10125 bpv pbgz mvdl 050813

Page 1

ig ht

yr

op

C

.

tie fb .v

Ac

Ed u'

BPV PBGZ


Inhoud

Colofon

yr

ig ht

Ed u'

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Auteur: Klaas Praat Titel: BPV PBGZ

Ac

tie fb .v

.

Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7 1. Hulpvragen van de cliënt inventariseren 8 2. Het plan van aanpak schrijven 13 3. Het plan van aanpak tot een activiteitenplan specificeren 19 4. De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen 25 5. De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen 32 6. De cliënt bij dagbesteding ondersteunen 39 7. Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden 48 8. De cliënt ondersteunen bij het voeren van de regie over zijn leven 57 9. Het sociale systeem ondersteunen 62 10. Verpleegtechnische handelingen uitvoeren 68 11. Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken 74 12. Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken 80 13. De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen 85 14. Coördinerende taken uitvoeren 92 15. Beheertaken uitvoeren 98 16. De geboden ondersteuning evalueren 104

C

op

ISBN: 978 90 3721 012 5 Copyright © 2013 Edu'Actief b.v. Meppel Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.


Werken met de BPV-opdrachten De BPV-opdrachten bieden je de kans om je vaardigheden en kennis in de praktijk te oefenen. Er is één BPV-opdracht per werkproces. Het resultaat van een BPV-opdracht bestaat meestal uit meerdere producten. De BPV-opdrachten zijn in iedere volgorde te maken, maar soms is er een logische volgorde in de werkprocessen. Deze logische volgorde is dan ook in de BPV-opdrachten terug te vinden.

Relatie met het werkproces

Ac

tie fb .v

.

De BPV-opdrachten hebben allemaal dezelfde opbouw. Een korte toelichting: • relatie met het werkproces • opdracht • eisen professioneel gedrag • STARR • beoordeling – producten – professioneel gedrag – eindoordeel – opmerkingen.

Opdracht

ig ht

Ed u'

De BPV-opdracht begint met het gedeelte ‘Relatie met het werkproces’. Dit is de (vereenvoudigde) tekst uit het kwalificatiedossier die bij ieder werkproces onder het kopje ‘Omschrijving’ staat. Met behulp van deze korte tekst wordt duidelijk waar de BPV-opdracht over gaat en wat de relatie tot het werkproces is.

C

op

yr

De opdracht begint met een korte inleiding waarin kort beschreven wordt wat het doel van de opdracht is of die een dilemma bevat waar de student door middel van de producten een antwoord op leert geven. Vervolgens wordt er een opsomming gemaakt van de producten die gemaakt moeten worden om de doelstelling bij de opdracht te behalen of om een antwoord te kunnen geven op het dilemma. Per product wordt vervolgens beschreven welke stappen genomen moeten worden om het product te kunnen maken en aan welke eisen het product moet voldoen. Bij het maken van de producten moet de student professioneel gedrag laten zien. Deze eisen staan omschreven onder ‘Eisen professioneel gedrag’.

Eisen professioneel gedrag Deze tekst is een beschrijving van de competenties die horen bij het werkproces. De student laat tijdens het maken van de producten dit professioneel gedrag zien en wordt hier mede op beoordeeld.

STARR Reflecteren is een belangrijk onderdeel van het leerproces. Het schrijven van veel STARR-verslagen werkt echter niet altijd even motiverend. Om deze reden is gekozen voor een aangepaste STARR. Per BPV-opdracht wordt er één STARR-verslag geschreven, of dit moet anders benoemd zijn bij de producten.


Beoordeling Producten Per product worden de punten opgesomd waar de student op wordt beoordeeld. De producten worden beoordeeld door de werkbegeleider en de BPV-docent. Er wordt gewerkt met een tweepuntsschaal voldoende of onvoldoende. Als een student een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (bovengemiddeld) uitgevoerd heeft, dan kan dit aangeven worden door bij de totale beoordeling van het product een ‘goed’ te noteren.

Professioneel gedrag

tie fb .v

.

Tijdens het maken van de producten wordt er gekeken naar en beoordeeld op professioneel gedrag. Deze beoordeling wordt alleen door de werkbegeleider gegeven. Ook hier wordt gewerkt met een tweepuntsschaal voldoende of onvoldoende. Als een student een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (boven gemiddeld) uitgevoerd heeft, kan dit aangeven worden door bij de totale beoordeling van het product een ‘goed’ te noteren.

Ed u'

Ac

Eindoordeel Bij het eindoordeel van de BPV-opdracht is gekozen voor een driepuntsschaal onvoldoende/voldoende/goed. Als de beoordelingen van het product of het professioneel gedrag onvoldoende zijn, dan is het eindoordeel van de BPV-opdracht onvoldoende. Als de beoordelingen van het product of het professioneel gedrag voldoende of goed zijn, dan is het eindoordeel voldoende. Is ook het STARR-verslag aanwezig en kunnen een of meer van onderstaande hulpvragen met een ja beantwoord worden, dan is het eindoordeel van de BPV-opdracht goed.

C

op

yr

ig ht

Hulpvragen voor het beoordelen met ‘goed’: • Handelt de student bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording te nemen over het eigen handelen? • Is de student proactief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen? • Deelt de student relevante kennis en inzicht? • Is de student een gelijkwaardige collega? • Geeft de student constructieve feedback met als doel de kwaliteit van het werk te verbeteren?

Opmerkingen De beoordelaar verantwoordt de beoordeling met concrete voorbeelden van aantoonbaar gedrag van de student. Wanneer de student een onderdeel niet of onvoldoende heeft aangetoond, dan vermeldt de beoordelaar bij de opmerkingen ook wat de oorzaak hiervan is. De beoordelaar onderbouwt dit met concrete bewoordingen en/of voorbeelden.


Routeplanner

tie fb .v

.

De routeplanner zoals hieronder beschreven helpt je bij het voorbereiden en maken van de verschillende BPV-opdrachten.

Ac

Voorbereiden

op

yr

ig ht

Ed u'

Zorg dat je weet wat je moet doen en dat iedereen op de hoogte is van dat wat je gaat doen. • Waar gaat de BPV-opdracht over? • Welke producten moet je maken? • Welke eisen worden er gesteld aan het product? • Welke professionele houding wordt er van je verwacht? • Welke kennis, vaardigen heb je nodig om de producten te kunnen maken? • In welke beroepscontext ga je de opdracht maken? • Wie binnen de BPV-instelling moeten ingelicht worden over de BPV-opdracht die je gaat maken? • Wie binnen de BPV-instelling kunnen je ondersteunen bij het maken van de opdracht?

Plannen

C

Het maken van een plan voor de BPV-opdracht. BPV-opdracht nummer: Product

Wie?

Waar?

Wanneer?

Product Welk product moet je maken? Welke stappen moet je zetten om het product te maken?

Waarmee?


Wie? Wie zijn er allemaal betrokken bij het maken van het product? (jezelf, BPV-begeleider, cliënten enzovoort) Wie doet wat?

Waar? Waar ga je het product maken?

Wanneer? Wanneer start je met het product en wanneer wil je het af hebben?

Waarmee? Welke specifieke middelen heb je nodig voor het maken van het product?

Uitvoeren

Ac

Controleren en evalueren

tie fb .v

.

Het plan uitvoeren en de producten behorende bij de BPV-opdracht maken. • Loopt alles volgens plan? • Klopt het tijdschema nog? • Vraag je regelmatig om feedback? • Houd je je aan de eisen van professioneel gedrag? • Overleg je regelmatig over de voorgang van de BPV-opdracht?

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Zelf het product en de planning controleren en een STARR-verslag schrijven over de gehele BPV-opdracht. • Heb je alle producten gemaakt? • Zien de producten er netjes en verzorgd uit? • Is de opdracht verlopen volgens de planning? • Welke feedback heb je ontvangen tijdens het werken aan de BPV-opdracht? • Heb je het STARR-verslag geschreven?


Aftekenlijst BPV-opdracht

Paraaf docent

1. Hulpvragen van de cliënt inventariseren 2. Het plan van aanpak schrijven 3. Het plan van aanpak tot een activiteitenplan specificeren 4. De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen 5. De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen

tie fb .v

.

6. De cliënt bij dagbesteding ondersteunen 7. Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden

Ac

8. De cliënt ondersteunen bij het voeren van de regie over zijn leven 9. Het sociale systeem ondersteunen

Ed u'

10. Verpleegtechnische handelingen uitvoeren 11. Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

ig ht

12. Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

yr

13. De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen

op

14. Coördinerende taken uitvoeren

C

15. Beheertaken uitvoeren 16. De geboden ondersteuning evalueren


Hulpvragen van de cliënt inventariseren

1.

Hulpvragen van de cliënt inventariseren Relatie met werkproces 1.1

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Inventariseert hulpvragen van de cliënt De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voert in opdracht van het (multidisciplinair) team specifieke taken uit om informatie te achterhalen. Bijvoorbeeld: • gesprekken voeren met de cliënt. • informatie vragen aan het cliëntsysteem (het sociale systeem van de cliënt) • omgang met de cliënt tijdens de werkzaamheden • het uitvoeren van observaties • het doorkijken van diverse informatiebronnen, bijvoorbeeld het plan van aanpak/ondersteuningsplan of eerder gemaakte verslagen over de cliënt. Hij geeft relevante informatie die hij verkrijgt door aan het (multidisciplinair) team.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Observatieplan

<

Opdracht Tijdens deze opdracht inventariseer je de hulpvraag van de cliënten van jouw groep. De opdracht bestaat uit drie onderdelen: • Grafische weergave van de groep cliënten waarmee je werkt • De levensloop van twee cliënten • Een beschrijving van de hulpvraag van twee cliënten. Overleg met de stage-/werkbegeleider hoe en op welke basis je inzicht kunt krijgen in het ondersteuningsplan/begeleidingsplan van de cliënten. (Let op, het kan zijn dat er privacyregels gelden.)

8


Hulpvragen van de cliënt inventariseren

Grafische weergave van de groep cliënten waarmee je werkt Je maakt van de groep cliënten met wie je werkt grafieken aan de hand van de volgende punten. Om de grafieken te kunnen maken, gebruik je de informatie die in het ondersteuningsplan te vinden is. • het niveau van functioneren van elke cliënt • de leeftijd van de cliënten • de verhouding mannen vrouwen • de indeling in ZZP • welke lichamelijke en verstandelijke handicaps er binnen de afdeling/woning te herkennen zijn • communicatiemogelijkheden van de cliënten.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

1. Maak een grafiek waarin het cognitief, sociaal en emotioneel niveau van de cliënten zichtbaar wordt gemaakt. 2. Maak een grafiek van de leeftijden van de cliënten die je gevonden hebt in de ondersteunings-/begeleidingsplannen. 3. Maak een grafiek met twee kolommen mannen/vrouwen waarin de verhouding tussen beide zichtbaar wordt. 4. Maak in een grafiek de ZZP-score zichtbaar van de in de woning verblijvende cliënten. 5. Binnen de woning zullen cliënten verblijven met lichamelijke en verstandelijke handicaps. Maak in een grafiek zichtbaar welke handicaps er zijn. 6. De cliënten communiceren elk op een eigen manier. Dit zal een combinatie zijn van verbaal en non-verbaal. Maak een grafiek met de meest voorkomende vormen en maak zichtbaar welke vormen er binnen de woning worden gebruikt. Laat in de grafiek zien waar bij elke cliënt het accent op ligt.

ig ht

Als je deze items hebt uitgewerkt, laat je deze aan je begeleider zien. Samen kijk je grafieken door en check je of je weergave klopt.

Lees het ondersteuningsplan door met als doel dat je een beeld krijgt van de levensloop van de beide cliënten. Maak met een tijdlijn inzichtelijk welke belangrijke gebeurtenissen je in de levensloop hebt kunnen vinden. Welke momenten op de tijdlijn zijn ingrijpend geweest voor de cliënten?

C

op

yr

De levensloop van twee cliënten Om een hulpvraag voor de cliënt (item 3) te kunnen omschrijven, is het van belang te weten wie de cliënt is en wat de levensloop oftewel de biografie van de cliënt is.

• •

Voorbeeld van een tijdlijn

9


Een beschrijving van de hulpvraag van twee cliënten Nu je het ondersteuningsplan, de levensloop hebt doorgelezen, ben je in staat om een voorlopige hulpvraag te formuleren voor twee cliënten uit item 2. • •

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

• •

Formuleer op basis van de gegevens die je tot nu toe verzameld hebt voor de twee cliënten uit item 2 één voorlopige hulpvraag. Om de voorlopige hulpvraag om te kunnen zetten in een definitieve hulpvraag is het belangrijk om je ontdekkingen te onderzoeken. Dit ga je doen door het maken van een observatie. Gebruik hiervoor het werkmodel Observatieplan. Vervolgens analyseer je de informatie en formuleer je een hulpvraag met de methode die op je stageplaats gebruikelijk is of gebruik de PES-methode. Leg de hulpvraag aan je stagebegeleider voor. Vraag de mening en feedback op de uitwerking.

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je toont belangstelling voor, toont betrokkenheid bij, luistert actief en vraagt door bij de cliënten (en het cliëntsysteem), zodat zij de benodigde informatie geven en zich begrepen voelen. • Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen, zodat je een volledig beeld krijgt van de situatie en de wensen van de cliënt.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

10


Hulpvragen van de cliënt inventariseren

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product – Grafische weergave van de groep cliënten waarmee je werkt

Ed u'

Ac

tie fb .v

1. een grafiek gemaakt waarin het niveau van de cliënten zichtbaar wordt gemaakt 2. de leeftijden van de cliënten zichtbaar gemaakt in een grafiek 3. een grafiek gemaakt met twee kolommen waarin de verhouding mannen/vrouwen binnen de woning zichtbaar wordt 4. heeft een ZZP-grafiek gemaakt waarin duidelijk wordt in welke ZZP de cliënten binnen de woning zich bevinden 5. heeft in een grafiek de handicaps in kaart gebracht 6. heeft een grafiek gemaakt met de meest voorkomende vormen van communicatie binnen de woning

.

De uitwerking van deze opdracht omvat de beschrijving van de volgende onderdelen: De student heeft:

yr

ig ht

heeft de uitgewerkte grafieken aan de stagebegeleider voorgelegd en samen gekeken of de weergave klopt.

op

Product – De levensloop van twee cliënten

C

Van twee cliënten is er een tijdlijn gemaakt. Op de tijdlijn staan de belangrijk levensmomenten van de cliënt weergegeven. Product – Een beschrijving van de hulpvraag van twee cliënten •

• • •

De student heeft een voorlopige hulpvraag beschreven en middels een observatie gecontroleerd of de hulpvraag juist was. Voor de observatie is gebruikgemaakt van het werkmodel Observatieplan. De student heeft de analyse omgezet in een conclusie en een definitieve hulpvraag. De hulpvraag is geformuleerd volgens de richtlijnen van de stage-instelling of de PES.

11


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Criteria

D Aandacht en begrip tonen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg toont belangstelling voor, toont betrokkenheid bij, luistert actief en vraagt door bij de cliënten (en het cliëntsysteem), zodat zij de benodigde informatie geven en zich begrepen voelen.

N Onderzoeken

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen, zodat hij een volledig beeld krijgt van de situatie en wensen van de cliënt. : : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Ed u'

Ac

Opmerking:

tie fb .v

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

O

.

Competentie

ig ht

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling

yr

Naam beoordelaar

op

Functie

C

Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam student Datum + handtekening

12

V


Het plan van aanpak schrijven

Het plan van aanpak schrijven Relatie met werkproces 1.2 Schrijft het plan van aanpak De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg analyseert de verzamelde informatie over de cliënt en selecteert de relevante informatie. Hij consulteert collega’s over mogelijke begeleidingsdoelen en -methodieken.

tie fb .v

.

