Cursus Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

Page 1

fb .v

.

Cursus

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers


Colofon Auteur: Mies Blok Inhoudelijke redactie: Bapke Westhoek Titel: Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

©

tie

ISBN: 978 90 3723 307 0

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

Edu’Actief b.v. 2018

u' Ac

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

ij

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

Informele zorg Mantelzorg

7

13

Vrijwilligerszorg

20

Begeleiden van mantelzorgers

25

Begeleiden van zorgvrijwilligers Reflectie

fb .v

.

6

tie

OriĂŤntatie

4

28

31 33

u' Ac

Theoriebron Informele zorg Theoriebron Mantelzorg

36

Theoriebron Vrijwilligerszorg

40

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

49

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers

44

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

‘Mantelzorgers en (zorg)vrijwilligers zijn het cement van de samenleving’, wordt vaak gezegd. Dat is zeker waar. Ze zijn sterk, ze maken sterk en ze verbinden mensen met elkaar. Kortom: ze zijn enorm belangrijk! Misschien ben je zelf mantelzorger of ken je iemand die voor een familielid, vriend, kennis of buur zorgt. En je kent vast wel iemand die vrijwilligerswerk doet in de zorg. Mooi en dankbaar werk, maar ook werk dat veel kan vragen. In deze cursus leer je meer over de ‘informele zorg’. Wat is informele zorg? Wie zijn informele zorgverleners? Wat doen zij? Je leert welke rollen mantelzorgers kunnen vervullen. Je leert ook hoe divers het vrijwilligerswerk in de zorg is. Ten slotte is er aandacht voor de samenwerking tussen informele zorgverleners en formele zorgverleners. Hoe werken ze goed samen? Welke begeleiding hebben mantelzorgers en zorgvrijwilligers nodig? Na afloop van de cursus weet je welke ondersteuning ze nodig hebben.

er

ij

Vrijwilliger aan het werk in de zorg.

Leerdoelen

U

itg

ev

Je kunt: • uitleggen wat informele zorg is • uitleggen wat mantelzorg is • uitleggen wat vrijwilligerswerk in de zorg is • uitleggen hoe je mantelzorgers kunt begeleiden • uitleggen hoe je zorgvrijwilligers kunt begeleiden.

Beoordelingsformulier <

4

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van het beroepsproduct ‘Verslag van een interview’. Het beroepsproduct wordt beoordeeld op de inhoud (producteisen) en op de uitvoering (processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling van deze cursus zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten en een goede bijdrage aan de groepsopdrachten. Je vindt de aandachtspunten bij de beoordeling in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Het beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Beroepsproduct: Verslag van een interview Test ‘Tijd voor jezelf’ <

Casus

tie

u' Ac

Vrijwilligersscan <

Samen met een medestudent ga je een interview houden met een mantelzorger of vrijwilliger in de zorg. Jullie vragen eerst naar de motivatie voor het werk. Vervolgens komen de taken aan bod. Daarna vragen jullie welke begeleiding en/of ondersteuning de persoon van andere hulpverleners krijgt. Tot slot vraag je of de geïnterviewde de test ‘Tijd voor jezelf’ of de Vrijwilligersscan wil doen. Van het interview en het resultaat van de test of scan maken jullie samen één verslag.

Eisen aan de uitvoering

Bedenk ten minste tien vragen voor het interview. Zorg dat drie vragen gaan over de begeleiding van de persoon. Lever de vragen in bij je docent. Verwerk de feedback van de docent. Als je een mantelzorger interviewt: laat hem of haar de test ‘Tijd voor jezelf’ van Mezzo invullen. Als je een zorgvrijwilliger interviewt: laat hem of haar de Vrijwilligersscan van Zorg Beter met Vrijwilligers invullen. Maak samen één verslag.

Ed

• • • • • •

ij

er

Eisen aan het beroepsproduct Zorg voor in ieder geval twee A4’tjes tekst van de interviewvragen en de antwoorden. Neem een voorwoord op in het verslag. Geef hierin aan: a) wie jullie interviewen en b) hoe jullie het vonden om het interview af te nemen. Minimaal een half A4’tje tekst. Neem een nawoord op in het verslag. Geef hierin aan: a) het resultaat van de test of scan en b) de conclusies die jullie uit de test of scan trekken. Minimaal één A4’tje tekst. Zorg voor passende beelden of foto’s bij de tekst. Doe de uitslag van de test of scan als een bijlage bij het verslag.

ev

• •

U

itg

• • •

Tips

• • • • • •

Kies iemand die al wat langer mantelzorger of vrijwilliger is (zodat hij of zij er veel over kan vertellen). Laat van tevoren weten dat jullie ook een test of scan laten invullen. Stuur de vragen voor het interview van tevoren naar de geïnterviewde. Neem het interview op met een opnameapparaat. Oefen van tevoren een keer met opnemen. Spreek af wie tijdens het interview de interviewvragen stelt en wie aantekeningen maakt.

Lever het verslag in bij je docent. Zorg ervoor dat het volledig is en dat het er verzorgd uitziet.

5


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Ken je een mantelzorger?

fb .v

.

Ga eens na of jij, of iemand uit je familie, een mantelzorger kent. Een mantelzorger is iemand die langdurig zorgt voor bijvoorbeeld een partner, kind, kennis, buurman. a. Welke hulp heeft de cliënt nodig?

tie

b. Hoeveel tijd besteedt de mantelzorg wekelijks aan het bieden van ondersteuning aan de cliënt denk jij? Onderbouw je antwoord.

Opdracht 2

u' Ac

c. Hoe lijkt het jou om mantelzorger te zijn? Beargumenteer je antwoord.

Ken je een zorgvrijwilliger?

Ga eens na of jij, of iemand uit je familie, een vrijwilliger in de zorg kent. a. Welke kerntaak heeft de vrijwilliger?

Ed

b. Hoeveel tijd is de vrijwilliger wekelijks bezig met deze taken denk jij? Onderbouw je antwoord.

er

ij

c. Met wie heeft de vrijwilliger een overeenkomst?

Opdracht 3

Bekijk het filmpje Vrijwilliger zijn is klasse!. Stel je voor dat je, net zoals de vrijwilligers in het filmpje, met ouderen in Zorgcentrum De Braacken werkt.

U

itg

ev

Filmpje vrijwilliger zijn is klasse! <

Werken met ouderen

6

a. Welke taken of activiteiten zou je het liefst willen doen?

b. Wat zou jij als vrijwilliger verwachten van het Zorgcentrum?


Informele zorg

Informele zorg

.

Inleiding

fb .v

Mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten hebben ieder hun eigen positie in de zorg. Ze hebben verschillende rollen en verschillende expertise. Maar allemaal hebben ze één gemeenschappelijk doel: zorgen voor de cliënt. De zorgverleners vullen elkaar aan en hebben elkaar hard nodig.

Leerdoelen

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Je kunt: • uitleggen wat informele zorg is. • informele zorg en formele zorg van elkaar onderscheiden • uitleggen waarom informele zorg noodzakelijk is • voordelen noemen van informele zorg • adviseren over de samenwerking tussen beroepskrachten en informele zorgverleners.

De cliënt staat centraal.

Maak een woordspin

ev

Opdracht 4

U

itg

Theoriebron Informele zorg <

Lees de theorie over informele zorg. Je gaat brainstormen over de begrippen ‘formele zorg’ en ‘informele zorg’. Je doet dit met werkmodel Woordspin. Probeer zo veel mogelijk gedachten en ideeën die in je opkomen weer te geven. Waar denk je aan bij informele zorg? Waar denk je aan bij formele zorg? Maak een woordspin. Vergelijk jouw woordspinnen met die van een medestudent. Zijn er verschillen? Zo ja, welke verschillen zijn er?

7


Informele zorg

Vul je woordspin aan met gedachten en ideeën van je medestudent. Maak nu samen een overzicht/schema waarin de verschillen en overeenkomsten tussen informele en formele zorg duidelijk worden.

Theoriebron Informele zorg <

Lees de theorie over informele zorg.

.

Positie van de zorgverlener

fb .v

Opdracht 5

Mantelzorgers, vrijwilligers en beroepskrachten hebben ieder hun eigen rol. Beantwoord hierover de volgende vragen.

u' Ac

tie

a. De mantelzorger staat dichter bij de cliënt dan de vrijwilliger en de beroepskracht. Leg uit waarom.

b. Mantelzorgers en vrijwilligers zijn geen professionele zorgverleners. Wat betekent dit? Kies het juiste antwoord. Mantelzorgers en vrijwilligers kunnen niet professioneel handelen / Mantelzorgers en vrijwilligers oefenen niet een bepaald beroep of specifieke functie uit in de zorg.

Ed

c. Hoe wordt de ‘professionele zorgverlener’ ook wel genoemd?

ev

er

ij

d. Is de zorgverlener een formele of een informele zorgverlener? Zet ze op de juiste plek in de tabel. • arts • boodschappenhulp • buddy • buurman • huisarts • koffieschenker • maatschappelijk werker • partner • praktijkassistent • wijkverpleegkundige.

U

itg

Formele zorgverlener

8

Informele zorgverlener


Informele zorg

Informele zorgverlener

Vorm een groepje van drie studenten en bekijk het filmpje De omwenteling, dat weergeeft waarom we niet zonder de informele zorg kunnen. a. Maak de zin af: We kunnen niet zonder de informele zorg, omdat … Geef ten minste twee argumenten.

Ed

Filmpje De omwenteling <

Lees de theorie over informele zorg.

tie

Theoriebron Informele zorg <

We kunnen niet zonder

u' Ac

Opdracht 6

fb .v

.

Formele zorgverlener

b. Hoe maken we volgens het filmpje de zorg slimmer en goedkoper?

ev

er

ij

c. Hebben jullie zelf nog andere ideeën om de zorg slimmer en goedkoper te maken?

Opdracht 7

U

itg

Website Vrijwilligerswerk Waddinxveen <

Steeds meer vrijwilligers nodig Vorm tweetallen en lees het bericht op de website Vrijwilligerswerk Waddinxveen. Het bericht gaat over de veranderingen in de zorg. a. Geef aan welke veranderingen in de zorg worden bedoeld.

b. Wat wordt er bedoeld met het woord ‘participatiesamenleving’? Splits het woord: participatie + samenleving.

