Comfort wanden Sandwichpanelen Prémurs Murs Pleins
Murs ComfortPanneaux Sandwich
Dubbele wanden Massieve wanden
Designer aan het woord: stefan schöning
De betonnen huisstijlelementen gaan mee op in de natuur en doorstaan de tand des tijds.
Le designer prend la parole :
We laten stefan schöning liever zelf aan het woord. Scan de QR-code en ontdek dit cocreatietraject. living-city.ebema.be/nl-BE/stefan-schoning
Les éléments du style de maison en béton se fondent dans la nature et résistent à l’épreuve du temps.
Overstromingsgebied / Zone inondable - Polders - Kruibeke
Nous préférons laisser stefan schöning s’exprimer lui-même. Scannez le code QR et découvrez ce processus de co-création. living-city.ebema.be/fr-BE/stefan-schoning
Schöck Isokorb®, de eerste intelligente oplossing voor het minimaliseren van koudebruggen, is nu state of the art! Al 40 jaar wordt het originele ontwerp continu verbeterd tot een totaalpakket dat uniek is op het gebied van bouwfysica, energiebesparing en ontwerp. www.schoeck.com/nl-be/40-jaar-isokorb
Schöck Isokorb®, la solution la plus adaptée pour minimiser les ponts thermiques, est aujourd'hui à la pointe de la technologie. Depuis 40 ans, l'original est continuellement amélioré, offrant ainsi un ensemble unique en termes de physique du bâtiment, d'économie d’énergie et de conception performante. https://www.schoeck.com/wa/40-ans-isokorb
In een tijd van arbeidskrapte, waar zowel arbeiders als bedienden schaars zijn, worden opleidingen steeds allesomvattender. Studenten moeten een breed scala aan onderwerpen beheersen, maar de duur van hun opleiding blijft onveranderd. Dit dilemma belemmert de ruimte om de materie grondig te doorgronden. Technologie zou kunnen helpen om het leren te versterken maar wordt helaas vaak enkel ingezet uit gemakzucht.
Is het niet tijd om de focus te verschuiven van louter kennisverwerving naar de wil om te excelleren? Zoeken we mensen die in de huidige context een diploma behalen, of streven we naar mensen met een mentaliteit om levenslang te leren en te groeien? De wil om te excelleren gaat verder dan het behalen van een goed cijfer; het is een streven naar voortdurende verbetering, ongeacht het werk dat men doet. Of iemand nu een arts, technicus, leraar of kunstenaar is, het verlangen om uit te blinken is de drijvende kracht achter innovatie en vooruitgang. Om te excelleren zijn basisvaardigheden cruciaal. Kritisch en probleemoplossend denken en doorzettingsvermogen vormen de ruggengraat van uitmuntende prestaties.
Daarnaast mag taalvaardigheid niet worden onderschat. Het vermogen om nuances te begrijpen en uit te drukken
is essentieel. Excellente individuen kunnen complexe ideeën helder communiceren, waardoor ze anderen inspireren en betrekken. Het onderwijs – van lager tot hoger – heeft op dat vlak een grote verantwoordelijkheid.
In een wereld waar kennis overvloedig is, is het de drang om te excelleren die het verschil maakt. Laten we streven naar een onderwijssysteem dat deze mentaliteit bevordert en studenten kansen biedt en in staat stelt om niet alleen kennis te vergaren, maar ook uit te blinken in alles wat ze doen. Excelleren is de sleutel tot individuele groei en collectief succes.
Stef Maas, DirecteurDans un contexte de pénurie de main-d'œuvre, où les ouvriers et les employés se font rares, la formation devient plus large. Les étudiants doivent maîtriser un large éventail de sujets, mais la durée de leur formation reste inchangée. Ce dilemme entrave l'espace nécessaire à une compréhension approfondie de la matière. La technologie pourrait contribuer à améliorer l'apprentissage mais, malheureusement, elle n'est souvent utilisée que pour des raisons de commodité.
N'est-il pas temps de passer de la simple acquisition de connaissances à la volonté d'exceller ? Sommes-nous à la recherche de personnes qui obtiennent un diplôme dans le contexte d'aujourd'hui, ou sommes-nous à la recherche de personnes qui ont un état d'esprit qui leur permet d'apprendre et de se développer tout au long de leur vie ? La volonté d'exceller va au-delà de l'obtention d'une bonne note ; il s'agit d'une recherche d'amélioration continue, quel que soit le travail que l'on fait. Qu'il s'agisse d'un médecin, d'un technicien, d'un enseignant ou d'un artiste, le désir d'exceller est le moteur de l'innovation et du progrès.
Pour exceller, les compétences de base sont essentielles. L'esprit critique, la capacité à résoudre les problèmes et la persévérance sont les piliers de l'excellence. En outre, les compétences linguistiques ne doivent pas être sousestimées. La capacité à comprendre et à exprimer des nuances est essentielle. Les personnes excellentes peuvent communiquer clairement des idées complexes, inspirer et attirer les autres. L'éducation - du primaire au supérieura une grande responsabilité dans ce domaine.
Dans un monde où le savoir est abondant, c'est la volonté d'exceller qui fait la différence. Efforçons-nous de mettre en place un système éducatif qui favorise cet état d'esprit, qui offre des opportunités et permet aux étudiants non seulement d'acquérir des connaissances, mais aussi d'exceller dans tout ce qu'ils entreprennent. L'excellence est la clé de la croissance individuelle et de la réussite collective.
Stef Maas, Directeur
6
Green Front: stijlvol wonen tussen groen en blauw
Green Front : habiter avec style entre bois et canal
12
PARKING KEERDOK: VEEL MEER DAN EEN PLEK
VOOR AUTO'S
“Structuur is gelijk aan architectuur”
PARKING KEERDOK : BIEN PLUS QU'UNE
INFRASTRUCTURE POUR LES VOITURES
« Structure rime avec architecture »
18
SPORT- EN CULTUURCOMPLEX UYTTENHOVE Hoogwaardig prefab betonproducten voor een duurzame buitenbeleving
COMPLEXE SPORTIF ET CULTUREL UYTTENHOVE Des éléments préfabriqués en béton de haute qualité pour une expérience en plein air durable
26
Grootste draaibrug van Europa bereikt oevers
DANKZIJ DE STERKTE VAN PREFAB BETON
Le plus grand pont tournant d'Europe atteint les berges
GRÂCE À LA RÉSISTANCE DU BÉTON PRÉFABRIQUÉ
46
INTERVIEW
INTERVIEW MET MAURO POPONCINI (POLO) “Prefab beton heeft meer dan één voordeel”
ENTRETIEN AVEC MAURO POPONCINI (POLO) « Le béton préfabriqué possède plus d’un atout »
SEPTEMBER SEPTEMBRE 2023
TIJDSCHRIFT VAN DE FEDERATIE VAN DE BETONINDUSTRIE LA REVUE DE LA FÉDÉRATION DE L’INDUSTRIE DU BÉTON VERSCHIJNT 4X PER JAAR [MAART, JUNI, SEPTEMBER EN DECEMBER] PARAÎT 4 FOIS PAR AN [MARS, JUIN, SEPTEMBRE ET DÉCEMBRE]
HOOFDREDACTEUR • RÉDACTEUR EN CHEF Stef Maas REDACTIECOMITÉ • COMITÉ DE RÉDACTION
Soumaya El Karroumi (SEK), Bart Hendrikx (BHE), Stef Maas (SMA), Jef Marinus (JMA), Raf Pillaert (RPI), Sébastien Russo (SRU), Niels Rouvrois (NR), Philippe Selke (PS), Wouter Polspoel (WPO).
REDACTIE - PUBLICITEIT • RÉDACTION - PUBLICITÉ Sébastien Russo
ADMINISTRATIE • ADMINISTRATION FEBE vzw/asbl
Vorstlaan 68/5 Bd du Souverain, 1170 Brussel/Bruxelles
T 02 735 80 15 - mail@febe.be - www.febe.be
Preventie van alkali-silicareactie
Prévention de la réaction alcali-silice
100 jaar betonsucces voor een van de grootste spelers in Wallonië
100 ans de performances en béton pour l'un des plus grands acteurs wallons
53 BETONNIEUWS
L'ACTU DU BÉTON
60 SECTOR MET TALENT
LES TALENTS DU SECTEUR
62 FEBE-FABRIKANTEN
LES FABRICANTS MEMBRES DE LA FEBE
Ontvangt uw bedrijf of bureau het magazine BETON op naam van personen die er niet (meer) werken? Mail of stuur het adresblad terug met de doorstreepte naam en wij verwijderen de abonnee uit ons bestand.
Votre entreprise reçoit le magazine BETON aux noms de personnes qui n’y travaillent pas (plus)? Renvoyez-nous le feuillet adresse corrigé, par courrier ou par email et nous supprimerons l’abonné de nos fichiers.
LOS NUMMER • PAR NUMÉRO € 4,00
VERSPREIDING Overheidsdiensten voor openbare werken, architecten, ingenieurs, studiebureaus, bouwondernemingen, prefabrikanten en alle gebruikers van geprefabriceerde betonproducten.
DIFFUSION Services de travaux publics, architectes, ingénieurs, bureaux d’études, entreprises de construction, fabricants de béton et tous les utilisateurs de produits préfabriqués en béton.
DESIGN www comith.be
DRUK EN AFWERKING • IMPRESSION ET FINITION L.capitan - www.graphius.com
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER • ÉDITEUR RESPONSABLE
Stef Maas, Vorstlaan 68/5 Bd du Souverain, 1170 Brussel/Bruxelles
COVERFOTO/PHOTO DE COUVERTURE STRADUS
Tussen groen en blauw, op de voormalige site van Verhelst Bouwmaterialen in de Vaartdijkstraat in Brugge, pronkt vandaag Green Front. Het project – een ontwerp van Salens Architecten bvba en landschapsarchitect Lieven Vereecke – bestaat uit drie volumes, met onder andere 56 appartementen en twee handelsruimtes. Zowel structureel als esthetisch speelt prefab beton in dit verhaal een cruciale rol in de vorm van balkons, predallen en dubbele wanden. Producent en leverancier van dienst is Verhelst nv. Global Estate Group gcv, Eiffage Development nv en Vuylsteke-Eiffage nv namen de rol van ontwikkelaar, bouwheer en hoofdaannemer op zich en Cobe Ingenieurs bv stond in voor het studiewerk, gecoördineerd door projectbeheerder Katrien Schelpe van Verhelst.
Green Front kreeg zijn naam vanwege zijn ligging tussen het groen van het Lappersfortbos en het water van het kanaal Gent-Brugge-Oostende. De site bestaat uit 56 appartementen, twee
handelsruimtes met 52 garageboxen in de ondergrondse parkeergarage en 35 parkeerplaatsen op het gelijkvloers. Het project werd opgebouwd uit drie volumes die met elkaar in
verbinding staan via de onderste twee verdiepingen en de kelder. De residentie is geïntegreerd in een groene, open omgeving met parkeermogelijkheden voor bezoekers, ligt op wandelafstand van het centrum van Brugge en biedt een zeer vlotte toegang tot alle invalswegen.
De 3 torens van 6 verdiepingen zijn op het gelijkvloers en de eerste verdieping verbonden met geknikte bouwvolumes. Kenmerkend voor het gebouw is zonder twijfel de continue en slanke balkonrand. Prefab betonspecialist Verhelst boog zich in Oudenburg over de vraag van de klant. De productiesite voor architectonisch beton in Oudenburg
Entre bois et canal, sur l'ancien site de Verhelst Bouwmaterialen dans la Vaartdijkstraat à Bruges, se dresse aujourd'hui Green Front. Le projet – conçu par Salens Architecten bvba et l'architecte paysagiste Lieven Vereecke – se compose de trois volumes, dont 56 appartements et deux espaces commerciaux. Tant sur le plan structurel qu'esthétique, le béton préfabriqué y joue un rôle crucial, sous la forme de balcons, prédalles et prémurs. Le producteur et fournisseur de ceux-ci est Verhelst nv. Global Estate Group gcv, Eiffage Development nv et Vuylsteke-Eiffage nv ont assumé le rôle de développeur, de maître d’ouvrage et d'entrepreneur général et Cobe Ingenieurs bv a été chargé des travaux d'étude, sous la coordination de Katrien Schelpe, gestionnaire de projet chez Verhelst.
Green Front doit son nom à sa situation entre la verdure du bois de L appersfort et l'eau du canal GandBruges-Ostende. Le site comprend 56 appartements, deux espaces commerciaux avec 52 boxes de garage dans le parking souterrain et 35 places de
parking au rez-de-chaussée. Le projet se compose de trois volumes reliés par les deux étages inférieurs et le soussol. La résidence est intégrée dans un environnement vert et ouvert avec des facilités de stationnement pour les visiteurs, à deux pas du centre de Bruges,
et offre un accès très facile à tous les axes de routiers environnants.
Les trois tours de six étages sont reliées entre elles au niveau du rez-dechaussée et du premier étage par des volumes articulés. L'une des caractéristiques du bâtiment est sans aucun doute le bord continu et élancé des balcons. Le spécialiste du béton préfabriqué Verhelst a étudié la demande du client à Oudenburg. Le site de production de béton architectonique d'Oudenburg était alors dirigé par Patrick Decorte, aujourd'hui responsable du site de production de Deerlijk, t andis que Luc Vyncke gère le fonctionnement de la division prédalles et prémurs sur le site d'Oudenburg.
BALCONS ARCHITECTONIQUES
Du premier contact avec le gestionnaire de projet à la livraison, garantir un service parfait est une priorité pour Verhelst. « Ce fût également le cas pour ce projet », explique Patrick Decorte, responsable du département béton architectonique. « Lorsque le dossier arrive sur notre table, nous réalisons une étude du béton architectonique. Ici, il s'agissait principalement de balcons. Habituellement, nous les coulons avec la face praticable vers le haut, comme installé, mais dans ce projet, nous avons opté pour l'inverse. La face praticable se trouve donc du
werd toen geleid door Patrick Decorte, nu afdelingshoofd van de productiesite in Deerlijk, terwijl Luc Vyncke op de site in Oudenburg de werking van de afdeling predallen en dubbele wanden in goede banen leidt.
Vanaf het eerste contact met de projectbeheerder tot aan de levering is voor Verhelst een perfecte service prioritair. “Dat was in dit project niet anders”, vertelt afdelingshoofd architectonisch
beton Patrick Decorte. “Wanneer het dossier bij ons op tafel belandt, maken wij een studie van het architectonische beton. Hier betrof het vooral balkons. Meestal storten we deze met het loopvlak naar boven, zoals gemonteerd, maar in dit project werd geopteerd om dit omgekeerd te doen. Dus met het loopvlak aan de bekistingszijde. Voor Verhelst is deze techniek zeker niet gebruikelijk. Architecten opteren vandaag voor de egale bekistingszijde aan de onderkant en het voorfront,
Green Front kreeg zijn naam vanwege zijn ligging tussen het groen van het Lappersfortbos en het water van het kanaal Gent-Brugge-Oostende. Green Front doit son nom à sa situation entre la verdure du bois de Lappersfort et l'eau du canal Gand-Bruges-Ostende.
côté du coffrage. Pour Verhelst, cette technique n'est certainement pas habituelle. Aujourd'hui, les architectes optent généralement pour le côté lisse du coffrage sur les faces inférieure et frontale, car c'est ce que l'on voit depuis la rue. Ici, nous avons délibérément opté pour une face inférieure moins lisse et donc pour une face praticable uniforme et lavée à base de granulats de l'Eifel et de ciment blanc. »
En ce qui concerne la mise en œuvre, Verhelst conseille les architectes et les autres clients. Patrick Decorte : « Nous accompagnons nos clients du mieux
que nous pouvons et discutons de tous les avantages et inconvénients. Nous avons un bureau d'études interne qui soumet ses résultats au client, à l'architecte et au bureau d'études pour approbation. Une fois la conception approuvée, les moules sont fabriqués et nous lançons la production. Salens Architecten est partisan du coulage de la face praticable du côté du coffrage et c'est la première fois que nous avons appliqué ce principe dans notre hall de production d'Oudenburg. Cela a nécessité quelques adaptations. L a largeur du porte-à-faux était la même à chaque fois, mais les longueurs étaient différentes et les angles exécutés à l'onglet. »
Verhelst a également largement contribué à ce projet au niveau structurel. Grâce à de bons accords et à un échange BIM détaillé entre le bureau de stabilité, l'entrepreneur et Verhelst, il a été décidé d’opter pour la
Meestal storten we de terrassen met het loopvlak naar boven, zoals gemonteerd, maar in dit project werd geopteerd om dit omgekeerd te doen met het loopvlak als bekistingszijde. ¬ PATRICK DECORTE© Verhelst nv
omdat je dit vanop straatniveau ziet. Hier is bewust gekozen voor een minder effen onderkant en dus een egaal, uitgewassen loopvlak op basis van Eifelgranulaten en witte cement.”
Wat de uitvoering betreft, geeft Verhelst raad aan architecten en andere klanten. Patrick Decorte: “We begeleiden onze klanten zo goed mogelijk en bespreken alle voor- en nadelen. We beschikken over een intern studiebureau dat zijn bevindingen ter goedkeuring voorlegt bij de klant, de architect en het studiebureau. Zodra het ontwerp wordt goedgekeurd, worden de mallen gemaakt en zetten we de productie in gang. Salens Architecten is een voorstander van het storten van het loopvlak aan de bekistingszijde en voor ons was het de eerste keer dat we dit principe in onze productiehal in Oudenburg toepasten. Er kwam hier wel wat maatwerk bij kijken. De breedte van de uitkraging was telkens dezelfde, maar de lengtes waren verschillend en de hoeken werden in verstek uitgevoerd.”
Een egaal, uitgewassen loopvlak op basis van Eifelgranulaten en witte cement Une face praticable uniforme et lavée à base de granulats de l'Eifel et de ciment blanc
préfabrication de nombreux éléments structurels. « Le bureau d'études avait clairement demandé de prévoir des prémurs et des prédalles en béton préfabriqué », explique Luc Vyncke, responsable de la production des prédalles et prémurs chez Verhelst. « Le fait que nous connaissions bien l'entrepreneur principal a permis une collaboration sans heurts. C'était d’ailleurs nécessaire parce qu'en termes d'éléments structurels, ce projet compte parmi les plus importants que nous réalisons sur une année. Au total, nous avons fabriqué et livré 800 m² de prémurs et 7.200 m² de prédalles. Cela représente 500 m³ de béton préfabriqué et 70 tonnes de fer raillage. »
Selon Luc Vyncke, le béton préfabriqué est un matériau de choix pour soutenir structurellement un tel projet : « Les prédalles sont idéales pour assurer
Er werd geopteerd om de terraselementen te storten met het loopvlak aan de bekistingszijde. Il a été choisi de couler les éléments de terrasse avec la face praticable du côté du coffrage.
De breedte van de uitkraging van de terraselementen was telkens dezelfde, maar de lengtes waren verschillend en de hoeken werden in verstek uitgevoerd. La largeur du porteà-faux était la même à chaque fois, mais les longueurs étaient différentes et les angles exécutés à l'onglet.
un bon ancrage des balcons préfabriqués. Avec des hourdis, c'est beaucoup plus complexe. Même dans un appartement avec des hourdis, une prédalle est souvent posée pour faire le lien avec le béton architectonique. En termes de conception, les prédalles sont très flexibles. Bords biseautés, angles irréguliers, ouvertures pour escaliers... peuvent tous être réalisés avec des armatures dans l'épaisseur de la dalle. Pour un projet comme celui-ci, ce sont là des atouts indéniables. »
Habituellement, nous coulons les terrasses avec la face praticable vers le haut, comme installé, mais dans ce projet, nous avons opté pour l'inverse, avec donc la face praticable du côté du coffrage.
Ook structureel droeg Verhelst in dit project meer dan zijn steentje bij. Dankzij goede afspraken en een gedetailleerde BIM-uitwisseling tussen het stabiliteitsbureau, de aannemer en Verhelst werd geopteerd om veel structurele elementen te prefabriceren. “Er was een duidelijke vraag van het studiebureau om prefab betonnen dubbele wanden en breedplaten te voorzien”, vertelt Luc Vyncke, afdelingshoofd productie breedplaten en dubbele wanden bij Verhelst. “Dat we de hoofdaannemer goed kennen, zorgde voor een vlotte samenwerking.
En dat was ook nodig want op het vlak van structuurelementen behoort dit project toch al tot de grotere die we op jaarbasis doen. In totaal maakten en leverden we 800 m² dubbele wanden en 7.200 m² breedplaten. Goed voor 500 m³ prefab beton en 70 ton wapening.”
Volgens Luc Vyncke is prefab beton een materiaal bij uitstek om structureel zo’n project te ondersteunen: “Breedplaten zijn ideaal om een goede
verankering van geprefabriceerde balkons te verzekeren. Met gewelven is dat veel complexer. Ook in een appartement met gewelven wordt vaak een breedplaat gelegd om de verbinding met het architectonisch beton te maken. Naar vormgeving toe zijn breedplaten heel flexibel. Schuine kanten, onrechte hoeken, trapopeningen … kan je allemaal realiseren met wapeningen in de dikte van de plaat. Voor een project als dit zijn dat onmiskenbare troeven.”
De drie torens van zes verdiepingen zijn op het gelijkvloers en de eerste verdieping verbonden met geknikte bouwvolumes. Les trois tours de six étages sont reliées entre elles au niveau du rez-de-chaussée et du premier étage par des volumes articulés.
La rapidité d'exécution représente évidemment un autre avantage. Luc Vyncke : « Grâce aux prémurs préfabriqués, il est possible, par exemple, de créer et de couler un sous-sol en une seule fois. Dans le projet Green Front, toutefois, seuls des murs hors sol ont été utilisés. Le plus grand avantage pour le client est sans doute de pouvoir confier tant la partie architectonique et que la partie structurelle à un seul et même fabricant. En interne, les lignes de communication sont courtes et, par exemple, les prédalles et les prémurs sont traités par le même dessinateur, qui connaît le projet et les connexions avec le béton architectonique. Il en va de même pour le planificateur. En fonction de la séquence de production et de livraison, il est possible d'optimiser le délai d'exécution pour qu'il soit le plus court et le plus efficace possible. »
Kenmerkend voor het gebouw is zonder twijfel de continue en slanke terrasrand uit prefab betonelementen.
L'une des caractéristiques du bâtiment est sans aucun doute le bord continu et élancé des balcons en béton préfabriqué.
De volgorde van productie en levering konden we optimaliseren om de uitvoeringstermijn zo kort en het rendement zo hoog mogelijk te houden.
2 handelsruimtes met 52 garageboxen in de ondergrondse parkeergarage en 35 parkings op het gelijkvloers. Le site comprend 56 appartements, deux espaces commerciaux avec 52 boxes de garage dans le parking souterrwain et 35 places de parking au rez-de-chaussée.
Een andere meerwaarde is uiteraard ook de snelheid van uitvoering. Luc Vyncke: “Dankzij geprefabriceerde dubbele wanden kan je bijvoorbeeld een kelder volledig in één keer plaatsen en opstorten. In het project Green Front werden wel enkel bovengrondse wanden toegepast. De grootste troef voor de klant is misschien wel dat zowel
het architectonische als het structurele verhaal bij dezelfde producent zit. Intern zijn de lijnen kort en bijvoorbeeld zowel de breedplaten als de dubbele wanden worden door dezelfde tekenaar behandeld, die vertrouwd is met het project en weet hoe de verbindingen met het architectonische beton in elkaar zitten. Hetzelfde verhaal bij de planner. Naar
volgorde van productie en levering kan er geoptimaliseerd worden om de uitvoeringstermijn zo kort en het rendement zo hoog mogelijk te houden.”
