2 Voorwoord
De Bijbel beter begrijpen Meer dan honderd mensen uit de gereformeerde gezindte werken dit jaar met grote betrokkenheid en inzet aan het unieke project Bijbel met uitleg. Deze Bijbel, die D.V. april/mei 2015 bij uitgeverij De Banier verschijnt, bevat de GBS-editie van de Statenvertaling. Op iedere bladzijde wordt de Bijbeltekst op een eenvoudige en beknopte manier voor jongeren uitgelegd. De uitgave is voorzien van tal van illustraties, foto’s, landkaartjes en tijdschema’s. Verantwoordelijkheid
Uit diverse onderzoeken in de gereformeerde gezindte blijkt dat veel jongeren niet of nauwelijks begrijpen wat ze in de Bijbel lezen. Het taalgebruik van de Statenvertaling ervaren ze vaak als moeilijk. Het gevolg is dat ze de Bijbel dicht laten of modernere Bijbelvertalingen gebruiken. De Bijbel in de betrouwbare Statenvertaling is bij velen van ons vertrouwd en geliefd. Tegelijk moeten we erkennen dat veel woorden in de Statenvertaling in onze tijd niet meer zomaar begrepen worden. Wie denkt bij het woord ‘bagge’ uit Spreuken 11:22 gelijk aan een ring? Zo kunnen we nog vele voorbeelden noemen. Natuurlijk is de werking van de Heilige Geest nodig om de Bijbel te verstaan. Dit ontslaat ons echter niet van de verantwoordelijkheid om ervoor te
zorgen dat de Bijbel voor jongeren (en ouderen) verstaanbaar blijft. We zijn dat aan de God van het Woord verplicht en bovendien hebben ouders dit beloofd bij de doop van hun kind(eren).
Gericht op jongeren
Vorig jaar heeft een grote groep predikanten die betrokken zijn op jongeren nagedacht over de vraag hoe
Jongeren moeten begrijpen wat ze lezen jongeren geholpen kunnen worden om de Bijbel in de Statenvertaling beter te begrijpen. Unaniem is toen besloten om met uitgeverij De Banier uit Apeldoorn een Bijbel met uitleg te gaan maken, die vooral gericht is jongeren. Deze Bijbel is overigens tegelijkertijd geschikt voor
alle niveaus en leeftijden. Om jongeren te bereiken moet de uitleg kort en bondig zijn. Het is niet de bedoeling om Gods Woord ‘leuk’ te maken, maar het moet wel begrijpelijk zijn. Bij de totstandkoming van deze Bijbel worden er gedeelten aan jongeren van de zeven scholen voor reformatorisch voortgezet onderwijs voorgelegd. Hun waardevolle opmerkingen worden waar dat zinvol en mogelijk is in de definitieve uitgave verwerkt. De Bijbel verschijnt in kleur en bevat veel beeldmateriaal dat de uitleg verduidelijkt en het geheel aantrekkelijk maakt.
Eenvoudige en beknopte uitleg
De basistekst van deze Bijbeluitgave is de Statenvertaling. We zijn dankbaar dat de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS) haar tekst van de Statenvertaling geheel belangeloos voor dit project ter beschikking heeft gesteld.
Voorwoord 3
Naast de Bijbeltekst staat op elke pagina in een aparte kolom de verklaring van oudere woorden of moeilijke begrippen in de vorm van een synoniem, een bekender woord met dezelfde betekenis. Onder aan de pagina vindt men, met verwijzing naar één of meerdere Bijbelverzen, een eenvoudige en beknopte uitleg. Deze sluit aan bij de gereformeerde theologie zoals die verwoord is in de kanttekeningen. Elk Bijbelboek wordt voorafgegaan door een inleiding met de belangrijkste achtergrondinformatie: Wie schreef het en wanneer? Over welke tijd gaat het en aan wie is het gericht? Wat is de kern en wat is opvallend in het Bijbelboek? Hoe is de indeling? Aan het begin van ieder Bijbelhoofdstuk staat een korte samenvatting van de inhoud. De begrippen of kernwoorden die bij het Bijbelboek horen, worden in een kader uitgewerkt. Ook worden de belangrijkste Bijbelse kernwoorden uitgelegd. Diverse illustraties, foto’s, landkaartjes en tijdschema’s maken de uitleg nog duidelijker.
Groot project
Een project als Bijbel met uitleg kan onmogelijk door een paar mensen in korte tijd worden uitgevoerd. Daarom is er eerst een stuurgroep gevormd waarin de breedte van de gereformeerde gezindte vertegenwoordigd is. In deze
stuurgroep hebben zitting: ds. J. Belder (PKN), ds. A.A. Egas (CGK), ds. J. Joppe (HHK), ds. B. Labee (GG), ds. J.A. Weststrate (GGinN), drs. P.A. Zevenbergen (OGG), alsmede W.B. Kranendonk en ir. B. Visser van uitgeverij De Banier, onderdeel van de Erdee Media Groep. Voor belangrijke zaken kan de stuurgroep de adviescommissie raadplegen, die bestaat uit prof. dr. A. Baars, ds. J.J. van Eckeveld en dr. W. van Vlastuin. Vanuit de stuurgroep is G. Roos, voorheen adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad, benoemd als projectleider. Samen met hem is een projectplan geschreven en zijn de medewerkers benaderd. Meer dan vijftig predikanten verzorgen de uitleg van één of meer Bijbelboeken. Daarnaast zijn er nog heel wat andere theologen, taalkundigen, docenten en medewerkers van jeugdbonden bij dit grote project betrokken. In totaal zijn er meer dan honderd medewerkers.
Psalmberijming en belijdenisgeschriften De Bijbeluitgave bevat de psalmberijming van 1773 met een inleiding en synoniemen bij onbekende woorden. Tevens zijn de gereformeerde belijdenisgeschriften, zoals de Heidelbergse Catechismus, opgenomen. Ook daarbij zijn oudere woorden van uitleg voorzien. Hierdoor is deze Bijbel niet alleen geschikt voor persoonlijke Bij-
Belangrijk om te weten Wanneer een auteur een concept-uitleg gereed heeft, wordt die vervolgens door een aantal commissies bekeken. Allereerst beoordeelt een niveaucommissie de tekst op leesbaarheid en bekijkt of jongeren die begrijpen. Dan gaat het manuscript naar de taalcommissie, die de literaire kwaliteit bewaakt. Ten slotte is er de eindredactiecommissie, die zorg draagt voor de inhoudelijke en theologische toetsing en waakt voor de uniformiteit. Daarnaast zijn er mensen betrokken bij het opstellen van de synoniemenlijsten, het zoeken naar illustraties, de vormgeving en de public relations. Zorgvuldigheid staat bovenaan.
belstudie, maar ook voor gebruik in het gezin, op school en de catechisatie. Het is uniek dat we met zo veel mensen uit verschillende kerken in grote eensgezindheid samenwerken aan dit mooie project. We hopen dat straks iedereen deze Bijbel in huis heeft en bidden of de Heere de inhoud daarvan zegent aan het hart, opdat Zijn Koninkrijk wordt uitgebreid. Ds. J. Joppe, namens de stuurgroep Bijbel met uitleg
4 Uitleg
Op elke pagina van de Bijbel met uitleg staat een synoniemenkolom. Veel jongeren en ouderen kunnen zich weinig meer voorstellen bij een aantal Bijbelse woorden die vroeger gangbaar waren. In de synoniemenkolom worden dergelijke woorden kort en puntig uitgelegd. Als een woord op meer plaatsen in het Bijbelboek voorkomt, wordt het telkens van een synoniem voorzien.
Elk hoofdstuk wordt voorafgegaan door een korte inleiding. De inleiding biedt een korte, zakelijke samenvatting van de inhoud van het hoofdstuk.
