BETON 253 by FEBE

BETON253 3|2021

Dossier Brand Incendie

253

SEPTEMBER SEPTEMBRE 2021

UW PARTNER IN PREFABBETON

VOTRE PARTENAIRE EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ

www.prefabsystems.be + 32 (0)54 33 45 11

Nederwijk-Oost 279, 9400 NINOVE

info@prefabsystems.be

Afgiftekantoor Gent x - P2a9256

VOORGE SPANN

EN DRA AGVLOE REN, GEMAKKE PLANCHERS P LIJK TE STOCK R É C O N T R A IN T EREN, TE DRAG S , FA C IL E S À S EN EN TE PLAA TOCKER, À PO TSEN RTER ET À PLA CER

Brandbeveiliging van uw gebouwen, onze prioriteit! La protection incendie de vos bâtiments, notre priorité ! RECTOLIGHT® RECTOPLAST®

Brandwanden - Murs coupe-feu De Verband – Colmar Berg (L)

Schelfhout ontwikkelde brandmuren die voldoen aan de hoogste normen en getest zijn door een internationaal erkend laboratorium (TNO, Nederland). Schelfhout a développé des murs coupe-feu qui répondent aux normes les plus strictes et qui ont été testés par un laboratoire agréé au niveau international (TNO, Pays-Bas).

Gevel oplossingen voor: • Industrieel • Commercieel • Agrarisch • Maneges

Solutions de façades pour: • Industriel • Commercial • Agricole • Manèges

www.schelfhout-beton.be

ideaal voor de renovatie idéal pour la rénovation

KORATON NV

visserskaai 26 – Kortrijk 8500

voordelig économique

tel. 056-23.07.11

Plaatsing met of zonder schoor pose avec ou sans étai

rector.benelux@koraton.be

www.rector.be

Minder wateroverlast, meer groen De Eco-Solutions van Ebema_LivingCity zorgen voor een perfect evenwicht tussen groen en verharding. En zorgen tegelijkertijd voor een efficiënt waterbeheer. Eco Solutions zijn waterdoorlatende en -passerende bestrating. Ze bufferen het water en voeren het af naar de ondergrond. Verhard en toch groen Verharden en tegelijk het groen omarmen? Het kan. Met onze Eco Solutions werk je samen met de natuur. Integreer je ze in je ontwerp. Gras krijgt de nodige ruimte en zuurstof om te groeien. Parkings, brandwegen, pleinen of wegverbredingenversterkingen krijgen kleur én leven. De perfecte symbiose tussen gebruiksgemak en duurzaamheid.

Moins de problémes d'eau, plus de verdure Les Eco Solutions d’Ebema_LivingCity assurent un bel équilibre entre verdure et revêtements tout en assurant une gestion efficace de l’eau. Les produits de pavage Eco Solutions sont poreux et drainants. Ils tamponnent l’eau et la laissent percoler lentement dans le sol. Paver vert Comment réaliser à la fois un pavage et une pelouse ? Avec nos Eco Solutions, vous travaillez avec la nature en l’intégrant dans votre projet. L’herbe reçoit l’espace et l’oxygène dont elle a besoin pour pousser. Les parkings, chemins de secours, places ou accotements verdissent et vivent. C’est la symbiose parfaite entre la facilité et la durabilité.

Voor meer info / Pour plus d’infos www.ebema.com | sales@ebema.be

De Stad van morgen kleurt slim groen. Du vert malin dans la ville de demain.

DOSSIER Brand Incendie

VERSCHIJNT 4X PER JAAR (MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER) PARAÎT 4 FOIS PAR AN (MARS, JUIN, SEPTEMBRE ET DÉCEMBRE)

HOOFDREDACTEUR • RÉDACTEUR EN CHEF Stef Maas REDACTIECOMITÉ • COMITÉ DE RÉDACTION

Katrien Darras (KDA) voor Studio DaDa bvba, Soumaya El Karroumi (SEK), Bart Hendrikx (BHE), Stef Maas (SMA), Jef Marinus (JM), Raf Pillaert (RP), Sébastien Russo (SR), Hanne Vandermeeren (HVM) REDACTIE - PUBLICITEIT • RÉDACTION - PUBLICITÉ

Katrien Darras voor Studio DaDa - Sébastien Russo ADMINISTRATIE • ADMINISTRATION FEBE

Vorstlaan 68/5 Bd du Souverain 1170 Brussel/Bruxelles T 02 735 80 15 - F 02 734 77 95 mail@febe.be - www.febe.be

INHOUD SOMMAIRE |

253

TIJDSCHRIFT VAN DE FEDERATIE VAN DE BETONINDUSTRIE LA REVUE DE LA FÉDÉRATION DE L’INDUSTRIE DU BÉTON

SEPTEMBER SEPTEMBRE 2021

Ontvangt uw bedrijf of bureau het magazine BETON op naam van personen die er niet (meer) werken? Mail-scan-fax-stuur het adresblad terug met de doorstreepte naam en wij verwijderen de abonnee uit ons bestand. Votre entreprise reçoit le magazine BETON aux noms de personnes qui n’y travaillent pas (plus)? Renvoyez-nous le feuillet adresse corrigé, par courrier, par email ou par fax et nous supprimerons l’abonné de nos fichiers. LOS NUMMER • PAR NUMÉRO € 4,00

▶ Un concept, trois casernes - Les pompiers de Wallonie Picarde se réorganisent efficacement grâce au béton préfabriqué ▶ Eén ontwerp, drie kazernes - Brandweer Wallonie Picarde reorganiseert efficiënt met prefab beton

▶ Brandoverslag via de spouw: nieuwe regels Eisen voor de brandreactieklasse van het buitenblad en de isolatie ▶ Propagation du feu dans la lame d’air ventilée : nouvelle réglementation - Exigences relatives à la classe de réaction au feu de la paroi extérieure et de l’isolation

▶ Getuigenis Martens Beton - Toch een brand? Je kan er maar best van leren! ▶ Témoignage de Martens Beton - Un incendie malgré tout ? Tirons-en les leçons !

VERSPREIDING Overheidsdiensten voor openbare werken,

architecten, ingenieurs, studiebureaus, bouwondernemingen, prefabrikanten en alle gebruikers van geprefabriceerde betonproducten.

DIFFUSION Services de travaux publics, architectes, ingénieurs,

bureaux d’études, entreprises de construction, fabricants de béton et tous les utilisateurs de produits préfabriqués en béton.

VERTALINGEN • TRADUCTIONS Elan Languages DESIGN www.comith.be DRUK EN AFWERKING • IMPRESSION ET FINITION

L.capitan - www.lcapitan.be VERANTWOORDELIJKE UITGEVER • ÉDITEUR RESPONSABLE

Stef Maas, Vorstlaan 68/5 Bd du Souverain 1170 Brussel/Bruxelles COVERFOTO/PHOTO DE COUVERTURE

▶ 'Fire Safety Engineering' voor betonconstructies ▶ La «Fire Safety Engineering» pour les constructions en béton

▶ Vincent Kerkstoel, nieuwe

▶ Brandproeven eindigen

EN VERDER | ET AUSSI

de discussie rond brandwerendheid van metselwerk met open stootvoegen ▶ Les tests de résistance au feu mettent fin à la discussion sur l’étanchéité au feu de la maçonnerie avec des joints ouverts

COVERARTIKEL ARTICLE DE COUVERTURE The Waves ▶ Golven in architectonisch beton ▶ Des vagues en béton architectonique

voorzitter van FEBE, aan het woord - Prefabricatie laat toe om kwalitatief en snel te bouwen ▶ Entretien avec Vincent Kerkstoel, nouveau président de la FEBE - La préfabrication offre une construction rapide et de qualité

▶ Uitreiking FEBE Elements Awards - Auditoria ULB, prefab elementen met complexiteit ▶ Auditoire de l'ULB Des éléments préfabriqués en béton complexes

▶ Interview Sonja Kuypers (FEBESTRAL) - “Toekijken vanop de zijlijn is geen optie” ▶ Entretien avec Sonja Kuypers (FEBESTRAL) - « Rester sur le banc de touche n’est pas une option »

54 ▶ Sector met talent

▶ Les talents du secteur

56 61

▶ Betonnieuws ▶ L'actu du béton

▶ Wie zijn de

FEBE-fabrikanten?

▶ Qui sont les fabricants membres de la FEBE ?

Meer informatie : info@lithobeton.be +32 (0)59 27 60 60 www.lithobeton.be

Deze zomer kende ons land een

ongeziene watersnood. Landgenoten verloren hun dorp, hun huis, hun herinneringen, hun leven… Onze redactie leeft mee met alle getroffenen. Tegelijkertijd stonden in Spanje, Italië, Griekenland, Californië… hectaren bos in brand en verteerden de vlammen ontelbare bomen en huizen. Temperaturen klommen tot ongekende hoogte. Wie wil, ziet er de gevolgen van de klimaatverandering in en gebruikt deze gebeurtenissen om het discours rond klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie te voeden.

Cher lecteur,

Beste lezer,

edito

Wat vast staat, is dat we bij ontwerp en materiaalkeuze meer reserve moeten inbouwen om het hoofd te bieden aan deze onvoorziene omstandigheden, meer robuustheid. Een ontwerp in prefab beton geeft de ontwerper de mogelijkheid om die ‘reserve’ te voorzien. Beton rot niet, brandt niet en biedt voldoende weerstand om de nodige bescherming te bieden. U bent als trouwe lezer vertrouwd met deze argumenten en de excellente eigenschappen van beton. Toch moet ik mijn woorden wikken. Niet alle materialen die we met ‘beton’ aanduiden vallen onder dezelfde noemer als het cementbeton waarover we in dit magazine berichten. Ze hebben niet alle dezelfde eigenschappen en bieden dus ook niet dezelfde robuustheid. Asfalt- en zwavelbeton maken bijvoorbeeld gebruik van een specifiek bindmiddel waardoor het zich gedraagt als thermoplast en niet aangewend kan worden in een omgeving waarbij er weerstand tegen hoge temperaturen vereist is. De komende jaren zullen er veel nieuwe bindmiddelen en granulaten hun weg vinden naar onze sector, niet in het minst om de milieu-impact nog verder te verlagen. Zo zullen er steeds nieuwe betonsoorten ontstaan. U mag er als ontwerper op vertrouwen dat onze leden er steeds over waken dat deze materialen betrouwbaar zijn en bijdragen tot een robuust ontwerp. Stef Maas, Directeur

Cet été, notre pays a connu des inondations sans

précédent. Des compatriotes ont perdu leurs villages, leurs maisons, leurs souvenirs, leurs vies... Notre rédaction exprime sa solidarité avec toutes les personnes touchées. Au même moment, en Espagne, en Italie, en Grèce, en Californie... des hectares de forêt brûlaient et les flammes détruisaient d'innombrables arbres et maisons. Les températures ont dépassé des niveaux jamais atteints. Certains y voient les conséquences du changement climatique et utilisent ces événements pour alimenter le discours sur l'atténuation du changement climatique et/ou l'adaptation au changement climatique. Ce qui est certain, c'est que pour faire face à ces imprévus, nous devons prévoir plus de réserves, plus de robustesse, dans la conception et dans le choix des matériaux. Une conception en béton préfabriqué donne au concepteur la possibilité de fournir cette « réserve ». Le béton ne pourrit pas, ne brûle pas et offre une résistance suffisante pour assurer la protection nécessaire. En tant que lecteur fidèle, vous connaissez ces arguments et les excellentes propriétés du béton. Néanmoins, je dois peser mes mots. Tous les matériaux que nous appelons « béton » ne relèvent pas du même dénominateur que le béton de ciment dont nous parlons dans ce magazine. Ils n'ont pas tous les mêmes propriétés et n'offrent donc pas la même robustesse. Le béton bitumineux et de soufre, par exemple, utilise un liant spécifique grâce auquel il agit comme un thermoplastique. Il ne peut alors pas être utilisé dans un environnement où il faut résister à des hautes températures. Dans les années à venir, de nombreux nouveaux liants et agrégats seront introduits dans notre secteur, notamment pour réduire davantage l'impact environnemental. De cette façon, de nouveaux types de béton apparaîtront sans cesse. En tant que concepteur, vous pouvez compter sur nos membres pour que ces matériaux soient toujours fiables et contribuent à une conception robuste. Stef Maas, Directeur BETON253

@ sourbronfotografie.be

Als we dan toch dichter bij elkaar gaan wonen en leven, moeten we er ook voor zorgen dat dit kwalitatief kan: geen geluidshinder, geen brandgevaar, energiezuinig en ruimtelijk aanpasbaar. Si nous sommes destinés à habiter et à vivre plus près les uns des autres, nous devons faire en sorte que cela puisse se faire qualitativement : pas de nuisances sonores, pas de risque d'incendie, efficacité énergétique et adaptabilité spatiale.

ENTRETIEN AVEC VINCENT KERKSTOEL, NOUVEAU PRÉSIDENT DE LA FEBE

« La préfabrication offre une construction rapide et de qualité » Depuis juin, Vincent Kerkstoel est le nouveau président de la Fédération de l'Industrie du Béton. Il succède à Stefan Van Buggenhout (CRH Structural Concrete nv), dont le mandat a pris fin après sept ans. BETON s’est entretenu avec le nouveau président à propos des défis à venir dans le secteur de la préfabrication. BETON : Pourriez-vous nous décrire brièvement votre parcours avant que nous n'abordions votre vision ? KERKSTOEL : « Bien sûr. J'ai 44 ans et je suis père de trois enfants. Ma famille et moi vivons à Keerbergen. J'ai obtenu un diplôme en droit à Anvers et à Bruxelles, avec une spécialisation

VINCENT

BETON253

en droit économique et financier. Après mes études, j'ai directement rejoint KERKSTOEL 2000+ nv, une entreprise spécialisée dans les dalles de sol préfabriquées, les prémurs, les parois massives et les panneaux sandwich. Après quelques années, j'en suis devenu (co)-propriétaire. »

BETON : Vous êtes également actif à la FEBE depuis un certain temps. « J'ai rejoint le Conseil d'administration de la FEBE en 2006. Je participe également aux négociations sociales dans le secteur depuis quelques années. Je suis très honoré de pouvoir en reprendre aujourd'hui la présidence. Je suis extrêmement fier de cette fédération et l'idée de coopérer avec les collaborateurs de la FEBE, les membres du Conseil d'administration et tous les autres membres de la fédération me ravit. » VINCENT KERKSTOEL :

VINCENT KERKSTOEL, DE NIEUWE VOORZITTER VAN FEBE, AAN HET WOORD

“Prefabricatie laat toe om kwalitatief en snel te bouwen” De Federatie van de Betonindustrie heeft sinds juni een nieuwe voorzitter: Vincent Kerkstoel. Hij volgt Stefan Van Buggenhout (CRH Structural Concrete nv) op, wiens mandaat na zeven jaar eindigde. BETON vroeg Vincent Kerkstoel naar de uitdagingen van de betonsector in de komende jaren, en kreeg een uitgebreid antwoord. BETON: Kan u, voor we op uw visie ingaan, eerst even uw achtergrond schetsen? VINCENT KERKSTOEL: “Zeker. Ik ben 44 jaar

en vader van drie kinderen. Ik woon met mijn gezin in Keerbergen. Ik behaalde het rechtendiploma in Antwerpen en

Brussel, en dat met een specialisatie in financieel-economisch recht. Na mijn studies kwam ik onmiddellijk terecht bij KERKSTOEL 2000+ nv, gespecialiseerd in prefab vloerplaten, dubbele wanden, massieve wanden en sandwichpanelen. Na enkele jaren werd ik er (mede)eigenaar.”

BETON: Ook bij FEBE bent u al langer actief. VINCENT KERKSTOEL: “In 2006 vervoegde

ik de Raad van Beheer van FEBE. Sinds enkele jaren volg ik ook de sociale onderhandelingen binnen de sector op. Dat ik nu het voorzitterschap mag opnemen, beschouw ik als een hele eer. Ik ben enorm trots op deze federatie en kijk uit naar een fijne samenwerking met de medewerkers van FEBE, de leden van de Raad van Beheer en alle andere leden van de federatie.”

De kloof tussen de schoolbanken en de arbeidsmarkt is momenteel nog altijd een structureel probleem.

Vincent Kerkstoel werd in juni verkozen tot de nieuwe voorzitter van de Federatie van de Betonindustrie. En juin, Vincent Kerkstoel a été élu nouveau président de la Fédération de l'Industrie du Béton.

BETON : Vous êtes confronté à des défis importants. Le secteur de la construction - et cela vaut aussi pour le secteur du béton préfabriqué - est en pleine mutation. À titre d'illustration, de nombreux thèmes sont à la mode aujourd'hui. Citons par exemple la technologie des robots, l'Internet des objets, la réalité augmentée. Comment se positionne le secteur du préfabriqué face à ces développements ? VINCENT KERKSTOEL : « La numérisation

dans le secteur de la construction prend de plus en plus d'ampleur et le secteur du préfabriqué suit ces évolutions de très près. Plusieurs "nouvelles" technologies comme la robotisation, les lasers, le balayage optique et la réalité virtuelle sont parvenues à s'imposer à des degrés

divers dans notre secteur. Je pense que nous pouvons jouer un rôle important dans l'introduction de la réalité augmentée. Le fait d'ajouter des informations à la réalité au moyen d'images permet de disposer de davantage d'informations de manière intuitive, ce qui

Le fossé entre l'école et le marché du travail reste actuellement un problème structurel, espérons que la revalorisation de l'enseignement technique ne reste pas un vain mot. BETON253

BETON: U gaat spannende tijden tegemoet. De bouwsector – en daarmee ook de prefab beton sector is in volle verandering. Om maar iets te noemen: er vallen tegenwoordig heel wat modewoorden. Denk aan ‘robottechnologie’, ‘Internet of Things’, ‘augmented reality’. Hoe kijkt de prefab sector naar deze ontwikkelingen?

virtual reality hebben in meer of mindere mate hun weg naar onze sector gevonden. Ik denk dat we een belangrijke rol kunnen spelen bij de introductie van ‘augmented reality’. Door informatie via beelden aan de werkelijkheid toe te voegen, is er meer informatie op intuitieve wijze voorhanden, wat uiteindelijk leidt tot minder fouten, zowel in de fabriek als op de bouwplaats.”

VINCENT KERKSTOEL: “De digitalisering in de bouwsector neemt toe en de prefab sector volgt die evoluties op de voet. Een aantal ‘nieuwe’ technologieën zoals robotisering, lasers, optisch scannen en

“Ook het 'Internet of Things' biedt kansen. Wanneer materiaal en materieel in staat zijn te communiceren, ontstaan er ongeziene mogelijkheden om bijvoorbeeld de arbeidsveiligheid te verhogen

of om bedrijfsprocessen verder te optimaliseren, wat in een concurrentiële sector toch noodzakelijk blijft.” BETON: Onder invloed van digitalisering zal wellicht ook het profiel van de betonarbeider in de fabriek evolueren. Is dat ook uw mening hierover? Zo ja, is dit een opportuniteit of een bedreiging voor onze sector? VINCENT KERKSTOEL: “Ik ben het er

wel mee eens dat het profiel van de arbeider zal evolueren, in dezelfde zin als dat automatisering het profiel van de betonarbeider heeft veranderd. Ik zie dit eerder als een opportuniteit dan als een bedreiging.”

De sector zou een belangrijke rol kunnen spelen bij de introductie van augmented reality. Door informatie via beelden aan de werkelijkheid toe te voegen, is er meer informatie op intuïtieve wijze voorhanden. Dat kan leiden tot minder fouten, zowel in de fabriek als op de bouwplaats. Le secteur pourrait jouer un rôle important dans l'introduction de la réalité augmentée. Le fait d'ajouter des informations à la réalité au moyen d'images permet de disposer de davantage d'informations de manière intuitive. Cela peut entraîner une diminution du nombre d'erreurs, aussi bien à l'usine que sur le chantier.

que le profil de l'ouvrier va évoluer, de la même manière que l'automatisation a modifié le profil de l'ouvrier du béton. Je vois cela plus comme une opportunité que comme une menace. »

numérisation peut avoir le même effet. Elle peut être un moyen d'intégrer dans le fonctionnement de l'entreprise des personnes qui possèdent d'autres compétences. En tant qu'entreprise, il faut bien entendu compter au sein de son équipe des personnes dotées de solides connaissances en automatisation et numérisation. Ces profils sont actuellement plutôt rares, et dans ce sens, le problème s'est en partie déplacé. Le fossé entre l'école et le marché du travail reste actuellement un problème structurel, espérons que la revalorisation de l'enseignement technique ne reste pas un vain mot. »

« Je constate que les compétences qui posent des problèmes dans notre secteur sont toujours les "hard skills" comme les travaux de ferraillage, la pose de coffrage et la lecture de plans. L'automatisation a rendu le travail plus attrayant et nous a donc permis d'attirer davantage de candidats. La

BETON : L'industrie du ciment est une importante émettrice de CO2. Dans un monde où le maître-mot est désormais "durabilité", ce n'est pas un élément positif pour l'image du secteur du béton, qui continue pourtant à travailler avec des matériaux locaux et naturels. Quel est

résulte à une diminution du nombre d'erreurs, aussi bien à l'usine que sur le chantier. »

Est-ce une opportunité ou une menace pour notre secteur ? VINCENT KERKSTOEL : « Je pense en effet

« L'“Internet des objets” offre également des opportunités. Lorsque les matériaux et les équipements sont capables de communiquer, des opportunités sans précédent se présentent, par exemple, pour augmenter la sécurité au travail ou optimiser davantage les processus d'entreprise, ce qui reste nécessaire dans un secteur concurrentiel. » BETON : Le profil des ouvriers du béton travaillant en usine va probablement aussi évoluer sous l'influence de la numérisation. Est-ce aussi votre avis ? 8

BETON253

Met prefab beton kan je perfect bouwen met respect voor de nieuwe inzichten rond ruimtelijk rendement en circulariteit.

“Ik stel vast dat de knelpuntcompetenties in onze sector nog altijd de 'hard skills' zijn, zoals ijzervlechten, bekisten en planlezen. Door de automatisering werd de job aantrekkelijker en hebben we voor meer instroom kunnen zorgen. De digitalisering kan eenzelfde effect hebben. Het kan een middel zijn om mensen met andere vaardigheden op te nemen binnen de werking van je bedrijf.

votre sentiment par rapport à l'image du secteur du ciment ou l'utilisation du ciment dans les produits en béton ? VINCENT KERKSTOEL : « Il est clair que

la façon dont le secteur est perçu est un des plus gros défis du début de ma présidence. Je remarque aussi chez nos membres le besoin de communiquer clairement à ce sujet. En ce qui concerne la "durabilité", ces dernières années, il y a eu de nombreuses critiques qui n'étaient pas toujours pertinentes ou véridiques. » « Le secteur du ciment est très conscient de ses fortes émissions de CO2 et est sur la bonne voie pour produire des ciments climatiquement neutres. Nous construisons toutefois avec du béton et pas avec du ciment. Le ciment n'est que le liant et il y a là aussi beaucoup de mouvements. Nous devons veiller à ce qu'un impact plus faible en termes de CO2 ne s'accompagne pas d'un impact environnemental plus lourd. Sinon nous aurons raté notre

Natuurlijk moet je als bedrijf dan ook mensen in je team hebben die kennis hebben van automatisering of digitalisering. Die profielen zijn momenteel eerder schaars, dus in die zin wordt de problematiek deels verlegd.” “De kloof tussen de schoolbanken en de arbeidsmarkt is momenteel nog altijd een structureel probleem, laat ons dus hopen dat de herwaardering van het technische onderwijs geen dode letter blijft.” BETON: De cementindustrie is een grote bron van CO2. In een wereld van ‘duurzaamheid’ is dat niet positief voor het imago van de betonsector, die verder nochtans met lokale en natuurlijke materialen werkt. Hoe kijkt u naar het imago van de cementsector, of naar het gebruik van cement in betonproducten?

