

MAART - MARS 2007
tijdschrift van de Federatie van de Betonindustrie revue de la Fédération de l’Industrie du Béton
Concept van een bedrijfsparking
Conception d’un parking d’entreprise
Markante toepassingen van prefab beton
Applications remarquables du béton préfabriqué
De stand infobeton.be op Batibouw 2007: award voor het beste onthaal !
Le stand Infobeton.be à Batibouw 2007 reçoit l’award du meilleur accueil !
cover 2
64
/ KLAPS 25
46
cover 3
23
33
cover 4
34
59 VAN MAERCKE 24
7/41
Foto op titelblad / Photo de couverture
Betonstraatstenen voor renovatie stuwdam La Gileppe – zie art. p. 26
Des pavés en béton pour la rénovation du barrage de La Gileppe – cfr art. p. 26
HOOFDREDACTEUR - RÉDACTEUR EN CHEF
E. Dano
REDACTIECOMITÉ - COMITÉ DE RÉDACTION
E. Dano (ED), Ch. Legein (CL), J. Marinus (JM), M.R. Roisin (MRR) & D. Vennekens (DV)
PUBLICITEIT - PUBLICITÉ
M.R. Roisin
ADMINISTRATIE-REDACTIE-PUBLICITEIT ADMINISTRATION-RÉDACTION-PUBLICITÉ
FEBE
Rue Voltastraat 12 1050 Brussel/Bruxelles tel./tél. 02 735 80 15 fax 02 734 77 95 mail@febe.be www.febe.be
LOS NUMMER - PAR NUMÉRO 5 €
JAARABONNEMENT - ABONNEMENT ANNUEL België/Belgique 25 € Buitenland/Etranger 50 €
VERSCHIJNING - PÉRIODICITÉ
januari, maart, juni, september, november janvier, mars, juin, septembre, novembre
VERSPREIDING - DIFFUSION
Overheidsdiensten voor openbare werken, architecten, ingenieurs, studiebureaus, bouwondernemingen, prefabrikanten en alle gebruikers van geprefabriceerde betonproducten.
Services de travaux publics, architectes, ingénieurs, bureaux d’études, entreprises de construction, fabricants de béton et tous utilisateurs de produits préfabriqués en béton.
VORM, DRUK EN AFWERKING - CRÉATION, IMPRESSION ET FINITION
Lannoo Drukkerij www.lannooprint.be
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER - ÉDITEUR RESPONSABLE
E. Dano
Rue Voltastraat 12 1050 Brussel/Bruxelles
Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald. Belanghebbenden worden verzocht contact op te nemen met FEBE, Voltastraat 12, B-1050 Brussel Tous les ayants droit des illustrations utilisées n’ont pas pu être identifiés. Les intéressés sont priés de prendre contact avec la FEBE, rue Volta 12, B-1050 Bruxelles
Edito 5
36
8 16 26 42
Concept van een bedrijfsparking. Een harmonieuze combinatie van grote tegels met waterdoorlatende betonstraatstenen. Conception d’un parking d’entreprise. Association harmonieuse de grandes dalles avec des pavés en béton drainants.
Markante toepassingen van prefab beton Applications remarquables du béton préfabriqué
Stuwdam La Gileppe in een nieuw kleedje Un nouvel habillage pour le Barrage de La Gileppe
De betondekking van de wapeningen van geprefabriceerde bouwelementen Eléments structurels préfabriqués en béton: l’enrobage des armatures
FEBESTRAL peilt naar de verzuchtingen van fietsers
FEBESTRAL sonde les aspirations des cyclistes 48
Industrieel, Flexibel en Demontabel bouwen: Toekomstgericht Ontwerpen Construction industrielle, flexible et démontable: la conception porteuse d’avenir
News
MAART - MARS 2007
tijdschrift van de Federatie van de Betonindustrie revue de la Fédération de l’Industrie du Béton 190
Architectonisch beton. Béton architectonique.
Als de materie de idee volgt. Lorsque l’idée se fait matière.
U heeft schitterende architecturale ideeën... . maar jammer genoeg vindt u niet altijd het geschikte materiaal om deze te realiseren. Decomo is een bedrijf dat uw ideeën effectief omzet in reële materie en boeiende architectuur werkelijkheid laat worden. U heeft een project en een idee voor architectonisch beton? Contacteer ons. Decomo maakt het hard. Een voorproefje op www.decomo.be.
Vos idées en matière d’architecture sont brillantes... . hélas, vous ne trouvez pas toujours matière pour les traduire. Decomo est une entreprise qui donne forme concrète à toutes vos idées et fait de l’architecture un art passionnant. Vous avez un projet qui s’appuie sur le béton architectonique? Contactez-nous! Decomo le concrétisera. Pour vous faire une meilleure idée, visitez www.decomo.be.
Enkele weken geleden sloot BATIBOUW zijn deuren. Zoals elk jaar is deze beurs een unieke gelegenheid om kennis te maken met de vernieuwingen in de bouwsector en krijgen de professionelen een duidelijk beeld van de grote markttendensen.
De meningen zijn dit jaar verdeeld, dat is het minste wat men kan zeggen. De exposanten die gespecialiseerd zijn in renovatie en afwerking zien de toekomst rooskleurig tegemoet. In de ruwbouwsector echter voorspelt men het einde van de conjuncturele verbetering die we de twee laatste jaren kenden.
Daar is niets verwonderlijks aan: de bouwgronden zijn zeldzamer en duurder dan ooit; door de prijsstijgingen van de energie werden de bouwmaterialen duurder en als kers op de taart stegen de intrestvoeten. De som van deze drie parameters maakt dat bouwen voor veel jonge gezinnen onmogelijk wordt. Zij zijn verplicht naar andere oplossingen te zoeken om zich te huisvesten.
Uit de mond van exposanten die zich vooral naar de professionelen richten op Batibouw horen we dikwijls de volgende opmerking: het salon duurt te lang en is te kostelijk. Twee dagen in principe voorbehouden aan de professionelen is nochtans te weinig.
Is het in dit land niet mogelijk om een zuiver professionele beurs te organiseren, bijvoorbeeld om de twee jaar, waar de bouwprofessionelen elkaar kunnen ontmoeten verlost van de massa verkoopstands voor het grote publiek? Een beurs waar ze in een serene omgeving kennis kunnen maken met de evolutie van de bouwproducten en technieken.
Meerdere pogingen werden al ondernomen, tot nu toe zonder veel succes. In België trekken de handelsbeurzen veel volk. De particulier moet blijkbaar ‘goede zaken’ kunnen doen en ‘salonvoorwaarden’ kunnen krijgen. Het gaat zo ver dat voor vele exposanten een slecht salon zich vertaalt in een slecht jaar.
In het buitenland zijn salons vitrines waar de producenten hun laatste innovaties voorstellen en waar ze contacten leggen op middellange termijn. Vooral, de onmiddellijke toekomst van het bedrijf hangt niet af van een onvoorspelbaar evenement zoals een beurs.
Er is ruimte voor een echt evenement van de bouwsector, voorbehouden aan de professionelen. Wie het organiseert is niet belangrijk. Er is maar één voorwaarde om te slagen: alle betrokken partijen moeten er zich in kunnen vinden. In dit geval, en alleen in dit geval, zullen architecten, ingenieurs, aannemers en industriëlen zich in grote getalen verplaatsen om eraan deel te nemen.
Het is nog niet zo lang geleden dat de Japanners met hun fototoestellen naar Europa kwamen om, één keer terug in het thuisland, alles na te maken. Misschien is de tijd aangebroken dat wij ook eens gaan kijken hoe de anderen het doen en hoe zij slagen waar wij altijd faalden.
Il y a quelques semaines BATIBOUW fermait ses portes. Comme chaque année, le salon constitue une occasion unique de s’informer sur les nouveautés présentées, mais, permet surtout aux professionnels de sentir les grandes tendances du marché.
Cette année, le moins que l’on puisse dire est que les opinions sont partagées. Si les exposants spécialisés dans la rénovation et la finition continuent à se frotter les mains, il n’en va pas de même pour le secteur du gros œuvre, qui commence à sentir la fin de l’embellie conjoncturelle des deux dernières années.
Rien d’étonnant à cela, en effet: les terrains à bâtir sont de plus en plus rares et chers; après la hausse des prix de l’énergie, les matériaux également se sont renchéris, et cerise sur le gâteau, les taux d’intérêt grimpent. Ces trois paramètres conjugués font que beaucoup de jeunes ménages ne sont plus en mesure de se faire construire un logement et sont dès lors obligés de trouver une autre solution pour se loger.
Autre réflexion souvent exprimée par les exposants qui s’adressent principalement aux professionnels: le salon est trop long et trop coûteux. Par contre, seulement deux journées réservées, en principe, aux professionnels, c’est trop peu.
N’est il pas possible dans ce pays d’organiser, par exemple tous les deux ans, une manifestation réservée aux professionnels de la construction, où ceux-ci, débarrassés de l’encombrement de la masse des stands de vente grand public, pourraient faire le point sereinement sur l’évolution des produits et techniques de la construction?
Plusieurs tentatives ont déjà eu lieu. Elles se sont toujours soldées par un échec. En Belgique, les salons qui on du succès sont des foires commerciales, où le particulier doit pouvoir ‘faire des affaires’ et obtenir ‘des conditions salon’. C’est à un point tel que pour beaucoup d’exposants, un salon raté se traduit par une mauvaise année.
A l’étranger, les salons sont des vitrines, où les producteurs présentent leurs plus récentes innovations et établissent des contacts pour le moyen terme. Surtout, l’avenir immédiat de l’entreprise n’y dépend pas d’une manifestation aussi aléatoire qu’un salon.
Il existe un espace pour une vraie manifestation du secteur de la construction, réservée aux professionnels. Quel que soit celui qui l’organise n’est pas important. Il n’y a qu’une seule condition pour qu’elle réussisse: il faut que toutes les parties concernées y trouvent leur compte. Dans ce cas, et dans ce cas seulement, les architectes, les ingénieurs, les entrepreneurs et les industriels se déplaceront en nombre pour y participer.
Il fut une époque où les Japonais se déplaçaient en masse en Europe avec leurs appareils photos pour tout imiter. Peut être serait-il temps que nous allions voir ailleurs comment les autres font et réussissent là où nous avons toujours échoué.
De hoofdredacteur
Le Rédacteur en Chef
AKOESTIEK, DRAAGKRACHT EN ESTHETIEK
THERMISCHE ISOLATIE EN VERWERKINGSSNELHEID
Activiteiten en specialisaties
BRANDWEREND EN MODULAIR
XELLA is producent van cellenbeton en kalkzandsteen, met als bekende merken respectievelijk YTONG, HEBEL en SILKA. Met XELLA ontstond in januari 2003 een onderneming, die de marktkennis, de jarenlange ervaring en de veelzijdige knowhow van verschillende bouwstoffenaanbieders met elkaar verenigt. In de samenwerking tussen deze verscheidene XELLA-divisies ligt de kracht om nieuwe oplossingen te ontwikkelen op het gebied van de bouw. Met innovatieve producten, op maat gemaakte dienstverleningen en systeemaanbiedingen geeft XELLA nieuwe impulsen aan het bouwgebeuren.
Belangrijkste troeven
Silka – Ytong – en Hebel materialen zijn ecologisch en duurzaam bij uitstek. In het productieproces wordt enkel gebruik gemaakt van natuurlijke grondstoffen of gerecycleerde materialen. Het grote verschil tussen Silka enerzijds en Ytong en Hebel anderzijds, hun gewicht, is meteen de reden van hun sterke complementariteit: Silka vult de dragende, esthetische en akoestische aspecten in. Ytong en Hebel staan borg voor de thermische isolatie, de brandwerendheid en garanderen een hoge werksnelheid.
De beschikbaarheid van de Silka – Ytong - en Hebel - producten in grote en kleine formaten maakt dat Xella een antwoord kan bieden op de meest uiteenlopende ruwbouweisen, zowel in de woningbouw, industrie- of utiliteitsbouw als in renovatieprojecten.
Een harmonieuze combinatie van grote tegels met waterdoorlatende betonstraatstenen
Association harmonieuse de grandes dalles avec des pavés en béton drainants
Als fabrikant van waterdoorlatende bestrating was het evident voor de firma Ebema om de bestrating en de parking rondom het bureelgebouw te Zutendaal op deze milieuvriendelijke wijze uit te bouwen.
Het project omvatte twee onderdelen:
– De aanleg van een plein voor het bureelgebouw;
– De aanleg van een bezoekersparking voor het gebouw en de aanleg van een personeelsparking achter het gebouw.
N.V. Technum uit Hasselt begeleidde dit project als studiebureel, terwijl N.V. Moors (APK) uit Mopertingen instond voor de perfecte uitvoering van de aangenomen werken.
Dit project werd als studieobject gevolgd door het O.C.W. (Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw), waarbij voorafgaandelijk de waterdoorlatendheid van de aanwezige bedding werd gecontroleerd en na realisatie de reële waterdoorlatendheid van de aangebrachte bestrating werd gemeten en opgevolgd.
En tant que fabricant de pavés drainants, la firme Ebema a opté tout naturellement pour un revêtement écologique de la place et du parking entourant son immeuble de bureaux de Zutendaal.
Le projet comprenait deux parties:
– L’aménagement d’une place devant l’immeuble de bureaux; – L’aménagement d’un parking visiteurs devant l’immeuble et d’un parking réservé au personnel derrière le bâtiment.
Le bureau d’études N.V. Technum d’Hasselt a été retenu pour suivre ce projet, tandis que la société N.V. Moors (APK) de Mopertingen a assuré la bonne exécution des travaux. Ce projet a également fait l’objet d’une étude du C.R.R. (Centre de recherches routières), qui a contrôlé au préalable la perméabilité du sol existant et qui a évalué et suivi la perméabilité réelle du revêtement posé.
Doelstelling
Er werd beoogd om van het plein een bezinkbekken van hemelwater en afgevoerd hemelwater van diverse daken te maken, terwijl de parking enkel het eigen hemelwater moest kunnen afvoeren.
Voor het plein werd gebruik gemaakt van Megategels 100 x 100 x 8 cm Blue Steel, die zonder helling gelegd werden. Visueel wordt deze oppervlakte doorsneden door een zestal RVS-waterbakken en een aantal plantenvakken. Op korte termijn zullen ook nog enkele tegels vervangen worden door glastegels met lichtbakens onderaan.
Bij de opbouw van het plein werd op de bestaande verharding een laag van ± 50 cm gebroken puin 20/32 aangebracht, hierop een geotextiel en tenslotte een afwerkingslaag puin 0-6. Daar waar nodig werden de plant- en de lichtbakken gezet en voor het overige werden de Megategels en de waterbakken geschraagd door stutblokken (zie doorsnede).
De plantenbakken, waarvan detail hierna, werden hiervoor speciaal ontworpen en gefabriceerd door dochterbedrijf E.B.R. in Rijkevorsel.
Om een perfect horizontale oppervlakte te bekomen werden de tegels gelegd op Buzon-tegeldragers. Deze dragers laten toe alle schuine en hoogteafwijkingen te corrigeren. Ze garanderen ook een vaste afstand tussen de tegels, waardoor het hemelwater kan afgevoerd worden.
L’objectif était de faire de la place un bassin de collecte des eaux de pluie, dont celles provenant des toits, tandis que le parking devait uniquement assurer l’évacuation de ses propres eaux pluviales.
Des Mégadalles de 100 x 100 x 8 cm Blue Steel ont été utilisées pour le revêtement de la place et posées sans pente. Sur le plan visuel, cette surface est entrecoupée par une demi-douzaine de bassins en inox et quelques parterres de plantes. À court terme, quelques dalles seront également remplacées par des dalles en verre éclairées.
En ce qui concerne la structure de la place, une couche de ± 50 cm de concassés 20/32 a été posée sur le revêtement existant, avant d’être recouverte d’un géotextile et d’une couche de finition d’empierrement 0-6. Les bacs de plantes et les bacs éclairés ont été placés aux endroits ad hoc tandis que les Mégadalles et les bassins sont posés sur des blocs de support (voir coupe).
Spécialement mis au point à cette fin, les bacs de plantes (voir détail ci-après), ont été fabriqués par la filiale E.B.R. à Rijkevorsel. Pour obtenir une surface parfaitement horizontale, les dalles ont été posées sur des plots Buzon. Ces plots permettent de rectifier toutes les différences de pente et de hauteur. Ils assurent également une entredistance fixe entre les dalles, afin d’évacuer l’eau de pluie.
Gezien de waterdoorlatendheid van het plein door de onderliggende constructies miniem was werd op deze wijze een wachtbekken gecreëerd met een vrije ruimte van 39 cm en met een onderliggende poreuze fundering van ± 50 cm, zodat het water enkele dagen, zonodig weken, kan opgeslagen worden onder de bestrating en langzaam in de bodem kan trekken of verdampen.
La perméabilité de la place étant très réduite en raison des constructions sous-jacentes, un bassin d’attente d’une hauteur libre de 39 cm et une fondation poreuse inférieure de ± 50 cm ont été prévus, de sorte que l’eau puisse être stockée sous le pavage pendant quelques jours, voire quelques semaines, et puisse s’infiltrer lentement dans le sol ou s’évaporer.
Betonbak-element / Élément bac en béton
Waterbak RVS / Bassin en inox
Groenblok / Parterre de verdure
Megategel 100x100 2/2 / Mega-dalle 100x100 2/2
Betonpoefkes / Socles en béton
Steenslag 0/6: 10 cm / Empierrement 0/6: 10 cm
Geotextiel / Géotextile
Ophogingslaag steenslag 20/32: ca. 50 cm / Couche de concassé 20/32: ca. 50 cm
De parking werd uitgevoerd in verbandklinkers 22,5 x 11,25 x 8 cm met verbrede voeg en gedeeltelijk met een poreuze Belgisch formaat standaardklinker 22 x 11 x 8 cm.
Le parking a été réalisé en pavés à emboîtement de 22,5 x 11,25 x 8 cm à joints élargis et partiellement à l’aide de pavés poreux de format belge standard (22 x 11 x 8 cm).
De verbandklinker verdient de voorkeur voor het aanleggen van een parking, omdat hij, door het onderling ineenhaken, beter geschikt is tegen de frictie van scherp draaiende auto’s.
Les pavés à emboîtement ont été choisis pour l’aménagement du parking parce qu’ils résistent mieux, grâce à leur emboîtement, aux frictions provoquées par le braquage très court des voitures.
