BETON 052

Page 1


»

o

BETON BLOKKEN Zware BENOR blokken Halfzware en lichte blokken Blokken met speciale weerstand

(

S.V.-TOTAALVERBANDSTEEN Deze stenen hebben ineenvoeging op vier zijden.

ZESKANTIGE VERBANDSTEEN Met de zeskantige verbandsteen wordt voor de eerste keer het verleggen gemekaniseerd en aanzienlijk gerationaliseerd.

Bm

BLOEMENWANDSTEEN Door zijn speciale vorm bekomt men : • een goede verankering, die de gronddruk uitstekend tegenhoudt, • een snelle plaatsing, • een esthetisch uitzicht.

KOKERELEMENTEN Deze kokers worden op maat vervaardigd uit gewapend beton met zeer hoge dichtheid. Berekening door eigen studiedienst

FERROTONGARAGE ZZTTEÏ^

Deze MONOBLOK-garage wordt uit een stuk in gewapend sierbeton vervaardigd.

betonindusirie 054/33 38 37

(


BETON verfraait het leefmilieu im

mm

u]

öpr

l*4rfuij^rk fêfett*

''4t

«

“■

r

I.

.# -,

jr '•rv

J.'

?

J

T"

JK

"'tZ '

i' ✓

>

,fe

Wegens hun diversiteit in kleur, esthetisch uitzicht en rationele plaatsing worden

ESKOO - VERBANDSTENEN aangewend voor o.a. -

J.

Landelijke wegen Parkings Marktpleinen Winkelstraten

LON

•t


Väkke ^klœ

betonkon- constructions strukties enbéton het meest ekonomische van de gespecialiseerde bouwprocédés

Ie plus économique des procédés spéciaux de construction

?

Vaicke en Zoon, Rodenbachstraat 22, 8968 Vlamertinge tel. 057/20 25 01



diP

Clôture normande avec treillis portant + daiie de base et deux traverses carrées

Normandische afsluiting met basispiaat + twee vierkante iissen en viechtwerk

TYPE : 15L40 pi 40

TYPE : 15L40 pi 40

Modèle déposé Plus de 250 modèles de clôtures

Gedeponeerd model Meer dan 250 modellen van afsluitingen

Catalogue sur demande — Devis gratuits

Kataiogus op aanvraag — Gratis prijsberekeningen

Afsluitingen

poeiaert

Bureaus en werkplaatsen :

Clôtures

Bureaux et chantiers : Schepdaalstraat 16 - 1530 Herfelingen TEL. 054/55 64 15 - 56 66 66

4


armermozaïek een bevloering die het doet i

4

II

I t

la mosaïque de marbre un dallage repensé •••

AGMA S.A., rue de Beaulieu, 11 - 1830 Machelen - tel. 02/251.42.81 CAROLITH N.V., Kortrijkstraat, 61 - 8730 Harelbeke - tel. 056/71.45.01 GERADES P.V.B.A., Statieplein, 1 - 8748 Desselgem - tel. 056/71.20.82 MARLUX N.V., Dorpstraat, 19 - 2900 Londerzeel - tel. 052/30.08.41 MARBRA-LYS N.V., Spinnerijstraat, 25 - 8730 Stasegem-Harelbeke - tel. 056/21.17.84 NOVOBLOC N.V., Bramier, 1 - 8520 Lauwe - tel. 056/41.13.21 RODAL P.V.B.A., Meiselaan, 52 - 2921 Nieuwenrode - tel. 015/71.13.59 S.V.K. N.V., Aerschotstraat, 122 - 2700 St. Niklaas - tel. 031/76.35.01 R.G. - Tegelfabriek ROSSEAU P.V.B.A., Liersebaan, 67 - 2251 Massenhoven - tel. 031/85.50.35

5


LA LIBERTE DE CONCEPTION ARCHITECTURALE DEPEND DU MATERIAU UTILISE ET DE SES PROPRIETES

I

CIMENTS PORTLAND LIEGEOIS RDLR UNE LIBERTE TOTALE DE COI\ICEPTION Service commercial: Boulevard du Régent, 46- 1000 BRUXELLES . Tel,; (02)5113984 6

(4 L)

en

OQ3


5^

rrs^. :a

b'!]

i§^^^g%’GAfey.ogoXa£:Rk^ogo^P>gp‘-

A

:•.«

i ÿÿ^ssg/"^

«tl ^1

Si C3KÇ

e« »

i^ci

sÄi

// ■'

(ïiï

^3

A

■ffi

1

i '4^0

Ä m

Naspankoker Post-contrainte

'’üC>ó Taludbeëindiging Elément de talus

Voetgangerstunnel Tunnel pour piétons

m

mm m

m

oVc

M;P

m

.1

,1-'

Lb Hangkoker

O Oa

Konsole - element

a Onderzoeksschouw

06t

Pertuis suspendu

m

Elément console

Chambre de visite

P

g$i

Nutsieidingenkoker Conduit utilitaire

5m

ûe;

lîs

o/

m a m '.•iel

#«bti lgl

I

ÖQ oo

m, m. Pi

mpt I» 5^»

rii/: Portaalelement ’CP-ΧqX Elément en U renversé

Sifonkoker NV Syphon

's.

/

—Y%'" / i i \ /

ri /^^Po'^/x '^A

7f. t jrt Âiï. t>î

K

opent nieuwe perspektieven vous offre des perspectives nouvelles

i

% È, M

INDUSTRIITERIICIN 3980

BELEMA

n.v. s.a.

m

Ml n

TCSSENDEMO TEL. 013/èèSSé1 TELEX 39419

'3

i

<s

m

7


(Premo^and, vP* A»

• INSTALLATION COMPLETE ’’TENSYLAND” pour la fabrication de poutres et de hourdis en béton pré­ contraint et armé. VOLLEDIGE INRICHTINGEN ’’TENSYLAND voor het vervaardigen van balken en vioerelementen in bewapend of voorgespannen beton. * MACHINES PONDEUSE ’’AUTOCOMPACTA ” pour la fabrication de blocs en béton.

imiiiiiiii >-*• ** •* •* •• ..................«

#

BLOKKENMACHINE ’AUTOCOMPACTA van het rijdend type voor het vervaardigen van betonblokken en welfselelementen.

Hoge precisie van de welfsels Kapaciteit tot 3000 m/dag Fabrikatiehoogte 25 à 30 cm Eenvoudig onderhoud Universeel fabrikatiegamma Uitzonderlijke voorwaarden

Haute précision des poutres en béton précontraint Capacité de 3000 m par jour Hauteur de fabrication 25 à 30 cm Entretien et manipulation simples Des possibilités universelles Des conditions exceptionnelles

VRAAG VRIJBLIJVEND INLICHTINGEN DEMANDEZ NOUS RENSEIGNEMENT SANS ENGAGEMENT

CONSTRUCTIEWERKHUIZEN

ATELIERS DE CONSTRUCTION

DAMMANCROES

SpanjestraaJ, 55

B-8800 ROESELARE/Belgium

Tel.(051)20 43 43

NV s A

Telex : 81 548


net onNi

grachtelementen werkt u sneller

Tijd IS kostbaar. Daarom ontwikkelde Omnibeton een systeem van grachtelementen dat snel werken mogelijk maakt. De doordachte elementen kregen een lengte van 1,25 meter, zodat U met deze elementen 5 meter kunt plaatsen in de tijd die anderen nodig hebben voor 4 meter. Puur winst : 25 % in tijd. . -----Maar er is meer. Door de uitgekiende verbinding in de wand is verzakken en verschuiven uitgesloten. Omni-grachtelementen uit beton zijn daarom een langlevende bescherming tegen verzanding en dichtgroeien van grachten, sloten en waterlopen. Bovendien kunnen deze beschermde waterlopen makkelijker onderhouden worden.

mnbeton

' ïic-

een combinatie van inventiviteit en kwaliteit Rue des Français 369 4300 ANS Tél. 041/63.54.13

Kempense steenweg 170 3500 HASSELT Tel. 011/21.14.61 C2 lijnen) Telex39.439

I

bon

Mag ik vrijblijvend ; □ uw vertegenwoordiger ontvangen □ uw dokumentatie ter inzage

Firma/Naam ; Adres :

U


au service de la construction...

10


re

CO

m Œ.

Plannen maken ts papierenwerk... ze uitvoeren is héél iets anders ! Aannemers en specialisten in de wegenbouw nemen geen risico. Zij eisen en gebruiken betonprodukten die het resultaat zijn van een jarenlange ervaring .. betonprodukten BETONAC : Kontroleputten. straatgoten, waterslokkers e a. die kwaliteit garanderen ! Aannemers, architekten, besturen en handelaars kiezen hun pasklare betonelementen voor waterzuivering bij BETONAC ! Beproefde systemen voor mechanische bestrijding van afvalwaters.. Septictanks, oxydatiebedden, emscherputten en vetvangers die problemen voorkomen !

Faire des plans... c’est facile... Les réaliser... c'est une autre paire de manches ! Les entrepreneurs et les spécialistes de la construction routière n'aiment pas le risque. C'est pourquoi ils exigent des produits en tîéton, qui sont le fruit d'une longue expérience... des produits BETONAC. Les chambres de visite, les égouts, les aqueducs, etc. de marque BETONAC sont une garantie de qualité ! Les entrepreneurs, les architectes, les administrations publiques.les négociants en matériaux de construction emploient les éléments préfabriqués en béton marque BETONAC pour les installations d épuration d'eau ! BETONAC vous offre un éventail d'installations de traitement mécanique des eaux résiduaires : fosses septiques, lits d'oxydation, fosses à décantation, récupérateur de graisse, etc.

VLUGGE SERVICE ! TECHNISCHE HULP bij plaatsing ! SERVICE RAPIDE ! ASSISTANCE TECHNIQUE lors de la mise en place !

TONAC

C’est le synonyme des produits en béton de première qualité répondant à toutes les normes légales, entre autres à celles imposées par le Ministére de la Santé Publique

Kwaliteits-betonprodukten die voldoen aan àlle wettelijke voorschriften o.a. van het Ministerie van Volksgezondheid.

Hasseltse Weg 106A 3800 Sint-Truiden Tel. (011) 674511 (71.)

B

\ Mag ik vrijblijvend : \ — uw vertegenwoordiger ontvangen — uw dokumentatie ter inzage Sans engagement de ma part, je vous prie : — d'envoyer un délégué — de m'adresser de la documentation

I

I

I I I I

I

Firma/Naam : ........... Nom de l'entreprise : Adres : ......................... Adresse :

I

i I

( stuur deze bon onverwijld, terug) (prière de nous renvoyer ce coupon réponse aujourd’hui même)

LO

hCD

11


ils sont **

*


i'

et Tubes lumineux

DUPOL

i E" J Qarde-corps, Ecrans antiĂŠblouissants, Ecrans antribuits ;V 1


14


Fabrieken, sporthallen, bureau-complexen, sporttribunes, enz... Vraag prijs zonder verbintenis.

BOUW ECONOMISCH, BOUW MET DE GEPREFABRICEERDE BETONELEMENTEN VAN DE

N.V. BETONFABRIEK GOUDEZEUNE, POPERINGESTRAAT 2 TE 8948 KEMMEL (tel. 057/44 48 33). 15


i....

■w TT

î♦

■ftn

T

■f Tr T

I XJ

ütüüi Tmër^ riiiiljjîint

7’ *

U


Avez-vous déjà votre RELIURE ?

Hebt U reeds uw VERZAMELMAP ?

Classées dans la reliure beton, vos revues ne s’égarent pas et l’informa­ tion qu’elles contiennent est plus facilement accessible.

Wanneer U uw tijdschriften opbergt in de speciale beton-kaft, gaan ze niet verloren en is uw informatiebron, die ons tijdschrift tenslotte is, veel toe­ gankelijker.

Vous pouvez obtenir ces ciasseurs en ver­ sant ia somme de 350 F, T.V.A. inciuse, au c.c.p. n° 000-0028008-72, de ie FeBe, 207-209, boui. A. Reyers - 1040 Bruxeiies. Vous recevrez la facture et ie classeur par même courrier.

Deze kaften kunnen bekomen worden door storting van 350 F, B.T.W. inbegrepen, op p.c.r. nr. 000-0028008-72 van de FeBe, 207-209, Aug. Reyersiaan - 1040 Brussei. Een faktuur en de kaft komen U toe per kerende post.

17


MMB-AALST Tel. 053/70.18.91 (5 L. ) Telex 12323

Kareelstraat 116

geniet het vertrouwen van vele internationaal zeer gerenommeerde konstrukteurs

bénéficie de la confiance de beaucoup de constructeurs à réputation mondiale.

Voor het automatisch produceren van alle soorten betonelementen , kan M.M.B.-Aalst U gespecialiseerde machines aanbieden .

M.M.B.-Alost peut vous offrir des machines spécialisées pour la fabrication automatique de toutes sortes de produits en béton .

Neem nu de beslissing , het kostelijke loonelement te verminderen bij het automatisch fabriceren van :

Décidez-vous de diminuer sensiblement Ie facteur très onéreux des salaires dans la fabrication automatique de :

vloer- , sier- of betontegels klinkers aller aard holle of volle welfsels boordstenen, watergreppels holle en volle bouwblokken buizen , ook met bewapening grachtelementen, kokers, toezichtputten muurpanelen .

carreux , dalles de fantaisie ou de béton briques de toute sorte hourdis, creux ou pleins bordures et caniveaux bloes de construct ion creux ou pleins tuyaux sans ou avec armature éléments de fosses, étuis, puits de surveillance, panneaux.

Doseer- en mengcentrales dwangmengers van elke conceptie of grootte

Centrales de dosage ou de malaxage malaxeurs de toute conception ou grandeur

Bij elke automatische machine kan een automatische nabehandeling voorzien worden

Chaque machine de production se complète par une manutention automatique.

Het jarenlang samenwerken met leidinggevende firma's is alleen mogelijk omdat M.M.B.-Aalst beschikt over een degelijk wisselstukkenmagazijn en een betrouwbare onderhoudsd ienst.

La collaboration durable de M.M.B.-Alost avec des constructeurs très reconnus est Ie fruit d 'un effort permanent de mettre ~ d isposition de sa clientèle des pièces de rechange et un service d'entretien valable .

M.M. B.-Aalst krijgt veel vertrouwen , U ook mag ons uw vertrouwen schenken , voor uw aankopen en onderhoud .

M.M.B.-Alost recueille beaucoup de confiance , vous pouvez, également, nous con fier vos problèmes, votre entret ien, vos achats.

Wij zijn er U dankbaar om en zullen het niet beschamen.

Nous vous en serons reconnaissants et vous n'en serez pas déçus.

Ook zonder enige verplichting geven wij U graag alle inI ichtingen en referenties.

Sans aucun engagement, demandez-nous des renseignements, des références, des visites.

MMB Voor een eerlijke aanbieding van een tesamen bestu deerde oplossing . 18

Pour une proposit io n honnête d' une solut ion étudiée en commun .


OBOURG Les Ciments d’Obourg ont le souci permanent de mettre sur le marché une gamme toujours plus étendue de ciments qui répondent aux besoins spécifiques des utilisateurs. • Ciments Portland P30 P40 P50 • Ciments de haut fourneau HL30 HK40 Bureau de vente : Boulevard du Régent, 46-1000 BRUXELLES Tél.:(02) 512 30 50 (10 1.)

19


EL SOLO Un élément nouveau pour la préfabrication d’ossatures de bâtiments Elément unique (colonne-dalle) en béton armé préfabriqué en usine

Souplesse Fonctionnelle Souplesse architecturale Souplesse d'exécution Rapidité d'exécution EL SOLO permet la rationali­ sation de la construction

Ets E. RONVEAUX RUE

20

REBONMOULIN, 16

5300 - CINEY * TEL. 083/21.29.01 * TELEX 59169 RONVO B.


pour la fabrication de et hQurdis en 9^

sm

I

*1»

wwide vervaardiging van blojikwr'\ \ en weîf^i^lûptten 4n zwaaf trri\liq4iV^b^on _

x



^MASON

Machinefabriek Son Mason bv Industrieweg 25 Postbox 17 Son (Holland) Telefoon 00.31 (04990)2531 - 2790 Telex 51414

• Komplete installaties voor betonfabrieken. • Meng- en doseerinstallaties, betoncentrales. • Tunnelinstallaties voor dallen. • Klemmen voor wegeniswerken blokken dallen boordstenen betonstenen. • Vorminrichtingen, stempelplaten, spiegelplaten voor alle betonprodukten. • Onderlegplanken, palletten, stalenpallets. • Installations complètes pour usines de béton. • Installations de malaxage et de do­ sage, centrales à béton. • Installations en «tunnel» pour dal­ les. • Pinces pour travaux de voirie blocs - dalles - bordures - pavés. • Moules plaplaques-tampons. ques-«miroirs» (belle face), pour tous produits en béton • Planches, palettes, palettes en acier.

I à

N

Komplete mechanisering voor de betonindustrie

Mécanisation complète pour l’industrie du béton

23


R VLOERENFABRIEK o D A L

P.V.B.A. S.P.R.L.

KAPELLE 0/d BOS 2921 - NIEUWENRODE TEL 015/711359 - 711437 FABRICATION

FABRIKATIE VLOEREN 20/20 - 30/30 - 40/40 CEMENTDALLEN 30/30 SILEXDALLEN 30/30 - 40/40 - 50/50 TERRASDALLEN 40/40

CARRELAGES 20/20 - 30/30 - 40/40 DALLES EN BETON 30/30 DALLES EN SILEX 30/30 - 40/40 - 50/50 DALLES POUR TERRASSES 40/40

DE CE JOUR

NU OOK

BETONKLINKERS PAVES EN BETON 220

-

107

-

70

GRIJS - ZWART - ROOD - GEEL • GRIS - NOIR - ROUGE - JAUNE

24


D o o a

[b)(^të@Di]

w@@[p

a o

Q lê

po

(^Dn]

Kinderkribbe - Machelen - "Architektenatelier" - Brussel

^ eurobeton n.v. Vaartstraat 13

2251 Zandhoven

Tel. 031/84.36.21

architektonisch beton - glasvezelbeton 25


WELFSELS MET GEÏNTEGREERDE ISOLATIE O)

W)

Raadpleeg de Franchise-Verdeler voor Uw streek: Hij is Uw raadgever

o

UJ

(/)

IS «

tu <

O (O O

CE

ISO 15

■^1 c/> l

'J

• BRANDSTOFBESPARING • GEMAK VAN PLAATSING

m

g

1

QC o lU

2800 MECHELEN

Rue Vandevelde. 170 Tél.071/35.02.31

6218 THIUEÛN

5. P.V.B.A. VOS LEYSEN

m

Weegse. 55 9940 SLEIDINGE Tel 091/57.32.27

7. ETABLISSEMENTS LENGLOIS Av des Princes, 30 Tél.010/22.22.06

1300 WAVRE

8. S.A. WARNANT Matériaux Béton 5100 JAMBES Têl 081/30 05 93

Technische Dienst

Fabriek: Indusinepark

37 rue Jos Wauiers 5100 JAMBES Tel 081/30 05 93 30 50 54

6690 VIELSALM Tel 080/21 55 65

VERDEGEM

18. ETABLISSEMENTS R.MANBOUR BETON DE LA BELLE EPINE Rue du Moulin. 6 6418 GOZEE Tel.071/51.51.17 {heures de bureau) Tél.071/21.53.08 (après 6 h.)

19. ETABLISSEMENTS LIESSE Chaussée de Wavre. 77 Tél.010/81,20.56

20. ANDENNE

5900 JODOIGNE

BETON

Chaussée de Oinani. 152 5170 PROFONDEVILLE Tél.081/41.14.60 41.26 50

Chaussée Moncheur 133 Tél 085/22.24.29

>

9. MATERIAUX JACQUES

21. MATERIAUX DES6ESVES

m

Rue de la Station 6373 FRASNES LES COUVIN Tél.060/31 17.37

Rue du Commerce Tél 083/21.20.67

10. Firma WUKCMANS Terbekstraat, 16 3950 BERINGEN Tel.011/43.37.04

Chaussée de Dînant 5551 HERMETON/Meuse Tél.082/64.44.03

11. POLEUR KINET

23. N.V. TONGRIA

Rue de Brber. 24 4140 AMAY Tél.085/31.11.76 31.12.76

Henisstraat 199 3700 TONGEREN Tel.012/23.16 21

m

PPB BELGIUM

17. P.V.B.A. L.BUYSSE

(fï

UJ

16. S.A. FALKENBERG

6. ETABLISSEMENTS LECLERCQ

6a. S.A. WARNANT

$

15. N.V. BOVIN Schoolstraat. 6 3451 KORTENAKEN Tel.011/58.71.51

Place de la Gare. 21 1420 BRAINE L’ALLEUD Tél.02/384.80.90

O

k

6600 LIBRAMONT

Rue de la Vallée, 17a 4701 KETTENIS Tel 087/55.24.06 55.35 04

3)

Ui

14. Ets. GERARD-GORSE Av. d'Houffalize 62 Tél.061/22.29.31

Vaarlstraat, 170 2490 BALEN Tel. Balen 014/31.38.56 Mol 014/31 25 30 Geel 014/58.05.59

m m

V)

13. S.A. COMOBE Rue de l'Industrie. 7 5470 BARVAUX SUR OURTHE Tèl 086/21.18.36

O

33

CA

(A

3a. BOUWMATERIALEN Jan FRANS 4. FIXOLFTE S.P.R.L.

m

O

Steenweg op Boom 2660 WILLFöROEK Tel.031/86.82.35 86 80.54

3

O

Ui

3. BOUWMATERIALEN Jan FRANS

Hanswijkvaart, 36 Tel 015/41.39.63

m

lU O

Nieuwsiraat. 26 9770 KRUISHOUTEM Tel.091/83.50,42 83.59.42

(A

m

• KLAAR OM TE PLEISTEREN

Vektstraat. 166 8800 ROESELARE Tel 051/20 32 60 20 02 31

2. P.V.B.A. 6. DE SNERCK

g (i

tu

<

1. N.V. R.DECLERCK r

(A

m (A

12. BETONS DE LA LHOMME Zone Industrielle 5430 ROCHEFORT Tél.084/21.34 40

5220 ANDENNE

5300 CINEY

22. Ets. MATEBOIS LAMONTAGNE

24. S.P.R.L. GROGNARD Frères Rue de la Grotte 13 Tél 080/21 60 28

6690 VIELSALM

WELFSELS MET GEÏNTEGREERDE ISOLATIE

ER IS EEN PRAKTISCHE OPLOSSING VOOR ELK BUIZEN-PROBLEEM . . . OFWEL

BONNA ROCLA SENTAB

BonnA MACHELEN

Tel. (02)251 59 10 Beaulieustraat 3-5 1830 Machelen

BUIZEN VAN 300 mm TOT 3200 mm VOOR — RIOOLBUIZEN — HORIZONTALE BORINGEN — DRUKLEIDINGEN


newa techniek nv deurne (antw.)

belcrownlaan 44 B-2100 deurne

tel.: (031)248460 telex: 32945

mengers.

centrales à béton

biokkenmachines

machines à blocs

dallenpersen boordsteen machines betontransportbanen trillers, triltafels

presses à dalles machines à bordures bennes transporteuses vibrateurs, tables vibrantes

weeginrichtingen

installations de pesage

doseerinrichtingen

installations de dosage

buizenvormen

ALLES VOOR DE BETONINDUSTRIE TOUT POUR L’INDUSTRIE DU BETON

malaxeurs,

mengcentrales

Stoffilters transportbanden transportschroeven laboratoriumapparatuur

moules à tuyaux filtres bandes transporteuses vis transporteuses appareils de laboratoire

27


VloerMememen keihard de beste ElĂŠments de plancher les plns solides. ECHO N.V./ S.A. ^, ZWALUWSTRAAT 25^30 HOUTHALEN tel. 011 /3^551 TELEX 39545


GLASS FIBRE REINFORCED CEMENT Are you looking for an opportunity to enter the overseas construction market? If so, you need to combine in your designs, both local architectural styles, and economic building systems.