On peut parfaitement construire avec du béton préfabriqué en respectant les nouvelles idées en matière de rendement de l'espace et de circularité.

coup. Les innovations qui atteignent notre secteur me font réellement croire à une percée rapide dans ce domaine. » « L'élaboration d'une politique climatique est un exercice d'équilibre difficile dans lequel la réduction des émissions de CO2 et l'utilisation plus parcimonieuse des ressources naturelles jouent un rôle important. Néanmoins, je pense qu'il est extrêmement important de souligner qu'il ne faut pas juger tous les produits et modes de construction en fonction de l'atténuation du changement

VINCENT KERKSTOEL: “Het klopt dat die

perceptie één van de grootste uitdagingen is aan het begin van mijn voorzitterschap. Ik merk ook bij onze leden de behoefte om hier duidelijk over te communiceren. Over 'duurzaamheid' werden de voorbije jaren heel wat claims gemaakt die niet altijd relevant of waarheidsgetrouw waren.” “De cementsector is zich zeer bewust van zijn grote CO2-uitstoot en is op weg naar klimaat-neutrale cementen. We bouwen echter met beton en niet met cement. Cement is slechts het bindmiddel en op het vlak van beschikbare bindmiddelen is er ook heel wat in beweging. We moeten er steeds over waken dat een lagere CO2-impact niet gepaard gaat met een grotere milieu-impact. Dan slaan we de bal mis. De innovaties die onze sector bereiken, doen me echt wel geloven in een snelle doorbraak op dat vlak.”

climatique - où l'on essaie de réduire les conséquences du changement climatique - mais bien aussi en fonction de l'adaptation au climat. Les récentes inondations ont malheureusement à nouveau démontré cette nécessité et notre secteur peut y contribuer. Nos membres offrent un large éventail de solutions pour conserver l'eau de pluie sur place ou pour évacuer l'eau rapidement en situation d'urgence. » « 70 % de notre parc immobilier a plus de 35 ans et représente 40 % des émissions de CO2. Une importante remise à niveau s'impose. La question est : comment vivrons-nous dans le futur et comment faire en sorte d'occuper moins d'espace ? Si l'on veut y parvenir de façon qualitative, le béton (préfabriqué) est indispensable. Résistance structurelle, sécurité incendie, inertie, possibilité de recyclage, durabilité... aucun autre matériau de construction ne combine tous ces avantages. » BETON253

“Een klimaatbeleid uitstippelen is een moeilijke evenwichtsoefening waarin een verminderde CO2-uitstoot en het spaarzamer omgaan met natuurlijke grondstoffen een belangrijke rol spelen. Toch vind ik het enorm belangrijk om te benadrukken dat men niet alle producten of bouwmethodes moet beoordelen in functie van de klimaatmitigatie – waarbij men tracht de gevolgen van de klimaatverandering terug te schroeven – maar ook in functie van klimaatadaptatie. De recente overstromingen hebben die noodzaak helaas opnieuw aangetoond en onze sector kan daarbij helpen. Onze leden bieden een ruim gamma oplossingen aan om regenwater ter plaatse te houden of om water in noodsituaties snel af te voeren.” “70% van ons gebouwenpark is ouder dan 35 jaar en is goed voor 40% van de CO2-uitstoot. Op dat vlak moet er een grote inhaalbeweging worden gemaakt. De volgende vraag is dan: hoe gaan we

Nous pouvons jouer un rôle important dans l'introduction de la réalité augmentée. «D'ailleurs, vous soulignez à juste titre que le béton est fabriqué en grande partie avec des matériaux locaux et naturels. C'est également un point très important. La mondialisation et le changement climatique sont inextricablement liés. Les solutions locales sont d'autant plus importantes. Les centrales européennes produisant de l'énergie à partir de la biomasse fonctionnent par exemple grâce à l'abattage d'arbres aux Etats-Unis et au Canada. Cela n'a plus rien à voir avec la durabilité et cela montre les dérapages possibles de ce concept.» 10

BETON253

in de toekomst wonen en hoe zorgen we ervoor dat we minder ruimte innemen? Als je dat op een kwalitatieve manier wil bereiken, dan is (prefab) beton niet weg te denken. De structurele sterkte, de brandveiligheid, de inertie, de recycleerbaarheid, de levensduur, … geen enkel ander bouwmateriaal combineert al die voordelen.” “Je haalt trouwens volledig terecht aan dat beton grotendeels met lokale en natuurlijke materialen wordt gemaakt. Ook dat is een érg belangrijke vaststelling. Globalisering en klimaatverandering zijn immers onlosmakelijk met elkaar verbonden. Lokale oplossingen zijn daarom des te belangrijker. Europese biomassacentrales bijvoorbeeld draaien op bomenkap uit de Verenigde Staten en Canada. Dat heeft op geen enkele manier nog iets met duurzaamheid te maken, en het toont aan hoe de duurzaamheidsgedachte kan ontsporen.”

BETON : Sous l'influence des nouvelles (futures) réglementations - dont le niveau d'isolation E qui doit être atteint d'ici 2050 - le marché du logement est en train d'évoluer vers moins de maisons individuelles. Est-ce que cela profite au béton préfabriqué ? VINCENT KERKSTOEL : « Bien sûr. Si nous sommes destinés à habiter et à vivre plus près les uns des autres, nous devons faire en sorte que cela puisse se faire qualitativement. Je veux dire par là : pas de nuisances sonores, pas de risque d'incendie, efficacité énergétique, adaptabilité spatiale... Le béton peut répondre à toutes ces attentes. La préfabrication permet de construire rapidement et qualitativement. Compte tenu de la pénurie sur le marché du travail, c'est un avantage indéniable. De plus, divers produits préfabriqués

BETON: De woningmarkt is onder invloed van de nieuwe (toekomstige) regelgeving – o.a. isolatiegraad, verplicht te bereiken e-peil tegen 2050 – aan het evolueren naar minder vrijstaande woningen. Speelt dit in de kaart van prefab beton? VINCENT KERKSTOEL: “Zeker weten. Als we dan toch dichter bij elkaar gaan wonen en leven, moeten we er ook voor zorgen dat dit kwalitatief kan. Hiermee bedoel ik: geen geluidshinder, geen brandgevaar, energiezuinigheid, ruimtelijke aanpasbaarheid, … Beton kan aan al die verwachtingen voldoen. Prefabricatie laat toe om kwalitatief en snel te bouwen. Door de schaarste op

We kunnen een belangrijke rol spelen bij de introductie van ‘augmented reality’.

en béton conviennent à la construction circulaire, laquelle gagne en importance de jour en jour. » BETON : Le secteur du bois - en tout cas en termes de perception - a le vent en poupe. La progression des constructions à ossatures en bois ne se fait pourtant pas sans mal. La menace de la déforestation ainsi que les problèmes récemment apparus au niveau de la structure ne passent pas inaperçus. Comment voyez-vous, en tant que président, le secteur du béton se positionner par rapport à ce secteur émergeant ? VINCENT KERKSTOEL : « La déforestation

est un des plus gros problèmes climatiques du moment. Il me semble dès lors curieux que l'on décide de déboiser encore plus. La véritable montée en

de arbeidsmarkt is dat een belangrijk voordeel. Bovendien zijn verschillende betonnen prefab producten geschikt voor circulair bouwen, wat ook meer en meer aan belang wint.” BETON: De houtsector zit – zeker qua perceptie – in de lift. Toch gebeurt de opmars van de houtskeletbouw niet zonder slag of stoot. De bedreiging van ontbossing, alsook recente problemen die opdoken met betrekking tot de structuur, komen de kop opsteken. Hoe ziet u als voorzitter

de betonsector te positioneren tegenover deze opkomende sector? VINCENT KERKSTOEL: “Ontbossing is één van de grootste klimaatproblemen van het ogenblik. Het lijkt me dan ook merkwaardig dat er beslist wordt om nog meer te ontbossen. De échte opschaling in de houtbouw, en dus ontbossing, moet trouwens nog gebeuren. Bovendien stel ik vast dat het materiaal de voorbije maanden toch vooral opviel door prijsexplosies en bevoorradingstekorten.”

“Met prefab beton kan je nu al tegen een lage kostprijs kwalitatief én met een lange levensduur bouwen, en dat met respect voor de nieuwe inzichten inzake ruimtelijk rendement en circulariteit. De CO2-voetafdruk van het robuuste betonnen gebouw kan daarbij vergelijkbaar zijn met die van een houten gebouw. Die oplossingen zijn er nu al. We hebben als sector voldoende troeven in handen om vanuit onze eigen sterkte de markt te overtuigen.” (KDA) n

Het 'Internet of Things' biedt kansen. Wanneer materiaal en materieel in staat zijn te communiceren, ontstaan er ongeziene mogelijkheden de arbeidsveiligheid te verhogen of om bedrijfsprocessen verder te optimaliseren.

"L'Internet des objets" offre des opportunités. Lorsque les matériaux et les équipements sont capables de communiquer, des opportunités sans précédent se présentent, pour augmenter la sécurité au travail ou optimiser davantage les processus d'entreprise.

De échte opschaling in de houtbouw, en dus ontbossing, moet nog starten. Terwijl het materiaal de voorbije maanden toch al opviel door prijsexplosies en bevoorradingstekorten.

La véritable montée en puissance de la construction en bois, et donc de la déforestation, doit encore commencer. Alors que ce matériau s'est surtout fait remarquer ces derniers mois par des explosions de prix et des pénuries d'approvisionnement.

puissance de la construction en bois, et donc de la déforestation, n'a en fait pas encore eu lieu. De plus, je constate que ce matériau s'est surtout fait remarquer ces derniers mois par des explosions de prix et des pénuries d'approvisionnement. »

« On peut déjà construire aujourd'hui qualitativement et durablement à faible coût avec du béton préfabriqué et ce, en respectant les nouvelles idées en matière de rendement de l'espace et de circularité. L'empreinte carbone d'un bâtiment en béton robuste peut être comparée à celle d'une construction

en bois. Ces solutions sont déjà disponibles. En tant que secteur, nous avons suffisamment d'atouts en mains pour convaincre le marché en misant sur nos propres forces. » (KDA) n

BETON253

Eén ontwerp, drie kazernes

BRANDWEER WALLONIE PICARDE REORGANISEERT EFFICIËNT MET PREFAB BETON De bouw van een nieuwe brandweerkazerne is op zich geen uitzonderlijk nieuws. Veel kazernes dateren van zo’n 50 jaar geleden en beantwoorden niet meer aan de hedendaagse normen. Bovendien worden de brandweerdiensten tegenwoordig steeds meer op regionaal niveau georganiseerd. Nieuwe brandweerkazernes worden meestal gebouwd op grotere locaties en buiten stadscentra. Ook de hulpzone Wallonie Picarde had nood aan een nieuwe infrastructuur. Het bouwteam dat de Design & Build-wedstrijd won, stelde drie varianten op basis van éénzelfde concept voor. In de komende twee jaar zullen in Wallonie Picarde, gelegen in het westelijke deel van de provincie Henegouwen, 9 van de 13 bestaande brandweerposten hun activiteiten op deze locatie stopzetten. De overige vier blijven bestaan. In de plaats van die negen kazernes komen drie gloednieuwe kazernes. In de nieuwe kazernes zullen brandweerwagens meer ruimte krijgen in de 2.000 m² grote garages. Ook de oefenen opleidingsruimtes worden groter. Bovendien laat de reorganisatie toe om voldoende brandweerlieden 24 op 24 ter beschikking te stellen.

BETON253

Het bouwteam AAVO Architects srl en Tradeco nv – respectievelijk het architectenbureau en de aannemer – stelde voor de kazernes in Rebaix, Blaton en Evregnies één enkel ontwerp voor, gezien het programma zo goed als gelijklopend is. Naast een ruime garage voor brandweerwagens, zullen bureauruimtes en lokalen voor de brandweerlui van wacht er onderdak vinden. Thibaut Van Laethem van AAVO Architects: “Ons voorstel, gebaseerd op de noodzaak om drie gelijkaardige brandweerkazernes te bouwen, werd goed ontvangen. Wij stelden dit voor, omdat het efficiënt is qua onderhoud, en er bovendien een grote flexibiliteit is qua mobiliteit tussen de

verschillende kazernes, zowel op het niveau van personeel als van materiële middelen.” STROOMLOGICA Een brandweerkazerne heeft natuurlijk haar eigen werkingsregels. Dat was meteen ook de conceptuele uitdaging van het project. Thibaut Van Laethem: “Doordat we voor één ontwerp kozen voor de drie kazernes, konden we de nodige aandacht besteden aan een perfecte ‘stroomlogica’. In een brandweerkazerne vinden verschillende stromen plaats, die allemaal relevant zijn, en op een intelligente manier gecombineerd moeten worden. Zo zijn er gescheiden stromen voor interventievoertuigen en personenwagens. Ook schone en schoon te maken uitrusting moeten gescheiden blijven.” Het hoeft geen betoog dat de efficiëntie van deze stromen van erg groot belang is in een brandweerkazerne, gezien de ergonomische eisen die spoedhulp met zich meebrengt. Thibaut Van Laethem: “De directe toegankelijkheid van de kleedkamers via de hoofdgang en de

Brand DOSSIER Incendie

Un concept, trois casernes LES POMPIERS DE WALLONIE PICARDE SE RÉORGANISENT EFFICACEMENT GRÂCE AU BÉTON PRÉFABRIQUÉ La construction d'une nouvelle caserne de pompiers ne semble à première vue pas être un événement exceptionnel. Toutefois, de nombreuses casernes datent déjà de plus de cinquante ans et ne répondent plus aux normes actuelles. De plus, les services d’incendie s’organisent de nos jours de plus en plus au niveau régional. Les nouvelles casernes de pompiers sont pour la plupart construites sur des sites plus vastes et en dehors des centres urbains. La zone de secours de Wallonie Picarde avait elle aussi besoin de nouvelles infrastructures. L'équipe de construction qui a remporté le concours Design & Build a proposé une déclinaison de trois copies sur un même concept. Au cours des deux prochaines années, 9 des 13 casernes de pompiers de la zone Wallonie Picarde, située dans la partie occidentale de la province de Hainaut seront remplacées par trois bâtiments flambant neufs. Les nouvelles infrastructures offriront plus d’espaces pour les véhicules de secours avec des garages de 2.000 m². Les espaces dédiés à l’entrainement et aux formations des pompiers seront également bien plus grands. La

réorganisation permettra aussi de disposer d’un nombre suffisant de pompiers à disposition 24h/24. L'équipe de construction de AAVO Architects srl et de Tradeco sa - respectivement bureau d'architecture et entrepreneur - ont pu proposer un seul et même concept pour les trois

casernes de Rebaix, Blaton et Evregnies, les cahiers des charges des trois sites étant pratiquement identiques. En plus d’un garage spacieux pour les véhicules de pompiers, les casernes abriteront des bureaux et des locaux pour les pompiers en service. Thibaut Van Laethem d'AAVO : « Notre proposition basée sur la nécessité de construire trois casernes de pompiers similaires a été bien accueillie. Elle offre une grande efficacité en termes de maintenance ainsi qu’au niveau de la flexibilité. Elle renforce la mobilité du personnel et du matériel entre les différentes casernes » LOGIQUE DE FLUX Une caserne de pompiers a naturellement ses propres règles de fonctionnement, étant donnés les exigences ergonomiques que l'aide d'urgence implique. C'était également le défi conceptuel du projet. Thibaut Van Laethem : « En optant pour un seul design pour les trois stations, nous avons pu accorder l'attention nécessaire

LOT 1 - Rebaix

strategische centrale ligging van deze kleedkamers, vormde de leidraad bij de conceptuele ontwikkeling. Ook de zogenaamde ‘proper-vuil-route’ is eenvoudig opgevat, zodat ze transparant en dus comfortabel is voor operationeel personeel onderhoudspersoneel”. Naast deze functionele voorwaarden, waren ook andere conceptuele aspecten essentieel: de bouwprincipes, de energie-efficiëntie, de landschapsintegratie en de speciale technieken. Deze drie kazernes moeten een schoolvoorbeeld vormen van wat een gebouw voor hulpdiensten kan zijn.”

LOT 2 - Evregnies

EFFICIËNTE STRUCTUUR Het bouwteam koos voor een structuur in prefab beton. Kolommen, balken, welfsels en gevelelementen worden allemaal geleverd en gemonteerd door FEBE-lid Valcke Prefab Beton. Een deel van het beton blijft aan de binnenkant zichtbaar. Jim Deryckere, sales ingenieur bij Valcke: “Geen enkel element is standaard. Alle elementen zijn op maat ontworpen en geëngineerd, en op onze site geproduceerd.”

LOT 3 - Blaton

BETON253

F-Cyber Comfort,

pour la cybersécurité de votre entreprise. voor de cybersecurity van uw onderneming. Omdat uw onderneming dagelijks onder vuur ligt door hackers, kunt u zich maar beter beschermen met een verzekering op maat: F-Cyber Comfort. Meer info: www.federale.be Parce que votre entreprise est menacée chaque jour par des hackers, vous feriez mieux de vous protéger avec une police d’assurance personnalisée : F-Cyber Comfort.

Plus d’infos : www.federale.be

federale.be Fédérale Assurance – E.R : Tom Meeus – Rue de l’Etuve 12 – 1000 Bruxelles - www.federale.be - Caisse Commune d’Assurance contre les Accidents du Travail - Association d’Assurances Mutuelles sur la Vie - Société Coopérative d’Assurance contre les Accidents, l’Incendie, la Responsabilité Civile et les Risques Divers SC - RPM Bruxelles TVA BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/BE 0403.257.506. Federale Verzekering – V.U.: Tom Meeus – Stoofstraat 12 – 1000 Brussel - www.federale.be - Gemeenschappelijke Kas voor Verzekering tegen Arbeidsongevallen - Vereniging van Onderlinge Levensverzekeringen - Coöperatieve Vennootschap voor Verzekering tegen Ongevallen, Brand, Burgerlijke Aansprakelijkheid en Diverse Risico’s CV - RPR Brussel BTW BE 0407.963.786/BE 0408.183.324/BE 0403.257.506.

Brand DOSSIER Incendie

à une parfaite 'logique de flux’. Les différents flux ont chacun leur importance et doivent être combinés de manière intelligente. Par exemple, il existe des flux distincts pour les véhicules d'intervention et les voitures privées. Le matériel propre et le matériel souillé doivent également être séparés. » Il va de soi que l'efficacité de ces flux est très importante dans une caserne de pompiers, en raison des impératifs d’urgences des missions. Thibaut Van Laethem: « L'accessibilité directe des vestiaires par le couloir principal et leur emplacement central stratégique ont été les principes directeurs du développement conceptuel. La route ‘propreté - souillé’ a également été conçue de manière simple, afin qu'elle reste transparente et donc confortable tant pour le personnel opérationnel que de maintenance. » Outre ces conditions fonctionnelles, d'autres aspects conceptuels étaient également essentiels : les principes de construction, l'efficacité énergétique, l'intégration paysagère, la

gestion des techniques spéciales. Ces trois casernes se doivent de devenir une référence en matière de bâtiment de services d'urgence. UNE STRUCTURE EFFICACE L'équipe de construction a opté pour une structure en béton préfabriqué. Colonnes, poutres, dalles et éléments de façade sont tous livrés et assemblés par Valcke Prefab beton nv, société membre de la FEBE. Une partie du béton reste visible à l'intérieur. Jim Deryckere, ingénieur de vente de Valcke : « Aucun élément n'est standard. Tous les éléments sont conçus et élaborés sur mesure, et produits sur notre site ». Choisir le béton préfabriqué était également logique pour l'architecte : « La construction en béton préfabriqué s’inscrit dans le cœur du métier d'AAVO. Nous y avons une grande expérience en matière de projets industriels. Solidité, comportement au feu, et inertie ne sont que quelques-unes des raisons pour lesquelles nous préférons cette

méthode. Pour ces trois casernes, une structure préfabriquée s’imposait en termes d’efficacité et permettait également de répondre aux impératifs budgétaires du projet. » BUILDING INFORMATION MODELLING AAVO et Tradeco ont élaboré l'ensemble du projet via la méthode BIM. Thibaut Van Laethem: « Nous sommes convaincus que le BIM offre une valeur ajoutée pour chaque projet, dans toutes les phases de conception. Grâce à une modélisation spécifique de chaque espace et la réponse adéquate au cahier des charges exhaustif, le modèle BIM s'est avéré particulièrement utile lors de la phase de conception. Le modèle 3D a pu être placé dans le contexte des trois sites, ce qui a permis de vérifier l'accessibilité, la visibilité et le contexte paysager de la conception. » La construction de chaque caserne prendra 15 mois. À Rebaix, la caserne est presque terminée. Les trois casernes seront opérationnelles en 2022. (KDA) n

Trois casernes de pompiers – Drie brandweerkazernes Rebaix, Blaton et/en Evregnies, en construction / in werffase MAÎTRE D’OUVRAGE | OPDRACHTGEVER: Zone de Secours de Wallonie Picarde (ZSWAPI) ÉQUIPE DE CONSTRUCTION | BOUWTEAM: AAVO Architects bv + Tradeco sa ÉLÉMENTS EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ | PREFAB BETON ELEMENTEN : Valcke Prefab Beton nv

De keuze voor prefab was ook voor de architect een logische keuze: “Bouwen met prefab beton behoort tot de core business van AAVO. We hebben op dat gebied zeer veel ervaring, met name voor industriële projecten. Sterkte, brandgedrag, ervaring in industriële projecten en inertie zijn maar enkele redenen waarom we deze methode verkiezen. Voor deze drie gelijklopende kazernes is prefab uiteraard extra efficiënt. Dankzij prefab kon voldaan worden aan de budgettaire vereisten van het project.”

BUILDING INFORMATION MODELLING AAVO en Tradeco werkten het volledige project uit via de BIM-methode. Thibaut Van Laethem: “Wij zijn ervan overtuigd dat BIM voor elk project een meerwaarde biedt, en dat in alle ontwerpfases. Dankzij de specifieke modellering van elke ruimte en het gepaste antwoord op het uitgebreide lastenboek, was het BIM-model bijzonder nuttig in de ontwerpfase. Het 3D-model kon in de context van de drie sites worden geplaatst, zodat

het ontwerp kon gecheckt worden op toegankelijkheid, herkenbaarheid en landschapscontext.” De bouw van elke kazerne neemt 15 maanden in beslag. In Rebaix is de kazerne quasi afgewerkt. De drie kazernes zullen in 2022 operationeel zijn. (KDA) n

BETON253

DOSSIER Brand Incendie

Brandoverslag via de spouw: nieuwe regels EISEN VOOR DE BRANDREACTIEKLASSE VAN HET BUITENBLAD EN DE ISOLATIE In de huidige brandwetgeving worden geen expliciete eisen opgelegd voor de brandoverslag via “andere wezenlijke onderdelen” van een gevelsysteem. De ‘Hoge Raad voor beveiliging tegen Brand en Ontploffing’ keurde in dit kader inmiddels een ontwerptekst goed. Verwacht wordt dat die midden 2022 als wet gepubliceerd zal worden.

De voorschriften in de toekomstige wet vormen een aanvulling op het KB ‘Basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing nieuwe gebouwen’. Ze zullen van toepassing zijn op alle gebouwen, waarvan de bouwaanvraag gebeurde na een later te bepalen datum. In afwachting van de publicatie van de wet, vatten we hier de inhoud samen. Ontwerpers en brandweerdiensten kunnen zo de ontwerptekst al gebruiken als code van

Propagation du feu dans la lame d’air ventilée : nouvelle réglementation EXIGENCES RELATIVES À LA CLASSE DE RÉACTION AU FEU DE LA PAROI EXTÉRIEURE ET DE L’ISOLATION La législation incendie actuelle ne formule pas d’exigences explicites au regard de la propagation du feu par le biais des « autres composants substantiels » d’un système de façade. Le Conseil supérieur de la sécurité contre l’incendie et l’explosion a récemment approuvé un texte en ce sens, dont la publication sous forme de loi est attendue d’ici mi-2022. Les dispositions de la future loi constituent un complément à l’AR « Normes de base en matière de prévention contre l’incendie et l’explosion dans les nouveaux bâtiments ». Elles s’appliqueront à tous les bâtiments dont la demande de permis de bâtir a été déposée après une certaine date, qui reste encore à définir. En attendant la publication de la loi, nous en résumons le contenu dans ces pages. Les concepteurs 16

BETON253

et services d’incendie pourront utiliser le texte, quand il sera publié, comme code de bonnes pratiques. Cet article porte plus concrètement sur la paroi extérieure et les « autres composants substantiels » des façades en béton préfabriqué, avec ou sans lame d’air ventilée. Par « composant substantiel », on entend : un matériau qui constitue une partie significative d’un produit non homogène et qui ne fait pas partie du revêtement extérieur de la façade. Une couche d’une masse par unité de surface ≥ 1,0 kg/m2 ou d’une épaisseur ≥ 1,0 mm est considérée comme un composant substantiel. Dans les systèmes de façades en béton préfabriqué courants, on parle alors d’isolation. En principe, les systèmes de façades en béton préfabriqué garantissent une bonne protection de leurs composants

Technische info | Information technique

goede praktijk. Dit artikel gaat concreet over het buitenblad en de ‘andere wezenlijke onderdelen’ in gevelsystemen van prefab beton, met of zonder geventileerde spouw.

Eisen voor de brandreactieklasse van het buitenblad van de gevel en de “andere wezenlijke onderdelen”, in dit geval de isolatie:

Onder een ‘wezenlijk onderdeel’ verstaan we: een materiaal dat een belangrĳk deel van een niet-homogeen product uitmaakt en dat niet tot de buitenbekleding van de gevel behoort. Een laag met een massa per oppervlakte-eenheid ≥ 1,0 kg/m2 of met een dikte ≥ 1,0 mm wordt als wezenlĳk onderdeel beschouwd. Bij courante prefab betonnen gevelsystemen spreken we dan over de isolatie.

HOGE GEBOUWEN: > 25 M HOOGTE - Brandreactieklasse buitenblad • A2-s3, d0 (beton = A1 = OK) - Brandoverslag door isolatie • Brandreactieklasse A2-s3, d0 zonder bijkomende eisen • Brandreactieklasse E = OK, mits: ¬ Rondom rond beschermd door laag K230 of EI30 (= 6 cm beton of 9 cm betonmetselstenen) EN ¬ typeoplossing hoge gebouwen = brandwerende schermen

Prefab betonnen gevelsystemen beschermen in principe de erin verwerkte wezenlijke onderdelen goed, mits inachtneming van de juiste detaillering en het respecteren van de benodigde brandreactieklasse voor deze materialen. Onder de categorie ‘gevelsystemen met luchtspouw’ vallen de systemen waarbij de gevel is opgebouwd uit betonmetselstenen of uit voorgehangen gevelpanelen (meestal in architectonisch beton). Er is dus een geventileerde luchtspouw aanwezig tussen gevelopbouw en isolatie. Onder de categorie ‘gevelsystemen zonder luchtspouw’ vallen de systemen waarbij de gevel is opgebouwd uit sandwichpanelen of geïsoleerde dubbele wanden. Bij deze systemen is er geen geventileerde luchtspouw aanwezig tussen het buitenblad en de isolatie.

Brandwerend scherm Écran coupe-feu

Bouwelement met een brandbeschermingsvermogen K2 30 of een brandweerstand EI 30 Élément de construction présentant une capacité de protection contre l’incendie K2 30 ou une résistance au feu EI 30

Fig. 1 - Type-oplossing hoge gebouwen Fig. 1 - Solution type pour bâtiments élevés

substantiels constitutifs, sous réserve d’une conception correcte des détails et à condition que la classe de réaction au feu requise pour ces matériaux soit respectée. La catégorie « systèmes de façades avec lame d’air » comprend les systèmes dont la façade est constituée d’une maçonnerie en blocs de béton ou de panneaux de bardage (le plus souvent en béton architectonique). Ces systèmes présentent donc une lame d’air ventilée entre la structure de la façade et l’isolation. La catégorie « systèmes de façades sans lame d’air » comprend les systèmes dont la façade est constituée de panneaux sandwich ou doubles parois isolées. Ces systèmes ne présentent pas de lame d’air ventilée entre la paroi extérieure et l’isolation.