De verbandsteen werd uitgevoerd in twee uitgewassen Naturockkleuren: Diamant-zwart voor het parkinggedeelte, Silver-lichtgrijs voor het weggedeelte en standaard wit voor het afbakenen van de parkeerplaatsen. De voegen werden opgevuld met een gebroken split 1/3.
In eerste instantie gaat het water tussen de brede voegen van de waterdoorlatende bestrating door naar de afwerklaag van 3 cm split 1/3 en tenslotte wordt het afgeleid naar de fundering van gebroken beton.
De gehele parkingoppervlakte licht in een lichte helling naar de plantvakken toe, zodat bij uitzonderlijk hevige regenval ook de plantenvakken een gedeelte van het water kunnen opvangen. Indien deze plantenvakken echter niet voldoende water kunnen opnemen, zullen deze plantenvakken, samen met de eerste meters van de parking, een buffervak vormen zodat het hemelwater alsnog kan infiltreren.
Als fundering voor de parking werd plaatselijk betonpuin 0/40 en elders 0/20 gebruikt. De resultaten van de waterdoorlatendheid bij
Les pavés à emboîtement en béton lavé, Naturock, ont été réalisés en deux couleurs: noir Diamant pour le parking et gris clair Silver pour la voie d’accès. Quant aux délimitations des emplacements de parking, elles ont été réalisées en blanc standard. Les joints ont été remplis avec du gravier concassé 1/3.
Dans une première phase, l’eau passe entre les larges joints des pavés drainants pour arriver à la couche de finition de 3 cm de gravier 1/3, avant d’être finalement évacuée vers la fondation en béton concassé.
betonpuin 0/20 bleken beter dan deze uitgevoerd op de plaatsen waar 0/40 werd gebruikt. De metingen, die een jaar later op de stenen zelf gebeurden, gaven resultaten die 10 x hoger lagen dan de vereiste minimum waterdoorlatendheid van 5.40*10-5 m/s.
De poreuze straatstenen met kleine vellingkant werden gebruikt op de ruimte, waar de verrijdbare rolcontainers van 1 m³ manueel moeten kunnen verreden worden zonder in de diepe voegen van de verbandklinkers te blijven hangen.
Een mooi voorbeeld van een efficiente oplossing voor pleinen en parkeerterreinen
Op deze wijze heeft N.V. Ebema met haar parking en haar plein twee doelstellingen bereikt:
– Met een innovatief concept werden de strakke lijnen van het bureelgebouw doorgetrokken en werd dit gebouw alzo perfect geïntregeerd in zijn omgeving.
– Door de aanleg van het plein werd een bezinkbekken gecreëerd voor overtollig oppervlaktewater, terwijl het water van de parking ter plaatse wordt afgevoerd.
Studiebureau: N.V. Technum te 3500 Hasselt
Prefabrikant Betonelementen: N.V. EBEMA te 3690 Zutendaal
Aanemer: N.V. Moors (APK) te 3740 Mopertingen
Toute la surface du parking est légèrement inclinée vers les parterres de plantes pour que ces derniers puissent également recueillir une partie de l’eau en cas de fortes chutes de pluie. Si toutefois ces parterres ne peuvent absorber suffisamment d’eau, ils constitueront, avec les premiers mètres du parking, une zone tampon permettant à l’eau de pluie de s’infiltrer ultérieurement.
Les fondations du parking sont constituées tantôt de béton concassé 0/40, tantôt de béton concassé 0/20. Ce dernier a permis d’obtenir de meilleurs résultats de perméabilité que le concassé 0/40. Les mesures effectuées sur les pavés un an plus tard ont fourni des résultats 10 fois supérieurs à la perméabilité minimale souhaitée de 5.40*10-5 m/s.
Les pavés poreux à chanfreins réduits ont été utilisés là où les conteneurs à roulettes d’1 m³ doivent pouvoir être déplacés manuellement sans se coincer dans les joints profonds des pavés à emboîtement.
Un bel exemple de solution efficace pour les places et les aires de stationnement !
Ebema a ainsi répondu à deux objectifs:
– Un concept innovateur a permis de prolonger le caractère contemporain de l’immeuble de bureaux et de l’intégrer parfaitement dans son environnement.
– L’aménagement de la place a permis de créer un bassin d’attente destiné à récolter l’eau de surface excédentaire, tandis que l’eau du parking s’infiltre sur place.
Bureau d’études: N.V. Technum te 3500 Hasselt
Préfabricant éléments en béton: N.V. EBEMA te 3690 Zutendaal
Entrepreneur: N.V. Moors (APK) te 3740 Mopertingen (MRR)
Met dit nummer starten we een artikelenreeks dat telkens de specifieke projecten of technieken toelicht van een fabrikant van structuurelementen in prefab beton. Altaan prefab beton uit Dilsen-Stokkem bijt de spits af. Zij werkten mee aan heel wat mastodont projecten zoals de meeste recente voetbalstadions en het Kiewit-project in Antwerpen. Maar ook het zoeken naar oplossingen om beter en sneller te bouwen is hen niet vreemd. Door gipskartonplaten onderin de bekisting te plaatsen, kunnen zij schilderklare betonwanden leveren en de afwerkingsfaze op de werf aanzienlijk inkorten.
Zonder prefab beton zou de (her)bouw van voetbalstadions zo goed als ondenkbaar zijn. De meest stadions worden op dezelfde plaats als de oude opgetrokken en dit moet dus gebeuren in de korte periode dat er niet gevoetbald wordt van begin juni tot eind juli, of twee maanden. Dit is uiteraard alleen haalbaar door alle elementen op voorhand te fabriceren. Voor de bouw van het Fenix-stadion van Racing Genk lagen alle elementen klaar op stock, nog vooraleer het eerste gemonteerd werd.
Dans ce numéro, nous entamons une série d’articles présentant les projets ou les techniques spécifiques d’un fabricant d’éléments de structure en béton préfabriqué. C’est Altaan prefab beton de Dilsen-Stokkem qui ouvre le bal. Cette société a participé à de nombreux projets colossaux parmi lesquels la plupart des stades de football récents et le projet Kiewit à Anvers. Mais elle est également spécialisée dans la recherche de solutions visant à améliorer et à réduire les délais de construction. En plaçant des plaques de plâtre au fond du coffrage, elle peut fournir des parois en béton prêtes à peindre et réduire considérablement la phase de finition sur le chantier.
Sans le béton préfabriqué, la (re)construction des stades de football serait quasiment impensable. La plupart des stades étant construits au même endroit que les anciens, les travaux doivent s’effectuer durant la courte période de trêve de début juin à fin juillet, soit en deux mois. Ceci n’est bien entendu possible que si tous les éléments sont fabriqués à l’avance. Pour la construction du stade Fenix du Racing Genk, tous les éléments étaient de stock bien avant que le premier ne soit monté.
Ce stade a été réalisé grâce à la collaboration de 4 fabricants d’éléments préfabriqués. La firme Maessen a assuré la fabrication des colonnes, les fermes de toiture ont été construites par Ergon et Van Gronsveld s’est chargé des solives en escaliers. La firme Altaan prefab beton a travaillé 75 jours pour fabriquer les 12.000 m de marches des tribunes. Celles-ci servent de base aux 22.000 sièges des supporters du stade.
Heureusement, la construction d’une telle structure est relativement simple. La tribune est formée par une solive oblique en béton présentant sur sa partie supérieure la forme d’un escalier et servant ainsi d’appui aux places assises.
La travée entre ces fermes est réalisée avec des dalles en L, sur lesquelles sont montés les sièges.
Dit stadion werd gerealiseerd dankzij de samenwerking van 4 prefab fabrikanten. De firma Maessen stond in voor de fabrikatie van de kolommen, de dakspanten werden door Ergon gerealiseerd en Van Gronsveld de trapvormige balken. De firma Altaan prefab beton werkte 75 dagen om de 12.000 m treden voor de tribunes te vervaardigen. Deze zijn de basis voor de 22.000 supporterszitjes die het stadion huisvest.
Gelukkig is de opbouw van zo’n structuur nog vrij eenvoudig. De tribune wordt gevormd door een schuine betonnen balk, die aan de bovenzijde de trapvorm heeft die de ondersteuning vormt voor de zittreden.
Met L-vormige platen wordt de overbrugging tussen deze spanten gerealiseerd. Deze platen vormen de basis voor de zitjes, die erop gemonteerd worden.
Alle voorzieningen kunnen mee ingebetoneerd worden: schroefhulzen voor de bevestiging van de zitjes, balustrades, … Deze zittreden zijn ook veel te groot om op en af te dalen. Aan de uiteinden moeten dus kleinere trappen voorzien worden. Meestal worden deze gevormd door het monteren van kleinere balken, maar bij Altaan prefab beton kunnen ze ook tegelijkertijd met de elementen gevormd worden. Om het geheel nog te kunnen ontkisten wordt het stootbord lichtjes afgeschuind.
Tous les équipements peuvent être incorporés dans le béton: les douilles filetées pour fixer les sièges, les balustrades, … La hauteur de ces marches est toutefois trop élevée pour pouvoir les monter et les descendre aisément. Par conséquent, des escaliers à marches moins élevées sont prévus aux extrémités. Généralement, elles sont formées de solives plus petites montées séparément, mais chez Altaan prefab beton, elles sont incorporées dans les éléments. Pour pouvoir décoffrer l’ensemble, la contremarche est légèrement inclinée.
Bovenop de steunbalken worden de spanten voor de overkragende luifel, die de toeschouwers voor regen en zon moet beschermen, gemonteerd. Om de stabiliteit van deze elementen tijdens de constructie te garanderen, moeten de windverbanden aan de vrije uiteinden zo snel mogelijk geplaatst worden om de laterale stabiliteit van de structuur te verzekeren.
Les fermes destinées à l’auvent en saillie, qui protège les spectateurs de la pluie et du soleil, sont montées sur les poutres d’appui. Afin d’assurer la stabilité de ces éléments pendant la construction, les contreventements doivent être montés aussi vite que possible aux extrémités libres afin d’assurer la stabilité latérale de la structure.
La grande quantité d’armatures en acier intégrées dans les éléments en béton destinés aux stades est une caractéristique typique de ces éléments. Cette énorme quantité d’acier dans les éléments en béton est en effet prévue afin de supporter les grandes charges dynamiques de la foule de supporters. Tout le stade peut monter ou descendre de quelques centimètres sous la pression de la foule en liesse. L’entièreté de la structure doit tenir compte de ces charges dynamiques exceptionnelles.
Outre l’organisation au sens strict, l’accessibilité pose souvent problème. En effet, la pelouse ne peut être piétinée car elle doit être tout à fait parfaite dès le début de la saison. La construction doit dès lors être totalement effectuée de l’extérieur, ce qui n’est pas toujours évident et ce qui nécessite des grues plus grandes pour le montage. Si des travaux sont effectués pendant la compétition, tout doit être rangé et la partie en chantier doit être soigneusement fermée pour des raisons de sécurité.
Typisch voor de betonnen elementen voor stadions is de hoeveelheid betonstaal die erin verwerkt zit. Om de grote dynamische lasten van de supporterende menigte op te kunnen vangen wordt er enorm veel staal in de betonelementen voorzien. Het volledige station kan onder de druk van de juichende menigte enkele centimeters op en neer gaan. De volledige structuur moet op deze uitzonderlijke dynamische lasten voorzien zijn. Naast de strikte planning vormt de bereikbaarheid ook dikwijls een probleem. Zo mag meestal het grasveld niet betreden worden, uiteraard omdat dit er bij de start van het seizoen maagdelijk bij moet liggen. Dit heeft als gevolg dat de volledige opbouw van buitenuit moet gebeuren, wat niet altijd evident is en grotere kranen voor de montage vergt. Indien tijdens de competitie werken uitgevoerd worden, moet omwille van de veiligheid telkens alles opgeborgen worden en het werfgedeelte zorgvuldig afgesloten.
Altaan prefab beton verleende zijn medewerking aan de bouw van het Jan Breydelstadion in Brugge, het Fenix-stadion van KRC Genk en de voetbalstadions van Bergen, Maasmechelen en Gent. Meestal maken zij de zittreden voor de tribunes. Ook al is het voor een groot deel seriewerk, het enorme grote aantal elementen dat voor dit soort projecten nodig is en de korte uitvoeringstijd, vormen een belangrijke tijdsdruk. Door hun ervaring kunnen ze architect, studiebureau en aannemer met raad en daad bijstaan van de uitvoering van het project.
U moet er maar aan denken; alvorens het beton in de bekistingen te storten, plaatst men gipskartonplaten in de bekisting. Na montage van deze prefab beton wanden heeft met een afgewerkte, schilderklare binnenruimte, of toch bijna! Enkel de voegen tussen de platen en de hoeken moeten bijgewerkt worden. Maar voor het zover is, ging er wel wat studie werk aan vooraf.
De eerste vraag, of het eerste probleem dat zich kan stellen, is de aanhechting tussen de platen en het beton. Dit werd door het WTCB uitgetest en goed bevonden. De twee materialen hechten bijzonder goed, zodat er niet gevreesd moet worden voor het loskomen van de gipskartonplaten, ook niet op langere termijn. Pogingen om ditzelfde te doen met watervaste platen liepen echter op een sisser uit, omdat de zuigkracht niet voldoende is.
Beton bevat echter heel wat water en men zou kunnen vrezen dat hierdoor de stabiliteit of stevigheid van een gewone gipskartonplaat aangetast wordt. In de praktijk is de bevochtiging éénmalig en van relatief korte duur. Na enkele dagen is het meeste water chemisch gebonden en het beton voor het grootste deel uitgehard. Dit kan een gipskartonplaat gerust verdragen. Het is maar na herhaaldelijke en langdurige bevochtiging dat de verwering begint.
Altaan prefab beton a apporté sa collaboration à la construction du stade Jan Breydel de Bruges, du stade Fenix du KRC Genk et des stades de Mons, de Maasmechelen et de Gand. Généralement, elle fournit les sièges pour les tribunes. Même s’il s’agit en grande partie d’un travail en série, l’énorme quantité d’éléments nécessaires pour ce type de projets et les délais d’exécution réduits sont source d’un grand stress. Forte de son expérience, elle peut apporter aide et conseil à l’architecte, au bureau d’étude et à l’entrepreneur en charge de l’exécution du projet.
Placer des plaques de plâtre dans les coffrages avant de couler le béton, il fallait y penser! Une fois ces parois en béton préfabriqué montées, on dispose d’une surface intérieure finie, quasi prête à peindre! Il ne reste qu’à parachever les joints entre les plaques et les angles. Mais avant d’en arriver là, un important travail d’étude a été réalisé.
Alvorens het beton te gieten wordt uiteraard de bekisting voor de raam-, deuropeningen en andere uitsparingen voorzien. Ook elektradozen voor stopcontacten en schakelaars, de leidingen voor elektriciteit, verwarming en sanitair, worden op hun plaats gebracht en de uitsnijdingen in de gipskartonplaten gemaakt. Na montage moeten enkel de leidingen aan elkaar gekoppeld worden en de toestellen gemonteerd.
De wanden kunnen maximaal 9,00 m lang zijn en 3.80 hoog, met een minimale dikte van 14 cm. Zij worden met diepladers naar de werf getransporteerd. Dit moet met de nodige omzichtigheid gebeuren. Zowel bij het transport als bij de montage moet zorg gedragen worden om de gipskartonplaten niet te beschadigen, alhoewel herstellingen vrij gemakkelijk uit te voeren zijn. De binnenzijde van de wanden is bovendien beschermd door een plasticfolie om bevuiling bij de opbouw van de werf te voorkomen.
De comfortwand® werd met succes toegepast bij de uitbreiding van de bestaande stedelijke humaniora te Dilsen-Stokkem. In een eerste fase werden 8 klaslokalen en een overdekte speelplaats gerealiseerd, in de tweede fase 14 klaslokalen en een ondergrondse fietsenberging. Het Lvormige gebouw werd opgebouwd vanuit een strak grid van 7,20 x 7,20 m waardoor een flexibel, gemakkelijk faseerbaar en prijsvriendelijk gebouw ontstaat, dat zich door zijn plastische vorm weet aan te passen aan alle omgevinsgfactoren.
La première question, ou le premier problème pouvant se poser, est l’adhérence entre les plaques et le béton. Le CSTC l’a testée et jugée bonne. Les deux matériaux adhérant particulièrement bien, il n’y a pas de risque que les plaques de plâtre se désolidarisent, même à long terme. Toutefois, les tentatives visant à faire la même chose avec des plaques hydrofuges n’ont pas abouti car la force de succion n’est pas suffisante.
Le béton contenant pas mal d’eau, on pourrait craindre que celleci n’affecte la stabilité ou la robustesse d’une simple plaque de plâtre. Dans la pratique, l’humidification est ponctuelle et relativement courte. Après quelques jours, presque toute l’eau est liée chimiquement et le béton a durci en grande partie. Une plaque de plâtre peut sans problème résister à une telle humidification. Ce n’est qu’après une humidification répétée et prolongée que les plaques commencent à s’altérer.
Avant de couler le béton, il convient évidemment de prévoir les baies, les embrasures de portes et les autres ouvertures dans le coffrage. Les boîtes électriques pour les prises et les interrupteurs, les gaines pour l’électricité, le chauffage et les sanitaires sont mises à leur place et les plaques de plâtre sont découpées. Après le montage, il ne reste plus qu’à raccorder les gaines entre elles et à monter les appareils.
Les dimensions maximales des parois sont de 9,00 m de long et 3,80 de haut, avec une épaisseur de 14 cm. Elles sont transportées sur le chantier par des camions surbaissés, avec la prudence qui s’impose. Il faut en effet veiller à ce que les plaques de plâtre ne soient pas endommagées tant pendant le transport que lors du montage, bien que les réparations soient relativement aisées. De plus, la face intérieure des parois est protégée par une feuille en plastique afin d’éviter qu’elles ne soient salies au cours du chantier.
Tijd winnen op de werf kan ook door de toepassing van geprefabriceerde funderingsbalken. Eerst wordt de bouwput uitgegraven
La paroi confort® a été utilisée avec succès lors de l’extension du «stedelijke humaniora» à Dilsen-Stokkem. Huit classes et une cour de récréation couverte ont été réalisées dans une première phase, ainsi que 14 classes et un garage de vélos souterrain dans une deuxième phase. L’entièreté du bâtiment en L a été construit sur la base d’une trame fixe de 7,20 x 7,20 m pour rendre le bâtiment flexible, facilement phasable et avantageux d’un point de vue économique et afin qu’il puisse s’adapter à tous les facteurs extérieurs grâce à sa forme.
over de volledige oppervlakte van het gebouw. Deze moet goed genivelleerd worden. Om zeker te zijn dat de funderingsbalken perfect horizontaal komen te liggen, kunnen eventueel betonnen sokkels voorzien worden. De elementen worden hierop geplaatst door twee man en een kraan. Nu nog een zuiveringslaag van zo’n 3 cm beton storten en de meer dan verzorgde kruipkelder is klaar.
