9789037233933 Oriëntatie op de dienstverlening in de GHZ

Page 1

fb .v

.

Cursus

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

OriĂŤntatie op de dienstverlening in de GHZ


Colofon Auteur: Renske Postuma Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf Titel: Cursus Oriëntatie op de dienstverlening in de GHZ

tie

ISBN: 978 90 3723 393 3

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

.

6

De gehandicaptenzorg georganiseerd Van paradigma naar visie

7

16

De kwaliteit van de zorg Theoriebron De GHZ-sector

31 36

Theoriebron Van paradigma naar visie

38

25

tie

De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

fb .v

OriĂŤntatie

4

u' Ac

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg Theoriebron Werken binnen de GHZ

41

45

50

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron De kwaliteit van de zorg

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Ed

u' Ac

tie

fb .v

In de gehandicaptenzorg heb je te maken met verschillende doelgroepen die allemaal zo goed mogelijk begeleid moeten worden. Maar wat is goede begeleiding? De mening hierover is in de loop van de eeuwen veranderd. Deze cursus gaat over de verschillende doelgroepen en de manier waarop de zorg georganiseerd is. Er wordt besproken wat de huidige visie op goede begeleiding is en hoe deze vanuit de geschiedenis is gegroeid. Ook gaat het over de dilemma’s die hierdoor ontstaan. Verder komt aan bod hoe methodieken zijn en hoe deze ontwikkeld worden.

Samen leven, samen werken en zo veel mogelijk zelf doen.

Leerdoelen

U

itg

ev

er

ij

Je kunt: • benoemen welke soorten instellingen behoren tot de sector van de gehandicaptenzorg (GHZ-sector) en voor welke cliënten deze instellingen bedoeld zijn • uitleggen hoe de zorg aan cliënten in de GHZ-sector georganiseerd is • de belangrijkste paradigma's in de (geschiedenis van de) GHZ en de betekenis daarvan voor de beroepsuitoefeningen beschrijven • de visie op gehandicaptenzorg beschrijven • actuele ontwikkelingen en knelpunten in de GHZ-zorg beschrijven • uitleggen wat het beleid van (zorg)instellingen is bij seksualiteit, kinderwens en ouderschap van cliënten • branchespecifieke methodieken uitleggen • branchespecifieke kwaliteitskaders benoemen.

Beoordelingsformulier <

4

Beoordeling Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst met twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (producteisen) en de uitvoering (processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Beroepsproduct: Methodiekenboekje

u' Ac

tie

Je maakt een boekje met daarin de volgende methodieken: • Heijkoop-methode • Goldstein-methode • Gentle teaching • Snoezelen • Triple P • Ervaringsfase van Timmers-Huigens • Hooi op je vork • Hometraining/PPG

Je vult deze methodieken aan met drie door jou gevonden methodieken. Per bladzijde beschrijf je een methodiek, de belangrijkste kenmerken van de methodiek en de doelgroep waarvoor deze geschikt is. Zorg dat het boekje een overzichtelijk naslagwerk is. Denk goed na over de vraag hoe je het boekje vormgeeft en hoe je de inhoud structureert.

Ed

Plan een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Eisen aan het beroepsproduct

U

itg

ev

er

ij

Per methodiek een doelgroep en minstens drie kenmerken. Minimaal drie extra methodieken met doelgroepbeschrijving en drie kenmerken.

5


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Kennis-estafette

Opdracht 2

Ik ga op reis en ik neem mee ...

tie

fb .v

.

Jullie gaan werken in groepjes. Ieder groepje krijgt een groot vel papier met daarop een woord dat te maken heeft met het onderwerp van de les. Je hebt drie minuten de tijd. Om de beurt schrijf je een woord of feit over het onderwerp op (scheldwoorden/schuttingtaal mag niet). Na deze drie minuten worden de resultaten van iedere groep naast elkaar gelegd en vergeleken. Een groepje krijgt een punt als er een onderwerp op het blad staat dat niet voorkomt bij de andere groepen en wel te maken heeft met het onderwerp.

u' Ac

Op het bord staat een van de onderwerpen van deze cursus. De docent stelt de leerlingen om de beurt de vraag waar ze aan denken bij dit onderwerp. Als die vraag aan jou gesteld wordt, antwoord je met: Bij het onderwerp ‘Dienstverlening in de GHZ’ denk ik aan …

Opdracht 3

Ed

De docent schrijft de antwoorden in steekwoorden op het bord. Als iedereen geweest is, draait de docent het bord om. Daar staat waar hij aan dacht bij het onderwerp.

Leven met een handicap

U

itg

ev

er

ij

Maak een woordweb over leven met een handicap met deze vragen: • Welke handicaps zijn er allemaal? • Hoe merk je dat iemand een handicap heeft? • Welke handicaps zie je niet aan de buitenkant? • Welke praktische problemen zou iemand met een handicap kunnen hebben?

6


De gehandicaptenzorg georganiseerd

.

De gehandicaptenzorg georganiseerd

fb .v

Inleiding

Binnen de gehandicaptenzorg kennen we verschillende doelgroepen die gebruikmaken van verschillende instellingen. Hoe is de gehandicaptenzorg georganiseerd en welke instellingen zijn bedoeld voor welke cliënten?

U

itg

ev

er

ij

Ed

Je kent de organisatiestructuur van de zorg aan cliënten in de GHZ-sector. Je kent verschillende doelgroepen van cliënten in de gehandicaptenzorg. Je kent verschillende instellingen die behoren tot de sector van de gehandicaptenzorg. Je kunt uitleggen op welke manier de zorg aan cliënten in de gehandicaptensector georganiseerd is. Je kunt benoemen welke cliënten gebruikmaken van welke soorten instellingen die behoren tot de sector van de gehandicaptenzorg.

u' Ac

• • • •

tie

Leerdoelen

7


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Lees theoriebron De GHZ-sector en theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg.

.

Ga naar de website Siza. Vul in het schema in welke ondersteuning geboden wordt en voor welke doelgroep de genoemde ondersteuning bedoeld is.

Theoriebron De GHZ-sector <

Hulp

Website SIZA <

Woontraining

fb .v

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Doelgroepen

Ondersteuning en doelgroep

Ondersteuning thuis

tie

Opdracht 4

Bso Dagbesteding Leren en werken

Ed

Jobcoaching

u' Ac

Moeder- en kindhuis

U

itg

ev

er

ij

Behandeling

8


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Opdracht 5

Lees theoriebron De GHZ-sector. De omschrijving van de volgende personen past bij een doelgroep. Bij welke doelgroep horen ze?

.

Theoriebron De GHZ-sector <

Wie hoort bij welke doelgroep?

Doelgroep

Persoon

u' Ac

Niet-aangeboren hersenletsel Autisme

tie

fb .v

1. Meneer Van Dam heeft een auto-ongeluk gehad, waardoor hij vanaf zijn middel verlamd is. 2. Lisa van tien jaar heeft het syndroom van Down. 3. Mevrouw De Jong heeft een progressieve ziekte, waardoor ze steeds minder kan. 4. Jasper kan na zuurstofgebrek bij een zwemongeluk niet meer het overzicht op het leven behouden. 5. Miranda heeft de geestelijke vermogens van een peuter, daarnaast kan ze niet zien en heeft ze een spasme. 6. Fatima heeft moeite met sociale contacten en is niet in staat om het leven te overzien. 7. Halima werkt en woont zelfstandig, maar ze overziet haar financiĂŤn en huishouden niet.

Lichamelijke beperking

Ed

Lichte verstandelijke beperking

Ernstige meervoudige beperking

U

itg

ev

er

ij

Kinderen met een beperking

9


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Opdracht 6

Je zal het maar hebben Bij het begeleiden van een cliënt is het altijd fijn als je je een beetje kunt verplaatsen in wat de cliënt ervaart. Daarom deze opdracht.

• • •

fb .v

.

Eén persoon voert steeds de opdracht uit, de ander zorgt dat alles veilig blijft en geeft ondersteuning als daarom gevraagd wordt. Wissel iedere keer van rol, zodat jullie allebei alle opdrachtjes gedaan hebben. Probeer eens je veters te strikken of te schrijven of te typen met maar één hand. Probeer te lopen met een blinddoek. Kijk eens naar een filmpje op YouTube met oordopjes of watjes in je oren.

u' Ac

tie

a. Beschrijf in je eigen woorden hoe je deze opdrachten ervaren hebt.

Ed

b. Beschrijf hoe je denkt dat je leven eruit zou zien als je een beperking zou hebben.

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg.

er

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Welke instellingen en voorzieningen ken je?

ij

Opdracht 7

U

itg

ev

Verdeel de klas in groepjes van drie personen. De groepjes krijgen de opdracht om zo veel mogelijk instellingen te bedenken voor mensen met een handicap. Na tien minuten gaan jullie vergelijken. Het groepje dat de meeste instellingen heeft, heeft gewonnen.

10


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg.

.

