Mooi dat je dit digitale magazine over Israël in oorlog hebt gedownload. Je vindt hierin 7 artikelen die elk 7 vragen beantwoorden over Israël in oorlog.
Mag je als leger een ziekenhuis aanvallen? Zijn de Palestijnen van nu de Filistijnen van toen? Hoe komt het dat christenen zo verschillend tegen dit conflict aankijken? Lees de antwoorden in dit magazine. De redacteuren die deze en meer vragen beantwoorden zijn: Richard Donk (midden-oostenredacteur), Geerten Moerkerken (theoloog en onderzoeksjournalist) en Wim van Egdom (redacteur Kerk en godsdienst). Veel leesvreugde!
INHOUDSOPGAVE
Kan Israël zomaar een ziekenhuis in Gaza aanvallen?
Zijn de Palestijnen van nu de Filistijnen van toen?
Hoe groot is de kans op vrijlating gijzelaars na einde bestand?
Dragen kerkelijke uitingen al eeuwenlang bij aan afkeer tegen Joden?
Hoe kon het gebeuren dat Israël gijzelaars doodschoot?
Geldt landbelofte aan Israël nog steeds?
Betekent terugroepen reservisten een einde aan oorlog in Gaza? 3
„Kan Israël zomaar een ziekenhuis in de Gazastrook aanvallen?”
De strijd tussen Israël en Hamas in de Gazastrook is inmiddels zo’n anderhalve maand aan de gang. De aanleiding vormden de gruwelijke aanslagen door de Palestijnse terreurbeweging op Israël van zaterdag 7 oktober.
Er is wereldwijd veel kritiek omdat soms ook moskeeën, scholen en ziekenhuizen doelwit van het Israëlische leger zijn. Maar juist daar vinden militairen wapens, explosieven en ondergrondse gangenstelsels die Hamas gebruikt.
De laatste tijd hoor ik veel over aanvallen rondom een ziekenhuis, wat is er aan de hand?
Het Israëlische leger heeft invallen gedaan in het al-Shifaziekenhuis, het grootste ziekenhuis in Gaza-Stad, omdat het vermoedt dat zich onder het complex een grote commandopost van Hamas bevindt. Ook de Ameri-
kaanse inlichtingendiensten zeggen dat ze daarvoor aanwijzingen hebben. Israël denkt ook dat het hospitaal door Hamas is gebruikt om gijzelaars te verbergen.
Bij de operaties in het ziekenhuis heeft het leger tot nu toe wapens, explosieven en uitrusting van Hamas aangetroffen. Ook vonden militairen een tunnel onder het gebouw. Maar belangrijker waren beelden van een bewakingscamera waarop te zien was hoe Hamasstrijders gijzelaars het ziekenhuis binnenbrengen. Dat sterkte Israël in het vermoeden dat het hospitaal werd gebruikt om ontvoerde personen te verbergen.
Richard Donk
Richard Donk, Midden-Oostenredacteur
Maar je valt als leger toch geen ziekenhuis aan?
Nee, normaal gesproken is dat volgens het internationaal humanitair oorlogsrecht verboden. In het algemeen mogen burgerdoelen niet met opzet worden bestookt, maar een ziekenhuis moet bij uitstek bescherming genieten omdat zich daar kwetsbare mensen bevinden. Het grote probleem in de Gazastrook is dat Hamas doelbewust ziekenhuizen en andere openbare gebouwen als dekmantel voor terroristische activiteiten gebruikt, in de hoop dat Israël die niet durft aan te vallen.
En al die onschuldige slachtoffers en baby’s in de couveuse dan?
Ook bij de inval in het al-Shifaziekenhuis zegt Israël dat militairen hun uiterste best hebben gedaan om geen burgerslachtoffers te maken. Daarvoor heeft de legertop ook strenge instructies gegeven. Soldaten hebben medische apparatuur, couveuses en brandstof aan het ziekenhuis geleverd en geholpen bij de evacuatie van te vroeg geboren baby’s en andere patienten naar Egypte.
Israël zegt dus dat dit het hoofdkwartier van Hamas is, maar is dit wel echt zo? Je hoort dat het leger ook wel beelden manipuleert.
Afgezien van wapens en een ondergrondse tunnel, heeft Israël nog geen overtuigend bewijs getoond dat zich daadwerkelijk een grote commando-
centrale onder het ziekenhuis bevindt. Los daarvan woedt er rond dit conflict een enorme propagandaoorlog, waarin nogal wat nepnieuws in omloop is en veel informatie niet onafhankelijk valt te controleren. Het lastige is dat Israël in die informatieoorlog bijna altijd op achterstand staat omdat er zo veel vooroordelen tegen de Joodse staat heersen. Tekenend was de explosie bij het al-Ahliziekenhuis, enkele weken geleden. Hamas wees direct met de beschuldigende vinger naar Israël, terwijl al snel bleek dat een Palestijnse raket verantwoordelijk voor de ontploffing was. Maar veel media hadden toen al de conclusie getrokken dat Israël doelbewust een ziekenhuis had aangevallen.
Als het hoofdkwartier van Hamas is uitgeschakeld, betekent het dan ook dat de oorlog voorbij is?
Nee. Het vernietigen van het hoofdkwartier zal wel een belangrijke slag aan Hamas toebrengen. Maar de Palestijnse beweging heeft nog meer commandoposten en wapenopslagplaatsen in de Gazastrook, die zich voor een belangrijk deel onder de grond bevinden. Je ziet ook dat Hamas nog vrijwel dagelijks raketten op Israël afschiet, dus blijkbaar is de beweging daar nog steeds toe in staat. Israël voert op dit moment voornamelijk strijd in het noordelijke deel van Gaza. Maar ook het zuidelijke deel van de kuststrook wil Israël nog van terroristen zuiveren.