Exigences relatives à la classe de réaction au feu de la paroi extérieure de la façade et des « autres composants substantiels », ici l’isolation : BÂTIMENTS ÉLEVÉS : HAUTEUR > 25 M - Classe de réaction au feu de la paroi extérieure • A2-s3, d0 (béton = A1 = OK) - Propagation du feu par l’isolation • Classe de réaction au feu A2-s3, d0 sans exigences supplémentaires • Classe de réaction au feu E = OK, à condition que soient présentes : ¬ Couche de protection K230 ou EI30 (= 6 cm de béton ou 9 cm de blocs de béton) sur tout le pourtour ET ¬ une solution type pour bâtiments élevés = écrans coupe-feu BETON253

DOSSIER Brand Incendie

MIDDELHOGE GEBOUWEN: 10 TOT 25 M - Brandreactieklasse buitenblad • B-s3, d1 (beton = A1 = OK) - Brandoverslag door isolatie (zonder luchtspouw) • Brandreactieklasse A2-s3, d0 zonder bijkomende eisen • Brandreactieklasse E = OK, mits: ¬ Rondom beschermd door laag K210 of EI15 (EI30 = 6 cm beton of 9 cm betonmetselstenen) OF ¬ typeoplossing middelhoge gebouwen ZONDER luchtspouw = brandwerend scherm OF ¬ typeoplossing middelhoge gebouwen MET luchtspouw = brandwerend scherm

Brandwerend scherm | Écran coupe-feu Fig. 2 - Type-oplossing middelhoge gebouwen zonder luchtspouw en niet-smeltbare isolatie) Fig. 2 -: Solution type pour bâtiments moyens sans lame d’air et avec isolant non fusible

BÂTIMENTS MOYENS : HAUTEUR ENTRE 10 ET 25 M - Classe de réaction au feu de la paroi extérieure • B-s3, d1 (béton = A1 = OK) - Propagation du feu par l’isolation (sans lame d’air) • Classe de réaction au feu A2-s3, d0 sans exigences supplémentaires • Classe de réaction au feu E = OK, à condition que soient présentes : ¬ une couche de protection K210 ou EI15 (EI30 = 6 cm de béton ou 9 cm de blocs de béton) sur tout le pourtour OU ¬ une solution type pour bâtiments moyens SANS lame d’air = écran coupe-feu OU ¬ une une solution type pour bâtiments moyens AVEC lame d’air = écran coupe-feu

Brandwerend scherm | Écran coupe-feu Fig. 3 - Type-oplossing middelhoge gebouwen met luchtspouw. De isolatie mag niet van het type EPS (geëxpandeerd polystyreen) of XPS (geëxtrudeerd polystyreen) zijn. Fig. 3 - Solution type pour bâtiments moyens avec lame d’air. Le matériau isolant ne peut pas être de type EPS (polystyrène expansé) ou XPS (polystyrène extrudé).

Brandwerend scherm | Écran coupe-feu Steenwol | Laine de roche Fig. 4 - Type-oplossing middelhoge gebouwen zonder luchtspouw en met smeltbare isolatie Fig. 4 - Solution type pour bâtiments moyens sans lame d’air et avec isolant fusible

BETON253

Technische info | Information technique

LAGE GEBOUWEN: < 10M - Brandreactieklasse buitenblad • C-s3, d1 voor gebouwen klasse 1 (beton = A1 = OK) • C-s3, d1 voor gebouwen klasse 2 en 3 (beton = A1 = OK) - Brandoverslag door isolatie (zonder luchtspouw) • Brandreactieklasse E zonder bijkomende eisen • Geen eis voor de brandreactieklasse, mits: ¬ Rondom beschermd door laag K210 of EI15 (EI30 = 6 cm beton of 9 cm betonmetselstenen)

TOELICHTING BIJ DE VOORSCHRIFTEN Gevelmetselwerk in betonmetselstenen met een dikte van 9 cm voldoet volgens de tabellen in de NBN EN 1996 (Eurocode 6) aan de eis van EI30 en dus ok aan EI15. Elke in betonstenen gemetselde gevel voldoet dus aan de eisen om isolatie met brandreactieklasse E toe te passen. Een betonnen wandelement (voorhanggevel, buitenblad sandwichpaneel of dubbele wand) met een dikte van 6 cm of meer voldoet volgens de tabellen in de NBN EN 1992 (Eurocode 2) aan de eis van EI30 en dus ook aan EI15. Alle vandaag toegepaste betongevels hebben een buitenblad met een minimale dikte van 6 cm en voldoen dus aan deze eis. Let op: Rondom rond beschermd, betekent werkelijk aan alle zijden. Dit wil zeggen: de binnen- en de buitenzijde, de kopse zijde van alle doorboringen, maar ook van de venster- en deuropeningen. Niet alle geveldelen moeten voldoen aan de eis van de brandreactieklasse, zolang

CLARIFICATION DES EXIGENCES POSÉES

BÂTIMENTS BAS : HAUTEUR < 10 M - Classe de réaction au feu de la paroi extérieure • C-s3, d1 pour les bâtiments de classe 1 (béton = A1 = OK) • C-s3, d1 pour les bâtiments des classes 2 et 3 (béton = A1 = OK) - Propagation du feu par l’isolation (sans lame d’air) • Classe de réaction au feu E sans exigences supplémentaires • Pas d’exigences relatives à la classe de réaction au feu, à condition que soit présente : ¬ une couche de protection K210 ou EI15 (EI30 = 6 cm de béton of 9 cm de blocs de béton) sur tout le pourtour

Selon les tableaux de la NBN EN 1996 (Eurocode 6), la maçonnerie de façade en blocs de béton d’une épaisseur de 9 cm satisfait à l’exigence d’une résistance au feu EI30, et donc aussi à l’exigence EI15. Chaque façade maçonnée au moyen de blocs de béton répond donc à l’exigence d’appliquer une isolation relevant de la classe de réaction au feu E. Selon les tableaux de la NBN EN 1992 (Eurocode 2), tout élément de paroi en béton (bardage, paroi extérieure en panneau sandwich ou à double paroi) d’une épaisseur d’au moins 6 cm satisfait à l’exigence d’une résistance au feu EI30, et donc aussi à l’exigence EI15. Toutes les façades en béton appliquées de nos jours ont une paroi extérieure d’une épaisseur minimale de 6 cm, et répondent donc à cette exigence. Attention : « protection sur tout le pourtour » signifie réellement sur tous les côtés. Autrement dit : du côté extérieur et intérieur, aux extrémités de tous les percements, mais aussi au niveau des embrasures de portes et de fenêtres.

hun totale zichtbare oppervlakte maar kleiner is dan 5% van de zichtbare oppervlakte van de gevel. Voegen, deuren, gevelversieringen en de technische uitrustingen in de gevel worden hierbij in rekening gebracht. Het voegmateriaal zal afhankelijk van de totale opbouw van de gevel, wel of niet moeten voldoen aan de eisen voor de brandreactieklasse. De type-oplossingen zullen geïllustreerd worden in de wettekst bij publicatie. Ze zijn afhankelijk van de aan- of afwezigheid van een luchtspouw in het gevelsysteem. De type-oplossingen verschillen voor middelhoge gebouwen en hoogbouw. Het komt erop neer dat de geventileerde spouw en de isolatie onderbroken worden met brandwerende schermen die de kans op voorzetting van de brand naar de hoger liggende verdiepingen inperkt. De brandwerende schermen kunnen geëist worden rond (of enkel boven) raam- en deuropeningen, op een bepaalde hoogte en/of herhaald per aantal bouwlagen. (JM) n

Les éléments de la façade ne sont pas tous soumis à l’exigence relative à la classe de réaction au feu ; ils n’y sont pas soumis si leur surface visible totale est inférieure à 5 % de la surface visible de la façade. Les joints, portes, décorations de façade et équipements techniques intégrés à celle-ci sont pris en compte à cet effet. En fonction de la composition globale de la façade, le matériau de jointoiement sera soumis ou non aux exigences relatives à la classe de réaction au feu. Les solutions types seront illustrées dans le texte de loi au moment de sa publication. Elles dépendent de la présence ou de l’absence d’une lame d’air dans le système de façade. Les solutions types diffèrent pour les bâtiments moyens et élevés. Le principe consiste à interrompre la lame d’air ventilée et l’isolation par des écrans coupe-feu, qui limitent le risque de propagation du feu vers les étages supérieurs. La présence d’écrans coupe-feu peut être exigée autour (ou seulement au-dessus) des embrasures de portes et de fenêtres, à une certaine hauteur et/ou de manière récurrente à chaque niveau de construction. (JM) n

BETON253

De nacht van de brand La nuit de l’incendie Een allesverwoestende brand herleidde een productiehal tot een berg verwrongen staal. © Martens Beton bv

Un incendie dévastateur réduisait un hall de production en un immense tas d'acier fondu.

TÉMOIGNAGE DE MARTENS BETON BV

Un incendie malgré tout ? Tirons-en les leçons ! Le ‘11 septembre’ est une date gravée à jamais dans la mémoire collective. Pour les collaborateurs de Martens beton bv, cette date a une sinistre résonance supplémentaire. Dans la nuit du 11 septembre 2001, un incendie dévastateur a en effet réduit un hall de production de l’entreprise en un immense tas d'acier fondu. Aucune victime n’était heureusement à déplorer et la production a pu reprendre presque immédiatement. Le processus de redémarrage et de réalisation d'un nouveau hall de production a débouché sur un certain nombre de constatations remarquables. John Martens, directeur du Groupe Martens, qui compte neuf entreprises, a partagé ses expériences avec BETON. BETON : Pouvez-vous me décrire brièvement ce qui s'est passé exactement au cours de cette nuit du 11 septembre ? JOHN MARTENS : « Le toit du hall de

production où nous fabriquons nos chambres d'inspection a pris feu. En raison de la structure spécifique du toit, le feu a été particulièrement intense. La toiture était en effet constituée de planches de bois recouvertes d'un revêtement bitumineux, le tout reposant sur 20

BETON253

une structure en acier. Une méthode de construction aberrante, mais assez courante à l'époque. Ces planches ont eu largement le temps de sécher pendant plus de 20 ans. Il suffisait d’en approcher une allumette pour que tout s'enflamme en un rien de temps. Nous ne connaissons pas la cause exacte de l'incendie. Les services d’incendie ont répondu très rapidement à l'appel d'urgence mais n'ont pas eu d'autre choix que de laisser le hall se consumer de façon contrôlée. »

BETON : Quelles ont été les conséquences pour votre entreprise ? JOHN MARTENS : « J’étais surtout soulagé

de constater l’absence de victimes, ainsi que de dommages permanents pour les riverains. En fin de compte, c'est l’aspect le plus important d’une telle catastrophe. Les écoulements de bitume brûlant n’ont pas seulement détruit la toiture, mais aussi l’ensemble de l'installation. Le hall de production était perdu et, avec lui, une grande partie des moules que nous utilisions pour la production de chambres d'inspection préfabriquées en béton. En l'espace de seulement quatre mois, nous avons construit un nouveau hall au même endroit. Pour assurer la continuité pour les clients, nous avons travaillé avec des coffrages en bois pendant la première période qui a suivi l'incendie. L’un dans l’autre, nous avons eu la chance que le vent souffle dans la bonne

Brand DOSSIER Incendie

GETUIGENIS MARTENS BETON BV

Toch een brand? Je kan er maar best van leren! Nine-eleven staat als datum in het collectieve geheugen gegrift. Bij de werknemers van Martens beton bv is daar een extra reden voor. In de nacht van 11 september 2001 herleidde een allesverwoestende brand een productiehal tot een berg verwrongen staal. Er vielen gelukkig geen slachtoffers en de productie kon quasi onmiddellijk worden hervat. Het proces van de heropstart en de realisatie van de nieuwe productiehal leidden tot een aantal opmerkelijke inzichten. John Martens, directeur van de Martens Groep met negen bedrijven, deelde zijn ervaringen met BETON. BETON: Kan u even schetsen wat er tijdens die nacht van 11 september precies gebeurde? JOHN MARTENS: “Het dak van de pro-

ductiehal, waar we onze inspectieputten vervaardigen, vatte vuur. Door

Doe een risicoanalyse en bescherm je investeringen.

direction ce soir-là et que d’autres unités, comme le hall où sont fabriqués les produits plastiques, aient été épargnées. Cette unité a recours à de nombreux moules d'extrusion coûteux et spécifiques. Le remplacement d'un seul moule peut prendre jusqu'à six mois et les conséquences pour les clients auraient été gigantesques. » BETON : Dans l’intervalle, vous avez construit une toute nouvelle usine pour la production d'éléments préfabriqués de puits d'inspection en béton. Cette expérience vous a-telle incité à adopter une approche différente ? JOHN MARTENS : « Lors de la concep-

tion d'une nouvelle usine, l'aspect de la sécurité anti-incendie fait l’objet d’une attention considérable. Une

de specifieke dakopbouw was het vuur bijzonder heftig. De dakbedekking bestond immers uit houten planken met daarop een bitumineuze afdichting, rustend op een stalen structuur. Een waanzinnige, maar vrij courante manier van bouwen in die tijd. Die planken konden gedurende meer dan 20 jaar drogen. Als je daar een lucifer tegenhoudt, staat alles in geen tijd in lichterlaaie. De precieze oorzaak van de brand kennen we niet. De brandweer

usine est conçue de façon à ce que les personnes présentes aient le temps de quitter le bâtiment en toute sécurité si un incendie se déclare. Cet aspect est soigneusement réglementé par la loi. Il y a cependant un aspect que le législateur ne réglemente pas, à savoir la prévention des dommages indirects. Prenons, par exemple, la perte des moyens de production, ce qui signifie que les clients ne peuvent pas être livrés dans les temps. Ils s'adressent alors à la concurrence pour ne pas mettre en péril la continuité de leur propre entreprise. Ces clients sont perdus. En contractant une bonne assurance, vous pouvez gérer correctement l'aspect matériel. Les dommages indirects sont par contre impossibles à assurer et doivent donc être évités à tout prix. Aux Pays-Bas, 65% des entreprises confrontées à un incendie font faillite dans les trois

reageerde zeer snel op de noodoproep maar kon niet anders dan de hal op een gecontroleerde manier laten uitbranden.” BETON: Wat had dit tot gevolg voor uw bedrijf? JOHN MARTENS: “Ik ben vooral blij dat

er geen slachtoffers vielen en dat er geen blijvende schade was bij de omwonenden. Dat is uiteindelijk het allerbelangrijkste. Door het hete druipende bitumen werd niet enkel het dak, maar de volledige installatie verwoest. De productiehal was verloren, en daarmee ook een groot deel van de mallen die we gebruikten voor de productie van geprefabriceerde betonnen inspectieputten. In een tijdspanne van slechts vier maanden hebben we op dezelfde plaats een nieuwe hal opgetrokken. Om de continuïteit voor de

ans qui suivent l'incendie. Ces chiffres indiquent clairement qu'il faut absolument prendre en compte la continuité de l'activité dans le cadre de la conception d'une usine dûment sécurisée contre l’incendie. » BETON : Pouvez-vous nous citer un exemple de la façon dont vous tentez d'éviter ces dommages indirects depuis l'incendie ? JOHN MARTENS : « Au centre de notre

unité de matières plastiques, nous avons construit un bunker en béton avec des murs de 80 cm d'épaisseur. C'est là que sont stockés en toute sécurité les moules d'extrusion coûteux que j’ai évoqués précédemment. Si, malgré toutes les mesures, un incendie devait se déclarer dans ce hall - espérons que cela n'arrive jamais -, les moules BETON253

DOSSIER Brand Incendie

klanten te waarborgen, werkten we in de eerste periode na de brand met houten bekistingen. Al bij al hebben we geluk gehad dat die avond de wind in de goede richting stond en dat bijvoorbeeld de hal waar de kunststofproducten gemaakt worden, gespaard bleef. Daar wordt gebruik gemaakt van vele dure en specifieke extrusiemallen. Het vervangen van één enkele mal neemt al gauw zes maanden in beslag en de gevolgen voor de klanten zouden enorm geweest zijn.” BETON: Inmiddels heeft u een volledig nieuwe fabriek gebouwd voor de productie van geprefabriceerde betonnen inspectieputelementen. Heeft uw ervaring met deze brand geleid tot een andere aanpak?

JOHN MARTENS: “Bij het ontwerp van een nieuwe fabriek krijgt het aspect brandveiligheid veel aandacht. Een fabriek wordt zo ontworpen dat de aanwezige personen de tijd hebben om het gebouw veilig te verlaten, mocht er brand uitbreken. Dat aspect is keurig in de wet geregeld. Maar wat de wet niet regelt, is het voorkomen van gevolgschade. Denk bijvoorbeeld aan het feit dat de productiemiddelen verloren gaan, waardoor klanten niet tijdig beleverd kunnen worden. Zij stappen vervolgens naar een concurrent om de continuïteit van hun eigen onderneming niet in gevaar te brengen. Die klanten zijn verloren. Met de juiste verzekering kan je het materiële aspect wel goed regelen. De gevolgschade is niet te verzekeren en is dus absoluut te vermijden. In Nederland gaat 65% van de

bedrijven die met een brand geconfronteerd worden binnen de drie jaar na die brand overkop. De getallen geven duidelijk aan dat men de continuïteit van de activiteit mee moet nemen in het brandveilig ontwerpen van een fabriek.” BETON: Kan u een voorbeeld geven van de wijze waarop u sinds de brand die gevolgschade tracht te vermijden? JOHN MARTENS: “In het midden van onze kunststoffenfabriek realiseerden we een betonnen bunker, met wanden van 80 cm dik. Hierin worden de dure extrusiemallen waarover ik eerder vertelde veilig opgeslagen. Indien er in deze hal, ondanks alle maatregelen, toch een brand zou uitbreken – laten we hopen dat dit nooit gebeurt – dan worden de mallen door het onbrandbare beton beschermd. De productie zou dus snel

De extrusiemallen worden opgeborgen in een betonnen kluis, waar ze beschermd worden tijdens een eventuele brand. Les moules d'extrusion sont stockés dans un bunker en béton, où ils sont protégés d'un éventuel incendie.

seraient protégés par le béton ignifuge. La production pourrait donc reprendre dans les plus brefs délais. Nous avons également étendu l’installation sprinkler afin d’attaquer immédiatement tout début d’incendie. »

BETON : Qu'en est-il des aspects structurels de cette salle ? L'incendie a-t-il eu une incidence sur le choix des matériaux ? JOHN MARTENS : « Cela va de soi. Un

premier projet visait avant tout le coût et une réalisation rapide. Il prévoyait entre autres l’usage de panneaux sandwich en acier - deux plaques d'acier entourant une isolation - pour l'enveloppe extérieure. Notre police d'assurance stipulait cependant dans un paragraphe bien caché que ce type de construction n'était pas couvert, malgré le fait que ces éléments présentent une résistance au feu de deux heures. De très 22

BETON253

nombreux aspects doivent être pris en compte lors de la conception d’un hall de production. Ceux-ci sont liés aux

Procédez à une analyse des risques et protégez vos investissements.

dispositions légales, à la nature de l'activité et, dans notre cas, également à la continuité de l'activité. Quelles mesures doit-on prendre pour prévenir l’incendie, empêcher sa propagation et l'éteindre rapidement ? Tous ces aspects sont liés. Pour notre usine de chambres d’inspection, cela signifie que nous avons recours à des colonnes préfabriquées en béton, entourées de panneaux préfabriqués en béton particulièrement robustes. Sur cette structure en béton repose une structure de colonnes

Brand DOSSIER Incendie hernomen kunnen worden. Verder hebben we de sprinklerinstallaties uitgebreid, om een eventuele brand direct te bestrijden.” BETON: Hoe zit het met de constructieve aspecten van die hal? Heeft de brand invloed gehad op de materiaalkeuze? JOHN MARTENS: “Uiteraard. Een eerste

ontwerp was gericht op kost en snelle realisatie. Er werd onder andere gebruik gemaakt van stalen sandwichpanelen – twee staalplaten met isolatie tussen - voor de buitenschil. Onze verzekeringspolis gaf echter in een goed verstopte paragraaf aan dat deze manier van bouwen niet gedekt werd, ondanks het feit dat de elementen een brandweerstand van twee uur hebben. Bij het ontwerp van een productiehal moet er met heel wat aspecten rekening gehouden worden. Die hebben te maken met wettelijke bepalingen, met de aard van de activiteit en in ons geval ook met de continuïteit van de activiteit. Welke maatregelen neem je om brand te voorkomen, brandverspreiding tegen te gaan en de brand snel te

en acier, entourées de panneaux sandwich en acier. De la laine minérale a été utilisée pour isoler ces panneaux afin de répondre aux conditions de la police d'assurance. Un système sprinkler géré par ordinateur est installé entre la

doven? Al die aspecten hangen samen. Voor onze puttenfabriek betekent dit dat we gebruik maken van geprefabriceerde betonnen kolommen die omgeven zijn met robuuste geprefabriceerde betonnen panelen. Op deze betonnen structuur staat een structuur van stalen kolommen omgeven door stalen sandwichpanelen. Voor de isolatie van die panelen werd gebruik gemaakt van minerale wol om te voldoen aan de voorwaarden van de verzekeringspolis. Tussen betonnen en stalen structuur bevindt zich een computergestuurde sprinklerinstallatie. Twee citernes van elk 455 m3 zorgen ervoor dat er steeds voldoende water voorhanden is om een eventuele brand direct te bestrijden.”

De gevolgschade van een brand kan vele malen groter zijn dan de investering in een goede preventie.

structure en béton et la structure en acier. Deux citernes de 455 m³ chacune garantissent une présence suffisante en eau d’extinction pour faire immédiatement face à tout début d’incendie. » BETON : L’investissement semble considérable, non ?

Les dommages indirects liés à un incendie peuvent être bien supérieurs à l'investissement dans une prévention adéquate.

JOHN MARTENS : « C'est exact, mais, comme je le disais déjà, nous avons comparé le coût des dommages indirects au coût de cette installation d'extinction. Le coût des dommages indirects, sans cette installation, s'est avéré bien supérieur au coût de l'installation elle-même. C'est ainsi que nous sommes parvenus à cette solution dont, je l'espère, nous n'aurons jamais besoin. »

BETON: Dit lijkt een forse investering? JOHN MARTENS: “Dat klopt zeker, maar

we hebben, zoals gezegd, de kosten van de gevolgschade afgewogen tegen de kosten van deze blusinstallatie. De kosten van de gevolgschade zonder installatie bleken vele malen groter te zijn dan de kosten van de installatie op zich. Zo zijn we tot deze oplossing gekomen die we, naar ik hoop, nooit nodig zullen hebben.” BETON: Dank voor dit openhartige gesprek. Heeft u tot slot nog een goede raad voor onze lezers? JOHN MARTENS: “Zeker. Denk bij het ont-

werpen van een nieuwbouw niet enkel aan de kost van het gebouw en de oplevertermijn maar kijk ook naar maatregelen die de gevolgschade van een brand zo veel mogelijk kunnen beperken. Doe dit ook eens voor bestaande constructies. Kleine ingrepen zoals onze eerder aangehaalde betonnen kluis, kunnen veel leed voorkomen. Neem de tijd voor een risicoanalyse voor elke nieuwe of bestaande constructie. Bescherm je investeringen!” (RP) n

BETON : Merci pour cette conversation franche. Avez-vous encore un bon conseil pour nos lecteurs en guise de conclusion ? JOHN MARTENS : « Certainement. Lors de la conception d'un nouveau bâtiment, vous ne devez pas seulement tenir compte du coût de la construction et du délai d'exécution, mais envisager aussi les mesures susceptibles de minimiser les dommages indirects liés à un incendie. Faites de même pour les constructions existantes. De petites interventions, comme notre coffre-fort en béton que j’évoquais précédemment, peuvent éviter bien des préjudices. Prenez le temps d'effectuer une analyse des risques pour chaque construction nouvelle ou existante. Protégez vos investissements ! » (RP) n

BETON253

DOSSIER Brand Incendie

La « Fire Safety Engineering » pour les constructions en béton L’arrêté royal « Normes de base » détermine les prescriptions légales auxquelles les nouveaux bâtiments doivent satisfaire en matière de sécurité incendie. Il est possible de déroger à ces prescriptions à condition de ne pas dépasser le niveau minimal de sécurité incendie prescrit. Ces dérogations nécessitent l’accord de la « Commission de dérogation » du Service Public Fédéral (SPF) « Intérieur ».

BETON253

On applique régulièrement la « Fire Safety Engineering » ou FSE dans les constructions en acier et en bois, afin de compenser une insuffisance inhérente de résistance au feu et de proposer une alternative plus économique aux prescriptions en vigueur. Les éléments en béton ne nécessitent généralement pas ce genre d’alternative en raison de leur importante résistance intrinsèque au feu. La FSE peut néanmoins s’avérer utile pour les constructions en béton. Il suffit, par exemple, de penser à des structures extrêmement complexes ou à des analyses susceptibles de renforcer la concurrence avec les constructions en acier et en bois. Cet article vous permettra de découvrir un aspect important de la FSE, à savoir l’évaluation du comportement des constructions.

Technische info | Information technique

'Fire Safety Engineering' voor betonconstructies Het Koninklijk Besluit ‘Basisnormen’ bepaalt de wettelijke voorschriften waaraan nieuwe gebouwen moeten voldoen, wanneer het over brandveiligheid gaat. Eventuele afwijkingen op deze voorschriften worden toegestaan wanneer ze geen afbreuk doen aan het opgelegde minimale brandveiligheidsniveau. Dergelijke afwijkingen moeten goedgekeurd worden door de ‘Commissie voor Afwijking’ van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken. In de staal- en houtbouw wordt regelmatig ‘Fire Safety Engineering’ of FSE toegepast om een inherent gebrek aan brandweerstand te compenseren en een economischer alternatief voor de opgelegde voorschriften aan te bieden. Betonelementen hebben zo’n alternatieve benadering meestal niet nodig, dankzij hun hoge intrinsieke brandweerstand. Toch kan FSE ook voor betonconstructies nuttig zijn. We denken dan aan zeer complexe structuren, of aan analyses die de concurrentiestrijd met de staal- en houtbouw meer kracht kunnen bijzetten. Dit artikel is een kennismaking met een belangrijk aspect van FSE, met name de beoordeling van het gedrag van constructies.