Op basis van de verkregen informatie stelt hij samen met de cliënt doelen voor de begeleiding vast. Samen met de cliënt bedenkt en kiest hij de soort activiteiten en de vorm van begeleiding die bijdraagt aan het bereiken van de doelstellingen. Met deze informatie schrijft hij het ondersteuningsplan overeenkomstig de werkwijze in de organisatie.

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg legt het ondersteuningsplan voor aan de cliënt en het sociaal systeem om instemming te verkrijgen voor dit plan. Hij licht het plan toe en motiveert gemaakte keuzes. Hij stelt in overleg met de cliënt en het sociaal systeem het plan eventueel bij. Vervolgens legt hij het ondersteuningsplan ter vaststelling voor aan het (multidisciplinair) team. Hij licht het plan toe en motiveert gemaakte keuzes. Indien nodig past de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan nog enigszins aan en legt het plan dan opnieuw ter accordering voor aan het team.

C

2.

Opdracht Tijdens deze opdracht schrijf je een plan van aanpak voor een cliënt. Kies in overleg met je BPV-begeleider een geschikte cliënt uit. Een plan van aanpak is een verzamelbegrip

13


voor: ondersteuningsplan, handelingsplan, interdisciplinair behandelplan, begeleidingsplan, trajectplan, zorgplan en zorg- en ondersteuningsplan. Je levert voor deze opdracht een plan van aanpak op.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Plan van aanpak • Verzamel informatie over de cliënt en kies hieruit relevante punten/problemen die gaan terugkomen bij het schrijven van het plan van aanpak. • Beschrijf de hulpvragen en daarbij passende doelen voor de cliënt. • Omdat er vaak meerdere doelen worden gesteld (korte- en langetermijndoelen) is het belangrijk een volgorde van belangrijkheid aan te brengen. • Bespreek de hulpvragen en doelstellingen met je BPV-begeleider en pas deze zo nodig aan. • Leg je keuzen en volgorde van de doelen van de cliënt uit aan onder andere ouders, wettelijke vertegenwoordigers, collega’s en andere belanghebbenden. • Kies, indien mogelijk, samen met de cliënt en/of het cliëntensysteem de soort activiteiten en de vorm van begeleiding uit die passen bij de doelstelling en de hulpvraag. • Schrijf met deze informatie het plan van aanpak in overeenstemming met de werkwijze in de organisatie. • Vraag de mening van alle genoemde betrokkenen over het plan van aanpak en vraag op die manier draagvlak voor het plan van aanpak. Je uitleg en gebruikte argumenten zullen bepalend zijn voor het draagvlak om het plan te kunnen uitvoeren. • Verwerk de op- en aanmerkingen van alle betrokkenen en stel het plan van aanpak zo nodig bij. • Bespreek het (aangepaste) plan van aanpak met de cliënt. Als de cliënt het eens is met het plan, leg je het plan van aanpak nog een keer voor aan je collega’s van het team.

14


Het plan van aanpak schrijven

tie fb .v

.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je vraagt de mening van collega’s (in- en eventueel extern, eventueel één of meer andere disciplines) over de invulling van het ondersteuningsplan, zodat het ondersteuningsplan voldoet aan de professionele eisen en draagvlak krijgt in het (multidisciplinaire) team. • Je bouwt het ondersteuningsplan op een logische gestructureerde wijze op, formuleert vlot en bondig en maakt duidelijk onderscheid in hoofd- en bijzaken, zodat het ondersteuningsplan voor zowel de cliënt als professionals begrijpelijk is en richtinggevend is voor de begeleiding van de cliënt. • Je analyseert de verkregen informatie over de cliënt, legt relaties tussen de gegevens en combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie, zodat je een duidelijk, realistisch en werkbaar ondersteuningsplan oplevert.

STARR

Ac

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

15


Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

• •

C

op

tie fb .v

Ac

Ed u'

ig ht

De student heeft de hulpvragen van de cliënt en de daaraan gekoppelde doelen uitgeschreven in een plan van aanpak. De student heeft een volgorde aangebracht in de hulpvragen en doelen op basis van korte termijn en lange termijn. De gestelde doelen zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en toetsbaar/ tijdsgebonden De student heeft de keus en volgorde van de doelen van de cliënt kunnen uitleggen aan ouders, wettelijke vertegenwoordigers, collega’s en andere belanghebbenden. De student heeft passende activiteiten gekozen in overleg met de cliënt. De student heeft een begeleidingsmethodiek gekozen passend bij het plan van aanpak. De student heeft een plan van aanpak geschreven volgens de werkwijze van de instelling. De student heeft de opmerkingen van alle betrokkenen meegenomen in de bijstelling van het plan van aanpak. De student heeft met de cliënt de nieuwe bijstellingen doorgesproken en toestemming gekregen dat het plan wordt uitgevoerd. De student heeft het team op basis van argumenten kunnen motiveren het plan van aanpak uit te voeren.

yr

16

.

Product – het plan van aanpak

BPV-docent O

V


Het plan van aanpak schrijven

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Criteria

O

E Samenwerken en overleggen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg vraagt de mening van collega’s (in- en eventueel extern, eventueel één of meer andere disciplines) over de invulling van het ondersteuningsplan, zodat het ondersteuningsplan voldoet aan de professionele eisen en draagvlak krijgt in het (multidisciplinaire) team.

J Formuleren en rapporten

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bouwt het ondersteuningsplan op een logische gestructureerde wijze op.

V

tie fb .v

.

Competentie

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg formuleert vlot en bondig.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg analyseert de verkregen informatie over de cliënt.

ig ht

C

op

yr

M Analyseren

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg maakt duidelijk onderscheid in hoofd- en bijzaken, zodat het ondersteuningsplan voor zowel de cliënt als professionals begrijpelijk is en richtinggevend is voor de begeleiding van de cliënt.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg legt relaties tussen de gegevens. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg combineert gegevens uit verschillende bronnen tot relevante informatie, zodat hij een duidelijk, realistisch en werkbaar ondersteuningsplan oplevert.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

17


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

18


Het plan van aanpak tot een activiteitenplan specificeren

3.

Het plan van aanpak tot een activiteitenplan specificeren Relatie met werkproces 1.3

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Specificeert het plan van aanpak tot een activiteitenplan Op basis van het ondersteuningsplan stelt de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg samen met de cliënt een activiteitenplan op. Hij gaat met de cliënt na met welke activiteiten de cliënt gaat werken aan de doelstellingen uit het ondersteuningsplan. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg raadpleegt collega’s en eventueel deskundigen over de specifieke invulling van het activiteitenplan voor de betreffende cliënt. Op basis van de wensen van de cliënt, zijn ondersteuningsplan en de aandachtspunten van de collega’s werkt de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg het ondersteuningsplan uit tot een activiteitenplan met evaluatiemomenten en -criteria.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Activiteitenplan

<

Opdracht Tijdens deze opdracht specificeer je een plan van aanpak dat is geschreven tot een activiteitenplan voor de cliënt. Kies in overleg met je begeleider twee doelen uit een plan van aanpak. Dit zijn doelen die te maken hebben met dagbesteding en invulling van de vrije tijd.

19


De opdracht bestaat uit drie onderdelen: • Item 1 Activiteitenplan: Dagbesteding • Item 2 Activiteitenplan: Invulling van vrije tijd • Item 3 Agendapunt teamoverleg. Je stijl van schrijven en woordkeus zijn zodanig dat alle betrokkenen het activiteitenplan begrijpen. In het activiteitenplan specificeer je de doelstellingen/de planning en de criteria. Het activiteitenplan is praktisch uitvoerbaar en de cliënt voelt zich door je uitleg gemotiveerd om aan de uitwerking mee te werken.

tie fb .v

.

Item 1 Activiteitenplan: Dagbesteding • Beschrijf welke vorm van dagbesteding (weekschema) de cliënt op dit moment vanuit het plan van aanpak krijgt aangeboden. • Beschrijf het doel dat de cliënt met de dagbesteding wil bereiken. • Beschrijf de eventuele veranderde vraag met betrekking tot het dagbestedingsaanbod of beargumenteer dat het huidige aanbod aan de wens voldoet. • Vertaal de wensen en mogelijkheden van de cliënt in concrete activiteiten zodat gewaarborgd is dat het activiteitenplan aansluit bij de leeftijd, achtergrond, ontwikkelingsfase van de cliënt. • Schrijf het activiteitenplan met behulp van het werkmodel Activiteitenplan.

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Item 2 Activiteitenplan: Invulling van vrije tijd • Beschrijf aan de hand van een weekschema hoe de vrije tijd van de cliënt op dit moment wordt vormgegeven. • Onderzoek op basis van het plan van aanpak op welke(weekend)dagen een andere invulling gewenst is. • Beschrijf zo mogelijk samen met de cliënt concrete activiteiten, zodat gewaarborgd is dat de activiteiten aansluiten bij de leeftijd, achtergrond en ontwikkelingsfase. • Geef richting aan de invulling door te onderzoeken wie kan meehelpen om de cliënt een zinvolle invulling van de vrije tijd aan kan bieden. • Schrijf het activiteitenplan met behulp van het werkmodel Activiteitenplan.

C

op

Item 3 Agendapunt teamoverleg • Maak van item 1 en 2 een korte omschrijving die geschikt is om als agendapunt te worden ingebracht in het teamoverleg. • Bespreek de twee activiteitenplannen in een teamvergadering, • Voeg de agenda en de notulen van de vergadering toe als bewijsstukken.

20


tie fb .v

.

Het plan van aanpak tot een activiteitenplan specificeren

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je bouwt het activiteitenplan op een logische gestructureerde wijze op, formuleert vlot en bondig en maakt duidelijk onderscheid in hoofd- en bijzaken zodat het activiteitenplan voor zowel de cliënt als professionals begrijpelijk en richtinggevend is voor de begeleiding van de cliënt. • Je maakt een keuze voor bepaalde activiteiten en begeleidingsvormen op basis van de verzamelde gegevens en je kennis met betrekking tot de activiteitenbegeleiding, zodat het activiteitenplan bijdraagt aan het realiseren van de doelstellingen uit het ondersteuningsplan. • Je stelt duidelijke en realistische doelen, plant en prioriteert activiteiten in de tijd, zodat het activiteitenplan uitvoerbaar is en aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt en de organisatie. • Je vertaalt – zo mogelijk samen met de cliënt – wensen en mogelijkheden van de cliënt in concrete activiteiten, zodat gewaarborgd is dat het activiteitenplan aansluit bij de leeftijd, achtergrond en ontwikkelingsfase van de cliënt en dat de cliënt zich kan vinden in de ondersteuning die geboden gaat worden.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

21


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

• •

Ed u'

Ac

De student heeft door middel van een weekschema inzichtelijk gemaakt welke vorm van dagbesteding de cliënt op dit moment van dag tot dag vanuit het ondersteuningsplan krijgt aangeboden. De student heeft het doel beschreven dat de cliënt met de dagbesteding wil bereiken. De student heeft de eventuele veranderde vraag met betrekking tot het dagbestedingsaanbod beschreven en kan beargumenteren dat het huidige aanbod aan de wens voldoet. De student heeft de wensen en mogelijkheden van de cliënt in concrete activiteiten omgezet, zodat gewaarborgd is dat het activiteitenplan aansluit bij de leeftijd, achtergrond, ontwikkelingsfase van de cliënt.

tie fb .v

Product - Item 2 Activiteitenplan: Invulling van vrije tijd

C

op

ig ht

De student heeft door middel van een weekschema beschreven hoe de vrije tijd van de cliënt op dit moment wordt vormgegeven. De student heeft kunnen benoemen welke activiteiten gewenst zijn. De student heeft zo mogelijke samen met de cliënt concrete activiteiten beschreven zodat gewaarborgd is dat deze aansluiten bij de leeftijd, achtergrond en ontwikkelingsfase. De student heeft richting gegeven aan de invulling door te onderzoeken wie kan meehelpen om de cliënt een zinvolle invulling van de vrije tijd aan te bieden. De student heeft voor deze twee onderdelen een korte omschrijving gemaakt die geschikt is om als agendapunt te worden ingebracht in het teamoverleg. De student heeft met bovengenoemde omschrijving zorg gedragen voor de overdracht van het activiteitenplan aan de teamleden.

yr

22

.

Product - Item 1 Activiteitenplan: Dagbesteding

BPV-docent O

V


Het plan van aanpak tot een activiteitenplan specificeren

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product - Item 3 Agendapunt teamoverleg Beide activiteitenplannen zijn kort omschreven zodat deze als agendapunt opgenomen kunnen worden in de agenda van een teamoverleg. De activiteitenplannen zijn besproken in de vergadering.

tie fb .v

.

De agenda en notulen zijn toegevoegd aan de opdracht als bewijs.

Beoordeling - Professioneel Gedrag

O

V

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stelt duidelijke en realistische doelen.

Ed u'

Q Plannen en organiseren

BPV-begeleider

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg plant en prioriteert activiteiten in de tijd, zodat het activiteitenplan uitvoerbaar is en aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt en de organisatie

C

op

yr

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg vertaalt – zo mogelijk samen met de cliënt – wensen en mogelijkheden van de cliënt in concrete activiteiten, zodat gewaarborgd is dat het activiteitenplan aansluit bij de leeftijd, achtergrond en ontwikkelingsfase van de cliënt en dat de cliënt zich kan vinden in de ondersteuning die geboden gaat worden.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

23


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

24


De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen

De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen Relatie met werkproces 2.1

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg ondersteunt de cliënt bij: • de persoonlijke lichamelijke verzorging • toiletgang • mobiliteit • het slaap-/waakritme. Hij zorgt voor een optimaal lichamelijk en geestelijk welbevinden van de cliënt door gebruik te maken van aangepaste materialen en ruimten. Hij bouwt een vertrouwensband op met de cliënt door rekening te houden met de privacy en te zorgen voor gelegenheid om persoonlijke en intieme vraagstukken van de cliënt te kunnen bespreken.

C

4.

25


Werkmodellen op www.factor-e.nl: Het handelingsschema Activiteitenplan

<

Opdracht In deze opdracht staat de persoonlijke verzorging centraal. Om ondersteuning te kunnen geven bij persoonlijke verzorging is de vertrouwensband van groot belang. Privacy en intimiteit zijn in deze opdracht sleutelwoorden. Het eindresultaat van deze opdracht bestaat uit twee onderdelen: • Een verslag van de ondersteuning die je hebt gegeven bij de persoonlijke verzorging van vier cliënten • Een plan van aanpak om de zelfredzaamheid van een in overleg met je begeleider gekozen cliënt te bevorderen. Om de ondersteuning te kunnen bieden, begin je met het doorlezen van de relevante gegevens uit de ondersteuningsplannen.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Een verslag van de ondersteuning die je hebt gegeven bij de persoonlijke verzorging van vier cliënten • Begeleid vier cliënten voor een periode van zes werkdagen bij de persoonlijke verzorging. • De begeleiding heeft betrekking op de ondersteuning van de zelfredzaamheid bij: – lichamelijke verzorging – eten en drinken – uitscheiding – mobiliteit – slaap- en waakritme. (Houd rekening met schaamtegevoelens, hygiëne, veiligheid, ergonomie en milieu.)

op

yr

ig ht

Beschrijf knelpunten die je tegen bent gekomen tijdens het begeleiden van de vier cliënten en de oplossingen waarvoor je gekozen hebt. Beschrijf of er veranderingen in de zorgsituatie zijn ontstaan tijdens het uitvoeren van lichamelijke verzorging. Beschrijf of de cliënten passende persoonlijke verzorging hebben ontvangen en waaruit dit blijkt.

