10149 bpv smd mvdl 050813

Page 1

ig ht

yr

op

C

.

tie fb .v

Ac

Ed u'

BPV SMD


Inhoud Werken met de BPV-opdrachten 3 Routeplanner 5 Aftekenlijst 7

tie fb .v

.

1. De situatie en wensen van de cliënt inventariseren 8 2. Een dienstverleningsplan maken 15 3. De cliënt bij praktische diensten ondersteunen 21 4. Eenvoudige juridische vragen van de cliënt behandelen 27 5. De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen 34 6. De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen 42 7. Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) verrichten 49 8. Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken 56 9. Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken 62 10. De werkzaamheden afstemmen 67 11. Administratieve werkzaamheden verrichten en dossier beheren 73 12. De geboden ondersteuning evalueren 80

yr

ig ht

Ed u'

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. Meppel Postbus 1056 7940 KB Meppel Tel.: 0522-235235 Fax: 0522-235222 E-mail: info@edu-actief.nl Internet: www.edu-actief.nl Auteur: Annyttsje Pruim Titel: BPV SMD

Ac

Colofon

op

ISBN: 978 90 3721 014 9 Copyright © 2013 Edu'Actief b.v. Meppel

C

Eerste druk/eerste oplage Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, microfilm, fotokopie of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. No part of this book may be reproduced in any form, by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikelen 16h t/m 16m Auteurswet 1912 jo. Besluit van 27 november 2002, Stb. 575, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoeding te voldoen aan de Stichting Reprorecht te Hoofddorp (Postbus 3060, 2130 KB) of contact op te nemen met de uitgever voor het treffen van een rechtstreekse regeling in de zin van art. 16l, vijfde lid, Auteurswet 1912. De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.


Werken met de BPV-opdrachten De BPV-opdrachten bieden je de kans om je vaardigheden en kennis in de praktijk te oefenen. Er is één BPV-opdracht per werkproces. Het resultaat van een BPV-opdracht bestaat meestal uit meerdere producten. De BPV-opdrachten zijn in iedere volgorde te maken, maar soms is er een logische volgorde in de werkprocessen. Deze logische volgorde is dan ook in de BPV-opdrachten terug te vinden.

Relatie met het werkproces

Ac

tie fb .v

.

De BPV-opdrachten hebben allemaal dezelfde opbouw. Een korte toelichting: • relatie met het werkproces • opdracht • eisen professioneel gedrag • STARR • beoordeling – producten – professioneel gedrag – eindoordeel – opmerkingen.

ig ht

Ed u'

De BPV-opdracht begint met het gedeelte ‘Relatie met het werkproces’. Dit is de (vereenvoudigde) tekst uit het kwalificatiedossier die bij ieder werkproces onder het kopje ‘Omschrijving’ staat. Met behulp van deze korte tekst wordt duidelijk waar de BPV-opdracht over gaat en wat de relatie tot het werkproces is.

C

op

yr

Opdracht De opdracht begint met een korte inleiding waarin kort beschreven wordt wat het doel van de opdracht is of die een dilemma bevat waar de student door middel van de producten een antwoord op leert geven. Vervolgens wordt er een opsomming gemaakt van de producten die gemaakt moeten worden om de doelstelling bij de opdracht te behalen of om een antwoord te kunnen geven op het dilemma. Per product wordt vervolgens beschreven welke stappen genomen moeten worden om het product te kunnen maken en aan welke eisen het product moet voldoen. Bij het maken van de producten moet de student professioneel gedrag laten zien. Deze eisen staan omschreven onder ‘Eisen professioneel gedrag’.

Eisen professioneel gedrag Deze tekst is een beschrijving van de competenties die horen bij het werkproces. De student laat tijdens het maken van de producten dit professioneel gedrag zien en wordt hier mede op beoordeeld.

STARR Reflecteren is een belangrijk onderdeel van het leerproces. Het schrijven van veel STARR-verslagen werkt echter niet altijd even motiverend. Om deze reden is gekozen voor een aangepaste STARR. Per BPV-opdracht wordt er één STARR-verslag geschreven, of dit moet anders benoemd zijn bij de producten.


Beoordeling Producten Per product worden de punten opgesomd waar de student op wordt beoordeeld. De producten worden beoordeeld door de werkbegeleider en de BPV-docent. Er wordt gewerkt met een tweepuntsschaal voldoende of onvoldoende. Als een student een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (bovengemiddeld) uitgevoerd heeft, dan kan dit aangeven worden door bij de totale beoordeling van het product een ‘goed’ te noteren.

Professioneel gedrag

tie fb .v

.

Tijdens het maken van de producten wordt er gekeken naar en beoordeeld op professioneel gedrag. Deze beoordeling wordt alleen door de werkbegeleider gegeven. Ook hier wordt gewerkt met een tweepuntsschaal voldoende of onvoldoende. Als een student een of meerdere onderdelen uit de beoordelingslijst goed (boven gemiddeld) uitgevoerd heeft, kan dit aangeven worden door bij de totale beoordeling van het product een ‘goed’ te noteren.

Ed u'

Ac

Eindoordeel Bij het eindoordeel van de BPV-opdracht is gekozen voor een driepuntsschaal onvoldoende/voldoende/goed. Als de beoordelingen van het product of het professioneel gedrag onvoldoende zijn, dan is het eindoordeel van de BPV-opdracht onvoldoende. Als de beoordelingen van het product of het professioneel gedrag voldoende of goed zijn, dan is het eindoordeel voldoende. Is ook het STARR-verslag aanwezig en kunnen een of meer van onderstaande hulpvragen met een ja beantwoord worden, dan is het eindoordeel van de BPV-opdracht goed.

C

op

yr

ig ht

Hulpvragen voor het beoordelen met ‘goed’: • Handelt de student bewust bekwaam door inzicht te tonen in de situatie en verantwoording te nemen over het eigen handelen? • Is de student proactief door zelf initiatieven te nemen en adequaat te handelen? • Deelt de student relevante kennis en inzicht? • Is de student een gelijkwaardige collega? • Geeft de student constructieve feedback met als doel de kwaliteit van het werk te verbeteren?

Opmerkingen De beoordelaar verantwoordt de beoordeling met concrete voorbeelden van aantoonbaar gedrag van de student. Wanneer de student een onderdeel niet of onvoldoende heeft aangetoond, dan vermeldt de beoordelaar bij de opmerkingen ook wat de oorzaak hiervan is. De beoordelaar onderbouwt dit met concrete bewoordingen en/of voorbeelden.


Routeplanner

tie fb .v

.

De routeplanner zoals hieronder beschreven helpt je bij het voorbereiden en maken van de verschillende BPV-opdrachten.

Ac

Voorbereiden

op

yr

ig ht

Ed u'

Zorg dat je weet wat je moet doen en dat iedereen op de hoogte is van dat wat je gaat doen. • Waar gaat de BPV-opdracht over? • Welke producten moet je maken? • Welke eisen worden er gesteld aan het product? • Welke professionele houding wordt er van je verwacht? • Welke kennis, vaardigen heb je nodig om de producten te kunnen maken? • In welke beroepscontext ga je de opdracht maken? • Wie binnen de BPV-instelling moeten ingelicht worden over de BPV-opdracht die je gaat maken? • Wie binnen de BPV-instelling kunnen je ondersteunen bij het maken van de opdracht?

Plannen

C

Het maken van een plan voor de BPV-opdracht. BPV-opdracht nummer: Product

Wie?

Waar?

Wanneer?

Product Welk product moet je maken? Welke stappen moet je zetten om het product te maken?

Waarmee?


Wie? Wie zijn er allemaal betrokken bij het maken van het product? (jezelf, BPV-begeleider, cliënten enzovoort) Wie doet wat?

Waar? Waar ga je het product maken?

Wanneer? Wanneer start je met het product en wanneer wil je het af hebben?

Waarmee? Welke specifieke middelen heb je nodig voor het maken van het product?

Uitvoeren

Ac

Controleren en evalueren

tie fb .v

.

Het plan uitvoeren en de producten behorende bij de BPV-opdracht maken. • Loopt alles volgens plan? • Klopt het tijdschema nog? • Vraag je regelmatig om feedback? • Houd je je aan de eisen van professioneel gedrag? • Overleg je regelmatig over de voorgang van de BPV-opdracht?

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Zelf het product en de planning controleren en een STARR-verslag schrijven over de gehele BPV-opdracht. • Heb je alle producten gemaakt? • Zien de producten er netjes en verzorgd uit? • Is de opdracht verlopen volgens de planning? • Welke feedback heb je ontvangen tijdens het werken aan de BPV-opdracht? • Heb je het STARR-verslag geschreven?


Aftekenlijst BPV-opdracht

Paraaf docent

1. De situatie en wensen van de cliënt inventariseren 2. Een dienstverleningsplan maken 3. De cliënt bij praktische diensten ondersteunen 4. Eenvoudige juridische vragen van de cliënt behandelen 5. De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen

tie fb .v

.

6. De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen 7. Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) verrichten

Ac

8. Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Ed u'

9. Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken 10. De werkzaamheden afstemmen

ig ht

11. Administratieve werkzaamheden verrichten en dossier beheren

C

op

yr

12. De geboden ondersteuning evalueren


De situatie en wensen van de cliënt inventariseren

1.

De situatie en wensen van de cliënt inventariseren Relatie met werkproces 1.1

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt De sociaal-maatschappelijk dienstverlener inventariseert de situatie en wensen van de cliënt op materieel en (daaraan gerelateerd) psychosociaal gebied, die te maken hebben met: • sociale zekerheid • belastingen • financiën • arbeid • huisvesting • vreemdelingenrecht • personen- en familierecht • onderwijs en/of • consumentenzaken.

op

yr

ig ht

Dit doet hij door: • informatie te verzamelen • gesprekken te voeren met de cliënt • de cliënt te observeren • het netwerk in kaart te brengen • waarbij hij zo mogelijk andere hulpverleners inschakelt • en zo nodig de cliënt helpt om zijn behoeften te verduidelijken en te verwoorden.

C

Hij let hierbij op: • hoeveel initiatief van de cliënt zelf kan komen • wat de cliënt zelf kan bijdragen om een probleem op te lossen • welke kennis en vaardigheden de cliënt heeft. De uitkomsten van de informatieverzameling en observatie bespreekt de SMD’er met de cliënt zelf.

8


Ed u'

Ac

Bij deze opdracht probeer je er met de cliënt zelf, en met behulp van andere professionals, achter te komen welke vraag de cliënt eigenlijk stelt. Je helpt hem zijn vraag of probleem boven tafel te krijgen en maakt een inschatting van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de cliënt.

ig ht

Je levert vier producten op: • intakebeschrijving • observatieverslag • schriftelijke conclusies uit de intake • gespreksverslag van de bespreking met de cliënt.

yr

Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, een intakegesprek bijwonen, lezen van het intakeformulier.

op

<

Opdracht

Intakebeschrijving Voer een gesprek met de cliënt en kom erachter welke vraag hij stelt aan de organisatie waar je de BPV-opdrachten doet. Maak gebruik van het werkmodel Intakegesprek om zo volledig mogelijk te zijn in je omschrijving. Gebruikt de organisatie waar je stage loopt een eigen intakeformulier? Gebruik dit dan om je bevindingen op te schrijven. • Kies in overleg met je BPV-begeleider voor een cliënt waarmee jij mag gaan werken. • Verken de vraag of het probleem. • Vraag door naar ‘de vraag achter de vraag’. • Inventariseer de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. • Vraag welke hulp of steun de cliënt kan verwachten uit de eigen omgeving. • Check of je de vraag goed hebt begrepen. • Voer als het nodig is meerdere gesprekken totdat je beeld volledig is. • Omschrijf de vraag van de cliënt. Geef ook aan wat je hoorde en zag over de sterkte en zwakte van de cliënt en zijn sociale omgeving. Vraag collega’s die de cliënt kennen of zij zich herkennen in wat je opschreef. Stel je intake bij als je aanvullingen van hen krijgt.

C

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Intakegesprek Observeren

tie fb .v

.

De situatie en wensen van de cliënt inventariseren

9


Observatieverslag • Overleg met je BPV-begeleider of je voor de cliënt uit product 1 een observatie schrijft of dat je hiervoor een andere cliënt kiest. • Een observatie is niet altijd mogelijk bij de organisatie waar je stage loopt. Bedenk dan een oefensituatie met je BPV-begeleider. Zoals een observatie van de begeleider tijdens een vergadering, zodat je toch ervaring opdoet met observeren. • Maak eerst een observatieplan waarbij je omschrijft op welke vraag je een antwoord wilt krijgen, in welke situatie je gaat observeren, welk type observatie je gaat toepassen en hoe vaak en hoelang je observeert. • Voer de observatie(s) volgens je plan uit. • Beschrijf je bevindingen in een observatieverslag. • Voeg het observatieverslag zo mogelijk toe aan je intakebeschrijving. • Maak gebruik van het werkmodel Observeren.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Schriftelijke conclusies uit de intake • Beschrijf je conclusies over: – de hulpvraag van de cliënt – de situatie – de wensen – de mogelijkheden – de onmogelijkheden. • Dit doe je op basis van de intake en, zo mogelijk, de observatie die je deed bij product 1 en 2. • Bevraag een collega of hij zich kan vinden in je conclusies. • Stel je conclusies zo nodig bij.

yr

ig ht

Gespreksverslag van de bespreking met de cliënt • Bespreek je conclusies met de cliënt. • Check bij hem of je zijn vraag juist hebt verwoord en of je inschatting over zijn sterkte en zwakte klopt. • Maak een gespreksverslag. • Stel je conclusies zo nodig bij op basis van het gesprek met de cliënt

C

op

Je hebt nu vier producten gemaakt die met elkaar de intake vormen. De intakebeschrijving, zo mogelijk het verslag van de observatie, de conclusies en het gespreksverslag. Herhaal de werkwijze van 1 tot en met 4 met nog twee andere cliënten die je kiest in overleg met je BPV-begeleider. Maak hierbij steeds opnieuw de vier producten die de intake vormen.

10


tie fb .v

.

