Welkom
Hoe praat je met (je) kinderen/jongeren over de vraag: hoe krijg je vrede met God?
Wat gaan we dit uur doen?
De opzet van de workshop: interactief nadenken
1. Startopdracht
2. De aanleiding
3. Hoe het niet moet
4. Hoe dan wel?
5. Vragen maken
Startopdracht
Bespreek in tweetallen: Wat zou je
antwoorden als een kind van 13 jaar aan je
vraagt: 'Hoe krijg ik vrede met God?'
De aanleiding: 'Vraag er maar veel om.'
Hoe NIET?
'Vraag er maar veel om!'
Overleg in tweetallen: wat is er mis met dit advies aan je kinderen? Wat voor gevaar schuilt er in?
'Vraag er maar veel om!' - gevaren:
Kan cliché worden
Wij doen wat wij kunnen! Wij bidden!
Helpt het vele bidden? Is het bidden een kansspel?
Brengt het vele bidden een Bijbels Godsbeeld mee? Dat wij God moeten 'ombidden'?
Vergeten we niet dat God óns bidt?
Zo zijn wij dan gezanten van Christuswege, alsof God door ons bade; wij bidden van Christuswege: Laat u met God verzoenen.
'God wil je God en Vader zijn.'
Bespreek in tweetallen: welk gevaar schuilt er in dit advies aan kinderen/jongeren?
'God wil je God en Vader zijn' - gevaren
1. Klinkt vriendelijk, maar er zit ook afstand in. (Stoplichten – God op eiland)
2. Hoe gevaarlijk is de stroming tussen mij en die vriendelijke God op dat eiland?
Wat zeggen deze kanttekeningen ons over de afstand tussen een zondaar en de genade? (Lukas 19 vers 9)
9 En Jezus zeide tot hem: Heden is dezen 11huize zaligheid geschied, nademaal ook adeze 12een zoon Abrahams is.
11 Dat is, huisgezin; alzo de huisvader in Christus gelovende, het gehele huisgezin in het verbond ook gerekend wordt, volgens de belofte Gen. 17:7. Hand. 2:39; 16:15, 33, tenzij dat zij door hun ongelovigheid deze genade verwerpen.
'Bid
of de Heere je een nieuw hartje wil geven!'
Bespreek in tweetallen: welk gevaar schuilt er in de term 'nieuw hartje'?
'Het nieuwe hartje' - gevaren
1. De 3000 op de pinksterdag laten zich dopen in de Naam van Jezus Christus tot vergeving van hun zonden. Ze laten zich niet dopen omdat ze een nieuw hart hadden.
Idem w.b. de moorman.
2. Jonge kinderen denken aan lijfelijk nieuw hart.
3. Behalve in Ezechiël 36 komt nergens in de Bijbel 'een nieuw hartje' echt voor – men noemt het ook wel een uitvinding van reformatorische mensen.
4. Het klinkt zo massief: wat verwacht je dan eigenlijk?
Wat is het gevaar in uitspraken als deze:
'Misschien denk jij: ik wil ook die nieuwe ogen, maar ik kan het mezelf niet geven! Dat klopt – dat moet God doen. Daarom gaan we nu bidden of de Heere jou die ogen wil geven.'
Wat is het gevaar in uitspraken als deze?
Een predikant zegt: 'Ik wilde dat ik het je kon geven, maar ik kan het niet!
God
moet het doen!'Hoe dan wel?
Vijf gedachten
De eerste gedachte: Gebruik zoveel mogelijk synoniemen van geloven: 'nieuw hart', kennen, toestemmen, vertrouwen, willen, vastklampen, gehoorzamen, volgen, enz.
Tweede gedachte:
29 Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zone Gods 56vertreden heeft, en 57het bloed des testaments 58onrein geacht heeft, waardoor hij 59geheiligd was, en 60den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?
56 Dat is, moedwilliglijk veracht en verworpen heeft. Want hetgeen men vertreedt, pleegt men met verachting en verwerping alzo te behandelen.
Derde gedachte komt van Calvijn:
“God verwacht van ons niet alleen dat we Hem biddend zoeken, maar nodigt ons eenvoudig uit tot Hem te komen.”
Met andere woorden: zeg niet 'Bid of God je wil bekeren', maar: bekeer je!
Vierde gedachte:
Bidden niet verkeerd, maar bid met verwachting van de Heilige Geest!
Vijfde gedachte:
Maak steeds weer het zondige hart concreet en verwijs naar de Heere Die Zich aan ons geeft in Zijn Woord.
Tot slot: onze basishouding als opvoeders
'Aan moeders hand tot Jezus' - prof. J. Waterink
Wat neem je mee? Bespreek in tweetallen.
Van de vader van Matthew Henry. "Zeg dit en doe dat en het zal je voor eeuwig wel gaan."
Ik neem God de Vader aan als mijn voornaamste Goed en hoogste Einde.
Ik neem God de Zoon aan als mijn Vorst en Zaligmaker.
Ik neem God de Heilige Geest aan als mijn Heiligmaker, Leraar, Gids en Trooster.
Ik neem het Woord van God aan als mijn regel in al mijn daden.
En het volk van God als mijn volk in alle omstandigheden.
Ik geef ook heel mijzelf, alles wat ik ben, alles wat ik heb en alle s wat ik kan aan de Heer een wijd het aan Hem toe.
Dit doe ik weloverwogen, oprecht, vrijwillig en voor eeuwig.