9789037240320 Evalueren begeleiding van activiteiten

Page 1

fb .v

.

Cursus

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

Evalueren begeleiding van activiteiten


Colofon Auteur: Nienke Koopman Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Cursus Evalueren begeleiding van activiteiten

tie

ISBN: 978 90 3724 0320

fb .v

.

Uitgeverij: Edu’Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl

©

u' Ac

Edu’Actief b.v. 2018 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Ed

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

U

itg

ev

er

ij

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.


Inhoudsopgave Over deze cursus

Gegevens verzamelen Evalueren

fb .v

.

7 8

12

Mondelinge en schriftelijke evaluatie Reflecteren

22

Analyseren

25

Reflectievragen

18

29

Theoriebron Evalueren

31

u' Ac

Theoriebron Gegevens verzamelen

tie

OriĂŤntatie

4

34

Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie 39

Theoriebron Analyseren

40

U

itg

ev

er

ij

Ed

Theoriebron Reflecteren

36

3


Over deze cursus

Over deze cursus

.

Inleiding

Tevreden kinderen

Ed

Leerdoelen

u' Ac

tie

fb .v

In deze cursus bouw je kennis op over evalueren. Je maakt kennis met verschillende methoden om te evalueren op verschillende evaluatiemomenten. Daarnaast leer je waarom evalueren belangrijk is en hoe je betrouwbare informatie kunt verkrijgen om doelen te bereiken.

ev

er

ij

• Je kunt na de uitvoering en begeleiding van een activiteit gegevens over de uitvoering en de behaalde resultaten verzamelen. • Je kunt na de uitvoering en begeleiding van een activiteit het proces, het product en de resultaten evalueren. • Je kunt na de uitvoering en begeleiding van een activiteit het proces en de resultaten met de betrokkenen evalueren. • Je kunt naar aanleiding van verzamelde evaluatiegegevens van een activiteit reflecteren op je eigen handelen. • Je kunt naar aanleiding van de evaluatiegegevens en reflectie van een activiteit verbeterpunten formuleren en uitleggen hoe je hieraan gaat werken.

itg

Beoordeling

U

Beoordelingsformulier <

4

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst aan de hand van twee beroepsproducten. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op de inhoud (producteisen) en op de uitvoering (processtappen). Ander belangrijke punten bij de beoordeling zijn actieve deelname aan de lessen en nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt alle punten bij elkaar in het beoordelingsformulier.


Over deze cursus

Planning Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

fb .v

.

Planningsformulier <

Beroepsproduct: Evaluatiemethode Casus

u' Ac

tie

Werk in tweetallen. Jullie werken bij een instelling waar jullie te maken hebben met groepen kinderen en hun ouders. De kinderen in de groepen hebben een probleem met een bepaald ontwikkelingsgebied, vanwege bijvoorbeeld een visuele beperking of een hersenbeschadiging. Jullie kiezen een doelgroep en bedenken een activiteit voor deze groep kinderen. Het is de bedoeling dat je de activiteit evalueert met zowel de kinderen als de ouders. Jullie ontwikkelen hiervoor een evaluatieformulier of bedenken een andere passende methode. Het is belangrijk dat de activiteit en de evaluatiemethode goed aansluiten bij de doelgroep. Plan voor jezelf een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Maak een planning en een taakverdeling. Beschrijf de doelgroep en het probleem. Kies een activiteit die goed aansluit bij de doelgroep. Kies een evaluatiemethode die goed aansluit bij de doelgroep. Bereid de evaluatie voor.

ij

• • • • •

Ed

Eisen aan de uitvoering

er

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

ev

Eisen aan het beroepsproduct

• •

De doelgroep en het probleem zijn beschreven in ongeveer 250 woorden. De activiteit is beschreven en uitgewerkt zodat deze direct in de praktijk uitgevoerd kan worden (ongeveer één A4). De evaluatiemethode en de keuzeverantwoording is beschreven in ongeveer 250 woorden. De evaluatie is beschreven en uitgewerkt zodat deze direct in de praktijk uitgevoerd kan worden (ongeveer één A4).

U

itg

• •

5


Over deze cursus

Beroepsproduct: Toolbox Casus

fb .v

.

Jullie werken bij een instelling waar gewerkt wordt met kinderen met gedragsproblemen. Binnen de instelling worden verschillende activiteiten aangeboden die op verschillende manieren worden geëvalueerd met alle betrokkenen. Dit kunnen de kinderen zelf zijn, de ouders, jullie collega’s of bijvoorbeeld externe betrokkenen. Om voor meer variatie te zorgen in het evalueren ontwikkelen jullie een toolbox met daarin verschillende werkvormen voor de evaluatiemomenten. Het is de bedoeling dat de toolbox verschillende werkvormen bevat voor alle betrokkenen. Daarnaast moeten de werkvormen geschikt zijn voor de verschillende leeftijdsgroepen binnen de instelling.

Maak een planning en een taakverdeling. Beschrijf de doelgroep. Beschrijf de problematiek (niveau 4). Beschrijf de evaluatiemomenten. Beschrijf de betrokkenen. Beschrijf de verschillende leeftijdsgroepen. Ontwikkel een toolbox.

Ed

• • • • • • •

u' Ac

Eisen aan de uitvoering

tie

Plan voor jezelf een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

ij

Eisen aan het beroepsproduct De doelgroep is beschreven in ongeveer 150 woorden. De problematiek is beschreven in ongeveer 150 woorden (niveau 4). De verschillende evaluatiemomenten zijn beschreven in ongeveer 150 woorden. De verschillende betrokkenen bij de evaluatiemomenten zijn beschreven in ongeveer 150 woorden. De verschillende leeftijdsgroepen zijn beschreven in ongeveer 100 woorden. De toolbox bevat verschillende werkvormen die goed aansluiten bij de doelgroep. Bij iedere werkvorm is beschreven of deze geschikt is voor het evalueren met kinderen, ouders, collega’s of andere betrokkenen.

er

• • • •

U

itg

ev

• • •

6


Oriëntatie

Oriëntatie Opdracht 1

Evalueren

Evalueren

Dit wil ik leren:

Opdracht 2

• • • •

Werk in een groep van vier studenten. Ga naar de website van Padlet. Ieder groepje bouwt een ideeënmuur met Padlet over het onderwerp ‘evalueren’. De resultaten van ieder groepje worden in de groep met elkaar bekeken en vergeleken.

Ed

Website Padlet <

Ideeënmuur

u' Ac

tie

Dit weet ik al:

fb .v

.

Wat weet je al over het onderwerp van deze cursus? Vul de tabel in. Vul in de eerste kolom alles wat je al weet over ‘evalueren’ en in de tweede kolom wat je nog over het onderwerp wilt leren.

Begrippenquiz

er

Opdracht 3

ij

Elke student beantwoordt voor zichzelf de volgende vraag. Welke nieuwe dingen heb je geleerd?

• • •

Maak groepjes van twee studenten. Formuleer twee vragen met behulp van minimaal twee van de volgende begrippen. De vragen met de daarbij behorende antwoorden lever je bij de docent in voor een quiz die gemaakt wordt met behulp van Kahoot.

ev

Website Kahoot <

U

itg

Evalueren, Werkzaamheden, Methoden, Resultaten Evaluatieverslag, Betrokkenen, Analyseren, Betrouwbaarheid Verbeterpunten, Begeleiding, Verbeteracties, Reflecteren

7


Gegevens verzamelen

Gegevens verzamelen

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk werk je in verschillende situaties en ben je betrokken bij verschillende activiteiten. Van iedere situatie en iedere activiteit kun je leren. Daarom is het belangrijk om hier bewust mee bezig te zijn en gegevens te verzamelen voor eventuele verbeterpunten voor de toekomst.