Maar heeft Israël dan geen vrijbrief om nog heel lang door te gaan?
Israël wil er alles aan doen om een herhaling van de gebeurtenissen van 7 oktober te voorkomen. Die zien veel Israëliërs als de gruwelijkste aanval op Joden sinds de Holocaust. Daarvoor is een lange oorlog nodig, waarschuwde zowel premier Benjamin Netanyahu als de legertop al bij het begin van het conflict. Toch heeft Israël ook met beperkingen te maken. Al vrij snel na het begin van de strijd groeiden de internationale protesten, vooral vanwege de humanitaire situatie van de Palestijnse bevolking in de Gazastrook. Israël is wel gewend aan buitenlandse kritiek. Maar ook vanuit de VS groeit de druk om op z’n minst een staakt-het-vuren in acht te nemen om hulp aan de Palestijnen in Gaza mogelijk te maken. En voor die roep uit Washington is Jeruzalem wel gevoelig, want veel militaire en financiële hulp komt vanuit Amerika.
Wat is het uiteindelijke doel van Israël?
Het uiteindelijke doel is de militaire capaciteit van Hamas te vernietigen en ervoor te zorgen dat de Palestijnse terreurbeweging niet meer aan de macht komt in de Gazastrook. Of Israël in die opzet zal slagen, is de vraag. Het land is wel in staat de slagkracht van Hamas te breken, maar de ideologie erachter laat zich niet zomaar vernietigen.
Zijn de Palestijnen van nu de Filistijnen van toen?
Wim van Egdom
De oorlog tussen Israël en Hamas woedt sinds 7 oktober en het einde lijkt nog niet in zicht. Naast de talloze politieke en strategische vragen die er over deze strijd zijn te stellen, vragen nogal wat mensen zich af of er ook zaken vanuit de Bijbel geduid of uitgelegd kunnen worden. Want stammen de Palestijnen nu wel of niet af van de Filstijnen?
De huidige oorlog tussen Israël en Gaza is zeker niet de eerste in dit gebied: al in de Bijbel voeren de Israelieten hier oorlog. Wanneer werd er eigenlijk voor het eerst gevochten in of om dit stuk land?
Eerst even een stukje Bijbelse geschiedenis. Het land Kanaän werd door de Heere beloofd aan Abraham. God riep hem uit Ur der Chaldeeën en hij zou de vader van alle gelovigen worden. Zijn nakomelingen zouden tot een groot volk worden, dat het land dat bewoond werd door de Kanaänieten „erfelijk” zou bezitten.
De kleinzoon van Abraham, Jakob, kwam tijdens een grote hongersnood met zijn gezin in Egypte terecht, waar Jakobs zoon Jozef onderkoning was,
die zo zijn familie, gevlucht uit Kanaän, in leven kon houden.
In Egypte werden de Israëlieten, na de dood van Jakob en Jozef, tot slaven gemaakt. De Heere zag de onderdrukking van het volk echter en riep Mozes om Zijn volk weg te voeren uit Egypte. Uiteindelijk nam Israël Kanaän, na veel strijd, in bezit.
Wat het gebied rond de stad Gaza betreft: in Genesis 10:19 wordt Gaza voor het eerst genoemd. In de Bijbelboeken Deuteronomium en Jozua gebeurt dit nog enkele malen. Richteren 1:18 vermeldt dat Juda Gaza innam „met haar landpale en Askelon met haar landpale, en Ekron met haar landpale.” Verderop in Richteren gaat het over de Filistijnen die in Gaza wonen. Later in het Oude
Wim van Egdom, redacteur Kerk en Godsdienst
Testament komt Gaza nog regelmatig langs, in Zefanja 2:4 bijvoorbeeld: „Want Gaza zal verlaten wezen…” In het Nieuwe Testament komt Gaza één keer voor, in Handelingen 8:26.
Wat ik me altijd al afvraag: zijn de Filistijnen over wie het in de Bijbel gaat de voorouders van de Palestijnen?
De Palestijnen die nu in de Gazastrook wonen, zijn onder andere nakomelingen van Arabieren die het gebied bevolkten nadat de Filistijnen –net als de Israëlieten– rond het jaar 600 voor Christus door de Assyriërs waren weggevoerd. Veel Palestijnen vertellen graag dat zij nakomelingen zijn van de Filistijnen. Maar dat klopt historisch gezien niet. Na de Babylonische wegvoeringen woonden er verschillende stammen en volkeren in het Beloofde Land.
Bijbelse landkaartjes van Kanaän in de tijd van David, Salomo en Elia laten zien dat de Filistijnen toen in het gebied woonden dat nu de Gazastrook is. Dat bewijst toch dat dit stukje land de Joden gewoon niet toebehoort?
De Filistijnen waren een zeevarend volk dat in het land Kanaän aan de kust woonde en afkomstig was van Kreta of Cyprus. De meeste Bijbeluitleggers denken dat in Jeremia 47:4 en in Amos 9:7 Kreta bedoeld wordt als daar „Kaftor” genoemd wordt als plaats waar de Filistijnen vandaan komen. De Filistijnen waren in Bijbelse tijden een zeer machtig volk waarmee veel strijd gevoerd werd. Ze werden waarschijnlijk pas onder koning Hizkia echt verslagen.
Zag het Bijbelse Israël (Kanaän) er qua omvang hetzelfde uit als het huidige Israël?