EZRA 4:10 641 1 kinderen der gevangenis de ballingen 2 hoofden der vaderen familiehoofden 3 hoofden der vaderen familiehoofden 5 raad plan 8 kanselier president van de raad 8 schrijver secretaris 9 kanselier president van de raad 9 schrijver secretaris 12 opgetogen weggetrokken 12 rebelle opstandige 12 voltrekken voltooien 13 voltrokken voltooid zijn 13 cijns belasting 13 ouden impost en tol heffingen of tol 14 trekken ontvangen
De Bijbel bevat tal van full color illustraties van bijvoorbeeld een archeologische vondst, oude gebruiksvoorwerpen of de huidige situatie van een stad of gebied.
Een reliëf van de Perzische koning Xerxes I (Ahasvéros). Xerxes was de man van koningin Esther (zie Esth. 2:16-17).
Er staan in deze Bijbel honderden kaders waarin extra uitleg wordt gegeven. De inhoud van de kaders is divers. Het kan gaan over de verschillende Assyrische en Perzische vorsten die in het boek Ezra ter sprake komen, maar ook over bijvoorbeeld de verschijningen van de Heere Jezus na Zijn opstanding (kader bij 1 Kor. 15).
6. assyrische en perzische vorsten in ezra 4 Assyrische vorsten Esarhaddon (Esar-Haddon)
c.a. 681-669 v. Chr.
Ezra 4:2
Assurbanipal (Asnappar)
669-627 v. Chr.
Ezra 4:10
Perzische vorsten Cyrus II (Kores)
539-530 v. Chr.
Cambyses II
530-522 v. Chr.
Gaumata
522 v. Chr.
Ezra 4:5
Daríus I
522-486 v. Chr.
Ezra 4:5 en 24
Xerxes I (Ahasvéros)
486-464 v. Chr.
Ezra 4:6
Artaxerxes I (Arthahsasta)
464-423 v. Chr.
Ezra 4:7-23
ment voor de oude mensen die de tempel van Sálomo (het eerste huis) nog hebben gezien. Het huilen van de oude mensen wordt overstemd door het gejuich van de anderen. De profeet Haggaï spreekt de Joden zestien jaar later moed in: ‘De heerlijkheid van dit laatste huis zal groter worden dan van het eerste, zegt de heere der heirscharen; en in deze plaats zal Ik vrede geven, spreekt de heere der heirscharen’ (Hagg. 2:10). Deze tempel zal betreden worden door Jezus Christus, de Vredevorst. 4:1-2 De tegenstanders (wederpartijders) van de Joden vragen of ze mee mogen helpen bij de bouw van de tempel. Het verzoek komt van de Samaritanen. Dat zijn mensen die door de Assyrische koning Esarhaddon
De Joden ondervinden tegenstand bij de herbouw van de tempel. Niet alleen in de tijd van Zerubbábel en Jésua, maar ook in twee latere perioden: tijdens de regering van koning Xerxes en in de tijd van Ezra zelf. Tegenslag bij den herbouw Toen nu de wederpartijders van Juda en Benjamin hoorden, dat de kinderen der gevangenis den heere, den God Israëls, den tempel bouwden, 2 Zo kwamen zij aan tot Zerubbábel en tot de hoofden der vaderen, en zeiden tot hen: Laat ons met ulieden bouwen, want wij zullen uw God zoeken gelijk gijlieden; ook hebben wij Hem geofferd sinds de dagen van aEsar-Haddon, den koning van Assur, die ons herwaarts heeft doen optrekken. a 2 Kon. 17:29, enz. 3 Maar Zerubbábel en Jésua en de overige hoofden der vaderen van Israël zeiden tot hen: Het betaamt niet dat gijlieden en wij onzen God een huis bouwen; maar wij alleen zullen het den heere, den God Israëls, bouwen, bgelijk als de koning Kores, koning van Perzië, ons geboden heeft. b Ezra 1:1, 2, 3. 4 Evenwel maakte het volk des lands de handen des volks van Juda slap, en verstoorde hen in het bouwen; 5 En zij huurden tegen hen raadslieden, om hun raad te vernietigen, al de dagen van Kores, koning van Perzië, tot aan het koninkrijk van Daríus, den koning van Perzië. 6 En onder het koninkrijk van Ahasvéros, in het begin zijns koninkrijks, schreven zij een aanklacht tegen de inwoners van Juda en Jeruzalem. 7 En in de dagen van Arthahsasta schreef Bislam, Mithredath, Tábeël en de overigen van zijn gezelschap aan Arthahsasta, koning van Perzië; en het schrift van den brief was in het Syrisch geschreven en in het Syrisch uitgelegd. 8 Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, schreven een brief tegen Jeruzalem, aan den koning Arthahsasta, op deze manier: 9 Toen Rehum, de kanselier, en Simsai, de schrijver, en de overigen van hun gezelschap: de Dinaïeten, de Afarsathchieten, de Tarpelieten, de Afarsieten, de Archevieten, de Babyloniërs, de Susanchieten, de Dehavieten, de Elamieten, 10 En de overige volken die de grote en vermaarde Asnappar heeft vervoerd en doen wonen in de stad van Samaría, ook de overigen aan deze zijde
4
(Esar-Haddon) in de zevende eeuw voor Christus van elders in ballingschap zijn gevoerd naar het gebied van de tien stammen. Zij vermengden zich met de Israëlieten die achtergebleven waren toen Assyrië de inwoners van het Tienstammenrijk wegvoerde (vgl. Jes. 7:8). De Samaritanen houden er een ‘menggodsdienst’ op na: zij dienen hun eigen afgoden, maar ook de Heere als de God van het land waar ze nu wonen (zie 2 Kon. 17:2341 en Jer. 41:5). 4:3 Het aanbod van de Samaritanen wordt afgewezen. De Joden beseffen dat hun eigen godsdienst groot gevaar loopt, als ze in godsdienstige zaken gaan samenwerken met mensen die afgoden dienen. 4:4-5 Door de tegenstand worden de Joden
ontmoedigd. De bouw van de tempel loopt vertraging op. Uit Haggaï 1 blijkt dat er nog een reden is waarom er vertraging optreedt: de mensen geven voorrang aan de bouw van hun eigen huizen. 4:6-10 Tegenstanders van de Joden schrijven steeds brieven aan de Perzische machthebbers waarin zij de Joden zwart maken. Zo proberen ze te voorkomen dat de stad Jeruzalem en haar muren weer worden opgebouwd. Er worden brieven geschreven tijdens de regering van Xerxes I (Ahasvéros) (vers 6) en tijdens de regering van Artaxerxes I (Arthahsasta) (vers 7 en 8-23). Xerxes en Artaxerxes zijn twee koningen die na Daríus regeerden (zie 6 ). De brieven gaan niet over de herbouw van de tempel, maar over de
Alle Bijbelverzen worden voorzien van aantekeningen. Deze hebben een toelichtend en verklarend karakter. Bij de uitleg wordt niet alleen gelet op de taalkundige betekenis van de Bijbeltekst. Er wordt ook aandacht gegeven aan de geestelijke zin van de tekst. De medewerkers aan deze Bijbeluitgave voegen zich naar het geestelijk klimaat waarin de kanttekeningen bij de Statenvertaling tot stand kwamen. Er worden geen appellerende passages of persoonlijke toepassingen opgenomen.
Uitleg 5
De inhoud van de vele kaders verschilt. Soms wordt bijvoorbeeld een relevant historisch gegeven uitgelegd. Of het kader bestaat uit een schema dat bepaalde verbanden inzichtelijk maakt. Soms wordt in het kader een landkaart van toelichting voorzien.
EZRA 5:14 643
Eufraat en de Middellandse Zee: het huidige Syrië, Libanon, Israël en Jordanië. Afhankelijk van de positie van de schrijver wordt het gebied ‘aan deze zijde der rivier’ (Ezra 5:3 en
6) of ‘aan gene zijde der rivier’ (Ezra 4:20) genoemd. Thathnai (Ezra 5:3) was satraap of landvoogd over dat grote gebied, waarvan Juda weer een onderdeel was.