Leerdoelen

ij

Ed

u' Ac

tie

• Je kunt na de uitvoering van een activiteit en de geboden begeleiding actief en doelgericht evaluatiegegevens verzamelen. • Je kunt een passende methode kiezen om evaluatiegegevens te verzamelen na de uitvoering van een activiteit. • Je kunt een passende methode kiezen om de behaalde resultaten te verzamelen na de uitvoering van een activiteit.

er

Evalueren met kinderen

Evaluatiegegevens verzamelen

ev

Opdracht 4

U

itg

Theoriebron Gegevens verzamelen <

8

a. Wat wordt bedoeld met doelgericht evaluatiegegevens verzamelen?

b. Geef drie voorbeelden van manieren waarop je doelgericht gegevens kunt verzamelen.


Gegevens verzamelen

fb .v

Website Popplet <

Werk in tweetallen. Jullie maken met behulp van Popplet een overzicht van de verschillende manieren om gegevens te verzamelen. Jullie bekijken het overzicht met een ander tweetal en lichten mondeling toe wanneer je deze wijze van gegevens verzamelen zou kunnen inzetten. Jullie geven elkaar feedback met behulp van het Werkmodel Feedback geven en ontvangen. Pas het overzicht eventueel aan met behulp van de ontvangen feedback. a. Welke feedback hebben jullie gekregen?

tie

Werkmodel Feedback geven en ontvangen <

Overzicht gegevens verzamelen

u' Ac

Opdracht 5

.

c. Wat zijn jouw eigen ervaringen met doelgericht gegevens verzamelen?

b. Wat vind je daarvan?

Werk in tweetallen. Bekijk het Filmpje Junis Kinderopvang Buitenschoolse opvang. Jullie zien in het filmpje op de achtergrond verschillende activiteiten voorbijkomen die Junis organiseert. Kies drie verschillende activiteiten uit. a. Welke activiteiten hebben jullie gekozen?

er

ij

Filmpje Junis Kinderopvang Buitenschoolse opvang <

Evaluatiemethode

Ed

Opdracht 6

U

itg

ev

b. Kies bij iedere activiteit een passende methode om evaluatiegegevens te verzamelen. Beargumenteer jullie keuze.

De antwoorden worden besproken in de groep.

9


Gegevens verzamelen

Opdracht 7

Groep 4 Werk in tweetallen.

.

Casus

fb .v

Jullie werken op een school in groep 4. In deze groep zit sinds kort een jongetje met auditieve verwerkingsproblemen. Jullie willen een activiteit organiseren om de leerlingen in de groep te laten ervaren hoe het is om niet goed te kunnen horen.

tie

a. Jullie bedenken een activiteit die jullie willen uitvoeren met de groep. Welke activiteit hebben jullie gekozen?

Resultaten

Ed

Opdracht 8

u' Ac

b. Jullie bedenken een methode die na afloop van de activiteit gebruikt kan worden om de activiteit met de groep te evalueren. Welke methode hebben jullie gekozen? Beargumenteer jullie keuze.

Werk in tweetallen. Jullie bedenken bij de volgende situaties welke methode volgens jullie passend is om de behaalde resultaten te verzamelen.

er

ij

Situatie 1 Een groepje leerlingen krijgt voor de tweede keer een instructie over rekenen, met behulp van concreet materiaal. De vorige keer hebben de kinderen in dit groepje veel fouten gemaakt in de sommen.

U

itg

ev

a. Welke methode zouden jullie gebruiken om de resultaten te verzamelen?

10

Situatie 2 Maria wordt gepest door een groepje van drie meiden. De pedagogisch medewerker heeft een gesprek gehad met de ouders van Maria en met de drie meisjes. Vandaag zien ze elkaar weer voor het eerst. b. Welke methode zouden jullie gebruiken om de resultaten te verzamelen?

Situatie 3 Bij een sportdag wordt voor de eerste keer speerwerpen aangeboden. Voor de deelnemers is het de eerste keer dat ze deelnemen aan deze activiteit.


Gegevens verzamelen

c. Welke methode zouden jullie gebruiken om de resultaten te verzamelen?

Dreumesgroep

.

Opdracht 9

tie

fb .v

Werk in tweetallen. Jullie werken op een kinderdagverblijf in de dreumesgroep. Sommige kinderen in deze groep zijn al zindelijk, sommige oefenen hiermee en andere kinderen zijn er nog niet mee bezig. Een moeder komt ’s morgens op de groep en vertelt dat haar zoon, die aan het oefenen is met zindelijk worden, de dag ervoor door vader is opgehaald en toen een luier om had terwijl hij de hele middag op de groep gespeeld had vanwege het slechte weer. Met moeder was afgesproken dat haar zoon alleen nog maar een luier om zou krijgen bij activiteiten buiten het kinderdagverblijf. Jullie weten dat dit niet de eerste keer is dat dit gebeurt en vinden het wel een belangrijk punt. Jullie willen weten wat de ervaringen zijn op de andere dreumesgroepen.

u' Ac

Bedenk hoe jullie binnen het kinderdagverblijf kunnen evalueren over het omgaan met zindelijk worden. a. Welke methode hebben jullie gekozen?

U

itg

ev

er

ij

Ed

b. Welke methode zouden jullie gebruiken om evaluatiegegevens te verzamelen?

11


Evalueren

Evalueren

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk heb je regelmatig te maken met verschillende evaluatiemomenten. Ieder evaluatiemoment vraagt een andere methode om te evalueren. Wanneer je met een groep kinderen evalueert, gebruik je een andere methode dan wanneer je met collega’s evalueert.

Leerdoelen

tie

Je kunt de betekenis van de begrippen ‘proces’ en ‘product’ uitleggen. Je kunt de betekenis van het begrip ‘evalueren’ uitleggen. Je kunt na de uitvoering van een activiteit de werkzaamheden evalueren. Je kunt na de uitvoering van een activiteit de begeleiding evalueren. Je kunt na de uitvoering van een activiteit de resultaten evalueren.

ij

Ed

u' Ac

• • • • •

er

Evalueren met collega’s

Opdracht 10

Werk in een groep van vier studenten. Jullie maken een korte presentatie over de overeenkomsten en verschillen tussen procesevaluatie en productevaluatie.

ev

Theoriebron Evalueren <

Proces- en productevaluatie

U

itg

Werkmodel Presenteren <

12

Twee studenten zoeken informatie over de overeenkomsten tussen deze begrippen en de andere twee studenten gaan aan de slag met de verschillen. De gevonden informatie voegen jullie samen in een korte presentatie voor de groep. Tijdens de presentatie moeten er minimaal drie overeenkomsten en minimaal drie verschillen naar voren komen. Welke overeenkomsten en verschillen willen jullie naar aanleiding van de presentaties nog toevoegen?


Evalueren

Opdracht 11

Procesevaluatie Kies een activiteit die je eerder hebt uitgevoerd en maak een procesevaluatie. Beschrijf het proces, de werkwijze en wat wel en wat niet goed is gegaan.

fb .v

.

a. Welke activiteit heb je gekozen?

a. Wat zijn jouw persoonlijke ervaringen met productevaluatie?

ij

Theoriebron Evalueren <

Activiteit evalueren

Ed

Opdracht 12

u' Ac

tie

b. Beschrijf het proces.

ev

er

b. Wat zijn jouw persoonlijke ervaringen met procesevaluatie?