Dat dit project werd gerealiseerd op een oude site van Verhelst Bouwmaterialen, maakt het voor Verhelst bijzonder. Luc Vyncke: “Het was voor Verhelst uiteraard belangrijk om de hand te hebben in de heropleving van onze oude site. En uiteindelijk is alles bijzonder goed verlopen. Onze eerste levering vond plaats in maart 2019 en de laatste in december van datzelfde jaar. Negen maanden voor een project van die grootteorde is best snel.” Bijzonder is het niet enkel voor Verhelst maar ook voor de bewoners die in Green Front genieten van een groen-blauwe woonomgeving. Bovendien werden ook verschillende extensieve groendaken geïntegreerd om de groene omgeving nog meer kracht bij te zetten. Een mooi en harmonieus afgewerkt geheel dus waar zowel de kwaliteitsvolle architectonische als structurele prefab betonelementen cruciaal bleken voor een prachtig eindresultaat. (NR) n
Le fait que ce projet ait été réalisé sur un ancien site de Verhelst Bouwmaterialen le rend particulier pour Verhelst. Luc Vyncke : « Il était évidemment important pour Verhelst de participer à la revitalisation de son ancien site. Et finalement, tout s'est très bien passé. Notre première livraison a eu lieu en mars 2019 et la dernière en décembre de la même année. Neuf mois pour un projet de cette ampleur, c'est plutôt rapide. » Ce projet est particulier non seulement pour Verhelst, mais aussi pour les résidents qui bénéficient à Green Front d'un environnement “ vert et bleu ”. Plusieurs toits verts ont été intégrés pour renforcer encore le cadre vert. Un ensemble à la finition élégante et harmonieuse donc, où les éléments architectoniques et structurels en béton préfabriqué de haute qualité se sont avérés déterminants pour un résultat splendide. (NR) n
GREEN FRONT Brugge | Bruges, 2021
OPDRACHTGEVER | MAÎTRE D’OUVRAGE : Eiffage Development nv
PROJECTONTWIKKELAAR | DÉVELOPPEUR DE PROJET : Global Estate Group gcv
ARCHITECT | ARCHITECTE : Salens Architecten bvba / Lieven Vereecke bvba
AANNEMER | ENTREPRENEUR : Vuylsteke-Eiffage nv
STUDIEBUREAU | BUREAU D’ÉTUDES : Cobe Ingenieurs bv
PREFAB BETONELEMENTEN | ÉLÉMENTS EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ : Verhelst nv
CIJFERS | CHIFFRES :
• DUBBELE WANDEN | PRÉMURS : 800 m²
• BREEDPLATEN | PRÉDALLES : 7.200 m²
• TERRASELEMENTEN | ÉLÉMENTS DE TERRASSE : 164 (1.714 m²)
En fonction de la séquence de production et de livraison, il a été possible d'optimiser le délai d'exécution pour qu'il soit le plus court et le plus efficace possible.© Verhelst nv
Eind 2022 opende de stad Mechelen de gloednieuwe parking Keerdok. Maar het project van ontwikkelaars Mont-Real nv en Kairos nv is veel meer dan dat. De realisatie van parking Keerdok luidt de start in van een grootschalige transformatie van de omgeving rond het Keerdok tot een bruisende, nieuwe stadswijk. Het ontwerp, van POLO bvba – Archipelago Architects nv, is een architecturaal hoogstandje met sterke modulaire eigenschappen. Eyecatchers zijn ongetwijfeld de 265 geprefabriceerde betonnen kruisvormige gevelelementen, geproduceerd en geleverd door Verheyen nv, de specialist in architectonisch beton van de B&R B ouwgroep nv.
Parking Keerdok is op en top duurzaam, want het gebouw is zo ontworpen dat het in de toekomst vlot kan omschakelen naar meer of net minder parkeren. Het ontwerp speelt zo in op evoluties in de mobiliteit, zoals bijvoorbeeld autodelen. De verdiepingen van Parking
Keerdok kunnen zonder grote verbouwingen van functie wijzigen door er eenvoudig werk- en/of woonunits tussen te schuiven. Naast een 500-tal parkeerplaatsen en oplaadpunten voor elektrische auto’s, huisvest Parking Keerdok ook een ruime, overdekte
fietsenstalling met oplaadpunten voor elektrische fietsen, een buurtsupermarkt en kantoren. Op het dak vind je een stadsterras met bomen en een prachtig uitzicht op Mechelen. Twee verdiepingen lager is er ook een evenementenplein voor publieke activiteiten.
MAATSCHAPPELIJKE VRAAG
“Dit project kadert binnen een groter masterplan in het noordwestelijke deel van Mechelen”, duidt Mauro Poponcini, ir. architect bij POLO. “Samen met archipelago architects hebben we een ontwerp bedacht en ingediend. Voor ons was het een bijzondere uitdaging omdat we ons meteen de vraag stelden: een parkeergarage bouwen, is dat nog
Fin 2022, la ville de Malines a inauguré le tout nouveau parking Keerdok. Mais le projet des promoteurs Mont-Real nv et Kairos nv va bien au-delà. La réalisation du parking Keerdok marque le début d'une transformation à grande échelle de la zone autour du Keerdok en un nouveau quartier animé. Le projet, conçu par POLO bvba - Archipelago Architects nv, est un chef-d'œuvre architectural à la forte modularité. Les 265 éléments de façade préfabriqués en béton en forme de croix, produits et fournis par Verheyen nv, le spécialiste du béton architectonique de B&R Bouwgroep nv, retiennent incontestablement l'attention.
Parking Keerdok est durable de la tête au pied, car le bâtiment est conçu pour pouvoir facilement offrir plus ou moins de places de stationnement à l'avenir. La conception répond ainsi aux évolutions de mobilité, telles que le covoiturage. Les étages du Parking Keerdok peuvent changer de fonction sans modifications majeures en y insérant simplement des unités de travail et/ou de vie. Outre quelque 500 places
de stationnement et des bornes de recharge pour les voitures électriques, Parking Keerdok abrite également un vaste abri à vélos couvert avec des bornes de recharge pour les vélos électriques, un supermarché de proximité et des bureaux. Sur le toit, une terrasse urbaine avec des arbres offre une belle vue sur Malines. Deux étages plus bas, on trouve également une place pour les activités publiques.
« Ce projet s'inscrit dans le cadre d'un plan directeur plus vaste pour la partie nord-ouest de Malines », souligne Mauro Poponcini, ingénieur architecte chez POLO. « En collaboration avec Archipelago Architects, nous avons conçu et présenté un projet. Pour nous, il s'agissait d'un défi particulier, car nous nous sommes immédiatement posé la question suivante : la construction d'un parking est-elle encore nécessaire ? De moins en moins de voitures circuleront et il n'est pas inconcevable que les voitures disparaissent un jour complètement. Que faire alors de la structure d'un tel garage ? C'était une question très importante pour nous. Il est logique qu'aux portes d'une grande ville, il y ait beaucoup de places de stationnement, avec la
wel nodig? Er zullen steeds minder auto’s rijden en het is niet ondenkbaar dat auto’s ooit volledig verdwijnen. Wat doe je dan met de structuur van zo’n garage? Dat was voor ons een heel belangrijke vraag. Het is logisch dat aan de poorten van een grote stad
voldoende parkeergelegenheid is, met van daaruit de mogelijkheid om via het openbaar vervoer het centrum te bereiken. Maar het idee gaat verder dan alleen maar parkeren aan zo’n poort. Vroeger, in de middeleeuwen, was zo’n poort ook een ontmoetingsplaats.
Daarom zagen wij dit project als een maatschappelijke uitdaging om mensen weer samen te brengen.”
Het parkeergebouw is één grote, kolomvrije overspanning met extra vrije hoogte en kan daardoor gemakkelijk herbestemd worden voor kantoren, retail, bedrijven of zelfs woningen. De kantoren op de twee bovenste lagen van Parking Keerdok zijn opgevat als invullingen van twee ‘gewone’ parkeerlagen. Het zijn box-in-box geïsoleerde
De realisatie van Parking Keerdok luidt de start in van een grootschalige transformatie van de omgeving rond het Keerdok tot een bruisende, nieuwe stadswijk.
La réalisation du parking Keerdok marque le début d'une transformation à grande échelle de la zone autour du Keerdok en un nouveau quartier animé.
possibilité de rejoindre le centre-ville par les transports publics. Mais, à une entrée de ville, l'idée va plus loin que le simple stationnement. Autrefois, au Moyen Âge, une telle porte était aussi un lieu de rencontre. C'est pourquoi nous avons considéré ce projet comme un défi sociétal visant à rassembler à nouveau les gens. »
Le bâtiment du parking consiste en une unique grande travée sans colonnes avec une hauteur libre excédentaire
et peut donc facilement être réaffecté pour en faire des bureaux, des commerces, des entreprises ou même des logements. Les bureaux situés sur les deux étages supérieurs du Parking Keerdok sont conçus comme
des remplissages de deux couches de parking "ordinaires". Il s'agit de volumes isolés en bois et en verre de type ’boîte dans la boîte’, disposés à l'intérieur du gros œuvre. Mauro Poponcini : « Nous avons conçu un bâtiment de parking
Nous avons considéré ce projet comme un défi sociétal visant à rassembler à nouveau les gens.
Wij zagen dit project als een maatschappelijke uitdaging om mensen weer samen te brengen. ¬ MAURO POPONCINI© Johnny Umans
De verdiepingen van Parking Keerdok kunnen zonder grote verbouwingen van functie wijzigen door er eenvoudig werk- en/of woonunits tussen te schuiven. Les étages du Parking Keerdok peuvent changer de fonction sans modifications majeures en y insérant simplement des unités de travail et/ou de vie.
efficace avec plusieurs options modulaires. L a présence de demi-niveaux permet même d'augmenter la capacité de stationnement ultérieurement en prévoyant une structure métallique entre deux niveaux. En termes d'accessibilité, il n'y a pas assez de hauteur, mais pour le stationnement automatique, qui deviendra de plus en plus courant à l'avenir, c'est idéal. Pour la conception, nous nous sommes en partie inspirés du parking 58 à Bruxelles. Les habitants du quartier y ont organisé des fêtes sur le toit, qui sont devenues un événement social emblématique. »
Pour POLO, structure rime avec architecture. Mauro Poponcini : « Les plus beaux bâtiments et les plus belles œuvres d'art ont tous une structure particulière. Dans ce projet également, la structure devait donner une identité au bâtiment. Comme souvent, il était difficile d'y parvenir dans les limites du budget, mais nous y sommes parvenus. Grâce à une structure intelligente, nous avons créé un bâtiment tourné vers l'avenir. Et les possibilités sont nombreuses. Outre des bureaux ou des logements, un cinéma, un musée ou
volumes in hout en glas die binnen het grotere casco zijn opgesteld. Mauro Poponcini: “We ontwierpen een efficiënt parkeergebouw met diverse modulaire mogelijkheden. Door de aanwezigheid van splitlevels kan later zelfs de parkeercapaciteit verhoogd worden door tussen twee niveaus een metaalstructuur te voorzien. Naar toegankelijkheid is er dan te weinig hoogte, maar voor automatisch parkeren, wat in de toekomst steeds gebruikelijker zal worden, is dat ideaal. Voor het ontwerp hebben we ons deels laten inspireren door parking 58 in Brussel. Mensen uit de buurt bouwden daar feestjes op het dak, wat uitgroeide tot een iconisch sociaal gebeuren.”
même une piste de karting sont envisageables. Le point culminant de l'ensemble du bâtiment est un ‘rooftop’ public et verdoyant, où tout le monde peut profiter de la vue sur Malines. »
265 CROIX
La façade, composée de 265 éléments en forme de croix en béton préfabriqué, représentait un défi de taille. Outre le caractère architectural des éléments de la façade, ceux-ci servent également de structure porteuse. Verheyen, qui s'est chargé non seulement de la production, mais aussi de la livraison, de l'assemblage et de la post-tension par injection, était tout désigné pour relever ce défi. La combinaison de leur double fonction d’une part et du
Het idee van de kruisen is tweeledig: enerzijds is er de esthetische meerwaarde en anderzijds zijn de kruisen cruciaal voor de stabiliteit.¬ MAURO POPONCINI © Johnny Umans © Johnny Umans
Voor POLO geldt: structuur is gelijk aan architectuur. Mauro Poponcini: “De mooiste gebouwen en kunstwerken hebben een bijzondere structuur. En de structuur moest ook in dit project het gebouw een identiteit geven. Zoals zo vaak was het wroeten om dat binnen het budget te kunnen realiseren, maar het is gelukt. Met een slimme structuur hebben we een toekomstgericht gebouw gerealiseerd. En de mogelijkheden zijn legio. Naast kantoorruimtes of woningen zijn ook een cinema, een museum of zelfs een kartbaan mogelijk. Als toppunt culmineert het
hele gebouw in een publiek groen dakterras, waar iedereen kan genieten van het zicht op Mechelen.”
265 KRUISEN
De gevel, opgebouwd uit maar liefst 265 prefab betonnen kruisvormige elementen, vormde een serieuze uitdaging. Naast het architecturale karakter van de gevelelementen, doen ze ook dienst als draagstructuur. Een kolfje naar de hand van Verheyen, dat, naast de productie, ook voor de levering, montage en naspanning met injectie zorgde. De combinatie van enerzijds de dubbele functie en anderzijds de
De gevel, opgebouwd uit maar liefst 265 prefab betonnen kruisvormige elementen, is een echte eyecatcher.
Les 265 éléments de façade préfabriqués en béton en forme de croix retiennent incontestablement l'attention.
uitzonderlijke vormgeving van de elementen was stabiliteitstechnisch geen sinecure, maar door in een vroeg stadium met het bouwteam mee aan tafel te zitten, kon de prefab betonspecialist de opbouw van de elementen mee optimaliseren. En prefab bleek al snel de beste oplossing. In plaats van losse X-elementen werden gecombineerde X’en met balken gecreëerd. Goed voor een aanzienlijke vermindering in het aantal elementen en koppelingen, met een beduidend kortere doorlooptijd van de montage als gevolg. Voor de montage van deze enorme elementen – de grootste wegen maar liefst 21 ton – deed Verheyen een beroep op een 350-tons kraan die speciaal overkwam uit Nederland.
design exceptionnel des éléments d’autre part ne fut pas une sinécure en termes de stabilité, mais en rejoignant l'équipe de construction à un s tade précoce, le spécialiste du béton préfabriqué a pu aider à optimiser la composition des éléments. Et le béton préfabriqué s'est rapidement avéré la meilleure solution. Au lieu d'éléments X séparés, des X combinés ont été créés avec des poutres. Cela a permis de réduire considérablement le nombre d'éléments et de raccords, et donc de raccourcir sensiblement la durée de montage. Pour assembler ces énormes éléments – les plus grands pesant jusqu'à 21 tonnes – Verheyen a eu recours à une grue de 350 tonnes, venue spécialement des Pays-Bas.
L'idée des croix est double : d'une part, il y a la valeur ajoutée esthétique et, d'autre part, les croix sont cruciales pour la stabilité.
¬ MAURO POPONCINI© Johnny Umans
Mauro Poponcini: “Samen met de aannemer werd al snel besloten dat prefab beton het ideale materiaal was voor de structuur. Na het winnen van de wedstrijd volgde een heel avontuur om uit te dokteren hoe we alles konden prefabriceren. In dat studiewerk kroop bijzonder veel tijd. Uiteraard hadden we op voorhand goed bestudeerd hoe we de kruisen wilden aanpakken, maar je gaat pas echt inzoomen als het helemaal concreet wordt. Het idee van de kruisen is tweeledig: enerzijds is er de esthetische meerwaarde en anderzijds zijn de kruisen cruciaal voor de stabiliteit. Op die manier konden we kolommen en balken elimineren, wat dan weer de modulariteit van het gebouw ten goede kwam en herbestemming evidenter maakt.”
Een goede samenwerking tussen architect en prefab betonfabrikant is cruciaal. “Samenwerken, niet te veel compromissen sluiten en de logica van de structuur respecteren”, vertelt Mauro Poponcini. “Wij vonden het bijvoorbeeld belangrijk dat de horizontale balken en kruisen een andere kleur hadden dan het traditionele grijze beton. Samen met Verheyen hebben we een oplossing gezocht en besloten
om het beton identiteit te geven door de balk uit te wassen met een vertrager, de X te zuren en met meer of minder zuur te werken in de bekisting. De X en de balk worden in één bekisting gemaakt, ter hoogte van de balk met een vertrager, maar dus wel in dezelfde betonsamenstelling. De X werd achteraf gezuurd. Wat dat betreft zaten POLO en Verheyen op dezelfde golflengte en dat was zeer aangenaam.”
Het parkeergebouw is één grote, kolomvrije overspanning met extra vrije hoogte en kan daardoor gemakkelijk herbestemd worden voor kantoren, retail, bedrijven of zelfs woningen.
Le bâtiment du parking consiste en une unique grande travée sans colonnes avec une hauteur libre excédentaire et peut donc facilement être réaffecté pour en faire des bureaux, des commerces, des entreprises ou même des logements.
Mauro Poponcini : « Avec l'entrepreneur, il a rapidement été décidé que le béton préfabriqué était le matériau idéal pour la structure. Après avoir remporté le concours, toute une aventure a suivi pour imaginer comment tout préfabriquer. Cette étude a pris beaucoup de temps. Bien sûr, nous avions étudié au préalable la manière dont nous allions développer les croix, mais ce n'est que lorsque cela devient concret que l'on commence vraiment à zoomer. L'idée des croix est double : d'une part, il y a la valeur ajoutée esthétique et, d'autre part, les croix sont cruciales pour la stabilité. De cette manière, nous avons pu éliminer les colonnes et les poutres, ce qui a favorisé la modularité du bâtiment et rendu sa réaffectation plus évidente. »
Une bonne collaboration entre l'architecte et le fabricant de béton
Parking Keerdok is op en top duurzaam, want het gebouw is zo ontworpen dat het in de toekomst vlot kan omschakelen naar meer of net minder parkeren.
Parking Keerdok est entièrement durable, car le bâtiment est conçu pour pouvoir facilement offrir plus ou moins de places de stationnement à l'avenir.
préfabriqué est cruciale. « Travailler ensemble, ne pas faire trop de compromis et respecter la logique de la s tructure », explique Mauro Poponcini.
« Par exemple, il était important pour nous que les poutres horizontales et les croix soient d'une couleur différente du béton gris traditionnel. Avec Verheyen, nous avons cherché une solution et décidé de donner une identité au béton en lavant la poutre avec un
retardateur, en acidifiant la croix, et en travaillant avec plus ou moins d'acide dans le coffrage. La croix et la poutre sont réalisés dans un seul coffrage, au niveau de la poutre avec un retardateur, mais donc dans la même composition de béton. La croix a été acidifiée par la suite. Sur ce point, POLO et Verheyen étaient sur la même longueur d'onde et ce fut très agréable. »
Parking Keerdok is uitgerust met een zonnepanelendak met een vermogen van ongeveer 170 kWp, genoeg om zichzelf volledig te voorzien van hernieuwbare energie. Ruim de helft van de elektriciteitsproductie stroomt naar de laadinfrastructuur, de rest naar de kantoren en de supermarkt in het gebouw. Die zijn niet aangesloten op het gasnet, maar halen de warmte uit de bodem, met geothermie. Met de steun van Europa moet Keerdok een toonbeeld van laadinfrastructuur en energiemanagement worden op Europees niveau.
SLIMME MOBILITEITSHUB
Het nieuwe gebouw vormt samen met zijn omgeving een slimme mobiliteitshub, waar bewoners en bezoekers 24/7 terechtkunnen. Bovendien wordt de parking een hotspot voor elektrisch laden en autodelen. Maar het accent ligt vooral op verplaatsingen te voet,
per fiets of bus. De publieke ruimte rond het parkeergebouw is volledig verkeersvrij - op de toegangsweg tot de parkeergarage na - en je kan er vlot op een fiets of deelfiets overstappen. En in de lockers van de parking kan je gratis een fietsbatterij opladen met stroom van de zonnepanelen op het dak. Vanuit het parkeergebouw fiets of wandel je via de nieuwe fiets- en voetgangersbrug snel en veilig naar het 750 m verder gelegen historische stadscentrum van Mechelen.
MASTERPLAN
Parking Keerdok is het eerste project dat wordt opgeleverd binnen het masterplan Keerdok. De komende jaren evolueert deze plek naar een nieuwe, duurzame stadswijk met zowat 550 woningen, een levendig centraal ontmoetingsplein (Rode Kruisplein) met horeca, vernieuwde kades en een stadspark inclusief minibos. (NR) n
PARKING KEERDOK
Mechelen | Malines, 2022
OPDRACHTGEVER | MAÎTRE D’OUVRAGE : Stad Mechelen / Ville de Malines
PROJECTONTWIKKELAAR | DEVELOPPEUR DE PROJET : Mont-Real nv & Kairos nv
ARCHITECT | ARCHITECTE : POLO bvba & Archipelago Architects nv
LANDSCHAPSARCHITECT | ARCHITECTE PAYSAGISTE : ARA bv & Vogt ag
STUDIEBUREAU | BUREAU D’ÉTUDES : BAS bvba & Sweco Belgium nv
AANNEMER | ENTREPRENEUR : BAM Interbuild bv
PREFAB BETONELEMENTEN | ÉLÉMENTS EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ : Verheyen nv
CIJFERS | CHIFFRES :
• OPPERVLAKTE ONDERGRONDS / SURFACE EN SOUS-SOL : 2.980 m²
• OPPERVLAKTE BOVENGRONDS / SURFACE SUR-SOL: 13.310 m²
Le parking Keerdok est équipé d'une couverture de panneaux solaires d'une capacité d'environ 170 kWc, suffisante pour l’alimenter entièrement en énergie renouvelable. Plus de la moitié de la production d'électricité est destinée à l'infrastructure de recharge, le reste aux bureaux et au supermarché situés à l'intérieur du bâtiment. Ces derniers ne sont pas raccordés au réseau de gaz, mais tirent leur chaleur du sol, grâce à l'énergie géothermique. Avec le soutien de l'Europe, Keerdok devrait devenir un modèle d'infrastructure de recharge et de gestion de l'énergie au niveau européen.
Avec ses abords, le nouveau bâtiment forme un centre de mobilité intelligent, auquel les résidents et les visiteurs ont accès 24 heures sur 24 et 7 jours sur 7. En outre, le parking est un point névralgique pour la recharge électrique et le covoiturage. Mais l'accent est mis sur les déplacements à pied, à
vélo ou en bus. L'espace public autour du parking est totalement exempt de circulation – à l'exception de la route d'accès au parking – et l’on peut facilement y prendre un vélo ou un vélo partagé. Dans les casiers du parking, il est possible de recharger gratuitement la batterie de son vélo grâce à l'électricité produite par les panneaux solaires installés sur le toit. Depuis le parking, on peut se rendre à vélo ou à pied, rapidement et en toute sécurité, au centre historique de Malines, situé à 750 m, en empruntant la nouvelle passerelle pour cyclistes et piétons.
Parking Keerdok est le premier projet réalisé dans le cadre du plan directeur Keerdok. Au cours des prochaines années, ce site se transformera en un nouveau quartier urbain durable comprenant quelque 550 logements, une place centrale animée (Rode Kruisplein) avec établissements horeca, des quais rénovés et un parc urbain comprenant une mini-forêt. (NR) n
Prefab beton bleek het ideale materiaal voor de structuur van het gebouw. Le béton préfabriqué s’est avéré le matériau idéal pour la structure du bâtiment.
Het heeft wat voeten in de aarde gehad maar sinds enige tijd heeft Lochristi met het gloednieuwe sport- en cultuurcomplex Uyttenhove er een mooie trekpleister bij. De Oost-Vlaamse gemeente had al lange tijd een grote behoefte aan nieuwe accommodaties voor haar bloeiende sport- en verenigingsleven. In een vlak, suburbaan landschap ontwierp BULK architecten cvba een multifunctioneel gebouw dat het midden houdt tussen een groot publiek huis en een industrieel-agrarische figuur. Buiten zorgen groen en prefab beton voor een speels en uitnodigend entreeplein, in synergie met het gebouw. Met dank aan de kwalitatieve producten van Marlux-Stradus nv (STRADUS), het mooie ontwerp van Stefan Morael bv en de uitwerking door Ava ntgarden nv.
Het nieuwe Uyttenhove combineert functionele, praktische en organisatorische kwaliteiten met een hoge
belevingswaarde. Compactheid, oriënt atie, akoestiek en energetische eisen waren bepalende factoren voor de
COMPLEXE SPORTIF ET CULTUREL UYTTENHOVE
opbouw. BULK opteerde voor een helder en leesbaar gebouw, dat toch de nodige ruimtelijke verrassingen en veel daglicht in zich draagt. Uyttenhove is een publiek (passief)huis dat zijn gebruikers uitdaagt en verwelkomt. Iedere deelfunctie krijgt een eigen karakter: de sporthal met gelamineerde houten liggers en houten plafond, verzonken in het landschap, de polyvalente zaal met betonnen cassetteplafond en lage galerijen voor exposities, het café met licht stalen vlinderdak en de foyer met sculpturale gemetselde wanden.