De situatie en wensen van de cliënt inventariseren

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het inventariseren van de situatie van de cliënt dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je toont belangstelling voor en betrokkenheid bij de problemen en vragen van de cliënt, waarbij je aandachtig luistert en doorvraagt om de situatie en behoeften van de cliënt in kaart te brengen. • Je toont je in gesprekken met de cliënt eerlijk en betrouwbaar, waarbij je open en duidelijk communiceert, discreet omgaat met gevoelige zaken en je houdt aan gemaakte beloften en afspraken, zodat je het vertrouwen krijgt en behoudt van de cliënt. • Je gebruikt verschillende bronnen om de juiste en voldoende informatie te verkrijgen. Daarnaast zoek je naar oorzaken bij knelpunten en (verborgen) problemen, blijft alert op mogelijk nieuwe informatie, pikt signalen snel op en weet deze juist te interpreteren. • Je inventariseert actief de wensen en behoeften van de cliënt en bekijkt deze in relatie tot de mogelijkheden, waarbij je je bevindingen duidelijk aan de cliënt terugkoppelt en checkt of de cliënt hiermee kan instemmen.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

11


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

Product – intakebeschrijving • • •

Product is drie maal gemaakt. Intakeformulier is ingevuld of verslag is volledig. Er is gebruikgemaakt van het werkmodel of het formulier van de BPV-organisatie zelf.

Product is driemaal gemaakt. Observatieplan is gemaakt, volgens plan uitgevoerd en observatieverslag is gemaakt, werkmodel is gebruikt.

tie fb .v

• •

Product – schriftelijke conclusies uit de intake

Ac

• •

Product is drie maal gemaakt. Conclusies zijn getrokken met behulp van intakeverslag. en zo mogelijk observatie Collega is bevraagd. Conclusies gaan over situatie, wensen, (on)mogelijkheden en hulpvraag.

Ed u'

• •

yr

Het product is driemaal gemaakt. Het verslag geeft de mening van de cliënt weer. De conclusies zijn waar nodig bijgesteld.

C

op

ig ht

Product – gespreksverslag van de bespreking met de cliënt • •

12

.

Product - observatieverslag

BPV-docent O

V


De situatie en wensen van de cliënt inventariseren

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Criteria

O

D Aandacht en begrip tonen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener toont belangstelling voor en betrokkenheid bij de problemen en vragen van de cliënt, waarbij hij aandachtig luistert en doorvraagt om de situatie en behoeften van de cliënt in kaart te brengen.

F Ethisch en integer handelen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener toont zich in gesprekken met de cliënt eerlijk en betrouwbaar, waarbij hij open en duidelijk communiceert, discreet omgaat met gevoelige zaken en zich houdt aan gemaakte beloften en afspraken, zodat hij het vertrouwen krijgt en behoudt van de cliënt.

N Onderzoeken

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener gebruikt verschillende bronnen om de juiste en voldoende informatie te verkrijgen. Daarnaast zoekt hij naar oorzaken bij knelpunten en (verborgen) problemen, blijft alert op mogelijk nieuwe informatie, pikt signalen snel op en weet deze juist te interpreteren.

V

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Competentie

yr

ig ht

Daarnaast zoekt de sociaal-maatschappelijk dienstverlener naar oorzaken bij knelpunten en (verborgen) problemen, blijft alert op mogelijk nieuwe informatie, pikt signalen snel op en weet deze juist te interpreteren.

C

op

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener inventariseert actief de wensen en behoeften van de cliënt en bekijkt deze in relatie tot de mogelijkheden, waarbij hij zijn bevindingen duidelijk aan de cliënt terugkoppelt en checkt of de cliënt hiermee kan instemmen.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

13


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

14


Een dienstverleningsplan maken

Een dienstverleningsplan maken Relatie met werkproces 1.2

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Maakt een dienstverleningsplan De sociaal-maatschappelijk dienstverlener analyseert de systematisch verzamelde informatie over de cliënt. Hij formuleert op basis daarvan samen met de cliënt doelstellingen en acties. Hij stelt een haalbaar en realistisch dienstverleningsplan op. Hij maakt afspraken met de cliënt over de aanpak en legt deze vast in een dossier. Hij stelt waar nodig het dienstverleningsplan bij en formuleert nieuwe doelen. In het plan maakt hij duidelijk wanneer hij doorverwijst naar andere hulpverleners of instanties. Dit doet hij als de knelpunten en problemen niet op zijn werkterrein liggen of buiten zijn bevoegdheden liggen.

C

2.

Opdracht Bij deze opdracht maak je een dienstverleningsplan nadat je informatie uit een intake hebt geanalyseerd. Je levert vier producten op: • verslag van de gegevensanalyse • actieplan • gespreksverslag van de bespreking met de cliënt • dienstverleningsplan. Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan:

15


hulp vragen aan je BPV-begeleider, de cliënt om feedback vragen, gebruikmaken van de werkwijze die bekend is in de BPV-organisatie. •

Kies met de BPV-begeleider vooraf of je verder werkt met een van de cliënten waarmee je opdracht 1.1 uitvoerde of dat je met een cliënt gaat werken waarmee een ander de intakegesprekken voerde. Het is aan te bevelen om deze opdracht met dezelfde cliënt te werken.

tie fb .v

.

Verslag van de gegevensanalyse • Analyseer de verkregen informatie uit de intake door de volgende vragen te beantwoorden: – Wat is de oorzaak van de vraag (wat is het probleem achter de vraag)? – Hoe zwaar weegt dat achterliggende probleem? – Is er haast bij het beantwoorden van de vraag? – Is er een maatschappelijk belang? – Kun je de vraag in stukjes ontrafelen (probleemaspecten)? • Maak een verslag van de antwoorden op de vragen. • Gebruik indien mogelijk de conclusies uit de intake.

ig ht

Ed u'

Ac

Actieplan • Je maakt bij dit product een opsomming van doelstelling, probleemaspecten en acties. • Maak een lijst van de onderdelen (probleemaspecten) van de hulpvraag. • Stel de doelstelling van de dienstverlening vast. • Stel per probleemaspect vast welke oplossing mogelijk is en binnen het bereik van de organisatie. • En vervolgens, welke actie jij, de cliënt of derden kunnen doen om het probleem in positieve zin te beïnvloeden. • Kies voor verwijzing als het probleem(aspect) buiten het bereik van de BPV-organisatie valt.

C

op

yr

Gespreksverslag van de bespreking met de cliënt • Plan een afspraak in met de cliënt. • Bespreek met de cliënt de doelstellingen en acties die je bij de analyse op het spoor kwam. • Benoem de doelstellingen en de acties stuk voor stuk en bespreek met de cliënt wie voor welke actie verantwoordelijk is. • Overleg met de cliënt over het inschakelen van derden of een verwijzing als dat nodig is. • Maak een gespreksverslag van de bespreking met de cliënt. Dienstverleningsplan • Maak nu het dienstverleningsplan door de acties in een logische volgorde in de tijd te zetten. • Verwerk de mogelijke veranderingen die de cliënt wilde in het uiteindelijke plan. • Koppel er een taakverdeling aan tussen jou, de cliënt en eventuele derden aan. • Doe dit SMART en per actie. • Geef aan welke middelen (geld en menskracht) je nodig hebt per actie. • Maak zo mogelijk gebruik van het format of het formulier van de BPV-organisatie. Als deze er niet is, maak dan zelf een format door doelstelling, acties, wie, wanneer en middelen per onderdeel op een rij te zetten.

16


tie fb .v

.

Een dienstverleningsplan maken

Ac

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Tijdens maken van dienstverleningsplan dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je zorgt voor volledige en nauwkeurige plannen en dossiers, waarbij je alle benodigde gegevens accuraat verwerkt en registreert. Daarnaast zorg je voor een door anderen makkelijk te volgen opbouw door op een logisch gestructureerde wijze te formuleren. • Je analyseert de beschikbare gegevens grondig, waarbij je relaties legt tussen gegevens, mogelijke oorzaken en effecten en je verschillende soorten gegevens uit diverse bronnen combineert tot relevante informatie ten behoeve van het dienstverleningsplan. Door een adequate analyse van de gegevens kom je tot haalbare oplossingen die tegemoetkomen aan de eisen van de situatie. • Je maakt een tijdsplanning en een overzicht van benodigde acties en middelen zodat er een volledig uitgewerkt plan van aanpak ligt dat uitvoerbaar is.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

17


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

Product – verslag van de gegevensanalyse • • •

Er is gebruikgemaakt van de verkregen informatie uit de intake. Weging van de vraag is juist. Vraag is ontrafeld in onderdelen.

tie fb .v

Verslag volledig en analyse inhoudelijk juist: • doelstelling(en) juist • acties correct gevonden • acties juist verdeeld over cliënt, professional, derden • eventuele verwijzing juist gekozen.

.

Product – actieplan

Vorm: verslag is goede weerslag van het gesprek. Inhoudelijk: er is overeenstemming tussen cliënt en professional over acties en taakverdeling.

Ed u'

Ac

Product – gespreksverslag van de bespreking met de cliënt

C

op

• • • •

Acties in een logische volgorde in de tijd geplaatst. Taakverdeling juist gekozen. Acties SMART geformuleerd. Middelen per actie benoemd. Aanwijzingen, wensen en aanbevelingen van de cliënt zijn verwerkt in het plan.

yr

ig ht

Product – dienstverleningsplan

18

BPV-docent O

V


Een dienstverleningsplan maken

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

J Formuleren en rapporteren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener zorgt voor volledige en nauwkeurige plannen en dossiers, waarbij hij alle benodigde gegevens accuraat verwerkt en registreert.

V

Daarnaast zorgt de sociaal-maatschappelijk dienstverlener voor een door anderen makkelijk te volgen opbouw door op een logisch gestructureerde wijze te formuleren. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener analyseert de beschikbare gegevens grondig, waarbij hij relaties legt tussen gegevens, mogelijke oorzaken en effecten.

tie fb .v

.

M Analyseren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener maakt een tijdsplanning en een overzicht van benodigde acties en middelen zodat er een volledig uitgewerkt plan van aanpak ligt dat uitvoerbaar is.

yr

ig ht

Q Plannen en organiseren

Ed u'

Ac

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener combineert verschillende soorten gegevens uit diverse bronnen tot relevante informatie ten behoeve van het dienstverleningsplan. Door een adequate analyse van de gegevens komt hij tot haalbare oplossingen die tegemoetkomen aan de eisen van de situatie.

C

op

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

19


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

20


De cliënt bij praktische diensten ondersteunen

De cliënt bij praktische dienstenondersteunen Relatie met werkproces 2.1

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Ondersteunt de cliënt bij praktische diensten De sociaal-maatschappelijk dienstverlener helpt de cliënt bij het uitvoeren van praktische zaken. • Hij maakt de cliënt wegwijs in de voorzieningen op het gebied van wonen, werken en vrije tijd. • Hij geeft de cliënt praktische aanwijzingen over hoe in concrete situaties te handelen. • Hij geeft praktische aanwijzingen hoe de cliënt gebruik kan maken van voorzieningen, procedures, hulpverlening en instanties. • Hij kan omgaan met agressie en kan optreden bij ongewenst gedrag van de cliënt. • Hij helpt de cliënt bij het schrijven van brieven, het aanvragen en invullen van formulieren, het raadplegen van informatiebronnen en bellen naar instanties. • Hij betrekt de cliënt bij de stappen die hij neemt. • Hij legt de procedures in begrijpelijke taal uit aan de cliënt. • Hij leert de cliënt de praktische zaken zelf te regelen.

C

3.

Opdracht Bij deze BPV-opdracht voer je een aantal praktische diensten uit voor en/of met een cliënt. Je leert de cliënt hierbij hoe hij dit vervolgens zelf kan gaan doen. Je weet hoe lastig het kan zijn om in het oerwoud van voorzieningen en procedures en instanties je weg te vinden. Dat cliënten hierin machteloosheid ervaren en frustratie opbouwen is dus goed voorstelbaar. Op het moment dat je een cliënt wegwijs wilt maken en praktische hulp wilt bieden, is het dus niet ondenkbaar dat je agressie of ander ongewenst gedrag tegenkomt. Je oefent tijdens deze opdracht hoe je hiermee om kunt gaan.

21


Je levert drie producten op: • schriftelijk verslag van aanwijzingen • feitenverslag omgaan met agressie en ander ongewenst gedrag • stappenplan aanleren vaardigheid. Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, de cliënten om feedback vragen. Schriftelijk verslag van aanwijzingen Voor dit product maak je een verslag van de praktische aanwijzingen die je tijdens de BPV geeft aan de cliënt. Je maakt het verslag voor je medestudenten. Naast elkaar gezet ontstaat er zo een breed beeld van de verschillende manieren waarop je als SMD’er praktische aanwijzingen kunt geven in je toekomstige werkpraktijk. Dit product laat zich moeilijk inplannen, de momenten waarop je een cliënt wegwijs maakt komen als het ware vanzelf op je pad tijdens de BPV-periode. Als je op enig moment tijdens de BPV-periode minstens viermaal een cliënt wegwijs hebt gemaakt op het gebied van voorzieningen, procedures, hulpverlening of instanties kun je deze deelopdracht gaan doen. Maak daarom iedere keer als je praktische aanwijzingen geeft aantekeningen.

tie fb .v

.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

• Maak een overzicht van de soort aanwijzingen die je gaf. • Gebruik de volgende indeling: Het betrof een aanwijzing over: – voorziening – procedure – hulpverlening – instanties. Het ging hierbij om hulp bij: – (aanvraag)formulier invullen – schrijven van een brief – raadplegen informatiebronnen – bellen met instanties – anders. De aanwijzing die je aan de cliënt gaf was: – beschrijf de aanwijzing.

