma: enkele deur, dubbele deur, scheidingswand

Toonaangevende technische parameters onder de aluminium systemen

BEWEZEN TOP KWALITEIT IN BELGIË

PREMIUM SOLUT

FENÊTRES · PORTES · VOLET BENOR

Pour plus de détailes veuillez contacter nos représentants régionaux:

i

Wilt u meer weten? Vraag dan naar de prijslijst, neem dan contact op met onze regionale vertegenwoordiger FIREFORUM Magazine n° 77

FENÊTRES & PORTES

VOLETS ROULANTS

GunterRydant Rydant Gunter tel.+32 +32474 474 890 890 208 tel. 208 e-mail: gunter.rydant@aluprof.eu e-mail: gunter.rydant@aluprof.eu

Geert De Bonte mobile: +32 476 27 88 31 e-mail: geert.debonte@aluprof.eu

43

www.aluprof.eu


Twee nieuwe brandweerrichtlijnen moeten zorgen voor kwalitatief en uniform advies De Vlaamse brandweer heeft 2 nieuwe richtlijnen afgerond met het oog op een kwalitatieve en uniforme adviesverlening door de verschillende hulpverleningszones. De richtlijnen hebben betrekking op de opslag van gevaarlijke goederen en de opvang van bluswater. Ze werden ontwikkeld in opdracht van de Vlaamse hulpverleningszones door FPC Risk in nauwe samenwerking met Brandweer Zone Antwerpen, Hulpverleningszone Waasland, Brandweer Zone Centrum, Brandweer Zone Kempen en Hulpverleningszone 1. De inhoud van de richtlijnen werd gebenchmarkt en besproken met verschillende stakeholders. Eind maart werden de richtlijnen voorgesteld en toegelicht aan het Netwerk Preventie van de brandweer. Eind mei wordt de feitelijke implementatie in de zones besproken.

oppervlaktewateren worden afgevoerd. De opvangcapaciteit voor bluswater dient bepaald te worden volgens een code van goede praktijk, in overleg met de brandweer.

Richtlijn opvang bluswater

In Vlarem II wordt niet vastgelegd hoe de capaciteit voor bluswateropvang berekend dient te worden. De wijze waarop het bluswater moet worden opgevangen, wordt evenmin verduidelijkt. Daarnaast wordt niet gespecificeerd of er extra capaciteit moet worden voorzien voor de opvang van regenwater.

Het “Besluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne” (Vlarem II) bepaalt de indeling en milieuvoorwaarden voor milieuhinderlijke inrichtingen in het Vlaamse Gewest. Artikel 4.1.7.2. van Vlarem II stelt dat bovengrondse tanks of vaten die gevaarlijke vloeistoffen bevatten in een inkuiping geplaatst moeten worden. Het vereiste inhoudsvermogen van de inkuiping is gebaseerd op de inhoudsvermogens van de in de inkuiping geplaatste tanks of vaten. Daarnaast stelt artikel 4.1.12.1. §1 1° dat de exploitant van een ingedeelde inrichting de nodige maatregelen moet nemen om te voorkomen dat accidenteel verspreide stoffen en verontreinigd bluswater rechtstreeks naar het grondwater, een openbare riolering, een waterloop of een verzamelplaats van

Voor codes van goede praktijk wordt momenteel dus gekeken naar buitenlandse bronnen, maar geen enkele bron is algemeen toepasbaar. Om een uniforme adviesverlening te kunnen aanbieden hebben de hulpverleningszones een algemene richtlijn omtrent bluswateropvang opgemaakt die de wijze van opvang en de bepaling van de opvangcapaciteit specificeert. Parallel met deze brandweerrichtlijn werd er ook een toelichting uitgegeven met dezelfde structuur en meer details. Daarin wordt verwezen naar de bronnen van deze studie

44

zoals bijvoorbeeld definities uit de wet- en regelgeving. (VLAREMII, TWOL-studie,…)