Opdracht 13

itg

Werkmodel Presenteren <

U

Website Easel.ly <

Poster evalueren Werk in tweetallen. Jullie maken met behulp van Easel.ly een poster over evalueren met daarop minimaal tien afbeeldingen die passen bij het onderwerp evalueren. Presenteer deze aan de groep. a. De groep geeft jullie feedback door een top (iets wat goed was) en een tip (iets wat beter kan) te geven. Welke tip hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

13


Evalueren

b. Welke top hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

.

Werk in tweetallen. Bekijk het Filmpje Tik tak herfst. Jullie zien in het filmpje een activiteit met een groepje kinderen over de herfst. a. Maak een korte procesevaluatie.

u' Ac

tie

Filmpje TIK TAK HERFST <

Evaluatie activiteit

fb .v

Opdracht 14

itg

ev

er

ij

Ed

b. Maak een korte productevaluatie.

Opdracht 15

U

Werkmodel Feedback geven en ontvangen <

14

De antwoorden worden besproken in de groep.

EnquĂŞte begeleiders Werk in tweetallen. Jullie bedenken een activiteit en maken een korte enquĂŞte van vijf vragen voor de begeleiders van de activiteit. a. Welke activiteit hebben jullie bedacht?


Evalueren

.

b. Welke vragen hebben jullie bedacht?

Opdracht 16

Schoolreis

Casus

tie

u' Ac

e. Wat vind je daarvan?

fb .v

c. Jullie bespreken de enquĂŞtevragen met een ander tweetal. Jullie geven elkaar feedback met behulp van het Werkmodel Feedback geven en ontvangen. Pas de enquĂŞtevragen eventueel aan met behulp van de ontvangen feedback. d. Welke feedback hebben jullie gekregen?

Ed

Alle leerlingen van de groepen 5 en 6 gaan op schoolreis naar een pretpark. De begeleiders (ouders, stagiairs en leerkrachten) hebben allemaal een groepje van ongeveer vijf leerlingen toegewezen gekregen. Na afloop van de schoolreis willen jullie de dag met de begeleiders evalueren. Meestal laten jullie de begeleiders op een post-it schrijven wat ze positief vonden en wat goed ging en op een andere post-it iets wat ze minder positief vonden. Dan worden de positieve briefjes onder een groot plusteken op een bord geplakt en de andere onder een groot minteken. Deze keer willen jullie het anders aanpakken.

U

itg

ev

er

ij

Werk in tweetallen. Beschrijf hoe jullie de schoolreis na afloop willen evalueren met de begeleiders.

De antwoorden worden besproken in de groep.

15


Evalueren

Opdracht 17

Werk in tweetallen. Jullie bedenken een activiteit en maken een korte enquête van vijf vragen voor de deelnemers van de activiteit. a. Welke activiteit hebben jullie bedacht?

tie

b. Welke vragen hebben jullie bedacht?

fb .v

.

Werkmodel Feedback geven en ontvangen <

Enquête deelnemers

u' Ac

c. Bespreek de enquêtevragen met een ander tweetal. Jullie geven elkaar feedback met behulp van het Werkmodel Feedback geven en ontvangen. Pas de enquêtevragen eventueel aan met behulp van de ontvangen feedback. d. Welke feedback hebben jullie gekregen?

Werk in tweetallen. Bekijk het Filmpje Dramales Berkeloo groep 7 activiteit 'spiegelen'. Jullie zien in het filmpje een drama-activiteit. Hoe zouden jullie de resultaten van deze activiteit evalueren met de groep?

U

itg

ev

er

Filmpje Dramales Berkeloo groep 7 activiteit 'spiegelen' <

Resultaten evalueren

ij

Opdracht 18

Ed

e. Wat vind je daarvan?

16


Evalueren

Opdracht 19

Werk in tweetallen. Jullie bedenken een activiteit waarbij na afloop resultaten verzameld kunnen worden. a. Welke activiteit hebben jullie gekozen?

fb .v

.

Werkmodel Presenteren <

Resultaten verzamelen

b. Op welke wijze willen jullie de resultaten na afloop van de activiteit verzamelen?

tie

Jullie presenteren het voorstel aan de groep. De groep geeft jullie feedback door een tip en een top te geven.

u' Ac

c. Welke tip hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

U

itg

ev

er

ij

Ed

d. Welke top hebben jullie gekregen? Wat vind je daarvan?

17


Mondelinge en schriftelijke evaluatie

.

Mondelinge en schriftelijke evaluatie

fb .v

Inleiding

In de beroepspraktijk wordt gebruikgemaakt van verschillende methoden om te evalueren. Een evaluatie kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. Het hangt van de situatie en de doelgroep af welke methode het meest geschikt is.

tie

Leerdoelen

ev

er

ij

Ed

u' Ac

• Je kunt zowel mondelinge als schriftelijke vaardigheden toepassen om een activiteit te evalueren. • Je kunt bij het evalueren van een activiteit gebruikmaken van de juiste taalvariant voor de doelgroep. • Je kunt na de uitvoering van een activiteit het proces, het product en de resultaten evalueren met de deelnemers van een activiteit. • Je kunt na de uitvoering van een activiteit het proces en de resultaten evalueren met de ouders/verzorgers en begeleiders van de deelnemers. • Je kunt na de uitvoering van een activiteit het proces en de resultaten evalueren met collega’s die hebben meegewerkt. • Je kunt na uitvoering van een activiteit het proces en de resultaten evalueren in een evaluatieverslag.

U

itg

Anoniem evalueren met behulp van een brievenbus

18


Mondelinge en schriftelijke evaluatie

Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie <

Opdracht 22

Schriftelijke evaluatie a. Wat wordt bedoeld met schriftelijke evaluatie?

.

b. Wat zijn jouw eigen ervaringen met mondelinge evaluatie?

fb .v

Opdracht 21

a. Wat wordt bedoeld met mondelinge evaluatie?

tie

Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie <

Mondelinge evaluatie

b. Wat zijn jouw eigen ervaringen met schriftelijke evaluatie?

Evalueren doelgroep

u' Ac

Opdracht 20

Ed

Werk in tweetallen. Jullie bedenken bij de volgende situaties hoe jullie een evaluatie met deze doelgroep zouden aanpakken. Situatie 1 Je hebt op de kinderafdeling in het ziekenhuis een groepje kinderen en hun ouders voorlichting gegeven over een operatie die de kinderen moeten ondergaan.

er

ij

a. Op welke wijze zouden jullie deze activiteit evalueren? En met welk doel?

ev

Situatie 2 Je hebt samen met drie collega’s een nieuw dagprogramma opgesteld voor een groepje jongeren in een woongroep.

U

itg

b. Op welke wijze zouden jullie deze activiteit evalueren? En met welk doel?

Situatie 3 Je hebt een jongetje met gedragsproblemen individueel begeleid tijdens de taalles in zijn groep. c. Op welke wijze zouden jullie deze activiteit evalueren? En met welk doel?

19


Mondelinge en schriftelijke evaluatie

Opdracht 23

Evaluatie Werk in tweetallen.

fb .v

.

a. Jullie kiezen een doelgroep en bedenken een situatie waarin je na afloop van een activiteit zou kiezen voor een evaluatie met de ouders/verzorgers. Welke activiteit hebben jullie gekozen?