Meet Seghers Beton, who bring to your service not only 20 years of experience in the forefront of precast technology, but now offer the most advanced SiEKiD elements. technology in GROUP SEGHERS

BETON

Ltd.

BRUG ZUID 29 - 9880 AALTER/BELGIUM - TEL. 91/74 29 42 (5 L) 29


6ARA&ES

A i_i-rnoBE“rorsi

maar héél speciale

KANAALSTRAAT 18 8245 GISTEL

059/277481

41/4/vr/ ■M A il

Een garage in gewapend beton, kant en klaar, met kantelpoort, afvoerbuis, portierbeschermers, vloer ai waterdicht dak, Interessante prijzen en snelle plaatsing. Vraag onze dcikumentatie.

OOSTMALLESTWG 191 2310 RIJKEVORSEL

031/120847

DORPSSTRAAT 75-76 3150 BOOISCHOT

015/222484


Système Ergon: tous les éléments de la solution.

Pour la construction des bâtiments industriels, ERGON propose un système de structure souple dont les éléments de base (colonnes, poutres, planchers) sont en béton précontraint. Ce qui explique leur résistance, la longueur de leur portée, la diminution du nombre de colonnes et leur faible encombre­ ment. D’où un espace utile plus étendu, des

CBC BETON S.A. ERGON

Division Béton Manufacturé chaussée de La Hulpe 185 1170 Bruxelles-Tél. 02/6739870 Usine: Marnixdreef 2500 Lierre-Tél. 031/804411

possibilités d’agencement accrues. En outre, le montage des bâtiments est particulièrement rapide, et encore plus depuis que des éléments existent de stock. C’est un facteur de rentabilité supplé­ mentaire en faveur du système Ergon. D’ailleurs 2.150 réalisation sont là pour le prouver.

I Veuillez m’envoyer la documentation 1 I I relative au système ERGON. Nom :......................... Fonction : Firme : Adresse : J

31


beton

Tijdschrift van het Prefab-beton Revue du Béton préfabriqué

N. 52

Sommaire - Inhoud 33. Le Bloc en Béton - par ir. J.M. Huberty Het Betonblok - door ir. J.M. Huberty. 65. Bibliographie - Bibiiografie 66. Nouvelles du B.I.B.M. ; lie et 12e Congrès : Jéru­ salem (1981) et Bruxelles (1984). Nieuws van het B.i.B.M. : lie en 12e Kongres : Je­ rusalem (1981) en Brussel (1984). 68. Les Carreaux de Mosaïque de Marbre (suite) ia Norme. De Marmermozaïektegels (vervolg) - de Norm. 71. Un Contrôle Suédois des Dégâts intervenus aux Tuyaux. Een Zweedse Test over Schade aan Buizen. 75. Immeubles d'Appartements à l’américaine. Appartementsgebouwen op zijn Amerikaans.

OCTOBRE 1979 OKTOBER

Administratie - Rédaction - Pubiicité : Fédération de i’Industrie du Béton Bd. Aug. Reyers 207-209, 1040 Bruxelies T. 02/735.80.15 - C.C.P. n° 000-0028008-72 T.V.A. n” 407.408.809 Administratie - Redactie - Publiciteit Federatie van de Betonindustrie August Reyersiaan 207-209, 1040 Brussei T. 02/735.80.15 - P.C.R. 000-0028008-72 B.T.W. nr. 407.408.409 REDACTEUR EN CHEF — HOOFDREDAKTEUR : M. W. Simons : Directeur de la FeBe Direkteur van de FeBe Affilié à l’Association des Journalistes Périodiques Belges et Etrangers - Union Professionnelle Reconnue Aangesloten bij het Verbond van Belgische en Buitenlandse Journalisten der Pe­ riodieke Pers ' Erkende Beroepsvereniging

COMITE DE REDACTION — REDACTIECOMITE : R. Buicke - J. Schmidt Photo de couverture : Les carreaux de mosaïque de marbre : un dallage re­ pensé.

PUBLICITE — PUBLICITEIT : Mlle M.R. Roisin

Foto op het titelblad : De marmermozaïektegels : een bevloering die het doet.

Paraît cinq fois l’an - Verschijnt vijf maai per jaar Diffusion :

Services de travaux publics de i’Etat, des provinces et des communes, sociétés de construction d’habitations sociales, ingénieurs-conseils, architectes, maîtres d’ouvrages, entreprises de construction, fabricants de béton et tous utilisateurs de produits en béton. Verspreiding : Staat-, Provincie- en gemeentelijke diensten voor openbare werken, maatschappijen voor sociale woning­ bouw, ingenieursbureaus, architecten, bouwheren, ondernemingen van bouwwerken, betonfabrikanten en aiie gebruikers van betonwaren.

PRIX : 90 F PRIJS 32

Abonnement annuel . : 400 F Jaarabonnement

Etranger : 600 F Buitenland


1

LE BLOC DE BETON

MET BETONBLOK

Une notice d’information sur le bloc et ses applications

Een informatienota over het betonblok en zijn toepassingen

door

par

ir. J.M. HUBERTY

TABLE DES MATIERES

Classification des bloes pour maçonnerie or­ dinaire .................................................................. Blocs spéciaux .................................................... Mortier ordinaire pour joint de 1 cm ............. Les mortiers spéciaux ...................................... Mise en oeuvre des mortiers ........................... Maçonnerie par temps froid ........................... Armatures et crochets ....................................... Résistance mécanique de la maçonnerie or­ dinaire .................................................................. Résistance au feu de la maçonnerie ............. Modulation et appareillage au départ de blocs 19x39 .................................................................... Détails de construction .................................... ° Appuis de poutres et planchers ................. ° Chaînage ........................................................ ° Accrochage d'un refend à un mur continu ° ° °

Joints de mouvement ................................... Linteaux et maçonnerie apparente 19x39 Dispositifs d’étanchéité de la maçonnerie apparente ........................................................ ° Canalisations électriques ........................... ° Fixation d’appareils ..................................... Le confort thermique ........................................ ° Unités usuelles .............................................. ° Généralités .................................................... ° Propriétés thermiques de quelques maté­ riaux et parois .............................................. ° Comparaison entre parois ......................... ° Impositions NBN B 62-001 ......................... ° Rôle de la capacité thermique ................... ° Comportement hivernal ............................... ° Comportement de demi-saison ................. ° Comportement estival ................................. Isolation et absorption acoustique ............... ° Généralités .................................................... ° Isolation acoustique ..................................... ° Absorption phonique ................................... La diffusion de la vapeur d’eau ..................... ° Généralités .................................................... ° Perméabilité à la vapeur d’eau ................. ° Condensation ................................................ ° Cas des murs en blocs ............................... Quelques notions économiques ..................... ° Coût de la maçonnerie ............................... ° Suppression du plafonnage .......................

INHOUDSTAFEL

2

Klassering van de blokken voor gewoon met­ selwerk ................................................................. 3 Speciale blokken ................................................ 4-5 Gewone mortel voor voeg van 1 cm ............. 5 Speciale mortels ....................... ..................... 6 Verwerking van de mortels ........................ 6 Metselen bij koud weer ..................................... 7 Wapeningen en haken ....................................... 8 Sterkte van gewoon metselwerk ..................... 9 10

Brandweerstand van metselwerk ................... Modulatie en verband met blokken van 19x39

11

Konstruktiedetails .............................................. ° Oplegvlakken voor balken en vloeren ___ ° Ringbalk .......................................................... ° Verankering van scheimuuren doorlopende muur ................................................................ 12 ° Bewegingsvoegen ......................................... 13 ° Lateien en dagvlakmetselwerk 19x39 .... voor dagvlakmetsel­ 14 ° Afdichtingswijzen werk .................................................................. 15 ° Elektrische leidingen ................................... 15 ° Bevestiging van apparaten ......................... 16 Het warmtekomfort ............................................. 16 ° Gebruikelijke eenheden ............................... 17 ° Algemeenheden ............................................. 18 ° Warmte-eigenschappen van enkele mate­ rialen en wanden ........................................... 18 ° Vergelijking van wanden ............................. ................................. 19 ° Eisen - NBN B 62-001 20 ° Rol van de warmtekapaciteit ..................... 21 ° Gedraging in de winter ............................... 22 ° Gedraging in het tussenseizoen ................ 22-23 ° Gedraging in de zomer ............................... 24 Akoestische isolatie en absorptie ................... 24 ° Algemeenheden ............................................. 25 ° Akoestische isolatie ..................................... 26 ° Geluidsabsorptie ........................................... 27 Waterdampdiffusie ............................................. 27 ° Algemeenheden ............................................. 27 ° Doorlatendheid voor waterdamp .............. 28 ° Kondensatie ................................................... 28-29-30 ° Geval van de blokkenmuren ....................... 31 Enkele ekonomische begrippen ..................... 31 ® Kost van het metselwerk ............................. 32 “ Uitschakeling van de bepleistering .......... 11 11 12

33


2

CLASSIFICATION DES BLOCS POUR MAÇONNERIE ORDINAIRE - Norme NBN 538 •

KLASSERING VAN DE BLOKKEN VOOR GEWOON METSELWERK - Norm NBN 538

TYPE de BETON

• BETONTYPE

Béton ordinaire compact.

Gewoon kompakt beton.

Béton de granulats minéraux légers Structure généralement semi-ca­ verneuse.

Beton van lichte minerale toeslagmaterialen. Struktuur doorgaans halfopen

Béton cellulaire (mortier alvéolé).

Cellenbeton (alveolaire mortel).

Béton de fibres de bois (copeaux).

Houtvezelbeton (schaafkrullen).

• BLOC PLEIN ou CREUX

• VOL OF HOL BLOK

S3 S

Les creux sont généralement au nombre de 2 et sont - soit traversant (A), - soit borgnes (B).

ß él Èd

Ö

blocs

s/S mm.

e mm. en mm

I mm. en mm

Lourds Autres

0.5 0,6

35 40

25 30

r

Blokken-

r type Zware Andere

• FORMAT

e mm. in mm

I mm. in mm

0,5 0,6

35 40

25 30

L = lengte, I = breedte, h = hoogte

en mm

m mm □ meest gebruikelijke afmetin­

= 65, 90

□ dimensions les pluscourantes

o

idem en béton cellulaire

• MASSE VOLUMIQUE et RESISTANCE

gen idem cellenbeton

• VOLUMEMASSA en STERKTE

Masse volumique = M (masse en Kg)

Volumemassa = M (massa in kg)

V (volume extérieur en dm^)

V (uitwendig volume in dm^)

Résistance à la compression =

Druksterkte «

P (force de rupture en N)

P (breukiast in N)

S (surface pleine en mm^)

S (vol oppervlak in mrrP)

Type de

Masse volumique kg/dm’

blocs Extra­ légers Très légers

Résistance à la compression N/mm^ m

— « 0.55

0.55 < — « 0.75

3

5

2.5

4

0.75 < — « 1.2

(3)-5

(2,5)-4

Mi-lourds

1.20 < — «1.9

6

5

10

8

* Pour ces bloes, la masse volumique du béton doit être ^ 1,9

BlokkenType

Volumemassa kg/dm^

i ; individuel m ; moyenne de 5 blocs

Druksterkte N/mm^ m

i

Légers

■gourds

34

s/S mm.

• FORMAAT

L = longueur, I = largeur, h = hauteur

O

De holten zijn meestal 2 in aantal en - open (A) of - blind (B). De wanddikte van de holle blokken beantwoordt aan de volgende voorschriften.

L'épaisseur des parois des blocs creux répond aux impositions suivantes. ype de

w.

Extra lichte Zeer lichte

— « 0,55

3

2.5

0.55 < — « 0.75

5

4

Uchte

0.75 < — « 1.2

(3)-5

(2.5)-4

Halfzware

1.20 < — « 1.9

6

5

10

e

Zware * Voor deze blokken moet de volumemassa van het beton ^ 1.9

i individueel m gemiddelde van 5 blokken

I j '


3

BLOCS SPECIAUX SPECIALE BLOKKEN • BLOCS ULTRA-ISOLANTS • ULTRA-ISOLERENDE BLOKKEN

Beton léger et lames d'air multiples Licht beton met meerdere dunne lagen lucht. Béton et polystyrène dans les creux (A) ou en sandwich (B). Beton met polystyreen in de hol­ ten (A) of als tussenlaag (B).

• BLOCS ACOUSTIQUES • AKOESTISCHE BLOKKEN

Absorption du son par entailles Geluidsopsiorping door instulpingen

oQ '00

IS) °»

Absorption du son par granulats de verre expansé.

<2î> Geluidsopsiorping door geëx­ pandeerd glas als toeslagmateriaal

• BRIQUES EN BETON • BETONSTENEN

O Coloration dans la masse (et en surface).

Z ^6

Kleuring in de massa (en van het oppervlak).

Surface unie ou striée l Effen of geribbeld oppervlak

• CLAUSTRA

Motifs ajourés variables à l'infini.

□□ □□ □□ □□

□□ □□

Onbeperkte variatie van uitgesneden teke­ ningen.

0 35


4

GEWONE MORTEL VOOR VOEG VAN 1 cm (Bestek 104 — ontwerp)

MORTIER ORDINAIRE POUR JOINT DE 1 cm (Cahier des charges 104 — projet) • CLASSIFICATION et COMPOSITION

• KLASSERING en SAMENSTELLING

Les mortiers sont classés en 5 catégories numérotées de I à V, correspondant à leurs domaines d emploi.

De mortels worden ingedeeld in 5 kategorieën genummerd van I tot V en overeenstemmend met hun aanwending. Ze worden ook ingedeeld in 2 klassen : - M met voorgeschreven sterkte, - C met voorgeschreven samenstelling.

lis sont également classés en 2 classes : - M à résistance prescrite, - C à composition prescrite. Ciment chaux grasse s sable R- wm ; Résistance moyenne à la compression à 28 jours mesu­ rée suivant NBN B 14-209

C G

Classe C Klasse

Classe M Klasse Caté­ gorie

Désigna­ tion

Kate­ gorie

Aandui­ ding

R

wm

N'mm^

Aandui­ ding

C

C|

Mi

M|| IV V

Dosages en volumes apparents (parts) Dosering in schijnbare volumes (delen)

Désigna­ tion

12 8

M||i M|v

5

M\/

G

3 4

1 1

C||

C|||

2,5

Cv

1 1

C|v

S

DOMAINES D’EMPLOI

1 1 2

11 6 8

Dosage en masse (kg/m^ sable) Dosering in massa (kjym^ zand) C

G

400 300 250

50

200

100

150

150

c : Cernent G ; vette kalk S : zand R' wm : Gemid­ delde druksterkte na 28 dagen bepaald overeenkom­ stig NBN B 14-209

• AANWENDINGSGEBIED Catégorie Kategorie

— Contact avec les eaux agressives. Lutage des tuyaux d'égout

I

— Toute maçonnerie enterrée. Maçonnerie en élévation en pierres, briques pleines ou perforées. — Toute maçonnerie armée. Jolntoiement, chapes et voûtes

— Aile ingegraven metselwerk. Opgaand metselwerk van stenen en doorboorde of volle bakstenen — Alle gewapend metselwerk. Opvoegen, ondervloeren en welfsels

— Maçonnerie en élévation en bloes de béton lourd ou en briques pleines ou perforées. — Maçonnerie portante limitée à 2 hauteurs d'étage

III

— Opgaand metselwerk van zware betonblokken en/of volle of doorboorde bakstenen. — Dragend metselwerk tot 2 verdiepingen hoog

— Maçonnerie en bloes de béton léger ou en briques creuses

IV

— Metselwerk van lichte betonblokken of holle bakstenen

— Maçonnerie en bloes de béton trés légers ou extra lé­ gers

V

— Metselwerk van zeer lichte of extra lichte betonblokken

• CIMENT

• CEMENT Type de maçonnerie

f ............... Catégorie

— Maçonnerie normale — Maçonnerie soumise aux agents agressifs

P

Kategorie

Classe de résistance Sterktekiasse

P. HK. HL

mortier C mortel

sans C3A zonder HL. LK

— Maçonnerie par temps froid (ou à durcissement rapide)

— Maçonnerie par temps chaud

40

P. HK. HL. LK

Soort metselwerk

— Normaal metselwerk

mortier M mortel

30-40^

mortier C mortel 50 mortier M mortel : 40-50 30

— Metselwerk blootgesteld aan agressieve stoffen — Metselwerk uitgevoerd bij koud weer {of snelverhardend)

— Metselwerk bij warm weer

• SABLES

• ZAND

Référence NBN 589-106. — Module de finesse ' m'’ com­ pris entre 0,9 et 1,70. — Particules < 74 (NBN 589206) * Sables naturels : < 7 % * Sables artificiels : < 20 % — Particules < 20um : < 5 % (NBN 589 - 206) — Teneur en matières organiques < 5 % (NBN 589-207)

Referentie NBN 589-106. — Fijnheidsmodulus m begrepen tussen 0,9 en 1,70. — Deeltjes < 74nm (NBN 589-206) * Natuurzand : < 7 % * Kunstzand : < 20 % — Deeltjes < 20nm : < 5 % (NBN 589-206) — Gehalte aan organische bestand­ delen : < 5 % (NBN 589-207)

Attention : un sable trop fin demande beaucoup d’eau de mouillage, le mortier est peu résistant et sujet à grand retrait. Un sable trop rude donne un mélange trop peu "gras” ; son adhérence est mé­ diocre et sa mise en oeuvre difficile.

36

— Aanraking met agressief water. Verkitten van rioolbuizen

Opgelet : te veel fijn zand vergt veel bevochtigingswater : de mortel is onderhevig aan sterke krimp en zijn sterkte is klein. Grof zand geeft een te "schraal” mengsel; dit heeft een flauw aanhechtingsvermogen en is moeilijk te verwerken.


5

• ADJUVANTS

• HULPSTOFFEN

II s'agit de produits ajoutés au mélange à la fabrication et qui en modifient les propriétés à l'état frais du à l'état durci. Les principaux types d'adjuvants pour mortiers sont : — les réducteurs d'eau (E) dont l'action mouillante permet ' une consistance plus fluide à quantité d'eau égale (A), * ou une réduction d’eau (meilleure ré­ sistance) à consistance égale (B), — les accélérateurs de prise et de durcis­ sement (principalement le chlorure de calcium) dont le rôle est utile en pé­ riode hivernale, — les retardateurs de prise et de durcis­ sement qui allongent le temps d'ouvrabilité mais qui sont des produits or­ ganiques qui réagissent avec le ciment et dont l'usage est délicat, — les rétendeurs d'eau (R) qui maintiennent l'eau dans le mélange et sont indiqués en cas de blocs poreux ; ils suppriment le prémouillage.

Dit zijn Produkten die bij het aanmaken van het mengsel worden toegevoegd om zijn eigenschappen in specie- of verharde vorm te wijzigen. De voornaamste types van hulp­ stoffen zijn : — waterreducerende middelen (E) waarvan het bevochtigend effekt leidt tot ■ slappere konsistentie bij gelijk­ blijvende hoeveelheid water (A), * vermindering van de hoeveelheid water (grotere sterkte) bij gelijk­ blijvende konsistentie (B), — de binding- en verhardingversnellers (vooral calciumchloride) die een nuttige rol spelen in de winter, — de binding- en verhardingvertragers die de duur van de geschiktheid voor verwer­ king verlengen maar die Produkten zijn van organische oorsprong'die met het cement reageren en waarvan het gebruik delikaat is, — de waterweerhoudende middelen (R) die het water in de specie weerhouden en aangewezen zijn voor poreuze blokken : ze maken voorbevochtiging overbodig.

B

N B. Les adjuvants ne sauvent jamais les mauvais mortiers et des corrections de composition évitent souvent leur emploi.

N B. Hulpstoffen kunnen niet van slechte mortel goede maken en hun gebruik wordt vaak overbodig door verbete­ ring van de mengselsamenstelling.

L

• CONSISTANCE

• KONSISTENTIE

Etalement à la table à sécousses mesuré suivant NBN B 14-207 compris entre 1,3 à 1,8 (1,3 à 1,55 pour éléments de maçonnerie peu absorbants (1,55 à 1,8 pour éléments de maçonnerie trés absorbants

Schudmaat bepaald volgens NBN B 14-207 begrepen tussen 1,3 en 1,8 (1,3 à 1,55 voor weinig wateropsiorpende bouwstenen (1,55 à 1,8 voor sterk wateropsiorpende bouwstenen

SPECIALE MORTELS

LES MORTIERS SPECIAUX

LIJMMORTELS (voegen van 2 tot 3 mm)

MORTIERS-COLLES (joint de 2 à 3 mm) Mélange de sable fin, de ciment et de résine qui joue le rôle de plastifiant et de rétenteur d’eau à l'état frais et d'agent assouplissant à l'état durci. Presque toujours livré prêt à l’emploi à l’état sec, le mortiercolle est particulièrement indiqué pour les blocs trés poreux (béton cellulaire) et dont les tolérances di­ mensionnelles sont faibles.

I 1 Mengsel van fijn zand, cement en hars dat een plastificeni E/ rend en waterweerhoudend effekt heeft op de specie en de verharde mortel soepel maakt. Lijmmortel, die bijna altijd gebruiksklaar en droog geleverd wordt, is vooral aangewe^»0zen voor zeer poreuze blokken (cellenbeton) met zeer kleine maatspeling.

COLLES

LIJM

II s'agit de résines de qualité, Ie plus souvent à 2 com­ posants (résine + durcisseur), additionnées de charges in­ ertes et destinées à "coller " des éléments aux tolérances dimensionnelles ultrastrictes (bloc rectifiés).

Dit zijn kwaliteitsharsen, meestal met twee komponenten (hars -i- verharder) waaraan inerte vulstoffen worden toege­ voegd en die gebruikt worden voor het samenkitten van elementen met uiterst kleine maatspeling (gerektificeerde blokken).

I 70 Limite d'ouvrabilité sans remalaxa

MORTIERS STABILISES

GESTABILIZEERDE MORTEL

ÿe

36 h Par intervention conjointe d’un réten­ I 50 IVerwerkbaarheidsqrens 7 teur d'eau agissant comme stabilisa­ Izonciar hermennen teur, d'un retardateur de prise et d’un puissant entraîneur d’air (prés de 20 % i o d’air occlus), le mortier reste ouvrable sans ségrégation durant 36 h. Il est livré prêt à l’emploi - gâché par camion ma- II0-I-Begin van de binding laxeur. Au contact d un support poreux, la 30 40 10 20 perte d'eau raidit le mortier qui se Mortier ordinaire comporte dés lors comme un mortier Gewone mortel normal hormis sa prise retardée.

h

I_

Mortier stabilisé Gestabilizeerde mortel

50

Onder gelijktijdige inwerking van een waterweerhoudend middel dat als sta­ bilizator werkt, van een bindingvertrager en van een krachtige luchtbelvormer (ongeveer 20 % ingesloten lucht) blijft de mortel zonder te ontmengen gedurende 36 h verwerkbaar, n Hij wordt gebruiksklaar - aangemaakt in 40 mengerwagen - afgeleverd. Bij aanra­ king met een poreus oppervlak gaat de mortel verstijven ten gevolge van waterverlies en gedraagt hij zich, behoudens de vertraagde binding, zoals gewone mortel.

37


6

MISE EN ŒUVRE DES MORTIERS

VERWERKEN VAN DE MORTELS

• APPLICATION du MORTIER

• AANBRENGEN van de MORTEL

■ Joints de 10 mm d'épaisseur. * Pour les blocs pleins ou creux borgnes (A), le mortier est étalé à la truelle sur les faces de pose planes horizontales comme verticales. La bonne obturation du joint vertical est l’opération la plus délicate ; elle requiert une consistance appropriée du mortier et surtout le tour de main du maçon. * Pour les blocs à creux traversants (B), le mortier est apposé à la truelle ou au moyen d'une trémie spéciale. Le joint vertical est garni de 2 ru­ bans déposés à la truelle.

