Programmaboekje Samen zingen met Luther (Oudewater)

Page 1


Samenzangavond

Grote of Sint-Michaëlskerk Oudewater

Vrijdag 11 oktober 2024 | aanvang 19.30 uur

Organist: Rien Donkersloot

Meditatie: ds. P.W.J. van der Toorn

Toelichting: Jaco van der Knijff

Orgelspel

Improvisatie: Vater unser im Himmelreich

1. Welkom – Jaco van der Knijff

Zingen: Gebed des Heeren, deel 1 (ritmisch)

Q Q

1.O

al-

ler-

hoog-

ste

Ma-

jes-

teit

Die

in

het

rijk

der

heer-

lijk-

heid

Q Q

Q Q

De

heem'-

len

hebt

tot

U-

R wen

troon,

Wij

roep-

en

U,

in

U-

S wen

Zoon,

Q Q

Q Q

Die

voor

ons

heeft

ge-

noeg

ge-

daan,

Als

Q on-

zen

Va-

der

need'-

rig

aan.

2. Geheiligd word’ Uw naam; ai, geef, Dat elk, waar hij op aarde leev’, Dien Vadernaam erkennen moog’, Uw deugden roeme hemelhoog; Dat elk, als kind, aan U gelijk’, En in zijn doen Uw beelt’nis blijk’.

3. Uw koninkrijk koom’ toch, o HEER! Ai, werp den troon des satans neer; Regeer ons door Uw Geest en Woord; Uw lof word’ eens alom gehoord, En d’ aarde met Uw vrees vervuld, Totdat G’ Uw rijk volmaken zult.

4. Uw wil geschied’, Uw wil alleen, Als in den hemel, hier beneên; Uw wil is altoos wijs en goed; ‘t Is majesteit, al wat Gij doet; Dat ieder stil daarin berust’, En Uw bevelen doe met lust.

5. Geef heden ons ons daag’lijks brood; Betoon Uw trouwe zorg in nood; Gij weet, wat elk op aard’ behoev’; Dat ons dan geen gebrek bedroev’; Dat nooit Uw zegen van ons wijk’, Die maakt alleen ons blij en rijk.

2. Opening en meditatie – ds. P.W.J. van der Toorn

Zingen: Gebed des Heeren, deel 2 (ritmisch)

6. Vergeef ons onze schulden, HEER; Wij schonden al te snood Uw eer; De boosheid kleeft ons altijd aan; Wie onzer zou voor U bestaan, Had Jezus niet voor ons geleên? Wij schelden kwijt, die ons misdeên.

7. Leid ons in geen verzoeking ooit; Verberg voor ons Uw aanzicht nooit; Gij weet het, onze kracht is klein; De driften veel, en ‘t hart onrein, Wat wordt er van ons in dien staat, O Vader, zo Gij ons verlaat?

8. Verlos ons uit des bozen macht; Bescherm, en sterk ons door Uw kracht: Wij zijn toch zwak, zijn sterkt’ is groot; Dus zijn w’ elk ogenblik in nood; Hier komt nog vlees en wereld bij; Ai, sterk ons dan, en maak ons vrij.

3. Toelichting (I) – Jaco van der Knijff

9. Want Uw is ’t Koninkrijk, o HEER, Uw is de kracht, Uw is al d’ eer. U, die ons helpen wilt en kunt, Die, in Uw Zoon, verhoring gunt, Die door Uw Geest ons troost en leidt, U zij de lof in eeuwigheid.

10. Ja, Amen, trouwe Vader, ja; Wij maken staat op Uw genâ. Ons hart, o God, die alles ziet, Veroordeelt ons in ’t naad’ren niet; Het zegt, daar G’ op ons bidden let, Gelovig Amen op ’t gebed.