Filmpje Sportbedrijf Almelo Ouder en Kind Gym <

Ouder en kind gym

Werk in tweetallen. Bekijk het Filmpje Ouder en Kind Gym en beantwoord de vragen.

u' Ac

Opdracht 24

tie

b. Jullie kiezen een doelgroep en bedenken een situatie waarin je na afloop van een activiteit zou kiezen voor een evaluatie met de begeleiders. Welke activiteit hebben jullie gekozen?

a. Welke methode zouden jullie inzetten om deze activiteiten te evalueren met de kinderen?

a. Werk in tweetallen. Maak een overzicht van verschillende methoden om te evalueren.

U

itg

ev

er

Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie <

Overzicht evaluatiemethoden

ij

Opdracht 25

Ed

b. Welke methode zouden jullie inzetten om deze activiteiten te evalueren met de ouders?

20

b. Welke methoden hebben jullie in het overzicht gezet? Vergelijk jullie overzicht met een ander tweetal. Wat waren de verschillen en overeenkomsten tussen de beide overzichten?


Mondelinge en schriftelijke evaluatie

Opdracht 26

Evalueren met collega’s

fb .v

a. Welke methode zouden jullie inzetten voor deze evaluatie?

.

Werk in tweetallen. Jullie willen graag meer informatie over de kwaliteit van de begeleiding van de instelling waarvoor jullie werken. Daarom wil je met collega’s evalueren over de positieve punten en de verbeterpunten.

u' Ac

tie

b. Welke vijf vragen zouden jullie aan de collega’s willen stellen?

c. Jullie ontwikkelen een vragenlijst voor de collega’s die zonder al te veel voorbereiding bruikbaar is in de praktijk. De vragenlijsten worden besproken in de groep.

Werkmodel Presenteren <

Format evaluatieverslag

Werk in tweetallen. Jullie maken een format voor een evaluatieverslag in Word en presenteren dit aan de groep. Zorg ervoor dat het voorbeelddocument vragen bevat die kunnen ondersteunen bij het schrijven van het verslag. Jullie presenteren het format aan de groep. Je kunt het Werkmodel Presenteren gebruiken.

Ed

Opdracht 27

er

ij

Jullie krijgen feedback door middel van een tip (iets wat beter kan) en een top (iets wat goed was). Welke feedback hebben jullie gekregen?

Evaluatieverslag

ev

Opdracht 28

Maak een evaluatieverslag in Word naar aanleiding van een situatie of een activiteit uit de praktijk. Beschrijf de beginsituatie en werk de situatie of activiteit verder uit. Zorg ervoor dat het evaluatieverslag volledig en compleet is en geschreven in correct Nederlands. Bekijk met een medestudent elkaars evaluatieverslag en geef elkaar feedback. Pas het evaluatieverslag eventueel aan. Lever het evaluatieverslag in bij de docent.

U

itg

Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie <

21


Reflecteren

Reflecteren

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk is reflecteren gebruikelijk. Reflecteren zorgt ervoor dat je inzicht krijgt in je eigen handelen. Je kijkt bewust naar jouw kwaliteiten die je kunt inzetten en naar de valkuilen waarvan je kunt leren en waarmee je rekening kunt houden tijdens je werkzaamheden.

Leerdoelen

ij

Ed

u' Ac

tie

• Je kunt jouw eigen handelen na de uitvoering van een activiteit duidelijk verwoorden en beschrijven. • Je bent in staat om een reëel beeld te vormen van je eigen handelen tijdens de uitvoering van een activiteit. • Je kunt interesse en begrip tonen voor de standpunten van anderen.

er

Top!

Opdracht 29

Schrijf een reflectieverslag in Word naar aanleiding van een uitgevoerde activiteit. Zorg ervoor dat je een structuur aanhoudt om het verslag te schrijven, bijvoorbeeld STARRT.

ev

Theoriebron Reflecteren <

Reflecteren

Bekijk met een medestudent elkaars reflectieverslag en geef elkaar feedback. Pas het reflectieverslag eventueel aan. Lever het reflectieverslag in bij de docent.

itg

Werkmodel STARRT-methode <

U

Opdracht 30

22

Filmpje Werk in drietallen. Jullie maken een filmpje waarin een evaluatie te zien is van een activiteit. Tijdens de evaluatie wordt gereflecteerd op de activiteit die uitgevoerd is. Een van de studenten is de begeleider van de activiteit en de andere student heeft deelgenomen aan de activiteit. De derde student filmt het evaluatiegesprek. De activiteit is niet helemaal goed verlopen, zowel de begeleider als de deelnemer zijn niet geheel tevreden. In het filmpje worden verbeterpunten benoemd voor een volgende keer.


Reflecteren

a. Wat is jullie opgevallen aan het gesprek?

Zelfreflectie

u' Ac

Opdracht 31

tie

fb .v

.

b. Zouden jullie in de beroepspraktijk deze methode kiezen voor het evalueren van een activiteit met een deelnemer? Licht het antwoord toe.

Je zoekt op internet en in boeken informatie over reflecteren en de verschillende methoden die hiervoor zijn. Kies een methode uit en reflecteer op jouw eigen handelen tijdens een activiteit. Maak een verslag in Word.

Ed

a. Welke methode heb je gekozen.

b. Bespreek je reflectie met een medestudent en pas de reflectie eventueel aan. Welke feedback heb je gekregen?

er

ij

c. Lever de reflectie in bij de docent.

Opdracht 32

Maak met behulp van Lino een prikbord over het eigen handelen tijdens een activiteit. Breng dit in beeld met tekst, plaatjes, smileys, foto’s en kwaliteiten en verbeterpunten. Je presenteert het prikbord aan een medestudent.

ev

Website Lino <

Prikbord eigen handelen

Je krijgt feedback door middel van een tip (iets wat beter kan) en een top (iets wat goed ging). Welke feedback heb je gekregen? Leg je antwoord uit.

U

itg

Werkmodel Feedback geven en ontvangen <

23


Reflecteren

Opdracht 33

Werk in tweetallen. Jullie maken een mindmap over interesse tonen. De mindmap mag op papier gemaakt worden of digitaal met Coggle. Bespreek wat jullie allemaal weten over het tonen van interesse. Noteer alle informatie en maak gebruik van zowel woorden als afbeeldingen.

.

Website Coggle <

Interesse tonen

Begrip tonen

tie

Opdracht 34

fb .v

Presenteer jullie mindmap aan de groep. In de groep worden alle mindmaps besproken. Vul jullie mindmap eventueel aan met nieuwe informatie. Hebben jullie de mindmap nog aangepast? Leg je antwoord uit.

u' Ac

Werk in een groep van vier studenten. Jullie gaan in tweetallen in gesprek over een situatie uit de beroepspraktijk. Jullie zijn collega’s en hebben een meningsverschil over een bepaalde situatie. Je gaat met elkaar in gesprek en probeert begrip te tonen voor elkaars standpunten. Het andere tweetal observeert en na afloop van het gesprek wisselen jullie van rol.

Ed

a. Is het gelukt om begrip te tonen voor het standpunt van jouw collega? Leg je antwoord uit.

ij

b. Hoe voelde het om begrip te tonen voor je collega? Wat deed het met jou?

U

itg

ev

er

c. Wat heb je van deze opdracht geleerd en neem je mee in de beroepspraktijk?

24


Analyseren

Analyseren

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk analyseer je regelmatig gegevens. Dit kan informatie zijn uit bijvoorbeeld teksten, evaluatieverslagen of rapportages. Je analyseert de gegevens door bijvoorbeeld voor- en nadelen te benoemen, het samenvatten van informatie of het formuleren van conclusies.