De omschrijvingen van de volgende hulpvormen passen bij een indeling in de soort hulp. Bij welke soort hulp horen ze? 1. Mevrouw De Vries helpt haar buurvrouw altijd met boodschappen doen. 2. In De Klaproos woont Hazar samen met zijn vier groepsgenoten op de groep waar altijd begeleiding is. 3. Op de Kerkweg wonen jongeren die graag zelfstandig willen leren wonen. 4. In De Witte Reus werkt Emre in de wasserij onder begeleiding van ‘werkmannen’. 5. Onder begeleiding van Hulp Thuis kan Karel prima zelfstandig wonen. 6. Marja woont in de Halve Maan, waar ‘s morgens de begeleiding even langskomt en waar rond het eten altijd begeleiding is. 7. Ymke is altijd blij dat ze kan gaan knutselen met haar groepsgenoten bij De Werkplaats.

fb .v

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Welke instelling hoort bij welke soort voorziening?

tie

Opdracht 8

Soort hulp

Instelling

Activiteitencentrum

u' Ac

24 uurszorg

Arbeidsmatige dagbesteding Ambulante hulp Trainingscentrum Mantelzorg

U

itg

ev

er

ij

Ed

Deeltijdhulp

11


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Casus

Maria is een jongedame van 20 jaar, ze heeft een lichte verstandelijke beperking. Ze woonde tot haar zeventiende thuis bij haar ouders. Haar ouders kregen ondersteuning bij het omgaan met de problemen die ze ondervonden bij de opvoeding van Maria. Maria wilde heel graag zelfstandig gaan wonen en dit heeft ze geleerd in een speciaal huis, dat gericht is op het zelfstandig leren wonen met een beperking. Nu woont ze al een jaar zelfstandig en haar begeleidster Maria komt elke week twee keer langs om haar te helpen met problemen die ze tegenkomt. Maria werkt bij de kinderopvang, waar ze extra begeleiding krijgt van Klaas. Ze is zwanger en haar vriend is ervandoor gegaan. Ze zal binnenkort in een gespecialiseerd huis gaan wonen, om zich voor te kunnen voorbereide op de komst van de kleine. Wanneer de baby er is, zal ze begeleiding krijgen bij de zorg en opvoeding van het kindje.

tie

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg en theoriebron Werken binnen de GHZ.

.

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Welke hulp krijgt Maria?

fb .v

Opdracht 9

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg. Je geeft woorden op die te maken hebben met instellingen. Plaats een spatie en zet daarachter de omschrijving van de zorg en/of begeleiding die hier geboden wordt. Wanneer de kruiswoordpuzzel klaar is, print je die. Ruil je kruiswoordpuzzel met een klasgenoot. Maak de kruiswoordpuzzel van een klasgenoot.

ev

er

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Kruiswoordpuzzel

ij

Opdracht 10

Ed

u' Ac

Lees de casus en schrijf eronder van welke soorten instellingen Maria hulp ontvangt of welke soort hulp ze krijgt.

U

itg

Website Woordzoekers.org <

12


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Website Philadelphia < Website Zozijn <

Verdeel de gegeven sites tussen de verschillende groepjes in de klas. Werk de antwoorden op de volgende vragen uit in een overzicht op één A4’tje: 1. 2. 3. 4.

Waar is de organisatie actief? Welke doelgroepen kan de organisatie bedienen? Welke soorten hulp kan de organisatie bieden? Hoe gaat de aanmelding bij deze organisatie?

Presenteer je bevindingen aan de klas.

tie

Website Elver <

u' Ac

Website Museum ’s Heeren Loo < Website Prismanet <

Ed

Website Amerpoort <

er

ij

Website JP van den Bent < Website ASVZ <

.

Website Siza <

Grote organisaties

fb .v

Opdracht 11

Kahoot-quiz

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg.

ev

Opdracht 12

Speel de quiz De gehandicaptenzorg georganiseerd.

itg

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

U

Quiz De gehandicaptenzorg georganiseerd < Stappenplan Kahoot Student <

13


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg. Ga naar de website Coggle en maak met je groepje een woordspin waarbij je een organisatie in het midden zet. Om de organisatie heen teken je lijnen, waar je allerlei diensten/personen noteert die betrokken zijn bij een organisatie. Van de personen/diensten trek je weer lijnen naar werkzaamheden.

.

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Woordspin: wat hoort allemaal bij een organisatie?

fb .v

Opdracht 13

tie

Website Coggle <

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Voorbeeld.

14


De gehandicaptenzorg georganiseerd

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg. Kijk naar het volgende organigram en vul de diensten in.

.

Facilitaire dienst, regiomanagement Oost, financiĂŤle diensten, cliĂŤntenraad, directie of raad van bestuur, personeelsmanagement, raad van toezicht, woonvorm Koekoek

u' Ac

tie

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

Een organigram

fb .v

Opdracht 14

2. 3. 4.

ij

5.

Ed

1.

6.

er

7.

U

itg

ev

8.

15


Van paradigma naar visie

Van paradigma naar visie

.

Inleiding

fb .v

Verschillende paradigma’s hebben onze kijk op de gehandicaptenzorg beïnvloed, net als de manier waarop je met cliënten omgaat en de zorg die nodig is. Waar komt onze kijk op de zorg voor cliënten vandaan en hoe kunnen we deze in een historisch perspectief plaatsen? Wat is de huidige visie op de gehandicaptenzorg en wat betekent dit voor de zorg voor cliënten?

Leerdoelen

tie

er

ij

Ed

• •

Je kent verschillende paradigma’s die in de gehandicaptenzorg bestaan hebben Je kent de kenmerken van een visie. Je kunt uitleggen wat een paradigma is Je kunt uitleggen op welke manier een paradigma invloed heeft op het uitvoeren van de zorg in de gehandicaptenzorg Je kunt beschrijven op welk paradigma de huidige gehandicaptenzorg gebaseerd is Je kunt beschrijven welke visie op gehandicaptenzorg gedeeld wordt.

u' Ac

• • • •

U

itg

ev

Tegenwoordig is de visie op mensen met een beperking dat ze deel uitmaken van de maatschappij.

16


Van paradigma naar visie

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Paradigma’s en jaartallen Lees theoriebron Van paradigma naar visie en zet het juiste jaartal bij het paradigma: 1250, 1500, 1700, 1800, 1900, 1970, 2015. Paradigma

Jaartal

.

Opdracht 15

fb .v

Een handicap is het gevolg van een ‘aandoening.’ Verschillen in handicaps worden benoemd, zoals auditief, visueel en geestelijk. Ieder mens krijgt hulp naar behoefte.

Onderzoek naar handicaps. Ieder mens moet leven tussen andere mensen.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Paradigma herkennen

Lees theoriebron Van paradigma naar visie en bekijk de uitzending van Andere tijden over Jolanda Venema.

Ed

Opdracht 16

u' Ac

De persoon met een beperking moet hard werken om geen overlast te veroorzaken.

tie

Een handicap betekent aan je lot overgelaten worden.

Beantwoord de volgende vragen.

er

ij

a. Welk paradigma herkende je in het filmpje? Filmpje Jolanda Venema <

c. Wat is er sinds deze beelden naar buiten kwamen, veranderd in de zorg voor cliënten met een verstandelijke beperking?

U

itg

ev

b. Hoe zou jij het vinden als iemand uit jouw familie op deze manier behandeld zou worden?

17


Van paradigma naar visie

Opdracht 17

Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Maak een tijdbalk door bij de onderstaande jaartallen plaatjes, uitspraken of tekeningen te maken die typerend zijn voor die tijd. De jaartallen zijn: 1250, 1500, 1700, 1800, 1900, 1950, 1980, 1990, 2000, 2015. Je kunt een boekje maken waarbij je voor elk jaartal een bladzijde neemt, of een groot stuk papier (behangrol), of gebruikmaken van een digitaal programma als Timeline 2.

Opdracht 19 Theoriebron: Van paradigma naar visie <

Ga naar de website van Woordwolk. Kies in de menubalk ‘Woordenlijst’. Kies ‘Plak/type tekst’. Typ woorden die je kunt bedenken die horen bij een hedendaagse visie. Kies ‘Toepassen’ en je woordwolk verschijnt. Je kunt de woordwolk aanpassen door te kiezen voor: vorm, thema, kleuren of lettertype.

tie

Website woordwolk.nl <

Lees theoriebron Van paradigma naar visie.

u' Ac

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Woordwolk: visie

Visie?

Lees theoriebron Van paradigma naar visie.

Lees het verhaal van Sharon op de site van Siza en schrijf op welke kenmerken je van een visie terugziet.

Ed

Opdracht 18

U

itg

ev

er

ij

Pagina SIZA Sharon <

18

fb .v

.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Een tijdbalk


Van paradigma naar visie

Opdracht 20

Lees theoriebron Van paradigma naar visie.

Casus

.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Paradigma

Opdracht 21

Geschiedenis

Lees theoriebron Van paradigma naar visie.

Vul de ontbrekende woorden in bij de beschrijving.

opgesloten, last, samenleving, beschermde omgeving, volwaardig, verstandelijke beperking, gestichten, midden in, erbarmelijke, idioten

Ed

Theoriebron Van paradigma naar visie <

u' Ac

tie

Lees de casus en beschrijf welk paradigma je terugziet.

fb .v

Johannes woont in Klagenberg, een grote instelling waar met hem nog driehonderd mensen met een verstandelijke beperking wonen. Johannes kan niet veel zelf. Hij zit op zijn bed en af toe komt een zuster hem zijn pillen geven. De pillen zorgen ervoor dat Johannes rustig blijft. Hij verblijft op een slaapzaal met nog twintig gehandicapte mannen. De zusters zijn er erg druk mee. De dokter heeft hem onderzocht toen hij klein was en vastgesteld welke pillen nodig zijn om Johannes rustig te houden.

Rond 1900: verborgen leven

Begin twintigste eeuw keek men heel anders aan tegen mensen met een Wat nu een scheldnaam is, was toen een gebruikelijke term:

. . Het beeld

ij

van gekken of idioten was voor lange tijd die van mensen die buiten de vielen en

werden in

. Of ze woonden thuis, soms onder

er

omstandigheden in hokken en schuurtjes. Zo waren ze niemand tot

. Tegenwoordig maken mensen met een verstandelijke beperking naar

ev

vermogen

deel uit van de samenleving. Ze werken en wonen in een

op de voormalige terreinen of in een gewoon huis

in

U

itg

de wijk.