Feitenverslag omgaan met agressie en ander ongewenst gedrag Wanneer je dit product kunt maken, is niet te plannen. Bereid je vroeg in de BPV-periode voor op een situatie waarin je moet omgaan met ongewenst gedrag. Vraag je BPV-begeleider naar protocollen of werkwijzen die er in de BPV-organisatie worden gebruikt. •

22

Maak een feitelijk verslag van een gesprek met een cliënt waarin agressie of ongewenst gedrag optrad. Beschrijf in het verslag achtereenvolgend: – welke stap op de escalatieladder van toepassing was – of het een aanvaring was op inhouds- of betrekkingniveau – welke vorm van agressie, indien van toepassing, je zag – hoe je feedback gaf en een grens aangaf. Herhaal deze opdracht in nog twee situaties waarin je ongewenst gedrag van cliënten tegenkomt.


De cliënt bij praktische diensten ondersteunen

Stappenplan aanleren vaardigheid • Leer een cliënt stapsgewijs een nieuwe vaardigheid betreffende praktische zaken aan. Maak hiervoor een stappenplan. • Overleg met de BPV-begeleider aan welke cliënt je een nieuwe vaardigheid gaat leren. • Maak een keuze uit een van de volgende vaardigheden: – informatiebronnen raadplegen – bellen met instanties – een brief schrijven of een formulier in vullen. • Beschrijf de stappen die je gaat zetten met de cliënt voorafgaand aan het gesprek. • Leer de vaardigheid aan. • Check of de stappen die je vooraf vaststelde klopten. • Check of je cliënt de vaardigheid onder de knie heeft. • Vul het stappenplan aan met de praktijkervaring. Herhaal het maken en uitvoeren van een stappenplan driemaal. Het liefst met steeds een andere vaardigheid uit het voorgaande lijstje.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het ondersteunen van een cliënt bij praktische diensten dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je geeft de cliënt aanwijzingen hoe deze praktische zaken het best kan aanpakken, motiveert de cliënt doelen te bereiken en rust de cliënt toe met vaardigheden om praktische zaken te regelen, teneinde de zelfredzaamheid van de cliënt te vergroten. • Je checkt regelmatig of de geboden ondersteuning aansluit bij de behoeften en verwachtingen van de cliënt, zodat de dienstverlening optimaal op de cliënt is afgestemd.

23


STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

tie fb .v

.

Beoordeling - Producten

BPV-begeleider O

ten minste viermaal cliëntcontact gehad verslag gemaakt voor medestudenten waarin verschillende soorten aanwijzingen zijn benoemd.

Ed u'

• •

Ac

Product – schriftelijk verslag van aanwijzingen

C

op

• •

Student kan agressie en ongewenst gedrag juist duiden aan de hand van theorie uit opleiding of praktijk. Verslag is volledig volgens aanwijzingen. Student kan met afstand tot de (eigen) emotie de feiten en de gekozen interventie beschrijven. Verslag is viermaal gemaakt.

yr

ig ht

Product – feitenverslag omgaan met agressie en ander ongewenst gedrag

Product – stappenplan aanleren vaardigheid • • • • •

24

Stappenplan is viermaal gemaakt. Stappenplan is gevolgd. Stappenplan is bijgesteld. Het aanleren sloot aan bij cliënt. Vaardigheid is gecheckt bij de cliënt.

V

BPV-docent O

V


De cliënt bij praktische diensten ondersteunen

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De sociaal-maatschappelijke dienstverlener geeft de cliënt aanwijzingen hoe deze praktische zaken het best kan aanpakken.

V

De sociaal-maatschappelijke dienstverlener motiveert de cliënt doelen te bereiken.

tie fb .v

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener checkt regelmatig of de geboden ondersteuning aansluit bij de behoeften en verwachtingen van de cliënt, zodat de dienstverlening optimaal op de cliënt is afgestemd. onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

C

op

yr

ig ht

Opmerking:

: : : :

Ed u'

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

Ac

R Op de behoeften en verwachtingen van de ‘klant’ richten

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener rust de cliënt toe met vaardigheden om praktische zaken te regelen, teneinde de zelfredzaamheid van de cliënt te vergroten.

25


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

26


Eenvoudige juridische vragen van de cliënt behandelen

4.

Eenvoudige juridische vragen van de cliënt behandelen Relatie met werkproces 2.2

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Behandelt eenvoudige juridische vragen van de cliënt De sociaal-maatschappelijk dienstverlener behandelt eenvoudige vragen van de cliënt over gebruik van en toegang tot sociale wet- en regelgeving. Hij informeert en adviseert de cliënt over zijn juridische rechten en plichten en vertaalt juridische procedures en regelingen in woorden die de cliënt begrijpt. Hij stelt juridische documenten zoals bezwaarschriften en beroepsgeschriften op. Hij verwijst waar nodig door naar juridische deskundigen. Het gaat hierbij om vragen over asielrecht, vreemdelingenrecht, privacy, behoorlijk bestuur.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Zakelijke brief Bezwaar en beroep

<

Opdracht Bij deze BPV-opdracht gaat het om het juist informeren van de cliënt, het vertalen van procedures en regels in de taal en op de manier die past bij de cliënt en het opstellen van een klacht, bezwaar en beroep voor een cliënt. Ook oefen je met het vaststellen of de vraag bij jouw beroepspraktijk hoort of thuishoort bij juridisch deskundigen. Je levert vier producten op: • informeren en adviseren • reflectieverslag • juridische documenten • handleiding voor verwijzing.

27


tie fb .v

.

Informeren en adviseren Bepaal in overleg met je BPV-begeleider welke cliënt jij kunt adviseren over eenvoudige wet- en regelgeving. Ter voorbereiding op dit adviesgesprek volg je onderstaande stappen: • Bepaal over welk onderwerp binnen de eenvoudige wet- en regelgeving de cliënt vragen heeft. • Bepaal de informatiebehoefte van de cliënt. – Wat is de oorzaak van de vraag naar informatie (waar liep de cliënt tegenaan)? – Wat weet de cliënt al? – Wat is de motivatie van de cliënt? – Welke gedragsfactoren zijn van invloed op de situatie? – Wat is het taalniveau van de cliënt? • Zoek informatie en/of voorlichtingsmateriaal over het onderwerp. • Formuleer de voor- en nadelen van de te volgen aanpak of richting. • Formuleer een advies passend bij de situatie en cliënt. • Bespreek indien nodig een ruimte. • Maak nu een plan van aanpak voor het adviesgesprek. • Voer het informatie-/adviesgesprek uit in aanwezigheid van je BPV-begeleider.

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Reflectieverslag Het gaat bij dit product om het juist vertalen van juridische procedures en regelingen. Leg in begrijpelijke taal uit aan de cliënt(groep) wat een bepaalde juridische procedure of regeling betekent. • Overleg eerst met je BPV-begeleider aan welke cliënt(groep) je een relevante juridische procedure of regeling gaat uitleggen. • Bereid deze oefening voor door de procedure of regeling zelf door te nemen. • Bepaal de juiste toon en de juiste taal voor de cliënt(groep). • Leg de regeling of procedure uit aan de cliënt(groep). • Vraag terug aan de cliënt of de boodschap is begrepen. • Doe deze oefening in aanwezigheid van de BPV-begeleider. • Schrijf het verslag van de bijeenkomst waarbij je reflecteert of en hoe je erin bent geslaagd om de procedure of regeling in voor de cliënt(groep) begrijpelijke taal uit te leggen.

C

Herhaal deze oefening minstens eenmaal met een andere cliënt(groep) en maak een tweede reflectieverslag. Juridische documenten • Stel een aanvraag, een klachtenbrief, een bezwaar en een beroep op voor verschillende cliënten. • Volg hierbij de volgende stappen per brief: – Kies het onderwerp van de brief. – Bepaal aan wie de brief gericht moet worden. – Bepaal de inhoud van de brief. • Stel de brief op. • Maak hierbij gebruik van het werkmodel Zakelijke brief of maak gebruik van het formulier van de organisatie aan wie je de brief schrijft. Is dit geen dagelijks werk in de BPV-organisatie waar je werkt? Overleg dan met je BPV-begeleider of je voor dit onderwerp elders in de organisatie of buiten de organisatie mag gaan zoeken naar oefensituaties. Oefenen zonder echte cliënten kan desnoods

28


Eenvoudige juridische vragen van de cliënt behandelen

ook. Probeer dan met de BPV-begeleider cases te bedenken die zo goed mogelijk bij de praktijk van de BPV-organisatie passen.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Handleiding voor verwijzing Onderzoek bij welke juridische vragen naar juridische deskundigen moet worden verwezen in je BPV-organisatie en maak een handleiding voor je collega’s. • Vraag aan minstens drie collega’s uit de BPV-organisatie wanneer (in welke situaties) zij doorverwijzen. • Check of er instructies zijn of beleid gemaakt is in de BPV-organisatie over doorverwijzen. • Stel een lijst op van organisaties waarnaar verwezen wordt en verwezen kan worden in de locale situatie. • Stel aan de hand van deze gegevens een handleiding van één A4’tje op voor de collega’s in de BPV-organisatie over doorverwijzen. • Omschrijf welke regels en welk beleid er is over doorverwijzen. • In welke situaties doorverwezen moet worden. • Naar welke organisaties wordt verwezen.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het behandelen van eenvoudige juridische vragen van de cliënt dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je adviseert de cliënt over eenvoudige wet- en regelgeving, geeft duidelijk de vooren nadelen aan van de te volgen aanpak of richting, zodat de cliënt een weloverwogen keuze kan maken en verwijst indien nodig door naar juridische deskundigen. • Je hanteert correcte spelling en grammatica, gebruikt de juiste woorden en uitdrukkingen en zorgt voor nauwkeurige en volledige juridische documenten,

29


• •

zodat de informatie voldoet aan de voorwaarden. Daarnaast vermijd je het gebruik van onnodig juridisch vakjargon, zodat de cliënt de informatie begrijpt. Je toont juridisch inzicht zodat je procedures en regelingen op de specifieke situatie van de cliënt kunt toepassen. Je brengt structuur aan in de veelheid aan gegevens en weet de belangrijkste informatie eruit te halen, zodat je eenvoudige juridische vragen van de cliënt effectief kan behandelen.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

30


Eenvoudige juridische vragen van de cliënt behandelen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

• • • •

Informatiebehoefte is vastgesteld. Relevante informatie en voorlichtingsmaterialen zijn opgezocht. Voor- en nadelen van de te volgen aanpak of richting zijn geformuleerd. Advies passend bij de cliënt en de situatie is geformuleerd. Plan van aanpak voor advies gesprek is gemaakt. Het adviesgesprek is uitgevoerd in bijzijn van de BPV-begeleider.

tie fb .v

• •

.

Product- informeren en adviseren

Product – reflectieverslag

Ed u'

Ac

Reflectieverslag geeft voldoende zicht op: • begrijpelijke taal en toon gebruikt • correcte vertaling gegeven van de regeling of procedure • gecheckt of boodschap werd begrepen • boodschap is juist aangekomen bij cliënt.

ig ht

Product – juridische documenten

C

op

yr

Vier brieven opgesteld: • één keer aanvraag, één keer klacht, één keer beroep en één keer bezwaar • zakelijke toon • juiste document gekozen voor de kwestie • inhoud juridisch juist. Product – handleiding voor verwijzing • • • •

Onderzoek bij ten minste vier collega’s gehouden. Beleid of regels organisatie onderzocht. Informatie in de handleiding is juist. Handleiding is correct opgesteld.

31


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

C Begeleiden

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener adviseert de cliënt over eenvoudige wet- en regelgeving. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener geeft duidelijk de voor- en nadelen aan van de te volgen aanpak of richting, zodat de cliënt een weloverwogen keuze kan maken en verwijst indien nodig door naar juridische deskundigen.

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener hanteert correcte spelling en grammatica.

tie fb .v

J Formuleren en rapporteren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener gebruikt de juiste woorden en uitdrukkingen.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener toont juridisch inzicht zodat hij procedures en regelingen op de specifieke situatie van de cliënt kan toepassen.

yr

ig ht

K Vakdeskundigheid toepassen

Ed u'

Ac

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener zorgt voor nauwkeurige en volledige juridische documenten, zodat de informatie voldoet aan de voorwaarden. Daarnaast vermijdt hij het gebruik van onnodig juridisch vakjargon, zodat de cliënt de informatie begrijpt.

C

op

M Analyseren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener brengt structuur aan in de veelheid aan gegevens. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener weet de belangrijkste informatie eruit te halen, zodat hij eenvoudige juridische vragen van de cliënt effectief kan behandelen.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

32

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


Eenvoudige juridische vragen van de cliĂŤnt behandelen

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

33


De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen

5.

De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen Relatie met werkproces 2.3

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Ondersteunt de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing De sociaal-maatschappelijk dienstverlener helpt de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing. Dit gebeurt in opdracht van een hulpverlener of instantie met meer bevoegdheden op het gebied van bijvoorbeeld schuldhulpverlening. Hij adviseert de cliënt over zijn uitgavenpatroon met behulp van praktische middelen die passen bij de cliënt. Hij zet inkomsten en uitgaven met de cliënt op een rij. Hij helpt de cliënt zich bewust te worden hoe hij met geld omgaat. Hij herkent de risico’s en signalen van armoede. Hij motiveert en stimuleert de cliënt tot gedragsverandering.

34


De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Schuldhulpverleningsplan Begroting en kasboek bijhouden

Opdracht Bij deze opdracht help je een cliënt die financiële problemen heeft door een plan te maken voor budgetbeheersing. Vervolgens voer je dat plan uit. Kies in overleg met de BPV-begeleider de cliënten met financiële problemen waarvoor je de producten gaat maken.

< Je levert zes producten op: • geschreven advies • begroting • kasboek • verslag over armoede • budgetplan • evaluatie.

tie fb .v

.

Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, een organisatie bezoeken die meer bevoegdheden heeft op het gebied van budgetbeheersing en financiële problemen, vragen stellen over armoede in de omgeving van de BPV-organisatie.

ig ht

Ed u'

Ac

Geschreven advies • Schrijf voor een cliënt een advies over zijn uitgavenpatroon. • Overleg met de BPV-begeleider voor wie je het advies gaat schrijven. • Maak vooraf een analyse van het probleem en de situatie van de cliënt. • Schrijf een passend advies voor de cliënt. Denk hierbij aan bewustwording en het gedrag van de cliënt en bedenk praktische hulpmiddelen voor deze cliënt. • Gebruik het werkmodel Schuldhulpverleningsplan om een goed advies te kunnen geven.