Zingen (1, 4, 8, 12) en declamatie: Ein neues Lied wir heben an

1.Een

nieuw

ge-

zang

hef-

fen

wij

aan

tot

lof

van

God

de

He-

die

gro-

te

din-

gen

heeft

ge-

re,

daan

zijn

heil' ge

naam  ter  e-

Te

Brus-

re.

sel  was't,  in  Bra bant  -daar A    werd  door  twee  jon  ge  -man nen

het

rijk

van

Chris-

tus

o-

pen-

baar:

zij

tart-

ten

de

ti-

ran-

nen,

krach-

tig

in

lief-

de

en

waar-

heid.

2. Het waren broeders naar de geest: Johannes vol genade en Hendrik, die God heeft gevreesd in woorden en in daden. Zij hebben nu de zegekroon als zonen Gods verworven, omdat zij onder haat en hoon voor Gods woord zijn gestorven en martelaars geworden.

3. De oude Vijand dreigde zeer hun lichaam te schofferen, vergeefs, – zij loochenden zijn leer, beleden ’t woord des Heren. Al bracht hij tegen hen in ’t veld een leger van sofisten, met al hun wijsheid van geweld, hun leugens en hun listen stonden ze daar als dwazen.

4.Ze

zon-

gen

zoet,

zon-

ze

zoch-

ten

ve-

de

broe-

ders

ston-

den

als

een

zuur,

den,

muur,

on-

wrik-

baar,

on-

ge-

schon-

den.

Hoe't

den

Aarts-

leu-

gen-

aar

ver-

droot

dat

hij

was

o-

ver-

won-

door

zo

ge-

rin-

gen

-hij

zo

nen

groot!

Hij

is

ter-

stond

be-

gon-

het

vuur

voor

hen

te

sto-

ken.

nen

6. Zo deed God in zijn goedheid hen tot rechte priesters worden: zij offerden zichzelven en traden in Christus’ orde. Der wereld afgestorven, vrij van alle aardse banden, Christus gelijk, zo kwamen zij voor God met reine handen en brachten Hem hun leven.

7. Men legde hun een schrijfsel voor om daaruit op te lezen hun eigen dwalingen – en hoor, het ergst van al was deze: „De mensen en hun woorden zijn te voos om op te bouwen; Gods woord alleen is waar en rein, op Hem rust ons vertrouwen.” Zo moesten zij dan branden.

8.Men

stak

twee

hel-

se

vu-

ren

aan,

den

Vij-

and

tot

ge-

noe-

gen,

en

geen

die't

aan-

zag

kon

ver-

staan

hoe

zij

de

pijn

ver-

droe-

gen.

Zij

ga-

ven

moe-

dig

zich

aan't

vuur

zelfs

hoor-

de

men

hen

zin-

gen,

dat

de

so-

fis-

ten

op

den

duur

ho-

ren

en

zien

ver-

gin-

gen.

Zo

leer-

den

zij

de

waar-

heid.

5. Men rukte hun het priesterkleed van ’t lijf om hen te ontwijden, maar wat men deed, hoe laag, hoe wreed, zij wilden ’t gaarne lijden en zegenden en dankten God dat Hij hen wou bevrijden van alle leugenleer en tot de dienst der waarheid wijden, –zij droegen het met vreugde.

9. Hoe heeft die schanddaad hen berouwd! Geen durft zich te beroemen; ’t stuk waartoe men zich had verstout, geen mens mag ’t zelfs meer noemen. Maar wie ook zwijgt, de Geest zegt uit wat veler hart bezwaarde: hoor, niet te overstemmen luid roept Abels bloed van de aarde en het beschuldigt Kaïn.

10. Naar alle kanten blaast Hij de as, ze waait door alle landen.

Dat komt de Vijand slecht te pas, dat maakt zijn rijk te schande.

Want hen die bij hun leven hij tot zwijgen had gedwongen, die moet hij, nu zij stierven, vrij in alle taal en tongen opgewekt laten zingen.