C

Een plan van aanpak om de zelfredzaamheid van een in overleg met je begeleider gekozen cliënt te bevorderen Kies in overleg met je begeleider voor een van de vier cliënten waarbij de zelfredzaamheid kan toenemen op het gebied van ADL. Beschrijf in het kort onderstaande punten: 1. hoe er ondersteuning wordt gegeven bij de zorg voor het lichaam 2. hoe de ondersteuning wordt verleend met betrekking tot een juist slaap-/waakritme voor de cliënt zodat er evenwicht is in rust en activiteit 3. hoe de ondersteuning wordt gegeven met betrekking tot de mobiliteit van de cliënt, eventuele transfer in en vanuit bed en de houding bij het zitten 4. welke prioriteiten ten behoeve van de te geven ondersteuning belangrijk zijn. Neem de aantekeningen van item 1 erbij en beschrijf de beginsituatie. Beschrijf de gewenste eindsituatie aan de hand van de SMART-methodiek. Maak een activiteitenplan om het doel te bereiken. Leg dit plan aan je begeleider voor en aan de collega’s van het team.

26


De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen

tie fb .v

.

Eisen professioneel gedrag

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je stimuleert de cliënt om gestelde doelen op het gebied van persoonlijke verzorging te bereiken en coacht – indien mogelijk – de cliënt om zelf (gedrags)alternatieven uit te proberen en met oplossingen te komen en creëert mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen, zodat begeleidingsdoelen gerealiseerd kunnen worden. • Je toont begrip voor de mening en gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn voorkomen en persoonlijke hygiëne, zodat persoonlijke intieme vraagstukken betreffende de cliënt bespreekbaar zijn en er een vertrouwensband kan groeien tussen de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en de cliënt. • Je gaat tijdens de persoonlijke verzorging discreet om met de privacy van de cliënt en komt gemaakte afspraken na, zodat je het vertrouwen van de cliënt krijgt en behoudt. • Je voert de benodigde handelingen snel en accuraat uit en volgens ergonomische voorschriften, zodat de cliënt effectief wordt ondersteund bij zijn persoonlijke verzorging.

C

STARR

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

27


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

Product – een plan van aanpak om de zelfredzaamheid te bevorderen

tie fb .v

De knelpunten die tijdens het begeleiden van de vier cliënten ervaren zijn en de oplossingen waarvoor gekozen is, staan beschreven. Er is beschreven of er veranderingen in de zorgsituatie zijn ontstaan tijdens het uitvoeren van lichamelijke verzorging. Er is beschreven of de cliënten passende persoonlijke verzorging hebben ontvangen en waaruit dit blijkt.

ig ht

Persoonlijke verzorging: – Er is een beschrijving gegeven hoe de ondersteuning bij de persoonlijke verzorging vorm krijgt, te weten zorg voor het lichaam. Voeding en vocht – De ondersteuning is beschreven met betrekking tot opname van voeding en vocht zodat dit voldoende en op de juiste wijze plaatsvindt en de gegevens zijn op de juiste wijze verwerkt in een zogenoemde vochtbalans.

C

op

yr

Ed u'

Ac

In overleg met de begeleider is voor een van de vier cliënten onderzocht in hoeverre de zelfredzaamheid kan toenemen op het gebied van ADL. •

28

.

Product - ondersteunt de cliënt bij de persoonlijke verzorging

BPV-docent O

V


De cliënt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Ed u'

Ac

Uitscheiding – Er is een beschrijving gegeven van de mogelijkheden die de cliënten hebben om zelf het toilet te bezoeken en in hoeverre er sprake is van een patroon en regelmaat. Mobiliteit – De ondersteuning is beschreven met betrekking tot de mobiliteit van de cliënten en de mate van zelfredzaamheid en eventuele transfer in en vanuit bed en de houding bij het zitten. Slaap- en waakritme – De ondersteuning is beschreven die wordt verleend bij het in stand houden van een juist slaap- en waakritme van de cliënten zodat er evenwicht is in rust en activiteit.

tie fb .v

.

Product – een plan van aanpak om de zelfredzaamheid te bevorderen

Product – een plan van aanpak om de zelfredzaamheid te bevorderen

C

op

ig ht

Volgens protocol bij het specificeren is rekening gehouden met schaamtegevoelens, hygiëne, veiligheid, ergonomie en milieu. Er is een beschrijving gegeven van de knelpunten tijdens het begeleiden van de vier cliënten. De student heeft passende oplossingen kunnen benoemen voor de knelpunten en heeft aangegeven of deze tot resultaat hebben geleid. De aantekeningen van het eerste item zijn gebruikt en de beginsituatie is omschreven. De gewenste eindsituatie is omschreven aan de hand van de SMART-methodiek. Een activiteitenplan is gemaakt. Dit plan is aan de begeleider en collega’s van het team voorgelegd.

yr

• • • •

29


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stimuleert de cliënt om gestelde doelen op het gebied van persoonlijke verzorging te bereiken. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg coacht – indien mogelijk – de cliënt om zelf (gedrags)alternatieven uit te proberen en met oplossingen te komen.

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg creëert mogelijkheden voor de cliënt om zich te ontwikkelen, zodat begeleidingsdoelen gerealiseerd kunnen worden. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg toont begrip voor de mening en gevoelens van de cliënt ten aanzien van zijn voorkomen en persoonlijke hygiëne, zodat persoonlijke intieme vraagstukken betreffende de cliënt bespreekbaar zijn en er een vertrouwensband kan groeien tussen de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en de cliënt.

F Ethisch en integer handelen

De medewerker maatschappelijke zorg gaat tijdens de persoonlijke verzorging discreet om met de privacy van de cliënt.

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

D Aandacht en begrip tonen

C

K Vakdeskundigheid toepassen

De medewerker maatschappelijke zorg komt gemaakte afspraken na, zodat hij het vertrouwen krijgt en behoudt van de cliënt. De medewerker maatschappelijke zorg voert de benodigde handelingen snel en accuraat uit en volgens ergonomische voorschriften, zodat de cliënt effectief wordt ondersteund bij zijn persoonlijke verzorging.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

30

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


De cliĂŤnt bij de persoonlijke verzorging ondersteunen

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

31


De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen

5.

De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen Relatie met werkproces 2.2

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg ondersteunt de cliënt bij wonen en huishouden. Hij ondersteunt de cliënt bij de organisatie van het huishouden, zoals bij: • het uitvoeren van lichte huishoudelijke schoonmaakwerkzaamheden • het doen van inkopen • het bereiden van maaltijden • het opmaken van bedden • het wassen en strijken van kleding en textiel • het realiseren van een optimaal woon- en leefklimaat • mobiliteitsvraagstukken • het doen van (financiële) administratie • budgetteren en het behartigen van financiële belangen. Hij voorziet in de voorwaarden om de cliënt te laten oefenen of experimenteren met ander gedrag of nieuwe huishoudelijke vaardigheden. Zo zorgt hij er bijvoorbeeld voor dat benodigde materialen en middelen beschikbaar zijn. Hij zorgt in overleg met de cliënt voor een wenselijke leefsituatie en houdt daarbij rekening met hygiëne en veiligheid.

Opdracht De cliënten betrekken bij de huishoudelijke taken draagt bij aan de kwaliteit van bestaan.

32


De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen

Het gevoel een rol en een taak te hebben sterkt het gevoel van eigenwaarde. De cliënten laten kennismaken met en leren omgaan met hygiëne en veilig handelen is de basis voor een goed woonklimaat. De leefsituatie biedt privacy, contact-, ontspannings- en inspanningsmogelijkheden passend bij je doelgroep. De sfeer wordt bepaald door materiële zaken en personen. Ook de inrichting draagt bij tot de sfeer en is van invloed op de leefsituatie. Kortom, je werkt aan een groeibevorderend leefklimaat. Kennis hebben van (financiële) administratie, budgetten en financiële belangen zorgt ervoor dat er kan worden gewerkt vanuit afgewogen argumenten. Je kunt de keuzes die gemaakt worden vertalen naar collega’s en andere betrokkenen.

tie fb .v

.

De opdracht bestaat uit drie onderdelen: • Betrekken bij een huishoudelijke taak • Sfeervol aanpassen woon-/leefruimte • De (financiële) administratie, budgetteren en het behartigen van financiële belangen.

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Betrekken bij een huishoudelijke taak • Betrek in overleg met je begeleider een cliënt bij het uitvoeren van een huishoudelijke taak. • Kies een taak die elke dag kan worden uitgevoerd en waarmee je een regelmaat kunt aanbrengen in het dagritme van de cliënt. • Voorbeelden: • Tafeldekken, afruimen, vaatwasser inruimen of uitruimen, was sorteren, planten water geven, binnenkomende boodschappen opbergen, stofzuigen van de verblijfsruimte. • Beschrijf het doel waarmee het verrichten van deze huishoudelijke taak kan bijdragen aan het welbevinden van de cliënt. • Bespreek dit doel met je begeleider en je collega’s. • Maak voor de uitvoering een methodisch stappenplan voor deze huishoudelijke taak op basis van de methodische cirkel. • Breng samen met de cliënt voor een periode van zes dagen dit methodische stappenplan tot uitvoering en schrijf hierover een evaluatieverslag.

C

Sfeervol aanpassen woon-/leefruimte Maak in overleg met je begeleider een plan om de inrichting van de woning c.q. werkplek sfeervoller en gezelliger te maken. Werk het plan verder uit door er tekeningen/schilderij of objecten aan toe te voegen. Maak een opzet van de verwachte kosten en bespreek de mogelijkheden tot uitvoering met je begeleider. Betrek twee cliënten bij het maken van de materialen. Betrek twee cliënten bij het inrichten. Maak foto’s van het resultaat en voeg deze bij de uitwerking van de opdracht. De (financiële) administratie, budgetteren en het behartigen van financiële belangen Breng in kaart/maak een analyse wat de budgetten zijn op de woning/werkplek die ter beschikking staan. Je maakt dit inzichtelijk door een grafiek te maken waarin te zien is wat de bedragen zijn per jaar. • maaltijden/per dag/per jaar • huishoudelijke verbruiksartikelen per week/per jaar • festiviteiten zoals uitjes, vakanties, Sinterklaas en kerst per jaar

33


tie fb .v

.

Als dit klaar is, dan geef je je persoonlijke mening over de getallen. Dus wat valt je op?

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je creëert (leer)situaties waarin de cliënt kan oefenen met ander gedrag en motiveert de cliënt om uitdagingen gericht op zijn ontwikkeling aan te gaan bij wonen en huishouden (bijvoorbeeld ten aanzien van eigen normen en waarden), zodat de doelen uit het plan van aanpak gerealiseerd kunnen worden. • Je gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen en gebruikt hulpmiddelen waarvoor ze bedoeld zijn, zodat de huishoudelijke werkzaamheden efficiënt uitgevoerd worden en jij je een voorbeeld toont voor de cliënt. • Je begrijpt wat belangrijk is voor de cliënt en gaat na wat zijn wensen zijn, stelt je flexibel op ten aanzien van veranderingen, zodat je de ondersteuning, leefsituatie en activiteiten op het gebied van huishouden en wonen kunt laten aansluiten op zijn mogelijkheden en behoeften. • Je handelt tijdens het ondersteunen van de cliënt bij huishouden en wonen overeenkomstig de voorgeschreven (werk)procedures en veiligheidsvoorschriften, zodat geen onnodige risico’s ontstaan en uniformiteit van de ondersteuning gewaarborgd is.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

34


De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De student heeft in overleg met de begeleider een cliënt betrokken bij het uitvoeren van een huishoudelijke taak. De student heeft een taak gekozen die elke dag kan worden uitgevoerd waarmee een regelmaat is aangebracht in het dagritme van de cliënt. De student heeft beschreven aan welk doel het verrichten van deze huishoudelijke taak heeft bijgedragen m.b.t. het welbevinden van de cliënt. De student heeft dit doel besproken met de begeleider en collega’s. De student heeft voor de uitvoering van deze huishoudelijke taak een methodisch stappenplan gemaakt op basis van de methodische cirkel.

tie fb .v

.

Product – Betrekken bij een huishoudelijke taak

35


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

Ed u'

Ac

De student heeft in overleg met de begeleider een plan gemaakt om de inrichting van de woning c.q. werkplek m.b.t. de sfeer gezelliger te maken. De student heeft hiervoor tekeningen/schilderijen en/of objecten gemaakt/gebruikt. De student heeft een opzet van de verwachte kosten gemaakt en de mogelijkheden en uitvoering besproken met de begeleider. De student heeft twee cliënten betrokken bij het maken van de materialen. De student heeft twee cliënten betrokken bij het inrichten. De student heeft foto’s gemaakt van het resultaat en heeft deze bij de uitwerking van de opdracht gevoegd.

tie fb .v

Product – De (financiële) administratie, budgetteren en het behartigen van financiële belangen

ig ht

De student heeft door het maken van een grafiek inzicht gegeven in de beschikbare budgetten met betrekking tot: Maaltijden per dag/per jaar Huishoudelijke verbruiksartikelen per week/per jaar Festiviteiten zoals uitjes, vakanties, Sinterklaas en Kerstmis per jaar. De student heeft de persoonlijke mening over de getallen gegeven.

C

op

yr

36

.

Product – Sfeervol aanpassen woon-/leefruimte

BPV-docent O

V


De cliënt bij wonen en huishouden ondersteunen

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg creëert (leer)situaties waarin de cliënt kan oefenen met ander gedrag.

V

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg motiveert de cliënt om uitdagingen gericht op zijn ontwikkeling aan te gaan bij wonen en huishouden (bijvoorbeeld ten aanzien van eigen normen en waarden), zodat de doelen uit het plan van aanpak gerealiseerd kunnen worden.

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gaat zorgvuldig en netjes om met de materialen en middelen.

tie fb .v

L Materialen en middelen inzetten

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg begrijpt wat belangrijk is voor de cliënt.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gaat na wat zijn wensen zijn. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stelt zich flexibel op ten aanzien van veranderingen, zodat hij de ondersteuning, leefsituatie en activiteiten op het gebied van huishouden en wonen kan laten aansluiten op zijn mogelijkheden en behoeften.

T Instructies en procedures opvolgen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg handelt tijdens het ondersteunen van de cliënt bij huishouden en wonen overeenkomstig de voorgeschreven (werk)procedures en veiligheidsvoorschriften, zodat geen onnodige risico’s ontstaan en uniformiteit van de ondersteuning gewaarborgd is.

C

op

yr

ig ht

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gebruikt hulpmiddelen waarvoor ze bedoeld zijn, zodat de huishoudelijke werkzaamheden efficiënt uitgevoerd worden en hij zich een voorbeeld toont voor de cliënt.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

37


Opmerking:

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie

.

Datum + handtekening

tie fb .v

Naam instelling Naam beoordelaar

Naam student

Ed u'

Datum + handtekening

C

op

yr

ig ht

Datum + handtekening

38

Ac

Functie


De cliënt bij dagbesteding ondersteunen

De cliënt bij dagbesteding ondersteunen Relatie met werkproces 2.3

tie fb .v

.

Ondersteunt de cliënt bij dagbesteding De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg ondersteunt de cliënt bij het realiseren van zijn wensen en behoeften op het gebied van: • werk • scholing • vrije tijd. De ondersteuning is in overeenstemming met het activiteitenplan ten behoeve van een aangename of zinvolle dagbesteding.

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gaat samen met de cliënt na op welke wijze invulling wordt gegeven aan de activiteiten uit het activiteitenplan. Hij reikt voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven aan. Hij creëert de voorwaarden waardoor de cliënt zijn behoeften op het gebied van werk, scholing en vrije tijd kan realiseren door bijvoorbeeld samen met de cliënt naar een opleidingscentrum of het UWV WERKbedrijf te gaan. Hij wijst de cliënt de weg in het aanbod van activiteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd en geeft advies.

op

yr

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg organiseert de activiteiten op het gebied van werk, scholing en vrije tijd, deze bereidt hij voor en voert hij uit. Soms delegeert hij deze taken aan een collega. Hij creëert ontwikkelingsgerichte activiteiten of leersituaties, zodat de cliënt kan oefenen of experimenteren met ander gedrag en andere vaardigheden.