Richtlijn opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen De voorschriften opgenomen in deze richtlijn hebben tot doel in de opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen: // Het ontstaan, de uitbreiding en de voortplanting van brand te voorkomen; // De veiligheid van de aanwezige personen te verzekeren; // De interventie van de brandweer te faciliteren; // De risico’s voor de volksgezondheid, de omgeving en het milieu te beperken. Ze zijn van toepassing op: // Alle nieuw op te richten opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen; // Alle uitbreidingen aan bestaande opslagplaatsen voor gevaarlijke goederen waarvoor een aanvraag tot omgevingsvergunning wordt ingediend. Naast een overzicht met welke gevaarlijke stoffen en goederen in beschouwing genomen worden in deze richtlijn, zijn de opslagplaatsen in drie categorieën onderverdeeld afhankelijk van de aard van de gevaarlijke stoffen en de (brand) risico’s naar de omgeving toe. Goederen en stoffen met bijzondere risico’s moeten steeds in overleg met de territoriaal bevoegde hulpverleningszone opgeslagen worden. De richtlijn bepaalt o.a. de stabiliteitseisen bij brand van de structurele elementen type I, de

FIREFORUM Magazine n° 77


RGV

grootte van de compartimenten, brandweerstand van compartimentswanden,… Ook de noodzakelijkheid van actieve brandbeveiliging installaties zoals detectie-, waarschuwings- en alarminstallaties, RWA, automatische blusinstallaties enz. zijn opgenomen in de richtlijn. Verder zijn de bijkomende eisen voor evacuatie, bereikbaarheid en toegankelijkheid voor de hulpploegen, blusmiddelen en bluswatervoorzieningen opgenomen. Een aparte paragraaf behandelt de eisen gesteld aan PV-installaties die zich zouden bevinden op het dak van opslagplaatsen van gevaarlijke goederen.

Aantonen van gelijkwaardigheid

ceerde firma . BOSEC en FiSQ gecertifi e brandmeldcentrale (Voice isch Belg % 100 een na: urde evacuatiesystemen . Dia nddetectie, spraakgestu bra in ent rtim asso g edi . Voll automatische blussing Alarm), gas detectie en project (ontwerp, installatie en onderhoud) n… . Totale verzorging van uw uizen, hotels, administraties, openbare plaatse enh . Talrijke referenties in ziek . 45 jaar ervaring steem … aties m detectoren, aspiratiesy . ISO9001 en VCA certific adloze detectoren, bea . Kanaal detectoren, dra installaties (netwerken …) xe . Eenvoudige of comple beheer met PC . Visualisatie en grafisch

offerte! r meer informatie of een Contacteer ons nu voo

Voor de beide richtlijnen geldt de mogelijkheid een gelijkwaardig concept uit te werken, bijvoorbeeld op basis van internationaal erkende normen, indien er niet kan voldaan worden aan de voorschriften beschreven in de richtlijn. Dit vereist steeds een grondige onderbouwing van de genomen maatregelen die een gelijkwaardig veiligheidsniveau aantoont. Dit proces zal in regel geïntegreerd kunnen worden in de voorbespreking/ vooradviesverlening met de brandweer en hoeft dus geen vertraging van projecten te betekenen. Het aantonen van de gelijkwaardigheid is ten laste van de exploitant of bouwheer. Ludo Vanroy

FIREFORUM Magazine n° 77

45


©AdobeStock en montage

Fireforum heeft haar website grondig vernieuwd

Enkele tips om er meer uit te halen.

Voorschriften Bij de voorschriften vind je nu ook naast de wetgeving en regelgeving, de RGV (regels van goed vakmanschap) van Fireforum, documenten en toelichtingen van Fireforum leden en een selectie van previews van normen (in opbouw). Met behulp van de filters vind je de voor jou relevante informatie makkelijker terug.

Magazine De artikels van het Fireforum magazine zijn naast de gedrukte vorm (5x jaar), digitaal als tekst of pdf beschikbaar op de website. Als abonnee krijg je toegang tot alle plus artikels en tot het archief. Daarvoor moet je inloggen met een geldig abonnement. Heb je nog geen account maar wel een abonnement, vraag dan een login met paswoord aan, of registreer als je nieuwe abonnee.

Een doorsnee bezoeker op de website krijgt slechts een beperkt aantal artikels en nieuwsberichten te lezen. Abonneer je dus vandaag nog! Gebruik ook hier de filters om de artikels die jouw thema’s behandelen, snel terug te vinden.