Het Bijbelse Israël was niet steeds even groot. Onder het bewind van koning Salomo strekte het land zich volgens de Bijbel uit van de Middellandse Zee tot aan de rivier de Eufraat. Op veel andere plaatsen wordt Israël in de Bijbel echter omschreven als het land van Dan tot Berseba. Dat zou dus betekenen dat het land in het noorden ongeveer dezelfde grens had als nu met Libanon en het zich naar het zuiden uitstrekte tot aan het noordelijke deel van de Negevwoestijn. Er hoorden ook stukken land van Jordanië (het Overjordaanse) bij het Bijbelse Israël. De Negevwoestijn, die nu bij Israël hoort, was in Bijbelse tijden het gebied waar onder andere de Edomieten woonden.
Overigens: Israël is nooit (helemaal) één volk in één land geweest. Zelfs in de hoogtijdagen van het rijk woonden er tal van vreemdelingen in het land. Denk bijvoorbeeld aan Uria, de man van Bathseba, die een Hethiet was (2 Samuël 11:3).
Het huidige Israël is wat grondgebied betreft, zelfs inclusief de zogenoemde Palestijnse gebieden, met ongeveer 30.000 km2 kleiner dan Nederland (bijna 42.000 km2). De Gazastrook (of Gaza) is niet groter dan 365 km2.
In de Bijbel wordt gesproken over Kanaän en Israël, maar ook de naam Palestina komt zeven keer voor. Hoe zit dat?
De naam Israël wordt voor het eerst genoemd in Genesis 32:28, nadat Jacob geworsteld heeft met een Engel.
Deze Engel verandert Jakobs naam in Israël. Deze naam wordt in Genesis 35:10-12 door de Heere verbonden aan het feit dat Jakob –Israël– tot een groot volk zal worden.
Het land Kanaän was het land waar de Kanaänieten woonden. De aanduiding Kanaänieten betekent niet dat het hier om één volk ging. De bevolking was altijd zeer divers en bestond uit verschillende etnische groepen en nomadische stammen – die het volk Israël op bevel van de Heere moest uitroeien.
De naam Palestina in de Bijbel is een vertaling van de Hebreeuwse naam Peleshet. De Statenvertaling vertaalt dit met Palestina. Andere vertalingen vertalen het woord met Filistea. Waarschijnlijk was ”Peleshet” een aanduiding voor het woongebied van de Filistijnen.
Waarom heet Israël nu Israël?
Bij de stichting van de staat Israël in 1948 was heel lang onduidelijk hoe de stichters het land van de Joden zouden noemen. De namen Palestina en Zion deden de ronde. Uiteindelijk werd toch gekozen voor de Bijbelse naam Israël.
Maar waarom hebben de Palestijnen het dan over Palestina?
De Romeinen gaven het door hen bezette gebied in de tweede eeuw de naam van de provincie Syria Palaestina, dat later Palestina werd. De Palestijnen, zoals zij zichzelf na de stichting van de staat Israël in 1948 gingen noemen, hebben Israël nooit willen erkennen.
Hoe groot is de kans op vrijlating gijzelaars Gaza na einde bestand?
Na een gevechtspauze is de oorlog tussen Israël en Hamas eind vorige week weer in alle hevigheid opgelaaid. Daarmee lijkt de kans dat er opnieuw gijzelaars vrij zullen komen een stuk minder groot.
De laatste tijd is er tussen Israël en Hamas een aantal staakt-het-vurens geweest. Wat gebeurt er op zo’n moment?
Dan zwijgen de wapens aan beide kanten. Het Israëlische leger gaat dan in een zogenoemde defensieve modus. De troepen die in de Gazastrook zijn gelegerd, blijven wel in de hoogste staat van paraatheid om eventuele verrassingsaanvallen van Hamas het hoofd te bieden.
Die periode wordt dan gebruikt om te onderhandelen over de vrijlating van gijzelaars en gevangenen. Ook biedt
zo’n staakt-het-vuren de gelegenheid om extra humanitaire hulp het oorlogsgebied binnen te brengen.
Hamas heeft inmiddels een aantal gijzelaars vrijgelaten. Hoeveel zitten er nog vast, en hoe groot is de kans dat ook zij vrijkomen?
Er zitten naar schatting nog 137 gijzelaars vast in Gaza. Van hen is niet bekend hoe ze eraan toe zijn. Afgelopen week werd bekend dat opnieuw enkele ontvoerde burgers zijn overleden.
Nu de oorlog na de wapenstilstand weer is hervat, daalt de kans dat er
Richard Donk
Richard Donk, Midden-Oostenredacteur
op korte termijn opnieuw gijzelaars vrijkomen. Achter de schermen wordt nog altijd onderhandeld, hoewel Israël momenteel zijn onderhandelingsteam uit Qatar heeft teruggetrokken.
Israël moet in ruil gevangenen loslaten. Waarom zijn dat er steeds veel meer dan het aantal gijzelaars dat Hamas vrijlaat?
De afgelopen weken was de verhouding tussen vrijgelaten gijzelaars en Palestijnse gevangenen één op drie. Dat is de prijs die Israël moet betalen om de vrijlating voor elkaar te krijgen.
Overigens lag die verhouding in het verleden nog veel schever. In 2011 sloot Israël een deal voor de vrijlating van de ontvoerde militair Gilad Shalit. In ruil daarvoor liet Israël 1027 Palestijnse gevangenen gaan, onder wie zo’n 280 mensen die wegens het plannen en uitvoeren van terreuraanslagen levenslange gevangenisstraffen uitzaten.
Het wrange is dat diverse van deze vrijgelaten terroristen in de jaren daarna opnieuw aanslagen op Israëlische burgers pleegden. Het meest recente voorbeeld is Yahya Sinwar, de Hamasleider die als het brein achter de aanslagen van 7 oktober wordt beschouwd.
In de media gaat het bijna alleen maar over Gaza. Wordt er op de Westelijke Jordaanoever ook gevochten?