QUELQUES EXPLICATIONS SUR LA « FIRE SAFETY ENGINEERING » La « Fire Safety Engineering » (FSE) est une méthodologie de conception dans laquelle on tente d’utiliser toutes les connaissances scientifiques et techniques disponibles en matière de sécurité incendie. Cette méthodologie permet de répondre aux exigences en matière de sécurité incendie sur la base d’objectifs de sécurité plutôt que sur la base de règles strictes. La FSE analyse le comportement effectif d’un incendie et son impact sur la construction et sur les utilisateurs. Elle examine aussi les systèmes actifs de protection contre l’incendie et les dispositifs d'évacuation nécessaires. Le but est de donner une idée aussi claire que possible de l’impact d’un incendie susceptible de se produire dans un bâtiment. Le maintien en état des issues de secours pendant un certain laps de temps, le compartimentage incendie et la construction jouent un rôle

WAT IS FIRE SAFETY ENGINEERING Fire Safety Engineering is de toepassing van alle beschikbare wetenschappelijke en technische kennis op het vlak van brandveiligheid. Dankzij FSE kan op basis van veiligheidsdoelen, in plaats van op basis van strikte regels, voldaan worden aan de eisen inzake brandveiligheid. FSE analyseert het werkelijk gedrag van een brand en het effect ervan op de constructie en de gebruikers, alsook welke actieve brandbeschermingssystemen en evacuatievoorzieningen nodig zijn. Het komt erop neer de impact van een te verwachten brand in een gebouw zo inzichtelijk mogelijk te maken. De instandhouding van de vluchtroutes gedurende een bepaalde tijd, de brandcompartimentering en de constructie spelen een belangrijke rol bij FSE. Wie zich beperkt tot de wettelijke regels, heeft geen enkele garantie omtrent de herstelbaarheid van de constructie na brand. FSE kan ook een licht werpen op dit aspect van brandveiligheid. Dankzij FSE zijn ook prestatiegerichte alternatieven voor de gebruikelijke prescriptieve benadering mogelijk. Voorwaarde is een grote deskundigheid. Bijgevolg mogen alleen gekwalificeerde personen FSE toepassen.

majeur en matière de FSE. Se limiter aux règles légales n’offre absolument aucune garantie quant à la possibilité de restaurer la construction après l’incendie. La FSE permet aussi d’éclaircir cet aspect de la sécurité incendie. Elle offre également des alternatives à l’approche normative usuelle en termes de performances, moyennant un degré élevé d’expertise. Seules des personnes qualifiées peuvent dès lors appliquer la FSE. La norme ISO 24679-1 [2] offre une méthode d’évaluation des performances des structures en cas d’exposition au feu, en ce compris des directives pour la conception pratique de structures, la quantification des performances des structures et l’utilisation de différentes méthodes de quantification. Cette norme internationale représente aussi le cadre de référence du fib Bulletin « Performance based fire design of concrete structures » en cours d’élaboration.

BETON253

DOSSIER Brand Incendie

ISO 24679-1 [2] voorziet een methodologie voor de beoordeling van de prestaties van structuren bij blootstelling aan brand, inclusief richtlijnen voor het praktisch ontwerp van structuren, de kwantificering van de prestaties van structuren en het gebruik van verschillende kwantificeringsmethoden. Deze internationale norm vormt ook het referentiekader voor het fib bulletin ‘Performance based fire design of concrete structures’ waar momenteel aan gewerkt wordt. STANDAARDBRAND De brandweerstand van structuurelementen wordt proefondervindelijk bepaald onder de thermische belasting volgens de standaard ISO 834-curve. Deze curve geeft het temperatuurverloop weer in een oven tijdens een standaardbrand. De curve vormt een conventionele basis voor de evaluatie van de brandweerstand van een gebouw. In werkelijke ruimten komt deze standaardbrand eigenlijk niet voor, onder meer omdat deze brand gekenmerkt wordt door een verbranding van een onbeperkte hoeveelheid brandbaar

materiaal (fig. 1). De standaardbrand is ook niet altijd een redelijke benadering van de werkelijkheid. Zo gedraagt bijvoorbeeld een houtconstructie met een bepaalde brandweerstand zich in werkelijkheid vaak nadeliger dan dezelfde constructie, met dezelfde brandweerstand, in beton [8][9]. Omdat brandproeven duur zijn en beperkt voor wat de lengte van de proefelementen betreft, werden rekenmethoden ontwikkeld om de brandweerstand te bepalen. Volgens het Ministerieel Besluit van 17 mei 2013 moeten enerzijds de vereenvoudigde berekeningsmethode of de gegevens in tabelvorm van de NBN EN 1992-1-2+ANB [5] en anderzijds de standaardbrandkromme (ISO 834) van NBN EN 1991-1-2+ANB [4] gebruikt worden om de brandweerstand van de verschillende constructiedelen (balk, kolom, vloer, …) te bepalen. Een brandweerstand (bijvoorbeeld R60) is in feite niet meer dan een label en zegt weinig over het gedrag in een werkelijke brand. Een alternatieve, meer realistische, benadering gebaseerd op een geavanceerde

FEU STANDARD La résistance au feu d’éléments structurels est déterminée de manière expérimentale sous la charge thermique conformément à la courbe d'un feu standard ISO 834. Cette courbe illustre l’évolution de la température dans un four au cours d’un feu standard et représente une base conventionnelle pour l’évaluation de la résistance au feu d’un bâtiment. En fait, ce feu standard ne se produit pas dans des espaces réels, notamment parce qu'il se caractérise par la combustion d'une quantité illimitée de matériau combustible (fig. 1). Le feu standard ne donne pas non plus toujours une idée fiable de la réalité. Ainsi, une construction en bois présentant une certaine résistance au feu se comporte, par exemple, généralement moins bien dans la réalité qu’une même construction en béton présentant la même résistance au feu [8][9]. En raison du coût élevé des essais au feu et de leur limite en termes de longueur des éléments d'essai, des méthodes de calcul ont été élaborées afin de déterminer la résistance au feu. En vertu de l’arrêté ministériel du 17 mai 2013, il y a lieu - d’une part - d’utiliser la méthode de calcul simplifiée ou les données sous forme de tableau

BETON253

temperatuur/température

volledig ontwikkelde brand feu totalement développé groeifase phase de développement

brandfase phase de combustion

dooffase phase de décroissance

standaardbrand feu standard

natuurlijke brand feu naturel

Fig. 1: Standaardbrand en natuurlijke brand

tijd/temps

Fig. 1 : Feu standard et feu naturel

de la norme NBN EN 1992-1-2+ANB [5] et - d’autre part - la courbe d'un feu standard (ISO 834) de la norme NBN EN 1991-1-2+ANB [4] pour déterminer la résistance au feu des différents éléments de la construction (poutre, colonne, plancher, ...). Une résistance au feu (R60 par exemple) n’est en fait qu’une simple étiquette et ne dit pas grand-chose sur le comportement dans un véritable incendie. Une approche alternative, plus réaliste, basée sur une méthode de calcul de pointe est permise

Technische info | Information technique

berekeningsmethode is toegelaten mits goedkeuring van de Commissie voor Afwijking van de FOD Binnenlandse Zaken. Het toepassen van zo’n alternatieve berekeningsmethode is onderdeel van FSE. Op www.febefast.be vindt u technische documenten die de vereenvoudigde berekeningsmethode en de methode op basis van gegevens in tabelvorm toelichten voor balken en kolommen. Deze documenten geven de verschillende stappen die noodzakelijk zijn bij de bepaling van de brandweerstand, inclusief de parameters die hierbij toegepast moeten worden. Naast de verwijzing naar de artikelen uit de NBN EN 19911-2+ANB [4] en NBN EN 1992-1-2+ANB [5] zijn ook enkele kritische opmerkingen ter verduidelijking toegevoegd. De documenten werden opgesteld door de Technische Commissie van FEBE na een grondige analyse van de voornoemde normen. NATUURLIJKE BRANDEN Bij toepassing van FSE wordt, in plaats van de standaardbrand toe te passen, gebruik gemaakt van natuurlijke branden om het brandgedrag van volledige constructies (of delen ervan) te beoordelen.

moyennant l’accord de la Commission de dérogation du SPF « Intérieur ». L'application d'une telle méthode de calcul alternative fait partie de la FSE. Sur www.febefast.be, vous trouverez des documents techniques expliquant la méthode de calcul simplifiée et la méthode basée sur des données sous forme de tableau pour les poutres et les colonnes. Ces documents indiquent les différentes étapes à parcourir obligatoirement pour définir la résistance au feu, en ce compris les paramètres à appliquer dans ce cadre. Outre le renvoi aux articles de la norme NBN EN 1991-1-2+ANB [4] et de la norme NBN EN 1992-1-2+ANB [5], vous y trouverez également quelques remarques critiques à titre explicatif. Les documents ont été établis par la Commission technique de la FEBE à l’issue d’une analyse approfondie des normes précitées.

INCENDIES NATURELS Dans l’application de la FSE, on recourt à des feux naturels plutôt qu'à des feux standard, afin d’évaluer le comportement au feu de constructions complètes (ou de parties de celles-ci). On entend par « feu naturel », la variation de température dans un espace, en situation réelle. Cette variation de la température

Onder een natuurlijke brand verstaat men het temperatuurverloop in een ruimte in een werkelijke situatie. Dit verloop verschilt per situatie en hangt bijvoorbeeld af van de geometrie van de ruimte, de thermische eigenschappen van de scheidingsconstructies, de hoeveelheid en het soort brandbaar materiaal en de ventilatiecondities (toetreding van zuurstof en afvoer van verbrandingsgassen via openingen). Daar waar de standaardbrand uitsluitend rekening houdt met een volledig ontwikkelde brand (compartimentsbrand) kent de natuurlijke brand ook een groeien een dooffase waarbij de brandtemperatuur relatief snel afneemt (fig. 1). Brandmodellen verschaffen inzicht in het brandverloop in specifieke omstandigheden. De NBN EN 1991-1-2+ANB [4] onderscheidt vereenvoudigde en geavanceerde natuurlijke-brandmodellen. De laatste worden onderverdeeld in één-zonemodellen, tweezonemodellen en numerieke stromingsmodellen. Bij een één-zonemodel is er sprake van een gelijkmatige temperatuurverdeling in de ruimte. Bij een twee-zonemodel wordt uitgegaan van een horizontale scheiding tussen een hete bovenlaag, de rooklaag, en een koude onderlaag, de rookvrije laag. Bij verdere

est différente d’une situation à l’autre et dépend, par exemple, de la géométrie de l’espace, des propriétés thermiques des cloisons, de la quantité et du type de matériau combustible et des conditions de ventilation (entrée d’oxygène et évacuation des gaz de combustion par les ouvertures). Alors qu’un feu standard ne tient compte que d’un incendie en plein développement (incendie de compartiment), un feu naturel présente également une phase d’expansion et une phase d’extinction au cours desquelles la température diminue assez rapidement (fig. 1). Les modèles de feu offrent un aperçu de l’évolution d’un incendie dans des circonstances spécifiques. La norme NBN EN 1991-1-2+ANB [4] fait une distinction entre les modèles de feu naturel simplifiés et avancés. Ces derniers sont subdivisés en modèles à zone unique, à deux zones et modèles à flux numérique. Dans un modèle à zone unique, on observe une répartition uniforme de la température dans l’espace. Dans un modèle à deux zones, on part d’une séparation horizontale entre une couche supérieure extrêmement chaude, la couche de fumée et une couche inférieure froide, la couche exempte de fumée. Au fur et à mesure que le feu se développe, la couche de fumée s'épaissit et la température augmente au niveau de la couche de fumée. La couche exempte BETON253

DOSSIER Brand Incendie

ontwikkeling van de brand wordt de rooklaag dikker en stijgt de temperatuur in de rooklaag. De rookvrije laag wordt kleiner. Wanneer vlamoverslag optreedt, gaat een twee-zonemodel over in een één-zonemodel. De zonemodellen worden gebruikt voor kleinere ruimten, zoals kantoren en scholen. Ze kunnen gesimuleerd worden door het softwarepakket OZONE1, ontwikkeld door de Universiteit van Luik. Met numerieke stromingsmodellen (Computational Fluid Dynamics = CFD) is het mogelijk om lucht- en rookstromingen inzichtelijk te maken (fig. 6). Door het volume van de ruimte te verdelen in een groot aantal kleine volume-elementjes kan op elk willekeurig punt in de ruimte de temperatuur bepaald worden. Het numerieke stromingsmodel, ook wel veldmodel genoemd, kan gesimuleerd worden door geavanceerde software zoals FDS, SMARTFIRE en FLUENT 2. Het veldmodel wordt gebruikt voor grotere ruimten, zoals industriehallen en parkeergarages. Interessant aan FSE is dat het effect van actieve brandbeveiligingsmaatregelen op de thermische belasting kan bepaald worden. Bij een goed ontworpen en onderhouden sprinklerinstallatie

bijvoorbeeld, kan rekening worden gehouden met een kleinere brandgrootte en dus lagere temperaturen. De staalbouw maakt hier regelmatig gebruik van om zijn competitiviteit te verbeteren. Opgelet, bij een bestemmingsverandering van het gebouw kan de thermische belasting veranderen ten opzichte van het oorspronkelijke concept. In dat geval kan de keuze van een andere curve dan de ISO-curve een aanpassing van de constructie noodzakelijk maken om het vereiste veiligheidsniveau te bereiken. THERMISCHE EN MECHANISCHE RESPONS VAN DE CONSTRUCTIE Het brandmodel levert de thermische belasting waaraan de constructie wordt blootgesteld. Op basis hiervan kan de thermische en mechanische respons van de constructie bepaald worden. De eerste is de ontwikkeling en de verdeling van de temperatuur in de constructie (fig. 2). De tweede is het mechanische gedrag van de constructie tijdens brand, waarbij beoordeeld wordt of de draagkracht van de constructie tijdens brand (en dus de brandweerstand) voldoende is.

1 Voor OZONE, zie https://www.uee.uliege.be/cms/c_2383494/fr/ozone-v2 2 Voor FDS, zie https://fdstutorial.com/ Voor Smartfire, zie https://fseg.gre.ac.uk/smartfire/ Voor Fluent, zie https://www.ansys.com/products/fluids/ansys-fluent

de fumée diminue progressivement. Lorsque l’embrasement se produit, le modèle à deux zones se transforme en modèle à zone unique. Les modèles à zones sont utilisés pour les plus petits espaces, tels que les bureaux et les écoles. Le progiciel OZONE 1, développé par l’Université de Liège, permet de les simuler. Les modèles de flux numériques (Computational Fluid Dynamics ou CFD) permettent de se faire une idée des flux d’air et de fumée (fig. 6). Il est possible de déterminer la température au niveau de tout point quelconque de l’espace en divisant le volume de l’espace en un nombre élevé de petits éléments au niveau du volume. Le modèle de flux numérique, également appelé modèle de champ, peut être simulé grâce à des logiciels de pointe, tels que FDS, SMARTFIRE et FLUENT 2. Le modèle de champ est utilisé pour de plus grands espaces, tels que des halls industriels et des parkings.

RÉPONSE THERMIQUE ET MÉCANIQUE DE LA CONSTRUCTION Le modèle de feu indique la charge thermique à laquelle la construction est exposée. La réponse thermique et mécanique de la construction peut être déterminée en partant de là. La première étant

Un atout de la FSE est la possibilité de déterminer l’effet de mesures actives de sécurité incendie sur la charge thermique. À titre d’exemple, dans une installation automatique d’extinction par eau diffusée

1 Pour OZONE, veuillez consulter https://www.uee.uliege.be/cms/c_2383494/fr/ozone-v2 2 Pour FDS, veuillez consulter: https://fdstutorial.com/ Pour Smartfire, veuillez consulter https://fseg.gre.ac.uk/smartfire/ Pour Fluent, veuillez consulter https://www.ansys.com/products/fluids/ansys-fluent

BETON253

bien conçue et entretenue il est possible de tenir compte d’une moindre ampleur de l’incendie et dès lors de températures plus basses. Le secteur de la construction métallique y recourt régulièrement, afin de renforcer sa compétitivité. Il faut être attentif à tout changement d'affectation du bâtiment pouvant entraîner une modification de la charge thermique par rapport à la conception initiale. Dans ce cas, le choix d'une autre courbe que la courbe ISO peut nécessiter une adaptation de la construction pour atteindre le niveau de sécurité requis.

Technische info | Information technique

De NBN EN 1992-1-2+ANB [5] geeft de mogelijkheid om een geavanceerde berekeningsmethode toe te passen om de mechanische respons van de constructie te bepalen. De methode moet volgens de norm gebaseerd zijn op fundamenteel fysisch gedrag, dat leidt tot een betrouwbare benadering van het verwachte gedrag van de constructie. De Université de Liège heeft het softwarepakket SAFIR3 ontwikkeld. Daarmee kan zowel de thermische als de mechanische respons van een constructie bepaald worden. Andere pakketten zijn bijvoorbeeld ANSYS en DIANA3. In vergelijking met een brandproef en de vereenvoudigde berekeningsmethode wordt hiermee dus het werkelijk gedrag van een constructie gesimuleerd. Dit kan namelijk afwijken van het

gedrag tijdens de brandproef. Tijdens de brandproef wordt het beproefde constructiedeel namelijk niet verhinderd om uit te zetten en te vervormen. Dit zijn ook uitgangspunten in de vereenvoudigde berekeningen. Bovendien is het beproefde constructiedeel niet in interactie met de constructiedelen waarmee het in werkelijkheid is verbonden, waardoor men geen inzicht krijgt in de wijzigende krachtswerking in de constructie tijdens de brand. Soms is het werkelijke gedrag gunstiger, soms ook ongunstiger. Op vraag van FEBE heeft de Université de Liège een thermische studie uitgevoerd op 12 I-liggers. Telkens werd op basis van de standaardbrand de thermische respons van de liggers bepaald met het softwarepakket SAFIR. Het verslag van dit rapport kan gedownload worden op www.febefast.be.

3 Voor SAFIR, https://www.uee.uliege.be/cms/c_6331644/en/safir Voor ANSYS, https://www.ansys.com/ Voor DIANA, https://dianafea.com/

Fig. 2 – Thermische respons kolom (4 zijden blootgesteld aan brand) Fig. 2 - Réponse thermique d’une colonne (exposée au feu sur 4 faces)

le développement et la répartition de la température dans la construction (fig. 2). La deuxième est le comportement mécanique de la construction pendant l’incendie, au cours duquel on évalue si la capacité porteuse de la construction (et donc sa résistance au feu) est suffisante pendant l’incendie. La norme NBN EN 1992-1-2+ANB [5] offre la possibilité d’appliquer une méthode de calcul avancée, afin de déterminer la réponse mécanique de la construction. En vertu de la norme, la méthode doit être basée sur un comportement physique fondamental menant à une estimation fiable du comportement prévu de la construction. L’Université de Liège a développé le progiciel SAFIR3, qui permet tout à la fois de déterminer la réponse thermique que la réponse mécanique d’une construction. Il existe d’autres progiciels, tels que DIANA et ANSYS3, par exemple. Par rapport aux essais au feu et à la méthode de calcul simplifiée, ils permettent donc de simuler le comportement effectif d’une construction. Celui-ci peut en effet être différent du comportement observé au cours de l’essai au feu. Pendant l'essai au

feu, on n’empêche effectivement pas la partie de la construction testée de se dilater et de se déformer. Il s’agit aussi des bases des calculs simplifiés. Qui plus est, la partie de la construction testée n’est pas en interaction avec les éléments de la construction avec lesquels elle est reliée en réalité et l'on ne peut donc se faire aucune idée du changement de l’impact de la force dans la construction au cours de l’incendie. Le comportement réel est parfois plus favorable et il l’est parfois moins. L’Université de Liège a réalisé une étude thermique sur 12 poutres en I. À cette occasion, la réponse thermique des poutres a systématiquement été déterminée sur la base d'un feu standard au moyen du progiciel SAFIR. Vous pouvez télécharger ce rapport sur www.febefast.be.

3 Pour SAFIR, veuillez consulter https://www.uee.uliege.be/cms/c_6331644/en/safir Pour ANSYS, veuillez consulter https://www.ansys.com/ Pour DIANA, veuillez consulter https://dianafea.com/

BETON253

Holle vloerelementen in gewapend of voorgespannen beton… ook voor eengezinswoningen Dalles alvéolées en béton armé ou précontraint… également pour des maisons individuelles

www.febefloor.be

Technische info | Information technique

Case: Analyse van een betonnen kantoorgebouw De Université de Liège en CERIB (Het onderzoekscentrum van de prefab betonindustrie in Frankrijk) hebben in 2015 een paper voorgesteld op een congres in Kroatië [6]. Daarin wordt een analyse toegelicht van een betonnen gebouw dat blootgesteld wordt aan een natuurlijke brand. Deze analyse werd in 2017 gebruikt als basis voor het technisch rapport ISO/TR 24679-6 [7]. Het bestudeerde gebouw is een open kantoorgebouw met 6 bovengrondse verdiepingen en 2 ondergrondse parkeerverdiepingen. Het bestaat uit een skelet met doorlopende balken en kolommen in gewapend beton, die de in twee richtingen dragende vloeren in gewapend beton ondersteunen. Het gebouw werd ontworpen op een raster van 6 m x 7,15 m (fig. 3).

bedraagt 990 °C na 116 minuten. De thermische en mechanische respons werd geanalyseerd met SAFIR. Na 600 minuten blootstelling aan brand treden geen bezwijken op. De doorbuiging van de vloeren bereikt een maximale waarde van 200 mm in de afkoelfase na +/- 160 minuten waarna deze terug afneemt tot een residuele doorbuiging van +/- 140 mm na +/- 400 minuten. De balken buigen maximaal 134 mm door na +/- 160 minuten met een residuele waarde van +/- 105 mm na +/- 300 minuten. De langskracht in de centrale kolommen neemt toe en bereikt een maximale waarde na +/- 60 minuten. Deze toename is het gevolg van de verhindering van de thermische uitzetting van de kolommen door de omringende balken. Na +/- 120 minuten wordt de langskracht kleiner dan de initiële waarde. Verder zien we dat bij blootstelling aan brand het buitenste deel van de kolom uitzet, terwijl het binnenste deel nog koud is. Hierdoor zullen de drukspanningen in het binnenste deel veranderen in trekspanningen. Zelfs in de afkoelfase beweegt de

Met behulp van OZONE werd de kritische temperatuur-tijdkromme bepaald. De maximale temperatuur

Fig. 3 – Raster bestudeerde gebouw

Fig. 3 - Trame du bâtiment étudié

Cas : Analyse d’un immeuble de bureaux en béton L'Université de Liège et le CERIB (le centre de recherche de l'industrie du béton préfabriqué en France) ont présenté une communication à l’occasion d'un congrès en Croatie en 2015 [6]. On y donne des explications sur l’analyse d’un bâtiment en béton exposé à un feu naturel. Cette analyse a servi de base à l’établissement du rapport technique ISO/TR 24679-6 en 2017 [7]. Le bâtiment étudié est un immeuble de bureaux de type open-space de 6 étages en surface et de 2 étages souterrains servant de parking. Il se compose d'une charpente avec des poutres et des colonnes continues en béton armé, qui soutiennent les planchers porteurs en béton armé à double sens. Le bâtiment a été conçu sur une trame de 6 m x 7,15 m (fig. 3).

La courbe de température/temps critique a été déterminée à l’aide d’OZONE. La température maximale s’élève à 990°C après 116 minutes. La réponse thermique et mécanique a été analysée au moyen de SAFIR. Aucun effondrement ne se produit au bout de 600 minutes d’exposition au feu. La déformation des planchers atteint une valeur maximale de 200 mm dans la phase de refroidissement au bout de plus ou moins 160 minutes et rediminue ensuite pour atteindre une flexion résiduelle de plus ou moins 140 mm au bout de 400 minutes. Les poutres fléchissent à maximum 134 mm après plus ou moins 160 minutes avec une valeur résiduelle de plus ou moins 105 mm au bout de 300 minutes. La force longitudinale dans les colonnes centrales augmente et atteint une valeur maximale après plus ou moins 60 minutes. Cette augmentation résulte du fait que BETON253

DOSSIER Brand Incendie

thermische gradiënt zich verder naar binnen en verwarmt het binnenste deel, terwijl het buitenste deel begint af te koelen. Hierdoor wordt trek geïntroduceerd in het buitenste deel, terwijl het binnenste deel terug onder druk komt te staan. De hoekstaven worden na +/- 300 minuten op trek belast terwijl de andere staven op druk blijven werken (fig. 4). De analyse toont ook aan dat in de draagvloeren druk- en trekmembraanwerking geactiveerd worden door de thermische uitzetting van de vloeren die verhinderd worden door de omringende balken. Maar ook de gedeeltelijk verhinderde hoekrotatie van de vloerranden, vanwege het doorbuigen van de vloeren, activeert membraanwerkingen. In het midden van de vloeroverspanningen ontstaan

trekmembraankrachten die worden weerstaan door drukmembraankrachten langs de balken. De verdeling van de membraankrachten wordt weergegeven in fig. 5. De drukkrachten worden weergegeven door donkere dikke lijnen, de trekkrachten door lichte dunne lijnen. De membraanwerking heeft een positief effect op het draagvermogen van de vloer dat niet kan aangetoond worden met een vereenvoudigde berekeningsmethode. De membraanwerking zorgt voor een herverdeling van de krachten en resulteert in een tweede draagweg. Dit is ook mogelijk door bijvoorbeeld de belasting op een kolom die blootgesteld wordt aan brand af te voeren via een doorgaande ligger naar naburige kolommen. Op die manier wordt voortschrijdende instorting vermeden.