Cela n'a pas été simple, mais depuis quelque temps, Lochristi a gagné en attractivité grâce au tout nouveau complexe sportif et culturel Uyttenhove. La commune de Flandre orientale avait depuis longtemps besoin de nouveaux locaux pour sa vie sportive et associative florissante. Dans un environnement plat et suburbain, BULK architecten cvba a conçu un bâtiment multifonctionnel à mi-chemin entre un grand édifice public et un bâtiment industriel agricole. À l'extérieur, verdure et béton préfabriqué créent un parvis ludique et accueillant, en synergie avec le bâtiment. Un projet qui doit beaucoup aux produits de haute qualité de Marlux-Stradus nv (STRADUS), au beau design de Stefan Morael bv et à la mise en œuvre par Ava ntgarden nv.
Le nouvel Uyttenhove allie qualités fonctionnelles, pratiques et organisationnelles à une expérience à vivre de grande valeur. La compacité,
l'orientation, l'acoustique et les exigences énergétiques ont été des facteurs décisifs pour la construction. BULK a opté pour un bâtiment
clair et lisible, mais avec quelques surprises spatiales et beaucoup de lumière du jour. Uyttenhove est un équipement public passif qui accueille et interpelle ses utilisateurs. Chaque sous-fonction a son caractère propre : la salle de sport avec des poutres en bois stratifié et un plafond en bois, enfoncée dans le paysage, la salle polyvalente avec un plafond en cassettes de béton et des galeries basses pour les expositions, le café avec un toit papillon en acier léger et le foyer avec des murs sculpturaux en briques.
IN HARMONIE MET HET GEBOUW
BULK architecten haalde de ontwerpwedstrijd voor zowel het gebouw als de openbare ruimte binnen. Een belangrijk gegeven want zo kon een mooie synergie tussen gebouw en plein gewaarborgd worden. “In de wedstrijdfase bedacht BULK architecten in
samenwerking met landschapsarchitect Stefan Morael het landschapsconcept, waarna het project in de ijskast verdween”, vertelt Maarten Eggermont, landschapsarchitect bij Avantgarden. “Toen het weer ontdooide, werd Avantgarden ingeschakeld voor een actualisatie en de technische vertaling.
Zo konden wij verder werken op de eerdere uitgewerkte basisprincipes, met een sterke focus op hedendaagse materialisatie. We keken al heel snel in de richting van prefab beton maatwerk, betontegels en waterpasserende materialen voor een kwalitatieve en hedendaagse realisatie.”
BULK architects a remporté le concours pour la conception du bâtiment et de l'espace public. Un élément important car il a permis d'assurer une belle s ynergie entre le bâtiment et la place.
« En phase de concours, BULK architects a élaboré le concept paysager en collaboration avec l'architecte paysagiste Stefan Morael, après quoi le projet a été mis de côté », explique Maarten Eggermont, architecte paysagiste chez Avantgarden. « Lorsque le
projet est sorti du frigo, Avantgarden a été sollicité pour une mise à jour et la traduction technique. Cela nous a permis de continuer à travailler sur les principes de base élaborés précédemment, en mettant l'accent sur une matérialisation contemporaine. Nous nous sommes très vite tournés vers du sur-mesure en béton préfabriqué, avec des dalles en béton et des matériaux perméables pour une réalisation contemporaine de haute qualité. »
Une harmonie visuelle avec le bâtiment était indispensable. Maarten Eggermont : « Les tons frais et chauds du bâtiment, qui associe le bois à une menuiserie et une charpente métallique légères, ainsi que le nom de rue ‘zavel’ (soufre), ont déterminé le choix d'une palette de couleurs sable et jaune chaud. Pour les pavés de l'entrée, nous avons choisi une gamme aux tons dominants beige-jaune. Et la nuance la plus grise de cette dalle se prolonge subtilement dans le mobilier urbain situé plus
Een visuele match met het gebouw was daarbij onontbeerlijk. Maarten
Eggermont: “De frisse en warmte tinten van het gebouw, waarin hout met licht schrijn- en staalwerk wordt gecombineerd in samenhang met de straatnaam ‘zavel’, bepaalde de keuze voor een warmgeel, zavelkleurig pallet. Voor de stenen aan de inkom kozen we voor een reeks met prominente beige-gele tinten. En de meest grijze
¬ MAARTEN EGGERMONT
kleurtoets in die tegel loopt op een subtiele manier over in het straatmeubilair verder op het plein. Het betonnen uitzicht mocht zeker aanwezig zijn, maar een frisse toets was cruciaal voor een mooie harmonie met het gebouw. Die harmonie wordt ook doorgetrokken in het geknikte voorgevelaanzicht. Die knik komt op verschillende plaatsen terug, van de brievenbus tot de plantvakken. Het was een must voor BULK architecten om het project in totaliteit te beheren zodat er geen harde lijn tussen het gebouw en de buitenaanleg zou ontstaan.”
VERHOOGDE GROENVAKKEN EN ZITMEUBILAIR
Wat de vormgeving betreft, was een royale inkom belangrijk. Maarten Eggermont: “En voor de circulatie naar die ruime inkom hebben we gewerkt met verheven grondvlakken met zitelementen. Zo creëerden we meer een entreeplein dan een vlugge doorgang
van parking naar inkom. Het was de bedoeling om het entreeplein echt in the picture te plaatsen en dat is gelukt. Door de groenvlakken te verhogen, wordt de connectie met de passant/ gebruiker groter. Ook de bomen, die het overigens goed doen in de bakken, staan hoger en zorgen voor meer groene impact. En dat was nodig want wat de reële oppervlakte betreft, overheerst de verharding op het groene. Maar door het groen te verhogen en het hele plein meer te laten leven, wordt dat evenwicht hersteld. Evenwicht is er ook wat betreft hemelwaterafvoer. Er zijn uiteraard de plantvakken zelf, maar ook alle verhardingen zijn waterdoorlatend, waterpasserend, of voeren hemelwater af naar een kiezelzone. Onder die kiezelzone zitten infiltratiekratten die de doorstroming naar de ondergrond garanderen. Buiten een aantal overstortkolken in de groenzone van de parking zijn er nergens kolken voorzien op de hele site.
Hydro Store+ is de eerste hybride klinker met BENOR-keurmerk. Deze innovatieve bestrating is uniek in zijn soort, dankzij een gesloten deklaag, een smalle voeg en een poreus onderbeton. Hydro Store+ koppelt zo de duurzaamheid van waterdoorlatende bestrating aan het comfort van klassieke gesloten bestrating. Daardoor vormt hij de perfecte verharding voor winkelwandelstraten, pleinen, speelplaatsen en zelfs voetpaden.
Ontdek Hydro Store+ op www.stradus.be
Hydro Store+ est le premier pavé hybride labellisé BENOR. Ce pavage innovant est unique dans son genre, grâce à une couche supérieure fermée, un joint étroit et un sous-béton poreux. Hydro Store+ allie donc la durabilité du pavage perméable et le confort du pavage fermé classique. Cela en fait le pavage idéal pour les rues commerçantes, les places, les terrains de jeux et même les trottoirs.
Découvrez Hydro Store+ sur www.stradus.be
verhardingen zijn waterdoorlatend, waterpasserend, of voeren hemelwater af naar een kiezelzone.
loin sur la place. L'aspect béton pouvait être présent, mais une touche de fraîcheur était essentielle pour assurer une belle harmonie avec le bâtiment. Cette harmonie se retrouve également dans le coude que présente la façade. On retrouve ce coude à plusieurs endroits, de la boîte aux lettres aux jardinières. Il était essentiel pour BULK architecten de pouvoir gérer le projet dans sa globalité afin qu'il n'y ait pas de hiatus entre le bâtiment et l'aménagement extérieur. »
En termes de conception, une entrée généreuse était importante. Maarten
Eggermont : « Et pour la circulation vers cette vaste entrée, nous avons travaillé avec des niveaux surélevés avec éléments d'assise. De cette manière, nous avons créé un agréable parvis
plutôt qu'un passage rapide du parking à l'entrée. L'objectif était de mettre en valeur ce parvis, et nous y sommes parvenus. En surélevant les espaces verts, le lien avec le passant/l'utilisateur se voit renforcé. Les arbres, qui, soit dit en passant, se portent bien dans leurs conteneurs, sont également plus hauts, ce qui accentue l’impact de la verdure. C'était nécessaire car, en termes de surface réelle, le pavage prédomine sur le vert. Mais le fait de rehausser la végétation et de rendre l'ensemble de la place plus vivant rétablit cet équilibre. L'équilibre se retrouve jusque dans l'évacuation des eaux pluviales. Il y a, bien sûr, les zones de plantation elles-mêmes, mais aussi tout le pavage qui est perméable, drainant, ou qui évacue l'eau de pluie vers une zone de graviers. Sous cette zone de gravier se trouvent des casiers d'infiltration qui garantissent
de graviers.
l'écoulement vers le sous-sol. A l'exception de quelques avaloirs de débordement dans l'espace vert du parking, il n'y a aucun caniveau sur l'ensemble du site. De cette manière, le sol et les conteneurs enterrés pour les arbres sont alimentés en eau, ce qui profite à la croissance de la végétation. »
Pour les éléments d’assise, Avantgarden a fait appel à STRADUS. Maarten Eggermont : « Pour les jardinières, nous avons opté pour une combinaison de bacs purement fonctionnels avec un élément droit et de bacs avec un élément d'assise en porte-à-faux. La transition entre ces éléments droits
Tout le pavage est perméable, drainant, ou évacue l'eau de pluie vers u ne zone¬ MAARTEN EGGERMONT Wat de plantvakken betreft, werd gekozen voor een combinatie van puur functionele bakken met een recht element (foto) en vlakken met een uitkragend zitelement. Pour les jardinières, nous avons opté pour une combinaison de bacs purement fonctionnels avec un élément droit (photo) et de bacs avec un élément d'assise en porte-à-faux. © STRADUS
et les éléments d'assise est très subtile. Il a été décidé d’éclairer les zones en retrait. Cela a permis d’éviter de longues surfaces linéaires, tout en mettant en valeur les éléments sur mesure en béton préfabriqué. »
Tout comme Avantgarden, STRADUS est particulièrement fier de ce projet. « L a collaboration avec Avantgarden et BULK architecten fut très agréable », se souvient Lien Braem, Account Manager chez STRADUS. « Comme toujours,
Op die manier worden de bodem en ondergrondse boomkratten met water gevoed, wat de vegetatie en groeiomstandigheden ten goede komt.”
Voor het zitmeubilair ging Avantgarden in overleg met STRADUS. Maarten Eggermont: “Wat de plantvakken betreft, gingen we voor een combinatie van puur functionele bakken met een recht element en vakken met een uitkragend zitelement. De overgang van die rechte elementen naar de zitelementen gebeurt heel subtiel. Er werd
besloten om de inspringende zones uit te lichten. Zo ontstonden geen lange lineaire vlakken, maar werden bewust de elementen in prefab maatwerkbeton in de spotlights gezet.”
Net als Avantgarden is ook STRADUS zeer trots op dit project. “De samenwerking met Avantgarden en BULK architecten was heel aangenaam”, vertelt Lien Braem, accountmanager bij STRADUS. “Zoals steeds presenteren we onze stalenkoffer met tal
Wat de circulatie naar de ruime inkom betreft, werd gewerkt met verheven grondvlakken met zitelementen. Pour la circulation vers la vaste entrée, des espaces verts surélevés avec éléments d'assise ont été utilisés.
nous avons présenté notre boîte d'échantillons avec de nombreux petits exemples de couleurs et de finitions afin de trouver ensemble la bonne composition. Ce qui est important dans ce projet, c'est que le pavage a été choisi dans notre gamme Naturale de la plus haute qualité. Pour celleci, nous ne travaillons pas sur la base de colorants, mais avec les couleurs naturelles des granulats, du sable, du ciment, etc. afin d’obtenir une certaine teinte. Cela fait de ces pavés l’alternative la plus qualitative à la pierre naturelle. Ainsi, tout comme la pierre
naturelle, nos produits Naturale se mettent à vivre au fil des ans tout en conservant leur couleur. »
Si le choix du pavé est remarquable, la finition l’est tout autant. Lien Braem : « Nous avons opté pour une finition polie et brossée, qui donne en réalité un effet satiné, ce qui la rend spéciale et unique. On parle de sur-mesure, mais ce qui est intéressant pour nous dans ce projet, c'est que nous avons utilisé un grand nombre de produits, de couleurs et de nuances standard pour répondre à la demande des concepteurs. C'est là
Er werd gekozen voor een geslepen en geborstelde afwerking, waardoor je eigenlijk een streelzacht effect krijgt, wat het bijzonder en uniek maakt.¬ LIEN BRAEM © STRADUS
van kleine kleur- en afwerkingsstalen om zo samen op zoek te gaan naar de juiste samenstelling. Belangrijk in dit project is dat er voor de straatstenen gekozen werd uit ons meest hoogwaardige gamma Naturale. Met dit gamma werken we niet op basis van kleurstoffen, maar met kleurechte materialen zoals de beschikbare kleuren van granulaten, zand, cement, ... om een bepaalde tint te krijgen. Dat maakt van deze straatstenen de meest hoogwaardige variant op natuursteen. Net als natuursteen gaat onze Naturale dus
ook meer leven doorheen de jaren en zijn kleur behouden.”
Niet alleen de keuze van de steen zelf, ook de afwerking is bijzonder. Lien Braem: “Er werd gekozen voor een geslepen en geborstelde afwerking, waardoor je eigenlijk een streelzacht effect krijgt, wat het bijzonder en uniek maakt. Er wordt gesproken over maatwerk, maar interessant voor ons aan dit project is dat we gebruik hebben gemaakt van behoorlijk veel standaardproducten, kleuren en tinten
om aan de vraag van de ontwerpers te voldoen. Daarin schuilt onze expertise en het is bovendien budgettair veel interessanter. De zitelementen –uit de Greenline-reeks – kennen eenzelfde verhaal. De ontwerper heeft een bepaald idee, een vorm in gedachten en wij duiken in ons gamma om te kijken wat mogelijk is. Het is dus werk op maat, maar toch hoofdzakelijk vanuit een best aand gamma.”
En
que réside notre expertise et c'est aussi beaucoup plus économique. Il en va de même pour les éléments d’assise – de la gamme Greenline. Le concepteur a une certaine idée, une forme en tête et nous plongeons dans notre gamme pour voir ce qui est possible. Il s'agit donc d'un travail sur mesure, mais principalement à partir d'une gamme existante. »
Cet aspect pierre naturelle du béton préfabriqué de haute qualité gagne en popularité, selon Lien Braem : « L a
gamme Naturale se prête parfaitement à l'imitation de la pierre naturelle. En effet, l'utilisateur moyen ne peut pas faire la différence. Même avec le temps, car les éléments conservent leur aspect naturel. À Courtrai, nous avons récemment réalisé un projet avec un grain encore plus prononcé. La demande du marché va crescendo ». Maarten Eggermont ne peut que confirmer : « Chez Avantgarden, nous optons généralement pour des teintes plus claires pour les espaces publics. Les matériaux sombres deviennent encore plus sombres par temps de pluie et cela ne
Nous avons opté pour une finition polie et brossée, qui donne en réalité un effet satiné, ce qui la rend spéciale et unique.
Die natuursteenlook van hoogwaardig prefab beton wint volgens Lien Braem steeds meer aan populariteit: “Het Naturale-gamma leent zich perfect voor de imitatie van natuursteen. De doorsnee gebruiker ziet het verschil immers niet. Ook niet doorheen de tijd omdat de stenen hun natuurlijke uiterlijk behouden. In Kortrijk hebben we onlangs een project opgeleverd met
een nog meer uitgesproken korrel in de steen. Die marktvraag is gegroeid.”
Maarten Eggermont kan dat alleen maar bevestigen: “Als Avantgarden opteren wij voor openbare ruimtes doorgaans voor lichtere tinten. Donkere materialen worden op een regenachtige dag nog donkerder en daar worden de mensen niet gelukkiger van. Daarnaast zorgen lichte tinten voor minder warmteabsorptie en -reflectie, wat in actueel
klimaatbestendige ontwerpen van groot belang is. Wij proberen steeds leven in de steen te krijgen. Iedereen kent wel het populaire Terrazzo, maar met de hoogwaardige lijn van STRADUS kan je dat effect perfect benaderen.”
Voor Avantgarden is prefab beton een belangrijk materiaal voor het creëren van groene, klimaatrobuuste openbare
De gelige zaveltoets van het gebouw werd ook doorgetrokken in de buitenruimte. La teinte jaune soufre du bâtiment a également été prolongée dans l'espace extérieur.
rend pas les gens heureux. En outre, les teintes claires réduisent l'absorption et la réflexion de la chaleur, ce qui est très important dans les projets actuels à l'épreuve du changement climatique. Nous essayons toujours de donner vie au pavage. Tout le monde connaît le célèbre Terrazzo, mais avec la gamme de haute qualité de STRADUS, vous pouvez parfaitement vous approcher de cet effet. »
Pour Avantgarden, le béton préfabriqué est un matériau de choix pour la création d'espaces publics verts et résistants au climat. Maarten
Het betonnen uitzicht mocht zeker aanwezig zijn, maar een frisse toets was cruciaal voor een mooie harmonie met het gebouw. L'aspect béton pouvait être présent, mais une touche de fraîcheur était essentielle pour assurer une belle harmonie avec le bâtiment.
Eggermont : « En tant qu'architectes paysagistes, nous essayons évidemment de résoudre les problèmes avant tout en utilisant autant d'éléments naturels et végétaux que possible. Et pour certaines structures en béton préfabriqué, cela va de pair. En particulier pour la gestion de l'eau, des solutions créatives sont possibles avec le béton préfabriqué. Des filets d’eau STRADUS ont ainsi également été utilisés dans ce projet, par exemple pour se connecter à un wadi. À cet égard, les nombreuses possibilités du béton préfabriqué offrent un outil très utile qui nous permet d'estomper la frontière entre la verdure et le pavage. »
« L'avantage du béton préfabriqué par rapport à la pierre naturelle est le raccourcissement de la chaîne. On ne peut pas non plus toujours être totalement sûr de la qualité de la pierre naturelle, alors que nos produits sont fabriqués dans des conditions parfaites. Ce qui n'est pas encore très connu, c'est que nous proposons également notre gamme Naturale sans c iment, ce qui garantit évidemment une empreinte écologique beaucoup plus faible. Aujourd'hui, le secteur du béton préfabriqué innove sans cesse pour devenir plus propre et STRADUS y contribue beaucoup », conclut Lien Braem. (NR) n
ruimtes. Maarten Eggermont: “Als landschapsarchitecten proberen wij uiteraard in eerste instantie vraagstukken op te lossen door het gebruik van zoveel mogelijk natuurlijke en vegetatieve elementen. En bij bepaalde prefab betonconstructies gaat dat hand in hand. Zeker naar waterbeheer toe zijn er creatieve oplossingen mogelijk met prefab beton. Zo werden in dit project ook STRADUS-gootelementen toegepast om
aan te sluiten op bijvoorbeeld een wadi. De vele mogelijkheden van prefab beton zijn wat dat betreft een heel nuttige tool voor ons om de grens tussen groen en verharding te vervagen.”
“Het voordeel van prefab beton tegenover natuursteen is de kortere keten. Ook de kwaliteit van natuursteen ben je niet altijd helemaal zeker, terwijl onze elementen in perfecte omstandigheden
worden gefabriceerd. Wat nog niet algemeen geweten is, is dat we ons Naturale-gamma ook cementvrij aanbieden, wat uiteraard voor een veel lagere ecologische voetafdruk zorgt. De prefab betonwereld innoveert vandaag heel hard om properder te worden en ook STRADUS zit stevig op die trein”, besluit Lien Braem. (NR) n
De verlichting focust op de verhoogde plantvakken. Zo ontstonden geen lange lineaire vlakken, maar werden bewust de elementen in prefab maatwerkbeton in de spotlights gezet.
L'éclairage est concentré sur les jardinières surélevées. Cela a permis d’éviter de longues surfaces linéaires, tout en mettant en valeur les éléments sur mesure en béton préfabriqué.
UYTTENHOVE
L ochristi, 2022
OPDRACHTGEVER | MAÎTRE D’OUVRAGE : Gemeente Lochristi / Commune de Lochristi
ARCHITECT | ARCHITECTE : BULK architecten cvba / Avantgarden nv / Stefan Morael bv
AANNEMER | ENTREPRENEUR : VMB Aannemingen bvba
STUDIEBUREAU | BUREAU D’ÉTUDES : IRS bv / Bureau De Fonseca bvba / Ingenium bvba
PREFAB BETONELEMENTEN | ÉLÉMENTS EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ : Marlux-Stradus nv
CIJFERS | CHIFFRES :
• STENEN UIT HET NATURALE-GAMME | PAVÉS DE LA GAMME NATURALE : 930 m²
• ZITELEMENTEN | ÉLÉMENTS D'ASSISE : 175 m
De grootste beweegbare brug van Europa staat – en draait – in België. Op zondag 22 mei 2022 vond aan het Verbindingsdok in Zeebrugge de officiële inhuldiging plaats van de Verbindingsbrug, een draaibrug met een lengte van 130 m, een doorvaartbreedte van 55 m en een fietspadbreedte van 4 m. Het totale kostenplaatje van de investering bedroeg ongeveer 34 miljoen euro. Terwijl de beweegbare brug werd opgebouwd in staal, werd voor de aanbruggen aan de noord- en zuidzijde gekozen voor prefab beton. Hiervoor sloeg de tijdelijke maatschap (TM)
Artes Depret nv – Artes Roegiers nv – Victor Buyck nv – Besix Unitec nv de handen in elkaar met de Lierse fabrika nt Ergon nv.
De verbindingsbrug tussen de Jozef Verschaveweg en de Koffieweg bevordert de doorstroming van het havenverkeer tussen de voorhaven van
Zeebrugge en de oostelijke achterhaven. De brug bestaat uit twee brede rijstroken met een afgescheiden dubbelrichtingsfietspad. De TM Artes
Depret - Artes Roegiers - Victor Buyck en Besix Unitec werd aangesteld om het DBM-project uit te voeren. De nieuwe brug, inclusief aanbruggen, is 400 m lang. Het fietspad wordt uitgevoerd in kunststof. De brug is gebouwd om uitzonderlijk zwaar vervoer aan te kunnen en zal in tegenstelling tot de vorige brug voor publiek gebruik dienen. Verder omvatten de werken de bouw van een kaaimuur van ongeveer 100 m lang en de realisatie van een aanvaarbeveiliging voor de scheepvaart.
Le plus grand pont mobile d'Europe se dresse – et tourne – en Belgique. Dimanche 22 mai 2022, au Verbindingsdok de Zeebruges, a eu lieu l'inauguration officielle du Verbindingsbrug, un pont tournant d'une longueur de 130 m, offrant à la navigation une largeur navigable de 55 m et équipé d’une piste cyclable de 4 m de large. Le coût total de l'investissement s'élève à environ 34 millions d'euros. Alors que le pont mobile a été construit en acier, des poutres et des travées en béton préfabriqué ont été choisies pour les avant-ponts nord et sud. Pour les réaliser, la société momentanée (SM) Artes Depret nv - Artes Roegiers nv - Victor Buyck nv - Besix Unitec nv s'est associée au fabricant lierro is Ergon nv.
Le pont de liaison entre le Jozef Verschaveweg et le Koffieweg facilite la desserte du trafic portuaire entre l’avant-port et le centre du village de Zeebrugge d'une part, et l'arrière-port oriental d'autre part. Le pont est composé de deux larges bandes de
circulation avec piste cyclable bidirectionnelle séparée. La SM Artes Depret - Artes Roegiers - Victor Buyck et Besix Unitec a été désignée pour réaliser le projet en DBM. Le nouveau pont, y compris les avant-ponts, a une longueur de 400 m. La piste cyclable
est réalisée en matériau composite. Le pont est construit pour supporter des transports exceptionnellement lourds et, contrairement au pont précédent, il sera destiné à un usage public. En outre, les travaux comprennent la construction d'un mur de quai d'environ 100 m de long et la réalisation d'une protection de l'approche pour la navigation.