C

op

yr

Begroting • Stel een kostenoverzicht op voor een cliënt waaruit blijkt welke kosten de cliënt maandelijks heeft. • Breng de uitkomsten en uitgaven overzichtelijk in beeld. • Maak gebruik van een gangbaar format of een gangbare werkwijze uit de BPV-organisatie. Kasboek • Maak met de cliënt een kasboek waar hij vervolgens zelf mee overweg kan. • Kies in overleg met welke cliënt je een kasboek gaat maken. • Maak een logische en passende indeling van het uitgavenpatroon. • Vul het kasboek enige tijd met de cliënt in. • Draag het kasboek over aan de cliënt. • Is er in de BPV-organisatie geen mogelijkheid om een kasboek voor een cliënt te maken, maak dan een kasboek voor het team, een activiteit of een bepaalde uitgavenpost in de organisatie (bijvoorbeeld het scholingsbudget). Verslag over armoede • Maak een verslag van één A4’tje over de risico’s en signalen van armoede bij de doelgroep van de BPV-organisatie. • Beschrijf de doelgroep. • Interview ten minste vier collega’s over de signalen bij de doelgroep en hoe zij opletten op deze signalen.

35


• • •

Bevraag deze vier collega’s ook over de risico’s die armoede meebrengt voor de doelgroep. Maak een kort verslag van wat je hoorde van je collega’s over armoede bij deze doelgroep. Geef in het verslag in een conclusie aan hoe de BPV-organisatie armoede kan herkennen en hoe de organisatie haar dienstverlening kan verbeteren door betere of andere dienstverlening te verlenen.

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Budgetplan • Maak een plan voor budgetbeheersing voor een individuele cliënt. • Het plan bevat ten minste de volgende onderdelen: Analyse: – een analyse van welke soort financiële problemen er zijn en, als er schulden zijn, welke soort schulden het betreft – een beschrijving of er (al) sprake is van het toepassen van wettelijke maatregelen voor schuldsanering of toezicht – analyse van de mogelijkheden en onmogelijkheden van de cliënt om zelf bij te dragen aan de budgetbeheersing. Doelstelling: – het doel of de doelstellingen die je met het plan gaat behalen. • Denk hierbij bijvoorbeeld aan: de cliënt is zelfstandig in staat een kasboek bij te houden, of de cliënt heeft zicht gekregen op zijn uitgavenpatroon zodat hij schulden kan vermijden. • De acties zoals: – het voor de cliënt inzichtelijk maken van inkomsten en uitgaven – adviezen aan de cliënt over het uitgavenpatroon – minstens één middel ter ondersteuning wordt ingezet (kasboek of begroting). • Tijdspad: – Koppel aan de acties een tijdspad. Wanneer is welk onderdeel van het plan af? • Overige eisen aan het plan: – Er is in het plan bewust ingezet op het stimuleren van een gedragsverandering. – Je toont in het plan aan of er bij deze cliënt sprake is van armoede en als dat zo is, beschrijf je wat je gaat doen met dat signaal.

C

Evaluatie • Voer het plan voor budgetbeheersing uit en maak over de resultaten van deze uitvoering een evaluatie. • Voer de geplande acties in een logische volgorde uit. • Bepaal het tijdspad. • Stel zo nodig tijdens het uitvoeren van het plan de acties bij. • Check per stap of de actie het gewenste resultaat heeft. • Beschrijf dan bij het beëindigen van het hele traject in een evaluatie of je geslaagd bent bij het behalen van de doelen. Denk aan een procesevaluatie (hoe de uitvoering verliep) en een productevaluatie (of de resultaten behaald zijn).

36


tie fb .v

.

De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen

Eisen professioneel gedrag

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het ondersteunen van de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je geeft de cliënt heldere, eerlijke en constructieve feedback over zijn financiële huishouding, stimuleert de cliënt om kritisch naar zichzelf te kijken en zich bewust te worden van zijn uitgavengedrag, waarbij je de cliënt adviseert over het uitgavenpatroon en mogelijke alternatieven in het kader van budgetbeheersing en de cliënt motiveert om zijn best te doen, doelen te bereiken en gedrag te veranderen, zodat de cliënt wordt uitgedaagd om zijn materiële en (daaraan gerelateerde) psychosociale moeilijkheden te overwinnen. • Je let bij het ondersteunen van de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing goed op het welzijn van de cliënt, toont bezorgdheid, herkent risicofactoren en signalen van armoede en stimuleert de cliënt om over zijn klachten te praten, zodat je de cliënt kunt motiveren tot gedragsverandering. • Je toont juridisch en rekenkundig inzicht en kunt vlot en accuraat rekenen ten behoeve van het budgetbeheer van de klant, waarbij je de eigen kennis en expertise over budgetbeheersing op begrijpelijke wijze overdraagt aan de cliënt, inkomsten en uitgaven inzichtelijk maakt en structuur aanbrengt, zodat de cliënt handreikingen heeft om zijn uitgavenpatroon te beheersen.

37


STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

tie fb .v

.

Beoordeling - Producten

BPV-begeleider O

Analyse uitgevoerd Advies praktisch en uitvoerbaar Aandacht voor gedragswijziging en bewustwording

ig ht

Product – begroting

Ed u'

• • •

Ac

Product – geschreven advies

Overzichtelijk en gebruiksvriendelijk

Praktisch en passend bij het doel van het kasboek

C

op

yr

Product – kasboek

Product – verslag over armoede • •

38

Vier collega’s geïnterviewd Conclusie juist getrokken en uitvoerbaar

V

BPV-docent O

V


De cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing ondersteunen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

BPV-docent

V

O

V

Product – budgetplan • • • • •

Analyse is juist Doelstelling klopt Acties juist gekozen Acties SMART beschreven Of er sprake is van armoede is gecheckt

Ac

tie fb .v

Er is een product en een procesevaluatie opgeleverd met aandacht voor: • acties in een voor het behalen van het grootste resultaat logische volgorde uitgevoerd • tijdspad gevolgd • acties waar nodig bijgesteld • gecheckt of de actie het gewenste resultaat heeft opgeleverd.

.

Product – evaluatie

Ed u'

Beoordeling - Professioneel Gedrag

Criteria

C Begeleiden

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener geeft de cliënt heldere, eerlijke en constructieve feedback over zijn financiële huishouding.

yr op C

O

V

ig ht

Competentie

BPV-begeleider

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener stimuleert de cliënt om kritisch naar zichzelf te kijken en zich bewust te worden van zijn uitgavengedrag, waarbij hij de cliënt adviseert over het uitgavenpatroon en mogelijke alternatieven in het kader van budgetbeheersing. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener motiveert de cliënt om zijn best te doen, doelen te bereiken en gedrag te veranderen, zodat de cliënt wordt uitgedaagd om zijn materiële en (daaraan gerelateerde) psychosociale moeilijkheden te overwinnen.

39


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

D Aandacht en begrip tonen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener let bij het ondersteunen van de cliënt bij financiële problemen en budgetbeheersing goed op het welzijn van de cliënt. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener toont bezorgdheid, herkent risicofactoren en signalen van armoede.

K Vakdeskundigheid toepassen

tie fb .v

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener stimuleert de cliënt om over zijn klachten te praten, zodat hij de cliënt kan motiveren tot gedragsverandering. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener toont juridisch en rekenkundig inzicht.

yr

ig ht

Ed u'

Ac

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener kan vlot en accuraat rekenen ten behoeve van het budgetbeheer van de klant, waarbij hij de eigen kennis en expertise over budgetbeheersing op begrijpelijke wijze overdraagt aan de cliënt, inkomsten en uitgaven inzichtelijk maakt en structuur aanbrengt, zodat de cliënt handreikingen heeft om zijn uitgavenpatroon te beheersen.

C

op

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

40

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


De cliĂŤnt bij financiĂŤle problemen en budgetbeheersing ondersteunen

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

41


De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen

De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen .

6.

tie fb .v

Relatie met werkproces 2.4

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Bemiddelt en ondersteunt de cliënt bij het behartigen van belangen De sociaal-maatschappelijk dienstverlener helpt de cliënt op weg naar voorzieningen op onder andere gebieden als werk, wonen, zorg, uitkering en schuldhulp. Hij bekijkt of de vraag van de cliënt en het aanbod van instanties op elkaar kunnen aansluiten. Als er sprake is van tegengestelde belangen bij cliënt en instanties helpt de sociaal-maatschappelijk dienstverlener door te bemiddelen. Hij maakt afspraken, overlegt en adviseert de cliënt over zijn keuzes en legt uit welke gevolgen besluiten van de cliënt zouden kunnen hebben. Hij brengt het contact op gang en brengt het belang van de cliënt en de organisatie dichter bij elkaar en hij onderhandelt voor de cliënt.

42


De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Adviesgesprek Onderhandeling

Opdracht Bij deze opdracht doe je werkzaamheden waarbij jij de cliënt helpt door voor zijn recht op te komen. Je helpt de cliënt als hij na een afwijzing probeert zijn recht te halen.

< Je levert vier producten op: • beeldopname van een intakegesprek • pleitbezorgingsbrief na afwijzing • geluidsopname van telefonische pleitbezorging • verslag van de voorbereiding van een onderhandeling. Om deze opdracht tot een goed einde te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, een advies- en intakegesprek bijwonen, een onderhandelingsgesprek bijwonen.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Beeldopname van een intakegesprek • Voer een gesprek met de cliënt en kom erachter welke vraag hij stelt aan de organisatie waar je de BPV-opdrachten doet. Bespreek daarna de bevindingen met de cliënt. • Kies in overleg met je BPV-begeleider voor een cliënt waarmee jij mag gaan werken. Het gaat om een cliënt die hulp wil hebben bij het uitzoeken of hij recht heeft op een voorziening. Bijvoorbeeld of hij een bepaalde uitkering kan krijgen, of de gemeente gelijk had door een aanvraag af te wijzen of dat hij misschien toch in aanmerking kan komen voor een vergoeding. • Verken de vraag of het probleem. • Vraag door naar ‘de vraag achter de vraag’. • Inventariseer de mogelijkheden en beperkingen van de cliënt. • Vraag welke hulp of steun de cliënt kan verwachten uit de eigen omgeving. • Check of je de vraag goed hebt begrepen. • Voer als het nodig is meerdere gesprekken, totdat je beeld volledig is. • Omschrijf de vraag van de cliënt. Geef ook aan wat je hoorde en zag over de sterkte en zwakte van de cliënt en zijn sociale omgeving. Vraag collega’s die de cliënt kennen of zij zich herkennen in wat je opschreef. Stel je intake bij als je aanvullingen van hen krijgt. • Maak gebruik van het werkmodel Intakegesprek om zo volledig mogelijk te zijn in je omschrijving. • Gebruikt de organisatie waar je stage loopt een eigen intakeformulier? Gebruik dit dan om je bevindingen op te schrijven. • Bereid je voor op het bespreken van je bevindingen met de cliënt met behulp van de processtappen uit het werkmodel Adviesgesprek. • Plan een afspraak in. • Overleg met de cliënt vooraf of hij akkoord gaat met een video-opname van het gesprek. • Een beeldopname kan met behulp van verschillende opnameapparatuur. Bijvoorbeeld met een videocamera, maar een filmpje maken met je mobieltje kan ook. • Voer het adviesgesprek. • Herhaal deze werkwijze ten minste drie keer. Pleitbezorgingsbrief na afwijzing • Schrijf een brief aan een organisatie of een overheid (uitvoeringsinstantie) waarin je aangeeft waarom je vindt dat een besluit in heroverweging moet worden genomen.

43


• • • • • •

Kies met de BPV-begeleider voor welke cliënt je de brief gaat opstellen. Komt dit werk niet voor in je BPV-organisatie? Vraag dan of de begeleider met jou een case kan bedenken die dicht bij de werkpraktijk komt. Schrijf de brief met behulp van het werkmodel Zakelijke brief of volgens de werkwijze van de BPV-organisatie. Doe dit in overleg met de cliënt of samen met de cliënt. Zoek eerst uit of de instantie een eigen formulier heeft voor klachten, bezwaar of beroep. Herhaal deze werkwijze ten minste drie keer.

Ac

tie fb .v

.

Geluidsopname van een telefonische pleitbezorging • Help de cliënt door voor hem informatie te vragen, voor hem te pleiten of voor hem een afspraak ‘af te dwingen’. • Deze opdracht laat zich moeilijk vooraf inplannen, het komt als het ware op je pad. • Neem alleen jouw stem op, anders kom je in de problemen met de privacywetgeving. Een alternatief: laat een collega het gesprek observeren. Je maakt dan van deze bevindingen een observatieverslag. • Bereid je voor op het gesprek met de instantie. • Voer het gesprek en laat de opnameapparatuur meelopen. • Trek je conclusie uit het gesprek: ben je geslaagd in je doelstelling, verliep het gesprek naar wens? • Voeg je conclusie toe aan de geluidsopname.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Verslag van de voorbereiding van een onderhandeling • Onderhandelen kan zich op veel verschillende manieren en momenten voordoen. • Kies met de BPV-begeleider een cliënt of cliëntgroep waar je de onderhandeling voor voorbereidt. Een onderhandeling binnen de BPV-organisatie kan ook. • Gebruik het werkmodel Onderhandeling voorbereiden en Gespreksfase onderhandeling. • Bereid een onderhandeling voor door de beide werkmodellen in te vullen, te beginnen met de analyse en daarna de gespreksfase onderhandelen. • Maak een verslag van de analyse en de voorbereiding. • Ben je in de gelegenheid om de onderhandeling bij te wonen of zelf te leiden, dan is dat mooi meegenomen!

44


De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen

Eisen professioneel gedrag

tie fb .v

.