9


Informele zorg

Opdracht 9

fb .v

a. Wat vind jij van de participatiesamenleving? Leg je mening uit.

tie

Filmpje Participatiesamenleving <

In deze opdracht geven jullie je mening over de participatiesamenleving. Vorm een groepje van vier en bekijk de twee filmpjes bij deze opdracht.

b. Vergelijk je mening met die van de anderen uit je groep. Geef de verschillen en overeenkomsten aan.

u' Ac

Filmpje Verzorgingsstaat verandert in participatiesamenleving <

Participatiesamenleving

Voordelen voor iedereen

Ed

Opdracht 8

.

c. Wat zijn volgens jullie goede manieren om vrijwilligers te werven?

Informele zorg heeft voordelen voor de cliënt, de mantelzorger en vrijwilliger én de professionele zorgverlener. Lees het artikel over mantelzorg van het Ikazia Ziekenhuis Rotterdam.

Drieluik Mantelzorg IKAZIA <

er

ij

a. Noem twee voordelen van mantelzorg voor de verpleegkundige.

ev

b. Welk voordeel van de mantelzorg heeft de cliënt?

U

itg

c. Wat is de winst voor de mantelzorger zelf?

10


Informele zorg

Opdracht 10

Maak een poster Vorm tweetallen.

fb .v

.

Jullie coördineren het vrijwilligerswerk in een dagverblijf voor verstandelijk gehandicapten. Het dagverblijf is hard op zoek naar drie nieuwe vrijwilligers, omdat er veel cliënten bij zijn gekomen. Om iedereen voldoende aandacht te geven, zijn de volgende vrijwilligers nodig: 1. iemand die helpt met activiteiten (schilderen, spelletjes doen, bewegen) 2. iemand die helpt rondom de maaltijden (klaarzetten maaltijden, helpen met eten) 3. iemand die helpt met vervoer van en naar het dagverblijf.

Maak een poster met als doel om het vrijwilligerswerk te promoten. Stel je voor dat de poster wordt opgehangen op diverse openbare plekken in de stad. Zorg ervoor dat de poster er overzichtelijk en uitnodigend uitziet.

u' Ac

tie

Ga als volgt te werk: Maak eerst een opzet van de poster. Vraag een ander tweetal uit de klas om feedback. Verwerk de feedback en maak de poster helemaal af. Op de poster maken jullie in tekst of beeld duidelijk: • dat de vrijwilligers hard nodig zijn • dat de vrijwilligers veel betekenen voor de cliënten • dat de vrijwilligers veel voldoening van het werk hebben.

Lees de theorie over informele zorg en gebruik eventueel internet. Beroepskrachten hebben veel te maken met mantelzorgers en vrijwilligers. Hoe werken zij goed met elkaar samen? Het uitgangspunt hierbij is dat zij elkaar als gelijkwaardige partners zien.

er

Theoriebron Informele zorg <

Gelijkwaardige partners

ij

Opdracht 11

Ed

Hang de poster vervolgens op in de klas en bespreek de verschillende posters na. Welke vinden jullie het beste en waarom?

ev

a. Wat betekent ‘gelijkwaardig’ zijn?

c. Waarom is het belangrijk dat zorgverleners elkaar als gelijkwaardige partners zien?

U

itg

b. Wat is het verschil met ‘gelijk’ zijn?

11


Informele zorg

Opdracht 12

Maak een advieskaart Vorm een groepje van drie en lees de casus.

.

Casus

tie

fb .v

Anja Diepenveld (50) is fulltime mantelzorger van haar verstandelijk beperkte zus Jennie Diepenveld (46). Anja woont bij Jennie in huis en is haar centrale mantelzorger. Ze hebben een goede band met elkaar en doen samen veel leuke dingen. Anja was als kind ook al mantelzorger voor haar zus. De laatste tijd wordt het Anja te veel. Zij heeft meer tijd voor zichzelf nodig. Bovendien heeft ze de laatste tijd problemen met haar hart en is ze onder behandeling van de cardioloog. Zij wil dat Jennie een paar dagen per week naar een dagbesteding of dagopvang gaat. Daarnaast zoekt zij iemand die de zorg thuis zo nu en dan van haar overneemt. Jennie is erg gehecht aan Anja en kan niet zonder haar. Zij wil niet dat iemand anders voor haar zorgt.

Namen betrokkenen

Probleem

U

itg

ev

er

ij

Acties

Ed

Doel

u' Ac

Geef advies over de situatie door het invullen van de advieskaart. Eerst formuleren jullie het probleem, vervolgens het doel en tot slot de actie die kan worden ondernomen.

12


Mantelzorg

Mantelzorg

.

Inleiding

fb .v

Mantelzorg draagt bij aan het welbevinden van de cliënt. Veel mantelzorgers vinden de zorg vanzelfsprekend. ‘Dat doe je toch voor iemand waar je een speciale band mee hebt?’ Maar het kan ook zwaar zijn of te veel worden. Sommige mantelzorgers lopen meer risico op overbelasting dan andere. En soms gaat het mis, dan verleent de mantelzorger verkeerde zorg.

Leerdoelen

ij

Ed

u' Ac

tie

Je kunt: • de term mantelzorg uitleggen • de taken van mantelzorgers benoemen • aangeven welke mantelzorgers risico lopen op overbelasting • oplossingen aandragen voor overbelasting en ontspoorde mantelzorg.

er

Een jonge mantelzorger.

Opdracht 13

Lees de theorie over mantelzorg door en vorm tweetallen. a. Waar komt de term ‘mantelzorg’ vandaan?

b. Waarom zou het ‘mantelzorg’ heten? Let op het woord ‘mantel’. Maak eventueel gebruik van internet.

U

itg

ev

Theoriebron Mantelzorg <

Het begrip mantelzorg

13


Mantelzorg

fb .v

.

c. Noem drie kenmerken van mantelzorg.

d. Wanneer is iemand volgens de overheid een mantelzorger?

Opdracht 14

Kenmerken van mantelzorg

Vorm tweetallen en lees de theorie over mantelzorg. a. Noem drie kenmerken van mantelzorg.

Ed

Theoriebron Mantelzorg <

u' Ac

tie

e. Er wordt wel eens gezegd: ‘Vrijwilligerswerk kies je, mantelzorg overkomt je.’ Leg uit wat hiermee bedoeld wordt.

er

ij

b. Wanneer is iemand volgens de overheid een mantelzorger?

U

itg

ev

c. ‘Vrijwilligerswerk kies je, mantelzorg overkomt je.’ Kunnen jullie dit uitleggen?

14


Mantelzorg

Opdracht 15

Lees de theorie en bekijk de lijst ‘Taken mantelzorger’. a. Zet de taken in de juiste kolom. Als je meer taken weet, zet die er dan bij. Taken mantelzorger: helpen met wassen, begeleiden naar het ziekenhuis, luisterend oor bieden, coördineren van de zorg, aandacht geven, helpen met eten, helpen met aankleden, sondevoeding toedienen, schoonmaken, koken, strijken, boodschappen doen, helpen met de financiën, spelletje doen, medicijnen verstrekken, psychische steun bieden, de was doen, uitzuigen bij ademhalingsproblemen Persoonlijke verzorging

Huishoudelijke verzorging

Praktische hulp/ gezelligheid

Medische zorg (risicovolle handelingen)

Ed

u' Ac

tie

Emotionele ondersteuning

fb .v

.

Theoriebron Mantelzorg <

Taken van de mantelzorger

er

ij

b. Voor het uitvoeren van risicovolle handelingen moeten mantelzorgers toestemming hebben. Van wie moeten zij toestemming hebben?

Familieparticipatie

ev

Opdracht 16

U

itg

Theoriebron Mantelzorg <

Mantelzorg stopt niet als het familielid, de vriend, kennis of buur in een instelling wordt opgenomen. Lees de theorie en beantwoord de vragen. a. Leg uit wat wordt bedoeld met ‘familieparticipatie’.

b. Wat kunnen mantelzorgers allemaal betekenen voor de naaste die in een instelling woont?

15


Mantelzorg

Opdracht 17

Lees de theorie en de informatie op de website van het Expertisecentrum Mantelzorg. a. Voor wie zorgen oudere mantelzorgers in de meeste gevallen?

.

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers <

Oudere mantelzorgers

b. Oudere mantelzorgers hebben een verhoogd risico op overbelasting. Leg uit waarom dat zo is.

fb .v

Website Expertisecentrum Mantelzorg <

Filmpje Mantelzorgers trekken het niet meer <

‘Het wordt me te veel’

Vorm tweetallen en bekijk het filmpje. Beantwoord hierna de vragen. a. Waarom is de zorg voor Tijmen zo zwaar voor zijn moeder?

Ed

Opdracht 18

u' Ac

tie

c. Oudere mantelzorgers hebben verschillende behoeften. Noem ten minste vier behoeften.

er

ij

b. Zijn moeder zegt: ‘Ik ben er zeker aan toe.’ Wat bedoelt zij daarmee?

Opdracht 19

Dementie

U

itg

ev

Mantelzorgers van mensen met dementie ervaren de zorg vaak als zwaar, zeker als de cliënt opgenomen moet worden. Vorm een groepje van drie. Lees de casus en gebruik internet.

16

Casus Mevrouw Corrie Steenbergen (75) heeft dementie. Ze woont nog thuis, maar ze gaat steeds verder achteruit. Ze vertelt elke keer hetzelfde verhaal. Ze vergist zich voortdurend in het seizoen. Ze herkent niet iedereen meer. Haar man Piet Steenbergen (81) is haar centrale mantelzorger. Eén zoon komt elke vrijdag langs, met de andere zoon is het contact niet goed. Meneer durft zijn vrouw niet meer alleen te laten sinds de keer dat zij is weggelopen. De huisarts en de thuiszorg, die twee keer per dag komt, vinden de situatie langzamerhand onhoudbaar. Ze vinden dat mevrouw niet langer thuis kan blijven. Haar man is het daarmee eens, maar heeft het er heel moeilijk mee dat zijn vrouw naar een verpleeghuis zal moeten. Maar mevrouw wil absoluut niet, ze wordt erg agressief als het


Mantelzorg

over opname gaat. Meneer Steenbergen kan op een gegeven moment de zorg niet meer aan, hij is volledig uitgeput. Niet veel later wordt mevrouw Steenbergen gedwongen opgenomen.

fb .v

.

a. Noem de meest opvallende kenmerken van dementie

tie

b. Wat zou iemand van de thuiszorg ’s morgens van 8 tot 9 in dit huishouden aan hulp geven?

u' Ac

c. Welke ondersteuning heeft mantelzorger Piet Steenbergen volgens jullie nodig?