Na de plaatsing van de holle vloerelementen of breedplaten is men uit de grond. Zelfs voor en flink uit de kluiten gewassen woning neemt dit maximaal 2 dagen in beslag. Kruipopeningen en uitsparingen voor leiding kunnen op voorhand voorzien worden, dit vermijdt boren, kappen en breken achteraf. Het grote voordeel is dat men zonder belangrijke meerkost een kruipkelder heeft, die het aanbrengen en de controle van leidingen (ook achteraf) aanzienlijk vereenvoudigd. Ook voor het comfort in de woning geniet een kruipkelder de voorkeur boven een op volle grond gestorte vloer.
L’utisation de poutres de fondation préfabriquées permet également un important gain de temps sur le chantier. Le puits de fondation est creusé sur toute la surface du bâtiment. Il doit ensuite être bien nivelé. Des socles en béton peuvent éventuellement être prévus pour s’assurer de la parfaite horizontalité des poutres de fondation. Les poutres sont ensuite placées par deux hommes et une grue. Il ne reste qu’à couler une couche de propreté d’environ 3 cm de béton et le vide sanitaire présente une finition impeccable.
Le placement des éléments de plancher alvéolés ou des prédalles ne prend que 2 jours maximum, même pour une maison de grande superficie. Les ouvertures d’accès au vide sanitaire et les réservations pour conduites peuvent être prévues à l’avance, ce qui évite de devoir forer, découper et casser par la suite. Ce procédé présente le grand avantage de disposer d’un vide sanitaire sans frais supplémentaires importants, qui simplifie considérablement l’installation et le contrôle des conduites (y compris ultérieurement). La présence d’un vide sanitaire plutôt qu’une dalle coulée sur pleine terre améliore en outre le confort de la maison.
Deze techniek kan toegepast worden bij draagkrachtige, droge zandgronden, maar ook bij slechte gronden waar gefundeerd moet worden op palen of putten. De gewapende prefab funderingsbalken overbruggen de steunpunten en vormen een stevige basis voor het optrekken van het gebouw. De elementen kunnen in principe alle afmetingen aannemen, maar een hoogte van 80 cm en een breedte van 30 cm voor de buitenmuren en 20 cm voor de binnenmuren wordt meestal toegepast. Ze zijn ook uit stock leverbaar in lengtes van 300, 350, 400, 450, 500 en 550 cm.
Cette technique peut aussi bien être utilisée pour des terrains sablonneux portants et secs qu’en cas de mauvais sols nécessitant des fondations sur pieux ou puits. Les poutres de fondation armées préfabriquées relient les différents appuis et constituent une solide base pour ériger le bâtiment. En principe, les éléments peuvent avoir toutes les dimensions, mais une hauteur de 80 cm et une largeur de 30 cm sont généralement utilisées pour les murs extérieurs et une largeur de 20 cm, pour les murs intérieurs. Ils sont livrables de stock en 300, 350, 400, 450, 500 et 550 cm de long.
De funderingsbalken worden volgens plan gemaakt en dit is juist een hele geruststelling voor architect en aannemer. De controle van de juiste afmetingen op de werf wordt hierdoor tot een minimum herleid. Afwijkingen ten opzichte van de plannen zijn haast onmogelijk. Bovendien worden zij BENOR gekeurd en vervaardigd in ideale fabrieksomstandigheden, zodat men ook zeker is van een constante kwaliteit.
Andere markante realisaties van Altaan prefab beton zijn de leveringen van elementen voor de uitbreiding van de wandelkades te Oostende en wandelementen voor de biomasscentrale te Moeskroen in opdracht van Electrawinds. Zo is beton niet enkel een duurzaam materiaal, maar draagt het ook daadwerkelijk bij tot de duurzame en ecologisch verantwoorde productie van onze energie. ‘Samen met de klant volgen we ieder project mee op’ verduidelijkt
Les poutres de fondation sont fabriquées suivant le plan, ce qui soulage l’architecte et l’entrepreneur: le contrôle des bonnes dimensions sur le chantier est en effet ainsi réduit au minimum. Des dérogations par rapport aux plans sont pratiquement exclues. En outre, elles sont certifiées BENOR et fabriquées dans des conditions optimales, afin de garantir une qualité constante.
Parmi les autres réalisations remarquables d’Altaan prefab beton, citons les éléments pour l’extension des quais-promenades d’Ostende et les éléments de paroi pour la centrale biomasse à Mouscron pour Electrawinds. Ainsi, le béton est non seulement un matériau durable, mais il contribue également à la production durable et écologiquement responsable de notre énergie. ‘Nous suivons chaque projet avec le client’, explique Bart Meermans. ‘Tous les entrepreneurs ou maîtres d’ouvrage peuvent
Bart Meermans. ‘Iedere aannemer of bouwheer mag doorheen het hele proces op ons rekenen. We zoeken samen naar oplossingen voor de meest uiteenlopende problemen en begeleiden hen in iedere stap. Voor de aannemer die nooit eerder met prefab werkte, kan dit drempelverlagend werken. Op die manier hebben we al heel wat aannemers die nooit eerder met prefab werkten, kunnen overtuigen. Ze voelen zich zo op hun gemak en gaan met plezier werken met prefab’.
compter sur nous durant la totalité du processus. Nous cherchons ensemble des solutions aux problèmes les plus variés et les accompagnons à chaque étape, ce qui ne peut qu’encourager les entrepreneurs qui n’ont jamais travaillé avec du préfabriqué auparavant à franchir le pas. Nous avons déjà pu en convaincre beaucoup. Ils se sentent ainsi rassurés et adoptent dès lors volontiers le béton préfabriqué’.
Le personnel Van Maercke a la construction dans le sang. Une collaboration étroite avec les différents maîtres d'ouvrage fait de chaque projet un dialogue passionnant Van Maercke est indépendant de tout fournisseur externe depuis son intégration au sein du groupe RVM. Découvrez notre groupe d'entreprises sur www.VANMAERCKE.com
NIEUWE KLEUREN VOOR DE ANTICO RECTA-REEKS: ETHNIC
NOUVELLES COULEURS DE LA SÉRIE ANTICO RECTA : ETHNIC
Koppel de stijl van een interieur naadloos aan deze van het terras. Een toonbeeld van eenvoud en buitengewoon hoogwaardige kwaliteit. De natuurlijke warme kleuren maken deze terrastegels tijdloos en verrassend mooi
Ideaal voor een stijlvol, tijdloos trendy terras Mooie, diepe kleurschakeringen, subtiel te combineren
Onderhoudsvriendelijk dankzij M-Coat
Rechte hoeken, gestructureerd en gevlamd oppervlak
Formaat: 40 x 40 cm (Vulcano en Marron ook verkrijgbaar in 60x40 cm en in Antico Miro wildverband)
10 jaar garantie: vorstbestendig, geen kalkuitslag, niet vergroenend
Assortissez votre terrasse au style de votre intérieur. Un modèle de simplicité et d’exceptionnelle robustesse
Les nuances profondes des dalles pourvoient un résultat d’une beauté intemporelle
Dalles élégantes, intemporelles et contemporaines
Teintes profondes et élégantes
Entretien aisé grâce à la couche M-Coat
Angles droits
Surface structurée et flammée
Format: 40 x 40 cm (Vulcano et Marron sont valable aussi en 60x40 cm et en Antico Miro appareillage sauvage)
10 ans de garantie : résistante au gel, pas d’efflorescence de chaux et pas de verdissement
nouvel habillage
oen het Waalse Ministerie van Uitrusting en Vervoer (MET), onder impuls van het Waalse Bureau voor toerisme, opdracht kreeg het heel bijzondere stuwcomplex La Gileppe op te knappen en te verfraaien, bleek de meest logische keuze te vallen op betonstraatstenen.
De stuwdam werd in 1878 door koning Leopold II plechtig ingehuldigd en in 1971 werd het opnieuw plechtig ingewijd door koning Boudewijn naar aanleiding van de verhoging van de constructie. Het werd dus langzaam aan tijd voor een grondige facelift. Zelfs bij dit meer dan een eeuw oude kunstwerk werd de meest harmonieuze aansluiting bij de stijl van het geheel gevonden onder de vorm van betonstraatstenen.
Lorsque le MET, sous l’impulsion de l’office du tourisme wallon, a eu pour mission de refaire une beauté au site exceptionnel du barrage de La Gileppe, le choix s’est naturellement porté sur le pavé en béton.
Car l’ouvrage avait vraiment besoin d’un coup de jeune: inauguré en 1878 par le roi Léopold II et une nouvelle fois, lors de sa rehausse en 1971, par le roi Baudouin, il attendait patiemment un lifting. Même dans cet ouvrage centenaire, les pavés en béton se sont parfaitement intégrés au style de l’ensemble.
De stuwdam en het meer, toen / Le barrage et le lac à l’époque
De 19 m brede en 305 m hoog gelegen weg die de bovenkant van de stuwdam vormt, bestaande uit een rijweg van asfalt en twee brede voetpaden, kreeg als eerste een beurt. De wegbedekking was inmiddels 35 jaar oud en renovatie kon niet uitblijven als men deze prachtige locatie haar uitstraling wou teruggeven.
Betonstraatstenen beschikken over sterke troeven als het over bestrating gaat. Door hun kenmerken, onder meer het brede kleurenpalet waarin zij worden aangeboden en dat hen uniek maakt, zijn ze voor gemeenten en particulieren een zeer handig product waar men vele kanten mee uit kan. Betonstraatstenen en betonnen tegels brengen technische oplossingen binnen bereik die de kwaliteit van de stedelijke omgeving ten goede komen.
Met de opgedane ervaring tijdens de renovatie van de stuw op de Vesder in Eupen, waar betonstraatstenen de hele site eveneens een nieuw uitzicht gaven, was voor de voorschrijvers van het MET de keuze van het bestratingsmateriaal gauw gemaakt.
De bedoeling van de renovatie was om een frisse en moderne look te geven aan de stuw en de omgeving. Dat kon alleen door gebruik
C’est sur la route du barrage, large de 19 m et serpentant à 305 m de haut, que s’est opérée la première transformation. Composé d’une voirie en asphalte et de deux larges trottoirs, le revêtement, vieux de 35 ans, rendait un rafraîchissement plus que nécessaire pour mettre en valeur ce site magnifique.
Le pavé en béton, résolument
Parmi les différents revêtements de sols disponibles, le pavé en béton tient une place de choix. Grâce à ses caractéristiques dont la large palette de couleurs que lui seul propose sur le marché, le pavé en béton constitue un véritable outil au service des communes et des particuliers. Les pavés et dalles en béton apportent des solutions techniques évidentes pour une meilleure qualité urbaine.
Fort de son expérience lors de la rénovation du barrage de la Vesdre à Eupen, où là aussi, le pavé en béton a transformé l’ensemble du site, les prescripteurs du MET n’ont pas longtemps hésité sur le choix du revêtement.
Le barrage et ses alentours devaient adopter un aspect frais et moderne. Cela ne pouvait se faire qu’au moyen de couleurs claires
te maken van heldere en lichte kleuren. Voor de 7.400 m² grote voetgangerszone kwamen verschillende bestratingsoplossingen in aanmerking, maar uiteindelijk ging de voorkeur naar betonstraatstenen omdat deze de beste troeven hadden op het niveau van kwaliteit, prijs en kleurenmogelijkheden.
et lumineuses. Même si plusieurs types de revêtements ont tout de même été envisagés pour recouvrir les 7.400 m² de zone piétonne, les pavés en béton ont eu la préférence, car ils constituaient la meilleure solution en termes de qualité, de prix et de gamme de couleurs.
Een aantal fraaie foto’s in een cataloog van bestratingsmateriaal had de aandacht gewekt van de voorschrijvers, Jacques Huveneers en David Geurts van het Ministère de l’Equipement et des Transports de Wallonie, Direction Générale des Barrages de l’Est. De fabrikant stelde naderhand verschillende kleurenstalen voor en creëerde zelfs speciaal voor dit project een nieuwe tint, oranje-geel.
Maar er werden ook andere betonproducten gebruikt om de omgeving in te richten. Zo staan er twee rijen sierpaaltjes, in totaal 175 stuks, die auto’s beletten op het voetpad en het geheel wordt later vervolledigd met 12 modern ogende massieve zitelementen. Dankzij de flexibiliteit van beton konden de banken en paaltjes gerealiseerd worden met hetzelfde uitzicht als de blauwe betonstraatstenen.
Ce sont de belles photos dans un catalogue de pavage qui ont attiré l’œil des prescripteurs, Jacques Huveneers et David Geurts du Ministère de l’Equipement et des Transports de Wallonie, Direction Générale des Barrages de l’Est. Le fabricant a alors proposé plusieurs échantillons de couleur et a même créé spécialement une couleur jaune-orange.
Et le béton n’est pas présent qu’au sol: deux enfilades de 175 bornes aux traits épurés empêchent tout stationnement et 12 bancs monolithiques résolument modernes viendront compléter l’ensemble sous peu. Grâce aux modalités offertes par le béton, les bancs et les bornes ont pu être réalisés dans le même mélange que celui des pavés bleus.
Snel en feilloos gerealiseerd
Hoewel het om een zeer aparte en uitgestrekte site ging, verliep het werk perfect volgens schema dankzij gespecialiseerde bestraters, onmisbare partners als men een onberispelijk resultaat wil. De aanbesteding vond in november 2003 plaats en in november 2005 was het werk voltooid.
De 7.400 m² grote bestrating bestaat uit 1.600 m² blauwe straatstenen en 5.800 m² oranje-gele straatstenen van 20 x 20 x 6 cm, allemaal uit het gamma Saxum Casa van STRADUS; deze stenen bevatten de hardste mineralen (graniet, porfier, kwartsiet en basalt) en garanderen daarmee kleurechtheid en een slijtvaste toplaag. Bovendien dragen zij het BENOR-label dat maatvastheid en slijtvastheid certificeert alsook vorstbestendigheid, wat in onze streken en zeker op de plek van inplanting van deze site een pluspunt is. De voetpaden zijn licht hellend aangelegd zodat het water efficiënt wordt afgevoerd en langs de beide flanken van de stuwdam wegstroomt.
Om de groei van onkruid tegen te gaan is op de bestrating een beschermingslaag aangebracht. Deze laag gaat 10 jaar mee. Daar een dergelijke behandeling een lichte kleurwijziging tot gevolg heeft zullen de banken en de paaltjes ook behandeld worden om de uniforme kleur van het geheel te behouden.
Un chantier rapide et sans surprises
Malgré l’originalité du site et sa superficie, le chantier s’est parfaitement déroulé selon le planning prévu grâce aux experts en pavage, partenaires indispensables pour l’obtention d’un résultat parfait. L’adjudication a eu lieu en novembre 2003 et le chantier a été terminé en novembre 2005.
Les 7.400 m² de pavage en béton choisis sont constitués par 1.600 m² de pavés bleu et 5.800 m² de pavés jaune-orange de taille 20 x 20 x 6 cm. Les pavés en béton utilisés sont de la gamme Saxum Casa de STRADUS et contiennent les minéraux les plus durs (granit, porphyre, quartzite et basalte) qui garantissent la stabilité des couleurs et de la couche de roulement. Ils portent d’ailleurs le label BENOR, la certification de leur qualification en matière de dimension, d’adhérence (non glissante) et de non gélivité, une qualité appréciée compte tenu de nos régions et particulièrement de la localisation du site.
L’écoulement des eaux sur place est prévu grâce à une légère pente sur les trottoirs qui laisse ruisseler l’eau de part et d’autre du barrage.
Une couche de protection a été appliquée pour éviter la pousse des mauvaises herbes. Le traitement, d’une efficacité de 10 ans, sera aussi appliqué sur les bancs et les bornes pour que la couleur de l’ensemble soit uniforme.
Ruimte heringedeeld
Door voor betonstraatstenen te kiezen kon men de ruimtelijke indeling wijzigen en de bezoeker vanuit de ‘belvédère’ en vanuit de 77 m hoge uitkijktoren een visueel coherent geheel aanbieden. Levensduur en duurzaamheid van de bestrating, o.a. wat de kleuren betreft, zijn gegarandeerd.
De site biedt na de verfraaiingswerken een heel nieuwe aanblik: de rijweg is versmald en daardoor wordt de voetgangerszone veel ruimer, de nieuwe uitkijkzones aan beide kanten van het magnifieke leeuwenbeeld zorgen dat de wandelaar kan genieten van het mooie panoramische uitzicht over de vallei. Ook is de verlichting volledig hertekend en het grote wandelplein bij de toegang tot het complex biedt bij eventuele evenementen meer ruimte voor het publiek. Zelfs de hoogte van de hagen is aangepast aan een zittend publiek en ook de allerkleinsten kunnen zonder problemen genieten van het uitzicht.
De reacties van de bezoekers zijn uiterst positief. Het resultaat mag er zijn en de heer Geurts verhult dan ook niet dat hij in de toekomst graag opnieuw met betonstraatstenen zal werken.
Le choix du pavé en béton a permis de repenser la répartition de l’espace et de donner une cohérence visuelle de l’ensemble, tellement observé depuis le belvédère et la tour panoramique de 77 m de haut. Il assure une continuité et une pérennité du revêtement de sol, notamment en termes de couleur.
Les aménagements réalisés à l’ensemble du site sont considérables: la voirie a été diminuée au profit d’une large zone piétonne, des avancées de part et d’autre du magnifique lion ont été réalisées afin de faire profiter au promeneur du beau panorama sur la vallée, l’éclairage a été complètement repensé et de larges esplanades ont été aménagées au début de la construction pour offrir plus d’espace public lors d’éventuels événements.
Même la hauteur des haies n’a pas été envisagée à la légère: elle n’entrave en rien la vue qui s’offre aux personnes assises ou aux plus petits.
Depuis l’inauguration du site, les réactions des utilisateurs sont extrêmement positives et vu le résultat obtenu, Monsieur Geurts se dit plus que prêt à travailler à nouveau avec les pavés en béton.
Alles weten over betonstraatstenen?
Betonstraatstenen fabriceren vergt weinig energie, het gaat om een koud procédé, de grondstof wordt dus niet gebakken.
Betonstraatstenen zijn een 100% natuurlijk product, bovendien inert en 100% recycleerbaar; het voordeel is dat er geen oliederivaten aan te pas komen.