I Voegen van 10 mm dikte. Bij volle en blinde holle blokken (A) wordt de mortel met het truweel uit­ gespreid op de vlakke horizontale draagbaan zowel als op de kopvlakken. De goede vulling van de vertikale voeg is het lastigst : ze vergt een aangepaste konsistentie van de mortel en de handigheid van de metselaar. ' Bij doorboorde holle blokken (B) wordt de mortel uitgestreken met een truweel of met een speciale tremel. De vertikale voeg wordt ge­ vuld door 2 met het truweel aange­ brachte stroken. De goede vulling van de vertikale voegen is van kapitaal belang voor de geluidsisolatie van de wand. In tegenstelling immers met de warmteisolatie, waar het verlies evenredig is aan de grootte van de flauwer geïsoleerde zone, wordt de geluidsisolatie van een wand zeer sterk afgezwakt door de kleinste opening. Daarbij komen nog andere, eveneens zeer deli­ kate, faktoren in aanmerking (zie akoestische isolatie).

N.B. Le bon remplissage des joints verticaux est capital en ce qui concerne l’isolation acoustique d’une paroi. En effet, contrairement à l’isolation thermique où la perte est proportionnelle à la zone d’isolation ré­ duite, une ouverture même petite pratiquée dans une paroi réduit très fortement son isolation acoustique. D'autres facteurs également délicats entrent en jeu (voir isolation acoustique).

Voegen van 2 mm - lijmmortels (C). De lijm-mortel wordt uigestreken met een getande spatel waarmee een gelijkmatige verdeling van de mortel zonder overmaat of tekort verkregen wordt.

■ Joints de 2 mm - mortiers-colles (C). Le mortier-colle est étendu à l’aide d’une spatule dentelée qui assure la répartition uniforme du mortier sans excès ni défaut.

Lijm (D). Wordt aangebracht met hand­ bediende of mechanische extrudeerapparaten.

Colles ,(D). Sont appliquées par des appareils d’extrusion manuels ou mécani­ ques.

• MAÇONNERIE par TEMPS FROID

• METSELWERK bij KOUD WEER

Sous -5°C, ne pas maçonner. Entre 0 et -5°C, prendre les précautions suivantes :

Bij -5°C, niet metselen. Tussen 0°C en -5°C, de volgende voorzorgen nemen :

A. Blocs mis à l'abri de la pluie et écartés du sol. B. Mortier (eau ou sable) chauffé pour être mis en oeuvre entre 10 et 20°C. Choix d’un ciment P 50. C. Protection par matelas isolant et im­ perméable. D. Monter les murs extérieurs durant les jours doux (1) et ceux intérieurs (2) par temps plus froid après obturation des baies. E. Le mortier pris par le gel est décapé jusqu’au mortier sain. La saignée est ensuite rejointoyée durant la bonne saison.

A. Blokken afgescheiden van de grond en beschut tegen regen bewaren. B. Mortel (water of zand) verwarmen zodat hij verwerkt wordt tussen 10 en 20°C. Gebruik van cement P 50. C. Beschutting door isolerend en ondoor­ latend dekkleed. D. Aan de buitenmuren (1) werken op mil­ dere dagen en aan de binnenmuren (2) op de koudere dagen en na afsluiting van de openingen in de muur. E. Door vorst aangetaste mortel weghalen tot op de gave mortel. De uitholling wordt opgevoegd na de winter.

[IOtZO^ 38

'ï/;


7

WAPENINGEN

ARMATURES • WAPENINGEN in de VOEGEN

• ARMATURES de JOINTS g

A2

Al 20mm. min.

1-5 mm

ou/of

±

15cm

tw^aa/

2-3 mm

E

D

c h

h 3

DP

sm

Les armatures de joints sont soit constituées de barres sé­ parées (Al), soit presque toujours préfabriquées sous forme de 2 barres reliées par un zig-zag. Dans tous les cas l'acier est galvanisé et en outre enrobé par résine pour les parois exposées aux pluies et dans le cas d'enrobage mince. Les armatures préfabriquées existent pour joints maçonnés (A2 0) ou collés (A2 □ ). Leur recouvrement est de 15 cm minimum (B) et leurs do­ maines privilégiés d'application sont : — les pourtours de baies (C) lieux de concentration de contraintes de traction : — les zones d'appuis des poutres et planchers (D). Cette disposition remplace avantageusement le chaînage : — les cloisons sur supports à forte déformation (E). L'armature disposée dans les joints du 1/3 inférieur de la cloison transforme cette dernière en poutre : — les linteaux maçonnés (F). Pour peu que ces linteaux ne supportent que la charge de maçonnerie et celle de planchers et/ou toitures faiblement sollicités.

CROCHETS pour MURS CREUX

T

De wapeningen in de voegen zijn, ofwel samengesteld uit afzonderlijke staven (Al), ofwel gevormd door, bijna altijd geprefabriceerde, paren van staven die door een zig­ zagverlopende staaf met elkaar verbonden zijn. In beide ge­ vallen is het staal verzinkt en voor de aan regen blootstaande wanden en bij dunne overdekking bovendien met hars omhuld. De geprefabriceerde wapeningen bestaan voor gemetselde (A2 0) en voor gelijmde (A2Q) voegen. Hun overlapping bedraagt minimum 15 cm (B) en hun aan­ wending is vooral aangewezen : — rond openingen (C) waar zich gemakkelijk trekspanningen ophopen ; — in de oplegbanen van balken en vloeren (D). Deze schik­ king is voordeliger dan een verdeelbalk ; — in schotten op sterk vervormbare draagvlakken (E). De wapening aangebracht in het onderste 1/3 van het schot maakt hiervan een balk ; — in gemetselde lateien (F). Voor zover deze lateien alleen maar het metselwerk en/of licht belaste vloeren of daken te dragen hebben.

• HAKEN voor HOLLE MUREN

(X) CD 0—0 ^

Q

r .‘k

La liaison entre la paroi extérieure et celle intérieure d'un mur creux se fait par des crochets en acier gal­ vanisé, de diverses formes (A) mais présentant de préférence une gouttière au droit de la coulisse (B). Ces crochets sont placés comme indiqués en (C).

De verbinding tussen het buiten- en het binnenblad van een spouwmuur wordt verwezenlijkt door middel van verzinkt-stalen haken van diverse vorm (A) maar liefst voorzien van een druipgroef (B) ter plekke waar ze doorheen de spouw steken (B). Deze haken wor­ den geplaatst zoals aangegeven in (C).

A noter :

Op te merken dat :

* que les armatures préparées peuvent jouer le rôle de crochet, gouttière comprise (D) - cfr. supra - ; * que le crochet constitue un pont thermique d'autant plus important que la paroi intérieure est bon conducteur de chaleur (mauvais isolant ther­ mique) (E).

* de geprefabriceerde wapeningen de roi van de ha­ ken kunnen overnemen, ook met druipgoot (D) zie hierboven - ; * de haak een koudebrug vormt die des te groter is als de binnenmuur een betere warmtegeleider is (slecht warmte-isolerend) (E).

39


8 RESISTANCE MECANIQUE DE LA MAÇONNERIE ORDINAIRE

STERKTE VAN GEWOON METSELWERK

En règle générale, les contrain­ tes que subit la maçonnerie sont faibles au point qu'on ne calcule pour ainsi dire jamais les murs. Cette habitude est toutefois dangereuse car les grandes baies et les poutraisons actuel­ les en béton armé transfèrent à la maçonnerie des sollicitations qu'elle n'a pas connues au temps des baies de petite portée et des poutraisons en bois.

m

r' 1 ' r r T La normalisation et la rég­ lementation en cette matière sont fort incomplètes et touffues de surcroît. Les renseignements qui suivent sont donc donnés à titre purement indicatif.

i

r TT

I

A

De spanningen die in metselwerk optreden zijn gewoonlijk zo klein dat muren omzeggens nooit bere­ kend worden. Dit is evenwel een gevaarlijke gewoonte want de thans aangewende grote openingen en gewapend-betonbalken be­ lasten het metselwerk veel sterker dan de eertijds gebruikelijke openingen met kleine overspanning en houten balkwerken. De normalizering en reglemente­ ring zijn op dit stuk zeer onvolledig en bovendien verward. De hierna volgende gegevens worden der­ halve alleen bij wijze van inlichting verstrekt.

□ Dimensionnement en fonction de l'élancement du mur.

□ Dimensionering overeenkomstig de slankheid van de muur.

Etant donné l'excentricité fré­ quente des charges apportées par les planchers et/ou les poutres, les murs de maçonnerie ne peuvent pas être trop élancés. Un mur por­ tant (planchers et/ou poutres) est dit indépendant lorsqu'il est de longueur indéfinie. Dans ce cas et en l'absence de calcul, le tableau ci-contre donne la hauteur maximale H max du mur. Le plus souvent, le mur est raidi par des murs transversaux ou des con­ treforts. Dans ce second cas et toujours en l'absence de calcul, la distance D max entre murs raidisseurs pour une hauteur d'étage H = 3,50 m est donnée au tableau cicontre.

Wegens de vaak excentrische ver­ deling van de lasten die vloeren en/of balken op gemetselde muren overdragen mogen deze laatste niet te slank zijn. Men zegt van een dragende muur (vloeren of balken) dat hij onafhankelijk is wanneer zijn lengte onbepaald is. De tabel hiernaast geeft voor zulke muur, en bij ontstentenis van een bereke­ ning, de maximale hoogte H. Meestal wordt de muur verstijfd door dwarsmuren of steunberen. In dit geval, en steeds bij ontstentenis van een berekening, geeft de tabel ook voor een verdiepingshoogte = 3,5 m de maximumafstand D aan tussen de verstijvende muren.

D

I cm

H max m

14 19 24 29

2,25 3,00 3,50 4,50

8,00 10,00

o' m N/mm*

o'bk N mm^

o bm N/mm*

0,2 0,5 0,8 1,2

2,5 5,0 10,0 15,0

3,0 6,0 11,5 17,5

Lorsque la contrainte utile de base dépasse 1,2 N/mm* et surtout 2,0 N/mm*, on se trouve en pré­ sence de murs dont les fonctions se rapprochent de celles des voiles en béton armé. Il est donc recom­ mandé, dans ce cas, de procéder à une série d'essais proposés par le C.S.T.C. dans sa note d'information n° 95.

40

4,50 6,00

Bloc - Blok

□ Dimensionnement en fonction des sollicitations. Ce premier facteur de dimension­ nement est complété par examen des contraintes. La contrainte utile de base o'm (calculée en compression simple et section pleine) conditionne la ré­ sistance caractéristique du bloc o'bk-

D max m i(H = 3,50 m)

□ Dimensionering overeenkomstig de belastingen Deze eerste faktor van de dimen­ sionering wordt aangevuld door het onderzoek van de spanningen. De nuttige basisspanning (bere­ kend voor enkelvoudige druk en volle doorsnede) beïnvloedt de ka­ rakteristieke sterkte o'bk van het blok.

Is de nuttige basisspanning groter dan 1,2 N/mm* en vooral 2,0 N/mm*, dan heeft de muur een funktie die zeer vergelijkbaar is met die van betonnen schaalwanden. In dit geval is het aanbevelenswaardig de reeks proeven uit te voeren die door het W.T.C.B. in zijn voorlichtingsnota nr. 95 werden voorgesteld.


9

RESISTANCE AU FEU DE LA MAÇONNERIE

r:

• PROEVEN op WANDEN

ESSAI des PAROIS

De norm NBN 713.020 - "Weerstand tegen brand van bouwelementen” schrijft volgende typeproef voor.

La norme NBN 713.020 - «Résistance au feu des éléments de construction» a prévu l'essai-type suivant.

Een van de vertikale zijkanten van een afgesloten ruimte wordt gevormd door het te keuren metselwerk. Binnen de ruimte verloopt een verbranding die geprogrammeerd is zoals hiernaast aangegeven. De brandweerstand van de wand wordt becijferd door de tijd gedurende de­ welke hij gelijktijdig aan de drie vol­ gende eisen beantwoordt.

Une des faces verticales d'une enceinte est fermée par la paroi de maçonnerie soumise à l’essai. Dans cette enceinte, a lieu une combustion programmée comme indiqué ci-contre. La résistance au feu de la paroi est chiffrée par le temps durant lequel elle satisfait simultanément aux trois critè­ res suivants.

□ Stabiliteit Belasting van de wand

□ Stabilité Sollicitation de la parol ■ cloisons ■ murs porteurs courants ■ murs porteurs fortement sollicités

BRANDWEERSTAND VAN METSELWERK

* Schotten * Gewone dragende muren * Sterk belaste dragende muren

o't)N/mm2 0 0 à 1,2 1,2

o’ijN/mm^ 0 0 tot 1.2

1,2-2,0

Hij mag niet instorten onder gezamen­ lijke inwerking van het vuur en van de belasting.

2,0

-

Elle ne peut s'éffondrer sous l'effet cu­ mulé du feu et des charges appliquées.

□ Vlamdichtheid De vlammen, die hete gassen zijn, mo­ gen niet doorheen de wand dringen en de spontane ontbranding veroorzaken van een prop katoen die langzaam op 2-3 cm van de buitenkant van de wand verplaatst wordt.

□ Etanchéité aux flammes Les flammes, gaz chauds, ne peuvent traverser la paroi et enflammer spon­ tanément une nappe de coton déplacée lentement à 2 - 3 cm de la face ex­ térieure de la paroi

SIeuteIpunten : - goed gevulde voegen, - bepleistering van blokken van half­ open beton.

Points-clefs - joints bien comblés, - enduit pour blocs semi-caverneux.

□ Warmte-isolatie □ Isolation thermique La surface non soumise au feu ne peut s'échauffer de plus de 180° C en chaque point, 140° C en moyenne.

De temperatuur van de niet aan het vuur blootgestelde wandzijde mag niet hoger oplopen dan 180° C in elk punt, 140° C gemiddeld.

Facteurs-clefs : - épaisseur de la paroi, - nature isolante du béton.

SIeutelfaktoren : - wanddikte, - isolatievermogen van het beton.

• ESTIMATION de la RESISTANCE au FEU

En ordonnée : Rf : la résistance au feu en heures. En abscisse : E0q : L'épaisseur équivalente de la paroi = épaisseur du bloc x % de plein + épaisseur du ou des enduits. Ex. : un bloc creux de 19 cm com­ portant une section pleine valant 60 % de la section nominale aura une E eq de 19 X 0,6 = 11,5 cm. A. Maçonnerie de blocs de béton lourd. B. Maçonnerie de blocs en béton léger.

N B. : Pour les murs à coulisse, la Rf du mur vaudra au minimum la somme des Rf de chacune des parois.

Rf

6 5 1

4 . 3 .

2■ 1. o 5•

• RAMING VAN DE BRANDWEERSTAND

OP de ordinaat : Rf : de brandweerstand in uren. Op de abscis : ^eq de ekwivalente dikte van de wand = dikte van het blok x % vol + dikte van de bepleistering(en). Voorbeeld : Een hol blok van 19 cm met een volle doorsnede gelijk aan 60 % van de nominale doorsnede heeft van 19 X 0,6 = 11,5 cm. een E

eq

A. Metselwerk van blokken van zwaar beton. B. Metselwerk van blokken van licht beton.

NB. : Voor spouwmuren heeft de Rf als minimumwaarde de som van Rf van elk van de bladen.

41


10 I

MODULATION et APPAREILLAGE AU DEPART DE BLOCS 19x39

20 i

40

!

39

19

• EINDRIBBEN en HOEKEN

nrnn crq

I

Joints décalés de 1/2 bloc (19 cm.).

o

MODULATIE en VERBAND MET BLOKKEN VAN 19x39

9

19

• ARETES TERMINALES et ANGLES

o

'0

i.n ‘ 11

Modulation des parements et baies. * Si la symétrie d’appareillage des arêtes terminales est requise m = 40 cm (A). * Si cette symétrie n'est pas requise m = 20 cm (B). Modulation des angles. * Si l'épaisseur du bloc = 19 cm, le retour d'angle est exécuté sans problème (C). * Si l'épaisseur du bloc ^ 19 cm, cas fréquent de la maçonnerie de parement (e = 9 cm), il y a lieu d'entailler grossièrement un bloc de 19 (D) ou d'utiliser un élément de raccord (1/4 bloc) (E).

■ Voegen verspringend over 1/2 bloklengte (19 cm).

X X 40cfn

I

Ca

y X 20cm

uren rtn pin

B X X 20cm

C

1

Modulatie van het verband en van de openingen. * Wanneer het verband van de eindribben symmetrisch moet zijn, is m = 40 cm (A). ' Wanneer deze symmetrie niet ver­ eist is, is m = 20 cm (B). o Modulatie van de hoeken * Is de dikte van de blokken 19 cm, dan is de aansluiting aan de over­ zijde van de hoek probleemloos

O

I

r

(C).

□ un E ------- H 19

I

D

* Is de dikte van de blokken + 19 cm, wat veel voorkomt bij dagvlakmetselwerk (e = 9 cm) dan dient een blok van 19 (D) grof uit­ gekapt te worden of gebruik ge­ maakt van aansluitingselementen (1/4 van een blok) (E).

nn lil ■ Joints décalés de l'épaisseur du bloc

(F). Cet appareillage résout le problème des angles (F) mais rend impossible la sy­ métrie d'appareillage des arêtes ter­ minales des parements et des baies, du moins si la maçonnerie est continue

(G). Cet inconvénient peut être pallié en in­ terrompant la maçonnerie sur toute sa hauteur au droit des baies et en inver­ sant le sens du décalage sur chacune des parois ainsi exécutées (H). N.B. La pratique de l’interruption de la maçonnerie sur toute sa hauteur au droit des baies est toujours intéressante car elle dissocie le dimensionnement des baies de la modulation de la ma­ çonnerie.

I I

I I El

H

E

N B. Het onderbreken van hef verband over de volledige muurhoogte bij de openingen is altijd gunstig omdat het de dimensionering van de openingen losmaakt van de modulering van het metselwerk.

• RACCORD PIGNON-TOITURE

• VERBAND PUNTGEVELDAK

L'escalier laissé par l'appareillage de blocs de grand format, doit être comblé intelligemment et la pente du toit adaptée aux possibilités de l'appareillage.

De trap die gevormd wordt door het verband van stenen van groot formaat moet op behoorlijke wijze worden opgevuld en de dakhelling moet worden aangepast aan de mogelijkheden van het verband.

Ces éléments de complément sont préfabriqués en usine ou sur chan­ tier. Ils sont de teinte assortie à celle des blocs ou contrastent avec ces derniers. Ils comblent simple­ ment les triangles laissés libres (A) ou se transforment en couvre-murs (B).

42

■ Voegen verspringend over de dikte van een blok (F), Bij dit soort verband zijn de moeilijkheden bij de hoeken op­ gelost (F) maar wordt symmetrie in het verband van de eindribben van openin­ gen onmogelijk, ten minste wanneer het metselwerk doorlopend is (G). Dit na­ deel kan opgeheven worden door het metselwerk over zijn volledige hoogte te onderbreken ter plekke van de openingen en de verspringingen aan weerszijden van de opening eikaars spiegelbeeld te maken (H).

De benodigde vulelementen wor­ den geprefabriceerd in een fabriek of op de bouwplaats. Hun kleur is dezelfde als die van de blokken of kontrasteert ermee. Ze dienen een­ voudig om de opengebleven drie­ hoeken op te vullen (A) of worden omgevormd tot muurdekstenen (B).


11

KONSTRUKTIEDETAILS

DETAILS DE CONSTRUCTION

• APPUIS de POUTRES et PLANCHERS

• OPLEGVLAKKEN van BAL­ KEN en VLOEREN

RECOMMANDATIONS

AANBEVELINGEN

1. Asseoir la charge. * Prévoir une bonne surface de contact par un lit de mortier pour éviter le bris de coin par flexion (A) et/ou la fissuration par tas­ sement dans le cas de surfaces de contact non planes (B). * Rendre la surface de contact aussi grande que possible en comblant par du béton les creux des blocs pour éviter les con­ traintes excentrées (C) ou locali­ sées (D).

1. De last vastleggen. * Voorzien in een goed raakvlak door het aanbrengen van een laag mortel om het afbreken van hoeken door doorbuiging (A) en/of scheurvorming door zetting (B) te voorkomen, mochten de rakende vlakken niet effen zijn. * Het raakvlak zo groot mogelijk maken door de holten in de blokken op te vullen met beton en zo excentrische (C) of puntbelastingen (D) te voorkomen.

2. Répartir les charges en pré­ voyant des longueurs d'appui suf­ fisantes.

2. De lasten verdelen door vol­ doend lange oplegvlakken te voor­ zien.

Lorsque ces longueurs d'appui sont limitées (poutres ou éléments de plancher perpendiculaires au mur) il y a lieu de : ■ prévoir un mur suffisamment épais, p. ex. 14 cm minimum, pour appui de 2 planchers en éléments préfabriqués (E), * répartir la charge concentrée par un achelet en béton armé ou un renforcement du mur sous l'ap­ pui par remplissage des blocs creux par du béton et armatures dans les joints.

E

CHAINAGE II est conseillé de ceinturer Ie haut des murs extérieurs par un chaînage en béton armé. Dans le cas de planchers en béton (préfabriqué ou coulé en place), ce chaînage peut être avantageuse­ ment remplacé par une liaison ar­ mée entre le bloc d'appui et les joints entre éléments (A), ou entre le bloc d'appui et la couche de renforcement (B) (mur parallèle aux éléments). Une autre méthode économique de réaliser un chaînage est d'armer la maçonnerie quelques joints au-dessous et au-dessus de l'appui des planchers (voir armatures). A rappeler que tout chaînage doit être interrompu au droit de tout joint de dilatation prévu dans la maçonnerie des murs.

14 eA

Wanneer de lengte van de opleg­ gingen beperkt is (balken of vloe­ ren haaks op de muur) dient : * een voldoend dikke muur te wor­ den voorzien, b.v. minimum 14 cm voor de oplegging van 2 prefabvloerelementen (E), * de gekoncentreerde last verdeeld te worden door een verdeelbalkje van gewapend beton of door ver­ sterking van de muur onder het oplegpunt door de holten in de blokken met beton op te vullen en wapeningen in de voegen te —plaatoon.-------------------------------------• RINGBALK Het is aan te raden bovenaan de muur een ringbalk van gewapend beton aan te brengen. Bij betonnen vloeren (geprefab­ riceerde of ter plaatse gestorte) kan deze ringbalk met voordeel worden vervangen door een gewapende verbinding tussen de blokken die als oplegvlak dienen en de voegen tussen elementen (A) of tussen blokken en de versterkingslaag (B) (muur evenwijdig met de elemen­ ten). Een andere metode voor het verwezenlijken van een goedkope ringbalk is het wapenen van het met­ selwerk in enkele voegen onder en boven het opleg­ vlak van de vloeren (zie wapeningen). Er weze aan herinnerd dat elke ringbalk moet onderbroken worden boven elke uitzettingsvoeg die voorzien is in het metselwerk van de muur.

43


r:

^ 19 _

ACCROCHAGE d’un REFEND à un MUR CONTINU

^14_,

r'

n

L.j

Les liaisons "maçonnées " présen­ tent dans le cas de la maçonnerie en blocs de grand format le double inconvénient - de limiter le positionnement du refend (ou de la cloison), - de perturber l'appareillage de la maçonnerie du mur continu, no­ tamment lorsque le refend ou la cloison ne sont pas de même épaisseur que celle du mur con­ tinu (?).

• VERANKERING VAN SCHEIMUUR en DOORLOPENDE MUUR De "gemetselde " verbindingen in metselwerk van blokken verto­ nen de twee nadelen van - beperkend te zijn voor het plaat­ sen van de dwarsmuur (of schot), - het verband van de doorlopende muur te verstoren, vooral wan­ neer de dwarsmuur of het schot en de doorlopende muur niet van gelijke dikte zijn (?). E

F

A

□□

IS□□

□I

□ Quelques solutions mécaniques’ d'accrochage.

Enkele "mechanische” verbindingswijzen.