C

6.

39


Werkmodel op www.factor-e.nl: Activiteitenplan

<

Opdracht De cliënten begeleiden bij dagbesteding heeft tot doel dat: • de cliënt gestimuleerd is in zijn zelfredzaamheid ten aanzien van werk, scholing of vrije tijd • de cliënt op aangename wijze zijn dag heeft doorgebracht. Om dit doel te bereiken is er volgens aanwijzingen van het team, het plan van aanpak en het activiteitenplan gewerkt. Deze opdracht bestaat uit drie onderdelen: • Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op werken ligt • Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op scholing ligt • Begeleiden bij de invulling van vrije tijd.

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op werken ligt Alle werkzaamheden die binnen de stageplek worden verricht kun je de status van ‘werken’ geven. Niet elke cliënt kan of gaat naar de dagbesteding. Soms kan het zijn dat een cliënt om een bepaalde reden overdag op de stageplek blijft. Opdracht: • Overleg met je begeleider voor welke cliënt het verrichten van werkzaamheden een welkome aanvulling zou kunnen zijn. Hierbij kun je, afhankelijk van de situatie, denken aan huishoudelijke taken zoals samen de vaatwasser leeghalen, samen kleding sorteren en wassen of samen boodschappen doen. • Bereid de activiteit ‘het werken’ voor met behulp van het werkmodel Activiteitenplan, formuleer de doelstelling SMART. • Gebruik voor dit plan relevante informatie die je in het ondersteuningplan/het plan van aanpak en/of activiteitenplan kunt vinden en beargumenteer je keus. • Bied de activiteit voor een periode van zes dagen aan. • Evalueer de activiteit op de manier zoals je beschreven hebt in het werkmodel Activiteitenplan

C

op

yr

Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op scholing ligt De communicatiemogelijkheden van cliënten zijn soms beperkt. Opdracht: • Maak in overleg met je begeleider en/of collega’s een keus bij welke cliënt de communicatie door een scholingstraject zou kunnen worden verbeterd. • Ga in gesprek met een deskundige die de expertise heeft om de communicatiemogelijkheden te vergroten (bijvoorbeeld logopedie/communicatietrainer). • Zoek samen met de deskundige naar een passende scholingsvorm uit methodieken van de Totale Communicatie waarmee voor de cliënt de communicatiemogelijkheden worden vergroot. • Maak een plan van aanpak om in een traject van vijf tot tien keer de communicatiemogelijkheden te laten toenemen. • Leg dit plan voor aan de deskundige en stel het zo nodig bij. • Maak voor de cliënt passende hulpmiddelen om de communicatie te waarborgen (concrete verwijzers). • Leg in het team de gekozen methodiek en je plan van aanpak uit, waarmee je waarborgt dat alle collega’s achter dit plan kunnen staan. Maak foto’s van de concrete verwijzers en voeg deze bij. Stel ten behoeve van het evalueren na het traject vijf punten op die je voorlegt aan de cliënt (kies hiervoor een passende vorm).

40


De cliënt bij dagbesteding ondersteunen

Leg de vijf punten aan het team voor en verzamel de reacties. Gebruik deze voor het STARR-verslag.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Begeleiden bij de invulling van vrije tijd Vrije tijd op een plezierige manier doorbrengen draagt bij aan de kwaliteit van bestaan. ‘Lege momenten’ ontstaan op het moment dat een cliënt geen manier kent om daar invulling aan te geven. Lege momenten kunnen op termijn een negatief effect hebben op het gedrag van de cliënt. Als persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg ken je deze effecten en de gevolgen. Opdracht: • Leg deze opdracht voor aan je begeleider en overleg bij welke cliënt de invulling van de vrije tijd achterblijft bij de wens die in het ondersteuningsplan/plan van aanpak/activiteitenplan staat beschreven. • Beschrijf in een grafiek het dag-/weekritme van de cliënt waarin je laat zien op welke momenten de cliënt activiteiten krijgt aangeboden. • In de grafiek laat je zien op welke momenten er geen activiteiten zijn of worden aangeboden. • Schrijf een betoog met drie ideeën waarmee je een zinvolle invulling van de vrijetijd kunt verbeteren. • Bespreek dit betoog met je begeleider en de collega’s in het team. • Maak samen met de cliënt, begeleider en collega’s een keus welk idee kan worden uitgevoerd. • Kies een passende vorm om dit idee aan de cliënt uit te leggen. • Beschrijf de uitwerking op basis van de 4xW+H-methode (Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe). • Leg de uitwerking aan de collega’s voor en zorg voor een gemotiveerd draagvlak.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je creëert activiteiten waarbij de cliënt uitdagingen aangaat gericht op zijn ontwikkeling en kan oefenen met ander gedrag en stimuleert de sociale ontwikkeling van de cliënt door regelmatig constructieve feedback over zijn functioneren te geven en motiveert de cliënt om moeilijkheden te overwinnen, zodat de cliënt leert omgaan met anderen, met (gedrags)regels en normen en waarden en zijn zelfredzaamheid ten aanzien van werk, scholing of vrije tijd bevorderd wordt of behouden blijft. • Je hebt inzicht in de gevoelens van de cliënt waardoor je hem op het gebied van werk, scholing en vrije tijd door moeilijke of lastige periodes heen kunt helpen,

41


zodat de cliënt groeit in zijn sociale ontwikkeling, gemotiveerd blijft om te blijven werken aan zijn ontwikkeling of zijn beperkingen accepteert. Je kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die je organiseert, gaat hier zorgvuldig en netjes mee om en zorgt ervoor dat de materialen en middelen onderhouden zijn, zodat de doelstellingen van de dagbesteding gerealiseerd kunnen worden en de activiteit veilig en efficiënt kan verlopen. Je plant en regelt de activiteiten en acties die in het kader van werk, scholing en vrije tijd door de cliënt ondernomen zullen worden en je zorgt dat de benodigde middelen en menskracht beschikbaar zijn, zodat de activiteiten volgens planning en afspraken uitgevoerd kunnen worden.

STARR

tie fb .v

.

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

42


De cliënt bij dagbesteding ondersteunen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

• •

Ac

De student heeft met de begeleider overlegd voor welke cliënt het verrichten van werkzaamheden een welkome aanvulling zou kunnen zijn. De student heeft voor deze activiteit een activiteitenplan uitgewerkt met behulp van het werkmodel activiteiten plan. De student heeft het doel SMART beschreven. De student heeft voor dit plan relevante informatie uit het ondersteuningsplan/plan van aanpak en activiteitenplan gehaald en kan de keus hiervoor beargumenteren. De student heeft het plan voor een periode van zes dagen uitgevoerd. De student heeft het plan geëvalueerd.

tie fb .v

.

Product - Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op werken ligt

C

op

ig ht

De student heeft in overleg met de begeleider en/of collega’s een keus gemaakt bij welke cliënt de communicatie door een scholingstraject zou kunnen worden verbeterd. Hij is in gesprek gegaan met een deskundige die de expertise heeft om de communicatiemogelijkheden te vergroten (bijvoorbeeld logopedie/communicatietrainer). De student heeft samen met de deskundige een passende scholingsvorm uit methodieken van de Totale Communicatie gekozen waarmee voor de cliënt de communicatiemogelijkheden worden vergroot. De student heeft een plan van aanpak gemaakt om in een traject van vijf tot tien keer de communicatiemogelijkheden te laten toenemen. De student heeft dit plan aan de deskundige voorgelegd en zo nodig bijgesteld. De student heeft voor de cliënt passende hulpmiddelen gemaakt (concrete verwijzers).

yr

Ed u'

Product - Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op scholing ligt

• •

43


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De student heeft de gekozen methodiek en het plan van aanpak voorgelegd aan het team en bereikt dat alle collega’s achter dit plan kunnen staan. De student heeft foto’s gemaakt van de concrete verwijzers en deze bij de uitwerking gevoegd. De student heeft ten behoeve van het evalueren na het traject vijf punten opgesteld die zijn voorgelegd aan de cliënt (heeft een passende vorm gekozen). De student heeft vijf punten aan het team voorgelegd en reacties verzameld. De student heeft deze reacties verwerkt in het STARR-verslag.

tie fb .v

44

.

Product - Begeleiden bij een activiteit waarbij het accent op scholing ligt

BPV-docent O

V


De cliënt bij dagbesteding ondersteunen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

• • •

tie fb .v

C

op

Ac

Ed u'

ig ht

De student heeft de opdracht aan de begeleider voorgelegd en samen een keus gemaakt bij welke cliënt de invulling van de vrije tijd achterblijft bij de wens die in het ondersteuningsplan/plan van aanpak/activiteitenplan staat beschreven. De student heeft in een grafiek het dag-/weekritme van de cliënt beschreven waarin te zien is op welke momenten de cliënt activiteiten krijgt aangeboden. De student heeft in de grafiek zichtbaar gemaakt op welke momenten er geen activiteiten zijn of worden aangeboden. De student heeft een betoog geschreven met drie ideeën waarmee een zinvolle invulling van de vrije tijd kan verbeteren. De student heeft een passende vorm gekozen om dit idee aan de cliënt uit te leggen. De student heeft dit betoog met de begeleider en de collega’s in het team doorgesproken De student heeft samen met de cliënt, begeleider en collega’s een keus gemaakt welk idee kan worden uitgevoerd. De student heeft de uitwerking op basis van de 4xW+H-methode (Wie, Wat, Waar, Wanneer en Hoe) gemaakt. De student heeft de uitwerking aan de collega’s voorgelegd en van hen vernomen dat men gemotiveerd is om eraan mee te werken.

yr

.

Product - Begeleiden bij de invulling van vrije tijd

45


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg creëert activiteiten waarbij de cliënt uitdagingen aangaat gericht op zijn ontwikkeling en kan oefenen met ander gedrag. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stimuleert de sociale ontwikkeling van de cliënt door regelmatig constructieve feedback over zijn functioneren te geven.

Ed u'

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft inzicht in de gevoelens van de cliënt waardoor hij hem op het gebied van werk, scholing en vrije tijd door moeilijke of lastige periodes heen kan helpen, zodat de cliënt groeit in zijn sociale ontwikkeling, gemotiveerd blijft om te blijven werken aan zijn ontwikkeling of zijn beperkingen accepteert.

yr

ig ht

D Aandacht en begrip tonen

Ac

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg motiveert de cliënt om moeilijkheden te overwinnen, zodat de cliënt leert omgaan met anderen, met (gedrags)regels en normen en waarden en zijn zelfredzaamheid ten aanzien van werk, scholing of vrije tijd bevorderd wordt of behouden blijft.

C

op

L Materialen en middelen inzetten

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die hij organiseert. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gaat zorgvuldig en netjes met de materialen en middelen om. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg zorgt ervoor dat de materialen en middelen onderhouden zijn, zodat de doelstellingen van de dagbesteding gerealiseerd kunnen worden en de activiteit veilig en efficiënt kan verlopen.

46

V


De cliĂŤnt bij dagbesteding ondersteunen

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

Q Plannen en organiseren

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg plant en regelt de activiteiten en acties die in het kader van werk, scholing en vrije tijd door de cliĂŤnt ondernomen zullen worden.

V

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Ed u'

Ac

Opmerking:

tie fb .v

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg zorgt dat de benodigde middelen en menskracht beschikbaar zijn, zodat de activiteiten volgens planning en afspraken uitgevoerd kunnen worden.

ig ht

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling

yr

Naam beoordelaar

op

Functie

C

Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam student Datum + handtekening

47


Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden

7.

Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden Relatie met werkproces 2.4

tie fb .v

.

Begeleidt een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bereidt groepsactiviteiten voor door te zorgen dat gereedschappen, materialen en apparatuur aanwezig zijn en informeert de cliënten over de activiteit. Bij aanvang van een activiteit geeft hij uitleg of instructie over de activiteit aan de cliënten en laat onder andere voorbeelden, keuzemogelijkheden en alternatieven zien. Hij demonstreert zo nodig het gebruik van gereedschappen, apparatuur en materialen.

Ed u'

Ac

Tijdens de activiteit bewaakt hij de voortgang en motiveert zo nodig de cliënten de gestelde doelen te halen. Hij schakelt flexibel en continu tussen de individuele cliënt en de groep cliënten. Hij observeert de groepsdynamiek en het gedrag van de cliënten. Indien nodig bespreekt hij dit in de groep. Zo leert hij bijvoorbeeld de cliënten om te gaan met anderen en zich te houden aan afgesproken (gedrags)regels.

C

op

yr

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bevordert een goed groepsklimaat en voorkomt mogelijk ongewenst gedrag door te reageren op veranderingen in de situatie door de ondersteuning en stuurt zo nodig de activiteit bij. Bij agressie handhaaft hij de orde en treedt regelend op door noodzakelijke interventies doelgericht uit te voeren. Hij rapporteert veranderingen in het gedrag van de cliënten aan haar leidinggevende of aan het team.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Activiteitenplan

<

48

Opdracht Deze opdracht bestaat uit drie onderdelen. • Item 1: Organiseer een muzikale middag/avond voor de cliënten. • Item 2: Organiseer een spelmoment waar elke cliënt van de woning of groep waar je werkt aan kan deelnemen. • Item 3: Organiseer een kookactiviteit voor de groep cliënten waar je mee werkt.


Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden

In elk onderdeel ligt het accent op het groepsklimaat en het bevorderen van de onderlinge sfeer. Tijdens een groepsactiviteit is het de bedoeling dat elk individu in de groep zich veilig en gewaardeerd voelt. Gewenst resultaat dat voor alle drie items geldt: Cliënten hebben in een groep, waarin ze veilig zijn en prettig met elkaar omgaan, activiteiten op sociaal en maatschappelijk gebied uitgevoerd. Voor al de drie items is het belangrijk dat je in de ondersteuningsplannen van de cliënten zoekt naar informatie die betrekking heeft op de genoemde thema’s.

tie fb .v

.

Als je de items hebt uitgewerkt, overleg je eerst met je begeleider en eventuele andere teamleden over de opzet en uitvoering. Zo nodig stel je de opzet aan de hand van de reacties nog bij. Als men akkoord gaat met de opzet, kun je in overleg een geschikt moment voor de activiteit kiezen.

yr

Maak op basis van wat je in de ondersteuningsplannen hebt gevonden over muziekbeleving een plan van aanpak om een activiteit te organiseren waarin muziek beluisteren of het maken ervan centraal staat. Het is de bedoeling dat er voor elke cliënt een herkenbaar onderdeel in het plan staat. De activiteit zal maximaal 30 minuten duren.

ig ht

Ed u'

Ac

Item 1: Organiseer een muzikale middag/avond voor de cliënten Muziek is een thema dat veel cliënten aanspreekt. Muziek kan ontspanning en een prettig gevoel geven. Het kan bijdragen aan de groepssfeer en een vorm van gezelligheid teweegbrengen. Niet iedereen vindt dezelfde muziek mooi. Als het zo is dat bepaalde muziek erg hard staat of qua ritme een opzwepend effect heeft en je ziet dat iemand er onrustig van wordt, dan heeft het zelfs een negatief effect.

C

op

Item 2: Organiseer een spelmoment waar elke cliënt van de woning of groep waar je werkt aan kan deelnemen Met elkaar een spel spelen kan de sfeer sterk verbeteren. Als groep word je er sterker van om elkaar tijdens het spel te leren kennen. Spelregels hanteren en elkaar daaraan houden versterkt het vertrouwen in elkaar. Elkaar aanspreken op vals spelen kan gemakkelijker dan in de realiteit. Het is tenslotte een spel. De pedagogische kracht van spel is dus groot. Je aan afspraken houden tijdens het spel kan bijdragen aan het aanleren van gedragsregels. Een spelvorm is dus bij uitstek geschikt om het groepsklimaat te verbeteren. Je hebt in de ondersteuningsplannen van de cliënten informatie gevonden die betrekking heeft op lichamelijke mogelijkheden en beperkingen. • Kies een spelvorm waarin elke cliënt met zijn of haar mogelijkheden fysiek wordt uitgedaagd. • Maak passende spelregels waarmee het spel op het niveau van de cliënten kan worden gespeeld. • Kies een manier waarop je de spelregels aan de cliënten kunt uitleggen. Leg uit wie de scheidrechter is en wat er gebeurt bij vals spelen.