Le nouveau pont se compose de deux avancées fixes en béton préfabriqué et d'un pont tournant en acier reposant sur huit pieux tubulaires. Les deux avant-ponts ont été construits à partir de deux demi-tabliers par travée, qui
De nieuwe brug bestaat uit twee vaste delen uit prefab beton en een stalen draaibrug, die rust op acht buispalen. De twee aanbruggen werden beide opgebouwd uit twee halve brugdekken per overspanning, die op de kade werden geassembleerd en door middel
van een ponton en een zware kraan op hun plaats werden gelegd. Tony Gruwez, senior werfleider bij Artes-Depret, licht toe: “Normaal bekist je boven het water, maar in plaats daarvan stortten we de brugliggers op de begane grond aan elkaar. We positioneerden telkens drie geprefabriceerde liggers op het juiste niveau en op de juiste afstand
van elkaar en goten er een brugdek op. De grootste liggers zijn 33 m lang en wegen 55 ton per balk. Eens aan elkaar vastgemaakt namen we zo’n brugdeel van ongeveer 350 ton in een keer op en plaatsten we het op de pijlerbakken.”
“De twee aanbruggen zijn 100 m (noord) en 170 m (zuid) lang en worden dus
ont été assemblés sur le quai et mis en place à l'aide d'un ponton et d'une grue lourde. Tony Gruwez, conducteur de chantier senior chez Artes-Depret, explique : « Normalement, le coffrage se fait au-dessus de l'eau, mais nous avons ici bétonné ensemble les poutres du
pont au sol. À chaque fois, nous avons positionné trois poutres préfabriquées au bon niveau et à la bonne distance les unes des autres, puis nous avons coulé un tablier par-dessus. Les plus grandes poutres mesurent 33 m de long et pèsent 55 tonnes chacune.
Une fois les poutres ainsi reliées, nous avons soulevé en une seule fois une telle section de pont pesant environ 350 tonnes et l'avons placée sur les caissons de pile. »
verbonden door de 130 m lange draaibrug met een doorvaartbreedte van 55 m”, gaat Joris Meersschaert, projectmanager bij studiebureau SBE, verder. “De gebruikte I-liggers kunnen normaal een overspanning van 40 m aan. Maar de lengte werd beperkt tot 33 m opdat het gewicht van het halve brugdek de kraancapaciteit niet zou overschrijden. Dichter naar het land toe zijn de overspanningen kleiner omdat er
onvoldoende beschikbare hoogte is en minder hoge liggers gebruikt moesten worden. De overspanningen varieerden van 22 tot 33 m
De liggers zelf werden gemaakt in de productiehal van Ergon en de meeste liggers werden via het water naar Zeebrugge getransporteerd. Daar werd dan het dek opgestort en na uitharding werd het geheel naar de juiste plek
gebracht. Het grote voordeel van het prefabriceren van de elementen en de assemblage op de kade was dat er zo weinig op het water zelf gewerkt moest worden. En dat was cruciaal aangezien de continuïteit van het waterverkeer, op één stremmingsweekend na, gedurende de hele looptijd van het project gegarandeerd moest worden.”
Doordat de dekken van de aanbruggen uit verschillende delen bestonden, was er uiteraard ook aandacht voor de naden. Joris Meersschaert: “Er werd gekozen voor een soepele plaatverbinding, waarbij de stukken brugdek via een scharnier aan de pijler werden doorgekoppeld. We realiseren dus telkens een isostatisch brugdek met scharnierende kopse voegen, zwaar gewapend, die langs langs boven- en onderzijde bekleed zijn met folie zodat de wapening bij minischeurtjes niet wordt aangetast.”
De verbindingsbrug tussen de Jozef Verschaveweg en de Koffieweg bevordert de doorstroming van het havenverkeer tussen de voorhaven van Zeebrugge enerzijds en de oostelijke achterhaven anderzijds.
Le pont de liaison entre le Jozef Verschaveweg et le Koffieweg facilite la desserte du trafic portuaire entre l’avant-port et le centre du village de Zeebruges d'une part, et l'arrière-port oriental d'autre part.
« Les deux avant-ponts ont une longueur de 100 m (au nord) et de 170 m (au sud) et sont donc reliés par le pont tournant de 130 m de long et d’une largeur navigable de 55 m », poursuit Joris Meersschaert, project manager au sein du bureau d'études SBE. « Les poutres en I utilisées peuvent normalement supporter une portée de 40 m. Mais la longueur a été limitée à 33 m pour que le poids du demi-tablier ne dépasse pas la capacité de la grue. Plus près de la terre, les portées sont plus petites car la hauteur disponible
est insuffisante et des poutres moins hautes ont dû être utilisées. Les portées varient de 22 à 33 m. »
Les poutres elles-mêmes ont été fabriquées dans le hall de production d'Ergon et la plupart d'entre elles ont ensuite été transportées par bateau jusqu'à Zeebruges. Là, le tablier a été coulé et, après durcissement, l'ensemble a été transporté au bon endroit. Le grand avantage de la préfabrication des éléments et de leur assemblage sur le quai est qu'il n'y a eu
Côté nord, l’avant-pont mesure 100 m au total et se compose de quatre travées. Côté sud, il s’étend sur 170 m et compte sept travées.
¬ GLENN DE PUEque très peu de travaux à effectuer sur l'eau. Et c'était crucial car la continuité du trafic fluvial devait être garantie pendant toute la durée du projet, à l'exception d'un week- end d'arrêt.
Les tabliers des avant-ponts étant constitués de différentes pièces, il fallait naturellement prêter attention aux joints. Joris Meersschaert : « Nous avons opté pour un assemblage flexible par lequel les pièces du tablier sont reliées au pilier par une charnière. Il s'agit donc de tabliers isostatiques
Op basis van het studiewerk van de TM boog Ergon zich over het liggerontwerp. “De uitvoeringsmethode op de kade, gecombineerd met de hoge belasting, maakte dit project toch wel bijzonder”, vertelt Glenn De Pue, projectingenieur bij Ergon. “De TM koos ervoor om de bovenbouw van de afzonderlijke overspanningen met brugbalken, dwarsdragers en brugdekplaat
aan wal te maken om ze vervolgens in hun geheel met zware kraantypes van op een ponton op de pijlers te plaatsen. Het is een bijzondere uitvoeringsmethode die we uiteraard meenamen in de studie van de brugbalken. De aanbruggen zelf overbruggen een afstand van 100 en 170 m en werden gerealiseerd met respectievelijk vier en zeven over spanningen.”
De grootste draaibrug van Europa moet het gewicht van veel, zwaar en uitzonderlijk transport kunnen dragen. Glenn De Pue: “Per overspanning zijn er zes brugbalken met een HOH-afstand van 1,8 m. De zwaarst toegepaste types zijn standaard FEBE-brugbalken van 1,90 m hoog bij een overspanning van 33 m. Deze overspanningslengte gaf gezien de relatief hoge belastingen ten gevolge van de havenvoertuigen al een hoge benuttingsgraad van de balktypes. Bij bruggen voor normaal wegverkeer kunnen deze balken gemakkelijk overspanningen van 40 m aan. Gezien de
avec des joints d'extrémité articulés, fortement renforcés et recouverts d'une feuille d'aluminium sur les deux faces afin que l’armature ne soit pas affectée en cas de mini-fissures. »
Sur la base du travail d'étude préalable de la SM, Ergon s'est penché sur la conception de la poutre. « La méthode d'exécution sur le quai, combinée aux charges élevées, a rendu ce projet très spécial », explique Glenn De Pue, ingénieur de projet chez Ergon. « La SM a choisi d’assembler la superstructure de chacune des travées individuelles à
quai – poutres principales, traverses et tablier – pour ensuite la mettre en place d’une pièce sur les piliers, à l’aide de grues lourdes. C’est une méthode d’exécution particulière dont nous avons bien entendu tenu compte dans l’étude des poutres du pont. Les avant-ponts eux-mêmes franchissent une distance de 100 et 170 m et ont été réalisés avec quatre et sept travées respectivement. »
Le plus grand pont tournant d’Europe doit pouvoir supporter la charge que représente un trafic de transport intensif, lourd et exceptionnel. Glenn
De Pue : « Chaque travée est constituée de six poutres principales axialement distantes de 1,8 m. Les modèles les plus lourds mis en œuvre sont des poutres FEBE de 1,90 m de hauteur sur 33 m de longueur. Compte tenu des contraintes relativement élevées exercées par les engins portuaires, cette longueur approche déjà de la limite d’utilisation pour ce type de poutres. Sur les ponts destinés exclusivement au trafic routier, nous pouvons les mettre en œuvre sans problème sur des travées de 40 m. Vu les impératifs élevés en termes de durabilité, nous avons dû augmenter la couverture de béton. Les poutres de pont standard ne sont pas prévues pour cela. Nous avons réétudié la conception usuelle de l’armature des étriers de ferraillage pour répondre à cette exigence de durabilité améliorée. »
De aanbrug aan de noordkant heeft een totale lengte van 100 m en bestaat uit vier overspanningen. Die aan de zuidkant is 170 m l ang en telt zeven overspanningen.
¬ GLENN DE PUE© CRH Structural Concrete Belgium
hoge eisen naar duurzaamheid toe moesten we ook de betondekking vergroten. De standaard brugbalken zijn daar niet op voorzien. Daarom hebben we het gebruikelijke wapeningsconcept van de beugelvormen herbekeken om aan de vraag naar verhoogde duurzaamheid te voldoen.”
Ook op het vlak van transport werd voor de duurzame weg gekozen: over het water. Nico Zwinnen, logistiek coördinator bij Ergon: “We spraken af met de aannemer om de langste en zwaarste balken – 33 m en 55 ton – over het water aan te voeren. Per schip transporteerden we zo ongeveer 1.000 ton naar Zeebrugge. Dat betekent om en bij de 40 voertuigen minder op de baan. Logistiek kwam bij dit project heel wat kijken. De aannemer beschikte er over een kade waar alle aangeleverde elementen in groepjes van drie aan elkaar werden gebetonneerd met
L’approche durable a également été privilégiée en termes de transport : la voie d’eau. Nico Zwinnen, coordinateur logistique chez Ergon : « Nous avons convenu avec l'entrepreneur de transporter les poutres les plus longues et les plus lourdes – 33 m et 55 tonnes –par voie d'eau. Nous avons ainsi transporté environ 1.000 tonnes par barge jusqu'à Zeebruges. Cela signifie environ 40 camions de moins sur la route. Ce projet a nécessité beaucoup de logistique. L'entrepreneur disposait d'un quai où tous les éléments livrés ont été bétonnés ensemble par groupes de trois avec un tablier de 25 cm. Le pont a été mis en place pièce par pièce à l'aide d'une impressionnante grue à câble de 400 tonnes installée sur un ponton. »
een brugdek van 25 cm. De brug werd stuk per stuk gemonteerd met een indrukwekkende 400 tons-kabelkraan op een ponton.
De meerwaarde van prefab beton voor complexe en grote infrawerken kwam in dit project mooi tot uiting. Joris Meersschaert: “Omwille van het
gewicht wordt de draaibrug uit staal vervaardigd, maar voor de brugdekken en de liggers is prefab beton gewoon de meest logische keuze. Het betreft een DBM-project waarbij de M staat voor maintenance. En ook naar onderhoud toe is prefab beton de beste keuze, zeker gezien de aanwezigheid van brak water.” Glenn De Pue vult aan:
“Daarnaast blijft kwaliteitsbeheersing natuurlijk een hele grote troef van prefab beton. Een bijkomende troef van Ergon is dan weer onze eigen grote studiedienst, waarmee we zelfs voor de meest complexe projecten steeds de juiste oplossing kunnen vinden.” (NR) n
De halve brugdekken werden prefab gestort op de kade en door middel van een ponton en een zware kraan op hun plaats gelegd. De langse en kopse voegen werden dan nog ter plaatse aangestort.
Les demi-tabliers ont été préfabriqués sur le quai et mis en place à l'aide d'un ponton et d'une grue lourde. Les joints longitudinaux et les joints d'extrémité ont ensuite été coulés sur place.
Ce projet illustre parfaitement la valeur ajoutée du béton préfabriqué dans le cas de travaux d'infrastructure complexes et de grande envergure. Joris
Meersschaert : « Pour des raisons de poids, le pont tournant est en acier, mais le béton préfabriqué est tout simplement le choix le plus logique pour les tabliers et les poutres du pont. Il s'agit également d'un projet DBM, où le M signifie maintenance. Et pour ce qui est de la maintenance, le béton
BRUG VERBINDINGSDOK | PONT DE LIAISON
Zeebrugge | Zeebruges, 2020-2022
OPDRACHTGEVER | MAÎTRE D’OUVRAGE: Maatschappij van de Brugse Zeehaven nv (MBZ)
AANNEMER | ENTREPRENEUR : Artes Depret nv - Artes Roegiers nv - Victor Buyck nv - Besix Unitec nv
STUDIEBUREAU | BUREAU D’ÉTUDES : SBE nv
PREFAB BETONELEMENTEN | ÉLÉMENTS EN BÉTON PRÉFABRIQUÉ : Ergon nv
CIJFERS | CHIFFRES :
• TOTAALBUDGET PROJECT | BUDGET TOTAL DU PROJET :
> 34.000.000 euro
• PREFAB BETON | BÉTON PREFAB :
> 66 brugbalken / poutres de pont
préfabriqué est aussi le meilleur choix, surtout en raison de la présence d'eau saumâtre ». Glenn De Pue ajoute : « En outre, la maîtrise de la qualité reste évidemment un atout majeur du béton préfabriqué. Un autre atout d'Ergon est son important service d’étude, qui nous permet de trouver la bonne solution, même pour les projets les plus complexes » (NR) n
“Prefab beton heeft verschillende voordelen: het verhoogt de snelheid van uitvoering op de werf, de kwaliteitscontrole kan reeds in het atelier gebeuren en je kan er overspanningen mee creëren die je met bijvoorbeeld CLT niet kan maken. Het materiaal zou volgens mij bovendien kunnen bijdragen aan het meer betaalbaar maken van wonen.” Aan het woord is Mauro Poponcini van POLO, wiens ontwerpbureau vaak met prefab beton werkt. Toch zet hij in het interview dat we met hem hadden ook zijn kritische bril op. “De carbon footprint van prefab beton en beton in het algemeen moet naar beneden. Wat de look betreft, kan dan weer worden gestreefd naar mee r variatie.”
BETON: Wat voor soort projecten ontwerpt POLO voornamelijk?
MAURO POPONCINI: “Projecten met heel diverse programma’s, op heel diverse schalen en in heel diverse omgevingen, in eigen land en daarbuiten. Wij zijn
van mening dat die aanpak versterkend werkt. Als je alleen maar gebouwen met hetzelfde programma ontwerpt, ben je waarschijnlijk daarin specialist geworden, maar heb je net daardoor dikwijls oogkleppen op. Zeker in een
maatschappij waarin werken en wonen een amalgaam is geworden; er wordt thuisgewerkt en gewoond in kantoorgebouwen. Als je goed weet hoe je een woning ontwerpt, maak je volgens ons ook betere kantoorgebouwen en vice versa.”
“Vorig najaar namen we trouwens afscheid van de naam POLO Architects. Die dekte niet langer de realiteit van onze dagelijkse praktijk. We beschouwen en omschrijven ons kantoor vandaag als platform, omdat we naast architectuur ook aan stedenbouw, interieurdesign en, onder de naam POLO Labs, wetenschappelijk onderzoek doen.”
« L e béton préfabriqué possède plusieurs atouts : i l augmente la vitesse d'exécution sur le chantier, le contrôle de la qualité peut déjà être effectué en atelier et on peut l'utiliser pour créer des travées que l'on ne peut pas réaliser avec, par exemple, du CLT. De plus, je pense que ce matériau pourrait contribuer à rendre les logements plus abordables. » Ce sont les mots de Mauro Poponcini, de POLO, dont le bureau travaille régulièrement avec du béton préfabriqué. Pourtant, lors de l'entretien qu’il nous a accordé, il a également adopté une attitude critique.
« L'empreinte carbone du béton préfabriqué et du béton en général doit être réduite. Par ailleurs, en termes d'esthétique, il faut viser une plus grande diversité. »
BETON: Quels sont les principaux types de projets que conçoit POLO?
MAURO POPONCINI : « Des projets avec des programmes très variés, à des échelles très diverses et dans des environnements très différents, en Belgique et à l'étranger. Nous pensons que cette
approche nourrit la créativité. Si vous ne concevez que des bâtiments avec le même programme, vous êtes probablement devenu un expert dans ce domaine, mais pour cette raison, vous avez souvent des œillères. Surtout dans une société qui tend à faire l’amalgame
entre travailler et habiter ; les gens travaillent à la maison et vivent dans des immeubles de bureaux. À notre avis, si l'on sait comment bien concevoir une habitation, on fait aussi de meilleurs immeubles de bureaux et v ice-versa. »
« D'ailleurs, à l'automne dernier, nous avons dit adieu au nom POLO Architects. Il ne correspondait plus à la réalité de notre pratique quotidienne. Aujourd'hui, nous considérons et décrivons notre bureau comme une plateforme, car en plus de l'architecture, nous faisons aussi de l'urbanisme, de l'architecture d'intérieur et, sous le nom de POLO Labs, de la recherche scientifique. »
«
Le béton préfabriqué possède plus d’un atout »
BETON: Wat zou u omschrijven als de sterktes van POLO?
MAURO POPONCINI: “‘De vraag bepaalt voor een groot stuk het antwoord’, luidt ons credo en daarom diepen wij samen met de bouwheer de vraag zo goed mogelijk uit. We vragen hem of hij niet ook nog andere vragen moet stellen opdat we samen andere pistes kunnen onderzoeken, zodat hij uiteindelijk een gebouw krijgt waar hij echt tevreden over is.”
BETON: Wanneer is een project voor jullie geslaagd?
MAURO POPONCINI: “Als we zien dat de eindgebruiker het gebouw tot zich kan nemen, los van het functionele. Als we met andere woorden architecturale beleving toevoegen aan de functie, zodat de gebruiker graag in het gebouw vertoeft, zowel fysiek als mentaal. Ik ben ervan overtuigd dat je als architect tools hebt om ruimtes te maken die mensen gelukkig kunnen maken.
Ons werk kan je daarom eigenlijk het beste omschrijven als een maatschappelijke geste.”
Mauro Poponcini is zaakvoerder van POLO.
Mauro Poponcini est le gérant de POLO.
Het gebouw dat POLO ontwierp voor de AP Hogeschool in Antwerpen noemt Mauro Poponcini een referentieproject voor zijn bureau op het vlak van ontwerpen met prefab beton.
Mauro Poponcini considère le bâtiment que POLO a conçu pour l'AP Hogeschool à Anvers comme un projet de référence pour son bureau en termes de conception avec du béton préfabriqué.
BETON: Quels sont selon vous les atouts de POLO?
MAURO POPONCINI : « ‘La question détermine en grande partie la réponse’, tel est notre credo. C'est pourquoi nous explorons la demande de la manière la plus approfondie possible avec le client. Nous lui demandons s'il ne devrait pas aussi poser d'autres
questions pour que nous puissions explorer ensemble d'autres pistes, afin qu'au final il obtienne un bâtiment dont il soit vraiment satisfait. »
BETON: Quand considérezvous un projet comme réussi?
MAURO POPONCINI : « Lorsque nous constatons que l'utilisateur final
apprécie le bâtiment au-delà de sa fonction. En d'autres termes, quand nous ajoutons une dimension architecturale à la fonction, de sorte que l'utilisateur prenne plaisir à être dans le bâtiment, à la fois physiquement et mentalement. Je suis convaincu qu'en tant qu'architecte, on dispose d'outils pour créer des espaces susceptibles de
BETON: Wat zien jullie vandaag en in de toekomst als de grootste uitdagingen in de sector en hoe bieden jullie die het hoofd?
MAURO POPONCINI: “Verschillende. Een grote uitdaging vandaag is de dwingende en complexe regelgeving. Pas op, het is niet verkeerd dat er stedenbouwkundige regels en voorschriften rond materialen en producten zijn, die zijn nodig. Maar soms is het wel allemaal héél complex, zijn de regels of voorschriften zelfs contradictorisch en lijkt het sterk op regelneverij. Een andere actuele uitdaging is de groeiende grondstoffenschaarste. We moeten meer inzetten op manieren van bouwen die ervoor zorgen dat de grondstoffen in de toekomst niet helemaal uitgeput zijn. Herbestemmingsprojecten en circulair bouwen zijn alvast twee stappen in de goede richting.”
“In de toekomst wordt het een uitdaging wonen betaalbaar te houden. Dat probleem laat zich nu al voelen. We zijn in België wat dat betreft niet gediend met onze geografische ligging. In West-Europa en zeker in ons land is bouwen duur omwille van het specifieke klimaat: alle gebouwen en hun detailleringen en materialen moeten vries-dooicycli en vocht-droogteschommelingen aankunnen, maar ook veel zonlicht en hoge temperaturen. In pakweg Finland is het altijd heel koud, maar ook wel altijd heel droog, wat weerbestendig bouwen
eenvoudiger maakt. De hoge energieprijzen spelen vandaag natuurlijk ook een rol.”
BETON: POLO werkt vaak met prefab beton. Waarom?
MAURO POPONCINI: “Zowel voor de structuur als voor de opbouw van de gevels vinden wij prefab beton een interessant materiaal. Vooral omdat je met prefab beton sneller kunt bouwen en je de kwaliteit van het beton ook al vooraf in het atelier kunt controleren. Uiteraard werken we soms ook met stortbeton, maar de welfsels in onze gebouwen
“Ik schat de verhouding stortbeton en prefab beton in onze projecten fifty-fifty.” mauro poponcini « Dans nos projets, j'estime à 50/50 le rapport entre béton coulé en place et béton préfabriqué. » mauro poponcini
rendre les gens heureux. C'est pourquoi notre travail se décrit le mieux comme un geste sociétal. »
BETON: Quels sont, selon vous, les plus grands défis du secteur aujourd’hui et à l’avenir, et comment y faitesvous face?
MAURO POPONCINI : « Il y en a plusieurs. Un grand défi actuellement est la prolifération de réglementations contraignantes et complexes. Attention, il n'est pas mauvais qu'il existe des règles d'urbanisme et des réglementations concernant les matériaux et les produits, elles sont nécessaires. Mais parfois, tout cela est très complexe, les règles ou les prescriptions sont même contradictoires et cela ressemble beaucoup à du réglementarisme. Un autre défi actuel est la raréfaction des matières premières. Nous devons nous concentrer davantage sur des modes de construction qui
n’épuisent pas les matières premières. Les réaffectations et la construction circulaire sont déjà deux pas dans la bonne direction. »
« À l'avenir, il sera difficile de maintenir le logement abordable. Ce problème se fait déjà sentir. En Belgique, nous ne sommes pas avantagés par notre situation géographique. En Europe occidentale, et certainement dans notre pays, la construction est coûteuse en raison du climat : tous les bâtiments, leurs détails et leurs matériaux doivent résister aux cycles de gel-dégel et aux fluctuations entre humidité et sécheresse, mais
aussi à un fort ensoleillement et à des températures élevées. En Finlande, par exemple, il fait toujours très froid, mais aussi toujours très sec, ce qui facilite la construction à l’épreuve des intempéries. Les prix élevés de l'énergie jouent bien sûr aujourd'hui également un rôle. »
BETON: POLO travaille souvent avec du béton préfabriqué. Pourquoi?
MAURO POPONCINI : « Nous trouvons que le béton préfabriqué est un matériau intéressant tant pour la structure du bâtiment que pour la construction des façades. Principalement parce que le
bestaan natuurlijk altijd uit prefab beton en de balken vaak ook. Ik schat de verhouding stortbeton en prefab beton in onze projecten f ifty-fifty.”
BETON: Heeft prefab beton ook nog andere troeven?
MAURO POPONCINI: “Zeer zeker. Structureel werken wij soms ook met CLT, maar daar kan je niet de overspanningen mee creëren die je met prefab beton wel kan maken. Daarnaast heeft prefab beton ook specifieke architecturale kwaliteiten. Zo kan je, meer dan
vroeger heb ik de indruk, ‘spelen’ met de textuur of de kleur. “
“Prefab beton zou volgens mij ook kunnen bijdragen aan een probleem dat ik al aankaartte, het betaalbaar houden van wonen. Door woningen op grote schaal te bouwen met prefab beton, zou je de kosten kunnen drukken. Voorwaarde is wel dat je met een gestandaardiseerde maatvoering werkt, anders blijft het duur. Dat laatste betekent overigens niet dat je overal dezelfde gebouwen hoeft te krijgen. Veel mensen denken bij het woord prefab beton aan repetitie en zo automatisch aan het sociaal wonen in het voormalige Oostblok. Binnen gestandaardiseerde maten kan je echter nog heel veel variaties aanbrengen, onder andere qua structuur. Je zou bijvoorbeeld mallen kunnen combineren om panelen te creëren die én reliëf hebben
“Ik ben ervan overtuigd dat je als architect tools hebt om ruimtes te maken die mensen gelukkig kunnen maken.” mauro poponcini « Je suis convaincu qu'en tant qu'architecte, on dispose d'outils pour créer des espaces susceptibles de rendre les gens heureux. » mauro poponcini
én glad zijn. Ik trek graag de parallel met de auto-industrie. Twee dezelfde modellen kunnen er door de opties vanbinnen en zelfs vanbuiten helemaal anders uitzien.”