Ook op de Westelijke Jordaanoever voert het Israëlische leger met enige regelmaat antiterreuroperaties tegen Hamas en aanverwante groeperingen
uit. Ook zijn er de afgelopen weken regelmatig confrontaties tussen Israëlische en Palestijnse burgers geweest. Momenteel houden de Israëlische veiligheidsdiensten het gebied nauwlettend in de gaten, uit vrees dat ook daar het geweld verder zal oplaaien. De confrontaties op de Westelijke Jordaanoever zijn echter niet te vergelijken met de oorlog die nu in Gaza woedt.
Waarom zijn die twee Palestijnse gebieden –de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook– eigenlijk gescheiden van elkaar?
Dat komt simpelweg door de geografische ligging van de Westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Die liggen op het dichtstbijzijnde punt nog altijd enkele tientallen kilometers van elkaar verwijderd. In onderhandelingen over een eventuele toekomstige Palestijnse staat is overigens wel gesproken over het instellen van een corridor tussen beide gebieden.
Wat is verder het verschil tussen die twee gebieden?
In de Gazastrook zwaait terreurbeweging Hamas de scepter, sinds die in 2007 met geweld de Palestijnse Autoriteit verdreef.
Op de Westelijke Jordaanoever ligt het iets ingewikkelder. Dat gebied is verdeeld in zogenoemde A-, B- en C-gebieden. In de C-gebieden (60 procent) is Israël de baas; in de A-zone (18 procent) heeft de Palestijnse Autoriteit het voor het zeggen. De B-gebieden (22 procent) staan onder gezamenlijk bestuur.
In de Gazastrook wonen zo’n 2,3 miljoen Palestijnen, op de Westelijke Jordaanoever circa 3 miljoen, maar dat gebied is aanzienlijk groter dan Gaza.
Onder het bewind van Hamas zijn de vrijheden van de bevolking fors ingeperkt. Er gelden strikte islamitische wetten en vooral christenen hebben het er erg moeilijk.
Wie is eigenlijk de rechtmatige eigenaar van die twee gebieden?
In Bijbels licht behoorden de gebieden tot het Beloofde Land, waarvan de grenzen overigens door de eeuwen heen ook verschoven.
In internationaalrechtelijk opzicht ligt het een stuk ingewikkelder. Om niet al te ver terug te gaan: de Westelijke Jordaanoever behoorde tot de Onafhankelijkheidsoorlog van 1948 tot het mandaatgebied van de Verenigde Naties en zou volgens het delingsplan van 1947 tussen Arabieren en Joden worden verdeeld. In die oorlog veroverde Jordanië echter het gebied en annexeerde het vervolgens. Egypte bezette de Gazastrook vanaf 1948.
Israël veroverde beide gebieden tijdens de Zesdaagse Oorlog van 1967. In de Oslo Akkoorden van 1993 is voorzien in de oprichting van een Palestijnse staat in de Gazastrook en een deel van de Westelijke Jordaanoever. Maar die staat is er nog steeds niet. Zelfs op sommige kaarten van de Verenigde Naties wordt de Westelijke Jordaanoever dan ook aangeduid als ”undecided terrorities” – onbesliste gebieden.
Dragen kerkelijke uitingen al eeuwenlang bij aan afkeer tegen Joden?
Geerten Moerkerken
De oorlog in Israël roept veel emoties op, ook in christelijke kring. De verhouding tussen kerk en Joden kent een lange, weerbarstige geschiedenis.
Zou de oorlog tussen Israël en Gaza iets te maken hebben met de strijd tussen God en satan?
Eigenlijk heeft élk conflict te maken met deze geestelijke strijd. Het Bijbelboek Openbaring tekent hoe de hele wereldgeschiedenis is inbegrepen in het boek dat door het Lam wordt geopend. Daar komt bij dat het moeilijk is voor een christen om in de lange verdrukking van het Joodse volk géén geestelijke dimensie te zien. De persoon van de „lijdende knecht van
de Heere” uit Jesaja 53 is ook op Israël van toepassing. Omdat God Zijn volk niet heeft verstoten (Romeinen 11:1), is het niet verrassend dat Gods tegenstander zijn pijlen juist op dit volk richt. Al eeuwenlang.
Als dit conflict een geestelijke dimensie heeft, betekent dit dat Israël dan zeker als overwinnaar uit deze oorlog komt?
Als wat in Gaza gebeurt te maken heeft met geestelijke strijd, „dan staat
de uitkomst vast”, zo schreef een lezer aan het Reformatorisch Dagblad. Maar rond die conclusie is voorzichtigheid geboden. Ongetwijfeld bewaart God Zijn volk, naar Zijn belofte. Dat zal ook in de concrete wereldgeschiedenis blijken.
Maar valt de huidige staat Israël eenop-een samen met het volk van deze belofte? Is iedere oorlogshandeling van het Israëlische leger onderdeel van een geestelijke strijd? Draagt elke beslissing van de regering-Netanyahu dit gewicht? Wie zulke gedachtenlijnen tot het uiterste doortrekt, stuit op grote theologische problemen.
Bovendien gold zelfs in het Oude Testament voor Israël onder een theocratie –en dat is de huidige staat Israël zeker niet– dat niet iedere oorlog een heilige oorlog was met zekere winst. De God van Israël is heilig en Zijn volk beging een vergissing toen het als vanzelfsprekend de ark naar het strijdveld meenam. Telkens riepen de profeten Israël op recht te doen en wezen zij op de verbinding die er ligt tussen gehoorzaamheid en Gods beloften van voorspoed.
In de grote lijn van de geschiedenis mag –en moet– een christen Gods hand zien. Maar wie die al te eenvoudig wil aanwijzen in de concrete conflicten van onze tijd loopt het risico opnieuw de ‘ark’ mee te brengen in de oorlog.