Ed

d. Wanneer kunnen mensen gedwongen worden opgenomen?

Maak een folder over respijtzorg

er

Opdracht 20

ij

e. Op grond waarvan kan iemand gedwongen worden opgenomen?

Mantelzorgers kunnen respijtzorg aanvragen bij hun gemeente. Dit is vervangende mantelzorg: iemand anders neemt dan de taken van de mantelzorger tijdelijk over, zodat de mantelzorger nieuwe energie op kan doen.

U

itg

ev

Theoriebron Mantelzorg <

Lees de theorie en zoek op internet naar meer informatie over respijtzorg. Maak vervolgens een folder over respijtzorg die geschikt is om te gebruiken bij het geven van voorlichting aan mantelzorgers. Beschrijf in de folder in ieder geval: • hoe en waar een aanvraag voor respijtzorg ingediend moet worden • welke kosten en eventuele vergoedingen er verbonden zijn aan respijtzorg • hoe vaak en hoelang gebruikgemaakt kan worden van respijtzorg • wat er na de aanvraag gebeurt (het proces) • welke vormen van respijtzorg er zijn • wat de voordelen van het gebruik van respijtzorg zijn. Zorg dat de folder er aantrekkelijk uitziet.

17


Mantelzorg

Soms gaat mantelzorg mis. De mantelzorger handelt dan verkeerd. Hij geeft de cliënt bijvoorbeeld verkeerde medicijnen of verwaarloost het huishouden. Als mantelzorg verkeerd gaat, spreken we van ‘ontspoorde mantelzorg’. Ontspoorde mantelzorg gebeurt niet met opzet en is vaak een combinatie van verschillende problemen. Lees de theorie en beantwoord de volgende vragen.

Stappenplan ontspoorde mantelzorg <

a. Geef drie oorzaken van ontspoorde mantelzorg.

.

Signalenkaart ontspoorde mantelzorg <

Ontspoorde mantelzorg

fb .v

Opdracht 21

u' Ac

tie

b. Hoe kunnen beroepskrachten ontspoorde mantelzorg opmerken? Noem een paar signalen. Gebruik hiervoor de signalenkaart ‘Ontspoorde mantelzorg’ van Movisie.

Lees de casus en de Theoriebron en beantwoord de vragen.

er

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers <

Belasting van mantelzorgers

ij

Opdracht 22

Ed

c. Wat kunnen beroepskrachten doen om ontspoorde mantelzorg aan te pakken? Gebruik hiervoor het Stappenplan ‘Ontspoorde mantelzorg’ van Movisie.

U

itg

ev

Joris (16 jaar) woont samen met zijn moeder in een tweekamerappartement in Den Helder. De vader van Joris zit in de gevangenis en zijn moeder is manisch-depressief. Zij heeft soms maanden dat ze haast haar bed niet uit komt. Joris doet dan het huishouden en doet iedere dag zijn best om ervoor te zorgen dat zijn moeder toch nog een klein beetje voor zichzelf zorgt. Hij helpt haar dan met opstaan, douchen en aankleden en dat allemaal voor hij naar school toe gaat. Hij is dan ook regelmatig te laat en zijn cijfers zijn niet al te best. Joris heeft geen vrienden, hij heeft daar geen tijd voor en hij wil niet dat anderen ook maar iets van zijn thuissituatie afweten. Dat anderen weten dat zijn vader in de gevangenis zit is al erg genoeg. De mentor van Joris maakt zich zorgen over de situatie waarin Joris leeft en heeft het wijkteam ingeschakeld. Het wijkteam is bij Joris en zijn moeder langsgegaan en geschrokken van de situatie. Het gezin zal de komende periode alle dagen ondersteuning krijgen tot de situatie zich wat genormaliseerd heeft. Daarna zal het gezin periodiek begeleiding blijven krijgen.

18

a. Welke belasting denk je dat Joris als mantelzorger ervaart? Onderbouw je antwoord.


Mantelzorg

fb .v

.

b. Op welke manier zou je Joris begeleiden?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

c. Bespreek je antwoord met een medestudent. Onderzoek samen welke mogelijkheden er allemaal zijn voor jonge mantelzorgers en welke ondersteuning er in jullie regio geboden wordt aan jongeren die ouders hebben met een psychiatrische ziekte.

19


Vrijwilligerszorg

Vrijwilligerszorg

.

Inleiding

Leerdoelen

Ed

u' Ac

tie

Je kunt: • soorten zorgvrijwilligers en hun taken noemen • de motieven van zorgvrijwilligers noemen • uitleggen wat vrijwilligersklem is.

fb .v

Vrijwilligerswerk is erg divers. Er zijn dan ook veel ‘soorten’ vrijwilligers. Zij kiezen in het algemeen bewust voor het werk. Vaak gaat het heel goed. Soms gaan vrijwilligers over hun eigen grenzen heen.

Aandacht voor de ander.

Lees de theorie en beantwoord de vragen.

er

Theoriebron Vrijwilligerszorg <

Kenmerken vrijwilligers

ij

Opdracht 23

U

itg

ev

a. Vrijwilligers bieden persoonlijke zorg en ondersteuning aan kwetsbare mensen. Noem nog twee andere kenmerken die vrijwilligers hebben.

20

b. Wat betekenen vrijwilligers voor beroepskrachten?

Vrijwilligers hebben allerlei taken. Daarom zijn er ook veel ‘soorten’ vrijwilligers. c. Welke soorten vrijwilligers kun je allemaal noemen? Schrijf er minimaal vijf op.


Vrijwilligerszorg

.

d. Noem van ĂŠĂŠn soort vrijwilligers drie mogelijke taken of activiteiten.

Vorm vrijwilligerswerk

fb .v

e. Beschrijf in eigen woorden de vier vormen van vrijwilligerswerk en geef bij iedere vorm een eigen voorbeeld. Beschrijving

Voorbeeld

Organisatorische ondersteuning

u' Ac

Collectieve ondersteuning

tie

Individuele ondersteuning

Collectieve belangenbehartiging en inspraak

Theoriebron Vrijwilligerszorg <

Risicovolle handelingen

Ed

Opdracht 24

Vrijwilligers mogen ook risicovolle handelingen uitvoeren. Dit zijn handelingen die bij onbekwaam en onzorgvuldig handelen tot gezondheidsschade kunnen leiden. Aan het uitvoeren van risicovolle handelingen zijn strikte voorwaarden verbonden.

ij

Vorm drietallen en lees de theorie. a. Geef drie voorbeelden van risicovolle handelingen.

ev

er

Website Mezzo <

U

itg

b. Bekijk de informatie op de website mezzo.nl. Wanneer mogen vrijwilligers risicovolle handelingen uitvoeren? Probeer zo volledig mogelijk te antwoorden.

21


Vrijwilligerszorg

c. Welke van de volgende twee zinnen is juist? Bij het uitvoeren van risicovolle handelingen door vrijwilligers is weinig afstemming nodig / Bij het uitvoeren van risicovolle handelingen door vrijwilligers is veel afstemming nodig

Lees de theorie. a. Wat is geleid vrijwilligerswerk?

u' Ac

Theoriebron Vrijwilligerszorg <

Geleide vrijwilligers

tie

Opdracht 25

fb .v

.

d. Wat vinden jullie ervan dat vrijwilligers risicovolle handelingen mogen uitvoeren? Geef je mening.

Ed

b. Noem ten minste vier voorbeelden van geleide vrijwilligers.

er

ij

c. Er zijn mensen die geleid vrijwilligerswerk niet echt vrijwilligerswerk vinden. Beschrijf of je het hiermee eens bent of niet. Motiveer je antwoord.

Opdracht 26

Vorm een groepje van vier studenten. Zoek op internet zo veel mogelijk motieven (beweegredenen) voor vrijwilligerswerk. Maak op een apart papier een lijst met welke motieven allemaal voorkomen.

ev

Theoriebron Vrijwilligerswerk <

Motievenladder

U

itg

a. Hoeveel verschillende motieven hebben jullie gevonden?

22

b. Welke motieven komen volgens jullie het meest voor?


Vrijwilligerszorg

.

c. Lees de Theoriebron en verdeel de motieven die je gevonden hebt in binnen de vijf vormen van motivatie die daarin benoemd zijn. Hebben jullie motieven gevonden die niet onder te brengen zijn? Zo ja, welke?

fb .v

d. Stel, je doet nu een maatschappelijke stage in de zorg. Wat zouden jouw motieven zijn voor het werk?

Vorm tweetallen en bekijk het filmpje bij deze opdracht.

a. Welke motieven hebben de vrijwilligers in dit ziekenhuis om het werk te doen?

Ed

Filmpje Werken als vrijwilliger bij Máxima Medisch Centrum <

Vrijwilligers in het ziekenhuis

u' Ac

Opdracht 27

tie

e. Waarom zou het belangrijk zijn om te weten wat de motivatie is van de vrijwilliger?

er

ij

b. Hoe zou je een vrijwilliger begeleiden die graag werkervaring wil opdoen voor een toekomstige baan in de zorg?

Opdracht 28

Lees de theorie.

a. Leg zo duidelijk mogelijk uit wat ‘vrijwilligersklem’ is.

b. Vrijwilligers hebben persoonlijke grenzen. Noem twee voorbeelden van zulke grenzen.

U

itg

ev

Theoriebron Vrijwilligerszorg <

Vrijwilligersklem

23


Vrijwilligerszorg

Opdracht 29

Voorkomen vrijwilligersklem Vorm groepjes van vier. Het beste is natuurlijk om vrijwilligersklem te voorkomen. Maar hoe doe je dat?

fb .v

.

a. Bespreek wat de vrijwilliger zélf kan doen om vrijwilligersklem te voorkomen. Wat zijn jullie conclusies?

u' Ac

tie

b. Bespreek wat de organisatie waar de vrijwilliger werkt, kan doen om vrijwilligersklem te voorkomen. Wat zijn jullie conclusies?

Lever jullie conclusies in bij de docent.

Opdracht 30

Eens of oneens

Bespreek de volgende stellingen met elkaar in de klas. Geef argumenten voor jullie mening.