BETON: Hoe scoort prefab beton op het vlak van duurzaamheid?
MAURO POPONCINI: “Puur materiaaltechnisch niet bijzonder goed. De productie van prefab beton en beton in het algemeen, en dan vooral van het cement dat ervoor nodig is, vergt heel wat energie. Prefab beton heeft dus een hoge carbon footprint. Door te werken met droge bouwknopen kan je
Voor de structuur werken wij soms ook met CLT, maar daar kan je niet de overspanningen mee creëren die je met prefab beton wel kan maken.
béton préfabriqué permet une exécution plus rapide et qu'il est possible de vérifier la qualité du béton en atelier au préalable. Bien sûr, nous travaillons aussi parfois avec du béton coulé en place, mais les hourdis de nos bâtiments sont toujours en béton préfabriqué, et les poutres la plupart du temps également. Dans nos projets, j'estime à 50/50 le rapport entre béton coulé en place et béton préfabriqué. »
BETON: Le béton préfabriqué atil d’autres atouts?
MAURO POPONCINI : « Absolument. Sur le plan structurel, nous travaillons parfois
avec le CLT, mais vous ne pouvez pas franchir les mêmes portées qu'avec le béton préfabriqué. En outre, le béton préfabriqué possède également des qualités architecturales spécifiques. Par exemple, on peut 'jouer' avec la texture ou la couleur plus que par le passé, me semble-t-il. »
« Je pense que le béton préfabriqué pourrait également contribuer à une problématique que j'ai déjà soulevée, à savoir le maintien de logements abordables. En construisant à grande échelle des logements grâce au béton préfabriqué, on pourrait réduire les coûts, à condition de travailler avec des dimensions standardisées, sinon cela restera cher. D'ailleurs, cela ne signifie pas qu'il faille construire les mêmes bâtiments partout. Lorsqu'ils
Sur le plan structurel, nous travaillons parfois avec le CLT, mais vous ne pouvez pas réaliser les mêmes portées qu'avec le béton préfabriqué.
POPONCINI
entendent l‘expression ‘béton préfabriqué’, beaucoup pensent automatiquement au caractère répétitif des logements sociaux de l'ancien Bloc de l'Est. Dans le cadre de dimensions standardisées, il est toutefois possible d'apporter de nombreuses variations, y compris en termes de structure. On peut par exemple combiner des moules pour créer des panneaux à la fois en relief et lisses. J'aime faire le parallèle avec l'industrie automobile. Deux modèles identiques peuvent avoir un aspect complètement différent à l'intérieur et même à l'extérieur grâce aux options. »
er natuurlijk wel voor zorgen dat de elementen kunnen worden gerecupereerd om te worden hergebruikt in een ander project, zodat de productie van nieuw prefab beton wordt voorkomen, iets wat echt haalbaar wordt met de gestandaardiseerde maatvoering waarover ik net sprak. Daar moet volgens mij meer worden op ingezet, door aannemers, maar vooral door ingenieurs en architecten, want demonteerbaarheid is toch vooral een ontwer pvraagstuk.”
BETON: Heeft prefab beton ook andere verbeterpunten? Hoe ziet u het materiaal in de toekomst veranderen?
MAURO POPONCINI: “Prefab beton gaat lang mee, maar het cement erin, ironisch genoeg het ingrediënt met de hoogste ecologische voetafdruk, kan worden aangetast door zure regen. Hopelijk komen er in de toekomst betonsoorten met minder cement, waarin bijvoorbeeld gebruik wordt
gemaakt van grotere granulaten; goed voor de levensduur van het materiaal – al moet je wel zien dat de sterkte daardoor niet wordt aangetast – én het milieu.”
“Daarnaast denk ik dat er ook nog verbetermarge is op het vlak van uitzicht. Hoewel er vandaag al meer texturen mogelijk zijn dan vroeger, denk ik dat je door gebruik te maken van gecombineerde bekistingen prefab beton nog meer unieke looks kan geven.”
“Tot slot zou ook meer moeten worden ingezet op upcycling in plaats van op downcycling. In plaats van een gebouw te slopen en het beton te verbrijzelen tot steenslag voor een meer laagwaardige toepassing, zou je ook kunnen inzetten op hergebruik. En dan zijn we weer bij mijn antwoord op de vorige vraag: door te werken met droge verbindingen kan je de carbon footprint van prefab beton verlagen. Maar dan
BETON: Comment évaluezvous le béton préfabriqué en termes de durabilité?
MAURO POPONCINI : « Du point de vue du matériau proprement dit, ce n'est pas très bon. La production de béton préfabriqué et de béton en général, en particulier celle du ciment requis, nécessite beaucoup d'énergie. Le béton préfabriqué a donc une empreinte carbone élevée. En travaillant avec des liaisons sèches, il est bien sûr possible de s’assurer que les éléments peuvent être récupérés pour être réutilisés dans un autre projet, évitant ainsi la production de nouveau béton préfabriqué, ce qui devient parfaitement faisable avec la standardisation dimensionnelle que je viens d’évoquer. Je pense que les entrepreneurs, mais surtout les ingénieurs et les architectes, devraient faire plus d'efforts dans ce domaine,
car la démontabilité est avant tout une question de conception. »
BETON: Le béton préfabriqué présentetil également certains aspects à améliorer? Comment voyezvous le matériau évoluer à l’avenir?
MAURO POPONCINI : « Le béton préfabriqué dure longtemps, mais le ciment qu'il contient, qui est ironiquement l'ingrédient ayant l'empreinte écologique la plus élevée, peut être attaqué par les pluies acides. Il faut espérer qu'à l'avenir, il y aura des types de béton avec moins de ciment, utilisant des granulats plus gros, par exemple ; ce serait bénéfique pour la durée de vie du matériau – bien qu'il faille s'assurer que cela n’affecte pas sa résistance –ainsi que pour l'environnement. »
En utilisant des coffrages combinés, on pourrait donner au béton préfabriqué des aspects encore plus singuliers.
« En outre, je pense qu'il est possible de faire mieux en termes d'aspect. Bien qu'il soit déjà possible d'obtenir plus de textures aujourd'hui que par le passé, je pense qu'en utilisant des coffrages combinés, on pourrait donner au béton préfabriqué des aspects encore plus singuliers. »
« Enfin, il faudrait également mettre davantage l'accent sur le surcyclage plutôt que sur le recyclage. Au lieu de démolir un bâtiment et d’en concasser le béton pour en faire des empierrements destinés à une application de moindre qualité, on pourrait aussi se
gaat het natuurlijk om de manier van toepassen en niet zozeer over het materiaal zelf.”
BETON: Is prefab beton voor bepaalde projecten beter geschikt dan voor andere?
Mauro Poponcini: “Prefab beton is interessanter voor grootschaligere projecten, omdat daarin meer sprake is van herhaling, waardoor je de bekisting kunt afschrijven over verschillende elementen. Een villa ga je niet met prefab beton bouwen, dat is veel te duur. Een rééks woningen op dezelfde manier met prefab beton bouwen, is natuurlijk een ander verhaal. Dan creëer je immers repetitie over de verschillende huizen heen.”
BETON: Tot slot, wat vindt u zelf een referentieproject als het gaat over prefab beton?
MAURO POPONCINI: “Dan denk ik spontaan aan ons gebouw voor de AP Hogeschool in Antwerpen. Maar
ook het vrijetijdscentrum De Meermin in Waasmunster of het Poortgebouw voor Brouwerij De Koninck zijn zonder enige twijfel referentieprojecten op het vlak van prefab beton.” (WPO) n
Vrijetijdscentrum De Meermin in Waasmunster, een ander referentieproject van POLO voor het gebruik van prefab beton.
Le centre de loisirs De Meermin à Waasmunster, un autre projet de référence de POLO pour l'utilisation du béton préfabriqué.
Ook het poortgebouw van Brouwerij De Koninck is volgens Mauro Poponcini een visitekaartje voor POLO voor ontwerpen met prefab beton.
Selon Mauro Poponcini, le porche de la brasserie De Koninck représente également une carte de visite de POLO pour la conception en béton préfabriqué.
concentrer sur le réemploi. Et nous en revenons à ma réponse à la question précédente : en travaillant avec des liaisons sèches, il est possible de réduire l'empreinte carbone du béton préfabriqué. Mais bien sûr, on parle ici de la manière dont il est utilisé plutôt que du matériau lui-même. »
BETON: Le béton préfabriqué se prêtetil mieux à certains projets qu’à d’autres?
MAURO POPONCINI : « Le béton préfabriqué est plus intéressant pour les projets de grande ampleur, car ces derniers sont plus répétitifs, ce qui permet d'amortir le coffrage sur plusieurs éléments. On ne construit pas une villa avec du béton préfabriqué, c'est beaucoup trop cher. Construire toute une série de maisons de la même manière avec du béton préfabriqué
est bien sûr une autre histoire. On crée alors en effet une certaine répétition entre les différentes habitations. »
BETON: Pour conclure, quels projets font selon vous figure de références en ce qui concerne l’utilisation de béton préfabriqué?
MAURO POPONCINI : « Je pense spontanément à notre bâtiment pour l'AP Hogeschool à Anvers. Mais le centre de loisirs De Meermin à Waasmunster ou le porche pour la brasserie De Koninck sont sans aucun doute des projets de référence en matière de béton préfabriqué. » (WPO) n
Door gebruik te maken van gecombineerde be kistingen zou je prefab beton nog meer unieke looks kunnen geven.
De alkali-silicareactie (ASR) is een chemische reactie waarbij alkaliën in het beton reageren met reactief silica uit het toeslagmateriaal. Er ontstaat dan de zogenaamde silicagel die bij opname van vocht uitzet en schadelijke scheurvorming in het beton kan veroorzaken. In dit artikel staan we stil bij de maatregelen om schadelijke ASR te vermijden in structurele geprefabriceerde betonproducten en de technische voorschriften hieromtrent. De standaard- en typebestekken van de gewesten kunnen afwijkende voorschriften bevatten, die niet in dit artikel worden behandeld.
Schadelijk ASR kan slechts optreden als aan de volgende drie voorwaarden gelijktijdig wordt voldaan: er moeten voldoende alkaliën in het beton beschikbaar zijn, het toeslagmateriaal moet voldoende reactieve silica bevatten en er moet voldoende vocht in het beton aanwezig zijn. Alkaliën in beton betreffen voornamelijk natrium en kalium en komen
hoofdzakelijk voor in de bindmiddelen, maar ook in de granulaten, de hulpstoffen en de vulstoffen. Deze elementen kunnen ook van buitenaf in het beton binnendringen, bijvoorbeeld bij contact met dooizouten of bij blootstelling aan zeewater, zeelucht of kunstmest. Wanneer beton in contact komt met ‘agressieve’ stoffen, is het niet altijd duidelijk welke chemische elementen in deze stoffen precies
verantwoordelijk zijn voor het aantasten van het beton. Enige voorzichtigheid is in dat geval wenselijk. Het is gebruikelijk het alkaligehalte van beton en van de bestanddelen van beton uit te drukken als Na2O-equivalent (het zogenaamde natriumequivalent), uitgedrukt als het gehalte aan natriumoxide (Na2O) + 0,658 maal het gehalte aan kaliumoxide (K2O), waarbij 0,658 niet meer is dan de verhouding van het moleculair gewicht van natrium- en kaliumoxide (1)
Het grootste deel van het toeslagmateriaal voor beton bestaat uit gesteenten. Veel mineralen waaruit gesteenten zijn opgebouwd, bestaan uit chemische verbindingen met siliciumdioxide (SiO2), kortweg silica. Deze kunnen in meer of mindere mate reageren
La réaction alcali-silice (RAS) est une réaction chimique dans laquelle les alcalis présents dans le béton réagissent avec la silice réactive des granulats. Cela crée ce que l'on appelle le gel de silice, qui se dilate lorsque l'humidité est absorbée et peut provoquer des fissures nuisibles dans le béton. Dans cet article, nous examinons les mesures permettant d'éviter ces réactions nuisibles dans les produits structurels en béton préfabriqué et les réglementations techniques en la matière. Les normes et les spécifications de type des régions peuvent contenir des exigences différentes qui ne sont pas abordées dans cet article.
Les RAS nuisibles ne peuvent se produire que si les trois conditions suivantes sont réunies simultanément : le béton doit contenir suffisamment d'alcalis, les granulats doivent contenir suffisamment de silice réactive et le béton doit être suffisamment humide. Dans le béton, les alcalis sont principalement constitués de sodium et de potassium et se trouvent surtout dans
les liants, mais aussi dans les granulats, les adjuvants et les fillers. Ces éléments peuvent également pénétrer dans le béton depuis l'extérieur, par exemple lorsqu'ils sont en contact avec des sels de déverglaçage ou lorsqu'ils sont exposés à l'eau de mer, à l'air marin ou à des engrais. Lorsque le béton entre en contact avec des substances "agressives", on ne sait pas toujours exactement quels éléments chimiques de ces substances sont responsables
de l'attaque du béton. Une certaine prudence est alors de mise. Il est d'usage d'exprimer la teneur en alcalis du béton et de ses constituants en équivalent Na2O (appelé équivalent sodium), exprimé comme la teneur en oxyde de sodium (Na2O) + 0,658 fois la teneur en oxyde de potassium (K2O), où 0,658 n'est rien d'autre que le rapport entre le poids moléculaire de l'oxyde de sodium et celui de l'oxyde de pot assium (1)
La grande partie des granulats utilisés pour le béton sont des roches. De nombreux minéraux qui composent les roches sont des composés chimiques contenant du dioxyde de silicium (SiO2), ou silice en abrégé. Ces composés peuvent réagir plus ou moins fortement avec les alcalis. La réactivité de la silice n'est pas encore totalement comprise,
met alkaliën. De reactiviteit van silica wordt nog niet volledig begrepen, maar wetenschappers baseren zich voornamelijk op de kristalstructuur. Hoe beter deze geordend is, hoe geringer de reactiviteit (1). Maar gesteenten die in bepaalde delen van de wereld niet-reactief zijn, kunnen dit elders wel zijn. De petrografische beoordeling van de toeslagmaterialen is meestal niet voldoende om het toeslagmateriaal te classificeren als onschadelijk of potentieel reactief. Aanvullende methoden moeten dan gebruikt worden om reactieve vormen van silica te identificeren (2). De meest voor de hand liggende methode bestaat erin beton of mortel samen te stellen met het te
onderzoeken gesteente en vervolgens bloot te stellen aan omstandigheden die gunstig zijn voor ASR om vast te stellen of de ASR zich manifesteert.
Naast alkaliën en reactief silica speelt ook water een rol in de ASR. Enkel als er voldoende water aanwezig is, zal silicagel kunnen ontstaan. Dit kan water zijn dat van buitenaf in de betonconstructie dringt, maar het kan ook porienwater zijn. Hiervoor is echter wel veel poriënwater nodig dat doorgaans enkel in massieve constructies in voldoende mate aanwezig is (1) In een constructie kan niet-gehydrateerd water overblijven als deze dikker is dan 50 cm en blootgesteld wordt aan één zijde of als ze dikker is dan 100 cm en blootgesteld wordt aan twee zijden (3) . In Nederland wordt geadviseerd om bij constructies dikker dan 100 cm steeds te veronderstellen dat ze aan een vochtig milieu blootgesteld worden (1)
Voor structurele prefab betonproducten wordt in de Europese norm NBN EN 13369 (4) en zijn nationale aanvulling, de NBN B 21-600 (5) voor de weerstand tegen ASR verwezen naar een vorige uitgave van de Europese norm voor beton (6) en zijn nationale aanvulling (7)
Het is niet realistisch om te streven naar volledig geharmoniseerde specificaties om ASR te voorkomen. Daarom wordt in [6] voor de voorzorgsmaatregelen verwezen naar het CEN-rapport
CR 1901 (8), waarin voor België vier maatregelen worden opgesomd:
1 de beperking van het alkaligehalte van het beton;
2 het gebruik van een cement met een laag alkaligehalte;
3 de wijziging van de granulaten;
4 de beperking van de verzadigingsgraad van water in het beton.
mais les scientifiques se basent principalement sur sa structure cristalline. Plus elle est ordonnée, plus la réactivité est faible (1). Toutefois, des roches non réactives dans certaines régions du monde peuvent être réactives dans d’autres. L'évaluation pétrographique des agrégats ne suffit généralement pas à les classer comme inoffensifs ou potentiellement réactifs. Des méthodes complémentaires doivent alors être utilisées pour identifier les formes réactives de silice (2). La méthode la plus évidente consiste à composer du béton ou du mortier avec la roche étudiée,
puis à l'exposer à des conditions favorables à la RAS afin de déterminer si celle-ci se manifeste. Outre les alcalis et la silice réactive, l'eau joue également un rôle dans la RAS. Ce n'est qu'en présence d'une quantité suffisante d'eau que le gel de silice peut se former. Il peut s'agir d'eau pénétrant dans la structure en béton depuis l'extérieur, mais aussi d'eau interstitielle des pores. Toutefois, cela nécessite une grande quantité d'eau interstitielle des pores, qui n'est généralement présente en quantité suffisante que dans les structures massives (1). De l'eau non hydratée peut rester dans une structure si celle-ci a une épaisseur supérieure à 50 cm et est exposée d'un seul côté ou si elle a une épaisseur supérieure à 100 cm et est exposée sur deux côtés (3) Aux Pays-Bas, il est conseillé de toujours supposer que les structures d'une épaisseur supérieure à 100 cm sont exposées à un environnement humide (1) .
Pour les produits préfabriqués structurels en béton, la norme européenne NBN EN 13369 (4) et son supplément national, NBN B 21-600 (5), renvoient à une édition précédente de la norme européenne pour le béton (6) et à son supplément national (7) pour la résistance à la RAS. Il n'est pas réaliste de viser des spécifications entièrement harmonisées pour éviter la RAS. Par conséquent les mesures de précaution en [6] renvoient au rapport CR 1901 du CEN (8), qui énumère quatre mesures pour la Belgique :
1 la limitation de la teneur en alcali du béton ;
2 l’utilisation d’un ciment à faible teneur en alcalis ;
3 le changement des granulats ;
4 la limitation de la saturation en eau du béton.
Minstens één van deze maatregelen moet genomen worden. In [7] staan dezelfde maatregelen, alleen het wijzigen van de granulaten werd vervangen door het gebruik van niet-reactieve granulaten. Als gekozen wordt voor de beperking van het alkaligehalte in het beton geeft [8] de grenswaarden overgenomen in Tabel 1. De maatregelen worden niet verder toegelicht in [7] en [8].
In het Algemeen Toepassingsreglement voor de BENOR-certificatie van structurele producten (9) zijn bepalingen opgenomen die meer invulling geven aan deze in [7]. De potentiële reactiviteit van de granulaten moet, indien van toepassing, nagegaan worden door het uitvoeren van een zwelproef, aan de hand van petrografische analyse of op basis van het gehalte reactieve silica. Als gekozen wordt voor de begrenzing van het alkaligehalte van beton
vervaardigd met portlandcement (CEM I) wordt het alkaligehalte bepaald door het opstellen van de alkalibalans op basis van de dosering van de bestanddelen en de verklaarde (voor cementen en hulpstoffen), gemeten (voor aanmaakwater en granulaten) of forfaitaire waarde (voor granulaten) van het alkaligehalte van de bestanddelen. De bepaling van het gehalte aan oplosbare alkaliën van de granulaten geschiedt volgens de methode LPC n° 37 (10). Bij gebrek aan experimentele waarden mag voor het opstellen van de alkalibalans het oplosbare alkaligehalte van gewone granulaten forfaitair op 0,01 % gezet worden en dat van zeegranulaten op 0,03 %. Het alkaligehalte van het water in de granulaten mag conventioneel gelijkgesteld worden aan dat van het aanmaakwater. De grenswaarde van het alkaligehalte is afhankelijk van het feit of de variatiecoëfficiënt Vc ( = standaardafwijking
tabel 1 – GRENSWAARDEN ALKALIGEHALTE VAN BETON (8)
tableau 1 – LIMITES DE LA TENEUR EN ALCALIS DU BÉTON (8)
Cement Ciment Grenswaarde alkaligehalte in kg/m³ Valeur limite de la teneur en alcalis en kg/m³
gedeeld door het gemiddelde) van het totale alkaligehalte van het gebruikte cement, over de afgelopen periode van 1 jaar, gekend is of niet (9):
• Vc gekend: 3,5 kg/m³ 1+2 Vc
• Vc niet gekend: 3,0 kg/m³
Vanaf de 2013-versie van de Europese norm voor beton wordt in een informat ieve bijlage verwezen naar CEN/TR 16349 (11). Hierin worden volgende omgevingscategorieën gedefinieerd waarvoor op nationaal niveau voorzorgsmaatregelen vastgelegd moeten worden:
- E1: het beton wordt beschermd tegen vocht van buitenaf;
- E2: het beton wordt blootgesteld aan vocht van buitenaf;
- E3: het beton wordt blootgesteld aan vocht van buitenaf en aan bijkomende verzwarende factoren, zoals dooizouten, vorst-dooicycli, wisselend nat en droog in zeeomgeving, wisselende belastingen of langdurig hoge temperaturen.
Au moins une de ces mesures doit être prise. Dans [7], les mêmes mesures sont données, mais le changement de granulats a été remplacé par l'utilisation de granulats non réactifs. Si l'on choisit de limiter la teneur en alcalis du béton, [8] donne les valeurs limites reproduites dans le tableau 1. Les mesures ne sont pas expliquées plus en détail dans [7] et [8].
Le Règlement d’application général pour la certification BENOR des produits structuraux [9] comprend des dispositions qui donnent plus de détails à celles de [7]. La réactivité potentielle des agrégats, le cas échéant, doit être vérifiée en effectuant un essai
de gonflement, par analyse pétrographique ou sur la base de la teneur en silice réactive. Si le choix est fait de limiter la teneur en alcalis du béton fabriqué avec du ciment Portland (CEM I), la teneur en alcalis est déterminée en établissant le bilan alcalin sur la base du dosage des constituants et de la teneur en alcalis déclarée (pour les ciments et les adjuvants), mesurée (pour l'eau de gâchage et les granulats) ou forfaitaire (pour les granulats) des constituants.
La détermination de la teneur en alcalis solubles des granulats doit être effectuée selon la méthode LPC n° 37 (10)
En l'absence de valeurs expérimentales, pour l'établissement du bilan alcalin, la teneur en alcalis solubles des granulats
courants peut être fixée forfaitairement à 0,01 % et celle des granulats marins à 0,03 %. La teneur en alcalis de l'eau des granulats peut conventionnellement être fixée au même niveau que celle de l'eau de gâchage. La valeur limite de la teneur en alcalis dépend de la connaissance ou non du coefficient de variation Vc ( = écart-type divisé par la moyenne) de la teneur totale en alcalis du ciment utilisé, au cours de l'année écoulée (9) :
• Vc connu : 3,5 k g/m³ 1+2 Vc
• Vc pas connu: 3,0 kg/m³
In aanvulling op [7] wordt het gebruik van gemalen hoogovenslak, vliegas, silica fume of andere puzzolanen (in cement of als toevoegsel) als effectieve maatregel genoemd. Maar ook de beoordeling van de geschiktheid van een betonmengsel via een prestatieproef is een maatregel die in verschillende landen gebruikt wordt en valt onder nationale bepalingen. De doeltreffende toepassing van de beperking van het alkaligehalte van het beton vereist ofwel de classificatie van elk bestanddeel m.b.t. hun alkaligehalte, ofwel de gegarandeerd kwalitatieve verklaring van het gemiddelde alkaligehalte van elk bestanddeel en de variabiliteit ervan. Als beton wordt blootgesteld aan dooizouten, moet rekening gehouden worden met de bijdrage van die dooizouten aan het alkaligehalte van het beton (11)
Geïnspireerd op [11] werd in België in 2018 een nieuwe methode voor de beheersing van het risico op ASR geïntroduceerd in de nationale aanvulling van de Europese norm voor beton. In de meest recente nationale aanvulling(12), die nog niet van toepassing is gesteld voor prefab betonproducten, is deze methode verder uitgewerkt.