Fig. 4 – Spanningen in kolom na 600 minuten brand [7]

Fig. 5 – Druk- en trekmembraanwerking in de vloeren [7]

Fig. 4 - Tensions dans une colonne au bout de 600 minutes d’incendie [7]

Fig. 5 - Action membranaire de compression et de traction dans les planchers [7]

les poutres environnantes empêchent la dilatation thermique des colonnes. La force longitudinale est inférieure à la valeur initiale après plus ou moins 120 minutes. Nous constatons par ailleurs que la partie externe de la colonne se dilate lorsqu’elle est exposée au feu, alors que la partie interne est encore froide. Les contraintes de compression dans la partie interne se transforment alors en contraintes de traction. Même au cours de la phase de refroidissement, le gradient thermique évolue davantage vers l’intérieur et réchauffe la partie interne, tandis que la partie externe commence à se refroidir. Ce qui induit une traction dans la partie externe, tandis que la partie interne se retrouve à nouveau sous pression. Au bout de plus ou moins 300 minutes, 32

BETON253

les cornières sont soumises à des contraintes de traction, tandis que les autres poutres continuent à travailler sous pression (fig. 4). Il ressort également de l’analyse qu’une action de compression et de traction est activée sur la membrane dans les planchers porteurs par la dilatation thermique des planchers entravée par les poutres environnantes. Mais la rotation angulaire partiellement entravée au niveau des bords des planchers en raison de leur flexion active également l’action membranaire. Des forces membranaires de traction, réfrénées par des forces membranaires de compression, se produisent au milieu des surtensions des planchers. La répartition des forces membranaires

Technische info | Information technique

We kunnen besluiten dat Fire Safety Engineering toepasbaar is op betonconstructies. FSE kan vooral interessant zijn voor gebouwen met grote open ruimtes, gebouwen die blootgesteld worden aan een lage thermische belasting, gebouwen met open gevels - zoals parkeergarages - en voor gebouwen met een complexe draagstructuur. Verwacht wordt dat FSE meer en meer gebruikt zal worden om de brandveiligheid van dit soort gebouwen te beoordelen. (BHE) n

REFERENTIES/BRONNEN: [1] FEBELCEM, Brandveiligheid en betonconstructies, 2007 [2] ISO 24679-1:2019, Fire safety engineering Performance of structures in fire - Part 1: General [3] Performance criteria for performance based fire design of concrete and composite structures, Proceedings of the International Conference of Applications of Structural Fire Engineering, 9-11 June 2021, Ljubljana, Ruben Van Coile et al. [4] NBN EN 1991-1-2:2003+ANB:2008 [5] NBN EN 1992-1-2005+ANB:2010 4

[6] Analysis of a concrete building exposed to natural fire, Proceedings of the International Conference of Applications of Structural Fire Engineering, 15-16 October 2015, Dubrovnik, Jean-Marc Franssen et al. [7] ISO/TR 24679-6:2017, Fire safety engineering Performance of structures in fire - Part 6: Example of an eight-storey office concrete building [8] Fire resistance and burnout resistance of reinforced concrete columns, Elsevier Fire Safety Journal 104 (2019), Thomas Gernay [9] Fire resistance and burnout resistance of timber columns, Elsevier Fire Safety Journal 122 (2021), Thomas Gernay

Fig. 6 - Voorbeeld van een numeriek stromingsmodel (CFD) Fig. 6 - Exemple d'un modèle de flux numérique (CFD)

est représentée dans la fig. 5. Les forces de compression sont représentées par de grosses lignes foncées et les forces de traction par de fines lignes claires. L'action de la membrane exerce un impact positif sur la capacité de charge du plancher, qui ne peut être démontrée par une méthode de calcul simplifiée. L’action membranaire assure une redistribution des forces et offre une capacité de charge de secours. Une autre possibilité existe à savoir, par exemple, évacuer la charge pesant sur une colonne exposée au feu vers des colonnes voisines par le biais d’une poutre continue. Ce qui prévient tout effondrement progressif. Nous pouvons conclure que la « Fire Safety Engineering » est applicable sur les constructions en béton. La FSE peut surtout s’avérer intéressante au niveau des bâtiments avec de grands espaces ouverts, les bâtiments exposés à une faible charge thermique, les bâtiments aux façades ouvertes - comme les parkings - et les bâtiments dont la structure porteuse est complexe. La FSE devrait être de plus en plus utilisé pour évaluer la sécurité incendie de ce type de bâtiments. (BHE) n

4 Ondertussen is NBN EN 1992-1-2 ANB:2021 door het NBN gepubliceerd als norm. Deze zal binnenkort ook opgenomen worden in de brandwetgeving.

RÉFÉRENCES/SOURCES : [1] FEBELCEM, Sécurité incendie et constructions en béton, 2007 [2] ISO 24679-1:2019, Fire Safety Engineering - Performance of structures in fire - Part 1: General [3] Performance criteria for performance based fire design of concrete and composite structures, Proceedings of the International Conference of Applications of Structural Fire Engineering, 9-11 June 2021, Ljubljana, Ruben Van Coile et al. [4] NBN EN 1991-1-2:2003+ANB:2008 [5] NBN EN 1992-1-2005+ANB:2010 4 [6] Analysis of a concrete building exposed to natural fire, Proceedings of the International Conference of Applications of Structural Fire Engineering, 15-16 October 2015, Dubrovnik, Jean-Marc Franssen et al. [7] ISO/TR 24679-6:2017, Fire safety engineering - Performance of structures in fire - Part 6: Example of an eight-storey office concrete building [8] Fire resistance and burnout resistance of reinforced concrete columns, Elsevier Fire Safety Journal 104 (2019), Thomas Gernay [9] Fire resistance and burnout resistance of timber columns, Elsevier Fire Safety Journal 122 (2021), Thomas Gernay 4 La NBN EN 1992-1-2 ANB:2021 est entre-temps publiée en tant que norme par la NBN. Elle sera bientôt reprise dans la législation incendie.

BETON253

Comfort wanden Murs Comfort

Sandwichpanelen Panneaux Sandwich

Dubbele wanden Prémurs

Massieve wanden Murs Pleins

www.kerkstoel2000.be

Technische info | Information technique

Brandproeven

eindigen de discussie rond brandwerendheid van metselwerk met open stootvoegen Kan metselwerk bestaande uit stenen met tand en groef waarbij de stootvoegen niet met mortel worden gevuld voldoende brandveilig zijn? Die vraag kwam ook op bij de controle-instanties. Kunnen dergelijke voegen met een breedte van 0 tot 5 mm de doorgang van hete gassen verhinderen? FEBE-lid Roosens Bétons sa besloot om op basis van brandproeven de discussie af te ronden. Eurocode 6 (NBN EN 1996-1-2; 2005, Bijlage B, §5) verwijst expliciet naar dit metselwerk en stelt dat metselwerk bestaande uit stenen met tand en groef en met ongevulde stootvoegen met een breedte die kleiner is dan 5 mm kan worden beoordeeld met behulp van de tabellen die van toepassing zijn op metselwerk zonder pleisterlaag

(oppervlakteafwerking). Roosens Bétons deed beroep op het Warrington Fire Laboratory in Gent om deze stelling te onderbouwen. Meerdere keren stootten ze immers op de scepsis van controle-instanties hieromtrent. Om tot een geldig resultaat te komen gebeurde de proef op basis van een Europese norm (EN 13501-2:2016), een praktisch gevolg

Les tests de résistance au feu mettent fin à la discussion sur l’étanchéité au feu de la maçonnerie avec des joints ouverts

Les maçonneries à rainures et languettes dont les joints verticaux ne sont pas remplis de mortier sont-elles suffisamment résistantes au feu ? Cette question a été soulevée par les organismes de contrôle. Ces joints d'une largeur de 0 à 5 mm peuvent-ils empêcher le passage des gaz chauds ? Roosens Bétons sa, membre de la FEBE, a décidé de compléter la discussion en se basant sur les tests de résistance au feu. L'Eurocode 6 (NBN EN 19196-1-2 ; 2005, Annexe B, §5) fait explicitement référence à cette maçonnerie et stipule que les ouvrages de maçonnerie constitués d’éléments à rainures et languettes et comportant des joints

verticaux non remplis d’une largeur inférieure à 5 mm, peuvent être évalués à l’aide des tableaux appropriés aux murs ne comportant pas de couche d’enduit (fini de surface).

BETON253

van het koninklijk besluit van 7 december 2016 dat bepaalt dat de brandwerendheid en brandreactie van bouwproducten vanaf 1 december 2016 bepaald en ingedeeld moeten worden op basis van Europese normen en niet langer op basis van Belgische normen. Het metselwerk werd opgetrokken met betonmetselstenen met tand en groef, waarbij de verticale voegen systematisch tussen 0 en 5 mm werden open gelaten. 7% van de voegen vertoonde daarbij geen verticale aansluiting als gevolg van het snijden van de stenen. Tijdens de brandproef kon

men de vlammen op verschillende plaatsen door de openingen in de wand waarnemen. Ondanks dit feit, en de overdruk in de oven, voldeed het metselwerk gedurende meer dan 120 minuten aan alle brandcriteria! Deze proef, gecatalogeerd als nr. 19573B, heeft de verdienste om de discussie met betrekking tot de brandveiligheid van dit type metselwerk definitief af te sluiten. Dit type metselwerk werd, tot grote tevredenheid van aannemers en projecteigenaars, aangewend in grote projecten zoals Media Cité in Luik, Docks Bruxel en de nieuwe hoofdzetel van BNP Paribas Fortis, beide in Brussel. Dit type

Snede BB | Coupe BB HORIZONTALE VOEG JOINT HORIZONTAL

197

van 0 tot 5 de 0 à 5

Zijaanzicht | Élévation

DE VERTICALE VOEG VARIEERT VAN 0 TOT 5MM LE JOINT VERTICAL VARIE ENTRE 0 ET 5MM

van 0 tot 5 de 0 à 5

HORIZONTALE VOEG JOINT HORIZONTAL

Snede AA | Coupe AA DE HORIZONTALE VOEG VARIEERT VAN 0 TOT 5 MM LE JOINT HORIZONTAL VARIE ENTRE 0 ET 5MM

van 0 tot 5 de 0 à 5 OPEN VERTICALE VOEG JOINT VERTICAL OUVERT

La maçonnerie a été construite avec des blocs en béton à rainures et languettes, en laissant systématique les joints verticaux compris entre 0 et 5 mm ouverts. 7% des joints ne présentaient pas d’emboitement vertical suite à la découpe des blocs. Lors de cette expérience, on voyait en divers endroits du mur l’ardeur des flammes à travers ces ouvertures. Malgré cela, la grande chaleur du feu, l’ensemble des critères de résistance au feu ont été respectés pendant plus de 120 minutes ! 36

BETON253

280

van 0 tot 5 de 0 à 5 OPEN VERTICALE VOEG JOINT VERTICAL OUVERT

Roosens Bétons a confié la mission des essais au laboratoire Warrington Fire Laboratory de Gand pour étayer cette affirmation. Même si à plusieurs reprises, les organismes de contrôles se sont montrés sceptiques à ce propos. Pour obtenir un résultat valable, l'essai a été réalisé sur la base d'une norme européenne (EN 13501-2:2016), conséquence pratique de l'arrêté royal du 7 décembre 2016 stipulant qu'à partir du 1er décembre 2016, la résistance et la réaction au feu des

Technische info | Information technique

metselwerk biedt niet enkel economische voordelen. Het laat een snelle en propere plaatsing toe waarbij een aanzienlijke besparing van de hoeveelheid benodigde mortel gerealiseerd wordt in vergelijking met traditioneel metselwerk. Dat laatste resulteert dan weer in een lagere milieu-impact. n Dit artikel is een bijdrage van Johnny Zschau, commercieel directeur bij Roosens Bétons sa.

Voor de bouw van de nieuwe hoofdzetel van BNP Paribas Fortis werden metselstenen bestaande uit stenen met tand en groef gebruikt. (Zie BETON 248) Des blocs de maçonnerie à rainures et languettes ont été utilisés pour la construction du nouveau siège de BNP Paribas Fortis. (Voir BETON 248)

produits de la construction sont dorénavant déterminées et classées sur base de normes européennes et non plus de normes belges. Cet essai, catalogué comme n° 19573B, a le mérite de clore le débat de façon définitive, sur la sécurité incendie de ce type de maçonnerie. Ce type de maçonnerie a notamment été utilisé, à la plus grande satisfaction des entrepreneurs et maîtres d’ouvrage, dans des grands chantiers tels que Docks Bruxsel, Médiacité à Liège, ou encore dans le nouveau siège de BNP Paribas Fortis et présente, en

plus d’avantages économiques certains, l’avantage d’un grande rapidité et propreté de pose, d’une économie de mortier et globalement d’une emprunte environnementale nettement plus favorable qu’une maçonnerie traditionnelle. Cette dernière se traduit par un impact environnemental moindre. n Cet article est une contribution de Johnny Zschau, directeur commercial chez Roosens Bétons sa.

BETON253

COVERARTIKEL ARTICLE DE COUVERTURE

Patrick Smessaert, projectingenieur bij Decomo sa Patrick Smessaert, ingénieur de projet chez Decomo sa

Brecht Demeulenaere, commercieel directeur bij Decomo sa Brecht Demeulenaere, directeur commercial chez Decomo sa

The Waves

Zicht op The Waves vanuit de Troonlaan / Vue sur The Waves depuis la Troonlaan

BETON253

Golven in architectonisch beton In Oostende, op een steenworp van de Wellingtonrenbaan, krijgt het residentiële project ‘The Waves’ gestaag vorm. Het uitzicht van de elegante gebouwen met golvende terrassen en gebogen kroonlijsten, lijkt schatplichtig aan de golven van de zee, even verderop. Nochtans wijkt de ruwbouw van deze appartementsgebouwen niet af van een omschreven vierhoek. Het is dankzij de complexe balkons en kroonlijsten dat het project zijn golvende uitzicht krijgt. Deze elementen komen recht uit de fabriek van FEBE-lid Decomo sa. The Waves is het levende bewijs, dat de strategie om een prefabrikant snel bij een project te betrekken, zijn vruchten afwerpt. Vastgoedgroep Degroote nv was van bij het begin van plan een esthetisch pareltje af te leveren. De ontwikkelaar, tevens opdrachtgever en aannemer, ging bij de keuze van een architect niet over één nacht ijs. Degroote nodigde

een aantal ontwerpbureaus uit om op zes weken tijd een voorstel uit te werken die de site en zijn unieke omgeving een kwalitatieve invulling konden geven. B2Ai architects bv legde het sterkste concept op tafel. Voor The Waves lieten

de ontwerpers zich inspireren door de omgeving en de gehele context. Zaakvoerder van B2Ai architects, Pieterjan Vermoortel: “Alleen al door de specifieke omgeving vraagt architectuur aan de kust een andere benadering dan een stedelijke of rurale omgeving. Het vakantiegevoel aan zee moet voelbaar zijn in de architectuur.” Niet alleen de stedelijke context van Oostende, maar ook de glooiende natuurelementen, zoals de duinen en de golven waren een inspiratiebron voor het creatieve concept. De organische vormen komen zowel in de gebouwen als in de buitenruimtes terug. Ook over de positionering van het gebouw werd nagedacht. De site heeft door zijn ligging twee schitterende zijden. Er is geen voor- of achterkant.

Des vagues en béton architectonique C’est à deux pas de l’hippodrome Wellington à Ostende que prend peu à peu forme le projet résidentiel « The Waves ». L’aspect de ces élégants bâtiments, avec leurs balcons qui ondulent et leurs corniches incurvées, évoque irrésistiblement les vagues de la mer à quelques encablures de là. La structure de ces immeubles résidentiels s’inscrit cependant dans un quadrilatère. Mais ce sont les formes complexes des balcons et corniches qui donnent son aspect ondulé au projet. Ces éléments sortent tout droit de l’usine de Decomo sa, une entreprise membre de la FEBE. The Waves est la preuve vivante que la stratégie consistant à associer un fabricant de produits préfabriqués au stade précoce d’un projet porte ses fruits. Dès le début, l’ambition du groupe immobilier Vastgoedgroep Degroote nv a été de créer un bijou architectural. Également maître d’ouvrage et entrepreneur, le promoteur a longuement réfléchi au choix de son architecte. Il a invité plusieurs cabinets à élaborer

dans un délai de six semaines une proposition susceptible de mettre le site et son cadre unique en valeur. Au bout du compte, B2Ai architects bv a proposé le concept le plus porteur. Les concepteurs se sont inspirés pour « The Waves » de l’environnement direct

du complexe et du contexte dans son ensemble. Pieterjan Vermoortel, gérant de B2Ai architects : « Rien qu’en raison de l’environnement spécifique, l’architecture au littoral nécessite une approche différente de celle d’un environnement urbain ou rural. La sensation d’être en vacances au bord de la mer doit transparaître dans le rendu architectural. » Outre le contexte urbain d’Ostende, les éléments naturels comme les dunes et les vagues ont été une source d’inspiration pour les concepteurs. On retrouve en effet ces formes organiques à la fois dans les bâtiments et dans les espaces extérieurs. Le positionnement du bâtiment n’a pas été choisi au hasard non plus. De par sa localisation, le site offre deux côtés magnifiques. Il n’y a ni avant ni arrière.

BETON253

GROENE LONG Aan de ene zijde kijk je vanuit de appartementen naar de zee, aan de andere kant ligt de groene Wellingtonrenbaan. The Waves zal na afwerking uit vier geschrankte appartementsgebouwen bestaan. Tussen de vrijstaande gebouwen komt een doorsteek naar de nu verborgen renbaan, de grootste groene long in Oostende. Door de gebouwen niet op één lijn te zetten maar terug te trekken van de rooilijn, meanderen ze als het ware door de Oostendse Troonstraat en creëren ze een aangenaam plein dat voor iedereen toegankelijk is.

POUMON VERT Les appartements donnent d’un côté sur la mer, et de l’autre sur l’espace vert de l’hippodrome Wellington. Une fois terminé, The Waves sera composé de quatre immeubles d’appartements disposés en échelon. Entre chacun des bâtiments indépendants, un passage vers l’hippodrome actuellement caché - le plus grand poumon vert d’Ostende - sera aménagé. Comme les bâtiments s’éloignent de l’alignement, ils enveloppent pour ainsi dire la Troonstraat, créant ainsi un agréable parvis accessible à tous. SCÉNARIOS Alors que deux phases sont terminées en usine et une troisième est en préparation, Brecht Demeulenaere et Patrick Smessaert, respectivement directeur commercial et ingénieur de projet chez Decomo, reviennent sur un parcours complexe. Brecht Demeulenaere : « Nous avons été impliqués très tôt dans les préparatifs. Nous avons pu transposer dans la réalité le jeu de lignes blanches et noires définissant la façade. 40

BETON253

SCENARIO’S Met twee fases afgewerkt in de fabriek, en een derde in de pijplijn, blikken Brecht Demeulenaere en Patrick Smessaert, respectievelijk commercieel directeur en projectingenieur bij Decomo, terug op een complexe rit. Brecht Demeulenaere: “We zaten al heel vroeg in de voorbereiding mee aan tafel. Het zwart-witte lijnenspel dat de gevel bepaalt, konden wij mee omzetten in de realiteit. Samen met Vastgoedgroep Degroote bekeken we de verschillende scenario’s voor het aanleveren van de elementen. Daarbij hielden we steeds rekening met drie parameters. Zo was

een belangrijke toetssteen de duurzaamheid van de elementen, in die zin dat het oorspronkelijke uitzicht ook op lange termijn intact blijft. Daarnaast is de esthetiek in dit project heel belangrijk. We wilden het zwart-witte lijnen spel van de architecten zo elegant mogelijk naar de werkelijkheid vertalen. Ten slotte bekeken we elk scenario uiteraard ook vanuit een economisch perspectief.” Het ontwerp vormde in elk geval een mooi startpunt om efficiënt te kunnen werken. Patrick Smessaert: “Ingenieus aan dit plan, is de bijzonder eenvoudige

Zicht op fase 1 van The Waves. Aan de ene zijde kijk je vanuit de appartementen naar de zee, aan de andere kant ligt de groene Wellingtonrenbaan. Vue sur la phase 1 de The Waves. Les appartements donnent d’un côté sur la mer, et de l’autre sur l’espace vert de l’hippodrome Wellington.

Avec Vastgoedgroep Degroote, nous avons étudié les différents scénarios de livraison des éléments. Nous avons toujours tenu compte de trois paramètres. Une des conditions principales était la durabilité des éléments, afin que l’apparence initiale du bâtiment ne soit pas altérée par le temps qui passe. L’esthétique du projet est également très importante. Nous voulions traduire de la manière la plus élégante possible dans la réalité les lignes noires et blanches imaginées par les architectes. Enfin, nous avons bien entendu

aussi évalué chaque scénario d’un point de vue économique. » En tout état de cause, le projet a constitué un bon point de départ pour une collaboration efficace. Patrick Smessaert : « L’ingéniosité de ce plan réside dans la grande simplicité de la structure principale. L’aspect organique et ondulant est obtenu uniquement en ajoutant les balcons et les corniches. » Brecht Demeulenaere opine : « Le plan au sol de chaque phase consiste en deux rectangles reliés à angle droit. Ce

De balkons die Decomo op de werf levert, moeten inderdaad enkel nog geïntegreerd worden in de ter plaatse te storten vloerplaten. Elk element bestaat uit een massief loopvlak uit architectonisch beton, met de gepolierde onderzijde als plafond. Een of meer golvende borstweringen zijn – na het polieren van de buitenvlakken – in de fabriek bij het gieten van de terrassen aangestort. Patrick Smessaert voegt een niet onbelangrijk detail toe: “Ook de lintelen voor de ramen zijn bij aankomst op de werf al aan de onderkant van de terrassen gemonteerd.”

TOPAFWERKING Aanvankelijk kwam de opdrachtgever naar Decomo met het plan om terrassen en borstweringen afzonderlijk te bestellen en op de werf te monteren. Brecht Demeulenaere: “Doordat we zo vroeg in het proces betrokken waren, hebben we onze knowhow als prefabrikant kunnen inbrengen. Het zit ook in ons DNA om zo ver mogelijk mee te denken en de opdrachtgever zo goed mogelijk te ontzorgen. Dat Vastgoedgroep Degroote voor volledig afgewerkte balkons koos, weegt natuurlijk op de prijs. Maar de keuze is rationeel genomen. Van alle scenario’s, telkens getoetst aan onze parameters, bleek deze verregaande prefabricatie de juiste keuze te zijn.” Ook de afwerking van de elementen zelf werd goed afgewogen naar esthetiek, economie en duurzaamheid. Brecht Demeulenaere: “Na rijp beraad, ging de opdrachtgever voor een topafwerking: al het architectonische

hoofdstructuur. Het organische en golvende uitzicht is volledig te danken aan de toevoeging van de balkons en de kroonlijsten.” Brecht Demeulenaere beaamt: “Het grondplan bestaat voor elke fase uit twee rechthoeken die overhoeks gelinkt zijn. Wij brengen alle rondingen en golven mee in onze elementen, waardoor – van boven af gezien – een organische 8-vorm te zien is. Omdat Vastgoedgroep Degroote de keuze maakte om volledig afgewerkte balkons te bestellen, werd alle complexiteit van de werf gehaald en volledig naar onze productie verplaatst.”

Het grondplan is bijzonder eenvoudig: twee rechthoeken die overhoeks gelinkt zijn. Alle rondingen en golven ontstaan door montage van de prefab elementen, waardoor een organische 8-vorm ontstaat. Le plan au sol est on ne peut plus simple : deux rectangles reliés à angle droit. Tous les arrondis et toutes les vagues sont obtenus en assemblant les éléments préfabriqués, créant ainsi une forme organique en huit.

sont nos éléments qui apportent tous les arrondis et toutes les vagues, ce qui crée, vu d’en haut, une forme organique en huit. Vastgoedgroep Degroote ayant choisi de commander des balcons entièrement finis, toute la complexité a été éliminée du chantier et transférée à la place vers notre production. » Il suffit en effet d’intégrer les balcons fournis par Decomo aux dalles de plancher coulées sur place. Chaque élément

est constitué d’une surface solide en béton architectonique, dont la face inférieure polie sert de plafond. Une ou plusieurs balustrades ondulées - après le polissage des surfaces extérieures sont coulées en usine lors du coulage des terrasses. Patrick Smessaert ajoute un détail qui a son importance : « Les linteaux des fenêtres sont eux aussi déjà montés dans le bas des balcons lorsqu’ils arrivent sur place. »

FINITION DE QUALITÉ À l’origine, le client avait frappé à la porte de Decomo dans l’intention de commander les balcons et les balustrades séparément et de les assembler sur le chantier. Brecht Demeulenaere : « En étant impliqués aussi tôt dans le processus, nous avons pu apporter notre savoir-faire en tant que préfabricant. Réfléchir le plus possible avec le maître de l’ouvrage et le soulager autant que possible est dans nos gênes. Et le fait que Vastgoedgroep Degroote ait finalement opté pour des balcons entièrement finis a également des répercussions sur le prix. Mais ce choix a été fait de façon rationnelle. De tous les scénarios évalués à l’aune de nos paramètres, cette préfabrication poussée s’est avérée être le bon choix. » BETON253

beton in het zicht wordt gepolijst, waardoor het een mooi, glad en rijk uiterlijk krijgt. Een gepolijste afwerking heeft ook op lange termijn de minste kans op vervuiling, een must voor de bouwheer. Dat is niet te verwonderen. Al het zwart en wit dat je in dit gebouw waarneemt, is van architectonisch beton: van de witte, zeer zichtbare borstwering tot de terrassen, over de gevelplaten tussen de twee ramen op de eerste acht verdiepingen en de lintelen tot en met vooruitspringende zwarte borstweringen en dakranden.” Al zijn alle partijen het erover eens dat deze verregaande prefabricatie een intelligente manier van bouwen is, toch brengt het ook uitdagingen met zich mee. Patrick Smessaert: “Het klopt dat het bouwteam meer dan eens opgelucht ademhaalt na de montage. Van de zwarte band vlak boven het gelijkvloers bijvoorbeeld, is alleen de buitenste strook in architectonisch beton.