Uitgebreide zoekmogelijkheden Met de filters en uitgebreide zoekmogelijkheden zoek je nu doorheen alle relevante topics zoals nieuws, magazine artikels, wetgeving, … De zoekfunctie vind je rechtsboven in het menu en je kan zowel door NL als FR informatie zoeken. Fireforum werkt eraan om ook het archief op deze manier toegankelijk te maken.

46

FIREFORUM Magazine n° 77


FIREFORUM

Vuurbeschermingsbedrijf en schrijnwerkerij

BRANDWERENDE COMPARTIMENTEN Brandwerende deuren Plafond Scheidingswanden Fire Stopping & Fire Sealing Compartimenteringstudie Vuurbescherming van draagconstructies Branddetectie Rookafzuiging

Bedrijvengids Bedrijven en organisaties die lid zijn van één van de Fireforum ledenfederaties (Agoria Fire Technologies, PFPA, hulpverleningszones, individuele leden, FiSQ gecertificeerde bedrijven), kunnen opgenomen worden in de bedrijvengids. Zoek je een bedrijf (leverancier of installateur) gespecialiseerd in branddetectie, brandwerende kanalen, blussystemen,… dan kan je die hier via een handige filter gemakkelijk terugvinden. Je ziet meteen ook of een installateur het FiSQ certificaat voor zijn activiteiten heeft.

FIREFORUM Magazine n° 77

47

TEL : 081 30 52 51 INFO@SOTRAFEU.BE WWW.SOTRAFEU.BE


inside news

FIREFORUM AWARDS 2021 OPROEP TOT KANDIDATUREN

Fireforum zal op 18 november 2021 voor de zesde maal de Fireforum Awards uitreiken. Na het succes van de vorige edities is deze Awarduitreiking een begrip geworden in de wereld van de brandveiligheid. Dit evenement wordt opnieuw een unieke gelegenheid om de beste projecten te belonen die de brandveiligheid van personen en goederen bevorderen. Welke projecten komen in aanmerking voor de Fireforum Awards? We onderscheiden zes categorieën: 1. Brandveiligheid sensibilisering en preventie voor de bevolking

een professionele context Binnen deze rubriek wordt een bedrijf, organisatie of een individuele persoon gezocht die zich de voorbije twee jaar onderscheiden heeft door de inzet op het vlak van (brand) veiligheid en preventie in een professionele context of m.a.w. naar de beroepsbevolking toe. Het dossier kan inhoudelijk gaan over de inbreng bij: // de opmaak van de plannen en het lastenboek voor nieuwbouw of renovatie; // de organisatorische voorstellen om de brandveiligheid te verhogen; // de communicatie rond brandveiligheid naar de interne en externe gebruikers van het gebouw; // de administratieve verfijning (vereenvoudiging) voor de opvolging van de procedures die de brandveiligheid nastreven (aankoop, werken met derden, herstellingen, melding defecten, onderhoudscontracten, …); // de invoering van nieuwe brandveiligheidstechnologieën in het gebouw of de omgeving; // enz.

Binnen deze rubriek wordt een organisatie of een individuele persoon gezocht die zich de voorbije twee jaar onderscheiden heeft door de inzet op het vlak van (brand) veiligheid en preventie naar de bevolking toe d.m.v. een zelf uitgewerkt project, een actie of evenement. Met “de bevolking” bedoelen we de bevolking in het algemeen of bijzondere doelgroepen zoals kinderen, bejaarden, mensen onder de armoedegrens, enz.

3. Brandveiligheid in bouwprojecten - nieuwbouw, renovatie van gebouwen, infrastructuur, …

2. Brandveiligheid sensibilisering en preventie in

Het ingediende project bevat innovatieve producten en materialen

48

die de brandveiligheid van het gebouw en/of de omgeving op een uitmuntende wijze verhogen. Een project dat getuigt van een inzichtelijke aanpak en waarin conceptuele en organisatorische maatregels werden geïntegreerd evenals een doordacht ontwerp komen in aanmerking. Het toepassen van BIM is een pluspunt. Het doel is om het grote belang van de architecten en de studiebureaus op het vlak van brandveiligheid in de verf te zetten. De rol die zij kunnen spelen is immers van groot belang voor de exploitatie van een gebouw en zijn omgeving ook wanneer er zich een brand zou voordoen. Met deze award wil Fireforum de architecten en studiebureaus nog meer betrekken in de brandveiligheid en hun voorbeeldfunctie benadrukken. 4. Brandbestrijding en interventie bij brand Het ingediende project verbetert de brandbestrijding en de interventie bij brand door het toepassen van innovatieve producten, materialen en/of aanpak. De verbetering kan gaan over: // de veiligheid van de personen die de brandbestrijding of interventie uitvoeren zoals de brandweer, de bedrijfsbrandweer of de eerste interventieploeg; // de veiligheid van de andere aanwezige personen;