Hoe komt het dat christenen zo verschillend tegen dit conflict aankijken?
Elke oorlog raakt aan een diep rechtvaardigheidsgevoel en maakt sterke emoties los. Mensen voelen zich gedwongen partij te kiezen.
Telkens opnieuw blijkt dat de visie op Israël niet als los ‘pakketje’ kan bestaan: die raakt aan allerlei theologische vragen. Zoals: welke blijvende betekenis hebben Bijbelse beloften voor Israël? Verwachten Gods beloften een aardse of geestelijke vervulling, of beide? Wat zegt de Bijbel over hoe de eindtijd zal verlopen? Vragen waarover christenen sinds jaar en dag diep van inzicht
verschillen. Die al bestaande theologische verschillen komen bij dit conflict vergroot tot uiting.
Wat betekenen termen als antisemitisme, antizionisme en anti-judaïsme?
Antisemitisme is haat tegen Joden om hun etniciteit. Antizionisme keert zich tegen het Zionisme: de stroming die pleit voor een Joodse staat in Israël. Anti-judaïsme is een theologische opvatting, die zich om religieuze redenen keert tegen de Joodse godsdienst en gebruiken.
Zijn deze begrippen wel goed van elkaar te onderscheiden?
De drie termen betekenen niet hetzelfde, maar herhaaldelijk blijkt dat het soms moeilijk is om een duidelijk onderscheid te maken. Nieuwtestamentische anti-judaïstische uitspraken tegen bijvoorbeeld de besnijdenis worden soms antisemitisch genoemd. Anderzijds zijn schokkende uitspraken
over de Joden door Maarten Luther in christelijke kring wel verdedigd als anti-judaïstische kritiek op de religie. Terwijl voor anderen de reformator hiermee de grens van antisemitisme overschreed.
Speelde antisemitisme ook in de kerkgeschiedenis een rol?
De kerkgeschiedenis tekent zich eeuwenlang door een sterk anti-judaistische houding. De wortel hiervan is een theologisch verschil met het Jodendom, maar in de uitingen hierover ging de kerk veel verder dan een zuiver theologisch dispuut.
Zo kregen de Joden als geheel volk het verwijt van deïcide: godmoord. De theoloog Julianus van Toledo vergeleek in de 7e eeuw Joden met een „kwaadaardige tumor”: „Zo beïnvloeden de Joden met hun krankzinnige beweringen de geestelijke gezondheid van christenen.” Het Vierde Lateraans Concilie van 1215 besloot dat Joden een geel herkenningsteken zouden moeten dragen. Keer op keer droegen kerkelijke uitingen bij aan een diepgevoelde afkeer in de samenleving richting Joden.
Antisemitisme vanuit een rassenleer, zoals dat ten grondslag lag aan de Holocaust, is een verschijnsel dat pas in de 19e eeuw opkwam. Het is onzuiver om die theorie terug te projecteren op theologen uit vroeger eeuwen. Maar omgekeerd heeft het nazisme zich wel kunnen beroepen op theologische motieven die er al eeuwenlang lagen.
Het maakte bijvoorbeeld dankbaar gebruik van Luthers werk ”Over de Joden en hun leugens”.
Hoe is dat nu in de kerk?
Door de eeuwen heen waren er ook theologen die aandacht vroegen voor de blijvende positie van Israël als volk van God. Wel was dat altijd een minderheid die tegen de stroom moest inroeien. In de tweede helft van de vorige eeuw kwam er een kentering in het denken van de kerk, met name als reactie op de Holocaust. Het Tweede Vaticaans Concilie publiceerde ”Nostra Aetate” (1965). In dat document spreekt de Rooms-Katholieke Kerk zich uit tegen antisemitisme en tegen de gedachte dat de Joden „verworpen of vervloekt” zouden zijn. Ook in protestantse kring is deze beweging zichtbaar. Nog in de afgelopen paar jaar spraken meerdere Nederlandse kerken zich uit tegen antisemitisme. Wel blijft de theologische visie op Israël, zoals de duiding van de belofte dat het Joodse volk weer in het Beloofde Land zal wonen, een onderwerp waarover de meningen sterk uiteenlopen.
De omstreden “Jodenzeug” in Wittenberg. beeld EPA, Felipe Trueba
Hoe kon het gebeuren dat Israël gijzelaars doodschoot?
Richard Donk
Opnieuw laait de discussie over burgerslachtoffers in de Gazastrook op. Niet alleen in de internationale gemeenschap, maar ook in Israël zelf. Vooral nadat het Israëlische leger eind vorige week per ongeluk drie gijzelaars doodschoot.
Het Latijnse patriarchaat in Jeruzalem meldde vorige week dat Israëlische sluipschutters een rooms-katholieke kerk in Gaza onder vuur namen. Israël sprak dit dinsdag tegen. Wat is er nu precies gebeurd?
Vorige week zaterdag kwamen Nahida Anton en haar dochter Samar om het leven. Ze werden geraakt op het terrein van de Holy Family Church in Gaza-Stad. Volgens het Latijnse bisdom heeft een Israëlische sluipschutter de kerk doelbewust onder vuur genomen. Toen een van de vrouwen was geraakt, probeerde de andere haar in veiligheid te brengen. Ook die zou „in koelen
bloede” zijn doodgeschoten, aldus een verklaring van het patriarchaat, dat overigens geen bewijs aanvoerde voor de beschuldiging dat Israël achter de aanval zat.
Het Israëlische leger sprak de berichten tegen. Volgens een woordvoerder is er contact met de kerk geweest over „een incident”, maar voerden Israëlische militairen op het moment van de beschieting geen operaties in het betreffende gebied uit. Omdat er slechts zeer sporadisch contact met mensen in Gaza mogelijk is, kunnen veel berichten niet worden geverifieerd.