Enerzijds worden de economische en maatschappelijke kosten die de optredende schade met zich meebrengt vertaald in ASR-preventieniveaus (PREV, zie Tabel 2). Anderzijds wordt de ernst van de blootstelling ingedeeld in ASR-blootstellingscategorieën (AR, zie Tabel 3), die nauw verbonden zijn met de omgevings- of milieuklassen.
NOUVELLE NORME POUR LE
: Depuis la version 2013 de la norme européenne pour le béton, une annexe informative fait référence à la norme
CEN/TR 16349 (11). Elle définit les catégories environnementales suivantes pour lesquelles des mesures de précaution doivent être définies au niveau national :
- E1 : le béton est protégé de l'humidité extérieure ;
- E2 : le béton est exposé à l'humidité extérieure ;
- E3 : le béton est exposé à l'humidité extérieure et à d'autres facteurs aggravants, tels que les sels de déverglaçage, les cycles de gel et de dégel, l'alternance d'humidité et de sécheresse dans les environnements marins, les charges variables ou les températures élevées prolongées.
En complément de [7], l'utilisation de laitier moulu de haut fourneau, de cendres volantes, de fumée de silice ou d'autres pouzzolanes (dans le ciment
ou en tant qu'additif) est mentionnée comme une mesure efficace. Mais l'évaluation de l'adéquation d'un mélange de béton par un test de performance est également une mesure utilisée dans plusieurs pays et couverte par des dispositions nationales. L'application effective de la limitation de la teneur en alcalis du béton nécessite soit la classification de chaque constituant en termes de teneur en alcalis, soit une déclaration qualitative garantie de la teneur moyenne en alcalis de chaque constituant et de sa variabilité. Si le béton est exposé à des sels de déverglaçage, la contribution de ces sels de déverglaçage à la teneur en alcalis du béton doit être prise en compte (11)
Inspirée par [11], une nouvelle méthode de contrôle du risque de RAS a été introduite dans le supplément national à la norme européenne pour le béton en Belgique en 2018. Dans le supplément national le plus récent (12), qui n'est pas encore applicable aux produits
préfabriqués en béton, cette méthode a été davantage développée. D'une part, les coûts économiques et sociaux causés par les dommages survenus sont traduits en niveaux de prévention des RAS (PREV, voir tableau 2). D'autre part, la gravité de l'exposition est classée en catégories d'exposition aux RAS (AR, voir tableau 3), qui sont étroitement liées aux classes d'environnement ou d'exposition. En fonction de ces deux catégories, l'une des mesures suivantes doit être prise (voir tableau 4) :
- Mesure 1 : l'utilisation de granulats faisant l'objet d'une déclaration de non-réactivité attestée ;
- Mesure 2 : l'utilisation de ciment LA sans mise en forme d'un bilan alcalin ;
- Mesure 3 : limiter la teneur en alcalis du béton (bilan alcalin) ;
- Mesure 4 : la réalisation d'essais de gonflement confirmant la résistance du béton à la RAS.
In functie van beide dient één van de volgende maatregelen genomen te worden (zie Tabel 4):
- Maatregel 1: het gebruik van granulaten met een geattesteerde declaratie van niet-reactiviteit;
- Maatregel 2: het gebruik van LA-cement zonder opmaak van een alkalibalans;
- Maatregel 3: het beperken van het alkaligehalte van het beton (alkalibalans);
- Maatregel 4: het uitvoeren van zwelproeven die de bestandheid van het beton tegen ASR bevestigen.
Bij maatregel 1 wordt de nadruk gelegd op een geattesteerde declaratie. Er zijn echter niet veel granulaten op de markt waarvoor dergelijke verklaring beschikbaar is.
Aan het gebruik van LA-cement bij maatregel 2 zijn enkele voorwaarden
gekoppeld. Zo is het mengen van cementen niet toegestaan, mag slechts één toevoegsel type II gebruikt worden (maximaal 50 kg/m³), worden de cementgehaltes beperkt en is het gebruik van kunstmatige granulaten niet toegestaan. Voor maatregel 3 wordt vastgelegd welke alkaligehalten van de bestanddelen mogen toegepast
worden (zoals geattesteerde of forfaitaire waarden) en welke grenswaarden geldig zijn in geval van gebruik van cementen, al dan niet gecombineerd met andere cementen, en in geval van gebruik van vliegas of gemalen hoogovenslakken als toevoegsel type II. Voor deze toevoegsels is het gehalte aan oplosbare alkaliën dat beschikbaar is om deel te nemen aan de ASR aanzienlijk lager dan het totale alkaligehalte. Dit wordt in rekening gebracht door het totale Na2O-equivalent van deze toevoegsels te vermenigvuldigen met een correctiefactor 0,17. Ter illustratie worden in Tabel 5 de grenswaarden voor de alkalibalans weergegeven in geval van gebruik van cement zonder toevoegsel type II. Voor meer informatie verwijzen we naar [12]. Voor het uitvoeren van de zwelproeven (maatregel 4) kunnen de gemodificeerde Oberholsterproef en NF P18-454(13) toegepast worden. De eerste is een versnelde proef en
La mesure 1 met l'accent sur une déclaration attestée. Toutefois, il n'y a pas beaucoup de granulats sur le marché pour lesquels une telle déclaration est disponible. Certaines conditions sont liées à l'utilisation du ciment LA dans la mesure 2. Par exemple, le mélange de ciments n'est pas autorisé, un seul additif de type II peut être utilisé (maximum 50 kg/m³), les teneurs en ciment sont limitées et l'utilisation de granulats artificiels n'est pas autorisée. Pour la mesure 3, la teneur en alcalis des constituants qui peut être appliquée (valeurs attestées ou forfaitaires) et les limites valables en cas d'utilisation de ciments, combinés ou non à d'autres ciments, et en cas d'utilisation de cendres volantes ou de laitier moulu de haut fourneau en tant qu'adjuvants de type II sont définies. Pour ces additifs, la teneur en alcalis solubles disponible pour participer à la RAS est nettement inférieure à la teneur en alcalis total. Ceci est pris en compte en multipliant l'équivalent Na2O
total de ces additifs par un facteur de correction de 0,17. À titre d'illustration, le tableau 5 présente les limites d'équilibre alcalin dans le cas de l'utilisation de ciment sans additif de type II. Pour plus d'informations, voir [12]. Pour réaliser les essais de gonflement (mesure 4), l'essai Oberholster modifié et la norme NF P18-454 (13) peuvent être appliqués. Le premier est un test accéléré et est expliqué dans l'annexe Q de [12]. Lorsque le résultat est négatif, cela ne signifie pas nécessairement que le béton n'a pas de résistance à la RAS. Dans ce cas, une méthode d'essai plus lente, par exemple [13], doit être utilisée. Ceci est particulièrement vrai pour une composition à base de CEM I LA et de granulats potentiellement réactifs. Nonobstant les méthodes d'essai susmentionnées, la teneur réelle en alcalis des matières premières à utiliser est déterminée et chaque lot de béton est enrichi en alcalis par l'ajout de NaOH jusqu'à ce qu'au moins la teneur maximale en alcalis basée sur la mesure
3 soit atteinte. Les critères à respecter sont énumérés pour l'essai Oberholster à l'annexe Q ; pour l'essai de ralentissement [13], il faut se référer à la norme FD P18-456 (14). La composition du béton peut être considérée comme non réactive si les critères sont satisfaits pour 3 lots de béton séparément.
Un fabricant de produits préfabriqués structurels en béton certifiés BENOR qui souhaite déroger aux dispositions de [9] - par exemple pour établir un bilan alcalin sur la base de la mesure 3, en particulier lors de l'utilisation d'un liant autre que seulement CEM I, ou pour démontrer l'adéquation du béton sur la base de la mesure 4peut introduire une demande auprès de PROBETON à cet effet. Comme il s'agit d'une dérogation qui n'entre pas en conflit avec les dispositions normatives, qui sont toujours formellement applicables dans le contexte de la marque BENOR, cette demande sera généralement acceptée.
tabel 2 – ASR-PREVENTIENIVEAUS (12) | tableau 2 – RAS-NIVEAUX DE PRÉVENTION (12)
ASR-preventieniveau
RAS - niveau de prévention
PREV1
PREV2
PREV3
Omschrijving Description
Bouwelementen waarbij de gevolgen van ASR zeer beperkt en aanvaardbaar zijn
Bouwelementen waarbij de gevolgen van ASR weinig aanvaardbaar zijn
Bouwelementen waarbij de gevolgen van ASR niet aanvaardbaar zijn
Éléments de construction pour lesquels les effets de la RAS sont très limités et acceptables
Éléments de construction pour lesquels les effets de la RAS sont peu acceptables
Éléments de construction pour lesquels les effets de la RAS ne sont pas acceptables
tabel 3 – ASR-BLOOTSTELLINGSCATEGORIEËN (12) | tableau 3 – RAS-CATÉGORIES D’EXPOSITION (12)
Omgevingsklassen
Classes d’environnement
Milieuklassen
Classes d’exposition
ASR-blootstellingscategorie
RAS - catégorie d'exposition
E0, EI X0, XC1 AR1
EE1, EE2, EE3, ES1, ES2, ES3, EA1, EA2, EA3
XC2, XC3, XC4, XD1, XD2, XS1, XS2, XF1, XF3, XA1, XA2, XA3 AR2
EE4, ES4 XD3, XS3, XF2, XF4 AR3
NOUVEAUX LIANTS
Le béton géopolymère fait actuellement l'objet de nombreuses recherches. Il s'agit d'un béton dans lequel on n'utilise pas de ciment traditionnel comme liant, mais des matières premières activables par les alcalis, telles que, par exemple, le laitier de haut fourneau, les cendres volantes, les argiles calcinées et les pouzzolanes naturelles. Les agrégats étant exposés à des concentrations élevées d'alcalis et à un pH élevé à un stade précoce, la RAS se produit immédiatement dans les agrégats réactifs. Aucune fissure ne se produit dans le béton encore liquide en raison de la formation d'un gel. Avec le temps, la teneur en alcalis diminue et la réactivité baisse. La recherche montre que l'expansion nuisible ne peut se produire qu'avec des doses élevées d'agrégats très sensibles. Le béton géopolymère peut également être réduit en granulats à la fin de sa durée de vie. Bien que la grande majorité des alcalis ne soient pas solubles, ils doivent, comme les granulats de béton ordinaires, être considérés comme sensibles à la RAS, car il est difficile de retrouver le granulat utilisé à l'origine dans le béton (15). (BHE) n
(a) Grenswaarde alkalibalans verlaagd met 0,5 kg/m³ Limite du bilan alcalin réduite à 0,5 kg/m³
(b) Zwelproeven met alkaligehalte dat minstens 0,5 kg/m³ hoger is dan het berekende maximum alkaligehalte Essais de gonflement avec des teneurs en alcalis supérieures d'au moins 0,5 kg/m³ à la teneur maximale en alcalis calculée
tabel 5 – GRENSWAARDEN ALKALIBALANS (12)
tableau 5 – VALEURS LIMITES POUR LE BILAN ALCALIN (12)
Grenswaarde alkalibalans in kg/m³
Cement / Ciment
Valeur limite pour le bilan alcalin en kg/m³
CEM I, CEM II/A-S, CEM II/A-V, CEM II/A-L, CEM II/B-L, CEM II/A-LL, CEM II/B-LL, CEM II/A-M, CEM II/B-M 3,5
CEM II/B-S
CEM III/A (slak/laitier < 50 %)
CEM II/B-V, CEM III/A (slak/laitier ≥ 50 %)
CEM III/B
De grenswaarde wordt verlaagd met 0,5 kg/m³ voor toepassing PREV3-AR3
La limite est réduite de 0,5 kg/m³ pour l'application PREV3-AR3.
wordt toegelicht in Bijlage Q van [12]. Wanneer het resultaat negatief is, wil dit niet noodzakelijk zeggen dat het beton geen ASR-weerstand heeft. In dat geval moet een tragere proefmethode, bv. [13], gebruikt worden. Dit is met name zo voor een samenstelling op basis van CEM I LA en potentieel reactieve granulaten. In afwijking van bovenvermelde proefmethoden wordt het werkelijke alkaligehalte van de te gebruiken grondstoffen bepaald en wordt elke betonbatch door toevoeging van NaOH aangerijkt met alkaliën tot minstens het maximum alkaligehalte op basis van maatregel 3 bereikt wordt. De criteria waaraan voldaan moet worden, staan voor de Oberholsterproef in Bijlage Q, voor de tragere proef(13) wordt verwezen naar FD P18-456(14). De betonsamenstelling kan als niet-reactief beschouwd worden als aan de criteria voldaan is voor drie betonbatches af zonderlijk.
Een fabrikant van BENOR-gecertificeerde structurele prefab betonproducten die wil afwijken van de bepalingen van [9] - bijvoorbeeld om een alkalibalans op basis van maatregel 3 op te stellen, in het bijzonder bij het gebruik van een ander bindmiddel dan enkel CEM I, of om de geschiktheid van het beton aan te tonen op basis van maatregel 4 - kan hiervoor bij PROBETON een aanvraag indienen. Vermits dit een afwijking is die niet-tegenstrijdig is met normbepalingen, die in het kader van het BENOR-merk nog formeel van toepassing zijn, zal dit meestal toegestaan worden.
NIEUWE BINDMIDDELEN
Er wordt tegenwoordig veel onderzoek gedaan naar geopolymeerbeton. Dit is beton waarbij geen traditioneel cement als bindmiddel wordt gebruikt maar alkalisch te activeren grondstoffen, zoals bijvoorbeeld hoogovenslak,
vliegas, gecalcineerde klei en natuurlijke puzzolanen. Omdat de toeslagmaterialen reeds in een vroeg stadium worden blootgesteld aan hoge concentraties alkaliën en een hoge pH, treedt de ASR onmiddellijk op in reactieve granulaten. In het nog vloeibare beton zal door de gelvorming geen scheurvorming optreden. Op termijn daalt het alkaligehalte en neemt de reactiviteit af. Onderzoek wijst uit dat alleen met hoge doseringen van zeer gevoelig toeslagmateriaal schadelijke expansie kan optreden. Geopolymeerbeton kan op het einde van zijn levensduur ook herleid worden tot granulaten. Ondanks het feit dat het overgrote deel van de alkaliën niet-oplosbaar is, moeten ze, zoals gewone betongranulaten, beschouwd worden als ASR-gevoelig omdat het moeilijk te achterhalen is wat voor toeslagmateriaal oorspronkelijk werd toegepast in het beton (15). (BHE) n
1. Betoniek Standaard 15/02, ASR-verzekering, maart 2010.
2. To be or not to be...alkali-reactive. A challenge for the petrographic method, Fernandes et al, Conference paper, ResearchGate, February 2019.
3. Maatregelen ter preventie van Alkali-Silica Reactie (ASR)/Mesures de prévention en matière de réaction alcali-silice (RAS), FEDBETON, Steven Schaerlaekens, 2018.
4. NBN EN 13369:2004+A1:2006+AC:2006 – Common rules for precast concrete products.
5. NBN B 21-600:2009 – Common rules for precast concrete productsNational supplement to NBN EN 13369:2004+A1:2006+AC:2006.
6. NBN EN 206-1:2001+A1:2004+A2:2006 – Concrete – Part 1 : Specification, performance, production and conformity.
7. NBN B 15-001:2004 – Concrete – Specification, performance, production and conformity – National supplement to NBN EN 2061:2001.
8. CR 1901:1995 - Regional specifications and recommendations for the avoidance of damaging alkali silica reactions in concrete, CEN.
9. ATR 21-600 – Algemeen Toepassingsreglement BENOR/Règlement d'application Général BENOR, PROBETON, uitgave/édition 1, 2008.
10. Essai de granulats – Détermination des alcalins solubles dans l'eau de chaux, Méthode d'essai LPC n° 37, LCPC, février 1993.
11. CEN/TR 16349:2012 – Framework for a specification on the avoidance of a damaging Alkali-Silica Reaction (ASR) in concrete, CEN.
12. NBN B 15-001:2022 – Concrete – Specification, performance, production and conformity – National supplement to NBN EN 206:2013+A2:2021.
13. NF P18-454:2021 – Béton – Réactivité d'une formule de béton visà-vis de l'alcali-réaction – Essai de performance.
14. FD P18-456:2004 – Béton – Réactivité d'une formule de béton visà-vis de l'alcali-réaction – Critères d'interprétation des résultats de l'essai de performance.
15. Geopolymeerbeton: Hoe zit het nu?, Betoniek Vakblad, 3/2022.
Vlak buiten het centrum van Ciney ligt de historische site van Etablissements E. Ronveaux nv, dat dit jaar zijn 100e verjaardag viert. Een ‘stad in een stad’, die oprichter Eugène Ronveaux kon aanschouwen vanuit de woonkamer van zijn iets hoger gelegen villa. Dit is precies waar Bernard Dehut, CEO, Jean-Baptiste Lansival, technisch directeur van de afdeling Bouw, en Corentin Godefroid, communicatieverantwoordelijke, ons verwelkomen om te praten over het heden en de toekomst van dit 100-jarige bedrijf, dat sinds 2018 deel uitmaakt van de bouwgroep Wanty.
De industriële site - genesteld in een bekken - baadt in stilte, maar intrigeert ook omwille van haar bipolariteit. Bernard Dehut, CEO sinds 2020: "Toen ik drie jaar geleden aankwam op vraag van Christophe Wanty en Benoît Soenen, ontdekte ik twee bedrijven in één, waarbij elke afdeling - de afdeling bouw enerzijds en de afdeling elektriciteit
anderzijds - min of meer even groot waren in termen van personeel en omzet. Dat is vrij uniek en dat verklaart waarom alleen de Wanty-groep daar een opportuniteit zag, inclusief de overname van al het personeel (noot van de redactie: werden nog 30 personen aangeworven)."
De twee bedrijven vullen elkaar perfect aan. Als specialist in afbraakwerken, de aanleg van wegen en andere netwerken en de realisatie van kunstwerken en prefab betonnen gebouwen, begreep Wanty dat Ronveaux de cirkel van de circulaire bouw kon helpen rondmaken in het kader van de herontwikkeling van de vele braakliggende terreinen in Wallonië. In een context van een milieubewuster gebruik van grondstoffen, de wens om de ecologische voetafdruk te verkleinen en de noodzaak om steeds meer gebruik te maken van gerecycleerde producten, werkt de groep bovendien aan een vernieuwend project, goedgekeurd door het Waalse
À proximité immédiate du centre de Ciney est implanté le site historique des Etablissements E. Ronveaux, qui fêtent cette année leurs 100 ans d’existence. Une « v ille dans la ville », que le fondateur Eugène Ronveaux pouvait contempler depuis la rotonde de sa villa située un peu en hauteur. C’est précisément là que Bernard Dehut, CEO, Jean-Baptiste Lansival, directeur technique du Département Construction et Corentin Godefroid, chargé de communication, nous ont reçu pour évoquer le présent et l’avenir de l’entreprise centenaire, intégrée depuis 2018 au groupe de construction Wanty.
Si le site industriel, lové dans une cuvette, impressionne par son silence, il intrigue aussi par sa bipolarité. Bernard Dehut, CEO depuis 2020 : « Quand je suis arrivé il y a trois ans à la demande de Christophe Wanty et Benoît Soenen, j’ai découvert deux entreprises en une seule, chaque pôle – le Département Construction d’une part, le Département Electricité d’autre part – représentant à peu près la même chose en termes de personnel et de
chiffre d’affaires. C’est assez unique et cela explique pourquoi seul le groupe Wanty y a vu une opportunité au point de reprendre l’ensemble du personnel (n.d.l.r. : en augmentation de 30 unités depuis lors). »
On peut en effet parler d’une belle complémentarité. Spécialiste en déconstruction, construction de voiries et réseaux divers mais également en
ouvrages d’art et en construction de bâtiments préfabriqués en béton, Wanty a compris que Ronveaux pouvait contribuer à boucler la boucle de la construction circulaire, et ce dans le cadre de la reconversion des nombreux sites de type « brownfield » dont la Wallonie est riche. En outre, dans un contexte d’accès aux matières premières de plus en plus difficile, de volonté de diminuer son empreinte carbone et de valorisation de plus en plus grande de ses produits recyclés, le groupe travaille sur un projet innovant, labellisé par la Région Wallonne, en collaboration avec des industriels et universités pour utiliser les granulats recyclés dans la fabrication de bétons à haute valeur ajoutée. Bernard Dehut : « On ne peut pas tout construire aujourd’hui avec du béton recyclé mais on voit que les résistances de ces
Gewest en in samenwerking met industriëlen en universiteiten om gerecycleerde granulaten te gebruiken voor de productie van beton met een hoge toegevoegde waarde. Bernard Dehut: "We kunnen vandaag nog niet alles bouwen met gerecycleerd beton, maar we zien wel dat de sterkte van deze betonsoorten elke dag beter wordt,
wat nieuwe perspectieven opent voor het gebruik ervan. Ronveaux is gespecialiseerd in de productie van (zeer) hoogwaardige prefab betonelementen, die essentieel zijn in de weg- en waterbouw. Jean-Baptiste Lansival voegt toe: "We produceren al vele jaren dagelijks zelfstortend C80/95 beton. We waren de eersten in Europa die dit deden.”
In dit artikel gaan we niet dieper in op de activiteiten van de waardevolle en gediversifieerde elektriciteitsdivisie van Ronveaux, maar het is wel relevant om mee te geven dat de productie van betonnen palen voor de distributie van het bovengrondse elektriciteitsnet symbool staat voor de relatie tussen de twee afdelingen van het bedrijf in Ciney. De bouwdivisie van de vestiging bestaat op zijn beurt uit verschillende industriële hallen en twee betonfabrieken, één voor gewapend beton en één voor voorgespannen beton. Bij een eventuele storing kan de ene fabriek de andere depanneren. Bijna al het beton dat in Ciney wordt geproduceerd, is zelfverdichtend en trillingsvrij, wat de eerdergenoemde ‘stilte’ op de site verklaart.
in de onmiddellijke nabijheid van het centrum van Ciney. Le site historique des Etablissements E. Ronveaux est implanté depuis 100 ans à proximité immédiate du centre de Ciney.
bétons s’améliorent de jour en jour et ouvrent de nouvelles perspectives d’utilisation. » Rappelons que la spécialité des Ets E. Ronveaux est justement la production d’éléments préfabriqués en béton à (très) haute performance, indispensables notamment en génie
civil. Jean-Baptiste Lansival précise : « Cela fait maintenant de longues années que nous produisons quotidiennement du béton C80/95 autoplaçant. Nous avons été les premiers en Europe à le faire. »
Dans le cadre de cet article, nous ne nous attarderons pas sur les activités du pôle « Electricité » de Ronveaux, riche et diversifié, si ce n’est en mentionnant que la production de poteaux en béton pour la distribution du réseau électrique en aérien symbolise le point de rencontre entre les deux pôles d’activité de l’entreprise cinacienne. Pour la partie Construction du site de Ciney, on distingue plusieurs halls industriels et deux centrales à béton, l’une pour le béton armé, l’autre pour le béton précontraint, même si l’une peut prendre le relais de l'autre en cas de défaillance. La quasi-totalité des bétons produits à Ciney le sont en autoplaçant, dont la production est exempte de vibrations, ce qui explique l’absence de nuisances sonores constatée d’emblée.
"We produceren elke dag zelfstortend C80/95 beton. We waren de eersten in Europa die dat deden.
¬ JEAN-BAPTISTE LANSIVALBernard Dehut, midden, poseert met collega's, waaronder Jean-Baptiste Lansival, rechts op de foto. Bernard Dehut, au centre, prend la pose avec des collègues, dont Jean-Baptiste Lansival, à droite sur la photo. De historische site van Etablissements E. Ronveaux ligt al 100 jaar © Ets. Ronveaux
Als je de laatste referentieprojecten van Ronveaux bekijkt, valt het aantal grote buitenlandse projecten op. Vergeleken met België is Frankrijk een land waar beton nog vaak ter plaatse wordt gestort. Jean-Baptiste Lansival: "De afdeling bouw genereert ongeveer 30 % van haar omzet in Frankrijk. Daar is de manier van werken anders: er zijn geen algemene aannemers zoals bij ons, maar eerder bouwbedrijven die een coördinerende rol spelen en vakmensen met de nodige expertise zoeken om aan te sturen. Ronveaux wordt daar niet alleen gewaardeerd om zijn productievermogen, maar ook om de expertise voor het plaatsen van prefab betonconstructies. Twee aspecten die op de Franse markt met elkaar verbonden zijn.”