49


• •

Zorg voor de attributen waarmee het spel kan worden gespeeld en pas deze eventueel aan. Kies een bij het spel en cliënten passende speelduur en een manier om de tijd te bewaken.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Item 3: Organiseer een kookactiviteit voor de groep cliënten waar je mee werkt Bij het doorlezen van de ondersteuningsplannen van de cliënten met betrekking tot item 3 heb je inzicht gekregen in de voedingspatronen en eventuele aanpassingen daarin. Een kookactiviteit, hoe eenvoudig of ingewikkeld ook, biedt de mogelijkheid om de sfeer en de onderlinge samenwerking te verbeteren. Voor elkaar koken en samen de gemaakte producten proeven en ervan genieten biedt alle kansen voor een sfeer verhogend klimaat. Afhankelijk van de situatie waarin je werkt en de cliëntengroep zul je item 3 vormgeven. • Maak een plan van aanpak. • Beschrijf in dit plan welke aanpassingen en beperkingen er zijn zoals eerder genoemd, bijvoorbeeld een aangepast dieet, sondevoeding, diabetes. • Maak een kaart waarop voor elke cliënt een passend menu staat vermeld. • Zorg voor de ingrediënten en in de juiste hoeveelheden. • Tref samen met de cliënten de voorbereidingen en maak een onderlinge taakverdeling op drie gebieden: – helpen bij de voorbereidingen – helpen bij de bereiding – helpen bij het opdienen en afruimen.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont:

50


Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden

tie fb .v

.

Je schept kansen en mogelijkheden voor cliënten om zich te ontwikkelen, motiveert ze hun doelen te bereiken en hun uitdagingen aan te gaan en geeft feedback op het gedrag van cliënten (onderling), zodat de cliënten met een positieve instelling de activiteiten uitvoeren en in hun ontwikkeling gestimuleerd worden. Je overlegt tijdens activiteiten op gebied van werk, scholing en vrije tijd over je aanpak en schakelt tijdig hulp in bij knelpunten of onvoorziene voorvallen, zodat de kwaliteit en de continuïteit van de begeleiding gewaarborgd is. Je kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die je organiseert, gaat hier zorgvuldig en netjes mee om en zorgt ervoor dat de materialen en middelen onderhouden zijn, zodat de doelstellingen van de dagbesteding gerealiseerd kunnen worden en de activiteit veilig en efficiënt kan verlopen. Je plant en regelt ruim van tevoren de activiteiten, schat de benodigde tijd in voor de activiteiten en gebruikt indicatoren om de voortgang te meten, zodat de activiteiten daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden en je kunt nagaan of de uitvoering en voortgang van de activiteiten nog volgens schema verlopen. Je past je handelen snel en flexibel aan bij agressie, lastige en/of crisissituaties en indien nodig voer je de interventies volgens afspraken in het plan van aan pak, de richtlijnen van de organisatie, wet en regelgeving uit, zodat de cliënten leren van de situatie en/of het gevaar voor de betrokkenen en schade voorkomen wordt.

STARR

Ed u'

Ac

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

51


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg: • heeft op basis van wat er in de ondersteuningsplannen is gevonden over muziekbeleving een plan van aanpak gemaakt om een activiteit te organiseren waarin muziek beluisteren of het maken ervan centraal staat. • heeft ervoor gezorgd dat er voor elke cliënt een herkenbaar onderdeel in het plan staat. De uitvoering van dit plan bedraagt maximaal 30 minuten. Product - Item 2: Spel

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg: • heeft een spelvorm gekozen waarin elke cliënt met zijn of haar mogelijkheden fysiek wordt uitgedaagd • heeft passende spelregels gemaakt waarmee het spel op het niveau van de cliënten kan worden gespeeld • heeft een vorm bedacht waarmee de spelregels aan de cliënten kunnen worden uitgelegd • heeft aan de cliënten kunnen uitleggen wie de scheidsrechter is en wat er gebeurt bij vals spelen • heeft gezorgd dat de attributen waarmee het spel kan worden gespeeld aanwezig zijn en deze zijn eventueel aangepast • heeft een bij het spel en de cliënten passende speelduur toegepast en een manier gevonden om de tijd te bewaken.

52

.

Product - Item 1: Muziek

BPV-docent O

V


Een groep cliënten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg: • heeft een plan van aanpak gemaakt voor de kookactiviteit • heeft in het plan de mogelijkheden en beperkingen beschreven voor het geval er sprake is van bijvoorbeeld een dieet, sondevoeding of diabetes • heeft een kaart gemaakt waarop voor elke cliënt een passend menu staat vermeld • heeft ervoor gezorgd dat alle ingrediënten en in de juiste hoeveelheden aanwezig zijn • heeft samen met de cliënten de voorbereidingen getroffen en een onderlinge taakverdeling gemaakt op drie gebieden: – helpen bij de voorbereidingen – helpen bij de bereiding – helpen bij het opdienen en afruimen • heeft deze drie items doorgesproken met de begeleider en de teamleden en men is akkoord met de uitvoering.

.

Product - Item 3: Kookactiviteit

53


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg schept kansen en mogelijkheden voor cliënten om zich te ontwikkelen. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg motiveert ze hun doelen te bereiken en hun uitdagingen aan te gaan.

E Samenwerken en overleggen

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg geeft feedback op het gedrag van cliënten (onderling), zodat de cliënten met een positieve instelling de activiteiten uitvoeren en in hun ontwikkeling gestimuleerd worden. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg overlegt tijdens activiteiten op gebied van werk, scholing en vrije tijd over zijn aanpak.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg schakelt tijdig hulp in bij knelpunten of onvoorziene voorvallen, zodat de kwaliteit en de continuïteit van de begeleiding gewaarborgd is.

54

V


Een groep cliĂŤnten op sociaal-maatschappelijk gebied begeleiden

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Criteria

O

L Materialen en middelen inzetten

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg kiest de juiste materialen en middelen voor de activiteiten die hij organiseert, gaat hier zorgvuldig en netjes mee om en zorgt ervoor dat de materialen en middelen onderhouden zijn, zodat de doelstellingen van de dagbesteding gerealiseerd kunnen worden en de activiteit veilig en efficiĂŤnt kan verlopen.

Q Plannen en organiseren

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg plant en regelt ruim van tevoren de activiteiten.

V

tie fb .v

.

Competentie

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg schat de benodigde tijd in voor de activiteiten.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg past zijn handelen snel en flexibel aan bij agressie, lastige en/of crisissituaties.

C

op

yr

ig ht

U Omgaan met verandering en aanpassen

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gebruikt indicatoren om de voortgang te meten, zodat de activiteiten daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden en hij kan nagaan of de uitvoering en voortgang van de activiteiten nog volgens schema verlopen.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voert indien nodig de interventies volgens afspraken in het plan van aanpak, de richtlijnen van de organisatie, wet- en regelgeving uit, zodat de cliĂŤnten leren van de situatie en/of gevaar voor de betrokkenen en schade voorkomen wordt.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

55


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

56


De cliënt ondersteunen bij het voeren van de regie over zijn leven

8.

De cliënt ondersteunen bij het voeren van de regie over zijn leven Relatie met werkproces 2.5

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn leven De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg ondersteunt de cliënt bij het voeren van de regie over zijn eigen leven. Hij maakt afspraken met de cliënt over wat hij zelf doet en waarvoor diensten van mantelzorgers en/of interne of externe deskundigen ingezet worden en coördineert de activiteiten rond de regie over het eigen leven van de cliënt. Hij schakelt deskundigen in om de gestelde doelen c.q. diensten te helpen realiseren. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg treedt op als aanspreekpunt voor de cliënt en derden. Hij informeert de cliënt over de geplande ondersteuning en de gemaakte afspraken en koppelt informatie over de cliënt terug aan de betrokken hulpverleners. Hij schakelt – waar mogelijk – het sociale systeem van de cliënt in om de regie te voeren wanneer de cliënt zelf daartoe – tijdelijk of permanent – niet in staat is. Indien nodig neemt hij zelf de regie, tijdelijk of permanent, gedeeltelijk of geheel over. Zo bemiddelt hij bijvoorbeeld tussen de cliënt en de potentiële werkplek, onderwijs of vereniging. Hij bewaakt de kwaliteit en de continuïteit van de regie van de cliënt over zijn eigen leven.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: theorie van Schalock Invulschema kwaliteit van bestaan volgens theorie Schalock

Opdracht Zorg en ondersteuning komen zo veel mogelijk tot stand in dialoog tussen de cliënt (en zijn naasten) en de zorgaanbieder (comakership). Er zijn echter grenzen aan eigen zeggenschap van de cliënt. Je hebt niet alleen te maken met de wens van de cliënt, maar ook met de mogelijkheden van de zorgaanbieder (de instelling waar je werkt). Niet altijd zijn alle middelen beschikbaar om de wensen/behoeften van de cliënt te vervullen.

<

57


Ook als de wens om alles zelf te bepalen ten koste gaat van zichzelf of anderen of als de individuele mogelijkheden van de cliënt niet toereikend zijn, kunnen er grenzen worden gesteld aan het recht op eigen zeggenschap. Denk daarbij ook aan minderjarige cliënten, wilsonbekwame cliënten of cliënten met gedwongen hulpverlening. Gewenst resultaat De cliënt heeft een optimaal welbevinden bereikt, beschikt over een zelfbeschikkingsrecht en is in staat zelfstandig en naar eigen inzicht de regie te voeren over zijn leven. Indien dit niet haalbaar is gebleken, heeft de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg de regie in handen gelegd van een of meer vertegenwoordigers van het sociale systeem van de cliënt of heeft de regie – al dan niet tijdelijk – zelf overgenomen.

• •

Kies in overleg met je werkbegeleider een cliënt uit voor deze opdracht. Je brengt met behulp van de acht domeinen de kwaliteit van bestaan van een cliënt in kaart. Vul het werkmodel Invulschema kwaliteit van bestaan volgens de theorie van Schalock in. In dit werkmodel beschrijf je: – op welke domeinen de cliënt de regie in eigen hand kan hebben – de afspraken die kunnen worden opgenomen in het ondersteuningsplan – welke ondersteuning de cliënt daarbij van derden nodig heeft – de evaluatiecriteria. Bespreek het ingevulde werkmodel met je begeleider.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Opdracht Lees de uitleg over de acht domeinen van Schalock en Verdugo in het werkmodel Theorie van Schalock, die relevant zijn voor iemands kwaliteit van bestaan.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je voorziet collega's en deskundigen van informatie en aanwijzingen, maakt resultaatafspraken met hen en het sociale systeem, zodat de cliënt geholpen is om een zo optimaal mogelijke regie over zijn leven te voeren. • Je leidt met een deskundige en bevlogen uitstraling gesprekken in duidelijke banen en oefent actief invloed uit op het verloop van een gesprek of discussie, waarbij je

58


De cliënt ondersteunen bij het voeren van de regie over zijn leven

verschillende benaderingen tot elkaar brengt en onderhandelingstechnieken toepast, zodat je draagvlak en betrokkenheid creëert voor de manier waarop de regie gevoerd wordt over het leven van de cliënt. Je past gesprekstechnieken en begeleidingsmethodieken toe, draagt relevante onderdelen van je expertise over aan betrokkenen en stimuleert de cliënt en andere betrokkenen in actie te komen, zodat de cliënt zo veel mogelijk de regie kan voeren over zijn eigen leven en dat andere betrokkenen de gewenste ondersteuning kunnen bieden.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

ig ht

Beoordeling - Product

BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product – Ingevuld werkmodel Schalock

yr

De student heeft de bijlage Schalock domeinen doorgenomen en kan de kern van dit verslag benoemen. De student is in staat om met behulp van de acht domeinen de kwaliteit van bestaan van een cliënt in kaart te brengen. De student heeft beschreven op welke gebieden de cliënt meer de regie in eigen hand kan hebben. De student heeft afspraken omschreven die kunnen worden opgenomen in het ondersteuningsplan. De student heeft aangegeven welke ondersteuning de cliënt daarbij van derden nodig heeft en heeft evaluatiecriteria benoemd.

op

C

59


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

B Aansturen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voorziet collega's en deskundigen van informatie en aanwijzingen. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg maakt resultaatafspraken met hen en het sociale systeem, zodat de cliënt geholpen is om een zo optimaal mogelijke regie over zijn leven te voeren.

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg leidt met een deskundige en bevlogen uitstraling gesprekken in duidelijke banen.

tie fb .v

H Overtuigen en beïnvloeden

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg past gesprekstechnieken en begeleidingsmethodieken toe.

C

op

yr

ig ht

K Vakdeskundigheid toepassen

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg oefent actief invloed uit op het verloop van een gesprek of discussie, waarbij hij verschillende benaderingen tot elkaar brengt en onderhandelingstechnieken toepast, zodat hij draagvlak en betrokkenheid creëert voor de manier waarop de regie gevoerd wordt over het leven van de cliënt.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg draagt relevante onderdelen van zijn expertise over aan betrokkenen. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stimuleert de cliënt en andere betrokkenen in actie te komen, zodat de cliënt zo veel mogelijk de regie kan voeren over zijn eigen leven en dat andere betrokkenen de gewenste ondersteuning kunnen bieden.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

60

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


De cliĂŤnt ondersteunen bij het voeren van de regie over zijn leven

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

61


Het sociale systeem ondersteunen

9.

Het sociale systeem ondersteunen Relatie met werkproces 2.6

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Ondersteunt het sociale systeem De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg ondersteunt en versterkt de relatie tussen de cliënt en het sociale systeem. Hij voert activiteiten uit om de draagkracht van het sociale systeem van de cliënt te vergroten. Hij informeert ze bijvoorbeeld over het verloop van de situatie waarin de cliënt zich bevindt en geeft tips voor de dagelijkse omgang en ondersteuning van de cliënt. Hij verwijst naar relevante informatiebronnen en naar relevante voorzieningen.

<

Opdracht

C

Werkmodel op www.factor-e.nl: VAP-plan

In deze opdracht staat het ondersteunen van het sociale systeem rond de cliënt centraal. Om dit goed vorm te geven ga je een zogenaamd VAP- plan maken. De letters VAP staan voor Voorlichting-Advies-Preventie-plan. Deze methodiek wordt vaak als uitvoeringsvorm bij het ondersteuningsplan gevoegd omdat dan alle relevante informatie systematisch is gerangschikt. Alle betrokkenen zijn vanuit dit plan op de hoogte van ieders aandeel en het voorziet in de continuering en bewaking van de voortgang. Opdracht • Bespreek met je begeleider en collega’s welke zorgsituatie van een cliënt verbeterd kan worden. • Een van de drie onderstaande gebieden is in het plan het thema: – informeren over sociale en juridische regelingen – informeren over technieken en behandelwijzen – herkennen en signaleren van risicogedrag.

62


Het sociale systeem ondersteunen

• • •

Verzamel informatie over het gezondheids- en/of gedragsprobleem van de gekozen cliënt en vermeld deze informatie in het werkmodel VAP-plan. Bespreek met de begeleider en collega’s op welke wijze het VAP-plan kan worden uitgevoerd. Na goedkeuring door begeleider en collega’s zorg je voor dat het VAP-plan wordt uitgevoerd.