19


Van paradigma naar visie

Opdracht 22

Lees theoriebron Van paradigma naar visie en kijk op de website van Museum ’s Heeren Loo. a. Op welke manier was de familie betrokken bij haar gehandicapte kind of verwant? 1920

b. Ging Jopie in 1955 in de vakanties naar huis? Wie regelde dat zij een andere plek kreeg om te wonen?

tie

Website Museum ’s Heeren Loo <

fb .v

.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Betrokkenheid van ouders door de geschiedenis

u' Ac

c. Op welke manier werd er vanaf de jaren ’80 hulp georganiseerd waardoor ouders betrokken konden blijven?

Ed

d. Vond de moeder uit 1993 het moeilijk dat haar kind naar een instelling moest gaan?

ev

er

ij

e. Op welke manier wordt in de 21ste eeuw ondersteuning geboden aan Gerwin en Sabine en op welke manier onderhouden zij contact met hun familie/ouders?

Opdracht 23

itg

Theoriebron Van paradigma naar visie <

U

Quiz Paradigma’s in de gehandicaptenzorg < Stappenplan Kahoot Student <

20

Kahoot-quiz: paradigma’s in de gehandicaptenzorg Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Speel de Quiz Paradigma’s in de gehandicaptenzorg.


Van paradigma naar visie

Opdracht 24

Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Lees onderstaande beschrijving van het ontwikkelingsmodel. Bedenk een cliĂŤnt en schrijf een casus van ongeveer 250 woorden waarin duidelijk wordt hoe een cliĂŤnt nu anders wordt benaderd dan in de periode van het ontwikkelingsmodel.

fb .v

.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Schrijf een casus met een paradigma

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Het ontwikkelingsmodel (1960-1970) Dingen die in deze periode vanzelfsprekend waren in bijvoorbeeld instellingen werden nu veranderd. Zo kwamen er psychologen in plaats van artsen, waardoor ze meer keken naar het gedrag van mensen met een verstandelijke beperking. Vanaf dit moment werd ook meer de nadruk gelegd op gelijkheid en werd iemand met een verstandelijke beperking niet meer gezien als iemand die ziek was, maar als een persoon met een achterstand in de ontwikkeling. Mensen met een verstandelijke beperking hebben net zoveel recht op een zo normaal mogelijk leven als ieder ander zonder beperking; dit heet ook wel de normalisatiegedachte genoemd. Dit betekende niet dat ze zich volledig moesten aanpassen aan de harde eisen van de maatschappij, al dachten sommige mensen dat dit wel zo moest zijn.

21


Van paradigma naar visie

Opdracht 25

Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Verdeel het lokaal in drie hoeken: een nee-hoek, een ja-hoek en een soms-hoek. Geef duidelijk aan wat de ja-, nee- of soms-hoek is.

tie

fb .v

.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Ren je rot

Voorbeeld in lokaal.

u' Ac

Stel de vragen en laat de studenten rennen naar de hoek die ze van toepassing vinden. Vraag studenten hun keus te motiveren. a. Mensen met een beperking wonen altijd in de woonwijk.

Ed

b. Mensen met een beperking moeten ook gewoon naar school.

er

ij

c. Mensen met een beperking hoeven niet te werken.

ev

d. Mensen met een beperking mogen zelf meepraten over de zorg die ze krijgen.

U

itg

e. Mensen met een beperking worden in bescherming genomen tegen fouten.

22

f. Mensen met een beperking leren zo veel mogelijk zelf te doen.


Van paradigma naar visie

Opdracht 26

Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Ga met zijn vieren bij elkaar aan een tafel zitten. Leg een vel A3- of A4-papier in het midden. Zet een groot vierkant in het midden van het blad en verdeel de rest van het blad in vier vlakken (zie afbeelding).

Voorbeeld placemat.

u' Ac

tie

fb .v

.

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Placemat: de huidige maatschappij

Zorg dat je allemaal een pen of potlood hebt en een markeerstift.

ev

er

ij

Ed

Denktijd: schrijf allemaal in je eigen vlak die activiteiten waarvan jij denkt dat deze horen bij gehandicaptenzorg in de huidige maatschappij. Rondpraat: bespreek ieders lijst. Student 1 licht zijn antwoord toe, daarna met de klok mee student 2, 3 en 4. Zet na de rondpraat die dingen waar jullie het over eens zijn in het middelste vlak. Vergelijk met andere groepjes de kenmerken die ieder groepje heeft bedacht over gehandicaptenzorg in de huidige maatschappij.

Opdracht 27

U

itg

Theoriebron Van paradigma naar visie < Website SIZA < Website Zozijn <

Verschillende visies Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Vergelijk de visies zoals deze geformuleerd zijn op de sites. Welke overeenkomsten zie je? Elver: visie Wij bieden mensgerichte zorg. De behoefte van de cliĂŤnt staat daarbij centraal. De verwanten van mensen met een beperking zijn natuurlijke partners. Wij zorgen voor een helende omgeving en investeren in een gezonde organisatie en gemotiveerde medewerkers. Zozijn: visie Alle mensen zijn gelijkwaardig. Dat is het uitgangspunt voor Zozijn. We vinden dat iedereen moet kunnen deelnemen aan de samenleving. Het is onze opdracht om op professionele wijze bij te dragen aan de ontwikkeling van mensen met een beperking.

Website Elver <

23


Van paradigma naar visie

De cliënten bij Zozijn hebben, zo veel als mogelijk, regie op hun eigen leven. We vinden dat ieder mens eigen keuzes moet kunnen maken. Zozijn helpt, ondersteunt en begeleidt daarbij waar dat nodig is. Integer en vindingrijk

fb .v

.

Integer en vindingrijk zijn voor ons kernwaarden. Zozijn is een betrouwbare organisatie die eerlijk en oprecht omgaat met de belangen van mensen met een beperking en hun omgeving. De medewerkers van Zozijn zijn vaardig in het bedenken van oplossingen. Het doel van zorg, ondersteuning of begeleiding is dat een cliënt deel kan nemen aan de samenleving en dat een verbetering optreedt in zijn of haar ontwikkeling en gezondheid.

u' Ac

tie

Siza: visie Ieder mens wil van betekenis zijn, verantwoordelijkheid nemen, kansen scheppen en plezier hebben, elke dag opnieuw. Leven met een beperking vraagt om een andere inrichting van het leven. Dat is niet altijd een eenvoudige zaak. Vaak moet je meer hindernissen overwinnen. Maar net zoals zo veel anderen willen mensen met een beperking niet altijd afhankelijk zijn van anderen. Want ook als je een beperking of chronische ziekte hebt, wil je je leven zo kunnen leiden als jij dat wilt.

Ed

Siza ondersteunt daarbij. Onze zorg en dienstverlening is erop gericht dat jij zo veel mogelijk je eigen keuzes kunt maken, met onze ondersteuning op de momenten dat je dat nodig hebt. Wij dagen je uit om samen met ons de grenzen van je eigen kunnen te verkennen. Door samen op zoek te gaan naar oplossingen die je in staat stellen het leven te leiden zoals jij dat wilt. Met hulp van mensen uit je omgeving, maar ook met gebruik van slimme technologie.

ev

er

ij

Wij bieden hulp aan een kwetsbare groep in de samenleving: jeugdigen van 0–23 jaar die leven met een beperking – bij henzelf of bij (één van) hun ouders – en waarbij opvoed- en opgroeiproblemen zijn ontstaan.

Opdracht 28

U

itg

Theoriebron Van paradigma naar visie <

24

Je eigen visie Lees theoriebron Van paradigma naar visie. Formuleer nu je eigen visie op de zorg voor gehandicapten, waarbij je ten minste drie kernwaarden noemt.


fb .v

De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

.

De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Inleiding

tie

De gehandicaptenzorg ontwikkelt zich voortdurend. De manier waarop we naar cliënten in de gehandicaptenzorg kijken, brengt ook knelpunten met zich mee. Een van de knelpunten is hoe we omgaan met seksualiteit, kinderwens en ouderschap van cliënten. Wat is het beleid hiervoor?

• • •

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Bekijk het filmpje Een boodschap van Dave. Geef van de volgende situaties aan of het gaat om eigen regie. a. Marie mag geen panty’s aan. Een panty gaat te snel stuk en is lastig over het incontinentiemateriaal te krijgen.

er

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Eigen regie of niet?

ij

Opdracht 29

Je kent verschillende actuele ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg. Je kent het beleid van zorginstellingen ten aanzien van seksualiteit, kinderwens en ouderschap van cliënten. Je kunt beschrijven welke knelpunten we tegenkomen bij de actuele ontwikkelingen in de GHZ. Je kunt beschrijven wat de impact is van het beleid van zorginstellingen ten aanzien van seksualiteit, kinderwens en ouderschap van cliënten.

Ed

u' Ac

Leerdoelen

b. Dolf werkt op een zorgboerderij en zorgt met veel plezier voor de koeien.

c. Adil wil samenwonen met zijn vriendin, maar dat vindt de begeleiding niet goed.

d. Gulnur wil haar haar ingevlochten hebben, maar de begeleiding heeft geen tijd.

U

itg

ev

Filmpje Een boodschap van Dave <

25


De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Theoriebron Van paradigma naar visie <

Kenmerken van ontwikkelingen Lees theoriebron Van paradigma naar visie.