□ Amorce du refend montée en même temps que le mur continu. * Crochet et béton de blocage (A). * Epingles autour d'armatures verticales logées dans le creux des blocs (B).

□ Aanzet van de dwarsmuur opgetrokken samen met de doorlopende muur. * Haak met blokkeerbeton (A). * Verbindingsklemmen rond vertikale wapeningen in de holten van de blokken (B).

□ Amorce du refend non montée en même temps que le mur continu. * Treillis ou feuillard mince perforé (à clouer) (C). * Armatures simples coudées (D). * Armature préfabriquée ancrée (blocage au béton-E) ou simplement posée (F).

□ Aanzet van de dwarswand niet gelijktijdig opge­ trokken met de doorlopende muur. * Gaas- of doorboorde plaatstrook (vast te spij­ keren) (C). * Eenvoudige omgebogen wapeningen (D). * Geprefabriceerde wapening (geblokkeerd met beton-E) of gewoon in de voeg geschoven (F)

JOINTS DE MOUVEMENT La maçonnerie en bloes de béton peut être sujette à : - des fissures dues aux mouvements hygrothermiques. Un mur de blocs se dilate et se comprime sous l'effet d'un accroissement de température mais au refroidissement, les contraintes peuvent dépasser le taux de rupture du béton

. (A).

• BEWEGINGSVOEGEN

11

ri

T.i.r.i

Un joint de mouvement devra donc être prévu au moins tous les 10 m. Cet espacement pourra être accru dans le cas de maçonnerie armée. - des fissures provenant de mouve­ ments différentiels de la construction. Un bâtiment se tassant différemment suivant les charges appliquées, des fis­ sures peuvent apparaître au droit des changements de sollicitations (B). Un joint de mouvement divisera un mur différemment sollicité. Le type de joint sera conçu comme in­ diqué ci-contre. A. Joint préfabriqué à glisser dans des encoches prévues à cet effet. B. Bande compressible placée au con­ tact du mortier de pose. C. Finition et étanchéité obtenues par joint de mastic élastique extrudé après ^ apposition d'un primer d'accrochage.

44

n n n n □ □ n

B

Metselwerk van betonblokken kan on­ derhevig zijn aan : - scheuren veroorzaakt door hygrotermische bewegingen. Een muur van blokken zet uit en komt onder druk on­ der invloed van temperatuurstijging maar bij afkoeling kan de spanning groter worden dan de breukspanning van het beton (A).____________________ Er dient dus minstens om de 10 m een bewegingsvoeg te worden voor­ zien. Deze afstand mag groter zijn bij gewapend metselwerk.____________ - scheuren veroorzaakt door differen­ tiële zetting van het bouwwerk. Een bouwwerk ondergaat een zetting die van plaats tot plaats kan verschillen naar gelang van de aangebrachte lasten en waarbij scheuren ontstaan daar waar de belasting verandert (B). De gedeelten van een muur die op verschillende wijze belast worden, dienen door bewegingsvoegen van elkaar te worden gescheiden. Dit type van voeg wordt opgevat zoals hiernaast aangegeven. A. Geprefabriceerde voegstrook in te schuiven in daartoe voorziene in­ sluipingen. B. Samendrukbare strook geplaatst tegen de metselmortel. C. Afwerking en afdichting met elastisch opvoegkit dat over een vooraf aangebrachte aanbrandlaag wordt geëxtrudeerd.


13

• LINTEAUX et MAÇONNERIE APPARENTE ■ Linteaux intérieurs — pour petites baies dans cloisons (A) : joints armés : — pour baies plus importantes dans murs porteurs : blocs-linteaux simples (B) ou doubles (B ) et joints armés.

■ Linteaux pour murs extérieurs doubles. O Généralités — Prévoir un rejet des eaux de la coulisse par roofing en pente vers l'extérieur et joints verti­ caux partiellement ouverts au droit de l'évacuation. — Armer les joints du parement extérieur sur 2 à x lits suivant la portée. — Multiplier les crochets de liaison (si possible sous forme d’ar­ mature-crochet). — Mater complètement les joints verticaux du dernier lit en pa­ rement, au mortier assez sec.

o Maçonneries extérieure et inté­ rieure à lits correspondants. Le linteau préfabriqué (C) ou le bloc-linteau (D) posent souvent le problème de la modulation inté­ rieure. Parmi diverses solutions ; — éléments de hauteur adaptée (petites portées E) : — admettre une maçonnerie sans battée (F) : — prévoir des linteaux sur mesure coulés en place (avec isolant les séparant de la paroi extérieure) et profiter de la mise en oeuvre sur place du béton pour prévoir des ancrages en acier galvanisé, noyés dans le béton et sertis dans les joints verticaux de la paroi extérieure (G, H, I).

Maçonneries extérieure et inté­ rieure à joints horizontaux décalés de 5 cm (battée) (J). O

Cette solution résout le problème des linteaux préfabriqués et des blocs-linteaux ainsi que celui des seuils. Par contre les armaturescrochets pour murs doubles ne conviennent plus et les crochets simples doivent se noyer dans les joints verticaux d'une des deux parois.

• LATEIEN en DAGVLAKMETSELWERK J

A

■ Lateien voor binnenmuren — voor kleine openingen in schotten (A) ; gewapende voegen : — voor grotere openingen in dra­ gende muren : enkelvoudige (B) of dubbele (B ) lateiblokken en gewapende voegen.

B

T

■ Lateien voor uitwendige spouwmuren. o Algemeenheden. — Afloop van het water uit de spouw voorzien door naar buiten hellend asfaltvilt en ge­ deeltelijk open laten van verti­ kale voegen. — De voegen in het zichtbaar ver­ band wapenen over 2 tot x la­ gen naar gelang van de over­ spanning. — Het aantal verbindingshaken verhogen (indien mogelijk. in de vorm van verbindingswapening). — De vertikale voegen van de zichtbare toplaag volledig af­ dichten met tamelijk droge mortel. o Spouwmuur met tegenover el­ kaar liggende lagen in binnen- en buitenblad.

Bij geprefabriceerde lateien (C) of lateiblokken (D) ontstaan soms moeilijkheden met de modulatie aan de binnenkant. Onder meer­ dere mogelijke oplossingen : — elementen van aangeflaste hoogte (kleine overspanningen E): — metselwerk zonder sponning voorzien (F) ; op maat vervaardigde en ter :5cm plaatse gestorte lateien ge­ bruiken (met isolatiemiddel om ze af te zonderen van de buitenwand) en gebruik maken van het ter plaatse storten van het beton om verankeringen van verzinkt staal in het beton en in de vertikale voegen van de buitenwand in te bedden (G, H, I). o Spouwmuur met tegenover el­ kaar 5 cm verspringende voegen in binnen- en buitenblad (spon­ ning) (J). Deze schikking biedt een oplossing voor de geprefabriceerde lateien en lateiblokken evenals voor de dor­ pels. Daartegenover staat evenwel dat de verankeringswapeningen onbruikbaar zijn en dat de een­ voudige haken moeten verankerd worden in de vertikale voegen van een van de twee muurbladen.

45


14 AFDICHTINGSWIJZEN VOOR DAGVLAKMETSELWERK

DISPOSITIFS D’ETANCHEITE DE LA MAÇONNERIE APPARENTE

L'étanchéité des parements ex­ térieurs en biocs de grand format (19 X 39) est difficile à réaliser en raison de la hauteur des faces ver­ ticales à maçonner. Ces dernières sont rarement enduites régulière­ ment sur toute leur surface et le mouvement même de pose (A) compacte la zone inférieure tandis que celle supérieure est moins serrée ; il arrive même fréquem­ ment que le dessus du joint soit comblé non par reflux du mortier mais par ajout d'un complément à la truelle (B). En outre, l'opération de re­ jointoyage intéressant des profon­ deurs différentes et/ou des mor­ tiers-supports différemment com­ pactés (cas du rejointoyage "en montant") est une nouvelle source d’hétérogénéité. Pour ces raisons, le joint vertical de mortier présente souvent l’as­ pect figuré en (C) qui explique le passage possible d'eau. Zone bien compactée Zone faiblement ou insuffisam­ ment serrée, parfois même évidée. La structure trop ouverte de cer­ tains bétons (DI) comme celle trop serrée (D2) (amenant le ruissel­ lement sans absorption et le risque d'infiltration par les microfissures des joints) sont d'autres sources de passage d’eau sous pluie battante. Il y a donc lieu de se prémunir contre tout passage d’eau ac­ cidentel par les mesures suivantes. - Soigner la qualité du mortier et adapter sa composition au type de maçonnerie. - Dans le cas où la coulisse est interrompue (E), prévoir à la par­ tie supérieure de l'interruption, un feutre asphaltique disposé de façon à rejeter l'eau vers des exutoirs libres (joints verticaux non comblés à leur partie infé­ rieure). - Dans le cas des couvre-murs (F) longs, soumis à mouvements thermiques, sceller le pourtour des joints verticaux et le joint de raccord à la maçonnerie par une masse élastique. - Profiler les joints horizontaux de façon à ce qu'ils favorisent na­ turellement l’écoulement de l’eau (G).

46

Waterdichte dagwanden van blok­ ken van groot formaat (19x39) zijn moeilijk te verwezenlijken wegens de hoogte van de te metselen zij­ den. Deze worden zelden gelijk­ matig bepleisterd over hun gehele oppervlak en bovendien wordt door het plaatsen zelf (A) de onderste zone samengedrukt terwijl de bo­ venste minder aangedrukt blijft ; het komt zelfs vaak voor dat de bo­ venkant van de voeg gevuld wordt niet door wegdrukking van de mortel maar door er met het tru­ weel specie aan toe te voegen (B).

■o

s

Dz

Daarbij komt als verdere oorzaak van heterogeniteit het opvoegen over ongelijke diepten en/of over onderliggende mortel van verschil­ lende dichtheid (bij "opgaand " op­ voegen). Daarom vertoont de verti­ kale voeg vaak het uitzicht afge­ deeld in (C) waardoor de mogelijke doorstroming van water verklaar­ baar is. Goed verdichte zone Flauw of onvoldoend verdichte of soms zelfs uitgeholde zone. De te open struktuur van sommige betonsoorten (Dl) of hun te dichte struktuur (D2) (waardoor afdruiping zonder opslorping ontstaat of ge­ vaar voor waterindringing door­ heen de haarscheurtjes in de voegen) zijn andere oorzaken waardoor slagregen in de muur dringt. Men voorkome dus elk toevallig binnendringen van water door de volgende voorzorgen. - Waken over de samenstelling van de mortel en zijn samenstelling aanpassen aan het type van het metselwerk. - Bij onderbreking van de spouw (E) aan de bovenkant van de on­ derbreking een strook asfaltvilt aanbrengen en ze zó te plaatsen dat het water afgevoerd wordt naar de open uitlaten (aan hun onderkant niet met mortel ge­ vulde vertikale voegen). - Bij lange dekstenen (F) die on­ derhevig zijn aan warmteuitzetting, de vertikale voegen en de verbindingsvoeg met het met­ selwerk verzegelen door middel van elastisch vulmateriaal. - De horizontale voegen derwijze profileren dat de waterafloop vergemakkelijkt wordt (G).


15

* CANALISATIONS ELECTRIQUES

* ELEKTRISCHE LEIDINGEN

La maçonnerie apparente intérieure se heurte au problème de l encastrement des conduits d élec­ tricité. * Une première amélioration à la pratique courante des saignées, serait de réaliser ces dernières proprement (disqueuse) et au droit d une ligne de joints verti­ caux (A). La trace de ce travail ne se verra qu'un lit sur deux mais sera indélibile même dans le cas d un rejointoyage soigné suivi d une peinture. * La disposition des conduits dans le creux des blocs est parfaite mais exige la coordination dif­ ficile des travaux de gros œuvre et d électricité (B).

Dagvlakmetselwerk aan de bin­ nenkant leidt tot moeilijkheden bij het insluiten van elektrische leidin­ gen. * Een eerste verbetering in verge­ lijking met de gangbare praktijk van de insnijdingen bestaat erin deze laatste zorgvuldig uit te voeren (zagen) en te laten sa­ menvallen met een lijn vertikale voegen (A). Het spoor is dan wel alleen maar zichtbaar in één laag op twee maar het is onuitwis­ baar, ook wanneer het zorgvuldig wordt dichtgepleisterd en overschilderd. * Het plaatsen van de leidingen in de holten van de blokken is een volmaakte oplossing maar vereist de zeer moeilijke koördinatie tus­ sen ruwbouw en elektriciteitsmontage (B). ' De gewone elektriciteitsinstalla­ ties omvatten in feite ; - laag geplaatste stopkontakten die boven een voeg, of om het even waar als een plint voorhanden is, kunnen geplaatst worden (C), - hoog geplaatste stopkontakten en schakelaars (veelal samen­ gekoppeld) die bijna altijd nabij de deuren geplaatst zijn : de leidingen, en zelfs het stopkontakt en/of de schakelaar, zouden in speciaal geprofileerde deurkozijnen kunnen worden aangebracht (D). Het verloop van de leiding naar de bovenliggende vloer kan, hetzij de holten in de blokken boven de opening vol­ gen (El) of verstopt liggen achter het deurkozijn (cf. D) dat door­ loopt tot aan het plafond. Het zo opgevatte geheel van deur met bovenlicht lost meteen de moei­ lijkheden op die rijzen bij het in overeenstemming brengen van de dimensionering van de openingen en de modulatie van het metselwerk (E2).

* En fait, les installations couran­ tes d électricité comportent : - Des prises de courant basses qui peuvent être disposées au droit d'un joint ou partout dans le cas de plinthes (C) - des prises hautes et des inter­ rupteurs (souvent couplés) qui sont presque toujours situés en bordure des portes : des chambranles spécialement profi­ lés pourraient contenir le con­ duit, voire la prise et/ou l'inter­ rupteur (D). Quant au trajet du conduit vers le plancher supé­ rieur. il pourrait soit emprunter le creux des blocs surplombant la baie (El), soit s'abriter derrière le chambranle de la porte (cf. D) poursuivi jusqu au plafond. Le complexe porte-attique ainsi conçu (E2) résout également le problème du dimensionnement des baies en fonction de la mo­ dulation de la maçonnerie.

il

Pi

A

g?

JL

JB

I

I Eî

E

FIXATIONS D’APPAREILS

BEVESTIGING VAN APPARATEN

La fixation d'appareils sanitaires ou autres, ainsi que de meubles re­ quiert certaines précautions no­ tamment dans le cas du béton lé­ ger à très léger. Sont conseillées à cette fin : A - les chevilles en nylon pour vis à bois : B - les douilles expansives en mé­ tal pour sollicitations très fortes ; C - les douilles expansives en caoutchouc pour vis à métaux ; à utiliser dans le cas de fixations soumises à vibrations.

r' ö V,'«

'De bevestiging van sanitaire of an­ dere apparaten evenals van meubels vergt bepaalde voorzorgen vooral bij licht en zeer licht beton. Daartoe worden aanbevolen : A - nylontappen voor houtschroeven : B - opengaande metalen hulzen voor zeer grote lasten ; C - uitzettende rubberhulzen voor metaalschroeven bij aan trilling onderhevige bevestigingen.

47


16

LE CONFORT THERMIQUE

HET WARMTEKOMFORT

GEBRUIKELIJKE EENHEDEN

UNITES USUELLES

Désignation et définition

■ymbole

^jmboo^

Unite Eenheid

Benaming en definitie Warrntegeleidingsvermogen van een mate­ riaal.

Conductivité thermique d'un matériau. Quantité de chaleur traversant en régime permanent un mètre d épaisseur de maté­ riau. par unité de temps, par mètre carré de surface et par degré de différence de tem­ pérature entre les deux faces de ce matériau.

WmK (kcal m h *C)

Résistivité thermique d’un matériau. Inverse de la conductivité thermique

m K/W (m h X'kcal)

(P =

Hoeveelheid warmte die in permanent regime door een meter dlKte van het materiaal gaat. per eenheid van tijd. per vierkante meter op­ pervlakte en per graad temperatuurverschil tussen de twee oppervlakken van dit materiaal. Soortelijke warmteweerstand van een mate­ riaal. Omgekeerde van het warmtegeleidingsvermogen

1 Perméance thermique d'une paroi plane. Quantité de chaleur traversant cette paroi, en regime permanent, par unité de temps, par mètre carré de surface, et par degré de différence de température entre les deux faces de la paroi. Résistance thermique d'une paroi plane. Inverse de la perméance thermique

P

Wm^K

(kcal'm^h ®C)

m^K W R

(m*h X'kcâl)

Warmtedoorlatendheid van een vlakke wand. Hoeveelheid warmte die in permanent regime door deze wand gaat per eenheid van tijd. per vierkante meter oppervlakte en per graad tem­ peratuurverschil tussen de twee oppervlakken van de wand Warmteweerstand van een vlakke wand. Omgekeerde van de warmtedoorlatendheid

(R = ’-)

(R -

O Coefficient de transmission thermique de surface d'une paroi (Coefficient de surface de la paroi) : - extérieur - intérieur. Quantité de chaleur passant, en régime per­ manent. de l'air (extérieur/intérieur) à la face (extérieure/intérieure de la paroi, par unité de temps, par mètre carré de surface et par de­ gré de différence de temperature entre i'air de I ambiance et la face de cette paroi. Résistance thermique de surface : • extérieure - intérieure. Inverse du coefficient de surface de la paroi

(R,

Warmteovergangskoëfficiënt - buitenoppervlak - binnenopperviak. 'j

W'm2 K (kcal/m^ h "C)

Rf

m2 K. W (m2 h X'kcal)

1

Hoeveelheid warmte die in permanent regime van de (buiten of binnenj-omgeving naar het (buiten of binnen )-oppervlak van de wand overgaat, per eenheid van tijd. per vierkante meter oppervlakte en per graad tempera­ tuurverschil tussen de omgeving en de opper­ vlakte van de wand.

Warmteovergangsweerstand - buitenoppervlak - binnenopperviak Omgekeerde van de warmteovergangskoëffi­ ciënt van de wand

(I.

(R«® = — “e )

1 (R: = —) Coefficient de transmission de milieu à mi­ lieu au travers d'une paroi (ou par abré­ viation . coefficient de transmission de la paroi).

1 (Ri' = — «i k

W/m2 K (kcal'm2 h ®C)

Hoeveelheid warmte die in permanent regime doorheen een wand gaat. per eenheid van tijd. per vierkante meter oppervlakte en per graad temperatuurverschil tussen de omgeving langs beide zijden van de wand

Quantité de chaleur traversant, en régime permanent, une paroi par unité de temps, par mètre carré de surface et par degré de dif­ férence de température d air entre les am­ biances baignant les faces de cette paroi. Résistance thermique de milieu à milieu au travers d'une paroi (ou par abréviation ré­ sistance thermique globale de la paroi).

Warmtedoorgangskoëfficiënt van het ene midden tot het andere doorheen een wand (of afgekort warmtekoëfficiënt van de wand)

Rf

m2 K W (m2 h “C kcal)

Warmteweerstand van een wand van omge­ ving tot omgeving (of afgekort globale warmteweerstand van de wand). Omgekeerde van de warmtedoorgangskoëfftciënt van de wand (k)

Inverse du coefficient de transmission de la paroi (k)

1 (R, = ^1 Chaleur massique (chaleur spécifique). Quantité de chaleur nécessaire pour augmenter d une unité la température d'une unité de masse

c

Capacité thermique par m2 de paroi. Quantité de chaleur nécessaire pour augmenter d une unité la température d une unite de surface de la paroi C = ei cj

C

Unités kcal h m

X K W

J

48

1 (R,-5-)

grande calorie = 1.000 calories heure mètre degré Celsius Kelvin watt joule

kJ kg K (kcal'kg ®C)

Massawarmte (soortelijke warmte). Hoeveelheid warmte nodig om de temperatuur van een massaëenheid één eenheid te doen stijgen

kJ m2 K (kcal m2 ®C)

Coéfficients de passage Warmteovergangskoëfficiënt 1 kcal = 4.19 kJ 1 kcal m(^) h°C = 1.163 W m(^>K 1 mi’i h“C kcal = 0.86 ml’> K W

Warmtekapaciteit per m^ wandoppervlak Hoeveelheid warmte nodig om de temperatuur van een opperviakteëenheid van de wand één eenheid te doen stijgen C = ïyi e, Cj. Gebruikte eenheden kcal h m

X K W J

grote kalorie = 1.000 kalorieèn uur meter graad Celsius Kelvin watt joule


17

1

ALGEMEENHEDEN

GENERALITES ■ Propriétés thermiques des ma­ tériaux.

■ Warmte-eigenschappen van de materialen.

• La chaleur volumique : quantité de chaleur nécessaire pour éle­ ver de 1 K la température de 1 m^ du matériau. Elle vaut yc exprimé en kJ/m^K - y masse volumique en kg/m^ - c chaleur massique en kJ/kgK.

• Volumewarmte hoeveelheid warmte nodig om de temperatuur van 1 m^ van het materiaal met 1 K te doen stijgen. Ze is gelijk aan yc uitgedrukt in kJ/m^K - Y volumemassa in kg/m^ - c massawarmte in kJ/kgK.

E

+ 1K

• La conductivité thermique : quantité de chaleur traversant 1 X 1 X 1 m^ du matériau par h et pour une différence de tem­ pérature de 1 K entre 2 faces opposées. Elle vaut X exprimé en W/mK.

hoeveelheid • Warmtegeleiding : warmte die per h doorheen 1x1x1 m^ van het materiaal stroomt bij een temperatuurverschil van IK tussen 2 tegenover elkaar liggende wanden. Ze is gelijk aan X uitge­ drukt in W/mK.

■ Propriétés thermiques des pa­ rois.

■ Warmte-eigenschappen van de wanden.

• La capacité thermique : quantité de chaleur nécessaire pour éle­ ver de 1 K la température de 1 m^ de paroi. C en kJ/m^K tyce pour une paroi homogène, = |2yj Cj ej pour une paroi mul1 ticouche.

E

e

yce voor een homogene wand, 2yj Cj e; voor een meerlagige wand.

• La perméance thermique : quan­ tité de chaleur traversant 1 m^ de paroi par h et pour une dif­ férence de température de 1 K entre 2 faces opposées. P en W/m^K = ^ pour une paroi homogène.

Ih

^

= — voor een homogene wand. o_. 0\

• La résistance thermique, inverse de la perméance thermique et valant :

k=-=

01-, *■

.O'o

■a o

;ö:

• Warmteweerstand : het omge­ keerde van de warmtedoorlatend­ heid met als waarde :

Ob

Rf=Qf^.^ # © oO oA 0’^

^ pour une paroi homogène, ei 2 ^ ^i

• Warmtedoorlatendheid : hoeveel­ heid warmte die per h door 1 m^ wand stroomt bij een tempera­ tuurverschil van 1 K tussen de twee dagvlakken. P in W/m^K

O

rAtk IK

R=

R en m^ K/W

hoeveelheid • Warmtekapaciteit : warmte nodig om de temperatuur van 1 m^ wand met 1 K te doen stijgen. C in kJ/m^K

+1K

pour une paroi mul-

e

^ voor een homogene wand R in m^ K/W

C’est cette caractéristique qui est utilisée pour les calculs de : - la résitance thermique globale d'une paroi Rt = R -i- Rg (ré­ sistance thermique de surface extérieure) -i- Rj (résistance thermique de surface inté­ rieure), - le gradient de température au travers d'une paroi. La méthode graphique pour résoudre ce problème consiste à relier tg à tj par une droite sur la coupe où les différentes couches sont dimensionnées par leur résistance thermique (B). Le report de ce gradient sur une coupe à échelle propor­ tionnelle, aux épaisseurs pro­ cure une meilleure vision du phénomène (A).

®i 2 ^ voor een meerlagige wand. A.i

ticouche.