Betonstraatstenen bestaan uit: – zand (41%), – kiezel (40%), – cement (12%), – water (7%).
De grondstoffen zijn dus stuk voor stuk natuurlijke producten die in grote hoeveelheden voorhanden zijn en vaak in de omgeving van de productiesite gewonnen kunnen worden.
Betonstraatstenen zijn zeer sterk, vorstbestendig, … en ongevoelig voor UV-stralen en voor vocht. Zij vergen vrijwel geen onderhoud en hebben een zeer lange levensduur (meer dan 50 jaar).
Dankzij het modulaire systeem is er mogelijkheid voor het uitvoeren van werken op de bouwplaats (doorgang kabels en buizen) zonder dat dit achteraf zichtbaar is.
Pour tout savoir sur le pavé en béton
La fabrication du pavé en béton consomme peu d’énergie, car il s’agit d’un procédé à froid qui ne nécessite pas la cuisson du matériau.
Le pavé en béton est 100% naturel, inerte, 100% recyclable et présente l’avantage de ne pas être fabriqué à partir de dérivés de produits pétroliers.
Le pavé en béton est constitué: – de sable (41%), – de gravillons (40%), – de ciment (12%), – d’eau (7%).
Ces constituants sont naturels, disponibles en grande quantité et généralement extraits près des sites de fabrication des pavés.
Le pavé en béton est très résistant, ingélif, imputrescible, insensible aux rayons U.V. et à l’humidité. Il ne demande quasi pas d’entretien. Sa durée de vie est très longue (supérieure à 50 ans).
Enfin, la modularité de son système de pose permet de faire des interventions sur chantier (passage de câbles et de tuyaux) sans laisser aucune trace.
Wordt vervolgd
De Direction des Barrages de l’Est, die de site beheert, houdt permanent toezicht op de stuwdam, een oord van klaarblijkelijke rust, maar waarachter een gigantische infrastructuur schuilgaat die de bevolking en de bedrijfswereld in de streek van Verviers van water voorziet. Er komen binnenkort nog meer projecten om de site op te waarderen, met name een toeristisch complex aan de voet van de panoramische toren en nieuwe bestrating voor de parking op de site… uiteraard in betonstraatstenen.
Ook de beroemde Leeuw van La Gileppe, een monumentaal werk van Félix-Antoine Bourré, staat een opknapbeurt te wachten. Het kolossale beeld (300 ton zwaar, 13,5 m hoog en 16 m lang) was ten tijde van de verhoging van de stuw in 1967-1971 al eens helemaal gedemonteerd en de 183 blokken werden naderhand als een puzzel opnieuw in elkaar gepast.
Een renovatie om u tegen te zeggen, vinden ook de toeristen, die opnieuw massaal opkomen om op de diverse uitkijkpunten – in veilige omstandigheden – de omgeving te bewonderen.
Het staat buiten kijf dat het publiek deze facelift dankzij de duurzame producten die zijn gebruikt, nog tientallen jaren zal kunnen bewonderen.
Bouwheer: M.E.T. – Direction des Barrages de l’Est
Aannemer: BODARWÉ SA
Straat- en boorstenen: STRADUS NV
Zitelementen en sierpaaltjes: URBASTYLE NV
La Direction des Barrages de l’Est, gestionnaire du site, surveille en permanence le barrage, un lieu d’une apparente tranquillité qui cache une infrastructure importante et alimente en eau la population et les industries verviétoises. D’autres travaux vont prochainement être consentis pour continuer à remettre ce site en valeur, à savoir un nouveau complexe touristique au pied de la tour panoramique et un nouveau revêtement du parking sur les hauteurs du site… en pavés en béton, évidemment.
De même, le célèbre Lion de la Gileppe, œuvre monumentale de Félix-Antoine Bourré attend lui aussi son lifting. La statue aux dimensions colossales (13,5 m de haut et 16 m de long pour un poids de 300 tonnes) avait déjà été complètement démontée et remontée en puzzle de 183 blocs, lors de la rehausse en 19671971.
Depuis cette rénovation de qualité, les touristes sont revenus en force pour admirer en toute sécurité les environs à partir des différents points de vue.
Vu la durabilité des produits choisis, il va sans dire que le lifting sera encore à admirer pendant plusieurs dizaines d’années.
(CL/DV)
Maître de l’ouvrage: M.E.T. – Direction des Barrages de l’Est
Entrepreneur: BODARWÉ SA
Pavés et bordures: STRADUS NV
Bancs et bornes: URBASTYLE NV
Kwaliteitsproducten in alle uitvoeringen voor alle technieken. Une gamme de produits de qualité à tout projet technique.
n.v. TUBOBEL s.a.
Albertkade 4
B-3980 Tessenderlo
Tel. 013/67 07 10
Fax 013/67 07 11
De leidingen specialistLe savoir-faire en conduites
Eléments structurels préfabriqués en béton:
Bestaande en nieuwe voorschriften aangaande duurzaamheid
Inleiding
Diverse criteria zoals de duurzaamheid, de weerstand tegen brand en technologische eisen die te maken hebben met de verdichting van het beton en de omhulling van de wapeningen, bepalen de eisen die gesteld worden aan de betondekking van de wapeningen van gewapend en van spanbeton.
In deze bijdrage wordt naar aanleiding van het geleidelijk van toepassing stellen van de Europese normvoorschriften voor geprefabriceerde bouwelementen van gewapend en voorgespannen beton, nader ingegaan op de eisen inzake betondekking die te maken hebben met de duurzaamheid bij blootstelling aan de omgevingsomstandigheden.
Een van de bekende schadefenomenen die door de leek vaak onder de noemer ‘betonrot’ worden gecatalogeerd, is het afspringen van oppervlakkige betonlagen door de corrosie van betonwapeningen die zich (te) dicht bij het betonoppervlak bevinden.
Het is niet de bedoeling hier in detail in te gaan op de fysico-chemische invloeden die spelen bij het ontstaan van dit aantastingsfenomeen. Wij beperken ons tot het in herinnering brengen van oorzaak en gevolg. Beton vormt een alkalische omgeving die een ‘passiverende’ bescherming biedt aan het betonstaal. Door inwerking van de omgevingslucht, ‘carbonatatie’ genoemd, verliest een dunne oppervlaktelaag van het beton haar alkalisch karakter. Betonstaal dat zich in deze laag bevindt of ermee in contact is, oxydeert en corrodeert door inwerking van vocht. In bijzondere omgevingsomstandigheden kan uiteraard ook de inwerking van chemische agentia tot corrosie aanleiding geven. De expansieve werking van de corrosie van het betonstaal veroorzaakt op termijn het afspringen van het oppervlakkig beton. Het is dus niet verwonderlijk dat betonvoorschriften bijzondere aandacht besteden aan de eisen waaraan de betondekking op de wapeningen vanuit duurzaamheidsoogpunt moet voldoen. Dat de omgevingsvoorwaarden waarin het beton zich bevindt een belangrijke rol spelen bij het bepalen van die eisen, is zonder meer duidelijk. Anderzijds zijn ook de kenmerken van het beton zelf zoals dichtheid en sterkte, van groot belang. Zowel de graad van carbonatatie, en dus de dikte van de ‘gecarbonateerde’ laag, als de inwerkingsgraad van vocht en chemische agentia worden er door geconditioneerd. Aangezien de fabriek voor prefabricage bijzondere productietechnische mogelijkheden biedt inzake de duurzaamheidskenmerken van het beton, is het logisch dat de voorschriften deze mogelijkheden valoriseren.
L’actualité dans les spécifications relatives à la durabilité
Introduction
Divers critères déterminent les exigences à poser à l’enrobage des armatures en béton armé et des armatures précontraintes par prétension, comme par exemple la durabilité, la résistance au feu et les exigences technologiques liées au compactage du béton et au recouvrement des armatures.
A la suite de la mise en application progressive des spécifications normatives européennes pour les éléments structurels préfabriqués en béton armé et précontraint, nous nous sommes intéressés aux exigences en matière de durabilité de l’enrobage en cas d’exposition aux conditions de l’environnement.
Les éclats de couches de béton superficielles dus à la corrosion des armatures de béton situées (trop) près de la surface de béton sont un phénomène bien connu, souvent catalogué de ‘pourriture du béton’ par le profane.
Nous ne nous attarderons pas sur les influences physico-chimiques qui entrent en jeu lors de la survenance du phénomène de corrosion. Nous nous limiterons à en rappeler les causes et conséquences. Le béton constitue un environnement alcalin offrant une protection dite de ‘passivation’ aux aciers pour béton. L’action de l’air ambiant, appelée la ‘carbonatation’, fait perdre son caractère alcalin à une fine couche superficielle du béton. Les aciers pour béton se trouvant dans cette couche ou en contact avec celleci s’oxydent et se corrodent par l’action de l’humidité. Dans des conditions d’environnement spéciales, l’action d’agents chimiques entraîne également la corrosion. L’action expansive de la corrosion des aciers pour béton provoque à terme des éclats à la surface du béton.
Pas étonnant donc que les exigences relatives à la durabilité de l’enrobage de béton des armatures font l’objet d’une attention particulière dans les spécifications relatives au béton. Les conditions d’environnement du béton jouent un rôle important dans la détermination de ces exigences. D’autre part, les caractéristiques du béton lui-même, comme la compacité et la résistance, sont primordiales car elles conditionnent à la fois le degré de carbonatation et donc l’épaisseur de la couche ‘carbonatée’ et le niveau d’action de l’humidité et des agents chimiques.
Etant donné que l’usine de préfabrication offre des possibilités techniques de production particulières en matière de caractéristiques de durabilité du béton, il est logique que les spécifications valorisent ces possibilités.
De voorschriften
De technische voorschriften voor geprefabriceerde bouwelementen maken op dit ogenblik nog het voorwerp uit van PTV 200 (1997). Deze werden onlangs via een Addendum 3 (2006) aangepast om reeds rekening te houden met de vervanging van de blootstellingsklassen van beton volgens de oude NBN B 15-001 (1992) door de milieuklassen volgens NBN EN 206-1 (2001) en de daarvan afgeleide omgevingsklassen volgens de nieuwe NBN B 15-001 (2004). Dit is evenwel slechts een tussenstap. In de komende periode worden voor de verschillende soorten bouwelementen Europese normen van toepassing die grotendeels gesteund zijn op NBN EN 13369 (2004). De informatieve Bijlage A bij deze laatste geeft ook minimale betondekkingen aan ter bescherming van de wapeningen tegen corrosie. Hierna worden de thans aangepaste voorschriften van PTV 200 en die van NBN EN 13369 inzake minimale betondekking naast mekaar geplaatst. Voor meer details wordt naar de betreffende voorschriften zelf verwezen.
Er dient ook genoteerd te worden dat specifieke productvoorschriften, zowel nu als in de toekomst lagere minimale betondekkingen specifiëren, o.a. indien de voorziene levensduur kleiner is dan de overeenkomstige waarde in NBN EN 1990, de blootstellingsomstandigheden gunstiger zijn of alternatieve technische eisen gesteld worden. Op deze bijzondere gevallen wordt in deze bijdrage niet verder ingegaan.
Verschil tussen minimale en nominale betondekking
Er blijkt nog steeds een misvatting te bestaan over wat in de voorschriften onder minimale betondekking wordt verstaan. De minimale betondekking cmin (zie figuur) is de betondekking die in de werkelijk uitgevoerde betonconstructie of dus in het werkelijk vervaardigd bouwelement moet eerbiedigd worden. De nominale betondekking cnom daarentegen is de (theoretische) dekking die bij de berekeningen gebruikt wordt en op de fabricageplans aangeven wordt en die rekening moet houden met de onvermijdelijke afwijkingen Δh in min, van de werkelijke positie van wapeningen om de minimale betondekking cmin te waarborgen (zie PTV 200: 5.2.3.2 – b en NBN EN 13369: 4.3.1.1)
Betondekking
Les spécifications techniques pour les éléments structurels préfabriqués font toujours l’objet du PTV 200 (1997), qui a été adapté récemment via un Addendum 3 (2006) afin de tenir compte du remplacement des anciennes classes d’exposition du béton suivant l’ancienne NBN B 15-001 (1992) par les nouvelles classes d’exposition suivant la NBN EN 206-1 (2001) et les classes d’environnement qui en découlent conformément à la nouvelle NBN B 15-001 (2004). Mais cela ne constitue qu’une étape intermédiaire. Lors de la prochaine période, des normes européennes, largement basées sur la NBN EN 13369 (2004), entreront en vigueur pour les différents types d’éléments structurels. L’Annexe A informative de cette norme indique également des enrobages de béton minimum pour protéger les armatures de la corrosion. Ci-après, nous comparerons les prescriptions du PTV 200 adaptées et celles de la NBN EN 13369 en matière d’enrobage de béton minimum. Pour plus de détails, veuillez vous reporter aux spécifications elles-mêmes.
Notons également que des spécifications produit spécifiques spécifient et spécifieront des enrobages minimum plus bas, entre autres si la durée de vie prévue est inférieure à la valeur correspondante de la NBN EN 1990, si les conditions d’exposition sont plus favorables ou si des exigences techniques alternatives sont posées. Nous ne nous attarderons pas sur ces cas particuliers dans le cadre du présent article.
entre l’enrobage de béton minimal et nominal
La définition de l’enrobage minimal dans les spécifications semble encore mal comprise. L’enrobage minimal cmin (voir figure) est l’enrobage à respecter dans la construction réellement réalisée ou donc dans l’élément structurel réellement fabriqué.
L’enrobage nominal cnom, en revanche, est l’enrobage (théorique) utilisé dans les calculs et indiqué sur les plans de fabrication, qui doit tenir compte des inévitables tolérances Δh en moins, de la position réelle des armatures, pour garantir l'enrobage minimum cmin (voir PTV 200: 5.2.3.2 – b et NBN EN 13369: 4.3.1.1)
Minimale betondekking volgens PTV 200 en zijn addendum 3
Vooreerst wordt in tabel Ia de interpretatie van de (oude) blootstellingsklassen i.f.v. de (nieuwe) milieu- en omgevingsklassen gegeven, zoals opgenomen in PTV 200: Addendum 3.
Enrobage de béton
Enrobage de béton minimal suivant le PTV 200 et son addendum 3
Le tableau Ia ci-dessous donne l’interprétation des (anciennes) classes d’exposition en fonction des (nouvelles) classes d’exposition et d’environnement, telles que reprises dans le PTV 200: Addendum 3.
Tabel Ia – Blootstellingsklassen versus milieu- en omgevingsklassen (zie PTV 200: Addendum 3)
Tableau Ia – (Anciennes) classes d’exposition versus (nouvelles) classes d’exposition et d’environnement (voir PTV 200: Addendum 3)
Blootstellingsklasse NBN B 15-001(1992) / Classe d’exposition NBN B 15-001(1992)
Milieu waaraan het product blootgesteld is / Environnement auquel le produit est exposé
1droog / sec
2avochtig zonder vorst / humide, pas de gel
2b vochtig met vorst, zonder dooizouten / humide avec gel, sans agents de déverglaçage
3 en / et 3S contact met dooizouten / contact avec les agents de déverglaçage
Milieuklasse(n) NBN EN 206-1(2001) / Classe(s) d’exposition NBN EN 206-1(2001)
Omgevingsklasse NBN B 15-001(2004) / Classe d’environnement NBN B 15-001(2004)
XC4, XD3, XF4EE4
4a en / et 4bzeeomgeving / environnement marin XC4, XS1, XF1ES2
5a zwak chemisch agressief / faible agressivité chimique
5b matig chemisch agressief (bv. afvalwater) / agressivité chimique modérée (p. ex. eaux usées)
5c sterk chemisch agressief (bv. stallen) / forte agressivité chimique (p. ex. stabulation)
(1) = XC4 in contact met regen / XC4 contact avec la pluie
(2) = EE3 in contact met regen / EE3 contact avec la pluie
De minimale betondekkingen i.f.v de omgevingsklassen volgens
PTV 200: 5.2.3.2-a en zijn Addendum 3, zijn aangegeven in de synoptische tabel Ib. De andere bepalende parameters zijn de plaatvorm (één enkel oppervlak blootgesteld aan uitwendige agentia) of niet van de elementen, de soort wapeningen (beton- of voorspanstaal) en de sterkteklasse van het beton.
PTV 200: 5.2.3.2-a preciseert ook nog dat: – bij nabewerking van het betonoppervlak de minimale betondekking moet vermeerderd worden met de maximale diepte waarover beton wordt weggenomen door de nabewerking. – de minimale betondekking ook moet gerespecteerd worden ter plaatse van sparingen en vellingkanten, met dien verstande dat ter plaatse van inwendige holten steeds de omgevingsklasse EI geldt.
Omgevingsklasse (zie tabel Ia) ™ Classe d’environnement (voir tableau Ia) ™
Les enrobages de béton minimum en fonction des classes d’environnement conformément au PTV 200: 5.2.3.2-a et son Addendum 3 sont indiqués dans le tableau synoptique Ib. Les autres paramètres déterminants sont la forme des éléments (s’ils sont en forme de dalle, une seule surface est exposée aux agents extérieurs), le type d’armatures (aciers pour béton ou de précontrainte) et la classe de résistance du béton.
Le PTV 200: 5.2.3.2-a précise également que:
– en cas de traitement ultérieur de la surface de béton, l’enrobage minimal doit être majoré de la profondeur maximale de béton retiré au cours de ce traitement. – l’enrobage minimal doit également être respecté au droit des évidements et chanfreins, étant entendu qu’au droit des alvéoles intérieures, c’est toujours la classe d’exposition EI qui s’applique.
Tabel Ib – Minimale betondekking in mm (zie PTV 200: 5.2.3.2-a + Addendum 3)
Tableau Ib – Enrobage de béton minimal en mm (voir PTV 200: 5.2.3.2-a + Addendum 3)
Betonstaal / Aciers pour bétonVoorspanstaal / Aciers de précontrainte
Plaatvormige elementen / Eléments en forme de dalle
Andere elementen / Autres éléments
Plaatvormige elementen / Eléments en forme de dalle
Andere elementen / Autres éléments
Sterkteklasse (1) ® / Classe de résistance (1) ® < C40/50≥ C40/50< C40/50≥ C40/50< C40/50≥ C40/50< C40/50≥
(1) De minimale sterkteklasse voor geprefabriceerde bouwelementen is C25/30 (zie PTV 200: Addendum 2, tabel 1) (1) La classe de résistance minimum pour les éléments structurels préfabriqués est C25/30 (voir PTV 200: Addendum 2, tableau 1)
Minimale betondekking volgens NBN en 13369: Bijlage a
NBN EN 13369: tabel A.1 identificeert en omschrijft zgn. ‘nominale klassen van omgevingsomstandigheden’, hierna eveneens ‘omgevingsklassen’ genoemd, in functie van bijhorende milieuklassen zoals aangegeven in tabel IIa. Daarbij worden de milieuklassen XF en XA met vorst/dooi en chemische agressie buiten beschouwing gelaten omdat aangenomen wordt dat een aangepaste betonsamenstelling doorgaans toereikend is in die omstandigheden.