11. Maar ’t snoert de leugen niet de mond, nóg wil hij zegevieren: Er gaat een nieuw verdichtsel rond om ’t schandstuk te versieren. Men schaamt zich niet, nog na hun dood Gods heiligen te smaden: zij keerden in hun laatste nood, zo heet het, van hun paden en zijn naar ’t kruis gekropen.

12.Wat

zij

ook

zeg-

gen,

moord

is

moord,

van

nut

zal't

hun

niet

we-

zen.

Wij

dan-

ken

God,

om-

dat

zijn

woord

is

uit

de

dood

ver-

re-

zen.

Reeds

heeft  de

zo mer  zich

ge meld;

de

win-

ter

is

ver-

gan-

gen

en

klei-

ne

bloe-

men

kleu ren't  veld.

Die

dit  heeft  aan-

ge-

van-

gen,

die

zal

het

ook

vol-

ein den.

Vertaling: Ad den Besten

4. Toelichting (II)

Zingen: Aus tiefer Not schrei ich zu dir (beurtzang)

Allen:

1.Uit

die-

Heer,  neig

pe

nood

roep

ik

tot

U:

U

tot

mijn

be-

Wees

mij

ge-

na-

dig,

luis-

ter

de.

nu

en

leid

mij

tot

Uw

vre-

In-

dien

Gij

in

het

oor-

deel

de.

brengt

de

schuld,

de

zon-

de

die

wie

kan

dan

tot

U

tre-

U

krenkt,

den?

Vrouwen:

2. Het is door uw genade, Heer, dat Gij ons wilt vergeven: de werken falen keer op keer, onzuiver is ons streven. Wie roemt in wat hij zelf verricht? De mens moet beven voor ’t gericht En van genade leven.

Allen:

3. Ik zal op mijn gerechtigheid mijn eigen werk, niet bouwen, maar op Gods goedertierenheid, Zijn vriend’lijkheid, vertrouwen. Die heeft Hij in zijn Woord beloofd: zijn Woord, mijn schat die niemand rooft, mijn steun en mijn betrouwen.

Vertaling: Johan Klein

Mannen:

4. Meer dan de wachters in de nacht verlangen naar de morgen, zie ik naar God uit en ik wacht en Hij beschaamt mijn zorgen. Dat Abrams uitverkoren zaad zich op de Heer, zijn God, verlaat: bij Hem zijn wij geborgen.

Allen:

5. Hoe groot de zonde is geweest, nog groter Gods genade: opdat Hij altijd wordt gevreesd –Hij leidt ons op zijn paden. De God van Israël bevrijdt van alle ongerechtigheid en voert ons tot zijn vrede.

5. Toelichting (III)

Zingen: Nun komm, der Heiden Heiland (beurtzang)

Allen:

1.Kom

tot

ons,

Hei-

land,

kom

de

we-

reld

wacht,

in

on-

ze

nacht. A Q Q

Licht

dat

in

de

A Q Q

kind

van

God,

Mannen:

Ma-

nacht

be-

gint,

ri-

a's

kind.

Mannen:

2. Niet een man is het geweest met zijn driften, maar de Geest. Mens geworden is Gods woord; zie, een vrucht bloeit in haar schoot.

Vrouwen:

3. Zwanger werd de kuise maagd met haar lichaam rein en gaaf. Al haar deugden glansden klaar, God vond zijn verblijf in haar.

Mannen:

4. Kind dat uit uw kamer klein, als des hemels zonneschijn op de aarde wordt gesteld, gaat uw weg zoals een held.

Vrouwen:

5. Gij daalt van de Vader neer tot de Vader keert Gij weer, die de hel zijt doorgegaan en hemelwaarts opgestaan. A Q Q

6. Gij, als God de Vader groot, word nu mens, versla de dood, dat ons zwak vlees redding wacht door uw goddelijke macht.

Vrouwen:

7. Uw kribbe blinkt in de nacht met een ongekende pracht. Het geloof leeft in dat licht waarvoor al het duister zwicht.

Allen:

8. Lof zij God in ’t hemelrijk, Vader, Zoon en Geest gelijk, nu en overal altijd, nu en tot in eeuwigheid.

Vertaling: Jan Willem Schulte Nordholt (1, 4, 5, 7, 8) en Andries Govaart (2, 3, 6)

6. Toelichting (IV)

Zingen: Ein feste Burg ist unser Gott

ren.

