‘Wat spaar jij, Sem?’ vraagt Suus. ‘Ik spaar stenen’, zegt Sem. ‘Die zijn zwaar en hard. En elke steen is weer anders. Ik hou van stenen.’ ‘O’, zegt Suus. ‘En wat spaar jij?’ vraagt Sem. ‘Munten’, zegt Suus. ‘Die stapel ik op een hoop. Of ik doe ze in mijn spaarpot. Dat maakt een leuk geluid. Ik hou van munten.’
6