Enrobage de béton minimal suivant la NBN EN 13369: Annexe A
La NBN EN 13369: tableau A.1 identifie et décrit des ‘classes nominales des conditions d’environnement’, également appelées ‘classes d’environnement’ ci-après, en fonction des classes d’exposition correspondantes telles qu’indiquées au tableau IIa. Les classes d’exposition XF et XA avec gel/dégel et agression chimique n’ont pas été prises en considération car on considère qu’une composition de béton adaptée est généralement suffisante dans ces conditions.
Tabel IIa – Omgevingsklassen en bijhorende milieuklassen (zie NBN EN 13369: tabel A.1)
Tableau IIa – Classes d’environnement et classes d’exposition correspondantes (voir NBN EN 13369: tableau A.1)
Omgevingsklasse / Conditions d'environnement NBN EN 13369 (2004)
Aantastingniveau / Agressivité
A Geen / Nulle
B Laag / Faible
C Gematigd / Modérée
D Normaal / Normale
E Hoog / Elevée
F Zeer hoog / Très élevée
G Extreem / Extrême
(1) enkel in geval van ongewapend beton of van gewapend beton in zeer droge binnenomgeving (komt niet voor in tabel Ia)
(1) uniquement en cas de béton non armé ou de béton armé dans un environnement intérieur très sec (ne figure pas dans le tableau Ia)
De minimale betondekkingen i.f.v de omgevingsklassen, zijn aangegeven in tabel IIb. De andere bepalende parameters zijn dezelfde als in tabel Ia. Het onderscheid tussen lagere en hogere betonsterkteklassen – C0 is steeds twee klassen hoger dan Cmin – is evenwel functie van de omgevingsklasse.
NBN EN 13369 vermeldt ook nog de volgende mogelijkheden tot vermindering van de dekking met dien verstande dat in alle gevallen de minimale dekking 10 mm is:
– Bij gebruik van corrosiebeschermd of roestvast staal of wanneer de sterkteklasse minstens C40/50 is en de wateropslorping van het beton kleiner is dan 5,0 %, mag de betondekking zoals aangegeven in tabel IIb, verminderd worden met 5 mm.
– Voor sterkteklassen hoger dan C50/60 en een wateropslorping kleiner dan 4,0 %, mag de betondekking zoals aangegeven in tabel IIb, verminderd worden met 10 mm.
Milieuklassen / Classes d'exposition NBN EN 206-1 (2001)
XO (1)
XC1
XC2-XC3
XC4
XD1-XS1
XD2-XS2
XD3-XS3
Les enrobages minimaux en fonction des classes d’environnement sont indiqués dans le tableau IIb. Les autres paramètres déterminants sont identiques à ceux du tableau Ia. La différence entre les classes de résistance basses et élevées – C0 est toujours de deux classes plus élevée que Cmin – est toutefois fonction de la classe d’environnement.
La NBN EN 13369 mentionne également les possibilités suivantes de diminution de l’enrobage, étant entendu que l’enrobage minimal est en tout cas de 10 mm:
– Dans le cas où l’on utilise des aciers avec une protection anticorrosion ou auto-résistants ou lorsque la classe du béton est supérieure à C40/50 et que l’absorption d’eau est inférieure à 5,0 %, l’enrobage des armatures peut être réduit de 5 mm par rapport aux valeurs du tableau IIb.
– Lorsque la classe du béton est supérieure à C50/60 et que l’absorption d’eau est inférieure à 4,0 %, la réduction de l’enrobage tel qu’indiqué au tableau IIb peut être portée à 10 mm.
Cmin C0
Tabel IIb – Minimale dekking in mm ( zie NBN EN 13369: tabel A.2)
Tableau IIb – Enrobage minimal en mm (voir NBN EN 13369: tableau A.2)
Omgevingsklasse / Conditions d’environnment
Betonstaal / Armatures de béton arméVoorspanstaal / Armatures de précontrainte par prétension
Plaatvormige elementen / dans les dalles Andere elementen / Autres armatures de béton armé Plaatvormige elementen / dans les dalles Andere elementen / Autres armatures de précontrainte par pré-tension
C20/25C30/37 A1010101010101010
C20/25C30/37 B1010101015152015
C25/30C35/45 C1510201525203025
C30/37C40/50 D2015252030253530
C30/37C40/50 E2520302535304035
C30/37C40/50 F3025353040354540
C35/45C45/55 G3530403545405045
Besluit
Aangezien de benadering van de indeling in omgevingsklassen in beide voorschriften verschilt, is een eenduidige vergelijking niet mogelijk. Algemeen kan niettemin gesteld worden dat de minimale betondekkingen in de PTV 200-voorschriften conservatiever zijn dan die in NBN EN 13369, temeer dat in dit laatste geval voor de minder strenge omgevingsklassen de dekking reeds mag verminderd worden bij een lagere sterkteklasse dan voorheen. Bovendien laten lagere waarden van de wateropslorping extra verminderingen van de dekking toe.
Toch houdt deze versoepeling van de voorschriften inzake betondekking geen kwaliteitsvermindering in. Zowel keurings- als onderzoekservaringen leren dat geprefabriceerde betonproducten door de toepassing van fabrieksgebonden verdichtingstechnieken en een doorgedreven fabrieksproductiecontrole, een hoge en constante verdichtingsgraad hebben waardoor de carbonatatiediepte gering is, voor bepaalde producttypes zelf slechts van de orde van enkele millimeters.
Bovendien geeft NBN EN 13369 expliciet aan dat de vermelde betondekkingen enkel gelden indien de bouwelementen onderworpen zijn aan een fabrieksproductiecontrole volgens de criteria van die norm. Deze criteria worden in het kader van PTV 200 niet expliciet opgelegd maar gelden wel in het kader van het BENOR-merk. Aangezien de Bijlage A van NBN EN 13369 aangaande de minimale betondekking informatief is moeten de bepalingen ervan bekrachtigd worden in de Nationaal Aanvulling bij NBN EN 13369 die op dit ogenblik wordt voorbereid en die de recent aangepaste PTV 200-voorschriften definitief moet vervangen.
Etant donné que l’approche de la division en classes d’environnement est différente dans les deux spécifications, une comparaison univoque n’est pas possible. Néanmoins, on peut dire en général que les enrobages minimum spécifiés dans le PTV 200 sont plus conservateurs que ceux de la NBN EN 13369, d’autant plus que dans ce dernier cas, l’enrobage peut déjà être diminué à une classe de résistance plus basse qu’avant pour les conditions d’environnement moins rigoureuses. En outre, des valeurs inférieures de l’absorption d’eau permettent des diminutions supplémentaires de l’enrobage.
Pourtant, cet assouplissement des spécifications en matière d’enrobage de béton ne constitue pas une diminution de la qualité. L’expérience en matière de contrôles et de recherches nous enseigne qu’en raison de l’application des techniques de compactage de l’usine et d’un contrôle de production en usine poussé, les produits en béton préfabriqués ont un degré de compactage élevé et constant et dès lors une profondeur de carbonatation restreinte, pour certains types de produits, même de l’ordre de quelques millimètres.
En outre, la NBN EN 13369 indique explicitement que les enrobages mentionnés s’appliquent uniquement si les éléments structurels sont soumis à un contrôle de production en usine suivant les critères de cette norme. Ces critères ne sont pas imposés explicitement dans le cadre du PTV 200, mais s’appliquent bien dans le cadre de la marque BENOR.
Etant donné que l’Annexe A de la NBN EN 13369 relative à l’enrobage minimal est informative, ses dispositions doivent être ratifiées dans le Complément National à la NBN EN 13369 qui est actuellement en préparation et qui remplacera définitivement les spécifications du PTV 200 adapté récemment.
(André Onderbeke)
Silka, le bloc silicocalcaire aux performances acoustiques exceptionnelles
Le bon choix du matériau représente un élément fondamental pour l’obtention d’un confort acoustique optimal dans une habitation Silka offre à ce niveau des performances exceptionnelles. C’est le résultat de la masse élevée du silicocalcaire. Les produits Silka permettent de répondre de manière optimale, dans différents types d’habitation, aux différents niveaux de performances acoustiques selon la nouvelle norme. L’exigence de qualité acoustique de DnT,w 62 dB est facilement réalisable grâce à la nouvelle gamme Silka. En outre, grâce aux capacités d’accumulation thermique du silicocalcaire, Silka offre également une excellente isolation thermique s’il est combiné avec le bon isolant.
Op 15 januari heeft FEBESTRAL in de fietsenfabriek van Eddy Merckx in Meise de resultaten bekend gemaakt van een enquête die zij hielden bij fietsers. Hieruit bleek dat fietsers een voorkeur geven aan een gescheiden fietspad waar zij zich veilig in comfortabele omstandigheden kunnen bewegen.
FEBESTRAL, de vereniging van betonstraatsteenfabrikanten binnen de FEBE, wilde peilen naar de verzuchtingen van fietsers inzake de aanleg van fietspaden. Maar al te vaak wordt het debat beperkt en verengd tot de keuze voor deze of een andere verhardingssoort.
Deze vereniging wilde weten of de fietser zelf het debat niet ruimer ziet. Zijn er geen andere bekommernissen die belangrijker zijn? Spelen er geen andere ongemakken dan de ondergrond? Welk belang hecht de fietser aan de sociale veiligheid (verlichting, beplanting, alternatieve routes, e.d.) en aan de zichtbaarheid van het fietspad?
Le 15 janvier, dans la fabrique à vélos d’Eddy Merckx à Meise, FEBESTRAL a dévoilé les résultats d’une enquête menée auprès de cyclistes. Il en ressort que les cyclistes préfèrent une piste cyclable séparée sur laquelle ils peuvent se déplacer en toute sécurité et dans des conditions confortables.
FEBESTRAL, le groupement des fabricants de pavés en béton au sein de la FEBE, voulait connaître les aspirations des cyclistes concernant l’aménagement des pistes cyclables. Mais trop souvent, le débat est limité et se cantonne au choix de tel ou tel type de revêtement.
Le groupement voulait savoir si le cycliste n’avait pas une vision plus large du débat. N’existet’il pas de préoccupations plus importantes? N’existe-t’il pas d’autres sources d’inconfort que le revêtement? Quelle importance le cycliste accorde-t’il à la sécurité (éclairage, plantations, routes alternatives, etc.) et à la visibilité de la piste cyclable?
De Vlaamse overheid geeft jaarlijks meer dan 60 miljoen euro uit voor de aanleg van fietspaden. De Vlaamse minister van mobiliteit, Mevrouw Van Brempt, heeft onlangs met de oprichting van het Fietsfonds, het belang van de fietspaden nogmaals onderstreept. De overheid stimuleert zoveel mogelijk het gebruik van de fiets en FEBESTRAL meent dat dit oprechte waardering verdient. Fietsen is gezond en dient het algemeen belang van de bevolking.
De vereniging vroeg zich wel af of de overheid weet wat de fietsers eigenlijk verwachten van een goed fietspad. Maar al te vaak wordt het debat gevoerd door de betrokken belangenverenigingen en te weinig door de gebruikers zelf.
Les autorités flamandes dépensent chaque année plus de 60 millions d’euros pour l’aménagement de pistes cyclables. Récemment, la ministre flamande de la Mobilité, Madame Van Brempt, a une nouvelle fois souligné l’importance des pistes cyclables par la création du Fietsfonds. Les pouvoirs publics stimulent un maximum l’utilisation du vélo et FEBESTRAL estime que cet effort doit être apprécié à sa juste valeur. Faire du vélo, c’est sain et bénéfique pour l’intérêt général de la population.
Le groupement s’est toutefois demandé si les pouvoirs publics savaient ce que les cyclistes attendent réellement d’une bonne piste cyclable. Trop souvent, le débat est mené par les groupements d’intérêts concernés et trop peu par les utilisateurs mêmes.
Methodologie
In de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar 2006 werden 523 personen ondervraagd over hun voorkeur en hun noden inzake fietspaden. Deze personen werden willekeurig gekozen in de winkelstraten van volgende centrumsteden: Antwerpen, Hasselt, Leuven, Gent en Sint-Niklaas. Aan de hand van 5 eenvoudige vragen werden de ondervraagden gepolst naar hun voorkeuren. Het onderzoek had niet de pretentie van een wetenschappelijk onderzoek te zijn maar had toch enkele opmerkelijke resultaten.
Resultaten
Durant la période entre Noël et Nouvel An en 2006, 523 personnes ont été interrogées sur leurs préférences et leurs besoins concernant les pistes cyclables. Ces personnes ont été choisies de manière aléatoire dans les rues commerçantes des centres-villes suivants: Anvers, Hasselt, Louvain, Gand et Saint-Nicolas. A l’aide de 5 questions simples, leurs préférences ont été sondées. L’enquête n’avait pas la prétention d’être une étude scientifique mais a quand même livré quelques résultats très intéressants.
Enquête van FEBESTRAL bij 523 personen / Enquête de FEBESTRAL auprès de 523 personnnes Vraag /
Gebruikt u de fiets ? / Utilisez-vous le vélo ? niet / non12123,14% woon-werkverkeer / pour déplacements domicile-lieu de travail22042,07% recreatieve doeleinden / à des fins récréatives18234,80%
Wat vindt u als fietser het belangrijkste (telkens in combinatie met)
OF de gebruikte verhardingssoort ? / En tant que cycliste, que trouvez-vous de plus important ? (chaque fois en combinaison avec) OU le type de revêtement utilisé
Welk belang hecht u aan de gekozen verhardingssoort asfalt, beton, straatstenen of kasseien ? / Quelle importance accordez-vous au type de revêtement choisi ? asphalte, béton, pavés (en béton)ou pavés en pierre naturelle
de zichtbaarheid, kleur van het fietspad + of / la visibilité, la couleur de la piste cyclable + ou
15930,40% de sociale veiligheid (verlichting, beplanting, anternatieve routes) + of / la sécurité sociale (éclairage, plantations, itinéraires alternatifs) + ou 26550,67% de oversteekbaarheid + of / les conditions de traversée des chaussées + ou 26049,71%
de minimale afstand van de hoofdrijbaan + of / la distance minimale par rapport à la voie principale + ou
de aantrekkelijkheid van het fietspad + of / l’attrait de la piste cyclable + ou
veel belang / beaucoup d’importance26951,43%
relatief weinig belang / relativement peu d’importance15629,83%
geen belang of geen antwoord / aucune importance ou pas de réponse 9818,74%
Welke ongemakken storen u het meest als fietser ? / Quels désagréments vous dérangent le plus en tant que cycliste ?
de directe nabijheid van de rijbaan / la proximité directe de la chaussée
Welke fietspaden genieten de voorkeur aan de hand van deze 5 foto’s ? / Quelles pistes cyclables préférez-vous sur la base de ces 5 photos ?
28654,68%
plasvorming na regen / la formation de flaques par temps de pluie11421,80% de beperkte zichtbaarheid van het fietspad / la visibilité limitée de la piste cyclable
slecht aangelegde of slecht onderhouden fietspaden / les pistes cyclables mal aménagées ou mal entretenues
13926,58%
31860,80%
gebrekkige verlichting / l’éclairage insuffisant15329,25%
a = zwart zonder auto / noire sans voiture91,72%
b = rood met bocht in stenen / rouge avec courbe en pavés43583,17%
c = rood stenen / en pavés rouges21140,34%
d = zwart met auto / noire avec voiture112,10%
e = rood macadam / macadam rouge112,10%
FEBESTRAL, Belgische vereniging van fabrikanten van betonstraatstenen / FEBESTRAL, Groupement belge des fabricants de pavés en béton
Uit de inleidende vraag bleek dat 75% van de ondervraagden aangaf dat hij of zij de fiets zeer regelmatig gebruikt.
Daarnaast werden de ondervraagden gepolst naar het belang van de verhardingssoort. Dit gaf volgende resultaten:
– 51,4 % van de ondervraagden vindt dat de keuze van de verhardingssoort (of materiaalkeuze) veel belang heeft;
– 48,6 % vindt dat de keuze van de verhardingssoort geen of relatief weinig belang heeft;
Aldus is ongeveer de helft van de ondervraagden er zich terdege bewust van de materiaalkeuze bij de aanleg van fietspaden. Er werden geen voorkeuren gevraagd dus hierover zijn geen resultaten. De andere helft vindt dit relatief of totaal onbelangrijk. In vergelijking met het veiligheidsaspect (zie volgende vraag) is de materiaalkeuze dus ongeveer even belangrijk.
Verder werd dan gevraagd naar wat de fietser naast de verhardingssoort belangrijk vindt. Uit deze bevraging werden volgende antwoorden verkregen:
– 52,4 % van de respondenten vindt de minimale afstand tot de hoofdrijbaan een zeer belangrijk aspect in verband met de aanleg van een fietspad;
– 50,7 % vindt de sociale veiligheid (verlichting, afbakening, alternatieve routes e.d.) van groot belang;
– 49,7 % vindt de oversteekbaarheid een prioritair aspect;
– 30,4 % personen vinden de zichtbaarheid (de kleur) van het fietspad een zeer belangrijk aspect;
– 14,7 % van de personen vinden de aantrekkelijkheid van het fietspad (aanwezigheid van beplanting, water e.d.) van immens belang.
Uit deze vraag kan besloten worden dat de veiligheid van het fietspad zeer belangrijk is voor de fietser. Het aspect veiligheid omvat de functionele aantrekkelijkheid dat zowel te maken heeft met de afstand tot de hoofdrijbaan, de verlichting en de oversteekbaarheid. Voor de fietser scoren deze drie aspecten even hoog. Telkens gaat het over 50 procent van de ondervraagden. Ook is het opvallend dat de aantrekkelijkheid van een fietspad (d.i. de niet-functionele aantrekkelijkheid zoals de ligging in een bos, nabijheid van water, aanwezigheid van planten e.d.) beduidend lager scoort dan de veiligheid. De kleur van het fietspad is eveneens van belang. Kleurvastheid en het gebruik van verschillende kleuren moeten nagestreefd worden.
La question introductive révèle que 75% des personnes interrogées disent utiliser très régulièrement le vélo.