I

te

Het is deze laatste karakteristiek die gebruikt wordt voor de bereke­ ning van : - de globale warmteweerstand van een wand Rt = R -i- Re (warm­ teweerstand aan het buitenop­ pervlak) -I- Rj (warmteweerstand aan het binnenoppervlak), - detemperatuurgradiëntovereen wanddikte. De grafische metode voor het oplossen van dit vraagstuk be­ staat erin tg te verbinden met tj op een doorsnede waar de ver­ schillende lagen weergegeven zijn dooreen dikte evenredig met hun warmteweerstand (B). Het overbrengen van deze gra­ diënt op een doorsnede op schaal van de werkelijke dikte geeft een aanschouwelijker beeld van het verschijnsel (A).

49


18 PROPRIETES THERMIQUES de QUELQUES MATERIAUX et PAROIS Le tableau ci-contre situe la ma­ çonnerie en bloes de béton parmi divers types de matériaux de con­ struction couramment utilisés. L'importante chaleur volumique des matériaux pondéraux contraste avec celle quasi nulle des isolants légers. (*) >. du matériau supposé protégé de l'humidité.

WARMTE-EIGENSCHAPPEN van ENKELE MATERIALEN en WANDEN

>. n

C

•/ C

kg m'

WmK

kJ kgK

600

0.13

0.55

330

^ 2200

1.3

0.00

1950

béton granulats légers

:: 1000

0.375

0.06

800

Bloes collés béton cellulaire

> 600

0.225

0.88

528

0.04

0.17

5

Bois

Beton ordinaire

kj

iBlocs maçonnés -

Isolant en fibres OU en mousse synthétique

30

I

in 4

Le diagramme ci-contre donne la relation Xlmasse volumique pour divers matériaux. A noter que la maçonnerie de blocs est moins isolante que le matériau constituant le bloc en raison des ponts ther­ miques que sont les joints.

0,8

06

0,5

1

0 375

C

A. Licht beton zonder voegen B. Gelijmd metselwerk of met voegen in lichte mortel C. Metselwerk met voegen in zware mortel

0.3

0.2

A

•225

roö

I I

80Ö

■1 1300

UOO

1500

Gemetselde wand van holle blokken

R

14 cm

0.11

14 cm

Qewoom

19 cm

0.14

19 cm

beton

14 cm

0.35

14 cm

Selon van licht

19 cm

0,375

19 cm

toeslagmateriaal

Voor wat het metselwerk van be­ tonblokken aangaat, heeft de in­ vloed van de holten en van de koudebruggen gevormd door de betonnen plaatjes tussen de bin­ nen- en buitenkanten tot gevolg dat alleen de warmteweerstand van de gemetselde wand de enige waardevolle karakteristiek is (zie tabel hiernaast).

Er valt op te merken dat volle blokken van 19 cm dikte van lichte toeslagmaterialen een 0,19 = 0,50 hebben die groter is dan R = 0,375 die van de holle blokken van gelijke dikte.

VERGELIJKING van WANDEN

J Voor een gelijke warmteweerstand is de warmtekapaciteit van diverse wanden zeer verschillend : ze is onbeduidend voor lichte isolatiematerialen, mid­ delgroot tot groot voor hout en licht beton en zeer groot voor zwaar beton.

A égalité de résistance thermique, diverses parois présentent une capacité thermique fort variable ; in­ signifiante pour l'isolant léger, moyenne à élevée pour le bois et les bétons légers et très importante pour le béton lourd.

50

1200

m2 K.W

COMPARAISON entre PAROIS

Bois 15 cm

1 —^^ YlpAnj I

I

^ 1100

En ce qui concerne la maçonnerie Paroi maçonnée de blocs creux, l'incidence des en blocs creux creux et des ponts thermiques Béton constitués par les lames de béton ordinaire reliant les faces extérieure et inté­ rieure des blocs, fait que la seule Béton de granulats caractéristique valable est la résis­ I légers tance thermique de la paroi ma­ çonnée (voir tableau ci-contre). A noter que le bloc plein à base de granulats légers de 19 cm 0,19 d'épaisseur a un R = =0,50 supérieur à celui 0,375 du bloc creux de même épaisseur.

Maçonnerie en blocs de béton de granulats légers-19 cm plein-(- 3 cm d’isolant léger Maçonnerie en blocs de béton lourd - 19 cm creux --t- 4 cm d'isolant léger

Isolatiemateriaal van syntetische vezels of schuim

Het diagram hiernaast geeft het verband Xivolumemassa voor di­ verse materialen. Er weze opge­ merkt dat metselwerk van blokken minder isolerend is dan het mate­ riaal van de blokken ten gevolge van de koudebruggen gevormd door de voegen.

500

Maçonnerie en blocs de béton cellulaire collés - 29 cm

Gelijmde blok­ ken - cellenbeton

AW/mK

^ o!

Isolant 5 cm

Gemetselde blok­ ken - beton van licht toeslag* materiaal

'f

0.11-

Paroi

Gewoon beton

o'r

O.i

A. Bétons légers sans joints B. Maçonnerie collée OU, à joints en mortier léger C. Maçonnerie à joints en mortier lourd

Hout

De tabel hiernaast situeert het met­ selwerk van betonblokken tussen verschillende veel gebruikte bouwmaterialen. De grote volumewarmte van de zware materialen kontrasteert met die van de lichte isolatiematerialen die nagenoeg onbestaande is. (*) X van het materiaal dat veron­ derstelt is beschut te zijn tegen de vochtigheid.

1,5 174

190

C kJ/m^K

R m=/WK

M kg/m^

0 05 ’ — = 1 25 0.04 0,29 = 1,30. 0,225 0,03 0,19 0,04 ■^0,375

r

0,25

232

90

0,15 0,13

1,15

Isolatiemateriaal ; 5 cm

153

Gelijmd metselwerk van cellenbe­ tonblokken : 29 cm

167

Metselwerk van betonblokken van licht toeslagmateriaal - 19 cm vol -I- 3 cm licht isolatiemateriaal

204

Metselwerk van zware beton­ blokken - 19 cm met holten - -i- 4 cm licht isolatiemateriaal

1,25 0,04 -(-0,14 = 0,04 1,14

Wand

50

Hout 15 cm


19

IMPOSITIONS 1,6 14 1,2 1,0 0,8 0,6

La norme NBN B62-001 fait état de la résistance thermique mini­ male des parois en fonction de leur destination d'une part, de leur masse volumique de l'autre.

EISEN

R m’ K/W = z^ A

1,3 1,08

De norm NBN B62-001 bepaalt de minimale warmteweerstand van wanden in overeenstemming met hun doeleinde enerzijds, en met hun volumemassa an­ derzijds.

0,65 0,46

0,4

ô:w

0,26

1

0,2 50

100

M kg m’

250

175

' murs extérieurs pleins ou multicouches non ventilés, non protégés par un enduit,

voile ongeventileerde meerlagige buitenmuren, niet door een bepleistering beschut,

—murs doubles ventilés : mur intérieur entre un local habité et un local mal isolé, non chauffé et très aéré (garage),

geventileerde spouwmuren : binnenmuur tussen een bewoond en een slecht geïsoleerd, niet verwarmd maar sterk belucht lokaal (garage),

——— mur intérieur séparant un local habité d'un local isolé non chauffé (cas d'une chambre non chauffée le jour).

■— — binnenmuur tussen een bewoond en een ge'i'soleerd, niet verwarmd lokaal (b,v, overdag niet verwarmde kamer).

Ce diagramme montre que la norme tient compte de la ca­ pacité thermique des murs extérieurs et intérieurs puisque la résistance thermique minimale d'un mur sans capacité est triple de celle d'un mur très lourd.

Dit diagram toont aan dat de norm rekening houdt met de warmtekapaciteit van buiten- en binnenmuren vermits de minimale warmteweerstand van een wand zonder warm­ tekapaciteit het drievoudige moet zijn van een zeer zware muur.

REPONSE AUX IMPOSITIONS PAR QUELQUES SOLUTIONS MONOLITHIQUES

BEANTWOORDEN AAN DE EISEN DOOR ENKELE MONOLITISCHE OPLOSSINGEN

II paraît utile de pointer sur le diagramme ci-contre (voir lé­ gende) quelques solutions monolothiques à base de blocs en béton. On remarque que le béton cellulaire de 24 cm convient pour les murs monolithiques extérieurs opaques et celui de 29 cm pour les mêmes murs vitrés. Le béton de granulats légers de 19 cm satisfait pour la paroi intérieure des murs extérieurs opaques ventilés tandis que celui de 29 cm convient partout : 24 cm conviendrait pour les murs monolithiques extérieurs opaques. Legende : O Béton cellulaire a Béton de granulats légers • Béton lourd ■ Bloc plein □ Bloc creux

R m2 K/W 1,5 1,4

&2Ö;

1,3

1,3

1.2

1,29

I

T

1,08

—V-

1,1

29

1,0 0,9 19

0,8

29

0,7 14

0,6

4 $-2(ï

0,5

0 4A

0,4

M

14

0,3

oit 0,26

0,2

Het lijkt nuttig op het diagram hiernaast (zie verklaring) enkele monolitische oplossingen met betonblokken te situeren. Men merkt op dat 24 cm dik cellenbeton voldoet als opake monolitische buitenvloer en dat voor muren met vensters deze dikte op 29 cm moet worden gebracht. Beton van lichte toeslagmaterialen volstaat in dikte van 19 cm voor het binnenblad van opake geventileerde spouwmuren en beantwoordt overal aan de eisen in dikte van 29 cm ; 24 cm dikte zou volstaan voor opake monolitische buitenmuren.

19 14

0,1 50

'100

150

6^, Mur extérieur monolothique étanché par enduit. Le tracé adopté est celui de la norme, relevé de 20 % pour te­ nir compte d'une surface de 20 % de baies. Paroi intérieur d'un mur extérieur double ventilé. Le tracé est celui de la norme, relevé de 20 % pour tenir compte d'une surface de 20 % de baies. Mur intérieur entre un local habité et un local mal isolé, non chauffé et très aéré. — Mur intérieur entre un local habité et un local isolé, non chauffé.

M kg/m^

200

250

300

Verklaring : O Cellenbeton a Beton van lichte • toeslagmaterialen Zwaar beton ■ Volle blokken □ Holle blokken

Monolitische buitenmuur afgedicht door be­ pleistering, Het weergegeven tracé is dit van de norm, ver­ hoogd met 20 % om rekening te houden met 20 % van het oppervlak ingenomen door openingen. Binnenblad van een geventileerde spouwmuur ; het tracé is dit van de norm verhoogd met 20 % om reke­ ning te houden met 20 % openingen. Binnenmuur tussen een bewoond lokaal en een slecht geïsoleerd en sterk belucht lokaal. Binnenmuur tussen een bewoond lokaal en een geïsoleerd niet verwarmd lokaal.

51


20

ROLE de la CAPACITE THERMIQUE

ROL van de WARMTEKAPACITEIT

En régime thermique permanent, c’est-à-dire pour une différence de température constante entre tj et tg (A), la perméance thermique P est le seul facteur im­ portant. Si la paroi est bien isolée (P petit) le flux de chaleur sortant sera petit ; si elle est mal isolée (P grand), le flux de chaleur sortant sera grand (B).

Bij stationaire warmtetoestand, dit is bij gelijkblijvend temperatuurverschil tussen tj en tg (A) is de warmtedoorlatendheid P van een wand de enige faktor die van belang is. Wanneer de wand goed geïsoleerd is (P klein), zal de warmtestroom klein zijn ; is hij slecht geïsoleerd (P groot) dan is de uitvloeiende warm­ testroom groot (B). A

Ce régime thermique n'existe pas dans nos régions même durant les hivers les plus ri­ goureux. Par contre, il est d'application dans les régions nordiques et l'enceinte d’une habitation y joue le rôle de thermos ; seule compte l’isolation thermique (C).

Deze warmtetoestand komt in onze streken niet voor, zelfs niet gedurende de meest strenge winters. Hij komt echter wel voor in Noordelijke streken en daar vervult de buitenomwanding van een huis de rol van termosfles : alleen de warmte-isolatie is van tel (C).

Sous nos climats, l’apport de chaleur so­ laire, y compris durant l’hiver, est important et contribue à chauffer l'habitat pour peu que celui-ci puisse laisser pénétrer cette chaleur d’une part et l’accumule de l’autre. En période d’été, ce rôle d’accumulateur devient primordial en l’absence de condition nement d'air.

L’habitat conçu à notre latitude se comporte durant les 2/3 de l’année au moins comme un réservoir accumu­ lant ou cédant de la chaleur suivant le cas (D).

In ons klimaat is de aanvoer van zon­ newarmte, ook in de winter, groot en draagt bij tot de verwarming van de woning op voorwaarde dat deze laatste die warmte kan laten binnendringen en ze ook kan opho­ pen. In de zomer is die ophopingsfunktie van het grootste belang wanneer geen klimatizeerinrichting voorhanden is.

De woning ontworpen voor ons klimaat gedraagt zich gedurende minstens de 2/3 van het jaar als een reservoir dat, naargelang van de omstandigheden warmte opvangt of afgeeft (D).

9^

Ce rôle capacitaire n est toutefois exploitable que si l’isolant est placé à l’extérieur des murs lourds et que la surface des parois lourdes du local considéré ne soient pas re­ vêtue d’un isolant se comportant comme une barrière à l’échange de chaleur entre l’air et ces masses (E).

O O O

te q;

.«y ti

te

:o'-

'ô «

max A

t;

-. 'I

ü

f

Il paraît utile d’examiner le comportement des parois à forte inertie thermique et d'en extraire les avan­ tages qu elles présentent en toutes saisons.

52

E

O*

.0 ° O

La capacité a un autre effet : celui de déphaser le cycle de variation journalière de la température inté­ rieure vis-à-vis du cycle extérieur. Ce déphasage est dû au temps mis par la chaleur pour échauffer une paroi à forte capacité thermique. (F)

.ti

Deze ophopingsfunktie is evenwel alleen maar bruikbaar wanneer het isolatiemateriaal aangebracht wordt aan de buitenkant van zware muren en wanneer de binnenkant van de zware muren in het beschouwde lokaal niet met isolatiemateriaal bedekt is dat de warmte-uitwisseling tussen de lucht en de muur afremt (E).

6-8h

De warmtekapaciteit heeft nog een ander effekt ; het verschuiven van de cykius van de tempera­ tuurschommelingen binnen tegen­ over de cyklus van de schommelin­ gen buiten. Deze fazeverschuiving is te wijten aan de tijd die de warmte nodig heeft om een wand met grote warmtekapaciteit op een hoger temperatuurpeil te brengen (F).

Het lijkt nuttig de gedraging te bestuderen van wan­ den met grote warmtetraagheid om er de voordelen uit te halen die ze in alle seizoenen te bieden heb­ ben.


21 • ANALOGIE HYDRAULIQUE

• HYDRAULISCHE ANALOGIE

La meilleure façon de comprendre le rôle joué par la capacité thermique est de comparer la chaleur à un liquide.

De eenvoudigste manier om inzicht te krijgen in de warmtekapaciteit bestaat erin de warmte te be­ schouwen als een vloeistof.

Flux de chaleur Différence de tempéra­ ture At

— Débit d’eau [Différence de niveau lAh

Le débit d’eau est fonction Le flux de chaleur est — de la charge Ah et de la fonction de At et de la section de l’exutoire perméance Une paroi à Un réservoir de grande grande capacité thermi­ surface que ^lUn réservoir de petite section Une paroi à faible capacité thermique! ]tel un tube mince

Warmtest roming « Waterdebiet IPeilverschil Temperatuurverschil Ah At Het debiet is funktie van de De warmtestroom is lading Ah en van de doorsnee funktie van At en van van de uitlaat de doorlatendheid lEen reservoir met grote opEen wand met grote "jpervlakte warmtekapaciteit Een wand met kleine warmtekapaciteit

Een reservoir met kleine door­ snede zoals b.v. een dunne buis.

• COMPORTEMENT HIVERNAL

• GEDRAGING in de WINTER

Pour une perméance thermique donnée et pour un niveau de tem­ pérature intérieure à maintenir constant, un local délimité par un mur de faible capacité thermique (A) a besoin : — d’une pompe de grande puis­ sance pouvant assurer le débit maximum, — d’un système de régulation très précis, tout excès ou tout défaut dans l'alimentation faisant varier fortement le niveau. A perméance thermique égale, un local délimité par un mur à grande capacité thermique (B) peut se sa­ tisfaire : — d’une puissance installée moindre, les défauts d’alimen­ tation temporaires ne faisant guère varier le niveau, — d’un système de régulation plus sommaire, les excès et défauts étant sans grande in­ fluence sur le niveau.

Voor een gegeven warmtedoorlatendheid en bij konstant te houden binnentemperatuur zijn voor een lokaal begrensd door een muur met flauwe warmtekapaciteit (A) nodig : — een krachtige pomp die het maximaal debiet kan verzeke­

A

ren, — een zeer precies regulatiesysteem omdat elke overmaat of tekort het peil in sterke mate beïnvloedt. Bij gelijkblijvende warmtedoorlatendheid, volstaat voor een lokaal begrensd door een muur met grote warmtekapaciteit (B) : — een kleiner geïnstalleerd ver­ mogen omdat tijdelijke tekorten weinig invloed hebben op het peil. — een eenvoudiger regulatiesysteem omdat overmaten en te­ korten het algemeen peil minder beïnvloeden.

Avantages de la capacité thermique en période hi­ vernale. — Une puissance installée moindre du dispositif de chauffage : un fonctionnement plus régulier c’est-à-dire d’un meilleur rendement. — Une régulation plus simple, voire rudimentaire permettant l’utilisation de combustibles et/ou dis­ positifs de chauffage à régulation difficile (boischarbon...).

Voordelen van de warmtekapaciteit in de winter. — Een kleiner geïnstalleerd vermogen van de verwarmingsinrichting volstaat ; ze werkt meer doorlopend en heeft dus een beter rendement. — Een eenvoudiger regulatie, zelfs een primitieve volstaat en laat toe gebruik te maken van moeilijk regelbare verwarmingssystemen en/of brand­ stoffen (hout, steenkool).

1

En cas d’arrêt de chauffage et à perméance égale, un local à parois fortement capacitaires (A) se refroidit moins rapide­ ment qu’un local à parois à faible capacité ther­ mique (B).

t.ext.

Ah, t

•^A th

I

oJ^

____

~

Bij uitvallen van de ver­ warming en bij gelijk­ blijvende warmtedoorlatendheid koelt een lokaal met omwending met grote warmtekapaciteit (A) veel trager af dan een lokaal met wanden met kleine warmtekapaciteit (B).

53


22

• COMPORTEMENT de DEMI-SAISON II est acquis que le rayonnement solaire en période de printemps et d’automne constitue un apport non négligeable de chaleur. Encore faut-il savoir ta capter et l’accumuler.

Het staat vast dat de zonnestraling in de lente en in de herfst een niet te verwaarlo­ zen hoeveelheid warmte aanbrengt. Het komt erop aan deze warmte op te vangen en op te hopen.

* La captation est Ie fait de fenêtres orientées au sud et dont la surface vitrée vaut au moins 50 % de la surface ex­ posée. * La rétention de la chaleur est le propre de la capacité ther­ mique des murs du local recevant le rayonnement solaire. Si celle-ci est petite à nulle (B), réchauffement de l’air sera tel qu’il faudra ventiler et perdre ainsi cette cha­ leur. Si la capacité thermique est forte (A) et que la transmission de la chaleur entre l’air et les parois n'est pas freinée ou arrêtée par un calorifugeage intérieur, la chaleur s’accumule dans les parois aux heures chaudes et est rendue à l’ambiance du lo­ cal aux heures froides.

* Het opvangen ge­ schiedt door naar het Zuiden gekeerde vensters waarvan de oppervlakte minstens 50 % uitmaakt van het gehele muurop­ pervlak waarop de straling valt. ‘ Het weerhouden van de warmte geschiedt door de warmtekapaciteit van de muren van het lo­ kaal waarin de zonnestraling wordt opgevangen. Is deze klein of onbestaand (B), dan zal de temperatuur van de lucht zodanig oplopen dat moet geventileerd worden zodat de opgevangen warmte verloren gaat. Is de warmtekapaciteit aanzienlijk (A) en wordt de warmte-uitwisseling tussen de lucht en de wanden niet afgeremd of belet door een isolatielaag aan de binnenkant, dan gaat de warmte zich ophopen in de wand zolang het warm is om weer te worden afge­ staan aan de lucht in de kamer wanneer het kouder wordt.

Avantage de la capacité thermique en période de demi-saison. Accumuler la chaleur rayonnée durant les heures chaudes et la rendre durant les heures froides. Il en résulte une économie de chauffage de 15 % et un confort thermique accru vis-à-vis de la solution à ca­ pacité thermique nulle.

Voordeel van de warmtekapaciteit in de tus­ senseizoenen. Ophopen van de stralingswarmte gedurende de warme uren om ze weer af te staan tijdens de koudere uren. Hieruit volgt een besparing van 15 % op de verwarming en een beter warmtekomfort in vergelijking met dit van de oplossing waarbij geen warmtekapaciteit voorhanden is.

• COMPORTEMENT ESTIVAL

• GEDRAGING in de ZOMER

C est particulièrement en période d été que la capa­ cité thermique joue un rôle prépondérant.

Het is vooral in de zomer dat de warmtekapaciteit een belangrijke rol vervult. De centrale verwarming met termostatische regeling wordt algemeen aangewend en laat toe het warm­ tekomfort te verzekeren in om het even welk gebouw, welke ook de warmtekapaciteit van zijn muren weze. Daartegenover staat dat luchtkoelingsapparaten voor de zomer alleen maar aangewend worden in grote gebouwen (kantoren, hotels) en om twee redenen niet gebruikt worden in gewone woningen : — Luchtkoeling is duur in verbruik (koelen vergt veel meer energie dan verwarmen), — de installatiekosten zijn eveneens hoog en de ap­ paratuur is plaatsrovend. - Installatie : 5 % van het vloeroppervlak. - Vertikale leidingen : 1 % van het vloeroppervlak. - Toename van de hoogte per verdieping : 30 tot 60 cm.

Le chauffage central à régulation thermostatique s est installé partout et permet le confort thermique d hiver des bâtisses quelle que soit la capacité ther­ mique de leurs murs. Par contre, les dispositifs de refroidissement de l'air en période estivale ne sont appliqués qu aux grands immeubles (bureaux - hôtels) et ne touchent pas I habitat courant pour deux raisons : — le conditionnement d air est onéreux à I exploi­ tation (refroidir demande plus d énergie que chauffer) — il est également onéreux à l installation et en­ combrant. - Installation : 5 % de la surface des planchers. - Gainage vertical : 1 % de la surface des plan­ chers - Hauteur d étage accrue de 30 à 60 cm.

54

• GEDRAGING in het TUSSENSEIZOEN


23

r

En reprenant l’analogie hydraulique, il est aisé de comprendre la dif­ férence de comporte­ ment thermique entre un local à parois de faible capacité (A) et un autre à parois de forte capacité thermique (B) de même perméance P.

Bij hernemen van de hydraulische analogie wordt spoedig duidelijk waarom een kamer met wanden met flauwe warmtekapaciteit (A) zich termisch anders gedraagt dan een ka­ mer met wanden met grote warmtekapaciteit (B), hoewel beide wan­ den dezelfde doorlatendheid P bezitten. Het debiet van de bin­ nendringende warmte verschilt naar gelang van het temperatuurpeil t.ext. buiten maar het grote verschil tussen de si­ tuatie in de winter en die in de zomer bestaat erin dat in deze laatste periode het volume van de reservoir begrensd is en alleen uitgemaakt wordt door de warm­ tekapaciteit van de muren van het gebouw.

pAïiimiiiiiiMiimmium;

Suivant Ie niveau de la température extérieure Ie débit de chaleur pé­ nétrant varie mais la grande différence t.ext. existant entre le régime d'hiver et celui d'été est que, dans ce dernier cas, le volume du ré­ servoir est limité et uniquement constitué de la capacité ther­ mique des murs du lo­ cal.

Uh

Lf

raliTi I4h

I

nh

g

I

6h

'A A A A A A A A A A A A

il

'A 'A A WA A A

L'accumulation de chaleur dans le cas B conduit à une élévation de la température intérieure nettement plus faible (2 à 3 fois) que dans le cas A.