Die band wordt niet rechtstreeks op de gevel aangehecht. Men moest dus als het ware ‘in het ijle’ een aantal punten vastleggen, om die band aan te brengen en daarna de vloerplaat te gieten. Hetzelfde geldt voor de lintelen. Die monteren we in de fabriek zo, dat je ze nog een beetje kan bijregelen op de werf. Maar die flexibiliteit blijkt tot nu toe zelfs overbodig! Ook de afwatering wordt in de terrassen ingegoten. Dat zijn heel wat punten die bij montage perfect moeten aansluiten.” Brecht Demeulenaere vult aan: “In tegenstelling tot de meeste terrassen vormt de contour hier een doorlopend geheel van 360° rond het gebouw. Ook dat is uiteraard een uitdaging. Omwille van de strenge toleranties van architectonisch beton houden we de voegen heel smal, op 16 mm. Het is uiteraard de bedoeling dat de terrassen naadloos op elkaar aansluiten. Ook dat blijkt op de werf mooi te kloppen.”

PREFAB The Waves eist de productie van complexe vormen, toch moeten die in de fabriek efficiënt en economisch gemaakt kunnen worden. Patrick Smessaert: “In die variatie moeten we natuurlijk zoveel mogelijk standaardisering zoeken. We kunnen nu alle gebogen vormen creeren, verticaal gestort, in een achttal metalen kisten. De stralen van het oorspronkelijk ontwerp zijn daartoe slechts minimaal aangepast, en voor de derde fase tekenden de architecten de golven zelfs zo uit dat er geen enkele aanpassing noodzakelijk was. Ook voor de waterafvoer wordt overal een standaard T-stuk en L-stuk gebruikt (fig. 1). De rechte stukken zijn variabel, afhankelijk van het de diepte van het terras.” PRODUCTIE Gezien de organische look van The Waves in de fabriek van Decomo zijn vorm vindt, is een uitstekende begeleiding van de productie een must.

DECOMO Architectonisch beton voor al Uw realisaties Le béton architec-tonique pour toutes vos réalisations Met meer dan 40 jaar ervaring, is DECOMO de specialist inzake de productie van dit kwalitatief en uiterst hoogwaardig betonproduct op maat, dat tevens structureel kan worden aangewend. Wij bieden conceptueel advies tijdens de ontwerpfase van om het even welk bouwproject en garanderen een professionele begeleiding tijdens de uitvoering. DECOMO, waar creativiteit en vakmanschap hand in hand gaan, dat is telkens weer maatwerk en adequate oplossingen die Uw architectonisch project een uniek cachet geven!

BETON253

www.decomo.be

Avec plus de 40 ans d’expérience, DECOMO est le spécialiste dans le domaine de la préfabrication de béton architectonique sur mesure, de qualité supérieure, et également utilisable comme élément structurel de l’édifice. Nous offrons un avis conceptuel dès la phase de l’élaboration de tout projet de construction et garantissons un suivi professionnel lors de la réalisation de votre projet. DECOMO, où créativité et savoir-faire vont de pair, et où l’expertise et la mise en œuvre de solutions adéquates donnent à votre projet architectural un cachet unique !

Op de werf worden volledige terrassen geleverd, waaraan de lintelen al zijn gemonteerd. Des terrasses complètes sont livrées sur le chantier, avec les linteaux déjà montés.

Het terraselement moet na productie 180° gedraaid worden om de onderzijde te polijsten. Une fois produit, l’élément de terrasse doit être tourné de 180° pour polir la face inférieure.

La finition des éléments eux-mêmes a également été soigneusement étudiée en termes d’esthétique, d’économie et de durabilité. Brecht Demeulenaere : « Après mûre réflexion, le maître d’ouvrage a opté pour une finition haut de gamme : tout le béton architectonique apparent a été poli, ce qui lui confère un bel aspect lisse et qualitatif. Sur le long terme, une finition polie présente en outre le plus faible risque de souillure, ce qui était impératif pour le maître d’ouvrage. Cela n’est guère surprenant. Tout le noir et le blanc que l’on voit dans ce bâtiment est en béton architectonique : de la balustrade blanche très visible aux terrasses, en passant par les panneaux de façade séparant les deux

Om de elementen zonder schade te kunnen vervoeren, wordt er soms op maat van één specifiek element een houten schoring voor de ladingszekering op de vrachtwagen gemaakt. Pour transporter les éléments sans les endommager, un étai en bois pour l’arrimage de la charge sur le camion est parfois réalisé sur mesure pour un élément spécifique.

Chaque élément est constitué d’une surface solide en béton architectonique, dont la face inférieure polie sert de plafond.

Elk element bestaat uit een massief loopvlak uit architectonisch beton, met de gepolijste onderzijde als plafond.

fenêtres des huit premiers étages et les linteaux jusqu’aux balustrades et avanttoits noirs faisant saillie. » Même si toutes les parties s’accordent à dire que cette préfabrication poussée constitue une manière intelligente de construire, elle pose également des défis. Patrick Smessaert : « Il est vrai que l’équipe de construction a plus d’une fois poussé un soupir de soulagement après le montage. Par exemple, seule la bande extérieure du bandeau noir situé juste au-dessus du rez-de-chaussée est en béton architectonique. Ce bandeau n’est pas fixé directement à la façade. Il a donc été nécessaire de définir un certain nombre de points « dans le vide »

pour fixer le bandeau avant de couler la dalle de plancher. Il en va de même des linteaux. Nous les montons en usine en laissant un peu de jeu pour pouvoir les ajuster sur le chantier. Mais cette flexibilité s’est toujours avérée inutile à ce jour. L’évacuation de l’eau est également coulée dans les balcons. Il y a tout un tas de points qui doivent s’emboîter parfaitement lors du montage. » Brecht Demeulenaere complète : « Contrairement à la plupart des balcons, le contour enserre tout bâtiment de façon continue. Cela constitue évidemment un défi. En raison des tolérances strictes du béton architectonique, nous avons prévu des joints très étroits de 16 mm. L’objectif est bien entendu que les balcons s’emboîtent entre eux sans raccord. Ce qui a finalement été le cas sur le chantier. » PRÉFABRICATION The Waves exige la production de formes complexes, mais celles-ci doivent pouvoir être réalisées en usine de manière efficace et économique. Patrick Smessaert : « Dans cette variation, il faut BETON253

Brecht Demeulenaere: “Bij een rechthoekig terras hebben onze mensen in de productie vier referentiepunten. Voor deze grillige vormen bedachten we andere hulpmiddelen. Zo wijst een houten plaat, uitgefreesd met de machine, de exacte vorm van de vloerplaat aan. Zulke zaken vragen extra voorbereiding, maar vormen een uitstekend hulpmiddel.” “Eens de borstwering aan het terras is gestort, hebben we met robuuste en moeilijk hanteerbare stukken te maken. De borstwering heeft immers op sommige verdiepingen een hoogte van 85 cm, omwille van de veiligheid. Het terraselement moet na productie 180° gedraaid worden om de onderzijde te polijsten. Daarvoor werd een speciale stalen schoen ontworpen.”

bien sûr chercher le plus possible à normaliser. Huit coffrages métalliques nous suffisent désormais pour créer toutes les formes courbes, coulées verticalement. Les rayons prévus dans le concept original n’ont été que très légèrement modifiés et les architectes ont même dessiné les vagues de la troisième phase de sorte qu’aucun ajustement ne soit nécessaire. Pour ce qui est des évacuations d’eau aussi, nous utilisons partout un T et un L standard (fig. 1). Les éléments droits sont variables, en fonction de la profondeur du balcon. » PRODUCTION Comme le look organique de The Waves prend forme dans l’usine de Decomo, un excellent suivi de la production est indispensable. Brecht Demeulenaere : « Pour un balcon rectangulaire, nos techniciens en production ont quatre points de référence. Nous avons imaginé d’autres outils ou aides pour ces formes plus biscornues. Par exemple, une plaque en bois fraisée à la machine indique la forme exacte de la dalle de sol. Ce genre de choses nécessite une préparation 44

BETON253

PERFECTIE De omschrijving van het project lijkt het perfecte plaatje te schetsen. “Er liep weinig fout. Maar vergeet niet dat de intensieve voorbereiding daar niet voor iéts, maar voor heel véél tussen zit”, zegt Brecht Demeulenaere. “Zoals iedereen weet, is voorbereiding van het grootste belang bij bouwen met prefab. Wat men soms vergeet, is dat de hoeveelheid werk gigantisch is, en tijd vraagt. We startten begin juni met de voorbereidingen van fase 3. In november gaan we in productie. In maart 2022 kunnen de eerste elementen naar de werf. Het voortraject duurt bijna een volledig jaar, en dat voor een project dat al haar derde fase in gaat. Aan prefab is alles pre-! Daarmee bedoel ik dat ook de andere partijen mee moeten kunnen in die grote voorbereiding. Wij stellen

de aannemer enorm veel vragen, soms vragen waar hij nog geen antwoord op kan kennen. Zo staat op plan dat de interieurvloer en de terrasvloer op exact dezelfde hoogte komen te liggen. Alleen is de vloerbekleding van het interieur nog niet ingevuld. Men moet dus de hele werf lang rekening houden met verschillende scenario’s om toch een perfecte afwerking van gevel en interieur te kunnen garanderen.” Patrick Smessaert besluit: “Een perfect project afleveren met zo’n graad van complexiteit, is alleen mogelijk als de overleglijnen kort zijn, en iedereen beslissingen durft te nemen. Dat is bij The Waves gelukkig het geval.” (KDA) n

supplémentaire, mais constitue une excellente aide. »

prendront la direction du chantier en mars 2022. Le trajet en amont prend presque une année entière, et ce alors que le projet entre déjà dans sa troisième phase. Tout est « pré » dans le préfabriqué ! Je veux dire par là que les autres parties doivent également pouvoir participer à ces importants préparatifs. Nous posons énormément de questions à l’entrepreneur, parfois des questions auxquelles il ne peut pas encore connaître la réponse. Ainsi, le plan prévoit que le sol intérieur et le sol de la terrasse se trouvent exactement à la même hauteur. Mais le revêtement de sol à l’intérieur n’a pas encore été prévu. Il faut dès lors tenir compte tout au long du chantier de différents scénarios pour garantir une finition parfaite de la façade et de l’intérieur. » Et Patrick Smessaert de conclure : « Réceptionner un projet parfait avec un tel degré de complexité n’est possible que si les lignes de communication sont courtes, et que chacun ose prendre des décisions. C’est fort heureusement le cas pour The Waves. » (KDA) n

« Une fois la balustrade coulée sur le balcon, nous obtenons des éléments solides et difficiles à manipuler. Par souci de sécurité, la balustrade a en effet une hauteur de 85 cm à certains étages. Une fois produit, l’élément du balcon doit être tourné de 180° pour polir la face inférieure. Nous avons conçu une semelle en acier spéciale pour cela. » PERFECTION La description du projet semble brosser un tableau parfait. « Tout s’est bien passé de manière générale. La préparation intensive du projet en amont a beaucoup apporté. », affirme Brecht Demeulenaere. « Chacun sait que la préparation revêt une importance extrême dans la construction préfabriquée. Ce que l’on oublie parfois, c’est que la somme de travail est gigantesque et demande du temps. Nous avons entamé les préparatifs de la phase 3 au début du mois de juin. La production débutera en novembre et les premiers éléments

Fig. 1: Standaard T-stuk en L-stuk voor de waterafvoer van het terras. Fig. 1 : Un T et un L standard pour l’évacuation de l’eau sur la terrasse.

The Waves Oostende | Ostende, 2021 ... FASE 1: afgewerkt, opgeleverd in voorjaar 2021. PHASE 1: terminée, réceptionnée au printemps 2021. FASE 2: in opbouw, oplevering in voorjaar 2022. PHASE 2 : en construction, réception au printemps 2022. FASE 3: werf opgestart, productie elementen vanaf najaar 2021. PHASE 3 : chantier démarré, éléments en production à partir de

l’automne 2021. OPDRACHTGEVER | MAÎTRE D’OUVRAGE : Vastgoedgroep Degroote nv ONTWERP | PLAN : B2AI architects bv AANNEMER | ENTREPRENEUR : Vastgoedgroep Degroote nv PREFAB ELEMENTEN IN ARCHITECTONISCH BETON| ÉLÉMENTS EN BÉTON ARCHITECTONIQUE: Decomo sa

• Vier volumes met 118 appartementen en een commerciële ruimte van ca 155m², • een halfondergrondse sokkel met fietsenstallingen en 39 private parkeerplaatsen, • een tussenniveau met 51 private bergingen, • een kelder met 108 private parkeerplaatsen en 47 private bergingen, • een centrale stookplaats op het dak. • Quatre volumes comprenant 118 appartements et un espace commercial d’environ 155 m², • un socle semi-enterré avec un garage à vélos et 39 emplacements de stationnement privés, • un niveau intermédiaire avec 51 emplacements de stationnement privés , • un sous-sol avec 108 emplacements de stationnement privés et 47 emplacements de stationnement privés • une chaufferie centrale sur le toit.

BETON253

Op het gelijkvloers bevinden zich ‘kleinere’ auditoria

De werf van de nieuwe auditoria

Sur le rez-de-chaussée se trouvent les plus « petits » auditoires.

Le chantier des nouveaux auditoires

Onder bankenrijen bevinden zich de wanden en de ingewikkelde balken die ze ondersteunen, dit allemaal omringd door periferische zuilen, waaronder de grote zuil, over de ganse hoogte van het gebouw.

Sous les rangées de bancs se trouvent les murs et les poutres complexes qui les soutiennent, le tout entouré de colonnes périphériques, dont la grande colonne, sur toute la hauteur du bâtiment.

CÉRÉMONIE DES FEBE ELEMENTS AWARDS

Auditoire de l’ULB – Des éléments préfabriqués en béton complexes C'est devenu une tradition : en novembre, la FEBE décerne ses FEBE Elements Awards aux projets, idées et initiatives remarquables impliquant le béton préfabriqué. La cérémonie se déroule généralement dans un cadre qui incarne les possibilités du béton préfabriqué. Pour cette édition, c’est l’auditoire de la Faculté de Médecine de l'Université Libre de Bruxelles (ULB) qui accueillera l’événement. La cérémonie de remise des Awards aura lieu dans ce bâtiment construit en 2019. Le complexe comprend quatre auditoires et un hall d'entrée monumental. Au rez-de-chaussée se trouvent les deux plus petits auditoires (146 et 148 places) et un plus grand (329 places). Ensemble, les pièces remplissent un quart de cercle d'un rayon de 35 mètres. Un quatrième auditoire s'étend au-dessus du rez-de-chaussée, offrant 46

BETON253

un espace pour 772 sièges. Pour des raisons de planification - rapidité et efficacité - le client a choisi d'utiliser le plus possible des éléments préfabriqués en béton. Le bâtiment offre un véritable catalogue d'éléments préfabriqués en béton : colonnes, poutres, prédalles précontraintes, éléments de tribune, escaliers, paliers, murs creux, murs pleins et aussi poutres et murs courbes.

D’autres raisons poussent à s’attarder sur ce bâtiment. Tout d'abord, les raccords entre les murs courbes et les nombreuses pièces irrégulières n'étaient pas monnaie courante. De plus, certains éléments ne pouvaient pas être livrés en préfabriqué en raison de leur taille, et les raccords entre les éléments coulés sur place et les éléments préfabriqués constituaient un défi supplémentaire. Les différents éléments ayant été fournis par des entreprises du groupe CRH, le client a choisi de confier la direction de ce projet à d-Concrete!, qui offre des solutions globales au sein du groupe CRH par la coordination, l'ingénierie et la gestion de projet.

UITREIKING FEBE ELEMENTS AWARDS

Auditoria ULB – prefab elementen met complexiteit Het is intussen een traditie geworden: In november reikt FEBE haar FEBE Elements Awards uit aan belangwekkende projecten, ideeën en initiatieven met prefab beton. De feestelijke uitreiking vindt doorgaans plaats in een kader dat de mogelijkheden van prefab beton belichaamt. Voor deze editie valt de keuze op de auditoria van de Faculteit Geneeskunde van de Université Libre de Bruxelles (ULB). De uitreiking van de Awards zal plaatsvinden in dit gebouw uit 2019. Het complex omvat vier auditoria en een monumentale inkomhal. Op het gelijkvloers bevinden zich de twee kleinste aula’s (146 en 148 plaatsen) en één groter (329 plaatsen). Samen vullen de ruimtes een kwartcirkel met een straal van 35 meter. Daarboven overspant een vierde auditorium het gelijkvloers en biedt het zo ruimte aan 772 zitplaatsen. Om planningsredenen – snelheid en efficiëntie – koos de bouwheer ervoor om zoveel mogelijk in prefab te voorzien. Het gebouw biedt een ware catalogus van geprefabriceerde betonnen elementen: kolommen, balken, voorgespannen breedplaten, tribune-elementen, trappen, bordessen, dubbele wanden, volle wanden en ook gebogen balken en wanden. Dat is niet de enige reden waarom dit gebouw wat aandacht verdient van een

publiek dat interesse heeft in de mogelijkheden van prefab. Ten eerste waren de verbindingen tussen gekromde wanden en vele onregelmatige stukken niet alledaags. Daarenboven konden sommige elementen omwille van hun formaat niet in prefab geleverd worden, en vormden de verbindingen tussen ter plaatse gestorte elementen en geprefabriceerde elementen een extra uitdaging. Omdat de verschillende elementen geleverd werden door de bedrijven van de CRH-groep, koos de opdrachtgever ervoor om dit project in goede banen te laten leiden door d-Concrete!, dat binnen de CRH-groep totaaloplossingen aanbiedt via coördinatie, engineering en project management. David Dupont van d-Concrete!: "In dit project zijn de geprefabriceerde elementen inderdaad meer ingewikkeld en

technisch dan wat we op traditionele werven tegenkomen. De aula's strekken zich elk uit over twee verdiepingen. Onder de bankrijen bevinden zich de wanden en de ingewikkelde balken die deze wanden ondersteunen, dit allemaal omringd door periferische zuilen, waaronder de grote zuil, over de ganse hoogte van het gebouw. Dat zorgde ervoor dat het op de plannen en de 2D-zichten het soms zeer moeilijk was de situatie te begrijpen. Om de interactie tussen ter plaatse gestort en prefab zeer goed te beheren, hebben wij alles in 3D hertekend Talrijke elementen vertoonden trapvormen van grote afmetingen die tegelijkertijd op een gestorte zuil en op een dubbele wand en/of geprefabriceerde balken met de nodige uitsparingen rustten. Dit is typisch het soort projecten waarin BIM heel nuttig is. Het resultaat was een 0% foutenlast.” (KDA) n

Université Libre de Bruxelles, Campus Erasme; Auditoires de la Faculté de Médecine / Auditoria voor de Faculteit Geneeskunde 2019, Bruxelles / Brussel MAÎTRE D’OUVRAGE | OPDRACHTGEVER:

Université Libre de Bruxelles ARCHITECT(E): Art&Build bv ENTREPRENEUR | AANNEMER: Valens nv

De genomineerden van de FEBE Elements Awards vindt u vanaf begin december op febeawards.be. In het volgend nummer van BETON maakt u eveneens kennis met de winnaars. Découvrez sur www.febeawards.be les nominés pour l’édition 2021 des FEBE Elements Awards. Les lauréats seront connus le soir du 25 novembre.

BUREAU D’ÉTUDES | STUDIEBUREAU: Pirnay bv ÉLÉMENTS EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ | PREFAB BETONELEMENTEN: CRH Structural

Concrete Belgium nv

David Dupont de dConcrete ! explique : « Dans ce projet, les éléments préfabriqués sont en effet plus complexes et techniques que ce que l'on rencontre sur les chantiers traditionnels. Les auditoires s'étendent sur deux étages chacun. Sous les rangées de bancs se trouvent les murs et les poutres complexes qui les soutiennent, le tout entouré de

colonnes périphériques, dont la grande colonne, sur toute la hauteur du bâtiment. Il était donc parfois très difficile de comprendre la situation sur les plans et les vues en 2D. Afin de gérer au mieux l'interaction entre le coulage sur site et le préfabriqué, nous avons tout redessiné en 3D. De nombreux éléments présentaient des formes d'escalier de

grandes dimensions reposant simultanément sur une colonne coulée et sur un double mur et/ou des poutres préfabriquées avec les découpes nécessaires. C'est typiquement le type de projet pour lequel la BIM est très utile. Le résultat a été un taux d'erreur de 0%. » (KDA) n

BETON253

©Febestral

Oplossingen van de FEBESTRAL-fabrikanten: Waterdoorlatende verharding ©Febestral

Oplossingen van de FEBESTRAL-fabrikanten: Functioneel én esthetisch

Solutions proposées par les fabricants de FEBESTRAL: Revêtement perméable

Solutions proposées par les fabricants de FEBESTRAL: Fonctionnel et esthétique

ENTRETIEN AVEC SONJA KUYPERS (FEBESTRAL)

« Rester sur le banc de touche n’est pas une option » La Fédération de l'Industrie du Béton compte plusieurs groupements. Les fabricants y discutent de l’avenir de leur secteur, tant sur le plan promotionnel que technique. FEBESTRAL, l'un de ces groupements, rassemble les fabricants de produits en béton destinés au marché du pavage. Les membres ont désigné un nouveau président, en l’occurrence une présidente, juste avant les congés du bâtiment. Sonja Kuypers, avec ses nombreuses années d'expérience dans le secteur du béton, connait bien FEBESTRAL et le secteur de la construction en général. C’est donc en sa qualité de présidente de FEBESTRAL que Sonja Kuypers s’est confiée à BETON. Elle nous évoque notamment les défis du groupement dans les prochaines années. SONJA KUYPERS : « Je m’appelle Sonja et suis née en 1964. Je le dis d’emblée. Je travaille chez Ebema depuis 1990. J’ai donc vu le secteur du béton changer considérablement au cours de toutes ces années. J’ai personnellement débuté dans la vente, avant de devenir pendant une longue période

BETON253

directrice commerciale. Depuis 2016, je suis à la tête d’Ebema en tant que co-CEO. Au départ, c'était avec Jan Panis, qui est également actionnaire. Depuis peu, je partage la fonction avec Bart Van Winkel. Je suis moi-même depuis longtemps active au sein du groupement FEBESTRAL, aux côtés de l’ancien

président de la FEBE Ludo Panis. Je peux donc dire que je connais bien les collègues du groupement. » BETON : Vous avez vu le secteur changer au cours des 30 dernières années, dites-vous. Quels ont été selon vous, les changements les plus marquants ? SONJA KUYPERS : « Pendant longtemps,

les fabricants de FEBESTRAL se sont concentrés uniquement sur la « décoration » des espaces publics et des jardins. Alors qu'au début de ma carrière, seul l’aspect purement fonctionnel était pris en considération, depuis lors l'aspect esthétique s'y est progressivement ajouté. Il s’agissait d’une évolution importante que FEBESTRAL, a suivie de près. La promotion étant l’activité principale du groupement, nous avons

INTERVIEW MET SONJA KUYPERS (FEBESTRAL)

“Toekijken vanop de zijlijn is geen optie” De Federatie van de Betonindustrie telt verschillende deelverenigingen. Fabrikanten overleggen er over de toekomst van hun sector, zowel op promotioneel als op technisch vlak. FEBESTRAL, één van die deelverenigingen, brengt de fabrikanten van betonproducten voor de bestratingsmarkt samen. De leden stelden voor het bouwverlof een nieuwe voorzitter aan. Sonja Kuypers is – met veel jaren ervaring in de betonsector – geen onbekende voor FEBESTRAL, noch voor de bouwsector in het algemeen. Als nieuwe voorzitter vroeg BETON haar naar de uitdagingen voor FEBESTRAL in de komende jaren. Daar ging mevrouw Kuypers graag op in, nadat ze zichzelf nog even voorstelde.

SONJA KUYPERS: “Ik ben Sonja, geboren

in 1964 - dat zeg ik er maar gelijk bij. Ik werk sinds 1990 bij Ebema. Bijgevolg heb ik de betonsector flink zien veranderen. Zelf startte ik in de verkoop, waarna ik lange tijd commercieel directeur was. Sinds 2016 sta ik als co-CEO aan het hoofd van Ebema. Aanvankelijk was dit samen met Jan Panis, tevens aandeelhouder. Sinds kort deel ik de functie met Bart Van Winkel.

De noodzaak om een aantal zaken in groep aan te pakken, is nog nooit zo groot geweest als vandaag.

Sonja Kuypers is de nieuwe voorzitter van FEBESTRAL. Sonja Kuypers est la nouvelle présidente de FEBESTRAL.

édité plusieurs belles publications qui mettent l'accent sur la combinaison de la fonctionnalité et de l'esthétique. Cet aspect esthétique n'était pas seulement important sur le plan commercial, mais a également fait évoluer la production : la gamme de granulats s'est élargie, la forme des produits s'est complexifiée et depuis lors les fabricants proposent différents types de revêtements et de finitions. Ce changement nous a permis de renforcer notre positionnement sur le marché. »

BETON : Logiquement, la question suivante que nous voudrions vous poser est de savoir à quels changements vous vous attendez dans les années à venir ? SONJA KUYPERS : « Les défis des années à venir se situeront certainement à un niveau social plus large. Je pense particulièrement à la question de la durabilité. Beaucoup de choses ont déjà été dites et écrites sur ce sujet, assurément. Mais l'attention portée sur la question de la durabilité a un impact majeur sur notre secteur qui n’est pas prêt de diminuer à l'avenir, bien au contraire. »

« Surtout avec notre pavage perméable, nous sommes devenus un partenaire important dans le débat sur la durabilité au niveau du secteur de la construction. Initialement, le revêtement perméable était principalement utilisé pour prévenir les problèmes de surabondance d’eau et les inondations.