AS E ZEE
C A P PA D Ó C I Ë
SC
H
O
GEDROSIË
E O
LF
Nijl
Indus
PERZIË
ARABISCHE WOESTIJN
E
men waren der mannen die dit gebouw bouwden. 5 Doch het oog huns Gods was over de oudsten der Joden, dat zij hun niet beletten, totdat de zaak aan Daríus kwam, en zij alsdan daarover een brief wederbrachten. 6 Afschrift van den brief dien Thathnai, de landvoogd aan deze zijde der rivier, met Sthar-Boznai en zijn gezelschap, de Afarsechaïeten die aan deze zijde der rivier waren, aan den koning Daríus zond. 7 Zij zonden een verhaal aan hem; en daarin was aldus geschreven: Den koning Daríus zij alle vrede. 8 Den koning zij bekend, dat wij getogen zijn naar het landschap Juda, ten huize des groten Gods, hetwelk gebouwd wordt met grote stenen, en het hout wordt gelegd in de wanden; en datzelve werk wordt ras gedaan en gaat voorspoediglijk door hun handen voort. 9 Toen hebben wij denzelven oudsten gevraagd en aldus tot hen gezegd: Wie heeft ulieden bevel gegeven dit huis te bouwen en dezen muur te voltrekken? 10 Wijders hebben wij hun ook hun namen afdersteunen de bouwers door middel van hun aanmoedigingen en profetische woorden (zie 7 ). De bouwers worden aangestuurd door Zerubbábel en Jésua. 5:3-4 De Perzische landvoogd Thathnai (zie ook 8 ) en Sthar-Boznai, waarschijnlijk de secretaris van Thathnai, vragen wie er opdracht heeft gegeven aan de Joden om de tempel te herbouwen. Het antwoord van
Persepolis
ZI
G
1200 km
ZE
800
DE
600
CH
TRA EUF NSRA AT
t
RO
Thebe
ARIË SAGARTIË
PER
EGYPTE
400
PA R T H I Ë IË
BA BY L O N SUSIANA
Memphis
200
ED
Babel
Jeruzalem
LYBIË
M
RA
aa
fr
A
ris
MIDDELLANDSE ZEE
BACTRIË
Tig
Eu
0
SCH
KAUKASUS LYDIË
De uitgave bevat meer dan honderd landkaarten. De ene keer verschaft de kaart inzicht in de politieke situatie van de tijd waarin het Bijbelboek is geschreven. Een andere keer geeft hij aan waar plaatsen of gebergten lagen.
arja
CHORASMIË
PI
THRACIË
Syr D
ARAL MEER
K ZWARTE ZEE
Ë
Het Perzische rijk was verdeeld in twintig satrapieën, onder leiding van een satraap. Juda behoorde tot de satrapie ‘Over de rivier’ of ‘Trans-Eufraat’, het gebied tussen de
SI
8. satrapieën
6 gezelschap collega’s 8 landschap gewest, provincie 8 ras spoedig 9 voltrekken voltooien 10 Wijders verder 10 overschrijven noteren 14 vaten voorwerpen
gevraagd, dat wij ze u bekendmaakten; dat wij mochten overschrijven de namen der mannen die hoofden onder hen zijn. 11 En zij hebben ons dusdanig antwoord wedergegeven, zeggende: Wij zijn knechten van den God des hemels en der aarde, en bouwen het huis dat vele jaren vóór dezen is gebouwd geweest; want een groot koning Israëls had het gebouwd en voltrokken. 12 Maar bnadat onze vaders den God des hemels hadden vertoornd, heeft Hij hen gegeven in de hand van Nebukadnézar, den koning van Babel, den Chaldeeër; dewelke dat huis heeft vernield en het volk naar Babel weggevoerd. b 2 Kron. 36:16, 17, enz. 13 cDoch in het eerste jaar van Kores, koning van Babel, heeft de koning Kores bevel gegeven dit huis Gods te bouwen. c 2 Kron. 36:22, enz. Ezra 1; enz. 14 Ja, de vaten van Gods huis, welke van goud en zilver waren, die Nebukadnézar uit den tempel die te Jeruzalem was, had weggenomen en dezelve gebracht in den tempel van Babel, die heeft de koning Kores uitgehaald uit den tempel van Babel en zij zijn dgegeven aan een wiens naam was Sesbázar, dien hij tot landvoogd had gesteld;
de Joden staat in de brief die volgt (zie vers 11-16). 5:5 God zorgt ervoor dat de Joden voorlopig mogen doorgaan met de bouw van de tempel totdat er antwoord is gekomen op de brief van Thathnai. 5:6 Landvoogd Thathnai schrijft een brief aan koning Daríus (vers 6-17). 5:7 De brief begint met de gebruikelijke
d Ezra 1:8.
groet van vrede aan koning Daríus. 5:8-10 Thathnai en de zijnen doen verslag van hun bezoek aan de tempel in aanbouw. Zij hebben daar aan de Joden gevraagd wie er bevel had gegeven voor de bouw en wie hun leiders waren. 5:11-16 De Joden antwoordden Thathnai dat er al eerder een tempel heeft gestaan. Deze is verwoest vanwege de zonden van
En verder: De Bijbel met uitleg wordt ingeleid door een duidend artikel waarin wordt ingegaan op vragen zoals: Hoe is de Bijbel ontstaan? Wat is inspiratie? Uit welke delen bestaat de Bijbel? Hoe lees je de Bijbel? ■ In een uitvoerig artikel wordt ingegaan op de zogeheten intertestamentaire periode, de tijd tussen het Oude en het Nieuwe Testament. ■
Enkele tientallen Bijbelse kernwoorden (zoals ‘genade’, ‘kruis’ en ‘goedertierenheid’) worden in speciale kaders uitvoeriger toegelicht. Deze kernwoorden zijn te vinden via een speciaal register dat achterin is opgenomen. ■ Verschillende registers maken het mogelijk om op eenvoudige wijze in de Bijbel te zoeken naar Bijbelse kernwoorden, kaders en landkaarten. ■
EZRA Wanneer is het geschreven? Het Bijbelboek Ezra is in ieder geval geschreven na het jaar 430 voor Christus (Neh. 13:6) en voor het jaar 423 voor Christus (de dood van koning Artaxerxes).
in het kort auteur: Onbekend, mogelijk Ezra datering: Tussen het jaar 430 en 423 voor Christus inhoud: Terugkeer uit ballingschap en herbouw van de tempel
Wie schreef het? Het is onduidelijk wie de auteur is van het Bijbelboek Ezra. Een gedeelte (Ezra 7:27-9:15) is in de ik-vorm geschreven. Mogelijk is Ezra daarvan de schrijver. In het algemeen worden Kronieken, Ezra en Nehemia als een doorlopende geschiedschrijving met dezelfde boodschap gezien. Mogelijk zijn deze boeken ook in dezelfde kring ontstaan. Het Bijbelboek Ezra is niet het enige boek waarin we over Ezra lezen. We komen hem ook tegen in het Bijbelboek Nehémia. Daarin wordt beschreven hoe hij het volk onderwijst in de wet van God (Neh. 8, zie ook 9 ). Ezra is dertien jaar eerder dan Nehémia naar Jeruzalem gekomen (zie 2 ). Beide mannen hebben nauw met elkaar samengewerkt (zie bijv. Neh. 8:9-10). De priester Ezra als geestelijk leider, Nehémia als politiek leider.
denis van de priester Ezra zelf. Die gebeurtenissen spelen zich veel later af (zie ook 2 ). Wat is de kern? Het Bijbelboek Ezra laat zien hoe God Zijn belofte vervult (Ezra 9:8-9). Israël keert terug uit ballingschap, de tempel in Jeruzalem wordt herbouwd en de eredienst hervat.