Ed

Een vrijwilliger mag een cliënt een injectie geven. Een vrijwilliger mag pinnen voor de cliënt. Een vrijwilliger mag beslissen over gedwongen opname. Een vrijwilliger moet beschikken over een EHBO-diploma. Vrijwilligers moeten niet helpen met taken zoals wassen en aankleden, laat ze maar leuke dingen doen met de bewoners!

ij

1. 2. 3. 4. 5.

U

itg

ev

er

Zijn er meningsverschillen? Zo ja, geef van één stelling de verschillende meningen en argumenten weer.

24


Begeleiden van mantelzorgers

Inleiding

fb .v

.

Begeleiden van mantelzorgers Mantelzorgers hebben verschillende rollen. Om de cliënt optimale zorg te bieden, moeten hulpverleners zich bewust zijn van deze rollen. Hulpverleners moeten er óók naar handelen.

Leerdoelen

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers <

SOFA Lees de theorie en beantwoord de vragen.

u' Ac

Opdracht 31

Je kunt het SOFA-model uitleggen en toepassen.

tie

a. Waar staan de letters SOFA voor?

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers <

Rollen mantelzorger

Lees de theorie en bekijk het filmpje Mantelzorg en wijkzorg: samen lukt het prima!. Als zorgverlener moet je steeds afwegen in welke rol een mantelzorger tegenover je staat en hoe je daar het best op kunt reageren.

ij

Opdracht 32

Ed

b. Wat is het doel van SOFA?

er

a. Om welke rol van de mantelzorger gaat het vooral bij Ton?

b. Welke begeleiding krijgt Ton en van wie?

ev

Filmpje Mantelzorg en wijkzorg: samen lukt het prima! <

d. Wat is de rol van de wijkzorg?

U

itg

c. De coördinator zegt: ‘Ton en Lia houden de regie.’ Wat bedoelt zij met ‘de regie houden’?

25


Begeleiden van mantelzorgers

Opdracht 33

Presentatie

Groep 1 zoekt meer informatie over het onderdeel Samenwerken. Groep 2 zoekt meer informatie over het onderdeel Ondersteunen. Groep 3 zoekt meer informatie over het onderdeel Faciliteren. Groep 4 zoekt meer informatie over het onderdeel Afstemmen.

fb .v

• • • •

.

Verdeel de klas in vier groepen. Ieder groepje maakt een presentatie over een onderdeel van het SOFA-model. Gebruik internet om meer informatie over SOFA te vinden.

Ieder groepje presenteert de informatie aan de hele klas. Bepaal samen wie van elk groepje de presentatie geeft. Dit kunnen bijvoorbeeld twee studenten zijn. De klas geeft feedback op de presentatie.

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers < Filmpje Samen zorgen met mantelzorgers <

Het sociale netwerk

Vorm tweetallen en lees de theorie. Bekijk het filmpje bij deze opdracht. a. Wat is een ‘spilzorger’?

Ed

Opdracht 34

u' Ac

tie

Welke feedback krijgt jullie groepje?

b. Aan wie denk jij bij ‘sociaal netwerk’?

er

ij

c. Waarom is het voor hulpverleners goed om te weten wat het sociale netwerk van de cliënt is?

Beeldbellen

ev

Opdracht 35

U

itg

Filmpje Beeldbellen bij De Zorggroep: Mevr. Schouenberg <

26

Vorm drietallen en bekijk het filmpje bij deze opdracht. Sociale media: wie gebruikt het niet? Het kan ook nuttig zijn voor het contact tussen beroepskrachten en mantelzorgers. a. Wat zijn de voordelen van beeldbellen? Noem er ten minste drie.


Begeleiden van mantelzorgers

b. Vinden jullie mevrouw Schouenberg ook hulpvrager? Waarom wel/niet?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

c. Naast ‘beeldzorg’ zijn er nog meer mogelijkheden voor ‘zorg op afstand’. Zoek op internet naar ‘zorg op afstand’ en geef voorbeelden van technieken waarmee hulpverleners cliënten in de gaten kunnen houden.

27


Begeleiden van zorgvrijwilligers

.

Begeleiden van zorgvrijwilligers

fb .v

Inleiding

Vrijwilligers verdienen een goede begeleiding. Dat is een mooie taak voor de zorgverleners die met hen samenwerken. Begeleiden gaat voor een deel vanzelf, maar er zijn ook hulpmiddelen. Hoe krijgen vrijwilligers een goede begeleiding?

Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers <

Je kunt het WIFA-model uitleggen en toepassen.

WIFA

u' Ac

Opdracht 36

tie

Leerdoelen

Lees de theorie en beantwoord de vragen. a. Waar staan de letters WIFA voor?

Opdracht 37

Ed

b. Wat is het doel van WIFA?

Tips voor begeleiders

ij

In de tabel zie je vijf tips voor begeleiders van vrijwilligers. De tips passen in het WIFA-model. Welke tip hoort bij welke letter W, I, F of A?

er

Feedback geven is een goed instrument om de samenwerking te onderhouden en verbeteren.

ev

Complimenteer vrijwilligers. Je krijgt dan ook complimenten terug.

U

itg

Bepaal wat een vrijwilliger wel en niet mag doen in samenspraak met vrijwilliger en (zo mogelijk) cliënt.

28

Stel vrijwilligers in de gelegenheid om vaardigheden te leren die nodig en waardevol zijn bij het uitvoeren van activiteiten. Bespreek gezamenlijk de visie op zorg – bijvoorbeeld stimuleren van zelfredzaamheid en geen betutteling – en stel vast binnen welke grenzen jullie je werk doen.


Begeleiden van zorgvrijwilligers

Opdracht 38

Arjan werkt op een woongroep met negen bewoners. Er wordt nog weinig gebruikgemaakt van vrijwilligers en dat vindt hij jammer. Arjan heeft vanuit een andere werkplek goede ervaringen met de ondersteuning die vrijwilligers kunnen bieden. Hij heeft dit besproken met zijn leidinggevende en zij heeft Arjan gevraagd om eens te onderzoeken wat er allemaal komt kijken bij het inzetten van vrijwilligers.

fb .v

.

Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers <

Richtlijnen

Lees de Theoriebron en maak aan de hand van het WIFA-model een stappenplan voor het begeleiden van vrijwilligers op de werkvloer. Neem daarbij een werkplek in gedachten waar je stage loopt of hebt gelopen.

Opdracht 39

Geleide vrijwilligers ondersteunen

tie

Zoek op internet meer informatie over de begeleiding van geleide vrijwilligers.

Opdracht 40

Rollenspel

u' Ac

Stel je voor dat je al jaren met geleide vrijwilligers werkt. Je weet goed welke begeleiding zij nodig hebben. Maak voor nieuwe collega’s op de afdeling een lijst met tips voor de ondersteuning van de geleide zorgvrijwilligers. De centrale vraag is: waar moeten de collega’s rekening mee houden als zij geleide vrijwilligers begeleiden? Lever het lijstje met tips in bij je docent.

Vorm drietallen. Lees vervolgens de casus.

Ed

Casus

Student 1 is de vrijwilliger, student 2 is de coördinator van het vrijwilligerswerk, student 3 is de directe begeleider van de vrijwilliger. Verdeel de rollen. Bereid je goed voor op je rol. Voer vervolgens het voortgangsgesprek. Maak in het gesprek samen afspraken om de situatie te verbeteren. Denk hierbij aan W-I-F-A van het WIFA-model. a. Welke afspraken hebben jullie gemaakt?

U

itg

ev

er

ij

Jan Haak (23) is student en werkt vier uur per week als beweegvrijwilliger. Zijn taken zijn: samen wandelen met ouderen, samen duofietsen en ondersteunen bij rolstoeldansen. Hij heeft een voortgangsgesprek met de coördinator vrijwilligerswerk en zijn directe begeleider van de afdeling. Hij vindt het leuk werk, maar hij vindt dat hij te weinig informatie krijgt. Er waren laatst nieuwe rolstoelen aangeschaft, terwijl hij van niets wist. De rolstoelen werkten op een andere manier dan de vorige. Daardoor was het een keer bijna fout gegaan. Ook vindt hij dat er te weinig met elkaar wordt afgestemd. Soms is het bijvoorbeeld niet duidelijk wie van de bewoners mee mag wandelen. Laatst stond een bewoner al klaar terwijl hij een afspraak had in het ziekenhuis waardoor hij niet mee kon. Dat was verwarrend en teleurstellend voor de bewoner. Op de afdeling is het erg druk en er is soms te weinig personeel.

29


Begeleiden van zorgvrijwilligers

c. Wat heb je geleerd van het gesprek?

fb .v

.

b. Waarom zijn dit goede afspraken?

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

d. EĂŠn groepje houdt het rollenspel voor de klas. De klas geeft feedback. Welke feedback krijgt het groepje?

30


Reflectie

Reflectie Opdracht 41

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 42

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

ij

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

ev

er

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

U

itg

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Opdracht 43

Zelfregulatie en zelfsturing a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

31


Reflectie

.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

Opdracht 44

fb .v

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

Samenwerken

u' Ac

tie

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

Ed

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg

ev

er

ij

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

32


Theoriebron Informele zorg

Theoriebron Informele zorg

.

Inleiding

tie

Wat is informele zorg?

fb .v

Informele zorg: wat moet je je daarbij voorstellen? Het wordt duidelijker als je weet wat formele zorg betekent. In deze theoriebron lees je hierover. Zonder informele hulpverleners zou de zorg in Nederland er heel anders uitzien. In ieder geval zou er minder persoonlijke aandacht voor cliënten zijn.

u' Ac

Informele zorg is zorg die wordt geboden door mantelzorgers en vrijwilligers. Zij doen hun werk niet vanuit een beroep, maar op vrijwillige basis. Formele hulpverleners doen hun werk wel als beroep. Denk bijvoorbeeld aan artsen, verpleegkundigen en verzorgenden. Formele hulpverleners worden daarom ook wel ‘beroepsmatige hulpverleners’ genoemd. Een belangrijk verschil is dat de informele zorg niet wordt betaald en de formele zorg wel. Hierop is een uitzondering: als de cliënt een persoonsgebonden budget (pgb) heeft en de mantelzorger uit dit budget betaald wordt, is er sprake van loon.

De cliënt staat centraal.

U

itg

ev

er

ij

Ed

De mantelzorger staat het dichtst bij de cliënt omdat zij een sociale relatie met elkaar hebben. De cliënt is bijvoorbeeld partner, broer, zus, kind, vriend, kennis of buur van de mantelzorger. De vrijwilliger en de professionele hulpverlener staan – in ieder geval bij de start van de zorgverlening – meer op afstand.