Désormais, nos produits sont choisis principalement pour permettre à l'eau de pluie de pénétrer sur place dans le sous-sol. Nous savons tous que l’eau devient l’or bleu de demain. Dans un futur proche, nous devrons non seulement veiller à ce que l'eau de pluie s'infiltre dans le sol, mais qu'elle puisse également être récupérée par les entreprises ou les particuliers pour être réutilisée. Il s’agira d’un changement lui aussi très important. La perméabilité est un aspect important de la durabilité pour les fabricants de FEBESTRAL, mais

La nécessité de relever les défis ensemble n’a jamais été aussi grande qu'aujourd'hui. BETON253

Zelf ben ik al heel lang actief in de vereniging FEBESTRAL, samen met gewezen FEBE-voorzitter Ludo Panis. Ik durf dus wel zeggen dat ik de concullega’s van de groep goed ken.” BETON: U zag de sector in de voorbije 30 jaar veranderen, zegt u. We zijn uiteraard benieuwd naar wat u als de meest opvallende wijzigingen beschouwt. SONJA KUYPERS: “De focus van de fabri-

kanten van FEBESTRAL lag lange tijd louter op de ‘aankleding’ van de openbare ruimte en de tuinruimte. Waar dat in het begin van mijn loopbaan puur functioneel werd bekeken, kwam daar stilaan toch ook het esthetische aspect bij. Dat was een belangrijke evolutie, die we als FEBESTRAL van dichtbij gevolgd hebben. Omdat promotie voeren de hoofdtaak is van FEBESTRAL, brachten we een aantal mooie publicaties uit die

ce n'est qu'un aspect de l'ensemble du débat sur la durabilité dans le secteur de la construction. » BETON : Quels autres défis voyez-vous dans le domaine de la durabilité ?

de combinatie van functionaliteit en esthetiek benadrukken. Dat esthetische aspect was niet alleen commercieel belangrijk. Ook de productie evolueerde: het gamma van granulaten werd uitgebreider, de vorm van de producten werd complexer en we boden vanaf dan verschillende soorten deklagen en afwerkingen aan. Dankzij die verandering hebben we ook onze positionering in de markt kunnen versterken.” BETON: Een logische volgende vraag is uiteraard welke veranderingen u in de komende jaren verwacht. SONJA KUYPERS: “De

komende jaren liggen de uitdagingen vast en zeker op een breder, maatschappelijk vlak. De term duurzaamheid valt dan snel. Ja,

over dat onderwerp is al veel gesproken en geschreven. Maar de aandacht voor duurzaamheid heeft een grote impact op onze sector en die zal in de toekomst niet verminderen, integendeel.” “Vooral met onze waterdoorlatende bestrating zijn wij een belangrijke partner geworden in het duurzaamheidsdebat van de bouwsector. Aanvankelijk werd waterdoorlatende bestrating vooral toegepast ter voorkoming van wateroverlast en overstromingen. Nu worden onze producten vooral gekozen om hemelwater ter plaatse te laten doordringen in de ondergrond. We weten allemaal dat water het nieuwe goud aan het worden is. In de nabije toekomst zullen we er niet alleen meer moeten voor gaan zorgen dat

Oplossingen van de FEBESTRAL-fabrikanten: Waterdoorlatende verharding SONJA KUYPERS : « Le béton, en tant que

matériau, continuera à être un sujet en soi et il ne fait aucun doute qu’il continuera d’exister. Cependant, si le secteur du béton veut rester pertinent il doit également assumer un rôle social. Les matières premières utilisées sont naturelles et locales, mais l'utilisation du ciment a part non-négligeable dans les émissions mondiales de CO₂. Nous ne pouvons pas l'ignorer : le secteur du ciment devra certainement prendre ses responsabilités, mais nous devrons également réfléchir aux différentes options pour nous libérer de cette production intensive en CO₂. C’est assurément un défi majeur. C’est ensemble que nous devrons le relever. 50

BETON253

Solutions proposées par les fabricants de FEBESTRAL: Revêtement perméable

La nécessité d'aborder les choses ensemble n'a sans doute jamais été aussi grande qu'aujourd'hui. À côté de la durabilité, je pense également à la nécessaire approche commune de la numérisation, afin de pouvoir fournir le bon service à nos clients. » BETON : Voyez-vous cette numérisation au sein de la partie commerciale des opérations des entreprises ? SONJA KUYPERS : « Entre autres. Actuelle-

ment, par rapport à d’autres secteurs

internationaux, nous opérons principalement au niveau local, et nous connaissons donc souvent nos clients personnellement. Une nouvelle génération de clients nous attend, et elle souhaite pouvoir s'informer 24h/24 et 7j/7. Ils voudront toujours et partout consulter notre offre, mais aussi toutes ses caractéristiques en termes de durabilité et d'applications possibles. Adapter une entreprise à la génération numérique est un changement radical : il s’agira d’être présent numériquement, d’être capable de répondre

het hemelwater infiltreert in de grond, maar dat het door bedrijven of particulieren ook kan worden opgevangen voor hergebruik. Dat wordt nog een belangrijke verandering. Doorlaatbaarheid is voor de fabrikanten van FEBESTRAL een essentieel aspect van duurzaamheid, maar het is slechts één enkel aspect van het volledige duurzaamheidsdebat in de bouwsector.” BETON: Welke andere uitdagingen ziet u nog als het over duurzaamheid gaat?

SONJA KUYPERS: “Beton zal als materiaal op zich een onderwerp blijven. Beton zal altijd blijven bestaan, dat lijdt geen twijfel. Willen we echter als betonsector relevant blijven, dan zullen we ook een maatschappelijke rol

moeten opnemen. De grondstoffen die wij gebruiken zijn natuurlijk en lokaal, maar door het gebruik van cement zijn we nog altijd verantwoordelijk voor een niet te minimaliseren aandeel van de globale CO₂-uitstoot. We kunnen er niet omheen: de cementsector zal zeker zijn verantwoordelijkheid moeten opnemen, maar ook wij als betonsector, zullen ons moeten bezinnen over de uitwegen uit deze CO₂-intensieve productie. Dat is toch een grote uitdaging voor de sector. Dat zullen we samen moeten doen. De noodzaak om zaken samen aan te pakken, is wellicht nog nooit zo groot geweest als nu. Naast duurzaamheid denk ik ook aan de noodzakelijke gezamenlijke aanpak voor digitalisering, om onze klanten de juiste service te kunnen verlenen.”

Oplossingen van de FEBESTRAL-fabrikanten: Functioneel én esthetisch Solutions proposées par les fabricants de FEBESTRAL: Fonctionnel et esthétique

numériquement aux questions, de tenir les clients informés numériquement de leur commande et du stade où elle se trouve dans son exécution, etc. Cet ADN numérique n'est pas encore ancré dans notre secteur. Dans les années à venir, nous aurons certainement à coeur d’observer comment d'autres fabricants de matériaux les fabricants de briques, d'isolants, etc. - abordent cette problématique. Nous n’avons pas à réinventer la roue. Quand je parle de numérisation, je pense aussi à toute l'évolution du BIM,

à laquelle nous pouvons contribuer à l'avenir. » BETON : Comment envisagez-vous de relever ces défis avec les autres fabricants ? SONJA KUYPERS : « Il est encore trop tôt

pour lister des actions concrètes. Arriver à un consensus entre les fabricants du groupement est très important pour être en mesure d’apporter une réponse décisive. Comme je l'ai souligné plus haut, les défis d'aujourd'hui se situent

BETON: Ziet u die digitalisering binnen het commerciële luik van de werking van de bedrijven? SONJA KUYPERS: “Onder meer. We ope-

reren vandaag hoofdzakelijk lokaal – zeker in vergelijking met andere, internationale sectoren - en kennen bijgevolg onze klanten dikwijls persoonlijk. Er staat een nieuwe generatie klanten klaar, die zich 24/7 wil kunnen informeren. Zij zullen altijd en overal ons aanbod willen consulteren, maar ook alle karakteristieken ervan, qua duurzaamheid en qua mogelijke toepassing. Een bedrijf aanpassen aan de digitale generatie is best ingrijpend: digitaal aanwezig zijn, digitaal vragen kunnen beantwoorden, de klanten digitaal op de hoogte houden van hun bestelling en waar die zich in de flow bevindt. Dat digitale DNA is niet ingeburgerd in onze sector. De komende jaren willen we zeker ook kijken hoe andere materialenfabrikanten – baksteenfabrikanten,

aussi à l'extérieur des entreprises, au sein de la société. Ils n’ont jamais été aussi importants. Tous les fabricants de béton sont dans le même bateau – y compris ceux qui ne sont pas membres de FEBESTRAL – et nous devons absolument nous accorder sur le cap que nous voulons atteindre. Un certain nombre d'évolutions peuvent nous rebuter, en particulier les changements dans la construction. Mais nous pouvons également les voir comme des opportunités. "Never waste a good crisis!" Il sera certainement nécessaire de procéder à une réflexion de nature stratégique. Nous pourrons de cette façon examiner les opportunités et déterminer les objectifs à long terme. Je vois cette présidence comme un défi majeur. La nécessité de relever les défis ensemble, en tant que fédération ou groupement, n'a jamais été aussi grande qu'aujourd'hui. Rester sur le banc de touche n’est pas une option. » BETON253

Sterk op alle niveaus Fort à tous les niveaux

www.fingo.be

isolatiefabrikanten, … - dit aanpakken. We hoeven het warm water niet opnieuw uit te vinden. Wanneer ik over digitalisering spreek, denk ik ook aan de hele BIM-evolutie, waaraan we in de toekomst kunnen bijdragen.” BETON: Hoe ziet u deze uitdagingen samen met de andere fabrikanten aan te pakken? SONJA KUYPERS: “Het is vroeg om concrete actiepunten op te sommen. Eensgezindheid tussen de fabrikanten van de vereniging is erg belangrijk om een daadkrachtig antwoord te kunnen bieden. Zoals ik hierboven schetste, liggen de uitdagingen vandaag ook buiten de bedrijven om, in de maatschappij. Ze zijn groter dan ze ooit zijn geweest. We zitten met alle betonfabrikanten – ook buiten FEBESTRAL – in dezelfde boot en we moeten het absoluut eens zijn over waar we heen willen

varen. Een aantal evoluties kunnen afschrikken, waaronder de bouwshift. Evengoed kunnen we ze als opportuniteit zien. Never waste a good crisis. Een strategische oefening zal zeker op haar plaats zijn. Zo kunnen we de opportuniteiten bekijken en de lange-termijn-doelen vastleggen. Ik zie dit voorzitterschap als een grote uitdaging. De noodzaak om een aantal zaken in groep, als federatie of als vereniging aan te pakken, is nog nooit zo groot geweest als vandaag. Vanop de zijlijn toekijken is geen optie.”

We moeten verder inzetten op slimme producten en slimme acties.

BETON: Hoe zou u de vorige vraag beantwoorden wanneer u even louter als ondernemer mag spreken? SONJA KUYPERS: “De voorbije jaren is er

in onze sector veel aan productontwikkeling gedaan. Als fabrikant moeten we zeker verder inzetten op slimme producten en slimme acties. We bieden op dit ogenblik lichtgevende producten, geluidsreducerende producten en natuurlijk ook de waterdoorlatende producten aan. We moeten verder denken in die trant. ‘Slim bestraten’ wordt zeker een belangrijk aspect van ons werk. Onze producten moeten niet louter ‘bestrating’ zijn, maar moeten twee of drie extra functionaliteiten bieden. Ook vanuit dat pad kunnen we ons maatschappelijk op de kaart zetten.” BETON: Veel succes! (KDA, RP) n

BETON : Comment répondriez-vous à la question précédente si vous deviez vous exprimer uniquement comme responsable d’entreprise ? SONJA KUYPERS : « Dans notre secteur,

au cours des dernières années, de nombreux développements de produits ont été réalisés. En tant que fabricants, nous devons certainement continuer à investir dans des produits intelligents et des actions intelligentes. Nous proposons actuellement des produits luminescents, des produits antibruit et, bien sûr, des produits perméables à l'eau. Nous devons poursuivre sur cette voie. Le« pavage intelligent » sera certainement un aspect important de notre travail. Nos produits ne doivent pas simplement consister en un « pavage », ils doivent aussi offrir deux ou trois fonctionnalités supplémentaires. C’est également par cette voie que nous pourrons apporter notre contribution à la société. » BETON : Bonne chance ! (KDA, RP) n

©Febestral

Oplossingen van de FEBESTRAL-fabrikanten: Geïntegreerde verlichting Solutions proposées par les fabricants de FEBESTRAL: Éclairage intégré

Nous devons continuer à investir dans des produits intelligents et des actions intelligentes. BETON253

DEEL 2

De prefab betonindustrie evolueert voortdurend. Dat vertaalt zich ook in het jobaanbod. Zowel in de administratie als op de werkvloer telt de sector boeiende jobs, waar heel wat te leren valt. In deze reeks ‘Sector met Talent’ leggen we telkens enkele vragen voor aan een medewerker die zijn job met passie uitvoert. Deze keer: Jérémy Leclercq, industrieel tekenaar bij Decomo sa.

▶ Wat houdt de job precies in? Hoe ziet een doorsnee werkdag eruit? Mijn taak bestaat in het tekenen van de lay-outplannen (de plaats van de elementen in het geheel), detailplannen (de verbindingen) en productieplannen (wapening, manipulatie, enz.) voor de verschillende onderdelen van architectonisch beton van een project. Dit gebeurt in drie fasen: in de eerste plaats moeten de documenten die nodig zijn voor een goede uitvoering van de plannen bij de projectleider worden verzameld en worden de belangrijkste zaken en technische aspecten van de elementen besproken.

Daarna creëren we de elementen in 3D rond een BIM-model, dat de elementen van de verschillende vakgebieden groepeert. Wij kunnen dan de uiteindelijke rendering van het gebouw bekijken en eventuele problemen met de vorm, de assemblage of de bevestiging van onze onderdelen controleren. Ten slotte stellen wij de productiefiches van de elementen op en sturen deze ter goedkeuring naar de klant. In dit stadium plan ik de productieaccessoires (bijvoorbeeld voor het hanteren van het onderdeel) en de assemblagetoebehoren (bevestiging ter plaatse). De platen worden vervolgens naar de productie gestuurd volgens een vooraf vastgesteld schema (voorbereiding van bekisting en toebehoren, wapening, gieten, afwerking, opslag en verzending).

JÉRÉMY LECLERCQ Decomo sa

PARTIE 2

L'industrie du béton préfabriqué est en permanente évolution. Cela se reflète aussi dans la diversité des métiers qui y sont exercés. Que ce soit au niveau administratif ou dans la chaine de production, les fonctions sont variées et passionnantes et offrent de nombreuses possibilités d'apprentissage. Dans cette série, BETON vous présente le quotidien des acteurs du secteur. Pour ce second volet BETON s’est entretenu avec Jérémy Leclercq, dessinateur industriel chez Decomo sa. ▶ En quoi consiste votre travail et à quoi ressemble votre journée ? Mon travail consiste à dessiner les plans de calepinage (repérage des pièces), de détails (fixations) et de production (ferraillage, manutention…) des différentes pièces en béton architectonique d’un projet. Cela se fait en trois phases : Tout d’abord rassembler les documents nécessaires à la bonne réalisation des plans auprès du chef de projet et s’entretenir sur les priorités et aspects techniques des éléments. Ensuite, réaliser les éléments en 3D autour d’un modèle BIM qui regroupe les éléments des différents corps de métier. On peut alors prévisualiser le rendu final du bâtiment et vérifier

BETON253

les éventuels problèmes au niveau de la forme, du montage ou de la fixation de nos pièces. Enfin, dessiner les fiches de production des éléments et les envoyer pour approbation au client. À ce stade je prévois les accessoires de production (pour la manutention de la pièce par exemple) et de montage (fixation sur place). Les fiches sont ensuite envoyées en production suivant un planning prédéfini (préparation des coffrage et accessoires, ferraillage, coulage, finitions, stockage et envoi). ▶ Comment vous êtes-vous retrouvé dans cet emploi ? Je venais de terminer mes études d’infographiste technique à Mons

lorsque j’ai rejoint Decomo, qui cherchait alors un dessinateur industriel, grâce à un Plan de Formation Insertion (PFI). Mon profil correspondait car j’avais pu faire du dessin technique et de la modélisation 3D lors de mes études. Ce PFI m’a permis de compléter ma formation théorique avec la pratique et d’assimiler leur méthodologie de travail et m’adapter à leur programme spécifique de dessin (Allplan). ▶ Connaissiez-vous le secteur du béton avant de venir y travailler ? Qu'est-ce qui vous a surpris ? J’ai réalisé une année d’architecture avant mes études à Mons. J’ai pu y découvrir très brièvement les bases

Hoe bent u bij deze job terecht gekomen? Ik was net klaar met mijn studie technische grafische vormgeving in Bergen, toen ik in dienst trad bij Decomo. Zij waren op dat moment op zoek naar een industrieel tekenaar, met een Plan de Formation Insertion (PFI , een specifiek vormingsprogramma van het Waals Gewest, n.v.d.r.). Mijn profiel paste bij de vacature, omdat ik tijdens mijn studie technisch tekenen en 3D-modelleren volgde. Dit vormingsprogramma heeft mij in staat gesteld mijn theoretische opleiding te vervolledigen met ervaring in de praktijk. Ik kon mij de werkmethode van Decomo eigen maken en mij aanpassen aan hun specifieke tekenprogramma (Allplan). Kende u de betonsector voordat u erin kwam werken? Wat verraste u het meest? Ik deed een jaar architectuur voor ik mijn studies in Bergen aanvatte. Daar heb ik heel kort de grondbeginselen van beton en de bijbehorende toepas-

singen leren kennen. Maar het was bij Decomo dat ik het meest leerde dankzij mijn collega's en mijn nieuwsgierigheid. Ik was verrast door de verscheidenheid aan toepassingen voor beton. Het is een materiaal dat alomtegenwoordig is: terrassen, balkons, binnenhuisinrichting, en zelfs kunstwerken... Heeft u een voorbeeld van een project waar u aan meegewerkt heeft en "trots" op bent? Er schieten me verschillende projecten te binnen omdat ze origineel waren of anders dan wat ik dagelijks doe. Ik denk aan de kinderopvang Hectolitre in Brussel, waar de panelen zijn gemaakt met een matrix die bladeren voorstelt en waar de voegen en schijnvoegen de takken voorstellen. De Odd Fellow University Hall Annex in Manchester, met panelen gemaakt van Belgische bakstenen en aardewerk uit Portugal, is ook het vermelden waard. Dat zijn maar enkele van de vele mooie

projecten waar ik mooie herinneringen aan overhoud. Hoe lang werkt u al bij Decomo? Heeft u het productieproces zien veranderen? Ik kwam bij Decomo in 2008. In de loop der tijden heb ik projecten complexer zien worden en klanten veeleisender en ambitieuzer. Het bedrijf is voortdurend in ontwikkeling en moet concurrerend blijven. Decomo heeft zwaar geïnvesteerd in zijn infrastructuur. De machines waarmee wij werken, zijn steeds gesofisticeerder, sneller en preciezer zodat de kwaliteit van het eindproduct perfect overeenstemt met wat de klant zoekt en verwacht. Zo werken wij in onze timmerafdeling sinds enkele jaren met een CNC-machine, waardoor wij de productie van bekistingen kunnen vereenvoudigen en complexere bekistingen kunnen maken dan vroeger. (HV, SR) n

Kinderopvang Hectolitre Crèche Hectolitre

▶ Avez-vous un exemple de projet sur lequel vous avez travaillé et dont vous êtes "fier" ? Plusieurs me viennent en tête car ils étaient originaux ou différents de ce que j’ai l’habitude de faire. La crèche Hectolitre à Bruxelles dont les panneaux ont été réalisés avec une matrice représentant des feuilles végétales et dont les joints et fauxjoints représentent les branches. L’annexe du Hall de l’université Odd Fellow à Manchester dont les panneaux sont composés de briques belges et de faïences venant du Portugal est également mémorable. Ce ne sont là que quelques-uns des nombreux grands projets dont je garde un excellent souvenir.

du béton et les applications associées. Toutefois, c’est chez Decomo que j’ai beaucoup appris grâce à mes collègues et à ma curiosité. J’ai été surpris par la variété des domaines d’application du béton. C’est un matériau omniprésent : terrasses, balcons, aménagements intérieurs, et même œuvre d’arts…

▶ Depuis combien de temps travaillez-vous chez Decomo ? Avez-vous vu le processus de production évoluer ? J’ai rejoint Decomo en 2008. Au fil du temps, j’ai vu des projets se complexifier et des clients devenir plus exigeants et ambitieux. L’évolution est constante et l’entreprise se doit d’être toujours compétitive. Decomo a beaucoup investi dans ses infrastructures. Les machines avec lesquelles nous travaillons sont de

plus en plus perfectionnées, rapides et précises afin que la qualité du produit fini corresponde parfaitement à ce que le client recherche et attend. Nous travaillons par exemple depuis quelques années avec une machine CNC au sein de notre département menuiserie, celle-ci nous permet de simplifier la fabrication des coffrages et de faire des coffrages plus complexes qu’auparavant. (HV, SR) n

BETON253

Betonnieuws L'actu du béton Enjoy Concrete creëert kunstwerk voor Beaufort 2021 Nog tot 7 november 2021 zijn langs de Belgische kust de kunstwerken van de triënnale ‘Beaufort 2021’ te bewonderen. Trekt u er heen, loop dan zeker even langs het werk Pillage of the Sea, want hier valt een sterk staaltje van geprefabriceerd beton te bekijken. Naast de golfbreker in Bredene staat een uitvergroot ‘steenmannetje’, een torentje van opeengestapelde stenen. Het is een oriëntatiepunt voor wandelaars, maar verwijst ook naar de spirituele betekenis van opeengestapelde stenen in vele oude culturen. De stapel stenen wordt hier een toren van zandzakken, die een denkbeeldige dam vormen tegen de stijgende zeespiegel.

Enjoy Concrete crée une œuvre d’art pour la triennale Beaufort 2021 La triennale « Beaufort 2021 » se tient actuellement et jusqu’au 7 novembre 2021 le long de la côte belge. Parmi les nombreuses œuvres d’arts à découvrir, vous pourrez y admirer l’œuvre Pillage of the Sea réalisée en béton préfabriqué. A côté du brise-lames de Bredene se dresse un « petit homme de pierre » agrandi. Il constitue un point de repère pour les promeneurs, mais renvoie également à la signification spirituelle de pierres empilées dans de nombreuses cultures anciennes. Pour cette œuvre, les pierres ont été remplacées par des sacs de sables qui forment une tour et constituent un barrage imaginaire contre la montée du niveau de la mer. Pour la production de Pillage of the Sea, l’artiste Rosa Barba a fait appel à Enjoy Concrete. Comme une telle création ne fait pas partie de la production quotidienne de l'entreprise de Veurne, beaucoup d'études et d'expérimentations ont été menées pour fabriquer ces éléments. Alors que les premiers essais avaient abouti à une forme plutôt organique, le résultat final est un bel amas, d’apparence naturel, de sacs de sable joliment remplis, appelés "patriarches". Le résultat a finalement été obtenu grâce à un coffrage entièrement naturel en jute tissé. Un lit de sable recyclé provenant de l'usine donne forme aux éléments.

www.visitoostende.be/nl/beaufort-21-pillage-sea www.enjoyconcrete.be

BETON253

Voor de productie van haar Pillage of the Sea werkte de kunstenares samen met Enjoy Concrete. Gezien dergelijke creatie niet meteen tot de dagelijkse productie van het bedrijf uit Veurne behoort, ging aan het maken van de elementen heel wat studie en experiment vooraf. Waar de eerste proeven in een weinig organische vorm resulteerden, is het eindresultaat een mooie, schijnbaar natuurlijk gevormde stapel van gevulde zandzakken of zogenaamde ‘vaderlanders’. Het resultaat werd uiteindelijk bekomen met een volledig natuurlijke bekisting van geweven jute. Een bed van gerecycleerd zand uit de fabriek geeft vorm aan de elementen.

www.concreteday2021.be

De Smedt Beton wordt

2 21

Becoton

Becoton is een nieuwe naam, maar geen nieuwkomer in de markt van prefab beton. Het bedrijf bouwt verder op de ervaring van familiebedrijf De Smedt Beton. Becoton biedt totaaloplossingen in prefab betonnen breedvloerplaten en constructiebalken voor de bouw van woningen en appartementen. Van plan tot plaatsing denkt het vakkundige team mee en geeft het het best mogelijke advies. Overigens komt ‘eco’ ook voor in Becoton. Waar mogelijk probeert het bedrijf te werken met minder impact op het milieu.

www.becoton.be

De Smedt Beton devient

Becoton

Becoton est un nouveau nom pour une société bien intégrée dans le secteur du béton. L'entreprise s'appuie sur l'expérience de De Smedt Beton. Becoton offre des solutions complètes dans le domaine du béton préfabriqué : les dalles de sol et les poutres pour la construction de maisons et d'appartements. Du plan à l'installation, l'équipe d'experts réfléchit et donne les meilleurs conseils possibles.

14/10/2 21 D COVI E SAEFNT EV

Brabanthal Brabantlaan 1, 3001 Leuven

REGISTRATION Online ! PARTNERS

Par ailleurs, le terme "éco" est également utilisé dans le nom Becoton. En effet, l'entreprise essaie de travailler en limitant au maximum son empreinte environnementale.

www.becoton.be

Contact : Anastassia Kastelis : +32 (0) 476BETON253 67 52 83 57

Betonnieuws L'actu du béton

Luc Lemmens s’en est allé

[02/08/1962 – 12/07/2021]

Afscheid van Luc Lemmens [02/08/1962 – 12/07/2021]

Op 17 juli namen we afscheid Luc Lemmens, eigenaar en bezieler van de Tubobel groep. Luc was naast een dynamische ondernemer ook voorzitter van FEBELCO, lid van de Raad van Beheer van FEBE en lid van het directiecomité.

Luc Lemmens deed zijn intrede in de Belgische betonsector, eind 2010, met de overname van Bovin Beton en Natuursteen. Tot dan had hij vanuit de Antwerpse haven een succesvolle carrière als Natiebaas van de Zuidnatie uitgebouwd. Zijn wil om te ondernemen in het rioleringssegment van de betonsector werd eind 2011 bevestigd met de overname van Tubobel nv, producent van buizen en putten in Tessenderlo. Met de overname van het volledige Stradus Aqua in 2018 beschikte Luc over 5 productiesites en werd hij onbetwiste marktleider binnen dit segment van de betonindustrie. Luc was een geëngageerde en enthousiaste ondernemer. Reeds in 2012 werd hij voorzitter van FEBELCO, de vereniging binnen FEBE die de belangen van de producenten van betonnen buizen en putten behartigt. Vanaf dat moment sprak hij niet langer enkel voor zijn eigen bedrijf maar voor een ganse sector. Een pet die met het verstrijken van de tijd steeds beter paste. In 2013 werd Luc ook beheerder van de Federatie zelf en stippelde mee de koers van de ganse betonindustrie uit. Een periode waarin we de kans kregen om hem als professional en als mens te ontdekken en appreciëren.