Ces personnes ont ensuite été interrogées quant à l’importance du type de revêtement. Il en ressort les résultats suivants:
– 51,4 % des personnes interrogées trouvent que le choix du type de revêtement (ou le choix du matériau) a beaucoup d’importance;
– 48,6 % estiment que le choix du type de revêtement n’a pas ou a relativement peu d’importance.
Par conséquent, environ la moitié des personnes interrogées sont bien conscientes du choix du matériau lors de l’aménagement des pistes cyclables. Ces personnes n’ont toutefois pas été interrogées quant à leur préférence en la matière. L’autre moitié trouve cet aspect relativement ou totalement sans importance. Par rapport à l’aspect sécurité (voir question suivante), le choix du matériau est donc quasiment aussi important.
Il a ensuite été demandé au cycliste ce qu’il trouve important, outre le type de revêtement. Les réponses suivantes ont été obtenues:
– 52,4 % des répondants estiment que la distance minimale par rapport à la voie de circulation principale constitue un aspect très important dans l’aménagement d’une piste cyclable;
– 50,7 % des personnes interrogées accordent une grande importance à la sécurité (éclairage, délimitations, routes alternatives, etc.);
– 49,7 % trouvent que les conditions de traversée sont aussi un aspect très important;
– 30,4 % personnes estiment que la visibilité (la couleur) de la piste cyclable constitue un aspect très important;
– 14,7 % des personnes sondées sont d’avis que l’attrait de la piste cyclable (présence de plantes, d’eau, etc.) est un aspect très important.
Nous pouvons en conclure que la sécurité de la piste cyclable est très importante pour le cycliste. L’aspect sécurité comprend l’attrait fonctionnel qui est déterminé par la distance par rapport à la chaussée principale, par l’éclairage et par les conditions de traversée. Pour le cycliste, ces trois aspects sont tout aussi importants. Chaque fois, ce sont au moins 50 pour cent des personnes interrogées qui y accordent beaucoup d’importance.
A noter aussi que l’attrait non fonctionnel d’une piste cyclable (c.-à-d. sa situation dans un bois, la proximité de l’eau, la présence de plantes, etc.) obtient un score nettement inférieur à celui de la sécurité. La couleur de la piste cyclable revêt également de l’importance. La tenue des couleurs dans le temps et l’utilisation de différentes couleurs font partie des objectifs.
Een andere vraag peilde naar de meest storende factor op een fietspad:
– meer dan de helft nl. 60,8 % van de ondervraagden vindt een slecht aangelegd of onderhouden fietspad als het meest storend;
– 54,7 % vindt de directe nabijheid van de rijbaan enorm storend;
– 29,3 % vindt een gebrekkige verlichting storend;
– 26,6 % vindt de beperkte zichtbaarheid storend;
– alsook vindt 21,8 % van de respondenten plasvorming na een regenbui storend.
Nogmaals blijkt dat de correcte aanleg en het goed onderhouden van de fietspaden primordiaal zijn. Slecht aangelegde fietspaden (in welke materiaalsoort dan ook) zijn zeer storend. Hetzelfde aspect bleek bij een recent onderzoek inzake het aanleggen van voetpaden1. Het is duidelijk dat losliggende of oneffen elementen voor groot ongemak zorgen.
Een fietspad dat gescheiden wordt aangelegd van de hoofdrijbaan draagt ook de voorkeur weg van de ondervraagden.
In een laatste vraag werden er 5 foto’s getoond om te zien welke vorm van fietspad de voorkeur heeft bij fietsers. Een overgrote
Une autre question portait sur le facteur le plus dérangeant sur une piste cyclable:
– plus de la moitié des personnes interrogées, à savoir 60,8 %, trouvent qu’une piste cyclable mal aménagée ou mal entretenue constitue un facteur très dérangeant;
– 54,7 % trouvent la proximité directe de la chaussée très dérangeante;
– 29,3 % considèrent un mauvais éclairage comme très dérangeant;
– 26,6 % perçoivent la visibilité limitée comme très dérangeante;
– de même, 21,8 % des répondants trouvent la formation de flaques après une averse très dérangeante.
Il apparaît une nouvelle fois que la bonne exécution et le bon entretien des pistes cyclables revêtent une importance primordiale. Les pistes cyclables mal réalisées (quel que soit le type de matériau) sont très dérangeantes. Le même aspect a été mis en évidence lors d’une récente enquête sur la réalisation de trottoirs1. Il est clair que les éléments descellés ou inégaux entraînent un grand inconfort.
Une piste cyclable aménagée indépendamment de la chaussée principale emporte aussi la préférence des personnes interrogées.
Dans une dernière question, 5 photos ont été montrées aux personnes sondées pour savoir quel type de piste cyclable est préféré par les cyclistes. Une majorité écrasante (433 personnes ou 82 %) a choisi une piste cyclable réalisée en pavés en béton rouges, indépendante de la chaussée principale.
Les pistes cyclables les moins attrayantes aux yeux des cyclistes sont les pistes sombres en revêtement continu, jouxtant la chaussée principale.
De cette brève enquête menée auprès d’un groupe relativement réduit, le groupement FEBESTRAL a retenu les enseignements suivants:
1° le cycliste accorde énormément d’importance à la sécurité de la piste cyclable (l’attrait fonctionnel);
2° l’aménagement, l’entretien et le choix des matériaux revêtent une importance primordiale;
3° les pistes cyclables, séparées de la chaussée, dans une couleur voyante reçoivent la priorité absolue.
Grâce aux résultats de cette enquête, FEBESTRAL espère que les prescripteurs et les décideurs politiques tiendront aussi compte à l’avenir des points de vue des cyclistes.
Deze foto verkreeg duidelijk de voorkeur van de ondervraagden. /
Cette photo a clairement remporté la préférence des personnes interrogées.
meerderheid ( 433 personen of 82 %) koos hier voor een roodgekleurd fietspad, aangelegd in betonstraatstenen, vrijliggend van de hoofdweg.
De minst aantrekkelijke fietspaden blijken effen donkere fietspaden in doorlopende continue verharding die vlak naast de hoofdweg liggen.
Uit deze korte bevraging bij een relatief kleine groep heeft de vereniging FEBESTRAL de volgende zaken onthouden:
1° de fietser zeer veel belang hecht aan de veiligheid van een fietspad (de functionele aantrekkelijkheid);
2° de aanleg, het onderhoud en de materiaalkeuze van het fietspad zijn primordiaal;
3° gescheiden fietspaden in een opvallende kleur de absolute voorrang krijgen.
FEBESTRAL hoopt dat de voorschrijvers en beleidsmensen mede dankzij de resultaten van dit onderzoek in de toekomst ook rekening willen houden met de inzichten van de fietser.
Ankerplaten Hijssystemen
Ankerbouten Kolomschoenen
Adverteren in – Annoncer dans
Consolesystemen Balkschoen
Deltabeam Ponswapening
Ela
en nieuwe publicatie is recent beschikbaar dank zij een initiatief van FEBE, WTCB en K.U.Leuven.
Industrieel Flexibel en Demontabel bouwen is een aanpak die ondertussen in Nederland bekendheid heeft verworven. In een TISproject (‘Thematische Innovatie Stimulering’) van het IWT (‘Instituut voor Wetenschap en Technologie’) wordt nagegaan hoe deze aanpak verdere industrialisatie en meer flexibel, dus meer duurzaam, bouwen kan vooruithelpen binnen de betonsector in België. Uiteraard dienen verdere afbouw en vooral integratie van installaties hierbij niet vergeten te worden.
Bij een eerste verkenning van de sector als geheel (promotoren, ontwerpers, aannemers, producenten, studiebureaus,…) bleek dat de toepassing van deze, potentieel veelbelovende, aanpak geremd werd op 3 niveaus: – inzichten en attitudes bij ontwerpers, – het ontwikkelen en aanbieden van producten/systemen door producenten, – het samenwerken binnen gans de productielijn tussen alle betrokkenen.
IFD kan niet in één of ander hoekje uitgewerkt worden: niet door producenten, niet door ontwerpers, niet door monteurs, niet door opdrachtgevers,… IFD kan evenmin door één bedrijf, of door één federatie uitgewerkt worden. IFD overstijgt iedere afzonderlijke partner en dreigt daarom zeer moeilijk van de grond te komen. En toch is het fundamenteel om de bouwsector kwaliteit te laten leveren tegen haalbare financiële, ecologische en maatschappelijke kosten.
Het doel van de publicatie die hier besproken wordt is het IFD-concept verder in de sector te laten doordringen.
De tekst is gestructureerd in vijf hoofdstukken met vele dwarsverbanden.
Une nouvelle publication est disponible depuis peu grâce à une initiative de la FEBE, du CTSC et de la K.U.Leuven.
La construction industrielle, flexible et démontable est une approche qui a acquis une certaine notoriété aux Pays-Bas. Un projet TIS (‘Thematische Innovatie Stimulering’ ou Stimulation Thématique de l’Innovation) de l’IWT (‘Instituut voor Wetenschap en Technologie’ ou Institut flamand pour la promotion de l’innovation par la science et la technologie) étudie comment cette approche peut encourager l’industrialisation et la construction plus flexible, donc plus durable dans le secteur du béton en Belgique. À cet égard, il ne faut évidemment pas oublier que les produits en béton devront être complétés par d’autre produits et par l’intégration des installations.
Une première exploration du secteur dans son ensemble (promoteurs, concepteurs, entrepreneurs, fabricants, bureaux d’étude,…) a montré que l’application de cette approche, potentiellement prometteuse, était freinée à 3 niveaux:
– les convictions et les attitudes des concepteurs, – le développement et l’offre de produits/systèmes par les fabricants,
– la collaboration entre toutes les personnes concernées dans l’ensemble de la chaîne de production.
Une construction IFD ne se développe pas par un acteur isolé: elle ne peut pas être réalisée par les fabricants, ni par les concepteurs, ni par les monteurs, ni par les clients, … pas plus que par une seule entreprise ou une seule fédération. L’IFD dépasse les moyens de chaque partenaire isolé et risque dès lors de connaître des débuts difficiles. Elle est toutefois fondamentale pour permettre au secteur de la construction de fournir de la qualité à des coûts financiers, écologiques et sociaux raisonnables.
L’objectif de la publication dont il est question ici est de faciliter la pénétration du concept IFD dans le secteur.
Le texte est structuré en cinq chapitres avec de nombreux liens transversaux.
Industrialisation et adaptation aux exigences de l’utilisateur vont de pair
La construction subit des évolutions sociales, économiques et culturelles. Chaque société cherche sans cesse de nouvelles solutions techniques pour répondre à des besoins architecturaux spécifiques. De nos jours, notre société occidentale se caractérise par un mode de vie qui évolue fortement et qui nécessite dès lors une grande flexibilité. Ceci influe également sur nos bâtiments qui exigent donc une plus grande capacité d’adaptation. La phase
Industrialisatie gaat samen met gebruiksgerichtheid
Bouwen is onderhevig aan sociale, economische en culturele veranderingen. Elke samenleving zoekt altijd opnieuw naar bouwtechnische oplossingen voor specifieke noden. Vandaag wordt onze westerse samenleving gekenmerkt door een levenswijze die sterk verandert en daardoor ook alsmaar een grotere flexibiliteit vraagt. Dit heeft natuurlijk ook zijn invloed op onze gebouwen die daardoor meer aanpasbaarheid vereisen. De gebruiksfase is be-’lang’-rijker dan de bouwfase. De producent dient niet alleen rekening te houden met het productieproces, maar moet zich vooral richten op het gebruik van zijn product. Niet het gebouw en bouwen op zichzelf is belangrijk, maar het gebruik van het gebouw.
‘Pre’-fabriceren is essentieel ‘voor’-denken. In het bouwproces zijn zeer veel facetten onderling verbonden. Deze moeten geïntegreerd aangepakt worden. Belangrijke invalshoeken zijn de projectdefiniëring met een juiste formulering van de doelstellingen, de organisatie en het beheer van het bouwproces, de financiering, de voorbereidende studie en ontwerp, de kostenbeheersing, de productie van elementen en werfuitvoering. Ook de gebruiksfase, de ombouw en ten slotte de afbraak van het gebouw maken deel uit van het bouwproces.
Het ontwerp moet van in het begin ook rekening houden met een aantal technische aspecten zoals stabiliteit, brandveiligheid, akoestiek, interactie met de omgeving, oppervlakteafwerking, enz.
De aanpak waarbij de verschillende aspecten achter elkaar worden uitgewerkt, maakt dat de initieel genomen beslissingen nog moeilijk te veranderen zijn en dat de volgende stappen zich moeten aanpassen aan de vooraf vastgelegde opbouw. Een geïntegreerde optimale synthese wordt zo niet gehaald. Het doel is een synthese tussen lay-out, technische uitrusting en afwerking.
De permanente terugkoppeling tussen ontwerp, realisatie (productie en montage) en gebruik verhoogt de kwaliteit en bespaart uitvoeringstijd en middelen. Een eenmalig concept met een eenmalige uitvoering wordt zelden geëvalueerd. Het bedenken van bouwproducten, die na montage in elkaar worden geplaatst, kan alleen verbeteren door het telkens opnieuw verwerken van de ervaring van de verschillende bouwpartners. Het succes van de sleutelop-de-deur-formules, waarbij alles geïntegreerd wordt bestudeerd, bewijst dit. De aanpak met een samenwerking van in het begin tussen ontwerpers, producenten en uitvoerders, met het inbouwen van keuzevrijheid voor de eindgebruiker, geeft een betere kwaliteit en prijsverhouding.
d’utilisation est plus importante, car plus longue, que la phase de construction. Le fabricant doit certes tenir compte du processus de production, mais il doit surtout se concentrer sur l’utilisation de son produit. Ce ne sont pas vraiment le bâtiment et la construction en soi qui sont importants, mais plutôt l’utilisation de l’immeuble.
‘Pré’-fabriquer, c’est avant tout ‘pré’- penser. De multiples facettes du processus de construction sont interdépendantes. Elles doivent faire l’objet d’une approche intégrée. Parmi les angles d’attaque importants, on trouve la définition du projet avec une formulation claire des objectifs, l’organisation et la gestion du processus de construction, le financement, l’étude préparatoire et la conception, la gestion des coûts, la fabrication des éléments et l’exécution du chantier. La phase d’utilisation, la transformation et enfin la démolition du bâtiment font également partie du processus de construction.
Dès le début, la conception doit tenir compte de certains aspects techniques tels que la stabilité, la sécurité incendie, l’acoustique, l’interaction avec l’environnement, la finition de surface, etc.
Dans l’approche où les différents aspects sont développés successivement, les décisions prises au départ sont difficilement modifiables et les étapes suivantes doivent s’adapter aux décisions prises au début du processus. Ce n’est pas de cette manière qu’une synthèse intégrée optimale sera obtenue.
Le but est de réaliser une synthèse entre agencement, équipement technique et finition.
L’interaction permanente entre la conception, la réalisation (fabrication et montage) et l’utilisation permet une meilleure qualité et réduit le délai d’exécution et les coûts. L’ expérience d’ un concept unique avec une exécution unique est rarement intégrée dans la manière de travailler dans le futur. La conception des produits de construction, qui seront produits et montés après, ne peut être améliorée qu’en implémentant à chaque fois l’expérience des différents partenaires de construction. Le succès des formules ‘clé sur porte’, où toutes les phases font l’objet d’une conception intégrée, le prouve. C’est l’approche reposant sur une collaboration entre les concepteurs, les fabricants et les exécutants dès le début du projet, en intégrant la liberté de choix de l’utilisateur final, qui fournit le meilleur rapport qualité-prix.
La construction est réglementée par des lois et la collaboration entre les différents partenaires de construction subit aussi de lourdes contraintes. L’encrage classique entre les partenaires de construction est toutefois dépassée. L’approche du ‘chacun pour soi’ consistant à faire intervenir d’abord un concepteur indépendant, puis un entrepreneur indépendant et ensuite des fabricants indépendants débouche sur une collaboration inefficace. L’interaction indispensable entre les partenaires de construction est pratiquement exclue en raison de la réglementation spécifique actuelle des marchés publics. Les pouvoirs publics doivent permettre la mise en place de procédures et formules nouvelles comme la collaboration des équipes de construction, l’approche
Het bouwen is wettelijk gereglementeerd en de organisatie tussen de verschillende bouwpartners ook sterk gedirigeerd. De klassieke verankering tussen de bouwpartners is echter aan slijtage onderhevig. De ieder- voor- zich aanpak met eerst een onafhankelijke ontwerper, dan een onafhankelijke aannemer en dan de onafhankelijke producenten resulteren in een inefficiënte samenwerking. De noodzakelijke interactie tussen de bouwpartners is omwille van de specifieke reglementering bij de huidige vorm van openbare aanbestedingen bijna uitgesloten. De overheid moet nieuwe procedures en nieuwe formules zoals de bouwteam-samenwerking, de ‘design-build-finance’ aanpak, mogelijk maken. Door een integrale benadering komt men tot een betere verhouding tussen kwaliteit en kosten.
‘Drager en inbouw’: basis voor IFD bouwen
‘Drager en Inbouw’ is het meest fundamentele concept in verband met bouwen in onze maatschappij waarin ‘duurzaamheid’ centraal is komen te staan.
Drager omvat datgene waarover de gemeenschap zeggenschap heeft. Inbouw omvat datgene waarover het individu zeggenschap heeft. De verdeling ‘drager en inbouw’ is een andere dan de verdeling in ‘ruwbouw’ en ‘afbouw’.
De ‘drager’ is ook meer dan wat ‘constructief dragend’ is. Voor de bruikbaarheid op lange termijn zijn minstens even belangrijk: bereikbaarheid van ruimtes, zowel door mensen als door allerlei installaties, situering van ruimtes bij de buitenomgeving (daglicht, uitzicht, verluchting,…), uitbreidbaarheid, herbruikbaarhied zonder ombouw en herindeelbaarheid.
Flexibiliteit in het ontwerp door modulatie en rastergebruik
Eens beslist om een ombouwbare drager op te trekken, stelt zich de vraag: hoe? Voor het verkennen van de functionele bruikbaarheid van dragers is de ‘menselijke maat’ het uitgangspunt. Functionele ontwerprasters op basis van antropometrische gegevens (30 cm, 60 cm, 90 cm of veelvouden) zijn de sleutel bij het verkennen van mogelijkheden.
Rasters zijn hulpmiddelen voor het beheersen van het ontwerp in het algemeen en voor het afstemmen van maten en positionering van gebouwenonderdelen in het bijzonder.
Maatafstemming gebeurt zowel op het niveau van de ruimte als op het niveau van de bouwonderdelen.