Richard Donk, Midden-Oostenredacteur
Waarom blijven christenen eigenlijk in Gaza?
Zoals de meeste inwoners van de Gazastrook kunnen ook christenen het gebied momenteel niet verlaten omdat het van de buitenwereld is afgesloten. Eerder kregen enkele honderden Palestijnen met een buitenlands paspoort toestemming de grens met Egypte over te steken.
De afgelopen jaren is de christelijke gemeenschap in Gaza fors uitgedund. Zij hebben het bijzonder moeilijk onder het bewind van Hamas. Diverse christenen werden vermoord. Momenteel leven naar schatting nog maximaal duizend christenen in de kuststrook. Zij hebben een veilig heenkomen gezocht in kerken, maar ook daar is het zeker niet altijd veilig voor het oorlogsgeweld.
Eind vorige week schoot het Israëlische leger drie gijzelaars dood. Hoe kon dat gebeuren?
De drie mannen werden vorige week vrijdag gedood tijdens een operatie van het Israëlische leger bij Gaza-Stad. Zij waren vermoedelijk aan hun bewakers ontsnapt. Uit voorzorg hadden de drie hun bovenlijf ontbloot, om te laten zien dat ze geen wapens of bomgordel droegen. Ook zwaaiden ze met een witte vlag. Een militair zag de Israëliërs voor terroristen aan en opende het vuur. Daarbij werden twee mannen gedood. De derde vluchtte een gebouw in en schreeuwde in het Hebreeuws om hulp. De commandant beval daarop het vuren te staken. Toch werd er opnieuw geschoten, waarbij ook de derde gijzelaar omkwam. De actie was
tegen de regels van het leger, omdat de mannen ongewapend waren en met een witte vlag zwaaiden.
Wat was de reactie van de nabestaanden en de regering?
Direct na het bekend worden van het nieuws gingen burgers de straat op om hun verdriet en frustratie te uiten. Zij verwijten de regering dat zij meer op de vernietiging van Hamas is gericht dan op het redden van gijzelaars. Premier Benjamin Netanyahu sprak zijn diepe medeleven uit. „Dit breekt mijn hart en dat van de natie.” Maar de regeringsleider benadrukte dat Israël om zijn bestaan vecht. Stafchef Herzi Halevy verklaarde dat „het leger, en ik als commandant persoonlijk” verantwoordelijk zijn voor wat er is gebeurd”.
Israël zegt zo weinig mogelijk burgerslachtoffers te willen maken. Maar als het leger niet eens het verschil kan zien tussen gijzelaars en Hamasstrijders, wat blijft er dan over van die claim?
Die claim blijft voluit staan. Nog altijd zegt Israël er alles aan te doen om burgerslachtoffers te vermijden, onder andere via waarschuwingen voor een aanval. Het leger heeft zelfs een speciale juridische afdeling die bij geplande aanvallen een bindend advies uitbrengt of die wel in overeenstemming zijn met het internationaal recht. Belangrijkste vraag daarbij is altijd of het treffen van burgers kan worden voorkomen. Tegelijkertijd worden in de chaos van de oorlog tragische fouten gemaakt. Zo zijn diverse Israëlische soldaten de afgelopen tijd door eigen vuur omgekomen.
De oorlog duurt nu al weken. Is de Israëlische regering nog eensgezind of klinken er ook tegengeluiden?
Over de noodzaak van de oorlog is de politiek nog tamelijk eensgezind. Wel klinkt vanaf het begin van de strijd de roep om verantwoording. Vooral over de vraag hoe de aanslagen van 7 oktober hebben kunnen gebeuren. En ook over de vraag of het kabinet wel voldoende heeft gedaan voor de vrijlating van gijzelaars. Die roep is bepaald niet minder luid geworden en de verwachting is dat er na de oorlog de nodige koppen zullen rollen, zowel in de politiek als in de top van het leger en de veiligheidsdiensten.
Stel, deze oorlog stopt en Israël trekt zich terug. Dan is een zó gehavend Gaza toch een ideale voedingsbodem voor nog meer Hamasgeweld?
Dat klopt. En dat is ook het grote probleem in de strijd tegen deze radicaal-islamitische beweging. Israël kan Hamas militair wel uitschakelen, maar het is vrijwel onmogelijk om met een ideologie af te rekenen. Daarvoor zal er iets in de harten en hoofden van mensen moeten gebeuren.
Geldt landbelofte aan Israël nog steeds?
Geerten Moerkerken
Theologische discussies over Israël spitsen zich nogal eens toe op Bijbelse beloften voor de Joden. Zijn die nog van kracht?
Wat wordt er bedoeld met de landbelofte?
Dat is de belofte door God aan Abram gedaan in Genesis 12:7: „Aan uw zaad zal ik dit land geven.” Later is deze belofte op verschillende manieren herhaald. Vandaar de term Beloofde Land.
Zegt deze belofte dat Israël áltijd recht had op het land?
De belofte zelf geldt „in eeuwigheid”, volgens Genesis 13:15. Tegelijk kent de Bijbel –zoals vaker– een spanning rond het spreken over de belofte. In Deuteronomium 28 verbindt Mozes beloften van zegen aan gehoorzaamheid van het verbondsvolk. Maar daarnaast wijst hij op de verbondsvloek en verstrooiing vanuit het Beloofde Land als gevolg van ongehoorzaamheid. In een bepaald opzicht is de belofte dus
voorwaardelijk. Tegelijk wijzen andere Bijbelgedeelten op de blijvende trouw van God, Die ondanks zonden van Israël door het oordeel van ballingschap heen Zijn volk zál terugbrengen naar hun land.