De ophoping van warmte in geval B leidt tot een merkbaar kleinere temperatuurstijging binnen (2 tot 3 maal kleiner) dan in het geval (A).

Une autre conséquence de cette accumulation déjà signalée, réside dans le déphasage se produisant entre le cycle journalier de la température extérieure (C) et celui de la température intérieure, dé­ phasage proportionnel à la capacité thermique.

Een ander en reeds aangestipt gevolg van deze akkumulatie is de fazeverschuiving tussen de dagelijkse cykiussen van de buitentemperatuur (C) en van de binnentemperatuur en die evenredig is met de warmtekapaciteit. Bij warmtekapaciteit gelijk aan nul (D) ver­ loopt de verwarming van de lucht in faze E met het buitenmilieu. De binnentemperatuur bereikt haar maximum 20h op het warmste ogen­ ai blik van de dag en na­ 12 h tuurlijke ventilatie heeft geen enkel effekt.

Dans le cas d'une ca­ pacité thermique nulle (D) l'air s'échauffe en phase avec l'ambiance extérieure. La température inté­ rieure devient maximale au moment le plus chaud de la journée et une ventilation natu­ relle est sans effet. Dans le cas d’une forte capacité thermique (E), le cycle de la tempéra­ ture intérieure se trouve déphasé de 6 à 8 h. La température inté­ rieure devient maximale en soirée ; il suffit à ce moment d’une ventila­ tion naturelle (E’) pour refroidir l’air du local.

C

24 h

6Hi

E’

D TT

Avantages de la capacité thermique en période es­ tivale. Le confort thermique sans conditionnement d’air sous réserve : — de freiner la pénétration du rayonnement solaire via les vitrages, — de ventiler durant la nuit.

|20fi liiï»

■■5":

É

Bij grote warmtekapa­ citeit (E) zijn de fazen van de cyklus van de binnentemperatuur 6 tot 8 h verschoven. De binnentemperatuur bereikt haar maximum 's avonds ; op dat ogenblik volstaat een na­ tuurlijke ventilatie (E') om de lucht in de ka­ mer af te koelen.

Voordelen van de warmtekapaciteit in de zomer. Warmtekomfort zonder klimatizeerinstallatie op voorwaarde : — dat de warmtetoevoer uit de zonnestraling door­ heen de vensters afgeremd wordt, — gedurende de nacht geventileerd wordt.

55


24

GELUIDSISOLATIE EN -ABSORPTIE

ISOLATION ET ABSORPTION ACOUSTIQUE

GENERALITES

ALGEMEENHEDEN

dB Une onde sonore est caractérisée (A) - par sa fréquence (nombre de cycles par seconde) exprimée en Hertz (Hz). Elle détermine le "ton” du son. On distingue ainsi les tons * graves 100 - 315 Hz (Cl), * mediums 400 - 1250 Hz (C2), * aigus 1600 - 3150 Hz (C3).

dB

B En pratique au-delà de 1000 Hz, un son devient aigu. - par son niveau ou intensité ; fonction logarithmique de la pression exercée sur le tympan et exprimé en décibels (dB). Un bruit résulte d’une multitude d'on­ des de fréquence et de niveau diffé­ rents (B).

Hz

i

In de praktijk zijn de tonen boven de 1000 Hz hoog.

dB^ 120

t 'I

- door haar niveau of sterkte ; lo­ garitmische funktie van de op het trommelvlies uitgeoefende druk in decibels (dB).

100

I

80 60

Het geluid is het gevolg van meer­ dere golven met verschillende frekwenties en niveaus (B).

40

20

Î

T

o•

i

>

20

1.

00

000

L’oreille humaine étant moins sensible aux graves qu'aux aigus, les mesures d'intensité sont faites par des appareils dont la sensibilité aux sons graves a été dimi­ nuée. Les décibels enregistrés sont donc convention­ nels dB (A).

Le tableau ci-après donne le niveau sonore de quelques sources de bruits habituelles.

(3) (4) (5)

6)

(

(7) 8)

(

(9) (10)

(11) (12)

(13) (14) (15) (16)

Soupir à 1 Conversation tran­ quille. Radio—T.V. "en douce". Conversation moyenne. Bruits de vaisselle. Radio—T.V. normal. Conversation animée. Circulation dense à 50 m. Rue animée (am­ biance). Camion à 10 m. Cri humain. Avion à 300 m. Radio—T.V. fort. Route à forte circula­ tion Avertisseur de voiture à 10 m. Avion à réaction à 100 m.

o

10

20

30

40

50

70

ÓO

90

100

120

no

(1) (2) (3)

1 (4) (5) (6)

(7) (8)

5

(9)

7

I

(10) (11) (12)

(13) |3

4-

(14) 14

1

Niveau sonore

Un niveau sonore supérieur à 80 - 90 dB constitue un réel danger pour l'oui'e. L'isolation acoustique a pour but d’abaisser le niveau sonore extérieur à un local au niveau admissible dans ce dernier. Cet affaiblissement requis est plus important pour les aigus que pour les graves. 56

0000 10.000

Een verhoging van het geluidsniveau met 10 dB (A) wordt door het menselijk oor waargenomen als een verdubbeling van het geluid. Het is soms zeer moeilijk de sterkte van een klank of een geluid te ramen De hierna weergegeven tabel geeft de geluidssterkte van enkele gewone geluidsbronnen.

Il est parfois très difficile d’estimer l'intensité d’un son ou d'un bruit.

(1)

1000

Vermits het menselijk oor minder gevoelig is voor de lage dan voor de hoge tonen, worden de intensiteitsmetingen uitgevoerd met apparaten waarvan de gevoeligheid voor lage tonen afgezwakt is. De ge­ meten decibels zijn dus konventionele dB (A).

Un accroissement du niveau sonore de 10 dB (A) est perçu par l'oreille humaine comme un doublement du bruit.

(2)

Een klankgolf wordt gekenmerkt door(A): - haar frekwentie (aantal cykli per sekonde) uitgedrukt in Hertz (Hz). Ze bepaalt de "toon” van de klank. Er wordt onderscheid ge­ maakt tussen * lage tonen : 100 - 315 Hz (Cl), * middelhoge tonen : 400 - 1250 Hz (C2), * hoge tonen : 1600 - 3150 Hz (C3).

A

(15)

15

J6 dB

(16)

Zucht op 1 m. Rustig gesprek. "Zacht afgestemde" radio — T.V. Gewoon gesprek. Geluid van vaatwerk. Normale radio - T.V. Levendig gesprek. Druk verkeer op 50 m. Levendige straat (achtergrondgeluid). Vrachtwagen op 10 m. Menselijke kreet. Vliegtuig op 300 m. Sterk gaande radio — T.V. Weg met sterk ver­ keer. Klaxon op 10 m. Reaktievliegtuig op 100 m.

Geluidsniveau

Een geluidssterkte boven de 80 - 90 dB vormt een werkelijk gevaar voor het oor. De geluidsisolatie heeft tot doel het geluidsniveau buiten een lokaal af te zwakken tot een verdraagbare sterkte erbinnen. De hiertoe benodigde afzwakking is groter voor de hoge tonen dan voor de lage.


25

ISOLATION ACOUSTIQUE

GELUIDSISOLATIE

L’isolation acoustique d'une paroi se mesure par l'in­ dice d’affaiblissement acoustique, c'est-à-dire par la différence de niveau sonore régnant entre le local émetteur et celui récepteur, séparés par la paroi consi­ dérée.

De geluidsisolatie van een wand wordt gemeten door de geluidsverzwakkingsindex, dit is het verschil in ge­ luidsniveau tussen een kamer waar geluid gemaakt en waar het geluid gemeten wordt en die gescheiden zijn door een wand van het beschouwde type.

Il existe une relation, dite loi de masse, entre la masse unitaire d'une paroi et l’indice d’affaiblissement acous­ tique qu elle procure à différentes fréquences. Cette re­ lation est valable pour une paroi homogène et figure au diagramme ci-dessous. La norme NBN 501-400 donne les seuils d’affaiblisse­ ment minimum des parois en fonction de divers facteurs dont la destination des locaux séparés. Les seuils moyens relatifs aux parois séparant des locaux habités figurent sur ce diagramme.

Er bestaat een verband, massawet genaamd, tussen de eenheidsmassa van een wand en de geluidsverzwakking die hij veroorzaakt voor verschillende frekwenties. Deze relatie geldt voor homogene wanden en is weergegeven in onderstaand diagram. De norm NBN 501-400 geeft de minimale verzwakkingsdrempels van de wanden, rekening houdend met verschillende faktoren waaronder het doeleinde van de te isoleren lokalen. De gemiddelde drempels voor wan­ den tussen bewoonde kamers zijn weergegeven op het diagram

dB

------------Seuils d'affaiblissement minimum moyen pour diverses \fréQuences.\

-------------Gemiddelde verzwakkingsdrempels yoor diverseîfrekwent/ü]

Verzwakkings^ krommen voor verschillende frekwen­ ties volgens de massa­ wet.

Courbes d'affaiblissement données par la loi de masse pour diverses fréquences

M kg/m^ Comme déjà signalé, ce diagramme montre que l’affai­ blissement requis, croît avec la fréquence du son. Si la loi de masse indique qu’une masse de 200 - 250 kg/m^ est nécessaire pour satisfaire aux seuils de toutes les fréquences, des essais ont montré que le comportement expérimental de parois maçonnées est meilleur que ce que prévoit la loi de masse. Le tracé A est celui relevé sur des parois en blocs pleins ou creux, en béton lourd ou léger pour la fréquence moyenne de 500 Hz.

Met diagram toont aan dat, zoals reeds vermeld, de ver­ eiste verzwakking toeneemt met de frekwentie van de klank. Daar waar volgens de massawet een massa van 200 tot 250 kg nodig is om de drempel voor alle fre­ kwenties te bereiken, hebben proeven uitgewezen dat de gedraging van gemetselde muren beter is dan door de massawet voorzien. Het verloop A werd opgenomen over wanden van volle of holle blokken van zwaar of licht beton en voor een gemiddelde frekwentie van 500 Hz.

Remarque importante.

Belangrijke opmerking.

Contrairement à l’isolation thermique d’une paroi qui se trouve réduite proportionnellement aux ouvertures et ponts thermiques qui y existent, l’isolation acoustique est excessivement sensible aux moindres failles d’ho­ mogénéité et aux moindres ponts acoustiques.

In tegenstelling met de warmte-isolatie van een wand, die vermindert in evenredigheid met de erin voorko­ mende openingen en koudebruggen, is de geluidsisola­ tie uiterst gevoelig voor de kleinste afwijking van de homogeniteit en voor de kleinste akoestische brug.

C’est ainsi qu’un trou de 5 cm^ abaisse l’indice d’affaiblissement acoustique d’une paroi de 50 à 22 dB. Une fissure de 2 mm de large et 2,5 cm de long, située au haut de la même paroi produit le même effet.

ISOLATION ACOUSTIQUE = EXECUTION PARFAITE

Zo komt het dat een gat van 50 cm^ de ge­ luidsverzwakkingsindex van een wand van 50 op 22 dB doet terugvallen. Een scheur van 2 mm breedte en 2,5 cm lengte boven­ aan dezelfde wand heeft hetzelfde effekt.

AKOESTISCHE ISOLATIE = VOLMAAKTE UITVOERING

57


26

ABSORPTION PHONIQUE des MURS en BLOCS de BETON

GELUIDSABSORPTIE door MUREN van BETONBLOKKEN

Les surfaces lisses et/ou en matériaux durs réverbèrent les ondes sonores tandis que celles texturées et/ou en matériaux résiliants les absorbent partiellement. Ce fai­ sant, elles accroissent le confort acoustique dans le local émetteur en y réduisant le niveau sonore.

Gladde oppervlakken en/of harde materialen weer­ kaatsen de geluidsgolven terwijl oneffen wanden en/of vervormbare materialen ze ten dele opslorpen. Daardoor dragen ze bij tot het akoestisch komfort in de kamer waar het geluid wordt voortgebracht en verlagen ze er het geluidsniveau. De dempingsindex van een wand kan be­ cijferd worden door de NRC (Noise Re­ duction Coefficient) die het gemiddelde is van de dempingskoëfficiënten van klanken met frekwenties 250 - 500 - 1000 en 2000 Hz. De dempingskoëfficiënt wordt uitgeteld door een breuk van de eenheid (1 = alle klank wordt gedoofd ; 0 = er wordt niets gedempt). Deze index die in de Verenigde Staten aangewend wordt werd onder andere maten (zie onderaan de bladzijde) uitge­ kozen omdat meerdere proeven overeen­ komstig deze metode uitgevoerd op met­ selwerk hebben uitgewezen dat de uit­ slagen zeer sprekend zijn zoals blijkt uit onderstaande tabellen.

L’indice d'absorption d’une paroi peut être chif­ fré par le NRC (Noise Reduction Coefficient) qui est la moyenne des coefficients d'absorption des sons de fréquence 250 - 500 -1000 et 2000 Hz. Le coefficient d’absorption s’exprime en fraction unitaire (1 = tout le son est absorbé ; 0 = rien n’est absorbé).

Cet indice en vigueur aux Etats-Unis a été choisi parmi d'autres mesures (voir bas de page) parce que de multiples essais sur maçonnerie ont été effectués par cette méthode et que les résultats sont particulièrement probants comme l’indi­ quent les tableaux ci-après.

Maténau

Texture de surface

NRC

Blocs de béton lourd

Rugueuse Moyenne Fine

0.28 0,27

Bloes de granulats minéraux légers

Rugueuse Moyenne Fine

O.»

0.25 0.45 0,40

Materiaal

Oppervlaktetextuur

NRC

Blokken van zwaar beton

Grof MIddelgrof F»jn

0,28 0.27 0,25

Blokken met lichte minerale toeslagmatena-

Grof Middelgrot Fijn

0,50 0,45 0,40

Ten Réduction du NRC par apposition de peinture

Par puh/énsation

1 couche

2 couches

10%

20%

Verlaging van de NRC door beschildering 1 laag

2 lagen

10%

20%

Obe

20%

55%

pen-

Latex

30%

55%

seel

Cernent

60 %

90%

A

Huile

20%

55 %

Door verstuiving

la

Latex

30%

55%

Met

Ciment

60%

90%

A noter que l’apposition d’une peinture revêt le bloc d’une membrane dont l’épaisseur est fonction de la peinture, du nombre de couches et du mode d'application. Cette membrane, comme celle d’un tambour, réduit, au point presque d’annuler dans certains cas, le pouvoir d’absorption phonique du bloc.

9 P

U

Er valt op te merken dat het aanbrengen van een beschildering het blok bedekt met een vlies waarvan de dikte afhangt van de aard van de verf, het aantal lagen en de wijze van aanbrengen. Dit vlies vermindert, zoals dit van een trommel, het geluidabsorberend vermogen van de blokken in zulke mate dat het in bepaalde gevallen nagenoeg volledig uitgeschakeld is.

En Belgique, la mesure du "coefficient d’ab­ sorption acoustique" se fait conformément à la norme NBN 576-09 qui donne en dB la ré­ duction du niveau sonore, pour une gamme étendue de fréquences, entre la source du son dB et le capteur d'ambiance. A titre indicatif, le diagramme cicontre montre les résultats enre­ gistrés sur une paroi constituée de '• blocs acoustiques percés de 2 fe“ nêtres communiquant avec les creux comblés par de la laine de ” roche non tassée.

U!

Het meten van de "geluidsabsorptiekoëfficiënt" ge­ schiedt in België overeenkomstig de norm NBN 576-09 die voor een wijde waaier van frekwenties de verlaging in dB aangeeft tussen de geluidsbron en een opnemer van het omgevingsgeluid. Het hiernaast afgebeelde diagram geeft bij wijze van voorbeeld de uitslagen verkre­ gen met een wand van akoesti­ sche blokken met 2 openingen naar de holten die gevuld zijn met niet aangeduwde rotswol. JÄjooiäöoo'Hz

BASSES FREQUENCES

L’isolation et l’absorption phonique sont 2 propriétés bien distinctes rarement compatibles dans un même matériau.

58

MOYENNES ET HAUTES FREQUENCES

Geluidsisolatie en geluiddemping zijn 2 verschillende eigenschappen die zelden samen in één enkel mate­ riaal voorhanden zijn.


27

WATERDAMPDIFFUSIE

LA DIFFUSION DE LA VAPEUR D’EAU

GENERALITES

ALGEMEENHEDEN

Pour une température donnée, l’air peut contenir différentes quantités de vapeur d’eau (hu­ midité relative-HR) soumise à pression (appelée pression partielle-p) croissant avec l’humi­ dité relative. Etats-limites pour une tempé­ rature donnée : HR = 0 % p = o air sec HR = 100 % P = Ps (tension de saturation). Exemple. Air à 20° C HR = 30 % ^ P = 0,70 kN/m2 Pg = 2,34 (voir HR = 100 % tracé). Il y a condensation de la vapeur d’eau contenue dans l'air lors­ que la température s’abaisse jusqu’à un niveau appelé point de rosée pour lequel HR = 100 %, P = Ps -5-4 -2

0

2

4

6

I0tj2) 14

16

iet2ÿ 22 24 26 28

3Ö 32

34 36 “C

Exemple : Air à 20°C, 60 % HR se refroidit sans condensay^ion jusqu’à 12°C (voir tracé).

DOORLATENDHEID voor WATERDAMP

PERMEABILITE à la VAPEUR D’EAU 1 m3

n

• De dampdoorlatendheid (ji) van een materiaal is de hoeveelheid waterdamp die doorheen 2 tege­ nover elkaar liggende zijvlakken stroomt van een kubus van 1 m^ van dit materiaal, binnen een tijds­ verloop van 1 h en bij een drukverschil van 1 mm Hg tussen de twee zijvlakken. (Analogie met de warmtegeleiding X.).

• La perméabilité à la vapeur d'eau (ji) d'un maté­ riau est la quantité de vapeur d'eau traversant 2 faces opposées d'un cube de 1 m de côté de ce matériau, durant 1 h et pour une différence de pression de 1 mm Hg entre ces 2 faces. (Analogie avec la conductivité thermique X). • La perméance à la vapeur d'eau (-^) d’une e paroi de e m d'épaisseur est la quantité de vapeur traversant par h, 1 m^ de cette paroi pour une différence de pression de 1 mm Hg entre ces 2 faces. (Analogie avec la perméance thermique).

31

• De dampdoorlatendheid (—) van een wand van e m dikte is de hoeveelheid waterdamp die per h doorheen 1 m^ van de wand trekt bij een druk­ verschil van 1 mm Hg tussen de twee dagvlakken. (Analogie met de warmtedoorlatendheid). • Dedampdiffusieweerstand is het omgekeerde van de doorlatendheid en is gelijk aan — (analogie met de warmteweerstand = -—). 31 X Ze wordt meestal uitgedrukt door het produkt e(m) xn,de "dampdiffusieweerstandskoëfficiënt ". De waarden van deze koëfficiënt variëren sterk naar geiang van de auteurs en onderstaande tabel geldt alleen bij wijze van inlichting.

• La résistance à la diffusion de la vapeur d'eau est -tl'inverse de la perméance et vaut Ap = 1 mm Hg — (analogie avec la résistance thermique = —). 3t X Elle s'exprime, le plus souvent, par le produit de e(m) x H. coefficient appelé "coefficient de résistance à la diffusion de la vapeur d’eau ”. Les valeurs de ce coefficient varient fortement suivant les auteurs et le tableau ci-après est donné à titre purement indicatif.

Matériau Beton compact B Valeurs Briques pleines béton léger plein adoptées dans la z OiD Bloes creux lourds suite de ce chapitre Bloes creux légers briques creuses - béton cellulaire LTi

< O 4/4

Mousse PS Mousse verre Laine de verre ou de roche

Bij een gegeven temperatuur kan de lucht verschillende hoeveelheden waterdamp be­ vatten (relatieve vochtigheid RV) die een druk (partiële druk - p) ondergaat die toeneemt samen met de relatieve vochtigheid. Grenswaarden voor een gege­ ven temperatuur : P = o droge lucht RV = 0 % RV = 100 % P = ps(verzadigingsspanning). Voorbeeld. Lucht bij 20°C RV = 30 % ^ p = 0,70 kN/m2 Ps = 2,34 (zie RV = 100 % kromme). De waterdamp uit de lucht kondenseert wanneer de tempera­ tuur daalt tot op het peil dat dauwpunt genaamd wordt en waarbij de RV = 100 % en p = PsVoorbeeld : Lucht bij 20°C, 60 % RV kan zonder dat kondensatie optreedt afkoelen tot 12°C (zie grafiek).

Volumemassa Masse volumique (kg/m^ 2200-2300

Xi-Xe

tr

r'= ne

(W/mk)

(—)

(m)

1.50-2

Materiaal

B

kompakt

1800

Volle bakstenen

1700

Zware holle blokken

1500

Lichte holle bl. holle bakstenen

15-40

0,05-

20-60 pÖ|

P.S.-schuim

150

0,07-

Cxf

Glasschuim

30-100

0,05-

m

Glas- of rots wol

Ss

Waarden aangeno­ men voot het ver­ volg van dit hoofd­ stuk

5o

r—

59


28 CONDENSATION

KONDENSATIE

Pour prévoir la condensation à l'intérieur d'une paroi, il faut tracer le relevé des températures et des pressions partielles régnant dans chaque tranche de la paroi. II y a condensation là où le tracé des pressions partielles (p) se situe au dessus de celui des tensions de saturation (Ps).

Om te voorzien of er kondensatiezal optreden binnen een wand moet het verloop getekend worden van de temperaturen en partiële drukken die in elke laag van de wand voorkomen. Er is kondensatie daar waar het verloop van de partiële drukken (p) hoger ligt dan dit van de verzadigingsspanningen (pg). Het verloop van de partiële drukken wordt getekend door het trekken van een rechte tussen Pe (buitenkant) en Pj (binnenkant) van de lucht over een doorsnede waarin de dikte van de verschillende lagen evenredig is met hun dampdiffusieweerstand (linkse grafiek). Dit verloop wordt vervol­ gens overgebracht op een door­ snede waarin de dikte van de lagen evenredig is aan hun werkelijke dikte (rechtse grafiek).

Le tracé des pressions par­ tielles s'effectue en rejoignant par une droite la Pe (exté­ rieure) et la Pj (intérieure) de l’air sur une coupe où l’épais­ seur des différentes couches est représentée par la résis­ tance à la diffusion de la va­ peur d'eau de ces couches (tracé de gauche). Le tracé est ensuite reporté sur une coupe à échelle propor­ tionnée aux épaisseurs réelles des couches (tracés de droite). A exemple de mur exempt de condensa­ tion. B exemple de mur sujet à condensation.

A voorbeeld van een muurwaarin zich geen kondensa­ tie voordoet. B Voorbeeld van een muur onderhevig aan kondensatie.

CAS des MURS en BLOCS

GEVAL van de BLOKKENMUREN

Quel est Ie comportement des murs extérieurs en bloes de béton dans des conditions hivernales de diffusion de la vapeur d’eau.

Welk is het gedrag van buitenmuren van betonblokken bij dampdiffusie in wintervoorwaarden.

’e Pe Pse

= 0,55 ou 0,36 kN/m= = 0,62 ou 0,41 kN/m*

• Murs monolithiques en bé­ ton léger. Aucune condensation (A) sauf lorsque la surface ex­ térieure est revêtue d’un en­ duit ou peinture étanche à la vapeur d’eau (B). • Murs monolithiques isolés par panneaux isolants. — Isolant placé à l’intérieur (A). Condensation qui peut être évitée en plaçant un parevapeur entre l’isolant et le mur mais surtout pas à l’extérieur (A ). (Enduit ou peinture étanche à la va­ peur d’eau). — Isolant placé à l’extérieur (B). Pas de condensation et l’apposition d’un pare-vapeur ne sert à rien. Il est même nocif (condensa­ tion) lorsqu’il est placé à l’extérieur (B’).