Als gevolg hiervan ontdekken de Fransen steeds meer de voordelen van prefab beton ten opzichte van stortbeton: uitzonderlijke druksterkte (Ronveaux produceert nu voornamelijk C50/60, maar ook 80/95 en zelfs C90/105), gecontroleerde kwaliteit dankzij een gesloten productieproces en natuurlijk een snelle uitvoering op de bouwplaats. "Het korrelskelet van C80/95 prefab beton is bijvoorbeeld veel compacter dan dat van stortbeton. Het spreekt dan ook voor zich dat de
duurzaamheid van dergelijk beton veel groter is. Ons gamma wordt echter wel beperkt door de transportkosten.”
De bouw van een logistiek platform van 100.000 m² in Ablaincourt (Somme, Frankrijk) is een van de bekendste projecten van Ronveaux. Het project vormt een mijlpaal op het gebied van transport, aangezien Ronveaux het overgrote deel van de onderdelen van het gebouw op verzoek van de klant per schip heef t vervoerd.
Quand on parcourt les derniers projets de référence de Ronveaux, on est frappé par le nombre de chantiers d’importance menés outre-Quiévrain. Par rapport à la Belgique, la France est un pays où le béton est encore souvent coulé en place. Jean-Baptiste Lansival : « Le Département Construction réalise environ 30 % de son chiffre d’affaires en France. Là-bas, le modus operandi est différent : pas d’entrepreneurs généraux comme chez nous, mais des ensembliers qui vont chercher les corps de métier pour leur savoir-faire et les coordonnent. Ronveaux y est apprécié pour sa capacité à produire mais
aussi à poser des structures en béton préfab, les deux volets étant liés sur le marché français. »
Les Français découvrent donc de plus en plus les avantages du béton préfabriqué par rapport à celui coulé en place : résistance à la compression exceptionnelle (Ronveaux produit aujourd’hui principalement du C50/60, mais aussi du 80/95 voire du C90/105), qualité maîtrisée par un processus de production en environnement clos et évidemment une rapidité de mise en œuvre sur le chantier. « Le squelette granulaire d’un béton préfab C80/95, par exemple, est bien plus compact que celui du béton coulé en place. Et donc
il est évident que la durabilité d'un tel béton est largement supérieure à celle d'un matériau coulé en place. Notre rayon d’action est cependant limité par le coût du transport. »
Figurant en bonne place parmi les plus belles références de Ronveaux, la construction d’une plateforme logistique d’une superficie de 100.000 m² à Ablaincourt (dans la Somme, en France) marque un jalon dans la problématique du transport puisque Ronveaux y a acheminé l'immense majorité des éléments constitutifs du bâtiment par bateau, à la demande du maître d'ouvrage.
Nous produisons quotidiennement du béton C80/95 autoplaçant.
Nous étions les premiers en Europe à le faire.
¬ JEAN-BAPTISTE LANSIVAL
Zo wordt Ronveaux in Frankrijk soms genoemd. En om deze vleiende bijnaam te verdienen, wordt niets aan het toeval overgelaten. Eén heel specifiek profiel speelt een sleutelrol in de klanttevredenheid: de projectingenieur binnen het interne ontwerpbureau van Ronveaux. Goed ondersteund door teams van tekenaars, ontwerpers, technici, monteurs en administratieve krachten, zijn ze momenteel met tien om de producten naar een hoger niveau tillen en zo een onschatbare toegevoegde waarde creëren. Afgezien van het standaardproduct de kolom, de voorgespannen vloerplaten (die op de site van Crisnée worden geproduceerd) en de dubbel afgeschuinde balken (gestandaardiseerd qua bekisting), is alles echt maatwerk.
C’est ainsi que certains appellent Ronveaux en France. Et pour mériter cette dénomination flatteuse, rien n’est laissé au hasard. Un profil très particulier joue un rôle clé dans la satisfaction du client : l’ingénieur d’affaires du bureau d’études interne de Ronveaux. Bien épaulés par des équipes de dessinateurs, de préparateurs, de techniciens, de montage et par les services administratifs, ils sont actuellement 10 à donner de l’intelligence aux produits, créant une inestimable valeur ajoutée. Hormis le produit standard qu’est le poteau, les dalles alvéolées précontraintes (qui sont produites sur le site de Crisnée) et les poutres double pente (standardisées en termes de coffrage), tout est du véritable sur-mesure.
Unique interlocuteur du client, l’ingénieur d’affaires gère le projet de A à Z, que ce soit pour remettre prix, proposer des variantes, négocier les prix, et, une fois la commande engrangée, dimensionner plus en profondeur les éléments pourtant déjà fort détaillés dans
Als enige contactpersoon voor de klant beheert de projectingenieur het project van a tot z, van prijsoffertes, het voorstellen van varianten en prijsonderhandeling tot het ontvangen van de bestelling, het verder dimensioneren van de elementen die al zeer gedetailleerd in de offerte staan en vervolgens het opstellen van een planning met de productie-, logistieke en installatieteams. Een bij uitstek multidisciplinair profiel. Niet gemakkelijk te vinden, maar een enorm voordeel voor de klant
Laboratoriumtechnici en logistiekmedewerkers zijn twee andere profielen die essentieel zijn om de beoogde prestaties te garanderen. Laboratoriumtechnici bepalen de juiste betonformules en verzekeren de conformiteit en mechanische prestaties van de geproduceerde elementen, terwijl de logistiekmedewerkers de zware taak hebben om het transport van uitzonderlijke onderdelen te berekenen en te organiseren met even uitzonderlijke middelen. Ronveaux heeft als voordeel dat het de eigenaar is van al zijn opleggers.
De slogan van Ronveaux werd onlangs gewijzigd: ‘Presteren is een gemoedstoestand. Veiligheid ook’. En dat zijn geen loze woorden. Bernard Dehut: "We komen werken om ons brood te verdienen, niet om het te verliezen. En ons werk is niet zonder risico's. De toewijding aan ons personeel wordt door iedereen erkend. Toch kunnen we niet aan alle verzuchtingen tegemoet komen. Sommige mensen willen graag twee dagen per week telewerken, terwijl waardecreatie ook op de werkvloer plaatsvindt. Onze bedrijven vereisen een nauwe samenwerking tussen de verschillende afdelingen. Veel medewerkers realiseerden zich dit tijdens coronapandemie en waren blij om terug te keren naar hun werkplek.”
De bouw van een logistiek platform van 100.000 m² in Ablaincourt (Somme, Frankrijk) is een van de bekendste projecten van Ronveaux. La construction d’une plateforme
l’offre de prix, puis planifier avec les équipes de production, de la logistique et de la pose, le cas échéant. Un profil éminemment multidisciplinaire donc, pas facile à trouver mais offrant un énorme avantage pour le client.
Laborantins et logisticiens sont deux autres métiers indispensables pour garantir les performances visées. Les premiers établissent les bonnes formulations du béton et s’assurent de la conformité et des performances
mécaniques des éléments et du béton produits, les seconds ont la lourde tâche de calculer et d’organiser le transport de pièces exceptionnelles avec des moyens qui le sont tout autant. Atout non négligeable, Ronveaux est propriétaire de toutes ses remorques.
Récemment, Ronveaux a adapté son slogan en « L a performance est un état d’esprit. La sécurité aussi ! » De nouveau, ce ne sont pas des paroles en l’air. Bernard Dehut : « On vient au boulot pour gagner sa vie, pas pour la perdre. Et nos métiers ne sont pas sans risques. Nous avons mené des actions fortes, comme de nouveaux EPI pour le personnel, une signalisation sur le site entièrement refaite, … Notre engagement envers notre personnel est reconnu par tous. Mais nous ne pouvons toutefois pas répondre à tous les souhaits. Certains voudraient deux jours de télétravail par semaine alors que la création de valeur se déroule aussi en atelier.
On vient au boulot pour gagner sa vie, pas pour la perdre. Et nos métiers ne sont pas sans risques.¬ BERNARD DEHUT © Ets. Ro nvea ux
Ronveaux werkt met lokale arbeidskrachten in overeenstemming met de waarden van het bedrijf en de groep, maar zag onlangs zijn concurrentievermogen op de proef gesteld door buitenlandse concurrentie. "Deze sector is zeer arbeidsintensief en we voerden meer dan 10 % automatische loonindexering door in 2022, terwijl werknemers in Frankrijk soms maar een paar procent konden krijgen. Om dit onevenwicht te compenseren, hebben we een vijfjarig investeringsplan gelanceerd om onze werkplaatsuitrusting te moderniseren”, besluit Bernard Dehut. (PS) n
Nos métiers exigent une étroite collaboration entre les services. Beaucoup s’en sont rendu compte après le COVID et étaient heureux de revenir sur leur lieu de travail. »
Travaillant avec de la main d’œuvre locale conformément aux valeurs de l’entreprise et du groupe, Ronveaux a récemment vu sa compétitivité mise à mal par rapport à la concurrence étrangère. « Ce secteur d'activité est très chronophage en main d'œuvre et nous avons pris plus de 10% d’indexation automatique des salaires en 2022 alors qu’en France, les travailleurs ont parfois pu obtenir quelques pourcents. Afin de compenser ce déséquilibre, nous avons démarré un plan d'investissement sur cinq ans pour moderniser les équipements de nos ateliers. » (PS) n
De productie van betonnen palen voor de distributie van het bovengrondse elektriciteitsnet symboliseert de relatie tussen de twee activiteitengebieden van het bedrijf.
La production de poteaux en béton pour la distribution du réseau électrique en aérien symbolise le point de rencontre entre les deux pôles d’activité de l’entreprise cinacienne.
In het kader van het Luikse tramproject, bouw van de brugelementen voor de heraanleg van de Pont des Tilleuls.
Dans le cadre du Tram de Liège, construction des éléments de ponts pour la reconstruction du pont des Tilleuls.
We komen werken om ons brood te verdienen, niet om het te verliezen. En onze banen zijn niet zonder risico's.¬ BERNARD DEHUT © Thierry Dosogne © Ets. Ronveaux
De 11e uitreiking van de FEBE Elements Awards vindt plaats op 30 november in het Skyline Park in Izegem. Een gebouw waarin geprefabriceerd beton een belangrijke rol speelt. De 10e verdieping van het gebouw, waar de ceremonie zal plaatsvinden, biedt een indrukwekkend uitzicht op de omgeving.
De jury beoordeelde eind augustus een 65-tal projecten en nomineerde drie finalisten in elk van de vijf categorieën. Op www.febeawards.be kan u zelf ontdekken wie kans maakt op een award.
Wil u deelnemen aan de prijsuitreiking? Stuur een e-mail met uw contactgegevens naar mail@febe.be
De FEBE Elements Awards bekronen jaarlijks de meest inspirerende projecten in en met prefab beton. De uitreiking van de awards is eveneens te volgen via livestream op www.febeawards.be .
La 11ème cérémonie de remise des FEBE Elements Awards se déroulera le 30 novembre au sein du Skyline Park à Izegem. Un bâtiment dans lequel le béton préfabriqué est prépondérant. Citons par exemple les lamelles et panneaux de façades… Le 10ème étage du bâtiment, où se déroulera la cérémonie propose une vue impressionnante sur les environs.
Entretemps, le jury s’est réuni fin août et a désigné parmi les 65 projets inscrits trois projets finalistes dans chacune des cinq catégories. Surfez sur www.febeawards.be pour les découvrir.
Vous souhaitez participer à la cérémonie ?
Envoyez un mail avec vos coordonnées à l’adresse mail@febe.be . La cérémonie sera également diffusée en direct vidéo sur www.febeawards.be .
PARTNERS
FEBE vzw organiseert in een gezamenlijke organisatie met ie-net en BBG de cursus ‘Bouwen met prefab beton’ waarin experten op systematische wijze hun vakkennis over onder meer prefab betonproducten, draagsystemen in prefab beton, verbindingen, ontwerpaspecten, transport en montage, robuustheid en impact op circulariteit brengen.
Deze cursus richt zich tot iedereen die meer wil weten over prefab beton.
Een belangrijk luik in de industrialisatie van de bouw is prefabricatie, een noodzaak om de bouw betaalbaar en kwaliteitsvol te houden. Tegelijkertijd geeft prefab beton een antwoord op de beperkte beschikbaarheid van arbeidskrachten op de werf. Voeg daar nog belangrijke troeven aan toe op het vlak van circulariteit om het toenemend belang van prefab beton in de bouwpraktijk te begrijpen. De toepassing van prefab beton in bouwprojecten zal in de toekomst alleen maar toenemen.
Het doel van de cursus is om:
1. Specifieke kennis en vaardigheden aan te reiken die de cursisten toelaat verder aan de slag te gaan met het ontwerp en de uitvoering van prefab betonnen constructies.
2. Het belang, de mogelijkheden en de beperkingen van de toepassing van geprefabriceerd beton, als een veelvuldig toegepaste bouwmethode in de bouw, te begrijpen.
3. Te begrijpen hoe geprefabriceerd beton past in circulair bouwen en duurzaamheid.
Deze vijfdaagse cursus start op dinsdag 10 oktober en sluit af met een fabrieks- en werfbezoek op dinsdag 28 november 2023. De lessen worden gegeven in de gebouwen van ie-net in Antwerpen.
Volledige programma en inschrijvingen op www.ie-net.be/prefab
L'asbl FEBE, en collaboration avec ie-net et le GBB, organise le cours 'Construire avec du béton préfabriqué' lors duquel des experts apportent systématiquement leurs connaissances sur, entre autres, les produits en béton préfabriqué, les systèmes de support en béton préfabriqué, les connexions, les aspects de conception, le transport et le montage, la robustesse et l'impact sur la circularité.
Ce cours s'adresse à tous ceux qui souhaitent en savoir plus sur le béton préfabriqué.
La préfabrication est un élément majeur de l'industrialisation de la construction, une nécessité pour que la construction reste abordable et de haute qualité. En même temps, le béton préfabriqué apporte une réponse à la disponibilité limitée de la main-d'œuvre sur le chantier. Ajoutez à cela des atouts importants en termes de circularité pour comprendre l'importance croissante du béton préfabriqué dans la pratique de la construction. L'utilisation du béton préfabriqué dans les projets de construction ne fera donc qu'augmenter à l'avenir.
L'objectif du cours est de :
1. Fournir des connaissances et des compétences spécifiques qui permettront aux étudiants de s'engager davantage dans la conception et la mise en œuvre de structures en béton préfabriqué.
2. Comprendre l'importance, les possibilités et les limites de l'application du béton préfabriqué, en tant que méthode de construction fréquemment utilisée dans la construction de bâtiments.
3. Comprendre comment le béton préfabriqué s'inscrit dans la construction circulaire et la durabilité.
Ce cours de cinq jours débute le mardi 10 octobre et se termine par une visite d'usine et de chantier le mardi 28 novembre 2023. Les cours se dérouleront dans les locaux d'ie-net à Anvers.
Programme complet et inscription sur www.ie-net.be/prefab
TUBOBEL Group, fabrikant van prefab betonproducten voor de industrie en de wegenbouw, heeft vestigingen in Tessenderlo, Genk, Kortenaken, Neeroeteren en Ravels.
In 2022 heeft de groep, onder leiding van Evert Lemmens en co-CEO Peter Beyens, een nieuwe visie en missie uitgetekend. Duurzaamheid en innovatie staan hierin centraal.
Om deze visie kracht bij te zetten, zal er in 2023 en 2024 ongeveer 10 miljoen euro geïnvesteerd worden in machines, productontwikkeling maar vooral ook extra personeel. Zo werd al de ‘climate concrete’-lijn gelanceerd, een gamma betonproducten zonder gebruik van cement. Daarnaast plant de groep de opstart van de productie van elektriciteitscabines.
De investeringen zullen plaatsvinden bij Tubobel Aqua in de vestigingen in Tessenderlo, Neeroeteren en Genk. De buizenproductie in Ravels zal worden stopgezet, maar de locatie blijft een afhaalpunt.
Le groupe TUBOBEL, fabricant de produits préfabriqués en béton pour l'industrie et la construction routière, possède des sites à Tessenderlo, Genk, Kortenaken, Neeroeteren et Ravels. En 2022, le groupe, dirigé par Evert Lemmens et le co-CEO Peter Beyens, a défini une nouvelle vision et une nouvelle mission. La durabilité et l'innovation sont au cœur de cette vision.
Pour renforcer cette vision, environ 10 millions d'euros seront investis en 2023 et 2024 dans des machines, le développement de produits, mais surtout dans du personnel supplémentaire. Cela s'est déjà traduit par le lancement de la ligne “béton climatique”, une gamme de produits en béton sans utilisation de ciment. En outre, le groupe prévoit de lancer la production de cabines électriques.
Les investissements seront réalisés sur les sites de Tubobel Aqua à Tessenderlo, Neeroeteren et Genk. La production de tuyaux à Ravels sera arretée, mais le site restera un point de vente.
Le béton architec-tonique pour toutes vos réalisations
Met meer dan 40 jaar ervaring, is DECOMO de specialist inzake de productie van dit kwalitatief en uiterst hoogwaardig betonproduct op maat, dat tevens structureel kan worden aangewend.
Wij bieden conceptueel advies tijdens de ontwerpfase van om het even welk bouwproject en garanderen een professionele begeleiding tijdens de uitvoering. DECOMO , waar creativiteit en vakmanschap hand in hand gaan, dat is telkens weer maatwerk en adequate oplossingen die Uw architectonisch project een uniek cachet geven!
Avec plus de 40 ans d’expérience, DECOMO est le spécialiste dans le domaine de la préfabrication de béton architectonique sur mesure, de qualité supérieure, et également utilisable comme élément structurel de l’édifice.
Nous offrons un avis conceptuel dès la phase de l’élaboration de tout projet de construction et garantissons un suivi professionnel lors de la réalisation de votre projet. DECOMO, où créativité et savoir-faire vont de pair, et où l’expertise et la mise en œuvre de solutions adéquates donnent à votre projet architectural un cachet unique !
Het project ‘CO2ncrEAT ‘ van het consortium gevormd door de Belgische bedrijven Lhoist, Orbix, Fluxys Belgium en Prefer (lid van FEBE gesitueerd in Luik) werd onlangs geselecteerd door een Europees innovatiefonds en ontvangt hiervoor een subsidie van 4,5 miljoen euro. CO2ncrEAT is gebaseerd op de carbonatatietechnologie die werd ontwikkeld door Orbix, waarbij bepaalde bijproducten van de staalproductie reageren met CO2 en zo de basis vormen voor bouwelementen. Het belangrijkste kenmerk van CO2ncrEAT is de mogelijkheid om CO2 rechtstreeks uit industriële dampen te capteren. Lhoist zal de rookgassen leveren, die via een door Fluxys Belgium aangelegde pijpleiding naar Prefer zullen worden getransporteerd.
Raphaël Grimont, Managing Director van Prefer, legt uit: "Deze blokken van de nieuwe generatie zullen er hetzelfde uitzien en dezelfde kenmerken hebben als traditionele betonblokken. Hun productie op basis van circulaire en lokale grondstoffen, gecombineerd met het gebruik van industriële CO2, zal het mogelijk maken om de uitstoot van 20.000 ton CO2 per jaar te vermijden." De eerste blokken met een negatieve koolstofvoetafdruk zouden in 2025 op de markt moeten zijn.
Le projet « CO2ncrEAT » du consortium formé par les sociétés Belges Lhoist, Orbix, Fluxys Belguim et Prefer (entreprise Liégeoise membre de la FEBE), vient d’être sélectionné par un fonds européen à l’innovation en vue de l’obtention d’un subside de 4,5 millions d’euro. Né de la technologie de carbonatation développée par Orbix, le projet consiste à faire réagir certains co-produits de la sidérurgie avec du CO2 en vue de la fabrication d’éléments de construction. La grande particularité de CO2ncrEAT est sa capacité à capter du CO2 directement dans des fumées industrielles. La société Lhoist fournira les fumées qui seront acheminées via un pipeline construit par Fluxys Belgium à destination de Prefer.
Raphaël Grimont, administrateur délégué de Prefer explique : « Ces blocs de nouvelle génération auront la même allure et les mêmes caractéristiques que les blocs traditionnels en béton. Leur production à partir de matières premières circulaires et locales, en combinaison avec l’utilisation du CO2 industriel permettra d’éviter annuellement les émissions de 20.000 tonnes de CO2 » L es premiers blocs à empreinte carbone négative devraient être mis sur le marché en 2025.
L’asbl FEBE a organisé la deuxième édition du séminaire BREEAM en collaboration avec la société ENCON, qui a assuré la présentation. Une session en néerlandais a été organisée le 1er juin à Malines et la session pour les participants francophones s’est déroulée le 16 juin à Bruxelles. Une première session avait déjà eu lieu en 2019.
Lors de cette seconde session, les membres qui sont aujourd’hui plus que jamais confrontés aux messages environnementaux, ont été initiés au système de certification BREAAM. Plusieurs aspects ont été abordés lors de ces demi-journées : les crédits, le processus de certification, l’intégration des EPD’s… Ces différents points ont également donné lieu à des discussions au cours desquelles les membres ont pu exprimer leurs préoccupations et leurs réserves quant à la prolifération des labels environnementaux. Une session qui s’est donc avéré utile où chacun a pu en tirer les informations et les arguments nécessaires qui lui permettront d’opter ou non pour cette cer tification.
FEBE vzw organiseerde het tweede BREEAMseminarie in samenwerking met ENCON, dat verantwoordelijk was voor de presentatie. Een sessie in het Nederlands vond plaats op 1 juni in Mechelen en de sessie voor Franstalige deelnemers vond plaats op 16 juni in Brussel. In 2019 werd al een eerste sessie georganiseerd.
Tijdens deze tweede sessie maakten de leden, die vandaag meer dan ooit geconfronteerd worden met milieuboodschappen, kennis met het certificeringssysteem BREAAM. Tijdens deze halve dagen kwamen verschillende aspecten aan bod: credits, het certificeringsproces, de integratie van EPD's, enz. Deze verschillende punten gaven ook aanleiding tot discussies waarin de leden hun bezorgdheid en hun terughoudendheid konden uiten over de wildgroei aan milieulabels. Het was een nuttige sessie waarin iedereen kon putten uit de nodige informatie en argumenten om al dan niet voor deze certificering te kiezen.
Na vele jaren van toewijding en betrokkenheid heeft Kurt Guldentops besloten om zijn positie als CEO van Kerkstoel 2000+ nv achter zich te laten. Dit vertrek komt in een sfeer van wederzijds respect en begrip. Kurt was eveneens voorzitter van Febredal, de productgroepering binnen FEBE vzw die de belangen van de producenten van breedplaten en dubbele muren behartigt.
Op 25 augustus hebben de leden van Febredal John Stal verkozen tot de nieuwe voorzitter. John Stal brengt een schat aan ervaring met zich mee, met name vanuit zijn rol als Product Manager Prefab beton binnen de Verhelst groep. Zijn expertise en passie voor de prefab betonsector zullen ongetwijfeld bijdragen aan de voortzetting van het succes van Febredal.
Tegelijkertijd heeft Kerkstoel 2000+ aangekondigd dat Kurt Guldentops zal worden opgevolgd door Frederik Cornelis als CEO. Frederik heeft een indrukwekkende staat van dienst met meer dan 20 jaar ervaring in leidinggevende functies in de prefab betonsector, met eerdere betrokkenheid bij bedrijven als Naessens nv, Betca nv en Socea nv. Zijn aantreden belooft continuïteit en groei voor Kerkstoel 2000+, dat vasthoudt aan zijn basiswaarden van betrokkenheid, bereikbaarheid en betrouwbaarheid.
De producenten van breedplaten en dubbele muren staan, net zoals de andere deelsectoren, voor belangrijke veranderingen en uitdagingen, maar met de benoeming van John Stal als voorzitter van Febredal en de komst van Frederik Cornelis als CEO van Kerkstoel 2000+, lijken beide organisaties goed gepositioneerd om met vertrouwen de toekomst tegemoet te gaan.
Het secretariaat van FEBE vzw wil Kurt van harte bedanken voor zijn vele jaren van toewijding en betrokkenheid bij Febredal.
Après de nombreuses années de dévouement et d'engagement, Kurt Guldentops a décidé de quitter son poste de CEO de Kerkstoel 2000+ nv. Ce départ se fait dans un climat de respect et de compréhension mutuels. Kurt était également président de Febredal, le groupement de produits au sein de l’asbl FEBE qui représente les intérêts des producteurs de prédalles et de prémurs.