Over welke tijd gaat het? De Bijbelboeken Ezra en Nehémia beschrijven de geschiedenis van het Joodse volk na de ballingschap tot en met het optreden van Ezra en Nehémia (zie 2 ). Het Bijbelboek Ezra geeft informatie over een periode van een kleine honderd jaar. Het Perzische rijk is dan dé wereldmacht. De Perzen hebben onder leiding van koning Kores de Babyloniërs verslagen. Tijdens de regering van zijn opvolgers breidt het rijk zich verder uit. Ook Juda is onderdeel van het Perzische rijk (zie 1 ). De vorige wereldmachten Assyrië en Babel onderdrukten de overwonnen volken met harde hand. De Perzische heersers stellen zich verdraagzaam op. Zij proberen zo hun onderdanen voor zich te winnen. Het Bijbelboek Ezra bestaat uit twee delen. Het eerste deel, de hoofdstukken 1-6, behandelt de terugkeer van Israël uit Babel en de periode die direct daarop volgt. Het tweede deel, de hoofdstukken 7-10, vertelt de geschie-
Wat is bijzonder? aansluiting Het boek Ezra sluit goed aan op het Bijbelboek 2 Kronieken. In het laatste hoofdstuk van 2 Kronieken wordt beschreven hoe de koning van Babel, Nebukadnézar, Jeruzalem verwoest en een groot deel van de inwoners wegvoert naar Babel. Het boek eindigt met verzen van hoop: er zal na zeventig jaar een terugkeer komen omdat God dat heeft beloofd aan Zijn knecht Jeremia (Jer. 25:11 en Jer. 29:10). Het boek Ezra begint met dezelfde woorden als waarmee 2 Kronieken eindigt (vgl. 2 Kron. 36:22-23 en Ezra 1:1-3). leiding Een centraal thema in het Bijbelboek Ezra is Gods leiding. Hij zorgt ervoor dat koning Kores aan de Joden toestemming geeft om terug te keren (Ezra 1:1). God maakt koningen gewillig (vgl. Spr. 21:1). Dat blijkt
1. het perzische rijk ten tijde van ezra (omvang rond het jaar 458 v. chr.) ARAL MEER
SP
ISC EE HE Z
Byzantium Tig
Sardis Eu
Assur
fr
aa
Jeruzalem
Cyréne
Babel Uruk
Susan
H
E LF
1200 km
SC
O
800
ARABISCHE WOESTIJN
ZI
G
600
E
400
ZE
200
DE
0
RO
Thebe
Nijl
PER
Pasargadae Persepolis
Indus
Memphis
Ecbatana
t
Damascus
ris
Aleppo MIDDELLANDSE ZEE
arja
KA
ZWARTE ZEE
Syr D
Patala
niet alleen bij koning Kores, maar ook bij de koningen Daríus (Ezra 6:22) en Arthahsasta (Ezra 7:6 en 27). God zorgt er ook voor dat er mensen zijn die terug willen keren (Ezra 1:5). In het verhaal van Ezra’s terugkeer wordt de ‘hand van God’ maar liefst zes keer genoemd (zie Ezra 7:6, 9 en 28 en Ezra 8:18, 22 en 31). Ezra merkt Gods leiding op en dankt God ervoor (Ezra 7:27-28). Omdat Ezra weet dat God alles leidt, bidt hij om Gods hulp. En ‘Hij liet Zich van ons verbidden’ (Ezra 8:21-23). bedreiging Dat God alle dingen leidt, betekent niet dat er geen moeilijkheden zijn. Het voortbestaan van het Joodse volk wordt bedreigd. Die bedreiging komt van buitenaf en van binnenuit. Van buitenaf is er de tegenstand van de Samaritanen, zowel in de tijd van Zerubbábel als in de tijd van Ezra en Nehémia. Van binnenuit is er het probleem van de huwelij-
ken met een heidense man of vrouw, waardoor de Joodse godsdienst gevaar loopt (Ezra 9-10). eredienst De terugkeer is niet alleen een terugkeer naar het land, maar ook een terugkeer naar de dienst van God. Altaar en tempel worden opgebouwd op dezelfde plaats waar ze eerst hebben gestaan (Ezra 3:3 en Ezra 5:15). De offerdienst wordt hersteld ‘gelijk geschreven is in de wet van Mozes’ (Ezra 3:2). Muziek en zang gebeuren ‘naar de instelling van David’ (Ezra 3:10). De eredienst wordt weer georganiseerd ‘naar het voorschrift des boeks van Mozes’ (Ezra 6:18). Ezra komt naar Jeruzalem om het volk te onderwijzen in de wet van God (Ezra 7:10, zie ook 9 ). De teruggekeerde ballingen hebben een groot verlangen om naar Gods Woord te leven. bekering De boodschap van de profeten in de tijd voor de ballingschap
hoe is de indeling? 1-2
Terugkeer uit ballingschap onder leiding van Zerubbábel en Jésua
3-6
Herbouw van de tempel gaat van start
4
Tempelbouw ligt stil
5-6
Bouw wordt hervat; inwijding van de tempel
7-8
Terugkeer uit ballingschap onder leiding van Ezra
9-10
Heidense vrouwen worden weggestuurd
had meestal geen effect. Daarom kwam God met Zijn straffen (2 Kron. 36:15-16). Na de ballingschap is dat anders. Er wordt geluisterd naar de prediking van Haggaï en Zacharia (Ezra 5) en naar de schuldbelijdenis van Ezra (Ezra 9). Het volk bekeert zich.
De Tempelberg in Jeruzalem. In het jaar 538 voor Christus keert een deel van het volk Israël terug uit ballingschap (Ezra 1-2). De tempel wordt herbouwd en de eredienst hervat (Ezra 5-6).
636
EZRA 1:1
2. chronologie Verovering en verdeling Kanaän 1406-1375 v. Chr. Aartsvaders 2166-1859 v. Chr.
Verblijf in Egypte 1876-1446 v. Chr.
Uittocht en woestijnreis 1446-1406 v. Chr.
oude testament
Kores (Cyrus II) 539-530 v. Chr.
Cambyses II 530-522 v. Chr.
Gaumata 522 v. Chr.
Daríus I 522-486 v. Chr.
perzische vorsten terugkeer tweestammenrijk uit ballingschap 536 v. Chr. Fundament van de tempel gelegd Ezra 3
530 v. Chr. Tempelbouw komt stil te liggen Ezra 4:24
515 v. Chr. Inwijding van de tempel Ezra 6 520 v. Chr. Haggaï en Zacharía profeteren, de tempelbouw hervat Ezra 5:1-2
537 v. Chr. Eerste terugkeer van Joodse ballingen, onder leiding van Zerubbábel en Jésua Ezra 2 538 v. Chr. Kores geeft de Joden toestemming om terug te keren naar Israël Ezra 1:1-4 beschreven periode bijbelboek Ezra
538-457 v. Chr. Esther Haggaï Zacharía
520 v. Chr. 520-518 v. Chr.
Kores maakt bekend dat de Joden mogen terugkeren naar hun vaderland. Hij wil dat zij in Jeruzalem de tempel herbouwen. De gebruiksvoorwerpen die Nebukadnézar uit de tempel had geroofd, worden meegegeven. De terugkeer naar Jeruzalem In ahet eerste jaar nu van Kores, koning van Perzië, opdat volbracht werd het bwoord des heeren, uit den mond van Jeremía, verwekte de heere den geest van Kores, koning van Perzië, dat hij een stem liet doorgaan door zijn ganse koninkrijk, zelfs ook in geschrifte, zeggende:
1
a 2 Kron. 36:22. b Jer. 25:12; 29:10.
2 Zo zegt Kores, koning van Perzië: De heere, de God des hemels, heeft mij alle koninkrijken der aarde gegeven; en Hij heeft mij bevolen Hem een huis te bouwen te Jeruzalem, hetwelk in Juda is. 1:1 God had ongeveer zeventig jaar geleden door middel van de profeet Jeremía voorzegd dat het volk Israël terug zou keren naar zijn land (Jer. 25:12 en Jer. 29:10, vgl. ook Jes. 44:28 en Jes. 45:1 en 13). In het eerste regeringsjaar van Kores (het jaar 538 v. Chr.) is het zover. De Perzische koning neemt een besluit en zorgt ervoor dat iedereen in zijn rijk het hoort. God zorgt ervoor dat Kores dat doet. Wanneer de Heere iets belooft, doet Hij het ook.