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Gewenst resultaat • De relatie tussen de cliënt en het sociaal netwerk is optimaal versterkt en het sociale netwerk is toegerust om een rol te kunnen spelen in de ondersteuning van de cliënt.

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je geeft de personen uit het sociale netwerk van de cliënt gericht advies over de uitvoering van (delen van) de ondersteuning en biedt hen mogelijkheden om dit te doen, zodat zij een rol kunnen en willen spelen in de ondersteuning van de cliënt. • Je draagt je expertise met betrekking tot de aanpak en begeleiding van de cliënt en zijn ‘ziektebeeld’ over aan het sociale netwerk, zodat zij de cliënt kunnen ondersteunen. • Je past gedrag en omgangsvormen aan op betrokkenen uit het sociale systeem en stemt je communicatie op hen af, ook als zij verschillen qua cultuur of achtergrond, zodat een samenwerkingsrelatie kan ontstaan.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

63


C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

64


Het sociale systeem ondersteunen

Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • de aanleiding tot het maken van het VAP-plan beschreven. • het risicogedrag op het juiste moment gesignaleerd en herkend, er is een gezondheidskundige analyse gemaakt en inzicht verkregen in het probleem. • een gedragsanalyse gemaakt op basis van inzicht in het gezondheidsprobleem. • het probleem waaraan gewerkt kan worden op basis van verkregen informatie geformuleerd • het doel of eventueel meerdere doelen met de SMART-methode uitgewerkt. • een educatieve diagnose gemaakt hoe het doel of de doelen bereikt gaan worden en wie daarin een taak gaan krijgen. • een beschrijving gegeven met betrekking tot voorwaarde scheppende interventies om het VAP-plan te kunnen uitvoeren. • de cliënt en diens naasten op adequate wijze geïnformeerd over sociale en juridische regelingen of technieken en behandelwijzen of het signaleren van risicogedrag. • op correcte wijze het plan van aanpak voor gedragsverandering met relevante disciplines, ouders, familie en/of wettelijke vertegenwoordigers doorgesproken en de motivatie om mee te werken gerealiseerd. • het VAP-plan uitgevoerd en een juiste inschatting gemaakt van de consequenties voor de cliënt en zijn omgeving. De resultaten van de uitvoering zijn gerapporteerd in het rapportagesysteem dat binnen de werkplek wordt gehanteerd.

.

Product - VAP-plan

65


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg geeft de personen uit het sociale netwerk van de cliënt gericht advies over de uitvoering van (delen van) de ondersteuning. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg biedt hen mogelijkheden om dit te doen, zodat zij een rol kunnen en willen spelen in de ondersteuning van de cliënt. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg draagt zijn expertise met betrekking tot de aanpak en begeleiding van de cliënt en zijn ‘ziektebeeld’ over aan het sociale netwerk, zodat zij de cliënt kunnen ondersteunen.

U Omgaan met verandering en aanpassen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg past gedrag en omgangsvormen aan op betrokkenen uit het sociale systeem.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

K Vakdeskundigheid toepassen

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stemt zijn communicatie op hen af, ook als zij verschillen qua cultuur of achtergrond, zodat een samenwerkingsrelatie kan ontstaan.

C

op

yr

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

66

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


Het sociale systeem ondersteunen

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

67


Verpleegtechnische handelingen uitvoeren

10.

Verpleegtechnische handelingen uitvoeren Relatie met werkproces 2.7

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Voert verpleegtechnische handelingen uit De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voert, daar waar het voorkomt, verpleegtechnische handelingen uit met inachtneming van de noodzakelijke voorzorgsmaatregelen, procedures en voorschriften. Voordat hij de verpleegtechnische handelingen uitvoert, controleert hij de gezondheidssituatie en de psychische gesteldheid van de cliënt. Hij creëert de voorwaarden waardoor hij de verpleegtechnische handelingen optimaal kan uitvoeren. Zo neemt hij vooraf en tijdens de uitvoering van de verpleegtechnische handeling(en) bijvoorbeeld angst en onzekerheid en weerstand van de cliënt weg door uitleg over wat, waarom en hoe hij de handeling(en) uitvoert en voorziet hij in een optimaal controlesysteem.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: PES Werkmodellen Verpleegtechnische vaardigheden BIG

<

68

Opdracht In dit onderdeel bereid je je voor op verpleegtechnische of verpleegkundige handelingen. Sommige handelingen zijn voorbehouden en vallen onder de Wet BIG. *Zie werkmodel Wet BIG. Elke instelling of instituut heeft een protocol met betrekking tot het uitvoeren van deze handelingen. De inspectie ziet erop toe dat er volgens protocol wordt gehandeld. Tijdens je werkzaamheden kan het zijn dat je handelingen verricht die men verpleegtechnische of verpleegkundige handelingen noemt. Dit kunnen bijvoorbeeld de volgende handelingen zijn: • medicijnen controleren (onder andere de dosering), registreren en distribueren • medicijnen toedienen: oraal, rectaal, vaginaal, via de huid, via slijmvliezen en/of via de luchtwegen


Verpleegtechnische handelingen uitvoeren

• • • • • •

medicijnen toedienen per injectie: subcutaan wonden verzorgen: rode wonden, gele wonden maagsonde, stoma en blaaskatheter observeren, controleren en verzorgen sondevoeding toedienen monsters verzamelen ten behoeve van diagnostiek (steriel en niet-steriel materiaal) verlenen van eerste hulp.

tie fb .v

.

Om deze handelingen te mogen verrichten, worden er aan de persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg eisen gesteld. Bijvoorbeeld: • Je kent de cliënt en de situatie. • Je weet waarom je de handeling moet uitvoeren. • Je weet wat de risico’s van een handeling zijn. • Je hebt scholing gehad om de handeling te kunnen uitvoeren. • Je kunt verpleegkundige berekeningen maken. • Je werkt volgens protocollen. • Je kent geldende kwaliteitseisen die aan het handelen worden gesteld. • Je werkt correct en accuraat. • Je hebt inzicht in gestelde kwaliteitseisen met betrekking tot verpleegtechnische handelingen. • Je kunt verpleegtechnische handelingen zelfstandig en verantwoord uitvoeren.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Opdracht Kies in overleg met je begeleider twee cliënten met een aandoening waar verpleegtechnische handelingen bij worden uitgevoerd. Beschrijf aan de hand van de PES (werkmodel PES) de aandoening en de daarmee samenhangende problemen. Beschrijf op welke wijze je de handeling uitvoert. Beschrijf hoe je tijdens de uitvoering zorg draagt voor het psychisch en lichamelijk welbevinden van de cliënt. Beschrijf welk protocol op de handelingen van toepassing is. Laat je beschrijving door je begeleider lezen en beoordelen. Als je beschrijving door je begeleider is goed gekeurd, dan vraag je of je mee mag kijken als hij/zij de verpleegtechnische vaardigheid uitvoert. Als je een paar keer meegekeken hebt en je hebt de scholing over de betreffende handeling gehad, kun je de handeling onder begeleiding uitvoeren. Heb je geen scholing gehad, dan voer je de handeling ook niet uit.

69


. tie fb .v

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je handelt en rekent accuraat en vormt je snel een beeld van de lichamelijke en psychische gesteldheid van de cliënt, waaronder angst of weerstand bij de cliënt, voert de verpleegtechnische handelingen volgens professionele normen uit, neemt binnen de gestelde kaders op tijd de nodige beslissingen en schakelt zo nodig de arts (of leidinggevende) in, zodat de verpleegtechnische handelingen op een verantwoorde wijze en volgens gestelde kwaliteitseisen verricht worden. • Je kiest de geschikte materialen, hulpmiddelen en apparatuur voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen en gebruikt deze effectief, vindingrijk, efficiënt, zorgvuldig en veilig, zodat een professionele inzet van materialen en middelen is gegarandeerd. • Je volgt veiligheidsregels en -voorschriften en protocollen, je voorziet in een optimaal controlesysteem en werkt binnen de wettelijke richtlijnen, zodat een kwalitatief goede en veilige uitvoering van verpleegtechnische handelingen gewaarborgd is.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het einde van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

70


Verpleegtechnische handelingen uitvoeren

Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • in overleg met de begeleider twee cliënten met een aandoening waar verpleegtechnische handelingen bij worden uitgevoerd uitgekozen • heeft aan de hand van de PES (zie bijlage 2 ) de aandoening en de daarmee samenhangende problemen beschreven • heeft beschreven op welke wijze de handelingen zijn uitgevoerd • heeft beschreven hoe ervoor is gezorgd dat het • psychisch en lichamelijk welbevinden van de cliënten is gewaarborgd • heeft beschreven welke protocollen op de handelingen van toepassing zijn • heeft meegekeken bij de uitvoering van de verpleegtechnische vaardigheid • heeft de verpleegtechnische vaardigheid na het volgen van de daarvoor benodigde scholing uitgevoerd

.

Product -Verpleegtechnische handelingen uitvoeren

71


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

K Vakdeskundigheid toepassen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg handelt en rekent accuraat.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg vormt zich snel een beeld van de lichamelijke en psychische gesteldheid van de cliĂŤnt, waaronder angst of weerstand bij de cliĂŤnt.

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voert de verpleegtechnische handelingen volgens professionele normen uit. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg neemt binnen de gestelde kaders op tijd de nodige beslissingen.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg kiest de geschikte materialen, hulpmiddelen en apparatuur voor de uit te voeren verpleegtechnische handelingen.

C

op

yr

ig ht

L Materialen en middelen inzetten

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg schakelt zo nodig de arts (of leidinggevende) in, zodat de verpleegtechnische handelingen op een verantwoorde wijze en volgens gestelde kwaliteitseisen verricht worden.

T Instructies en procedures opvolgen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gebruikt de geschikte materialen, hulpmiddelen en apparatuur effectief, vindingrijk, efficiĂŤnt, zorgvuldig en veilig, zodat een professionele inzet van materialen en middelen is gegarandeerd. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg volgt veiligheidsregels en -voorschriften en protocollen.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voorziet in een optimaal controlesysteem. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg werkt binnen de wettelijke richtlijnen, zodat een kwalitatief goede en veilige uitvoering van verpleegtechnische handelingen gewaarborgd is.

72

V


Verpleegtechnische handelingen uitvoeren

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling

tie fb .v

.

Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Ac

Naam instelling

Ed u'

Naam beoordelaar Functie

ig ht

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

Datum + handtekening

73


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

11.

Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken Relatie met werkproces 3.1

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep. Hij leest vakliteratuur en volgt bijscholingen en voert zijn werkzaamheden uit volgens de daar geleerde kennis en vaardigheden. Hij vraagt om feedback over zijn eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Hij stelt samen met zijn leidinggevende een persoonlijk ontwikkelplan op en voert dit uit. Hij neemt deel aan inhoudelijke discussies met collega's en anderen over het beroep en levert zo een bijdrage aan visieontwikkeling van het beroep en de beroepsuitoefening en draagt deze visie ook uit aan anderen. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg zet zich in voor (de belangen van) de beroepsgroep.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Stappenplan ethische oordelen CasuĂŻstiek ethiek

<

74

Opdracht Bij het verlenen van ondersteuning aan cliĂŤnten hoort het maken van keuzen. Keuzen worden gemaakt op basis van een visie. Soms zijn het keuzen uit kwaden. Vaak gaat het om het verdelen van schaarse middelen, maar nog vaker gaat het om keuzen waarbij een ethische overweging wordt gemaakt. Het betreft ook nogal eens het inperken van vrijheden en de zeggenschap over het doen en laten van anderen.


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Accepteert een cliënt de door de begeleiding gemaakte keuze? Staat elke collega achter de gemaakte keuze? Is de keuze betaalbaar? Welke waarden en normen liggen aan de keus ten grondslag? Kunnen de ouders of wettelijke vertegenwoordigers leven met de keus die voor hun verwante is gemaakt? Word je zelf door de gemaakte keus gedwongen om tegen je waarden en normen in te gaan? Kan je nu anno 2013 de ondersteuning nog wel kwalitatief goed verlenen als er sterk bezuinigd gaat worden?

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Opdracht: • Lees de casussen van werkmodel Casuïstiek ethiek door en kies een casus die je het meest aanspreekt en die past bij de BPV-plek. • Zoek indien je dit nodig hebt informatie op met betrekking tot het ziektebeeld, de gevolgen en de problematiek. • Gebruik het werkmodel Stappenplan ethisch oordelen om je eigen mening over de situatie in de gekozen casus te kunnen vormen en beschrijven. • Kopieer voor de collega’s het werkmodel en je eigen gekozen casus. • Kies in overleg met je begeleider een moment om binnen het team of afdelingsoverleg het werkmodel Stappenplan ethisch oordelen uit te leggen. • Leg aan de collega’s uit hoe je de casus hebt bekeken en je mening hebt gevormd. • Controleer door terugvragen of de collega’s het werkmodel hebben begrepen. • Vraag aan je collega’s om twee situaties voor te bereiden en in te brengen bij een volgende bespreking. • Gebruik het werkmodel om samen met collega’s de ingebrachte situaties te bespreken en daar een ethisch oordeel en concept aan te verbinden. • Vraag aan de collega’s feedback op jouw ingebrachte werkvorm.

75


Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen, gebruikt feedback om van te leren en neemt deel aan inhoudelijk beroepsmatige discussies, zodat je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

76


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

• • •

op

yr

tie fb .v

Ac

Ed u'

De casussen zijn doorgelezen en er is een casus gekozen die het meest aanspreekt en die past bij de BPV-plek. Indien het nodig was is er informatie gezocht om een mening te kunnen vormen met betrekking tot het ziektebeeld, de gevolgen en de problematiek. Het werkmodel Stappenplan ethisch oordelen is gebruikt om een eigen mening uit te kunnen schrijven in een verslag. Voor de collega’s zijn het werkmodel en de eigen gekozen casus gekopieerd. In overleg met de begeleider is een moment gekozen om binnen het team of afdelingsoverleg het werkmodel Stappenplan ethisch oordelen uit te leggen. Aan de collega’s is uitgelegd hoe de casus is bekeken en de mening is gevormd. Er is gecontroleerd door terugvragen aan de collega’s of het werkmodel is begrepen. Aan de collega’s is gevraagd om twee situaties voor te bereiden en in te brengen bij een volgend werkoverleg. Het werkmodel is gebruikt om samen met collega’s de ingebrachte situaties te bespreken en daar een ethisch oordeel en concept aan te verbinden. Aan de collega’s is feedback gevraagd op de ingebrachte werkvorm.

ig ht

.

Product - Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

C

77


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

K Vakdeskundigheid toepassen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg houdt vakkennis en vaardigheden bij.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega’s en andere deskundigen.

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg gebruikt feedback om van te leren.

C

op

yr

ig ht

Opmerking:

78

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Ed u'

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg neemt deel aan inhoudelijk beroepsmatige discussies, zodat hij werkt aan zijn persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep.

V


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

79


Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

12.

Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken Relatie met werkproces 3.2

tie fb .v

.

Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg. Hij werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit van de zorg en ondersteuning door bijvoorbeeld te participeren in ontwikkel- of intervisiegroepen en door zijn kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Hij bewaakt systematisch de kwaliteit van zijn werkzaamheden en signaleert en rapporteert tijdig knelpunten. Hij neemt deel aan onderzoeken, gebruikt waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek en werkt mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. Hij werkt met kwaliteitszorgsystemen.

Werkmodel op www.factor-e.nl: PDCA- en INWR-cirkel

<

Opdracht Deze opdracht gaat over kwaliteit, maar wat is dat eigenlijk? Er zijn verschillende definities in omloop, maar ĂŠĂŠn ervan is: Het geheel van eigenschappen en kenmerken van een dienst, dat van belang is voor het voldoen aan vastgestelde of vanzelfsprekende behoeften. Dit klinkt ingewikkeld, maar het gaat erom dat er met elkaar binnen een instelling is afgesproken wat de standaard is voor de geleverde ondersteuning.