Leerdoelen

er

ij

Ed

u' Ac

tie

• Je kunt na de uitvoering van een activiteit de verzamelde evaluatiegegevens analyseren. • Je kunt conclusies trekken uit de evaluatiegegevens en de resultaten van een activiteit. • Je kunt positieve punten en verbeterpunten formuleren naar aanleiding van de evaluatie van een activiteit. • Je kunt de verbeterpunten voor een activiteit zowel mondeling als schriftelijk overbrengen aan de betrokkenen. • Je kunt na de uitvoering van een activiteit en de geboden begeleiding verbeteracties formuleren.

ev

Conclusies trekken

Opdracht 35

U

itg

Theoriebron Analyseren <

Analyseren a. Wat wordt bedoeld met het begrip analyseren?

b. Wat zijn jouw eigen ervaringen met analyseren?

25


Analyseren

Opdracht 36 Theoriebron Analyseren <

Beoordelingsschaal analyseren Vul voor jezelf de beoordelingsschaal in over analyseren. Laat daarnaast een medestudent, met wie je regelmatig samenwerkt, de beoordelingsschaal over jou invullen. Bespreek de resultaten met elkaar.

fb .v

.

Beoordelingsschaal analyseren Voor verbetering vatbaar Hoofdzaken en bijzaken onderscheiden. Verklaren van relatie tussen begrippen.

tie

Onderscheid maken tussen meningen en feiten.

Voldoende vaardig

Onderscheid maken tussen oorzaken en gevolgen. Onderscheid maken tussen middelen en doelen.

u' Ac

Benoemen van overeenkomsten en verschillen. Benoemen van voordelen en nadelen. Benoemen van verbeterpunten. Benoemen van doelen. Benoemen van acties.

Ed

Inhoud samenvatten.

Formuleren van conclusies.

ij

a. Hoe voelde het om de beoordelingsschalen te bespreken?

ev

er

b. Wat heb je van deze opdracht geleerd?

Opdracht 37

itg

Theoriebron Analyseren <

U

Filmpje Fietskriebels - the making of <

26

Evaluatiegegevens Bekijk het Filmpje Fietskriebels – the making of. Welke conclusies kun je trekken uit de evaluatiegegevens uit het filmpje?

Zeer vaardig


Analyseren

De antwoorden worden besproken in de groep.

Welke conclusies kun je trekken uit de resultaten in de brochure?

.

Download de Brochure Begeleidingsvaardigheden. Bekijk de resultaten in de brochure.

u' Ac

tie

Brochure Begeleidingsvaardigheden <

Resultaten

fb .v

Opdracht 38

De antwoorden worden besproken in de groep.

Lees de Casus Leidster kinderopvang Carola.

Welke positieve punten kun je uit de evaluatiegegevens in deze casus halen?

er

ij

Casus Leidster kinderopvang Carola <

Positieve punten formuleren

Ed

Opdracht 39

Verbeterpunten formuleren

ev

Opdracht 40

Lees de Casus Leidster kinderopvang Mariska. Welke verbeterpunten kun je uit deze casus halen?

itg

Theoriebron Analyseren <

U

Casus: Leidster kinderopvangen Mariska <

27


Analyseren

Opdracht 41

Verbeterpunten bespreken

fb .v

a. Welke feedback hebben jullie ontvangen? Wat vind je hiervan?

.

Werk in een groep van vier studenten. Ga met z’n tweeën in gesprek over een uitgevoerde activiteit in de beroepspraktijk. Jullie zijn collega’s en bespreken de verbeterpunten voor de activiteit. Het andere tweetal observeert en let op het taalgebruik en de houding. Na afloop van het gesprek wisselen jullie van rol.

Opdracht 42 Theoriebron Analyseren <

Verbeterpunten

u' Ac

tie

b. Wat heb je van deze opdracht geleerd en neem je mee in de beroepspraktijk?

Je hebt een activiteit georganiseerd voor de babygroepen van een kinderdagverblijf. Het is bijna vakantie en je wilt de verbeterpunten op papier zetten voor je collega’s. Aangezien je bijna vakantie hebt, kun je de activiteit niet meer evalueren met alle collega’s.

Opdracht 43

Ed

Je maakt een kort verslag met daarin de verbeterpunten die je gezien hebt. Zorg ervoor dat de verbeterpunten neutraal geformuleerd zijn. Lever het verslag in bij de docent.

Verbeteracties

Kies een situatie uit de beroepspraktijk of de opleiding.

ev

er

ij

a. Formuleer voor deze situatie twee verbeteracties. Formuleer de verbeteracties zo concreet mogelijk, zodat ze goed uitvoerbaar zijn in de praktijk.

itg

b. Bespreek jouw verbeteracties met een medestudent en pas de verbeteracties eventueel aan. Lever de verbeteracties in bij de docent.

Opdracht 44

U

Theoriebron Analyseren <

28

Verbeterplan Kies een situatie uit de beroepspraktijk of de opleiding. Maak een verbeterplan voor deze situatie. In het verbeterplan beschrijf je de beginsituatie, de verbeterpunten en de verbeteracties. Zorg ervoor dat de afspraken in het plan worden vastgelegd en beschrijf de verwachtingen en de mogelijke belemmeringen. Lever het verbeterplan in bij de docent.


Reflectievragen

Reflectievragen Opdracht 45

Reflectie op de lesstof

fb .v

.

a. Wat heb je allemaal geleerd? Noem drie dingen.

tie

b. Wat wist je al?

Opdracht 46

u' Ac

c. Wat ga je in de toekomst in jouw werk gebruiken?

Kritisch en creatief denken

Ed

a. Kijk je naar verschillende mogelijkheden als dingen niet in één keer lukken? Noem één voorbeeld.

b. Kom jij voor jouw mening uit als de situatie dat vraagt? Noem één voorbeeld.

er

ij

c. Heb jij het uiterste uit jezelf gehaald bij de opdrachten? Noem één voorbeeld.

Zelfregulatie en zelfsturing

ev

Opdracht 47

U

itg

a. Heb je een goede planning gemaakt? Geef hiervan één voorbeeld.

b. Heb je de goede bronnen en materialen gebruikt? Geef hiervan één voorbeeld.

c. Ben je goed omgegaan met feedback? Geef hiervan één voorbeeld: hoe heb je gereageerd?

29


Reflectievragen

Opdracht 48

Samenwerken

.

a. Heb jij bijgedragen aan een goede sfeer in de groep? Geef hiervan één voorbeeld.

fb .v

b. Hebben jullie als groep goede afspraken gemaakt? Geef één voorbeeld van een goede afspraak.

U

itg

ev

er

ij

Ed

u' Ac

tie

c. Kun je goed met andere mensen omgaan, ook al zijn ze anders dan jij? Geef hiervan één voorbeeld.

30


Theoriebron Gegevens verzamelen

.

Theoriebron Gegevens verzamelen

fb .v

Inleiding

Je kunt op veel verschillende manieren aan informatie komen over hoe mensen iets hebben ervaren. Wanneer je met een bepaald doel informatie wilt verzamelen over een bepaalde situatie, kun je dit het beste op een gestructureerde wijze doen.

tie

Evalueren

u' Ac

Wanneer je een situatie evalueert, probeer je zo veel mogelijk betrouwbare informatie te verzamelen. Na afloop van een activiteit wordt bijvoorbeeld het verloop besproken, het resultaat en de vooraf gestelde doelen. Het verzamelen van deze evaluatiegegevens kan op verschillende manieren, mondeling of schriftelijk. De verzamelde gegevens kun je analyseren, je kunt conclusies trekken en eventuele verbeterpunten opstellen.