Tijdens het behartigen van de belangen van een cliënt door ondersteuning of bemiddeling dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je herkent wanneer de cliënt het moeilijk heeft, biedt de nodige ondersteuning en komt op voor de belangen van de cliënt, zodat je het voor de cliënt makkelijker maakt om zijn problemen te overwinnen. • Je bemiddelt bij toeleiding van de cliënt naar werk, wonen, zorg en dergelijke en bij tegengestelde belangen met een andere partij, waarbij je de verschillende belangen en mogelijkheden onderzoekt, een duidelijk en weloverwogen standpunt inneemt en dit krachtig naar voren brengt en verschillende benaderingen en onderhandelingstechnieken weet te gebruiken, zodat je tot een goed onderhandelingsresultaat komt en de cliënt van de gewenste voorzieningen gebruik kan maken. • Je houdt gevoelens onder controle in conflictsituaties en bij het ondervinden van weerstand of tegenslag, zodat de getoonde emoties geen negatief effect hebben op de bemiddeling en belangenbehartiging van de cliënt. Daarnaast blijf je positief onder druk of bij tegenslag en relativeer je problemen voor jezelf.

STARR

Ed u'

Ac

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

45


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product – beeldopname van een intakegesprek De intake is uitgevoerd en het verslag volledig ingevuld. Er is gebruikgemaakt van het werkmodel of het formulier van de BPV-organisatie. Het adviesgesprek is voorbereid en volgens de opbouw uit het werkmodel uitgevoerd. Product – pleitbezorgingsbrief na afwijzing

tie fb .v

Product – geluidsopname van een telefonische pleitbezorging

.

Brief is zakelijk geschreven en de inhoud is juist.

Ac

Toon is juist gekozen. Inhoud van het gesprek is juist gekozen. Doel is goed geformuleerd (en behaald).

Ed u'

Product – verslag van de voorbereiding van een onderhandeling Verslag is tot stand gekomen met behulp van de aanwijzingen uit de werkmodellen.

Criteria De sociaal-maatschappelijk dienstverlener herkent wanneer de cliënt het moeilijk heeft.

yr

Competentie

op

ig ht

Beoordeling - Professioneel Gedrag

C

D Aandacht en begrip tonen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener biedt de nodige ondersteuning. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener komt op voor de belangen van de cliënt, zodat hij het voor de cliënt makkelijker maakt om zijn problemen te overwinnen.

46

BPV-begeleider O

V


De cliënt bij het behartigen van belangen ondersteunen en bemiddelen

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

H Overtuigen en beïnvloeden

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener bemiddelt bij toeleiding van de cliënt naar werk, wonen, zorg en dergelijke en bij tegengestelde belangen met een andere partij, waarbij hij de verschillende belangen en mogelijkheden onderzoekt, een duidelijk en weloverwogen standpunt inneemt en dit krachtig naar voren brengt.

V

Ac

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener houdt gevoelens onder controle in conflictsituaties en bij het ondervinden van weerstand of tegenslag, zodat de getoonde emoties geen negatief effect hebben op de bemiddeling en belangenbehartiging van de cliënt.

Ed u'

V Met druk en tegenslag omgaan

tie fb .v

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener weet verschillende benaderingen en onderhandelingstechnieken te gebruiken, zodat hij tot een goed onderhandelingsresultaat komt en de cliënt van de gewenste voorzieningen gebruik kan maken.

ig ht

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener blijft positief onder druk of bij tegenslag en hij relativeert problemen voor zichzelf. : : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

C

op

yr

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

47


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

48


Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) verrichten

Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) verrichten .

7.

tie fb .v

Relatie met werkproces 2.5

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Verricht informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) De sociaal-maatschappelijk dienstverlener geeft voorlichting aan cliënt(en) over verschillende onderwerpen. Doel is daarbij dat de cliënt(en) zelf of met hulp van anderen problemen aanpakt/aanpakken. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener organiseert voorlichtingsbijeenkomsten over regelingen, procedures en voorzieningen. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener verspreidt gericht (zelfgemaakt) informatiemateriaal. Hij brengt de informatie begrijpelijk en toegankelijk over en zorgt ervoor dat de informatie aansluit bij de mogelijkheden van de cliënt(groepen).

Werkmodel op www.factor-e.nl: Voorlichting aan een groep

<

Opdracht Bij deze opdracht zorg je ervoor dat de cliënt hoort wat hij moet weten om zijn problemen aan te kunnen pakken, met of zonder hulp van anderen. Je levert vier producten op: • reflectieverslag informatief gesprek • folder, website of poster • voorlichtingsplan van een voorlichtingsbijeenkomst • draaiboek voorlichting.

49


Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen, denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, een advies- en intakegesprek bijwonen, hulp vragen van een collega bij het organiseren van een voorlichtingsbijeenkomst, gebruikmaken van een afdeling Pr en communicatie.

Ac

tie fb .v

.

Reflectieverslag informatief gesprek • Voer een informatief gesprek met een cliënt over een probleem van die cliënt. In een informatief gesprek ligt de nadruk op het geven van informatie waardoor de cliënt keuzes heeft bij het oplossen van zijn probleem. • Kies in overleg met je BPV-begeleider voor een cliënt waarmee je het gesprek kunt voeren. • Verzamel eerst gegevens over het probleem en de cliënt door middel van een intake. Zie werkproces 2.4 voor meer informatie over de stappen bij een intake. • Bereid het informatiegesprek voor door: – je te verdiepen in het onderwerp en de informatie om te zetten in een voor de cliënt begrijpelijke taal – alvast mogelijke vragen die de cliënt tijdens het gesprek zou kunnen hebben te bedenken ( Zorg dat je de antwoorden op die vragen weet.) – een plan van aanpak voor het gesprek te maken. • Voer het gesprek uit en maak een gespreksverslag waarbij je beschrijft welke competenties je beheerst of je nog verder in wilt trainen. • Herhaal deze werkwijze ten minste drie keer. Oefen in het volgende gesprek steeds met de competenties waarin je nog verder wilt ontwikkelen.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Folder, website of poster • Maak voorlichtingsmateriaal voor de BPV-organisatie. • Kies in overleg met je BPV-begeleider welk voorlichtingsmateriaal gewenst is voor de organisatie, zodat wat je hebt gemaakt ook echt in gebruik kan worden genomen. • Heeft de BPV-organisatie een afdeling Pr en communicatie? Schakel deze dan in bij het maken van deze opdracht. • Begin vroeg tijdens de BPV-periode met deze opdracht, dan kun je zelf in de praktijk zien hoe je product gebruikt wordt. • Kies in overleg voor welke doelgroep je het voorlichtingsmateriaal gaat maken. • Kies voor het maken van een folder, een (deel van een) website of een poster. • Maak een plan van aanpak voor het realiseren van het voorlichtingsmateriaal. • Maak het voorlichtingsmateriaal. • Zorg ervoor dat het materiaal in gebruik wordt genomen in de BPV-organisatie. Voorlichtingsplan van een voorlichtingsbijeenkomst • Organiseer een voorlichtingsbijeenkomst voor je BPV-organisatie en maak hiervan een verslag op basis van een observatie door een collega. • Overleg met je BPV-begeleider over de doelgroep, de inhoud en het tijdstip van de voorlichtingsbijeenkomst. • Een voorlichting voor de organisatie zelf kan eventueel ook. • Kies het onderwerp en de doelgroep. • Bereid de bijeenkomst voor met behulp van het werkmodel Voorlichting aan een groep. • Maak het voorlichtingsplan. • Voer de voorlichting uit. • Zorg voor de aanwezigheid van een collega die observeert. • Voeg het verslag van de observatie toe aan het voorlichtingsplan.

50


Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) verrichten

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Draaiboek voorlichting • Je maakt voor de BPV-organisatie een draaiboek voor het organiseren van een voorlichting voor een bepaalde groep of over een bepaald onderwerp. • Overleg dus met je BPV-begeleider voor welke groep of over welk onderwerp regelmatig een voorlichting wordt georganiseerd. • Als er niet regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten worden georganiseerd, kun je ook overleggen dat de organisatie zich voorneemt dit te gaan doen. • Maak ter voorbereiding een voorlichtingsplan volgens het werkmodel. • Maak het draaiboek. • Maak het draaiboek zo dat het door de organisatie echt in gebruik kan worden genomen. • Bied het draaiboek aan de gebruikers in de BPV-organisatie aan.

Eisen professioneel gedrag

C

Tijdens het verrichten van informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je geeft op hoofdlijnen informatie, advies en voorlichting aan de cliënt(en) over bepaalde problematiek en de mogelijkheden om deze zelf en/of met hulp van anderen (of met professionele hulp) op te lossen of te aanvaarden, zodat de cliënt gestimuleerd wordt zich te ontwikkelen en de grenzen van zijn mogelijkheden te verkennen. • Je stemt de stijl van presenteren en communiceren af op de behoeften en verwachtingen van de publieks- of specifieke risicogroep, speelt in op reacties en vragen en checkt regelmatig of de aansluiting met het publiek er nog is, zodat je de cliënt(groep) gerichte informatie geeft. • Je gebruikt (informatie)materialen en middelen effectief en efficiënt bij het geven van gerichte informatie aan de cliënt(en), zodat zij adequaat geïnformeerd worden. • Je organiseert voorlichtingsbijeenkomsten en verspreidt informatiemateriaal, waarbij je de hiervoor benodigde activiteiten, middelen en mensen regelt, zodat je publieksgroepen of specifieke risicogroepen effectief en efficiënt informatie geeft.

51


Je communiceert goed met mensen die verschillen qua achtergrond (cultuur, sekse, geloof, inkomen) en kunt bepaalde vragen/problemen vanuit het gezichtspunt van verschillende achtergronden bekijken, zodat je bij het geven van informatie, advies en voorlichting rekening houdt met de achtergrond van de cliënt(en).

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

Ed u'

Ac

Beoordeling - Producten

Product – Reflectieverslag informatief gesprek

C

op

ig ht

Voorbereiding is gedaan door processtappen uit het werkmodel te volgen. Voorbereiding is gedaan met behulp van een intake. De mate van beheersing van de competenties is beschreven en bijgesteld op basis van ervaring.

yr

Product – Folder, website of poster • • •

52

Folder is passend bij doelgroep. Folder is netjes uitgevoerd. Folder is bruikbaar in de BPV-organisatie.

BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V


Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliënt(en) verrichten

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product – Voorlichtingsplan van een voorlichtingsbijeenkomst • • •

Plan is volledig, op basis van het werkmodel. Plan kan uitgevoerd worden. Voorlichting is volgens plan gehouden en doelstellingen zijn behaald.

Het draaiboek is uitvoerbaar. Inhoud is juist gekozen zodanig dat draaiboek in gebruik kan worden genomen.

tie fb .v

• •

.

Product – Draaiboek voorlichting

Beoordeling - Professioneel Gedrag

Criteria

C Begeleiden

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener geeft op hoofdlijnen informatie, advies en voorlichting aan de cliënt(en) over bepaalde problematiek.

O

V

Ed u'

Ac

Competentie

BPV-begeleider

op

yr

ig ht

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener biedt de mogelijkheden om deze zelf en/of met hulp van anderen (of met professionele hulp) op te lossen of te aanvaarden, zodat de cliënt(en) gestimuleerd wordt zich te ontwikkelen en de grenzen van zijn mogelijkheden te verkennen.

C

I Presenteren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener stemt de stijl van presenteren en communiceren af op de behoeften en verwachtingen van de publieks- of specifieke risicogroep. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener speelt in op reacties en vragen. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener checkt regelmatig of de aansluiting met het publiek er nog is, zodat hij op de cliënt(groep) gerichte informatie geeft.

53


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

L Materialen en middelen inzetten

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener gebruikt (informatie)materialen en middelen effectief en efficiënt bij het geven van gerichte informatie aan de cliënt(en), zodat zij adequaat geïnformeerd worden

Q Plannen en organiseren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener organiseert voorlichtingsbijeenkomsten.

Ac

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener communiceert goed met mensen die verschillen qua achtergrond (cultuur, sekse, geloof, inkomen).

Ed u'

U Omgaan met verandering en aanpassen

tie fb .v

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener verspreidt informatiemateriaal, waarbij hij de hiervoor benodigde activiteiten, middelen en mensen regelt, zodat hij publieksgroepen of specifieke risicogroepen effectief en efficiënt informatie geeft.

yr

ig ht

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener kan bepaalde vragen/problemen vanuit het gezichtspunt van verschillende achtergronden bekijken, zodat hij bij het geven van informatie, advies en voorlichting rekening houdt met de achtergrond van de cliënt(en).

C

op

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht Opmerking:

54

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


Informatie-, advies- en voorlichtingswerkzaamheden ten behoeve van de cliĂŤnt(en) verrichten

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

55


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

8.

Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken Relatie met werkproces 3.1

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep De sociaal-maatschappelijk dienstverlener leest vakliteratuur en volgt bijscholingen. Hij vraagt om feedback over zijn eigen functioneren en geeft feedback aan anderen. Hij stelt samen met zijn leidinggevende een persoonlijk ontwikkelingsplan op en voert dit uit. Hij praat in de organisatie mee over het beroep en werkt zo mee aan de ontwikkeling van een visie op het beroep. Hij draagt deze visie ook uit aan anderen.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: POP Feedback

<

56

Opdracht In deze opdracht gaat het om je eigen functioneren als professional en je kennis van en bijdrage aan de ontwikkelingen in je beroep. Je levert vier producten op: • notitie over professioneel handelen • formulier feedback geven en ontvangen • schema voor POP • visuele presentatie van de visie.