33


Theoriebron Informele zorg

Feiten en cijfers Er is veel bekend over mantelzorg en vrijwilligerswerk in de zorg: hoeveel mensen in Nederland dit werk doen, welke zorg zij bieden, wat hun motivatie is enzovoort.

fb .v

.

In 2014 gaven in Nederland ruim vier miljoen mensen mantelzorg. Dat is maar liefst een op de drie volwassen Nederlanders. Jonge mantelzorgers zijn er ook: zij zijn tussen de 8 en 24 jaar. Ongeveer een op de zes mantelzorgers zorgt meer dan acht uur per week, vaak voor een langere tijd.

De meeste mantelzorgers hebben ook betaald werk. Daarnaast zijn in de zorg naar schatting meer dan 450.000 vrijwilligers actief. Hiervan geven ongeveer 25.000 vrijwilligers intensieve vrijwilligerszorg. Dat is zorg voor mensen die chronisch of ernstig ziek zijn.

tie

Mantelzorgers en vrijwilligers dragen in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van leven van cliënten. Zij verhogen hun welbevinden en dat is van onschatbare waarde.

u' Ac

Mantelzorgers en vrijwilligers: we kunnen niet zonder

er

ij

Ed

In de twintigste eeuw zorgden vooral vrouwen ervoor dat iedereen de zorg kreeg die nodig was: kinderen, ouderen, mensen in de omgeving die zorg nodig hadden. Nu vrouwen steeds vaker buitenshuis werken, is veel van deze ‘gratis zorg’ niet vanzelfsprekend meer. Daarnaast worden we steeds ouder en hebben mensen steeds meer zorg nodig. Hierdoor nemen de kosten van de gezondheidszorg toe. Daar komt nog iets bij. Nederland is een ‘participatiesamenleving’, wat betekent dat iedereen die dat kan verantwoordelijkheid moet nemen voor zijn eigen leven en omgeving, zonder hulp van de (landelijke) overheid. Het is de uitdaging om zo veel mogelijk zelf te doen met hulp van de directe sociale omgeving, in plaats van met hulp van professionele hulpverleners. Zo zet iedere burger zijn eigen kracht voor de samenleving in en houden we de kosten van de zorg in de hand. In de participatiesamenleving zijn mantelzorgers en vrijwilligers meer dan welkom.

U

itg

ev

Voordeel voor iedereen

34

De informele zorg biedt voordelen voor iedereen: de cliënt, de mantelzorger/vrijwilliger en de professionele hulpverlener. Allereerst de voordelen voor de cliënten. Zij krijgen persoonlijke aandacht van mantelzorgers en vrijwilligers. Met hun zorg en ondersteuning zijn zij minder eenzaam, doen zij meer leuke dingen en nemen zij meer deel aan de samenleving. De cliënt die mantelzorg thuis ontvangt, kan zo lang mogelijk thuis blijven wonen. De cliënt die mantelzorg in een instelling ontvangt, blijft verbonden met de familie of andere naasten. Mantelzorger en vrijwilliger hebben zelf ook voordeel van hun werk. Iets kunnen betekenen voor een ander, maatschappelijk betrokken zijn, zich nuttig voelen en (werk)ervaring opdoen, zijn veelgehoorde winstpunten. De professionele hulpverleners worden aangevuld door mantelzorgers en vrijwilligers. Zij doen hun voordeel met de kennis en ervaring die zij inbrengen. Zij worden ook ontlast door de taken die mantelzorgers en vrijwilligers uitvoeren. Kortom: de informele zorg heeft voordelen voor alle betrokkenen.


Theoriebron Informele zorg

Samenwerking

fb .v

.

Om optimale zorg en ondersteuning te bieden, moeten informele en formele hulpverleners goed met elkaar samenwerken. Een goede samenwerking is niet zomaar even geregeld. De verschillende hulpverleners hebben hun eigen wensen en behoeften. De samenwerking hangt ook af van de soort zorg die nodig is, de duur van de zorg en de plek waar de zorg wordt geboden. En natuurlijk draait het om degene die de zorg ontvangt: wat wil de cliĂŤnt? Met elkaar in gesprek gaan en de wederzijdse verwachtingen uitspreken, is het begin van een goede samenwerking. Vervolgens maken hulpverleners afspraken met elkaar. Mantelzorger en cliĂŤnt leggen de zorg vaak samen met de gemeente vast in een zorg(leef)plan. Vrijwilligers tekenen een zorgovereenkomst met de instelling waarvoor zij werken.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

In de samenwerking zijn formele en informele hulpverleners gelijkwaardig. Hun kennis en kunde verschilt, maar hun waarde is gelijk.

35


Theoriebron Mantelzorg

Theoriebron Mantelzorg

.

Inleiding

tie

Wat is mantelzorg?

fb .v

Bij mantelzorg denk je misschien snel aan de zorg voor een oudere. Maar het omvat ook de zorg voor zieke kinderen en jongeren. Mantelzorg is een dankbare taak, hoewel deze ook zwaar kan zijn. In het algemeen wordt intensieve hulp als zwaar ervaren. Hierbij gaat het om hulp gedurende een groot deel van de dag, of zelfs 24 uur per dag.

u' Ac

Mantelzorg bestaat al veertig jaar en is bedacht door een arts, prof. dr. Johannes Hattinga Verschure. Hij omschreef mantelzorg als volgt: ‘Mantelzorg is alle zorg die in een klein sociaal netwerk aan elkaar wordt gegeven. De mensen in het netwerk zien de zorg als vanzelfsprekend en zorgen over en weer voor elkaar.’ De arts vond dat mensen te veel waren gaan vertrouwen op de professionele zorg. Zij moesten meer voor elkaar gaan zorgen. Het gedachtegoed van Hattinga Verschure is de kern van de huidige participatiesamenleving, waarin van iedereen die daartoe in staat is, wordt gevraagd zijn bijdrage te leveren.

Ed

Mantelzorg vloeit voort uit de sociale relatie tussen cliënt en mantelzorger. Zij zijn bijvoorbeeld familie, vrienden, kennissen of buren van elkaar. Mantelzorg wordt niet verleend in het kader van een hulpverlenend beroep of vanuit georganiseerd vrijwilligerswerk. Volgens de overheid ben je pas mantelzorger als je meer dan acht uur voor een naaste zorgt gedurende ten minste drie maanden achter elkaar.

Taken

er

ij

Het werk van mantelzorgers is heel divers. Het varieert van praktische hulp tot emotionele steun en het uitvoeren van medische handelingen.

U

itg

ev

De mantelzorger in de thuissituatie helpt bijvoorbeeld bij het coördineren van de zorg, de persoonlijke verzorging en het huishouden. Denk ook aan hulp bij de financiën, klussen in de tuin, het regelen van vervoer. Bij het uitvoeren van zorghandelingen, zoals het toedienen van insuline, is goede afstemming met de beroepskracht nodig. De beroepskracht moet toestemming geven. De mantelzorger moet bekwaam zijn om de handeling uit te voeren.

36

Als mantelzorgers zorgen voor een naaste die in een instelling verblijft, spreken we van ‘familieparticipatie’. De familie denkt mee met de zorg in de instelling, brengt leven in de brouwerij, brengt ‘buiten’ naar ‘binnen’ en helpt bijvoorbeeld bij activiteiten voor de bewoners. Bij familieparticipatie gaat het niet alleen om familie, ook vrienden en bekenden kunnen een belangrijke rol spelen.


Intensieve zorg

tie

Mantelzorgers mogen ook medische taken uitvoeren.

fb .v

.

Theoriebron Mantelzorg

u' Ac

Mantelzorg is vaak intensieve zorg voor (chronisch) zieken of mensen met een beperking. Denk bijvoorbeeld aan de verzorging van een partner met dementie, die nog thuis woont. Of de zorg voor iemand met kanker, voor een verstandelijk beperkt kind, voor een naaste met psychische problemen, voor iemand die blijvende schade heeft na een ernstig ongeluk.

ev

er

ij

Ed

Mantelzorg kan duren tot de laatste levensfase. In het algemeen vinden mantelzorgers de zorg zwaar als zij intensieve zorg verlenen. Zij zijn dan vaak de centrale mantelzorger, degene die de meeste zorg biedt. Centrale mantelzorgers worden ook wel ‘spilzorgers’ genoemd.

U

itg

Mantelzorg is vaak intensieve, langdurige zorg.

Samenwerking Mantelzorgers kunnen het vaak niet alleen. Zij werken dan samen met professionele hulpverleners. Is er huishoudelijke hulp, vervangende zorg, begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf of beschermd wonen nodig, dan is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) aan de orde. Deze wet wordt uitgevoerd door de gemeente. In een gesprek stemt de gemeente de zorg af met de mantelzorger en cliĂŤnt. Dit heet het keukentafelgesprek. Samen komen zij tot passende oplossingen.

37


Theoriebron Mantelzorg

In de Wmo is ook respijtzorg geregeld, oftewel vervangende mantelzorg. De taken van de mantelzorger worden tijdelijk door iemand anders overgenomen, zodat de mantelzorger even vrij kan nemen. Een voorbeeld van respijtzorg is een kortdurend verblijf in een zorghotel of dagopvang.

fb .v

.

Mantelzorgers hebben ook vaak contact met de wijkverpleegkundige. De wijkverpleegkundige zorgt voor afstemming met andere zorg- en hulpverleners, zoals de huisarts, medisch specialist in het ziekenhuis of maatschappelijk werker.

Samenwerken met mantelzorgers

tie

Mantelzorgers zorgen vaak al langere tijd voor de cliënt voordat er professionele hulp wordt ingeschakeld. Mantelzorgers hebben dan ook vaak heel veel kennis over de cliënt: ze weten uit ervaring wat ze beter wel en niet kunnen doen of hoe iets op de beste manier gedaan kan worden. Het is als hulpverlener fijn om van hun expertise gebruik te kunnen maken en het gebruikmaken van die kennis geeft de mantelzorger vaak het vertrouwen om een beetje los te kunnen laten. Mantelzorgers blijven vaak wel een deel van de zorg op zich nemen, de mantelzorger is dus ook je collega. Om goed te kunnen samenwerken is het belangrijk om goed te overleggen, elkaar op de hoogte te houden en duidelijke afspraken te maken. Er zijn steeds meer apps beschikbaar om die samenwerking te ondersteunen. Kijk maar eens op de website van NED7. Bij de samenwerking is het belangrijk om niet uit het oog te verliezen dat mantelzorg zwaar kan zijn en de mantelzorger soms zelf ook jouw ondersteuning nodig heeft. De mantelzorger is op de eerste plaats familielid, partner of goede vriend, maar door de duur en/of de zwaarte van de mantelzorg kan die persoonlijke relatie onder druk komen te staan en tot verdriet van beide partijen veranderen. Het is daarom goed om mantelzorgers en cliënt te stimuleren ook samen dingen te blijven doen die ze leuk vinden, zodat het voor de mantelzorger niet alleen ‘zorgen voor’ wordt.