Bekijk het filmpje Wat is jouw verhaal? met de groep. Schrijf kenmerken op die een voorbeeld zijn van ontwikkelingen in de zorg. Vergelijk de gevonden kenmerken en bespreek deze.

u' Ac

Opdracht 30

Stellingen seksualiteit, kinderwens en kinderen krijgen Lees theoriebron Werken binnen de GHZ.

ij

Maak in tweetallen twee goede stellingen en kies uit de volgende onderwerpen: • seksualiteit tussen gehandicapten • relaties tussen gehandicapten • masturbatie • hulp bij seksualiteit van gehandicapten • kinderwens van gehandicapten • begeleiden van gehandicapten die kinderen krijgen • begeleiden van gehandicapten die kinderen hebben.

ev

er

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Ed

Filmpje Wat is jouw verhaal? <

Opdracht 31

U

itg

De stellingen bespreek je in de groep.

26

tie

fb .v

.

e. Vul de opdracht aan met vier eigen voorbeelden van eigen regie of niet.


De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Opdracht 32

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Bekijk de filmpjes. Lees de volgende casussen en schrijf op hoe jij zou reageren.

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Omgaan met de seksualiteit of kinderwens van de cliënt

fb .v

tie

Filmpje Casanova Sjoerd uit Down voor Dummies is goed met de vrouwtjes <

a. Leo is een man met een matige verstandelijke beperking. Hij vindt het heerlijk om met zijn handen aan zijn geslacht te zitten. Het liefst laat hij zijn broek zakken en speelt met zichzelf.

b. Het beleid in het huis waar jij werkt, is dat je de cliënt waar mogelijk ondersteunt. Wanneer twee cliënten seks willen en daar lichamelijk niet goed toe in staat zijn, wordt van de begeleiding verwacht dat zij de cliënten helpen; bijvoorbeeld door twee cliënten samen bloot in bed leggen.

u' Ac

Filmpje Down for Dummies - Wat is seks? <

Impressie van de verloving van Tobi en Rochelle <

er

ij

Ed

c. Devran woont bij jou op de woongroep. Hij is hopeloos verliefd op je en grijpt iedere gelegenheid aan om aan je te zitten.

e. Ida en Emrah zijn al een poosje verliefd op elkaar en willen seks hebben.

U

itg

ev

d. Selma is 22 jaar en heeft als groot toekomstbeeld: samenwonen met haar vriendje en dan kinderen krijgen.

27


De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Opdracht 33

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Gebruik onderstaande woorden om de casus in te vullen: bepalen, deeltijdbegeleiding, zorgboerderij, regie, begeleidingsplan, gamet, nuttig, niet-aangeboren hersenletsel, mogelijk, bijdrage, rekenen, leren, niet, kiezen Beantwoord de slotvraag.

fb .v

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Knelpunten

Jonas is een jongeman van 20 jaar. Hij heeft geprobeerd om zelfmoord te plegen, waardoor hij in coma is geraakt. Sinds het ontwaken heeft hij hij in de woongroep waar

. Na revalidatie woont

is. Hij wil niet meer bij zijn ouders wonen. Het

liefst woont hij helemaal op zichzelf, net als zijn leeftijdgenoten.

zijn doelen opgenomen die hem gaan helpen op weg naar

zelfstandigheid. Zo gaat hij

koken en wassen.

Jonas is nogal eigenwijs en wil veel zelf

. Hij vindt bijvoorbeeld dat hij

om altijd hamburgers te eten als hij daar zin in heeft. Natuurlijk

heeft hij zelf de

u' Ac

ervoor mag

tie

In zijn

over zijn leven, maar hamburgers bakken is niet wat de

begeleiding zich voorstelt bij zelf koken.

Samen met zijn jobcoach gaat Jonas onderzoeken welke aan de maatschappij. Uiteraard wil hij zelf ook

zijn in het leven. Al snel

lukt om op tijd op te staan. Dit vinden ze op de

Ed

blijkt dat het Jonas

hij kan leveren

waar hij werkt niet prettig, ze

gesprek kom je erachter dat Jonas tot diep in de nacht gaat om 22.00 uur naar huis en ziet dit niet. Is het voor Jonas wel

wel op hem. In een . De begeleiding om te

Een casus met knelpunten schrijven

er

Opdracht 34

ij

wonen met begeleiding die er niet altijd is?

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Schrijf een casus over een persoon met een handicap en knelpunten die je tegen kunt komen in de begeleiding of zorg voor deze persoon.

U

itg

ev

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

28


De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Opdracht 35

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Het beleid van de instelling waar je werkt is erop gericht dat de cliënten gestimuleerd worden om keuzes te maken en dat ze steun krijgen in deze keuzes. In het huis waar jij als begeleider komt, wonen zes cliënten met een lichte tot matige handicap. Het uitgangspunt is dat deze mensen door het leven te ervaren en tegen dingen aanlopen begeleid kunnen worden. Zij zullen dan inzien wat er niet goed gaat en waar ze hulp bij nodig hebben.

fb .v

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

De impact van het beleid van een instelling 1

Door dit beleid zijn de onderstaande situaties ontstaan. Beschrijf hoe je als begeleider de cliënt zou kunnen ondersteunen. Houd er rekening mee dat de cliënt zelf keuzes blijft maken over seksualiteit, relaties, kinderwens en ouderschap in de volgende situaties.

tie

a. Imca wil dolgraag een vriendje, ze gaat elke avond naar het café op zoek naar een jongen. Ze wordt vaak (seksueel) gebruikt en daarna gedumpt.

u' Ac

b. Kobus geeft geld uit om vrienden te ‘kopen’, die hem vervolgens dumpen.

U

itg

ev

er

ij

Ed

c. Sarah wil graag een kindje met haar vriend.

29


De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Lees theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg.

Beleid

Voordelen

De cliënt maakt zelf keuzes en de begeleiding ondersteunt deze keuzes. De begeleiding bespreekt met de cliënt (en verwanten) de leerdoelen en bijbehorende afspraken.

u' Ac

De begeleiding bespreekt welke zorg men kan en wil bieden en de cliënt kiest voor deze woonvorm.

Nadelen

De cliënt moet zo veel mogelijk participeren in de samenleving en wonen en werken in de wijk.

U

itg

ev

er

ij

Ed

De cliënt krijgt de zorg en begeleiding in een instelling afgesloten van de samenleving.

30

.

Schrijf in het schema bij het beleid van een instelling de voor- en nadelen.

fb .v

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg <

De impact van het beleid van een instelling 2

tie

Opdracht 36


De kwaliteit van de zorg

De kwaliteit van de zorg

.

Inleiding

fb .v

Om de zorg voor de cliënten in de gehandicaptenzorg optimaal te laten zijn, zijn er speciaal voor deze branche methodieken ontwikkeld. Ook zijn er kaders ontwikkeld om de kwaliteit binnen de gehandicaptenzorg te bewaken.

Leerdoelen

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ en lees de casus.

Lyonard is een man van 32 jaar. Hij heeft een verstandelijke beperking en woont samen met vijf andere cliënten in Rozengaarde, een gewoon huis in een gewone straat. De begeleiding is 24 uur aanwezig en zorgt ervoor dat de structuur in huis helder is. Ze hebben bijvoorbeeld een pictobord waarop de dag in plaatjes op volgorde is gezet (opstaan, ontbijten, aankleden, werken, terugkomen, iets drinken, rusten, eten, avondafspraken en naar bed). Lyonard heeft het goed naar zijn zin in Rozengaarde. Hij vindt het leuk om in een gewone straat te wonen en gaat wel eens op bezoek bij de buren. Meestal is hij vrolijk en behulpzaam. Soms gaat het mis, vooral als er in zijn omgeving iets gebeurt wat hij niet overziet. Met de begeleiding is afgesproken dat hij dan naar zijn kamer gaat om af te koelen. Daarna gaan ze bespreken wat er is gebeurd. Dit zit er zo ingebakken dat Lyonard al zelf naar zijn kamer gaat als hij onrustig of boos wordt. Lyonard wil zo veel mogelijk zelf zijn leven leiden. Hij is momenteel aan het leren om zelfstandig de tafel te dekken voor het avondeten. In het weekend gaat hij vaak bij zijn ouders of broers op bezoek.

er

ij

Ed

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Hoort dit bij een methodiek of niet?

u' Ac

Opdracht 37

Je kent branchespecifieke methodieken. Je kent kwaliteitskaders. Je kunt benoemen welke branchespecifieke methodieken momenteel actueel zijn. Je kunt benoemen wat branchespecifieke kwaliteitskaders zijn.

tie

• • • •

ev

Haal uit de casus vier voorbeelden waar je een methodiek herkent. 1.

3. 4.

U

itg

2.

31


De kwaliteit van de zorg

Opdracht 38

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Ga naar Kahoot.it en speel de quiz Branchespecifieke methodieken.

Quiz Branchespecifieke methodieken < Stappenplan Kahoot Student <

Lees theoriebron De kwaliteit van de zorg.

Ga met zijn vieren bij elkaar aan een tafel zitten. Leg een vel A3- of A4-papier in het midden. Zet een groot vierkant in het midden van het blad en verdeel de rest van het blad in vier vlakken. Zie afbeelding.

er

ij

Ed

Theoriebron De kwaliteit van de zorg <

Placemat: kwaliteit

u' Ac

Opdracht 39

tie

fb .v

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Kahoot-quiz: branchespecifieke methodieken

Voorbeeld placemat.