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, contact opnemen met een beleidsdeskundige of visiemedewerker. Notitie over professioneel handelen Ontdek wat er in de BPV-organisatie is vastgesteld over professioneel handelen. Verzamel deze informatie en maak er een notitie over professioneel handelen over waarin je vertelt hoe het in de organisatie geregeld is (op papier staat) en hoe het echt gaat (in de dagelijks praktijk). Professioneel handelen kun je onderverdelen in: – het handelen van de beroepskracht – hoe om te gaan met de klant – hoe om te gaan met collega’s en andere dienstverleners. Kies één onderwerp uit bovenstaand rijtje om uit te werken. Overleg met je BPV-begeleider waar en bij wie je de informatie kunt vinden over het gekozen onderwerp. • Even weer wat lezen over professioneel handelen? Lees theoriebron 1 uit Ontwikkelen van het beroep en de beroepshouding erop na. • Maak een plan hoe je aan de benodigde informatie komt. • Lees de gevonden informatie en spreek met die personen in de organisatie die je meer kunnen vertellen. • Stel kritische vragen over wat er op papier staat en hoe het in de praktijk gaat. • Schrijf de notitie van maximaal twee A4’tjes. De notitie bestaat uit drie hoofdstukken: 1. Het beleid en de vastgelegde afspraken 2. De dagelijkse praktijk. 3. Een conclusie • Worden de afspraken in de praktijk uitgevoerd? Wat wel en wat niet? • Bied je notitie aan in de organisatie. Bijvoorbeeld aan het managementteam of de leidinggevende of je stagebegeleider.

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

• •

C

op

Formulier feedback geven en ontvangen Feedback is een belangrijke werkwijze om de kwaliteit van je dienstverlening te vergroten. In de BPV-periode zul je vast regelmatig feedback krijgen van je begeleider. Bij het doen van deze opdracht zoek je daarom een andere collega. Deze vraag je om feedback en geef je feedback. • Zoek een collega uit met wie je regelmatig werkt. • Bepaal op welk onderdeel van je professionele handelen je feedback wilt ontvangen. • Let op dat je de juiste collega uitkiest, iemand die ook echt iets kan vinden van dit professioneel handelen van jou. • Leg contact met de beoogde collega en leg uit wat je wilt. De collega moet ook bereid zijn om feedback van jou te ontvangen. • Spreek af op welk professioneel handelen jij je collega feedback gaat geven. • Neem het werkmodel Feedback beoordelen door met de collega. • Plan in wanneer jullie het formulier gaan invullen en bespreken. • Schrijf een reflectie met behulp van de STARR-methode en bewaar deze bij het formulier.

57


tie fb .v

.

Schema voor POP • Maak een Persoonlijk OntwikkelingsPlan met iemand in de BPV-organisatie. • Overleg met je BPV-begeleider met welke collega je een POP mag gaan maken. Zoek iemand uit die niet al zelf een POP heeft gemaakt, misschien is dat je begeleider zelf wel? • Werk je in een BPV-organisatie waar het niet gebruikelijk is dat professionals met elkaar spreken over hun professionele ontwikkeling? Kies dan met de BPV-begeleider een andere invulling voor deze opdracht, bijvoorbeeld door het POP-schema in een werkoverleg te introduceren. Je maakt dan het schema en brengt dit leeg in ter bespreking in het team. Leg aan het team uit hoe een POP werkt en vul je POP-schema aan met de afspraken die er in het team werden gemaakt. • Maak een invulschema met de drie hoofdstukken en negen onderdelen uit het werkmodel. • Plan één of enkele bijeenkomsten met de collega in. • Vul het schema met de collega in. • Denk aan de taak van de SMD’er om goed op te letten wat de klant zelf kan en wil. Zo wekt het ook bij collega’s. Dus: je kunt de collega ook vragen het schema zelf in te vullen. Je biedt dan alleen hulp waar nodig. • Vraag de collega wat het maken van het POP heeft opgeleverd en of er afspraken tussen de werknemer en werkgever uit voort zouden kunnen komen, of zelfs al zijn gekomen. Vul het POP aan met deze afspraken.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Visuele presentatie van de visie • Maak een visuele presentatie van de visie van de BPV-organisatie waarin je laat zien te begrijpen welke koers de organisatie vaart. • Stel je hierbij bijvoorbeeld de organisatie voor als een boom: – De wortels vormen de uitgangspunten en afgesproken werkwijze. – De stam is de professionele houding, waarden en normen. – De kroon met haar takken is wat de klant en de financier zien en ontvangen aan producten en diensten en kwaliteit. • Overleg met je BPV-begeleider waar en bij wie je de informatie kunt vinden. • Denk bijvoorbeeld aan een collage of een Prezi-presentatie. • Lees de beschikbare informatie en spreek met die personen die je meer kunnen vertellen. • Stel vast aan wie je de visie gaat presenteren. • Denk aan een terugkomdag op school of in een stageteam of in aanwezigheid van je stagedocent. • Zijn er meer BPV’ers in de organisatie? Werk dan samen aan dit product en verdeel de taken. • Maak een opzet voor je presentatie aan de hand van de drie onderdelen: 1. uitgangspunten en werkwijze 2. houding, waarden en normen 3. kwaliteit en de diensten en producten. • Vul de onderdelen in met de gevonden informatie. • Maak de visuele presentatie. • Laat je presentatie een keer zien aan je BPV-begeleider en stel zo nodig bij. • Presenteer je visie op de uitgekozen plaats.

58


tie fb .v

.

Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Ac

Eisen professioneel gedrag

yr

STARR

ig ht

Ed u'

Tijdens het werken aan deskundigheid en het professionaliseren van het beroep dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je houdt vakkennis en vaardigheden bij en draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega's en andere deskundigen. je gebruikt feedback om van te leren en neemt deel aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies, zodat je werkt aan je persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep.

C

op

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

59


Beoordeling - Producten BPV-begeleider

BPV-docent

O

O

V

V

Product – notitie over professioneel handelen Notitie bestaat uit maximaal twee A4’tjes. Notitie is verzorgd. Notitie bevat naast de feiten ook de bevindingen. Notitie is voorzien van conclusie. Product – formulier feedback geven en ontvangen Formulier is ingevuld. STARR-methode is gebruikt.

tie fb .v

.

Product – schema voor POP

Ac

Schema is gemaakt. Schema is ingevuld met een collega. Of schema is op werkoverleg ingebracht. Schema is aangevuld met de gemaakte afspraken. Product – visuele presentatie van de visie

Ed u'

Visie is juist verwoord. Presentatie is helder en correct. Visuele presentatie ziet er verzorgd uit.

Criteria De sociaal-maatschappelijk dienstverlener houdt vakkennis en vaardigheden bij.

yr

Competentie

op

ig ht

Beoordeling - Professioneel Gedrag

C

K Vakdeskundigheid toepassen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener draagt de eigen kennis en expertise op begrijpelijke wijze over aan collega's en andere deskundigen. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener gebruikt feedback om van te leren. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener neemt deel aan inhoudelijke, beroepsmatige discussies, zodat hij werkt aan zijn persoonlijke ontwikkeling en een bijdrage levert aan de professionalisering van het beroep.

60

BPV-begeleider O

V


Aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep werken

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Opmerking:

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling

tie fb .v

.

Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Ac

Naam instelling

Ed u'

Naam beoordelaar Functie

ig ht

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

Datum + handtekening

61


Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

9.

Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken Relatie met werkproces 3.2

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Zorgen voor kwaliteit van het werk is een taak voor de SMD’er. Hij werkt mee aan het verbeteren van de kwaliteit door in vakgroepen en intervisiegroepen over de ontwikkeling van het werk mee te praten. Hij zet zijn kennis van het vakgebied in bij verbetertrajecten in de organisatie. Hij werkt mee aan het maken van beleid. Hij werkt mee om systematisch de kwaliteit van het werk in de gaten te houden. Hij let mee op of er knelpunten ontstaan in het leveren van goede dienstverlening. Als er knelpunten ontstaan, rapporteert hij deze in de organisatie.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Het betoog Het achtfasenmodel

<

62

Opdracht Om de cliënt zo goed mogelijk van dienst te kunnen zijn, werkt de SMD’er er constant aan mee om het werk te verbeteren. Dit doet hij in allerlei situaties, bijvoorbeeld in een vakgroep en in intervisiegroepen. Ook werkt hij mee aan het maken van beleid. Je levert vier producten op: • betoog voor een verandering • procesbeschrijving • checklist behandelplan • notitie intervisievoorstel.


Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team, informatie vragen bij je team.

tie fb .v

.

Betoog voor een verandering Tijdens je BPV-periode kom je gaandeweg zaken tegen waarover je denkt: dat kan toch wel anders?! Kom op voor de kwaliteit van het werk en houd een mondeling betoog voor een verandering. • Plan deze opdracht niet te vroeg in. Als je wat langer ergens werkt, wordt het duidelijker wat en kun je beter onderbouwen waarom je een verandering wilt voorstellen. • Doe een voorstel aan je BPV-begeleider voor een onderwerp voor het betoog. • Bedenk met je BPV-begeleider waar en voor wie je het betoog gaat houden. • Bereid je betoog voor met behulp van de vijf stappen uit het werkmodel. • Doe een test door je betoog voor een oefengroep te houden. • Stel het betoog op basis van die ervaring bij. • Denk aan een groep stagiairs, thuis, of voor je BPV-begeleider. • Houd het betoog. • Stel je schriftelijk betoog bij op basis van de uitvoering.

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Procesbeschrijving In iedere organisatie zijn er zaken die ‘altijd al zo gedaan worden’ en mondeling worden doorgegeven. Dat lijkt handig, totdat een andere collega moet overnemen. Opeens is het hoe en waarom niet meer duidelijk. Zorg voor doorgaande kwaliteit door voor je BPV-organisatie een proces op schrift te stellen. • Overleg met je BPV-begeleider welk werkproces je gaat beschrijven. Kies bij voorkeur voor een werkproces waar je zelf mee te maken hebt. • Maak een opzet van een procesbeschrijving. • Zijn er procesbeschrijvingen in gebruik bij de BPV-organisatie? Kies dan voor eenzelfde werkwijze opbouw, lay-out en werkwijze als gangbaar is. • Beschrijf het proces in logische stappen. • Laat je procesbeschrijving checken door een collega die ermee moet werken. • Stel zo nodig bij. • Zorg ervoor dat je procesbeschrijving ter beschikking komt voor de collega’s.

C

Checklist behandelplan In iedere organisatie is er een vorm van een behandelplan in gebruik. Soms heel zorgvuldig en uitgebreid, soms alleen heel globaal. Check de werkwijze in de BPV-organisatie met behulp van een zelfgemaakte checklist. • Lees het werkmodel Het achtfasenmodel. • Maak een checklist waarop je straks kunt afvinken wat wel of niet gebruikt wordt. Maak ruimte op je checklist voor een rubriek waar je straks kunt afvinken of de werkwijze formeel of informeel in gebruik is en of deze ook schriftelijk wordt vastgelegd. • Onderzoek welke onderdelen van dat model in gebruik zijn en hoe ze in de BPV-organisatie heten. • Doe de check op minstens één afdeling door zeker drie collega’s te bevragen of de stappen uit het achtfasenmodel worden gebruikt en hoe deze worden gebruikt. • Maak een overzicht van je bevindingen. • Verbind er een conclusie aan. Wordt er gewerkt volgens het achtfasenmodel en hoe zorgvuldig? • Kun je de organisatie een advies geven hoe ze de kwaliteit kunnen verbeteren? Vul je overzicht dan aan.

63


C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Notitie intervisievoorstel Intervisie kan een belangrijke bijdrage leveren aan de kwaliteit voor de cliënt. Maak een intervisievoorstel voor de BPV-organisatie. • Kies voor een team waarvoor je een intervisievoorstel wilt maken. • Overleg met je BPV-begeleider voor een team. Denk hierbij ook aan een team waarin je niet zelf functioneert. • Verdiep je in intervisie. Welke vorm gebruikt de organisatie, welke vorm ken je van de opleiding? Welke vorm vind je op internet die je aanspreekt. • Verdiep je in het team. Wordt er aan intervisie gedaan, volgens een vaste werkwijze? Wat kan verbeteren en wat gaat er wel goed? Welke vorm zou goed passen bij de aard van het team en de aard van de werkzaamheden? • Maak op basis van deze analyse een keuze voor een passende intervisievorm. • Zet op papier welke vorm je kiest en motiveer je keuze. • Leg je keuze voor aan het team en probeer daarbij te bereiken dat het team met deze intervisievorm gaat werken.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het inventariseren van de hulpvraag dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je houdt je aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen en stimuleert anderen om zich hier ook aan te houden, zodat je een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

64


Aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg werken

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

tie fb .v

.

Product – betoog voor een verandering

Product – procesbeschrijving

Ac

Is met behulp van de vijf stappen uit werkmodel geschreven. Betoog is helder en logisch. Betoog is op schrift bijgesteld na mondelinge uitvoering.

Ed u'

Procesbeschrijving is volledig en in de BPV-organisatie bruikbaar.

ig ht

Product – checklist behandelplan

op

yr

Checklist is volledig. Checklist is uitgevoerd. Checklist is aangevuld met bevindingen en conclusie. Product – notitie intervisievoorstel

C

Onderzoek naar vormen is gedaan. Notitie is geschreven. Voorstel is juist gekozen. Voorstel vindt aansluiting bij team.

65


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

T Instructies en procedures opvolgen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener houdt zich aan de voorgeschreven procedures rondom kwaliteitsverbetering en aan wettelijke richtlijnen.

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

Ac

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

ig ht

Ed u'

Opmerking:

Beoordelaars BPV-opdracht

yr

Naam instelling

op

Naam beoordelaar Functie

C

Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam student Datum + handtekening

66

tie fb .v

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener stimuleert anderen om zich ook aan de voorgeschreven procedures en wettelijke richtlijnen te houden, zodat hij een effectieve bijdrage levert aan het bevorderen en bewaken van de kwaliteitszorg.

V


De werkzaamheden afstemmen

10.

De werkzaamheden afstemmen Relatie met werkproces 3.3

tie fb .v

.

Stemt de werkzaamheden af De sociaal-maatschappelijk werkt samen met collega’s. Daarom moet hij: • afstemmen • werk kunnen overdragen • overeenstemming hebben met collega’s over de inhoud en de vorm van het werk • afspraken maken over verbeteringen in de dienstverlening.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Dat doet hij door: • mee te werken in diverse overleggen • collega’s te helpen en zelf hulp te accepteren • nieuwe collega’s wegwijs te maken • te rapporteren in werkoverleggen met collega’s en de leidinggevende.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Rapporteren

<

Opdracht Bij deze opdracht gaat het om de samenwerking met collega’s. Je levert vier producten op: • overzicht overlegstructuur • reflectieverslagen van gegeven hulp en gekregen hulp • wegwijzer voor stagiairs en nieuwe medewerkers • rapportage overdracht van dienstverlening.