FIREFORUM Magazine n° 77


//

de beperking van de schade zowel voor het getroffen gebouw of object als voor de omgeving.

5. Wetenschappelijke studies of eindwerken in verband met brandveiligheid Deze award heeft tot doel om onderwijsinstellingen, onderzoeksinstellingen, opleidingscentra, laboratoria, de mogelijkheid te geven om hun recentste doctoraatswerken, opleidingsplannen, onderzoeksresultaten, opleidingspakketten, … voor te stellen aan het grotere publiek. Het naar buiten brengen van nieuwe inzichten bevordert de aantrekking van nieuwe studenten en specialisten naar deze instellingen. Ook de bouwwereld heeft nood aan de kennis m.b.t. de effecten van de nieuwe bouwmethodes en bouwmaterialen op het ontstaan en de ontwikkeling van brand. 6. Life Time Achievement De kandidaturen voor deze persoonsgebonden award kunnen door elke burger worden ingediend. De persoon die wordt voorgedragen heeft zich: // op een significante wijze onderscheiden door haar of zijn engagement;

ingezet om te komen tot een verbetering van de kwaliteit van brandveiligheid; // maatschappelijk of wetenschappelijk bekwaamd in de materie en heeft gezorgd voor de kennisdeling door communicatie, onderzoek of onderricht; //

Hoe dient u een project in voor de Fireforum Awards 2021? Wie graag wenst mee te dingen kan binnenkort zijn kandidatuur indienen via: www.fireforum.be Op deze website vindt u naast het kandidatuurstellingsformulier tevens de inschrijvingsmodaliteiten en het algemeen reglement. De wedstrijd verloopt in vier fasen: 1. Indiening van de projecten vóór 24 september 2021 - 23u59. 2. Gebruik hiervoor het inschrijvingsformulier en 3. voeg er een korte video1 bij van maximum 120 seconden bij. 4. Analyse en selectie van de projecten door de jury. 5. Bekendmaking genomineerden op 22 oktober 2021. Uit de

1 Video Full HD 1920x1080 PAL (dit kan op basis van een powerpoint-presentatie)

FIREFORUM Magazine n° 77

49

genomineerde projecten wordt een publieksprijs gekozen. De genomineerden kunnen hun project ter stemming aan het grote publiek bekend maken op de Fireforum Website. 6. Bekendmaking winnaars tijdens de Fireforum Award-uitreiking op 18 november 2021. Tijdens dit event wordt de publieksprijs bekend gemaakt. De genomineerde projecten kunnen naderhand voorgesteld worden in het Fireforum Magazine. Galadiner Naast de uitreiking van de Fireforum Awards kan u ook genieten van de ondertussen vermaarde en uitzonderlijke gala-avond. Een uitgelezen locatie gecombineerd met een aangename sfeer en uitgebreide netwerkmogelijkheden maken van dit evenement een onvergetelijk gebeuren. Meer informatie nodig? Contacteer Bart Vanbever via bart.vanbever@fireforum.be