80


Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

Zo lijkt het wel weer eenvoudig, maar iedereen kent wel situaties dat mensen langs elkaar heen werken. Dat tijd verloren gaat met zoeken naar informatie. Dat tijd om ondersteuning te verlenen vervliegt door wachten, misverstanden en soms zelfs dubbel werk leveren. Veel instellingen werken met een kwaliteitsdraaiboek of zijn gecertificeerd. Dan weet bijvoorbeeld een ouder of wettelijk vertegenwoordiger dat de ondersteuning op de juiste manier wordt gegeven en volgens een vaste standaard. Zorgverzekeraars die de kosten vergoeden, kunnen er dan op rekenen dat de ondersteuning ook echt wordt gegeven. Doordat er protocollen en draaiboeken zijn, kan iedereen zien hoe de ondersteuning plaatsvindt. Dit wordt voortdurend gecontroleerd.

tie fb .v

.

Opdracht: Kies in overleg met je begeleider een van de volgende componenten uit waar je deze opdracht over gaat maken. • veiligheid • zuinigheid en besparing.

Ed u'

Ac

Deze componenten gaan over kwaliteit. Een voorbeeld bij veiligheid: het gebruiken van een protocol om de veiligheid te garanderen met betrekking tot het bedienen van de tillift op de afdeling. De vraag kan zijn of het protocol van de tillift in elke situatie wordt gebruikt of dat men dit om een bepaalde reden lastig vindt.

yr

ig ht

Een paar voorbeelden bij zuinigheid en besparing: de kosten van de was besparen door bijvoorbeeld handdoeken te drogen en tweemaal te gebruiken of kosten van de energie terug te dringen door de lichten uit te doen in de ruimten die niet worden gebruikt. Of de kosten van de materialen die bij de dagbesteding worden gebruikt beperken door gebruik te maken van kosteloos materiaal zoals tijdschriften, lege dozen en plastic tassen.

C

op

Bedenk bij de gekozen component een eigen onderwerp waarbij het toepassen van de PDCA- en IMWR-cirkel zou kunnen bijdragen tot het verbeteren van de kwaliteit. • Nadat je een keus hebt gemaakt voor een component ga je aan de hand het werkmodel PDCA- en IMWR-cirkel een plan maken om de kwaliteit te verbeteren. • Daarna beschrijf je in je plan wat ervoor nodig is om IMWR te bereiken. • Als je het plan hebt uitgewerkt, bespreek je dit met je begeleider. • Dan breng je de uitkomst van je uitwerking in het teamoverleg in en leg uit wat de voordelen van het idee zullen zijn. • Je gebruikt daar je aantekeningen bij die je hebt gemaakt bij de IMWR.

81


. tie fb .v Ac

Eisen professioneel gedrag

Ed u'

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je houdt je aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen en stimuleert anderen om zich hieraan te houden, zodat je een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.

ig ht

STARR

op

yr

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

82


Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • uit de twee kwaliteitscomponenten één item gekozen. • aan de hand van de vier PDCA-stappen (Deming-cirkel) een plan gemaakt om de kwaliteit te verbeteren. • het plan uitgewerkt op bijgevoegd werkblad. • beschreven hoe het plan op de IMWR-items kan worden uitgevoerd. • het plan doorgesproken met de begeleider. • de uitwerking aan de teamleden voorgelegd en de koppeling PDCA en IMWR gemaakt. • bij de uitleg in het team multimedia gebruikt om de PDCA (Deming-cirkel) en IMWR in begrijpelijke termen uit te leggen.

.

Product – PDCA- en INWR-cirkel

Criteria

BPV-begeleider O

V

ig ht

Competentie

Ed u'

Beoordeling - Professioneel Gedrag

C

op

yr

T Instructies en procedures opvolgen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stimuleert anderen om zich aan de voorgeschreven procedures en wettelijke richtlijnen te houden, zodat hij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

83


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

84


De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen

De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen Relatie met werkproces 3.3

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stemt de werkzaamheden af met collega's, draagt werkzaamheden mondeling en/of schriftelijk over, maakt afspraken over de zorg en begeleiding en over knelpunten daarin. Hij neemt deel aan voor de afstemming van zijn werkzaamheden relevante overlegvormen.

C

13.

Opdracht Bij de ondersteuning aan cliënten zijn altijd anderen betrokken. Bijvoorbeeld ouders, verwanten, wettelijke vertegenwoordigers, collega’s, deskundigen op een bepaald vakgebied, vrijwilligers en mensen die incidenteel een bijdrage leveren. Hiermee wordt al duidelijk dat de onderlinge communicatie en overdracht van groot belang zijn om misverstanden te voorkomen. Er wordt in de zorg veel tijd besteed aan rapportages maken, doorlezen en overleggen. Tijd die feitelijk ten koste gaat van de beschikbare tijd voor direct contact met de cliënt. Men noemt dat directe en indirecte zorgverlening. Dat laatste is de tijd die nodig is om de directe zorg goed te laten verlopen. Als je een aantal weken op een woning of afdeling stage loopt of werkt, heb je meestal al een beeld gekregen van de directe en indirecte zorg. Dan heb je inmiddels ook ontdekt dat er van elk beschikbaar uur werktijd tijd wordt afgehaald om alles op de achtergrond voor dat uur te kunnen organiseren.

85


De opdracht bestaat uit drie onderdelen: • Schema van overlegvormen op afdelingsniveau • Overleg bijwonen • Overdracht schrijven en een mondelinge overdracht geven. Schema van overlegvormen op afdelingsniveau • Zet op afdelingsniveau alle overlegvormen die er zijn op een rij. • Informeer bij je begeleider of het overzicht klopt. • Maak een eigen ontworpen schema waarin inzichtelijk wordt gemaakt welk overleg er plaatsvindt en hoe vaak: dag, week, maand. Zet bij elke vorm de tijdsduur erbij. • Geef per overleg aan hoeveel deelnemers erbij betrokken zijn.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Overleg bijwonen Overleg met je begeleider en vraag toestemming om bij twee overlegvormen aanwezig te mogen zijn. Geef antwoord in verslagvorm: • Welke naam/titel is er aan de overleggen gegeven? • Wat zijn de doelen van de beide overleggen? • Geef aan of de overleggen op de inhoud van de ondersteuning zijn gericht, op de organisatie of op beide. • Geef je mening over de agenda die tijdens de overleggen zijn gebruikt. • Zijn alle agendapunten in de beschikbare tijd aan de orde gekomen? • Heb je knelpunten kunnen ontdekken waardoor het doel van het overleg niet kon worden gehaald?

C

op

yr

ig ht

Overdracht schrijven en een mondelinge overdracht geven Aan het eind van iedere dienst schrijf je een rapportage/overdacht van het verloop van de dag. • Onderzoek op welke manier er binnen je stage-instelling overgedragen wordt en op welke momenten en op basis van welke richtlijnen. • Bekijk een aantal overdrachten/rapportages van collega’s en beschrijf of deze voldoen aan de richtlijnen en of deze duidelijk genoeg voor jou zijn om mee verder te kunnen werken. • Schrijf zelf drie rapportages/overdrachten en laat deze door een collega beoordelen. • Doe hetzelfde voor de mondelinge overdracht.

86


tie fb .v

.

De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen

Eisen professioneel gedrag

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je overlegt bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig met anderen, raadpleegt anderen indien nodig, weet wat de consequenties zijn van de eigen acties en stelt je zo op dat de samenwerking in het team soepel verloopt, geeft relevante informatie over de cliënt door aan het multidisciplinair team, zodat de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel verloopt. • Je formuleert bij (het overdragen van) je werkzaamheden duidelijke en haalbare doelen, geeft mogelijke knelpunten aan en houdt rekening met tijd en kwaliteit, zodat je werkzaamheden voor collega's duidelijk zijn en de continuïteit van de zorg en begeleiding gewaarborgd zijn.

STARR

C

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

87


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • op afdelingsniveau alle overlegvormen die er zijn op een rij gezet. • bij de begeleider geïnformeerd of het overzicht klopt. • een eigen ontworpen schema gemaakt waarin inzichtelijk is welk overleg er plaatsvindt en hoe vaak: dag, week, maand. • bij elke vorm de tijdsduur vermeld. • per overleg vermeld hoeveel deelnemers erbij betrokken zijn.

Ac

Product - Overleg bijwonen

C

op

yr

ig ht

Ed u'

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • In overleg met de begeleider en na toestemming deelgenomen aan twee overlegvormen. • in verslagvorm antwoord gegeven op onderstaande vragen: – Welke naam/titel is er aan de overleggen gegeven? – Wat zijn de doelen van de beide overleggen? – Geef aan of de overleggen op inhoud van de ondersteuning zijn gericht, op de organisatie of op beide. – Geef je mening over de agenda’s die tijdens de overleggen zijn gebruikt. – Zijn alle agendapunten in de beschikbare tijd aan de orde gekomen? – Heb je knelpunten kunnen ontdekken waardoor het doel van het overleg niet kon worden gehaald?

88

.

Product - Schema van overlegvormen op afdelingsniveau

BPV-docent O

V


De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Ed u'

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • de doelen uitgeschreven van de beide overleggen • aangegeven of de overleggen op de inhoud van de ondersteuning zijn gericht, op de organisatie of op beide • een eigen mening gegeven over de agenda die tijdens beide overleggen zijn gebruikt • kunnen aangeven of alle agendapunten in de beschikbare tijd aan de orde zijn gekomen • eventuele knelpunten kunnen ontdekken en heeft benoemd waardoor het doel van het overleg niet kon worden gehaald. • een persoonlijke mening over het deelnemen aan deze overleggen uitgeschreven in het STARR-verslag • een persoonlijke mening over het deelnemen aan deze overleggen uitgeschreven in het STARR-verslag

.

Product - Overleg bijwonen

ig ht

Product - Overdracht schrijven en een mondelinge overdracht geven

C

op

yr

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg heeft: • onderzocht op welke manier er overgedragen wordt, op welke momenten dit gebeurt en welke richtlijnen gebruikt worden voor het overdragen • een aantal mondelinge en schriftelijke overdrachten/rapportages bekeken en heeft beoordeeld of deze volgens de richtlijnen geschreven/gegeven zijn. Hij heeft ook beoordeeld of er op basis van deze rapportage/overdracht verder te werken was. • zelf drie schriftelijke rapportages/overdrachten geschreven • drie mondelinge overdrachten verzorgd • dit laten beoordelen door een collega

89


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

E Samenwerken en overleggen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg overlegt bij de uitvoering van de opvang en begeleiding tijdig met anderen. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg raadpleegt anderen indien nodig. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg weet wat de consequenties zijn van de eigen acties.

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg stelt zich zo op dat de samenwerking in het team soepel verloopt.

Q Plannen en organiseren

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg geeft relevante informatie over de cliĂŤnt door aan het multidisciplinair team, zodat de gezamenlijke dienstverlening eenduidig en soepel verloopt. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg formuleert bij (het overdragen van) zijn werkzaamheden duidelijke en haalbare doelen.

C

op

yr

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg geeft mogelijke knelpunten aan. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg houdt rekening met tijd en kwaliteit, zodat zijn werkzaamheden voor collega's duidelijk zijn en de continuĂŻteit van de zorg en begeleiding gewaarborgd zijn.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

90

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


De werkzaamheden met betrokkenen afstemmen

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

91


Coördinerende taken uitvoeren

14.

Coördinerende taken uitvoeren Relatie met werkproces 3.4 Voert coördinerende taken uit De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg verdeelt de werkzaamheden, geeft prioriteiten aan en houdt contact met de verschillende medewerkers.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Hij stemt de werkzaamheden van de verschillende medewerkers en eventuele deskundigen van andere disciplines op elkaar af, hij ziet toe op de uitvoering van de werkzaamheden en de continuïteit van de zorgverlening en ondersteuning. Hij werkt aan en onderhoudt een actief netwerk van contacten binnen en buiten de organisatie.

Werkmodel op www.factor-e.nl: SWOT-analyse

<

Opdracht Werken in teamverband lukt alleen als alle betrokkenen op de hoogte zijn van de juiste informatie en daar vervolgens naar handelen. De persoonlijk begeleider maakt afspraken met de andere medewerkers en eventuele deskundigen van andere disciplines zodat zij weten wat ze kunnen doen, de ondersteuning organisatorisch goed verloopt en voldoet aan de wettelijke vereisten Om het proces van coördinatie en aansturing te kunnen volgen en indien nodig te kunnen bijstellen, kan er worden gekozen voor het maken van een SWOT-analyse. SWOT staat voor Strengths, Weaknesses, Opportunities en Threats. De opdracht Overleg met je begeleider in welk teamoverleg de SWOT-analyse als agendapunt kan worden ingebracht.

92


Coördinerende taken uitvoeren

Gebruik voor de uitleg over de werkwijze het werkmodel SWOT-analyse. Leg aan minimaal vier collega’s in het teamoverleg de volgende vragen voor: • Waar zijn we binnen de afdeling sterk in en wat kunnen wij goed? Vraag dit op inhoudsniveau en betrekkingsniveau. • Waar zijn we binnen de afdeling zwak in? Dus wat kunnen we minder goed? • Waar zitten onze zwakke kanten met betrekking tot de geleverde ondersteuning en collegiale samenwerking? • Welke kansen liggen er te wachten? Waar kunnen we beter in worden om de ondersteuning kwalitatief goed te bieden? Wat is daarvoor nodig? • Welke ‘bedreigingen’ kunnen deze ideeën in de weg staan? Gebruik voor de uitwerking en het bespreken in het team een flap-over. Teken de matrix uit het werkmodel op een flap. Tijdens het bespreken wordt met elkaar de matrix ingevuld. Maak een samenvatting van de opmerkingen en reacties en formuleer aanbevelingen. Breng een volgorde aan in korte- en langetermijnaanbevelingen Bespreek de samenvatting en geformuleerde aanbevelingen met je begeleider. Breng vervolgens de aanbevelingen in het volgende teamoverleg als agendapunt in. Noteer de reacties van de overige teamleden en bespreek de reacties met de afdelingsverantwoordelijke (teamleider/hoofd/manager). Maak een STARR-verslag over deze opdracht en verwerk daarin de reacties uit het team. Leg hierin ook uit wat de vervolgstappen zullen zijn.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

• •

tie fb .v

.

• • • •

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je toont waardering voor de ideeën en bijdragen van collega's in het team, deelt kennis en ervaringen en maakt zaken in het functioneren van de medewerker(s)

93


bespreekbaar door feedback te geven, zodat je de kwaliteit van de dienstverlening door de medewerker(s) optimaliseert. Je garandeert de beschikbaarheid van essentiële middelen, maakt duidelijke afspraken met de andere medewerkers en eventuele deskundigen van andere disciplines en bewaakt de voortgang, zodat de ondersteuning organisatorisch goed verloopt en voldoet aan de wettelijke vereisten.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

94


Coördinerende taken uitvoeren

Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg: • heeft met de begeleider overlegd in welk teamoverleg de SWOT-analyse als agendapunt kan worden ingebracht • heeft minimaal vier collega’s bij de SWOT-analyse betrokken • heeft op inhouds- en betrekkingsniveau passende vragen aan de teamleden gesteld en antwoorden gekregen waarmee de matrix kon worden ingevuld • heeft kunnen ontdekken waar de afdeling minder sterk in is met betrekking tot geleverde ondersteuning en collegiale samenwerking • heeft kunnen analyseren welke kansen er liggen te wachten • heeft kunnen analyseren waar de afdeling beter in kan worden en wat daar praktisch voor nodig is • heeft kunnen benoemen welke ‘bedreigingen’ de ideeën in de weg staan • heeft een samenvatting gemaakt van de opmerkingen en reacties • heeft korte- en langetermijnaanbevelingen geformuleerd en daarin een volgorde in aangebracht • heeft de samenvatting en aanbevelingen met de begeleider besproken • heeft de aanbevelingen in het volgende teamoverleg als agendapunt ingebracht • heeft de reacties van de overige teamleden genoteerd en besproken met de afdelingsverantwoordelijke (teamleider/hoofd/manager) • heeft in het STARR- verslag van deze opdracht de reacties van de teamleden en afdelingsverantwoordelijke verwerkt en kunnen uitleggen wat naar aanleiding van de SWOT-analyse de vervolgstappen zullen zijn

.