Ed

u' Ac

Artikel Apps voor mantelzorgers <

ij

Mantelzorg en werk

U

itg

ev

er

Mantelzorgers die hun zorgtaken met betaald werk combineren, kunnen een beroep doen op verschillende regelingen. Zij kunnen kortdurend of langdurend verlof opnemen. Zij kunnen ook bij hun werkgever een verzoek indienen om de werktijden en de werkplek aan te passen. Dit laatste is geregeld in de Wet flexibel werken (Wfw). Deze wet heeft als doel werkende mantelzorgers meer mogelijkheden te bieden om thuis te werken op voor hen gunstige tijden.

38

Van de totale werkende beroepsbevolking combineert een op de zes werknemers zijn zorgtaken met werk. In de ziekenhuis- en zorgsector combineert een op de vier werknemers werk met mantelzorg. Werkende mantelzorgers verlenen minder vaak intensieve hulp, leveren minder vaak dagelijks hulp en zijn minder vaak de centrale mantelzorger. Toch lopen ook zij het risico om overbelast te raken. In 2014 zijn ongeveer 275.000 werkende mantelzorgers minder gaan werken of gestopt met werken omdat zij het werk niet langer met de zorgtaken konden combineren.


Theoriebron Mantelzorg

Ontspoorde mantelzorg Mantelzorg gaat vaak goed, maar het kan ook misgaan. Dit noemen we ‘ontspoorde mantelzorg’.

.

Ontspoorde mantelzorg gebeurt niet met opzet. Een voorbeeld is een jong gezin waarvan de man ernstig hersenletsel oploopt als gevolg van een ongeluk. Dit zet het leven van de hele familie op z’n kop. De vrouw van de man kan de zorg niet meer aan. Ze is uitgeput en ze heeft veel moeite met de karakterverandering van haar man na het ongeluk. Ze is kortaf, snauwt haar man af en verwaarloost het huishouden.

fb .v

Artikel Stappenplan Handelen bij ontspoorde mantelzorg <

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Er zijn verschillende oorzaken van ontspoorde mantelzorg. De mantelzorger kan zich bijvoorbeeld overbelast voelen. Hij of zij kan ook onmacht voelen als de naaste een ongeneeslijke ziekte heeft, of als het karakter van de cliënt verandert door een ziekte of ongeluk. Daarnaast kan de mantelzorger zich onkundig voelen als hij of zij niet de juiste kennis of vaardigheden heeft om goede zorg te verlenen. Tot slot is het mogelijk dat de mantelzorger het niet meer kan opbrengen om voor de ander te zorgen of naar problemen te luisteren. Er is dan geen medeleven (compassie) meer.

39


Theoriebron Vrijwilligerszorg

.

Theoriebron Vrijwilligerszorg

fb .v

Inleiding

Wat is vrijwilligerszorg?

tie

Vrijwilligers in de zorg vormen een gevarieerde groep. Zij doen allerlei soorten werk, hebben verschillende motivaties voor het werk en ondersteunen zowel bij mensen thuis als in een instelling. Vrijwilligers zijn tot veel bereid, maar hebben ook grenzen, bijvoorbeeld in wat zij aankunnen (draagkracht) en de tijd die zij beschikbaar hebben.

u' Ac

Zorgvrijwilligers bieden uit vrije wil persoonlijke zorg en ondersteuning aan kwetsbare mensen. Zij doen dit onbetaald en in georganiseerd verband. Bij de start van hun werkzaamheden hebben zij geen persoonlijke relatie met de cliënt. Vrijwilligerswerk is gericht op het welbevinden van de cliënt. Het biedt (extra) tijd en persoonlijke aandacht voor de cliënt, in de thuissituatie of in een instelling.

Ed

Het kan gaan om een-op-eenzorg; in dat geval wordt de vrijwilliger ook wel ‘maatje’ of ‘buddy’ genoemd. Vrijwilligers kunnen zich ook inzetten voor groepen, bijvoorbeeld de mensen van een dagopvang of bewoners in een verpleeghuis.

ij

Vrijwilligers worden ingezet door een zorg- of welzijnsinstelling of door een organisatie voor vrijwilligerszorg. Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn het Nederlandse Rode Kruis, Nationale Vereniging De Zonnebloem en Stichting Humanitas.

er

Motivatie om vrijwilliger te worden

U

itg

ev

Er is veel onderzoek gedaan naar de motivatie van vrijwilligers in de (maatschappelijke) zorg om vrijwilligerswerk te gaan doen. Hoewel vrijwilligers vaak hun motivatie op hun eigen manier verwoorden, zijn bijna alle uitingen van motivatie wel onder te brengen onder een van de volgende vormen: • zorgdoel Vrijwilligers willen het gevoel hebben iets nuttigs en waardevols te doen voor anderen. Naast het feit dat ze zorg en aandacht geven aan anderen ontvangen ze vaak ook zorg en aandacht. Die wisselwerking vinden ze meestal belangrijk. • sociale-relatiedoel De vrijwilliger hoopt door het vrijwilligerswerk zijn eigen netwerk aan sociale contacten uit te breiden. Het vrijwilligerswerk geeft een gevoel van betrokkenheid en bevestiging. Vrijwilligerswerk kan ook gezien worden als een status. • investeringsdoel De vrijwilliger wil door het vrijwilligerswerk nieuwe vaardigheden leren en belangrijke contacten opdoen met als doel een betere kans op werk of versterken van een positie. • stimuleringsdoel Iemand doet vrijwilligerswerk om zelf een actieve dagbesteding te hebben.

40


Theoriebron Vrijwilligerszorg

Vrijwilligerswerk kan op die manier bijdragen aan het lichamelijke en psychische welzijn van de vrijwilliger. plezierdoel Iemand doet vrijwilligerswerk omdat het gewoon leuk is om te doen. De vrijwilliger beleeft plezier aan de activiteiten die hij doet.

fb .v

.

Vrijwilligerswerk kan bijdragen aan het bereiken van een persoonlijk doel. Als hulpverlener kun je cliënten ook stimuleren om vrijwilligerswerk te gaan doen. Als een cliënt al langere tijd wat aan de zijlijn van de maatschappij staat, kan vrijwilligerswerk hem ondersteunen bij het leren van bepaalde vaardigheden, het opdoen van sociale contacten en het weer wennen aan verplichtingen. Met daarbij nog eens de winst dat het vaak goed is voor het zelfvertrouwen van de cliënt en dat die zich weer gewaardeerd gaat voelen en onderdeel van de maatschappij.

tie

Soorten vrijwilligers en hun taken

u' Ac

Vrijwilligerswerk in de zorg is heel divers. Het kan gaan om iemand die koffie schenkt in een ziekenhuis of iemand die een ziek kind in de thuissituatie begeleidt. Denk ook aan vrijwilligers die palliatieve terminale zorg bieden in een hospice. Zorgvrijwilligers kun je indelen naar ‘soorten zorgvrijwilligers’. Een paar voorbeelden zijn: • activiteitenvrijwilligers • beweegvrijwilligers • jeugdvrijwilligers • dementievrijwilligers.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Zorgvrijwilligers kun je indelen naar ‘soorten zorgvrijwilligers’, bijvoorbeeld activiteitenvrijwilligers, beweegvrijwilligers, jeugdvrijwilligers en dementievrijwilligers. Activiteitenvrijwilligers doen leuke dingen met cliënten: een spelletje doen, samen bakken, naar muziek luisteren, voorlezen, winkelen. Beweegvrijwilligers begeleiden bij bewegingsactiviteiten, zoals samen wandelen, een tochtje maken op een duofiets en rolstoeldansen. Jeugdvrijwilligers zetten zich in voor kinderen en jongeren met een ernstige ziekte of beperking. Dementievrijwilligers bieden hulp aan mensen met dementie. Zij helpen bij dagelijkse activiteiten, bieden emotionele ondersteuning en zijn gesprekspartner van de mantelzorger.

Even ertussenuit. Het begeleiden van de cliënt naar een arts of therapeut, helpen bij de administratie, klusjes in en om het huis doen – ook dat is vrijwilligerswerk in de zorg. Voor de ene taak zijn meer vaardigheden nodig dan voor de andere. Zo moet de dementievrijwilliger bijvoorbeeld geschoold zijn om het werk te kunnen doen.

41


Theoriebron Vrijwilligerszorg

Vrijwilligerswerk hoeft niet cliëntgebonden te zijn. Ook op andere plekken in de organisatie zijn vrijwilligers nodig. Daarom wordt er vaak een onderverdeling gemaakt in vorm van vrijwilligerswerk. Vormen van vrijwilligerswerk in (zorg)instellingen Voorbeeld

Individuele ondersteuning

Bezoeken van cliënten, wandelen met de cliënt

Collectieve ondersteuning

Helpen in het restaurant, een groep cliënten helpen bij recreatieve activiteiten

Organisatorische ondersteuning

Beheer van de winkel, onderhoud van materialen, helpen met werven/inwerken/begeleiden van vrijwilligers

Collectieve belangenbehartiging en inspraak

Lid van de cliëntenraad

u' Ac

tie

fb .v

.