Deze Bijbelse gelaagdheid heeft geleid tot verschillende visies op de landbelofte. Met name in het verleden is wel de conclusie getrokken dat het Joodse volk in de ongehoorzame verwerping van Christus als Messias het recht op het land zou hebben ‘verspeeld’. Anderen wijzen op het „onberouwelijke” karakter van Gods beloften, zoals dat verwoord wordt in Romeinen 11:29. Zij zien daarom –op verschillende manieren– nog wel een vervulling van de landbelofte voor zich.
Geerten Moerkerken, theoloog en onderzoeksjournalist
Is de landbelofte nu van toepassing op de staat Israël?
De stichting van de staat Israël in 1948 heeft veel kerken aan het denken gezet. Het is moeilijk om in deze gebeurtenissen níet Gods hand te zien, zo klonk het. Vaak is een lijn getrokken naar Ezechiël 37. De profetie van beenderen die bij elkaar komen zou wijzen op de terugkeer van Joden uit de diaspora. Een ander deel van de profetie zou nog wachten op vervulling: de geest moet nog in de beenderen komen, wat staat voor de toekomstige bekering van Israël.
Naast de theologische visie heeft de huidige situatie in Israël echter ook een politieke kant. Die beide aspecten kunnen niet zomaar probleemloos aan elkaar worden verbonden, bijvoorbeeld door met een beroep op de landbelofte de inzet van het Israëlische leger te legitimeren. De Bijbelse gegevens wijzen er duidelijk op dat de landbelofte zich niet zomaar laat ‘claimen’.
Overigens verschillen ook Joden zelf hierover van mening. Sommige groepen in Israël beroepen zich op de landbelofte voor politiek handelen. Terwijl anderzijds bepaalde orthodoxe Joden juist kritisch zijn op de staat Israël, omdat volgens hen de landbelofte alleen vervuld kan worden door de beloofde Messias, die nog komen moet.
In gesprekken over Israël valt nogal eens de term vervangingstheologie. Wat is dat?
Hiermee wordt de gedachte bedoeld dat Israël niet langer een bijzondere plaats inneemt als volk van God. Sinds de komst van Christus heeft de kerk die plaats ingenomen. Israël zou dus ‘vervangen’ zijn door de kerk. Dat wil
zeggen dat oudtestamentische beloften die op Israël betrekking hebben nu gelezen moeten worden als aan de christelijke gemeente gedaan.
In de vorige eeuw namen veel kerken afstand van deze theologie, omdat deze de blijvende betekenis van beloften aan Israël ontkent.
Anderen spreken over vervullingstheologie; wat houdt dat dan in?
Het gaat hier om de overtuiging dat in Christus álle beloften van God zijn vervuld. Ook de beloften aan Israël. Hoewel deze opvatting op zich breed wordt gedragen, komen bij de uitwerking van wat ”vervuld” betekent grote verschillen openbaar. Er zijn theologen die vanuit deze theologie afstand nemen van een aardse betekenis van beloften aan Israël, zoals de landbelofte. Zo schrijft dr. A. van de Beek: „Christus is de vervulling van heel de Torah en dus ook van het land. (…) Dat betekent dat Israël moet afzien van het land.”
Anderen verwijten deze visie „vervangingstheologie in een nieuwe jas” te zijn. Zij stellen dat vervulling van de beloften in Christus niet in tegenspraak is met een tweede, concrete vervulling van de beloften voor Israël in deze tijd.
De Bijbel schrijft dat ”geheel Israël zalig zal worden” (Romeinen 11:26). Hoe wordt dat uitgelegd?
Op verschillende manieren. Een stroming in de kerkgeschiedenis heeft deze tekst alleen willen betrekken op het „geestelijke Israël”: op uitverkorenen uit Joden en heidenen. Anderen verwachtten op grond van deze woorden een toekomstige bekering van het Joodse volk. Daarbij verschillen de opvattingen over de reikwijdte
van het woord „geheel”. Zijn dat alle Joden, hoofd voor hoofd, op een bepaald moment in de geschiedenis? Of staat het in deze tekst meer voor een substantieel deel uit het volk, zoals de Bijbel op andere plaatsen spreekt over een „rest” of „overblijfsel”? Ook lopen de visies uiteen als het gaat om de tijd van deze belofte. Regelmatig is die verbonden aan eindtijdverwachtingen over bijvoorbeeld een duizendjarig rijk.
Hoe keken reformatoren en nadere reformatoren tegen het Joodse volk aan?
In de Reformatie leefde over het algemeen geen sterke verwachting voor Israël. Luther hoopte aanvankelijk op een bekering onder Joden, maar keerde zich later in huiveringwekkende bewoordingen tegen hen. Calvijn was zo scherp niet, maar spreekt evenmin van een Bijbelse verwachting voor het Joodse volk. ”Israël” in Romeinen 9-11 las hij als „het gehele volk van God” uit Joden en heidenen.
Deze positie van Calvijn is lang leidend geweest in de gereformeerde theologie, maar al vroeg waren er ook andere geluiden. Zo verwachtte Martin Bucer, reformator in Straatsburg, een nog komende bekering van Israël. Deze gedachte leefde ook bij meerdere puriteinen en nadere reformatoren. Bekend zijn de woorden van Samuel Rutherford: „O, dat schouwspel te zien dat, op de komst van Christus op de wolken na, het meest vreugdevolle is! Onze oudste broeders, de Joden, en Christus vallen elkaar om de hals en kussen elkaar! Ze zijn lange tijd gescheiden geweest; ze zullen vriendelijk voor elkaar zijn wanneer ze elkaar ontmoeten.”
Betekent terugroepen reservisten een einde aan oorlog in Gaza?
Richard Donk
Duizenden Israëlische reservisten die de afgelopen weken in Gaza vochten, mogen terug naar huis. Maar dat betekent zeker niet dat de oorlog voorbij is.