67


Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je team.

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Overzicht overlegstructuur • Iedere organisatie heeft zijn overleggen en vergaderingen. In sommige organisaties veel en in andere zo weinig mogelijk. In sommige organisaties worden ‘de zaken gedaan’ in het informele circuit en dienen de organisaties als plaats om elkaar ‘weer eens te spreken’. • Hoe zit dat in je BPV-organisatie, waar worden de werkzaamheden afgestemd? Zoek het vergaderschema van de organisatie. • Geen schema te vinden? Maak hem dan zelf met hulp van je BPV-begeleider. • Verdiep je in de overleggen en beantwoord per overleg de volgende vragen: – Hoe vaak, hoelang en waar vind het overleg plaats? – Wat is het doel van het overleg? – Welke functies en taakgebieden worden vertegenwoordigd in het overleg? • Zet de vergaderingen met de gevonden informatie overzichtelijk op een rij. Bijvoorbeeld schematisch per soort vergadering. • Woon een aantal van de overleggen bij, minstens vier andere overleggen dan je normaal al vanwege je BPV bijwoont. • Maak je overzicht af met je eigen bevindingen tijdens deze overleggen. Beantwoord daarvoor de volgende vragen per overleg: – Is het overleg verlopen volgens de gevonden/opgegeven gegevens uit je schema? – Worden de zaken gedaan in dit overleg, of toch eigenlijk in de wandelgangen? • Geef tot slot (als je het aandurft!) bij de voorzitter van de overleggen die je bijwoonde aan wat je bevindingen waren, zodat je een belangrijke bijdrage levert aan de kwaliteit van het overleg. • Voelt het niet prettig om je mening te geven aan de voorzitters? Kies dan de veilige weg en deel je mening met je BPV-begeleider.

C

op

yr

Reflectieverslagen van gegeven hulp en gekregen hulp Collegiale consultatie is een ander woord voor hulp geven en vragen. Collegiale consultatie is een belangrijke manier om het werk met elkaar te kunnen afstemmen. • Deze afspraak laat zich niet gemakkelijk inplannen. Op enig moment tijdens de BPV-periode kun je dit reflectieverslag gaan schrijven. Let tijdens de BPV op wanneer jij om hulp vraagt en wanneer je hulp geeft, en maak dan het verslag. • Kies de situaties die je gaat beschrijven uit. • Kies voor situaties die voor jou bepalend waren in de BPV-periode. • Schrijf in een persoonlijk verslag volgens de STARR-methode de gegeven hulp. • Schrijf in een persoonlijk verslag volgens de STARR-methode de gekregen hulp. • Vul beide verslagen aan met wat voor jou het belang is van collegiale consultatie in de beroepspraktijk. Wegwijzer voor stagiairs en nieuwe medewerkers • Breng in beeld wat stagiairs en nieuwe medewerkers moeten weten als ze beginnen zodat ze vanaf het begin volwaardig mee kunnen werken aan het afstemmen van het werk. • Onderzoek wat de organisatie al biedt aan nieuwkomers. Is er een inwerkmap of een checklist voor BPV-begeleiders aanwezig? Is deze misschien verouderd of niet volledig? • Ga na wat je had willen weten toen je binnenkwam in de BPV-organisatie. • Vul de bestaande wegwijzer aan of maak een wegwijzer als deze ontbreekt.

68


De werkzaamheden afstemmen

• • •

Heeft de organisatie het volledig onder controle als het gaat om het inwerken van nieuwe collega’s? Je kunt dan geen aanvullingen maken. Pas dan de bestaande werkwijze aan op de voor jou meest overzichtelijke en aansprekende manier. Vul de wegwijzer aan of maak de wegwijzer aansprekend en overzichtelijk. Laat de (ver)nieuw(d)e wegwijzer zien aan de laatst binnengekomen collega. Vindt hij je aanpassingen zinvol? Maak de wegwijzer af met behulp van de aanwijzingen van deze nieuwste collega.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Rapportage overdracht van dienstverlening Het gaat hier om het goed overdragen van het werk aan een collega door middel van een rapportage. • Deze opdracht zul je waarschijnlijk pas kunnen doen als je al een tijd in de BPV-organisatie werkt. Je moet hiervoor namelijk al redelijk zelfstandig met een cliënt of cliëntgroep werken. • Bedenk in welke situaties je werk overdraagt aan een collega. • Denk aan overdracht aan een collega in de volgende dienst, overdracht van een dossier omdat je op een andere afdeling je BPV gaat vervolgen, overdragen vanwege vakantie of omdat je BPV-periode bijna voorbij is. • Lees ter voorbereiding op je eigen rapportage een rapportage van een collega. Beoordeel deze met behulp van de theorie over rapporteren. Stel vast wat je op dezelfde manier wilt doen in je eigen rapportage en wat je anders wilt gaan doen. • Kies een overdracht uit om te beschrijven. • Schrijf je rapportage. • Bied je rapportage aan de collega die overneemt aan en vraag om feedback. • schrijf opnieuw een rapportage in een andere situatie en neem hierin de feedback van de collega mee.

Eisen professioneel gedrag Tijdens het afstemmen van de werkzaamheden dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je stemt de werkzaamheden af met collega’s en bespreekt met collega's en/of leidinggevende welke taken je zult uitvoeren, waarbij je je actief en constructief opstelt, zodat de taakverdeling voor alle betrokkenen helder is.

69


Je houdt rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit, zodat de afgestemde planning realistisch en werkbaar is.

STARR De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

tie fb .v

.

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

Beoordeling - Producten

Ac

BPV-begeleider

• •

Ed u'

Product – overzicht overlegstructuur

Informatie is overzichtelijk op een rij gezet. Mening over de overlegcultuur is gevormd.

op

Er zijn minstens twee verslagen van gekregen hulp. Er zijn minstens twee verslagen van gegeven hulp. Student geeft blijk van reflectie op eigen handelen en ziet het belang van collegiale consultatie tussen collega’s.

yr

ig ht

Product – reflectieverslagen van gegeven hulp en gekregen hulp

C

70

O

V

BPV-docent O

V


De werkzaamheden afstemmen

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product – wegwijzer voor stagiairs en nieuwe medewerkers • •

Wegwijzer is zorgvuldig gecheckt/aangepast. Student laat door de kwaliteit van het product zien dat hij belang hecht aan afstemmen werkzaamheden onder collega’s.

Er zijn minstens twee rapportages aangeleverd. Theorie is gebruikt. Rapportage heeft voldoende kwaliteit ten behoeve van de overdracht.

tie fb .v

• • •

.

Product – rapportage overdracht van dienstverlening

Ed u'

Ac

Beoordeling - Professioneel Gedrag

Criteria

E Samenwerken en overleggen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener stemt de werkzaamheden af met collega’s.

O

V

C

op

yr

ig ht

Competentie

BPV-begeleider

Q Plannen en organiseren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener bespreekt met collega's en/of leidinggevende welke taken hij zal uitvoeren, waarbij hij zich actief en constructief opstelt, zodat de taakverdeling voor alle betrokkenen helder is. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener houdt rekening met de haalbaarheid van werkzaamheden in tijd en kwaliteit, zodat de afgestemde planning realistisch en werkbaar is.

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

71


Opmerking:

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie

.

Datum + handtekening

tie fb .v

Naam instelling Naam beoordelaar

Naam student

Ed u'

Datum + handtekening

C

op

yr

ig ht

Datum + handtekening

72

Ac

Functie


Administratieve werkzaamheden verrichten en dossiers beheren

11.

Administratieve werkzaamheden verrichten en dossiers beheren Relatie met werkproces 3.4

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Verricht administratieve werkzaamheden en beheert dossiers De sociaal-maatschappelijk dienstverlener doet ook administratieve werkzaamheden. Zo werkt hij mee aan het maken en aanpassen van dossiers van cliënten en krijgt hij te maken met informatiesystemen voor de organisatie waar hij werkt. Daarvoor moet hij met gegevensbestanden en (digitaal) registreren kunnen werken. Ook het bijhouden van adresbestanden en algemene gegevens hoort erbij. Hij registreert gegevens over de dienstverlening in het dossier van de cliënt, voert de administratie uit en verzorgt de correspondentie voor de cliënt.

Werkmodellen op www.factor-e.nl: Dienstverleningsplan SMART

<

Opdracht Achter de schermen gebeurt er in de organisatie van alles wat meehelpt voor het directe cliëntcontact. Zo moeten er gegevens bijgehouden worden en dossiers gemaakt en bijgehouden worden. Je levert vier producten op: • advies over cliëntdossiers • cliëntdossier • registratie • cijfermatige rapportage.

73


Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen. Denk hierbij aan: hulp vragen aan je eigen team, hulp vragen van het team dat de administratie doet, overleggen met de ICT’er of kwaliteitsmanager, hulp vragen bij de financiële afdeling.

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Advies over cliëntdossiers In de BPV-organisatie wordt gebruikgemaakt van een werkwijze om cliëntdossier te maken en bij te werken. Ook is er een afspraak over wie de dossiers bijhoudt en mag wijzigen (beheren). • Deze opdracht kun je al vroeg in de BPV-periode inplannen. Je BPV-begeleider kan je waarschijnlijk een heel eind op weg helpen. Andere hulp kun je vragen bij de afdeling ICT, Administratie of de kwaliteitsafdeling. • Plan minstens drie gesprekken in met de deskundigen in de organisatie. • Zoek uit welke werkwijze er is voor het maken, bijhouden en wijzigen van cliëntdossiers. • Je zult merken dat er een groot verschil is tussen welzijn en zorg als het gaat om cliëntdossiers. In de zorg is het werken met cliëntdossiers heel gewoon, in het welzijnswerk staat dit in sommige organisaties nog in de kinderschoenen. • Maak een opzet voor de gesprekken door de vragen te noteren die je wilt stellen. – Bijvoorbeeld: wie mag de dossiers wijzigen, waar worden de dossiers bewaard, is er een handleiding voor het maken van dossiers? • Maak notities van de gesprekken. • Bedenk wat je mening is over wat je hoorde in de gesprekken. – Denk bijvoorbeeld aan: privacy, zorgvuldigheid, volledigheid, nut en noodzaak van dossiervorming. • Schrijf een advies over verbeteren van de bestaande werkwijze. – Bijvoorbeeld: hoe kan het beter, gemakkelijker, zorgvuldiger? • Bied je advies aan je BPV-begeleider aan.

C

op

yr

Cliëntdossier • Houd drie cliëntdossiers bij, onder supervisie van je BPV-begeleider. • Kies gaandeweg de BPV-periode welke dossiers je mag gaan bijhouden in overleg met de BPV-begeleider. • Werk je in een organisatie die geen cliëntdossiers bijhoudt, kies dan voor het bijhouden van een dossier over een dienst of een product of een cliëntgroep. • Spreek af met de begeleider hoelang je de dossiers mag bijhouden en hoe de supervisie door de BPV-begeleider wordt geregeld. • Regel dat je toestemming hebt om het dossier te beheren en te wijzigen. • Start met het bijhouden van de wijzigingen in de dossiers gedurende de afgesproken periode. • Laat je BPV-begeleider meekijken en stel je werkwijze bij met behulp van de aanwijzingen. • Draag het dossier op de afgesproken tijd weer over. Registratie • Werk mee aan een gangbare registratie in de BPV-organisatie. • In iedere organisatie worden andere registraties bijgehouden. Kies met de BPV-begeleider welke registratie voor jou van toepassing is. Denk aan tijdregistratie, productregistratie, procesregistratie. • Verdiep je in de registratie die je gaat bijhouden. • Vraag hulp van anderen die met deze registratie werken zodat je juist gaat invullen. • Spreek af hoelang je de registratie gaat bijhouden.

74


Administratieve werkzaamheden verrichten en dossiers beheren

• • • •

Spreek een ruime periode af zodat je echt een tijdlang meedoet in het systeem van de BPV-organisatie. Vraag na verloop van tijd inzicht in de registratie. Beantwoord voor jezelf de vraag waarvoor de registratie zinvol is. Bespreek je visie op deze registratie met je BPV-begeleider.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Cijfermatige rapportage • Maak een rapportage die puur gebaseerd is op cijfers en berekeningen. • Het gaat dus om een rapportage die niet uit een inhoudelijke, een uit woorden bestaande, beschrijving bestaat. Zoek een onderwerp waarover je een rapportage kunt schrijven die gebaseerd is op cijfers. • Overleg met je BPV-begeleider welk onderwerp zich hiervoor kan lenen. Denk aan een rapportage over aantallen cliënten en soorten dienstverlening. Of een rapportage over de gemiddelde kosten van activiteiten die de BPV-organisatie jaarlijks organiseert. Of de prijs die cliënten moeten betalen voor deelname aan activiteiten. Of hoeveel stagiairs gemiddeld kosten per jaar. • Zoek het liefst in overleg een onderwerp uit waar de organisatie ook echt baat bij heeft. • Zoek uit hoe je het kostenoverzicht of de kostprijsberekening of de kwantitatieve rapportage kunt maken en voor wie je deze kunt maken (de belanghebbende). • Maak (met hulp van de BPV-begeleider) de vraag zo SMART mogelijk, anders lukt het niet om een kloppende rapportage te maken. • Maak een stappenplan voor het realiseren van deze opdracht. • Vraag hulp bij de afdeling die hier het meest verstand van heeft. Meestal is dat de financiële afdeling. • Voer de opdracht volgens het plan uit. • Maak liefst gebruik van Excel of een ander rekenprogramma. • Laat je rapportage nakijken door iemand in de organisatie die er verstand van heeft. Heb je de goede dingen vergeleken en klopt je berekening? • Pas de rapportage aan en bied deze aan bij de belanghebbende in de organisatie.