Er kunnen verschillende rasters gebruikt worden op basis van verschillende modules afhankelijk van de schaal waarop men werkt: er zijn rasters voor technische maten, functionele maten, ruimtematen en voor structuurmaten zowel in de horizontale als in verticale richting. Het doen passen van deze modulaire rasters onderling en het inpassen van bouwdelen op deze rasters noemt men maatafstemming. Vertrekkend van rasters kunnen de bouwelementen volgens afspraken gepositioneerd worden, waardoor een voorspelbare
‘design-build-finance’. Une approche intégrale s’accompagne d’un meilleur rapport qualité-prix.
‘L’ossature et les éléments de remplissage’: la base de la construction IFD
La notion ‘d’ossature et d’éléments de remplissage’ est le concept fondamental en matière de construction dans notre société où la ‘durabilité’ est devenue le facteur clé.
L’ossature comprend ce sur quoi la société a pouvoir de décision alors que les éléments de remplissage se réfèrent aux éléments sur lesquels l’individu peut influer. La séparation ‘ossature et éléments de remplissage’ est différente de celle établie entre ‘gros œuvre’ et ‘finition’.
‘L’ossature’ représente davantage que ce qui est ‘porteur d’une construction’. Les éléments suivants sont tous aussi importants pour l’utilisation à long terme: l’accessibilité des locaux, tant par les personnes que par les installations en tout genre, le contact des locaux avec l’ extérieur (luminosité, vue, aération,…), la possibilité d’extension, la possibilité de réemploi sans transformation et ou par une nouvelle répartition.
La flexibilité en phase de conception par la modulation et l’utilisation de trames
Une fois la décision prise de construire une ossature transformable, se pose la question de savoir comment faire. Le point de départ servant à analyser l’utilisation fonctionnelle des ossatures est la ‘taille humaine’. Les trames de conception fonctionnelle basées sur des données anthropométriques (30 cm, 60 cm, 90 cm ou multiples) constituent la clé de l’identification des possibilités.
Les trames sont des outils de maîtrise de la conception en général et de la coordination dimensionnelle et du positionnement des composants de construction en particulier.
Les mesures sont coordonnées tant au niveau des espaces qu’au niveau des éléments de construction.
Différentes trames peuvent être utilisées sur la base des différents modules selon l’échelle à laquelle on travaille: il existe des trames pour les dimensions techniques, les dimensions fonctionnelles, les dimensions des espaces et les dimensions de structure aussi bien en direction horizontale que verticale.
L’adaptation de ces trames modulaires entre elles et l’ajustement des éléments de construction sur ces trames s’appelle la coordination dimensionnelle.
Sur la base des trames, les éléments de construction peuvent être positionnés suivant des conventions, ce qui permet un développement du projet clairement planifiable. Les positionnements les plus connus sont soit un positionnement axial, soit un positionnement dans lequel l’une ou l’autre ligne de référence coïncide avec la trame. De nombreux programmes de conception CAO utilisent des techniques de positionnement paramétriques pour maîtriser les assemblages de composants. Cette technique se base sur le tracé d’axes de conception ou de lignes de trame. On peut obtenir non
planuitwerking mogelijk blijft. De meest gekende positioneringen zijn axiaal, zijdelings rakend of volgens ingestelde referentieafstanden ten opzichte van rasterlijnen.
Vele CAAD ontwerpprogramma’s maken van parametrische positioneringtechnieken gebruik om ontwerpverbindingen te beheersen en deze soepel aan te passen. De basis van deze techniek zijn uitgezette ontwerpassen of rasterlijnen. Niet alleen orthogonale gelijkmatige rasters zijn mogelijk, zelfs rasters met boogvormige referentielijnen. Met gekozen regels over de positionering worden bouwelementen vervolgens vastgelegd.
De inplanting van de structuurelementen zoals de traphal en leidingenkokers, bepalen de mogelijkheden van verschillende invullingen. Ook de plaats van de dragende wanden en de openingen in deze wanden zijn belangrijk.
Aanpassingen aan de technische installaties, onderhoud en controle zullen toenemen. Bereikbaarheid bij installaties, zowel behorende tot de drager als tot de afbouw, is onontbeerlijk.
Ontwerpen is complex. Alles meteen tot in detail beslissen is onmogelijk. Steeds hoopt men bij het uitwerken van de details niet te moeten terugkeren op vroegere opties. Dit lukt niet altijd. Maar een optie nemen en dan verkennen of het een goede beslissing was, is fundamenteel voor elk ontwerpproces.
Kiezen en keuzes open laten heeft echter niet alleen betrekking op het ontwerp maar ook op de vrijheid van oplossingen bij productie en realisatie van de verschillende bouwelementen.
De studie van de funderingsopbouw hangt samen met de structuuropbouw. Funderingsprincipes vanaf het schetsontwerp mee bedenken is te verkiezen boven de opmaak van de funderingsstudie na de uitwerking van de ruimtelijke structuur, laat staan na de aanbesteding. Deze logische werkwijze vraagt discipline bij de planning van bij de aanvang van de structuurstudie. De uitwerking van een architectuuroplossing die rekening houdt met de gegevens van de ondergrond van de specifieke locatie impliceert ook dat het grondonderzoek mee deel uitmaakt van de eerste ontwerpstudie. Ruimtelijke structuren met dragende wanden dienen afgewogen te worden tegen skeletstructuren.
Bij de uitwerking van het ontwerp is het kiezen van uitvoeringstechnieken en concrete materialen het resultaat van een zorgvuldige evaluatie. In het voorontwerp de maximale maat voorzien voor wanden, kolommen, balken houdt vele uitvoeringsmogelijkheden open. Prefab-elementen laten toe bijzondere oplossingen voor aansluitingen en afwerkingen te realiseren met een minimale meerkost voor het prefab-element, waardoor het mogelijk wordt dure afwerkcomponenten te vermijden. concepten van installaties wijzigen voortdurend tijdens het ontwerpproces en installaties worden ook aangepast tijdens het gebruik van de drager. flexibiliteit in de eerste ontwerpfase betekent alternatieven mogelijk houden. inbouwen of loskoppelen van de leidingenstructuur is hierin een eerste belangrijke keuze.
seulement des trames orthogonales uniformes, mais aussi des trames avec des lignes de référence courbes. Les éléments de construction sont ensuite fixés en suivant des règles de positionnement préétablies.
L’implantation d’éléments de structure tels que la cage d’escaliers et les zones pour canalisations détermine les différentes utilisations possibles de la structure. La position des murs porteurs et les ouvertures dans ces murs sont également importantes. Les adaptations des installations techniques, l’entretien et le contrôle iront en s’accroissant. L’accessibilité des installations, tant en ce qui concerne les zones fixées à long terme que les composants avec une durée de vie plus courte, est indispensable.
La conception est complexe. Il est impossible de prendre immédiatement toutes les décisions dans les moindres détails. En mettant les détails au point, on espère toujours ne pas devoir revenir sur les options précédentes. Mais ça ne réussit pas toujours. Prendre une option et vérifier par la suite si cette décision était la bonne est fondamental à tout processus de conception.
Toutefois, le fait de choisir et de laisser des choix en suspens ne concerne pas uniquement la conception, mais aussi la liberté des solutions lors de la production et du montage des différents éléments de construction.
L’étude du type de fondations est liée à la structure de l’ossature. Il est préférable de concevoir les principes de fondation à partir des premières esquisses plutôt que d’étudier la fondation après le développement de la structure spatiale, a fortiori après l’adjudication. Cette logique de travail nécessite une discipline organisationnelle dès le début de la conception. La mise au point d’une solution architecturale qui tient compte des données relatives au sous-sol du site spécifique implique également que l’étude de sol fasse partie de la première étude de conception.
Il faut, le cas échéant, comparer les structures spatiales avec murs porteurs et les structures à ossature.
Lors du développement du concept, le choix des techniques d’exécution et des matériaux concrets résulte d’une évaluation minutieuse. Dans l’avant-projet, les dimensions maximales prévues pour les murs, les colonnes, les poutres laissent la porte ouverte à de nombreuses possibilités d’exécution.
Les éléments préfabriqués permettent de réaliser des solutions particulières pour les raccordements et finitions avec un surcoût minimal pour l’élément préfabriqué. Il est dès lors possible de se passer de certains éléments de finition coûteux.
Les concepts des installations évoluent constamment durant le processus de conception et les installations sont également adaptées pendant l’utilisation de l’ossature. La flexibilité dans la première phase de conception ouvre la porte à des alternatives.
Un premier choix important à faire est d’intégrer ou de séparer la structure des canalisations.
Monteren en demonteren: voegen en bouwknopen
Demonteerbaarheid zal grotendeels afhangen van de verankering van bouwelementen.
‘Ontknoping’ is een belangrijke doelstelling voor demonteerbaarheid en flexibiliteit. Een verhoogde vloer is bijvoorbeeld gemakkelijk los te koppelen van de vloerstructuur. Minder evident is een vastgegoten dekvloer te ontkoppelen van de structuurvloer en nog minder is een niet-dragende wand, die doorheen de verhoogde vloer gaat, te ontkoppelen van een verhoogde vloer.
Producenten hebben alle mogelijkheden om bouwknopen tussen hun eigen producten op te lossen.
We denken hierbij aan de bouwknopen tussen kolom en balk, tussen wanden onderling, tussen schrijnwerkdelen onderling enz.
Over bouwknopen tussen componenten van verschillende producenten zijn echter afspraken nodig.
De afstelling en het beheersen van voegen en de toleranties over gans de opbouw hangt af van de aanzet en de maatvastheid van elementen en moet daarom vanaf de fundering of de start van de prefab-constructie opgelost worden. Eens de aanzet goed geregeld, is de montage van verdiepingen eenvoudiger, eventueel zelfs mogelijk zonder bijregelen.
Verbindingen, die achteraf onbereikbaar en/of niet ontkoppelbaar zijn, worden nog veel toegepast. Dit is op korte termijn goedkoper, maar op lange termijn kan het anders uitdraaien. Immers aangestorte verbindingen zijn moeilijk ontkoppelbaar. Twee denkpistes zijn wat dat betreft zinvol: ofwel beoogt men een duurzame verbinding zonder verandering in de toekomst, ofwel beoogt men demonteerbare structuren te maken door het gebruik van droge verbindingstechnieken
Besluit
Deze tekst zal sommigen verbazen. Hij past in een reeks van meer technische documenten (over toleranties, over veiligheid, over elektronische informatie-uitwisseling, …) maar lijkt op het eerste gezicht niet technisch. Hij gaat over ontwerpen, maar richt zich niet uitsluitend naar ontwerpers. Integendeel, hij is misschien nog belangrijker voor niet-ontwerpende technici en bouwheren. Het doel van deze tekst is om aan te geven hoe, door even afstand te nemen van de concrete bouwopdracht zoals ze meestal geformuleerd wordt, men én kansen creëert voor een doorgedreven industriële productie én men bijkomende troeven bekomt voor een flexibel gebruik, inclusief de demontage van een deel van het gebouw (de ‘afbouw’) en eventueel zelfs van de ‘drager’.
La démontabilité dépendra en grande partie de l’ancrage des éléments de construction.
‘Désolidariser’ est un objectif important de la démontabilité et de la flexibilité. Par exemple, un plancher surélevé peut facilement être détaché de la structure du plancher. Il est moins évident de détacher un plancher coulé sur place de cette structure et encore moins de déplacer un mur non porteur qui traverse un plancher surélevé.
Les fabricants ont toutes les cartes en mains pour éliminer les nœuds de construction entre leurs propres produits.
Nous pensons par exemple aux nœuds de construction entre la colonne et la poutre, entre les parois, entre les éléments de menuiserie, etc.
Les nœuds de construction entre des éléments de fabricants différents nécessitent néanmoins des règles entre ces derniers.
La mise au point et la maîtrise des joints et des tolérances pour toute la structure dépendent des tolérances dimensionnelles de la construction de support et de la précision dimensionnelle des éléments suivants. La coordination dimensionnelle doit par conséquent être résolue dès la fondation ou le début de la construction préfabriquée. Le montage des étages est plus simple, même sans ajustement, quand le niveau de départ est bien contrôlé.
Les assemblages qui, après construction, sont inaccessibles et/ou difficilement dissociables sont encore fréquemment utilisés. Ils sont, en général, moins chers à court terme, mais peuvent l’être beaucoup plus à long terme. En effet, les assemblages coulés en place sont difficilement dissociables. Deux pistes paraissent judicieuses à cet égard: ou l’on cherche à obtenir un assemblage utilisable sans modification future, ou l’on s’efforce de créer des structures démontables en utilisant des techniques d’assemblage à sec.
Conclusion
Le contenu de cette publication en étonnera plus d’un. Il entre dans le cadre d’une série de documents plus techniques (sur les tolérances, la sécurité, les échanges d’informations électroniques, …), mais ne semble pas technique au premier abord. Il aborde la conception, mais ne s’adresse pas uniquement aux concepteurs. Au contraire, il est peut-être encore plus important pour les techniciens non auteurs de projet et les maîtres d’œuvre.
L’objectif de ce texte est d’expliquer comment, en prenant du recul par rapport à la demande concrète du maitre d’ œuvre telle qu’elle est généralement formulée, on crée non seulement des opportunités pour une production industrielle poussée, mais on acquiert aussi des atouts supplémentaires pour une adaptabilité future.
Prof. Dr Ir.-Arch. Frank De Troyer, Hoofddocent Faculteit Toegepaste Wetenschappen, Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening (ASRO) – KULeuven. / Professeur à la Faculté des Sciences Appliquées – Département Architecture, Urbanisme et Aménagement du Territoire (ASRO) – KULeuven.
Ir. Arch. Raymond Kenis, wetenschappelijk medewerker voor het project IFD-Bouwen – KULeuven / Collaborateur scientifique pour le projet IFD-Bouwen – KULeuven
Sinds 2002 heten we Holcim België.We bundelen de krachtvan een internationaal netwerk metonze lokale knowhow.Metzijn uitgebreid,perfectaangepastcementgamma heeftHolcim een creatieve,technische oplossing van hoge kwaliteitvoor alle bouwprojecten.
Facelift voor websites FEBELCO en FEBESTRAL
Febelco en Febestral, de twee ‘infrastructuur’-verenigingen van de Federatie van de Betonindustrie FEBE, hebben een nieuwe website online staan.
FEBELCO, de vereniging van fabrikanten van betonnen leidingselementen en toebehoren, stelde haar nieuwe website voor op de Vlario-dag van 27 maart in het Congrescentrum Ter Elst in Edegem.
FEBESTRAL, de vereniging van fabrikanten van straatstenen, tegels en lineaire elementen van beton, koos van haar kant voor de ‘Dag van de Openbare Ruimte’ op 21 maart ook in het Edegemse Congrescentrum Ter Elst om het resultaat van de vernieuwing van haar website wereldkundig te maken.
In beide gevallen was het vernieuwingsproject er op gericht, een zo volledig mogelijk beeld van de sector op te hangen.
De bezoeker krijgt op de sites meerdere rubrieken aangeboden, waaronder uiteraard de lijst van producten en fabrikanten; hij kan er publicaties downloaden, vindt er informatie over de eigenschappen en kwaliteiten van elk product, de geldende normering, de sectoractualiteit, adviezen alsook vele voorbeelden van realisaties.
De sites zijn naar het voorbeeld van hun sector dynamisch opgezet en ook gebruiksvriendelijk, wat het ‘surfen’ gemakkelijk maakt.
Op de website van FEBESTRAL kan de bezoeker op het startscherm al meteen kiezen tussen de overheidsmarkt en de particuliere markt, die elk zeer specifieke verwachtingen hebben t.a.v. de sector.
Op zijn site voor de particulieren schenkt FEBESTRAL vooral aandacht aan de diverse soorten stenen, tegels en lineaire elementen voor de inrichting van tuin en terras. Aan de hand van een aantal referenties worden de eindeloze mogelijkheden voorgesteld die met betonstenen en betontegels haalbaar zijn.
De site van FEBESTRAL voor de overheidsmarkt toont hoe betonproducten in de stedelijke omgeving ingepast kunnen worden en belicht de esthetische en milieu-eigenschappen ervan, alsook de duurzaamheid en de veiligheid die zij de gebruiker bieden. FEBELCO biedt de bezoeker dan weer een virtuele rondleiding langs 13 verschillende buizennetten en maakt duidelijk welke elementen, naargelang van omgeving en aansluitnet, nodig zijn voor een goed verzamel- en afvoernetwerk. Onder de slogan Beton voor zuiver water wil FEBELCO alle betrokkenen – voorschrijvers, burgers en politieke beslissers – op het hart drukken hoe belangrijk kwaliteitswater is. Enkel met een doeltreffend verzamel- en afvoersysteem kan dat doel binnen bereik komen. De kans is groot dat deze nieuwe websites zich al gauw opwerpen als hét trefpunt van de hele sector, waar de diverse gebruikers elkaar kunnen vinden en waar elke geïnteresseerde voor waardevolle informatie terecht kan.
www.febelco.org, www.febestral.be
Coup de jeune pour les sites web de FEBELCO et FEBESTRAL
Les deux groupements ‘infrastructure’ de la Fédération de l’Industrie du Béton (FEBE) ont mis en ligne leurs nouveaux sites web respectifs.
FEBELCO, le groupement des fabricants d’éléments de canalisation et accessoires en béton, a dévoilé son nouveau site web lors de la journée Vlario du 27 mars au Congresscentrum Ter Elst à Edegem.
FEBESTRAL, le groupement des fabricants de pavés, carreaux et éléments linéaires en béton a quant à lui dévoilé le sien lors du ‘Dag van de Openbare Ruimte’ qui a eu lieu le 21 mars également au Congresscentrum Ter Elst à Edegem.
Ces nouveaux sites ont pour but de donner l’image la plus complète possible du secteur.
A cette fin, l’utilisateur retrouvera plusieurs rubriques dont, bien entendu, la liste des fabricants ainsi que les différents produits fabriqués, les publications à télécharger, les qualités et spécificités de chaque produit, la normalisation d’application, les nouvelles du secteur, des conseils ainsi que de nombreux exemples de réalisations.
Pareils aux secteurs qu’ils illustrent, les sites se veulent dynamiques et faciles d’utilisation pour une navigation aisée.
Dès l’écran d’entrée, le site de FEBESTRAL fait la différence entre le marché public et particulier, les attentes de ces deux groupes étant particulièrement différentes.
Le site FEBESTRAL pour particuliers met l’accent sur les différents types de pavés, carreaux et éléments linéaires pour l’aménagement du jardin et des terrasses. Il illustre plusieurs exemples de référence déclinant les possibilités infinies de réalisations en pavés et carreaux en béton.