U

itg

ev

Zorg dat je allemaal een pen of potlood hebt en een markeerstift. Denktijd: schrijf allemaal in je eigen vlak alles waarvan jij denkt dat hoort bij het woord ‘kwaliteit’. Rondpraat: bespreek ieders lijst. Student 1 licht zijn antwoord toe, daarna met de klok mee student 2, 3 en 4. Zet na de rondpraat die dingen waar jullie het over eens zijn in het middelste vlak. Vergelijk met andere groepjes. Herhaal de oefening voor kwaliteit in de zorg.

32


De kwaliteit van de zorg

Theoriebron De kwaliteit van de zorg <

Wie bepaalt de kwaliteit? Lees theoriebron De kwaliteit van de zorg. Geef bij onderstaande casus aan wat de kwaliteit is volgens cliënt, begeleiding, verwanten en overheid.

.

Opdracht 40

fb .v

Casus

tie

Gerard woont samen met drie andere cliënten in een huis voor begeleid wonen. Gerard is 25 jaar en vindt dat hij alles zelf kan beslissen. Hij vindt de begeleiding eigenlijk niet zo nodig. De mannen koken zelf, doen hun eigen was, werken in een beschermde omgeving en kiezen zelf hun vrijetijdsbesteding. Gerard vindt de begeleiding alleen van toegevoegde waarde als hij aan het eind van de maand niet met zijn financiën uitkomt en in paniek een beroep doet op hulp.

u' Ac

Gerard wil dan geld lenen, maar dat vindt de begeleiding niet goed. Hij is volgens de begeleiding zelf verantwoordelijk, ook al heeft dit tot gevolg dat hij dit weekend niet uit kan gaan. Gerard is boos en besluit geld van zijn medebewoner te ‘lenen’. Deze medebewoner is boos en schakelt de begeleiding in. In een goed gesprek komt de begeleiding met de heren tot een oplossing. Ze schrijven wel twee incidentenrapporten waaruit blijkt dat het gaat om diefstal en een rapport over de ruzie.

Ed

De verwanten van de cliënten krijgen dit te horen. Zij uiten hun onvrede over het incident en vinden dat Gerard beter begeleid moet worden bij de besteding van zijn financiën. De begeleiding is ontevreden over de gang van zaken. Zij vindt dat ze meer uren moet krijgen om vaker aanwezig te zijn in dit huis en zo de cliënten beter te begeleiden op momenten dat het nodig is.

er

ij

a. Kwaliteit uit cliëntperspectief

ev

b. Kwaliteit uit begeleidingsperspectief

d. Kwaliteit uit overheidsperspectief

U

itg

c. Kwaliteit uit verwantenperspectief

33


De kwaliteit van de zorg

Opdracht 41

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ Bekijk de volgende filmpjes: Gehandicapte Brandon al drie jaar vastgeketend aan de muur, Situatie Brandon verbetert binnen veertien dagen, Brandon bezoekt de kinderboerderij, Brandon een jaar later.

Filmpje Gehandicapte Brandon al 3 jaar vastgeketend aan de muur <

fb .v

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Welke methodiek kies je?

Bespreek in tweetallen wat er is veranderd in de methodiek in het omgaan met Brandon. Beschrijf dit in ongeveer 250 woorden.

u' Ac

tie

Filmpje Situatie Brandon verbetert binnen 14 dagen < Filmpje Brandon bezoekt de kinderboerderij <

Lees theoriebron Werken binnen de GHZ. Lees de volgende casus.

Casus

er

Theoriebron Werken binnen de GHZ <

Kies een methodiek

ij

Opdracht 42

Ed

Filmpje Brandon een jaar later <

Fatih is een jongeman van 18 jaar. Hij heeft een lichte verstandelijke beperking. Hij wordt door jullie begeleid nadat hij met de politie in aanraking is geweest. Hij blijkt verslaafd aan blowen. Zijn ouders weten zich geen raad met hem, zo bleek in het contact met de politie. Het wijkteam is ingeschakeld en via dit wijkteam is er ambulante begeleiding gestart voor Fatih. Je zoekt een erkende methodiek voor de begeleiding van Fatih en kijkt op het kennisplein gehandicaptenzorg bij de erkende interventies.

U

itg

ev

Website Kennispleingehandicaptensector.nl <

34

Je kiest de methodiek waarvan jij denkt dat deze past bij Fatih en onderbouwt waarom je deze kiest.


De kwaliteit van de zorg

Opdracht 43

Lees theoriebron De kwaliteit van de zorg. Een wedstrijdje: Neem tien minuten bedenktijd. Je mag internet gebruiken. Schrijf in tweetallen zo veel mogelijk manieren op om kwaliteit te meten. Wie in de klas heeft de meeste manieren gevonden? Bespreek met elkaar of de manieren om kwaliteit te meten ook goede manieren zijn. Heeft iemand aanvullingen?

Lees theoriebron De kwaliteit van de zorg en werkmodel SMART.

Bij de dagbesteding De Groenstroom is er ook aandacht voor kwaliteitsverbetering. Nu is dit knelpunt gesignaleerd: cliënten vinden het lastig dat ze moeten intekenen op een dagdeel of dag voor de dagbesteding. Een paar oudere cliënten zouden het fijn vinden wanneer ze bijvoorbeeld van 11.00 tot 15.00 uur kunnen komen. Ze kunnen dan rustig opstaan en maken een dag die niet zo lang is. Het aanbod van de dagbesteding beter laten aansluiten op de behoefte van de cliënt kan weleens een goede verbetering van de kwaliteit zijn.

u' Ac

Theoriebron De kwaliteit van de zorg <

Branchespecifieke kwaliteitskaders

tie

Opdracht 44

fb .v

.

Theoriebron De kwaliteit van de zorg <

Kwaliteit meten

Werkmodel SMART <

U

itg

ev

er

ij

Ed

Aan jou en je collega wordt gevraagd om een SMART-doel te beschrijven en te onderzoeken welke voor- en nadelen er kleven aan deze flexibele dagbesteding, en welke meetinstrumenten te gebruiken zijn om te onderzoeken of het doel gehaald wordt.

35


Theoriebron De GHZ-sector

.

Theoriebron De GHZ-sector

fb .v

Inleiding

tie

Mensen met een handicap hebben soms professionele ondersteuning nodig. Welke ondersteuning en waar, hangt af van de handicap en de invloed die deze heeft op het dagelijks functioneren van de cliënt. Mensen met een handicap hebben net als jij dromen, wensen, ideeën en hobby’s.

Handicap

u' Ac

Een handicap is een beperking, een belemmering in iemands functioneren. Een handicap kan aangeboren zijn, maar ook later zijn ontstaan door ziekte of een ongeluk. Er zijn twee hoofdsoorten beperkingen: • een verstandelijke beperking • lichamelijke beperkingen.

Ed

Verstandelijke beperking

er

ij

Cliënten met een verstandelijke beperking hebben een cognitieve achterstand die ontstaan is voor hun achttiende levensjaar. Als de verstandelijke beperking na het achttiende levensjaar is gekomen, spreken we van niet-aangeboren hersenletsel. De cognitieve achterstand heeft gevolgen voor de sociale (zelf)redzaamheid van cliënten. Mensen met een verstandelijke beperking hebben ondersteuning nodig om te kunnen functioneren in de maatschappij. Hoeveel ondersteuning nodig is en door wie deze geboden moet worden, hangt af van de mate van de beperking en het beschikbare sociale netwerk van de cliënt. Er zijn grote verschillen in de mate van beperking: van licht verstandelijk beperkt tot een diepe verstandelijke beperking.

U

itg

ev

Cliënten met een verstandelijke beperking kunnen niet altijd goed uitdrukken in woorden wat ze willen of voelen, maar laten wel met hun gedrag merken dat er iets is. Als hulpverlener dit gedrag begrijpen is niet altijd even gemakkelijk en er goed mee omgaan vraagt vaak specialistische kennis en vaardigheden. Er zijn centra die gespecialiseerd zijn in het omgaan met onbegrepen gedrag, vaak moeilijk verstaanbaar gedrag genoemd.

36


Theoriebron De GHZ-sector

Lichamelijke beperkingen

fb .v

.

Lichamelijke beperkingen houden in dat de cliënt door problemen aan zijn lichaamsdelen of organen gehinderd wordt in zijn handelen en/of bewegen. Lichamelijke beperking is een verzamelnaam voor: • motorische handicaps • zintuiglijke handicaps • spraak/taalhandicaps • bewustzijnsstoornissen • andere functiestoornissen.

tie

Er zijn vele oorzaken en vormen van lichamelijke beperkingen; de vier belangrijkste zijn spina bifida, spierziekte, spasticiteit en ongelukken.

Combinatie van beperkingen

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Cliënten kunnen ook een combinatie van een lichamelijke en een verstandelijke beperking hebben; dit heet een meervoudige beperking. Cliënten met een meervoudige beperking hebben vaak op vele gebieden in hun leven ondersteuning nodig. Doordat er twee of meer beperkingen zijn, is de zorg complexer. De combinatie van beperkingen kan heel verschillend zijn, ook voor de ondersteuning die deze cliënten nodig hebben. Als er een combinatie is van een verstandelijke beperking en een lichamelijke beperking, spreken we van een ernstige meervoudige beperking (EMB).

37


Theoriebron Van paradigma naar visie

.