1 verwekte wekte op 4 lieden zijner plaats plaatsgenoten 4 bevorderlijk zijn helpen 4 have goederen 4 benevens naast 5 maakten zich op maakten zich gereed voor vertrek 5 hoofden der vaderen familiehoofden 5 benevens naast 6 sterkten hun handen ondersteunden 6 vaten voorwerpen
3 Wie is onder ulieden van al Zijn volk? Zijn God zij met hem, en hij trekke op naar Jeruzalem, dat in Juda is; en hij bouwe het huis des heeren, des Gods van Israël; Hij is de God, Die te Jeruzalem woont. 4 En al wie achterblijven zou in enige plaatsen waar hij als vreemdeling verkeert, dien zullen de lieden zijner plaats bevorderlijk zijn met zilver en met goud en met have en met beesten; benevens een vrijwillige gave voor het huis Gods, Die te Jeruzalem woont. 5 Toen maakten zich op de hoofden der vaderen van Juda en Benjamin, en de priesters en de Levieten, benevens een iegelijk wiens geest God verwekte, dat zij optrokken om te bouwen het huis des heeren, Die te Jeruzalem woont. 6 Allen nu die rondom hen waren, sterkten hunlieder handen met zilveren vaten, met goud, met
1:2-4 Alle Joden krijgen toestemming om naar Jeruzalem terug te keren om daar de tempel (een huis) te bouwen. Hun buren moeten van hun eigen bezittingen een deel aan de Joden meegeven, samen met geld als offergave voor de herbouw van de tempel. Uit de formulering van zijn afkondiging blijkt dat Kores niet alleen de God van Israël erkent, maar ook andere goden dient. 1:5 Niet iedereen gaat mee. Alleen die men-
sen gaan mee, die door God gewillig worden gemaakt om de tempel te herbouwen. Het is opvallend dat dit vers alleen spreekt over de stammen van Juda en Benjamin (het Tweestammenrijk). Over een terugkeer van de overige stammen van Israël lezen we nergens in het Oude Testament. 1:6 De buren van de Joden luisteren naar het bevel van koning Kores (vers 4). Zij geven de Joden allerlei geschenken.
EZRA 2:2
637
Terugkeer Tweestammenrijk 538-430 v. Chr. Richterentijd 1375-c.a. 1040 v. Chr.
Verenigd koninkrijk c.a. 1040-931 v. Chr.
Ahasvéros (Xerxes I) 486-464 v. Chr.
Ballingschap 722-538 v. Chr.
Arthahsasta (Artaxerxes I) 464-423 v. Chr.
c.a. 464-458 v. Chr. Arthahsasta blokkeert de herbouw van de muren van Jeruzalem Ezra 4:7-23
479 v. Chr. Esther wordt koningin Esth. 2:17
Verdeeld koninkrijk 931-586 v. Chr.
458 v. Chr. Tweede terugkeer van Joodse ballingen, onder leiding van Ezra Ezra 7-8
473 v. Chr. Hamans plan om alle Joden in het Perzische rijk te doden, mislukt Esth. 3 en 8-9
445 v. Chr. Derde terugkeer van Joodse ballingen, onder leiding van Nehémia Neh. 2 Restauratie van de stadsmuren van Jeruzalem voltooid Neh. 6:15
Volksvergadering in Jeruzalem Ezra 10
Nehémia
445-430 v. Chr
483-473 v. Chr.
Maleáchi
c.a. 450 v. Chr.
3. sesbázar
Wie was Sesbázar (Ezra 1:11)? Sommigen denken dat hij dezelfde persoon is als Zerubbábel. Dat is echter niet aannemelijk. De namen Sesbázar en Zerubbábel zijn allebei Babylonische namen. Het ligt niet voor de hand dat één persoon twee Babylonische namen heeft. Vergelijk dit met Daniël, die naast zijn Hebreeuwse naam een Babylonische naam had (Béltsazar, Dan. 1:7). Sesbázar is van Joodse afkomst. Hij wordt immers ‘vorst van Juda’ genoemd (Ezra 1:8). Hij is door koning Kores aangesteld tot landvoogd over Juda (Ezra 5:14). Hij zorgt ervoor dat de fundamenten van de tempel worden gelegd (Ezra 5:16).
have en met beesten en met kostelijkheden; behalve alles wat vrijwilliglijk gegeven werd. 7 Ook bracht de koning Kores uit, de vaten van het huis des heeren, die cNebukadnézar uit Jeruzalem had uitgevoerd, en had ze gesteld in het huis zijns gods. c 2 Kon. 24:13. 2 Kron. 36:7. 8 En Kores, de koning van Perzië, bracht ze uit door de hand van Mithredath, den schatmeester, die ze Sesbázar, den vorst van Juda, dtoetelde. d Ezra 5:14. 1:7-11 Nebukadnézar had al de gebruiksvoorwerpen uit de tempel in Jeruzalem geroofd en naar Babel gebracht (zie 2 Kon. 24:13 en 2 Kron. 36:7). Mithredath, de schatbewaarder, moet de voorwerpen teruggeven
6 have goederen 7 vaten voorwerpen 8 bracht ze uit liet ze tevoorschijn brengen 8 toetelde overdroeg en telde 9 bekkens schalen 10 vaten voorwerpen 1 kinderen bewoners 1 landschap gewest, provincie 1 gevangenis ballingschap 2 getal der aantal
9 En dit is hun getal: dertig gouden bekkens, duizend zilveren bekkens, negen en twintig messen; 10 Dertig gouden bekers, vierhonderd en tien andere zilveren bekers; andere vaten, duizend. 11 Alle vaten van goud en van zilver waren vijfduizend en vierhonderd; deze alle voerde Sesbázar op, met degenen die van de gevangenis opgevoerd werden, van Babel naar Jeruzalem. Een overzicht van de mensen die terugkeren naar Juda. Ook wordt verslag gedaan van de aankomst in Juda. Register van hen die terugkeerden Dit zijn de kinderen van dat landschap die optogen uit de gevangenis der weggevoerden, die Nebukadnézar, koning van Babel, weggevoerd had naar Babel, die naar Jeruzalem en Juda zijn wedergekeerd, een iegelijk naar zijn stad; 2 Dewelke kwamen met Zerubbábel, Jésua, Nehémia, Serája, Reëlaja, Mórdechai, Bilsan, Mispar, Bigvai, Rehum en Báëna. Dit is het getal der
2
aan de Joden. Alles wordt geteld en overhandigd aan Sesbázar, de leider van de Joden (zie 3 ). Met ‘gevangenis’ wordt hier de Babylonische ballingschap bedoeld. 2:1 Iedereen keert terug naar ‘zijn stad’, naar
de stad waar zijn familie vroeger heeft gewoond. Het gaat hier over het ‘overblijfsel’ waarvan de profeten gesproken hebben. God brengt Zijn volk terug (zie Jer. 23:3). 2:2 Dit vers noemt de leiders van de Joden.
ÉFEZE Wanneer is het geschreven? Paulus schrijft de brief als hij gevangenzit (Ef. 3:1, Ef. 4:1 en Ef. 6:20). De apostel zat langere tijd gevangen in Cesaréa (Hand. 23-26) en in Rome (Hand. 28). De brief aan de gemeente van Éfeze is waarschijnlijk geschreven vanuit Rome in het jaar 60 of 61 na Christus.
in het kort auteur: Paulus lezers: Christenen in Éfeze en omliggende plaatsen datering: Het jaar 60 of 61 na Christus inhoud: Onderwijs over leer en leven van een christen
Wie schreef het? De Éfezebrief is geschreven door de apostel Paulus. Zie voor meer informatie over Paulus de inleiding op Romeinen.
Wat is de kern? Paulus benadrukt in de Éfezebrief dat een zondaar uit genade zalig wordt door het geloof (Ef. 2:8-9). Hij roept de gelovigen in Éfeze op om iedere dag weer te leven tot eer van God (Ef. 2:10 en Ef. 4:1-3).