Vorm vrijwilligerswerk

Geleid vrijwilligerswerk

De kern van vrijwilligerswerk is dat het uit vrije wil is. Er bestaat echter ook een vorm van ‘verplicht’ vrijwilligerswerk, het zogenoemde ‘geleid vrijwilligerswerk’. Hierbij wordt het initiatief door een andere partij genomen, zoals een gemeente of een uitkeringsinstantie.

er

ij

Ed

Geleide vrijwilligers zijn bijvoorbeeld uitkeringsgerechtigden, (langdurig) werklozen, inburgeraars en re-integranten. Steeds meer gemeenten nodigen hen uit om vrijwilligerswerk te gaan doen, met als doel dat zij (weer) deelnemen aan de maatschappij. Het werk moet aansluiten bij de motivatie, de mogelijkheden en de persoonlijke omstandigheden van de vrijwilliger. Dit vereist een goede werving, selectie en begeleiding van de vrijwilligers. Het bieden van structuur en scholing kan de geleide vrijwilliger helpen zijn weg te vinden. Jongeren die een maatschappelijke stage doen, zijn ook geleide vrijwilligers.

Grenzen

U

itg

ev

Een vrijwilliger bepaalt in overleg met de organisatie wat hij of zij gaat doen. Welke taken dat zijn, hangt voor een groot deel af van zijn kennis en ervaring. Motivatie en talenten spelen ook een rol. Wat vind ik leuk? Waar ben ik goed in? Wat kan ik minder goed?

42

Hoe beter de contacten met vrijwilligers zijn, hoe groter hun bereidheid zal zijn om (extra) taken op zich te nemen. Tegelijkertijd kunnen vrijwilligers over hun eigen grenzen heen gaan. Dit heet ‘vrijwilligersklem’. Ze durven dan niet of nauwelijks nee te zeggen en vergen te veel van zichzelf. Beroepskrachten moeten rekening houden met de draaglast en draagkracht van vrijwilligers. In een gezonde situatie zijn de draaglast (‘Wat moet ik doen? Waar moet ik aan voldoen?’) en de draagkracht (‘Wat kan ik aan?’) met elkaar in evenwicht.


Theoriebron Vrijwilligerszorg

Risicovolle handelingen

fb .v

.

Volgens de wet mogen zorgvrijwilligers risicovolle handelingen verrichten. Dit zijn handelingen die bij onbekwaam en onzorgvuldig handelen tot gezondheidsschade kunnen leiden. Het gaat bijvoorbeeld om het verstrekken van medicijnen, toedienen van zuurstof en toedienen van sondevoeding en uitzuigen bij ademhalingsproblemen.

Aan het uitvoeren van risicovolle handelingen zijn strikte voorwaarden verbonden. De vrijwilliger moet bekwaam zijn om de handeling uit te voeren. Daarnaast moet de hulpverlener die de opdracht geeft zelfstandig bevoegd zijn om de handeling uit te voeren. De vrijwilliger moet de aanwijzingen van de opdrachtgever opvolgen en er moet, als het nodig is, toezicht zijn van de opdrachtgever.

tie

Vrijwilligers mogen nooit onder druk gezet worden om dergelijke handelingen te verrichten. Zij moeten het zelf willen en moeten zich er bekwaam voor voelen. Ook de cliënt en mantelzorger moeten akkoord gaan.

u' Ac

Kwaliteit en aansprakelijkheid

Zorgvrijwilligers moeten zich houden aan de afspraken zoals beschreven in de zorgovereenkomst. Aan de andere kant moet de organisatie waar de vrijwilliger werkt alles uitstekend op orde hebben.

Ed

Een belangrijke wet in dit kader is de Wet Kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Volgens deze wet moet elke zorgaanbieder ‘goede zorg’ leveren, over een klachtenregeling beschikken en zich aansluiten bij een geschilleninstantie. Goede zorg betekent ook veilige zorg en gezonde werkomstandigheden. Vrijwilligers moeten goed op de hoogte zijn van eventuele risico’s. Zij moeten ook weten hoe zij moeten omgaan met hulp- en beschermingsmiddelen.

U

itg

ev

er

ij

Wanneer een zorgvrijwilliger een fout maakt is hij niet zelf aansprakelijk, maar de zorgorganisatie met wie de zorgovereenkomst is getekend. De zorgorganisatie is ook aansprakelijk als zij tekortschiet als toezichthouder.

43


Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

.

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

fb .v

Inleiding

tie

Mantelzorgers zijn van onschatbare waarde voor de samenleving. Niet alleen dragen ze bij aan het welbevinden van de cliënt, maar ook zijn zij een waardevolle samenwerkingspartner voor beroepskrachten. Mantelzorgers doen van alles. Vaak redden zij zich prima, maar ze hebben ook behoefte aan ondersteuning.

Vier rollen

u' Ac

Om mantelzorgers goed te begeleiden is het nodig om na te gaan welke rollen mantelzorgers kunnen vervullen. Volgens het SOFA-model hebben ze vier rollen. In de praktijk lopen deze rollen door elkaar heen.

Ed

Allereerst heeft de mantelzorger de rol van samenwerkingspartner. Hij heeft hetzelfde doel voor ogen als de professionele hulpverlener: Wat kunnen we doen om optimale zorg te bieden? Hoe vullen we elkaar aan? Ten tweede is de mantelzorger cliënt als hij of zij zelf ook hulp nodig heeft. Dit kan gebeuren als de mantelzorger knelpunten ondervindt of overbelast raakt. Ten derde is de mantelzorger persoonlijk betrokkene: als familielid, partner, vriend of goede kennis van de cliënt. Ten vierde is de mantelzorger ervaringsdeskundige als het gaat over het leven van de cliënt. Hij kent de cliënt goed, weet wat er dagelijks speelt en merkt andere dingen op dan de professionele hulpverlener.

ij

SOFA: aandachtspunten voor hulpverleners

ev

er

Hulpverleners kunnen mantelzorgers pas goed ondersteunen als zij rekening houden met de verschillende rollen van de mantelzorger. De vier rollen vragen om vier acties: samenwerken (samenwerkingspartner), ondersteunen (cliënt), faciliteren (persoonlijk betrokkene) en afstemmen (ervaringsdeskundige).

U

itg

Samenwerken

44

Vragen die hulpverleners stellen bij de rol van de mantelzorger als samenwerkingspartner zijn: ‘Wat kunnen we samen doen om tot een zo goed mogelijk herstel te komen? Hoe kunnen we taken zo verdelen dat zowel de professionele als de informele hulpverleners in hun kracht zijn?’ Uitgangspunt is dat alle hulpverleners gelijkwaardige partners zijn.

Ondersteunen De mantelzorger een luisterend oor bieden, is van groot belang. Hoe gaat het met de mantelzorger zelf? Hoe zit het met de draaglast en de draagkracht? Zijn er signalen van overbelasting? Zo ja, dan is ondersteuning nodig. Die ondersteuning kan komen uit het eigen sociale netwerk van de cliënt, van vrijwilligers en/of van beroepskrachten.


Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

Faciliteren

fb .v

.

Een mantelzorger is vooral de naaste van de cliënt. Het is belangrijk om oog te hebben voor deze relatie en die zo veel mogelijk te ondersteunen. De persoonlijke relatie is meestal de motivatie om zorg te willen geven. Vanwege het persoonlijke van de relatie zijn emoties over bijvoorbeeld de gevolgen van een ziekte heftiger dan wanneer het een beroepsmatige relatie betreft.

Afstemmen

tie

Mantelzorgers brengen veel tijd door met de cliënt. Zij kennen de behoeften, zorgen en successen van de cliënt. Zij zien van zeer dichtbij hoe het met de cliënt gaat. Het is voor hulpverleners van belang om hierover in contact te blijven met de mantelzorger, zodat de zorg voor de cliënt passend blijft.

u' Ac

Waardering

Ed

Natuurlijk is het leuk als mantelzorgers beloond worden voor hun inzet. Dat is goed voor hun eigenwaarde en motivatie. Zij verdienen ook waardering. Veel gemeenten hebben een ‘mantelzorgwaardering’. Dit is een geldbedrag dat mantelzorgers één keer per jaar kunnen ontvangen. Daarnaast is het ieder jaar op 10 november Dag van de Mantelzorg. Deze dag heeft als doel mantelzorgers in het zonnetje te zetten en bij te dragen aan de her- en erkenning van mantelzorg.

Mantelzorgers belast

er

ij

Mantelzorg is vaak geen bewuste keuze: een mantelzorger doet vaak gewoon wat nodig is zonder daar verder bij stil te staan. Het begint vaak met kleine klusjes, zoals helpen bij het boodschappen doen of onderhouden van de tuin, en het breidt zich uit naar steeds frequentere ondersteuning en steeds meer taken. Langzaamaan begint bij de mantelzorger het besef te ontstaan dat de ander niet zonder de ondersteuning van de mantelzorger kan. De kans op overbelasting van de mantelzorger wordt groter naarmate de duur en de intensiteit van de mantelzorg en de verantwoordelijkheid van de mantelzorger toenemen.

ev

Er zijn vier zwaarte van belasting te onderscheiden. Toelichting

Licht belast

Heeft te maken met het verplichte karakter van de mantelzorg doordat de zorgontvanger afhankelijk is van de ondersteuning van de mantelzorger. Mantelzorgers vertellen dat ze moeite hebben de situatie los te laten en zich nooit vrij voelen van verantwoordelijkheden. Ze geven aan zich gebonden te voelen door de situatie.

Matig belast

Heeft te maken met de hoeveelheid taken en tijd die de mantelzorger kwijt is aan mantelzorg. Ze ervaren bijvoorbeeld moeite met het regelen van hun eigen huishouden, doen hun werk minder zorgvuldig of geven aan moeite te hebben met het combineren van werk, eigen

U

itg

Zwaarte van belasting

45


Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

Zwaarte van belasting

Toelichting gezin en mantelzorg. De mantelzorgers geven aan weinig vrije tijd te hebben en als ze wel een keer vrije tijd hebben dat ze dan te moe zijn om iets te ondernemen. Heeft te maken met een combinatie van het verplichte karakter en de hoeveelheid taken en tijd. Mantelzorgers geven aan het gevoel te hebben overbelast te zijn, te veel taken te moeten doen en alle eigen taken niet zo te kunnen doen als ze zelf zouden willen. Ze zien vaak geen manier om daar verandering in aan te brengen. Mantelzorgers geven aan vaker moeite te hebben om hun emoties te reguleren.

Overbelast

Heeft te maken met een combinatie van het verplichte karakter en de hoeveelheid taken en tijd. Mantelzorgers ervaren zelf schade van de ondersteuning die zij bieden. Ze worden zelf ziek of overspannen. Mantelzorgers vertellen vaak dat er conflicten zijn op het werk of in hun eigen gezin.

u' Ac

tie

fb .v

.