Column Is Nearly Zero-Energy Building fire safe? Just prove it! Het is evident dat nieuwe producten en technieken bij hun introductie op de markt gecontroleerd worden op hun veiligheid voor de consumenten. Voor het in gebruik nemen van een nieuw vaccin wordt het volgens diverse procedures getest, niet alleen op de werkzaamheid maar evenzo wordt nagegaan of er geen schadelijke bijwerkingen zijn. Ook gewassen die verbeterd zijn om meer bestand te zijn tegen droogte of parasieten worden uitgebreid gescreend; bij de minste argwaan dat iets onveilig is, kan er via de keten van de voedselveiligheid getraceerd worden of en waar het is fout gelopen. De filmpjes van crashtests om te controleren of nieuwe types van auto's voldoende veiligheid garanderen kent iedereen. Al die testen, controles en voorzorgsmaatregelen lijken evident, immers de claims zouden enorm zijn als er schade aan mens en/of milieu zou aangericht worden. We leven in een snel veranderende wereld met steeds meer nieuwe producten en processen. Soms zijn ze gericht op meer winst door meer rendement of meer consumptie. Recent wordt er meer gefocust op energiebezuiniging en op duurzaamheid wegens de klimaatverandering. Energietransitie is geen modewoord meer maar een dringende noodzaak. Het klimaatakkoord van Parijs legde doelstellingen vast die door de diverse landen en bestuurlijke niveaus geconcretiseerd worden in maatregelen en regelgeving om deze te bereiken. In Europa wil men erg inzetten op gebouwen met verbeterde thermische isolatie, waardoor thermische

verliezen worden verminderd en er dus minder energie nodig is voor comfortabel wonen. Vanaf 2021 moeten in Europa alle nieuwe gebouwen voldoen aan de Richtlijn 2018/844 / EU en moeten ze voldoen aan de kenmerken van Nearly Zero Energy Building (NZEB). De doelstelling, de aanpak en regelgeving zijn duidelijk. Nu reeds maar ook op korte termijn zullen voor miljarden euro's gebouwen worden gerealiseerd volgens deze richtlijn m.a.w. vele duizende van deze gebouwen, zeg maar vele nieuwe producten, zullen op "de markt" komen. Deze aanpak is toe te juichen maar.... is een NZEB (brand)veilig? Evident toch zou je denken... want als je een nieuw product in de markt zet, controleer je toch vooraf of dat veilig is, zo luidde het toch in de inleiding! Neen dus.... tot op heden is er nog geen degelijk wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de brandveiligheid van NZEB's. Hoe is dat mogelijk? Zijn daar geen financiële middelen voor of ontbreekt de wetenschappelijke kennis? Iedereen heeft toch de mond vol over investeren in innovatie, in kennis en wetenschappelijk onderzoek. Ik heb de indruk dat het dan vooral gaat om ICT, artificiële intelligentie en farmaceutica alsof andere domeinen er niet toe doen. Kan het zijn dat die sectoren alle aandacht en financiële middelen krijgen om hun grote terugverdieneffect? Waarom krijgt het massaal investeren in "de zelfrijdende auto" zo'n hoge prioriteit terwijl het niet eens zeker is dat ons nieuwe gebouwen (brand) veilig zijn voor hun bewoners en voor

50

de hulpverleners wanneer ze moeten tussenkomen als er iets fout gaat. Voor een gedegen antwoord op die vraag, om deze onzekerheid op te helderen, hebben we in Vlaanderen knappe wetenschappers die kunnen instaan voor een passend wetenschappelijke studie. De internationale masteropleiding Fire Safety Engineering aan de UGent is wereldwijd bekend en gewaardeerd om zijn deskundigheid en know how terzake. Ik hou het bij "onvoldoende besef van de noodzaak aan wetenschappelijk onderzoek" en daarom geen interesse om te investeren. Investeren in veiligheid zou economisch ook niet rendabel zijn. Dergelijk onderzoek kost maar een fractie van de investeringen die op dit ogenblik in alle voormelde domeinen voor innovatie worden gedaan. Is Fireforum vzw niet het aangewezen forum om aan te dringen bij de Europese, Belgische én Vlaamse overheden maar ook bij bedrijven om fondsen ter beschikking te stellen om met Vlaamse experten, aangevuld met Europese partners, deze handschoen op te nemen of... moeten er eerst slachtoffers vallen? Ooit stelde Europa zich tot doel: "elke Europeaan heeft recht op een veilige woon- en werkomgeving? Is Nearly Zero-Energy Building fire safe? Just prove it! The mistery man (Mister Yman)


Promat Selector Vind gemakkelijk de meest geschikte fire stopping producten om uw project te voorzien van passieve brandbescherming.

Download gratis de Selector App

• Ontdek in zes stappen welk Fire Stopping product u nodig heeft. • Geteste en gecertificeerde oplossingen • Stapsgewijze installatie

WWW.PROMAT.COM



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.