Nous avons rendu un dernier hommage ce 17 juillet à Luc Lemmens, propriétaire et force motrice du groupe Tubobel. En plus d'être un entrepreneur dynamique, Luc était également président de FEBELCO, membre du Conseil d'administration de la FEBE et membre du Comité de direction.

Luc Lemmens est entré dans le secteur belge du béton fin 2010 lorsqu’il a repris la société Bovin Beton & Natuursteen. Jusqu'alors, il s'était construit une carrière réussie en tant que directeur de Zuidnatie, une entreprise de logistique située dans le port d'Anvers. Sa volonté d'entreprendre dans le segment des égouts du secteur du béton s'est confirmée fin 2011 avec l'acquisition de Tubobel nv, un producteur de tuyaux et de regards de visite basé à Tessenderlo. Avec l'acquisition de l'ensemble de Stradus Aqua en 2018, Luc disposait de 5 sites de production et devenait le leader incontesté du marché au sein de ce segment de l'industrie du béton. Luc était un entrepreneur engagé et enthousiaste. En 2012, il devient président de FEBELCO, le groupement au sein de la FEBE qui représente les intérêts des producteurs de tuyaux et de regards en béton. À partir de ce moment, il ne parlait plus seulement au nom de sa propre entreprise, mais devenait le porte-parole de tout un secteur. Une fonction qu’il incarnait chaque année de mieux en mieux. En 2013, Luc devient également administrateur de la Fédération et contribue à fixer le cap pour l'ensemble de l'industrie du béton. Une période au cours de laquelle nous avons eu l'occasion de le découvrir et de l'apprécier en tant que professionnel et en tant qu'être humain.

Luc zal ons bijblijven als iemand die steeds veel vertrouwen gaf en die vertrok vanuit zijn eigen sterkte en de sterkte van zijn team en zijn bedrijf. Het was iemand met een uitgesproken mening, op veel vlakken, die zijn visie sterk verdedigde maar met een open geest discussies voerde, om ruimte te maken voor consensus.

On se souviendra de Luc comme quelqu'un qui a toujours inspiré la confiance et qui partait de ses propres forces et de celles de son équipe et de son entreprise. Luc était aussi un homme de conviction, avec des opinions tranchées, dans de nombreux domaines. Il défendait fermement sa vision, mais gardait un esprit ouvert et restait toujours ouvert à la discussions afin d’arriver à des consensus.

We betuigen langs deze weg ons medeleven met zijn echtgenote, zijn kinderen en alle medewerkers van de Tubobel groep.

Nous présentons nos sincères condoléances à son épouse, ses enfants ainsi qu’à l’ensemble des collaborateurs du groupe Tubobel.

BETON253

‘Haal meer uit Beton’ deelt dit jaar fysieke prijzen uit voor beste video’s WINNAARS VAN DE PUBLIEKSPRIJS | LAURÉATS DU PRIX DU PUBLIC MAC BOOK AIR

Willine Chang & Sanakone Phommasone (Haute École ICHEC-ECAM-ISFSC) met/avec ‘Salle Omnisport de Jean-Pierre’

WINNAARS VAN DE JURYPRIJS | LAURÉATS DU PRIX DU JURY MAC BOOK AIR

Hannes Verdonck & Liv Vandermeulebroucke (KU Leuven - Faculteit Ingenieurswetenschappen (Leuven)) met/avec ‘De toekomst is duurzaam, de toekomst is prefab’

WINAARS VAN DE DERDE PRIJS | LAURÉATS DU TROISIÈME PRIX IPHONE 12

Sander Declerck & Thomas Brams (KU Leuven - Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (St.-Katelijne-Waver)) met/avec ‘Prefab Por Favor- Official Videoclip’

WINNAARS VAN DE VIERDE PRIJS | LAURÉATS DU QUATRIÈME PRIX IPHONE 11

Robbe Dujardin & Kevin Coopman (KU Leuven - Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen (Brugge)) met/avec ‘De voordelen van prefab beton geïllustreerd’

Om de twee jaar organiseert FEBE de wedstrijd "Haal meer uit beton", die bedoeld is om de kennis van prefab beton bij studenten bouwkunde en architectuur te vergroten. Net als bij de vorige editie werden de studenten gevraagd een video te maken waarin de voordelen van het gebruik van prefab beton, inclusief het aspect duurzaamheid, werden getoond. Normaal organiseren wij voor de winnaars een reis, maar de gezondheidssituatie was te onzeker om dit op tijd te organiseren. Geen enkel probleem! Om dit op te lossen, verving FEBE de reis door een "FEBE"prijzenkast. De winnaars kregen een Apple MacBook Air en iPhones 12 en 11. De prijzen werden uitgereikt door het FEBEcommunicatieteam (Hanne Vandermeeren en Sébastien Russo).

Le concours «Tire le Maximum du Béton» récompense les meilleurs projets vidéo La FEBE organise tous les deux ans le concours « Tire le Maximum du Béton » qui vise à renforcer les connaissances du béton préfabriqué des étudiants ingénieurs en construction et architectes. Comme pour l’édition précédente, les étudiants ont été invités à réaliser une vidéo présentant les avantages de l’utilisation du béton préfabriqué en y intégrant l’aspect de la durabilité. D’habitude, les lauréats remportent un voyage, mais la situation sanitaire bien trop incertaine empêchait de l’organiser dans un délai approprié. Qu’à cela ne tienne ! Pour palier à cette problématique, la FEBE a remplacé le voyage par une « vitrine FEBE ». Les lauréats se sont donc départagés des Apple MacBook Air et des iPhones 12 et 11. Les prix ont été remis aux lauréats par l’équipe communication de la FEBE (Hanne Vandermeeren et Sébastien Russo). BETON253

Betonnieuws L'actu du béton

Nieuwe samenstelling Raad van Beheer voor de Federatie van de Betonindustrie Op p. 6 van dit nummer leest u een interview met de nieuwe voorzitter van FEBE, Vincent Kerkstoel. Naast een nieuwe voorzitter verkoos de Raad van Beheer op 24 juni 2021 ook een nieuw directiecomité. Het directiecomité is als volgt samengesteld: • Vincent Kerkstoel (voorzitter, Kerkstoel 2000+ nv) • Sophie Bulcke (ondervoorzitster, Lithobeton nv) •

Stefan Van Buggenhout (ondervoorzitter, CRH Structural Concrete nv)

• Gert Van Cauwenbergh (Fingo nv) • Danny Roosens (Roosens Bétons sa). De uittredende beheerders, André Barendregt (voormalig algemeen directeur van Marlux nv/Stradus nv) en Ludo Panis (beheerder van Ebema nv) werden uitvoerig bedankt voor hun bijdrage aan de werking van FEBE en de sector. Ludo Panis was niet minder dan 32 jaar onafgebroken beheerder van de Federatie en was bovendien voorzitter van 2007 tot 2013! De Raad van Beheer bestaat vanaf heden uit: • Vincent Kerkstoel (voorzitter, Kerkstoel 2000+ nv) • Sophie Bulcke (ondervoorzitster, Lithobeton) • Stefan Van Buggenhout (ondervoorzitter, CRH Structural Concrete nv) • Koen Buyck (Xella nv) • Ludo Coeck (Coeck Betonfabriek nv) • Erwin Crommelynck (Alkern VOR Beton nv) • Dirk Deroose (Willy Naessens nv) • Raphaël Grimont (Prefer sa) • Bernard Joye (Enjoy Concrete nv) • Sonja Kuypers (Ebema nv) • Danny Roosens (Roosens bétons sa) • Gert Van Cauwenbergh (Fingo nv) • Dominique van der Velden (Anders Beton nv) • Alfons van Woensel (Marlux nv/Stradus nv) • Johan Verwee (Decomo sa)

Nouvelle composition du Conseil d’Administration pour la Fédération de l’Industrie du Béton A la page 6 de ce numéro, vous pouvez lire un entretien avec le nouveau président de la FEBE, Vincent Kerkstoel. En plus d’élire un nouveau président, le Conseil d’Administration a également ce 24 juin renouvelé le Comité de direction. Le comité de direction est composé de: • Vincent Kerkstoel (président, Kerkstoel 2000+ nv), •

Sophie Bulcke (vice-présidente, Lithobeton nv)

•

Stefan Van Buggenhout (vice-président, CRH Structural Concrete nv)

• Gert Van Cauwenbergh (Fingo nv) •

Danny Roosens (Roosens Bétons sa).

Les administrateurs sortants, André Barendregt (ancien directeur général chez Marlux nv/Stradus nv) et Ludo Panis (administrateur d'Ebema nv) ont été chaleureusement remerciés pour leur contribution au fonctionnement de la FEBE et du secteur du béton préfabriqué. Ludo Panis a été administrateur de la Fédération sans interruption pendant 32 ans et en a été le président de 2007 à 2013 ! Cette année le Conseil d’Administration est composé de : • Vincent Kerkstoel (président, Kerkstoel 2000+ nv) • Sophie Bulcke (vice-présidente, Lithobeton nv) • Stefan Van Buggenhout (vice-président, CRH Structural Concrete nv) • Koen Buyck (Xella nv) • Ludo Coeck (Coeck Betonfabriek nv) • Erwin Crommelynck (Alkern VOR Beton nv) • Dirk Deroose (Willy Naessens nv) • Raphaël Grimont (Prefer sa) • Bernard Joye (Enjoy Concrete nv) • Sonja Kuypers (Ebema nv) • Danny Roosens (Roosens bétons sa) • Gert Van Cauwenbergh (Fingo nv) • Dominique van der Velden (Anders Beton nv) • Alfons van Woensel (Marlux nv/Stradus nv) • Johan Verwee (Decomo sa)

BETON253

FABRIKANTEN | FABRICANTS AGREF nv Tragelweg 4

9230 WETTEREN

T 09/369.19.11

info@agref.be

www.agref.be

ALKERN VOR BETON nv Ieperseweg 112

8800 ROESELARE

T 051/23.24.20

info@vor-beton.be

www.alkern.be

ALPHA BÉTON sprl Rue John Cockeril 13

4780 ST. VITH

T 080/28.12.12

info@alphabeton.eu

www.alphabeton.eu

ALPRECO nv Victor Dumonlaan 26

2830 WILLEBROEK

T 03/860.00.30

info@alpreco.be

www.alpreco.be

ALTAAN BETON nv Industriezone Lanklaar Siemenslaan 7

3650 DILSEN-STOKKEM

T 089/65.13.30

info@altaan.be

www.altaan.be

ANDERS BETON nv Meerseweg 135A

2321 HOOGSTRATEN-MEER

T 03/315.72.72

info@andersbeton.com

www.andersbeton.com

BECOTON nv Molenstraat 47

1880 NIEUWENRODE

T 015/711.839

info@becoton.be

www.becoton.be

BEMAX bvba Steenweg 109

3570 ALKEN

T 011/700.111

info@bemax.be

www.bemax.be

BETCA nv Doelhaagstraat 81

2840 RUMST

T 03/888.55.71

http://betca.wtsn.be

www.betca.be

BETON DE CLERCQ bvba Steenkaai 111

8000 BRUGGE

T 050/31.73.61

info@declercq-beton.be

www.declercq-beton.be

BETON DE LA LOMME sa PAE, Rue de la Dolomie 2

5580 ROCHEFORT

T 084/21.34.40

info@betondelalomme.be

www.betondelalomme.be

BETON DOBBELAERE nv Galgenveldstraat 31

8700 TIELT

T 051/40.09.10

info@beton-dobbelaere.be

www.beton-dobbelaere.be

BLEIJKO nv Beurtkaai 4

8800 ROESELARE

T 051/27.23.50

roeselare@bleijko.com

www.bleijko.com

BWK SIERBETON nv Hollestraat 104

9150 KRUIBEKE

T 03/774.16.67

info@bwksierbeton.be

www.bwksierbeton.be

CIERS BETON bvba Gentstraat 26

8780 OOSTROZEBEKE

T 051/40.08.89

info@ciersbeton.be

www.ciersbeton.be

COBEFA sprl Rue des rubaniers 21 Zoning industriel II

7780 COMINES

T 056/55.48.53

info@cobefa.be

www.cobefa.be

COECK BETONFABRIEK nv De Laetstraat 6 2845 NIEL

T 03/880.75.00

info@coeck.be

www.coeck.be

CONCRETE PREFAB SOLUTIONS bv Mijnlamphof 7 3550 HEUSDEN-ZOLDER

T 011/18.31.88

info@concrete-ps.be

www.concrete-ps.be

CONCRETON nv Diebeke 37

9500 GERAARDSBERGEN

T 054/41.55.77

info@concreton.be

www.concreton.be

CONFORBETON sa Rue du Pays-Bas 48

6061 MONTIGNIES-SUR-SAMBRE T 071/20.22.02

conforbeton@alkern.be

D-BETON bv Waterkeringstraat 15

9320 AALST

T 053/60.80.00

info@d-beton.be

www.d-beton.be

DAERDEN & CO bvba Industriezone Op’t Reeck Reeckervelt 9

3770 RIEMST

T 012/ 25.00.70

info@daerden.be

www.daerden.be

DE DONCKER bvba Nieuwe Kaai 20

1760 ROOSDAAL

T 054/33.22.63

info@ddr.be

www.ddr.be

DECOMO nv Boulevard Industriel 96

7700 MOUSCRON

T 056/85.07.11

info@decomo.be

www.decomo.be

BETON253

FABRIKANTEN | FABRICANTS DOUTERLOIGNE BETON nv Vichtsesteenweg 159 8570 ANZEGEM

T 056/69.40.40

info@douterloigne.com

www.douterloigne.com

EBEMA nv Dijkstraat 3

3690 ZUTENDAAL

T 089/61.00.11

sales@ebema.be

www.ebema.be

ECHO nv Donderslagweg 25

3530 HOUTHALEN

T 089/84.03.11

info@echobel.com

www.echo-beton.be

ECOBETON WATER TECHNOLOGIES nv Hasseltsesteenweg 119 3800 SINT-TRUIDEN

T 011/68.00.92

info@eco-beton.be

www.eco-beton.be

ELBETON nv Nijverheidslaan 10

9880 AALTER

T 09/237.11.70

info@elbeton.be

www.elbeton.be

ELOY WATER sa Rue des Spinettes 7

4140 SPRIMONT

T 04/382.44.00

info@eloywater.be

www.eloywater.com

ENJOY CONCRETE nv Vaartstraat 50A

8630 VEURNE

T 058/28.00.76

info@enjoyconcrete.be

www.enjoyconcrete.be

ERGON nv Marnixdreef 5

2500 LIER

T 03/490.04.11

info@ergon.be

www.ergon.be

EURODAL bvba Industrieweg 14

2280 GROBBENDONK

T 014/50.05.91

info@eurodal.be

www.eurodal.be

FINGO nv Nijverheidsstraat 21

2390 MALLE

T 03/309.26.26

fingo@fingo.be

www.fingo.be

GAVRA bvba Fabriekstraat 16

2440 GEEL

T 014/58.92.62

info@gavra.be

www.gavra.be

HOOLANTS BETON bvba Holstraat 3-5

1831 DIEGEM

T 02/252.22.78

info@hoolants-beton.be

www.hoolants-beton.com

IBETON bvba Industriezone TTS Italiestraat 8-10

9140 TEMSE

T 03/711.25.44

info@ibeton.be

www.ibeton.be

JACOBS PREFAB nv Berlaarbaan 404

2861 O.- L.- V. WAVER

T 015/75.53.66

prefab@jacobsbeton.be

www.jacobsbeton.be

KERCKHOVE BETONBEDRIJF nv Keibergstraat 107 8820 TORHOUT

T 050/21.15.67

info@kerckhove.be

www.kerckhove.be

KERKSTOEL 2000+ nv Industrieweg 11

2280 GROBBENDONK

T 014/50.00.31

info@kerkstoel.be

www.kerkstoel.be

KORATON nv Visserskaai 26

8500 KORTRIJK

T 056/23.07.11

rector.benelux@koraton.be

www.koraton.be

LG-BETON nv Weg op Bree 125

3670 OUDSBERGEN

T 011/79.02.02

info@lg-beton.eu

www.lgbeton.eu

LITHOBETON nv Kanaalstraat 18

8470 GISTEL

T 059/27.60.60

info@lithobeton.be

www.lithobeton.be

LOVELD nv Brug Zuid 12

9880 AALTER

T 09/325.86.60

info@loveld.com

www.loveld.com

MARLUX nv Dellestraat 41

3550 HEUSDEN-ZOLDER

T 013/53.05.00

info@marlux.be

www.marlux.be

MARTENS BETON nv Berkebossenlaan 10

2400 MOL

T 014/81.12.51

verkoop-mamo@martensgroep.eu

www.martensgroep.eu

T 011/34.04.31

mbs-cc-be@mbcc-group.com

www.master-builders-solutions.com

T 081/44.88.88

info@maxpels.be

www.maxpels.com

MASTER BUILDERS SOLUTIONS BELGIUM nv Nijverheidsweg 89 3945 HAM MAX PELS BETON nv Kwadestraat 149 bus 1 Accent Business Park

BETON253

8800 ROESELARE

FABRIKANTEN | FABRICANTS MEGATON nv Industriezone II Nederwijk-Oost 279

9400 NINOVE

T 054/33.45.11

info@megaton.be

www.megaton.be

NERVA nv Kortrijksesteenweg 244

8530 HARELBEKE

T 056/73.50.10

info@nerva.be

www.nerva.be

O BETON nv Schaapbruggestraat 26

8800 RUMBEKE

T 051/68.00.68

info@obeton.be

www.obeton.be

OLIVIER BETON nv Kwadestraat 149 bus 1

8800 ROESELARE

T 051/79.43.69

info@olivierbeton.be

www.olivierbeton.be

OMNIBETON nv Kempische kaai 170

3500 HASSELT

T 011/21.14.61

info@omnibeton.be

www.omnibeton.be

PAESEN BETONFABRIEK nv Centrum Zuid 2007 3530 HOUTHALEN

T 011/52.36.54

info@paesenbeton.be

www.paesenbeton.be

PREDALCO bvba Maesbossen 2

9160 LOKEREN

T 09/326.92.50

info@predalco.be

www.predalco.be

PREFACO nv Hoeksken 5a

9280 LEBBEKE

T 053/76.73.73

info@prefaco.be

www.prefaco.be

PREFAXIS nv Kasteelstraat 9

8980 GELUVELD (ZONNEBEKE)

T 057/40.14.14

info@prefaxis.com

www.prefaxis.be

PREFER sa Espace Phénix Rue de la Digue 20

4400 FLEMALLE

T 04/273.72.00

info@prefer.be

www.prefer.be

PRESOL nv Sint-Truidensesteenweg 220B

3300 TIENEN

T 016/82.09.91

christophe.gilis@gilicon.be

PRETON bvba Mijnwerkerslaan 15

3550 HEUSDEN-ZOLDER

T 011/52.55.85

info@preton.be

www.preton.be

RBB nv Industrieterrein Ravenshout 3315

3980 TESSENDERLO

T 053/72.96.72

geert.speelmans@bmigroup.com

www.bmigroup.com/be

REMACLE sa Rue Sous-la-Ville 8

5150 FLORIFFOUX

T 081/44.88.88

info@remacle.be

www.remacle.be

RODAL nv Meiselaan 96

1880 KAPELLE O/D BOS

T 015/71.00.36

info@rodal.be

www.rodal.be

RONVEAUX sa Chemin de Rebonmoulin 16

5590 CINEY

T 083/23.23.00

info@ronveaux.com

www.ronveaux.com

ROOSENS BÉTONS sa Rue Wauters 152

7181 FAMILLEUREUX

T 064/23.95.55

www.roosens.com

info@roosens.com

SCHELFHOUT nv Industriezone Heikemp 1121

3640 KINROOI

T 089/70.03.50

info@schelfhout-beton.be

www.schelfhout-beton.be

SEVETON nv Meersbloem Leupegem 58

9700 OUDENAARDE

T 055/23.25.60

info@seveton.be

www.seveton.be

SOCEA nv Vaarstraat 174

2520 OELEGEM-RANST

T 03/475.00.08

info@socea.be

www.socea.be

STIJLBETON nv Schollebeekstraat 74/1

2500 LIER

T 03/480.01.52

info@stijlbeton.be

www.stijlbeton.be

STRADUS nv Dellestraat 41

3550 HEUSDEN-ZOLDER

T 013/53.05.00

info@stradus.be

www.stradus.be

STRUCTO nv Steenkaai 107

8000 BRUGGE

T 050/44.43.42

info@structo.be

www.structo.be

BETON253

FABRIKANTEN | FABRICANTS TUBOBEL nv Albertkade 4

3980 TESSENDERLO

T 013/67.07.10

info@tubobel.group

www.tubobel.group

TUBOBEL AQUA nv Breeerweg 33

3680 NEEROETEREN

T 089/86.01.74

info@tubobel.group

www.tubobel.group

TUBOBEL INFRA nv (BOVIN BETON & NATUURSTEEN nv) Schoolstraat 6 3470 KORTENAKEN

T 011/58.69.20

info@tubobel.group

www.tubobel.group

VAHEJA nv Lillerheidestraat 51

T 011/64.00.41

info@vaheja.be

www.vaheja.be

VALCKE PREFAB BETON nv Rodenbachstraat 72 8908 VLAMERTINGE

T 057/20.25.01

info@valcke-prefab.be

www.valcke-prefab.be

VAN DE VELDE BETON nv Schaapheuzel 2

T 052/35.69.69

info@vandeveldebeton.be

www.vandeveldebeton.be

VAN HESSCHE BETON bvba Industrielaan 1 8740 PITTEM

T 051/46.67.58

info@vanhessche.be

www.vanhessche.be

VAN MAERCKE PREFAB nv Scheldekaai 9 9690 KLUISBERGEN

T 055/39.02.50

info@vanmaercke.com

www.vanmaercke.com

VAN RYSSELBERGHE BETON bvba Gentsesteenweg 374 9240 ZELE

T 09/367.59.11

info@vrb.be

www.vrb.be

VB BETON nv Industrieweg 10

T 012/74.48.86

info@vbbeton.com

www.vbbeton.com

VERHELST BOUWMATERIALEN nv Stationsstraat 30 8460 OUDENBURG

T 059/25.50.50

info@verhelst.be

www.verhelst.be

VERHEYEN nv Hoge Mauw 460

2370 ARENDONK

T 014/68.91.50

info@verheyenbeton.be

www.verheyenbeton.be

WEBECO nv Lichtenberglaan 2090

3800 SINT-TRUIDEN

T 011/76.57.19

info@webeco.be

www.webeco.be

XELLA nv Kruibeeksesteenweg 24

2070 BURCHT

T 03/250.47.00

ytong-be@xella.com

www.xella.be

3910 NEERPELT

1745 MAZENZELE

3840 BORGLOON

STEUNENDE LEDEN | MEMBRES ASSOCIÉS BEKAERT nv

CEMMINERALS nv

SIKA BELGIUM nv

www.bekaert.com

https://cemminerals.be

bel.sika.com

building.benelux@bekaert.com

info@cemminerals.be

info@be.sika.com

BETONX

I-THESES bv

WHITEBOX bvba

www.betonx.be

www.i-theses.com

www.rfem.be

info@betonx.be

info@i-theses.com

info@rfem.be

BM BETON bvba

METALLO BELGIUM nv

www.bmbeton.be

www.metallo.com

info@bmbeton.be

contact@metallo.com

B.R. CLEAN-INVEST sprl

ORBIX nv

www.brclean.be

www.orbix.be

info@brclean.be

info@orbix.be

BETON253

VOORGE SPANN

EN DRA AGVLOE REN, GEMAKKE PLANCHERS P LIJK TE STOCK R É C O N T R A IN T EREN, TE DRAG S , FA C IL E S À S EN EN TE PLAA TOCKER, À PO TSEN RTER ET À PLA CER

Brandbeveiliging van uw gebouwen, onze prioriteit! La protection incendie de vos bâtiments, notre priorité ! RECTOLIGHT® RECTOPLAST®

Brandwanden - Murs coupe-feu De Verband – Colmar Berg (L)

Gevel oplossingen voor: • Industrieel • Commercieel • Agrarisch • Maneges

Solutions de façades pour: • Industriel • Commercial • Agricole • Manèges

www.schelfhout-beton.be

ideaal voor de renovatie idéal pour la rénovation

KORATON NV

visserskaai 26 – Kortrijk 8500

voordelig économique

tel. 056-23.07.11

Plaatsing met of zonder schoor pose avec ou sans étai

rector.benelux@koraton.be

www.rector.be

BETON253 3|2021

Dossier Brand Incendie

253

SEPTEMBER SEPTEMBRE 2021

UW PARTNER IN PREFABBETON

VOTRE PARTENAIRE EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ

www.prefabsystems.be + 32 (0)54 33 45 11

Nederwijk-Oost 279, 9400 NINOVE

info@prefabsystems.be

Afgiftekantoor Gent x - P2a9256

BETON 253

Articles inside

▶ Vincent Kerkstoel, nieuwe voorzitter van FEBE, aan

COVERARTIKEL ARTICLE DE COUVERTURE The Waves

▶ Interview Sonja Kuypers

▶ Uitreiking FEBE Elements Awards - Auditoria ULB, prefab elementen met complexiteit ▶ Auditoire de l'ULB - Des éléments préfabriqués en béton complexes

▶ Sector met talent ▶ Les talents du secteur

▶ Brandproeven eindigen de discussie rond brandwerendheid van metselwerk met open stootvoegen ▶ Les tests de résistance au feu mettent fin à la discussion sur l’étanchéité au feu de la maçonnerie avec des joints ouverts