Positief, neutraal, negatief

U

itg

ev

er

ij

Ed

Evaluaties kunnen spontaan plaatsvinden, niet gepland en niet gestructureerd. Deze evaluaties leveren informatie op, maar deze informatie is vaak beperkt. Wanneer je van een evaluatie wilt leren, is het belangrijk om de evaluatie goed voor te bereiden en gestructureerd en doelgericht te werken. Een evaluatie kan incidenteel worden uitgevoerd na bijvoorbeeld een nieuwe activiteit, maar ook structureel zoals bij een voortgangsevaluatie. De vorm die je kiest voor de evaluatie is afhankelijk van de aanleiding en het doel van de evaluatie. Het doel zorgt ervoor dat duidelijk is waarop de evaluatie gericht is en welke informatie de evaluatie zou moeten opleveren.

31


Theoriebron Gegevens verzamelen

Evaluatiegegevens

fb .v

.

Er zijn veel verschillende manieren om evaluatiegegevens te verzamelen. Je kunt bijvoorbeeld een enquĂŞte, een groepsgesprek of een interview houden. Welke manier je kiest, is afhankelijk van wat je precies wilt weten. Het is belangrijk om van tevoren goed na te denken over de gegevens die je wilt verzamelen en wat je precies met deze gegevens wilt doen, hoe je ze wilt verwerken.

tie

Om bijvoorbeeld meer informatie te krijgen over de kwaliteit van de naschoolse opvang kun je ouders en kinderen een enquĂŞte laten invullen of een interview houden. Wanneer je een interview houdt, kun je bijvoorbeeld gemakkelijk doorvragen over een onderwerp waarover je meer informatie wilt hebben. Bij een vragenlijst kun je bijvoorbeeld gesloten vragen stellen. Deze zijn vaak eenvoudiger en sneller te verwerken dan open vragen. Het is belangrijk dat de gegevens die je verzamelt de informatie geven die je nodig hebt om het vooraf gestelde doel te bereiken.

u' Ac

Resultaten

Ed

Wanneer je evaluatiegegevens verzamelt, ligt er op den duur veel informatie op tafel. Meestal is maar een deel van deze informatie echt belangrijk en bruikbaar. Door de verzamelde informatie te ordenen kun je bepalen welke informatie je nodig hebt voor het einddoel. Door de informatie logisch te rangschikken of gegevens te groeperen krijg je een duidelijk overzicht. Wanneer je alle informatie goed geordend hebt, kun je bijvoorbeeld kijken naar de samenhang tussen gegevens en verbanden leggen. Vervolgens kun je conclusies trekken en bepalen of het einddoel behaald is.

U

itg

ev

er

ij

Je kunt de resultaten van een evaluatie bespreken met de betrokkenen of bijvoorbeeld verwerken in een verslag. Voordat je begint met een evaluatie, is het belangrijk om hierover na te denken zodat je de juiste gegevens verzamelt. Met behulp van de resultaten van de evaluatie kun je verbeterpunten formuleren voor eenzelfde situatie in de toekomst.

32

Smileys


Theoriebron Gegevens verzamelen

Betrouwbaarheid

fb .v

.

De betrouwbaarheid van een evaluatie heeft te maken met consequentheid en nauwkeurigheid. Bij het maken van een vragenlijst ben je bijvoorbeeld afhankelijk van de mensen die de vragenlijst invullen. Soms leest iemand een vraag niet goed of begrijpt hij een vraag verkeerd.

Het is belangrijk dat voldoende mensen de vragen beantwoorden. Voor een evaluatie van de tevredenheid over een kinderdagverblijf is een interview met drie ouders niet voldoende om hierover iets te kunnen zeggen. Denk dus van tevoren goed na over het doel van de evaluatie. Wat wil je bereiken met de informatie die je gaat verzamelen?

u' Ac

Methoden

tie

Bij het verzamelen van evaluatiegegevens gaat het om persoonlijke informatie. Het is belangrijk om hier zorgvuldig mee om te gaan. In het evaluatieverslag kun je bijvoorbeeld namen weglaten en je kunt een enquĂŞte anoniem laten invullen; soms voelen mensen zich hierdoor ook vrijer om eerlijk te antwoorden.

Ed

Voor een evaluatie kun je gebruikmaken van verschillende methoden. Het hangt van het doel en de evaluatiegegevens die je wilt verzamelen af welke methode je het beste kunt kiezen. Daarnaast moet je rekening houden met de mogelijkheden van de doelgroep. Na afloop van een activiteit kun je de deelnemers bijvoorbeeld vragen om aan te geven wat volgens hen de plus- en minpunten van de activiteit waren. Of je laat met behulp van smileys aangeven wat zij van de onderdelen vonden.

U

itg

ev

er

ij

Wanneer je werkt met groepen kun je bijvoorbeeld een dagevaluatie houden. Hierbij reageren de deelnemers aan de hand van vaste vragen op het verloop van de dag. Zoals wat iemand leerzaam vond of hoe iemand zich voelde. Daarnaast zijn er actievere vormen om te evalueren, zoals een evaluatie in de ruimte of een applausmeter. Hierbij kunnen de betrokkenen door middel van een plaats in de ruimte kiezen of hard of zacht applaudisseren aangeven hoe positief zij iets vonden.

33


Theoriebron Evalueren

Theoriebron Evalueren

.

Inleiding

tie

Procesevaluatie

fb .v

Evalueren is in de beroepspraktijk niet alleen voor professionals zelf van belang. Het biedt ook de mogelijkheid om verantwoording af te leggen, bijvoorbeeld in het kader van kwaliteitszorg. Daarnaast is evalueren belangrijk voor de doelgroep, hierdoor voelen zij zich gehoord.

u' Ac

Procesevaluatie is een manier om erachter te komen wat goed en minder goed gaat in een proces. Procesevaluatie is gericht op de manier waarop gewerkt en samengewerkt wordt en hoe aan de doelen gewerkt is. Wanneer je na afloop van een project een procesevaluatie doet, verzamel je informatie om het proces van een volgend project te kunnen verbeteren. Tijdens de procesevaluatie kijk je naar de aanpak of werkwijze. Is deze naar tevredenheid uitgevoerd? Je onderzoekt wat goed ging en wat niet of minder goed gelukt is.

Ed

De informatie die verzameld wordt met een procesevaluatie is vaak afkomstig van verschillende betrokkenen. Bijvoorbeeld deelnemers van een activiteit vullen vragenlijsten in, professionals worden geïnterviewd en collega’s hebben observaties gedaan. Na afloop van een procesevaluatie wordt een verslag geschreven met daarin alle bevindingen en de aanbevelingen voor verbeteringen in de toekomst.

Productevaluatie

er

ij

Productevaluatie gaat over het product of het doel dat bereikt is na afloop van een project. Wanneer je met een bepaald doel een activiteit hebt georganiseerd, wil je na afloop weten of dit doel behaald is. Om de effectiviteit van de activiteit te kunnen beoordelen, moet er geëvalueerd worden, het uiteindelijke resultaat worden bekeken. Dit wordt productevaluatie genoemd.

