3 minute read
Fiscaliteiten
Btw-regels voor uitlenen personeel zijn aangepast
Het uitlenen van personeel is in principe btw-belast. Omdat de meeste organisaties in de zorg geen of een beperkt recht op aftrek van btw hebben, krijgen zij liever geen btw in rekening gebracht. In het Besluit ter beschikking stellen personeel keurt de staatssecretaris voor onder andere de zorgsector onder voorwaarden goed dat deze btw-heffing achterwege kan blijven. Maar de staatssecretaris heeft dit beleid onlangs geactualiseerd. In dit artikel lichten wij de belangrijkste wijzingen toe die op 16 juli 2022 zijn ingegaan.
Advertisement
1. Redelijke kostenvergoeding maximaal vijf procent
Aan verschillende goedkeuringen uit het Besluit voor een van btw vrijgestelde terbeschikkingstelling is de voorwaarde gekoppeld dat de uitlener met de uitleen geen extra opbrengsten mag beogen. Dit betekent dat de vergoeding maximaal de brutoloonkosten mag bedragen. Daarnaast is een redelijke kostenvergoeding toegestaan voor het optreden als formeel werkgever. In het nieuwe besluit is de redelijke kostenvergoeding bepaald op maximaal 5 procent van het brutoloon.
De praktijk leert dat deze kostenvergoeding vaak hoger ligt dan 5 procent van het brutoloon, en dat ook vaak een hoger opslagpercentage wordt gehanteerd. Het besluit is niet duidelijk over hoe moet worden omgegaan met situaties uit het verleden. Wij menen dat u op afspraken uit het verleden niet hoeft terug te komen, mits een hoger opslagpercentage te rechtvaardigen was en voor zover daarover afstemming met de Belastingdienst heeft plaatsgevonden.
Per 16 juli 2022 moet wél aan deze nieuwe voorwaarde worden voldaan. Dit betekent dat alle bestaande uitleenovereenkomsten waarin een hoger percentage is overeenkomen, zullen moeten worden aangepast, ook als deze in het verleden door de Belastingdienst zijn goedgekeurd. Wordt een hoger percentage afgesproken of gehandhaafd, dan verwachten wij dat de Belastingdienst onverbiddelijk van mening zal zijn dat over de detachering btw is verschuldigd. Er kunnen vanaf 16 juli 2022 geen rechten meer worden ontleend aan oude toezeggingen van de Belastingdienst. Mogelijk kan met de Belastingdienst wel een redelijke overgangsperiode worden afgesproken om bestaande uitleenovereenkomsten aan te passen.
In het besluit is expliciet bevestigd dat een medisch specialistisch bedrijf (MSB) net als een ziekenhuis wordt aangemerkt als een inrichting zoals bedoeld in de ziekenhuisvrijstelling. Deze vrijstelling is ruimer dan de medische vrijstelling, die volgens de Belastingdienst in veel gevallen van toepassing zou zijn. Dit biedt duidelijkheid in de praktijk en leidt hopelijk tot meer medewerking van de Belastingdienst. De ruimere ziekenhuisvrijstelling opent ook meer ruimte voor btwvrijgestelde inzet van zorgpersoneel tussen het ziekenhuis en het MSB.
3. Aanvullingen en verduidelijking zorg- en sociaal-culturele sector
Bij het lezen van het geactualiseerde besluit vallen verder de volgende zaken op: • Alhoewel al langer duidelijk was dat de goedkeuring voor btw-vrijgestelde structurele uitleen ook geldt voor ondersteunend personeel (bijvoorbeeld administratieve of managementfuncties), is dit nu expliciet vastgelegd in het besluit. Het is een welkome verduidelijking, waardoor eventuele discussies hierover verder zullen uitblijven. Het besluit maakt duidelijk dat bij niet-structurele uitleen alleen maar zorg- of sociaal-inhoudelijk personeel btw-vrij kan worden uitgeleend. Ondersteunend personeel valt hier dus niet onder.
• Volgens de staatssecretaris is er geen sprake van structurele terbeschikkingstelling bij personeel dat werkzaamheden verricht op basis van een nulurencontract, waarbij het aantal uren dat hij of zij wordt uitgeleend varieert. Structurele uitleen voor een vast aantal uren en daarnaast een aantal flexibele uren, kan alleen vrijgesteld worden aangeboden voor de vaste uren. De variabele uren zijn dan volgens de staatssecretaris wel btw-belast. • Bij het uitlenen van artsen die niet in opleiding tot specialist zijn, zogeheten anios, hoeft volgens het besluit geen btw te worden berekend voor een uitleentermijn van maximaal één jaar. Voor aios en andere werknemers die in het kader van een medische beroepsopleiding worden uitgeleend, geldt deze eenjaarstermijn niet. Voor anios licht de staatssecretaris toe dat de terbeschikkingstelling na één jaar wel kan worden gezien als een met ziekenhuiszorg nauw verbonden prestatie, waardoor de terbeschikkingstelling valt onder de vrijstelling voor ziekenhuiszorg (ook andere intramurale zorginstellingen vallen daar onder). De goedkeuring voor het eerste jaar lijkt daarmee in de meeste gevallen overbodig.
4. Gevolgen voor uw btw-positie?
Wanneer uw organisatie personeel in- of uitleent, is het van belang om na te gaan of u btw bent verschuldigd. De hiervoor genoemde wijzigingen bieden mogelijk aanleiding om bestaande overeenkomsten of het gebruik van standaardovereenkomsten tegen het licht te houden. In sommige gevallen kan het nodig zijn om zaken af te stemmen met de Belastingdienst, bijvoorbeeld om een overgangsregeling af te spreken voor bestaande overeenkomsten die niet langer volledig aan de voorwaarden voldoen.
Matthijs van Ooij & Nika Stegeman, BDO Branchegroep Zorg