Product – Het uitvoeren van coördinerende taken

95


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

E Samenwerken en overleggen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg toont waardering voor de ideeĂŤn en bijdragen van collega's in het team. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg deelt kennis en ervaringen.

Q Plannen en organiseren

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg maakt zaken in het functioneren van de medewerker(s) bespreekbaar door feedback te geven, zodat hij de kwaliteit van de dienstverlening door de medewerker(s) optimaliseert. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg garandeert de beschikbaarheid van essentiĂŤle middelen.

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg maakt duidelijke afspraken met de andere medewerkers en eventuele deskundigen van andere disciplines.

yr

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg bewaakt de voortgang, zodat de ondersteuning organisatorisch goed verloopt en voldoet aan de wettelijke vereisten.

C

op

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

96

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


Coรถrdinerende taken uitvoeren

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

97


Beheertaken uitvoeren

15.

Beheertaken uitvoeren Relatie met werkproces 3.5

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Voert beheertaken uit De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg voert beheertaken uit. Hij levert een praktische en organisatorische bijdrage aan het functioneren van zijn organisatie. Hij draagt bij aan het zakelijk beheer, bijvoorbeeld het doen van bestellingen, bijhouden van de kantoormaterialen, toezien op onderhoud van apparatuur, materiaal en werkruimte enzovoort. Hij bewaakt het budget voor de activiteiten en levert (financiële) rapportages. Hij voert registratie en administratieve taken uit, zoals presentielijsten invullen en roosters maken.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Budget

<

98

Opdracht Alles draait om geld. In de zorg is er voortdurend sprake van een kraptemodel. Soms hoor je een manager of teamleider zeggen: ‘Ik zou wel meer willen, maar het beschikbare budget laat dat niet toe.’ Door goed de budgetten te beheren en te voorkomen dat er overschrijdingen zijn, lukt het vaak toch nog wel om de gestelde doelen te bereiken. Inzicht hebben als team in de beschikbare middelen is een eerste vereiste. Je kunt pas iets bestellen als je weet hoeveel budget er voor een activiteit of taak beschikbaar is. Met een beheermodel kan men zien of er tekorten ontstaan of middelen niet worden gebruikt. Er kan ook worden aangetoond dat er tekorten optreden waardoor de geleverde dienst of taak niet naar behoren kan worden uitgevoerd.


Beheertaken uitvoeren

In dat laatste geval kan er soms voor worden gekozen om intern met budgetten te schuiven. Dit is vaak de taak van de manager. Het bijhouden van de administratie met registratiemethoden geeft inzicht aan belanghebbenden dat bepaalde taken zijn verricht en door wie. Tevens kan er verantwoording mee worden afgelegd. Er wordt veel met registratielijsten gewerkt. Elke woning of afdeling heeft lijsten die door de instelling worden gebruikt, maar soms maakt men ook eigen systemen. In deze opdracht zijn twee items aan de orde, namelijk: • Budgetten • Registratiemethoden.

tie fb .v

.

Budgetten In de woning of op de afdeling waar je stage loopt, worden verschillende budgetten ingezet ten behoeve van de taken die worden verricht.

ig ht

Vul voor deze onderwerpen het werkmodel Budget in. Ga als ‘schaduwbeheerder’ een week lang van de twee gekozen onderwerpen budgetten bijhouden op de daarvoor door de afdeling gebruikte formulieren.

yr

• •

Ed u'

Ac

Kies in samenspraak met je begeleider uit de volgende reeks twee onderwerpen: – middelen voor verjaardagen van cliënten – middelen voor extra versnaperingen in de weekenden – middelen voor dagjes naar de stad – middelen voor jaarfeesten (Sinterklaas, Kerstmis, barbecues in de zomer) – middelen ten behoeve van bijeenkomsten met ouders en wettelijke vertegenwoordigers – middelen om apparatuur te kopen voor de woning of afdeling (huishoudelijke apparatuur) – middelen om de dagelijkse levensmiddelen te kopen.

C

op

Registratiesystemen Er worden binnen de woning of afdelingen registratiesystemen gebruikt om de ingezette middelen te kunnen verantwoorden, maar ook om bij te houden of er volgens protocollen wordt gewerkt. Bijvoorbeeld of de hygiëneregels binnen de woning of afdeling worden nageleefd (HACCP) Er wordt dan met een checklist gewerkt waarop staat wie op welke datum de koelkasten of vriesruimten hebben schoongemaakt. Kies in samenspraak met je begeleider twee registratiesystemen uit de volgende onderwerpen: – bijhouden kosten aanschaf dagelijkse levensmiddelen – bijhouden HACCP-lijsten – bijhouden medicatie-aftekenlijsten – bijhouden aftekenlijsten BOPZ/toepassen middelen en maatregelen – bijhouden MIC-meldingen – bijhouden voorraadbeheer dagelijkse gebruiksmiddelen – bijhouden individuele zakgeldverstrekking – bijhouden controle vluchtwegen en blusmiddelen – bijhouden sleutelplan.

99


Ed u'

Ac

tie fb .v

.

• •

Bekijk welke registratiesystemen er voor de onderwerpen gebruikt worden en wie verantwoordelijk is voor het bijhouden van de gegevens. Onderzoek wat er met de gegevens gebeurt nadat deze zijn ingevuld. Ga als ‘schaduwbeheerder’ een week lang de twee gekozen onderwerpen uit de registratiesystemen bijhouden en gebruik daarvoor de methoden die op de woning of afdeling worden toegepast.

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je verwerkt en registreert zorgvuldig alle benodigde (financiële) gegevens, zodat (financiële) rapportages volledig en inzichtelijk zijn. • Je checkt regelmatig materiaal en middelen en levert een bijdrage aan het onderhoud, zodat de organisatie beschikt over voldoende goed onderhouden materiaal en middelen. • Je zorgt voor financiële registratie en verantwoording van je projecten en maakt regelmatig afwegingen tussen kosten en baten, zodat je bijdraagt aan een financieel gezonde situatie.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hieronder staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

100


Beheertaken uitvoeren

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

• • •

ig ht

tie fb .v

Ac

De student heeft in samenspraak met de begeleider uit de onderwerpen ‘middelen/budgetten ’ twee onderwerpen gekozen. De student heeft als ‘schaduwbeheerder’ een week lang de registratie van de inzet van middelen/budgetten voor deze onderwerpen bijgehouden. De student heeft voor dit item één bijgevoegd werkblad tweemaal gebruikt. De student heeft het doel en van de beschikbare budgetten omschreven. De student heeft de grootte van het budgetten op jaarbasis genoemd. De student heeft benoemd wie de beheerder van het budget is en wie functioneel verantwoordelijk is. De student heeft een opsomming gemaakt van de activiteiten en artikelen die met deze budgetten worden bekostigd. De student heeft suggesties voor het aanpassen van de budgetten met argumenten aangegeven.

Ed u'

.

Product - Budgetten

De student heeft in samenspraak met de begeleider uit de onderwerpen ‘registratiesystemen’ twee onderwerpen gekozen. De student heeft als ‘schaduwbeheerder’ een week lang een registratie van de twee gekozen onderwerpen bijgehouden en daarbij gebruikgemaakt van de op de woning of afdeling gebruikte methode. De student heeft de ervaringen die opgedaan zijn met de in totaal vier schaduwtrajecten beschreven in het STARR-verslag.

C

op

yr

Product - Registratiesystemen

101


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

J Formuleren en rapporteren

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg verwerkt en registreert zorgvuldig alle benodigde (financiĂŤle) gegevens, zodat (financiĂŤle) rapportages volledig en inzichtelijk zijn.

L Materialen en middelen inzetten

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg checkt regelmatig materiaal en middelen.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg zorgt voor financiĂŤle registratie en verantwoording van zijn projecten.

Ac

Y Bedrijfsmatig handelen

tie fb .v

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg levert een bijdrage aan het onderhoud, zodat de organisatie beschikt over voldoende goed onderhouden materiaal en middelen.

Ed u'

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg maakt regelmatig afwegingen tussen kosten en baten, zodat hij bijdraagt aan een financieel gezonde situatie.

op

yr

ig ht

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

C

Opmerking:

102

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


Beheertaken uitvoeren

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

103


De geboden ondersteuning evalueren

16.

De geboden ondersteuning evalueren Relatie met werkproces 3.6

tie fb .v

.

Evalueert de geboden ondersteuning De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg evalueert periodiek en aan het eind van het traject de geboden ondersteuning. Hij verzamelt relevante gegevens voor de evaluatie en analyseert deze. Op basis daarvan schrijft hij een evaluatieverslag of evalueert hij – indien dit gewenst is – mondeling met zijn leidinggevende. Hij bespreekt de gegevens uit de evaluatie met de cliënt en het team. Hij voert, indien daartoe aanleiding is, in overleg gewenste veranderingen in de zorg en begeleiding door.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg evalueert ook de coördinerende taken.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Tijdsbalk

<

104

Opdracht ‘Geen begin zonder einde’ Evalueren is de laatste stap in de methodische cyclus. Elke actie die heeft plaatsgevonden, wordt gevolgd door een evaluatiemoment. Dan kan worden bekeken of de ingezette acties tot resultaat hebben geleid. Met het resultaat van een evaluatie worden dan weer nieuwe doelen gesteld die worden nagestreefd. Feitelijk begint dan de methodische cyclus weer opnieuw. Evaluatie is ook nodig om de inzet van de middelen en uren te kunnen verantwoorden.


De geboden ondersteuning evalueren

Evalueren is terugkijken. Dus aan de situatie is niets meer te veranderen, maar er kan wel worden nagedacht om de cyclus die weer gaat plaatsvinden anders te laten verlopen. Het is de bedoeling dat de kwaliteit van de geleverde diensten beter wordt. In de praktijk wordt de stap evaluatie nogal eens vervelend gevonden. Soms wordt ontdekt dat er van de planningen die zijn gemaakt weinig terecht is gekomen. Niemand vindt dat leuk om te lezen of te horen. Vaak wordt er voor die tijd, dus tijdens de cyclus, al een andere keuze gemaakt, maar zonder de evaluatie uit te werken. Het gevolg is dan wel dat de doelen die eerder zijn gesteld niet meer kloppen. Opdracht: Evaluatie van een begeleidingsplan In deze opdracht kies je samen met je begeleider twee ondersteunings- of begeleidingsplannen van cliënten binnen de woning of afdeling die kortgeleden zijn geëvalueerd.

• • •

.

tie fb .v

Ac

Vraag toestemming om de ondersteunings- of begeleidingsplannen te mogen inzien. Maak een tijdsbalk op een werkblad (met behulp van het werkmodel Tijdsbalk of maak zelf een model) waarop de looptijd van het ondersteunings- of begeleidingsplan staat weergegeven. Lees de geformuleerde doelen die bij de start van de cyclus, in het ondersteuningsplan, zijn opgeschreven. Lees de rapportages met betrekking tot de doelen die over de afgelopen looptijd zijn gemaakt. Beschrijf de evaluatiecriteria die men bij aanvang heeft genoemd. Je geeft op de tijdbalk aan of de acties nog corresponderen met de gestelde doelen en de aan het begin afgesproken evaluatiecriteria. Geef op de tijdsbalk aan wanneer zich tussentijdse wijzigingen voordoen.

Ed u'

• •

C

op

yr

ig ht

Bespreek met je begeleider zijn of haar ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. Bespreek daarna de uitwerking van je tijdbalk met de je begeleider en benoem de punten die je opvallen. Dit kunnen punten zijn die te maken hebben met onder andere: • veranderende doelomschrijving • andere zorgacties • andere evaluatiecriteria. Maar wat ook kan is: • een gerichte doelformulering en daaraan gekoppelde evaluatie die geen afwijkingen vertoont. Bespreek twee punten die er voor zouden kunnen zorgen dat de kwaliteit van de gemaakte ondersteuning of begeleidingsplannen kan verbeteren.

105


. tie fb .v

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je vraagt de cliënt en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding en luistert aandachtig, zodat je deze informatie kunt meenemen of inbrengen bij de evaluatie. • Je verwerkt alle benodigde gegevens en scheidt de hoofd- en bijzaken, zodat je een kernachtig evaluatieverslag kunt schrijven. • Je analyseert beschikbare (via cijfermatige en mondelinge) gegevens grondig en concludeert of de geboden zorg en begeleiding en de uitgevoerde coördinerende taken voldoen en of er voldoende voortgang is en komt met haalbare oplossingen, zodat je indien nodig (in overleg) de opvang en begeleiding kunt bijstellen.

STARR

C

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

106


De geboden ondersteuning evalueren

Beoordeling - Product BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

• •

C

op

tie fb .v

Ac

Ed u'

ig ht

De student heeft samen met de begeleider een keus gemaakt voor twee ondersteunings- of begeleidingsplannen van cliënten binnen de woning of afdeling die kortgeleden zijn geëvalueerd. De student heeft toestemming gevraagd om de ondersteunings- of begeleidingsplannen te mogen inzien. De student heeft een tijdbalk gemaakt waarop de looptijd van het ondersteunings- of begeleidingsplan staat weergegeven. De student heeft de geformuleerde doelen die bij de start van de cyclus zijn opgeschreven gelezen. De student heeft de rapportage op de doelen die over de afgelopen looptijd zijn gemaakt opgeschreven. De student heeft de evaluatiecriteria die men bij aanvang heeft genoemd opgeschreven. De student heeft op de tijdbalk aangegeven of de acties nog corresponderen met de gestelde doelen en de aan het begin afgesproken evaluatiecriteria. De student heeft op de tijdbalk aangegeven wanneer zich tussentijdse wijzigingen hebben voorgedaan. De student heeft met de begeleider zijn/haar ervaringen, ideeën en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding besproken. De student heeft de uitwerking met de begeleider doorgesproken en aan kunnen geven welke punten zijn opgevallen. De student heeft twee punten genoemd die die ervoor zouden kunnen zorgen dat de kwaliteit van de gemaakte ondersteunings- of begeleidingsplannen kan verbeteren. De student heeft argumenten genoemd waarmee wordt aangetoond dat de ondersteunings- of begeleidingsplannen professioneel van opzet zijn en de evaluatiecriteria de hele looptijd passen bij de gestelde doelen.

yr

.

Product – Evaluatie van een begeleidingsplan

107


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

D Aandacht en begrip tonen

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg vraagt de cliĂŤnt en andere betrokkenen naar hun ervaringen, ideeĂŤn en gevoelens over de geboden zorg en begeleiding. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg luistert aandachtig, zodat hij deze informatie kan meenemen of inbrengen bij de evaluatie.

.

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg verwerkt alle benodigde gegevens.

tie fb .v

J Formuleren en rapporteren

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg scheidt de hoofd- en bijzaken, zodat hij een kernachtig evaluatieverslag kan schrijven. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg analyseert beschikbare (via cijfermatige en mondelinge) gegevens grondig.

Ed u'

Ac

M Analyseren

ig ht

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg concludeert of de geboden zorg en begeleiding en de uitgevoerde coĂśrdinerende taken voldoen.

C

op

yr

De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg concludeert of er voldoende voortgang is. De persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg komt met haalbare oplossingen, zodat hij indien nodig (in overleg) de opvang en begeleiding kan bijstellen.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

108

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


De geboden ondersteuning evalueren

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

109


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.