Le 25 août, les membres de Febredal ont élu John Stal comme nouveau président. John Stal apporte avec lui une grande expérience, notamment en tant que Manager Produits en béton préfabriqué au sein du Groupe Verhelst. Son expertise et sa passion pour le secteur du béton préfabriqué contribueront sans aucun doute à la poursuite du succès de Febredal.
Dans le même temps, Kerkstoel 2000+ a annoncé que Frederik Cornelis succédera à Kurt Guldentops au poste de CEO. Frederik possède une expérience impressionnante
de plus de 20 ans à des postes de direction dans le secteur du béton préfabriqué, notamment dans des entreprises telles que Naessens nv, Betca nv et Socea nv. Son entrée en fonction est synonyme de continuité et de croissance pour Kerkstoel 2000+, qui reste fidèle à ses valeurs fondamentales d'engagement, d'accessibilité et de fiabilité.
Les producteurs de prédalles et de prémurs, comme les autres sous-secteurs, sont confrontés à des changements et à des défis importants, mais avec la nomination de John Stal comme président de Febredal et l'arrivée de Frederik Cornelis comme CEO de Kerkstoel 2000+, les deux organisations semblent bien placées pour affronter l'avenir avec confiance.
Le secrétariat de l’asbl FEBE tient à remercier sincèrement Kurt pour ses nombreuses années de dévouement et d'engagement au sein de la Febredal.
Frederik Cornelis Algemeen Directeur, Kerkstoel 2000+ Directeur général, Kerkstoel 2000+ John StalMet 61 jaar op de teller, waarvan 31 jaar bij het familiebedrijf Roosens Bétons sa (gevestigd in Familleureux, vlak bij La Louvière), is Johnny Zschau een begrip in de sector. Met een bescheiden pragmatisme vertelde hij ons niet alleen over het indrukwekkende parcours dat hij tot nog toe heeft afgelegd, maar vooral ook over de toekomst, met name door enkele van de projecten te noemen waarbij het bedrijf momenteel betrokken is, met als doel een CO2-neutrale ruwbouw te realiseren. Een toekomstperspectief dat dichterbij is dan je zou denken ...
▶ Hoe bent u destijds bij Roosens Bétons beland?
"Ik werkte als IT-consultant voor een Duitse multinational die ERPoplossingen aanbood voor de hout-
en bouwmaterialensector en Roosens Bétons was een van mijn klanten. Op een dag vroeg Michel Roosens me of ik bij hem wilde komen werken als commercieel directeur. Ik accepteerde, met het idee om er vijf jaar te blijven en te stoppen als de samenwerking niet meer motiverend was. 31 jaar later ben ik er nog steeds. Er zijn veel uitdagingen geweest (Johnny Zschau heeft vijftien jaar lang een fabriek in Polen geleid, red.) en ik heb een goede band met huidig CEO Danny Roosens, ook al is hij een erg veeleisende baas."
▶ Welke veranderingen heeft u de afgelopen drie decennia geconstateerd?
"We zijn altijd gespecialiseerd geweest in de productie van betonnen
bouwmaterialen: voornamelijk straatstenen, blokken en platen. De betonnen bouwelementen van tegenwoordig zijn kleiner en lichter dan vroeger. Toen waren ze te groot. We keken niet naar de hoeveelheid materiaal, we zaten nog in de logica van de jaren 60, toen alles gratis of bijna gratis was. Intussen zijn onze producten gerationaliseerd, genormeerd en onderworpen aan strikte controles. Allemaal ten gunste van het milieu en de ruggen van de metselaars. Bij Roosens zijn we al sinds 2014 gecertificeerd CO2-neutraal. Sindsdien zijn we de uitdaging aangegaan om circulair regeneratief te bouwen, in samenwerking met de wetenschap, via onderzoekscentra (Multitel, Centre Terre et Pierre) en universiteiten
Avec 61 ans au compteur, dont 31 ans dans l’entreprise familiale Roosens Bétons basée à Familleureux, près de La Louvière, Johnny Zschau est un pilier du secteur. Avec un pragmatisme teinté de modestie, il nous parle de son parcours mais surtout de l’avenir, en évoquant quelques-uns des projets dans lesquels l’entreprise est engagée, avec comme objectif la construction d’un gros œuvre zéro carbone. Une perspective bien plus proche qu’on ne pourrait le penser.
▶ Comment êtes-vous arrivé chez Roosens Bétons ?
« Je travaillais avant comme consultant informatique pour une multinationale allemande proposant des ERP pour le secteur du bois et des matériaux de construction et Roosens Bétons était l’un de mes clients. Un jour, Danny Roosens m’a proposé de travailler pour lui comme directeur commercial. J’ai accepté, avec l’idée d’y travailler 5 ans, et d’arrêter si la collaboration n’était plus motivante. 31 ans plus tard, j’y suis toujours. Les défis ont été nombreux (n.d.l.r. : Johnny Zschau a notamment démarré et dirigé pendant 15 ans une
usine en Pologne) et le courant passe bien avec Danny Roosens, même si c’est un patron très exigeant. »
▶ Quelles évolutions avez-vous constatées durant ces trois dernières décennies ?
« Nous sommes spécialisés depuis toujours dans la production de matériaux de construction en béton : pavés, blocs, hourdis et béton prêt à l’emploi essentiellement. Le bloc de construction en béton d’aujourd’hui a fondu par rapport à ce qu’il pesait jadis.
A l’époque, il était surdimensionné. On ne regardait pas à la quantité de matière, on était encore dans la logique
des années 60 où tout était gratuit ou presque. Depuis, les produits ont été rationnalisés, normés et sont contrôlés. Tout bénéfice pour l’environnement mais aussi pour le dos des maçons. Chez Roosens, nous sommes certifiés neutres en carbone (par compensation) depuis 2014 déjà. Et, depuis lors, nous nous sommes lancés dans le défi de la construction circulaire régénérative, en association avec le monde scientifique, au travers de centres de recherche (Multitel, Centre Terre et Pierre) et d’universités (UC Louvain et ULiège). C’est Angélique Léonard, Professeure ordinaire au sein du Département de Chemical Engineering de l’Université
(KU Leuven en de Universiteit Luik). Angélique Léonard, professor aan het departement Chemical Engineering van Universiteit Luik en gespecialiseerd in de droogmechanismen van vervormbare materialen en de milieuimpact van processen met behulp van levenscyclusanalyse, is verantwoordelijk voor de berekening van onze ecologische voetafdruk.”
▶ Jullie streven naar volledig CO2neutraal metselwerk, en snel. Is dat realistisch?
"We zijn voortdurend bezig met het reduceren van onze CO2-footprint. We zitten nu op 92 kilo CO2 per ton, ruim onder de 300 of 400 kilo per ton van weleer. We streven nu naar absolute CO2-neutraliteit in 2025. Op basis van bouwafval willen we een blok produceren dat op dezelfde manier kan worden toegepast als tweehonderd jaar geleden. Lees: zo duurzaam dat het in verschillende constructies kan worden (her)gebruikt, dankzij een nieuw type mortel. Dit betekent dat de blokken aan het einde van de
levenscyclus volledig kunnen worden teruggewonnen en dat de klant zijn investering terugverdient. Ja, we kopen de blokken terug! We moeten er ook voor zorgen dat we zelfvoorzienend zijn op het gebied van water, groene stroom en zachte mobiliteit. Als we de volledige koolstofvrije status niet bereiken, zullen we de koper direct financieel compenseren.”
▶ Dit is duidelijk een circulaire economie, maar hoe is het regeneratief?
"We willen op lokaal en sociaal niveau ingrijpen, bijvoorbeeld door 50 % van de kosten van de ruwbouw voor onze rekening te nemen, de huisvesting van de metselaars die voor ons zullen werken, om te bouwen en af te breken; door deze voorwaarden uit te breiden naar de bewoners van de eenheid, naar de crèches, naar de scholen. Dit alles draagt bij aan het herstel van het gemeenschapsleven, het creëren van banden, betekenis en veerkracht.”
▶ Welke invloed heeft dit op jullie bedrijf?
"Met dit nieuwe bedrijfsmodel leggen we de hele waardeketen vast door de productie uit te breiden naar installatie, onderhoud, deconstructie en hergebruik van metselwerk. Deze transformatie zit al 2 jaar in de pijplijn en krijgt nu een concretere dimensie met het CIBER-project in het kader van het REMIND WALLONIA-programma. Over tweeënhalf jaar zouden we een fabriek moeten oprichten in samenwerking met Wanty en Dufour, een synergie die ons een bevoorrechte toegang zal geven tot de hele sector van de afbraakmaterialen. Door hun materiaalstromen over te nemen en er herbruikbare blokken van te maken, zullen ze geleidelijk aan veranderen van slopers in deconstructeurs. Als fabrikant worden we een hoogtechnologische, CO2-neutrale, snelle, betrouwbare en rendabele onderaannemer voor aannemers, met een Wall as a Service®-oplossing. (PS) n
de Liège, spécialiste des mécanismes régissant le séchage des matériaux déformables ainsi que de l'impact environnemental de procédés par analyse de cycle de vie, qui se charge du calcul de notre empreinte environnementale. »
▶ Vous visez une maçonnerie entièrement zéro carbone, et rapidement. Est-ce réaliste ?
« Nous diminuons notre empreinte carbone de manière continue. Nous sommes aujourd’hui à 92 kilos de CO2 la tonne, avant compensation, bien en-deçà des 300 ou 400 kilos la tonne de jadis. Nous visons maintenant la neutralité carbone absolue en 2025. Il faut pour cela partir de déchets de construction pour fabriquer un bloc qui puisse être utilisé comme il y a encore 200 ans, c’est-à-dire réemployé d’une construction à l’autre, grâce à un nouveau type de mortier. Ce qui permet en fin de cycle de vie de récupérer entièrement les blocs et de
rendre au client l’argent de sa caution. Oui, on rachète les blocs ! Il faut aussi veiller à une autosuffisance en eau et en électricité verte, ainsi qu’à une mobilité douce. Si nous ne parvenons pas entièrement au zéro carbone, nous allouerons une compensation financière directe à l’acheteur. »
▶ Cette économie est clairement circulaire, mais en quoi est-elle régénérative ?
« Nous souhaitons intervenir au niveau social et local, par exemple en prenant en charge 50% du coût du gros œuvre ouvert, des habitations des maçons qui vont travailler pour nous, pour construire et déconstruire ; en étendant ces conditions aux habitants de l’entité, aux crèches, aux écoles. Tout cela participe à la régénération du vivre ensemble, crée du lien, du sens et de la résilience. »
▶ En quoi cela impacte-t-il votre métier ?
« Avec ce nouveau business model, nous capturons l’ensemble de la chaîne de valeur en étendant la fabrication à la pose, à la maintenance, à la déconstruction et à la réutilisation des maçonneries. Cette transformation est dans nos cartons depuis 2 ans déjà et prend une dimension plus concrète avec le projet CIBER du programme REMIND WALLONIA. D’ici deux ans et demi, on devrait voir naître une usine en partenariat avec Wanty et Dufour, une synergie permettant un accès privilégié à toute la filière matériaux de démolition. Reprendre leurs flux de matières pour en faire des blocs réutilisables va progressivement les faire passer de démolisseurs à déconstructeurs. De fabricant, nous devenons pour l’entrepreneur un soustraitant high tech, neutre en CO2, rapide, fiable, économique, avec une solution Wall as a Service® » (PS) n
AGREF nv
Tragelweg 4
9230 WETTEREN
T 09/369.19.11
info@agref.be www.agref.be
ALKERN VOR BETON nv
Ieperseweg 112
8800 ROESELARE
T 051/23.24.20
info@vor-beton.be www.alkern.be
ALPHA BÉTON srl
Rue John Cockeril 13
4780 ST. VITH
T 080/28.12.12
info@alphabeton.eu www.alphabeton.eu
ALPRECO nv
Victor Dumonlaan 26
2830 WILLEBROEK
T 03/860.00.30
info@alpreco.be www.alpreco.be
ALTAAN BETON nv
Industriezone Lanklaar
Siemenslaan 7
3650 DILSEN-STOKKEM
T 089/65.13.30
info@altaan.be www.altaan.be
ANDERS BETON nv
Industrieweg 24
2280 GROBBENDONK
T 03/315.72.72
info@andersbeton.com www.andersbeton.com
BECOTON nv
Molenstraat 47
1880 NIEUWENRODE
T 015/711.839
info@becoton.be www.becoton.be
BEMAX bvba
Steenweg 109
3570 ALKEN
T 011/700.111
info@bemax.be www.bemax.be
BETCA nv
Doelhaagstraat 81
2840 RUMST
T 03/888.55.71 info@betca.be www.betca.be
BETON DE CLERCQ bvba
Steenkaai 111
8000 BRUGGE
T 050/31.73.61
info@declercq-beton.be www.declercq-beton.be
BETON DE LA LOMME sa PAE - Rue de la Dolomie 2
5580 ROCHEFORT
T 084/21.34.40 info@betondelalomme.be www.betondelalomme.be
BLEIJKO nv
Beurtkaai 4
8800 ROESELARE
T 051/27.23.50 roeselare@bleijko.com www.bleijko.com
BWK SIERBETON nv
Hollestraat 104
9150 KRUIBEKE
T 03/774.16.67
info@bwksierbeton.be www.bwksierbeton.be
CCONCRETE nv
Frank Van Dyckelaan, 19 D
9140 TEMSE
T 03/710.56.61 info@c-concrete.be www.c-concrete.be
CIERS BETON bvba
Gentstraat 26
8780 OOSTROZEBEKE
T 051/40.08.89 info@ciersbeton.be www.ciersbeton.be
COBEFA sprl
Rue des Rubaniers 21 Zoning industriel II
7780 COMINES
T 056/55.48.53 info@cobefa.be www.cobefa.be
COECK nv De Laetstraat 6
2845 NIEL
T 03/880.75.00
info@coeck.be www.coeck.be
CONCRETE PREFAB SOLUTIONS bv Mijnlamphof 7
3550 HEUSDEN-ZOLDER
T 011/18.31.88
info@concrete-ps.be www.concrete-ps.be
CONCRETON nv Diebeke 37 9500 GERAARDSBERGEN
T 054/41.55.77 info@concreton.be www.concreton.be
CONFORBETON sa Rue du Pays-Bas 48 6061 MONTIGNIES-SUR-SAMBRE T 071/20.22.02 conforbeton@alkern.be
DAERDEN & CO bvba
Industriezone Op’t Reeck Reeckervelt 9 3770 RIEMST T 012/ 25.00.70 info@daerden.be www.daerden.be
DE DONCKER bvba
Nieuwe Kaai 20 1760 ROOSDAAL T 054/33.22.63 info@ddr.be www.ddr.be
DECOMO nv
Boulevard Industriel 96 7700 MOUSCRON T 056/85.07.11 info@decomo.be www.decomo.be
DOUTERLOIGNE BETON nv Vichtsesteenweg 159 8570 ANZEGEM T 056/69.40.40 info@douterloigne.com www.douterloigne.com
DBETON bv
Waterkeringstraat 15 9320 AALST T 053/60.80.00 info@d-beton.be www.d-beton.be
EBEMA nv Dijkstraat 3 3690 ZUTENDAAL T 089/61.00.11 sales@ebema.be www.ebema.be
ECHO nv
Kruisbosstraat 23 3690 ZUTENDAAL T 089/62.08.20 info@echobel.com www.domodeck.be
ECOBETON WATER TECHNOLOGIES nv Hasseltsesteenweg 119 3800 SINT-TRUIDEN T 011/68.00.92 info@eco-beton.be www.eco-beton.be
ELOY WATER sa Rue des Spinettes 7 4140 SPRIMONT T 04/382.44.00 info@eloywater.be www.eloywater.com
ENJOY CONCRETE nv
Vaartstraat 50A 8630 VEURNE T 058/28.00.76 info@enjoyconcrete.be www.enjoyconcrete.be
ERGON nv Marnixdreef 5 2500 LIER T 03/490.04.11 info@ergon.be www.ergon.be
FINGO nv Nijverheidsstraat 21 2390 MALLE T 03/309.26.26 fingo@fingo.be www.fingo.be
HOOLANTS BETON bvba Holstraat 3-5 1831 DIEGEM T 02/252.22.78 info@hoolants-beton.be www.hoolants-beton.com
IBETON bvba
Industriezone TTS Italiestraat 8-10 9140 TEMSE T 03/711.25.44 info@ibeton.be www.ibeton.be
JACOBS PREFAB nv
Berlaarbaan 404 2861 ONZE-LIEVE-VROUW-WAVER T 015/75.53.66
prefab@jacobsbeton.be www.jacobsbeton.be
KERCKHOVE BETONBEDRIJF nv Keibergstraat 107 8820 TORHOUT T 050/21.15.67
info@kerckhove.be www.kerckhove.be
KERKSTOEL 2000+ nv
Industrieweg 11
2280 GROBBENDONK
T 014/50.00.31
info@kerkstoel.be www.kerkstoel.be
Industriezone II
Nederwijk-Oost 279
9400 NINOVE
T 054/33.45.11
info@prefabsystems.be www.prefabsystems.be
PREFAXIS nv Kasteelstraat 9
8980 GELUVELD (ZONNEBEKE)
T 057/40.14.14 info@prefaxis.com www.prefaxis.be
ROOSENS BÉTONS sa Rue Wauters 152 7181 FAMILLEUREUX T 064/23.95.55
info@roosens.com
www.roosens.com
KORATON nv
Visserskaai 26
8500 KORTRIJK
T 056/23.07.11
rector.benelux@koraton.be www.koraton.be
LGBETON nv
Weg op Bree 125
3670 OUDSBERGEN
T 011/79.02.02
info@lg-beton.be www.lgbeton.eu
LITHOBETON nv
Kanaalstraat 18
8470 GISTEL
T 059/27.60.60
info@lithobeton.be www.lithobeton.be
LOVELD nv
Brug Zuid 12
9880 AALTER
T 09/325.86.60
info@loveld.com www.loveld.com
MARLUX
Dellestraat 41
3550 HEUSDEN-ZOLDER
T 013/53.05.00
info@marlux.be www.marlux.be
MARTENS BETON nv
Berkebossenlaan 10
2400 MOL
T 014/81.12.51
verkoop-mamo@martensgroep.eu www.martensgroep.eu
MAX PELS BETON nv
Accent Business Park
Kwadestraat 149 bus 1
8800 ROESELARE
T 081/44.88.88
info@maxpels.be www.maxpels.com
NERVA nv
Kortrijksesteenweg 244
8530 HARELBEKE
T 056/73.50.10 info@nerva.be www.nerva.be
O BETON nv Schaapbruggestraat 26
8800 RUMBEKE
T 051/68.00.68 info@obeton.be www.obeton.be
OLIVIER BETON nv
Kwadestraat 149 bus 1
8800 ROESELARE
T 051/79.43.69 info@olivierbeton.be www.olivierbeton.be
OMNIBETON nv
Kempische kaai 170
3500 HASSELT
T 011/21.14.61
info@omnibeton.be www.omnibeton.be
PREBEL srl
Rue Passage d’Eau 1
4681 HERMALLE-SOUS-ARGENTEAU
T 04/379.096 info@prebel.be www.prebel.be
PREDALCO bvba
Maesbossen 2
9160 LOKEREN
T 09/326.92.50
info@predalco.be www.predalco.be
PREFACO nv
Hoeksken 5a
9280 LEBBEKE
T 053/76.73.73
info@prefaco.be www.prefaco.be
PREFER sa Espace Phénix
Rue de la Digue 20 4400 FLEMALLE
T 04/273.72.00 info@prefer.be www.prefer.be
PRESOL nv
Sint-Truidensesteenweg 220B
3300 TIENEN
T 016/82.09.91 christophe.gilis@gilicon.be
PRETON bvba Mijnwerkerslaan 15
3550 HEUSDEN-ZOLDER
T 011/52.55.85 info@preton.be www.preton.be
RBB nv Industrieterrein
Ravenshout 3315
3980 TESSENDERLO
T 053/72.96.72 geert.speelmans@bmigroup.com www.bmigroup.com/be
REMACLE sa Rue Sous-la-Ville 8 5150 FLORIFFOUX T 081/44.88.88 info@remacle.be www.remacle.be
RODAL nv Meiselaan 96 1880 KAPELLE O/D BOS T 015/71.00.36 info@rodal.be www.rodal.be
RONVEAUX sa Chemin de Rebonmoulin 16 5590 CINEY T 083/23.23.00 info@ronveaux.com www.ronveaux.com
SCHELFHOUT nv Industriezone Heikemp 1121 3640 KINROOI T 089/70.03.50
info@schelfhout-beton.be www.schelfhout-beton.be
SEVETON nv Meersbloem Leupegem 58 9700 OUDENAARDE T 055/23.25.60 info@seveton.be www.seveton.be
SOCEA nv Vaarstraat 174 2520 OELEGEM-RANST T 03/475.00.08 info@socea.be www.socea.be
STIJLBETON nv Schollebeekstraat 74/1 2500 LIER T 03/480.01.52
info@stijlbeton.be www.stijlbeton.be
STRADUS nv Dellestraat 41 3550 HEUSDEN-ZOLDER T 013/53.05.00
info@stradus.be www.stradus.be
SVKELBETON nv Nijverheidslaan 10 9880 AALTER T 09/237.11.70
info@elbeton.be www.elbeton.be
TUBOBEL nv Albertkade 4 3980 TESSENDERLO T 013/67.07.10
info@tubobel.group
www.tubobel.group
TUBOBEL AQUA nv
Breeërweg 33
3680 NEEROETEREN
T 089/86.01.74
info@tubobel.group
www.tubobel.group
TUBOBEL INFRA nv
Schoolstraat 6
3470 KORTENAKEN
T 011/58.69.20
info@tubobel.group
www.tubobel.group
VALCKE PREFAB BETON nv
Rodenbachstraat 72
8908 VLAMERTINGE
T 057/20.25.01
info@valcke-prefab.be www.valcke-prefab.be
VAN DE VELDE BETON nv
Schaapheuzel 2
1745 MAZENZELE
T 052/35.69.69 info@vandeveldebeton.be www.vandeveldebeton.be
VAN HESSCHE BETON nv Industrielaan 1
8740 PITTEM
T 051/46.67.58 info@vanhessche.be www.vanhessche.be
VAN MAERCKE PREFAB nv Scheldekaai 9
9690 KLUISBERGEN
T 055/39.02.50 info@vanmaercke.com www.vanmaercke.com
VAN RYSSELBERGHE BETON bvba
Gentsesteenweg 374 9240 ZELE T 09/367.59.11 info@vrb.be www.vrb.be
VB BETON nv Industrieweg 10 3840 BORGLOON T 012/74.48.86 info@vbbeton.com www.vbbeton.com
VERHELST BOUWMATERIALEN nv Stationsstraat 30 8460 OUDENBURG T 059/25.50.50 info@verhelst.be www.verhelst.be
VERHEYEN nv Hoge Mauw 460 2370 ARENDONK T 014/68.91.50
info@verheyenbeton.be www.verheyenbeton.be
WEBECO nv Lichtenberglaan 2090 3800 SINT-TRUIDEN T 011/76.57.19 info@webeco.be www.webeco.be
XELLA nv
Kruibeeksesteenweg 24 2070 BURCHT T 03/250.47.00
ytong-be@xella.com www.xella.be
BEKAERT nv www.bekaert.com building.benelux@bekaert.com
BETONX www.betonx.be info@betonx.be
BM BETON bvba www.bmbeton.be info@bmbeton.be
B.R. CLEANINVEST sprl www.brclean.be info@brclean.be
CEMMINERALS nv https://cemminerals.be info@cemminerals.be
ITHESES bv www.i-theses.com info@i-theses.com
AURUBIS BEERSE nv www.aurubis.com/beerse/ contact.beerse@aurubis.com
ORBIX nv www.orbix.be info@orbix.be
SIKA BELGIUM nv bel.sika.com info@be.sika.com
WHITEBOX bvba www.rfem.be info@rfem.be
Marnixdreef5
B-2500Lier
T+3234900010
info@d-concrete.be www.d-concrete.be
WebegeleidenuwbouwprojectvanAtotZ. Unaccompagnementd’AàZpour vosprojetsenconstruction.
MegakartonfabriekinLanklaar
FEBEElementsAwards2022nominatie-categorie“Precastinstructures” Uneméga-cartonnerieàLanklaar NominationFEBEElementsAwards2022-catégorie«Precastinstructures»
#dconcrete #crhstructuralconcretebelgium