Theoriebron Van paradigma naar visie

fb .v

Inleiding

Een paradigma

tie

Door de jaren heen is onze kijk op mensen met een beperking en de zorg voor hen veranderd. Rond 1700 werden kinderen die geboren werden met een ernstige beperking nog gezien als misgeboorten, die snel zouden sterven. Hier staken ouders dan ook geen energie in. Tegenwoordig is de visie op mensen met een beperking en de bijbehorende zorg zo veranderd dat ze deel uitmaken van de maatschappij. Hoe is deze verandering gekomen?

u' Ac

Een paradigma is een samenhangend idee met theorieën over de manier waarop we dingen verklaren en benaderen. Paradigma’s hebben invloed op de manier waarop mensen denken over mensen en samenleven. Belangrijke paradigmashifts uit het verleden waren bijvoorbeeld het besef dat de aarde rond was en niet plat. Dit besef maakt het mogelijk om de wereld rond te reizen en andere culturen te ontdekken. Het besef dat alle verschijnselen niet afhangen van de grillen van goden, betekent dat we andere manieren kunnen vinden om oorzaken en gevolgen te ontdekken – de start van onderzoek en wetenschap.

Ed

Verschillende paradigma’s hebben invloed op de visie op de gehandicaptenzorg en bepalen de manier waarop we naar mensen met een beperking kijken en de zorg voor hen. Een nieuwe paradigmashift zou kunnen zijn dat we ontdekken dat we deel uitmaken van een melkwegstelsel met mogelijkheden voor leven.

er

ij

Geschiedenis van de gehandicaptenzorg Om de huidige visie op de gehandicaptenzorg te kunnen plaatsen moeten we inzicht hebben in het verleden en de ontwikkeling van de gehandicaptenzorg. In vogelvlucht behandelen we: • de middeleeuwen • de negentiende eeuw • de twintigste eeuw.

ev

Website Canon <

U

itg

Website Museum ’s Heeren Loo <

38

Als je meer over dit onderwerp wilt lezen, zijn de Canon gehandicaptenzorg en het virtueel museum ’s Heeren Loo leuke sites om te bekijken.

Middeleeuwen Met de middeleeuwen wordt de periode vanaf ongeveer 500 tot 1500 na Christus bedoeld. Aan het begin hiervan dacht men dat een handicap de boosheid van een god was, aan iemand met een handicap werd geen aandacht besteed en een snelle dood volgde. Bij lichte handicaps vonden mensen je een ‘dorpsgek’. Rond 1450 ontstonden dolhuizen, waar mensen met een handicap werden opgeborgen en aan het werk gezet.


Theoriebron Van paradigma naar visie

Negentiende eeuw

fb .v

.

De negentiende eeuw is de periode van 1800 tot 1900 na Christus. Rousseau kwam met het idee dat mensen niet ‘schepselen van God’ maar ‘maaksels der mens’ zijn. Onder invloed van dit idee probeerde Philip Itard een jongen op te voeden die op twaalfjarige leeftijd in een bos gevangen was, ‘de wilde van Aveyron’, en hij had hier succes mee. Daarna stichtten mensen als Seguin, Down en Guggenbühl speciale scholen waar ze gehandicapte kinderen onderzochten en waar ze probeerden de kinderen iets te leren om zich te ontwikkelen. In 1855 opende Koetsveld de eerste idiotenschool in Den Haag.

Twintigste eeuw

tie

De twintigste eeuw is de periode van 1900 tot 2000 na Christus. Rond 1900 begon de oprichting van diverse grote instellingen. Jacob Juch was baanbrekend op het gebied van het activeren van mensen met een handicap en arbeidsmatige dagbesteding. In 1957 startte de opleiding tot Z-verpleegkundige, die in 1978 een wettelijke erkenning kreeg, waarmee de zorg aan gehandicapten verder professionaliseerde. In 1952 ontstonden de eerste ouderverenigingen en in 1985 de eerste belangenvereniging ‘Onderling sterk’. In 1988 reageerde Nederland geschokt op foto’s van Jolanda Venema, die naakt aan de muur was vastgeketend. Dit was de aanzet tot meer gespecialiseerde begeleiding. De nadruk kwam meer te liggen op integratie: iedereen moet kunnen samenleven in de maatschappij. Mensen werden in kleinere woongroepen in de wijk geplaatst.

u' Ac

Filmpje Jolanda Venema <

Ed

De laatste paradigmashift

U

itg

ev

er

ij

Ieder mens is gelijkwaardig in onze huidige maatschappij en zal hierin naar vermogen participeren. ‘Van verzorgingsstaat naar participatiemaatschappij’ zo sprak koning Willem-Alexander in de troonrede van 2013. Mensen met een ‘vlekje’ krijgen niet langer een inkomen en een plek in een tehuis of achter de geraniums. Ieder mens draagt naar eigen kunnen bij aan de maatschappij. Hiermee krijgt iedereen ook de verantwoordelijkheid en regie om naar eigen mogelijkheden zijn of haar leven zin te geven en zich nuttig te maken. Dit betekent een grote verandering. Mensen kunnen niet meer afwachten en zorg ontvangen. Er wordt verwacht dat iemand gaat kijken wat hij wel kan, met hulp van anderen. Daarna krijgt iemand hulp aangeboden waar dat nodig is en gevraagd wordt.

39


Theoriebron Van paradigma naar visie

Visie op gehandicaptenzorg

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

De invloed van de laatste paradigmashift op de visie op gehandicaptenzorg is groot. Mensen worden aangesproken op hun kracht en er wordt gekeken hoe die door empowerment vergroot kan worden. Een voorbeeld hiervan is een Eigen Kracht-conferentie (EKC), waarbij ze eerst kijken welke hulp er in het netwerk mogelijk is voordat professionele hulp wordt ingeschakeld. Mensen met een handicap hebben meer de regie over hun eigen leven en bepalen mee hoe hun leven eruitziet. Daarnaast moet iedereen naar vermogen bijdragen aan de maatschappij, en krijgt dagbesteding steeds vaker een zakelijk karakter. Mensen met een handicap die kunnen participeren in het ‘gewone’ bedrijfsleven worden gestimuleerd en begeleid om te werken en te leren, en zo hun talenten te ontdekken en te ontplooien. Mensen met een handicap vergroten hun vaardigheden en doen sociale contacten op.

U

itg

ev

er

ij

Een Eigen Kracht-conferentie wordt georganiseerd om te kijken wat mensen zelf kunnen met behulp van familie en bekenden.

40


Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

fb .v

.

Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg Inleiding

u' Ac

tie

Alle mensen moeten de mogelijkheid hebben om naar eigen kunnen te participeren in de maatschappij. Iedereen moet de zorg krijgen die nodig is om op een menswaardige manier te leven en te participeren. Doordat we te maken hebben met verschillende doelgroepen en verschillende mensen binnen deze doelgroepen, is de zorg zo georganiseerd dat iedereen een plek moet kunnen vinden die recht doet aan zijn mogelijkheden en onmogelijkheden. ‘Mensen voeren regie over hun eigen leven en van daaruit ook regie over de zorg en ondersteuning die zij ontvangen.’

Ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

U

itg

ev

er

ij

Ed

De ontwikkeling in de gehandicaptenzorg is dat ieder mens zelf de regie over zijn of haar leven heeft. Het gaat erom dat mensen invloed moeten kunnen uitoefenen op wat er met hen gebeurt. Dit kunnen kleine keuzes zijn, zoals de keus voor het broodbeleg of de kleding die iemand wil dragen. Maar ook op grote beslissingen – zoals de ondersteuning die gewenst is, waar iemand wil wonen of werken – moeten mensen met een handicap (of hun verwanten) invloed hebben. Dit uitgangspunt betekent dat het beïnvloeden van de leefomgeving voor alle cliënten mogelijk moet worden, zoals ook blijkt uit het Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg 2.0. Dit is gemaakt in een samenwerkingsverband tussen zorgverzekeraars, ministerie van VWS, inspectie, belangenverenigingen en beroepsverenigingen. De ontwikkelingen in de technologie bieden steeds meer hulpmiddelen, waardoor het voor cliënten gemakkelijker is om zo zelfstandig mogelijk te wonen en leven.

Iedereen zou zelf willen kiezen wat hij of zij op het brood wil.

41


Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Consequenties van de ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

De cliënt staat centraal

tie

fb .v

.

De wensen en beslissingen van cliënten zullen in jouw ogen niet altijd even handig zijn, dus hoe ga je daarmee om? De wens van de cliënt om ‘onhandige kleding’ te dragen (zoals een legging) kost veel extra tijd, die je niet altijd hebt. Is het mogelijk om de cliënt bewust te maken van de consequenties die een keus heeft? De beslissing van een cliënt om ’s avonds uit te gaan en met iemand mee naar huis te gaan, kan zelfs tegen je eigen normen en waarden indruisen. Maar hoe ga je daarover het gesprek aan? Wat zijn de afspraken die vastliggen in het zorg– of begeleidingsplan? Stel dat de familieleden van de cliënt een duidelijk andere mening hebben dan de cliënt, wie heeft dan de beslissingsbevoegdheid? Dit vraagt veel nieuwe kennis en kunde van de mensen die met gehandicapten werken. Gelukkig kunnen we kennis delen via het kennisplatform gehandicaptenzorg.