Ernstig belast

Signalen van overbelasting

er

ij

Artikel Overbelasting mantelzorger <

Overbelasting ontstaat vaak geleidelijk en om die reden herkennen veel mantelzorgers de signalen niet bij zichzelf. De signalen zijn in te delen in drie groepen: • fysieke signalen bijvoorbeeld: hoofdpijn, buikpijn, pijn in nek/schouders/rug, (toenemende) vermoeidheid, afnemende of toenemende eetlust, hoge bloeddruk, hyperventilatie of duizeligheid • psychische signalen bijvoorbeeld: schaamte- en/of schuldgevoelens, minder controle over de emoties, vergeetachtigheid, slapeloosheid, lusteloosheid, ongelukkig zijn • signalen in gedrag bijvoorbeeld: rusteloosheid, chaotisch, meer gebruik van alcohol/stimulerende middelen, meer roken, agressie, sneller geagiteerd, verwaarlozing eigen uiterlijk.

Ed

Website Mantelzorgtest <

U

itg

ev

Als je een aantal van deze signalen herkent bij de mantelzorger, is het goed om dit te bespreken. Je kunt de mantelzorger adviseren om een onlinetest in te vullen. Dat draagt bij aan een stukje bewustwording. Een voorbeeldtest voor mantelzorgers die voor een partner met dementie zorgen is te vinden op de website van Stichting Alzheimer Nederland. Op de website van Zorg voor beter staan ook links naar vragenlijsten die gebruikt kunnen worden. Kijk goed met de mantelzorger welke test het meest geschikt is.

46


tie

Hoe ga je ermee om als je moeder de weg niet meer weet?

fb .v

.

Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

Artikel Jonge mantelzorgers <

u' Ac

Risicovolle ziekten en risicogroepen

Bij bepaalde progressieve ziekten een groter beroep gedaan wordt op mantelzorg. Er bestaat dan ook een groter risico op overbelasting van de mantelzorger. Bij progressieve ziekten begint neemt de zwaarte van de mantelzorg vaak sluipend toe bij het verergeren van de ziekte. Het is goed om in de begeleiding van een cliënt met een progressieve ziekte wat extra aandacht te hebben voor de mantelzorgers.

er

ij

Ed

Voorbeelden van ziekten waarbij vaak een beroep gedaan wordt op een of meer mantelzorgers: • multiple sclerose • parkinson • CVA en andere vormen van NAH • dementie • kanker • psychiatrische aandoeningen • verslavingsproblematiek • verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen.

U

itg

ev

Verder is ook bekend dat oudere mantelzorgers (ouder dan 75 jaar) en jonge mantelzorgers (t/m 24 jaar) extra kwetsbaar zijn. Oudere mantelzorgers zijn extra kwetsbaar omdat ze zelf vaak fysiek en mentaal minder veerkrachtig zijn. Ouderen hebben vaak een steeds kleiner wordend sociaal netwerk en vinden het daarbij ook vaak moeilijk om hulp te vragen. Bij ouderen gaat het verhoudingsgewijs vaak om mantelzorg die verleend wordt aan hun partner, die ze het liefst zo lang mogelijk thuis willen verzorgen. Omdat ze in hetzelfde huis wonen, hebben ze bijna geen mogelijkheid om zich te onttrekken aan de zorg. Jongere mantelzorgers zijn kwetsbaar omdat het zorgen voor de ander (vaak een ouder, broer of zus) ten koste gaat van hun eigen ontwikkeling. Door de intensiteit van de zorg hebben ze vaak minder tijd voor hun studie, hobby en vrienden. Hierdoor lopen ze een verhoogd risico op depressie en verslaving. Lees voor meer informatie over jonge mantelzorgers het Artikel Werkkaarten training jonge mantelzorgers.

47


Theoriebron Begeleiden van mantelzorgers

Overbelasting voorkomen of verminderen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Door goed samen te werken met mantelzorgers en tijdig signalen van (over)belasting te bespreken is overbelasting te voorkomen of te verminderen. Interventies die je kunt inzetten om overbelasting te voorkomen of te verminderen zijn: • signaleren Bespreek met de mantelzorger wat je ziet. • luisteren Geef de mantelzorger de ruimte om zijn verhaal te vertellen. • informeren (over mogelijke ondersteuning, voorzieningen en praktische hulp) Vaak is er veel meer mogelijk dan de mantelzorger denkt. Geef ook informatie over het ziektebeeld: dit helpt de mantelzorger om te begrijpen wat er speelt en bereidt hem voor op wat er nog gaat komen. • hulp inschakelen Schakel in overleg het netwerk van de mantelzorger en de cliënt in, zodat taken anders verdeeld kunnen worden. • adviseren Adviseer de mantelzorger met iemand te gaan praten die veel van mantelzorg weet, iemand die een luisterend oor kan bieden maar ook kan adviseren over mogelijkheden en de mantelzorger kan bijstaan in zaken als het indienen van aanvragen. • onderwijzen Onderwijs de mantelzorger: je kunt de mantelzorger zelf tips geven en handigheden aanleren maar je kunt ook doorverwijzen naar cursussen voor mantelzorgers.

48


Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers

.

Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers

fb .v

Inleiding

tie

Vrijwilligers betekenen enorm veel voor de cliënt en de organisatie waarvoor zij werken. Zij bieden extra persoonlijke aandacht en verrichten allerlei hand- en spandiensten. Vrijwilligers zijn er vooral voor de ander, maar hebben zelf ook ondersteuning nodig. Zij halen meer uit zichzelf als zij goed begeleid worden.

Organisatie van vrijwilligerswerk

u' Ac

Om vrijwilligers aan te trekken en te behouden is een goede organisatie nodig. Instellingen werken vaak met een of meer coördinatoren voor vrijwilligers. Deze coördinatoren gaan actief op zoek naar nieuwe vrijwilligers en ondernemen acties om de vrijwilligers te behouden. Ze organiseren hiervoor regelmatig wervingsacties en/of informatiebijeenkomsten. Het vinden van vrijwilligers kost vaak veel tijd.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Om de juiste vrijwilligers te kunnen vinden is het belangrijk dat bekend is waarvoor de vrijwilligers ingezet gaan worden. Zo kan er een goede match gemaakt worden tussen de wensen van de organisatie en de wensen van de vrijwilliger. Op grond van de plek in de organisatie waar de vrijwilliger nodig is, worden de wensen ten aanzien van vrijwilligers geformuleerd. Hoe beter dit gebeurt hoe beter de match met de vrijwilliger zal zijn. Een goede match is belangrijk voor de binding met de vrijwilliger. Een vrijwilliger die het naar zijn zin heeft en waardering krijgt voor zijn werkzaamheden blijft vaak langer vrijwilliger.

Vrijwilligers werven: maak een profiel.

Coördineren van vrijwilligerswerk De coördinator van vrijwilligers is ook verantwoordelijk voor de randvoorwaarden. De coördinator zorgt dat het werk van de vrijwilliger verzekerd is, regelt onkostenvergoedingen, attenties en houdt een registratie bij. De coördinator heeft ook gesprekken met de vrijwilligers

49


Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers

over het volgen van scholing, het aangeven van grenzen en over protocollen die relevant zijn. Vaak zorgt de coördinator ook één keer in het jaar voor een dankjewel voor de vrijwilligers, bijvoorbeeld in de vorm van een feestje.

fb .v

.

Binnen een woning of afdeling is er vaak ook een vast aanspreekpunt voor de vrijwilligers. Deze persoon regelt het inwerken en begeleiden van de vrijwilligers op de werkvloer en zorgt ervoor dat de vrijwilligers betrokken zijn bij het wel en wee binnen de woning of afdeling.

Behoeften

tie

Onderzoek toont aan dat vrijwilligers vooral behoefte hebben aan een luisterend oor vanuit de organisatie. Zij willen overleggen en feedback krijgen als dat nodig is. Daarnaast willen zij goed geïnformeerd worden. Ook hebben zij behoefte aan ondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld thema-avonden, cursussen en trainingen.

u' Ac

WIFA: goede samenwerking met beroepskrachten

Ed

Voor de samenwerking met vrijwilligers is het gebruik van het WIFA-model handig. WIFA staat voor waarderen, informeren, faciliteren en afstemmen. Het model geeft adviezen om op een snelle en makkelijke manier de samenwerking tussen beroepskrachten en zorgvrijwilligers te verbeteren.

Welkom heten en waarderen

er

ij

Vrijwilligers doen hun werk belangeloos en met passie. Zij zetten zich voor de volle 100% in. Het is fijn als zij hiervoor waardering krijgen, bijvoorbeeld in de vorm van een gezellig praatje, een compliment, een leuk presentje of het organiseren van een uitje voor hen. Waarderen betekent ook begrip tonen en luisteren naar de vrijwilliger als hij of zij met ideeën komt.

U

itg

ev

Informeren

50

Vrijwilligers hebben informatie nodig om hun taken goed uit te voeren. Wat wordt er van hen verwacht? Hoe moeten taken uitgevoerd worden? Wat is de situatie? Zij kunnen ook tips gebruiken voor de omgang met een cliënt. Als vrijwilligers goed geïnformeerd zijn, voelen zij zich zekerder in hun werk. Zij hebben ook evaluatie nodig van het werk. Dit biedt kansen voor verbetering en leren van elkaar. In de beginfase is het nodig om vrijwilligers goed in te werken.

Faciliteren Vrijwilligers moeten toegerust worden, zodat zij hun taken op een juiste manier kunnen uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan het geven van instructies. Een vrijwilliger die gaat wandelen met iemand in een rolstoel, moet weten hoe de rolstoel werkt. Een vrijwilliger die iemand met slikproblemen helpt met eten, moet weten wat hij wel en niet moet doen. Voldoende kennis en ervaring zijn belangrijk om de veiligheid te waarborgen.


Theoriebron Begeleiden van vrijwilligers

Afstemmen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Bij iedere taak is afstemming nodig. Wie doet wat? Wanneer? Voor wie? Met welk doel? Als vrijwilligers risicovolle handelingen verrichten, is relatief veel afstemming nodig. Zij moeten dan precies weten hoe zij moeten handelen en hebben misschien eerst training nodig. Zij moeten de wensen van de cliĂŤnt kennen. Misschien heeft de vrijwilliger zelf persoonlijke grenzen. Goede afstemming kan onduidelijkheid en onveiligheid voorkomen.

51


ij

er

ev

itg

U

tie

u' Ac

Ed

.

fb .v


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.