Aan wie is het gericht? De apostel Paulus schrijft een brief aan de christenen uit Éfeze en de omliggende plaatsen (zie ook 1 en 2 ). De apostel is eerder op bezoek geweest in deze havenstad (zie Hand. 19 en 20).
Wat is bijzonder? lofprijzing Het eerste hoofdstuk van Éfeze bevat een uitvoerige lofprijzing op de drie-enige God (Ef. 1:3-14). Deze verzen vormen in het Grieks één lange zin. Paulus wijst op het grote
voorrecht van gelovigen. De hemelse Vader heeft ze lief met een eeuwige liefde. Hij verlost hen door de kruisdood van Zijn eigen Zoon en Hij geeft hun hiervan een blijde zekerheid in het hart door Zijn Heilige Geest Die in de gelovigen woont. eenheid In Éfeze 2 vers 11-22 wijst Paulus op de eenheid die er in Christus is tussen Jood en heiden. Vóór de komst van Christus leek de situatie van de heidenen hopeloos (Ef. 2:12). Door Christus Jezus is dat veranderd. De scheidingsmuur tussen Jood en heiden is afgebroken (Ef. 2:14). In Christus zijn zowel de Joden als de heidenen ‘huisgenoten Gods’ (Ef. 2:19). in christus In de Éfezebrief gebruikt Paulus zo’n 35 keer de term ‘in Christus’. Hij geeft daarmee aan dat we niet kunnen leven en sterven zonder nauwe verbondenheid met Christus Zelf, door het geloof.
1. éfeze THRACIË
Filippi
BITHYNIË
Bérea
AL
G
ÓNIË
ED AC M
Pérgamum Thyatíra Antiochíë Sardis Filadélfia Smyrna
Ikónium Lystre Derbe
Delphi
ÉFEZE
Laodicéa
Miléte
Athene
Korinthe
ÁT
AZIË
Tróas
EGEÏSCHE ZEE
IË
Thessaloníca
Kolosse
PATMOS
ACHÁJE
LYCIË
PA M F
Perga
YLIË
CILI
Patára
Sparta RHODOS
CYPRUS
KRETA 0
50
100
150
200 km
MIDDELLANDSE ZEE
CI
Ë
In Christus ligt de zaligheid van een christen. kerk Paulus geeft in deze brief veel onderwijs over het wezen, de kern van de christelijke gemeente (Ef. 4:1-16). Éfeze wordt daarom wel de ‘kerkbrief’ genoemd. Het wezen van de kerk wordt door Paulus onder andere vergeleken met een tempel (Ef. 2:21), het lichaam van Christus (zie o.a. Ef. 1:2223 en Ef. 4:12) en de bruid van Christus (Ef. 5:22-33).
2. éfeze
Éfeze was een belangrijke havenstad aan de westkust van Klein-Azië, het huidige Turkije (zie 1 ). In Éfeze stond een belangrijke tempel van de godin Artemis (haar Romeinse naam is Diána, Hand. 19:24). Deze tempel was in de Oudheid een van de zeven grote wereldwonderen. In Handelingen 19 lezen we hoe mensen die financieel afhankelijk waren van de tempel in opstand komen. In het plaatselijke theater schreeuwen de inwoners van Éfeze twee
levensstijl In de laatste hoofdstukken van Éfeze staan veel aanwijzingen voor een christelijke levensstijl. Paulus roept christenen op om vergevingsgezind te zijn (Ef. 4:32) en elkaar hartelijk lief te hebben (Ef. 4:13). Hij waarschuwt voor het misbruik van de tong (Ef. 4:29) en roept op om in Gods kracht dapper te strijden tegen duivelse machten (Ef. 6:10-20).
uur lang: ‘Groot is de Diána der Efézeren!’ (zie Hand. 19:34). Het theater van Éfeze was ontzettend groot. Geschat wordt dat er zeker 20.000 mensen in konden. In Éfeze ontstaat ook een christelijke gemeente. Deze gemeente bestaat uit christenen met een Joodse achtergrond en christenen met een heidense achtergrond. De gemeente is door Paulus gesticht. Hij bezoekt Éfeze verschillende keren. Tijdens zijn derde zendingsreis verblijft hij zelfs
Restanten van het theater van Éfeze (zie ook Hand. 19:29)
hoe is de indeling? 1:1-2
Groet
1:3-14
Lofprijzing van God om Zijn genadegaven
1:15-23
Gebed voor de gemeente
2-3
Heil in Christus voor Jood en heiden
4-6:20
De verantwoordelijkheden van een christen
6:21-24
Mededelingen en groet
drie jaar in Éfeze (Hand. 18:23-20:1). In Handelingen 20 vers 17-38 lezen we hoe Paulus in Miléte op een indrukwekkende manier afscheid neemt van de ambtsdragers van de gemeente te Éfeze. Van de stad Éfeze is vandaag weinig meer over. Door oorlogen, financiële tegenslagen en zware aardbevingen raakte de stad in verval. Bij archeologische opgravingen zijn resten van de tempel van Artemis gevonden. Ook zijn er beelden haar opgegraven.
2048
ÉFEZE 1:1
Paulus looft God voor de geestelijke zegeningen die de gelovigen in Éfeze hebben ontvangen. Hij bidt dat de Heilige Geest hun nog meer laat zien hoe rijk ze zijn door het geloof. Opschrift en zegengroet Paulus, een apostel van Jezus Christus door den wil Gods, aden heiligen die te Éfeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus: a Rom. 1:7. 1 Kor. 1:2. 2 Kor. 1:1. 2 bGenade zij u en vrede van God onzen Vader en den Heere Jezus Christus. b Gal. 1:3. 1 Petr. 1:2.
1
Geestelijke zegeningen uit vrije genade naar Gods welbehagen 3 Gezegend zij cde God en Vader van onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegening in den hemel in Christus. c 2 Kor. 1:3. 1 Petr. 1:3.
3. de drie-enige god
Paulus heeft in zijn lofprijzing (Ef. 1:3-14) oog voor de drie goddelijke Personen. Een kind van God is: n Verkoren door God de Vader (vers 4-6); n Verlost door de Zoon (vers 7-10); n Verzegeld door de Heilige Geest (vers 11-14).
4 dGelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld, eopdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde; d Joh. 15:16. 2 Tim. 1:9. e Luk. 1:75. Ef. 5:27. Kol. 1:22. 2 Tim. 1:9. Tit. 2:12.
5 Die ons tevoren verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus in Zichzelven, naar het welbehagen van Zijn wil; 6 Tot prijs der heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft fin den Geliefde; f Matth. 3:17.
7 gIn Welken wij hebben de verlossing door Zijn bloed, namelijk de vergeving der misdaden, naar den rijkdom Zijner genade, g Hand. 20:28. Kol. 1:14. Hebr. 9:12. 1 Petr. 1:18.
8 Met welke Hij overvloedig is geweest over ons in alle wijsheid en voorzichtigheid; 9 Ons bekendgemaakt hebbende hde verborgen1:1-2 Paulus groet de gelovigen (heiligen) in Éfeze (zie ook 2 en Gal. 2 ). Hij wenst ze genade en vrede toe. Vrede volgt waar genade komt. 1:3 God zegent de gelovigen met alle geestelijke, hemelse zegeningen die er in Christus zijn. De verzen 3-14 vormen in het Grieks één lange zin (zie ook 3 ). 1:4 De eerste zegen is de uitverkiezing. Al voordat God hemel en aarde schiep (voor de grondlegging der wereld) had God mensen op het oog. Hij zoekt ze in de tijd met Zijn liefde op. Het doel daarvan is dat ze vlekkeloos (heilig en onberispelijk) voor Hem leven. 1:5 God heeft mensen bestemd om als Zijn kinderen te worden geadopteerd. God doet dat niet op grond van iets in de mens. Hij neemt mensen aan naar het ‘welbehagen van Zijn wil’, wie Hij wil (vgl. Deut. 7:7-8). 1:6 Het doel van de aanneming tot kinderen is dat de gelovigen God gaan grootmaken om Zijn heerlijke genade. De genade van God blijkt uit het zenden van de Heere Jezus (de Geliefde, zie Matth. 3:17). 1:7 In Christus (in Welken) zijn de gelovigen verlost van de zonden. De verlossing is er
3 gezegend geloofd (zie uitleg) 5 verordineerd voorbestemd tot 6 tot prijs tot lof 11 verordineerd voorbestemd tot 11 voornemen raadsbesluit 12 tot prijs tot lof 20 gewrocht gewerkt
heid van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had in Zichzelven; h Rom. 16:25. Ef. 3:9. Kol. 1:26. 2 Tim. 1:9. Tit. 1:2. 1 Petr. 1:20.