60

Lucht 90 % RV :

Air 50 % HR .

= 0 ou -5°C

ti

= 20PC

Pi Psi

= 1,17 kN/m=

*e Pe P se

= 2,34 kN/m“

Pse Pe

A

Lucht 50 % RV :

= 0 of -5°C

tj

= 0,55 of 0,36 kN/m^

Pi Psi

= 0,62 of 0,41 kN/m2

= 20°C = 1,77kN/m2' = 2,34 kN/m»

• Monolitische muren van licht beton. Er is niet de minste kondensatie (A) tenzij wanneer het buitenop­ pervlak bedekt is met een dampdichte bepleistering of beschil­ Pi dering (B). • Monolietmuren geïso­ leerd met isolatieplaten. — Isolatie geplaatst aan de binnenkant (A). Er is kondensatie die kan voorkomen worden door een dampscherm te plaatsen tussen de isolatie en de muur maar zeker nooit aan de buitenkant (A’) (be­ pleistering of dampdichte verf). Isolatie aan de buiten­ kant (B). Er is geen kon­ densatie en het aan­ brengen van een damp­ scherm dient tot niets. Het is zelfs nadelig (kondensatie) wanneer het aangebracht wordt aan de buitenzijde (B). Psi

+

Binnen

Buiten

Intérieur

Extérieur Air 90 % HR :


29

• Murs doubles à parement extérieur maçonné. La condensation se mani­ feste davantage lorsque fe parement est constitué de béton (B) plutôt que de terre cuite (A). Le béton léger de la paroi intérieure peut ab­ sorber cette eau et la conte­ nir dans la plage étroite. Le parement extérieur, égale­ ment mouillé, n’est pas gélif. Cette solution, par ailleurs rare, n’est pas intéressante car elle ne résout pas le pro­ blème de la pénétration des eaux pluviales.

• Murs doubles à coulisse li­ bre non ventilée. Il y a presque toujours condensation dans le pare­ ment (sans importance car non gélif) et presque tou­ jours dans une petite zone du mur intérieur qui, étant en béton léger, peut absor­ ber la condensation à cet endroit. Son pouvoir isolant ne s’en trouve réduit que propor­ tionnellement à l'épaisseur de cette zone, relativement peu...

A

B

Brique i Beksteen

|[^ 20

• Tweelagige muren met ge­ metseld dagvlak. Er is meer gevaar voor kondensatie wanneer het dag­ vlak van beton is (B) dan wanneer het van baksteen is (A). Het licht beton van het binnenblad kan dit water opslorpen en het weerhou­ den binnen een dunne laag. De uitwendige deklaag, ook wanneer bevochtigd, is vorstvast. Deze, overigens zelden aangewende, oplossing is niet gunstig want ze helpt niet tegen het indringen van slagregen.

• Niet geventileerde spouw­ muren. Er is bijna altijd kondensatie in het buitenblad (zonder invloed omdat het vorstvast is) en bijna steeds in een dunne laag van het binnenblad die dit water hier kan vasthouden omdat hij van licht beton is. Zijn isolatievermogen wordt slechts verminderd in evenre­ digheid met de dikte van dit laagje, dus zeer weinig.

Légende

Verklaring

□ ■ O • 9

□ ■ O •

Bloc creux Bloc plein Béton cellulaire Béton lourd Béton de granulats légers

1

Hol blok Vol blok Cellenbeton Zwaar beton 9 Beton van licht toeslagmateriaal

61


30

• Murs doubles à coulisse com­ blée par un isolant (A).

Spouwmuren waar­ van de spouw met isolatiemateriaal ge­ vuld is (A).

Lame verre ou roche G'as ot steenwol

Il y a toujours condensation dans l’isolant qui, de par sa minceur et son faible pouvoir absorbant, risque de perdre une partie importante de son pouvoir d'isolation au moment où celui-ci doit être maximum.

Er is altijd kondensatie in de isolatie die door haar geringe dikte en flauw opslorpingsvermogen gevaar loopt een aan­ zienlijk deel van haar vermogen te verliezen net op het ogenblik dat het zo groot mo­ gelijk zou moeten zijn. Het vrij laten van een nauwe laag (B) ver­ helpt het gevaar niet en maakt de uitvoer­ ing alleen maar moei­ lijken

L’intervention d un espace li­ bre (B) ne change rien au phé­ nomène sinon de compliquer l’exécution. Par contre, l’interposition d’un pare-vapeur entre la paroi inté­ rieure et l’isolant (A’ - B’) {face chaude de ce dernier) sup­ prime la condensation.

Het aanbrengen van een dampscherm tus­ sen het binnenblad en de isolatie (A’ - B’) aan de warme kant van deze laatste, voor­ komt de kondensatie integendeel wel. Légende

Verklaring

□ ■ O • 9

□ ■ O • 9

Bloc creux Bloc plein Béton cellulaire Béton plein Béton de granulats légers

Murs doubles à coulisse ventilée (ventilation effective).

• Spouwmuren met geventileerde spouw (effektieve ventilatie).

La condensation n’existe pas mais Ie parement extérieur ne joue aucun rôle thermique. Par ailleurs, une telle ventilation est difficile à réaliser car elle requiert des oui’es d’admission (bas) et d’extraction (haut) très im­ portantes.

Er is geen kondensatie maar het buiten­ blad vervult geen enkele rol op termisch vlak. Zulke ventilatie is trouwens moeilijk te verwezenlijken omdat zeer grote inlaatopeningen (onderaan) en uitlaatopeningen (bovenaan) nodig zijn.

N B. L’interposition d’un pare-vapeur est toujours une opération délicate car le sens de migration de la vapeur change avec les saisons et une barrière est toujours infranchissable quel que soit le côté abordé. Un mur a toujours intérêt à pouvoir respirer.

62

Hol blok Vol blok Cellenbeton Zwaar beton Beton van licht toeslagmateriaal.

N.B. Het aanbrengen van een dampscherm is steeds een onderneming met risiko omdat de migratierichting van de waterdamp verandert naar gelang van het seizoen en een scherm steeds onoverkomelijk is om het even langs welke kant het wordt benaderd. Het is altijd belangrijk dat een muur kan "ademen".


31

ENKELE EKONOMISCHE BEGRIPPEN

QUELQUES NOTIONS ECONOMIQUES

Si

LE BLOC DE BETON EST

HET BETONBLOK IS

1 T

• économique à l’achat

19

le maximum de qualités pour le prix mini­ mum car fabriqué sans cuisson. Le bloc économise l'énergie • économique à l’exécution fabriqué en 9 - 14 -19 voire 29 cm d,épais­ seur, le bloc de grand format ne requiert que 12,5 blocs par m^ de murquelle que soit son épaisseur

5

4

75 1

7

6

10

9

12

11

©

• économique à la finition

2.5 II

2

1

I

12,5 i

• geldbesparend bij aankoop. De beste kwaliteit door een fabrikagetechniek waarbij geen bakken te pas komt. Het blok bespaart energie.

Q sT arbeidsbesparend bij ver­ werking. Er zijn per m^ muur, welke ook zijn dikte weze, maar 12,5 blokken van groot for­ maat nodig omdat ze gefa­ briceerd worden in dikten van 9 -14 -19 en zelfs29 cm. • besparend op de afwerking. — minder voegwerk in het dagviakmetselwerk, — mogelijkheid tot weglaten van bepleistering of zelfs van de beschildering wan­ neer ook maar enige zorg wordt besteed aan de uit­ voering en enkele knepen toegepast bij het ontwerp.

— rejointoyage réduit dans Ie cas de maçon­ nerie apparente peinture moyennant un peu de soin à l’exé­ cution et quelquesastucesà laconception.

• COUT de la MAÇONNERIE

• KOST van het METSELWERK

■ MAÇONNERIE ORDINAIRE (fondations, murs inté­ rieurs et parois intérieures des murs extérieurs).

■ GEWOON METSELWERK (funderingen, binnen­ muren en binnenblad van spouwmuren). 55%

— La main-d’œuvre représentant 55 à 70 % du prix total de la maçonnerie en blocs de béton, seul le rendement des équipes de maçons peut abaisser ou maintenir le prix. L’amélioration du rendement est le fait de tracés simples, de recours à des éléments légers et à des mortiers prêts à l’emploi.

— Le coût au m^ du mur de 19 cm n’est guère supérieur à celui des murs de 14 cm, à type de bloc égal s’entend. L’habitude d’un prix unitaire/m^ égal pour ces 2 murs n’est donc pas correcte.

— A égalité d’épaisseur, une paroi en blocs légers ne devrait guère coûter plus cher que celle en blocs lourds, le supplément de prix du béton léger étant compensé par l’accroissement du rendement à la pose. UO'5^" “ j-’o Oo

— Aangezien de arbeidskosten 55 tot 70 % uitmaken van de totale kosten van metselwerk met betonblokken, is het behouden of het verlagen van de prijs alleen afhankelijk van het rendement van de metselaars. De verbetering van het rendement volgt uit de eenvoud van de tracé s, het gebruik van lichte elementen en van gebruiksklaar geleverde mortel. — Bij gelijkblijvend type van blokken is de kostprijs van 1 m^ muurvan 19cm dikte niet veel groter dan een van 14 cm dikte. De gewoonte om voor beide muren een gelijke een­ heidsprijs per m^ aan te rekenen is dus niet verantwoord. — Bij gelijkblijvende dikte zou een wand van lichte blokken weinig meer mogen kosten dan een wand van zware blokken omdat de meerkost van de lichte blokken goedgemaakt wordt door een hoger rendement bij het plaatsen.

63


32

MAÇONNERIE de PAREMENT (épaisseur constante de 9 cm).

■ DAGVLAKMETSELWERK (vaste dikte 9 cm).

En prenant comme référence (A), le bloc de qualité légèrement pigmenté, au format vu 19 X 39, et sans traitement après fabrica­ tion, la position des autres éléments utilisés en maçonnerie de parement apparaît à l’histogramme ci-contre.

i9

é

39

39

B C D E

Bloc clivé 19 X 39 Bloc clivé 9 X 39 Brique ordinaire + peinture Brique de parement

39

wl :.V

A

I

C

D

r~B

Résultats d'une enquête menée en 1975 auprès de diverses entreprises moyennes de maçonnerie.

Uitslagen van een enquete in 1975 uitgevoerd bij verschillende mid­ delgrote aannemers van metselwerk.

• SUPPRESSION du PLAFONNAGE

• WEGLATEN van de BEPLEISTERING

La pratique de la maçonnerie intérieure apparente pro­ cure une sérieuse économie même en tenant compte des soins et des coûts accrus à la fabrication des blocs et à leur mise en œuvre.

Het dagvlakmetselwerk voor binnenmuren levert een grote besparing op, ook als rekening wordt gehouden met de hogere kosten voor de fabrikage en het verwerken van de blokken.

Le bilan des coûts supplémentaires (+ ) et des bénéfices (-) peut s'établir comme suit :

De balans van de meerkosten (-1- ) en van de besparingen (-) kan als volgt worden opgesteld :

O Coûts supplémentaires.

O Bijkomende kosten.

— Bloc de qualité

— Kwaliteitsbiok

Mise en œuvre soignée

— Verzorgde verwerking

— Rejointoyage

— Opvoegen O Besparingen.

O Economies.

— Weglaten van de bepleistering

— Suppression du plafonnage

— Raccourcissement du délai d'exécution dû à la suppression du plafonnage et du temps de sé­ chage

— Verkorten van de bouwduur door het wegvallen van de bepleistering en van de tijd nodig voor het drogen

— Possibilité de peinture par l’oc­ cupant, les surfaces texturées des blocs requérant moins de qualification que celles unies et lisses du plafonnage.

— Mogelijkheid tot schilderen door de bewoner omdat de oneffen textuur van het oppervlak minder vakbekwaamheid vergt voor dit werk dan een gladde be­ pleistering.

[Bénéficel

64

E

Met als referentie het licht gepigmenteerde en na fabrikage niet verder bewerkte kwaliteitsblok (A) van 9 cm dikte en for­ maat 19 x 39 wordt op het histogram hiernaast de plaats aangegeven van de andere elementen die voor met­ selwerk gebruikt worden, B gekloven blok 19 x 39 C gekloven blok 9 x 39 gewone baksteen + beschil­ D dering E gevelsteen.

1

Totaal Winst

I


LIVRES FLIESSMITTEL IM BETONBAU

BOEKEN FLIESSMITTEL IM BETONBAU

1979, 120 p., 15 X 21 cm, 56 illustrations, 30 Tableaux,

1979, 120 biz., 15 X 21 cm, 56 illustraties, 30 Tabellen,

cartonné, 35 DM. Edit. : Beton-Verlag, Oüsseldorferstrasse 8, Postfach

gekartonneerd, 35 DM. Uitg. : Beton-Verlag, Düsseldorferstrasse 8, Postfach

450, D. 4000 Düsseldorf 11.

450, D. 4000 Düsseldorf 11.

L’utilisation de plastifiants dans la fabrication du béton s’est considérablement développée au cours de ces der­ nières années.

De récentes applications ont permis d’obtenir du béton à prise rapide, mais néanmoins relativement fluide.

Het gebruik van plastificeermiddelen bij de verwerking van beton is de laatste jaren sterk toegenomen.

Recentere toepassingen laten toe snelhardend maar toch relatief plastisch beton te bereiden.

L’on recourt également de plus en plus aux plastifiants

Ook grijpt men meeren meer naar plastificeermiddelen

pour réduire la vibration lors du compactage (tant en ce qui concerne l’intensité que la durée de la vibration) ; un

om het trillen bij de verdichting (zowel door vermindering

apport dans la tendance générale de la lutte anti-bruit.

te beperken, wat bijdraagt tot de algemene tendens tot

van de aangewende intensiteit als de duur van het trillen) lawaaibestrijding.

Une utilisation plus large des plastifiants est tech­ niquement possible. Ce qu’il manque néanmoins le plus, c’est l’information adéquate. La plupart des techniciens reconnaissent que ces plastifiants offrent des solutions dans des situations critiques (p.ex. bétonnage d’élé­ ments fortement armés), tout en ignorant trop souvent les avantages économiques de leur utilisation (meilleure ouvrabilité et économie d’eau).

L’ouvrage mentionné ci-dessus résume l’état actuel des connaissances en la matière : il donne des recom­ mandations pour leur utilisation dans les usines de pré­ fabrication, sur chantier et dans les travaux de voirie.

Het is technisch mogelijk dergelijke plastificeermid­ delen op nog ruimere schaal te gebruiken. Over het al­ gemeen ontbreekt echter de nodige korrekte informatie. De meeste technici weten wel dat deze hulpstoffen toe­ staan kritische situaties op te lossen (b.v. bij het storten van sterk bewapende elementen), maar zij geven zich weinig rekenschap van de ekonomische voordelen van hun gebruik (betere verwerkbaarheid en beperking van het water met alle voordelen van dien).

Het nieuwe hierboven geciteerde boek vat de huidige stand van de kennis op dit gebied samen. Het geeft aan­ duidingen voor hun aanwending zowel in de prefabrikageondernemingen, op de bouwwerf als in de wegeniswerken. 65


Nieuws

Nouvelles du

van het

10e Congrès : Jérusalem Septembre 1981

10e Kongres : Jerusalem September 1981

et...

en...

lie Congrès : Bruxelles Septembre 1984

lie Kongres : Brussel September 1984

Lors des Réunions du Comité Exécutif et de l'Assemblée Générale qui eurent lieu à Helsinki les 22 et 23 mai dernier, le programme du prochain Congrès du B.I.B.M. qui se déroulera du 20 au 26 septembre 1981 à Jérusalem, y a été présenté.

Tijdens de Zittingen van het Uitvoerend Comité en de Algemene Vergadering, die te Helsinki doorgingen op 22 en 23 mei II., werd het programma van het eerstvolgende Kongres van het B.I.B.M., dat van 20 tot 26 september 1981 in Jerusalem zal plaatsgrijpen, voorgesteld.

Nous vous rappelons, que quelques 80 belges ont parti­ cipé en octobre 1978 au 9ème Congrès à Vienne. La plupart d'entre eux avaient profité du voyage en groupe organisé par la FeBe.

Wij herinneren eraan dat een tachtigtal Belgen in ok­ tober 1978 deelnamen aan het 9de Kongres te Wenen. De meesten hiervan maakten gebruik van de door de FeBe georganiseerde groepsreis.

A Helsinki, l'organisation du lième Congrès a été confiée à la Belgique. Quoique cela soit encore un peu prématuré, nous pouvons déjà annoncer les dates : du 9 au 15 septembre 1984 !

In Helsinki werd de organisatie van het 11de Kongres toegekend aan België. Hoewel wat voorbarig kunnen wij reeds de weerhouden data verklappen : van 9 tot 15 sep­ tember 1984 !

La FeBe relève donc, dans un certain sens, le défi pour la deuxième fois en trente ans : c'est, en effet, à Bruxelles que fut créé le B.I.B.M, sur initiative belge, à l'issue du 1er Congrès International de l’Industrie du Béton en mai 1954.

Hiermee raapt de FeBe, na dertig jaar, in zekere zin, voor de tweede maal de handschoen op : inderdaad, het was in Brussel, en wel na het 1ste Internationaal Kongres van de Betonindustrie in mei 1954, dat het B.I.B.M., op Belgisch initiatief, gesticht werd.

Après avoir fait escale à Wiesbaden, Stockholm, Paris, Londres, Amsterdam, Barcelone, Stresa, Vienne et Jéru­ salem, le Congrès revient donc à Bruxelles.

Na achtereenvolgens Wiesbaden, Stockholm, Parijs, Londen, Amsterdam, Barcelona, Stresa, Wenen en Jeru­ salem aangedaan te hebben, keert het Kongres weer naar Brussel.

66


En outre, le B.I B M. continue de se "structurer” vertica­ lement. ce qui était également évident à Vienne : en effet, une journée entière des séances techniques était consa­ crée d une part à un programme spécial "Tuyaux" et d'au­ tre part, à un programme "Blocs

R.S. Bowen

Met B.I.B.M. is zich overigens verder "vertikaal" aan het opsplitsen, hetgeen ook merkbaar was bij het Kongres te Wenen, waar één dag van de reeks wetenschappelijke zit­ tingen. enerzijds, een speciaal "buizen "-programma om­ vatte, en anderzijds, een "blokken' -programma.

P. Lenchuk

J.W. Nitsche

La commission " Tuyaux"’ du B.I.B.M. qui avait été créée de facto ’ lors du Congrès de Stresa en 1975, avait conçu et organisé ce programme spécial "Tuyaux”. Entretemps, elle a depuis lors tenu une réunion à Washington DG début avril 1979, sous la présidence de M. Bowen (G.B.).

De buizenkommissie van het B.I.B.M. die "de facto" opgericht werd tijdens het Stresa-Kongres van 1975, had dit speciaal buizenprogramma te Wenen opgevat en georga­ niseerd. Ondertussen vergaderde ze reeds te Washington DC, begin april 1979, onderbet voorzitterschap van de heer Bowen (Verenigd Koninkrijk).

La séance "bloes " du Congrès de Vienne se tenait sous les auspices de la commission blocs qui fut créée, à l'occa­ sion du Congrès de la N.C.M.A. américaine, à Kansas City en janvier 1977.

De biokkenzitting van het Wenerkongres ging door on­ der de auspiciën van de blokkenkommissie die opgericht werd, bij gelegenheid van het Amerikaanse N.C.M.A.-kon­ gres te Kansas-City, in januari 1977.

Depuis Ie Congrès de Vienne, la commission blocs s'est réunie une fois, à l’occasion de la série de réunions qui ont été organisées par le B.I.B.M. à Helsinki durant latroisième semaine de mai 1979. Le Président en est toujours M. Lenchuk (U.S.A.).

De blokkenkommissie vergaderde, sinds het Kongres te Wenen, éénmaal en wel bij gelegenheid van de reeks ver­ gaderingen die door het B.I.B.M. georganiseerd werd te Helsinki tijdens de derde week van mei 1979. Haar voorzit­ ter is nog steeds de heer Lenchuk (U.S.A.).

Durant cette même semaine une troisième "commission de produits" était créée, à savoir celle des "Planchers préfabriqués ". La présidence de cette commission est as­ sumée par M. Nitsche (Autriche),

Tijdens diezelfde week ging een derde ’ produktenkommissie ' van start, en wel diegene voor 'Prefab-vloeren ". Het voorzitteischap hiervan wordt waargenomen door de heer Nitsche (Oostenrijk).

Une quatrième "commission de produits " sera "bapti­ sée" cette année (en novembre), celle des " Produits de voirie ” dont la présidence est assumée dans un premier temps par l'Allemagne fédérale.

Later dit jaar (in november) wordt een vierde "produktenkommissie” boven de doopvont gehouden en wel deze voor wegenisprodukten, waarvan W. Duitsland het "leadership " voorlopig gaat waarnemen.

Le B.I.B.M., qui peut être caractérisée d’association flo­ rissante, a apparemment des projets d'avenir très concrets.

Het B.I.B.M,, dat een bloeiende vereniging kan geheten worden, heeft blijkbaar konkrete toekomstplannen...

Mentionnons pourterminer, que M. R. Buicke, Président de la FeBe, et délégué belge auprès de l'Assemblée Géné­ rale, est entré au sein du Comité Exécutif, et en qualité de membre de cet organe, a été chargé des problèmes de marketing.

Vermelden wij tenslotte dat de heer Buicke, Voorzitter van de FeBe en Belgisch Afgevaardigde in de Algemene Vergadering, opgenomen werd in het Uitvoerend Comité en als lid van dat comité belast werd met de marketingproblemen.

67


Les Carreaux de Mosaïque de marbre : des carreaux

Marmermozaïektegels zijn kwaliteitstegels

de qualité

Qualité...

Kwaliteit...

Dans un récent numéro (cfr. Béton n° 49), nous soulignions déjà la qualité irréfutable des carreaux de mosaïque de marbre. Celle-ci s’exprime par ;

Reeds in een recent artikel (zie Beton nr. 49) on­ derstreepten we de onweerlegbare kwaliteit van de marmermozaïektegels. Deze uit zich door :

— des dimensions rigoureuses et une planéité parfaite qui, lors d'un placement impeccable, procurent un aspect irréprochable ;

— hun strikte afmetingen en nauwkeurige vlak­ heid, die bij een vakkundige plaatsing voor een onberispelijk uitzicht zorgen ;

— leur imperméabilité permettant dans la majorité des cas la disparition des taches lors du net­ toyage ;

— de ondoordringbaarheid waardoor vlekken bij reiniging in de meeste gevallen verwijderd kun­ nen worden ;

— la résistance à l’usure très élevée provenant de l’utilisation de marbres sélectionnés, combinée avec des liants de haute qualité.

— de grote slijtvastheid die bekomen wordt door het gebruik van selekte marmersoorten, gekombineerd met een hoogwaardig bindmiddel.

Les habitations dont les sols sont recouverts de carreaux de mosaïque de marbre sont donc saines et hygiéniques. En effet, grâce à leur structure compacte, ils ne retiennent ni la poussière ni les odeurs. Leur prescription courante dans les clini­ ques en constitue une preuve.

In gebouwen met marmermozaïektegels woont men dus gezond en hygiënisch. Inderdaad, stof en geur worden door de kompakte struktuur niet vast­ gehouden. Het veelvuldig voorschrijven ervan in klinieken getuigt van deze eigenschap.

L’entretien aisé des carreaux de mosaïque de marbre explique davantage le fait qu’ils sont utili­ sés dans tous les domaines de la construction, al­ lant des habitations privées aux bâtiments publics.

Hun gemakkelijk onderhoud draagt ertoe bij dat marmermozaïektegels toegepast worden in alle takken van de bouwwereld, gaande van private woningen tot openbare gebouwen.