Le site FEBESTRAL pour le marché public montre l’intégration des produits en béton dans l’espace urbain ainsi que les qualités esthétiques et environnementales, la durabilité et la sécurité qu’ils confèrent à l’utilisateur.
Le site de FEBELCO décline de manière virtuelle 13 configurations différentes d’égouttage montrant les éléments nécessaires à un bon réseau de collecte et d’égouttage selon l’environnement et le réseau de raccordement.
Avec son slogan Le béton pour une eau plus propre, FEBELCO veut attirer l’attention de chacun, du prescripteur au citoyen en passant par le décideur politique, sur l’importance d’une eau de qualité. Seul un système de collecte et d’égouttage efficace pourront garantir cet objectif.
Il est fort à parier que les nouveaux sites web deviendront rapidement la référence pour tout le secteur, le point de contact pour les différents utilisateurs et une importante source d’information pour tous.
www.febelco.org, www.febestral.be
Filmevent was een weergaloos succes!
Op vrijdag 2 februari jl. nodigden de leden van FEBrEdal, de vereniging van fabrikanten van breedplaten, 450 architecten, voorschrijvers en klanten uit op een aangename filmavond in Kinepolis Leuven.
Herman Ghysels, voorzitter van FEBrEdal, verwelkomde de aanwezigen en lichtte voor een aandachtig publiek de vele voordelen en gebruiksmogelijkheden van de breedplaten toe.
Succès de foule pour la soirée cinéma de FEBrEdal!
Na deze inleiding startte voor een zo goed als nokvolle zaal, de projectie van Blood Diamond, de recentste avonturenfilm van Edward Zwick, met aansluitend een uiterst verzorgde receptie. De winnaars van de wedstrijd, die de drie vragen die de voordelen van de breedplaten toelichtten correct beantwoordden, mochten hun prijs in ontvangst nemen. Deze waren niet mis: een camcorder, een compleet home theatre en als eerste prijs een vijfdaagse reis voor twee personen naar Hollywood! De receptie vervolgde in een aangename en ontspannen sfeer. We noteerden dan ook niets dan tevreden gezichten. Het event werd ten zeerste gesmaakt en de breedplaten stonden volop in de kijker.
Dergelijk initiatief is zeker voor herhaling vatbaar en hopelijk bent u er dan ook (weer) bij!
Maak kennis met FEBrEdal
Indien u de advertenties zag, de uiteenzettingen volgde of de technische brochure las over de breedplaten, wekte deze zeker uw interesse op. We kunnen ons voorstellen dat al uw vragen nog niet beantwoord werden of dat u de toepassingsmogelijkheden voor een specifiek project wenst te bespreken. FEBrEdal beidt hiertoe de volgende mogelijkheden:
C’est le vendredi 2 février que FEBrEdal, le groupement des fabricants de prédalles a invité 450 architectes, prescripteurs et clients à participer à une agréable soirée cinéma au Kinépolis de Louvain.
Herman Ghysels, le président de FEBrEdal, a accueilli les invités et exposé, devant un public attentif, les nombreux avantages et possibilités d’utilisation des prédalles.
Après cette introduction, c’est devant une salle presque comble qu’a commencé la projection de Blood Diamond, le tout nouveau
film d’aventure d’Edward Zwick.
Lors de la réception qui a suivi a eu lieu le tirage au sort des gagnants du concours organisé par FEBrEdal. Ceux-ci avaient répondu correctement à trois questions concernant les qualités des prédalles et sont repartis avec de magnifiques prix: un séjour de rêve à Hollywood, un home cinéma complet et un caméscope numérique.
Le cocktail a continué dans une ambiance chaleureuse et détendue.
Cet événement a rencontré un tel succès qu’on pourrait s’attendre à une réédition à laquelle nous espérons vous (re)voir nombreux!
Faites connaissance avec FEBrEdal
Votre intérêt pour les prédalles a sûrement été éveillé par les différentes publicités dans la presse spécialisée, par les exposés ou par la brochure technique publiée par FEBrEdal.
Nous pouvons imaginer que vous n’avez pas encore trouvé réponse à toutes vos questions ou que vous souhaitez analyser les différentes possibilités pour un projet spécifique, FEBrEdal vous offre les possibilités suivantes:
– Neem contact op met FEBrEdal
U kunt contact opnemen met FEBrEdal op volgende coördinaten:
– tel: 02/738.74.43
– fax: 02/734.77.95
– e-mail: jm@febe.be
– brief: FEBE – Voltastraat 12 – 1050 Brussel
– Neem contact op met de experten van de breedplaatvloer
Een lijst van de experten van breedplaatvloeren vindt u op de website van FEBrEdal: www.febredal.be, onder de knop fabrikanten. Zij zullen u graag met raad en daad bijstaan bij de realisatie van kwalitatieve vloeren in uw projecten.
Breedplaten voor een beter comfort in de leefomgeving
De breedplaten dragen op velerlei wijzen bij tot een hoger comfort in de woon- en werkomgeving.
Akoestisch comfort: door hun hoge volumemassa zijn het uitstekende isolatoren voor luchtgeluiden, zodat storende geluiden als hifi-installaties, tv-toestellen of lawaaierige buren in belangrijke mate gedempt worden.
Thermisch comfort: door de thermische inertie van het beton wordt oververhitting in de zomer vermeden. De breedplaatvloer heeft het vermogen om de te grote warmte overdag te accumuleren en weer af te staan ’s nachts als het koeler is. Dit effect wordt nog versterkt door toepassing van betonkernactivering en zorgt ook in de winter voor gelijkmatiger temperaturen.
Naast alle andere meer in het oog springende voordelen is dit extra comfort mooi meegenomen.
– Prenez contact avec FEBrEdal
Vous pouvez contacter FEBrEdal aux coordonnées suivantes:
– tel: 02/738.74.43
– fax: 02/734.77.95
– e-mail: jm@febe.be
– courrier: FEBE – rue Volta 12 – 1050 Bruxelles
– Prenez contact avec les experts en prédalles
Une liste des experts en prédalles se trouve sur le site web de FEBrEdal: www.febredal.be, rubrique fabricants. Ceux-ci sont à votre disposition pour vous aider dans la réalisation de planchers de qualité pour vos projets.
Les prédalles pour un meilleur confort de l’espace de vie
Les prédalles contribuent de plusieurs façons à un meilleur confort de l’espace de vie et de travail.
Confort acoustique: grâce à leur masse volumique importante, les prédalles constituent un excellent isolant phonique. De cette manière, les bruits dérangeants émis par les installations hi-fi, les télévisions ou des voisins bruyants sont fortement réduits.
Confort thermique: grâce à l’inertie thermique du béton, les grosses chaleurs de l’été seront évitées. La prédalle a la capacité d’accumuler la journée le trop plein de chaleur et de la libérer la nuit, lorsqu’il fait plus frais. Cet effet est, qui plus est, renforcé par l’application du phénomène d’activation de la masse du béton qui apportera aussi une température stable pendant les mois d’hiver.
Parmi les nombreux avantages évidents des prédalles, ceux concernant le confort restent sans aucun doute non négligeables. (CL/JM)
EXPERTEN IN BREEDPLAATVLOEREN
EXPERTS EN PREDALLES
Concrete Diversity fotoboek
Urba-Style, fabrikant van elementen in architectonisch beton en specialist in straatmeubilair op maat, stelt zijn eerste ‘Concrete Diversity’ ideeënboek voor.
Dit boek werd op vraag van ontwerpers, studiebureaus en architecten gerealiseerd.
Zo krijgen deze een idee van de mogelijkheden naar vormgeving en afwerking van elementen voor de (her)aanleg van de ruimtelijke omgeving.
Het fotoboek illustreert een aantal realisaties met materialen die gecreëerd zijn door ontwerpers in samenwerking met Urba-Style. Deze projecten zijn terug te vinden in België, Nederland, Duitsland, Luxemburg, Frankrijk en Groot-Brittannië.
Aan de hand van foto’s geeft Urba-Style een overzicht van de resultaten die men kan verkrijgen door de toepassing van sierbeton. Het boek zorgt voor kijkplezier en inspiratie!
Door zijn jarenlange knowhow is Urba-Style uitgegroeid tot een belangrijke speler op de markt van kwalitatief hoogstaande sierbetonproducten voor de openbare ruimte.
Wegens de stijgende vraag werd de productiehal te Doornik in 2006 uitgebreid. De nieuwe computergestuurde betoncentrale zorgt voor een optimale en constante kwaliteit.
Concrete Diversity: l’album photos
Urba-Style, fabricant de produits en béton architectonique et spécialiste de mobilier urbain sur mesure, propose son premier livre d’idées ‘Concrete Diversity’.
Ce livre a été réalisé à la demande d’architectes, bureaux d’études et concepteurs afin de montrer toutes les possibilités, tant au niveau de l’esthétique que de la finition des produits pour le (ré)aménagement urbain.
L’ouvrage illustré présente une série de réalisations récentes créées par des architectes en collaboration avec Urba-Style. Ces projets ont été concrétisés en Belgique, aux Pays-Bas, en Allemagne, au GD du Luxembourg, en France et en Angleterre.
Ces illustrations permettent de se donner une idée générale des résultats pouvant être obtenus en utilisant du béton architectonique.
La brochure se veut plaisante à feuilleter et source d’inspiration!
Urba-Style bénéficie d’une expérience de longue date et est devenue un acteur important sur le marché des produits en béton haut de gamme pour l’aménagement urbain.
C’est d’ailleurs la demande croissante qui a motivé l’agrandissement de l’usine de Tournai en 2006. La nouvelle centrale à béton informatisée est la garantie d’une qualité optimale et constante.
(CL/JM)
Het fotoboek (47 p) kan op aanvraag bekomen worden: Tel 069/67 26 26, fax 069/67 26 27 of info@urbastyle.com www.urbastyle.com
L’ouvrage (47 p) peut être obtenu sur demande: Tél 069/67 26 26, fax 069/67 26 27, info@urbastyle.com www.urbastyle.com
De stand infobeton.be op Batibouw 2007 beloond met award voor het beste onthaal!
Jaarlijks bezoeken zo’n 70.000 professionals de beurs. Iets meer dan 60% doet dit gedurende de exclusief professionele dagen. Zo’n 45.000 onder hen beantwoordden het appel gedurende de twee professionele dagen van 22 en 23 februari jl.
In 2006 kreeg het Betonplatform, in de categorie standen met een oppervlakte van meer dan 70 m², de ‘Award voor de Beste Productvoorstelling’. Groot was bijgevolg de uitdaging om in 2007 minstens even goed te doen! Dit jaar haalde infobeton.be de ‘Award voor het Beste Onthaal’ binnen.
Inderdaad, beton verrast, beton verbaast, beton verleidt. Maar ook de informatie die op de stand werd verstrekt en de manier waarop bezoekers op de stand werden ontvangen, werden dankzij deze bekroning naar waarde geschat.
De stand Infobeton van het Betonplatform biedt een vernieuwende kijk op het beton van vandaag en morgen. De verbeelding en de technische krachttoeren die door ingenieurs en designers worden uitgehaald met dit opmerkelijke materiaal zijn eindeloos. Volgende nieuwe technieken en betonsoorten werden voorgesteld op de stand:
Le stand Infobeton.be à Batibouw 2007 reçoit l’award du meilleur accueil!
Chaque année, près de 70.000 professionnels visitent le salon. Plus de 60% d’entre eux le font lors des journées qui leur sont exclusivement réservées. Près de 45.000 d’entre eux avaient répondu à l’appel lors des deux journées professionnelles, les 22 et 23 février dernier.
En 2006, le stand de la Plate-forme Béton avait obtenu l’award de ‘la meilleure présentation de produits’ pour les stands de surface supérieure à 70 m². Le challenge pour faire mieux en 2007 était donc important.
Cette année le stand infobeton a décroché l’award du ‘meilleur accueil’.
Le béton étonne, le béton surprend, le béton séduit, mais l’information donnée sur le stand et l’accueil qui y était réservé par toutes les personnes présentes ont eux aussi été reconnus à leur juste valeur.
Le stand Infobeton créé par la Plate-Forme Béton est la vitrine du béton d’aujourd’hui et de demain. L’imagination et les prouesses techniques des ingénieurs et des designers n’ont pas de limites avec un matériau aussi étonnant que le béton. De nouveaux bétons ont récemment vu le jour et étaient présentés sur le stand:
– Zeefdrukbeton:met deze betonsoort maakt u een schilderij met de foto van uw keuze (www.decomo.be)
– Lichtdoorlatend beton is doorweven met optische vezels waardoor dit beton het licht doorlaat en er schaduwen en silhouetten verschijnen. Dit is een spectaculaire innovatie die meerdere mogelijkheden biedt bij het decoreren van een huis. Dit doorschijnende beton kan zowel voor binnenmuren als voor buitenmuren gebruikt worden. Door een lichtbron achter het beton te plaatsen is het effect ervan nog groter. (www.litracon.hu)
– Le béton sérigraphié qui devient tableau avec la photo de votre choix (www.decomo.be)
– Le béton translucide, truffé de fibres optiques, laisse passer la lumière, dessine des ombres, révèle les silhouettes. Une innovation spectaculaire aux multiples possibilités d’utilisation dans la décoration de la maison. Le béton translucide peut être utilisé dans des murs intérieurs ou extérieurs. Il peut aussi être mis en valeur en plaçant une source lumineuse à l’arrière de celui-ci. (www.litracon.hu)
– ‘Ultrahogesterktebeton’ biedt een weerstand die 10 tot 15 keer groter is dan ‘traditionee’ beton. Hierdoor kan men dit beton gebruiken om trappen, vloeren en muren veel dunner maar nog altijd even doeltreffend te maken. (www.compactconcrete. com)
– Betonnen Megategels. Deze tegels van 50x50 cm, 25x100, 150x100 en 100x100 worden vaak gebruikt voor openbare of privé inrichtingen. Ze vormen een coherent esthetisch ensemble met een sterk ruimtelijk effect. Verkrijgbaar in een gepolierde en uitgewassen versie. (www.ebema.be)
– Beton design
Kenmerkend voor John Pawson, designer afkomstig uit Halifax, Yorkshire, is zijn zoektocht naar zuivere lijnen en een minimalis-
– Le béton ‘ultra hautes performances’: il offre une résistance 10 à 15 fois supérieure au béton ‘traditionnel’ dont la résistance n’est plus à prouver. Il permet de réaliser des escaliers, des sols et des murs beaucoup plus fins mais toujours aussi performants en terme d’isolation thermique et phonique, de propriétés antifeu, de durée de vie… (www.compactconcrete.com)
– Des dalles de béton grand format. Les mégadalles de 50x50 cm, 25x100, 150x100 et 100x100 sont utilisées pour l’aménagement public ou privé. Disponibles en finition lisse ou lavée, elles forment un ensemble cohérent en combinant l’esthétique et la spatialité. (www.ebema.be)
– Le béton design
John Pawson, designer originaire d’Halifax, Yorkshire, se carac-
tische vormentaal. Zijn werken verkennen het essentiële: ruimte, licht en materiaal. Pawson liet zich verleiden door de schoonheid en de oneindige mogelijkheden van beton. Het materiaal brengt zijn creatieve brein en zijn onnavolgbare zin voor eenvoud volledig tot uiting.
De stand Infobeton toonde een van zijn werken: een bank met middeleeuwse inspiratie, ‘Bank Black Terrazzo Concrete’ (200cmx60cmx35cm) (www.whenobjectswork.com).
Decoratie en architectuur in beton
De stand Infobeton besteed ruim aandacht aan design en decoratie. Maar daarnaast was er ook veel aandacht voor betonarchitectuur, met talrijke grote foto’s, en een diashow die voorbeelden tonen van nieuwe constructies en renovaties. Het bewijs bij uitstek dat kwaliteitsarchitectuur en beton perfect samengaan.
Ter gelegenheid van Batibouw stelde het Betonplatform aan het grote publiek een nieuwe informatiebrochure voor die de vele troeven van beton belicht. Deze troeven worden voorgesteld aan de hand van een zintuiglijke ontdekkingstocht die ons inwijdt in de geheimen van het meest verbazingwekkende materiaal dat ooit door de mens gebruikt werd, namelijk het beton. De brochure laat ons kennismaken met nieuwe betontypes en de toekomstige mogelijkheden: lichtdoorlatend beton, beton dat verandert van tint zeefdrukbeton, zelfverdichtend beton, zelfreinigend beton, ultrahoge-sterktebeton… Kortom niets is onmogelijk met beton!
De brochure ‘Het spel der zinnen, de hartslag van beton’ en de ‘infofiches’ die kort en bondig beantwoorden op de meest gestelde vragen over betontoepassingen in en rond de woonst, kunnen tevens gratis geconsulteerd of besteld worden op de website www. infobeton.be (info@infobeton.be of via het nr. 02 645 52 18).
térise par sa recherche de la ligne pure, du design minimaliste. Ses créations explorent l’essentiel: l’espace, la lumière et le matériau. Séduit par la beauté et le potentiel infini du béton, il a offert à ce matériau son univers créatif, son inimitable sens de la simplicité.
Le stand Infobeton accueillait une de ses créations: un banc d’inspiration médiévale, ‘Banc Black Terrazzo Concrete’ (200 cmx60cmx35cm) (www.whenobjectswork.com).
La décoration et l’architecture en béton
Le stand Infobeton faisait la part belle au design et à la décoration. L’architecture en béton y tenait également une grande place avec de nombreux visuels (photos, diaporama, etc.) proposant des exemples judicieux de nouvelles constructions et de rénovations. Celles-ci montrent parfaitement qu’architecture de qualité et béton vont de pair.
Une toute nouvelle brochure d’information mettant en lumière les multiples atouts du béton était offerte aux visiteurs. Les nombreuses facettes du béton y sont présentées au travers d’un parcours sensoriel faisant découvrir au lecteur par le biais des cinq sens les secrets du matériau le plus étonnant jamais utilisé par l’homme, le béton.
La brochure ‘Parcours sensoriel au coeur du béton’ et les ‘fiches info’ répondant de manière succincte aux questions les plus fréquemment posées concernant les applications du béton à l’intérieur et autour de l’habitat peuvent être consultées ou commandées gratuitement sur le site www.infobeton.be (courriel: info@ infobeton.be) ou via le n° 02 645 52 18.
Meerdere FEBE-leden stelden ook hun nieuwe produkten tentoon op hun eigen stand. Hierna een kort overzicht.
Plusieurs membres de la FEBE exposaient également leurs nouveaux produits dans leur propre stand. Ci-après suit un bref aperçu.