Ed

u' Ac

Iemand met een handicap moet een indicatiestelling krijgen voor de ondersteuning die hij of zij nodig heeft. Deze indicatie komt van het CIZ (Centrum Indicatiestelling Zorg). Met de indicatie kan de cliënt naar een organisatie die de ondersteuning verleent die hij nodig heeft. Bij de organisatie krijgt de cliënt een intake, waarbij de hulpvraag, zorg- en begeleidingsbehoefte worden bepaald. Met de cliënt en verwanten wordt een zorg- of ondersteuningsplan opgesteld, waarin staat welke hulp, woonomgeving of dagbesteding past bij de mogelijkheden en behoeften van de cliënt. Het ondersteuningsplan of zorgplan wordt elk half jaar geëvalueerd. Dan kijken ze of de manier waarop de organisatie aansluit bij de behoeften, doelen en wensen van de cliënt goed is of bijgesteld moet worden. Veel organisaties hebben verschillende mogelijkheden, van dagbesteding, logeerhuizen, ambulante hulp, deeltijdbegeleiding tot 24 uurszorg.

er

ij

Verschillende manieren om de zorg te organiseren

U

itg

ev

Bij de begeleiding van mensen met een handicap is er vaak onderscheid tussen wonen en dagbesteding. Sinds jaren zijn er grote organisaties met alle voorzieningen op het terrein. Tegenwoordig zijn er in de wijk allerlei woon- en dagbestedingsvoorzieningen voor mensen met een handicap. In de wijk krijgen zij meer mogelijkheden om te integreren in de samenleving. Niet alleen het wonen voor gehandicapten kan op verschillende manieren georganiseerd zijn, dat is ook zo voor de dagbesteding. Sommige gehandicapten werken in een gewone werkorganisatie met de begeleiding die nodig is. Andere werken meer beschermd in bijvoorbeeld een winkel of restaurant. Soms heeft de gehandicapte zoveel ondersteuning nodig dat de dagbesteding bestaat uit een activiteitencentrum of uit therapieën of snoezelen. Belangrijk is dat zowel het wonen als de dagbesteding past bij de mogelijkheden van de cliënt.

42


Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Indeling in de zorg

fb .v

.

Afhankelijk van de hulpvraag hebben mensen zorg nodig, die in vele vormen mogelijk is. Ouders die een kind met een beperking hebben, kunnen gezinsondersteuning krijgen die een deel van de zorg overneemt en ouders gerichte adviezen en instructie geeft. Jongeren met een handicap die zelfstandig willen gaan wonen, kunnen een periode in een trainingshuis wonen, waar ze begeleid worden bij het leren van die vaardigheden die nodig zijn om zelfstandig te kunnen wonen. Voor mensen die in hun dagelijkse woonsituatie begeleiding, verzorging en verpleging nodig hebben, is er 24 uursbegeleiding. Mensen met een ernstige (meervoudige) handicap zullen vaak geholpen zijn met een woonvoorziening met zo veel mogelijk zorgvoorzieningen binnen handbereik.

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Daghulp is er bijvoorbeeld in een activiteitencentrum of dagbesteding. Dankzij deze daghulp kan de cliënt onder begeleiding werken in een winkel, wasserij of restaurant, die horen bij een organisatie. Ten slotte zijn er mensen met een lichte handicap, die voldoende hebben aan ambulante begeleiding of begeleiding op afroep en die kunnen werken in een ‘gewone’ organisatie – eventueel met hulp van een jobcoach die extra begeleiding biedt.

U

itg

ev

Snoezelen is voor ernstig meervoudig beperkte cliënten de enige mogelijke vorm van dagbesteding.

43


Theoriebron De impact van ontwikkelingen in de gehandicaptenzorg

Zorg dicht bij huis

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Mantelzorg, noaberschap en particuliere instellingen zijn ook manieren om de zorg te organiseren. Mantelzorg door naasten van de cliënt, zoals familie, buren en vrienden. Bij noaberschap bieden mensen die bij elkaar in de buurt wonen, elkaar de hulp en steun die nodig is. In de participatiesamenleving krijgt noaberschap weer betekenis, zodat mensen met een handicap of ouderen zelfstandig kunnen wonen in de buurt. Sommige organisaties en gemeenten helpen bij het opzetten of ondersteunen van noaberschap. Soms willen ouders of verwanten van mensen met een handicap de zorg op hun eigen manier vormgeven. Zij starten een initiatief om een groep cliënten bij elkaar te laten wonen. Zij organiseren dan zelf zorg, waarbij deskundigen worden ingehuurd. Zo zijn bijvoorbeeld de Tomashuizen gestart, waar mensen met een handicap bij elkaar wonen en begeleid worden door een echtpaar dat inwoont en ervaring in de zorg heeft.

Zorg dicht bij huis om zo veel mogelijk de eigen zelfstandigheid van de cliënt in stand te houden.

ij

Wat komt er nog meer bij een organisatie kijken?

U

itg

ev

er

Een expertisecentrum, voorlichters, de cliëntenraad en de raad van bestuur maken allemaal deel uit van de organisatie, maar wat doen ze? De begeleiding van de cliënten wordt georganiseerd door teams aangestuurd door een leidinggevende of manager. De verschillende teams worden ingedeeld naar regio of naar het soort zorg dat nodig is. Naast de begeleiding zijn er ondersteunende diensten, die het financieel beleid, het technisch onderhoud en bijvoorbeeld de faciliteiten op orde houden. Vaak hebben grote organisaties een expertisecentrum, waar de begeleiding extra hulp kan vragen aan pedagogen, psychologen, artsen en andere deskundigen. Deze deskundigen kunnen indien nodig teams scholen. Al deze verschillende afdelingen moeten goed samenwerken. Het hogere management of de afdelingsdirectie zorgt hiervoor. De directie of raad van bestuur moet verantwoording afleggen aan de raad van toezicht, een aantal onafhankelijke mensen die toezicht houden op een goede besturing van de organisatie. De cliëntenraad en ondernemingsraad kijken kritisch vanuit het perspectief van cliënten en personeel mee naar beslissingen die management en directie nemen.

44


Theoriebron Werken binnen de GHZ

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ

fb .v

Inleiding

tie

Binnen de GHZ-zorg kun je op veel verschillende plekken werken. Er zijn verschillende doelgroepen, die uiteenlopende ondersteuning nodig hebben. Hoe je met deze doelgroepen moet omgaan, verschilt erg. Als professional werk je met een methodiek en deze methodieken passen bij de doelgroepen.

Hulpverlener GHZ op een leefgroep

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

Als hulpverlener GHZ ben je vooral werkzaam in de directe ondersteuning van de cliënt. Hierbij gaat het vaak om cliënten die in een instelling wonen. Je verzorgt, observeert, begeleidt en stimuleert cliënten. Soms is het doel dat de cliënten na een tijd zelfstandig kunnen wonen. Daar werk je met een ondersteuningsplan naartoe. Je probeert cliënten te stimuleren in hun ontwikkeling en ervoor te zorgen dat zij zelfstandig verder kunnen met hun leven. Het kan ook zijn dat het voor cliënten niet haalbaar (meer) is ooit nog zelfstandig te wonen. Een doel is dan om de cliënten een zo normaal mogelijk bestaan te laten leiden in de instelling. Je helpt waar nodig met de lichamelijke verzorging, maar je denkt bijvoorbeeld ook aan de gezamenlijke koffie- en theemomenten. Je draagt bij aan de sfeer en zorgt ervoor dat de bewoners zich thuis voelen in de instelling en dat zij zo zelfstandig mogelijk leven. Je belangrijkste taken zijn afhankelijk van de doelgroep: • het bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg bij: – persoonlijke verzorging – wonen en huishouden – dagbesteding – verpleegtechnische vaardigheden • het samen met de cliënt bepalen van de hulpvraag • het ondersteunen, activeren en begeleiden van naasten (mantelzorgers) • het samen met de cliënt opstellen van het ondersteuningsplan (alleen niveau 4) • het coördineren van de dienstverlening (alleen niveau 4).

45


Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ

ij

Begeleiding op alle gebieden van welzijn van de cliënt. Bron: Talant.nl.

er

De thuisbegeleider in de GHZ

U

itg

ev

De thuisbegeleider in de GHZ komt thuis bij de cliënt. Je werkzaamheden als thuisbegeleider zijn heel divers. Soms help je cliënten met het opbouwen van een sociaal netwerk. Soms help je hen bij praktische zaken, zoals het bijhouden van de administratie of het regelen van een uitkering. Als thuisbegeleider zorg je niet ‘voor’, maar zorg je ‘dat’. Het is belangrijk dat je denkt in oplossingen en niet in problemen. Je maakt afspraken over wat de cliënt zelf kan doen en waarvoor de cliënt hulp van anderen nodig heeft. Daarvoor heb je veel contact met instanties en andere hulpverleners. Ook kun je familie en vrienden van je cliënt vragen om te helpen. In de participatiesamenleving worden mensen steeds meer ambulant behandeld en begeleid. Daarbij wordt ook het netwerk van de cliënt betrokken.

46


Theoriebron Werken binnen de GHZ

fb .v

.

In de participatiesamenleving zet iedereen zijn eigen kracht in en doet naar vermogen mee aan de samenleving, ook de mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking. Je belangrijkste taken zijn afhankelijk van de doelgroep: • het organiseren van ondersteuning • het ondersteunen van de cliënt bij het houden van overzicht • het ondersteunen bij praktische zaken zoals huishouden, administratie en medicatie • het samen met de cliënt bepalen van de hulpvraag • het ondersteunen, activeren en begeleiden van naasten (mantelzorgers) • het samen met de cliënt opstellen van het ondersteuningsplan (alleen niveau 4) • het coördineren van de dienstverlening (alleen niveau 4).