75


Eisen professioneel gedrag Tijdens het verrichten van administratieve werkzaamheden en het beheren van dossiers dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je verwerkt, archiveert en registreert alle benodigde gegevens, voert administratieve handelingen accuraat uit en verzorgt correspondentie op correcte wijze, zodat dossiers en gegevensbestanden volledig en nauwkeurig zijn. • Je werkt met verschillende gegevensbestanden, waarbij je veel informatie in je opneemt en accuraat en vlot rekent. • Je toetst de gegevens kritisch op juistheid, betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie, zodat je tijdig afwijkingen of ontbrekende informatie signaleert en rapporteert.

STARR

tie fb .v

.

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR.

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

76


Administratieve werkzaamheden verrichten en dossiers beheren

Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

BPV-docent O

V

Product – advies over cliëntdossiers • • • •

Er zijn drie deskundigen bevraagd. Advies is bruikbaar. Advies is juist gekozen. Student geeft blijk van inzicht in nut en noodzaak van dossiervorming.

Er zijn drie dossiers beheerd en gewijzigd. Dossiers zijn bijgewerkt volgens de kwaliteitsnorm van de BPV-organisatie.

tie fb .v

• •

Product – registratie

• •

Ac

Registratie is bijgehouden volgens regels van de organisatie. Registratie is gedurende de afgesproken periode bijgehouden. Student heeft zicht gekregen op resultaat van de registratie. Student kan belang van de registratie verwoorden.

Ed u'

.

Product – cliëntdossier

op

De rapportage is zorgvuldig en volgens een stappenplan tot stand gekomen. Het onderwerp en de vraag zijn juist geformuleerd. De cijfers in de rapportage kloppen. Het resultaat is aan de belanghebbende aangeboden.

yr

ig ht

Product – cijfermatige rapportage

C

• •

77


Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Competentie

Criteria

O

J Formuleren en rapporteren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener verwerkt, archiveert en registreert alle benodigde gegevens. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener voert administratieve handelingen accuraat uit.

.

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener verzorgt correspondentie op correcte wijze, zodat dossiers en gegevensbestanden volledig en nauwkeurig zijn. De sociaal-maatschappelijk dienstverlener werkt met verschillende gegevensbestanden, waarbij hij veel informatie in zich opneemt en accuraat en vlot rekent.

M Analyseren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener toetst de gegevens kritisch op juistheid, betrouwbaarheid, volledigheid en relevantie, zodat hij tijdig afwijkingen of ontbrekende informatie signaleert en rapporteert.

Ed u'

Ac

tie fb .v

K Vakdeskundigheid toepassen

yr

ig ht

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

C

op

Opmerking:

78

: : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

V


Administratieve werkzaamheden verrichten en dossiers beheren

Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

79


De geboden ondersteuning evalueren

12.

De geboden ondersteuning evalueren Relatie met werkproces 3.5

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Evalueert de geboden ondersteuning De sociaal-maatschappelijk dienstverlener evalueert soms tijdens de dienstverlening en zeker aan het eind van de dienstverlening. Dat doet hij met de cliënt zelf, of met de opdrachtgever. Hij gaat na hoe de cliënt de ondersteuning heeft ervaren, wat de bereikte resultaten zijn, wat goed ging en wat voor verbetering vatbaar is. Hij verzamelt hiervoor informatie, analyseert deze informatie en trekt dan conclusies over de dienstverlening. Op basis daarvan schrijft hij een evaluatieverslag. Bij tussenevaluaties voert hij dan de nodige veranderingen in de dienstverlening door, bijvoorbeeld in het dienstverleningsplan van de cliënt. Bij eindevaluaties trekt hij conclusies voor een volgende dienstverlening.

Werkmodel op www.factor-e.nl: Evaluatierapport maken

<

80

Opdracht Door de evaluatie krijgen de klant, de opdrachtgever en de dienstverlener zicht op de kwaliteit van de dienstverlener. De opdrachtgever weet daardoor of hij waar voor zijn geld kreeg, de dienstverlener weet of hij zijn dienstverlening moet bijstellen en de kwaliteit moet verbeteren en de cliënt kan door de evaluatie zelf zicht houden op wat hij als hulp krijgt aangeboden.


De geboden ondersteuning evalueren

Je levert vijf producten op: • bundeling van evaluatievormen • procesevaluatie in het team • evaluatie met de cliënt • productevaluatie • schriftelijke bijdrage aan het jaarverslag. Om deze opdracht tot een goed eind te brengen heb je hulp nodig van anderen, denk hierbij aan: hulp vragen aan je team.

ig ht

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Bundeling van evaluatievormen • Zoek alle evaluatievormen die gebruikt worden in de BPV-organisatie bij elkaar en maak er een bundeling van. • In sommige organisaties wordt weinig geëvalueerd. Lukt het je niet om minstens drie evaluatievormen te vinden, zoek dan op internet naar meer voorbeelden. Daarmee help je de BPV-organisatie meer en beter te evalueren in de toekomst. • Vraag aan 10% van alle medewerkers in de organisatie welke evaluatievorm ze wel eens gebruiken. • Dit kun je doen door middel van interviews of door een oproep op intranet of een enquête tijdens een teambijeenkomst. • Maak een indeling in soorten evaluaties. • Gebruik hiervoor de cursus Evaluatiemethodes voor SMD. • Bundel de verkregen informatie in een boekje of digitaal document. • Zorg er zo mogelijk voor dat deze informatie voor alle dienstverleners in de organisatie beschikbaar wordt. • Overleg met je BPV-begeleider waar de bundeling het best geplaatst kan worden, zodat zo veel mogelijk mensen er gebruik van kunnen maken.

C

op

yr

Procesevaluatie in het team • Bij een procesevaluatie staat de totstandkoming van een resultaat centraal. • Begin al vroeg in de BPV-periode met zoeken naar een geschikt onderwerp voor deze opdracht. Overleg met je BPV-begeleider over je keuze. • Bedenk voordat het werk door het team begint of het een geschikt onderwerp is voor deze opdracht. • Stel het doel van de werkzaamheden vast. • Houd tijdens het proces aantekeningen bij van wat je ziet en hoort. • Maak een opzet voor de procesevaluatie met behulp van het werkmodel Proces- en productevaluatie. Is er een werkwijze in gebruik in je BPV-organisatie? Gebruik deze dan. • Bereid de bijeenkomst in het team voor. • Houd de evaluatie in het team volgens je opzet. • Maak een verslag van de bijeenkomst. • Presenteer de uitkomsten in de volgende bijeenkomst. • Check of je uitkomsten worden herkend in het team. Evaluatie met de cliënt • Evalueer met de cliënt de diensten die je voor en met hem hebt gedaan. • Plan een afspraak in met de cliënt. • Neem het dienstverleningsplan erbij en lees dit aandachtig door.

81


• • • • • • •

Worden er in de BPV-organisatie geen dienstverleningsplannen opgesteld met de cliënt? Kies dan voor de evaluatie van een (groeps)activiteit waarvan vooraf door jou of een collega de doelen en resultaten zijn vastgelegd. Maak gebruik van de theoriebron Evaluatie uit de cursus Dienstverleningsplan. Zet de doelstellingen/acties/afgesproken resultaten vooraf op een rijtje. Is er in de BPV-organisatie een eigen werkwijze om de dienstverlening met de cliënt te evalueren? Gebruik deze dan. Evalueer de doelstellingen en de acties met de cliënt. Vraag de cliënt om feedback op hoe je het gesprek deed. Maak een verslag van de evaluatie en de feedback die je kreeg en bied dit product aan de cliënt aan. Herhaal deze werkwijze minstens één keer.

Ed u'

Ac

tie fb .v

.

Productevaluatie • Deze opdracht maak je voor je BPV-begeleider, maar vooral voor jezelf. Het biedt jullie beiden zicht op hoe ver je bent met het maken van de producten voor deze BPV-periode. Het is een tussenevaluatie. • Plan deze opdracht in voor halverwege de BPV-periode. • Maak een evaluatieplan met behulp van de theoriebron Het evaluatieplan uit de cursus Evaluatiemethodes voor het SMD. • Plan een afspraak in met je BPV-begeleider. • Doe alle voorbereidingen voor de bijeenkomst met behulp van de theoriebron. • Evalueer de productie voor deze BPV-periode mondeling met de BPV-begeleider. • Zet de resultaten van deze tussenevaluatie op papier. • Plan aan de hand van deze tussenevaluatie de rest van de producten in voor de tweede helft van je BPV-periode.

C

op

yr

ig ht

Schriftelijke bijdrage aan het jaarverslag • Schrijf voor de financier of opdrachtgever een evaluatie van je werk. • Een bijdrage voor het halfjaarverslag of een andere evaluatie kan natuurlijk ook. • Maak een keuze voor het deel van de werkzaamheden waarover jij gaat schrijven. Kies het liefst voor een onderwerp waarover in de organisatie een evaluatie(rapport) beschikbaar is. • Overleg over je keuze met de BPV-begeleider. • Lees een eerder gemaakt (half)jaarverslag over het onderwerp. • Maak een opzet voor het schrijven van je notitie. • Verplaats je hiervoor in de lezer: Voor wie schrijf je? Wat wil de ontvanger lezen? • Maak gebruik van de tekst en taal van de eerdere schrijver over dit onderwerp in het vorige verslag. • Schrijf je bijdrage in de taal die past bij de BPV-organisatie. • Bespreek je tekst met de BPV-begeleider. Is de toon en taal goed en is wat je schrijft kloppend? • Pas de tekst aan op basis van de bespreking.

82


tie fb .v

.

De geboden ondersteuning evalueren

Eisen professioneel gedrag

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Tijdens het evalueren van de geboden ondersteuning dien je ook professioneel gedrag te vertonen. Zorg ervoor dat je tijdens het uitvoeren van de opdracht het volgende gedrag vertoont: • Je vraagt de cliënt naar zijn ervaringen, meningen en gevoelens, zodat je gegevens verkrijgt over de effectiviteit van de gehanteerde werkwijze. • Je formuleert de evaluatiegegevens zodanig dat ze begrijpelijk zijn voor betrokkenen en bruikbaar zijn voor het verbeteren van de dienstverlening. • Je analyseert verkregen evaluatiegegevens, legt relaties tussen de gegevens en combineert gegevens uit diverse bronnen tot relevante informatie, zodat je op basis daarvan conclusies kunt trekken over kritische punten in de dienstverlening en komt tot juiste oplossingsrichtingen voor verbetering van de dienstverlening.

STARR

C

De reflectie volgens de STARR-methode doe je aan het eind van de BPV-opdracht. Je beschrijft de opdracht en hoe jij hem hebt uitgevoerd. Ook beschrijf je welke acties je hebt ondernomen en wat het resultaat was van de BPV-opdracht. Daarna ga je reflecteren. Hierna staat de opzet van een STARR. Situatie en Taak • Omschrijf de situatie en geef daarbij aan welke taak/rol jij had. Actie en Resultaat • Omschrijf welke acties/handelingen je op dat moment hebt ondernomen en wat hiervan het resultaat was. Reflectie • Beschrijf hoe jij je op dat moment in de situatie voelde. • Beschrijf waarom je op deze manier hebt gehandeld. • Beschrijf hoe je het de volgende keer anders zou aanpakken.

83


Beoordeling - Producten BPV-begeleider O

V

Product – bundeling van evaluatievormen • • •

Minstens drie verschillende soorten evaluaties zijn verzameld. Digitaal document of boekje ziet er verzorgd uit. Resultaat is bruikbaar in de BPV-organisatie.

Onderwerp is goed gekozen. Tijdens het proces is gevolgd wat er gebeurde. Opzet voor evaluatie is juist. Evaluatie is juist gehouden in het team. Verslag van de uitkomsten is kloppend.

tie fb .v

• • • • •

Product – evaluatie met de cliënt

Ac

Er zijn ten minste twee verslagen van evaluaties. Evaluatie is voorzien van de feedback van de cliënt. De evaluatieonderwerpen sluiten aan bij de verleende diensten.

Ed u'

yr

De tussenevaluatie is aan de hand van een het evaluatieplan tot stand gekomen. Tussenevaluatie is goed voorbereid en levert de benodigde informatie op.

op

ig ht

Product - productevaluatie •

C

Product - schriftelijke bijdrage aan het jaarverslag • • •

84

.

Product – procesevaluatie in het team

Toon en taal zijn kloppend. Inhoud van de tekst is kloppend. Tekst is gecheckt en zo nodig bijgesteld.

BPV-docent O

V


De geboden ondersteuning evalueren

Beoordeling - Professioneel Gedrag BPV-begeleider Criteria

O

D Aandacht en begrip tonen

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener vraagt de cliĂŤnt naar zijn ervaringen, meningen en gevoelens, zodat hij gegevens verkrijgt over de effectiviteit van de gehanteerde werkwijze.

J Formuleren en rapporteren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener formuleert de evaluatiegegevens zodanig dat ze begrijpelijk zijn voor betrokkenen en bruikbaar zijn voor het verbeteren van de dienstverlening.

M Analyseren

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener analyseert verkregen evaluatiegegevens.

V

tie fb .v

.

Competentie

Ed u'

Ac

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener legt relaties tussen de gegevens en combineert gegevens uit diverse bronnen tot relevante informatie, zodat hij op basis daarvan conclusies kan trekken over kritische punten in de dienstverlening.

ig ht

De sociaal-maatschappelijk dienstverlener komt tot juiste oplossingsrichtingen voor verbetering van de dienstverlening. : : : :

onvoldoende/voldoende/goed onvoldoende/voldoende/goed ja/nee onvoldoende/voldoende/goed

op

yr

Beoordeling product Beoordeling professioneel gedrag STARR aanwezig Eindoordeel BPV-opdracht

C

Opmerking:

85


Beoordelaars BPV-opdracht Naam instelling Naam beoordelaar Functie Datum + handtekening

Naam instelling Naam beoordelaar Functie

tie fb .v

.

Datum + handtekening

Naam student

C

op

yr

ig ht

Ed u'

Ac

Datum + handtekening

86


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.