U

itg

ev

De informatie die verzameld wordt met productevaluatie gaat vaak over de vooruitgang die behaald wordt of over het wel of niet bereiken van het doel. Bij productevaluatie gaat het dus niet direct over het wel of niet lukken van een eindproduct. Wanneer alle kinderen bijvoorbeeld een goed bootje hebben gevouwen, wil dit niet zeggen dat het product geslaagd is. Wat was het doel van de activiteit? Is dat doel bereikt? Bij productevaluatie bekijk je bijvoorbeeld of de rekenprestaties van leerlingen verbeterd zijn. Of in welke mate het gedrag van een leerling veranderd is. De informatie kun je verkrijgen met behulp van bijvoorbeeld vragenlijsten of observaties.

34


Theoriebron Evalueren

Werkzaamheden

fb .v

.

In de beroepspraktijk voer je veel verschillende werkzaamheden uit. Het is belangrijk dat je jouw werkzaamheden afstemt op de doelen van de organisatie waarvoor je werkt en de doelgroep waarmee je werkt. Het is belangrijk om steeds na te gaan of je werkzaamheden in dienst staan van de organisatie en de doelgroep.

Het is belangrijk om je werkzaamheden regelmatig te evalueren. Hierdoor kun je vaststellen wat goed gaat en waar je nog aan kunt werken. Door na te denken over je werkzaamheden en hierover te praten met collega’s kun je ze zo goed mogelijk afstemmen op de organisatie en de doelgroep.

u' Ac

Begeleiding

tie

Iedere organisatie gaat weer anders om met het evalueren van werkzaamheden. Sommige organisaties houden wekelijks een groepsevaluatie met collega’s en andere organisaties evalueren meer individueel. Hoe dan ook is het van belang om in de beroepspraktijk bewust bezig te zijn met je eigen werkzaamheden en daarom regelmatig te evalueren.

Ed

In de beroepspraktijk begeleid je verschillende kinderen in verschillende situaties. Omdat iedere situatie weer uniek is, is het nodig om regelmatig even stil te staan bij de wijze waarop je een kind begeleidt. De begeleiding moet afgestemd zijn op het kind en op de organisatie waarvoor je werkt. Met behulp van het ontwikkelingsvolgmodel kun je de ontwikkeling van kinderen bijvoorbeeld halfjaarlijks evalueren, waardoor je de begeleiding goed kunt afstemmen. Het is belangrijk om de begeleiding van een kind regelmatig te evalueren. Dit kun je doen met het kind zelf en met andere betrokkenen zoals ouders en collega’s. Iedere organisatie gaat anders om met het evalueren van de begeleiding van een kind. Soms is er maandelijks overleg met verschillende disciplines en soms wordt meer individueel geëvalueerd.

U

itg

ev

er

ij

Voor het evalueren van de begeleiding van een kind kun je gebruikmaken van verschillende methoden. Bijvoorbeeld een dagevaluatie, een interview of een evaluatie waarbij je gebruikmaakt van een evaluatiethermometer. Kijk goed welke methode geschikt is voor de doelgroep, zodat je de juiste informatie krijgt.

Activiteiten

35


Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie

Inleiding

fb .v

.

Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie

Mondelinge evaluatie

tie

In de beroepspraktijk wordt gebruikgemaakt van verschillende methoden om te evalueren. Een evaluatie kan zowel mondeling als schriftelijk plaatsvinden. Het hangt van de situatie en de doelgroep af welke methode het meest geschikt is.

u' Ac

Wanneer je een situatie wilt evalueren, bedenk je van tevoren hoe je dit wilt aanpakken. Je maakt een keuze tussen een mondelinge of schriftelijke evaluatie. Het is bijvoorbeeld met jonge kinderen lastig om een schriftelijke evaluatie te doen. Dan kies je voor een mondelinge evaluatie, zoals een plus- en minevaluatie waarbij zij punten noemen die ze goed en die ze minder goed vonden gaan.

Ed

Een ander voorbeeld van een mondelinge evaluatie is een lijnevaluatie. Hierbij kunnen mensen op een bepaalde plaats op een lijn gaan staan. De ene kant is de positieve kant, in het midden is neutraal en de andere kant is negatief. Je kunt een toelichting vragen voor de keuze van de plaats op de lijn. Nog een voorbeeld van een mondelinge evaluatie: een dobbelsteen werpen waarbij het aantal gegooide ogen staat voor een bepaald onderwerp. Degene die gegooid heeft, geeft over dit onderwerp zijn mening.

ij

Schriftelijke evaluatie

U

itg

ev

er

Wanneer je kiest voor een schriftelijke evaluatie kun je een vragenlijst maken met specifieke vragen over een bepaald onderwerp. Je kunt de betrokkenen vervolgens op verschillende manieren antwoord laten geven op de vragen. Wanneer je open vragen stelt kunnen de betrokkenen zelf antwoorden invullen, wat extra informatie kan opleveren. Met gesloten vragen beperk je de eigen inbreng van de betrokkenen, maar ze zijn makkelijker en sneller te verwerken dan open vragen. Je kunt meerkeuzevragen stellen of stellingen formuleren en de betrokkenen laten aankruisen waar ze het wel of niet mee eens zijn. Zo zijn er nog veel meer vormen en manieren voor het stellen van vragen bij een evaluatie. Voordat je een keuze hierin maakt, moet je weten wat het einddoel is van de evaluatie.

36

Evaluatieverslag Na afloop van bijvoorbeeld een project of een supervisieperiode kun je een evaluatieverslag schrijven. In een evaluatieverslag beschrijf je eerst de beginsituatie. Hoe was de situatie voordat aan het project gewerkt is? Vervolgens beschrijf je wat je precies gedaan hebt. Je beschrijft wat goed en wat minder goed is gegaan en waarom dit zo gegaan is. Hierbij kun je de persoonlijke omstandigheden, de werkomstandigheden, de samenwerking, de begeleiding en ondersteuning betrekken.


Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie

fb .v

.

Met behulp van alle informatie uit de evaluatie kun je conclusies trekken. In de conclusie beschrijf je wat je geleerd hebt, wat beter had gekund en hoe je daaraan in de toekomst wilt werken. Daarnaast kun je beschrijven wat je zelf van de situatie vindt. Een evaluatieverslag over bijvoorbeeld een project kun je delen met collega’s en kan dienen als basis voor een vergadering. Een persoonlijk evaluatieverslag kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor een functioneringsgesprek met een leidinggevende.

Kinderen

tie

Je kunt met veel verschillende doelgroepen evalueren op veel verschillende manieren, ook met kinderen. Wanneer je vraagt hoe kinderen een les of een activiteit vonden komt hun antwoord vaak niet veel verder dan ‘Leuk!’. Wanneer je echt meer wilt weten over bijvoorbeeld een les op school, moet je een evaluatie voorbereiden. Je kunt een vragenlijst opstellen en de kinderen hun mening laten beschrijven, waarbij je rekening houdt met hun mogelijkheden en leeftijd.

er

ij

Ed

u' Ac

Maar er zijn veel meer mogelijkheden om op een creatieve en actieve manier kinderen hun mening te laten geven. Je kunt ze hun mening bijvoorbeeld op een A4’tje laten schrijven en dit tot een sneeuwbal laten proppen; de proppen door het lokaal laten gooien en dan de kinderen een voor een een sneeuwbal laten openen en voorlezen. Of maak een grote dobbelsteen met daarop vragen zoals ‘Wat vond je van de samenwerking?’ of ‘Wat ging goed?’ Je laat de kinderen om de beurt gooien en reageren.

ev

Kinderen

U

itg

Ouders/verzorgers Bij het begeleiden van kinderen zijn vaak ouders of verzorgers in beeld. Zij kunnen belangrijke informatie geven. Met hen wordt regelmatig een gesprek gevoerd om te horen wat hun ervaringen zijn en welke veranderingen zij opmerken in de thuissituatie. Je kunt ouders of verzorgers vóór een evaluatiegesprek een vragenlijst laten invullen en het gesprek voeren aan de hand van de antwoorden. Ook voor het horen van de mening van ouders of verzorgers bestaan allerlei creatieve mogelijkheden. Voorbeeld: een schooldirecteur wil weten wat de ouders vinden van de keuzes bij de nieuwbouw en nodigt hen uit op school. Zij reageren op verschillende stellingen door rode, oranje en groene kaartjes op te steken (oneens, neutraal, eens). Daarbij kan de directeur direct aanvullende vragen stellen en de ouders op elkaar laten reageren.