Hulpverlener GHZ op een dagbesteding

Ed

u' Ac

tie

Een grote groep cliënten binnen de GHZ maakt ondanks het streven naar participatie en het vinden van regulier werk nog gebruik van dagbesteding, omdat ze ondersteuning nodig hebben die ze nergens anders kunnen krijgen. Dagbesteding is er in veel verschillende vormen en is soms een opstap naar regulier werk. De ondersteuning die je biedt, hangt af van de doelgroep en het doel van de dagbesteding. Bij de ene groep ben je ontwikkelingsgericht aan het werk door cliënten vaardigheden aan te leren, bij de andere groep is het doel vooral het behouden van vaardigheden en achteruitgang zo lang mogelijk proberen te beperken. Je belangrijkste taken zijn afhankelijk van de doelgroep: • het bieden van ondersteunende, activerende begeleiding en zorg bij: – persoonlijke verzorging – dagbesteding – verpleegtechnische vaardigheden • het samen met de cliënt bepalen van de hulpvraag • het samen met de cliënt opstellen van het ondersteuningsplan (alleen niveau 4) • het coördineren van de dienstverlening (alleen niveau 4).

er

ij

Verschillende methodieken voor verschillende doelgroepen Cliënten met een handicap vragen soms een specifieke benadering. Afhankelijk van de aard van de handicap en persoon kijk je naar de zorg die iemand nodig heeft. Is het voor de cliënt nodig om in een rustige beschermde omgeving door warme zorg omgeven te worden? Of vraagt de cliënt erom verder uitgedaagd te worden en dingen te leren? Bij cliënten met kinderen die gewoon thuis wonen, kan een methodiek gebruikt worden als video home training (VHT), waarbij in het gezin hulp wordt geboden. Cliënten met veel gedragsproblemen kunnen worden geholpen met een methodiek waarbij er veel aandacht is voor het ‘lezen’ van gedrag en daarop in te spelen. Vaak kiest een organisatie een of meer methodieken voor verschillende huizen. Op deze manier kun je cliënten benaderen op een manier die bij hen past. Op internetsites zoals methodieken.nl, BTSG en Communicatiemethoden EMB worden veel verschillende methodieken uitgebreid beschreven.

ev

Website Methodieken <

itg

Website BTSG Bibliotheek <

U

Website Communicatiemethoden EMB < Kwaliteitskader Gehandicaptenzorg VGN <

47


tie

Welke methodiek zou voor haar geschikt zijn?

fb .v

.

Theoriebron Werken binnen de GHZ

De methodieken worden in stappen verder ontwikkeld: van een niveau dat nog niet voldoet aan allerlei basisvereisten, via een 'veelbelovend' niveau, naar de status van 'bewezen effectieve' interventies. Voor methodiekontwikkeling is er een samenwerking met expertisecentra. Aan de ene kant om te onderzoeken of een methodiek werkt en deze theoretisch te onderbouwen, aan de andere kant om trainingen te geven aan begeleiders om nieuwe methodieken te gebruiken.

er

ij

Filmpje Stichting Philadelphia Zorg Paro Fieldlab <

Er zijn twee wegen om een methodiek te ontwikkelen: • vanuit de theorie Met theorieën wordt een methode ontwikkeld met interventies die daarna worden uitgeprobeerd en verfijnd in de praktijk. • vanuit de praktijk Met ervaringen in de praktijk worden werkwijzen uitgewerkt en onderzocht op effectiviteit, zodat er een 'practice-based evidence' ontstaat.

Ed

Artikel 'Hoe worden mensen met een ernstige verstandige beperking alerter en communicatiever?’ <

u' Ac

Het ontstaan en gebruiken van methodieken

Dilemma’s bij het werken in de GHZ

U

itg

ev

Als hulpverlener GHZ werk je in teamverband met collega's en vaak ook met hulpverleners van andere organisaties. Je hebt nauw contact met elkaar om de behandeling of begeleiding zo goed mogelijk te laten verlopen en de eigen regie over het leven van de cliënt zo veel mogelijk bij de cliënt te laten.

48

Eigen regie van de cliënt over zijn leven betekent dat de cliënt zo veel mogelijk in staat gesteld moet worden om eigen keuzes te maken. Dit houdt in dat je soms geconfronteerd wordt met ethische vragen en dilemma’s. Onder elke ethische vraag en elk dilemma ligt altijd de vraag: ‘Wat is goede zorg in deze situatie?’ en daarop bestaat vaak geen kant-en-klaar antwoord. Werken in de GHZ is maatwerk dat je samen met een team levert. Vragen die jullie jezelf en elkaar als team regelmatig stellen zijn: • In hoeverre kan/mag de cliënt zelf bepalen wat hij wil? • Wie is waarvoor verantwoordelijk? • Wat mag wel en wat mag niet?


Theoriebron Werken binnen de GHZ

Cliënten en relaties

u' Ac

tie

fb .v

.

Mensen met een handicap hebben ook (seksuele) gevoelens en hoe ga je daar als begeleider mee om? Negeren is geen optie. Juist als begeleider sta je emotioneel en fysiek dicht bij de cliënten, waardoor je in de gelegenheid bent om de cliënt goede voorlichting te geven. Het kan zijn dat een cliënt verliefd wordt op een andere cliënt of op iemand van de begeleiding. Cliënten hebben ook behoefte aan intimiteit. Ze zien andere mensen die relaties hebben en willen ook een ‘gewoon’ leven met een vriendje of vriendinnetje. De afspraken die je met iemand maakt over de mate van vrijheid van seksuele handelingen, zal van cliënt tot cliënt verschillen. Maar het hebben van een beperking betekent niet dat je geen seksuele gevoelens hebt. Mensen met een handicap kunnen veel plezier ervaren van masturberen, maar zullen moeten leren in welke situatie dit wel of niet kan.

Ed

Iedereen kan verliefd worden, ook mensen met een beperking.

De cliënt heeft een kinderwens

U

itg

ev

er

ij

Mogen mensen met een handicap kinderen krijgen? Dit is een ethisch dilemma: kun je mensen verbieden om een kind te krijgen en tegelijk de regie over het eigen leven bij de cliënt laten? De cliënt moet gesteund worden in zijn wensen, maar wel bewust worden gemaakt van de consequenties van deze keuze. Deze bewustwording kan plaatsvinden door gesprekken te voeren of de situatie zo concreet mogelijk te maken met een levensechte pop. Wanneer de cliënt blijft bij de keuze voor een kind, is het zaak om de cliënt zo goed mogelijk voor te bereiden op deze ingrijpende levensgebeurtenis. Dit kan op verschillende manieren, waarbij een moeder- en kindhuis de meest ingrijpende is. Vaak zal ook het sociale netwerk van de cliënt in kaart worden gebracht om zo te onderzoeken waar hulp of steun te verwachten is. Daarna wordt gekeken welke professionele hulpverlening nodig is om moeder en kind te begeleiden.

49


Theoriebron De kwaliteit van de zorg

Inleiding

fb .v

.

Theoriebron De kwaliteit van de zorg

Wat is kwaliteit?

u' Ac

Hoe meet je de kwaliteit van de zorg en van een instelling? Eerst moeten we kijken naar wat kwaliteit eigenlijk is. Een vaak gebruikte definitie is: 'De mate van overeenkomst tussen criteria van goede zorg (wenselijke zorg) en de praktijk van die zorg (feitelijke zorg) (Donabedian, 1980b). Deze definitie komt erop neer dat je ervan uit mag gaan dat de verleende zorg voldoet aan de verwachtingen die er zijn. De inspectie voor de gezondheidszorg inspecteert of een instelling voldoet aan de kwaliteitseisen zoals vastgesteld door de regering. Onderdeel van deze inspectie is natuurlijk toezicht op de uitgevoerde zorg; de tevredenheid van de cliënt, zijn familieleden en het personeel neemt de inspectie hierbij mee. Daarnaast kijkt de inspectie naar de manier waarop de instelling zelf haar kwaliteit meet en verbetert.

Ed

Verhaal IGZ: Gezond vertrouwen <

tie

Het is van het grootste belang dat zorg kwalitatief goed is, maar hoe toon je als instelling aan dat je goede kwaliteit levert voor de cliënten?

Kwaliteitskaders

er

ij

In Nederland is de zorg via regels en wetten goed geregeld. Zo regelt de Wet BIG de kwaliteit van het personeel in zorginstellingen. De tijdgeest bepaalt mede de kwaliteit van de zorg. Momenteel wordt niet alleen gekeken naar wat het ministerie, de inspectie of de zorgverzekeraars kwaliteit vinden, maar is er ook veel aandacht voor cliëntorganisaties, beroepsorganisaties en verwantenorganisaties. Tegenwoordig ligt de aandacht voor kwaliteit vooral bij de kwaliteit van bestaan en regie over eigen leven.

U

itg

ev

In 2010 heeft de VGN (Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland) een nieuw visiedocument (2.0) ontwikkeld om de zorg verder te optimaliseren, te toetsen en te verantwoorden. De kwaliteit van de zorg wordt gemeten met drie pijlers: • pijler 1: kwaliteit van de organisatie • pijler 2: kwaliteit van de uitvoering van de begeleiding op cliëntniveau • pijler 3: kwaliteit van de relatie tussen cliënt en professional.

50

In het Visiedocument Kwaliteitskader staat beschreven wat wij in Nederland verstaan onder goede zorg.


Theoriebron De kwaliteit van de zorg

Kwaliteitskaders in ontwikkeling

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

fb .v

.

Niet alleen de zorg ontwikkelt zich, de kwaliteitskaders ontwikkelen mee. De inspectie verwacht van iedere instelling dat geprobeerd wordt om de zorg te verbeteren. De instellingen formuleren doelen voor de verleende zorg en meten of aan de doelen wordt voldaan. Als er een knelpunt is gesignaleerd dat landelijk veel voorkomt, wordt er onderzoek gedaan en komt er een kwaliteitsstandaard. Het doel van de kwaliteitsstandaard is de kwaliteit van zorg verder te optimaliseren door het bieden van concrete handvatten. Verschillende instellingen, cliĂŤntorganisaties en zorgverzekeraars hebben samen met de inspectie een toetsingskader opgesteld.

51


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.