10 Om in de bedeling van ide volheid der tijden wederom alles tot één te vergaderen in Christus, beide wat in den hemel is en wat op de aarde is; i Gen. 49:10. Dan. 9:24. Gal. 4:4.
11 In Hem, in Welken wij ook keen erfdeel geworden zijn, wij, die tevoren verordineerd waren naar het voornemen Desgenen Die alle dingen werkt naar den raad van Zijn wil; k Rom. 8:17. 12 Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij die eerst in Christus gehoopt hebben. 13 In Welken ook gij zijt, nadat gij het Woord der waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid, gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd hebt, lzijt verzegeld geworden met den Heiligen Geest der belofte, l Rom. 8:15. 2 Kor. 1:22; 5:5. Ef. 4:30. 14 Die het onderpand is van onze erfenis, tot mde verkregen verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. m Ex. 19:5. Deut. 7:6; 14:2; 26:18. Rom. 8:23. 1 Petr. 2:9. Christus het Hoofd der gemeente 15 nDaarom ook ik, gehoord hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen, n Filipp. 1:3. Kol. 1:3. 1 Thess. 1:2. 2 Thess. 1:3. 16 Houd niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden; 17 Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis; 18 Namelijk verlichte ogen uws verstands, opdat gij moogt weten welke is de hoop van Zijn roeping, en welke de rijkdom is der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen; 19 En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht is aan ons, die geloven, onaar de werking der sterkte Zijner macht, o Kol. 2:12. 20 Die Hij gewrocht heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt, pen heeft Hem gezet tot Zijn rechterhand in den hemel, p Ps. 110:1. Hand. 2:34. 1 Kor. 15:25. Kol. 3:1. Hebr. 1:3; 10:12. 1 Petr. 3:22.
21 Ver boven alle overheid en macht en kracht en
door Zijn bloed. Christus droeg de straf op de zonde. Het offer van Hem was nodig om de misdaden te kunnen vergeven. Gods genade is niet karig, maar onuitputtelijk rijk (rijkdom Zijner genade). 1:8-9 God maakt Zijn genade bekend door de verkondiging van het Evangelie. Daarin maakt Hij Zijn verborgen heilsplan bekend (hetwelk Hij voorgenomen had). De inhoud van dat heilsplan is dat Hij zondaren redt door Zijn Zoon. 1:10 Op Gods tijd, de tijd na Pinksteren (de volheid des tijds), zullen zowel hemelbewoners als aardbewoners en de schepping (zie 2 Petr. 3:13) onder de heerschappij van Christus worden gebracht. 1:11 In Christus zijn de gelovigen tot een erfdeel gemaakt. Dat is volgens het plan dat God heeft uitgedacht (raad van Zijn wil). 1:12 God wordt grootgemaakt om alles wat Hij heeft gedaan voor de mensen die in Christus geloven en hopen op de eeuwige zaligheid. In dit vers bedoelt Paulus met ‘wij’: christenen van Joodse afkomst. God werkte ‘eerst’ in hen. 1:13-14 Ook de heidenen (gij) mogen delen in
het heil. Zij kwamen tot geloof nadat zij het Evangelie hoorden. De Geest is het Stempel dat ze echt het eigendom van Christus zijn en de hemelse erfenis zullen ontvangen. ‘Verlossing’ slaat op de verlossing op de oordeelsdag. 1:15-16 Paulus dankt God voor het geloof van de Eféziërs. Bidden is voor Paulus dagelijks werk. Daar hoort ook voorbede en dankzegging voor gelovigen bij. De verzen 15-23 vormen, net als de verzen 3-14, in het Grieks één zin. Het is een gebed van Paulus waarin hij bidt of de christenen in Éfeze meer inzicht mogen krijgen in de rijke genade van Christus Jezus. 1:17-20 Paulus bidt dat de gelovigen door de Heilige Geest meer zicht krijgen op de rijkdom van de genade, op de hoop waartoe ze geroepen zijn en op de rijke erfenis die hun wacht. Hij noemt God ‘de Vader der heerlijkheid’. God de Vader is vol van heerlijkheid, Hij is de Bron van al deze genadegaven (Ef. 3:16). Verder bidt Paulus dat ze Gods grote kracht mogen kennen (zie 4 ). Die is nodig om mensen echt te laten leven. Het is de macht die werkte in Christus toen God Hem uit de do-
ÉFEZE 2:16
4. gods kracht
God de Vader heeft volgens Éfeze 1 vers 20-23 op vier manieren Zijn almachtige kracht in Christus laten zien. Hij heeft: n Christus uit de dood opgewekt (vers 20); n Christus in de hemel opgenomen (vers 20); n Christus tot Heerser aangesteld over alles (vers 21-22); n Christus Hoofd gemaakt van de kerk (vers 22-23).
heerschappij, en allen naam die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende; 22 qEn heeft alle dingen Zijn voeten onderworpen, en heeft Hem der gemeente gegeven tot een Hoofd boven alle dingen; q Ps. 8:7. Matth. 28:18. 1 Kor. 15:27. Hebr. 2:8. 23 rWelke Zijn lichaam is, en de vervulling Desgenen Die alles in allen vervult.
23 Desgenen van Hem 2 eertijds vroeger 7 betonen bewijzen 7 toekomende komende 10 voorbereid van tevoren klaargemaakt 11 eertijds vroeger 11 voorhuid onbesnedenen, niet-Joden 14 den middelmuur des afscheidsels tussenmuur die scheiding maakte
2049
d heeft ons levend gemaakt met Christus (euit genade zijt gij zalig geworden), d Rom. 6:8; 8:11. Kol. 3:1, 3. e Hand. 15:11. Tit. 3:5.
6 En heeft ons medeopgewekt, en heeft ons medegezet in den hemel in Christus Jezus; 7 Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus. 8 Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, fhet is Gods gave; f Matth. 16:17. Ef. 1:19.
9 Niet uit de werken, gopdat niemand roeme. g Rom. 3:27. 1 Kor. 1:29.
10 Want wij zijn Zijn maaksel, hgeschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen. h 2 Kor. 5:17. Ef. 1:4; 4:24. Tit. 2:14.
r Rom. 12:5. 1 Kor. 12:27. Ef. 4:16; 5:23.
Paulus beschrijft Gods genade in het redden van zondaren. Vervolgens schrijft hij hoe Joden en heidenen samen één gemeente vormen door de geloofsband met Jezus Christus. Uit genade zalig En au heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden,
2
Jood en heiden één in Christus 11 Daarom, gedenkt dat gij, die eertijds heidenen waart in het vlees, en die voorhuid genaamd werdt van degenen die genaamd zijn besnijdenis in het vlees, die met handen geschiedt; 12 Dat gij in dien tijd waart zonder Christus, vervreemd van het burgerschap Israëls, en vreemdelingen ivan de verbonden der belofte, geen hoop hebbende, en zonder God in de wereld.
a Rom. 5:6. Kol. 2:13.
i Rom. 9:4.
2 bIn welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den coverste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid;
13 Maar nu in Christus Jezus, zijt gij, die eertijds verre waart, nabij geworden door het bloed van Christus. 14 kWant Hij is onze Vrede, Die deze beiden één gemaakt heeft, en den middelmuur des afscheidsels gebroken hebbende,
b 1 Kor. 6:11. Kol. 3:7. Tit. 3:3. c Joh. 12:31; 14:30; 16:11. Ef. 6:12.