Volgens de media heeft Israël vijf brigades teruggeroepen uit Gaza. Hoe zit dat? Is daarmee het einde van de oorlog in Gaza in zicht?
Israël maakte rond de jaarwisseling bekend dat het vijf brigades uit de Gazastrook terugtrekt. Een brigade bestaat doorgaans uit 2000 tot 5000 soldaten. De reservisten onder hen mogen naar huis om hun gewone beroep weer uit te oefenen.
Daarmee is de oorlog zeker niet ten einde. Wel gaat de strijd een nieuwe fase in. Hoewel in sommige delen van de Gazastrook nog altijd zwaar wordt gevochten, zal het leger zich in de komende tijd meer op gerichte operaties gaan toeleggen, in plaats van op grootschalige offensieve acties.
Er sijpelen steeds meer berichten naar buiten dat de VS mogelijk een preventieve aanval op Hezbollah hebben tegengehouden, net na 7 oktober. Klopt dat?
Kort na de aanslagen van 7 oktober waren er inderdaad plannen voor een preventieve aanval op de Libanese terreurbeweging Hezbollah. Die was bedoeld om de dreiging aan het noordelijke front te neutraliseren als Israël de strijd met Hamas zou aanbinden. Vooral minister van Defensie Yoav Galant en stafchef Herzl Halevi waren voorstander van zo’n actie.
Premier Benjamin Netanyahu stelde echter het besluit daarover uit tot er een oorlogskabinet was gevormd. Daarin namen onder anderen oud-generaal Benny Gantz en voormalig
Richard Donk, Midden-Oostenredacteur
stafchef Gadi Eisenkot zitting. Zij waren tegen zo’n offensief. Ook de Amerikanen oefenden forse diplomatieke druk uit –zowel op Israël als Iran– om het conflict niet tot een regionale oorlog te laten escaleren. De vraag is of die Amerikaanse inmenging of de interne verdeeldheid in het Israëlische kabinet ervoor zorgde dat die aanval er toen niet kwam.
Is de terugroepactie uit Gaza ook bedoeld om capaciteit vrij te maken voor het eventuele noordelijke front met Hezbollah?
Gezien de toenemende dreiging aan de grens met Libanon, is het niet uitgesloten dat de situatie verder escaleert en dat het tot een regelrechte oorlog met Hezbollah komt. Zeker nu dinsdag Hamaskopstuk Saleh al-Arouri in de Libanese hoofdstad Beiroet werd gedood.
In dat geval zullen de militairen die nu uit Gaza worden teruggehaald wellicht naar het noorden worden gestuurd. Overigens heeft Israël zijn militaire aanwezigheid aan de noordgrens sinds 7 oktober al fors versterkt.
Kun je eens iets meer vertellen over de reservisten die nu in Gaza vechten? En wat is de invloed op de economie van het feit dat zo veel inwoners nu niet werken, maar moeten vechten?
De reservisten die nu in Gaza vechten of elders in het land worden ingezet
zijn mensen die in het dagelijks leven geen militair zijn. Vrijwel iedereen die in Israël zijn of haar militaire dienstplicht heeft vervuld kan tot de leeftijd van 49 jaar als reservist worden opgeroepen. Daardoor kan Israël binnen zeer korte tijd een aanzienlijk leger op de been brengen.
Dat bleek ook na de aanslagen van 7 oktober, toen Israël zo’n 360.000 reservisten opriep. Zij moeten zich doorgaans nog dezelfde dag bij hun legereenheid melden. Zo kan het dus gebeuren dat iemand die ’s morgens nog achter de kassa zit of op een bouwplaats werkt, ’s middags met een geweer aan het front staat.
Dat betekent een forse aanslag op de Israëlische economie. Want veel reservisten laten een lege arbeidsplaats achter die niet altijd snel kan worden vervuld. Ook moeten hun salarissen worden doorbetaald. De Israëlische centrale bank verlaagde afgelopen maandag de rente om de terugvallende economie te stimuleren.
Hoeveel gijzelaars zitten er volgens Israël nu nog vast in Gaza?
Volgens de laatste cijfers zitten er nog 129 gijzelaars vast. Israël vermoedt dat zeker 22 van hen niet meer in leven zijn. Over het lot van de anderen is vrijwel niets bekend, maar verhalen van vrijgelaten ontvoerden en de duur van hun gevangenschap doen het ergste vrezen over hun toestand.
Heeft de uitspraak van het hooggerechtshof, waarmee een deel van de omstreden juridische hervormingen werd teruggedraaid, nog invloed op de oorlog?
Vermoedelijk niet direct in militaire zin, want de strijd tegen Hamas en andere vijanden van Israel gaat onverminderd door. Wel kan het vonnis de verdeeldheid in de samenleving opnieuw aanwakkeren. Die was juist door de oorlog naar de achtergrond geraakt. Ook kan het de spanningen in de coalitie van premier Netanyahu vergroten, omdat vooral de rechts-religieuze partners ernstig ontstemd zijn over de beslissing.
Je houdt soms je hart vast: er lijkt –in het Midden-Oosten; Rusland-Oekraïne– maar íéts te hoeven gebeuren en het kruitvat explodeert. Hoe ver zijn we nog af van een Derde Wereldoorlog?
Het Midden-Oosten is van oudsher een explosief gebied. Veel landen –niet in de laatste plaats de grootmachten van deze wereld– hebben grote en vaak tegengestelde belangen in die regio. Tegelijkertijd beseffen vooral de Verenigde Staten dat een conflict gemakkelijk kan escaleren. Daarom wordt er van alle kanten grote druk uitgeoefend om de zaak niet uit de hand te laten lopen. Maar een relatief kleine misrekening van een van de partijen enorme gevolgen hebben.