2. Al onze macht is ijdelheid: wij gaan terstond verloren, wanneer de held niet voor ons strijdt, die God heeft uitverkoren. Zo gij ’t nog niet wist: Jezus Christus is ’t, de Heer van ’t heelal, die overwinnen zal, –God zelf staat ons terzijde.

3. Al wordt de wereld ook een hel en ’t leven niets dan lijden, wij vrezen niet, – Immanuël zal stellig ons bevrijden. Hoe satan ook woedt en wat hij ook doet, ’t is macht’loos geweld, –zijn vonnis is geveld. Eén woord en hij moet vallen.

4. Gods heilig woord alleen houdt stand, Gods waarheid zal ons staven. Hij leidt ons en met milde hand schenkt Hij zijn geestesgaven. Al rooft de tiran ons wat hij maar kan, ons goed en ons bloed, –laat hem zijn overmoed! Gods rijk blijft ons behouden.

7. Sluiting – Gijsbert Bouw

8. Zingen: Erhalt uns, Herr, bei deinem Wort

Vertaling: Ad den Besten en Jan Wit A S S

S S

1.Be-

waar

ons,

He-

re,

bij

uw

woord,

be-

toom

des

vij-

ands

roof

en

moord.

S S

S S

Hij

R trok

ten

strij-

de

om

uw

Zoon

te

sto-

ten

van

uw

ho-

troon.

ge

2. Heer Jezus Christus, toon uw macht, Heer aller heren, kom met kracht. Bescherm uw arme christenheid, dat zij U love t’ allen tijd.

3. O Geest, die onze Trooster zijt, geef dat uw volk één Heer belijdt, wees bij ons in de laatste nood, leid ons ten leven uit de dood.

Vertaling: Pieter Boendermaker

Orgelspel

Improvisatie: Ein feste Burg ist unser Gott

Medewerkenden:

Ds. P.W.J. van der Toorn predikant christelijke gereformeerde kerk Bunschoten

Rien Donkersloot organist Sint-Joriskerk Amersfoort en Laurentiuskerk Mijnsheerenland

Jaco van der Knijff muziekredacteur Reformatorisch Dagblad

Gijsbert Bouw adjunct-hoofdredacteur Reformatorisch Dagblad

de redacteur. Schrijf je in voor RD Muziek Jaco van der Knijff Gert de Looze

Speciaal aanbevolen

Martin Luther 1483-1546

Kroniek van Luthers leven en werk in de context van zijn tijd Dr. Harm Veldman 16,95

De reformator Martin Luther leefde in een roerige tijd, vol ontwikkelingen in kerk, politiek, wetenschap en economie. Deze kroniek plaatst Luther in het midden van al deze gebeurtenissen. Per jaar geeft de auteur weer wat er plaatsvond in kerk en samenleving.

Machtige Arm, lijdende Knecht

Uitleg van Jesaja 53

Maarten Luther

Enkele van Luthers laatste colleges gingen over Jesaja 53. In een combinatie van wetenschappelijke exegese en actuele toepassing beschrijft Luther Jezus Christus als de lijdende Knecht.

16,95 E-book 11,99 17,95

E-book 18,99

Prof. dr. H.J. Selderhuis

Een unieke Lutherbiografie, met een veelheid aan afbeeldingen, met het verhaal van de Reformatie, maar vooral van een mens die probeert christen te zijn. Luther Een mens zoekt

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.