37


Theoriebron Mondelinge en schriftelijke evaluatie

Collega’s

fb .v

.

In de beroepspraktijk wordt met collega’s onderling regelmatig geëvalueerd om ervoor te zorgen dat alle werkzaamheden zo goed mogelijk worden afgestemd op de organisatie en de doelgroep. Er worden evaluatiegesprekken gevoerd en er zijn bijvoorbeeld mondelinge evaluaties naar aanleiding van een evaluatieverslag. Ook tijdens vergaderingen en supervisiegesprekken wordt er geëvalueerd.

U

itg

ev

er

ij

Collega’s

Ed

u' Ac

tie

Evalueren met collega’s kan ook op verschillende andere manieren. Zo kunnen collega’s tips of tops benoemen over een onderwerp. Wat vonden ze goed en wat minder goed? Of collega’s reageren op stellingen door op te staan als ze het eens zijn met de stelling en te gaan zitten als ze het ermee oneens zijn. Of ze kunnen kaartjes met verschillende smileys opsteken en hun keuze toelichten. Ook kunnen ze de smileys gebruiken om te stemmen over een onderwerp.

38


Theoriebron Reflecteren

Theoriebron Reflecteren

.

Inleiding

fb .v

Reflecteren in de beroepspraktijk zorgt ervoor dat je inzicht krijgt in je eigen handelen. Je kijkt bewust naar jouw kwaliteiten die je kunt inzetten en naar de valkuilen waarvan je kunt leren en waarmee je rekening kunt houden tijdens je werkzaamheden.

Reflecteren

u' Ac

tie

Reflecteren is het bewust nadenken over jouw eigen handelen en hiervan leren. Wanneer je reflecteert kijk je kritisch naar je eigen sterke en zwakke punten. Deze bewustwording kan helpen om jouw professionaliteit te vergroten. In de beroepspraktijk heb je regelmatig te maken met situaties waarin jij een grote rol speelt. Deze situaties kun je allemaal gebruiken om te reflecteren. Reflecteren op een situatie gaat verder dan evalueren, het gaat meer de diepte in. Bij reflecteren denk je ook na over wat de situatie met jou persoonlijk doet, wat je voelt en wat je denkt.

U

itg

ev

er

ij

Ed

Reflecteren kun je op verschillende manieren doen, bijvoorbeeld met behulp van de STARRT-methode. STARRT is een stappenplan waarbij je een situatie uitwerkt en reflecteert op Situatie, Taak, Actie, Resultaat, Reflectie, Transfer. Je kunt met behulp van het stappenplan een reflectieverslag schrijven en leerdoelen opstellen. De uitkomsten van de reflectie kun je bespreken met bijvoorbeeld collega’s om ook van elkaar te leren.

39


Theoriebron Analyseren

Theoriebron Analyseren

.

Inleiding

fb .v

In de beroepspraktijk ben je regelmatig bezig met het analyseren van gegevens. Bijvoorbeeld door onderscheid te maken tussen overeenkomsten en verschillen en tussen meningen en feiten. Daarnaast zul je regelmatig teksten doornemen en bijvoorbeeld samenvatten of de relatie tussen begrippen proberen te verklaren.

tie

Analyseren

Wanneer je informatie verzameld hebt, kun je deze grondig onderzoeken om bijvoorbeeld antwoord te krijgen op een vraag. Dit wordt analyseren genoemd. De gegevens die je analyseert, kun je verdelen in kwalitatieve gegevens en kwantitatieve gegevens.

u' Ac

Kwalitatieve gegevens bestaan meestal uit teksten. Bijvoorbeeld uitgewerkte interviews of observatieverslagen. Zo kun je de informatie uit interviews analyseren door de antwoorden van alle mensen op een vraag onder elkaar te zetten. De antwoorden beoordeel je vervolgens op de positieve en negatieve punten die genoemd zijn.

Ed

Kwantitatieve gegevens zijn meestal getallen of dingen die je kunt tellen en die je op een systematische wijze kunt analyseren. Bijvoorbeeld de keuzeopties van meerkeuzevragen. De antwoorden kun je tellen en deze verzamelde gegevens kun je bijvoorbeeld in een grafiek zetten om hier vervolgens conclusies aan te verbinden.

Verbeterpunten

U

itg

ev

er

ij

Na afloop van een project of activiteit kun je op verschillende manieren evalueren. Uit deze evaluaties komen meestal verschillende punten naar voren die goed zijn gegaan en daarnaast punten die minder goed zijn gegaan. Met behulp van de informatie uit een evaluatie kun je verbeterpunten formuleren. De verbeterpunten kunnen gebruikt worden bij een volgend project of een volgende activiteit. Daarom is het belangrijk om ze te delen met alle betrokkenen.

40

Vanuit de verbeterpunten kunnen verbeteracties geformuleerd worden. Verbeteracties zijn acties die bedoeld zijn om voor verbetering te zorgen. Bijvoorbeeld wanneer bij een activiteit in de sporthal kinderen op sokken zijn uitgegleden er de volgende keer voor zorgen dat de kinderen sportschoenen dragen. Of wanneer een deadline van een project niet gehaald is de volgende keer zorgen voor een iets langere looptijd. Het is belangrijk dat de verbeteracties gedeeld worden met alle betrokkenen, mondeling of schriftelijk.


u' Ac

Verbeterplan

tie

Van verbeterpunten naar positieve punten

fb .v

.

Theoriebron Analyseren

U

itg

ev

er

ij

Ed

Bij grotere projecten of bij problemen binnen een instelling kan ervoor gekozen worden om naar aanleiding van een evaluatie een verbeterplan te schrijven. Dit verbeterplan is de handleiding voor het verbetertraject. In het verbeterplan wordt de beginsituatie beschreven en de reden voor het verbetertraject. De verbeterpunten en de verbeteracties die hieruit voortkomen worden benoemd. Alle gemaakte afspraken worden vastgelegd en verwachtingen en belemmeringen beschreven. Door dit zo gedetailleerd mogelijk te doen, is het voor alle betrokkenen duidelijk wat zij kunnen verwachten en wat er van ieder persoonlijk wordt verwacht. In het verbeterplan worden evaluatiemomenten vastgelegd om het verbetertraject goed in de gaten te kunnen houden. Mochten er tussentijds problemen optreden of mocht niet alles volgens verwachting verlopen, dan kunnen nog aanpassingen gedaan worden. Wanneer alle betrokkenen goed op de hoogte zijn van alle informatie in het verbeterplan, heeft het verbetertraject een grotere kans van slagen.

Werken aan verbetering

41


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.