... reconnue et codifiée dans des normes homologuées

... bevestigd en vastgelegd in erkende normen

Il n'entre pas dans notre intention de reprendre ici in extenso les normes sur les carreaux. Nous vous renvoyons à ce sujet aux normes NBN 903-01 "Car­

Het ligt hier niet in onze bedoeling de normen over de tegels in extenso over te nemen. Daarvoor verwij­ zen wij U naar de NBN 903-01 "Marmermoza'ïektegels - Specifikaties " en NBN 903-02 "Marmermo­ zaïektegels - Het behandelen en leggen " (beide ver­ vangen de vroegere NBN 224). Wij willen toch enkele punten uit deze normen speciaal in het licht stellen.

reaux de mosaïque de marbre - Spécifications" et NBN 903-02 "Carreaux de mosaïque de marbre Mise en oeuvre " (ces deux normes remplacent la NBN 224). Nous voulons toutefois mettre en exergue quelques points particuliers de ces normes. 68


Les carreaux se composent de deux couches : la couche d'usure ou décorative et la couche infé­ rieure. La structure est uniforme dans chaque couche et leur soudure doit être parfaite. A l'état sec, la belle face est bien lisse et ne peut présenter ni fissure, alvéole, piqûre, griffure, traces de meule ou faïençage, visibles à l'oeil nu et à hauteur d'homme (jamais à contre-jour).

De tegels bestaan uit twee lagen : slijt- en sierlaag en onderlaag. De struktuur in iedere laag is eenvor­ mig en de verbinding tussen beide moet perfekt zijn. In droge toestand is de beeldzijde glad en mag ge­ keurd van op manshoogte (en niet bij tegenlicht) geen barst, holte, prik, kras, slijpspoor noch haarscheur vertonen.

Les efflorescences, rejets de chaux et auréoles ne constituent pas des défauts. Ces phénomènes dis­ paraissent la plupart du temps après quelques récu­ rages. Les teintes sont pratiquement uniformes pour une même fabrication. Toutefois, des écarts tem­ poraires peuvent parfois se présenter : ils pro­ viennent généralement de différences du degré de dessiccation ou du temps d'exposition à la lumière.

Efflorescentie, kalkuitslag en kring zijn geen ge­ breken. Deze verschijnselen verdwijnen meestal na enkele schuurbeurten. De tinten van één en dezelfde fabrikage zijn praktisch uniform. Tijdelijke afwijkin­ gen kunnen echter voorkomen, maar zijn te wijten aan de vochtigheidsgraad of aan het licht.

Les caractéristiques dimensionnelles des car­ reaux de forme carrée sont établies comme suit :

De dimensionele kenmerken van de vierkante te­ gels worden als volgt bepaald in de norm :

Format

Dimensions de fabrication

Formaat

Ecarts

Joints

Afwijkingen

Voegen

Fabrikageaf metingen

cm

mm

20x20

Nombre par m^

mm.

max.

Aantal per m^

mm

mm

mm

mm

198x198

0

0,7

2

2,7

25

25x25

248x248

0

0,7

2

2,7

16

30x30

297,5x297,5

0,5

0,7

2

3,2

11

40x40

397x397

1,0

0,5

2

3,5

6,25

50x50

496x496

1,0

0,5

3

4,5

4

Les principales caractéristiques physiques et mé­ caniques sont définies ainsi par la NBN 903-01 :

De voornaamste fysische en mekanische ken­ merken worden als volgt gedefinieerd in de NBN 903-01 :

Absorption d’eau par immersion

Wateropsiorping door onderdompeling

L absorption d'eau ne dépasse pas les valeurs suivantes :

De wateropsiorping overschrijdt de volgende waarden niet :

— pour chaque carreau : 11 % — moyenne de 5 résultats : 9 %.

— voor elke tegel : 11 % — gemiddelde van 5 resultaten : 9 %. 69


Résistance à l’usure

Slijtvastheid

L'usure ne dépasse pas les valeurs suivantes (ex­ primées en mm) :

De slijtage overschrijdt de volgende waarden (in mm uitgedrukt) niet :

2

— pour chaque éprouvette

pour les granulations infé­ rieures à 8 mm, J 2,2 pour les granulations | de 8 à 25 mm, 2,4 pour les granulations de plus de 25 mm ;

2 — voor elk proefstuk

voor een korrelgrootte van minder dan 8 mm, 2,2 voor een korrelgrootte van 8 tot 25 mm, 2,4 voor een korrelgrootte van meer dan 25 mm ;

— gemiddelde van 4 proef­ stukken

1,7 vooreen korrelgrootte kleiner dan of gelijk aan 25 mm, 2 voor een korrelgrootte groter dan of gelijk aan 25 mm

( 1,7 pour les granulations infé­ — moyenne de 4 éprouvettes

I | 2

rieures ou égales à 25 mm, pour les granulations su­ périeures ou égales à 25 mm.

Résistance à la flexion

Buigsterkte

La contrainte de rupture par flexion atteint au moins les valeurs suivantes :

De breukspanning door buiging bereikt ten minste de volgende waarden :

— granulation de 0 à 8 mm

54 bar voor elk proefstuk, — korrelgrootte ^ 69 bar voor het gemiddelde van 0 tot 8 mm van 5 proefstukken ;

54 bar pour chaque éprouvette, 69 bar pour la moyenne de 5 éprouvettes ;

39 bar pour chaque éprouvette, — granulation 49 bar pour la moyenne de 5 de 8 à 25 mm éprouvettes.

— korrelgrootte |39 bar voor elk proefstuk, 49 bar voor het gemid­ van 8 tot delde van 5 proefstukken. 25 mm

L’essai de flexion n'est pas envisagé pour les car­ reaux de mosaïque de marbre à granulation plus grande que 25 mm.

De buigproef wordt niet voorzien voor marmermozaïektegels met korrelgrootte groter dan 25 mm.

L’Indice de Révision des Prix

De FeBe.Prijsherzieningsindex

FeBe

Prijsherzieningsindex gebruikt door de bij de FeBe aangesloten betonfabrikanten in hun handelsbetrekkingen Met 1969 ^ 100, ziet deze er als volgt uit :

Indice de révision des prix utilisé par les fabricants de béton affiliés à la FeBe dans leurs rapports commerciaux. Sur base 1969 = 100. il s'établit comme suit : 1979 janvier février mars avril mai juin juillet août septembre octobre

70

258,40 258,40 258,40 263,19 267,68 267,68 267,68 267,68 272,24 272,24

januari februari maart april mei juni juli augustus september oktober


Un Contrôle Suédois des Dégâts intervenus aux Tuyaux de Canalisation après deux Années d’Utilisation

Een Zweedse Test over Schade aan Buisleidingen twee Jaar na hun Plaatsing

Le controle de tuyaux de canalisation s’effectue en général immédiatement après la pose des tuyaux, dans l’espoir de détec­ ter des défauts éventuels (et de pouvoir y remédier) avant que la canalisation ne soit mise en service.

Het kontroleren van rioolleidingen gebeurt meestal onmid­ dellijk na het plaatsen van de buizen, in de hoop dat mogelijke defekten ontdekt zullen worden (en verbeterd kunnen worden) alvorens het in gebruik nemen van de leiding.

L’on s’est demandé en Suède si ce controle était garant de l’avenir de l’ouvrage exécuté.

ln Zweden heeft men zich afgevraagd of dergelijke inspektie sprekend was voor de toekomst van het uitgevoerde werk.

Un très vaste programme fut élaboré qui donna des résultats moins positifs que prévus. Vu les conditions du marché local, l’examen porta sur les tuyaux en P.V.C. ainsi que sur ceux en béton.

Een omvangrijk programma werd opgezet, dat wel minder positieve resultaten opleverde dan verwacht. Gezien de lokale markt, werden in deze opzoeking buizen zowel van PVC als van beton onderzocht.

Si une telle étude était effectuée dans notre pays, elle compren­ drait bien-sûr des tuyaux en béton, mais probablement pas ceux en P.V.C., étant donné leur utilisation moins courante chez nous (surtout en comparaison avec les pays Scandinaves).

Dergelijke studie zou waarschijnlijk in ons land ook beton omvatten, maar waarschijnlijk wel geen PVC, omdat plasticbuizen (vooral in verhouding met de Skandinaafse landen) bij ons weinig gebruikt worden.

Quoiqu’il en soit, les résultats de l’étude font apparaître que le P.V.C. a un comportement moins bon que le béton, la plupart des cotes négatives étant sans doute dues à la légèreté du maté­ riau (et les déplacements de la conduite qui en résultent), pro­ priété mise en exergue pour tous les matériaux concurrents du béton.

Nochtans valt in de hierbij staande resultaten op dat PVC een veel slechtere beurt maakt dan beton, en veel van deze slechte resultaten kunnen zonder twijfel toegeschreven worden aan de lichtheid van het gebruikte materiaal (en de, als gevolg hiervan, optredende verplaatsingen), een eigenschap waar ongeveer alle met beton konkurrerende materialen hoog mee oplopen.

Pas moins de 75 % des tuyaux PVC examinés, deux ans après leur placement, s’étaient déplacés de leur lit originel, et ce dans une telle mesure que la conduite doit être considérée comme inutilisable !

Niet minder dan 75 "/o van de, twee jaar na plaatsing, onder­ zochte PVC-buizen was afgeweken van hun oorspronkelijke bedding en wel in die mate dat zij niet verder als ’’gebruikswaardig” aanzien konden worden !

Le test portait sur 65 canalisations en PVC et 47 en béton. Les 112 conduites avaient été placées en 1976 et avaient donc juste deux ans d’âge.

De opzoeking omvatte 65 PVC-leidingen en 47 betonnen leidingen. Alle 1 12 leidingen waren in 1976 geplaatst en juist twee jaar oud.

L’on notera que l’étude a été élaborée dans le but d’examiner l’état des tuyaux de canalisation en général, et non pas dans un esprit de compétition d’une sorte de ’’match opposant le PVC au béton”.

C)p te merken valt dat het onderzoek opgezet werd om de konditie van buisleidingen in ’t algemeen na te gaan en niet in de kompetitiegeest van een soort ”PVC tegen beton”-match.

Etanchéité

Dichtheid

L’essai à la pression d’air a été effectué comme schématisé dans la fig. 1.

De luchtdruktest werd uitgevoerd zoals voorgesteld in teke­ ning 1.

Seuls 79 conduites ont pu être testées (sur les I 12).

Enkel 79 leidingen konden worden beproefd (op de I 12).

71


Les résultats (tahleaii 1) contredisent fortement une opinion parfois répandue, à savoir que le PVC serait plus étanche que le béton, l a cause se trouve dans le déplacement et la déformation, qui exercent une influence importante sur l’étanchéité du joint.

De resultaten (tabel 1) spreken een soms verkondigde opinie, als zou PVC dichter zijn als beton, sterk tegen. Dit moet toege­ schreven worden aan de verplaatsing en de vervorming, die sterk invloed hebben op de dichting van de voeg.

Jauge d’eau Waterpeil Manomètre et réglage Manometer en regeling

/

Compresseur Kompressor

Pompe à main et jauge ^ à pression - Handpomp met drukpeil

7

/1

f// e: /// =/// ^

.

i Etanchéité Dichting Fig. n" 1

Etanchéité

Tek. nr. 1

Dichtheid

Cote/Notering Bon/Goed

Tuyau en béton Betonbuis

Tuyau PVC PVC-buis

72 %

34 %

86 7o

64 7o

Remarques / Opmerkingen

30 7o

14 7o

Insuffisant / Onvoldoende

36 %

14 7o

Tabl. 1

Tab. 1

Déplacement

Verplaatsing

Les déplacements horizontaux ainsi que verticaux ont été contrôlés au rayon laser (cfr. fig. 2). Le déplacement vertical est le plus dangereux, car il entrave l’écoulement. 109 des 112 canalisations ont été examinées. Les faibles résultats (cfr. tableau 2) obtenus par le PVC sont certainement dus à la légèreté du matériau et à sa flexibilité.

Zowel horizontale als vertikale verplaatsing werd nagegaan met laser-straling (zie tekening 2). De vertikale verplaatsing is de meest gevaarlijke, omdat zij verhindert dat de leiding doorspoelt. 109 van de 112 leidingen werden onderzocht. De zwakke resul­ taten (tabel 2) van PVC zijn zeker toe te schrijven aan de lichtheid van het materiaal en zijn flexibiliteit.

72


/

Cible Doel Traineau avec ouverture réglable Slede met verstelbare opening Rayon laser Laserstraal

Bobine de fil d’acier Spoel met staaldraad

Fig. n" 2

Tek. nr. 2

Déplacement / Verplaatsing Tuyau en béton Betonbuis

Tuyau PVC PVC-buis

Cote/Notering Bon/Goed

11 %

76 % 95 %

25 7c

Remarques / Opmerkingen

14 7o

19 7o

Insuffisant / Onvoldoende

75 7o

5 7o

Tabl. 2

Tab. 2

Déformation

Vervorming

La figure 3 montre clairement comment ce défaut a pu être détecté à l’aide d’un ’’traineau” spécialement conçu, qai peut être équipé de croisillons de différentes longueurs.

Tekening 3 geeft duidelijk aan hoe deze fout opgespoord werd met een speciaal ontworpen ’’slede”, die met ’’kruisen” van verschillende afmetingen kon worden uitgerust.

109 des 112 canalisations ont été soumises à ce contrôle.

109 van de 112 weerhouden leidingen werden onderzocht.

J

Fig. n" 3

Tek. nr. ,3

73


Déformation / Vervorming

Cote / Notering Bon/Goed

Tuyau en béton Betonbuis

Tuyau PVC PVC-buis 29 %

89 % 79 %

Remarques / Opmerkingen

50 "/<

Insuffisant / Onvoldoende

21 “/.O

O

Tabl. 3

89 % 0 "/o

11 % Tab. 3

Nous pouvons encore ajouter au tableau 3 que 20 % des tuyaux PVC étaient écrasés à 16 % ou davantage.

Bij tabel 3 kunnen wij nog opmerken dat 20 7o van de PVCbuizen met 16 % of meer ingedrukt waren.

Le rapport complet ’’Provning i fait av sjâlvfallsledningar” peut être obtenu (uniquement en Suédois) auprès de ’’Betongrörföreningen”, Box 1270- S 17124, Solna-Suède.

Het volledig verslag ’’Provning i fait av sjâlvfallsledningar” kan (enkel in ’t Zweeds) bekomen worden bij ’’Betongrörföreningen”, Box 1270 - S 17124, Solna-Zweden.

74


DES IMMEUBLES A APPARTEMENTS A L’AMERICAINE

APPARTEMENTSGEBOUWEN OP ZIJN AMERIKAANS

The Courtyards Arlington Heights (Illinois) Arch. : Schipporeit, Inc. Split-blocks utilisés comme murs portants.

Split-blocks gebruikt als dragende muren.

75


Metro Tower - Mt Clemens (Michigan) Arch. : Leon H. Kohls & Ass. Des bloes ’’standard” et des bloes ’’tuyautés” pour souligner les fenêtres.

76

’Standaard” blokken en ’’gepijpte” blokken om de venstergedeelten te doen ’’uitkomen”.


Scottsdale (Arizona) ’’Slump” blocks (bloes ’’écrasés” avant le durcissement pour imiter la brique mexicaine) tant à l’intérieur qu’à l’extérieur.

(photos : Courtesy N.C.M.A.)

’’Slump” blocks (blokken die ’’geplet” worden vóór de verharding, om de Mexikaanse baksteen na te bootsen) zowel als binnen- als als buitenmuur.

77


beton

Tijdschrift van de Revue de la

FeBe

Prix du numéro Prijs per nummer

90 F

Abonnement annuel Jaarabonnement

400 F (étranger-buitenland : 600 F)

la FeB e. Boulevard Aug . Reyers 207-209 1040 Bruxelles.

te storten op p .c. r. nummer 000-0028008-7 2 van de FeBe, Aug . Reyerslaan 207-209 1040 Brussel.

Les ordres et Ie matériel de pub lici té doivent être en notre possession resp . Ie 1er mai Ie 1er septembre - Ie 1er novembre - Ie 1er jan vier et Ie 1er mars.

Publiciteitsopdrachten en - materiaal moeten in ons bezit zijn resp . op 1 mei - 1 september 1 november - 1 januari en 1 maart.

à virer au C.C.p . numéro 000-0028008-72 de

Tirage/oplage : 6300

78


□MAC MACHINE VOOR PUTBUIZEN EN KONISCHE STUKKEN • Er is slechts één werkman nodig. • Universeel voor fabrikage van putbuizen, konische stukken, buizen, met inbegrip van de gaten voor klinklampen. • Vlugge omschakeling naar een ander produkt. • Een cyclus van ongeveer 2 min.

PRODUKTIEGAMMA • maximale diameter van de buizen ; 1200 mm • maximale lengte van de buizen : 1000 mm • minimale lengte van de buizen : 250 mm

Aarzel niet ons te kontakteren. Met genoegen zullen wij U reeds funktionerende machines tonen. Een telefoontje volstaat reeds.

OMAG - OSTFRIESISCHE MASCHINENBAU AG - D 297 EMDEN Telefoon; (04921)61076/78

TELEX: 027874

Telegram: OMAG-EMDEN

Fabrikageprogramma : Blokkenmachines en buizenmachines semi- en volledig automatisch voor buizen van 1 tot 3 m lengte, betonmolens tot 3000 I., uitrustingen voor palettisering en stapelrekken. 79


T

•Il : •

Consultez le Dépositaire-Franchise

L

I N V R.DECLERCK Veldstraal 166 8800 ROESELARF Tel 051/20 32 60 20 02 31

>

ISO 15

K

I

ço

•ECONOMIE de CHAUFFAGE •FACILITE de POSE

O

•PRET A PLAFONNER

oc

de votre region : il est de bon conseil I

f*.

5 O X

8 '9

ui lü

i

m m

O

C

OC

3 O O)

O UJ

O

J>

< O M

m

PPB BEL6IUM Services teciiBiRMes 37 rue J Wauters 5100 JAMBES Tel 081/ 30 05 93 30 50 54

Usine zone industrielle 6690' VIELSALM Tel 080/21 55 65

2. P V B A G. DE SNERCK Nieuwstraat 26 9770 KRUISHOUTFM Tel 091/83 50 42 83 59 42 3. BOUWMATERIALEN Jan FRANS Sieetjweg op Boom 2660 WILLEBROFk Tel 031/66 82 35 86 80 54 3a. BOUWMATERIALEN Jan FRANS Hanswi|kvaaM 06 2800 MECHELEN Tel.015/41 39 63 4. FIXOLITE S.P.R.L. Rue Vandevelde. 170 6218 THIMEON Tel 071/35 02 31 5. P.V B.A. VOS LEYSEN Vaaristraat. 170 2490 BALEN Tel Balen 014/31 38 56 Mol 014/31 25 30 Geel 014758 05 59 6. ETABLISSEMENTS LECLERCQ Place de la Gare. 2i 1420 BRAINE L ALLEUD Tel 02/364 60 90 7. ETABLISSEMENTS LEN6L0IS Av des Princes. 30 1300 WAVRE Tel 010/22 22 06 8. S A. WARNANT Matériaux Beton 5100 JAMBES Tél 001/ 30 05 93 Ba. S A. WARNANT Chaussee de Dmani. 152 5170 PROfONOEVILLE Têl 061/41 14 60 41 26 50

13 S A. COMOBE Rue de rindusirie 7 5470 BARVAUX SUR OURTHE Tèl 086/21 18 36 14. EU. GERARD-60RSE Av d'Houttalize 62 6600 liBHAMONT Tél 061/22 29 31 15. N.V BOVIN Schoolstraat. 6 3451 KORTENAKEN Tel 011/58 71 51 16 S A. FALKENBERG Rue de la Vallee. I7a 4701 KETTENIS Tel 087/55 24 06 55 35 04 17. P.V.B.A. L.6UYSSE VEROEGEM Weegse 55 9940 SLEIOINGE Tel 091/57 32 27 18 ETABLISSEMENTS R.MANBOUR BETON DE LA BELLE EPINE Rue du Moulin 6 6418 GOZEE Tél 071/51 51 17 (heures de bureau) Tel 071/21 53 08 (apres 6 h ) 19. ETABLISSEMENTS LIESSE Chaussee de Wavre. 77 5900 JODOIGNE Tel 010/81 20 56 20 ANDENNE BETON Chaussée Moncheui 133 Tél 085/22 24 29

5220 ANDENNE

9. MATERIAUX JACQUES Rue de la Station 6373 FRASNES LES COUVIN Tel 060/31 17 37 10. Firma WUKCMANS Terbekstraat. 16 3950 BERINGEN Tel 011/43 37 04 II PQLEUR KINET Rue de Biber. 24 4140 amay Tél 085/31 11 76 3M2.76

21. MATERIAUX DESGESVES Rue du Commerce 5300 CINEY Tél083/21 20.67 22. EU. MATEBOIS LAMONTAGNE Chaussee de Dînant 5551 HERMETON/Meuse Tél 082/64 44 03 23. N.V. TONGRIA Henissiraat 199 3700 TONGEREN Tel 012/23 16 21

12. BETONS DE LA LHOMME Zone Industrielle 5430 ROCHEFORT Tél 084/21 34 40

24. S.P.R.L. GROGNARD Frères Rue de la Grotle 13 6690 VIELSALM Tél 060/21 60 28

II

HOURDIS A ISOLATION INTEGREE

REPERTOIRE DES ANNONCEURS ADVERTEERDERSREPERTOR lUM

Pages-Blaci

Avanti Belema Benor Blocs Betonac Betonma Bonna Carreaux de mosaïque de marbre C.B.R.-Béton C.B.R.-Ciment C.C.B. Damman-Croes Delvaux Duffeleer Dupuis Echo Eurobeton Goudezeune Mason

Edit, respons. ; Verantw. uitg. :

.30 /

12 11 3e couv.-omslagp. 26 5 31

W. Simons. Acacialaan 34, Steenokkerzeel

22 10

8 3 30 13 28 25 15 23

Pages-blad Marmermozaïektegels M.M.B. Newa-Techniek Obourg Omag Omnibeton P.B.B.-Belgium Poelaert Portland Liégeois Rodai Ronveaux Scheys Seghers-Beton Structo Valcke Violon Zenith - Betonma Intern. Zimmer Debaiffe

5 18 27 19 79 9 26 H- 80 4 6 24 20 16 29 4e couv.-omslagp.

2 2e couv.-omslagp./I 21 14

0

LdruKkerij n.vd«r• KesseHo poort n


YOUR PtlRTHER FOR m

U

'I .H

s

I

i

i

,0

Ü

.«**

^

f

-H

4B

V

■« *ts ' ' I. > V ^

>•

<

t.

-■

.

2?

f.

Centrales à béton « sur mesure » avec dragline automatique dynosaurus. Betoncentrales « op maat » met automatische dragline dynosaurus.

Centrales à béton «TEKA- MIXOMAT » Cap. 20- 100 m^/h « TEKA-MIXOMAT» betoncentrales

]

/I

V f ♦

ïf

yf

i

<-z-.

m

t

' ;2^’

1? Iri

fA.. ■■•1

mm

Dosage - pesage - automation. Dosering - weging - automatisatie.

TURBOMALAXEURS TURBO MENGERS

Ir------"iMi|

F

.1 i

TEKA 375-4500 I

/...

F m

i'

m.

ff

'

|1 4

/'

m

I m

!^Si L

I

1

»

■ i' TT?r f1

;

T''

Gerbeur pour paquetage et palettisation de blocs Stapler voor het in paket en op planken zetten van blokken

Machines à fabrication de CLAUSTRA’S CLAUSTRA vervaardigingsmachines

^ betonma ^

4

^'international


Een rationeel totaal Systeem van geprefabriceerde betonelementen voor gebouwen van 2 tot 9 verdiepingen! Scholen, kantoorgebouwen, ziekenhuizen, hotels, enz. Un Système complet d’éléments préfabriqués en béton pour les constructions de 2 à 9 étages! Ecoles, immeubles de bureaux, établissements hospitaliers, hôtels, etc...

STRUCTO TRENT T6, NOORWEEGSEKAAI, 19, 8000 BRUGGE - TEL 050-337861 - TELEX 81358


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.