3 Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen. 4 Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, 5 Ook toen wij dood waren door de misdaden, den opwekte en Hem aan Zijn rechterhand zette (zie Ps. 110:1). 1:21-23 Christus is na Zijn hemelvaart verheven boven alles en iedereen. God heeft Hem macht gegeven over alles. Verder heeft God Hem aan de christelijke gemeente gegeven tot een Hoofd. De christelijke gemeente wordt hier vergeleken met het lichaam van Christus (zie ook Rom. 12:4-5). 2:1 Christus wekt zondaren op uit de geestelijke dood. Zijn opstandingskracht is nodig om zondaren levend te maken. De woorden ‘heeft Hij mede levend gemaakt’ staan niet in de grondtekst. De Statenvertalers hebben deze woorden toegevoegd om de zin in het Nederlands compleet te maken. 2:2 De christenen uit Éfeze leefden (wandelden) vroeger zoals de duivel (overste van de macht der lucht) dat wilde. De Eféziërs verschilden niet van de ‘kinderen der ongehoorzaamheid’, mensen die nog leven onder de macht van de duivel. 2:3 Voordat God ingrijpt, leeft iedereen, ook de Jood, in de zonde. We luisteren naar onze verdorven natuur (vlees) en wentelen
k Jes. 9:5. Micha 5:4. Joh. 16:33. Hand. 10:36. Rom. 5:1. Kol. 1:20.
15 Heeft Hij de vijandschap in Zijn vlees tenietgemaakt, namelijk de wet der geboden in inzettingen bestaande; opdat Hij die twee in Zichzelven tot één nieuwen mens zou scheppen, vrede makende, 16 En opdat Hij die beiden met God in één lichaam zou verzoenen door het kruis, de vijand-
ons in de zonde. Van jongs af aan rust daarom de toorn van God op ons. 2:4-5 God zoekt ons in onze verlorenheid op. Daaruit blijkt Zijn grote barmhartigheid en liefde (Ex. 34:6). Toen we geestelijk dood waren in onze zonden, maakte Hij ons levend uit pure genade. 2:6 God maakt niet alleen levend (vers 5), maar geeft dat de gelovige ook geestelijk deelt in de opstanding en hemelvaart van Christus. De gelovigen zijn als het ware begrepen in Christus. Dat brengt hen ook tot nieuw leven. 2:7 Gods genade en goedertierenheid schitteren niet alleen in de eerste eeuw na Christus. Ook in de eeuwen daarna werkt God door Zijn Geest genade in harten van zondige mensen. 2:8 De gelovige heeft niets waarop hij zich kan beroemen. De zaligheid komt van God en wordt ontvangen door het geloof. Door te geloven spreekt een zondaar het faillissement uit over zichzelf. Hij beseft dat ook het geloof een geschenk van God is. 2:9 Goede werken van de mens zijn geen reden waarom de zaligheid wordt ontvangen.
2:10 God heeft de gelovigen gemaakt tot wie ze zijn. In Christus Jezus mogen ze goede werken doen. Toen God Zijn Zoon gaf, bereidde Hij de goede werken voor. Hij geeft de wil en de kracht om ze te doen. 2:11-12 Paulus herinnert de christenen met een heidense achtergrond eraan dat ze vroeger zonder God leefden. Ze vielen buiten het verbond. Zonder Christus was hun situatie hopeloos. Door de Joden (degenen die genaamd zijn besnijdenis in het vlees) werden ze verachtelijk ‘voorhuid’ (onbesnedenen) genoemd. 2:13-14 De verzoening door Christus beperkt zich niet tot de Joden. Christus heeft de muur van ceremoniële wetten die Jood en heiden scheidde, afgebroken. Er is nu geen verschil meer tussen gelovige Joden en gelovige heidenen. Ze zijn één geworden. 2:15-16 Er bestond vijandschap tussen Joden mét Gods wet en heidenen zónder Gods wet. Christus heeft die vijandschap vernietigd (tenietgedaan). Omdat Christus zowel Jood als heiden aan het kruis met God verzoende, zijn ze nu in Gods oog één.
Prijsinformatie Als u na het lezen van deze brochure als een van de eersten de Bijbel met uitleg in uw bezit wilt krijgen, kunt u deze alvast reserveren. Wij starten met vier verschillende uitgaven die qua prijs stuk voor stuk aantrekkelijk zijn. 170 mm 7
7
48 mm
170 mm 7
48 mm
7
170 mm
170 mm
• Editie groot, formaat 17 x 24 cm, huisbijbel met uitleg, zonder psalmen en formulieren: 59,95 euro.
rdm_bmu_v09 (0418) 661569 ©2014 by TEFF pmn@teff.nl
• Editie klein, formaat 14 x 20 cm, om thuis te gebruiken en mee te nemen naar de kerk, in beschermhuls, compleet met psalmen en formulieren: 44,95 euro.
rdm_bmu_v09
661569 mn@teff.nl (0418)
170 mm
170 mm 7
48 mm
7
7
170 mm
48 mm
7
170 mm
170 mm
• Editie klein, formaat 14 x 20 cm, schooleditie, compleet met psalmen en formulieren: 39,95 euro.
rdm_bmu_v09 (0418) 661569 ©2014 by TEFF pmn@teff.nl
• Editie groot, formaat 17 x 24 cm, voor Bijbelstudie en kerkelijk gebruik, met psalmen en formulieren: 64,95 euro. l (0418) 661569 ©2014 by TEFF pmn@teff.n
rdm_bmu_v09
De edities verschillen van elkaar in kleur en uitvoering. De school- en thuiseditie hebben een ingetogen maar toch frisse uitstraling waardoor ze uitstekend geschikt zijn voor gebruik in het gezin en op school. De editie die bedoeld is voor kerkelijk gebruik heeft een sobere en verzorgde uitstraling, waardoor deze Bijbel geschikt is voor het gebruik in de eredienst en bij
andere vormen van kerkelijk werk. Genoemde prijzen zijn richtprijzen. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met uitgeverij De Banier, tel.nr.: 0555390650. U kunt ook mailen naar: bijbelmetuitleg@debanier.nl.
Hoe te bestellen Vul op onderstaande bon uw naam, adres, postcode en woonplaats in en geef aan welke editie(s) u wilt ontvangen en hoeveel exemplaren. Wij zorgen er dan voor dat deze uitgaven direct na verschijnen naar u verzonden worden. Wanneer u ook uw e-mailgegevens invult, houden wij u door middel van een nieuwsbrief op de hoogte van de ontwikkelingen.
Bestelbon
170 mm
________
Editie klein, voor kerkelijk gebruik, iets luxere uitvoering, compleet met psalmen en formulieren: 44,95 euro.
________
stuk(s)
Editie groot, voor gebruik thuis, zonder psalmen en formulieren: 59,95 euro.
________
stuk(s)
170 mm
Editie klein, de zogenaamde schooleditie, compleet met psalmen en formulieren: 39,95 euro.
stuk(s)
7
7
©2014 by TEFF pmn@teff.nl
________
7
©2014 by TEFF pmn@teff.nl
170 mm
Editie groot, voor kerkelijk gebruik, met psalmen en formulieren: 64,95 euro.
48 mm
48 mm
7
170 mm
170 mm
170 mm
170 mm
7
(0418) 661569
(0418) 661569
48 mm
rdm_bmu_v09
7
170 mm
rdm_bmu_v09
stuk(s) 7
48 mm
7
170 mm
170 mm
170 mm
Naam: ........................................................................................................................... Adres: ........................................................................................................................... 170 mm
Postcode: .................................................................................................................... Woonplaats: E-mail:
©2014 by TEFF
pmn@teff.nl
(0418) 661569
rdm_bmu_v09
............................................................................................................
.........................................................................................................................
Tel.nr.: .......................................................................................................................... ©2014 by TEFF
pmn@teff.nl
(0418) 661569
rdm_bmu_v09
TNT Post Port betaald
Uitgeverij De Banier Antwoordnummer 92 7300 VB APELDOORN